Petrochem 7-8 extended

Page 1

Nr. 07/08 – 2012

www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 20,00

Managementblad voor de olie- en chemische industrie Nr. 07/08 – 2012 datum: 7 juni 2012 • locatie: rdm Campus rotterdam

12

Carrièrespecial 20

Wij nemen onze verantWoordelijkheid Vertrouwen, trots en plezier centraal • De bedrijfsschool is weer hip • Combinatie vast én flexibel personeel populair • Verandering vraagt om competentiemanagement

035_A_cariere_special_cover.indd 1

Odfjell heeft vooral tijd nodig • Shell Pernis blijft met HDS6 meespelen • Congresverslag Deltavisie • Thema: duurzaamheid en imago • Carrièrespecial

20-06-12 13:40


PLANET

Is meer dan de derde P

www.mourik.com

De 3e P van People Profit Planet zetten wij voorop. Dat is onze toekomst. Wij bieden vandaag duurzaamheid. Met het oog op morgen. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is meer dan een document met een handtekening. Wij geloven in Maatschappelijk Toegevoegde Waarde. Dat ziet u bijvoorbeeld aan ons nieuwe wagenpark met schone Euro-5 motoren. Wij wachten niet op de wet, we zijn ‘m voor. Uw Maatschappelijk Toegevoegde Waarde begint vandaag. Met Mourik. 010-296 54 00.

Mourik Nederland Telefoon +31-10-296 54 00 E-mail info@mourik.com

Mourik België Telefoon +32-3-542 20 40 E-mail mourik@mourik.be

INFRASTRUCTUUR – INDUSTRIEBOUW – UTILITEITSBOUW – INDUSTRIËLE REINIGING – CATALYST HANDLING MILIEUTECHNIEK – ASBESTSANERING – ENGINEERING – MECHANICAL – CONSTRUCTIE W, E & I INSTALLATIES – BETONREPARATIE – CONSERVERINGEN – TOTAL TANK CARE


In deze editie 10 ‘Vertrouwen komt te Voet’

carrièreSPecial

Het tankopslagbedrijf Odfjell staat al een tijdje in de negatieve publiciteit. Terecht, er zijn verschillende zaken misgegaan. Maar voor het perspectief is het goed om de versie van directeur Geert Eijsink eens te horen.

Het is een van de grote thema’s in de industrie: het gebrek aan technisch personeel. Hoe gaan bedrijven hiermee om? In deze special onder meer aandacht voor flexibilisering van de arbeid, de terugkeer van de bedrijfsschool, het managen van competenties en cultuur op de werkvloer.

16 Shell PerniS blijft met hDS-6 meeSPelen Shell opende in juni de zesde ontzwavelingsfabriek op zijn raffinaderij in Pernis. Midden in het draaiende raffinagecomplex is twee jaar gewerkt aan de bouw van de nieuwe installatie, die zo’n vijfhonderd miljoen dollar kostte. Een opvallende investering in een tijd dat het slecht gaat met de Europese raffinagesector.

inSiDe

28 thema: DuurzaamheiD en imago Samenwerking is vaak belangrijk om duurzaam te kunnen opereren. Door de overstap van vervoer over de weg naar vervoer over water en containers zowel heen als terug gevuld te vervoeren, opereerde Sabic in samenwerking met MCT veel duurzamer. Nog zo’n grensoverschrijdend project is de Bio Base Europe Pilot Plant in Gent en het Bio Base Europe Training Center in Terneuzen, die samen de biobased economy een flinke boost moeten geven.

DeltaViSie congreSVerSlag Op 7 juni vond Deltavisie plaats met als thema ‘Wij nemen onze verantwoordelijkheid.’ Verschillende masters brachten onderwerpen als arbeidsmarkt, ondernemen met duurzame oplossingen, de slag om de wereldmarkt en coachend leiderschap voor het voetlicht. Tijdens het plenaire gedeelte was vooral veiligheid onderwerp van gesprek.

en VerDer commentaar feiten en cijfers • Meertens Plant Manager of the Year 2012 • Hergebruik CO2 ook commercieel mogelijk feiten en cijfers buitenland • Opec houdt productieplafond op peil • Europese boete gasbedrijven fors omlaag binnenstebuiten Petrospect onbevangen • René den Heeten Producten agenda column • Van Hoogenhuyze olie&gas

05 06

09 20 23 25 37 41 42 43

PETROCHEM 07/08 – 2012

3


Vaste Gasdetectie Managementblad voor de olie- en chemische industrie NUMMER 07/8 - 2012 UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Veembroederhof 7, 1019 HD Amsterdam, Postbus 12936, 1100 AX Amsterdam e-mail: redactie@petrochem.nl, website: www.petrochem.nl HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen 020 312 2081 EINDREDACTIE: Evi Husson 020 312 2796, Liesbeth Schipper 020 312 2083 REDACTIE: David van Baarle 020 312 2082, Elise Quaden 020 312 2084, Ellen van den Burg 020 312 2083

VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, Katrien Bogaerts, Jan van Doorslaer, Niko van Gent, Jacqueline van Gool, Bert van Hoogenhuyze, Joanna Hughes, Henk Leegwater, Willem Meyboom, Teus Molenaar, Gerard van Nifterik, Erik te Roller, Francis Voermans, Eric de Vries, Cyril Widdershoven LAY-OUT: Gabriele Köbbemann

Uitgebreide portfolio voor vaste gasdetectie Honeywell Analytics is een producent van een breed scala aan vaste gasdetectie met een hoge betrouwbaarheid, lage aanschafen onderhoudskosten. • De Unipoint is een eenvoudige op een DIN-rail te monteren controller, welke flexibel en betaalbaar is. De Unipoint is geschikt voor het detecteren van brandbare en toxische gassen, alsmede zuurstof en kan worden geïntegreerd in diverse regelsystemen. • De Sensepoint (met junction box) is een flexibele en betaalbare oplossing voor het detecteren van brandbare en toxische gassen, alsmede zuurstof en kan zowel in binnen- en buitenruimtes gebruikt worden waar explosiegevaar kan ontstaan. • De Signalpoint is een goedkope oplossing voor het detecteren van brandbare en toxische gassen, alsmede zuurstof. Deze detector wordt standaard geleverd met een intergrale vooraf bedrade aansluitdoos voor toepassing in binnenruimtes. • De Sensepoint XCD kan brandbare en toxische gassen, alsmede zuurstof detecteren in explosie gevaarlijke omgevingen zowel binnen als buiten. Deze detector heeft een driekleurig LCD scherm met achtergrond verlichting die duidelijk de status van de unit aangeeft en zelfs van een grote afstand zichtbaar is. De Sensepoint XCD heeft lage onderhoudskosten. • De Searchpoint Optima Plus is een geavanceerde infrarood gasdetector voor het detecteren van brandbare gassen, zelfs als er geen zuurstof aanwezig is. De unit is geschikt voor gebruik in explosie gevaarlijke omgevingen voor zowel binnen als buiten en heeft een zeer korte reactiesnelheid.

OMSLAGFOTO: Repsol ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, t: 070 399 0000 - f: 070 390 2488 Rob Koppenol rob@jetvertising.nl TRAFFIC: Breg Schoen 020 312 2088 DRUKKERIJ: DeltaHage, Den Haag ABONNEMENTEN (incl. BTW) Petrochem verschijnt 11x per jaar. Nederland/België v 166,– per jaar Introductie NL/B 25% v 124,50 per jaar Overig buitenland v 193,– Losse verkoopprijs v 20,00 Studenten v 40,00 Proefabonnement 3 mnd v 27,50 OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www.aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland.nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op. Abonnementenland: Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Tel: 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 (€ 0,10 per minuut) Fax: 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. ISSN: 1380-6386

Neem vandaag nog contact met ons op voor meer informatie over de producten en diensten van Honeywell Analytics Tel: +41 (0)44 943 4300 Fax: +41 (0)44 943 4398 E-mail: gasdetection@honeywell.com Website: www.honeywellanalytics.com


Waarom niet een buddy-systeem voor plantmanagers? Juist om met elkaar te sparren over onderwerpen als veiligheid, personeel, milieu-impact en veel meer.

Buddies Tijdens het diner rond de verkiezing van the Plant Manager of the Year zat ik aan tafel met de kandidaten. Terwijl veel mensen dichtklappen bij zoveel spanning, want het was duidelijk dat ze alle drie zeer naar het moment van bekendmaken toeleefden, hadden we open gesprekken. Zo vroeg de uiteindelijke winnaar Michel Meertens zich af waarom plantmanagers elkaar zo weinig treffen bij evenementen als Deltavisie of andere bijeenkomsten. Want ze hebben zoveel van elkaar te leren. Ook Louis Oostvogels en Victor van de Pas vonden dat vreemd. Zeker in het licht van het thema veiligheid, waar nagenoeg de hele middag tijdens Deltavisie 2012 over gesproken was. Over bedrijven die bij elkaar op bezoek gaan en elkaar adviseren over non-competitieve onderwerpen als veiligheid. Over de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor veiligheid, alleen al omdat het gezamenlijke imago ermee is gemoeid. ‘Vertrouwen kom te voet en gaat te paard,’ weet Geert Eijsink van Odfjell inmiddels (zie het hoofdinterview). Ook de chemie heeft last van de problemen bij Odfjell en eerder Chemiepack. Dat terwijl juist in de chemie veiligheid als een soort religie wordt beleden, stelde Victor van de Pas nog in de middag. Ik kan me niet herinneren wie met het idee kwam, maar ineens hadden we het over het buddy-systeem bij duiken. Waar ook alles om veiligheid draait. Niemand mag diepzeeduiken zonder buddy. Voordat je onderwater gaat, check je bij elkaar of alles goed is aangesloten. Je helpt elkaar om de uitrusting goed vast te maken en soms ondersteun je elkaar bij het aantrekken van de flippers. Onder water blijf je in de buurt van elkaar, om elkaar in noodgevallen direct bij te staan. Desnoods adem je van elkaars zuurstoffles of je helpt elkaar bij noodsituaties om weer veilig naar boven te komen. Dat zit er zo ingesleten, dat het zeer vervelend en onwennig is als je buddy minder trouw is. Zo werd mij eens in Egypte een Rus als buddy toegewezen. Ik hielp hem in zijn pak, ondersteunde hem bij het aantrekken van de flippers. Toen was het mijn beurt, maar mijn buddy was niet meer aan het wateroppervlak te bekennen. Nadat ik alles goed aan had, ging ik

onderwater op zoek naar mijn Russische buddy. Het duurde even, maar toen had ik hem op de korrel. Twintig meter verderop. Ik daarheen, maar het viel niet mee om dicht in de buurt te komen, want hij bewoog zich constant van mij af. En dat bleef het overheersende beeld tijdens de duik. Ik verspilde veel lucht omdat ik alleen maar achter hem aan moest zwemmen. En aangezien ik groot ben en grote longen heb, moet ik altijd al als een van de eersten omhoog. Ik maakte dat kenbaar aan mijn buddy, maar die keek de andere kant op. Toen maar aan de duik-master die mee was. Die maakte nog het signaal dat mijn buddy mee moest, maar zag al gauw dat het vergeefs was. Ga jij maar alleen naar boven, wenkte hij. Dit was de enige nare ervaring met een buddy in de ongeveer vijftig duiken die ik maakte. Gelukkig zijn de meeste duikers zich ervan doordrongen dat het buddy-systeem niet is bedoeld om vrijheden in te perken, maar om de veiligheid te waarborgen. Zo ken ik ook geen plantmanager die veiligheid op een laag pitje heeft staan. Dus aan de intentie zal het niet liggen. Mensen in de chemie hebben misschien iets meer moeite om over het hek heen te kijken. Maar dat hek is er kunstmatig. Dus waarom niet een buddy-systeem voor bijvoorbeeld plantmanagers? Juist om met elkaar te sparren over onderwerpen als veiligheid, personeel , milieu-impact en veel meer. Het voordeel is dat je elkaar kunt helpen en scherp houden. Het kan ook inspirerend werken als een buddy uit een andere sector komt, want vaak ontstaan innovatieve ideeën door de ontmoeting van verschillende culturen. Je leert opzij te stappen en wellicht betere oplossingen te vinden op velerlei gebied. En wellicht kunnen plantmanagers elkaars concepten overnemen, zoals de duikwereld inspirerend kan zijn voor de procesindustrie. Om alles goed en veilig boven water te krijgen. wim@industrielinqs.nl

#reporter_wimraaijen

PETROCHEM 07/08 – 2012 5


FEITEN & CIJFERS De manager die bij odfjell in Rotterdam verantwoordelijk is voor onderhoud, heeft zijn functie neergelegd. Volgens het bedrijf neemt hij daarmee ‘verantwoordelijkheid voor het ontbreken van de benodigde vergunningen voor lopende projecten’. Bij het bedrijf waren de afgelopen tijd verschillende incidenten. Zo werden er allerlei tekortkomingen op blus- en koelvoorzieningen geconstateerd. DCMR dreigt per 1 augustus tanks buiten gebruik te stellen, die niet aan de eisen voldoen. gasunie heeft een raamwerkovereenkomst gesloten met tebodin voor het engineeren van grote en kleine multidisciplinaire projecten. De overeenkomst heeft een duur van twee jaar met een mogelijke verlenging van twee keer een jaar. Gasunie heeft naast Tebodin ook Grontmij in de arm genomen om de engineeringwerkzaamheden te realiseren. Voor elke opdracht van Gasunie zullen beide bedrijven, in concurrentie, een aanbieding doen; van andere concurrentie is verder geen sprake. shell heeft een vijfjarig contract afgesloten met stork technical services voor werkzaamheden aan de raffinaderijen in Pernis, Moerdijk en Rheinland (Duitsland). Het contract omvat de planning, voorbereiding, uitvoering en het managen van subcontractors van mechanische turnaround-werkzaamheden van 2013 tot 2017. Europese bedrijven in de chemische, farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie bereiden zich nauwelijks voor op een verwachte grondstoffenschaarste. Dat blijkt uit een onderzoek van advies- en accountantskantoor kPMg. Van de ruim tweehonderd onderzochte ondernemingen vreest zestig procent dat een tekort aan grondstoffen binnen nu en vijf jaar problemen gaat opleveren. Toch is niet meer dan twintig procent van hen bezig met het opstellen of uitvoeren van beleid dat erop gericht is toekomstige bevoorrading zeker te stellen.

6

PETROCHEM 07/08 – 2012

Plant Manager of the Year 2012: Michel Meertens Michel Meertens van DSP (DSM Sinochem Pharmaceuticals) in Delft is verkozen tot Plant Manager of the Year 2012. Hij wordt een jaar lang het boegbeeld van de procesindustrie. Voor deze verkiezing, een initiatief van het blad Petrochem en branchevereniging VNCI, zoekt de organisatie jaarlijks naar plantmanagers die in de afgelopen jaren op een innovatieve manier een aanzienlijke verbetering hebben gerealiseerd op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu, productiviteit en kwaliteit. De drie finalisten die dit jaar streden om de titel waren: Michel Meertens van DSP in Delft, Louis Oostvogels van Styron in Terneuzen en Victor van de Pas van Sachem in Zaltbommel. De jury was vol lof over de kwaliteit, inzet en performance die de drie finalisten in hun fabrieken de afgelopen jaren hebben gebracht. Volgens juryvoorzitter Jos Benders heeft Meertens “een sterk motiverend karakter wat erg nuttig en noodzakelijk is in deze competitieve wereld. Zijn motto is dan ook ‘continu in hoog tempo blijven verbeteren en vernieuwen’. Dit kan alleen maar tot stand worden gebracht door de mensen op de vloer en het management. Michel is met recht een innovatie champion.” De jury bestond dit jaar uit juryvoorzitter Jos Benders, voormalig topman van Lyondell Europe, Colette Alma, algemeen directeur van de VNCI, Cor Kloet, directeur van SPIE Nederland, Eward Hofstede, Plant Manager of the Year 2009, plantmanager van DSM Schoonebeek, inmiddels Managing Director Operations AVEBE, Dik Schipper, Plant Manager of the Year 2010 van Dow Terneuzen en Edith Romp Plant Manager of the Year 2011 van Teijin Aramid. akzonobel en fMc bePerken industrieel drinkwaterverbruik AkzoNobel, FMC en Groningen Seaports werken aan een forse reductie van het drinkwaterverbruik door de industrie in Delfzijl. Daartoe tekenden de partijen een overeenkomst, waarbij AkzoNobel industrieel water gaat leveren aan FMC Chemicals, onderdeel van het Amerikaanse FMC Corporation dat onder meer industriële en specialty chemicals produceert. Groningen Seaports legt de benodigde transportleiding aan. Deze voorziening kan in de toekomst ook door andere leveranciers en klanten voor hoogwaardig en zuiver industrieel water worden gebruikt. Het water is afkomstig van de zoutfabrieken van AkzoNobel. Met de uitbreiding van de zoutproductie en de sluiting van Brunner Mond is er meer dan één miljoen kubieke meter industrieel water beschikbaar. Dit kwalitatief hoogwaardige water wordt tot nu toe afgevoerd naar de Waddenzee. Tegelijkertijd bestaat een grote vraag naar zuiver water. Met deze stap is FMC het eerste bedrijf buiten het Chemie Park Delfzijl dat gebruikmaakt van dit water. Op het Chemie Park Delfzijl maken BioMCN, Delamine, Delesto, Lubrizol, Teijin Aramid en de fabrieken van AkzoNobel reeds gebruik van dit water. AkzoNobel onderzoekt mogelijkheden om nog meer bedrijven buiten het Chemie Park Delfzijl te interesseren voor deze duurzame oplossing.

kijk voor meer nieuws op www.petrochem.nl


FEITEN & CIJFERS handen ineen voor lng als transPortbrandstof Ten minste vijftig binnenvaartschepen, vijftig zeeschepen en vijfhonderd trucks op LNG. Dat moet mogelijk zijn in het jaar 2015. Een groep bedrijven gaat samen met de overheid werken aan versnelde introductie van LNG als transportbrandstof. Dat kwamen initiatiefnemers Deltalinqs, Energy Valley, Havenbedrijf Rotterdam en Stichting LNG TR&D overeen met Minister Verhagen en Staatssecretaris Atsma. Samenwerking is nodig om het grote potentieel te benutten. Omdat alle projecten tegen dezelfde bezwaren aanlopen, wordt een Nationaal Platform LNG opgericht, dat samen met de overheid aan randvoorwaarden gaat werken. De verwachting is dat in 2013 de eerste investeringen worden gedaan en dat daadwerkelijk projecten van start gaan. Het Platform gaat zich onder andere richten op wetgeving, het juridische kader, stimulerende maatregelen en maatschappelijk draagvlak en omgevingsmanagement. Er is potentieel een (Nederlandse) markt te ontsluiten voor twee tot drie miljoen ton LNG als transportbrandstof (2030), wat een reductie in CO2-emissie equivalenten betekent van ruim één megaton per jaar en voor fijnstof een reductie van vier- tot zeshonderd ton per jaar. Ook de emissies van NOx en SO2 dalen drastisch en de geluidbelasting neemt sterk af. Op de langere termijn kan verdere vergroening plaatsvinden door het opvoeren van het aandeel Bio-LNG, gebaseerd op organische koolstof. sabic en vu werken saMen aan geavanceerde zonneboilers Sabic en de Vrije Universiteit Amsterdam hebben een wereldwijde overeenkomst gesloten. Samen willen zij de technologische uitvinding van de universiteit om de temperatuur in zonnecollectoren te beheersen, verder ontwikkelen en op de markt brengen. De energie uit zonlicht veroorzaakt in zonnecollectoren temperaturen die vaak hoger zijn dan het smeltpunt van plastic materialen. Daardoor moeten de collectoren van metaal en glas worden gemaakt, wat ze duur en zwaar maakt en aan de vormgeving beperkingen oplegt. Het concept dat de VU heeft ontwikkeld en gepatenteerd, gebruikt een “optische schakel” door een prismatische structuur van thermoplastische panelen te ontwerpen. Het ontwerp is zodanig dat het zonlicht kan worden gereflecteerd voordat de panelen te heet worden. De panelen zijn gemaakt van Sabic’s Lexan polycarbonaat platen. hergebruik co2 ook coMMercieel Mogelijk Het verwijderen van CO2 uit rookgassen is op een commerciële en verantwoorde wijze mogelijk. Dit is de uitkomst van het project Connecting CO2 the next step, onderdeel van het Nederlandse programma Pieken in de Delta, waarin TNO samen met BOM, REWIN, Impuls Zeeland en 27 andere bedrijven en onderwijsinstellingen de afvang en de mogelijkheden voor hergebruik van CO2 heeft onderzocht. De resultaten zijn gebaseerd op onderzoek dat heeft plaatsgevonden bij Ardagh Glass op Moerdijk en Zeeland Refinery in Vlissingen. De proeven hebben aangetoond dat het technisch mogelijk is om CO2 te verwijderen uit verschillende typen rookgas. Het slim inzetten van restwarmte als energiebron kan een significante kostenreductie opleveren. cargill oPent bio-ethanol fabriek Cargill heeft haar bio-ethanolfabriek in Bergen op Zoom officieel in gebruik genomen. Het bedrijf geeft hiermee een nieuwe toekomst aan haar voormalige maïsfabriek. Tussen 2009 en 2011 bouwde het bedrijf haar maïsfabriek om voor de productie van bio-ethanol. In de fabriek kan duurzame biomassa – zijstromen met moeilijk winbaar zetmeel – worden omgezet naar ethanol voor biobrandstoffen of andere industriële toepassingen. Omdat de bio-ethanol in Bergen op Zoom op een duurzame en milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd, kan Cargill gebruikmaken van de regeling van het Nederlandse ministerie die dubbeltelling van biobrandstoffen mogelijk maakt bij het behalen van de kwantitatieve verplichting voor deze brandstoffen. Sinds 1987 produceert Cargill in Bergen op Zoom zetmeel en glucose voor onder meer de voedingsindustrie. Alain Dufait, general manager, ziet de oude maïsfabriek die nu toch nieuwe toekomstperspectieven biedt, als mooi voorbeeld van innovatie en ondernemerschap. ‘We slagen erin om de zijstromen van onze tarweverwerking om te zetten in producten van hoge kwaliteit, een voorbeeld van hoe we voortdurend proberen onze activiteiten te optimaliseren.’

nederland presteert economisch goed, maar scoort wat betreft concurrentie- en innovatievermogen in de Europese middenmoot. Dat blijkt uit een rapport van tno. Hoewel Nederland nog steeds bovengemiddeld investeert in de ontwikkeling van de kenniseconomie, is het aandeel van mensen werkzaam in innovatieberoepen de afgelopen jaren onder het EU-gemiddelde gezakt. Wil Nederland met gidslanden als China en Duitsland meekomen, dan zullen overheid en bedrijven volgens TNO vooral moeten werken aan economische schaalvergroting, zodat innovatieafdelingen betaalbaar blijven. In sommige gevallen zal dit betekenen dat Nederlandse bedrijven door buitenlandse multinationals moeten worden overgenomen. Bij het opstarten van een salpeterzuurfabriek op industrieterrein Chemelot in Geleen zou een gaswolk met stikstofoxide op het terrein zijn neergeslagen. De bedrijfsbrandweer greep in en vernevelde de wolk. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. Bij het opstarten van de salpeterzuurfabriek komt volgens de brandweer altijd NOx vrij. Maar door regen en wind kwam een deel van de gaswolk op de grond terecht. Een chemiebedrijf in Uithoorn werd in juni ontruimd nadat een vat met de stof bodoxin (een pesticide) was omgevallen en lek geraakt. Ongeveer honderd mensen moesten het pand van Quaker Chemicals verlaten. Vier personen werden onwel, maar konden ter plekke worden behandeld door ambulancepersoneel. De overname van de Zwolse buizenfabrikant wavin door het Mexicaanse bedrijf Mexichem stuit niet op concurrentiebezwaren. Mexichem bracht in maart een bod uit op Wavin en liet eind mei weten dat het inmiddels 97 procent van de aandelen in handen had. De Mexicanen betalen 10,50 euro per aandeel, ofwel 531 miljoen euro in totaal voor de Zwolse onderneming.

PETROCHEM 07/08 – 2012

7


FEITEN & CIJFERS

shell heeft het laatste deel van de sanering van het overhoeksterrein afgerond en heeft het terrein overgedragen aan de gemeente Amsterdam. Het is de bedoeling dat de gemeente Amsterdam en projectontwikkelaars het verder ontwikkelen tot de wijk Overhoeks, genoemd naar de markante voormalige Shell-toren. De TU Delft, de RU Groningen en de TU Eindhoven ontvangen een gezamenlijke subsidie van 2,3 miljoen euro uit het programma Investeringen NWO-groot voor het bouwen van een innovatieve neutronenmicroscoop. Onderzoekers kunnen met deze neutronenmicroscoop zeer nauwkeurig de positie en bewegingen van atomen en moleculen in materialen zien. De microscoop komt in Engeland te staan, maar zal beschikbaar zijn voor Nederlands materialenonderzoek.

BEDRIJVENNIEUWS harmen Peters (52) is benoemd tot CFO van BioMCN. Peters maakt deel uit van de raad van bestuur. Voor zijn benoeming bij bioMcn werkte Peters als financieel bestuurder bij onder meer bij Polynorm, TBI Holding, Daalderop en IthoDaalderop. aPM terminals heeft ben vree benoemd tot chief executive officer van de Europa Regio. Eerder dit jaar werd Vree al benoemd tot CEO van APM Terminals Rotterdam. Tot zijn aantreden begin dit jaar bij APM Terminals was hij interim-CEO van North Sea Group.

resPonsible care-Prijs naar twee winnaars Voor het eerst in de geschiedenis van de Responsible Care-prijs heeft de VNCI twee winnaars uitgeroepen. Teijin Aramid in Arnhem en AkzoNobel in Amersfoort ontvangen beide de prijs voor duurzaamheid. Daarnaast ontving Sabic, dat samenwerkte met Markiezaat Container Terminal (MCT), een eervolle vermelding. Teijin Aramid is in Arnhem en Emmen begonnen met het bouwen van een fabriek en het opzetten van een wereldwijde infrastructuur om (restafval van) producten van aramidevezels terug te halen uit de markt en te verwerken tot een nieuw, gerecycled product. AkzoNobel ontwikkelde een technologie op basis van dimethylether om dierenhuiden te ontvetten en ontwateren, waarbij minder energie, water en chemicaliën nodig zijn dan bij de traditionele ontvettingsmethoden. Bovendien ontstaat er aanzienlijk minder afvalwater en is het vet dat via de nieuwe technologie wordt verkregen meer waard. Sabic en Markiezaat Container Terminal (MCT) hebben het aantal kilometers dat lege containers afleggen, drastisch beperkt. Containers die binnenkomen, worden nu weer opnieuw ingezet door andere bedrijven. ‘toPsectorenbeleid helPt innovatie niet’ Het topsectorenbeleid van de overheid om innovatie te stimuleren in het Nederlandse bedrijfsleven is duur en inefficiënt. Bedrijven zijn niet de instellingen die onderzoek moeten doen, dat zijn de universiteiten en die krijgen al jaren te weinig geld van de overheid. Dat zei topeconoom Sweder van Wijnbergen in een gastlezing bij de VNCI. Nu wordt veel geld gepompt in bepaalde sectoren die het goed doen, om zo de concurrentiepositie van deze sectoren te versterken. In de ogen van Van Wijnbergen is dat echter riskant, omdat vaak alleen grote bedrijven hiervan profiteren en omdat veel van de investeringen niet goed wordt besteed. Het zou veel beter zijn als de overheid innovatie in het algemeen zou stimuleren, bijvoorbeeld door het (technisch) onderwijs en het onderzoek op universiteiten te verbeteren. ‘We moeten geen eigen Silicon Valley willen, maar liever een topuniversiteit waar de allerbeste wetenschappers en studenten met elkaar kunnen concurreren’, aldus de economieprofessor. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zegt in een reactie dat door het topsectorenbeleid geen euro minder naar universiteiten is gegaan. Wel is bezuinigd op toegepaste onderzoeksinstituten als TNO en NWO en op subsidies voor bedrijven. Volgens een woordvoerster van het departement komt nu nog steeds ongeveer negentig procent van de publieke middelen voor vrij onderzoek níet bij topsectoren terecht. Ook doet de mkb-sector ruimschoots mee. Het beleid van het ministerie is erop gericht dat bedrijven, universiteiten en onderzoeksinstellingen goed samenwerken bij onderzoek.

BRENT RUWE OLIEKOERS 115

108

PRIJS PER VAT IN US DOLLARS

De prijzen van producten van de Nederlandse industrie zijn volgens het CBS in mei met 0,9 procent gedaald ten opzichte van april. De prijsdaling was op de buitenlandse markten wat groter dan die op de binnenlandse markt. In april daalden de afzetprijzen in de industrie nog met gemiddeld 0,1 procent in vergelijking met een maand eerder. De prijsdalingen zijn voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de goedkoper wordende olie.

101

94

87

80

17 18 21 22 23 24 25 29 30 31 1

MEI

8

PETROCHEM 07/08 – 2012

4

JUNI

5

6

7

8 11 12 13 14 15 18 19 20 21 22 25 26


FEITEN BUITENLAND Het Amerikaanse chemiebedrijf cabot neemt de Nederlandse koolstofproducent norit over voor een bedrag van 1,1 miljard dollar, bijna negenhonderd miljoen euro. Norit is nu nog eigendom van het Britse investeringsbedrijf Doughty Hanson, dat de onderneming in 2007 kocht, en de Nederlandse investeerder Euroland Investments. Het in 1918 opgerichte Norit is vooral actief op het gebied van waterzuivering.

Opec hOudt prOductieplafOnd Op peil De Opec handhaaft het huidige productieplafond van dertig miljoen vaten per dag, hoewel de prijs van Brent-olie momenteel onder de beoogde honderd dollar per vat ligt. Dat hebben de twaalf lidstaten afgesproken. Veel OPEC-landen hebben een prijs van minimaal honderd dollar per vat nodig om hun staatsfinanciën gezond te houden. Door de aanhoudende onzekerheid over de wereldeconomie, die een rem kan zetten op de vraag naar grondstoffen, zijn de olieprijzen de laatste tijd echter flink gedaald. Daar komt bij dat de productie van de Opec momenteel met 31,6 miljoen vaten per dag ruim boven de afgesproken limiet ligt. Dat komt vooral doordat Saoedi-Arabië te veel produceert. Dat doet het land bewust om te voorkomen dat oliesancties tegen Iran voor problemen met de toevoer en dus hoge prijzen zorgen. De Saoedi’s botsen vaker met Opec-bondgenoten over het prijsbeleid. Meer dan de meeste andere landen hebben zij oog voor het belang van economische groei, die kan worden afgeremd door een hoge olieprijs. Toen vorig jaar de olietoevoer uit Libië stokte, draaide Saoedi-Arabië de kraan ook verder open. ‘Olieprijs Onder druk, maar blijft hOOg’ De eurocrisis en de groeivertraging in China zetten in mei de vraag naar olie onder druk, maar de prijzen zijn nog altijd zo hoog dat ze economische groei afremmen. Dat stelt het Internationaal Energie Agentschap (IEA) in een maandrapport over de oliemarkt. Onzekerheid over de aanvoer van olie uit met name Iran dreef de olieprijzen in de eerste maanden van 2012 op. Vorige maand werd echter een scherpe daling ingezet. Investeerders maken zich zorgen over de ontwikkeling van de wereldeconomie. Minder groei leidt tot een kleinere toename van de vraag naar grondstoffen. Toch is het gevaar dat de prijzen weer gaan stijgen niet geweken. De kwestie-Iran hangt nog altijd boven de markt, aldus de IEA. De export uit Iran is flink gedaald door de sancties die veel landen hebben opgelegd wegens het kernenergieprogramma van het land. De Opec heeft desondanks in mei de productie nagenoeg gelijk gehouden op bijna 32 miljoen vaten per dag. Het totale aanbod steeg licht tot 91,1 miljoen vaten per dag. De IEA gaat voor dit jaar uit van een gemiddelde olievraag van 89,9 miljoen vaten per dag. eurOpese bOete gasbedrijven fOrs Omlaag De Europese Commissie heeft in 2009 een te hoge boete opgelegd aan de energiebedrijven E.on en Gaz de France Suez. Dat heeft het Europese Hof bepaald. Het hof verlaagde de boete van 553 miljoen euro naar 320 miljoen euro per bedrijf. Volgens de rechters hebben de Europese toezichthouders fouten gemaakt bij de bepaling van de duur van de misstanden. De commissie bepaalde in juli 2009 dat de Duitse en Franse bedrijven illegale afspraken hadden gemaakt over marktverdeling. Die afspraken, waarbij de bedrijven afzagen van de verkoop van gas in elkaars markten, zouden stammen uit 1975 en zijn doorgezet tot 2005.

kijk voor meer nieuws op www.petrochem.nl

shell heeft bam opdracht gegeven om een 4,9 kilometer lange tunnel te bouwen, die deel uitmaakt van het Corrib-gasproject. Het Corribveld ligt zo’n tachtig kilometer uit de noordwestkust van Ierland. BAM Civil en dochterbedrijf Wayss & Freytag Ingenieurbau beginnen eind dit jaar met de boorwerkzaamheden die ongeveer vijftien maanden zullen duren. Het project wordt naar verwachting eind 2014 afgerond. De tunnel is onderdeel van een nieuwe gastransportleiding, die nodig is voor de exploitatie van het Corrib-veld dsm heeft van de Deense energieproducent Dong Energy opdracht gekregen om enzymen te leveren voor het omvormen van tarwestro tot cellulose-ethanol. De raffinaderij van Dong Energy in het Deense Kalundborg produceert jaarlijks 1,5 miljoen gallon ethanol en is de grootste ter wereld voor deze raffinage. De brandstof wordt door verkoopmaatschappij Statoil als BIO 95 2G brandstof aan de consument verkocht. murphy Oil heeft met fugro-tsm asia pacific een vijfjarig contract getekend voor ‘Life of Field’ werkzaamheden in maleisië. Het contract heeft een waarde van meer dan 140 miljoen dollar. De werkzaamheden zijn in mei 2012 begonnen. Fugro-TSM is verantwoordelijk voor het projectmanagement, de engineering van diverse werkzaamheden en veldwerk-activiteiten inclusief de installatie van infrastructuur op de zeebodem, ROV-inspectie en algemene ondersteunende werkzaamheden.

PETROCHEM 07/08 – 2012

9


INTERVIEW

‘Vertrouwen komt te voet en gaat te paard’

Het tankopslagbedrijf Odfjell staat al een tijdje in de negatieve publiciteit. Terecht, er zijn verschillende zaken misgegaan. Maar voor het perspectief is het goed om de versie van directeur Geert Eijsink eens te horen. ‘Ik wil de incidenten die we hebben gehad zeker niet bagatelliseren, maar als je de pers zou moeten geloven dan stroomt benzeen hier door de straten. Het gaat over restemissies in de ordergrootte van parts per million.’ David van Baarle/ Wim Raaijen

10

PETROCHEM 07/08 – 2012


FOTO’s: WIM RAAIJEN

PETROCHEM 07/08 – 2012

11


In maart schreef milieudienst DCMR een kritisch rapport over de tankterminal van Odfjell in het Botlekgebied. De pers pikte de berichtgeving op, deed er nog een schepje bovenop, maakte het publiek zo bang dat de Rotterdamse politiek zich ermee ging bemoeien. Die liet zich overtuigen van de goede intenties van de leiding van Odfjell en liet weten te vertrouwen op de maatregelen die al waren ingezet om de veiligheidsrisico’s te beperken. Toch was daarmee de kous niet af. Het bedrijf ligt op een petrischaal en ieder nieuw incident wordt aangegrepen om opnieuw de vinger beschuldigend richting het chemiecluster in de Botlek in het algemeen en Odfjell in het bijzonder te wijzen. Ook de landelijke politiek kreeg lucht van de zaak en er werden zelfs Kamervragen gesteld. Een tendentieus artikel in het Algemeen Dagblad, waarin de hele Rotterdamse industrie ervan langs kreeg, speelde daar een rol in. Niet alleen het beleid van Odfjell, en het veiligheidsniveau van de industrie als geheel werden aan de kaak gesteld, maar vooral ook de controlerende instanties kregen het verwijt steken te laten vallen. Algemeen directeur Geert Eijsink wil en kan niet beweren dat het bedrijf onterecht op het matje is geroepen, ‘maar als het hier daadwerkelijk zo onveilig is als in sommige media wordt beweerd, zouden wij er zelf nooit durven werken. Onze eerste prioriteit is de veiligheid van onze 350 medewerkers en onze omgeving. Als die in het geding zou zijn, zouden we onze werkzaamheden direct staken. Dat is echter niet zo. Ik wil de incidenten die we hebben gehad zeker niet bagatelliseren, maar als je de pers zou moeten geloven dan stroomt het benzeen hier door de straten. Er zijn inderdaad benzeenemissies geconstateerd, maar dat gaat over restemissies in de ordergrootte van parts per million. We investeren nu in nieuwe drijvende daken en vervangen het oude dampverwerkingssysteem voor een nieuwe om ook die laatste beetjes emissie vluchtige organische stoffen terug te dringen.’

‘We hebben veel steun gekregen van andere tank­ opslagbedrijven, buurbedrijven en klanten. Zij dachten structureel mee over oplossingen.’ 12

PETROCHEM 07/08 – 2012

Hectisch Het waren die benzeenconcentraties die DCMR voor het eerst alarmeerden. De milieudienst experimenteerde in augustus 2011 met een nieuwe en nauwkeuriger meetwijze om de verhoogde benzeenconcentraties in de Botlek te achterhalen. Odfjell werkte vrijwillig mee aan het testen van de apparatuur, maar op de site


werden hogere concentraties gemeten dan op vergelijkbare sites, hoewel altijd steeds binnen de vergunde normen. Men werd dan ook gesommeerd maatregelen te nemen om de emissies terug te dringen. Wat de milieudienst vervolgens tot extra maatregelen aanzette, is een ontsnapping van tweehonderd ton butaangas. Nu is een dergelijk incident op zich al ernstig genoeg, maar wat het bedrijf vooral kwalijk wordt genomen, is dat deze niet is gemeld aan de betrokken instanties. De instanties kwamen uiteindelijk achter het incident via een anonieme brief. Odfjell staat onder het toezicht bedrijfsrisico zware ongevallen (BRZO) en moet omwille van de veiligheid alle incidenten melden. Op het moment van schrijven, ligt deze zaak nog onder de rechter en kan Eijsink hier nog niets over zeggen. Maar gezien de openheid die het bedrijf de afgelopen maanden heeft getoond, zal het ook hierover uitgebreid berichten wanneer de tijd rijp is. Odfjell werd onder verscherpt toezicht gesteld en kreeg bij tijd en wijle onverwachte invallen van de inspectiediensten. Zo stond in februari ineens zes man van

de inspectiedienst ’s avonds laat op de stoep van het tankterminalbedrijf. In maart tuigden de inspectiediensten gezamenlijk een team op van zo’n 25 inspecteurs die de medewerkers het hemd van het lijf vroegen. ‘Dat is zeer ingrijpend’, vat Eijsink het samen. ‘Normaal gesproken is een inspectie al vrij hectisch, maar dan krijg je nog de tijd om alle papieren paraat te zetten. Nu moesten we alles ineens overal vandaan halen en waren soms drie groepen gelijktijdig bezig met het interviewen van mensen.’ Tegelijkertijd juicht Eijsink dergelijke onverwachte inspecties toe. ‘We moeten naar een situatie dat we elk moment alle belangrijke gegevens zo op tafel kunnen leggen. Dat we alles zo onder controle hebben dat we elk moment volledige openheid van zaken kunnen geven. Daar werken we nu hard voor.’ Man en macht De terminal van Odfjell in de Botlek heeft een lange historie die begint bij de bouw in 1957. In 1967 fuseert Pakhuismeesteren – de eigenaar van de terminal – met Blauwhoedenveem,

waardoor Pakhoed ontstaat. Tankopslagbedrijf Pakhoed fuseert in 1999 met branchegenoot Van Ommeren tot Vopak. Omdat de markmacht van deze fusiepartijen daarmee te groot zou worden, wordt een deel van de activiteiten verkocht. En daarmee komt de terminal in 2000 in handen van het Noorse Odfjell. Eijsink werd in 2009 door Odfjell gevraagd de site weer in topconditie te krijgen. Een opdracht die hem na aan het hart ligt, mede gezien zijn ervaring met de branche tijdens negentien jaar Pakhoed/Vopak en vier jaar bij Argos. ‘Het bedrijven van een terminal is een vak dat je langzaamaan in je vingers moet krijgen’, zegt Eijsink. ‘Toen ik in 2009 aantrad, trof ik echter geen echte tankopslagmannen meer aan in de directie. Daar heb ik dan ook snel verandering in gebracht. Dat wil overigens niet zeggen dat de site in slechte conditie was, we wilden echter de beste terminal van Europa worden. Daarvoor moest de cultuur om. In die tijd had ik ook de eerste discussies met DCMR over de veiligheid van de site en we besloten de

PETROCHEM 07/08 – 2012

13


uitdaging op te pakken met eigen medewerkers.’ ‘De bevindingen van DCMR, de Arbeidsinspectie Veiligheidsregio Rotterdam en Rijkswaterstaat hadden niet hoofdzakelijk met technische mankementen te maken’, verduidelijkt Eijsink. ‘Zo’n elf procent van de in de BRZO-rapporten geconstateerde overtredingen had betrekking op techniek. Het overige deel had veel meer te maken met organisatorische zaken zoals procedures en werkinstructies. Op technisch vlak waren we ook al sinds 2009 begonnen met verbeteringen, waar we een bedrag van 250 miljoen euro voor hebben uitgetrokken. Dit bedrag moet, naast het reguliere bedrag dat we jaarlijks uitgeven aan onderhoud, ervoor zorgen dat we straks een sterke terminal zijn. Wat dat aangaat, zijn onze doelen en die van de controlerende instanties gelijk. Het kost alleen wel tijd om dat voor elkaar te krijgen en het lijkt erop dat ons die tijd nauwelijks wordt gegund. Momenteel wordt onder andere met man en macht

gewerkt aan het nieuwe dampverwerkingssysteem, steigers zes en zeven worden gerenoveerd, tankputdijken ook en waar nodig vernieuwd. Focus is ook belangrijk. We moeten uitkijken dat we nu niet alles tegelijk willen of moeten doen. Dat is ook niet in het belang van onder meer de veiligheid.’ Buurman De meeste aandacht van de Odfjell directie richt zich momenteel op een goed werkend veiligheidsbeheersysteem. Eijsink: ‘De geconstateerde overtredingen maakten duidelijk dat we hiervoor te weinig aandacht hadden gehad. Goed veiligheidsmanagement is een samenstelling van hardware, cultuur en systemen. In alle drie moet je investeren al zal het één eenvoudiger zijn dan het andere. In de chemische industrie zie je dat veiligheid veel meer ingebakken zit in de bedrijfscultuur. De wereld van tankopslag groeit wat dat aangaat steeds meer richting chemie. Hoewel we ook dit traject al hadden ingezet, wezen de gecon-

stateerde overtredingen ons nog maar eens extra op het belang van een goede veiligheidscultuur. Om daar meer richting aan te geven hebben we onder meer de hulp ingeroepen van de Brown Paper Company die ook bij onze buurman Aluchemie grote resultaten heeft geboekt op het gebied van de veiligheidscultuur. Verder helpt TNO ons met het doorlichten van het veiligheidsbeleid. Ook hier geldt weer dat men zowel kijkt naar de integriteit van de assets als ook naar de processen en gedrag.’ Complex De license to operate van Odfjell lijkt nu in handen van de controlerende instanties en de publieke opinie. Bovendien heeft de casus de gehele industrie in het Botlekgebied een knauw gegeven. Eijsink: ‘We hebben veel steun gekregen van andere tankopslagbedrijven, buurbedrijven en klanten. Zij dachten structureel mee over oplossingen, hielpen met de root cause analyses en zijn ook bij ons op de site gekomen om proces-

VERBETERD ONDERHOUD sinds de overname door Odfjell in 2000 is er wel degelijk geïnvesteerd in de Botlek-site, met name in tankputten. Een van de maatregelen die al sinds 2002 was ingezet om de veiligheidsrisico’s beter te kunnen inschatten, was de overgang van time based inspection naar risk based inspection (RBI). Wanddiktemetingen, samen met kennis over en ervaring met de corroderende eigenschappen van de diverse chemicaliën die het bedrijf opslaat, geven de daadwerkelijke staat van de tanks aan. Ook werd het degradatiegedrag van de tanks onderling vergeleken. Met alle beschikbare gegevens kan vervolgens een betrouwbare failure mode effects and critically analysis studie worden gedaan. Alleen geldt voor deze methode wel dat hoe langer de historie is, hoe betrouwbaarder de analyses worden. Bovendien zijn betrouwbare wanddiktemetingen alleen mogelijk als de tank leeg is. Iets wat bij een gezonde tankterminal niet snel voorkomt. Wanneer bij een totaal areaal van bijna driehonderd tanks jaarlijks zo’n dertig stuks vrij komen voor inspectie, duurt het dus tien jaar voordat alle tanks kunnen worden geïnspecteerd. Vandaar dat Odfjell onder het huidige RBI-regime tot voor kort niet van alle tanks wist in welke staat ze verkeerden. Eijsink: ‘De nog niet geïnspecteerde tanks vielen nog wel ruim binnen de norm, dus van een gevaarlijke situatie was geen sprake. Maar daarmee ontstond voor een deel wel verwarring en het idee dat we geen controle hadden over onze assets.’

14

PETROCHEM 07/08 – 2012

Aantonen Intussen heeft DCMR een handhavingsbeschikking naar Odfjell gestuurd waarbij het bedrijf voor tachtig tanks waarin brandbare stoffen worden opgeslagen, moet aantonen dat de inspecties en het onderhoud conform de vergunningeisen zijn uitgevoerd. Ook moeten 21 vacuüm/drukventielen per 1 augustus gerepareerd zijn en 165 stuks van deze ventielen moeten per 1 september gecontroleerd, gekalibreerd en gecertificeerd zijn. Voor de overige tekortkomingen, zoals die in het onderhoudsprogramma en de uitvoering hiervan, handelen conform het RBI-regime en het op orde hebben van het archief en onderhoudsregistratiesysteem, is een termijn gesteld. DCMR dreigt met boetes als de termijnen die het stelt niet worden gehaald. Inmiddels worden grote slagen gemaakt op het onderhoudsbeheer met de implementatie van een ERP-systeem dat wordt gevoed met informatie uit een reliability centered maintenance-pakket dat op zijn beurt informatie krijgt van een risk based inspection systeem dat inspectieresultaten beoordeelt en classificeert. Het ERP-systeem weet welke assets moeten worden geïnspecteerd, de inspectieresultaten worden vervolgens beoordeeld en vergeleken en die gewogen beoordeling wordt vertaald in een preventieve onderhoudsplanning. Met de beschikbare informatie kunnen bovendien de onderhoudstaken nog eens worden geoptimaliseerd. Met deze architectuur voldoet de site van Odfjell straks als eerste aan het probabilistic preventive maintenance concept dat de Europese industrievereniging EEMUA wil voorschrijven aan tankopslagbedrijven.


sen te controleren. Het is een bekend spreekwoord dat vertrouwen te voet komt en te paard gaat en dat hebben we aan den lijve ondervonden. Nu is het zaak dat vertrouwen weer op te bouwen. Dat kan alleen maar door proactief te laten zien dat we onze processen op orde hebben en de veiligheid is gegarandeerd. Daarom zijn we ook heel open in onze communicatie en stelden we de poorten open tijdens de dag van het onderhoud. We zijn er nog niet, maar we zijn wel op de goede weg.’ Voor Eijsink zijn de laatste jaren een harde leerschool geweest. Het is hem nog meer duidelijk geworden dat veiligheid een gezamenlijke industriële verantwoordelijkheid kan en moet zijn. Alleen al omdat het vertrouwen niet alleen bij Odfjell te paard ging, maar tegelijk het imago van de hele procesindustrie met zich meenam. Ook de chemie, waar veiligheid soms als een religie wordt beleden, kwam onder het vergrootglas te liggen. De sector die bijvoorbeeld door ziekenhuizen wordt gevraagd om het veiligheidsregime te verbeteren. Enkele maanden geleden nam Odfjell een lijnmanager aan van

Sabic om de veiligheidscultuur een extra stimulans te geven. Eijsink: ‘Je moet expertise halen waar die het best is ontwikkeld, op het gebied van veiligheid is dat de chemie.’ Verder blijft het complex om op een goede manier met publiciteit om te gaan. ‘Het allerbelangrijkste is wel dat je openheid van zaken geeft.’ Hij betreurt het dat dit niet altijd is gebeurd.

BEKNOPT Na een aantal incidenten bij tankopslagbedrijf Odfjell en het daaropvolgend verschenen rapport van de milieudienst DCMR, ontstond er een golf van negatieve berichtgeving over het Noorse bedrijf. Odfjell werd onder verscherpt toezicht gesteld. Directeur Geert Eijssink belicht de zaak vanuit het perspectief van Odfjell. Volgens hem behoort het niet-transparant afwikkelen van zaken voorgoed tot het verleden. Incidenten zullen niet meer onder de hoed blijven.

Transparant Hij steunt ook van harte de roep om peering reviews, zoals onlangs bij het Deltavisie-congres werd ingebracht en ook door de VNCI tijdens de jaarvergadering werd onderstreept. ‘Bedrijven kunnen veel van elkaar leren, weten we nu ook uit ervaring.’ Verder is het belangrijk dat het onderlinge vertrouwen groot is. De afgelopen tijd is geen klant weggelopen bij Odfjell, stelt Eijsink. En ook is geen personeelslid weggegaan omdat hij of zij het niet vertrouwde. Wel heeft de manager die verantwoordelijk is voor onderhoud recent zijn functie neergelegd. Volgens het bedrijf neemt hij daarmee verantwoordelijkheid voor het ontbreken van de benodigde vergunningen voor lopende projecten. Dat past in de lijn die Odfjell heeft ingezet. Dat er zaken niet transparant worden afgewikkeld, horen volgens Eijsink tot het verleden. En dat incidenten onder de hoed blijven, is ook uit den boze. Toch zal het nog wel even rommelen rondom de Botlek-site van Odfjell. Al was het maar omdat de laatste inhaalslagen nog moeten worden gemaakt.’ W

PETROCHEM 07/08 – 2012

15


PROJECT

Shell Pernis blijft met HDS-6 meespelen Shell opende in juni de zesde ontzwavelingsfabriek op zijn raffinaderij in Pernis. Midden in het draaiende raffinagecomplex is twee jaar gewerkt aan de bouw van de nieuwe installatie, die zo’n vijfhonderd miljoen dollar kostte. Een opvallende investering in een tijd dat het slecht gaat met de Europese raffinagesector.

Francis Voermans

BEKNOPT Shell heeft in Pernis de HDS6installatie in gebruik genomen. De investering – vijfhonderd miljoen dollar – maakt duidelijk dat Shell toekomst ziet voor de grootste raffinaderij in Europa. HDS6 zorgt ervoor dat de productiecapaciteit van laagzwavelige diesel flink is toegenomen. Daarnaast kan Shell huisbrandolie maken volgens de nieuwste Europese normen en is het bedrijf flexibeler geworden in de soorten ruwe olie die het kan innemen. Het project is goed verlopen, op één ongeval met verzuim na. Het is wel volgens het geplande budget uitgevoerd en de fabriek is zonder problemen opgestart. ‘Binnen een week deed de installatie waarvoor hij was ontworpen’, zegt Arthur de Leeuw, projectleider bij de commissioning en opstart van HDS-6.

16

PETROCHEM 07/08 – 2012

De Europese raffinagesector staat onder druk. Door overcapaciteit en lage marges is een aantal raffinaderijen al stilgelegd of tot depot omgebouwd. Meer sluitingen zullen waarschijnlijk volgen. Investeringen in de sector zijn dan ook schaars. Toch bouwde Shell voor zo’n vijfhonderd miljoen dollar een nieuwe HDS-installatie in Pernis. De investering maakt duidelijk dat Shell toekomst ziet voor de raffinaderij, die de grootste is in Europa. ‘De raffinage-industrie heeft het al jaren moeilijk. Met deze investering kunnen we mee blijven spelen’, zegt Arthur de Leeuw, projectleider bij de commissioning en opstart van HDS-6. De nieuwe HDS (HydroDeSulphurisation) installatie is van groot belang voor de raffinaderij. De installatie zorgt ervoor dat de productiecapaciteit van laagzwavelige diesel flink is toegenomen. Daarnaast kan Shell huisbrandolie maken volgens de nieuwste Europese normen. Die bepalen dat huisbrandolie sinds begin vorig jaar nog slechts vijftig ppm zwavel mag bevatten waar de officiële grens voorheen duizend ppm was. Voornamelijk in Duitsland, maar ook in Oostenrijk en Zwitserland wordt huisbrandolie nog veel gebruikt. ‘Zonder HDS-6 was die markt weggevallen’, stelt De Leeuw. ‘Daarnaast zijn we met de nieuwe installatie ook flexibeler in de soorten ruwe olie die we kunnen innemen.’ Hoge druk HDS-6 verwerkt gasolie, afkomstig uit de crude distiller en uit de hycon-installatie. In de gasolie zit één á twee procent zwavel, HDS-6 brengt dat terug tot tien of vijftig ppm. De gasolie met tien ppm zwavel wordt opgewerkt tot diesel en uit de vijftig ppm stroom wordt huisbrandolie gemaakt. De nieuwe installatie is de zesde en “zwaarste” ontzwavelingsfabriek op het

raffinagecomplex van Shell. De fabriek werkt met eigen Shell-technologie. De kern is het reactorvat, waarin het zwavel wordt “losgebroken” uit de koolwaterstoffen met behulp van een katalysator en onder toevoeging van waterstof. De reactor opereert bij zeventig bar en 375 graden Celsius. De andere ontzwavelingsinstallaties werken bij een druk van zo’n veertig bar. Door de hogere druk kan de nieuwe installatie dieper ontzwavelen. Vanwege de hoge druk heeft het reactorvat dikke wanden en weegt het wel zo’n vijfhonderd ton. Het zwavel komt vrij als gasvormig zwavelwaterstof dat in een destillatiekolom wordt afgescheiden van de gasolie. De HDS-unit bestaat verder uit een fornuis dat de ingaande gasolie opwarmt tot 375 graden. Een serie warmtewisselaars verwarmt de gasolie voor, met behulp van de uitgaande stroom. Twee compressoren, waarvan één reserve, brengen de waterstof op druk. Waterstof Naast de HDS-unit bouwde Shell ook een nieuwe DIPA-unit. Hierin wordt het H2S gescheiden van de andere gassen – voornamelijk waterstof en methaan – via absorptie in een amine. Het gevormde H2S wordt met het Claus-proces omgezet in elementair zwavel. Dit gebeurt in de bestaande SRU-installatie die voor HDS-6 werd uitgebreid. Het project omvatte verder een capaciteitsvergroting van een zuurwaterstripper en aanpassingen aan pijpleidingen, opslagtanks en andere infrastructuur. ‘De installatie is gebouwd volgens de laatste stand der techniek. Hij is bijvoorbeeld heel energie-efficiënt, met name doordat de energie voor het opwarmen van de ingaande stromen optimaal wordt teruggewonnen’, zegt De Leeuw. Met de komst van de HDS-6 is het waterstofverbruik van de raffinaderij gestegen. De extra waterstof wordt gele-


verd door de nieuwe waterstoffabriek van Air Products in de Botlek, die begin dit jaar in bedrijf ging. De fabriek van Air Products is met een pijpleiding aangesloten op het centrale waterstofnet van de raffinaderij. Dit net wordt ook gevoed vanuit verschillende units op de raffinaderij zelf: de platformer, een speciale waterstoffabriek die aardgas omzet,

en drie olievergassers. De nieuwe externe bron geeft Shell extra flexibiliteit en bespaart bovendien kapitaallasten. Uitdaging Het HDS-6 project ging begin 2008 van start, toen Shell begon met het ontwerp. In augustus 2009 kwam de definitieve investeringsbeslissing en twee maanden

ZwAvELOvERSCHOT Door de komst van HDS-6 produceert Shell honderd ton zwavel per dag extra, bovenop de 450 ton die het al uit olie wint met de andere vijf HDS-units. Het zwavel wordt voornamelijk afgezet aan kunstmestproducenten, een kleiner deel wordt verkocht als grondstof voor de chemie. Er dreigt echter een overschot te ontstaan aan zwavel. Doordat opgepompte olie en gas steeds meer zwavel bevat, neemt de wereldwijde productie snel toe. Shell is daarom op zoek naar andere afzetmogelijkheden voor het zwavel. Onderzoekers van het bedrijf werken aan drie nieuwe toepassingen. Qua volume de meest veelbelovende is Thiocrete, een nieuw beton waarin zwavel cement vervangt. Thiocrete is volgens de Shell-onderzoekers in veel opzichten beter dan cementbeton. Het is harder, gemakkelijker vorm te geven en niet poreus. Een nadeel is dat het niet tegen hoge temperaturen en drukken bestand is, waardoor het niet geschikt is voor constructiewerken. Maar bijvoorbeeld in steun- en kademuren, verkeersbarrieres, dijkbekleding en betontegels zou Thiocrete goed kunnen worden toegepast. Daarnaast ontwikkelt Shell onder de naam Thiopave een nieuw asfalt op basis van zwavel. Het zwavel vervangt daarbij een deel van het bitumen, wat leidt tot een sterker wegdek, dat beter bestand is tegen groefvorming en vloeistoflekkages. Thiopave zou bijvoorbeeld kunnen worden ingezet voor asfaltering op vliegvelden, bij chemische fabrieken of containerterminals. Een derde nieuwe toepassing is gevonden in zwavelversterkte kunstmest (Thiogro), dat kan worden gebruikt om op zwavelarme gronden de oogst te verbeteren.

later ging de eerste paal de grond in. Daarmee begon de klus die in totaal 3,5 miljoen manuren aan werk zou vragen. Personeel van vele aannemers, veelal uit het Oostblok, maar ook uit Nederland, Ierland en Duitsland, bouwde de nieuwe fabriek volgens een strak schema. Op de top werkten 1.300 mensen op het complex aan het project. Het projectmanagement werd uitgevoerd vanuit de projectafdeling van Shell in Rijswijk. Het projectteam – bij elkaar zo’n zeventig man – bestond naast de projectexperts uit Rijswijk, uit mensen van de raffinaderij en van hoofdaannemer CB&I Lummus. De uitdaging was om de grote fabriek in te passen zonder de operatie van de raffinaderij te hinderen. Dat is gelukt, zegt De Leeuw. ‘De raffinaderij is continu blijven draaien. We hebben wel gebruikgemaakt van geplande stops van omliggende units, maar er zijn geen extra stops geweest. De productie heeft geen impact ondervonden van de bouw.’ Veiligheid Omdat de bouwactiviteiten op een draaiend complex werden uitgevoerd, was veiligheid een belangrijk aandachtspunt. De vele nationaliteiten die aan het project werkten, maakten dat extra complex. De Leeuw: ‘We hebben eigen trainingen gegeven in verschillende talen aan iedereen die op het project werkte. Ook de

PETROCHEM 07/08 – 2012

17


DE KUNST VAN HET VERSTAAN

...

...

VEILIGE RADIOCOMMUNICATIE START MET LUISTEREN Elkaar verstaan is essentieel in situaties waar mensenlevens op het spel staan. Gebrek aan bereik, bezette gesprekskanalen of zelfs uitval van apparatuur zijn zaken die fatale gevolgen kunnen hebben. Verstaan begint bij goed luisteren. Daarom zijn we vooral geïnteresseerd in uw wensen en eisen. We combineren dat met onze kennis én kwalitief hoogstaande (ATEX) apparatuur. Het resultaat: op úw bedrijf toegespitste radiocommunicatie waar u op kunt vertrouwen.

Zo kunt u advies, bereikmetingen, maatwerk en apparatuurkeuze in één hand houden. Dat kan resulteren in een geïntegreerd systeem met (explosieveilige ATEX) portofoons en koppelingen naar paging, meldkamersystemen, telefooncentrales en slagboominstallaties. En kopen hoeft niet. Huren kan ook.

www.flash-services.com


FOTO: SHELL

werkvergunningen die we afgaven, waren standaard in drie talen opgesteld, in het Nederlands, Engels en Duits.’ De werkvergunningen zijn een belangrijke pijler van het veiligheidsbeleid, vervolgt De Leeuw: ‘Elke bouwactiviteit gebeurt onder een specifieke vergunning. Voor iedere klus wordt een aparte vergunning gegeven aan een beperkt aantal mensen. Het project had daarvoor een eigen vergunningenbalie die 24 uur per dag bemand was. De aannemers moeten zorgen dat ze de vergunningen op tijd aanvragen.’ Het vergunningensysteem brengt extra administratie met zich mee, maar heeft zeker niet tot vertragingen geleid, stelt De Leeuw: ‘Als je een vergunning aanvraagt, moet je vooraf goed nadenken hoe je het werk veilig gaat uitvoeren en hoe je het organisatorisch aanpakt. Dan denk je ook na hoe je het werk efficiënt kunt laten verlopen.’ De aannemers die aan het project werkten, waren bekend met dit soort veiligheidsvoorschriften. Het is een belangrijk punt bij de selectie, zegt De Leeuw: ‘Bedrijven die inschrijven, moeten aan vastgestelde selectiecriteria voldoen. Vervolgens gaan we bij ze op bezoek om de veiligheidscijfers in eerdere projecten te bekijken en beoordelen we door interviews ter plekke of het goed zit met de veiligheid.’ Ondanks de uitvoerige veiligheidsmaatregelen is de nul-ongevallendoelstelling net niet gehaald. ‘We hebben één onge-

val met verzuim gehad’, zegt De Leeuw. Verder is het project heel goed verlopen. ‘Het is volgens het geplande budget

SCHERPERE NORMEN Zwavel is een ongewenste component in brandstoffen. Het veroorzaakt snellere slijtage van motoronderdelen, verontreinigt katalysatorsystemen en bij de verbranding ontstaan zwaveloxides, die smog en zure regen veroorzaken. De Europese Unie legt daarom normen op voor de maximale zwavelgehaltes in brandstoffen. Diesel en benzine mogen in Europa maximaal tien ppm zwavel bevatten. Ook de norm voor huisbrandolie is vorig jaar verscherpt naar vijftig ppm. Er is nog één grote brandstofstroom waar veel zwavel in zit: de zware stookolie voor de scheepvaart. Met internationale afspraken wordt ook hier geprobeerd de zwaveluitstoot terug te brengen. Zo is wereldwijd de norm dit jaar verlaagd van maximaal 4,5 naar 3,5 procent. In de SECA-gebieden, waar de Noordzee onder valt, geldt een maximaal zwavelgehalte van één procent voor stookolie. Noordwest Europa wil deze norm vanaf 2015 verder aanscherpen naar 0,1 procent, maar daarover is nog veel discussie. De vraag is hoe de zwaveluitstoot het beste kan worden verlaagd. In plaats van laagzwavelige stookolie, zou de scheepvaart ook laagzwavelige diesel kunnen gaan gebruiken. Een andere optie is een gaswasser aan dek, die de rookgassen reinigt. Zo lang er niet meer duidelijkheid is over de toekomstige aanpak, zullen raffinaderijen niet investeren in ontzwavelingsinstallaties voor zware stookolie.

uitgevoerd. We hebben alleen een paar maanden vertraging opgelopen doordat enkele stuks apparatuur afwijkingen hadden die voorafgaand aan de opstart moesten worden gecorrigeerd.’ Integratie In maart dit jaar is de fabriek zonder problemen opgestart. ‘Binnen een week deed de installatie waarvoor hij was ontworpen’, zegt De Leeuw. Door de integratie van de fabriek in de bestaande eenheden, is er nauwelijks extra mankracht nodig voor de operatie. De installatie wordt bestuurd via een Fieldbussysteem vanuit een bestaande controlekamer. HDS-6 draait inmiddels vol mee in de productie. Dat is te danken aan de goede voorbereiding van de opstart, niet alleen wat betreft de hardware, maar ook de procedurele en organisatorische kant. De Leeuw: ‘We hebben er een grote fabriek bij. De planningsafdeling heeft dat van tevoren goed bekeken en trials uitgevoerd rond de logistiek. Op alle vlakken is de nieuwe unit goed geïntegreerd in de raffinaderij.’ n

PETROCHEM 07/08 – 2012

19


BINNENSTEBUITEN Jarenlang zaten Niko van Gent en Jan Van Doorslaer midden in de chemische sector. Nu bekijken ze alles van buitenaf.

Duurzaamheid? Er zal nog wel wat water door de Rijn, Maas en Schelde vloeien vooraleer we op deze aardbol een formule zullen op punt gesteld hebben om duurzaamheid te meten. Meetsystemen zijn er af bij de vleet, maar een gemene deler hebben we nog niet gevonden. Of beter gezegd: we zijn het er nog niet over eens. Vaak gaan we – zeker als individueel consument – bij de beoordeling of iets duurzaam is of niet af op een mengeling van ratio en emotie. Dat is volkomen begrijpelijk. ‘Economie is geen exacte wetenschap’, hoor ik nog de vroegere hoofdeconoom van Fortis zeggen. De dynamiek van de markt wordt sterk bepaald door de reactie, het koopgedrag van de consument en daar speelt zowel ratio als emotie, en die is ook niet te vatten in voorspelbare of controleerbare formules. Sturen Het gedrag van de consument willen sturen, is finaal het doel van marke­

20

PETROCHEM 07/08 – 2012

ting. Je kan dat op zeer extreme manieren doen. In het vroegere Oostblok – ik herinner me nog leven­ dig een bezoek aan het Kaufhaus op de Alexanderplatz in Oost­Berlijn begin jaren tachtig – kreeg de consument een soms zeer beperkte keuze. Drie soorten kousen, in drie maten en in drie kleu­ ren. Ja, dan hoef je niet lang te kiezen en misschien is dat zelfs een duurzamer model dan wat we vandaag aan over­ vloed van variëteiten in onze kleine en grote winkels vinden. Een ander uiterste is dat we de consument gaan helpen om keuzes te maken door hem subsidies voor te spiegelen, te beloven en uit te keren. Dan doen we het op de manier van de oude fabel waarbij de ezel – vergeef me de vergelijking – zal blijven doorgaan als we hem een wor­ tel voorhouden. Dat is wat we hebben gedaan – zeker in Vlaanderen/België en bij uitbreiding in Europa en de Verenigde Staten – door

Jan van Doorslaer

subsidies toe te kennen voor de plaat­ sing van zonnecellen. Vooral de “groene” beweging wilde via dit soort modellen de duurzaamheid bevorderen bij Jan Modaal. Alleen blijkt hun model niet echt duurzaam en velen uit de bedrijfs­ wereld hadden daarvoor gewaarschuwd. Subsidies van de overheid kunnen een “hype” veroorzaken, maar van hypes is bekend dat ze snel ontvlammen, en al even snel doven. Hypes zijn GEEN voorbeeld van duurzaamheid, maar van de “oude” economische cycli. Vrije markt Midden juni kregen we daar in België nog een sociaal dramatisch voorbeeld van. Toen kondigde Photovoltech, de enige Belgische producent van zonnecel­ len voor dito panelen, het nakende einde van haar activiteiten aan. Nochtans was Photovoltech in 2001 opgericht door twee industriële reuzen: Total en GDF Suez. Met dit initiatief werden twee


investeerders gevonden die geloofden in de innovatie van het technologiecen­ trum IMEC, gegroeid uit de universi­ teit van Leuven, zeg maar de Vlaamse Alma Mater, met wortels in de Late Middeleeuwen. Maar de vrije markt zou de vrije markt niet zijn, als velen zich geroe­ pen voelen om in te spelen op de hype van zonnepanelen. En wat voor­ spelbaar was geschiedde. Er doken veel nieuwe spelers op, en niet in het minst Chinese producenten die uiteraard en vandaag nog een stuk goedkoper kunnen produceren. Resultaat: over­ productie en een prijzenoorlog, ook al bekende economische fenomenen. En wie haalt het dan? Diegenen die het goedkoopst kunnen produceren, die de consument een aantrekkelijk product (prijs/kwaliteit­verhouding) kunnen bieden of die verlies kunnen slikken? In het geval van Photovoltech zou je ervan uitgaan: die twee Franse reuzen, Total en GDF Suez, kunnen wel wat incasseren. En dat is ook zo. Alleen kan dat niet lang duren, ook niet bij de Grote Industriëlen. Resultaat van de hype: 257 jobs die moeten worden geschrapt, tenzij er een “witte ridder” opdaagt die de activiteiten in de fabriek in Tienen – toevallig ook de suikerstad van België – wil overne­ men. De kans wordt klein geacht. Deze Belgische case is er maar eentje en nog een kleintje. Eerder dit en vorig jaar gingen minstens zes Duitse producenten van zonnecellen en ­panelen naar de haaien met een verlies van minstens vijduizend jobs. Zelfs in China moesten negen van de elf producenten van zon­ necellen de boeken dicht doen. Ondermaats Bij dit debacle komen me dan de pleidooien voor de geest van de grote NGO’s die ons voorhielden dat investeren in alternatieve energieën ons duizenden, zo niet tienduizenden jobs zou opleveren. In de sector van de zon­ nepanelen blijkt hun “model” een zeep­ bel te zijn. Ook bij de investeringen in windenergie ontbeer ik een duurzaam­ heidsbalans. Ja, de wind is gratis. En voor de bouw van de molens en hun onderhoud zijn er jobs geschapen, maar eens de molens er staan en draaien kun­ nen ze met letterlijk één muisklik wor­ den gevolgd en gestuurd. Ook in deze sector is de sociale component zwak, ja

ENERGIE VAN EEN RIMPELING ‘Vergroot eerst de vijver en ga dan pas vissen.’ Dat was nog eens een start daar in de Commissarissenkamer van het RDM gebouw in Rotterdam. Deze metafoor gebruikte Huub Kleinrouweler, directeur Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam, tijdens zijn Deltavisie-masterclass: Hoe zorg je voor aanwas op de arbeidsmarkt? Visvijver vergroten? Is daar zomaar ruimte voor? Dan pas vissen? Houdt iedereen van vissen? De woorden dobberen nog steeds door mijn hoofd. Niko van Gent Huub wilde tijdens zijn presentatie graag worden geïnterrumpeerd – en die suggestie kwam in die oude bruine Bestuurskamer goed over. ‘We hebben te maken met vergrijzing, een tekort aan goed geschoold technisch personeel en de industrie in Nederland heeft een slecht imago. ’ Voldoende uitdagingen hoorde je de krakende zaal denken. Toen Huub het woord grijs liet vallen, was de toon gezet. ‘Laat mij hier buiten’, zei een havenmanager met golvend grijs haar. ‘Jij hebt nog haar’, zei een collegiale bestuurder glimmend. Deze steen zorgde voor een zichtbare rimpeling en gaf de gasten extra energie om de vijver daadwerkelijk aan te pakken. De visie was helder en de visie werd door de vijfentwintig genodigden omarmd. De vijver hoeft niet per se groter, maar een stuk aantrekkelijker. Ik was het met Roelf Venhuizen (Profion) eens. Hij stelde voor om lokale initiatieven te ontwikkelen in plaats van dure landelijke campagnes. ‘Bedrijven moeten een paar enthousiaste kartrekkers vrijmaken, die jongelui kunnen verleiden om in onze industrie te komen werken en dat verleiden moet in het basisonderwijs beginnen.’ Anja van Gelder (Huntsman): ‘Mogelijk houdt het achterop raken van jongens verband met de vervrouwelijking van het onderwijs? Veel jongetjes voelen zich niet begrepen door de vrouwelijke opvoeders en weten zich al snel veroordeeld als onhandelbaar en druk.’ Ik kom nog even terug op de vijver. Waarom leren kinderen op school wel hoe dril zich ontwikkelt tot kikker, maar hebben ze geen idee hoe de vijverpomp werkt? Dagelijks gebruiken ze hun mobieltje en chatten ze urenlang met hun klasgenootjes, maar waarom dat mobieltje geen snoer heeft? Uit ervaring weet ik dat basisschoolleerlingen genieten van technieklessen en dat de wat zwakkere leerlingen zelfs opbloeien en daardoor meer zelfvertrouwen krijgen. Maar helaas zijn er maar weinig bedrijven die deze initiatieven lang volhouden en zijn er vele die liever hun poorten potdicht houden. Maar ik weet ook dat leerlingen die na de basisschool naar een technische opleiding doorstromen bij hun vriendjes geen helden zijn. Naast school, industrie en media spelen ook de ouders een belangrijke rol bij de keuze van de leerling om wel of niet voor een technische vervolgopleiding te kiezen. De meeste kinderen kiezen voor een richting die overeenkomt met wat de ouders het beste vinden voor hun kind en dan is er al snel sprake van CITO-paniek. Ouders oefenen dagenlang met hun kind oude toetsen want dan kan het hopelijk toch naar de havo. Of die schat op zijn tenen moet lopen, is minder belangrijk dan tegen vrienden te moeten zeggen: het is niet gelukt, het wordt helaas vmbo. Waarom niet met trots van de daken roepen: ‘Mijn kind wordt vakman en staat nu al te trappelen om naar het (v)mbo te gaan.’ Leve de maakindustrie.

Niko van Gent niko_van_gent@xs4all.nl

zelfs ondermaats. Ik vind dit allesbehalve opwekkend. Het zou die NGO’s ertoe moeten aanzetten goed na te denken over duurzaamheid en om naast de ecologische poot ook vol­

doende aandacht te schenken en gewicht toe te meten aan de economische en sociale poten van het melkstoeltje van duurzaamheid.

Jan Van Doorslaer

PETROCHEM 07/08 – 2012

21


Uw isolatie in goede handen Wij staan in de startblokken om uw onderhoud en nieuwbouwproject succesvol te laten verlopen. Met Harsco heeft u één aanspreekpunt voor isoleren, steigerbouw, hoogwerkers, fireproofing, stralen en conserveren. Alle disciplines dus onder één dak. Met een groot potentieel aan materialen en gekwalificeerde monteurs. Met een strakke planning en vakkennis on-site. En boven alles met een scherp oog voor de kwaliteit van het werk.

22592

Neem voor meer informatie contact op: T (0900) 742 00 00 E info@harsco-i.nl www.harsco-i.nl


ParaPlu laadt smartPhone oP

ook op YouTube werd het filmpje vooral als ‘niet leuk’ gemarkeerd. (op 28 juni 914 keer gemarkeerd als leuk en 6047 keer als niet leuk). Een aantal vrouwelijke wetenschappers is op Twitter en YouTube een tegencampagne begonnen: #RealWomenOfScience laat filmpjes zien waarin zij zich presenteren. Minder sexy, wel realistischer. energie uit hondendrollen

Een Britse professor heeft samen met Vodafone een paraplu ontwikkeld met flexibele zonnepanelen, batterij en signaalversterking. De Vodafone Booster Brolly heet het gadget dat werd ontwikkeld door Kenneth Tong en zijn studenten aan het University College in Londen. Tong is gespecialiseerd in antennes en microgolven en greep zijn kennis aan om de paraplu te voorzien van signaalversterking. De steel van de paraplu dubbelt als antenne en een ingebouwde repeater versterkt het signaal via de baleinen. De gebruiker kan zo genieten van een ‘signaaldouche’, zoals Tong het noemt. Het regenscherm biedt daarnaast een houder voor je smartphone en een herlaadbare batterij met USB-connector. Die wordt gevoed door twaalf flexibele zonnepanelen die met de hand in de stof zijn genaaid.

De raadsfracties van GroenLinks en de Partij van de Arbeid in Groningen willen laten onderzoeken of het mogelijk is energie te winnen uit de uitwerpselen van honden. De hondenpoep blijft nu

‘Je kunt je met vergroening onderscheiden en je bespaart er uiteindelijk grondstoffen en energie mee. Ik ben behoorlijk optimistisch over de Nederlandse industrie, die volgens mij vaak verder is dan de overheid.’ Louise Fresco, voorzitter Nationaal Platform Rio+20, in Chemie Magazine ‘Wij pleiten voor inspecteurs die de competentie en het abstractieniveau hebben om het grotere plaatje te zien. De beoordeling van de overheid kan een stuk minder zwart wit.’ Jos Dingemans, VNCIspeerpuntmanager veiligheid, gezondheid en milieu, in Chemie Magazine. ‘Een duurzame economie komt niet vanzelf tot stand. Daarvoor is samenwerking nodig. Samenwerking tussen de verschillende topsectoren van onze economie, van chemie en agrofood tot energie en water. Samenwerking tussen de vier o’s: ondernemers en onderzoekers, onderwijs en overheden.’ Toespraak van demissionair minister Maxime Verhagen bij de opening van het Bio Base Europe Training Center.

‘science een meisjesding’

De Europese commissie is een campagne gestart om meisjes te interesseren voor bètastudies. Een hip filmpje en een flit-

PETROSPECT

nog te vaak op straat liggen en zorgt in afvalbakken vaak voor stankoverlast.

‘Als je werkelijk wilt dat er meer bètastudenten komen, dan moet je afgestudeerde bèta’s beter betalen.’ Vincent Icke, hoogleraar theoretische sterrenkunde aan de Universiteit Leuven, in Technisch weekblad.

scheikundeolymPiade

sende website moeten een jeugdige vrouwelijke doelgroep overhalen om voor wetenschappen te kiezen. Wetenschap is er niet alleen voor nerds, is allesbehalve saai maar juist sexy en bovendien hard nodig om make-up te maken, zo luidt de boodschap. De campagne valt bij velen niet in goede aarde. Hij zou seksistisch, rolbevestigend en contraproductief zijn. En vooral, zonde van het geld. Op Twitter heeft de campagne een storm aan negatieve tweets losgemaakt. Maar

Daan van de Weem van het Stedelijk Gymnasium Nijmegen heeft de 33e Nationale Scheikundeolympiade (NSO) gewonnen. Samen met de nummers 2, 3 en 4 vertegenwoordigt hij Nederland eind juli op de Internationale Chemieolympiade in Washington, waaraan meer dan zeventig landen deelnemen. Daarnaast werd de VNCI-stimuleringsprijs uitgereikt, dit jaar voor de laatste keer. Deze geldprijs is bedoeld voor de drie middelbare scholieren die nu een chemieopleiding volgen aan een hogeschool of universiteit en die vorig schooljaar de beste resultaten voor scheikunde op het centraal examen hebben behaald. De stimuleringsprijs wordt vanaf volgend jaar opgevolgd door de Topsectorchemiebeurs.

‘We zijn natuurlijk een echt handelsland, maar het wetenschappelijk interesseniveau in Nederland lijkt soms verbijsterend laag. In de VS is er veel meer interesse voor technologie, wetenschap en vooruitgang.’ Geneticus en arts Hans Clevers, opvolger van Robbert Dijkgraaf als president KNAW, in C2W Life sciences ‘Ik ben ervan overtuigd dat wij, en dan bedoel ik vooral de ingenieurs, in staat zijn alle milieuproblemen op te lossen. Het zal ingewikkeld zijn, maar ik denk dat onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen een tijdelijk probleem is.’ Ed Nijpels, voorzitter van NLingenieurs in Technisch Weekblad.

PETROCHEM 07/08 – 2012

23


Motors | Automation | Energy | Transmission & Distribution | Coatings

We kunnen de toekomst niet voorspellen maar ons er wel op voorbereiden.

Vanaf juni 2011 is het verplicht om aan de IE2 norm voor motoren te voldoen. WEG-motoren overtreffen deze norm reeds. De IE3 norm wordt pas met ingang van 2015 van kracht. Maar WEG produceert nu al superzuinige IE3 motoren. Voor IE4 is nog geen datum vastgesteld. Maar bij WEG kunt u vandaag al een superefficiĂŤnte IE4 motor kiezen. Alleen door futuristisch denken behalen we een voorsprong...

Zet een stap in de goede richting, ga naar www.weg.net


ONBEVANGEN ‘De EBITDA in EAIME moet omhoog, dus focus op toename RFT, MSR en OEE, en minder OOS en NCSP.’

Overstap Drie weken geleden kreeg ik de vraag of ik voor Petrochem een column wilde schrijven voor de rubriek Onbevangen. Daar hoefde ik niet lang over na te denken: ja, natuurlijk! Dergelijke kansen kan ik niet onbenut laten, want dit is een platform waar ik onbevangen mijn mening mag geven. En meningen geven, daar houden mensen van. Neem bijvoorbeeld het afgelopen EK voetbal. Programma’s, artikelen, blogs, columns en koffiepauzes werden gevuld met meningen: Robben moet op links, Van Bommel moet er uit en Huntelaar moet in de basis. En dus ligt nu voor u mijn eerste column in Petrochem. Voor mijn overstap naar de chemische industrie heb ik meer dan tien jaar binnen de academische wereld doorgebracht. En die overstap was een flinke. Zo ga je ineens van een eeuwenoud academiegebouw in een stadscentrum naar het Rotterdamse havengebied. Begrijp me niet verkeerd, misschien is het beroepsdeformatie, maar ik vind de Botlek prachtig! De talloze lichtjes op een donkere winteravond, de occasionele flare in blauw of geel, de torenhoge vrachtschepen in de haven, de serene rust op een warme zomerdag, de enorme waterdampwolken uit de vele koeltorens op een koude ochtend en de gestructureerde wirwar aan leidingen. In één oogopslag is het duidelijk dat dít de plaats is waar het gebeurt. Het was overigens niet alleen een geografisch overstap toen ik veranderde van werkgever; de manier van communiceren bleek ook heel anders te zijn. De populaire buzz-woorden in het wetenschappelijk onderzoek wist ik na al die jaren allemaal keurig in één zin toe te passen, maar het werd snel duidelijk dat ik er in de chemische industrie niets aan had. Waar politici steeds vaker een uitweg zoeken in het gebruik van Jip-enJanneke-taal (‘Doe eens normaal, man’; ‘Doe eens normaal? Doe zelf normaal’) kwam ik in een werkomgeving terecht waar afkortingen en verengelsing, bij voorkeur een combinatie van beide, gemeengoed zijn. In mijn eerste week schoof ik aan bij gesprekken waar zinnen werden gebruikt als: ‘De EBITDA in EAIME moet omhoog, dus focus op toename RFT, MSR en

OEE, en minder OOS en NCSP’ en ‘EHS is onze LTO’. Eh, WTF?! Elke sector zal zijn eigen taal hebben, maar deze taal sprak ik duidelijk nog niet! De leeftijdsopbouw van het werknemersbestand is ook een opvallend verschil tussen de twee sectoren. De gemiddelde leeftijd in een universitaire onderzoeksgroep is met 35 jaar erg laag door een continue aanwas van studenten en promovendi. Een van de studenten die ik destijds begeleidde, zei droogjes, toen ik luidkeels en vals meeblèrde met Nirvana op de radio: ‘Dat is van voor mijn tijd.’ Kijk, dan weet je weer waar je staat! Geeft wel aan dat, in tegenstelling tot de chemischie industrie, vergrijzing op een universiteit geen grote rol speelt. Aan de andere kant laat dit ook zien dat een lange carrière binnen een academisch onderzoeksinstituut voor weinigen is weggelegd. Maar een van de opvallendste verschillen is toch wel de publieke opinie. De academische wereld laat men over het algemeen koud. Als er al iets negatiefs te vermelden is, zoals de recente gevallen van plagiaat en fraude, heeft dit zelden betrekking op de bèta-wetenschappen. In het ergste geval dacht men dat ik met geitenwollen sokken en sandalen aan in petrischaaltjes aan het roeren was of vroeg men zich af wanneer ik “klaar was met school” en een “echte” baan zou nemen. Nu ik in de Botlek werk, is dat wel anders. De chemische industrie behoort misschien nog niet tot het rijtje advocatuur, belastingdienst en NS, maar het lijkt wel alsof ik mijzelf steeds vaker moet verdedigen op feesten en partijen als ik vertel wat voor werk ik doe. Zijn er dan géén overeenkomsten tussen mijn vorige en huidige werkgever? Jawel, de passie voor chemie, techniek en innovatie. Of zoals Semisonic zong: ‘It’s all about chemistry.’ En natuurlijk het meedoen met de EK poule, inclusief de overtuiging dat “we” over twee jaar wél kampioen worden…met Huntelaar in de basis. René den Heeten is process chemist bij Huntsman Polyurethanes Rotterdam

PETROCHEM 07/08 – 2012

25


|

ALVAST RESERVEERAGENDA IN UW

|

Energy 4 Next Generations II Designing a Sustainable Future

Amsterdam • Science Centre NEMO • 1 en 2 november 2012

Locatie: Datum:

Science Centre NEMO Amsterdam 1 november

thema: Sustainable Urban Design 2 november

thema: Sustainable Product Design Onderdeel van: Enlightenmentz-festival Organisatie: Industrielinqs, in samenwerking met NEMO Websites:

www.energy4nextgenerations.com www.facebook.com/enlightenmentz

Designing a sustainable future Duurzame keuzes hoeven niet noodzakelijk in te houden dat je inlevert op comfort, design en mogelijkheden. Nieuwe technologie kan zo worden ontworpen dat duurzame producten ook op andere vlakken goed scoren. Soms mag het zelfs iets meer kosten, omdat je er dan ook meer voor terugkrijgt. Verschillende onderzoekers en industriële bedrijven begrijpen steeds beter dat de combinatie van design en duurzaamheid straks essentieel

is voor hun eigen voortbestaan. In de documentaire Cleantech, de Schone Toekomst, laat vpro’s Tegenlicht zien dat een nieuwe industriële revolutie zelfs onafwendbaar is. ‘Met schone technologie is de wereld in het komende tijdperk – de energie- en klimaateeuw – gezonder, rijker, innovatiever, productiever en veiliger te maken.’ Energy 4 Next generations II wil voorbeelden naar voren brengen, waarbij goed ontwerp van beschikbare technologie leidt tot duurzame en comfortabele oplossingen. Daarbij heeft elke dag een andere invalshoek. Op 1 november zal het om duurzame stedelijke ontwikkeling gaan, terwijl op 2 november duurzame productontwerpen met de x-factor centraal staan.

Meer Informatie Congresinformatie: Kiki Nelson • kiki@industrielinqs.nl • 020-31 22 791 Sponsorinformatie: Anouk Bouwmeester • anouk@industrielinqs.nl • 020–31 22 797

www.energy4nextgenerations.com Initiatiefnemers:


Dag 1: Sustainable Urban Design

Dag 2: Sustainable Product Design

Centraal op de eerste dag van E4NG staan duurzame

Grote bedrijven kiezen nu al voor duurzame paden die

ontwerpen die rekening houden met de eigenheid

uiteindelijk hun eigen voortbestaan moeten garanderen.

van stedelijke gebieden. Hoe kunnen bouwmaterialen

Zo investeert Lego 400 miljoen euro in een Duits

worden ontwikkeld die moderne en historische steden

windmolenpark, om hun blokjes groen te produceren.

verduurzamen terwijl ze rekening houden met bestaande

Een stap verder gaat het ontwikkelen van compleet

bouw?

nieuwe producten die innovatieve technologie koppelen

Met verschillende cases & classes biedt E4NG inspiratie

aan duurzaamheid, design en comfort. Zo ontwierpen

voor iedereen die de duurzame ontwikkeling wil versnellen.

Daimler en BASF een concept-Smart, die door het gebruik

Centraal deze dag staat ook een ontwerpwedstrijd voor het

van nieuwe materialen lichter, ruimer, sterker, zuiniger en

verduurzamen van een stad als Amsterdam. Hoe kan een

comfortabeler is dan zijn voorgangers. Tijdens de cases

bestaande historische stad in 2050 tachtig procent minder

& classes op de tweede dag van E4NG geven ontwerpers,

energie gebruiken en tachtig procent duurzame energie

technologen en marketeers inspiratie voor Enlightenmentz:

gebruiken?

producten die op alle vlakken een goed en verlicht gevoel geven. Producten die consumenten ook daadwerkelijk de

Doelgroep: Sustainable Urban Designers, Architecten,

schone keuze bieden.

Bouwbedrijven, Woningcorporaties, Wetenschappers,

Centraal staat op deze dag ook de verkiezing van The

Industriële managers, Beleidsmakers, Studenten en

Enlightenment of the Year.

Technologen Doelgroep: Sustainable Product Designers, Product ontwikkelaars, Wetenschappers, Industriële managers, Beleidsmakers, Studenten, Technologen en Engineers.

Enlightenmentz-Festival Enlightenmentz zijn lichtende voorbeelden voor een

liter water worden bespaard. Helemaal interessant als

duurzame toekomst. Niet alleen duurzaam maar ook

je weet dat twaalf procent van het watergebruik in de

mooi, comfortabel en intuïtief! Samen kunnen ze de

wereld opgaat aan het verven van textiel.

groene industriële revolutie veroorzaken.

Een Social Enlightenment is een maatschappelijke innovatie die ervoor zorgt dat technologische

Er zijn verschillende soorten Enlightenmentz. Bij het

innovaties en duurzame producten ook daadwerkelijk

gelijknamige festival op 1-3 november 2012 in NEMO

worden doorgevoerd. Dat vooroordelen en verharde

Amsterdam draait het om Product Enlightenmentz,

mechanismen worden opgeruimd. Een mooi voorbeeld

Process Enlightenmentz en Social Enlightenmentz.

is het Car2Go-project in Amsterdam, waar een slim autohuursysteem wordt gekoppeld aan elektrisch rijden,

Bij Product Enlightenment gaat het om product-

het gebruik van app’s en specifieke mobiliteit in een

ontwerpen die duurzaam, mooi en heel bruikbaar zijn.

grote stad.

Duurzame producten met de x-factor dus. Denk aan innovatieve elektrische auto’s, PV-dakpannen en bio-

Wilt u zelf een Enlightenment aandragen?

colaflesjes.

Stuur uw Enlightenment naar de redactie (redactie@industrielinqs.nl). Zij zullen na het

Een Process Enlightenment zorgt ervoor dat hele

inzenden beoordelen onder welke categorie

productieprocessen duurzamer worden gemaakt met

de Enlightenment valt. Wie weet wordt uw

een grote positieve impact op de mens en het milieu.

inzending genomineerd voor The Enlightenmentz

Zo kan door te verven met CO2 per kilogram textiel 150

of the Year 2012!

www.enlightenmentz.com


THEMA

Duurzaamheid en imago

Samenwerking is vaak belangrijk om duurzaam te kunnen opereren. Door de overstap van vervoer over de weg naar vervoer over water en door containers zowel heen als terug gevuld te vervoeren, spaarde Sabic afgelopen jaar veel truckkilometers uit en verlaagde het bedrijf de CO2-uitstoot aanzienlijk. In het samenwerkingsproject Matchback sparen de verladers en MCT ongeveer achtduizend container-bewegingen per jaar uit. Nog zo’n grensoverschrijdend project is de samenwerking tussen de Bio Base Europe Pilot Plant in Gent en het Bio Base Europe Training Center in Terneuzen, die samen de biobased economy een flinke boost moeten geven. Bedrijven en kennisinstellingen kunnen terecht op de Pilot Plant om nieuwe biogebaseerde processen op grotere schaal te testen. In het trainingcentrum worden onder meer procesoperators voor de bioprocesindustrie opgeleid.

28

PETROCHEM 07/08 – 2012


‘De ideeën zijn niet nieuw, maar je moet erin geloven, ze combineren tot een groter geheel en het samen gewoon doen.’ PETROCHEM 07/08 – 2012

29


THEMa

Helikopterblik verandert vervoersstromen Sabic Markiezaat Container Terminal, Sabic, Ricoh en andere bedrijven in Bergen op Zoom streven ernaar om containers niet alleen volgeladen per binnenvaartschip van Antwerpen of Rotterdam naar Bergen op Zoom te laten komen, maar ze ook volgeladen weer retour te sturen. Voor dit project – Matchback – hebben Sabic en MCT onlangs de publieksprijs ontvangen en een eervolle vermelding gekregen bij de uitreiking van de Responsible Care-prijs 2012 van de VNCI. Erik te Roller

BEKNOPT Het project Matchback van Sabic en MCT heeft onlangs de publieksprijs ontvangen en een eervolle vermelding gekregen bij de uitreiking van de Responsible Care-prijs 2012 van de VNCI. Door over te stappen van vervoer over de weg naar vervoer over water en bovendien containers niet alleen heen gevuld te vervoeren maar ook terug, spaarde Sabic een hoop truckkilometers uit en is daardoor 2.625 ton CO2-uitstoot vermeden. Met het nieuwe systeem sparen de verladers en MCT samen circa achtduizend container-bewegingen per jaar uit. ‘De ideeën zijn niet nieuw, maar je moet erin geloven, ze combineren tot een groter geheel en het samen gewoon doen’, aldus Hans Tak van Sabic.

30

PETROCHEM 07/08 – 2012

‘Het idee voor Matchback werd vijf jaar geleden geboren’, vertelt Peter van den Eijnden, HSE-manager bij Sabic. ‘Arn van der Vorst, directeur van Markiezaat, had net onze prijs voor de beste logistieke dienstverlener van het jaar in ontvangst genomen. Bij de borrel voerden we een prikkelende discussie over hoe het vervoer van Bergen op Zoom naar de havens van Rotterdam en Antwerpen en vice versa nog efficiënter zou kunnen worden gemaakt. Bij Sabic liepen we al langer rond met het idee om meer over het water te vervoeren vanwege de CO2reductie. Markiezaat pakte de uitdaging meteen op.’ Markiezaat Container Terminal (MCT) was in 2007 een logistieke dienstverlener die het vervoer van de kunststof granulaten van Sabic in Bergen op Zoom per container vrijwel geheel over de weg verzorgde. ‘Wij wilden in de haven van Bergen op Zoom wel met een containerterminal beginnen, maar wilden verzekerd zijn van de medewerking van grote verladers’, vertelt MCT-directeur Van der Vorst. ‘Ook wilden we het systeem zodanig transparant opzetten, dat de voordelen voor iedereen duidelijk zouden zijn. Ik heb klanten uitgenodigd om letterlijk met een helikopterblik naar de vervoerstromen in de haven te kijken. Toen iedereen eenmaal overtuigd was dat het slimmer kon worden aangepakt, ging het snel. Een jaar later konden we de containerterminal in gebruik nemen.’ Rendabel De eerste jaren was het vervoer per binnenvaartschip niet rendabel, stelt Van den Eijnden. ‘Maar we wilden doorzetten, omdat we geloofden in de toekomst van dit vervoer en omdat we het van belang achtten om ook op deze manier een bijdrage te leveren aan het verminderen van de CO2-emissies. Een jaar tot anderhalf jaar geleden is het break-even point voor de terminal bereikt. Nu doen

bijna alle grote bedrijven in Bergen op Zoom mee en is er zoveel aanbod van lading dat er tien tot vijftien afvaarten per week kunnen plaatsvinden. MCT regelt dat zo min mogelijk containers leeg aankomen of weggaan en dat levert ons evenals de vervoerder voordeel op.’ Naast Sabic heeft MCT Ricoh als grote verlader over de streep kunnen trekken. Van der Vorst: ‘Dit bedrijf heeft in Bergen op Zoom een groot Europees distributiecentrum. Uit Japan en Taiwan gaan containers met kopieermachines naar Rotterdam en vandaar per binnenvaartschip naar Bergen op Zoom. Zodra de containers leeg en gecontroleerd zijn door een derde partij, gaan ze naar Sabic, die ze laadt met halffabrikaten. De volle containers gaan per binnenvaartschip terug naar Rotterdam en van daaruit per containerschip naar Azië. Gewoonlijk lukt het slechts om tien tot dertien procent van de containers na gebruik weer volgeladen retour te sturen. Ruwweg negentig procent gaat dus leeg terug. Wij zitten momenteel op een hergebruik van vijfenzeventig procent; dit is een percentage dat nergens anders in Nederland of Europa wordt gehaald. Dit is in feite de verdienste van de verladers.’ Korting Het hergebruik van een container bespaart volgens Van der Vorst zestig procent op de kostprijs van het vervoer. In principe geeft MCT twintig procent hiervan door als korting aan de ontvangende verlader en twintig procent als korting aan de verzendende verlader. Er blijft dan nog twintig procent voordeel over voor het bedrijf zelf. Een automatiseringsprogramma is ontwikkeld om het bevrachtingssysteem eerlijk te maken. Als bijvoorbeeld één container net leeg is en er twee aanbieders van vracht zijn voor vervoer van Bergen op Zoom naar Rotterdam, dan zou de ene aanbieder korting krijgen


en de andere een lege container uit Rotterdam moeten laten komen en het volle pond moeten betalen. ‘De toewijzing geschiedt nu automatisch op grond van de vaststelling van de closing, oftewel wanneer het schip vertrekt, hoe lang de container nog in de haven mag staan zonder dat hoeft te worden betaald en wanneer de eigenaar de container terug wil hebben. Op basis hiervan en op basis van de planning van de verladers wijst het automatische systeem de containers zo toe, dat iedereen aan z’n trekken komt’, aldus Van der Vorst. MCT heeft ook afspraken kunnen maken met de eigenaren van containers, zoals de rederijen Maersk, MSC, CMACGM, Hanjin en APL, over het benutten van de containers voor retourvrachten, zodat de containers niet eerst naar de eigenaar in Rotterdam of Antwerpen hoeven terug te keren alvorens beladen te kunnen worden. Het bedrijf houdt bij wijze van spreken een virtueel depot van

deze rederijen aan, van waaruit containers kunnen worden gebruikt of hergebruikt. ‘Mede door een gedegen controle op de containers door een derde partij zijn de rederijen overstag gegaan’, vertelt Hans Tak, inkoopmanager Logistiek bij Sabic in Bergen op Zoom. Files Met het nieuwe systeem sparen de verladers en MCT samen circa achtduizend container-bewegingen per jaar uit. Door het vervoer over het water was er in 2011 sprake van 3,27 miljoen minder gereden truckkilometers. Per saldo (een schip stoot ook CO2 uit) is hierdoor 2.625 ton CO2-uitstoot vermeden en zullen de files op bijvoorbeeld de A15 bij Rotterdam minder lang dan gewoonlijk zijn geweest. ‘Ook zijn we zo voorbereid op de toekomstige veranderingen in de Rotterdamse haven – denk aan de aanpak van de A15 – en spelen we in op de door de Rotterdamse haven gewenste

omslag van weg- naar watertransport’, aldus Eric van Veen, Logistiek analist bij Sabic. Gescheiden processen Het systeem van hergebruik van containers is volgens Van der Vorst overal toepasbaar. Wel moet er een zeker evenwicht zijn tussen de inkomende en uitgaande vervoersstroom. En uiteraard moet er vertrouwen bestaan tussen verladers en dienstverlener. Anders werkt het niet. Van den Eijnden constateert dat veel chemiebedrijven tegenwoordig veel bewuster omgaan met hun dienstverleners om kosten en energie te besparen en de CO2-uitstoot te verlagen. Hij erkent dat Sabic aanvankelijk weinig oog had voor de efficiency van het vervoer. Tak beaamt dat: ‘De import en export waren bij ons twee gescheiden processen. Het kon dus voorkomen dat een container met geïmporteerde grondstofPETROCHEM 07/08 – 2012

31



‘SaMENWERKINg HaRDE NOODZaaK VOOR CHEMIEBEDRIjVEN’ ‘Matchback is een voorbeeld van horizontale samenwerking tussen bedrijven’, zegt Walther Ploos van amstel, universitair docent logistiek aan de Vrije Universiteit in amsterdam. ‘Om het kloppend te maken, moet je soms een bedrijf uit een andere branche in je regio zoeken om het te realiseren. Zo werkt Heineken in Zoeterwoude samen met Zeeman en distributeurs van koelkasten in alphen aan den Rijn. Zij laten containers met kleding en koelkasten uit Rotterdam naar alphen aan den Rijn komen. Vervolgens gaan de containers naar Heineken die ze laadt met vaten bier om via de Rotterdamse haven verscheept te worden naar de Verenigde Staten. Door samenwerking slagen de bedrijven erin het vervoer met binnenvaartschepen rendabel te maken.’ Met name voor de chemiebranche ziet Ploos van amstel een harde noodzaak om betere transportopties te onderzoeken. ‘Binnen acht jaar gaat een kwart van de vrachtwagenchauffeurs met pensioen. Die zijn moeilijk te vervangen. Dat leidt tot hogere vrachtprijzen. Daar komt de Euro-6-norm bij, die per 1 januari 2014 ingaat en vervoerders verplicht extra maatregelen te nemen om de emissies van vrachtwagens te verminderen. Door deze en andere ontwikkelingen dreigen de vervoerskosten over de weg in de komende tien jaar met twintig tot vijfentwintig procent toe te nemen.’ ‘aangezien de waarde van chemische producten per kubieke meter relatief laag is, betekent dit dat de kostenverhogingen flink zullen doortikken in de kostprijzen. Chemieproducenten lopen daardoor het risico een deel van hun klandizie kwijt te raken, omdat het beleveren op bepaalde afstanden straks niet meer rendabel zal zijn. Chemiebedrijven doen er dus goed aan transportbedrijven niet meer tegen elkaar uit te spelen, maar duurzame relaties met hen aan te gaan, want alleen zo kunnen de dienstverleners helpen de vervoerskosten substantieel te verlagen.’ Hij wijst erop dat de inkoopafdelingen van chemiebedrijven in het verleden snoeiharde prijsonderhandelingen met de transporteurs voerden en regelmatig van transporteur wis-

selden. ‘Bij een aantal bedrijven waaronder Sabic is het roer omgegaan. Zij zien in dat een duurzame en strategische relatie met een vervoerder meer oplevert. als de vervoerder namelijk inzage heeft in wat de verlader over één tot drie maanden van plan is, kan hij zich tijdig voorbereiden door bijvoorbeeld een andere verlader erbij te zoeken om te zorgen dat de containers vol aankomen en vol retour gaan en zo de kosten drukken. als de verlader en vervoerder weten hoeveel containers er per dag aankomen, kunnen ze daar rekening mee houden. Het delen van kennis is een voorwaarde om tot lagere kosten te komen. Ook het papierloos maken van inkoop, facturering en dergelijke bespaart kosten.’ Ploos van amstel ziet grote mogelijkheden voor hergebruik van containers in Nederland. ‘Van de honderd containers die in Rotterdam een binnenvaartschip op gaan, gaan er 85 naar bestemmingen in Nederland. Dat biedt mogelijkheden om tot een hoger percentage hergebruik te komen. Datzelfde geldt voor hergebruik van tankcontainers die richting Duitsland gaan.’ Bovendien bood de binnenvaart in de oude situatie geen goed alternatief voor wegvervoer. Weliswaar gaan met trucks ook lege containers van a naar B, maar toch is er meer flexibiliteit. Een vrachtauto kan een lege container een adres verderop achterlaten en een lege of volle container weer meenemen naar een volgend adres. Met Matchback is de binnenvaart nu wel een goed alternatief. En ook de binnenvaartschippers houden er meer aan over. ‘Bij de zeevaart zijn de mogelijkheden voor hergebruik helaas beperkt. Het volume van de goederenstroom van azië naar Europa is nu eenmaal groter dan andersom. De rederijen zouden het wel anders willen, want voor het transport van een volle container van China naar Nederland kunnen ze 1.200 tot 1.500 dollar vragen en voor het vervoer van een lege container retour slechts vijftig tot honderd dollar. Er is duidelijk sprake van een onbalans, maar daar valt voorlopig weinig aan te doen’, aldus Ploos van amstel.

fen hier aankwam en leeg terugging naar Rotterdam om vervolgens na een oproep van ons weer leeg terug te keren naar Bergen op Zoom om hier te worden beladen met vracht voor de export. Met dit project combineren we die processen en voorkomen we heel wat vervoer van lege containers.’ Momenteel gebruikt Sabic het project vooral voor de containerexport van halffabrikaten naar Azië. De volgende stap zal zijn om met dit systeem de omslag te maken van wegvervoer naar vervoer per trein of boot van gereed product naar bestemmingen binnen Europa. ‘De ideeën zijn niet nieuw, maar je moet erin geloven, ze combineren tot een groter geheel en het samen gewoon doen’, aldus Tak. W PETROCHEM 07/08 – 2012

33


THEMa

Bio Base Europe brengt Nederland en België bijeen De Belgische en Nederlandse biobased economy groeien naar elkaar toe. Begin juni werden de Bio Base Europe Pilot Plant in Gent en het Bio Base Europe Training Center in Terneuzen geopend. Dit grensoverschrijdende project richt zich op innovatie en opleiding voor de biogebaseerde economie. ‘We hebben met dit initiatief een belangrijke voorsprong opgebouwd ten opzichte van onze concurrenten. Maar tegelijkertijd hebben we geen tijd te verliezen’, aldus geestelijk vader Wim Soetaert. Evi Husson

BEKNOPT De Bio Base Europe Pilot Plant in Gent en het Bio Base Europe Training Center in Terneuzen zijn geopend. De Pilot Plant is modulair opgebouwd. Bedrijven en kennisinstellingen kunnen er terecht om de haalbaarheid van hun nieuwe biogebaseerde processen op grotere schaal te testen en proefproducties uit te voeren. Het trainingcentrum in Terneuzen is erop gericht een opleiding te bieden voor procesoperators voor de bioprocesindustrie. Samen moet dit grensoverschrijdende project de biobased economy een flinke boost geven.

34

PETROCHEM 07/08 – 2012

‘De realiteit van een samenleving die voor energie en industriële grondstoffen in veel mindere mate afhankelijk is van fossiele brandstoffen, is in Europa meer dan ooit binnen handbereik. Kijk bijvoorbeeld naar de stijgende olieprijzen, boeken als The end of oil, of de zogenoemde hockey stick curve van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change, red.). Er zijn mensen die hierin geen vertrouwen hebben, maar ik ben ervan overtuigd dat de transitie naar een biobased economy eraan komt, en sneller dan velen zullen vermoeden’, stelde Wim Soetaert, hoogleraar industriële biotechnologie tijdens de opening van Bio Base Europe in Gent. Bio Base Europe is een open innovatie- en opleidingscentrum met een Pilot Plant in Gent en een Training Centrum in Terneuzen. Met dit project hebben Nederland en Vlaanderen de handen ineen geslagen met als doel de economische groei, innovatiecapaciteit en duurzame ontwikkeling van de maatschappij te versnellen. Open De Bio Base Europe Pilot Plant is een modulair opgebouwde proeffabriek voor innovaties in duurzame bioprocessen. De sleuteltechnologie die hierbij wordt gebruikt, is industriële biotechnologie. Het volledige bioproces van de groene grondstof, eventueel met voorbehandeling tot het eindproduct wordt hier doorlopen op één locatie. Soetaert:‘We doen proefproductie van biogebaseerde producten en opereren van kilogram tot multi-ton-schaal. Daarbij is het mogelijk om volledige bioprocessen uit te voeren, van biomassa tot het zuivere geraffineerde eindproduct. Bedrijven en kennisinstellingen kunnen hier terecht om de haalbaarheid van hun nieuwe processen op grotere schaal te testen en proefproducties uit te voeren. Wij zijn er om dit proces te versnellen. Het is

bovendien aanzienlijk goedkoper om een pilotinstallatie te bouwen dan een grote fabriek. Het bedrijf neemt daarbij een minder groot kapitaalrisico voor een project dat misschien wel inefficiënt of onuitvoerbaar blijkt te zijn.’ Het gaat om een open innovatiecentrum, gaat Soetaert verder. ‘Open betekent dat bedrijven gebruik kunnen en zouden moeten maken van zowel interne als externe ideeën. Bij Bio Base Europe werken verschillende partijen samen door apparatuur, kennis en inzichten te delen, maar uiteraard steeds met confidentialiteitsgarantie.’ Ondernemerschap Naast de Pilot Plant in Gent is in Terneuzen een Bio Base Europe Training Center opgericht dat de focus in eerste instantie legt op een opleiding van procesoperators voor de bioprocesindustrie. Het opleidingsaanbod richt zich zowel op het reguliere onderwijs als op bedrijfsspecifieke opleidingen. Er is een opleidingsinstallatie waarmee procesoperators worden opgeleid voor het werken in bio-gebaseerde en biochemische bedrijven in en ver buiten de Kanaalzone. Daarnaast zijn er ook opleidingsunits voor de overige vormen van duurzame energie en industriële technieken zoals zon, wind en water. ‘Naast een opleidingscentrum wordt dit trainingscentrum ook een centrum dat ondernemerschap en netwerken binnen de biogebaseerde economie wil stimuleren. Bedrijven en startende ondernemers kunnen hier terecht met vragen over biogebaseerde producten en processen.’ Europees niveau Met Bio Base Europe is een investering van 21 miljoen euro gemoeid. Vlaanderen, Nederland en Europa investeerden elk zeven miljoen euro in het project. Vlaams minister-president Kris Peeters en demissionair minister


Maxime Verhagen openden 11 juni beide locaties. De openingshandelingen door de ministers vonden plaats in het kader van een werkbezoek aan Euregio Scheldemond, een samenwerkingsverband van de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland. Daarbij spraken de ministers onder andere met de gedeputeerden van deze provincies en zes CEO’s, die al actief fossiele grondstoffen inruilen voor biomassa. Op suggestie van deze bedrijven en provincies kwamen de ministers overeen om de regelgeving aan te passen die deze overgang bemoeilijkt. Beide ministers erkennen bovendien het gemeenschappelijke belang van de biogebaseerde

economie. Er werd afgesproken dat Vlaanderen en Nederland nauwer zullen samenwerken om deze nieuwe economie op Europees niveau meer kracht bij te zetten. Dit zullen ze onder meer doen in het nieuwe Europese landbouwbeleid en het onderzoeksprogramma Horizon 2020. Ook werden praktische afspraken gemaakt, die moeten leiden tot een betere valorisatie van alle biomassastromen in de delta. Een eerste stap hierin is deze duidelijk in kaart te brengen. Voorsprong Minister-president Kris Peeters is erg tevreden over de samenwerking met Nederland en gaf dit ook aan tijdens de officiële opening van het innovatiecen-

VaN BRaNDwEERKazERNE TOT PilOT PlaNT De pilot plant is gevestigd in een oude brandweerkazerne in de Gentse haven. Naast de basisinfrastructuur en het laboratorium dat dienst doet als routinelab zijn er installaties opgesteld in drie hallen. De witte hal waar voorheen het zwembad van de brandweer was te vinden, is ingericht voor witte biotechnologie oftewel watergebaseerde bioprocessen zoals bijvoorbeeld fermentatie. De groene hal is gericht op solventgebaseerde bioprocessen en daarom explosie beveiligd. De rode hal is ingericht voor upstream (behandeling van biomassa vóór omzetting of fermentatie zoals vermalen, versnijden, in oplossing brengen, ...) en downstream (behandeling van biomassa na de conversie door homogenisatie, centrifugale scheiding, scheiding op basis van deeltjesgrootte, …).

trum: ‘De gezamenlijke opening met collega Verhagen kan als voorbeeld dienen voor de goede samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland en geeft concreet gestalte aan de afspraak die vorig jaar werd gemaakt met minister-president Mark Rutte. Onze samenwerking krijgt mee gestalte door de bedrijven voor wie de grens tussen Vlaanderen en Nederland geen barrière meer is, maar een brug die leidt tot meer samenwerking en innovatie.’ Ook Verhagen is blij dat er concrete stappen worden gezet, die zowel in Vlaanderen als in Nederland de economie versterken: ‘De combinatie van diep water, uitstekende chemiebedrijven en de agrarische omgeving biedt de groene industrie hier grote kansen. Als we die willen grijpen, moeten we de handen ineen slaan. Daarom doen we samen een beroep op Europese gelden voor innovatie, maken we werken over de grens makkelijker en gaan we samen in het buitenland investeringen werven. Hier is één en één echt drie.’ Toch heeft bezieler Soetaert nog een kritische noot. ‘Het geld groeit ook in Gent of Terneuzen niet aan de bomen. Wij zijn pioniers en hebben een belangrijke voorsprong opgebouwd, maar we zijn er nog niet. De concurrentie zit niet stil, dus is er geen tijd te verliezen.’ W PETROCHEM 07/08 – 2012

35


BUSINESS LINQS BIJEENKOMST Hét kennisnetwerk binnen de industrie

/SCHRIJF

U NU IN

/ Impressie

20 september – Masterclass Michel Meertens – DSM Sinochem Pharmaceuticals – Delft Michel Meertens van DSP (DSM Sinochem Pharmaceuticals) in Delft is verkozen tot Plant Manager of the Year 2012. Hij is een jaar lang het boegbeeld van de procesindustrie.Tijdens deze Business Linqs bijeenkomst zal hij een masterclass geven over hoe hij continu in hoog tempo is blijven verbeteren en vernieuwen. Daarnaast legt hij uit hoe veiligheid als een gezamenlijke verantwoordelijkheid kan worden aangepakt. Veilig gedrag ontstaat vanuit goede en directe communicatie, niet alleen met de productieafdelingen, maar ook met aannemers of partners.

Bent u plant- of site manager en wilt u deze bijeenkomst bijwonen? Mail dan naar congressen@industrielinqs.nl voor een persoonlijke uitnodiging. Valt u buiten deze doelgroep maar wilt u wel de bijeenkomst bijwonen, dan bent u van harte welkom en kunt u zich inschrijven via: www.industrielinqs.nl/businesslinqs

Programma 15.00 uur Ontvangst & registratie 15.30 uur Masterclass Plant Manager 2012 16.30 uur Rondleiding 17.30 uur Borrel * (tijdstippen zijn o.v.b)

Inlichtingen? Anouk Bouwmeester • tel.+31 (0)20 31 22 797 • anouk.bouwmeester@industrielinqs.nl www.industrielinqs.nl/businesslinqs In 2012 mede mogelijk gemaakt door:


PRODUCTEN antenne voor radar-niveautransmitters Siemens Industry Automation levert nu de radar-niveautransmitter Sitrans LR250 met een nieuwe antenne met schroefdraadaansluiting van polyvinylideenfluoride (PVDF) voor het meten van vloeistoffen en slurries. De antenne maakt nieuwe toepassingen mogelijk voor contactloze niveaumeting, zodat gebruik in extreme omstandigheden met zuren, basen en andere corrosieve chemische stoffen mogelijk is. De in de antenne gebruikte materialen voldoen ook aan de normen van de FDA waardoor toepassing in waterbehandelingsinstallaties en in de levensmiddelen- en chemische industrie is toegestaan. De radar-niveautransmitter is een compacte 25 Gigahertz pulsradar-niveautransmitter, uitgevoerd met tweedraads aansluittechniek, voor contactloze niveaumetingen tot twintig meter. Het apparaat is verkrijgbaar met het Hart-, Profibus PA-, of Foundation Fieldbus-protocol. Behalve een uitgebreide diagnosefunctie heeft de transmitter ook een SIL 2-certificering met een Safe Failure Fraction van 86 procent, waardoor de niveautransmitter ook geschikt is voor gebruik in Safety Instrumented Systems (SIS). Belangrijke toepassingsgebieden voor de transmitter zijn onder andere vloeistofopslagtanks, procestanks met roerwerk, dampende vloeistoffen en media met lage diëlektriciteit. Meer informatie bij Siemens: www.siemens.com veiligheidsschoenen Ondanks het eigentijdse uiterlijk van de nieuwe veiligheidsschoenen, heeft Mascot op geen enkele manier een compromis gemaakt als het gaat om veiligheid. De schoenen voldoen aan dezelfde hoge eisen als de andere veiligheidsschoenen van de fabrikant. Om optimaal comfort tijdens een werkdag te bieden, zijn de nieuwe schoenen voorzien van een nieuwe inlegzool. Die biedt onder andere meer steun aan de voetboog, en zorgt voor schokabsorptie in de hiel zodat uw voeten minder worden belast. Meer informatie bij Mascot: www.mascot.dk oPslagcontainers voor gevaarlijke stoffen Hiltra Barneveld, fabrikant en leverancier van opslagsystemen voor gevaarlijke stoffen, biedt nu de mogelijkheid PGS15opslagkluizen te huren. Voor bedrijven die behoefte hebben aan een tijdelijke opslagfaciliteit is dit een interessante mogelijkheid, wanneer er sprake is van een situatie waarin een brandwerende opslagruimte volgens de PGS15 regelgeving aanwezig dient te zijn. Een opslagcontainer of -kluis huren kan vanaf één week of op langere termijn op contractbasis. Huurkoop en koop behoren ook tot de mogelijkheden. Meer informatie bij Hiltra Barneveld: www.hiltra.com

meer producten op www.petrochem.nl

Proceskalibrator

De Elektro lijn HT8100 is een combinatie van een professionele digitale True RMS multimeter en een proceskalibrator voor het genereren van 0-20 en 4-20 milli-ampère DC stroomsignalen. Het toestel meet tot duizend volt en tot één ampère en biedt een autorampfunctie. Naast genereren kan de multimeter ook processignalen meten om zo kalibraties van transducers te verzorgen. De proceskalibrator biedt verschillende multimeterfuncties, waaronder een continuïteitstest, diodetest en meting van weerstand en frequentie. Het beschikt over een intern geheugen om meetresultaten op te slaan en is ontworpen in overeenstemming met de veiligheidsnormen IEC/ EN61010-1 met dubbele isolatie bescherming. Meer informatie bij Euro Index: www.euro-index.nl kunststof behuizingen

OKW heeft een nieuwe serie standaard kunststof behuizingen voor draagbare elektronische apparatuur uitgebracht. De serie omvat drie verschillende gegoten behuizingen met vormen die uitgaan van gebruikers met een verschillende greep en handgrootte. Door de vormgeving worden de vingers van de gebruikers automatisch naar het bedieningspaneeltje geleid. De drie uitvoeringen Unit, Control en Panel zijn inzetbaar voor diverse gebruikerselektronica, al dan niet draadloos en zijn afzonderlijk of als gezamenlijke units binnen een netwerk te gebruiken. Alle behuizingen hebben de mogelijkheid voor een batterijcompartiment of kabeldoorvoer. Meer informatie bij Telerex : www.telerex-europe.com PETROCHEM 07/08 – 2012 37


MARKET REVIEW AANDRIJFTECHNIEK EN GEREEDSCHAPPEN

Van Eyle & Ruygers – Schwartz

Sevillaweg 75 3047 AL ROTTERDAM Postbus 35040 3005 DA ROTTERDAM Tel: +31 (0)10 - 245 50 00 Fax: +31 (0)10 - 262 06 22 E-mail: info@erxs.nl Website: www.erxs.nl

AFDICHTINGEN, AFSLUITERS SLANGEN EN KUNSTSTOFFEN

CHEMICALS

Chemicals, Lime, Recycling and Automotive De Noord Chemicals b.v.

Ridderpoort 14 2984 BG RIDDERKERK Postbus 257 2980 AG RIDDERKERK Tel: +31 (0)180 - 41 59 88 Fax: +31 (0)180 - 41 71 70 E-mail: info@noordchem.nl Website: www.noordchem.nl

ALGEMEEN

VBK Groep

Kernweg 37 1637 LH HOORN Tel: +31 (0)229 - 23 28 04 Fax: +31 (0)229 - 23 69 85 E-mail: info@vbkgroep.nl Website: www.vbkgroep.nl

SGS Nederland b.v.

BLAST VALVES

Vokes-Air BV

Filter + Beschermtechniek Nijverheidsweg 15 3401 MC IJSSELSTEIN Postbus 309 3400 AH IJSSELSTEIN Tel: +31 (0)88 - 865 37 24 Fax: +31 (0)88 - 865 37 00 E-mail: info@vokesair.nl Website: www.vokesair.com

38

PETROCHEM 07/08 – 2012

Demontage - Sloopwerken Transport - Asbestsanering Postbus 253 3454 ZM DE MEERN Tel: +31 (0)30 - 666 97 80 Fax: +31 (0)30 - 245 91 27 E-mail: info@ddm.eu Website: www.ddm.eu

DETACHERINGSBUREAU, TECHNISCH

STAR Oil Gas Power

COMPENSATOREN

Malledijk 18 Postbus 200 3200 AE SPIJKENISSE Tel: +31 (0)181 - 69 33 33 Fax: +31 (0)181 - 69 35 81 E-mail: info@sgs.com Website: www.sgs.com

DDM Demontage B.V.

CIVIL, PIPING AND ARCHITECTURAL WORKS

ERIKS bv

Toermalijnstraat 5 1812 RL ALKMAAR Postbus 280 1800 BK ALKMAAR Tel: +31 (0)72 - 514 15 14 Fax: +31 (0)72 - 515 56 45 E-mail: info@eriks.nl Website: www.eriks.nl

DEMONTAGE

DEKOMTE BENELUX

Simon Stevinstraat 8 8400 Oostende Belgium Tel: +32 (0)59 - 51 07 55 Fax: +32 (0)59 - 51 07 87 Website: www.dekomte.be E-mail: info@dekomte.be

HERTEL Industrial Sealings bv. Seggelant-West 10 3237 MJ Vierpolders The Netherlands Tel: +31 (0)181 - 28 11 17 Fax: +31 (0)181 - 28 11 78 Website: www.hertel.com E-mail: hans.vanegmond@hertel.com expansion.joints@hertel.com

Middenweg 6 4782 PM MOERDIJK P.O. Box 299 4760 AG ZEVENBERGEN The Netherlands Tel: +31 (0)168 38 50 38 Fax: +31 (0)168 38 50 37 E-mail: info@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com

STAR Oil Gas Power

Helperpark 282E 9723 ZA GRONINGEN The Netherlands Tel: +31 (0)50 501 44 01 Fax: +31 (0)50 501 84 41 E-mail: groningen@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com

EXPLOSIEVEILIGE DEURTECHNIEK & AANDRIJVINGEN

DICTATOR PRODUCTIE B.V. Energieweg 11 8304 AJ EMMELOORD Postbus 57 8300 AB EMMELOORD Tel: +31 (0)527 - 61 34 56 Fax: +31 (0)527 - 69 84 20 E-mail: info@dictator.nl Website: www.dictator.nl

Vertegenwoordiging in België: AMY NV/SA Lieven Bauwensstraat 23 B - 8200 BRUGGE, BELGIË Tel: +32 (0)50 - 31 28 48 Fax: +32 (0)50 - 31 16 64 E-mail: info@amy.be Website: www.amy.be

EXPLOSIEVEILIGE VERLICHTING & SIGNALERING

Victor Lighting

Gedistribueerd door: Eurotronic B.V. Curieweg 8d 2408 BZ ALPHEN AAN DEN RIJN Postbus 582 2400 AN ALPHEN AAN DEN RIJN Tel: +31 (0)172 - 49 10 76 Fax: +31 (0)172 - 49 29 37 E-mail: info@eurotronic.nl Website: www.eurotronic.nl

GLOBAL CAD CENTER

STAR Oil Gas Power N.V.

Rijnkaai 37 2000 ANTWERPEN Belgium Tel: +32 (0)32 26 25 95 Fax: +32 (0)32 26 56 96 E-mail: antwerpen@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com

ENGINEERING & CONTRACTING

Grontmij Belgium NV

Industry, Water & Energy Services M. Gillemanstraat 5 B - 9060 ZELZATE, BELGIË Tel: +32 (0)9 345 70 67 Fax: +32 (0)9 345 53 67 E-mail: industry-water-energy@ grontmij.be Website: www.grontmij.be

ProClass b.v.

Lindelaan 4 3319 XK Dordrecht Postbus 9138 3301 AC DORDRECHT Tel: +31 (0)78 - 622 89 11 Fax: +31 (0)78 - 621 12 23 E-mail: info@proclass.nl Website: www.proclass.nl ProClass Technologies Pvt. Ltd. Park View Enclave, Road no2 500034 Hyderabad, India Website: www.GlobalCadCenter.com


MARKET REVIEW INSTALLATIE VLOEREN INSPECTIE

Kiwa Nederland B.V.

Sir. W. Churchill-laan 273 2288 EA RIJSWIJK Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK Tel: +31 (0)70 - 414 46 21 Fax: +31 (0)70 - 414 46 40 E-mail: inspectie@kiwa.nl Website: www.1kiwa.com

KUNSTSTOF LEIDINGEN

LOONREINIGING PROCESS EQUIPMENT

PIPE SUPPORTS

IndusClean Indusclean NV

Kluizenhof 31 B-9170 Sint Gillis Waas België Tel: +32 (0)3 - 234 95 26 Fax: +32 (0)3 - 234 94 87 E-mail: general@indusclean.com Website: www.indusclean.com

PROJECT, CONSTRUCTION, SAFETY & SHUTDOWN MANAGEMENT

STAR Oil Gas Power Dutramex BV

Ambachtstraat 1a 4143 HB LEERDAM Tel: +31 (0)345 - 61 40 11 Fax: +31 (0)345 - 61 95 25 E-mail: info@dutramex.com Website: www.dutramex.com

Middenweg 6 4782 PM MOERDIJK P.O. Box 299 4760 AG ZEVENBERGEN The Netherlands Tel: +31 (0)168 38 50 38 Fax: +31 (0)168 38 50 37 E-mail: info@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com

STAR Oil Gas Power

Thermo-Clean n.v. Minks Kunststoftechniek Rotterdam B.V.

Klompenmakerstraat 68 3194 DE ROTTERDAM HOOGVLIET Postbus 493 3190 AK ROTTERDAM Tel: +31 (0)10 - 472 03 09 Fax: +31 (0)10 - 416 88 28 E-mail: info@minks.nl Website: www.minks.nl

Dellestraat 45 B - 3550 HEUSDEN-ZOLDER, BELGIË Tel: +32 (0)13 - 53 90 60 Fax: +32 (0)13 - 53 91 91 E-mail: info@thermoclean.com visit us at: www.thermoclean.com

MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)

Hanwel

Afsluiters, compensatoren, leidingondersteuningen en –systemen, glijlagers, jacketed piping, PTFE lined piping Jan Tinbergenstraat 209 7559 SP Hengelo ov Tel: +31 (0)74 - 265 00 00 Fax: +31 (0)74 - 265 00 01 E-mail: verkoop@hanwel.com Website: www.hanwel.com

PROCESS CONTROL

KUNSTSTOFROOSTERS EN CONSTRUCTIES (GVK)

MAGION Process Control Engineering B.V.

FlexxCon B.V.

Correspondentieadres Postbus 1761 3800 BT Amersfoort Magazijn/werkplaats Parallelweg 74 7161 AG Neede Tel: 033 4556696 Fax: 033 4553295 E-mail: info@flexxcon.com Website: www.flexxcon.com

Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70 - 444 27 70 Fax: +31 (0)70 - 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

MECHANICAL CONTRACTING

STAR Oil Gas Power N.V.

Rijnkaai 37 2000 ANTWERPEN Belgium Tel: +32 (0)32 26 25 95 Fax: +32 (0)32 26 56 96 E-mail: antwerpen@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com

PROJECTPLANNING & CONTROL

MAGION Process Control Engineering B.V. Wolga 5 2491 BK DEN HAAG Tel: +31 (0)70 - 444 27 70 Fax: +31 (0)70 - 444 20 82 E-mail: info@magion.nl Website: www.magion.nl

PROCESS EQUIPMENT

Primaplan B.V.

