8 minute read

Belangrijke wijzigingen in de erf- en schenkbelasting: wat te verwachten?

Belangrijke wijzigingen in de erf- en schenkbelasting: wat te verwachten?

Vanaf 1 juli 2021 worden we geconfronteerd met enkele wijzigingen in de erf- en schenkbelasting. Zo zeggen we vaarwel aan het fiscaal voordelige duolegaat en verwelkomen we de ‘vriendenerfenis’. Bovendien werd gesleuteld aan de tarieven om te schenken en te legateren aan goede doelen.

Advertisement

Op 17 maart 2021 werd in het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet aangenomen dat enkele wijzigingen doorvoert aan de Vlaamse Codex Fiscaliteit.1 De wijzigingen die hierna worden toegelicht, treden in werking op 1 juli 2021 en zijn dus van toepassing op schenkingen en overlijdens die plaatsvinden na deze datum.

1. Het duolegaat, what’s in a name?

Een eerste wijziging is de afschaffing van het fiscale voordeel van het duolegaat. Even recapituleren wat zo’n duolegaat nu weer is. Zoals het woord het zelf zegt, is een duolegaat in feite een dubbel legaat, voorzien in een testament, waarbij enerzijds (1) het goede doel (veelal als ‘algemeen legataris’) en anderzijds (2) een broer/zus, ver familielid of een derde wordt aangeduid als legataris (in dat geval als ‘bijzonder legataris’). Varianten zijn mogelijk maar dat is hier niet aan de orde.

Bij een overlijden zal het goede doel, als algemeen legataris, de gehele nalatenschap verkrijgen. Het goede doel wordt echter wel de last opgelegd om een bedrag (vrij van erfbelasting) uit te betalen aan de ‘bijzonder legataris’. Op haar eigen legaat betaalt het goede doel slechts 8,5% erfbelasting, maar anderzijds zal het goede doel ook de erfbelasting moeten betalen die verschuldigd is op datgene wat aan de bijzonder legataris toekomt.

Het fiscale voordeel van het duolegaat doet zich vooral voor in die gevallen waar de erflater geen naaste verwanten (kinderen of een langstlevende echtgeno(o)t(e)) nalaat). In België lopen de tarieven in de erfbelasting nu eenmaal snel op, waardoor verre aanverwanten en/of derden al snel met het toptarief van 55% worden geconfronteerd. Goede doelen genieten daarentegen van een verlaagd tarief aan 8,5%.

In een testament een duolegaat opnemen kan dus een heuse belastingbesparing opleveren, zoals het volgende voorbeeld aantoont:

Testament zonder duolegaat Testament met duolegaat

Nalatenschap: € 500.000 - Algemeen legataris: een goede vriend - Erfbelasting: € 260.500 - Belastingdruk: 52% - Netto erfdeel: € 239.500

Nalatenschap: € 500.000 - Algemeen legataris: een goed doel; Bijzonder legataris: een goede vriend (€ 280.000) - Erfbelasting: € 158.200; € 139.500 (belasting op het bijzonder legaat); € 18.700 (belasting op het algemeen legaat) - Belastingdruk: 32% - Netto erfdeel: Goede doel: € 61.800; Goede vriend: € 280.000

2. Afscheid van het fiscaal voordelige duolegaat

Doordat het duolegaat een belangrijke belastingbesparing kan teweegbrengen, is het een veel gebruikte planningstechniek die inmiddels in vele testamenten werd opgenomen. De Vlaamse regering heeft daarop beslist om deze optimalisatietechniek aan te pakken. Zo wil de Vlaamse regering het duolegaat weer herleiden naar haar essentie: de liefdadigheid.

Er werd daarom aan de berekening van de verschuldigde erfbelasting gesleuteld in het nieuwe artikel 2.7.3.2.15. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF). Alvorens te weten hoeveel erfbelasting verschuldigd is, moeten een aantal stappen worden doorlopen.

• Eerst moet worden nagegaan hoeveel erfbelasting er verschuldigd is op het bijzonder legaat. Op basis hiervan kan het marginaal tarief (het hoogst toepasselijke tarief) worden bepaald.

• Dit marginaal tarief wordt vervolgens gebruikt om de zonet berekende erfbelasting te bruteren. Deze brutering laat toe om het bedrag te bepalen van de last (m.n. de betaling van de erfbelasting) die aan het goede doel werd opgelegd.

