6 minute read
De paddentrek
Zoals ieder jaar kijken we (onderwaterfotografen, biologen, natuurvrienden, …) reikhalzend uit naar de paddentrek, een verschijnsel dat zich elk jaar voordoet. De dieren komen bijna gelijktijdig uit hun winterslaap en trekken massaal naar de nabijgelegen plas of sloot om hun eieren af te zetten en te bevruchten.
Van zodra de nachten in het voorjaar rond de 8°C schommelen trekken de padden naar hun waterplas om te paren.
Advertisement
De bekendste onder deze soort van amfibieën is de gewone pad (Bufo bufo). Door het grote verspreidingsgebied van dit dier is er veel variatie in kleur en tekening bij de gewone pad. De kleur is bruin tot roodachtig of grijs. Sommige exemplaren zijn donkerder en neigen naar zwart, andere kunnen een meer gele kleur hebben. De meeste exemplaren zijn uniform gekleurd. Soms komen streperige vlekpatronen voor die bruin, rood of zwart of lichter tot wit kunnen zijn. Er zijn in totaal vier ondersoorten die allemaal een iets ander verspreidingsgebied, een afwijkende kleur en soms ook een tekening hebben. Een voorbeeld is Bufo bufo spinosus uit Zuid-Europa, die een meer roodachtige kleur heeft. Tussen de verschillende ondersoorten vindt ook hybridisatie plaats. Deze mengvormen zijn moeilijk van de ondersoorten te onderscheiden.
De kleur van de buik van de gewone pad is wit tot grijs of lichtbruin en heeft vaak een donkere marmertekening. De structuur van de huid is zeer ruw en droog. In de paartijd wordt de huid gladder. Het lichaam is volledig bedekt met wratachtige structuren, dit zijn de slijmklieren. Deze 'wratten' zijn vooral op de flanken erg talrijk, maar die op de rug zijn het grootst en dus het best te zien. Bij sommige exemplaren zijn de wratten rood van kleur, waardoor ze duidelijk zichtbaar zijn. Populaties in het zuiden van Europa hebben bulten met een verhoornde bovenzijde.
De gewone pad of bruine pad (Bufo bufo) is een kikker uit de familie echte padden (Bufonidae). De gewone pad heeft van alle amfibieën in Europa het grootste verspreidingsgebied en is naast de bruine kikker en de boomkikker één van de bekendste kikkers van Europa. De gewone pad komt, op Ierland en IJsland na, in alle Europese landen voor, inclusief in België en Nederland. Omdat de soort, in tegenstelling tot veel andere amfibieën algemeen is, wordt de gewone pad in grote delen van het verspreidingsgebied niet door wetgeving beschermd.
De gewone pad is een generalist die in uiteenlopende habitats kan worden gevonden en aangepast is aan drogere plaatsen. Alleen voor de voortplanting is oppervlaktewater nodig, waarbij de dieren soms grote afstanden moeten afleggen om bij het water te komen. De eieren worden in tegenstelling tot de eieren van veel andere kikvorsachtigen niet in klompen, maar in strengen afgezet.
De gewone pad heeft een onopvallende kleur en wordt overdag vanwege de schemeractieve levenswijze zelden aangetroffen. Zijn voedsel bestaat voornamelijk uit kleine ongewervelden. Belangrijke vijanden zijn vogels, zoogdieren en slangen.
Bron: Wikipedia.
Kikkervisje. Of het nu nakomelingen zijn van een kikker of een pad is in dit stadium niet altijd duidelijk.
Gewone padden overwinteren meestal in bosgebieden onder boomstronken of houtkapsel. Zodra de temperatuur in het voorjaar ongeveer 8°C bereikt, komen ze massaal tevoorschijn om naar het dichtst bijgelegen water te trekken. Afstanden van 1,5 km zijn geen uitzondering en omdat ze steeds in een rechte lijn verder trekken, ligt de weg vol hindernissen. De mannetjes beginnen eerst te trekken in de hoop dat een geschikte partner hun pad kruist. De vrouwtjes onderscheiden zich van de mannetjes door hun grootte en hun opgezwollen buik. Mannetjes worden 6 tot 13 cm groot, vrouwtjes 11 tot 15 cm. De vrouwtjes zijn niet enkel groter, maar zijn ook wat plomper. Dat de mannetjes er tijdens de paartijd iets dikker uitzien, wordt veroorzaakt door onderhuidse ophopingen van lymfevocht. Liggend in een hinderlaag proberen de mannetjes het vrouwtje te overmeesteren door op haar rug te springen en zich vast te grijpen met hun sterke voorpoten, waarbij ze het vrouwtje niet meer loslaten tot na de eiafzetting.
De paddentrek gaat in pieken voort tot eind maart, begin april en ligt op koude dagen volledig stil. De trek gebeurt meestal ’s nachts. De ideale omstandigheden zijn de druilerige vochtige nachten vanaf 8°C. Het grote gevaar voor de padden tijdens de trek is het verkeer. Niet zelden kruisen ze open-
Vrouwtjes met wel 5 tot 10 mannetjes op hun rug zijn geen uitzondering. De padden zetten hun eieren in strengen af.
Voortplanting in scheervlucht.
bare weg en wie heeft nog nooit platgereden padden gezien, die dan massaal op de weg liggen. Gelukkig zijn er de laatste jaren meer en meer overzetacties door natuurverenigingen en vrijwilligers, waarbij schermen geplaatst worden met om de paar meter een emmer verzonken in de grond.
Door de milde winters van de voorbije jaren zien we de padden steeds vroeger verschijnen (eind januari, begin februari). Omdat ik al enkele jaren de paddentrek volg, weet ik dat het hoogtepunt van de eiafzetting toch nog steeds de laatste twee weken van maart blijft. Dat is toch zo in het water waar wij al enkele jaren vertoeven, maar dat kan volgens mij van streek tot streek verschillend zijn. Ieder jaar heb ik de indruk dat er meer mannetjes dan vrouwtjes zijn als ik ze geduldig in het water zie wachten tot er een vrouwtje langskomt. Dat het er niet zo zachtaardig aan toe gaat, is algemeen geweten. Vrouwtjes met wel 5 tot 10 mannetjes op hun rug zijn geen uitzondering. Dan zie je letterlijk een bol padden liggen, wat niet zelden resulteert in de dood van het vrouwtje.
Eens de ideale omstandigheden bereikt zijn, zie je het vrouwtje, met haar partner nog steeds op haar rug, de eitjes afzetten. Prachtig dit spektakel. Bijna iedere tak of waterplant in het water wordt gedrapeerd met eitjes, het lijken wel paternosters. Even plots als ze gekomen zijn, zijn de padden weer verdwenen. Soms lijkt het wel een slagveld met verscheidene dode padden tot gevolg. In mei tref je dan massaal de jonge padden (paddenvisjes) aan. Je vindt ze letterlijk overal met duizenden tegelijk. We hebben dan ook nog eens geluk dat waar wij observeren de bladeren van de waterlelies naar de oppervlakte toe groeien, waarbij de bladeren en stengels vol paddenvisjes zitten. Dat levert prachtige foto's op.
Parende padden met op de achtergrond eiafzettingen van verschillende amfibiesoorten.
Luc Rooman is een gepassioneerd onderwaterfotograaf met tal van bekroningen in binnen- en buitenland. Voor meer onderwaterfoto's van hem kan je terecht op: • www.instagram.com/lucrooman • www.facebook.com/luc.rooman.5
Een kikkervisje van de gewone pad.
Voor mensen die de paddentrek willen volgen: ieder jaar wordt in het nieuws en op de website van Natuurpunt (www.natuurpunt. be) gemeld waar er overzetacties plaatsvinden. Eens je een geschikte plek gevonden hebt, kan je daar jarenlang van genieten, maar het vinden ervan kost wel enige moeite. Ikzelf ben jaren op zoek geweest tot ik uiteindelijk de gouden tip gekregen heb. Meestal zijn die waters niet voor iedereen toegankelijk, net zoals het bewuste water waar ik al enkele jaren het afzetten van de paddeneieren in beeld breng.
LUC ROOMAN