WORM
•
GEBROKEN GLAS
•
•
POENJO
•
INTERVIEW ANNIE
•
IRISJES...
HET VERHAAL VAN DE RUPS EN DE
•
OM OVER NA TE DENKEN
GENIETEN MET DE BROEK AAN
THIMEUPESE UIT AMSTERDAM
INHOUDSOPGAVE
0..................
1..................Redactionis 2..................Watskeburt? 2..................Open deuren rectoris 3..................Praesidis 4..................Eindelijk verhuisd! 5..................Orkestival 7..................Thimeupese uit Amsterdam 9..................Facilitair Bert 11................Aan de slimsten 12................Het Uiltje 14................SGA-regels voor de beginner 14................Megagum 15................Genieten met de broek aan! deel 4 16................Interview met Annie 17................karikatuur 18................Een zwarte dag op een nieuwe school 20................Lang leve het Thorbecke 21................Om over na te denken 22................Feest deel 2 23................Ode aan het brandalarm 25................Een kijkje op het Stedelijk Gymnasium 27................”Men uit zich daar...” 28................”Help Annie uit de brand!!” 29................Het verhaal van de Rups en de Worm deel 4 31................Gebroken glas 33................vacatures
0
REDACTIONIS Dag dames en heren, Onlangs hebben wij, min of meer dankzij (de chaos tijdens) de verhuizing, een Iris Tacheia uit het jaar 1989 gevonden, de novembereditie van dat jaar, om precies te zijn. De redactionis begint er met de volgende woorden:
“Volgens een groot aantal mensen stonden daar (vorige Iris) dingen in die wij niet hadden moeten plaatsen. Ik wil de afzonderlijke gevallen niet weer naar voren brengen, maar wel met grote nadruk zeggen dat het niet zo is dat wij alles wat we binnenkrijgen zomaar lukraak plaatsen. Zo wanhopig zijn we nou ook weer niet. Er wordt wel degelijk over nagedacht en gediscussieerd.” Het blijkt maar weer dat er weinig is veranderd in al die jaren. Ook toen was er al sprake van controversie van de artikelen en haar auteurs en zijn er spanningen geweest binnen de school; ook toen al was er sprake van meningsverschillen; ook toen al was er een redactie die hier verantwoord mee om moest kunnen gaan. Onder meer deze overeenkomst met toen en nu heeft mij flink aan het denken gezet. Over wat er aan stukken in de vorige Iris niet gepubliceerd had moeten worden, zal ik overigens ook nu niet verder uitwijden. Wel relevant is het feit dat er een aantal stukken in deze Iris niet is geplaatst, waarvan met name door één van die stukken veel ophef is veroorzaakt, zowel binnen de Iris(redactie), als tegenover tussen onderling, als binnen de schoolleiding. Het niet plaatsen van het artikel zal volgens een aantal leerlingen ten onrechte zijn. De schoolleiding heeft echter besloten dat het stuk niet gepubliceerd mocht worden. De gevolgen van het alsnog publiceren, na dit besluit, zijn niet duidelijk én niet te overzien, dus vandaar dat we ons hier niet aan hebben gewaagd. In het specifieke geval van het voorgenoemde stuk zou het wel-plaatsen volledig te maken hebben gehad met de essentie het stuk; de eventuele kritische statements die er jegens onze rector en zijn beleid in voorkomen, evenals met de intenties van de schrijver, zijn niet vreemd voor de Iris. Sterker nog, de Iris is er (o.a.) voor bedoeld dat problemen en kwesties, die voor de schoolleiding onzichtbaar (b)lijken te zijn, aangekaart worden. Het is echter bepaalde, specifieke
informatie die in een stuk gebruikt wordt, die ofwel de redactie ofwel de schoolleiding kan doen besluiten dat het geen geschikt materiaal voor in de Iris is; de schoolleiding heeft om die reden en om alléén die reden besloten dat het genoemde stuk niet in de Iris geplaatst diende te worden. Wanneer het gaat om allerlei zaken die binnen de school gebeuren zou de Iris uiteraard de Iris niet zijn als ze niet kritisch was, maar: dit kritisch-zijn geldt zowel jegens de schoolleiding als jegens de leerlingen zelf. Met andere woorden: dit tijdschrift is niet (alleen) bedoeld als wapen tegen (in welk opzicht dan ook) de schoolleiding. We willen dus voorkomen dat er tunnelvisie optreedt en dat er in dit blad alleen maar kritiek geuit wordt op alles wat de schoolleiding (fout) doet. Het is de bedoeling dat beide partijen kansen krijgen hun standpunten te uiten, welke gebaseerd zijn op stabiele argumenten. Wanneer dit niet het geval is, kan worden besloten een stuk niet te plaatsen. Omdat het duidelijk is dat er meer aan de hand is dan stukken die niet geplaatst mogen worden, wil ik jullie lezers (‘schoolleiders’ incluis), allemaal aansporen voor de volgende Iris kritische artikelen te schrijven. Uiteraard mag je het onderwerp zelf kiezen, maar de volgende onderwerpen zullen wij extra waarderen: verantwoordelijkheid, vrijheid van meningsuiting, regels en naleving, en: de bedoeling van een schoolkrant. De stukken zullen kritisch bekeken worden op zowel vorm, als inhoud, als argumentatie. Vooralsnog: het is en blijft mogelijk dat er stukken niet geplaatst worden, hier zullen we als redactie dan goede argumenten voor hebben. Hopelijk zal er een interessant debat ontstaan! Ik dank u allen zeer voor uw aandacht en in het geval van verveling of onbegrip, kunt u behalve de Irisjes, vooral ook de Poenjo’s, gedichten of één van de interviews lezen; het zal uw geest verruimen en uw betrokkenheid bij school en medeleerling vergroten! Veel plezier met het lezen van deze alweer vernieuwde Iris! Nathan Tax h.t. Praeses Iris Tacheia
1
WATSKEBURT? Daar is hij dan, de april-Iris! Wederom met vele interessante stukken: verhalen, interviews, betogen en info van AGB, Euterpe en Togather. Het is een roerige periode geweest voor de Iris. Door ons (mijn?) immer aanwezige streven naar verbetering hebben we er redactieleden bijgekregen (welkom René, sculptor, en Marlies, assessor), maar er zijn er ook twee gestopt; één door verschillen van mening en de ander door privé-omstandigheden (ik weet het, netto zijn we dus niets opgeschoten). Verder zijn we voor een proefperiode (eindelijk?) overgestapt op een echte drukkerij en hebben we het thuisstation van Piet dus verlaten. De Iris die je nu in je knuistjes hebt, is de tweede uitgebrachte Iris onder mijn Praesesschap. Het moest ooit gebeuren, maar nu is het mij toch werkelijk duidelijk geworden wat voor een moeilijke taak dit kan zijn. De Iris is een schoolkrant, een krant door de leerlingen, voor de leerlingen. Een platform waar meningen geuit kunnen worden, waar men frustraties van zich af kan schrijven. Het is echter wel nodig dat er door de redactie zorgvuldig om moet worden gegaan met deze meningen en frustraties. Zeker als het een combinatie van deze twee betreft, zijn er veel afwegingen die gemaakt moeten worden om een stuk wel of niet te plaatsen. Over dit soort dilemma’s heb ik een zeer uitgebreide Redactionis geschreven. Nog een praktische mededeling: binnenkort zal er een Irisbrievenbus komen, welke geplaatst zal worden bij de AGB-ruimte (kantine, links van Annie’s bar). Hier kun je afgescheurde stukjes papier met Irisjes in dumpen of jouw verhalen in kwijt. Ik wens jullie veel plezier met deze Iris! Ohja, doe eens lief voor de boompjes die voor deze Iris gekapt zijn en plaats de Iris in je tas, niet op de grond. Zo blijft de school ook nog eens een beetje netjes. Bij voorbaat dank. Nathan Tax h.t. Praeses Iris Tacheia 2
OPEN
DEUREN
rectoris
Een goede vriend van mij is onderhandelaar. Hij onderhandelt met directies van grote bedrijven over bijvoorbeeld de hoogte van de salarissen van de werknemers, en dat gaat vaak met veel emotie gepaard. Partijen ontkomen er niet aan om op de man te spelen en de ander af te schilderen als onredelijk, hebberig of uit op de korte termijn. De onderhandelingen mogen stevig zijn en de emoties mogen oplopen, maar wat er ook gebeurt; partijen moeten met elkaar in gesprek blijven. In het jargon heet het dan dat ‘er altijd een deur naar de ander open moeten blijven’. In het overleg met vertegenwoordigers van het leerlingenpanel en de docenten in de leergebieden stond de deur open, anders was er immers geen overleg geweest. Heel symbolisch vindt dat overleg plaats in de vergaderruimte die gekenmerkt wordt door het gegeven dat iedereen de onderhandelaars in de glazen ruimte kan zien zitten. En bijzonder was het thema van onderhandelen: de deuren van de leergebieden. Het goede nieuws is, dat partijen eruit zijn gekomen. Het resultaat is inmiddels bekend: er is afgesproken dat leerlingen en medewerkers op proef na het eerste, derde en vijfde uur gebruik kunnen maken van drie van de vier deuren aan het einde van de A- en B-gang. Ik ben heel tevreden over het succes van deze onderhandelingen. Het voelt goed dat leerlingen en medewerkers van het Stedelijk Gymnasium Arnhem er met elkaar uit kunnen komen. De komende dagen zullen er meer deuren open gaan: voor alle leerlingen de deur naar de binnentuin en voor de zesdeklassers de deur naar het vervolgonderwijs. Een mooi motto voor deze Iris: In dialoog met de omgeving naar de toekomst. Maarten Delen
PRAESIDIS Hallo allemaal! Nu de lente is begonnen (het is wachten op het o zo geweldige filosofenpad), is het weer tijd voor een iris, de eerste iris in de nieuwe school! Ik denk dat een hoop van jullie het er mee eens zijn, dat de school nogal wat puntjes van kritiek heeft. (En dat is nog zwak uitgedrukt.) Die heerlijke picknicktafels van 250 kilo per stuk waar je dan leuk aan kan zitten in de pauze. Om er vervolgens niet meer uit te kunnen komen. En die fatboys die om de week weer weggehaald worden. En natuurlijk de branddeuren! Oh nee, dat zijn geen deuren, die moet je negeren, lekker met z’n allen over één trap! Ook het openingsfeest was voor ons een uitdaging. Alles leek goed te gaan, nadat we die $%*#@^ zware picknicktafels eindelijk aan de kant hadden, tot dat we tot de geweldig leuke conclusie kwamen dat het licht niet uit kon! ‘Het moest maar aan blijven.’ Toen had ik het even gehad, maar gelukkig hebben we met de hulp van Jago (Jago is mijn held) de verlichting toch nog uitgekregen. (Wat het opengooien van een stoppenkast wel niet allemaal kan doen!) Ik hoop dat de mensen die er waren zich hebben vermaakt! Maar volgens mij zit dat wel goed! (Laat weten wat je vind op het forum van www.arnhem-
Lu: T kom maar even alleen zitten. T: Ah, meneer geef me nog een kans! Lu: Die heb je net gehad. T: Ja, nou en? Lu: Hé, I! Je zit nog te schrijven!! Dat doen we niet in de klas he?
segymnasiasten.nl) (Oh, en je mag Zeus en Damién negeren!) Nu even iets heel anders, 13 april is de culturele avond! Het moet natuurlijk wel een beetje een leuke, vernieuwende avond met veel talent worden. Dus kan je goed jodelen, dansen, jumpen of twisten, geef je op! (De inschrijflijst hangt bij het roosterbord!) Mijn excuses voor de derde klassers, die gaan helaas op die dag naar Parijs of Munster. Dit is weer heel fijn door onze planning heen geregeld, en we zijn weer lekker genegeerd! Vind je het niet kunnen, kan je klagen bij de directie. Wij hebben alles geprobeerd, maar we zitten gewoon helemaal krap! Voor de echte feestgangers, (maar dan de bovenbouwers) 11 mei is het volgende 4+ feest, en deze keer is het op locatie, met introducés! De locatie houden we nog even geheim, maar daar komen jullie snel genoeg achter! Eerst gaan wij, de vijfde klas, even lekker naar Rome toe. Ik wens alle achterblijvers een fijne schoolweek! (Sorry, mag ik eigenlijk niet leuk vinden natuurlijk.) En bij deze beëindig ik deze geweldige praesidis weer. ‘Ik hoop dat het swingend en sexy was! Als ik u heb verveeld, mijn excuses, en anders dankuwel voor uw aandacht!’ Hahaha. Liefs, Vera h.t. Praeses AGB
K: Waarom hebben we eigenlijk zo veel irisjes bij Latijn? Zo grappig is ’t niet. J: Nee, maar wij wel. P: Er fietste zo’n bus langs... Al: Als t goed is klopt het wat ik zeg.
3
EINDELIJK
VERHUISD!
Op deze mooie zondag 25 maart is het Thorbeckegebouw, zoals ik het nog steeds in gedachte noem, vier weken in gebruik. De ramen zijn nog niet gezeemd en de tuin is nog lang niet af, maar de witte vloer is gelukkig al niet meer zo steriel wit als op de allereerste dag en ook in de ongelakte tafels zijn de eerste kringen van omgevallen blikjes fris te zien. Natuurlijk moest Togather ook verhuisd worden en ik geef meteen toe dat ik het onderschat heb. Hoe moeilijk kan het zijn om een kluisje en een kast toegewezen te krijgen, dacht ik? Het duurde uiteindelijk ruim vier weken van doorverwezen worden van de claviger naar de facilitair manager en weer terug, maar dan hebben we ook wat. Voor het eerst in onze bestaansgeschiedenis van zes jaar hebben we een eigen kast voor ons archief en ons actiemateriaal én een kluisje voor de “schatkist”. De openingsactie van Togather, Zip Your Lip, heeft inmiddels plaatsgevonden en het was zeker een succes. Bijna honderdvijftig leerlingen en docenten hebben vierentwintig uur gevast voor zowel aids-bestrijding in Afrika als de school in Vietnam. Verbaasd ben ik nog steeds over dit hoge aantal deelnemers maar nog verbaasder ben ik over de bedragen die sommige deelnemers aan sponsors hebben opgehaald. Bedragen van €100,- zijn geen uitzondering meer en ik heb ook al een uitschieter van €200,- voorbij zien komen. Het geld kan waarschijnlijk niet meer bij de clavigers worden ingeleverd wanneer deze Iris uitkomt, maar het kan nog wel worden ingeleverd bij het bestuur van Togather. Als je moeite hebt om ons te herkennen, geef het dan op vrijdag tijdens de loempiaverkoop af. Vervolgens zetten wij al het opgehaalde geld van Zip Your Lip op de rekening van Togather en sturen wij alle sponsorlijsten naar World Vision op en storten wij de helft van het opgehaalde geld op hun rekening. De andere helft blijft op de rekening van Togather staan en zal dan in mei (afhankelijk van contact met de school) worden overgemaakt naar de rekening van Nguyen Hué High School. De school zal een bestedingsplan maken zodat jullie ook kunnen zien 4
wat er met het geld gebeurt. Niet alleen qua opbrengst is Zip Your Lip een succes; ook de activiteiten op de dag zelf waren goed geslaagd. In de pauzes verzamelden de meeste deelnemers zich in de aula voor een definitieve inschrijving en een stempel in de vorm van een hondenpoot, een rondje of een gele streep op de hand als bewijs van deelname en daarna een kop warme thee of een flesje water. Vervolgens kon men aan de tafels gaan zitten om tijdschriften te lezen, muziek te luisteren, spelletjes te spelen of gewoon wat te kletsen over gemaakte proefwerken en so’tjes op lege maag en deelname aan de gymlessen. Vanaf 13.00 uur waren lokalen in de A-gang vrij en kon men liggend in de fatboys films bekijken, spelletjes spelen, tijdschriften lezen, huiswerk maken onder het “genot” van drie verschillende soorten thee en een bijna constante blik op de klok. Ook was de gymzaal, waar je kon deelnemen aan verschillende soorten niet al te inspannende spellen, tot 15:00 beschikbaar. Rond 18.50 sloten we af met de vraag wat we het liefste zouden willen eten op dat moment (variërend van ‘als het maar zoet is’ tot ‘friet met mayonaise’) en om 19.00 storten we ons dolgelukkig dat we weer mochten eten op de biscuitjes en de dextrontabletten. Na deze geslaagde actie zijn ook de blijvende acties weer in gang gezet. Er worden weer loempia’s op vrijdag verkocht en lege cartridges kunnen weer ingeleverd worden in de mediatheek. Het bestuur is zich al aan het beraden over een volgende actie en ons volgende project is in elk geval om een start te maken met het opzetten van de Grote Actie Dag. Het nieuwe Thorbecke is voor iedereen erg wennen en ook Togather heeft nog moeite met zijn draai tussen de nieuwe regels en voorschriften te vinden. Toch ben ik er stellig van overtuigd dat het Thorbecke uiteindelijk (ook in de gedachten van de huidige leerlingen die de Statenlaan hebben “meegemaakt”) het Stedelijk Gymnasium Arnhem zal worden. Misschien is het tijd voor een actie om collectief de ramen te wassen en de school echt om te dopen? Rozemarijn van Spaendonck h.t. Praeses Togather
ORKESTIVAL Op 16 maart was het weer zover: Euterpe ging naar Amsterdam. Daar werd voor de 16e keer het Orkestival gehouden. Dat is een festival in het beroemde Concertgebouw, waar allemaal schoolorkesten van gymnasia uit Nederland bij elkaar komen. ’s Morgens om half negen stapten we in een grote bus (met tafeltjes...). Een paar jaar geleden waren we ook met een bus gegaan en toen stonden we wel meer dan 2 uur in de file. Gelukkig viel dat deze keer erg mee. Dit jaar zaten er echter wel wat zenuwachtige personen in de bus, die voor de eerste keer meegingen... Om half elf werden we al voor de deur van het Concertgebouw afgezet! Zeulend met onze instrumenten moesten we het hele gebouw door naar een plek waar we ze neer konden zetten. Omdat we zo vroeg waren, konden we nog lekker lang de stad in. Om kwart over twaalf gingen we lunchen (maar er waren nog een aantal achtergebleven in de stad...). En om één uur moest Euterpe verzamelen voor het optreden. Het duurde toen allemaal wat langer dan gepland, maar om kwart voor twee konden we eindelijk beginnen met ons concert. We speelden “Le carnaval des animaux” (voor degenen die dat niet weten (erg onwaarschijnlijk...): het is gecomponeerd door C. Saint-Saëns). Natuurlijk deed Euterpe het weer heel goed en kregen we een groot applaus. Toen alle orkesten aan de beurt waren ge-
weest, gingen we nog de tutti-stukken spelen. Hierbij werden twee muziekstukken door alle orkesten samen gespeeld. Iedereen ging, instrument bij instrument, op het podium zitten. Geluidsopnames en een filmpje van dit prááchtige rommeltje zijn te beluisteren op de website van Euterpe: www.euterpe-sga. blogspot.com (deze link staat ook op de schoolsite). Ondertussen was het al kwart over vier. Weer tijd om terug te gaan naar huis. Deze keer waren er wel wat files, waardoor we toch zeker twee uur onderweg zijn geweest. Maar dit was niet erg, want het was erg gezellig. Om zeven uur waren we weer terug in Arnhem en konden we terugkijken op een leuk uitje naar Amsterdam!
KEERWEERCONCERT
Op vrijdag 11 mei is er al weer een volgend concert van Euterpe: het Keerweerconcert! Dit is een optreden samen met een of meerdere oud-leerlingen van het Stedelijk Gymnasium Arnhem die in Euterpe gespeeld hebben. Meer informatie hierover is te vinden op de Euterpe-website. Als je op de hoogte wilt blijven van het laatste nieuws over Euterpe, kun je je nu ook aanmelden voor de nieuwsbrief van Euterpe. Dit kan door een mailtje te sturen naar schoolorkest.euterpe@gmail.com met als onderwerp “nieuwsbrief”. Tot ziens op 11 mei! Ilmar Kelderman 4e & Vincent Martig 4c
5
Tutti-stukken
Euterpe in actie
6
THIMEUPESE UIT AMSTERDAM De zon schijnt vandaag, het is negen graden. De vogels fluiten aan de Bos en Lommerweg. Op Nederland twee is een herhaling bezig van Puberruil. Een van de kandidaten, afkomstig uit Drenthe, geeft zijn mening over buitenlanders: ‘ik vind het prima als ze hier naartoe komen, maar dan moeten ze wel Nederlands praten.’ Dat hij dit zegt, weet ik omdat hij ondertiteld wordt. Heerlijk, dat de vogels fluiten. Ik hoop wel dat ze in het Nederlands fluiten, anders mogen ze wat mij betreft in het zuiden blijven, de eerst volgende keer dat ze daar naartoe vliegen. En daar hun nesten bouwen. Zeker nu het aantal bomen in Nederland steeds kleiner wordt. Vol is vol, nietwaar? Natuurlijk, en een aubergine is een aubergine. Ik woon al weer bijna twee jaar in Amsterdam west, en heb onlangs ondervonden dat het Stedelijk Gymnasium te Arnhem is verhuisd. Een middelbare school waar ik zeven woelige jaren tegen conventies heb geschopt. Niet zo briljant als sommigen van mijn vrienden, maar ook mijn rebelse fratsen mochten er van tijd tot tijd wezen. Was het niet het, tijdens de techniek les, omsmelten van al het beschikbare tindraad in één grote zilverkleurige borrelende bal (die ik liefkozend tin-tin doopte), dan misschien wel het op verzoek van toenmalig rector de heer Joosse definiëren van het woord ‘trut’ nadat ik mijn lerares Engels hiervoor had uitgemaakt. (Tenminste, dat beweerde hij, ik ontken alles tot op de dag vandaag). Er zijn reactionaire zielen die om het hardst gaan staan gillen als ze horen dat ‘hun’ middelbare school sluit, verhuist of verbrand. Het zelfde geldt voor het huis waar ze in zijn geboren of de kerk waar ze in zijn getrouwd. Als het heel erg is gaan ze zelfs in de hemel nog even door als een zelfde lot ten deel valt aan het crematorium waar ze (godzijdank) in zijn verbrand. Ergens zijn deze geluiden natuurlijk zeer begrijpelijk; tastbare herinneringen zijn voor veel mensen waardevol. Ik vind echter dat deze mensen er geen snars
van begrepen hebben. Het verleden komt nooit meer terug en de empirie is tot in den einde aan verandering onderhevig. Met andere woorden: de middelbare school waar ze op gezeten hebben is vanaf de dag dat ze die verlaten al niet meer dezelfde, ongeacht of zij haar locatie heeft behouden of niet. Natuurlijk was vroeger alles beter, maar dit soort tijdloze stellingnamen dienen met grote zorgvuldigheid te worden gehanteerd, en niet te pas en te onpas over de jeugd te worden uitgesmeerd. Toen ik in de onderbouw zat vonden al heel wat lessen plaats in het Mozaïek College aan de Thorbeckestraat. Wat ik me daarvan herinner zijn de galmende lokalen en het uitgestrekte voetbalveld, alsmede de zeer ruime fietsenkelder (waar ik nooit mijn fiets parkeerde) en de fraaie theaterzaal waar ik wat jaren later nog peentjes zwetend mijn eindexamens maakte. Al snel was duidelijk dat het SGA binnen enkele jaren definitief dat gebouw zou betrekken, al zou ik dat niet meer meemaken. Misschien was het daarom dat de grote verhuisplannen mij destijds koud lieten. Tegen de tijd dat deze plannen concrete vormen aannamen, was ik helemaal gericht op het studeren in Amsterdam, met andere woorden: ik zou sowieso ergens anders naar school gaan. Nu is het Gymnasium verhuisd en ik zit helemaal niet meer op school. Ik heb een aantal weken geleden het openingsfeest bezocht in de Thorbeckstraat en ik moet zeggen: het zag er lang niet gek uit. Uiteraard deed bijna niets van de inrichting mij meer denken aan de Statenlaan, en de nieuwigheid die van alle gangen en lokalen afstraalde had nog niet in de verste verte iets van de doorleefde atmosfeer van een middelbare school die al decennia in gebruik is. Maar toch: het gebouw is prima, de omgeving is nagenoeg hetzelfde gebleven en hoe pretentieus dit ook moge klinken: iets zei mij die avond, toen ik door die nagelnieuwe school liep, dat er een heleboel potentie in de lucht hangt. In dat gebouw gaat het gebeuren, en het is aan jullie dat grote gebeuren in gang te zetten. Misschien zijn deze gedachten wel een 7
uiting van nostalgie. Mijn jaren op het gymnasium waren de beste uit mijn leven. Studeren in Amsterdam bleek totaal niet wat ik ervan verwacht had (waarmee ik niet wil zeggen dat alles tegenvalt, maar wel dat ik het hele vooruitzicht heb geromantiseerd) en zoals gezegd studeer ik nu helemaal niet meer. Op de middelbare school is het een kwestie van overgaan, na de middelbare school is het een kwestie van specifieke paden inslaan, en met een VWO diploma op zak zie je soms door de bomen het bos niet meer. Tegenwoordig ben ik actief in een theatergroep, een bluesrock band en niet in de laatste plaats: een spoelkeuken. Hoe mijn nieuwe school eruit gaat zien weet ik niet, voorlopig is het voor mij in ieder geval lang niet alleen een kwestie van voldoendes halen. Ik ben nu een maand verder en dit is mijn laatste avond aan de Bos en Lommerweg. Morgen vertrek ik naar Osdorp, waar ik ga wonen bij een oud klasgenoot van, jullie raden het, het Gymnasium. Osdorp is bijna twee keer zover uit het centrum dan Bos en Lommer, maar daar staat tegenover dat ik meer ruimte krijg en aanzienlijk minder huur ga betalen (bij gebrek aan studiefinanciering was dit natuurlijk de voornaamste reden dat ik ga verhuizen.) De komende maanden zal de zon zeker schijnen in Osdorp en ik heb ontdekt dat daar een stuk meer verschillende soorten vogels fluiten dan in Bos en Lommer. Om het verhaal helemaal rond te maken zou ik nu nog iets moeten zeggen over een televisieprogramma. Vooruit. Ik kijk nu naar Little Britain op de VPRO. En ja hoor: naakt en kots. En als ik toch bezig ben: Britse humor is Britse humor. Natuurlijk, en een aubergine is een aubergine. Een bloemrijke groet. Jullie zullen vaker van mij horen. Hou de Iris hoog, blijf de docenten tot het uiterste drijven en besmeur het nieuwe gebouw met al jullie eigenheid en krankzinnigheid. Tot de volgende keer. <anoniem>
8
FACILITAIR BERT De verhuizing van al bijna weer twee maanden geleden is een heidens karwei geweest. Om het allemaal goed te laten verlopen is natuurlijk iemand nodig die het overzicht bewaart. Die iemand is Bert Hendriks, die behalve coördinator van de verhuizing ook facilitair manager van onze school is. Tijd voor de Iris om eens even een gesprekje te voeren. Meneer Hendriks, kunt u uitleggen wat “facilitair manager” nou precies inhoudt? In het kort komt het erop neer dat ik ga over alles wat met het gebouw zelf te maken heeft, zoals het meubilair, maar ook over de tuin van de school. Als er bijvoorbeeld ophangbeugels voor de computers moeten komen, dan ben ik de persoon die dat bestelt bij de leverancier en ze aan de tafels laat monteren. Verder ben ik een tussenpersoon voor de school en bijvoorbeeld een aannemersbedrijf of een schildersbedrijf, maar ook als het om een ontruimingsplan gaat dan moet ik bekijken waar plattegronden moeten hangen, waar iedereen naartoe moet bij een brandmelding en welke vluchtroutes er zijn. Vroeger werkte u bij het Mozaïek College, dat in dit gebouw zat voordat wij er kwamen. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen uw baan toen en nu? Het voornaamste verschil is dat mijn baan nu ruimer is: ik ben bij veel meer zaken betrokken dan ik toen was. Toch zijn er veel raakvlakken, ook toen ging ik over de meeste dingen die met het gebouw te maken hadden. Verder is het verschil in het soort leerlingen erg groot. De leerlingen die hier op het Mozaïek College zaten, hadden een ander soort ‘cultuur’. Zeker aangezien het een school met overwegend vmbo-leerlingen is, wordt er anders met elkaar omgegaan vanwege het verschil in achtergrond. Ik moet er meteen bij zeggen dat die cultuur niet per se slechter is, maar wel heel anders.
Hoe is het gekomen dat u facilitair manager bent geworden op het SGA?
Toen het Mozaïek College ging verhuizen, ben ik bij de beginfases van die verhuizing nog betrokken geweest. Ik wilde weten of ik daar door kon gaan met een baan soortgelijk was aan de baan die ik er altijd al had, maar ze konden daar eigenlijk slechts verbaal een soort zekerheid voor geven. Dat gaf mij de indruk dat ik er niet erg lang meer zou werken. Toen werd ik benaderd door het SGA en ze boden mij een baan aan als facilitair manager. Deze baan garandeerde mij veel meer een goede toekomst, niet alleen als het om het soort taken gaat, maar ook om het inkomen. De keuze was voor mij erg snel gemaakt; ik koos voor het SGA.
Uit betrouwbare bron (met dank aan dhr. Ter Horst) hebben we vernomen dat u vroeger een voetbalcarrière had. Kunt u vertellen hoe die in grote lijnen is verlopen en hoe het komt dat u nu deze baan heeft? Toen ik jong was, wilde ik graag de beste zijn in wat ik ook deed, ik was erg ambitieus. Op dat moment gold dat bij mij het meest voor voetbal. Ik kwam eerst bij Vitesse terecht en heb een tijd in de Eerste Divisie gespeeld. Daarna ging ik naar Herakles Almelo en vervolgens wilde FC Wageningen mij hebben, maar omdat ze daar tegen een failissement aanliepen ging dat niet door. In totaal heb ik ongeveer vijf jaar betaald voetbal gespeeld. Later ben ik dus bij het Mozaiek College terecht gekomen. Niet lang geleden heb ik een certificaat gehaald waarmee ik Assistent Coach Betaald Voetbal mocht worden, of trainer van een amateurelftal. Dit is het op één na hoogste trainerscertificaat van de KNVB. Tijdens mijn vakantie werd ik opgebeld door een club, die mij een sollicitatie aanboden voor de baan Trainer 2e Elftal, maar je snapt wel dat ze erg ongelukkig timeden, aangezien ik lekker van mijn rust genoot. Ik heb het aanbod dus afgeslagen. In het algemeen heb ik de voetbalcarrière wel een beetje achter me gelaten en ook wel een beetje opgegeven. Bovendien staat de baan die ik nu heb garant voor een goed vooruitzicht, dat kun je van een baan als trainer niet echt zeggen. Ook is het voetbalwereldje toch wel asociaal, voor degenen die het niet kennen. Daar had ik ook niet zo’n zin in. 9
Nog wat praktische vraagjes: wanneer is het gebouw klaar en hoe zit het met het brandalarm? In ieder geval zullen alle werkruimtes, dus waar dagelijks mensen komen, na de Paasdagen klaar zijn. Dan zijn er nog wat kamertjes hier en daar, nog wat andere kleine dingetjes die afgemaakt moeten worden, etc. We hebben als doel dat dit na de Meivakantie afgerond zal zijn. Het gebouw wordt officieel voor de Zomervakantie opgeleverd, dus dan moeten alle werkzaamheden door bouwvakkers klaar zijn en dat gaat ook goedkomen. De voornaamste reden dat het afronden zo uitgesmeerd is, is dat het gebouw dagelijks gebruikt wordt en dat er gewoon bepaalde dingen zijn die gedaan moeten worden als er niemand in de weg loopt. Dat moet dus in de weekenden en vakanties en soms in de overige ‘vrije’ tijd van mensen. Met het brandalarm zijn we druk bezig, maar voorlopig kan het nog zo zijn dat als je ook maar ergens binnenloopt, er alarmering optreedt; we hopen dit z.s.m. verholpen te hebben. Als laatste: is er nog een interessante wetenswaardigheid voor ons? Dat is een moeilijke vraag. Waar we veel tegenaan zijn gelopen is toch wel het vandalisme en, vooral in het begin, de diefstal. Er is ontzettend veel gestolen en vernield tijdens de verbouwing, vooral. Er zijn op een gegeven moment 70 plafondlampen gestolen, dat heeft ons aardig wat gekost. Verder bleek dat er een groot stuk riolering vervangen moest worden, ook dat is erg duur geweest. Al met al is de verbouwing/verhuizing redelijk goed verlopen, maar we hebben uiteindelijk meer tegenslagen gehad dan dingen die ons meevielen. We willen Bert Hendriks van harte bedanken voor zijn medewerking, evenals dhr. Ter Horst voor enkele interessante weetjes! Nathan Tax
10
M: Ik ben zo rood als een meloen! T: Hé, zal ik je eens wat vertellen? Aan de andere kant van de klas J: NOU zeg ’t ons eens. P: Wie vergat ’t nou zo snel? J: Ja ik. P: Nee ik ook... wel. In de som staat, maak een tabel van -4 tot 4. P: Je bent de vijf vergeten. P en J rijden van de schoolstraat naar de statenlaan. P (opeens verontwaardigd): Waarom rijdt iedereen ons achterna? J: Huh? P: Wat? Lu: Dat moet je weten! Net zoals 3+3 9 is! Lu: Ik kan de cijfers voorlezen maar die zijn A... T: Laag? Lu: Jullie moeten nog een heel leven mee, ik nog maar een halve. J: Ik had een keer van een meisje gehoord, dat doof was en mee deed aan het Songfestival.... O, nee ze was blind. J: Da’s plus ablativus... P: Dat zag je net!! J: Niet. Dat wist ik. P: WOW. Jij hebt een groot hoofd. J: Kat? K: Ja? J: Ik bedoelde Paulien.
AAN
DE SLIMSTEN De oude romeinen kenden geheimen; Geheime Kunsten, toverkunsten. Zij geloofden in het bestaan ervan, zoals zij in het bestaan van goden geloofden. Wij Nieuwdenkenden geloven wel in god(heid), maar niet in toverkunst. Waarom? Waarom geloven wij wel in zielen en andere demensies, maar niet in het beheersen hiervan, het beoefenen van kunsten die enkel de natuur kan doen geschieden? En waarom maken we dit onderscheid, waarom kan dit alles niet één fenomeen zijn? Het antwoord betreft werkgebieden zoals natuurwetten, religies en wij vinden het antwoord door de mogelijke theorieën en de werkelijkheid uit te pluizen. Om het geheim en de beheersing hiervan te leren, lost U eerst het Secretum op. Met het ontcijferen van dit raadsel begint het kronkelen van de duistere weg van de geheime kunsten. Hij, die met dit raadsel het eerste deel van de weg kan volgen, zal kunnen doordringen tot de kern. Scirpus Secretorum Het liefdeloze dek, ontdaan van zijn duistere helft, dat U terugvindt op het linker handvat dat U toegang biedt tot het persoonlijke, bevat een omgekeerd trapezium. Dit dient U te voorzien van positieve rationelen. Na de onderlinge verschillen niet in acht te hebben genomen, bent U een stap verder bij de ontcijfering. Nota bene, denkt U aan r. 332 en het nut hiervan. 10/x = 1/40p. 139 is de som van 10/x als x=
Secretum Sectile 0797375515940396744848382183378780181113376967077859086151137058635228 1737895525216893881224629469952373295511612150501117378952258587952992 3704878811867245451246086977134296345223981752662057594589936873519665 4194810223608981001860591088126476828445796310277583106581134058105339 4103938825548904866572975677227645480338127623441776230699143983841993 4807529443982918222526951577209027184411837239441907973755269403967443 4838231333878081411437696077155908615113705863221017378965542168939883 2462969920237329155361215050251737895222858795299937048748848672454513 4608696773429634552598175266135759859911687359662541981022266089810103 6059108825647682844879631277158316581111405815332541039388135489048663 7297561774764580331512176234487623069917398384992048075244119829182219 2695159779902718441083723944150797372553940396442548382131398784171126 3769601773598615112570586321121737896559216893988424629699132373291553 6121505025173789522885879599253704748813867265454346086199164296343559 9891752669575958991568735966124191810225608981010360591018896476284224 7963617713831658211340583155134103093883548948266472975677127646853319 1217621338762306992639838499124807525445982918211326951599259072718443 8372329921079737255394039694444382131322878417122837696017755986156117 7058632212173789661021689398842462969911237329155361215075551737895229 858795922437047484888672645511460869772542963135579897596612
Scinde, tam solves! “Difficilia vocant verum sapientis. Voci-fica, ut sapienti-potens sis!” Regulus Sceptrifer de Artibus Secretis inquit. Ga naar deorde.web-log.nl om dit te doen. (kijk voor meer info op http://secretum.weblog.nl) - Regulus Sceptrifer 11
Saluto, trouwe Irislezers,
door enkele bewakers die met norse blikken de verdachte kinderen in de gaten houden. Een onvriendelijke zoemer geeft aan wanneer het luchten voorbij is en de gevangenen terug moeten naar hun lokalen. Onder toeTijdens mijn vele jaren van dienst heb ik het ziend oog drommen zij naar de enkele trap wel en wee van deze school gevolgd, totdat die voor veiligheidsredenen niet vergezeld ik enkele jaren geleden op brute wijze door wordt door andere doorgangen, waardoor er het nieuwe hoofd verbannen ben. Sindsdien opstoppingen ontstaan. Ik kan je vertellen heb ik rondgezworven, oude kennissen bedat mijn veren recht overeind gingen staan; zocht, enkele bijbaantjes vervult om te kundat de leiding zich te hoog acht om te gaan nen blijven bestaan, tot mij ter ore kwam kijken of hun in achterkamertjes bedachte dat mijn dierbare school nu toch werkelijk in regels ook echt werken doet me bijna van het nieuwe gebouw is getrokken; aanleiding mijn stokje vallen. Nadat ik mijn evenwicht voor mij om eens een kijkje te nemen hoe weer hersteld heb en me ervan vergewist het met mijn oude thuis gesteld is. Maar, heb dat de bewakers de deuren vergrenlieve kijkbuiskindeld hebben, vlieg ik deren, wat ik zag verder om een kijkje ontstelde mij zeer. te nemen in de zoNeergestreken op genoemde leergebieeen van de vele den. Hier hoort een dwarsbalken in de werksfeer te hangen, traverse, kon ik het maar zelfs mijn oude ene na het andere oren vingen nog het drama ontwaren. lawaai van de bouwIk had enkele jaren vakkers op, die hun daarvoor al wel werk hervatten zowat meegekregen dra de lessen weer van enkele veranbeginnen. Wanneer deringen, zoals de zij de rust niet vernormverlaging en storen, zijn het wel het opheffen van de luide stemmen drie lokalen, wat van enkele docenbij mij de gedachte ten die genoodzaakt opriep dat de Verdeler eigenlijk veel liever zijn hun lessen in ‘combilokalen’ te geven. hoofd van het Thorbecke was geworden, In deze lokalen, zo heb ik mij laten vertelen dat nu heeft weten te bereiken. Hoewel, len, is het de bedoeling dat een klas vollewil hij wel rector zijn? Zoals het er van mijn dig in stilte en zelfstandig werkt, het liefst hoge zitplaats uitziet, was hij veel liever betegelijkertijd met een andere klas, zodat de drijfsmanager geworden. ’s Ochtends roept stilte gewaarborgd wordt. Daar er echter in een fabriekshoorn de arbeiders op naar het sommige gevallen gewoon les moet worden werk te gaan, en de grauwe sfeer doet vergegeven en er slechts één lokaal voldoende moeden dat het loon te laag is. Of wilde hij ruimte heeft om twee klassen te bergen, vroeger gevangenisdirecteur worden: het wordt er in de andere meestal gewoon les valt me op dat de leerlingen slechts in één gegeven. Dit bevordert de werksfeer uitergebied mogen komen, dat nota bene maar aard niet. Dan word ik opgeschrikt door een voor 399 personen geschikt is, terwijl er hels kabaal, en kom er na enkele minuten door de regels 850 in gepropt moeten. Reachter dat dit ‘slechts’ een zoveelste test van gels zijn regels, waar hebben we dat eerder het alarm is; tijdens de lessen! Ik begin me gehoord; misschien een voorbeeldrol voor de steeds meer af te vragen of dit gebouw wel Verdeler? Verdeel en heers luidt het gezegde, klaar was om deze school te ontvangen: de maar van dat laatste droomt hij alleen maar. afwezigheid van verlichting, verwarming, Tijdens de pauze wordt er gesurveilleerd computers en voldoende stoelen getuigt 12
van slecht management. Ook het gebrek aan inzicht betreffende het gebruik van deuren en doorgangen tussen de lessen door doet de vraag rijzen of we niet beter even kunnen wachten met verhuizen, tot wat meer mensen zich over de plannen hadden kunnen buigen. Steeds meer regels duiken op, wanneer blijkt dat de voorgaande niet werken. Zo mogen kluisjes niet meer voor boeken worden gebruikt, nadat teveel leerlingen de eerste dagen niet snel genoeg waren met hun nieuwe cijfercode, moeten tassen voortaan in daarvoor aangestelde hokken, omdat er in het vorige gebouw teveel over gestruikeld werd. De lokalen waar die regel geldt, zijn nu echter zo ruim, dat er minstens twee meter tussen de tafels is en er geen reden is om te struikelen. Strengere regels rond het te laat komen zijn natuurlijk op zijn plaats, maar het feit dat na een kwartier de briefjes op zijn zet natuurlijk niet aan tot eerder komen. Het territoriale gedrag van de docenten baart me zorgen; bij elkaar opgeteld hebben zij ongeveer drie keer meer ruimte, hoewel het aantal leraar-leerlingen zich meen ik toch iets anders verhoudt. Alle regels zijn slechts in het belang van de werkgevers en –nemers opgesteld in plaats van de klanten. De klant is dacht ik toch koning. Zonder leerlingen is een school niets: om hen draait het, docenten hebben voor hun beroep gekozen om kinderen te leren, niet om bewakertje of oppasser te spelen. Leerlingen zijn nu eenmaal geen grondstoffen die in zes (of meer) jaar omgevormd moeten worden tot product dat geld oplevert; het zijn mensen, en zij vormen de toekomst! Kopschuddend vlieg ik verder naar de aula. Ik ben blij dat ik niet over mijn nek kan gaan wanneer ik hoor hoe de Verdeler na een poppenkastvoorstelling –oh sorry, penatenritueel- erop blijft hameren dat we toch vooral samen deze school moeten vormen; zijn beleid lijkt een kopie van de kabinetten Balkenende; het is wachten op de volgende blunder, alleen bestaat hier geen kiesrecht. Toch ben ik de Verdeler dankbaar voor één ding: dat hij me op tijd heeft weggestuurd.
Ik zal jullie missen - het Uiltje 13
SGA-REGELS
VOOR DE BEGINNER!
1. Gij zult de regels gehoorzamen, aanbidden ende beminnen. 2. Gij zult gene regel zelve interpreteren. 3. Gij zult de dag des overgangs eren. 4. Eer het gebouw en zijne leraren. 5. Gij zult den kauwgom verbannen uit uwe monde. 6. Gij zult immer consumeren in den leergebieden. 7. Gij zult gene kluizen openen andermans toebehorend. 8. Gij zult de wetgevende macht niet bekritiseren. 9. Gij zult consumeren in ene leergebied niet begeren. 10. Gij zult niet kritisch oordelen.
staan. Een techniek en handvaardigheids lokaal dat er uit zijn diepe donkere kelder komt. Waar je niet op je hurken op de wc zit, wel zeep is. Deze wc bereikbaar is. Waar je je handen kunt drogen. Waar de ramen wijdopen kunnen. Waar je door de eeuwige schone ramen naar buiten kunt kijken. Waar de vloer een zeer goed gekozen kleur heeft. Waar men zonder over verlengsnoeren te struikelen bij zijn les komt. Waar ieders oren veilig zijn, en niet beschadigd worden door een brandalarm of bel. Een deur gaat er geluidloos dicht. Waar de route naar het fietsenhok niet vol glas ligt. Waar je het ding droog kwijt kunt. Niemand kijkt onder je rokje door de níet doorzichtige traverse. Waar je niet door de traverse naar beneden kiepert omdat de hekjes te laag zijn. Is het dit allemaal? Het antwoord, is
Kort samengevat was dit het wel. Het valt allemaal toch nog wel mee. Praktische tip: als iedereen gewoon de hele dag op één en dezelfde stoel gaat zitten, en zich niet beweegt, kan er vrij weinig gebeuren. Laten we met z’n allen voor de ‘klaagmuur’ gaan zitten. Misschien dat er dan wél iets komt te hangen. Zie jullie daar. - M.O.I.
MEGAGUM Ik vraag me het toch af hè. Of ik de enige ben die zo’n gevoel heeft van, is dit het nu? Is dit dat geweldige mooie gebouw waar al járen mee gewapperd wordt? Zijn dit de mooie, ruime gangen. Die waar rust is om zelfstandig te werken. Waar genóeg computers staan voor een hele klas. De verwarming is er beheersbaar. Waar de wind ruist door het gras om de school heen. Waar een miniarena staat. Waar op tijd komen vanzelfsprekend is. Waar het licht in de kleedkamer het doet. Daar, waar de ventilatie zo goed geregeld is, dat men het niet hoort. Je komt er veilig bij je kluisje. Ruimte genoeg voor zelfs een achthonderdtwintigste jas. Geen enkele kapstok scheurt er van de muur. Daar waar er nieuwe techniek tafels 14
NEE. Positief: Stift en pen valt van de nieuwe tafels te gummen. Mensen, zó briljant kan het dus ook. En nou de rest nog. Gezocht: Gum ter grote van een school. Bezitters kunnen zich melden bij mijn kluisje. Alleen tussen 11.30 en 12.00. Niet in weekend en op feestdagen. Voor leraren en andere mensen die wél invloed kunnen uitoefenen: zie hierboven. Tips voor verbetering. Ik wens u zéér veel succes. Oh, en een fel paarse muur ervaar ik niet als zijnde ‘rustig’ in een klaslokaal. Alvast bedankt. - M.O.I. A: Nee, m’n moeder. Pl: Hebben jullie dat niet gehad met geschiedenis? E: Nee, wij hebben meneer To. Di tegen E: Doe even normaal, voor zover je dat kunt! Th: Je bent te laat. H: Ach... Een half uurtje maar.
Daan & Luytzen in:
“GENIETEN
MET DE BROEK AAN!” deel vier
Dames en Heren. Welkom bij een nieuw deel van “Genieten met de broek aan!”. Na een sabbatical te hebben genomen van het schrijven van hun onweerstaanbare column, zijn ze weer terug. En zij komen met een denderende primeur in huis vallen. Met trots presenteren zij het grote nieuws waarvan nog maar weinig mensen lucht hebben gekregen. Het Stedelijk Gymnasium Arnhem gaat verhuizen naar...(tromgeroffel)...de Thorbeckestraat nummer 17. En wat nog het beste is van allemaal: we gaan niet alleen verhuizen...WE ZITTEN ER AL IN! JA ECHT! We zitten niet met jullie te sollen. Leuk hè? Na deze belachelijke intro verwacht menig mens natuurlijk een vervolg met wél inhoud erin. Dus we kunnen een mooi verhaal schrijven met een ode aan het oude gebouw, met veel kritiek op het nieuwe, waarin wij klagen over de regeltjes en de fatboys, met keiharde grappen tegen meneer Deelen of mevrouw Stuiver, over de verre afstand tot de ALDI, over die irritante kut-combi-lokalen (ja, KUT-combi-lokalen), over het allerlaatste schoolfeest en de LOTP, de overvloed aan glas, oude gevaarlijke overstekende stinkbejaarden, het vieze modderige filosofenpad, onze mening over de bouwvakkers en die belachelijk grote bar van Annie! Helaas is dit NIET origineel en daarom doen wij maar iets anders. Er is namelijk iets dat ons ontzettend lastig valt: WE HEBBEN GEEN REET TE DOEN! Iedereen heeft tenminste nog proefwerken die ze kunnen leren in een tussenuur of huiswerk bij te werken. Maar wij hoeven dat niet en dan wordt zo’n tussenuur opeens een heel stuk minder leuk. Daan is er al meerdere keren op betrapt dat hij andermans huiswerk probeerde te maken. Gelukkig hebben ze hem kunnen pakken en hij heeft een straf opgelegd gekregen van tien uur bij Annie mars en snickels verkopen. Een straf die Rob en Hilal maar al te graag op zich willen nemen. De minister van Onderwijs is op de
hoogte van het ‘verveelprobleem’ en zoekt heftig naar een oplossing. Door bijvoorbeeld practica Natuurkunde te organiseren. Of excursies Biologie. Gelukkig voor alle zesdeklasser zit de laatste schooldag en de SE-week eraan te komen. Eindelijk is er weer wat te doen. Keihard leren met mooi weer. Lekker binnen zitten zweten boven een boek aan je bureau of fijn buiten onhandig met een schrift op schoot. Alleen de gedachten aan die tijden geven ons rillingen van geluk. We kunnen haast niet wachten...! Nee echt...we kunnen écht niet wachten..., maar het is toch gewoon leuk...? JA, daar hadden we je even hè! Je geloofde het bíjna, of niet? Nou, wees maar niet bang hoor, wij vinden SE-weken ook gewoon klote. Ze zouden het af moeten schaffen! PUH! Zo, dat was het weer. Een goed stuk met inhoud en geen gelul. We hebben al zin in de volgende. En anders ik wel! Later! - Lucien & Gast
Er is net een SO opgegeven in een te drukke week. St: is er iemand afwezig? J en P tegelijk: JA IK! T komt binnen... St: Waarom bent je zo laat? T: Ben ik laat? St: Ja je bent - ‘’TRINGGG’’ O, nee. Ga gauw zitten. St: Ben je aan het schrijven T? T: Uhm. St: Mooi. T: Ja. L leest een vertaling op. St: Je hebt een woord vergeten, een woord verkeerd vertaalt en een woord verneukt.
15
INTERVIEW
MET
ANNIE
Hoe kijk je tegen de nieuwe school aan, qua gebouw en qua beleid? Het nieuwe gebouw is erg mooi, licht en open. De nieuwe regels, tjah, die zijn wel nodig met zoveel mensen in één school. Hoe vind je je nieuwe werkplek? Ik ben goed vooruitgegaan, iedereen is erop vooruitgegaan vind ik. De scheiding van kantine en aula is goed, nu hoeft de kantine niet dicht als er iets in de aula aan de hand is. Was je, met het oog op de hoeveelheid werk, liever op het SGA gebleven met een tweede locatie erbij? Nee, qua hoeveelheid werk is dit juist fijner, op de oude locatie was het in de pauzes erg rustig, en een beetje zitten en kijken is voor één dag best leuk, maar niet voor altijd. Maar het is zo druk geworden, heb je eigenlijk niet teveel werk? In de pauzes is het inderdaad erg druk. Het uitgangspunt van de directie is: vrijwilligers. Krijg je genoeg hulp? Er zijn niet echt veel vrijwilligers. Ik heb er een paar, en die vinden het ook erg leuk om te doen en willen bijna elke pauze wel helpen. Maar een paar erbij zou wel handig zijn, ook voor de reserve bijvoorbeeld.
gebreid met gezonde dingen, zoals sultana’s, fruit, balisto’s, melk en optimel-melk. Daar werd namelijk om gezeurd, alleen nu ik het heb wordt het maar heel weinig gekocht. Dat is erg jammer.
Welke snack vind jij eigenlijk het lekkerst? Ik ben meer een brood-mens, dus ik ga vooral voor de broodjes. - Tess Klifman
NEWSFLASH Met vreugde kunnen wij van de redactie jullie meedelen dat iedereen trots kan zijn op onze striptekenaar (je weet wel, Hans Cronau). Hij heeft namelijk de stripwedstrijd van de Volkskrant en CJP gewonnen! De opdracht was als volgt: maak een orginele striptekening over wat je allemaal met de CJP pas kan.Vervolgens heeft Hans dit plaatje ingestuurd:
Wat kan de school nog doen om je verder te helpen? Niets, de school hoeft verder niks meer voor mij te doen. Ik ben er erg op vooruitgegaan. Het assortiment is iets veranderd, komen er ook nog nieuwe snacks bij? Dat komt doordat we nu bij een andere bakker kopen, de vorige bakker is er mee opgehouden. Deze nieuwe heeft natuurlijk een ander assortiment, hij had eerst ook geen kaasbroodjes, maar is bezig met een recept om dezelfde te maken als we altijd hadden. Wordt het fruit dat je hebt eigenlijk veel gekocht? In verhouding niet, maar heel weinig mensen kopen fruit. Ik had het assortiment uit16
En daarmee is hij gekozen tot 1 van de 25 beste tekenaars van Nederland! (Alleen van de tekenaars die mee hebben gedaan, maar daar besteden we even geen aandacht aan, het waren er in ieder geval veel.) Dus gefeliciteerd, Hans!
17
EEN
ZWARTE DAG OP EEN NIEUWE SCHOOL
Op die ene dag, maandag 26 maart 2007, heeft K. wat meegemaakt. K., die vrijwel nooit wat meemaakt, zelden iets noemenswaardigs te vertellen heeft en daardoor ook nooit eerder in deze schoolkrant stond. K. heeft wat meegemaakt en dus is het nieuws. Het gebeurde op school, in het gebouw van het SGA, dat sinds kort op de Thorbeckestraat staat. Een gebouw dat nog niet af was, maar waarin men moest leren, want dat is wat K. op school doet. Hij leert met als doel zijn diploma te halen en op te rotten na zes jaar gymnasium. Goede cijfers, daar gaat het om, een hoog schoolgemiddelde. Maar vooral wegwezen na zes jaar. Langer dan dat moeten ze je niet. Elk begin kent zijn problemen, zo had men er niet op gerekend dat er onderbouwers met messen op school liepen, bereid zijnde die te gebruiken als er iets opengereten moest worden. Als er inhoud van voorwerpen bestudeerd moest worden. Vervelend, zulke dingen. K. liep zoals gewoonlijk ruim op tijd de school in, omdat hij er rekening mee hield dat hij zijn jas in zijn kluisje zou moeten stoppen. Zijn kluisje was op ooghoogte dus over de locatie had hij niets te klagen. Zijn cijfercombinatie was ook makkelijk te onthouden. K. was op glurende boefjes bedacht en de zeldzame momenten dat hij zijn kluisje opende keek hij goed om zich heen, precies zoals iemand zou doen terwijl die andermans kluisje opent om eruit te stelen, bang om betrapt te worden. En zo goed als dat ging, verborg hij het zicht op de getallen, zoals wanneer je het toetsen van je pincode verbergt voor anderen. Je kunt nooit voorzichtig genoeg zijn, als het om je bezit gaat. En terwijl hij daar staat, hoort K. een mobiele telefoon af gaan. Het geluid komt uit het kluisje naast hem. Een continu, vervelend gepiep. Hij weet van wie de telefoon is en omdat hij zich slechts heeft geconcentreerd op zijn eigen combinatie, kan hij de kluis natuurlijk niet openen om het mobieltje te pakken en te zeggen “Hoi, met de mobiel van B. Ik kan praten.” om hem vervolgens zonder op te hangen weer terug te leggen in het kluisje. Het gepiep houdt dus niet op, het is geheel buiten zijn controle en het werkt hem op de zenuwen. Gelukkig hield het uiteindelijk toch op. K. kon de gedachte niet onderdrukken dat het telefoontje belangrijk zou kunnen zijn, dat iemand belde met een bericht van grote betekenis, iets waar haast bij was. Maar hij moest nu naar de les. Inmiddels begon de school al wat voller te lopen, de eerste bel was al gegaan, geen genot voor het oor, dat zeker niet, het snerpende geluid duurde net iets te lang en gaf een onaangename nasmaak in de oren, maar toch duidelijk genoeg om te beseffen dat er nog maar vijf minuten zijn om naar het lokaal te gaan. Vijf minuten waarin je droge jas al opgeborgen moet zijn en je op zoek moet naar de juiste trap, de juiste gang, ik bedoel natuurlijk leergebied en eventueel het juiste lokaal. Voor de tweede zoemer zijn waar je moet zijn, dat is elke dag weer K.’s primaire doel. K. houdt niet van wachten, want wie te laat is, moet wachten, dat is algemeen bekend. Ook die dag slaagde K. erin op tijd te zijn bij zijn aardrijkskundeles. De leraar zei tegen hem: “Het is wel benauwd hier in dit lokaal, vind je ook niet?” “Ja, alleen jammer dat de ramen niet open kunnen, wat frisse lucht zou een ieder hier goed doen. Zuurstofgebrek in de hersenen, daar zit niemand hier op te wachten.” zei K., met een glimlach op zijn gezicht. De leraar glimlachte terug. De tweede bel ging en K. moest de neiging weerstaan zijn vingers in zijn oren te steken. De les begon en terwijl de meeste leerlingen nog bezig waren binnen te stromen, luisterde K. aandachtig naar de leraar, hij zoog als een spons alle informatie op, die hem van pas zou kunnen komen bij eventuele examens. De jongen die voor hem zat, luisterde naar muziek en die stond zo hard dat K. het kon herkennen. Een onaangename herkenning, want het was een liedje van Shakira. K. zei: “Kan die rotmuziek wat zachter? Als jij je van de rest wil afsluiten, doe het dan goed. Ik wil er niet van meegenieten.” Maar hij zei: “Ik luister muziek, ik kan je niet horen.” K. begreep er niets van. Deze persoon zou alle belangrijke opmerkingen van de docent missen door de muziek die hij aan had, hij was gewoon doof 18
voor alles wat tegen hem gebruikt zou worden bij de toets. Maar het leek hem niets te deren. K. schrok door het besef dat hij nu zelf afgeleid was. Hij moest zich weer concentreren. Maar daar was het al te laat voor, er klonk een verschrikkelijk geloei door de school, voor iedereen hoorbaar, en daardoor was het extra moeilijk bij de les te blijven, zo niet onmogelijk. K. schrok wederom, want hij besefte dat dit een alarm was, waarschijnlijk het brandalarm. Hij vroeg de docent of hij even een kijkje mocht nemen op de gang en dat mocht, natuurlijk mocht dat, want K. was een goede leerling. Er viel niets te zien, maar het alarm klonk daar des te harder, het was een ontzettend hoog geluid en het deed pijn aan de oren, pijn genoeg om als waarschuwing te dienen. Hij trok het niet langer en gedeeltelijk gerustgesteld omdat hij niets rook, ging hij terug het lokaal in, waar het geluid nog draaglijk was, waar hij zijn oren veilig waande, vrij van gehoorbeschadiging. Intussen was er ook in de klas wat gerucht ontstaan. Mensen lachten, doch niet geheel zelfverzekerd zoals normaal. Eén meisje zei: “Stel nou dat er echt brand is?” en vrijwel iedereen, onder wie zijzelf, barstte in lachen uit. Een lachen dat gauw verstomde in een onzeker gegrinnik. De jongen die altijd links voorin zat, las onverstoord in zijn tekstboek over het ontstaan van aardbevingen. Op datzelfde moment was er ook een klas in de koele gymzaal en ook hun was het lawaai niet ontgaan. Ze waren als vanzelf even gestopt met hun lichaamsbeweging. De leraar fronste zijn wenkbrauwen en keek in de lucht alsof hij daar een hoofd zou zien, dat het geluid produceerde, maar natuurlijk was er niets te zien. En hij zag de jongens, die even hun voetbalspel gestaakt hadden, zag hun bezwete hoofden en hij werd overmand door liefde voor de sport en zei: “Ach, ga maar verder.” De leerlingen, bevrijd van enige angst, hervatten hun spelen. Overal in de school besloten docenten en leerlingen zich niet door het geluid te laten storen, de kans dat er gevaar dreigde te negeren en zich bezig te houden met het hoofddoel: leren. De enkeling die zich hiertegen wilde verzetten, die bereid was het noodsignaal serieus te nemen, werd de mond gesnoerd door lacherige medeleerlingen “Denk je nu echt dat er brand is? Er wordt verbouwd, er kan dus geen brand zijn. Het alarm is per ongeluk afgegaan door de werkzaamheden.” Of deze werd door de leraar verzocht te blijven zitten. “Ik zie geen rook en ik ruik geen rook, dus is er geen vuur.” zei er één tegen een wat onrustig geworden eerste klas. Allen tegelijk dachten “Ja, daar zit wel wat in.” In de gymzaal begon iedereen het warm te krijgen, zelfs de leraar, die niet actief deelnam aan de les. Helaas bestaat er nog geen spreekwoord “waar hitte is, is vuur” en maakte nog niemand zich zorgen. Het alarm was immers al opgehouden, omdat er geklaagd werd over het lawaai had men het uitgeschakeld. Eén meisje begon zich door de inspanning en de warmte bijzonder beroerd te voelen en daarom liep ze even naar de kleedkamer om wat water te drinken en rustig te zitten. Daarvan zou echter geen sprake zijn. Toen ze even weg was, hoorden ze in de gymzaal een gil. Een signaal van nood, maar dit keer was het menselijk en dus misschien wel menens. Het meisje rende de gymzaal binnen en riep: “Brand! Brand! Er is brand in de kleedkamer!” Eén jongen, die wellicht door de hitte niet al te scherp meer was en nog steeds dacht dat er grappen gemaakt werden, zei “Twee emmertjes water halen, twee emmertjes pompen.” waarop het meisje, dat al zo misselijk (deels van angst) was, begon te huilen. Iedereen geloofde haar nu en de paniek sloeg toe. Ze renden massaal de zaal uit maar waren gedwongen om te keren. De hele doorgang werd versperd door het vuur en de paniek die er net was geweest, was een understatement vergeleken met de toegeslagen paniek op het moment dat zij beseften dat er misschien wel geen weg terug was. Maar de gymleraar zei “Kom jongens, we nemen de nooduitgang.” Gelukkig was er daar ook één en zij gingen allen het gebouw uit, de veilige kou in. De brand had zich inmiddels verder verspreid en K. en zijn klasgenoten hadden minder geluk dan de zojuist aan de brand ontsnapte leerlingen. Sterker nog, zij verlieten pas het lokaal na het luiden van de ineens een zachtaardig klinkende bel, en kwamen er toen achter dat er geen weg voor hen was, ze waren ingesloten door het vuur, dat de hele 19
traverse al in beslag genomen had. Overal renden leerlingen rond om en nabij de trappen. Mensen riepen: “We hebben water nodig, we moeten het blussen!” Niemand had water bij zich, al het water lag in de kluisjes, want water mocht toch niet gebruikt worden in de leergebieden. Hier en daar stroomden al tranen over de wangen, maar niemand kon bevatten hoe ernstig de situatie ervoor lag. Er werd geopperd om uit de ramen te klimmen en zo nodig naar buiten te springen, om aan de vlammen te ontkomen. De hitte begon iedereen nu inmiddels op de zenuwen te werken, iets meer nog dan toen er eerder een oorverdovend alarm was gegaan. Maar toen de ramen niet bleken open te kunnen – dit was iedereen bekend, toch was dit de meeste door de paniek door het hoofd geschoten – leek er geen mogelijkheid tot ontsnappen. Ware helden zaten erbij, die hun eigen leven trachtten te redden door te rennen, zo hard als ze konden, dwars door de vuurzee heen. Wellicht zouden ze het overleven, met onuitwisbare brandwonden, wellicht zouden ze sterven, in hun poging aan het sterven te ontkomen. K. had het niet meer. Hij schreeuwde en schreeuwde, zo hard dat niemand elkaar nog kon verstaan. Ook hij besloot te rennen, maar hij had een ander doel. Hij rende een lokaal in en in zijn volle sprint beukte hij door het raam heen, glas sprong alle kanten op en hij viel naar beneden, gedoemd om al zijn ledematen te breken. Iedereen begreep nu dat er doden gevallen waren en ook zouden vallen. Zij die messen met zich droegen, kwamen in de verleiding die te gebruiken, gewoon om te kijken hoe dat eruit zou zien, zo’n mens van binnen. Het zou niet uitmaken, want niemand leek het te zullen redden. De onsterfelijkheid van dit nieuwe gebouw bleek een illusie, net als de onsterfelijkheid van de jeugd. Iedereen kende nu het gevoel van doodsangst. Niemand wilde meer leren, zelfs de jongen die links voorin zat niet. Iedereen wilde overleven en tegen beter weten in hoopten ze nog. De hoop was er nog. Op dat moment besloot ik het vuur in te duiken. Zekerheid wilde ik hebben. Mocht de val mijn leven niet verwoesten, dan zouden de vlammen het doen. Nu kijk ik hier, van bovenaf naar de wereld en ik weet niet het was dat mij heeft doen sterven. Waren het de vlammen? Was het de val, een gebouw, een leraar, een geluid, een lach? Wat heeft mij vermoord? Was het dat handjevol leerlingen dat de brandweer nog heeft weten te redden? Was het de hoop? Het doet er niet toe, ik heb deze wereld mogen verlaten en daarmee de angst. - Michiel Hagedoorn
LANG
LEVE HET
THORBECKE
Wanneer ik ’s ochtends mijn fiets parkeer krijg ik zoals elke ochtend het idee dat er een groot glazen ruimteschip op de achterkant van de school is geland. Maar helaas, telkens weer blijkt het alleen maar de glazen ruit van de traverse te zijn, geen marsmannetjes, geen star wars technologie en geen opschudding. Ook ben ik elke keer weer blij dat ik geen last heb van hoogtevrees, want ik denk dat het SGA wel eens de meest hoogtevreesonvriendelijke school in Nederland zou kunnen zijn. Terwijl ik zo elegant mogelijk naar mijn kluisje ren – ik kon mijn bed weer eens niet uitkomen – loop ik vol met mijn neus tegen een lantarenpaal aan, en ik krijg meteen een bloedneus. Ik kijk omhoog in de hoop dat dit dan tóch het langverwachte teken van de marsmannetjes is, maar helaas. Om de een of andere reden moet er ook in het donker gefilosofeerd kunnen worden op het filosofenpad. Met een bloedende neus draai ik mijn kluis je open. Gelukkig gaat dat vandaag in één keer goed. Mijn elegante rennen vergetend sprint ik met drie treden tegelijk de traverse op. Ik weet mezelf nog net om de sluitende schuifdeur van het combilokaal te wurmen en ga bebloed, moe en bezweet zitten. Lang leve de nieuwe school. Al snel dwaalt mijn aandacht af van de kruislingse prijselasticiteit die we bij economie behandelen, en ik bedenk me dat er ook best goede kanten aan dit nieuwe gebouw zit20
ten. Zo is het een stuk rustiger in de gangen, zijn er genoeg computers en zijn bovendien al je vrienden bij elkaar in de pauzes. Zo denkend ben ik tegen de tijd dat de eerste pauze begint weer helemaal opgeleefd. Ik was het bloed van mijn gezicht, doe wat verse deo op en ik ben bovendien weer helemaal uitgerust dankzij de eerste twee extreem saaie lessen van de dag. Wat maakt het uit dat er nog wat kleine probleempjes zijn met het nieuwe gebouw? Wie daarop let is een kniesoor. Geen locatiewissels meer, een ruim aanbod in de schoolkantine en een grote schooltuin, wat wil een mens nog meer? Mijn humeur slaat echter weer om op het moment dat ik vol tegen een versgeverfde muur aanloop. Mijn favoriete trui, die blauw met zwart gestreept was, is in een klap grijs. Ik probeer nog wanhopig met wat water en een handdoekje de verf los te krijgen, maar het mag niet baten. Chagrijnig loop ik de traverse op voor mijn les, en zie de docent voor het volgende uur gevaarlijk ver over het hekje van de traverse hangen om iets aan een collega te vragen. Ik weet ineens hoe ik al mijn frustraties moet afreageren. Als de aliens geen opschudding veroorzaken zal ik het zelf maar doen. Glimlachend loop ik naar de betreffende leraar toe en geef een zetje. Een harde gil en een plof later zit ik in het lege lokaal en denk: Lang leve de nieuwe school. - Jeroen Romeijn dingen werden beloofd M OVER NA TE DENKEN waar niks van is gekomen gezegd wordt: jij hebt een stem! Er wordt gesproken over een verbetering maar daar niet naar wordt geluisterd een belofte van verbetering een groter gebouw als ideeën worden vastgelegd dus: verbetering! vervolgens worden genegeerd is dan slechts positie wat telt Maar is het een verbetering
O
als persoonlijkheid verloren gaat wanneer sfeer verdwijnt slechts koeltjes aanwezig is creativiteit niet kan worden getoond slechts in een lokaal waar buiten lessen om geen toegang tot is wat is dan persoonlijkheid Als regels worden gehandhaafd voor velen onbekend “regels” worden verzonnen zonder overleg met hen die zich eraan moeten houden sommigen zich er te goed voor voelen zijn regels dan wel regels als gezegd wordt dat het bestuur goed verloopt dingen worden vastgelegd, maar niet wordt gelet op hetgeen wat écht belangrijk is een lantaarnpaal of een rustige leerplek wie mocht er stemmen
als naar de buitenwereld iets wordt getoond een beeld van hoe wij zijn maar als het meer is hoe het bestuur wil dat wij zijn passen wij dan niet bij de school of ... het moeilijkste blijft altijd wie wil wat dat er dan keuzes worden gemaakt dat is logisch maar is het niet logischer als er eerst wordt gekeken naar ideeën voorkeuren en niet alleen naar Arevo naar de mensen bovenaan maar juist ook naar hen die hiervoor moeten kiezen of naar hen die al hadden gekozen want als zij niets kunnen zeggen gewoon moeten meedoen is het dan ONS SGA? - Dorien Cramer 21
FEEST -
deel 2
Er kwam iets aan het oppervlak. Aan de kant stonden al wat mensen om Jack uit het water te halen. Op dat moment kwam er een gigantisch monster uit het water tevoorschijn. Het zag er uit als een grote bruine blubber, in twee delen verdeeld door een grote bek met vlijmscherpe tanden, waarmee hij Jack bij zijn been vastgreep en naar beneden trok. Het water kleurde langzaam rood. Opeens kwam iedereen weer in beweging en in paniek renden ze als een kip zonder kop rond. Het podium was leeg. Het water begon weer te rimpelen. Er brak weer iets door het wateroppervlak. Alleen was het niet de blubber. Het was een hele groep monsters. Ze liepen rustig uit het water, het huis in. Met hun lange klauwen grepen ze mensen en trokken die uit elkaar. Ze beten mensen doormidden met enorme slagtanden. Ze rukten nog kloppende harten uit mensenlichamen en aten die op. De monsters waren in hun nopjes. Skunk, Freddie en nog twee andere mensen, Jane en nog een ander meisje, renden om de verminkte lijken heen naar de voordeur. De monsters waren te druk bezig om op hen te letten. Toch verscheen er plotseling een monster. Het monster had de bouw van een mens, maar ook gele haren die als een krans om zijn kop groeiden, en doodse ogen. In zijn ietwat verschrompelde hand had hij een wapen dat erg op een injectienaald leek. Het groepje probeerde weg te rennen, maar het wezen stak toe. De punt van de injectienaald zonk in de linkerarm van Jane. Freddie, stoer als ie was, gaf het wezen een stomp tegen de zijkant van z’n hoofd. Het monster viel op de grond. Andere monsters kregen dankzij het lawaai hen nu ook in de gaten. Skunk trok de anderen mee naar de voordeur. Hij rukte aan de deurknop, maar er kwam geen beweging in. De deur zat op slot. Skunk begon er tegenaan te beuken, geholpen door Freddie. De monsters kwamen dichterbij. Skunk keek om. Waar was Jane? Het andere meisje lag op de grond, met een opengereten buik. Jane zal toch niet...Naast het lijk stond een monster, met een slijmerig lichaam en een hondachtige kop, die wel iets weghad van het hoofd van Jane. ‘Freddie! Beuk die deur open!’ schreeuwde Skunk in doodsangst. Monster Jane keek op. Ze ontblootte haar lange tanden en kwam dichterbij. De deur begaf het onder al het geweld en de twee jongens renden naar buiten. Freddie was nooit echt snel geweest, en deze keer liep hij ook een heel eind achter Skunk. De monsters liepen gauw op hem in. Eentje pakte hem vast en streek met een lange klauw over zijn arm. Er welde bloed op uit de diepe snee. Het monster was Jane. Skunk rende terug om zijn vriend te helpen. hij pakte Freddies arm en trok. Jane liet los. Gauw renden Skunk en Freddie verder, maar ze begonnen moe te worden. De monsters haalden hen langzaam maar zeker in. Skunk kon hun adem in zijn nek voelen. Op dat moment verschenen er twee lichten in de duisternis. De monsters hielden halt en keken er gehypnotiseerd naar. Het was een auto. De auto sjeesde voorbij, en de monsters renden erachteraan. De monsters waren dus gefixeerd op beweging. Dat was Skunks laatste gedachte, voordat hij flauwviel van uitputting. ‘Patrick? Patrick, ben je daar?’ Skunk opende zijn ogen. Hij lag in zijn bed. Naast het bed stonden zijn moeder, een grijnzende Freddie en een vreemde man. Skunk ging overeind zitten en keek rond. Geen monsters, hij was echt in zijn kamer. ‘Sjakie wil graag met je praten.’ zei zijn moeder. Ze verliet de kamer, samen met Freddie. De man, Sjakie heette hij blijkbaar, ging op Skunks bed zitten. ‘Was... Was jij de man die in die auto zat?’ Sjakie knikte. ‘Dan heb jij ons gered.’ zei Skunk. Sjakie glimlachte. ‘Ach, dat is mijn taak. Ik ben monsterjager, bestrijder, hoe je het ook wilt noemen. Ik ving de signalen van de monsters op.’ zei hij, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is om een paar tieners van een gruwelijke dood te redden. Sjakie stond op, pakte zijn hoed en zette die op. ‘Ik moet nu gaan, er wachten meer monsters op me. Misschien komen we elkaar nog eens tegen. Ik hoop alleen niet meer op deze manier.’ Sjakie stak zijn hand op, bij wijze van groet. Skunk deed hetzelfde. Toen Sjakie weg was, liet Skunk zich weer op het bed vallen. Voorlopig geen feestjes meer voor hem... - Dubbel-Z, oftewel Lizzy 2b 22
ODE
AAN HET BRANDALARM
“Blijf maar rustig zitten. Er is niets aan de hand.”, beweerde menigeen docent toen het brandalarm van het Thorbecke-gebouw afging. Het alarm ging immers wel vaker af, en meestal wanneer dat gebeurde, was het ofwel een misplaatste 1 april grap, ofwel een deel van een muziekstuk van het schoolorkest. Niemand had echter gedacht dat het dit keer menens zou zijn. De mensen die een tussenuur hadden toen het brandalarm afging, vluchtten naar buiten. Zij zagen namelijk wel de vuurzee, die zich vanuit de traverse in alle richtingen verspreidde. Plotseling meenden een aantal leerlingen in lokaal A2 een oranje gloed te zien. De docent, die hen op dat moment les gaf, verklaarde dat deze gloed veroorzaakt werd door de gele verf in de A-gang. Toen één van de leerlingen geen genoegen nam met dit antwoord en besloot om even op de gang te kijken, zag hij dat het al te laat was. De opening van de Agang, die naar de traverse leidde, stond geheel in brand. De leerling meldde dit nieuws enigszins panisch en het brandalarm loeide nog steeds op de achtergrond. De docent dacht dat er een grapje werd gemaakt en ging dus even zelf op de gang kijken. Hij zag de vlammen, maar geloofde niet dat het echte vlammen waren. Hij ging dus, bij wijze van experiment, erin liggen. De docent verbrandde en wat er van hem overbleef, zag er niet al te fris uit. De leerlingen van lokaal A2 sprintten richting de dubbele deuren, die naar de hoofdingang leidden. De andere dubbele deuren waren inmiddels door de steeds groter wordende vuurzee geblokkeerd. Maar bij de dubbele deuren werden ze tegengehouden door een docente. Ze beweerde dat de kinderen maar om moesten lopen, want deze deuren mochten alleen bij noodgevallen gebruikt worden. En het prachtige nieuwe Thorbecke-gebouw was natuurlijk immuun voor noodgevallen, dus de deuren gingen nooit open. De leerlingen en alles, wat verder nog in de A-gang aanwezig was, verbrandden. De vuurzee verspreidde zich nog altijd en had inmiddels ook de ingangen van de C-, D-, E-, en F-gangen bereikt. De mensen in de B-gang hadden nog geen idee wat er aan de hand was. Een leerling, die net de WC uit liep, zag het vuur en bedacht zich geen moment, zij sprintte zo snel ze kon naar haar kluisje. Niet om haar boeken te pakken, nee, die zaten natuurlijk in haar tas, zoals het boeken betaamt. Ook niet om haar jas te pakken, die lag natuurlijk op de grond. Nee, deze goede leerling sprintte naar haar kluisje om haar persoonlijke brandblusser te pakken! Als meer mensen dit hadden gedaan op deze catastrofale dag, waren er minder verkoolde lijken gevonden in het Stedelijk Gymnasium te Arnhem. De mensen in de combilokalen konden tenminste met een gerust hart ten onder gaan in de vuurzee. Toen zij namelijk zagen, dat hun lokalen eindelijk afgesloten waren door muren van vuur, ervaarden zij toch wel een gevoel van compleetheid - eindelijk een lokaal met vier muren! Dit dachten zij voldaan, voordat ze verkoold werden door de vlammen. Toevallig had een van de dorstige leerlingen in D2 een waterfles bij zich met een inhoud van drie liter - helemaal gevuld met water. Mogelijk had hij nog de deurpost kunnen blussen met dit water, maar helaas was het aan hem niet toegestaan deze fles water uit zijn tas te halen. Het nog altijd luidende brandalarm en het geknisper en geknetter van dingen die aan het verbranden waren, schiep wel een zekere sfeer in het SGA. De vlammen begonnen inmiddels de B-gang te bereiken. Er heerste een stukje onrust in de lucht. Een paar leerlingen stormden de B-gang door, richting de dubbele deuren, waar men alleen in noodgevallen door mag. Echter werden zij voor de dubbele deuren tegengehouden door een bouwvakker. “Halt, koters, ik heb deze deuren hier net geverfd, en de baas zei dat als ik deze klotedingen vandaag niet af kreeg, ik overuren zou moeten maken. Dus jullie komen er niet door!” Paniekerig keken de leerlingen achter zich. Was de uitgang naar de trap in de traverse nog vrij? Nee, helaas. Het was te laat. Ook zij vergingen in de vuurzee. Tijd kent geen grenzen. Brand ook niet. Een stel onderbouwers in de aula had niet door 23
dat ze Fatboys aan het overgooien waren die in de hens stonden. Het zal wel door de oranje kleur zijn gekomen. Overigens hadden ze ook niet door dat de vloer in de fik stond. De leerlingen in lokaal C3 hadden echter niet erg veel last van de vlammen. Aangezien men vergeten was het ene raam, dat wel open kon, open te zetten, was er een behoorlijk gebrek aan zuurstof. Het vuur had wel zijn brandstof gevonden, namelijk alles in het lokaal, maar zonder zuurstof kon er niets in verbranden. Zo stikten de leerlingen vredig, en lokaal C3 bleef behouden, echter wel vol met lijken die blauw zagen. In F1 barstte een felle strijd los. Leerlingen probeerden met allerlei voorwerpen de dichtgekitte ruiten te breken om naar buiten te kunnen. De dildovormige tafels van lokaal F1 werden overigens niet gekozen voor deze taak. Niet omdat ze dildovormig waren, maar omdat ze vast zaten aan de grond. Ook stoelen namen geen deel in de strijd tegen de dichtgekitte ruiten - ze waren er immers niet. Toen de brandweer hoorde dat het Thorbecke-gebouw in brand stond, waren er veel initiële reacties als “Goeie grap.” en “Zelfs God kan dat gebouw niet doen afbranden; het is de Titanic in gebouw-vorm!”. Maar toen er steeds meer meldingen binnenkwamen van een daadwerkelijke brand in het Thorbecke-gebouw, besloten ze er toch maar naartoe te gaan. Naar schatting 63 leerlingen overleefden deze dag. Vrijwel alle overlevenden hadden overigens zelf hun weg naar buiten gebaand, lang voordat de brandweer arriveerde. De gemeente Arnhem zat enorm te balen dat de monumentale vloer in de aula voor de tweede keer verwoest was. Het zou weer vele duizenden Euro’s gaan kosten om die te repareren. Voorheen waren de sproeiers in de aula verantwoordelijk geweest voor de verwoesting van de vloer, maar nu was dat dus de brand, aangezien de sproeiers uit waren gezet. Slechts één ding heeft zijn taak goed gedaan op die dag: het brandalarm. Desalniettemin was het dodental groter dan 750 man. Wat een uitbrander. - Green Astronauts
Wa: Ja, ik weet het, het is vervelend, ik was vroeger ook altijd de kleinste, maar jullie moeten tóch op lengte gaan staan. P: Wa neemt wraak.. Ringzwaaien met meneer Wa: M.: Meneer, zag u mijn halve draai? Wa: Ja, hij zag er niet uit.
