R
Nr. 3 - 2018
www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 22,50
N
Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Petrochem Nr. 3 - 2018
‘Transparantie door sociale media is goed’ • Gasplatform in de mottenballen • Waterstofeconomie krijgt vorm op energie-eiland • Thema: Systeemveiligheid
Pet03 omslag los.indd 1
13:05 07-03-18 10:32
TE
• • •
W PET03 A Cover.indd 22 PET03 A Cover.indd 2 Pet03 omslag los.indd
07-03-18 13:05
IN DEZE EDITIE
10 ‘TRANSPARANTIE DOOR SOCIALE MEDIA IS GOED’ Er is een nieuw tijdperk aanstaande als het gaat om veiligheid in de industrie, stelt professor Genserik Reniers. Onder andere door sociale media is de nadruk in deze eeuw nog meer op transparantie komen te liggen. De maatschappelijke druk wordt daardoor steeds groter. En dat is goed, vindt Reniers. Hoog tijd voor de industrie om de bezorgde burger serieus, of nog serieuzer, te nemen. De veiligheidshoogleraar raadt de industrie aan onderling beter te communiceren en samen te werken.
38 THEMA: SYSTEEMVEILIGHEID De drie finalisten van de VeiligheidsCoalitie van het Jaar 2018 zijn bekend. Het zijn de RDM Training Plant, een samenwerking van Vopak, Verwater en Sam Safety en HSELife. Graag stellen we deze coalities aan u voor. Waar cybercriminelen zich een aantal jaren geleden vooral richtten op banken en overheidsinstellingen, zijn nu steeds vaker andere sectoren doelwit van hackers. Zo ook de procesindustrie, waar werkprocessen onderhevig zijn aan grote digitale veranderingen. Toch kunnen we ons hier volgens Erik Remmelzwaal van DearBytes goed op voorbereiden.
14 HOE JE EEN GASPLATFORM IN DE MOTTENBALLEN ZET De komende decennia zullen veel offshore-platforms in de Noordzee uitgeproduceerd raken. Dat begint nu al. Field operations coördinator Cees Visser van olie- en gasbedrijf Total E&P moest het afgelopen jaar ervoor zorgen dat het platform L7 werd verlaten. Maar voor helemaal afbreken, is het nog te vroeg.
28 WATERSTOFECONOMIE KRIJGT VORM OP ENERGIE-EILAND Goeree-Overflakkee is door de provincie Zuid-Holland aangemerkt als proeftuin voor duurzame innovaties in de energietransitie. De verwachting is dat het eiland in 2020 een overschot van twintig procent aan duurzaam opgewekte stroom heeft. Om dat overschot nuttig te gebruiken, wordt onderzocht hoe de energie kan worden ingezet bij verschillende waterstofprojecten.
EN VERDER Commentaar 5 Feiten en cijfers • Odfjell Terminals Rotterdam breidt steigercapaciteit uit • Sabic blaast harsfabriek Bergen op Zoom nieuw leven in • TNO zoekt samenwerkings partners voor proeffabriek 7 Plant One 18 Projecten 20 Producten 27 Innovatie 32 Onbevangen • Chris Aldewereld 37 Agenda 47 Column • Henk Leegwater 50
PETROCHEM 3 - 2018 3
PET03 B Ihoud.indd 3
06-03-18 16:55
Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Nummer 03 - 2018 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Gedempt Hamerkanaal 155, 1021 KP Amsterdam E-mail: redactie@industrielinqs.nl, website: www.petrochem.nl HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 3122 081 EINDREDACTIE: Miriam Rook 020 3122 086 Liesbeth Schipper 020 3122 083 REDACTIE: Dagmar Aarts 020 3122 084 Laura van der Linde 020 3122 083 Lotte Burger 020 3122 084 VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, David van Baarle, Katrien Bogaerts, Jan Van Doorslaer, Jacqueline van Gool, Evi Husson, Inge Janse, Henk Leegwater, Wim Soetaert LAY-OUT: Bureau OMA bv, Wehl OMSLAGFOTO: Wim Raaijen ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, Arthur Middendorp t: 070 399 0000 - arthur@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 3122 088 COMMERCIEEL MANAGER: Janet Robben 020 3122 085 DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW) Petrochem verschijnt 11x per jaar. Nederland/België € 178,50 per jaar Introductieabonnement NL/B met 25% korting € 133,50 per jaar Overig buitenland € 208,Losse verkoopprijs € 22,50 Studentenabonnement € 41,Proefabonnement 3 mnd € 29,50 OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel: +31(0)251 25 79 24 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. ISSN: 1380-6386 Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Papier binnenwerk:
Papier omslag:
PAPER & BOARD MADE OF
www.hi-force.com
PET03 Advertenties.indd 4
AGRI-WASTE WWW.PAPERWISE.EU
06-03-18 16:50
COMMENTAAR
‘Je hebt elkaar wederzijds beïnvloed en komt elkaar meer dan een decennia later voor het eerst tegen, zonder het in eerste instantie op te merken.’
Wederzijdse beïnvloeding Geestig is het toch zeker. Onlangs heb ik het boek Proactieve Coalities er maar eens bij gepakt, dat Henk Leegwater en ik in 2006 schreven. Over vruchtbare samenwerkingsvormen in de industrie en met name de chemie in Vlaanderen en Nederland. Voor ons congres Watervisie hebben we het aangedurfd om het thema Proactieve Coalities te kiezen. Als moderator is het altijd goed om je inhoudelijk voor te bereiden. Al is het met je eigen boek. En ik moet zeggen dat het me allemaal niet meer honderd procent bijstond. Het is haast verwarrend om je eigen pennenvruchten met enige afstand, die de tijd toch schept, te consumeren. Het veroorzaakt sowieso een stroom aan gedachten. ‘Heb ik dat geschreven?’…‘Zo, die durft!’ Afgewisseld met gepaste trots. ‘Duidelijk voor de muziek uit, nu pas komen een paar concepten tot ontwikkeling.’ En, ‘Jee, het klopt nog steeds.’ Toen ik een van de hoofdstukken doornam, stuitte ik op de naam Genserik Reniers. Nou ja! Ik had de veiligheidshoogleraar die ik onlangs voor het eerst heb ontmoet, toen al geciteerd in ons boek. En wel uit zijn promotieonderzoek van 2006. Voorzienigheid Genserik Reniers trapte eind januari onze collegereeks Plant Management Next af. En ik moest natuurlijk bij dit heuglijke en historische feit zijn. Ik heb dan ook 3,5 uur lang geboeid naar Reniers geluisterd. Zonder dat het maar even in me opkwam dat ik zijn ideeën al veel eerder had ‘ontmoet’ en zelfs geciteerd. Reniers en ik besloten na het college dat er een interview moest komen in Petrochem. We maakten een afspraak voor een paar weken later. En precies in die tussentijd nam ik ons boek van 2006 ter hand en stuitte dus op zijn naam. Geestig toch? Toen ik hem dat tijdens het interview bij de TU Delft vertelde, keek hij me eerst met een schuin oog aan. ‘Maar dan ben jij dus de schrijver van dat boek waarnaar ik ook meerdere malen heb verwezen.’ Hij haalde een boek uit zijn kast, maar kon nog niet direct een verwijzing vinden. Maar die zijn er echt, verzekerde hij.
Bijzonder is het! Je kent een deel van elkaars gedachtengoed zonder dat je elkaar ooit hebt gezien of gesproken. Sterker nog, je hebt elkaar wederzijds beïnvloed en komt elkaar meer dan een decennia later voor het eerst tegen, zonder het in eerste instantie op te merken. Je gaat bijna in de voorzienigheid geloven, want de ideeën van toen lijken nu daadwerkelijk wortel te schieten. Op het gebied van samenwerking, op het gebied van veiligheid en proactieve vormen van risicocommunicatie. En ook proactieve coalities om innovatie in industriële ketens aan te zwengelen. Op naar een nog veel veiligere en carbon positieve industrie. Maatschappelijke druk Juist in het huidige tijdsgewricht krijgen ideeën van toen reële vormen. Misschien gedwongen door de maatschappelijke zucht naar transparantie, zeker als het gaat om veiligheid. Reniers in deze editie: ‘Hoe veiliger alles is, des te groter de behoefte aan nog meer veiligheid. Dat lijkt misschien een paradox, maar ik vind het evident. Zeker in een tijd waar transparantie veel belangrijker aan het worden is en veel meer informatie beschikbaar is.’ Maar ook op het gebied van verduurzaming en innovatie. Niet alleen doordat de maatschappelijke druk toeneemt, maar ook doordat de digitalisering ons nieuwe mogelijkheden biedt. Nieuwe oplossingen dienen zich aan, maar we moeten ze wel zien en we moeten bereid zijn om proactief samen te werken, om verder te komen. Mocht u ons boek Proactieve Coalities eens willen doorbladeren, dan kan dat inmiddels digitaal: https://issuu.com/industrielinqs-webmaster/docs/proactievecoalities-binder Verzin er graag wel nieuwe voorbeelden bij!
Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via Twitter : @wimraaijen
PETROCHEM 3 - 2018 5
PET03 C Commentaar.indd 5
06-03-18 16:56
fact
Radar niveaumeting voor elke applicatie OPTIWAVE series – technology driven by KROHNE
t
• Nieuwe 24 en 80 GHz radar niveautransmitters voor vloeistoffen en vaste stoffen
l
• Meer dan 28 jaar FMCW-radar technologie ervaring m3
• Lens-, druppel- en hoorn antennes met procesaansluitingen vanaf ¾”
Meer feiten: www.krohne.com/optiwave
Petrochem
geeft nog meer waarde voor uw geld Meer nieuws dan ooit • • • • • • •
Actuele berichtgeving over de chemische industrie Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten Multimediale bedrijfspresentaties Wekelijkse nieuwsbrief Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase
Petrochem-abonnees krijgen meer • De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • U kunt naar aanleiding van uw abonnement ook besluiten om bedrijfslid van het Petrochem platform te worden. Hierbij krijgt u onder andere voor twee personen toegang tot het jaarcongres Deltavisie. Meer weten? Kijk op www.petrochem.nl/bedrijfslidmaatschap
Ga direct naar petrochem.nl/abonneren en blijf iedereen voor PET03 Advertenties.indd1 6 PET_half_liggend.indd
06-03-18 13-12-17 16:50 12:46
FOTO: SABIC
FEITEN EN CIJFERS SABIC BLAAST HARSFABRIEK BERGEN OP ZOOM NIEUW LEVEN IN Sabic wil eind 2019 de productie van zijn PPE-harsfabriek in Bergen op Zoom opnieuw in productie nemen. Polyfenyleenether (PPE) is de basishars voor Noryl-harsen en -oligomeren. De fabriek werd eind 2014 gesloten. Uitbreiding van de productie is volgens Sabic nodig omdat de vraag naar deze producten flink is gegroeid. Het weer in gebruik nemen van de fabriek resulteert in ruim veertig procent meer capaciteit voor de productie van PPE. Ook de productie van Ultem-harsen moet worden uitgebreid. Sabic wil daarom een nieuwe fabriek bouwen in Singapore, waar het momenteel al compounding-faciliteiten heeft. Het bedrijf wacht nog wel op definitieve goedkeuring door de regering. Als die er komt, kan de geplande nieuwe productiefaciliteit naar verwachting in de eerste helft van 2021 in gebruik worden genomen. Daarmee zal de productiecapaciteit met vijftig procent toenemen. In de tussentijd gaat Sabic de productieprocessen bij Amerikaanse fabrieken in Selkirk (New York) en Mt. Vernon (Indiana) verbeteren zodat die eind 2018 meer Noryl- en Ultem-harsen kunnen produceren. In Bergen op Zoom heeft Sabic ook een fabriek voor de productie van Noryl-harsen. WASTE-TO-CHEMISTRY FABRIEK ROTTERDAM STAPJE VERDER Een consortium, bestaande uit Air Liquide, AkzoNobel Specialty Chemicals, Enerkem en het Havenbedrijf Rotterdam, gaat investeren in een geavanceerde waste-to-chemistry installatie in Rotterdam. Deze moet een duurzaam alternatief bieden voor afvalverbranding, door plastic en gemengd afval om te vormen tot nieuwe grondstoffen voor de industrie. Voor de detailengineering, het oprichten van een joint venture en het afronden van de vergunningprocedure is negen miljoen euro nodig. Het consortium streeft ernaar de finale investeringsbeslissing voor het project van naar schatting 200 miljoen later dit jaar te kunnen nemen. De installatie kan 360.000 ton afval verwerken tot 220.000 ton of 270 miljoen liter 'groene' methanol. Dit is meer dan de totale jaarlijkse hoeveelheid afval van 700.000 huishoudens en vermindert de CO2-uitstoot met ongeveer 300.000 ton. De installatie met de technologie van het Canadese Enerkem wordt in het Botlek-gebied van de Rotterdamse haven gerealiseerd. Het is de eerste van dit type in Europa. Niet-recyclebaar gemengd afval, waaronder plastic, wordt eerst verwerkt tot synthesegas en daarna tot schone methanol voor de chemische industrie en de transportsector. Methanol wordt nu nog meestal uit aardgas of kolen geproduceerd. De fabriek zal worden uitgerust met twee productielijnen. De installatie in Rotterdam profiteert van de hypermoderne infrastructuur van de Rotterdamse haven, en van de samenwerking met Air Liquide en AkzoNobel voor het leveren van de benodigde zuurstof en waterstof. AkzoNobel is ook afnemer van de ‘groene’ methanol. TEST NIEUWE GENERATIE BRANDSTOFCELLEN BIJ AKZONOBEL DELFZIJL Bij AkzoNobel in Delfzijl wordt een nieuwe generatie brandstofcellen getest. De pilot heeft een looptijd van drie jaar en een budget van ruim vier miljoen euro. In het project wordt een nieuwe generatie brandstofcellen getest die op flexibele wijze het openbare elektriciteitsnet kunnen ondersteunen. Zo kan worden bijgedragen aan een stabiele energievoorziening in het licht van de verwachte fluctuaties in vraag en aanbod van energie uit hernieuwbare bronnen. De brandstofcellen gebruiken groene waterstof en zetten deze om in elektriciteit en warmte zonder emissies. In Delfzijl testen AkzoNobel en Nedstack al meer dan tien jaar brandstofceltechnologie. AkzoNobel levert de waterstof via haar chloorproductiefaciliteit. Het consortium dat meewerkt aan de pilot bestaat uit Abengoa Innovación, INEA-Informatizacija Energetika Avtomatizacija, Johnson Matthey Fuel Cells Limited, Nedstack brandstofceltechnologie, Politecnico di Milano en Zentrum für Brennstoffzellen Technik.
De chemie roert zich in de Belgische discussie over de voorgenomen sluiting van alle kerncentrales in 2025. Essenscia roept op om twee Belgische kerncentrales tot 2035 open te houden. In een persbericht stelt de sectorfederatie: ‘De cijfers bevestigen opnieuw dat een gefaseerde kernuitstap meer leveringszekerheid biedt tegen lagere kosten en met minder uitstoot. Het is nu aan de beleidsmakers om klaarheid te scheppen, vooral over de financiering van de maatregelen in het Energiepact.’ De Europese Unie kan in 2030 tweemaal zoveel schone energie produceren als in 2015. En de inkomsten vallen fors hoger uit dan de kosten. Dat blijkt uit een studie van het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie in opdracht van de Europese Commissie. Europa kan met bestaande technologie het aandeel aan schone energiebronnen verdubbelen van bijna zeventien procent in 2015 naar 34 procent in 2030, stelt de IRENA-studie. Volgens het onderzoek zou dit een groei aan duurzame energie-investeringen van 368 miljard euro opleveren. Goed voor een jaarlijkse bijdrage aan de economische groei van 0,3 procent van het bbp. En het levert ook veel extra banen op in de EU. Bovendien spaart de verdubbeling tussen de 44 en 113 miljard euro per jaar uit tegen 2030, als ook rekening wordt gehouden met de besparingen aan energiekosten, milieuschade en gezondheidszorg. Covestro heeft haar omzet het afgelopen boekjaar met 18,8 procent zien toenemen tot 14,1 miljard euro. Op groepsniveau steeg de EBITDA (winst vóór belastingen, rente, afschrijvingen en buitengewone lasten) tot 3,4 miljoen euro, een stijging van 70,6 procent vergeleken met het vorige jaar. Het nettoresultaat verdubbelde van 795 miljoen naar 2,0 miljard euro. Voor 2018 verwacht Covestro een solide groei in de voornaamste klantensectoren zoals de auto-industrie, de meubelindustrie, de bouwsector en de elektro- en elektronicasector.
PETROCHEM 3 - 2018 7
PET03 D FeitenEnCijfers.indd 7
06-03-18 16:56
www.moxa.com
IIoT computers; Embedded communicatie Gateways en Front-end processing. De Moxa industriële IIoT computers zijn ontworpen voor de meest kritische toepassingen, waarbij betrouwbaarheid in een 24/7 productieomgeving centraal staat. In te zetten als IIoT Cloud communicatie Gateway, waarbij door de krachtige processoren Front-end computing mogelijk is. Preventief onderhoud, procesoptimalisatie, data-analyse ofwel IIoT. Onze kijk hierop, pragmatisch.
Uw data één van de belangrijkste assets? Wij begrijpen dat. Ons aanbod: een betrouwbaar en veilig platform. Ondersteuning van o.a.: Microsoft Azure (Certified), Wonderware Online Insight, Generic MQTT, HTTP, Sparplug en M2X cloud server.
www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl
18_adv_A4_Moxa_IIoTcomputers2.indd 1 PET03 Advertenties.indd 8
15-01-18 15:22 06-03-18 16:51
FOTO: ODFJELL
FEITEN & CIJFERS ODFJELL TERMINALS ROTTERDAM BREIDT STEIGERCAPACITEIT UIT Odfjell Terminals Rotterdam breidt de steigercapaciteit uit. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam. Odfjell verlengt en versterkt haar bestaande steiger om schepen van het formaat LR2 (Long Range) met een maximum van 160.000 DWT te kunnen ontvangen. Hierdoor is de terminal in staat bestaande en nieuwe klanten meer mogelijkheden te bieden om producten op een efficiënte wijze aan te voeren en op te slaan. Het Havenbedrijf Rotterdam verdiept de haven tot een diepte van circa vijftien meter om dit soort grote schepen toegang te geven tot de Derde Petroleumhaven waaraan Odfjell ligt. Odfjell en het Havenbedrijf Rotterdam investeren gezamenlijk in het aantrekken van additionele op- en overslag en het uitbreiden van de bestaande dienstverlening. Directeur Erik Kleine van Odfjell Terminals Rotterdam: ‘We spelen in op de wensen van onze klanten om steeds grotere schepen te kunnen afhandelen.’ Odfjell verwacht de vernieuwde steiger in het laatste kwartaal van 2018 in gebruik te kunnen nemen.
Rubia 100% Natural Colours vestigt zich op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom. Het bedrijf produceert natuurlijke kleurstoffen voor de tapijt-, textiel-, en kledingindustrie en heeft een gepatenteerde technologie ontwikkeld om kleuren uit planten te halen. Op de Campus wil Rubia samen met het Kleuren Applicatie Centrum (KLAC) van Avans Hogeschool en ROC West-Brabant nieuwe, innovatieve technieken ontwikkelen.
TNO ZOEKT SAMENWERKINGSPARTNERS VOOR PROEFFABRIEK TNO kijkt samen met afvalbedrijven en de chemische industrie hoe organische afvalstromen kunnen worden gebruikt als bouwstenen voor de chemische industrie. Op dit moment worden deze afvalstromen gecomposteerd, vergist of verbrand. Ze kunnen echter ook worden omgezet in bouwstenen voor bio-aromaten: een specifieke groep chemische verbindingen die weer kunnen worden verwerkt in bijvoorbeeld plastics, smeermiddelen, coatings en verpakkingen. Afvalstromen als mest, gft, zeefgoed en luiervulling kunnen geschikt zijn voor het maken van deze chemische bouwstenen. Met het inzetten van dit soort organische reststromen in de chemische industrie kan uiteindelijk de CO2-uitstoot met 50 tot 75 procent worden verminderd.
Voormalig PvdA-partijleider Diederik Samson is aangesteld als een van de voorzitters van het nieuwe Klimaatakkoord. Hij gaat over het terugdringen van de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. Voor de industrie zal Manon Janssen, boegbeeld van topsector Energie, de scepter zwaaien. Voor het nieuwe Klimaatakkoord is in februari het startschot gegeven. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen vijf sectoren: industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving, elektriciteit en landbouw & landgebruik. Het is de bedoeling dat de sectortafels in de zomer van dit jaar afspraken hebben gemaakt over de hoofdlijnen om de CO2-uitstoot met
Op dit moment werkt TNO aan het opzetten van een proeffabriek waarin organische afvalstromen worden omgezet in bouwstenen voor bio-aromaten. ‘Daarvoor zijn we op zoek naar partijen die afval kunnen leveren en naar chemische bedrijven die gebruik willen maken van de door ons geproduceerde bouwstenen’, vertelt TNO’er Monique Wekking. ‘Door samen te werken, kan namelijk meer schaalgrootte worden gecreëerd en kan meer kennis uit de keten worden benut.’
49 procent terug te dringen tot 2030. Deze afspraken zullen vervolgens in de tweede helft van het jaar worden uitgewerkt in concrete programma’s. De uitvoering van het Klimaatakkoord begint in 2019.
BRENT RUWE OLIEKOERS 69 68
67
PRIJS PER VAT IN US DOLLARS
66
65 64
63 62
61
29
30 31
Januari 2018
1
2
5
6
Februari 2018
7
8
9
12
13
14
15
16
19
20
21
22
23
26
De provincie Gelderland stelt 1,8 miljoen euro beschikbaar voor onderzoek naar de mogelijkheden van ultra diepe geothermie in Renkum. Het onderzoek is een initiatief van papierproducent Parenco. Er is nog weinig kennis van de ondergrond en de potentie van ultra diepe geothermie in Nederland. Voor het gebied rondom Renkum is bekend dat er op een diepte van zo’n zes kilometer een aardlaag zit waar mogelijk stoom van 180 graden Celsius kan worden gewonnen. Om die te kunnen aanboren is veel meer detailkennis nodig. Daarom wordt in de loop van dit jaar seismisch onderzoek gedaan. Begin 2019 worden de eerste resultaten verwacht.
1
PETROCHEM 3 - 2018 9
PET03 D FeitenEnCijfers.indd 9
06-03-18 16:57
INTERVIEW
‘Transparantie door sociale media is goed’
PETROCHEM 3 - 2018 10
PET03 O Interview.indd 10
06-03-18 17:10
Er is een nieuw tijdperk aanstaande als het gaat om veiligheid in de industrie, stelt professor Genserik Reniers. Onder andere door sociale media is de nadruk in deze eeuw nog meer op transparantie komen te liggen. De maatschappelijke druk wordt daardoor steeds groter. En dat is goed, vindt Reniers. Hoog tijd voor de industrie om de bezorgde burger serieus, of nog serieuzer, te nemen. De veiligheidshoogleraar raadt de industrie aan onderling beter te communiceren en samen te werken. Wim Raaijen
FOTO’S: WIM RAAIJEN
Hij mocht eind januari de collegereeks Plantmanagement Next van Nyenrode en Petrochem aftrappen. En dat deed professor Genserik Reniers met verve. Hij wist de cursisten zeer te boeien, onder andere met eyeopeners over veiligheid in de industrie. Dat er bijvoorbeeld in Nederland jaarlijks zesduizend mensen op een niet natuurlijke wijze overlijden. En dat slechts zestig van deze sterfgevallen geschieden in een zakelijke omgeving. Verreweg het grootste deel, ongeveer de helft, door ongelukken binnenshuis. Maar die 1 procent mag je natuurlijk niet bagatelliseren. Alom gedeelde observaties werden ook bevestigd. Zo is nieuwe wetgeving op het gebied van veiligheid bijna altijd een reactie op grote rampen, laat Reniers tijdens zijn college zien in een veelzeggende tijdsbalk. Nieuwe wetten dragen vaak zelfs de naam van grote rampen. ‘Wetgeving is gestolde ervaring’, stelt de hoogleraar een paar weken later in zijn bescheiden werkkamer aan de TU Delft. Want het is natuurlijk hoog tijd voor een interview met de Vlaamse veiligheidshoogleraar van de TU Delft, die ook nog een leerstoel bekleedt aan de Universiteit van Antwerpen en aan de KU Leuven. Vijftig procent in Delft, zeventig procent in België, wat van buitenaf best lastig lijkt te plannen. Maar misschien zegt het vooral veel over de werkkracht van Reniers, die ook verschillende boeken en publicaties achter zijn naam heeft staan. Fundamentele verandering Het is een boeiend terrein, de veiligheidskunde. Waar tegenwoordig iedereen ook wel een mening over heeft. Veiligheid staat momenteel hoog op de politieke agenda’s. Misschien wel hoger dan ooit. En hoewel de gevoelens van onveiligheid in de samenleving de laatste jaren lijken te groeien, is die juist veiliPETROCHEM 3 - 2018 11
PET03 O Interview.indd 11
06-03-18 17:10
INTERVIEW ger dan ooit. Er lijkt haast een verband tussen. Reniers: ‘Hoe veiliger alles is, des te groter de behoefte aan nog meer veiligheid. Dat lijkt misschien een paradox, maar ik vind het evident. Hoe meer je ziet dat het veilig is, hoe meer gemoedsrust, en hoe meer je die situatie wil bestendigen en nog verder uitbreiden. Zeker in een tijd waar transparantie veel belangrijker aan het worden is en meer informatie beschikbaar is.’ Een belangrijke rol is er tegenwoordig voor sociale media. ‘Daardoor is nog meer nadruk op transparantie komen te liggen. Dat Twitter een enorme impact kan hebben, zien we bijvoorbeeld met #metoo. Ook de aandacht voor veiligheid wordt steeds meer maatschappelijk gestuurd. Ik denk dat we daarmee aan de vooravond van een fundamentele verandering staan.’ Risicoanalyses Reniers onderscheidt twee eerdere periodes in de veiligheidskunde. ‘Echte aandacht voor veiligheid kwam voor het eerst op aan het begin van de twintigste eeuw. Vooral vanuit de spoorwegindustrie in de Verenigde Staten groeide toen de focus op aandacht. Begrippen als ‘Safety First’ stammen uit die tijd. Maar echt wetenschappelijk-academisch onderzoek werd er niet of nauwelijks gedaan. Dat begon pas in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Uit die tijd tot 1950 stamt ook de gedachte dat het aantal ongelukken lineair toeneemt met de stijgende productie.’ Het was het begin van de tweede periode, die ergens vanaf de jaren zestig kan worden gesitueerd, waarin de weten-
schappelijke aandacht voor veiligheid groeide. ‘Dat ging gelijk op met de opkomst en groei van de nucleaire en chemische industrie. Die zorgde voor fundamentele veranderingen. Nieuwe technologie werd ingezet en het ging bij de productie om veel grotere hoeveelheden. Dat bracht veel meer en nieuwe risico’s met zich mee. Voor het eerst werden risicoanalyses gedaan en het begrip loss prevention kwam op.’
dat nog niet zouden doen. Ze moeten de mensen gewoon als volwassenen beschouwen en een band opbouwen met hun stakeholders.’ De veiligheidshoogleraar wil daarbij graag een onderscheid maken tussen risico- en crisiscommunicatie. Een bedrijf moet niet pas gaan communiceren als er een incident heeft plaatsgevonden. ‘Bedrijven moeten juist proactief over de risico’s communiceren. Niet pas als
Genserik Reniers: ‘Wetgeving is gestolde ervaring.’ Wederzijds vertrouwen Vanaf het begin van deze eeuw staan we volgens Reniers wederom voor een omslag. ‘Digitalisering, big data en sociale media zorgen ervoor dat de aandacht voor veiligheid veel meer dan voorheen maatschappelijk wordt gestuurd. In de eerste periode kwam de aandacht vooral van de bedrijven zelf. In de tweede periode gingen ook overheden en de wetenschap zich met veiligheid bezighouden. In de nieuwe fase is vooral de maatschappij bepalend.’ Genserik Reniers vindt dat een goede ontwikkeling. ‘De transparantie die onder andere sociale media met zich meebrengen is goed. Hoewel je er wel zorgvuldig mee om moet gaan. Natuurlijk kennen we ook de gevallen dat sociale media verkeerd en weinig opbouwend worden ingezet. Maar in veel gevallen zijn de burgers gewoon bezorgd. Bedrijven moeten de toenemende behoefte aan transparantie serieus nemen, als ze
het fout gaat, maar juist ten tijde dat alles normaal is. Continu eerlijk zijn over de risico’s. En gewoon op een volwassen manier vragen beantwoorden. Dat gebeurt nog lang niet altijd, helaas. Bedrijven zijn vaak nog weigerachtig op dit vlak, omdat ze bang zijn aan de schandpaal te worden genageld. Maar met die geslotenheid bouw je geen wederzijds vertrouwen op.’ Maatschappelijke chaos Ook pleit Reniers voor veel meer uitwisseling van veiligheidsinformatie en strategische samenwerking tussen bedrijven. Hoewel veel bedrijven in de procesindustrie stellen dat veiligheid geen onderdeel mag zijn van concurrentie, is Reniers weinig lovend over de gezamenlijke initiatieven tot nu toe. ‘Ja, er is informatie-uitwisseling, maar die is vaak nog reactief en vooral operationeel. Ik pleit voor meer samenwerking op strategisch niveau. Als buurbedrijven
INTERNATIONALE VEILIGHEIDSCONFERENTIE IN 2019 Op het gebied van veiligheid in de industrie moet meer aandacht komen voor samenwerken en cluster denken, betoogt professor Genserik Reniers. Dat is ook een van de thema’s van de zestiende editie van het Loss Prevention and Safety Promotion in the Process Industries Symposium, volgend jaar in juni aan de TU Delft. Reniers mag de organisatie op zich nemen. De conferentie draagt volgens hem bij aan het omvormen van een tijdsgeest. In de laatste twee decennia zijn verschillende maatschappelijke wijzigingen waar te nemen. Denk aan de opkomst van het internet en de mobiele telefonie. En ook aan de opkomst van sociale media, het belang van transparantie en samenwerking, big data, computerkracht en kwesties op het gebied van fysieke en cybersecurity. Ze hebben volgens de veiligheidshoogleraar onherroepelijk impact op het veilig-
heidskundig onderzoek en de vooruitgang van procesveiligheid. Chess Samen met collega-wetenschapper Nima Khakzad heeft hij in 2017 de toekomst van procesveiligheid samengevat met het acroniem ‘CHESS’. Voor verdere vooruitgang van veiligheid in de procesindustrie, moet de aandacht in onderzoek en in praktijk de aandacht op nieuwe domeinen komen te liggen. Namelijk op: coöperatie en clusterdenken, hoge transparantie en efficiënte inspecties, educatie, leren en training, security integratie en safety innovatie en dynamische risico assessments. Abstracts voor het symposium kunnen worden ingediend via www.lp2019.org tot einde maart 2018.
PETROCHEM 3 - 2018 12
PET03 O Interview.indd 12
06-03-18 17:10
A en B ieder de veiligheid binnen hun hekken hebben geoptimaliseerd, kunnen er toch nog ongewild onveilige situaties ontstaan. De bedrijven kunnen voor elkaar een gevaar zijn. Zo kan het ene bedrijf bijvoorbeeld een domino-effect teweegbrengen bij het andere. Er is vaak nog wel informatie-uitwisseling op dit gebied, maar er wordt bijna niets mee gedaan in veel bedrijven. Ook omdat er geen geld beschikbaar is. Er moeten echt budgetten worden gekoppeld aan de verbetering van veiligheid op het niveau van clusters en subclusters. Om de gevarenlinks tussen verschillende locaties in kaart te brengen en er ook daadwerkelijk wat aan te doen.’ De risico’s zijn groot, en helemaal op het vlak van security, stelt Reniers. ‘Bij security is samenwerking helemaal essentieel. Stel je voor dat je te maken hebt met een ‘intelligente’ terrorist. Die kan ook heel veel gegevens verzamelen. Als hij voldoende informatie heeft en hij plaatst een bom, bijvoorbeeld op drie verschillende plekken in een industrieel cluster, dan kan hij onvoorstelbaar veel schade aanrichten.’ De hoogleraar veiligheidskunde kent de
‘Bedrijven moeten proactief over de risico’s communiceren. Niet pas als het fout gaat, maar juist ten tijde dat alles normaal is.’ bezwerende woorden wel dat terroristen eerder soft targets opzoeken, zoals drukke winkelstraten, evenementen en marktplaatsen. Omdat het publicitaire effect veel groter lijkt dan bij een industriegebied. ‘Misschien is dat nog wel zo. Maar dat weet je natuurlijk nooit zeker. Mensen hebben schrik van chemische stoffen. Dat weten slimme terroristen ook. Ze zijn uit op maatschappelijke chaos en zoeken wellicht ook andere doelen.’ Mondiger In het nieuwe tijdperk wordt samenwerken op het gebied van veiligheid volgens Reniers dus steeds belangrijker. Hoewel hij nog te weinig goede voorbeelden van proactieve strategische samenwerking kan noemen, ziet hij dat in Nederland de eerste stapjes worden gezet. Zo is hij positief over de Roadmaps Duurzame Veiligheid 2030. Met vijf roadmaps wil-
len verschillende ministeries in nauwe samenwerking met de VNCI (Vereniging Nederlandse Chemische Industrie) de veiligheid in de Nederlandse chemie gezamenlijk verbeteren. ‘In de Vlaamse industrie zie ik dat helaas nog niet gebeuren. Een positieve uitzondering is misschien het safety-cluster in Zwijndrecht, maar dat is vooral ook reactief geïnspireerd. Als Vlaming durf ik het rustig te stellen dat de Nederlandse cultuur ontvankelijker is voor verandering, of om nieuwe ideeën sneller uit te proberen. In de open debatcultuur met de mondige burgers die Nederland heeft, is ook altijd al meer aandacht geweest voor veiligheid dan in Vlaanderen. Nu de maatschappij veel meer sturend wordt, versterkt zich dat alleen maar.’ Bovendien en misschien wel daardoor is Nederland een van de landen met een grote risico-aversie in de wereld. ‘Dat helpt natuurlijk ook.’ ■ PETROCHEM 3 - 2018 13
PET03 O Interview.indd 13
06-03-18 17:10
PLANTMANAGER
Hoe je een gasplatform in de mottenballen zet De komende decennia zullen veel offshore-platforms in de Noordzee uitgeproduceerd raken. Dat begint nu al. Field operations coördinator Cees Visser van olieen gasbedrijf Total E&P moest het afgelopen jaar ervoor zorgen dat het platform L7 werd verlaten. Maar voor helemaal afbreken, is het nog te vroeg.
Wim Raaijen
Plantmanager op zee. Zo mag je de functie van Cees Visser tot afgelopen december wel noemen. Installation supervisor L7CC and satellites, om precies te zijn. Samen met twee functiegelijken, en op het laatst met nog een collega, had hij in toerbeurt de leiding over het gasproductieplatform L7 in de Noordzee en de daaraan verbonden satellieten. Op 22 december 2017 deed hij – haast letterlijk – het licht uit. L7 is uitgeproduceerd en is inmiddels verlaten. Maar nog niet afgebroken. Pre-decomissioned zoals het in vaktermen heet. Want het is nog niet duidelijk wat er met het platform gaat gebeuren. Het platform is voorlopig in de mottenballen gezet, omdat Total nieuwe functies wil onderzoeken. Afbreken kost immers veel geld, kan altijd nog en hoeft niet als er een nieuwe functie wordt gevonden. Daarom lijkt het Total verstandig eerst naar een mogelijk tweede leven te kijken.
Verschillende opties worden overwogen. Visser: ‘L7 kan bijvoorbeeld een functie krijgen bij CCS, in dit geval de onderzeese opslag van CO2. Ook is het niet ondenkbaar dat het een rol gaat spelen bij de opkomst van windparken op zee. Je kunt denken aan die grote transformatoren die nodig gaan zijn.’ Zeewater Een andere mogelijkheid is dat er een chemische fabriek op het platform komt om duurzaam opgewekte stroom om te zetten in bijvoorbeeld waterstof, door elektrolyse van water. Een optie waar de laatste tijd door verschillende partijen veel onderzoek naar wordt gedaan. Dat is met name ook interessant omdat in de Noordzee al een uitgebreid gastransportnet ligt. De aanleg van dure elektriciteitskabels over lange afstanden, om groene stroom aan land te krijgen, wordt dan minder nodig. De energie kan in de vorm van bijvoorbeeld waterstofgas worden getransporteerd. ‘In de meeste leidingen hebben we zeewater laten lopen.’ Vervolgens gaat Visser bij een kaart van de gasinfrastructuur in de Noordzee staan. Wijzend op een van de vele lijntjes: ‘Een belangrijke gasverbinding van L7 naar L10 hebben we echter volledig geconserveerd. Mocht het nodig zijn, dan kunnen we die per direct weer in gebruik nemen. Kijk, als je de gasinfrastructuur volgt, dan zie je dat L10 is verbonden met Uithuizen in Noord-Oost-Groningen.’ Juist de industrie in de Eemsdelta en de Noordelijke provincies hebben grootse plannen met groen waterstof. Visser: ‘Het zou allemaal kunnen meespelen, maar om eerlijk te zijn, sta ik wel te ver af van het beslissingsproces om te voorspellen waar het uiteindelijk heen gaat.’ Een persoonlijke mening heeft hij er
PETROCHEM 3 - 2018 14
PET03 P Plantmanager.indd 14
06-03-18 17:11
FOTO’S: WIM RAAIJEN/TOTAL
wel over. Zo vindt hij het bijvoorbeeld verstandig dat wanneer platforms moeten worden afgebroken, de gasleidingen mogen blijven liggen. ‘Die liggen allemaal in de bodem van de Noordzee. Ze daaruit halen, heeft mijns inziens een negatiever effect op de flora en fauna, dan er na een grondige schoonmaak zeewater in te laten lopen en ze te laten liggen.’ Volledig verlaten De beslissing om L7 uit productie te halen, is twee tot drie jaar geleden genomen. Het platform is gebouwd in 1976. De eerste jaren was de gasdruk van de velden zelf groot genoeg om het gas zonder ondersteuning te winnen. Gaandeweg nam de druk af, waardoor er in 1985 extra compressoren werden geplaatst om het gastransport onder voldoende druk te houden. Visser: ‘Voor de compressie is heel veel energie nodig, de laatste jaren ongeveer zeven tot acht procent van de totale gasproductie. Modernere platforms doen dat veel efficiënter.
