4 minute read
Omgaan met botpijn
Omgaan met zenuwpijn
Zenuwpijn kan optreden als symptoom van multipel myeloom en kan ook een bijwerking zijn van sommige behandelingen. Zenuwpijn wordt ook perifere neuropathie genoemd.
De symptomen van zenuwpijn zijn onder andere tintelingen, gevoeligheid, branderigheid, gevoelloosheid of zwakte in uw handen en voeten. Houd uw handen en voeten warm.
Gebruik lichte dekens op uw bed. Zo komt er minder druk op uw benen te liggen en kunt u makkelijker bewegen in bed.
Wees voorzichtig wanneer u scherpe voorwerpen gebruikt zoals messen of scharen. De gevoelloosheid kan immers uw greep aantasten.
Draag goed passende schoenen zodat u geen pijnlijke plekken krijgt en controleer uw voeten dagelijks op roodheid of blaren.
Controleer de temperatuur van bad- en douchewater vooraf, zodat u zich niet verbrandt. Gebruik een badthermometer of vraag iemand om de temperatuur voor u te controleren.
Doe aan lichte lichaamsbeweging, zoals wandelen, om uw bloedsomloop te verbeteren.
Stop met roken.
Overweeg het gebruik van mobiliteitshulpmiddelen om u te helpen bij dagelijkse taken, zoals een wandelstok of een rollator.
Omgaan met vermoeidheid
Vermoeidheid is een veelvoorkomend symptoom van multipel myeloom en kan een bijwerking zijn van sommige behandelingen. Extreme vermoeidheid kan ook het gevolg zijn van een te laag aantal rode bloedcellen in uw lichaam, wat kan leiden tot bloedarmoede.
Vermoeidheid kan zich onder andere uiten als een allesoverheersende moeheid of uitputting, kortademigheid, slecht geheugen, neerslachtigheid, u niet kunnen concentreren of niet kunnen slapen. Ondervindt u symptomen van vermoeidheid? Meld dit dan zeker aan uw arts.
Slaap genoeg en leer uzelf een routine aan door elke dag op hetzelfde tijdstip te gaan slapen en op te staan.
Doe elke dag aan lichte lichaamsbeweging – dit kan echt helpen om uw energieniveau op te krikken.
Plan uw dagelijkse activiteiten en gun uzelf ook overdag rustperiodes.
Wat kunt u doen om met vermoeidheid om te gaan?
Eet evenwichtig en kies vooral voor voeding met veel ijzer. Drink voldoende. Vindt u eten moeilijk? Vraag uw arts dan om u door te verwijzen naar een diëtist.
Het risico op een infectie verkleinen
Multipel myeloom verstoort het immuunsysteem (de natuurlijke verdediging van ons lichaam tegen infecties en ziekten). Sommige geneesmiddelen die worden gebruikt om multipel myeloom te behandelen, kunnen ook het immuunsysteem verzwakken. Het is mogelijk dat u dan vatbaarder wordt voor infecties.
Symptomen die op een infectie kunnen wijzen, zijn bijvoorbeeld een verhoogde lichaamstemperatuur (meer dan 38°C), een koortsig en onwel gevoel, beven, uitslag, hoesten, keelpijn, diarree, roodheid of zwelling rond een wond.
Vertoont u symptomen van een infectie? Neem dan meteen contact op met uw verpleegkundige of arts.
Wat kunt u doen om het risico op infectie te verkleinen?
Was uw handen regelmatig en probeer uw mond, neus en ogen niet aan te raken. Zorg dat u altijd een handgel op alcoholbasis bij u heeft om uw handen schoon te houden wanneer u op stap bent.
Probeer uit de buurt te blijven van mensen die pas een besmettelijke ziekte hebben gehad (of nog hebben), zoals waterpokken of griep.
Omgaan met nierproblemen
Nierschade kan ontstaan als gevolg van de ziekte multipel myeloom. Sommige geneesmiddelen kunnen ook de nieren aantasten. Mogelijk ervaart u symptomen die in verband worden gebracht met nierproblemen, waaronder een voortdurend gevoel van dorst, een ziek gevoel en vaak moeten plassen.
Wat kunt u doen om uw nieren te beschermen?
Zorg ervoor dat u goed gehydrateerd blijft en probeer twee tot drie liter water per dag te drinken. Bent u een dialysepatiënt? Meld dit dan aan uw verpleegkundige of arts.
Omgaan met nieuwe emoties
Uw aandoening brengt onzekerheid met zich mee en dat kan leiden tot negatieve emoties. Misschien gaat u zich verward, angstig, neerslachtig of zelfs boos voelen en krijgt u de neiging om uzelf terug te trekken.
Dat hoeft niet noodzakelijk zo te zijn, maar het is niet meer dan menselijk. Er komt immers heel wat op u af, en iedereen reageert daar op zijn of haar manier op.
Maakt u zich zorgen over uw ziekte en uw behandeling? Praat er dan zeker over met uw zorgverleners. Als u goed wordt geïnformeerd, heeft u ook het gevoel meer controle te hebben. U bent dan beter in staat om weloverwogen beslissingen te nemen en u kunt beter omgaan met wat er allemaal met u gebeurt.
Het kan helpen om even na te denken over wat uw prioriteiten zijn en u daarop te concentreren. Een paar voorbeelden:
Wat is écht belangrijk voor mij?
Hoe zou ik vandaag heel concreet mijn levenskwaliteit kunnen verbeteren?
Hoe kan ik meer tijd doorbrengen met fijne mensen?
Kan ik meer tijd besteden aan mijn hobby’s en interesses?
Wat kan ik plannen om naar uit te kijken?
Wat kan mij helpen om te ontspannen?
Hoe kan ik meer lichaamsbeweging inbouwen?
U bepaalt uw tempo en uw doelstellingen
Probeer niet te veel vooruit te denken: neem gewoon elke dag zoals hij komt. Concentreer u op de dingen waarover u hier en nu controle heeft en op de huidige kwaliteit van leven in plaats van op het onbekende.
Op goede dagen kunt u voor uzelf kleine, haalbare doelstellingen of taken vastleggen: een wandeling maken, een vriend(in) bellen om wat bij te praten. Maak voor uzelf een lijstje van eenvoudige taken om uw dagen zinvol in te vullen. Elke dag kunt u dan dat wat gelukt is op uw lijst afvinken. En wat niet gelukt is, is misschien voor morgen. Probeer vooral niet te veel in één keer aan uw leven te veranderen.