Petrochem 3, 2023

Page 1

Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta

Nr. 3 - 2023 www.petrochem.nl • losse verkoopprijs € 23,50
Plant Manager of the Year 2023 Anne Arkenbout: ‘Je kunt ook proberen een goede buur te zijn’ • Nieuwe ketens in de Rijnmond in vijf beelden • Topic: Maintenance

Veel bedrijven werken al jarenlang met een Enterprise Asset Management (EAM) systeem, maar gebruiken het voornamelijk als elektronische kaartenbak en digitaal werkordersysteem. Asset Management wordt er echter nog niet mee bedreven, terwijl dit tegenwoordig wel mogelijk is. Pakketten als Maximo, IFS Ultimo, HxGN EAM (voorheen Infor EAM) en SAP EAM hebben zich afgelopen jaren enorm ontwikkeld en bieden nu ook functionaliteit voor zaken als Asset Investment Planning, Project Portfolio Management, Asset Performance Management, Business Intelligence en Predictive Maintenance. Ook op het gebied van Mobile, GIS- en BIM-integratie zijn grote stappen gezet.

Veel bedrijven werken al jarenlang met een Enterprise Asset Management (EAM) systeem, maar gebruiken het voornamelijk als elektronische kaartenbak en digitaal werkordersysteem. Asset Management wordt er echter nog niet mee bedreven, terwijl dit tegenwoordig wel mogelijk is. Pakketten als Maximo, IFS Ultimo, HxGN EAM (voorheen Infor EAM) en SAP EAM hebben zich afgelopen jaren enorm ontwikkeld en bieden nu ook functionaliteit voor zaken als Asset Investment Planning, Project Portfolio Management, Asset Performance Management, Business Intelligence en Predictive Maintenance. Ook op het gebied van Mobile, GIS- en BIM-integratie zijn grote stappen gezet.

Bent u klaar voor Next Generation EAM? Neem dan contact op met Mainnovation. Onze VDMXL-experts helpen u graag met al uw vragen rondom het verder professionaliseren én automatiseren van uw Maintenance & Asset Management-organisatie. www.mainnovation.com

Bent u klaar voor Next Generation EAM? Neem dan contact op met Mainnovation. Onze VDMXL-experts helpen u graag met al uw vragen rondom het verder professionaliseren én automatiseren van uw Maintenance & Asset Management-organisatie. www.mainnovation.com

Mobile AIP PdM APM AI BIM BI GIS
EAM
Next Generation
Mobile AIP PdM APM AI BIM BI PPM GIS
Generation EAM
Next

10 ‘PROBEREN EEN GOEDE BUUR TE ZIJN’

Anne Arkenbout is Plant Manager of the Year 2023 en daarmee het gezicht of de ambassadeur van de procesindustrie. In het komende jaar wil zij zich inspannen om het wederzijds begrip en de verbinding tussen procesindustrie en samenleving te vergroten. Ook is ze voorstander van meer netwerken en samenwerken binnen de procesindustrie.

14 NIEUWE KETENS IN DE RIJNMOND

Het is moeilijk te voorspellen hoe de industrie in de Rotterdamse haven en Moerdijk er over tien, twintig, laat staan dertig jaar uitziet. Wellicht dat de huidige ontwikkelingen toch een tipje van de sluier lichten. Waterstof, ammoniak, circulaire en biogebaseerde grondstoffen kloppen immers nadrukkelijk op de poort. Daarom een overzicht van nieuwe ketens in de Rijnmond in vijf beelden.

26 E-METHANOL-KOPLOPERS IN ZWEDEN

De meest vergelegen locatie van de Electro Trail Europe (Electe23) was Örnsköldsvik, midden Zweden. Hemelsbreed van Amsterdam net zo ver als midden Marokko. Naast de biomassacentrale van Övik verrijst daar de komende jaren de methanolfabriek FlagshipONE. Örsted gaat er methanol produceren uit afgevangen biogeen CO2 en groene waterstof.

28 PIONIER WORDT PLANTMANAGER

Het is de droom van bijna iedere procestechnoloog of engineer om van scratch een totaal nieuwe fabriek op te starten. Voor Patrick van den Berg is dit de praktijk. Hij is plantmanager van de in aanbouw zijnde flagship plant van Avantium in Farmsum. Deze zal vanaf 2024 jaarlijks 5 kiloton furaandicarbonzuur produceren, de belangrijkste grondstof voor het compleet nieuwe bioplastic PEF.

34 FIELDLAB HYDRO-BOREAS

De productie van groene waterstof zal naar verwachting een belangrijke rol spelen in de decarbonisatie-strategie van de industrie. Diverse projecten – denk aan Hydrogen Valley, Holland Hydrogen 1, NorthH2 en HYWAY27 – moeten leiden tot een nationale waterstofinfrastructuur. Maar hoe zullen de nieuwe assets worden beheerd en onderhouden? World Class Maintenance onderzoekt in het fieldlab Hydro-Boreas hoe het snel kennis en vakmanschap kan ontwikkelen voor het beheer en de veiligheid van de snel groeiende waterstofinfrastructuur.

40 NIEUWE BRONNEN VOOR C EN H

Hoe komen we straks aan koolstof en waterstof als chemische bouwstenen voor waardevolle materialen? Dat was de centrale vraag tijdens Eemsdeltavisie 2023. De roep om af te stappen van fossiele brandstoffen klinkt steeds luider, maar wat zijn de alternatieven? Recyclen en het gebruik van biobased grondstoffen worden vaak genoemd, maar ook het gebruik van CO2 als grondstof. Alle oplossingen moeten worden benut en daarbij is snelheid geboden want de battle on feedstock komt eraan.

EN VERDER

IN DEZE EDITIE PETROCHEM 3 - 2023 3
Commentaar 5 Feiten en cijfers • Uniper wil syngas-fabriek op Chemelot • Recell opent demofabriek voor cellulose uit reststromen 7 Petrochem platform 44 Column • Wim Soetaert 46

Omdat elke druppel telt

De strijd om olie wordt de komende jaren heviger, omdat weinig landen in de positie zijn om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen.

De importafhankelijkheid van de EU van olie en gas zal de komende jaren alleen maar toenemen.

KROHNE ondersteunt haar klanten uit de petrochemie om uit de kostbare reserves kwalitatief hoogwaardige producten te kunnen blijven ontwikkelen en produceren.

Bijvoorbeeld met flowmeters die alle producten meten. Vloeibaar, gasvormig, agressief of corrosief. Het is allemaal meetbaar.

Of met niveaumeters die het niveau in procestanks zeer nauwkeurig en onafhankelijk van de inbouw, de medium-eigenschappen en het tankprofiel meten.

KROHNE - De petrochemie is onze wereld

Voor meer informatie zie onze website.

Het managementblad voor de olie- en chemische industrie in de Rijn/Schelde-delta

Nummer 3 - 2023

UITGAVE VAN: Industrielinqs pers en platform BV, Postbus 36420, 1020 MK Amsterdam redactie@industrielinqs.nl website: www.petrochem.nl

HOOFDREDACTIE: Wim Raaijen | wim@industrielinqs.nl

REDACTIE: Jacqueline van Gool, Monique Harmsen, Liesbeth Schipper, Breg Schoen redactie@industrielinqs.nl

VASTE MEDEWERKERS: Chris Aldewereld, Henk Leegwater, Wim Soetaert, Francis Voermans, Evi Husson

LAY-OUT: Bureau OMA, Doetinchem

OMSLAGFOTO: Wim Raaijen

ADVERTENTIEVERKOOP: Jetvertising BV, Robbin Hofman 070 3990 000 | robbin@jetvertising.nl

TRAFFIC: Breg Schoen | breg@industrielinqs.nl

COMMERCIEEL MANAGER: Janet Robben | 06 38 73 70 39 | janet@industrielinqs.nl

DRUKWERK: PreVision Graphic Solutions

ABONNEMENTEN (excl. 6% BTW)

Nederland/België € 186,- per jaar

Overig buitenland € 216,50 Losse verkoopprijs € 23,50

Meer informatie vindt u via www.petrochem.nl/abonneren

OPZEGGEN: Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen en wijzigen kan via abonnementen@industrielinqs.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door ons is ontvangen. Als u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Overige vragen kunt u stellen via abonnementen@industrielinqs.nl

ISSN: 1380-6386

Prijswijzigingen voorbehouden. © Industrielinqs pers en platform BV

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

Papier:

Creative destruction

Het blijft natuurlijk een indrukwekkende chemielocatie: BASF in Ludwigshafen. We mochten onlangs tijdens Electro Trail Europe (Electe23) een bezoek brengen aan de krakers en in het bijzonder de pilot van het elektrische fornuis. Een inspirerende samenwerking van BASF, Sabic en Linde.

Dramatisch

Het is echter wel een site onder druk. De chemische industrie in Europa heeft het sowieso moeilijk door de hoge energie- en vooral de hoge gasprijzen. En in het bijzonder die in Duitsland. Nergens wordt de Oekraïne-crisis zo hard gevoeld als bij onze oosterburen, behalve dan in de vechtende landen zelf. De Duitse chemie lag decennialang aan het Russische gasinfuus en heeft moeite om daarvan af te komen. In ijltempo zijn drijvende LNG-terminals aangelegd en is de gasprijs gedaald, maar genormaliseerd is die nog lang niet. En zeker niet concurrerend met onder meer het schaliegas in de Verenigde Staten, waar de gasprijs het afgelopen jaar onveranderd laag is gebleven. BASF heeft in maart rigoureuze maatregelen getroffen. Het gaat fabrieken sluiten, waaronder de caprolactamfabriek, een van de twee ammoniakfabrieken en de bijbehorende kunstmestfabriek. De caprolactamproductie in Antwerpen is volgens het bedrijf voldoende om de Europese markt te bedienen. BASF Ludwigshafen reduceert de productie van adipinezuur en het sluit fabrieken voor cyclohexanol, cyclohexanon en natriumcarbonaat.

Het meest dramatisch is wellicht het sluiten van de gloednieuwe TDI-fabriek, die net vier jaar draait. De vraag naar TDI groeit amper en de fabriek draaide al op een laag pitje. De hogere energiekosten versterken dit probleem. TDI wordt voortaan geleverd door de Amerikaanse plant in Geismar, de Yeosu plant in Zuid-Korea en de fabriek in Shanghai.

Geografische voordelen

Toch is het niet alleen maar kommer en kwel bij BASF in Europa. De locatie in Antwerpen lijkt de dans te ontspringen en bereidt zich voor op verschillende transitieprojecten. Om de woorden van BASF-CTO Melanie Maas-Brunner van 1,5 jaar geleden te herhalen: ‘Antwerpen wordt de eerste CO2-neutrale Verbund-site in Europa.’

Antwerpen heeft geografische voordelen in Europa. Het ligt dicht bij de Noordzee en is daardoor makkelijker open te stellen voor windenergie. Onlangs werd de laatste windmolen van Hollandse Kust Zuid geïnstalleerd. Een windpark dat wordt geopereerd door Vattenfall en waarvan BASF een kwart van de aandelen bezit. Het concern heeft ook leveringscontracten afgesloten met het windpark. De geografische ligging biedt ook meer kansen voor carbon capture and storage (CCS). Op dat gebied ontwikkelt het bedrijf projecten met Air Liquide en andere partijen in de Antwerpse haven. Ook in Schwarzheide, in het oostelijke deel van Duitsland, wordt de crisis minder gevoeld, zo bleek bij een volgend bezoek tijdens Electe23. Deze maand nog neemt BASF daar een fabriek in gebruik voor de recycling van batterijmaterialen. In de fabriek wordt straks black mass geproduceerd uit gebruikte accu’s. Het is de eerste stap in het batterijrecyclingproces en is gebaseerd op mechanische behandeling van de batterijen. De geproduceerde zwarte massa bevat grote hoeveelheden van de belangrijkste metalen die worden gebruikt om CAM te produceren: lithium, nikkel, kobalt en mangaan. Grondstoffen voor de commerciële hydrometallurgische raffinaderij voor batterijrecycling die BASF ook nog wil bouwen. Mooie en toekomstbestendige plannen dus.

Ruimte maken

Zelfs voor Ludwigshafen hoeven de huidige sluitingen niet desastreus uit te pakken. Wie wel eens in Ludwigshafen op de site is geweest, weet dat er nauwelijks een vierkante millimeter terrein over is om nog iets te bouwen. Soms worden pilots zelfs in bestaande fabrieken gebouwd om ruimte te besparen. Wellicht komt er door de sluiting van minder kansrijke fabrieken nu ruimte voor nieuwe, meer toekomstbestendige installaties. En ook transitie zal enige ruimte vragen. Denk aan elektrificatie en nieuwe bronnen voor energie. Zo lijkt Ludwigshafen prima gelegen voor de inzet van geothermie. De Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter zou dit een uitgelezen kans vinden voor creative destruction. Ruimte maken voor vernieuwing!

Reageren? Via de mail: wim@industrielinqs.nl of via twitter : @wimraaijen

COMMENTAAR PETROCHEM 3 - 2023 5
Wellicht komt door de sluiting van minder kansrijke fabrieken nu ruimte voor nieuwe, meer toekomstbestendige installaties.

KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.

• Wat is Asset Management?

• Hoeveel onderhoud is juist genoeg?

• Kunnen we met de onderhoudsfunctie waarde creëren?

• Wat is de rol van onderhoud binnen het Asset Management?

• Wat is Predictive Maintenance en hoe geef ik dit vorm?

WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD

PROJECTVOORMANAGEMENT

HOOGEVEEN:TECHNICI11-10-2023

UTRECHT: 3-11-2023

Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. Aan de hand van kaders gesteld door het Institute of Asset Management (IAM) en de European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS) zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Maintenance Management bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken.

• Master of Engineering in Maintenance & Asset Management

• Post-HBO Onderhoudstechnologie Hoogeveen

• Post-HBO Onderhoudstechnologie Utrecht

• Post-HBO Onderhoud en Asset Management

Start 4 september 2023

Start 12 september 2023

Start 5 oktober 2023

Start 12 oktober 2023

De Post-HBO opleidingen kunnen naar wens, op zowel post-mbo als post-hbo niveau, in-company (op maat) verzorgd worden.

Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of k ijk op www.cvnt.nl.

ER VALT NOG GENOEG TE LEREN

NESTE NEEMT INVESTERINGSBESLISSING PLASTIC OPWAARDERINGSINSTALLATIES

Neste heeft de definitieve investeringsbeslissing genomen voor de bouw van de installaties die bij de raffinaderij in het Finse Porvoo vloeibaar plastic afval moeten opwaarderen. Neste investeert 111 miljoen euro in de installaties.

De voorbehandeling en opwaardering van vloeibaar plastic afval is belangrijk voor Neste, omdat het hierdoor variabele stromen plastic afval van lagere kwaliteit kan verwerken. En daarmee de toepassing van deze materialen als grondstof voor haar raffinaderij kan opschalen.

De nu te bouwen installaties krijgen een productiecapaciteit van 150.000 ton vloeibaar plastic afval. De planning is dat de installaties in de eerste helft van 2025 klaar zijn. De voorbereidende werkzaamheden in de raffinaderij in Porvoo zijn al in de eerste helft van 2023 afgerond. Neste wil haar site in Porvoo omvormen tot hernieuwbare en circulaire raffinaderij. Vanaf 2030 wil het bedrijf er geen aardolie meer raffineren.

UNIPER WIL SYNGAS-FABRIEK OP CHEMELOT

Uniper wil op Chemelot een fabriek ontwikkelen voor de productie van syngas. Het bedrijf gaat hiertoe biomassa torrificeren en daarna omzetten in syngas. Bij dit proces komt CO2 vrij, dat kan worden gebruikt om chemicaliën te produceren. Het project bevindt zich nu in de vroege ontwikkelingsfase. Uniper voorziet de eerste operationele fase voor 2027/2028. In de daaropvolgende jaren kan de fabriek dan worden opgeschaald.

Uniper ziet groen gas en elektrificatie als mogelijke routes om chemische processen te verduurzamen. De aanleg van de waterstof-backbone voor Chemelot staat echter gepland voor na 2028 en de uitbreiding van het elektriciteitsnet op Chemelot voor na 2030. In de tussentijd overweegt Uniper om syngas uit getorrificeerde biomassa te gebruiken om de chemische productie duurzamer te maken. Uniper heeft de doelstelling om zijn Europese activiteiten CO2-neutraal te opereren in 2035.

Naast de syngasfabriek op Chemelot ontwikkelt Uniper ook een 200-500 MW elektrolyzer voor groene waterstof op de Maasvlakte in Nederland.

MAMMOET VERPLAATST REACTOREN OP DUITSE RAFFINADERIJ

Op de raffinaderij van TotalEnergies in het Duitse Leuna zijn alle reactoren en bijbehorende apparatuur van de POX-methanol-fabriek vervangen. Het bedrijf nam Mammoet in de arm om deze zware werkzaamheden uit te voeren. Het was niet mogelijk om de plant stil te leggen omdat de productie moest blijven doordraaien. Daarom kon slechts één oude reactor per keer worden verwijderd en een nieuwe worden teruggeplaatst. Mammoet gebruikte voor de werkzaamheden een crawler crane, die een gewicht van 140 ton kan hijsen en verplaatsen. Dit was nodig omdat de componenten tijdelijk moesten worden neergezet op ongeveer 200 meter van de definitieve positie. Mammoet verplaatste de gehele stalen module, inclusief alle apparatuur, met behulp van een speciaal systeem om de lading in balans te houden.

