7 minute read

ION denkt steeds vaker in cirkels

Next Article
in marble Living

in marble Living

Een interview met Steven Willems, R&D Director bij ION

Tegenwoordig kun je bij geen enkel nieuwbouwproject isolatie, zonnepanelen of warmtepompen meer wegdenken. Maar duurzaamheid in projectontwikkeling gaat elke dag een stapje verder. ION ziet zichzelf hierin als voortrekker. Het zet niet alleen in op meer bewustwording in de sector, maar zet ook zelf innovatieve projecten op de eigen sites op.

We spraken met Steven Willems, R&D Director bij ION, over hoe duurzaamheid en innovatie samengaan om de toekomstige bewoners en gebruikers van ION-projecten te ontzorgen.

"We bouwen al langer efficiënter en duurzamer, vooral als het gaat over water, afvalverwerking en energie. Maar ook circulair denken tijdens het bouwproces wordt steeds belangrijker voor ons én de eindklant", zegt Steven Willems, R&Ddirecteur bij ION.

Niet te veel blabla, vooral doen. Ontmoet Steven Willems.

Steven Willems vierde op 1 april zijn tienjarige jubileum bij ION. Als Design Director stuwde hij het designteam vooruit bij het opzetten van duurzame projectontwikkeling. Dat maakte van ION in 2015 de eerste gecertificeerde CO2neutrale projectontwikkelaar van België. Nu is hij R&D-directeur en richt hij zich vooral op een betere integratie van duurzaamheid in de huidige en toekomstige ION-projecten.

De duurzaamheidskloof dichten

"We moeten op een andere manier bouwen, dat staat vast. Daarom doen we zorgvuldig onderzoek naar implementaties die dat proces duurzamer en efficiënter maken. Het moet echter betaalbaar blijven voor de eindklant, die er op de lange termijn ook voordeel bij moet hebben. Als we deze afweging niet maken, dan kan nieuwbouw synoniem worden met onbetaalbaar. Jonge koppels hebben het al moeilijk genoeg om te kopen. Als duurzaamheid nog duurder wordt, zal dat de kloof alleen maar vergroten. Iedereen moet de kans krijgen om duurzamer te wonen. Ook daar gaan we voor.”

De drie pijlers

ION baseert de implementatie van zijn duurzame ontwikkelingsvisie op drie kernpunten: energie, water en circulariteit. "We staan al het verst binnen de energiepijler. In 99% van onze projecten zetten we volop in op warmtenetten en geothermie en werken we zoveel mogelijk met fossielvrije brandstoffen. Derde partijen, ESCO’s, ondersteunen en bewaken onze groene-energiedoelstellingen.

Grijs water, de verzamelnaam voor afvalwater dat afkomstig is van het huishouden (douche, keuken, wasmachine enzovoort), kan na behandeling opnieuw gebruikt worden voor dezelfde handelingen. Grijswatersystemen worden al langer ingezet in landen waar water schaars (en duur) is, zoals Spanje en Australië. Hier in België is het verplicht om een minimum aan regenwater te recupereren, maar veel verder dan dat gaat het nog niet. ION probeert dat minimum zoveel mogelijk uit te breiden binnen de projecten.

”Voor alles dat geen zuiver drinkwater vereist, moet de toekomstige bewoner gerecupereerd water kunnen gebruiken. Is er onvoldoende regenwater, dan zal het tekort aangevuld worden met behulp van grijswatersystemen.

Een voorbeeld is Suikertoren, een appartementsblok in het Veurnse Suikerpark. Daar wordt het grijs water van 35 appartementen verzameld en gefilterd. Samen met het regenwater voorziet het de 70 appartementen in het gebouw van water dat niet drinkbaar hoeft te zijn. Voor het toilet of de wasmachine, bijvoorbeeld.

ESCO, WASCO en MASCO

Derde partijen, Energy Service Companies (ESCO’s), ondersteunen en bewaken onze groeneenergiedoelstellingen. Wat zijn de voordelen daarvan?

- Geen meerkost voor de koper (derde partij neemt die op in zijn businessmodel)

- Ontzorging: één partij bewaakt het beheer van de installatie, geen onverwachte kosten bij problemen

Het tarief van de energie is marktconform of zelfs nog scherper

- Enkel de verbruikte energie wordt betaald, en niet de energie die nodig is om de installatie zelf te doen draaien

- D e installatie blijft optimaal werken, omdat dat ook in het belang is van de ESCO

Meer comfort voor de bewoner, omdat vaak ook passieve koeling kan worden aangeboden

Datzelfde principe trekken we door naar WASCO’s (Water Service Companies) en we doen onderzoek om dat ook naar MASCO’s (Material Service Companies) te doen.

Verandering in mindset

De vraag naar duurzaam bouwen én leven komt niet enkel van bovenaf. Het is vaak de uiteindelijke koper zelf die vraagt om dat stapje verder te gaan.

Op een grotere schaal onderzoeken we in samenwerking met Pepsico, Colruyt en WVI of het haalbaar is om het volledige rioleringsnet van het project Suikerpark (ook met zwart water) te zuiveren én dat water samen met het regenwater te bufferen in de waterbekkens in de natuurzone. Er zouden in dat geval geen individuele regenwaterputten meer zijn. Het water kan enerzijds gefilterd worden voor het productieproces van chips bij Pepsico. Anderzijds kan het via een tweede waternet in het openbaar domein tot aan de woningen in het Suikerpark worden teruggebracht. Het zou een sterk doorgedreven duurzame en circulaire toepassing zijn om in een droogtegebied zoals Veurne drinkwater op grote schaal te besparen.”

Het is vooral de derde pijler, circulariteit, die op dit moment het meeste onderzoekswerk vergt. "De vraag is hoe we onze ervaring op het gebied van energie en water kunnen toepassen om dezelfde doelen te bereiken: woningen betaalbaar houden, duurzaam omspringen met materialen en ervoor zorgen dat de eindgebruiker er ook voordeel uit haalt. Dat blijkt complexer te zijn dan bij de andere twee. De extra kosten van energie- of waterbesparende toepassingen worden gemakkelijker gedragen door een derde partij (bv. MASCO), omdat er vaak een verdienmodel achter zit waarbij die partij baat heeft. Bij de keuze van circulaire grondstoffen of materialen is dat niet altijd het geval.”

Circulair bouwen betekent vooral opnieuw circulair leren denken. “50 jaar geleden bouwden we met materiaal dat in principe, bij het afbreken van de woning, opnieuw dienst kan doen als hetzelfde originele materiaal (de boomse pan, gevelsteen met kalkmortel, losse tegels in het zand ...).

Vandaag lukt dat bijna niet meer. We betonneren of lijmen alles aan elkaar. Gebouwen afbreken vraagt veel meer energie en kost meer. Er kan niet veel meer van gebruikt worden, tenzij misschien als bouwstof. Dat kunnen we nu al veranderen. Daarom kijkt ION naar hoe bouwmateriaal binnen 50 jaar tijd zonder al te veel manipulatie opnieuw dienst kan doen. Met constructeurs in glas en aluminium kijken we hoe we ramen kunnen monteren zodat ze later opnieuw als raam kunnen dienen enzovoort. Dat verhaal is nog niet geschreven, maar we zijn op goede weg.”

Bottom-up

De vraag naar duurzaam bouwen én leven komt niet enkel van bovenaf. Vaak vraagt de uiteindelijke koper er zelf naar. Door de energiecrisis van de afgelopen periode besteden we allemaal meer aandacht aan een energiezuinige woning. Om een gepeperde energiefactuur te voorkomen, maar ook om duurzamer te leven.

“Hoe we met water omgaan, is misschien vandaag nog geen hot topic, maar dat komt wel. Onze zomers worden heter, droogte zal toenemen. Vroeger (en nu nog) werden er regenwaterinstallaties geïnstalleerd, maar als die kapotgingen, werd er gewoon weer overgeschakeld op drinkwater. Of wanneer er te weinig regenwater opgevangen wordt, moet er zuiver water geïnjecteerd worden. Die processen zijn we al aan het onderzoeken en optimaliseren. Zo moet onze eindklant zich daar later geen zorgen over maken.”

Duurzaamheid vs. circulariteit vs. imago

Bottom-up maakt het daarom niet altijd gemakkelijker. Neem nu een gipsplaat. Gipsplaten zijn best duurzaam, maar het imago zit hen niet mee. Een solide, volle steen als wand is namelijk populairder. Volgens Steven Willems zullen we in de toekomst eerder richting circulaire scheidingswanden gaan, zoals die van Juunoo. Die evolutie speelt zich nu af in de kantoorwereld en zal ook in de residentiële toepassing plaatsvinden.

*geverifieerd door onafhankelijk bureau Climate Impact Forecaster

Met tegels ligt het dan weer anders. Ze gaan lang mee en kunnen milieuvriendelijk geproduceerd worden. Maar omdat ze op de ondervloer verlijmd worden, moet je ze er bij het uitbreken met veel energie uit schieten, en kun je ze ook niet meer hergebruiken. Imago, ja. Duurzaam, ja. Circulair? Nee.

In bruine velden

De eerste beslissing, waar je gaat bouwen, speelt ook een grote rol. ION kiest steeds voor brownfield-sites. Dat is land dat eerder bebouwd is geweest. Denk bijvoorbeeld aan verlaten fabrieken en verouderde kantoorgebouwen. Greenfield-sites daarentegen, staan aan de andere kant van het spectrum. Die vind je vaak terug op het platteland, of aan de rand van de stad. Aangezien veel nieuwbouwprojecten zich binnen het fenomeen van stadsuitbreiding afspelen, moet je rekening houden met de keuze van je site als je écht duurzaam wilt bouwen.

“Als ontwikkelaar kijk je bij de keuze van je locatie altijd eerst naar waar de eindklant wil wonen. Het moet interessant genoeg zijn om er een winstgevend project te realiseren. Alleen zal ION niet op waardevolle greenfields bouwen, ook niet als het gewestplan dat zou toelaten. We houden ook telkens rekening met mobiliteit bij de locatie van de sites. Onze focus ligt op het maximaal opkrikken van de biodiversiteit en natuurwaarde van de percelen waarop we bouwen. Dat is niet enkel fijner leven en wonen, maar zo werken we ook tegen het hitte-eilandeffect binnen de stad.”

Dieselvrij

Een bouwwerf veroorzaakt grote energiepieken, waarvoor aannemers vaak mobiele dieselgeneratoren inzetten om het Belgische netwerk niet te overbelasten. Maar dat energieverbruik beheren blijkt voor veel bouwbedrijven een uitdaging. Mobiele generatoren draaien soms onnodig door, vooral 's nachts en in het weekend. Daarnaast stoten ze veel CO2 uit, omdat ze meerdere keren per week bijgevuld moet worden met diesel.

"Steeds meer machines op de bouwwerf werken elektrisch. Met de werfbatterijen van Bright Energy kunnen we nu op een 'trage' manier de nodige energie opwekken.”

Door een werf met één torenkraan aan te sluiten op zo’n werfbatterij spaart ION ongeveer 60.000 kg CO2 uit per werf per jaar*. Dat komt overeen met de uitstoot van een gemiddelde wagen die zo'n 350.000 kilometer aflegt. Niet onbelangrijk: de werfbatterijen maken geen lawaai en brengen geen dieselgeurtjes met zich mee. “Voor ons speelt dat enorm hard mee in de beslissing om fossielvrij te werken. Generatoren veroorzaken veel overlast voor de buurtbewoners. Ook in het weekend of ‘s nachts wanneer men water uitpompt bij het graven. De werfbatterijen zijn op lange termijn niet enkel gebruiksvriendelijker, efficiënter en goedkoper. Ze houden ons ook op goede voet met de buren. Vier vliegen in één klap dus.”

De samenwerking verloopt duidelijk goed, zo goed zelfs dat ION de werfbatterijen van Bright Energy in alle toekomstige dossiers gaat voorschrijven. “We hopen al onze werven tegen 2025 fossielvrij te maken en zo de impact van het bouwproces, en niet enkel die van het gebouw zelf, tot een minimum te herleiden.” •

Een paradijs midden in de natuur

Op het uitgestrekte domein van Château La Coste geniet je royaal van het adembenemende uitzicht.

This article is from: