U i t g a v e v a n F P T- V I M A G jaargang 19 | editie 5 | ok tober 2023
TRENDS IN PLAATBEWERKING?
ENERGIE EN SOFTWARE “HET KENMERK VAN DE TECHNISHOW IS DAT ER ZOVEEL TE ZIEN IS: MACHINES, OPLOSSINGEN, INNOVATIES” 1 | TSM editie 5
SCHEIDEND TIMESAVERSDIRECTEUR PAUL HARTENDORP: “IK BEN ECHT MET TIMESAVERS GETROUWD”
SCHAARSTE AAN STROOM IS OBSTAKEL VOOR BEDRIJVEN DIE WILLEN GROEIEN OF ELEKTRIFICEREN
WIN 2 TICKETS VOOR DE F1 IN SPA-FRANCORCHAMPS!
EXPO HAL 1
- NR. 1806
BE THE F- RS T TO SEE OUR NEW H
BRAKE
Bending to better performance
Zien we u op Blechexpo? Scan uw toegangskaart op
Een revolutie in plaatbewerking! Ontdek de nieuwe
onze stand en maak kans op tickets voor de F1 race
H-iBrake kantbankserie tijdens Blechexpo 2023.
in Spa-Francorchamps 2024, incl. overnachting. En
Verhoog uw productiviteit tegen de laagst mogelijke
ontvang een prachtig SafanDarley race T-shirt (OP=OP).
kosten door o.a. de geavanceerde aandrijftechnologie, verhoogde daal- en perssnelheden, optimale precisie
First in energy efficiency
en energie-regeneratie.
First in safety First in reliability First in ergonomics
www.safandarley.com /nl/blechexpo-2023
Check safandarley.com/nl/blechexpo-2023 2 | TSM editie 5
OP=OP
Wennen Als je tien jaar geleden beweerde dat er in de nabije toekomst geen werkvoorbereiders meer nodig zouden zijn, werd je op z’n best uitgelachen. Toch is het vandaag de dag zo. Dankzij de verdergaande automatisering en digitalisering. Tijden veranderen. Mathijs Wijn van LVD vertelde me dat hij onlangs een gesprek had met een klant over een machine. Maar dat gesprek ging helemaal niet over de machine. Een paar uur spraken de twee over software, over interfaces, over ERP. Maar niet over de machine. Die machine? Dat zit wel goed. Maar wat je ermee kan, dat is de belangrijke vraag voor de klant. Het toont aan hoe de markt is veranderd. Natuurlijk is de machine nog steeds heel relevant. Het is het hart van de metaalbewerking. Maar de hersenen (de software), de ITverbindingen (de zenuwen) en de energie (het bloed) tellen vandaag de dag meer mee dan ooit tevoren. Zonder hoofd geen hart. Eenzelfde insteek heeft Werner Meijer, de nieuwe baas bij Dymato. Dymato staat bekend als een importeur van een aantal machines en doet het al decennia best goed. Maar over een paar jaar is Dymato niet meer een importeur van machines, als het plan van Meijer goed uitpakt. Hij wil namelijk met zijn klanten een proces aangaan waar de machine een onderdeel van is. In zijn woorden: een procesoplosser in de machinebouw. Uit de Economische Barometer blijkt dat de zoektocht naar vakmensen nog nooit zo moeilijk is geweest dan nu. Het was al lastig om goede mensen te vinden. En dat wordt alleen maar lastiger. Gelukkig zijn de oplossingen er al, zoals Wijn en Meijer aangeven: software en procesaansturing. En we maken het mee. Industrie 4.0 groeit door, tot in de haarvaten van de Nederlandse industrie.
THEMA: PLAATWERK
In dit nummer Actueel Tuwi en Q-Fin gaan samenwerken
6
“Het kenmerk van de TechniShow is dat er zoveel te zien is: machines, oplossingen, innovaties”
22
Thema Trends in plaatbewerking? Energie en software
12
Interview Scheidend Timesavers-directeur Paul Hartendorp: “Ik ben echt met Timesavers getrouwd”
15
Markt Schaarste aan stroom is obstakel voor bedrijven die willen groeien of elektrificeren
18
Beurs Dalende lijn bezoekersaantallen EMO zet door
24
Nog steeds geen liefde tussen Amerikaanse en Europese standaard-makers MTConnect en Umati
25
De operator van morgen? Die is volledig digitaal. Wen er maar aan.
En verder
Henk van Beek redactie@technishow.nl
In beeld Nieuws Ledenoverzicht FPT-VIMAG Verenigingsnieuws Productnieuws Column
4 6 20 22 28 30 TSM editie 5 | 3
ASML Cleanroom
Veldhoven, woensdag 18 oktober 15.15 uur
TUSSENJAAR “De halfgeleiderindustrie bevindt zich momenteel in een neergaande cyclus”, geeft Peter Wennink, CEO van ASML, aan tijdens de presentatie van de financiële resultaten voor het derde kwartaal van 2023. Hij verwacht dat 2024 een overgangsjaar zal zijn. ASML heeft zijn financiële resultaten voor het derde kwartaal van 2023 bekendgemaakt. Het bedrijf haalde in het derde kwartaal van 2023 een nettowinst van 6,7 miljard euro, met een brutomarge van 51.9% en een nettowinst van 1,9 miljard euro. Het bedrijf noteerde in het derde kwartaal van 2023 2,6 miljard euro aan kwartaalboekingen, waarvan 0,5 miljard afkomstig is van de geavanceerde EUVtechnologie (Extreme Ultraviolet).
4 | TSM editie 5
CYCLUS Wennink: “De halfgeleiderindustrie bevindt zich momenteel in een neergaande cyclus en onze klanten verwachten dat het keerpunt eind dit jaar zichtbaar zal zijn. Klanten blijven echter onzeker over het herstel van de vraag in de industrie. Daarom verwachten we dat 2024 een overgangsjaar zal zijn. Op basis van ons huidige perspectief nemen we een meer conservatieve kijk en verwachten we een omzetniveau dat vergelijkbaar is met dat van 2023. Maar we kijken ook naar 2024 als een belangrijk jaar om ons voor te bereiden op de aanzienlijke groei die we verwachten in 2025. ASML verwacht R&D-kosten van ongeveer 1,030 miljoen euro en SG&A-kosten van ongeveer 285 miljoen euro. Het bevestigt de verwachting van sterke groei voor 2023, met een nettowinst die toeneemt tot bijna 30%, en een lichte verbetering van de brutomarge ten opzichte van 2022.”
DRIJFVEREN Ook CFO Roger Dassen van ASML denkt dat 2024 een overgangsjaar gaat worden. “Enerzijds denken we dat de omzet vergelijkbaar zal zijn met die in 2023. Anderzijds denken we dat 2024 een cruciaal jaar zal zijn om ons voor te bereiden op een zeer significante groei in 2025. Dat wordt om een paar redenen een groeijaar. Iedereen praat over de impact van elektrificatie, de energietransitie, AI, enzovoort. Dus die drijfveren zijn duidelijk aanwezig.” Ten tweede voorziet hij dat ASML in 2025 weer in een opwaartse trend komt, omdat een groot aantal klanten (chipsfabrikanten) fabrieken openen in 2024 en 2025. “Dat komt samen in een sterk 2025. Daarom verwachten we groei tussen 2025 en 2030.”
CRUCIAAL ASML is van cruciaal belang voor de Nederlandse maakindustrie. De machine-industrie is goed voor ongeveer 18% van de toegevoegde waarde van de Nederlandse industrie, dat is net zo’n groot aandeel als de chemische industrie en de voedingsindustrie. De toegevoegde waarde van deze industrie bedraagt ongeveer 16 miljard euro, en dat groeit dubbelcijferig, elk jaar. ASML is een belangrijke speler daarin. Het geeft per jaar ongeveer tien miljard euro uit aan inkoop, waarvan tachtig procent in Europa. De helft daarvan wordt besteed in Nederland, de andere helft voor een heel belangrijk deel in Duitsland.
TSM editie 5 | 5
Nieuws
Tuwi en Q-Fin gaan samenwerken Tuwi en Q-Fin zijn een samenwerking gestart. Tuwi gaat voortaan de kleinere machines voor het ontbramen, afronden en finishen van plaatdelen van de machineproducent uit Bergeijk verkopen. Voor de grotere en meer complexe machines zal de machineleverancier als Q-Fin Sales Partner fungeren. Onderdeel van de samenwerking is ook dat Tuwi voor al zijn klanten kan rekenen op de volledige ondersteuning van Q-Fin. “We kunnen elkaar enorm versterken”, zegt commercieel directeur Marco Mans van Tuwi over het nieuwe partnerschap. “De markt voor het ontbramen is sterk ontwikkeld. De plaatdelen die moeten worden nabewerkt, worden steeds complexer en het belang van automatisering neemt toe. Vanuit de rol als partner en adviseur voor onze klanten moeten wij kunnen vertrouwen op de kennis en kunde van onze leveranciers om hier adequaat op in te spelen. Dat geldt ook voor ontbraammachines. Q-Fin is de marktleider op dit gebied en beschikt over de machines, middelen en kennis om onze klanten maximaal te kunnen bedienen. De samenwerking met Q-Fin sluit dan ook perfect aan op onze strategie
HOLL AND PRECISION TOOLING
www.hptooling.nl
PONSGEREEDSCHAP LASERSNIJONDERDELEN KANTPERSGEREEDSCHAP
GOED GEREEDSCHAP IS HET HALVE WERK Amsterdamsestraatweg 33 Naarden 035-539 90 90 info@hptooling.nl
6 | TSM editie 5
waarbij we innovatieve metaalbedrijven in de Benelux samenbrengen met producenten van hoogwaardige metaalbewerkingsmachines.” BEREIK Anton Bax, eigenaar van Q-Fin, is eveneens enthousiast over de samenwerking. “We krijgen hiermee een paar extra ogen in de markt. Tuwi heeft als machineleverancier een enorm bereik en een heel goede naam in Nederland. Daarvan maken we graag gebruik.” Met de aanvullende marktkennis en het bereik van Tuwi dekt Q-Fin de Nederlandse markt optimaal af. Dit geeft de machinebouwer meer ruimte om zich te richten op de buitenlandse markten, waar ook flink aan de weg wordt getimmerd. Q-Fin blijft zelf machines verkopen in Nederland. Ook de samenwerking met leverancier van schuur- en slijpmiddelen Metaaltechniek in Amersfoort blijft bestaan. Patrick van Scherpenseel, accountmanager Benelux bij Q-Fin, voorziet een mooie synergie tussen de drie partijen. “Met een goede afstemming, korte lijnen en transparante communicatie kunnen wij de plaatbewerkers in ons land veel bieden qua ontbramen, afronden en finishen. Tuwi heeft jarenlange kennis en ervaring en volgt de markt op de voet. Hierdoor kunnen we proactief omgaan met de uitdagingen van morgen. We leveren een totaalpakket in plaats van alleen een machine. Q-Fin heeft de ontwikkeling en de bouw van machines, automatisering en software helemaal in eigen hand. Hierdoor kunnen we snel doorontwikkelen als er een bepaalde behoefte is in de markt. Metaaltechniek heeft alle kennis van slijp- en schuurmiddelen om onze machines maximaal te laten renderen en samen met ons voor ieder applicatieprobleem een oplossing aan te reiken.” KLEINERE MACHINES Tuwi gaat de kleinere machines van Q-Fin, zoals de handbediende TopGrinder en TopEdge, opnemen in het eigen assortiment en deze ook tentoonstellen in haar showrooms in Winterswijk en Dordrecht. Ook zijn ze opgenomen in de nieuwste editie van de saleskrant, die in aanloop naar de vakbeurs Metavak verscheen. Daarnaast kunnen de accountmanagers van Tuwi hun klanten meenemen naar Bergeijk, waar Q-Fin in zijn showroom en kenniscentrum het volledige assortiment kan demonstreren en er alle ruimte is voor productstudies, testen, trainingen en kennisoverdracht. Q-Fin staat ook op het punt het nieuwe onderkomen van Q-Fin Handling Solutions te openen. Deze afdeling richt zich helemaal op het ontwikkelen en produceren van oplossingen voor de automatisering van het ontbraamproces. Ook deze oplossingen kan Tuwi nu bij zijn klanten aanbieden.
Een op de drie technische bedrijven ergert zich aan vakonbekwame sollicitanten
Ondanks grote aanhoudende tekorten aan technisch vakbekwaam personeel staat de branche nog steeds negatief tegenover het aannemen van personeel uit andere sectoren. Maar liefst een derde (32%) van de technische bedrijven ergert zich aan vakonbekwame mensen die reageren op vacatures. Drie op de tien (29%) schrijven sollicitanten zonder de juiste diploma’s zelfs direct af. De reden? Ruim een kwart (27%) vindt dat het inwerken van zij-instromers meer kost dan het oplevert. Dit blijkt uit de zevende editie van de TechBarometer van technisch opleider ROVC, dat onderzoek deed onder ruim 1.000 HR-beslissers, 2.700 technici en 1.000 potentiële zij-instromers naar de stand van zaken in de technische branche. De terughoudendheid wat betreft het aannemen van zij-instromers is logischerwijs ook terug te zien in het aantal organisaties dat investeert om deze groep aan te trekken. Slechts 44 procent van de bedrijven zet zich actief in om meer zij-instromers te werven. Dat is opmerkelijk, aangezien de branche al jaren staat te springen om personeel. Het aantal openstaande vacatures bij technische bedrijven is anno 2023 zelfs met maar liefst 45 procent toegenomen. En de komende jaren wordt geen verbetering verwacht: acht op de tien HR-beslissers (79%) denken de komende vijf jaar nog
een tekort aan technisch personeel te hebben. Dat zij-instromers een belangrijke oplossing vormen voor het terugdringen van het aanhoudende technicitekort in ons land, is iets dat 57 procent van de technische bedrijven wél onderstreept. Toch blijft bereidheid om hierin te investeren achter. NOODZAAK “Een gemiste kans”, aldus John Huizing, directeur van ROVC. Hij licht toe: “Techbedrijven blijven vasthouden aan strenge eisen voor personeel, ondanks dat de meeste ervan met
de handen in het haar zitten vanwege enorme, aanhoudende tekorten aan vakbekwame technici. Hoewel sommige bedrijven de noodzaak van het aannemen van personeel uit andere sectoren zien, blijft concrete actie in vele gevallen uit. Veel techbedrijven weten niet hoe ze deze groep efficiënt kunnen inzetten, en dat is zonde. Het inwerken van onervaren personeel hoeft absoluut geen langdurig of ingewikkeld proces te zijn. Bij begeleid leren op de werkplek begeleidt een ervaren vakman de startende techneut bij alle aspecten van leren op de werkplek, van instructie tot reflectie. Dit vergt weliswaar een tijdelijke investering, maar het levert veel meer op. In eerste instantie krijg je een functioneel inzetbare medewerker, dat wil zeggen iemand die routinematige taken kan overnemen. En na de inwerktijd wordt het zelfs een duurzaam inzetbare medewerker, en die zijn heel hard nodig. Ik roep bedrijven daarom op om te kijken naar slimme en flexibele oplossingen zoals deze.”
TSM editie 5 | 7
Nieuws
CEA en Siemens werken samen aan onderzoek naar digital twins
Siemens Digital Industries Software en CEA-List, een technologisch onderzoeksinstituut dat zich richt op onderzoek naar slimme digitale systemen, hebben vandaag de ondertekening van een memorandum van overeenstemming aangekondigd. Hierin is overeengekomen dat ze gaan samenwerken aan onderzoek om de mogelijkheden van digital twins verder uit te breiden en te verbeteren met kunstmatige intelligentie, en een grotere integratie van ingebedde software op zowel virtuele als hybride platforms gaan verkennen. De onderzoekssamenwerking brengt de gecombineerde industriële expertise van beide organisaties samen met het Siemens Xcelerator-portfolio en de gereedschapsset van CEA-List om de barrières tussen elektronisch ontwerp, softwareontwikkeling en werktuigbouwkundige disciplines te doorbreken met behulp van digitale tweelingtechnologieën. Verwacht wordt dat dit klanten aanzienlijk zal helpen de tijd en kosten van verificatie en validatie te verminderen, aanzienlijke verbeteringen in productkwaliteit te bevorderen, en de time-to-market te versnellen gedurende de volledige levenscyclus van elektronische systemen; van architectuurverkenning tot ontwerp en ontwikkeling. Daarnaast zal worden onderzocht hoe digitale tweelingtechnologieën kunnen worden toegepast in domeinen zoals autonoom rijden, slimme robotica en de gezondheidszorg.
8 | TSM editie 5
KRACHT “Met de sterke toename van de elektronica- en softwarecomponenten in producten en systemen is er duidelijk behoefte aan oplossingen voor multi-domein en multi-fidelity systeemsimulatie om meerdere ontwerp- en verificatie-uitdagingen aan te pakken”, aldus Jean-Marie Brunet, VP&GM van de Hardware Assisted Verification Division van Siemens Digital Industries Software. “We delen de visie met CEA van een nog uitgebreidere digitale tweeling en geloven dat we deze visie kunnen realiseren door de kracht van het Siemens Xcelerator-portfolio, omdat het alles omvat, van Electronic Design Automation-software en hardwaretools tot systeem-, sensor- en multifysica-simulatiesoftware. We verwachten dat deze samenwerking met CEA-List de toepassingsgebieden en technologische breedte van deze oplossingen verder zal uitbreiden.”
EXPERTISE CEA-List ontwikkelt gereedschappen voor snelle virtuele simulatie van geïntegreerde schakelingen. In combinatie met digital twins maakt dit het mogelijk om hardware te simuleren voordat hij daadwerkelijk wordt gerealiseerd, en software te testen voordat de hardware operationeel is. “Bij CEA-List zijn we verheugd om samen te werken met Siemens, dat onze gemeenschappelijke visie deelt over het belang van een meer holistische digital twin. CEA-List zal zijn expertise bijdragen op het gebied van digitale technologieën en gereedschappen voor immersieve en functionele digital twin-platforms (XDE en Papyrus), kunstmatige intelligentie en codeverificatiegebieden”, aldus Alexandre Bounouh, CEO van CEA-List. “We geloven dat de digital twin-onderzoeksroute van Siemens en CEA-List best-in-class gereedschappen kan bieden voor het genereren van snelle immersieve en functionele digital twins die zijn verrijkt met kunstmatige intelligentie. Dit kan zeker de concurrentiepositie van bedrijven versterken, door digital twin-technologie vroeg te integreren om te innoveren in producten en processen, terwijl de milieu-impact wordt verminderd.”
www.wortelboer.ws PLAATKANTENFREESMACHINE CHP-60G Laskanten frezen met automatische voeding van de plaat of
langs de plaat.
Max. afschuinlengte van 60 mm. Plaatdikten van 10 - 70 / 100 mm. Hoekstand 15° tot 70° instelbaar. Werkhoogte 750 - 950 mm. Freest met hardmetalen wisselplaten
Verkoop. Verhuur. Geschikt voor alle metaal soorten. Tevens vele uitvoeringen mogelijk. Kleinere machines beschikbaar.
Verdere producten: machines voor pijp– en plaatbewerking, pijpleidingconstructies en transportabele metaalbewerking. Ook diverse gereedschappen en toebehoren hiervoor.
Th. Wortelboer B.V. - Heumen Tel. 024 358 65 14
info@wortelboer.ws
NIEUW!
ONTBRAMEN KANTEN AFRONDEN FINISHEN LASER OXIDE VERWIJDEREN SLAK VERWIJDEREN PRECISIE SLIJPEN
HALL
STAND
5 101 7-10 NOVEMBER
ONTDEK UW ONTBRAAMOPLOSSING! TIMESAVERSINT.COM
VARYTAP
machinetap voor blind gat
Unieke geometrie Ongekende prestaties
SCANNEN
voor meer inf0!
NEOTAP
machinetap voor doorlopend gat
Würth Nederland B.V. • Het Sterrenbeeld 35, 5215 MK ‘s-Hertogenbosch • www.wurth.nl
TSM editie 5 | 9
Nieuws
‘Geautomatiseerd uitwisselen van gegevens van groot belang om concurrerend te blijven’ Voor maakbedrijven die aan elkaar toeleveren is het geautomatiseerd uitwisselen van gegevens van groot belang om op de langere termijn concurrerend te blijven. Dat schrijft ING in een analyse van digitaliseringskansen en -uitdagingen in de productieketen van de maakindustrie. Hoe meer bedrijven zijn aangehaakt bij een digitale productieketen, hoe groter de voordelen voor de keten als geheel. Door eerst een solide digitale basis te creëren en vervolgens geleidelijk op te schalen, kunnen bedrijven deze voordelen optimaal benutten. Druk vanuit eindproducenten en sectorbrede datastandaarden versnellen dit proces. Er zijn echter ook vertragende factoren. Niet de technologische mogelijkheden, maar moeizame acceptatie en implementatie staan ketendigitalisering vaak in de weg. Vooral kleinere toeleveranciers hebben moeite om digitale kansen te benutten. Brancheorganisaties en grotere afnemers uit de branche kunnen hen daarbij ondersteunen. Samenwerken, schaal vergroten en investeren in ICT-kennis en -kunde is de weg vooruit. Daarnaast is het zaak ervaring met digitale toepassingen op te doen en kan deelname aan één van de vele branche-initiatieven uitkomst bieden.
TWEE WEGEN Digitalisering bij plaatbewerkingsbedrijven is gemiddeld genomen meer gangbaar dan bij verspanende bedrijven. Vanwege meer productuniformiteit, grotere series en - gemiddeld genomen - minder complexe bewerkingen is het voor de eerste groep op de korte termijn lucratiever om in digitalisering te investeren. Bij het digitaliseren van de gegevensuitwisseling zijn dan minder verschillende leverings- en factureringsafspraken nodig, en de uitval is lager. Op de lange termijn versterkt het digitaal aan elkaar verbinden van bedrijven die al nauw samenwerken de concurrentiepositie, ook wanneer zij complexere producten in kleinere series maken. Dit proces verloopt via twee wegen:
10 | TSM editie 5
•
•
Hoe meer bedrijven zijn aangehaakt, hoe hoger de opbrengsten en hoe vaker digitale koppelingen als voorwaarde gaan gelden om te mogen leveren. Data vanuit toeleveranciers en afnemers zijn nodig om een zo actueel en nauwkeurig mogelijk beeld te hebben van de actuele marktsituatie. Vraaguitval en verstoringen in de toeleveringsketen worden steeds sneller inzichtelijk naarmate meer bedrijven geautomatiseerd data met elkaar uitwisselen.
ACTEREN Op het traject richting Industrie 4.0 zijn softwarekoppelingen tussen IT-systemen binnen én buiten de fabriek nodig om de benodigde data binnen te krijgen voor procesoptimalisatie. Dit vormt de basis voor data-analyse en efficiënte procesaansturing. Voor partijen die meer aan het einde van de productieketen (downstream) acteren is vooral tijdige keteninformatie over aanbodverstoringen van belang. Het risico op een verstoring wordt met elke extra schakel namelijk groter. Andersom zijn het vooral vraagveranderingen bij eindfabrikanten die vertraagd in de keten doorsijpelen en via een zweepslag- of opslingereffect tot grote volatiliteit bij partijen aan het begin van de keten leiden. Geautomatiseerde informatievoorziening is daardoor voor de hele keten van belang om sneller op onvoorziene omstandigheden te kunnen anticiperen. Iets waar vanwege de recente ervaring met langdurige ketenverstoringen nog meer waarde aan wordt gehecht dan voorheen. Niet de technologische mogelijkheden, maar de acceptatie en implementatie ervan staan ketendigitalisering vaak nog in de weg. Er zijn een aantal zaken die de totstandkoming vertragen, waarbij geldt dat kleinere bedrijven ondanks hun wendbaarheid meer last van barrières hebben dan grotere bedrijven. Slechts een minderheid van de Nederlandse bedrijven met minder dan vijftig werknemers maakt gebruik van ERP-software, terwijl vanaf vijftig werknemers een ruime meerderheid dit doet. Ook van verkoop via digitale (Electronic Data Interchange) koppelingen wordt bij kleinere bedrijven duidelijk minder gebruikgemaakt dan bij grotere. Grote bedrijven (met meer dan honderd werknemers) communiceren
bijna vijf keer zo vaak via EDI-koppelingen als kleine bedrijven (met tussen de tien en twintig werknemers). INTERNE BELEMMERINGEN Digitale toepassingen vragen andere kennis en kunde van personeel. Ook ervaren vakmensen moeten daarvoor vaardigheden leren. Ontgroening en vergrijzing maken dat vaak een uitdagend proces. Het aantal ‘digital natives’ onder werknemers is beperkt en het kost tijd en geld om oudere mensen bij te scholen. Technische handelingen worden bovendien steeds vaker door software aangedreven, waardoor personeel verder van de kernprocessen komt af te staan. Dit levert weerstand op. Ook uit recent onderzoek van Panasonic Connect Europe komt naar voren dat bedrijven wel verwachten met technologie hun productiviteit te kunnen verhogen, maar dat ze daarbij met grote kennis- en vaardigheidsbarrières worden geconfronteerd, specifiek als het om digitale transformatieprojecten gaat. De maakindustrie staat nog te afwachtend tegenover digitalisering. Een gebrek aan digitale ervaring versterkt die houding. De meerwaarde van digitalisering is voor producenten nog relatief onbekend en het thema wordt veelal als complex gezien. De digitale mogelijkheden nemen toe, en het wordt voor achterblijvende bedrijven steeds moeilijker om aan te haken. Daarnaast blijken ERP-implementaties soms heel wat voeten in de aarde te hebben. Dat kan afschrikken. Verder speelt algemene behoudendheid uit vrees voor productiebelemmeringen of ontoereikende cyberbeveiliging een rol, net als onzekerheid rond de terugverdientijd. Die is bij digitale toepassingen vaak minder goed te kwantificeren dan bij de aanschaf van een machine of robot. Losstaande ketenkoppelingen met partners of een datanetwerk als SCSN zijn betaalbaar, maar alles tezamen brengen (aanpassingen en updates van) softwarepakketten en ingehuurd of eigen IT-personeel voor kleinere bedrijven relatief hoge kosten met zich mee. Onder bestaand personeel is er naast onvoldoende kennis vaak onvoldoende geld en tijd om ermee aan de slag te gaan. GEWOON BEGINNEN Binnen succesvolle technologische ecosystemen - bijvoorbeeld de Brainport-regio - staat samenwerken en kennis delen centraal. Innovatieve bedrijven vinden niet opnieuw het wiel uit, maar leren van elkaar en creëren samen nieuwe tech-
Nieuwe UT-faciliteit geopend:
Advanced Manufacturing Centre (AMC)
voor slimme industriële oplossingen nieken en producten. Voor hen is het realiseren van een digitale productieketen makkelijker. Gezien de toenemende complexiteit van producten en maakprocessen, en de veeleisende omgeving waarin bedrijven opereren, betaalt schaalvergroting zich ook al snel uit. Een zekere omvang is nodig om voldoende tijd en middelen in (keten-)digitalisering te steken. Zaak is om continu stappen te zetten in de richting van digitale volwassenheid. Hoewel een lange-termijnplan en digitaliseringsstrategie de voorkeur verdienen, is zo snel mogelijk kleine stappen zetten om digitale ervaring op te doen beter dan afwachten. Kleine stappen op deelterreinen kunnen op termijn veel opleveren. Het heeft de voorkeur om ICT-specialisten in dienst te nemen. Een ‘ICT-bril’ biedt een andere kijk op de benodigde aanpassing van bedrijfsprocessen om echte veranderingen door te voeren. Een goed alternatief is de inhuur van externe ICT-specialisten met ervaring in industriële automatisering en digitalisering. Uiteindelijk bepaalt niet de technologie de meerwaarde voor het bedrijf, maar de manier waarop hij wordt toegepast. Daarvoor is naast kennis en kunde, flexibiliteit vereist. Door de meerwaarde helder te maken, kan het personeel worden meegenomen in de digitaliseringsslag.
