Z ima10 2013 lr

Page 1

www.imaintain.info

10 13 tieNde JAARGANG – LOSSe VeRKOOPPRiJS € 16,-

iMaintain Nr. 10 - 2013

10 JAAR iMaintain! 001_2_67_68__omslag.indd 4

04-12-13 08:56


net

keling

trou open agem shar

25% efficiĂŤnter energieverbruik?

prestat

con Een complete aandrijvings- en automatiseringsoplossing van ABB heeft de grootste aluminiumraffinaderij van Europa geholpen zijn energieverbruik 25% efficiĂŤnter te maken en tegelijk de productiviteit een boost gegeven. We werken voortdurend aan nieuwe manieren om energie en geld te besparen voor elke industrie. Wilt u uw energieverbruik ook reduceren? www.abb.com

ABB adv A4 raffinaderij NL.indd 5 1 001_2_67_68__omslag.indd

kete Vast en zeker.

sor net ling,

03-12-13 11:5608:56 04-12-13

w

01_A4


P R O F E S S I O N E L E I N F O R M AT I E O V E R O N D E R H O U D I N D E I N D U S T R I E

inhoud 3

11 iMaintain bestaat tien jaar! iMaintain, voorheen Industrial Maintenance, is al tien jaar bezig om onderhoud het aanzien te geven dat het verdient. Want onderhoud is veel meer dan vieze handen en stofjassen. Het is de rode draad door onze economie. In dit tiende nummer van de tiende jaargang vragen we oude bekenden hoe het ze is vergaan.

26 Globale herautomatisering voor Styron Plastics-, latex- en rubberproducent Styron maakt al jaren gebruik van het Mod5systeem van Dow voor procesautomatisering. Hoewel het nog prima functioneert, is het toch tijd voor vervanging.

5

COMMENTAAR

7

ACTUEEL

12 PRESTATIECONTRACTEN NOG GEEN

TUSSEN DROOM EN REALITEIT VAN HET PERFORMANCE-CONTRACT INDUSTRIESTANDAARD

15 PRODUCTEN 16 MINDER HINDER DOOR FAKKELARM OPSTARTEN 19 UNDER CONSTRUCTION 20 VEEL ONDUIDELIJK OVER VEILIGHEID WINDTURBINES 22 WHAT’S NEXT 66 VOLGEND NUMMER

Maint

NL

Het magazine van de NVDO

31

In deze editie leest u onder meer hoe een röntgenspecialist vliegtuigen inspecteert, vieren we het NVDOjubileum en blikken we terug op iMaintain, het NVDO Infracongres met de verkiezing van het Infra Projectteam van het Jaar 2013.

Maxime Verhagen: Onderhoudssector krijgt het druk Techniek voor kinderen nog steeds abstract Chemie vraagt onderhoud om mee te denken Strategisch onderhoud in energiecentrales Kiezen voor de beste waarde ‘Ik ben best trots op mijn trofeeën’ NVDO Inspectieplatform is een feit Commissioning als basis voor duurzaam beheer Column Frans Stokbrood Complexe infrastructuur vraagt om innovatie Contractvorm geeft doorslag in infraverkiezing MNO Vervat is Infra Projectteam 2013

34 36 39 44 49 50 53 55 57 58 62 63

10

iMaintain 13

003_C_inhoud.indd 3

04-12-13 09:13


Het iMaintain Platform brengt experts, gebruikers en leveranciers van producten en diensten bijeen om bij te dragen aan transparante informatievoorziening rond onderhoud en assetmanagement. Het platform belicht op een journalistieke en onafhankelijke manier innovaties, behandelt actuele onderwerpen en inspireert. Via het vakblad iMaintain, met de website www.imaintain.info, met vier rondetafelmeetings per jaar, diverse bijeenkomsten en met een jaarcongres bereikt het iMaintain Platform haar doelgroep.

De volgende bedrijven zijn partner van het iMaintain Platform:

Scan de foto en bekijk het filmpje Wanneer u dit icoon bij een afbeelding ziet staan, dan kunt u het bijbehorende filmpje bekijken door met uw smartphone de foto te scannen. Hoe werkt het? 1) Installeer op uw smartphone of tablet de app‘iLinqs’ 2) Start de app op uw smartphone of tablet 3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst 4) Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet

Wilt u meer weten over lidmaatschap of partnering van het iMaintain Platform, kijk dan op www.imaintain.info of neem contact op met Anouk Bouwmeester: Anouk@industrielinqs.nl – 020 3122 797

Het expertpanel van het iMaintain Platform bestaat uit de volgende specialisten:

02_advertentie_IMAplatform.indd 1

Henk Akkermans Hoogleraar dynamiek van toeleveringsnetwerken, Universiteit Tilburg Wetenschappelijk directeur DI-WCM

Geert-Jan van Houtum Professor Reliability, Quality en Maintenance, TU Eindhoven

Leo van Dongen Professor Maintenance Engineering, Universiteit Twente Directeur Fleet Services, NedTrain

Cor van de Linde Directeur innovatieplatform iTanks Maintenance Manager of the Year 2012

Roelf Venhuizen Voorzitter Profion, Bestuurlid Veiligheid Voorop, Voormalig CEO NAM

De partnerstructuur van het iMaintain Platform bestaat uit complementaire marktpartijen. De samenstelling waarborgt de objectiviteit van het platform en zorgt voor een verregaande integratie in de doelgroep.

02-12-13 14:05


COMMENTAAR 5

Tien jaargangen U heeft het tiende nummer van de tiende jaargang van dit blad geopend. Eerst heette het nog Industrial Maintenance, dat is nu iMaintain. Eerst was er alleen een blad, nu is er een platform met een jaarcongres met de NVDO, andere bijeenkomsten, website, blad, tabletuitgave, LinkedIn-groep, Twitterstroom en film. We blijven bouwen en steeds werken aan manieren om met moderne media onze doelgroep te bereiken. Zo willen we een bijdrage leveren aan een duurzame industrie. Een industrie die het steeds beter voor elkaar krijgt om in waarde te praten in plaats van kosten. Een industrie waar innovatie toch echt wel een rol speelt, al is het soms om oude zaken in de lucht te houden. Een industrie die van onderhoud is doorgegroeid naar assetmanagement. Een industrie die net als de rest van Nederland te maken heeft met een stijgende gemiddelde leeftijd en kans op uitstroom van kennis. En een industrie die soms te maken heeft met behoudende bedrijven die stevig vast blijven houden aan wat ze kennen. Voor zolang dat nog kan. Toen ik in 2006 door Wim Raaijen gevraagd werd of ik bij Industrielinqs wilde komen werken als hoofdredacteur van dit blad, vroeg ik me echt af hoe je over onderhoud tien nummers per jaar kan vullen. Ondanks mijn techniektik, was de onderhoudsindustrie toen nog niet bij mij in beeld. Inmiddels weet ik beter. Er zijn maar liefst drie verenigingen en een heel grote beurs waar we mee samenwerken. Jaarlijks vullen we niet alleen de bladen maar ook de podia van grote en kleine zalen om te (laten) vertellen wat er speelt en gaat spelen. En er is nog zat te vertellen. De komende jaren verwacht ik bijvoorbeeld veel van netwerken die gezamenlijk werken aan vraagstukken, projecten of innovaties. Niet ieder voor zich maar winst uit multidisciplinaire samenwerking. Dat zou nog wel eens een mooi congresthema kunnen zijn … Mark Oosterveer @M_Oosterveer

HOOfdREdACTiE

Mark Oosterveer 020 3122 793 mark.oosterveer@industrielinqs.nl NUMMER 10 - 2013

David van Baarle 020 3122 082 david.vanbaarle@industrielinqs.nl

UiTgAvE vAN

EiNdREdACTiE

Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7 1019 HD Amsterdam Postbus 12936 1100 AX Amsterdam

PARTNER

Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) Postbus 138, 3990 DC Houten

Elise Quaden 020 3122 084 elise.quaden@industrielinqs.nl

MEdEwERkERs

Inge Janse, Liesbeth Schipper, Erik te Roller, Renske van den Berg, Ingrid Rompa, Pieter Pulleman, Teus Molenaar, Francis Voermans

LAy-OUT

Gabriele Köbbemann

COvER

Zamakoma Yards en Wintershall

AdvERTENTiEvERkOOP Ahoy Rotterdam NV Ahoy-weg 10 3084 BA Rotterdam Postbus 5106 3008 AC Rotterdam Organisator van

UiTgEvER

Wim Raaijen 020 3122 081 wim.raaijen@industrielinqs.nl

Jetvertising BV Arthur Middendorp T: 070 399 00 00 F: 070 390 24 88 arthur@jetvertising.nl

TRAffiC

Breg Schoen 020 3122 088

dRUkkERij

DeltaHage, Den Haag

AbONNEMENTEN (EXCL. bTw)

Nederland/België € 91,Introductie NL/België 25% € 68,25 Overig buitenland € 114,Losse verkoopprijs €16,Studenten € 37,75,Proefabonnement (3x) € 26,50

OPzEggEN

Dit magazine hanteert de opzegregels uit het verbintenissenrecht. Wij gaan er van uit dat u het blad ontvangt uit hoofde van uw beroep. Hierdoor wordt uw abonnement steeds stilzwijgend met een jaar verlengd. Proef- en kennismakingsabonnementen worden niet automatisch verlengd en stoppen na het aantal aangegeven nummers. Opzeggen kan via www. aboland.nl, per post of per telefoon. De opzegtermijn is 8 weken voor het einde van uw abonnementsperiode. Als opzegdatum geldt de datum waarop uw opzegging door Abonnementenland is ontvangen. Indien u hierom verzoekt, ontvangt u een bevestiging van uw opzegging met daarin de definitieve einddatum van uw abonnement. Adreswijzigingen kunt u doorgeven via www.aboland. nl, per post of per telefoon. Overige vragen kunt u stellen op www.aboland.nl of neem telefonisch contact met Abonnementenland op.

AbONNEMENTENLANd

Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. 0900-ABOLAND of 0900-226 52 63 € 0,10 per minuut Fax 0251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_klanten. Prijswijzigingen voorbehouden. ISSN: 2211-6826

© Industrielinqs pers en platform BV Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever.

10

iMaintain 13

005_B_commentaar.indd 5

04-12-13 09:13


Het laagste punt van Nederland is ook het veiligste

Als een auto te langzaam door de Westerscheldetunnel rijdt,

kan hij zelfs Giel Beelen of Edwin Evers onderbreken. Al deze

wordt dat direct waargenomen door detectielussen in het weg-

elektrotechnische installaties in de Westerscheldetunnel,

dek. De tunneloperator krijgt een melding en kan de snelheden

die op z’n laagste punt 60 meter diep is, zijn aangelegd en

in de tunnel aanpassen of een rijbaan afsluiten met een rood

worden beheerd en onderhouden door Croon. Wilt u meer

kruis op de matrixborden. Hij kan de bestuurder toespreken

weten over het grootste in elektrotechniek gespecialiseerde

via een van de 300 luidsprekers in de tunnel. Bij calamiteiten

bedrijf, met meer dan 130 jaar ervaring? Kijk op croon.nl

ontwerp . realisatie . maintenance croon.nl

0540.00.535 adv.1Westerschelde 210x297.indd 1 006_croon.indd

10/17/13 11:22 AM 03-12-13 16:06


actueel 7

Eis: drie miljoen boete en voorwaardelijke stillegging Odfjell Het Functioneel Parket heeft voor de rechtbank in Rotterdam een boete van drie miljoen euro geëist tegen Odfjell Terminals Rotterdam, omdat uit onderzoek is gebleken dat het bedrijf - waar zeer grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opgeslagen worden - jarenlang handelde in strijd met veiligheids- en vergunningsvoorschriften. Daarnaast deed het bedrijf er niet alles aan om zware ongevallen te voorkomen. De officier eiste dat het bedrijf voor een jaar dicht gaat indien het geen orde op zaken stelt. Dit om de maatschappij te beschermen tegen Odfjell. Bij het bedrijf in de Botlek staan 288 tanks voor de opslag van gevaarlijke stoffen. Het totale volume van de tanks voor de opslag van meest brandgevaarlijke en giftige stoffen bedraagt ruim 1,2 miljoen kubieke meter. Een klein verzuim kan grote gevolgen hebben. De slechte veiligheidscultuur bij Odfjell blijkt volgens het OM uit een groot aantal voorvallen. In oktober 2011 liet Odfjell medewerkers en ingehuurde specialisten metingen verrichten om een vermoedelijke benzeenlekkage te constateren, terwijl zij onvoldoende beschermd waren. Benzeen kan via contact met de huid of inademing kankerverwekkend zijn. Uit het onderzoek blijkt verder dat het onderhoud van de tanks niet conform vereisten plaatsvond. In het voorjaar van 2012 konden brandblusmiddelen niet dan wel niet goed gebruikt worden. Dit leidde in juli 2012 tot de ‘shutdown’ van Odjell.

CO2-Prestatieladder voor duurzaam spoor gooit hoge ogen in Europa

Uit een lijst van driehonderd duurzame initiatieven was de CO2-Prestatieladder van ProRail één van de tien genomineerden voor de prijs ‘Excellence in Environmental Sustainability’, op 13 november uitgereikt op het European Rail Congress in Londen. ÖBB, de Oostenrijkse NS, mocht de prijs mee naar huis nemen. Het Europese Railcongres stond in het teken van: efficiency, een kwalitatief hoogwaardig en veilig spoorwegnetwerk, CO2-reductie, het stimuleren van werkgelegenheid en economische groei en het concurrentievermogen van de branche. Tijdens het congres kregen toonaangevende Europese spelers de kans om te debatteren over de belangrijkste uitdagingen en kansen voor de Europese markt. ProRail was met de CO2-Prestatieladder genomineerd in de categorie duurzaamheid. In 2009 ontwikkelde het de CO2-Prestatieladder. Een instrument waarmee het bedrijven die deelnemen aan ProRails aanbestedingen wil stimuleren hun eigen CO2-productie te kennen en te verminderen.

Provincie Noord-Brabant betrekt omwonenden bij toezicht op bedrijven De provincie Noord-Brabant onderzoekt of het mogelijk is om omwonenden van bedrijven te betrekken bij het toezicht op de naleving van omgevingsvergunningen. Binnenkort krijgen 25 bedrijven en 15.000 omwonenden de vraag voorgelegd of zij willen meewerken aan dit onderzoek. De provincie Noord-Brabant ontvangt per jaar ongeveer 2.400 milieuklachten over bedrijven. Vrijwel altijd vormen die aanleiding tot een onderzoek, maar in veel gevallen is de oorzaak moeilijk te achterhalen of is er geen sprake van strafbaar gedrag. Oplossingen zijn dan ook lang niet altijd afdwingbaar. Vandaar dat de provincie op zoek is naar aanvullende manieren om overlast en zorgen van omwonenden weg te nemen. De provincie Noord-Brabant verstrekt omgevingsvergunningen aan ongeveer 850 bedrijven. Deze vergunningen bevatten voorschriften om de omgeving te beschermen. Voor het naleven van die regels is in de eerste plaats het bedrijf verantwoordelijk. De provincie is belast met het toezicht en treedt indien nodig handhavend op. Maar ook de omgeving zou er toe kunnen bijdragen dat regels beter worden nageleefd. Gedeputeerde Johan van den Hout: ‘We willen bevorderen dat bedrijven en omwonenden constructief met elkaar in contact komen en blijven.'

Kijk voor meer nieuwsberichten op www.imaintain.info

007_8_9_D_actueel.indd 7

MeeSt GeleZeN ONlINe 1. eis: drie miljoen boete en voorwaardelijke stillegging Odfjell Het Functioneel Parket heeft voor de rechtbank in Rotterdam een boete van drie miljoen euro geëist tegen Odfjell Terminals Rotterdam omdat uit onder-

zoek is gebleken dat het bedrijf waar zeer grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen opgeslagen worden - jarenlang handelde in strijd met veiligheids- en vergunningsvoorschriften.. Lees verder op pagina 7

2. tessenderlo chemie zet fosfaatfabriek Rotterdam te koop Tessenderlo Chemie heeft bij de presentatie van de bedrijfscijfers aangekondigd dat het zijn veevoederfosfatenactiviteit wil afstoten. Lees verder op pagina 9

3. Nederlandse industrie blijft groeien De activiteit in de Nederlandse industrie is verder gegroeid. Dat maakte de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) onlangs bekend. De inkoopmanagersindex die de bedrijvigheid weerspiegelt, kwam in oktober uit op 54,4. Lees verder op pagina 8

4. Sabic start kraker weer op Sabic is iets later dan gepland begonnen met de start-up van naftakraker Olefins 4 op het Chemelot-terrein in Geleen. Eigenlijk had het bedrijf de kraker 30 oktober alweer willen opstarten. Lees verder op www.imaintain.info

5. Ontploffing bij total Raffinaderij antwerpen Bij één van de installaties op het bedrijfsterrein van Total Raffinaderij Antwerpen heeft zich een ontploffing voorgedaan. Daarbij zijn twee dodelijke slachtoffers gevallen. Het gaat om werknemers van een onderaannemer. Lees verder op pagina 8

10

iMaintain 13

04-12-13 09:12


8 actueel

BeDRIJVeNNIeuWS Imtech drie jaar zonder ongevallen bij Shell Moerdijk

Bussemaker verzacht leenstelsel voor technici Minister Bussemaker wil dat studenten die een meerjarige masteropleiding volgen in een technische richting een deel van hun studieschuld krijgen kwijtgescholden. Het zou gaan om zo’n duizend euro per jaar. Het leenstelsel kwam tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Onderwijs aan de orde. Een aantal partijen verzocht Bussemaker haar wetsvoorstel over de invoering van het sociaal leenstelsel in te trekken, nu daarvoor geen steun is in de Eerste Kamer. Bussemaker weigerde dat te doen. Volgens FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming ‘bij lange na niet voldoende’. De FMEvoorzitter zegt in de discussie over het omzetten van de studiefinanciering naar een sociaal leenstelsel voortdurend te hebben gewezen op de negatieve effecten daarvan voor studenten in technische studies. ‘Deze studies kennen een tweejarige master; het dubbele van andere studies. De student moet dus langer lenen en is daarmee meer geld kwijt voor zijn opleiding. Dit kan een serieuze belemmering zijn voor het kiezen van een technische studie en dat kan niet de bedoeling zijn.’ Het kabinet wil het huidige stelsel van studiebeurzen vervangen door een systeem waarin het volledige bedrag geleend wordt en later naar draagkracht terugbetaald. Bussemaker is in de Eerste Kamer aangewezen op D66 en GroenLinks, de enige partijen naast VVD en PvdA die het plan in hun verkiezingsprogramma hebben staan.

Nederlandse industrie blijft groeien

Aannemer Imtech heeft op 15 november drie jaar zonder ongevallen gewerkt op de site van Shell Moerdijk. Dat heeft de dienstverlener bekendgemaakt. Deze drie jaar staan gelijk aan bijna negenhonderdduizend veilig gewerkte uren. Imtech mag de komende jaren proberen dat record in stand te houden, aangezien afgelopen zomer het contract met Shell Moerdijk én Pernis voor vijf jaar verlengd is.

Ontploffing bij total Raffinaderij antwerpen Bij één van de installaties op het bedrijfsterrein van Total Raffinaderij Antwerpen heeft zich onlangs een ontploffing voorgedaan. Daarbij zijn twee dodelijke slachtoffers gevallen. Het gaat om werknemers van een onderaannemer. Als gevolg van de explosie is een gedeelte van de installaties gestopt en het crisiscoördinatieplan werd geactiveerd. De explosie vond plaats in het stoomsysteem van een benzineproducerende eenheid tijdens onderhoudswerken. Er was geen brand en ook geen ontsnapping van koolwaterstoffen naar de atmosfeer.

De activiteit in de Nederlandse industrie is verder gegroeid. Dat heeft de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) bekendgemaakt. De inkoopmanagersindex die de bedrijvigheid weerspiegelt, kwam in oktober uit op 54,4. Dat is iets lager dan in september, toen met 55,8 de hoogste stand sinds het voorjaar van 2011 werd bereikt. Het is echter nog altijd ruimschoots boven de stand van 50, die de grens tussen groei en krimp aangeeft. De groei van de productie en van de nieuwe orders viel terug ten opzichte van september, maar bleef volgens de onderzoekers behoorlijk. De stijging van de orders voor de export was de sterkste in ruim twee jaar. De werkgelegenheid in de industrie nam voor de tweede achtereenvolgende maand toe. De verkoopprijzen stegen ook, maar minder sterk dan de inkoopprijzen.

's Werelds grootste composiet sluisdeuren voor Tilburgse sluis Het project verbreding Wilhelminakanaal in Tilburg heeft een primeur. De nieuwe sluis III wordt medio 2015 voorzien van de grootste composiet sluisdeuren van de wereld. De grootste deuren meten 6,2 bij 12,5 meter en de kleinere variant 6,2 bij 5 meter. De vezelversterkte kunststoffen die worden gebruikt maken de sluisdeuren sterk, duurzaam, licht, makkelijk te plaatsen en onderhoudsarm. Het toepassen van composiet sluisdeuren is een gezamenlijk initiatief van provincie Noord-Brabant, bouwcombinatie Heijmans-Boskalis en Rijkswaterstaat. Met deze vernieuwende toepassing werken de partijen gezamenlijk aan een duurzamer en beter bereikbaar Brabant over water. Provincie Noord-Brabant en Rijkswaterstaat werken nauw samen op zoek naar duurzame en innovatieve oplossingen. De verbreding van het Wilhelminakanaal is het derde project in Nederland dat composiet sluisdeuren krijgt. De toepassing bij de sluis bij Tilburg is door de afmetingen van de sluisdeuren uniek voor Nederland en voor de gehele wereld. In de bouwcombinatie neemt Heijmans de bouw van de nieuwe sluis voor haar rekening. Boskalis voert de verbreding van het kanaal uit. De composiet sluisdeuren zijn ontwikkeld in samenwerking met het Nederlandse bedrijf FiberCore Europe.

10 13 iMaintain

007_8_9_D_actueel.indd 8

04-12-13 09:12


actueel 9

Maintenance kent meer innovatie dan andere sectoren De Nederlandse maintenancesector is een groeimarkt en is bereid substantieel te investeren in innovatieprojecten. De investeringsbereidheid lijkt zelfs hoger te zijn dan in andere sectoren. Dit blijkt uit onderzoek onder de leden en in het netwerk van het Dutch Institute World Class Maintenance (DI-WCM). Het onderzoek werd bekend gemaakt tijdens het vijfde jaarcongres van DI-WCM. ‘In de troonrede 2013 werd gesproken over een streefpercentage van 2,5 procent van het nationaal inkomen voor investeringen in R&D in de Nederlandse economie. Cijfers van het CBS uit 2008 laten een gemiddeld percentage van iets onder de drie procent zien met betrekking tot innovatie-investeringen. Met een gemiddeld investeringspercentage van meer dan vijf procent in maintenance, scoort de onderhoudssector dus bovengemiddeld’, stelt ir. Lex Besselink, algemeen directeur van DI-WCM. Meer dan een kwart van de respondenten verwacht tussen de vijf en tien procent te investeren in innovatie en een kleine zeven procent zelfs meer dan tien procent van het maintenancebudget. Slechts elf procent van de respondenten verwacht minder dan vijf procent te investeren in innovatieprojecten. Het doel voor deze investeringen in innovatie is om het onderhoud van kapitaalintensieve goederen en installaties in onder andere de proces-, luchtvaart-, maritiem- en energie-industrie efficiënter en effectiever uit te voeren.

BeDRIJVeNNIeuWS Groningen kiest voor prestatiecontract gebouwgebonden onderhoud Vanaf volgend jaar verzorgen Croon en Wolter & Dros Facilities het onderhoud aan de gebouwgebonden installaties van circa zestig panden van de Gemeente Groningen. De specialisten in elektrotechniek en werktuigbouwkunde zijn met de gemeentelijke afdeling Vastgoedmanagement (VGM) een consistent en proactief contractbeheer voor de langere termijn overeengekomen. Duurzaamheid en verlaging van de totale kosten van het gebouwbeheer staan daarbij voorop. De partijen gaan een partnership aan, waarbij VGM ‘geen omkijken’ meer heeft naar het onderhoudswerk, maar wel de regie behoudt.

egemin automation renoveert Brugse Boudewijnsluis

ProRail en TU Delft investeren miljoenen in spoor ‘Meer treinverkeer op het bestaande spoor is alleen mogelijk met hoogstaande techniek en innovaties. Samen met de wetenschap streeft ProRail ernaar om deze hoge ambitie waar te maken.’ Dat zegt president-directeur van ProRail Marion Goutvan Sinderen. ProRail en TU Delft hebben dan ook een overeenkomst getekend die hun samenwerking bezegelt. De twee partijen investeren 8,6 miljoen euro in wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van masteronderwijs op het gebied van rail. Dat wetenschappelijk onderzoek loont, blijkt uit eerder onderzoek van Rolf Dollevoet, werkzaam bij ProRail en deeltijd hoogleraar Railbouwkunde aan de TU Delft. Zijn onderzoek naar het optimale profiel van spoorstaven heeft ProRail omarmd en heeft geleid tot flinke besparingen en een afname in storingen. Daarom slaan TU Delft en ProRail de handen ineen om met hoogwaardig en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en onderwijs bij te dragen aan een beter spoor. De komende vier jaar investeren ProRail en TU Delft gezamenlijk ruim 8,5 miljoen euro in onderzoek en onderwijs op het gebied van rail.

‘Duurzame renovatie gebouwen kan twee miljoen banen creëren’ Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, pleit in een recent interview voor geldbesparende grondige renovaties in de sterk verouderde gebouwenmarkt. De renovatie kan volgens hem tegen 2020 maar liefst twee miljoen banen creëren in Europa en een stimulans zijn voor innovatie. Deze renovatie van gebouwen is sowieso essentieel, omdat negentig procent ervan morgen nog steeds gebruikt zal worden. De gebouwen in Europa zijn verantwoordelijk voor ongeveer veertig procent van het primaire energieverbruik. Grondige renovaties kunnen dit percentage tot drie kwart verminderen en de energierekening evenredig doen dalen. Als Europa zijn doelstellingen met betrekking tot de vermindering van de CO2-emissies tegen 2050 wil halen, dan moeten we volgens Renovate Europe jaarlijks drie procent van al onze gebouwen grondig renoveren.

Egemin Automation heeft samen met Depret uit Zeebrugge een contract binnengehaald voor de volledige renovatie van de Boudewijnsluis in Brugge. Het samenwerkingsverband vernieuwt de aandrijving van de eben vloeddeuren, zowel het boven- als benedenhoofd, en de hydraulische aandrijving van de spoorbrug.

tessenderlo chemie zet fosfaatfabriek te koop Tessenderlo Chemie, dat de laatste tijd vooral vanwege de stakingen in het nieuws kwam, heeft bij de presentatie van de bedrijfscijfers aangekondigd dat het zijn veevoederfosfatenactiviteit wil afstoten. Het gaat om de zogeheten Aliphos-tak, waar de productie en verkoop van fosfaten voor veevoeder onder vallen. De fabriek in Rotterdam blijft daarom draaien, terwijl die in het Belgische Ham dichtgaat.

10

iMaintain 13

007_8_9_D_actueel.indd 9

04-12-13 09:12


Ik zorg ervoor dat onze raffinaderij vlot blijft draaien aan 12.328 ton ruwe olie per dag.

U maakt er een succes van – met Loctite®. De onderhoudsexpert voor verlijming, afdichting, reiniging en smering. Ontdek hier meer: www.loctite-maintenance.be www.loctite-maintenance.nl

Henkel_Advertentie IMaintain_185x132mm_highres 5mm bleed.indd 2

010_hathea_henkel.indd 1

10/07/13 22:16

03-12-13 16:06


COVER-01

12-02-2003

21:30

Pagina 1

NUMMMER 1 - EERSTE JAARGANG - FEBRUARI 2003

P R O F E S S I O N E L E I N F O R M AT I E O V E R O N D E R H O U D I N D E I N D U S T R I E

Tien jaar iMaintain iMaintain bestaat dit jaar tien jaar! Ons blad, dat de eerste acht jaar van haar bestaan nog Industrial Maintenance heette, schrijft al tien jaar vol passie over professioneel onderhoud en heeft daarmee het vak mede op de kaart gezet. Het allereerste nummer kwam uit in februari 2013 en ging onder meer over slimme conditiebewaking, reinigen met ijsdeeltjes en de belofte van onderhoudssoftware. Tijd voor een terugblik en een rondje ‘hoe is het nu met …?’.