Cypresbaan 37 2908 LT CAPELLE A/D IJSSEL Tel: +31 (0)10 - 442 51 97 Fax: +31 (0)10 - 451 49 41 E-mail: info@primaplan.nl Website: www.primaplan.nl

Engineering, Pijpleidingen, Montage en Apparatenbouw Postbus 2517 2940 AA LEKKERKERK Tel: +31 (0)180 - 45 21 88 Fax: +31 (0)180 - 66 23 08 E-mail: info@klip.nl Website: www.klip.nl

Helperpark 282E 9723 ZA GRONINGEN The Netherlands Tel: +31 (0)50 501 44 01 Fax: +31 (0)50 501 84 41 E-mail: groningen@starpowerpeople.com Website: www.starpowerpeople.com

Alfa Laval Benelux BV

Baarschot 2 4817 ZZ BREDA Postbus 9377 4801 LJ BREDA Tel: +31 (0)76 - 579 12 00 Fax: +31 (0)76 - 579 12 11 E-mail: benelux.info@alfalaval.com Website: www.alfalaval.com

Alfa Laval Benelux NV

Bazellaan 5 B - 1140 BRUSSEL, BELGIË Tel: +32 (0)2 - 728 38 11 Fax: +32 (0)2 - 728 38 03 E-mail: benelux.info@alfalaval.com Website: www.alfalaval.com PETROCHEM 07/08 – 2012

39


MARKET REVIEW PTFE

Polyfluor Plastics BV T. +31-162-472122 F. +31-162-472123 Postbus 221 4900 AE Oosterhout info@polyfluor.nl www.polyfluor.nl

STUDBOLTS

Bea Nederland B.V.

Anthony Fokkerstraat 2 3261 LB Oud Beijerland Postbus 1554 3260 BB Oud Beijerland Tel.: +31 (0)186 - 62 02 88 Fax: +31 (0)186 - 62 02 44 E-mail: sales@beaned.nl Website: www.beagroup.com

STAALCONSTRUCTIES

Frijns Industrial Group

Industriële staalconstructies & Projectmanagement De Valkenberg 14 Postbus 150 6300 AD VALKENBURG A/D GEUL Tel: +31 (0)43 - 601 01 01 Fax: +31 (0)43 - 601 01 02 E-mail: info@frijnsgroup.com Website: www.frijnsgroup.com

Voortman Staalbouw

Industriële staalconstructies & Dak en Wandbeplatingen Plaagslagen 16 Postbus 83 7460 AB RIJSSEN Tel: +31 (0)5 - 4853 90 00 E-mail: a.mensing@voortmanstaalbouw.nl Website: www.voortmanstaalbouw.nl

VERZEKERINGEN

INTRAMAR insurances

Het Nieuwe Diep 34 A8 1781 AD DEN HELDER Postbus 891 1780 AW DEN HELDER Tel: +31 (0)223 - 61 22 22 Fax: +31 (0)223 - 61 55 22 E-mail: info@intramar.nl Website: www.intramar.nl

WARMTEBEHANDELING

Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings

Delta Heat Services B.V.

Scheelhoekweg 2 3251 LZ STELLENDAM Postbus 52 3250 AB STELLENDAM Tel: +31 (0)187 - 49 69 40 Fax: +31 (0)187 - 49 68 40 E-mail: info@delta-heat-services.nl Website: www.delta-heat-services.nl

WARMTEWISSELAARS REINIGING

Thermo-Clean n.v.

Dellestraat 45 B - 3550 HEUSDEN-ZOLDER, BELGIË Tel: +32 (0)13 - 53 90 60 Fax: +32 (0)13 - 53 91 91 E-mail: info@thermoclean.com visit us at: www.thermoclean.com

WATERBEHANDELING

Eurowater B.V.

De Belder 27A 4704 RK ROOSENDAAL Tel: +31 (0)88 - 000 50 00 Fax: +31 (0)88 - 000 50 05 E-mail: info@eurowater.nl Website: www.eurowater.nl

Jotem Waterbehandeling b.v. Parelstraat 24 7554 TM HENGELO Tel: +31 (0)74 - 24 25 255 Fax: +31 (0)74 - 24 34 880 E-mail: info@jotem.nl Website: www.jotem.nl

Melspring International

Uw partner in Koolstofbronnen, Metaalzouten en Polymeren Melspring International BV Arnhemsestraatweg 8 6880 AG VELP T. +31 263842040 F. +31 263842041 hagen@melspring.com www.watermelspring.com

Siemens Nederland N.V.

Beatrixlaan 800 Postbus 16068 2500 BB Den Haag Tel.: +31 (0) 70 - 333 3252 E-mail: industrysolutions.nl@ siemens.com Website: www.siemens.nl/water

Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising – Rob Koppenol, tel. 070 399 0000. Uw abonnement wordt stilzwijgend verlengd tot wederopzegging en dient twee maanden van tevoren opgezegd te worden.

40

PETROCHEM 07/08 – 2012


CURSUS HU www.cvnt.nl/ procestechnologie

iir www.iir.nl

pao techniek http://cursus.paotechniek.nl

AGENDA CUrsUs proCesteCHnologie De cursist leert tijdens deze cursus het belang van milieu en veiligheidsaspecten. Hij of zij is bekend met de processen die zich afspelen in de olieraffinaderij, bij gasgebruik, afvalverbranders en krijgt de grondbeginselen van piping (lay-out en stress) en pompen. Tot slot wordt inzicht gegeven in het effect van materiaalkeuze in relatie tot de procestechnologie.

1 september Utrecht

training: indUstrieel sHUtdown ManageMent Tijdens de training Industrieel Shutdown Management in de praktijk leert de cursist hoe hij of zij een stop op een efficiënte manier aanpakt. Op de eerste dag komt projectmanagement en shutdown-inrichting aan bod. Tijdens de tweede dag wordt ingegaan op de operationele uitwerking van de stopuitvoering. Op de laatste dag staat het vertalen van de strategie naar de praktijk centraal.

11 - 25 september Maarssen

explosieveiligHeid Deze cursus geeft een overzicht van veel aspecten van explosieveiligheid en is uit drie delen opgebouwd: een dag theorie, een dag preventie en een dag beveiliging. Tijdens deze cursus wordt veel tijd ingeruimd voor praktische workshops en het gezamenlijk uitwerken van cases. Daarnaast bestaat er gelegenheid problemen uit de eigen bedrijfspraktijk met de docenten te bespreken. De cursist is na de cursus in staat procesinstallaties en arbeidssituaties te beoordelen op explosiegevaar en realistische oplossingen te formuleren.

7, 8 en 9 november Delft

BEURS /EVENEMENT / SEMINAR U-pearls www.eu-pearls.eu/

BiorUBBer for eUrope in gloBal perspeCtive Deze bijeenkomst brengt onderzoekers, vertegenwoordigers uit de industrie en beleidsmakers uit Europa, Noord-Amerika, Azië en Afrika samen om te discussiëren over de ontwikkelingen rond alternatieve bronnen voor natuurlijk biorubber.

24 - 25 september Wageningen

Mikrocentrum www.kunststoffenbeurs.nl

KUnststoffen Op deze tweedaagse beurs voor de kunststofindustrie staan specialistische bedrijven uit met name Nederland, België, en Duitsland zoals: productontwikkelaars, grondstof- en materiaalleveranciers, kunststofverwerkende bedrijven, gereedschap-, software- en machineleveranciers. Nieuwe materialen, duurzaamheid, innovatie en grensverleggende technieken zijn enkele thema’s die dit jaar niet zullen ontbreken.

26 - 27 september Veldhoven

navingo www.offshore-energy.biz

offsHore energy 2012 Evenement dat zich richt op de wereldwijde offshore en energiebranche. Bedrijven tonen hun producten en diensten aan internationale deskundigen, besluitvormers, inkopers, verkopers en beleidsmakers in de olie- en gas, energie, offshore en E&P industrie.

23 - 24 oktober Amsterdam

vnU exhibitions www.ict-en-logistiek.nl

iCt & logistieK 2012 Platform voor ICT-toepassingen en -diensten in de logistieke keten met een compleet expositieaanbod en een sterk inhoudelijk programma van congressen, seminars, demonstraties, workshops en informatieve tours.

13 -16 november Utrecht

Meer agendapunten op www.petrochem.nl

PETROCHEM 07/08 – 2012

41


Het verleden heeft laten zien dat machtsposities en economische voorsprong in rap tempo kunnen verdwijnen.

Zelfgenoegzaamheid In het boek en de actuele tv-serie Civilization: The West and the rest betoogt Niall Ferguson dat de afgelopen vijfhonderd jaar in het teken heeft gestaan van een ongekende opgang van de Westerse beschaving. Hoe komt het, vraagt hij zich af, dat overal ter wereld steeds meer wordt gekeken naar Westerse normen, Westerse kleding, leefstijl, bedrijfsvormen, consumentenproducten, technologie? Als verklaring noemt hij zes terreinen waarop het Westen sinds 1500 zich superieur heeft ontwikkeld: concurrentie, wetenschap, een rechtsstaat, een goede werk-ethiek, moderne medicijnen en consumerism. Aan de hand van voorbeelden staaft hij zijn theorie. Zo had China in de vijftiende eeuw een enorme vloot van schepen die elk bijna tien keer zo groot waren als de notendopjes van de Portugezen. Daarmee voer China naar het Midden-Oosten, Australië en vermoedelijk zelfs naar Amerika. Maar omdat de Chinese keizer plotsklaps besloot dat al die expedities nergens toe dienden, werd de bouw stopgezet en verdween dit concurrentievoordeel binnen een decennium. Het is grappig dat een dergelijk tv-programma nu het licht ziet, op het moment dat de Verenigde Staten en Europa zich op verschillende niveaus van totale stagnatie bevinden (met uitzondering misschien van Duitsland). Nog nooit sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Europa zo’n machteloze indruk gemaakt, terwijl in Washington men niet verder komt dan zinloze welles/nietes-spelletjes die ertoe leiden dat dorpen, steden en zelfs hele staten het heft zelf maar in handen nemen. Maar met de zes kernterreinen van Ferguson als uitgangspunt, lijkt het een stuk helderder. Ten eerste de concurrentie. Europa heeft de laatste twintig jaar in een luxe geleefd, die je alleen maar kunt beschrijven als potverteren: korte werktijden, kostbare regeltjesdrift en te lage pensioenleeftijd. In een recente studie schrijft het Centre for Retirement Research van het Boston City College dat Amerikanen niet bang hoeven te zijn dat ze niet met pensioen kunnen. ‘88 procent van de huishoudens kan met behoud van een redelijk inkomen op zijn zeventigste met pensioen. Als je die leeftijd verlaagt naar 65 jaar daalt het percentage naar vijftig procent, en met 62 jaar kan dertig procent stoppen.’ Een heel ander verhaal dan de Nederlandse discussie over 67 jaar om maar niet te spreken over de 60 respectievelijk 62 jaar in Frankrijk. Geen wonder dat de concurrentiepositie van grote delen van

42

PETROCHEM 07/08 – 2012

Europa hard achteruit is gekacheld. Niet eens zozeer omdat de nettolonen zo hoog zijn. Maar ook – Nederland is daar een goed voorbeeld van – omdat de afstand van bruto naar werkelijk netto vrij besteedbaar inkomen veel te groot is geworden door alle lasten die geen belasting heten, en een totaal ondoorzichtige bureaucratie. Ferguson’s tweede terrein staat nog redelijk overeind; wetenschap staat in de Verenigde Staten en Europa nog steeds op een hoog peil. Maar de relatieve uitgaven staan onder druk, terwijl opkomende landen een steeds groter deel van hun uitgaven besteden aan R&D. Ook de rechtsstaat staat onder druk. Mede onder het mom van terrorismebestrijding zijn Westerse staten zich de laatste tien jaar veel autoritairder gaan gedragen. Kijk naar Nederland, waar alleen al de toegang tot het rechtssysteem in tien jaar tien keer zo duur is geworden. Ook de werk-ethiek vertoont scheuren. De beloningen van de bedrijfstop en de top van semi-overheidsorganen is de laatste twintig jaar bizar omhoog geschoten en staat in geen enkele verhouding meer tot wat er aan de basis wordt verdiend. Een slechte inspiratie voor de gewone man, en ook niet goed voor de samenhang binnen het bedrijf. De consumentenbestedingen laten het ondertussen flink afweten. De peiler van tweederde van het Amerikaanse BNP en zestig procent van het Europese, zakt de laatste drie jaar als een plumpudding in elkaar. Medicijnen tenslotte, worden hier nog wel steeds verbeterd en uitgevonden. Maar door lagere kosten en eisen van de lokale overheden verschuift ook op dit gebied een groot deel van de research naar landen als India en China. Wie het beeld van de laatste vier of vijf jaar overziet, kan tot de conclusie komen dat die vijfhonderd jaar van Ferguson grotendeels historie zijn. Nu is vijf jaar historisch gezien heel erg kort, maar het zou wel pleiten voor wat minder zelfgenoegzaamheid over “westerse waarden” en “westerse superioriteit”. Het verleden heeft laten zien dat machtsposities en economische voorsprong in rap tempo kunnen verdwijnen. De beleving en gewoontes van mensen ijlen echter altijd na, en de realiteit dringt maar langzaam door. Alleen snelle aanpassingen beperken de schade enigszins. Bert van Hoogenhuyze


03 12

Inside Magazine Magazine voor voor de en gasindustrie Inside de olievoedingsspecialties

rapport stelt offshore veiligheid aan de kaak

> SchalIegaS In nederland > cyber bedreIgIng


Specialist in afdichtingen

Mechanical seals Metakamm/Metaflex

RotaBolt

Met een netwerk in meer dan honderd landen en een tiental fabrieken behoort de James Walker Groep tot de meest toonaangevende afdichting producenten ter wereld. Onze wereldwijde kennis en jarenlange ervaring in o.a. de petrochemie en raffinage stelt ons in staat om op professionele wijze in te spelen op de behoeften van onze klanten, met kwalitatief hoogwaardige producten, oplossingen en diensten. T

+31 (0)186 633111

I

www.jameswalker.biz

High Performance Sealing Technology


08

offshore veiligheid

De offshore olie- en gasindustrie is allang niet meer de cowboy-wereld die het in haar pioniersjaren was. De aandacht voor veiligheid en daarmee regulering is fors toegenomen, waarbij op het Nederlands Continentaal Plat vooral de Piper Alpha-ramp (1988) geldt als waterscheiding. Toch blijft het mensenwerk en compliancy alleen is daarom niet genoeg. Een recent rapport van Oil & Gas IQ stelt dan ook de vraag: leunen we niet te zelfgenoegzaam achterover?

12

16

antwoord op dreiging ontbreekt

De wereldwijde aanpak van mogelijke dreiging ten opzichte van de olie, gas en energiesectoren loopt achter. De Stuxnet-aanvallen op Teheran’s energie-infrastructuur hebben aangetoond dat kwaadwillende partijen autonoom en digitaal een nationale infrastructuur kunnen platleggen.

rubrieken 05

commentaar

06

nieuws

complexiteit schaliegas

Een aantal jaren geleden werd bekend dat er een enorme hoeveelheid schaliegas in de Nederlandse bodem zit. De complicatie van schaliegas is echter het vrijmaken ervan uit het gesteente, waarbij rekening moet worden gehouden met milieu, verstedelijkte gebieden en infrastructuur. Een goede kennis van de ondergrond brengt de complexiteit van het winnen van schaliegas aan de oppervlakte. 03 | 12

3


Tebodin always close Veiligheid heeft bij internationaal advies- en ingenieursbureau Tebodin vanzelfsprekend topprioriteit: installaties moeten veilig gebouwd, bedreven en onderhouden kunnen worden. De basis daarvoor wordt gelegd tijdens het ontwerp; onze diepgaande kennis en ervaring maar ook geavanceerde engineering tools, ontwerp- en veiligheidsprocedures brengen u verder. Daarnaast kunnen onze experts u helpen bij het praktisch implementeren van duurzame oplossingen. De huidige economische situatie vraagt om bijzondere aandacht voor kostenefficiĂŤnt ontwerpen. Technische elementen zoals standaardisatie, modulair ontwerpen, construction driven engineering, value engineering en een no-change filosofie brengen wij dagelijks in de praktijk tijdens het ontwerp. Onze Asset Management en Operational Excellence dienstverlening levert een belangrijke bijdrage aan het structureel verlagen van operationele en onderhoudskosten van installaties met behoud of verbetering van de prestaties.

www.tebodin.nl/olie-gas


OnzinnigE ClAiMs

‘Rijd me nog een uurtje rond en ik ben helemaal om.’ Het is misschien al een decennium geleden dat ik met Diederik Samsom op uitnodiging van BASF een bezoek bracht aan de Antwerpse site. Na een stevige discussie met de directie over CO2uitstoot, ketenverantwoordelijkheid en veel meer, was er tijd voor een korte sight seeing. Het ingenieursbloed van Samsom, vooral milieupoliticus op dat moment, ging toch sneller stromen bij het zien van zoveel techniek. Ik ken dat gevoel wel. Laatst had ik weer zo’n moment, toen ik op uitnodiging van ABB en Statoil het LNG-eiland bij Hammerfest, niet ver van de Noordkaap, mocht bezoeken. Daar waar in juni de zon eerder opkomt dan ondergaat. Vijf jaar geleden is daar een rotsachtig eiland omgetoverd tot een fabriek die het vers gewonnen aardgas omzet in een vloeibare vorm bij een temperatuur lager dan min 150 graden Celsius. Geen platforms een eindje verderop, de winning gebeurt onderzee in de Barentszee en wordt via pijpleidingen naar het eiland gebracht. Dat alles zeshonderd kilometer boven de poolcirkel. Voor het zicht nog indrukwekkender zijn de knaloranje LNGtankers waarvan er elke vijf dagen een wordt volgetankt, genoeg voor het jaarverbruik van 220.000 gezinnen. Ja, ik weet hoe slecht fakkelen is, maar tijdens ons bezoek prijkte een indrukwekkende fakkel met een lengte van al gauw 100 meter boven

het eiland. Niet te verwarren met de midzomernachtzon. Toch blijft het iets ongemakkelijks hebben als tijdens perspresentaties het woord duurzaamheid valt. Als de Noren van Statoil vertellen dat er alles aan wordt gedaan om het milieu zo weinig mogelijk te belasten. En ook als ABB interessante projecten toelicht voor de aanleg van lange stroomkabels naar de Noorse boorplatforms om die van waterkracht te voorzien. Dus gas en olie wordt gewonnen met inzet van duurzame energie. Bijzonder, maar het maakt de fossiele brandstoffen nog steeds niet duurzaam. Zeker, we moeten realistisch zijn. We hebben met name aardgas nog lang nodig om de mondiale leveringszekerheid van energie te waarborgen. En ja, er zijn ook positieve kantjes. Vloeibaar aardgas maakt het bijvoorbeeld mogelijk voor Japan om versneld afscheid te nemen van kernenergie. En de wereld zou er bijzonder bij worden geholpen als China steenkolen door aardgas vervangt. Maar duurzaam worden fossiele brandstoffen nooit! Dus het lijkt me beter dat de olie- en gassector dergelijke onzinnige claims niet gebruikt. Zoals dat ergerlijke Esso-spotje met de gemaakte vrouwelijke voice-over die er wellicht zelf ook niet helemaal in gelooft. Stop daar toch mee. Zonder valse voorwendselen wordt het toch gemakkelijker om de technologische hoogstandjes wel te waarderen.

Uitgave van Industrielinqs pers en platform BV Postbus 12936, 1100 AX Amsterdam

Eindredacteur Evi Husson 020 3122 796 Liesbeth Schipper 020 3122 083

Algemeen directeur Wim Raaijen 020 3122 281

Vormgever Gabriele Köbbemann

Uitgever Mark Oosterveer 020 3122 793

Medewerkers Koos Plegt, Cyril Widdershoven Cover Wim Raaijen

CO LO fO n

OLIE & GAS 02|12 Advertentieverkoop Jetvertising BV Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk t: 070 399 0000 | f: 070 390 2488 website: www.jetvertising.nl Traffic Breg Schoen 020 312 2088 Drukkerij Drukkerij DeltaHage, Den Haag

03 | 12

5


EuropEEs oliE-Embargo tEgEn iran van kracht > Sinds zondag 1 juli komt geen druppel Iraanse olie Europa nog in. Het embargo

dat de Europese landen heb­ ben afgesproken, is op 1 juli van kracht geworden. Verzekerings­ maatschappijen in de Europese Unie mogen olietankers van en naar Iran niet langer verzekeren. Iran is erg afhankelijk van de inkomsten uit olie. Een vijfde van de olie­export is bestemd voor Europa. Al voor 1 juli waren de gevolgen van het embargo merk­ baar. De olie­export uit Iran is

in een halfjaar tijd met veertig procent gedaald en kan nog ver­ der afnemen. Dat blijkt uit cijfers van het Internationaal Energie Agentschap (IEA). Ondanks de sancties wil Iran de productie van olie niet beperken. Gevolg is dat de opslagtanks zo goed als vol zitten. Westerse lan­ den vrezen dat Iran een atoom­ bom aan het ontwikkelen is.

Exxonmobil in russischE tight oil > Rosneft en ExxonMobil hebben een overeenkomst gesloten om samen tight oil reser-

ves in het westen van Siberië te ontwikkelen en om een onderzoekscentrum op te richten voor offshore ontwikkeling van het Arctische gebied. Voor

de winning van olie uit moeilijk doorlaatbare lagen in Siberië zal ExxonMobil haar technolo­ gie inzetten die het bedrijf heeft ontwikkeld in Noord­Amerika. Allereerst zal de technische haalbaarheid voor de ontwik­ keling van de reserves worden onderzocht. Daarna volgen geo­ logische studies en boringen in het Bazhenov­ en het Achimov­ reservoir. De eerste boringen zijn gepland voor 2013. ExxonMobil zal de geologische studies en ver­ kennende boringen financieren. Mochten de resultaten goed zijn, dan krijgt Rosneft een belang van 66,67 procent in de ontwikkeling van de velden en ExxonMobil een belang van 33,33 procent.

gazprom brEidt uit in nEdErland > De Russische gasproducent Gazprom heeft een verkoopkantoor geopend in Den Bosch. Dochterbedrijf Gazprom Energy Benelux wil binnen vijf jaar vijf­ tien procent van de zakelijke energiemarkt in Nederland in handen te hebben. In Europa opende Gazprom eerder al ver­ koopkantoren in het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk en Duitsland. Andere landen, waaronder België, volgen nog. Gazprom levert al tientallen jaren gas aan Europese energie­ bedrijven. Door eigen leveran­

6

03| 12


Epc-contract hErtEl > DSM heeft zijn voor activiteiten op het gebied van voedingsenzymen uitgebreid offshorE met deOffshore overname activiteiten > Hertel heeftvan eenalle EPC-contract binvan het Amerikaanse biotechnologiebenengesleept voor het leveren van een extra drijf Valley leefruimte voorResearch. Shell Draugen. De leefruimte De producten van

moet plaats bieden aanworden 44 mensen en zal de nieuwe aanwinst gebruikt in worden ontworpen volgenszuivel, de Norsok­ voedingssupplementen, sappen en standaarden. DeResearch module wordt Rotterdam wijnen. Valley wordtinonderdeel gebouwd enFood moetSpecialties. in mei 2013 klaar zijn. van DSM

vijftiEn miljard voor oliEschadE > Shell doet een nieuwe investering in ciersbedrijven op te zetten wil het bedrijf een groter deel van de winst in de keten naar zich toe­ trekken. Het bedrijf is naar eigen zeggen niet van plan een prijzen­ slag te ontketenen.

proEfboringEn schaliEgas china hoopgEvEnd voor shEll Volgens Shell zijn de proefboringen door het energieconcern in China naar schaliegas bemoedigend. In maart tekende

het concern een overeenkomst met het Chinese staatsbedrijf CNPC (China National Petroleum Corporation) voor de gezamenlijke zoektocht naar en ontginning van schaliegas in China. Het gebied waarin Shell en CNPC gaan zoe­ ken beslaat ongeveer 3.500 vier­ kante kilometer in het Sichuan­ basin. De samenwerking past in de algemene strategie van Beijing om technische en opera­ tionele kennis te ontwikkelen om de nog niet benutte reserves van zijn onconventionele brandstof­ reserves te kunnen benutten. Shell­Chief Executive Officer Peter Voser liet in een pers­ conferentie weten erg blij te zijn met de geboekte vooruitgang. Volgens hem is het gebied geo­ logisch complexer, maar is het tegelijkertijd mogelijk de kos­ tenstructuur op eenzelfde wijze te optimaliseren als in Noord­ Amerika. Door de bemoedigende resulta­ ten tot dusver verwacht Shell dit project winstgevend te kunnen maken.

vopak bouwt raffinadErij pEtroplus om

bio-ethanol. > BP biedt de Amerikaanse overheid Het olieconcern wil vaarteen bedrag dollar oftewel makenvan metvijftien de ontwmiljard ...

> Tankopslagbedrijf Vopak

bijna twaalf miljard euro om schadeclaims na de olieramp in de Golf van Mexico af te kopen. Het bedrag is lager dan wat de

neemt samen met energiebedrijven Shell en Greenenergy de activa van de voormalige Coryton raffinaderij van Petroplus over. De drie bedrij­

ven zijn van plan de raffinaderij om te vormen tot een import­ en distributieterminal voor olie, met een initiële opslagcapaciteit van ongeveer 500.000 kubieke meter. Daarvoor richten ze een joint ven­ ture op, waarin de drie bedrijven een even groot aandeel krijgen. Vopak wordt verantwoordelijk voor het operationeel manage­ ment van de terminal. Shell en Greenenergy sluiten langlopende contracten met de joint venture.

ondErzoEk schaliEgas Eind 2012 klaar

Verenigde Staten eisen. Washington wil 25 miljard dollar hebben. Dat geld is niet alleen voor de federale overheid, maar ook voor getroffen staten en gemeentes. BP kwam eerder al tot een voorlopige schikking met getroffen burgers en bedrijven. Die deal kost de Britten ongeveer 7,8 miljard dollar. In totaal heeft BP ruim 37 miljard dollar opzij gezet voor schadevergoedingen.

ovErnamE in gassEctor > Petronas wil de Canadese gasproducent Progress Energy Resources overnemen. Het Maleisische staatsoliebedrijf, dat al een samenwerkingspartner van Progress is, biedt in totaal 4,8 miljard Canadese dollar oftewel 3,7 miljard euro op het concern. Dat is 20,45 Canadese dollar per

> Het onderzoek naar de mogelijke gevolgen voor mens, natuur en milieu van het opsporen en winnen van schalie- en steenkoolgas is eind 2012 klaar. De afgelopen

aandeel. Met de overname wil Petronas zekerheid creëren dat er stabiele voorraden van LNG uit Noord­Amerika komen.

periode heeft minister Verhagen zeven consultatierondes gehou­ den over de vragen die leven bij provincies, gemeenten, burgers en bedrijfsleven. Ook is een klankbordgroep geïnstalleerd om input te geven op het lopende onderzoek. Voor het afronden van het onder­ zoek worden geen proefboringen naar schalie­ of steenkoolgas geplaatst en zullen geen opspo­ ringsvergunningen worden ver­ leend.

SBM Offshore heeft een voorlopige overeen­ komst bereikt met Shell voor de levering, lease en exploitatie van een drijvend pro­ ductie­ en opslagplatform (FPSO) voor het olieveld Fram in de Noordzee. Shell en SBM sloten in maart een vijfjarig contract voor de internationale levering van FPSO’s. Het platform voor Fram is het eerste dat voor die overeenkomst wordt ontwikkeld. De overeen­ komst stelt SBM in staat verder te werken aan het Fram­project, waarover nog een defi­ nitieve investeringsbeslissing moet worden genomen.

sbm ontvangt opdracht shEll

03 | 12

7


Rapport stelt offshore veiligheid aan de kaak De offshore olie- en gasindustrie is al lang niet meer de cowboy-wereld die het in haar pioniersjaren was. De aandacht voor veiligheid en daarmee regulering is fors toegenomen, waarbij op het Nederlands Continentaal Plat vooral de Piper Alpha-ramp (1988) geldt als waterscheiding. Toch blijft het mensenwerk en compliancy alleen is daarom niet genoeg. Een recent rapport van Oil & Gas IQ stelt dan ook de vraag: leunen we niet te zelfgenoegzaam achterover?

Over mensen die in de offshore olie- en gasindustrie werken, bestaat enigszins het wat romantische beeld dat het rouwdouwers zijn, gemotiveerde en bovengemiddelde vakmensen die prima in staat zijn op zee hun operatie draaiende te houden. Niet voor niets liet regisseur Michael Bay in de film Armageddon (1998) de wereld redden door een stel offshore olieboorders, geleid door Bruce Willis. De helden van toen liggen nu echter onder een vergrootglas. Amerikaanse olieboorders in de Golf van Mexico zullen er na de ramp met de Deepwater Horizon, die niet alleen elf mensen het leven kostte maar ook leidde tot de grootste

Koos Plegt

‘We hebben regels, standaarden, audit reports, academische rapporten en meer. Maar deze zijn niets waard als op een afgelegen locatie een manager of engineer de druk voelt om een risico te nemen.’ Amerikaanse ecologische ramp ooit, niet populairder op zijn geworden. Mocht Bay zijn film vandaag hebben gemaakt, dan was het nog maar zeer de vraag of hij Willis en zijn team als helden zou inschakelen. 8

03 | 12

Gewenst gedrag In de offshore industrie klinken de gevolgen van de Deepwater Horizon door. De explosie aan boord van het half-afzinkbare platform op 20 april 2010 en de nasleep daarvan brachten een van de grootste bedrijven ter wereld aan het wankelen. De kosten voor het opruimen van de olievlek en het bergen van het platform bedroegen maar liefst dertig miljard euro en daar kwam nog eens een beursverlies van 52 miljard euro bij. Op het gebied van veiligheid zijn er uit de Horizon-ramp aandachtsgebieden ontstaan, bevestigt Henk Veenvliet, veiligheidskundige en directeur van het Instituut voor Veiligheid en Milieu. ‘De sector stuurt bij ongevallencijfers te veel op resultaat. Je zit dan aan de achterkant te sturen. Trek je dat door naar bijvoorbeeld de bonussen, dan vraag je je af: krijg je zo wel het gewenste gedrag?’ Hij verwijst naar de Deepwater Horizon, waar men tot april 2010 jarenlang zonder incident had gewerkt. Op de dag van de blow out was er aan boord zelfs een kleine ceremonie met het personeel om dit feit te vieren. ‘De ramp heeft nog eens duidelijk gemaakt dat je twee verschillende dingen hebt: persoonlijke veiligheid en procesveiligheid. Een verzwikte enkel heeft niets te maken met een niet werkende blow out preventer.’ Werkt deze laatste niet goed, dan ben je helemaal afhankelijk van je proces, zonder extra ingebouwde veiligheid. Sterke verhalen Uit de begintijd van de Nederlandse offshore-industrie in de jaren zeventig, toen zijn vader in de offshoreveiligheid actief was, herinnert Veenvliet zich vooral de sterke verhalen. ‘Een echte Amerikaanse cowboy-wereld; die mentaliteit heerste destijds. Er waren wel wat regeltjes, maar ze deden het vooral zelf. Het gevoel onder die mensen was: wij zijn een team, we zitten offshore, we moeten het met elkaar doen en we doen het met elkaar.’ Gebruikelijk was dat wanneer Veenvliet senior ergens als safety supervisor aan boord kwam, hij een veiligheidshandboek aantrof met de mededeling: succes ermee.


De ramp met de Piper Alpha, op 6 juli 1988, heeft de sector veiligheidsbewust gemaakt. Het aansluitende Cullen-onderzoek geldt nog altijd als een mijlpaal in de veiligheids- en integriteitsbeleving van de Britse offshore-industrie, maar ook van andere landen die boren op het continentaal plat in de Noordzee. Sterker nog: de lessen die in de loop der jaren op de Noordzee zijn opgedaan, vormen de basis van overal ter wereld gehanteerde veiligheidseisen. Zijn we echter, 24 jaar na dato, niet een beetje zelfgenoegzaam geworden? Die vraag stelt het rapport Never Say Never Again dat een consultant en voormalig Offshore Installation Manager van BP schreef voor het kennisnetwerk Oil & Gas IQ. Voor het schrijven, dat dit voorjaar uitkwam, nam Derek

Park zeven beruchte incidenten onder de loep; van het kapseizen van de Sea Gem in 1965 tot de blow out op de Deepwater Horizon in 2012. Opvallend is dat de industrie dezelfde fouten vaak herhaalt. Neem bijvoorbeeld de Deepwater Horizon. Natuurlijk speelden de grote diepte waarop de operatie plaatsvond en de hoge druk die dit met zich meebracht een rol, maar in feite waren veel problemen voorspelbaar en zeker niet het resultaat van de onbekende factor, beargumenteert Park. West Atlas Slechts enkele maanden voor de ramp in de Mexicaanse Golf vond een incident plaats voor de kust van West-AustraliĂŤ, dat veel minder bekend âžœ 03 | 12

9


Op zoek naar de beste en veiligste manier om uw machines efficiënt te bedienen?

• Robuust en ergonomisch • Digitale en/of proportionele aansturing • Veilig en betrouwbaar • Zowel standaard als op maat gemaakte installaties • Eigen productie, servicedienst en werkplaats voor herstellingen

Pauwelsdreef 100, B-2940 Hoevenen (B) - Tel. + 32 (0)3 660 14 00 - info@awsystems.be

Radiografische afstandbesturingen in ATEX uitvoering


Verbetering Er zijn grote verschillen tussen de diepzeeboringen in de Mexicaanse Golf en operaties op de Noordzee, waar de diepte varieert van tien tot vijftig meter. Toch wil dat niet zeggen dat operaties hier geen risico lopen. Veenvliet noemt het “illustratief ” dat een maand na het verschijnen van het rapport van Oil & Gas IQ een gasplatform van Total op het Continentaal Plat te maken kreeg met een grote gaslekkage. ‘Total heeft het platform en ook de productie op nabijgelegen platforms direct stilgelegd. Dat is positief. Ik zie in het rapport dat er voorafgaand aan rampen steeds weer het idee leeft van “het zal wel meevallen”. Bij deze twijfel durft men dan blijkbaar geen harde beslissingen te nemen. Dat is risicovol, want een van de kenmerken van deze industrie is dat als het fout gaat, het ook goed fout gaat.’ Veenvliet stelt dat veel bedrijven te veel sturen op procedures, iets dat in zijn ogen niets voorkomt. ‘De drijfveer moet verbetering zijn, niet het voldoen aan regeltjes. Veiligheid verbeteren is onze core business. In de Verenigde Staten hebben bedrijven het voortdurend over compliancy. Maar dat laat zich vertalen

N O O D S I T u AT I E S z O N D E R PA N I E K

is onder het grote publiek. De blow-out op het hefplatform West Atlas (gelukkig zonder verlies van mensenlevens) vertoont grote gelijkenissen met de tragedie op de Deepwater Horizon, zowel vanuit technisch oogpunt als de manier waarop de betrokken mensen reageerden. Omdat enkele bedrijven bij beide operaties betrokken waren, kan men beargumenteren dat er voldoende kansen zijn geweest om te leren van het eerste incident. Zo vertrouwde men te veel op systemen die ongetest waren of niet voldeden aan de eigen veiligheidsstandaarden, waren er problemen rond het commando, wijzigingen op het laatste moment onder tijdsdruk, te weinig training in crisismanagement en emergency response, en een misplaatst geloof in safety records. Maar ook het ontbreken van een overhangende veiligheidsstructuur en een onafhankelijk orgaan dat offshoreoperaties reguleert, wijst Park aan als factoren die bij hebben gedragen. Na de Piper Alpha-ramp zijn in het Noordzeegebied deze laatste twee zaken wel adequaat ingevuld, maar hoe goed zijn managers en bemanningen voorbereid op calamiteiten? Park wijst erop dat een gezonde veiligheidscultuur, waarin mensen het vertrouwen en de autoriteit hebben om de juiste beslissingen te nemen vanuit hun expertise, het allerbelangrijkste is. Park: ‘Welk alternatief is er? We hebben regels, standaarden, audit reports, academische rapporten en meer. Maar deze zijn niets waard als op een afgelegen locatie een manager of engineer de druk voelt om een risico te nemen.’

In het trainingscentrum van STC-KNRM Offshore Safety in Rotterdam traint offshore-personeel op het signaleren van noodsituaties in een vroeg stadium, leert het zo goed mogelijk optreden en schade aan mens en materiaal te beperken. ‘Wij bootsen exacte noodsituaties op zee na, minus de paniek’, zegt directeur Peter Carpay. De offshore olie- en gasindustrie is streng als het gaat om eisen met betrekking tot emergency response, het type training dat STC-KNRM geeft. Elke vier jaar moet personeel de training doorlopen om zo de vereiste certificaten te behouden. Ter illustratie: STC-KNRM verzorgt ook cursussen voor personeel uit de scheepvaart, maar bij hen is een certificaat levenslang geldig. En in vergelijking met bijvoorbeeld een hotelmedewerker is iemand uit de offshore-industrie vele malen beter gekwalificeerd om op een uitbrekende brand te reageren. Toch kan de offshore-sector wel iets leren van de onshore-sector, waar het gaat om preventieve kennis. Carpay geeft een voorbeeld: ‘Om op een terrein van een groot oliebedrijf in de Botlek een heftruck te besturen, al is het maar voor een minuut, heb je een certificaat nodig. Hetzelfde geldt voor veel andere werkprocedures.’ Dat dit in de offshore niet altijd geldt, ligt volgens Carpay aan het hoogwaardige technische werk dat op platforms wordt uitgevoerd. ‘Iedereen bezit er aantoonbaar vakmanschap. Het technische niveau heeft altijd hoog gelegen. Offshore olie en gas is toch een beetje het A-Team van de industrie. Het zijn mensen die betrokken zijn en bewust kiezen voor een carrière offshore. Maar door de groei van de sector, de internationalisering en de zij-instroom van medewerkers die dat met zich meebrengt, is het in mijn ogen wel raadzaam er meer op te gaan letten.’

in: als je voldoet, is het goed. Een vinkje zetten en klaar.’ Niet regels maken de werkplek veilig, maar de mensen die er werken, betoogt Veenvliet, die daarom afsluit met een appèl: ‘Er zijn al duizenden pagina’s aan onderzoeksdata geschreven, waarin honderden

In de Verenigde Staten hebben bedrijven het voortdurend over compliancy. Maar dat laat zich vertalen in: als je voldoet, is het goed. Een vinkje zetten en klaar.’ jaren aan manuren zitten. Wat als we deze tijd nu eens zouden steken in training en oefening? Zo voorkom je dat je incidenten steeds weer op papier, achteraf moet oplossen. Kijk nu eens wat de Deepwater Horizon BP gekost heeft. Dat geld kun je wel beter besteden.’ ▲ 03 | 12

11


Geologie dicteert schaliegastechnologie Een aantal jaren geleden werd bekend dat een enorme hoeveelheid schaliegas in de Nederlandse bodem zit. De complicatie van schaliegas is echter het vrijmaken van dat gas uit het gesteente, waarbij rekening moet worden gehouden met milieu, verstedelijkte gebieden, infrastructuur, de aanwezigheid van een markt et cetera. Een goede kennis van de ondergrond brengt de complexiteit van het winnen van schaliegas aan de oppervlakte. Evi Husson

12

Winning van conventioneel gas uit bestaande velden wordt steeds lastiger. De voorraad conventioneel gas raakt geleidelijk aan op. In 2009 kwam Energie Beheer Nederland (EBN) echter met het opzienbarende bericht dat zich waarschijnlijk nog vele miljarden kubieke meters onontdekt aardgas in de Nederlandse bodem bevinden, waaronder een groot deel schaliegas. Maar veel van dit schaliegas is vrijwel onmogelijk te winnen. Jan Lutgert, geoloog bij EBN vertelt hoe dit komt: ‘Een aantal jaren geleden is een inventarisatie uitgevoerd in Nederland waaruit een enorm grote hoeveelheid bewezen reserves naar voren kwam, vele malen groter dan de huidige bewezen gasreserve van Nederland van 1.230 miljard kubieke meter. Men keek daarbij naar hoeveel gas je vrij kunt maken uit een kubieke meter gesteente. Door vervolgens een optelsom te maken van hoeveel kubieke meter gesteente er onder het Nederlands territorium zit (land en zee), kom je uit op een gigantisch groot getal. Echter, de complicatie van schaliegas is nu juist het vrijmaken van dat gas uit het gesteente. Er moet daarbij rekening worden gehouden met milieu, verstedelijkte gebieden, infrastructuur, de aanwezigheid van een markt et cetera. En dan wordt het getal vele malen kleiner, naar schatting ongeveer drie- tot vijfhonderd miljard kubieke meter.’ Een aanzienlijk minder grote hoeveelheid dus. Toch staan enkele honderden miljarden kubieke meters 03 | 12

equivalent met ongeveer een derde van de huidige Nederlandse gasreserve. Voldoende om serieus te nemen. Logistiek Schaliegas is in wezen een bron en reservoir in één. Het gas vormt zich in het gesteente waar de bron van het gas, het organisch materiaal, in zit. Het gas kan zich op vier manieren in het gesteente bevinden. Het zit geabsorbeerd aan organisch materiaal, het kan opgelost zijn in het organisch materiaal, het komt voor als vrij gas in porositeit, dus als je porieruimte hebt, of het kan aanwezig zijn in breukjes in het gesteente. De kunst is om al deze vier bronnen van gas aan te boren als je een schaliegasvoorkomen ontwikkelt. ‘Maar voor je een veld aanboort, moet je weten hoeveel gas er daadwerkelijk in de grond zit, welke extractiemethodes ervoor bestaan, wat de beste transport- en exportmogelijkheden zijn en ook de service-industrie speelt een rol’, aldus Lutgert. ‘Honderden putten boren betekent dat servicebedrijven het frackingmateriaal en boorinstallaties moeten kunnen leveren. Dus de logistiek daaromheen moet ook nog worden ontwikkeld.’ Posidonia Om op een verantwoorde en veilige manier te kunnen exploreren en ontginnen, is een aantal zaken nodig. Een goede geologische kennis van de ondergrond in Nederland is hierbij een belangrijk onderdeel. ‘In Nederland hebben we twee aardlagen die je als schaliegasvoorkomens zou kunnen kwalificeren. De meest bekende is de Posidonia, een kleisteenformatie die vooral in Zuid-Nederland voorkomt. De andere is de Carboniferous Geverik formatie, afgezet in het Namurian, een tijdperk daterend van meer dan 320 miljoen jaar geleden. Het gesteente uit die tijd werd in heel Nederland afgezet, maar door bodemdalingen en tektonische bewegingen van de ondergrond komt het op sommige plaatsen op zo’n grote diepte voor – meer dan acht kilometer onder de grond – waardoor het op dit moment economisch niet rendabel is. Met andere woor-


den, het is interessanter om te onderzoeken hoeveel gas er in de Posidonia zit en of winning mogelijk is.’ Datagebrek Hoeveel organisch materiaal effectief in de grond aanwezig is, is sowieso lastig te bepalen. Resultaten van laboratoriummetingen wijken vaak af van resultaten uit metingen met sondes die men in de gaten van bestaande boorputten laat afdalen. Lutgert: ‘Het vervelende hierbij is dat er op dit moment te weinig gegevens zijn waarbij er zowel lab- als putmateriaal is om deze met elkaar te vergelijken en te verklaren waar het verschil vandaan komt. Er is dus een datagebrek om de exacte aanwezigheid van organisch materiaal in de gesteentes te bepalen. Positief is gelukkig wel dat in alle formaties die we in Nederland op het oog hebben minstens twee procent organisch materiaal is te vinden. Het kan zelfs oplopen tot twaalf procent. In Amerika geldt de vuistregel dat er meer dan twee procent organisch materiaal in zo’n laag aanwezig moet zijn om ervan uit te gaan dat er voldoende schaliegas in zit. Twee procent is het minimale schaliegas-target. Daar voldoen zowel de diepere als de hoger gelegen formaties in Nederland aan.’ Uitzonderingsposities Het onderzoek om een schaliegasformatie te kunnen karakteriseren, bestaat onder meer uit mineralogie, permeabiliteit en onderzoek naar technieken om de doorlatendheid te stimuleren. ‘De data die we hiervoor gebruiken komen uit 5.500 exploratie- en productieputten in Nederland. 128 putten daarvan hebben de bovenste schaliegaslaag van de Posidonia doorboord. Slechts drie boringen hebben informatie opgeleverd over de dieper gelegen Carboniferous Geverik formatie. Dus een goede beoordeling of deze laag ooit geschikt kan zijn voor ontwikkeling van gas, is er nog niet.’ Uit laboratoriummetingen op de gegevens van putten in Nederland bleek dat de drie belangrijkste componenten van het gesteente kwarts, kalk en klei zijn. De Posidonia Schalie bevat veel klei en is extreem zacht terwijl de Geverik kwartsrijk en erg hard is. Deze situ-

atie wijkt af van velden die momenteel in Amerika worden geproduceerd. ‘Nederland heeft te maken met twee uitzonderingsposities die erg ver uit elkaar liggen en zich anders gedragen dan alles wat zich in Amerika bevindt. Dat heeft zo z’n gevolgen voor het ontwikkelen en de te gebruiken technologieën.’ Chemicaliën In de Posidonia zal door de zachtheid van de formatie, ongeacht de gekozen fracktechnologie moeder natuur de ontstane fracks weer dicht proberen te drukken zodra de druk na het fracken daalt. Om dat tegen te gaan worden de breukjes volgespoten met zand of keramische bolletjes. ‘Bij zachte gesteentes heb je hiervan meer nodig dan in hardere lagen met meer kwarts waar met een zogenaamde slipwatertechniek kan worden gefrackt. Om het zand of de keramische bolletjes in de fracks te krijgen, zijn chemicaliën nodig. Ze moeten worden getransporteerd met de boorvloeistof, wat betekent dat je een visceuze vloeistof moet hebben waarin zand blijft drijven. Als je die vloeistof niet visceus maakt, zal al dat zand namelijk naar de bodem zakken en nooit komen op de plek waar je het hebben wil.’ Het visceus maken, gebeurt met een soort gelvormende chemicaliën die aan de boorvloeistof worden toegevoegd. ‘Als je dit goedje met zand erin vervolgens naar beneden pompt, creëer je een enorme weerstand. Er worden daarom ook andere chemicaliën toegevoegd om die weerstand tijdens het naar beneden pompen te minimaliseren. Verder komen er chemicaliën aan te pas om bacteriën of biocides of ongewenste organismen te bestrijden. Als de vloeistof vervolgens beneden is aangekomen en het zit in het gat, wil je geen visceuze vloeistof meer hebben. Wat in die schaliegasformatie zit, moet tenslotte in de put kunnen stromen. Dus er zijn weer andere chemicaliën toegevoegd die de viscositeit bij het aankomen in de put afbreken waardoor het water weer kan worden teruggeproduceerd. Al deze chemicaliën hebben een eigen toepassing. Er wordt momenteel intensief gezocht naar milieuvriendelijkere varianten.’ ➜ 03 | 12

13


PROTECTIVE COATINGS

SIGMADUR™

DURABLE FINISH SOLUTIONS WITH EXCELLENT AESTHETICS

The innovative SIGMADUR durable finish range protects onshore and offshore structures throughout their lifetime offering excellent protection to the splash and spillage of mineral and vegetable oils, paraffins, aliphatic petroleum products and mild chemicals. • Innovative durable finish coatings cure down to –5°C • Excellent colour and gloss retention • Resistant to aggressive atmospheres, abrasive and corrosive conditions

www.sigmacoatings.com/protective

Management De weg naar professioneel inkopen Sourcing Supplier Inkoop, een nieuw paradigma Relationship Management Business owned domains Bestellen? Ga naar www.sdu.nl In

introduceert Gerco Rietveld

een nieuw inkoopconcept, als vervanging van de huidige

klassieke inkooppraktijk. Pleidooien hiertoe bestaan al lang, maar de weg daar naartoe is niet eerder beschreven.

Hoogste tijd dus om inkoop businessgedreven te maken en

Winnaar managementboek van het jaar 2010!

Gerco Rietveld ISBN 978 90 12 58124 0 € 59,00

de business inkoopgedreven.


Vrees Er is al veel commotie ontstaan over het winnen van schaliegas in Nederland. Het zou onveilig zijn, milieuvervuilend en er heerst een vrees dat het boren en fracken kan zorgen voor vervuiling van drinkwater. Deze vrees is volgens Lutgert ongegrond. ‘Door middel van software kan een voorspelling worden gedaan hoe zo’n breuk zal verlopen. Daarnaast zijn er monitoringstechnieken die kijken naar het homogene stressveld. Ze gaan na hoe de ondergrond zich beweegt en hoe hoog of diep zo’n frack kan reiken. Uit onderzoeksresultaten

FOTO: CHESAPEAKE STATOIL

Methode Er zijn drie verschillende frackingtechnologieën die op dit moment in het buitenland routinematig worden toegepast bij schaliegas-ontwikkelingen. De Plug&Perfmethode is de eerste. Daarbij wordt een soort kurk of plug in het boorgat geplaatst. Deze zorgt ervoor dat het gedeelte van de put dat erachter zit wordt geïsoleerd van wat zich erboven bevindt. Vervolgens wordt een perforatietool gebruikt om het gesteente onder hoge druk te zetten waardoor het breekt. Hierna kan de plug worden verplaatst zodat hogerop in de put nogmaals zo’n operatie kan worden uitgevoerd. Lutgert: ‘Het voordeel van deze techniek is dat je dit eindeloos kunt herhalen, het is een eenvoudige en betrouwbare methode die veel wordt toegepast.’ De tweede methode genaamd Ball Drop is een eenvoudige gravitatiemethode. Aan de bovenkant van het gat wordt een stalen bal in de buis gedropt. Deze valt naar beneden en komt op een bepaald moment tegen een hendel aan. Die drukt deze hendel open waarmee een frackingoperatie in gang wordt gezet. ‘Het nadeel is dat elke bal met specifieke diameter maar één specifiek interval kan openen en sluiten. De ballen worden met andere woorden naar het begin van de put toe groter. Op een bepaald moment zit je door je mogelijkheden heen.’ Standaard worden niet meer dan twintig tot dertig van dergelijke operaties uitgevoerd terwijl in theorie tot negentig frackingoperaties nodig zijn. ‘Het voordeel van deze methode is dat je hier geen tool met draad nodig hebt waarmee je allerlei acties moet uitvoeren in zo’n boorgat. Het is een erg snelle methode waarbij interventies niet nodig zijn en er is minder vloeistof bij nodig. Het heeft milieutechnisch een minder grote belasting dan de eerste techniek.’ De derde techniek heet Pinpoint Stimulation, waarbij heel gericht bepaalde delen in het gebied kunnen worden gestimuleerd. Er wordt een stuk pijp in het boorgat geduwd waardoor delen van het boorgat kunnen worden geïnterpreteerd en gestimuleerd. ‘Hierbij zijn geen plugs nodig en deze techniek maakt het minste gebruik van chemicaliën en dergelijke.’ Welke techniek wordt toegepast hangt af van de situatie, de economie, tijd en beschikbaarheid van het materiaal.

uit Amerika blijkt dat zo’n frack maximaal driehonderd meter van de start van zo’n frack kan uitbreiden. In Nederland bevinden de schaliegasformaties zich op een diepte van meerdere kilometers ondergronds. Dit betekent dat op geen enkel moment de fracks ook maar dicht in de buurt komen van grondwater.’ Dat het breken van het gesteente kleine aardschokjes zou kunnen veroorzaken is een ander argument dat wordt gebruikt om het boren naar schaliegas te verbieden. ‘Ook daarop zijn metingen gedaan waaruit blijkt dat de magnitude bijzonder klein is. De vrees dat schaliegaswinning tot heftige aardbevingen zou kunnen leiden in Nederland, wordt niet door waarnemingen gesteund.’ Toekomst Tal van technieken en onderzoeken zijn momenteel gaande om de risico’s van het boren naar schaliegas nog beter in kaart te brengen en ook de technologie staat niet stil. Lutgert: ‘We staan nog aan het begin van de ontwikkeling rond schaliegas in Nederland op dit moment. Neem bijvoorbeeld normering. Op dat gebied staan we nog in de kinderschoenen. Dit zouden we bijvoorbeeld moeten kunnen overnemen van andere landen. Tegelijkertijd vindt er nog zoveel innovatie plaats op zoveel gebieden dat als we tot normering komen we wel door kunnen en moeten blijven ontwikkelen.’ Informeren en communiceren met overheid en maatschappij is eveneens een aandachtspunt voor de toekomst, gaat Lutgert verder. ‘We zijn met EBN bezig aan een website voor informatievoorziening op verschillende niveaus, van kinderen, middelbareschoolniveau tot wetenschappelijk niveau zodat ieder kan kiezen hoe hij welke informatie tot zich neemt en de actuele ontwikkelingen kan volgen. Maar naast een website is ook communicatie met alle belanghebbende of betrokken partijen van groot belang. Het vertrouwen moet bij diverse partijen aanwezig zijn willen we schaliegaswinning tot een succes maken.’ ▲ 03 | 12

15


Antwoord op bedreiging nog niet paraat De wereldwijde aanpak van mogelijke dreiging ten opzichte van de olie, gas en energiesectoren loopt achter. De Stuxnet-aanvallen op Teheran’s energieinfrastructuur hebben aangetoond dat kwaadwillende partijen autonoom en digitaal een nationale infrastructuur kunnen platleggen. Cyril Widdershoven

16

Na 11 september 2001 is er veel aandacht geschonken aan terrorisme, fundamentalisme en andere fysieke bedreigingen, maar vooral met het oog op regeringsgebouwen, militaire installaties en havens. De Westerse burgers zijn diverse malen in slaap gesust met verhalen dat alles eraan wordt gedaan om deze mogelijke bedreigingen van de samenleving tegen te gaan. Terroristen in de 21ste eeuw en vijandelijke staten zullen echter niet alleen het scenario volgen van Osama Bin Laden. De voortdurende uitbreiding van de digitalisering van onze samenleving, en de infrastructuur waarop het is gebouwd, geeft voldoende nieuwe kansen om vanuit een hutje in Chad de Nederlandse gas, elektriciteits- of waterinfrastructuur aan te vallen. De mogelijke gevolgen kunnen rampzalig zijn. Het platleggen van de diverse gaspijpleidingsystemen of hoogspanningsleidingen in Nederland zullen niet alleen een groot gedeelte van Nederland raken maar ook desastreus zijn voor de omringende landen, zoals België, Duitsland of het Verenigd Koninkrijk. Steven Spielberg’s visie op dit gevaar is niet meer alleen reëel in Hollywood maar ook in Breda, Amsterdam of ‘s Heerenberg. Tom Clancy’s doomsday scenario’s in zijn internationaal bekende boeken over terrorisme en aanslagen op het westen kunnen ook op dit gebied waarheid worden. Een effectief antwoord tegen de mogelijke bedreigingen is er op dit moment niet. Cyber crime-specialisten moeten schoorvoetend toegeven dat voor elk antwoord wel weer een nieuwe aanvalsroute wordt gevonden. 03 | 12

Samenwerkingsverbanden De Westerse overheden zitten echter niet stil; diverse grootschalige internationale samenwerkingsverbanden zijn al gesmeed. Zo is er het ERNCIP (EU Reference Network for Critical Infrastructure Protection), dat zich vooral richt op cyber crime en mogelijke bedreigings-scenario’s. In Nederland is het CPNI.NL opgericht, een samenwerkingsverband dat de komende jaren als coördinator zal optreden van de themagroepen Industrial Control Systems en Smart Grids in het ERNCIP-project. Deze themagroepen zullen jaarlijks aanbevelingen doen aan de Europese Commissie. Op hetzelfde moment is er de zogenaamde EU-US Working Group on Cyber Security and CyberCrime, die als doel heeft het gezamenlijk aanpakken van nieuwe bedreigingen voor de wereldwijde netwerken waarvan de veiligheid en welvaart afhankelijk zijn. Deze werkgroep is opgericht op 20 november 2010 in Lissabon. De werkgroep zal rapporten en briefings verzorgen over botnets en smart grids, een strategie en actieplan samenstellen voor samenwerking met de private sector en algemene principes opstellen voor een stabiel en toegankelijk internet. Diverse Expert-Sub Groups zijn opgericht voor het ontwikkelen van een strategisch raamwerk voor publiek-private samenwerking. CPNI.NL maakt deel uit van de Expert-Sub Group die zich richt op Industrial Control Systems en Smart Grids. De samenwerking gaat zich vooral richten op C-level awareness, opleiding en training, informatie delen, bewustwording, incident response en testmogelijkheden. Veel aandacht is er al geschonken aan de beveiliging van financiële instellingen, utilities (smart grids) en overheidsorganen. De noodzaak voor het extra beveiligen van de grootschalige olie- en gasinfrastructuur is volgens velen echter nog een beetje ondergesneeuwd in het geweld van de politiek en energiegiganten zoals E.on, RWE en EdF. Toch is het noodzakelijk om deze sectoren volledig onder de loep te nemen, zodat de primaire aanvoer van energiegrondstoffen wordt beveiligd voor de toekomst.


Diverse analisten roepen nu ook dat er meer aandacht moet worden geschonken aan cyber security met betrekking tot de olie- en gassector. De voortschrijdende internationalisering van de energiehandel en -productie maakt het steeds realistischer om een cyberaanval te krijgen. Een noodzakelijke coördinatie tussen veiligheidsdeskundigen (IT en fysiek) en de stakeholders in de olie- en gassector is hierbij van doorslaggevend belang. Zonder diepgaande kennis van de structuren van de sector, zoals productie, exploratie, transport, raffinagetechnologieën en productie-installaties, is het onmogelijk een effectief en op de sector toegeschreven aanpak te formuleren of te implementeren. Te langzaam De invloed van digitalisering binnen de olie- en gassector moet zeker niet worden onderschat; digital oilfields, remote control rooms, SCADA-projecten en fibertechnologie zijn hier de normaalste zaak van de wereld. De tijd dat olie-ingenieurs op platforms met Excel of een blocnote rondliepen, is op vele plekken verleden tijd. Volgens Ilmar Tamm, hoofd van het NAVO Cyber Defense Center, hebben Stuxnet en Flame aangetoond dat cyber crime en cyber war nieuwe bedreigingen aan het licht hebben gebracht, die experts op dit moment niet geheel kunnen overzien. Hij legt vooral de nadruk op bedreigingen tegen kritische infrastructuur. Volgens de NAVO is er sprake van een groeiend aantal gerichte

internationale cyber crime aanvallen op nationale (westerse) energie-infrastructuurprojecten. Tamm waarschuwt dat Westerse leiders op dit moment te langzaam reageren op de mogelijkheid van zo’n aanval. Voor Nederland en geheel Noordwest-Europa is dit zeer zeker het geval. Volgens McAfee’s Global

Een aanval op de gasexportpijpleidingen van Rusland of andere Oost-Europese landen brengt ook grootschalige tekorten teweeg in onze regio.

Cyber Defense Report, uitgevoerd door de Security & Defense Agenda denktank in Brussel, is er sprake van grote gevaren. Volgens de meerderheid van de ondervraagden (tachtig specialisten in 27 landen), is er sprake van onbekendheid bij de meeste overheden en bedrijven. Van de 23 landen die zijn onderzocht in het rapport, komen alleen Israël, Zweden en Finland naar voren als voorbereid op zo’n calamiteit. De minst voorbereide landen zijn China, Rusland, Italië en Polen. Grootschalige gevolgen Daarnaast speelt nog dat aanvallen op de ons omringende landen grote gevolgen kunnen hebben voor ➜ 03 | 12

17


energie-infrastructuurnetwerken van de NAVO-landen. De NAVO-expert stelt daarom voor om een gecoördineerde aanpak op te zetten, waarbij energie, cyber war, terrorisme en milieu, als een geheel pakket wordt gezien. De diverse overheden en operators in de energiesectoren moeten met alle macht een aanpak genereren die deze aspecten in hun analyses zal opnemen. Er kan geen sprake meer zijn van een houding dat veiligheid, IT, terrorisme, cyber crime en milieu worden gezien als onafhankelijke factoren in de markt. Een duidelijke samenwerking tussen IT-experts, defensie, nationale veiligheidsorganisaties en de diverse energiepartijen is noodzakelijk.

de Nederlandse situatie. Het platleggen van elektriciteitsnetwerken in Zuid-Europa kan desastreuze gevolgen hebben voor het netwerk in Noordwest-Europa. Een black-out zoals een aantal jaren geleden moet daarom niet worden uitgesloten. Een aanval op de gasexportpijpleidingen van Rusland of andere OostEuropese landen brengt ook grootschalige tekorten teweeg in onze regio. Tijdens een NAVO-bijeenkomst in Chicago, met als

Dankzij de openheid van de Westerse samenleving is het niet moeilijk aan de juiste informatie te komen om een aanval te coördineren. titel NATO and Energy Security, bleek dat deze kwesties op militair niveau allang worden onderkend. De gevaren die op de loer liggen voor de 6.300 kilometers strategische olie- en gaspijpleidingen van de NAVO in West Europa zijn immens. Een zeer uitgebreid aantal strategische olieopslagen in West-Europa komen daar nog eens bij. Sinds 2010 heeft de NAVO zich effectief bezig gehouden met haar zogenaamde Strategic Concept 2010, waarin nieuwe oplossingen werden voorgedragen voor de beveiliging van de infrastructuur. Volgens Michael Rühle, hoofd van de Energy Security Section van de NAVO, heeft de Stuxnet-aanval op Iran aangetoond dat er grote cyber-gevaren zijn met betrekking tot de 18

03 | 12

Openheid De groeiende interconnectie van de diverse energieactoren in Europa maakt ook dat cyber crime een hogere prioriteit moet krijgen. Bij het analyseren van de Europese pijpleidinginfrastructuur en haar mogelijke uitbreiding moeten deze nieuwe gevaren worden meegenomen. Het kan niet zo zijn dat de onafhankelijke nationale en internationale actoren hun systemen niet op elkaar afstemmen. Het zal ook noodzakelijk zijn dat de beveiligingssystemen van de interconnectiepunten en mogelijke andere verdeelstations op elkaar zijn afgestemd. Hierbij kan en mag het niet alleen gaan om IT-gerelateerde beveiliging maar ook om fysieke beveiliging. Veiligheidsanalisten zijn het er over eens dat tegen een fysieke bedreiging op dit moment een effectief antwoord is te formuleren. Tegen aanvallen van terroristen of anarchisten op havens, LNG-projecten of petrochemische bedrijven zijn goede beschermingsmogelijkheden in te brengen. Toch is een succesvolle aanval nooit uit te sluiten. Een terrorist of soldaat met een zogenaamde “death wish” is altijd in staat om een aanval op zo’n object uit te voeren. Dankzij de openheid van de Westerse samenleving is het niet moeilijk aan de juiste informatie te komen om een aanval te coördineren. Het feit dat instituten als de EU en de NAVO bereid zijn om op het internet zeer goede en gedetailleerde overzichten te geven van pijpleidinginfrastructuren, strategische opslagen of zelfs NAVOpijpleidingprojecten, maakt het voor een kwaadwillend individu relatief gemakkelijk om een deel of meer van zo’n stelsel plat te leggen. Meer analyses van deze specifieke gevaren is dan ook nodig, ook in Nederland, waar openheid wel heel ver is gegaan. Minder openheid van zaken, niet om de burger te onthouden van zijn rechten maar om hem te beschermen tegen rampen, is dan ook noodzakelijk. Een duidelijk veiligheidsbeleid, gecoördineerd tussen alle partijen, is ook van groot belang. Onwetendheid kan niet meer worden aanvaard als reden voor een zwak veiligheidsbeleid. ▲


Datum: 7 juni 2012 • Locatie: RDM Campus Rotterdam

Wij nemen onze verantwoordelijkheid


VAKBEURS VOOR PROCESAPPARATUUR, -ENGINEERING EN -AUTOMATISERING

ENGINEERING MOVES

DÈ GROOTSTE VAKBEURS VOOR DE TOTALE NATTE EN DROGE PROCESINDUSTRIE IN DE BENELUX

VAN BEURS NAAR EVENT • • • •

Kennisoverdracht en netwerken Nieuw concept met inhoud en visie Thema’s: Energy Saving, Safety & Maintenance Inspirerende masterclasses, tentoonstellingen en demonstraties • Verrassende indeling en een nieuwe beleving

• 200 exposanten presenteren hier hun nieuwste producten en diensten • Pomp.nl-plein, Machevo paviljoen en PIP Award uitreiking • met één bezoek bent u weer helemaal op de hoogte van alle trends en ontwikkelingen

2-5 OKTOBER 2012 | JAARBEURS UTRECHT WWW.INDUSTRIALPROCES SING.NL

2-5 OKTOBER 2012 | JAARBEURS UTRECHT WWW.IAD.NL

Registreer met de code via de website voor gratis toegang:

Registreer met de code via de website voor gratis toegang:

2 0 0 .0 0 0 .5 6 4

300.001.636

IP_IA&D2012_combi_185x132_Petrochem.indd 1

14-06-12 12:26

De nieuwe standaard in webvertising Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: Bizz56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van Bizz56” zorgt ervoor dat u en de filmers van Movielinqs zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. En bovenal zorgt Bizz56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. Bizz56”-video’s zijn multiinzetbaar: op uw site, via smartphones en tablets en op social media.

Bizz56” is een product van Movielinqs, een onderdeel van Industrielinqs pers en platform

Scan de QR-code voor een voorbeeld van Bizz56”

Meer weten?

Neem contact op met Ellen van den Burg (020-3122088) of movielinqs@industrielinqs.nl


DELTAVISIE 2012

inhoud 4 Hoe kom ik aan 150 miljoen euro?

15 groei tot 2030

Een klein bedrijf ontwikkelt een proces dat groot kan worden. Daarvoor heeft het anderen nodig, maar die samenwerking mag niet ten koste gaan van onafhankelijkheid. Tom van Aken, CEO van Avantium, vertelde voor welke keuzes het bedrijf heeft gestaan en welke keuzes het nog moet maken. En hij vroeg daarbij expliciet om input van de deelnemers.

De chemische industrie zit middenin een onzekere tijd. Toch zijn tussen alle onzekerheden ook wel trends te vinden die chemiebedrijven een houvast kunnen bieden bij het bepalen van hun strategie.

6 ‘We gaan voor goud’ Edith Romp, factory en sitemanager van Teijin Aramid in Delfzijl is Plant Manager of the Year 2011. Tijdens Deltavisie gaf zij in een masterclass aan welke verbetertrajecten zij de afgelopen jaren met haar team heeft gerealiseerd.

9 Hoe ontWerp je een duurzame toekomst? Een nauwe samenwerking tussen Daimler en BASF heeft een unieke conceptcar opgeleverd. Deze Smart Forvision heeft niet alleen een bijzonder ontwerp, het kent ook veel technische hoogstandjes.

10 tWeede maasvlakte overWint recessie De Tweede Maasvlakte krijgt steeds meer vorm. Veel van de benodigde infra is al aangelegd. Wat nu moet volgen, is de industrie die nog moet worden overgehaald om zich er te vestigen. René van der Plas, directeur van de projectorganisatie, is optimistisch: ‘Rotterdam is een goede locatie voor de biobased economie.’

12 Haven Heeft duizenden tecHnici nodig De industrie is grotendeels afhankelijk van de mensen die er werken. Deze mensen moeten daarom goed zijn opgeleid en beschikken over de juiste competenties. Huub Kleinrouweler, directeur KMR, gaf in zijn masterclass aan wat de knelpunten zijn in Rotterdam en welke acties nodig zijn om het tekort te minimaliseren.

sponsors

17 meer gezamenlijke verantWoordelijkHeid Overheden moeten met meer kundigheid regels toepassen op het gebied van veiligheid. En dat mag ook best wel wat strenger en duidelijker, werd geopperd tijdens het debat op Deltavisie. Ook kan de industrie zelf haar veiligheid op een hoger plan brengen, bijvoorbeeld doordat bedrijven elkaar gaan bezoeken en feedback geven.

18 columns plantmanagers Tijdens het plenaire gedeelte van Deltavisie brachten de drie finalisten van de verkiezing Plant Manager of the Year in een column naar voren hoe zij hun verantwoordelijkheid nemen rond veiligheid.

22 nieuW land met duurzame mogelijkHeden In de ochtend van Deltavisie gaven Martin Ouwerkerk, business manager van het Havenbedrijf Rotterdam, en Mike Sijbrandij, sales en marketing manager van Evides, een business class over de toekomst van Maasvlakte 2. Een slimme en efficiënte inrichting van utilities is daarbij van groot belang.

23 3d-tecHnologie voor onderHoud Bij het ochtendprogramma van Deltavisie2012 verzorgde SPIE een business case over de ontwikkeling en inzet van 3D-technologie voor onderhoud en werkvoorbereiding in de industrie. Met verhoogde veiligheid en kostenreductie als belangrijke drivers, biedt 3D-technologie betere risico-analyses, efficiëntere werkvoorbereiding en procesoptimalisatie voor het hele onderhoudstraject.

INITIATIEFNEMERS:

PLATINASPONSOR:

GOUDSPONSORS:

PARTICIPANTEN:

3


DELTAVISIE 2012

Hoe kom ik aan 150 miljoen euro? Een klein bedrijf ontwikkelt een proces dat groot kan worden. Daarvoor heeft het anderen nodig, maar die samenwerking mag niet ten koste gaan van onafhankelijkheid. Tom van Aken, CEO van Avantium, vertelde tijdens zijn masterclass op Deltavisie, voor welke keuzes het bedrijf heeft gestaan en welke keuzes het nog moet maken. En hij vroeg daarbij expliciet om input van de deelnemers. Liesbeth Schipper

Welke redenen zouden voor de chemische industrie doorslaggevend kunnen zijn om over te stappen op hernieuwbare grondstoffen? Regelmatig worden CO2emissies genoemd, soms ook een slinkende aardolievoorraad. ‘Wij hebben daar minder hoogdravende ideeën over’, stelde Tom van Aken, CEO van Avantium, tijdens zijn masterclass op Deltavisie. ‘Wij zetten de stap naar duurzaam omdat klanten erom vragen. Sommige bedrijven denken dat dit een trend is die wel weer overgaat, maar ik denk dat niet. En ik merk dat grote merken als Nike en Coca Cola er ook zo over denken. Nike maakt voor haar producten de stap naar polyester uit biomassa en Coca Cola heeft haar plant bottle die al voor een deel uit biomassa is gemaakt.’

Uit de droom Avantium is een spin off van Shell. In de jaren negentig is het bedrijf opgericht om kleinschalig katalysatoren te testen via high throughput screening. De eerste jaren participeerden diverse bedrijven als aandeelhouder. ‘Het is misschien niet leuk om te horen, maar laat ik jullie toch uit de droom helpen: een bedrijf aansturen met verschillende grote bedrijven als aandeelhouder, die allemaal een andere kant op willen, is niet gemakkelijk’, sprak Van Aken zijn Deltavisie-publiek toe. ‘Je zou het misschien niet verwachten, maar het werkt een stuk gemakkelijker met investeringsmaatschappijen.’ Het eenduidige doel van investeringsmaatschappijen is dat ze snel waarde willen creëren. Daarom ging Avantium vanaf 2005 ook eigen processen ontwikkelen. ‘We zijn goed in het ontwikkelen van katalysatoren. De stap naar een eigen proces was daarom een logische.’ Het bedrijf stond op dat moment voor de keuze of het producten uit biomassa zou gaan maken die aansluiten bij bestaande ketens of dat het nieuwe producten zou gaan ontwikkelen, waarvan de eigenschappen voortvloeien uit de nieuwe feedstock. ‘Voor ons stond vanaf het

4

begin in ieder geval vast: we moeten op prijs kunnen concurreren maar ook op performance. We hebben er daarom voor gekozen geen drop ins te maken, want dan kun je alleen concurreren op prijs. De andere optie – compleet nieuwe producten – heeft als nadeel dat je nieuwe installaties nodig hebt. Dat wilden we ook niet. We besloten daarom een nieuw product te ontwikkelen, maar wel zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande installaties.’

PEF Het werd een chemisch proces waarbij uit biomassa furanen worden gemaakt. Deze kunnen vervolgens voor diverse toepassingen worden ingezet, waaronder voor de productie van het polymeer PEF. Avantium gebruikt voor de productie van PEF als grondstof de koolhydraten uit maïs, rietsuiker of afvalstromen. ‘Het teveel aan zuurstof halen we eruit. Dit dehydrateren is een nieuw proces en vraagt dus om nieuwe installaties. Vervolgens oxideren we het tussenproduct. We hopen dat we deze stap kunnen doen in bestaande installaties. Tot slot volgt een polymerisatiestap en dat proces past zeker in bestaande fabrieken.’ Om de processtappen op grotere schaal te kunnen testen, heeft Avantium in Geleen een pilotplant gebouwd voor de productie van PEF. ‘De dehydratie en polymerisatie draaien al. De oxidatie-stap volgt deze zomer.’

Betere eigenschappen De mogelijkheden van PEF zijn bijna onbegrensd, wat Avantium voor een nieuw dilemma stelde. Het bedrijf is te klein om al die kansen te pakken en zelfs om één ervan groot te maken. ‘Daarom hebben we ervoor gekozen om te gaan samenwerken. En we hebben ervoor gekozen ons allereerst op flessen te richten. Het voordeel daarvan is namelijk dat het een heel geconcentreerde markt is, die wordt bepaald door een klein aantal grote merken.’


DELTAVISIE 2012 Al die partijen hebben de afgelopen jaren hun flessen dunner gemaakt om grondstoffen te besparen en het transport lichter te maken. ‘Maar nu willen ze een flinke stap verder gaan. Vijftig procent van hun carbon footprint zit namelijk in de fles.’ Toen Avantium eind 2010 eindelijk voldoende product had om een PEF-fles te maken, bleek deze boven verwachting betere eigenschappen te hebben dan een PET-fles. ‘De PEF-fles kan zes keer beter zuurstof buiten houden en drie keer beter koolzuur binnen houden. Bovendien is de hittebestendigheid elf graden Celsius hoger. Dat is ook voor bierbrouwers handig, want dan kunnen ze het bier in de fles pasteuriseren. Het is dus niet zomaar een groen materiaal, maar ook een beter materiaal.’ Een congresdeelnemer stelde hierop meteen scherp de vraag of er ook nadelen aan het materiaal kleven. Van Aken had hierop een helder antwoord: ‘Het grootste nadeel is dat het product nieuw is. Het is nog niet bewezen dat het veilig is. We zijn wel al ver met bijvoorbeeld Reach, maar omdat het materiaal in contact komt met voedsel worden er hoge eisen aan gesteld. We moeten nog een aantal onderzoeken doen om goedkeuring op dat gebied te krijgen.’ Een andere congresdeelnemer vroeg daarop hoe het zit met recyclen. ‘Ook dat zijn we aan het onderzoeken want PEF zal voor een deel in de bestaande recyclestroom komen. Stel dat een klein deel PEF in PET komt. Dat blijkt alleen maar gunstig te zijn omdat de eigenschappen van het PET verbeteren. En mocht PEF echt een groot succes worden, dan kan een sensor de kunststof herkennen zodat het uit de stroom kan worden gescheiden en apart kan worden gerecycled.’

Brand owners De beoogde samenwerkingen zijn er inmiddels gekomen. Niet met partijen uit de chemische industrie, maar met eindgebruikers: Coca Cola en Danone. ‘Die keuze is misschien verrassend, maar een grote chemiespeler zou de marktintroductie voorzichtig opbouwen. Eerst eens een nichemarkt, dan nog eens een nichemarkt; een proces van jaren. En een venture capital partner zou de technologie laten ontwikkelen en in een vroege fase licenties willen uitgeven aan grote bedrijven. Dat is niet wat wij voor ogen hadden; we willen niet op die manier afhankelijk zijn. Daarom werken we samen met brand owners. Zij gaan dit product tenslotte kopen.’

‘Het is dus niet zomaar een groen materiaal, maar ook een beter materiaal.’ Intussen blijft Avantium zoeken naar nog meer brand owners die niet concurreren met Coca Cola en Danone. ‘We willen een grote vraag genereren. We willen dat dit de nieuwe standaard wordt. Belangrijk daarbij is dat we Coca Cola ervan hebben weten te overtuigen dat de PEF-fles niet exclusief voor hen blijft. Als zij de fles gelanceerd hebben en van de marketingvoordelen hebben geprofiteerd, mag ook Pepsi de fles gaan gebruiken.’

150 miljoen euro De volgende stap die Avantium moet zetten, is het bouwen van een fabriek voor de productie van het PEF-monomeer. De capaciteit van de fabriek zal vijftigduizend ton zijn: een minimale eis van en hoeveelheid voor Coca Cola, maar wel een investering van 150 miljoen euro voor het kleine Avantium. ‘Dus… heeft iemand een idee hoe ik aan 150 miljoen euro kom?’ Aarzelend stak een congresdeelnemer z’n hand op: ‘Dan zul je toch moeten samenwerken met een groot chemiebedrijf.’ Van Aken was daar echter heel duidelijk in: ‘Een chemiebedrijf dat in deze fase ons bedrijf overneemt, dat zoeken we niet. Een samenwerking aangaan waarbij we toegang krijgen tot engineering- en productie-expertise is wel interessant voor ons.’ Een andere suggestie was: aankloppen bij de overheid. ‘De overheid heeft geen geld, alleen banken zijn nog zuiniger’,

stelde Van Aken echter. Hij opperde zelf nog het idee om ook voor de bouw van de fabriek samen te werken met eindgebruikers: ‘Raar? Toch heeft Delta Air Lines onlangs voor 150 miljoen dollar een raffinaderij overgenomen van ConocoPhillips.’ Tot slot besprak Van Aken nog met de congresdeelnemers waar hij de fabriek het beste neer kon zetten. ‘We kiezen het liefst voor Nederland omdat hier veel expertise aanwezig is. Bij het opstarten van de fabriek hebben we immers goede mensen nodig. En omdat we niet afhankelijk willen zijn van één feedstock zit ik te denken aan het Rotterdamse havengebied. Nadeel daarvan is wel dat je met biomassa veel water vervoert in schepen. Daarom gaat deze keuze wel op voor een eerste fabriek, maar zullen andere fabrieken daarna dicht bij een grondstoffenbron moeten worden gebouwd.’ Het plan van Avantium is om de eerste fabriek zelf te bouwen en daarna licenties uit te geven aan de chemische industrie. ‘Het bouwen van die eerste fabriek brengt wel risico’s met zich mee, maar voor de fabrieken erna wordt het een kwestie van copy paste. En daarvoor is het verkopen van licenties een logisch business model.’ Coca Cola wil vanaf 2015 honderd procent biobased flessen gaan gebruiken. Dat betekent dat Avantium in 2013 moet beginnen met de bouw van de eerste fabriek. ▲

5


DELTAVISIE 2012

‘We gaan voor goud’ Edith Romp, factory en sitemanager van Teijin Aramid in Delfzijl is Plant Manager of the Year 2011. Tijdens Deltavisie gaf zij in een masterclass aan welke verbetertrajecten zij de afgelopen jaren met haar team heeft gerealiseerd. ‘We willen blijven verbeteren en de lat steeds hoger leggen. Daar kunnen we nog veel energie in stoppen, maar gelukkig ook uit halen’, aldus Romp. Evi Husson

Edith Romp, winnaar van de verkiezing Plant Manager of the Year 2011, is factory en sitemanager van Teijin Aramid in Delfzijl waar de grondstoffen voor de aramidevezel Twaron worden geproduceerd. ‘In de jaren 2002-2008 is er een aantal projecten voor capaciteitsuitbreiding geweest waardoor de monomeer- en polymeercapaciteit aanzienlijk is verhoogd. In 2008 bleek dat het nodig was meer de focus te gaan leggen op onze dagelijkse operaties. De kwaliteit en output van de productie moesten hoger, er waren te veel veiligheidsaandachtspunten en ook wat betreft het milieu konden we nog een aantal verbeterslagen maken. En de documentatie was door de diverse uitbreidingsprojecten eveneens niet goed bijgewerkt. Dit kan bij het nemen van beslissingen harde consequenties hebben. Hoog tijd dus om focus aan te brengen’, vertelde Romp tijdens haar masterclass op Deltavisie. Samen met het managementteam heeft Romp daarom besloten een continu verbetertraject te starten.

Sprintteam Het verbetertraject dat werd opgezet, heet GOUD, wat staat voor Gezamenlijk, Ondernemend, Uitdagend en Duurzaam. Daarnaast betekent het ook een eerste plaats en goud is de kleur van het product van Teijin. ‘Het verbetertraject werkt met zogenaamde sprintteams voor kortetermijnverbeteringen en parallel daaraan een marathontraject voor langetermijnverbeteringen.’ Sprintteams zijn multidisciplinaire teams die bestaan uit vijf tot zeven mensen uit alle afdelingen van de organisatie, die zoveel mogelijk vrij worden gemaakt van hun dagelijkse werkzaamheden om een ambitieuze opdracht of doelstelling in zes tot acht weken te verwezenlijken. Een opdracht voor een sprintteam was bijvoorbeeld om het energieverbruik te verminderen, legde Romp uit. ‘We gebruiken vrij veel elektriciteit, stoom en gas en we moeten onze fabrieken warm houden,

6

waardoor ze het meest efficiënt draaien bij een volledige belasting. De opdracht was om de energiekosten voor dat crisisjaar verhoudingsgewijs met tien procent te verminderen. Dat is goed verlopen.’ Op een vraag van een congresdeelnemer of het werken met sprintteams met open armen werd ontvangen, moest Romp ontkennend antwoorden. ‘De sprintteams kregen zeker in het begin behoorlijk wat tegenwind. Bij besparingen die moesten worden doorgevoerd, kregen de teamleden meer dan eens het antwoord: “Wat je me vraagt om aan te passen, is niet mogelijk.” Dan is het noodzakelijk als MT de sense of urgency te benadrukken, niet af te wijken van ambitieuze doelen en goed te blijven communiceren. Daarnaast bleek het eveneens een uitdaging om een succesvol plan te implementeren en vervolgens ook vast te houden. Dit moet echt goed worden bewaakt. Wat ons in het verbetertraject wel erg heeft geholpen, is dat de eerste sprintteams erg succesvol waren. Op die manier gaat het verbetertraject leven en komt er ook een cultuurverandering tot stand.’

Olievlek Om een slag te maken in de bedrijfscultuur werd ook een mindset geformuleerd. De mindset is verwoord in zes verschillende gedragsregels. Besluiten baseren op feiten, ambitieuze doelen stellen, verantwoordelijkheid nemen, prioriteiten stellen, vertrouwen hebben in samenwerking en positief staan tegenover veranderingen. ‘Deze gedragsregels plaatsten we op diverse zichtbare plaatsen in de kantoren, hallen en zelfs op bekertjes. Dit wekte bij de medewerkers in eerste instantie misschien wat irritatie op, maar tegelijkertijd praatten ze er ook over. Op deze manier probeerden we steeds meer een andere cultuur te laten inwerken op de werknemers, zodat het zich als een olievlek in de rest van de organisatie zou verspreiden.’ Daarop kwam een congresdeelnemer met de vraag hoe operators kunnen bijdragen aan een positief bedrijfsresultaat en


DELTAVISIE 2012

betere omzet. ‘Het is belangrijk dat operators scherp blijven binnen hun eigen beïnvloedingsfeer. Als zij binnen hun eigen mogelijkheden kunnen zorgen voor stabiliteit en de parameters bewaken die zorgen voor minder incidenten, dragen zij op hun manier bij aan een positief effect op de productie’, ging Romp hierop in.

Veiligheidsbewustzijn Ook veiligheid was een belangrijk thema de afgelopen twee jaar. Belangrijk was om dit bespreekbaar te maken. ‘Bij incidenten of bijna-incidenten laten we de betrokkenen zelf hun verhaal aan de ploegen

‘Bij incidenten of bijna-incidenten laten we de betrokkenen zelf hun verhaal aan de ploegen vertellen.’ vertellen; hoe zij het hebben ervaren. Zo konden ze zelf laten zien wat het effect kan zijn van bepaalde acties en in welk hoekje een incident kan schuilen. Het effect is veel groter wanneer ze zelf hun ervaringen met hun collega’s kunnen delen. Op deze manier proberen we het veiligheidsbewustzijn verder te verhogen.’ ‘Toch hebben we nog een lange weg te gaan’, ging de factory en sitemanager

verder. ‘We moeten ons nog meer bewust zijn van wat we doen en elkaar op gedrag durven aanspreken om ervoor te zorgen dat iedereen aan het eind van de dag gezond naar huis gaat. We willen daarom zoveel mogelijk meldingen van bijnaincidenten, die we vervolgens kunnen aanpakken. We hebben absoluut al stappen gemaakt in het veiligheidsbewustzijn, maar het blijft aandacht vragen.’ ▲

7


More than a solution. • • • • •

Elektrotechniek Meet- en regeltechniek Data- telecommunicatie Brandmeldinstallaties Veiligheidsinstallaties

• Keuren installaties, handgereedschap, ladders en trappen • Ondersteuning Technische Diensten • Verhuur Zone 0 Verlichting

Petrochemie

041-1 Pietersen PetroChemie Adv 185x132mm FC.indd 1

Company POLFIN Sp. j. is the world’s famous manufacturer of a wide variety of finned tubes (EXTRUDED, L, LL, KL and G types). Moreover, we have on offer U-tubes from plain tubes or low finned tubes. Our products could be used in heat exchagers, air coolers and condensers for gas and oil process equipment. Our technology and experienced staff guarantee high-class quality and deliveries on time. We are an ISO 9001 certified company.

POLFIN Sp. j. 38 – 350 Bobowa • Jankowa 9 • POLAND Tel / fax: 0048 18 351 40 49 • Mobile: 0048 728 493 777 e-mail: kprokop@pol-fin.com • Contact person: Krzysztof Prokop

Technische Dienst

Pietersen Elektriciteit B.V. Westhavenkade 98, 3133 AV Vlaardingen Postbus 259, 3130 AG Vlaardingen Tel. (010) 434 32 66, Fax (010) 434 24 65 E-mail: pe@pietersen.nl, Internet: www.pietersen.nl

Safety

Kijk voor meer informatie op www.pietersen.nl

Installatie Techniek

Professionals in installatiewerk

22-02-12 10:33


DELTAVISIE 2012

Hoe ontwerp je een duurzame toekomst? Een nauwe samenwerking tussen Daimler en BASF heeft een unieke conceptcar opgeleverd. Deze Smart Forvision heeft niet alleen een bijzonder ontwerp, het kent ook veel technische hoogstandjes. De elektrische aandrijving en de accu zijn bewust buiten beschouwing gelaten. BASF heeft juist gezocht naar manieren waarop de chemische industrie op een integrale manier kan bijdragen aan zuinige mobiliteit. Mark Oosterveer

Tijdens zijn masterclass op Deltavisie2012 noemde Richard Amberger, manager automotive communication bij BASF, zijn bedrijf de ‘leading chemical supplier to the automotive industry’. En in die rol neemt het bedrijf haar verantwoordelijkheid om te kijken hoe de efficiency van (elektrische) auto’s met twintig procent kan worden verbeterd. Bij de Smart Forvision die samen met Daimler is ontwikkeld, zorgen innovaties als zittingen met ademende bekleding, kunststoffen velgen, transparante zonnecellen en warmtewerende pigmenten in de autolak dat dit doel is gehaald, zonder iets aan de accu of elektromotor te veranderen. Amberger voorspelde dat veel van deze innovaties de komende jaren in de automobielindustrie worden ingezet.

Gewicht Bij het Smart Forvision project had het team drie speerpunten: gewichtsreductie, temperatuurbeheer en energie-efficiency. De gewichtsreductie is op alle vlakken doorgevoerd. De hele auto is gemaakt van kunststof, tot de velgen aan toe. Die zijn per stuk maar liefst drie kilogram lichter dan aluminium. Dat scheelt in gewicht en zorgt voor een lager verbruik bij het optrekken van de auto. Amberger:

‘Effectief is zelfs achttien kilo bespaard, omdat je voor draaiende wielen het gewicht met 1,5 moet vermenigvuldigen.’ ‘Effectief is zelfs achttien kilo bespaard, omdat je voor draaiende wielen het gewicht met 1,5 moet vermenigvuldigen.’ De velgen zijn van glasvezelversterkt Ultramid en worden de komende jaren getest om ook daadwerkelijk op de markt te komen. Ook in het interieur is gewicht bespaard. Zo zijn de stoelen minder dik en dus lichter. Echt hightech is de bekleding van de stoelen. Door gebruik van nanotechnologie kan stoelverwarming direct worden geïntegreerd in de dunne bekleding. Daardoor wordt de warmte direct afgegeven aan het lichaam. Daarmee is gewerkt aan de tweede doelstelling; efficiënt temperatuurbeheer. Aan de buitenkant van de auto worden daarvoor cool pigments ingezet. Door infraroodreflecterende pigmenten te gebruiken, kan tot vier graden warmte worden bespaard, ook bij donkere lakken.

Aantrekkelijk design De energie-efficiency wordt in grote mate bepaald door het dak. Het is een

“sandwich dak” met een laag van transparante, organische zonnecellen aan de buitenkant en organische led’s aan de binnenkant. Ingericht als zeshoekige cellen leveren de zonnecellen voldoende stroom voor het multimediasysteem en drie ventilatoren, claimt BASF. Een volledig transparant zonnedak was nog niet mogelijk. De zeshoekige transparante zonnecellen in het dak zijn ongeveer een vierkante decimeter en het dak heeft een aantrekkelijk design gekregen met een honingraatstructuur. Met de opgewekte energie wordt bijvoorbeeld de temperatuur in de auto bewaakt als hij in de zon geparkeerd staat. Met de ventilatoren wordt de warme lucht afgevoerd en wordt koele lucht aangevoerd. Juist de holistische aanpak om een auto twintig procent efficiënter en zuiniger te maken, in plaats van de usual suspects accu en elektromotor aan te pakken, levert een serie van innovatieve spinoffs. Want wat nu in de conceptcar is verwerkt, wordt over drie tot tien jaar ingezet in de reguliere automobielindustrie. ▲

9


DELTAVISIE 2012

Tweede Maasvlakte overwint recessie De Tweede Maasvlakte krijgt steeds meer vorm. Veel van de benodigde infra is al aangelegd. Wat nu moet volgen, is de invulling van het nieuwe havengebied. Aan containerterminals is er geen gebrek, maar de industrie moet nog worden overgehaald om zich er te vestigen. René van der Plas, directeur van de projectorganisatie, is echter optimistisch: ‘Rotterdam is een goede locatie voor de biobased economie.’ Elise Quaden

‘Toen ik het thema van Deltavisie hoorde – wij nemen onze verantwoordelijkheid – wilde ik daar graag op inspelen. Daarom is de titel van mijn masterclass: Wij nemen onze verantwoordelijkheid voor ruimte en groei’, aldus René van der Plas in de opening van zijn lezing. Van der Plas is plaatsvervangend directeur van de projectorganisatie Maasvlakte 2. Namens het Havenbedrijf Rotterdam is hij verantwoordelijk voor het ontwerp en de bouw van de Tweede Maasvlakte. Graag wil Van der Plas de betekenis achter de titel uitleggen: ‘Groei van de haven kunnen we bewerkstelligen door meer bedrijven zich er te laten vestigen en meer overslag mogelijk te maken. Hiervoor creëert het Havenbedrijf de voorwaarden. Met ruimte bedoel ik zowel fysieke ruimte als het milieu. En “wij” staat voor de haven, de bedrijven, de infrastructuur-providers en alle andere belanghebbenden rond de Tweede Maasvlakte.’

Geschiedenis Het ontstaan van de Tweede Maasvlakte is een logisch vervolg op de vele uitbreidingen die de geschiedenis van de Rotterdamse haven kent. Van der Plas: ‘Vierhonderd jaar lang hadden we genoeg aan het eerste havengebied, de Waalhaven en omgeving. Daarna kwam er steeds meer noodzaak tot uitbreiding. De plots groeiden, net als de oevers. En steeds werd de periode waarin we genoeg hadden aan de extra ruimte korter. Dit werd veroorzaakt door de sterke economische groei in de afgelopen honderdvijftig jaar.’ Het grootste deel van de Rotterdamse haven wordt bezet door bulkindustrie, zoals raffinaderijen en andere chemie. Daarnaast worden in Rotterdam in totaal elf miljoen containers per jaar verscheept, met daarin een grote variëteit aan goederen. De Eerste Maasvlakte is gebouwd in de jaren zestig en was oorspronkelijk bedoeld voor de staalindustrie. Er zouden hoogovens komen en scheepsbouwers zouden zich er vestigen. Dat is echter nooit van de

10

grond gekomen. De vlakte heeft ook lang leeg gestaan. Uiteindelijk zijn er vooral elektriciteitscentrales neergezet. Begin jaren negentig ontstond het plan om de Eerste Maasvlakte uit te breiden richting het westen. Toen is een doorlooptijd van zo’n twintig jaar vastgesteld, waarbij het bouwen zelf vier jaar zou duren. Maar met de strenge Nederlandse natuurregelgeving, kwam er nogal wat kijken bij de start. Van der Plas vertelt over alle randzaken die een rol speelden bij de ontwikkeling: ‘Het is een druk gebied waar 1,7 miljoen mensen wonen en waar veel verkeer voorbij komt. Je kunt alleen blijven groeien als je investeert in de bewoon- en leefbaarheid. Dat was een belangrijke vestigingsvoorwaarde. Ons doel was dan ook tweeledig: de haven uitbreiden en de natuur compenseren. Het Havenbedrijf heeft dit samen met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam als eis gesteld.’

Milieu Duurzaamheid was in alle fasen van de ontwikkeling van de Tweede Maasvlakte een punt van aandacht. ‘In de planningsfase hebben we een milieu-effectrapportage opgesteld. Dit wordt deels door de wet gedicteerd, maar we vonden het zelf ook belangrijk. Vroeg in het proces hebben we met allerlei partijen gesproken over de effecten van de aanleg op de omgeving. Al hun aanwijzingen hebben we meegenomen in het ontwerp. In de ontwerpfase is bijvoorbeeld rekening gehouden met de stroming van de zee. Die wil je zo min mogelijk beïnvloeden. Ook hebben we maximaal gebruikgemaakt van de bestaande faciliteiten en het hele gebied compact gehouden. Zo krijgt de vlakte geen eigen haventoegang. Daarmee besparen we twintig miljoen euro en wordt de belasting op het milieu gereduceerd. Bovendien wordt gedurende de bouw veel materiaal van de Eerste Maasvlakte hergebruikt. En de zandwinning uit de Noordzee verloopt heel voorzichtig.’ Het meest complexe onderdeel van de bouw is de harde zeewering. ‘We had-


DELTAVISIE 2012

‘Je kunt alleen blijven groeien als je investeert in de bewoon- en leefbaarheid.’ den duin kunnen aanleggen in plaats van die zeewering, maar een talud loopt weg en daar is niet genoeg ruimte voor. Voor de harde zeewering worden blokken gebruikt die eerst op de Eerste Maasvlakte lagen. Er was een gigantische kraan voor nodig om ze daar neer te leggen, maar het is gelukt’, aldus Van der Plas.

Partijen Op contractorgebied heeft het Havenbedrijf het simpel gehouden. Er zijn twee uitvoeringsorganisaties werkzaam op de Maasvlakte. Het ene is voor alle werkzaamheden op zee, het andere voor alle aansluitingen. Van der Plas noemt het een interface-project, bestaande uit een aantal losse contracten: ‘Dit geeft meer controle. Een voorbeeld daarvan betreft de koelwateruitlaat van de E.ON-centrale. Die loosde eerst zijn koelwater op zee, maar dat deel van de zee wordt nu een havenbekken. Welke consequenties heeft dat voor de temperatuur en het peil van het water? Dat moesten we samen uitzoeken en blijkt gelukkig mee te vallen. Ook is er overleg geweest met Evides en Stedin over de nutsinfrastructuur, waarbij we zoveel mogelijk willen aansluiten op de bestaande infra. Uiteindelijk is het Havenbedrijf verantwoordelijk, de

gemeente en overheid zijn aandeelhouders en helpen met de financiering. En dit alles in nauw overleg met de aannemers. Daardoor wordt alles op tijd opgeleverd en ruim binnen budget.’ Ook met het Rijk moest er gekomen worden tot een taakverdeling. Van der Plas: ‘In 2004 is er gepraat met Rijkswaterstaat. Samen hebben we besloten dat het Havenbedrijf niet verantwoordelijk is voor dijken en dergelijke rond de Tweede Maasvlakte. Minister Zalm, toen minister van Financiën, kon zich vinden in de plannen, maar hij stelde wel dat het gebied niet lang leeg moest staan. Ook wilde hij voorkomen dat de bestemmingsplannen moesten worden veranderd om toch nog bedrijvigheid aan te trekken, zoals bij Maasvlakte 1 is gebeurd. Daarom werken we nu meer vanuit de vraag van de industrie. Ook wilde Zalm eerst een contract met een klant zien voordat de bouw mocht beginnen. Dat hebben we dan ook voor elkaar gekregen. Het werd een terminaloperator die instapte in het project.’ Alle andere plots worden langzaamaan ook ingevuld. Van der Plas: ‘We zitten nu in de exploitatiefase. Er zijn contracten met drie bedrijven afgesloten. Allemaal containerterminaloperators.’

Bestemming De indeling van de vlakte is deels wel flexibel. Sommige stukken hebben een dubbele bestemming. Het Havenbedrijf zou het liefst alles overal kunnen plaatsen, maar dat is juridisch en vergunningtechnisch niet haalbaar. ‘Maar mocht de markt erom vragen, dan kunnen wij wel plannen wijzigen’, zegt Van der Plas. Want het aantrekken van bedrijven is niet gemakkelijk in tijden van recessie: ‘In 2005 was er nog geen economische crisis en er was veel interesse van bedrijven om zich te vestigen op de Tweede Maasvlakte. Toen haalden we dan ook Rotterdam World Gateway binnen, een consortium van vier containerbedrijven. Daarna volgden APM en Euromax. Nu zijn we op het punt aangekomen dat we de gebieden die zijn aangewezen voor chemie en industrie gaan vullen. Wat overschiet aan ruimte is voorbehouden aan de logistieke dienstverlening. Deze taak is met de huidige economie een uitdaging. De klassieke petrochemie breidt zich voornamelijk in het Midden- en Verre Oosten uit. Maar Rotterdam is een goede locatie voor de biobased economie. Het is alleen nog de vraag waar de grondstoffen vandaan gaan komen.’ ▲

11


DELTAVISIE 2012

Haven heeft duizenden technici nodig De industrie is grotendeels afhankelijk van de mensen die er werken. Deze mensen moeten daarom goed zijn opgeleid en beschikken over de juiste competenties. Huub Kleinrouweler, directeur KMR, gaf in zijn masterclass op Deltavisie aan wat de knelpunten zijn in Rotterdam en welke acties nodig zijn om het tekort te minimaliseren. David van Baarle

De industrie kampt met een dreigend tekort aan personeel en Rotterdam heeft nu eenmaal veel industrie. Het probleem is inmiddels zo groot dat de bedrijven in de Rotterdamse regio min of meer worden gedwongen tot samenwerken. Kennisinfrastructuur Mainport Rotterdam (KMR) bundelt de krachten van de bedrijven en koppelt de personeelsvraag aan het aanbod van de scholen in en rondom Rotterdam. Directeur van KMR Huub Kleinrouweler pakt zijn taken bijna wetenschappelijk aan: ‘Eerst moeten we meten hoe groot de tekorten zijn, in welke werkgebieden en op welk niveau personeel nodig is voordat we kijken hoe we aan die vraag kunnen voldoen. Neem maar van mij aan dat de tekorten aanzienlijk zijn.’

Carrièrepad Het Haven Industrieel Complex (HIC), zo noemt Kleinrouweler het gebied in Rotterdam waar een keur aan containeroverslagbedrijven, chemiebedrijven en raffinaderijen verzameld zijn. Dat de vraag het aanbod oversteeg, weet men al een tijdje, maar over hoeveel onvervulde vacatures het nu ging, daarover verschilden de meningen. Inmiddels weet Kleinrouweler het antwoord: jaarlijks heeft het HIC zo’n 2.200 nieuwe en goed opgeleide technici nodig. En dit getal is nog exclusief de transportsector en het personeel dat straks nog extra nodig is als de Tweede Maasvlakte klaar is. De uitstroom van de technische hogescholen kan maar ongeveer de helft van de vacatures vervullen en dus zal de industrie gezamenlijk plannen moeten bedenken om de instroom naar de technische opleidingen te vergroten en ervoor te zorgen dat de studenten niet halverwege gedesillusioneerd voor een ander carrièrepad kiezen. Maar het wordt net zo belangrijk ook te kijken naar andere groepen op de arbeidsmarkt die via een ander traject kunnen instromen.

Onbekend maakt onbemind Ook niet onbelangrijk is om te weten aan wat voor soort technici nu behoefte is. Zo

12

leert de studie van KMR dat er aan operators niveau 3 zelfs een overschot is. Helaas is die groep wel een uitzondering. Het tekort aan maintenance-medewerkers niveau 3 en 4 is inmiddels opgelopen tot meer dan 150. In het algemeen kan worden gesteld dat zo’n kwart van de vacatures HBO-niveau vragen en het overige deel MBO-niveau. ‘En daarmee leggen we gelijk een algemeen Nederlands probleem bloot’, zei Kleinrouweler. ‘Want het komt maar al te vaak voor dat een leraar de ouders van een leerling moet ‘teleurstellen’ omdat er niet meer dan VMBO inzit. Dat is jammer, want wie VMBO-t kiest, heeft veel meer kans op een goed betaalde baan dan veel universitair geschoolden. Het imago van techniek en technische beroepen is zeer laag. Zoals vaak geldt hier dat onbekend onbemind maakt. We proberen dan ook alle partijen te betrekken bij onze inspanningen om dat negatieve beeld om te zetten naar een positief imago. Dus geven we gestructureerde voorlichting aan zowel leerlingen en ouders als docenten en decanen. Bovendien verwachten we ook van het bedrijfsleven zelf een inspanning. Zij kunnen namelijk als geen ander het carrièreperspectief laten zien.’

Campagnes Behalve dat het aantal bètastudenten in het algemeen achterloopt, is de industrie in Rotterdam voor een groot deel van de Rotterdammers onbekend gebied. ‘We moeten de schoonheid laten zien van het havengebied evenals de toegevoegde waarde van het werken in zo’n gebied. Dat kun je niet met een enkele imagocampagne, maar moet je echt integraal en over een langer tijdsbestek aanpakken. De landelijke campagnes hebben in mijn ogen ook niet zoveel zin, aangezien er veel regionale verschillen zijn. Zo loopt bij ons nu de campagne ‘Motor van je carrière’, waarbij we duidelijk laten zien waar studenten uiteindelijk terecht kunnen komen. We willen ze op het hart drukken dat ze geen saai of vies werk moe-


DELTAVISIE 2012

ten doen, maar dat het echt uitdagend werk is waar ze voor worden opgeleid.’ Eenzelfde soort campagne is die van het Albeda College samen met Zadkine: de helden van techniek. Dan voert het STC nog de campagne ‘Hoge hakken in de haven’, om meer vrouwen te verleiden voor techniek te kiezen.

Jong Toch denkt het publiek van de masterclass dat kinderen al op jongere leeftijd warm zouden moeten worden gemaakt voor techniek. Kleinrouweler is het daar hartgrondig mee eens en weet dat ook daar initiatieven zijn om jongeren techniek meer te laten beleven. Om de jeugd een positiever beeld te laten zien van het havengebied, is bijvoorbeeld de kindertelevisieserie Naranjina en de kadekapers gemaakt. Door de avonturen van het meisje dat leeft in en rond de haven zien kinderen hoe mooi en spannend het gebied is. ‘Om kinderen en jongeren betrokken te houden, moet je ze programmatisch benaderen. Dus niet een enkele campagne, maar regelmatig

‘Neem maar van mij aan dat de tekorten aanzienlijk zijn.’ terugkerende thema’s die zijn afgestemd op de leeftijd en belevingswereld. Bovendien moet je je niet beperken tot de theorie. Wat de leerlingen binnenschools leren, moeten ze buitenschools kunnen ervaren.’ Zo organiseerde KMR al een dag waarbij VMBO-techniek leerlingen en scoutinggroepen samen boten moesten bouwen. Het project Vletten op de Maas liet zien dat je bij technische projecten ook moet kunnen samenwerken, organiseren en plannen. Daarbij werkten de teams ook nog onder tijdsdruk omdat ze het project op tijd moesten inleveren. En uiteraard waren de teams trots op de prestatie die ze hadden geleverd. Zeker toen ze op de finaledag over de Maas zeilden.

Dynamische omgeving De boodschap van Kleinrouweler is helder: de industrie moet laten zien hoe mooi en veelzijdig techniek is en zelf ook investeren in verbetering van het imago.

De uitdaging is enorm en het aantal te vervullen vacatures groot. De vijver zal dus ook groter moeten worden gemaakt door bijvoorbeeld te kijken naar andere sectoren. Zij-instromers kunnen een waardevolle aanvulling zijn op de arbeidsmarkt. De bouwwereld staat er minder florissant voor en dus kan het interessant zijn een bouwkundig ingenieur om te scholen tot een werktuigbouwkundige. Daar zullen wel op maat gemaakte omscholingstrajecten voor nodig zijn. Inmiddels weet het haven industrieel complex welke vacatures moeilijk te vervullen zijn en werkt men gericht aan een structurele oplossing. KMR blijft ervoor zorgen dat bedrijfsleven, onderwijs en overheden elkaar opzoeken om samen de problemen te tackelen. ‘Jongeren moeten in de haven willen werken, niet omdat er elders geen werk is, maar omdat ze inzien dat het havengebied een dynamische omgeving is waar hun talenten tot hun recht komen.’ ▲

13


ROPE ACCESS?

Change up a gear.

SKY-ACCESS

MicroClipXT multigas detector Kleinste en lichtste 4 gasdetector – beste in zijn klasse,

lsb Sky-Access BV

grootte en gewicht voor een echte 4 gasdetector – geen gecombineerde sensoren.

Hofdwarsweg 1, Geleen

Één knops bediening – simpel in gebruik vereist geen opleiding wegens eenvoudig bediening met één knop.

The Netherlands

Lage onderhoudskosten, maximale inzet tijd –

T. +31 (0)46 - 474 24 10

elimineerd onderhoudskosten Te combineren met het automatische kalibratie en teststation MicroDock II - vraag ons hoe!

info@lsb-sky-access.com

Wear yellow, work safe …. and stay ahead

bwesales@gasmonitors com www.gasmonitors.com

www.LSB-SKY-ACCESS.COm

UK Tel: +44 (0) 1295 700300 Voor informatie in Nederland: henk.borst@honeywell.com +31 653 166 408


DELTAVISIE 2012

Groei tot 2030 De chemische industrie zit midden in een onzekere tijd. Toch zijn tussen alle onzekerheden ook wel trends te vinden die chemiebedrijven een houvast kunnen bieden bij het bepalen van hun strategie. Vaststaat dat de chemische industrie zal groeien. Liesbeth Schipper

Omdat de chemische industrie momenteel flink wat dynamiek laat zien, heeft Roland Berger Strategy Consultants een trendanalyse gemaakt en gekeken hoe bedrijven reageren op deze trends. De marktstudie toont waar de chemische industrie volgens het bedrijf in 2030 staat. De consultants halen daarbij een aantal duidelijke trends naar voren. Zo zal duurzaamheid tegen die tijd net zo binnen bedrijven zijn verankerd als veiligheid en gezondheid nu. Ook in landen als China en India zal duurzaamheid steeds belangrijker worden, waardoor de kosten in die landen hoger zullen worden. Daarnaast zullen nieuwe businessmodellen opkomen om unieker te zijn. Chemiebedrijven kruipen bijvoorbeeld dichter naar de eindklanten toe om meer winst uit hun producten te behalen. Een andere manier voor chemiebedrijven om zich te onderscheiden is innovatie. Dit gaat echter vooral op voor de fijnchemie. Zo zullen producenten van geur- en smaakstoffen meer risico’s nemen met de gedachte: the winner takes it all. Ook de beschikbaarheid van grondstoffen zal een stempel drukken op de ontwikkelingen in de markt. Bio-based landen krijgen een voorsprong, maar tegelijkertijd zal shale gas de kansen verschuiven.

Enorme impuls ‘Ondanks alle trends en onzekerheid voorzien wij toch een flinke groei voor de chemische industrie’, zei Alexander van Hasselt, consultant bij Roland Berger,

‘In elk scenario zal de chemische industrie sterk groeien.’ tijdens zijn Deltavisie-masterclass. ‘Azië en Zuid-Amerika zullen een enorme impuls geven met groeipercentages van meer dan vijf procent. Het zwaartepunt daarvan ligt in Azië. Wij verwachten dat de markt daar zal verdriedubbelen in 2030. De markt in Europa en Amerika zal in 2030 een factor anderhalf groter zijn dan vandaag.’ De vraag is hoe de chemische industrie die groei in Azië gaat benutten. En dat geldt vooral voor de specialties-markt. Er is nog geen business model voor die markt, dat duidelijk heeft laten zien dat het gaat winnen. ‘We onderscheiden drie modellen die kunnen werken. Een bedrijf kan proberen de beste te zijn met zijn product, maar kan ook proberen klanten aan zich te binden zodat die een voorkeur krijgen voor zijn product. Of een bedrijf kan zich specialiseren in de toepassing van zijn product. Om succesvol te zijn zullen bedrijven uit een van de drie modellen moeten kiezen. Wij verwachten overigens dat het model waarmee klanten worden gebonden het meest succesvol zal zijn voor specialty-bedrijven.’ Wat betreft de toegang tot de Aziatische markt ziet het consultancy-bedrijf twee duidelijke trends. Westerse chemiebedrijven willen hun technologie of de kennis van hun producten aan de man brengen in Azië, maar krijgen moeilijk toegang tot

de markt. Die toegang zal vooral via joint ventures worden verkregen. Aziatische bedrijven daarentegen hebben wel toegang tot de markt maar zijn op zoek naar technologieën of toepassingen. Zij zullen hun heil vooral zoeken in fusies en overnames van Westerse bedrijven. ‘Aziatische bedrijven hebben daarbij een voorsprong. Het is veel gemakkelijker om hier bedrijven over te nemen en de kennis te gebruiken in het thuisland dan om met je westerse technologie een plek te veroveren op de Aziatische markt.’

Kansen Verder onderscheiden de consultants ook verschillende ontwikkelingen voor de chemische industrie waarvan de impact nog niet duidelijk is. ‘Zo is procesintensificatie een interessante optie voor een ontwikkelende industrie, maar weten we niet wat het effect zal zijn voor de bestaande industrie die zijn installaties nog moet afschrijven. Dat geldt ook voor de biobased economy. De technische potentie is er, maar het is nog onduidelijk in hoeverre het door de markt zal worden opgepakt.’ Ondanks alle onzekerheden blijft Van Hasselt echter positief: ‘In elk scenario zal de chemische industrie sterk groeien. Dus of het nu linksom of rechtsom gaat, er liggen enorme kansen voor de chemische industrie.’ ▲

15


We maken verschil

|

r alvast reservuewe agenda in

Congressen en evenementen

|

NAJAAR 2012 20 september – Business Linqs bijeenkomst

HÉT KENNISNETWERK BINNEN DE INDUSTRIE MASTERCLASS WINNAAR PLANT MANAGER OF THE YEAR 2012 WWW.INDUSTRIELINQS.NL/BUSINESSLINQS

26 september – iMaintain, Prestatiemanagement

CONGRES VAN NVDO SECTIE SUTO EN IMAINTAIN WWW.I-MAINTAIN.NL/PRESTATIE

1+2 november – Energy 4 Next Generations

TWEEDAAGS CONGRES VAN NEMO, UTILITIES EN INDUSTRIELINQS PERS EN PLATFORM WWW.ENERGY4NEXTGENERATIONS.COM

22 november – Business Linqs bijeenkomst

HÉT KENNISNETWERK BINNEN DE INDUSTRIE MASTERCLASS WINNAAR RESPONSIBLE CARE-PRIJS 2012 WWW.INDUSTRIELINQS.NL/BUSINESSLINQS

27 september – Profion Maintenance Linqs 13 december – Profion Maintenance Linqs LEZINGEN EN DISCUSSIE OVER DE AANPAK VAN ONDERHOUD WWW.INDUSTRIELINQS.NL/PML

1

LEZINGEN EN DISCUSSIE OVER DE AANPAK VAN ONDERHOUD WWW.INDUSTRIELINQS.NL/PML

november – Het NVDO infra congres

BIJEENKOMST OVER DE GROND-, WEG- EN WATERBOUW WWW.I-MAINTAIN.NL/INFRA

VOORJAAR 2013 14 februari – Business Linqs bijeenkomst

HÉT KENNISNETWERK BINNEN DE INDUSTRIE WWW.INDUSTRIELINQS.NL /BUSINESSLINQS

21 maart – iMaintain congres en MMY-verkiezing 2013

CONGRES VOOR DE PROFESSIONELE ONDERHOUDSSECTOR WWW.IMAINTAIN.NL/CONGRES

30 mei – Profion Maintenance Linqs

LEZINGEN EN DISCUSSIE OVER DE AANPAK VAN ONDERHOUD WWW.INDUSTRIELINQS.NL /PML

6 juni – Deltavisie congres en PMY-verkiezing 2013

HÉT EVENEMENT VOOR DE INDUSTRIE IN DE RIJN/SCHELDE-DELTA WWW.DELTAVISIE2013.NL

Wijzigingen onder voorbehoud. Op genoemde websites vindt u altijd de meest recente informatie. Noteer de data alvast in uw agenda! Industrielinqs pers en platform • Veembroederhof 7 • 1019 HD Amsterdam • T: 020 - 31 22 088 • F: 020 - 31 22 080 • www.industrielinqs.nl


DELTAVISIE 2012

Meer gezamenlijke verantwoordelijkheid Overheden als de arbeidsinspecties en regionale handhavers moeten met meer kundigheid regels toepassen op het gebied van veiligheid. En dat mag ook best wel wat strenger en duidelijker, werd geopperd tijdens het debat op Deltavisie. Ook kan de industrie zelf haar veiligheid op een hoger plan brengen, bijvoorbeeld doordat bedrijven elkaar gaan bezoeken en feedback geven. Evi Husson/Wim Raaijen

Tijdens Deltavisie werd door Wouter Jongepier, vice-president van chemiebedrijf Momentive, een lans gebroken voor collegiale feedback om procesbedrijven, ook als ze buiten de chemische industrie vallen, te verbeteren op het gebied van veiligheid. ‘De sector moet zich afvragen hoe het zijn veiligheidsprestaties kan verbeteren. Hoe kunnen andere partijen worden betrokken, hoe borgen we de sector en hoe kunnen we elkaar helpen om de veiligheid te verbeteren. Het staat of valt met gedrag’, opende hij het debat. ‘Bedrijven kunnen elkaar bezoeken en elkaar discreet informeren over waar verbeterpunten liggen. Dat gebeurt nu ook regelmatig binnen grote bedrijven met verschillende vestigingen. Het gaat juist vaak mis bij de kleinere bedrijven zonder extra vestigingen die van elkaar kunnen leren, of die niet zijn aangesloten bij de VNCI. Het zou goed zijn als ook deze bedrijven in een structuur van collegiale feedback worden opgenomen.’ Extra audits zijn volgens Jongepier niet aan de orde, die zijn er al genoeg. ‘Ik denk meer aan bezoeken waar adviezen worden gegeven door ervaringsdeskundigen. Dat kunnen ook oud-gedienden zijn of stagiaires. Een externe blik kan net

dat zetje geven om weer in beweging te komen en de volgende verbeterstap te maken. Of het kan de ogen openen voor een gevaarlijke situatie die anders echt zou zijn gemist. Alle bedrijven in de sector moeten toegang krijgen tot dergelijke audits, VNCI-lid of niet, BRZObedrijf of niet’, stelde Jongepier. ‘De VNCI en Deltalinqs doen momenteel al veel aan gezamenlijke verbetering van veiligheid, denk hierbij aan het programma Veiligheid Voorop, maar ik mis nog een soort peer reviews of inspecties waar bedrijven elkaar de spiegel kunnen voorhouden.’

Sancties Deze veiligheidsspiegel vond ook het publiek van groot belang. Je kunt dit niet afdwingen maar kiest zelf om in de spiegel te kijken. Wel is het soms noodzakelijk mensen te helpen om aan zelfreflectie te doen. Ook moet de behoefte er zijn om het op een hoger niveau te tillen. Daarnaast kwam uit een reactie uit het publiek naar voren dat de grote bedrijven de kleintjes moeten helpen terwijl de slechtste jongetjes van de klas geenszins de norm mogen bepalen. Echte handhaving vanuit de overheid moet daarom

zeker blijven, stelde de zaal en ook Jongepier. ‘En die moet dat streng doen, op grond van duidelijke criteria.’ De meeste chemiebedrijven hebben dan weinig te vrezen. Die vinden ook dat de overheid streng moet zijn. Jongepier: ‘De sector zelf moet juist de mindere bedrijven onder de hoede nemen, om ze te verbeteren. Sancties horen bij de overheid.’ Volgens verschillende aanwezige plantmanagers mag de overheid ook wat verder gaan dan alleen handhaving. Ze missen vaak de adviserende rol en kundigheid.

Communicatie Veiligheid is een kwestie van samenwerking tuss’en bedrijven en overheden, was de algemene opinie tijdens Deltavisie. Daar valt nog veel winst te behalen. En ook tussen industriële bedrijven en aannemers is samenwerking van levensbelang, stelde Michel Meertens van DSP, die tijdens het congres werd uitgeroepen tot Plantmanager of the Year 2012. Er zijn vaak veel toeleveranciers op het terrein van een productiebedrijf. ‘Juist door veel met elkaar te communiceren, ontstaat een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor veiligheid.’ ▲

17


DELTAVISIE 2012

Samen werken aan veiligheid Iedere ochtend, wanneer ik het DSM-terrein op fiets, verwonder ik me over de vele verschillende busjes en auto’s van allerlei firma’s die voor ons komen werken. Ieder met z’n eigen specialisme en vakmanschap. De meesten van hen ken ik goed en persoonlijk. Wat je al niet nodig hebt om een fabriek draaiend te houden, is de gedachte die dan bij me opkomt. Het straalt bedrijvigheid uit waardoor ik zin krijg om zelf ook aan de slag te gaan. En tegelijk, als ik al die verschillende mensen zie, en me realiseer wat voor werkzaamheden er plaatsvinden in de fabrieken, voel ik de verantwoordelijkheid voor deze mensen, die erop vertrouwen dat wij ze een veilige werkplek bieden om vanmiddag allemaal weer gezond naar huis te gaan.

Weerbarstiger We hebben op mijn site het afgelopen jaar veel aandacht gegeven aan Life Saving Rules. Heldere regels, veel inhoud, aangescherpte procedures. Het wekt echter weerstand op als de praktijk weerbarstiger is dan het papier. Ik merk in onze organisatie dat het soms moeilijk is om de werelden van operators en aannemers echt bij elkaar te brengen. Zeker bij specialistisch werk door mensen die zelden in onze fabrieken zijn. Daarom loop ik regelmatig mee met de uitgifte van werkvergunningen. Een essentieel proces. De aannemer komt zijn vergunning halen, doet zijn verhaal bij de operator en hoopt aan de slag te kunnen. De operator geeft vervolgens zijn aanwijzingen en neemt de monteur eventueel mee de fabriek in. Wat ik me iedere keer afvraag is: gaat deze klus nu veilig verlopen? Weten ze samen de vinger te leggen op de grote en kleine risico’s, nemen ze hun verantwoordelijkheid? In dit samenspel is nog veel te winnen. En daarom wil ik mijn verantwoordelijkheid nemen, middels een programma om meer begrip voor elkaars werk te creëren. Om beter de veiligheidsrisico’s waar de ander aan wordt blootgesteld, te begrijpen. Elkaar te kunnen corrigeren waar dat nodig is. En hoe kunnen we dit beter doen dan in een samenwerking met de partners waarmee we al jarenlang succesvol het onderhoud uitvoeren? Daarom slaan we met Spie en Stork de handen ineen en willen we een “the best of” programma opzetten, dat het beste van de veiligheidsprogramma’s van deze bedrijven combineert. Spie en Stork hebben

18

een schat aan ervaring door het werken op vele verschillende locaties. Maar wij maken daar nog onvoldoende gebruik van.

Gelijkwaardige partners Het initiatief richt zich op de praktijk van de operator en monteur en het samenwerken van deze groepen. Het tot stand brengen van de juiste dialoog met de intentie dat je collega niets mag overkomen. Essentieel voor het succes is dat we ons niet alleen richten op de eigen mensen maar ook de samenwerking met de grote groep overige aannemers oppakken. Met dit gezamenlijke initiatief willen we het signaal geven aan onze mensen dat we als bedrijven elkaar zien als gelijkwaardige partners; precies wat we willen zien iedere dag onder onze mensen in de fabriek.

Aandacht Maar ik wil u ook uitdagen. In onze bedrijfstak wordt stap voor stap gewerkt aan standaardisatie van regels: Life Saving Rules, golden rules, hoe ze ook heten. Een zeer goede ontwikkeling naar mijn mening. Maar besteden we voldoende aandacht aan de wijze waarop we als productiebedrijven en aannemers samenwerken en vooral hoe we onze mensen onderling laten samen werken? De wisselende samenstelling van personeel en de diversiteit aan nationaliteiten in de aannemerswereld maken dit natuurlijk niet gemakkelijk. Toch vind ik dat we hierop meer ons vizier moeten richten. Misschien kunnen we ook in gedragstrainingen tot uniformiteit komen, en zodoende elkaars “taal” spreken. Niet alleen op het hoogste niveau – ‘wij willen geen ongevallen’ – maar ook op het praktijkniveau hoe wij met elkaar willen omgaan. In mijn opinie moeten we een volgende stap zetten, willen we ons ultieme doel bereiken. We zullen sociale innovatie en integratie moeten zien te bereiken tussen productie, onderhoud en andere aannemers. Ons initiatief moet een aanzet geven om groeps- en individueel gedrag positief te beïnvloeden om deze stap te kunnen maken naar een ongevalsvrije werkplek. Michel Meertens, plantmanager DSP en winnaar van de verkiezing Plantmanager of the Year2012


DELTAVISIE 2012

Hovenier van een plant(soen) De tuin is een uitermate geschikte plek om te mijmeren, bijvoorbeeld over je eigen tuinproject. Je besluit om een deskundige in te huren, want je wilt het in één keer goed doen. De tuinarchitect wijst je op zaken die je nog niet onderkend hebt: de verhouding van lage en hoge begroeiing, dieptewerking, etc. Daarnaast wijst de architect je op zaken als onderhoud en de kwetsbaarheid van de tuin. Deze adviezen neem je ter harte, je gaat voor een dikke tien. Na enige tijd lag mijn tuintje er dan ook fraai bij. Bijna dagelijks was ik in de tuin te vinden. Elk ongewenst grassprietje werd verwijderd; iedere plant werd op maat bemest en van water voorzien. De taken met je partner lijken goed verdeeld. Geleidelijk verslapt de aandacht. De uitkomst lijkt niet te veranderen. De tuin ligt er immers nog steeds goed bij. De ontgoocheling blijkt pas later te komen. Minuscule beestjes genieten ongestoord van de weelderige plantengroei. Sommige plantjes blijken een andere kleur te krijgen dan de natuur oorspronkelijk had bedoeld. Struikjes worden kleiner in plaats van groter. De diversiteit zowel van de fauna als van de flora begint onbedoeld gestadig te gedijen. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? De hovenier moet rigoureus ingrijpen. Het verslappen van de aandacht leidt tot verstrekkende consequenties.

Kwetsbaarheid Tussen een plant (tuin) en een plant (fabriek) zijn wel wat overeenkomsten te vinden. Kwetsbaarheid is een van de meest elementaire aandachtspunten, zeker als het over veiligheid gaat. Maatregelen die ervoor zorgen dat de kwetsbaarheid wordt bedwongen, zijn te vinden in onder andere een solide ontworpen installatie en dat het onderhoud met de juiste frequentie wordt uitgevoerd. De menselijke factor wordt beteugeld door implementatie van protocollen, heldere functieomschrijvingen en doelstellingen en het trainen/opleiden van medewerkers. Voor verhoogde deskundigheid worden multidisciplinaire teams ingezet. Risicobeheersing vindt plaats door onder andere het doorlopen van management of change, het onderzoeken van near misses, het uitvoeren van veiligheidsstudies. Al deze zaken onderschrijven dat milieu, veiligheid, continuïteit en kwaliteit serieus worden genomen. Het is een enorme inspanning om dit allemaal perfect te laten verlopen. Het vraagt onophoudelijk om aandacht en nieuwe impulsen om de concurrentie voor te blijven. Als resultaat zien wij dat het aantal near misses en incidenten teruglopen, en een verlaging van de onderhoudskosten. Gebrek aan aandacht zal net zoals bij de hovenier resulteren in het uitblijven van de gewenste groei en het opdoemen van ongewens-

te verkleuringen: discontinuïteit, toename van incidenten, klantenverlies, ongecontroleerde productie-interrupties, etc.

Lerend vermogen Het verschil dat Sachem denkt te maken, is door aandacht en tijd de organisatie van binnenuit te laten bewegen. Het lerend vermogen van een organisatie is in deze tijd groter dan voorheen, wat het mogelijk maakt dit in te zetten bij het bereiken van de doelen. Zo zijn de eisen en wensen van de klanten rechtstreeks bij de uitvoerders neergelegd. Deze hebben vervolgens aandacht en tijd gekregen om een leercurve te doorlopen om zelf met de juiste oplossingen te kunnen komen. Dit heeft ervoor gezorgd dat zich meer klanten aan Sachem zijn gaan binden, ook klanten uit andere markten met uiterst strenge eisen. Praktisch komt het erop neer dat je moet vertrouwen dat je de verantwoordelijkheid lager in de organisatie kunt leggen. Dit geldt ook voor veiligheid. Het is algemeen bekend dat het ontstaan van incidenten slechts voor een klein gedeelte kan worden toegeschreven aan het falen van systemen. Bij het merendeel speelt het menselijk handelen een grote rol. Juist op dit aspect moet het management zich bezinnen. Onder het motto van – het kan altijd beter – wordt binnen Sachem het programma Avoiding Human Errors opgestart. Het streven is erop gericht het aantal menselijke fouten naar nul terug te brengen. Medewerkers krijgen de mogelijkheid zich te kunnen ontwikkelen van onbewust onbekwaam naar bewust bekwaam. De essentie van het programma is simpel: aandacht. Aandacht voor openheid, gedrag, ingesleten gewoontes, communicatie, risico-perceptie, samenwerking, leiderschap en het (durven) leren zijn aspecten die ervoor moeten zorgen dat het veiligheidsniveau wordt verhoogd en de continuïteit wordt geborgd. Aandacht geven en tijd vrijmaken kosten geld; als management moet je daarvoor je verantwoordelijkheid nemen.

Voeden Zoals het regelmatig bemesten voor een groen gazon zorgt, zal het geven van aandacht ervoor zorgen dat verantwoordelijkheid in de genen van de medewerkers gaat zitten. Verantwoordelijkheid voor ethiek, veiligheid, milieu, efficiëntie. Daardoor ontstaan vanuit de organisatie allerlei verbeterplannen. De verbeterde performance laat op meerdere gebieden zien dat dit werkt. Aandacht is bijna alles. Durf hierin te investeren. Ook voor de plantmanager geldt: Laat je niet om de tuin leiden. Geef richting aan de groei. Blijf aandacht voeden. Laat je plant niet verbleken. Victor van de Pas, plantmanager Sachem 19


ION SCIENCE Cub PERSONAL PROTECTION.

De kleinste PID-monitor voor detectie van VOC’s      

Bijzonder klein en lichtgewicht Meetbereik van 1 ppb tot 5.000 ppm Zeer resistent tegen vuil en vocht (IP65) Accu met 16 uur gebruiksduur Intern geheugen en docking station Model verkrijgbaar voor Total Aromatic Compounds (TACs) inclusief benzeen ATEX gecertificeerd

Kijk op onze website voor meer informatie of bel voor een demonstratie.

advertentie-index PetrOCHeM Business Linqs ................................................................................................................. 36 Energy for Next Generations .......................................................................................... 26 Evides ............................................................................................................................. 109 Flash Services Nederland ............................................................................................... 18 Harsco............................................................................................................................... 22 Honeywell Analytics .......................................................................................................... 4 Market review .................................................................................................................. 38 M.O.B. ............................................................................................................................... 32 Mourik Services ................................................................................................................. 2 SGS Nederland ...............................................................................................................110 WEG Netherlands ............................................................................................................ 24

Engineer your life

MAGION, the company with over 20 years of experience in Process Control Engineering & Industrial Automation MAGION for your expertise in:

• Process Control & Safeguarding Engineering • Production Process Optimization • Production Information & Intelligence Visit our website to learn more about our solutions We are looking for enthusiastic engineers to strengthen our team! Check out our website to read all about our career opportunities.

www.magion.nl

OLie & GaS AW Systems ..................................................................................................................... 52 James Walker Benelux .................................................................................................... 44 PPG Protective & Marine Coatings................................................................................. 56 Sdu Uitgevers .................................................................................................................. 56 Tebodin Netherlands ....................................................................................................... 46 deLtaviSie Bizz 56” ............................................................................................................................... 2 BW Technologies by Honeywell...................................................................................... 14 Deltavisie .......................................................................................................................... 24 EURO-INDEX .................................................................................................................... 20 Industrielinqs Congreskalender ..................................................................................... 16 Magion Process Control Engineering ............................................................................ 20 Pietersen Electriciteit ........................................................................................................ 8 POLFIN................................................................................................................................ 8 LSB Sky Access ................................................................................................................ 14 VNU Exhibitions Europe ................................................................................................... 2 CarriÈreSPeCiaL Ardee - engineering & detachering ................................................................................ 24 CoThink ............................................................................................................................ 12 Hogeschool Utrecht Centrum voor N&T ......................................................................... 6 I.E.S. .................................................................................................................................. 16 Keppner Tregoe .................................................................................................................. 8 Kiwa Nederland ............................................................................................................... 16 Lloyds ............................................................................................................................... 18 Mekano Industrial ............................................................................................................ 24 RecCen .............................................................................................................................. 22 SPIE Nederland .................................................................................................................. 2 Stemotion Training en Adviesbureau ............................................................................. 24 Stichting PHOV ................................................................................................................ 22 TCC Technology Consultancy Center ............................................................................. 24


DELTAVISIE 2012

Juist gedrag overtuigt Recente incidenten in de chemische industrie hebben de reputatie van de industrie schade toegebracht. De publieke opinie geeft over het algemeen de pers gelijk wanneer deze verkondigt dat de chemische industrie onveilig is. Chemische bedrijven worden hiermee geconfronteerd en zullen dus veiligheid, gezondheid en milieu als hoogste prioriteit moeten stellen. Op de locatie Terneuzen van Styron Netherlands nemen we al vele jaren onze verantwoordelijkheid op dit gebied en stellen we veiligheid, gezondheid en millieu als de hoogste prioriteit.

werd erkend met de beloning “Triple Zero Award” wat betekent: geen ongevallen, geen spills en geen procesveiligheidsincidenten. Ik ben zeer trots op onze medewerkers dat ze deze prestatie hebben geleverd in een periode van onzekerheid over wat er gaat gebeuren: nieuwe eigenaar, nieuw bedrijf en vooral heel veel veranderingen.

Terugkoppeling

Hoe kan ik als plantmanager veiligheid een extra impuls geven? Voor mij is een van de elementen het besef dat niet alleen je werknemers veilig moeten kunnen werken en aan het eind van de werkdag weer gezond naar huis kunnen gaan, maar ook dat je naar de omgeving buiten het bedrijf veiligheid moet kunnen garanderen. Veiligheid reikt verder dan de omheining en geldt langer dan alleen de werkuren. En hoewel risico’s nooit zijn uit te sluiten in de chemische industrie, zijn ze wel beheersbaar. Bij het ontwerp van de installatie wordt hiermee al rekening gehouden. Wij zijn in een fase beland waarbij het voor ons het belangrijkste is om ons te concentreren op het verbeteren van het gedrag van onze medewerkers. Menselijke factoren en menselijk falen spelen een steeds belangrijkere rol bij een (bijna)incident. We proberen een cultuur te creëren waarbij mensen elkaar continu ondersteunen en helpen. Waarbij ze zich bewust veilig gaan gedragen, tijdens het werk maar ook daarbuiten.

Voor Styron is het de uitdaging dit hoge prestatieniveau vast te houden. Succes kan leiden tot blindheid en het verliezen van alertheid. ‘Er gebeurt toch nooit wat.’ Door ook te leren van bijnaincidenten, blijf je bewust van de risico’s die aanwezig zijn. Daarom rapporteren we ook deze incidenten en doen we als leerzame ervaring een root cause investigation. Zorgen dat de basis van de gevarenpiramide onder controle blijft om de kans op dat ene serieuze incident met hoog potentieel te minimaliseren. De rol van de leider is hierbij essentieel. Goed voorbeeld doet volgen en de leider moet zich continu realiseren dat juist gedrag overtuigt. Overtuiging wordt omgezet in actie. De leider draagt ook de verantwoordelijkheid om het gedrag vorm te geven en te beïnvloeden. Dit gebeurt op twee manieren: door het vastleggen van de verwachtingen en het geven van het juiste voorbeeld, maar ook door het gebruik van balance of consequence, zowel positief als negatief. Ik vind dat de communicatie van een leider naar zijn medewerkers hierbij zeer belangrijk is. Het juiste verwachtingspatroon moet worden doorgegeven. Maar ook terugkoppeling is belangrijk. Om het verantwoordelijkheidsgevoel voor veiligheid als leider hoog te houden, vind ik dat hij of zij zich bewust moet zijn van de grijze gebieden.

Trots

Stabiliteit

Als leader probeer ik mensen te stimuleren verder te kijken dan de vaststelling van een probleem of bijna-incident. Het constateren van een incident of bijna incident is één. Een oplossing bedenken om het in de toekomst te voorkomen, is twee. Door ze te belonen wanneer ze een oplossing bedenken voor het voorkomen van het probleem in de toekomst, probeer ik de veiligheidscultuur te behouden. Complimenten voor goed gedrag horen hierbij. Maar ook het corrigeren van onveilig gedrag en het gebruik van balance of consequence. Medewerkers moeten niet alleen op hun eigen veiligheid letten, maar ook aan de veiligheid van anderen denken! Door deze gedachtegang uit te dragen heeft de Styrenics Plastics Plant al veertien jaar geen verzuimongeval gehad en al meer dan zeven jaren geen kleinere verwondingen. 2011 was een topjaar! Dit

De belangrijkste vraag die de leider zichzelf moet stellen bij een grijs gebied is: wat doe ik en hoe weet ik dat ik de juiste beslissing neem? Nog beter is om zichzelf de vraag te stellen: zou ik mijn kinderen of mijn echtgeno(o)t(e) dit laten doen? Mensen hebben in een moderne organisatie maar een klein aantal duidelijke prioriteiten nodig om goed te kunnen functioneren. Als leider schep je duidelijkheid in je verwachtingspatroon voor elke rol in de organisatie, met de bijbehorende vrijheden en verantwoordelijkheden. Dit creëert samenhorigheid en stabiliteit. Stabiliteit geeft rust en meer zekerheid wat resulteert in een betere prestatie, ook op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu.

Risico’s

Louis Oostvogels, plantmanager Styron

21


DELTAVISIE 2012

Nieuw land met duurzame mogelijkheden In de ochtend van Deltavisie gaven Martin Ouwerkerk, business manager van het Havenbedrijf Rotterdam, en Mike Sijbrandij, sales en marketing manager van Evides, een business class over de toekomst van Maasvlakte 2. ‘Met de aanleg van Maasvlakte 2 wordt ingespeeld op de groeiende vraag naar ruimte van nieuwe én bestaande klanten’, aldus Ouwerkerk. Een slimme en efficiënte inrichting van utilities is daarbij van groot belang. Evi Husson

Maasvlakte 2 biedt enorme kansen voor de industrie in het Rotterdamse. De Havenvisie 2030, gerealiseerd door het Havenbedrijf samen met een groot aantal marktpartijen, beschrijft hoe het Rotterdamse haven- en industriecomplex zich de komende twintig jaar kan ontwikkelen. Maasvlakte 2 is hiervan een belangrijk onderdeel. De aangelegde terreinen bieden ruimte voor nieuwe ontwikkelingen in het Rotterdamse energie- en chemiecluster. Nieuw land met duurzame mogelijkheden: ‘We hebben de ambitie om de meest moderne en duurzame haven van Europa te worden. Met duurzaamheid bedoelen we onder andere biobased industry, waarbij zowel de productie van biobrandstoffen als biochemie en bio-energie een rol zullen spelen’, vertelde Martin Ouwerkerk, business

22

manager van het Havenbedrijf Rotterdam tijdens Deltavisie. Het is belangrijk je te kunnen onderscheiden van de petrochemie wereldwijd, stelt Ouwerkerk. ‘Dat kan door te drukken op kosten, door keten-efficiency en door procesoptimalisatie, maar ook door de focus te leggen op duurzaamheid. Dat in combinatie met een unieke vestigingslocatie als Rotterdam, waar partijen de mogelijkheid hebben een worldscale fabriek te ontwikkelen, zorgt ervoor dat we iets moois kunnen bieden.’

Biobased industry Op Maasvlakte 2 is ruimte gereserveerd voor biobased industry op het zogenoemde terrein E. Dit terrein omvat tachtig hectare aan nieuwe grond waar nog niets op is ontwikkeld, vertelt Ouwerkerk. ‘Door middel van een marktconsultatie en gesprekken wereldwijd peilen we wat de toekomstperspectieven zijn van biochemie en biobrandstoffen. Wat blijft bij mooie ideeën, wat is uitvoerbaar en wat zijn geschikte concepten om te ontwikkelen op terrein E? Naast de productie van biochemicaliën heeft een aantal ondersteunde concepten potentie: overslag van biomassa, een bioraffinagecluster, een industrieterminal voor natte bulkoverslag en een efficiënt ingericht multiutilitycenter waarvan alle partijen die zich op terrein E vestigen, gebruik kunnen maken. We hebben een aantal uitgangspunten van terrein E gedeeld met Evides Industriewater die daar proactief mee aan de slag is gegaan. Evides is door middel van diverse berekeningen gekomen tot een case wat er mogelijk zou kunnen zijn aan utilities vanuit hun optiek.’

Masterplan Op de Tweede Maasvlakte zullen diverse waterstromen binnenkomen: drinkwater, bluswater, industriewater, koelwater, chilled water, demiwater, stoom, hemelwater en warm water (energie). Water dat het gebied zal verlaten, is sanitair afvalwater, industrieel afvalwater, vuil hemelwater,

schoon hemelwater, koelwater, condensaat, warmte en bio-waste. Dit zijn diverse stromen die in goede banen moeten worden geleid. In detail voorspellen wat er exact nodig is aan utility-voorziening op Maasvlakte 2 of op terrein E in het bijzonder, is echter niet eenvoudig. De bedrijven die zich zullen vestigen zijn immers nog niet bekend. ‘Toch is het wenselijk vooraf al infrastructuur aan te leggen’, stelde Mike Sijbrandij, sales en marketing manager van Evides. ‘Op die manier wordt het gebied toegankelijker voor bedrijven die er willen komen. Je moet je daarom positioneren.’ Evides heeft daarom een planning of dimensionering gemaakt. Kengetallen werden gegenereerd op basis van bestaande bedrijven, type verwachte bedrijven, schattingen van het te verwachten gebruik, investeringsprogramma’s, een tijdlijn et cetera. Dit alles is samengebracht in een masterplan. ‘Specifiek voor terrein E denken we aan een biocluster, CO2-compressie, dezelfde elementen in de waterhuishouding als Maasvlakte 2, de vrijheid voor bedrijven om een ideale inrichting te kiezen en mogelijkheden voor een utility island.’

Samenwerking Een multi-utility island op een nieuw terrein kan verschillende voordelen bieden. Alles kan natuurlijk nog worden ingericht. ‘Je richt het terrein zodanig in dat de klanten die zich hier willen vestigen zich alleen hoeven te richten op hun kernactiviteiten. Een ander voordeel is schaalvoordeel voor iedereen door centrale behandeling. Daarnaast kan een dergelijk utility island een gecontroleerde en zoveel mogelijk gesloten waterketen creëren voor een optimale duurzaamheid.’ Maar een multi-utilitycenter is alleen mogelijk als er een tijdige interactie is tussen de utility providers onderling, en met de afnemers. ‘Het is een project met uitdagingen, zowel financieel als organisatorisch. Een goede samenwerking met alle belanghebbende partijen is daarbij cruciaal.’ ▲


DELTAVISIE 2012

3D-technologie en verantwoord onderhoud Bij het ochtendprogramma van Deltavisie2012 verzorgde SPIE een business case over de ontwikkeling en inzet van 3D-technologie voor onderhoud en werkvoorbereiding in de industrie. Met verhoogde veiligheid en kostenreductie als belangrijke drivers, biedt 3D-technologie betere risicoanalyses, efficiëntere werkvoorbereiding en procesoptimalisatie voor het hele onderhoudstraject. Mark Oosterveer

In de procesindustrie is de zogeheten as built situatie van de installaties vaak slecht gedocumenteerd. Sinds het originele ontwerp dat soms tientallen jaren geleden is gemaakt, zijn diverse installatiedelen vernieuwd of zelfs veranderd. En daar staat meestal niet alles van in de beheersystemen. Dat kan bij de voorbereiding en uitvoering van onderhoud en revisie zorgen voor onaangename verrassingen. Het komt ook voor dat installaties of installatiedelen niet op de plaats staan waar ze volgens het ontwerp zouden moeten staan. Ook dan blijkt bij een verbouwing aan het systeem op pijnlijke wijze dat het nieuwe ontwerp niet op de werkelijke situatie past. Marien van den Hoek van Spie Technology besprak in een business case voorafgaand aan Deltavisie de voordelen van een geïntegreerde, multidimensionale aanpak van deze vraagstukken.

Efficiency Met een 3D-model van de installatie, is volgens Van den Hoek veel te winnen aan kostenreductie, veiligheid en efficiency. En omdat de 3D-technologie nog steeds evolueert, worden de oplossingen krachtiger. Een 3D-scan maken, is niet nieuw. Maar tegenwoordig is het wel mogelijk om in circa drie minuten een complete

scan te maken van tachtig miljoen meetpunten. Bij Spie zelf wordt inmiddels met 3D-kleurenmodellen gewerkt. En met dat 3D-model kan al het werk op de as built situatie worden voorbereid. Van den Hoek geeft een voorbeeld: ‘Bij een relatie van ons hebben twee collega’s in vijf werkdagen een offshore installatie ingescand. En met dat 3D-model van de installatie hebben vervolgens dertig mensen een half jaar kunnen werken. Van die dertig mensen hoefde er geen naar de site om toch exact te weten hoe de installatie ervoor staat. Dat scheelt in tijd, veiligheid en vooral efficiency.’ Het model dient als basis voor vele disciplines. Van den Hoek: ‘Als de scan is gemaakt, dient het model als basis voor E&I-werk maar ook Mechanical haalt en brengt informatie bij het model. En zo werkt iedereen aan één en dezelfde “waarheid”. ’ Dat scheelt ook bij werkvoorbereiding. In het 3D-model worden zogeheten hotspots geplaatst op de installatiedelen waar moet worden gewerkt. En daarachter hangt alle relevante informatie over het werk. Dat scheelt ook met slim steigerwerk plaatsen. ‘In het programma waarin we het 3D-model gebruiken, Tam3D, kun je van een of meer hotspots opvragen of en wanneer er steigerwerk

nodig is. Dat helpt om wat te schuiven met de volgorde van klussen om zo maar één keer een steiger te bouwen en af te breken voor alle klussen. Dat scheelt tijd en geld.’ De visuele aanpak van het werk helpt ook om bijvoorbeeld tijdens het “ochtendgebed” alle werkzaamheden van de dag te bespreken en de risico’s te inventariseren. ‘Je hoeft er niets bij te bedenken, je ziet het gewoon voor je’, aldus Van den Hoek

Barrière De tool is te koppelen met andere pakketten zoals SAP en Primavera om zo ook een eenduidige werkwijze te hebben met slechts één set gegevens. De 3D-techniek is niet nieuw maar wordt steeds meer geaccepteerd om op een verantwoorde manier risico’s en faalkosten te beperken. En terwijl potentiële klanten de afgelopen jaren nog aangaven wel interesse maar geen plannen te hebben, is er inmiddels veel vraag naar de techniek. Daarbij moet wel een barrière worden genomen. Omdat alles op één model is geënt, vervaagt de grens tussen de disciplines. Daar is niet iedereen gelijk blij mee. Maar omdat het erg visueel is en daarmee ook veiliger, wordt de stap steeds minder groot om te nemen. ▲

23


Hét evenement voor de industrie in de Rijn/Schelde-delta

7 juni WIJ NEMEN ONZE VERANTWOORDELIJKHEID

SPONSORS BEDANKT! INITIATIEFNEMERS:

PLATINASPONSOR:

GOUDSPONSORS:

PARTICIPANTEN:


2 1 0 2 l a i c e p s e Carrièr

Vertrouwen, trots en plezier centraal • De bedrijfsschool is weer hip • Combinatie vast én flexibel personeel populair • Verandering vraagt om competentiemanagement

035_A_cariere_special_cover.indd 1

20-06-12 13:40


036_spie.indd 1

20-06-12 09:59


INHOUD

4

De bedrijfsschool is weer hip De bedrijfsschool is terug van weggeweest. Groei van de bedrijven, vergrijzing, een krimpende arbeidsmarkt en een teruglopende interesse in de technische beroepen zijn voor bedrijven aanleiding om zelf de opleiding en de werving hiervoor ter hand te nemen. ‘Als je vakmensen nodig hebt, moet je zelf opleiden.’

10

Creëer een cultuur waar vertrouwen, trots en plezier centraal staan Goede bedrijven hebben loyale medewerkers en geen problemen om nieuw personeel aan te trekken. Maar wat is precies een ‘goed bedrijf’. Het productiebedrijf van Mars staat hoog op de lijst van ‘goede bedrijven’. ‘We proberen met onze opleidings- en carrièreplanning mooie paden te maken voor zowel onze experts als degenen die zich willen verbreden.’

13

Excelleren in je vak ‘Als je de processen goed beheerst, haal je ook het maximum uit de installaties.’ Sander Klokman, consultant maintenance engineering bij Tata Steel in IJmuiden, beschrijft in één zin het doel van het Company Asset Management Framework van Tata. Door voorkomende situaties op een structurele manier op te lossen, wordt duurzaam gewerkt aan procesverbetering. En daarvoor is het beheren van competenties onmisbaar.

14

Combinatie vast én flexibel personeel populair Flexibilisering van de arbeidsmarkt is een hot onderwerp. Hoe bewegen onze bedrijven mee met conjunctuurschommelingen? En wat betekent dat voor onze arbeidsverhoudingen en voor medewerkers? Er komen steeds meer ZZP’ers en flexwerkers op de markt. Deze ‘flexibele schil’ binnen een personeelsbestand maakt dat bedrijven kunnen meebewegen.

COLOFON Hoofdredacteur David van Baarle

Eindredacteur Elise Quaden

Medewerkers

Pieter Pulleman, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Mark Oosterveer. Evi Husson, Liesbeth Schipper

Lay-out

Gabriele Köbbemann

Traffic

Breg Schoen

Cover

Vakkanjers

Advertentieverkoop

Jetvertising bv Arthur Middendorp, Tel.: 070 399 0000 Fax: 070 390 2499, arthur@jetvertising.nl ©Industrielinqs pers en platform 2012 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever

20

Veranderende wereld vraagt om competentiemanagement De wereld verandert en gewenste competenties dus ook. Met competentiemanagement krijg je de juiste mens op de juiste plek. Dat is goed voor mens en organisatie, maar je moet wel vooruit blijven kijken. ‘Er vindt een verschuiving plaats: van focus op kennis en vaardigheden naar zelfinzicht en authenticiteit. Wat moet je daarmee als technisch bedrijf?’

Carrièrespecial 2012

037_B_cariere_special_inhoud.indd 3

3

20-06-12 16:16


OPLEIDING

FOTO: Vakkanjers

De bedrijfsschool is weer hip

De bedrijfsschool is terug van weggeweest. Groei van de bedrijven, vergrijzing, een krimpende arbeidsmarkt en een teruglopende interesse in de technische beroepen zijn voor bedrijven aanleiding om zelf de opleiding en de werving hiervoor ter hand te nemen. ‘Als je vakmensen nodig hebt, moet je zelf opleiden.’

Pieter Pulleman

4 Carrièrespecial 2012

038_39_41_G_cariere_special_artikel.indd 4

20-06-12 10:11


De N.V. Bataafsche Petroleum Maatschappij (het latere Shell) startte in 1943 een bedrijfsschool in Pernis. De eerste lichting stu­ denten werd er opgeleid tot bankwerker. Gaandeweg groeide de school uit tot een professioneel opleidingscentrum. Herman den Boeft studeerde er aansluitend aan zijn mulo tussen 1966 en 1968 meet­ en regeltechniek. ‘Dat was een behoorlijk gecomprimeerde opleiding, inclusief de mts­theorie. Dat leverde overigens geen mts­diploma op, maar wel een bedrijfsdiploma. Toen kon dat nog.’ In 2000 verlieten de laatste bedrijfsschoolleerlingen de school en sloot Shell er de deuren.

FOTO: Vakkanjers

Mammoetwet Leerlingen van de vroegere bedrijfsscholen werden opgeleid vol­ gens de behoeften van het bedrijf dat de bedrijfsschool bestierde. Er was regelmatig overleg tussen school en bedrijf. Zowel het leer­ lingwezen als het bedrijf stelde eisen aan het niveau van de leer­ lingen. Het diploma was in principe landelijk erkend. Den Boeft: ‘Bedrijfsscholen hadden het imago dat zij vooral handelden in eigen belang en dat de leerlingen er contracten kregen waar ze niet van af zouden kunnen. Dat is echter niet mijn ervaring.’ Veel be— drijfsscholen sloten als gevolg van de zogenoemde Mammoetwet (1968) hun deuren. Deze wet schafte de mulo, mms en hbs af. Mavo, havo en vwo kwamen ervoor in de plaats. Ook ontstond op dat moment het lager beroepsonderwijs (lbo), later ‘voorbereidend beroepsonderwijs’ (vbo) genoemd, om aan te geven dat men eigenlijk een vervolgopleiding diende te volgen. De grondgedachte achter deze wet was dat elke leerling zowel een algemene als een beroepsopleiding zou moeten volgen. Hierdoor konden (delen van de) bedrijfsscholen verdwijnen. Vanaf het begin was (en is) er discussie over de aansluiting van lbo en mbo op elkaar en op de arbeidsmarkt. Ervaringsniveau Na een lange carrière bij onder andere GTI, Sulzer en Burger Ergon is Den Boeft nu mede­eigenaar van Ardee, een adviesbureau dat aan­ vullende capaciteit levert op het gebied van engineering, werkvoor­ bereiding en projectmanagement. Het valt hem op dat de jongeren aan het ‘zwerven’ zijn geraakt. ‘Voordat ze tegenwoordig settelen zijn ze dertig. Dan zijn ze toch tien jaar later dan wij vroeger.’ Het heeft effect op het ervaringsniveau van mensen, wil hij maar zeg­ gen. ‘Het is noodzakelijk om die groep extra kennis bij te brengen. Een klant van ons heeft twintig meet­ en regeltechnici rondlopen. Binnen vijf jaar vertrekt een derde en de achterblijvers zijn twintigers en dertigers met minder kwaliteit die niet of onvoldoende ‘on the job’ zijn opgeleid. Bovendien zit alles bij de dienstverleners.’ Intern probeert Ardee zijn mensen ook bij te scholen, maar door de enorme drukte is dat lastig. ‘Vooral multidisciplinaire technici zijn gewild.’ Den Boeft nam onlangs twee dertigers aan. Twee VUT’ers coachen de nieuwelingen ‘on the job’. ‘Twee à drie dagen per week. Ze mogen zelf hun agenda bepalen en dat werkt prima.’

‘als je vakmensen nodig hebt, moet je zelf opleiden.’

Meer regie Joulz (onderdeel van Eneco) ontwerpt, bouwt en onderhoudt infra­ structuren voor energiedistributie. Het bedrijf heeft sinds bijna zes jaar weer een eigen bedrijfsschool: het Kennis en Ervarings Instituut, kortweg KEI. De school ontwikkelt opleidingen voor gas, elektriciteit en warmte. Niet alleen voor medewerkers van Joulz, maar ook voor energiebedrijf Eneco, netbeheerder Stedin en enkele andere organisaties. Vakvolwassen medewerkers doorlopen er (verplichte) bijscholingstrajecten en kunnen er Eerder Verworven Competenties omzetten in vrijstellingen voor officiële diploma’s. Danny Ouwendijk kreeg zes jaar geleden carte blanche van zijn directie om een bedrijfsschool op te zetten. ‘We wilden meer regie over het opleiden van technisch personeel en het veiligheidsbe­ wustzijn vergroten.’ Ouwendijk keek daarbij niet alleen naar de eisen vanuit de vakdiploma’s, maar ook de kennis die dreigde weg te vloeien als gevolg van de vergrijzing. KEI biedt een landelijk er— kend diploma op basis van een BBL­traject (beroepsbegeleidende leerweg). Dat betekent dat de leerling drie dagen per week werkt, één dag theorieles krijgt van het ROC en één dag praktijkles op de bedrijfsschool. Overigens zijn de theorielessen sinds vorig jaar ook in de bedrijfsschool, om zo de theorie beter te laten aansluiten op de praktijk. De school heeft gemiddeld 250 BBL­leerlingen en leidt op voor de diploma’s gas en elektra op alle vier niveaus met spe­ cialisaties, bijvoorbeeld op hoogspanning. Het valt uiteen in drie tra­ jecten, zegt Ouwendijk. ‘Het gaat vooral om leerlingen van zestien tot achttien jaar, die willen werken en leren. In die eerste anderhalf jaar kijken we of de persoon bij het bedrijf past en hoe hun ontwik­ keling is. Dan begint de tweede fase: doorstromen naar niveau drie van de opleiding. Het derde traject zijn de zij­instromers, bijvoor­ beeld uit de installatietechniek. Die scholen we bij.’ Nooit gestopt Een bedrijf dat nooit stopte met zijn bedrijfsschool is Tata Steel in IJmuiden (voorheen Corus en daarvoor Koninklijke Hoogovens). De bedrijfsschool is een belangrijk strategisch instrument in het personeelsbeleid van Tata Steel, zegt bedrijfsschool manager Rolf Deen. Al in 1939 richtte het toenmalige Hoogovens de school op. Deen: ‘De helft van de mensen in de productie is begonnen in de bedrijfsschool. De school is belangrijk voor de kwaliteit, houding en kennis van onze medewerkers.’ De eerste 25 jaar resideerde de bedrijfsschool in de werkplaatsen van het staalbedrijf, sinds 1964 is er een volwaardig schoolgebouw. ‘Sinds het begin werken we intensief samen met het techniekonderwijs in de regio.’ De Tata­ school heeft jaarlijks gemiddeld 120 BBL­leerlingen. Daarnaast volgen jaarlijks circa 430 medewerkers er onderwijs. Deen: ‘Die gaan dan van mbo­niveau drie naar vier, of stromen door naar hbo­ onderwijs.’ De overnames door eerst Corus en later Tata hadden geen effect op het voortbestaan van de bedrijfsschool. Sterker nog, in 1992, dus ver voor de overname door Tata, namens de Indiërs het IJmuidense opleidingsmodel al over.

‘De docent veiligheid had zelf in de fik gestaan. Dan wil je wel luisteren.’

Carrièrespecial 2012

038_39_41_G_cariere_special_artikel.indd 5

5

20-06-12 10:11


Wilt u het team met de beste vaardigheden om problemen écht op te lossen? Praktijkgericht ontwikkelen van vaardigheden U maakt het verschil door te investeren in de competenties om problemen op te lossen. Dit is de beste garantie om storingen in één keer goed op te lossen. Want meer dan ooit is het belangrijk dat we efficiënt met onze tijd, kennis en middelen (leren) omgaan. Als u kiest voor CoThink, kiest u voor resultaat en verbinding. Wij werken altijd aan actuele vraagstukken uit de praktijk en we ontwikkelen de verborgen kracht in uw organisatie. Voor ieder vraagstuk ‘gaan we tot het gaatje’ om uw doelstellingen te realiseren: minder storingen, lagere kosten, hoger rendement en meer werkplezier.

reflection direction action

040_cothink.indd 1

Innovative TroubleShooting & Innovative Root Cause Analysis Beter resultaat door effectief oplossen van problemen Leergang Reliability & Maintenance Engineering Vaardigheden voor succesvol Asset Management Op zoek naar een oplossing? Bel 06 13 14 09 72 of 06 13 14 09 79, mail naar meerinfo@cothink.nl of kijk op www.cothink.nl

www.cothink.nl

20-06-12 10:00


Praktijkinstructeurs Praktijkmensen van Shell met voldoende didactische ervaring gaven destijds les in Pernis, vertelt Den Boeft. ‘Dat was wel fantas­ tisch hoor, die directe praktische link met de werkzaamheden in het veld. De docent veiligheid had zelf in de fik gestaan. Dan wil je wel luisteren.’ Er was een proeffabriek waarin de leerlingen aan de slag gingen. ‘Als de distillatiekolom te heet werd, moesten wij dat als regeltechneuten weer op orde brengen. Je was dus ook een beetje operator.’ De bedrijfsscholen van Tata en Joulz verbinden allebei de theorie ook aan de praktijk. Ze doen dat samen met een ROC in een beroepsbegeleidende leerweg opzet (BBL). Docenten van het ROC verzorgen er de theorielessen en praktijkinstructeurs van de bedrijven met een didactische training of onderwijsbevoeg­ dheid het praktijkgedeelte. Werven De instroom op de opleidingen vergt veel aandacht. Ouwendijk: ‘De leerlingen krijgen op de scholen te veel theorie en weten niet wat te kiezen. Maar als bedrijven zijn we zelf ook schuldig, want we hebben ons lange tijd te weinig geprofileerd.’ Het werven van leer­ lingen gebeurt op verschillende manieren. Ouwendijk: ‘We werven leerling­monteurs samen met de Stichting Werk en Vakmanschap. Daarnaast staan we op beurzen, geven we gastcolleges, nemen we deel aan een landelijke promotiecampagne voor het werken in de energiesector, werven we via onze eigen medewerkers en proberen we bij leerlingen in beeld te komen via acties op bijvoorbeeld Facebook.’ Deen: ‘Het werven gebeurt bij ons via een wijdvertakt netwerk in het middelbaar onderwijs, maar ook via diverse edu­ catieve programma’s. We hebben intensief contact met decanen en er komen wekelijks twee klassen op excursie; het is een inten­ sief wervingsprogramma. Daarnaast bestaat er al een jaar of tien Techno Challenge, een meerjarenplan om techniek en wetenschap te promoten door de onderwijsketen heen, van basisschool tot uni­ versiteit. Dat is ook zeer succesvol. Het vraagt om een lange adem

en een geduldige strategie om jongeren en hun ouders te beïn— vloeden. Maar je ziet dat waar dit soort programma’s lopen, er een afbuiging te zien is in de belangstelling voor techniek. Als je ernaar vraagt, blijkt dat twee à drie leerlingen op de tien dankzij dit soort programma’s bij ons terecht komt.’ Vervolgtraject Leerlingen die het Kennis­ en Ervarings Instituut succesvol doorlo­ pen, krijgen een baan bij Joulz. Aansluitend kunnen ze doorleren voor bijvoorbeeld storingsmonteur of leidinggevende. ‘Qua proces en begeleiding loopt dat via de bedrijfsschool’, zegt Ouwendijk. De Tata­school leidt op tot een officieel erkend diploma. Ook na het diploma blijft opleiden belangrijk, zegt Deen. ‘Tijdens de studie is daar al aandacht voor, want wij vinden het belangrijk dat medewerkers zelf aan het stuur zitten van hun loopbaan. Na de opleiding volgt bij de onderhoudsdienst bijvoorbeeld het Jonge Vaklieden Programma en krijgen de nieuwe medewerkers vier jaar lang begeleiding om vakman te worden.’ De ‘return on investment’ op opleiden is voor veel organisaties een ‘hot item’. Deen: ‘Kun je dat wel meten? In die discussie zitten wij ook. De kosten van een eigen opleiding wegen niet op tegen de kosten van koud werven in de markt. Bovendien is de kwaliteit nu beter, want personeel dat je zelf opleidt, kun je meteen operationeel inzetten.’ Ouwendijk: ‘De bedrijfsschool kost het bedrijf veel geld, maar we hebben de handjes nodig. De monteurs verdienen het geld in het veld. Zonder monteurs heeft het bedrijf geen toekomst. Als je vakmensen nodig hebt, moet je zelf opleiden. De scholen doen het niet.’ Den Boeft: ‘Toch is dit zeer ernstig. We geven met z’n allen wel veel geld uit aan de roc’s en bij diplomering zeggen we dan ‘mooi diploma, maar veel te theoretisch, en niet geschikt voor de arbeids­ markt’. Daarna geven we nog eens heel veel geld uit aan ‘bedrijfs— school­achtig’ praktijkonderwijs. En elk bedrijf en/of branche op z’n eigen houtje.’ Deen: ‘Je ziet dat veel bedrijven spijt hebben van het sluiten van hun bedrijfsopleiding.’ n Carrièrespecial 2012

038_39_41_G_cariere_special_artikel.indd 7

7

20-06-12 10:11


Achieve operational excellence and set your business free. Kepner-Tregoe helpt u om het potentieel binnen uw organisatie te ontsluiten met:

Contact: 0575 56 87 12 WWW.KEPNER-TREGOE.COM/NL

Clear Thinking in a complex world

042_43_Keppner_advertorial.indd 8

20-06-12 13:41


ADVERTORIAL

Help, de techniek is te complex! Waar technische training tekort schiet Kennis lijkt iets magisch. Als je het hebt, kun je de wereld aan en verdwijnt alle onzekerheid. De meeste mensen voelen zich ongemakkelijk bij het gebrek aan voldoende technische kennis van het systeem/product dat zij ondersteunen. Technische training en opleiding lijkt de voor de hand liggende oplossing. Uiteraard helpt technische kennis om problemen op te lossen. Helaas gaat de techniek sneller voort dan je kunt bijspijkeren, en beperkt een technische training zich tot een gelimiteerd domein. Is kennis dan geen machtig wapen? Nee, niet machtig genoeg, er is meer nodig. De door Kepner en Tregoe uitgevoerde studies leren ons dat goede acties altijd voorafgaan door helder denken. Maar juist dat heldere denken laat ons in de steek als het even spannend wordt. Is kennis macht? Hoe meer we weten, des te zekerder we ons voelen. Niets is zo bevredigend als kennis van de wereld om je heen. We kunnen de situatie beter inschatten, we weten beter hoe we moeten antwoorden, we weten de oplossing van een vraagstuk; het heeft zo zijn voordelen. In deze zin is kennis verrijkend. Los daarvan bestaat uiteraard het gevaar van doorslaan: denken dat je het weet, maar dan volledig de plank misslaan. Tijdens onze werkzaamheden als trainer, coach en facilitator, in onder andere Analytical Trouble Shooting (ATS) en Problem Solving & Decision Making (PSDM) merken we dat kennis in de weg zit van een juiste en heldere aanpak van problemen en situaties in het algemeen. Kennelijk is kennis dus niet zaligmakend. We grijpen terug op wat in het verleden heeft gewerkt (patroonherkenning en emotionele labelling), of wat intuïtie ons ingeeft. Dat dit niet altijd tot de juiste resultaten leidt, weten we uit de bankwereld, het hoge spare part-verbruik en de lang openstaande problemen (en helaas ook klagende klanten). Patroonherkenning betekent dat we te veel aannames maken, omdat we denken de situatie te herkennen uit het verleden. Het gevolg: voorbarige conclusies. Bij emotionele labelling hecht de informatie die we binnen krijgen zich aan de gevoelens en emoties opgeslagen in onze herinneringen. Het gevolg: negeren van feiten, en emotioneel en bevooroordeeld reageren. In beide situaties zit de kennis en ervaring in de weg. Uiteraard ben je gevormd door de jaren heen en is het moeilijk om blanco een situatie in te gaan en wellicht is dat ook niet altijd wenselijk. Maar ... er wordt zoveel gehamerd op kennis en kenniseconomie dat je je kunt afvragen wat er gebeurt als je geen kennis hebt.

042_43_Keppner_advertorial.indd 9

Nu is niet weten als je wel het nodige weet uiteraard onmogelijk. Je kunt je hersenen niet zomaar ‘uitzetten’. Dus wat is er dan nodig om helder te kunnen denken? Helder denken Waar het om draait, is dat we op zoek zijn naar zekerheid in situaties die ons te complex lijken en onze kennis en ervaring te boven gaan. Hoe vorm je dan een beeld van de wereld om je heen en van die complexe situatie? Door toch even de kennis uit te schakelen, je open te stellen voor wat er werkelijk speelt. Zet het ‘heldere denken’ aan. Dit doe je door de juiste vragen te stellen en deze op een gestructureerde en overzichtelijke manier te documenteren. Maar ook door keer op keer af te vragen; welke aannames heb ik gemaakt toen ik deze situatie beoordeelde? Welk perspectief heb ik gehanteerd en bestaat er wellicht nog een ander perspectief? Welke vooronderstelling heb ik gemaakt die nu mijn gedrag stuurt? Welke interpretatie/betekenis heb ik al gegeven aan de gepresenteerde data? In welke mate is de gepresenteerde informatie/data een conclusie van iemand anders? Kritisch procesdenken wordt vaak gezien als langzaam en niet oplossingsgericht genoeg. Onze praktijkervaring laat zien dat juist zonder diepe technische kennis situaties kunnen worden beoordeeld en problemen worden opgelost. Hierbij gaat het om de juiste communicatie en documentatie: het stellen van open vragen volgens een gestructureerde manier en het documenteren van de antwoorden. Op deze wijze ontstaat een helder beeld van de situatie; de onzin is door de werkwijze eruit gefilterd. Hiermee is men vaak beter in staat om het probleem op te lossen dan door de vele trial-and-error pogingen. Bovendien komt het de samenwerking ten goede en je geeft de klant, extern of intern, het vertrouwen dat je aan de juiste zaken bezig bent. Bestaande kennis moet niet in de weg staan bij het vergaren van nieuwe kennis. Complexiteit is niet iets om bang voor te zijn. Ga de uitdaging aan. Kijk of je jouw denken kan aanscherpen en zie hoe het dan alleen maar boeiender wordt! www.kepner-tregoe.com/nl/

Clear Thinking in a Complex World

20-06-12 13:41


Motivatie

Vertrouwen, trots en plezier staan centraal

Goede bedrijven hebben loyale medewerkers en geen problemen om nieuw personeel aan te trekken. Maar wat is precies een ‘goed bedrijf ’. Het productiebedrijf van Mars deed dit jaar voor de eerste keer mee met het onderzoek van Great Place to Work naar werknemerstevredenheid en eindigde hoog op de lijst. ‘We proberen met onze opleidings- en carrièreplanning mooie paden te maken voor zowel onze experts als degenen die zich willen verbreden’, is een van de verklaringen van P&O-manager Rachel Sommerdijk.

Ingrid Rompa

10 Carrièrespecial 2012

044_45_J_cariere_special_artikel.indd 10

20-06-12 10:10


Great Place to Work publiceert jaarlijks de lijst van Beste Werkgevers. ‘Wij doen dat voor Nederland, maar onze collega’s doen dat ook op internationaal niveau’, licht senior consultant Lenneke Persons toe. ‘Op deze manier willen we organisaties die werken volgens de uitgangspunten van Great Place to Work (GPTW) in het zonnetje zetten.’ Organisaties die in aanmerking willen komen voor een plek op de lijst voeren twee onderzoeken uit. Bij één onderzoek krijgen medewerkers een anonieme digitale vragenlijst voorgelegd waarbij ze kunnen reageren op 58 stellingen. ‘In een Great Workplace heb je het over een cultuur waar Vertrouwen, Trots en Plezier centraal staan. Het gaat om de relaties tussen medewerkers en leidinggevende gebaseerd op vertrouwen, hoe trots je bent op de organisatie waar je werkt en op je baan, en met hoeveel plezier je samenwerkt met collega’s. Die relaties vormen het uitgangspunt.’ Het andere onderzoek richt zich op de organisatie; het werkgeversbeleid. De vragenlijst wordt voorgelegd aan HR of het management van een organisatie. ‘Zij moeten laten zien wat ze vanuit het beleid doen voor de medewerker, dus hoe zorg je voor een optimale organisatiecultuur.’ De score van het medewerkeronderzoek en het werkgeversonderzoek bepalen de totaalscore. ‘De medewerkerscore telt echter voor tweederde mee en de score op het beleid voor eenderde. Je kunt nóg zo’n mooi beleid hebben, maar als je medewerkers dit niet zo ervaren, doe je iets niet goed. Beste Werkgevers onderscheiden zich vooral op inspireren vanaf de beleidskant, dus hoe kun je een inspirerende werkomgeving zijn voor je medewerkers. Uitdaging Op de lijst staat Mars Nederland in Veghel met de marketing en sales divisie voor de Nederlandse Markt op de zesde plaats, en Mars Food Europe staat daar net onder. Bedrijven die hoger scoorden op de lijst zijn Mc Donalds’, SAS, eBay, Amgen en Microsoft. ‘We vinden het heel bijzonder dat we zo hoog op de lijst van Beste Werkgevers 2012 staan’, glundert Rachel Sommerdijk, P&O adviseur bij Mars Food Europe. ‘Wij doen dit jaar voor het eerst mee en we zijn meteen al op de zevende plaats geëindigd. Vaak zie je dat met name banken, consultancy- of IT-bedrijven hoog scoren, dus we zijn als productiebedrijf heel trots op deze uitslag.’ Mars wil deze positie graag behouden en zelfs verbeteren. ‘Niet zozeer om hoger te scoren voor de buitenwereld, maar om met elkaar volledig in de race te blijven als Beste Werkgever. We zijn al een paar jaar op een informele manier bezig een aantal speerpunten helder te krijgen. Een daarvan is betrokkenheid. Daarnaast bekijken we hoe we ervoor kunnen zorgen dat onze werkomgeving bijdraagt aan de gezondheid en het welzijn van onze mensen.’ Volgens de uitslagen van het onderzoek, bleek Mars al goed bezig te zijn. ‘De deelname aan dit onderzoek was hoog, en onze medewerkers hebben met name positief gereageerd op de open vragen’, vertelt Sommerdijk. ‘Er is heel veel input gegeven en daar

‘Onze medewerkers zijn heel trots op ons bedrijf en delen dat graag met anderen. ‘

zijn we heel blij mee. Dat vinden wij belangrijker dan de scores. In het najaar gaan we kijken of we ons gaan focussen op de verbeterpunten, of dat we ons in eerste instantie richten op het verder uitbouwen van datgene wat we reeds goed doen.’ Een van de verbeterpunten is meer openheid bieden bij wijzigingen binnen de organisatie. ‘Communicatie en transparantie scoren bij veel bedrijven wat lager, en dat zie je ook bij ons terug’, knikt Sommerdijk. ‘We hebben nu gekeken hoe we het meer in de teamcommunicatie kunnen verwerken, zodat de informatie via een ander kanaal misschien wel goed aankomt.’ Het onderdeel waar Mars het hoogste op scoort is ‘actief trots’. ‘Onze medewerkers zijn heel trots op ons bedrijf en delen dat graag met anderen. Dat heeft vooral te maken met het familiare gevoel en de onderlinge betrokkenheid, van hoog tot laag’, legt Sommerdijk uit. ‘Mars is een van de laatste grote familiebedrijven ter wereld. De familie Mars heeft vanaf het begin gelet op verbondenheid, en dat zie je overal in terugkomen.’ Oud-Beijerland is met 220 medewerkers bovendien een relatief kleine site voor Mars. ‘Het is echt ‘ons kent ons’. We delen veel dingen met elkaar, we vieren successen samen, maar we steunen elkaar ook bij trieste gebeurtenissen. Die verbondenheid is wat Mars uniek maakt.’ Happy Tijdens het selectieproces voor openstaande vacatures wordt al rekening gehouden met ‘passendheid bij de cultuur van Mars’. ‘In de eerste fase kijken we of de persoonlijkheid en de competenties van de sollicitant bij ons passen en of die persoon hier happy wordt. Maar onze mensen moeten ook de openheid en benaderbaarheid hebben die bij dit geheel past. Bij ons is de hoogste manager gelijk aan de medewerker in de laagste functiegroep.’ De kernprincipes - kwaliteit, verantwoordelijkheid, vrijheid, wederkerigheid en efficiëntie - worden streng nageleefd binnen het bedrijf. ‘Dat is meer dan een tekst op de muur. Bovendien hebben we jaarlijks actieplannen en werksessies rondom het thema ‘betrokkenheid’. Daar werken wij hard aan. Het voordeel van goed werkgeversschap is loyaliteit en daardoor uiteindelijk een betere performance in de volle breedte. Minder ziekteverzuim en minder uitstroom zijn ook positieve gevolgen.’ Mars is bovendien een bedrijf dat crossfunctionele doorgroei stimuleert. ‘Het intern bewegen van mensen heeft allerlei voordelen. Op die manier kan men zich goed verplaatsen in de ander en daardoor worden de resultaten beter. En voor de medewerker betekent dit dat je je snel kunt ontwikkelen én verbreden binnen het bedrijf.’ Mars heeft als productieorganisatie veel technisch personeel in dienst, bijvoorbeeld als projectleider of engineer. ‘Er zijn veel mogelijkheden voor doorgroei, zowel naar andere vakgebieden als binnen de techniek, want we zien dat technici daar toch een voorliefde voor hebben’, glimlacht Sommerdijk. We proberen daarom met onze opleidings- en carrièreplanning mooie paden te maken voor zowel onze experts als degenen die zich willen verbreden.’ ■

‘Beste Werkgevers onderscheiden zich vooral op inspireren vanaf de beleidskant’ Carrièrespecial 2012

044_45_J_cariere_special_artikel.indd 11

11

20-06-12 10:10


KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.

NIEUNWOLOGIE,

PROCESTECH 12 BIJEENKOMSTEN012 START SEP TEMBER 2

• Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm? WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • HBO Onderhoudstechniek • Post-HBO Onderhoudstechnologie • Post-HBO Onderhoud en Management • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management

Start 3 oktober 2012 Start 4 oktober 2012 Start 4 oktober 2012 Start 27 augustus 2012

Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.

ER VALT NOG GENOEG TE LEREN

046_HU.indd FC_A4.indd 1 1

20-06-12 10:00 14-02-12 14:24


COMPETENTIES

Excelleren in je vak ‘Als je de processen goed beheerst, haal je ook het maximum uit de installaties.’ Sander Klokman, consultant maintenance engineering bij Tata Steel in IJmuiden, beschrijft in één zin het doel van het Company Asset Management Framework van Tata. Een onderdeel van dat framework is storingsreductie op alle installaties. Door voorkomende situaties op een structurele manier op te lossen, wordt duurzaam gewerkt aan procesverbetering. En daarvoor is het beheren van competenties onmisbaar. Mark Oosterveer

De afgelopen jaren is bij Tata Steel veel energie gestoken in het Company Asset Management Framework, CAMF. Daarbij wordt geïnvesteerd in kennis en kunde om de resultaten te halen die in de bedrijfsdoelen van Tata Steel zijn beschreven. Het opleidingstraject voor verschillende disciplines heeft als doel dat storingen niet alleen vakkundig worden opgelost maar vooral duurzaam worden voorkomen. Sander Klokman vertelt: ‘Samen met CoThink leren we de mensen om anders te kijken naar een probleem. In plaats van direct op te gaan lossen, gaat men kijken naar de feiten en net zo lang doorvragen tot de bron van het probleem is gevonden. En dat is voor technici niet altijd eenvoudig.’ De opleiding is deels gebaseerd op bestaande Tata-modules en is aangevuld tot een leergang van zes maanden doorlooptijd. Het is een mix van theorie en gerichte praktijkopleiding. Zo pakken de cursisten ook een probleem uit hun eigen top tien en werken gericht aan het oplossen en verder voorkomen van hun eigen storingen. Klokman: ‘We leren onze mensen ook om te kijken naar de waarde van een storing en de kosten om het op te lossen. Zo kies je objectief wat de belangrijkste storing is om te voorkomen.’ Europa De aanpak en zeker de kennis die bij de storingsreductieprojecten wordt opgedaan, wordt ingezet voor Tata Steel Europe. Een belangrijke tool daarbij is de A3 die wordt gebruikt om de situatie, de aanpak en de oplossing te beschrijven. Klokman: ‘Het is een techniek die ook bij Lean wordt gebruikt. Op een A3 werk je op een eenduidige manier van links naar rechts van probleem naar duurzame oplossing. Daarbij hoort ook dat de beschrijving van het probleem, de oplossing en de implementatie zo helder zijn, dat andere vestigingen de opgedane kennis ook inzetten om vergelijkbare situaties te voorkomen. Onze klanten en de directie vragen na een calamiteit ook steeds vaker naar de A3.’

On the job De aanpak wordt in een vereenvoudigde versie ook ingezet bij de beheerders van de installaties. Met behulp van de maintenance engineers werken zij bij een storing binnen een week naar een A3 met Event Map (de methode van CoThink). In de Event Map staat de aanpak van probleem tot oplossing helder beschreven. Klokman: ‘Op deze manier pakken we binnen een jaar misschien wel zestig probleemgevallen op een duurzame manier aan en zorgen we voor een hogere beschikbaarheid van de installaties.’ Academy De aanpak op verschillende niveaus binnen de Tata Steelorganisatie hoort bij de opleidingsdoelen. Eli Willem, hoofd opleidingen bij Tata Steel IJmuiden, beschrijft het model. ‘Sinds ruim een jaar hebben we de Tata Steel Academy. De Academy is de paraplu waar alle ontwikkelingen van medewerkers onder vallen. Binnen de Academy vallen bijvoorbeeld alle opleidingen van Tata Steel die als doel hebben de competenties van onze mensen te ontwikkelen. Binnen Tata wordt met de Academy gewerkt van de werkvloer tot hoger management om de ontwikkeling van competenties, kennis en vaardigheden op hoger niveau te krijgen en te houden. Voor elke functie is een omschrijving van de benodigde skills. Dat geldt zowel voor generieke als voor specifieke kennis en vaardigheden. De ‘gap’ tussen de gewenste en beschikbare specifieke kennis en vaardigheden wordt met onze Academy ingevuld.’ De investering in kennis en vaardigheden hoort bij de werkwijze van Tata Steel. De opleidingen worden meegenomen in persoonlijke ontwikkelingsplannen en in carrièreplanningen. Er wordt ook gesproken over de zogeheten ‘return on investment’. Wat ga je bijdragen aan de bedrijfsdoelen als je de training hebt gevolgd? Eli Willem: ‘Vakmanschap op ieder niveau, dat is de kern. Het gaat er vooral om dat we de mensen willen laten excelleren in hun vak!’ n Carrièrespecial 2012

047_cothink.indd 13

13

20-06-12 16:18


FLEXIBILISERING

Combinatie vast én flexibel personeel populair

Flexibilisering van de arbeidsmarkt is een hot onderwerp. Hoe bewegen onze bedrijven mee met conjunctuurschommelingen? En wat betekent dat voor onze arbeidsverhoudingen en voor medewerkers? Er komen steeds meer ZZP’ers en flexwerkers op de markt. Deze ‘flexibele schil’ binnen een personeelsbestand maakt dat bedrijven kunnen meebewegen.

Renske van den Berg

14 Carrièrespecial 2012

048_49_51_H_cariere_special_artikel.indd 14

20-06-12 10:07


Een groot onderwerp binnen ‘flexibilisering van de arbeidsmarkt’ is dat het leger aan zelfstandigen binnen de beroepsbevolking zich zou gaan meten met het percentage werkenden met een vaste baan. Dezelfde vaste baan tot je pensioen is niet meer gangbaar. Yuppen verdwijnen en maken plaats voor chips: conscious happy independent professionals. Maar dit is een mythe: het aantal ZZP’ers of zelfstandigen neemt zeker niet zulke proporties aan als in het publieke debat wel eens is voorspeld, zegt arbeidseconoom Ronald Dekker in het Tijdschrift voor Arbeidsmarktvraagstukken in 2011. MKB Nederland voorspelde in 2008 dat er twee miljoen ZZP’ers zouden zijn in 2010. Dat zou bijna dertig procent van alle werkenden zijn. Dekker, van het onderzoeksinstituut voor de arbeidsmarkt Reflect van de Universiteit van Tilburg, onderzocht en ontkrachtte dit. Zelfstandig ondernemerschap wordt niet de nieuwe norm op de arbeidsmarkt. Wel zijn ZZP’ers een groeiend onderdeel van de arbeidsmarkt geworden, waardoor steeds meer mensen minder aanspraak kunnen maken op inkomenszekerheid en scholing. Voor specialisten die hun schaarse talent duur kunnen verkopen, is dat niet zo’n probleem. Maar we moeten oppassen voor ‘schijnzelfstandigen’: personeel dat ontslagen wordt en als zelfstandige weer ingehuurd, waarbij bedrijven alle risico’s op het personeel afwentelen, stelt Dekker in het onderzoek. Statistieken Cijfers van het CBS in mei tonen aan hoe het aantal zelfstandigen dan wél stijgt. De afgelopen tien jaar was dat met 200.000 van 867.000 naar bijna 1,1 miljoen. Afgezet tegen de gehele beroepsbevolking is dat van 12 procent naar 14,5 procent. Die groei van 2,5 procent komt bijna helemaal voor rekening van zelfstandigen zonder personeel, die komend van 7,4 procent nu 10 procent van de beroepsbevolking uitmaken. Binnen de nijverheid groeide het aantal zelfstandigen met 3,6 procent verhoudingsgewijs iets harder: van 140.000 (9 procent van 1,55 miljoen) naar 180.000 (12,6 procent van 1,43 miljoen). Maar daarbij geldt ook dat het totale aantal werkenden in de sector afnam. Ook hier kwam de zelfstandigengroei geheel voor rekening van 40.000 nieuwe ZZP’ers die komend van 5,4 procent nu 8,7 procent van de nijverheidswerkers uitmaken. En hoe zit het met flexwerkers? Volgens het CBS is nu bijna een op de vijf werknemers flexwerker en hebben werknemers steeds vaker een flexibele arbeidsrelatie. Tussen 2001 en 2011 groeide hun aandeel binnen de beroepsbevolking van dertien naar achttien procent. Het gaat vooral om jongere werknemers. De conjunctuur heeft grote invloed op de ontwikkeling van het aantal flexwerkers. Hun werkgelegenheid hangt af van schommelingen, aldus het CBS in een bericht op 29 mei. In de periode 2004 tot en met 2007 groeide de economie sterk en nam de werkgelegenheid voor flexwerkers navenant toe. In 2009 kromp de economie en daalde het aantal flexwerkers mee.

Het aantal ZZP’ers of zelfstandigen neemt zeker niet zulke proporties aan als in het publieke debat wel eens is voorspeld.

Wanneer het slecht gaat met de economie verliezen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie als eerste hun baan. Maar de afname van flexwerk was echter minder groot dan de toename in de jaren ervoor. In tien jaar is het aandeel flexwerkers al met al met bijna de helft toegenomen, waarbij die toename vooral komt door het aandeel werknemers met een tijdelijk contract, mét uitzicht op een vast dienstverband en vaste uren. In 2011 ging dit om bijna zeven procent van de werknemers, tegen vier procent in 2001. Ook het aandeel oproepkrachten groeide tot drie procent in 2011. Het aandeel uitzendkrachten is echter redelijk stabiel gebleven en lag zowel in 2001 als in 2011 rond de drie procent. Toen bij slechter economisch tij het aantal uitzendkrachten ineens flink daalde vanaf 2007, vielen de hardste klappen binnen die drie procent van de beroepsbevolking echter wel in de industrie. Strategisch recruiten Hoe kun je als industrieel bedrijf omgaan met vaste krachten, ZZP’ers en flexwerkers? Volgens directeur Jan-Willem Peters van bureau voor detachering, werving & selectie Continu moet je te allen tijde anticiperend en strategisch personeelsbeleid voeren. Dus zowel in hoogtij- en laagtijperiodes. ‘De afgelopen jaren zie je de beschikbaarheid van goed technisch personeel teruglopen: dat geldt zowel voor laag-, middel- als hoogopgeleid personeel en dit loopt door conjunctuurschommelingen heen. Zorg dat wervers weten welke mensen je wanneer nodig hebt en dat je een aantrekkelijk bedrijf bent voor personeel. Ook als er géén vacatures zijn, anders ben je te laat als de markt weer aantrekt.’ Ook kun je nadenken over een slimme combinatie van vast en flexibel personeel. Peters signaleert de ‘flexibele schil’ bovenop een vast personeelsbestand, die steeds meer bedrijven inrichten. ‘Vooral industriële bedrijven met internationale oriëntatie willen een strategische pool van vast en flexibel. De omvang van die schil verschilt, afhankelijk van portefeuille, werkvoorraad en of je eigen mensen ook verschillende functies kunnen oppakken.’ Bedrijven die veel projectmatig werk hebben, zoals chipmachine— fabrikant ASML, voelen vaak veel sterkere schommelingen dan bedrijven met doorlopende processen voor hun eindproduct. ‘Onze gemiddelde ervaring is dat tachtig procent van de bedrijven nu graag op basis van detacheringscontracten mensen aannemen, met het idee dat dit personeel daarna in dienst kan treden.’ Een op de vijf mensen voor wie Continu bemiddelt, krijgt direct een vast contract, drie komen er inderdaad na een detacheringsperiode in dienst en nog een gaat na contractperiode naar een volgend project. ‘Wie op detacheringsbasis werkt, werkt tegen marktconforme voorwaarden’, benadrukt Peters, om misverstanden over deze groep flexwerkers uit de wereld te helpen. ‘Zij zijn bij ons in dienst en krijgen indien nodig ook de vereiste opleiding, auto of verzekering.’

‘Vooral industriële bedrijven met internationale oriëntatie willen een strategische pool van vast en flexibel.’ Carrièrespecial 2012

048_49_51_H_cariere_special_artikel.indd 15

15

20-06-12 10:07


KIWA TRAINING LEVERANCIER VAN KENNIS

Kiwa Training biedt de energiebranche cursussen op het gebied van distributietechniek en installatietechniek. Daarnaast kunt u ook bij Kiwa Training terecht voor cursussen op het gebied van kwaliteitsmanagementsystemen en duurzaam ondernemen. Een greep uit ons cursusaanbod: • Middelbare Gas-, Warmte- en Elektriciteitsdistributietechniek • Hogere Gastechniek • Gasstationstechniek • Kathodische Bescherming 1 en 2 • PE-lassen • Examinering Bovengronds Lekzoeken • Normkennis en Interne Audit ISO9001, ISO14001, ISO50001 en VCA • MVO en CO2-Prestatieladder • Legionellapreventie Adviseur • Inspectie Brandstoftoevoerleidingen en Bovengrondse Tankinstallaties • Onderhoud en Veiligheidsinspectie Stookinstallaties Ook voor maatwerk en in-company trainingen kunt u bij ons terecht. Kijk op www.kiwatraining.nl voor een volledig overzicht van ons cursusaanbod. SCHRIJF VANDAAG NOG IN EN ZORG DAT U BIJBLIJFT! Kiwa Training Telefoon +31(0)55 539 35 39 e-mail training@kiwa.nl www.kiwatraining.nl


ToTale beroepsbevolking 2002 – 2011: Beroepsbevolking van 7.010.000 neemt toe tot 7.392.000 • Zelfstandigen binnen de beroepsbevolking neemt toe van 867.000 (12,4 procent) tot 1.077.000 (14,6 procent) • Zelfstandigen zonder personeel: 519.000 (7,4 procent) neemt toe tot 728.000 (9,8 procent) • Zelfstandigen met personeel: 349.000 (5 procent) blijft absoluut gelijk maar neemt relatief af (4,7 procent) Nijverheidssector 2002 - 2011: • Beroepsbevolking werkzaam in de nijverheid: 1555.000 neemt af naar 1426.000 • Zelfstandigen binnen die beroepsbevolking neemt toe van 140.000 (9 procent) naar 180.000 (12,6 procent) • Zelfstandigen zonder personeel: 84.000 (5,4 procent) neemt toe tot 124.000 (8,7 procent) • Zelfstandigen met personeel: 57.000 (3,7 procent) blijft ongeveer gelijk met 56.000 (3,9 procent) Bron: CBS

Flexibele schil Fabrikant van chipmachines ASML richtte een flexibele schil in toen de chipindustrie in 2002 en 2003 te maken kreeg met een enorme ‘downturn’. Grote groei sloeg om in een flinke productiedaling. Woordvoerder Lucas van Grinsven: ‘In onze industrie kan een downturn zomaar een omzetverlies van veertig procent betekenen. Op dat moment merkten we dat we onze kosten daar niet snel genoeg op konden aanpassen.’ ASML besloot dat standaard gemiddeld twintig procent van het werk met flexibele krachten moet worden verzet. ‘Dat is een flexibele schil die je in drie maanden tijd kan ‘afpellen’ en waarmee je snel tot een kostenbesparing van twintig procent kan komen. Alle afdelingen doen mee, van ontwerpen, assembleren, testen en kalibreren tot onderhoud. Flexibiliteit heeft een zwaartepunt op de productievloer, ten opzichte van de research & developmentafdeling welke altijd door moet innoveren, ongeacht piek of dal. ASML bracht ook flexibiliteit aan in de vaste kern van personeel. ‘Namelijk het moment wanneer de vaste medewerker zijn uren werkt. Tijdens een ‘upturn’ willen we graag dat men een paar uurtjes extra werkt zonder dat we daarvoor meteen dure overuren moeten uitbetalen. Meeruren houden we bij in een potje, de ‘urenbank’. Tijdens een ‘downturn’ kan een medewerker ze weer opmaken. De medewerker heeft hierdoor de zekerheid dat hij altijd zijn loon krijgt, of we nou een piek of een dal beleven.’ Vanwege haar aard heeft ASML bovengemiddelde ervaring met personeelsflexibilisering in Nederland, denkt Van Grinsven. ‘We hebben een groot netwerk aan toeleveranciers die aan dezelfde marktschommelingen onderhevig zijn. We leggen ons personeelsmodel met de urenbank en flexibele schil aan hen uit als zij dat willen.’ Van de flexibele krachten bij ASML, komt er een op de tien van een uitzendbureau, tegen negen van een detacheringsbureau. Van Grinsven: ‘Voordeel van de detacheringsbureaus is dat ze vaak zijn gespecialiseerd. Voordeel van vaste medewerkers is dat ze altijd de meeste binding hebben met het bedrijf.’

ZZP’ers zonder rompslomp Het groeiend aantal ZZP’ers is voor sommigen een trend gebleken waar men goed op kon inspringen met nieuwe bemiddeling. Lag het enkele decennia geleden voor grotere bedrijven minder voor de hand om met ZZP’ers te werken vanwege de administratieve rompslomp en het verschil in schaalgrootte, tegenwoordig bemiddelen detacheerders en andere bureaus daarin. Zoals bijvoorbeeld Mekano Industrial, dat pioniert als specialistisch ZZP-bureau voor de industrie, met inmiddels ongeveer twaalfhonderd zelfstandigen in hun pool. Commercieel Manager Lars van Beek: ‘Het begon toen mijn compagnon als ZZP’er voor een machinebouwer in de semiconindustrie werkte, en de vraag kreeg of hij meer zelfstandige collega’s wist. Voor ZZP’ers was het niet makkelijk bij grote spelers binnen te komen omdat men dan voor elke ZZP’er een crediteur moest aanmaken en documenten moest controleren zoals de VAR, certificaten en de aansprakelijkheidsverzekering. Dit verzorgen we nu als bemiddelaar.’ Per 1 september 2008 werd de eenmanszaak Mekano omgezet in Mekano Industrial BV, intermediair tussen technische ZZP’ers en industrie. Tussen 2010 en 2012 groeide het bedrijf van dertig naar honderd medewerkers. Voor opdrachtgevers zijn ZZP’ers gemotiveerde flexwerkers, omdat zij voor zichzelf werken. ‘Het zijn vaak mbo’ers van een jaar of 35 tot 45 die na tien jaar bij een baas besloten dat zij dit ook voor zichzelf konden doen.’ De ZZP’ers worden gescreend en van een profiel voorzien. Na een klus of tijdens de klus wordt de samenwerking geëvalueerd, waar ook de ZZP’er zijn voordeel mee kan doen. Van Beek gelooft dat het massaal outsourcen van activiteiten rond de millenniumwisseling nu heeft plaatsgemaakt voor het behouden van specifieke kennis in een vaste kern, aangevuld met flexwerkers en ZZP’ers voor de pieken in de uitvoering zoals bijvoorbeeld groot onderhoud. n Carrièrespecial 2012

048_49_51_H_cariere_special_artikel.indd 17

17

20-06-12 10:07


Life Matters. Inspection and Structural engineers - The Netherlands Life matters, that’s why working for Lloyd’s Register is so important. We’re committed to recruiting and developing the very best people to help us achieve our goal of protecting lives and the environment. Everyone in the business is a part of that vision, whether they’re a technical plan appraisal expert, an administrator at one of our main offices, or an inspector on a client ship or oil platform. We are looking for experienced inspection and structural engineers for on and offshore operations within our Energy and Marine departments. If you share our passion for doing the right thing for both our clients and the environment, it’s a chance to be part of a global organisation that’s proud of its history, while investing more in its future than ever before. To find out more about our job opportunities, rewards and careers in the Lloyd’s Register Group, please visit our global careers website: www.lr.org/careers

Resized.indd 1

052_53_lloyds_advertorial.indd 18

14/06/2012 14:45:42

20-06-12 10:09


ADVERTORIAL

Lloyd’s Register als Top Employer Lloyd’s Register Group is gecertificeerd als een van de Top Employers Nederland 2012. Uit onafhankelijk onderzoek naar hun personeelsbeleid is gebleken dat Lloyd’s Register Group uitstekende werkomstandigheden heeft. Wim den Dekker is Head of HR Western European Area en hij legt uit wat deze certificering bij Lloyds betekent. De Lloyd’s Register Group is een van de wereldleiders op het gebied van het beoordelen van bedrijfsprocessen en producten aan de hand van internationaal erkende normen. Het bedrijf streeft ernaar om complete risicomanagementoplossingen te bieden voor de gehele levensduur van installaties. Zodoende helpt Lloyd’s Register om de veiligheid, integriteit en operationele werking van assets en systemen mede te garanderen. Het bedrijf is actief in de disciplines Upstream, Downstream, Power, Manufacturing, Marine en Rail and Metro. Top Employer De klanten van Lloyd’s Register beheren doorgaans grootschalige, hoogwaardige assets waar de gevolgen van fouten zeer hoog kunnen zijn, zowel financieel als voor de omgeving en het milieu. In 2012 is Lloyd’s Register na een onafhankelijk onderzoek door het CRF Institute geplaatst op de lijst van slechts 58 Top Employers in Nederland. People Business Wim den Dekker is Head of HR Western European Area bij Lloyd’s Register. Hij geeft aan wat het certificaat Top Employer van CRF inhoudt. ‘De Top Employers-methodologie is ontwikkeld door het CRF Institute. Het instituut identificeert koplopers op het gebied van HR, leiderschap en strategie. Onlangs is Lloyd’s Register door het CRF Institute gecertificeerd als Top Employer Nederland én internationaal.’ Hij vervolgt: ‘De certificering is een bevestiging van een onafhankelijke partij dat Lloyd’s Register een toporganisatie is om voor te werken. We presteren sterk op de gebieden primaire en secundaire voorwaarden, training & ontwikkeling, carrièremogelijkheden en organisatiecultuur. Als kennisorganisatie hebben we

052_53_lloyds_advertorial.indd 19

geen fabrieken en geen zichtbaar product buiten de certificaten en documenten die wij genereren. We worden door klanten grotendeels beoordeeld op hoe onze mensen het bij hen doen. Dat maakt van ons werk een people business. Onze medewerkers vormen het hart van onze organisatie. Zij bepalen op de eerste plaats de toegevoegde waarde voor onze klanten en daarmee ook ons succes. Dus het blijven investeren in onze technische en niet-technische medewerkers is van strategisch belang. Het Top Employers-certificaat is een tastbaar product van dit beleid.’ Verantwoordelijkheid Maar wat zorgt er dan voor dat Lloyd’s Register een leuk bedrijf is om voor te werken? Den Dekker legt uit: ‘Lloyd’s Register is een gerenommeerd bedrijf. We zijn een degelijke werkgever, met duidelijke structuren en processen. Als consultant, inspector, auditor of surveyor heb je bij ons veel ruimte en een grote verantwoordelijkheid: de veiligheid en kwaliteit van de producten en processen die we certificeren of waarover we adviseren staan immers voorop. Daarom is het continu ontwikkelen van onze medewerkers van essentieel belang. Dit vinden de medewerkers ook belangrijk. Er is een ruim budget beschikbaar voor opleidingen.’ Den Dekker besluit zijn betoog: ‘We zijn bovendien trots op ons bedrijf en werk, al zijn we wat mij betreft nog wel eens te bescheiden.’ www.lr.org

20-06-12 10:09


COMPETENTIES

Veranderende wereld vraagt om competentiemanagement

De wereld verandert en gewenste competenties dus ook. Met competentie­ management krijg je de juiste mens op de juiste plek. Dat is goed voor mens en organisatie, maar je moet wel vooruit blijven kijken. ‘Er vindt een verschuiving plaats: van focus op kennis en vaardigheden naar zelfinzicht en authenticiteit. Wat moet je daarmee als technisch bedrijf?’

Pieter Pulleman

20 Carrièrespecial 2012

054_55_57_I_cariere_special_artikel.indd 20

20-06-12 14:44


t t

‘Veel bedrijven roepen wel dat ze aan competentiemanagement doen, maar er valt nog veel te verbeteren op dat gebied’, zegt Michel Grijpink van het Centrum voor Natuur & Techniek van de Hogeschool Utrecht. ‘Welke competenties en op welke niveaus? Je ziet veel persoonlijke ontwikkelplannen - wat trouwens professionele ontwikkelplannen moeten zijn - maar je moet wel zorgen dat die aansluiten op de afdelingsdoelstellingen en de bedrijfsplannen. Gebeurt dat wel voldoende? Verder moet je kijken welke eisen je stelt, nu en over drie jaar, want je moet bijscholen op de eisen van morgen. De functie is vaak al veranderd terwijl het functieprofiel nog niet is aangepast. Functies en dus competenties hobbelen er achteraan. Je moet dus een fixed competentieprofiel hebben voor nu, maar er ook één opstellen voor over twee à drie jaar en daarop bijscholen.’ Kansen Volgens senior consultant Julia Bal van Hudson Netherlands passen zowel grote als kleine bedrijven competentiemanagement toe. ‘Grote ondernemingen voeren een strategisch personeelsbeleid en competentiemanagement is daar onderdeel van. Dat competentiemanagement is een raamwerk van selectieprocedures, ontwikkelplannen, beoordelingen en een salarishuis.’ Het mkb kan op dit gebied nog wel wat winnen, denkt ze. Bal: ‘De vraag is ook of je het competentiemanagement moet noemen. De vraag moet steeds zijn: wie willen we als organisatie zijn, wat hebben we nu in huis en is dit voldoende afgestemd op elkaar? Er is winst te behalen door dat structureel te monitoren. De verkeerde man op de verkeerde plek of een niet-gemotiveerde medewerker kosten geld. Dat is eenvoudig in kaart te brengen. Zeker in de technische branches zie ik hiervoor nog veel kansen.’ Effectief personeelsmanagement ‘Door de technologische ontwikkelingen worden processen steeds ingewikkelder. Denk aan Six Sigma’, zegt Bal. ‘Een mts’er kan het dan wellicht niet meer bijbenen, waardoor je een hts’er nodig hebt. Dat is vaak weer een ander type mens. Hij of zij is moeilijker te behouden als je bijvoorbeeld je manier van aansturen niet aanpast. Daarnaast staan er veel veranderingen op de agenda, dus moet je mensen in beweging krijgen.’ Als je vraagt wat daarvoor nodig is in deze omgevingen, refereert Bal aan GDF Suez Nederland. Een bedrijf dat veel bezig is met innoveren en duurzaamheid en dat stuurt op competenties. ‘We hebben daar het competentiemanagement ondersteund. Eerst hebben we gezamenlijk de belangrijkste competenties voor de verschillende managementlagen in kaart gebracht. Vanuit dit kader voerden we ontwikkelgerichte assessments uit: wie heeft welke talenten en hoe verhouden deze zich tot de bijbehorende functie of het niveau? Wat moet een persoon nog ontwikkelen en welke trainingen heeft hij nodig om een bepaalde positie te kunnen innemen? Hiermee bereik je een geïntegreerd HR-proces dat

‘De verkeerde man op de verkeerde plek of een niet-gemotiveerde medewerker kosten geld.’

aansluit op de strategie van de organisatie en bovendien een gedegen opvolgingsplanning voor de sleutelposities. Dan heb je het over effectief personeelsmanagement.’ Mindset veranderen Volgens Grijpink moeten mensen hun mindset veranderen. ‘Nederlandse bedrijven doen wel veel aan het bijscholen van personeel, maar vaak zijn het kortdurende trainingen. Zeg maar een week op de hei. Maar als de cursist dan terugkeert op zijn werkplek en er zijn achterstanden om weg te werken, dan regeert al weer snel de dagelijkse waan. Hij heeft dan misschien wel geleerd hoe hij een nieuw apparaat moet bedienen, maar hij leert zo niet om vanuit een andere scope naar zijn werk te kijken, terwijl dat juist zo belangrijk is.’ Als voorbeeld van een andere kijk op het onderhoud, noemt Grijpink de verschuiving van de focus op de maakkosten naar de total cost of ownership. ‘Maar neem ook een monteur in een gebouw met moderne klimaatbeheersing. Zo’n systeem heeft wat meer tijd nodig om zich aan te passen aan grote temperatuurschommelingen buiten. Stel dat een kantoormedewerker klaagt over de temperatuur en de monteur grijpt in door het systeem boven zijn bureau aan te passen, dan ontregelt hij het hele systeem. Die monteur snapt zijn rol in het geheel niet en creëert juist een probleem.’ Ontwikkelingen Bal: ‘Competenties veranderen omdat de wereld verandert. Wat doen bedrijven daarmee, hoe anticiperen we daarop? Het gaat allang niet meer alleen om kennis. Emotionele intelligentie en sociale competenties worden steeds belangrijker. De jonge generatie zal bijvoorbeeld anders leiding geven, met een andere stijl.’ Dat de wereld verandert, beseft ook Maries van Aert van Stork Asset Management Consultancy. ‘Als consultancybedrijf is ons product kennis en kunde. Je moet niet meer alleen kennis hebben van asset management, maar ook steeds meer van je marktsegment, bijvoorbeeld energie, of olie en gas. Je moet echt veel meer de taal van de markt kunnen spreken.’ Een andere verandering is de duur dat iemand bij een baas blijft. ‘Vroeger zat een consultant minimaal vijf, zes jaar bij een baas. Nu is dat vaak twee tot vier jaar, al zie je wel dat nu de markt krimpt mensen weer wat langer blijven zitten. Nadeel is dat het weer lastiger is voor de verjonging, ook al omdat juist de jongeren wel verkassen en de ouderen blijven hangen. Bij technisch specialisten is dat overigens weer anders, daar wil je juist wel mensen die lang blijven en zoek je stabiliteit in je organisatie.’ Opleiden Het gat dichten tussen aanwezige en gewenste competenties kan (deels) door middel van het opleiden van medewerkers. Competentiemanagement begint met een probleemstelling, zegt

‘Je moet echt veel meer de taal van de markt kunnen spreken.’

Carrièrespecial 2012

054_55_57_I_cariere_special_artikel.indd 21

21

20-06-12 14:44


Wil jij het hele veiligheidsplaatje overzien? Ga voor de (gecombineerde) opleiding Hogere Veiligheidskunde-Arbeidshygiëne van PHOV Waar de Veiligheidskundige zich meer richt op de risico’s die op korte termijn tot gezondheidsletsel of schade kunnen leiden, richt de Arbeidshygiënist zich juist op de gezondheidsrisico’s op lange termijn. De gecombineerde opleiding HVK-AH verbindt beide specialisaties. Na afronding van deze opleiding ben je zowel Hogere Veiligheidskundige als Arbeidshygiënist.

Kies voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit • Docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied • Praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf • HVK’ers kunnen in een verkort traject de Specialisatie AH volgen • PHOV al 20 jaar toonaangevend in de Veiligheidskunde Start 27 september 2012

Hogere Veiligheidskunde/Arbeidshygiëne Alleen de opleiding Hogere Veiligheidskunde of Arbeidshygiëne volgen kan ook.

Start 9 oktober 2012

Specialisatie AH voor HVK’ers

Meer weten? Bel ons gerust op 030 231 82 12 of check onze website www.phov.nl

Technische vacatures? Besteed net als 150 bedrijven uw Werving & Selectie uit aan RECCEN Recruitment Center en ontvang een iPad 3 cadeau! WERVING Wij plaatsen uw vacature met bedrijfsnaam op alle relevante vacaturebanken. Label B is inclusief CV-search. Label C omvat tevens een advertentie in het Technisch Weekblad. SELECTIE Op basis van uw specifieke criteria, voeren onze recruiters de selectie uit. Alleen de beste kandidaten komen bij u op gesprek.

APPLE iPAD 3 CADEAU Indien u voor 1 juli 2012 Label B of Label C afneemt, ontvangt u van ons een iPad 3 t.w.v. ¤ 479,- cadeau! Meer informatie en de voorwaarden vindt u op reccen.nl/ i PAD3 of scan de QR-code.

Project Manager Wervingskosten:

Project Manager Wervingskosten:

Label C

W&S bureau

¤ 4.000

Tarieven zijn excl. BTW

¤ 12.000

QR-CODE Stationspark 704-708

056_stichtingPHOV_RecCen.indd 1

RECCEN

|

Label C

Label A

Label B

8 Vacaturebanken Selectie

12 Vacaturebanken CV-Search Selectie

12 Vacaturebanken CV-Search Advertentie Selectie

¤ 2.000

¤ 3.000

¤ 4.000

3364 DA Sliedrecht

|

T 0184 - 42 51 41

|

E info @ reccen.nl

RECCEN.NL Baanbrekend in recruitment!

20-06-12 10:00


Grijpink. ‘Je mist bepaalde kennis en daarom ga je opleiden. Om te weten of het resultaat oplevert, moet je meten. Dan kun je ook groeien.’ In Nederland gebeurt dat meten eigenlijk maar op één niveau, namelijk door de evaluatie van de student, zegt Grijpink. ‘Die evaluatie is ook belangrijk, want een student moet het wel leuk vinden om te studeren. Dat is de basis om te leren. Maar je moet verder kijken dan dat.’ Volgens Grijpink zijn er nog drie niveaus, namelijk toetsen of de student de kennis beheerst, toetsen wat het resultaat is van de opleiding en of de student de nieuw verworven kennis toepast in zijn werk. Oppassen voor generatiekloof Stork Asset Management Consultancy reageert onder andere op de veranderingen met traineeships. ‘Voor jonge potentials stippelen we trajecten uit door het hele bedrijf heen. We kijken welke aandachtsgebieden nodig zijn voor de trainee. En het is een manier om een afdeling een boost te geven en te zorgen voor verjonging.’ Het mes snijdt aan twee kanten, want de consultants leren op hun beurt van de trainees. ‘Het is een mooie manier voor ons als con-

sultants om die jonge gasten beter te begrijpen. We moeten oppassen voor een generatiekloof. Wat nu van school afkomt, is over tien jaar leidinggevende bij een klant. Je moet weten wat die man of vrouw drijft. Als je als bedrijf sterker wilt worden, moet je wat doen.’ Trainees bij Stork krijgen daarom interessante projecten. Ze krijgen goede begeleiding van een mentor, legt Van Aert uit. ‘Maar het is zeker geen babysitting. Het is een coach, waarop ze kunnen terugvallen en het is niet hun leidinggevende.’ Bal: ‘Voor bedrijven is het in deze tijd een uitdaging om de balans te vinden tussen kostenefficiëntie en sturen op een langetermijnvisie. De wereld beweegt en je moet up-to-date blijven. Er vindt een verschuiving plaats: van focus op kennis en vaardigheden naar zelfinzicht en authenticiteit. Wat moet je daarmee als technisch bedrijf? In ieder geval moet je er bewust van zijn en een standpunt innemen.’ Grijpink ziet het graag in het grotere geheel. ‘De wereld verandert van de vijf p’s (promotie, prijs, plaats, product en personeel, red.) naar de drie c’s: customer-wens, convenience en costs. Dat vraagt om andere competenties van de techneut. Die moet meer met een economische blik kijken.’ n Carrièrespecial 2012

054_55_57_I_cariere_special_artikel.indd 23

23

20-06-12 14:44


Stoom, een vak apart, ook in opleiden! Stoom is dikwijls het hart van het bedrijf. Het personeel is goed getraind en opgeleid in vele aspecten van hun vak. Op stoomgebeid is echter bedroevend weinig kennis. De weinige opleidingen die er al zijn, zijn erg theoretisch van opzet, terwijl vooral de praktijkkant en veiligheid erg belangrijk is. Er ontstaat onnodig veel schade aan leidingwerk en installaties door waterslag en corrosie. Ook worden proces eisen soms niet gehaald, omdat het stoomsysteem niet naar behoren werkt. Bovendien ontstaan 10% van de ongevallen in de procesindustrie door verbranding aan processystemen en stoom. Een goede praktijk gerichte opleiding op stoom is dan ook zeer belangrijk. Stemotion geeft al vele jaren stoom cursussen die praktijkgericht zijn. Bovendien worden alle cursussen op maat gemaakt voor het betreffende bedrijf en niveau van de cursisten.De cursussen worden afgesloten met een examen, waarbij een certificaat te behalen is: een belangrijk bewijs van verhoogd vakmanschap! Voor een vrijblijvende presentatie en info: Stemotion stoomtechniek info@stemotion nl • www.stemotion.nl • 013-5348037

ARDEE b.v. engineering & consultancy

Multidisciplinair ingenieursbureau • Technische installaties

o Werktuigbouw o Elektrotechniek o Klimaattechniek o Meet- regel en besturingstechniek

• • • • •

Maintenance Haalbaarheidsonderzoek en begrotingen (Detail-) engineering en tekenwerk Procesoptimalisatie/organisatie Detachering

Een nieuwe uitdaging?

Ardee Consultancy Ardee engineering en detachering Ardee maintenance

058_ardee_mekano_stem_TCC.indd 1

Extra capaciteit nodig ? Ardee B.V. Boutershemstraat 46 4611 KD Bergen op Zoom Postbus 431 4600 AK Bergen op Zoom Tel. 0164 - 242305 Fax 0164 - 265450 Website: www.ardee.nl Email: info@ardee.nl

Piping Design 1 & 2

Pipe Stress Analysis & Pipe Support

Ontwerp/Berekening Drukbelaste Componenten

Corrosie-arm Ontwerpen

Workshop P.E.D.

Stroming/Transport in Leidingen

Piping & Mechanical Engineering 1

Keuze & Selectie van Afsluiters

Polymeer Extrusietechnologie prof.dr.ir. Leon Janssen, RuG

Inlichtingen: Ed van der Linde 050 - 316 2626, 06 - 2011 5926 e-mail: linde@aog.nl

20-06-12 10:00


Evides Ongekend betrouwbaar

Complexe watervraagstukken oplossen met een slimme maatwerkoplossing.

Wij regelen het. www.evides.nl

Hergebruik van (afval)water en het sluiten van de waterketen worden steeds belangrijker. Dat is voor de industrie niet altijd even makkelijk op te lossen. Maar wij hebben het antwoord. Betrouwbaarheid, leveringszekerheid en kwaliteit zijn kernvereisten bij ons ‘maatwerk in water’ voor de chemische-, petrochemische- en voedingsmiddelenindustrie. Op basis van DBFO-contracten (Design, Build, Finance & Operate) leveren wij onze opdrachtgevers diverse soorten proceswater, zorgen wij voor de zuivering van afvalwater en maken wij hergebruik van water (effluent) mogelijk. En dat 24/7 vanuit operational excellence. Voor minder doen we het niet.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.