BASF gaat haar productiecapaciteit voor alkoxylaten op haar sites in Antwerpen en Ludwigshafen uitbreiden. Het bedrijf is al begonnen met de uitbreidingswerkzaamheden. BASF voert de capaciteit op met ruim 150.000 ton per jaar. Het grootste deel van de capaciteitsgroei hangt samen met de productie-uitbreiding van ethyleenoxide en derivaten op de Antwerpse site. Naast de uitbreiding van de productiecapaciteit voor alkoxylaten betreft de investering ook de bouw van een tweede grootschalige productielijn van ethyleenoxide en bijbehorende opwerkingscapaciteit.

Vibrantz Technologies gaat zo’n twintig miljoen dollar investeren in haar productiefaciliteit in Sittard. De Amerikaanse kleurstoffenproducent gaat de komende twee jaar een aantal optimalisatie-projecten uitvoeren om de productiecapaciteit op te voeren. Het bedrijf plant op de site een nieuwe fabriek die in 2025 in gebruik moet worden genomen. Vibrantz wil de wereldwijde productiecapaciteit van haar gepatenteerde Pearls-producten laten groeien tot 1,2 miljoen liter per jaar. De investering in de fabriek in Sittard maakt deel uit van deze ambitie. Het bedrijf verwacht begin 2024 met de bouw van de nieuwe fabriek te kunnen beginnen.

Studenten van de TU Eindhoven hebben een techniek ontwikkeld om waterstof veilig op te slaan en transporteren. Ze maken hierbij gebruik van kleine ijzerballetjes als energiedrager. De studenten hebben een proefopstelling gebouwd waarmee ze tests gaan doen. Het team wil het systeem de komende jaren opschalen en in 2027 een demo in de haven van Rotterdam realiseren. Volgens de studenten zijn kleine ijzerballetjes of ijzerpellets een ideale vorm van opslag. Waterstof wordt nu meestal opgeslagen in tanks onder een druk van 700 bar, om zo de energiedichtheid te verhogen. IJzer heeft echter een energiedichtheid die vele malen hoger ligt, en kan daardoor tot drie keer meer energie opslaan per volume dan waterstof onder druk.

PETROCHEM 3 - 2023 7 FEITEN & CIJFERS

RECELL OPENT DEMOFABRIEK VOOR CELLULOSE UIT RESTSTROMEN

Recell heeft zijn demofabriek op het terrein van de rioolwaterzuivering in Leek officieel geopend. Het bedrijf wint cellulose uit reststromen en zet deze om naar een nieuwe stroom hoogwaardige, groene grondstoffen voor de chemische industrie. En dat op grote schaal.

Recell ontwikkelde met partners een methode om uit diverse rest- en afvalstromen cellulose te isoleren en om te zetten in glucosemoleculen, die de basis vormen voor veel chemische toepassingen op industriële schaal. Glucose, oftewel suikers, dienen als duurzame bouwstenen voor onder meer bioplastics. Met deze innovatieve methode kunnen de cellulosehoudende en afgeschreven volumes vanuit de papier-, karton-, textielindustrie en rioolwaterzuiveringen worden teruggebracht in de economie.

‘Afval wordt grondstof en het is voor het eerst wereldwijd dat vanuit cellulose zoveel groene grondstof wordt geproduceerd’, zegt Ian Jordens, commercial director. ‘Gelijktijdig werken we aan de eerste opgeschaalde fabriek met een “kleine” capaciteit van 50 kiloton. De potentie is nog vele malen groter. In het belang van de vergroening van de hele keten werken we samen met verschillende chemische bedrijven.’

CORRE ENERGY WIL ZOUTCAVERNES GEBRUIKEN VOOR PERSLUCHTOPSLAG

Corre Energy heeft een optie-overeenkomst gesloten met Solvay voor het gebruik van vier zoutcavernes van Solvay in het brine-veld in het Duitse Epe. Corre Energy wil de zoutcavernes gebruiken om er een Compressed Air Energy Storage (CAES) te vestigen. Volgens de overeenkomst kan Corre Energy de eerste zoutcaverne in 2027 in gebruik nemen. De overeenkomst loopt dan tot 2069. Op de site kan 80 GWh aan energie worden opgeslagen in de vorm van perslucht. Daarbij zal 640 MW opwekkingscapaciteit worden opgesteld.

Een onderzoek van Gas Infrastructure Europe uit 2021 geeft aan dat er in 2030 voor 72 TWh aan opslagcapaciteit voor waterstof nodig is. De schatting is dat er dan slechts 50 TWh beschikbaar zal zijn. Opslag van waterstof of perslucht in zoutcavernes kan een alternatief bieden voor langdurige energieopslag in bijvoorbeeld batterijen. Met deze overeenkomst verdubbelt Corre Energy haar opslagcapaciteit in Europa.

KeithMcGrane, CEO van Corre Energy, geeft aan dat de site binnen drie jaar kan worden aangepast. Het bedrijf is al in gesprek met potentiële klanten.

Begin juni heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de Routekaart Energieopslag met de Tweede Kamer gedeeld. Hierin staan de belangrijkste stappen om de energieopslagcapaciteit in Nederland te vergroten. De overheid wil met het Nationaal Plan Energiesysteem de vraag naar de verschillende soorten energie zo scherp mogelijk in beeld te krijgen. Hiermee wordt een beeld gekregen van bijvoorbeeld hoeveel elektriciteit nodig zal zijn voor de industrie, of hoeveel van welke energiebron de gebouwde omgeving gaat gebruiken voor de warmtevoorziening. Met de Routekaart Energieopslag worden de verwachte ontwikkelingen in Nederland in kaart gebracht. Daarbij geeft het aan welke acties nodig zijn om opslag te bevorderen, op korte en lange termijn.

Corbion gaat toch geen nieuwe PLA-fabriek bouwen in Frankrijk. Het bedrijf ziet af van de geplande bioplastic-fabriek, dat het wilde bouwen op de site van Total in Grandpuits. De plannen voor de fabriek werden in 2020 aangekondigd. In 2021 startte een FEED-studie voor de PLA-fabriek. Het was de bedoeling dat deze in 2024 zou worden opgeleverd en 100.000 ton PLA per jaar zou gaan produceren. NextChem (een dochter van het Italiaanse Maire Tecnimont) werd in de arm genomen om de engineering uit te voeren. Het zou de eerste commerciële productie-installatie voor PLA in Europa zijn. Een eerste fabriek in Thailand met een capaciteit van 75.000 ton per jaar werd twee jaar eerder in gebruik genomen. Bij de aankondiging van het project in Grandpuits werd de investering geraamd op 200 miljoen euro.

Shell heeft met het plaatsen van de schoorsteen op een van de de nieuwe fornuizen het hoogste punt van het Skyline project op het Chemicals Park in Moerdijk bereikt. Shell begon in 2021 met het project om zestien oude fornuizen van de stoomkraker te vervangen. De acht nieuwe fornuizen hebben dezelfde capaciteit maar verbruiken minder energie.

PETROCHEM 3 - 2023 9 FEITEN & CIJFERS BRENT RUWE OLIEKOERS PRIJS PER VAT IN US DOLLARS 70 72 74 76 78 80 82 84 86 88 90 12 987652131302625242322 19 18 151716 12 11 10 9543228272625242120 19 18 17 14 Mei 2023 April 2023 Juni 2023

‘Je kunt ook proberen een goede buur te zijn’

INTERVIEW PETROCHEM 3 - 2023 10

Anne Arkenbout is Plant Manager of the Year 2023 en daarmee het gezicht of de ambassadeur van de procesindustrie. In het komende jaar wil zij zich inspannen om het wederzijds begrip en de verbinding tussen procesindustrie en samenleving te vergroten. Ook is ze voorstander van meer netwerken en samenwerken binnen de procesindustrie.

Monique Harmsen

Anne Arkenbout, plantmanager van het Membraan Elektrolyse Bedrijf van Nobian in Delfzijl, is nog maar net bijgekomen van haar benoeming tot Plant Manager of the Year 2023. En van de vele felicitaties, reacties op het schoolplein en uitnodigingen die daarop volgden. Voormalige Plant Managers of the Year gaven haar collegiaal de tip om voor dit jaar focusgebieden vast te stellen en daarmee aan de slag te gaan. En om daarnaast regelmatig haar neus te laten zien daar waar het belangrijk is. Voor Arkenbout begint alles met wederzijds begrip. ‘Mensen hebben niet altijd een idee van wat we doen in de procesindustrie. Er is heel weinig kennis. De discussie gaat hoogstens over de invloed van de procesindustrie op het bruto nationaal product of zorgen over de industrie, maar het gaat niet over wat de industrie ons aan welvaart brengt. Want het gaat wel degelijk over zaken als een schoon klimaat, zwembaden, isolatiemateriaal, stoffen voor onze kleding en medicijnen. Het gaat over heel veel dingen die onze welvaart naar het huidige niveau hebben gebracht. Zaken die bijna net zo essentieel zijn als voedsel en die je gewoon wil borgen in je land. De vraag is: hoe krijg je daar nu op een juiste manier aandacht voor? Dat is niet per se mijn vak, maar daarover ga ik nadenken.’

Aan de andere kant is het volgens haar ook nodig dat de industrie in het algemeen naar zichzelf kijkt. ‘We hebben vanuit de industrie ook wel eens momenten gekend – en dan druk ik me zacht uit – waarin we minder oog hebben gehad voor de omgeving. We moeten onszelf afvragen of we alle voelsprieten wel hebben uitstaan om zorgen in de omgeving tijdig mee te krijgen en actie te ondernemen. Niet alles hoeft in de wet te staan om actie te ondernemen, je kunt ook gewoon proberen een

PETROCHEM 3 - 2023 11
FOTO’S: WIM RAAIJEN

goede buur te zijn. En dat is precies wat wij hier op het Chemie Park doen.’

Kwartet

Om de discussie aan te zwengelen gaat Arkenbout op pad met een kwartet: vier vragen die ze plantmanagers en anderen in haar omgeving wil voorleggen. Voor Industrielinqs beantwoordt ze deze vragen ook zelf.

De eerste vraag is: Wat draag je bij aan de maatschappij? ‘Als ik kijk naar mijn fabriek dan maken wij chloor, waterstof en natronloog uit zout op een duurzame manier, bijna volledig groen. Klanten maken hiermee hoogwaardige kunststoffen die worden ingezet voor isolatie en windmolens, onderdelen van de energietransitie. Chloor wordt ook gebruikt voor drinkwater, desinfectie van voedingsmiddelenfabrieken en een deel voor medicijnen. Zout is dus echt een onmisbare en strategische grondstof waar we niet zonder kunnen.

De tweede vraag die Arkenbout zichzelf stelt is: Welke puzzelstukjes heb je of heb je nog nodig voor de energietransitie?

‘De stukjes die we al hebben, zijn we nog een beetje aan het ontdekken. We kennen elektrolyse, we hebben materiaalkennis en heel veel kennis van de

elektriciteitsmarkt. Daarmee kunnen we de chemiebedrijven waar we aan leveren, helpen. En we produceren al groene waterstof.’

De derde vraag: Wat is het masterplan om een duurzaam bedrijf te worden? ‘Bij een elektrolysebedrijf zoals wij hebben, is het masterplan het volledig elektrisch maken van het proces. Daarvoor moeten wij nog een looginstallatie verbouwen naar elektrisch. Eigenlijk is onze leap forward niet zo groot. Veel moeilijker is de reststroom van onze klanten. Het is belangrijk om die te gaan hergebruiken. Nobian­breed is het masterplan om in 2040 volledig CO₂­neutraal te zijn met honderd procent hernieuwbare energie. Het elektrificeren van heel veel fabrieken maakt daarvan een belangrijk onderdeel uit.’

Tot slot de vierde vraag: Wat mis je nog om dit plan uit te voeren? ‘Bij mijn bedrijf vragen we ons af of we genoeg engineers hebben om stapjes te maken. We werken ook met externe partijen die de kennis hebben om onze processen te elektrificeren. Dat loopt wel goed. Wat betreft het grote plaatje, de gehele elektrificatie, hebben we de intentie om met de overheid een­op­een­afspraken te maken. Tot 2040 kunnen we op eigen

kracht de veranderingen doorvoeren, maar wij én de overheid willen graag sneller. Dat kunnen we ook wel, maar we kunnen het financiële risico niet lopen. Hierbij helpt de overheid.’

Eerste heipaal

De vragen in het kwartet moeten bedrijven aanzetten om elkaar meer op te zoeken en samen te werken. Dit gebeurt volgens Arkenbout nu nog onvoldoende. ‘Het netwerk is er wel maar om nu te zeggen dat ze elkaar echt gaan helpen. Soms valt het tegen en dan denk ik: iedereen zit lekker op zijn lauweren te rusten terwijl 300 meter verderop een hartstikke nieuw bedrijf probeert voor het eerst in zijn leven een fabriek te bouwen.’

Zelf heeft Arkenbout een paar heel ervaren plantmanagers om zich heen die af en toe koffie komen drinken en haar vragen hoe het gaat ten aanzien van veiligheid en bedrijfsvoering. ‘Het is niet eenvoudig, dat begrijp ik. Als Chemie Park doen we dat vrij makkelijk en goed. De contacten zijn er, we lopen ook storingsdienst voor elkaar. Maar ook buiten onze hekken zou ik willen zeggen: Help elkaar een beetje off the record.’ Hoewel de oproep duidelijk is, geeft Arkenbout ruiterlijk toe dat ze zelf ook nog stappen kan zetten. ‘Ik vraag me af of ik het met mijn klanten wel eens heb gehad over hun verduurzamingsplannen en hoe we daarbij kunnen helpen. Daarom draag ik het kwartet in mijn binnenzak. Ik wil het daar gewoon over hebben met mijn klanten in plaats van alleen maar over leveringszekerheid. Maar ik wil ook praten met de partijen die net de eerste heipaal in de grond slaan. Gewoon vragen wat ze nodig hebben en hoe ze het gaan doen.’

Open en eerlijk

In alle complexe maatschappelijke problemen die op dit moment spelen, van CO2­reductie tot stikstofregels en het tegengaan van watervervuiling, zou de industrie die gewend is aan complexiteit een grotere rol kunnen spelen, denkt Arkenbout. ‘De clusters en de industrietafels zijn met goede dingen bezig. De kracht van de clusters is best groot. We zouden ten aanzien van een bepaald vraagstuk best met zijn allen een plan kunnen maken en uitvoeren. Op het

INTERVIEW PETROCHEM 3 - 2023 12
Anne Arkenbout: ‘Ook buiten onze hekken zou ik willen zeggen: Help elkaar een beetje off the record.’

Chemie Park speelt nu de reductie van afvalstromen richting het Wad. We moeten niet blijven wachten tot de overheid zegt dat er iets moet gebeuren. Je zou veel proactiever willen zijn als industrie, juist omdat het zo complex is. Ik verwacht niet dat de overheid een zodanige wetgeving kan maken dat het automatisch de juiste kant op gaat, alhoewel het systeem van CO2 beprijzen laat zien hoe het ook kan.’

Open staan voor andere partijen is de rode draad in de aanpak van Arkenbout. ‘Ik probeer zelf op een andere manier te communiceren met vergunningverleners door open en zo eerlijk mogelijk te vertellen waar we staan en wat we van plan zijn. Ik zou graag eens met ze willen praten om op basis van hun ervaring bij andere bedrijven te kijken wat er nog beter kan of wat we laten liggen. Ik vind dat soort gesprekken altijd erg waardevol en zou best willen dat we ook met toezichthouders en beleidsmakers die discussie open kunnen voeren.’

Barbapappa

Ook wil Arkenbout jongeren een manier bieden om proactief met hun terechte zorgen over het klimaat aan de slag te gaan. ‘Hoe precies weet ik niet, maar geef ze een lichtpunt aan de horizon. Je kunt de verandering zelf in gang zetten. Niet alleen door je aan het asfalt vast te plakken, maar door te kiezen voor een baan in de industrie waar je best veel ten goede kunt keren met je eigen rekenkracht of met je team.’ Voor vrienden en mensen uit haar omgeving die zich bezighouden met het klimaat, de een door geen vlees te eten de ander door te protesteren, heeft ze een duidelijk advies: ‘Stuur je kinderen naar een technische opleiding als je het klimaat wilt redden.’ Er zijn enorm veel mensen en dat heeft een enorme impact op de aarde. Arkenbout: ‘Het lukt ons niet om dat teniet te doen, maar ik denk wel dat de sleutel om dat te verminderen, of op een duurzame manier te continueren, in veel gevallen bij de industrie ligt. We moeten dit in het belang van de industrie duidelijker uitleggen anders komt er een oplossing uit zoals in een tekenfilmpje van Barbapappa. Je ziet zwarte rook uit de schoorsteen van een fabriek komen. Er wordt een gat gegraven en daar wordt de fabriek in geschoven, zand erover en

dan groeien er weer bloemetjes. Als dat het beeld is dat men heeft, we laten de industrie weggaan en dan komt het wel goed, dan zitten we straks in een soort derdewereldland.’

Accenten verleggen

De oplossing is volgens Arkenbout niet om hier de industrie ten onder te laten gaan. ‘Die fabriek wordt gewoon in China of op een andere plek gebouwd. Als er dan onrust in de wereld is, heb je helemaal niets meer als land. Dat vind ik wel een zorg. Als we de maatschappij nu niet gaan informeren over het belang en ook niet proactief zijn om zelf het verschil te maken, zetten we onszelf buiten spel.’ Ze roept jongere medewerkers in de industrie op om af en toe de stoute schoenen aan te trekken en op hun strepen te gaan staan als het gaat om duurzaamheid. ‘Je ziet nu ook discussies binnen bedrijven om te belonen op basis van duurzaamheidsprestaties in plaats van productieniveaus. Dat kan enorm helpen. Daar zit een win­win. We gaan echt niet failliet van goede dingen voor

het klimaat doen. Mensen investeren thuis ook in zonnepanelen en daarbij maken zij zich niet druk of ze die wel in drie jaar terugverdienen. We kunnen niet alle problemen in de wereld oplossen, maar als we de accenten verleggen, kunnen we wel enorme stappen vooruit maken en misschien nog wel met net zoveel winst. Met ETS voor CO2 heb je nu een financiële prikkel. Je zult zien dat zaken als het recyclen van reststromen, waterketens sluiten en energiebesparende maatregelen die nu nog niet direct uit kunnen, over een paar jaar financiële winst opleveren.’

Het komende jaar probeert Arkenbout de sleutel om impact te maken te ontdekken. Geen eenvoudige taak, maar ze houdt zich vast aan een uitspraak uit een veiligheidstraining van Seveso. ‘Als je voor jezelf de intentie helder hebt en je spreekt deze heel vaak hardop uit, dan gaan de neuzen langzaam dezelfde kant op.’ Arkenbout: ‘Daar moet ik maar mee beginnen en dan zien we wel wat er komt. Het kwartet helpt om de focus op de juiste vragen te leggen.’ ■

PETROCHEM 3 - 2023 13
Anne Arkenbout: ‘Stuur je kinderen naar een technische opleiding als je het klimaat wilt redden.’

Nieuwe ketens in de Rijnmond in vijf beelden

Het is moeilijk te voorspellen hoe de industrie in de Rotterdamse haven en Moerdijk er over tien, twintig, laat staan dertig jaar uitziet. Wellicht dat de huidige ontwikkelingen toch een tipje van de sluier lichten. Waterstof, ammoniak, circulaire en biogebaseerde grondstoffen kloppen immers nadrukkelijk op de poort. Daarom een overzicht van nieuwe ketens in de Rijnmond in vijf beelden.

Veel lijkt in Rotterdam de komende decennia te draaien om de import en productie van waterstof. Om maar met de eigen productie te beginnen: op de Maasvlakte is 24 hectare bestemd voor het conversiepark dat straks groene stroom van offshore-windparken via elektrolyse omzet in groene waterstof.

De locatie is een goede aanlandingsplaats voor de windparken die medio 2023 (Hollandse Kust Zuid – 1,4 gigawatt) of richting 2030 (IJmuiden Ver – 2 gigawatt) in gebruik worden genomen. Daarnaast is nog 4 gigawatt in ontwikke-

ling, wat de totale potentie voor aanlanding op de Maasvlakte op 7,4 gigawatt brengt.

Meerdere plots op het park zijn gereserveerd, onder andere door Shell, dat als enige al aan de bouw is begonnen.

De 200 megawatt fabriek Holland

Hydrogen I gaat op de Maasvlakte vanaf 2024/2025 met stroom van offshore windpark Hollandse Kust (noord) groene waterstof produceren. Ook waterstofbedrijf HyCC en BP hebben er plannen. Zij sloten een joint development agreement voor het project H2-Fifty. De twee partijen willen dit jaar

een investeringsbeslissing nemen over de bouw van de 250 megawatt elektrolyzer op de Maasvlakte. De groene waterstof van H2-Fifty, maximaal 45.000 ton per jaar, zal worden ingezet om de raffinaderij van BP en andere industrieën in het havengebied te verduurzamen. Uniper lijkt eveneens voortvarend. Het energiebedrijf heeft inmiddels Plug Power gekozen om de 100 megawatt elektrolyzer voor het H2Maasvlakte-project te ontwerpen. Uniper wil op haar site op de Rotterdamse Maasvlakte tegen 2026 groene waterstof produceren. Het is de bedoeling dat de capaciteit rond

PETROCHEM 3 - 2023 14 REGIO ROTTERDAM-MOERDIJK
Wim Raaijen Beeld 1: Waterstofconversiepark op de Maasvlakte

2030 tot 500 megawatt is uitgebreid. Met het project CurtHyl is Air Liquide de vierde gegadigde in het conversiepark. Dat bedrijf wil een 200 megawatt elektrolyzer bouwen. De geproduceerde hernieuwbare waterstof zal naar verwachting vanaf 2028 worden verdeeld via de bestaande waterstofpijpleiding van Air Liquide. Daarmee lijkt het bedrijf een andere positie in te nemen dan de andere partijen. Air Liquide heeft al een eigen waterstofnet dat verschillend klanten tussen Rotterdam en Noord-Frankrijk verbindt.

Ontzwavelen

Andere producenten zijn afhankelijk van de aanleg van nieuwe infrastructuur. Een Nederlandse waterstof-backbone is er voorlopig nog niet. Daarom begint Gasunie-dochter HyNetwork Services (HNS), die liever spreekt over een water-

stofnetwerk, eerst aan een verbinding tussen de grote Nederlandse industrieclusters. Als onderdeel daarvan gaat HNS in samenwerking met Havenbedrijf Rotterdam een 32 kilometer lange waterstofleiding aanleggen tussen de Maasvlakte en Pernis.

De eerste klant van de waterstofleiding in het Rotterdamse havengebied wordt het waterstofproject Holland Hydrogen I van Shell. Op haar site in Pernis gebruikt Shell grote hoeveelheden waterstof, met name om brandstoffen te ontzwavelen. Ook bij het voornemen van Shell om fossiele grondstoffen steeds meer te vervangen door circulaire en biogebaseerde grondstoffen, zal waterstof een belangrijke rol blijven spelen.

Vertrouwen

Groene waterstof is voor de Rotterdamse industrie niet de enige manier om zelf

emissieloos waterstof te produceren. Door CO2 van bestaande, grijze waterstoffabrieken af te vangen en die op te slaan, kan ook broeikasgasuitstoot worden vermeden. Veel is echter wel afhankelijk van de mogelijkheden voor ondergrondse opslag, bijvoorbeeld de ontwikkelingen rond het Porthos-project. Dat moet grootschalige opslag in lege gasvelden onder de Noordzee mogelijk maken. Het bedrijf Onyx Power heeft zoveel vertrouwen in deze route dat het op de Maasvlakte een nieuwe fabriek wil bouwen voor de productie van waterstof uit aardgas. De waterstoffabriek krijgt een capaciteit van 1.200 megawatt en kan daarmee ongeveer 300 kiloton waterstof produceren. Het is de bedoeling dat de installatie tegen 2028 in bedrijf wordt genomen.

Beeld 2: Eén centrale ammoniakkraker

De transformatie van de industrie de komende decennia vraagt om heel veel hernieuwbare energie. Elektrificatie en bijvoorbeeld de productie van groen waterstof zal om een veelvoud aan duurzaam opgewekte elektronen vragen. Dat gaat Nederland niet redden

met alleen de aangekondigde offshore windparken.

Bovendien is windenergie duurder dan de productie van zonne-energie in zonovergoten landen of gebieden waar andere goedkope bronnen voorhanden zijn.

Niet voor niets zoekt het Rotterdamse havenbedrijf daarom contact met steeds meer potentiële toeleverende landen. Denk aan Chili en Australië, maar ook dichter bij huis: Marokko, Spanje, Portugal en zelfs IJsland. De vraag is echter: hoe komt de energie

PETROCHEM 3 - 2023 15

U wilt uw (afval)water hergebruiken of uw ‘water-footprint’ verkleinen? U streeft naar een verlaging van chemische en biologische verontreinigingen? U wenst, ondanks de strengere lozingseisen, een lagere TCO? En u zoekt een (semi)permanente, mobiele of pilot-oplossing voor koop, lease, huur of volledige outsourcing?

Logisticon: al 30 jaar uw bewezen partner voor heldere oplossingen. Bel of mail voor een antwoord op al uw watervragen, een TCO-berekening of een vrijblijvende waterscan. U wordt direct geholpen.

SLIMME DRIEHOEK … GOED VOOR UW KASBOEK T +31 (0)184 60 82 60 E water@logisticon.com W www.logisticon.com Logisticon Water Treatment B.V. Logisticon Verhuur B.V. Energieweg 2 2964 LE Groot-Ammers, Nederland

REGIO ROTTERDAM-MOERDIJK

deze kant op. Een van de kanshebbers is transport met ammoniak als drager. Onlangs onderzocht adviesbureau Fluor in opdracht van het Havenbedrijf Rotterdam en zeventien bedrijven in de regio de technische en economische haalbaarheid van een ammoniakkraker.

Schaalvoordelen

Ammoniak zal volgens het bureau een belangrijke rol spelen als drager voor waterstof dat naar Noordwest-Europa wordt getransporteerd. Er is nu een inventarisatie gemaakt van beschikbare,

bewezen technologieën voor de conversie van ammoniak naar waterstof.

De analyse laat zien dat er meerdere bewezen technieken beschikbaar zijn die grootschalig kunnen worden ingezet.

Ook past een ammoniakkraker binnen de veiligheidscontouren van de haven en beschikt het industriële cluster in Rotterdam over de benodigde ervaring en kennis voor veilige opslag en transport van ammoniak.

Fluor verwacht dat een centrale grootschalige kraker in lagere kosten resulteert dan een decentrale aanpak, met name

dankzij schaalvoordelen en efficiëntere opslag en transport van de waterstof.

De beoogde kraker krijgt een capaciteit van 1 miljoen ton waterstof per jaar, waarvoor 20.000 ton ammoniak per dag moet worden omgezet.

Uit het haalbaarheidsonderzoek blijkt ook dat er voor een fabriek op deze schaal een terrein van 200 tot 450 duizend vierkante meter nodig is. De deelnemers zijn op basis van de studie in gesprek over eventuele vervolgstappen en projecten.

Beeld 3: Vloeibaar waterstof

Ook gaan er stemmen op om waterstof niet om te zetten, maar vloeibaar te vervoeren in speciale tankers. Zo onderzoeken Shell New Energies, Engie, Vopak en Anthony Veder samen of het economisch haalbaar is om groene waterstof in Portugal te produceren en vloeibaar te maken voor transport naar Nederland. Om het vervolgens hier op te slaan en te

distribueren voor verkoop. Het doel is om in 2027 een eerste lading vloeibare waterstof van de Portugese havenstad Sines naar Rotterdam te brengen.

Binnen het consortium werken Shell en Engie samen in de volledige waardeketen. Anthony Veder en Vopak richten zich op het transport, de opslag en de distributie. In eerste instantie richten de

betrokken partijen zich op de productie, het transport en de opslag van ongeveer 100 ton per dag.

IJsland

Import van waterstof uit IJsland op deze manier kan ook technisch haalbaar en financieel aantrekkelijk worden. Dat blijkt uit een eerder gezamenlijk haalbaarheidsonderzoek van Landsvirkjun,

PETROCHEM 3 - 2023 17
CREDIT

kabeldraagsystemen

PUK Benelux is een onderdeel van een wereldwijd opererende ondernemingsgroep. Al ruim 50 jaar levert PUK een solide fundament voor de kabels die zorg dragen voor de doorvoer van energie en data, zodat processen niet onnodig stil komen te staan.

We zijn expert in het duurzaam toepassen van kabeldraagsystemen bij grote overspanningen en in de meest extreme omgevingen.

Wij zijn Selectum, maar wie ben jij?

Wij zijn Selectum, al 20 jaar specialist op het gebied van projectdetachering in techniek. Wij vinden dat detachering écht mensenwerk is. Daarom kijken wij verder dan het werk alleen. Natuurlijk moeten jouw competenties aansluiten bij de vraag van de opdrachtgever, maar het gaat ook om een goede ‘work-life balance’. Wat is nu echt belangrijk voor jou? Wat maakt werken voor jou plezierig? Kortom: wie ben jij?

Getest volgens strenge eisen, hoog belastbaar en in bijzondere materialen die bescherming bieden tegen de zwaarste omstandigheden.

Door ons ruime assortiment kabeldraagsystemen met naadloos aansluitende hulpstukken bieden wij complete intelligente oplossingen voor ieder project.

Uw
PUK BENELUX B.V. Meerheide 212 5521 DW Eersel +31 497 799700 info@pukbenelux.com www.pukbenelux.com
deskundige partner in duurzame

het nationale energiebedrijf van IJsland, en Havenbedrijf Rotterdam. Het onderzoek laat zien dat het eerste project van deze aard in de tweede helft van dit decennium kan worden gerealiseerd en goed is voor 2 tot 4 terawattuur (elektrolyse-capaciteit van 200 tot 500 megawatt). De benodigde energie kan

met een combinatie van hernieuwbare bronnen worden gegenereerd, waaronder waterkracht, geothermie en windenergie. De beschikbaarheid van diverse bronnen van duurzame energie is een groot voordeel voor IJsland en leidt tot een concurrerende prijs voor IJslandse waterstof op de Europese markt. De waterstof

zou worden geproduceerd door middel van elektrolyse en vervolgens vloeibaar worden gemaakt of in een energiedrager worden omgezet voor vervoer naar Rotterdam, waar deze in de haven of in het achterland weer wordt omgezet naar waterstof.

Beeld 4: Bioraffinaderijen

Waterstof is één van de puzzelstukjes. De industriële transformatie vraagt net zo goed om nieuwe bronnen van koolstof. Willen we van fossiele C-tjes af, dan moeten we die ergens anders vandaan halen. Bijvoorbeeld uit biomassa. Inmiddels zijn er in Rotterdam verschillende initiatieven op dit gebied.

Zo nam het Finse UPM vorig jaar de beslissing om in Rotterdam een geavanceerde bioraffinaderij te bouwen. Die moet van reststromen hernieuwbare materialen maken. De producten van de geplande bioraffinaderij kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt als duurzame vliegtuigbrandstof. Grondstoffen zijn houtige biomassa, vloeibaar afval en andere restgrondstoffen. De beoogde raffinaderij in Rotterdam krijgt een capaciteit van 500.000 ton hernieuwbare

brandstoffen per jaar. Het havenbedrijf Rotterdam heeft voor UPM een terrein op Maasvlakte 2 gereserveerd.

Immens

Ook Gunvor heeft vergevorderde plannen om in Rotterdam een biobrandstoffenfabriek te bouwen. De nieuwe installatie moet plantaardige en dierlijke oliën en vetten gaan omzetten naar 700.000 ton hernieuwbare gasolie per jaar. Het gaat om een voorbehandelingseenheid en een hydrogeneringsinstallatie die uit twee productietreinen bestaat, elk met een capaciteit van ongeveer 350.000 ton per jaar.

Immens zijn de plannen van Neste. Dit Finse bedrijf investeert liefst 1,9 miljard euro in de bouw van een nieuwe fabriek in Rotterdam. Het bedrijf heeft daarover een definitieve investeringsbeslissing

genomen. Doel is om de productie-eenheid in de eerste helft van 2026 op te starten.

De nieuwe fabriek voor hernieuwbare producten wordt gebouwd op de Eerste Maasvlakte. Het bedrijf heeft daar al een raffinaderij voor duurzame diesel. De huidige capaciteit van 1,4 miljoen ton in Rotterdam is de grootste in Europa. Daar komt met de nieuwe productie-eenheid nog eens 1,3 miljoen ton per jaar bij. De totale capaciteit van hernieuwbare producten in Rotterdam komt dan op 2,7 miljoen ton per jaar, waarvan 1,2 miljoen ton duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) wordt.

Frituurvet

En vergeet ook Shell in Pernis niet. Dat bouwt momenteel een biobrandstoffenfabriek. De installatie gaat brandstoffen

PETROCHEM 3 - 2023 19 ■

REGIO ROTTERDAM-MOERDIJK

maken van biologische (afval)olie. Dit gaat via hydrogenering met waterstof, isomerisatie en destillatie. De maximale productiecapaciteit van de beoogde fabriek is 820.000 ton biobrandstoffen per jaar. Het gaat dan om zogenoemde hydrotreated vegetable oils (HVO), biokerosine en bionafta. De HVO is vooral bestemd voor de

wettelijk verplichte toevoeging van biobrandstof aan diesel voor wegverkeer. Biokerosine is voor de verduurzaming van de luchtvaartsector. En bionafta gaat voorlopig naar de raffinaderij op Pernis. Shell verwacht echter dat bionafta in de toekomst een grondstof voor de chemische industrie wordt. De voorbehandelingsfabriek gaat ver-

schillende soorten oliën en vetten verwerken, zoals gebruikt frituurvet, dierlijk vet, en industriële en agrarische rest- en afvalproducten. Het is de bedoeling om in de toekomst alleen gebruik te maken van deze producten, maar voorlopig is het nodig deze stromen aan te vullen met andere grondstoffen.

Beeld 5: Circulaire grondstoffen

Andere bronnen voor alternatieve koolstof zijn afval en op den duur zelfs CO2 en koolmonoxide. Hergebruik van CO2 in de chemie staat nog in de kinderschoenen, maar op het gebied van chemische recycling worden steeds meer projecten aangekondigd.

Zo bouwt Xycle een fabriek in Rotterdam die 20.000 ton niet-mechanisch recyclebaar plastic per jaar gaat omzetten in pyrolyse-olie. Xycle is een joint venture van NoWit, Patpert Teknow Systems en Vopak. Het bedrijf heeft veertien jaar gewerkt aan de pyrolyse-techniek, waarbij gemengd plastic wordt verhit zonder dat er zuurstof bij komt. Het verbrandt dan niet, maar valt uiteen en kan weer worden ingezet als grondstof. In India is de capaciteit van het proces

sinds 2012 steeds verder opgeschaald. Van 50 kilo per dag in een batch naar 10 ton per dag in een continu proces. In 2018 volgde een testinstallatie in Moerdijk. Daarin zijn meer dan 35 verschillende plastic afvalstromen getest. En nu neemt Xycle de volgende stap. De joint venture hoopt dat de fabriek in het vierde kwartaal van 2023 operationeel is. Ook Gidara Energy gaat in de haven van Rotterdam vanaf 2025 niet-recyclebaar afval omzetten in methanol. Twee jaar geleden kondigde het bedrijf al de bouw van een fabriek aan in de haven van Amsterdam. De twee installaties zullen identiek zijn en gebruikmaken van Gidara’s gepatenteerde vergassingstechnologie. Alle nevenstromen van het conversieproces in de fabriek worden gebruikt. De CO2 wordt afgevangen en naar kassen in

de regio getransporteerd. De reststoffen worden gebruikt voor de cementproductie. Andere stromen, zoals ammoniak en zouten, wil Gidara verkopen als grondstof voor diverse industrieën.

Shell

Ook Shell zet stappen op het gebied van circulaire grondstoffen, vooral in Moerdijk. Shell Moerdijk wil miljarden investeren om het chemiecomplex binnen tien jaar CO2-neutraal te maken. Een belangrijke stap daarbij is een nieuwe circulaire fabriek waarin tot olie verwerkt plastic afval weer grondstof wordt voor de chemie. De fabriek is naar verwachting in 2024 operationeel.

De nieuwe fabriek is een zogeheten pyrolyse-olie-upgrader. De fabriek kan de kwaliteit van pyrolyse-olie, gepro-

PETROCHEM 3 - 2023 20

duceerd uit moeilijk te recyclen plastic afval, verbeteren en omzetten in chemische grondstoffen.

Afvalverwerkers

Het is overigens niet de bedoeling dat Shell zelf op grote schaal afval gaat omzetten in olie. Shell overlegt druk

PROJECTEN IN REGIO RIJNMOND

Opdrachtgever: Air Liquide

Waar: Tweede Maasvlakte Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: 2028

Opdrachtgever: Air Products, Gunvor

Waar: Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: 2026

met afvalverwerkers om deze stap te zetten. Volgens het concern is het vooral belangrijk dat er een nieuwe keten wordt opgezet, die fossiele grondstoffen gaat vervangen. Afvalverwerkers verzamelen en sorteren nu al plastic afval. Niet alle plastics zijn geschikt om pyrolyse-olie van te maken. Zo is pvc vanwege chloor

bijvoorbeeld lastig om te verwerken. Dat afvalverwerkers kunststofafval in olie gaan omzetten, heeft twee voordelen. Ze hebben al een infrastructuur voor het verzamelen van afval. En vervolgens is het veel gemakkelijker om olie te vervoeren naar Moerdijk dan hele bergen plastics. ■

Air Liquide bouwt op de Maasvlakte 2 in Rotterdam een 200 MW elektrolyser die volledig met hernieuwbare energie zal worden aangedreven. De elektrolyser is naar verwachting operationeel tegen 2028. De geproduceerde hernieuwbare waterstof wordt verdeeld via de bestaande waterstofpijplijn van Air Liquide.

Air Products en Gunvor Petroleum Rotterdam willen een importterminal voor ammoniak bouwen op het Gunvor-terrein in Europoort Rotterdam. De terminal kan naar verwachting in 2026 de eerste groene waterstof leveren. McDermott doet samen met zusterbedrijf CB&I de front-end engineering design (FEED).

Opdrachtgever: Air Products

Waar: Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: 2025

Opdrachtgever: BP en HyCC

Waar: Maasvlakte Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: onbekend

Opdrachtgever: Gasunie, HES, Vopak

Waar: Maasvlakte Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: onbekend

Opdrachtgever: Gidara Energy

Waar: Rotterdam-Botlek

Investering: onbekend

Afronding: 2025

Opdrachtgever: Global Energy Storage

Waar: Europoort

Investering: onbekend

Afronding: onbekend

Opdrachtgever: Gunvor

Waar: Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: onbekend

Air Products bouwt in Rotterdam een nieuwe fabriek om waterstof vloeibaar te maken. Het bedrijf heeft al een dergelijke installatie in de Botlek. Het plan is om de fabriek in 2025 in gebruik te nemen. De fabriek zal in eerste instantie een mengsel van groene, blauwe en grijze waterstof produceren, afhankelijk van de marktmogelijkheden.

HyCC en BP willen op de Maasvlakte in Rotterdam een 250 megawatt elektrolyser bouwen. De groene waterstof van H2-Fifty, maximaal 45.000 ton per jaar, wordt ingezet om de raffinaderij van BP en andere industrieën in het havengebied te verduurzamen.

Gasunie, HES International en Vopak ontwikkelen samen een importterminal voor groene ammoniak als waterstofdrager op de Maasvlakte. Het streven is dat de terminal, die de naam ACE Terminal zal gaan krijgen, vanaf 2026 operationeel is. De drie partners hebben een locatie op de Maasvlakte in Rotterdam op het oog.

Gidara Energy bouwt in de haven van Rotterdam een fabriek die vanaf 2025 niet-recyclebaar afval gaat omzetten in syngas en vervolgens methanol. De fabriek krijgt een jaarlijkse capaciteit van ongeveer 90.000 ton hernieuwbare methanol, door omzetting van 180.000 ton niet-recyclebaar afval.

Global Energy Storage (GES) neemt een terrein van ruim twintig hectare in de Europoort over van Gunvor. Het bedrijf wil er tankopslag voor producten met een laag koolstofgehalte realiseren. Er komt een nieuwe steiger en infrastructuur voor de koolstofarme grondstoffen.

Gunvor heeft plannen om in Rotterdam een biobrandstoffenfabriek te bouwen. De nieuwe installatie moet plantaardige en dierlijke oliën en vetten gaan omzetten naar 700.000 ton hernieuwbare gasolie per jaar. Het gaat om een voorbehandelingseenheid en een hydrogeneringsinstallatie die uit twee productietreinen bestaat.

PETROCHEM 3 - 2023 21

Dat water een noodzaak is in veel zware industriële processen is algemeen bekend, maar vaak wordt vergeten dat de beschikking hiertoe niet meer vanzelfsprekend is.

Stef de Buck en Arezoo de Rijk – Arjangi van Mobile Water Solutions (MWS), onderdeel van Nijhuis Saur Industries (NSI), over hoe productie continuïteit in het gedrang komt bij het uitvallen van waterbehandelingsinstallaties en hoe zij dit voor hun klanten oplossen

Door heel Europa worden operators in zware industrieën als in de Power markt en CPI markt geconfronteerd met toenemende uitdagingen als gevolg van veroudering van hun assets. De degradatie van installaties en apparatuur als gevolg van leeftijd gerelateerde mechanismen, zoals corrosie en erosie, zijn een belangrijk probleem voor de industrie. Denk daarbij aan verouderde waterbehandelingsinstallaties bij fabrieken die veiligheidsrisico’s met zich meebrengen en ervoor kunnen zorgen dat de productie continuïteit niet altijd gewaarborgd kan worden. Om dan een shut-down te voorkomen, worden bedrijven genoodzaakt regelmatig spoed onderhoud te plegen. Dit is tijdrovend en tevens moeilijk uit te voeren door gebrek aan mankracht en lange leveringstijden van benodigdheden. Het goede nieuws is dat hiervoor externe hulp on-demand opgeroepen kan worden.

Bij onze Mobile Water Solutions (MWS) is noodvoorziening van tijdelijke waterbehandeling goed geïntegreerd, waardoor continuïteit en veiligheid gerealiseerd kunnen worden. Dit zorgt tevens voor gemoedsrust en minder druk op uw mankracht.

Tevens kunnen wij bij behoefte over een langere periode mobiele service bieden voor een overbruggingsperiode tijdens onderhoud, refurbishment of zelfs als back-up inzetbaar bij vervanging.

Daarnaast is het inzetten van onze mobiele service een goede oplossing bij seizoensgebonden uitdagingen (zoals bij fluctuaties in het oppervlaktewater) op het voedingswater van uw bestaande waterbehandelingssystemen.

Onze MWS kan dan als pilot, parallel aan uw bestaande waterbehandeling, worden ingezet om onder andere alternatieve chemie te testen, terwijl productie continuïteit gewaarborgd wordt.

• Veranderingen in de productie vraag, testen van alternatieve productlijnen of krappe budgetten hebben het allemaal moeilijker gemaakt om een sterk pleidooi voor kapitaalinvesteringen te houden. De gevolgen hiervan zijn terughoudendheid om te investeren in projecten waarvan de levensduur en het investeringsrendement onzeker zijn.  In het kader hiervan geeft de flexibele inzetbaarheid van mobiele waterdiensten bedrijven meer mogelijkheden omdat de huur kan worden gedekt door het operationele budget, waardoor de noodzaak om kapitaal te investeren wegvalt.

• Tevens kunt u bij ons meerjarige contracten afsluiten, die de financiële planning helpen verbeteren dankzij voorspelbare, regelmatige betalingen.

• Door de snel groeiende industrie is de Europese regelgeving nu genoodzaakt om de lozingsvergunningen strenger te maken. Hierbij worden steeds vaker inspanningsverplichtingen opgelegd aan industriële producenten om zo de milieueffecten te minimaliseren. Grote watergebruikers als Industrieparken, Power plants,  Pulp & Paper producenten krijgen meer druk om alternatieven te zoeken voor hun waterbehandeling.

Met 25 jaar ervaring is onze Mobile Water Solutions een toonaangevende leverancier van tijdelijke water- en afvalwaterzuivering. Wij bieden een kosteneffectief alternatief voor vaste installaties en denken graag met u mee om uw industriële locaties te helpen de continuïteit van de watervoorziening voor uw kernactiviteiten te handhaven.

CAPEX-overwegingen
Advertorial Voor meer informatie: mws@nijhuisindustries.com • www.nsimobilewatersolutions.com
“De productie draaiende houden” tijdens het onderhoud van verouderende fabrieken

Opdrachtgever: Koole en Horisont

Waar: Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: onbekend

Opdrachtgever: Neste

Waar: Rotterdam

Investering: 1,9 miljard euro

Afronding: eerste helft 2026

Opdrachtgever: OCI

Waar: Rotterdam

Investering: 1e fase 20 miljoen dollar

Afronding: 1e fase 2023

Opdrachtgever: Onyx Power

Waar: Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: 2028

Opdrachtgever: Shell

Waar: Moerdijk

Investering: onbekend

Afronding: 2024

Opdrachtgever: Shell

Waar: Pernis

Investering: onbekend

Afronding: 2024

Opdrachtgever: Shell

Waar: Tweede Maasvlakte Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: 2025

Opdrachtgever: Uniper

Waar: Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: 2026

Opdrachtgever: UPM

Waar: Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: 2026

Opdrachtgever: Xycle

Waar: Rotterdam

Investering: onbekend

Afronding: vierde kwartaal 2023

Koole Terminals en Horisont Energi ontwikkelen samen een nieuwe terminal in de Rotterdamse haven. Deze gaat zowel blauwe ammoniak uit Hammerfest in Noorwegen als op termijn CO2 verwerken. Het gaat om een productoverslag van meerdere miljoenen tonnen.

Neste investeert 1,9 miljard euro in de bouw van een fabriek voor hernieuwbare producten op de Eerste Maasvlakte in Rotterdam. De nieuwe productie-eenheid krijgt een capaciteit van 1,3 miljoen ton per jaar. Doel is om de productie-eenheid in de eerste helft van 2026 op te starten.

OCI investeert in een uitbreiding van haar importterminal voor ammoniak in de haven van Rotterdam. Het gaat om een verdrievoudiging van de importcapaciteit van 400 kiloton naar maximaal 1.200 kiloton per jaar via upgrades van de bestaande infrastructuur. Later komt er een derde tank bij en gaat de capaciteit naar ruim 3 miljoen ton per jaar.

Onyx Power wil naast zijn bestaande energiecentrale op de Maasvlakte een fabriek bouwen voor de productie van zogenoemde blauwe waterstof. De waterstoffabriek krijgt een capaciteit van 1.200 MW en kan daarmee ongveer 300 kiloton waterstof produceren. Het is de bedoeling dat de installatie tegen 2028 in bedrijf wordt genomen.

Shell bouwt in Moerdijk een pyrolyse-olie-upgrader die de kwaliteit van pyrolyse-olie, door derden geproduceerd uit moeilijk te recyclen plastic afval, verbetert zodat dit kan worden omgezet in chemische grondstoffen. De fabriek is naar verwachting in 2024 operationeel.

Shell Pernis bouwt een fabriek die biobrandstoffen gaat maken van biologische (afval) olie. De fabriek krijgt een capaciteit van 820.000 ton biobrandstoffen per jaar. Naast de fabriek komt een pre-treatment unit (PTU) met een capaciteit van ongeveer 1.100 kiloton voorbehandelde olie per jaar. Ook komen er nieuwe tanks op de site in Pernis.

Shell bouwt een 200 MW elektrolyzer op de Tweede Maasvlakte in de Rotterdamse haven, de Holland Hydrogen I. De waterstoffabriek kan straks 60 ton waterstof per dag produceren met energie van het windmolenpark Hollandse Kust (noord). Naar verwachting is de fabriek in 2025 operationeel.

Uniper wil groene waterstof gaan produceren op zijn Maasvlakte-locatie. Het bedrijf onderzoekt de mogelijkheden van een eletrolyse-installatie die om te beginnen een capaciteit van 100 MW krijgt. Deze kan later groeien naar 500 MW.

UPM bouwt een geavanceerde bioraffinaderij in Rotterdam. Deze krijgt een capaciteit van 500.000 ton hernieuwbare brandstoffen per jaar. Het havenbedrijf Rotterdam heeft voor UPM een terrein op Maasvlakte 2 gereserveerd. Grondstoffen zijn houtige biomassa, vloeibaar afval en andere restgrondstoffen.

Xycle, een joint venture van NoWit, Patpert Teknow Systems en Vopak, bouwt een fabriek in Rotterdam die 20 kiloton niet-mechanisch recyclebaar plastic per jaar gaat omzetten in ongeveer 20 miljoen liter pyrolyse-olie. De fabriek zal naar verwachting in het vierde kwartaal van 2023 operationeel zijn.

PETROCHEM 3 - 2023 23

Veilig bouwen op bijzonder hoog niveau

De bouw van de nieuwe Neste-fabriek voor de productie van hernieuwbare brandstoffen in het Rotterdams havengebied is een megaproject. In 2026 zal de fabriek klaar zijn. Voordat de bouw van de fabriek van start gaat, moeten eerst de tijdelijke huisvesting voor de bouwers en andere voorzieningen zijn geregeld. Deze klus is in handen van Algeco.

In 2021 gaven de aannemers Technip Energies en Dura Vermeer Haven & Industrie aan Algeco de opdracht om de tijdelijke huisvesting voor de bouw van de hernieuwbare brandstoffen fabriek van Neste op zich te nemen. Algeco is gespecialiseerd in het leveren van verschillende vormen van tijdelijke huisvesting en heeft veel ervaring met het leveren van volledig ingerichte tijdelijke behuizing voor de bouw van datacenters, petrochemische installaties en raffinaderijen, en voor offshore en grote infrastructurele projecten. ‘Ten aanzien van veiligheid is dit bouwen op Champions League niveau’, stelt Andreas Zonnenberg van Algeco. ‘Dit zijn de projecten waar we warm voor lopen. Wij hebben ons eigen veiligheidsbeleid en streven net als de bedrijven waarvoor we werken een hoog niveau na. Als bedrijf zijn we vanzelfsprekend VCA Petrochemie gecertificeerd en we doen mee aan de Safety Culture Ladder.’

Al ruim een halve eeuw levert Algeco tijdelijke huisvesting, ook in de petrochemie en industrie. Denk daarbij aan kantoren, vergaderruimtes, kantines, kleedruimtes, sanitaire voorzieningen, schaftketen en opslagloodsen. Het bedrijf levert niet alleen de tijdelijke huisvesting, maar zorgt ook voor de afhandeling van alle protocollen en het onderhoud van de faciliteiten. Het weet dus wat er wordt verwacht en wat belangrijk is: richtlijnen en veiligheidsprotocollen. Opdrachtgevers hebben hun aandacht elders nodig en vertrouwen erop dat een leverancier weet wat hij moet doen. Algeco zorgt daarom wereldwijd voor een flexibel en efficiënt onderkomen in een omgeving waar alles draait om veiligheid en precisie.

