5 minute read

LATER WORD IK SCHILDENAAR

Drie jaar geleden kocht hij drie blanco doeken om te experimenteren met kunst. Grafisch vormgever Jeroen Broux wilde weg van de computer en ‘iets’ met zijn handen doen. De materie voelen. En óf dat gelukt is. Intussen is hij bijna voltijds kunstenaar, heeft hij zijn eigen galerij in Hasselt en hangen zijn werken in Berlijn, L.A., Hongkong en enkele winkels van Louis Vuitton. Een indrukwekkend parcours naar bestemming onbekend. En een kinderdroom die werkelijkheid werd.

Zat die kunstenaar altijd al in je?

Jeroen Broux: “Als kind vertelde ik blijkbaar dat ik later ‘schildenaar’ wilde worden. Onbewust ben ik nu zover gekomen. Al was dat nooit een uitgestippeld plan. Ik volgde geen artisstieke opleiding, wel een opleiding grafisch ontwerp. In mijn grafische studio Imagica kon ik heel lang mijn creatieve ei kwijt. De motivatie om een logo te ontwerpen ebde beetje bij beetje weg. Ik wilde vormen tot leven laten komen. Ik bestelde een paar doeken om te kijken wat dat zou geven. In begin stonden ze vol en koos ik voor harde lijnen, maar gaandeweg werden mijn werken minimalistisch en geometrisch. En alsmaar groter. Tien jaar geleden had ik dat nooit aangedurfd. Pas nu heb ik voldoende lef en maturiteit om voluit mijn ding te doen. Blijkbaar had ik die tijd en omweg nodig.”

Je plaatste je werken op Instagram en dat was een instant hit. Hoe verklaar je dat?

Jeroen Broux: “Ik vond het belangrijk om mijn kunst meteen goed in beeld te brengen. In het juiste interieur. Als grafisch vormgever was dat voor mij een vanzelfsprekendheid. Ik ben nogal bedreven in Instagram en krijg de kriebels van de soms rommelige beelden. Door de combinatie van stijlvolle foto’s en de juiste hashtags begon het vrij snel te leven. Een van mijn eerste klanten was een West-Vlaamse designinterieurzaak. Zij waren meteen fan. En nog steeds. Ze nemen me mee in veel van hun totaalprojecten. De meeste mensen ontdekken me op Instagram. Ik verstuurde al werken naar Hongkong, Mexico, L.A. en Atlanta. Momenteel hang ik ook in galerijen in Berlijn en Sydney.”

Maar als Louis Vuitton je dan op een dag contacteert, streelt dat toch je ego?

Jeroen Broux: “Natuurlijk doet dat iets met je. De interieurdesigner die de winkel in Saudi-Arabië inrichtte, vroeg anoniem prijs via Instagram. Pas later maakte hij zich bekend. Een half jaar later bestelden ze nog een tweede werk voor een winkel in China. Best wel grappig als je bedenkt dat dat allemaal tot stand komt in mijn thuisatelier van 40 vierkante meter. Vanuit mijn omgebouwde garage bereik ik de hele wereld. Het contrast kan haast niet groter zijn.”

Jij houdt dan ook van contrast.

Jeroen Broux: “Altijd al. Net zoals ik een zwak heb voor de basisvormen. Met een cirkel, driehoek, vierkant en rechthoek is zoveel mogelijk. Ik vind het leuk om mezelf te verplichten om daar telkens iets nieuws mee te creëren. Alsof je een kind een blokkendoos voorzet en zegt: ‘Doe maar! Trek je plan.’ Dat maakt mijn kunst ook zo leesbaar voor iedereen. Ondanks de grote afmetingen en de uitgesprokenheid komt het vooral van de eenvoud en sereniteit. Iemand omschreef mijn werken onlangs als ‘calm but loud, bold but serene’. Dat vond ik mooi gezegd. Het mag ook niet te perfect zijn. Er komt geen passer of meetlat aan te pas. Anders zit ik weer terug bij print. Daarom is textuur ook zo belangrijk voor mij. Een werk moet leven.”

Ook qua kleur hou je het sober.

Jeroen Broux: “Felle kleuren als rood of geelgroen passen gewoonweg niet bij mij. Je vindt ze ook niet in mijn interieur of kleerkast. Blauw is de enige uitzondering. Als ze me destijds om een logo vroegen in een accentkleur, dan koos ik resoluut voor blauw. Dat is altijd al een heel herkenbare kleur geweest. In zowel mode als kunst. Sommigen vinden het kil. Dat heb ik dan weer met wit. Veel kunstenaars laten hun linnen doeken prepareren met witte gesso. Dat is voor mij veel te hard. Ik kies voor een transparante bewerking waardoor de kleur van het linnen veel beter tot zijn recht komt. Het werd intussen een beetje een signature-ding.”

Over signatuur gesproken. De namen van jouw werken zijn altijd een combinatie van een toetsenbordknop en cijfers. Leg eens uit?

Jeroen Broux: “Ik ben heel visueel, geen man van woorden. Mijn eerste werk heette CTRL. Ik had het gevoel dat ik de controle moest zoeken over de verf. Tegelijk is het ook een leuke verwijzing naar mijn grafisch verleden. Ik zat uren achter een computer. Maar een actie ongedaan maken met CTRL+Z kan niet met een penseelstreek op een canvas. Finaal is die naamgeving vooral een indeling voor mezelf. Volledig ingekleurde werken heten CTRL, deels zichtbare doeken noem ik ENTER. Bij de ESCAPE-reeks heb ik geen plan op voorhand. Ik goochel voor sommige ontwerpen soms met vormen in InDesign tot mijn buikgevoel zegt dat het goed zit. Vervolgens print ik het af, beslis ik de maat en pas in laatste instantie bepaal ik de kleur. Vaak ook in functie van de vraag van de klant. Inmiddels is zo’n 50% maatwerk. Maar ik maak niets waar ik me niet goed bij voel. En nooit twee keer hetzelfde.”

Wie zijn je klanten?

Jeroen Broux: “Dat zijn mensen die houden van mooie dingen. Mensen die bezig zijn met esthetiek en design. Vaak ook (interieur)architecten. Het zijn niet zozeer kunstkunstmensen, eerder liefhebbers van designmeubelen die iets extra durven uitgeven aan interieur. Opvallend is dat mijn werk ook in de smaak valt bij de oudere generatie. Het is een stijl die regelmatig terugkomt in de geschiedenis. Art deco was ook strak en in de jaren vijftig waren er een aantal Belgische schilders met een vergelijkbare stijl. Net omdat het zo eenvoudig is, gaat het nooit vervelen. Ik haal het overbodige weg. Less is more! Dat is gedurfd en maakt zo’n werk tijdloos.”

Sinds kort heb je ook je eigen galerij.

Jeroen Broux: “Ik was dankbaar voor de kansen die ik kreeg in andere galerijen, maar ik had altijd de indruk dat het anders en beter kon. Toen het financieel mogelijk werd, investeerden we in dit pand in Hasselt. Ik wilde vooral geen museumervaring of een wirwar van stijlen. Net als mijn kunst zelf, moet ook Kobalt Gallery leven. Daarom zie je hier ook creaties van andere designers, zoals de tassen en vazen van het Hasseltse ontwerpersduo KUYCKXMEERS. Om de paar maanden wisselt dat. Zo blijft het interessant voor de terugkerende bezoekers. En voor mezelf.”

Hoe ziet de toekomst eruit?

Jeroen Broux: “Wie zal het zeggen? Ik heb vaak ideeën in mijn hoofd, maar meestal veranderen die. Planningen op lange termijn houd ik niet vol. Dat is net het leuke. Ik moet me aan niemand verantwoorden en werk puur op gevoel. Zo rol ik van het ene in het andere. Nu ben ik bijvoorbeeld bezig met nieuwe materialen zoals hout. Morgen bedenk ik misschien weer iets anders. Of komt er net helemaal niets. ‘Schildenaar’ zijn is voor mij de ultieme vrijheid. En daar geniet ik ten volle van.”

Over Roos Mestdagh

Als Roos even niet aan het werk is, roert ze graag in de potten om anderen culinair te verwennen. “Ik ben graag met mijn handen bezig: in de keuken, in de tuin, met doehet-zelfmaterialen … Daarnaast zoek ik vaak menselijk contact en authenticiteit op. Als we op vakantie gaan, genieten we bijvoorbeeld meer van een authentiek vissersdorpje dan van een hippe wijk. En sinds kort ga ik ook met een paar vriendinnen krachttraining doen in een toffe sportclub hier in de buurt. Ook dat geeft me tonnen energie.”

Exposure

Beeldige beelden verdienen tekst en uitleg.

This article is from: