${NAME:0:2} ${NAME:2:2}-${NAME
Bezorgdheid over groeiend aantal zelfmoorden in Europese landen Het aantal zelfmoorden onder Europeanen groeit. De Raad van Europa is bezorgd en maant lidstaten tot meer preventie . Door Ivo van Woerden Amsterdam De Raad van Europa spreekt in een rapport zijn bezorgdheid uit over het groeiende aantal zelfmoorden en zelfmoordpogingen onder Europese jongeren. De suïcide stijgt het hardst in Rusland, Hongarije en Slovenië. De Raad heeft een resolutie aangenomen waarin hij lidstaten oproept actie te ondernemen en zich meer in te spannen om zelfmoorden te voorkomen. ‘In Oost-Europa is de eerste zelfmoordpoging vaak al een geslaagde, mede doordat de gezondheidszorg er minder goed is dan in het Westen’, zegt Ad Kerkhof, hoogleraar klinische psychologie en suïcidepreventie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
‘Aan de andere kant kun je stellen dat West-Europese jongeren weten dat ze hulp krijgen na een zelfmoordpoging en dat ze daarom eerder de stap durven te zetten.’ Volgens Kerkhof vormen jonge meisjes de grootste risicogroep. ‘Het gaat vaak om laagopgeleide dames met weinig toekomstperspectief. Vaak is er mishandeling of armoede in het spel.’ Niet dat het aantal pogingen daalt als de economie groeit. ‘Daar profiteren mensen aan de rand van de samenleving meestal maar weinig van. Ze kunnen dan niet meekomen’, zegt de hoogleraar. In Nederland ligt het aantal zelfmoorden al jaren rond de 1.500 per jaar. Een op de vijf zelfmoordenaars is jonger dan 30. ‘Wel zien we een toename van het aantal meisjes dat zichzelf verminkt door zich bijvoorbeeld te snijden’, vertelt Kerkhof. ‘Jongens beschadigen zichzelf overigens ook, maar op een andere manier: door heel veel alcohol te drinken.’
Kerkhof vindt dat er een belangrijk verschil is tussen een zelfmoordpoging en zelfmoord. ‘Een poging is een roep om aandacht. Vroeger vielen jongeren flauw om aandacht te trekken. Nu is het hysterischer geworden en kun je zelfverminking ook een beetje zien als iets hips.’ Volgens Kerkhof moet er een duidelijk actieplan komen. In 2007 stelde het Trimbos-instituut een beleidsplan op voor het ministerie van Volksgezondheid. ‘Wij hebben onder andere gevraagd om een landelijke aanpak van het probleem’, zegt woordvoerder Marjan Heuving. Minister Klink laat via zijn woordvoerder weten dat hij wil dat er snel naar wordt gekeken, voor de zomer nog. Kerkhof beziet die belofte met argusogen: ‘Eigenlijk zijn ze al te laat. De vorige keer dat we een plan indienden duurde het drie jaar voordat we antwoord kregen en dat luidde: We doen helemaal niets.’