200 jaar Maritieme Industrie 200 years of Dutch Maritime Industry
Oblong centsprent met 2 houtsneden. Met gedetailleerde afbeeldingen van een stoomboot en een stoomtrein. De raderstoomboot heeft een schoepenrad aan de zijkant, masten, zeilen en een pijp. De stoomtrein heeft een locomotief, daarachter een wagen met ko len, gevolgd door een wagon die nog kenmerken van een koets heeft. Omstreeks 1835. Illustratie: Collectie Koninklijke Bibliotheek.
Oblong cents print with 2 woodcuts. With detailed images of a steamboat and a steam train. The paddle steamer has a paddle wheel on the side, masts, sails and a pipe. The steam train has a locomotive, behind it a wagon with coal, followed by a wagon that still has the characteristics of a carriage. Around 1835. Illustration: Collection Koninklijke Bibliotheek.
8
Industrialisation Until well into the 18th century, the economy consisted mainly of the proceeds of home industry and agriculture. Production processes had not yet been mechanised and production took place from home on behalf of an employer. The first industrial revolution involves the transition from small-scale craft workshops to factories and industrial areas. Mechanisation was realised through hydropower and steam power. That is the source of production technology in the Netherlands. The industrial revolution began in England in textile production with the first spinning and weaving machines. In 1780, spinning machines were powered by a water wheel or a steam engine. At the beginning of the 19th century, a similar process took place in Belgium and the USA. Particularly due to the availability of textiles, iron ore and Withcoal.the arrival of factories, living and working became separated. Independence was replaced by wage labour. Steam engines blew black clouds of smoke into the air. Wastewater was discharged directly into the surface water. Industrialisation was a significant assault on the environment and living conditions. Workers migrated from the countryside to the cities where employment was increasingly concentrated. Working in a factory system consisted of simple tasks. For low wages. Workers lived in densely populated working-class neighbourhoods, in small houses. Often poorly maintained and often without any significant sanitary facilities. In order to be able to support themselves, women and children also worked in factories. Children thus contributed to family income. Towards the end of the 19th century, the attitudes towards child labour began to change. The Compulsory Education Act of 1900 eventually put an end to child labour. Workers united in unions. Working conditions improved and pay went up. In the same period, women were increasingly exempt from Newemployment.ironproduction processes and new chemical production processes were invented. After about a century, the world looked quite different. Large-scale industrial areas, urbanisation and a huge number of new tools had come to be. Industry development
9 Ontwikkeling van de industrie
Industrialisatie Tot ruim in de 18e eeuw bestond de economie voornamelijk uit de opbrengsten van thuisnijverheid en landbouw. Productieprocessen waren nog niet gemechaniseerd en productie geschiedde vanuit huis in opdracht van een ondernemer. De eerste industriële revolutie omvat de overgang van kleinschalige ambachtelijke werkplaatsen naar fabrieken en industrie gebieden. Mechanisatie werd gerealiseerd door middel van waterkracht en stoomkracht. Dat is de oorsprong van productietechnologie in de Lage Landen. De industriële revolutie begon in Engeland in de textielproductie met de eerste spin- en weefmachines. In 1780. Spinmachines werden aangedreven door een waterrad of een stoommachine. Begin 19e eeuw voltrok een vergelijkbaar proces zich in België en de VS. Met name vanwege de beschikbaarheid van textiel, ijzererts en steenkool. Met de komst van fabrieken werden wonen en werken gescheiden. Zelfstandigheid werd vervangen door loonarbeid. Stoommachines bliezen zwarte rookwolken de lucht in. Afvalwater werd direct in het oppervlaktewater geloosd. De industrialisatie was een behoorlijke aanslag op het milieu en de leefomgeving. Het platteland liep leeg doordat werkgelegenheid steeds meer in steden geconcentreerd werd. Werken in een fabriekssysteem bestond uit eenvoudige taken. Tegen lage lonen. Arbeiders woonden in dichtbevolkte arbeiderswijken, in kleine huisjes. Vaak slecht onderhouden en vaak zonder noemenswaardige sanitaire voorzieningen. Om in onderhoud te kunnen voorzien werkten vrouwen en kinderen ook in de fabriek. Kinderen droegen zo bij aan het gezinsinkomen. Tegen het einde van de 19e eeuw begon de mentaliteit rond kinderarbeid te veranderen. De Leerplichtwet van 1900 maakte uiteindelijk een einde aan kinderarbeid. Arbeiders verenigden zich in vakbonden. De werkomstandigheden werden beter en de beloning ging omhoog. In dezelfde periode werden vrouwen meer en meer vrijgesteld van arbeid. Men vond nieuwe ijzerproductieprocessen- en nieuwe chemische productieprocessen uit. Na een kleine eeuw zag de wereld er anders uit. Grootschalige industriegebieden, verstedelijking en een enorme hoeveelheid nieuwe werktuigen hadden hun intrede gedaan.
