2 minute read

Het drooggevallen zeemonster van Stavenisse

70 jaar geleden, 1 februari 1953. Zeeland voelt zich redelijk veilig achter de bestaande dijken, ook al zijn die dan wegens WO II wat verwaarloosd. Er zijn grootse plannen om de veiligheid van de Zeeuwen te verhogen door de zeegaten af te dammen, maar die komen helaas te laat.

Op 29 januari 1953 ontstaat er ten westen van Schotland een depressie die zeer snel in omvang toeneemt. Een zware noordwesterstorm jaagt een enorme watermassa de Noordzee in en voortgejaagd door de storm bereikt die de Nederlandse kust.

Advertisement

Watersnood

Dijkwachters merken dat de vloed na de middag niet meer zakt. Het wordt geen eb en met de nieuwe vloed stort het water zich over de dijken en er volstrekt zich een ramp.

Huizen, boerderijen en hele dorpen worden weggevaagd en er vallen in Zeeland 1.853 doden. 72.000 mensen moeten worden geevacueerd uit het gebied. Kilometerslange stukken dijk spoelen weg, waardoor er enorme diepe stroomgaten ontstaan. Hierdoor komt bijna 200.000 ha land onder water te staan. Gsm, tv en internet bestaan nog niet en ook een radio is voor de meeste gezinnen nog grote luxe. Het zijn radioamateurs die de eerste onheilspellende berichten de wereld insturen en alarm slaan. De Zeeuwse eilanden zijn een tijd op zichzelf aangewezen, want de veerponten varen niet en verbindingen over land zijn nog onbestaande.

Het eiland Tholen deelde in de klappen en werd voor de helft overspoeld toen de dijken doorbraken. Op dat eiland werd het dorpje Stavenisse bijzonder hard getroffen, want alle huizen werden er zwaar beschadigd of verzwolgen door de zee. Er verdronken 156 mensen op een inwonerstal van 1.737, het meeste van heel Tholen. Met hulp uit binnen- en buitenland werd Stavenisse herbouwd. Tastbare herinneringen aan deze hulp zijn de 19 Noorse woningen, waarvan er één werd overgemaakt aan het museum De Meestoof in Sint-Annaland.

Kunstwerk

Overal in Zeeland vind je monumenten om ons te herinneren aan de ramp van 1 fe- bruari 1953. Zo vind je bijvoorbeeld net buiten Stavenisse, aan de Provinciale weg zo’n gedenkteken, een vis waarin tevens een monster te herkennen is.

Op 13 november 1958 werd er een stenen beeldhouwwerk onthuld van beeldhouwer Gerrit Bolhuis.

Hij legde in dit werk het dualisme vast in de houding van de Zeeuwen tot de zee. De zee die welvaart brengt, maar kan veranderen in een alles verzwelgend monster. Vanuit een bepaald standpunt bekeken, verandert de vis in een roofdier met vleugels, klauwen en een vogelkop als staart.

Toen bleek dat beeldhouwer Bolhuis de ramp als een monster verbeeld had, stuitte dit op bezwaren van de gereformeerde inwoners en predikant van het dorp. Zij beschouwden de ramp als een straf van God en maakten bezwaar tegen de associatie met een monster.

Daarom werd het monument buiten het dorp geplaatst en staat het in feite op het grondgebied van Sint-Maartensdijk. Op deze plaats, waar in de verte de Scheldedijken zichtbaar zijn, werden na de ramp meerdere slachtoffers gevonden.

Achter de dijk duidt een bordje aan hoe hoog het water in de polder stond. Heel in de verte stroomt de Oosterschelde.

het Watersnoodhuis

Meer informatie over de ramp van 1953 kom je, vanaf 4 mei 2023, te weten in het Watersnoodhuis te Stavenisse. Kijk dan wel even op www.watersnoodhuisstavenisse.nl naar de openingstijden. 

This article is from: