Petrochem 4-2016

Page 1

Nr. 4 - 2016

www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 21,50

Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta

02 16

Inside Maga zine

voor de olieen gasin dustr

ie

INSIDE Verd er kijk en eige n bus ines dan de s

Sce nar io's voo foss iele bra r eind e nds toff en

PET4 OA voorplaat.in

dd 43

05-04-16

11:56

‘Misschien is er te weinig gepoetst in Rotterdam’ • Van een crisissituatie een kans maken • Chemische sector moet nog sneller innoveren • Thema: Systeemveiligheid

14:03

PET4 omslag enkel.indd 1

06-04-16 09:04 09:35 06-04-16


Achter Achterelk elkvat vatTotal Totalsmeermiddelen smeermiddelen schuilt schuilteen eenteam teamvan vanexperts! experts!

Met Met een een landelijk landelijk opererend opererend enen ervaren ervaren team team van van Sales Sales Engineers, Engineers, een een kundige kundige technische technische dienst dienst enen een een servicegerichte servicegerichte binnendienst binnendienst zijnzijn wijwij snel snel enen gemakkelijk gemakkelijk te te bereiken. bereiken. DitDit in combinatie in combinatie met met een een compleet compleet assortiment assortiment smeermiddelen smeermiddelen énén een een zeer zeer goede goede logistieke logistieke ondersteuning ondersteuning zorgt zorgt er er voor voor datdat u altijd u altijd opop ons ons kunt kunt rekenen. rekenen. Voor Voor uitgebreide uitgebreide informatie informatie over over onze onze mogelijkheden mogelijkheden kunt kunt u contact u contact opnemen opnemen met: met: Total Total Nederland Nederland N.V. N.V. / Industriële / Industriële smeermiddelen smeermiddelen Telefoon: Telefoon: 070 070 - 3-18 3 18 0 40 0 40 8 8 E-mail: E-mail: smeermiddelen.industrie@total.com smeermiddelen.industrie@total.com www.total.nl www.total.nl

The The right right choice choice in in lubricants lubricants

PET4PET4 PET4 A cover.indd A cover.indd 2 2 omslag enkel.indd 2

06-04-16 09:35

RD Constr RD C


IN DEZE EDITIE

12 ‘MISSCHIEN IS ER TE WEINIG GEPOETST IN ROTTERDAM’ Geen schaliegas, of andere goedkope grondstoffen en energiebronnen. Ook geen groeiende thuismark. De industrie in Rotterdam en Moerdijk moet het vooral hebben van de nauwe integratie en efficiënte ketens. Een team onder leiding van Rein Willems schreef een actieplan, om die voorsprong te houden. Een speciale clustercommissaris moet de voortgang extra kracht bijzetten.

32 THEMA: SYSTEEMVEILIGHEID Bij simulatoren in de procesindustrie ligt de focus vaak op de control room operator. Een baanbrekende technologie betrekt nu ook de veldoperators bij de training. Nieuwe normen voor veiligheidssystemen en alarmmanagement hebben ervoor gezorgd dat de ontwikkelingen op dit gebied een vlucht hebben genomen. Beschikbaarheid van het proces is een leidende drijfveer voor bedrijven in de chemische industrie om te investeren in betere veiligheidssystemen.

18 CHEMISCHE SECTOR MOET NOG SNELLER INNOVEREN Tijdens de jaarlijkse persbijeenkomst van de VNCI over innovatie schetst directrice Colette Alma de chemie als een goed georganiseerde, innovatieve sector. Tegelijk pleit ze voor meer steun aan kleine, innovatieve bedrijven. ‘Om al die mooie ideeën die in de startblokken staan op weg te helpen, moeten we nog meer versnellen.’

20 VAN EEN CRISISSITUATIE EEN KANS MAKEN Gevaarlijke chemicaliën, uitslaande brand, grote explosies en veel gevaar: een ongeluk in de chemie wordt al snel een crisis. Maar door er goed over te communiceren, hoeft het niet per se desastreus te zijn voor je imago.

25 SUPERINVESTERINGEN IN SUPERABSORBERS Zowel chemiebedrijf BASF als Nippon Shokubai maakten vorig jaar bekend flink te investeren in superabsorberende polymeren (SAP). Dat de twee bedrijven allebei ongeveer tegelijk investeren in superabsorbers lijkt toeval. BASF heeft een nieuwe ‘baanbrekende’ technologie ontwikkeld en wil die nu introduceren. Nippon Shokubai ziet dat er meer vraag is naar SAP als basismateriaal voor luiers en heeft daarom besloten uit te breiden.

INSIDE EN VERDER Commentaar 5 Feiten en cijfers • Corbion bouwt bioplasticfabriek in Thailand • ‘Shell Pernis was niet goed voorbereid op giflek’ • Pyrolyse proeftuin start in Zuid-Nederland 6 Feiten en cijfers buitenland • Emerson doet groot automatiseringsproject • Shell neemt deel aan Joint Industry Project ‘subsea processing’ 11 Innovatie 26 Producten 30 Onbevangen • Katrien Bogaerts 31 Column • Henk Leegwater 42 Olie & Gas 43 Agenda 54

PETROCHEM 4 - 2016 3

PET4 B inhoud.indd 3

06-04-16 09:06


Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta Nummer 4 - 2016 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Veembroederhof 7, 1019 HD Amsterdam E-mail: redactie@industrielinqs.nl, website: www.petrochem.nl

t/h

HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 312 2081

m3/h

kg/m

°C

°Brix kg/h

fact Continue flowmeting van koolwaterstoffen, ook bij gasinsluiting of veranderende dichtheid OPTIMASS serie – technology driven by KROHNE • Coriolis massaflowmeter met Entrained Gas Management (EGMTM): Geen verlies van het meetsignaal tot 100% gasinsluiting in het medium • DN1…400, 0,005…4.600 kg/h • In roestvrijstaal, tantalium, titanium en Hastelloy® • Procestemperatuur: -200…+400 °C • Hoogste nauwkeurigheid voor ijkwaardige meting van gassen en vloeistoffen: MID 2004/22/EC, OIML

3

EINDREDACTIE: Miriam Rook 020 312 2796 Liesbeth Schipper 020 312 2083 REDACTIE: Dagmar Aarts 020 312 2084 Elias de Bruijne 020 312 2792 VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, David van Baarle, Katrien Bogaerts, Jan Van Doorslaer, Jacqueline van Gool, Inge Janse, Henk Leegwater, Erik te Roller, Wim Soetaert, Francis Voermans, Cyril Widdershoven LAY-OUT: Bureau OMA bv, Wehl OMSLAGFOTO: Shell ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, t: 070 399 0000 - f: 070 390 2488 Arthur Middendorp - arthur@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 312 2088 DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW) Petrochem verschijnt 11x per jaar. Nederland/België € 170,50 per jaar Introductie NL/B 25% € 128,- per jaar Overig buitenland € 199,Losse verkoopprijs € 21,50 Studenten € 39,50 Proefabonnement 3 mnd € 28,OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. ABONNEMENTENLAND: Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel: 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 (€ 0,10 per minuut) Fax: 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. ISSN: 1380-6386

Meer feiten over OPTIMASS: www.krohne.nl/optimass

PET4 C commentaar.indd 4

06-04-16 09:01


COMMENTAAR

‘Als er nog ruimte is voor aanvulling van het actieplan van Willems: graag een concreet project power-to-chemicals in het Rotterdamse cluster.’

De kortste weg Ik houd daar wel van. Concrete stappen om te verbeteren. Wat dat betreft alle lof voor het plan van Rein Willems voor het cluster Rotterdam/Moerdijk dat hij samen met zijn voormalig Shell-broeder Jan van der Eijk schreef. Ze beschrijven concrete acties die het cluster aan de wereldtop houdt als het gaat om synergie en ketenefficiëntie. Modernisering van de chloorketen, een netwerk voor biostoom, een begin van het aanleggen van de warmterotonde, opslag van CO2, centrale afvalwaterzuivering, de komst van een bioraffinaderij en meer. Daar moeten industriële havens in Europa het van hebben. Het is nodig dat dergelijke stappen eens goed worden benoemd, want misschien is er de afgelopen jaren wel te weinig gepoetst in het Rotterdamse, zo merkt Willems op in het hoofdinterview deze maand. Ik herken dat wel. Ten opzichte van bijvoorbeeld Antwerpen en de Eemsdelta (waar Willems al eerder een actieplan voor schreef ) lijkt Rotterdam wat stil te vallen. Misschien is het benoemen ook wel het allerbelangrijkst, om vandaaruit weer stappen te kunnen zetten. En dat door heren die hun sporen hebben verdiend en met enig gezag recht van spreken hebben. Want eerlijk is eerlijk, Willems en Van der Eijk hebben natuurlijk niet alles zelf verzonnen. Verschillende projecten, zoals de warmterotonde, ROAD (CO2-opslag), het biostoomnetwerk en de centrale afvalwaterzuivering op het terrein van Huntsman staan al op de rol, maar hebben vooral meer steun nodig. Nieuw is misschien ook wel dat verschillende projecten in een breder perspectief worden geplaatst. De versterking van het cluster. Elektrochemie Wat ik een beetje mis, is een duidelijk beeld van waar het Rotterdamse cluster heen moet. Ik snap dat koffiedik kijken op de loer ligt. Maar veel verder dan vernieuwing van het cluster en meer biobased lijken de heren niet te kome, terwijl er momenteel bijvoorbeeld verschillende onderzoeken zijn naar elektrificatie van de industrie. Neem bijvoorbeeld Catrinus Jepma, die in de vorige Petrochem een lans brak om afgeschreven platforms in de Noordzee om te vormen naar waterstoffabrieken met water als grondstof en overschotten duurzaam opgewekte elektriciteit als energiebron. Geweldig interessant! Of het Havenbedrijf Antwerpen dat een proef wil doen met de productie van methanol uit water en

CO2. En denk aan het plan van Nuon om overschotten duurzame stroom op te slaan in ammoniak, om er weer elektriciteit van te maken als er veel vraag is. Overigens opperde Marco Waas van AkzoNobel al eens in Petrochem dat chloor ook prima is te produceren met overschotten van duurzame energie. De chloorproductie is al een elektrochemisch proces, gebruikmakend van electrolyzers. Een mooi voorbeeld is ESD-SIC dat al jaren siliciumcarbide op een elektrochemische wijze produceert. Muziek in de oren Grondstoffen uit de directe omgeving en duurzaam opgewekte energie als bron is de kortste cyclus die we kunnen verzinnen. Na de miljoenen jaren van fossiel is biomassa een veel kortere cyclus, maar voor veel basischemicaliën en brandstoffen nog steeds een omweg. Soms doemt het verbod van de gloeilamp in mij op. Wellicht kwam die iets te vroeg, want de spaarlamp was niet het beste alternatief. Ten tijde van het verbod was de ledlamp nog ten volle in ontwikkeling en nog aan de dure kant. Biobased chemie is zeker een interessante weg, maar vooral als die tot efficiëntere routes leidt en betere en mooiere producten. Maar in de basis en vooral ook filosofisch gezien is de kortste cyclus de meest interessante. De kortste weg van cradle-to-cradle. Zeker als het om basisbouwstenen als waterstof, methanol, ethanol, chloor en ammoniak gaat. Voordeel is verder dat de huidige industriële systemen niet per se op de schop hoeven, maar misschien wat modificatie nodig hebben. Je verandert in veel gevallen gewoon de input. Dat moet nuchtere mannen als Rein Willems toch als muziek in de oren klinken. Toegegeven, elektrificatie van de industrie wordt in het actieplan genoemd, maar meer als onderzoeksrichting. En ja, er moeten nog veel efficiënte stappen worden gemaakt. Hoewel de businesscases al een stuk interessanter worden als elektrolyzers wat goedkoper worden. Antwerpen en de Eemsdelta zijn al met concrete projecten bezig zijn. Dus als er nog ruimte is voor aanvulling van het plan van Willems: graag een concreet project power-to-chemicals in het Rotterdamse cluster. En waarom CO2 opslaan, als je het kunt inzetten als grondstof voor bijvoorbeeld methanol? Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via Twitter : @wimraaijen PETROCHEM 4 - 2016 5

PET4 C commentaar.indd 5

06-04-16 09:01


FEITEN & CIJFERS

Sabic heeft een meerderheidsbelang verworven in het in Lelystad gevestigde bedrijf Fibre Reinforced Thermoplastics. Het Saoedi-Arabische chemieconcern versterkt daarmee zijn groeiende portfolio van materiaaloplossingen en hoopt de ontwikkeling van thermoplastische producten en processen naar een hoger plan te kunnen brengen. Het Nederlandse advies- en ingenieursbureau Tebodin verkoopt haar bedrijven in de regio Azië-Pacific aan Archetype Group, een multidisciplinair bouwkundig adviesbureau uit Vietnam. Het gaat om kantoren in China, India, Vietnam, Indonesia, Thailand en Myanmar. Tebodin heeft in de Aziatische regio, waar het sinds 2002 actief is, ongeveer 550 consultants en ingenieurs in dienst. De omzet van het bedrijf, dat zich vooral op het industriële marktsegment richt en onder meer actief is in de olie- en gassector, bedraagt in de regio ongeveer 25 miljoen euro. Financiële details met betrekking tot de verkoop zijn niet bekend gemaakt.

PETROCHEM 4 - 2016 6

PET4 D feiten en cijfers.indd 6

CONTAINERTERMINAL EN BP WERKEN AAN MINDER VRACHTWAGENS OP DE WEG Containerterminal BCTN in Meerhout en aardoliebedrijf BP in Geel gaan samenwerken om het goederenvervoer via de openbare weg te verminderen. BCTN bereidt een overeenkomst voor met IOK Afvalbeheer en IOK voor het gebruik van de bestaande kade en de huur van een aansluitend terrein. Deze kade aan het Albertkanaal ter hoogte van de mechanisch-biologische scheidingsinstallatie wordt ter beschikking gesteld voor de overslag van gesloten containers van BP. ‘Door het gebruik van de bestaande kade kan BP knippen in zijn vrachtwagenvervoer’, stelt Dirk Stouthuysen, Commercial Logistics Manager Petrochemicals Europe bij BP. ‘Het verkeer tussen de site en de terminal in Meerhout valt sowieso weg en dat betekent dat er al snel enkele tienduizenden vrachtwagenritten via de openbare weg worden uitgespaard.’ Momenteel worden de aanvragen voor de diverse vergunningen voorbereid.

FOTO: BP

Mensen die in Dordrecht in de buurt hebben gewoond van de chemiefabriek DuPont/Chemours, zijn jarenlang via de lucht blootgesteld aan de stof perfluoroctaanzuur (PFOA). Die waarden zijn hoger dan door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) is toegestaan. Er zijn meerdere scenario’s doorgerekend en in het ongunstigste geval is de grenswaarde 25 jaar lang overschreden. Gezondheidseffecten, zoals aan de lever, door de blootstelling zijn volgens het RIVM niet uit te sluiten, maar veel kan er nog niet worden gezegd over de risico's. Er zijn aanbevelingen gedaan voor aanvullend onderzoek, waarmee kan worden bepaald of een gezondheidsonderzoek onder omwonenden zinvol is. PFOA is tot 2012 gebruikt voor de productie van teflon. In 2013 is de stof in Europa op de lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen geplaatst, omdat de stof moeilijk afbreekbaar is, bio-accumulerend, schadelijk voor de voortplanting en mogelijk kankerverwekkend.

CORBION BOUWT BIOPLASTICFABRIEK IN THAILAND Het Nederlandse Corbion, gespecialiseerd in voedingsmiddelen en biochemie, gaat een fabriek voor bioplastics bouwen in Thailand. Deze PLA-fabriek met een capaciteit van 75.000 ton per jaar moet in 2018 in gebruik worden genomen. PLA is een unieke bioplastic die niet alleen biobased maar ook biologisch afbreekbaar is. De PLA-fabriek wordt gevestigd in Thailand, provincie Rayong, op de bestaande locatie van Corbion waar al een lactidefabriek staat. Bovendien wordt deze bestaande faciliteit uitgebreid met 25.000 ton op jaarbasis. Hierdoor kan de onderneming zowel de eigen PLA-fabriek bedienen als huidige en toekomstige afnemers van lactide. De nieuwe PLA-fabriek zal in staat zijn een compleet portfolio aan PLA-polymeren te produceren, variërend van standaard-PLA tot innovatief hittebestendig PLA. Met de bouw zijn investeringen gemoeid van naar verwachting circa 65 miljoen euro voor de PLA-fabriek en 20 miljoen euro voor uitbreiding van de lactidefabriek. In het kader van haar in oktober 2014 aangekondigde strategie begeeft Corbion zich versneld op het terrein van de biotechnologie door de volgende stap te zetten in de bioplastics-waardeketen en PLA-producent te worden. DNB: BETERE BEPRIJZING CO2-UITSTOOT NODIG De Nederlandsche Bank (DNB) pleit er in het rapport ‘Tijd voor transistie’ voor dat Nederland meer moet doen om de economie klimaatneutraal te maken. Er moet een langetermijnvisie komen waarin emissiereductie een hoofdrol heeft. Een goede beprijzing van CO2 zou daar volgens DNB onderdeel van uit moeten maken. De afspraken in het klimaatakkoord van Parijs hebben de vraag of er een transitie naar een klimaatneutraal energiesysteem komt verschoven naar de vraag hoe deze transitie er moet komen. DNB ziet de energietransitie als een van de belangrijkste langetermijnuitdagingen voor de economie en vindt dat het Energieakkoord moet worden aangescherpt. Daarbij geldt volgens de DNB dat hoe sneller de overgang moet worden gemaakt, des te groter de kans op schoksgewijze aanpassing is. Een abrupte overgang kan de economische groei schaden. Grote delen van de productie- en infrastructuur in Nederland zijn verbonden met het gebruik van fossiele brandstoffen. Ook de financiële stabiliteit kan worden geraakt via afschrijvingen op bestaande activa. Aan de andere kant impliceert een onvoldoende daadkrachtige transitie dat de klimaatdoelen niet worden gehaald, wat uiteindelijk veel grotere gevolgen voor de economie kan hebben. Het terugdringen van de CO2-uitstoot moet volgens DNB centraal staan en daarvoor is een goede beprijzing essentieel. Hiertoe is hervorming van het Europese systeem voor emissiehandel (ETS) noodzakelijk. Bedrijfstakken die nu niet onder het ETS vallen, zouden ofwel alsnog onder het ETS moeten worden gebracht, ofwel direct op uitstoot moeten worden belast.

Blijf op de hoogte en schrijf u in voor de nieuwsbrief op www.petrochem.nl

06-04-16 09:08


'SHELL PERNIS WAS NIET GOED VOORBEREID OP GIFLEK’ Shell was niet goed voorbereid op de lekkage van ethyleenoxide bij Pernis in 2013. Dat blijkt uit een rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid. Op 30 december 2013 ontstond een ethyleenoxide lekkage in een bovengronds deel van een leiding bij een olieraffinaderij van Shell Pernis. In totaal is daarbij 11,2 ton ethyleenoxide vrijgekomen in de directe omgeving. Ethyleenoxide is een gevaarlijke stof omdat het giftig is, makkelijk ontbrandt en kan exploderen. De lekkage werd ontdekt door een operator die dit direct doorgaf aan de meldkamer van Shell. Daarop is het betreffende leidingwerk afgesloten en is door het opzetten van een watergordijn verdere verspreiding door de lucht voorkomen. Hierdoor bleef het gebied met concentraties ethyleenoxide die gevaar voor de gezondheid op kunnen leveren, beperkt tot het terrein van Shell en de naastgelegen haven. De lekkage is ontstaan omdat de isolatiekoppelingen (chemisch) zijn aangetast over de gebruiksduur van achttien jaar. Shell ging ervan uit dat deze een veel langere levensduur hadden. Naar aanleiding van de lekkage heeft Shell een reeks maatregelen genomen. Tijdens het afronden van het rapport over de lekkage in 2013 is bekend gemaakt dat de Onderzoeksraad een onderzoek is gestart naar de emissie van ethyleenoxide bij Shell Moerdijk. In de periode van 21 november 2015 tot 27 januari 2016 lekte er circa 25 ton ethyleenoxide weg op de raffinaderij, doordat een afsluiter na noodzakelijke werkzaamheden niet werd gesloten. NUON EN TU DELFT ONDERZOEKEN OPSLAG WINDENERGIE IN AMMONIAK Nuon slaat met haar Magnum-centrale in Eemshaven een nieuwe weg in. Het energiebedrijf onderzoekt hoe zij haar gascentrale in de toekomst zonder CO2-uitstoot

FOTO: NUON

kan inzetten. Samen met de TU Delft kijkt het bedrijf of het mogelijk is overtollige windenergie om te zetten in ammoniak. Dat gas kan weer worden bijgestookt in de gascentrale. Gascentrales bieden de meest efficiënte en flexibele back-up capaciteit wanneer de wind niet waait of de zon niet schijnt, maar draaien momenteel weinig. Toch ziet Nuon toekomst voor deze centrales. Wind- en zonne-energie kunnen nu nog niet grootschalig worden opgeslagen. Dat betekent dat deze duurzame energie niet kan worden gebruikt als er sprake is van veel wind of zon. Samen met de TU Delft onderzoekt Nuon daarom de mogelijkheden om deze zogeheten seizoensoverschotten bij Magnum op te slaan in de vorm van ammoniak. Die kan weer als brandstof zonder CO2-uitstoot worden gebruikt in de gascentrale. Hoewel TU Delft en Nuon nog aan de tekentafel zitten en er nog veel onderzoek nodig is, zijn beide partijen van mening dat het opslaan van energie in ammoniak een veelbelovende techniek is die met het nodige onderzoek en aanvullende financiering binnen een jaar of tien op grote schaal kan worden toegepast. Het onderzoek van Nuon en TU Delft is onderdeel van het project ‘Power to Ammonia’, waarvoor het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) meerdere partijen samen heeft gebracht om kennis te delen en onderzoek te doen. PYROLYSE PROEFTUIN START IN ZUID-NEDERLAND In Zuid-Nederland wordt een pyrolyse proeftuin gestart met een projectvolume van zes miljoen euro. Pyrolyse is een technologie waarbij een breed scala aan reststoffen en hernieuwbare grondstoffen wordt omgezet naar diverse waardevolle bouwstenen voor de chemische industrie. De methode zou aantrekkelijk kunnen zijn om de 2,5 miljoen ton aan reststromen die jaarlijks in Nederland ontstaat te verwerken. Door de sterke vertegenwoordiging van zowel de chemische- als agrofood sector in Zuid-Nederland, biedt pyrolyse kansen voor het creëren van nieuwe waardeketens tussen of binnen deze sectoren. Doel van de proeftuin is om door middel van vier verschillende pyrolysetechnologieën en een open innovatiestrategie dertig unieke waardeketens te demonstreren op de locatie in Moerdijk.

Het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) van Avans Hogeschool in Breda gaat samenwerken met Shared Research Center Biorizon. De samenwerking richt zich op onderzoek naar het verhogen van de opbrengst van aromatische bouwstenen uit biomassa. Voor een periode van anderhalf jaar zetten Biorizon en Avans zich in om een bijdrage te leveren aan dit duurzame alternatief voor het winnen van aromaten uit aardolie. Tankopslagbedrijf Vopak heeft de verkoop van zijn Britse terminals afgerond. De terminals London, Teesside en Windmill zijn nu volledig in handen van de Australische investeerder Macquarie Capital. Eind januari werd de verkoop van Vopak Holding UK al afgerond. Deze holding bestond uit een derde van de aandelen in joint venture Thames Oilport en is verkocht aan het Britse Greenergy. Met de verkoop van de overige drie terminals heeft Vopak de verkoop van zijn Britse activiteiten nu volledig afgerond. De Britse activiteiten zijn voor een totaalbedrag van 335 miljoen Britse pond verkocht, goed voor een eenmalige winst van ruim 200 miljoen pond. Heijmans zet de sanering van de ondergrond van het Chemie-Pack terrein in Moerdijk zelfstandig voort. Dat is de uitkomst van overleg tussen opdrachtgever provincie Noord-Brabant en het bouwbedrijf uit Rosmalen. Bij een grote brand in 2011 bij Chemie-Pack raakte de omgeving van het bedrijf ernstig vervuild. Aanvankelijk werkte Heijmans samen met BioSoil aan de sanering van het terrein, maar die laatste is in april failliet verklaard. De aanleg van het ondergronds saneringssysteem is inmiddels grotendeels afgerond. In juli 2016 start de daadwerkelijke sanering en kan het perceel weer in gebruik worden genomen. De sanering van de ondergrond zal vervolgens nog enkele jaren duren.

PETROCHEM 4 - 2016 7

PET4 D feiten en cijfers.indd 7

06-04-16 09:08


... Industriële Routing Switches De Redfox is een layer 3 industriële Ethernet switch ontwikkeld voor applicaties die veel bandbreedte genereren. Door de robuuste aluminium behuizing toepasbaar in zware omstandigheden, mede door de diverse certificeringen. Meerdere configuraties zijn beschikbaar die naar behoefte kunnen worden aangepast door een reeks van SFP glasvezelmodules. De switch is in staat routingfunctionaliteit te bieden als OSPF, RIP en VRRP. Tevens is voorzien in diverse redundantieprotocollen, RSTP en Westermo’s eigen FRNT ringprotocol met hersteltijden van 20 ms, zelfs bij gebruik van Gigabit Ethernet.

... committed to perfection. Er is zoveel meer over te vertellen ... Meer weten ? Bel 0318-636262 of bezoek www.modelec.nl

www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl

adv_WmoA4_IndRoutSwitch2.indd 1 PET4 advertenties.indd 8

24-11-15 15:47 06-04-16 09:10


FEITEN & CIJFERS MOGELIJKHEDEN VOOR BIORAFFINADERIJ IN ROTTERDAM Corbion, Uniper, RWE en Havenbedrijf Rotterdam onderzoeken de mogelijkheden om samen een bioraffinaderij in de haven van Rotterdam te ontwikkelen. Corbion produceert biobased food ingredients en biochemicaliën uit melkzuur en wil aan de slag met de productie van bioplastics. RWE en Uniper zoeken naar mogelijkheden om elektriciteit duurzamer op te wekken, terwijl Havenbedrijf Rotterdam biobased industrie wil stimuleren. De oplossing is volgens hen een bioraffinaderij die biomassa, zoals hout, omzet in grondstoffen voor de productie van chemicaliën en plastics en in brandstoffen voor het genereren van energie. De bedrijven hebben een gezamenlijke businesscase ontwikkeld die er gunstig uit ziet. In de Rotterdamse haven is de toestroom van biomassa aanwezig, waarvan met de ontwikkeling van een bioraffinaderij slimmer gebruik kan worden gemaakt. Biomassa wordt gebruikt om biochemicaliën en plastics te maken en om elektriciteit en warmte te genereren. Door hout te splitsen (raffineren) in plaats van direct te verbranden komen meer interessante stoffen vrij, zoals lignine en suikers. Van de suikers kunnen bioplastics worden gemaakt. De lignine kan worden gebruikt voor het genereren van warmte en energie en op termijn ook chemicaliën en brandstoffen, waardoor meer waarde wordt gecreëerd. Momenteel zoeken de partners naar de juiste partij voor de bouw van de raffinaderij. GROOTSCHALIGE PRODUCTIE BIOBASED BENZEEN KOMT STAPJE DICHTERBIJ Energieonderzoek Centrum Nederland, Avantium, Catalok en Kodok werken aan een demoproces waarmee uit groen gas benzeen wordt gewonnen. Het proces, dat wordt gefinancierd door TKI-BBE, maakt het voor het eerst mogelijk benzeen te winnen uit niet-fossiele bron. ECN berekende dat door de techniek op grote schaal toe te passen de volledige benzeenbehoefte in Nederland kan worden afgedekt met biobased benzeen. Benzeen staat in de top drie van belangrijke grondstoffen voor de chemische industrie en wordt gebruikt voor de productie van tal van chemische verbindingen. Tot op heden kon benzeen echter niet biobased worden geproduceerd. Met de nieuwe techniek is dat wel mogelijk, door lignine te vergassen en daaruit benzeen te winnen en op te slaan. Eerder toonden ECN, Avantium en Kodok al aan dat het proces op kleine schaal werkt. In het nieuwe project wordt het proces opgeschaald tot demonstratieniveau, wat eind 2017 moet resulteren in een proces waarbij per uur vijf kilo lignine wordt vergast en benzeen gewonnen wordt. Dit zou bewijzen dat het proces in de praktijk bruikbaar is. BRENT RUWE OLIEKOERS

39 38 37

PRIJS PER VAT IN US DOLLARS

PERSONALIA Jan Willem van Hoogstraten (51) is sinds 1 maart de nieuwe CEO van EBN, de staatsdeelneming die actief is bij het opsporen, produceren, opslaan en verhandelen van olie en gas. In deze rol is Van Hoogstraten de statutair bestuurder van EBN en is hij onderdeel van en geeft leiding aan het directieteam. Hij volgt Jan Dirk Bokhoven op die eind vorig jaar zijn functie heeft neergelegd. Van Hoogstraten was eerder werkzaam in de energiesector voor diverse olie- en gasmaatschappijen. Met ingang van 1 juni 2016 is René van der Plas benoemd tot directeur Port of Rotterdam International, waarin de buitenlandactiviteiten van het Havenbedrijf Rotterdam zijn ondergebracht. Hij volgt hiermee Roger Clasquin op die algemeen directeur van de Steder Group in Rotterdam wordt. Van der Plas (50) werkte binnen het Havenbedrijf als projectdirecteur Maasvlakte 2 en was de afgelopen twee jaar verantwoordelijk voor het spoorprogramma.

40

36 35 34 33 32 31 30

AkzoNobel heeft 126.000 zogeheten carbon credits uitgekeerd aan zestien schipeigenaren die hun schepen hebben voorzien van een milieuvriendelijke antifouling coating. De credits hebben een gezamenlijke waarde van ruim 500.000 dollar. Carbon credits kunnen worden verdiend met het reduceren van de CO2-uitstoot. De antifouling coating is bedoeld om het vasthechten aan het schip van micro-organismen, mosselen en algen te voorkomen. Het bevat vaak biociden, chemische stoffen die ongewenste organismen vernietigen. De milieuvriendelijke coating is biocide-vrij. Door deze coating te gebruiken wordt er bovendien bespaard op brandstofgebruik en dus de uitstoot van CO2.

24 25 26

FEBRUARI

29

1

2

3

4

7

8

9

10

11 14 15

16 17 18 21 22 23

24 28

MAART

PETROCHEM 4 - 2016 9

PET4 D feiten en cijfers.indd 9

06-04-16 09:08


Er kunnen maanden zijn waarin ons veiligheidssysteem inactief blijft. Maar ik moet er op kunnen vertrouwen dat het zijn werk doet als het nodig is en ons niet uitschakelt als het niet nodig is. Elke keer. Altijd.

DAT KAN GEWOON Het DeltaV Safety Instrumented System (SIS) combineert redundantie en Electronic Marshalling met SIL3 functionele veiligheid. Het voorziet in een geïntegreerde, intuïtieve set van engineering tools. En software waarmee uw team de configuratie, alarmeringen en de status van uw instrumentatie nauwgezet kan volgen. Het DeltaV safety systeem kan ook stand-alone worden ingezet, volledig onafhankelijk van uw huidige of toekomstige procescontrolesysteem. Voor meer info, ga naar www.DeltaVSIS.com

Het Emerson logo is een handelsmerk en een servicemerk van Emerson Electric Co. ©2016 Emerson Process Management.

116049 ins 37 DeltaV_SIS_Modern_YCDT_PC.indd 1 PET4 advertenties.indd 10

23/03/2016 10:04 06-04-16 09:10


FEITEN BUITENLAND EMERSON DOET GROOT AUTOMATISERINGSPROJECT Emerson Process Management, een wereldwijd opererende businessunit van Emerson, gaat het nieuwe liquefactieproject van Cameron LNG automatiseren. De automatiseringsprojecten die Emerson gaat uitvoeren staan voor meer dan de helft van de Noord-Amerikaanse LNG-exportcapaciteit. Het nieuwe project van Cameron bestaat uit de toevoeging van drie LNG (vloeibaar gas)- lijnen voor de export van binnenlands gewonnen aardgas. Met de nieuwe liquefactielijnen krijgt de installatie in Hackberry, Louisiana (VS) de capaciteit om twaalf miljoen ton Amerikaans aardgas per jaar te exporteren. Emerson levert voor de opdracht een geïntegreerd veiligheidssysteem voor zowel de nieuwe als de bestaande delen van de installatie. Daarnaast levert het bedrijf onderhoudssoftware om de beschikbaarheid en de prestaties van de belangrijkste productiemiddelen te optimaliseren. Met de automatisering van de lijnen is ongeveer twintig miljoen euro gemoeid. De installatie blijft geschikt om LNG te importeren voor binnenlands gebruik of om het weer te exporteren naar andere landen.

SHELL NEEMT DEEL AAN JOINT INDUSTRY PROJECT ‘SUBSEA PROCESSING’ Shell neemt deel aan een Joint Industry Project (JIP) dat moet leiden tot de standaardisatie van ‘subsea processing systems’. Momenteel staat de ontwikkeling van de techniek, waarbij de processing van fossiele brandstoffen op de zeebodem gebeurt, onder druk door kosteninflatie en de lage olieprijzen. Door standaardisatie zou de techniek goedkoper moeten worden. De samenwerking is een initiatief van DNV GL, een Noors adviesbureau voor onder meer de energie-, maritieme- en olie en gasindustrie. Naast Shell werken Petrobas, Statoil en Woodside mee aan het project. Shell en de overige partners houden zich al langere tijd bezig met subsea processing. Het project, dat voluit ‘Subsea Processing - Standardization of Subsea Pumping’ heet, onderzoekt de mogelijkheden tot standaardisatie van onderdelen en subsystemen van de onderwaterinstallaties. Om te beginnen richt het project zich op ‘subsea pumping’, een complexe techniek die momenteel vanwege de hoge kosten beperkt wordt toegepast. In een eerste fase zal er een plan voor standaardisatie van subsea pumping worden opgesteld. In een tweede fase zal dit plan worden uitgewerkt tot een gedetailleerde richtlijn voor subsea pumping. Onderwaterprocessing kent meerdere voordelen. De techniek biedt uitkomst bij dieptes van meer dan tweehonderd à driehonderd meter, wanneer platforms tekort schieten, en maakt het mogelijk met kleinere installaties te werken omdat er dichter bij de bron wordt geopereerd. Daarnaast zijn de onderwaterinstallaties vrijwel autonoom. Ten slotte is de CO2-uitstoot bij subsea processing lager dan wanneer er met platforms wordt gewerkt. Tegelijkertijd is de techniek nog volop in ontwikkeling. Het verder ontwikkelen en standaardiseren van de techniek zou onderwaterprocessing effectiever en goedkoper kunnen maken.

Covestro kan terugblikken op een succesvol eerste jaar als onafhankelijk bedrijf. De Duitse polymeerproducent, die op 1 september 2015 ontstond uit Bayer MaterialScience, maakte eind februari voor het eerst zijn financiële resultaten bekend. Alle financiële doelstellingen werden behaald. Het operationeel resultaat van het chemieconcern steeg in vergelijking met 2014 tot 1,64 miljard euro. De omzet steeg met 2,7 procent tot ruim 12 miljard euro. Voor 2016 verwacht de onderneming verdere groei in omzet en winst, afgaand op de positieve verwachtingen voor de wereldeconomie en de ontwikkeling van belangrijke klantensectoren zoals de auto-industrie, bouw, elektriciteit en elektronica en de meubelnijverheid. De positieve resultaten zijn in de eerste plaats te danken aan een gunstigere vraag- en aanbodsituatie en hogere volumes. Ondanks de dalende verkoopprijzen kon de omzet daardoor met 2,7 procent stijgen tot 12 miljard euro. De kernvolumegroei – een nieuwe prestatie-indicator in het beheer van de groep – steeg in dezelfde verhouding. In de drie gebieden waarin de onderneming actief is, werd vorig jaar een vergelijkbare volumegroei geboekt. Die drie gebieden zijn Polyurethaan (ontwikkeling en productie van basisproducten voor hoogwaardige schuimen), Polycarbonaat (productie van een veelzijdige en hoogwaardige kunststoffen) en Coatings, Adhesives, Specialties (productie van grondstoffen voor coatings, kleefstoffen en afdichtingsmiddelen). Van deze drie segmenten kan Polycarbonaat de beste cijfers overleggen. Het segment boekte in vergelijking met 2014 een omzetstijging van 12,4 procent tot ruim 3 miljard euro. Polyurethaan zag de omzet in vergelijking met vorig jaar dalen met 3,1 procent tot een kleine 7 miljard euro. De omzet in het segment Coatings, Adhesives, Specialties groeide in vergelijking met 2014 met 8,6 procent tot een recordniveau van ruim twee miljard euro.

PETROCHEM 4 - 2016 11

PET4 E feiten buitenland.indd 11

06-04-16 09:09


INTERVIEW

‘Misschien is er te weinig gepoetst in Rotterdam’

PETROCHEM 4 - 2016 12

PET4 O interview.indd 12

06-04-16 08:58


Geen schaliegas, of andere goedkope grondstoffen en energiebronnen. Ook geen groeiende thuismarkt. De industrie in Rotterdam en Moerdijk moet het vooral hebben van de nauwe integratie en efficiënte ketens. Een team onder leiding van Rein Willems schreef een actieplan, om die voorsprong te houden. Concrete acties! Er moet werk worden gemaakt van de warmterotonde, CCS, verbetering van de chloorketen, de aanleg van infrastructuur voor biostoom en bijvoorbeeld de komst van een bioraffinaderij. Een speciale clustercommissaris moet de voortgang extra kracht bijzetten.

FOTO'S: WIM RAAIJEN

Wim Raaijen

Nagenoeg tegelijk worden twee studies gedaan naar de economische versterking van Rotterdam en omstreken. Misschien wel de meest ambitieuze van de twee is de opdracht van Rotterdam en Den Haag aan de bekende Amerikaanse econoom Jeremy Rifkin. Hij gaat voor de metropoolregio een roadmap ‘Next Economy’ schrijven. Voor de zomer van 2016 moet het plan af zijn. Rifkin, bekend van onder andere zijn concepten voor de waterstofeconomie, is al enige maanden aan de slag en neigt naar een futuristische aanpak voor de regio. Er komt volgens hem een nieuwe industriële revolutie, omdat alles om ons heen wordt verbonden met internet en omdat we steeds meer producten zelf kunnen maken met 3D-printers. Vervoer zal straks automatisch zijn: zelfrijdende auto’s, autonome drones, zelfvarende schepen. Burgers gaan zelf duurzame energie opwekken en dat delen ze met elkaar via een ‘energie-internet’. Sowieso hebben Rifkins ideeën grote implicaties voor een havenstad als Rotterdam. Hij heeft eerder gezegd dat Rotterdam zich meer moet richten op de overslag van grondstof voor 3D-printen en minder op fossiele brandstof. De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb is in ieder geval een groot fan van Rifkin. Hij lijkt een totale make-over van de Rotterdamse industrie wel te zien zitten. In de landelijke pers stelde de burgemeester een paar maanden geleden: ‘Wellicht wordt Rotterdam over vijftig jaar wel de bakermat van de nieuwe Industriële Revolutie genoemd.’ Subsidiemagneet Toch heeft Rifkin niet alleen maar vrienden. In de Rotterdamse gemeenteraad was er weerstand tegen het inhuren van de Amerikaan, al haalde die oppositie geen meerderheid. VakbondsPETROCHEM 4 - 2016 13

PET4 O interview.indd 13

06-04-16 08:58


INTERVIEW bestuurder Niek Stam van FNV Havens noemde de aanstelling van Rifkin in het AD zelfs ‘imbeciel’. Hij ziet er niets in dat havenwerkers straks nog vaker vervangen zullen worden door robots. En uit de wetenschap komt vaak de kritiek op Rifkin dat zijn werk niet altijd goed is onderbouwd en soms een activistische inslag heeft. Zo lijkt de waterstofeconomie die hij in 2002 in zijn boek The Hydrogen Economy voorspelde er vooralsnog niet te komen. Maar het zal Rifkin weinig boeien. Zijn ideeën spreken tot de verbeelding en dat alleen al kan veel in beweging zetten. Hij lijkt mede daardoor een subsidiemagneet. Nog niet lang geleden heeft de Franse regio Nord Pas de Calais naar het schijnt tientallen miljoenen euro’s aan Europese subsidie binnengehaald. Ook voor de regio Rotterdam-Den Haag lijken enorme subsidies mogelijk voor bijvoorbeeld investeringen in infrastructuur. Misschien dat Rifkin dan de investering ook wel waard is, want goedkoop is hij niet. Over het bedrag dat zijn bureau straks opstrijkt, 775 duizend euro, is op geheel Nederlandse wijze dus ook discussie. Toenemende concurrentiedruk Voor de tweede studie, het advies van voormalig topman van Shell Nederland Rein Willems, hoeft in elk geval niet een dergelijk astronomisch bedrag worden neergelegd. In alles lijkt het onderzoek dat Willems deed samen met extern adviseur Jan van der Eijk (voormalig chief technology officer van Shell) bescheidener van opzet en meer met beide benen op de grond. Beide heren hebben kordaat en snel gewerkt, want zij kregen de opdracht in oktober 2015, van het Ministerie van Economische Zaken en het Havenbedrijf Rotterdam. In de luwte van alle bombarie rond Rifkin schreven ze in de afgelopen maanden hun actieplan voor de versterking van het cluster Rotterdam/Moerdijk. Begin maart werd het plan al openbaar. Directe aanleiding voor het actieplan was de toenemende concurrentiedruk vanuit de Verenigde Staten door de expansie van schaliegas en -olie. Rein Willems: ‘Na een rondetafel die de minister van Economische Zaken in 2013 hield met bedrijven en verschillende betrokken branche- en werkgeversorganisaties,

was een belangrijke conclusie dat nauwe samenwerking tussen overheden en bedrijfsleven nodig is om de concurrentie het hoofd te bieden. Tegelijkertijd moest worden ingezet op de maatschappelijke wens om de industrie te verduurzamen.’ Afgesproken werd om aan de versterking van vijf clusters in Nederland te werken. Te weten Rotterdam/Moerdijk, Terneuzen/Bergen op Zoom, de Eemsdelta, Chemelot in Zuid-Limburg en Emmen. Al eerder bracht Willems een advies uit voor de industrie in de Eemsdelta, waar de urgentie nog wat groter lijkt door het faillissement van Aldel, het terugschroeven van de gaswinning en de regionale behoefte aan meer economische activiteit. Nu was het grotere Rotterdamse cluster aan de beurt. Biocluster In het actieplan voor het cluster Rotterdam/Moerdijk is uitgegaan van twee hoofdlijnen, stelt Willems. ‘De eerste lijn betreft vooral optimalisatie van de energie-efficiëntie. Dat kan binnen bedrijven onder andere door procesverbeteringen, warmte-uitwisseling en -hergebruik, procesintensificatie en hergebruik van afval. Wij hebben vooral ook gekeken naar gezamenlijke utilities-projecten op het gebied van onder andere warmte-uitwisseling. In de andere lijn gaat het om vernieuwing van de industrie, met name naar meer biobased.’ Over deze hoofdlijnen lijkt een brede consensus te bestaan. ‘Toen ik laatst een gesprek met professor Jan Rotmans had, die er vaak toch wat extremer in staat met zijn Urgenda-achtergrond, onderschreef hij ook meteen deze hoofdlijnen. Ik heb hem toen wel op het hart gedrukt dat we alle elementen van de cascade nodig hebben. Ook de bijstook van biomassa in kolencentrales. Daar verzet Urgenda zich momenteel fel tegen. Echt, kolencentrales met bijstook van biomassa hebben minder CO2-footprint dan de meest efficiënte gascentrales. Daar moest professor Rotmans toch nog even over nadenken. Wist je trouwens dat Rotterdam al veertien fabrieken heeft die min of meer biogebaseerd zijn? Denk aan vier biobrandstoffabrieken van onder meer Neste en Abengoa. Er zijn vier plantaardige olieraffinaderijen, twee biochemiefabrieken, drie energiecentrales

die biomassa bijstoken en een energiecentrale op basis van afval. Daarmee is Rotterdam, je zou het op het eerste oog misschien niet zeggen, al het grootste biocluster ter wereld.’ Commitment In de internationale concurrentie heeft de industrie in het Rotterdamse cluster de laatste decennia vooral veel profijt gehad van de nauwe integratie van processen en clustervorming. Waar andere industriële gebieden in de wereld het voordeel hadden van goedkope energie en grondstoffen, lage personeelskosten of een sterk groeiende afzetmarkt, moest de Rijn/Schelde-delta het vooral hebben van efficiëntie onder andere door onderlinge samenwerking en ketenintegratie. In Rotterdam/Moerdijk is daarbij ook nog sprake van een sterke integratie van de chemie en de aanwezige olieraffinaderijen. Ook op het niveau van afzonderlijk installaties doet de Nederlandse chemie het goed. Er is volgens Willems altijd veel aandacht geweest voor de modernisering van de installaties. ‘Toen ik nog bij Shell werkte, stonden de krakers in Moerdijk er altijd beter bij dan die in de VS bijvoorbeeld.’ Een voorsprong blijft echter niet vanzelfsprekend. Om internationaal mee te kunnen blijven doen, moeten continu nieuwe samenwerkingen worden gezocht. Ideeën genoeg, maar partijen moeten wel samen willen werken. Dat valt niet altijd mee door het grote aantal bedrijven in de haven met vaak verschillende belangen en die hun hoofdkantoren ook nog eens elders hebben, weet Willems. ‘In veel gevallen worden sitemanagers gezien als zetbazen, die vooral zo veel en zo goedkoop mogelijk moeten produceren. Het commitment van het hoofdkantoor met de regio is er vaak niet of nauwelijks. Dat maakt het er niet gemakkelijker op.’ Stimuleringspakket Zo is het voor het cluster Rotterdam/ Moerdijk volgens Willems een uitdaging om een biobased cluster te ontwikkelen op basis van bioraffinage. Een sterke ketenintegratie zou inhouden dat uit aangevoerde tweedegeneratie biomassa glucose voor de chemie en ethanol voor biobrandstoffen wordt geraffineerd.

PETROCHEM 4 - 2016 14

PET4 O interview.indd 14

06-04-16 08:58


De lignine - die bij de huidige stand van de technologie zonder nuttige toepassing overblijft - kan volgens Willems worden omgezet in energie. Om zo’n cluster in Rotterdam echt een kans te geven, is de komst van een bioraffinaderij nodig. En daar zullen belanghebbenden zoals de overheid op verschillende niveaus bij moeten helpen. Willems: ‘Bij de huidige lage olieprijs is een businesscase voor marktpartijen nog niet rendabel te krijgen. Het verdient daarom aanbeveling dat een publiek-privaat consortium een stimuleringspakket samenstelt en de bouw van een bioraffinaderij ziet als een voorinvestering.’ Op die manier moet een dergelijke investering toch aantrekkelijker worden. Chloorketen Om meer gezamenlijke initiatieven te stimuleren, zijn Willems en Van der Eijk uitvoerig in gesprek gegaan met individuele bedrijven en andere belanghebbenden. Om vooral ook te analyseren welke investeringen zoveel mogelijk de gezamenlijke doelstellingen zouden kunnen dienen. Zo waren alle bedrijven, met name AkzoNobel, Huntsman, Hexion en Shin-Etsu, die onderdeel zijn van

Rein Willems: ‘Kolencentrales met bijstook van biomassa hebben minder CO2-footprint dan de meest efficiënte gascentrales.’ de chloorketen het er wel over eens dat deze modernisering behoeft. Door betere afstemming van acties moet de leveringszekerheid op korte termijn drastisch worden verbeterd en kosten significant worden verlaagd. De partijen zijn bereid om een gezamenlijk visie te ontwikkelen op een Rotterdams chloorcluster in 2025. Een belangrijke stap vindt Willems. ‘Er zijn in Europa maar enkele grote geïntegreerde chloorclusters in een stabiel groeiende markt. Het is van cruciaal belang dat Rotterdam daar één van blijft, omdat dit cluster een van de belangrijke kernen is waar veel andere chemie-, energie-, utility- en tankopslagbedrijven mee verbonden zijn.’ Warmterotonde Net als bij zijn advies in de Eemsdelta ziet Willems ook in Rotterdam veel mogelijkheden op het gebied van gezamenlijke utilities. Al eerder is op het

terrein van Huntsman een gezamenlijke afvalwaterzuivering in gebruik genomen. Onder leiding van Evides komen daar nu restwaterstromen van verschillende bedrijven in de omgeving samen om te worden behandeld. Ook op het gebied van een geïntegreerde biostoomvoorziening in de Botlek liggen er plannen klaar. Daarvoor kunnen de Rotterdamse bedrijven een beetje afkijken bij wat er in Delfzijl gebeurt. Daar gaat AkzoNobel vanaf december van dit jaar voor het Chemie Park Delfzijl duurzaam geproduceerde stoom afnemen van een nog om te bouwen biomassacentrale van Eneco in de buurt. Ook in Rotterdam is AkzoNobel, samen met de andere partners in de chloorketen, nauw betrokken bij de plannen. Willems is er een voorstander van dat dergelijke initiatieven eerst in een gebied tot stand komen om het daarna uit te kunnen rollen. ‘Als we het meteen te groot aan willen pakken, levert dat al PETROCHEM 4 - 2016 15

PET4 O interview.indd 15

06-04-16 08:58


Cutting-edge thermal insulation and passive fire protection Cool answers to hot problems速 Promat is the first choice for all your thermal and fire proofing requirements. You too can benefit from over 50 years of experience, innovation and know-how. Contact us now! We are looking forward to advising you on your projects. Promat International NV, Bormstraat 24, 2830 Tisselt, Belgium T: +32 (0)15 71 21 86 | info@promat.be | www.promat-oilandgas.com

2016-04

Oil & Gas

2016_03_Oil&Gas.indd 1

PET4 advertenties.indd 16

31/03/2016 11:06:37

06-04-16 09:11


gauw veel te veel bestuurlijke drukte op. Zo zijn er natuurlijk al langer plannen voor een warmterotonde, maar als je die meteen grootschalig wil aanleggen, dan neemt de kans op mislukken toe. We stellen daarom voor om eerst met het cluster West te beginnen, waarbij onder andere restwarmte van de Maasvlakte naar de tuinders in het Westland wordt getransporteerd.’ Eind 2015 is een onderzoek naar dit gedeelte van de warmterotonde afgerond. Conclusie van het haalbaarheidsonderzoek is dat er unieke kansen zijn om met een warmtesysteem, warmtebronnen en warmteafnemers in Delft, Den Haag, Rotterdam en Westland aan elkaar te koppelen en daarmee een belangrijk deel van de Warmterotonde te realiseren. Er blijkt met restwarmte en aardwarmte een warmtevoorraad van veertig à zestig petajoule beschikbaar te zijn die 50 tot 75 procent kan dekken van de warmtevraag in Delft, Den Haag, Rotterdam en het Westland. Kennisontwikkeling Een ander concreet project, dat nu eindelijk van de grond komt is ROAD, het grootschalige demonstratieproject voor de opvang en opslag van CO2 (CCS) van de kolencentrale op de Maasvlakte. Willems ziet dit project als een noodzakelijke stap naar de uitbouw van de CO2-infrastructuur. Volgens hem is CCS op middellange termijn een belangrijke schakel bij de decarbonisatie van het industriecluster. Willems kan nog wel een paar belemmeringen van het vestigingsklimaat noemen. Zo zijn de raffinaderijen in de Botlek en Pernis momenteel nog niet bereikbaar voor steeds grotere schepen waarmee hun producten op grote afstanden worden vervoerd. Willems: ‘Het verdiepen van de Botlek en de Nieuwe Waterweg kan er voor zorgen dat deze schepen in één keer kunnen worden gelost en geladen. Dat leidt direct tot lagere kosten voor de raffinaderijen.’ Ook moeten onzekerheden weg worden genomen op het gebied van regelgeving. Welke ontwikkelruimte is er na de recente invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof? En wordt wel altijd de meest efficiënte methode gekozen om de veiligheid in de regio te versterken? Zo kan volgens Willems bij

‘Rotterdam is, je zou het misschien niet zeggen, het grootste biocluster ter wereld.’ de implementatie van de huidige Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS 29) veel beter worden uitgegaan van een risicobenadering, dan via vergunningen. Willems: ‘We moeten niet willen dat het cluster honderden miljoenen aan extra investeringen moet doen, terwijl het gewenste veiligheidsniveau ook op andere manieren is te bereiken.’ Ook moet de overheid wat doen aan wet- en regelgeving die belemmerend kan werken voor efficiënte samenwerking over het hek heen. Het leveren van hoogcalorische reststromen aan buurbedrijven wordt aantrekkelijk gemaakt doordat er energiebelasting op wordt geheven. Terwijl het veel energie kan besparen. Clustercommissaris Waar het advies van Rifkin straks ongetwijfeld verschillende vergezichten zal geven, richt het actieplan van Willems zich dus op concrete projecten en bijvoorbeeld op de nodige kennisinfrastructuur om straks een vernieuwde industrie mogelijk te maken. Minder op de vergezichten zelf, maar meer op de stappen die nodig zijn om er uiteindelijk te komen. Bioraffinage, decarbonisatie, de recycling van PET, maar ook elektrifi-

catie van de procesindustrie om zodoende van duurzaam opgewekte stroom brandstof of chemicaliën te maken, zijn terreinen die elk nog veel onderzoek nodig hebben. In de afgelopen jaren is in Rotterdam een zogenoemd ‘Business Innovation Eco Systeem’ ontstaan, met spelers als Smart Port, PortXL, Plant One, iTanks, RDM Campus in samenwerking met bestaande grote kennispartijen en universiteiten. Dit innovatiesysteem kan en moet volgens Willems met het stimuleren van kennisontwikkeling en innovaties de vernieuwing van de industrie geleidelijk gestalte geven. Om alle, voornamelijk concrete, projecten vlot te trekken, stellen het Havenbedrijf Rotterdam en Deltalinqs op advies van Willems voor de komende twee jaar een clustercommissaris aan. Wie is nog niet bekend, maar er is al een serieuze kandidaat. Die commissaris moet volgens Willems echt stevig in zijn schoenen staan. Iemand die de handen uit de mouwen gaat steken. Of op zijn Rotterdams: Niet lullen, maar poetsen. Willems: ‘Misschien is er de laatste jaren wel te weinig gepoetst. De clustercommissaris moet er echt voor zorgen dat concrete projectvoorstellen ook echt gaan worden uitgevoerd.’ ■ PETROCHEM 4 - 2016 17

PET4 O interview.indd 17

06-04-16 08:59


INNOVATIE

Chemische sector moet nog sneller innoveren Tijdens de jaarlijkse persbijeenkomst van de VNCI over innovatie schetst directeur Colette Alma de chemie als een goed georganiseerde, innovatieve sector. Tegelijk pleit ze voor meer steun aan kleine, innovatieve bedrijven. ‘Om al die mooie ideeën die in de startblokken staan op weg te helpen, moeten we nog meer versnellen. Dat kan door kleine bedrijven door de groeistuipen heen te helpen.’ Enkele bedrijven mogen tijdens de bijeenkomst alvast hun ideeën uit de doeken doen.

Elias de Bruijne

Het beeld van de Nederlandse chemische sector dat VNCI-directeur Colette Alma schetst, is redelijk positief. In de categorieën basischemie, voedingsingrediënten, coatings en high performance materials behoort Nederland tot de wereldtop. De sector levert bijna de helft van de totale Nederlandse handelsbalans en biedt werk aan 44.000 werknemers verdeeld over 790 bedrijven, toeleveranciers niet meegerekend. Bovendien is de innovativiteit in de sector de laatste jaren flink gestegen met tien procent in de laatste twee à drie jaar. Van de chemiebedrijven is 77 procent innovatief en aan innovatie wordt jaarlijks 611 miljoen euro uitgegeven. Maar het is niet genoeg, aldus Alma: om concurrerend te blijven moet de Nederlandse chemie nog sneller innoveren. Dat geldt vooral voor de mkb-bedrijven, die 95 procent van het geheel uitmaken. Strak georganiseerd Om die extra innovatie mogelijk te maken, is de chemische sector de afgelopen jaren strakker georganiseerd. Via de Topsector Chemie wordt er samengewerkt met wetenschap, onderwijs en overheid. In de vorm van Innovatielink, een initiatief van de Topsectoren Chemie en Energie, is er een intensief landelijk innovatienetwerk ontwikkeld dat zorgt voor verbindingen tussen wetenschapssectoren en industriesectoren, verbindingen in de waardeketen, tussen groot- en kleinbedrijf en tussen onderwijs en bedrijfsleven. Het netwerk levert ondersteuning aan mkb-bedrijven op het gebied van kennis, financiering, huisvesting en bij het vinden van partners.

Alma: ‘De overheid kan haar steentje bijdragen als launching customer.’

Steentje bijdragen De nieuwste vorm van organisatie is het onlangs gelanceerde Chemielink, een initiatief van Topsector Chemie en Innovatielink. Chemielink brengt innovatieve ondernemingen en kennisinstellingen bij elkaar en biedt de ondernemingen faciliteiten en financiële middelen om concepten te testen in laboratoria en op te schalen in pilotinstallaties. Dat gebeurt in zogenaamde iLABS en Centres for Open Chemical Innovation (COCI’s), waarvan er momenteel veertien zijn. iLABS (Innovation Labs) zijn plekken met labfaciliteiten waar ondernemers veelbelovende concepten kunnen doorontwikkelen tot een opschaalbaar product. De labs zijn over het algemeen gevestigd op universiteitsterreinen. Wanneer de startups een behoorlijke omzet draaien en een eerste klant hebben gebonden, kunnen ze zich verder ontwikkelen bij een van de COCI's, die gevestigd zijn op industriële bedrijvenparken en zijn voorzien van alle voorzieningen om de productie op te schalen. Voorlopig is het netwerk effectief. In een jaar tijd steeg het aantal startups en mkb-bedrijven in iLABS en COCI’s van 180 naar 245. Maar er is dus nog werk aan de winkel: de groei moet nog verder versnellen om de Nederlandse chemie concurrerend te houden. Alma weet hoe dat kan worden gestimuleerd: ‘Om al het mooie dat in de startblokken staat vaart te geven, moeten we samen met de overheid versnellen. Dat kan door kleine bedrijven te helpen met financiering, meer samenwerking te zoeken tussen grote en kleine bedrijven, chemieclusters te versterken en te investeren in pilotplants. Daarnaast kan de overheid haar steentje bijdragen als launching customer.’ ■

PETROCHEM 4 - 2016 18

PET4 V VNCI.indd 18

06-04-16 09:07


FOTO: PARX PLASTICS

INNOVATIEF PLASTIC Tijdens de VNCI-bijeenkomst op het Science Park in Amsterdam kreeg een aantal jonge bedrijven de gelegenheid te laten zien hoe zij innovatief bezig zijn. We lichten er twee startups uit die innovatief zijn op het gebied van plastics.

duceerd. Binnenkort verhuist het bedrijf naar Prodock, een innovatie-locatie van Havenbedrijf Amsterdam. Daar hoopt het bedrijf verder op te kunnen schalen naar een productie van tientallen tonnen.

Sierteelt

Spoorelementen

Het overgrote deel van de bestaande plastics is uit olie en gas gemaakt en niet biologisch afbreekbaar, maar volgens Plantics kan dat anders. De spin-off van de Universiteit van Amsterdam produceert thermoset polymeer dat gebaseerd is op plantenmateriaal. Het product is volledig biologisch afbreekbaar, niet giftig en toepasbaar voor allerlei doeleinden. Managing director Helias Andriessen licht toe: ‘Bioplastics bestaan al dertig jaar, maar slechts één procent van de driehonderd miljoen ton plastic die jaarlijks wereldwijd wordt geproduceerd is bioplastic. Dat kom doordat normale plastics goedkoper zijn. Ons plastic kan echter concurreren met oliegebaseerd plastic, omdat we een goedkoop productieproces hebben en een redelijk goedkope grondstof. Dat is glycerol, een bijproduct van de biodieselproductie.’ Andriessen heeft een duidelijke visie op het in de markt zetten van het plastic. ‘We willen aan het begin van de waardeketen zitten, we maken een halfproduct. Maar je wordt niet zomaar even groot grondstofleverancier, dus we moeten onze technologie bewijzen. Dat gaan we doen in de sierteelt, waar met onze plastics verpakkingen kunnen worden gemaakt. Nederland is marktleider in deze sector, maar die positie staat onder druk. Om de concurrentie aan te kunnen gaan, wil de sierteelt de verpakkingen biobased maken om zo added value te creëren.’ In samenwerking met ILCA (Innovation Lab Chemistry Amsterdam) en Havenbedrijf Amsterdam heeft Plantics de eerste opschaling al gedaan en is de eerste ton 'plantics' gepro-

Parx Plastics maakt bestaande polymeren antibacterieel door het lichaamseigen spoorelement zink te incorporeren. De speciale techniek waarmee Parx het spoorelement toevoegt aan polymeren zorgt ervoor dat het materiaal binnen 24 uur 99 procent minder bacteriën bevat dan producten die de bewerking niet hebben ondergaan. CEO Michaël van der Jagt legt uit wat de voordelen zijn van de techniek: ‘Er zijn wel meer technieken om plastics antibacterieel te maken, maar die zijn allemaal slecht voor het milieu doordat ze gebruik maken van zware metalen, nanomaterialen en chemicaliën. Daarnaast zijn die elementen zeer lastig beheersbaar, ze kunnen migreren. Dat is anders bij onze techniek. Wij incorporeren het spoorelement op zo’n manier in het polymeer dat het er niet meer uit kan waardoor het product een permanente antibacteriële werking heeft.’ Het zinkelement hoeft slechts te worden geïncorporeerd in een deel van het polymeer. Een concentraat van drie procent van het geheel is genoeg. Dat moet voor een goede werking vervolgens homogeen worden gemengd met de rest van het materiaal. De techniek is toepasbaar op alle soorten polymeren en wereldwijd gepatenteerd. Onder andere de medische wereld is geïnteresseerd, om zo mogelijk het infectierisico bij implantaten omlaag te brengen. Ook de verpakkingsindustrie ziet wat in Parx. In een samenwerking met Flora Holland onderzoekt het bedrijf de mogelijkheid om haar techniek te gebruiken voor transportemmers van bloemen zodat die langer goed blijven.

PETROCHEM 4 - 2016 19

PET4 V VNCI.indd 19

06-04-16 09:07


CRISISCOMMUNICATIE

Van een crisissituatie een kans maken Gevaarlijke chemicaliën, uitslaande brand, grote explosies en veel gevaar: een ongeluk in de chemie wordt al snel een crisis. Maar door er goed over te communiceren, hoeft het niet per se desastreus te zijn voor je imago.

Inge Janse

Het gebeurt niet vaak, maar als het fout gaat in de chemie, dan is er al snel sprake van een serieuze crisis. De brand bij Chemie-Pack, de ontploffing bij Shell Moerdijk, de veiligheidsrisico’s bij Odfjell: iedereen wist ervan en iedereen had er een mening over. Maar waar een chemiebedrijf zich vroeger nog achter de bedrijfspoorten kon verschuilen, verplichten burgerjournalisten en social media om van zich te laten horen. Drie experts in crisiscommunicatie geven daarom hun tips en trucs om misschien zelfs wel sterker uit de strijd te komen. Koudwatervrees Bij crisiscommunicatie gaat het volgens Moniek van de Wiel vooral om twee externe partijen: de pers en social media. Van de Wiel werkt bij OCI Nitrogen als communicatiemanager. Daarnaast helpt ze als partner en adviseur van Blue Note Communicatie een heel scala aan bedrijven bij crisiscommunicatie, variërend van chemiereuzen tot woningcorporaties. ‘Ik merk dat de industrie vooral social media nog moeilijk vindt. Sommige chemiebedrijven zien er het belang niet van in, bijvoorbeeld omdat medewerkers er zelf niets mee hebben. Ook hebben ze koudwatervrees. Toch kun je er niet omheen.’ Facebook en Twitter zijn namelijk van groot belang voor crisiscommunicatie. ‘Bij een explosie zie je op social media een enorme activiteit aan zowel correcte als onjuiste berichtgeving. Op zo’n moment is het van belang dat je als bedrijf laat zien wat er gebeurt en wat je doet om de zaak onder controle te krijgen. Deel ook de zorgen en corrigeer niet-correcte berichten. Je ziet dat dat wordt gewaardeerd.’ Afgelopen november nog maakte Van de

Wiel dat zelf mee. ‘Een van de ammoniakfabrieken van OCI Nitrogen stond in de brand en iemand vroeg zich op Twitter af hoe gevaarlijk dat is. Mijn antwoord werd gewaardeerd en vervolgens overgenomen door ChemelotWatch, een Facebook-groep van bezorgde burgers over Chemelot met bijna vierduizend volgers.’ Wie gaat het doen? Ook openheid tipt de communicatiemanager als verbeterpunt in de chemie. ‘Gechargeerd gezegd vinden techneuten dat je niets moet zeggen als je nog niets zeker weet. Maar als je pas daarna iets laat weten, dan ben je veel te laat.’ Van de Wiel adviseert daarom aan procescommunicatie te doen. ‘Meld alles dat je zeker weet. Je kan altijd communiceren dat op tijdstip X een brand is uitgebroken, de brandweer er na zes minuten was en dat ze nu met drie wagens aan het blussen zijn. Doe je dat niet, dan neemt de onrust enorm toe, vooral op social media.’ Klinkt goed allemaal. Maar vaak is de praktijk weerbarstig en vooral erg hectisch. Van de Wiel merkt dat bedrijven daarom heel veel leren door te oefenen op crisissituaties. Want wat in de perceptie van de deelnemers begint als een spelletje, verandert binnen tien minuten in een bloedserieus probleem. ‘Opeens realiseert iedereen zich hoeveel reacties een explosie of grote brand teweegbrengen. Familieleden bellen, de omgeving reageert via social media en de pers neemt contact op, terwijl je eerst contact op wilt nemen met de stakeholders. Maar wat doe je met die vraag op Facebook? En wie gaat de reactie geven?’ Ook merken ze vaak dat ze onderbezet zijn. ‘Op papier staat duidelijk wat er moet gebeuren. Maar wie gaat dat doen?’