Steamships in Tandjoengpriok in Batavia, about 1898.
Stoomschepen in Tandjoengpriok te Batavia, omstreeks 1898.
12
De stoommachine heeft een enorme invloed gehad op de samenleving. In 1712 introduceert Thomas Newcomen de stoommachine, deze “vuurmachine” wordt in Britse mijnen gebruikt om water weg te pompen. De machine is weinig efficiënt en kent alleen een op- en neergaande beweging. Als James Watt de opdracht krijgt om een reparatie uit te voeren aan een dergelijke stoommachine slaat hij aan het denken. Hij ziet de potentie voor industriële toepassingen. Dat leidde in 1768 tot een sterk verbeterde, meer efficiënte stoommachine met condensor en vliegwiel. Geschikt voor mijnbouw maar ook voor het aandrijven van werktuigen. Het stoomtijdperk is daar. Het stoomtijdperk omvat de periode waarin de stoommachine van James Watt, met condensor en vliegwiel, de belangrijkste aandrijving is voor industrie en vervoer over water en spoor. Het begin wordt gemarkeerd door brede toepassing van de stoommachine eind 18e eeuw en eindigt als de verbrandingsmotor en de elektromotor intrede doen aan het einde van de 19e eeuw. De stoommachine blijft desondanks tot in de 20e eeuw een rol spelen.
In the same period, the induction motor was invented, an electric motor. The electric motor converts electrical energy into a mechanical movement. This offered plenty of new possibilities to power devices. The second indus trial revolution had begun.
13
Working replica of the “fire machine” built by Thomas Newcomen in 1712 to pump out water from British mines. Photo: Creative Commons Arbeiders aan het werk op een scheepswerf in 1914. Foto: Nationaal Archief. Workers at work at a shipyard in 1914. Photo: Nationaal Archief. motor uitgevonden, een elektromotor. De elektromotor zet elektrische energie om in een mechanische beweging. Dat bood tal van nieuwe mogelijkheden om apparaten aan te drijven. De tweede industriële revolutie was begonnen.
The steam age
Werkende replica van de “vuurmachine” die Thomas Newcomen in 1712 heeft gebouwd om water weg te pompen in Britse mijnen. Foto:Commons.Creative
Het stoomtijdperk
The steam engine has had a huge impact on society. In 1712 Thomas Newcomen introduced the steam engine, this “fire engine” is used in British mines to pump away water. The machine is not efficient and only has an up and down movement. When James Watt is instructed to repair such a steam engine, it makes him think. He sees the potential for industrial applications. This led to a much improved, more efficient steam engine with condenser and flywheel in 1768. Suitable for mining but also for powering tools. The steam age has arrived. The steam age covers the period in which James Watt’s steam engine, with condenser and flywheel, is the main propulsion technology for manufacturing and transport by water and rail. The beginning is marked by the widespread use of the steam engine in the late 18th century and ends when the internal combustion engine and electric motor are introduced at the end of the 19th century. Nevertheless, the steam engine continues to play a role until well into the 20th century.
22
23
Nieuwe Waterweg tussen Hoek van Holland en Maasdijk in 2018, met aan weerszijden de Maeslantkering. Foto: Lantau Arrow BG Diamond and Diamond.
Nieuwe Waterweg between Hook of Holland and Maasdijk in 2018, with the Maeslantkering storm surge barrier on both sides. Photo: Lantau Arrow BG Diamond and Diamond.
Seinwachter bij de Lorelei aan de telefoon met andere seinposten langs de Rijn in 1955. Foto: Nationaal Archief.
Signalman at the Lorelei on the phone with other signal posts along the Rhine in 1955. Photo: Nationaal Archief.