Bij dit soort projecten spelen vaak projectspecifieke veiligheidsvoorschriften, die zijn opgesteld door ingenieurs en veiligheidsmensen. Zonnenberg: ‘Aangezien wij als een van de eerste partijen op zo’n project komen, wordt ons veiligheidsbeleid als eerste getoetst. Dat is soms een flinke uitdaging omdat het complete project in de opstartfase zit. Er is nog helemaal niets, het is een lege vlakte met een hek erom heen. Aan het begin van zo’n groot project is het samen met collega’s, onderaannemers en de opdrachtgever vaak vooral kennismaken, pionieren en er hard maar veilig tegenaan gaan. Samen werken we proactief aan het behalen van de veiligheidsinstructies.’

Specifieke veiligheidseisen

Inmiddels heeft Algeco op de site van Neste bijna vijfhonderd units (9.000 vierkante meter huisvesting) geplaatst, variërend van kantoren tot een complete EHBO-ruimte,

PETROCHEM 3 - 2023 24 BRANDED CONTENT
Een tijdelijke kantine voor kantoorpersoneel en contractors.

Een van de tijdelijke kantoren van Algeco op het Neste-terrein.

kantines, sanitair, kleedruimtes en trainings- en instructieruimtes. Alle nutsvoorzieningen zijn aanwezig en alle units zijn volledig ingericht en sleutelklaar opgeleverd.

‘Op de site staan ook grote tijdelijke magazijnen, gemaakt met ons Variantloodsensysteem, met een totale oppervlakte van 4.500 vierkante meter. Uiteraard ontbreken daarin zaken als ledverlichting, energiezuinige koeling en verwarming, magazijn- en palletstellingen niet. Ook is er een compleet ingericht kantoor voor de warehouse-manager’, vertelt Zonnenberg. Net als de units kunnen deze Varianthallen na het project worden gedemonteerd en opnieuw ingezet bij een volgend project.

Het tijdelijke bouwdorp is verspreid over twee locaties. Een van die locaties ligt op het terrein van buurman

LyondellBasell waar Neste voor de duur van de bouw een stuk grond heeft gehuurd. ‘Dit brengt specifieke veiligheidseisen met zich mee’, legt Patrick Visser van Algeco uit. ‘Samen met Lyondell hebben wij een speciale, extra verstevigde unit ontwikkeld zodat werknemers veilig zijn voor het geval er een explosie op het Lyondell-terrein plaatsvindt. Deze verplichting geldt op alle sites van Lyondell.’

Ontzorgen

Algeco is niet alleen verantwoordelijk voor de bouw van de units maar ook voor het beheer. Visser: ‘Dat doen we

ook, inclusief standaard service en onderhoud. Dat was een van de eisen van de opdrachtgever. Als er iets met de units is, maken we dat.’ Het concept van Algeco is de klant zoveel mogelijk ontzorgen. ‘Neste wil één partij die alles voor ze regelt. Die veilig en conform afspraken werkt, binnen de gestelde tijd en binnen budget. Daar investeren ze in. Ze willen niet dat er allerlei kleinere partijen op het project aanwezig zijn. Wij zijn volledig gecertificeerd en zijn gewend aan de veiligheidseisen die dit soort projecten met zich meebrengen. Jaarlijks hebben we één of meerdere van dit

soort projecten. Wij zijn maanden kwartier aan het maken op hun terrein, zodat al die duizenden medewerkers uit de hele wereld zich kunnen bezighouden met de bouw van een fabriek. Ze moeten dan geen zorg hebben over de huisvesting’, aldus Zonnenberg. ‘Je moet er samen voor willen gaan. Voor ons is het een megaproject en we gaan ervoor om binnen de gestelde deadlines en zonder ongelukken of vervelende gebeurtenissen op het gebied van veiligheid te werken.’

Safety Awards

Het bijzondere aan het project bij Neste is volgens Visser het grote aantal units dat is geleverd, de hoge veiligheidseisen en de verstevigde units op het Lyondell terrein. Tijdens de bouw kreeg Algeco twee Safety Awards. Eén van Neste en Dura Vermeer voor de veiligheidsprestaties tijdens de bouw van de Variantloods en een voor het veilig plaatsen van de units. ‘Algeco heeft veiligheid hoog in het vaandel’, aldus Visser. ‘Eén keer per maand hebben wij een safety-stop op al onze depots. Dan staan we stil bij incidenten die er zijn geweest en kijken we naar verbeterpunten. We bespreken dan ook altijd een van onze life saving rules.’

PETROCHEM 3 - 2023 25 ■
‘We gaan ervoor om binnen de deadlines en zonder ongelukken of vervelende gebeurtenissen op het gebied van veiligheid te werken.’
FOTO’S: ALGECO Een groene Varianthal van Algeco. Sales manager Patrick Visser en project manager Peter Thuijs.
PETROCHEM 3 - 2023 26

De meest vergelegen locatie van de Electro Trail Europe (Electe23) was Örnsköldsvik, midden Zweden. Hemelsbreed van Amsterdam net zo ver als midden Marokko. Naast de biomassacentrale van Övik verrijst daar de komende jaren de methanolfabriek FlagshipONE. Örsted gaat er methanol produceren uit afgevangen biogeen CO2 en groene waterstof.

Het concept is ontwikkeld door scale-up Liquid Wind, dat een sterke coalitie bij elkaar bracht om dit te verwezenlijken. Zo levert Siemens Energy de elektrolyzers voor de waterstofproductie en onder meer de procesautomatisering. Uniper gaat de waterstof produceren, Övik levert CO2 uit haar restgassen en Topsoe levert onder meer het proces om uiteindelijk methanol te produceren.

Inmiddels staan ook FlagshipTWO en -THREE in de planning. Voor 2030 moeten het er tien zijn en in 2050 vijfhonderd. Het worden lokale fabrieken die uit biogene CO2 en betaalbare, duurzame elektriciteit scheepsbrandstof en mogelijk chemische bouwstenen maken.

Tijdens Electe23 reisden Industrielinqs en VoltaChem, samen met studenten en young professionals langs verschillende industriële elektrificatieprojecten. Bekijk de vlogs en blogs op de speciale pagina van Electe23 op Linkedin.

PETROCHEM 3 - 2023 27
FOTO: WIM RAAIJEN
FOTOSPREAD

Pionier wordt manager van fabriek in aanbouw

Het is de droom van bijna iedere procestechnoloog of engineer om van scratch een totaal nieuwe fabriek op te starten. Voor Patrick van den Berg is dit de praktijk. Hij is plantmanager van de in aanbouw zijnde flagship plant van Avantium in Farmsum. Deze zal vanaf 2024 jaarlijks 5 kiloton furaandicarbonzuur (FDCA) produceren, de belangrijkste grondstof voor het compleet nieuwe bioplastic PEF.

Monique Harmsen

Patrick van den Berg maakte bijna de gehele aanloop naar de nieuwe FDCA-fabriek van Avantium mee. In 2013 begon hij in de pilot plant op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen. ‘De staf bestond toen nog uit drie man: iemand voor onderhoud, iemand voor de algemene leiding en iemand die in het lab analyses deed. Daarnaast was er een aantal operators die de installaties bedienden. Later is dit aantal uitgegroeid tot een staf van acht personen en twintig operators die volcontinu werken en experimenten doen.’ In de pilot plant vervulde Van den Berg verschillende functies. ‘Ik heb de operatie van de pilot plant aangestuurd en ben verantwoordelijk geweest voor de veiligheid. Vanaf 2018 was ik plantmanager van de pilot plant en was ik ook het aanspreekpunt voor de opzet van de nieuwe fabriek. Sinds augustus 2022 ben ik formeel plantmanager van de flagship plant in Farmsum.’

Hindernis

In die nieuwe fabriek wordt FDCA geproduceerd. Furaandicarbonzuur is een wit poeder dat wordt gepolymeriseerd tot het bioplastic PEF (polyethyleenfuraanoaat). FDCA wordt gemaakt van hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiele grondstoffen. Op de tafel voor Van den Berg staat een rij buisjes die het hele proces stap voor stap weergeven. ‘We gebruiken suikers uit biomassa. Suiker wordt omgezet naar een

DE PLANTMANAGER

vloeibaar tussenproduct, waarna het via een tweede chemische stap reageert naar het gewenste molecuul FDCA.’ Het bioplastic PEF lijkt op het eerste gezicht precies op PET maar het kent volgens Van den Berg een aantal belangrijke voordelen. ‘De barrière-eigenschap voor CO2 en zuurstof is tien keer beter dan bij traditionele PET. Bij een petfles wordt soms een extra laagje aan de binnenkant toegevoegd om de barrière te vergroten. Dat maakt het recyclen erg lastig. Belangrijk is dat PET en PEF heel goed samen zijn te recyclen. Daarbij verdwijnen de extra voordelen van PEF wel, maar voor de industrie is hiermee een belangrijke hindernis weggenomen om het materiaal te gaan toepassen. Op den duur kan PEF apart worden ingezameld en gerecycled. Verder is het materiaal bij hogere temperaturen mechanisch sterker dan PET, met als voordeel dat het niet vervormt bij het pasteuriseren van voedingsmiddelen.’

Licentie

PEF is wel duurder dan PET omdat het nu eerst op veel kleinere schaal dan PET wordt geproduceerd. Maar voor toepassingen in duurdere voedingsmiddelen, zoals vruchtensap of bier, is dit volgens Van den Berg geen probleem. Bierbrouwer Carlsberg heeft al een prototype fles ontwikkeld en getest, de Fibre Bottle, en maakt hiervoor promotie in een filmpje met de Deense acteur Mads Mikkelsen. ‘Dat is super. Het gave van meedoen aan dit project is dat we bezig zijn de wereld te verbeteren. Ik voel me trots als ik het filmpje van Carlsberg zie. Het maakt het tastbaar. Het zijn niet alleen plannen en mooie verhalen, we hebben een echt product dat nu voor het eerst in de handen van de consument is.’

De flagship plant in Farmsum is voor

PETROCHEM 3 - 2023 28
PLANTMANAGER
In deze rubriek ‘De plantmanager’ laten wij elke keer een andere plantmanager aan  het woord over zijn werk, visie en bedrijf. Hoe lukt het plantmanagers om succesvol te zijn en kunnen ze anderen daarin inspireren?  Kent u interessante plantmanagers? Mail dan naar
redactie@industrielinqs.nl

Avantium de eerste commerciële fabriek waar op grote schaal PEF zal worden geproduceerd. ‘De fabriek dient als bewijs dat het concept van Avantium werkt. De volgende grote fabriek wordt door een ander bedrijf in licentie gebouwd’, stelt Van den Berg. Inmiddels heeft Avantium een eerste licentie verkocht aan Origin Materials. Dit Amerikaanse bedrijf wil onder licentie een 100 kiloton fabriek voor de productie van FDCA bouwen.’

Flightsimulator

Terwijl de fabriek in Farmsum langzaam gestalte krijgt, draait het proces in de pilot plant in Geleen gewoon door. ‘We gebruiken de pilot plant voor simulaties en testen allerlei zaken die we nog willen optimaliseren. Verder fungeert de pilot

Patrick van den Berg: ‘In een bestaande plant kom je als plantmanager ook allerlei zaken tegen, maar dan heb je over het algemeen al een ervaren team waar je op terug kunt vallen.’

plant in Geleen als een real life flightsimulator voor de operators die in de flagship plant gaan werken. We sturen nu al regelmatig mensen, die werken aan voorbereidingen voor de start van de flagship plant, naar Geleen. Zij draaien daar een aantal dagen mee. Dit is onderdeel van een trainingsprogramma voor operators.’

Timing

Het opzetten van een organisatie die in staat is de nieuwe plant na oplevering op een veilige en efficiënte manier in

gebruik te nemen, is een grote klus. Het is dan ook de belangrijkste dagtaak van Van den Berg. ‘Mijn dag bestaat voor een groot deel uit zorgen dat er nieuwe mensen worden aangetrokken. Dat betekent zorgen voor publiciteit in de media zodat we zichtbaar zijn en praten met partijen en mensen die voor ons willen werken. Inmiddels bestaat ons team uit 23 personen die werken aan de voorbereidingen.’

Dat is de andere kant van zijn werk. ‘Zorgen dat er een team komt dat bezig

PETROCHEM 3 - 2023 29
FOTO’S: MONIQUE HARMSEN
VERDER is fabrikant van VERDERFLEX® pompen VERDERFLEX DURA 80 Nieuwe generatie met verbeterde functionaliteiten � Toonaangevende prestaties tot 42 m3/u capaciteit � Maximale druk tot 16 bar � Vulpunt voor smeermiddel � Vuil verwijderen via toegangsdeksel � Hijspunt VERDER B.V. TEL +31 (0)50-549 59 00 MAIL sales@verder.nl WEB www.verderliquids.nl BEZOEK ONZE WEBSITE D80 AD 185x132mm NL.indd 1 5/3/2023 10:57:42 AM www.muehlhan.nl staalconservering – steigerbouw – rope access Interesse in een afspraak? Bel 010-4264960 Muehlhan belooft en maakt waar Specialisten in staalconservering, steigerbouw en rope access EEN MAN EEN MAN EEN WOORD EEN WOORD

is met de juiste dingen en zelf het overzicht houden. Er lopen ongelooflijk veel dingen tegelijk. In een bestaande plant kom je als plantmanager ook allerlei zaken tegen, maar dan heb je over het algemeen al een ervaren team waar je op terug kunt vallen. Nu heb ik een team met heel veel ervaring in de chemie, maar nog niet veel ervaring met dit proces. Ik ben een van de weinigen die dit wel heeft, omdat ik hiervoor plantmanager van de pilot plant was.’

Het team moet verder uitgroeien naar zestig tot zeventig personen. Hiervoor worden diverse wervingscampagnes gestart maar de timing hiervan luistert volgens Van den Berg erg nauw. ‘We kunnen niet te vroeg te veel mensen hebben, omdat er dan nog niet voldoende werk is. Maar als de fabriek eenmaal gaat draaien, moeten we wel het team op volle sterkte hebben. In korte tijd moeten we voldoende mensen vinden die precies op tijd zijn getraind zodat ze op het juiste moment klaarstaan. Vooralsnog merk ik gelukkig dat we een mooi verhaal hebben en aantrekkelijk zijn voor grote groepen mensen waaronder ook schoolverlaters.’

Creatief

Een belangrijk deel van het succes van de fabriek hangt volgens Van den Berg af van het snel trainen en kwalificeren van mensen. ‘De andere succesfactor is of wij in staat zijn om problemen die we tegenkomen snel en efficiënt te kunnen oplossen. Dan gaat het om het snel achterhalen van oorzaken en het bedenken van oplossingen. We moeten creatief omgaan met problemen door deze in stukjes te hakken en stap voor stap op te lossen.’

Over de vraag waar hij het meest trots op is, hoeft Van den Berg niet lang na te denken. ‘De droom van iedere procestechnoloog is om het hele proces mee te maken, van de start van een ontwikkeling tot het opschalen en commercieel levensvatbaar maken hiervan. Ik heb wel eerder meegewerkt aan de ontwikkeling en de opstart van processen en de technische projectkant begeleid, maar deze vorm is voor mij nieuw. Dit is wel een stap verder dan het leiden van een

pilot plant. Daar ben ik langzaam in gegroeid.’

Flexibiliteit

Gevraagd naar zijn plannen als de fabriek volledig draait, antwoordt Van den Berg: ‘Als het allemaal soepeltjes loopt en we zijn aan het optimaliseren tot de laatste tien procenten, dan zal ik het wellicht overdragen aan iemand anders. Ik heb me nu voorgenomen om

deze functie drie jaar te gaan doen maar daar zit wat flexibiliteit in. Het eerste jaar is om het team te vormen en de fabriek te bouwen. Dat eerste jaar zit er al bijna op. De bouw en het controleren of de fabriek goed is gebouwd, loopt nog een jaar door. Dan heb ik nog een jaar om alles netjes aan de gang te krijgen. Maar als het nodig is en ik heb nog een toegevoegde waarde, dan blijf ik nog wel wat langer.’

PETROCHEM 3 - 2023 31 ■
Patrick van den Berg: ‘In korte tijd moeten we voldoende mensen vinden die precies op tijd zijn getraind zodat ze op het juiste moment klaarstaan.’

Minder CO2-uitstoot dankzij monitoring condenspotten

Energie besparen en daarmee de CO2-uitstoot reduceren, kan op vele manieren. Een daarvan is het real time monitoren van de condenspotten op een site, want als een condenspot stoom lekt, dan kost dat veel energie. Monitoren vergt slechts lage investeringskosten en minimale technische middelen. ‘De investering verdient zich gewoonlijk in minder dan twaalf maanden terug’, stelt Danny Vandeput van Emerson. DSM installeerde daarom al duizenden sensoren om de condenspotten op haar sites te monitoren.

De Europese klimaatmaatregelen zetten druk op de industrie om het energieverbruik en de CO2-uitstoot te reduceren. Het programma Fit for 55 van de Europese Unie moet ertoe leiden dat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 55 procent is verminderd ten opzichte van 1990. Een belangrijk onderdeel van het plan is het Emission Trade System (ETS) waarbij bedrijven die niets doen om hun energieverbruik en CO2-uitstoot te reduceren financieel worden gestraft. Bedrijven die hun uitstoot wel terugbrengen, kunnen de CO2-rechten die zij overhouden verkopen aan andere bedrijven. Daarnaast hebben in Europa opererende bedrijven te kampen met concurrentie uit Azië en Noord-Amerika waar de energieprijzen lager zijn.

Veel industriële bedrijven lichten hun processen daarom door op zoek naar mogelijkheden om energie te besparen en CO2-uitstoot te reduceren. Er wordt gekeken naar de efficiency van ketels, besparingen op water, perslucht en elektriciteit, naar warmtewisselaars en naar condenspotten. ‘Van alle opties heeft het real time monitoren van de condenspot de meeste impact’, stelt Danny Vandeput, directeur pervasive sensing strategies van Emerson.

‘Een stoominstallatie is cruciaal in iedere procesinstallatie, maar mensen denken vaak niet aan optimalisatie van dit systeem terwijl het relatief eenvoudig is. Met de huidige hoge energiekosten en prijs van CO2-uitstootrechten kan een simpele condenspot-monitoring een grote invloed hebben op de totale energierekening en -efficiency. Het heeft de laagste investeringskosten, vergt minimale technische middelen en verdient zich gewoonlijk in minder dan twaalf maanden terug.’

Corrosie

Tot die conclusie kwam ook DSM toen het zocht naar mogelijkheden om broeikasgasemissies terug te dringen. Dit bedrijf wil tegen 2030 de uitstoot met 59 procent verlagen ten opzichte van 2016, en tegen 2050 – zo niet eerder – netto nul uitstoot bereiken. ‘Als er storingen in de condenspotten zijn, heeft de boiler meer brandstof nodig om stoom te maken. Meer brandstof leidt tot meer CO2-uitstoot en hogere kosten. Alles hangt met elkaar samen’, aldus Vandeput.

Emerson is een wereldwijd technologie- en softwarebedrijf dat innovatieve oplossingen biedt voor diverse industrieën. Via een breed automatiseringsportfolio helpt het bedrijf producenten om de productie te optimaliseren, personeel te beschermen, emissies te verminderen en duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken. Emerson blijft voortdurend innoveren om bedrijven te helpen bij het aangaan van grote uitdagingen.

Bij DSM heeft Emerson een oplossing geïnstalleerd die specifiek is gericht op het monitoren van de condenspotten. ‘Dat is belangrijk omdat ze storingsgevoelig zijn. Het design ervan is eenvoudig en ze doen wat ze moeten doen, maar ze moeten regelmatig worden gemonitord. Veel klanten hebben een jaarlijkse controle, ze sturen iemand rond om alles te controleren, maar dat is slechts een momentopname.’

DSM heeft gemiddeld honderden tot duizenden van deze condenspotten op een site. Deze worden nu via draadloze sensoren van Emerson in de gaten gehouden. ‘Als ze allemaal goed werken, kan dat een groot effect op de totale energierekening hebben. Bovendien, als de condenspot geblokkeerd is, krijg je corrosie en waterslag. Dit zal ook

PETROCHEM 3 - 2023 32 BRANDED CONTENT

een negatieve invloed hebben op de levensduur van de stoomleiding’, aldus Vandeput.

Zelf plaatsen

Voor het monitoren van de condenspotten gebruikt

Emer son de Rosemount Acoustic 708 WirelessHARTtransmitter die geblokkeerde of doorgeblazen condenspotten kan detecteren. DSM installeerde duizenden van deze units. ‘De Rosemount Acoustic 708 is een draadloze, akoestische sensor die dicht bij de condenspot wordt geplaatst. Het is een non intrusive device voor realtime monitoring. De sensor luistert naar openen en sluiten van de condenspot en combineert deze gegevens met temperatuurmetingen. Het grote voordeel is dat de klant deze sensoren zelf kan plaatsen. Er zit een batterij in en zodra de sensor is geplaatst, begint deze te communiceren. De klant hoeft geen storingsgevoelige bedrading aan te leggen. Dat maakt deze oplossing kosteneffectief en populair.’

De communicatie van de sensoren is gebaseerd op het WirelessHART-protocol, een zelf herstellend mesh-netwerk. Via de WirelessHART-gateway maakt het netwerk verbinding met een computer die de gegevens analyseert en via een app rapporteert aan de gebruiker.

Inzicht

Emerson heeft een framework met tien tot vijftien verschillende apps voor specifieke assets: condenspotten maar ook warmtewisselaars, pompen en bijvoorbeeld corrosiemonitoring. Vandeput: ‘In de condenspot-app wordt de data van de sensoren weergegeven. De app geeft aan waar storingen zitten en wat voor storing het is. Of het gaat om een verstopping of een blow through. De

gebruiker krijgt ook een indicatie van de energiekosten en de CO2-kosten die met de storing gemoeid zijn. Dat kan per dag, maand of jaar.’ Zien is geloven. Emerson biedt (potentiële) klanten een gratis overzicht waarin de return on investment (ROI) duidelijk wordt gemaakt. ‘Dat bleek voor DSM ook cruciaal te zijn. In het ROI-document analyseren we hoeveel condenspotten er zijn en wat de financiële besparingen

zijn als het bedrijf ons systeem installeert. Hierbij baseren we ons op kosten voor energie, de ETS en de kosten van vervanging van een condenspot. Zo krijgt iedere klant inzicht in mogelijke besparingen en de effecten op het milieu.’

Gebruikersgemak

Het reduceren van de CO2-emissies was voor DSM de belangrijkste reden om voor de condenspotmonitoring van Emerson te kiezen, maar gebruikersgemak is volgens Vandeput ook een belangrijke reden. ‘Condenspotten zitten vaak op lastig bereikbare plekken en je moet veel moeite doen voor onderhoud. Soms moet je eerst steigers bouwen, dat kost veel geld. Het monitoringsysteem past ook in de overgang naar predictive maintenance waarbij je niet om de zoveel jaar een nog goed functionerende condenspot hoeft te vervangen.’

PETROCHEM 3 - 2023 33 ■
Dashboard van de Steam Trap App en een condenspot met Acoustic 708 sensor.
‘Als alle condenspotten goed werken, kan dat een groot effect op de totale energierekening hebben.’
FOTO: EMERSON

Fieldlab deelt kennis over onderhoud elektrolyzers

De productie van groene waterstof zal naar verwachting een belangrijke rol spelen in de decarbonisatie-strategie van de industrie. Diverse projecten – denk aan Hydrogen Valley, Holland Hydrogen 1, NorthH2 en HYWAY27 – moeten leiden tot een nationale waterstofinfrastructuur. Maar hoe zullen de nieuwe assets worden beheerd en onderhouden? World Class Maintenance onderzoekt in het fieldlab Hydro-Boreas hoe het snel kennis en vakmanschap kan ontwikkelen voor het beheer en de veiligheid van de snel groeiende waterstofinfrastructuur.

De rol van groene waterstof zal de komende tijd nog flink groeien. ‘Het is belangrijk om ook in dit vroege stadium al aandacht aan onderhoud en beheer te besteden’, stelt Binnert de Jong. Hij refereert aan de windturbine-industrie. ‘Windparken op zee groeien qua omvang, terwijl de windturbines zelf ook steeds groter worden. Echter, het onderhoud werd niet vanaf het ontwerpproces meegenomen, wat ertoe heeft geleid dat er geen algemeen toepasbare onderhoudsstandaarden zijn. Het beheer en onderhoud kreeg niet dezelfde aandacht als de schaalvergroting. Daarom heeft World Class Maintenance destijds het fieldlab Zephyros opgericht, om de kennisachterstand in te halen en achteraf goede onderhoudsstrategieën op te zetten voor windparken op zee. Met het fieldlab Hydro-Boreas willen we al in een eerder stadium het onderhoud en beheer betrekken, zodat wellicht design for maintenance kan worden toegepast. Zodat de waterstofinstallaties straks gemakkelijk zijn te onderhouden.’ De Jong geeft als asset management consultant bij Advisian advies over onderhoud en de instandhouding van industriële installaties. Het bedrijf is lid van World Class Maintenance (WCM),

het netwerk voor smart maintenance in Nederland. De Jong is projectleider van het fieldlab Hydro-Boreas.

Diversiteit

Belangrijk voor een succesvol fieldlab is een diversiteit aan betrokken partijen.

‘Deelnemers zijn OEM’s, eindgebruikers, beheerders van infrastructuur, engineering en adviesbureaus, een certificeringsinstantie en onderhoudsbedrijven. Er is dus sprake van een gemêleerde groep. Vorig jaar hebben we de eerste rondetafelgesprekken gehouden om de scope van het project te bepalen, evenals de thema’s die we willen aanpakken.’ De Jong gaat dieper in op de scope. ‘Hydro-Boreas richt zich op productieinstallaties van waterstof; van productie, compressie en opslag tot transport en distributie richting industriële grootverbruikers. We zullen dus geen toepassingen in de gebouwde omgeving of waterstoftankstations onder de loep nemen.’ Het fieldlab heeft vijf werkgroepen binnen het team ingericht, ieder met een eigen specialisme. ‘Een eerste werkgroep richt zich op faalmechanismen en levensduurverwachtingen. Wat kan er stuk gaan aan een installatie? Wat is de verwachte levensduur van componenten? Om de hoeveel tijd moet er bijvoorbeeld een elektrolyzer stack worden vervangen?’

De tweede werkgroep borduurt voort op deze gegevens. ‘Als we weten wat de risico’s en bedreigingen zijn, hoe kunnen we dan onverwachte storingen of defecten voorkomen? Welke onderhoudsstrategie is het meest geschikt? En welke consequenties heeft dit voor het ontwerp? Kan met behulp van design for maintenance het onderhoud worden vereenvoudigd? Op dit soort vragen willen we antwoorden vinden.’

PETROCHEM 3 - 2023 34
TOPIC MAINTENANCE

Competenties

Zodra je weet wat het onderhoud inhoudt, kun je ook bepalen welke competenties er nodig zijn. ‘Hierop richt de derde werkgroep zich. Deze groep is al vergevorderd en heeft bepaald welk type technici er nodig is om het onderhoud te kunnen uitvoeren. Het is bijvoorbeeld al duidelijk dat het functieprofiel veel breder zal zijn dan we nu gewend zijn. In een energiecentrale is er sprake van een operator die in de controlekamer alle processen bewaakt, buiten loopt er mogelijk een tweede operator rond die in het veld de nodige handelingen kan verrichten, terwijl bij storingen de onderhoudsorganisatie het onderhoud pleegt.’ Veel waterstofinstallaties daarentegen zullen op afstand worden bediend, stelt De Jong. ‘Dan is het wenselijk dat één of maximaal twee personen alle benodigde handelingen kunnen uitvoeren. Ze moeten de operationele competenties hebben om de installatie of een deel ervan uit bedrijf te nemen, te kunnen spoelen, ontluchten, droogleggen, isoleren en

Binnert

repareren. Daarnaast behoort ook het weer in gebruik nemen tot hun takenpakket. Je hebt dus technici met een multidisciplinaire achtergrond nodig. De werkgroep heeft al profielschetsen gemaakt waaraan technici op MBO- en HBO-niveau zouden moeten voldoen.’

Autonome operatie

Het vierde team gaat over autonome operatie. ‘Kleinere, decentrale waterstof-

installaties zullen naar alle waarschijnlijkheid vanuit een centrale controlekamer worden aangestuurd. Dat vergt een andere onderhoudsstrategie. Er zullen meer sensoren moeten worden toegepast om de staat van de installatie te kunnen monitoren. Ook daar wordt naar gekeken. Deze werkgroep borduurt voort op wat het WCM Fieldlab Zephyros ons heeft gebracht. De windturbines offshore opereren ook autonoom en kunnen op afstand worden gemonitord en gereset.’

Ketenintegratie

Ten slotte kijkt het vijfde team naar ketenintegratie. ‘Op dit moment zijn er nog maar weinig producenten van waterstof, in tegenstelling tot bijvoorbeeld

aardgas. Ook opslagcapaciteit voor grote hoeveelheden om een buffer te kunnen inbouwen, zijn er nog niet. Dit is echter nodig aangezien de leveringszekerheid van groene waterstof met windenergie als energiebron niet honderd procent zeker is vanwege windstille periodes. Dat zal onmiddellijke consequenties hebben voor de afnemers verderop in de keten. We noemen dit dancing with the wind.’ Waterstoftechnologie bestaat al meer dan

honderd jaar dus er is zeker veel kennis aanwezig, stelt De Jong. ‘Maar wat Hydro-Boreas zo speciaal maakt, is dat de productie niet op een constant niveau plaatsvindt. Dit leidt tot uitdagingen richting de leveringszekerheid naar de klant toe, maar tegelijkertijd biedt het ook opportunities voor onderhoud.’ De Jong geeft een voorbeeld: ‘Als er op een bepaald moment een storing is en er moet een elektrolyser stack worden uitgewisseld omdat een membraan defect is, dan kun je onderhoud plannen op een moment dat het een tijdje windstil is. Dat vereist wel een slimme aanpak, bijvoorbeeld het uitwisselen van hele componenten in plaats van ze ter plaatse te repareren. Dat noemen we SMED – Single Minute Exchange of Dies. Belangrijk is dat je het onderhoud hier wel op inricht. De componenten moeten beschikbaar zijn, de werkinstructies moeten klaarliggen en de aannemer moet zijn gemobiliseerd om, zodra de situatie zich voordoet, onmiddellijk naar de locatie te kunnen vertrekken. Als je op dat moment nog moet nagaan of je de juiste materialen beschikbaar hebt, loop je achter de feiten aan.’

Details

In vijf subteams wordt aan bovengenoemde thema’s gewerkt. ‘Maandelijks bespreken we met het volledige team de voortgang die we met de werkgroepen maken, terwijl we eens in het kwartaal een fysieke bijeenkomst organiseren.

PETROCHEM 3 - 2023 35
Fieldlab Hydro Boreas op bezoek bij EnTranCe in Groningen FOTO’S: HYDRO BOREAS
de Jong: ‘De werkgroep heeft al profielschetsen gemaakt waaraan technici op MBO- en HBO-niveau zouden moeten voldoen.’

Global specialist

in metal surface treatment

Expert op het gebied van chemisch technisch reinigen en metaal oppervlaktebehandeling. Neem contact op met onze specialisten voor een advies op maat.

The Vecom way - deskundig en veilig voor mens, metaal en milieu

www.vecom.nl

On-site diensten wereldwijd chemisch technisch reinigen op locatie klant en proces specifieke oplossingen voor complexe vervuilingen

Workshop diensten conditioneren en chemisch reinigen van roestvast staal en andere metalen meerdere locaties in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk

Petrochem.nl geeft nog meer waarde voor uw geld

Meer nieuws dan ooit

• Actuele berichtgeving over de olie- en chemische industrie

• Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar

• Volledig evenementenoverzicht

• Online catalogi met producten en diensten

• Multimediale bedrijfspresentaties

• Tweewekelijkse Nieuwsbrief

• Live twitter updates

• LinkedIn interacted

Petrochem-abonnees krijgen meer

• De nieuwste Petrochem staat een week voor verschijnen online

• Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen

• Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase

• Ga naar www.petrochem.nl en kies abonneren

Ga direct naar Petrochem.nl en blijf iedereen voor

info@vecom.nl T. +31 10 59 30 299
ON-SITE DIENSTEN METAAL OPPERVLAKTEBEHANDELING AFVALWATER VERWERKING METAAL BEHANDELINGSPRODUCTEN
_advA5_www_petrochem-2022.indd 1 30-08-2022 12:16

Zo waren we in mei te gast bij EnTranCe, Centre of Expertise Energy, in Groningen. Daar wordt onder meer in een proeftuin met waterstofinstallaties onderzoek gedaan naar toepassingen van groene waterstof in een duurzame energievoorziening. Ook hier hebben we weer een aantal zaken geleerd. Er wordt in de proeftuin veel praktische ervaring opgedaan. Daaruit is bijvoorbeeld gebleken dat de hardware zelf doorgaans robuust is en tegen een stootje kan. De beveiligingssystemen eromheen kunnen echter wel voor allerlei problemen zorgen.’

Aangezien waterstof erg explosief is, is het voor de veiligheid belangrijk dat waterstof zich onder geen enkele omstandigheid ergens kan verzamelen. ‘Het is daarom nodig om gebruik te maken van waterstofsensoren. Deze genereren echter regelmatig onterecht een alarm. Daarnaast is ook gebleken dat waterstofsensoren minder goed kunnen functioneren zodra ze een keer zijn blootgesteld aan waterstof. Dus zodra ze in contact zijn gekomen met waterstof, kan het nodig zijn om ze opnieuw te kalibreren of vervangen. Dat soort praktische zaken lijken mogelijk details, maar tegelijkertijd kunnen ze van grote invloed zijn op de betrouwbaarheid van de installatie. The devil is in the detail. Ook met dit soort zaken zul je in de praktijk rekening moeten houden of je krijgt te pas en te onpas te maken met storingen.’

De Jong verwijst in dat kader naar technologie voor waterstof-tankstation.

installatie uit gebruik worden genomen. Dit kan automobilisten met een lege waterstoftank behoorlijk wat frustraties opleveren.’