TUSSEN DROOM EN REALITEIT VAN HET PERFORMANCE-CONTRACT

011_I.indd 11

04-12-13 09:12


12 10 jaar iMaintain

Prestatiecontracten nog geen industriestandaard in 2003 publiceerde iMaintain, dat toen nog industrial maintenance heette, een artikel over de praktijk van langdurige onderhoudscontracten en dan met name prestatiecontracten. De conclusie was toen dat nog weinig opdrachtgevers met prestatiecontracten werken. inmiddels is de bekendheid met prestatiecontracten wel groter geworden. toch kiezen nog veel bedrijven voor unit-rate- of regiecontracten. David van Baarle

10 13 iMaintain

012_13_14_J_artikel.indd 12

In 2003 zocht met name de petrochemische industrie steeds meer naar specialisatie. De marktomstandigheden dwongen de industrie om zich uitsluitend te richten op hun kernactiviteiten, het maken van chemische producten, en al het andere uit te besteden. Zo werden onder andere de kantoorvoorzieningen als ook energie, water en gaslevering uitbesteed aan specialisten. Onderhoud was ook zo’n niet-kernactiviteit die men het liefste aan de specialist overliet. Een van de eerste artikelen die in het in dat jaar opgerichte vakblad Industrial Maintenance verscheen, ging dan ook in op de vorm en duur van onderhoudscontracten. Omdat asset owners veel van hun expertise buiten de deur haalden, hadden ze er baat bij dat contractors kennis en ervaring opdeden over het onderhoud aan de fabriek. Daar was behalve betrokkenheid, vakkennis en toewijding ook tijd voor nodig. Uiteraard was het voor de continuïteit van de con-

tractors ook aantrekkelijker om een relatie voor langere tijd aan te gaan. In een ideale situatie zou het zelfs mogelijk kunnen zijn dat een contractor investeringen in een fabriek deed om de prestaties van de assets te verhogen. Een langetermijnprestatiecontract was dan ook het hoogst haalbare, al werd dit in de praktijk nog maar mondjesmaat toegepast. Men werkte veel meer met unit-ratecontracten of inspanningscontracten. Een positieve uitzondering vormde het GLT-project, waarin NAM zijn gaswinnings- en bewerkingsinstallaties vernieuwde. Een consortium van bedrijven was niet alleen verantwoordelijk voor de bouw van de stations, maar ondertekende ook een prestatiecontract.

Veiligheid Nu tien jaar later zijn de omstandigheden op zijn zachtst gezegd veranderd. Sabic was in 2003 net een jaar afgesplitst van DSM en Peter Hendrikx dacht er dan ook

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

04-12-13 09:12


10 jaar iMaintain 13

nog niet aan om andere contracten aan te gaan dan fixed fee- of unit-ratecontracten voor onderhoudswerkzaamheden. ‘Van die strategie zijn we eerlijk gezegd niet afgestapt’, zegt Hendrikx nu. We maakten destijds de keuze om kennis in eigen huis te houden omdat we de integriteit van de installaties zelf wilden kunnen en blijven garanderen. We kozen ook bewust voor vaste partners voor het onderhoudswerk dat we wel uitbesteedden. Daarin zijn we heel consistent gebleken want we werken nog steeds met dezelfde partners als destijds: Stork, Cofely, Reym, Mammoet en Harsco Stellingbouw. Wat dat aangaat kun je uren debatteren over de vraag of langetermijncontracten nu beter zijn voor de kennisopbouw dan korte; uiteindelijk ben en blijf je toch op elkaar aangewezen. Ook zonder dat in prestatie-contracten vast te leggen, werken we nu meer dan tien jaar met elkaar samen en reken maar dat ons veiligheidsbewustzijn intussen ook bij onze contractors is ingebakken. Want als ik iets zou willen noemen wat bij Sabic in de afgelopen tien jaar is veranderd, dan is het wel de veiligheidscultuur. Iedereen die bij ons op de site

werkt, wordt automatisch in onze veiligheidsprogramma’s meegenomen. We zorgen er niet alleen voor dat de hardware en veiligheidssystemen aan onze hoge eisen voldoen, maar proberen ook het gedrag te beïnvloeden door trainingen. Bovendien is iedereen op gelijk niveau aanwezig bij de reguliere overleggen. Het enige verschil is dat onze contractors niet via het contract prikkels krijgen om innovatie door te voeren of verbetertrajecten in te zetten. Dat wil overigens niet zeggen dat we niet luisteren naar hun ideeën, er zitten echter geen bonussen of malussen aan vast.’

Cultuur Kennis van de assets is wel essentieel om er veilig aan te mogen werken. ‘Ook bij shutdowns en turnarounds heb je het liefste mensen over de vloer die jouw assets kennen en die je niet meer hoeft uit te leggen hoe ze veilig moeten werken. Dit jaar waren Stork en Cofely de hoofdaannemers van een grote shutdown. Dan heb je ineens meer dan tweeduizend man over de vloer. Overigens moet je zo’n projectteam als een reizend circus zien dat over-

FOTO’S: SABIC

tien jaar geleden gebruikte Sabic alleen fixed fee- of unit-ratecontracten voor onderhoudswerkzaamheden, vertelde Peter Hendrikx destijds in het eerste nummer van iMaintain. Maar als er iets is veranderd, dan is het de veiligheidscultuur.

al in Europa shutdowns uitvoert, dus men kent de veiligheidsprocedures wel. Maar het voelt wel vertrouwder als je een vaste contractor verantwoordelijk stelt voor het projectmanagement en de bijbehorende procedures.’ Dat de inspanningen op het gebied van veiligheid zijn vruchten afwerpen, blijkt

Prestatiecontracten in 2013 In tien jaar is de animo bij de opdrachtgevers voor prestatiecontracten nog niet heel veel toegenomen. De benchmark van de NVDO Sectie Suto zegt wellicht genoeg. Op de vraag met welk type contracten opdrachtgevers veel ervaring hadden, antwoordden zij dat ze nog het vaakst regiecontracten gebruiken (73,68 procent), gevolgd door vasteprijscontracten. Toch is het percentage van 56,14 prestatiecontracten een verbetering ten opzichte van 2012. Toen stond de teller nog op 45 procent.

10

iMaintain 13

012_13_14_J_artikel.indd 13

04-12-13 09:12


14 10 jaar iMaintain

wel uit de veiligheidsscore die het bedrijf dit jaar haalt. ‘We hebben een ranking in soorten incidenten met bijbehorende punten. Fatale ongelukken krijgen heel veel punten, gevolgd door lost-workday cases en medical treatments. Dit jaar hebben we vijftien SHER-punten geregistreerd, wat neerkomt op vijftien keer een medical treatment. Op een site waar duizend Sabic-werknemers werken en zo’n vijfhonderd contractors mag je dat een heel goede score noemen. Om nog verder terug in de tijd te gaan: in de tijd dat DSM nog stond voor De Staatsmijnen - de zestiger jaren van de vorige eeuw - werkten er nog vijftigduizend mensen in de mijnen. Men registreerde toen nog jaarlijks honderdduizend ongevallen. Dat wil zeggen dat iedere werknemer gemiddeld twee ongelukken per jaar kreeg. Hiervoor is destijds een aantal ziekenhuizen gebouwd. Ook was het toen geen uitzondering als er vijftien dodelijke ongelukken per jaar werden geregistreerd. Als we ergens winst in hebben gemaakt, dan is het wel op dat gebied. We willen graag samen met onze contractors blijven samenwerken aan die cultuur.’

Verschuiving

Goed voorbeeld in 2003 In 2003 werd Stork GLT gebruikt als goed voorbeeld van samenwerking op basis van een prestatiecontract. Het consortium bestaande uit Siemens, Jacobs Nederland, Yokogawa en Stork Industrial Services was niet alleen verantwoordelijk voor de bouw van 29 grote productie-installaties, maar was tevens vijftien jaar verantwoordelijk voor het onderhoud. Sinds enkele jaren is de tweede fase van weer vijftien jaar aangebroken. Daartoe sloot de NAM in 2010 een nieuw servicecontract af met dezelfde partijen die de renovatie volgens planning, op tijd en succesvol hadden afgerond. Het consortium dat nu GLT Plus is genoemd, voert allereerst onderhoudswerk uit aan de talloze gaswinnings- en behandelingsinstallaties van ‘Slochteren’ en de beide ondergrondse gasopslagen in Norg en Grijpskerk, als ook de installaties van NAM in Delfzijl. Tevens is het gestart met nieuwe, innovatieve projecten. Project Services Manager Taco Keja van NAM zegt over dit nieuwe contract: ‘We zijn de tweede fase van GLT ingegaan met vaste partners die zich vooraf niet volledig vastleggen op de tijdshorizon en de reikwijdte van de diverse projecten. Elk onderdeel van het GLT-project - van beveiligingskleppen tot double end drive compressoren - wordt zorgvuldig op de andere delen van het Groningenveld en de ondergrondse opslagen afgestemd om synergievoordelen te verkrijgen. Tegelijkertijd is zowel het onderhoud als de vervanging van componenten op productielocaties in hoge mate gestandaardiseerd, evenals de periodieke productieshutdown van de clusters.’

Zoals gezegd is de wereld waarin Sabic zich beweegt wel veranderd de afgelopen tien jaar. ‘Hoewel we een goede moeder hebben uit het Midden-Oosten, komt uit die hoek ook een grote bedreiging. Het Midden-Oosten produceert dezelfde producten als wij, maar met lagere kosten voor grondstoffen, energie en arbeid. Met name voor de bulkproducten die wij maken, zijn wij niet meer concurrentieel met de polyolefinen die in het MiddenOosten geproduceerd worden. Uiteraard kijken we wel waar nog kansen liggen. Die zitten bij ons met name in producten met een hogere toegevoegde waarde. We gaan dan ook verder in de keten zitten en meer richting specials. Het zijn in ieder geval onzekere tijden waarin je snel moet kunnen schakelen. Ik denk nog steeds dat we dat zelf het beste kunnen. Dat wil overigens niet zeggen dat we eenvoudig afscheid kunnen nemen van onze contractors. We hebben in het verleden wel getenderd, maar kwamen vaak bij dezelfde partijen uit. Ze hebben wel een voorsprong van tien jaar opgebouwd, dat gooi je niet zomaar weg.’ n

10 13 iMaintain

012_13_14_J_artikel.indd 14

04-12-13 09:12


PRODUCTEN 15

Producttrends op www.imaintain.info

1

WatchLock

De Mul-T-Lock WatchLock combineert de robuuste C-serie hangsloten met een GPS-systeem en GSM-communicatie. Het stelt de beheerder in staat om het hangslot tot op 2,5 meter te lokaliseren en tevens openingen, sluitingen en sabotagehandelingen te kunnen zien. Door middel van web-based software kan de gebruiker inloggen en het hangslot volgen. Een systeem dat de status vertelt van het hangslot. Open, gesloten, afwijking van een vooraf geplande route, manipulatie van het slot, en meer. www.marenco.nl

5

Tandriemas

6

Handschoenen in wintereditie

Het assortiment elektrische assen van Festo is uitgebreid met de tandriemas ELGA-TB. Deze tandriemas is beschikbaar in twee uitvoeringen met respectievelijk een rol- en een glijgeleiding. De robuuste elektrische assen zijn vooral geschikt voor toepassingen waar hoge snelheden zijn vereist en te configureren en inbedrijf te nemen met behulp van de PositioningDrives en de Festo Configuration Tool (FCT). Robuust en snel zijn twee belangrijke eigenschappen van de nieuwe serie elektrische tandriemassen ELGA-TB. www.festo.nl

2

Catalogus ‘Vlak-, mat- en glansleppen’

Kemet Europe te Bergen op Zoom, totaalleverancier voor het vlakleppen, presenteert haar nieuwe catalogus voor deze hoogwaardige verspaningstechniek voor de bewerking van bijvoorbeeld spuitgietmatrijzen, luchtdichte afdichtingen, hoogwaardige kleppen, flenzen enzovoort. De catalogus toont een gamma aan vlaklepmachines met accessoires, diamantproducten, schuuren polijsttoebehoren en andere verbruiksmaterialen. www.kemet-europe.com

Na de introductie van de Showa Temres 281 komt Showa met de Temres 282. Het unieke aan de Temres 281 is dat uw handen gegarandeerd droog blijven: het membraan houdt water en vloeistof uit de handschoen, terwijl warmte en vocht direct van binnen naar buiten kunnen. Zo blijven uw handen gegarandeerd droog. Deze waterdichte en ademende handschoen is nu ook verkrijgbaar in de 282 wintereditie; met een extra isolerende voering. De drager geniet in koude omstandigheden dus van warmte en een optimale bescherming tegen vloeistoffen. www.prestopbv.nl

3

Asset Management Software

7

Nieuw design modulaire luchtbehandelingsunits

4

Nieuwe versie ProSafe-RS

8

Compacte sleepring

Emerson Process Management heeft versie 5.6 uitgebracht van haar Asset Management Software, AMS Suite: Machinery Health Manager. AMS Suite integreert data zodat een compleet beeld ontstaat van de machinestatus, variërend van route-based, online en draadloze vibratie-oplossingen tot de laatste verbeteringen op het gebied van verzameling en analyse van oliedata. AMS Machinery Manager v5.6 is gebaseerd op klantverzoeken en de laatste technologische innovaties. www.assetweb.com

Yokogawa heeft een nieuwe versie van het ProSafe-RS veiligheidssysteem geïntroduceerd en nieuwe functies toegevoegd aan de DPharp EJX multivariabele transmitter. De nieuwe ProSafe-RS versie, R3.02.10, biedt verbeterde functies voor upstream olie- en gasapplicaties. Met de uitbreidingen op de DPharp EJX multivariabele transmitter is de connectiviteit met ProSafe-RS verbeterd. Met de uitbreidingen en verbetering richt Yokogawa zich met name op noodstop- en brandpreventie, productie en overige applicaties in procesindustrie. www.yokogawa.com/nl

De vernieuwing van het design van de AC-serie modulaire luchtbehandelingsunits van SMC past in de lijn van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Het bedrijf wil hiermee niet alleen de prestaties en functionaliteit van producten verbeteren, maar ook innovaties ontwikkelen die energiebesparing opleveren en klanten concurrentievoordelen opleveren. Daarom introduceert SMC de vernieuwde AC-serie die een lager en geoptimaliseerd luchtverbruik garanderen en tot wel vijftig procent minder drukval opleveren. www.smcpneumatics.nl

Duranmatic introduceert een nieuwe uitvoering van de compacte sleepring SR060 van Kübler. Met de grootte van slechts zestig millimeter is de SR060 een compacte, kostenefficiënte sleepring. Werkend tot drie power- en twee signaaltransmissiekanalen van stationair tot roterend deel. De SR060 is speciaal ontwikkeld voor het verwarmen en monitoren van verzegelingsrollen in verpakkingsmachines. www.duranmatic.nl

Kijk voor meer productinnovaties op www.imaintain.info

015_E_producten.indd 15

10

iMaintain 13

04-12-13 09:11


16 Shutdown

Minder hinder door fakkelarm opstarten Fakkelen na een shutdown is bij elke raffinaderij een noodzakelijk kwaad. het kost grondstof en levert hinder op bij de buren. BASF Antwerpen heeft daarom tijdens de grote stop van de kraker, afgelopen zomer, ook de oorsprong van het fakkelen aangepakt. Voortaan kan een deel van de fakkelgassen worden hergebruikt bij het opstarten van de installatie. Jan Van Doorslaer

Een stoomkraker of naftakraker opstarten na stillegging voor een grote onderhoudsbeurt geeft altijd gedoe met fakkelen. Afhankelijk van de capaciteit, bepaald door het aantal en de grootte van de kraakovens, duurt het fakkelen toch wel enkele dagen tot een week, met licht- en vaak ook geluidshinder voor de buurt. Het is een vervelende bijwerking, maar tot nu toe niet te voorkomen in de Rijn/Schelde-delta, waar toch wel wat krakers in bedrijf zijn. Sinds kort behoort dit bij BASF Antwerpen tot het verleden. Halverwege dit jaar implementeerde het bedrijf het project Flare Min. Resultaat is dat de fakkelactiviteit bij de opstart van de kraker na een onderhoudsstop afgelopen zomer, met zestig procent kon verminderen.

Twee redenen

op maat De methode om fakkelarm op te starten, is niet zomaar over te nemen door andere stoomkrakers. ‘Daarom was het een project dat een internationaal en interdisciplinair team specifiek voor de Antwerpse cracker had opgezet. Het kringloopbedrijf is afhankelijk van de grootte van de kraker, van het equipment, van de grondstofinzet. Kortom, het moet op maat worden gemaakt. BASF Antwerpen heeft wel kunnen bouwen op de ervaringen die in de cracker in Port Arthur werden opgedaan, maar als straks ook voor de andere krakers van de BASF-groep een fakkelarme opstartprocedure wordt ingevoerd, dan zal die voor de krakers in Ludwigshafen of in die van Nanjing (China) anders zijn. Het zullen telkens aparte projecten worden.

10 13 iMaintain

016_17_M_artikel.indd 16

Het Flare Min-project is ruim drie jaar geleden opgezet, vertelt Rombout Keldermans, plantmanager van de stoomkraker. Hij was eerder al betrokken bij de drie grote onderhoudsbeurten in 1999, 2007 en 2013 van de stoomkraker in Antwerpen, die inmiddels de eerbare leeftijd van twintig jaar heeft bereikt. Na diverse uitbreidingsprojecten is de begincapaciteit van 600.000 ton gegroeid tot momenteel 1,08 miljoen ton etheen (en daar moet dan nog een pak propeen en C4-producten bij worden opgeteld). Daarmee is de stoomkraker van BASF Antwerpen de grootste single-train-cracker van Europa. Het fakkelarm opstarten was ook daarom een meer dan louter Antwerps project. ‘We hebben het project vooral om twee redenen opgezet’, vertelt Keldermans. ‘Fakkelen was tot nu toe nog vaak een noodzakelijk kwaad bij het opstarten van steamcrackers. In de eerste plaats moeten we grondstoffen verbranden tot de hele installatie in evenwicht is en het procesgas on-spec is om het te kunnen scheiden, want dat blijft de hoofdopdracht van een

kraker. Fakkelarm opstarten heeft dus een economisch aspect: sparen op grondstoffen. Maar even belangrijk is dat we met dit project ook een duurzaam doel nastreven: minder emissies in het milieu en minder last voor de omgeving, zeg maar buurtbewoners. Van bij de aanpak wisten we dat we de tijdsduur en de intensiteit van het fakkelen wilden terugschroeven, maar helemaal uitsluiten zou onmogelijk zijn.’

Kringloop Een volledige stillegging van een kraker gebeurt vrijwel alleen voor de grote onderhoudsbeurten die om de zes tot acht jaar verplicht moeten gebeuren. Na de stop, bij de opstart van de stoomkraker vanuit “koude” stand, moeten zowel (heel) warme als (heel) koude procesdelen in optima forma worden gebracht, en dat vergt heel veel energie. Daarvoor wordt hoofdzakelijk nafta – de grondstof voor de kraker – ingezet. Zonder al te technisch te worden; een steamcracker is zo’n complexe installatie dat het zijn tijd duurt om de productstromen binnen specificatie te krijgen. Zolang die toestand niet is bereikt, moet het niet te scheiden procesgas worden afgefakkeld. Voor deze methode bestaat geen veilig alternatief en het gaat om zulke grote hoeveelheden dat de gassen bijvoorbeeld ook niet kunnen worden opgeslagen om later te hergebruiken. Wat maakt dat vroeger stevig moest worden gefakkeld en nu plots minder? Keldermans: ‘Ons Flare Min-project heeft vele en ook zeer technisch-chemische facetten. Onze methodiek komt erop neer dat we ruwgas niet affakkelen, maar het in kringloop hergebruiken om de toevoer van nafta naar de ovens terug te dringen. Vroeger hadden we die toevoer nodig om de ovens op de nodige temperatuur te krijgen en vooral om voldoende stoom te maken die onze grote compressoren aan de praat moest krijgen. Met de kringloopmethode, waarbij we ruwgas zoveel

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

04-12-13 09:11


FOTO: BASF

Shutdown 17

BASF Antwerpen heeft tijdens de grote stop van de kraker, afgelopen zomer, de oorsprong van het fakkelen aangepakt. dit spaart grondstoffen uit en geeft minder emissies.

mogelijk hergebruiken, kunnen we én de tijdsduur én de intensiteit van het fakkelen sterk beperken. En we kunnen nog beter.’ En dat beter is al gepland want bij de kraker in Antwerpen voorzien ze tegen 2015 de bouw van een bijkomende stoomketel die met de inzet van aardgas voldoende stoom moet kunnen leveren om de grote compressoren aan te drijven. Dan hoeven er dus minder kraakovens te worden ingezet en zal de kraker opnieuw nafta besparen. ‘Na deze realisatie rekenen we op een nog bijkomende reductie van fakkelactiviteit bij de opstart van onze cracker’, vertelt Keldermans.

Presteren Zijn ambities voor de kraker liggen wat dat betreft hoog: ‘We hebben nu zestig procent kunnen reduceren en de overblijvende veertig procent kunnen we na de bouw van de extra stoomketel tegen 2015 nog verder naar beneden krijgen. In totaal gaan we voor een reductie van 75 procent en dat is én belangrijk voor ons bedrijfseconomisch verhaal, maar ook voor onze burenrelaties.’ Bovendien heeft het team van operators nog een leertraject te gaan, onderstreept Keldermans. ‘Equipment is één, je medewerkers voorbereiden is twee. Voor het Flare Min-project hebben we onze operators extra opleiding gegeven op de simulator, een computerconfiguratie waarop de operators kunnen trainen buiten het lopen-

de proces. En dat gedurende meer dan een jaar. Ook dat was noodzakelijk want in de chemie blijven operators en mensen belangrijk ondanks alle besturingssystemen en meet- en regeltechnieken. Het kringloopbedrijf is complexer dan wat we tot nu toe kenden en vroeg bijkomende opleiding en training. Ook daarin willen we verder gaan om nog beter te kunnen presteren.’

Communicatie Naast de besparing van grondstoffen levert het minder fakkelen ook voordelen op voor het milieu en de omgeving. Er worden minder luchtvreemde stoffen geëmitteerd en er is minder hinder voor de buren. Het fakkelen, zeker bij een hoog debiet, geeft vooral lichthinder tijdens de nacht. En geluidshinder, want om een goede verbranding bovenaan de fakkel te verzekeren, moet er lucht worden aangezogen via een stoomontspanning ter hoogte van de fakkelkoppen en dat geeft een brommend geluid. Vanwege de lage frequentie draagt dit geluid ver. De communicatie met de buren is daarom zeer belangrijk en dus heeft dit verhaal extra aandacht gekregen. ‘We zijn samen met de collega’s van Communicatie naar de overlegplatformen van de woonkernen in onze buurt gegaan om uit te leggen wat we voor ogen hadden. Nadien zijn we over de resultaten blijven communiceren met ons BurenOverlegBASF en hebben we samen een evaluatie gemaakt.’

En wat is het resultaat van al die communicatie? ‘We hebben na de opstart, die inderdaad fakkelarm verliep, geen burenklachten genoteerd, terwijl dat vroeger wel eens kon oplopen. We hebben alleen wel begin augustus een storing moeten verwerken waarbij we sterk hebben moeten fakkelen. En toen waren er wel weer klachten. Het is ook menselijk, we wennen zo snel aan betere omstandigheden. Onze fakkelarme methodiek is voorlopig alleen bruikbaar voor de opstart vanuit een stand-still-situatie. Als we een storing hebben, gaan we niet altijd naar een zerostand en is onze nieuwe methodiek niet zomaar toepasbaar. Soms kan een snellere doorstart op een hogere basislast dan zinvoller zijn.’

Gelijke belangen Maar wat niet is, kan nog komen zegt het spreekwoord. Fakkelarm opstarten is een hot item, waarover ook best practices worden uitgewerkt binnen de Europese crackerfederatie (het European Ethylene Producers Committee). Keldermans: ‘We hebben als crackerexploitanten allemaal gelijke belangen tegenover onze buren: de invloed van onze activiteiten op de omgeving verder terugdringen. We hebben ook duurzame uitdagingen inzake gebruik van grondstoffen en dat is in ons geval een fossiel derivaat, en het terugdringen van onze emissies en onze energie-inzet.’ ■

10

iMaintain 13

016_17_M_artikel.indd 17

04-12-13 09:11


YOUR REPUTATION IS MINE.

CaN YOuR rEpuTaTION bECOmE Our rEspONsIbILITy?

Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 14 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website:

safety, quality and environment

WWW.VINCOTTE.NL

Industrieel Onderhoud_NEW.indd 1

25/11/11 11:19

Tijdelijk of semi permanent behoefte aan extra warmte en/of energie? Uw bron van informatie bij het kopen of huren van ketelinstallaties voor stoom, warm en heet water. Verhuur

• warmwaterketels tot 8 MW • heetwaterketels tot 12 MW • automatische expansie-inrichtingen • stoomketelunits tot 28 barg van 400 kg/hr tot 16.000 kg/st • ontgassers, voedingswatertanks, ontharders • olietanks 3, 5, 10 en 20m3 • in container, buitenopstelling of romneyloodsen

Services

• 24 uurs storingsdienst • leidingwerkmontage • onderhoud • engineering

Milieuzorg

• Low-NOx installaties • geluidsbesparende omhuizingen • CE normering

www.ecotilburg.com Postbus 899, 5000 AW Tilburg - Hectorstraat 23, 5047 RE Tilburg - Tel: 013 5839440 - Fax: 013 5358315 - E-mail: info@ecotilburg.com

018_aib_eco.indd 1

03-12-13 16:06


UNDER CONSTRUCTION 19

SLM-vlucht met brandende motor van Amsterdam naar Paramaribo Een door de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM) gecharterd toestel van EuroAtlantic Airways is onlangs van Amsterdam naar Paramaribo gevlogen met zichtbare problemen aan de motor. Ooggetuigen zagen bij het opstijgen vlammen uit de rechter motor komen. Een ooggetuige meldt aan de website dat hij zag dat vlucht PY993, met aan boord zijn vrouw en kinderen, bij het opstijgen in de problemen kwam. Na een harde knal zag de man vlammen uit het toestel komen. ‘Onbegrijpelijk dat de piloot niet is teruggekeerd naar Schiphol’, zegt de man. Het toestel vloog gewoon door en kwam met enige vertraging om 15.50 uur lokale tijd in Paramaribo aan. De terugvlucht die voor het toestel naar Amsterdam stond gepland, is geannuleerd. Een medewerker van SLM laat aan elsevier.nl weten dat het goed mogelijk is dat er vrijgekomen kerosine is ontbrand en dat daar de explosie en vlammen door werden veroorzaakt. De directeur van SLM in Suriname was niet bereikbaar voor commentaar.

Instortingsgevaar brug tijdens marathon Istanbul Duizenden renners deden recent mee aan de marathon van Istanbul. De enige marathon waarbij deelnemers letterlijke van Azië naar Europa rennen. Ze moeten zich wel aan wat regels houden, want er mocht niet gerend worden over de Bosporusbrug. Het zou gevaarlijk kunnen worden. De brug – die toe is aan een opknapbeurt – zou kunnen instorten als duizenden mensen met z’n allen over de brug rennen. De ‘renners’ moesten naast het rustig aan doen, ook in kleine groepjes lopen. Dit alles vanwege de veiligheid. De kans dat de brug zou instorten was volgens verkeersminister Binali Yildirim ‘1 op de 1000’.

Onderhoud Dom in Utrecht door crowdfunding gefinancierd De aanstaande restauratie van de bogen van de Domkerk in Utrecht wordt volledig gefinancierd door middel van crowdfunding. Het project ‘Draag de Dom’ is daarmee het eerste crowdfundingproject voor religieuze instellingen van ABN AMRO MeesPierson. De private bank van ABN AMRO zorgt onder andere voor het online platform waarop investeerders en kerk elkaar ontmoeten. De bogen maken deel uit van het ‘frame’ van de Domkerk. De bogen zijn van cruciaal belang voor de toekomst van de kerk en daarom is renovatie belangrijk. Het project start via de website www.draagdedom.nl in het eerste kwartaal van 2014. De renovatie begint zodra de financiering rond is. Als tegenprestatie voor hun financiële bijdrage krijgen investeerders letterlijk een stukje kerk in handen: zij ontvangen een stuk steen uit de bogen van de Domkerk. ABN AMRO MeesPierson werkt voor het project samen met de Protestantse Gemeente Utrecht en de Stichting Vrienden van de Domkerk. Frans Ritmeester, Directeur van het Kerkelijk Bureau Utrecht: ‘De Domkerk ontving de afgelopen vier jaar van het Rijk geen subsidie voor onderhoud. Het onderhoud is daardoor beperkt tot het hoogst noodzakelijke. De bogen dragen letterlijk de Domkerk, waardoor onderhoud dus snel moet gebeuren.’ Zijn u curieuze berichten opgevallen in het nieuws voor onze under construction-rubriek? Stuur deze dan naar redactie@industrielinqs.nl 10

iMaintain 13

019_G_under_construction.indd 19

04-12-13 11:50


20 Actueel

Veel onduidelijk over veiligheid windturbines Op 28 oktober woedde er een flinke storm. een dag later werd in het hele land de schade opgenomen. Zo ook bij de windturbines in Ooltgensplaat op Goeree-Overflakkee. Het resulteerde in de eerste slachtoffers van een brand in een windturbine ooit in Nederland. De speculatie over de veiligheid van turbines is nu losgebarsten. Elise Quaden

Vier monteurs waren 29 oktober bezig met onderhoud aan de twaalf windturbines van het windpark aan de Mariadijk in Ooltgensplaat op Goeree-Overflakkee. De brand brak uit in de nok in een van de tachtig meter hoge windmolens toen de monteurs zich in de gondel bevonden. De turbines, met een ashoogte van 67 meter, waren alle stilgezet. Toen de brand uitbrak, konden twee van de vier monteurs niet meer naar beneden komen. De brandweer heeft geprobeerd met een waterkanon op een ladderwagen bij de brandhaard te komen. Maar dit bleek vrijwel onmogelijk.

Problemen bij hulpverlening De turbine is van coöperatie Deltawind en staat in het windpark Piet de Wit bij Ooltgensplaat. Directeur David Mol van windmolenpark De Plaet op GoereeOverflakkee, waar het Piet de Witwindpark is ondergebracht, heeft beide monteurs als één van de laatsten in leven gezien. Hij zag hoe de twee bovenop de windmolen stonden. ‘Ze hielden elkaar vast’, beschrijft hij. Terwijl hulpdiensten werden gebeld om de mannen uit hun benarde positie te bevrijden, ontdekte Mol even later dat één van de twee mannen roerloos op de grond lag. Tijdens het ongeval waren de twee met andere collega’s van onderhoudsbedrijf Bettink Service Team in Barneveld onderin de turbine bezig met onderhoud na de storm van 28 oktober. De twee rapporteren dat het ze niet was gelukt contact te krijgen over de portofoon met een van de vastzittende collega’s. Ook de brandweer ondervond grote problemen bij de hulpverlening. Onder meer bleek hun materieel niet toereikend om bij de vlammen op ruim zeventig meter hoogte te komen. ‘Het was op een ashoogte van 67 meter; te hoog voor de brandweer’, vertelt een woordvoerder van Bettink. ‘We hebben toen we bericht kregen gelijk een

10 13 iMaintain

020_21_R_artikel.indd 20

kraanbedrijf eropaf gestuurd, zodat de brandweer daardoor geholpen zou kunnen worden.’ Maar het mocht niet baten. Bovendien zorgde mogelijk olie bij de motor bovenin de windmolen ervoor dat het vuur urenlang bleef woeden. Enkele andere collega’s die in de omgeving onderhoud pleegden aan turbines, spoedden zich na het ongeval naar Ooltgensplaat in de hoop mee te kunnen zoeken naar hun vermiste collega. Maar zij konden slechts van een afstand toekijken. Directeur Mol toont zich aangeslagen. ‘Wij werken al jaren met dit onderhoudsbedrijf, tot zeer grote tevredenheid. Het is een middelgroot bedrijf, met dertig tot veertig werknemers, van wie er vandaag enkele aan het werk waren in onze molens aan de Mariadijk.’ Het onderhoudsbedrijf meldt: ‘Het verlies van de twee collega’s is onbeschrijflijk en hartverscheurend. Het innige medeleven gaat uit naar de nabestaanden van de twee medewerkers.’

Opheldering De oorzaak van de brand die in de machinekamer van de molen ontstond, is nog steeds niet bekend. Mogelijk ging het om kortsluiting, aldus Bettink kort na het ongeluk. Het bedrijf voldoet aan alle veiligheidseisen en er waren brandblussers aanwezig in de turbine. Direct na het ongeluk is een onderzoek ingesteld door de politie, brandweer en de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (voorheen de Arbeidsinspectie). De inspectie verwacht over drie tot vijf maanden een rapport af te leveren bij de betrokkenen. De PvdA wil opheldering over de veiligheid van windmolens. Het gaat schriftelijke vragen in de Kamer. Experts vertelden al aan BNR Nieuwsradio dat de 1900 windmolens in ons land onvoldoende beveiligd zijn tegen brand. Als het misgaat, is de brandweer niet altijd in staat om adequaat hulp te verlenen.

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

04-12-13 09:11


FOTO: LAUREN FORTES/IGO.NL

Actueel 21

een brand in een windturbine in Ooltgensplaat eiste twee levens. De brandweer had veel moeite om de slachtoffers te bereiken. Door het ongeval wordt er nu sterk getwijfeld aan de veiligheid van windturbines.

Brandveiligheidsexpert Frank Butterman van AF-X Fire Solutions: ‘Als er een brand uit zou breken als gevolg van oververhitting of kortsluiting zijn er genoeg brandbare materialen in de vorm van olie en smeermiddelen aanwezig.’ John Kerstens van de PvdA: ‘Ik vind dat we als Tweede Kamer verplicht zijn om daar serieus naar te kijken. De onderwerpen die hier opgeworpen worden, zijn meer dan voldoende serieus om de minister daar schriftelijke vragen over te stellen. Er komen steeds

Naast het beter trainen van iedereen die in windmolens moet werken en het brandveiliger maken van de turbines en molens, moet er ook beter worden gekeken naar de omgeving. meer van die windmolens. Er zijn dus ook steeds meer monteurs in en om die windmolens aan het werk. Wat kunnen we doen om het werk veilig te maken? Want iedereen heeft er natuurlijk recht op om zijn werk veilig te kunnen verrichten.’ Kerstens was naar aanleiding van een ongeluk al van plan met minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken, verantwoordelijk voor arbeidsomstandigheden) over het

onderwerp te overleggen. Naar aanleiding van de berichtgeving van BNR over de veiligheid rond het onderhoud van windmolens, stelt hij voorafgaand aan dat overleg al schriftelijke vragen. ‘Het zijn allemaal signalen die vanuit deskundigen zijn gegeven. Ik vind dat we als Tweede Kamer verplicht zijn om daar serieus naar te kijken.’

Opleiding verbeteren Ook pleit Kerstens voor betere opleiding van monteurs om om te kunnen gaan met noodsituaties. Vanwege het werk op grote hoogte en in een krappe ruimte, zouden dezelfde eisen moeten gelden als in de offshore windindustrie. Nu zit er nog verschil tussen opleidingseisen voor personeel op land en op het water. Dat wordt beaamd door veiligheidsspecialisten van het Rotterdamse bedrijf Falck. Zij signaleren dat voor windmolens ‘de veiligheidseisen nog in ontwikkeling zijn’. ‘Wat dat betreft is veel te leren van de offshore. Daar zijn maatregelen door de sector zelf opgelegd. Dat is in de windenergiesector nog geen gemeengoed’, zegt veiligheidsinspecteur Chris Almeida. Maar naast het beter trainen van iedereen die in de windmolens moet werken en het brandveiliger maken van de turbines en molens, moet er ook beter worden gekeken naar de omgeving. Want bij het afgeven van de vergunning wordt naar van alles

gekeken, zo blijkt uit de overheidschecklist. Maar er staat weinig in over de gevolgen van brand door wrijvingswarmte van de draaiende wieken, aldus BNR. ‘Op zich is het natuurlijk goed om ook vanuit onze expertise daar iets van te vinden’, zegt Jan Hazeleger van de brandweer in de veiligheidsregio Utrecht. ‘Ook is het goed om er advies in te geven om een veiligere omgeving te organiseren voor de mensen die het betreft én voor onze eigen mensen.’ Vaak weet de brandweer te weinig over de turbines die steeds hogere en dus moeilijker bereikbaar worden. Hoogleraar Windenergie Gerard van Bussel van de TU Delft wijst er op dat de veiligheidsvoorschriften de afgelopen jaren een stuk strenger zijn geworden. ‘Het is een branche in ontwikkeling, dat zie je terug in de veiligheidseisen. Acht jaar geleden lukte het mij nog wel eens om met studenten een windmolen te beklimmen. Dat is nu niet meer mogelijk. Ook monteurs mogen alleen omhoog als ze kunnen abseilen.’ De vraag is waarom de twee slachtoffers geen gebruik maakten van vluchtmogelijkheden. De gondels van de turbines zijn voorzien van abseilmaterieel. In september hebben monteurs nog abseiltraining gedaan, zegt een woordvoerder. ’De monteurs zijn weliswaar jong, maar hebben ook al veel van zulke klussen gedaan, en zijn echt goed getraind. Het is dus ook voor ons een raadsel wat er mis kan zijn gegaan.’ ■

10

iMaintain 13

020_21_R_artikel.indd 21

04-12-13 09:11


22 WHAT’S NEXT

ABN AMRO verwacht in 2014 voor alle industriële branches dat de productie verder zal aansterken. Per saldo gaat zij uit van een volumegroei van twee procent op jaarbasis. De eurozone zal in 2015 een bescheiden herstel vertonen. Veel landen zullen profiteren van de aantrekkende wereldhandel en de verwachte koersdaling van de euro. In dit proces zal ook de Nederlandse industriële productie aantrekken. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit de ABN AMRO Sectorupdate Industrie.

Vooruitzichten voor industrie blijven gunstig GroEi iN 2014 EN 2015 Hoewel het herstel nog moeizaam verloopt en er nog voldoende risico’s zijn, zijn de verwachtingen in de industrie vooralsnog positief. Dit wordt vooral gevoed door de sterke stijging van het aantal buitenlandse orders in de industrie voor transportmiddelen, machines en metaalproducten. Ook zit de export naar landen als China, Rusland en Brazilië in de lift. Gezien de verbeterende omstandigheden in met name Duitsland en de vraag vanuit Duitsland naar Nederlandse industriële (half)fabrikaten verwachten de onderzoekers dat de export in de komende maanden verder zal aantrekken. Dit zal de Nederlandse economie en industrie een belangrijke impuls geven. In 2013 zal de industriële productie in de meeste branches nog stabiliseren tot licht krimpen. Voor branches die zich richten op buitenlandse

De productie in de industrie gaat stijgen. Daarbij wordt de stemming onder de ondernemers steeds positiever.

activiteiten ziet de toekomst er echter positief uit. ABN AMRO wijst er wel op dat de risico’s in de (mondiale) economie nog groot zijn en het herstel kwetsbaar is. Zij verwacht dat de Nederlandse economie in 2014 met 0,4 procent zal groeien, maar tekent aan dat er nog geen sprake is van een overtuigend herstel. De eurozone zal in 2015 een bescheiden herstel vertonen en hierdoor zal ook de Nederlandse industriële productie gematigd aantrekken.

STEMMiNG iN NEdErlANd VErbETErT Na acht maanden van krimp in de industriële productie in Nederland was in september weer sprake van productiegroei, mede dankzij een sterke groei van de orderportefeuille. Deze steeg in september met 9,9 procent op jaarbasis. ABN AMRO gaat ervan uit dat de omstandigheden in de industrie in de komende maanden verder zullen verbeteren. Niet alleen is de economie uit de recessie, ook de inkoopmanagersindex (PMI) staat ruim boven de neutrale grens van 50 indexpunten. Bovendien namen de verwachtingen over de bedrijvigheid onder ondernemers in oktober sterk toe en kwamen deze uit op een waarde van 3. Sinds juni 2011 is deze indicator niet meer positief geweest. Dit geldt ook voor het sentiment over de orderpositie. Hoewel de opwaartse trend duidelijk zichtbaar is, vertaalt dit zich volgens ABN AMRO nog niet direct in een stijging van nieuwe investeringen. Wel wijzen voorlopige indicatoren (zoals de PMI) erop dat de investeringen zich in de komende maanden verder zullen herstellen. De PMI van het aantal nieuwe orders en de bezettingsgraad duiden namelijk op herstel. Bedrijven zullen vervolgens meer gaan investeren om de nieuwe orders te kunnen verwerken. Op den duur zal volgens ABN AMRO hierdoor ook de werkgelegenheid in de industrie aantrekken.

10 13 iMaintain

022_23_24_25_Q_whatsNEXT.indd 22

04-12-13 09:10


WHAT’S NEXT 23

WikkElEN GroTE STATor GESTArT bij MAiNTENANcE PArTNErS Half november werd een zeer grote Ex-stator van een Nederlandse klant geleverd bij Maintenance Partners in het Belgische Zwijndrecht. De isolatie vertoont veroudering en moet vervangen worden. Met de levering in het atelier te Zwijndrecht is de aftrap gegeven van het afbouwen van een motor van twaalf megawatt die bij de klant een hypercompressor aandrijft. De compressor zelf is een bedrijfskritische machine. Om de productie zo kort mogelijk stil te leggen, is ervoor gekozen om een volledig nieuwe stator te bouwen met exact dezelfde afmetingen en specificaties. De reden is dat deeltjesontlading vastgesteld is door middel van ‘partial discharge’metingen. Dat is een indicatie van slijtage of veroudering van de isolatie.

Gebrekkige isolatie kan op lange termijn een potentieel gevaar vormen voor de werkomgeving doordat het tot de uitstoot van ozongas kan leiden. Ozon is een zeer agressief gas dat bovendien de isolatie verder aantast, wat het verouderingsproces van het isolatiemateriaal nog eens versnelt. Het afbouwen bestaat de komende maanden uit het wikkelen van de stator en het aanbrengen van de isolatie. Doordat de motor geïnstalleerd is in een explosiegevaarlijke omgeving wordt de stator volgens Ex-specificaties opgeleverd. Als alles goed gaat, zal de stator in het eerste kwartaal van 2014 terug naar de site van de klant getransporteerd worden. Daar wordt hij dan geplaatst, vervolgens wordt de originele rotor geïnstalleerd en de motor opgeleverd.

lANGduriGE SToP iNSTAllATiES PETTEN

Maintenance Partners in België gaat een grote stator van een Nederlandse klant nabouwen om de versleten oude versie te vervangen. De stator is onderdeel van een motor die draait in een explosiegevaarlijke omgeving. Isolatie is dus cruciaal.

EMErSoN WiNT EXidA SAfETy AWArd Emersons DeltaV SIS (Safety Instrumented System) heeft de exida Safety Award 2013 gewonnen. exida levert wereldwijd functionele veiligheid en certificering van cybersecurity voor de procesindustrie. Het kende de Safety Award toe aan het DeltaV SIS van Emerson in de categorie Logic Solvers en prees daarbij de Electronic Marshalling en CHARM-technologie van het systeem. ‘exida erkent het belang van topklasse als het gaat om functionele veiligheid’, aldus William Goble, partner van exida. ‘Na uitgebreide analyse van de genomineerde producten zijn we tot de conclusie gekomen dat DeltaV SIS met Electronic Marshalling een sleutelrol kan vervullen in de voortdurende strijd om de wereld veiliger te maken.’ Goble merkt op dat exida zich in de unieke positie bevindt dat het process safetyproducten van een groot aantal verschillende fabrikanten mag beoordelen. Met de uitreiking van de Safety Award kan het bedrijf producten belonen die opvallen doordat ze meer dan voldoen aan functional process safety-standaarden. Volgens Goble speelt cybersecurity tegenwoordig een belangrijke rol bij het opzetten van process safety-systemen, terwijl dit nog maar enkele jaren geleden nauwelijks aan de orde was. ‘Veel mensen hebben nu problemen om cybersecurity achteraf

De Hoge Flux Reactor (HFR) en de Molybdeen Productiefaciliteit (MPF) in Petten blijven enkele maanden buiten gebruik. Dat meldt de exploitant, NRG. Tijdens een onderhoudsstop constateerde NRG op 30 september een afwijking aan een regelstaaf van de HFR, die sindsdien stil ligt. De HFR was dit jaar pas drie maanden in bedrijf. De MPF is buiten bedrijf gesteld doordat er ‘mogelijk een overschrijding is geconstateerd’ van de grenswaarde voor de hoeveelheid uranium in een van de afvaltanks van een productielijn. NRG gaat de techniek, het veiligheidssysteem en de organisatie aanpassen en stelt dat er geen acuut veiligheidsprobleem is.

te integreren’, aldus Goble. ‘Bij het ontwerp van DeltaV SIS met Electronic Marshalling en CHARM-technologie was cybersecurity een belangrijk onderdeel.’ ‘Het is een compliment om op deze manier de erkenning van deze experts te krijgen’, aldus Jim Nyquist, president van Emerson Process Systems & Solutions, die de award in ontvangst nam. ‘Het vormt de bevestiging dat we ons doel hebben bereikt om aan alle strenge functionele eisen van systeemveiligheid te voldoen of deze zelfs te overtreffen en tegelijkertijd het systeem minder complex te maken.’

Jim Nyquist, president van Process Systems & Solutions van Emerson Process Management (links) neemt de Safety Award 2013 in ontvangst van exida-partner William Goble.

10

iMaintain 13

022_23_24_25_Q_whatsNEXT.indd 23

04-12-13 09:10


24 WHAT’S NEXT

5XbETEr GAAT door De sociale partners in de metaal zetten hun samenwerking voor veilig en gezond werken in de branche onverminderd door. In een gezamenlijk overleg hebben de Stuurgroep en Projectgroep van 5xbeter het Plan van Aanpak 2014-2016 vastgesteld. Sinds 2005 werken de sociale partners in de metaalbewerking en metalektro onder de vlag van 5xbeter gezamenlijk aan de ontwikkeling van een arbocatalogus voor de metaalsectoren. Het doel van deze arbocatalogus is om bedrijven en werknemers op een praktische manier te ondersteunen bij het borgen van veilige en gezonde arbeidsomstandigheden op de werkplek. Na het aflopen van de in de CAO’s vastgestelde financieringsafspraken dit jaar hebben de sociale partners besloten hun samenwerking in 5xbeter nog minimaal drie jaar voort te zetten. En bij een nieuwe uitvoeringsperiode hoort een nieuw plan van aanpak. De komende periode zet 5xbeter in op het nog beter bedienen van de bedrijven, ondernemingsraden en werknemers in de branche. Het gaat maatwerk bieden bij de verschillende stadia van implementatie van arbeidsveiligheid en -gezondheid op de werkvloer. Daarnaast wil 5xbeter haar bereik vergroten: meer bedrijven en medewerkers ondersteunen met het advies van de Verbetercoaches en de 5xbeter-instrumenten.

World clASS MAiNTENANcE oP iNNoVATiEESTAfETTE MET TWEE ProjEcTEN Het Dutch Institute World Class Maintenance heeft met twee projecten deelgenomen aan de Innovatie-estafette in de RAI, Amsterdam. De estafette heeft als belangrijkste doel innovaties te versnellen door samenwerking tussen verschillende partijen en disciplines. DI-WCM was aanwezig met de projecten UAS (Unmanned Aircraft Systems) en WCM Infrastructure. Inspecties van een grote brug of inspecties van dijken: op plekken waar je als maintenance manager moeilijk bij kunt, zou je met een UAS (Unmanned Aircraft System), ook wel aangeduid met RPAS (Remotely Piloted Aircraft System) een prima voorinspectie kunnen doen. Het gebruik van deze op afstand bestuurbare luchtvaartuigen zijn uiteraard een stuk eenvoudiger, veiliger en goedkoper dan steigers bouwen. In het UAS-project van WCM moet een kenniscentrum over UAS opgezet worden en worden daarnaast innovatieve oplossingen bedacht met gebruik van deze kleine luchtvaartuigen. Deze zullen gedeeld worden met de markt. Ook is DI-WCM een van de initiatiefnemers van het project ‘World Class Maintenance Infrastructure’. De komende twee jaar gaan zeven asset owners, product/ dienstverleners en kennisinstellingen op basis van open innovatie samenwerken om het onderhoudsmanagement van civiele infrastructuur op wereldklasseniveau te brengen. De resultaten zullen de infrastructuursector een flinke impuls geven. Door gezamenlijke innovatie en het delen van best practices, kan het onderhoud slimmer, effectiever en efficiënter worden gedaan.

iNfrASTrucTuur: MiNdEr budGET, MEEr VErTrAGiNG Door de recente bezuinigingsrondes is het infrastructuurbudget van het ministerie van I&M voor de periode 2014-2017 verlaagd van 29,6 miljard euro in de vorige begroting naar 28,4 miljard dit jaar, een daling van 4 procent. Voor aanlegprojecten is de komende jaren 2 miljard euro minder beschikbaar. Beheer en onderhoud krijgt in de komende jaren een impuls van 900 miljoen euro. Met name voor rijkswegen is veel minder budget beschikbaar dan in de vorige begroting. De bezuinigingen leiden ertoe dat meer projecten later zullen worden opgeleverd dan in de planning van vorig jaar. Dit blijkt uit de jaarlijkse analyse die het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in opdracht van Bouwend Nederland heeft gemaakt van het Meerjarenprogramma voor Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). De resultaten zijn opgenomen in het rapport ‘Infrastructuurmonitor; MIRT 2014’. Ook in de vorige begroting waren de financiële middelen voor de komende jaren al neerwaarts bijgesteld. Het totale budget voor infrastructuur (wegen, spoorwegen, vaarwegen, waterveiligheid) zal vooral in 2015 en 2016 dalen (gemiddeld 6,8 miljard tegen 7,3 miljard in 2012). Door de bezuiniging op rijkswegen treedt in de komende jaren een sterke verschuiving op van wegenprojecten naar waterveiligheidsprojecten. Het aandeel waterveiligheid zal stijgen van 14 procent in 2012/2013 naar gemiddeld 19 procent in 2014/2016. In het onderzoek zijn circa 150 projecten geanalyseerd. Eén op de drie projecten in de planstudiefase van het MIRT heeft een vertraging opgelopen, van gemiddeld ongeveer twee jaar. Het aandeel vertraagde projecten nam tot 2012 langzaam af. In de vorige begroting en in de huidige begroting is het aantal vertragingen weer toegenomen. Dit jaar zijn vooral meer wegen- en vaarwegenprojecten vertraagd. Om alle projecten die nu in de planstudiefase staan na afronding van de besluitvormingsprocedures te kunnen realiseren, zijn onvoldoende financiële middelen gereserveerd. In de periode 2014-2017 zou hiervoor 1,8 miljard euro extra nodig zijn. Ruim de helft hiervan betreft wegenprojecten. De regio Randstad Noord (Noord-Holland, Utrecht) heeft met 35 procent het grootste aandeel in de totale projectkosten in de komende jaren. Dit aandeel ligt hoger dan in de vorige begrotingen.

Door de recente bezuinigingsrondes is het infrastructuurbudget van het ministerie van I&M verlaagd van 29,6 miljard euro in de vorige begroting naar 28,4 miljard dit jaar. Dit betekent onder meer dat veel lopende projecten vertraging zullen oplopen.

10 13 iMaintain

022_23_24_25_Q_whatsNEXT.indd 24

04-12-13 09:10


WHAT’S NEXT 25

EiNdHoVEN TiENdE kEEr oP rij bESTE TEcHNiScHE uNiVErSiTEiT De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) komt als beste technische universiteit van Nederland uit de bus in de Keuzegids Universiteiten 2014. De TU/e staat voor het tiende jaar op rij op de eerste plaats, mede dankzij een hoge score op Technische Bedrijfskunde. TU/e werd beoordeeld op elf opleidingen en scoort bovengemiddeld op de sectoren economie en exact & ICT. Over de beoordeling van technische universiteiten zegt de gids: ‘Gemiddeld is Twente in het specialisme techniek het sterkst, vooral dankzij civiele techniek en advanced technology. Toch staan de collega’s uit Eindhoven hoger in onze ranglijst, want zij zijn ook sterk in technische bedrijfskunde – terwijl Twente met zijn bedrijfs- en bestuurskunde juist wat tegenvalt.’ Rector magnificus Hans van Duijn: ‘Het is geen toeval dat de TU/e de beste technische universiteit is. Dat bewijzen we met deze tiende benoeming op een rij en dat maakt ons erg trots.’ Eerder dit jaar benoemde Elsevier TU/e als beste universiteit van Nederland. Criteria hiervoor waren het oordeel van studenten en hoogleraren. Tijdens de uitslag van de Elseviergids ‘De Beste Studies’ kwam onder meer naar voren dat de TU/e de meest tevreden studenten heeft. Bovendien zegt meer dan veertig procent van de hoogleraren dat Eindhoven de meeste topopleidingen in huis heeft. ‘En ook dat is een fantastisch resultaat’, aldus de rector.

De Keuzegids Universiteiten 2014 wordt uitgegeven door het Centrum Hoger Onderwijs Informatie (CHOI). De gidsredactie van het CHOI beoordeelt opleidingen op allerlei punten. Ze gebruikt daarvoor vooral de studentenoordelen in de Nationale Student Enquête over onder meer het studieprogramma, de docenten en de faciliteiten van een opleiding. Maar ook expertoordelen uit de accreditatie van opleidingen door keuringsmerkinstantie NAVO en cijfers over studiesucces, afkomstig uit landelijke onderwijsstatistieken (20 procent). Sinds dit jaar wordt ook het aantal contacturen weer meegenomen in de weging.

De Technische Universiteit Eindhoven is wederom de beste TU. Vooral in de vakgebieden economie en exact & ICT scoort Eindhoven goed.

MEEr TrEiNEN AllEEN MoGElijk door iNNoVATiE SPoor ‘Innovatie en nieuwe technologie zijn noodzakelijk om ook in de toekomst meer treinen te kunnen laten rijden.’ Dat stelt Rolf Dollevoet in zijn intreerede als hoogleraar Railbouwkunde aan de TU Delft. ‘We eisen in Nederland steeds meer van ons spoorwegnet. Meer reizigers, meer treinen, meer goederenvervoer per spoor. Om te kunnen blijven groeien en te blijven voldoen aan eisen voor veiligheid en beschikbaarheid moet er iets fundamenteels veranderen in het spoorsysteem. We moeten nu een systeemsprong

‘Ik vergelijk het spoorsysteem met een bord spaghetti. Als je in het bord zit, denkt iedereen overal een beginnetje te zien. Pas als je boven het bord hangt, zie je wat er écht aan de hand is’, aldus spoorprofessor Rolf Dollevoet.

maken met het spoor. Je kunt dit vergelijken met de ontwikkeling in de communicatiewereld. Vroeger ging daar alles ook via een koperdraadje; nu via glasvezels’, zegt prof. dr. ir. Rolf Dollevoet. ‘Het oplossen van storingen kan slimmer. In plaats van kleine storingen aan individuele componenten op te lossen, is het veel beter om te kijken of je die componenten wel nodig hebt, én of die componenten niet slimmer kunnen.’ Dollevoet, die ook in dienst is van ProRail, bracht dit zelf eerder in de praktijk met een onderzoek naar defecten die in de kop van een spoorstaaf ontstaan door treinbelasting. Hij ontwikkelde een spoorstaafprofiel dat de kans op spoorstaafdefecten sterk verkleint, wat het aantal storingen vermindert. Dit leverde ProRail een vermindering van onderhoudskosten op van vijftig miljoen euro per jaar. ‘Dat is maar één voorbeeld. Dit soort innovaties zijn mogelijk bij tal van spoorcomponenten. Zo zou het bijvoorbeeld goed zijn als we het aantal wissels zouden kunnen verminderen, net als het aantal overwegen. Voor dat soort grote ingrepen is wel overzicht nodig. Ik vergelijk het spoorsysteem wel eens met een bord spaghetti. Als je in het bord zit, denkt iedereen overal een beginnetje te zien. Pas als je boven het bord hangt, zie je wat er écht aan de hand is. Ik denk dat hierin ook een rol is weggelegd voor de TU Delft. Wij kunnen dat totaalbeeld bieden. De TU Delft zit wetenschappelijk in de top drie op wiel/rail contactgebied. En er is nog een ander belangrijk aspect waar de TU aan kan bijdragen. De innovaties in het spoor zijn technisch vaak niet eens zo heel erg ingewikkeld. Het zijn vaak simpele, slimme ideeën. Maar om die innovaties ook echt in gang te zetten en door het systeem te krijgen, dát is vaak de ultieme uitdaging.’

10

iMaintain 13

022_23_24_25_Q_whatsNEXT.indd 25

04-12-13 09:10


26 AutoMAtisering

globale herautomatisering voor styron styron is met twintig productiesites op de wereld een van de grootste producenten van plastics, latex en rubberproducten en een van de grootste leveranciers van polystyreen en styreenbutadieen latex. Het bedrijf is in 2010 als afsplitsing van Dow Chemical verder gegaan en maakt daarbij nog steeds gebruik van het Mod5-systeem van Dow voor procesautomatisering. Hoewel het nog prima functioneert, is het tijd voor vervanging. Mark Oosterveer

De procesautomatisering voor de installaties van Styron is uitgevoerd met het Mod5-systeem van Dow. Dit systeem is ontwikkeld in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Deze eigen ontwikkeling is toegespitst op de regelingen en bediening van alle processen binnen Dow en Styron en daarbij is veel proceskennis en ervaring verwerkt in de regelingen. Joop Peeters, Shared Services M&E Leader bij Styron, kent het systeem goed. ‘Op zich zijn we erg tevreden met de werking van Mod5. Het is echt world class. Maar door de leeftijd van de hardware wordt het tijd om het systeem te gaan vervangen. Dat is een proces van jaren. Zowel in de voorbereiding als in de uitrol van de nieuwe automatisering gaat veel tijd zitten. Daarbij spelen technische en commerciële aspecten een rol. Net als de keuze van een bedrijf om met lokale of juist met een wereldwijde partner samen te werken.’

concern, zijn we ook afhankelijker van onze leverancier. Het nieuwe systeem gaan we niet meer zelf ontwikkelen maar willen we juist inkopen. Met de daarbij behorende ondersteuning van een partner die kan zorgen dat het werkt zoals wij willen. Die partij moet ook ondersteuning bieden voor de toekomst want de ontwikkelingen op het gebied van ICT gaan zo snel, dat je die kennis beter van buiten kunt halen.’ De keuze voor de nieuwe leverancier is gevallen op ABB met het 800XA-systeem. Tussen Dow en ABB is al jaren contact op R&D-niveau en met Styron is de match ook goed. Voor alle landen waar productiesites zijn, is een vestiging van de leverancier in de buurt. Voor engineeringtools kijkt Styron ook globaal. Een universele aanpak met pakketten en werkwijzen die door lokale partijen uitgevoerd kunnen worden. Ook daar is het bedrijf niet meer gebonden aan de inbreng van het oude moederbedrijf.

Match Styron heeft de afgelopen jaren een onderzoek gedaan onder wereldwijde leveranciers van procesautomatisering en DCS-systemen. Daar is een zogeheten shortlist uitgekomen van partijen die goed bij het bedrijf passen. Peeters: ‘We hebben zowel commercieel als technisch gekeken. We zochten een partner waar we met standaard oplossingen toch aan onze eisen en wensen konden voldoen. Dat voorkomt duur en moeilijk te onderhouden maatwerk en zorgt dat je probleemloos mee kunt met software-updates en aanpassingen. En omdat we als Styron wat kleiner zijn dan het oorspronkelijke

Winst uit multidisciplinaire samenwerking De vervanging van de automatisering bij Styron is een mooi voorbeeld van samenwerking tussen verschillende partijen. Wilt u meer horen over multidisciplinaire samenwerkingen in de industrie? Kom dan op 20 maart naar het congres iMaintain! Meer info: www.imaintain.info/congres

10 13 iMaintain

026_27_28_N_artikel.indd 26

Lagen De verwachte levensduur van de hardware bij systemen varieert per laag. De koppeling tussen veldinstrumenten en het besturingssysteem, de IO-laag, gaat twintig tot dertig jaar mee. Deze laag wordt bestuurd vanuit de zogeheten controllerlaag. Daar gaan de systemen gemiddeld vijftien tot twintig jaar mee. De laag waar alle processen worden bediend, de HMI-laag, is gebonden aan Microsoft. Dat houdt in dat de updates van PC’s en Windows-versies sneller gaan dan de lagen er onder, al wordt er spaarzaam omgegaan met het updaten van Windowsversies. Pas als de kinderziektes en beveiligingspatches goed en wel zijn uitgedokterd, kan een nieuwe versie worden gebruikt. Maar vaak wordt een hele versie overgeslagen. Software updates in de procesautomatisering hebben ook een lage frequentie. Als er een verbetering van het proces mogelijk

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

04-12-13 09:09


AutoMAtisering 27

De procesautomatisering voor de installaties van styron is uitgevoerd met het Mod5systeem van Dow. Dit systeem is ontwikkeld in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Door de leeftijd van de hardware, wordt het tijd om het systeem te vervangen.

is, kan deze worden meegenomen in een nieuwe versie voor het programma in de controller-laag. Daarbij wordt de proceskennis van Styron gecombineerd met de automatiseringskennis van de leverancier. En ondanks dat de productieprocessen al jaren draaien, is er toch steeds ruimte voor verbetering. Peeters: ‘De laatste jaren zien we een betere interactie tussen operations en maintenance. Betere kennisuitwisseling over het oplossen van vraagstukken zorgt op sommige plekken voor het aanpassen van de software. Er is veel moeite gestoken in de reductie van energieverbruik, bijvoorbeeld door het vervangen van conventionele motoren door frequentiegestuurde drives met de bijbehorende softwareaanpassingen. Deze focus op besparen heeft bij het proces voor de productie van polystyreen echt een grote energiebesparing opgeleverd. En omdat we de systemen gaan standaardiseren over de

hele wereld, kunnen we deze best practice eenvoudig uitrollen over alle sites.’

Werk wordt interessanter Bij het vervangen van het besturingssysteem wordt niet een nieuw systeem

‘Na de ombouw zou het zo kunnen zijn dat het systeem eerst even slechter presteert dan voorheen.’ geplaatst dat exact hetzelfde kan als het oude. De lat ligt hoger. Sommige processen zullen met advanced control volledig zelfstandig gaan draaien. Steeds meer zal integratie van processen en systemen mogelijk zijn. Peeters: ’De opdracht was om de kennis uit het oude systeem te migreren naar het nieuwe en om beter te presteren. Dat zal niet vanzelf gaan. We

kregen ook de opdracht om de verwachtingen van de gebruikers te managen. Na de ombouw zou het namelijk zo kunnen zijn dat het eerst even slechter presteert dan voorheen.’ Het nieuwe systeem geeft kans op verberen in de toekomst en geeft de garantie op continuïteit. Peeters ziet meer mogelijkheden: ‘We kunnen de standaardisatie van processen verder uitwerken in een globale aanpak. De efficiency van de ondersteuning op de systemen kan met onze partner verder worden verhoogd en ik verwacht zelfs dat dat nieuwe kansen op gaat leveren. De nieuwe technieken maken het werk interessant voor de nieuwe generatie operators. Het werk is ook aantrekkelijker op een nieuw systeem dan met technieken van dertig jaar oud. En het omzetten van de sites zal op korte termijn ook werkgelegenheid bieden.’ De migratie naar het nieuwe systeem gaat gefaseerd. Peeters: ‘Op dit moment zijn

10

iMaintain 13

026_27_28_N_artikel.indd 27

04-12-13 09:09


28 AutoMAtisering

we met een groep mensen bezig om de kennis en de optimalisatieslagen uit de bestaande systemen te halen. We werken de standaardisering verder uit en met testen en simuleren zorgen we dat de kans op fouten minimaal is.’ Bij Styron in Terneuzen staat een pilotplant waar de nieuwe harden software wordt getest. Peeters: ‘Ook op kleine schaal merk je het al, het is van groot belang om bij zo’n project functieomschrijvingen vast te leggen en daarbij ook af te spreken hoe het werk uitgevoerd gaat worden. Iedereen moet weten waar ze aan toe zijn en waar ze met vragen of ervaringen naartoe kunnen.’

Centers of excellence De eerste echte plant die met het nieuwe systeem uitgevoerd gaat worden, is de polystyreenplant van Styron in Indonesië. Daar zal het systeem worden vervangen met ondersteuning vanuit Terneuzen en

‘De nieuwe technieken maken het werk interessant voor de nieuwe

vanuit de Verenigde Staten. ABB levert kennis en ondersteuning vanuit Singapore, de VS en India en zal met lokale mensen het werk uitvoeren. De kennis en ervaring die bij deze implementatie wordt opgedaan, wordt vervolgens gebruikt om de fabriek in het Belgische Tessenderlo te moderniseren. Voor de batchprocessen waarmee latex wordt geproduceerd, wordt een vergelijkbaar traject gestart. Als eerste zal in Terneuzen worden gestart met Styron-ondersteuning vanuit Duitsland en de VS. ABB zet mensen in uit EttenLeur, Ierland, de VS en India. Peeters: ‘We gaan bij die trajecten voor de Most Effective Technologies. Zowel voor de apparatuur en de programma’s als het gebruik ervan. Omdat de systemen over de wereld steeds meer geïntegreerd zullen raken, hebben we via smart clients toegang tot realtime- en historische gegevens van de sites. Dat maakt het inrichten van centers of excellence mogelijk.’ Per fabriektype werkt nu een zogeheten Core-team van zo’n twintig mensen aan de projecten. Zo’n kernteam doet de eerste assessments bij de fabrieken en bouwt zo voldoende kennis op voor de grote uitrol van het project. Het doel daarbij is om

FOTO: STyRON

generatie operators.’

steeds breder te kunnen werken aan de implementatie van de nieuwe systemen. Eerst wordt de standaard gezet, vervolgens worden twee fabrieken parallel vernieuwd en daarna meerdere fabrieken tegelijk. Met deze aanpak moeten 100.000 IO-punten van in totaal twintig Styron-fabrieken in de komende zes jaar van nieuwe automatisering worden voorzien. De veldinstrumentatie blijft daarbij in principe onaangeroerd. Peeters: ‘De instrumenten in het veld worden vervangen als het nodig is en dat staat los van dit traject. Hierbij blijft alles vanaf de instrumentatie tot aan de crossboards gelijk. Zo weten we dat tot op het punt van aansluitingen alles in principe werkt en kunnen we met minimale downtime de zaak overzetten op de

nieuwe besturing. Alle systemen zijn dan al uitvoerig getest met de simulator en kunnen worden aangesloten op het veld. Het omzetten van de automatisering gebeurt tijdens de onderhoudsstops die al voor de verschillende plants gepland staan.’ De investering voor deze herautomatisering is aanzienlijk. Daarom is commitment vanaf de top van het bedrijf nodig om bij alle vestigingen en bij alle mensen de vaart erin te houden. Vanuit de bedrijfstop wordt ook uitgekeken naar de resultaten. De nieuwe aanpak zorgt voor standaardisatie van werkprocessen en geeft vervolgens de ruimte om resultaten van fabrieken te benchmarken. En omdat de processen gestandaardiseerd zijn, zijn optimalisatieslagen ook sneller en effectiever door te voeren. n

10 13 iMaintain

026_27_28_N_artikel.indd 28

04-12-13 09:09


INNOVATIE 29

Onderhoud maakt inhaalslag De onderhoudssector kampt met een imagoprobleem. Behalve dat al het werk zich achter de schermen voltrekt en dus ‘onzichtbaar’ is, denken mensen bij onderhoud nog steeds aan vieze handen en stofjassen. En dat terwijl zonder onderhoud alles stilstaat en er rampen kunnen gebeuren. Daarbij wordt onderhoud steeds innovatiever en gaat het allang niet meer enkel om sleutelen aan machines. Hoogleraar aan de Universiteit van Twente Tiedo Tinga pleit voor ‘dynamisch onderhoud’ en luidt daarmee een nieuw tijdperk in voor de onderhoudswereld. Elise Quaden

Traditioneel preventief onderhoud kost veel tijd en geld en vertroebelt het zicht op de daadwerkelijke veiligheid van een installatie. Dynamisch onderhoud is daarom de toekomst. In zijn inaugurele rede ‘de Dynamiek van Onderhoud’ ter aanvaarding van het ambt van hoogleraar aan de Universiteit Twente, geeft Tinga de inhaalslag weer die het vakgebied gemaakt heeft.

Oratie Prof. Tiedo Tinga is deeltijdhoogleraar aan de Universiteit Twente. Daarnaast is hij universitair hoofddocent aan de Nederlandse Defensie Academie. Zijn oratie met de titel ‘de Dynamiek van Onderhoud’ vond plaats op 7 november. Het oratieboekje van Tinga is op te vragen bij de Universiteit Twente: www.utwente.nl

Voorspellen met modellen ‘Vroeger ging het zo dat je data over een systeem verzamelt en op basis daarvan inschat wanneer onderhoud nodig is, ook wel experienced based genoemd’, zegt Tinga. ‘Heeft een auto 50.000 kilometer gereden? Dan volgt groot onderhoud. Maar is dat nodig als die auto alleen maar soepele snelwegkilometers verteerd heeft? Vooral op gebieden waarbij falen grote gevolgen heeft, zoals de luchtvaart, is onderhoud daarom aan de orde van de dag. Op deze manier zie je echter niet

wanneer een systeem nou daadwerkelijk faalt. Wat wij doen, is het voorspelbaar maken van onderhoud. Door middel van fysische modellen voorspellen we wanneer systemen stukgaan en dus wanneer onderhoud nodig is. Ook wel just-in-timemaintenance genoemd. Door middel van sensoren detecteren we bijvoorbeeld afwijkingen in trillingsgedrag en stellen we vast wanneer reparatie of vervanging nodig is. Aan goed onderhoud van kapitaalintensieve goederen is grote behoefte en wij springen daar op in.’

Professor Tiedo Tinga naar aanleiding van zijn oratie: ‘Door middel van fysische modellen voorspellen we wanneer systemen stukgaan en dus wanneer onderhoud nodig is.’ Met wat hij ‘dynamisch onderhoud’ noemt, wil hij een nieuw tijdperk inluiden voor de onderhoudswereld.

Abonnees lezen meer op www.imaintain.info

029_K_artikel.indd 29

FOTO: RANDY MONTOYA

Jeugd enthousiasmeren Op meerdere terreinen zijn bedrijven en instellingen bezig om maintenance op de kaart te zetten. De personeelstekorten groeien en de verwachte braindrain zet in. Reden genoeg om de jeugd te enthousiasmeren voor het vak. Op de Universiteit Twente wordt druk gewerkt aan een Masteropleiding. Sinds dit collegejaar bestaat er al een specialisatie binnen de masters van de opleidingen Werktuigbouwkunde en Technische Bedrijfskunde (Maintenance Engineering en Operations). Ook is op de Universiteit Twente een speciaal Maintenance Consortium vormgegeven onder de naam Twente Is Maintenance Excellence (TIME). Dit consortium speelt in op de behoefte om verschillende disciplines uit de wetenschap samen te voegen binnen maintenance. ■

10

iMaintain 13

04-12-13 09:09


iMaintain.info

geeft nog meer waarde voor uw geld

Meer nieuws dan ooit • • • • • • • •

Actuele berichtgeving over de gehele onderhoudssector Alle productinnovaties overzichtelijk bij elkaar Volledig evenementenoverzicht Online catalogi met producten en diensten Multimediale bedrijfspresentaties Tweewekelijkse Nieuwsbrief Live twitter updates LinkedIn interacted

iMaintain-abonnees krijgen meer • De nieuwste iMaintain staat een week voor verschijnen online • Abonnees krijgen toegang tot alle eerder verschenen artikelen • Volg de status van nieuwe projecten en uitbreidingen in de projectendatabase imaintain.info

Abonneer u nu op iMaintain en blijf iedereen voor

_adv_www_iMaintain.indd 43

29-11-13 08:42


Maint

NL

Het magazine van de NVDO

Onderhoudssector krijgt het druk | Infraonderhoud toont innovatiekracht tijdens iMaintain INFRA | Chemie en onderhoud moeten inniger samenwerken 031_MA_NVDO_cover.indd 31

04-12-13 09:09


DECONTAMINEREN? Altena Industrial Services B.V. is gespecialiseerd in het chemisch technisch reinigen en decontamineren van industriĂŤle installaties. De aanpak is dat wij ter ondersteuning van het operationeel personeel de volledige zorg voor de te reinigen installatie voor onze rekening nemen. Decontamineren van plantequipement voorafgaande aan de Turn Around met als doel de installatie veilig en schoon aan de mechanische contractor te kunnen overdragen. Neem voor meer informatie contact met ons op.

www.hi-force.com

Bel: +31(0)416-670700 WWW.ALTENA.COM www.hi-force.com

032_altena_hiforce.indd 1

ALS KWALITEIT VOOROP STAAT

03-12-13 16:06


Van de voorzitter Durf je medewerkers bovenaan te zetten Continu verbeteren is allang niet meer alleen het feestje van autoproducenten. Ook u en ik zijn er in onze dagelijkse praktijk dagelijks mee bezig. Massaal richten we onze pijlen op verbeterprogramma’s met als doel ‘de klant beter te bedienen’ middels Operational Excellence, Business Excellence, Lean Six Sigma, Total Quality Management, Total Productive Maintenance, Value Driven Maintenance, Lean Manufacturing, et cetera. Maar welke methodiek we ook kiezen, allemaal kennen ze hetzelfde kernelement; het bereiken van een cultuur waarin medewerkers en leidinggevenden continu hun manier van werken verbeteren. En omdat het een continu proces is met constante aandacht, blijft het actueel, zowel binnen de organisatie als in uw relaties met toeleveranciers of opdrachtgevers. Maar hoe veelbelovend de strategie in eerste instantie ook klinkt, in de praktijk hebben veel organisaties moeite met het succesvol realiseren van continu verbeteren. Want als dit aanvankelijk goed lukt, moet er toch iemand zijn die “na het plukken van het laaghangend fruit” weet door te pakken. Kortom, er is behoefte aan kennis van de menselijke kant van continu verbeteren, zoals: welke leiderschapsstijl moet het management vertonen? Hoe creëer je operationele teams die enthousiast hun eigen werk blijven aanscherpen? Wat is de rol van senior leiders eigenlijk? Hoe zorg je dat continu verbeteren in de genen gaat zitten bij iedereen en slimmer werken onderdeel wordt van het dagelijkse werk? Aan de TU Twente werd onlangs onderzoek gedaan naar de leiderschapsstijl van onder andere een aantal zeer effectieve ‘Lean-Middle-Managers’ in verschillende vooraanstaande Nederlandse organisaties, die al enige

tijd werken volgens de Lean principes. Het gedrag van effectieve ‘Lean-Middle-Managers’ werd vergeleken met effectieve managers in het middenkader binnen organisaties die werken volgens andere principes dan Lean. Opvallend is dat effectieve Lean Managers zich veel minder verdedigen ten opzichte van hun teamgenoten vergeleken met hun niet-Lean-gedreven collega’s. Ook zijn ze veel meer gericht op het laten excelleren van hun eigen teamleden door hen te ondersteunen in hun rol. Kortom, een ideale Lean Manager is iemand die zijn medewerkers regelmatig vraagt: “Hoe goed doen we het en wat kunnen we nog verbeteren?” Met leiderschap alleen zijn we er echter nog niet, het gaat om het gedaan krijgen! Het realiseren van de strategie. Uiteindelijk zijn het de operationele teams die de grootste bijdrage moeten leveren aan het succes van continue verbeterstrategieën. En juist hierover is nog maar weinig bekend. Niet alleen in mijn functie als maintenance manager, maar ook als voorzitter van de NVDO zeg ik daarom: “Je moet eigenlijk de organisatiepiramide omdraaien. Want de belangrijkste mensen, dat zijn degenen die de maintenanceorganisatie leren samen te werken met productie, die de klant telefonisch te woord staan en die durven te verbeteren, of ten minste voorstellen daartoe doen! Die zorgen ervoor dat de informatie tussen alle lagen wordt doorgegeven, een wisselwerking. Je moet durven om je medewerkers bovenaan te zetten.”

Maar hoe veelbelovend de strategie in eerste instantie ook klinkt, in de praktijk hebben veel organisaties moeite met het succesvol realiseren van continu verbeteren.

Bas P. Kimpel Voorzitter

MaintNL 10 – 2013 33

033_MB_NVDO_Voorzitter.indd 33

04-12-13 09:08


50 jaar NVDO

Onderhoudssector krijgt het druk Dat Maxime Verhagen op tijd verscheen bij het jubileumfeest van de NVDO was een klein wondertje. Een verkeersinfarct op de A15 gooide roet in het eten. De voorzitter van Bouwend Nederland liet zich echter niet kennen, regelde een auto aan de andere kant van de Lek, nam een sprint naar een pontje en kon zo zijn weg vervolgen. Dat Bouwend Nederland ook de infrasector vertegenwoordigt, maakte de situatie alleen maar beeldender. Nederland staat vast en moet snel weer op gang komen, was de boodschap. David van Baarle Uiteraard feliciteerde de voormalig minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de NVDO met haar vijftigjarig bestaan. ‘Wij bouwen Nederland en u onderhoudt haar, en dat al vijftig jaar. Samen werken we aan een land waar het prettig wonen, werken en reizen is. Tenminste, als je niet vaststaat in de file. In de huidige situatie mag u zich prijzen dat u in het onderhoud zit. In het huidige economische klimaat wordt veel bespaard op bijna alles. Maar er is een kentering gaande waardoor u het straks drukker krijgt. Er is minder geld voor vervangingsinvesteringen, dus ligt de nadruk steeds meer op levensduurverlengend onderhoud. En was onderhoud in het verleden iets waar je aan dacht als het al gebouwd was, nu wordt er steeds vaker al bij het ontwerp rekening mee gehouden. Door moderne contractvormen zoals DBFMO krijgt onderhoud een steeds prominentere rol. In de gebouwde omgeving betekent dit dat een aannemer niet meer de sleutel overhandigt en vervolgens wegrent. Nee, men gaat een duurzamere relatie aan voor meerdere jaren. We kunnen elkaar op dit vlak helpen en opdrachtgevers vragen om de ruimte te geven om anders aan te besteden en te zoeken naar nieuwe contractvormen. We moeten duurzamer en energiezuiniger bouwen en de kosten over de gehele levensduur berekenen. Dat is geen luxe, maar pure noodzaak.

Dat betekent bij de bouw al nadenken over het onderhoud, maar ook wat je met het gebouw doet als het zijn functie verliest. Ga je het flexibel inrichten zodat je het zonder al te veel verspilling een nieuwe bestemming kan geven? Als ze daar bij de bouw van de huidige scholen en verpleeghuizen al over hadden nagedacht, zaten we nu niet met overtollige gebouwen. Nu moeten mensen hun eigen zorg regelen en ontstaan andere wooneisen. Om aan die eisen te voldoen, is innovatie op het gebied van bouw en onderhoud nodig.’

Aan elkaar knopen Ook het nieuwe SER Energieakkoord biedt perspectief voor de gebouwde omgeving, zegt Verhagen. ‘Men heeft aangegeven dat in de gebouwde omgeving jaarlijks 1,5 procent energie moet worden bespaard. Er zijn vijf miljoen verouderde woningen die moeten worden opgeknapt en energiezuinig ingericht. Verduurzaming is sowieso een hot topic, nu er fondsen beschikbaar komen voor het renoveren van bestaande woningbouw. Speciaal daarvoor is zeshonderd miljoen euro beschikbaar gesteld en voor energiebesparing in de gebouwde omgeving is nog eens vierhonderd miljoen euro uitgetrokken. Als je die twee combineert, kun je een miljard euro inzetten om de bestaande woningmarkt te verduurzamen. Daar wordt een onderhoudsspecialist blij van.

Mijn taak als voorzitter van Bouwend Nederland is om zaken aan elkaar te knopen. De branches kunnen nog veel beter samenwerken. Voor het komende jaar heb ik dan ook iets voor uw branche geregeld. Via een motie van D66, SGP en ChristenUnie hebben we het voor elkaar gekregen dat het lage BTW-tarief voor renovatie en onderhoud in 2014 wordt verlengd. Dat betekent dus dubbel voordeel: er is geld voor renovatie en onderhoud, dat ook nog eens lager wordt belast.

‘Wij bouwen Nederland en u onderhoudt haar, en dat al vijftig jaar. Samen werken we aan een land waar het prettig wonen, werken en reizen is.’ Over de wegen ben ik iets minder enthousiast. Want ook die moeten worden onderhouden en dat onderhoud loopt momenteel behoorlijk achter vergeleken met andere landen. Nederland staat op dit moment wat betreft groei op het niveau van Roemenië. En dat terwijl de Nederlandse infrastructuur zichtbaar veroudert. Veel leidingen liggen meer dan vijftig jaar in de grond en moeten intussen worden vervangen. Hetzelfde geldt voor wegen, bruggen en kunstwerken. Toen deze jaren geleden werden gebouwd, waren ze niet ontworpen op de huidige verkeersbelasting. De keuze is dan ook vervangen of onderhouden. Het budget neemt per jaar met zo’n 1,5 miljard af dus ik zou voor onderhoud meer budget reserveren. Dat geld is er ook, maar dat betekent nog niet dat het ook wordt uitgegeven. De besluitvorming bij onderhoudstrajecten mag dan ook wel wat sneller gaan. Ik koester de hoop dat gemeentes en provincies hierin het goede voorbeeld gaan geven zodat ook de Rijksoverheid het voordeel hiervan gaat inzien. Zo zou men de

34 MaintNL 10 – 2013

034_35_MV__NVDO-artikel.indd 34

04-12-13 09:08


FOTO: LINDA LELIVELD

Maxime Verhagen op het NVDO-jubileum: ‘Mijn taak als voorzitter van Bouwend Nederland is om zaken aan elkaar te knopen. De branches kunnen nog veel beter samenwerken.’

krachten moeten bundelen en beter samenwerken om projecten efficiënter te laten verlopen. Als een riool moet worden vervangen, laat dit dan samenvallen met noodzakelijk onderhoud aan een weg waaronder dit riool loopt. Ook de gemeentebudgetten staan onder druk, dus dat geld moet wel zorgvuldig worden besteed. Ik verbaasde me onlangs nog over het bericht dat veel scholen kampen met achterstallig onderhoud. Er blijkt driehonderd miljoen euro te zijn gereserveerd voor restauratie, maar dat geld wordt niet besteed door bureaucratische rompslomp. We zullen met zijn allen meer druk moeten uitoefenen op de overheid om geld uit te geven.’

Ga zelf voor de klas staan Laatste punt dat Verhagen aansneed, is de arbeidsmarkt. ‘Tot voor kort hadden we in

ons land meer jongeren dan ouderen. Inmiddels is dat andersom geworden. Daarbij was er de afgelopen jaren een daling in het aantal bèta- en techniekstudenten. Het is echter lastig om promotie te maken voor een technisch beroep terwijl in de sector ook ontslagen vallen. Jongeren willen wel voor een beroep kiezen waar ze ook een baan kunnen krijgen. De voorspellingen wijzen echter in de richting van een tekort aan technische handjes in 2015. We zullen er dus alles aan moeten doen om het onderwijs op peil te brengen. Er is nu nog een te groot verschil tussen wat scholen leveren en wat bedrijven nodig hebben. Met het Techniekpact wordt gekeken naar leer- en werkplaatsen, stages en beurzen, daarmee trek je jongeren over de streep. Het bedrijfsleven kan daar ook een belangrijke rol in spelen, in de chemie gebeurt dat

al. Ga zelf eens voor de klas staan en laat zien hoe leuk uw vak is. Neem een voorbeeld aan de initiatieven die momenteel van de grond komen. Science Center Delft heeft samen met het Haagse Museon een programma met workshops voor basisscholen samengesteld. Het is niet allemaal kommer en kwel, inmiddels neemt het aantal bètastudenten weer een beetje toe. Het is nu zaak de opgestarte programma’s voort te zetten en het gat tussen vraag en aanbod te dichten. Samen kunnen we ervoor zorgen dat we de komende vijftig jaar voldoende personeel blijven houden. Ik hoop dat ik u met mijn verhaal ervan heb overtuigd dat er genoeg kansen voor uw sector zijn. Ik hoop dan ook van harte dat u de komende vijftig jaar nog in een welvarend en goed onderhouden land kunt leven.’ n MaintNL 10 – 2013

034_35_MV__NVDO-artikel.indd 35

35

04-12-13 09:08


50 jaar NVDO

Techniek voor kinderen nog steeds abstract Kok worden. Of politieagent. Voor veel kinderen hun toekomstdroom. Er zijn maar weinig kinderen die nu al weten dat ze later iets met techniek willen gaan doen. Niet heel vreemd met een gebrek aan techniekles op school en weinig trotse technische rolmodellen in de omgeving. Het Platform Bètatechniek gaat daar iets aan doen en wil dat vier van de tien leerlingen voor een bètastudie gaan kiezen. David van Baarle De jeugd heeft de toekomst en als we die jeugd richting techniek willen loodsen, kan je maar beter vroeg beginnen. Hoe groot de bètatekorten worden, daar verschillen de meningen nog over, maar dat een bètastudie veel perspectief biedt, daar zijn alle partijen het over eens. Het Techniekpact, een samenwerking tussen het bedrijfsleven, de regionale overheden en de Rijksoverheid, heeft inmiddels zelfs bedongen dat techniekles vanaf 2020 verplicht wordt op de Nederlandse basisscholen. Inmiddels is een aantal scholen al begonnen met technieklessen. We vroegen een

aantal kinderen dan ook naar hun toekomstbeeld en uiteraard ook of techniek daar deel van uitmaakt.

Wat moet je weten? Nora is acht-en-een-half. Ze heeft een paar beroepen die haar wel leuk lijken voor later. In een bakkerij werken, of een beroemde paardrijdster worden of een bioloog, net als Freek op tv. Of iets met techniek of zo. Voor bioloog moet je veel over dieren weten en of ze giftig zijn. Om in een bakkerij te werken moet je snel brood kunnen maken en je moet klanten kunnen ont-

vangen. Ook Piet van vijf ziet zichzelf later als bakker en volgens hem moet je daarvoor vooral weten hoe je brood bakt. Tim is negen en wil kok worden, maar eigenlijk alleen maar om genoeg geld te verdienen om zijn eerste DJ-uitrusting te kunnen betalen. Want dat wil hij eigenlijk nog liever worden. Een kok moet uiteraard goed kunnen rekenen omdat hij het verschil moet kennen tussen een liter en een milliliter. Dat is overigens niet een van zijn leukste vakken, want dat is geschiedenis. De negenjarige Sam weet nog niet wat hij wil worden, maar hij vindt het in ieder geval leuk om dingen met zijn handen te maken. Joep, zeven jaar oud, ziet voor zichzelf een toekomst als boer. Maar wat hij daarvoor allemaal moet kunnen, dat weet hij nog niet. En wat hij moet weten? ‘Hoe je moet doen wat een boer doet.’ Koen is zeven en wil zoals veel jongens van zijn leeftijd politieagent worden. De belangrijkste vaardigheden die je daarvoor nodig hebt zijn volgens hem boeven vangen en uitslapen ‘want je moet vaak nachtdiensten draaien’. Ook niet onbelangrijk is weten waar de sleutel van de gevangenis ligt, dat je kunt autorijden en weten hoe een pistool werkt.

Tastbaar beroep Opvallend is dat de ambachtelijke beroepen het bij de jongere kinderen goed doen. Als je al een conclusie mag trekken, dan zie je nog geen onderhoudstechnici in de dop. Maar aan de andere kant kiezen de kinderen ook niet voor accountancy, criminologie of geneeskunde, de populairste studies van dit jaar. Die keuze voor een tastbaar beroep is misschien ook niet zo heel vreemd in een leeromgeving waar vakken als taal, spelling, lezen en wereldoriëntatie de hoofdmoot vormen. Het enige bètavak dat de kinderen voorgeschoteld krijgen, is rekenen. Gelukkig vindt Joep dat het leukste vak dat hij krijgt op school. Hij is daar

36 MaintNL 10 – 2013

036_37_38_MN__NVDO-artikel.indd 36

04-12-13 09:40


naamde ambassadeurs van de techniek de kinderen enthousiasmeren voor een baan in de techniek.

Rolmodellen

tevens de enige in, wat ongeveer vergelijkbaar is met het landelijke gemiddelde: twee op de tien leerlingen kiest uiteindelijk voor een bètastudie. Het Platform Bètatechniek wil dit opschroeven naar vier op de tien.

Twee op de tien leerlingen kiest voor een bètastudie. Het Platform Bètatechniek wil dit opschroeven naar vier op de tien. Overigens wil dat niet zeggen dat de kinderen niet technisch bezig zijn. Nora vindt het bijvoorbeeld leuk om met haar handen te werken en soms ook met haar vader te klussen of dingen uit elkaar te halen. Joep en Piet vinden knutselen leuk en Tim heeft wel eens een computer en een wekker gesloopt om te kijken hoe dat nu van binnen eruitziet. Ook op school komen de kinderen via technieklessen vaak wel in aanraking met technische vaardigheden. Hoewel techniek (nog) geen verplicht vak is, moeten basisscholen wel aandacht besteden aan wetenschap en techniek. Dat staat in de kerndoelen. Hoeveel uur daaraan moet worden besteed, staat echter niet vast. Op de school van Nora wordt bijvoorbeeld wel techniekles verzorgd, maar dat is een keuzevak. Nora heeft voor toneel gekozen. Ze weet wel wat techniek is, zo maken ze op school met een plankje en spijkers een flipperkast of ze gaan figuurzagen of met tech-

nisch Lego aan de slag. Sam en Joep hebben vorig jaar wel techniekles op school gehad, maar blijkbaar is het er dit jaar nog niet van gekomen. Koen kan het zich zelfs niet meer herinneren. Tim weet nog goed dat hij een plastic fles op luchtdruk de lucht inschoot, zeep heeft gemaakt en via zonnepanelen een lichtje liet branden en dingen liet bewegen. Het aanbod van kant-en-klare technieklessen voor basisscholen wordt inmiddels steeds groter. Zo is op de site van Techniektalentinjeklas.nu voldoende te vinden en TechniekTalent biedt zelfs een coach aan die helpt techniek in te voeren in het onderwijsaanbod. Daarnaast kunnen zoge-

Wellicht dat zo’n ambassadeur ook het beeld kan bijsturen dat kinderen hebben over werken in de industrie. Sam weet in ieder geval dat ze daar spullen maken, maar als je hem vraagt of hij er ook wil werken, zegt hij: ‘Ik zou er wel in willen kijken, maar niet werken want je hebt het veel te druk en je moet dingen af hebben in een bepaalde tijd.’ Koen noemt als voorbeeld van dingen die in een fabriek worden gemaakt: tafels of snoep. Maar ook hij zou er ook niet willen werken ‘omdat er allemaal rook zit’. Tim ziet werken in de fabriek vooral als op knoppen duwen en aan dingen trekken om de machines aan het werk te laten gaan. Maar dankzij een verhaal in Donald Duck weet hij dat je helemaal tureluurs kan worden als je de hele dag pakjes margarine moet inpakken. Dus er werken ... nee. De enige positieve uitzondering is Nora. Het lijkt haar wel cool om in een fabriek te werken waar je met chemische spulletjes werkt, zoals batterijen maken. Gewoon om daar te werken. Nora zou zo’n fabriek ook best wel eens willen bezoeken tijdens een open dag. Ze was al eens bij een open dag van de waterzuivering. Misschien heeft het wel te maken met het feit dat Nora’s oom Dick in het ziekenhuis werkt ‘om te zorgen dat de apparaten het blijven doen’. Onderhoud dus. Een rolmodel kan blijkbaar helpen bij de

MaintNL 10 – 2013

036_37_38_MN__NVDO-artikel.indd 37

37

04-12-13 09:40


50 jaar NVDO

keuze voor een technische studie. Ook Sam kent iemand die in een fabriek werkt. Zijn oom werkt namelijk in een cacaofabriek. Maar de meeste kinderen kunnen niet direct iemand opnoemen die in de techniek werkt. Misschien omdat ze echt niemand kennen, maar het kan natuurlijk ook zijn dat technisch geschoolden niet altijd met trots vertellen wat voor werk ze doen. En als techniek en technische beroepen al ver van de belevingswereld van kinderen staan, hoe zit het dan met onderhoud? Het begrip ‘onderhoud’ is best abstract, alhoewel Sam het wel goed wist samen te vatten: ‘Dan controleren ze iets en als er iets verkeerd is, maken ze het.’ Om het iets tastbaarder te maken, vroegen we de kinderen of ze wisten hoe de weg goed blijft. Joep: ‘Dat ze het weer dicht maken als het stuk is.’ Tim weet nog te vermelden dat ook de strepen en pijlen op de weg, verkeersborden en de lantaarnpalen zo nu en dan moeten worden vervangen. Koen gaat wat rigoureuzer te werk en laat alles afbreken en opnieuw maken.

Sam weet ‘onderhoud’ goed samen te vatten: ‘Dan controleren ze iets en als er iets verkeerd is, maken ze het.’ Dan de auto van je vader en moeder? Hoe zorgen ze ervoor dat die blijft rijden? Tim weet in ieder geval dat de olie zo nu en

dan moet worden ververst, de motor nagekeken en de banden en lampjes vernieuwd. Koen voegt daar nog wassen en tanken aan toe.

Over vijftig jaar Dan bleef nog de moeilijkste vraag van allemaal over: hoe denk je dat de wereld er over vijftig jaar uitziet? Als Nora over de toekomst fantaseert, denkt ze dat we later in hele luxe huizen wonen en futuristische kleren dragen. En alsof dat niet genoeg is, gaat ze later met een raket op vakantie naar de maan. Want dat kan dan gewoon, dat is gratis over vijftig jaar. Sam weet het nog niet zo goed hoe de wereld

er dan uitziet, maar hij is er wel van overtuigd dat we dan in ieder geval heel rijk zijn en veel spullen hebben. Voor de rest verwacht hij niet zoveel veranderingen: hij woont waar hij nu woont en gaat met het vliegtuig op vakantie. Joep gaat waarschijnlijk met hem mee op vakantie, maar naar het werk gaat hij met de trein, net als zijn vader en moeder. En als Koen dan over vijftig jaar politieman is, woont hij in een villa en gaat met de trein of de auto naar zijn werk en met het vliegtuig of de boot op vakantie. Tim heeft op televisie gezien dat in 2015 de eerste vliegende auto op de markt komt, dus over vijftig jaar hebben we er allemaal eentje. Bovendien zitten de huizen vol machines en robots: ‘Dan heb je een koffieapparaat waartegen je kan zeggen wat voor koffie je wil.’ Ook verwacht hij veel zonnepanelen op de daken en radarschotels voor de nodige communicatie. Techniek lijkt niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Hoewel in vijftig jaar heel veel kan gebeuren, ligt het voor de hand dat er dan eerder meer en complexere technische installaties zijn dan minder. Het Techniekpact neemt de opdracht om de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksector te verbeteren en daarmee het tekort aan technisch personeel terug te dringen dan ook serieus. Helaas is de generatie die wij spraken in 2020 klaar voor het middelbaar onderwijs. Gelukkig wordt ook daar alles gedaan om de keuze richting techniek te dirigeren. n

38 MaintNL 10 – 2013

036_37_38_MN__NVDO-artikel.indd 38

04-12-13 09:40


FOTO: Wim RaaijeN

Chemie vraagt onderhoud om mee te denken

Gerard van Harten, boegbeeld van de Topsector Chemie: ‘Het is ongelooflijk hoeveel slagen er de afgelopen jaren zijn gemaakt op het gebied van veiligheid en milieu.’

Het doel van de Topsector Chemie is duidelijk: naar een leidende positie in de groene chemie. Om dat doel te halen, heeft de chemische sector wel de ondersteuning nodig van de gehele keten: ‘Gebruik van groene grondstoffen heeft zijn weerslag op de assets. Die moeten zo efficiënt mogelijk worden ingezet en onderhoud is daarbij een onderscheidende factor’, zegt boegbeeld van de Topsector Chemie Gerard van Harten. David van Baarle De Nederlandse chemische industrie en de onderhoudssector zullen de komende vijftig jaar nog inniger moeten samenwerken,

dat is de overtuiging van Gerard van Harten. Het boegbeeld van de Topsector Chemie ziet zijn sector namelijk in die tijd een grote

omwenteling maken. ‘We weten dat we niet op de oude voet door kunnen gaan’, zegt Van Harten. ‘Nu al zie je dat chemische bedrijven zoeken naar andere grondstoffen dan fossiele olie en gas en die trend zal de komende jaren alleen nog maar sneller doorzetten. Het wereldtoneel is nu eenmaal aan het veranderen en we zullen er alles aan moeten doen om de eisen van de explosief groeiende wereldbevolking te kunnen volgen.’ Tegelijkertijd voelt de chemische sector de mondiale druk. Onlangs stuurde de Vereniging voor de Nederlandse Chemische MaintNL 10 – 2013

039_40_41_MM__NVDO-artikel.indd 39

39

04-12-13 09:08


50 jaar NVDO

industrie (VNCi) nog de kwartaalcijfers rond die de branchevereniging zorgen baart. Nederland kampt met hoge grondstof- en energieprijzen, voelt de druk van de opkomende chemie in China en ook het middenOosten werkt steeds meer zijn ruwe aardolie op tot chemische producten. Het gevolg daarvan is dat de chemische industrie in het derde kwartaal maar liefst zes procent minder omzet draaide bij een productie die vijf procent lager is vergeleken met een jaar daarvoor. ‘De Topsector Chemie heeft een behoorlijke uitdaging om de sector om te vormen’, vervolgt Van Harten. ‘De chemische sector zal anders, beter en goedkoper moeten produceren om de mondiale concurrentie het hoofd te kunnen bieden. en daarbij hebben we de gehele keten nodig. Het is dan ook niet voor niets dat we maintenance expliciet benoemen als belangrijke factor in de kennis- en innovatieagenda. We willen naar een leidende positie in de groene chemie en dat heeft uiteraard zijn weerslag op de assets. Biologische producten werken vaak onder andere condities en daar zijn nieuwe processen, instrumentatie en apparatuur voor nodig. Tegelijkertijd moeten die assets zo efficiënt mogelijk worden ingezet en onderhoud is daarbij een onderscheidende factor. We vragen de onderhoudssector dan ook om met ons mee te denken en te innoveren op zowel technisch als organisatorisch vlak. Waar voorheen pas nagedacht werd over onderhoud als een machine al in gebruik was, zie je nu al dat bij het ontwerp rekening wordt gehouden met het onderhoud ervan en zelfs wat er mee gebeurt als de technische levensduur is verstreken. je ziet een tendens in steeds kleinere assets die dezelfde volumes kunnen produceren als hun veel grotere voorgangers. je kunt dan maar beter van tevoren ervoor zorgen dat je componenten eenvoudig kunt vervangen, anders betaal je achteraf de hoofdprijs.’

Innovatie De implementatie van technische innovatie alsook het uitbesteden van onderhoud aan technisch complexe systemen vraagt volgens Van Harten om nieuwe kennis. ‘Waar voorheen klussen werden uitbesteed op werktuigbouwkundig-, elektrotechnisch- en instrumentatiewerk, zal steeds meer integraal en multidisciplinair worden aanbesteed. Opdrachtgevers willen functionele

eisen kunnen neerleggen bij hun contractors om zo de kennis die bij die opdrachtgevers zit beter te kunnen exploiteren. Dat betekent voor zowel de eigenaar van de kapitaalgoederen als de beheerder ervan dat ze een andere rol krijgen dan ze gewend zijn. Ook die zaken vragen om innovatie, in nieuwe contractvormen of samenwerkingsverbanden. Hoe zorg je ervoor dat je vertrouwen opbouwt, hoe dek je risico’s af en hoeveel ruimte krijgt een contractor om nieuwe inzichten in de praktijk te testen? Dat zijn allemaal zaken die niet zozeer technische uitdagingen zijn, maar die meer op het managementvlak spelen. Het klinkt wellicht eenvoudig, maar neem van mij aan dat dit een wezenlijke verandering voor de sector betekent. Zo’n veranderingstraject vergt

‘Waar voorheen klussen werden uitbesteed op werktuigbouwkundig-, elektrotechnisch- en instrumentatiewerk, zal steeds meer integraal en multidisciplinair worden aanbesteed.’ dan ook van beide kanten grote inspanningen, maar als ze dit succesvol kunnen afronden, heeft de onderhoudsmarkt wel een prachtig product in handen dat het ook kan exporteren naar andere sectoren of andere markten buiten Nederland.’ Over de huidige marktomstandigheden is Van Harten redelijk nuchter. ‘De chemische industrie heeft al vaker met het bijltje gehakt. We overleefden twee oliecrises en de opkomst van het midden-Oosten heeft de industrie ook niet de das omgedaan. We bestaan al meer dan vijftig jaar in Nederland en over vijftig jaar zal er nog steeds een chemisch industrieel complex bestaan, hetzij in

een andere vorm. Die crises dwongen ons wel om steeds efficiënter te gaan werken met dezelfde assets en meer gebruik te maken van de keten. Het komt dus niet vanzelf goed, we zullen de boodschap wel moeten vertalen naar een nieuwe koers. De chemische sector is uiteindelijk een product van de maatschappij. als die verandert, moet je mee veranderen. momenteel is het hele economische bestel in transitie en daarin zien we de groene route als een duurzaam alternatief voor fossiel. maar het is niet het enige pad dat we moeten bewandelen. Het is simpelweg niet genoeg. We zullen ook naar een circulaire economie moeten transformeren waar we afvalstoffen gebruiken als grondstof voor nieuwe producten.’

Ketenintegratie Het is de vraag of de grote chemische bedrijven wendbaar genoeg zijn om op tijd aan te sluiten op de nieuwe eisen van de samenleving. ‘De slagkracht van de chemische industrie is nog groot genoeg. Het tijdframe van de grotere spelers is alleen anders. innovatieve mkb’ers reageren nu eenmaal sneller op veranderende marktomstandigheden dan een groot internationaal opererend bedrijf. Tegelijkertijd hebben die grote bedrijven wel een grotere economische slagkracht. Het is dan ook de kunst om de krachten van beide partijen te bundelen. De meeste grote chemische bedrijven bieden dan ook binnen hun bedrijfsgrenzen ruimte aan innovatieve mkb’ers om te experimenteren. Dat zie je bijvoorbeeld aan de oprichting van de Green Chemistry Campus door Sabic, of het kennis- en innovatiecentrum dat onderzoek doet op het gebied van onderhoud op het terrein van DOW. Het mkb kan hier gebruikmaken van de kennis en knowhow van grote bedrijven en de grote bedrijven kunnen de technische innovaties van die mkb’ers weer toepassen in hun eigen processen. Samenwerking begint bij het besef dat je niet zonder elkaar kunt. je ziet dan ook steeds meer vormen van open innovatie waarbij ketenpartners elkaar versterken en kennis delen

WiNST uiT mulTiDiSCipliNaiRe SameNWeRkiNG Gerard van Harten pleit voor meer samenwerking tussen de chemische sector en onderhoud. Wilt u meer horen over multidisciplinaire samenwerkingen in de industrie? Kom dan op 20 maart naar het congres iMaintain! Meer info: www.imaintain.info/congres

40 MaintNL 10 – 2013

039_40_41_MM__NVDO-artikel.indd 40

04-12-13 09:08


in plaats van deze af te schermen. Natuurlijk moet je goede afspraken maken over intellectueel eigendom en het verdelen van risico’s en opbrengsten, maar angstig de kaarten op de borst houden, is er niet meer bij.’

Maatschappelijke acceptatie Dat met innovatie ook risico’s gepaard gaan, is volgens Van Harten onvermijdelijk. Het sturen van de maatschappelijke perceptie van die risico’s ziet hij echter nog wel als een opdracht voor de chemische industrie. ‘De maatschappij wordt steeds kritischer en beschikt ook sneller over informatie met als gevolg dat er wantrouwen ontstaat als wij niet volledig transparant communiceren. We zijn dan misschien een van de veiligste industrieen, maar dat wil niet zeggen dat er nooit wat kan gebeuren. Zodra je in een auto stapt, heb je ook kans dat je bij een ongeval betrokken raakt. De meeste mensen accepteren dat. Dat risicobewustzijn moeten we ook voor de chemische industrie

helder maken. Het is ongelooflijk hoeveel slagen er de afgelopen jaren zijn gemaakt op het gebied van veiligheid en milieu. Ook daar heeft ketensamenwerking zijn vruchten afgeworpen. ik ben dan ook blij dat de onderhoudssector is aangehaakt op initiatieven uit de chemie zoals de Veiligheid Voorop-campagne. Neem bijvoorbeeld onderhoudsstops. Zo’n stop trok een zware wissel op de organisatie met veel gasten over de vloer met hun eigen veiligheidsverleden. Vroeger zag je dan ook vaak aan de ongevallenmeldingen dat er weer een stop was geweest. Vandaag de dag durf ik te zeggen dat de veiligheidssituatie tijdens zo’n stop misschien nog wel beter is dan tijdens normaal bedrijf.’ Of over vijftig jaar voldoende personeel aanwezig is dat de installaties kan installeren, opereren en onderhouden is volgens Van Harten eerder een kwestie van kwaliteit dan van kwantiteit. ‘We hebben nu eenmaal een bestaande salarisstructuur die hoog is ver-

FOTO: BilFiNGeR

‘Als zo’n crisis ons één ding leert, dan is het wel dat we behoefte hebben aan echte banen.’

geleken met landen waarmee we concurreren. We hebben dus bekwame en toegeruste mensen nodig die weten waarmee ze bezig zijn. ik verwacht echter dat uiteindelijk ook daar de balans wordt hersteld. je ziet het ook aan de energiekwestie. minister kamp heeft toegezegd om met zijn Belgische en Duitse collega’s de onbalans in de energieprijzen op europees niveau aan te kaarten. Wat dat

aangaat wordt de sector zeer serieus genomen. ik denk dan ook dat de chemie en zijn ketenpartners een aantrekkelijke werkgever blijven. als zo’n crisis ons één ding leert, dan is het wel dat we behoefte hebben aan echte banen. in de chemie worden echte producten gemaakt. Dat zullen we de komende vijftig jaar blijven doen, maar dan wel samen met de keten.’ n MaintNL 10 – 2013

039_40_41_MM__NVDO-artikel.indd 41

41

04-12-13 09:08


Nieuws

Industrie zoekt oplossing voor ontgassen binnenvaart

Van Brienenoordbrug vraagt zelf om onderhoud In samenwerking met Rijkswaterstaat werkt TNO op dit moment aan een meetsysteem voor de Van Brienenoordbrug. Door deze meetre­ sultaten slim met elkaar en met aan­ vullende modelberekeningen van TNO te combineren, krijgt RWS een nauw­ keurig en actueel inzicht in de toe­ stand van de brug. Ook geeft de brug zo zelf aan wanneer deze geïnspec­ teerd en gerepareerd moet worden. Vlak voor de zomer zijn de sensoren geplaatst en de eerste meetresulta­ ten zijn veelbelovend. De metingen aan de Van Briene­ noordbrug zijn een pilotproject om uit te zoeken of met sensoren mogelijke scheurvorming in het stalen rijdek kan worden gemonitord. Op de brug zijn in totaal zestien sensoren geplaatst: thermokoppels voor het meten van de temperatuur van het rijdek, rekstrookjes voor het meten

van rekken in het staal, versnellings­ opnemers voor het meten van trillin­ gen en akoestische emmissie­senso­ ren voor het meten van geluidsgolven in het staal. TNO combineert de meetresultaten met rekenmodellen, interpreteert ze en zet ze om in voor­ spellingen. De TNO­metingen aan de Van Brienenoordbrug worden gesteund vanuit RWS’s Project Renovatie Bruggen. Uit de eerste resultaten blijkt al dat nu meer inzicht in de toestand van de brug mogelijk is dan bij de gebruike­ lijke inspecties. Het meetsysteem wordt nu verder getest en verbeterd. In 2014 worden modellen ontwikkeld die de beheerder informatie geven over het juiste moment van de vol­ gende inspectie en de verwachte levensduur tot renovatie. Doel is een algemeen meetsysteem voor stalen bruggen te ontwikkelen dat kosten bespaart en tot een afname van de onderhoudsfiles leidt.

Binnenvaartschepen stoten bedui­ dend minder vluchtige organische stoffen uit dan tien jaar geleden. Dit is te danken aan de inzet van damp­ retoursystemen, van dubbelwandige tankschepen die beter leeggepompt kunnen worden en van damp­terug­ win­systemen bij het verladen van deze stoffen. Dit blijkt uit de studie ‘Ontgassen Tanklichters’ uitgevoerd door CE Delft in opdracht van de bran­ cheorganisaties van de Nederlandse petroleum industrie (VNPI), de chemi­ sche industrie (VNCI), de tankover­ slagbedrijven (Votob) en Havenbedrijf Rotterdam. Het ontgassen gebeurt om de tanks van binnenvaartschepen te ontdoen van de laatste resten vluchtige organische stoffen. Door de inzet van systemen wordt de (wette­ lijk toegestane) praktijk om de stof­ fen aan de open lucht vrij te geven teruggedrongen. Uit de studie blijkt dat het ontgassen van binnenvaart­ schepen ruim 1 procent uitmaakt (1,79 k­ton) van de totale emissie van vluchtige organische stoffen in Nederland. Dat is weliswaar 25 pro­ cent meer dan tien jaar geleden, maar relatief gezien gaat het om een vermindering aangezien het vervoer van chemische stoffen door de bin­ nenvaart in die periode met 75 pro­ cent is toegenomen.

NVDO-leden KLM en Urenco Beste Werkgevers van 2013 KLM en Urenco zijn de winnaars van de Beste Werkgevers Award 2013 in resp. de categorieën meer en minder dan duizend werknemers. De twee bedrijven scoren het hoogst op algemene tevredenheid, zo laten organisatoren Effectory en Intermediair weten. De score wordt bepaald door de algemene tevredenheid van de medewerkers over de orga­ nisatie. Zowel KLM als Urenco behaalden een 8,9. Het gemiddelde in Nederland ligt op een 7,5. Voor de awards is een werkgeversonderzoek onder 316 bedrijven uitgevoerd. Vertrouwen en baanzekerheid waren dit jaar belangrijke onderdelen. De honderd ‘beste werk­ gevers’ van Nederland blijken significant hoger te scoren op de onderdelen maatschappelijke betrokkenheid, waar­ dering, de balans tussen werk en privé, gelijke carrière­ bureaucratie, het aantal managers of managementlagen kansen, heldere doelstellingen, organisatietrots en focus is beperkt. Er wordt veel informatie gedeeld, waardoor op de klant. Medewerkers die bij een beste werkgever medewerkers zelf beslissingen kunnen nemen en er ook werken zijn bovendien veel trotser op hun organisatie. ‘Bij minder aansturing nodig is’, aldus Effectory­directeur topwerkgevers is geen sprake van onnodige controle en Guido Heezen.

42 MaintNL 10 – 2013

042_43_MJ_NVDO_neuws.indd 42

04-12-13 09:08


Nieuws

Toenemende bereidheid woningeigenaren om te investeren in woning Als gevolg van de tijdelijke btw­verlaging op het arbeidscomponent bij ver­ bouw­, renovatie­ en onderhoudswerkzaamheden heeft vijftien procent van de bedrijven uit de bouw­ en installatiesector geen mensen hoeven te ont­ slaan. Nog eens zeven procent van de bedrijven heeft er minder mensen door hoeven te ontslaan. Bovendien worden er in de uitgevoerde projecten meer duurzame materialen en producten toegepast. Tel bij dit alles de toenemende bereidheid van woningeigenaren om in hun eigen woning te investeren op en de eerste effecten van de btw­verlaging zijn positief. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy onder bijna duizend directeuren van bouw(gerelateerde) bedrijven en 1.500 consumenten. Het onderzoek is uit­ gevoerd door USP op verzoek van Aannemersfederatie Nederland, Bouwend Nederland, Glas Branche Organisatie (GBO), Hibin, Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven (NOA), OnderhoudNL, Uneto­ VNI en Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG). Sinds 1 maart dit jaar is de tijdelijke btw­verlaging op renovatie­ en onder­ houdswerkzaamheden van kracht. Bijna tweederde van de bedrijven (62 procent), typeert deze regeling als positief. Redenen hiervoor liggen in lijn met de aanleiding: ‘Met deze maatregel verwachten we mensen over de streep te trekken te investeren in huis en tuin’, aldus staatssecretaris Weekers op 1 maart 2013. Doordat mensen dankzij de lage btw nu over de streep worden getrokken, leidt dit bij bedrijven tot meer aanvragen, meer opdrach­ ten en uiteindelijk meer omzet bij particuliere opdrachtgevers. Hierdoor zijn bedrijven in staat om medewerkers in dienst te houden, vijftien procent van de bedrijven geeft namelijk aan dat zij hun personeel hebben weten te behou­ den als gevolg van de regeling. Voor de overheid betekent dit dus minder instroom in de WW en daarnaast wordt het ‘zwart klussen’ minder aantrek­ kelijk voor de particulier. Naast het meten van de effecten bij de bedrijven, is ook gemeten onder con­ sumenten en in het bijzonder bij de woningeigenaren. We zien na een voor­ zichtige start dat er vanuit de woningeigenaren steeds meer plannen komen om hun woning en/of tuin aan te pakken. Dit is redelijk in lijn met het consu­ mentenvertrouwen: op 1 maart 2013 (start regeling) stond de index op ­41, waarna deze langzaam omhoog klom naar ­32 in mei. Hoewel de index in juni weer een lichte daling vertoonde naar ­36, zien we dit zeker niet terug in de intentie van woningeigenaren om te investeren in de eigen woning: twee op de vijf woningeigenaren heeft plannen om iets aan of rond de woning te laten doen (verbouwen, onderhouden of renoveren).

NVDO aanwezig bij EuroMaintenance 2014 in Helsinki

Maintenance business is developing at a speed which no­one is able to manage alone – it is a life­long lear­ ning process. As the honorary President of EuroMaintenance 2014 Congress & Expo I am proud to invite you to the largest maintenance and physical asset management event ever organized in Europe. This is a unique opportunity to learn about new methods, technologies and stra­ tegies to improve competiveness in the globalizing world through effi­ cient maintenance and asset management.– EuroMaintenance 2014 is the perfect place for networ­ king! The congress offers a massive information package on the best practices and the latest research results on maintenance with case studies where top business leaders from Global World Class companies share their success stories. Education and research have been allocated their own sessions with key speakers from international universities pre­ senting their educational programs and latest research developments. The Congress is complemented by The World Congress on Maintenance and Asset Management with presen­ tations of physical asset manage­ ment ­ currently the hottest topic in maintenance! EuroMaintenance 2014 Expo is a large maintenance and industrial exhibition attracting all major product, equipment and ser­ vice providers together in the modern Helsinki Exhibition & Convention Centre. Do not miss this excellent opportunity! MaintNL 10 – 2013

042_43_MJ_NVDO_neuws.indd 43

43

04-12-13 09:08


Maintenance manager

Strategisch onderhoud in energiecentrales De energiecentrales van Nuon, onderdeel van Vattenfall, produceren elektriciteit, warmte, stoom en restproducten die als grondstof dienen voor bijvoorbeeld de bouw. De vraag naar productie is niet constant. ‘De opgave voor Nuon is om de productie steeds goed op de wisselende vraag af te stemmen. Daarvoor zijn verschillende centrales met verschillende eigenschappen beschikbaar’, vertelt maintenance manager Ben van der Sanden. Renske van den Berg

Van der Sanden is manager van Asset Management Execution (AME) voor Nuons energiecentrales. Met zijn AME-team van 25 mensen vertaalt hij de strategie voor de energiecentrales naar een onderhoudsconcept om de totale energieproductie - een samenspel tussen álle centrales samen veilig, kosteneffectief en beschikbaar te houden. ‘We hebben clusters met energiecentrales in en rond Velsen, Utrecht, Amsterdam en Eemshaven, die elk bestaan uit meerdere productie-eenheden’, legt Van der Sanden uit. Elk cluster heeft een team met werktuigkundigen voor de dagelijkse productie en onderhoudsmensen voor het dagelijks onderhoud. Met daarnaast een assetmanager die verantwoordelijk is voor de productie-eenheid. In al deze clusters samen werken meer dan honderd onderhoudsmensen. Een afdeling Maintenance & Technology (M&T) van ongeveer tachtig man zorgt voor de voorbereiding en uitvoering van het grootschalige en projectmatige onderhoud voor de verschillende productie-eenheden.

Elke centrale een eigen rol De aard van de productie-eenheden verschilt sterk. ‘We hebben conventionele gasen kolengestookte centrales die via stoomturbines elektriciteit leveren. Daarnaast hebben we moderne stoom- en gasturbinecentrales (STEG’s, red.) waarbij een gasturbine elektriciteit produceert en de hete

afgassen uit de gasturbine gebruikt worden in een stoomketel om middels een stoomturbine ook elektriciteit op te wekken. Stoomaftap voor stadswarmte maakt dit type centrale zeer efficiënt. Ook hebben we hoogovengasgestookte centrales die rest-

De verschillende centrales in het portfolio vereisen een keur aan specialistische kennis voor het onderhoud. gassen van staalproductie omzetten in elektriciteit. De verschillende centrales dateren bovendien uit verschillende jaren’, vertelt Van der Sanden. ‘Elk van de assets heeft een eigen rol in de productiestrategie. Zo is een gasturbine bijvoorbeeld snel en flexibel op te starten bij een plotselinge stijging van de vraag. Een kolencentrale heeft een langere aanloop nodig, maar is goedkoop en heel geschikt om continu te draaien. Bij een centrale waar naast elektriciteit warmte wordt geproduceerd, is een kritische factor dat je warmte, in tegenstelling tot elektriciteit, niet kan inkopen bij een andere partij wanneer jouw centrale onverhoopt niet zou leveren.’

Het beschikbaar hebben van verschillende typen energieproductie-eenheden is wel zo handig als de vraag naar energie en warmte fluctueert. Overigens hoeft niet elke vraag per definitie met de eigen assets te worden beantwoord. Van der Sanden: ‘We hebben een handelsvloer waar men de energievraag en de energieprijzen 24 uur per dag monitort, handelt in energie en de productie aanstuurt. Soms is het voordeliger om energie in te kopen in plaats van zelf te produceren en dan gebeurt dat ook. Flexibiliteit is het sleutelwoord bij productie.’ Als de zon schijnt of de wind waait, leveren bijvoorbeeld andere bronnen meer energie. Indien fabrieken sluiten of juist openen verandert de energievraag en er zijn natuurlijk verschillen tussen dag en nacht, zomer en winter.

Specifieke technieken De verschillende centrales in het portfolio vereisen een keur aan specialistische kennis voor het onderhoud. ‘Een energiecentrale verschilt van bijvoorbeeld een chemische fabriek doordat er wellicht minder leidingen, kleppen en pompen zijn, maar de processen spelen zich af op een veel grotere schaal.’ Neem de stoom- en gasturbines en –ketels bijvoorbeeld: hoogovengas vraagt grotere volumes voor dezelfde hoeveelheid energie dan aardgas, wat speciale eisen stelt aan de constructie van de ketels. Het ketelhuis van ‘Velsen 24’ is bijvoorbeeld zeventig meter hoog. Maar ook de centrales onderling verschillen nogal. ‘Een centrale die elke dag start en stopt en dus opwarmt en afkoelt, wordt veel zwaarder belast dan een continu draaiende centrale bijvoorbeeld’, schetst Van der Sanden. ‘Daar houden we met de onderhoudsstrategie rekening mee.’ Technische omstandigheden die in energiecentrales om specialistische onderhoudskennis vragen zijn bijvoorbeeld hoogspanning, hoge drukken en tempera-

44 MaintNL 10 – 2013

044_45_47_ME__NVDO-artikel.indd 44

04-12-13 09:07


FOTO’S: MENNO RINGNAlDA

Maintenance manager bij Nuon Ben van der Sanden: ‘Een energiecentrale verschilt van bijvoorbeeld een chemische fabriek doordat er wellicht minder leidingen, kleppen en pompen zijn, maar de processen spelen zich af op een veel grotere schaal.’

Véél STROOM EN WARMTE De verschillende energie- en warmtekrachtcentrales van de clusters Velsen, Utrecht, Amsterdam en Eemshaven genereerden samen in 2012 ongeveer 13.266 gigawatuur. De elektriciteitsproductie van de vier clusters is meer dan tien procent van het Nederlandse verbruik. Ook genereerden ze samen 15.824 terajoule aan warmte in 2012. In totaal leverde Nuon in 2012 warmte aan 177.000 huishoudens.

turen boven de duizend graden Celsius. ‘Sommige materialen worden zeer zwaar belast. Dat vereist weer allerlei metallurgische technieken, koeltechnieken en coatings. Ook chemische huishouding en verbrandingstechniek zijn belangrijke vakgebieden: alleen bij het juiste verbrandingsproces zijn restproducten bijvoorbeeld geschikt als grondstof voor gipsplaten.’

Het juiste onderhoud Afhankelijk van de eigenschappen en rol van een centrale (bijvoorbeeld snelle starter, base load, back-up of black start), verschillen ook de doelstellingen (kpi’s) per centrale, legt Van der Sanden uit. ‘Van elke centrale worden die bepaald. Onze afdeling geeft elke centrale het juiste onderhoudsadvies, zodat de centrale zijn rol kan waarmaken.’ Dat doet het team van Van der Sanden door de prestaties, risico’s en kos-

ten in kaart te brengen en vervolgens te beheersen voor de individuele centrales, maar óók met de strategische overview voor de hele portfolio. ‘Wij gebruiken de methode van Reliability Centered Maintenance (RCM, red.) om de risico’s te beheersen en vertalen dat naar een onderhoudsconcept. Daarmee hebben we in kaart welk onderhoud ons te doen staat. Per productie-eenheid vertalen we dit onderhoudsconcept ook naar langetermijnonderhoudsplannen, waarin de activiteiten en het bijbehorende budget concreet zijn uitgezet in de tijd tot en met het einde van de levensduur van een centrale, grofweg ongeveer 25 tot 30 jaar.’ Van der Sandens AME-team bestaat voor ongeveer driekwart uit maintenance engineers en specialistische reliability engineers op vakgebieden zoals bijvoorbeeld turbines, gasturbines, stoomketels en elek-

trotechniek. Zij zorgen voor onder meer het opstellen van onderhoudsconcepten en het beheren van onderhoudsplannen. De andere teamleden zijn contractmanagers voor het uitbestede maintenancewerk en er is een groep voor support aan de assetmanagement- en onderhoudssystemen. De uitvoering van het dagelijkse onderhoud is in handen van onderhoudstechnici in de clusters, zoals werktuigbouwkundigen, elektrotechnici en meet- en regeltechnici. De uitvoering van groot onderhoud en onderhoudsprojecten zoals revisies gebeurt door de grote - en voor alle clusters inzetbare - M&T-groep, die bestaat uit onderhoudsprojectleiders, onderhoudsspecialisten, werkvoorbereiders, planners en vaktechnici.

Onderhoud gecentraliseerd ‘AME is bewust gecentraliseerd. We willen de afweging kunnen maken waar we onze mensen inzetten en centralisatie geeft ons ook de mankracht om een intensieve methode als RCM goed te kunnen toepassen’, vertelt Van der Sanden. ‘Je moet alle risico-effecten voor veiligheid, milieu, kosten en beschikbaarheid goed kunnen afwegen en bepalen wat acceptabel is en wat niet. Wat niet acceptabel is, moet je in beheersmaatregelen omzetten. Daarvoor nemen ook veel onderhoudsmedewerkers deel aan risicoMaintNL 10 – 2013

044_45_47_ME__NVDO-artikel.indd 45

45

04-12-13 09:07


Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?

aan! e j d l Me o.nl d v n . w ww schap at

> lidma

Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard

(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het

netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-

gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het

che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De

realiseren en in stand houden van het grootste onder-

vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-

houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke

derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies

doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-

binnen de branche in kaart.

Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •

Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard

• • • •

NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl

046_MG_.indd 46

04-12-13 09:07


analyse-sessies. Zo keren de kennis en ervaring van de uitvoering ook weer terug in het onderhoudsconcept en de langetermijnonderhoudsplannen.’ De Nuon-centrales zijn in het verleden al gestart met kleinschalige pilots voor RCM,

wat nu breed ingevoerd wordt. ‘Afgelopen jaar hebben we alle processen doordacht en een krachtige onderhoudsorganisatie ingericht. Nu hebben we ook onze onderhoudsbeheersystemen op orde gebracht om RCM te kunnen doorvoeren en met dynamische

PORTFOlIO Cluster Velsen Elektriciteit & warmte uit restgassen van staalproductie • Productie: 3.646 GWh elektriciteit in 2012 • Opgesteld vermogen: 978 MWe • Centrales: Velsen 24 en Velsen 25 en IJmond 1 bij Tata Steel in IJmuiden • Types: hoogovengestookte centrales Cluster Utrecht Elektriciteit en stadsverwarming • Productie: 3.263 GWh en 8.332 TJ in 2012 • Opgesteld vermogen: 1.316 MWe en 1.189 MWth • Centrales: Lage Weide 6, Merwedekanaal 11 en 12, Diemen 33 en 34 • Types: STEG Cluster Amsterdam Elektriciteit en deels stadswarmte • Productie: 4.787 GWh elektriciteit en 1045 TJ warmte in 2012 • Opgesteld vermogen: 1778 MWe en 99 MWth • Centrales: Hemweg 8, Hemweg 9 en Purmerend • Types: moderne kolencentrale met De-SOx en De-NOx installatie, STEG-warmtekrachtcentrale en hulpwarmtekrachtcentrale Cluster Eemshaven Elektriciteit • Opgesteld vermogen: 1.311 MWe • Centrales: Magnum • Type: drie moderne STEG-installaties

onderhoudsplannen te kunnen werken. Niet enkel meer onderhoud op tijdbasis maar maximaal geflexibiliseerd op bijvoorbeeld draaiuren. We hebben vastgelegd waar onze risico’s zitten, wat we doen om die te beheersen en we zijn in staat van onze ervaringen te leren. Voor het cluster Amsterdam zijn we het RCM-traject nu aan het afronden, waarbij we de beheersmaatregelen nu al verzilveren in het onderhoudsplan. Hierna is het cluster Velsen aan de beurt.’ Omdat RCM een intensieve methode is, past AME dat toe op de meest kritische delen van de assetportfolio. ‘Voor de midden kritische of laag kritische delen werken we met meer pragmatische methoden; denk aan Failure Mode & Effect Analysis (FMEA, red.). Ook is er een snelle eigen methode in ontwikkeling’, vertelt Van der Sanden. ‘De bestaande onderhoudsplannen van deze onderdelen worden tegen het licht gehouden. We kijken of het onderhoud volgens die plannen nog steeds zinvol en juist is, in lijn met de risicomatrix. Uiteindelijk draait het er bij het totale assetmanagement om dat de waardevolle kennis en ervaring van de specialisten en monteurs wordt benut en geborgd. Ook RCM is gewoon mensenwerk. Belangrijk is dat we kennis delen om met elkaar de centrale zo optimaal mogelijk te laten produceren.’ Inmiddels wordt alle kennis en ervaring over de RCM-aanpak en de eigen methode binnen Vattenfall ook over de grenzen heen gedeeld. n MaintNL 10 – 2013

044_45_47_ME__NVDO-artikel.indd 47

47

04-12-13 09:07


ADVERTENTIE INDEX

ROPE ACCESS?

SKY-ACCESS!

IMAINTAIN ABB....................................................................................... 2 Abonnees ............................................................................ 30 AIB Vincotte Nederland ........................................................ 18 Altena Cleaning .................................................................. 32 Bilfinger Industrial Services ................................................... 68 Croon Elektrotechniek ............................................................. 6 Eco Ketelservice Verhuur ....................................................... 18 Elcometer NL ........................................................................ 48

NDT

Hateha ............................................................................... 10

Painting

Bolt Tensioning Heat Treatment

Henkel Nederland ............................................................... 10 Hi-Force Nederland ............................................................ 32 iMaintain congres 2014 ........................................................ 67 iMaintain Platform ................................................................... 4 LSB Sky Access .................................................................... 48

Special Lifting Rescue Teams

G 6 Welders Paint Inspection

WWW.LSB-SKY-ACCESS.COM

LSB SKY-ACCESS, Weerterveld 69 6231 NC Meerssen, The Netherlands T. +31 (0)88 - 12 33 600 info@lsb-sky-access.com

Onze diktemeters en flawdetectors zijn robuust, betrouwbaar en accuraat Of het nu gaat om inspecties in de fabriek of de Poolcirkel, het Elcometer NDT assortiment – diktemeters en flawdetectors – is robuust, snel, accuraat en gebruiksvriendelijk.

www.elcometerndt.com Diktemeters – Flawdetectors – Onderwatermeters Boutspanningsmeters – Data Management software

NDT Quarter Page Dutch.indd 1

048_index_elco_lsb.indd 1

6/5/2013 4:19:14 PM

03-12-13 16:05


Best Value Procurement

Kiezen voor de beste waarde Best Value Procurement, oftewel prestatie-inkoop, is een selectieen inkooptechniek die de laatste jaren sterk aan populariteit wint. Idealiter wordt bij deze manier van inkopen alle kennis en deskundigheid van de aanbieder verwacht en stelt de opdrachtgever functionele specificaties en vragen. Leent deze manier zich voor assetmanagement? En zijn de beslissers in de onderhoudsindustrie er überhaupt klaar voor? Mark Oosterveer Best Value Procurement (BVP) staat in de belangstelling. Een selectietraject waarbij functioneel wordt uitgevraagd en waarbij idealiter de keuze puur op harde, meetbare feiten wordt gebaseerd, is in veel bedrijfstakken aan het opkomen. Of deze manier ook geschikt is voor de mensen en werkwijzen in onderhoud, wordt uitgewerkt tijdens de studiedag BVP die de NVDO organiseert op 16 januari 2014. In tegenstelling tot werken op basis van een netwerk en gunning, is BVP een selectie- en inkooptechniek waarbij er geselecteerd wordt op dominant onderscheidende criteria, met name op basis van de risicomitigatieplannen en interviews met de deelnemende aanbieders. Is dat ook een geschikte manier om in te zetten voor het

kiezen van een juiste partner voor assetmanagement? En levert het de basis voor een effectieve en (financieel) gezonde samenwerking voor de toekomst? De invulling van de studiedag komt tot stand in nauwe samenwerking tussen Bart Coenradi en Willy Busser van ADC Performance Improvement, Harvey Daal en iMaintain.

Workshops Als eerste wordt tijdens de studiedag voor en met de aanwezigen gekeken naar de karakterisatie van de huidige manier van (inkoop van) beheer en onderhoud van de installaties. Wat zijn de gangbare manieren om kennis en kunde in te kopen, te monitoren en te beoordelen? Als dat beeld is geschetst worden de raakvlakken met BVP

BVP Best Value Procurement is een methode om meer waarde uit inkoop te halen. Neem Rijkswaterstaat waar deze innovatieve inkoopmethodiek wordt ingezet voor het programma Spoedaanpak Wegen. Hierbij worden dertig knelpunten in het wegennet versneld aangepakt. Dat kan alleen als op een andere manier wordt ingekocht, waardoor het aanbestedingstraject flink wordt bekort. Rijkswaterstaat besloot gebruik te maken van BVP. De resultaten waren boven verwachting: de doorlooptijd van de aanbestedingen werd meer dan gehalveerd. Concreet betekent het dat een aantal notoire files aanzienlijk eerder dan gepland is verdwenen. Maar er werd meer maatschappelijke ‘winst’ geboekt, want de hoogste kwaliteit bleek vaak hand in hand te gaan met de laagste inschrijvingsprijs. Positief voor de inschrijvers is dat de transactiekosten (in dit geval: tenderkosten) met zestig procent werden verlaagd.

onderzocht. Op welke raakvlakken is de wrijving tussen conventioneel en BVP het grootst? En welke voordelen zou BVP kunnen bieden voor assetmanagement? Uit deze sessie komt een aantal dilemma’s. Deze dienen als aftrap van de twee workshops die na de pauze worden gegeven. De deelnemers kiezen tijdens de opening welke workshop het beste bij hun vragen past. Workshop 1: Specificeren van de functionele vraag. Het valt niet mee om functioneel te beschrijven wat een asset (installatie, fabriek, weg) moet kunnen, onder welke condities en vooral tegen welk budget. Hierbij moet de opdrachtgever er volgens BVP van uit (kunnen) gaan dat de leverancier alles snapt en weet van jouw assets. Maar wat moet je vragen? Workshop 2: Aantoonbaar dominant onderscheiden. De leverancier van kennis en kunde steekt met kop en schouders boven de rest uit. Maar hoe weet je dat? BVP-goeroe Dean Kashiwagi schrijft voor dat de nieuwe partij zonder emoties gekozen wordt. Nederlanders daarentegen werken toch ook vaak op relatie en gunning. Hoe kies je de beste partij? De workshops hebben als doel om vragen duidelijk te krijgen waarmee de bezoekers worstelen. De vragen zullen veelal gaan over de raakvlakken van conventioneel werken en BVP. De opgedane kennis uit de workshops en vooral de vragen die uit de discussies zijn ontstaan, worden door een of twee vertegenwoordigers uit de workshops kort en krachtig voorgelegd aan een expertpanel en het publiek. In een open discussie wordt naar een gezamenlijke vraag of visie toegewerkt. De nieuwsgierigheid en inspiratie die het aanwezige publiek opdoet op deze dag worden beantwoord met een BVP-case uit de praktijk. Een deskundige uit een andere discipline deelt met het aanwezige publiek de ervaringen en een eigen kijk op BVP. n MaintNL 10 – 2013

049_MU__NVDO-artikel.indd 49

49

04-12-13 09:07


Ieder zijn vak

‘Ik ben best trots op mijn trofeeën’ Geen industrie veiliger dan de luchtvaart. De sector loopt dan ook voorop in innovatieve technieken om onderhoud aan vliegtuigen optimaal te houden. Bij KLM worden allerlei non-destructieve onderzoeken (NDO) uitgevoerd aan de toestellen. Een NDOinspecteur vertelt over zijn werk. Ingrid Rompa Ferry Tamaëlasapal is inspecteur bij de afdeling Non-destructief Onderzoek van KLM Engineering & Maintenance, het bedrijfsonderdeel binnen KLM waar het onderhoud aan vliegtuigen plaatsvindt. Hij heeft veel plezier in zijn werk. ‘Het leuke van dit beroep is dat ik veel reis, zo kom ik op vele plekken op de wereld. Onze afdeling werkt bovendien niet alleen voor KLM. Ook klanten doen een beroep op ons als ze met pech op Schiphol staan.’

‘Onze afdeling werkt niet alleen voor KLM. Ook klanten doen een beroep op ons als ze met pech op Schiphol staan.’ ‘Blauwe’ familie

röntgen, ultrasoon en wervelstroom inspecties te mogen uitvoeren.’ De NDOmedewerkers worden om de vijf jaar opnieuw beoordeeld op hun kennis. Waarbij ook steeds een aantal examens moet worden afgelegd. De afdeling bestaat uit acht inspecteurs en een manager. De afdeling verzorgt alle genoemde inspecties aan vliegtuigen van KLM maar ook van klanten. ‘De inspecteurs zijn verantwoordelijk voor de uitgevoerde NDO-inspecties op een vliegtuig of vliegtuigdeel. De inspecties worden uitgevoerd om vroegtijdig afwijkingen te vinden in constructiedelen of componenten. We zijn met een leuke groep collega’s en motiveren elkaar. Ik ben overigens een van de oudsten. Iedereen is eigenlijk wel bezeten van het werk.’

Soorten inspecties De afdeling maakt deel uit van het bedrijfs-

onderdeel Engineering & Maintenance. Tamaëlasapal: ‘We inspecteren de kwaliteit van het materiaal op een non-destructieve manier. Dit gebeurt door middel van ultrasoon geluid, wervelstroomtechniek en röntgen. Er zijn ook andere onderzoeken mogelijk, zoals magnetisch onderzoek, visueel onderzoek et cetera.

‘Vaak is het zo dat wanneer je op een bepaalde plek een scheurtje vindt, andere vliegtuigen van hetzelfde type ook op dezelfde plek een dergelijk scheurtje kunnen hebben. Dan letten we daar extra op.’ Welk onderzoek er wordt uitgevoerd, is van meerdere factoren afhankelijk. ‘Tijdens een zogenaamde C-check, bijvoorbeeld een twee- tot driewekelijkse inspectie van een Boeing 747 die iedere twee jaar plaats-

Tamaëlasapal werkt sinds oktober 1987 bij de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij. ‘In al die jaren ben ik niet één keer met tegenzin naar mijn werk gegaan. Het is echt mijn hobby. Ik kom uit een ‘blauwe’ familie; mijn vader en broer zijn beide oud-KLM’ers. Via mijn vader ben ik bij KLM terecht gekomen. Hij was voorman bij equipment onderhoud en hield zich onder meer bezig met onderhoud aan vervoermiddelen, zoals de cateringwagens, de trekkers, et cetera.’ Ferry is intern opgeleid en opgeklommen. ‘Ik had mijn LTS-diploma op zak toen ik bij KLM solliciteerde. Toen ik drie maanden in dienst was, ben ik met cursussen en opleidingen begonnen. Ik heb opleidingen gedaan om

50 MaintNL 10 – 2013

050_51_MD__NVDO-artikel.indd 50

04-12-13 09:06


FOTO’S: MENNO RINgNALDA

Ferry Tamaëlasapa: ‘Het werk is vooral interessant omdat de KLM-vloot uit veel verschillende vliegtuigen bestaat. We komen van alles tegen. Dat houdt je scherp. Bij nieuwere vliegtuigen vind je bijna niets.’

vindt, krijgen we een pakket taakkaarten. Het pakket kan elke keer andere taken bevatten. Er staat onder meer op aangegeven wat voor soort inspectie er uitgevoerd moet worden. De ene keer controleren we de vleugels, een andere keer de neus, de romp, het landingsgestel of de staart. De werkpakketten die we volgen, zijn voorgeschreven door de fabrikant en samengesteld door de afdeling Engineering. Als we een scheurtje constateren, zetten we dat in een rapport. We geven onze bevindingen door aan de grondwerktuigkundigen en de afdeling Engineering. Zij zorgen dan voor een passende onderhoudsoplossing.’ Er zijn diverse soorten inspecties, vertelt Tamaëlasapal. ‘Werk je met röntgen dan moet je een groot deel van het terrein afzetten, want je werkt met straling. Meestal is dat lastig, want je zet de hele productie stop. Alle mensen moeten de hangar uit.’ Veiligheid staat bij KLM altijd voorop: ‘Bij uitgebreide röntgeninspecties proberen we die inspecties zoveel mogelijk in de nacht te doen. Nadat het gedeelte is afgezet,

gaan we zelf op veilige afstand staan. We hebben speciale meetapparatuur bij ons, zodat we de straling kunnen meten. Na het ‘röntgenen’ ontwikkelen we de foto’s op de afdeling en vervolgens kunnen we meteen zien of er bijvoorbeeld water of scheurtjes zitten in het onderzochte deel van het vliegtuig. Dit onderzoek richt zich meestal op de buitenkant van het vliegtuig.’ Een andere manier van onderzoek om scheuren aan de oppervlakte te identificeren gebeurt met wervelstromen. ‘Je gebruikt hiervoor speciale apparatuur die magnetische velden kan maken.’ De bewuste plek wordt handmatig millimeter voor millimeter nagekeken. ‘Het gaat niet om het hele vliegtuig. Het zijn bepaalde delen. Voor grotere oppervlakten gebruiken we een machine. Vaak is het zo dat wanneer je op een bepaalde plek een scheurtje vindt, andere vliegtuigen van hetzelfde type ook op dezelfde plek een dergelijk scheurtje kunnen hebben. Dan letten we daar extra op.’ De derde manier om vliegtuigen te inspecteren is met ultrasoon geluid. ‘Op die

manier zoeken we scheurtjes ín het materiaal, dus niet aan de oppervlakte zoals bij wervelstroom. Ultrasoon is te vergelijken met een echo bij zwangere vrouwen. We werken ook met gel op het te onderzoeken materiaal. Je zendt een geluid uit, dat door het materiaal wordt opgevangen en terugkomt. Dit kan je op een scherm volgen en aanwezige afwijkingen worden zichtbaar.’

Dienstreizen Ferry heeft heel wat dienstreizen achter de rug en vindt zijn werk na al die jaren nog steeds interessant. ‘Ik ben onder meer naar Dubai geweest, Amerika en Afrika. Maar het werk is vooral interessant omdat de KLMvloot uit veel verschillende vliegtuigen bestaat. We komen van alles tegen. Dat houdt je scherp. Bij nieuwere vliegtuigen vind je bijna niets. Maar ik heb al heel wat trofeeën op de afdeling staan. Als je een afwijking vindt, wordt er een cut-out gemaakt. Dat uitgezaagde stukje vraag ik vervolgens op en gebruik ik als trofee. Daar ben ik best trots op.’ n MaintNL 10 – 2013

050_51_MD__NVDO-artikel.indd 51

51

04-12-13 09:07


Cursussen

Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de Maintenance Academy op www.nvdo.nl Locatie: NVDO Verenigingsgebouw Start 9 januari Leergang Vaardigheden voor Reliability- en Maintenance Engineering (R&ME) De leergang R&ME is erop gericht dat de deelnemers beter in staat zijn een faciliterende rol te vervullen, als spin in het web van continu verbeteren. Het resultaat is dat zij gestructureerd en systematisch verbeterprojecten begeleiden. Met andere woorden de deelnemers worden “kampioen” in aanpak en methode, in het ondersteunen van teams, bij het kritisch analyseren van vraagstukken en het zoeken naar creatieve oplossingen. Meer generalist dan specialist. De leergang R&ME bestaat uit acht modulen. Tijdens de leergang vindt individuele begeleiding plaats, inclusief coaching op de werkplek. Voorafgaand vindt er een intake plaats met de deelnemer en zijn bedrijf om samen de specifieke doelstellingen te bepalen en een leercontract op te stellen. Naast de collectieve modules, vindt er ook persoonlijke coaching plaats op basis van persoonlijke doelstellingen en begeleiding bij het faciliteren van een groepssessie op een ander bedrijf. Tijdens de leergang wordt de deelnemer vaardig in het toepassen van methodische benaderingen voor het oplossen van lastige vraagstukken. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan het vergroten van de persoonlijke effectiviteit en aan het onbevangen leiden van verbetergroepen

Start 23 januari VDM (Value Driven Maintenance) Masterclass Tijdens de VDM Introductiedag bespreken we de algemene trends in onderhoud en de rol van VDM hierin. U leert wat economische toegevoegde waarde en aandeelhouderswaarde is en hoe onderhoud hieraan een bijdrage kan leveren. U zult inzicht krijgen in het waardedrijvermodel, KPI’s, benchmarking, het competentiemodel, het VDM Control Panel en verschillende maintenance best practices. Met behulp van een aansprekende bedrijfscase zal uitgelegd worden hoe VDM de motor kan zijn voor continue innovatie. Na VDM Introductiedag zal een achttal VDM verdiepingswebinars plaats vinden. Dit zijn educatieve ‘web based seminars’ waaraan u vanaf uw werkplek kunt deelnemen. De webinars behandelen de kerncompetenties van onderhoud en nemen maximaal één uur in beslag. De webinars kunnen worden opgenomen en op ieder gewenst tijdstip door hem of haar bekeken worden. De Maintenance Business Experience is het laatste en unieke onderdeel van deze zeer gevarieerde VDM Masterclass. De Maintenance Business Experience is een

interactieve managementgame voor maintenance en reliability professionals het is een waardevolle afsluiting van de VDM Masterclass waarbij alle geleerde facetten van de VDM methodiek toegepast kunnen worden. Naast deze unieke VDM Masterclass bieden we de deelnemers de mogelijkheid om het waardepotentieel van hun maintenanceorganisatie te berekenen met onze myVDM. com benchmarktool. En inclusief het boek Value Driven Maintenance (Nieuw Geloof in Onderhoud)!

28 en 29 januari Onderhoudsconcepten op basis van Risico De deelnemer wordt in deze cursus meegenomen in een proces dat start bij het vaststellen van onderhoudsdoelstellingen en leidt tot een geoptimaliseerd Onderhoudsconcept op basis van Risico. Daarnaast zal duidelijk worden dat een onderhoudsconcept niet statisch is en continu onderhevig is aan veranderende factoren zoals onder andere het gebruik van de installatie, de economische situatie en wet- en regelgeving. Centraal in dit proces staat het risicodenken: wat zijn risico’s ten aanzien van uw bedrijf, hoe worden potentiële risico’s in kaart gebracht en op welke manier kunnen deze vermeden worden? De behandelde methodiek is algemeen toepasbaar en niet afhankelijk van bepaalde typen installaties. Het proces om tot een onderhoudsconcept op basis van risico te komen is generiek en toepasbaar in alle markten waarin technisch onderhoud gepleegd wordt. Een belangrijke methodiek is de FMECA (Failure Mode, Effects and Criticality Analysis). De FMECA ondersteunt het denken in termen van risico’s en helpt u het onderhoud in uw organisatie naar een hoger plan te tillen. Deze cursus stelt u in staat om zelfstandig de beste onderhoudsstrategie en onderhoudsfrequentie te bepalen voor uw assets.

30 en 31 januari Maintenance Engineering in de Praktijk! De taak van de maintenance engineer is om verstoringen in het productieproces en het onderhoudsproces te herkennen, te elimineren en vooral te voorkomen. Daartoe is er veel samenwerking nodig met andere bedrijfsfuncties. Voorts moet de maintenance engineer snel kunnen schakelen tussen de details van de dagelijkse problemen en de helikopterview om snel een overzicht van die gesignaleerde problemen te krijgen. Tenslotte moet hij zijn voorstellen voor eventuele oplossingen duidelijk en overtuigend kunnen presenteren. Het doel van deze cursus is om de maintenance engineer in zijn dagelijkse werk een goede ondersteuning te bieden. De docent put daarbij uit zijn jarenlange ervaring bij Tata Steel.

52 MaintNL 10 – 2013

052_MI_NVDO_cursussen.indd 52

04-12-13 09:15


Actueel

FOTO: NEBEsT

NVDO Inspectieplatform is een feit

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud lanceerde op veler verzoek onlangs het NVDO Inspectieplatform. Dat gebeurde bij Rijkswaterstaat door de heer Jos Oostveen van de Provincie Gelderland die symbolisch het inspectielintje doorknipte.

Het NVDO Inspectieplatform is afgetrapt. Het gaat vooral uniformiteit van inspecties nastreven. Momenteel is er nog sprake van een verschil in kennisniveau tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers.

Het platform is een initiatief van opdrachtgevers en opdrachtnemers gericht op de communicatie over kwaliteit en uniformiteit van inspecties. Het kennisniveau verschilt tussen de twee waardoor miscommunicatie kan ontstaan ten koste van inspecties. Om inspecties binnen beheer & onderhoud op een hoger niveau te brengen, dient het kennisni-

realisatie van meer uniformiteit. Inmiddels zijn een kleine honderd opdrachtgevers en opdrachtnemers aangehaakt bij het waardevolle initiatief van Europa’s grootste onderhoudsplatform in Houten. Op de agenda staan speerpunten zoals certificering van bedrijf en/of individuele personen. Uiteraard besteedt de NVDO al ruime aandacht aan uniforme inspecties aan de hand van de NEN 2767, Asset Management en BOEI. Binnen het platform wordt gewerkt aan het vaststellen van minimale kwaliteit van eisen, regulering van inspectiemethodieken en een kader waarin drie inspectieniveaus worden vastgesteld. Het NVDO Inspectieplatform heeft mede tot doel het “Zorgdragen dat bedrijven de vraag uit de markt voldoende kunnen bedienen”. Ook streeft het naar bevordering van bewustwording bij opdrachtgevers en opdrachtnemers over nut en noodzaak van goed onderbouwd beheer & onderhoud. n

veau te worden geüpgrade. Niet alleen zijn er verschillen tussen opdrachtnemer en -gever, ook zijn deze verschillen merkbaar bij opdrachtgevers of opdrachtnemers onderling.

Uniformiteit De Task Force van het onafhankelijke NVDO Inspectieplatform richt zich met name op de

LID wOrDEN In de Task Force zijn onder meer verenigd: de Provincie Gelderland, Arcadis, Movaris, Nebest, Royal Haskoning DHV, IV-Infra, NedTrain, Witteveen & Bos. Lid worden van het NVDO Inspectieplatform is eenvoudig te regelen via www.nvdo.nl Het lidmaatschap biedt u naast de mogelijkheid om mee te discussiëren tevens toegang tot het enorme fysieke en digitale NVDO-netwerk. U ontvangt drie vakbladen en heeft toegang tot twee digitale tijdschriften, waaronder Utilities. Dat het lidmaatschap recht geeft op diverse kortingen, spreekt voor zich.

MaintNL 10 – 2013

053_MW__NVDO-artikel.indd 53

53

04-12-13 09:15


INSPECTIEPLATFORM

KWALITEIT EN UNIFORMITEIT VAN INSPECTIES NEUTRAAL COMMUNICATIEPLATFORM VERNIEUWING & ONTWIKKELING INSPECTIEKETEN NETWERK, FYSIEK EN DIGITAAL DOORONTWIKKELING VAN KENNIS KENNISDELING, PUBLICATIES NETWERK INSPECTIEPLATFORM is onderdeel van de NVDO Vertegenwoordigt de Nederlandse Onderhoudsmarkt met een omvang van tussen 30 - 35 miljard euro Totale sector biedt werkgelegenheid aan 260.000 - 300.000 onderhoudsprofessionals

Kennis is onze kracht

nvdo.nl 054_MK.indd 54

04-12-13 09:15


Gebouwde omgeving

Commissioning als basis voor duurzaam beheer In de wereld van vastgoed is onvoldoende vastgelegd waar beheer en onderhoud aan moeten voldoen. Vaak is er in de samenwerking tussen eigenaar, gebruiker en beheerder veel ruis over wat goed beheer en onderhoud is. Een verbetering van die samenwerking begint bij het vertalen van de wensen en verwachtingen naar technische specificaties van het gebouw en alle gebouwgebonden installaties. Mark Oosterveer

‘levende’ documentatie van groot belang. Hierin moet te vinden zijn welke installaties aanwezig zijn, hoe ze werken en minstens zo belangrijk is de beschrijving bij welk gebouwgebruik een comfortabel binnenklimaat verwacht kan worden. Een monteur die is opgeroepen om een klimaatklacht te verhelpen zal deze nooit op kunnen lossen als niet duidelijk is wat hij van de installatie mag verwachten. Een installatie die niet goed is ingesteld en niet wordt gebruikt waar hij voor is gemaakt, werkt vaak buiten specificaties en zal niet duurzaam zijn. Het SER Energieakkoord met de ambitie om het energiegebruik drastisch te verlagen wordt dan ook als aanjager gezien van een verbetering voor duurzaam beheer en onderhoud.

Life cycle-kosten

De stichting ISSO is het onafhankelijk kennisinstituut van de Nederlandse Installatiesector. ISSO legt technische kennis en normen eenduidig vast en maakt ze toegankelijk voor de hele bouwkolom. Richting opdrachtgevers is het van belang dat informatie over gebouwen, installaties en het gebruik en beheer ervan op dezelfde manier worden besproken. Samen met de Sectie Onroerend Goed van de NVDO werkt ISSO aan kennisoverdracht voor beheer en onderhoud. In die samenwerking worden regelmatig bijeenkomsten georganiseerd waar wordt gesproken over nieuwe richtlijnen. De kennis op het gebied van installaties wordt zo gecombineerd met kennis over onderhoud. Begin oktober werd tijdens zo’n bijeenkomst gesproken over het meten van gebouw- en installatieprestatiegrootheden en het borgen van prestaties door het toepassen van duurzaam beheer.

Goede oplevering Rob van Bergen is directeur van het kennisinstituut ISSO. Hij schetste de basis waarop veel

onderhoud en beheer wordt uitgevoerd in de gebouwde omgeving: ‘Na de oplevering van een gebouw wordt een grote hoeveelheid aan technische gegevens overgedragen aan de opdrachtgever, vaak erg gedetailleerd en met weinig structuur. Om meer richting te geven, is het ISSO Kerndocument 105 over gebouwtechniek opgesteld. Hierin is beschreven wat je als opdrachtgever zou moeten weten over een gebouw. Deze uitgangspunten moeten bijvoorbeeld bij de inbedrijfstelling van de installaties worden meegenomen. Maar hoe doe je dat? De benodigde kennis hiervoor wordt dit jaar met de Dutch Building Commisioning Association uitgewerkt met als doel om gebouwen op een duurzame manier te realiseren, te beheren en te onderhouden. Voor bestaande gebouwen is het zogeheten retro-commissioning de moeite waard, omdat daarmee de specificaties opnieuw worden vastgesteld. Hiermee kan het functioneren worden gecontroleerd en optimaal worden afgestemd op de actuele gebruikswijze. Voor nieuwe gebouwen is een overzichtelijke en

Ed Rooijakkers van Halmos Adviseurs gaf een toelichting op de nieuw verschenen ISSOpublicaties 102 en 103. Die gaan over prestatie-indicatoren en hoe deze te monitoren. Naast een stappenplan en inspectiemethodiek om het functioneren van installaties te verbeteren, zijn er nu ook ISSO-publicaties verschenen om kwaliteit, een goed binnenmilieu en optimale energie-efficiëntie vast te houden en objectief meetbaar te maken. Een trend in het beheer van vastgoed is kijken naar de life cycle-kosten van objecten en het vermijden van onnodige kosten. Een effectieve beheer- en onderhoudsstrategie draagt bij aan verbetering van de life cycle-kosten van de gebouwen. Henk Peitsman, docent bij de TVVL-cursus commissioning, meldde dat uit eerder onderzoek is gebleken dat door verkeerd onderhoud zo’n 25 à 30 procent te veel energie wordt gebruikt en de productiviteit tot 15 procent kan afnemen. Twee goede redenen om beheer en onderhoud goed en eenduidig te doen. De ISSO-publicatie 107 die op dit moment wordt uitgewerkt, behandelt de uitwerking en naleving van opleverprotocollen. De standaard wordt in 2014 gepubliceerd. Zie ook www.isso.nl n MaintNL 10 – 2013

055_MS__NVDO-artikel.indd 55

55

04-12-13 11:50


Agenda

december 16 december RDM Campus, Rotterdam www.petrochem.nl/petrochemonsite Investeren in innoveren Het is crisis, en dat geldt ook voor bedrijven in de petrochemie. Veel investeringen staan ‘on hold’ en het geld ligt niet voor het oprapen. Toch moet vandaag worden verzonnen waar overmorgen de boterham mee wordt verdiend. Innoveren kost geld. Waar haal je dan de middelen vandaan? Arjen van Klink, senior adviseur strategie & innovatie bij de Rabobank vertelt tijdens Petrochem On Site hoe de bank hiermee omgaat. Rob Valk van Boskalis vertelt aansluitend over hoe bedrijven slim om kunnen gaan met kennis, methodes en termen.

17 december Discovery Center Continium, Kerkrade www.nvdo.nl Oplossingsgericht denken in de gebouwde omgeving NVDO Kring Limburg organiseert samen met de NVDO Sectie Onroerend Goed een bijeenkomst bij Discovery Center Continium in Kerkrade. Het thema van deze middag is: “Oplossingsgericht denken in de gebouwde omgeving ”. Deze middag zoomen we in op dit onderwerp en het belang van gebouwonderhoud in het algemeen. De volgende sprekers delen graag hun kennis met u: Erik Koremans, BAM Gebouwenbeheer, Kees van Iwaarden, Topcomfort en Cees van Beukering, Platform Innovation in Building & Maintenance.

18 december Hogeschool van Amsterdam, gebouw Leeuwenburg www.hva.nl Veiligheid: Bureaucratie of Ethiek? Samen met Stichting HUFAG organiseert het onderzoeksprogramma Aviation van de Hogeschool van Amsterdam een openbare lezing van professor Sidney Dekker over recente ontwikkelingen op het gebied van veiligheid in bijvoorbeeld de luchtvaart, gezondheidszorg, petrochemie en constructie. Een toekomst voor veiligheid kan niet worden gebouwd op basis van dit soort bureaucratische verantwoording alleen. Wat als we in plaats daarvan onszelf nou eens een toekomst voorhouden waarin onze mensen de oplossing zijn waarop we kunnen voortbouwen?

19 december Rittal, Zevenaar burggraaf.cc Voedselveiligheid in industriële processen Gratis cursusmiddag georganiseerd in Zevenaar door Rittal, naar aanleiding van de ontwikkelingen in Europese wetgeving. Sprekers zijn: René Bakker, districtmanager

van Hago food & industry, over de meerwaarde van productie-ondersteunende diensten, Michael Evers, accountmanager bij Rittal, geeft een overzicht van de behuizingsen installatietechniek en Wouter Burggraaf, over een doordacht hygiënisch ontwerp van een totale installatie.

januari 23 en 28 januari Antwerpen/Bergen op Zoom www.technotrans.nl Technotrans Rotating equipment (pompen, compressoren, gasturbines, stoomturbines, mixers, roerwerken en expanders) vindt binnen de petrochemische industrie een breed scala aan toepassingen. Het maken van de juiste selecties in relatie tot processen en producten, troubleshooting en onderhoudsaspecten staan tijdens deze tweedaagse praktijkcursus centraal. De cursus is met name bedoeld voor technische functionarissen belast met onderhoud en installatie van rotating equipment, inkooptaken, processing, werkvoorbereiders, project-engineers en constructeurs binnen de (petro)chemische industrie.

30 januari De Fabrique, Utrecht iv.heliview.nl Industriële Veiligheid Het congres Industriële Veiligheid viert haar tweede lustrum. Tijdens deze tiende editie staan de laatste ontwikkelingen rondom machineveiligheid, procesveiligheid, ontwerpveiligheid en explosieveiligheid binnen de industrie centraal. Uiteraard is er tijdens het congres ook veel aandacht voor gedragsveiligheid. “Het congres Industriële Veiligheid is een must voor veiligheidskundigen in de wereld van machinebouwers”, aldus een bezoeker van een eerdere editie.

februari 6 februari Amrath Hotel Brabant, Breda www.smc-congres.nl Service & Maintenance Congres De organisatie en besturing van waarden voor (interne) klanten lijkt een lastige opgave. Leer hoe ‘Best-in-Class’ bedrijven succesvol inspelen op veranderende mogelijkheden, behoeften en verwachtingen. Wat zijn de mogelijkheden en welke strategie is de beste voor uw service- en/of onderhoudsproces? Op dit event leert u van Best Practices uit diverse sectoren, toegespitste technology pitches, interactieve workshops in een sfeer van open kennisuitwisseling en een expo rond state-of-the-art applicaties, devices en services. Ook is er veel mogelijkheid tot interactie met vakgenoten en specialisten rond strategie, optimalisatie en IT.

56 MaintNL 10 – 2013

056_MH_NVDO_agenda.indd 56

04-12-13 09:14


Column Doen! U weet het inmiddels wel, eens per jaar trek ik eropuit. Dan loop ik een paar evenementen af en ben weer bijgeschoold. Eind november was ik te vinden in de Rotterdamse Van Nelle Ontwerpfabriek waar het iMaintain/ NVDO Infracongres plaatsvond. Het stond in het teken van innovatie. Ik dwaalde met mijn gedachten totaal af toen een van de sprekers zei dat ze hun monteurs nog nooit met SAP hadden laten werken om de reden dat dit te moeilijk voor hen is. ‘Ze moeten zoveel weten, PAS 55, ISO 55000, 9001, dan dit, dan dat.’ Ik kreeg spontaan een flashback naar een jaar of twintig terug, naar een gadget die wél echt indruk op mij maakte (en dat doet iets niet gauw …). De telefoon, en niet zomaar een! De draadloze telefoon die je ver achter in je tuin nog kon gebruiken, als je maar in een straal van enkele tientallen meters bleef. Weg met de babyfoon, weg met de telefooncel om de hoek, leve de innovatie. Telli van der Lei had mij in Rotterdam weer helemaal bij de les toen ze op het podium een veiligheidshesje aantrok. Haar betoog ging niet primair over innovatie, maar vooral over imago. Dat spreekt mij aan, eens even niet allemaal het containerbegrip innovatie gebruiken, maar inzoomen op een of ander aspect, want er is geen thema zo uitgehold als innovatie. Er zijn hele platforms voor en het zou dé remedie zijn om de economie weer uit het slop te krijgen, tenminste als we politiek Den Haag nog moeten geloven. Ik focus me nooit zo op definities zoals ‘vernieuwend’, ‘creatief’ of ‘innovatief’. Wat kunnen die woorden mij en mijn organisatie nou schelen? Mij gaat het erom (net zoals een paar van de sprekers trouwens) dat we samenwerken en onze krachten bundelen. Maar of dat nou innovatief is? Het gaat natuurlijk helemaal niet alleen om innovaties. Er is veel meer aan de hand, zoals grondstoffen-

schaarste, vergrijzing en cybercriminaliteit. Innovatie is dan geen toverstok, want de genoemde problematiek los je niet op met nieuwe technologie. Dat moet passen bij mensen, ondernemen en de samenleving. Ik wil best duurzame diervriendelijke producten hoor, maar als ik op mijn vrije zaterdagochtend bij Albert Heijn ben, kies ik toch liever voor goedkoop. En ik wil best groene stroom, maar het moet niet duurder worden dan wat wij thuis nu al jaren hebben. De Nederlandse infrastructuur is onderhevig aan veranderingen, zoveel bleek wel tijdens de congresdag. Het gebruik verandert in de loop van de tijd, net als de budgetten voor bouwen en behouden. De ideale basis voor innovaties in infra-onderhoud? Daarvoor zijn niet alleen nieuwe producten nodig, ook het anders inzetten van bestaande technieken werd door de zaal als innovatief bestempeld. Innovatie is blijkbaar meer dan alleen een technische verbetering. Innovatie kan ook in bijvoorbeeld management plaatsvinden. De nieuwe toepassing van een bestaand product kan net zo veel effect hebben als de introductie van het product zelf. Wat zijn de drijfveren per sector om te vernieuwen en waar is de grootste winst te halen? Gaat dat om geld, doorlooptijd, arbeid of bijvoorbeeld duurzaamheid? Het gaat dus ook om imago, trek iedereen een veiligheidshesje aan en we hebben opeens allemaal hetzelfde niveau, uitstraling en autoriteit. Dus innovatie is prima, maar het moet wel betaalbaar blijven. En wat mij betreft moeten we maar eens ophouden met erover te praten, erover schrijven, erover vastleggen. Innovatie is wat mij betreft gewoon Doen!

Innovatie is prima, maar het moet wel betaalbaar blijven.

Ing. Frans Stokbrood Directeur FS Virtual Enterprise

MaintNL 10 – 2013

057_MF_NVDO-Column.indd 57

57

04-12-13 09:14


iMaintain INFRA

Complexe infrastructuur vraagt om innovatie Dat de infrasector innovatief is, bewees ze tijdens iMaintain, het NVDO infracongres. Vertegenwoordigers van de grote infra asset owners lieten zien dat onderhoud een steeds belangrijker onderdeel wordt van de totale assetmanagementstrategie. Door die verstevigde focus op onderhoud ontstaan steeds meer technische innovaties. Maar de branche boekt ook nog steeds winst op het gebied van projectmanagement en ketensamenwerking. David van Baarle

Neem het voorbeeld van Gasunie. Rutger Peenstra is projectmanager Pigging bij de Nederlandse gastransporteur en bedacht een innovatieve manier om pigs te volgen. Hij legt eerst uit wat een pig precies doet. ‘Pigs worden al vrij lang gebruikt om pijpleidingen schoon te maken en te inspecteren. Afhankelijk van de pijpdikte, variërend van 150 millimeter tot 120 centimeter, moeten we die eens in de vijf à tien jaar inspecteren. We sturen eerst een kalibratiepig door de te inspecteren leiding die test of er geen obstakels zijn en vervolgens gaat een magnetic flux leakage pig door de leiding. Dat instrument meet met behulp van een magnetisch veld de wanddikte.’

Pig tracking Peenstra toont een film hoe dit in de praktijk eraan toe gaat. Een apparaat dat nog het meest weg heeft van een kleine duikboot wordt in een pijpleiding gehesen waarna de leiding wordt dichtgemaakt. Vervolgens zet men gasdruk op de leiding zodat de pig wordt meegenomen in de gasstroom. ‘Om de route van het instrument te volgen, staat een zogenaamde luisterploeg klaar die op gehoor en met pig trackingsensors bepaalt waar de pig zich bevindt. We willen namelijk weten wanneer hij aankomt en de afsluiterschakelingen tijdig maken. Ook komt het nog wel eens voor dat het instrument ergens op de route blijft steken en dan is het zaak hem zo snel

mogelijk te vinden.’ Het typische geluid dat het ding maakt als het door de pijpleiding gaat, is nog het meest te vergelijken met een gillend varken, vandaar de naam. De gang van het instrument is met geophones en druktransmitters te volgen. Toch ging het met het luisteren in de praktijk nog wel eens mis. ‘Als een waarnemer langs een drukke weg stond en er kwam toevallig net een vrachtwagen voorbij, kon hij de pig nog wel eens missen.’ Ook zonder die verstoringen was de waarneming niet altijd even accuraat. ‘We hebben wel eens meegemaakt dat het meetinstrument al na tweehonderd meter vastliep. Een waarnemer die op een afstand van zes kilometer stond, was er echter van overtuigd dat hij de pig gehoord had. Het duurde daardoor nog een hele tijd voor we hem uiteindelijk vonden. We bedachten dat het handig zou zijn om een pig trackingsensor met een gsm-verbinding te hebben, die zelfstandig kan meten waar de pig zich bevindt. Zo’n kastje bestond echter nog niet. We hebben die dan ook zelf ontwikkeld. De pts field unit die we nu gebruiken, is een combinatie van een trillingssensor en een hogedruksensor in een atex-veilige en waterdichte behuizing. Het apparaat kan op afstand worden uitgelezen, maar ook aanen uitgezet, wat handig is om batterijen te besparen. Op deze manier hebben we veel minder mensen nodig om een smart pig te volgen, met daarbij ook nog betrouwbaardere metingen.’

iPads Ook NedTrain investeerde in innovatieve technologie om zijn technici te ondersteunen in hun dagelijkse werk. Het bedrijf gebruikt het softwarepakket Maximo en schonk aan al zijn monteurs een iPad. Niet om thuis spelletjes te kunnen spelen, maar om direct toegang te krijgen tot alle data die ze tijdens hun werk nodig hebben. Ben Cretier begeleidde het traject en deelde zijn ervaringen met de bezoekers van iMaintain. Maar ook hij vertoonde eerst een film. Daarin zie je een man en een vrouw die de omroepinstallatie in de trein niet kunnen verstaan. Via een app van NedTrain kunnen ze hun klacht indienen. De klacht belandt automatisch bij de planning van NedTrain die vervolgens actie kan ondernemen op het moment dat

Een monteur vertelt over zijn ervaring met de iPad en hij is vooral blij met de mogelijkheid om een foto te maken, die hij koppelt aan de werkbon. de trein naar de werkplaats gaat voor onderhoud. Een monteur weet via zijn iPad welke storingen bij de bewuste trein zijn gemeld en krijgt een overzicht van de handelingen die hij moet uitvoeren. Zijn werkinstructies, met alle bijbehorende documenten zijn direct beschikbaar en ook de administratieve afhandeling kan hij op de tablet doen. Cretier: ‘Deze film is een jaar geleden gemaakt en toen vroeg ik me hardop af: gaat dit echt over ons? Inmiddels kan ik volmondig zeggen dat het daadwerkelijk zo gaat als de film laat zien. Het heeft wel wat inspanning gekost

58 MaintNL 10 – 2013

058_59_60_61_MO__NVDO-artikel.indd 58

04-12-13 09:14


FOTO’s: LINDA LELIVELD

Ton Beckers, GVB

om daar te komen, maar het is zeker de moeite waard geweest. We deelden duizend iPads uit aan duizend monteurs. Hoewel we ook naar andere oplossingen hebben gekeken, bleek met name de connectiviteit van de iPad het beste te werken. Je moet als monteur toch de nodige bandbreedte hebben om je werk goed uit te kunnen voeren. We hebben daarbij expres gekozen voor geven, in plaats van uitlenen. Al was het maar dat het wel heel aantrekkelijk wordt voor dieven als een grote hoeveelheid iPads op één plek ligt opgeslagen. Doordat de iPads eigendom waren, raakten de monteurs bovendien sneller vertrouwd met de interface. Enige nadeel was dat de fiscus dit gewoon voor honderd procent belast.’ Cretier deed de implementatie niet alleen. ‘We trokken dit project met acht man, daarbij kregen we ook ondersteuning van werkstudenten die de monteurs wegwijs maakten op de iPad. Het is immers niet voor

iedereen vanzelfsprekend om te swipen als je naar een volgende pagina wilt gaan. Ook kregen de monteurs nog een op maat gemaakte opleiding. Uiteindelijk hadden we drie maanden nodig om alles uit te rollen en nu plukken we daar de vruchten van. Wat vooral opvalt, is dat de monteurs zelf ook met ideeën zijn gekomen om nog beter gebruik te maken van de middelen die ze nu hebben. Ze vroegen zelf om extra knoppen of andere aanpassingen in de interface. Zo gebruiken ze nu facetime als iemand een probleem heeft. Zo kunnen collega’s live met elkaar meekijken en advies geven.’ Ook de afhandeling gaat veel sneller, zoals een ander filmpje laat zien. Een monteur vertelt over zijn ervaring met de iPad en hij is vooral blij met de mogelijkheid om een foto te maken. In plaats dat hij uitgebreid moet omschrijven wat er mis was en wat hij heeft uitgevoerd, maakt hij een foto en koppelt dit aan de werkbon. ‘Het doel is om de

bakkenstand, het aantal treinstellen dat we uit bedrijf moeten halen, terugbrengen. Ik weet zeker dat we nu een goede tool in handen hebben om dit doel te halen.’

Innovatie maakt verschil Over de Amsterdamse Noord/Zuidlijn is al veel geschreven, maar de innovatie binnen het project raakt nog wel eens ondergesneeuwd door het negatieve nieuws. Erik Bijlsma wil dan ook benadrukken dat er veel is geleerd van de perikelen in het eerste regime van het project. Toen men in 1998 begon met het project, had men bij wijze van spreken een A4-tje met de opdracht voor het bouwen van een metrosysteem van a naar b. Dat was uiteraard de hemel voor aannemers, maar bleek uiteindelijk een ramp voor het projectmanagement. Het tweede regime, dat intrad na de forse kostenoverschrijdingen, was veel strakker en de opdrachtgever nam de regie weer meer in handen. Inmiddels is men MaintNL 10 – 2013

058_59_60_61_MO__NVDO-artikel.indd 59

59

04-12-13 09:14


iMaintain INFRA

aanbeland bij de derde fase van de bouw: het afbouwen van de tunnels en het installeren van de tunneltechnische systemen. Bijlsma: ‘ Intussen zijn de rollen en taken ook veel helderder geworden. We volgen de structuur van de PAs55-standaard, wat straks wordt vastgelegd in de IsO 55000norm. Dat betekent dat er een asset manager is, een asset supplier en een asset owner.’ Een grote omwenteling in de aanbesteding is dat in de beoordeling niet sec naar de aanschafkosten wordt gekeken als wel naar de kosten gedurende de levensduur: life cycle costing dus. ‘Om de beste oplossing tegen de laagste kosten te kunnen krijgen, hebben we de investeringsplafonds losgelaten. De investeringskosten zijn niet meer leidend, maar de kosten gedurende de gehele levensduur wel. En dan gaan inves-

teringen die eenvoudig zijn te onderhouden voor.’ Ook voor Rijkswaterstaat maakt innovatie het verschil. De Rijksdienst moet steeds meer doen met minder middelen en dus vraagt zij aan de markt om met innovatieve oplossingen te komen. Om de aannemers daarbij te helpen, biedt de overheidsinstantie ondersteuning via het Innovatiecentrum. De Willy Wortels van de infrawereld kunnen hun vindingen in een praktijkomgeving testen en daarbij betaalt Rijkswaterstaat ook nog eens de helft van de kosten van die test. ‘Vaak weten de uitvinders wel dat hun product in het laboratorium werkt’, zegt Rob Portielje. ‘Maar een praktijkproef werkt meestal toch net iets anders. Bovendien willen ze niet alleen weten of de techniek werkt, maar ook wat de juridische belemmeringen zijn.’ Dat deze aanpak daadwerkelijk resul-

taat oplevert, blijkt wel uit de voorbeelden die Portielje noemt. Neem het lage temperatuurasfalt dat BAM ontwikkelde. Door de lage temperatuur is de CO₂-voetafdruk van het gebruikte asfalt veel lager. ‘Wij bieden nooit de garantie dat wij de innovatie ook gaan gebruiken’, benadrukt Portielje. ‘We moeten immers openbaar aanbesteden. Maar we kunnen uiteraard wel een bepaalde prestatie verlangen in de gunning die aansluit bij de huidige stand van de techniek.’ Een ander voorbeeld dat Portielje noemt, zijn tijdelijke vulmiddelen die gaten in de asfaltlaag kunnen vullen. Firma Diepenveen stelde voor om hergebruikt ZOAB te gebruiken als vulmiddel. En ook de HillBlock is inmiddels getest. De innovatieve dijkbekleding heeft maar liefst dertig procent minder beton nodig dan traditionele oplossingen. ‘Als de testen voorbij zijn, is onze rol uitge-

60 MaintNL 10 – 2013

058_59_60_61_MO__NVDO-artikel.indd 60

04-12-13 09:14


speeld’, besluit Portielje. ‘De bedrijven bekostigen zelf de doorontwikkeling. Ze starten dan wel met een test- en validatierapport dat ze kunnen gebruiken om de innovatie te vermarkten.’

Extreme condities Over innovatie gesproken. Arcadis won dit jaar nog de Vernufteling voor zijn winterhardwissel. Want wat is het probleem? Als het heeft gesneeuwd, vormen zich ijsklonten bij de wielen van treinstellen. Door grote schokken schieten de blokken vervolgens los. Nu leveren wissels vaak dit soort schokken op en het ijs kan dan ook nog wel eens tussen een wissel terecht komen, waardoor deze zijn werk niet meer kan doen. Een van de oplossingen die hiervoor al op de markt waren, is wisselverwarming. Door de warmte smelt het ijs uiteindelijk weg. ‘Dat dooien kost echter tijd’, zegt Nico van Harten. ‘Het duurt zeker een half uur voordat een ijsklomp is weggesmolten. Met het drukke treinverkeer op de Nederlandse spoorwegen is dat veel te lang. Ons idee was om te voorkomen dat zo’n ijsklomp tussen de rails van de wissel terecht komt. Dus zijn we aan de slag gegaan met drie ideeën. Een van de ideeën was om een zacht, flexibel materiaal tussen de rails te plaatsen, maar dan zou je een soort tovermateriaal moeten spuiten in een heel kritisch onderdeel van het spoor. Uiteindelijk zijn we gekomen op een deksel boven de spleet. We hebben deze gekoppeld aan het mechanisme van de wissel zodat deze zonder aanvullend mechaniek zijn werk kan doen. Als de wissel omgaat, gaat de deksel mee. Uiteraard is er nog wel ruimte overgelaten voor de wielen van de treinen, die is afgesloten met een borstel. Dat het GVB asset management serieus neemt, had Erik Bijlsma al duidelijk gemaakt. Maar Ton Beckers legt nog eens uit dat de gehele infrastructuur die het Amsterdamse vervoerbedrijf onder zijn hoede heeft, onder extreme condities moet presteren. Al was het maar omdat de trams bijvoorbeeld zo’n zeventigduizend instappen per dag verwerken. Even ter vergelijking: de Ns verwerkt een miljoen instappen per dag, maar dan landelijk. Of omdat de tramrails in zeer nauwe straten liggen met zeer scherpe bochten erin. ‘Die krappe beweegruimte heeft zijn weerslag op de rails’, zeg Beckers. ‘We schouwen het traject en meten de slijtage, maar kunnen niet voorkomen dat we sommige bochten eens

in de anderhalf à twee jaar moeten onderhouden of zelfs vervangen. Daar komt nog eens de uitdaging bij dat we hetzelfde werk moeten uitvoeren met een steeds kleiner wordend budget. Ook wij zijn dus wel gedwongen om te innoveren om zo efficiënter te kunnen werken.’ Een van de vernieuwingen die Beckers doorvoerde is de introductie van multidisciplinaire techniekteams. ‘Met name de conditie van de wissels is van strategisch belang voor het GVB. Vandaar dat we Uitvoering, Beheer, maar ook bijvoorbeeld maintenance engineers samen laten werken aan verbeterplannen. We merkten namelijk dat die partijen voorheen vooral binnen de eigen grenzen werkten en daardoor niet goed wisten tegen

‘Cultuur verdient meer aandacht binnen bedrijven. Het zijn tenslotte de mensen die de nieuwe werkwijze moeten uitvoeren.’ welke problemen de anderen aanliepen. Door die multidisciplinaire teams over elkaars grenzen te laten kijken, ontstond veel meer integrale samenhang. Het doel daarvan is om niet alleen het ontwerp van de wissels robuuster te krijgen, maar ook beheer en onderhoud naar een hoger plan te tillen. Tegelijkertijd hebben we flink geïnvesteerd in verbetering van het datamanagement. Ook wij ontwikkelden een app die via een iPad kan worden opgestart. Omdat het GVB al met sAP werkte, hebben we de app ook op die omgeving ingericht. Ik kan je vertellen dat de uitvoering van dat plan nog niet zo eenvoudig was. Maar de meetdata weten we steeds beter te interpreteren. Door meetgegevens aan geografische informatiesystemen te koppelen, weten we steeds beter waar zich welke problemen voordoen. We zijn inmiddels op weg om van goed naar beter beheer te transformeren. Dat is een continu proces, waar we wel steeds meer de vruchten van gaan plukken.’

Cultuur verdient aandacht De slotlezing was aan de wetenschap. Telli van der Lei is assistent-professor aan de TU Delft en als onderzoeker verbonden

aan Next Generation Infrastructures. Toen ze onlangs een infracongres in Hong Kong bezocht, viel het haar op hoe goed de infrastructuur daar was. ‘In een internationale ranking stond de metropool als tweede genoteerd. Een professor uit Hongkong wist me ook te vertellen hoe men op dat hoge niveau was gekomen. Hij zei dat niet al te lang geleden werd neergekeken op de mannen met gele hesjes, de mannen die het werk aan de infrastructuur uitvoerden dus. Inmiddels loopt er een televisiecampagne die het belang van die mannen benadrukt. De professor gaf zijn colleges dan ook steevast met zo’n wegwerkershesje aan om het imago te verbeteren.’ Nederland stond in de ranking overigens op de zeventiende plaats. ‘Dus hier kan nog wel wat verbeteren.’ Van der Lei waarschuwde dan ook dat de kennis over onze infrastructuur verschuift van nieuwbouw naar beheer. ‘We hebben in Nederland nauwelijks greenfields meer. De enige plek waar nog een compleet nieuwe infrastructuur wordt aangelegd, is de Tweede Maasvlakte. Het overige deel van Nederland ligt vol met infrastructuur. Een groot deel van die infrastructuur is bijna aan het einde van zijn technische levensduur en daar zullen we een oplossing voor moeten vinden. Tegelijkertijd gaan we steeds meer infrastructuur met elkaar verknopen en ook de energie-infrastructuur wordt complexer doordat energieproductie steeds meer decentraal zal verlopen. We zullen dus meer de aandacht moeten vestigen op systeeminnovatie.’ Ook het onderhoud van infrastructuur wordt nog altijd verbeterd door technische innovatie. Met name de vooruitgang in sensortechnologie heeft een boost gegeven aan de datastroom over de toestand van assets. ‘Enige uitdaging is om die data juist te interpreteren en waardevolle informatie uit big data te genereren. Als je dat goed doet, kan je gefundeerd risk based maintenance toepassen en daarmee kosten besparen.’ De standaard voor assetmanagement IsO 55000 zorgt er in ieder geval voor dat de rollen en verantwoordelijkheden binnen organisaties duidelijk worden vastgelegd. Maar bedrijven zullen ook moeten blijven werken aan het omvormen van de bedrijfscultuur richting assetmanagement. ‘Cultuur verdient meer aandacht binnen bedrijven. Het zijn tenslotte de mensen die de nieuwe werkwijze moeten uitvoeren.’ n MaintNL 10 – 2013

058_59_60_61_MO__NVDO-artikel.indd 61

61

04-12-13 09:14


Contractvorm geeft doorslag in infraverkiezing Havenbedrijf Rotterdam, Robin Turkenburg van NedTrain en Telli van der Lei van de TU Delft, Platform Infra en juryvoorzitter Luc de Laat van CMS Asset Management. Men was zeer te spreken over beide inzendingen, maar de impact van de nieuwe aanpak van Rijkswaterstaat voor de onderhoudswereld en de invulling die MNO Vervat daaraan had gegeven, gaf de doorslag.

Snijden in eigen omzet

Het projectteam VOC van aannemer MNO Vervat is verkozen tot Infra Projectteam van het Jaar 2013. Het team dat zelf het innovatieve variabele onderhoudscontract (VOC) bedacht, werd voor zijn inspanning beloond met zowel de juryprijs als de publieksprijs. David van Baarle Het Infra Projectteam van het Jaar 2013 bedacht een compleet nieuwe contractvorm: het Variabel Onderhouds Contract (VOC). Waar Rijkswaterstaat normaal gesproken het onderhoud aan zijn assets voorschrijft, verwacht de opdrachtgever nu een meerjarig onderhoudsplan van de opdrachtnemer. Het uiteindelijk doel is om al het onderhoud aan de Rijkswegen op de markt te zetten, zodat dit door één opdrachtnemer kan worden beheerd. Rijkswaterstaat had vier van dit

soort contracten aan vier partijen aanbesteed en vertegenwoordigers van de opdrachtgever lieten al een beetje doorschemeren dat MNO Vervat dit het beste had vertaald naar een werkend concept. Gaston Loos van MNO Vervat was dan ook terecht trots op de prestatie die zijn team had neergezet. De jury van de verkiezing was een goede doorsnee van de Nederlandse infrasector: Dick Gansenkolk van Rijkswaterstaat, winnaar van vorig jaar Erwin Rademakers van het

TWEEDE PRIJS Het team Poort van Bunnik, een samenwerking van BAM-bedrijven en Rijkswaterstaat, werd tweede in de verkiezing. De Poort van Bunnik had als projectambitie een maximaal tevreden omgeving, weggebruiker en een snelle extra wegcapaciteit. Het team Poort van Bunnik stelde zelf contractuele tevredenheidsvoorwaarden vast en Rijkswaterstaat stelde als voorwaarde de (beleving van) hinder te managen. Dat vergde een goede communicatie en innovatieve oplossingen. De jury noemde dit project dan ook ‘een uniek voorbeeld van een sociale innovatie’.

De nieuwe manier van aanbesteden vroeg wel om een cultuurverandering binnen MNO Vervat. Van oudsher verdienen aannemers namelijk geld door veel werk op een efficiënte manier uit te voeren. Het project VOC vraagt naar het optimaliseren van onderhoud. Dat betekent soms dat onderhoud wordt uitgesteld of dat met een lichte onderhoudsmaatregel hetzelfde wordt bereikt als met een zware maatregel. Feitelijk wordt de aannemer gevraagd om in zijn eigen omzet te snijden. Het projectmanagementteam koos er niet voor om van bovenaf gedragsverandering op te leggen, maar voor het bewust maken van de achterliggende motivatie om te veranderen. Op deze manier komt de verandering vanuit de projectmedewerkers zelf en zijn zij daadwerkelijk bewust van de verandering die ze teweegbrengen. Projectmedewerkers krijgen de vrijheid om eigenhandig sturing te geven. De ideeën die zij hebben, kunnen nu worden geïmplementeerd zonder dat ze tegen een muur aanlopen van een organisatie die denkt dat ze niet kan veranderen. Het projectteam vertaalde de vraag naar een onderhoudsfilosofie waarin RAMS-LCC leidend is. Men kijkt dus naar risico’s en naar de levenscyclus en stelt aan de hand daarvan een beheerplan op. De contracten omvatten onder meer het onderhoud aan (weg)verhardingen, kunstwerken en geleiderails voor de periode van twee jaar, met de mogelijkheid om tot twee keer een jaar te verlengen bij goed presteren. Het contract heeft een initiële waarde van circa twintig miljoen euro. n

62 MaintNL 10 – 2013

062_MQ__NVDO-artikel.indd 62

04-12-13 09:14


MNO Vervat is Infra Projectteam 2013 ‘Vandaag stond INNOVATIE centraal, een gevolg van het uitgangspunt van vorig jaar waarbij we vanuit de versobering keken hoe we hier mee om moesten gaan. Als juryvoorzitter van de Verkiezing van het Infra Projectteam van het Jaar kan ik u melden dat innovatie meer dan zichtbaar is geworden in deze spannende wedstrijd’, daarmee begon Luc de Laat zijn aanbiedingsspeech voor de verkiezing van het Infra Projectteam van het Jaar 2013. ‘Vernieuwen, kansen zien, daarop inhaken, ondernemen, maar ook met lef en acties wegzetten: DAT is wellicht het enige positieve wat je uit een crisis kunt halen, het brengt bij mensen een ’nieuwe kracht’ naar boven. Een kracht die anders wellicht op de plank bleef liggen omdat er geen urgentie was. Die urgentie voelen we allemaal, en leidt tot nieuwe creatieve ideeën. Ideeën

JURY De jury van de verkiezing van het Infra Projectteam van het Jaar Erwin Rademakers Havenbedrijf Rotterdam en ervaringsdeskundige als winnaar van vorig jaar. Robin Turkenburg Lid van het Bestuur NVDO Sectie Infra en werkzaam bij NedTrain. Dick Gansenkolk werkzaam bij Rijkswaterstaat, de opdrachtgever vertegenwoordigend. Telli van der Lei vertegenwoordigster van onderwijs en onderzoek, verbonden aan de TU Delft en het platform Next Generation Infrastructures. Luc de Laat directeur van CMS Asset Management en juryvoorzitter

waarmee de samenleving beter wordt. En dat is precies waar we naar op zoek zijn, ook bij de projecten die ik u dadelijk mag presenteren.’

Mooie toekomst ‘Vanuit onze organisatie CMS Asset Management kom ik bij veel partijen over de vloer, en ben aanwezig op de nodige symposia en bijeenkomsten. Een van de onderwerpen die daar naar voren komt, is het nut en de noodzaak van assetmanagement. Iets waar de NVDO zich al vijftig jaar hard voor maakt, en waar men wel eens zegt; het leven begint bij vijftig, zo denk ik ook dat er in onze sector echt een kanteling gemaakt gaat worden de komende jaren. Waar vroeger beheer en onderhoud niet sexy waren, en niet prominent op de bestuurstafel lagen, zie ik nu dat we steeds meer gevraagd worden om op bestuursniveau uit te leggen wat je met assetmanagement kunt. Interessant in deze is de uitspraak van een van de genomineerden die aangaf dat in zijn ‘bouw’-bedrijf men altijd gefocusd was op de nieuwbouw, dat deze de regie voerde, maar dat met de nieuwe DBFMO-contracten er een omslag plaats heeft gevonden naar beheer en onderhoud. Zijn voorspelling is dat de rollen zich omdraaien. De andere genomineerde deed de opvallende uitspraak ’ik dacht dat onderhoud saai was’. Hij denkt er nu anders over. U ziet: de NVDO-achterban gaat een mooie toekomst tegemoet.

Misschien heeft u het zelf gehoord tijdens het NVDO-jubileum in Madurodam van de voormalig minister van Economische Zaken Maxime Verhagen? Deze huidige voorzitter van Bouwend Nederland zou zijn vereniging eigenlijk moeten omdopen in ‘Onderhoudend Nederland’ en dan veel meer samen met de NVDO moeten optrekken. Een stukje visie op de toekomst waarbij innovatie ervoor zal zorgen dat met de beperkte middelen we toch een goed infraareaal in Nederland kunnen behouden. Dat opdrachtgevers de markt uitdagen tot innovatie hebben we vandaag gezien. De wijze waarop de markt deze uitdaging oppakt, werd heel duidelijk in de verkiezing van het Infra Projectteam van het Jaar. Twee van die projecten ziet de jury als ‘parels’ van onze innovatieve sector.’

Teams ‘Terug naar innovatie. Natuurlijk kun je jarenlang zwoegen en zweten op een eigen unieke uitvinding. Een andere strategie is goed om je heen kijken. Wat doen concurrenten? Wat zijn trends en nieuwe technieken in andere sectoren, in andere landen? Op deze manier worden de investeringen beperkter, de risico’s kleiner en is de timeto-market korter en is de kans groter om Infra Projectteam van het Jaar te worden! Ik stel ze graag aan u voor. Als eerste hebben we BAM Infra Asset Management met A12-Poort van Bunnik. Dertig kilometer snelweg door RWS op de markt gezet en gegund aan ‘de Poort van Bunnik’, de combinatie van de aannemersbedrijven binnen de BAM-groep (wegen, infratechniek en mobiliteit en civiel), twee jaar bouwen, twintig jaar onderhoud. Dat vergt een samenwerking tussen de verschillende disciplines binnen een grote organisatie, maar ook een intensieve samenwerking met de weggebruiker en de omgeving. Binnen het team is een professionele organisatie ingericht die op de aspecten van organisatie, MaintNL 10 – 2013

063_64_MX__NVDO-artikel.indd 63

63

04-12-13 09:13


FOTO: LINDA LEILIVELD

iMaintain INFRA

MNO Vervat is met het VOC-project Infra Projectteam van het Jaar 2013 geworden. Het scoorde het beste op de factoren innovatie en teamprestatie.

processen en mensen de opdrachtgever écht ontzorgt. Het genomineerde projectteam laat zien dat zij die verbinding hebben gemaakt en geeft in haar presentatie weer dat aan de voor de jury belangrijkste aspecten als innovatie, belang voor de sector en de wijze waarop kennis gedeeld wordt, ruimschoots wordt voldaan. De jury acht de nominatie zeer verantwoord omdat men een continue focus heeft gehad bij de bouw om de onderhoudscomponent innovatief, duurzaam en beheersbaar te maken zodat men direct op basis van feiten kan gaan sturen op de onderhoudsprestatie. Daarnaast heeft het team binnen haar organisatie de transitie van traditionele bouwer naar assetbeheerder omgebogen. Als tweede is genomineerd MNO Vervat met het Project VOC (Variabel Onderhouds Contract). Dit is een mooi voorbeeld van hoe een opdrachtgever, Rijkswaterstaat in dit geval, de markt uitdaagt om met innovatieve oplossingen te komen voor het variabel onderhoud aan de rijkswegen. Niet door onderhoudsmaatregelen voor te schijven, maar een meerjaren plan van de opdrachtnemer te verkrijgen. Binnen MNO Vervat heeft het genomineerde Infra Projectteam deze handschoen opgepakt! Men heeft in plaats van intern te kijken vooral naar buiten gekeken en andere jonge ingenieurs erbij betrokken om ‘fris’ tegen problemen aan te kijken. Men heeft zich opnieuw verdiept in asfalt-technologie, de zaken doorgerekend met reliablity-technieken als RAMS, LCC en moderne ICT toegepast zoals GIS. Niet onbelangrijk: door met cultuur

aan de slag te gaan, hebben ze het team versterkt maar is ook de dialoog met RWS aangegaan. Ook dat is innovatie! De jury acht ook deze nominatie zeer verantwoord omdat men innovatie als uitgangspunt genomen heeft en vanuit nieuwe kaders het probleem heeft aangepakt. Het resultaat is een koppeling tussen moderne inspectietechnieken en een relatie tussen degradatie-mechanismen waarmee het noodzakelijke onderhoud inzichtelijk kan worden gemaakt en gepland kan worden. Als organisatie heeft MNO laten zien dat je kunt veranderen, door met lef te ondernemen en door jonge mensen een kans te geven, je als organisatie sterker wordt.’

Winnaar ‘Wie van deze twee finalisten mag de titel van Infra Projectteam van het Jaar 2013 namens de jury dragen? Ook dit jaar was dat niet makkelijk, vanuit verschillende kanten kijk je naar deze teams. Waar de een de teamprestatie heeft ingericht op sociale cohesie en passie, heeft de ander bewust het team samengesteld op basis van diversiteit, met kennis van buiten en met hulp van jonge mensen. Maar beide leveren hun prestatie. In de jurypitch ‘presenteert’ de een professioneel en heeft aandacht voor de kernpunten, de ander laat een ‘technisch moeilijk’ verhaal zien, waarvan de kracht in de toelichting zichtbaar wordt. Op inhoud is er ook een andere benadering. De een zorgt ervoor dat innovatie op het proces geschiedt door ‘bekende’ technieken samen te laten werken en voor resultaten te

laten zorgen. De ander zoekt het ook in nieuwe technologieën voor de branche en benadert het meer ‘out of the box’. Een ander opvallend punt was de wijze waarop beiden commitment kregen van hun directie. Hier ontdekte de jury de enige echte overeenkomst tussen beide teams. Beide directies laten zien dat zij geloven in assetmanagement en dat kan ons als NVDO, en als sector in het algemeen, alleen maar verheugen. Wel hadden we een zorg als het ging over kennis delen. Hoe kan de maatschappij profiteren van deze ideeën? Gelukkig was men daar open over, men wil delen! De een ziet inmiddels dat hun methode onderdeel is van nieuwe uitvragen en de ander geeft aan dat ze met de voorsprong van kennis in de eigen organisatie niet bang zijn om het te delen. Echter, het was voor de jury niet makkelijk omdat allen hun sterktes hadden. Wie krijgt op basis van de objectieve scoretabel de meeste punten in deze prestigieuze wedstrijd? De jury heeft daarom twee aspecten zwaar laten wegen. Ten eerste de teamprestatie. Ten tweede de innovatie. Het Infra Projectteam van het Jaar 2013 is geworden: het team dat een technische innovatie in wegbeheer heeft weggezet, het team dat de weg van de schijnbaar onbegaanbare paden durfde in te slaan, het Infra Projectteam van het Jaar 2013 is geworden, het team dat in staat bleek vanuit een traditionele praktijk de zaken om weet te buigen naar een nieuwe kracht in het onderhoudsvak. Infra Projectteam 2013 is geworden: MNO Vervat met het VOC-project.’ n

64 MaintNL 10 – 2013

063_64_MX__NVDO-artikel.indd 64

04-12-13 09:13


Column Fan! Toen ik vijftien was, waren wij op vakantie in La Grande Motte, Zuid-Frankrijk. Eigenlijk moest mijn vader op een maandag weer aan het werk, maar met de telefoon op de camping belde hij naar zijn bureau om te zeggen dat het woensdag werd. En dat allemaal omdat hij zo lief was een dag langer in het moerasstadje te blijven, omdat mijn idool Julien Clerc daar die eerste weekdag optrad. Volgens mij was ik de grootste Nederlandse fan van de Franse chansonnier. 35 jaar later luister en kijk ik nog altijd graag naar dé zanger van het Franse lied. Maar een idool is het natuurlijk allang niet meer. Inmiddels ben ik groot fan van ‘Nederland van Boven’. Het tweede seizoen van de uitermate populaire televisieserie is begonnen en ik zit klaar hoor, want het is gewoon prachtig gemaakt en hartstikke leuk om te weten hoeveel auto’s er op de A58 rijden om 03:00 ‘s nachts, hoeveel kilometer spoor we hebben en waar de meeste mensen fietsen ’s ochtends tussen 07:30 en 09:00 uur. Het nieuwe seizoen is verhalender en interactiever. Dat laatste heb ik nog niet helemaal ontdekt, maar een echte fan maakt dat natuurlijk niks uit, die kijkt en geniet gewoon van alles wat ons kleine land zo groot maakt. Dit seizoen zijn de verhalen “van de grond” complexere datavisualisaties. Dat zijn animaties gemaakt met de computer, aantrekkelijk gepresenteerd en samengesteld op basis van grote hoeveelheden gegevens. Vorig jaar was bijvoorbeeld te zien hoe Nederland ontwaakt met behulp van data van telecombedrijven. Het is toch

geweldig om te weten dat om 05:00 ’s ochtends alleen in de grote steden en op Schiphol gebeld wordt? En pas twee uur later begint de rest van ons mooie land te telefoneren. Verbinden herkent u van de NVDO-jaarvergadering, want het is tot speerpunt benoemd voor de komende drie jaar. Samenwerking intern en extern! Dat doet “Nederland van Boven” ook. De makers van het miljoenen kijkers trekkende programma weten met nieuwe animaties onder meer data van verkeersongevallen met bewegingen van herten op de Veluwe te combineren. Geweldig toch? Nu ben ik als superfan een beetje teleurgesteld. Er komt geen derde seizoen, omdat het gewoonweg te duur is om te maken. Een aflevering kost 130.000 euro en volgens de makers zijn alle verhalen over Nederland vanuit de lucht voorlopig wel verteld. Nou, ik kan u zeggen, dat is niet waar! Er kan zo een aflevering gemaakt worden over alle bewegingen in het Nederlandse Onroerend Goed en dan halen we er ook nog een paar NVDO-3Dspecialisten bij. Een volgende aflevering kan gemaakt worden over alle maintenanceprofessionals die een buitenfunctie hebben. En wat dacht u van aflevering drie in het teken van logistiek? Als ik de postcodeloterij win, subsidieer ik in mijn eentje een derde seizoen, want ja, een echte fan heeft er wat voor over!

Hartstikke leuk om te weten hoeveel auto’s er op de A58 rijden om 03:00 ‘s nachts.

colofon

Ellen den Broeder-Ooijevaar Verenigings Manager

MaintNL is het verenigingsmagazine van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud. De naam MaintNL is eigendom van de NVDO.

Postbus 138 3990 DC Houten t +31(0)30 634 60 40 f +31(0)30 634 60 41

e info@nvdo.nl • www.nvdo.nl • www.nvdovac.nl

MaintNL 10 – 2013

065_MC_NVDO_Vmanager.indd 65

65

04-12-13 09:13


66 volgend nummer

In HeT volgende nummer Hightech maintenance Maintenance kan ook spiffy zijn. Nieuwe technologieën en materialen vragen om onderhoud op de vierkante millimeter. De onderhoudstechnicus wordt van sleutelaar steeds meer labmedewerker. Nederland is wereldleider in het ontwerpen, ontwikkelen en maken van hightech equipment en micro/nano componenten. Hoe kan onderhoud helpen om deze positie te behouden?

Kennis is macht Kennis van een installatie geeft de assetmanager de kracht om het juiste onderhoud op het juiste moment te doen. Die kennis is gebaseerd op ervaring en de juiste informatie uit een reeks van systemen die steeds beter beschikbaar is. Maar voordat data informatie wordt, moet gewerkt worden aan de integriteit van de gegevens. Hoe ver is de Nederlandse onderhoudsindustrie met gegevensbeheer en waar zit nog laaghangend fruit?

Kwaliteit turnaround moet beter In april voerde OCI Nitrogen een onderhoudsstop uit bij haar fabrieken voor melamine en ureum in Geleen. Bij de heropstart kwamen problemen aan het licht, waardoor de stop uiteindelijk tweemaal zolang duurde als gepland. ‘We zullen alle inventiviteit nodig hebben om de volgende stop beter te laten verlopen.’

Thema: Hightech maintenance Thema’s 2014 iMaintain 02-2014

maintenance in de procesindustrie

EN VERDER MaintNL In het nieuwe jaar maken we een frisse start met een Ieder zijn vak over buitenlands uitzendpersoneel en bijkomende uitdagingen. Ook was de NVDO onlangs te gast bij farmaciebedrijf MSD in Boxmeer. Met het thema ‘bedrijfsrisico’s in de keten integraal onder controle’ werd gesproken over hoe risicogebaseerd onderhoud een forse bijdrage kan leveren in het reduceren van de risico’s. En in komend nummer kijken we ook vooruit naar de Maintenance Manager of the Year-verkiezing van 2014.

iMaintain 03-2014 maintenance en utilities

iMaintain 04-2014 maintenance neXT

iMaintain 05-2014

maintenance in de maakindustrie

iMaintain 06-2014

maintenance en informatie

iMaintain 07-2014 gebouwde omgeving

iMaintain Nummer 1 verschijnt 1 februari 2014

iMaintain 08-2014

maintenance en automotive/aerospace

iMaintain 09-2014 maintenance & food

iMaintain 10-2014 maintenance in de infra

10 13 imaintain

066_F_volgend nummer.indd 66

04-12-13 11:51


11:56

HÉT JAARCONGRES VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR DOELMATIG ONDERHOUD EN HET IMAINTAIN PLATFORM

Winst door netwerkeconomie multidisciplinaire, logistiek, kennis, winst, asset management,

o

samenwerking waardeketen, winst, samenwerken, pain&gain sharing, social return, ve 20 MAART 2014 • ROTTERDAM trouwen, consortium, kennisdeling, prestatiemanagement, winst, ervaring, de open innovatie. netwerkeconomie, logistiek, kennis, winst, asset agement, ontwikkeling, waardeketen, winst, samenwerken, pain&g sharing, social return, vertrouwen, consortium, kennisdelin prestatiemanagement, winst, ervaring, delen, open innovatie. netwe Voor wie is er winst te halen op iMaintain 2014? conomie, logistiek, kennis, winst, asset management, ontwikkeling, waa keten, winst, samenwerken, pain&gain sharing, social return, vertrouwen, co sortium, kennisdeling, prestatiemanagement, winst, ervaring, delen , open inn m er de datu e v r e s e R netwerkeconomie, logistiek, kennis, winst, asset management, o ling, waardeketen, winst, samenwerken, pain&gain sharing, social return, vert keling,

Steeds meer bedrijven gaan terug naar hun ‘core competenties’. In de meest

Het avondprogramma is gereserveerd

primitieve vorm is het afstoten van niet-primaire bedrijfsprocessen daar een

voor de verkiezing van de Maintenance

verschijnsel van. In een meer geëvolueerde vorm ontstaan er samenwerkings-

Manager of the Year 2014

verbanden waarbij de disciplines van verschillende partijen elkaar aanvullen. Ieder doet waar hij goed in is, gezamenlijk wordt het best haalbare gerealiseerd. Deze relatief nieuwe manier van samenwerking vereist openheid en vertrouwen en biedt kans voor frisse inzichten, kennisdeling en winst!

Welke winst is haalbaar? En belangrijker nog; wat moet daar nog voor

Onderhoudsintensieve bedrijven en organisaties, aanbieders van onder-

gebeuren?

houdsdiensten, leveranciers van technologie en onderdelen op het gebied van onderhoud en overheden en kennisinstituten.

Tijdens iMaintain 2014, het jaarcongres van de NVDO en iMaintain, gaan specialisten en het publiek dieper in op de kansen die multidisciplinaire samenwerking biedt.

www.imaintain.info/winst Initiatiefnemers:

01_A4_iMaintain_2014.indd 62 001_2_67_68__omslag.indd

Partners iMaintain Platform:

Leden iMaintain Platform:

04-12-13 08:56 08:55 04-12-13


VISIE OP TOTALE DIENSTVERLENING ____

- Isolatie - Steigerbouw - Rope Access - Conservering ____

iMaintain Nr. 10 - 2013

Onze klanten willen veilig en efficiënt uitgevoerd onderhoud. Bilfinger Industrial Services wil daar een essentiële bijdrage aan leveren. - Tracing - Asbestverwijdering - Vuurbescherming - Lawaaibeheersing

BILFINGER INDUSTRIAL SERVICES www.is-bnl.bilfinger.com

001_2_67_68__omslag.indd 3

04-12-13 08:56


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.