42
World War II and Cold War drivers of digital revolution Immediately after World War II, production and communication pass from analogue technology to digital technology. This period is often referred to as the digital Duringrevolution.World War II, shrouded in secrecy, the Colossus, the first electronic computer, was produced in England. The Colossus was programmed through a panel, contained photo sensors that read punched tape and had electron tubes to store data. This machine was used by the British to decipher encrypted German messages and was therefore of great importance for the war effort. In 1946, the second electronic computer, the ENIAC, was introduced. The ENIAC enabled the U.S. military to quickly calculate the trajectory of projectiles. The Colossus was the size of a large bookcase, the ENIAC filled an entire classroom with its 19,000 electron tubes. The transistor was invented in 1947. This was of great importance for the development of the digital computer because it allowed electron tubes to be replaced by transistors that were many times smaller. Later, the transistors were integrated into an integrated circuit, the microprocessor. Until the early 1980s, computers were built up as mainframes. Mainframes are central computers with a large processing capacity. Think of applications for population research, statistics, payment transactions and so on.
De ENIAC stelde het Amerikaanse leger in staat om snel de baan van projectielen te berekenen. De Colossus was zo groot als een flinke boekenkast, de ENIAC vulde met zijn 19.000 elektronenbuizen een volledig klaslokaal. In 1947 werd de transistor uitgevonden. Belangrijk voor de door ontwikkeling van de digitale computer omdat daarmee elektronenbuizen vervangen konden worden door de vele malen kleinere transistors. Later werden de transistors geïntegreerd in een geïntegreerde schakeling, de microprocessor.
aanjagers van digitale revolutie
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in Engeland, in het diepste geheim, de Colossus geproduceerd. De eerste elektronische computer. De Colossus werd via een paneel geprogrammeerd, bevatte fotosensors om ponsbanden te lezen en had elektronenbuizen om gegevens op te slaan. Deze machine werd door de Britten gebruikt om gecodeerde Duitse berichten te ontcijferen en was daarmee van groot belang voor het verloop van de oorlog. In 1946 verscheen de tweede elektronische computer, de ENIAC.
43
Tweede Wereldoorlog en Koude Oorlog
Tot aan begin jaren 80 waren computers opgebouwd als mainframes. Mainframes zijn centrale computers met grote verwerkingscapaciteit. Denk aan toepassingen voor bevolkingsonderzoek, statistieken, betalingsverkeer enzovoort.
Direct na de Tweede Wereldoorlog volgt een periode waarin productie en communicatie van analoge technologie naar digitale technologie overgaan. Deze periode wordt aangeduid als de digitale revolutie.
Liberty Ships in Le Havre eind 1944. Liberty Ships in Le Havre late 1944
Uitbaggeren Langweerderwielen in 2018. Baggermaterieel ligt tijdens de vakantieperiode aan de wal. Foto: Agnes CreativeMonkelbaan,Commons.
Dredging Langweerder wheels in 2018. Dredging equipment is ashore during the holiday period. Photo: Agnes CreativeMonkelbaan,Commons.
52
Baggersector innoveert hand in hand met scheepsbouw Duurzaamheid heeft op allerlei manieren invloed op de baggersector. Milieu en klimaat zijn vanzelfsprekende thema’s. Of het nu gaat om de verwerking van vervuild slib, de uitstoot van schepen en andere materieel of de aandacht voor natuur: flora, fauna en het mariene milieu. Dergelijke eisen komen steeds nadrukkelijker aan bod in de tenders en aanbestedingen. De baggerbedrijven wachten echter niet af waar overheden en andere opdrachtgevers mee komen. Ze nemen de teugels liever in eigen hand. Dat bewijst bijvoorbeeld het programma Building with Nature. Dat gaat nog een stap verder dan bouwen en de gevolgen voor de natuur zoveel mogelijk beperken. Het is daadwerkelijk bouwen mét de natuur. Initiatiefnemers van dit programma, zijn de waterbouwers Boskalis en Van Oord. Zij hebben een consortium geformeerd, Ecoshape, waarin de Nederlandse waterbouwsector breed vertegenwoordigd is, inclusief vooraanstaande ingenieursbureaus, onderzoeksinstituten en overheden Bij Building with Nature gaat het om een nieuwe manier van denken en planontwikkeling. Beleidsmakers, opdrachtgevers, ontwerpers, uitvoerders en beheerders van projecten brengen onderwerpen als veiligheid, natuurlijkheid, economisch potentieel, leefbaarheid en duurzaamheid samen en zorgen ervoor dat die elkaar versterken.
De Prins 1 aan het werk op de Nieuwe Maas. Foto: S.J. de Waard, CC BY-SA 3.0. De Prins 1 at work on the Nieuwe Maas. Photo: S.J. de Waard, CC BY-SA 3.0.
Dredging sector innovates hand-inhand with shipbuilding Sustainability affects the dredging sector in many ways. The environment and climate are obvious themes. Whether it concerns the processing of polluted sludge, the emission of ships and other equipment or the attention to nature: flora, fauna and the marine environment. Such requirements are increasingly addressed in tenders. However, the dredging companies are not waiting to see what governments and other clients come up with. They prefer to take matters into their own hands. The Building with Nature program is proof of this. It goes one step further than building and limiting the consequences for nature as much as possible. It is actually building along with nature. The initiators of this program are the hydraulic engineers Boskalis and Van Oord. They have formed a consortium, Ecoshape, in which the Dutch hydraulic engineering sector is broadly represented, including leading engineering firms, research institutes and governments. Building with Nature is about a new way of thinking and planning. Policy makers, clients, designers, implementers and project managers bring together topics such as safety, naturalness, economic potential, quality of life and sustainability and ensure that they reinforce each other.
53
Waterwerken Waterworks
62
De oude vuurtoren met Kustverlichtingsmuseum in Hoek van Holland. Foto: Mark Ashmann, CC AS A 3.0.
The old lighthouse with Kustverlichtingsmuseum in Hoek van Holland. Photo: Mark Ashmann, CC AS A 3.0.
A hundred years ago, the Brandaris lamp put Dutch coastal lighting in the spotlight worldwide
René Vas speaks about the development of lighthouses through the centuries. He is a walking encyclopaedia in this field. René is founder of Coastal Lighting Museum Hoek van Holland and manager of the old lighthouse in which the museum is located: Het Hoge Licht. In daily life, he is a technical advisor at Orga, a supplier of beaconing equipment for, among others, the offshore, active worldwide and with its head office in Schiedam.
“Often someone from the church, for example the sexton, was responsible for the fire. At a certain point the church was also allowed to levy tax for this, calculated on the load. It was called ‘Bakengeld’ or ‘ton money’. In the early 17th century, the States of Holland took over the beaconing to ensure proper and safe marking of the coast.
Brandaris-lamp zette Nederlandse kustverlichting honderd jaar geleden wereldwijd in de schijnwerpers
The Brandaris on Terschelling was one of the first in 1593.”
Zeevaart Nautical
Lighthouses: it is all about light
Vuurtorens: alles draait om het licht De belangrijkste Nederlandse bijdrage aan de techniek voor kustverlichting is een speciale gloeilamp. Deze Brandaris-lamp is genoemd naar de oudste nog werkende vuurtoren van ons land. Philips speelde een hoofdrol bij deze innovatie, samen met het toenmalige Proefstation van ’s Rijks Kustverlichting in Scheveningen. Vanuit heel de maritieme wereld stond Nederland daardoor honderd jaar geleden opeens vol in de schijnwerpers.
René Vas vertelt over de ontwikkeling van vuurtorens door de eeuwen heen. Hij is een wandelende encyclopedie op dit gebied. René is oprichter van Kustverlichtingsmuseum Hoek van Holland en beheerder van de oude vuurtoren waarin het museum is gevestigd: Het Hoge Licht. In het dagelijks leven is hij technisch adviseur bij Orga, leverancier van bebakeningsapparatuur voor onder meer de offshore, wereldwijd actief en met het hoofdkantoor in Schiedam. Hoe ontstond het idee voor vuurtorens? “De behoefte aan kustbebakening ontstond eigenlijk al vanaf het moment dat mensen het ruime sop kozen. Om de weg terug te vinden hadden ze herkenningspunten nodig. Eerst gebruikte men daarvoor een opvallend duin, een hoge boom of een uitstekende rots. ’s Nachts werden vuren gebruikt. Liefst verhoogd, want dan kon je ze ondanks de kromming van de aarde verder weg ook nog zien. En zo kreeg je torens met vuur.” “Vaak was iemand van de kerk, bijvoorbeeld de koster, verantwoordelijk voor het vuur. De kerk mocht daar op een gegeven moment ook belasting voor heffen, gerekend over de lading. ‘Bakengeld’ of ‘tonnengeld’ werd dat genoemd. In de vroege 17e eeuw namen de Staten van Holland de bebakening op zich, om een goede en veilige markering van de kust te regelen. De Brandaris op Terschelling was in 1593 een van de eerste.”
63
How did the idea for lighthouses come about? “The need for coastal beaconing actually arose from the moment people set sail. They needed landmarks to find their way back. At first, a notable dune, a tall tree or a protruding rock was used for this purpose. Fires were used at night. Preferably raised, because then you could still see them from further away, despite the curvature of the earth. And that is how you got towers of fire.”
The most important Dutch contribution to coastal lighting technology is a special light bulb. This Brandaris lamp is named after the oldest working lighthouse in our country. Philips played a leading role in this innovation, together with the then Research Station of the National Coastal Lighting in Scheveningen. A hundred years ago, the Netherlands suddenly burst into the spotlight all over the maritime world.
LNG tanker Coral Energice. Photo: Anthony Veder, KVNR.
72
LNG tanker Coral Energice. Foto: Anthony Veder, KVNR.
Maar liefst negentig procent van alles wordt over zee vervoerd, van ruwe grondstoffen tot consumentenproducten. Daarnaast liggen er wereldwijd communicatiekabels en pijplijnen op de zeebodem, worden windparken op zee gebouwd en halen we in toenemende mate ons voedsel uit of van het zoute water. Daar zijn allerlei typen schepen voor nodig die door rederijen worden geëxploiteerd. Welke impact heeft die zeescheepvaart op de maatschappij en wat beweegt de reders als het gaat om de toekomst van al die activiteiten op zee. We gaan erover in gesprek met Annet Koster, directeur van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders. Iedereen heeft wel gehoord over de historische Hanzealliantie en de VOC, hoe sterk is de maritieme traditie in Nederland? Bijna elke Nederlander steekt op school wel iets op over de maritieme geschiedenis van Nederland. Vervoer over zee is al duizenden jaren oud en een verbinder van culturen. De rederijen van vandaag de dag zijn echter moderne bedrijven die niet zijn gelinkt aan die oude geschiedenis. En er zijn zeker overeenkomsten tussen de geschiedenis en de moderne maritieme wereld. Het is een lange traditie. Maar dat wil niet zeggen dat het maritieme ouderwets is. Er is veel trots en vooral: innovatie. Nederlandse scheepsbouwers en reders hebben tal van scheepsinnovaties op hun naam staan waaronder het fluitschip. Vandaag de dag doet Nederland goed mee in de kopgroep om duurzame oplossingen te vinden om steeds schoner te varen. We proberen dat ook zichtbaar te maken, want vervoer op zee is (helaas) voor de gemiddelde burger een ver-van-mijn-bed-show geworden. “We simply cannot do without the sea” No less than ninety percent of everything is transported by sea, from raw materials to consumer products. In addition, there are communication cables and pipelines on the seabed worldwide, wind farms are being built at sea and we increasingly get our food from salt water. This requires all kinds of ships that are operated by shipping companies. What impact does maritime shipping have on society, and what moves ship owners when it comes to the future of all those activities at sea. We will discuss this with Annet Koster, director of the Royal Association of Dutch Ship Owners.
Annet Koster, director of the Royal Association of Dutch Ship Owners (KVNR). Photo: KVNR.
Transport by sea is thousands of years old and connects cultures. However, today’s shipping companies are modern companies that are not linked to that ancient history. And there are certainly similarities between history and the modern maritime world. It’s a long tradition. But that doesn’t mean the maritime sector is old-fashioned. There is a lot of pride and above all: innovation. Dutch shipbuilders and ship owners have numerous ship innovations to their name, including the flute ship. Today, the Netherlands is part of a leading group to find sustainable solutions for increasingly cleaner sailing. We also try to make that visible, because the average person (unfortunately) does not have a lot of knowledge of transport at sea.
73
Annet Koster , directeur Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR). Foto: KVNR.
“We kunnen simpelweg niet zonder de zee”
Everyone has heard about the historic Hanseatic Alliance and the VOC, how strong is the maritime tradition in the Netherlands? Practically every Dutch person learns something about the maritime history of the Netherlands at school.
Offshore bevoorradingsschip Polar Queen in de Prinses Arianehaven, Tweede Maasvlakte Rotterdam.
Offshore supply vessel Polar Queen in the Prinses Arianehaven, Maasvlakte 2, Rotterdam.
106
Maar de Nederlandse offshore-sector toont zich keer op keer weer flexibel en slaagt er steeds in op tijd de koers te verleggen. Door op nieuwe technieken en nieuwe markten over te schakelen.
107
Prijsschommelingen Die moeilijke markt heeft alles te maken met langdurig lage prijzen voor olie en gas en de naderende energietransitie. Dat zorgt voor terughoudendheid bij de oliemaatschappijen om te investeren in exploratie. Dat was met name merkbaar op de Noordzee. Door corona daalde de vraag naar olie en gas ook nog eens. Maar de prijsstijging sinds 2021 zorgde voor een opleving en eerder onrendabel geachte olie- en gasvelden komen opeens weer in beeld. Dat werd nog verder versterkt door de geopolitieke ontwikkelingen en de prijsopdrijving die de Russische oorlog tegen Oekraïne in gang heeft gezet. Ook zorgt het voor animo om de investeringen in de elektriciteitsproductie door offshorewindparken versneld op te voeren.
Damen Twin Axe Fast Crew Supplier. Foto: Kee Torn, Creative Commons. Damen Twin Axe Fast Crew Supplier. Photo: Kee Torn, Creative Commons.
Offshore Offshore
Price fluctuations
Offshore-sector weet koers steeds weer te verleggen De Nederlandse offshore-energiesector geldt als toonaangevend. Zowel qua innovatie als omvang maken de constructie- en kraanschepen die onder meer voor olieen gasplatforms worden ingezet, de dienst uit. Ook op het gebied van de nog relatief jonge markt van offshore wind is het trackrecord al indrukwekkend. En er dienen zich nieuwe kansen aan, bijvoorbeeld op hert gebied van mariene energiewinning. De markt is al een aantal jaren lastig, de concurrentie woedt hevig en de marges zijn dientengevolge klein.
Offshore sector manages to keep changing course
This difficult market has everything to do with long-term low oil and gas prices and the approaching energy transition. This makes oil companies reluctant to invest in exploration. This was particularly noticeable in the North Sea. Due to the Covid-19 pandemic, the demand for oil and gas also decreased. But the price increase since 2021 has caused a revival and oil and gas fields that were previously deemed unprofitable are suddenly back in the picture. This was further exacerbated by the geopolitical developments and the price push that started the Russian war against Ukraine. It also creates enthusiasm for an accelerated increase in investments in electricity production by offshore wind farms.
The Dutch offshore energy sector is regarded as a leader. Both in terms of innovation and size, the construction and crane vessels that are used, among other things, for oil and gas platforms, set the tone. The track record is also impressive in the relatively young offshore wind market. And new opportunities are opening up, for example in the field of marine energy production. The market has been difficult for a number of years, competition is fierce and margins are therefore small. But the Dutch offshore sector shows itself to be flexible time and again and always succeeds in changing course on time by switching to new techniques and new markets.
142
Painting by Wijnand Nuijen from 1835. Fishing ships on the beach with fishermen and women sorting the catch.
Schilderij van Wijnand Nuijen uit 1835. Vissersschepen op het strand met vissers en vrouwen die de vangst sorteren.
141
De Nederlandse hektrawlervloot bestaat momenteel uit 6 schepen. Door deze 6 trawlers werd in 2020 circa 228 miljoen kg vis aangevoerd. De geschatte aanvoer van diepgevroren en verpakte vis door de grote zeevisserij bestond in 2020 uit blauwe wijting (27%), haring (35%), horsmakreel (9%), makreel (13%), sardine (10%) en overige vissoorten (7%).
Nederlandse visserij De visserijsector is belangrijk geweest voor de ontwikkeling van Nederland en haar vissersplaatsen. Tegenwoordig genereert de Nederlandse visserij ongeveer 4 miljard euro omzet/jaar. De Nederlandse visserijsector staat thans voor een aantal uitdagingen. Naast bevaring vinden er meer economische activiteiten op de Noordzee plaats. Zoals gaswinning en exploitatie van windparken. De maatschappij wordt steeds kritischer ten aanzien van kwaliteit, productiewijze, herkomst en gevolgen voor ecosystemen. De overheid stuurt via gedetailleerde regelgeving de hoeveelheid te vangen vis.
Dutch fisheries The fishing industry has been important for the development of the Netherlands and its fishing villages. Today, the Dutch fishing industry generates approximately 4 billion euros in turnover per year. The Dutch fishing industry is currently facing a number of challenges. In addition to navigation, more economic activities are taking place in the North Sea. Such as gas extraction and operation of wind farms. Society is becoming increasingly critical with regard to quality, production method, origin and consequences for ecosystems. The government controls the amount of fish to be caught through detailed Theregulations.Dutchstern trawler fleet currently consists of 6 ships. In 2020, these 6 trawlers delivered approximately 228 million kg of fish. The estimated landings of frozen and packaged fish by offshore fisheries in 2020 consisted of blue whiting (27%), herring (35%), horse mackerel (9%), mackerel (13%), sardine (10%) and other fish species (7%).
Visserij Fishing Tekening van vissersboot met stoomaandrijving uit 1919. Drawing of a steam-powered fishing boat from 1919.
162
Hybride aandrijving geeft minder uitstoot, het brandstofverbruik daalt en deze aandrijving vergt minder onderhoud. Foto: Alf van Beem, Creative mons.Com
Hybrid drive produces lower emissions, fuel consumption is reduced and this drive requires less maintenance. Photo: Alf van Beem, Creative Commons.
Binnenvaart maakt serieus werk van energietransitie en innovatie Als de energietransitie en klimaatverandering zich ergens manifesteren, is het de binnenvaart wel. Waar buitenstaanders geneigd zijn de sector als behoudend af te schilderen, bewijzen de binnenvaartondernemers en de scheepsbouw het tegendeel. Op tal van terreinen volgen de innovaties elkaar snel op. De twee grootste vernieuwingen hebben betrekking op vergroening en digitalisering. Vervoer over water geldt van oudsher als milieuvriendelijk. Dankzij de schaalgrootte en energieefficiënte manier van transport scoort de binnenvaart met name goed op de CO2-uitstoot. Het aandeel van de uitstoot daarvan is binnen de Nederlandse transportsector 5 procent, terwijl ruim 35 procent van alle lading in ons land over water gaat. In 2019 sloten de overheid en het bedrijfsleven de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens af. De klimaatdoelstellingen waaraan de Nederlandse binnenvaart zich conformeerde, werd alom als ambitieus bestempeld: in 2030 moet de CO2-emissie van de vloot gereduceerd zijn met 40 tot 50% ten opzichte van 2015. Tenminste 150 binnenvaartschepen zijn dan voorzien van een zero-emissie aandrijflijn. Inmiddels is de branche hard op weg om dat waar te maken.
De Alphenaar is het eerste schip dat voor de elektrische aandrijving gebruikt maakt van de verwisselbare energiecontainers van ZES: ZESpacks. De Alphenaar vaart momenteel met twee ZESpacks aan boord tussen Alphen aan den Rijn en Moerdijk en kan ZESpacks laden en wisselen bij het eerste laadstation bij het Alpherium, de containerterminal van CCT in Alphen aan den Rijn. Foto: Zero Emission Services.
163 Binnenvaart
Inland navigation transport is a serious about energy transition and innovation If the energy transition and climate change are manifesting themselves anywhere, it is in inland navigation. Where outsiders tend to portray the sector as conservative, inland waterway operators and shipbuilders prove otherwise. The innovations are rapidly succeeding each other in many areas. The two biggest innovations relate to greening and digitisation. Waterborne transport is traditionally considered environmentally friendly. Thanks to the scale and energyefficient way of transport, inland waterway transport scores particularly well on CO2 emissions. The share of these emissions in the Dutch transport sector is 5%, while more than 35% of all cargo in our country is on water. In 2019, the government and the business community concluded the Green Deal on Maritime, Inland Shipping and Ports. The climate targets to which Dutch inland navigation conformed were widely labelled as ambitious: by 2030, the fleet’s CO2 emissions must be reduced by 40 to 50% compared to 2015. At least 150 inland waterway vessels will by then be equipped with a zero-emission power train. The industry is now well on its way to making this a reality.
The Alphenaar is the first ship to use the interchangeable energy containers of ZES: ZESpacks for electric propulsion. The Alphenaar currently sails with two ZESpacks on board between Alphen aan den Rijn and Moerdijk and can load and change ZESpacks at the first loading station at the Alp herium, the container terminal of CCT in Alphen aan den Rijn. Photo: Zero Emission Services.
Inland navigation
Bezoek van Churchill aan Nederland op 10 mei 1946, Churchill stapt in een rondvaartboot van Rederij P. Kooij. Foto: Nationaal Archief.
200
Churchill’s visit to the Netherlands on May 10, 1946, Churchill boarded a tour boat of Rederij P. Kooij. Photo: Nationaal Archief.
201 Cruise- en rondvaart P&O Ferries was in 1844 de eerste rederij die cruisediensten aanbood voor intercontinentale reizen. Diverse rederijen volgden. Grote stoomschepen werden volgestouwd met voorzieningen om in de gunst te komen van de welgestelde reizigers. Anderzijds was het zaak om zoveel mogelijk reizigers per vierkante meter een slaapplaats te bieden. Het verschil in klassen aan boord was zeer duidelijk waarneembaar. In de jaren 60 werd de intercontinentale reisfunctie in rap tempo overgenomen door vliegverkeer. De cruisevaart moest zichzelf opnieuw positioneren en deed dat door in te zetten op luxe cruisevakanties. Comfort, luxe en entertainment kregen prioriteit. Schepen werden voorzien van allerlei voorzieningen zoals theaters, een atrium, zwembaden, zonnedekken, fitnessruimtes, massagesalons, kapsalons, restaurants, liften, cocktailbars, nachtclubs, accommodaties met veranda … enzovoort. In Nederland geniet rederij Holland America Line grote bekendheid. Holland America Line werd in 1873 opgericht te Rotterdam. In 1989 werd de het bedrijf overgenomen door Carnival Corporation & plc. Rondvaart Koninklijke Spido is al meer dan 100 jaar een begrip in Rotterdam. De geschiedenis van Koninklijke Spido weerspiegelt de historische ontwikkeling van havenstad Rotterdam. In 1919 begonnen als havendienst voor het vervoer van scheepslieden, groeide Spido uit tot rederij van naam. Al in de jaren twintig werden de eerste dagtochten naar vliegveld Waalhaven ondernomen. Na de oorlog breidde het aantal rondvaarten zich uit en konden bezoekers uit binnen- en buitenland met eigen ogen zien hoe de haven zich herstelde en uitgroeide tot de grootste van de wereld. Door te blijven investeren in nieuwe schepen en in een uitbreiding van het aanbod voor uiteenlopende doelgroepen, biedt Spido ook in de 21ste eeuw nog altijd een unieke blik in de Rotterdamse haven en op de skyline en bruggen.
Cruising In 1844, P&O Ferries was the first shipping company to offer cruise services for intercontinental voyages. Several shipping companies followed. Large steamships were crammed with provisions to please the well-todo travellers. On the other hand, it was important to offer as many travellers as possible a place to sleep per square meter. The difference in classes on board was very noticeable. In the 1960s, the intercontinental travel function was rapidly taken over by air traffic. The cruise industry had to reposition itself and did so by focusing on luxury cruise holidays. Comfort, luxury and entertainment were given priority. Ships were equipped with all kinds of amenities such as theatres, an atrium, swimming pools, sundecks, fitness rooms, massage parlours, hairdressers, restaurants, elevators, cocktail bars, nightclubs, accommodations with verandas ... and so on. In the Netherlands, shipping company Holland America Line is well known. Holland America Line was founded in 1873 in Rotterdam. In 1989 the company was acquired by Carnival Corporation & plc.
Canal cruise Koninklijke Spido has been a household name in Rotterdam for more than 100 years. The history of Koninklijke Spido reflects the historical development of the port city of Rotterdam. Started in 1919 as a port service for the transport of shippers, Spido grew into a renowned shipping company. The first day trips to Waalhaven airport took place as early as the 1920s. After the war, the number of round trips increased and visitors from home and abroad were able to see for themselves how the port recovered and grew into the largest in the world. By continuing to invest in new ships and in expanding the range for various target groups, Spido still offers a unique view of the port of Rotterdam and the skyline and bridges in the 21st century.
Plezier op het water Fun on the water