J over Wa: Hij kijkt wel errug fanatiek uit z’n ogen, ja. Sr over een foto van A: Is dat je oma?
Ti: Het is vervelend dat je je boek bij je hebt, maar helemaal dat je er door heen praat.
Er valt een windroos op de grond. J (zo droog als maar kan): Kwam dat uit je neus?
M: Ik ga met lipgloss nakijken.
J laat koekjes van P vallen. P: VUILE KOEKJESAANRANDER!!!!!
P en H hebben het over iemand die stoned was, alleen weet H niet wat dat is. Ineens snapt ze het: OOOW. Stoned is versteend!!!
24
Sw: Jullie zijn gouden kinderen. A: Oh, ik dacht dat ik van vlees en bloed was.
Discussie over wat goed is: St: Is het goed om 4 punten van iemands slagroomtaart te eten? T: Uhm... Is ’t light slagroom?
EEN KIJKJE OP HET STEDELIJK GYMNASIUM
en wéér toiletten. Links vinden we weer een gang met lokalen... niet interessant.. we gaan door naar boven. Weer een gang, weer een trap, weer een gang. We rennen drie Het is 6.30 uur. Nog niet gestoord door mentrappen af, beneden vinden we weer een senwezens, ligt de hele Thorbeckestraat nog gang en verder vier rijen kluisjes. Duidelijk in diepe rust. Waar normaal leerlingen zich dat hier veel leerlingen op school zitten. We haasten om op tijd te komen voor het eerste lopen rechtsaf, de grote ‘kas’ binnen.. vóór uur, leraren zich verheugen bij de gedachte ons twee meterslange rijen picknicktafels, weer onvoldoendes uit te kunnen delen en rechts een duidelijk te kleine kantine voor junkies van de overgelegen MTS hun zelfzo’n grote school en links een stuk braakliggekweekte wiet dealen, lijkt nu nog de hele gend terrein dat meer doet denken aan een omgeving verlaten. Alleen de vogeltjes zijn pasgeploegd weiland dan aan een Japanse al op en proberen ijverig een soortgenoot tuin, wat het volgens een bordje zou moeten van het andere geslacht te lokken met hun zijn... prachtige gezang. In een enkele voorraadTerwijl we verderlopen zien we door de overkast scharrelt een muizenfamilie rond, zich gelegen deur al een enkele leerling binnenheerlijk tegoed doend aan al die lekkernijen komen. Het is half acht, we moeten voortdie de mensen daar onbeheerd achterlieten, maken. een hele nacht lang... Laten we, nu het nog Trap op, deur door, rechts weer een lading stil is, eens een kijkje op nummer 17 nemen! kluisjes, we gaan links een gang in. Voor ons een grote ruimte met ronde tafels en wat We openen het hek en glippen het plein op. computers, rechts een lokaal.. tsjonge, de Voor ons zien we een grote school. Het getafels hier zijn minstens één meter hoog, en bouw ziet er een beetje vooroorlogs uit maar dan niet zomaar tafels, nee tafels in de vorm je kunt zien dat er moeite gedaan is dat met van mislukte parabolen en zonder stoelen. verf en kwast weg te werken. Links zien we We schudden verbaasd ons hoofd en gaan een wildernis met daarachter een grote overterug. woekerde asfaltbak die eruit probeert te zien als een vijver, rechts een paar struikjes en Om acht uur begint de eerste les, we besluieen armetierig boompje. ten een kijkje te gaan nemen in een paar Snel rennen we de oprijlaan over, naar de willekeurige lokalen. We beginnen in het voordeur. Binnengekomen zien we rechts, laatst genoemde lokaal. Wat we vinden is achter een glazen deur een hal met veel een zestigjarige biologielerares (overigens deuren. Voor ons drie trappen, één omhoog in de waan dat ze 23 is) die met een permaen twee omlaag. Verder zien we links nog nentmarker op het bord schrijft en het vereen lange gang. We besluiten hier naar binvolgens vreemd vindt dat ze het niet uitgenen te gaan. We openen een deur, links een veegd krijgt.. vreemd.. We gaan snel door toilet, voor ons een deur met een briefje naar het volgende lokaal. ‘geen doorgang’. We voelen aan de deur en deze blijkt toch echt open te kunnen.. het Wat we daar horen bevestigd ons vermoegetuigd niet echt van intelligentie. Maar wat dens. “Pak die feta en die ethanol, doe die we nu zien verbaast ons toch echt nog meer, bij ekkaar in die grote miksj en je krijgt afgezien van het grote bouwsel aan onze die eksjplosjie” We blijven nog even luisrechterhand dat met 300 m2 glas aandoet teren, maar als het verhaal verder alleen als een reuzekas, vinden we links een lokaal over Zeus, en andere Griekse goden blijkt te zonder muur... of wordt hier les gegeven in gaan, lopen we naar een ander lokaal. de gang? We lopen door en vinden vijf lokaWe komen precies op het juiste ogenblik. len mét muur en dan weer een lokaal zonder Een natuurkundelerares staat namelijk muur, wéér een deur met ‘geen doorloop’ 25
precies op het moment een leerling de huid vol te schelden om hem vervolgens het lokaal uit te sturen met een portie strafwerk. Dit alles doet ze met zo’n brede grijns op haar gezicht dat we bijna denken dat dat haar normale gezichtsuitdrukking is.. interessant.. we besluiten deze les iets langer te volgen. We komen tot de ontdekking dat dit een zesde klas is, maar wat voor zesde klas. Vanaf het moment dat we binnenkomen horen we van achter uit de klas constante rochel- en borrelgeluiden komen. Aan de andere kant van het lokaal vinden we een stil werkende leerling. Op een gegeven moment spring hij omhoog, kijkt met een verwilderde blik naar links, naar rechts, en begint vervolgens rondjes om z’n tafel te rennen. Na drie minuten loopt hij naar een medeleerling en begint deze boos aan te staren. Een derde die dat ziet, komt aanlopen, trekt z’n blijste gezicht en zegt: “Hi to you” waarop de andere twee inzetten met een rap-op-kotsgeluiden. Na afloop van de rap loopt een van de rappers naar het bureau van de lerares om verheugd voor haar te gaan staan, z’n handen in de lucht te steken en zijn ver opengesperde mond van links naar rechts en van boven naar onder te bewegen. De lerares slaat dit alles met een grijns gade en begint met het opzetten van een proef. Na het mislukken van de proef vertelt ze hoe de proef wel had gemoeten en op de vraag van een leerling hoe men kan weten dat haar uitleg klopt antwoordt ze: “neem maar van mij aan dat het zo is” We besluiten dat we hier genoeg gezien hebben. De volgende les die we meemaken is een nederlandsles. Eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat we niet zeker weten of de onderwijzer een man of een vrouw is aangezien het zowel vrouwenkleren draagt als een snor. Terwijl deze lera(a)r(es) een uitgebreid betoog houdt over het eten van poep gaat een bel en het tweede uur begint. De klas stroomt leeg en ook wij begeven ons naar een ander lokaal. Ditmaal een geschiedenislokaal. De leraar die voor de klas staat moet, gezien zijn leef26
tijd, haast wel uit het fossiele tijdperk komen. Omdat hij, evenals de vorige leraar, niet anders kan dan praten over zijn obsessies heeft de les niet meer te bieden dan een verhaal over een zekere Tandynastie. Verder kreunt de fossiel constant dat hij een historische sensatie beleefd. We gaan weer verder en stoppen bij een lokaal-zonder-muren. Voor de klas een kale man die, met een lapje voor z’n oog, niet zou hebben misstaan op een piratenschip. Hoewel hij niet veel meer woorden preveld dan ‘sommetjes maken’, ‘bewijssss’ en ‘metropool’ blijkt hij toch soort van lessen te kunnen geven. Op een goed antwoord reageert hij door trots voor zich uit te kijken. Echter, als op een ander ogenblik een fout antwoord wordt gegeven, staat hij op, steekt twee vingers – in de vorm van een dubbelloops shotgun – in z’n mond en begint te krijsen “DENK AAN MIJN GEMIDDELDE!!! DENK AAN MIJN GEMIDDELDE!!!” Snel vluchten we weg, een volgend lokaal binnen. Weer een kale. Maar nu één die een hele redevoering houdt. Duidelijk een Filosofieleraar.. “Ik mag nu niet toegeven aan mijn driften om Peters hoofd te gaan restylen.. Ook mag ik nu niet Robert bespringen.. of Geert-Jan*” Terwijl we deze les met grote aandacht volgen begint een leerling te gapen. De leraar barst los: “DWAAS, UW MOND STAAT OPEN EN ER ZIT GEEN HAND VOOR.. DIT IS LOMP EN ONBESCHOFT” Het volgende moment gaat de bel. Het is pauze. Terwijl we zo snel mogelijk proberen deze school te verlaten zien we nog net hoe een groep jongens een lading gemarineerde haringen over hun slachtoffer uitstort. Het volgende moment staan we buiten de school en halen opgelucht adem. Over de labiliteit van deze school gesproken.. *Om privacyredenen worden de echte namen van deze personen niet genoemd. - The Penguin
Men uit zich daar Op de muur als schandpilaar Over voors En over tegens Van de nieuw glimmende school
Inmiddels zijn de fatboys Gekomen Gezien En overwonnen
Maagdelijke picknicktafels Zijn alweer besmeurd Zelfs het pasgeopende stiltelokaal Zal nooit echte stilte kennen
Het evenwicht is weder neergedaald De autoritaire krampen, kregen een Pasquinische massage. Ter genezing van de disbalans Ter neutralisering van de pasgewassen geur
Die paskwillen waren de taak die mij nog restte Nu kan ik gaan Een groet, van iemand uit de zesde.
27
Help Annie uit de brand!! oproep
Verleidelijk hè, al dat lekkere snoep en die heerlijke broodjes bij Annie? Elke pauze is het weer zover: opdringerige, ongeduldige kinderen die allemaal een broodje kaas of een kopje soep willen! Liefst zo snel mogelijk! Maar... je zult misschien begrijpen dat Annie dat niet helemaal alleen aankan! Gelukkig helpt Piet haar wel eens, maar Annie komt nog zeker hulp te kort! Dus bij deze; vind jij het leuk om Annie te helpen in de pauze? Het hoeft maar 1x in de week te zijn, dat scheelt al een heleboel! Je zou Annie er erg blij mee maken!
Meld je dus zo snel mogelijk bij Annie om te helpen! (want als Annie overspannen raakt, wat moeten we dan?!) Kl: Als ik zeg dat het zo is, dan is het niet zo! Onbekend: “We moeten één uur KCV per week hebben hoor, dat staat in de grondwet!” I: Jij hebt het IQ van een baksteen! E: Huh? Bakstenen hebben toch helemaal geen IQ?
28
Al: Weet iemand wat een maansverduistering is? K: Dat is toch als de zon voor de maan gaat? Ko: Dan heb je ook een vinger in de pap te brokkelen. E kijkt naar buiten en vraagt: Oooh, wat is dat kleine snelle ding daar? M: Een trein.
HET
VERHAAL VAN DE RUPS EN DE WORM
-
deel 4
Terwijl Pim de Zwart en Ronnie de Rups door het bos liepen, zoekend naar Remco de Pik en Ikben “Begrafenisondernemer” de Sjaak, vertelde Pim een interessant verhaal over zijn relatie met een mede-columnist. “Wij hebben al 230 jaar een bijzonder roerige relatie. Het begon allemaal in Transsylvanië, toen ik zijn overgrootvader verwekte bij een directe afgezant van Maria Magdalena bovenop de heilige graal. Toen kwam Dan Brown er aan, zag mij aan voor Jezus en besloot er zijn levenswerk van te maken om een boek te schrijven.” “Fascinerend.” zei Ronnie terwijl zijn ogen bijna uit zijn kop vielen van verveling. Nog voordat Pim zijn verhaal kon afmaken, stond er opeens een pissebed de weg te blokkeren. Bovendien was die pissebed gewapend met een naald van een naaldenboom. Mogelijk had dit insect bedoelingen, waarmee anderen niet content zouden worden. De pissebed stelde zich voor als Sjaak de Vlinder en maakte meteen duidelijk dat hij Pim om zeep wilde helpen. “Mij om zeep helpen? Waarom? Ik ben een onschuldige columnist!” protesteerde Pim. “Jij bent de vlegel, die mij in één van jouw columns heeft beledigd! En dus moet je dood! Ik tel tot zeven, en dan rag ik je nieren eruit!” schreeuwde Sjaak de Vlinder (geen vlinder dus, maar een pissebed, snapt u wel). “Wacht even, kunnen we het er niet even over hebben? Er is maar één Pim de Zwart, en ik ben ze allebei! Je kunt mij toch niet vermoorden?” probeerde Pim. “Eén... twee... drie...” ging Sjaak onvermoeid door. “Oke, oke, ik was tien minuten verveeld, en dan ben ik link... dan schrijf ik dat soort verhalen... ik bied hierbij mijn excuses aan, want ik weet dat ik te ver ben gegaan.” zei Pim. “Vier... vijf... zes...” ging Sjaak nog steeds door. “Overigens zou ik het zo weer doen! HAHAHA!” “Wortel negenenveertig!” riep Sjaak uit en haalde uit naar Pim. “Nou, dat is lekker kut da...” maar nog voordat Pim zijn zin kon afmaken, lagen zijn nieren naast zijn romp. Ronnie bedankte de heer De Vlinder voor deze dienst – Ronnie had immers genoeg van het gezanik – en liep verder. Nog geen vijf minuten later zag hij Remco ergens in het bos staan. Remco scheen een grasveld te bewonderen. “Remco, jij komt met mij mee naar het ziekenhuis.” beval Ronnie. “Helemaal niet, ik ben m’n nieuwe huis aan het bewonderen.” sprak Remco tegen. “Huis? Welk huis? Ik zie alleen maar een grasveld.” reageerde Ronnie enigszins vragend. “Huizen met muren, dat is zó 2006, we leven nu in een nieuw tijdperk. Huizen zonder muren! Dit is mijn huis, het staat in het midden van dit grasveld. Mooi he?” Ronnie reageerde niet, en dus ging Remco maar weer onzin verkondigen. “Kijk, mijn vorige huis was ondergelopen, dus...” “Ondergelopen? Zijn er mensen die eroverheen hebben gelopen?” Ditmaal reageerde Remco niet. Hij was blijkbaar niet echt geamuseerd door deze opmerking. Ronnie de Rups had geen zin meer om tijd te verspillen en dus ging hij door met vragen of Remco met hem mee wilde gaan naar het ziekenhuis. Remco had er nog steeds geen zin in. “Nee, nogmaals nee, ben je godverdomme doof? Nee, gaylord. Nu ik het toch over gaylords heb, waar zijn de andere gaylords dan? Zeker bang voor hun kleine pikkies.” “Willibrord is samen met Poseidon-Klaas, Hades-Peter en Gijsrochel naar het ziekenhuis toe. Pim is echter net om zeep geholpen door een pissebed onder de naam Sjaak de Vlinder.” reageerde Ronnie. “Wat!? Om zeep geholpen? Waarom?” exclameerde Remco. “Pim had die Sjaak-gozer beledigd in een column. Wie kaatst, kan de bal verwachten.” “Niet te geloven dat hij om zeep is geholpen wegens het uiten van zijn mening! Dit kan 29
zo niet langer! Ik ga wel naar dat stomme ziekenhuis, maar alleen om Poseidon-Klaas te zoeken. Ik ga samen met hem een politieke partij oprichten, die opkomt voor de vrijheid van meningsuiting! Wij zullen deze Sjaak de Vlinder eens een poepje laten ruiken!” Nadat Remco zijn toespraak had beeïndigd, stormde hij weg richting het ziekenhuis. Ronnie vervolgde zijn zoektocht naar Ikben. “HHHHRRRRRLLLLGGGRRRMMMMHHHMMMHHHHGGGGHHH!!!” galmde het nog even door de tunnels van het ondergrondse ziekenhuis, voordat Gijsrochel in de afdeling radiologie verdween. “Ik ben benieuwd of bestraling de beste man goed zal doen.” zei Willibrord de Worm tegen Poseidon-Klaas en Hades-Peter. Hades-Peter hoorde dit echter niet helemaal, want halverwege deze zin barstte hij los in een dance-aanval. “Maar Willibrord, werkt plastische chirurgie echt? Of word ik nu door jou in het ootje genomen?” vroeg Poseidon-Klaas. Al dancend voegde Hades-Peter daaraan toe: “Probeer je mijn vriend voor het lapje te houden?” “Nee, ik probeer je niet in de maling te nemen.” reageerde Willibrord. “Probeer je mij iets op de mouw te spelden?” vroeg Poseidon-Klaas weer. Nog steeds dancend voegde Hades-Peter hieraan toe: “Probeer je mijn vriend om te tuin te leiden?” “Nee, ik probeer je niet een broodje aap te verkopen.” reageerde Willibrord. Poseidon-Klaas was nu wel overtuigd en liep richting de operatiekamer. Opeens kwam Remco aanstormen en vertelde aan Willibrord, Poseidon-Klaas en Hades-Peter wat hij van Ronnie had gehoord. “Een politieke partij oprichten lijkt mij een uitstekend idee! We noemen de partij MONSTER omdat mijn hoofd zo monsterlijk lelijk is. Remco, ik verzin wel wat manieren om stemmen te krijgen.” zei Poseidon-Klaas. Hades-Peter was eindelijk gestopt met zijn dance-aanval en begon nu een appel te eten. “Als jij voor stemmen zorgt, dan zorg ik voor een zakenreis naar Rome!” riep Remco uit. “Is goed. Ik ga nu m’n tetraëder-vormige hoofd chirurgisch laten bijstellen, en de dagen daarna moet ik in m’n ziekenhuisbed blijven liggen. Ik zal dan wel over het één en ander nadenken.” reageerde Poseidon-Klaas. Zo gezegd, zo gedaan. Hades-Peter werd naar een psychiater gestuurd en Gijsrochel werd dag in dag uit bestraald met gammastraling. Remco regelde de zakenreis naar Rome en Willibrord liep door het ziekenhuis rond. Na een paar dagen lagen zowel Hades-Peter als Gijsrochel in coma. Hades-Peter had nu in plaats van vreet-aanvallen en dance-aanvallen alleen nog maar coma-aanvallen. Dat hadden de dokters geconcludeerd uit het feit dat hij nu, zomaar, in coma lag. Gijsrochel lag in coma omdat hij aan veel straling had blootgestaan. De artsen wisten niet zeker of zijn behandeling was gelukt. Een dag later stapte Poseidon-Klaas zijn ziekenhuiskamer uit. Willibrord en Remco stonden hem buiten op te wachten en zagen meteen dat hij nu niet meer een tetraëder-vormig hoofd had, maar een parallellopipidum-vormig hoofd. Remco zei: “Ik heb de zakenreis geregeld naar Rome, heb jij enig idee hoe we kiezers gaan krijgen?” “Ik heb het vetste idee ooit bedacht: als iemand niet op ons stemt, pissen we tegen zijn huis aan!” Poseidon-Klaas z’n parallellopipidum-vormige hoofd glunderde bij deze uitspraak. Willibrord schoot in de lach. “Dat is zonder twijfel het domste idee dat ik ooit heb gehoord. Poseidon-Klaas, je bent een mislukkeling. Me dunkt dat zelfs WC’s betere ideëen kunnen verzinnen. Flikker jij maar mooi op, met je parallellopipidum-vormige hoofd. Je gaat niet mee met mij op zakenreis naar Rome. Dat klopt, hierbij is jou de toegang tot Rome geweigerd! Stik erin, en ga maar huilie met je muilie!” Volgende Iris gaat het verhaal weer door. Kijk voor alle eerder verschenen delen op http:// www.freewebs.com/rupsenworm/, speciaal voor mijn grootste fans opgericht! - HD
30
GEBROKEN
GLAS
Glanzend. Steeds dichterbij. Wat er gebeuren gaat, zie ik aankomen. Steeds dichterbij, komt mijn eigen gezicht. Steeds beter, zie ik mijn eigen angst, in de spiegeling. Even, lijk ik zo vrij. Mijn armen wijd uitgespreid. De blauwe lucht achter me. Even, vlieg ik door de oneindigheid. Even vang ik er een glimp van op. Ruw word ik teruggerukt. Water dat zich als duizenden splinters in mijn gezicht dringt. Doorboord ben ik. Splinters van de waterspiegeling. Splinters van de spiegeling van mijn eigen angst. De muren van mijn gedachten zijn als de muren van mijn cel. Gesloten voor een buitenstaander. En als je er inzit, onmogelijk om uit te ontsnappen. Beide geven ze een beeld van een andere realiteit. De cel is mijn spiegel. De lucht lijkt om mijzelf. Onheilspellend. Soms zonnig, soms verwoestend. De lucht is mijn spiegel. Spiegels kun je breken. Deze cel zal breken. Deze cel van angst. Zoals ik het water brak. Mijn angst zal ik breken. Ik wil opnieuw die vrijheid. Ik wil een blik. Geen glimp. Ik wrik, ik duw, ik trek aan de splinters. Steeds zijn ze bij me. Ik wil ze niet meer. Ik verzet me er tegen. Haal diep adem en schreeuw. Schreeuw tegen de stilte. Schreeuw tegen mijn angst. Ik spring op. Gil uit volle borst, naar de muren van mijn angst. Smijt het raam open en brul. Door de enige opening in mijn cel. Brul naar de lucht. Dat die donkere wolken maar gewoon wolken mogen zijn. Niet een spiegeling van hoe ik me voel. Een onweer barst los. Ik bliksem mee. Staar w贸edend naar de wolken. Roep dat ze het h贸uden mogen. Ze zien het toch, die bliksem maak ik zelf wel. Beide rommelen we na. Iets in me verandert. Anders voel ik me. Niet meer een wolk. Ik voel me mij. De wolken maken plaats. Vormen eerbiedig een haag. Het licht krijgt de kans. Eindelijk. Er valt licht in mijn cel, mijn gevangenis, mijn cocon van angst. Mijn spiegel weerspiegelt voor het eerst sinds tijden licht. Achteruit loop ik een enorme ruimte in. De beklemmende muren zijn weg. Gebroken. Gekraak hoor ik. Het geluid van gebroken glas. Onder mijn schoenen. Ik kijk in mijn spiegel. Opgepoetst, zonder splinters. Geen blik. De realiteit. Vrijheid. - Marlies 2f
31
R: Ja. Door niet te eten komt er toch alleen maar meer honger in de wereld!? S: Ik ben snel. (J tegen Annie) J: Mag ik een broodje koffie? (Tijdens wiskunde, snapt M iets niet, en vraagt om uitleg aan Kb) M: Meneer, wat zijn bena-delen? (M tegen D) M: Hé D, zeg ‘ns iets in het Jiddisch. G: CAPICE!!!! St: P, zit niet aan die jongens te fruniken. S komt te laat. S: Ja sorry meneer, maar ik had gym. St: Ja, so what.. K: Het brandalarm ging af en we vroegen ons af wat voor alarm het was... Al: Je hebt een leuk gesprek gehad met een jongen of meisje, of met een leuke leraar mag ook... Op de fiets: F: Ik stap graag af om het asfalt te bestuderen St: Ik hoop dat je in Rome niet net zo verdwaalt als hier. R: Of juist wel. St: K, is het hier vrouwelijk of onzijdig? K: Uuuh, mannelijk?
32
VACATURES Vanaf nu Quaestor (penningmeester): ben je goed in economie en vind je het regelen van de financien van de schoolkrant wel iets voor jou? Vind je het ook leuk om af en toe stukjes te schrijven? Zit je in klas 3, 4 of 5? Stuur een mail naar onderstaand adres en je krijgt zo spoedig mogelijk een reactie! Assessors (in het geval van de Iris: enthousiaste schrijvers): trekt dat journalistieke beroep jou wel? Vind je het gaaf om mensen te interviewen, bijeenkomsten te bezoeken en verslag uit te brengen van allerlei gebeurtenissen? Ben je gemotiveerd en wil je iets voor de hele school te betekenen? Ook hier geldt: stuur een mail naar het adres onderaan en we reageren snel! Bovendien hebben we er meerdere nodig, dus aarzel niet en geef je op! Voor leerlingen uit alle klassen! Voor volgend schooljaar Abactis: lijkt het je leuk om de Iris meer onder de aandacht te brengen door zo nu en dan eens klassen binnen te stormen (en hiermee docenten “uit hun ritme” te brengen, ofwel: te ergeren)? Gaat het schrijven van zakelijke brieven je goed af? Vind je de Iris eigenlijk een rommeltje en houd je van het uitvoeren van allerlei praktische zaken (op alle fronten) waardoor de Iris eindelijk weer gestructureerd wordt? Stuur vóór de zomervakantie een mail naar onderstaand adres en misschien ben jij wel onze nieuwe abactis voor volgend jaar! Leerlingen uit klas 3 of 4 hebben de voorkeur.
mail naar: iris.tacheia@gmail.com COLOFON PRAESES NATHAN TAX 5C ABACTIS SJOERD BOBBINK 6A ASSESSOR TESS KLIFMAN 5A HANS CRONAU 5C MARLIES SMEENGE 2F SCULPTOR RENÉ FOKKEMA 5B ERELID JUDITH KATZ 6B
De redactie van de Iris Tacheia behoudt zich het recht voor: ...ervoor om welke reden dan ook te kiezen ingezonden stukken niet te plaatsen. ...lay-out van ingezonden stukken aan te passen, tenzij ons door de auteur expliciet en in detail anders verzocht wordt. ...namen in Irisjes te censureren i.v.m. de privacy van vermeldde personen, m.u.v. docenten (tenzij er volgens de redactie genoeg aanleiding toe is ook de namen van docenten te censureren). ...(naar inzicht van redactieleden) betrouwbare derden te raadplegen over plaatsingsgeschiktheid van bepaalde stukken. Bovendien gelden de volgende uitspraken: De Praeses is te allen tijde aansprakelijk en eindverantwoordelijk voor de inhoud van de Iris waarin hij/zij als Praeses vermeld staat, tenzij met voldoende overtuigend bewijs kan worden aangetoond dat er van deze aansprakelijkheid en eindverantwoordelijkheid geen sprake kan zijn geweest. Door de gehele redactie wordt er zo zorgvuldig mogelijk om gegaan met vertrouwelijke danwel gevoelige informatie, die verwerkt is in zowel ingezonden als redactionele stukken en met name betrekking heeft op auteur, naam van auteur, genoemde (of geïmpliceerde verwijzingen naar) personen, personages in verhalen, eigennamen, pseudoniemen of anderszins. Wanneer men redactie- danwel bestuurslid van de Iris Tacheia (zie colofon) is of wordt, dan gaat men vanaf deze Iris akkoord met alle bovenstaande punten.
33