Nr. 3 - 2016
www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 21,50
Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta
01 16
Insid Insidee Maga Magazine zine voor voor de de bioch biochemie emie
INSIDE Verschillende naar bio-aro routes maten
Niet al groen wat er blinkt
Wie kleurt de Noordzee groen? • Onderzoek naar Saoedische miljardeninvestering in Antwerpen • Chemie in een veranderende wereld • Thema: Opslag & Logistiek
PET03 B Inhoud.indd 4
01-03-16 16:23
PET03 B Inhoud.indd 4
01-03-16 16:24
IN DEZE EDITIE
10 WIE KLEURT DE NOORDZEE GROEN?
26 THEMA: OPSLAG EN LOGISTIEK
Zo complex is het niet. Op uitgeproduceerde gas- en olieplatforms in de Noordzee zet je chemische fabrieken neer, die met stroom van nabije windparken waterstof produceren. Dat gas breng je via de bestaande leidinginfrastructuur aan land. ‘De berekeningen geven echt een hoopgevend beeld,’ stelt professor Catrinus Jepma. Hij kreeg veel positieve reacties en enkele operators op de Noordzee denken serieus na over een proef op een van hun platforms.
De overslag van chemicaliën in de Rotterdamse haven zal de komende jaren verder groeien doordat Rubis Terminal en LBC Tank Terminals hun capaciteit aanzienlijk uitbreiden. Zij spelen in op de groei van de chemische industrie en de toename van de internationale handel in chemicaliën. Ook ADPO breidt uit. Dit bedrijf rondde de eerste bouwfase van de Liefkenshoek Logistic Hub in Antwerpen vorig jaar succesvol af en begon onlangs met de bouw van de tweede fase. De uitbreiding van de ondergrondse gasopslag van de NAM bij Norg is eind vorig jaar afgerond. Samen met het GLT-PLUS Consortium is de afgelopen vier jaar hard gewerkt om de opslagcapaciteit te vergroten en het productievolume te verhogen.
15 ONDERZOEK NAAR VLAAMSE INVESTERING Het Antwerpse havenbedrijf heeft PwC gevraagd een onderzoek te doen naar het miljardenproject van het Saoedische Energy Recovery Systems (ERS). Het bedrijf maakte vorig jaar mei bekend dat het een eenheid wil bouwen voor de productie van groene ammoniak en groen ureum uit niet-recyclebaar indus trieel afval. Antwerpen zou hierdoor koploper worden op het gebied van een circulaire economie binnen de chemische industrie. Maar het Havenbedrijf wil eerst meer duidelijkheid voordat de fabriek er daadwerkelijk komt.
16 CHEMIE IN EEN VERANDERENDE WERELD Het landschap voor de chemische industrie verandert, zeker nu in Parijs duidelijke klimaatafspraken zijn gemaakt. Tijdens een bijeenkomst van Masters of Industry deelden Frans Dieryck van FISCH en Michel Leyseele van het Havenbedrijf Antwerpen hun visie met experts en partners van het Petrochem platform op hoe de chemie zich staande kan houden in deze turbulente tijden.
INSIDE EN VERDER Commentaar 5 Feiten en cijfers • Ruim een miljoen voor innovatieve chemie-projecten • Menselijke fout oorzaak lek Shell Moerdijk 7 Innovatie 20 Onbevangen • Chris Aldewereld 25 Agenda 38 Column • Wim Soetaert 54 Biochem 39
PETROCHEM 3 - 2016 3
PET03 B Inhoud.indd 3
01-03-16 16:01
Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Nummer 3- 2016 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Veembroederhof 7, 1019 HD Amsterdam E-mail: redactie@petrochem.nl, website: www.petrochem.nl
t/h
HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 312 2081
m3/h
kg/m
°C
°Brix kg/h
fact Continue flowmeting van koolwaterstoffen, ook bij gasinsluiting of veranderende dichtheid OPTIMASS serie – technology driven by KROHNE • Coriolis massaflowmeter met Entrained Gas Management (EGMTM): Geen verlies van het meetsignaal tot 100% gasinsluiting in het medium • DN1…400, 0,005…4.600 kg/h • In roestvrijstaal, tantalium, titanium en Hastelloy® • Procestemperatuur: -200…+400 °C • Hoogste nauwkeurigheid voor ijkwaardige meting van gassen en vloeistoffen: MID 2004/22/EC, OIML
3
EINDREDACTIE: Miriam Rook 020 312 2796 Liesbeth Schipper 020 312 2083 REDACTIE: Dagmar Aarts 020 312 2084 Elias de Bruijne 020 312 2792 VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, David van Baarle, Katrien Bogaerts, Jan Van Doorslaer, Jacqueline van Gool, Inge Janse, Henk Leegwater, Erik te Roller, Wim Soetaert, Francis Voermans, Cyril Widdershoven LAY-OUT: Bureau OMA bv, Wehl OMSLAGFOTO: BP ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, t: 070 399 0000 - f: 070 390 2488 Arthur Middendorp - arthur@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 312 2088 DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW) Petrochem verschijnt 11x per jaar. Nederland/België € 170,50 per jaar Introductie NL/B 25% € 128,- per jaar Overig buitenland € 199,Losse verkoopprijs € 21,50 Studenten € 39,50 Proefabonnement 3 mnd € 28,OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. ABONNEMENTENLAND: Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel: 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 (€ 0,10 per minuut) Fax: 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. ISSN: 1380-6386
Meer feiten over OPTIMASS: www.krohne.nl/optimass
PET03 C commentaar.indd 4
01-03-16 16:05
COMMENTAAR
‘Stel je eens voor, Shell dat een paar honderd gigawatt aan windmolens en bijbehorende chemische infrastructuur in de Noordzee aanlegt.’
Snelste route naar moleculen Topman Ben van Beurden van Shell lijkt niet te breken met de traditie bij het concern, waarin ongelukkige uitspraken en keuzes elkaar opvolgen. De Brent Spar, CO2-opslag onder een woonwijk, de openlijke exodus uit zonne-energie en de aanwezigheid in Nigeria kwamen het bedrijf stuk voor stuk op negatieve publiciteit te staan. Deels vanwege minder slimme keuzes, maar vooral doordat die keuzes slecht werden uitgelegd. Voormalig topman Cor Herkströter hield het de Shell-medewerkers ten tijde van het gedoe rond de Brent Spar nog voor: ‘Er is een verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen.’ Herkströter had geleerd dat een bedrijf met veel ingenieurs moest leren te denken vanuit een maatschappelijke context en dat de overheersende technocratische cultuur wat meer gevoel voor de verhoudingen in de samenleving kon gebruiken. Was dit voor dovenmansoren? Want veel lijkt er sinds die tijd niet veranderd. Herkströters opvolger Ben van Beurden lijkt wederom geen oog te hebben voor de maatschappelijke context, getuige het interview dat hij begin februari gaf aan Nieuwsuur. Strikt genomen is de kern van zijn boodschap best realistisch; we zullen de komende decennia nog volop olie en gas nodig hebben. De kleine groep van de westerse middenklasse kan heel idealistische keuzes maken, maar in de rest van de wereld wordt hard gewerkt aan een economische inhaalslag die vooral nog op fossiele energie is gebaseerd. Na Parijs kreeg de naïeve gedachte de overhand dat het snel afgelopen zal zijn met fossiele brandstoffen, dat de Rotterdamse haven misschien wel dicht gaat en dat bedrijven als Shell en Exxon het op korte termijn heel moeilijk gaan krijgen. Dat is natuurlijk niet zo. Met een beetje geluk worden kolen de komende vijftien jaar uitgefaseerd, maar olie zullen we nog lang gebruiken en aardgas waarschijnlijk nog langer. Kwaad bloed Te weinig rekening houden met het maatschappelijke sentiment lijkt echter minstens zo naïef. Vooral de uitspraak van Van Beurden dat Shell alle olie gaat oppompen die binnen haar mogelijkheden ligt, zette nogal wat kwaad bloed. Verder heeft hij natuurlijk gelijk dat de samenleving zelf die vraag naar
fossiele brandstoffen heeft, maar om daarmee de verantwoordelijkheid ook grotendeels bij de samenleving te leggen, is niet slim en niet vanuit alle mogelijke invalshoeken geanalyseerd. Het zijn juist bedrijven als Shell die verandering kunnen brengen. Een mooie optie is het idee dat professor Catrinus Jepma in deze Petrochem schetst. Op uitgeproduceerde gas- en olieplatforms in de Noordzee zet je chemische fabrieken neer, die met stroom van nabije windparken waterstof, aardgas of andere brandstoffen en chemicaliën produceren. Dat gas breng je via de bestaande leidinginfrastructuur aan land. Omdat de infrastructuur er grotendeels al ligt, lijkt het idee haalbaar en betaalbaar. Geruchten Shell wordt wel eens verweten dat het te veel alleen in moleculen denkt. Echter, met dit idee krijgt het concern de snelste route van elektronen naar moleculen op een presenteerblaadje aangeboden. En stel je eens voor, Shell dat een paar honderd gigawatt aan windmolens en bijbehorende chemische infrastructuur in de Noordzee aanlegt. Daarmee kan het bedrijf een groot deel van Europa van energie voorzien, zonder afhankelijkheid van politiek minder stabiele regio’s. Bovendien gooit het daarmee niet haar hele systeem op de kop, maar vergroent het vooral de input. Er gaan geruchten dat Shell in een denktank al in die richting filosofeert. Het bedrijf kan dan verder op de ingeslagen weg naar steeds meer aardgas (gezien ook de recente acquisitie van British Gas) in plaats van olie en kan vervolgens de herkomst van het methaan de komende decennia stapsgewijs vergroenen, bijvoorbeeld met groen gas uit de Noordzee. Dat verhaal had Van Beurden ook kunnen vertellen. Dan had hij geen maatschappelijke hoon over zichzelf afgeroepen en had hij visie getoond. Een visie die binnen de burelen van Shell misschien al wel bestaat, terwijl de top weer onhandig in het spotlicht treedt. Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via twitter : @wimraaijen
PETROCHEM 3 - 2016 5
PET03 C commentaar.indd 5
01-03-16 16:05
... Layer 3 managed Ethernet Switch De uitstraling van de Lynx serie Ethernet switches met ingebouwde firewall en routingprotocols toont dat de switches hun toepassingen vinden in zware industriĂŤle omgevingen. De robuuste switches met het door Westermo ontwikkelde WeOS en de unieke functionaliteiten als FRNT (< 20ms hersteltijd) IPsec, VLAN, IGMP snooping en QoS. De ATEX / IECEX certificering staat garant voor toepassing in zeer zware en explosief gevoelige ruimtes.
... committed to perfection. Er is zoveel meer over te vertellen ... Meer weten ? Bel 0318-636262 of bezoek www.modelec.nl
www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl
adv_WmoA4_LynxEthSwitch2.indd 1 PET03 advertenties.indd 6
24-11-15 15:45 01-03-16 16:18
FEITEN & CIJFERS RUIM EEN MILJOEN VOOR INNOVATIEVE CHEMIE-PROJECTEN NWO Chemische Wetenschappen gaat in totaal 1,1 miljoen euro investeren in vier projecten die nieuwe katalytische processen ontwikkelen voor C1-chemie. C1-chemie verwijst naar de omzetting van methaan (aardgas), synthesegas en methanol naar chemicaliën en brandstoffen. Het doel van het programma is om tot een volgende generatie, aanzienlijk verbeterde katalysatoren te komen. Hiervoor zijn doorbraken nodig zowel in de katalytische chemie als in de ontwikkeling van instrumenten en technieken. Een specifiek thema dat binnen CatC1Chem aandacht krijgt, is de stabiliteit van katalysatoren. In het publiek-private NWO-programma CatC1Chem bundelen drie bedrijven (SABIC, Sasol en BASF) samen met Nederlandse academische groepen de krachten. De projecten worden voor een derde door de industriële partners gefinancierd. In de onderzoeken wordt onder andere gekeken naar het gebruik van aardgas om chemicaliën en uiteindelijk kunststoffen te produceren. Ook wordt een nieuwe generatie synthetische katalysatoren ontwikkeld die methaan direct kunnen omzetten in vloeibare methanol, waardoor natuurlijke hulpbronnen efficiënt worden gebruikt om brandstoffen en chemicaliën te produceren. Enzymen, de meest uitgelezen katalysatoren, zijn de inspiratiebron. Daarnaast gaat een groep wetenschappers onderzoeken hoe het explosieve gas waterstof aan boord van een auto kan worden geproduceerd uit de vloeistof methanol. OLIE AAN DE BASIS VAN ARCHITECTUUR Architectuurhistorici moeten zich meer richten op het ‘zwarte goud’, op wereldwijde oliestromen. Dat zei prof.dr. Carola Hein, hoogleraar architectuur- en stedenbouwgeschiedenis, tijdens haar inaugurele rede aan de TU Delft op 27 januari. Oliestromen zijn immers een ideaal middel om langetermijnontwikkelingen binnen de architectuur en stedenbouw in kaart te brengen, wat weer nodig is om de toekomst van het veld in kaart brengen. Olie heeft een grote invloed gehad op hoe steden, wegen en gebouwen er wereldwijd uitzien. Niet alleen veel wegen en benzinestations, maar ook gebouwen als het Rockefeller Center (hier afgebeeld), de Petronas Towers, de Burj Khalifa en de hoofdkwartieren van Shell en Esso in Den Haag zouden zonder de olie-industrie nooit gebouwd zijn. Olie staat aan de basis van de hoogste gebouwen van de wereld, de langste netwerken van infrastructuur, wegen en pijpleidingen en is de motor achter iconische steden zoals Dubai en Astana. En de invloed van olie is nog lang niet opgedroogd. Hein betoogt dat we, door de focus op de verborgen kracht van de oliestromen te leggen, we de geschiedenis van architectuur en stedenbouw vanuit een compleet nieuw perspectief kunnen bekijken. Hedendaagse architectuurhistorici moeten hun blikveld verleggen van de traditionele focus op bouwstijlen, materialen en beroemde architecten naar de geschiedenis van grensoverschrijdende netwerken van goederen, financiën en mensen. Als dat gebeurt, ontstaat een internationaal perspectief dat verder gaat dan de traditionele discussie over stijl en auteurschap. De operaties van internationals in de olie-industrie kunnen daarbij een leidraad geven. Zij zijn, samen met overheden, krachtige actoren in de transformatie van de gebouwde omgeving op meerdere niveaus. Ze bouwen landschappen en stedelijke vormen en functies, in alle vormen en schaalgroottes.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid gaat onderzoek doen naar de opvolging van aanbevelingen uit het in 2013 verschenen rapport Veiligheid Odfjell Terminals Rotterdam 20002012. Het onderzoek is gedaan nadat na een aantal incidenten bleek dat Odfjell niet aan de veiligheidseisen voldeed. De terminal werd in 2012 zelfs tijdelijk gesloten. In het rapport uit 2013 zijn in totaal acht aanbevelingen gegeven aan zowel Odfjell, als de opdrachtgevers, de vergunningverlener, de toezichthouder en de staatssecretaris. De Raad wil weten of de verbeteringen die naar aanleiding van het eerdere rapport zijn aangekondigd ook daadwerkelijk hebben geleid tot grotere veiligheid in de praktijk. Met de overname van Industrial Evolution, aanbieder van cloud-gebaseerde datadiensten, versterkt industrieel automatiseerder Yokogawa haar aanbod aan geavanceerde oplossingen voor de procesindustrie. Yokogawa is gespecialiseerd in software-oplossingen waarmee klanten hun productiviteit, veiligheid en energie-efficiency kunnen verbeteren en het gebruik van hun faciliteiten kunnen optimaliseren. De overname werd gedaan door Yokogawa Venture Group, een dochteronderneming die in het leven is geroepen om overnames te doen en samenwerkingen aan te gaan op het gebied van industriële automatiserings- en besturingstechnologie. Op basis van de cloudomgeving van Industrial Evolution zal Yokogawa in het vervolg Data-as-a-Service (DaaS) gaan aanbieden aan het wereldwijde klantenbestand. Deze technologie maakt het voor industriële bedrijven mogelijk real-time procesgegevens van beveiligde systemen te verzamelen en veilig te delen met geautoriseerde gebruikers. Uitbreiding van de industriële automatiserings- en besturingstechnologie is een belangrijk onderdeel van Yokogawa’s Transformation 2017 businessplan en past in de doelstelling marktleider te worden op het gebied van geavanceerde cloud-gebaseerde oplossingen.
PETROCHEM 3 - 2016 7
PET03 D feiten en cijfers.indd 7
01-03-16 16:05
FEITEN & CIJFERS
Het Havenbedrijf Antwerpen onderzoekt de mogelijkheid om uit CO2 en overschotten aan opgewekte elektriciteit methanol te produceren. Dat bleek begin februari tijdens het rondetafelgesprek van het Petrochem platform. Lees meer hierover verderop in deze editie. Het is uiteindelijk de bedoeling dat marktpartijen op termijn op grond van het onderzoek commerciële activiteiten kunnen ontwikkelen. Methanol is een goede bouwsteen voor de chemie in de Antwerpse haven. CO2 is er in ruime mate aanwezig en daarnaast kan in het proces nuttig gebruik worden gemaakt van overschotten aan duurzaam opgewekte energie. Momenteel wordt er vooral onderzocht hoe zuiver CO2 uit biomassa stromen kan worden onttrokken.
PETROCHEM 3 - 2016 8
PET03 D feiten en cijfers.indd 8
FOTO: MYFUTURE
BELGISCHE CHEMIESECTOR RICHT DEMOGRAFIEFONDS OP VOOR WERKNEMERS Met de oprichting van een Demografiefonds gaat de Belgische sector van chemie, kunststoffen en life sciences bijdragen aan de werkbaarheid in de eigen branche. Dat meldt Essenscia, de Belgische sectorfederatie voor chemie, kunststoffen en life sciences. Het fonds heeft betrekking op bijna duizend bedrijven en negentigduizend werknemers uit het veld. Onlangs bereikten Essenscia en de vakbonden ABVV, ACLVB en ACV een principeakkoord over de oprichting van het fonds, dat in België uniek is. Het fonds gaat opleidings- en vormingstrajecten binnen de aangesloten ondernemingen financieren om de werkbaarheid in de sector te behouden en te verbeteren. Voorbeelden van dergelijke projecten zijn loopbaanbegeleiding bij de overstap naar lichter werk, competentiegerichte opleidingen voor leeftijdsgebonden doelgroepen, maatregelen voor meer diversiteit op de werkvloer, preventieve gezondheidsacties, aanpassing van de arbeidstijd, de insourcing van dagjobs en coachingprojecten. Hierbij is er in het bijzonder aandacht voor oudere personeelsleden, medewerkers in ploegenstelsels of werknemers met belastend werk. De financiering van het fonds gebeurt met een bijzondere bijdrage van 0,15 procent berekend op de brutoloonmassa van de sector. Daarnaast voorziet het sectorale vormingsfonds Co-valent in een extra financiering gedurende de eerste vier jaren. DIJKSMA: CARBON PRICING SLEUTEL TOT TERUGDRINGEN VAN CO2-UITSTOOT Een mondiale prijs voor de uitstoot van koolstofdioxide is essentieel voor het behalen van de in Parijs gemaakte klimaatafspraken. Carbon pricing zorgt ervoor dat de vervuiler betaalt en maakt investeren in duurzame energie aantrekkelijker. Een wereldwijde coalitie onder leiding van de Wereldbank kan hierbij een belangrijke rol spelen, door verschillende initiatieven aan elkaar te koppelen. Dat heeft staatssecretaris Dijksma halverwege februari benadrukt tijdens een bijeenkomst over klimaatverandering, die zij samen met haar Franse collega-minister Royal heeft gehouden in Parijs. Tijdens deze bijeenkomst, waar ook het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties bij betrokken zijn, praten deelnemers verder over concrete kansen om na de CoP21 in Parijs voortgang te boeken. Dijksma: ‘Carbon pricing is de sleutel tot het waarmaken van de klimaatafspraken in Parijs. Een prijskaartje voor fossiel maakt investeren in duurzame alternatieven zoals windmolenparken aantrekkelijker. Zo betaalt de vervuiler en concurreert de industrie op een mondiaal eerlijk speelveld. Dat moet ervoor zorgen dat bedrijven hun vingers niet eens meer willen branden aan kolen. Maar het lukt alleen als we wereldwijd samenwerken. Daar maak ik mij nu sterk voor, samen met NGO’s en bedrijven.’ Tijdens de Informele Milieuraad op 14 en 15 april in Amsterdam spreekt Dijksma verder met haar Europese collega’s over carbon pricing. Verschillende landen en regio’s werken momenteel aan hun eigen systeem om de prijs van CO2-uitstoot vast te stellen. Om een mondiaal gelijk speelveld te creëren, moeten deze systemen kunnen samenwerken. De Wereldbank neemt hiervoor het initiatief met de Carbon Pricing Leadership Coalition, die ook landen die nog geen systeem voor het beprijzen van uitstoot helpt om zo’n systeem te ontwikkelen. Nederland heeft hiervoor een bijdrage van twee miljoen euro toegezegd. Carbon pricing houdt in dat bedrijven moeten betalen voor de CO2 die ze uitstoten bij hun productie. Dit kan bijvoorbeeld met een belasting of het moeten kopen en inleveren van emissierechten. Deze kosten komen terug in de prijs van producten, wat producenten aanmoedigt om te produceren met minder koolstofemissies. Wereldwijde transparantie over de kosten van CO2-uitstoot maakt het minder aantrekkelijk om productie te verplaatsen, en moedigt bedrijven en investeerders aan om te kiezen voor alternatieven die minder uitstoot veroorzaken. FOTO: PAUL FALARDAEU
AkzoNobel heeft in 2015 een flinke nettowinst geboekt. Dat blijkt uit de jaarcijfers die de producent van verf en chemicaliën heeft vrijgegeven. De winst over 2015 bedroeg 979 euro, een stijging van 79 procent ten opzichte van 2014. De omzet steeg met vier procent tot ruim 14,8 miljard euro. De winst is vooral te danken aan procesoptimalisering, lagere kosten, verminderde herstructureringsuitgaven en gunstige valutaontwikkelingen. CEO Ton Buchner spreekt van een jaar waarin de financiële doelstellingen met succes zijn gerealiseerd. Als het gaat om het rendement op verkopen en op investeringen was 2015 zelfs een recordjaar. Ook op het gebied van duurzaamheid doet AkzoNobel het goed. Voor het vierde opeenvolgende jaar werd de onderneming erkend als leider op het gebied van duurzaamheid door de Dow Jones Sustainability Index (branchegroep Materials). Het concern verwacht dat 2016 een uitdagend jaar wordt. In Brazilië, China en Rusland blijven de marktomstandigheden moeilijk, terwijl er geen noemenswaardige verbetering wordt verwacht in Europa. Dit geldt in het bijzonder voor de sector Bouw en Infrastructuur.
Blijf op de hoogte en schrijf u in voor de nieuwsbrief op www.petrochem.nl
01-03-16 16:05
FEITEN & CIJFERS MENSELIJKE FOUT OORZAAK LEK SHELL MOERDIJK
Een menselijke fout is de oorzaak van de ethyleenoxide-lekkage bij Shell Moerdijk. Een afsluiter is na noodzakelijke werkzaamheden niet gesloten. Dit blijkt uit een intern onderzoek van Shell. In de periode van 21 november 2015 tot 27 januari 2016 lekte er circa 25 ton ethyleenoxide weg. In de periode volgend op de ontdekking van de openstaande afsluiter, heeft Shell Moerdijk over de hele site aanvullende inspecties en controles uitgevoerd. Daarbij zijn geen andere onregelmatigheden, mankementen of afwijkende emissies vastgesteld. ‘Wij begrijpen de bezorgdheid en teleurstelling bij omwonenden. Ook wij zijn zeer teleurgesteld dat dit incident heeft kunnen gebeuren. Het maakt duidelijk dat we op het gebied van procesveiligheid verder moeten verbeteren’, aldus Paul Buijsingh, general manager van Shell Moerdijk. ‘Ieder incident, klein of groot, is er een te veel.’ Naar aanleiding van een eerder incident met de MSPO-2 fabriek in juni 2014 is Shell Moerdijk een verbeterprogramma voor procesveiligheid gestart. Dit programma dat onder meer met de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV) en de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) is gedeeld, richt zich op het verbeteren van drie aandachtsgebieden: veilig en betrouwbaar opereren, excellent vakmanschap en operational excellence met een sterker gevoel van eigenaarschap. Sinds de start van dit veelomvattende programma is er vooruitgang geboekt, maar de implementatie vergt tijd. Shell Moerdijk heeft besloten het verbeterprogramma te versterken en de implementatie ervan verder te intensiveren en te versnellen. Hiertoe gaat op de fabriek een expertteam aan de slag. Het team rapporteert direct aan de general manager van Shell Moerdijk. Aanvullend start Shell Moerdijk een klankbordgroep met daarin vertegenwoordiging van diverse betrokkenen of belanghebbenden, zoals omwonenden, buurbedrijven, werknemers en autoriteiten. Deze klankbordgroep zal met regelmaat op de hoogte worden gehouden over de implementatie van het verbeterprogramma. De klankbordgroep moet Shell Moerdijk een nog beter gevoel geven voor de veiligheidsbeleving en eventuele ideeën of suggesties kunnen hier worden gedeeld. Een expert op het gebied van veiligheidscultuur-verandering zal nauw bij het traject worden betrokken en contact onderhouden met expertteam, klankbordgroep en het management van Shell Moerdijk.
34
33
PRIJS PER VAT IN US DOLLARS
32
31
30
29
26
27
28
JANUARI 2016
29
PERSONALIA Jos van Winsen is vanaf 7 maart de nieuwe general manager van Shell Pernis. Hij volgt Bart Voet op, die na 4,5 jaar in een andere rol binnen Shell aan de slag zal gaan. Van Winsen is sinds 1981 werkzaam bij Shell. In zijn loopbaan heeft hij diverse leidinggevende functies bekleed in onder meer Zuid-Afrika, Zweden en Duitsland. In zijn laatste functie was hij werkzaam als general manager van de PCK-raffinaderij in Duitsland. ‘Ik ben ontzettend blij met deze benoeming en nieuwe uitdaging. De raffinaderij in Pernis is volop in verandering’, aldus Van Winsen. Van Winsen studeerde Apparatenbouw Procestechniek aan de TU Delft.
BRENT RUWE OLIEKOERS
28
De Boeing 787 Dreamliner kost twintig procent minder brandstof dan zijn voorgangers. Daardoor levert de aankoop van dit toestel voor KLM een mooie bijdrage aan de doelstelling om twintig procent lagere CO2-uitstoot te realiseren in 2020. AkzoNobel draagt ook een steentje bij met haar innovatieve basis- en blanke lak. Het eerste toestel van de nieuwe vloot van KLM Dreamliners koos eind vorig jaar het luchtruim, voorzien van een innovatieve lak. Deze coatings zorgen volgens AkzoNobel potentieel voor gewichtsvermindering, wat resulteert in lagere brandstofkosten. Ook is het oppervlak gladder en makkelijker te reinigen, zodat de karakteristieke blauwwitte KLM-kleuren beter uitkomen. Volgens KLM was voor de glanzende afwerking vijftien procent minder verf nodig dan bij eerdere coatingsystemen. Samen met andere verbeteringen zorgt dit ervoor dat het vliegtuig verder, sneller, schoner, stiller en efficiënter vliegt dan vergelijkbare machines. Daarnaast zijn er nog andere voordelen, zoals kortere droogtijden en bescherming van de kleuren tegen UV, waardoor de levensduur van de coating wordt verlengd. Dit betekent dat de vliegtuigen langer kunnen worden ingezet en kosten worden bespaard.
1
2
3
4
5
8
9
10
11
12
16
17
18
19
22
FEBRUARI
PETROCHEM 3 - 2016 9
PET03 D feiten en cijfers.indd 9
01-03-16 16:06
INTERVIEW
Wie kleurt de Noordzee groen?
PETROCHEM 3 - 2016 10
PET03 O interview.indd 10
01-03-16 16:10
Zo complex is het niet. Op uitgeproduceerde gasen olieplatforms in de Noordzee zet je chemische fabrieken neer, die met stroom van nabije windparken waterstof produceren. Dat gas breng je via de bestaande leidinginfrastructuur aan land. ‘De berekeningen geven echt een hoopgevend beeld,’ stelt professor Catrinus Jepma. Hij kreeg veel positieve reacties en enkele operators op de Noordzee denken serieus na over een proef op een van hun platforms. Wim Raaijen
FOTO'S: WIM RAAIJEN
Als een zwaard aan meer dan twee kanten zou kunnen snijden, dan had Catrinus Jepma, hoogleraar Energie en Duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen, dit vast in handen gehad. Zeker bij zijn idee om op platforms in de Noordzee op een duurzame wijze waterstof te produceren. Want de Noordzee als basis voor een nieuwe chemische industrie lijkt na verschillende berekeningen op veel fronten aantrekkelijk. Denk aan verwaarding van overschotten van duurzaam opgewekte stroom, het overbodig maken van zware subsidies op windparken, het bieden van nieuwe werkgelegenheid om de exodus van de huidige offshore-activiteiten te compenseren. Bovendien zouden fossiele operators hun blazoen kunnen oppoetsen met hernieuwbare grondstoffen. Luie stoel Zoals vaak begon het idee bij een op zichzelf staand probleem. Vanuit het Energy Delta Institute (EDI) onderzocht Jepma de kansen voor een tweede leven van platforms en gas-en olie-infrastructuur in de Noordzee. Al langer is duidelijk dat de meeste platforms de komende decennia hun huidige functie verliezen. Gewoon omdat de gas- en oliereserves op raken of straks niet rendabel meer kunnen worden gewonnen. De huidige lage olieprijs lijkt dat proces te versnellen. Jepma: ‘In de hele Noordzee zullen de komende twintig tot dertig jaar 600 platforms uit gebruik worden genomen, waarvan ongeveer 150 tot 160 in het Nederlandse gedeelte. Dat gaat heel veel geld kosten, want de huidige Europese regelgeving schrijft voor dat in principe alles in de oorspronkelijke staat moet worden achtergelaten. Putten, platforms en de hele leidinginfrastructuur moeten worden afgebroken en weggehaald. De gasoperators zitten daar nu echt tegen aan te hikken. Energie Beheer Nederland (EBN) heeft berekend dat de ontmanteling van de instalPETROCHEM 3 - 2016 11
PET03 O interview.indd 11
01-03-16 16:10
INTERVIEW laties en infrastructuur in alleen al het Nederlandse gedeelte van de Noordzee op een kostenpost van zo’n zes miljard euro zal uitkomen.’ De enige manier om onder deze kosten uit te komen is het vinden van een goede nieuwe functie voor de installaties en infrastructuur. Tegelijkertijd groeit het aantal windparken op zee enorm. Volgens Jepma zal er in 2020 mogelijk ruim twintig gigawatt aan opgesteld vermogen in de Noordzee staan. ‘Het is toch jammer dat zoveel windmolens een serieus deel van de tijd eigenlijk voor het produceren van vrijwel waardeloze stroom staan te draaien. Nu wordt dit nog afgedekt door OPEX-subsidies (subsidies op operationele kosten, red.), maar die gaan op den duur verdwijnen. De Europese Unie wil daar op termijn van af. De exploitanten van windparken moeten dus in de toekomst ook gewoon in marktgerelateerde business cases gaan denken.’ Dat vindt Jepma overigens een goede zaak. Hij is sowieso geen voorstander van langdurige en omvangrijke subsidies voor operationele activiteiten. Financiële ondersteuning van onderzoek en het zo nu en dan vlottrekken van innovatieve investeringen kan helpen, maar hele sectoren met overheidsgeld langdurig van de markt afschermen werkt op termijn vaak alleen maar averechts. Zo worden subsidieafhankelijke spelers gecreëerd,
die verder vaak moeilijk uit hun luie stoel zijn te krijgen omdat ze hun geld toch wel krijgen. Het risico ontstaat dan dat ze niet voorbij hun subsidiehorizon kijken, waardoor innovatie uiteindelijk toch wordt geremd.’ Chinezen Als het lukt om op platforms windenergie om te zetten in energiedragers als waterstof, methaan of misschien wel vloeistoffen als methanol of ammoniak, dan zitten de huidige offshorebedrijven niet langer met een steen in de maag, halen de windexploitanten op termijn meer waarde uit hun parken en wordt, als bestaande gasleidingen kunnen worden benut, een deel van de aansluitkosten voor offshore, duurzaam opgewekte energie niet langer op de belastingbetaler afgewenteld. Meerdere vliegen in een klap dus. Uiteraard moeten dan wel de business cases kloppen. Juist daar richtten de hoogleraar en zijn team zich bij zijn onderzoek het meest op. De uitkomsten zijn hoopgevend. Jepma: ‘Om heel eerlijk te zijn, waren zelfs wij verrast over de mogelijkheden om waterstofproductie op zee rendabel te maken. We hebben het van veel kanten bekeken en diverse stochastische berekeningen gemaakt. De uitkomsten waren echt hoopgevend. Groen waterstofgas produceren uit Noorzeewind lijkt binnen rede-
Jepma: ‘Om heel eerlijk te zijn, waren zelfs wij verrast over de mogelijkheden om waterstofproductie op zee rendabel te maken.’
lijke termijn haalbaar en betaalbaar. Naar onze inschattingen is het vooral belangrijk dat de technologie om dit mogelijk te maken wat goedkoper wordt. Met name de investeringskosten van elektrolyzers, om met stroom waterstof uit water te halen, zijn nog relatief hoog. Dat komt vooral omdat het nog om een nichemarkt gaat voor deze technologie. Onze inschatting is dat als er een redelijke premie wordt betaald voor groen waterstof en zuurstof, ten opzichte van de huidige fossiele waterstof, de elektrolyzers nog een derde goedkoper moeten worden om de productie van groene waterstof op zee rendabel te maken. Dat lijkt misschien veel, maar de prijzen dalen vanzelf als straks inderdaad grootschalig waterstof wordt gemaakt. En wellicht helemaal als de Chinezen of andere goedkope producenten er lucht van krijgen. We hebben allemaal gezien wat er is gebeurd met de kosten van zonnecellen.’ Kabels In de berekeningen van Jepma zijn alleen niet de investeringen meegenomen in elektriciteitskabels om stroom van de windmolens naar de platforms te brengen. Hij verwacht overigens dat die kosten mee zullen vallen, omdat het vaak om relatief kleine afstanden gaat. Temeer omdat je dit moet wegstrepen tegen wat er kan worden bespaard op de veel langere stroomverbindingen die windparken met het vaste land moeten verbinden. ‘Door de omzetting naar waterstof of bijvoorbeeld methaan en transport via de bestaande gasinfrastructuur, zijn op dat vlak waarschijnlijk veel minder investeringen nodig. Het transporteren van enorme hoeveelheden energie over grote afstanden is in gasvorm sowieso veel gemakkelijker, goedkoper en efficiënter dan in de vorm van elektriciteit via kabels.’ Synthesegas Uiteraard moet er nog veel meer worden uitgezocht. Hoeveel waterstof kan er bijvoorbeeld door de bestaande infrastructuur in de Noordzee stromen zonder bijvoorbeeld last te krijgen van versnelde slijtage van het net of problemen in het eindverbruik? En als waterstof als brandstof wordt bijgemengd in het aardgasnet, tot hoeveel procent kun je dan gaan?
PETROCHEM 3 - 2016 12
PET03 O interview.indd 12
01-03-16 16:10
Jepma: ‘In Nederland mogen we 0,02 procent bijmengen en dat gaat naar 0,5 procent. In Duitsland zijn ze veel minder voorzichtig. Daar willen ze al naar tien procent. Het is natuurlijk de vraag tot welke verhouding huidige gastoestellen nog optimaal functioneren. Daarom is het ook interessant om naar de productie van groen methaan uit groene waterstof te kijken. Maar dan heb je wel CO₂ nodig. CO₂ gebruiken als grondstof in plaats van opslaan? Dat is zeker een interessante optie.’ Er zijn nog veel meer interessante varianten te bedenken. ‘Waterstof kan ook bij de huidige offshore-winning worden ingezet om in de ondergrondse bronnen langere moleculen te kraken, waardoor die in gasvorm veel beter zijn te winnen. Het waterstofgedeelte van de nieuwe moleculen is dan toch weer op een duurzame manier verkregen. Ook kan het groene waterstof prima aan de industrie worden geleverd in Delfzijl en Rotterdam, waar al veel waterstofinfrastructuur ligt. Groen waterstof is een prima synthesegas voor meerdere toepassingen voor wie wil vergroenen.’ Moleculen en elektronen Jepma heeft met zijn studie ruim de publiciteit gehaald en verschillende partijen hebben interesse getoond. ‘Niemand heeft zich nog gemeld om ons
‘Met name de investeringskosten van elektrolyzers, om met stroom waterstof uit water te halen, zijn nog relatief hoog.’ voor te rekenen dat de berekeningen niet kloppen.’ De interesse is tot nu toe eigenlijk alleen maar positief. Nogepa bijvoorbeeld, de branchevereniging van de in Nederland olie en gas producerende bedrijven, was zeer geïnteresseerd in de uitkomsten, maar ook individuele operators. Momenteel zijn er afspraken met een operator om een uitgebreidere berekening te doen aan de hand van een concreet platform. Zelfs Gerald Schotman, de huidige topman van de NAM, heeft zich in de pers positief uitgelaten over de studie. Maar misschien is dat niet zo verrassend. Twee jaar geleden, toen Schotman nog chief technology officer bij het moederbedrijf Shell was, zag hij al veel in de integratie van de verschillende werelden. Schotman toen: ‘Ja, we (Shell, red.) hebben een enorme historie in moleculen, maar moleculen en elektronen sluiten elkaar niet uit. Sterker nog, ze vullen elkaar in veel situaties goed aan.’ Transitie Op het gebied van opslag, transport en gebruik van energie is veel te winnen
met innovaties die de omzetting van energie efficiënter en gemakkelijker maken, vindt ook Jepma. ‘Energie is een kameleon en wij kunnen de gedaanten zelf veranderen. Daar kunnen we juist gebruik van maken.’ De energiewereld lijkt nog veel te verzuild. ‘Een bedrijf als Shell wordt wel verweten teveel alleen in moleculen te denken. Ik weet niet of dat terecht is, maar de elektriciteitssector denkt te vaak alleen in elektronen. Het lijken net kerken. Met onze studie tonen we juist aan dat er veel te winnen valt als je over de grenzen heen durft te kijken.’ Stel dat een groot - van huis uit - ‘moleculenbedrijf ’ via de route van de offshore-conversie echt fors zou inzetten op de brug van en naar elektronen. Dat zou wat zijn, droomt Jepma een beetje weg. ‘Groen waterstof, groen methaan, ammoniak of methanol uit windenergie op zee is misschien wel de snelste manier om van elektronen naar groene moleculen te komen en eventueel vice versa. Zou het niet geweldig zijn als dit soort wegen door de grote aardgasspelers zouden worden ingeslagen?’ ■ PETROCHEM 3 - 2016 13
PET03 O interview.indd 13
01-03-16 16:11
Ons laatste project werd te laat opgeleverd en boven budget. Het volgende project wordt helemaal een monsterproject, tenzij we de dingen anders gaan aanpakken.
DAT IS ONMOGELIJK
Het is tijd voor Project Certainty. Emersonâ&#x20AC;&#x2122;s vernieuwende aanpak voor de uitvoering van kapitaalintensieve projecten biedt een frisse, nieuwe kijk op projecten zodat u binnen uw oorspronkelijke budget en planningsdoelstellingen blijft. Door de toepassing van een combinatie van innovatieve producten en diensten, biedt Emerson een pad om de complexiteit te verminderen, kosten te mijden en aanpassingen tot in een laat stadium mogelijk te maken. Een nieuw kader voor design, engineering en project management om uw project meer voorspelbaar en betrouwbaar te maken. Lees meer op www.emersonprocess.com/projectcertainty The Emerson logo is a trademark and service mark of Emerson Electric Co. Š 2016 Emerson Electric Co.
PSS_AD_PC_ItsImpossible_Monster_210mmX297mm_Dutch_Petrochem_v1.2.indd 1 PET03 advertenties.indd 14
1/18/2016 11:20:56 PM 01-03-16 16:18
PROJECT
Onderzoek naar Vlaamse miljardeninvestering heeft PwC gevraagd een nieuw onderzoek te doen naar het miljardenproject van Energy Recovery Systems. Het bedrijf maakte vorig jaar mei bekend dat het een productie-eenheid wil bouwen voor groene ammoniak en groen ureum. Antwerpen zou hierdoor koploper worden op het gebied van een circulaire economie binnen de chemie. Maar het Havenbedrijf wil eerst meer duidelijkheid hebben voordat de fabriek er daadwerkelijk komt.
Dagmar Aarts
Sinds mei voert het Havenbedrijf Antwerpen exclusieve concessie-onderhandelingen met het Saoedische bedrijf Energy Recovery Systems (ERS) over een terrein van 150 hectare aan het Delwaidedok. Tijdens de onderhandelingen zijn al veel verschillende deelaspecten van het project grondig onderzocht. Maar om nog openstaande vragen te kunnen beantwoorden en tot een onafhankelijk standpunt te komen omtrent een aantal beleidsaangelegenheden, heeft de raad van bestuur beslist om PwC het dossier in detail te laten onderzoeken. Het onderzoek zal zich toespitsen op de financiële en economische realiseerbaarheid, de milieu-impact en de technologische vooruitstrevendheid van het voorstel.
Vermeden emissies Prominent aanwezig in het onderzoek is de CO2-uitstoot van de nieuwe productie-eenheid. De Belgische politiek stelt daar veel vragen over en ook het Havenbedrijf wil graag antwoorden. De fabriek zal naar schatting jaarlijks 4,2 miljoen ton CO2 uitstoten en dat vinden velen te veel. Michel Leyseele, manager investments oil and chemical van het Havenbedrijf Antwerpen, wil daar alvast een kanttekening bij plaatsen: ‘Van die CO2 zal 900.000 ton worden hergebruikt in het proces. De uitstoot zal dus 3,3 miljoen ton CO2 per jaar zijn. Daarbij is echter geen rekening gehouden met vermeden emissies als gevolg van recyclage. Dit circulaire project moet globaal tot minder emissies leiden doordat plastic afval wordt omgezet in ammoniak en ureum en klassieke productie van deze producten uit aardgas wordt vermeden. De CO2-uitstoot die wordt bespaard door het plasticafval te hergebruiken, is niet meegerekend.’ Het Havenbedrijf stelt dat de productie van ammoniak onder het Emission Trading System valt. Dit heeft als gevolg dat het geen probleem vormt voor de nationale, regionale of lokale klimaatdoelstellingen en -verbintenissen, maar
er moet wel worden gekeken naar wat het voor de doelstellingen van de rest van de wereld betekent. Waste to chemicals ERS is in 2012 in Saoedi-Arabië opgericht en is actief in afvalverwerking en -recuperatie en in de ontwikkeling van zogenaamde waste to chemicals-projecten. De fabriek die ERS in Antwerpen wil bouwen, behoort tot deze laatste soort. Hierbij wordt niet-recyclebaar industrieel afval aangevoerd per schip en door vergassing omgevormd tot synthetisch gas en uiteindelijk tot twee belangrijke chemische producten: ammoniak en ureum. Ammoniak is een grondstof voor de chemische industrie en is veel gevraagd in het Antwerpse chemische cluster. Ureum is een duurzame meststof, waarnaar de vraag wereldwijd toeneemt. Als de fabriek van ERS volop draait, zal er jaarlijks 3,5 miljoen ton afvalgrondstof worden verwerkt tot 1,2 miljoen ton groene ureum en 645.000 ton groene ammoniak. Het zal enkele maanden duren voordat de resultaten van het onderzoek beschikbaar zijn. Pas dan wordt besloten of ERS zijn productie-eenheid van 3,7 miljard euro ook echt mag bouwen. ■
FOTO: PORT OF ANTWERP
Het Antwerpse havenbedrijf
PETROCHEM 3 - 2016 15
PET03 Q SAP.indd 15
01-03-16 16:14
MASTERS OF INDUSTRY
Chemie in een veranderende wereld Het landschap voor de chemische industrie verandert, zeker nu in Parijs duidelijk klimaatafspraken zijn gemaakt. Tijdens een bijeenkomst van Masters of Industry deelden Frans Dieryck van FISCH en Michel Leyseele van het Havenbedrijf Antwerpen hun visie met experts en partners van het Petrochem platform op hoe de chemie zich staande kan houden in deze turbulente tijden.
Liesbeth Schipper
Het industriebeleid in Vlaanderen werkt zijn vruchten af. Zo lopen in de raffinage twee grote investeringen bij Total en ExxonMobil en schalen de kleine Japanse bedrijven Nippon Shokubai en Kuraray hun productie van SAP en EVOH flink op. Daarnaast is er nog wat schimmigheid over een grote investering van een Saoedisch bedrijf in een waste-to-chemicals project voor de productie van groene ammoniak en groen ureum. Ook in Rotterdam lopen wel wat investeringen, met als uitschieter de uitbreiding van de hydrocracker-installatie van ExxonMobil. Tegelijkertijd is alles in de chemiewereld aan het veranderen. Vooral de afspraken in Parijs zullen bijdragen aan die verandering. In het klimaatverdrag is glashelder afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen wordt teruggedrongen. Dus, wat gaat er nu gebeuren? Samenwerken Frans Dieryck, voorzitter van FISCH (Flanders Innovation Hub for Sustainable Chemistry) draait al bijna veertig jaar mee in de chemie, maar kan geen eenduidig antwoord op die vraag geven. ‘Een kristallen bol heb ik niet. Wat we weten, is dat we vijftig jaar chemie en
MASTERS OF INDUSTRY Om te voorkomen dat nieuwe mogelijkheden te gemakkelijk worden gehypet, is verdieping nodig. Miniaturisering en modulaire bouw zijn mooie voorbeeldkreten, maar waar liggen de reële kansen om industriële installaties kleiner, veiliger en efficiënter te maken en in modules op te bouwen? En wat is er mogelijk, haalbaar en betaalbaar als restwarmte van de ene site ingezet moet worden op andere plaatsen? Tijdens Masters of Industry wordt telkens een actueel onderwerp onder de loep genomen. Om meer diepgang te geven aan veelbelovende industriële ontwikkelingen. Om hypes te voorkomen en toch op een doordachte manier te verbeteren. Kijk voor thema's, data en meer informatie op www.mastersofindustry.nl.
petrochemie in onze regio hebben. Punt is: hoe houden we die de volgende vijftig jaar? Hoe doen we dat mentaal, in visie, in initiatieven, buiten het woord samenwerking? Want we zeggen al misschien wel dertig jaar dat we moeten samenwerken, maar in de praktijk zie ik dat dit zeer moeilijk is. Toch moeten we daar de komende vijf jaar over nadenken, want kijk eens naar de uitdaging: we zitten met een klimaatverandering en dat is een feit.’ Het is niet zo dat mensen of organisaties niet willen samenwerken, stelt Dieryck. ‘Het heeft te maken met ideeën, met elkaar vinden, niet altijd denken dat we concurrent zijn, maar samen innoveren op de raakvlakken van technologie. Die stap is een enorme uitdaging. In Vlaanderen hebben we daarom het platform FISCH opgezet waarbinnen consortia van vier ondernemingen in een waardeketen, van grondstof over proces naar product, samen proberen van innovaties een nieuwe economische business te maken.’ Het initiatief is begonnen in 2012 en heeft nu al zestig ondernemingen aan zich gebonden die coöperatief samenwerken in een consortium.‘We hebben veertig projecten gelanceerd, waarvan twintig grote projecten van meer dan een miljoen euro. En hoewel ik het oorspronkelijk voor onmogelijk hield, zijn er al negen patenten neergelegd. Natuurlijk, neerleggen is nog niet realiseren, dat weet ik. Maar het toont dat er iets leeft. Het was voor mij een openbaring dat ondernemingen werkelijk pre-competitief konden samenwerken. Dit is een heel goede oefening.’ Olie Naast samenwerken pleit Dieryck ervoor olie nuttig toe te passen. ‘De chemische,
PETROCHEM 3 - 2016 16
PET03 P ronde tafel.indd 16
01-03-16 16:11
farmaceutische en kunststoffen-industrie gebruiken minder dan tien procent van de olie die we oppompen. Dus meer dan negentig procent wordt opgestookt. Dat is het probleem want het is daar dat de CO2 wordt vrijgemaakt, terwijl de C in toepassingen meestal gebonden blijft. De toepassingen die uit die tien procent komen, zullen moeten meehelpen om die negentig procent deels terug te brengen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan lichter materiaal en isolatiemateriaal.’ Dieryck verwacht wel dat biobased chemicaliën uiteindelijk een oplossing kunnen zijn als er geen olie meer is. ‘Maar we moeten allereerst een oplossing vinden voor het probleem dat olie wordt gebruikt voor toepassingen met bijzonder weinig toegevoegde waarde. We moeten alles op alles zetten om dat te helpen veranderen.’ Hij verwacht overigens niet dat de chemie op een disruptieve manier zal transformeren. ‘We hebben te maken met bestaande assets en kennis over polymeer- en petrochemie. Er komt wel een vorm van biomassa-chemie, maar dat zal niet plots gebeuren.’ Dieryck krijgt daarin bijval van Michel Leyseele, manager Investments Oil and Chemical bij het Havenbedrijf Antwerpen. ‘Fossiele grondstoffen blijven tot 2040 zeker de dominante energiedrager. Onze welvaart hangt hier nog vanaf, dus we moeten daar ook niet flauw over doen.’ Transitie Leyseele verwacht dat de echte shift pas rond 2030 en 2040 zal komen. ‘Maar dan ga ik uit van ‘business as usual’. Want de vraag blijft: moeten we niet proberen al sneller die shift te maken? Puur economisch bezien is er geen onmiddellijke nood aan een transitie.
Frans Dieryck: 'Het was voor mij een openbaring dat ondernemingen werkelijk pre-competitief konden samenwerken.' We zijn het echter moreel verplicht. We moeten die shift sneller maken vanuit een globale ecologische driver. De klimaatproblematiek dwingt ons tot actie.’ Maar Leyseele is geen voorstander van een disruptief model. ‘We moeten inzetten op een geleidelijke transitie van een ‘fossil based’ naar een circulaire economie. Onze rol als havenbedrijf is daarin te faciliteren, in projecten die economisch zinvol zijn. Projecten die er van-
daag financieel net niet geraken in een vrije markt. Wij kunnen eventueel dat beetje geld, dat nodig is om de pot volledig vol te krijgen, bijleggen in de vorm van een financiële participatie zodat het geen subsidie wordt.’ Hij beschouwt de lage olieprijzen dan ook als een prachtige kans. ‘Als er geen grote globale crisis komt, is er maar één winnaar: Europa. Kijk maar naar de handelsbalansen van Europese landen. Voor PETROCHEM 3 - 2016 17
PET03 P ronde tafel.indd 17
01-03-16 16:11
PET03 advertenties.indd 18
01-03-16 16:18
MASTERS OF INDUSTRY
Economische logica Het Havenbedrijf Antwerpen faciliteert de transitie via een tweesporenbeleid. Leyseele: ‘Aan de ene kant zitten we uiteraard nog in de economische logica van vandaag. Het Antwerpse cluster is zeer goed geïntegreerd op productniveau, maar naar de onderliggende synergiemogelijkheden heeft men nooit structureel gekeken. Het Antwerpse cluster is dan ook organisch gegroeid vanuit de economische mogelijkheden in de jaren zestig en zeventig. De winsten en marges waren in het verleden groot genoeg waardoor bedrijven bijvoorbeeld allemaal hun eigen waterzuivering en utilities hebben ingericht. Hier zijn nog efficiency-winsten te maken. En daar kan het Havenbedrijf een rol in spelen, met infrastructuur en door te proberen randvoorwaarden te optimaliseren: warmtenetwerken, clustering, naar synergiën zoeken. Daarmee gaan we al veel energie besparen en dat zal ons voorbereiden op de toekomst.’ Aan de andere kant zet het Havenbedrijf in op zaken als hernieuwbare energie, smart energiesystemen en een circulaire economie. Een voorbeeld van dat laatste is het eerder genoemde waste-to-chemicals-project voor de productie van "groene" ammoniak. Het Saoedi-Arabische bedrijf Energy Recovery Systems (ERS) wil daarvoor niet-recycleerbaar plastic afval vergassen tot syngas waarna dit wordt omgezet in ammoniak. Ley-
FOTO: FCA.BE
een land als België dat alles moet invoeren, heeft een daling van 100 naar 25 dollar per vat olie een onwaarschijnlijk positieve impact op de handelsbalans. Europese bedrijven krijgen een boost in winstgevendheid. Laat ons nu een stukje van de winst die we op dit moment onverhoopt genereren, opzij zetten om die als startbasis te gebruiken voor de transitie.’ Het zou zonde zijn dit geld nu integraal te gebruiken voor allerlei efficiency-slagen, vindt Leyseele. ‘Die moeten we natuurlijk ook blijven doen, maar reserveer nu vooral een stuk om de transitie te gaan faciliteren. En dan bedoel ik economisch faciliteren, dus geen subsidies.’
Michel Leyseele: 'Laat ons nu een stukje van de winst opzij zetten om die als startbasis te gebruiken voor de transitie.’ seele: ‘En daaraan zie je dat het toch een economisch verhaal is. Het bedrijf heeft de situatie van Antwerpen bestudeerd en gezien dat er een tekort is aan ammoniak. ERS kan die lacune invullen. Ecologisch gezien is de route naar methanol beter, maar dit bedrijf gaat voor een economische logica. Dat is de realiteit en dat is hun goed recht.’ Het Havenbedrijf Antwerpen werkt overigens zelf wel aan een ecologische route naar methanol door de opslag van groene stroom – via elektrolyse van water
waarbij waterstof ontstaat – te combineren met het gebruik van CO2. Leyseele: ‘Via deze route kan, in eerste instantie met een zuivere stroom CO2, methanol worden gemaakt en wij bekijken nu of we daar een zuivere business case van kunnen maken.’ Methanol is in de chemie een van de grootste basisbouwstenen van vele waardeketens. ‘Methanol wordt – klassiek vanuit aardgas gemaakt – op dit moment voor honderd procent ingevoerd in Antwerpen.’ ■ PETROCHEM 3 - 2016 19
PET03 P ronde tafel.indd 19
01-03-16 16:11
INNOVATIE PLANT-ON-A-TRUCK
iTANKS-LEDEN Petrochem Platform
Rental
DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
Het Innovation Fund, een jaar geleden opgericht om innovatieve projecten in de chemie en de levenswetenschappen te financieren, vierde in februari zijn eerste verjaardag met een kapitaal van 19,4 miljoen euro. Meer dan zestig procent van het kapitaal is afkomstig van bedrijven die actief zijn in de sector. Het fonds heeft inmiddels in twee projecten geïnvesteerd: InOpSys en Lisam. InOpSys heeft een technologie en een nieuw concept ontwikkeld voor de behandeling van gevaarlijk en toxisch chemisch en farmaceutisch afvalwater. Het gaat om flexibele, mobiele en modulaire units op een vrachtwagen, zeg maar een chemische ‘plant-on-a-truck’. Op die manier is er een oplossing voor de verschillende afvalstromen die vaak in debiet en samenstelling veranderen. De afvalstroom wordt on-site behandeld en kan aan de bestaande biologische waterzuivering worden toegevoegd. Deze oplossing biedt een alternatief voor de verbranding van heel wat vloeibare afvalstromen en zal leiden tot een daling van het aantal afvaltransporten. Het concept is interessant voor zowel grote als kleine bedrijven. De tweede investering werd doorgevoerd in Lisam, een Waals informatica- en consultancybedrijf dat diensten verleend in gezondheid, milieu en veiligheid. Het heeft software ontwikkeld waarmee goederenstromen en voorraden zijn te volgen. Ook alle documenten die daarmee te maken hebben, kunnen ermee worden aangemaakt en beheerd, zoals veiligheidsfiches, reporting voor Reach en etikettering.
NIEUW RECORD VOOR TANDEM-ZONNECELLEN Flexibele, plastic zonnecellen zijn een aantrekkelijk alternatief voor de standaard zonnecellen van kristallijn silicium (met de kenmerkende grijsblauwe kleur). Ze zijn gemakkelijker en goedkoper te produceren en het printbare, buigbare karakter maakt ze zeer breed inzetbaar. De rendementen blijven alleen nog achter bij de siliciumvariant. Om het rendement op te schroeven, denken onderzoekers aan het stapelen van verschillende typen materiaallaagjes. Aangezien elk type plastic een andere kleur licht absorbeert, is de gedachte dat het combineren ervan een groter deel van het invallende zonlicht benut. Promovenda Alice Furlan van de TU Eindhoven onderzocht vervolgens de elektrische verbindingen tussen de verschillende laagjes, want daar zijn de verliezen het grootst. De klapper van haar onderzoek realiseerde ze echter samen met collega’s van de TU Delft. Hierbij combineerde ze de plastic cellen met dunne laagjes amorf silicium tot een zogeheten ‘tandem-zonnecel’. Dit ‘huwelijk’ van twee verschillende soorten absorptiematerialen – silicium en plastic – leidde tot een efficiëntie van 13,2 procent. Nooit eerder haalden zulke cellen zo’n hoog rendement. Waar het gebruikte plastic vooral sterk absorbeert in het infrarode licht, zet silicium juist vooral licht om uit het zichtbare en ultraviolet gedeelte van het licht. De aanpak combineert zodoende de eerder genoemde voordelen van plastics, met de brede absorptie van silicium.
PETROCHEM 3 - 2016 20
PET03 G innovatie.indd 20
01-03-16 16:07
ONDERZOEK TILT WARMTEPOMP NAAR HOGER PLAN Voor de overgang naar een ‘low carbon economy’ moeten er effectievere manieren worden ontwikkeld om warmte te produceren. Een consortium onder leiding van ECN ontwikkelt daarom geavanceerde warmtepomptechnologie voor industriële toepassingen. Daarbij wordt restwarmte of geothermie gebruikt als bron om stoom te produceren van 120 tot 200 graden Celsius. Dat is flink hoger dan tot nu toe mogelijk is. Bij geothermie komt warmte beschikbaar van 60 tot 200 graden Celsius, afhankelijk van de locatie en diepte van de put. Maar wanneer warmte wordt onttrokken, zal de temperatuur dalen tot onder het vereiste niveau. De kloof tussen de temperatuur van de geothermie en de temperatuur die nodig is in het proces, kan worden overbrugd met een warmtepomp. Datzelfde principe geldt voor restwarmte. Het STEPS-project ontwikkelt en test twee concepten van geavanceerde warmtepompen: een meertraps omgekeerde Rankine-cyclus en een enkeltraps thermoakoestische cyclus. Via individuele business cases bij de deelnemende bedrijven in het consortium wordt de technische en economische haalbaarheid van de concepten onderzocht. Deelnemers zijn onder andere AkzoNobel, Dow, DSM en Huntsman.
NIEUWE CHEMIE VOOR HERGEBRUIK VAN RUBBER In een circulaire economie worden afgedankte producten gerecycled. Dat is een uitdaging voor ontwerpers en ontwikkelaars van producten. En soms is er een zeer fundamentele uitdaging, zoals bij rubber. Dit materiaal kan niet worden hergebruikt. Martin van Duin wil daar graag verandering in brengen. Hij werkt bij Lanxess, maar is sinds kort ook bijzonder hoogleraar Rubberproducten aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Zowel natuurlijk als synthetisch rubber bestaat uit moleculen die onderling verbonden zijn via crosslinks met bijvoorbeeld zwavel (via vulkanisatie) of peroxide. De lange polymeerketens zijn verbonden via zwavel-koolstof of koolstof-koolstof verbindingen. Het grote probleem is dat die verbindingen onomkeerbaar zijn, dus je kunt ze wel verbreken, maar alleen bij temperaturen die ook de polymeren zelf kapot maken. Er is al veel onderzoek gedaan naar manieren om deze crosslinks te verbreken zonder het polymeer te beschadigen. Zo onderzochten onderzoekers van de RUG al eerder of het mogelijk was zogenoemde de-vulkaniseerders te gebruiken tijdens productie, via continu extruderen. Van Duin gaat met deze groep van Francesco Picchioni samen verder werken aan het maken van rubber met thermo-reversibele crosslinks. Die zouden bij gematigde temperatuur weer los moeten komen. ‘We hebben al thermoplastische polymeren gemaakt die op een thermo-reversibele wijze zijn gecrosslinked’, vertelt Picchioni. ‘Maar dat waren geen rubber polymeren. Daarvoor hebben we een nieuw type chemie nodig.’
iTANKS-LEDEN Petrochem Platform
Sloot Tankbouw
DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
PETROCHEM 3 - 2016 21
PET03 G innovatie.indd 21
01-03-16 16:07
Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief, rondetafelbijeenkomsten, het jaarcongres Deltavisie en andere events.
PARTNERNIEUWS
PARTNERS VAN HET PETROCHEM PLATFORM
Emerson helpt farmaceutische industrie bij snellere productiestart Emerson Process Management heeft zijn manufacturing execution system (MES), Syncade Suite, verbeterd. Met de nieuwe functionaliteit kunnen productierecepten, grondstofgegevens en productie-instellingen automatisch worden overgebracht naar de productieomgeving. Met de nieuwe overdracht- en archiveringsfunctionaliteit wordt dubbel validatiewerk voorkomen. De informatie wordt automatisch overgedragen van de ontwikkel- naar de gevalideerde productieomgeving. Focus op versnelling van de energietransitie GDF SUEZ Energie Nederland gaat per sinds februari 2016 als ENGIE verder op het al ingeslagen pad van de energietransitie. Ook Cofely zal in maart deze naam gaan voeren. De consumentencampagne is al in januari van dit jaar gelanceerd en is te zien op tv en in andere media. ENGIE wil voorop lopen in deze verandering door eigen energiebronnen stapsgewijs te verduurzamen. Door de kennis van diensten en energie van Cofely en GDF SUEZ samen te brengen, wil ENGIE een leidende rol in de transitie spelen.
AkzoNobel neemt BASF's Industrial Coatings business over De transactie omvat technologiĂŤn, patenten, handelsmerken en levering aan klanten wereldwijd. Daarnaast zullen twee fabrieken worden overgedragen. De business genereerde een omzet van ongeveer 300 miljoen euro in 2015 en levert producten voor diverse eindgebruikers, waaronder coil, meubelfolie en panelcoatings, windenergie en algemene industrie, en commercieel vervoer. De transactie van 475 miljoen euro wordt naar verwachting voor eind 2016 voltooid en is onderhevig aan overleg met werknemersvertegenwoordigers.
Bekijk alle partnerfilmpjes op petroplatform.petrochem.nl
CONTENTPARTNER
LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM
KLEUREN: LOGO CITTĂ&#x20AC; ROMANA PANTONE
CMYK
ROOD: PMS 1797 ORANJE: PMS 158 LICHT ORANJE: PMS 1505
ROOD: 5-90-75-0 ORANJE: 5-70-90-0 LICHT ORANJE: 0-30-70-0
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl - 020 3122 797
PET03 Platform.indd 22
01-03-16 16:13
‘EXPERTQU TES’ Het stomste dat we kunnen doen, is om van olie meteen CO2 te maken.’
We moeten nu kennis ontwikkelen en Nederland als proeftuin gebruiken voor technische en technologische innovatie. Nu hebben we nog geld om die innovatie te betalen. Als we dat goed inzetten kunnen we gidsland zijn in verduurzaming van de mondiale industriesector.’
Henk Leegwater, tijdens de Masters of Industrybijeenkomst in Antwerpen over de chemie in een veranderende wereld.
Brussels nieuwe energiestrategie is op dit moment er nog steeds een van pappen en nathouden. Er worden geen nieuwe maatregelen genomen, waarbij de markt wordt opengebroken en leveringszekerheid wordt bevorderd. Het enige lichtpuntje na een lange arctische winter van alternatieve energiefocus is dat schoorvoetend de deur voor gas weer is opengegaan.’ Cyril Widdershoven, TNO, in een opiniestuk op Energiepodium, 22 februari 2016.
Roelf Venhuizen, Profion, tijdens een recente Profion Maintenance Linqs-bijeenkomst over asset management en het klimaatakkoord.
Ik denk dat de chemische industrie - zonder idiote dingen te hoeven doen - gemakkelijk 25 procent minder energie kan gebruiken.’ Hans Kerkhoven, tijdens de Masters of Industrybijeenkomst in Antwerpen over de chemie in een veranderende wereld.
HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN
PET03 Platform.indd 23
Ben Ale BenAle Risk Management Advice, eigenaar
Jan Bout Bout&Co, partner
René den Heeten Huntsman Polyurethanes, process chemist
Cas König Klesch Aluminium Delfzijl, algemeen directeur
Elsbeth Roelofs MVO Nederland sectormanager Chemie, Internationaal MVO programma
Wim Soetaert Universiteit Gent, professor
Johan Alebregtse AkzoNobel Industrial Chemicals, site director Rotterdam
Frans Brüning KH Engineering, business development manager
Ronald Hoenen, DSM Dyneema, site manager
Henk Leegwater Lexxin, consultant
Frans Scheeren OCI Nitrogen, plantmanager
Wouter Stam Flowid, managing director
Cees Jan Asselbergs Deltalinqs Algemeen adviseur
Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder, BASF Antwerpen
Eward Hofstede AVEBE, managing director operations
Bart Leenders Neste Oil, managing director
Ruud Schenk Cofely West Industrie, algemeen directeur
René Venendaal BTG Bioliquids, algemeen directeur
Jos Benders voormalig topman Lyondell
Niko van Gent voormalig woordvoerder, Huntsman Holland
Karin Husmann Plant One, managing director
Frank de Leng Botlek Tank Terminal, plantmanager
Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbestuurder procesindustrie
Roelf Venhuizen Profion, voorzitter
Katrien Bogaerts Kaneka, production engineer
Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant
Hans Kerkhoven voormalig topman Shell Global Solutions
Cor van de Linde iTanks, managing director
Dik Schipper Dow Benelux, production leader
Steffen Walgien Tebodin, manager Engineering Oil & Gas
Sandra de Bont VOTOB, directeur
Louwrens Hacquebord Universiteit Groningen, professor
Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland
Michel Meertens DSM, director manufacturing competences
Jaap Schouten TU Eindhoven, professor
Cyril Widdershoven TNO, business development manager
01-03-16 16:13
MAGAZINE ONLINE FILM EVENTS MEETINGS AWARDS EXPERTS LEDEN PARTNERS ZICHTBAARHEID BEREIK CONTACT KENNISDELING
Het Petrochem platform is een zelfstandig en onafhankelijk managementplatform voor de olie- en chemische industrie, gericht op opdrachtgevers en toeleveranciers in de hele keten van oliewinning, via raffinage en bulkchemie tot fijnchemie Het Petrochem platform deelt kennis en inspiratie door de integratie van netwerk, magazine, website, events, social media, film, verkiezingen, round tables en specials.
Het Petrochem platform versterkt uw netwerk.
Het Petrochem platform kent experts, leden en partners.
Meer weten: Anouk Bouwmeester 020 3122 797 anouk@industrielinqs.nl
Het Petrochem platform biedt partners een optimale mix van zichtbaarheid, bereik, contact en kennisdeling.
petroplatform.petrochem.nl PET03 24 150928advertenties.indd iLinqs PET congres.indd 1
01-03-16 28-09-15 16:19 14:40
ONBEVANGEN
De invloed van waterstof op het metaal van de installatie was niet bekend, maar blijkt tot catastrofale gevolgen te kunnen leiden.
Onveilig gevoel Al enige tijd is er ophef in Nederland en Duitsland over een besluit van de Belgen. De kerncentrales van Tihange en Doel blijven langer open dan eerder gepland. En daar maken gemeentes net over de grens zich zorgen over. Er komen verhalen naar buiten over haarscheurtjes in reactoren en incidenten die zich er met enige regelmaat voordoen. De Belgische overheid zegt dat beide kerncentrales voldoen aan alle gestelde veiligheidseisen, maar dat kan geen afbreuk doen aan het gevoel in de buurlanden. De achterliggende oorzaak voor het onveilige gevoel is toch vooral de leeftijd van beide installaties. Volgens de oorspronkelijke planning zouden de centrales al lang gesloten moeten zijn, maar wegens uiteenlopende redenen, waaronder de klimaatdoelstellingen, wordt de levensduur van de reactoren keer op keer verlengd. En hoe lang dat ongestraft kan doorgaan, is natuurlijk publiekelijk niet bekend. Levensverwachting De levensduur van een installatie is lastig in te schatten. Iets wat we in de chemische industrie maar al te goed kennen. Bij de bouw van een nieuwe installatie wordt een levensverwachting afgegeven, die dan nog heel ver weg lijkt. Meestal loopt dit in de tientallen jaren. En het is natuurlijk maar de vraag of je installatie dit überhaupt gaat halen, want het economische tij kan tegen zitten, de vraag naar het product kan wegvallen en tal van andere oorzaken zijn er te bedenken waardoor een installatie vroegtijdig wordt stilgelegd en afgeschreven. Maar ook Nederland staat vol met installaties die de oorspronkelijke levensduur hebben of binnenkort gaan overschrijden. Dat is natuurlijk best een mooi iets, want daar hebben we met z’n allen dus goed aan verdiend. Onze economie drijft erop. Maar ook hiervan weten we niet hoe lang we kunnen blijven doorgaan met het verlengen van de levensduur. Wat is de invloed van tijd op een installatie? Uit Amerika komen berichten van grote ongevallen in procesinstallaties die bijvoorbeeld langere tijd zijn blootgesteld aan waterstof. De invloed van waterstof op het metaal van de installatie was niet bekend, maar blijkt tot catastrofale gevolgen te kunnen leiden. Een bijzonder type metaalbreuk blijkt het gevolg te zijn, een faalmechanisme dat pas recentelijk ontdekt is. En juist dat soort faalmechanismen zijn een risico bij oudere installaties. Kennis over de langdurige invloed van stoffen op procesin-
stallaties kun je enkel verkrijgen door ervaring. Maar of we dan maar één grote testopstelling van onze industrie moeten maken…? Tja, wie besluit van een goed lopende installatie dat hij echt niet meer mee kan? Koffiedik kijken Om goed zicht te hebben op de staat van een installatie doet men natuurlijk onderhoud en inspecties. Maar ja, omdat daarvoor een proces stil moet worden gelegd en er dus geen productie is, doen we dat liever niet te vaak. We stellen dan ook dat als een aantal maal uit inspecties blijkt dat er geen bijzonderheden zijn, we de termijn van inspecteren kunnen oprekken en verlengen. Risc based inspection noemen we dat. Iets dat het goed doet, hoeft minder vaak te worden bekeken. Klinkt logisch, maar het voelt wel enigszins tegenstrijdig met hetgeen hierboven benoemd is. Want wanneer kom je tot het moment dat je de inspectiefrequentie juist weer moet opvoeren, omdat de installatie tekenen van veroudering begint te vertonen? Of komen we daar pas achter als de eerste tekenen zich beginnen te uiten, oftewel de eerste lekkages en ongevallen zich beginnen voor te doen? Het blijft een beetje koffiedik kijken. Discussies Maar goed, even terug naar de kerncentrales. De Belgen hebben besloten dat buitenlandse inspecteurs mee mogen met de controles. Iets wat blijkbaar al jaren mag. Dat beloofd wat. Als de verschillen tussen onze landen op het gebied van nucleaire energie net zo groot zijn als de regelgeving binnen de chemische industrie, dan gaan we nog heel wat discussie krijgen. Binnen de chemie vallen we allen (dus ook de Belgen) onder de Seveso-richtlijn, Europese wetgeving. Maar de uitvoering is in Nederland heel anders dan bij onze zuiderburen. En ook weer anders dan bij de oosterburen. Laat staan de Zuid-Europese landen. En wij zijn dan veelal weer de strengste van allemaal. Ik ben benieuwd hoe dat binnen de kernwetgeving is geregeld. Zeker is dat we er nog veel over gaan horen. Laten we hopen dat het om discussies gaat en niet om incidenten. Chris Aldewereld is ingenieur Scheikundige Technologie en werkzaam als Adviseur Industriële Veiligheid. Aldewereld@gmail.com PETROCHEM 3 - 2016 25
PET03 J onbevangen.indd 25
01-03-16 16:10
PETROCHEM 3 - 2016 26
PET03 X themaspread.indd 26
01-03-16 16:15
THEMA OPSLAG & LOGISTIEK
• Eind vorig jaar is de uitbreiding van de ondergrondse gasopslag van de NAM bij Norg afgerond. Samen met het GLT-PLUS Consortium is de afgelopen vier jaar hard gewerkt om de opslagcapaciteit te vergroten en het productievolume te verhogen.
FOTO: GAZPROM-NEFT
• De overslag van chemicaliën in de Rotterdamse haven zal de komende jaren verder groeien, doordat de tank opslagbedrijven Rubis Terminal en LBC Tank Terminals hun capaciteit aanzienlijk uitbreiden. Zij spelen in op de groei van de chemische industrie en de toename van de internationale handel in chemicaliën. • Chemisch logistiek dienstverlener ADPO rondde de eerste bouwfase van de Liefkenshoek Logistic Hub in Antwerpen vorig jaar succesvol af. Onlangs begon het bedrijf met de bouw van de tweede fase van de nieuwe hub.
PETROCHEM 3 - 2016 27
PET03 X themaspread.indd 27
01-03-16 16:15
OPSLAG
Gasopslag snel uitgebreid dankzij teamgeest Eind vorig jaar is de uitbreiding van de ondergrondse gasopslag van de NAM bij Norg afgerond. Samen met het GLT-PLUS Consortium is de afgelopen vier jaar gewerkt om de opslagcapaciteit te vergroten naar zeven miljard kubieke meter en het productievolume te verhogen van 50 miljoen kubieke meter naar 76 miljoen kubieke meter per dag.
Jacqueline van Gool
Sinds 1998 slaat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) bij Norg ondergronds gas op, om bij piekvraag te kunnen bijspringen bij de gasproductie uit de kleine velden en het Groningen-gasveld. De gasopslag bij Norg moest worden uitgebreid omdat er steeds vaker aanspraak op wordt gemaakt. ‘Het doel van dit programma was het uitbreiden van de productiecapaciteit van de gasopslag. Dat betekent dat in het productieseizoen, dat van 1 oktober tot 1 april loopt, meer gas kan worden geleverd. In de periode van 1 april tot 1 oktober wordt de geproduceerde hoeveelheid weer aangevuld door gas te injecteren in de opslag’, vertelt Johan de Haan, Asset Manager Groningen van NAM. ‘In het oorspronkelijke plan zouden zes nieuwe putten worden geboord, waardoor de productiecapaciteit zelfs zou verdubbelen, maar later bleken de vooruitzichten voor de gasmarkt te veranderen en zijn er uiteindelijk drie putten geboord. Om zulke beslissingen tot het laatste moment te kunnen uit-
stellen, was het uitbreidingsprogramma opgeknipt in deelprojecten. In overeenstemming met de laatste marktinzichten werd per deelproject goedkeuring gegeven. Dat had wel als nadeel dat we eigenlijk geen speling in de planning hadden.’ Onbemande bediening Om de extra hoeveelheid gas te kunnen injecteren was een nieuwe compressor nodig, die tussen de twee bestaande compressoren is gebouwd. Ook moest de gasbehandelingscapaciteit worden uitgebreid en zijn knelpunten uit de procesinstallaties gehaald. Er zijn bijvoorbeeld grotere koelers geplaatst, omdat de capaciteit van de oude niet meer groot genoeg was. Ook zijn pijpwerk en kleppen aangepast op grotere volumes. Voor de uitbreiding van de gasopslag is een pijpleiding aangelegd tussen Norg en het gasoverslagstation in Sappemeer. De bestaande pijpleidingcapaciteit was niet voldoende voor de extra productie. Deze dertig kilometer lange NorGroN-leiding
UITBREIDING GASOPSLAG NORG NORG+ GASOPSLAG • Capaciteit 36 miljoen kubieke meter gasinjectie per dag. • Capaciteit 76 miljoen kubieke meter gasproductie per dag. NORG+ PROJECT • Uitbreiding van het jaarproductievolume van de gasopslag van vier naar zeven miljard kubieke meter. • Uitgevoerd door het GLT-PLUS consortium, bestaande uit Siemens, Jacobs, Yokogawa en Stork.
• Het onderhoud van alle Groningse installaties van de NAM, de ondergrondse gasopslagen van Norg en Grijpskerk en de behandelingsinstallaties van Delfzijl en Borgsweer, inclusief overslagstations en relevante pijpleidingen. • Het uitvoeren van het ‘second stage’ compressieproject, te beginnen met de productielocatie Schaapbulten. • Het uitvoeren van midsize- en modificatieprojecten. • Het uitvoeren van projecten als onderdeel van het Norg-expansieprogramma.
Het GLT PLUS consortium is de opvolger van het Stork-GLT consortium dat in 2009 vervolgde wat het Groningen Long Term (GLT) Project opleverde. Stork-GLT werkte van 1997 tot 2009 met dezelfde partners in het consortium. De kernactiviteiten van GLT-PLUS omvatten:
De hele gasopslag is door Yokogawa voorzien van een nieuw DCS-systeem. Hierdoor is Norg nu ook geïntegreerd in het Groningen field-wide DCS en alle apparatuur kan nu onbemand en op eenzelfde manier vanuit de centrale controlekamer in Hoogezand worden bediend.
PETROCHEM 3 - 2016 28
PET03 X1 Norg.indd 28
01-03-16 16:16
Vertraging De opstartdatum, december 2014, was een harde deadline en die was niet gemakkelijk te halen. De Haan: ‘We hebben in de beginfase achterstand opgelopen. Omdat we geen speling hadden in de planning, was er meteen een risico dat we de opleveringsdatum niet zouden halen.’ Daarnaast was er vertraging bij de afleveringen van hardware. Van der Ree: ‘We hadden bijvoorbeeld afsluiters vanuit het buitenland besteld. Dat waren geen standaardmodellen. Die moesten speciaal voor dit project worden geproduceerd. Maar de leverancier had te weinig focus op de productie van onze afsluiters. Onze afdeling expediting is naar de toeleverancier gegaan om daar meer vaart te zetten achter de levering. Om de vertraging te beperken, stond er direct een crew klaar die de afsluiters kon monteren, toen deze op de site aankwamen.’ Punch items Het consortium wachtte een zware taak om de opgelopen vertraging in te halen. ‘Halverwege 2014 zagen we in dat op deze manier de einddatum nooit kon worden gehaald. We hebben de constructiecapaciteit daarom flink moeten opschalen’, vertelt De Haan. ‘We hadden
FOTO'S: NAM
is een rechtstreekse verbinding tussen het Groningen-gasveld en de gasopslag. De kernapparatuur van de gasopslag, de gas-drooginstallatie, hoefde niet te worden aangepast. ‘Een van de voordelen van dit project was dat de bestaande installatie zoveel mogelijk gelaten is zoals die was’, zegt Peter van der Ree, Execution Manager Stork GLT-PLUS. ‘Zo is een grote uitbreiding gerealiseerd, zonder dat daarvoor een enorme investering nodig was.’
De Haan: ‘Je wilt het beste van twee werelden naast elkaar hebben: kunnen blijven produceren en toch doorbouwen.’ vooraf geen rekening gehouden met de noodzaak van zo’n opschaling’, zegt Van der Ree. ‘Op een gegeven moment zijn we gaan werken met dubbele shifts. We hadden gepland om tijdens de piekwerkzaamheden met zo’n 700 tot 750 man op de plant aanwezig te zijn, maar het waren er uiteindelijk meer dan 1200.’ Een andere maatregel die is toegepast om de harde deadline te halen, was het bepalen van de juiste prioriteiten. Het projectteam analyseerde welke werkzaamheden per se uitgevoerd moesten worden om veilig te kunnen opstarten. ‘We zijn vroegtijdig gaan focussen op de zogeheten ‘punch items’ en we hebben geen tijd verloren met zaken die ook na de start van de productie konden worden afgerond’, legt Van der Ree uit. Ook is het constructieprogramma enkele malen volledig opnieuw ingepland, vertelt De Haan. ‘We werkten op het laatst niet per area maar per systeem. Dat betekende dat er eerder kon worden begonnen met een ‘pre-commissioning’ voor bepaalde systemen, terwijl andere systemen tegelijkertijd nog werden geconstrueerd.’ Van der Ree voegt toe: ‘In de ‘commissioning’ wordt gecontroleerd of alles volgens specificaties is en kan je tegelijkertijd installaties klaarmaken voor de opstart.’
Flawless startup Bij de oplevering van de installaties is de ‘First Time Right’-methodologie toegepast. Deze methode heeft ervoor gezorgd dat ook daar geen tijd verloren ging. ‘Als je alles in één keer goed kan opleveren, hoef je ook niet terug te komen om zaken in orde te maken. Het is bovendien ook veiliger om geen extra werk te hoeven uitvoeren’, vertelt Van der Ree. Zo zijn 43.500 aansluitingen gecontroleerd en zesduizend loops getest tijdens ‘pre-commissioning’. Bij de opstart is gebruik gemaakt van een vergelijkbare methode, ‘flawless startup’. ‘Dat betekent dat alles in één keer werkt en er geen opstartproblemen zijn’, zegt van der Ree: ‘Toen de plant klaar was, kon er direct gas worden geïnjecteerd.’ Operationele plant De nieuwe apparatuur is tussen en bovenop de bestaande installaties gebouwd en een groot deel van de tijd was de plant in bedrijf. Dat maakte het project ingewikkelder, vertelt De Haan. ‘Projecten van deze grootte zijn normaal gesproken nieuwbouwprojecten. Dan is de projectopzet anders, de projectorganisatie heeft de zeggenschap. In ons geval is gebouwd op een bestaande plant die ook nog in bedrijf was.’ Er was daarom een continu spanningsveld van de construcPETROCHEM 3 - 2016 29
PET03 X1 Norg.indd 29
01-03-16 16:16
Voorkom fouten bij product verladen door inaccurate standmelding Foutief oplijnen van afsluiters tussen opslagtank en transportschip is vaak oorzaak van verkeerd verladen. Het verkeerde product wordt in het schip geladen of het product wordt naar de verkeerde tank gepompt. Dergelijke fouten zijn kostbaar en gevaarlijk. Correct oplijnen voorkomt hoge kosten en verhoogt de veiligheid. Automatiseren is niet het (hele) antwoord Bij geautomatiseerde klepbediening wordt verkeerde oplijning softwarematig voorkomen. Gezien de hoge kosten is het echter interessant om te besparen op het aantal actuators. Een goed alternatief is daarom het gebruik van een handbediende klep met standmelding. Het verkrijgen van een accurate standmelding is dan wel essentieel. Standmelding handwielbediende afsluiters niet altijd eenvoudig Voor 90° afsluiters zijn allerlei switchboxes verkrijgbaar, maar voor handwielbediende afsluiters zijn de mogelijkheden beperkt. Het alternatief? Operators gaan met fiets en portofoon het veld in. Afsluiterleveranciers wordt gevraagd zelf een standmelder in elkaar te zetten. Of operations maakt zelf ‘iets’. Het resultaat is vaak kwetsbaar en onnauwkeurig. Nieuwe generatie standmelders biedt uitkomst Met de nieuwe Valve Position Indicator biedt Netherlocks een hoogwaardig alternatief. Atex gecertificeerd voor zone 1, uitvoerbaar met verschillende typen sensoren, in aluminium of AISI 316 behuizing en met lokale standmelding middels LED lampen.
Vraag nu een gratis proefperiode aan of spreek af voor een demo www.netherlocks.com/petrochem of bel 0172 471 339
www.netherlocks.com PET03 advertenties.indd 30
01-03-16 16:19
tie versus de operatie. ‘Je wilt het beste van twee werelden naast elkaar hebben: kunnen blijven produceren en toch doorbouwen. Het is daarom van essentieel belang dat er duidelijke afspraken worden gemaakt over wie bepaalt wat er wanneer gebeurt. Operatie is eindverantwoordelijk, omdat zij het beste weten wat er op de plant speelt. Omdat je op een site werkt die niet stilligt, moet je extra voorzorgsmaatregelen nemen, de risico’s zijn immers hoger. Denk aan hijsen boven een leiding waarop een druk van honderd bar staat.’ Voor werk aan de injectiesectie moest de plant tijdelijk volledig buiten bedrijf worden gesteld. Goal Zero Tijdens het uitbreidingsproject van de gasopslag zijn de veiligheidsmaatregelen van het GLT-PLUS consortium opgeschroefd. Het consortium zag in februari 2014 dat de veiligheidsprestaties niet tevreden stelden. ‘We zagen de ‘total recordable case frequency’ (TRCF) langzaam opkruipen’, vertelt Van der Ree. ‘We hadden in 2006 de TRCF al eens zien oplopen en na een verbeterprogramma zien teruggaan naar nul. In 2009 idem en in 2013 weer. Nu was er weer een oplopend getal en moesten we het veiligheidsplan herzien. We hebben toen besloten om niet alleen een standaard verbeterprogramma door te voeren, maar om meer te doen’, voegt De Haan toe. In mei 2014 vroeg het consortium DuPont daarom te helpen om een analyse van de veiligheidscultuur in Groningen te maken. Een van de punten die uit de analyse naar voren kwam was dat het management zichtbaarder moest worden. ‘Het bleek dat management en eerste lijn management heel goed begrijpt wat ‘Goal Zero’ voor incidenten betekent. Maar op de werkvloer gold toch ‘tsja je hebt wel eens pech’. Als van bovenaf het goede voorbeeld wordt gegeven, zal de hele organisatie veiliger worden. ‘We hebben ons de vraag gesteld hoe we het veiligheidsgedrag van onze mensen positief konden beïnvloeden. Het leren van incidenten is te reactief. Er moest meer focus komen op risicoherkenning om zo incidenten te voorkomen. We moeten juist leren van de near misses.’
De Haan 'Er moest meer focus komen op risicoherkenning om zo incidenten te voorkomen.’ Op het hoogtepunt van de werkzaamheden waren er ruim 1200 mensen op de plant. ‘Subcontractors komen vaak maar eenmalig of af en toe op de plant en zijn niet vertrouwd met de plant en de manier van werken op de site. Om nieuwkomers ook veilig te laten werken, moesten ze voor ze aan de slag gaan allemaal in de zogenaamde safety room een introductieprogramma bijwonen. Een leidinggevende gaf een introductiecursus over hoe de plant is opgedeeld en wat de risico’s per zone zijn’, vertelt Van der Ree. ‘Nieuwkomers op de site kregen een sticker op hun helm en waren zo duidelijk herkenbaar en mochten alleen onder begeleiding van een ervaren collega de plant op. Ze moesten eerst hun sporen verdienen voor ze alleen de site op mochten.’ De veiligheidsperformance verbeterde dankzij het programma. De Haan: ‘Het concept van de safety room was zo succesvol dat we dat hebben vertaald naar een safety center in Sappemeer waar iedereen die iets voor de Groningse sites moet doen als (sub-)contractor eenzelfde instructieprogramma moet bijwonen. Daarna krijgt men op de locatie waar men gaat werken nog een specifieke risico-introductie.’ Het resultaat is het ‘Goal Zero’-programma. ‘Het is heel belangrijk dat werknemers op een speciale website melding
kunnen maken van onveilige situaties en near misses. Ook kunnen ze ideeën opperen om de veiligheid nog verder te verbeteren’, aldus Van der Ree. Spirit van Norg Beiden noemen de manier van samenwerking tussen klant en contractor als grootste succesfactor voor dit project. Van der Ree: ‘NAM is altijd nauw betrokken geweest bij de werkzaamheden. Er is altijd gewerkt met een dedicated geïntegreerd projectteam. Dat is niet altijd het geval. Het komt ook voor dat de opdrachtgever zegt: ‘Alsjeblieft contractor, hier is de sleutel ga maar bouwen.’ Het consortium werkt al sinds 1997 als team voor NAM. ‘We hebben in die afgelopen jaren veel geleerd en kennen elkaar door-en-door.’ De Haan noemt de teamgeest van de groep die aan het uitbreidingsproject gewerkt heeft een groot succes. ‘Het leek toch vechten tegen de bierkaai, toen we halverwege 2014 inzagen dat de opleverdatum echt in gevaar kwam. We hebben toen ingegrepen en iedereen heeft er hard aan gewerkt. De systeemgewijze commissioning en in bedrijfsstelling waren een succes. Dat kon alleen dankzij de goede samenwerking. Ik noem dat wel eens de ‘spirit van Norg’.’ ■ PETROCHEM 3 - 2016 31
PET03 X1 Norg.indd 31
01-03-16 16:16
OPSLAG
Overslag van chemicaliën en kunststoffen groeit De overslag van chemicaliën in de Rotterdamse haven zal de komende jaren verder groeien, doordat de tankopslagbedrijven Rubis Terminal en LBC Tank Terminals hun capaciteit aanzienlijk uitbreiden. Zij spelen in op de groei van de chemische industrie en de toename van de internationale handel in chemicaliën. Zo zullen er in de nabije toekomst waarschijnlijk meer vloeibare chemicaliën en kunststoffen vanuit het Midden-Oosten naar Rotterdam worden verscheept, zegt Roland van Assche, manager massagoed en scheepvaart van het Havenbedrijf Rotterdam.
Erik te Roller
Begin vorig jaar bleek dat de overslag van minerale olieproducten (benzine, tolueen, nafta en dergelijke) en chemicaliën in Rotterdam in 2014 behoorlijk was gedaald en wel met respectievelijk 8,1 procent tot 75 miljoen ton en 7,4 procent tot 31 miljoen ton. In Antwerpen daarentegen steeg de overslag van minerale olieproducten in hetzelfde jaar met 6,8 procent tot 46 miljoen ton en die van chemicaliën met 1,5 procent tot 11 miljoen ton. Directeur Allard Castelein van het Havenbedrijf Rotterdam weet dit aan de scherpe mondiale concurrentie in de petrochemie en nieuwe tankterminals in Antwerpen, waaraan tankterminals in Rotterdam volume waren kwijtgeraakt. Het ging onder andere om een nieuwe terminal die in de loop van 2013 in gebruik was genomen. ‘Uit de gesprekken met de terminal operators in Rotterdam maak ik op dat het marktverlies is gestelpt of snel zal stoppen’, stelde Castelein gerust bij de presentatie van de overslagcijfers in januari 2015. Begin dit jaar kon Castelein melden dat de overslag (aan- en afvoer) van oliepro-
ducten in 2015 met maar liefst 18 procent is toegenomen. Het marktverlies ten aanzien van de overslag van chemicaliën is echter nog niet helemaal gestelpt. De overslag van zogenoemd overig nat massagoed (chemicaliën, biodiesel en plantaardige oliën) is in 2015 namelijk licht gedaald en wel met 0,5 procent tot 30,8 miljoen ton. Daarentegen zat de overslag van chemicaliën in Antwerpen met een stijging van 18,2 procent tot 13,4 miljoen ton behoorlijk in de lift. Nieuwe capaciteit Van Assche wijst erop dat Rubis Terminal en LBC Tank Terminals hun capaciteit voor de opslag van chemicaliën in Rotterdam aan het uitbreiden zijn. ‘Als zij hun nieuwe capaciteit in gebruik hebben genomen, zul je dat terugzien in de cijfers.’ Uitbreidingen bij Rubis Terminal en LBC Tank Terminals leveren de komende jaren bijna 320.000 kubieke meter aan extra opslagcapaciteit voor chemicaliën in Rotterdam op. Dit maakt een verdere stijging van de overslag van chemicaliën mogelijk. Hiermee spelen
RUBIS TERMINAL In september 2015 heeft vervoerder Mammoet de eerste van veertien tanks vanuit Antwerpen en het noorden van Nederland bij Rubis Terminal afgeleverd. Het gaat om de eerste fase van een uitbreiding in capaciteit, waarbij deze tanks komen te staan op een naastgelegen terrein in de Botlek, dat vroeger van Evonik was. Het gaat om zes tanks van 4.000 kubieke meter, twee tanks van 1.200 kubieke meter en zes tanks van 1.500 kubieke meter. De veertien tanks voor de opslag van chemicaliën hebben een totale inhoud van 35.400 kubieke meter. Sommige van de tanks zijn gemaakt van roestvrij staal, andere van mild steel (koolstofarm staal). Rubis Terminal verwacht de eerste fase van de uitbreiding in oktober 2016 af te ronden. Daarna breidt het bedrijf stapsgewijs verder uit. In totaal komen er 45 tanks bij, wat neerkomt
op bijna 150.000 kubieke meter. Daarmee verdubbelt de totale opslagcapaciteit van het bedrijf tot 330.000 kubieke meter. Het gaat om een investering van in totaal 120 miljoen euro. Het Franse Rubis Terminal, dat in 2007 aan de Welplaatweg in Rotterdam begon, is overigens niet eenkennig: ITC Rubis Terminal (een joint venture van Rubis en het Japanse Mitsuiconcern) streek in 2010 in Antwerpen neer en is daar eveneens aan het uitbreiden. Er komt 45.500 kubieke meter opslagcapaciteit bij. Als de tanks dit jaar klaar zijn, beschikt het bedrijf in Antwerpen over in totaal 155.000 kubieke meter opslagcapaciteit. Er is daar nog ruimte voor in totaal 800.000 kubieke meter tankopslag voor chemicaliën, olie en gassen, zo liet de joint venture de concurrentie een jaar geleden alvast weten.
PETROCHEM 3 - 2016 32
PET03 X2 opslag.indd 32
01-03-16 16:17
de tankopslagbedrijven in op een verdere gestage groei van de chemische industrie in Europa en op een toenemende handel in chemicaliën met andere werelddelen. ‘De verwachting is dat er vanuit het Midden-Oosten meer vloeibare chemicaliën naar Rotterdam verscheept zullen worden’, verklaart Van Assche. ‘Ook zal de import van polymeren vanuit het Midden-Oosten toenemen. Twee nieuwe containerterminals op de Maasvlakte bieden ruimte om containers met polymeren uit schepen over te zetten op treinen of trucks. Over deze nieuwe import lopen gesprekken.’ Ook kunnen er in de toekomst containers met polymeren uit de Verenigde Staten komen. Als daar nieuwe fabrieken in bedrijf komen, kunnen Amerikaanse bedrijven de polymeren naar Azië en Europa exporteren. Voorlopig komt de meeste import uit het Midden-Oosten. Van Assche constateert dat er in Rotterdam ook meer vloeibare lpg en ethaan vanuit de VS binnenkomt. Lpg kan zowel dienen als brandstof voor auto's als krakervoeding. Ethaan is eveneens
‘De verwachting is dat er vanuit het MiddenOosten meer vloeibare chemicaliën naar Rotterdam verscheept zullen worden.’ LBC TANK TERMINALS Vorig jaar maart maakte LBC Tank Terminals bekend dat het zijn terminal in de Botlek gaat moderniseren en uitbreiden. De opslagcapaciteit wordt verdrievoudigd en de steigercapaciteit verviervoudigd. Het plan is om de nieuwe steiger eerst voor de helft aan te leggen. Daaraan kunnen dan chemietankers van 80.000 ton DWT met een diepgang van bijna dertien meter simultaan gelost en geladen worden. Dit deel zal in 2016 klaar zijn. Op deze steiger zullen vervolgens alle bestaande tanks worden aangesloten, waarna de oude steiger wordt afgebroken. In de tweede helft van dit jaar neemt LBC de eerste nieuwe tanks in gebruik. In 2017 zal de nieuwe steiger helemaal klaar zijn. ‘We willen onze klanten 24 uur per dag en 7 dagen per week kunnen bedienen. Daarom breiden we gefaseerd uit. De winkel blijft dus open tijdens de verbouwing’, verklaarde Group CEO Walter Wattenbergh van LBC vorig jaar tegenover Petrochem. Het bedrijf beschikt over een opslagcapaciteit van 83.000 kubieke meter en breidt die in drie fasen uit tot 250.000 kubieke meter. De eerste expansie betreft roestvrij stalen tanks met een inhoud van in totaal 38.000 kubieke meter, die begin 2017 operationeel zullen zijn. Hierin kan LBC ook de meer corrosieve chemicaliën opslaan. LBC Tank Terminals is een van de grootste tankopslagbedrijven voor vloeibare producten in de wereld. In Antwerpen heeft het bedrijf een terminal van 270.000 kubieke meter en een kleinere van 31.000 kubieke meter. Het bedrijf is in 1999 in Rotterdam neergestreken, waar het een terrein van Dow in de Botlek heeft overgenomen.
PETROCHEM 3 - 2016 33
PET03 X2 opslag.indd 33
01-03-16 16:17
110 BAR GEMOEDSRUST, ALSTUBLIEFT Veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid zijn niet altijd in eenheden te vatten. Als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstantie leveren wij o.a. diensten op het gebied van NDO, drukapparatuur keuringen, elektrotechnische keuringen en lifting.
U mag gerust zijn. Vinçotte vinkt het voor u af.
Veiligheid, kwaliteit en milieuvriendelijkheid Met onze inspecties, testing, certificatie en opleidingen bieden wij alle oplossingen onder één dak om u en uw omgeving veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit te garanderen en te zorgen dat uw investeringen renderen.
vincotte.nl // volg ons
Ballast Nedam Industriebouw Ballast Nedam Industriebouw realiseert bouwkundige en civiele projecten voor klanten die actief zijn in de industriemarkt. Onze project scope omvat in de meeste gevallen de engineering en realisatie van ondersteunende constructies voor proces verwerkende installaties zoals funderingen, betonconstructies, staalconstructies en civiele infrastructuur waaronder hulpconstructies voor transportleidingen. Wij zijn onderscheidend doordat wij onze klanten ontzorgen door het leveren van een totaalpakket aan oplossingen. Dit kunnen we bieden door onder meer het overnemen van ontwerp & engineering, bouwproces management, het uitvoeren van haalbaarheidsstudies en het plannen en uitvoeren van onderhoud. Zorg dragen voor veiligheid en betrouwbaarheid heeft onze hoogste prioriteit met minimale verstoring van het primaire proces en met respect voor betrokken stakeholders.
U kunt bij ons terecht voor: ontwerp en oplevering van speciale draagconstructies voor procesinstallaties, zoals funderingen, betonwerken, staalconstructies, infrastructuur en overige bouwwerken. • Milieuvraagstukken, in zowel onderzoek, rapportage en aanbevelingen, begeleiding en uitvoering. • ontwerp- en engineering services. • construction management. • haalbaarheidsstudies. • value engineering, gericht op verdere optimalisatie (tijd en geld) van bestaande ontwerpen door middel van toetsing op een combinatie van veiligheid, planning en uitvoerbaarheid
Fascinatio Boulevard 582 • Capelle a/d IJssel • T 06 22 77 93 45 • www.industriebouw.ballast-nedam.nl
PET03 advertenties.indd 34
01-03-16 16:19
Lage olieprijs ‘De natte overslag verloopt beter dan ooit door de lage olieprijs’, vervolgt Van Assche. De overslag van ruwe olie bijvoorbeeld is met 8 procent toegenomen tot 103 miljoen ton (in Antwerpen met 3,4 procent afgenomen tot 4,8 miljoen ton). Dat komt doordat de raffinaderijen sinds het dalen van de olieprijs van 120 naar 30 dollar per vat meer ruwe olie verwerken. De bezettingsgraad van de raffinaderijen is dan ook met enkele procentpunten gestegen. Als gevolg hiervan is ook de overslag van onder meer benzine, diesel en vliegtuigbrandstof toegenomen en wel met 18 procent tot 88 miljoen ton (in Antwerpen met vier procent tot bijna 48 miljoen ton). ‘Dat beeld zie je trouwens in heel Europa terug. Vooral de Russische raffinaderijen produceren meer stookolie, die via Rot-
FOTO: ITC RUBIS TERMINAL
geschikt als krakervoeding. De chemicaliën, plantaardige oliën en diesel maken in Rotterdam overigens maar voor ongeveer 14 procent deel uit van de overslag van nat massagoed (225 miljoen ton in 2015). Ruwe olie is goed voor 46 procent van de overslag, minerale oliën voor bijna 40 procent en vloeibaar aardgas voor slechts 1 procent.
terdam naar Azië wordt verscheept. Ook is de aanvoer van gasolie en diesel toegenomen. Verder is de export van ruwe olie vanuit het Midden-Oosten naar Zweden toegenomen ten koste van de Russische export, wat een gevolg is van scherpere concurrentie. Ten slotte is de overslag van LNG met 91 procent toegenomen tot 2,3 miljoen ton. Doordat de prijzen van LNG in het Verre Oosten zijn gedaald tot Europese niveaus is er meer handel in LNG op het westelijk halfrond’, aldus Van Assche. Begin dit jaar voer voor het eerst in veertig jaar weer een schip met ruwe olie uit de VS de Rotterdamse haven in. ‘Na veertig jaar is er een einde gekomen aan
ANDERE PROJECTEN Botlek Tank Terminal beschikt over 34 opslagtanks van in totaal 200.000 kubieke meter voor de opslag van minerale oliën, biodiesel en eetbare oliën. Zo'n 130.000 kubieke meter dient als opslag voor transportbrandstoffen en de rest voor eetbare oliën en biodiesel. In 2014 heeft het bedrijf de beschikking gekregen over een terrein van ongeveer vijf hectare, waardoor de totale opslagcapaciteit in stappen kan worden uitgebreid tot maximaal 750.000 kubieke meter. In de loop van 2016 zal het bedrijf de eerste nieuwe tanks in gebruik kunnen nemen. Noord Natie Terminals in Antwerpen breidt zijn opslagcapaciteit uit met 32 nieuwe tanks die in 2016 in gebruik komen. In 2014 heeft het al twee nieuwe tanks van in totaal 50.000 kubieke meter in gebruik genomen. Daar komt door de 32 nieuwe tanks nog eens 90.000 kubieke meter bij, waardoor het bedrijf in de loop van dit jaar over 440.000 kubieke meter opslagcapaciteit beschikt voor chemicaliën, minerale oliën, biobrandstoffen, dierlijke en plantaardige oliën. ADPO in Antwerpen ten slotte beschikt over een opslagcapaciteit van 290.000 kubieke meter voor olie-additieven en chemicaliën. Het bedrijf groeide echter uit zijn jasje en bouwde daarom een nieuwe opslagterminal op de Linkerscheldeoever in Antwerpen. De eerste fase van deze zogenaamde Liefkenshoek Logistic Hub is vorig jaar afgerond en inmiddels is het bedrijf begonnen met de bouw van de tweede fase van de nieuwe hub. Lees meer over dit project elders in deze Petrochem.
het exportverbod van ruwe olie uit de VS. Doordat er nu ook ruwe olie uit de VS kan komen, geeft dat een heel andere dynamiek. We kijken nu bij de handel in olie ook naar de West Texas Intermediate (WTI) notering in Houston. Eerder konden we daar niet veel mee en waren we voornamelijk aangewezen op de Brent-notering’, licht Van Assche toe. Dynamiek Hij constateert verder dat partijen de laatste tijd veel ruwe olie hebben ingekocht en op laten slaan. Er liggen nu ruwweg twee maal zo veel volle olietankers voor anker op de Noordzee als in september vorig jaar. Als de olieprijzen op een gegeven moment weer stijgen kunnen ze de partijen ruwe olie met winst verkopen. In de nabije toekomst zal ook de oliestroom vanuit Iran na enige decennia weer op gang komen. Ook dat geeft een nieuwe dynamiek aan het vervoer, de opslag en handel in olie. ‘Er is momenteel veel behoefte aan opslag van olie in de haven. Daarom zijn er zelfs verzoeken ingediend voor drijvende opslag, dat wil zeggen voor opslag in schepen die in de haven liggen of voor anker liggen op de Noordzee’, aldus Van Assche. Rotterdam is ten slotte ook nog de grootste hub voor biomassa en wil op dat gebied flink groeien. Er zijn gesprekken gaande met partijen die biomassa op de Tweede Maasvlakte willen gaan overslaan. Van Assche verwacht dat het Havenbedrijf Rotterdam of deze partijen in de loop van het jaar met aankondigingen voor projecten zullen komen. ■
PETROCHEM 3 - 2016 35
PET03 X2 opslag.indd 35
01-03-16 16:17
■
LOGISTIEK
ADPO groeit, maar niet te snel Chemisch logistiek dienstverlener ADPO startte in 2014 met de bouw van een nieuwe opslagterminal op de Linkerscheldeoever in Antwerpen. De bouw van de eerste fase van deze zogenaamde Liefkenshoek Logistic Hub werd vorig jaar succesvol afgerond. Maar ADPO is nog niet klaar met bouwen, want er is voldoende vraag naar de diensten van het havenbedrijf. Onlangs werd begonnen met de bouw van de tweede fase van de nieuwe hub. Filip De Dijcker, managing director, blikt terug en kijkt vooruit. Elias de Bruijne
ADPO (Antwerp Distribution and Product Operations) is een Belgische onderneming die gespecialiseerd is in de op- en overslag van fijnchemicaliën. Sinds de oprichting in 1998 groeit het Antwerpse familiebedrijf gestaag, met de Liefkenshoek Logistic Hub (LLH) als meest recente aanwinst. Voor verdere uitbreiding van het bedrijf was deze nieuwe terminal hard nodig. Het hoofdterrein van ADPO, de 35 hectare grote Kallo-terminal, is sinds een aantal jaren volledig volgebouwd. Zodoende werd besloten tot de bouw van een nieuwe terminal, waarvoor ADPO een terrein met een omvang van twaalf hectare nabij Fort Liefkenshoek aanwierf. De bouw van de eerste fase van de terminal ging vervolgens van start in maart 2014 en is afgerond in mei 2015. Inmiddels is de eerste fase van het project operationeel, vertelt Filip De Dijcker: ‘Het gaat hierbij om een magazijn van tienduizend vierkante meter met twee volautomatische afvulinstallaties, drie tankparken met een totale opslagcapaciteit van 37.500 kubieke meter, waarvan één blendtankpark voor het maken van antivries en remvloeistoffen en een spoorverbinding voor laden en lossen. Daarnaast is er een parking voor onder meer de stockagebehandeling van isotankcontainers (transporttank voor vloeistoffen, red.) en materiaal voor het op- en afzetten van de containers.’ Pontons De bouw van de eerste fase van de LLH verliep volgens plan. ADPO kon het project zowel binnen het gestelde tijdsbestek als binnen het gestelde kostenplaatje afronden. Voor een groot gedeelte is er off-site gebouwd. De Dijcker: ‘Civiele werken en magazijnen zijn vanzelfsprekend ter plekke gefabriceerd,
maar de tanks zijn allemaal geprefabriceerd en door de constructeur via pontons aangeleverd.’ De nieuwe terminal is voor een groot gedeelte in gebruik genomen door Solventis. Deze leverancier en distributeur van petrochemische oplosmiddelen sloot voor de bouw van de terminal een overeenkomst met ADPO over de ingebruikname van een kleine 22.000 kubieke meter tankcapaciteit. Multifunctioneel Een sterk punt van de terminal is de multifunctionaliteit. De LLH biedt een compleet logistiek concept, aldus De Dijcker. ‘Dit is redelijk uniek in de ARA-regio (Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen, red.). Op de terminal zijn zowel tankopslag, blending, en processing on-site mogelijk. Daarnaast wordt er destillatie uitgevoerd, is er de mogelijkheid tot magazijnopslag met vatafvulling en is er een parking met tankcontainers. Het terrein is toegankelijk over water via een steigerverbinding en ook is er een grote railhub. ADPO is het bedrijf met het meeste aantal meters spoor op de linkeroever van de Schelde. We hebben op de nieuwe terminal een kleine kilometer privaatspoor met een toplaag van hoge kwaliteit, weegbruggen die geïntegreerd zijn in het spoor zodat het gewicht van de ladingen niet voor- of nagewogen hoeft te worden, en laadstations met de mogelijkheid om in een half uur tijd zestig ton te laden. Daarmee heeft de nieuwe hub een aantal belangrijke troeven in handen.’ Goede buurman Tijdens de bouw kon ADPO rekenen op samenwerking met buurman Ineos Phenol, een bedrijf dat in de Antwerpse haven fenol en aceton produceert.
PETROCHEM 3 - 2016 36
PET03 X3 ADPO.indd 36
01-03-16 16:17
FOTO: ADPO
ADPO had op het moment dat de bouw startte nog geen eigen steigerverbinding en mocht gebruik maken van de steigerverbinding van het chemieconcern, die speciaal daarvoor werd uitgebreid. Ineos Phenol kon dan weer beschikken over de uitgebreide spoorverbindingen en pijpleidingverbindingen naar de tanks en installaties van ADPO. Ook op een ander vlak werkt ADPO samen met de buurman. De Dijcker: ‘Wij maken gebruik van stoom voor het reinigen van onze tanks. We hebben bewust geen stoomketel geïnstalleerd en kopen onze stoom in via Ineos Phenol, dat op haar beurt weer stoom inkoopt bij afvalverwerkingsbedrijf Indaver. Indaver produceert die stoom op basis van afval dat zij recyclen. Op die manier leveren we op een efficiënte manier een bijdrage aan het milieu. Wij hoeven niet te investeren in een tweede stoomketel, die bijvoorbeeld op gasolie zou moeten draaien en dus uitstoot veroorzaakt.’
De Dijcker: ‘De nieuwe hub heeft een aantal belangrijke troeven in handen.’ Belang van de klant Nu de eerste fase van de bouw is afgerond en de nieuwe terminal in bedrijf is, start ADPO met de bouw van de tweede fase van de LLH. De werkzaamheden, die moeten leiden tot de oplevering van twee nieuwe tankparken, begonnen in februari 2016. De Dijcker verwacht dat het afronden van de bouw en het testen van de installaties eind 2016 of begin 2017 zal plaatsvinden. ADPO startte overigens sneller dan gepland met de tweede fase, ‘uiteraard dankzij de positieve vraag van klanten’. Wie die klanten precies zijn, kan De Dijcker niet zeggen. Wel dat het gaat om een mooie mengeling van bestaande en nieuwe klanten, en dat er voornamelijk oplosmiddel zal worden opgeslagen in de tanks.
Verdere uitbreiding behoort tot de mogelijkheden, maar daarmee maakt ADPO geen haast. Groei mag niet ten koste gaan van de algemene performance en de service aan de klanten. ‘Voor de tweede fase kunnen wij er nog een derde tankpark bijbouwen, maar dan zullen we toch alweer een jaar of twee à drie verder zijn. Voor het zover is, gaan we eerst zorgen dat we alles in balans krijgen, dat onze performance goed is. Je kunt wel groeien, maar het management en de klantenservice moeten gelijktijdig kunnen meegroeien. Als het gaat om civiele werken kunnen we snelle groei wel aan, maar voor de organisatie kost het meer tijd. De klant moet een upgrade krijgen, het is niet de bedoeling dat de service omlaag gaat.’ ■ PETROCHEM 3 - 2016 37
PET03 X3 ADPO.indd 37
01-03-16 16:17
AGENDA SEMINAR / CURSUS / MASTERCLASS Lloyd's Register www.lr.org
SAMENBOUW VAN DRUKAPPARATUUR EN BEVEILIGING Individuele drukapparatuur kan (CE) gecertificeerd zijn, maar dat wil niet zeggen dat als ze toegepast worden in een samenstel (Assembly of Druksysteem) ze daarmee veilig bedreven worden. Elk drukapparaat heeft bepaalde ontwerpspecificaties. Deze specificaties mogen onder alle voorkomende gebruiksomstandigheden niet onder- of overschreden worden. Deze training is bedoeld om u inzicht te verschaffen bij het ontwerpen van Assemblies en Druksystemen. U krijgt praktische informatie om aan de wettelijke eisen te voldoen.
17 mei 2016 BCN, Capelle a/d IJssel
CONGRES / BEURS / EVENEMENT Ahoy www.safetyandhealthatwork. nl
SAFETY&HEALTH@WORK Safety&Health@Work is het platform waar alle professionals samenkomen om zich te verdiepen in alle aspecten van veilig, gezond en verantwoord werken. Van persoonlijke beschermingsmiddelen tot signage en van bedrijfskleding tot virtual training; leveranciers presenteren nieuwe methoden, technieken en producten om risico’s in kaart te brengen en te voorkomen. Innovaties, trends en ontwikkelingen staan centraal gedurende 2 dagen, zowel op de stands van de exposanten als tijdens inspirerende presentaties en workshops.
5 - 6 april 2016 Ahoy, Rotterdam
T.A. Cook Consultants uk.tacook.com
INTERNATIONAL SAP CONFERENCE FOR OIL AND GAS Given the volatility of oil prices, it is critical for business leaders to single-mindedly drive simplicity across the organisation in order to have complete visibility and control over end-to-end operations. This would form the cornerstone to minimising risk, increasing transparency, optimising operations, lowering costs, and ultimately driving excellence. Address challenges, discuss them with your peers, and gain valuable guidance from some of the most knowledgeable experts on SAP applications.
12-14 april 2016 Den Haag
Emerson Process Management www.emersonexchange.org/
EMERSON GLOBAL USERS EXCHANGE Bespreek actuele onderwerpen, trends, regelgeving en de grote uitdagingen in de industrieforums: Chemical, Engineering, Life Sciences, Oil & Gas, Power, Refining & Petrochemical, Metals & Mining. Leer hoe u nieuwe technologieën en innovatieve oplossingen kunt toepassen. Kom meer te weten over oplossingen op het gebied van business & projecten, safety, maintenance & reliability, energy management en process optimization in de Solutions Exhibition.
12-14 april 2016 Brussel, België
Management Producties www.havencongres.nl
HAVENCONGRES ROTTERDAM 2016 Haven in transitie: creating business. Naast het optimaliseren van het bestaande havencomplex, speelt voor de haven in transitie ook de noodzakelijke vernieuwing een rol. Dit biedt kansen voor Rotterdam. Hoe kunnen we daar op inspelen? Met sprekers van Vopak, SHV Energy, Neste Netherlands, Erasmus Universiteit, Kuehne + Nagel, Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs en Gemeente Rotterdam.
14 april 2016 LantarenVenster, Rotterdam
iTanks www.itanks.eu
ITANKS PITCH ONTBIJT XL iTanks organiseert samen met techniekfestival Nederland innoveert een Pitch Ontbijtje XL. Het pitch ontbijt zal midden in het circuit van de Shell Eco-Marathon Testdag zijn, die in de onderzeebootloods van RDM Rotterdam plaatsvindt. iTanks wil als partner van het festival laten zien hoeveel innovatie er plaatsvindt in de haven en welke uitdagingen en carrièrekansen daar te vinden zijn voor technici.
21 april 2016 Onderzeebootloods, RDM Campus Rotterdam
PETROCHEM 3 - 2016 38
PET03 H agenda.indd 38
01-03-16 16:08
01 16
Inside Inside Magazine Magazine voor voor de de biochemie biochemie
Verschillende routes naar bio-aromaten
PET03 BA voorplaat.indd 39
Niet al groen wat er blinkt
01-03-16 16:01
(ADVERTORIAL)
Mobiele werkplaatsen dicht bij onderhoudsstops ‘Met deze dienstverlening gaan we heel dicht bij de klant staan, zodat we tijdens een grote onderhoudsstop bij kunnen springen met spares, kennis en services.' Erik Lapré, VP Lifecycle Services Europe bij Emerson Process Management legt uit hoe de nieuwe mobiele werkplaatsen daadwerkelijk de afstand tussen vragen en oplossingen minimaal maken. Dat is vooral relevant bij projecten waar een korte doorlooptijd en optimale beschikbaarheid van het geleverde werk belangrijk zijn. Voor grote periodieke onderhoudstops zijn verschillende benamingen, afhankelijk van de industrie waar ze uitgevoerd worden. Stop, turnaround, shutdown of outage, ze hebben gemeen dat er een grote druk is op de planning en uitvoering, met extra aandacht voor veiligheid, risicobeheersing, duur en kosten. Kenmerkend is dat ze in een zo kort mogelijke tijd moeten worden uitgevoerd en dat er vervolgens een lange interval tot de volgende is. Lapré: ‘Een goede voorbereiding van een stop begint ruim voor de stop zelf. Met onze kennis van de producten en toepassingen, kunnen we helpen bij het vaststellen van de scope. Daarbij kijken we wat de activiteiten zouden moeten zijn en of deze echt tijdens de stop moeten gebeuren of ook daarvoor of daarna kunnen.’ Daarnaast wordt gekeken naar mogelijke verbeteringen. Lapré: ’Zo’n stop kan het ideale moment zijn om kritische zaken aan te pakken, te moderniseren of te optimaliseren. Daar denken we over mee met onze opdrachtgevers.’
bijvoorbeeld kritische regelkleppen of instrumenten. Daarnaast is het een mobiel kantoor voor de engineers. Doordat de unit op het werk staat, is de reactiesnelheid hoog. Als er verzoeken komen, is de oplossing wellicht snel en heel dichtbij.’
Continue verbetering De groep Emerson medewerkers die bij een stop te vinden is, heeft naast hun specialistische kennis van de producten ook een mix van generieke en specifieke vaardigheden voor maintenance, instrumentatie, stops en begeleiding. Hier wordt veel aandacht aan besteed met specifieke trainingen. Het team en hun werkzaamheden moeten er te allen tijde aan bijdragen dat de stop effectief en veilig gebeurt. Lapré : ‘Zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de stop zelf staat de eindgebruiker centraal. Hij is niet alleen de expert als het gaat om zijn proces, hij kent ook als geen ander de doelstellingen en uitdagingen van zijn bedrijf. Daar luisteren we naar en we helpen die doelstellingen te realiseren. Deze mobiele werkplaats is daar een voorbeeld van. En is onderdeel van het proces van continue verbetering van onze dienstverlening.’ Na het project worden de ‘lessons learned’ vastgesteld met de opdrachtgevers en projectpartners. Dit helpt bij het verbeteren van de voorbereiding en uitvoering van volgende stops. Met deze technisch inhoudelijke dienstverlening midden in de onderhoudsstops van haar opdrachtgevers, helpt Emerson Process Management bij een snellere toegang tot de juiste oplossing.
Dingen gebeuren Bij de uitvoering van de stop is een grondige voorbereiding essentieel voor de effectiviteit van het werk. Maar er kunnen zich altijd onverwachte zaken voordoen. Lapré: ‘Ter plaatse kan je toch vragen krijgen voor extra materiaal, zoals opnemers of wireless meters, of om iets nader te onderzoeken cq te testen.’ Voor die gevallen laat Emerson Process Management een aantal mobiele werkplaatsen maken die lokaal geplaatst kunnen worden. Lapré: ‘Voor een grote opdrachtgever in de Botlek is inmiddels een 20 voets werkplaats op locatie. In die unit liggen spares opgeslagen, zijn kasten voor gereedschap, documentatie en materialen beschikbaar en bestaat de mogelijkheid voor het onderzoeken van
PET03 advertenties.indd 40
Meer weten? Bezoek de Emerson Global Users Exchange, 12- 14 april in Brussel Kijk op http://www.emersonexchange.org
01-03-16 16:19
5
NIEUWS
Kunstmest uit Amersfoortse poep en plas • Samenwerking stimuleert gebruik biofolies • GMB BioEnergie bespaart vijftien procent energie bij biologische slibverwerking
6
10
Nog niet zo lang geleden leken bio-aromaten toekomstmuziek. Aromaten kunnen gemakkelijk worden gewonnen uit aardolie waardoor de noodzaak voor een alternatief lange tijd niet groot was. Nu de biobased economy steeds meer terrein wint, is er een groeiende behoefte aan aromaten uit reststromen. Het onderzoek daarnaar gaat snel en bio-aromaten kunnen al binnen een paar jaar op de markt zijn.
Chemicaliën gemaakt van groene grondstoffen: iedereen tekent ervoor. Toch blijven we, wat kleine projecten daargelaten, fossiel door hobbelen. Twee experts leggen uit hoe dat komt én wat ervoor nodig is om die impasse te doorbreken.
VRAAG NAAR BIO-AROMATEN STIMULEERT ONDERZOEK
NIET AL GROEN WAT ER BLINKT
Uitgave van Industrielinqs pers en platform BV Veembroederhof 7, 1019HD Amsterdam e-mail: redactie@industrielinqs.nl Algemeen directeur Wim Raaijen 020 3122 281 Uitgever Mark Oosterveer 020 3122 793
Eindredacteur Miriam Rook 020 3122 796 Liesbeth Schipper 020 3122 083 Vormgeving BureauOMA, Wehl Medewerkers Dagmar Aarts, Elias de Bruijne, Inge Janse Cover Neste
Advertentieverkoop Jetvertising BV Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk t: 070 399 0000 | f: 070 390 2488 website: www.jetvertising.nl Traffic Breg Schoen 020 312 2088 Drukwerk PreVision Graphic Solutions
01 | 16
PET03 BB inhoud.indd 41
CO LO F O N
BIOCHEM 01|16
3
01-03-16 16:02
Boek uw stand Binnen enkele kliks online via evenementenhal.nl/ energy
hèt platform voor innovatieve projecten en totaaloplossingen in de gas, Wind en olie industrie
31 mei, 1 & 2 juni 2016 nederland beschikt over veel kennis op het gebied van de Gas, wind en olie industrie. samenwerkingen hierin zijn cruciaal om nieuwe technologieĂŤn en innovaties te ontwikkelen om zo de energiemarkt te versterken.
evenementenhal hardenberg
kom daarom naar energy Platform op 31 mei, 1 & 2 juni 2016 in Hardenberg en ontdek welke innovaties, projecten en totaaloplossingen nederland heeft voor de Gas, wind en olie industrie.
dinsdag 10.00 - 18.00 uur Woensdag 13.00 - 21.00 uur donderdag 10.00 - 18.00 uur
BOUWPLANNEN?
UTILITEIT kantoren, distributiecentra, loodsen, etc. AGRARISCH bewaarplaatsen, stallen, machinebergingen, etc.
INDUSTRIE fabrieken, bordessen, leidingbruggen, trappen,etc.
www.hansestaalbouw.nl
hanse + staal een sterk verhaal
RENOVATIE van asbest tot zonnepanelen, interne en externe renovatie.
ADVERTENTIE-INDEX Aerzen Nederland ..............................................................................56
iMaintain congres 2016 .....................................................................50
AHOY - Safety&Health@Work ................................................... Bijlage
Krohne Nederland ..............................................................................4
AIB Vincotte Nederland .....................................................................34
M.O.B. Nederland ................................................................................2
Andus Group ......................................................................................55
Market review ..............................................................................52, 53
Ballast Nedam Industriebouw ..........................................................34
MODELEC Data-Industrie ....................................................................6
Deltavisie congres 2016 .....................................................................46
Navingo ...................................................................................... Bijlage
easyFairs..................................................................................... Bijlage
Netherlocks ........................................................................................30
Emerson Process Management.................................................. 14, 40
PAO Techniek en Management .........................................................46
Evenementenhal Hardenberg ...........................................................42
Petrochem platform ...............................................................22, 23, 24
Hanse Staalbouw ...............................................................................42
SPIE ..................................................................................................... 18
PET03 advertenties.indd 42
01-03-16 16:20
KUNSTMEST UIT AMERS足 FOORTSE POEP EN PLAS > Waterschap Vallei en Veluwe laat de rioolwaterzuivering in Amersfoort ombouwen tot een installatie die niet alleen afvalwater zuivert, maar ook energie en kunstmest produceert. Kunstmest uit Amersfoortse poep en plas dus. De installatie draait in een testfase en de productie van de eerste kunstmest is in aantocht. Het project zal voor de zomer van 2016 operationeel zijn. Bij de centrale verwerking van rioolslib op de rioolwaterzuivering Amersfoort komen fosfaat en stikstof vrij. Deze nuttige grondstoffen leveren naar schatting jaarlijks 900 ton hoogwaardige kunstmest op. Zo wordt het zuiveren van afvalwater geen eindpunt maar een omzetpunt. Om de afzet van de kunstmest voor de komende tien jaar zeker te stellen, sloot het waterschap een contract met het Canadese bedrijf Ostara. Met een nieuwe technologie wordt het slib van de rioolwaterzuivering verwarmd en onder hoge druk gezet (een soort snelkookpan). Hierdoor valt het slib in kleine delen uit elkaar en komt er meer biogas vrij. De techniek levert meer energie op dan er op de zuivering zelf nodig is. Het overschot levert het waterschap aan het elektriciteitsnet. Dit is voldoende voor ongeveer zeshonderd huishoudens. De nieuwe installaties zijn ontworpen en gebouwd door het Barneveldse bedrijf Eliquo Water & Energy. Het bedrijf test op dit moment alle installatie-onderdelen en stelt ze in bedrijf om de kunstmest Crystal Green te produceren. Dit product wordt direct
toegepast in de land- en tuinbouw en is in de Europese Unie geregistreerd als een meststof van hoge kwaliteit.
SAMENWERKING STIMULEERT GEBRUIK BIOFOLIES > De Duitse kunststofdistributeur FKuR Kunststoff, de Nederlandse fabrikant van folies Oerlemans Plastics en de Zweedse distributeur van verpakkingsmaterialen BK Pac willen biogebaseerde kunststoffen in duurzame folieverpakkingen voor voedsel een flinke impuls te geven. De drie bedrijven werken nauw samen in een grensoverschrijdend project, waarbij FKuR groene polyethyleen aanlevert dat door het Braziliaanse Braskem zal worden geproduceerd. Oerlemans Plastics zal de biobased poly足 ethyleen vervolgens toepassen in de productie van hoogwaardige flexibele folies. De bedrukte en geperforeerde folies worden geleverd aan BK Pac, dat is gespecialiseerd in verpakkingsmaterialen, waaronder folies, netten en verpakkingstrays voor groenten,
fruit, vlees en andere voedselproducten. De op suikerriet gebaseerde polyethyleen van Braskem is volledig recyclebaar. En omdat de kunststof niet bio-afbreekbaar is, blijft CO2 gedurende de gehele levens足 cyclus van het product opgeslagen, stellen de bedrijven.
GMB BIOENERGIE SPAART VIJFTIEN PROCENT ENERGIE BIJ BIOLOGISCHE SLIBVER足 WERKING > Slibverwerker GMB BioEnergie heeft in Zutphen drie nieuwe composteringstunnels voor de biologische verwerking van rioolwaterzuiveringsslib in gebruik genomen. Mede door een upgrade van de luchtbehandeling bespaart het bedrijf vijftien procent aan elektrische energie per ton slib. Al eerder werd bekend dat GMB BioEnergie de biologische herwinning van de meststof ammoniumsulfaat uit zuiveringsslib eind 2015 heeft vergroot naar 18.000 ton per jaar.
01 | 16
PET03 BC nieuws.indd 43
De rioolwaterzuivering in Amersfoort produceert straks energie en kunstmest.
5
01-03-16 16:02
Vraag naar bio-aromaten stimuleert onderzoek Nog niet zo lang geleden leken bio-aromaten toekomstmuziek. Aromaten kunnen gemakkelijk worden gewonnen uit aardolie waardoor de noodzaak voor een alternatief lange tijd niet groot was. Nu de biobased economy steeds meer terrein wint, is er een groeiende behoefte aan aromaten uit reststromen. Het onderzoek daarnaar gaat snel en bio-aromaten kunnen al binnen een paar jaar op de markt zijn. Dagmar Aarts
Aromaten zijn een van de belangrijkste grondstoffen voor de chemische industrie en worden op dit moment gewonnen uit aardolie. Aromaten uit plantaardig restmateriaal verminderen de afhankelijkheid van aardolie, leiden tot minder CO2-uitstoot en bieden een duurzaam perspectief voor de industrie. Bio-aromaten zullen er volgens Joop Groen van TNO en het shared researchprogramma Biorizon, dat samen met de industrie werkt aan de technologische ontwikkeling van bio-aromaten, sowieso komen. ‘Er is veel vraag naar vanuit de industrie. Veertig procent van wat we om ons heen zien, is aromatisch van aard, bijvoorbeeld coatings en kunststoffen. De technologie om aromaten uit iets anders dan aardolie te maken, is niet goed voorhanden dus daar is uiteindelijk behoefte aan. Steeds meer eindgebruikers willen biobased, denk aan Coca Cola met hun ‘plant bottle’ van biomassa en Lego die duurzame bouwsteentjes wil maken.’ Wat de bio-aromaten niet helpt op de korte termijn is de lage aardolieprijs. ‘Maar de toename van schaliegas in de VS biedt juist wel kansen, want daaruit kunnen geen aromaten worden gehaald. Uiteindelijk zou biomassa daarvoor een alternatief kunnen zijn. Het is nog wel een proces van jaren, maar als je op een tijdschaal van duizenden jaren kijkt, dan hebben we aardolie niet lang gehad. Het is maar een kleine piek van zo’n tweehonderd jaar. Daarna zal het toch weer anders gaan. Ik ben ervan overtuigd dat biobased grondstoffen dan de meest aantrekkelijke route zijn.’ Thermochemisch Bio-aromaten worden gemaakt uit reststoffen die veel
6
PET03 BE bio-aromaten.indd 44
voorhanden zijn, zoals hout, stro en de restanten van suikerriet (bagasse). Er zijn vier verschillende manieren om daaruit bio-aromaten te maken. De eerste route is thermochemisch, waarbij met hoge temperaturen (boven de driehonderd graden) wordt gewerkt. Met een katalysator wordt de biomassa vrij ver afgebroken waarna er een soort olie van wordt gemaakt. Het lijkt eigenlijk op hoe de natuur van biomassa olie maakt, alleen duurt het met deze technologie geen miljoenen jaren maar slechts seconden. De olie die op deze manier wordt verkregen, is een mengsel van componenten met hierin een aandeel van de bulkchemicaliën benzeen, tolueen en xyleen. In Nederland werkt Bio-BTX bijvoorbeeld aan deze route en wereldwijd zijn er wel meer partijen mee bezig. Deze route heeft volgens Groen als voordeel dat er aromaten worden gemaakt die lijken op de producten uit de petrochemie. ‘Deze methode sluit goed aan op de bestaande faciliteiten. De uitdaging is wel om te kunnen concurreren op prijs. De bulkaromaten uit de petrochemie zijn erg laag geprijsd en deze route voor bio-aromaten heeft veel energiekosten, omdat er met hoge temperaturen wordt gewerkt.’ Lignine De tweede route is bioraffinage waarbij biomassa wordt gescheiden in componenten zonder deze te beschadigen. Er worden mildere temperaturen (onder de tweehonderd graden) gebruikt dan bij de thermochemische route. Uit de biomassa worden op deze manier lignine, cellulose en hemicellulose gehaald. Lignine bevat vrij veel aromaten en kan verder worden gemodificeerd, verkleind en gezuiverd tot een mengsel dat verschillende aromaten bevat. Groen: ‘De lignine-route is een uitdaging, want de natuur heeft lignine gemaakt om bomen en planten te beschermen tegen allerlei invloeden. Het is daardoor nogal moeilijk spul om te verwerken. Daar worden nu met succes technologieën voor ontwikkeld, onder andere door het Vlaamse VITO in het Biorizon programma.’ Wat het ook moeilijk maakt, is dat lignine nu vooral verkrijgbaar is als afvalproduct uit de papierindustrie. ‘Die lignine is nogal vervuild door de agressieve chemicaliën die daar worden gebruikt. Het is de bedoeling
01 | 16
01-03-16 16:04
om veel schonere lignine te maken, die bijvoorbeeld zwavelvrij is. Dat is veel beter te verwaarden.’ Suikers Bij de derde route worden cellulose en hemicellulose uit biomassa gebruikt, waaruit suikermoleculen kunnen worden verkregen die een goede grondstof zijn voor bio-aromaten. Groen: ‘Een suikermolecuul lijkt al enigszins op een aromatisch molecuul, want het is een ringstructuur waarop allerlei groepen en functionaliteiten zitten die kunnen worden benut. Dat is een voordeel, want in de klassieke petrochemie moeten al die functio naliteiten er op worden gebouwd. Ook hier is het een uitdaging om met bio-aromaten tegen de lage prijzen uit de petrochemie te concurreren. Die business is de afgelopen decennia enorm geoptimaliseerd en opgeschaald. Hoe groter de fabriek, hoe meer de kosten dalen per kilogram.’ Het voordeel is dat er met deze technologie heel nauwkeurig een specifiek molecuul kan worden gemaakt, maar er moet wel een businesscase bij kunnen worden gevonden. ‘We hopen deze specifieke moleculen te kunnen matchen met de behoefte van een of meer leden van de
‘De toename van schaliegas in de VS biedt kansen, want daaruit kunnen geen aromaten worden gehaald.’
Biorizon Community, waarvan inmiddels ruim honderd bedrijven deel uitmaken.’ Bij de vierde route worden suikers en lignine uit biomassa direct omgezet in grondstoffen. Deze methode is het minst uitontwikkeld en het is nog moeilijk te zeggen wanneer ze echt kan worden gebruikt. De verwachting van Groen en de doelstelling van Biorizon is om tussen 2020 en 2025 op commerciële schaal bio-aromaten te produceren via een of meer van de vier routes. Op dit moment worden de technologieën, die zich nu in de labof pilotfase bevinden, ontwikkeld. Miljoenensubsidie In Nederland wordt er hard gewerkt om bio-aromaten te ontwikkelen. De Green Chemistry Campus, Chemelot Institute for Science & Technology, TNO, Avantium, WUR/FBR en nog zes andere partijen hebben onlangs 01 | 16
PET03 BE bio-aromaten.indd 45
➔ 7
01-03-16 16:04
KENNIS DIRECT TOEPASBAAR MAKEN PAO Techniek en Management wil met postacademische opleidingen en cursussen bijdragen aan de ontwikkeling van de deelnemers tot voorlopers in techniek en management. Onze één- tot meerdaagse cursussen kunnen wij ook incompany verzorgen. Enkele voorbeelden van cursussen in het vakgebied Procestechniek die u dit jaar bij ons kunt volgen: Polymeerchemie en -technologie Volg het gehele traject of kies uw modules Chemical engineering Volg het gehele traject of kies uw modules
Op welk gebied wilt ú voorloper zijn? ZOEK UW CURSUS OP WWW.PAOTM.NL!
Explosieveiligheid Beheersen van gas-, damp- en stofexplosierisico’s Fluidization technology Theorie en praktijk van gefluïdiseerde bedden in industriële processen INSCHRIJVEN? Schrijf u in voor een cursus op www.paotm.nl Vragen? 015 278 46 18 of info@paotm.nl
PAOTM advertentie PetroChem maart 2016.indd 1
25-2-2016 11:23:45
ROTTERDAM 16 JUNI 2016
THEMA:
CLUSTER 2.0 www.deltavisie2016.nl
PET03 advertenties.indd 46
01-03-16 16:20
een project met een omvang van 11,3 miljoen euro gestart om in Zuid-Nederland het onderzoek rondom bio-aromaten te organiseren, af te stemmen en op te schalen. Ook Biorizon waar Groen aan meewerkt, maakt deel uit van het project. In het project, SCeLiO-4B (Suikers, Cellulose en Lignine Opschaling naar BioBased Building Blocks) genoemd, gaan de partners samenwerken aan het inventariseren, ontwikkelen, testen en opschalen van innovatieve processen en (bij)producten op het gebied van bio-aromaten. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar het hart van het proces, de chemische reactie, maar ook naar het scheidingsproces om procestechnologie te realiseren die biobased ingrediënten met de juiste productspecificaties kan leveren. Biorizon doet onderzoek naar de lignine-route en onderzoekt hoe er uit suikermoleculen furanen kunnen worden gemaakt. Groen: ‘Binnen Biorizon werken we als TNO volgens het principe van open innovatie met
‘De natuur heeft lignine gemaakt om bomen en planten te beschermen tegen allerlei invloeden. Het is daardoor nogal moeilijk spul om te verwerken’
meerdere partijen samen: met co-initiatoren VITO en de Green Chemistry Campus, met de industrie en met kennisinstellingen. Het is vaak een effectieve manier om krachten te bundelen, de expertise bij elkaar te krijgen en om faciliteiten te delen. Die onderzoeksfaciliteiten heb je zelf maar een klein deel van de tijd nodig, dus op deze manier kan je slim omgaan met de middelen. We zien ook als trend dat steeds meer innovaties multidisciplinair zijn, dus om bio-aromaten te maken, heb je allemaal verschillende kennis en kunde nodig. Dat wordt in een programma op een effectieve manier bij elkaar gebracht.’
01 | 16
PET03 BE bio-aromaten.indd 47
▲
9
01-03-16 16:04
Niet al groen dat er blinkt Chemicaliën gemaakt van groene grondstoffen: iedereen tekent ervoor. Toch blijven we, wat kleine projecten daargelaten, fossiel door hobbelen. Twee experts leggen uit hoe dat komt én wat ervoor nodig is om die impasse te doorbreken.
Inge Janse
De trouwe lezer van Petrochem weet als geen ander dat er in Nederland volop wordt geëxperimenteerd met biobased grondstoffen in de chemie. AkzoNobel is serieus geïnteresseerd in suikerbieten, BASF mengt groene grondstoffen in zijn krakers, Neste maakt biobrandstoffen uit afval, BioBTX maakt van afvalsnippers chemische bouwstenen, en ga zo maar door. Toch is het gros van de chemische industrie nog zo fossiel als het maar kan. Trek een gemiddelde kraker in Nederland open en de vaten olie spuiten je tegemoet. Blijkbaar kan er dus veel, maar gebeurt er nog weinig. Twee experts en twee bedrijven vertellen daarom wat er volgens hen moet gebeuren voor een échte groene revolutie in de chemie.
10
01 | 16
PET03 BD kansen.indd 48
Meer winst Dow, AkzoNobel, Teijin: met ruim veertig jaar ervaring bij deze bedrijven kent chemisch ingenieur en ex-topman Ton Runneboom de chemische industrie van binnen en van buiten. Van 2009 tot 2015 was hij bovendien voorzitter van het BioRenewables Business Platform, dat in Nederland de biobased economie stimuleert namens het Ministerie van Economische Zaken. Theoretisch is Runneboom positief over wat er in Nederland mogelijk is voor de biobased chemie. ‘De chemische industrie kan 90 à 95 procent van haar producten maken van biobased grondstoffen. Vaak kan dat zelfs in de bestaande installaties.’ Volgens hem kan dit in Nederland via twee pilaren. ‘Ten eerste zijn er de suikers. In een studie uit 2014 stelde Deloitte vast dat Noordwest-Europa tegen een competitieve prijs deze grondstof kan produceren. Dat is voor de chemie heel uitzonderlijk, want normaal moesten wij onze grondstoffen altijd van ver weg halen. De hele fermentatiesector van suikerbieten kan dus naar Europa komen.’ Daarnaast zijn bestaande nafta-krakers in Noordwest-Europa prima geschikt te maken voor bionafta en biodiesel, iets wat BASF en Sabic al hebben gedaan. De extra kosten die hierbij komen kijken, zijn volgens Runneboom niet onoverkomelijk. ‘Een deel van de markt wil heus wel premiums betalen voor groene plastics en andere produc-
01-03-16 16:03
ten. Dat is meer dan voldoende voor alle extra kosten die je maakt.’ Maatschappelijk debat Klinkt goed dus, die biobased chemie. Toch is de sector nog niet massaal aan het vergroenen. Runneboom begrijpt waarom. ‘Stel, ik ben de baas van een groot chemiebedrijf en ik kan geld verdienen door biodiesel te kraken. Dan zou ik daar toch heel voorzichtig mee zijn. In de perceptie in de maatschappij is plantaardige olie altijd gekoppeld aan palmolie, en dus aan het kappen van oerwoud. Als bedrijf wil je niet in dat debat terechtkomen.’ Runneboom vindt dat doodzonde. Volgens hem is dat sentiment namelijk misplaatst. ‘Dit idee ontstond rond 2008, toen men ervan uitging dat biobrandstoffen noodzakelijk waren om de CO2-doelstellingen te behalen. Maar om alle fossiele energie te vervangen door biomassa, had je drie keer zoveel landbouwgrond nodig. De keuze was daarom tussen eten of autorijden.’ Het maatschappelijk debat heeft dus een omslag nodig. ‘Er moet consensus komen in Nederland dat biobased grondstoffen voor de chemie passen in een adequaat voedselbeleid. Dat kan via de overheid en andere mensen met visie die dit debat voeren.’ Hij begrijpt niettemin dat de politiek niet direct warm loopt voor dit complexe onderwerp. ‘De meeste partijen zetten zich in voor wind en zon, want die discussie is veel eenvoudiger te voeren.’ Toch blijft Runneboom positief over de kansen van de biobased chemie, ook al zal het met horten en stoten gebeuren. ‘Een CO2-vrij Nederland in 2030? Dat is technisch prima mogelijk, alleen niet met een democratisch beslissingsproces. We zijn nu eenmaal geen China dat gewoon kan besluiten dat iets er komt. Ik denk wél dat het lukt in 2050.’ Want dát de biobased chemie en economie er komen, dat staat vast. ‘Nog nooit eerder in de geschiedenis hadden we wereldwijd consensus over een doel, namelijk duurzaamheid. Daar willen we allemaal naartoe en daar passen fossiele grondstoffen gewoon niet in. Daarom ben ik enorm optimistisch.’ Toverwoord Ook volgens Johan Sanders, emeritus hoogleraar biobased chemie aan de Wageningen Universiteit, worden we gehinderd door ons verleden. Hij focust zich vooral op
hoe bedrijven denkfouten maken. ‘We blijven dezelfde chemie van de afgelopen vijftig jaar uitvoeren. Dan sla je de plank echt enorm mis.’ Door die blik op het verleden staat de Nederlandse biobased chemie er volgens Sanders slecht voor.
‘Stel dat een suikerbiet geen suiker maakt, maar tereftaalzuur. Maak van planten kleine chemiefabrieken.’ Gelukkig is het nog niet te laat, benadrukt de hoogleraar. Ten eerste ziet hij, net als Runneboom, kansen voor biomassa zoals suiker. Het toverwoord is daarbij dat je plantaardige stoffen moet zoeken die dezelfde energie-inhoud hebben als je beoogde chemicaliën, zoals azijnzuur en tereftaalzuur uit suiker. Doe je dat, dan kun je volgens Sanders met relatief lage kapitaalskosten werken. Hierdoor blijft er meer geld over voor grondstoffen en arbeid, zodat het proces competitief is geprijsd met petrochemische routes. Niet giftig De tweede kans vormen veevoeders. Sanders rekent soepel voor: Nederland beschikt jaarlijks over 35 miljoen ton veevoeder, zowel voor zichzelf als voor doorvoer. Zit het mee, dan kun je daar zeven miljoen ton biomassa aan onttrekken - en zo flink bijdragen aan bijvoorbeeld de twaalf miljoen ton chemicaliën die de Rotterdamse industrie maakt. De voordelen zijn volgens hem legio. ‘Geen extra hectare nodig voor het verbouwen van 01 | 16
PET03 BD kansen.indd 49
➔ 11
01-03-16 16:03
[Sch
rijf
2016 u nu
in]
Het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain platform Datum: 17 maart 2016 | Locatie: AHOY Rotterdam
THEMA: IN THE LEAD De Nederlandse industrie heeft alles in zich om koploper te zijn en te blijven. Maar dat komt niet vanzelf. Tijdens iMaintain 2016, het jaarcongres van de NVDO en het iMaintain platform, kijken we hoe de Nederlandse maintenancesector bijdraagt om ‘in the lead’ te blijven. Welke factoren maken het verschil in food en farma, infra, fleet, procesindustrie en de gebouwde omgeving?
www.nvdo.nl
DOELGROEP
Beslissers en verschilmakers van: • Onderhoudsintensieve bedrijven en organisaties • Aanbieders van onderhoudsdiensten • Leveranciers van technologie en onderdelen op het gebied van onderhoud • Overheden en kennisinstituten
PROGRAMMA 11.00 11.10
Opening door Hans Peters en Mark Oosterveer Keynote: In the lead door asset management Marco Waas, directeur RD&I en technologie van AkzoNobel
12.00 13.15
Pauze en netwerklunch Jouw Onderhoud, Mijn Onderhoud Videoverslag + interactieve discussie Maurice Zuidgeest (Janssen Biologics) Ivo van der Gaag (ETT.VTTI) In the lead met contractpartnership Ron Wever (Schiphol) Pitches door de Maintenance Manager of the Year kandidaten
13.45 14.10
14.45 Korte break 15.15 Paneldiscussie: Hoe blijf je in the lead? technisch specialisten van diverse opdrachtgevers o.a. Hilco van de Bogaart (Waterschap Rivierenland), Koos Gouw (BP), Frits Neuteboom (NedTrain), Yvette Verhoeven-de Weerd (TU Eindhoven) 15.40 Paneldiscussie: Hoe houd je de klant in the lead? Met oa. Ruud Schenk (Cofely), Mark Haarman (Mainnovation), Ewout Noordermeer (Ultimo) 16.05 Slotlezing: ‘In the lead met een optimale beleving’ Mark Jansen, hoofd engineering bij de Efteling 17.00 Afsluiting en Netwerkborrel 18.30 Avondprogramma met de verkiezing van de MAINTENANCE MANAGER OF THE YEAR
www.imaintain.info/congres
ONDERTUSSEN IN HET BEDRIJFSLEVEN Terwijl de experts discussiëren, experimenteren chemiebedrijven van groot tot klein volop met groene chemie. Neem DSM, dat zich anno 2016 grofweg richt op de productie van drie categorieën biobased producten: chemicaliën (biobarnsteenzuur, Italië), grondstoffen (bio-ethanol, VS) en materialen (biobased kunststof, onder meer Nederland). Hoe komt het dat zoveel biobased productie buiten Nederland plaatsvindt, terwijl de technologie ervan wel hier vandaan komt? ‘In Amerika heeft de overheid gezegd: bio-ethanol is duurzaam, dus dat moet worden bijgemengd in benzine’, legt directeur Global Public Affairs Ward Mosmuller uit. ‘De afname is dus gegarandeerd, waardoor je een business case hebt.’ Wat ook helpt, is het zogeheten ‘bio preferred program’ van de Amerikaanse overheid. ‘Zij zegt: als er een biobased product is, dan zullen we dat inkopen. Dat zorgt voor een fantastische stimulans om op grote schaal biobased producten te maken.’
Houd aandacht! Dus, wat moet er gebeuren in Nederland? Verplicht bijmengen van bio-ethanol zou al heel wat zijn, een duurzaam inkoopbeleid door de overheid ook. En dan is er nog de strijd tussen toepassingen van biomassa. Daar wordt zowel energie als chemie van gemaakt, maar alleen de bio-energie wordt gesubsidieerd, zodat deze grondstof voor de chemie extra duur wordt. Waar volgens Mosmuller wel aandacht voor moet blijven, is dat biobased economie een integraal onderdeel is van de circulaire economie. ‘De focus ligt momenteel heel sterk op de circulair denken. De biobased keten is heel belangrijk om dat te laten slagen.’ Hij pleit er daarom sterk voor dat de Europese Commissie haar investeringsbeleid in biobased fabrieken voortzet.
grondstoffen, geen kosten voor transport, dieren krijgen een beter dieet, het mestprobleem wordt kleiner, en we worden minder afhankelijk van het buitenland voor grondstoffen.’ Het derde voorstel, planten genetisch modificeren zodat ze direct waardevolle chemicaliën maken, durft Sanders ‘amper te zeggen’. Toch wil hij de optie niet onvermeld laten. ‘Stel dat een suikerbiet geen suiker maakt, maar tereftaalzuur. Maak van planten kleine chemiefabrieken.’ Natuurlijk is het daarna nog wel de kunst om de stoffen eruit te halen en zuiver te krijgen. ‘Maar denk je slim na, dan bouw de planten zo om dat ze alleen stoffen maken die niet giftig zijn en die je makkelijk kunt winnen.’ Schijnheilig Om dat alles te realiseren, vindt Sanders dat de overheid de regie moet nemen. ‘Zij is momenteel heel erg dom bezig door de industrie hier te houden via goedkoop aardgas. Die bron droogt een keer op.’ Hij pleit er daar-
BioBTX Ook het vijfkoppige team achter BioBTX (in 2014 winnaar van de Northern Enlightenment of the Year) timmert hard aan de weg met zijn biobased technologie voor de productie van aromaten uit biomassa. ‘We richten ons nu vooral op polyesters’, vertelt Chief Technology Officer Niels Schenk. ‘De verpakkingsindustrie wil graag vergroenen. En wij kunnen honderd procent biobased PET-materiaal maken.’ BioBTX maakt gebruik van katalytische pyrolyse, een proces waarmee onder meer houtachtige stoffen en ruwe glycerine omgezet kunnen worden in benzeen, tolueen en xyleen. ‘Het is een heel erg kostenefficiënte manier, want we werken met een eenstapsproces. Bovendien is onze technologie heel flexibel qua input.’
Open voor alle partijen Om de volgende grote stap te zetten, wil BioBTX heel graag een grote demonstratiefabriek van drie miljoen euro plaatsen. Dat klinkt makkelijker dan dat het is. ‘De huidige olieprijs maakt investeringsbeslissingen in de biobased chemie moeilijk.’ De CTO hoopt er daarom op dat de Nederlandse overheid zich actief inzet om de chemie biobased te laten gaan. ‘Dan hebben we minder last van de lage olieprijs. In de VS wordt al heel lang actief gebouwd aan een biobased economie. Hier is het vooral gericht op biofuels.’ Waar Schenk in ieder geval hoopvol over is, is het aangaan van samenwerkingsverbanden met strategische partners, zoals up- en downstream of partijen in technologie, engineering en reactoren. ‘We werken al samen met PET-fabrikant Cumapol in Emmen. BioBTX staat open voor alle partijen in de keten die op zoek zijn naar technologie om hun bestaande plastics te vergroenen.’
om voor dat de overheid via een innovatiefonds bedrijven hulp biedt om de juiste richting in te slaan. De industrie kan vervolgens voor relatief weinig geld nieuwe fabrieken bouwen, bijvoorbeeld in Rotterdam voor suikers. ‘Het is een prachtige grondstof, er is veel van, de prijs is constant en je kunt snel met de bouw beginnen.’ Voor vijftig à honderd miljoen euro kun je een fabriek bouwen die vijftig duizend ton per jaar competitief geprijsde chemicaliën maakt die direct passen op de bestaande infrastructuur. Als laatste: is suikerbieten gebruiken voor de chemie niet vragen om honger in andere werelddelen? Sanders is het daar apert mee oneens. ‘Honger ontstaat door heel andere, politieke principes. Het is juist schijnheilig dat je alleen mag werken met tweede-generatie grondstoffen, want daarmee vertraag je de innovatie, ook in landen waar honger is. Dat speelt grootmachten in de kaart die zeggen dat we nog zestig jaar fossiele grondstoffen op moeten pompen.’ 01 | 16
PET03 BD kansen.indd 51
▲ 13
01-03-16 16:03
MARKET REVIEW ALGEMEEN
CHEMICALS
EXPLOSIEVEILIGE VERLICHTING & JUNCTION BOXES
INSPECTIE, TANKS DRUKAPPARATEN, VLOEREN
ABTECH ERIKS bv
Toermalijnstraat 5 1812 RL ALKMAAR Postbus 280 1800 BK ALKMAAR Tel: +31 (0)72 514 15 14 Fax: +31 (0)72 515 56 45 E-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl Aandrijftechniek Afdichtings- & Rubbertechniek Stromingstechniek Industriële kunststoffen Gereedschappen & Onderhoudsproducten
www.abtech.eu Chemicals, Lime, Recycling and Automotive De Noord Chemicals b.v. Ridderpoort 14 2984 BG RIDDERKERK Postbus 257 2980 AG RIDDERKERK Tel: +31 (0)180- 41 59 88 Fax: +31 (0)180- 41 71 70 E-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl
Westfrankelandsestraat 10c 3117 AR Schiedam Tel: + 31(0)10 473 50 50 Email: info@mlg-instruments.com Website: www.mlg-instruments.com Fabrikant van Magnetische Peiltoestellen, Peilglastoestellen, Kijktoestellen, Schakelaars, Transmitters (4-20 mA), RVS Vlotters & Titanium vlotters tbv stoomketels & drukvaten
Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172 - 49 10 76 Fax: +31 (0)172 - 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl
Kiwa Nederland B.V.
Sir Winston Churchilllaan 273 2288 EA RIJSWIJK Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK Tel: +31 (0)70 414 44 00 Fax: +31 (0)70 414 44 20 E-mail: inspectie@kiwa.nl Website: www.kiwa.nl
KUNSTSTOFROOSTERS EN CONSTRUCTIES (GVK)
DEMONTAGE
DDM Demontage B.V.
MLG Instruments
Abtech
Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30- 666 97 80 Fax: +31 (0)30- 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu
Victor Lighting
Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172- 49 10 76 Fax: +31 (0)172- 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl
INDUSTRIE ISOLATIE
ENERGIETECHNIEK Advies, specificaties, cursus, inspecties en audits volgens Internationale CINI Standaard Engineering , supply of energy processes, biomass, steam, thermal oil, hot water, incinerators
AB Heatec Engineering BV
for industry, marine & offshore worldwide PO Box 160 NL – 7480 AD Haaksbergen The Netherlands Tel: +31 (0) 653231730 Fax: +31 (0) 842299814 E-mail : info@abheatec.com Website: www.abheatec.com E-mail: info@konuskessel.com Website: www.konuskessel.com
NCTI
Hofweg 1, 3208 LE Spijkenisse Tel: +31 181 698030 Email: info@ncti.nl Website: www.ncti.eu
FlexxCon B.V.
Correspondentieadres Postbus 1761 3800 BT Amersfoort Magazijn/werkplaats Parallelweg 74 7161 AG Neede Tel: 033 4556696 Fax: 033 4553295 E-mail: info@flexxcon.com Website: www.flexxcon.com
MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)
MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
PETROCHEM 3 - 2016 52
64
PETROCHEM 3 – 2016
PET03 advertenties.indd 52 64 PET12_MartketReview.indd
01-03-16 09:30 16:20 26-02-16
PET12_M
2-16 09:30
MARKET REVIEW MEETDIENSTEN IN HOOGSPANNINGSTECHNIEK
PROCESS SIMULATION
Protomation bv Foutlocalisatie- en kwaliteitsmetingen aan kabelverbindingen, transformatoren en schakelaars. Power Quality metingen en thermografie. Kabelmontage (moffen en eindsluitingen 25 – 170KV gecertificeerd) en kabelreparatie.
Joulz Energy Solutions B.V.
In Control by Simulation Operator Training Simulators Arendstraat 4 6135 KT SITTARD Tel: +31 (0)46 458 47 48 Fax: +31 (0)46 458 63 83 E-Mail: info@protomation.com Website: www.protomation.com
SECUNDARY STEEL SUPPLIER
STUDBOLTS
BC Basco MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING
Vierschaarstraat 7A 9160 LOKEREN Tel: +32 9 348 21 35 Gsm: +32 472 73 10 56 E-mail: sales@basco.be Website: www.bc-basco.com Contactpersoon : Toyah Timmermans
Zalmstraat 7a, 3016 DS Rotterdam Postbus 19230, 3001 BE Rotterdam Tel.: +31 (088) 895 88 88 E-mail: meetdienst@joulz.nl Website: www.joulz.nl/diensten/ meetdiensten
PIPE SUPPORTS
Secundary Steel Structures, Platforms, Skids, Staircases. Welding According EN1090-2 Exec. 3 and EN - ISO 3834-2
Python BV
Nijverheidsweg 20 7921JJ Zuidwolde (Dr.) Tel: +31 (0)528 -37 10 45 Fax: +31 (0)528-37 13 96 Mail: info@python.nl Websites: www.python.nl
Dutramex BV
Ambachtstraat 1a 4143 HB LEERDAM Tel: +31 (0)345- 61 40 11 Fax: +31 (0)345- 61 95 25 E-mail: info@dutramex.com Website: www.dutramex.com
WARMTEBEHANDELING
Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings
Delta Heat Services B.V.
Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187- 49 69 40 Fax: +31 (0)187- 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl
Bea Nederland B.V.
Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB Oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB Oud Beijerland Tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 E-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com
Smit Gloeidienst B.V.
Havenlaan 16 5433 NL KATWIJK (N. Br.) Tel: +31 (0)485 31 65 66 Fax: +31 (0)485 31 87 32 E-mail: info@smit-industrial.com Website: www.smit-industrial.com
PROCESS CONTROL
MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000. Uw abonnement wordt stilzwijgend verlengd tot wederopzegging en dient twee maanden van tevoren opgezegd te worden. PETROCHEM 3 - 2016 53 PETROCHEM 3 2016
PET12_MartketReview.indd PET03 advertenties.indd 53 65
65
26-02-16 16:20 09:30 01-03-16
COLUMN
De toekomst is aan die fusiereactor die veilig op 150 miljoen kilometer van ons staat, een kernreactor zonder werkingskosten, zonder scheurtjes of nucleair afval en die bovendien zeer betrouwbaar is.
Business as usual? De wereld is bepaald geen stabiele plek dezer dagen, chaos lijkt geen overdreven woord. Behalve oplopende internationale spanningen, oorlog en terreur, zijn ook de energieproblematiek en het klimaatbeleid allesbehalve een toonbeeld van rust en doelmatigheid. Zowat alle zekerheden werden de afgelopen jaren onderuit gehaald. Daar waar jarenlang de algemene consensus was dat energie steeds duurder zou worden, moeten we vandaag precies het omgekeerde vaststellen. De olieprijs is spectaculair gedaald tot op het niveau van tien jaar geleden. Het zou best kunnen dat dit nog een hele tijd blijft duren. Saudi-Arabië kan dit nog heel lang volhouden en dat is duidelijk de bedoeling. Zo wordt technische alternatieven, zoals schaliegas, schalie-olie en hernieuwbare energie, de wind uit de zeilen genomen en wordt politieke rivalen het leven zuur gemaakt. Het alternatief kernenergie werd jarenlang gepromoot als een veilige, stabiele en betrouwbare bron van energie. Fukushima en de scheurtjesreactoren laten van dat imago geen spaander heel. En gezien de dalende elektriciteitsprijzen klopt het economisch gezien al helemaal niet meer voor kernenergie. Kernfusie blijft de eeuwige natte droom van technologen die in de praktijk nog steeds nergens staan. De toekomst is aan die fusiereactor die veilig op 150 miljoen kilometer van ons staat, een kernreactor zonder werkingskosten, zonder scheurtjes of nucleair afval en die bovendien zeer betrouwbaar is. Helemaal voor niets komt elke dag de zon weer op. Complexer De groei van hernieuwbare energie wordt door de dalende energieprijzen vertraagd, maar valt niet meer te stoppen. Hernieuwbare energie heeft haar eigen momentum gecreëerd. Die spectaculaire groei heeft ervoor gezorgd dat de elektriciteitsprijzen zijn beginnen dalen en dat zet heel de elektriciteitssector op zijn kop. Deze sector had vroeger maar een beperkt aantal spelers, zodat er al eens iets “geregeld” kon worden. De spelers waren dan ook zeer stabiele winstmachines, de elektriciteits producenten waren het archetype van de “goede huisvader” aandelen. Vandaag zijn er echter veel meer spelers en kan bijna iedereen producent worden via de zonnepanelen op zijn dak. Alles wordt dus veel complexer en alles verandert, zowel op
technologisch als op organisatorisch vlak. Bij wijze van voorbeeld: vroeger werd iedereen gestimuleerd om ’s nachts stroom te verbruiken, nu moet je vooral overdag elektriciteit gebruiken als de zonnepanelen volop stroom leveren. Niet acuut Het klimaatbeleid komt politiek gezien nauwelijks vooruit, maar naar de achtergrond verdwijnen doet het dan ook weer niet, daarvoor is het te belangrijk. Dat (gebrek aan) klimaatbeleid is eigenlijk de ultieme test voor de politiek van de 21e eeuw. De klimaatproblematiek is een mondiaal probleem en het belang valt nauwelijks te overschatten. Men weet in grote lijnen wat er moet gebeuren om de catastrofe te vermijden met relatief weinig inspanningen, zo complex is het probleem nu ook weer niet. Het moeilijke is echter dat het probleem niet acuut is. Het is zoals het spreekwoordelijke doodkoken van de kikker. En precies bij dat soort sluipende problemen zou de politiek haar rol moeten spelen, door ver vooruit te kijken en de nodige maatregelen te nemen. Maar het kluwen van belangen is enorm en de machteloosheid van de politiek is overduidelijk. De huidige chaos doet daaraan geen goed, de dames en heren politici zijn nu pas echt het noorden kwijt. En hoe hoger het beleidsniveau, hoe minimaler het klimaatbeleid. Steden en gemeenten kondigen met veel gedruis een klimaatbeleid af, iets dat zich doorgaans beperkt tot loze beloften. En op internationaal niveau, waar er echt een beleid met impact zou kunnen worden gevoerd, daar gebeurt er gewoon niets. Het Europees Emission Trading System werkt voor geen meter en het is nogal duidelijk wat er zou moeten veranderen om het wel te doen werken. Maar ik zie geen tekenen van beterschap, men gaat gewoon verder op de heilloze weg die men ingeslagen is. Business as usual, tegen beter weten in. Wim Soetaert Prof. Wim Soetaert is verbonden aan InBio.be, expertisecentrum voor industriële biotechnologie en biokatalyse van de Universiteit Gent.
PETROCHEM 3 - 2016 54
PET03 I column.indd 54
01-03-16 16:09
Serving the industry Professionaliteit en creatief denken, gecombineerd met kennis van zaken, zijn de kenmerken van RijnDijk Construction. Multidisciplinaire constructieprojecten worden volgens hoge (inter)nationale standaards en veiligheids- en kwaliteitseisen uitgevoerd. Dit maakt RijnDijk Construction tot een betrouwbare, full service partner. Project management, engineering, productie en montage worden in eigen beheer vanuit gespecialiseerde productielocaties uitgevoerd. RijnDijk Construction is een speler van formaat voor grootschalige projecten in de (petro)chemische industrie, zware industrie, energiemarkt en complexe utiliteitsbouw. RijnDijk Construction is een zelfstandige werkmaatschappij binnen de ‘Contracting divisie’ van Andus Group. De overige divisies zijn ‘Manufacturing’ en ‘Services & Maintenance’. Andus Group is een internationale onderneming met circa 1.100 medewerkers en 15 gespecialiseerde werkmaatschappijen wereldwijd actief in een breed, industrieel werkveld.
RijnDijk Construction BV | Beukenlaan 115, 5616 VC Eindhoven NL | T +31 (0)40 - 246 72 28 | E info@rijndijk.com
Kennismaken? Graag. Belt u even of kijk op www.rijndijk.com.
PET03 B Inhoud.indd 4 MagAd.indd 1 RD Construction Corporate
01-03-16 14:13 16:24 24-06-15
PET03 B Inhoud.indd 4
01-03-16 16:25
Uw uitnodiging
Alle grote spelers en innovaties op 1 locatie en 2 beursdagen
20 & 21 april 2016 | Antwerp Expo
Registreer u
voor uw gratis bezoek met code: 103 op www.easyfairs.com/mai-pumps2016 U vindt er uw oplossing op maat op vlak van: Industrieel onderhoud | Asset management | Productiebetrouwbaarheid | IndustriĂŤle pompen en kleppen | Procesapparatuur
V.U.: Easyfairs NV Jan Van Rijswijcklaan 191 | BE-2020 Antwerpen
Ontmoet op 2 dagen meer dan 300 technologieleveranciers en contractors die u helpen uw productieproces en onderhoudsbeleid te optimaliseren. Leer van gespecialiseerde sprekers tijdens masterclasses en praktijkgerichte how-to presentaties. Connecteer met uw community via inspirerende beursroutes, themazones, netwerkdrinks en awarduitreikingen.
Praktische info Woensdag 20 april 2016
10:00-19:00
(aansluitend netwerkdrink tot 21:00)
Donderdag 21 april 2016
10:00-18:00
Antwerp Expo Jan Van Rijswijcklaan 191 2020 Antwerpen | BelgiĂŤ
Registreer u
voor uw gratis bezoek met code: 103 op www.easyfairs.com/mai-pumps2016 Meer info online:
www.easyfairs.com/maintenance-be | www.easyfairs.com/pumps-valves-be MAIN MEDIA & CATALOGUE PARTNERS
STRUCTURAL MEDIA PARTNERS
MEDIA PARTNERS
KNOWLEDGE PARTNERS
Created and produced by
Gratis entree geopend van 10:30-18:00
WTC Rotterdam Powered by
Waarom is dit carrièreevenement interessant voor jou?
120
WIJ VIEREN ONZE
10e
TOPBEDRIJVEN UIT DE MARITIEME & OFFSHORE SECTOR
VERJAARDAG DUS WIJ
TRAKTEREN KOM NAAR DE
BEDRIJFSPRESENTATIES
VAN BEKENDE NAMEN UIT DE MARITIEME EN OFFSHORE SECTOR
TECHNISCH, NAUTISCH, LOGISTIEK, SCHEEPSBOUW, ZEEVAREND, ADMINISTRATIEF, COMMERCIEEL, DREDGING, JACHTBOUW EN HAVENS
JE KOMT IN CONTACT MET
HRMANAGERS
HANDS-ON, VAREN, PROJECTEN MANAGEN, ENGINEEREN, QHSE MANAGEMENT OF NADENKEN OVER EEN NIEUW ONTWERP?
EN
RECRUITERS
VOOR IEDEREEN IS ER WERK!
VAN BEDRIJVEN
SLUIT EEN SUCCESVOLLE DAG AF MET DE
BUSINESS BORREL VAN 17:00 TOT 18:00 UUR
www.MOCE.biz Powered by
KUN JE NIET WACHTEN MET HET VINDEN VAN EEN
NIEUWE BAAN? KIJK IN DE TUSSENTIJD OP
MARITIEMEVACATUREBANK.NL VOOR EEN BAAN BIJ DE BESTE WERKGEVERS!