Visser: ‘Een belangrijke gasverbinding van L7 naar L10 hebben we geconserveerd. Mocht het nodig zijn, dan kunnen we die weer in gebruik nemen.’ Uiteindelijk viel daarom de beslissing dat het niet langer rendabel was om L7 open te houden. Nog even was het plan om het als hotel open te houden voor andere offshore-activiteiten, maar dat haalde het uiteindelijk niet. Het platform moest volledig worden verlaten.’ Spookdorp op zee Er komt nogal wat bij kijken als een gasproductie-eiland wordt gesloten. En helemaal als wordt besloten om er geen tijdelijk werkeiland naast te leggen. ‘Normaal gesproken wordt een werkeiland naast het platform gelegd, van waaruit het hele proces wordt geleid. Zo’n eiland kost echter vele duizenden euro per dag. Bij deze operatie hebben we alles vanuit het platform zelf geregeld. We bleven
tijdens de verhuizing van de materialen in het living quarter. We mochten er daarom ook wat langer over doen dan normaal. Ook omdat we op deze manier veel geld hebben bespaard.’ De hele operatie is redelijk volgens plan verlopen, ondanks wat tegenslagen. ‘Het was de bedoeling dat we de operatie met drie installation supervisors zouden leiden, zoals we gewend zijn. Onze normale dienstschema’s zijn: twee weken offshore, een week kantoor, drie weken vrij. Door omstandigheden viel een van ons drieën weg, waardoor we het schema met z’n tweeën moesten invullen. Dat was best zwaar.’ Ook was de levering van nieuwe energiesystemen rijkelijk laat. ‘L7 maakt nog steeds onderdeel uit van een ringnet PETROCHEM 3 - 2018 15
PET03 P Plantmanager.indd 15
06-03-18 17:11
[Sav e th
INNOVATIEKRACHT | SPIJKENISSE | 7 JUNI
e da te]
HET NIEUWE PRODUCEREN We staan aan de vooravond van de vierde industriële revolutie. De combinatie van slimme sensoren en enorme rekencapaciteit van computers zorgt er bijvoorbeeld voor dat we enorm veel data beschikbaar krijgen en die op een waardevolle manier kunnen interpreteren. Toch is deze ontwikkeling niet een doel op zich. Industry 4.0 is vooral een middel om processen duurzamer, efficiënter en ook veiliger te kunnen doen. Ook verschillende andere innovatieve technologieën op het gebied van elektrificatie en nieuwe zienswijzen over bijvoorbeeld de omgang met grondstoffen en materialen leggen de basis voor ‘Het nieuwe produceren.’ Tijdens Deltavisie 2018 gaan we op zoek naar de kansen die vernieuwing biedt voor de procesindustrie. Initiatiefnemer:
Contentpartners:
Programma 10.15 uur
Ontvangst en registratie
11.00 uur
Aanvang ochtendprogramma
12.30 uur
Netwerklunch
13.30 uur
Aanvang middagprogramma met lezing, interactief debat en break-out sessies
15.30 uur
Korte pauze
16.00 uur
Vervolg middagprogramma met lezing en de pitches van de finalisten van de Plant Manager of the Year verkiezing
17.15 uur
Netwerkborrel
18.30 uur
Aanvang avondprogramma met diner, uitreiking van de VOMI Safety eXperience Award 2018 en bekendmaking van de Plant Manager of the Year 2018
Partners:
www.deltavisie2018.nl PET03 Advertenties.indd 16 Deltavisie hele pagina 28022018.indd 1
06-03-18 28-02-18 16:51 15:21
voor datacommunicatie. Nodig voor het op afstand bedienen van platforms en satellieten. Daarom blijft er een energiesysteem nodig. We durfden een systeem volledig gebaseerd op zonne-energie nog niet aan, dus is gekozen voor een hybride systeem met dieselmotoren en batterijen.’ Al met al liep de operatie slechts 22 dagen uit. Zelf is Visser sinds 22 december nog maar één keer op het platform geweest. Dat moest met hoisting, met een lier vanuit een helikopter, omdat het helikopterdeck ook uit gebruik is genomen. ‘Het is er nu echt heel verlaten. Lege ruimtes met hier en daar lucht ontvochtigers om schimmelvorming te voorkomen.’ Een spookdorp op zee, waar nog geen jaar geleden op drukke dagen bijna zestig mensen rondliepen om de L7 en de verschillende satellieten te opereren en te onderhouden. Aandenken Momenteel is Visser werkzaam bij het nieuwe logistiek centrum van Total in Den Helder. Daar mag hij een nieuwe manier van bevoorrading van onbemande satellieten opzetten. Voorheen werden de monteurs per helikopter aangevoerd. Daar komen nu speciaal uitgeruste schepen voor in de plaats, met zelf stabiliserende loopbruggen. Vooral de
‘Bij deze operatie hebben we alles vanuit het platform zelf geregeld.’ techniek van de loopbruggen is daarbij een belangrijke innovatie, want het kan erg onstuimig zijn op volle zee. Visser: ‘Belangrijk is natuurlijk dat deze manier van bevoorrading veel goedkoper is dan met helikopters.’ De nadruk op kostenbesparing bij de offshore in de Noordzee is groot onder de huidige economische omstandigheden. In het logistiek centrum ligt nu ook een groot deel van de inboedel van L7 opgeslagen. Wachtend op een nieuwe functie, of om per opbod te worden verkocht. Zo liggen er verschillende reddingsboten buiten op het terrein. En als we in de grote hal lopen, wijst Visser op een mooi opgeknapt onderdeel van een generator. ‘Die gaat naar het hoofdkantoor in Den Haag. Krijgt een mooi plekje als aan-
denken aan de L7, dat toch veertig jaar trouwe dienst heeft bewezen.’ Uitdaging Zelf moet Visser nog wel wennen aan zijn nieuwe functie aan wal, na jarenlang offshore te hebben gewerkt. ‘Natuurlijk is het mooi dat ik nu op de fiets naar m’n werk kan. En mijn kinderen vinden het geweldig dat ik veel regelmatiger thuis ben. Mijn echtgenote ook, hoewel ik nu, hoe gek het ook klinkt, minder tijd heb om te helpen in het huishouden. Voorheen was ik drie van de zes weken thuis en kon ik op dat vlak veel meer doen. En natuurlijk mis ik ook wel het werken op zee. Of ik nog eens terugkeer, sluit ik zeker niet uit, maar voorlopig heb ik een mooie uitdaging hier.’ ■
DE PLANTMANAGER In deze rubriek ‘De plantmanager’ laten wij elke keer een andere plantmanager aan het woord over zijn werk, visie en bedrijf. Door over het hek van anderen te kijken, zijn situaties te herkennen en geven de verschillen juist inspiratie voor verbeteringen. Hoe lukt het plantmanagers om succesvol te zijn en kunnen ze anderen daarin inspireren?
PETROCHEM 3 - 2018 17
PET03 P Plantmanager.indd 17
06-03-18 17:11
PLANT ONE
Waterstof in poedervorm voor schone aandrijving Wat wordt de brandstof van de toekomst? Gaan we elektrisch rijden, op groengas of misschien op zonne-energie? Ook waterstof is al lang in beeld als alternatief voor fossiele brandstoffen, maar opslag en transport was ingewikkeld. Met de H2Fuel technologie kan waterstof in een droge vorm of als vloeistof worden aangevoerd en afgevoerd. ‘We zijn nu zover dat we een bestaande dieselmotor een upgrade kunnen geven om deze te laten draaien op waterstof.’
Het reactorvat van H2Fuel
Dat het mogelijk is om waterstof op deze manier op te slaan, is al bekend sinds de Tweede Wereldoorlog. ‘De techniek is toen namelijk gebruikt voor het bouwen van een waterstofbom’, vertelt Gerard Lugtigheid, uitvinder en patenthouder van de H2Fuel-technologie. Toen de Amerikanen zich vele jaren later – rond de eeuwwisseling – opnieuw gingen verdiepen in de mogelijkheden van waterstof, heeft Lugtigheid deze onderzoeken met veel interesse gevolgd. ‘Ze zijn er een jaar of acht mee bezig geweest en hebben er een kapitaal aan uitgegeven maar ze hebben de sleutel tot het geheim niet ontdekt.’ Sleutel Dat is Lugtigheid wel gelukt. ‘De sleutel was een heel specifieke ontbrekende schakel, die ten tijde van die onderzoeken nog niet beschikbaar was.’ Hij heeft het over ultrapuur water. ‘Ik ben gaan kijken naar het effect van verschillende waterkwaliteiten en ik merkte dat hoe schoner het water werd, hoe beter de techniek werkte. Dus die lijn ben ik tot in extremen gaan doorvoeren.’ Ultrapuur water is water waar alle ionen en andere resten uit zijn gehaald. Wanneer ultrapuur water en natriumboorhydride (NaBH4) in een mengkamer samen worden gebracht, vindt er een chemische reactie plaats waarbij waterstofmoleculen ontstaan, uit de NaBH4 en uit het water onder invloed van de reactiewarmte. ‘We ontdekten dat op deze manier twee keer zoveel waterstof kan worden geproduceerd dan er in de natriumboorhydride opgeslagen zit. En dat is dus de sleutel tot deze technologie die de Amerikanen nooit hebben gevonden.’ Voorheen moest waterstof onder heel hoge druk of bij een zeer lage temperatuur worden opgeslagen, wat het gevaarlijk en inefficiënt maakt. H2Fuel is er in geslaagd om waterstof onder atmosferische omstandigheden op te slaan. TNO valideerde deze manier van waterstofopslag als 98 procent van het theoretisch haalbare, waarmee de opslag atmosferisch van één kilogram waterstof
slechts 4,7 liter bedraagt. Onder druk is dit voor die kilogram 25 liter. Hierbij komt natuurlijk ook nog het water (vijf kilogram). Dit water hoeft niet te worden getransporteerd of opgeslagen. Hergebruik H2Fuel is patenthouder van deze bewezen techniek. Het werd tijd voor de volgende stap. André Keijser is projectmanager van H2 Circular Fuel (H2CiF). Hij vertelt: ‘Als H2CiF onderzoeken we hoe we deze techniek in kunnen zetten voor werkelijke toepassingen. Dit project bestaat uit twee hoofddelen. Het eerste deel is het uitpakken van waterstof uit de natriumboorhydride en het tweede deel is dat je de ‘spent fuel’ weer gaat opwerken. De reststoffen die bij de reactie vrijkomen kunnen na een recyclingproces namelijk worden hergebruikt voor omzetting naar natriumboorhydride. Dat noemen we het inpakken van waterstof.’ Dat de materialen die worden gebruikt weer kunnen worden hergebruikt, maakt deze techniek extra waardevol. ‘De hergebruikwaarde is maar liefst 95 tot 100 procent. We hebben dus een zeer hoge recycle-efficiëntie’, aldus Keijser. Waspoeder Keijser en Lugtigheid geloven sterk in deze techniek. Er zijn zo veel voordelen ten opzicht van fossiele brandstoffen. Waterstof geeft geen schadelijke emissies, kan worden aangewend als brandstof en als opslag van energie, het kan wereldwijd worden geproduceerd en is oneindig voorradig. Het element waterstof is immers het meest voorkomende element in het heelal.
Deze pagina’s worden mogelijk gemaakt door Plant One
PETROCHEM 3 - 2018 18
PET03 M Plant One.indd 18
06-03-18 17:09
FOTO;S: H2FUEL
PLANT ONE
Gerard Lugtigheid bij de proefopstelling
Bovendien zorgt de H2Fuel-technologie ervoor dat kan worden gewerkt met een waspoederachtige substantie waarin de waterstof in hoge concentratie verwerkt zit. Lugtigheid: ‘Dit poeder is een uitstekend opslagmiddel. En dankzij deze vorm kan het veilig en eenvoudig worden opgeslagen en getransporteerd.’ Het andere unieke voordeel is dus dat de helft van de waterstof weer kan worden gebruikt voor het regenereren van nieuwe brandstof. Keijser vervolgt: ‘Op dit moment kunnen we dieselmotoren al op waterstof laten lopen en dat betekent dat de conventionele techniek milieuvriendelijk kan worden gemaakt. Schepen en grote vrachtwagens kunnen dan opeens wel de hoogste Euro-norm halen als ze op waterstof gaan lopen.’ De bestaande motor kan na de upgrade voor 98 procent op waterstof draaien en voor 2 procent op een biodiesel. ‘Dat geeft een rendementverbetering van minimaal tien procent. Bovendien worden de motoren heel erg schoon (geen NOx) en is er een CO2-nulbalans.’ Mobiel en stationair Er zijn inmiddels al twee applicatiesoorten. Keijser: ‘We kennen een mobiele applicatie die kan worden ingezet in
schepen en grote vrachtwagens en we kennen een stationaire toepassing waarbij we bijvoorbeeld naast een windmolen natriumboorhydride kunnen maken.’ Keijser geeft een toelichting op de stationaire applicatie: ‘We kunnen met de H2Fuel-techniek energie opslaan om later te gebruiken. Bij veel wind draait de windmolen op volle toeren en komt extra energie vrij. Dit kunnen we opslaan.’ Het duurzaam verkregen en opgeslagen waterstof kan worden ingezet voor de opwekking van elektriciteit, via een brandstofcel, maar ook voor de productie van warmte, via een katalysator. De mobiele applicatie wordt nu eerst getest met twee pilotprojecten. Lugtigheid: ‘Een veerpont en een viskotter gaan we voorzien van een menger. Uit die menger komt de waterstof die wordt toegevoegd aan de omgebouwde motor waar het schip al op draaide. Deze boten kunnen dan varen op waterstof. De ‘spent fuel’ wordt opgevangen in een opvangtank. Voor de pont en de viskotter geldt dat deze spent fuel wordt afgeleverd als het schip weer aan wal komt. Het gaat vervolgens naar een opwerkfabriek voor het circulaire oplaadproces.’ Plant One Wat nu wordt uitgewerkt voor schepen,
zou ook kunnen worden toegepast op vrachtwagens. Op die manier kunnen grote vervoermiddelen al draaien op schone aandrijving. Of dit ook toepasbaar wordt voor auto’s zal moeten worden onderzocht. Keijser: ‘Deze techniek moet de komende jaren geminiaturiseerd worden zodat het ook in auto’s gaat passen. Ik verwacht dat we dan wel een paar jaar verder zijn. Groot voordeel is dat we met deze techniek voor de zwaardere uitvoeringen gebruik kunnen blijven maken van de motoren zoals die al in de voertuigen draaien en ook van de infrastructuur – benzinestations – zoals die er nu ligt.’ Bij Plant One Rotterdam draait momenteel een proof of concept-project voor het extraheren (uitpakken) van waterstof uit natriumboorhydride (NaBH4). Lugtigheid: ‘De techniek voor het uitpakproces is wat verder dan de techniek voor het inpakproces. We verwachten eind dit jaar de twee technieken op hetzelfde niveau te krijgen.’ Verder wordt dit proof of concept ook gebruikt als demonstratiefabriek. Lugtigheid: ‘We kunnen hier laten zien dat je uit 0,5 gram poeder een liter waterstof kunt maken. Mensen die het zien, vinden dit zeer verbazingwekkend. Maar het werkt.’ ■ PETROCHEM 3 - 2018 19
PET03 M Plant One.indd 19
06-03-18 17:09
PROJECTEN CHEMIE Opdrachtgever: Evonik Waar: Antwerpen Investering: hoog tweecijferig miljoenenbedrag Afronding: medio 2019
Evonik investeert in een uitbreiding van de capaciteit voor pyrogene silica in Antwerpen. De nieuwe installaties moeten in de zomer van 2019 operationeel zijn. Dankzij de uitbreiding zal Evonik vanuit Antwerpen niet alleen hydrofiele maar ook hydrofobe silica aan haar klanten kunnen leveren. Evonik heeft niet naar buiten gebracht hoeveel miljoen euro ze investeert, alleen dat het om een ‘hoog tweecijferig miljoenenbedrag’ gaat.
Opdrachtgever: FRX Polymers Waar: Antwerpen Investering: 10 miljoen Afronding: onbekend
FRX Polymers investeert tien miljoen euro in een verdubbeling van de productie in zijn Antwerpse fabriek op de site van Covestro. Het bedrijf produceert vlamvertragende stoffen op basis van fosfor, terwijl klassieke vlamvertragers zijn gemaakt op basis van broom. Het gebruik van broom stuit steeds meer op weerstand wegens de mogelijk toxische effecten.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Antwerpen Investering: 4 miljoen Afronding: eind 2018
Ineos Oxide gaat de capaciteit van haar fabriek voor de productie van ethylideennorborneen in Antwerpen uitbreiden. Via een debottlenecking zal de capaciteit van de fabriek worden vergroot met 7.500 ton, waarmee de totale capaciteit 35.500 ton per jaar wordt. Eind 2018 moet de debottlenecking zijn afgerond.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 40 miljoen Afronding: eind 2018
Ineos Oxide investeert in Zwijndrecht veertig miljoen euro in een nieuwe productie-unit, Alkox 6, en breidt de productiecapaciteit voor alkoxylaten daarmee uit met 65.000 ton per jaar.
Opdrachtgever: Kaneka Waar: Westerlo Investering: 34 miljoen euro Afronding: eind 2018
Kaneka investeert 34 miljoen euro in een extra lijn voor silicone polymeren, harsen die worden toegevoegd aan afdichtmiddelen, lijmen en coatings, om ervoor te zorgen dat deze uitharden nadat het product is aangebracht. Kaneka heeft momenteel twee productielijnen in België. Het bedrijf wil tegen het einde van 2017 beginnen met de uitbreidingswerkzaamheden. Eind 2018 moet de installatie operationeel zijn.
Opdrachtgever: Kaneka Waar: Westerlo Investering: 15 miljoen Afronding: begin 2019
Kaneka investeert vijftien miljoen euro in extra productiecapaciteit voor schuimen van polyetheen en polypropeen in Westerlo. Het project omvat de bouw van extra geavanceerde faciliteiten met optimale procesbeheersbaarheid, waardoor hoogwaardige productinnovaties mogelijk zijn. De uitbreiding wordt begin 2019 afgerond.
Opdrachtgever: Kemira Waar: Botlek Investering: 30 miljoen Afronding: begin 2019
Kemira investeert 30 miljoen euro in een uitbreiding van de productiecapaciteit voor polymeren die worden gebruikt bij chemical enhanced oil recovery. De nieuwe capaciteit op de site in de Botlek kan naar verwachting in het begin van 2019 in gebruik worden genomen.
Opdrachtgever: Kronos Waar: Gent Investering: 36 miljoen Afronding: onbekend
Kronos, producent van titaandioxide, investeert 26 miljoen euro in een uitbreiding van productiecapaciteit. Er komt een grotere pigmentfilter en het Amerikaanse hoofdkwartier moet nog groen licht geven voor een vierde stoommaler en een nieuwe verpakkingslijn. Hierdoor zou de productiecapaciteit verhoogd worden van 85.000 ton naar 120.000 ton per jaar. Daarnaast investeert het bedrijf 10 miljoen euro in energierecuperatie.
Opdrachtgever: Morssinkhof Rymoplast Waar: Heerenveen Investering: 20 miljoen Afronding: begin 2019
Morssinkhof Rymoplast gaat een fabriek voor kunststofrecycling bouwen in Heerenveen. De fabriek wordt gebouwd naast de kunststofsorteerinstallatie van Omrin, HVC en Midwaste. De hypermoderne fabriek zal PP en HDPE uit consumentenafval verwerken tot nieuwe grondstoffen voor hoogwaardige toepassingen.
PETROCHEM 3 - 2018 20
PET03 K Projecten.indd 20
06-03-18 17:04
PROJECTEN Opdrachtgever: Nippon Shokubai Waar: Zwijndrecht Investering: 350 miljoen euro Afronding: 2018
Het Japanse Nippon Shokubai investeert 350 miljoen euro in een uitbreiding van de productiecapaciteit voor superabsorberende polymeren (SAP) en de bouw van een nieuwe productie-eenheid voor acrylzuur in Zwijndrecht. De nieuwe installaties moeten in het tweede kwartaal van 2018 operationeel zijn.
Opdrachtgever: Sekisui Waar: Geleen en Roermond Investering: 155 miljoen Afronding: 2020
Sekisui Chemical investeert 155 miljoen euro in een uitbreiding van de productie in Geleen en Roermond. Beide fabrieken krijgen er tot 2020 een derde productielijn bij voor folies in gelamineerd glas voor autoruiten.
Opdrachtgever: Teijin Aramid Waar: Emmen Investering: onbekend Afronding: mei 2018
Teijin Aramid gaat haar aramide-productiecapaciteit voor de Twaron supergaren uitbreiden. Het bedrijf investeert daartoe in een nieuwe spin-technologie voor de fabriek in Emmen. De extra capaciteit wordt vanaf mei 2018 beschikbaar.
Opdrachtgever: Yara Waar: Sluiskil Investering: 241 miljoen euro Afronding: april 2018
Yara Sluiskil investeert ruim 241 miljoen euro in een nieuwe ureumgranulatiefabriek, die een capaciteit krijgt van 660.000 ton per jaar. De plant (Ureum-8) zal in het voorjaar van 2018 in gebruik worden genomen.
GROEN EN BIO Opdrachtgever: BioMCN Waar: Farmsum Investering: honderd miljoen euro Afronding: eind 2018
BioMCN in Farmsum gaat een productielijn voor methanol renoveren, die al sinds 2005 in de mottenballen ligt. De herstart van de lijn voegt 430.000 ton toe aan de productiecapaciteit (nu jaarlijks 360.000 ton). Ook investeert het bedrijf 1,2 miljoen euro in een installatie waarmee CO2 die ontstaat bij de productie van biogas, kan worden omgezet in bio-methanol. Dit levert zo’n 15.000 ton bio-methanol op (nu jaarlijks 60.000 ton).
Opdrachtgever: Lowlands Methanol Waar: Rotterdam Investering: 75 miljoen euro Afronding: begin 2020
Het nieuwe bedrijf Lowlands Methanol is van plan een methanolfabriek te bouwen in de haven van Rotterdam. De afvalverwerkingsinstallatie moet per jaar 150.000 ton biomassa en afval gaan verwerken. In de fabriek worden hout en RDF (Refuse Derived Fuel) bewerkt en vergast.
Opdrachtgever: OCI Nitrogen en Re-N Technology Waar: Chemelot, Geleen Investering: onbekend Afronding: 2020
OCI Nitrogen gaat in Geleen een installatie bouwen waarin mest kan worden verwerkt tot biogas, mestkorrels en de kunstmest ammoniumsulfaat. De fabriek krijgt een capaciteit van 700.000 ton dierlijke meststoffen per jaar. De vergisting vindt plaats in twaalf vergisters met een totaalvolume van 84.000 kubieke meter. De installatie zal per jaar ongeveer 43.000 kubieke meter biogas produceren. Daarnaast verwacht OCI 75.000 ton gepelletiseerde mestkorrels en 30.000 kubieke meter ammoniumsulfaat te kunnen maken.
Opdrachtgever: Synvina Waar: Antwerpen Investering: 250 tot 300 miljoen euro Afronding: 2023-24
Synvina, de joint venture van Avantium en BASF, bouwt een furaandicarbonzuurfabriek (FDCA) voor de productie van biologische plastics op de Verbund-site van BASF in Antwerpen. De fabriek krijgt een capaciteit van 50.000 ton per jaar en is de eerste commerciële FDCA-fabriek ter wereld.
OLIE, GAS EN OFFSHORE Opdrachtgever: NAM Waar: tussen Hoogeveen en Meppel Investering: onbekend Afronding: onbekend
NAM werkt aan de tweede fase van het Aardgas+-project om de laatste tien procent gas met stikstofinjectie uit een veld in de regio tussen Hoogeveen en Meppel te kunnen winnen. Er worden stapsgewijs elf putten geboord die stikstof injecteren in het gasveld.
PETROCHEM 3 - 2018 21
PET03 K Projecten.indd 21
06-03-18 17:04
PROJECTEN Opdrachtgever: ONEgas Waar: Noordzee Investering: onbekend Afronding: onbekend
ONEgas, een combinatie van Shell en de NAM, bouwt het platform K15-FA in de Noordzee om tot een onbemand platform zonder gasbehandelingsinstallaties. Het gas zal voortaan worden behandeld op K14.
Opdrachtgever: OOS International Waar: Serooskerke Investering: 1 miljard euro Afronding: 2019
Het Zeeuwse bedrijf OOS International gaat met het Chinese China Merchant Industry Holdings twee nieuwe schepen bouwen voor het slopen en installeren van offshore-platforms. De investering bedraagt bijna een miljard euro. De schepen moeten in 2019 klaar zijn.
RAFFINAGE Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Rotterdam Investering: 1 miljard dollar Afronding: 2018
ExxonMobil breidt de hydrocracker-installatie op zijn raffinaderij in Rotterdam uit. De hydrocracker-installatie kan zwaardere producten omzetten in hoogwaardige eindproducten zoals EHC Group II basisolie en ultra-laagzwavelige diesel. De investering bedraagt meer dan 1 miljard dollar.
Opdrachtgever: ExxonMobil Waar: Antwerpen Investering: 730 miljoen euro Afronding: voorjaar 2018
ExxonMobil investeert 730 miljoen euro in de Antwerpse raffinaderij. Het bedrijf bouwt een delayed coker unit, een kraker die zware, hoogzwavelige restolie omzet in schonere olieproducten en transportbrandstoffen, zoals gasolie voor de scheepvaart en diesel.
Opdrachtgever: Gunvor Waar: Rotterdam Investering: 300 miljoen dollar Afronding: 2019
Gunvor investeert driehonderd miljoen dollar in een upgrade (doorontwikkeling en infrastructurele verbeteringen) van de Rotterdamse raffinaderij. Gunvor wil de raffinaderij integreren in haar raffinaderijen in Antwerpen en Ingolstadt (Duitsland).
Opdrachtgever: Shell Waar: Pernis Investering: onbekend Afronding: 2018
Shell bouwt een nieuwe fabriek in Pernis: een solvent deasphalter (SDA). De SDA verwijdert zwaardere fracties uit aardolie, zodat de raffinaderij een groter deel van de ruwe aardolie kan verwerken tot lichtere, hoogwaardige producten. De nieuwe eenheid zorgt voor een andere samenstelling van het productportfolio.
Opdrachtgever: Zeeland Refinery Waar: Vlissingen-Oost Investering: 40 miljoen euro Afronding: 2020
Zeeland Refinery investeert 40 miljoen euro in haar hydrocracker. Het bedrijf zet in op een extra reactor van dertig meter hoog, die naast de twee bestaande reactoren wordt gebouwd. Daarmee wordt het productieproces efficiënter en flexibeler en verminderen de productiekosten. Tijdens de grote onderhoudsstop van de raffinaderij in 2020 zal de nieuwe reactor worden verbonden met de bestaande installatie, waarna deze in bedrijf kan worden genomen.
TANKOPSLAG NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Alpha Terminals Waar: Vlissingen Investering: 250 miljoen Afronding: eind 2020
Alpha Terminals investeert 250 miljoen euro in een nieuwe terminal voor vloeibare bulk in het havengebied van Vlissingen, aan de monding van de Sloehaven. De tankterminal krijgt 34 tanks met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 500.000 kubieke meter. Daarnaast komt er een steiger voor het lossen en laden van zee- en binnenvaartschepen. Verwacht wordt dat de bouwwerkzaamheden tegen 2019 kunnen beginnen en twee jaar duren. In 2020 zou de terminal dan operationeel kunnen zijn.
Opdrachtgever: ATPC Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: medio 2018
ATPC (Antwerp Terminal and Processing Company) bouwt een LPG-ethaan tankopslagpark van dertigduizend kubieke meter. De tanks zijn ontworpen voor de opslag van ethaan, propaan, butaan en afgeleide producten. Het bedrijf verwacht medio 2018 de volledige capaciteit in gebruik te kunnen nemen.
PETROCHEM 3 - 2018 22
PET03 K Projecten.indd 22
06-03-18 17:04
PROJECTEN Opdrachtgever: HES International Waar: Maasvlakte I Investering: enkele honderden miljoenen euro’s Afronding: eind 2019
HES International ontwikkelt op Maasvlakte 1 een tankterminal van 52 tanks met een totale capaciteit van circa 1,3 miljoen m3 voor de op- en overslag van olieproducten en biobrandstoffen. De tanks variëren in grootte van vijf- tot vijftigduizend m3. De HES Hartel Tank Terminal wordt een onafhankelijke opslagterminal, maar BP heeft zich gecommitteerd aan het project, inclusief plannen voor pijpleidingverbindingen hun raffinaderij en de terminal. De terminal wordt in 2018 en 2019 gebouwd en zal eind 2019 gereed zijn.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 20 miljoen Afronding: vierde kwartaal 2018
Ineos Oxide breidt in Zwijndrecht de opslagcapaciteit voor ethyleenoxide uit met vier grote opslagtanks van elk vijftig meter lang. Daarmee komt er 2.000 ton extra opslagcapaciteit bij.
Opdrachtgever: Koole Tankstorage Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: onbekend
Koole Tankstorage wil haar terminal in Rotterdam uitbreiden. Als de benodigde vergunningen rond zijn, wordt de op- en overslagslagcapaciteit voor olieproducten met ongeveer 500.000 kubieke meter vergroot naar 1.600.000 kubieke meter.
Opdrachtgever: OTAG Waar: Antwerpen Investering: ruim honderd miljoen euro Afronding: 2019
Oiltanking Antwerp Gas Terminal (OTAG) investeert ruim honderd miljoen euro in nieuwe tankopslagcapaciteit en een nieuwe steiger. Met de bouw van een 135.000 kubieke meter butaantank zal in 2019 de capaciteit van de terminal bijna verdubbelen tot 273.000 kubieke meter. OTAG bouwt de butaantank voor Ineos.
Opdrachtgever: Rubis Terminal Waar: Rotterdam Investering: 120 miljoen euro Afronding: onbekend
Rubis Terminal breidt haar terminal in Rotterdam in vijf fases uit. In totaal bestaat de uitbreiding uit 45 tanks met een totale capaciteit van bijna 150.000 kubieke meter, waarmee een totale investering van 120 miljoen euro is gemoeid. Fase 1 van de uitbreiding is eind 2016 afgerond.
Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: eind 2018
Sea-Tank Terminal bouwt in Antwerpen een dedicated tankterminal voor een wereldspeler uit de chemiesector. In eerste instantie krijgt de terminal een capaciteit van 750.000 kubieke meter. In een tweede fase wordt er mogelijk meer capaciteit bijgebouwd. Naar verwachting duurt de bouw van de terminal twee jaar. De investering wordt geraamd op 250 miljoen euro.
Opdrachtgever: Sea-Tank Terminal Waar: Antwerpen Investering: 50 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend
Sea-Tank Terminal gaat voor haar klant Total een nieuwe installatie voor vloeibare bulk inrichten aan het Hansadok in de haven van Antwerpen. Het gaat om een investering van vijftig miljoen euro.
Opdrachtgever: Totseanergy Waar: Antwerpen Investering: 100 miljoen euro Afronding eerste fase: medio 2019
Totseanergy, een joint venture van Total en de groep SEA-invest, investeert honderd miljoen euro in een nieuwe terminal in Antwerpen. De investering omvat acht nieuwe tanks van elk twintigduizend kubieke meter, drie bijkomende laad- en losplaatsen en een pijpleiding tussen de terminal en de raffinaderij van Total.
Opdrachtgever: Vopak Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend
Vopak bouwt op de ACS-terminal in Antwerpen een nieuw laadstation voor het laden van treinwagons met acetyls. Dit zijn basisgrondstoffen voor eindproducten als coatings, verpakkingen en farmaproducten. Het overgrote deel van de verwerking gebeurt in Duitsland, waarbij Antwerpen als bundelings- en opslaghub fungeert. Met het laadstation neemt de capaciteit om treinen te laden richting Duitsland met vierhonderd procent toe.
PETROCHEM 3 - 2018 23
PET03 K Projecten.indd 23
06-03-18 17:04
PROJECTEN Opdrachtgever: VVTI-ETT Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2018
Euro Tank Terminal, dochter van VTTI, breidt haar opslagcapaciteit uit met ruim tien procent. Dankzij de bouw van vier nieuwe tanks komt er 174.000 kubieke meter bij. ETT bouwt de tanks om producten flexibeler te kunnen opslaan.
Opdrachtgever: Zenith Energy Waar: Antwerpen Investering: 250 miljoen euro Afronding eerste fase: onbekend
Zenith Energy wil een tankterminal bouwen in Antwerpen. Het bedrijf heeft al een terminal in Amsterdam. Zodra de concessie in Antwerpen is toegekend, kan Zenith in een eerste fase 500.000 kubieke meter aan capaciteit bouwen en daarna uitbouwen tot 1.000.000 kubieke meter.
UTILITIES Opdrachtgever: Dow Waar: Terneuzen Investering: onbekend Afronding: 2018
Bij Dow in Terneuzen wordt in 2018 een pilot-installatie gebouwd om lagedrukstoom op te waarderen. Stoomrecompressie kan een belangrijke bijdrage leveren aan elektrificatie in de industrie. De pilot-installatie bij Dow krijgt een capaciteit van tien ton per uur.
Opdrachtgever: Ecluse Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend
Ecluse gaat de energievoorziening op basis van aardgas van meerdere chemiebedrijven in Antwerpen vervangen door een warmtenet van ongeveer vijf kilometer lengte. Afnemers met een ‘letter of intent’ om warmte af te nemen, zijn Ineos, Lanxess, ADPO, Ashland, DNCP en Monument Chemical. Het netwerk kan op termijn groeien.
Opdrachtgever: EEW Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: eind 2018
EEW Energy from Waste breidt haar productiecapaciteit uit met een derde lijn. EEW levert energie in de vorm van stoom en elektriciteit aan de omliggende industrie op het chemiepark Delfzijl en in het industriegebied Oosterhorn. Het bedrijf maakt groene energie uit diverse soorten afval.
Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Rotterdam Investering: onbekend Afronding: medio 2018
Evides Industriewater realiseert een tweede demiwaterfabriek op de Maasvlakte om de Botlek, Europoort en Maasvlakte 1 en 2 van hoogwaardig proceswater te kunnen voorzien. Eind december is de nieuwe fabriek succesvol in gebruik genomen. De komende maanden wordt het tweede deel van de installatie gerealiseerd en stijgt de productiecapaciteit van DWP Maasvlakte naar 800 kubieke meter per uur.
Opdrachtgever: Evides Industriewater Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend
Het Rotterdamse haven- en industriegebied Botlek krijgt een centrale afvalwaterzuivering. AkzoNobel Industrial Chemicals, Huntsman, Emerald Kalama Chemical en Kemira hebben een intentieverklaring voor het project getekend. Evides Industriewater is de projectontwikkelaar en toekomstige bedrijfsvoerder van de nieuwe afvalwaterzuivering.
Opdrachtgever: Havenbedrijf Rotterdam Waar: Europoort en Pernis Investering: 50 miljoen euro Afronding: 2019
Havenbedrijf Rotterdam wil tussen Europoort en Pernis een 25 kilometer lange pijpleiding aanleggen voor het transport van laagzwavelige dieselolie. Het zogenoemde Diesel Common Carrier System is bedoeld om bedrijven in de productie, opslag en handel in dieselbrandstoffen met elkaar te verbinden. De ingebruikname is gepland voor 2019.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Zwijndrecht Investering: 30 miljoen Afronding: medio 2019
Ineos Oxide investeert in Zwijndrecht zo’n dertig miljoen euro in een nieuwe hoge-drukstoomketel met een capaciteit van 150 MWth. Vier tijdelijke hoge-drukboilers, die dienen als stand-by, zijn al in gebruik genomen.
PETROCHEM 3 - 2018 24
PET03 K Projecten.indd 24
06-03-18 17:04
PROJECTEN Opdrachtgever: o.a. Shell Waar: Rotterdam Investering: 16 miljoen euro Afronding: onbekend
Shell, Warmtebedrijf Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam gaan restwarmte, die vrijkomt bij de raffinaderij van Shell Pernis, leveren aan de regio Rotterdam. Het project moet energie leveren om in de warmtebehoefte van 16.000 huishoudens te kunnen voorzien. Met het project is een totale investering van ongeveer 16 miljoen euro gemoeid.
PILOTS EN PLANNEN Opdrachtgever: AkzoNobel en Gasunie Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: onbekend Afronding: onbekend
AkzoNobel en Gasunie New Energy onderzoeken de mogelijkheden voor een grootschalige power-to-gas-installatie op het Chemie Park Delfzijl. De bedrijven willen een installatie ontwikkelen die – met een twintig megawatt waterelektrolyse-unit – duurzaam geproduceerde elektriciteit omzet in drie kiloton groene waterstof per jaar (dertig miljoen kubieke meter). Een besluit over de bouw van de installatie wordt in 2019 verwacht.
Opdrachtgever: AkzoNobel Waar: Delfzijl Investering: onbekend Afronding: 2021
AkzoNobel wil de productie van hoogzuiver vacuümzout op haar locatie in Delfzijl uitbreiden. Het project verhoogt de productie van de fabriek met ongeveer 25 procent. Het chemiebedrijf studeert nog op de plannen en wil in de eerste helft van 2018 een beslissing nemen. Bij groen licht moet het project vervolgens binnen drie jaar worden voltooid.
Opdrachtgever: Dow en ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 20 miljoen euro Afronding: 2022
Staalproducent ArcelorMittal in België wil CO uit zijn afvalgassen leveren aan Dow Benelux in Terneuzen. Dow kan de CO met eigen overtollig waterstof combineren tot syngas. Allereerst worden twee proeffabrieken van ieder zo’n tien miljoen euro gebouwd in Gent. In 2022 wordt op basis van de pilots besloten of het businessplan economisch levensvatbaar is. Bij groen licht wordt rond 2025 in België een fabriek gebouwd waar de afvalgassen worden verwerkt tot syngas dat per schip naar Terneuzen wordt vervoerd
Opdrachtgever: ArcelorMittal Waar: Gent Investering: 87 miljoen euro Afronding: 2019/2020
Staalconcern ArcelorMittal, LanzaTech en Primetals Technologies investeren 87 miljoen euro in de Gentse vestiging van ArcelorMittal om bio-ethanol te maken uit gassen die vrijkomen bij staalproductie. Om de technologie van LanzaTech te testen, bouwen de partners een pilotplant in Gent, die vanaf 2019/2020 ongeveer 80 miljoen liter bio-ethanol per jaar zal kunnen produceren.
Opdrachtgever: o.a. Avantium Waar: Chemie Park Delfzijl Investering: 100 miljoen euro Afronding: 2022
Avantium, AkzoNobel en RWE willen samen een bioraffinaderij van 100.000 ton bouwen op het Chemie Park Delfzijl. In de raffinaderij worden zuivere suikers gemaakt uit houtsnippers. Die suikers kunnen vervolgens worden gebruikt als grondstof voor verven en lakken. De fabriek zal mogelijk in 2022 in gebruik kunnen worden genomen.
Opdrachtgever: Borealis Waar: Kallo Investering: onbekend Afronding: begin 2022
Borealis wil op haar productiesite in Kallo een fabriek bouwen voor propaandehydrogenering. Deze krijgt een capaciteit van 740.000 ton per jaar. In het derde kwartaal van 2018 valt de definitieve beslissing over de investering. De start-up van de fabriek is gepland voor begin 2022.
Opdrachtgever: Corbion Waar: onbekend Investering: onbekend Afronding: onbekend
Corbion heeft plannen voor de bouw van een nieuwe melkzuurfabriek. De kans is groot dat de fabriek in Europa komt en Nederland zou dan een goeie kanshebber zijn als locatie. De fabriek zal een capaciteit van meer dan 100.000 ton per jaar krijgen.
Opdrachtgever: o.a. Enerkem Waar: Rotterdam Investering: 200 miljoen euro Afronding: onbekend
Een samenwerkingsverband van AkzoNobel, Van Gansewinkel, Air Liquide, AVR, Enerkem en Havenbedrijf Rotterdam wil een waste-to-chemicals-fabriek in Rotterdam realiseren. De installatie zal uit ongeveer 360.000 ton huishoudelijk en bedrijfsafval synthesegas en vervolgens zo’n 220.000 ton methanol gaan produceren.
PETROCHEM 3 - 2018 25
PET03 K Projecten.indd 25
06-03-18 17:04
PROJECTEN NIEUW PROJECT Opdrachtgever: Gasunie Transport Services Waar: Zuidbroek Investering: onbekend Afronding: eind 2019
Gasunie Transport Services wil de bestaande stikstofinstallatie in Zuidbroek uitbreiden. In de stikstofinstallatie wordt stikstof uit de lucht gewonnen, zodat het kan worden gemengd met (geïmporteerd) gas dat een hogere verbrandingswaarde heeft dan het gas uit het Groningenveld. Het project omvat ook een mengstation inclusief vier kilometer nieuwe leiding, en aansluitleidingen op bestaande gasleidingen en een stikstofleiding die is verbonden met de bestaande stikstofcaverne in Heiligerlee. De stikstofinstallatie zou vanaf eind 2019 gereed moeten zijn voor productie.
Opdrachtgever: Ineos Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: onbekend
Ineos zoekt een locatie voor een nieuwe fabriek voor propaandehydrogenering in Europa, waarbij Antwerpen als mogelijke vestigingsplaats is genoemd. De fabriek zou een capaciteit van 750.000 ton per jaar krijgen.
Opdrachtgever: Ineos Oxide Waar: Antwerpen Investering: honderden miljoenen euro’s Afronding: onbekend
Ineos Oxide overweegt honderden miljoenen euro te investeren in een nieuwe fabriek voor de productie van vinylacetaatmonomeer (VAM). De fabriek krijgt een capaciteit van 300 kiloton per jaar en wordt in Antwerpen of Keulen (Duitsland) gebouwd. Hull (Engeland) is ook nog een mogelijke locatie, maar dan zou het om een revamp van een bestaande fabriek gaan.
Opdrachtgever: InSciTe Waar: Geleen Investering: onbekend Afronding: 2018
Het publiek-private partnerschap InSciTe bouwt een multifunctionele proeffabriek voor de productie van olie uit lignine. Deze crude lignin oil (CLO) kan worden gebruikt als brandstof voor schepen en boten. De proeffabriek krijgt een capaciteit van zo’n 160 liter per dag en is naar verwachting in 2018 operationeel.
Opdrachtgever: Lyondell Waar: Botlek Investering: onbekend Afronding: onbekend
Lyondell overweegt zijn SMPO-fabriek in de Botlek uit te breiden door een debottlenecking. De capaciteit zou kunnen worden verhoogd van 325 naar 375 kiloton propyleenoxide en van 725 naar 850 kiloton styreenmonomeer per jaar. Het project wordt nog onderzocht op financiële en technische haalbaarheid.
Opdrachtgever: o.a. Nuon Waar: Eemshaven Investering: onbekend Afronding: 2023
Nuon, Gasunie en het Noorse Statoil werken samen om waterstof in te zetten als brandstof voor de Magnum-centrale in de Groninger Eemshaven. Zij hebben een innovatieproject opgestart om vanaf 2023 een van de drie units van de centrale over te schakelen op waterstof.
Opdrachtgever: Oiltanking Waar: Antwerpen Investering: onbekend Afronding: begin 2022
Als Borealis besluit te investeren in een nieuwe fabriek voor propaandehydrogenering in Kallo, wordt Oiltanking Antwerp Gas Terminal de logistieke partner voor de handling van propeen en propaan. Oiltanking bouwt dan een nieuwe opslagtank voor propaan met een capaciteit van 135.000 kubieke meter.
Opdrachtgever: PolyStyreneLoop Waar: Terneuzen Investering: 6,5 miljoen euro Afronding: eind 2018
PolyStyreneLoop wil op een terrein naast chemiebedrijf ICL-IP in Terneuzen een demonstratiefabriek bouwen, die broomhoudend polystyreenafval gaat recyclen. De bouw van de fabriek begint in de tweede helft van 2018. Het proces levert schone polystyreen op die direct kan worden hergebruikt. Het broomhoudende residu kan in een bestaande unit ICLIP verwerken tot zuivere broom. De demonstratiefabriek kost ruim 6,5 miljoen euro en kan straks drieduizend ton gerecycled polystyreen per jaar produceren.
Opdrachtgever: Wintershall Waar: Blok F17 Investering: onbekend Afronding: onbekend
Wintershall heeft plannen om ongeveer 120 kilometer ten noorden van Den Helder olieen gas te gaan winnen (blok F17). De verwachte productie zou maximaal 20.000 vaten olie en 500.000 kubieke meter gas per dag zijn. Het gewonnen gas zal per pijpleiding worden getransporteerd. De geproduceerde olie wordt in een onderwaterolieopslagtank opgeslagen die een tankerschip in het begin van de productieperiode wekelijks zal legen.
PETROCHEM 3 - 2018 26
PET03 K Projecten.indd 26
06-03-18 17:04
PRODUCTEN
ROBUUSTE SMARTPHONE De Cat S61 beschikt over een geïntegreerde thermische camera, met verbeterde software voor groter contrast, uitgebreid tempratuurbereik tot 400 graden Celsius en een naar HD geüpgradede camera. Het is mogelijk om warmteverlies rond isolatie, vocht, oververhitte elektrische apparaten en overbelaste circuits op te sporen en te kunnen zien in het donker, mist of rook. De Cat S61 heeft ook een ingebouwde luchtkwaliteitmeter. Deze waarschuwt gebruikers voor hoge concentraties schadelijke stoffen (VOC’s) die vaak voorkomen in bouw en industrie, zoals verf, oplosmiddel, lijm en schoonmaakmiddelen. De sensor meet ook luchtvochtigheid en temperatuur. Meer informatie: www.bullit-group.com TABLET MET GEÏNSTALLEERDE INSTRUMENTBIBLIOTHEEK De Field Xpert SMT70 is een eenvoudig te bedienen tablet die wordt geleverd met een uitgebreide vooraf geïnstalleerde instrument bibliotheek waarmee het vinden en installeren van de juiste software-componenten niet meer nodig is. De Field Xpert SMT70 kan in explosiegevaarlijke gebieden worden gebruikt. De tablet heeft een 11,6-inch scherm met een batterijduur van maximaal 14 uur. De tablet is in bijzonder geschikt voor inbedrijfstelling en onderhoud van veldinstrumenten met een digitale communicatie interface en stelt fabriekspersoneel in staat om eenvoudig het werk te documenteren en te beheren. Meer informatie: www.nl.endress.com SNIJBESTENDIGE VEILIGHEIDSHANDSCHOENEN De Diamond Cut-handschoen is bruikbaar in alle takken van de industrie en is gemaakt met de Dyneema Diamond-technologie. De vezels zijn verder versterkt met een uniek polymeer dat zorgt voor een hoge sterkte, maximale duurzaamheid en koel aanvoelend comfort door warmte van de handen af te voeren. De met elkaar verweven vezels zorgen voor een uitzonderlijk sterk, dun en ultralicht gestructureerd materiaal. Door gebruik te maken van de Diamond-technologie kunnen ultralichte handschoenen worden ontwikkeld met dezelfde snijbestendigheid als dikkere en zwaardere handschoenen die zijn gemaakt van aramide, HMPE of grondstofvezels zoals nylon. Alle Diamond Cut-handschoenen zijn vrij van glasvezel en voldoen aan de norm EN388:2016. Meer informatie: www.eriks.nl ENKELFASIGE EMC-FILTERS TDK Corporation introduceert de RSEV-serie 6 A, 10 A, 16 A, 20 A en 30 A, 250 VAC/250 VDC EMC-filters. Met een geïntegreerd klemmenblok met verzonken en onverliesbare schroeven is de installatie van het filter vereenvoudigd en kan de hardware niet verloren raken of in het uiteindelijke systeem vallen. De universele serie is geschikt voor een breed scala aan industriële- en communicatietoepassingen. De compacte filters zijn slechts 85 mm lang, 39 mm breed en 30 mm hoog, en hebben een maximaal gewicht van 150 gram. Optioneel verkrijgbaar is een DIN-rail montageset. De RSEV-filters werken bij omgevingstemperaturen van -25 °C tot +85 °C, met derating boven 55 °C. Alle modellen zijn gecertificeerd volgens UL1283, CSA C22.2 Nr. 8 en EN60939-3, en voldoen aan de RoHS2-richtlijn. Meer informatie: www.tdk-lambda.com
PLUG & PLAY-BEDIENINGSAPPARATEN De EAO Smart Box is een eenvoudig op te klikken plug & play-oplossing voor besturingspanelen in industriële omgevingen. Met de Smart Box kunnen verschillende functies worden bediend in CNC-machines of de halfgeleiderproductie, zoals aan/uit, omhoog/omlaag of noodstop. Naast een breed assortiment standaardcomponenten zijn vele klantspecifieke oplossingen leverbaar. De combinatie van de robuuste constructie en de frontbescherming tot IP67 maakt betrouwbaar schakelen mogelijk bij bedrijfstemperaturen van -25 °C tot + 70 °C (afhankelijk van de geïntegreerde producten), in omgevingen met veel stof en vuil en bij hoge luchtvochtigheid of sterke trillingen. Meer informatie: www.eao.com
SCHAKELKASTMODULES De MASI20-schakelkastmodules hebben een breedte van slechts 19mm, dit bespaart ruimte in de schakelkast. Ze zijn geoptimaliseerd voor gebruik in klemmenkasten met een diepte van 120mm. De aansluitingen (push-in-klemmen) bevinden zich aan de voorzijde en zijn daarom gemakkelijk toegankelijk. Bij deze aansluitklemmen kunnen 3-draads sensoren in één keer worden aangesloten. Dit bespaart extra klemmen in de schakelkast. Zowel de AS-interface als ook de AUXPower zijn intern gebrugd. Wanneer een module wordt verwijderd, vindt er geen onderbreking plaats. De uitvoeringen met een halfgeleideruitgang zijn geschikt voor passief veilige oplossingen tot ‘Performance Level d’ (K3-functionaliteit). De verlichte cijferweergave zorgt voor een duidelijke I/O-diagnose. Meer informatie: www.murrelektronik.nl
PETROCHEM 3 - 2018 27
PET03 F Producten.indd 27
06-03-18 16:58
WATERSTOF
Waterstofeconomie krijgt vorm op energie-eiland Goeree-Overflakkee is door de provincie Zuid-Holland aangemerkt als proeftuin voor duurzame innovaties in de energietransitie. De verwachting is dat het eiland in 2020 een overschot van twintig procent aan duurzaam opgewekte stroom heeft. Om dat overschot nuttig te gebruiken, wordt onderzocht hoe de energie kan worden ingezet bij verschillende waterstofprojecten. Dagmar Aarts
Goeree-Overflakkee wordt een proeftuin voor groene waterstofprojecten. In december hebben ruim dertig partijen het ‘Convenant Groene Waterstofeconomie Zuid-Holland: proeftuin Energy Island Goeree-Overflakkee’ getekend. Ze willen zich daarmee inzetten voor de ontwikkeling van economisch haalbare waterstofprojecten. Met een overschot aan elektriciteit uit windparken kan water worden gesplitst in waterstof en zuurstof. Deze duurzame waterstof kan worden gebruikt als grondstof voor de chemische industrie, als energiedrager voor voertuigen of als alternatief voor aardgas om gebouwen mee te verwarmen. Daarmee kan het verbruik van olie, kolen en gas worden
verkleind. Het is een beter alternatief dan opslag in batterijen, want dat kan nu alleen nog maar op kleine schaal, tegen hoge kosten. Het convenant voor Goeree-Overflakkee is opgedeeld in zes projecten. Hierin wordt gekeken naar de conversie van elektriciteit naar waterstof, waterstoftankstations, productie van groene ammoniak, verwarming van woningen en gebouwen met waterstof, een regionale waterstofrotonde en de opslag van duurzame elektriciteit. De zes projecten zijn aan elkaar gerelateerd en kunnen elkaar positief beïnvloeden, leiden tot synergiën in kwaliteit, omvang en kosteneffectiviteit. In de verschillende kaders worden de projecten verder uitgelicht.
PROJECT 1: PRODUCTIE EN CONVERSIE De partijen in project 1 onderzoeken de mogelijkheid om een conversiepark te ontwikkelen op Goeree-Overflakkee als voorbeeld voor conversie van hernieuwbare elektriciteit naar waterstof. De partijen (Coöperatie Deltawind, Siemens Nederland en Greenpoint Group) zijn bezig om het project vorm te geven en kijken nog wat er allemaal moet worden onderzocht. Volgens Monique Sweep van Deltawind is de technische kant van de conversie geen probleem. Er kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een elektrolyzer of van een windmolen die elektriciteit direct omzet in waterstof. Met dat laatste is Lagerwey, fabrikant van windturbines, momenteel bezig in Noord-Holland. De grote uitdaging van het project is de afzet van de waterstof. Sweep: ‘Op één zo’n windmolen kan je zeventig vrachtwagens een jaar laten rijden, maar waar vind je die vrachtwagens? Hoe regelen we die afzet?’ Deltawind bouwt op het moment aan windpark Krammer, een windpark op en rondom de Krammersluizen. ‘In dit windpark zouden we overschotten aan elektriciteit ook kunnen opslaan om er daarna waterstof van te maken’, legt Sweep uit. ‘Maar als je daarvoor een elektrolyzer gebruikt, moet je deze conti-
nu benutten want anders is het financieel niet haalbaar. We moeten voor de afzet dus iets permanents regelen. Een van de opties is bijvoorbeeld om kunstmest van de waterstof te maken. Daarvoor zoeken we de samenwerking met project 3.’ In project 1 wordt zo nodig ook een relatie gelegd met een waterstofpijpleiding van Middelharnis naar het westen en oosten (in overleg met project 5) waarmee waterstof kan worden ingevoerd en afgetapt. Daarnaast wordt gekeken naar de bijmenging van waterstof in het gasnet tot een percentage van twintig procent zolang er nog onvoldoende vraag is naar honderd procent zuivere waterstof en er geen grootschalige opslagmogelijkheid voor geproduceerde waterstof is. Sweep: ‘Uit een elektrolyzer komt namelijk zeer zuivere waterstof. Waterstof die in de industrie wordt gemaakt, is veel onzuiverder. Voor vervoermiddelen is de zuivere waterstof noodzakelijk, de industrie kan toe met minder zuivere waterstof. Maar per saldo is het inefficiënt wanneer je zeer zuivere waterstof gaat bijmengen.’ Binnen een jaar moet er een tussenrapportage liggen.
PETROCHEM 3 - 2018 28
PET03 R Waterstof.indd 28
06-03-18 17:13
PROJECT 2: MOBILITEIT In dit project wordt onderzocht of het mogelijk is een waterstoftankstation te ontwikkelen waar lokaal geproduceerde groene waterstof kan worden getankt. Het streven is ook om twintig waterstofbussen binnen de concessie Hoeksche Waard, Goeree-Overflakkee te laten rondrijden. De bussen zijn onderdeel van een landelijk project, legt Ben Dwars, concessiedirecteur van vervoersmaatschappij Connexxion, uit. ‘We zijn landelijk bezig met een EU-subsidie voor het JIVE2 programma van vijftig waterstofbussen: twintig voor de provincie Zuid-Holland, twintig voor Groningen en tien voor Noord-Brabant. De provincie Zuid-Holland wil deze waterstofbussen koppelen aan het groene waterstofconvenant.’ De bussen zouden medio 2020 rond moeten rijden op het eiland. Dan moet er ook een vulpunt zijn. Dwars: ‘We staan aan het begin van dit project en we moeten nog een aantal zaken helder krijgen.’ Ten eerste moet duidelijk worden of de waterstofbussen kun-
nen worden aangeschaft en met welke specificaties. Er moet een businesscase zijn. Ten tweede moet het waterstoftankstation met bijbehorende infrastructuur worden gebouwd. Daarbij is de vraag hoe toekomstbestendig je deze moet inrichten. Met hoeveel bussen, vrachtauto's en personenauto’s moet je rekening houden? Ten slotte heb je te maken met strengere veiligheidsregels bij de inrichting van het vulpunt en het tanken van waterstof. De uitdaging voor de deelnemers van het project is om een verantwoorde businesscase rond te krijgen. Dwars: ‘Voor het tankstation is het belangrijk dat er een bepaald volume wordt afgenomen om het rendabel te maken. En wij willen als vervoersmaatschappij niet drie keer zoveel kwijt zijn als nu met een dieselbus. We kunnen en willen bijvoorbeeld niet de prijs van ons kaartje heel veel verhogen. Daar moeten we allemaal naar gaan kijken.’ Projectdeelnemers zijn: Connexxion, Greenpoint Group, Hyundai Motor Netherlands, Louwman & Parqui, Siemens en Van Kessel Olie.
PROJECT 3: GROENE AMMONIAK In project 3 wordt een demonstratiefabriek, van circa 40 miljoen euro, voor groene ammoniak ontwikkeld en gerealiseerd. Het is de bedoeling dat de fabriek in 2020 operationeel is op Goeree-Overflakkee. Voor de demonstratiefabriek wordt gebruik gemaakt van bewezen technologieën. Met duurzaam opgewekte energie wordt via elektrolyzers water gesplitst in waterstof en zuurstof. Vervolgens kan met het Haber-Boschproces ammoniak worden gemaakt. ‘Voor het maken van waterstof gebruiken alle grote fabrieken op het moment aardgas’, zegt Bob Weehuizen van Proton Ventures, specialist in het produceren van ammoniak op kleine schaal. ‘Doordat wij groene waterstof kunnen maken, kunnen we ook groene ammoniak produceren.’ De groene ammoniak willen de partijen in dit project gebruiken als kunstmest op Goeree-Overflakkee. Daarvoor moet de ammoniak verder worden omgezet naar ureum of nitraten, waarbij kunstmeststofproducent Yara kan helpen. Van de groene ammoniak, kunnen zij groen ureum maken dat als kunstmest kan dienen. Weehuizen: ‘Een andere optie is om van de groene ammoniak eerst salpeterzuur te maken, waarna er vloeibare nitraatmeststoffen van kunnen worden geproduceerd. Om dit uit te zoeken neemt Van Iperen (gespecialiseerd in vloeibare meststoffen, red.) deel aan het project. Het zijn allemaal nog ideeën die we moeten uitwerken.’ Zo wordt er ook gekeken naar de andere rol die er voor ammoniak aan zit te komen, namelijk die van drager van waterstof. Als je waterstof met stikstof uit de lucht laat reageren tot ammoniak, kan je het makkelijker in vloeibare vorm opslaan. Wanneer je extra energie nodig hebt, kan je de ammoniak ver-
stoken in bijvoorbeeld een energiecentrale als vervanging van aardgas. Maar ook voor transport wordt ammoniak belangrijk volgens Weehuizen. ‘Australië wil bijvoorbeeld een energieexporterend land worden. Met haar overschot aan elektriciteit kan waterstof worden gemaakt waar onder andere Japan veel behoefte aan heeft. Maar het is duur om waterstof op te slaan en te vervoeren. Het goedkoopste is om de waterstof in de vorm van ammoniak op te slaan en op die manier te vervoeren. In Japan kan er dan op eenvoudige wijze weer waterstof van worden gemaakt.’ Bij het maken van groene ammoniak zijn er een paar uitdagingen volgens Weehuizen. Ten eerste moet de groene ammoniak kunnen concurreren met de grijze ammoniak, gemaakt uit aardgas. ‘Groene ammoniak zal altijd duurder zijn, maar we moeten een manier vinden om het zo goedkoop mogelijk te produceren. De tweede uitdaging is dat het aanbod van duurzame energie wisselend is. Is er veel wind dan is er veel, maar waait het niet, dan heb je minder. Om altijd grondstof voor groene ammoniak te hebben, moeten we iets verzinnen voor de opslag van waterstof.’ De laatste uitdaging is om alle veiligheidsrisico’s rondom de fabriek die gebouwd gaat worden, uit te sluiten. De demonstratiefabriek op Goeree-Overflakkee moet een voorbeeld zijn voor andere fabrieken op grotere schaal. Weehuizen: ‘Voor Yara is dit bijvoorbeeld interessant. Met dit project kunnen ze ervaring opdoen op het gebied van groene ammoniak. Het is mogelijk de eerste stap naar de vervanging van aardgas om ammoniak te maken.’ Projectdeelnemers zijn: Proton Ventures, Siemens, Van Iperen, Van Peperstraten Groep en Yara.
PETROCHEM 3 - 2018 29
PET03 R Waterstof.indd 29
06-03-18 17:13
[Sch
THE AWAREHOUSE | SCHERPENZEEL | 19 APRIL
Duurzaam betekent in onze beleving nog te vaak houdbaar. Maar willen we nog rondrijden in vervuilende diesels uit de jaren negentig? En moeten we nog steeds fabrieken bouwen die twintig, dertig, veertig of zelfs vijftig jaar meegaan? Met ons streven naar houdbaarheid sluiten we ons in veel gevallen voor lange tijd af van wezenlijke en vaak broodnodige vernieuwingen. Vaak moeten we juist afbreken om te verbeteren.
Het Nieuwe Produceren gaat op 19 april in Scherpenzeel op zoek naar voorbeelden van upcycling. Niet compenseren, maar accelereren.
nu i
n]
Programma 10.15 uur
Ontvangst en registratie
11.00 uur Pitches & Preaches 1 • Opening door dagvoorzitters Geanne van Arkel (Interface) en Wim Raaijen (Het Nieuwe Produceren) • Openingslezing Rob van Hattum (VPRO Tegenlicht) • Pitches Process Enlightenmentz 12.15 uur
Recycling betekent nog te vaak downcycling: hergebruik van materialen in producten met een lagere toegevoegde waarde. Oude dieselauto’s moeten we uit elkaar halen en de materialen hergebruiken in nieuwere, veel efficiëntere auto’s of andere hoogwaardigere producten.
rijf
Netwerklunch
13.15 uur Pitches & Preaches 2 • Lezing Henk Akkermans (World Class Maintenance) • Pitches Project Enlightenmentz 14.45 uur
Korte pauze
15.15 uur
Pitches & Preaches 3
• Pitches Social Enlightenmentz • Afsluitende lezing Rob Stevens (Wepa) • Bekendmaking Enlightenmentz of the Year 2018 17.00 uur
Netwerkborrel
Partners:
www.hetnieuweproduceren.nu/jaarcongres Advertentie hele pagina.indd PET03 Advertenties.indd 30 1
28-02-18 16:52 13:07 06-03-18
FOTO: SKY PICTURES
Windpark Krammer
PROJECT 4: VERWARMING BESTAANDE BOUW In dit project worden mogelijkheden onderzocht voor de verwarming van woningen en gebouwen met waterstof waarbij gebruik wordt gemaakt van het bestaande gasnet. Als het technisch haalbaar blijkt, wordt de verwarming in een demonstratiewijk gerealiseerd. De beoogde ombouw van gasinstallaties en verwarming van de demonstratiewijk wordt nu verwacht in 2025 in Stad aan ’t Haringvliet. Na evaluatie wordt bepaald of waterstofverwarming ook in andere gebieden kan worden ontwikkeld. De partijen in project 4 streven ernaar om
bestaande bebouwing (van ongeveer voor 1980) op Goeree-Overflakkee wijk voor wijk geschikt te maken voor (deel)verwarming op waterstof. Het is de bedoeling dat de waterstofverwarming tegen een concurrerende marktprijs wordt aangeboden. Projectdeelnemers zijn: Beter Wonen Goedereede, Beter Wonen, Ooltgensplaat, FidesWonen, Gasunie Transport Services, Stedin en Woongoed GO.
PROJECT 5: REGIONALE WATERSTOFROTONDE Goeree-Overflakkee wil het overschot aan energie in de vorm van waterstof misschien wel gaan leveren aan de haven van Rotterdam. Daar kan het als basis voor de chemie dienen of als brandstof worden ingezet. In project 5 worden de mogelijkheden voor een regionale waterstofrotonde onderzocht. Alice Krekt van Deltalinqs: ‘In een korte studie gaan Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam en Stedin verkennen wat de markt
voor deze waterstof is, hoe groot de hoeveelheden zijn en hoe we die naar Rotterdam krijgen. Dit zou via een netwerk van leidingen kunnen of met vrachtwagens. Dat hangt af van de bestemming en de hoeveelheden. Binnen deze korte studie zullen we een aantal ontwikkelmogelijkheden uitwerken, die we ook in de tijd uitstippelen. Als er voldoende potentieel is, zoeken we daarna meer partners om samen concrete stappen te zetten.’
PROJECT 6: REGIONALE BUFFER/OPSLAG ELEKTRICITEIT De deelnemers aan dit project moeten nog worden bepaald, maar het idee van project 6 is al wel omschreven. Het is de bedoeling dat de projectdeelnemers de mogelijkheid onderzoeken om het conversiepark op Goeree-Overflakkee en de waterstofhoofdader in te zetten voor netwerkdiensten, om
onbalans in vraag en aanbod van elektriciteit op Goeree-Overflakkee gedurende de dag te compenseren via tijdelijke waterstofproductie of terugomzetting in elektriciteit. De streefdatum voor de balanceerdiensten is vanaf 2030.
PETROCHEM 3 - 2018 31
PET03 R Waterstof.indd 31
06-03-18 17:13
STUDENTEN TU/E ONTWIKKELEN CIRCULAIRE AUTO Het studententeam TU/ecomotive van de TU Eindhoven heeft een volledig circulaire auto ontwikkeld. In februari presenteerde het team het ontwerp voor deze wagen, Noah genaamd. De auto wordt vervaardigd uit recyclebare materialen die makkelijk kunnen worden gescheiden. TU/ecomotive ontwikkelt elk jaar een innovatieve elektrische auto. Het chassis, carrosserie en interieur van Noah worden volledig gemaakt van bio-based materialen. De auto zal rond de driehonderdvijftig kilo gaan wegen en heeft plek voor twee personen. Noah wordt elektrisch aangedreven met zes modulaire batterijen die makkelijk kunnen worden vervangen en opgeladen. Noah kan een snelheid behalen van ongeveer 100 kilometer per uur en heeft een bereik van 240 kilometer. Met de auto wil het team laten zien dat circulariteit in complexe producten niet slechts toekomstmuziek is, maar vandaag de dag al kan worden toegepast. Aan het einde van zijn levenscyclus is Noah volledig recyclebaar. Het team legt dit jaar extra focus op het ontwerp van de auto en rijervaring. Noah wordt daarom ook een zogenoemde connected car. Dit houdt in dat het voertuig kan worden geopend met een mobiel door de ingebouwde NFC scanners en hierdoor direct alle voorkeuren van de bestuurder kan instellen. Dit maakt Noah geschikt voor carsharing, iets dat het team ziet als een noodzaak voor de toekomst van mobiliteit. Om Noah een echte auto te noemen, laat TU/ecomotive hem ook keuren door de RDW. Tijdens deze keuring wordt de auto onder andere beoordeeld op degelijkheid en veiligheid voordat hij op de openbare weg mag. Het team werkt samen met de RDW tijdens het ontwerp- en productieproces om de kans op problemen tijdens het testen te minimaliseren. Tijdens een evenement in de zomer van 2018 trekt het team met Noah door Europa om de auto te laten zien aan het grote publiek.
DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
FOTO: PIXABAY
iTANKS-LEDEN Petrochem Platform
FOTO: TU/E
INNOVATIE
WETENSCHAPPERS MAKEN SUPERSTERK BIOPLASTIC Onderzoekers van het Oak Ridge National Laboratory (ORNL) zijn erin zijn geslaagd een nieuwe methode te ontwikkelen om een sterker en duurzaam bio-based plastic te produceren. Daarbij behoudt het materiaal haar kracht en stijfheid, waardoor het product in de toekomst meer toepassingsmogelijkheden krijgt. Voor de productie van bio-based plastics wordt normaal gesproken polymelkzuur (PLA) gebruikt, een duurzaam biologisch afbreekbaar polymeer. Maar om de PLA hoogwaardig en breed te kunnen toepassen, moesten bepaalde eigenschappen verbeterd worden. Denk hierbij aan de brosheid van het materiaal. Dat is nu gelukt. Het onderzoeksteam uit de Verenigde Staten combineerde polymelkzuur met 3D-printen. Hieraan werden kleine hoeveelheden op siliconen gebaseerde materialen, silanen genaamd, toegevoegd om een nieuw polymeer te ontwerpen. Volgens een onderzoeker van het ORNL is de nieuwe vorm van PLA tien keer zo sterk, zonder dat het materiaal inlevert op kracht en stijfheid. Dit zou toepassingen kunnen verbreden waar polymeerhardheid van groot belang is. Het onderzoeksteam gaat in een volgende fase kijken of het mogelijk is het nieuwe polymeer aan te passen voor additieve productie en verpakkingen.
PETROCHEM 3 - 2018Â Â 32
PET03 G innovatie.indd 32
06-03-18 16:59
NANOSATELLIET OP BUTAAN Begin februari werd in China de Deense satelliet GOMX-4B gelanceerd. Een bijzonder moment, aangezien de nanosatelliet van 10 x 20 x 30 centimeter butaan als brandstof gebruikt. Het voordeel van vloeibaar butaan is dat de satelliet maar 150 gram hoeft mee te nemen voor een reisperiode van minimaal twee jaar. Dit gebeurt in afgesloten containers onder een druk van drie tot vier bar. Het grote voordeel van vloeibaar ten opzichte van gasvormig butaan is dat het duizend keer minder volume nodig heeft. En bij nanosatellieten telt elke kubieke centimeter. Volgens Tor-Arne Grönland, directeur van NanoSpace in Uppsala (Zweden), is butaan niet helemaal nieuw in de ruimtevaart. Het ruimtevaartbedrijf ontstond in 2005 als spin-off van de Universiteit van Uppsala. Sinds 2017 maakt NanoSpace deel uit van het Deense GOMSpace, waarbij NanoSpace de voortstuwing bouwt voor de nanosatellieten van de Denen. Nanospace is een van de eersten die butaan heeft ontwikkeld als volwassen voortstuwing voor nanosatellieten. In 2015 ging het om de Chinese TW-1 satelliet, ditmaal om de GOMX-4B nanosatelliet. ESA geeft financiële steun aan het project. GOMSpace ontwikkelt en bouwt nanosatellieten van 1 tot 20 kilogram. Hoofddoel van het project is te laten zien dat het mogelijk is een groot netwerk op te bouwen van nanosatellieten. Daarom zal GOMX-4B twee jaar lang datacommunicatie gaan versturen naar zustersatelliet GOMX-4A. Dit gebeurt in een polaire baan op zo’n 550 kilometer boven de aarde. De onderlinge afstand tussen beide kunstmanen varieert maar zal nooit meer dan duizend kilometer zijn. Na afloop zullen beide satellieten terugvallen naar de dampkring en verbranden.
iTANKS-LEDEN Petrochem Platform
FOTO: PIXABAY
FOTO: HARDT
EERSTE TESTFACILITEIT HYPERLOOP STEEDS DICHTERBIJ De Nederlandse startup Hardt heeft in een nieuwe financieringsronde een bedrag van 1,25 miljoen euro opgehaald. Dankzij deze investering is de TU-Delft spin-off weer een stap verder in de realisatie van de hyperloop, een technologie die het mogelijk moet maken om met ruim duizend kilometer per uur door een hightech buis te reizen. Op dit moment werkt Hardt samen met de Nederlandse overheid en het bedrijfsleven aan de plannen voor de realisatie van een testfaciliteit in Flevoland. Bij deze investeringsronde zijn meerdere investeerders betrokken, waaronder bouwbedrijf BAM, de Nederlandse Spoorwegen en regionaal investeringsfonds UNIIQ. Ook heeft het bedrijf steun van de Tweede Kamer voor de realisatie van de testfaciliteit. Als het lukt om de testfaciliteit in Flevoland waar te maken, dan beschikt Nederland over de eerste hyperloop testfaciliteit ter wereld waar het complete systeem kan worden getest. Volgens onderzoek van TNO levert de bouw van de faciliteit naar schatting zo’n vierhonderd banen op. Daarbij is de realisatie een belangrijke eerste stap in de mogelijkheid om fysieke barrières tussen mensen weg te nemen. Zo maakt hyperloop het mogelijk om mensen in een futuristisch voertuig met hoge snelheid door buizen met zeer weinig luchtweerstand te laten reizen. Dat maakt het vervoer energiezuiniger dan vervoer met bijvoorbeeld het vliegtuig of de trein. En deze manier van reizen zorgt voor een stuk kortere reistijd: met een hyperloop-netwerk is Parijs vanuit Amsterdam in slechts 38 minuten te bereiken. Hardt denkt in 2021 de infrastructuur te kunnen gaan bouwen.
DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR
PETROCHEM 3 - 2018 33
PET03 G innovatie.indd 33
06-03-18 16:59
Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief, rondetafelbijeenkomsten, het jaarcongres Deltavisie en andere events.
PARTNERNIEUWS
PARTNERS VAN HET PETROCHEM PLATFORM
McLaren onthult nieuwe F1-auto De kleur van de MCL33, Papaya Spark, is door AkzoNobel ontwikkeld en maakt gebruik van de nieuwste coatingstechnologie. Deze technologie stelt het McLaren-team in staat om het totale gewicht van de verf fors te verminderen en de tijd van het lakken met meer dan vijftig procent terug te brengen. Tijdens het raceseizoen, dat 25 maart start, werken technici van beide bedrijven nauw samen om prestaties te verbeteren. CO2-omzetting met nano-nikkeldeeltjes CO2 en duurzaam geproduceerde waterstof kunnen als ingrediënt dienen voor het omzetten van elektrische energie opgewekt door windmolens of zonnepanelen in een gasbrandstof. Een winstgevende conversie van CO2 vraagt om een uiterst effectieve katalysator. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de R&D-afdeling van BASF De Meern hebben een manier gevonden om het conversieproces in detail te bestuderen en de perfecte grootte voor de katalytische nikkelnanodeeltjes te bepalen. Nikkeldeeltjes zo klein als één veertigduizendste van een menselijke haar blijken het meest geschikt. De resultaten zijn gepubliceerd in Nature. Limburgs EnergieAkkoord ondertekend Eind februari vond de ondertekening van het Limburgs EnergieAkkoord (LEA) plaats. Hiermee beloven de grootste energiegebruikers aan elkaar en aan de provincie om een duurzamere energiehuishouding een prominente plek in hun bedrijfsvoering te geven. Het LEA is ondertekend door: Chemelot, VDL-Nedcar, E-Max Sustainable Aluminium, Mosa, Océ-Technologies, O-I glasfabriek, Rockwool, Sappi, Smurfit Kappa, Tredegar Film Products, WEPA Nederland, Trespa Innovations, de Limburgse Werkgevers Vereniging LWV, de gemeente Maastricht en de Provincie Limburg.
Bekijk de partnerfilmpjes op www.petrochem.nl/partners-leden
CONTENTPARTNERS
LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM
KLEUREN: LOGO CITTÀ ROMANA PANTONE
CMYK
ROOD: PMS 1797 ORANJE: PMS 158 LICHT ORANJE: PMS 1505
ROOD: 5-90-75-0 ORANJE: 5-70-90-0 LICHT ORANJE: 0-30-70-0
Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Janet Robben: janet@industrielinqs.nl - 020 312 2085
PET03 L Platform.indd 34
06-03-18 17:06
‘EXPERTQU TES’ Bedrijven moeten de toenemende behoefte aan transparantie serieus nemen, als ze dat nog niet zouden doen. Ze moeten de mensen gewoon als volwassenen beschouwen en een band opbouwen met hun stakeholders. Bedrijven moeten ook proactief over de risico’s communiceren. Niet pas als het fout gaat, maar juist ten tijde dat alles normaal is.’
Door kans-, effect- en de risicoreductie van verschillende maatregelen uniform tegen elkaar af te zetten, is een duidelijke uitspraak te doen of een alternatieve maatregel even veilig is als de gebruikelijke manier. Een tool die zich hierop richt, is wellicht het snelste te realiseren en vraagt niet direct om een uitspraak over wat veilig genoeg is.’
Genserik Reniers, TU Delft, in het hoofdinterview van deze editie.
Chris Aldewereld in zijn column in deze editie.
De overheid legt huishoudens, in tegenstelling tot aan de industrie, zulke merkwaardige energieheffingen op dat er geen reden is om tot deze optimalistie over te gaan. De energieheffing op elektriciteit is per gigajoule (GJ) een factor vier hoger dan die op aardgas.’ Henk Leegwater, Lexxin, in zijn column in deze editie.
HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN Johan Alebregtse AkzoNobel Industrial Chemicals, BU director Advanced Manufacturing
Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder BASF Antwerpen
Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland
Cor van de Linde iTanks, managing director
John Schonewille Stratt+ Industrial Management, directeur
Roelf Venhuizen voormalig voorzitter Profion en directeur NAM
Frank Beckx Essencia Vlaanderen, gedelegeerd bestuurder
Niko van Gent voormalig woordvoerder Huntsman Holland
Tijs Koerts Sr. Process Safety con sultant
Michel Meertens DSM, site director
Jaap Schouten TU Eindhoven, professor
Cyril Widdershoven Verocy, partner/ founder
Jos Benders voormalig topman Lyondell
Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant
Cas König Groningen Seaports, directeur
Genserik Reniers TU Delft, professor Safety and Security Science Group
Wim Soetaert Universiteit Gent, professor
Roelof van Wijk Avebe, site director Foxhol
Katrien Bogaerts Kaneka, production engineer
Ronald Hoenen DSM Dyneema, site manager
Enrico Lammers Pro6com en DWG Process & Safety managing director/ partner
Elsbeth Roelofs MVO Nederland, sectormanager Chemie, Inter nationaal MVO programma
Wouter Stam Flowid, managing director
Maaike de Wit Straatman Koster advocaten, advocaat
Sandra de Bont VOTOB, directeur
Eward Hofstede Avebe, project director flavour development
Henk Leegwater Lexxin, consultant
Chris Roubos Evides Industriewater, manager Sales & Marketing
Niek Stokman Bilfinger Tebodin West Nederland, sales manager oil & gas
Jeroen van Woerden Vaassen Flexible Packaging, CEO
Jan Bout Bout&Co, partner
Joris Hurenkamp Havenbedrijf Rotterdam, business manager
Bart Leenders Neste, managing director
Ruud Schenk ENGIE West Industrie, algemeen directeur
Gabriel Tschin Plant One Rotterdam, managing director
Cor Zijderveld SBE, voorzitter
Chris Bruijnes InnovatieLink, directeur
Emre Kaya Organik Kimya, site director
Frank de Leng Segin, new business manager
Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbe stuurder procesindustrie
Henk Veldink Hexion, site manager
Michel Leyseele Havenbedrijf Antwerpen, Head of Energy & Chemicals Department
Dik Schipper voormalig pro duction leader Dow Benelux
René Venendaal BTG Bioliquids, algemeen directeur
Plant Manager of the Year 2015
Plant Manager of the Year 2017 Frans Brüning KH Engineering, business development manager
PET03 L Platform.indd 35
Hans Kerkhoven voormalig topman Shell Global Solutions
Plant Manager of the Year 2016
06-03-18 17:06
STRATT+ INDUSTRIAL MANAGEMENT
Divisies:
n Industry n Safety n Technical Documentation n Aerospace Stratt+ voor technische adviezen, projecten en processen in de industrie. Extra kennis en capaciteit met persoonlijke aandacht en kwaliteit.
MAATWERK IN INDUSTRIE! Hoofdkantoor H.A. Lorentzstraat 1A 3331 EE Zwijndrecht
Vestiging Noord-Nederland Sterrenkamp 1 7811 HA Emmen
Vestiging Zeeland Amundsenweg 29 4462 GP Goes
T. 078 - 6120 320 I. www.stratt.nl E. welkom@stratt.nl
Naamloos-3 171030 Adv_Stratt 1 Aangepast.indd 1
19-06-17 14:47 30-10-17 14:01
GFx320 ad 185x132 NL.indd 1
1/03/18 07:22
PET03 Advertenties.indd 36
06-03-18 16:52
ONBEVANGEN
‘Iedereen heeft het idee dat zijn bedrijf een verbetering in de gestelde methode moet aanbrengen en doet het uiteindelijk dus op zijn eigen manier.’
Reëel vergelijken van risico’s Afgelopen week heb ik een bijeenkomst bijgewoond, die grote gevolgen kan hebben voor de industrie. Het blijkt namelijk dat een aantal brancheverenigingen op zoek is naar een uniforme manier voor het analyseren van de risico’s van de procesindustrie. Chris Pietersen heeft onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een uniforme risicomethodiek. Dit in opdracht van de Inspectie SZW, die inmiddels ook wel voordelen ziet in een dergelijke methodiek. Het maakt het toezicht op de risico’s namelijk transparanter, omdat iedereen aan dezelfde uitwerking van de regels kan worden getoetst. Nu is de uitleg van de regels vaak nog multi-interpretabel en daarmee deels afhankelijk van de mening van de inspecteur. Al met al een mooie gedachte dus om dit te uniformeren. Bijkomend voordeel van die uniformiteit is dat de zwakkere broeders in de branche zich ook zullen moeten conformeren aan de gestelde normen en daarmee waarschijnlijk een sprong de goede kant op zullen maken (al dan niet met wat dwang). Maar hoe voorkom je aan de andere kant dat bedrijven, die al een goed veiligheidsniveau hebben, op hun spreekwoordelijke lauweren gaan rusten? Is dat de verdiende beloning voor het bereiken van het huidige veiligheidsniveau, of is het ethisch niet verantwoord om (tijdelijk) niet langer naar een nog veiligere situatie te streven? Nauwelijks consequent Een van de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek is dat bedrijven er vaak hun eigen manier op na houden als het gaat over risicostudies. De internationale richtlijnen van bijvoorbeeld de CCPS, worden nauwelijks consequent gehanteerd. Iedereen heeft het idee dat zijn bedrijf een verbetering aan moet brengen in de gestelde methode en doet het uiteindelijk dus op zijn eigen manier. Dit zou voor een landelijke risico-analyse-methodiek natuurlijk niet wenselijk zijn. Als je wilt toetsen aan een nationale standaard, die door overheid en bedrijfsleven overeengekomen is, dan moet de route voor het bepalen wel bij allemaal gelijk zijn. Anders kun je nog steeds niet reëel vergelijken. Een andere uitkomst is dat bedrijven nu behoorlijk verschillen in de norm die zij stellen aan procesveiligheid. Behalve dat de
getallen in de risicomatrices bij elk bedrijf anders zijn, is ook de uitleg die eraan wordt gegeven verschillend. Niet alleen de locatie van het rode gebied is veelal anders, maar zeker de wijze waarop met de grensgebieden wordt omgegaan verschilt. Termen als ALARA en ALARP (As Low As Reasonably Achievable cq. Practicable, red.) dragen daar zeker aan bij. Gelijkwaardigheid Kun je met een uniforme risicomethodiek dan misschien de verplichting uit de Seveso-richtlijn tot het beoordelen van de risico’s voor zware ongevallen invullen? Daar hebben we toch al een methode voor, alhoewel die nog veel ruimte biedt en regelmatig tot discussie leidt. En als een dergelijke methodiek daar bruikbaar voor is, is het dan niet iets dat op Europees niveau moet worden vastgesteld, zodat het in alle EU-landen gebruikt wordt? We willen als Nederland toch ook niet dat wij strenger worden dan de rest. Dan zijn we op economisch vlak niet meer aantrekkelijk ten opzicht van onze buren. Mogelijk wordt het vooral een wijze waarmee gelijkwaardigheid kan worden gewogen. Door kans-, effect- en de risicoreductie van verschillende maatregelen uniform tegen elkaar af te zetten, is wel een duidelijke uitspraak te doen of een alternatieve maatregel even veilig is als de gebruikelijke manier. Een tool die zich hierop richt, is wellicht het snelste te realiseren en vraagt niet direct om een uitspraak over wat veilig genoeg is. Want we zien allemaal wel in dat hoe meer we willen vastleggen, hoe meer discussie dat zal opleveren en dus hoe langer het gaat duren voordat er iets bruikbaars komt. Sterker nog, het maakt de haalbaarheid van het voorstel zelfs onzekerder. Voorlopig zal het nog wel even duren voordat er een bruikbaar product ligt. Ik hoop dat ik u tegen die tijd wederom op deze plek het goede nieuws kan brengen. We wachten vol spanning af. Chris Aldewereld is ingenieur Scheikundige Technologie en werkzaam als Specialist Industriële Veiligheid. Aldewereld@gmail.com
PETROCHEM 3 - 2018 37
PET03 J Onbevangen.indd 37
06-03-18 17:03
PETROCHEM 3 - 2018 38
PET03 X Themaspread.indd 38
06-03-18 17:15
THEMA: SYSTEEMVEILIGHEID
FOTO: WIM RAAIJEN
• De drie finalisten van de VeiligheidsCoalitie van het Jaar 2018 zijn bekend. Het zijn de RDM Training Plant, een samenwerking van Vopak, Verwater en Sam Safety en HSELife. Graag stellen we deze coalities aan u voor. • Waar cybercriminelen zich een aantal jaren geleden vooral richtten op banken en overheidsinstellingen, zijn nu steeds vaker andere sectoren doelwit van hackers. Zo ook de procesindustrie, waar werkprocessen onderhevig zijn aan grote digitale veranderingen. Toch kunnen we ons hier volgens Erik Remmelzwaal van DearBytes goed op voorbereiden.
PETROCHEM 3 - 2018 39
PET03 X Themaspread.indd 39
06-03-18 17:15
VEILIGHEIDSCOALITIE
Finalisten VeiligheidsCoalitie van het Jaar 2018 bekend De drie finalisten van de VeiligheidsCoalitie van het Jaar 2018 zijn bekend. Het zijn de RDM Training Plant, een samenwerking van Vopak, Verwater en Sam Safety en HSELife. Graag stellen we deze coalities aan u voor.
Dagmar Aarts/Lotte Burger
Dit jaar wordt de allereerste Veiligheidscoalitie van het Jaar uitgereikt, op 11 april in Ahoy Rotterdam. Veiligheid overstijgt alles en mag nooit een onderwerp van onderlinge concurrentie zijn. Integendeel: veiligheid vraagt om verbinding, nauwe samenwerking tussen bijvoorbeeld opdrachtgevers en opdrachtnemers. Met de ‘VeiligheidsCoalitie van het Jaar’ willen organisatoren Veiligheid Voorop en Industrielinqs (uitgever van onder andere Petrochem) de procesindustrie en haar toeleveranciers inspireren om nog meer samen te werken om de veiligheidscultuur te verbeteren. Tijdens het netwerkdiner pitchen de finalisten en geeft Roald Lapperre (directeur-generaal bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu) een presentatie.
RDM Training Plant
Uit wie bestaat de coalitie? De totstandkoming van de RDM Training Plant is financieel ondersteund door onder meer 62 lidbedrijven van Deltalinqs, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam. VOMI, SSVV en het regionale beroepsonderwijs, waaronder de Hogeschool Rotterdam, STC en Techniek College Rotterdam, steunen het project. Wat is de RDM Training Plant? De RDM Training Plant is een real life trainingsfaciliteit in Rotterdam waar toekomstige en huidige medewerkers in de procesindustrie trainen. Ze leren in de beroepspraktijk volgens de hoogste en meest actuele veiligheidseisen te werken.
FOTO: WIM RAAIJEN
Wat zijn de ervaringen? Sinds september worden er trainingen gegeven. Volgens Peter Heerschap (directeur Deltalinqs Training & Services) zijn de deelnemers positief. ‘Doordat we in een echte fabriek trainen, kunnen deelnemers leren van fouten uit het verleden. Die bootsen we namelijk na. In de Training Plant komen deelnemers zaken tegen zoals een foutje in de werkvergunning, een manometer die nog druk aangeeft, een steiger die niet is gekeurd, onjuist gebruik van log out/tag out en een ontbrekende steekflens. Het is de bedoeling dat ze leren om risico’s te herkennen en te beheersen.’ De ontwikkeling van de mens staat centraal. Heerschap: ‘Wij geloven echt in het systeem van leerling, vakman en meester. Mensen moeten zich continu kunnen blijven ontwikkelen en blijven leren van incidenten. Met alleen hercertiPETROCHEM 3 - 2018 40
PET03 X3 Veiligheidscoalitie.indd 40
06-03-18 17:17
Wat is het Digital Safety Passport? De RDM Training Plant is genomineerd voor de trainingsfaciliteit zelf, maar ook voor het Digital Safety Passport (DSP). Dit is de beoogde opvolger van het groene boekje, waarin met stempels en kopietjes wordt bijgehouden welke opleidingen en veiligheidsinstructies iemand heeft gedaan. Het DSP wordt gebruikt op de RDM Training Plant. Heerschap: ‘Het groene boekje heeft jaren goed gewerkt, maar je moet er op vertrouwen dat de inhoud van dat boekje klopt. In het Digital Safety Passport wordt digitaal bijgehouden en bewaakt welke opleidingen zijn gevolgd. Het is een zeer betrouwbaar, strikt persoonlijk alternatief. En omdat het een digitale informatiedrager is, kun je er meer mee. Op de RDM Training Plant is het DSP bijvoorbeeld ook gekoppeld aan het toegangssysteem. Je komt er alleen op als je over de juiste gegevens beschikt.’ Waarom moeten jullie winnen? Heerschap kan verschillende redenen noemen waarom de RDM Training Plant moet winnen. ‘Het is een bijzonder project. Er was 4,5 miljoen euro voor nodig en daar hebben zoveel verschillende partijen aan bijgedragen omdat ze er in geloven en er een succes van willen maken. Daarnaast zorgen we er voor dat het onderwijs nog beter aansluit op de praktijk. Ook helpen we met verschillende om- en bijscholingstrajecten werkzoekenden aan een baan in de procesindustrie. Verder is de faciliteit een geweldige plek waar je innovaties kunt laten zien en testen. En ten slotte maken we Nederland veiliger met de trainingen in onze plant. Met het DSP zorgen we ervoor dat alleen de juiste personen met de juiste kwalificaties op de plant aanwezig zijn.’
Vopak, Verwater en Sam Safety
Uit wie bestaat de coalitie? Vopak Terminal Europoort, Verwater en Sam Safety. Wat hebben de partijen samen gedaan? Tankopslagbedrijf Vopak heeft samen
FOTO: VOPAK
ficeren op basisvaardigheden laten we de kans liggen om nog veiliger te werken.’
met dienstverlener Verwater groot onderhoud uitgevoerd aan twee opslagtanks in de Europoort. Voor dit project kwamen er medewerkers van Verwater op de terminal waarvan een aantal er nog niet eerder waren geweest. Om iedereen goed voor te bereiden op de werkzaamheden is er gezocht naar een innovatieve manier om veiligheidsregels en projectinformatie bij de medewerkers te trainen. Samen met online leerplatform Sam Safety zijn daarom specifieke trainingen ontwikkeld. Elke week volgen medewerkers een training op een iPad. Waarom is besloten op deze manier te trainen? ‘Veiligheid is voor Vopak en Verwater essentieel’, vertelt Edgar Leenen, directeur engineering en asset management bij Vopak. ‘Gezamenlijk hebben we ook middelen om te investeren in innovatie. Met de online trainingen konden we de nieuwe teams goed trainen.’ Hoe werken de trainingen? In de trainingen zijn de basis veiligheidsregels van Vopak en Verwater opgenomen en daarnaast zijn specifieke leermodules ontwikkeld over de werkzaamheden aan de twee opslagtanks. Leenen: ‘Er zijn onder andere trainingen
over werken op hoogte, over hoe de site in elkaar zit, over verzamelpunten in geval van een calamiteit en over sloopwerkzaamheden die aan de opslagtanks moeten gebeuren.’ De medewerkers konden elke week op een iPad de veiligheidstrainingen doen. Leenen: ‘Normaal steek je voor een project veel tijd in veiligheid en ga je er daarna van uit dat je voor langere tijd veilig aan een project gaat werken. Nu zijn de trainingen wekelijks en kunnen ze worden herhaald wanneer vereist. Dat is een voordeel.’ De medewerkers waren positief over deze manier van trainen. ‘We zagen dat de interactie nu veel groter was dan bij andere veiligheidstrainingen. Mensen gingen meer in overleg met elkaar en spraken de juiste antwoorden met elkaar door.’ Bovendien konden Vopak en Verwater uit analyses van de afgenomen trainingen zien of een bepaald onderwerp extra aandacht nodig had. Waarom moeten jullie winnen? Leenen: ‘Het onderhoud van een tank is een omvangrijk project, zeker met nieuwe mensen op de site. Ik vind het mooi dat we deze manier van trainen samen hebben gedaan. Van tevoren hadden PETROCHEM 3 - 2018 41
PET03 X3 Veiligheidscoalitie.indd 41
06-03-18 17:17
ROTTERDAM AHOY | WOENSDAG 11 APRIL [Sch
rijf
Met de ‘VeiligheidsCoalitie van het Jaar’ willen Veiligheid Voorop en Industrielinqs de procesindustrie en haar toeleveranciers inspireren om nog meer samen te werken om de veiligheidscultuur te verbeteren. De VeiligheidsCoalitie van het Jaar 2018 wordt bekend gemaakt op woensdag 11 april tijdens de beurs Safety&Health@Work in Rotterdam Ahoy. Dat gebeurt in de avond tijdens een diner.
nu i
n]
Programma 17.00 uur
Ontvangst en netwerkborrel
18.30 uur Aanvang diner met onder andere: • Pitches finalisten ‘VeiligheidsCoalitie van het Jaar’ • Presentatie Roald Lapperre (Directeur-generaal Milieu en Internationaal, ministerie Infrastructuur en Milieu) • Bekendmaking ‘VeiligheidsCoalitie van het Jaar’ 22.00 uur Einde
Het evenement richt zich op de hoogste echelons bij asset owners, contractors en technologiebedrijven. Denk aan country managers, sitemanagers, plantmanagers, HSEmanagers en directieleden van toeleveranciers. Ook bestuurders van publieke organisaties en overheden horen tot de primaire doelgroep.
Founding partners:
Wilt u aanwezig zijn bij het diner? U kunt voor € 195 deelnemen aan het diner of voor € 1250 een tafel voor 8 personen reserveren. Neem contact op met Janet Robben, commercieel manager, via janet@industrielinqs.nl of 020 3122 085.
Sponsors:
www.petrochem.nl/veiligheidscoalitie PET03 Advertenties.indd 42 Advertentie Veiligheidscoalitie.indd 1
06-03-18 28-02-18 16:53 16:46
Vopak en Verwater er vertrouwen in dat de online trainingen zouden helpen bij het project en zonder al te veel details te bespreken zijn we deze innovatie aangegaan. In het begin was het meer werk dan verwacht om de trainingen te ontwikkelen. Maar het is een succes geworden en is zeker voor verdere uitrol geschikt. Tijdens het onderhoud aan de opslagtanks hebben we geen incidenten gehad, dat is het allerbelangrijkste. Het is moeilijk te bewijzen of dat helemaal aan deze trainingen ligt, maar het heeft er zeker aan bijgedragen.’ Hoe is HSElife ontstaan en wie zijn de initiatiefnemers? HSElife NL is in 2009 geboren vanuit de overtuiging dat harmonisatie van regels, voorschriften en procedures over veiligheid, gezondheid en milieu in de olie- en gasindustrie noodzakelijk is. Initiatiefnemers van deze ontwikkeling zijn de The WAT Group (Working apart Together), Centrica en Shell/NAM. De coalitie bestaat op dit moment uit elf maatschappijen, tachtig contractors en acht supporting organisaties. Waar staat HSElife voor en wat is jullie doel? Contractors werken meestal voor verschillende maatschappijen, die ieder een eigen veiligheidsverhaal hebben. Zodoende worden ze geconfronteerd met een verscheidenheid aan HSE-informatie. Die verschillen hebben als gevolg dat zich gevaarlijke situaties, incidenten en ongelukken kunnen voordoen. HSElife ziet het daarom als haar taak een dalende trend in te zetten van het aantal incidenten dat jaarlijks plaatsvindt in de olie- en gasindustrie. Om dit te bereiken zijn HSE informatie en trainingen ontwikkeld met behulp van input van alle betrokken partijen. Implementatie hiervan moet ervoor zorgen dat iedere organisatie binnen de olie- en gasindustrie op vrijwel dezelfde wijze omgaat met HSE-informatie, zodat een eenheid kan ontstaan en incidenten afnemen. Op wat voor manieren probeert HSElife dit doel te bereiken? Om direct te kunnen schakelen met de maatschappijen en contractors heeft HSElife een aantal belangrijke commu-
FOTO: HSELIFE
HSElife
nicatietools ontwikkeld. Zo komt er drie à vier keer per jaar een HSElife Magazine uit en is er een HSElife Video Channel waarop wekelijks actuele info staat met betrekking tot HSE-onderwerpen. Ook organiseert HSElife twee keer per jaar evaluatiesessies voor alle organisaties, zodat nieuwe informatie kan worden uitgewisseld. Verder biedt het platform trainingsmodules en opfriscurcussen in diverse talen, worden er regelmatig campagnes gehouden en is er een speciale HSElife Academy opgezet. Dit omdat herhaling de kracht van de boodschap is. De resultaten die deelnemers via de Academy behalen, worden geregistreerd in het bijbehorende registratiesysteem. Deelnemers krijgen automatisch bericht als een training bijna verlopen is en ook behaalde resultaten worden hierin opgeslagen. Die informatie wordt ook doorgegeven aan de aangesloten organisaties, iets wat veel tijd en geld bespaard. Wat hebben de partijen de afgelopen jaren bereikt? De incidentengrafiek uit de jaarverslagen van SodM laat een duidelijke daling zien van het aantal incidenten in de olie- en gasindustrie. Dit is voor HSElife een positieve stimulans om op dezelfde voet door te gaan met nieuwe ontwikkelin-
gen rondom thema’s als windenergie, zonne-energie en maintenance. Daarbij heeft HSElife samen met Oranje Naussau Energie en Furthermore een kantoor geopend in de UK om het HSE platform ook daar uit te rollen. De eerste internationale organisaties hebben zich hier al voor gecommitteerd. Waarom moeten jullie winnen? HSElife zorgt voor korte, duidelijke en heldere informatie voor de werknemers. De werkwijze die het platform hiervoor heeft ontwikkeld, is succesvol gebleken. De eenheid die onder organisaties is ontstaan heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de veiligheidssituatie binnen de olie- en gasindustrie, met als resultaat dat het aantal incidenten in deze sector is gedaald. ■
VEILIGHEIDSCOALITIE 2018 De VeiligheidsCoalitie van het Jaar 2018 wordt op 11 april uitgereikt tijdens de beurs Safety&Health@ Work in Rotterdam Ahoy. De prijs is een initiatief van Veiligheid Voorop en Industrielinqs. Aanmelden voor het diner kan via petrochem.nl/veiligheidscoalitie.
PETROCHEM 3 - 2018 43
PET03 X3 Veiligheidscoalitie.indd 43
06-03-18 17:17
SYSTEEMVEILIGHEID
‘Cybersecurity is geen rocket science’ Cyberaanvallen op Industrial Control Systems zijn al lang niet meer denkbeeldig. Waar cybercriminelen zich een aantal jaren geleden vooral richtten op banken en overheidsinstellingen, zijn nu steeds vaker andere sectoren doelwit van hackers. Zo ook de procesindustrie, waar werkprocessen onderhevig zijn aan grote digitale veranderingen. Een ontwikkeling die risico’s met zich meebrengt. Toch kunnen we ons hier volgens Erik Remmelzwaal van DearBytes goed op voorbereiden.
Lotte Burger
Vorig jaar zaten tienduizenden huishoudens in Oekraïne een uur lang in het donker. Net als in 2015 werd het elektriciteitsnetwerk in het land aangevallen door hackers, waarbij de systemen van het substation offline werden gehaald. Ook Amerikaanse kerncentrales kwamen vorig jaar in het nieuws nadat uit een geheim rapport van het ministerie van Binnenlandse Veiligheid en de FBI bleek dat hackers het hadden voorzien op het binnendringen van het netwerk. Volgens Erik Remmelzwaal, directeur van cybersecuritybedrijf DearBytes, zijn het voorbeelden die wijzen op een trendbreuk binnen de cyberwereld. ‘De banken hebben hun zaken steeds vaker op orde. Daardoor is de kans groter geworden dat banken cybercriminelen door hebben voor ze kunnen toeslaan. Dat maakt het lastiger via deze weg aan inkomsten te komen. Zodoende zijn hackers nieuwe verdienmodellen gaan zoeken, iets dat in de toekomst ook impact gaat hebben op andere sectoren. Denk aan logistieke bedrijven, maar ook industriële bedrijven die vaak nog veel kwetsbaarheden vertonen op het gebied van digitale veiligheid.’ Lucratief verdienmodel De tijd dat cybercriminelen het uitsluitend hadden gemunt op het stelen van inloggegevens en persoonlijke informatie lijkt hiermee voorbij. Steeds vaker zetten hackers in op Destruction of Service, ook wel een DeOs-aanval genoemd. Bij een dergelijke aanval hebben cybercriminelen het vooral voorzien op het onbruikbaar maken van data of zelfs complete applicaties. Dit blijkt volgens Remmelzwaal een lucratief verdienmodel te zijn. ‘Deze aanvalsmethode werkt als volgt: ik zet jouw computer op slot, en je kunt hem niet gebruiken totdat je los-
geld hebt betaald. Dit is een methode die ook goed kan werken in de procesindustrie. Als cybercriminelen besluiten een productieproces plat te leggen, dan is de keuze voor bedrijven vaak snel gemaakt. Het dringende advies luidt om nooit mee te werken aan ransomware, en dus niet te betalen. Toch is het betalen van losgeld in de vorm van twintig bitcoins een schijntje vergeleken met de kosten die een bedrijf maakt als een productieproces stil komt te liggen.’ Uit de ICT-sfeer Nu het risico op cyberaanvallen voor veel sectoren groter wordt, en daarbij andere vormen aanneemt, is het volgens Remmelzwaal hoog tijd dat bedrijven zich op een juiste manier gaan beveiligen. Zodoende werd eind vorig jaar de stichting Cyber Central in het leven geroepen, een samenwerkingsverband dat nu bestaat uit de bedrijven DearBytes, Cisco, KPN en McAfee. Aan de hand van workshops willen de initiatiefnemers het thema cybersecurity uit de ICT-sfeer halen. ‘Mensen denken vaak dat ze voor het beveiligen van hun computersystemen zijn overgeleverd aan doorgewinterde security-experts. Maar dat is niet zo. Iedereen kan zichzelf beveiligen, het is geen rocket science. Cyber Central heeft dan ook als doel cybersecurity begrijpelijk te maken voor iedereen.’ De stichting biedt verschillende workshops aan. Elke training kent een eigen niveau. Remmelzwaal legt uit: ‘Mensen die nog niet veel kennis hebben over cybersecurity, kunnen kiezen voor een introductieworkshop. Hierin leggen we de basiskennis uit, informatie die nodig is om het domein van digitale veiligheid te kunnen doorzien. Verder bieden we een business security workshop aan.
PETROCHEM 3 - 2018 44
PET03 X2 Cyber security.indd 44
06-03-18 17:16
Hierin oefenen klanten met de rolverdeling binnen organisaties. Je hebt binnen grote bedrijven vaak verschillende directeuren. Mocht zich binnen zo’n organisatie een security-incident voordoen, dan is het zaak dat iedereen weet welke rol hij heeft.’ Een andere training die de stichting aanbiedt, is de ‘hack introworkshop’. Volgens Remmelzwaal hangt er nogal een negatieve sfeer rondom hacken. ‘Onnodig’, vindt hij. ‘Hacken hoeft niet altijd samen te hangen met criminaliteit. Juist door te hacken, krijg je de mogelijkheid om te zien hoe een systeem onder de motorkap werkt. Op die manier krijg je ook inzicht in hoe zo’n systeem kan worden misbruikt.’ Ondergeschoven kindje Hoewel Cyber Central regelmatig klanten ontvangt uit de industrie, geeft Remmelzwaal aan dat digitale veiligheid nog altijd een ondergeschoven kindje is binnen de (petro)chemische sector. Hij stelt dat er te weinig afspraken worden gemaakt met toeleveranciers, en dat er
Remmelzwaal: ‘Juist door te hacken krijg je de mogelijkheid om te zien hoe een systeem onder de motorkap werkt.’ binnen organisaties nog te vaak wordt gewerkt met onveilige systemen. ‘Door kwetsbaarheden in onder meer ICS-/ SCADA-systemen kunnen bedrijven gemakkelijk besmet raken. Zo maken hackers tegenwoordig gebruik van een nieuw type malware met de naam Triton/Trisis. Deze malware kan ervoor zorgen dat een fout ontstaat in de firmware van het Triconex-veiligheidssysteem. Dit systeem wordt in (petro)chemische applicaties toegepast en schakelt installaties op gecontroleerde wijze uit op het moment dat er onveilige situaties ontstaan. Als dit systeem door het toedoen van hackers niet meer goed functioneert, kan dit dus ernstige gevolgen hebben voor een bedrijf.’ Met elkaar vervlochten Het is duidelijk dat deze systemen beter moeten worden beveiligd. Maar het is
volgens Remmelzwaal ook belangrijk dat er binnen organisaties meer verbinding komt tussen het IT-domein (informatie technologie) en het OT-domein (operationele technologie). Zeker binnen fabrieken kan dit helpen meer inzicht te krijgen in de veiligheid van systemen. ‘Doordat steeds meer apparatuur en processen worden gedigitaliseerd, zie je dat ‘gewone’ bedrijfsprocessen plotseling een digitaal risico met zich meebrengen. Stel dat een lopende band volledig computergestuurd wordt, dan heb je ineens met allerlei nieuwe computergestuurde componenten te maken in je netwerk.’ Dit OT-domein wordt volgens de cyberexpert vaak beheerd door andere medewerkers dan diegenen die het IT-domein beheren. Zij hebben dan ook een andere vorm van risicobenadering. Remmelzwaal: ‘Je hebt te maken met twee gescheiden diensten, maar op techPETROCHEM 3 - 2018 45
PET03 X2 Cyber security.indd 45
06-03-18 17:16
Mensen wegwijs maken Hoewel het inbouwen van goede beveiliging in digitale systemen prioriteit heeft, maken hackers vooral misbruik van de factor mens. ‘Dat is eigenlijk nog steeds de meest gebruikte methode om een bedrijf binnen te komen. Een medewerker krijgt bijvoorbeeld via een mail de vraag een wachtwoord in te stellen, maar wel via een kwaadaardige website. Je kunt medewerkers dit soort dingen eigenlijk niet kwalijk nemen. Je moet mensen wegwijs maken in digitale risico’s, iets wat naar mijn mening nog onvoldoende is gedaan door organisaties, maar waar wij ons met de workshops van Cyber Central wél op focussen.’ Ironisch genoeg hebben veel Nederlandse bedrijven de afgelopen jaren veel geld geïnvesteerd in cybersecurity. Hoe is het dan toch mogelijk dat veel sectoren onvoldoende beveiligd zijn? Remmelzwaal legt uit: ‘Organisaties investeren weliswaar in security, maar in de basis schieten ze tekort. Ze schaffen bijvoorbeeld vaak gesofisticeerde tools aan, terwijl ze de basis niet op orde hebben. Daarnaast proberen ondernemingen de security zelf in te richten, alleen ontbreekt het aan kennis. Je moet immers wel nauwkeurig inzicht hebben in de risico’s, en weten hoe je hierop moet reageren. Helaas hebben veel bedrijven te maken met een tekort aan securityprofessionals. Dat maakt het inrichten van een goed en capabel team bijzonder lastig.’ Versnippering Onveilige situaties bij organisaties hebben via het keteneffect uiteindelijk invloed op de hele maatschappij. De overheid ziet het daarom als haar taak handvatten aan te reiken als het gaat om regelgeving, informatievoorziening en controle. Maar volgens Remmelzwaal doet de overheid op dit moment ‘meer dan goed is’. ‘Er zijn eigenlijk te veel initiatieven vanuit de overheid, wat resulteert in versnippering. Zo heb je de
FOTO: SIEMENS
nologisch gebied raken ze steeds meer met elkaar vervlochten. Je gaat niet meer de fabriek in om een sensor af te lezen, maar je doet dat op afstand vanachter je computer. Dus het is belangrijk dat die sensor verbonden is met het kantoor, anders kun je die data niet inzien.’
‘Organisaties investeren weliswaar in security, maar in de basis schieten ze tekort.’ Cyber Security Raad (CSR), het onafhankelijk adviesorgaan van het kabinet. Maar ook een Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), onderdeel van de Rijksoverheid. En dan is er ook nog een Digital Trust Center, speciaal voor het mkb. De overheid weet eigenlijk nog niet goed welke rol zij moet nemen. En op een gegeven moment kom je dan op een punt dat iedereen in dezelfde vijver vist.’ Het is volgens de cyberexpert beter om één globale baseline aan te houden, bij voorkeur een die vanuit de Europese Unie wordt aangedragen. Daarbij moeten richtlijnen zich niet alleen focussen op digitale sectoren, maar ook op private sectoren, zoals het mkb. Bestaande toezichthoudende organen zoals de AP, het NCSC of veiligheidsregio’s kunnen vervolgens toetsen of die baseline wordt nageleefd. Remmelzwaal: ‘Voor het grootste deel van de private sector kan in principe worden vertrouwd op marktwerking, zeker als de baseline ook beschrijft hoe om te gaan met risico’s in
de supply chain. Als de overheid dan het voortouw neemt en bij aanbestedingen van diensten het voldoen aan de baseline verplicht stelt, inclusief een recht om dit te auditeren, dan gaat dat via de keten doorwerken in de private sector. En dan krijgen we met elkaar de situatie pas echt onder controle.’ Fix the basics Uit Cybersecuritybeeld Nederland, een jaarlijkse publicatie op het gebied van cybersecurity, blijkt ieder jaar weer dat het cyberrisico in Nederland – en in de rest van de wereld – toeneemt. Hierbij neemt ook de schade toe, doordat cybercriminelen telkens nieuwe manieren bedenken om security-maatregelen te omzeilen en gebruikers te misleiden. ‘We moeten ervoor zorgen dat bedrijven zich weerbaar kunnen maken, en dat ze continu in staat zijn om mee te bewegen met nieuwe vormen van aanvallen, bedreigingen en risico’s. En dat is niet iets waar je één keer in investeert. Integendeel, het is een continu doorlopend proces.’ ■
PETROCHEM 3 - 2018 46
PET03 X2 Cyber security.indd 46
06-03-18 17:16
AGENDA April 11 april 2018 Ahoy, Rotterdam www.safetyandhealthatwork.nl
Safety&Health@Work Safety&Health@Work is een netwerkbijeenkomst voor professionals die veilig en gezond werken op nummer 1 hebben staan. Zo’n honderd exposanten tonen twee dagen lang de nieuwste producten, diensten, trainingen en certificeringen die bijdragen aan de veiligheid van de werkomgeving. De beurs richt zich op de high-risksectoren waar veiligheid en gezondheid een constante uitdaging zijn: industrie, haven, bouw en logistiek.
17-19 april 2018 Evenementenhal Gorinchem www.maintenance-gorinchem.com
Maintenance Gorinchem 2018 Van 17 t/m 19 april 2018 staat Evenementenhal Gorinchem in het teken van vakbeurs Maintenance; het oplossingsgerichte totaalplatform voor industrieel onderhoud en asset management. Professionals uit diverse sectoren bezoeken Evenementenhal Gorinchem voor innovaties, kennis en om ontspannen te netwerken. Bezoekers treffen een breed aanbod aan diensten en producten: van onderhoud tot inspectie en van IT tot veiligheid. Procesoptimalisatie staat centraal.
Schrijf nu in! Schrijf nu in! 11 april 2018 Ahoy, Rotterdam www.petrochem.nl/veiligheidscoalitie
Veiligheidscoalitie van het Jaar Veiligheid vraagt om verbinding, nauwe samenwerking tussen opdrachtgevers en -nemers, partijen uit verscheidene sectoren en bedrijven die vaak een verschillende achtergrond hebben, kortom echt partnerschap. Voor Veiligheid Voorop en Industrielinqs reden om op zoek te gaan naar de beste voorbeelden van ‘real partners in safety’. Tijdens de beurs Safety&Health@Work wordt daarom voor het eerst de Veiligheidscoalitie van het Jaar 2018 gekozen tijdens een diner. 17-18 april 2018 Brightlands Chemelot, Geleen www.3dprintingmaterialsconference.com
3D Printing Materials Conference The roads to success in the 3D printing sector will depend on fine-tuning materials to the needs of each application. But simultaneously, it raises many questions: which developments can be expected in the near future? Which markets will be influenced on short term? How can materials be produced cost-efficiently? 17-18 april 2018 Postillion Hotel, Bunnik www.iir.nl/slimme-energie
Slimme Energie Transitie De transitie naar duurzaamheid vraagt om nieuwe allianties en efficiënte samenwerking tussen de industrie en energiesector. Tijdens het congres hoort u welke stappen u moet nemen om compliant te zijn met de idealen en verplichtingen van de energietransitie. Ruim twintig experts delen hun aanpak en insights. Ga in gesprek met voorlopers als Enexis, Alliander, TAQA en vele anderen over de impact van wet- en regelgeving en het aangescherpte CO2-beleid op uw organisatie en sector.
19 april 2018 The Awarehouse, Scherpenzeel www.hetnieuweproduceren.nu/jaarcongres
Het Nieuwe Produceren 2018: Upcycle Duurzaam betekent in onze beleving nog te vaak houdbaar. Met ons streven naar houdbaarheid sluiten we ons in veel gevallen voor lange tijd af van wezenlijke en vaak broodnodige vernieuwingen. Recycling betekent nog te vaak downcycling: hergebruik van materialen in producten met een lagere toegevoegde waarde. Oude producten moeten we uit elkaar halen en de materialen hergebruiken in nieuwere, veel efficiëntere of andere hoogwaardigere producten. Het Nieuwe Produceren gaat op 19 april in Scherpenzeel op zoek naar voorbeelden van upcycling. Niet compenseren, maar accelereren. 19 april 2018 Rotterdam www.as-s.nl/brandstof-tot-nadenken
Brandstof tot nadenken Brandstof tot nadenken is een informatieve veiligheidsdag, bedoeld om bezoekers aan het denken te zetten over de manier waarop ze dingen aanpakken. Kennis delen staat centraal. Bezoekers worden bijgepraat over recente ontwikkelingen op het gebied van safety en technologie.
Mei 17-18 mei 2018 Diergaarde Blijdorp, Rotterdam www.nh3event.com
European Conference on Sustainable Ammonia De European Conference on Sustainable Ammonia brengt wetenschappers, bedrijven en experts samen om de laatste ontwikkelingen van ammoniak als duurzame energie oplossing te delen. Tijdens het congres staat het onderwerp ‘The role of ammonia in the energy transition’ centraal.
PETROCHEM 3 - 2018 47
PET03 H Agenda.indd 47
06-03-18 17:01
MARKET REVIEW ALGEMEEN
EXPLOSIEVEILIGE VERLICHTING & OFFGRID/HYBRIDE POWER SOLUTIONS
ERIKS bv
Toermalijnstraat 5 1812 RL ALKMAAR Postbus 280 1800 BK ALKMAAR Tel: +31 (0)72 514 15 14 Fax: +31 (0)72 515 56 45 E-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl Aandrijftechniek Afdichtings- & Rubbertechniek Stromingstechniek Industriële kunststoffen Gereedschappen, Onderhouds- & Veiligheidsproducten
Outback Power
Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172 - 49 10 76 Fax: +31 (0)172 - 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl
Ridderpoort 14 2984 BG RIDDERKERK Postbus 257 2980 AG RIDDERKERK Tel: +31 (0)180- 41 59 88 Fax: +31 (0)180- 41 71 70 E-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl
DEMONTAGE
Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172- 49 10 76 Fax: +31 (0)172- 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl
Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30- 666 97 80 Fax: +31 (0)30- 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu
Industrieweg 11 7251 JT Vorden Tel: +31(0)575 55 73 06 E-mail: info@emsbroek.nl Website: www.emsbroek.nl
Postbus 70 2280 AB Rijswijk Tel: 088- 998 4621 Fax: 088- 998 4420 Email: inspectie@kiwa.nl Internet: www.kiwa.nl
MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)
MAGION Process Control Engineering B.V. Advies, specificaties, cursus, inspecties en audits volgens Internationale CINI Standaard Hofweg 1, 3208 LE Spijkenisse Tel: +31 181 698030 Email: info@ncti.nl Website: www.ncti.eu
MEETDIENSTEN IN HOOGSPANNINGSTECHNIEK
Foutlocalisatie- en kwaliteitsmetingen aan kabelverbindingen, transformatoren en schakelaars. Power Quality metingen en thermografie. Kabelmontage (moffen en eindsluitingen 25 – 170KV gecertificeerd) en kabelreparatie.
Joulz Energy Solutions B.V.
Zalmstraat 7a, 3016 DS Rotterdam Postbus 19230, 3001 BE Rotterdam Tel.: +31 (088) 895 88 88 E-mail: meetdienst@joulz.nl Website: www.joulz.nl/diensten/ meetdiensten
INDUSTRIE ISOLATIE
NCTI
DDM Demontage B.V.
Emsbroek B.V.
Kiwa Inspecta Nederland B.V. Victor Lighting
De Noord Chemicals b.v.
Keuring, inspectie en bouw van (chemie)installaties BRL K903 gecertificeerd. Staal, RVS en kunststof.
Website: www.eurotronic.nl
CHEMICALS
Chemicals, Lime, Recycling and Automotive
INSPECTIE, TANKS DRUKAPPARATEN, VLOEREN
Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
PIPE SUPPORTS
Dutramex B.V.
Energieweg 19 4143 HK LEERDAM Tel: +31(0)345 - 61 40 11 Fax: +31(0)345 - 61 95 25 E-mail: sales@dutramex.com Website: www.dutramex.com Veerhangers & -supports Hydraulische Schokdempers Trillingsdempers Bewegingsbegrenzers Pijpophangingen & -ondersteuningen Klemsystemen Glijplaten Isolatiepakketten Counter Weight Systemen Staalconstructies
PROCESS CONTROL
Onafhankelijk kennisinstituut voor procesisolatie in industrie
MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl
Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000. PETROCHEM 3 - 2018 48
48
PETROCHEM 3 – 2018
PET01_MartketReview-liggend.indd 48 PET03 Advertenties.indd 48
06-03-18 11:20 16:53
PET01_M
3-18 11:20
MARKET REVIEW PROCESWATERKOELING
Koeltorens met open en gesloten koelwatercircuit & hybride verdampingskoelers Voor Nederland:
DEVAP PRODUCTS
Bizetlaan 16 5251 HA Vlijmen Tel: +31 (0)627 49 07 55 E-mail: info@devap.nl Website: www.devap.nl
STUDBOLTS
BC Basco MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING
Vierschaarstraat 7A 9160 LOKEREN Tel: +32 9 348 21 35 Gsm: +32 472 73 10 56 E-mail: sales@basco.be Website: www.bc-basco.com Contactpersoon : Toyah Timmermans
STAALCONSTRUCTIES
Bea Nederland B.V. Frijns Steel Construction b.v. De Valkenberg 14 6301 PM Valkenburg a/d Geul Postbus 150 6300 AD Valkenburg a/d Geul Tel: +31 (0)43 601 01 01 Fax: +31 (0)43 601 01 02 E-mail: info@frijnsgroup.com Website: www.frijnsindustrialgroup.com
Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB Oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB Oud Beijerland Tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 E-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com
WARMTEBEHANDELING
Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings
Delta Heat Services B.V.
Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187- 49 69 40 Fax: +31 (0)187- 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl
SMIT Heat Treatment PO Box 117 5430 AC Cuijk
Locatie Rotterdam: Scheepsbouwweg 45, Rotterdam +31 78 699 96 90 rotterdam@smit-industrial.com Locatie Cuijk: Havenlaan 16, Katwijk NB cuijk@smit-industrial.com www.smit-industrial.com
UW VERMELDING HIER?
Neem contact op met Jetvertising Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000
ADVERTENTIE-INDEX
ADOPTEER EEN PUP
Abonnees. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 A Signs & Safety. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Deltavisie 2018: 7 juni 2018. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 EasyFairs Nederland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Flir Commercial Systems . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Het Nieuwe Produceren 2018: 19 april 2018 . . . . . . . . . . . 30 Hi-Force Nederland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 KNGF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Krohne Nederland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Logisticon Water Treatment. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
EN HELP ’M BLINDENGELEIDEHOND WORDEN.
Market review . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48-49 Modelec Data-Industrie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Stratt+ Industrial Management . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
WWW.ADOPTEEREENPUP.NL
Veiligheidscoalitie van het Jaar 2018: 11 april 2018 . . . . . 42
PETROCHEM 3 - 2018 49 PETROCHEM 3 – 2018
PET01_MartketReview-liggend.indd 49 PET03 Advertenties.indd 49
49
11:20 06-03-18 16:53
COLUMN
‘Door die malle energieheffingen remt de overheid de energietransitie af en laten we de Groningers langer beven dan nodig is.’
Van gas los We moeten van het Groningse aardgas af. Veel bedrijven hebben van de minister van Economische Zaken & Klimaat een brief gekregen dat ze dat in 2022 voor elkaar moeten hebben. Schreef ik jaren geleden in mijn column in Petrochem dat zijn voorganger schandelijk genoeg aardgasproductie nog boven veiligheid liet gaan, door de productie tegen het advies in van Staatstoezicht op de Mijnen juist op te voeren in plaats van fors te verlagen, nu is het tij dan definitief gekeerd. Met zijn allen zullen we de energietransitie vorm moeten geven. Energie direct van de zon opgewekt middels PV, dan wel indirect via wind en water, zal vooral als elektrische energie tot ons komen. Een hele verandering, ook in de mindset. Als iemand mij een paar jaar geleden had gezegd dat hij zijn huis elektrisch verwarmde, had ik hem vermanend toegesproken dat dit toch wel heel erg dom was. Want, zoals ik het eerstejaars studenten placht uit te leggen, van twee tankers die vol olie de haven van Rotterdam binnenkomen, wordt er één omgezet in elektriciteit, de andere gaat als warmte de atmosfeer in. Het rendement van een elektricititeitscentrale is immers ongeveer vijftig procent. Om er daarna weer warmte te maken, zonder warmtepomp want die waren er toen amper, is energetisch dus het paard achter de wagen spannen. Nu gaan we dat wel doen, we moeten wel. Alleen zitten we nog met het probleem van beschikbaarheid en opslag van elektriciteit. Het handigste is om de energie direct te gebruiken als die beschikbaar is. Zo hoorde ik laatst dat waterschappen het peil van het water wat lager instellen als het hard waait, om zo wat ruimte te hebben als het wat minder hard waait. Slim verzonnen? Dat deden we eeuwen geleden toch ook al toen windmolens rechtstreeks voor dat doel werden ingezet? Grootverbruiker ESD-SIC in Groningen heeft met haar elektriciteitsleverancier Engie afgesproken dat de leverancier bepaalt wanneer ESD wel of niet produceert. Samen waren zij hiermee finalist voor de Northern Enlightenmentz verkiezing. Het mes snijdt daarmee aan twee kanten: Engie kan haar energie kwijt wanneer er weinig vraag is, kan die vervolgens elders inzetten wanneer de vraag groot is en de producent betaalt een lagere prijs. Uiteraard moet het proces daar wel geschikt voor zijn.
Energieheffingen Die optimalisatie is in woonhuizen ook prima mogelijk. Dankzij de nieuwe speler op de energiemarkt easyEnergy.com kunnen particuliere huishoudens met een slimme meter elektriciteit geleverd krijgen tegen per uur wisselende prijzen conform de tarieven op de EPEX-beurs, de vroegere APX-beurs. Die tarieven zijn ’s nachts een factor twee of soms zelfs een factor drie lager dan overdag. Zo laag dat elektrische energie goedkoper is dan aardgas, zelfs als je die direct omzet in warmte. Dan moeten we wel van de oude mindset af: de verwarming ’s nachts uitzetten om energie te besparen. Energetisch bezien is dat prima, maar dan hebben we ’s ochtends wel een piek in de vraag naar energie die dan minder voorhanden is en daarmee ook veel duurder is. Het kan dus beter zijn om ’s nachts het huis juist op temperatuur te houden, ook al kost dat overall gezien meer energie. Echter, de overheid legt huishoudens, in tegenstelling tot aan de industrie, zulke merkwaardige energieheffingen op dat er geen reden is om tot deze optimalistie over te gaan. De energieheffing op elektriciteit is per gigajoule (GJ) een factor vier hoger dan die op aardgas. Zelfs al is elektriciteit gratis, dan nog legt een elektrisch kacheltje het af tegen aardgas wegens die heffingen. Ook met een forse investering in een warmtepomp red je het niet in bestaande huizen. Door die malle energieheffingen remt de overheid de energietransitie af en laten we de Groningers langer beven dan nodig is. Terwijl de oplossing zo simpel is: Maak de energieheffingen voor de verschillende energievormen gelijk en net zo variabel als de energieprijs van levering zelf.
Henk Leegwater is onafhankelijk consultant. Reacties zijn welkom: henk.leegwater@lexxin.com
PETROCHEM 3 - 2018 50
PET03 I Column.indd 50
06-03-18 17:02
VAKBEURS VAKBEURS
17, | 04 | 2018 | EVENEMENTENHAL GORINCHEM 17, 1818 && 1919 | 04 | 2018 | EVENEMENTENHAL GORINCHEM
TECHNOLOGIES FOR INDUSTRIAL MAINTENANCE AND ASSET MANAGEMENT TECHNOLOGIES FOR INDUSTRIAL MAINTENANCE AND ASSET MANAGEMENT
ONTMOET NIEUWE CONTACTEN MAAK VRIJ GEBRUIK • •ONTMOET NIEUWE CONTACTEN ENEN MAAK VRIJ GEBRUIK VAN CATERING PARKEREN VAN CATERING ENEN PARKEREN KENNIS, TRENDS PRAKTIJKCASSUSEN COMPLEET • •KENNIS, TRENDS ENEN PRAKTIJKCASSUSEN IN IN COMPLEET CONFERENTIEPROGRAMMA CONFERENTIEPROGRAMMA INDUSTRIEBREED PLATFORM MET EEN MARKTKDEKKEND • •INDUSTRIEBREED PLATFORM MET EEN MARKTKDEKKEND AANBOD VAN DIENSTEN PRODUCTEN AANBOD VAN DIENSTEN ENEN PRODUCTEN
RREEGGI SI ST TRREE ERR NNUUMMEET T
CCOODDEE22000055
WWW.MAINTENANCE-GORINCHEM.COM WWW.MAINTENANCE-GORINCHEM.COM Pet03 omslag los.indd 51
06-03-18 16:48 06-03-18 16:48 07-03-18 13:05
LOGISTICON VERHUUR Opslag en dosering
Petrochem Nr. 3 - 2018
Zand- & koolfiltratie
EUROPA’S GROOTSTE VERHUURVLOOT VOOR WATERZUIVERINGEN
Ultrafiltratie
Flotatie
Chemicaliën
Omgekeerde osmose
Uitgebreide keuze Voor de levering van installaties voor zowel korte als lange termijn verhuur, met capaciteiten van 1 tot meer dan 2000 m3/h voor toepassingen als: - Capaciteitsuitbreiding en/of back-up - Proefneming - Kwaliteitsverbetering Informeer naar Europa’s grootste verhuurvloot voor waterzuiveringen.
PET03omslag A Cover.indd Pet03 los.indd 1 52
Logisticon Verhuur b.v. +31 (0)184 608260 www.logisticon.com
07-03-18 13:05