Een oplossing om dit probleem te verhelpen, is een goede ventilatie. ‘Je kunt een gesloten ruimte volledig volhangen met sensoren, maar een ventilatieopening in het dak die leidt tot luchtcirculatie waardoor er geen waterstofophoping kan ontstaan, mocht er een lekje ontstaan, kan ook een oplossing zijn. Je zou het een lifehack kunnen noemen.’

Living document

Het fieldlab heeft sinds de start in 2022 al flinke stappen voorwaarts gemaakt. De Jong: ‘Uiteindelijk willen we een document opstellen dat voor iedereen beschikbaar is en waarin duidelijk staat beschreven hoe je het onderhoud van een waterstofinstallatie moet aanpakken.

baarheid en levensduur van componenten. ‘We voeren in de industrie vaak RAM-analyses (Reliability-Availability-Maintainability, red.) uit waarna je de installatie modelleert op basis van een reliability block diagram. Als je per onderdeel weet wat de faalkansen zijn, kun je met de Monte Carlo-simulatie (waarbij een proces herhaaldelijk wordt gesimuleerd met een willekeurige variatie van de input, red.) uitrekenen wat de verwachte beschikbaarheid is van de installatie. De kentallen die we daarvoor gebruiken – of het nu gaat om een pomp, compressor of warmtewisselaar – halen we uit een reliability database. Deze is momenteel nog niet up-to-date voor deze nog nieuwe technologie. Dit willen we de komende tijd verder verfijnen. Uiteindelijk willen we een goede basis leggen waar ook de ontwerper zijn voordeel mee kan doen. Stel dat de compressor een zwakke schakel in de installatie is, dan kun je hier meer redundantie inbouwen. Dat zijn belangrijke beslissingen.’

Lange weg

‘Via de website h2.live van h2 Mobility kun je zien welke waterstoftankstations operationeel zijn. Je zult merken dat een behoorlijk aantal ervan buiten gebruik is. Dat kan allerlei oorzaken hebben, zoals een defecte compressor of elektrolyzer. Maar ook als er in de waterstof-dispenser een minimaal lekje is of een sensor geeft een vals alarm, dan zal de hele

Wat de frequentie van preventief en predictief onderhoud moet zijn en hoe je correctief onderhoud kunt inrichten. Ook het competentieprofiel moet duidelijk zijn. Maar dan ben je er nog niet. Wellicht wordt het een living document dat je om de zoveel tijd moet updaten.’ Daarnaast wil het team een database inrichten met betrekking tot de betrouw-

Hydro-Boreas staat aan het begin van een lange weg, stelt de Jong. ‘We zijn best ambitieus in wat we willen. Het succes van het fieldlab staat of valt ook met de wil van de deelnemers om hun kennis te delen. Dat is het idee achter een fieldlab. Voor dit project is het vooral belangrijk dat we kennis uit het veld met elkaar delen om op die manier de kennis te vermeerderen. Het principe van geven en nemen is hier heel belangrijk. Per saldo worden we er allemaal beter van.’

PETROCHEM 3 - 2023 37 ■
Binnert de Jong: ‘Het succes van het fieldlab staat of valt met de wil van de deelnemers om hun kennis te delen.’

VERBETEREN VAN DE ENERGIE-EFFICIËNTIE

VAN BESTAANDE TANKS

Nederland en België zijn, met een gecombineerde vloeibare opslagcapaciteit van bijna 40 miljoen m³, belangrijke spelers binnen de opslagmarkt in Europa. Beide landen hebben een lange geschiedenis als belangrijke hubs voor de opslag en distributie van vloeibare bulkproducten, zoals oliën, chemicaliën, gassen en andere vloeistoffen.

De haven van Antwerpen in België is één van de grootste opslaglocaties voor vloeibare bulkgoederen in Europa. Antwerpen heeft een goed uitgebouwde infrastructuur en biedt uitgebreide opslagfaciliteiten, waardoor het een essentieel logistiek knooppunt is voor de regio. De haven heeft tal van terminals en tankfarms die worden geëxploiteerd door verschillende bedrijven, die opslagdiensten bieden voor een breed scala aan producten.

Net als België beschikt Nederland over een robuuste opslaginfrastructuur voor vloeibare bulkgoederen. De haven van Rotterdam is één van de grootste havens ter wereld en vormt een cruciaal toegangspunt voor de distributie van vloeibare bulkproducten in Europa. In Rotterdam vind men uitgebreide op- en overslagfaciliteiten terug die beheerd worden door ‘s werelds grootste spelers uit de industrie.

Door de aanwezigheid van het grote aantal tank terminals en een sterke petrochemische industrie zijn er ook een groot aantal opslagtanks terug vinden in de lage landen. De tanks variëren in grootte en capaciteit, van kleine tanks voor speciale chemicaliën tot grote tanks voor aardolie en andere grondstoffen.

De staat en ouderdom van deze opslagtanks

varieert ook sterk, van gloednieuwe opslagtanks die continue worden toegevoegd aan bestaande terminals tot oude opslagtanks die opgetrokken zijn in de jaren ‘60 en ‘70 en nog steeds in dienst zijn.

Dit betekent natuurlijk ook dat de energieefficiëntie tussen de aanwezige opslagtanks enorm kan verschillen. Daarom zijn bedrijven continue bezig met het evalueren en optimaliseren van de efficiëntie van hun tankparken. Dit is vooral van belang bij verwarmde opslagtanks die gebruikt worden voor de opslag van warme vloeistoffen zoals bitumen of asfalt.

Het toevoegen van extra isolatie op de wanden van dit soort opslagtanks is door de sector aanvaard als een makkelijke en snelle manier om de energie-efficiëntie te verbeteren. Toch worden er nog jaarlijks grote hoeveelheden energie verspild omdat de bodem van warme opslagtanks over het hoofd wordt gezien en niet wordt voorzien van een goed isolatiesysteem. Terwijl het installeren van een tankbodemisolatiesysteem net één van de beste manieren is om de efficiëntie te verhogen om energie- en onderhoudskosten te verlagen.

De bodem van een opslagtank, ongeacht het vulniveau, staat altijd in contact met de warme vloeistof. waardoor het één van de grootste bronnen van energieverlies in warme opslagtanks is. Om het energieverlies te beperken is het dus nodig om deze tanks te voorzien van een goed thermisch tankbodem-isolatiesysteem.

Wanneer nieuwe tanks gebouwd worden is het heel eenvoudig om een thermisch tankbodem

isolatiesysteem te plaatsen vooraleer de tank wordt opgetrokken. De sector heeft de voordelen hiervan gezien en dit wordt vandaag de dag bijna altijd voorzien bij tanks die vloeistoffen opslaan bij temperaturen boven de 60 °C.

De mogelijkheid tot het toevoegen van een tankbodem isolatiesysteem aan bestaande tanks die momenteel niet energie-efficiënt zijn is niet altijd gekend door de sector.

Opslagtanks ondergaan periodieke maintenance programma’s om potentiële problemen proactief aan te pakken en ervoor te zorgen dat elke individuele tank in optimale conditie blijft. Wanneer de inspectie van de tankbodem ook deel is van het maintenance programma kan men van het moment gebruik maken om eventuele isolatie toe voegen aan de bodem van de tank. De tank wordt op dat moment geleegd, proper gemaakt en mogelijks gelift. Dit is het ideale moment om te bepalen of de energie-efficiëntie kan verhoogd worden door het toevoegen van een isolatiesysteem onder de bodem.

Er zijn twee mogelijk manieren om een tankbodem isolatiesysteem toe te voegen aan een bestaande tank. Dit kan door de tank te liften met vijzels en op blokken te plaatsen. Dit geeft de mogelijkheid om een tankbodemisolatiesysteem op de fundering aan te brengen voordat de tank weer wordt neergelaten.

Een andere mogelijkheid is om de isolatie rechtstreeks op de bestaande metalen bodem in de tank te verlijmen en een nieuwe metalen bodemplaat bovenop het isolatiesysteem te plaatsen.

FOAMGLAS® tankbodemisolatie

Sinds de jaren zestig gebruiken tankbouwers wereldwijd FOAMGLAS® tankbodemisolatie als kernonderdeel in hun isolatiesysteem voor tankbodems. FOAMGLAS® HLB (High Load Bearing) isolatiesystemen, leverbaar met druksterktes tot 240 kPa, bieden voldoende druksterke voor elk mogelijk tankontwerp.

De gesloten celstructuur van FOAMGLAS® isolatie zorgt ervoor dat opstijgend vocht geen kans maakt en mogelijke corrosie-gerelateerde gevaren voorkomen worden. Lekkages van gevaarlijke stoffen of dampen hebben geen invloed op het systeem aangezien het een

anorganisch materiaal is dat beschermt tegen bijna alle mogelijke vormen van chemische aantasting. Het is een volkomen onbrandbaar isolatiemateriaal wat bijdraagt aan de passieve brandbescherming van de tank en potentiële brand- en rookgevaren helpt te voorkomen

De isolatiewaarde van FOAMGLAS® isolatie wijzigt niet doorheen zijn levensduur, dit zorgt ervoor dat een FOAMGLAS® tankbodemisolatiesysteem een blijvende energiebesparing levert. De investering verdient zich al terug in een korte periode en blijft daarna constante energieen kostenbesparingen opleveren.

Tankbouwers en eigenaars van terminals kunnen een beroep doen op de expertise van ons technische team om hun vrijblijvend te assisteren met de berekening van de terugverdientijd en het jaarlijkse rendement van de investering in een FOAMGLAS® systeem voor de isolatie van hun tanks.

FOAMGLAS® ISOLATIE BENELUX: +32 (0) 471 80 60 13 industry.be@owenscorning.com WWW.FOAMGLAS.COM

Nieuwe bronnen voor C en H

Hoe komen we straks aan koolstof en waterstof als chemische bouwstenen voor waardevolle materialen? Dat was de centrale vraag tijdens Eemsdeltavisie 2023. De roep om af te stappen van fossiele brandstoffen klinkt steeds luider, maar wat zijn de alternatieven? Recyclen en het gebruik van biobased grondstoffen worden vaak genoemd, maar ook het gebruik van CO2 als grondstof. Alle oplossingen moeten worden benut en daarbij is snelheid geboden want de battle on feedstock komt eraan.

Monique Harmsen

Matthias Heineman, moleculair systeembioloog en pleitbezorger van CO2 als grondstof, zette tijdens het congres Eemsdeltavisie 2023 de toon met zijn schets van de huidige situatie. ‘Op dit moment is negentig procent van de grondstoffen fossiel en daar moeten we vanaf. De voorspelling is dat er tot 2050 twee keer zoveel producten in de wereld komen. Waar komt de grondstof voor die producten vandaan zonder gebruik te maken fossiel? Dat red je niet met recyclen. Je kunt overgaan op biobased grondstoffen maar ook hier loop je tegen de grenzen van de landbouw aan. De derde route is CO2 uit de lucht terugbrengen in de cirkel via carbon capture and utilisation (CCU).’

Het gebruik van CO2 als grondstof is volgens een aantal aanwezigen moeilijk in de praktijk. De overheid zet met subsidies in op opslag van CO2 in plaats van op het gebruik van CO2 als grondstof. Ook de samenwerking tussen

verschillende partijen is een uitdaging en bovendien is de infrastructuur voor de benodigde verbindingen kostbaar. Eén van de deelnemers wees erop dat veel routes voor CCU bovendien extreem energie-intensief zijn. Dat laatste beaamde Heideman, maar hij wees op wetten van de thermodynamica. ‘We hebben alles uit de bouwstenen gehaald voor het product en als we hiermee weer willen opbouwen, moet er energie bij. De uitdaging is om dit goed naar de buitenwereld te communiceren.’ Heineman ziet niet alleen beren op de weg maar ook duidelijke kansen voor Nederland als gids- en kennisland voor CO2 als grondstof.

Proteïne of methanol

In de Eemsdelta zijn verschillende interessante initiatieven op het gebied van koolstof uit afval, biomassa en CO2 Een aantal daarvan werd toegelicht. Zo onderzoekt EEW Energy from Waste,

PETROCHEM 3 - 2023 40 EEMSDELTAVISIE

dat huishoudelijk en industrieel afval thermisch verwerkt, hoe het zoveel mogelijk waarde uit het afval kan halen. ‘We hebben CO2-afvang op twee van de vier lijnen’, legde directeur Wilfred de Jager de aanwezigen uit. ‘De vraag is: wat doe je met deze CO2? We gebruiken deze het liefst zo hoog mogelijk in de waardeketen, bijvoorbeeld voor proteïne in voeding of methanol voor vrachtschepen, maar dan moet de overheid wel meewerken.’

Daarnaast bouwt EEW een verwerkingsinstallatie voor rioolslib waarbij fosfaten worden teruggewonnen. Slakken uit de verbranding worden gewassen en kunnen volgens De Jager worden gebruikt voor versteviging van de grond voor de bouw van nieuwe installaties.

Meer sorteercapaciteit

Een ander initiatief is het project van Clariter. Dit bedrijf heeft een chemisch

recyclingproces ontwikkeld om plastic afval om te zetten in oliën, wax en oplosmiddelen. Het bouwt in samenwerking met BioBTX, Bollegraaf en N+P de grootste en meest geavanceerde installatie voor het scheiden van plastic afval in de Eemsdelta.

Volgens Jasper Munier van Clariter is recyclen de manier om fossiele grondstoffen in de loop te houden. ‘Plastic afval gaat verder groeien ondanks het feit dat we proberen minder plastic te gebruiken. Slechts vijftien procent van dit plastic wordt als grondstof hergebruikt. Er is veel meer sorteercapaciteit nodig in de EU. De nieuwe fabriek zet in op een hoog rendement. Uit de ver-

werking van zestigduizend ton plastic moet vijftigduizend ton product komen.’

Homogene grondstof

Torrgas zet in op het gebruik van biomassa om biobrandstof en -grondstof te maken. Via torrefactie wordt biomassa, in dit geval hout, via vergassing omgezet in actieve kool. Deze bijna zuivere grondstof wordt gebruikt voor filters, het versterken van plastic en als grondverbeteraar. ‘Het voordeel is de hogere energiedichtheid en het is een homogene grondstof’, aldus Robin Berend van Torrgas. Bij de tweede stap ontstaat syngas, dat kan worden omgezet in duurzame moleculen, zoals groen gas en water-

PETROCHEM 3 - 2023 41
FOTO’S: BOB DE VRIES
Jasper Munier: ‘Uit de verwerking van zestigduizend ton plastic moet vijftigduizend ton product komen.’

DEMONTAGE

PIPE SUPPORTS

PROCESS CONTROL

batenburg | magion

Wolga 5

2491 BK DEN HAAG

DDM Demontage B.V.

Demontage, Sloopwerken Industriële verhuizingen, Asbestsanering

3454 PW DE MEERN

Tel: +31 (0)30- 666 97 80

E-mail: info@ddm.eu

Website: www.ddm.eu

MANUFACTURING EXECUTION SYSTEMS (MES)

batenburg | magion

Wolga 5

2491 BK DEN HAAG

Tel: +31 (0)70- 444 27 70

Fax: +31 (0)70- 444 20 82

E-mail: info@magion.nl

Website: www.magion.nl

Dutramex B.V.

Energieweg 19

4143 HK LEERDAM

Tel: +31(0)345 - 61 40 11

E-mail: sales@dutramex.com

Website: www.dutramex.com

Veerhangers & -supports

Hydraulische Schokdempers

Trillingsdempers

Bewegingsbegrenzers

Pijpophangingen

Pijpondersteuningen

Klemsystemen

Glijplaten

Isolatiepakketten

Counter Weight Systemen

Staalconstructies

Indien u ook vermeld wilt worden in de Market Review van Petrochem, neemt u dan contact op met Jetvertising, Robbin Hofman, tel. 070 399 0000.

SPECIALIST IN HEAT TREATMENT

WARMTEBEHANDELING

Tel: +31 (0)70- 444 27 70

Fax: +31 (0)70- 444 20 82

E-mail: info@magion.nl

Website: www.magion.nl

STUDBOLTS BC Basco

MANUFACTURER OF HIGH INTEGRITY BOLTING

Vierschaarstraat 7A

9160 LOKEREN

Tel: +32 9 348 21 35

E-mail: sales@basco.be

Website: www.beck-industries.com

Elektrisch voorwarmen en gloeien / Inductie verwarmen / Stationaire en mobiele gloeiovens / Uitdrogen beton en coatings

Delta Heat Services B.V.

Scheelhoekweg 2

3251 LZ STELLENDAM

Postbus 52

3250 AB STELLENDAM

Tel: +31 (0)187- 49 69 40

Fax: +31 (0)187- 49 68 40

E-mail: info@delta-heat-services.nl

Website: www.delta-heat-services.nl

SMIT Heat Treatment

PO Box 117 5430 AC Cuijk

Locatie Rotterdam: Scheepsbouwweg 45, Rotterdam +31 78 699 96 90 rotterdam@smit-industrial.com

Locatie Cuijk: Havenlaan 16, Katwijk NB cuijk@smit-industrial.com www.smit-industrial.com

ADVERTENTIE-INDEX Algeco 24, 25 Delta Heat Services ......................................................... 42 Easyfairs Nederland ......................................................... 8 Emerson 32, 33 Hogeschool Utrecht 6 KROHNE Nederland 4 Logisticon Water Treatment ............................................ 16 Mainnovation 2 Muehlhan 30 NSI Mobile Water Solutions 22 Pittsburgh Corning Europe 38, 39 PUK Benelux ................................................................... 18 RijnDijk Staalconstructies 47 Selectum 18 Vecom Group 36 VEGA Meet- en Regeltechniek ....................................... 48 Verder 30 +31(0)187 - 496940 | WWW.DELTA-HEAT-SERVICES.COM Vestigingen: Stellendam • Elsloo • Antwerpen
MARKET REVIEW

stof. Torrgas werkt samen met de NOM en Groningen Seaports aan het omzetten van groene grondstoffen naar groen gas.

Afhankelijk

Na de presentaties was er tijd voor discussie aan de hand van twee stellingen. Mark Schmets van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat poneerde de stelling dat Nederland uitstekend gepositioneerd is voor de import van circulaire niet-fossiele koolstof. ‘In Nederland hebben we twintig megaton circulaire koolstof nodig voor de chemie. Het potentieel van biobrandstof is hooguit drie megaton. We zijn afhankelijk van de wereld en we moeten wereldwijd partnerships ontwikkelen voor grondstoffen.’ Een reactie uit de zaal was: ‘Met de import van circulaire grondstoffen uit het buitenland leg je de oplossing buiten Nederland. Waarom proberen we het niet in Nederland op te lossen?’ En: ‘Ga je alles verschepen om het hier te verwaarden?’ Dat laatste is volgens Schmets een goede oplossing. ‘Er is potentie voor de technologie die we hier ontwikkelen om deze wereldwijd uit te rollen. Maar je

moet ook produceren om te bewijzen dat het werkt.’

Reinier Grimbergen van TNO/Voltachem concludeerde dat er nog steeds geen incentive is om koolstoffen als grondstof voor producten te gebruiken. Schmets erkende dat de politiek in snel-

heid achterloopt bij de industrie, maar merkte op dat de overheid dertig miljard euro heeft uitgetrokken voor technologie voor duurzame projecten.

Bermudadriehoek

Grimbergen stelde dat de energietransitie, de schaarste aan circulaire grondstoffen en de koolstof-uitdagingen een soort Bermudadriehoek vormen. ‘Er is geen free lunch meer, we moeten er mee dealen.’ De stelling die hij poneerde: Hoe minder groene waterstof we produceren in Nederland in 2030, hoe groter de kans dat we onze emissiereductiedoelstellingen in 2030 realiseren.

Volgens Grimbergen wordt waterstof pas na 2035 belangrijk. ‘Ik ben pro-waterstof maar verder in de tijd. Waterstof als bouwsteen voor de productie van staal, waar de emissies erg hoog zijn, dat is wel een goed idee. Verder ben ik ook voor het importeren van groene waterstof uit landen waar dit goedkoper kan worden geproduceerd.’ Uit de zaal kwam de reactie: ‘Hoe gaan we bij negatieve energieprijzen energie bewaren voor de magnetron die ’s avonds aan gaat? Nu smeren we als industrie de gaten dicht, maar de productie van waterstof zou dit probleem kunnen oplossen. Ik ben ervoor dat we onze eigen problemen oplossen en nu gaan bouwen, zodat we er na 2030 klaar voor zijn.’

PETROCHEM 3 - 2023 43 ■
Reinier Grimbergen: ‘Er is geen free lunch meer, we moeten er mee dealen.’

Het Petrochem platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond de olie- en chemische industrie. Het Petrochem platform bereikt zijn doelgroep via het vakblad Petrochem, de website www.petrochem.nl, de nieuwsbrief en events, zoals het jaarcongres Deltavisie.

PARTNERNIEUWS PARTNERS

Eind mei opende Evides Industriewater de vernieuwde afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) Sloe in VlissingenOost. De AWZI is uitgebreid met een dissolved air flotation als voorbehandeling. Daarnaast is een tweede nabezinktank in gebruik genomen en is de zuiveringscapaciteit vergoot. Vanwege het groeiende aanbod van afvalwater uit de voedingsmiddelenindustrie, is de AWZI Sloe ook uitgebreid met een tweede anaerobe reactor. Dit betekent dat er meer biogas wordt geproduceerd. Een externe partij werkt dit biogas op tot groen gas. Verder zijn de verwarmingsketels en gasmotor van de AWZI vervangen door warmtepompen.

Turnaroundcoördinator Jilles van Weenen en construction manager

Taner Kamci, beiden werkzaam voor Nobian in Delfzijl, zetten voor de onderhoudsstop bij de chloorfabriek een aparte toolbox voor flensmanagement op. Deze ging om het nut en de noodzaak van flensmanagement en de risico’s wanneer dat niet op de juiste wijze gebeurt. Naast het verbeteren van de veiligheid en de kwaliteit van het werk wilden Van Weenen en Kamci een systeem dat niet alleen in de chloorfabriek, maar ook bij Energy en Zout kon worden ingezet. ‘Flensmanagement geldt ook voor stoom en hoge druk.’ Bij de recente onderhoudsstop bij Nobian Zout werd dit met succes toegepast.

Koning Willem-Alexander noemt

Chemelot ‘een uniek ecosysteem waar we heel voorzichtig mee moeten zijn in Nederland’. ‘Door de samenwerking van zoveel bedrijven, kennis en expertise is Chemelot belangrijk voor de circulaire economie en circulaire productie. Iets om heel trots op te zijn’, vertelde koning Willem-Alexander in juni tijdens een werkbezoek aan Chemelot met de focus op waterstof.

Bekijk de partnerfilmpjes op www.petrochem.nl/partners-en-leden

CONTENTPARTNERS

LEDEN VAN HET

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het Petrochem platform, kijk dan op www.petrochem.nl of neem contact op met Janet Robben: janet@industrielinqs.nl - 06 38 73 70 39

VAN HET PETROCHEM PLATFORM
PETROCHEM PLATFORM
LEADER IN HIGH TEMPERATURE SOLUTION

‘QU TES’

‘Ik denk dat we nooit voldoende waterstof kunnen maken. Er gaat zoveel vraag ontstaan. Dus daar is voor iedereen plek. We werken ook samen. We proberen elkaar niet dingen af te vangen.’

Het antwoord van Cas König, directeur van Groningen Seaports, op de vraag van RTV Noord of er een concurrentiestrijd is met Rotterdam wat waterstof betreft, omdat ook Rotterdam hier zwaar op inzet.

Greta Thunberg heeft gewoon gelijk: de korte samenvatting van de COP klimaatconferenties is “blah blah blah”. De reputatie van de klimaatconferenties is onherstelbaar beschadigd en krijgt in Dubai waarschijnlijk de doodsteek.’

Wim Soetaert, verbonden aan InBio.be, expertisecentrum voor industriële biotechnologie en biokatalyse van de Universiteit Gent, in zijn column in deze editie.

Als je voor jezelf de intentie helder hebt en je spreekt deze heel vaak hardop uit, dan gaan de neuzen langzaam dezelfde kant op.’

Anne Arkenbout, plantmanager van het Membraan Elektrolyse Bedrijf van Nobian in Delfzijl en kersverse Plant Manager of the Year 2023, in deze editie.

HET EXPERTPANEL VAN HET PETROCHEM PLATFORM BESTAAT UIT DE VOLGENDE SPECIALISTEN

Johan Alebregtse Manufacturing & Technology Executive Consultancy

Frank Beckx Kennis- en Lobbycentrum Voka, directeur

Jos Benders voormalig topman Lyondell

Sandra de Bont VOTOB Academy, directeur

Jan Bout Stichting HaskoningDHV, bestuurslid

Jan Van Doorslaer voormalig woordvoerder BASF Antwerpen

Niko van Gent voormalig woordvoerder Huntsman Holland

Michel Grijpink Hogeschool Utrecht, Learning & Development consultant

Ronald Hoenen Equans, regio directeur

Plant Manager of the Year

2015

Joris Hurenkamp Havenbedrijf Rotterdam, senior business manager

Emre Kaya Organik Kimya, global supply chain director Plant Manager of the Year

2017

Cor Kloet voormalig algemeen directeur SPIE Nederland

Tijs Koerts EPSC, operations director

Cas König Groningen Seaports, directeur

Enrico Lammers Pro6com en DWG Process & Safety managing director Henk Leegwater Lexxin, consultant

Bart Leenders Neste, vice president production

Frank de Leng ACTAD, operations manager

Michel Leyseele Pipelink, managing director

Marit van Lieshout Kenniscentrum Duurzame Havenstad, Iector Procesoptimalisatie en -intensificatie

Cor van de Linde iTanks, managing director

Michel Meertens DSM, vice president premix operations

Genserik Reniers TU Delft, professor Safety and Security Science Group

Elsbeth Roelofs MVO Nederland, sectormanager Chemie, Internationaal MVO programma

Egbert Schellenberg FNV, vakbondsbestuurder procesindustrie

Dik Schipper voormalig production leader Dow Benelux

Gerald Schotman Shell, senior vice president

Jaap Schouten TU Eindhoven, professor

Wim Soetaert Universiteit Gent, professor

Wouter Stam Flowid, managing director

Niek Stokman Bilfinger Tebodin West Nederland, sales manager oil & gas

Gabriel Tschin Plant One Rotterdam, managing director

Henk Veldink Hexion, senior director global strategic development

René Venendaal BTG Biomass Technology Group, algemeen directeur

Roelf Venhuizen voormalig voorzitter Profion en directeur NAM

Roelof van Wijk Teijin Aramid, plantmanager

Maaike de Wit Straatman Koster advocaten, advocaat

Jeroen van Woerden Jitink, managing director Plant Manager of the Year 2016 Cor Zijderveld voormalig voorzitter SBE

Absurd theater voor gevorderden

Het tart elke verbeelding dat de volgende COP klimaatconferentie in november doorgaat in Dubai onder het voorzitterschap van sultan Al-Jabar, de grote baas van het staatsoliebedrijf van de Verenigde Arabische Emiraten. Dat is een beetje alsof een “big tobacco” bedrijf een internationale kankerconferentie organiseert en sponsort: totaal absurd. De jaarlijkse COP klimaatconferenties zijn ondertussen reeds aan de 28e editie gekomen. Dat deze conferenties sinds de eerste editie in 1995 nagenoeg niets hebben opgeleverd, behalve goedkope beloften, excuses, toneel en wat nieuwswaarde, werd steeds duidelijker. De klimaatconferenties zijn nu een jaarlijks weerkerend global greenwashing festival. Alsof dat allemaal nog niet erg genoeg is, schakelt men nog een versnelling hoger door de klimaatconferentie te organiseren in een autoritaire petrostaat onder het voorzitterschap van een groot petroleumbedrijf. Gedurende de recente klimaatconferenties werd de enorme aanwezigheid en macht van de fossiele industrielobby steeds duidelijker zichtbaar. In de COP27 waren niet minder dan 636 lobbyisten van de gas-, kolen- en petroleumindustrie officieel aanwezig. En in de praktijk waren het er zeker nog veel meer. Hun aantal zal in Dubai nog een pak hoger liggen. De klimaatconferentie in Dubai wordt ongetwijfeld de triomftocht van de fossiele industrie om de klimaatconferenties naar haar hand te zetten.

Averechts effect

De COP klimaatconferenties zijn verworden tot een geavanceerde vorm van absurd theater. En wat een theater: de laatste klimaatconferentie had meer dan 35.000 deelnemers. Zo onvoorstelbaar veel deelnemers en geen enkel resultaat! Greta Thunberg heeft gewoon gelijk: de korte samenvatting van de COP klimaatconferenties is “blah blah blah”. De reputatie van de klimaatconferenties is onherstelbaar beschadigd en krijgt in Dubai waarschijnlijk de doodsteek. Ze hebben niet alleen elke

geloofwaardigheid verloren, het is nog veel erger: ze hebben een volkomen averechts effect en leiden op globale schaal tot apathie, cynisme en defaitisme over de klimaatdoelen. Een gang van zaken waarover de fossiele industrielobby ongetwijfeld zeer tevreden kan zijn.

Klimaathel

En gedurende al die klimaatconferenties zijn de CO2-emissies gewoon blijven stijgen. Vandaag pompen we elke dag 100 miljoen ton CO2 in de atmosfeer, dat is 36 miljard ton per jaar. Honderd miljoen ton CO2 per dag, elke dag opnieuw, denk daar maar eens over na. Zelfs wanneer alle klimaatbeloftes worden nagekomen – wat ver van zeker is – zijn we hard op weg naar een globale opwarming van 2,7 graden Celsius, kortom de klimaathel op aarde. We leven vandaag in het zogenoemd “kritisch decennium” dat zal bepalen of we onvermijdelijk naar de klimaathel afdalen dan wel of we dit doemscenario weten te vermijden door effectieve actie en maatregelen.

We weten wat er moet gebeuren. De oplossingen zijn voorhanden, er hoeft niets nieuws te worden uitgevonden. Het enige ingrediënt dat ontbreekt, is de politieke moed om de business-as-usual te doorbreken. Onze keizers zijn naakt, en ze weten het. De formule van de jaarlijkse COP klimaatconferenties is morsdood en contraproductief. Beste beleidsmensen: stuur uw kat naar Dubai en bedenk iets nieuws. De speeltijd is al lang voorbij, de wereld heeft dringend nood aan een initiatief dat wel resultaten boekt.

Wim Soetaert Prof. Wim Soetaert is verbonden aan InBio.be, expertisecentrum voor industriële biotechnologie en biokatalyse van de Universiteit Gent.

COLUMN PETROCHEM 3 - 2023 46
‘De formule van de jaarlijkse COP klimaatconferenties is morsdood en contraproductief.‘

Duidelijkheid | professionaliteit | veiligheid (VCA-P)

Duidelijkheid | professionaliteit | veiligheid (VCA-P)

RijnDijk Staalconstructies is een speler van formaat voor (middel)grote staalconstructieprojecten in de (petro) chemische industrie, zware industrie, energiemarkt en complexe utiliteitsbouw. Tot de opdrachtgevers behoren industriële multinationals, EPC-contractors en grote aannemers in binnen- en buitenland. Projectmanagement, engineering, productie en montage worden in eigen beheer uitgevoerd.

RijnDijk Staalconstructies is een speler van formaat voor (middel)grote staalconstructieprojecten in de (petro) chemische industrie, zware industrie, energiemarkt en complexe utiliteitsbouw. Tot de opdrachtgevers behoren industriële multinationals, EPC-contractors en grote aannemers in binnen- en buitenland. Projectmanagement, engineering, productie en montage worden in eigen beheer uitgevoerd.

• Duidelijkheid, professionaliteit en een unieke combinatie van knowhow en productiefaciliteiten binnen één bedrijf.

• Duidelijkheid, professionaliteit en een unieke combinatie van knowhow en productiefaciliteiten binnen één bedrijf.

• Complete service door de aanwezigheid van alle disciplines (project management, engineering, productie en montage) in eigen beheer.

• Complete service door de aanwezigheid van alle disciplines (project management, engineering, productie en montage) in eigen beheer.

• ISO-certificering, EN 1090-certificering, VCA-P certificering en diverse internationale erkenningen maken RijnDijk Staalconstructies tot een betrouwbare, full service partner bij de realisatie van (staal)constructieprojecten in elke grootte.

• ISO-certificering, EN 1090-certificering, VCA-P certificering en diverse internationale erkenningen maken RijnDijk Staalconstructies tot een betrouwbare, full service partner bij de realisatie van (staal)constructieprojecten in elke grootte.

RijnDijk Staalconstructies is een zelfstandige werkmaatschappij binnen Andus Group: een internationaal opererende holdingmaatschappij met gespecialiseerde werkmaatschappijen die wereldwijd actief zijn in een breed industrieel werkveld.

RijnDijk Staalconstructies is een zelfstandige werkmaatschappij binnen Andus Group: een internationaal opererende holdingmaatschappij met gespecialiseerde werkmaatschappijen die wereldwijd actief zijn in een breed industrieel werkveld.

Kennismaken? Graag. Bel of kijk op www.rijndijk.com of www.andusgroup.com

Kennismaken? Graag. Bel of kijk op www.rijndijk.com of www.andusgroup.com

RijnDijk Staalconstructies BV | Fabrieksstraat 104, 6021 RE Budel, NL | T +31 (0)40 - 246 72 28 | E info@rijndijk.com
RijnDijk Staalconstructies BV | Fabrieksstraat 104, 6021 RE Budel, NL | T +31 (0)40 - 246 72 28 | E info@rijndijk.com

Hart voor uw proces.

EERSTEKLAS

MEETTECHNIEK

GROOT DYNAMISCH BEREIK

OPTIMALE FOCUSSERING 120 METER MEETBEREIK

ZELFDIAGNOSESYSTEEM SIL2/3 CERTIFICERING

CYBERBEVEILIGING

CONFORM IEC 62443-4-2

ALLES WAT U NODIG HEEFT.

Een optimale productiviteit behalen met zo min mogelijk handelingen?

Ontmoet de VEGAPULS 6X. De nieuwe radarsensor, die alle kennis in zich heeft om uw werk te vereenvoudigen. Van eenvoudige inbedrijfname, absolute meetzekerheid tot de hoogstmogelijke veiligheid. Wanneer de VEGAPULS 6X in uw proces zit, heeft u er geen omkijken meer naar.

VEGA. HOME OF VALUES vega.com/radar

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.