Fraunhofer Innovation Platform for Advanced Manufacturing van de Universiteit Twente biedt onderzoeksondersteuning aan de maakindustrie in Oost-Nederland. Onlangs is in dat kader een nieuwe faciliteit geopend: het Advanced Manufacturing Centre (AMC) op het Kennispark, naast de universiteit in Enschede. Het AMC maakt het voor fabrikanten mogelijk om slimme industriële oplossingen te ervaren en te verkennen. Het AMC biedt een uniek platform in Nederland waar bedrijven ideeën en alternatieven kunnen uitproberen, zodat ze de best mogelijke informatie krijgen voordat ze zich committeren aan grote investeringen. Dit is vooral belangrijk voor kleine bedrijven die zich geen eigen onderzoek en ontwikkeling kunnen veroorloven. De locatie is opgebouwd rond twee grote demonstrators. De ene is gebaseerd op de procesketen van 3D-metaalprinten en de andere op een herconfigureerbaar, modulair assemblageproces. Beide zijn sterk geautomatiseerd en worden ondersteund door geavanceerde digitale twins die worden aangestuurd door real-time gegevens. Fabrikanten worden voortdurend uitgedaagd om betere producten te leveren, met een kortere time-to-market en tegen lagere kosten. Consumenten voegen hier nog meer uitdagingen aan toe door oplossingen te vragen die vaak kleine batchgroottes vereisen. De enige manier om deze uitdagingen aan te gaan is door betere productietechno-
logie te ontwikkelen , ondersteund door digitale modellen en nieuwe AI-concepten. Het AMC biedt een platform om dit te onderzoeken, mede op basis van de specifieke behoeften van industrieën in de regio. Het Fraunhofer Innovation Platform aan de UT (FIP-AM@UT) bestaat uit een multidisciplinair team van gemotiveerde ingenieurs die zich richten op oplossingen voor de lokale maakindustrie. Deze ingenieurs putten uit de aanzienlijke kennis en expertise van de UT en het Fraunhofer Institute for Production Technology, gevestigd in het Duitse Aken, en via de rest van het Fraunhofer-netwerk. Geavanceerde concepten kunnen worden onderzocht ten behoeve van de industrie in de regio. Gestimuleerd door regionale, nationale en Europese financiering biedt het FIP-AM@UT een onestop-shop voor bedrijven die slimme industriële oplossingen willen verkennen die aan hun behoeften voldoen.
INDUSTRIËLE OPLOSSINGEN VOOR PUNTLASSEN · PROJECTIELASSEN MOERENLASSEN · ROLNAADLASSEN STIFTLASSEN
KOM PROEFLASSEN MET UW EIGEN PRODUCT
WWW.LASKAR-PUNTLASTECHNIEK.COM
TSM editie 5 | 11
Thema: plaatwerk
Trends in plaatbewerking? Energie en software
Mathijs Wijn van LVD
Aan de vooravond van BlechExpo in Stuttgart laten Trumpf, Bystronic en LVD hun licht schijnen over de trends op het gebied van plaatbewerking. De drie leveranciers zien twee ontwikkelingen. Energie zorgt meer en meer voor een uitdaging. Dus moet duurzamer geproduceerd worden. En de vraag naar verdere digitalisering groeit.
M
enko Eisma, directeur van Trumpf Nederland, was onlangs bij een bijeenkomst van FME. Onderwerp: opslag van energie. Het duizelde hem bijna voor de ogen, zoveel aspecten passeerden de revue. Hoe zit het met de opslag van energie? En het opwekken er van? Wat zegt de politiek? En wat zegt de wet? En vandaag de dag zetten panelen op het dak het zonlicht om in energie voor de elektrische auto, maar kan het ook zomaar zijn dat binnenkort de elektrische auto energie levert aan je huis? En hoe doen we dat in de plaatbewerking? “De belangrijkste trend in plaatbewerking - en in de hele industrie – draait om hoe we met energie omgaan. Dus kijken we naar het energiegebruik van plaatbewerking, maar ook hoe we efficiënter met de productiemethoden en het materiaal omgaan. Zelfs de digitalisering staat in dienst van duurzaamheid.” Eisma vindt dat iedereen in de industrie wat kan bijdragen. Sterker, een plaatbewerker mag zich afvragen of zijn proces nog wel duurzaam is. En als dat niet zo is, zou hij dan nog wel die productiemethode moe-
12 | TSM editie 5
ten blijven hanteren? Of zijn er alternatieven: efficiënter nesten, ander materiaal, nieuwe methoden? “Per saldo moeten we met zijn allen investeren, of je een klein of een groot bedrijf bent, in duurzamere, betere productiemethoden. De overheid kan hierbij helpen. Ik zie in omringende landen veel subsidies en fiscale voordelen voor koplopers in de energietransitie. In Nederland gebeurt dat wel bij huishoudens, maar voor bedrijven is er te weinig steun beschikbaar.” Daarbij werkt het huidige energienet niet mee. Er is geen plek op het landelijke energienet en het duurt waarschijnlijk nog wel even voordat er genoeg aansluitingen zijn voor nieuwe machines. Eisma: “Dat is de praktijk. Dan kan je hier wellicht flexibeler mee omgaan. Als jouw machine niet draait, kan je buurman jouw energie misschien wel even gebruiken. En vice versa. Dat is het begin van een oplossing voor een soort machine-sharing. Wat het ene bedrijf over heeft, kan het andere gebruiken. Op dit moment is het verboden, maar er is regelgeving in de maak om het toch mogelijk te maken. Zo kunnen we op klein niveau vraag en aanbod afstemmen.”
Daarom VIBA
Plaatwerk produceren met Dener scharen en kantpersen
‘VIBA neemt ons zorgen en denkwerk uit handen, want bij een lijmvraagstuk begeleiden ze het hele proces.’ • Tweecomponentenlijmen • Flexibele lijmen en afdichtingskitten • Secondelijmen • UV lijmen • Borgmiddelen • Dubbelzijdige tapes VIBA is dé expert in chemische verbindingsoplossingen.
Neem contact op met onze specialisten: T +31 (0)79 33 06 700 • E sales@viba.nl • www.viba.nl
Pagina-Benelux-192x136.indd 2
Ook dat is ines Jörg Mach
• 100% elektrisch • Laag energieverbruik • Hoge efficiëntie en nauwkeurigheid • Hoge buigsnelheid 0488 - 482 087 info@jorg.com www.jorg.com
12/04/23 10:02
TSM editie 5 | 13
Thema: plaatwerk
“Het begin van een oplossing voor een soort machinesharing”
Anne-Roos Woolderink van Bystronic BETROUWBAAR Ook Anne-Roos Woolderink van Bystronic ziet dat stroomproblemen stringenter worden bij machinebouwers. “Daarom is volgens mij de transitie van CO₂ naar fiber zo belangrijk. Een fiberlaser gebruikt veel minder energie en is veel rendabeler in onderhoud dan CO₂-apparatuur. We proberen ook stikstofgeneratoren bij onze klanten aan te bieden. Daarmee kan je met de overcapaciteit van je zonnepanelen in het weekeinde je stikstofsysteem laten draaien. Zo sla je stikstof op in bundels, zodat je voor je laser doordeweeks gratis stikstof hebt. Het is een unit van 2,2 meter bij 2,2 meter, die zonder vergunning geplaatst kan worden. Slim omgaan met energie en duurzaam ondernemen.” Daarnaast blijft volgens haar software belangrijk in de plaatbewerking. Offline programmeren is al een tijdje bekend, maar Bystronic heeft eigen ERP-software geschreven op basis van Dynamics 365 Business Central, waarmee je direct connectie met de CAM-software krijgt. “Je kan zo nog specifieker op productniveau een prijsstrategie kiezen. Je kan bijvoorbeeld bij een volgeneste plaat het restmateriaal wel of niet doorbelasten aan een klant. Bij koper wel, bij staal niet. Dat zijn strategieën die je kan automatiseren.” Verder kan door de digitalisering veel ‘papier’ van de werkvloer af. Alles is te vinden op terminals bij de lasersnijder, op de kantbank, maar ook bij processen als lassen of tappen en op kantoor. Het hele maakproces kan van order tot en met gereed product live worden gevolgd op een dashboard. Woolderink: “Dat geeft inzicht in je planning, de status en de locatie van een product. Met dit inzicht ben je in staat het productieproces te optimaliseren met als doel meer output te genereren met dezelfde hoeveelheid mensen.” Het gaat volgens haar namelijk niet alleen meer over de snelste machine, het gaat om een afgestemd en betrouwbaar proces. En dus de tools op
14 | TSM editie 5
de machine die de betrouwbaarheid van het proces bewaken in combinatie met software en automatisering zijn key-factoren voor de huidige plaatbewerker. USB-STICK Mathijs Wijn van LVD twijfelt geen seconde. “Plaatwerk gaat om automatisering, robotisering en digitalisering. Nog steeds. En dan vooral digitalisering, met meer koppelingen met een ERP-pakket. De software schiet continu heen en weer, van offerteaanvraag tot orders. Juist bij kleinere mkb-bedrijven. Die hebben namelijk geen vier mensen op de werkvoorbereiding. Een offerte moet dus zo automatisch mogelijk de deur uit.” Werkvoorbereiding is een uitstervend beroep en slimme software neemt die plek in. “Software kan tegenwoordig ook meer. Onlangs was er een klant die vond dat de softwarecomponenten kostbaar waren. Ik stelde de wedervraag wat de productie hem zou hebben gekost zonder de huidige software. Hij gaf toe dat hij dan de betreffende producten überhaupt niet hadden kunnen maken. Dat zegt genoeg.” Wijn geeft een ander voorbeeld. Hij was bij een klant en hij heeft vier uur gesproken. Het enige waarover het ging? De koppelingen met de ERP-software. “Dat een machine goed is, dat geloven ze wel. Die hebben zien staan bij andere plaatbewerkers. Maar de software bepaalt de keuze: hoe krijgen ze alles gekoppeld. En als dat lukt, wakker je hun creativiteit aan. Een tekening omzetten of een andere zetvolgorde is dan in een minuut gedaan, in plaats van in een half uur.” Dus wordt LVD meer en meer een softwarebedrijf? “Nee”, lacht Wijn. Ofschoon klanten tegenwoordig langskomen met een usb-stick om te kijken wat de software kan doen. “Een machine blijft altijd het hart. Dat hart moet kwalitatief goed zijn.”
Beeld: Limit fotografie
Interview
Scheidend Timesavers-directeur Paul Hartendorp:
“Ik ben echt met Timesavers getrouwd” Paul Hartendorp stopt na 27 jaar als directeur van Timesavers. Toen hij begon, was Timesavers op sterven na dood. Nu floreert de fabrikant van industriële breedbandschuurmachines als nooit tevoren. Frans Huvers volgt hem op. Een gesprek met de gaande en komende baas van het Zeeuwse bedrijf. “Ik zit hier nu 27 jaar en heb alles meegemaakt met dit bedrijf. Maar ik moet het loslaten.”
Paul Hartendorp (rechts) en Frans Huvers
TSM editie 5 | 15
Interview
“
Weet je waar de naam Safan voor staat?”, vraagt Paul Hartendorp. De vertrekkend directeur van Timesavers sluit na 27 jaar de deur bij het Zeeuwse bedrijf. “Dat betekent Samenwerkende Fabrieken Nederland. In de jaren zestig hadden vijf verschillende productiebedrijven zich verenigd. Ze wilden allemaal exporteren, maar wisten helemaal niet hoe dat moest. En daar was Linden - de voorloper van Timesavers - een van de bedrijven van. Dat ging jaren goed, maar op een gegeven moment wisten de ondernemingen hoe de internationale handel moest worden bedreven en viel het samenwerkingsverband uit elkaar. Een van de vijf heeft de naam behouden”. Hartendorp blikt terug. In 1996 werd Linden overgenomen door het Amerikaanse Timesavers. Vooral vanwege het distributienetwerk dat het van oorsprong Rotterdamse bedrijf had opgebouwd. Alleen waren de Amerikanen vergeten dat in de rest van wereld andere standaarden worden gebruikt. Zij werken met 60 hertz, inches en UL en wij met 50 hertz, centimeters en CE. Hartendorp kwam aan boord als financiële man, niet als directeur. “Ik hoefde helemaal geen directeur te worden. Ik had een prachtig managementteam om me heen, met goede technici op engineering en manufacturing, en een topper op de verkoop. Het team was goed en we zijn keihard aan de slag gegaan. En ik denk dat het wel is gelukt.” Frans Huvers knikt. Hij is de nieuwe directeur en loopt al een paar weken mee. “Het is een mooi bedrijf dat hij achterlaat. Wat mooi is, is dat er een hele groep gepassioneerde medewerkers is. En ze zijn heel loyaal. Een groot deel van de mensen werkt hier meer dan 25 jaar. En ik vind dat je ondanks je financiële achtergrond ook een heel goed zakelijk instinct hebt. Met oog voor marketing en sales.” Hartendorp: “Ik heb inderdaad altijd gekeken naar de wereld achter de financiële cijfers. Dat neemt niet weg dat ik blij ben dat we heel bewust als Timesavers hebben gekozen voor een techneut. We hebben geen gewone manager nodig. We zitten in een opbouwende fase, we gaan nog ver groeien. Daar hebben we iemand voor nodig die verstand heeft van
Frans Huvers: “Die tocht naar innovatie hoort bij de mix van een goedlopend bedrijf ”
logistiek en productie. Ons huidige product is prima, ons imago is uitstekend. Daar hoeft de focus nu niet te liggen. Ik denk dat we moeten kijken naar het innovatieve karakter van ons bedrijf. Een van de eerste vragen die ik aan Huvers stelde, was: ‘stel dat je moet kiezen tussen een nieuwe markt ontwikkelen of sturen op meer efficiëntie, wat zou je doen?’. Hij antwoordde dat het met de efficiëntie wel goed zou komen, maar dat nieuwe kansen vaak maar één keer voorbijkomen.” Huvers: “Waarom kiezen voor iets nieuws en avontuurlijks? We kunnen met een paar stappen de efficiëntie van Timesavers verhogen. En dat moet je ook doen. Maar een nieuwe markt ontginnen? Die tocht naar innovatie hoort bij de mix van een goedlopend bedrijf. Zie en herken kansen.” Hartendorp: “Waar liggen de kansen? Die lijken in Amerika te liggen, het thuisland van Timesavers. Toen we in 1996 hier opnieuw begonnen, hebben we duidelijk aangegeven dat de Amerikaanse markt voor de Amerikaanse collega’s is. Wij concentreerden ons op Europa en Azië. Dat ging prima en de Verenigde Staten hebben we altijd links laten liggen. Tot corona kwam. Toen gingen we nadenken over onze afzetgebieden en bedachten we dat we ons Europese concept en onze Europese machines best weleens in de VS kunnen plaatsen. Kijken hoe dat loopt, want Amerika zit anders in elkaar. Daar moet een machine heel functioneel zijn, grofstoffelijk stevig en robuust. Mooi hoeft daar niet. We hebben ons concept daar neergelegd en het werd een enorm succes. Nu gaan we opschalen.” Huvers: “Dat gaat vanuit hier. Vanuit Zeeland. Want zij kunnen de machines niet zo bouwen zoals wij dat doen. Wij zijn bekend om de roterende borstelmachines. In Amerika is dat nog nauwelijks van de grond gekomen. Daar ligt een enorme potentie.” Als die Amerikaanse markt inderdaad zo succesvol zal zijn, heeft Timesavers op de huidige locatie in Goes mogelijk een probleem. Het zit in een mooi en karaktervol pand in de stad, maar de ruimte beperkt groei. Nu is er een tweede locatie in Kruiningen, op een klein kwartiertje rijden van het hoofdkantoor. Daar is men bezig met het ontwikkelen van de nieuwste generatie van de 32 RB machines. Het model is niet nieuw, maar de manier van bouwen is anders. De basisgedachte is dat een machine modulair wordt opgebouwd, waarbij de delen op het laatste moment worden geassembleerd. Zo maak je minder onderdelen en kan je een machine 25 tot 30 procent sneller bouwen. Huvers: “We willen een verdubbeling van de productie mogelijk maken, zonder dat we weer een nieuw gebouw moeten uitzoeken. Er zijn wel ideeën om het huidige pand te verlaten. Het is hier mooi, maar het is ook oud. De gemeente Goes springt om ruimte voor woningbouw en wij zijn klaar voor een volgende stap. Hoe concreet deze plannen bij elkaar komen, weet ik nog niet. We moeten eerst een soort blauwdruk maken van hoe onze fabriek van de toekomst eruit moet komen te zien. Dan kunnen we verder met eventuele verhuisplannen. We willen wel weg, maar dat moet goed gebeuren.” Hartendorp: “Er zijn nog genoeg innovaties mogelijk. Op dit moment bedienen we twee markten: ontbramen en precisieslijpen. Ook in die precisieslijpmarkt zit nog veel potentie. Er bestaan freesbanken en steenslijpers. Een freesbank is snel en grof, een steenslijper is langzaam en precies. Tussen die twee velden hebben we een jaar of twintig geleden een machine ontwikkeld voor precisieslijpen. Niemand gelooft dat je met schuurpapier titanium kunt slijpen. Wij kunnen dat, maar hebben het nooit groot in de markt gezet. Het is nu nog een niche.”
16 | TSM editie 5
Huvers: “We hebben de capaciteiten nu niet, maar het is wel een kans. Ik heb er oren naar.” Hartendorp: “En dat is slechts een van de kansen die er zijn. In Stuttgart, tijdens de Blechexpo, zullen we een aantal innovaties tonen die uiteindelijk gaan leiden tot een nieuwe generatie machines.”
Paul Hartendorp: “Hij heeft dezelfde passie voor dit bedrijf als ik”
Huvers: “In de toekomst zal een ontbraammachine meer en meer mensonafhankelijk worden. In Stuttgart zul je een retourtafel met robot in combinatie met de machine zien. Maar we zijn bezig om het ontbramen modulair in een productieproces te kunnen schakelen. In de toekomst kan een machine zich automatisch instellen naar de dikte van een product. Of dat je een recept kan ingeven via een barscanner. En dat er pick&place-oplossingen komen. Er is nog zoveel verder te ontwikkelen. Bij mijn vorige werk heb ik weleens een ontbraammachine gekocht. Het eerste waar ik tegenaan liep, was dat ik een medewerker voor en achter de machine moest plaatsen. Dat vond ik vreemd, en het was destijds onontgonnen gebied. En nog iets: plaat wordt altijd vet gesneden en vet is een probleem voor schuurpapier. Ik denk erover na hoe we die rollen op een of andere manier kunnen reinigen. Ik ken het probleem uit de praktijk. En misschien heb ik ook wel een oplossing.” Hartendorp: “Wat we ook laten zien in Stuttgart is de ontwikkeling van een schoonmaakband met een biologisch afbreekbaar schoonmaakmiddel om de matten reinigen. Waarom is dat van belang? Met name bij aluminium komt heel veel stof vrij, waardoor de plak-/houdkracht van de transportmat afneemt. Dus je moet regelmatig reinigen en dat is een flinke klus. Daarom hebben we een speciale band ontwikkeld die gewoon op het schuuraggregaat wordt gelegd. Door te sprayen op de mat, kan je het binnen een paar minuten terugbrengen naar de oorspronkelijke staat. Dat hij echt weer 100 procent grip heeft.” Huvers: “We laten op de beurs ook een nieuwe camera zien. Deze camera zit in het frontpaneel, zodat de operator tijdens het opleggen van producten, direct zicht heeft op wat er in en achter de machine gebeurt.” Hartendorp: “Dat is een nieuw idee van een jonge engineer van ons. Jongeren denken toch anders. Wij zagen niet dat de oorspronkelijke camerapositie onhandig was, we waren het gewend. Nieuwe ogen zien dat wel.” Hartendorp: “Er is een ding dat ik nooit heb begrepen: bijna niemand kijkt naar een oplossing voor slakslijpen. Er zijn zoveel bedrijven die de slakken met een hamertje staan af te tikken.” Huvers: “Dat deden wij ook, met een naaldhamer nota bene. Dat gaf altijd een bende. En veel stof. Niet normaal.” Hartendorp: “We hebben een paar jaar geleden al een aggregaat hiervoor ontwikkeld. Wij noemen het de ‘hammerhead’. Stalen pinnen slaan de metaalslakken eraf en daarna gaat het product onder door een schuuraggregaat. Zo worden de laatste bramen ook verwijderd. De scherpe randen kunnen met roterende borstels worden afgerond. Een prachtig resultaat op een vacuümtafel. Altijd schoon.” Huvers: “Ik denk dat veel mensen niet eens weten dat het bestaat.” Hartendorp: “Al jaren. We hebben het ontwikkeld met een borstelleverancier. Die maakte kleine schijfjes met van die pinnetjes. Hij dacht mee en zei: je moet bij de grote wals het rubber eraf halen en die pinnen in een spiraalvorm erop plaatsen. Dat was een briljant idee. We hebben onze engineering erbij gehaald en even gebrainstormd. We zijn nu dus al twee generaties verder.” Huvers: “Dat is nog steeds een groei-kans.” Hartendorp: “Ik zit hier nu 27 jaar en ik heb alles meegemaakt met dit
bedrijf. Maar ik moet het loslaten. Dat wordt heel lastig. Ik ben echt met Timesavers getrouwd. De eerste november ben ik weg.” Huvers: “Het is niet zo dat ik met een druk op de knop de zaak even overneem. Dat zou onverantwoord zijn. Maar we hebben samen een mooie stap gemaakt. Ik heb een heel goed gevoel bij Paul en volgens mij is dat wederzijds. Voor mij had het afscheid nog niet gehoeven.” Hartendorp: “Ik wil zelf niet blijven. Hij heeft dezelfde passie voor dit bedrijf als ik. Dat is goed.” Huvers: “We vinden allebei dat de mens het verschil maakt. Dat is het belangrijkste.” Hartendorp (glimlachend): “Maar na 27 jaar is het ook wel een keer mooi geweest. Tijd voor andere dingen en een opvolger.”
Amerikanen De geschiedenis van Timesavers in Goes begon in 1939, toen Arie van der Linden in Rotterdam een reparatiewerkplaats voor houtbewerkingsmachines begon, onder de naam Linden. Het bedrijf begon zich ook te specialiseren in slagschuurmachines en trommelschuurmachines, voor de houtindustrie. Vanaf de jaren 70 begon het bedrijf niet alleen houtbewerkingsmachines te bouwen, maar ook metaalbewerkingsmachines voor staal, aluminium, koper en roestvrij staal. In 1996 werd Linden overgenomen door het Amerikaanse Timesavers. Aanvankelijk om een Amerikaanse specialist van houtbewerkingsmachines toegang te geven tot het netwerk van Linden. Dit was de start van Timesavers International B.V. Sindsdien is de organisatie verantwoordelijk voor het beheer van alle wereldwijde activiteiten van Timesavers, met uitzondering van die in Noord-Amerika. Tot 2000 hield Timesavers zich in gelijke mate bezig met hout en metaal. Hierna werd besloten om zich alleen op de metaalmarkt te concentreren. Het totaal van de Timesavers groep kent een omzet van circa 80 miljoen, waarvan 60 procent uit de metaalindustrie komt. Timesavers is daarmee de grootste leverancier van breedbandschuurmachines in de wereld.
TSM editie 5 | 17
Markt
Schaarste aan stroom is obstakel voor bedrijven die willen groeien of elektrificeren Als gevolg van de energietransitie wordt het aanbod van groene stroom steeds groter. Hierdoor komt het op steeds meer plekken in Nederland voor dat er onvoldoende netcapaciteit is om alle opgewekte stroom te kunnen transporteren. Hetzelfde geldt voor ondernemingen die een nieuwe of grotere aansluiting hebben aangevraagd.
D
oordat het stroomnet niet snel genoeg meegroeit, komt netcongestie in verschillende regio’s van Nederland steeds vaker voor. Zo verkopen netbeheerders regelmatig ‘nee’ aan bedrijven die hun stroomaansluiting willen vergroten, een nieuw pand met aansluiting willen bouwen of verder willen elektrificeren. Terwijl de nieuwe Energiewet pas in 2025 verlichting kan bieden, past de Autoriteit Consument & Markt (ACM) de regels nu al aan, met het oog op een grotere flexibiliteit in de afname en het aanbod van stroom. Hierdoor kunnen pieken en dalen beter worden opgevangen. Ook bedrijven zoeken samen met netbeheerders en lokale overheden naar oplossingen om de schaarse capaciteit slimmer te benutten. Dit blijkt uit een rapport van ABN AMRO waarin de bank oorzaken en oplossingen voor de groeiende druk op het elektriciteitsnet in kaart heeft gebracht. De problemen op het stroomnet zijn voor een groot deel het gevolg van de energietransitie. Zo is de verwachting dat de vraag naar elektriciteit tot 2050 ruim zal verdubbelen. Het stroomnet groeit volgens
18 | TSM editie 5
ABN AMRO niet snel genoeg mee met de elektrificatie van de energievraag. Oorzaken daarvoor zijn langdurige vergunningstrajecten en een tekort aan gekwalificeerd personeel. Ook nemen schokken in de stroomproductie toe door de decentrale opwekking van bijvoorbeeld zonne- en windenergie bij wisselende weersomstandigheden. Door de enorme toename van het aantal zonnepanelen leveren deze soms meer stroom dan verbruikt wordt en het net kan opnemen. Hoewel er in veel gevallen nog wel fysieke ruimte beschikbaar is op lokale netten, kan die zijn gereserveerd voor bedrijven die in het verleden meer ruimte toebedeeld hebben gekregen dan ze effectief nodig hebben. Netbeheerders halen niet altijd al verstrekte ruimte terug ten gunste van andere klanten. Veel bedrijven zijn niet bereid deze onbenutte ruimte op te geven, omdat ze hem later nog nodig kunnen hebben om te groeien of processen te elektrificeren. Niettemin zijn netbeheerders nu al wettelijk verplicht de onbenutte gecontracteerde capaciteit aan andere bedrijven toe te wijzen. Hierop wordt een uitzondering gemaakt als bedrijven die eerder meer ruimte beschikbaar kregen, kunnen aantonen deze daadwerkelijk te gaan gebruiken.
Het stroomnet in Nederland Het Nederlands stroomnet behoort tot een van de meest stabiele ter wereld. Stroomuitval komt niet vaak voor, omdat er veel stroom beschikbaar is en er veel geïnvesteerd wordt in onderhoud. Jaarlijks verbruikt Nederland zo’n 120 TWh aan stroom, waarbij de stroomopwek in rap tempo vergroent. Hiermee nemen ook de schokken in de stroomproductie toe en wordt soms meer stroom aan het net aangeboden dan het net aankan. In zulke gevallen worden zonnepanelen afgeschakeld en windturbines stilgezet. De stroomnetten zijn te verdelen binnen het hoogspanningsnet dat in Nederland door TenneT wordt onderhouden. TenneT is een zogeheten TSO-staatsbedrijf, waarbij TSO staat voor Transmission Service Operator. TenneT wordt ook wel de nationale netbeheerder genoemd. Op regionaal niveau worden de netten onderhouden door de zogenoemde DSO’s (Distribution Service Operators), ofwel regionale netbeheerders. In Nederland zijn deze ondernemingen te definiëren als overheidsbedrijven. De belangrijkste zijn Alliander (via dochter Liander), Stedin en Enexis. Het Nederlands stroomnet kent drie verschillende niveaus, met elk een eigen stroomspanning: Laagspanning: minder dan 1 kilovolt Middenspanning: tussen 1 en 25 kilovolt Hoogspanning: meer dan 25 kilovolt De landelijke hoogspanningskabels in Nederland hebben een stroomspanning van 220 of 380 kilovolt. Via onderstations wordt de spanning verlaagd naar 50 tot 150 kilovolt. Deze verlaagde spanning loopt naar transformatorstations waar de spanning verder wordt verlaagd tot middenspanning. De ondergronds lopende middenspanningskabels vervoeren de stroom vervolgens naar de volgende transformator - de bekende transformatorhuisjes - waar de stroom op middenspanning wordt omgezet naar laagspanning. Van daaruit gaat het stroomnet verder ondergronds de wijk in, of naar bedrijven. Kleine bedrijven en huishoudens gebruiken normaal gesproken laagspanningsstroom van 230 volt.
ENERGIEWET De huidige wetgeving is volgens ABN AMRO niet geschikt voor een tijd waarin netcapaciteit schaars is en hernieuwbare energie een steeds grotere rol speelt. “In afwachting van de Energiewet past de ACM nu al in hoog tempo de wetgeving aan om de schaarse capaciteit van het elektriciteitsnet veel slimmer te benutten. Zo maakt zij het voor bedrijven mogelijk ‘tijdgebonden transportrechten’ te verwerven, zodat netcapaciteit kan worden benut als het stroomnet minder intensief wordt gebruikt”, vertelt Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie, Transport en Logistiek van ABN AMRO. “In de tussentijd kunnen ondernemers de pijn van bestaande belemmeringen verzachten door te investeren in oplossingen die nu al kunnen worden ingezet, zoals de eigen opwek van zonne- of windenergie, de inzet van aggregaten of batterijen of energiemanagementsystemen. Door samenwerking tussen bedrijven, netbeheerders en gespecialiseerde dienstverleners wordt het mogelijk om over enkele jaren ten volle van nieuwe wetgeving en steeds betere en goedkopere technologie te profiteren.”
Naast de spanningsniveaus speelt ook de hoeveelheid stroom een rol. Dit wordt uitgedrukt in ampère. Een normaal huishouden heeft een zogenoemde eenfase- of driefase-aansluiting waarop 1 x 25 ampère of 3 x 25 ampère kan worden geleverd. Veel bedrijven komen hier echter niet mee uit. Zo heeft een voetbalveld dat de buitenverlichting langs de velden wil aanzetten een zwaardere aansluiting nodig. Dit kan een aansluiting van 3 x 80 ampère zijn, waardoor met een stroomspanning van 230 volt (3 x 80 x 230 =) 55.200 watt kan worden geleverd. Sommige bedrijven hebben een nog zwaardere stroomvraag, en dan vaak op piekmomenten. Voorbeelden hiervan zijn koelinstallaties, poedercoaten van staal, of laadpleinen waar ’s nachts tientallen elektrische bussen tegelijkertijd staan op te laden op een enkele stroomaansluiting.
TSM editie 5 | 19
Op fpt-vimag.nl vindt u de profielen van álle FPT-VIMAG leden. U kunt dus zelfs nog uitgebreider zoeken op deze digitale marktplaats. Bent u op zoek naar de juiste machine, passend gereedschap of een innovatieve automatiseringsoplossing dan bent u op de website van FPT-VIMAG op het juiste adres. Door middel van filters op productcategorie en markten komt u bij de juiste bedrijven terecht. U kunt rechtstreeks contact opnemen of doorlinken naar de eigen website van het bedrijf voor meer informatie.
LEDEN FPT-VIMAG Abus Kraansystemen B.V. Ad. A. KLEIN Transporttechniek b.v. Additive Industries B.V. Air Products Nederland B.V. Allround Machinery B.V. Alup-Kompressoren B.V. Amada GmbH AMTC B.V. Arkance Systems Atlas Copco Internationaal B.V. ATS EdgeIt BV BEKO Technologies B.V. Bemet International B.V. Bendertechniek B.V. Besten Machines BLM Group Benelux B.V. BMT Machine Tools B.V. Bokhoven Tool Management BTM Boorwerk B.V. Optimol Netherlands B.V. Bucci Industries Bun Engineering Nederland Bystronic Benelux. B.V. Cadmes B.V. Carl Zeiss B.V. CellRo B.V. Ceratizit Nederland B.V. Cloos Benelux N.V. CNC Gear De Tollenaere bv D & W Gereedschappen & Machines B.V. DMG MORI Netherlands B.V. DoALL Nederland B.V. Dormac Import B.V. Dymato B.V. Easy Systems Benelux BVBA Electrotool B.V. Elesa+Ganter B.V. EMS Benelux BV Emuge-Franken B.V. Erowa Benelux BV Ertec BV Esab Nederland B.V. Evolent Machines B.V. FANUC Benelux BVBA GF Machining Solutions Sales Benelux Gibac Chemie B.V. Gibas Numeriek B.V. Carl Zeiss GOM Metrology GmbH GROB Benelux B.V. 20 | TSM editie 5
Gühring Nederland B.V. Hagro Precisie B.V. Hahn+Kolb Tools Benelux HALTER CNC Automation Hänel Kantoor- en Magazijnsystemen Harry Hersbach Tools B.V. Heesen-ICA B.V. Heidenhain Nederland B.V. Hembrug B.V. Hermle Nederland B.V. Hevami Oppervlaktetechniek Hexagon Metrology B.V. HGG Profiling Equipment B.V. Hoffmann Quality Tools B.V. Holland Precision Tooling B.V. Humacs Krabbendam Hurco Import en Groothandel van Ommen B.V. Industrial Cobotics Iscar Nederland B.V. Jeveka B.V. JÖRG Machines B.V. Kennametal Nederland B.V. KSM Benelux Kurval B.V. Laagland B.V. Landré Machines B.V. Laskar Puntlastechniek BV. Leering Hengelo B.V. Limas B.V. LISSMAC Maschinenbau GmbH L.V.D. Nederland B.V. Machinehandel Overmars Magistor B.V. MAKE! Machining Technology B.V. Mayfran Limburg B.V. Metaaltechniek Handelsonderneming B.V. Metal Heaven B.V. Mink Bursten Mitutoyo Nederland B.V. MML BVBA Mondiale Okuma Benelux B.V. Olmia Robotics Onkenhout en Onkenhout B.V. OPEN MIND Technologies Benelux B.V. OSG Nederland B.V. Oude Reimer B.V. Petroline International Nederland Pferd-Rüggeberg B.V. Pimpel Benelux B.V. KIS Zuid B.V.
Produtec Proger Spantechniek B.V. Promas B.V. Promatt B.V. Q-Fin Quality Finishing Machines Radan B.V. Renishaw Benelux B.V. Rhenus Lub BV Rolan Robotics BV S.A. Seco Tools Benelux N.V. SafanDarley B.V. Sandvik Benelux B.V. Divisie Dormer Pramet Sandvik Benelux B.V. Division Coromant Schunk Intec B.V. Siemens Nederland N.V. Special Tools Benelux B.V. Staalmach B.V. Style CNC Machines B.V. Technische Handelsonderneming De Ridder B.V. Technische Handelsonderneming Klaassen B.V. Th. Wortelboer B.V. Timesavers International B.V. Trumpf Nederland B.V. Tuwi Nederland B.V. Valk Welding B.V. Van Hoorn Carbide B.V. Van Hoorn Machining b.v. VLH Welding Group B.V. Voortman Steel Machinery B.V. Waldmann b.v. Walter Benelux N.V. Wemo Nederland B.V. WiCAM Benelux B.V. Widenhorn B.V. Wila B.V. Wolthuis Machines B.V. Wouters Cutting & Welding BVBA Yamazaki Mazak Nederland B.V. YASKAWA Benelux BV Young Cuttingtools b.v. ZVS Techniek B.V.
VAKGROEP PRECISIETECHNIEK Cadmes B.V. Gühring Nederland B.V. Hoffmann Quality Tools B.V. KSM Benelux Oude Reimer B.V. Siemens Nederland N.V.
Ledenoverzicht FPT-VIMAG
VIMAG GFM FHG VPA VVT
0478 TechniShow Landkaart 3000x3450mm 5.indd 1
08-03-16 13:26
SECTIE FHG Ceratizit Nederland B.V. Gühring Nederland B.V. Iscar Nederland B.V. Kennametal Nederland B.V. OSG Nederland B.V. S.A. Seco Tools Benelux N.V. Sandvik Benelux B.V. Divisie Dormer Pramet Sandvik Benelux B.V. Division Coromant Walter Benelux N.V.
SECTIE GFM Additive Industries B.V. CellRo B.V. Hembrug B.V. HGG Profiling Equipment B.V. Mayfran Limburg B.V. SafanDarley B.V. Style CNC Machines B.V. Timesavers International B.V. Voortman Steel Machinery B.V. Wemo Nederland B.V.
SECTIE VIMAG Additive Industries B.V. Amada GmbH Bendertechniek B.V. BMT Machine Tools B.V. Boorwerk B.V. Bucci Industries Bystronic Benelux. B.V. Cadmes B.V. CellRo B.V. Ceratizit Nederland B.V. DMG MORI Netherlands B.V. Dormac Import B.V. Dymato B.V. Emuge-Franken B.V.
Evolent Machines B.V. FANUC Benelux BVBA Gibac Chemie B.V. Gibas Numeriek B.V. Gühring Nederland B.V. Hagro Precisie B.V. Heesen-ICA B.V. Heidenhain Nederland B.V. Hembrug B.V. HGG Profiling Equipment B.V. Hoffmann Quality Tools B.V. Iscar Nederland B.V. Jeveka B.V. JÖRG Machines B.V. Kaltenbach Tools B.V. Kennametal Nederland B.V. Laagland B.V. Landré Machines B.V. Leering Hengelo B.V. Mayfran Limburg B.V. Mitutoyo Nederland B.V. Okuma Benelux B.V. OPEN MIND Technologies Benelux B.V. OSG Nederland B.V. Oude Reimer B.V. Proger Spantechniek B.V. Promas B.V. Radan B.V. Renishaw Benelux B.V. Resato International B.V. S.A. Seco Tools Benelux N.V. SafanDarley B.V. Sandvik Benelux B.V. Divisie Dormer Pramet Sandvik Benelux B.V. Division Coromant Siemens Nederland N.V. Staalmach B.V. Style CNC Machines B.V. Technische Handelsonderneming De Ridder B.V. Technische Handelsonderneming Klaassen B.V. Timesavers International B.V. Trumpf Nederland B.V. Tuwi Nederland B.V. Voortman Steel Machinery B.V. Walter Benelux N.V. Yamazaki Mazak Nederland B.V. Young Cuttingtools b.v.
VAKGROEP PLAATWERK
Resato International B.V. Rösler Benelux B.V. SafanDarley B.V. Trumpf Nederland B.V. Tuwi Nederland B.V. WiCAM Benelux B.V. Wila B.V.
VAKGROEP PRODUCTIEAUTOMATISERING Bemet International B.V. Bendertechniek B.V. Cadmes B.V. CellRo B.V. Heidenhain Nederland B.V. Industrial Cobotics Laagland B.V. OPEN MIND Technologies Benelux B.V. Sandvik Benelux B.V. Division Coromant Schunk Intec B.V. Siemens Nederland N.V. Valk Welding B.V. YASKAWA Benelux B.V.
VAKGROEP VERBINDINGSTECHNIEK Jeveka B.V. Laskar Puntlastechniek BV. Rolan Robotics BV Valk Welding B.V. VLH Welding Group B.V.
PARTNERLEDEN Jaarbeurs B.V. Jan van Dam Machine Transport STODT
3D Additive Industries B.V. Cadmes B.V. DMG MORI Netherlands B.V. Dymato B.V. Landré Machines B.V. Leering Hengelo B.V. Pferd-Rüggeberg B.V. Renishaw Benelux B.V. Siemens Nederland N.V. TRUMPF Nederland B.V. Valk Welding B.V.
Amada GmbH Bystronic Benelux. B.V. Hexagon Metrology B.V. Holland Precision Tooling B.V. Laskar Puntlastechniek BV. L.V.D. Nederland B.V. Radan B.V. Federatie Productietechnologie
TSM editie 5 | 21
“Het kenmerk van de TechniShow is dat er zoveel te zien is:
machines, oplossingen, innovaties” Nog een half jaar, dan openen de deuren van de Utrechtse Jaarbeurs zich weer voor de TechniShow. Voor de grootste en belangrijkste industriebeurs van de Benelux, die plaatsvindt van 12 tot en met 15 maart 2024, hebben al flink wat exposanten zich aangemeld. Juist nu nemen de aanvragen voor deelname toe. Waarom? George Wels en Eddo Cammeraat gaan in gesprek met elkaar over exposeren op de TechniShow. “In vier dagen tijd kom je alles tegen wat je in de maakindustrie kan tegenkomen”. “Met welk doel sta je op TechniShow?”, vraagt George Wels, voormalig directeur van FPT-VIMAG, zich af. Als ‘eigenaar’ van de grootste technische beurs van de Benelux is de tweejaarlijkse TechniShow voor hem en zijn leden van cruciaal belang. “Het is het meest succesvolle industrie-event in de productietechnologie van Nederland. Wat wil je als exposant daar aan je klanten laten zien? Wat zet je in je etalage? En hoe breng ik op bezoekers de ervaring en het gevoel over dat ik als ondernemer met ze wil delen?” Eddo Cammeraat, FPT-VIMAG-voorzitter en directeur van Laagland, valt hem bij: “Je staat vier dagen op de beursvloer in de Utrechtse Jaarbeurs. Dan loopt er heel veel bezoek langs en is het altijd de vraag: hoe lok ik de mensen naar mijn stand? Het kenmerk van de TechniShow is dat er zoveel is te zien: machines, oplossingen, innovaties.” Het duo debatteerde tijdens TechniShow Talks nummer 3 - een online debatprogramma voor en over de maakindustrie - over de vraag hoe je het meeste uit de TechniShow kan krijgen als exposant en hoe FPT-VIMAG daarbij kan
helpen. Wels: “Als brancheorganisatie kan je je leden helpen om op een beurs beter in contact te komen met bezoekers. Een voorbeeld: bij de AMB van vorig jaar stond ik vijf minuten op de beurs en was ik al tien keer aangesproken door standbemanning. In de Benelux is men wat terughoudender en is er een andere vorm van interactie. Wij kunnen onze leden ondersteunen bij hun presentatie. Bijvoorbeeld ook als het gaat om standbouw. We zijn in gesprek gegaan met een aantal standbouwers en hebben daarna middels segmentatie het aanbod en specialisme inzichtelijk gemaakt. Er zijn standbouwers die grote, complexe tentoonstellingen kunnen maken, maar er zijn ook standbouwers die drie dagen voor de beurs een kleine opstelling met houten wanden kunnen leveren. Wij hebben als FPT-VIMAG voorwerk gedaan om de verschillende standbouwers al te beschrijven. Een lid dat op de TechniShow gaat staan, hoeft niet meer tussen tientallen verschillende standbouwers te zoeken naar de juiste.” Cammeraat geeft toe: bij hem staat de standbemanning ook heus weleens op de iPhone te kijken. “Het ligt in de Benelux minder in onze
V.l.n.r.: Eddo Cammeraat (FPT-VIMAG-voorzitter en directeur van Laagland, Henk van Beek (hoofdredacteur TechniShow Magazine) en George Wels (voormalig directeur van FPT-VIMAG)
22 | TSM editie 5
aard om mensen te benaderen in de gangpaden. Daar kunnen we nog wat leren. Het belangrijkste is dat je als exposant open bent naar de bezoekers. Het beurzenlandschap is veranderd. Je komt niet alleen naar de beurs om de laatste innovaties te zien; een evenement als TechniShow is meer en meer een ontmoetingsplaats. Het gaat om mensen. Bezoekers willen weten wie er achter een firma zitten. Ze willen weten met wie ze zaken doen. GEDREVEN De kracht van een beurs als TechniShow is dat het een beleving is. Cammeraat ziet het als een uitdaging voor de exposant om de bezoekers daarin mee te nemen. “De beurs moet aantrekkelijk zijn, maar dat geldt ook voor de stands. We krijgen natuurlijk machines te zien op de TechniShow. Dat blijft mooi. Het hart van de verspaning en metaalbewerking is nog steeds die machine. Vergis je niet. Er wordt steeds meer geëist van het productieproces en in het midden van dat proces zit nog gewoon de machine die alles eromheen aanstuurt.” Dat software een steeds groter aspect wordt van de machines, zorgt er wel voor dat de demonstraties een grotere uitdaging kennen. “Juist daarom is een beurs als TechniShow zo relevant. Je komt niet weg met alleen een draaiende machine. Je moet de bezoeker ook het verhaal vertellen dat er omheen hoort. Je verkoopt een machine en een oplossing in één.” Wels: “We willen die beleving mogelijk maken, maar dat kunnen we niet alleen. Ten eerste hebben we een volle beursvloer nodig, waar de exposanten hun innovaties delen. En we willen volle gangpaden. Dat kan, want er is een grote groep bezoekers die vanuit hun liefde voor de machinebouw en productietechnologie langskomen op de beurs.” Cammeraat: “Hoe meer exposanten, hoe meer er gebeurt en hoe meer mensen erop afkomen. We organiseren deze beurs voor een grote groep mensen: studenten, werkzoekenden, gebruikers van machines en investeerders. In vier dagen tijd kom je alles tegen wat je in de maakindustrie van morgen kan tegenkomen. Dat is een aantrekkelijke wereld, gedreven door een innovatieve industrie.”
Verenigingsnieuws
Webinar FPT-VIMAG over nieuwe wet digitale veiligheid
Federatie Productietechnologie
Luisteren Leden van FPT-VIMAG krijgen toegang tot een webinar over de nieuwe en verplichte NIS2-wetgeving. Deze nieuwe wetgeving beschermt een bedrijf en zijn toeleveringsketens tegen cyberaanvallen. Op 16 november van 16.00 tot 17.00 uur zal een ethische hacker tijdens een webinar delen hoe men een bedrijf tegen cyberaanvallen beschermt. De NIS2 is een Europese richtlijn voor digitale veiligheid en werd op 10 november vorig jaar aangekondigd. Net als bij de AVG moet een flink aantal bedrijven verplicht maatregelen nemen op het vlak van cybersecurity. De ingangsdatum is 18 oktober 2024. Deze nieuwe wetgeving is verplicht voor essentiële bedrijven. Ze zullen zichzelf op een hoog niveau cyberveilig moeten maken, en daarnaast hebben ze een zorgplicht in de toeleveringsketen. Simpel gezegd: ze gaan de bedrijven die aan hen leveren ook een aantal cybersecuritymaatregelen opleggen. Hoeveel maatregelen en hoe zwaar die zullen zijn, is afhankelijk van de risicoanalyse. Als een bedrijf niet voldoet aan de regels en wel valt onder de categorie ‘essentiële of belangrijke bedrijven’, kan de boete flink zijn. Hij bedraagt minimaal 7 miljoen euro of 2 procent van de wereldwijde omzet. De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur zal toezicht houden. FPT-VIMAG heeft met FME al een platform opgericht, genaamd Samen Digitaal Veilig. Hierop werken de brancheorganisaties samen met publieke en private experts en samenwerkingspartners voor bewustwording, kennisdeling, het in kaart brengen van kwetsbaarheden, om aan de slag te gaan met verbeteringen en om het oefenen van beveiligingsincidenten te ontwikkelen.
Dat is nog eens balen van een stekker. Op dit moment is in Nederland het elektriciteitsnet zo vol, dat inmiddels 6.600 bedrijven op een wachtlijst staan. Ik merk dat bij sommige klanten, vooral in het zuiden van het land. Die kunnen niet uitbreiden. De rek is eruit. Geen groei. Uit een recent onderzoek van ABN Amro blijkt dat netcongestie een groeiend probleem is dat de komende jaren verder toeneemt door de voortschrijdende energietransitie. Wat is de oplossing? Nederland heeft al een heel slim en goed georganiseerd energienetwerk. Dat moet nog beter worden: slimmer en met meer capaciteit. Dat kost tijd. Ondertussen komen ondernemers klem te zitten, mede door wetgeving. Zo is het nu niet toegestaan om de overtollige stroom van je buren te gebruiken. Want het vervoer buiten de eigen kadastrale kavel mag alleen door de Allianders, Stedins en Enexissen van ons land worden uitgevoerd. Heeft demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) dan een oplossing? Ja hoor. Grote bedrijven moeten worden verplicht om op drukke momenten minder stroom af te nemen. Ziet u het al voor u? Halverwege een metaalbewerking even de stroom eraf? Of even een coating-klus pauzeren, want de gemeente knijpt de kabel dicht? Trek dus letterlijk de stekker maar uit de economie. Er moet iets gebeuren, en snel ook. De files op het net worden anders over een paar jaar een van de grootste uitdagingen. Nog groter dan de files die we op de snelwegen hebben. Hoe we het oplossen? Eigenlijk heel simpel: neem het probleem serieus en laat de experts ernaar kijken. Wie zijn de experts? De technici. De politiek moet luisteren naar onze technische topinstituten. Daar zit genoeg kennis en energie om de energietransitie echt te laten slagen. Op naar een taskforce Energietransitie vol met technici!
Eddo Cammeraat voorzitter van FPT-VIMAG
TSM editie 5 | 23
Beurs
Dalende lijn bezoekersaantallen EMO zet door
Het aantal bezoekers van EMO Hannover blijft gestaag dalen. Dit jaar werd de grootste Europese beurs op het gebied van metaalbewerking bezocht door 92.000 mensen. Bij de vorige editie in 2019 waren dat er 116.000 en in 2017 zelfs 130.000.
C
arl Martin Welcker, Commissaris-Generaal van EMO, is desalniettemin positief over de beurs. “Na de vierjarige pauze is de herlancering een groot succes geweest voor EMO Hannover”. Volgens hem was de internationaliteit van de exposanten en bezoekers de kracht van de beurs, en bood de beurs opnieuw een perfect platform voor eersteklas technologische innovaties. “We hebben hier alles gezien voor de toekomst van productie: nieuwe oplossingen voor automatisering, voor netwerken binnen de fabriek en voor duurzame productie. Wanneer digitalisering zijn weg vindt naar de fabriek, is er geen einde aan het potentieel voor nieuwe oplossingen en verhoogde efficiëntie. Dit werd indrukwekkend gedemonstreerd door de exposanten. En ondanks de gespannen economische situatie was er een positieve sfeer op het evenement”, vervolgt Welcker. Ongeveer 1.850 exposanten namen deel aan de EMO, waarbij zo’n 70 procent afkomstig was uit 45 verschillende landen, waaronder China, Italië, Taiwan, Zwitserland en Japan. Van de ongeveer 92.000 vakbezoekers kwam 54 procent uit 130 landen. Hierbij waren Turkije, China, Nederland, Italië en Polen de vijf landen waar de meeste bezoekers vandaan kwamen. Ongeveer een derde van de vakbezoekers kwam uit Azië. COBOTS Uit de bezoekersenquête blijkt dat 30 procent van de bezoekers ‘het verkrijgen van informatie over innovaties en trends’ als hun hoogste prioriteit beschouwde. Een ander doel was het vinden van concrete oplossingen voor specifieke problemen. Het tekort aan geschoolde arbeidskrachten is een andere reden waarom automatisering een duidelijke focus had op de vakbeurs. Meer dan een derde van de bezoekers noemde dit als belangrijke kwestie voor de industrie. Bijna een kwart noemde digitalisering en netwerken. Bij de EMO werden enkele honderden robots geteld. Een nieuw aspect is dat het niet langer nodig is om pro-
24 | TSM editie 5
Beeld: Deutsche Messe
grammeervaardigheden te hebben om cobots (samenwerkende robots) te gebruiken voor verschillende toepassingen zoals laden en lossen, kwaliteitscontrole, schilderen, wassen en verbinding maken met meetapparatuur. De cobots zijn uitgerust met sensoren die het menselijk gevoel voor aanraking nabootsen. ENERGIE-EFFICIËNTIE De toekomst van duurzaamheid in de productie stond bij 68 procent van de bezoekers hoog op de agenda. Buitenlanders maakten drie kwart van deze groep uit, wat betekent dat ze sterker vertegenwoordigd waren dan hun Duitse collega’s. Een belangrijk aspect was efficiëntie. Zo geeft de product carbon footprint het niveau van koolstofemissies tijdens de productie aan en voorziet hij klanten van gedetailleerde informatie over welke indirecte emissies de gereedschappen die ze gebruiken bijdragen aan hun totale koolstofvoetafdruk. Een ander voorbeeld is de structuur van spindels die zijn ontworpen voor energie-efficiëntie en niet primair voor het realiseren van maximale prestaties. Tot slot kunnen koelsmeermiddelen langer worden gebruikt door monitoring en filtratie.
Nog steeds geen liefde tussen Amerikaanse en Europese standaard-makers MTConnect en Umati Het botert nog steeds niet tussen MTConnect en Umati. Het lukt de vertegenwoordigers van de twee standaarden voor gegevensuitwisseling tussen machines niet om echt samen op te trekken. De Amerikanen (MTConnect) vinden dat zij de bedenkers zijn. Voor aanpassingen moet Umati, dat Europees (lees: Duits) georiënteerd is maar naar de VS komen. De mensen achter Umati vinden hun platform echter beter. Een gezamenlijke persconferentie tijdens de EMO 2023 in Hannover was dan ook eigenlijk vooral ongemakkelijk. “Zijn ze vertrokken?”, vroeg Alexander Broos. Hij had niet door dat de twee Amerikanen die MTConnect vertegenwoordigden tijdens de EMO 2023 in Hannover er alweer vandoor waren. En blijkbaar was het voor het Amerikaanse duo ook niet nodig om Broos - die toch bekendstaat als de ambassadeur van Umati en officieel hoofd onderzoek en technologie van de VDW is - even op de schouder te kloppen en te bedanken voor de gezamenlijke persconferentie tijdens de beurs. Er is nog steeds geen warm gevoel tussen de mensen achter Umati en MTConnect. Broos: “Er is wederzijdse waardering en respect voor elkaar.” De woordkeuze onderstreept de stand van zaken in de wereld van standaardisatie van digitalisering van de machinebouw. Umati staat voor ‘Universelle Machine Tool Interface’ en is een initiatief in de productie-industrie om de communicatie en gegevensuitwisseling tussen verschillende machines en systemen te verbeteren. Het doel van Umati is om een gemeenschappelijke taal te creëren waarmee machines en apparaten in de productieomgeving naadloos met elkaar kunnen communiceren en gegevens kunnen uitwisselen. En MTConnect? Eigenlijk biedt dit een beetje hetzelfde. MTConnect is een open communicatiestandaard die wordt gebruikt in de productieindustrie en is ontworpen om de interoperabiliteit en communicatie tussen verschillende machines en apparaten in fabrieken en productieomgevingen te verbeteren.
SCHISMA Al jaren zit het niet helemaal lekker tussen de twee ‘standaarden’. Versie 1.0 van MTConnect verscheen voor het eerst in 2008. Met ondersteuning van AMT - The Association For Manufacturing Technology - was MTConnect een protocol voor gegevensuitwisseling tussen apparatuur op de werkvloer en software voor monitoring en gegevensanalyse. Negen jaar na de lancering van MTConnect kondigde de Duitse VDW aan dat het leiding zou geven aan een poging om een universele werktuigmachine-interface te ontwikkelen: Umati. Het doel was om werktuigmachines en aanverwante apparatuur eenvoudig, veilig en naadloos te integreren in de IT-systemen van gebruikers, zodat de overdracht van machine- en productiegerelateerde gegevens zowel binnen bedrijven als naar de cloud kon worden vereenvoudigd. Een wereldwijde standaard dus. Maar waarom Umati uitbrengen als MTConnect al bestaat? De Duitse ontwikkelaars vonden dat MTConnect niet aan hun behoeften - en aan die van hun klanten - voldeed. Bovendien zagen ze dat MTConnect, ook al was het alom bekend, slechts een zeer kleine installatiebasis had, vooral buiten de VS, en feitelijk geen vraag van klanten. En zo was een schisma geboren. Tijdens de EMO 2023 was er nog wel een gezamenlijke perspresentatie. Het nieuws? Er was geen nieuws. Broos gaf aan dat Umati nog breder inzetbaar is, door de hele sector, dat is alles. De Amerikanen zijn duidelijker in hun antwoord op de vraag of er de laatste vier jaar niets is bereikt in de samenwerking tussen Umati en MTConnect. Douglas Woods, voorzitter van het MTConnect Institute en voorzitter van AMT, de Amerikaanse tegenhanger van VDW: “Ja, dat klopt. We blijven doen wat we doen.” Toch nog een laatste opmerking van Broos. “Neem DMG Mori. Ze gebruiken MTConnect. En het is geen geheim dat ze een van de grote krachten achter Umati zijn. Ze zullen wel hun redenen hebben.”
Links Douglas Woods (voorzitter van het MTConnect Institute en voorzitter van AMT) en Alexander Broos ('ambassadeur van Umati' en hoofd onderzoek en technologie van de VDW)
TSM editie 5 | 25
Beurs
EMO Hannover 2023 Robojob Youri de Roovere van RoboJob wijst naar een wit-groene cobot. “Met Coby CNC kan de eindklant zelf een cobot installeren, voor eenvoudige automatisering. Coby CNC is gemaakt voor klanten die wel willen automatiseren en laagdrempelig willen instappen, en waarbij cyclustijden minder relevant zijn. Op deze manier helpen we onze klanten die aan de slag willen met low end automatiseren. Daarnaast bieden we een uitgebreid portfolio van standaard oplossingen, ook voor bedrijven die meerdere dagen autonoom willen produceren.” ‘Coby’ is een relatief betaalbaar systeem dat 5 kilogram kan tillen. RoboJob laat de machine-interface achterwege. Hiervoor is gekozen omdat de machine-interface van machinebouwers komen en relatief duur zijn. RoboJob heeft als alternatief hiervoor de Coby-Box ontwikkeld, die draadloos met Coby communiceert, via een zelf ontwikkeld protocol. De Roovere onderkent dat er al een flink aantal cobots op de markt is. “We onderscheiden ons nu al vijftien jaar door continu onze software te optimaliseren en een gebruiksvriendelijk platform te maken. Daarnaast kan een CNC-operator de cobot binnen een dag zelf installeren. Dit komt mede doordat de cobot al in de fabriek wordt gekalibreerd en de operator via een installatiewizard door de stappen na afronding van de kalibratie wordt geleid. Omdat een cobot wordt gebruikt, zijn geen extra veiligheidssystemen nodig.”
Style CNC Machines “Een momentje”, zegt Bastiaan Clement. De directeur onderbreekt een gesprek omdat hij een prijslijst moet doorgeven aan zijn collega. Een bezoeker van de EMO 2023 staat op de stand op het punt om een machine te kopen. “Elke beurs schrijven we nog steeds”, verklaart Clement. Het is opvallend dat er geen nieuwe machines zijn opgesteld tijdens dit evenement in Hannover. “Klopt. We staan hier op de beurs vooral om ons dealernetwerk uit te breiden. Nu hebben we twaalf dealers in tien landen. In 2027 willen we die uitbouwen naar veertig distributeurs. Ons product is uniek, met een eigen besturing, en eigenlijk kennen veel landen Style CNC Machines nog niet.” De groei van Style CNC Machines zit niet meer in Nederland. Daar worden jaarlijks zo’n zeventig machines verkocht. Dat neemt niet weg dat Nederland een belangrijke markt blijft. “Sinds 2000 staan in ons land ongeveer 1.200 machines van ons te draaien. Er komt misschien een vervangingsvraag of uitbreidingsvraag aan. En we willen een goede service blijven bieden, dus onze sterke aanwezigheid in Nederland blijft belangrijk.” En, zo wil hij benadrukken, heel veel klanten weten nog niet dat ze een verspanende afdeling eigenlijk heel goed kunnen gebruiken. “Zo ken ik een verpakkingsbedrijf uit Lelystad, dat altijd zijn spaanwerk uitbesteedde. Maar de levertijden worden langer en de kosten stijgen. Met de huidige machines leer je snel zelf hoe te verspanen, en dan kan je je eigen werk verspanen. Ik zie dat veel vaker gebeuren.”
Cellro “We tonen onze toekomstvisie op CNC-automatisering”, zegt Arno van den Bisen, sales manager Benelux bij Cellro. “We nemen bezoekers mee in de vier stappen van CNC-automatisering. Van cobots voor eenvoudige en repetitieve taken, naar een volledige reeks CNC-automatiseringssystemen voor ‘high mix low volume’-productie, tot digitale en logistieke oplossingen voor het ondersteunen van CNC-werkvloertaken. Cellro’s roadmap maakt de stap naar CNC-automatisering kleiner dan ooit.” Volgens Van den Bisen is automatisering een opmaat voor verdere digitalisering, als het aan hem ligt middels Cellro’s eigen online platform voor manufacturing intelligence. “Daarmee haal je data uit geautomatiseerde CNC-machines en ERP- en MES-systemen. Hiermee kunnen productiemanagers en operators bijvoorbeeld hun planning optimaliseren, sneller communiceren naar klanten, tools beheren, en hun productie monitoren en bijsturen.” Hij refereert aan een stoplicht-opzet: “We willen dat alle machines op groen staan, dat alle machines spanen maken. In de praktijk ervaar je ongeplande stops of ben je tijd kwijt omdat je van de ene naar de andere machine moet lopen. Regelmatig springen machines op ‘rood’ vanwege een storing, of omdat er geen gereedschappen of materialen zijn. Wat zou het mooi zijn als het aantal ongeplande stops drastisch omlaag zou kunnen. Via verdere digitalisering willen we de bottlenecks op de werkvloer vinden en wegnemen.”
26 | TSM editie 5
BMO Automation
Yamazaki Mazak
“Vandaag kan je beginnen met het bouwen van je autonome fabriek”, zegt Frank Biemans, founder en CEO van BMO Automation. Tijdens EMO Hannover presenteerde het bedrijf een compleet nieuw CNC-automatiseringsplatform genaamd Infinity. Het is een modulair platform dat bestaat uit een robotmodule en een dynamisch opslagsysteem. Het hart van het nieuwe Infinity-platform is een gestandaardiseerde robotmodule (Yaskawa 50, 88, 180 of 225 kg), control hub en opslagruimte: de next generation robotcel. In de robotmodule is ruimte voor carriers van 600 bij 400 mm. De robotmodule kan worden uitgebreid met storage modules voor trays van 400 x 600, 600 x 600 of 800 x 600 mm. Hierop kunnen materialen, werkstukken, machineklemmen, bekken, robotgrijpers, kratten en noem maar op worden opgeslagen. Bij de Infinity is zelfs ruimte voor opslag op een europallet. De BMO-software die de cel aanstuurt, bepaalt automatisch de afstand tussen twee carriers in het rek, afhankelijk van wat er op de tray ligt. Algoritmen zoeken continu naar de meest ideale indeling. Biemans: “Wat ons onder andere onderscheidt, is dat we nieuwe ideeën van klanten in de volgende versies integreren. Als dat een goed idee is, zetten we dat graag op onze roadmap. Maar dat betekent wel dat die betreffende optie voor alle klanten beschikbaar is.” Biemans stelt dat BMO Automation op de EMO een antwoord geeft op de krappe arbeidsmarkt. “We frezen zelf ook, en zagen dat onze frezers ’s morgens op het werk kwamen en het product uit de lades haalden en de spanenbakken wisselden. Als dat is gebeurd, is het al 11 uur, maar eigenlijk is er nog niets gedaan waarbij de frezers hun toegevoegde waarde echt konden tonen. We willen daarom meer functiedifferentiatie in de verspaning.” Concreet betekent dit dat de logistiek medewerker de frezers en draaiers kan ontlasten. Dat gebeurt behoeftegestuurd. De logistieke organisatie moet de behoefte aan spanmiddelen en grippergereedschap invullen zodat de operator vooruit kan. “Het gevolg is meer spindle-uren.”
“Dit is een revolutie. Dit heeft nog niemand”, glundert Job van Berkel van Yamazaki Mazak. Hij kijkt naar een van de introducties van zijn bedrijf op de EMO: automatisch programmeren van 3-assige freesmachines en Mazak Quick Code, software waarmee op basis van een Solid automatisch een offerte wordt berekend. “Je kan met een step-file een programma maken en direct berekenen hoe lang je erover doet tot en met het maken van een offerte. Deze Quick Code functie in Smooth AI is een voorbeeld hoe de verspaning opschuift en steeds meer wordt gedigitaliseerd. Je kan direct een offerte te krijgen om de aanvraag daarna digitaal om te zetten in een order en het proces in te sturen. Vooral voor kleinere jobbers kan dit interessant zijn. De offerte kan er snel uit, je hebt alleen een step-file nodig en in drie minuten zijn zowel de offerte voor een werkstuk op een 3-asser als het programma klaar.” Van Berkel ziet het als de verdere digitalisering van draaien en frezen. “Op deze manier van een step-file naar een offerte gaan was misschien mogelijk in 2D, maar dit is draaien en frezen. Dat is complexer. En eigenlijk doe je dit werk met een relatief simpel webbased pakket, waarvoor je een abonnement kan afsluiten voor ongeveer 4.000 euro voor drie jaar. Dus voor 1.300 euro per jaar kan je gewoon op je pc alle stappen voor een 3-asser uitvoeren. Is de software klaar met rekenen? Druk op de knop en de machine gaat het maken. En het werkt. We hebben een aantal demo’s gehad en in België zijn we bezig met het proces rond het inlezen van de step-files, zodat we kunnen uitvinden wat mogelijk is. En het systeem is daadwerkelijk zo goed, dat wanneer het iets niet herkent in de step-file, het doorgaat tot die herkenning er wel is. Dit is echt een revolutie.”
Halter CNC Automation “Onze kracht? We bieden oplossingen die eenvoudig en logisch zijn”, zegt Frans Fontein van Halter CNC Automation. “Neem het programmeren, dat is binnen drie minuten gedaan. Soms zien we dat een klant toch opkijkt tegen zelf programmeren. Dan nemen we die angst weg, door de klant mee te nemen in het proces: wat zijn de lay-outs, hoe is de interfacing, wat is precies het product?” Tijdens de EMO toonde Halter CNC Automation de Lang-Technik Makro Grip-klemmen op een 5-assige freesmachine. “Vaak heb je bij een 5-assige freesmachine geen doorvoer. Nu pakken we het product op met klemmen en plaatsen we het met een robotarm direct in de freesmachine. Op deze manier kan je eigenlijk bijna elke CNC-machine koppelen aan een beladingsrobot.” Hiermee ondervangt Halter CNC Automation een bekend probleem: hoe maak je een goede automatiseringsslag in een wereld waarbij op heel veel bestaande machines allemaal verschillende interfaces staan? “Met een oplossing als met Lang-klemmen en onze beladingsrobot ondervang je dat.”
TSM editie 5 | 27
Productnieuws
LVD presenteert innovaties op Blechexpo Om efficiënt te kunnen reageren op de huidige uitdagingen in de metaalproductie, stelt LVD op Blechexpo, in hal 1, stand 1808, innovaties voor op het vlak van lasersnijden, geautomatiseerd plooien en software-integratie: de Phoenix FL-6525 lasersnijmachine in groot formaat, met bevelsnijkop, een nieuwe geautomatiseerde plooioplossing en nieuwe Cadman-flow-software voor een geoptimaliseerde procesflow. Phoenix FL is het flexibele, allround lasersnijsysteem van LVD. De nieuwe Phoenix FL-6525 biedt met een ruim snijbereik tot 6510 x 2600 mm en de optie van bevelsnijden nog meer capaciteit en veelzijdigheid. Het grote machineformaat maakt de bewerking van extra grote platen gemakkelijk en efficiënt. De uitstekende dynamiek garandeert constante, hoogwaardige snijresultaten, zowel bij dunne als dikke materialen. De bevelsnijkop regelt nauwkeurig de hoek en diepte van de afschuining, om complexe contouren en lasnaden te creëren. De Phoenix FL-6525 is verkrijgbaar met 6, 10, 12 of 20 kW laservermogen. De bevelsnijkopoptie is verkrijgbaar voor systemen van 10 en 12 kW. De Phoenix FL-6525 die op Blechexpo wordt getoond, beschikt over een 12kW-laserbron met bevelkop. PLOOIOPLOSSING Een nieuwe geautomatiseerde plooioplossing van LVD maakt zijn debuut op Blechexpo. De oplossing is ontworpen voor een reeks industriële toepassingen, waaronder de productie van kastonderdelen, architecturale componenten, stellingsystemen, stalen meubels, liften, clean rooms en branddeuren. De nieuwe Cadman-flow van LVD sluit perfect aan bij de slimme fabriek. Cadman-flow is de toegangspoort tot de volledige softwaresuite: software voor (robot)plooien, lasersnijden en ponsen, manufacturing execution system (mes) en smart drawing importer. Via één toegang kunnen gebruikers stukken en assemblages importeren en verifiëren, cam-programma’s aanmaken, productieorders importeren, het aantal gereedschapsconfiguraties verminderen en productie-informatie ophalen uit de touchsturingen. Hierdoor verloopt de procesflow sneller en met meer flexibiliteit, van 3d-bestand tot eindproduct. De kern van Cadman-flow is Cadman-B V9, de allernieuwste plooisoftware van LVD. Cadman-B V9 berekent plooioplossingen sneller en efficiënter dan ooit en optimaliseert en beperkt zelfs het aantal gereedschapswissels, voor een maximale productieflow.
28 | TSM editie 5
PROBLEEMLOOS BOREN VAN GROTE DIAMETERS Voor het maken van enkele werkstukken tot kleine series, de wisselplaatboor is een probleemoplosser en werkt productieverhogend.
NIEUW
Waarom
Bekijk hier
PHANTOM WISSELPLAATBOREN? › Verschillende diameters passen op een houder › Nooit meer de boor slijpen, maar slechts een plaatje wisselen › Geschikt voor kolomboormachines en CNC machines
THERE’S NO END TO WHAT YOU CAN DO.
Advertentie_Technishow_wisselplaatboor_90x132.indd Advertentie_wisselplaatboor_90x132.indd 1 1
www.phantom.eu
26/09/2023 11:38:55
Trumpf toont volautomatische pons-lasermachine Coval introduceert met CTC krachtige klokvormige zuignappen In veel industriële sectoren waar plaatwerk wordt gebruikt, wordt vastgrijpen en bewegen met vacuüm steeds vaker toegepast en zijn zuignappen een essentieel onderdeel geworden voor veiligheid, betrouwbaarheid en productiviteit. Met de hoogwaardige klokvormige zuignappen van CTC wil Coval fabrikanten het beste van zowel platte als balgzuignappen bieden, om de efficiëntie verder te verbeteren.
Het belangrijkste kenmerk van deze nieuwe serie CTC-zuignappen is de vorm. Dit nieuwe ontwerp combineert de voordelen van platte zuignappen en balgzuignappen. Ze hebben de sterkte en antislipkwaliteit van platte zuignappen en het extra vermogen van balgzuignappen om complexe vormen of platen met hoeken of vouwen vast te grijpen. Dankzij hun grote doorbuigingsvermogen passen ze zich gemakkelijk aan bij het grijpen van plat, bol, gevouwen of hoekvormig plaatmetaal. Dankzij de antislip-stops kunnen zware platen waarop zich olie bevindt snel en efficiënt worden verplaatst, terwijl de centrale stops ervoor zorgen dat dunne platen stevig worden vastgegrepen zonder ze te vervormen. De hoogwaardige klokvormige zuignappen van CTC zijn verkrijgbaar in een breed scala aan diameters (van 40 tot 100 mm), met montagemogelijkheden van G3/8 mannelijk en vrouwelijk, en de mogelijkheid van een vierkante koppeling van aluminium, om perfect aan te sluiten op alle soorten toepassingen. Om een uitstekende weerstand tegen slijtage en olie te realiseren, zijn de nieuwe zuignappen gemaakt van TPU (thermoplastisch polyurethaan).
Op de Blechexpo brengt Trumpf de productiecel TruMatic 5000 met een nieuwe SheetMaster op de markt. Gebruikers kunnen met deze oplossing hun onderdelen volledig geautomatiseerd lasersnijden, stansen en vormen. De nieuwe SheetMaster maakt een volledig geautomatiseerde materiaalstroom in de fabricagecel mogelijk, van het laden en lossen van de machine tot het uitvoeren van de bewerkte onderdelen. Voor maximale productiviteit is de nieuwe machine uitgerust met een 6 kilowatt krachtige fiberlaser. Deze bespaart niet alleen energie, maar snijdt ook de onderdelen bijzonder snel. Daarnaast beschermt een matrijs de werkstukken tegen krassen. De stanskop van de TruMatic 5000 is ook voorzien van een door Trumpf gepatenteerde elektrische aandrijving, de DeltaDrive. Dit levert een energiebesparing van ongeveer 30 procent op. Bij de nieuwe TruMatic 5000 heeft Trumpf de materiaalstroom volledig geautomatiseerd. Dit is mogelijk dankzij de nieuwe SheetMaster, een technologie die onderdelen in de fabricagecel houdt met behulp van grijpers. Met de nieuwe SheetMaster kunnen de sensorbewaakte zuignappen op de grijpers afzonderlijk worden geactiveerd. Hierdoor kunnen de grijpers de werkstukken nog sneller en flexibeler vastpakken. Dit bespaart tijd, vooral bij kleine hoeveelheden. Bovendien kan de SheetMaster worden aangesloten op een geautomatiseerd STOPA-magazijn. Dit zorgt voor de automatische levering van grondstoffen aan de fabricagecel. Daarnaast stapelt en sorteert de technologie de onderdelen automatisch. Een ander voordeel van de nieuwe SheetMaster is dat het de gesneden en gestanste onderdelen uit de fabricagecel haalt. Bedrijven kunnen ze dus direct voor verdere verwerking vervoeren, zoals buigen, ontbramen of slijpen. Hierdoor worden de neventijden verminderd en de efficiëntie van de fabricage verhoogd. Als verdere automatiseringstechnologie heeft de TruMatic 5000 een gereedschapswisselaar die de stans- en vormgereedschappen automatisch vervangt. Deze ‘ToolMaster’ kan maximaal 90 verschillende gereedschapslades bevatten. Gebruikers kunnen kleine hoeveelheden en een grote verscheidenheid aan varianten produceren zonder de machine handmatig om te stellen. Daarnaast heeft de oplossing een automatische wisselaar met inspectiefunctie.
SCALA De veelzijdigheid, stevigheid en betrouwbaarheid, evenals de veiligheidskenmerken, maken CTC’s nieuwe krachtige klokvormige zuignappen ideaal voor gebruik in iedere industrie waar plaatwerk of metalen onderdelen worden verplaatst als onderdeel van het proces, bijvoorbeeld bij aanvoermachines zoals vouwmachines en snijders. Daarnaast fungeren ze goed bij het oppakken van plaatwerk of onderdelen voor overdracht naar stempelmachines en opslag. De CTC-zuignappen zijn perfect voor gebruik in de verschillende fasen van het productieproces in de automobielsector, zoals stansen, verplaatsen en assembleren.
TSM editie 5 | 29
Column
Het Pippi Effect “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.” Volgens velen een bekende uitspraak van onze roodharige jeugdvriendin Pippi Langkous, maar eigenlijk klopt dat niet; haar bedenker Astrid Lindgren heeft hem bedacht. Hoe dan ook, het is een mooie en inspirerende uitspraak, zeker voor iemand die soms wat meer een ‘fixed mindset’ heeft en zichzelf hiermee als het ware moed inspreekt. Ik zie vanuit mijn werk als trainer en coach regelmatig goede vakmensen doorgroeien tot teamleider of manager. Dit zijn in de maakindustrie bijvoorbeeld de proactieve lead engineer, de hete kolen uit het vuur halende mechanisch monteur, of de altijd in controle zijnde projectleider. In de gesprekken die ik met ze heb, nadat ze deze stap hebben gemaakt, gaat het vaak over een fase van onzekerheid en ongeluk. Dit noemen we ook wel het ‘Dunning-Kruger Effect’, of zoals ik het ook graag noem ‘de vallei van wanhoop’. Het beschrijft de (dis)balans tussen enerzijds het zelfvertrouwen een klus te klaren en anderzijds de hoeveelheid kennis en kunde die je hebt. Een beginnend teamleider heeft vaak het zelfvertrouwen, dit krijgt hij ook te horen van zijn omgeving, om een zogenaamd succes te worden in de nieuwe rol. Echter, de kennis en kunde die hij vóór deze nieuwe rol gebruikte, om succesvol te zijn en dus veel zelfvertrouwen te winnen, zijn eigenlijk van weinig nut meer. Hij voelt de verleiding zich nog steeds (technisch) inhoudelijk te bemoeien met projecten, maar écht leidinggeven doet hij nog niet. Ondertussen neemt de afstand tussen het team en de teamleider toe, omdat hij zichzelf steeds minder inhoudelijk kan en mag profileren. Deze fase is vaak zeer pijnlijk. Je hoort niet bij het team, je levert eigenlijk geen duidelijke bijdrage meer. Dus wat kom je dan doen iedere dag op je werk, wat is je toegevoegde waarde nu? Je staat midden in de eenzame en koude vallei van wanhoop. Het helpt in deze ‘eenzame’ fase met een senior (teamleider) te sparren, of met een coach. Zoeken naar de juiste invulling van je nieuwe rol en de daarbij behorende skills. Je mag geloven, ook al heb je het nog nooit gedaan, dat je het wel zal kunnen, maar niet meteen! Iedereen, behalve Pippi dan, heeft tijd en begeleiding nodig om te leren en te groeien.
Chris Meijnen Learning and Development Specialist bij Orbit Loopbaanadvies
Thema van TechniShow|Magazine 6 is: Verbinden, Smart Technology en Digitaliseren COLOFON
TechniShow Magazine is hét vakblad voor de metaalindustrie en (inter) nationale maakindustrie. Het behandelt productietechnologie in al zijn facetten en is een uitgave van branchevereniging FPT-VIMAG.
Uitgever Verbinding Uitgeverij Henk van Beek, Uitgever Telefoon: 06 284 17 073 E-mail: info@verbinding.nl Hoofdredacteur Henk van Beek
jaargang 19 | editie 5 | oktober 2023
Eindredactie Bas Roestenberg
TechniShow verschijnt zes maal per jaar. Toezending geschiedt op abonnementbasis en controlled circulation.
Redactie Verbinding Uitgeverij Indra Waardenburg
30 | TSM editie 5
FPT-VIMAG Jolanda Bredewoud Ires Veerman Email: redactie@technishow.nl Vormgeving MSU B.V. Nikkelstraat 1c 2811 AJ Lelystad 06 53 37 42 28 Druk Damen Drukkers Leemansstraat 7 4251 LD Werkendam 0183 50 85 55
Postadres Verbinding Uitgeverij Ampèrestraat 7 2316 DG Leiden Advertentie-exploitatie Jetvertising Tiendweg 12 2671 SB Naaldwijk T 070 399 00 00 F 070 390 24 88 E info@jetvertising.nl Abonnementen E-mail: info@verbinding.nl
Aan dit nummer werkten mee Chris Meijnen
CERTIFICAAT Afgegeven voor
THX 1138 Gecompenseerd project
Technishow brochure en folder
Emissiehoeveelheid
2,687 t CO2
Klimaatbeschermings
Bujagali Hydropower
Projecttype
VCS
ID-nummer
DE-842-26EZZC1
Boekdatum
23 februari 2022
Alle CO₂e, die bij de omzetting van het genoemde project is uitgestoten, wordt geregistreerd en door een erkend klimaatbeschermingsproject gecompenseerd. Verder informatie vindt u op www.natureOffice.com
Wiesbaden, februari 2022
©2023 THX 1138 B.V.
CUSTOMER ORIENTED REVOLUTION
RONDSLIJPEN MET C.O.R.E. VAN STUDER IS NIET ALLEEN EEN EYE-CATCHER
Met Studer kiest u voor het allerbeste in rondslijpen, met de standaard C.O.R.E.-besturing kiest u nu ook voor een digitale toekomst. studer.com/en/digitalization
De RidderTHO, I.B.C. weg 10, 5683 PK BEST, The Netherlands
The Art of Grinding.
TSM editie 5 | 31
A member of the UNITED GRINDING Group
Tubes prefer TRUMPF TruLaser Tube 3000 fiber: De machine die loont!
Wilt u zelf buisonderdelen produceren of nieuwe markten aanboren? Deze machine maakt dat gemakkelijk voor u. Hij loont zelfs bij een lage benuttingsgraad. Dankzij eenvoudige bediening is hij ook ideaal voor beginners of als aanvullende machine. Hoogwaardige sneden en zelfs schuine sneden tot 45° tillen uw buisbewerking naar een hoger niveau. Meer informatie op www.trumpf.com/s/4mui60 32 | TSM editie 5