• De volgende stap bestaat erin de belastbare grondslag voor het goede doel te bepalen. Dit doen we door het toegekende legaat te verminderen met de gebruteerde erfbelasting. Indien het bedrag van het legaat ontoereikend is, wordt de vermindering van de belastbare grondslag beperkt tot het legaat van het goede doel.

• Tot slot moet de belastbare grondslag voor de bijzondere legataris worden bepaald. De belastbare grondslag bestaat uit de som van (1) het bijzonder legaat en (2) de gebruteerde erfbelasting. Op de belastbare grondslag wordt vervolgens de erfbelasting berekend aan de toepasselijke tarieven (25% – 45% – 55%).

Wat is nu de impact van de wijziging? Dit wordt duidelijk op basis van volgend voorbeeld:

Testament met duolegaat voor 1 juli 2021

Nalatenschap: € 500.000 - Algemeen legataris: goed doel € 220.000 - Bijzonder legataris: goede vriend € 280.000 - Erfbelasting goede vriend: € 139.500 - Brutering erfbelasting: / - Belastbare grondslag goede doel: / - Erfbelasting goede doel: € 18.700 - Totale erfbelasting € 158.200 - Belastingdruk: 32% - Netto erfdeel: Goede doel: € 61.800; Goede vriend: € 280.000

Testament met duolegaat na 1 juli 2021

Nalatenschap: € 500.000 - Algemeen legataris: goed doel € 220.000 - Bijzonder legataris: goede vriend: € 280.000 - Erfbelasting goede vriend: € 139.500 (marginaal tarief: 55%) - Brutering erfbelasting € 139.500 / (1 – 0,55) = € 310.000 - Belastbare grondslag goede doel: € 220.000 – € 310.000 = – € 90.000 (uitkomst negatief, dus € 0) - Erfbelasting goede doel: € 0 - Totale erfbelasting € 260.500 Belastingdruk: 52% - Netto erfdeel: Goede doel: – € 40.500 Goede vriend: € 280.000

Na 1 juli 2021 zal het goede doel dus meer aan erfbelasting moeten betalen dan wat het zou verkrijgen. Naar alle waarschijnlijkheid zal het goede doel het duolegaat dus niet aanvaarden.

3. Tariefverlaging voor legateren / schenken aan goede doelen

Niet enkel wil de regering terugkeren naar de essentie van het duolegaat, de liefdadigheid. Meer nog, ze wil dit liefdadig karakter nog extra in de verf zetten. Daarom worden de tarieven om te legateren en te schenken aan goede doelen ook aangepast. Waar er voorheen 5,5% schenkbelasting (art. 2.8.4.1.1., §3 VCF) of 8,5% erfbelasting (art. 2.7.4.2.1. VCF) verschuldigd was, zullen vanaf 1 juli 2021 de tarieven worden herleid naar 0%.

Deze tariefverlaging geldt enkel voor de zogenaamde ‘zuivere’ goede doelen. Schenkingen of legaten aan ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen, beroepsverenigingen en private stichtingen vallen buiten deze verlaagde tarieven en zullen alsnog onderworpen worden aan de 5,5% schenkbelasting of 8,5% erfbelasting.

Met deze tariefverlaging hoopt de Vlaamse regering eveneens om de afschaffing van het fiscale voordeel van het duolegaat te kunnen compenseren.

4. De ‘vriendenerfenis’

Een andere nieuwigheid die wordt ingevoerd, is de zogenaamde ‘vriendenerfenis’. In de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet, wordt erop gewezen dat het verschil te groot is tussen de tarieven voor verkrijgingen in de rechte lijn (tussen partners of ouders en kinderen) enerzijds en alle andere verkrijgingen anderzijds. Hoewel men vandaag op basis van het nieuwe erfrecht vrij mag beschikken over de helft van zijn vermogen, worden deze hoge tarieven toch ervaren als een fiscale rem op die beschikkingsvrijheid.

Daarom wordt met ingang van 1 juli 2021 een maatregel ingevoerd die de fiscale druk op de legaten aan derden moet verlagen, de vriendenerfenis. Deze vriendenerfenis laat toe om aan één of meerdere goede vrienden een maximaal bedrag van 15.000 euro aan het gunstige tarief van 3% te legateren. De maximale belastingbesparing is daardoor beperkt tot 3.300 euro.