PETROCHEM 4 - 2016 20

PET4 R crisis.indd 20

06-04-16 08:57


Informatieavonden Lars Walder, adviseur bij adviesbureau BijlPR voor bedrijven in de chemische industrie van Rotterdam en omstreken, was betrokken bij misschien wel dé crisis van dit millennium: de grote brand bij Chemie-Pack in 2011. ‘De communicatie over de ramp zelf ging buiten het bedrijf om. Wij hielpen daarom bij de communicatie met zo’n vijftig klanten. Elke dag informeerden wij hen, ook als er geen nieuws was.’ En met succes, merkte Walder. ‘Dat werkte goed, want de klanten wilden blijven.’ Ook hield hij elke dag een bijeenkomst voor het personeel. ‘Die waren hun baan kwijt en ongerust, dus zij waardeerden de bijeenkomsten enorm.’ Naast blijven communiceren, is een goede voorbereiding essentieel. ‘Wij zeggen altijd: goede crisiscommunicatie begint in goede tijden. Weet wie je stakeholders zijn, zoals je personeel, klanten en aan-

Walder: ‘Goede crisiscommunicatie begint in goede tijden. Weet wie je stakeholders zijn, maar ook de buren, lokale politici en de media.’ deelhouders, maar ook de buren, lokale politici en de media.’ Zorg er bovendien voor dat dit geen onbekenden voor je zijn. ‘Praat van tevoren met al die partijen. Ken de burgemeester en wethouders en organiseer informatieavonden voor omwonenden. Ik zie bijvoorbeeld Vopak en Odfjell dat inmiddels goed doen.’ Ook belangrijk: nodig regelmatig journalisten uit. ‘Is er dan stront aan de knikker, dan weten zij wie je bent en wat er speelt. Zaken vertellen in goede tijden helpt in slechte tijden.’

Van de Wiel: ‘Het is van belang dat je als bedrijf laat zien wat er gebeurt en wat je doet om de zaak onder controle te krijgen.’

Ambassadeurs Dat advies geldt voor alle organisaties, maar juist chemiebedrijven moeten stevig investeren in hun band met de omgeving. Onbekend maakt nu eenmaal onbemind. ‘Vliegtuigen storten regelmatig neer. Toch stappen we in, want we vertrouwen erop dat maatschappijen alles aan de veiligheid doen. Maar als iemand over de A15 rijdt en al die witte tanks en rook ziet, dan heeft hij geen flauw idee wat daar gebeurt.’ Walder is daarom een groot fan van de open dagen die chemiebedrijven organiseren. ‘Als een gezin over je terrein heeft gelopen, dan vinden ze het niet meer zo eng. Bovendien kun je ze dan het belang van de chemie uitleggen, bijvoorbeeld via je eigen mensen. Want vergeet niet: dat zijn je beste ambassadeurs, zeker degenen die er al veertig jaar werken.’ Onjuiste trends Steekt er onverhoopt een crisis op, dan is het volgens Walder zaak om maximaal transparant te zijn. Wees daarbij ook eerlijk over wat je wel en niet weet, inclusief de belofte om de onderste steen boven te krijgen. ‘De natuurlijke reactie is om zaken niet te vertellen uit angst voor een claim. Maar dat is in mijn ervaring nog nooit gebeurd.’ Walder adviseert daarnaast om alle social media goed te monitoren. ‘Soms worden onwaarheden eindeloos geretweet, PETROCHEM 4 - 2016 21

PET4 R crisis.indd 21

06-04-16 08:57


Klanten kiezen voor kwaliteit, knowhow en service De procesindustrie vraagt van haar leveranciers kennis van mogelijkheden en oplossingen, kwaliteit en levensduur van de producten, de volledigheid in productgamma, flexibiliteit in service. En in het domein van de afsluiters, haar automatisering en haar randapparatuur steekt PRODIM N.V. er op deze vlakken met kop en schouders bovenuit. PRODIM N.V., opgericht in 1981, heeft een team mensen die elk al meer dan 20 jaar in de branche actief zijn. Dit team is - om haar groei over de jaren te ondersteunen - aangevuld met dynamische jongeren die servicegericht denken en handelen.

VANUIT KUNSTSTOFAPPENDAGE... In de beginjaren focuste PRODIM N.V. zich vooral op corrosievaste afsluiters in kunststof (SAFI). Klanten waren de chemische wereld, de landbouw en de watertechnologie. Later werd dit gamma uitgebreid met onder andere FIBERDUR (glasvezelversterkte kunststofbuizen en toebehoren in polyester, vinylester of epoxy).

... EN KLEPAUTOMATISERING... Vele klanten kennen PRODIM N.V. ook als specialist in aandrijvingen voor kleppen en afsluiters: manuele en pneumatische, (elektro-) hydraulische, fail-safe (SIL) en elektrische aandrijvingen. Partners hierin: ROTORK waaronder ook REMOTE CONTROL (met een gamma van scotchyoke pneumatische aandrijvingen tot hoog technologische aandrijvingen voor risico-omgevingen. Daarbij ook elektrische regelactuatoren, een alternatief voor pneumatische regelaandrijvingen, met grote nauwkeurigheid voor processturing) en KINETROL (met haar gepatenteerde pneumatische ‘vane-type’ aandrijving, de kwartslagaandrijving met de langste dynamische levensduur op de markt).

... TOT PARTNER IN APPENDAGES... In 2006 stapte Freddy Franceus in het management. Hij versterkte het team productspecialisten en profileerde PRODIM N.V. als totaalleverancier in appendages voor leidingwerk. De automatisering werd aangevuld met een volledig gamma kogelkranen (van floating ball tot trunnion mounted, van soft seated naar metal seated) en vlinderkleppen (van eenvoudig gietijzer tot high performace 4-offset metal seated). Belangrijkste PRODIM-partners: QUADAX (de gepatenteerde metal-seated ‘4-offset’ vlinderklep met haar extra grote debietdoorgang (Cv) en perfecte dichtheid), SRI (smeedstalen API 6D floating ball en trunnion mounted kogelafsluiters), A+R ARMATUREN (gietstalen en roestvrijstalen kogelkranen voor de processindustrie), OMNISEAL/OMNIVALVE (double block and bleed expanding plug valves voor olie- en aardgasdistributie, raffinage, tankopslag...), XUROX (gietijzeren en teflon lined vlinderkleppen), RIGAU (gate, globe & check valves), ONIS (quick acting line blinds), KLEIN (balgventielen). Naast het standaard materiaal - dat niet meer standaard is door haar hoge kwaliteit - levert PRODIM N.V. ook de appendages voor speciale toepassingen: kleppen voor in cryogene toepassingen (A.E.V.), stoomkoelers (desuperheaters), drukregelaars en veiligheidskleppen (CARRARO). Ook veiligheidstoebehoren

PET4 advertenties.indd 22

zoals tankbeveiliging (PROTECTOSEAL) en flensbeschermers (SAFE RING, beletten van wegspuiten van product in geval van gescheurde flensdichting), gespecialiseerde ommanteling voor o.a. vuurbescherming (DARCHEM THERMAL PROTECTION) of afdekkappen voor de stangen van lineaire afsluiters (STEMSHIELD, wat naast mechanische bescherming van de stangen ook struikelende operatoren moet beschermen tegen ernstige kwetsuren).

EUROPESE MERKEN, KENNIS, SERVICE PRODIM N.V. heeft anno 2016 een productengamma opgezet dat de ganse reeks leidingappendages afdekt. Omdat productiestilstanden voor productiebedrijven not done zijn, biedt ze enkel kwaliteitsvol materiaal: een gamma Europese merken. PRODIM N.V. is daarom voor bedrijven in de voedingsindustrie, de petrochemie, chemie, farmacie, staalnijverheid, textielindustrie en andere bedrijven met uitgebreide leidingnetten de aangewezen partner. Ook trouwens voor engineering- en contractingbedrijven. Haar producten worden lokaal ingezet, maar ook in tal van internationale projecten, waaronder olie- en gasprojecten. Het stopt niet bij kwaliteitsproducten. Als flexibel bedrijf, met een gedreven team en met een VCA keuring, kan het snel, met zeer veel kennis van zaken antwoorden op specifieke klantvragen en juist iets verder gaan dan anderen op de markt. Ze kan instaan voor samenbouw van complexere oplossingen in de eigen workshop. Ze verleent niet enkel assistentie bij de keuze van de oplossingen, maar ook bij de indienstname op de werf. Zeker voor de automatische klepaansturingen kan de aanwezigheid van een specialist u heel wat tijd doen besparen. Sinds begin 2015 is de PRODIM Groep uitgebreid met een vestiging in Nederland, waarbij Michel Dekkers en zijn team zich richten op de Nederlandse industrie met technisch en commercieel advies op het gebeid van afsluiters, aandrijvingen en automatisering. Focus ligt hier op de Oil & Gas, (Petro) chemie en tankopslag. Gedurende het eerste jaar heeft PRODIM Netherlands BV haar produktenpakket, waaronder sommige hierboven besproken leveranciers, uitgebreid met de range van OMAL (scotch & yoke pneumatische aandrijvingen en een uitgebreid assortiment van kogelkranen). In 2016 staat er ook een uitbreiding van de Prodim Groep in Frankrijk gepland. In 2016 staat er ook een uitbreiding van de PRODIM groep in Frankrijk gepland.

PRODIM N.V. Antoon Van Osslaan 1/20 - 1120 Neder-over-Heembeek - België Tel: +32 (0)2 726 33 00 PRODIM Netherlands BV Jacoba van Heinsbergstraat 24- 4854 EJ Bavel - Nederland Tel: +31 (0)76 532 96 16

www.prodim.biz – info@prodim.biz

06-04-16 09:11


waarna ook journalisten het overnemen. Maak in zo’n geval een statement en stuur een tweet met daarin de link. Stuur je de onjuiste trends niet bij, dan loopt het uit de hand.’ Einddoel Is er een crisis? Dan start Alexander Duyndam, strategisch adviseur bij advies- en communicatieadviesbureau Schuttelaar & Partners, altijd met het opstellen van alle feiten en witte plekken. ‘Dat vormt de ‘backbone’ voor wat je communiceert. Je weet precies wat er speelt en kunt een robuust verhaal vertellen.’ Vervolgens brengt hij alle stakeholders in kaart, inclusief hun belangen en houding. Ben je bijvoorbeeld het derde bedrijf dat een veiligheidsissue heeft, dan reageert de overheid anders dan wanneer je de eerste in tien jaar bent. Als laatste bedenkt hij het einddoel: wat is de gewenste eindsituatie van de crisis en hoe kom je daar? Transparant In zijn ervaring is bij crisiscommunicatie niet je keuze voor het kanaal het belangrijkst, maar dat je überhaupt communiceert. ‘Zo bepaal je zelf het frame. Doe jij dat niet, dan doet een ander dat wel. En dat gaat meestal niet goed.’ Hij had zo’n situatie met een chemiebedrijf dat een milieuvergunning nodig had voor een experiment. Een andere partij had van tevoren aangeraden om dat traject onder de pet te houden. ‘Toen had je de poppen aan het dansen, inclusief een run op het gemeentehuis.’ Nadat Duyndam erbij werd betrokken, adviseerde hij om volledig transparant te zijn. ‘We organiseerden een omgevingsraad, bedrijfsbezoeken, informeerden de buurt en nodigden alle pers uit. We merkten dat zo het wantrouwen en onbegrip verdwenen.’ Praktijktips Als laatste: vijf tips uit de praktijk. Eén: eet goed. ‘Een crisis managen is topsport, dat draai je niet op friet en pizza. Zet in je crisishandboek het telefoonnummer van een goede cateraar.’ Twee: waak voor het Calimero-effect.

Duyndam: ‘We organiseerden een omgevingsraad, informeerden de buurt en nodigden alle pers uit. We merkten dat zo het wantrouwen en onbegrip verdwenen.’ ‘Overal waar ik kom, zeggen ze: ja, maar bij de buren is het nog veel erger. Dat is irrelevant. De spotlight staat op jou. Neem je verantwoordelijkheid.’ Drie: reageer vanuit je kernwaarden. ‘Een crisis kan ook een manier zijn om je merk te verstevigen. Iedereen maakt fouten, maar de manier hoe je ermee omgaat, kan je imago schaden of juist bevestigen.’ Vier: schakel tijdig een goede advocaat in. ‘Die schetst de kaders. Heb je een milieuovertreding of een ontslagprocedu-

re, dan weet je wat het proces, de mogelijke gevolgen en dus je marges zijn.’ En als vijfde en laatste tip: word nooit boos op de boodschapper. ‘Of het nou een interne klokkenluider of een krant is, reageer nooit primair met een tegenaanval. Toon begrip, luister en bepaal je eigen verantwoordelijkheid.’ Klinkt allemaal als open deuren? Duyndam moet lachen: ‘Ook het management van grote chemiebedrijven is niets menselijks vreemd.’ ■

TIEN KEER CRISIS IN DE CHEMIE 2015: meerdere incidenten op Chemelot, Geleen (geen slachtoffers) 3 juni 2014: Explosie bij Shell Chemie, Moerdijk (twee gewonden) 21 januari en 18 oktober 2012: lekkages bij Sabic, Geleen (geen slachtoffers) 20 juli 2012: onveilige blus- en koelvoorzieningen bij Odfjell, Rotterdam (geen slachtoffers) 7 november 2011: Brand in natriumopslag Dow, Farmsum (geen slachtoffers) 5 januari 2011: Zeer grote brand Chemie-Pack, Moerdijk (geen slachtoffers) 21 juli 2010: Zeer grote brand Timco Plastics, Valkenswaard (240 geëvacueerden) 11 juli 2009: Explosie CP Kelco, Nijmegen (één dode) 13 februari 2009: Brand ontzwavelingsinstallatie Kuwait raffinaderij, Rotterdam (geen slachtoffers) 30 maart 2006: Zoutzuurwolk bij AVR, Rotterdam (onbekend)

PETROCHEM 4 - 2016 23

PET4 R crisis.indd 23

06-04-16 08:57


2016

15 - 17 MAART 2016 - ANTWERP EXPO, ANTWERPEN

’s Werelds grootste internationale evenement voor de tankterminal industrie

Helder inzicht in uw installaties

SCHRIJF U GRATIS IN

Ontmoethoogwaardige de leveranciers, vind de laatste NDO Applus RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief technologieën en diensten voor Niet-destructiefproducten Onderzoek, inspecties ende hoogte van de tendens en blijf op Inspectie certificatie. in het industrie.

Toegewijd, proactief en vakbekwaam personeel iswww.stocexpo.com overal ter wereld beschikbaar om met u samen te werken om operationele effiency te behouden, terwijl de risico’s voor mens en omgeving geminimaliseerd worden. Ten dienste van de tankopslag community werelwijd

Certificatie Training & Ontwikkeling Stralingsbescherming

Wij bieden u een helder inzicht in de integriteit van uw installaties.

T + 31 10 716 60 00 E info.netherlands@applusrtd.com

SCHRIJF U NU IN gg www.stocexpo.com

Organised by

www.ApplusRTD.nl

StocExpo-2016-Advert185x132RegDutch.indd 1

12/01/2016 13:28:46

Verhuur stoom- en heetwaterketels

Eco Ketelservice Verhuur bv

www.eco-steamandheating.com +31 (0)13 583 94 40 | info@eco-steamandheating.com

PET2 26 PET4 Advertenties.indd advertenties.indd 24

03-02-16 06-04-16 14:55 09:12


PROJECT

Superinvesteringen in superabsorbers Zowel chemiebedrijf BASF als Nippon Shokubai maakten vorig jaar bekend flink te investeren in superabsorberende polymeren (SAP). Dat de twee bedrijven allebei ongeveer tegelijk investeren in superabsorbers lijkt toeval. BASF heeft een nieuwe ‘baanbrekende’ technologie ontwikkeld en wil die nu introduceren. Nippon Shokubai ziet dat er meer vraag is naar SAP als basismateriaal voor luiers en heeft daarom besloten uit te breiden. Dagmar Aarts

producten en maandverband. Nippon Shokubai gebruikt een klein deel echter ook in de landbouw. Hier worden superabsorbers ingezet om water op te slaan en op het juiste moment weer af te geven. Dit gebeurt vooral in gebieden waar natte periodes worden afgewisseld met hele droge periodes, denk hierbij aan een woestijn. Als de grond tekort schiet in watercapaciteit, kan toevoeging van superabsorbererende materialen de plantengroei verbeteren. Water wordt opgenomen zodat het niet kan wegvloeien, maar is op het juiste moment wel beschikbaar voor de plant. Een bijkomend voordeel is dat door de gelkorrels grote temperatuurschommelingen in de grond worden verminderd.

BASF gaat de komende jaren zo’n vijfhonderd miljoen euro investeren om bestaande installaties aan te passen aan een technologische vernieuwing voor superabsorbers. Nippon Shokubai bouwt een nieuwe plant in Himeji (Japan) en investeert 350 miljoen euro in Zwijndrecht in het Antwerpse havengebied. Het gaat om een grootschalige uitbreiding van de productiecapaciteit voor superabsorberende polymeren en de bouw van een nieuwe productie-eenheid voor acrylzuur. Hierdoor worden zeventig nieuwe banen gecreëerd. De nieuwe productie-installaties zouden operationeel moeten zijn in het tweede kwartaal van 2018. Woestijn Superabsorberende polymeren (SAP) zijn polymeren die extreem grote hoeveelheden vloeistof kunnen absorberen in verhouding tot hun massa. Tegenwoordig kunnen SAP meer dan honderd keer hun eigen volume opnemen. Ze worden vooral gebruikt in luiers, incontinentie-

FOTO: BASF SE

Door de nieuwe techniek is de ecologische voetafdruk per luier kleiner.

Druppel Dankzij de nieuwe gepatenteerde techniek van BASF, Saviva genaamd, kunnen luiers worden gemaakt die droger zijn, lekkages helpen verhinderen en comfortabeler aanvoelen. Bij de nieuwe techniek ontstaat elk SAP-deeltje uit een enkele druppel sodiumacrylaatoplossing. Hierdoor kunnen SAP-deeltjes worden ontwikkeld met unieke eigenschappen. De druppelpolymerisatie levert ronde deeltjes met een specifieke structuur: een groot oppervlak met een geavanceerde structuur van microporiën zorgt voor een snelle opname en verdeling van de vloeistof. De deeltjes voelen bovendien heel droog en zacht aan. Daarnaast is de ecologische voetafdruk per luier volgens BASF kleiner door de nieuwe techniek. Voor de introductie van Saviva moeten de bestaande installaties van BASF worden omgebouwd. Dat wordt stapsgewijs gedaan. Antwerpen is als eerste aan de beurt, de verwachting is dat de ombouw daar eind 2016 klaar is. Daarna volgen Azië en Amerika. ■ PETROCHEM 4 - 2016 25

PET4 Q SAP.indd 25

06-04-16 09:07


INNOVATIE NUTRIËNTEN TERUGWINNEN UIT RIOOLWATER

iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

Rental

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

Kalium en ammonium zijn belangrijke voedingsstoffen in de landbouw. Rioolwater kan een interessante bron zijn voor deze nutrienten, die daar via menselijke urine in terechtkomen. Tijdens een gezamenlijk promotietraject bij Wetsus en de Rijksuniversiteit Groningen heeft Anna Casadellà een membraan ontwikkeld waarmee het mogelijk is kalium en ammonium uit verdunde urine terug te winnen. Casadellà heeft diverse manieren getest om selectief kalium en ammonium uit afvalwater te halen. Uiteindelijk bleek een zeoliet met de naam clinoptiloliet de beste. ‘Wanneer je dit mineraal mengt met een polymeer ontstaat een membraan dat zestig procent van alle kalium en tachtig procent van het ammonium uit verdunde urine kan halen.’ Omdat zeoliet erg goedkoop is, zouden dit soort membranen zeker een haalbare optie zijn voor gebruik in een waterzuiveringsinstallatie. ‘Mijn werk laat zien dat het principe werkt’, vertelt Casadellà. ‘De volgende stap is de techniek implementeren.’ ELEKTRODE KAN ZEER EFFICIËNT GASSEN OMZETTEN Wetenschappers van MESA+, het onderzoeksinstituut van de Universiteit Twente, hebben een elektrode ontwikkeld die kooldioxide zeer efficiënt kan omzetten naar koolmonoxide. Met de elektrode kunnen allerlei industriële processen worden verduurzaamd, bijvoorbeeld in de staalindustrie. De elektrode heeft de vorm van een holle, poreuze koperen vezel die is voorzien van minuscule poriën. Door de vezel in een waterbad te plaatsen, spanning op de vezel te zetten en CO2 door de poriën te laten borrelen, wordt het CO2 aan de buitenzijde omgezet in CO. Dit principe is vrij eenvoudig, maar de efficiëntie en de selectiviteit van de reactie zijn bijzonder hoog, onder meer doordat de elektrode een groot oppervlak heeft waarop de reactie kan plaatsvinden. De belangrijkste innovatie is het geoptimaliseerde grensvlak tussen gas, vloeistof en de koperdeeltjes. Hierdoor is de toevoer van CO2 en afvoer van CO zeer efficiënt. Vergeleken met de meest geavanceerde koperen elektrodes die momenteel op de markt zijn, is de omzetting ongeveer tien keer zo hoog. Ook de selectiviteit is met 85 procent zeer hoog in vergelijking met de 35 procent bij bestaande koperen elektrodes. Een laatste voordeel is dat voor de nieuwe elektrode geen dure edelmetalen als goud of zilver hoeven te worden gebruikt, zoals bij sommige bestaande elektrodes wel het geval is. De manier waarop de elektrode werkt, is geschikt voor allerlei chemische processen waarbij gas moet worden omgezet. Denk aan de omzetting van zuurstof voor toepassing in een brandstofcel of stikstof voor de elektrochemische productie van ammoniak. De werking van de vezel is aangetoond in het lab. Samen met het Institute for Sustainable Process Technology gaan de wetenschappers nu onderzoeken hoe ze het ontwerp kunnen optimaliseren en hun methode geschikt kunnen maken voor toepassing in de industrie.

PETROCHEM 4 - 2016 26

PET4 G innovatie.indd 26

06-04-16 08:48


ONTWIKKELING DIGITALE VEILIGHEIDSTOOL IN VOLLE GANG Malmberg, TNO en iTanks ontwikkelen momenteel de digitale leeromgeving SAM, wat staat voor Safety at Mainport. Hierin zullen toepassingen van serious gaming worden geïntegreerd. Serious gaming kan namelijk een grote bijdrage leveren aan het verhogen van het veiligheidsbewustzijn en gedrag van werknemers op de werkvloer. Dit digitale leersysteem zal dan ook ondersteunend zijn aan onder andere het VCA. Binnenkort start de eerste pilot van dit innovatietraject. Al meer dan tien bedrijven hebben toegezegd mee te doen met deze pilot. INNOVATIE MAAKT ZONNECELLEN RENDABELER Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) heeft een techniek ontwikkeld waarmee het vermogensverlies bij zonnecellen tot een minimum wordt beperkt. Bovendien kan de vinding naadloos worden geïntegreerd met bestaande productieprocessen, dankzij een vruchtbare samenwerking met machinebouwer Tempress Systems. Elektrische verliezen in zonnecellen ontstaan nu nog door het ‘terugvallen’ van de door licht gegenereerde elektronen in de zonnecel. ECN brengt echter een polysilicium laagje aan tussen de silicium wafer en de metalen contacten, de voornaamste bron van de verliezen. Het dunne laagje zorgt ervoor dat de stroom goed wordt geleid, en spanningsverliezen worden voorkomen. ‘Er is in korte tijd al een rendement bereikt van 20,7 procent en we zien mogelijkheden om snel voortgang te blijven boeken in de richting van de 25 procent’, vertelt ECN-onderzoeker Bart Geerligs. De techniek is al eerder en succesvol toegepast op zonnecellen in het laboratorium, maar is nu ook toegepast in machines op industriële schaal. Tempress heeft eerst op een prototype machine gekeken of de benodigde lagen wel op een voldoende grote schaal tegelijkertijd te produceren zijn. ‘ Toen dat eenmaal aangetoond was, hebben we met ECN onderzocht hoe we deze lagen in een industrieel productieproces konden integreren’, vertelt Martijn Lenes van Tempress. KOOLDIOXIDE, WATER EN GROENE STROOM ALS BOUWSTENEN VOOR BENZINE De snelle toename van zonne- en windenergie zorgt voor een groeiende behoefte aan chemische processen die elektriciteit gebruiken in plaats van fossiele grondstoffen. Als tijdelijke stroomoverschotten kunnen worden omgezet in vloeibare brandstoffen, ontstaat een duurzame energie-infrastructuur. Onderzoekers van DIFFER, de TU Eindhoven en het bedrijf Syngaschem bundelen daarom hun krachten om groene stroom efficiënt om te kunnen zetten in vloeibare koolwaterstoffen met een hoge energiedichtheid, zoals benzine. ‘Als we deze specifieke vorm van brandstofproductie goed begrijpen, creëren we tegelijk ook mogelijkheden voor het maken van andere hoogwaardige chemische producten’, stelt Kees-Jan Weststrate projectmanager bij Syngaschem. De onderzoekers ontvangen 1,6 miljoen euro om vloeibare brandstoffen te maken uit groene stroom, water en koolstofdioxide. Syngaschem financiert de helft van het onderzoeksprogramma.

iTANKS-LEDEN Petrochem Platform

Sloot Tankbouw

DEZE RUBRIEK WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR

PETROCHEM 4 - 2016 27

PET4 G innovatie.indd 27

06-04-16 08:48


Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief, rondetafelbijeenkomsten, het jaarcongres Deltavisie en andere events.

PARTNERNIEUWS

PARTNERS VAN HET PETROCHEM PLATFORM

Yokogawa en Statoil werken aan draadloos veldsysteem Yokogawa heeft een samenwerkingsovereenkomt gesloten met het Noorse energiebedrijf Statoil ASA voor de ontwikkeling van een draadloos veldsysteem. Het systeem gaat deel uitmaken van Statoil’s draadloze geluidsbewakingsproject. Met het systeem krijgt het bedrijf de beschikking over realtime geluidsinformatie in lawaaierige omgevingen. Deze informatie kan worden gebruikt om risico’s voor personeel wanneer zij blootgesteld staan aan geluid te beheersen.

‘Superslib’ bij North Water In de industriële zoutafvalwaterzuivering van North Water in Delfzijl, joint venture van Evides Industriewater, beschikt men over ‘superslib’. De bezinkbaarheid van het slib in de sinds 2008 operationele afvalwaterzuivering is in de eerste vijf jaar opmerkelijk toegenomen. De slibvolume-index (SVI) is meer dan een factor vier kleiner dan die voor normaal actief slib. De biomassa heeft zich getransformeerd van vlokkerig naar korrelig slib met een goede en snelle bezinking tot gevolg. Korrelslib levert een efficiënt en compact waterzuiveringsproces op.

Offshore-drukte in Rotterdamse haven De Rotterdamse haven heeft de ambitie om dé offshore-hub van Noordwest-Europa te worden. Op meerdere plekken wordt er gewerkt om offshore-faciliteiten uit te breiden en te optimaliseren. De toenemende de offshore-activiteiten zijn duidelijk te zien. Met 20 hectare, een kade van 500 meter en 16 meter diepte, is de multifunctionele Rhenus Deep Sea Terminal geschikt voor onder andere het onderhoud van offshore- en breakbulkmaterieel. In het Calandkanaal, met een diepte van 23,65 meter, kunnen offshore-units worden ontvangen met maximale lengte van 380 meter.

Bekijk alle partnerfilmpjes op petroplatform.petrochem.nl

CONTENTPARTNER

LEDEN VAN HET PETROCHEM PLATFORM

KLEUREN: LOGO CITTÀ ROMANA PANTONE

CMYK

ROOD: PMS 1797 ORANJE: PMS 158 LICHT ORANJE: PMS 1505

ROOD: 5-90-75-0 ORANJE: 5-70-90-0 LICHT ORANJE: 0-30-70-0

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl - 020 3122 797

PET4 Platform.indd 28

06-04-16 09:02


‘EXPERTQU TES’ Bij chemische plants veranderen zaken in het veld voortdurend. Er komt bijvoorbeeld een leiding bij of de besturing wordt anders. Het was duur en lastig om dat soort aanpassingen in een simulator door te voeren, dus deed men het niet.’ Henk Leegwater, OTS, over een nieuwe simulator voor de procesindustrie waarmee zowel control room operators als veldoperators kunnen trainen..

Als we eerlijk zijn tegen onszelf is het heel moeilijk om honderd procent veiligheid te garanderen in de huidige samenleving, net zoals de gedachte achter honderd procent veiligheid in de productie. Miscommunicatie of zelfs banaal struikelen, kan je dat allemaal uitsluiten? Geloven jullie volledig in ‘Go for zero’?’ Katrien Bogaerts, Kaneka, in haar column 'Hellhole' in dit nummer van Petrochem.

Wanneer je bedrijven gaat laten betalen voor de kosten van inspecties, dan creëer je onduidelijkheid over de verschillende rollen die bedrijfsleven en overheid vervullen. [...] Verder kan het afwentelen van inspectiekosten op BRZO-bedrijven makkelijk toename van de inspectiedruk in de hand werken.’ Sandra de Bont, VOTOB, in haar expertblog van 4 april op Petrochem.nl over het voorstel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om BRZO-bedrijven te laten betalen voor inspecties.

Brussels nieuwe energiestrategie is nog steeds één van pappen en nathouden. Er worden geen nieuwe maatregelen genomen. Het enige lichtpuntje is dat schoorvoetend de deur voor gas weer is opengegaan. [...] Gas als transitiebrandstof wordt weer op de kaart gezet.’

Cyril Widdershoven in een blog op Ensoc.nl.

HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN

PET4 Platform.indd 29

Johan Alebregtse AkzoNobel Industrial Chemicals, site director Rotterdam

Frans Brüning KH Engineering, business development manager

Hans Kerkhoven voormalig topman Shell Global Solutions

Cor van de Linde iTanks, managing director

Dik Schipper voormalig production leader Dow Benelux

Steffen Walgien Tebodin, manager Engineering Oil & Gas

Cees Jan Asselbergs Deltalinqs Algemeen adviseur

Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder, BASF Antwerpen

Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland

Michel Meertens DSM, site director

Jaap Schouten TU Eindhoven, professor

Cyril Widdershoven TNO, business development manager

Jos Benders voormalig topman Lyondell

Niko van Gent voormalig woordvoerder, Huntsman Holland

Cas König Klesch Aluminium Delfzijl, algemeen directeur

Elsbeth Roelofs MVO Nederland sectormanager Chemie, Internationaal MVO programma

Wim Soetaert Universiteit Gent, professor

Cor Zijderveld SBE, voorzitter

Katrien Bogaerts Kaneka, production engineer

Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant

Henk Leegwater Lexxin, consultant

Frans Scheeren OCI Nitrogen, plantmanager

Wouter Stam Flowid, managing director

Sandra de Bont VOTOB, directeur

Ronald Hoenen, DSM Dyneema, site manager

Bart Leenders Neste, managing director

Ruud Schenk ENGIE West Industrie, algemeen directeur

René Venendaal BTG Bioliquids, algemeen directeur

Jan Bout Bout&Co, partner

Eward Hofstede AVEBE, managing director operations

Frank de Leng Botlek Tank Terminal, plantmanager

Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbestuurder procesindustrie

Roelf Venhuizen Profion, voorzitter

06-04-16 09:03


PRODUCTEN

LICHTGEWICHT VALBEVEILIGING De Miller TurboLite Edge is een lichtgewicht automatisch blokkerende vanglijn (self-tracting lifeline, SRL). Het valbeveiligingssysteem biedt gebruikers in de bouw, industrie, olie- en gassector directe blokkering bij een val. De 1 kg zware 2-meter SRL is ontworpen om werknemers een oplossing te bieden voor bescherming bij alle werkzaamheden op hoogte, ook op voethoogte. Door middel van verstevigde banden biedt de vanglijn bescherming voor werknemers met een maximumgewicht van 140 kg. Een musketon met draaisluiting aan de bovenkant zorgt ervoor dat de SRL snel en gemakkelijk aan een harnas kan worden bevestigd. Meer informatie: www.honeywellsafety.com GEÏNTEGREERD PRODUCTIEBESTURINGSSYSTEEM Het productiebesturingssysteem CENTUM VP R6.02 brengt bediening, monitoring en automatische besturing van procesomgevingen samen in één systeem. Het systeem maakt het voor operators makkelijker de procesomgeving te volgen, doordat zij niet meer hoeven te werken met verschillende systemen van verschillende leveranciers. Om de veiligheid en efficiency te kunnen garanderen biedt het systeem een realtime trendfunctie die de procesomgeving visualiseert. De functie stelt operators in staat om data snel te kunnen controleren. Verder beschikt het systeem over een verbeterde alarmfunctie en is het te integreren met het eerder door Yokogawa uitgebrachte safety instrumented system ProSafe-RS 4.01. Meer informatie: www.yokogawa.com/nl BETROUWBARE STANDMELDING VOOR HANDWIEL BEDIENDE AFSLUITERS Netherlocks Safety Systems lanceert een nieuwe generatie valve position indicators (VPI) voor handbediende multi-turn afsluiters: de VPI A-serie en S-serie. Deze afsluiters bieden een accurate en betrouwbare oplossing voor elk type multi-turn afsluiter. De VPI gebruikt een gepatenteerd telmechanisme, dat beschermd zit binnen een robuuste, aluminium (A-serie) of AISI 316 (S-serie) behuizing. Met geïntegreerde sensoren detecteert de VPI de eindposities van het telmechanisme en brengt de informatie van de klepstand direct over naar de controlekamer. Zodoende voorziet de VPI de DCS van betrouwbare, actuele standmelding van handwielbediende kleppen in het veld. De VPI is Atex en IECEx-gecertificeerd voor gebruik in Zone 1. Meer informatie: www.netherlocks.com GASDETECTOR De GD10P infraroodgasdetector is een duurzame en onderhoudsarme analoge 4-20 mA infraroodpunttransmitter voor brandbare gassen. De functies van de GD10P maken een doeltreffende reactie mogelijk wanneer gevaarlijke gassen in verschillende industriële omgevingen worden gedetecteerd, variërend van industriële ketelkamers tot petrochemische offshore-installaties. De detector maakt gebruik van solid-state infraroodbronnen op basis van silicone, heeft een reactiesnelheid van minder dan twee seconden en is goedgekeurd voor gebruik in gevaarlijke omgevingen. Via de HART-interface wordt de snelle optische responstijd geconfigureerd en wordt toegang geboden tot uitgebreide onderhoudsgegevens. Meer informatie: www.simtronics.eu

CONTACTLOZE NIVEAUMETER De Sultan niveaumeter van Hawk Measurement Systems meet vloeistoffen zonder met de substantie contact te hoeven maken. Dit is mogelijk tot een afstand van tien meter. De niveaumeter stuurt krachtige akoestische pulsen uit en heeft een lagere zendfrequentie. Het te meten oppervlak reflecteert deze pulsen en het terugkerende signaal wordt met behulp van speciale software verwerkt. Valse echo’s worden vervolgens geëlimineerd en het juiste signaal versterkt. Hierdoor kan de Sultan ook zwakke signalen identificeren. De niveaumeter kan onder meer worden toegepast in (afval)waterbehandeling, gemalen en pompstations, watertorens en de chemische industrie Meer informatie: www.intercontrol.eu COMPACT VEILIGHEIDSRELAIS Het Siemens Sirius 3SK2 veiligheidsrelais biedt verschillende veiligheidsfuncties. Dankzij de gebruiksvriendelijke drag & drop-parametreer-interface kunnen veiligheidsfuncties eenvoudig worden ontworpen en met test- en diagnosefuncties worden uitgebreid. Er zijn twee uitvoeringen. De 22,5 mm brede versie is voorzien van tien veiligheidsingangen en twee veiligheidsuitgangen, voldoende om met één module direct drie of vier veiligheidsfuncties te realiseren. Met de 45 mm brede uitvoering, die twintig veiligheidsingangen en vier veiligheidsuitgangen heeft, zijn zes tot acht veiligheidsfuncties te realiseren. De 45mm-uitvoering is tevens uitgerust met een diagnosedisplay. Typische toepassingen voor de Sirius 3SK2 zijn noodstopknoppen en veiligheidsdeuren en -hekken met vergrendelingfunctie. De Sirius 3SK2 is eenvoudig te combineren met conventioneel schakelmateriaal. Meer informatie: www.siemens.nl/veiligheidsrelais

PETROCHEM 4 - 2016 30

PET4 F producten.indd 30

06-04-16 08:50


ONBEVANGEN

‘Als we eerlijk zijn tegen onszelf is het heel moeilijk om honderd procent veiligheid te garanderen in de huidige samenleving, net zoals de gedachte achter honderd procent veiligheid in de productie.’

Hellhole Ik had er al eentje geschreven, maar ik heb die column geparkeerd om later te gebruiken. Ik kom namelijk uit België, sinds 22 maart 2016 in de rest van de wereld gekend als Brussels (op z’n Engels uitspreken). België doet bij veel mensen geen belletje rinkelen, maar Brussels kennen ze wel. Naast wafels met vers fruit en véél slagroom, frietjes en andere lekkernijen, staan we dus vanaf nu gekend als ‘hellhole’ en ‘the European centre of terrorism’. Berichtgeving Over de hele wereld gebeuren er aanslagen. Het gebeurt in het Midden-Oosten dagelijks, vreselijke verhalen die wij, de Westerse wereld, enkel nog berichten als er iets héél ergs is gebeurd, zoals een speelplaats of school die wordt geraakt. Ontploft er slechts een autobom op de lokale markt, wordt er zelfs niet meer over bericht. Het raakt ons niet meer, we zijn eraan gewend. Een beetje zoals het water dat uit de kraan komt wanneer je die opendraait, zo zou het nieuws over aanslagen uit je televisietoestel stromen als je het journaal bekijkt. Teveel voor onze kwetsbare ziel. Totdat het in de buurt gebeurt. Iedereen die ik ken, kent ook wel iemand die in de luchthaven of in de buurt van het metrostation werkt. Mijn vriend stapt er twee dagen in de week in en uit om naar het werk te gaan, maar die dag niet. Een vriendin is stewardess, maar haar vlucht was die ochtend al vertrokken naar Afrika. Zo kan ik nog even doorgaan. Toch zijn er ook vele honderden, duizenden die wél rechtstreeks betrokken zijn. Hun levens zullen nooit meer hetzelfde zijn. De media sprong op de gebeurtenis en ik, samen met vele anderen, uit mijn vel. Woede, teleurstelling, onbegrip, ongeloof. Achteloos Ik werk net zoals velen onder jullie op een chemisch bedrijf. De bewaking werd de volgende dag onmiddellijk verscherpt en de business trips afgelast. Nadat de ergste mediastorm was gaan liggen, rijst natuurlijk de vraag: in hoeverre kun je voorkomen dat dit nog eens gebeurt? Een enkeling met gekke ideeën in zijn

hoofd, kan je verhinderen dat die, in onze wereld met moderne communicatiemiddelen, gelijkgestemde zielen vindt en ze de ontstekers op elkaar afstemmen? Is vervolgens iedereen bereid om zijn DNA af te staan, overal camera’s te zien hangen en her en der door metaaldetectoren te dwalen? Op dit moment kan ik, als ik zou willen, heel veel schade aanrichten in de omgeving. Voor alle duidelijkheid, ik ben dat niet van plan, want ik ben opgevoed met het idee om anderen zoveel mogelijk te helpen, zeker niet te kwetsen. Chemische fabrieken zijn een risicoplaats, maar dat is een universiteit of een zomers concert op Rock Werchter ook. We moeten niet overdrijven, maar mogen ook niet achteloos zijn. Een moeilijk evenwicht, balancerend tussen Oost en West. Mazen van het net Als we eerlijk zijn tegen onszelf is het heel moeilijk om honderd procent veiligheid te garanderen in de huidige samenleving, net zoals de gedachte achter honderd procent veiligheid in de productie. Miscommunicatie of zelfs banaal struikelen, kan je dat allemaal uitsluiten? Geloven jullie volledig in ‘Go for zero’? Ik leer er ondertussen mee leven dat binnen de verscherpt bewaakte fabriekszone onhandigheid soms kan leiden tot (bijna)ongevallen, net zoals buiten in de boze wereld onzekerheid en ongenoegen kan verleiden tot wandaden. We moeten al die regels en richtlijnen wel opstellen en daarmee trachten het onvermijdelijke te voorkomen, volledig mee eens, maar er zullen altijd mensen door de mazen van het net glippen. Zelfs als je van plan bent om van het net een metershoge muur te maken.

Katrien Bogaerts Katrien Bogaerts werkt als process engineer bij Kaneka in Westerlo, België, en is expert bij het Petrochem platform.

PETROCHEM 4 - 2016 31

PET4 J onbevangen.indd 31

06-04-16 09:05


PETROCHEM 4 - 2016 32

PET4 X themaspread.indd 32

06-04-16 09:04


FOTO: IDAHO NATIONAL LABORATORY

THEMA SYSTEEMVEILIGHEID

• Bij simulatoren in de procesindustrie ligt de focus vaak op de control room operator. Een baanbrekende technologie betrekt nu ook de veldoperators bij de training. • Nieuwe normen voor veiligheidssystemen en alarmmanagement hebben ervoor gezorgd dat de ontwikkelingen op dit gebied een vlucht hebben genomen. Beschikbaarheid van het proces is een leidende drijfveer voor bedrijven in de chemische industrie om te investeren in betere veiligheidssystemen.

PETROCHEM 4 - 2016 33

PET4 X themaspread.indd 33

06-04-16 09:04


SIMULATIE

Simulator traint ook veldoperators Bij simulatoren in de procesindustrie ligt de focus vaak op de control room operator. Een baanbrekende technologie betrekt nu ook de veldoperators bij de training. Communicatie tussen de operators is namelijk van groot belang bij het besturen van een fabriek. ‘Het sterke van deze aanpak is dat er wordt geoefend in de echte fabriek.’

Dagmar Aarts

Drie experts uit verschillende takken van sport hebben hun krachten gebundeld in het bedrijf OTS (Operator Training Solutions) om een simulator voor de procesindustrie te maken die niet alleen de control room operators traint, maar ook de veldoperators. Een van die experts is Henk Leegwater, onafhankelijk consultant en oud-plantmanager, die vond dat het anders moest met de trainingssimulatoren. ‘Als plantmanager wil je dat jouw operators goed voorbereid zijn en daarvoor keek ik in mijn tijd als plantmanager ook naar simulatoren. Dat vond ik een goede manier om te trainen. Ik merkte dat andere bedrijven wel simulatoren hadden, maar dat ze onder een dikke laag stof stonden.’ De hoofdreden voor die dikke stoflaag is volgens Leegwater dat plants veranderen, maar de simulatoren moeilijk zijn aan te passen aan een nieuwe situatie. ‘Bij chemische plants veranderen het DCS (Distributed Control System, red.) en andere zaken in het veld voortdurend. Er komt bijvoorbeeld een leiding bij of de besturing wordt anders. Het was duur en

lastig om dat soort aanpassingen in een simulator door te voeren, dus deed men het niet.’ Na een tijd was het verschil met de werkelijkheid dan te groot en werd hij niet meer gebruikt. Hele team Dat probleem is op twee manieren opgelost in de nieuwe simulator. Enerzijds is het DCS van de simulator een één-op-één kopie van het DCS in de plant. De control room operator heeft in de simulatie exact hetzelfde scherm voor zich als in de echte plant. Aanpassingen in het DCS van de fabriek, kunnen gemakkelijk worden veranderd in het DCS van de simulator door simpelweg te copy-pasten. Ook alarm- en drukknoppanelen worden precies nagebootst. De simulator kan ook worden gebruikt om alvast te trainen voor een nieuwe situatie. ‘Wat wel grappig was toen we dat bij een bedrijf deden, was dat de operator tegen ons zei dat we een fout hadden gemaakt in het nieuwe drukknoppenpatroon. Wij hebben hem toen naar de echte control room verwezen, want daar was het ook fout.’

GECLUSTERDE DIENSTVERLENING BRENGT OPERATORS IN CONTROL De nieuwe procesbesturing van de MDI-fabriek van Huntsman Holland is vorig jaar opgeleverd na een strak, succesvol en innovatief project. Met een gezamenlijk doel zijn Huntsman, Tebodin, OTS en Emerson Process Management er met bijdragen van Gain en Yokogawa in geslaagd om op tijd een nieuw systeem op te leveren dat voldoet aan de visie van de opdrachtgever. Het nieuwe systeem moet zorgen voor nieuwe functionaliteit, betere productie en een sterke betrokkenheid van de operators bij het proces. De operator moet volledig in control zijn. Bovendien was er geen ruimte voor vertraging, de migratie stond gepland voor de onderhoudstop van 2015. Om dit doel te halen is met visie, samenwerking en onderling vertrouwen gewerkt aan het project. Regelmatig overleg over risico’s, voortgang en veranderingen tussen de project-

partners heeft gezorgd dat het nieuwe systeem op tijd live kon. De operators waren op dat moment al getraind in de nieuwe omgeving en konden aan de slag. Binnen achttien maanden is een klus geklaard waar normaal gesproken ruim twee jaar voor staat. Hoe de projectpartners gezamenlijk aan dit doel hebben gewerkt, wordt door Huntsman en haar contractpartners verteld tijdens een interactieve breakout-sessie tijdens Deltavisie 2016. Kijk voor meer informatie op www.deltavisie2016.nl.

PETROCHEM 4 - 2016 34

PET1 X1 simulatie.indd 34

06-04-16 09:05


Real Reality Chemiebedrijf Huntsman maakt gebruik van de simulator omdat ze het belangrijk vindt om het samenspel tussen de operators te trainen. ‘Hiermee kunnen de communicatieve vaardigheden van de control room operator verder worden ontwikkeld’, zegt Ron Groenland van Huntsman. ‘Het mooie van deze simulator is dat ook de reële omstandigheden worden getraind bij de veldoperator. Hij leert zo ook met specifieke omstandigheden omgaan, zoals het hoge geluidsniveau in de fabriek.’ De veldoperator krijgt tijdens de training opdrachten van de control room operator. Als er in de fabriek bijvoorbeeld een pomp moet worden ‘aangezet’, gaat de veldoperator daar in de echte plant naartoe met een Atex-smart-device. Omdat dit smart-device ‘weet’ wanneer het vlakbij de pomp is, verschijnt er dan een foto van de pompschakelaar op het scherm

FOTO'S: WIM RAAIJEN

Anderzijds kunnen veranderingen in de plant zelf ook simpel in de simulator worden aangepast, omdat OTS gebruikt maakt van de hoogwaardige simulatie engine Mobatec Modeller. Deze is door Mathieu Weesterweele van het bedrijf ontwikkeld met als doel om het modeleren van chemische plants overzichtelijker te maken en simpel te kunnen wijzigen. Ook de koppeling met het DCS is vlot te realiseren. Naast dat de simulator gemakkelijk kan worden aangepast, is het bijzonder dat het hele team er mee kan trainen. Bij oudere simulatoren ligt de focus op de control room operator. ‘Maar op elke operator binnen lopen er twee of drie buiten rond in de fabriek’, zegt Leegwater. ‘Zij hebben nauw overleg met elkaar en het is belangrijk om dat ook te oefenen.’

Leegwater: ‘Als plantmanager wil je dat jouw operators goed voorbereid zijn.’ waarop de gesimuleerde pomp kan worden gestart. Het effect daarvan is te zien op het DCS van de simulator. De echte fabriek draait intussen gewoon door. Een voordeel hiervan is dat er kan worden geoefend met communicatie. Daar kan van alles in gebeuren. Door omgevingsgeluiden is de operator buiten misschien niet goed te verstaan, het kan voorkomen dat diegene naar de verkeerde plek loopt en naar de juiste plek moet worden gedirigeerd of misschien doet hij wel iets

anders verkeerd. Groenland: ‘Andere partijen zijn vooral bezig met simulatoren op basis van virtual reality. Het sterke van deze aanpak is dat er wordt geoefend in een echte fabriek, real reality dus. Operators zijn vaak sceptisch, zo ook in het begin bij deze simulator. De meesten moeten nu toch wel bekennen dat ze met de simulator steeds wat bijleren. Bij een vorige startup was er de klacht dat ze er weinig ervaring mee hebben. Dat kan je nu natuurlijk vaker trainen.’ PETROCHEM 4 - 2016 35

PET1 X1 simulatie.indd 35

06-04-16 09:06


TEAMPLAYER Onze flexibele specialisten werken het best in teamverband. Op elkaar afgestemd zorgen zij voor compensatie, ondersteuning en ophanging van buisleidingen. Dit alles garandeert de klant kostengunstige oplossingen en zorgt voor een lange levensduur! HYDRA – Quality by Witzenmann.

Witzenmann Benelux NV Ter Stratenweg 13 B-2520 Oelegem www.witzenmann.be

Anzeige 185x132.indd 1

25.02.14 14:24

Waterbestendig (IP69K). De nieuwe serie 45 van EAO. Modulair, esthetisch en robuust voor alle denkbare industriĂŤle bedieningen.

. Meest uitgebreide en modulaire Serie . Robuust in gebruik . Zeer eenvoudig te monteren . Modern ontwerp met vele opties . Wereldwijd verkrijgbaar . Lange levensduur (tot 10 miljoen bedieningen)

www.eao.nl

Your Expert Partner for Human Machine Interfaces

EAO_Petrochem_S45_90x132mm_30-03-2016.indd 1 PET4 advertenties.indd 36

30.03.2016 08:49:44 06-04-16 09:13


Operatorcertificaat Een andere reden waarom oude simulatoren stof stonden te vangen, is dat ze niet uitdagend genoeg zijn. Daar komt de expertise van Peter Heerschap van OTS bij kijken, want hij is gespecialiseerd in het trainen van operators. Het doel van de trainingen is om bedrijven te helpen hun businessdoelstellingen te halen door te kijken waar problemen zitten. Vervolgens wordt dan een trainingsprogramma ontwikkeld om het probleem, bijvoorbeeld te veel energiegebruik of productiemoeilijkheden, te verhelpen. Nog een reden waarom simulatoren op een gegeven moment niet meer worden gebruikt, is volgens Leegwater dat het voor operators niet noodzakelijk is om een certificaat te halen. ‘De luchtvaart loopt wat dat betreft ver voor op de procesindustrie. Piloten moeten twee keer per jaar in een simulator een test doen. Als ze die niet halen, mogen ze herkansen en als ze dan nog niet slagen, mogen ze een tijd niet vliegen. Dat hebben wij nog niet in de procesindustrie. Als wij met plantmanagers praten, horen we wel dat ze naar een operatorcertificering toe willen. We hebben toch vaak te maken met operatorfouten waarna een incident, denk aan een explosie of een lek, ontstaat. Je merkt bij de omgevingsdienst dat ze niet alleen naar het systeem willen kijken, maar ook naar hoe de mensen er mee omgaan. We verwachten zelf dat die certificering net als in de luchtvaart gebruikt gaat worden. Piloten van de procesindustrie zijn zeer vergelijkbaar met die in de luchtvaart. Een vliegtuig is ook zwaar geautomatiseerd, maar als er iets aan de hand is verwacht je wel dat de piloot adequaat kan optreden. Dat kan je alleen doen door adequaat te trainen.’ ■

Groenland: ‘Operators zijn in het begin vaak sceptisch, zo ook bij deze simulator.’

PETROCHEM 4 - 2016 37

PET1 X1 simulatie.indd 37

06-04-16 09:06


VEILIGHEIDSSYSTEMEN

Veiligheidssystemen verhogen beschikbaarheid Nieuwe normen voor veiligheidssystemen en alarmmanagement hebben ervoor gezorgd dat de ontwikkelingen op dit gebied een vlucht hebben genomen. Beschikbaarheid van het proces is een leidende drijfveer voor bedrijven in de chemische industrie om te investeren in betere veiligheidssystemen. Maar, hoe goed je systeem ook is, de menselijke factor is bepalend voor de veiligheid van een site.

Jacqueline van Gool

Verschillende leveranciers van procesautomatiserings- en veiligheidssystemen zien dat bedrijven in de chemische industrie zich over het algemeen goed bewust zijn van de risico’s van hun processen. Marc Plönes, sales director Benelux Process Systems & Solutions bij Emerson Process Management, stelt dat veiligheid steeds meer een ‘way of living’ wordt. En Dick Clement, sales director Benelux Process Automation bij Schneider Electric, en Hans van Gool, director Sales Support bij hetzelfde bedrijf, denken dat de aandacht voor veiligheid de afgelopen jaren is gegroeid. ‘Een aantal grote incidenten heeft ervoor gezorgd dat het bewustzijn van bedrijven is verhoogd.’ Daarnaast speelt de publieke opinie ook een grote rol. Doordat er meer openheid is over het risicoprofiel van bedrijven, zijn er ook meer ogen gericht op de veiligheid van de sector. Dynamische simulaties De veiligheid van een chemisch proces wordt bepaald door verschillende lagen. De basis ligt in het procesontwerp in samenhang met de procescontrole. Mocht er toch een probleem optreden, zoals een vastgelopen pomp of een kapotte temperatuursensor, dan krijgt de operator daar een alarmmelding van.

Een proces wordt daarnaast uitgerust met een veiligheidssysteem (Safety Instrumented System (SIS)), bestaande uit hardware en software, al dan niet geïntegreerd met het procescontrolesysteem. Het SIS zorgt ervoor dat het proces in een veilige modus wordt gebracht als het controlesysteem het proces niet meer onder controle krijgt en er een onveilige situatie dreigt te ontstaan. Maar hoe goed je veiligheidssysteem ook is, de menselijke factor is bepalend voor de veiligheid van een site. In het ontwerp van een site, een proces en zeker ook een veiligheidssysteem zou de gebruiker altijd centraal moeten staan. Dit zogeheten Human Centered Design richt zich op het begrijpen van mensen en hun relatie tot een systeem, en niet alleen op de randvoorwaarden voor een technische oplossing. Op een bestaande site moeten de operators gevoel hebben voor de plant. ‘Ze moeten weten hoe de plant eruit ziet en hoe de situatie is op de plaats waar zij een klep open of dicht zetten’, zegt Plönes. Dynamische simulaties van het systeem helpen bij het trainen van de operators. ‘Er is steeds meer interactie tussen de operators in de controlekamer en de operators in het veld. Dankzij het gebruik van tablets en smartphones en

CYBERSECURITY Een thema dat de laatste jaren niet weg te denken is als het gaat om veiligheid en automatisering, is cybersecurity. Doelgerichte cyber-aanvallen om procesbesturingssystemen over te nemen, komen gelukkig nog niet veel voor. Maar het toenemende gebruik van WiFi, USB-poorten enzovoorts maakt de systemen kwetsbaarder. Voorheen konden de veiligheidssystemen niet worden aangesloten op internet of andere netwerken, maar deze verbindingen zijn er steeds vaker wel. Sommige bedrijven denken dat de situatie onder controle is

als de systemen zijn geïsoleerd, maar contact met de buitenwereld is bijna niet te vermijden. Een operator die het systeem bedient, is al een verbinding met de buitenwereld. ‘En je hebt natuurlijk te maken met leveranciers en contractors die onderhoud uitvoeren. Je moet je afvragen wie toegang krijgt tot de systemen en onder welke voorwaarden. Maar moet je alle mensen gaan screenen die op de plant werken? Misschien sla je dan wel door’, zegt Clement.

PETROCHEM 4 - 2016 38

PE4 X2 systemen.indd 38

06-04-16 09:16


FOTO'S: EMERSON PROCESS MANAGEMENT

het slim toepassen van QR-codes kan veel meer informatie over de plant en de apparatuur worden gelogd en gebruikt door de operators. De operator buiten kan op aanwijzing van de operator binnen de juiste route over de site lopen om problemen na te gaan.’ Alarmmanagement Een groot probleem waarmee operators in de controlekamer te maken hebben, is de overdosis alarmen die op de schermen binnenkomen. ‘Als operators duizenden alarmen per dag over het scherm zien rollen, zijn ze minder geconcentreerd. Ze kunnen niet alle alarmen voldoende aandacht geven en het risico groeit dat de operator niet de juiste beslissing neemt’, zegt Remco Deerenberg, Innovatie Coördinator Informatisering bij Croon Elektrotechniek. ‘Als de operator een cruciaal alarm mist, kan dat schade opleveren. En als dat leidt tot ongeplande downtime, kost dat geld.’ De problematiek is natuurlijk niet nieuw, stelt Deerenberg. ‘Toch is dit momenteel een hot-topic.’ Sinds anderhalf jaar zijn namelijk de EEMUA 191-richtlijn en de IEC 6268.2-norm van kracht. Deze geven aan wat de maximale hoeveelheid alarmen mag zijn die een operator te verwerken krijgt. Gemid-

‘Als operators duizenden alarmen per dag over het scherm zien rollen, zijn ze minder geconcentreerd.’ deld zouden dat zes alarmen per uur zijn, met een maximum van zestig per uur. Deze nieuwe norm heeft ervoor gezorgd dat de ontwikkelingen de afgelopen paar jaar een vlucht hebben genomen. Volgens Björn Boers, veiligheidsconsultant bij Tebodin, staat alarmmanagement in de chemische industrie nu nog in de kinderschoenen. ‘Het rationaliseren van alarmen is begonnen in de offshore-sector en is de laatste paar jaar een onderwerp waar we ook onshore mee bezig zijn. Offshore vormde de grote hoeveelheid alarmen die de operators te verwerken kregen een groot probleem. Nu de nieuwe Europese norm voor alarmmanagement van kracht is, komt het onderwerp wel op de bril van de bedrijven in de chemische industrie.’ Overbodige informatie De vraag is: hoe komt het dat er zo veel alarmen op het scherm van de operator komen en zijn deze allemaal relevant? ‘Sommige alarmen zijn alleen interessant voor de technische dienst en hoeven niet door de operator in de controlekamer

te worden gezien. Een operator heeft de taak om te produceren. Als er op zijn scherm een melding binnenkomt dat een apparaat moet worden onderhouden, is dat voor hem op dat moment geen relevante informatie. Die kan worden geëlimineerd in het alarmmeldingssysteem en komt dan bijvoorbeeld wel in het dagrapport voor de shift’, aldus Deerenberg. Een ander voorbeeld van overbodige informatie is als meerdere apparaten een alarmmelding geven voor hetzelfde probleem. Bij één probleem komen misschien wel twintig of dertig alarmen op de schermen van de operator in de controlekamer binnen. ‘In de productielijn loopt een vloeistof door diverse kleppen langs verschillende apparatuur. Stel nu dat er een pomp stuk gaat. Het proces valt stil en de operator krijgt hiervan een melding. De vervolgapparatuur kan dan ook een alarmmelding geven, maar dat is niet nodig. De operator hoeft alleen te weten dat de pomp stuk is.’ Ook alarmen die veelvuldig en kort op het controlescherm komen, verstoren het overzicht van de operator. ‘Dat komt PETROCHEM 4 - 2016 39

PE4 X2 systemen.indd 39

06-04-16 09:16


[Sch

rijf

u nu

in]

STC | ROTTERDAM | 16-06-2016

THEMA: CLUSTER 2.0 Wat is het geheim van de stevige concurrentiepositie van de procesindustrie in de Rijn/Schelde-delta? Is dat gelegen in goedkope grondstoffen of een sterk groeiende afzetmarkt in het achterland? Nee, de sterke concurrentiepositie is te danken aan efficiëntie en synergie. De voorsprong die de bedrijven in de NederlandsVlaamse Delta daarmee hebben opgebouwd is echter niet vanzelfsprekend. Juist op het vlak van efficiëntie en synergie moeten er continu stappen worden gemaakt en nieuwe samenwerkingen aangegaan om de rest voor te blijven. Tijdens Deltavisie 2016 onderzoeken we met het thema Cluster 2.0 wat nodig is om als Nederlandse of Vlaamse industriële haven voorop te blijven lopen en nieuwe investeringen mogelijk te maken. Initiatiefnemer:

Contentpartner:

Deltavisie 2016: 11.00 uur

Aanvang ochtendprogramma Welkom door dagvoorzitters Cees Jan Asselbergs (Deltalinqs) en Wim Raaijen (Petrochem) Keynote Jan van der Eijk (co-schrijver Actieplan Chemiecluster Rotterdam/Moerdijk, voormalig CTO Shell)

12.15 uur

Lunch

13.30 uur

Aanvang middagprogramma Keynote Wouter de Geest (CEO BASF Antwerpen) Statements

14.45 uur

Pauze

15.15 uur

Parallel: master classes, business cases en VOMI SXA

16.00 uur

Korte pauze

16.15 uur

Plant Manager of the Year Bijdrage PMY 2015 Ronald Hoenen (DSM Dyneema) Columns finalisten 2016

17.15 uur

Afsluiting dagprogramma en netwerkborrel

18.30 uur

Diner met bekendmaking Plant Manager of the Year 2016 en VOMI Safety eXperience Award 2016

Partners:

www.deltavisie2016.nl PET4 advertenties.indd 40 1 160325 Deltavisie 2016.indd

06-04-16 31-03-16 09:13 14:30


bijvoorbeeld voor als een vat op honderd graden moet worden verwarmd. De temperatuur is daar nooit precies honderd graden, dat slingert er omheen. Als de temperatuurlimieten krap zijn ingesteld, komt er vaak een melding van een afwijking. Een operator die dat weet, gaat misschien wel op zijn gemak een kop koffie drinken. Maar zo’n alarm kun je niet gewoonweg elimineren. Na een gesprek met de procestechnoloog blijkt dan bijvoorbeeld dat als de temperatuur een minuut boven de honderd graden is, er nog geen probleem is, maar als dat langer duurt, dan wel. Ook mag de temperatuur misschien wel tot 102 graden komen, maar bij 105 gaat het product kapot.’ Laaghangend fruit Om alle alarmen op deze manier te analyseren, is erg tijdrovend. Daarom wordt analyse-software toegepast. De afgelopen tien jaar is daarin veel vooruitgang geboekt. Verschillende procesautomatiseerders leveren nu bijvoorbeeld ook specifieke libraries voor alarmmanagement. De geavanceerde software maakt gebruik van ingewikkelde algoritmes waardoor analyses van de systemen veel dieper en grondiger kunnen worden uitgevoerd. Croon voerde sinds de nieuwe norm eind 2014 van kracht werd tientallen analyses uit bij verschillende bedrijven in de procesindustrie. ‘Met het toepassen van software helpen we klanten veel sneller resultaat te behalen’, vertelt Deerenberg. Zijn bedrijf past voor analyses software toe die ontwikkeld is door D-Square, een spin-off van de KU Leuven. De systeemanalyse maakt inzichtelijk waar de problemen zitten. ‘Dan kun je je vervolgens richten op hoe je die kunt oplossen. Data-analyse wordt steeds belangrijker om trends te herkennen in de alarmen.’

Bovendien is het zaak om alarmen slim te elimineren. ‘Als je begint met alarmmanagement, pak je eerst het grootste probleem aan. We beginnen met het laaghangende fruit. Het kan zijn dat één apparaat op verschillende plaatsen voor een probleem zorgt. Als je dit oplost, is het resultaat het grootst. In het begin kan het elimineren van tien alarmen misschien wel voor veertig procent lastenverlichting voor de operator zorgen. Als je een paar maanden na de eerste ronde weer tien alarmen elimineert, levert dat wellicht maar tien procent op. Je moet steeds meer moeite doen om een resultaat te behalen. Je komt steeds dichter bij een ideale situatie.’ Spanningsveld Investeren in alarmmanagement levert veel op, stelt Jan Gerrit Grooters, afdelingshoofd veiligheid en risicomanagement bij Tebodin en tevens senior process safety consultant. ‘Met relatief goedkope middelen kun je de alarmen misschien wel met een factor tien verminderen.’ Maar toch zien ze bij het bedrijf dat er een crux is als het op investeringen aankomt. ‘Er is een spanningsveld tussen de kosten voor de investering en de operationele kosten. De CAPEX wordt vaak laag gehouden, zodat de fabriek goedkoop kan worden opgeleverd, maar dan kan het zijn dat de fabriek meteen bij de opstart al problemen heeft. Dan zijn de OPEX-kosten juist hoog.’

Bedrijven kunnen dus wel degelijk profiteren van een goed veiligheidssysteem. ‘Operationele beschikbaarheid van het proces is een leidende drijfveer voor bedrijven om te investeren in betere veiligheidssystemen’, zegt Clement. ‘De plant moet alleen automatisch worden uitgeschakeld als er een probleem is dat een gevaarlijke situatie oplevert. Het gebeurt wel eens dat de productie wordt gestopt omdat de elektronica niet goed werkt. Dat is onnodig productieverlies’, zegt Van Gool. ‘Vergelijk het met een tunnel. Boven de ingang geven rode kruizen aan dat je een rijbaan niet mag gebruiken. Als er een probleem is op die rijbaan, is dat correct. Maar als dat rode kruis daar alleen staat omdat de elektronica niet goed werkt, zorgt dat voor onnodig oponthoud’, voegt Clement toe. Waarschuwingslichtje Alarmen kunnen overigens ook een reden zijn om het proces aan te passen, voegt Grooters toe. ‘Als een alarm veelvuldig voorkomt, kan er iets aan de hand zijn. Als er één keer een waarschuwingslichtje in je auto brandt, kan dat een incident zijn. Maar als dat lichtje iedere keer brandt, kun je ervan uitgaan dat er een dieper liggende oorzaak is en je een keer langs de kant van de weg komt te staan. Bij herhaaldelijk dezelfde alarmen kun je er zeker van zijn dat je plant niet gezond is en er actie nodig is om veiligheids- en productierisico’s voor te zijn.’ ■ PETROCHEM 4 - 2016 41

PE4 X2 systemen.indd 41

06-04-16 09:16


COLUMN

‘Dankzij de moderne technologie kunnen we binnenkort bijna niets meer zonder hulpmiddelen. Ik geef toe, ik navigeer in mijn auto ook middels GPS. Maar in noodgevallen kan ik nog wel kaartlezen.’

Sommetjes maken Schreef ik in mijn vorige column nog dat ik hoopte dat Shell mij geen inspiratie meer zou geven tot het schrijven van een column, blijkt dat nu toch weer het geval te zijn. Onlangs kwam namelijk de melding dat Shell Moerdijk 25 ton ethyleenoxide heeft gelekt. Als oorzaak wordt een afsluiter genoemd die men na reparatiewerkzaamheden vergeten was dicht te zetten. Na twee maanden is die vergeten afsluiter ontdekt. Hoe zouden ze dat ontdekt hebben? Dat lijkt knap werk, want 25 ton in twee maanden mis je niet echt, gegeven de gebruikelijke meetonnauwkeurigheden. Als de afsluiter continu lekt, betreft het een stroompje van minder dan éénderde kilogram per minuut. Bij handenwassen onder een kraan loopt daar al gauw twintig keer zoveel water uit. Mijn conclusie: die afsluiter kan niet continu hebben gelekt. Toen ik daar met vakgenoten over sprak, bleek dat niemand dit sommetje nog had gemaakt. Blijkbaar maken we geen sommetjes meer. Eerder schreef ik hier al dat in een VNCI-rapport werd gesproken over een zodanige grote omzet van de chemie wereldwijd, dat elke wereldburger jaarlijks voor vijfhonderd miljard euro aan chemische producten zou moeten kopen. Dat rapport was ook nog eens door KPMG goedgekeurd. Zou het komen dat ik sommetjes maak, omdat ik nog met de rekenlineaal ben opgegroeid? De jongere lezers moeten maar even googelen wat dat was, maar de oudere lezers weten dat het essentieel was dat je zelf de orde van grootte moest bepalen. Dirty mind Dankzij de moderne technologie kunnen we binnenkort bijna niets meer zonder hulpmiddelen. Ik geef toe, ik navigeer in mijn auto ook middels GPS. Maar in noodgevallen kan ik nog wel kaartlezen. Of mij dat als piloot net zo goed lukt? Het ontbreken van borden onderweg is voor mij een complicerende factor, maar ik blijf die vaardigheid wel oefenen. De iPad-scholen zullen gebrek aan inzicht nog versterken, denk ik, want alles kan worden opgezocht is hun adagium. Toch jammer, want daardoor ga je vaardigheden missen en krijg je zulke blunders zoals in het VNCI-rapport. Voordeel is wel: het valt niemand meer op. Maar toch, ik blijf het gevoel voor grootheden van belang vinden. Anders maak je ook verkeerde keuzes. Onlangs zag ik in de keuken van een boerderij een Zibro

Kamin petroleumkachel staan. Dat merk maakt reclame dat locale verwarming goedkoper is. Op zich kan dat kloppen, maar daarmee is petroleum nog niet de juiste keuze. Even rekenen dus. Zuiver petroleum van dat merk kost 2,50 euro per liter. Als je naar de gegevens van de fabrikant kijkt, dan verbruikt een 2,4 kW kacheltje 0,25 liter per uur. Dus dan levert een liter petroleum 9,6 kWh aan warmte op. Uiteraard even checken, maar de fabrikant spreekt de waarheid gegeven de verbrandingswaarde van koolwaterstoffen. Maar wat als we nou eens een veel goedkoper elektrisch kacheltje gebruiken? Om de warmte van één liter petroleum te krijgen hebben we dus 9,6 kWh à 0,20 euro per kWh aan stroom nodig, ofwel 1,92 euro. Dus bij elektrisch verwarmen is niet alleen het kacheltje goedkoper, maar zijn ook de stookkosten nog eens lager. Bewijst dit dat er niet meer gerekend wordt? Nu is dit een simpel voorbeeld, maar vaak moeten er aannames worden gemaakt om tot een goede schatting te komen. Laat u daarbij eens insprireren door Brigitte Kaandorp en vul bij Youtube haar naam in plus de woorden: dirty mind. Leerzaam en leuk! Ontluisterend Hoewel het recente rapport van de GGD Brabant/Zeeland over het Shell-incident moeilijk te vinden is, wordt daarin wel mijn aanname bevestigd dat de afsluiter van Shell niet permanent heeft gelekt. In het rapport valt te lezen dat de stof nagenoeg alleen tijdens het beladen van treinwagons en trucks via de afsluiter kon ontsnappen. Maar ook dan blijf ik benieuwd hoe ze die afsluiter gevonden hebben. Ik hoop dat Shell openhartig is en ons deelgenoot maakt van zowel de oorzaak, waarom die afsluiter er zit, de detectie, maar bovenal de lessen die daaruit zijn geleerd. En ook waarom Shell twee medewerkers heeft ontslagen en aan zes medewerkers sancties heeft opgelegd. Het zou hen sieren als zij dat deze keer doen nog voordat het OVV-rapport uitkomt. Het vorige OVV-rapport was voor hen immers al ontluisterend genoeg. Henk Leegwater Henk Leegwater, henk.leegwater@ots.expert, is Managing Director van Operating Training Solutions BV.

PETROCHEM 4 - 2016 42

PET4 I column.indd 42

06-04-16 08:52


02 16

Inside Magazine voor de olie- en gasindustrie

Verder kijken dan de eigen business

PET4 OA voorplaat.indd 43

Scenario's voor einde fossiele brandstoffen

06-04-16 08:51


FOTO: WINTERSHALL

FOTO: STATOIL - ASA

03

NIEUWS

Beleggingen ABP in fossiel dalen met 5,3 miljard • Eerste steen nieuwe fabriek Yara gelegd • Europese LNG-import omhoog

04

VERDER KIJKEN DAN DE EIGEN BUSINESS

‘Het gaat slecht met de olie- en gaswinning in de Noordzee. De prijzen per vat zijn ongelooflijk gekelderd. Niemand van de operators wil op dit moment, bij deze prijzen, investeren’, stelt Jo Peters, secretaris-generaal van NOGEPA.

08

SCENARIO’S VOOR EINDE FOSSIELE BRANDSTOFFEN

De agenda van olie- en gasbedrijven wordt momenteel gedomineerd door tuimelende olieprijzen en overaanbod. Maar dit is niet het enige dat deze industrie onherroepelijk verandert, aldus een nieuw energierapport van PwC.

Uitgave van Industrielinqs pers en platform BV Veembroederhof 7, 1019 HD Amsterdam

Eindredacteur Miriam Rook 020 3122 796 Liesbeth Schipper 020 3122 083

Algemeen directeur Wim Raaijen 020 3122 281

Vormgeving BureauOMA, Wehl

Uitgever Mark Oosterveer 020 3122 793

Medewerkers Dagmar Aarts, Evi Husson

Cover Jonathan Bachman - AP - Statoil

2

PET4 OB inhoud.indd 44

Advertentieverkoop Jetvertising BV Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk t: 070 399 0000 | f: 070 390 2488 website: www.jetvertising.nl

CO LO F O N

OLIE EN GAS 02|16

Traffic Breg Schoen 020 3122 088 Drukwerk PreVision Graphic Solutions

02 | 16

06-04-16 08:54


BELEGGINGEN ABP IN FOSSIEL DALEN MET 5,3 MILJARD

maar gaat hun conclusie wat ver. ‘Dat beleggingen in fossiel dalen, heeft vooral te maken met de daling in de grondstofprijzen. Er is een aanbodoverschot ontstaan en een afnemende vraag. Dat zorgt ervoor dat er een sterke daling komt in de aandelenkoersen. Mede daardoor hebben wij een kleinere positie in de grondstoffensector.’ Vorig jaar maakte ABP bekend minder in olie en kolen te gaan beleggen en meer in duurzaam. Maar dat is in de cijfers die ABP Fossielvrij publiceert maar een klein gedeelte volgens Verdeuzeldonk. ‘Wij zoeken nog steeds naar grote duurzame projecten om in te investeren, maar die zijn niet zo gemakkelijk te vinden. In de komende periode zullen we waarschijnlijk sneller van fossiel naar hernieuwbaar gaan. Ons nieuwe beleid heeft een horizon van vijf jaar, maar dat betekent niet dat we dan ook helemaal uit fossiel zijn gestapt.’

> Uit berekeningen die actiegroep ABP Fossielvrij heeft laten maken, blijkt dat de waarde van ABP’s beleggingen in ‘s werelds grootste kool-, olie-, en gasbedrijven in het afgelopen jaar is afgenomen met 5,3 miljard euro. ABP Fossielvrij wil dat het pensioenfonds niet meer investeert in fossiele bedrijven. Niet alleen omdat ze dat beter vinden voor het milieu, maar ook voor hun pensioen. Als er CO2-maatregelen worden opgelegd, zullen we wellicht twee derde van de voorraad aan fossiele brandstoffen niet gebruiken. Als we die reserves wel gebruiken, zou de temperatuur van de aarde meer dan twee graden stijgen. Daarmee vormen investeringen in fossiel een financieel risico. De cijfers geven volgens ABP Fossielvrij aanleiding te geloven dat het pensioenfonds is begonnen aan een stille terugtrekking uit fossiele investeringen. Volgens Franscé Verdeuzeldonk (woordvoerder van ABP) kloppen de cijfers van de actiegroep wel,

FOTO: YARA

EERSTE STEEN NIEUWE FABRIEK YARA GELEGD

> De eerste steen voor de nieuwe Ureum-8 granulatiefabriek bij Yara Sluiskil is halverwege maart gelegd door minister Henk Kamp. Met de investering is een kwart miljard gemoeid. Het moederbedrijf investeert hiermee in vijf jaar ruim zevenhonderd miljoen euro in nieuwe installaties in Sluiskil. De nieuwe, innovatieve reactortechnologie in Ureum-8 wordt voor de eerste keer op deze grote schaal toegepast. Door de investering, die de toekomst van de productielocatie in de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone

borgt, kan een forse stofreductie worden gerealiseerd die het milieu ten goede komt. Volgens Yara is de afgelopen tien jaar al een broeikasgasreductie van zestig procent gerealiseerd, terwijl de productie in dezelfde periode met anderhalf miljoen ton toenam. Yara Sluiskil produceert hoogwaardige stikstofmeststoffen en industriële chemicaliën.

EUROPESE LNG-IMPORT OMHOOG

> Volgens onderzoeksbureau Thomson Reuters zal de import van LNG in Europa de komende zomer aanzienlijk hoger zijn dan afgelopen jaar. Daarbij is de verwachting dat de import zowel in Zuid- als Noordwest-Europa zal plaatsvinden. Dat laatste is anders dan afgelopen jaren, toen het grootste gedeelte van het LNG in Noordwest-Europa (België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) werd geïmporteerd. Thomson Reuters verwacht ten opzichte van afgelopen zomer (april-september) een groei van acht miljard kubieke meter. Het vloeibaar aardgas wordt geïmporteerd bestaat uit overschotten van elders. Ondanks een groeiende vraag naar LNG vanuit Azië en het Midden-Oosten, is er vanwege een groeiend aanbod vanuit Australië en Amerika momenteel veel op de markt. Daarbij wordt Europa meer aantrekkelijk als afzetmarkt vanwege het feit dat de prijzen die op de Aziatische markt worden betaald, omlaag bewegen. In het verleden werd Europa vaak gezien als plaats waar de laatste beetjes LNG konden worden gesleten.

02 | 16

PET4 OC nieuws.indd 45

3

06-04-16 08:55


Verder kijken dan de eigen business ‘Het gaat slecht met de olie- en gaswinning in de Noordzee. De prijzen per vat zijn ongelooflijk gekelderd, waardoor de Noordzee nog maar net marge levert als je al aan het produceren bent. Niemand van de operators wil op dit moment, bij deze prijzen, investeren’, stelt Jo Peters, secretaris-generaal van NOGEPA (Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie).

Evi Husson

Een ernstige zaak, met name omdat de infrastructuur, die goed is onderhouden, het einde van zijn levensduur nadert. Geen nieuwe investeringen betekent op niet al te lange termijn ontmanteling van de bestaande infrastructuur. Niet alleen de platforms moeten dan weg, maar ook de leidinginfrastructuur. En dat totaalplaatje kost geld. Veel geld. Het afbreken van een klein platform kost al gauw tien miljoen euro. Afhankelijk van de grootte en complexiteit kan dit oplopen tot honderd euro per platform. De elf grootste olie- en gasproducenten zouden er voor de komende tien jaar om en nabij de 144 miljard dollar voor hebben gereserveerd, onderzocht het FD onlangs. Peters: ‘Alle operators zijn zich er altijd bewust van geweest dat de platforms na productie weer moeten worden verwijderd en de komende jaren zullen er zeker ontmantelingen plaatsvinden. Toch moeten we hier enorm kritisch naar kijken en voorkomen dat mogelijk toekomstige synergiën worden verspeeld. Infrastructuur die je afbreekt, komt nooit meer terug.’ Licht herstel Operators willen volgens Peters graag nog meer gas en olie naar boven halen, zodra de prijs beter is. ‘En die verwachting hebben we. Neem de olieprijs, deze is van een historisch lage 28 dollar per vat in januari al gestegen naar ongeveer veertig dollar. Volgens prognoses van ABN AMRO zal eind dit jaar een olieprijs van 50 à 55 dollar in de tabellen staan. Er is dus een licht herstel merkbaar. Daarnaast zijn en blijven de komende paar decennia

4

PET4 OD Noordzee.indd 46

fossiele brandstoffen nodig, welk transitiescenario je ook hanteert. Het is slim om je eigen grondstoffen daarom ten volle te benutten. In de Noordzee zit nog ongeveer driehonderd miljard kubieke meter gas. Het zou zonde zijn dit niet te ontginnen. Niet alleen omdat het geld oplevert, maar ook omdat er minder CO2-uitstoot is dan wanneer je het gas inkoopt. Bovendien ben je minder afhankelijk van landen als Rusland en Noorwegen.’ Waterstof Maar er is meer. Peters: ‘We onderzoeken momenteel met diverse partijen of de platforms ook zijn in te zetten als onderdeel van een groen elektriciteitsgrid in de Noordzee. Er is al een aantal windparken op zee en daar komt er tot 2023 in het kader van het Energieakkoord nog een aantal bij. Daar zal het op langere termijn niet bij blijven. Als je een elektriciteitskabel van zo’n windpark kunt aansluiten op een platform, dan biedt dat meerdere voordelen. De platforms kunnen een deel van de elektriciteit afnemen en worden emissieloos doordat ze zelf geen stroom meer hoeven te maken. De windparken kunnen hun overtollige energie kwijt en de stroom kan wellicht ter plekke worden omgezet in waterstof of methaan, waardoor het als gas via de bestaande gasleidinginfrastructuur kan worden getransporteerd.’ Als dit mogelijk is, kunnen windparken ook verder op zee komen te staan. Mooie plannen, maar vooralsnog geen realiteit. Catrinus Jepma, hoogleraar Energie en Duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen (in Petrochem 3 verscheen een uitgebreid artikel met hem, red.), heeft een initiële studie gedaan naar coöperatie tussen windparken en platforms en de haalbaarheid van chemische waterstoffabrieken op platforms op zee. De uitkomsten bleken dusdanig positief dat ze aanleiding gaven om door te gaan met een meer omvattende studie. Daarnaast heeft director Gas Technology René Peters van TNO berekend dat de kosten van de bouw van een platform ‘nieuwe stijl’, voorzien van de nodige infrastructuur om de koppeling met een windpark te maken, vergelijkbaar is met de kosten van de bouw van een platform dat wordt voorzien van dieselgeneratoren en gasturbines om in de eigen stroom te voorzien. ‘Dit biedt toekomstperspectief voor de nog te ontginnen gasvelden.’ Nogepa wil de resultaten van vervolgstudies niet afwach-

02 | 16

06-04-16 08:56


FOTO: STATOIL - ASA

ten om de ideeën alvast verder vorm te geven. ‘Alle neuzen lijken alvast dezelfde kant op te wijzen, maar het is voor het slagen van een groots, omvangrijk en complex project als dit, erg belangrijk om alle stakeholders te betrekken: TNO, Universiteit Groningen, Natuur & Milieu, windenergiebranche NWEA, hoogspanningsnetbeheerder TenneT, Siemens, de operators, de topsectoren Energie en Wind, het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee). Met veel van deze partijen hebben we al gesprekken gevoerd. We proberen daar zo volledig mogelijk bij te zijn en geen partijen te vergeten die ook een belangrijke bijdrage aan dit traject kunnen leveren.’

toekomstige synergiën worden verspeeld. Infrastructuur die je afbreekt, komt nooit meer terug.’

Een tweede uitdaging is de omvang van het plan. Peters: ‘Het is een grootse onderneming waar ook nog eens veel partijen bij zijn betrokken. Deze aspecten kunnen een vertragende factor met zich meebrengen. Daarom is het goed om alvast kleine stapjes voorwaarts te zetten. Neem Engie, NAM en Wintershall, zij zijn momenteel al betrokken bij het Gemini-windpark dat boven de Waddeneilanden wordt gebouwd. Ze onderzoeken of en hoe hun platformen op dit park kunnen worden aangesloten met als uiteindelijke doel een elektriciteitsgrid op de Noordzee te kunnen uitbouwen. Die grid zal er pas over één à twee decennia zijn, maar we zijn er nu al mee bezig en hoeven gelukkig niet vanaf nul beginnen.’ 02 | 16

PET4 OD Noordzee.indd 47

Kleine stapjes Een van de heikele punten is momenteel nog polarisatie, meent Peters. ‘We zien dat in de maatschappij al gauw wordt geroepen dat fossiel oud is en we daar vanaf moeten stappen. Dat is op de lange termijn absoluut waar, maar je moet ook de weg definiëren hoe je daar wilt komen. Het is nog steeds slim om Nederlands aardgas te ontginnen zolang we in die transitieperiode zitten. Daar is op dit moment nog niet iedereen van overtuigd en daar schuilt een gevaar voor het slagen van dit project.’

Peters: ‘We moeten voorkomen dat mogelijk

5

06-04-16 08:56


Petrochem.nl

geeft nog meer waarde voor uw geld

Meer nieuws dan ooit • Actuele berichtgeving over de olie- en chemische industrie • Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar • Volledig evenementenoverzicht • Online catalogi met producten en diensten • Multimediale bedrijfspresentaties • Tweewekelijkse Nieuwsbrief • Live twitter updates • LinkedIn interacted

Petrochem-abonnees krijgen meer • De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase • Ga naar www.petrochem.nl en kies abonneren

ADVERTENTIE-INDEX Abonnees ...........................................................................................48 Andus Group ......................................................................................55 Applus RTD ........................................................................................24 Brand Energy & Infrastructure Services ..........................................56 Deltavisie congres 2016 .....................................................................40 EAO Benelux ......................................................................................36 Eco Ketelservice Verhuur ...................................................................24 Elcometer ................................................................................... bijlage Emerson Process Management........................................................10 Krohne Nederland ...............................................................................4 Market review ..............................................................................52, 53 Merford Noise Control ......................................................................36 MODELEC Data-Industrie ....................................................................8 Petrochem Platform .....................................................................28, 29 Prodim ................................................................................................22 Promat International..........................................................................16

Ga direct naar Petrochem.nl en blijf iedereen voor

PET4 advertenties.indd 48

Total ......................................................................................................2 Witzenmann Benelux .......................................................................36

06-04-16 09:13


Ketenbenadering De achterban van de brancheorganisatie zit alvast op één lijn. Het project is half maart formeel besproken met de operators. Maar heel het plaatje moet van alle kanten kloppen, benadrukt Peters. ‘Afhankelijk van de gasprijs en de kosten van het ontginnen van nieuwe velden moet er voldoende rendabiliteit zijn voor een operator om nieuwe investeringen te doen. De gasprijs en investeringskosten spelen daarbij een belangrijke rol, maar het is ook afhankelijk van het fiscaal regime van Nederland en omringende landen. Engeland heeft de afgelopen maanden hun fiscale faciliteiten aanmerkelijk verzacht waardoor het op dit moment voor een operator voor het eerst gunstiger is om in het Engelse deel van de Noordzee te boren, in plaats van in het Nederlandse deel.’

‘Alle betrokken partijen, ook de overheid, moeten het integrale plaatje doorzien en begrijpen.’

Door de lage marges speelt iedere factor mee. Bijvoorbeeld de prijs van de stroom die door de windturbines wordt gegenereerd. ‘Windenergie krijgt momenteel subsidie voor de elektriciteit die aan land wordt gebracht. Nemen platformen deze stroom rechtstreeks op zee af, dan zou dit onder dezelfde voorwaarden moeten kunnen worden afgenomen. Operators kunnen niet het twee- of driedubbele betalen van de gangbare prijs, want dan is het voor ons niet meer interessant. Alle betrokken partijen, ook de overheid, moeten het integrale plaatje doorzien en begrijpen. Daarbij zullen er nog vurige gesprekken worden gevoerd.’ De kosten moeten worden verdeeld, evenals de baten. ‘Breng je een ketenbenadering tot stand, dan betekent dat doorgaans dat alle partijen erbij winnen, ook al moet je vooraf investeren. De kunst is dat iedereen net even verder kijkt dan zijn eigen business. Dat is een deel van het traject dat we nu met elkaar ingaan.’ Draagvlak Iedereen moet het idee van een elektriciteitsgrid op zee op zich in laten werken. Peters zelf loopt nu een maand rond met die gedachte en het laat hem niet meer los. Om het project meer draagvlak te geven, zal tijdens de Winddagen 2016 in juni in Rotterdam het project met stakeholders worden besproken. Begin september houdt Nogepa samen met Clingendael een symposium waarin opnieuw wordt getoond welke nieuwe ontwikkelingen er zijn. Ook het EU-voorzitterschap kan bijdragen aan een breder draagvlak. ‘Een van de prioriteiten van het Nederlands voorzitterschap is het initiatief van een ‘Noordzee

GASVELDEN NOODZAKELIJK VOOR TWEEGRADENBELEID Gasvelden op zee kunnen in de toekomst mogelijk worden ingezet voor carbon capture & storage (CCS, CO2-afvang en opslag). Dat vermoedt Jo Peters van Nogepa. ‘Ik zie eigenlijk zelf geen mogelijkheid om de wereldwijde temperatuurstijging tot maximaal twee graden Celsius te beperken, zonder CCS. Er zijn mensen die denken dat we binnen tien jaar volledig duurzaam kunnen zijn, maar ik vermoed dat dit niet haalbaar is. Daarnaast is het Carbon Budget niet zo ruim dat we tijd kunnen vermorsen. CCS kan een oplossing zijn en daar zouden de gasvelden op de Noordzee wel eens een belangrijke rol in kunnen spelen. Ook daarvoor is het van belang goed naar de bestaande infrastructuur te kijken.’ Het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD), een initiatief van Uniper Benelux (voorheen E.ON Benelux) en Engie, onderzoekt momenteel de mogelijkheden van CCS. ROAD onderzoekt momenteel of de CO2, afkomstig van een elektriciteitscentrale op de Maasvlakte, kan worden opgeslagen in een uitgeproduceerd gasveld onder de Noordzee nabij de Maasvlakte. ‘Ook bij dit project zijn nog niet alle hobbels genomen. Economisch gezien zit er nog een gat van miljoenen euro’s om het rendabel te krijgen. En de discussie speelt of je het wel in zou moeten zetten in combinatie met energieproductie. Toch heeft CCS naar mijn idee een bepaalde toekomst. Stijgt de CO2-prijs of richt men de ETS-markt anders in, dan wordt het snel attractiever. Een project als ROAD is belangrijk om ervaring op te doen en de technologie verder te ontwikkelen zodat deze kan worden toegepast zodra het nodig is.’

grondstofrotonde’. Het heeft als doel de grondstofstromen tussen de Noordzeelanden makkelijker te laten in- en uitvoeren zodat het proces van recycling wordt bevorderd. Wanneer op Europees niveau bijeenkomsten worden belegd voor het coördineren van de ruimte op de Noordzee en ze daar stappen in willen maken, dan wordt zo’n integrale aanpak als bij het vooropgestelde plan ook weer een heel stuk normaler.’ Geleidelijk aan werken de betrokken partijen toe naar een consensus. Peters: ‘Ik heb het volste vertrouwen in de technologie en ga ervanuit dat het verstand altijd zegeviert. Over een aantal decennia verwacht ik dat wij een Noordzee hebben met een elektriciteitsnetwerk dat met Noorwegen is verbonden, waardoor windparken ver in zee rendabel worden, gasvoorraden volledig kunnen worden ontgonnen en we bijdragen aan een transitie naar duurzame energie. Ik zie vooralsnog geen reden om die toekomst anders in te zien dan ik ze nu heb geschetst.’ ▲ 02 | 16

PET4 OD Noordzee.indd 49

7

06-04-16 08:56


Scenario's voor einde fossiele brandstoffen De agenda van olie- en gasbedrijven wordt momenteel gedomineerd door tuimelende olieprijzen en overaanbod. Maar dit is niet het enige dat deze industrie onherroepelijk verandert, aldus een nieuw energierapport van PwC. ‘De geest van de duurzaamheid is uit de fles en die krijg je er echt niet meer terug in’, zegt hoofdeconoom Jan Willem Velthuijsen van PwC en medeauteur van het rapport. Het stuk geeft vier toekomstperspectieven voor wereldwijde olie- en gasbedrijven in het licht van het naderend einde van het fossiele tijdperk.

Dagmar Aarts

Door de lage olieprijs en het klimaatakkoord zullen fossiele brandstoffen versneld worden verruild voor schone energiebronnen. ‘Olie- en gasbedrijven zullen hun toekomst en verdienmodellen moeten heroverwegen. Ze hebben unieke expertise in huis om deze transitie mede vorm te geven. Toch gebeurt dat nog niet door de hele sector met volle overtuiging’, aldus Jan Willem Velthuijsen. Het rapport ‘The New Energy Futures’ schetst vier toekomstperspectieven (zie kader) voor olie- en gasbedrijven

voor de komende vijf tot vijftien jaar. Bij twee van deze perspectieven speelt marktwerking een bepalende rol, terwijl de andere twee perspectieven meer worden gedreven door de effecten vanuit de overheid en geopolitiek. Elk perspectief lokt een scala aan mogelijke effecten op aanbod, vraag en marktdynamiek uit. Voor de scenario´s is gekeken naar vijf grote trends en hun samenhang. Daartoe behoren technologische doorbraken die zorgen voor koolstofarme oplossingen zoals elektrische auto´s. Ook speelt de klimaatverandering en grondstoffenschaarste mee, die de groei in hernieuwbare energie en energieopslag oplossingen stimuleert. Daarnaast is naar demografische veranderingen gekeken omdat daardoor de energieconsumptie verandert en klanten zelf steeds meer op de hoogte zijn van energiemogelijkheden. De verschuiving van de economische macht, waardoor de huidige en opkomende markten zullen veranderen, hebben de onderzoekers ook mee laten tellen. De laatste trend is de snelle verstedelijking waardoor de groei van massamobiliteitsoplossingen zal toenemen. Karikatuur De scenario’s laten de uitersten zien van wat er kan gebeuren. Velthuijsen: ‘Het zijn alle vier enigszins karikaturen, omdat we het extreem hebben proberen te maken. De werkelijkheid zit ergens tussenin.’ Door de verschillende scenario’s hebben bedrijven een houvast. Hun strategie moet zijn voorbereid op deze vier perspectieven. Een bedrijf dat zich volledig blijft richten op fossiel,

DE VIER PERSPECTIEVEN Aanbodgedreven: De industrie evolueert de huidige koers. De beperkte tussenkomst van de overheid, in combinatie met votaliteit in prijs en aanbod, stimuleert een betere samenwerking tussen operators en serviceproviders. Gas wordt een essentiële overgangsbrandstof.

8

PET4 OE PWC.indd 50

Vraaggedreven: De vraag van energieverbruikers voor schonere energie stuurt de overgang naar een koolstofarme wereld. Dit resulteert in aanzienlijke private investeringen in koolstofarme technologieën.

Marktgedreven: Het vertalen van overheden van mondiale afspraken in regelgeving leidt tot de uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen en baanbrekende technologieën. Dit legt verdere druk op fossiele brandstofaanbieders.

Politieke interventie: Strengere milieuregels en een verscherpt vergunningenbeleid en geopolitieke verstoring leiden tot prijsvotaliteit en aanzienlijke verschillen in productieomgeving.

02 | 16

06-04-16 08:53


FOTO: WINTERSHALL

gaat het lastig krijgen volgens Velthuijsen. ‘Er zijn wel een paar oliebedrijven die zeggen alleen maar te blijven boren, omdat driekwart van de energiebehoefte voorlopig afhankelijk blijft van fossiele brandstoffen. Maar ik denk dat het voor hen einde verhaal is. Die bedrijven hebben over tien tot vijftien jaar steeds meer moeite om met de aanzwellende duurzaamheid om te gaan. In een land als China weet de bevolking ook dat het smog is en geen mist. Wij zijn er bij PwC van overtuigd dat die energietransitie plaats gaat vinden.’ De uitdaging voor bedrijven is om hun strategie te veranderen en een cultuuromslag te realiseren. De klassieke olie- en gas bedrijven zijn heel groot geworden en succesvol geworden met de strategie van vandaag. ‘Maar als ze over tien tot vijftien jaar nog een boterham willen verdienen, dan moeten ze in duurzaamheid zitten’, zegt Velthuijsen. Die kansen zijn er wel. Een oliebedrijf is misschien niet heel goed in het opereren van een windmolen, maar ze hebben wel het geld om die transitie te maken.’ Slimmeriken Volgens de econoom wordt het vooral voor de nationale oliebedrijven moeilijk te veranderen, want zij hebben eigenlijk alleen olie en gas. ‘Daar zitten ze bovenop, ze hebben bijna alleen maar de kosten van het oppompen. Bovendien hebben de landen de opbrengsten van hun olie en gas nodig. Voor die bedrijven weet ik niet of zij ook al die transformatie ondergaan. Dat wordt lastig, want dat heeft met politiek te maken. De internationale oliebedrijven zie je wel innoveren. Kijk bijvoorbeeld naar Shell en de sprong naar gas die ze onder andere hebben gemaakt door British Gas te kopen.’ Om de transitie te doorstaan, zijn technologie en inno-

‘Als ze over tien tot vijftien jaar nog een boterham willen verdienen, dan moeten ze in duurzaamheid zitten.’ vatie heel belangrijk. Maar niet elk bedrijf is in staat om daar zelf mee bezig te zijn. Velthuijsen: ‘Als je dat zelf niet kunt doen, moet je partners zoeken die het wel kunnen. Slimmeriken kopen of huren anderen die wel innovatief zijn. Klassieke bedrijven als E.on en RWE houden heel nadrukkelijk startups in de gaten die bezig zijn met bijvoorbeeld energie en smart grid.’ Onafhankelijk Hoewel de olie- en gasbedrijven volgens Velthuijsen moeten transformeren naar meer duurzaam, zullen ze volgens de conclusie van het rapport altijd een rol blijven spelen in de veranderende energiebehoefte. Niet alleen doordat fossiel voorlopig nog nodig is, maar ook doordat de olie- en gassector bewezen heeft zich aan te kunnen passen aan een sterk veranderende wereld. PwC heeft, nadat het rapport is uitgebracht, een rondgang gedaan langs verschillende bedrijven om te horen wat ze van de perspectieven vinden. ‘Ze zijn geïnteresseerd en vinden het goed dat een onafhankelijke partij hier eens naar heeft gekeken, maar we blazen grote bedrijven hier niet mee omver. Shell heeft het scenariodenken uitgevonden. Toch kijken de olie- en gasbedrijven met enige belangstelling naar ons, want Shell en anderen lopen alleen bij zichzelf rond, maar wij kijken bij honderden partijen. De kleinere partijen verlenen we hier wel een service mee. Anders moeten ze allemaal weer naar de scenario’s van grote bedrijven kijken en die kennen ze zo langzamerhand wel.’ ▲ 02 | 16

PET4 OE PWC.indd 51

9

06-04-16 08:53


MARKET REVIEW ALGEMEEN

CHEMICALS

EXPLOSIEVEILIGE VERLICHTING & JUNCTION BOXES

INSPECTIE, TANKS DRUKAPPARATEN, VLOEREN

ABTECH ERIKS bv

Toermalijnstraat 5 1812 RL ALKMAAR Postbus 280 1800 BK ALKMAAR Tel: +31 (0)72 514 15 14 Fax: +31 (0)72 515 56 45 E-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl Aandrijftechniek Afdichtings- & Rubbertechniek Stromingstechniek Industriële kunststoffen Gereedschappen & Onderhoudsproducten

www.abtech.eu Chemicals, Lime, Recycling and Automotive De Noord Chemicals b.v. Ridderpoort 14 2984 BG RIDDERKERK Postbus 257 2980 AG RIDDERKERK Tel: +31 (0)180- 41 59 88 Fax: +31 (0)180- 41 71 70 E-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl

Westfrankelandsestraat 10c 3117 AR Schiedam Tel: + 31(0)10 473 50 50 Email: info@mlg-instruments.com Website: www.mlg-instruments.com Fabrikant van Magnetische Peiltoestellen, Peilglastoestellen, Kijktoestellen, Schakelaars, Transmitters (4-20 mA), RVS Vlotters & Titanium vlotters tbv stoomketels & drukvaten

Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172 - 49 10 76 Fax: +31 (0)172 - 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl

Kiwa Nederland B.V.

Sir Winston Churchilllaan 273 2288 EA RIJSWIJK Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK Tel: +31 (0)70 414 44 00 Fax: +31 (0)70 414 44 20 E-mail: inspectie@kiwa.nl Website: www.kiwa.nl

KUNSTSTOFROOSTERS EN CONSTRUCTIES (GVK)

DEMONTAGE

DDM Demontage B.V.

MLG Instruments

Abtech

Industriële verhuizingen Demontage – Sloopwerken Transport – Asbestsanering Offshore Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30- 666 97 80 Fax: +31 (0)30- 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu

Victor Lighting

Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172- 49 10 76 Fax: +31 (0)172- 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl

INDUSTRIE ISOLATIE

ENERGIETECHNIEK Advies, specificaties, cursus, inspecties en audits volgens Internationale CINI Standaard Engineering , supply of energy processes, biomass, steam, thermal oil, hot water, incinerators

AB Heatec Engineering BV

for industry, marine & offshore worldwide PO Box 160 NL – 7480 AD Haaksbergen The Netherlands Tel: +31 (0) 653231730 Fax: +31 (0) 842299814 E-mail : info@abheatec.com Website: www.abheatec.com E-mail: info@konuskessel.com Website: www.konuskessel.com

NCTI

Hofweg 1, 3208 LE Spijkenisse Tel: +31 181 698030 Email: info@ncti.nl Website: www.ncti.eu

FlexxCon B.V.

Correspondentieadres Postbus 1761 3800 BT Amersfoort Magazijn/werkplaats Parallelweg 74 7161 AG Neede Tel: 033 4556696 Fax: 033 4553295 E-mail: info@flexxcon.com Website: www.flexxcon.com

MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)

MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

PETROCHEM 4 - 2016 52

64

PETROCHEM 3 – 2016

PET4 advertenties.indd 52 64 PET12_MartketReview.indd

06-04-16 09:30 09:14 26-02-16

PET12_M


2-16 09:30

MARKET REVIEW MEETDIENSTEN IN HOOGSPANNINGSTECHNIEK

PROCESS SIMULATION

Protomation bv Foutlocalisatie- en kwaliteitsmetingen aan kabelverbindingen, transformatoren en schakelaars. Power Quality metingen en thermografie. Kabelmontage (moffen en eindsluitingen 25 – 170KV gecertificeerd) en kabelreparatie.

Joulz Energy Solutions B.V.

In Control by Simulation Operator Training Simulators Arendstraat 4 6135 KT SITTARD Tel: +31 (0)46 458 47 48 Fax: +31 (0)46 458 63 83 E-Mail: info@protomation.com Website: www.protomation.com

SECUNDARY STEEL SUPPLIER

STUDBOLTS

BC Basco MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING

Vierschaarstraat 7A 9160 LOKEREN Tel: +32 9 348 21 35 Gsm: +32 472 73 10 56 E-mail: sales@basco.be Website: www.bc-basco.com Contactpersoon : Toyah Timmermans

Zalmstraat 7a, 3016 DS Rotterdam Postbus 19230, 3001 BE Rotterdam Tel.: +31 (088) 895 88 88 E-mail: meetdienst@joulz.nl Website: www.joulz.nl/diensten/ meetdiensten

PIPE SUPPORTS

Secundary Steel Structures, Platforms, Skids, Staircases. Welding According EN1090-2 Exec. 3 and EN - ISO 3834-2

Python BV

Nijverheidsweg 20 7921JJ Zuidwolde (Dr.) Tel: +31 (0)528 -37 10 45 Fax: +31 (0)528-37 13 96 Mail: info@python.nl Websites: www.python.nl

Dutramex BV

Ambachtstraat 1a 4143 HB LEERDAM Tel: +31 (0)345- 61 40 11 Fax: +31 (0)345- 61 95 25 E-mail: info@dutramex.com Website: www.dutramex.com

WARMTEBEHANDELING

Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings

Delta Heat Services B.V.

Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187- 49 69 40 Fax: +31 (0)187- 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl

Bea Nederland B.V.

Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB Oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB Oud Beijerland Tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 E-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com

Smit Gloeidienst B.V.

Havenlaan 16 5433 NL KATWIJK (N. Br.) Tel: +31 (0)485 31 65 66 Fax: +31 (0)485 31 87 32 E-mail: info@smit-industrial.com Website: www.smit-industrial.com

PROCESS CONTROL

MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70- 444 27 70 Fax: +31 (0)70- 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Arthur Middendorp, tel. 070 399 0000. Uw abonnement wordt stilzwijgend verlengd tot wederopzegging en dient twee maanden van tevoren opgezegd te worden. PETROCHEM 4 - 2016 53 PETROCHEM 3 2016

PET4 advertenties.indd 53 65 PET12_MartketReview.indd

65

06-04-16 26-02-16 09:14 09:30


AGENDA SEMINAR / CURSUS / MASTERCLASS Compl.care www.zaam.biz

IN CONTROL MET COMPLIANCE MANAGEMENT De complexiteit van de vele regels en wetten over veel verschillende assets/ onderwerpen/issues/situaties vraagt om de nodige kennis, inspanningen en zorgvuldigheid. Tijdens deze interactieve workshop worden deelnemers uitgedaagd om in de context van hun eigen organisatie inzicht te krijgen hoe in control te komen op naleving van wet- en regelgeving. Ook wordt gekeken naar de ISO 19600 richtlijn Compliance Management en wat die voor de deelnemers kan betekenen.

8 juni 2016 Xperience Dock, Rotterdam

CONGRES / BEURS/ EVENEMENT Safety Event www.engineersonline.nl

ENGINEERING EVENT: SAFETY Op 10 mei 2016 vindt de zevende editie plaats van het Engineering Event: Safety. Het thema dit jaar is 'Machineveiligheid: van CE-markering tot IIB-verklaring'. Een dag vol antwoorden op vragen rondom: CE-markeringen, cobotveiligheid, machineveiligheid, het New Legislation Framework en veiligheidssensoren.

10 mei 2016 Evoluon, Eindhoven

iTanks www.itanks.eu

INNOVATIE PAVILJOEN XL Na het succes van het iTanks Innovatie Paviljoen op de Maintenance NEXT in april 2015 én de pitchstraat tijdens het Kerstontbijt, pakken we dit concept in dit jaar extra groots aan. Op 19 mei 2016 staat namelijk het Innovatie Paviljoen XL op de planning! Een pop-up beurs op een toplocatie: de Onderzeebootloods op RDM Rotterdam. Wij verwachten 2000+ bezoekers vanuit het havengerelateerde netwerk van iTanks. Dit zijn vooral bedrijven actief in de industrie (asset owners, mkbers, start-ups, kennisinstituten, etc.) met interesse in innovatie.

19 mei 2016 Onderzeebootloods, RDM Campus Rotterdam

Rijkswaterstaat www.rws.nl/isea

ISEA 27 mei 2016 organiseert Rijkswaterstaat de derde editie van iSea, hét netwerkevenement voor innovatieve ondernemers met een visie. De Noordzee en Deltawateren zijn volop in beweging. In deze gebieden nemen nieuwe activiteiten als windparken op zee en maricultuur ruimte in en gaan we naar meervoudig ruimtegebruik toe. Ook staan we voor uitdagingen: uitputting en vervuiling liggen namelijk op de loer. Rijkswaterstaat vindt het van groot belang om ook in de toekomst op duurzame wijze van de wateren gebruik te maken, hier zijn innovaties voor nodig.

27 mei 2016 RDM Campus Rotterdam

16 juni 2016 STC, Rotterdam

Petrochem platform www.deltavisie2016.nl

DELTAVISIE 2016 Wat is het geheim van de stevige concurrentiepositie van de procesindustrie in de Rijn/Schelde-delta? Is dat gelegen in goedkope grondstoffen of een sterk groeiende afzetmarkt in het achterland? Nee, de sterke concurrentiepositie is te danken aan efficiëntie en synergie. De voorsprong die de bedrijven in de Nederlands-Vlaamse Delta daarmee hebben opgebouwd is echter niet vanzelfsprekend. Juist op het vlak van efficiëntie en synergie moeten er continu stappen worden gemaakt en nieuwe samenwerkingen aangegaan om de rest voor te blijven. Tijdens Deltavisie 2016 onderzoeken we met het thema Cluster 2.0 wat nodig is om als Nederlandse of Vlaamse industriële haven voorop te blijven lopen en nieuwe investeringen mogelijk te maken.

PETROCHEM 4 - 2016 54

PET4 H agenda.indd 54

06-04-16 09:00


Serving Servingthe theindustry industry Professionaliteit Professionaliteit en creatief en creatief denken, denken, gecombineerd gecombineerd metmet kennis kennis van van zaken, zaken, zijn zijn de kenmerken de kenmerken van van RijnDijk RijnDijk Construction. Construction. Multidisciplinaire Multidisciplinaire constructieprojecten constructieprojecten worden worden volgens volgens hoge hoge (inter)nationale (inter)nationale standaards standaards en veiligheidsen veiligheidsen kwaliteitseisen en kwaliteitseisen uitgevoerd. uitgevoerd. Dit Dit maakt maakt RijnDijk RijnDijk Construction Construction tot tot een een betrouwbare, betrouwbare, full full service service partner. partner. Project Project management, management, engineering, engineering, productie productie en montage en montage worden worden in eigen in eigen beheer beheer vanuit vanuit gespecialiseerde gespecialiseerde productielocaties productielocaties uitgevoerd. uitgevoerd. RijnDijk RijnDijk Construction Construction is een is een speler speler van van formaat formaat voorvoor grootschalige grootschalige projecten projecten in de in (petro)chemische de (petro)chemische industrie, industrie, zware zware industrie, industrie, energiemarkt energiemarkt en en complexe complexe utiliteitsbouw. utiliteitsbouw. RijnDijk RijnDijk Construction Construction is een is een zelfstandige zelfstandige werkmaatschappij werkmaatschappij binnen binnen de ‘Contracting de ‘Contracting divisie’ divisie’ van van Andus Andus Group. Group. De overige De overige divisies divisies zijn zijn ‘Manufacturing’ ‘Manufacturing’ en ‘Services en ‘Services & Maintenance’. & Maintenance’. Andus Andus Group Group is een is een internationale internationale onderneming onderneming metmet circacirca 1.100 1.100 medewerkers medewerkers en 15 engespecialiseerde 15 gespecialiseerde werkmaatschappijen werkmaatschappijen wereldwijd wereldwijd actief actief in een in een breed, breed, industrieel industrieel werkveld. werkveld.

RijnDijk RijnDijk Construction Construction BV BV | Beukenlaan | Beukenlaan 115,115, 56165616 VC VC Eindhoven Eindhoven NL |NLT +31 | T +31 (0)40(0)40 - 246- 246 72 28 72 |28E info@rijndijk.com | E info@rijndijk.com

Kennismaken? Kennismaken? Graag. Graag. BeltBelt u even u even of kijk of kijk op www.rijndijk.com. op www.rijndijk.com.

RD Construction RD Construction Corporate Corporate MagAd.indd MagAd.indd 1 1 PET4 omslag enkel.indd 59

06-04-16 06-04-16 09:03 09:03 24-06-15 24-06-15 14:13 14:13 06-04-16 09:36


25736 BRAND adv our services_ PETROCHEM-LR.indd 1 PET4 enkel.indd 60 PET4 omslag A cover.indd 1

29-01-16 14:03 06-04-16 09:36


Met gepaste trots presenteren wij ons nieuwste familielid: De Elcometer Ultrasone Wanddiktemeter. Het nieuwe assortiment Ultrasone Materiaal & Precisie Wanddiktemeters van Elcometer NDT is ontworpen om materiaaldikte te meten en gegevens op te slaan.

WWW.ELCOMETER.COM Met vriendelijk groet, Elcometer

Elcometer NL: Euclideslaan 251, 3584 BV Utrecht Tel: 030 259 18 18 Elcometer NV: Rue VallĂŠe 13, B 4681 Hermalle-Sous-Argenteau Tel: 04 379 96 10


Nieuw in de familie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.