26 januari 2013, pag. 20
Hindeloopen noemt hen de Poesjes. De tweeling Hendrika en Jantina Poeze (72). Ze zijn onafscheidelijk, lijken als twee druppels water en doen alles samen. Altijd. centrum in Hindeloopen. De plek waar ze allemaal werden geboren en nooit zijn weggeweest. Fear en mem hebben ze er tot hun dood verzorgd. Daarna bleven de zussen over met hun vrijgezelle broer Albert. Hun onderlinge band was hecht. Eigenlijk waren ze als een drieling. Toen Appie op een dag in 1996 na een fietstochtje thuiskwam, werd hij niet lekker. Eerst dachten ze nog dat het van de taart kwam die hij had gegeten. Later kreeg hij pijn op de borst. ,,En toen was hij weg.” Een hartstilstand. Relaties hebben ze nooit gehad. Hoewel. Hendrika had heel vroeger wel een keer verkering. ,,Nou…, dat was maar een blauwe maandag”, beweert haar zus. Een man hebben ze niet gemist. ,,Nee hoor.” Die hebben ze simpelweg niet nodig. ,,Wij hebben elkaar. En met zijn tweeën hebben we het heel leuk.’’
Dominee
Hendrika (rechts) en Jantina zijn onafscheidelijk, al 72 jaar.
ELIZABETH VOGELZANG FOTO LC/SIEP VAN LINGEN
W
ie bepaalt wat ze aantrekken die dag? Met zijn tweeën. Wat er wordt gekookt? Samen. Of er een afspraak wordt gemaakt? In overleg. Verschil van mening hebben ze niet. En ruzie nooit gehad. De één maakt de zin van de ander af. In hetzelfde rappe tempo. Wie zijn ogen dicht doet, weet niet wie er spreekt: Hendrika of Jantina. Een identieke tweeling. De gezusters Poeze. ,,Wij doen altijd alles samen”, zegt Hendrika druk in de weer met de koffie. Jantina, in exact dezelfde paarse trui en geruite rok, wordt bijgeschonken door haar zuster. ,,We willen ook altijd hetzelfde”, zeggen ze bijna gelijktijdig. Volstrekte harmonie aan de tafel in de knusse woonkamer in hartje Hindeloopen.
Haven
De zussen zijn een bekende verschijning in het IJsselmeerstadje. ’s Zomers scharrelen ze door de nauwe straatjes. Aan het begin van de avond strijken ze steevast neer op de bank tegen het beroemde blauwe reddingshokje in de haven.
Hylper oesjes Poesjes altijd samen Door hun gelijke uiterlijk en outfit vallen ze op. Als tweeling draag je dezelfde kleren. ,,Dat hoort zo.’’ Ze doen het al hun leven lang. En al zouden ze anders willen, dan nog is de kans groot dat ze hetzelfde aantrekken. De dames komen met een sterk staaltje tweelingtelepathie op de
proppen. De één liep eens bij een winkel binnen in Sneek. De ander op dezelfde middag bij een zaak in Leeuwarden. Toen ze beiden thuiskwamen en hun aankoop uit de tas haalden kwam exact dezelfde bloemetjesjurk tevoorschijn. Tegelijk: ,,Een blauwe.’’ De Poezen grijnzen. Tsja, zo gaat dat nou eenmaal bij hen. Jantina is de oudste van de twee. ,,Ja, jij kwam een kwartier eerder’’, zegt Hendrika. ,,Eerlijk is eerlijk.” De meisjes waren een grote verrassing voor vader en moeder Poeze. ,,Ze hadden niks klaar en het was oorlog”, verzucht Jantina. ,,De dokter was bezig en zei: er komt nog één’’, vult Hendrika haar zuster
aan. ,,Och, och, wat was dat wat.’’ Schriele pykjes waren het. Elk amper tweeënhalve pond. Of zoals de zussen in één adem zeggen: ,,Samen nog geen vijf pond.” Hun onverwachte komst stelde fear (heit) Heppe en mem Aukje voor een probleem. Alle familienamen waren al vergeven. Hoe moest dat nou met die hummeltjes. De zus boven hen heette voluit Antje Hendrika. Annie werd ze genoemd. Dus vooruit, dan konden de meiden de namen van pake en beppe nog wel een keer krijgen. ,,Och, och, ja, zo ging dat.’’
Stuipen
Aan de onverwachte geboorte van de twee kleeft nog een familieverhaal. Albert, de oudste zoon, stierf vijf maanden na zijn geboorte zomaar opeens. ,,Aan stuipen”, weet Jantina. De woorden die de dokter tegen moeder Poeze sprak heeft de tweeling vaak gehoord. ,,Als je één verliest, komt die als twee terug.” Of het zo is? Dat durven ze niet te zeggen, maar bijzonder is het wel. Net als dat vier jaar na de geboorte op exact dezelfde dag opnieuw een zoon in het gezin werd geboren: een tweede Albert. Met hem woonden ze tot zeventien jaar geleden in het ouderlijk huis aan de Sylroede in het oude
De Poezen verdienden de kost als hulp in de huishouding. Hendrika begon bij de dominee van Hindeloopen. Jantina bij de bakker in de stad. Daarna belandden ze in Drachten, bij Rispinge. Met zijn tweeën. Uiteraard. Ze kregen kost en inwoning. Dus allebei een eigen kamer. Maar dat sloegen ze af. Eén ruimte was genoeg. Want: ,,We wilden liever samen.” De werkdruk in het bejaardencentrum werd Jantina na een tijdje te zwaar. ,,Dat op de klok werken was ik niet gewend. Het lukte me niet.” Dus kwamen de dames beiden terug naar Hindeloopen. Sindsdien hielden ze menig huis in de stad schoon en schakelden veel ouders de gezusters in als oppas. ,,Wij kennen veel huizen hier van binnen.” Oppassen doen ze nooit in hun eentje. Wie één Poeze boekt, krijgt er twee. ,,Behalve op ouderavonden. Dan kunnen we op twee plekken tegelijk zijn.” Misbruik van hun identieke uiterlijk hebben de dames nooit gemaakt. Daarvoor kent Hindeloopen de Poesjes - zoals ze in de stad bekend staan - te goed. Oh ja, één keertje dan. Een stadsgenoot waar ze schoonmaakten kreeg een tijdje de ene dag Jantina over de vloer en de volgende keer Hendrika. ,,Had ze nooit gemerkt”, grinnikt de een. ,,Maar we hebben het achteraf wel verteld hoor”, gniffelt de ander.
Kerk
De gezondheid van de oudste laat nog steeds te wensen over. Harten longklachten maken haar zwak. Dat is ook de reden dat Hendrika ’s zondags alleen in de banken van het hervormde kerk schuift. Jantina trekt dat niet. Ze is bang dat ze niet goed wordt en flauwvalt. Maar omdat ze op datzelfde moment naar de bandrecorder luistert, volgen de zussen de dienst toch samen. Alles betekenen ze voor elkaar. Jantina: ,,Zij is er altijd voor me.” Hendrika: ,,Ze zeurt nooit.” Samen lachen ze heel wat af. Ongecompliceerd. ,,Het komt hoe het komt.” Tuurlijk denken ze aan hoe het zal zijn als een van hen straks wegvalt. Want ze kwamen tegelijk. Leefden met zijn tweeën. Deden alles samen. Maar doodgaan…dat moet toch echt alleen.