De vermindering van de vriendenerfenis kan enkel worden voorzien in een notarieel testament. Uit het testament moet duidelijk blijken welke perso(o)n(en) de vermindering kan/ kunnen genieten. Wordt er niets bepaald over de aard en/of de omvang van de goederen, dan wordt de vermindering op het maximale bedrag van 15.000 euro toegekend. De vriendenerfenis kan worden toegepast voor meer dan één ‘goede vriend’. De vermindering zal in principe over alle goede vrienden worden verdeeld, in verhouding tot hun legaat, tenzij het testament voorziet in een andere verhouding.

In principe zal er slechts 3% erfbelasting verschuldigd zijn op het maximumbedrag van 15.000 euro. We stellen in de praktijk echter vast dat dit enkel het geval is wanneer de goede vriend alleen, dan wel samen met erfgenamen in de rechte lijn (de langstlevende echtgenoot en/of kinderen) erft. In dat geval wordt de erfbelasting namelijk per erfgenaam berekend.

Dat is anders wanneer die goede vriend samen tot de nalatenschap komt met nog andere, verre aanverwanten. De verklaring hiervoor is te vinden in de manier waarop de erfbelasting wordt berekend: bij verervingen naar derden wordt de erfbelasting namelijk op de gehele nalatenschap berekend, alvorens de erfbelasting pro rata te verdelen.

Volgend voorbeeld toont dit in concreto aan:

A wordt bij testament aangeduid als diegene die kan genieten van de vriendenerfenis. Het legaat van A bedraagt 15.000 euro. Naast A verkrijgen B en C (beide verre neven van de erflater) tesamen een legaat van 85.000 euro, de gehele nalatenschap bedraagt dus 100.000 euro. De hierop verschuldigde erfbelasting bedraagt 40.500 euro (25% op de eerste 35.000 euro, 45% tot 75.000 euro en 55% op alles boven 75.000 euro). In dit voorbeeld verkrijgt A 15% van de nalatenschap waardoor A 15% van de totale erfbelasting moet betalen, in dit geval 6.075 euro. Na toepassing van de vriendenerfenis zal A nog steeds 2.775 euro erfbelasting verschuldigd zijn op zijn legaat van 15.000 euro. De uiteindelijke belastingdruk bedraagt dus niet 3%, maar wel 18,5%. Het voordeel van de vriendenerfenis is dus beperkter dan op het eerste gezicht zou lijken.

5. Een paar praktische bedenkingen

Vanaf 1 juli 2021 worden we geconfronteerd met het feit dat het duolegaat zijn fiscaal voordeel verliest. Daarmee komt er een einde aan de planningstechniek die erfbelasting bespaart via de tussenkomst van een goed doel. Het valt zeker toe te juichen dat de misbruiksituaties worden aangepakt. We zien evenwel toch een belangrijk aandachtspunt: we worden in de realiteit wellicht nog lang geconfronteerd met testamenten die voorzien in een duolegaat dat wellicht na 1 juli 2021 niet meer zal worden aanvaard door het begunstigde goede doel. We verwachten dus veel onduidelijkheid bij de afwikkeling van nalatenschappen waarin de oude praktijk van het duolegaat nog is opgenomen. Op alle adviseurs rust dus een verhoogde waakzaamheid om dit tijdig te signaleren en te laten aanpassen.

Bovendien is het de vraag wat de impact gaat zijn voor de inkomsten van de goede doelen. Het valt te betwijfelen of de invoering van een tariefverlaging in de schenk- en erfbelasting voor goede doelen naar 0% het verwachte verlies aan inkomsten uit duolegaten zal compenseren.

Aan de andere kant heeft de regering er ook oor naar gehad dat de tarieven in de erfbelasting voor derden snel hoog oplopen. Om hieraan tegemoet te komen, heeft men de ‘vriendenerfenis’ ingevoerd, waarbij tot 15.000 euro aan een goede vriend kan worden toegekend aan een verlaagd tarief van 3%. Toch moeten we vaststellen dat dit in de praktijk niet steeds zo zal uitwerken, zoals het voorbeeld hierboven aantoont. Bovendien is de vermindering die de ‘vriendenerfenis’ teweegbrengt beperkt (een maximale besparing van 3.300 euro aan erfbelasting). Wil u echt een goede vriend begunstigen? Dan lijkt het beter om te schenken aan het 7%-tarief voor derden, wat een grotere belastingbesparing zal betekenen. Ook hier kunnen goed geïnformeerde adviseurs de nodige meerwaarde betekenen.

Wendy Rombouts

Stagiair gecertificeerd belastingadviseur

Hilde Gaublomme

Gecertificeerd belastingadviseur

This article is from: