DG 01-02-08 katern 1 pagina 08
Pillenreclame of pe rsprijs? PERSPRIJS Farmaceut Pfizer stelt persprijs in Twee kandidaten weigeren bij voorbaat vanwege geloofwaardigheid Jury is onafhank elijk, zegt Pfizer DOOR IVO VAN WOERDEN AMSTERDAM
De Pfizer Persprijs, een prijs voor journalisten die over ziekte en gezondheid schrijven, is nog maar net door de gelijknamige geneesmiddelenfabrikant ingesteld, en nu al zijn er twee journalisten die hun nominatie weigeren. De prijs is door Pfizer ingesteld omdat het bedrijf ‘goede journalistieke berichtgeving over ziektebeelden’ wil stimuleren. Wim Köhler (NRC Handelsblad) en Sander Becker (Trouw) voelen zich echter aangetast in hun onafhankelijkheid. Pfizer betaalt iedere genomineerde duizend euro voor hun verhalen over hart- en vaatziekten – het thema van dit jaar – en de winnaar, die 14 februari bekend wordt gemaakt, krijgt vijfduizend euro. Een jury onder leiding van Ben Crul, hoofdredacteur van artsentijdschrift Medisch Contact wijst de winnaar aan. Sander Becker zei gisteren in Trouw dat hij voor zijn nominatie heeft bedankt omdat hij niet wil dat het beeld ontstaat dat hij zich zou laten belonen als hij toevallig een artikel mocht schrijven dat positief uitvalt voor de farmaceutische industrie. Een heikel punt voor de geneesmiddelenindustrie, omdat die de laatste jaren aan steeds strengere eisen moet
voldoen als het gaat om reclame. De fabrikanten mogen volgens de Code Geneesmiddelenreclame niet zomaar het grote publiek wijzen op hun medicijnen. De arts is namelijk degene die beslist welk merk pillen zijn patiënt gaat gebruiken. Daarom richtte de farmaceutische industrie zich voorheen op het paaien van de arts met cadeaus, congressen in verre oorden en geldelijke bijdragen voor onderzoek. Nu daar steeds striktere eisen voor gelden zijn de excessen aan het wegvallen. Een subtieler reclamemiddel als een journalistieke prijs is dan een goede optie; een nieuw trucje om het grote publiek te bereiken. ‘Het is een vreemde markt’, zegt Trouw-medewerker Joop Bouma die in het boek Slikken onderzoek deed naar hoe ‘ziek’ de farmaceutische industrie is in het besteden van een paar honderd miljoen aan de promotie van hun geneesmiddelen. Bouma kent verschillende trucjes van de industrie. ‘Een bekende methode is het weggeven van medicijnen aan ziekenhuizen’, zegt Bouma. ‘Patiënten krijgen die pillen, want ze zijn lekker goedkoop. Als die patiënt ontslagen wordt en de medicijnen moet blijven slikken, zal een huisarts die blijven voorschrijven. Dan gaan de genees-
Reclametrucs
Geneesmiddelen Farmaceutischebedrijven zijn gebonden aan strenge reclameregels (FOTO WFA) middelenfabrikanten eraan verdienen, want een huisarts kiest niet zomaar voor een ander merk pil.’ De persprijs zou dus zomaar weer een nieuw trucje kunnen zijn. De bedrijfsnaam verbinden aan een journalistieke prijs kan positief bijdragen aan de beeldvorming over dat bedrijf. Joop Bouma: ‘Het is niet voor niets dat Pfizer zich zo in de picture speelt. Er zit een reclame-element aan.’
Pfizer ziet dat niet zo. Woordvoerder Jan Willem de Heer: ‘De bedoeling is goede journalistiek te stimuleren. Wij hebben verder niets met de bepaling van nominaties en de winnaar te maken. Dat doet een onafhankelijke jury.’ Een journalist die kritisch schrijft over Pfizer zou de prijs dus ook kunnen krijgen? De Heer: ‘Dat zou kunnen.’
De geneesmiddelenindustrie moet aan strenge eisen voldoen als het gaat om reclame maken. Reisjes naar congressen mogen volgens de Stichting Code Geneesmiddelenreclame maximaal 500 euro kosten, inclusief toegang, verblijf en vlucht. Cadeau’s mogen niet meer dan 50 euro waard zijn en moeten ‘aan de praktijk zijn gerelateerd’. Hoewelde industrie zich steeds meer aan de reclameregels lijktte houden, wil dat niet zeggen dat er niets meer gebeurt. Daniëlvan Grootheest is psychiater in opleiding. ‘Op een congres liggen nog wel eens cadeautjes en dan hoor je: ‘Wat is leuk voor mijnkinderen?’ Alsje iets meeneemt, laat je je adres achter waardoor je thuis reclame krijgttoegestuurd. Ik doe daar niet aan mee. Ik vind dat je een keuze moet maken voor een geneesmiddel op wetenschappelijke gronden en niet op wie het grootste marketingbudget heeft. Aan de andere kant moet je wel beseffen dat je hoe dan ook wordt be ïnvloe d.’