HENNY SPAAN (IBS PRECISION ENGINEERING): ‘KIJK BUITEN DE GANGBARE TOEPASSINGEN’ BIJNA ONMOGELIJKE OPGAVE BRUGVERNIEUWING VEREIST NIEUWE INRICHTING ORGANISATIE RIJKSWATERSTAAT
MACHINEFABRIEK JAN VAN DE VELDE MODERNISEERT: NIEUWE ROBOT EN NIEUWE EIGENAARS
Snijrand
Nederland staat wereldwijd bekend om zijn meesterschap in precisietechniek. Of het nu gaat om nanotechnologie, geavanceerde halfgeleiders of de fabricage van piepkleine componenten voor de luchtvaart, wij zetten al decennia de standaard. Maar laten we één ding helder hebben: een toppositie behouden is zwaarder dan er komen. Innoveren is niet optioneel, het is pure noodzaak. Als we blijven teren op oude successen, lopen we het risico achterop te raken. En dat is nu precies waar de schoen begint te wringen.
Terwijl we internationaal gezien de lat steeds hoger leggen in precisietechniek, lijken we in eigen land vaak afgeleid door trivialiteiten. Discussies over 130 kilometer per uur op de snelweg of andere randzaken vullen de kranten, terwijl onze échte troeven – innovatie, onderwijs en technologie – te weinig aandacht krijgen. Natuurlijk, snel kunnen rijden is leuk, maar snelheid op de weg levert geen nieuwe doorbraken in de wetenschap op.
Als we willen blijven concurreren op het hoogste niveau, moeten we onze aandacht richten op wat er écht toe doet. Nederland moet zijn innovatiekracht blijven voeden, en dat begint bij goed onderwijs. Want zonder gekwalificeerde mensen, zonder jonge talenten die worden opgeleid in de nieuwste technologieën, verliezen we onze voorsprong. En om die talenten te laten bloeien, hebben we een ondernemersklimaat nodig dat ze ondersteunt, met ruimte voor experiment, risico en groei.
Het wordt tijd dat we onze focus verleggen. Minder aandacht voor randzaken, meer voor de dingen die de toekomst vormgeven. Geef onderwijs en innovatie de ruimte die ze verdienen, zodat we kunnen blijven excelleren in precisietechniek. Want vooruitgang begint met een scherpe blik op wat écht belangrijk is.
Dus, laten we niet stilstaan bij de verkeerde onderwerpen. Het is tijd om volle vaart vooruit te gaan in de wereld van innovatie.
THEMA: PRECISIETECHNOLOGIE EN VERBINDINGSTECHNIEK
Actueel
“Arbeidsproductiviteit moet met 50% stijgen in de komende 10 jaar.” 12
Meer productiecapaciteit door hoogprecisie volledige bewerking en automatisering bij NTS Hengelo 25
Markt
Bijna onmogelijke opgave brugvernieuwing vereist nieuwe inrichting organisatie Rijkswaterstaat 20
Machinefabriek Jan van de Velde moderniseert: nieuwe robot en nieuwe eigenaars 22
Milieu- en bedrijfseconomische effecten van een spanenpers zijn groot 32
Interview
“Als het hard waait, hou je je vast aan elkaar. Dan komt je overal doorheen” 34
Ketensamenwerking cruciaal volgens Menko Eisma (Trumpf Nederland) 35 'Zonder samenwerking hadden we nooit zo'n sterke high-techmarkt kunnen ontwikkelen' 36
Techniek
“Er
Henk van Beek redactie@technishow.nl
Innovatieve en onderscheidende totaalleverancier
AUTOMATISERING
PROZEE Techno Service is totaalleverancier in plaat- en constructiewerk, lasersnijden, verspanen en machinebouw. Al ruim 33 jaar is de specialist uit Enkhuizen de vaste toeleverancier van bedrijven in allerlei sectoren. Dit is te danken aan de hoge mate van snelheid, constante kwaliteit en innovatieve oplossingen. Ook schuilt de kracht van PROZEE in kennis, automatisering en digitalisering. "Daarnaast investeren wij volop in nieuwe technologieën, zoals cobots, een CNC-gestuurde draaibank, een LAZRZ laserlasmachines en een Mitsubishi GX-F Fiber lasersnijmachine. Deze geavanceerde machine snijdt alle denkbare vormen en contouren, met een hoge mate van efficiëntie en uiterste precisie", vertelt operationeel directeur Bart Gerritsen enthousiast.
DIGITALISERING
Deze investeringen zijn innovatief, energiezuinig en werken kostenefficientie in de hand. Factoren die de kwaliteit en snelheid ten goede komen. Dat geldt ook voor de factor digitalisering. Bart: "Voorheen nam het maken van een offerte soms wel vier of vijf dagen in beslag. Tegenwoordig is alle data verwerkt in Quotation Factory software in de cloud. Met deze specialistische software die automatisch alle onderdelen, assemblages en kenmerken uit CAD-bestanden herkent, kunnen wij de meest complexe aanvragen razendsnel in een pasklare offerte vertalen. Daarbij hanteren wij concurrerende prijzen die voor elke klant hetzelfde zijn. Hiermee komen we ook tegemoet aan klanten met spoedorders."
totaalleverancier in metaalbewerking
ERVAREN SPECIALISTEN
Trots vertelt Bart over de medewerkers van PROZEE die aan een half woord genoeg hebben en goed op elkaar zijn ingespeeld. "We werken met een hecht team van ervaren specialisten. In drukke tijden maken we gebruik van een flexibele schil. Die drukke tijden zijn vaker regel dan uitzondering. Daardoor werken wij niet alleen overdag, maar ook vaak ’s avonds en soms zelfs ’s nachts. Onze medewerkers werken zelfstandig, hebben elk hun eigen expertise en denken altijd mee met onze opdrachtgevers. Het draait in ons werk namelijk om samenwerking. Met de klant én met elkaar. Om innovatieve, hoogwaardige oplossingen te kunnen bieden, is flexibiliteit essentieel."
CONTACT
Meer informatie of contact?
PROZEE Techno Service B.V. De Vijfhoek 3 1601 ML Enkhuizen 0228 - 31 88 11 www.prozee.nl
Kamp Coating en Railtechniek Van Herwijnen winnen ION Borghardt Award 2024
Foto vlnr: Ralph Bot, Hans van der Weijde, Helmut Sas en John Kamp
Tijdens de Dag van de Oppervlaktetechniek, op 16 oktober in de Duurzaamheidsfabriek, hebben Kamp Coating en Railtechniek Van Herwijnen de ION Borghardt Award 2024 gewonnen. Volgens de jury was hun Drop Sectie Dompel Systeem, dat energie bespaart door efficiëntie in het voorbehandelingsproces te verhogen, een goed voorbeeld hoe je zowel een hogere productiviteit als een kleinere ecologische voetafdruk kan realiseren.
John Kamp van Kamp Coating nam zichtbaar emotioneel de prijs in ontvangst van ION Borghardt-juryvoorzitter Hans van der Weijde. “Het winnen van deze prijs overviel me een beetje. Misschien ook omdat vooral Maarten Waaijenberg het meeste technische werk heeft gedaan vanuit Kamp Coating. Ik wil iedereen bedanken, en vooral Maarten voor de innovativiteit.”
Eerder dit jaar gaf Kamp aan dat hij ging stoppen met zijn werk voor de Kamp Coating Group. Zo af en toe is hij nog wel aanwezig op een van de vestigingen. “Ik knijp zo nu en dan in mijn armen, of ik niet droom. Toen we begonnen waren we met mijn vader en drie broers. Als we zouden doorgaan met ons spuiterijtje toen, zouden we niet meer gaan verdienen dan het minimumloon. Dus hebben we een visie neergelegd en zijn we altijd blijven groeien. Dat is de les die ik heb geleerd.”
Helmut Sas van Railtechniek Van Herwijnen bedankt de Kamp Coating Groep voor de open houding. “Het is mooi dat de Kamp Coating
Groep is meegegaan met de innovaties en ik denk dat we een mooie installatie hebben kunnen realiseren. Samen. Ook met de chemicaliënleverancier erbij. We hebben dit project samen omarmd en ik denk dat in de maakindustrie er meerdere zullen volgen.”
OPLOSSINGEN
De tweede plek ging naar AD Chemicals in samenwerking met WeCoat en Rotocoat. AD Chemicals werkt samen met WeCoat en Rotocoat aan innovatieve oplossingen om afvalwater en chemie te reduceren in zink- en coatprocessen. Deze samenwerking heeft geleid tot vermindering van energiegebruik en betere bescherming van apparatuur. Deze innovaties helpen de sector te voldoen aan de steeds strengere milieunormen en dragen bij aan de klimaatdoelstellingen van 2030.
Op de derde plaats kwam Chemetall voor hun inzending Gardo Vision. Dat is een softwaretool waarmee volledige simulaties van voorbehandelingslijnen uitgevoerd kunnen worden, inclusief
het energie-, water- en productverbruik. Deze tool biedt inzicht in de impact van wijzigingen op het gebied van duurzaamheid, inclusief de CO₂-footprint. Dit helpt bedrijven om efficiëntere en duurzamere productieprocessen te rea-
liseren. De ION Borghardt Award is een erkenning voor bedrijven die een bijzondere prestatie hebben geleverd in de branche. De uitreiking van de ION Borghardt Award vindt eens in de twee jaar plaats.
Drie ton subsidie voor project
Meer met Minder in de Maakindustrie
Mkb-bedrijven in de maakindustrie hebben moeite om de transitie naar een circulaire economie te realiseren. Circulariteit vraagt van deze doelgroep significante wijzigingen in de bedrijfsvoering en vaak ook een andere inrichting en aansturing van de keten. De daarvoor benodigde stappen zijn niet altijd helder en duidelijk. Hierdoor overzien bedrijven het risico van deze transitie niet en blijft men de oude werkwijzen en het bestaande businessmodel hanteren.
Het project Meer met Minder in de Maakindustrie wil een ‘circulair businessmodel portfoliomanagement systematiek’ ontwerpen om mkb-maakbedrijven in staat te stellen om circulaire businessmodellen naast bestaande (lineaire) businessmodellen te ontwikkelen en te managen.
De subsidie bedraagt 300.000 euro en is beschikbaar gekomen via RAAK-mkb-financiering. Een RAAK-mkb-onderzoek stelt een vraag uit het mkb centraal. Hogescholen en andere kennisinstellingen en minimaal zes mkb-ondernemingen doen in een consortium onderzoek naar praktisch toepasbare oplossingen voor de vraag. Het project Meer met Minder in de Maakindustrie begint op 1 januari 2025 en duurt precies een jaar.
CIRCULAIR
Uit vraagarticulatie en vooronderzoek komt naar voren dat mkb-maakbedrijven grote moeite hebben om de transitie naar een circulaire economie te realiseren. Circulariteit vraagt van deze doelgroep significante wijzigingen in de bedrijfsvoering en vaak ook een andere inrichting en aansturing van de keten. De daarvoor benodigde stappen zijn niet altijd helder en duidelijk. Hierdoor overzien bedrijven het risico van deze transitie niet en blijft men de oude werkwijzen en het bestaande businessmodel hanteren. Dit structurele probleem binnen de mkb-maakindustrie heeft vanuit de vraagarticulatie geleid tot de volgende praktijkvraag: Hoe kan een mkb-bedrijf in de maakindustrie naast het bestaande (lineaire) businessmodel ook een circulair businessmodel ontwikkelen en integreren in de bedrijfsvoering?
Uit de literatuur blijkt dat businessmodel portfoliomanagement, een systematiek voor het ontwikkelen en managen van verschillende
businessmodellen, een oplossing kan bieden. Door bewust nieuwe circulaire businessmodellen te ontwikkelen, in het bedrijf te integreren en het aldus ontstane portfolio van businessmodellen goed te managen, kunnen bedrijven de waardevolle aspecten van het oude en het nieuwe combineren en de minder wenselijke aspecten uitfaseren. Op die manier kan Circulair BusinessModel PortfolioManagement (CBMPM) mkb-bedrijven helpen om bewust en gecontroleerd de transitie van een lineaire naar een circulaire economie mogelijk te ma-
ken. Zowel in de praktijk als in de wetenschap ontbreekt het echter aan specifieke kennis en ervaring over methoden en technieken die de toepassing van CBMPM bij mkb-maakbedrijven mogelijk maakt. Kenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam wil een oplossing bieden voor dit probleem door samen met bedrijven te onderzoeken welke methoden en technieken mkb-bedrijven in de maakindustrie in staat kunnen stellen om een circulair businessmodel portfolio te ontwikkelen en te managen.
Samenwerking Electrotool en Cosen Saws
Electrotool is een hernieuwde samenwerking aangegaan met Cosen Saws uit Taiwan. Voor Noordwest-Europa zullen de Cosen bandzaagmachines op voorraad worden gehouden nabij de haven van Rotterdam. Op deze manier kunnen de leveringen van de geïmporteerde machines vlot verlopen voor de aangestelde dealers.
Electrotool heeft daar een apart machinemagazijn voor ingericht waar ook onderdelen en verbruiksartikelen op stock gehouden worden. Het streven is om minstens 25 bandzaagmachines uit voorraad te kunnen leveren. Vanaf de G320 dubbelkoloms bandzaagautomaat tot de SH1010W halfautomaat, en van de verstekbandzaagmachine SH510LDM t/m de verticale verstekbandzaagmachine V2620. Cosen is de fabrikant met het uitgebreidste bandzaagmachine-programma ter wereld.
Voor de Benelux-landen is dit gunstig. Electrotool biedt de mogelijkheid om de bandzaagmachines met de eigen gefabriceerde MPS-rollenbanen, in- en uitvoersystemen en de positioneersystemen te leveren. MPS voldoet aan de typische Europese vraag voor een gedegen efficiënt logistiek systeem rondom de zaagmachine heen. Bovendien kan dat worden samengesteld op de Electrotool systeemconfigurator op de website https://electrotool.nl/ configurator/electrotool.
‘Digitale transformatie bereik je door het geheel op te delen’
Hoe moet je als maakbedrijf een digitale transformatie doorlopen? Volgens managing director
Anoek Schellings door het proces op te knippen in kleine stukjes. Tijdens het Cadmes Event 2024 in DeFabrique in Utrecht wordt PLM voor MKB geserveerd als een gerecht. “Hoe eet je een olifant? Stukje voor stukje”.
Tijdens het Cadmes Event 2024 was het thema ‘koken’. Vandaar dat managing director Anoek Schellings en technisch directeur Bas Koomen het publiek vanaf een soort van keukentafel op het podium toespreken voor ‘een dag vol culinaire inspiratie en digitale innovaties’.
Schellings: “Je ziet als een van de belangrijkste trends dat er een groot tekort is aan mensen. En als die mensen er wel zijn, dan hebben die vaak nog te weinig kennis. Daaraan gekoppeld is er een duurzaamheidsvraagstuk. Dat is niet alleen duurzaamheid voor de omgeving, maar ook duurzaamheid bij het omgaan met je mensen. Dat is industrie 5.0.”
Industrie 5.0 is een concept dat verder bouwt op Industrie 4.0, maar met een sterkere nadruk op de samenwerking tussen mens en machine.
Terwijl Industrie 4.0 vooral draait om de digitalisering, automatisering en het gebruik van slimme technologieën zoals AI, robotica, IoT
(Internet of Things) en big data, richt Industrie 5.0 zich op het creëren van een meer mensgerichte aanpak in de industrie.
Koomen: “Dat is de kern van wat we doen. Een paar jaar geleden hebben we gekeken naar onze rol in de maakindustrie. Vroeger stond het leveren van software centraal. Nu gaat het erom dat de software het juiste doet bij de gebruikers.”
Schellings: “Het is een andere manier van kijken. Voorheen had je engineering en data en de processen daaromheen. PLM-vraagstukken zijn echter breder. Product Lifecycle Management kan je helpen om optimaal samen te werken met je collega’s, klanten en leveranciers. PLM helpt om alle informatie over je product te beheren, van het eerste idee tot het einde van de levenscyclus.”
KNIPPEN
Het Cadmes Event 2024 vond ten opzichte van
vorig jaar plaats in een kleinere setting. Bewust, volgens Schellings. Dit jaar is meer ingezet op een differentiatie van het informatie-aanbod en kwamen vooral beslissers en beinvloeders over Product Lifecycle Management (PLM) van maakbedrijven aan bod. “Het allerbelangrijkste onderwerp in de directiekamer is de digitale transformatie. Dat zijn grote projecten. Hoe pak je dat aan? Dan maak ik de vergelijking met de vraag hoe je een olifant eet. Het antwoord? Stukje voor stukje. De manier om je digitale transformatie te maken is door het geheel op te knippen in kleine stukken.”
Het product PLM voor MKB van Cadmes biedt een gestandaardiseerde, op ervaring gebaseerde configuratie. De gebruiker kiest zelf de essentiele bouwblokken, wat zorgt voor een gestroomlijnd en voorspelbaar implementatieproces. De processen van bedrijven in de maakindustrie bevatten namelijk vaak dezelfde referentieprocessen. Daarnaast biedt de implementatiemethodiek van Cadmes, enablement as a service juist de mogelijkheid de olifant in stukjes op te knippen doordat er gebruik wordt gemaakt van verschillende implementatiecycli.
Van lasrobot tot kwaliteitsdraad: alles onder één dak
Bent u geïnteresseerd in de overstap naar robotlassen, en heeft u liever één aanspreekpunt dan verschillende contacten? Met meer dan 45 jaar ervaring in lasrobots biedt Valk Welding op maat gemaakte totaaloplossingen, inclusief lasdraad, consumables, software, training en support. Zo staat u er vóór, tijdens en na uw overstap nooit alleen voor.
Valk Welding voor groot tot klein Wij helpen u verder met de productieautomatisering van grote series tot enkelstuks en kleine tot grote producten. Onze systemen zijn geschikt voor verschillende soorten staal, rvs, aluminium en kunststof.
Meer informatie
+31 78 69 170 11
info@valkwelding.com www.valkwelding.com
Nog geen groene groei industrie
De Nederlandse industriële bedrijven die vallen onder het Europese Emissiehandelssysteem (EU ETS) zijn in de periode 2021-2023 gemiddeld genomen minder CO2-efficiënt gaan produceren. Dat wil zeggen dat bedrijven gemiddeld genomen meer CO2 hebben uitgestoten voor elke eenheid product. Het goede nieuws is dat een meerderheid van de bedrijven wel degelijk een verbetering laat zien. Echter het aantal bedrijven dat een verslechtering laat zien, is in omvang van de CO2-uitstoot (gewogen gemiddelde) groter. Dit blijkt uit de meest recente cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa).
De NEa verzamelt jaarlijks emissie- en productiegegevens om toezicht te houden op de CO2-uitstoot van de industrie in Nederland. Op basis van deze gegevens stelt de NEa de CO2-efficiëntiecijfers op. Deze cijfers geven weer hoe de Nederlandse industrie presteert ten opzichte van de Europese benchmark. In 2023 presteerden de Nederlandse industriële bedrijven 16,9 % onder deze benchmark. De CO2-efficiëntie is daarmee gemiddeld gedaald met 3,2 procentpunt in vergelijking met 2021.
De benchmarkwaarde is vastgesteld als de gemiddelde emissies van de 10% best presterende installaties onder het ETS in de Europese Unie. Het gaat hier om de industriële bedrijven die gratis toewijzing van emissierechten hebben aangevraagd.
CO2 -EFFICIËNTIE
Het grootste gedeelte van de installaties laat in 2023 een verbetering van de CO2-efficiëntie zien ten opzichte van 2021 (148 van de 282 installaties). Omdat vooral de grotere uitstoters, die het zwaarst wegen in het gemiddelde, slechter zijn gaan presteren, resulteert toch een negatief gemiddelde. De afgenomen gemiddelde efficiëntie over alle bedrijven tezamen valt te verklaren doordat bedrijven kennelijk hun fossiele energie-input niet flexibel genoeg hebben kunnen laten meebewegen met hun verminderde productie. Ook zijn enkele efficiënte installaties gestopt met hun activiteiten.
Mark Bressers, directeur-bestuurder van de NEa: “Eerder dit jaar maakten we melding van een recorddaling van de CO2-uitstoot in de industrie en energiesector. De CO2-efficiëntiecijfers die we nu hebben, bevestigen wat we toen al vermoedden: de daling van de CO2-uitstoot in de industrie komt vooral door de lagere industriële productie en is maar beperkt het gevolg van verbeterde en schonere productiemethoden. Al zijn er gelukkig ook positieve uitzonderingen. 148 installaties hebben hun CO2-efficientie weten te verbeteren. Niettemin tonen deze cijfers aan dat de industrie in Nederland – maar dit is iets dat we ook in andere Europese landen zien – staat voor een grote opgave. Het kabinet zet in het regeerprogramma in op groene groei. Deze nieuwe cijfers laten zien dat er nog flinke stappen gezet moeten worden om dit te bereiken en ervoor te zorgen dat de CO2-uitstoot verder kan dalen met behoud of zelfs groei van productiviteit. Innovatie en verbetering van de CO2-efficiëntie is daarvoor noodzakelijk.”
WAARDEN
De grootste uitstoters van CO2 binnen de Nederlandse industrie nemen verplicht deel aan het EU ETS. Van 282 van de in totaal 356 bedrijven rapporteert de NEa jaarlijks de CO2-uitstoot afgezet tegen de productie van die bedrijven. Dat is een verplichting om in aanmerking te komen voor gratis emissierechten. Grote uitstoters als energiecentrales zijn van de toe-
kenning van gratis emissierechten uitgesloten. Als alternatief kunnen emissierechten worden gekocht op veilingen van de overheid of direct van andere installaties en bedrijven. Voor elke ton CO2 (equivalent) die een installatie jaarlijks uitstoot moet één emissierecht worden ingeleverd.
Een deel van de rechten wordt gratis toegekend om ‘carbon leakage’ tegen te gaan. Dat houdt in dat productie verschuift naar landen buiten de EU die CO2-uitstoot niet beprijzen. Het aantal emissierechten wordt lineair afgebouwd met 4,3% minder rechten per jaar; in 2028 wordt dit aangescherpt naar 4,4%. Tegelijkertijd wordt een Europese koolstofgrensheffing (CBAM) ingevoerd voor CO2-intensieve producten.
BENCHMARK
De benchmark is de gemiddelde CO2-efficiëntie van de 10% best presterende installaties in een specifieke sector in Europa. Een score van bijvoorbeeld -5% betekent dat een specifieke sector in Nederland een 5% slechtere CO2-efficiëntie heeft dan het gemiddelde van de 10% best-presterende installaties in deze sector. De benchmarkwaardes zijn door de Europese Commissie vastgesteld voor de periode 20212025 op basis van de CO2-efficiëntiecijfers van 2016/2017. De benchmarkwaardes dalen ieder jaar in elke sector. In 2025 worden nieuwe benchmarkwaarden vastgesteld voor de emissiehandelsperiode 2026-2030.
Automatiseringskansen voor nabewerking in West-Brabantse Maakindustrie
Er is een duidelijke behoefte aan automatisering in de nabewerking binnen de maakindustrie in West-Brabant, maar veel bedrijven hebben nog niet de juiste kennis over de mogelijkheden van cobots. Dat blijkt uit een onderzoek van Breda Robotics.
Het onderzoek maakt deel uit van een bredere nodenanalyse, met als doel een goed onderbouwde keuze te maken voor het type (mobiele) cobot-demonstrator dat Breda Robotics in de toekomst zou kunnen inzetten. Een belangrijk aspect hierbij was het in kaart brengen van de specifieke nabewerkingsoperaties die in de regio veel voorkomen, en het achterhalen van de bereidheid van bedrijven om deze processen te automatiseren of te ‘cobotiseren’. In totaal zijn 163 MKB-maakbedrijven in de regio West-Brabant geïdentificeerd die mogelijk in aanmerking komen voor het project. Hiervan hebben dertien bedrijven daadwerkelijk een bijdrage geleverd, door een vragenlijst in te vullen of deel te nemen aan een interview. Met vier van deze bedrijven werd een diepgaand interview afgenomen om de onderzoeksresultaten verder te onderbouwen.
NABEWERKEN
Robot Robotics heeft samengewerkt met een
student consultant, die onderzoek heeft verricht met betrekking tot het project Interreg Cobotassist. Dit project richt zich op de mogelijkheden om collaboratieve robots (cobots) in te zetten voor nabewerkingsprocessen binnen de maakindustrie in Nederland en België. Uit de reacties blijkt dat afbramen (ook wel ontbramen genoemd) de meest voorkomende nabewerkingstaak is in de regio; maar liefst 69% van de respondenten gaf aan dat dit een belangrijke stap is in hun productieproces. Daarnaast worden schuren en polijsten door 38% van de respondenten genoemd als veelvoorkomende nabewerkingen. Voor maar liefst 85% van de bedrijven is nabewerking cruciaal om de gewenste eindkwaliteit van hun producten te behalen. Ondanks het belang van nabewerking, blijkt automatisering nog een uitdaging te vormen. De meest voorkomende hindernis om nabewerkingsprocessen te automatiseren is een gebrek aan kennis over de technologische mo-
Onderwijsminister Bruins:
gelijkheden. Maar liefst 77% van de respondenten gaf aan onvoldoende zicht te hebben op hoe cobots hun processen kunnen ondersteunen.
Lisanne Ottevanger, projectleider bij Breda Robotics: “Dit onderzoek bevestigt wat we al langer vermoedden: er is een duidelijke behoefte aan automatisering in de nabewerking binnen de maakindustrie in West-Brabant, maar veel bedrijven hebben nog niet de juiste kennis over de mogelijkheden van cobots. De uitkomsten geven ons een stevig fundament om samen met deze bedrijven stappen te zetten richting geautomatiseerde oplossingen. Ons doel is om hen te ondersteunen bij het realiseren van efficiëntere productieprocessen, zodat ze beter kunnen inspelen op de toekomstige uitdagingen.”
investeren in vakmensen is de sleutel tot een stabiele Nederlandse economie
In een tijd waarin technologische ontwikkelingen en economische uitdagingen elkaar in hoog tempo opvolgen, wordt de rol van goed opgeleide vakmensen steeds crucialer voor de Nederlandse economie. Minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) benadrukte dit tijdens een bezoek aan een mbo-instelling in Arnhem.
Tijdens het Weekend van de Wetenschap bezocht Bruins een mbo, en dat is bijzonder. De focus van de minister van OCW ligt blijkbaar bij het beroepsonderwijs. Volgens hem ligt de toekomst van Nederland dan ook bij vakmensen. Dit weerspiegelt een belangrijke verschuiving in het onderwijsbeleid. Waar voorheen de focus vaak lag op universitair onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, richt de huidige regering zich nadrukkelijk op het versterken van het be-
roepsonderwijs. Deze koerswijziging is niet zonder controverse. Het kabinet staat voor de uitdaging om ruim 1 miljard euro te bezuinigen op onderwijs, wetenschap en onderzoek. De uitdaging voor de Nederlandse economie ligt nu in het vinden van een evenwicht tussen het opleiden van vakmensen en het behouden van een sterke positie in wetenschappelijk onderzoek en innovatie. Het succes van deze balans zal cruciaal zijn voor de toekomstige concurrentiepositie van Ne-
derland in een steeds complexer wordende globale economie.
Promas is leverancier van CNC bewerkingscentra en freesbanken en CNC en teach-in draaibanken. Ontdek ons uitgebreide assortiment
“Arbeidsproductiviteit moet met 50% stijgen in de komende 10 jaar.”
Nederland kan niet zonder de industrie. Een transformatie is nodig binnen zowel de maak- als de procesindustrie om ook in 2040 economisch en maatschappelijk relevant en internationaal concurrerend te zijn. Dat staat in de sectorvisie van Rabobank. Volgens het rapport zijn er vier transities nodig om ook over vijftien jaar nog een rol te spelen.
De industrie in Nederland bestaat uit de maak- en de procesindustrie. Twee subsectoren met elk hun eigen dynamiek, kansen en uitdagingen op het gebied van verduurzaming, circulariteit en innovatie.
De maakindustrie bestaat uit bedrijven die halffabricaten en eindproducten maken uit grondstoffen en materialen, zoals de machinebouw, textiel- en auto-industrie, kunststofverwerking en metaalbewerking. De bedrijven leveren vaak klantspecifieke oplossingen, zoals machines voor de voedselverwerkende industrie, meestal in kleine series en in samenwerking met de opdrachtgever. Daarnaast bestaat de sector steeds meer uit bedrijven die extra services bieden, zoals installatie, onderhoud en reparatie. De sector is kapitaalintensief, er zijn relatief dure machines nodig om de eindproducten te kun-
nen maken via bewerkingen van hout, rubber, kunststof of metaal. De maakindustrie is internationaal concurrerend en bedrijven leveren wereldwijd, met een grote focus op Europa. Arbeid is in Nederland relatief duur, dus besteden bedrijven veel aandacht aan het zo efficiënt mogelijk produceren tegen zo laag mogelijke kosten. In de maakindustrie zijn 766.000 fte werkzaam. Bedrijven in de industrie maken producten met een hoge toegevoegde waarde. Tegelijkertijd is er op het gebied van duurzaamheid binnen de sector zelf nog werk aan de winkel. Circulair produceren staat in de sector nog in de kinderschoenen. Er is sprake van lange toevoerketens voor de benodigde grondstoffen, die op prijs worden ingekocht. Er zijn wel steeds meer goede voorbeelden in de markt van ondernemers die het anders doen. Zoals een bedrijf dat meubels recyclet en opnieuw bekleedt met natuurlijke grondstoffen uit de omgeving.
TRANSITIEPADEN
De Rabobank verwacht in zijn sectorvisie dat de maakindustrie zich bewust moet zijn dat er een transformatie van de industrie en samenleving plaatsvindt. Om ook in 2040 een rol te kunnen spelen, vereist dat aanpassingsvermogen en strategische keuzes.
De hightech maakindustrie zal de komende jaren flink groeien. De samenstelling van de industrie zal veranderen. De hightechindustrie zal komende jaren bovengemiddeld groeien en een steeds groter deel uitmaken van de industrie. De uitstekende positie van Nederland in de hightech maakindustrie kan verder uitgebouwd worden. Voor de hightechindustrie is het belangrijk dat er keuzes worden gemaakt en er focus wordt aangebracht om te kunnen excelleren. De in 2023 benoemde sleuteltechnologieën, waaronder photonica, kunstmatige intelligentie (AI) en semiconductors zouden hier leidend in moeten zijn.
Om de klimaatdoelen te halen, moet de industrie fossiele grondstoffen vervangen door hernieuwbare grondstoffen. Deze transitie vraagt om nieuwe en andere vormen van samenwerken in de keten. Beschikbaarheid van energie en grondstoffen wordt het belangrijkste strategische thema voor de industrie. De overgang naar hernieuwbare grondstoffen en energie gaat de industrie blijvend veranderen. Dit vraagt bijvoorbeeld om enorme investeringen in groene opwekking en infrastructuur. Nu wordt de elektrificatie nog fors geremd door netcongestie. We verwachten dat dit probleem in 2040 grotendeels is opgelost door gezamenlijke inspanning van industrie en netbeheerders. In de tussentijd zullen bedrijven gezamenlijk slimmer om moeten gaan met energie en warmte.
Voor grondstoffen is onze industrie sterk afhankelijk van andere landen, zoals China. Geopolitieke conflicten zorgen ervoor dat we hier heel bewust van zijn geworden. Strategische autonomie komt daarom steeds hoger op de agenda te staan, zowel in Nederlands als in Europees verband. Ook om de klimaatdoelen te halen, zal de industrie fossiele grondstoffen moeten vervangen door hernieuwbare grondstoffen. Grondstoffen blijven in de keten door op grote schaal te recyclen. De markt voor hoogwaardige recycling zal spectaculair stijgen. Biobased grondstoffen gaan fossiele grondstoffen vervangen. Door deze ontwikkelingen worden de toeleverketens korter. Circulaire businessmodellen zijn een oplossing voor bedrijven.
Deze transitie vraagt om nieuwe en andere vormen van samenwerken in de keten. Bedrijven gaan in clusters intensiever en meer lokaal samenwerken om schaalvoordelen te benutten. Die samenwerking richt zich op gezamenlijke productontwikkeling om in Nederland concurrerend en relevant te blijven in 2040. Bedrijven delen productiefaciliteiten, innoveren samen en ontwikkelen slimme oplossingen op het gebied van energie, water, warmte en grondstoffen. Bedrijven worden
hiermee meer afhankelijk van elkaar, waardoor een verschuiving ontstaat van transactioneel naar relationeel zakendoen.
KANSEN DOOR INNOVATIE
De transitie vraagt om flinke investeringen van bedrijven. Niet elk bedrijf zal in staat zal zijn om de stap naar hernieuwbare energie en grondstoffen te maken. Met name de fossiele energie-intensieve procesindustrie zal daardoor krimpen. Alleen bedrijven die kunnen innoveren en toegevoegde waarde bieden hebben een toekomst en kunnen groeien. Zij kunnen bovendien vooroplopen in het ontwikkelen van bewezen concepten voor de groene chemie die veel exportwaarde vertegenwoordigen. Onder licentie zullen deze vooral gerealiseerd worden in het buitenland, waar voldoende groene en goedkope energie beschikbaar is.
Hoewel de industrie behoort tot de meest productieve sectoren in Nederland, ziet de Rabobank de groei in arbeidsproductiviteit afvlakken. Door het bovengemiddeld vergrijsde personeelsbestand zullen de komende jaren veel werknemers uitstromen. Nieuwe instroom staat onder druk doordat te weinig studenten kiezen voor de techniek. Ondernemers in de industrie gaan zelf actief aan de slag om als werkgever aantrekkelijk te blijven. Schoolverlaters moeten via een grootschalige imagocampagne de voordelen zien van een baan in de industrie. Verder kunnen bedrijven inzetten op behoud van personeel door de arbeidsvoorwaarden aantrekkelijk te houden en waar mogelijk te verbeteren – vooral met het oog op nieuwe doelgroepen als jongeren en vrouwen. Denk aan meer flexibele werktijden. De oplossing? Die ligt bij automatisering en robotisering van de sector. Een zeer waarschijnlijk scenario is dat dat de industrie het de komende 20 jaar met minder mensen zal moeten doen. Om te kunnen blijven groeien en internationaal concurrerend te blijven, zal de arbeidsproductiviteit met wel 50 procent moeten stijgen in 10 jaar tijd. Dit vraagt om verregaande automatisering en robotisering. IT en industrie raken steeds meer met elkaar verweven. Dat vraagt niet alleen om flinke investeringen van ondernemers – maar ook om aandacht voor aanvullende skills en competenties op de werkvloer. Technologische innovatie gaat hand in hand met sociale innovatie: ondernemers hebben niet alleen oog voor machines en algoritmen, maar ook voor de mensen die ze ontwerpen, gebruiken en onderhouden.
OPLOSSINGEN
De industrie wordt vaak gezien als grote vervuiler. Toch ligt de sector op koers om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen naar de afgesproken doelstellingen voor 2030 en 2050. Dit is ook in de visie van de Rabobank haalbaar als bedrijfsleven en overheid samen optrekken om de belangrijkste randvoorwaarde in te vullen: voldoende groene energie. Circulair produceren wordt de norm, afgedwongen door schaarste aan bepaalde grondstoffen, klanteisen en wetgeving. Deze transitie kan alleen succesvol worden ingezet als in Europees verband wordt samengewerkt om een grotere strategische autonomie te bereiken. Nederlandse bedrijven gaan hierin vooroplopen door technologische en sociale innovatie.
Bij de maakindustrie hebben winning en productie van grondstoffen het grootste aandeel in de CO2-voetafdruk. Die uitstoot zal richting 2040 drastisch worden teruggebracht door overschakeling op producten die worden gemaakt van biobased of gerecyclede grondstoffen.
Beschikbaarheid, kwaliteit en overlast van water zijn relatief nieuwe thema’s die de Nederlandse industrie gaan raken. Veel bedrijven zullen hun processen moeten aanpassen in verband met wettelijke verplichtingen, maar ook door onvoldoende beschikbaarheid van water in de toekomst. Bedrijven die veel water gebruiken in het productieproces zullen zoeken naar manieren om dit zo circulair mogelijk te doen als er straks minder water beschikbaar is, of wanneer de kosten hiervan te hoog worden.
ROL
De industrie heeft naast een grote eigen verduurzamingsopgave ook een belangrijke rol in het ontwikkelen van oplossingen. De uitgangspositie van de industrie is sterk, denk aan watertechnologie, windmolens, groene chemie of warmtepompen. Dit is een lonkend perspectief waarvan de Nederlandse industrie kan profiteren. De winnaars van morgen investeren in deze technologieën. Het levert ook een grote bijdrage aan een noodzakelijke betere reputatie: van grote vervuiler naar oplosser. Bedrijven gaan bovendien een rol spelen in klimaatadaptie. Bedrijventerreinen worden aangepast, zodat ze water opslaan dat gebruikt kan worden in drogere periodes – voor het eigen productieproces, of voor bijvoorbeeld boeren in de buurt. Industrieterreinen zijn nu vaak nog grijze, geasfalteerde ruimtes. In de toekomst zijn deze veel groener en leveren ze zelfs een bijdrage aan de biodiversiteit.
464
Lijmoplossingen voor plaatverwerking
Lubribond Benelux biedt innovatieve industriële lijmoplossingen, met Crestabond als een belangrijke keuze voor plaatverwerking. Dankzij zijn sterke methacrylaat-structurele lijmen, snelle uitharding en eenvoudige applicatie.
Naast Crestabond zijn ook de merken Permabond, Momentive en DL Chemicals beschikbaar, waardoor we voor iedere toepassing een passende oplossing kunnen bieden.
STAPPERT Noxon is een landel k opererende handelsorganisatie op gebied van roestvaststalen buizen fittingen flenzen en staf
W z n onderdeel van een onafhankel ke internationale groep met diverse Europese vestigingen Met ons brede assortiment en omvangr ke voorraden z n we in staat om uw bestelling op uw gewenste datum en t d in heel Nederland te leveren W werken continu aan optimalisatie van de kwaliteit van onze producten dienstverlening en efficiency in de kosten We zoeken daarb alt d naar de aansluiting met uw wensen en behoeften
W hechten veel waarde aan langdurige persoonl ke relaties Uw ervaren klantenteam is op de hoogte van uw wensen, reageert snel en adequaat op al uw vragen, is oplossingsgericht en helpt u b het maken van de juiste keuzes Op welk gebied kunnen w u ontzorgen? Inkoopgemak of kosten efficiency? WHAT YOU NEED!
STAPPERT Noxon B V
Gerstd k 4 | 5704 RG Helmond T +31 492 582111 noxon@stappert biz noxon stappert biz | shop stappert nl
“Er
is meer dan mechanisch verbinden”
Industriële lijmen en siliconen zijn nog te onbekend, vindt Bob Aa van Lubribond. Onterecht, want er zijn genoeg toepassingen waarbij lijmen beter is dan lassen of vastmaken met moeren en bouten. Daarom is het zijn missie om lijmen onder de aandacht te brengen. “Je moet de juiste lijm hebben voor de juiste toepassing.”
Bob Aa denkt even na over de vraag. Hij is eigenaar van Lubribond Benelux, een specialist op het gebied van lijmen en siliconen. Zijn bedrijf vertegenwoordigt Permabond, Crestabond en Momentive. De vraag is waarom lijmen in de industrie nog onbekend is. Als Aa naar zijn eigen opleidingen kijkt, kreeg hij materiaalkunde, bewerkingen, lassen, maar nauwelijks iets over lijm. Tijdens zijn eigen opleiding in zijn jeugd heeft hij welgeteld twee uur les gehad over lijm. Daarnaast is de industrie een conservatieve markt. “Er kan heel veel met lijmen. En mijn doel is om te laten horen dat er meer is dan mechanisch verbinden zoals met bouten of met lassen. Je hoeft niet alles te lijmen, maar er zijn heel veel toepassingen waarbij lijmen voordelen biedt.”
Dus is het voor Aa een kwestie van continu vertellen over de mogelijkheden van lijmen. Bijna als een ambassadeur. “Hoe krijg ik mensen
die gewend zijn een gat te boren of te lassen aan het lijmen? Door te overtuigen. Er zijn grote voordelen: betere spanningsverdeling, weinig kerfwerking, minder metaalmoeheid, esthetisch mooier, minder warmte en dus geen vervorming. Ik wil dat continu onder de aandacht brengen.”
WINDMOLENBLAD
Aa geeft een praktisch voorbeeld: de wasemkappen boven de frituur in een snackbar. Die zijn met rvs afgezet en wel zo dun mogelijk. Logisch, vanwege het gewicht en vanwege de kosten. De stijfheid is daarom ook laag. Om het stabiel te houden, moet je ribben lassen. Dan krijg je een blauwe waas aan de voorkant. Dus moet je poetsen, beitsen en polijsten om het goed te krijgen. Met lijmen kan je de stalen strips van de ribben er zo op zetten, en het is meteen goed.
Bob Aa
Maar kan de temperatuur door de hete olie niet te hoog worden? Aa: “De lijmselectie is zeer belangrijk. Je moet de juiste lijm hebben voor de juiste toepassing. Als leverancier moet je je realiseren wat een lijm moet doen. Wat is de duurzaamheid? Heb je te maken met vet? Met schoonmaakmiddel? Dat is het verschil tussen of een lijm werkt en of hij niet werkt. Er zijn veel technieken en een verkeerde selectie kan voor een slechte ervaring zorgen. Soms betekent dat ook een investering. Een mooie PE-lijm kan drie keer zo duur zijn als een aluminium-lijm.”
Lijmen wordt in de industrie al lang toegepast. Zo worden windmolenbladen uit twee delen samengesteld, die aan elkaar worden gelijmd. Dat moet solide vast zitten, gezien de spanning die erop staat. Maar ook vliegtuigvleugels worden grotendeels gelijmd. Er komen geen popnagels aan te pas, weet Aa. Want eigenlijk verslapt een popnagel een vleugelconstructie. Lijm geeft een homogeen spanningsverloop. Bij popnagels verdeel je de spanning over punten, bij lijm over hele lengtes. Vergelijk het met dun ijs: als je erop staat, zak je erdoor. Lig je er op, dan houdt het ijs. Gelijmde delen kennen veel minder piekbelasting en een beter krachtsoverdrachtsverloop in een vleugel.
ADVIES
“Onbekend is helaas onbemind”, verzucht Aa. “Wij komen bijvoorbeeld mensen tegen die werken met zinken dakgoten. Nou kan je dat prima verlijmen. Er is weinig belasting en lijm is weersbestendig en waterdicht. En toch durft zo iemand het niet aan om te lijmen. Want hij is is het niet gewend. Dat is een uitdaging voor me, om toch te overtuigen.”
Dat overtuigen gebeurt met open vizier. Want er zitten natuurlijk beperkingen aan lijmen. Bij te hoge temperaturen verzwakt het, maar dat wordt onderkend. En pelbelasting is lastig, maar niet onmogelijk met de juiste lijmselectie. Dat is de belasting zoals je tegenkomt bij het loshalen van een sticker. Als het gaat om trek- en schuifbelasting, is lijm juist heel sterk. “Het is gewoon belangrijk dat je advies krijgt van een lijmspecialist. Die weet dat je niet op een kopse kant kan lijmen, omdat je een oppervlakte nodig hebt voor de cohesie. Of dat een product of zelfs een ontwerp of een proces op de schop zal moeten.”
Maar alles begint met advies, besluit Aa. “Er zijn meer mogelijkheden dan men zich realiseert om constructieve bevestigingen te maken. Neem een lijmspecialist in de armen. Dat advies is cruciaal om lijmen een gangbare keuze te laten worden in de industrie.”
Acht trends in industrieel lijmen
Industrieel lijmen is een technologie die voortdurend evolueert dankzij innovaties in materialen en productieprocessen. De acht belangrijkste trends zijn:
• Duurzaamheid wordt steeds belangrijker in de industrie, en dit geldt ook voor lijmtechnologie. Er is een groeiende vraag naar lijmen op basis van biologisch afbreekbare of hernieuwbare grondstoffen. Dit resulteert in de ontwikkeling van nieuwe formules die minder schadelijk zijn voor het milieu, zoals oplosmiddelvrije, watergebaseerde en bio-gebaseerde lijmen. Lijmen met een lage VOC-uitstoot (Volatile Organic Compounds) krijgen ook meer aandacht.
• Lijmen worden steeds vaker ingezet voor lichte materialen zoals koolstofvezel, glasvezel en kunststofcomposieten, vooral in sectoren zoals de luchtvaart en de automobielindustrie. Deze materialen dragen bij aan het verlagen van het gewicht van eindproducten, wat leidt tot een hogere brandstofefficiëntie en lagere kosten. Lijmen spelen hierin een cruciale rol door sterke verbindingen te bieden die traditionele bevestigingsmethoden zoals lassen of schroeven vervangen.
• Er is een toenemende vraag naar lijmen die sneller uitharden om de productiesnelheid te verhogen. Innovaties zoals UV-uithardende lijmen, waarbij de lijm onder UV-licht binnen enkele seconden uithardt, en warme smeltlijmen, die snel stollen, maken snellere productielijnen mogelijk. Deze technologieën worden steeds geavanceerder en efficiënter, waardoor fabrikanten tijd en kosten kunnen besparen.
• Structurele lijmen worden steeds vaker gebruikt als vervanging voor mechanische bevestigingsmiddelen in veeleisende toepassingen. Deze lijmen zijn ontworpen om zware belastingen en extreme omstandigheden te weerstaan. Bijvoorbeeld, in de automobielindustrie worden structurele lijmen gebruikt om delen van de carrosserie te verbinden, wat niet alleen zorgt voor gewichtsbesparing maar ook voor betere prestaties en duurzaamheid.
• Slimme of 'functionele' lijmen zijn een opkomend trend. Deze lijmen kunnen naast het verbinden van materialen ook andere functies vervullen, zoals het geleiden van elektriciteit of warmte, het veranderen van kleur bij temperatuurveranderingen, of zelfherstellend vermogen bieden. Dergelijke technologieën worden steeds vaker toegepast in elektronica, sensoren en zelfs medische toepassingen.
• Met de toenemende automatisering in productieomgevingen neemt ook het gebruik van robots en geautomatiseerde systemen voor het aanbrengen van lijm toe. Deze trend zorgt voor een verhoogde precisie en consistentie in het aanbrengen van lijm, wat cruciaal is voor massaproductieprocessen. Robots kunnen complexe patronen en vormen hanteren en ervoor zorgen dat de lijm consistent wordt aangebracht.
• Hybride lijmen combineren de eigenschappen van verschillende lijmsoorten, zoals epoxy, polyurethaan en acrylaat, om betere prestaties te leveren in termen van hechting, flexibiliteit, en chemische bestendigheid. Dit biedt meer mogelijkheden voor de industrieën die een sterke, duurzame verbinding nodig hebben in uitdagende omstandigheden.
• Met de opkomst van de elektrificatie van voertuigen, draagbare technologieën en miniaturisering van elektronische apparaten, neemt ook de vraag naar gespecialiseerde lijmen voor elektronica toe. Deze lijmen moeten bestand zijn tegen hoge temperaturen, chemische blootstelling en mechanische stress, terwijl ze tegelijkertijd elektrische isolatie of geleiding kunnen bieden, waar nodig.
Henny Spaan (IBS Precision Engineering): ‘Kijk buiten de gangbare toepassingen’
Omringd door banieren met beeltenissen van historische Nederlandse wetenschappers praat Henny Spaan, oprichter en eigenaar van IBS Precision Engineering, vol enthousiasme over precisietechniek. Een kleine kwart eeuw geleden bedacht hij de Precisiebeurs, die er beter voor staat dan ooit. Een gesprek over AI, samenwerken en kennismigranten. En enthousiasme. “Precisiemannen zijn altijd op zoek naar de volgende stap”.
“Trots”, dat is Henny Spaan, oprichter en eigenaar van IBS Precision Engineering in Eindhoven. Hij is de aartsvader van de Precisiebeurs. Hij belde 23 edities geleden bij Mikrocentrum aan of er geen ruimte was voor een beurs waar precisietechniek centraal staat. Natuurlijk, was het antwoord, maar hij moest zelf wel een aantal exposanten ‘ronselen’. Heidenhain stapte in, toen volgden zeven andere sponsoren en de Precisiebeurs was een feit. “Ik ben dus trots”, benadrukt hij. “Bij ons bedrijf zijn we netwerkgedreven en ik vind het dus belangrijk dat er dit soort netwerkevenementen zijn.”
Naast zijn werk bij IBS Precision Engineering is hij ook voorzitter van de zogenoemde EMINT Management Board van de VDMA, waarbij
EMINT staat voor Electronics, Micro and New Energy Production Technologies. En onlangs ontving Spaan de prestigieuze Martin van den Brink Award, een prijs die uitmuntende bijdragen in de hightech-productie-industrie erkent. De prijs werd voor het eerst ingesteld in 2012. Spaan is de vierde persoon die deze bijzondere onderscheiding ontvangt.
Wat is nu de trend op het gebied van precisietechniek?
“De toename in complexiteit. Wat ik overal zie opkomen, is 3D-printen. De complexiteit van producten die je kan realiseren is zo veel hoger. Daardoor is het een stuk kostengunstiger. Natuurlijk zit de nauwkeurigheid die de precisietechnici nastreven er nog niet in. Dat betekent dat we moeten nabewerken. Kijk, precisietechniek is niet het maken van spiegeltjes of zo. Precisietechniek is vooral het integreren van systemen en die systemen worden alsmaar complexer. Vroeger had je een mechatronicateam van drie man. Nu bestaat zo’n team uit vijftien mensen: een accoustiek-expert, een dynamica-expert, een thermodynamica-expert. Er komt warmte vrij, dus ook een flow-expert. Door de groei van de complexiteit ben je gedwongen om meer samen te doen. 3D-printen past hier prima in, als onderdeel van het geheel. Je kan het namelijk niet meer alleen.”
Hoe ver gaat dat, zo’n samenwerking?
“Het is de nieuwe realiteit. In 1993 begonnen we met ons bedrijf, en sommige klanten, vooral in de automobielindustrie, waren star. Een aanbesteding was helemaal dichtgetimmerd, wel vijftig pagina’s met eisen en specificaties. Drie bedrijven mochten aanbieden en de goedkoopste kreeg de klus. Dat kan echt niet meer. Met de huidige complexe machines moet je een bijbel aan specificaties schrijven, dat is ondoenlijk. Dus moet het een samenspel zijn. Samenwerken. Want je kan het niet alleen.”
De toegenomen complexiteit vereist ook meer kennis. Is die kennis er?
“Er is heel veel kennis. En dat moet ook blijven groeien, want als je geen kennis opbouwt, dan krijg je als onderneming problemen. Je
Foto: Minneboo Fotografie
bent dan voor de huidige markt te beperkt. Je ziet ook dat technische bedrijven steeds meer echte engineers aantrekken. Dat moet ook wel. Kijk naar een moderne 5-asser. Die is helemaal niet zo makkelijk te programmeren, daar heb je goede vaklui voor nodig. En materiaalkennis. Je werkt vaker met exotischere metalen. Dat vereist kennis van de machine, het product en het proces.”
Hoe is het niveau van onze maakindustrie, bijvoorbeeld vergeleken met onze oosterburen?
“De Duitsers zijn heel goed in incrementele optimalisatie. Dus met kleine stapjes maken ze hun product steeds beter en efficiënter. Het resultaat is de Deutsche Grundlichkeit. Daarom kopen we ook graag Duitse producten. Maar er zijn verstoringen van de markt, bijvoorbeeld door een complexere productmix, kleinere seriegroottes en energievraagstukken. Dan heb je improvisatietalent nodig en dat zit minder in de Duitse cultuur. En daardoor missen ze de innovatieslag.”
Het gezegde is: ‘als Duitsland niest, is Nederland verkouden’. Niest Duitsland al?
“Ja. Al een hele tijd. En dat zien we ook in Nederland terug. Er is een aantal maakbedrijven die teruglopen in de omzet. Waar precies is lastig te zeggen, maar het ligt voor de hand om dan te kijken naar de conventionelere bedrijven, die hun processen nog niet hebben aangepast.”
Ook ASML is even verkouden. Al eerder heb je aangegeven dat Nederland zich minder moet focussen op de semicon. Waar liggen dan wel de kansen?
“Je ziet de groei van lithografie, bijvoorbeeld in opto-mechatronische systemen en de medische technologie. Maar ook in de textielwereld. De kansen liggen op de plekken waar je twee takken van sport met elkaar kan combineren. Dat je buiten de gangbare toepassingen kijkt. Een voorbeeld? We zijn bezig met de ontwikkelingen rond satellieten. Daar staat veel te gebeuren. Satellieten worden optisch gekoppeld voor een betere bandbreedte. Dat wordt een miljardenmarkt, die ook kansen biedt voor toeleveranciers.”
En AI? Is dat een kans?
“Het is een hype, maar niet onwaar. AI in semicom-applicaties gaat een grote rol spelen. Machines lopen tegen hun grenzen aan. Dat kan je op de klassieke manier oplossen, door onderzoek te doen met instituten en modellen. Dat kost vier jaar tijd. AI-modellen profiteren van de flexibiliteit van neurale netwerken. Maar wel binnen een physics-guided neural network. Dat combineert traditionele neurale netwerken met bekende natuurkundige wetten om nauwkeurigere en fysisch realistische voorspellingen te doen. Hierdoor kunnen dit soort netwerken met minder data betere resultaten leveren en blijven hun voorspellingen consistent met de natuurkundige principes. Ik geloof namelijk niet in een soort black box. We maken machines, maar de machines moeten wel veilig zijn. Dus maken we een fysiek model met een AI-model er overheen met een limiet.”
“Precisietechniek is vooral het integreren van systemen en die systemen worden alsmaar complexer”
Gaan we dat ook zien op de Precisiebeurs?
“We gaan verder met neurale netwerken en dat laten we weer zien op de beurs. We laten de slimme volgende stap in precisietechniek zien. Precisiemannen zijn altijd op zoek naar de volgende stap.”
En wat is de toekomst van de Precisiebeurs zelf?
“De beurs wordt breder. En daar hoop ik ook op, mits het voor mensen in de precisietechnologie blijft. Wat ik mis is de internationale bezoeker. Onlangs was ik in Triest, voor de Big Science Business Forum. Daar was heel Europa bezig. Die diversiteit zou ik graag willen zien op de Precisiebeurs. Onze economie heeft de wereld nodig.”
Kennismigranten?
“Zeker. Ik ben een van de jongeren tussen de oude bokken in deze sector. Die vijftigers en zestigers vloeien af. Met die uittocht verdwijnt enorm veel kennis. Hoe los je dat op? Kennismigranten. Nederland moet de keuze voor kennismigranten maken. We hebben zelf gewoon te weinig gekwalificeerde mensen beschikbaar. En als we onze kennis verliezen, verliezen we onze industrie.”
Dus ook investeren in onderwijs?
“In de jaren tachtig was er het IOP Precisie-programma. Dat is een groot succes geworden voor Nederland. Het heeft vijftien jaar later internationale Nederlandse toppers opgeleverd, die wereldwijd op de belangrijke plekken zijn gekomen. De bottom-line is: blijf investeren in kennis, op welk niveau dan ook. En zorg ervoor dat je enthousiaste mensen hebt. Dat is creatieve energie.”
Bijna onmogelijke opgave brugvernieuwing vereist nieuwe inrichting organisatie Rijkswaterstaat
Een kwartiermaker is van oorsprong een militaire term. Hij wordt gebruikt voor troepen die vooruit worden gestuurd om voorbereidingen te treffen voordat de rest van de militairen arriveert. Benny Nieswaag is Kwartiermaker Stalen Bruggen Rijkswaterstaat. Natuurlijk, overdrachtelijk gezien is Nieswaag vooral een wegbereider, iemand die belast is met de voorbereiding van iet. Maar zijn taak is bijna een militaire operatie te noemen: fix de bruggen van Nederland. De voortekenen zijn niet gunstig.
Benny Nieswaag heeft een simpele zoekopdracht ingetikt in ChatGPT: ‘hoeveel stalen bruggen zijn er in Nederland?’. Van het antwoord moest zelfs de ervaren projectregisseur vanuit Rijkswaterstaat even slikken. Het zijn er namelijk 140.000. En veel van die bruggen zijn dringend aan onderhoud toe. “Bruggen zijn de iconen in het landschap en staan voor meer dan alleen verbinding. Het is het imago van een gebied. Ik sta hier met de taak om de stalen brugopgave vlot te trekken. En dat vlottrekken gaat moeizaam”, geeft Nieswaag toe.
Waarom gaat het moeizaam? Het primaire proces van planvorming, voorbereiden van realisatie en uitvoering duurt normaliter langer dan dat de stalen bruggen er nog staan. Voor het bouwen van een brug is nou eenmaal tijd nodig en daar heeft Rijkswaterstaat een heel schema voor. Dat schema duurt dus eigenlijk te lang.
“Er zijn heel veel bruggen die aan het einde van hun levensduur zijn. De directeur van de provincie Noord-Holland bijvoorbeeld, heeft een brug per dag nodig. En voor Rijkswaterstaat houdt de vraag in dat we ongeveer 40 bruggen tot 2040 moeten aanpakken. Dat zijn vrij grote bruggen, als de Brienenoord, de Haringvliet en de Moerdijk. En het blijkt uit een herberekening, dat we veronderstellen dat aan tien bruggen meer moet gebeuren dan aan de andere bruggen. In 2032 willen we met Rijkswaterstaat in Zuid-Holland klaar zijn. Dan betekent het dat we de processen veel sneller moeten krijgen dan nu. De looptijd moet met de helft ingekort.”
MKI
Wat moet de rol van de oppervlaktebehandelaar worden? Volgens Nieswaag weet Rijkswaterstaat hoe cruciaal oppervlaktebehandeling is. “De opdracht is minder emissie, langere levensduur. Tot nu toe wordt levensduur te weinig meegenomen in welke propositie dan ook. We moeten veel meer waarderen dat een brug ook goed is tijdens de rit. Dus moet de behoefte herijkt worden. Onderhoud zit niet in het DNA van de staaljongens. Dus dat moeten we oppakken.”
Op dit moment staat de levensduurvraag niet op de lijst van staalbouwers, omdat het niet bijdraagt aan een lagere prijs. De MilieuKostenIndicator (MKI) zou een geschikt criterium kunnen zijn om duurzaamheid mee te nemen in aanbestedingen. De milieukostenindicator maakt
Benny Nieswaag
inzichtelijk wat de milieu-impact is over de hele keten. Dit kan voor een materiaal, een product of een project in kaart worden gebracht. Met de MKI vindt een stimulans tot verbetering in de gehele keten plaats. Nieswaag: “Nu kunnen we onze wensen nog niet in MKI’s kwijt, omdat we nog helemaal niet aan onderhoud uitvragen. Maar als je exploitatie centraal stelt, neemt de waarde van duurzaamheid toe.”
DUIVELSEILAND
Nieswaag staat tijdens de Bouwen met Staal-dag in het Afas-theater dan ook eigenlijk met een hulpvraag. “We staan aan de vooravond van systemisch anders naar de werkelijkheid kijken. We moeten van een aanleg-georienteerde organisatie naar een instandhoudings-georienteerde organisatie gaan.” Met andere woorden: Rijkswaterstaat was gewend om (ook als vervanging) nieuwe bruggen te plaatsen. Dat kan niet meer en nu moet de dienst roeien met de riemen die het heeft.
Nieswaag heeft twee wensen. Ten eerste hoopt hij dat er iets als een bruggenfabriek komt. Een plek waar in hoog tempo met een hoge mate van automatisering bruggen worden gebouwd. De tweede wens is dus het hergebruiken van bruggen. “Dat houdt dus in dat je conceptueel anders
“Onderhoud zit niet het DNA van de staaljongens”
naar het ontwerp van een brug gaat kijken. Hoe ontwerp je een brug die niet vijftig jaar hetzelfde is? Als eigenaar wordt dan dus het ontwerp, de planvorming en de uitvoering anders.”
De eerste stap is gezet. Krabbegors, ook wel Duivelseiland genoemd, is een eiland en haven in het zeehavengebied van de stad Dordrecht. Daar gaat Rijkswaterstaat een ‘bruggenwereld’ inrichten. Het wordt een bankplaats om bruggen neer te leggen om te hergebruiken. Past zo’n ‘tweedehands brug’ niet op een nieuwe locatie, dan gaan ze op Duivelseiland de oude brug modificeren. En Nieswaag geeft aan dat er in Nederland
meerdere plekken zullen komen om bruggen te renoveren en te reconstrueren.
GESPREK
Er zijn ook bruggen die urgent zijn, geeft Nieswaag aan. “Daarvoor moeten we vaart maken. Een deel van de bruggen moeten we vervangen omdat ze op zijn. Een deel daarvan zullen we eerder moeten vervangen. Maar wel duurzaam en dat is een uitdaging. Al is het maar omdat we een nieuw vak gaan uitoefenen, dat van asset manager van een brug. Dat vak beheersen we met ons allen nog niet.”
Circulair bouwen van bruggen staat eigenlijk synoniem voor een andere mindset: hoe je voor te bereiden op de bouw. De huidige werk-volgorde is gebaseerd op nieuwbouw. Maar als je een brug als ‘asset’ – zeg maar een waardevaster eigendom – ziet, met wie heb je dan te maken en hoe kan Rijkswaterstaat op tijd in actie komen om die langere levensduur mogelijk te maken? Dat is een heel ander concept, weet Nieswaag. “Als je wilt investeren, moet je elkaar goed begrijpen: wat ben je van plan en wat zijn ieders ideeën. Dat is voor mij het startpunt van het gesprek in de keten. Wat kunnen we voor elkaar betekenen? Ik heb vijftien gesprekken nu geagendeerd. Maar iedereen die gehoord wil worden, meld je.” De markt kent de uitdaging en eigenlijk vragen de bouwers zich af wanneer ze eindelijk van start kunnen. Komt Rijkswaterstaat te laat in actie? Nieswaag: “Het is niet raar dat het lijkt alsof er nog geen uitvraag is voor de bruggen. Dat is de werkelijkheid. We hebben nu in beeld welke bruggen we aanpakken tot 2040. Maar het is belangrijker dat we het nieuwe vak beheersen van het in stand houden van bruggen op een zo circulair mogelijke manier. We zijn aan het leren wat een instandhoudingsorganisatie betekent. De staalmarkt is gericht op nieuwsbouw, niet op instandhouden.”
Dus ook met de aannemers heeft Nieswaag eerst liever een gesprek, dan dat er werkplaatsen worden voorbereid. Ondanks dat Rijkswaterstaat nu vooral pleisters aan het plakken is, als het gaat om het bruggenbeleid. Nieswaag noemt het ‘op een gestructureerde manier tijd rekken’. De wil is er namelijk wel om te versnellen. “Langer wachten is geen optie. Kijk je over tien jaar, dan zullen alle opdrachtgevers dezelfde vraag hebben naar renovatie van bruggen, maar dan op gemeentelijk niveau. Zuid-Holland en Amsterdam moeten dan al wel bereikbaar zijn.”
Foto: Freson Producties
Machinefabriek Jan van de Velde moderniseert: nieuwe robot en nieuwe eigenaars
Sinds 1 oktober heeft Jan van de Velde het stokje van de gelijknamige metaalbewerker overgedragen aan zijn dochter Tresemieke van de Velde en haar zakenpartner Jimmy van Goethem. De stap naar een efficiëntere bedrijfsvoering hebben ze al gemaakt, samen met Hoffmann. “Moderner? Zeker. Maar wel met de wortels in de gemeenschap.”
Het blijft een openbaring. Door heel Nederland staan er vierkante fabrieksdozen, inwisselbaar en anoniem op industrieterreinen. Het logo of een specifieke kleur verraadt welk bedrijf erin zit. Als je de fabriek echter betreedt, ontvouwt zich vaak een indrukwekkend arsenaal aan machines en innovaties. Bij Machinefabriek Jan van de Velde uit Hulst in Zeeland is het niet anders. Binnen glimmen drie Mazak CNC-machines, vier Okuma draaibanken (en een Challenger Microturn) en een aantal conventionele draaibanken.
Bij Jan van de Velde werken ze al sinds 1989 aan het vervaardigen, repareren en reviseren van een grote diversiteit aan machine-onderdelen.
Foto: Johan Seijbel
Doelgroep is van origine de agrarische sector, de scheepsbouw, (petro) chemie en offshore in heel Zeeuws-Vlaanderen, maar steeds vaker wordt er een beroep gedaan vanuit Brabant en de regio Rotterdam.
HOEFIJZERS
Naamgever Jan van de Velde schuift aan de tafel in de kantine aan bij zijn dochter Tresemieke van de Velde en haar zakenpartner Jimmy van Goethem. “We bedienen van landbouw tot chemie tot scheepsbouw. Onderdelen volgens opgegeven specificatie van de klant. Aan de hand van onder andere autocad-tekeningen bekijken we hoe we in samenspraak met de klant tot het beste maatwerk kunnen komen.”
Een voorbeeld? Zo maken ze mallen: voor rioleringsbuizen, chemie en – heel bijzonder – voor hoefijzers. In Vogelwaarde bij Hulst staat namelijk de grootste hoefijzerfabriek van Europa. Tresemieke: “We gaan ver voor onze klanten. Lagerhuizen die ingesleten zijn, knappen we weer op. Maar ook onderdelen van landbouwmachines, zoals hydrauliekblokken, wielassen en cilinders maken we.”
Ondanks dat Machinefabriek Jan van de Velde revisies en enkelstuks maakt, ontkomen ze niet aan automatisering. Dat is broodnodig, vertelt Van Goethem. “We moeten meer uren genereren om toch een hogere productie en dus een hoger rendement te krijgen.”
Jan vult aan: “Een robot heeft daarin een duidelijke functie. Niet alleen om meer te kunnen produceren, maar het is ook gewoon schitterend om te zien hoe het functioneert. Ik denk dat we door moderne machines ook mensen kunnen aantrekken om bij ons te werken. Vandaag de dag wil je in een hitech-omgeving werken.”
Tresemieke: “Jongeren zijn met computers bezig. Die vinden het mooi om zo’n machine te programmeren.”
TEAMLID
Sinds mei staat er een GARANT Automation Beladingssysteem gekoppeld aan de Okuma - LB 300 M draaibank. Het GARANT Automation Basic beladingssysteem is ontwikkeld voor gebruik op draai-, frees- en bewerkingscentra. Met de beladingssystemen kan je ruwe werkstukken, bewerkte werkstukken en klemmen op CNC-machines beladen en ontladen.
Ernst Koster is area sales manager bij Hoffmann Group. “Eigenlijk voeg je met de robot een nieuw teamlid aan je werknemers toe. Met automatisering van afzonderlijke processtappen of gedeeltelijke automatisering ben je beter in staat om toekomstgericht aan de ordervraag te voldoen en tegelijkertijd de capaciteiten aanzienlijk te verhogen. En dit kan zelfs op machines die al lange tijd in productie zijn. Maak dus gebruik van beladingsrobots, voor nog meer productiepotentieel en grotere machinecapaciteiten.”
Van Goethem: “De robot is eenvoudig op te stellen. Hij staat nu bij de draaibank. Daar hadden we op dat moment wat grotere series te verwerken en puur praktisch gezien hebben we dus ervoor gekozen om de automatisering daar aan te koppelen. Wat merken we? De output met de hand is sneller. Maar zo’n robot blijft maar doorgaan. We produceren tot twintig procent meer op dezelfde machine nu.”
Waarom koos Machinefabriek Jan van de Velde voor deze oplossing?
Van de Velde zelf: “We hadden een discussie of we een nieuwe machine zouden moeten kopen. De draaibank an sich was nog goed en stabiel. In de discussie werd duidelijk dat de uitdaging vooral lag in het proces en de gereedschappen. Daar hebben we op ingezet.”
Tresemieke: “we denken anders na over hoe we produceren. Normaal zou je denken dat als het handmatig sneller klaar is, dat er geen automatisering nodig is. Maar nu kijken we naar de standtijden en de spanen. Terugkerend werk kunnen we op deze machine plaatsen. Er komen vragen van klanten naar onderdelen van tien jaar terug. Die zitten nu geprogrammeerd in de draaibank. Dat levert tijdswinst op.”
IMPLEMENTATIE
Bij het installeren waren er uitdagingen. Omdat de Okuma een iets oudere machine is en er een andere machine dicht achter de Okuma stond, was het de vraag of de robot überhaupt een plek kon vinden in de hal. Daarnaast konden niet alle leveranciers de koppeling met de besturing van de machine aan. De oplossing van Hoffmann was wel '-plug&play'. “Dat is onderdeel van een leerproces”, zegt Jimmy van Goethem. Van Goethem: “We staan aan het begin van verdere automatisering. Het is de bedoeling dat we onze freesmachines stap voor stap automatiseren.
Maar daarbij moeten we ook de mensen in de gaten houden. Zij doen het complexe werk, dat kan een robot niet. Dus is het een samenspel tussen verandering en vasthouden wat we hebben.”
Al eerder heeft Machinefabriek Jan van de Velde een Tool24-oplossing van Hoffmann Group afgenomen. Daarmee heeft het bedrijf eenvoudig en efficiënt voorraadbeheer via een artikeluitgiftesysteem. Van Goethem: “Hoffmann Group was al ons aanspreekpunt als het gaat om gereedschappen. Ze hebben bij de implementatie van de robot dan ook meegekeken bij alle aspecten. Zij zagen direct dat onze initiële opstelling niet de beste keuze was. De vraag was namelijk of we wel voldoende gereedschappen kwijt konden in de kleine ruimte. En zonder goede toegang tot de tools kan je niet automatiseren. Koster heeft geholpen door niet alleen naar het verspaningsproces te kijken, maar ook mee te denken hoe we meer omzet kunnen genereren.”
Ondertussen staat Jan van de Velde op van de kantine-tafel. “We willen blijven groeien. Maar vooral in werkplezier. Dat betekent ook dat we moeten vernieuwen en een modernere bedrijfsvoering nodig hebben. Met mijn dochter en haar zakenpartner onder de nieuwe naam G&V Verspaning komt dat helemaal goed.”
• Compact design en onderhoudsvrij Unieke combinatie met gasveren mogelijk
• Application Engineering voor aanpassingen op maat
• Schat aan ervaring uit de automotive-industrie Exclusief in kleine aantallen bij ACE
- Maximaal 20% verkleinen of vergro ten van een buis / pijpeind
- Cyclustijd bewerking is 2 - 5 seconden
- Diameters standaard tot maximaal 70 mm
- Diameters tot 190 mm met speciale tooling
- Tooling snel wisselbaar
- Eenvoudige instelling en bediening
- Diverse uitvoeringen beschikbaar, specials mogelijk 150 kg ! max. pallet 400x400mm.
De nieuwe veelzijdige Erowa Beladingsrobot voor diverse productietechnologieën. Een maximaal transfergewicht van 150 kg en een grote magazijncapaciteit. Flexibel in te richten voor zowel kleine pallets (ITS)50-148mm. als grote (MTS)400mm. De Robot kan 1 of 2 machines bedienen en is uit te breiden met een extra (rotary) magazijn.
* Vraag vrijblijvend een prijsopgave voor een installatie aan uw machine: benelux@erowa. com
Meer productiecapaciteit door hoogprecisie volledige bewerking en automatisering bij NTS Hengelo
NTS Hengelo is een Nederlandse producent van precisieonderdelen die zeer nauwkeurige machinecomponenten voor de halfgeleiderindustrie vervaardigt. De voorbewerking, die nauwkeurigheden en toleranties tot op 0,02 mm moet behalen, werd lange tijd gezien als een knelpunt in het productieproces. Dankzij de geautomatiseerde Index draai-freescentra G220 en G420 is het gelukt om de cyclustijden drastisch te verkorten en daarmee aanzienlijk meer productiecapaciteit te creëren.
De halfgeleidermarkt ontwikkelt zich razendsnel. Tegenwoordig bevatten microchips, kleine siliciumplaatjes ter grootte van een vingernagel, vaak meer dan 50 miljard transistors. Om zulke structuren van een miljoenste millimeter te maken, worden machines gebruikt die variëren van de grootte van een kamer tot een huis. ASML, wereldleider op dit gebied, heeft zijn hoofdkantoor in Nederland. Het bedrijf heeft een wereldwijd netwerk van partners, leveranciers en onderzoeksinstellingen opgebouwd, waartoe onder andere NTS in Hengelo en NTS in Drachten behoren. Als eerstelijnsleverancier is NTS gespecialiseerd in hoogprecisie verspaning, warmtebehandeling, mechatronica en cleanroomassemblage van machinecomponenten met een nauwkeurigheid tot 1 µm. Deze componenten zijn vooral nodig in de EUV-lithografie, waferinspectie en metrologie.
CLEANROOM
NTS Drachten richt zich voornamelijk op kleinere onderdelen, terwijl NTS Hengelo grotere componenten produceert, inclusief montage, kwalificatie en testen in de cleanroom. Het verspanen van deze complexe onderdelen is vaak een meerstapsproces, waarvoor in Hengelo meer dan zeventig moderne CNC-gereedschapsmachines beschikbaar zijn. Dit omvat vier- en vijfassige bewerkingscentra, draai-freescentra, en uiterst nauwkeurige slijp- en hydrostatische harddraaimachines. Procesingenieur Richard Veldhof legt uit: “We onderscheiden voorbewerking en nabewerking. Eerst verspanen we het ruwe materiaal tot op enkele honderdsten van een millimeter nauwkeurig, en met een gedefinieerd oppervlak. Wanneer maximale precisie vereist is, bewerken we de onderdelen verder op onze slijp- of hydrostatische harddraaimachines om de µm-nauwkeurigheid te garanderen.”
PRECISIE
Belangrijke partners voor de voorbewerking bij NTS Hengelo zijn Index en hun langdurige Nederlandse vertegenwoordiger Laagland BV. Eddo Cammeraat, directeur en mede-eigenaar van het bedrijf, weet dat NTS in Hengelo en Drachten als precisiefabrikant veel waarde hecht aan hoogwaardige apparatuur. “Daarom hebben we de productieverantwoordelijken aanbevolen om voor bepaalde onderdelen draai-freescentra van Index in te zetten”, zegt Cammeraat. “Met draaien en frezen op één machine, waarbij tot drie gereedschappen tegelijk kunnen werken, kunnen de instel- en bewerkingstijden aanzienlijk worden verkort.”
In 2020 investeerde NTS in zijn eerste Index draai-freescentrum G220. Eddo Cammeraat herinnert zich: “We hadden discussies over de cyclustijden bij het bewerken van roestvrij staal. Aanvankelijk was men in Hengelo sceptisch of de door Index berekende tijden haalbaar waren. Na een demonstratie bij Index in Esslingen besloten ze uiteindelijk tot aankoop.”
Productie-ingenieur Peter Franken en zijn collega’s waren volledig overtuigd toen de Index G220 ook ter plaatse de beloofde cyclustijden en precisie behaalde: “We realiseren daadwerkelijk een enorme tijdsbesparing van ongeveer tweederde. Dit komt doordat we de freesspil en revolver op de hoofd- en tegenkop tegelijkertijd laten werken.”
Samen met Eddo Cammeraat is ook Marc Müller, de verantwoordelijke verkoopmanager van Index, tevreden met de verkoop en vooral met de resultaten: “Het duurde jaren voordat we onze eerste machine aan NTS konden verkopen. Maar het duurde slechts twee weken om de tweede Index G220 te bestellen, en binnen een jaar bestelde NTS nog twee G420’s, waarvan één met de robotcel iXcenter.”
EXTREEM FLEXIBEL
De beslissing om te investeren in de G420 draai-freescentra, die onderdelen tot 420 mm kunnen verwerken, werd genomen na een ander bezoek aan Index. In het demonstratiecentrum in Reichenbach zag het NTS-pro-
ductieteam het toen nieuw ontwikkelde G420 draai-freescentrum in werking. Peter Franken was onder de indruk: “De uitrusting met een krachtige hoofd- en tegenkop, een motorfreesspil en twee revolvers bood – net als bij onze inmiddels beproefde Index G220 – optimale hybride bewerking. Bovendien zagen we dat de Index G420 uitstekende stabiliteit en dempingseigenschappen heeft, waardoor er nauwelijks trillingen optreden. Dit stelt ons in staat om hogere snijwaarden te gebruiken en de bewerkingstijden verder te verkorten. Aangezien we al wisten dat de cyclustijdberekeningen van Index betrouwbaar zijn, wilden we de Index G420 zo snel mogelijk aanschaffen.”
VOORBEWERKING
Zo gezegd, zo gedaan. De demonstratiemachine Index G420 werd direct naar Hengelo verzonden. Maar Peter Franken en zijn collega’s hadden nog iets anders opgemerkt tijdens hun bezoek aan Reichenbach: de Indexautomatiseringscel iXcenter. Aangekoppeld aan een G400 draai-freescentrum nam een robot daar het laden en lossen van de onderdelen over. “Automatisering is van groot belang in onze voorbewerking”, benadrukt procesingenieur Richard Veldhof. “Ook al zijn onze batchgroottes slechts tussen de één en twintig stuks en kunnen de bewerkingstijden enkele uren duren, willen we geautomatiseerde, onbemande nacht- en weekenddiensten realiseren.” Daarom bestelde NTS Hengelo een tweede Index G420 met iXcenter. Verkoopmanager Marc Müller voegt toe: “Aangezien we zowel de machine als de automatiseringscel inclusief robot uit één hand leveren, duurt de ingebruikname van de iXcenter slechts ongeveer een week.” Dit was gunstig voor NTS, aangezien de normale productie tijdens de installatie doorging. Richard Veldhof voegt eraan toe: “Het jaar ervoor hadden we onze twee Index G220’s laten automatiseren door een externe dienstverlener, maar dat was een veel complexer proces, waarbij een robot beide machines bediende. Dit veroorzaakte vier weken lang een storende bouwplaats.”
Ledenoverzicht FPT-VIMAG
Award
Op fpt-vimag.nl vindt u de profielen van álle FPT-VIMAG leden. U kunt dus zelfs nog uitgebreider zoeken op deze digitale marktplaats. Bent u op zoek naar de juiste machine, passend gereedschap of een innovatieve automatiseringsoplossing dan bent u op de website van FPT-VIMAG op het juiste adres. Door middel van filters op productcategorie en markten komt u bij de juiste bedrijven terecht. U kunt rechtstreeks contact opnemen of doorlinken naar de eigen website van het bedrijf voor meer informatie.
Gühring Nederland B.V.
LEDEN FPT-VIMAG
Abus Kraansystemen B.V.
Ad. A. KLEIN Transporttechniek b.v.
Additive Industries B.V.
Air Products Nederland B.V.
Allround Machinery B.V.
Alup-Kompressoren B.V.
Amada GmbH
AMTC B.V.
Arkance Systems
Atlas Copco Internationaal B.V.
ATS EdgeIt BV
BEKO Technologies B.V.
Bemet International B.V.
Bendertechniek B.V.
Besten Machines
BLM Group Benelux B.V.
BMT Machine Tools B.V.
Bokhoven Tool Management BTM
Boorwerk B.V.
Optimol Netherlands B.V.
Bucci Industries
Bun Engineering Nederland
Bystronic Benelux. B.V.
Cadmes B.V.
Carl Zeiss B.V.
CellRo B.V.
Ceratizit Nederland B.V.
Cloos Benelux N.V.
CNC Gear
De Tollenaere bv
D & W Gereedschappen & Machines B.V.
DMG MORI Netherlands B.V.
DoALL Nederland B.V.
Dormac Import B.V.
Dymato B.V.
Easy Systems Benelux BVBA
Electrotool B.V.
Elesa+Ganter B.V.
EMS Benelux BV
Emuge-Franken B.V.
Erowa Benelux BV
Ertec BV
Esab Nederland B.V.
Evolent Machines B.V.
FANUC Benelux BVBA
GF Machining Solutions Sales Benelux
Hagro Precisie B.V.
Hahn+Kolb Tools Benelux
HALTER CNC Automation
Hänel Kantoor- en Magazijnsystemen
Harry Hersbach Tools B.V.
Heesen-ICA B.V.
Heidenhain Nederland B.V.
Hembrug B.V.
Hermle Nederland B.V.
Hevami Oppervlaktetechniek
Hexagon Metrology B.V.
HGG Profiling Equipment B.V.
Hoffmann Quality Tools B.V.
Holland Precision Tooling B.V.
Humacs Krabbendam
Hurco
Import en Groothandel van Ommen B.V.
Industrial Cobotics
Iscar Nederland B.V.
Jeveka B.V.
JÖRG Machines B.V.
Kennametal Nederland B.V.
KSM Benelux
Kurval B.V.
Laagland B.V.
Landré Machines B.V.
Laskar Puntlastechniek BV.
Leering Hengelo B.V.
Limas B.V.
LISSMAC Maschinenbau GmbH
L.V.D. Nederland B.V.
Machinehandel Overmars
Magistor B.V.
MAKE! Machining Technology B.V.
Mayfran Limburg B.V.
Metaaltechniek Handelsonderneming B.V.
Metal Heaven B.V.
Mink Bursten
Mitutoyo Nederland B.V.
MML BVBA
Mondiale
Okuma Benelux B.V.
Olmia Robotics
Onkenhout en Onkenhout B.V.
OPEN MIND Technologies Benelux B.V.
OSG Nederland B.V.
Oude Reimer B.V.
Produtec
Proger Spantechniek B.V.
Promas B.V.
Promatt B.V.
Q-Fin Quality Finishing Machines
Radan B.V.
Renishaw Benelux B.V.
Rhenus Lub BV
Rolan Robotics BV
S.A. Seco Tools Benelux N.V.
SafanDarley B.V.
Sandvik Benelux B.V. Divisie Dormer Pramet
Sandvik Benelux B.V. Division Coromant
Schunk Intec B.V.
Siemens Nederland N.V.
Special Tools Benelux B.V.
Staalmach B.V.
Style CNC Machines B.V.
Technische Handelsonderneming De Ridder B.V.
Technische Handelsonderneming Klaassen B.V.
Th. Wortelboer B.V.
Timesavers International B.V.
Trumpf Nederland B.V.
Tuwi Nederland B.V.
Valk Welding B.V.
Van Hoorn Carbide B.V.
Van Hoorn Machining b.v.
VLH Welding Group B.V.
Voortman Steel Machinery B.V.
Waldmann b.v.
Walter Benelux N.V.
Wemo Nederland B.V.
WiCAM Benelux B.V.
Widenhorn B.V.
Wila B.V.
Wolthuis Machines B.V.
Wouters Cutting & Welding BVBA
Yamazaki Mazak Nederland B.V.
YASKAWA Benelux BV
Young Cuttingtools b.v.
ZVS Techniek B.V.
VAKGROEP PRECISIETECHNIEK
Cadmes B.V.
Gühring Nederland B.V.
Hoffmann Quality Tools B.V.
KSM Benelux
Oude Reimer B.V.
Gibac Chemie B.V.
Gibas Numeriek B.V.
GROB Benelux B.V.
Carl Zeiss GOM Metrology GmbH
Pferd-Rüggeberg B.V.
Pimpel Benelux B.V.
KIS Zuid B.V.
Petroline International Nederland
Siemens Nederland N.V.
SECTIE FHG
Ceratizit Nederland B.V.
Gühring Nederland B.V.
Iscar Nederland B.V.
Kennametal Nederland B.V.
OSG Nederland B.V.
S.A. Seco Tools Benelux N.V.
Sandvik Benelux B.V. Divisie Dormer Pramet
Sandvik Benelux B.V. Division Coromant
Walter Benelux N.V.
SECTIE GFM
Additive Industries B.V.
CellRo B.V.
Hembrug B.V.
HGG Profiling Equipment B.V.
Mayfran Limburg B.V.
SafanDarley B.V.
Style CNC Machines B.V.
Timesavers International B.V.
Voortman Steel Machinery B.V.
Wemo Nederland B.V.
SECTIE VIMAG
Additive Industries B.V.
Amada GmbH
Bendertechniek B.V.
BMT Machine Tools B.V.
Boorwerk B.V.
Bucci Industries
Bystronic Benelux. B.V.
Cadmes B.V.
CellRo B.V.
Ceratizit Nederland B.V.
Evolent Machines B.V.
FANUC Benelux BVBA
Gibac Chemie B.V.
Gibas Numeriek B.V.
Gühring Nederland B.V.
Hagro Precisie B.V.
Heesen-ICA B.V.
Heidenhain Nederland B.V.
Hembrug B.V.
HGG Profiling Equipment B.V.
Hoffmann Quality Tools B.V.
Iscar Nederland B.V.
Jeveka B.V.
JÖRG Machines B.V.
Kaltenbach Tools B.V.
Kennametal Nederland B.V.
Laagland B.V.
Landré Machines B.V.
Leering Hengelo B.V.
Mayfran Limburg B.V.
Mitutoyo Nederland B.V.
Okuma Benelux B.V.
OPEN MIND Technologies Benelux B.V.
OSG Nederland B.V.
Oude Reimer B.V.
Proger Spantechniek B.V.
Promas B.V.
Radan B.V.
Renishaw Benelux B.V.
Resato International B.V.
S.A. Seco Tools Benelux N.V.
SafanDarley B.V.
Sandvik Benelux B.V. Divisie Dormer Pramet
Sandvik Benelux B.V. Division Coromant
Siemens Nederland N.V.
Staalmach B.V.
Style CNC Machines B.V.
Technische Handelsonderneming
De Ridder B.V.
Technische Handelsonderneming Klaassen B.V.
Timesavers International B.V.
Trumpf Nederland B.V.
Tuwi Nederland B.V.
Voortman Steel Machinery B.V.
Walter Benelux N.V.
Yamazaki Mazak Nederland B.V.
Young Cuttingtools b.v.
VAKGROEP PLAATWERK
Amada GmbH
Bystronic Benelux. B.V.
Hexagon Metrology B.V.
Resato International B.V.
Rösler Benelux B.V.
SafanDarley B.V.
Trumpf Nederland B.V.
Tuwi Nederland B.V.
WiCAM Benelux B.V.
Wila B.V.
VAKGROEP PRODUCTIEAUTOMATISERING
Bemet International B.V.
Bendertechniek B.V.
Cadmes B.V.
CellRo B.V.
Heidenhain Nederland B.V.
Industrial Cobotics
Laagland B.V.
OPEN MIND Technologies Benelux B.V.
Sandvik Benelux B.V. Division Coromant
Schunk Intec B.V.
Siemens Nederland N.V.
Valk Welding B.V.
YASKAWA Benelux B.V.
VAKGROEP VERBINDINGSTECHNIEK
Jeveka B.V.
Laskar Puntlastechniek BV.
Rolan Robotics BV
Valk Welding B.V.
VLH Welding Group B.V.
PARTNERLEDEN
Jaarbeurs B.V.
Jan van Dam Machine Transport
STODT
3D
Additive Industries B.V.
Cadmes B.V.
DMG MORI Netherlands B.V.
Dymato B.V.
Landré Machines B.V.
Leering Hengelo B.V.
Pferd-Rüggeberg B.V.
Renishaw Benelux B.V.
Siemens Nederland N.V.
TRUMPF Nederland B.V.
Valk Welding B.V.
DMG MORI Netherlands B.V.
Dormac Import B.V.
Dymato B.V.
Emuge-Franken B.V.
Holland Precision Tooling B.V.
Laskar Puntlastechniek BV.
L.V.D. Nederland B.V.
Radan B.V.
benoemt Joanne Meyboom-Fernhout als boegbeeld diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie
Joanne Meyboom-Fernhout, Managing Director bij Siemens Smart Infrastructure, is tijdens het eerste FME Vrouwen4Tech event benoemd als het nieuwe boegbeeld voor diversiteit, gelijkwaardigheid en inclusie (DEI) bij FME. Ze volgt Helen Kardan op, die is overgestapt van ASML naar TNO. Joanne zal zich de komende twee jaar inzetten voor bredere diversiteit, waarbij ze vooral culturele diversiteit en beoordeling op competenties centraal stelt.
Joanne studeerde Mijnbouwkunde aan de TU Delft en heeft sinds 2016 verschillende leidinggevende functies vervuld bij Siemens Nederland. Naast Managing Director is ze ook directielid van Siemens Nederland. Van 2019 tot 2022 was ze de eerste vrouwelijke president van de beroepsvereniging van ingenieurs, KIVI. Theo Henrar, voorzitter van FME, en voormalig boegbeeld Helen Kardan, zijn verheugd over Joanne's benoeming. Kardan: “Joanne is
een daadkrachtige bestuurder met een enorme drive. Ze is een passende opvolger die de sector verder gaat helpen naar een inclusievere cultuur en een meer diverse arbeidsmarkt.”
Henrar op zijn beurt: “FME ziet in Joanne een rolmodel, vanwege haar indrukwekkende loopbaan in verschillende technische en bestuurlijke functies, zoals nu bij FME lidbedrijf Siemens Nederland. Zij heeft een enorm trackrecord. Zowel binnen Siemens Nederland als daarbui-
ten zet Joanne zich in voor meer gendergelijkheid op alle niveaus. Samen met haar gaan we voor een meer divers en inclusieve arbeidsmarkt zorgen.”
TOENAME
Tijdens het FME Vrouwen4Tech event op dinsdag 1 oktober werd het belang van een gelijkwaardige positie van vrouwen op de arbeidsmarkt besproken, een thema dat Joanne nauw aan het hart ligt. Bij Siemens zorgde zij voor een toename van vrouwen in het managementteam, waar nu vier van de zes directieleden vrouw zijn. Joanne: “We zien een verschuiving in de top van het bedrijfsleven. Eén op de drie benoemde bestuurders is nu een vrouw, maar in de technische sector blijven we achter. Dit moet snel veranderen, want diversiteit in leiderschap zorgt voor meer innovatie en betere besluitvorming. Bovendien heeft zo’n rolmodel aantrekkingskracht voor meer vrouwen naar de techniek.”
Joanne benadrukt dat in het technische werkveld nog veel te winnen valt voor meisjes en vrouwen. “Kinderen worden vaak onbewust in een bepaalde richting geduwd. Maar meer vrouwelijke input kan leiden tot betere technische ontwerpen. Vrouwen denken namelijk anders als het gaat om het oplossen van complexe problemen. Mijn droom is dat ouders trots opscheppen dat hun dochter ‘rockt’ op haar mbo- of hbo opleiding in techniek. We missen namelijk nog veel meiden op deze twee belangrijke beroepsopleidingen. Terwijl het goed verdienen is en de sector en veel perspectief biedt voor vrouwen. In het technische wetenschappelijk onderwijs weten de meiden steeds beter hun weg te vinden.”
FME VROUWEN4TECH
Tijdens het FME Vrouwen4Tech event deelden onder andere Hare Excellentie mevrouw Duggal (Amerikaanse ambassadeur), Liesje Schreinemacher (oud-minister) en Marguerite Soeteman-Reijnen (voorzitter SER Topvrouwen) hun ervaringen. In panelgesprekken met FME-leden zoals Thales Nederland, Kiremko, Fokker Services Group en DAF Trucks werd het belang van een gelijkwaardige positie van vrouwen op de arbeidsmarkt besproken. FME Vrouwen4Tech krijgt volgend jaar een vervolg om meer vrouwen voor de technologische sector te enthousiasmeren en te behouden.
Intensievere ketensamenwerking
FPT-Vimag, Nevat en Staalfederatie
Op vrijdag 27 september hebben Nevat, FPT-Vimag en Koninklijke Staalfederatie de aftrap gegeven voor een intensievere ketensamenwerking tijdens een golfdag. Het evenement bood niet alleen de gelegenheid om te genieten van een sportieve dag, maar ook om stil te staan bij de snel veranderende wereld waarin wij als keten opereren. In deze tijd van voortdurende technologische ontwikkelingen en veranderende marktvraag is het bundelen van krachten belangrijker dan ooit.
De drie organisaties vormen samen een krachtig platform waarbinnen bedrijven de ruimte krijgen om kennis te delen, uitdagingen gezamenlijk aan te pakken en innovatie te stimuleren. Geen enkel bedrijf heeft alle antwoorden maar door samen te werken kunnen we nieuwe technologieën, arbeidsproductiviteit en duurzaamheidsvraagstukken effectiever adresseren.
Belangrijke thema’s, zoals opleiding, marktinformatie en het verbeteren van onze concurrentiepositie door gezamenlijke inspanningen staan in de samenwerking centraal. Deze onderwerpen brengen niet alleen de verenigingen maar ook de aangesloten bedrijven dichter bij elkaar en helpen ons als sector om te blijven groeien en innoveren.
Federatie Productietechnologie
Stuurloos
Zeilen en ondernemen liggen niet zo heel ver van elkaar vandaan. Zowel in het zeilen als in het ondernemen moet je een doel voor ogen hebben en een route plannen om daar te komen. Windrichtingen en zeilomstandigheden kunnen veranderen, net zoals marktomstandigheden en concurrentie. Een ondernemer moet voorbereid zijn om de koers bij te sturen wanneer dat nodig is. En je moet kunnen omgaan met onvoorspelbaarheid. Net zoals de wind en het weer tijdens het zeilen onvoorspelbaar kunnen zijn, is het in het bedrijfsleven belangrijk om om te kunnen gaan met onzekerheden. Of het nu economische veranderingen zijn of onvoorziene obstakels, je moet als ondernemer flexibel zijn.
Ik kan wel doorgaan hoor. Bij zeilen is de kapitein verantwoordelijk voor het leiden van de bemanning, en goede communicatie is essentieel. Dit geldt ook voor ondernemen, waar leiderschap, het inspireren van je team en goede samenwerking de sleutel zijn tot succes. En neem het risicobeheer. Op zee kunnen er altijd risico's zijn, zoals stormen of technische mankementen, en de kapitein moet voorbereid zijn om snel beslissingen te nemen. In het bedrijfsleven moet je ook risico's inschatten, bereid zijn om uitdagingen aan te gaan en soms durven investeren ondanks onzekerheden. Je moet je kunnen aanpassen.
Tot slot heb je een langetermijnfocus nodig. Zeilen vereist geduld en aandacht, omdat je soms langzaam vooruitgaat, maar wel steeds richting je einddoel beweegt. In het ondernemerschap is dit vergelijkbaar, waar het bereiken van succes vaak tijd en doorzettingsvermogen vereist.
Ik ben dol op zeilen. En ik ben dol op ondernemen. Maar zelden heb ik een vreemdere economische vaart meegemaakt als nu. De economie, de politiek, de maatschappij: het stuitert alle kanten op. Het is moeilijk om te laveren in het huidige economische weer. Maar een kapitein weet dan: focus houden en scherp blijven. Wat moet je vooral niet doen? Aan je stuur rukken. Het is juist belangrijk om mee te sturen met de bewegingen van de wind en de golven. Doe je dat niet, dan slinger je van links naar rechts. Van wel elektrisch, naar niet elektrisch. Van klimaatdoelen, naar geen klimaatdoelen. Van wel stroom hebben, naar geen stroom hebben.
Je hebt weinig invloed op de weersomstandigheden als je zeilt. Soms wind, soms zon, soms regen. Maar een overheid heeft wel invloed op de weersomstandigheden van de economie. Onze overheid moet duidelijk zijn. We moeten weten waar we aan toe zijn voor een langere termijn. Want het ondernemersklimaat staat onder druk. Nederlandse bedrijven verkassen al naar bijvoorbeeld Tsjechië. De industrieterreinen schieten daar als paddenstoelen uit de grond. En hier? Geen plek, geen stroom, geen vergunning.
Soms zou ik de voltallige Haagse regering willen uitnodigen om eens mee te varen. Hopelijk leren ze dan om het beleid over de boeg te gooien. Maar waarschijnlijker is dat de overheid de boot zal missen. Stuurloos, helaas.
Eddo Cammeraat voorzitter van FPT-VIMAG
Milieu- en bedrijfseconomische effecten van een spanenpers zijn groot
Automatiseren van je productieproces betekent niet alleen robots inzetten, netwerken bouwen en IT-optimalisatie. Eigenlijk moet je alle facetten van een proces analyseren en er een passende oplossing voor vinden. Vaak wordt de afvoer van spanen over het hoofd gezien. Een spanenpers kan dan de oplossing zijn, merken ze bij Holmatro en de Meijer Group. “Het afvoeren van spanen is een wezenlijk onderdeel van automatisering.”
Op het eerste gezicht lijken de Meijer Group uit het Friese Sint Jacobiparochie en Holmatro uit Raamsdonksveer weinig met elkaar gemeen te hebben. De Meijer Group houdt zich bezig met metaalbewerking en buisbewerking, zowel in staal als roestvaststaal en aluminium. Het bedrijfsonderdeel Meijer Metal produceert seriematig zowel enkelvoudige producten als samengestelde frames en omkastingen. Zusterbedrijf Meijer Handling Solutions is de uitvinder en producent van Kooi Reachvorken, en uitgegroeid tot het toonaangevende merk op het gebied van uitschuifbare vorkheftrucks en andere vernuftige logistieke oplossingen. Holmatro is gespecialiseerd in hydraulische gereedschappen en systeemoplossingen. Dit soort apparaten wordt wereldwijd gebruikt bij reddingsoperaties, industriële toepassingen en special tactics. Voor het beeld: bij Holmatro maken ze de bekende redgereedschappen voor de brandweer en andere hulpverleningsorganisaties. Wat hebben deze twee werelden gemeen? Beide bedrijven hebben ingezet op verregaande automatisering en beide hebben hierin dezelfde strategie. Stap voor stap maken ze het hele proces efficiënter. Elke
uitdaging in de productie identificeren ze, analyseren ze en verbeteren ze. En allebei stuitten ze op een onverwachte bottleneck: wat te doen met de spanen?
MINDSET
Peter van de Wiel werkt nu acht jaar bij Holmatro en is verantwoordelijk voor de machine-shop en de inkoop van alle maakdelen. “Vrij vertaald zijn dat alle onderdelen waaraan een bewerking zit. We werken nu met ruim veertig mensen op deze afdeling en streven er continu naar om efficiënter te werken. Daarvoor hebben we ingezet op een hoge mate van automatisering. We zitten nog niet op een niveau dat we kunnen zeggen dat we ‘5.0’ zijn, maar we zijn een heel eind op weg om alle systemen aan elkaar te plakken.”
Hoe ver gaat Holmatro daarin? De eisen aan de producten van Holmatro zijn extreem hoog; een niet-werkende schaar tijdens een reddingsactie is absoluut een no-go. “We realiseren ons heel goed dat onze producten levens redden. Het kan niet zo zijn dat er iets verkeerd gaat omdat het bij ons niet goed was. Dat is onze mindset.” En dus investeert Holmatro veel in het borgen van kwaliteit, zowel in als na het productieproces.
”Onze mate van automatisering stelt ons in staat om veel uren onbemand te produceren”, vertelt Van de Wiel. “In eerste instantie denk je dan aan een groot toolmagazijn en een palletrobot. Maar net zo belangrijk is de afvoer. Een weekend lang verspanen levert een gigantische hoeveelheid spanen op. Genoeg om een hele productie stil te leggen.” Een goede verwerking van de spanen is dus belangrijk om te voorkomen dat de boel vastloopt. “Een spanenpers speelt een belangrijke rol daarin. We worden steeds efficiënter en we kunnen steeds meer onbemande uren maken. Maar als er een volle spanenbak is, loopt het spaak.”
SCHIJFJE
Bij Holmatro gebruiken ze de spanenpers van Jvonne, geleverd door Promas. De zogenoemde Eco-Compatt, vertelt Jeffrey Pohl van Promas. “De hedendaagse verspaningsmachines produceren 24/7. Dat is een hogere output als het gaat om productie, maar ook als het gaat om spanen. De Eco-Compatt is ontworpen om spanen te persen en te compacteren. Hierdoor wordt tot 95 procent minder ruimte ingenomen. De spanen komen er als pucks uit en zijn gemakkelijk te hanteren, op te slaan en te transporteren.”
Zowel staal, aluminium, gietijzer als sommige kunststoffen kunnen door de Compatt-spanenpers worden gecomprimeerd tot een klein schijfje. De impact van een relatieve lo-tech-oplossing als de spanenpers is groter dan je denkt. Zo vermindert de opslagruimte die je nodig hebt voor je spanen met 95 procent en is er tot 90 procent minder intern heftrucktransport.
Pohl: “De milieu- en bedrijfseconomische effecten zijn groot. Zo is het veel duurzamer. Er is een reductie van 70 tot 80 procent in de CO₂-uitstoot die wordt veroorzaakt door het extern transporteren van spanen. Maar ook is de scheiding en terugwinning van vloeistof waardevol. De
Reinder Hoekstra, Meijer Group
spanen worden schoner en dus is de spanenwaarde hoger. Tot slot is het een zegen voor de operator. Die hoeft niet telkens de spanenbak te legen. Dat scheelt aanzienlijk in tijd.”
Van de Wiel sluit zich bij die woorden aan. Hij merkt dat er meer emulsie wordt teruggevoerd in het systeem. Daarnaast krijgt hij meer geld voor zijn ‘briketjes’. Maar het allerbelangrijkste voor hem was de volumereductie. “De spanenbakken raakten telkens vol. Deze spanenpers was voor ons een old skool flexibele oplossing die echt werkt. We begonnen met een spanenpers, dat werden er snel twee. En we hebben er zojuist twee bijbesteld.”
102 JAAR
Ruim 200 kilometer naar het noorden staan de bedrijfshallen van de Meijer Group. Vlak achter de dijk die de Waddenzee scheidt van het Friese land is Reinder Hoekstra, de COO van de Meijer Group, verantwoordelijk voor de gehele productie van het bedrijf. Ook daar zijn ze volop bezig met automatisering. “Vakkrachten worden schaars. En dan hebben wij in Friesland nog niet veel te klagen. In ons gebied is er nog passie voor techniek, dat zit in onze cultuur. En dat vormt een voedingsbodem voor de jeugd.”
En toch zet de Meijer Group in op de slimme fabriek. “We bestaan nu 102 jaar en onze visie is altijd geweest dat we voorop moeten lopen. Een hoogwaardige stand van techniek hoort daarbij. We streven naar Industrie 5.0, een stap verder dan alleen de digitalisering van onze automatisering. We willen energiegebruik en grondstofgebruik minimaliseren.” Het proces is voor Hoekstra dan ook cruciaal. Dat begint bij de plaatlassers, die volledig geautomatiseerd en met sorteersystemen 24/7 plaatbewerken. Daarna volgt de stap naar de kantbanken. Het kanten is nog niet volledig geautomatiseerd. Van de kantbank gaan de producten naar de verspaningsafdeling, waar de freesbanken automatisch worden beladen en ontladen. Dit geldt niet alleen voor de pallets, maar voor de volledige aan- en afvoer. Door de hallen rijden dan ook Kumatech-AGV's. Dit is geheel redundant uitgevoerd. Als er eentje stilstaat, kan de productie dus gewoon doordraaien.
TAAIE SPAAN
“Stilstand proberen we te vermijden. Daarom is de spanenpers ook relevant. Je wilt een freescel 24/7 laten draaien. De rol van de operator is ervoor te zorgen dat dat proces probleemloos verloopt. Maar op een gegeven moment moet de spanenbak worden geleegd. Dat kan je voorkomen met een spanenpers. Maar behalve dat je het volume van die spanen kwijt wil, is het - zeker in het licht van Industrie 5.0 - relevant om de olie/ koelemulsie terug te winnen.”
Hoekstra en zijn mensen hebben samen met Jvonne een test gedaan om uit te zoeken hoe het bedrijf zo veel mogelijk resources kunnen terugwinnen. Daaruit bleek dat ze de spanenpersen met 300 bar in plaats van 200 bar konden laten persen, waardoor een drogere briket ontstaat. Dat lukt, en de Meijer Group-‘pers’ perst zo veel meer vloeistoffen uit de spanen.
Het klinkt ‘lo-tech’, maar Hoekstra bestrijdt dat. “Voor ons is het belangrijk dat de betrouwbaarheid van een geautomatiseerd proces hoog is. Als de afvoer en de verwerking van de spanen of het niet goed terugwinnen van de olie vastloopt, dan stopt het proces.”
Zijn spanen echt zo belangrijk? De Meijer Group heeft een groot aantal diepgatmachines aan het werk. De spanen komen op een verzameltransporteur en vinden hun weg naar de spanenpers. Daarbij komt een complicatie: er worden twee soorten boringen gedaan. De ene maakt een langere en taaiere spaan dan de andere. Die taaie spaan is niet te persen. In combinatie met andere spanen kan je wel een compacte bricket maken. Dat is getest in samenwerking met Promas en Jvonne. Daaruit volgde dat er een verhouding moet zijn tussen de hoeveelheid zachtere spanen en taaiere spanen.
Hoekstra concludeert dan ook dat automatiseren meer is dan een robot. “Je moet alle facetten analyseren en passende oplossingen vinden. De spanenafvoer is daar een volwaardig onderdeel van. Maar het allerbelangrijkste is dat je de mensen van de werkvloer meeneemt. Een robot pakt geen banen af. Een robot zorgt er alleen voor dat de operator interessanter en beter werk krijgt. Want de zintuigen en expertise van de operator blijf je nodig hebben.”
Peter van de Wiel, Holmatro
“Het was een intensieve tijd, waarin ik geleerd heb hoe je je in crisistijden toch staande weet te houden”
“Als het hard waait, hou je je vast aan elkaar. Dan komt je overal doorheen”
Hij is zelf volgens eigen zeggen 'bij de FPT-Vimag getrokken'. Frank Scherphof van Voortman zwaait af als penningmeester van de brancheorganisatie voor productietechnologie als een wijzer man. En er zijn banden gesmeed en vriendschappen gevormd. Nu hij stopt als penningmeester van FPT-Vimag kan hij zich weer meer focussen op het internationale toneel, waar zijn bedrijf vooral acteert. Een turbulente omgeving. “Het toneel verandert en daar moet je je bewust van zijn”.
Frank Scherphof, COO van Voortman Steel Machinery, denkt met een glimlach terug aan hoe hij penningmeester van FPT-Vimag is geworden. Mark Voortman, de CEO van Voortman Steel Group, was bekend met de brancheorganisatie en aan hem werd gevraagd of hij in het bestuur wilde komen als penningmeester. “Penningmeester? Dan moet je Frank hebben. Daar heb je veel meer aan”. En dus werd hij het. De eerste keer dat Scherphof een bijeenkomst bijwoonde, kende hij helemaal niemand. “Ik was jong en kwam een beetje teruggetrokken binnen. Gelukkig was het werk van penningmeester mij wel toevertrouwd, dus heb ik mijn weg wel gevonden. Een terugkerend thema was de TechniShow, onze tweejaarlijkse beurs.”
Met de TechniShow is ook meteen het pittigste dossier uit zijn FPT-Vimag-carrière benoemt. De grootste technische beurs van de Benelux was in 2020 het eerste evenement dat niet mocht doorgaan vanwege Covid; de eerste lockdown begon op 15 maart van dag jaar, op 17 maart zouden de deuren van Jaarbeurs anders opengaan voor TechniShow.
Scherphof: “Tot aan Corona waren we bezig met doorontwikkelen van een succesvolle beurs van 2018, na Corona waren we bezig met de vereniging overeind houden. Het was een intensieve tijd, waar ik geleerd heb hoe je je in crisistijden toch staande weet te houden. Dat is gelukt door ferm naast elkaar te staan. Dat was niet makkelijk, maar het was nodig. Lid zijn van het bestuur werd van een vrijwillige functie bijna een baan. Maar in die tijd zijn banden gesmeed en vriendschappen gevormd. Dat is achteraf mooi en bijzonder leerzaam geweest.”
De vereniging is prima in orde nu, weet hij. Er zit een goede energie in het nieuwe bestuur en de plannen zijn ook goed. “Er is ruimte om plannen te maken met een fris bestuur. De samenwerking met Nevat begint te draaien, het team van FME loopt lekker. We hebben geen hoofdpijndossiers meer liggen.”
KRACHTENSPEL
Met de tijd die vrijkomt, kan Scherphof zich volledig richten op zijn werk voor Voortman Steel Machinery. 'Voortman' maakt high-end
staalbewerkingsmachines met geïntegreerde bedrijfssoftware. Het afzetgebied van het Rijssense bedrijf ligt vooral in het buitenland. Gemiddeld 90 procent van wat Voortman levert, wordt geëxporteerd. En juist op geopolitiek vlak gebeurt er momenteel heel erg veel. Scherphof: “Op het geopolitieke toneel zie je een hoop bewegingen die in meer of mindere mate invloed hebben of kunnen gaan hebben. Dit zijn geen factoren die je als bedrijf kunt beïnvloeden. Je moet je daarom richten op de factoren waar je wel invloed hebt. Onderscheidend zijn in innovatie en het verhogen van de productiviteit.”
Het CBS maakte half oktober al bekend dat de groei van de Nederlandse arbeidsproductiviteit in het afgelopen decennium sterker vertraagde dan in andere hoge-inkomenslanden, waardoor Nederland afzakte op de ranglijst van bruto binnenlands product (bbp) per gewerkt uur. Een zorgelijke ontwikkeling, volgens Scherphof. Arbeidsproductiviteit is juist een van de belangrijkste factoren waarmee Voortman hun klanten helpen. Hij kondigt aan dat Voortman Steel Machinery binnenkort gaat produceren in de Verenigde Staten, om laagwaardige hoogvolumegoederen meer lokaal te fabriceren.
PREMIUM
Scherphof spreekt vooral met realiteitszin. “We hebben in de industrie al een reeks van goede jaren achter de rug en het liefst wil je dat zou houden, maar dat dat ook gebeurd is geen gegeven. Het toneel verandert en daar moet je je bewust van zijn. De onzekerheid neemt toe. Het vestigingsklimaat voor de industrie binnen Nederland is een belangrijk onderwerp, maar hoe ons klimaat zich verhoudt tot de rest van de wereld wordt steeds belangrijker.”
FPT-Vimag, FME en hun internationale verbanden als Cecimo kunnen daarin een rol spelen. “Zij kunnen strijden voor de belangen van de Europese maakindustrie. We hebben in Europa, maar zeker ook in Nederland veel te bieden. Veel bedrijven met hele mooie producten die de output en productiviteit van klanten verhogen. We moeten het binnen de industrie hebben van de innovatie en kwaliteiten. Machines, inclusief software, en een excellente service. Daarmee kun je je blijven onderscheiden. Dat maakt Voortman en andere bedrijven sterk. Ik heb geleerd van mijn bestuurstaak hoe je samen kan staan als het stormt. En als het hard waait, hou je je vast aan elkaar. Dan kom je overal doorheen. En ik denk dat dat ook geldt voor een bedrijf, een land en voor Europa.”
Ketensamenwerking cruciaal volgens
Menko Eisma (Trumpf Nederland)
Menko Eisma is gestopt als vice-voorzitter van FPT-Vimag. In het bestuur heeft hij geleerd dat samenwerking cruciaal is. Ook nu er economisch misschien uitdagingen liggen, ziet hij kansen. “Het 'wij-denken' staat centraal, niet het individuele bedrijf. We zijn allemaal onderdeel van ketens”
Het is een goed moment om te stoppen met bestuurswerk, zegt Menko Eisma, directeur Trumpf Nederland. Hij is per 31 december 2023 na acht jaar gestopt als bestuurslid van FPT-Vimag. “We staan aan de vooravond van grote veranderingen. We hebben ons als bestuur de afgelopen jaren veel moeten bezighouden met de ontwikkeling van TechniShow, onze tweejaarlijkse beurs voor de maakindustrie. Maar FPT-Vimag zal vanaf nu meer en meer een koers zetten om als branchevereniging sterker te worden. Het is dan ook verstandig om nieuwe mensen met nieuwe ideeen te hebben.”
Wat zijn de veranderingen? In de periode dat Eisma in het bestuur zat, leunde de vereniging zwaar op de TechniShow. Maar nog maar eenderde van de exposanten op het evenement is nog lid van FPT-Vimag. De leden zijn dus niet alleen lid vanwege TechniShow, maar ook vanwege de vereniging zelf. Dan moet je volgens Eisma als brancheorganisatie meer doen voor de niet-exposanten. Hij denkt aan meer invloed bij de politiek, meedoen met maatschappelijke discussies of de ketensamenwerking bevorderen. “Vroeger ging driekwart van een bestuursvergadering over TechniShow. Nu moeten er andere zaken aan bod komen.”
Als bestuurslid heeft hij geleerd nog beter samen te werken. “Als directeur van Trumpf Nederland kijkt iedereen naar wat je zegt en doet. Maar als bestuurslid heb je te maken met leden die net zo veel te zeggen hebben als ik. Dat maakte me meer bewust van mijn rol binnen Trumpf Nederland. Een goede directeur staat niet boven het personeel, maar midden tussen de werknemers.”
WIND
Hij heeft een drukke agenda: hij is naast vice-voorzitter van FPT-Vimag ook regiobestuurslid van FME, heeft hij zitting in het bestuur van Maakindustrie Oost en de adviesraad van Link Magazine. “We zijn het afgelopen jaar flink gegroeid in Nederland. Daarnaast volgen ontwikkelingen in de markt elkaar zo snel op, dat het nu tijd is om goed op te letten. Want wij willen vooraan blijven.”
Trumpf Nederland is dankzij de relatie met ASML een van de snelst groeiende Trumpf-dochters van het van origine Duitse bedrijf. Maar aan
“Het 'wij-denken' staat centraal, niet het individuele bedrijf”
de gure economische wind is ook voelbaar in Hengelo, op het kantoor van Trumpf Nederland. “De algemene economische stemming in Duitsland is slecht. Het land heeft lang geteerd op de automotive en dat ging een tijd goed. Nederland drijft op de semiconductor-industrie. Aan zo'n keuze hangen ook risico's. Daarom hebben we altijd geroepen dat de Nederlandse economie meer thema's moet hebben.”
Er liggen overigens nog voldoende kansen voor de Nederlandse en Europese economie. Natuurlijk is de huidige automarkt lastig, maar andere sectoren draaien nog prima. Eisma is dan ook positief gestemd. “Trumpf is en blijft een sterk merk, zeker omdat we niet alleen machines verkopen, maar ook de digitalisering, automatisering, service en financiering goed opgelijnd hebben. Dat maakt het verschil voor onze klanten.”
'WIJ-DENKEN'
Eisma denkt dat maatschappelijke vraagstukken een steeds grotere rol gaan spelen binnen de maakindustrie. “Als samenleving hebben we de verantwoordelijkheid om gezamenlijk een goed sociaal en economisch klimaat te creeren. Het 'wij-denken' staat centraal, niet het individuele bedrijf. We zijn allemaal onderdeel van ketens.”
Als directeur van Trumpf Nederland merkt hij dat maatschappelijke vraagstukken steeds vaker een rol spelen in zijn bedrijfsvoering. “Verantwoord ondernemen is verantwoording nemen voor de medewerkers, het bedrijf en ook de maatschappij. En om de bedrijven draaiende te kunnen houden, hebben we mensen nodig. Ik weet dat het een heikel punt is, maar we kunnen niet om arbeidsmigranten heen. En ondanks dat de metaalbewerkingswereld een traditionele markt is, zie ik de positieve vibe, ook als het om arbeidsmigranten gaat.”
SENNA
De toekomst? Er is geen specifieke sector die er uit moet worden gelicht. Eisma is fan van de eerdere insteek van topsectoren. Dat beleid raakte de brede waaier die de Nederlandse economie eigenlijk is, van food, watermanagement, halfgeleiders of maakbedrijven. “Nu is het overheidsbeleid te eenduidig richting de high-tech. Dan verlies je de bredere blik. Ik denk dat FPT-Vimag, FME en Nevat best wat meer op de trom mogen slaan om het topsectorenbeleid terug te krijgen.”
Hij is in ieder geval niet bang voor economisch slechte tijden. “Er zijn vaker crises en dips geweest en we zijn er altijd sterker uitgekomen. Autocoureur Ayrton Senna zei dat mooi: 'In slecht weer kan ik vijftien coureurs inhalen, met mooi weer maar drie'. Ga niet bij de pakken neerzitten en ga aan de slag.”
'Zonder
samenwerking hadden we nooit zo'n sterke high-techmarkt kunnen ontwikkelen'
Samenwerken is het toverwoord, volgens Ingrid Coffeng van Dymato. Precies twintig jaar geleden zette ze haar eerste stappen in de productietechnologie. In die tijd was ze jarenlang bestuurslid van FPT-Vimag. Ze heeft de sector zien veranderen. “Iedereen is in beweging en maakt zich klaar voor de digitale toekomst”.
"In de productietechnologie worden grote stappen gezet”, zegt Ingrid Coffeng. “En ook nog eens in een moordend tempo. De halfgeleiderindustrie stelt hoge eisen qua nauwkeurigheid maar ook wat betreft cleanliness. Sustainability en digitalisering eisen van machinebouwers en de hele keten oplossingen die een nieuwe generatie van productiemiddelen levert.”
In de twintig jaar dat ze in de wereld van de productietechnologie werkt, was de maakindustrie altijd al efficiënt en keek men naar mogelijkheden om producten beter, sneller en goedkoper te maken. Maar de middelen zijn veranderd. Hoe? Door verregaande ketensamenwerking. “Anders hadden we nooit zo snel op de uitdagingen van vandaag kunnen inspelen en onze high-tech sector faciliteren. Samen ben je namelijk sterker dan alleen. Samen heb je een poel van heel veel specialisten die hun kennis inbrengen.”
Het aantal samenwerkingsverbanden is nog nooit zo groot geweest. Als voorbeeld noemt Coffeng de fieldlabs: projecten die proberen de keten bij elkaar te brengen. Was samenwerken een motivatie om tot het bestuur van FPT-Vimag toe te treden? “Ja. Ik heb zo veel ondernemers ontmoet die zich bewust waren van een gezamenlijk doel: kennisdelen. Dan kan je echt wat bereiken. Ik vind dat van onschatbare waarde.”
SLIMMER
Coffeng merkt dat de transformatie naar digitalisering van de maakindustrie in een stroomversnelling komt. “Onze klanten zijn vergevorderd of bezig om alle processen in kaart te brengen en partners te kiezen die zij in de digitale transformatie kunnen adviseren en begeleiden. Iedereen is in beweging en maakt zich klaar voor de digitale toekomst. De first tier-bedrijven voorop.”
Die high-tech-koplopers hebben hun innovaties goed op orde en samen met onze MKB bedrijven staan zij voor en sterke Nederlandse technologische industrie. Om de high-tech maakindustrie te verbreden en te versterken zouden first-tear leveranciers meer productie aan het MKB kunnen uitbesteden. Het delen van kennis en technologie blijft het sleutelwoord.
“Kennisdelen is van onschatbare waarde”
Een slimmere maakindustrie zorgt voor een stabielere economie, een sterker productielandschap en een breder assortiment aan producten. De overheid zou daar ook een rol in kunnen spelen, vindt Coffeng. Bijvoorbeeld door niet alleen de top-bedrijven te subsidiëren, maar ook het mkb te ondersteunen en de financiële middelen ter beschikking te stellen. Zelf is Coffeng alleen nog maar op projectbasis actief bij Dymato. De interesse in de maakindustrie en de betrokkenheid blijft. Wij kunnen groei en vooruitgang realiseren door te innoveren, kennis te delen en veranderingen toe te staan.”
Q-Fin wint
EuroBlech Award 2024 in de categorie
Oppervlaktetechniek
Q-Fin heeft in Hannover tijdens de EuroBlech Awards de eerste prijs behaald in de categorie Oppervlaktetechniek. De winnende inzending F250 is speciaal ontwikkeld voor het ontbramen, afronden en finishen van kleine plaatdelen.
De F250 onttbraammachine is de opvolger van de F200. Met de F250 brengt Q-Fin de vooruitstrevende technologie van zijn grotere machines naar een compact formaat, geschikt voor de kleinste producten maar met grootse prestaties. Deze machine kan kleine onderdelen verwerken op een snelheid die vijf keer hoger ligt dan bij vergelijkbare finishmachines. Dit komt niet alleen door de mechanische verbeteringen, maar ook door de slimme software die in de machine is geïn-
tegreerd. Wat de F250 echt onderscheidt, is de mate van controle en precisie die je krijgt. Elk station in de machine is programmeerbaar en volledig softwaregestuurd. Of het nu gaat om het slijpen, afronden of finishen, je hebt de volledige controle. Dankzij de elektronisch aangestuurde borstelcompensatie wordt voorkomen dat de komborstels in de band borstelen, wat zorgt voor een langere levensduur van de machine. De automatische hoogteverstelling van de schuurband
zorgt ervoor dat de band omhoog gaat bij niet-gebruik, zodat er geen ongewenste krassen op het product ontstaan.
Een van de meest innovatieve functies van de F250 is de mogelijkheid om de borstels met één druk op de knop te kalibreren. Dit maakt
de machine niet alleen gebruiksvriendelijker, maar ook efficiënter. In combinatie met het optionele Qonnect+ systeem, dat verbinding maakt met het ERP-systeem van je bedrijf, biedt de F250 een ongekend niveau van procesmonitoring en -controle.
Slimme innovaties op compacte ruimte op EuroBlech 2024 van SafanDarley
SafanDarley presenteert op EuroBlech 2024 zijn nieuwste en meest geavanceerde machine. Het is een veelzijdige aanvulling op de geautomatiseerde buigoplossingen met de nieuwe Multi Cell, voor alle middelgrote producten tot 2000x500mm en 40 tot 125 ton benodigde perskracht. Deze innovatieve oplossing maakt het mogelijk om een grote verscheidenheid aan producten te automatiseren in een compacte ruimte.
De nieuwe Multi Cell biedt flexibiliteit in het kiezen van een elektronische of hydraulische afkantpers in verschillende tonnages op basis van de plaatdikte en productlengte, met de optie om na verloop van tijd van machine te wisselen. De machine is volledig modulair en kan worden geconfigureerd per artikel en naar wens van de klant.
Het systeem maakt een gemakkelijke overgang mogelijk tussen handmatig en automatisch buigen. Het geïntegreerde ASC-Control en RoboBend pakket biedt één
aanspreekpunt voor complete automatiseringsbehoeften, waardoor afhankelijkheid van derden wordt geëlimineerd. ASC-Control verbetert de gebruikerservaring door minder ervaren operators in staat te stellen om geautomatiseerde machines effectief te beheren, zorgt voor efficiëntie door het automatisch programmeren en aanpassen van gereedschappen en grijpers voor verschillende taken, en zet een nieuwe standaard voor het minimaliseren van omsteltijden in gerobotiseerde buigprocessen.
GEAUTOMATISEERDE BUIGOPLOSSINGEN
De vraag naar geautomatiseerde buigoplossingen neemt toe omdat bedrijven hun concurrentiepositie willen verbeteren. Automatisering biedt schaalbaarheid, verbeterde kwaliteit en hogere efficiëntie. Het verlaagt de arbeidskosten, zorgt voor een consistente output en on-
dersteunt 24/7 productie, zelfs bij personeelstekorten. Dankzij automatisering kunnen werknemers zich ook richten op complexe taken, terwijl nieuw personeel zich snel aanpast aan de technologie. Kortom, automatisering is de sleutel tot kosteneffectieve, efficiënte productie en concurrerend blijven.
UW PARTNER
VOOR KWALITEIT EN INNOVATIE
wij zijn uw partner in de verspaningstechniek
Benieuwd naar de mogelijkheden?
Bezoek onze website of neem contact op en informeer naar de mogelijkheden.
Trumpf lanceert eenvoudige machine voor lasersnijden
Het Duitse technologiebedrijf Trumpf heeft tijdens de EuroBLECH-beurs een nieuwe lasersnijmachine op de markt gebracht, speciaal ontwikkeld voor bedrijven met een kleiner productievolume. De nieuwe TruLaser Serie 1000 Lean Edition biedt klanten een betrouwbare oplossing met lage investerings- en operationele kosten, zonder in te boeten op de hoge kwaliteitsstandaard waar Trumpf om bekendstaat. Dit model is aanzienlijk goedkoper dan de high-end machines van Trumpf.
“We bieden bedrijven met de TruLaser Serie 1000 Lean Edition een technologisch geavanceerd en robuust alternatief voor goedkope modellen uit het buitenland. Hiermee blijft Trumpf trouw aan zijn missie om elke klant een passende oplossing te bieden,” aldus Patrick Schüle, productmanager bij Trumpf. Gebruikers van de machine profiteren bovendien van dezelfde uitstekende klantenservice die het bedrijf biedt aan klanten van de duurdere modellen. De TruLaser Serie 1000 Lean Edition is een vereenvoudigde versie van de bestaande TruLaser Serie 1000. Bij deze nieuwe machine zijn verschillende functies weggelaten die vooral van belang zijn voor bedrijven met een hoge pro-
ductiecapaciteit. “Voor bedrijven met een lager productievolume loont het vaak niet om in een eigen plaatbewerkingsmachine te investeren, omdat ze de capaciteit van reguliere machines niet volledig benutten. Met de nieuwe Lean Edition kunnen deze bedrijven hun benodigde onderdelen voortaan zelf produceren. Dat biedt flexibiliteit en onafhankelijkheid,” legt Schüle uit.
BEDIENING
Ondanks de lagere prijs blijft de beproefde universele snijeenheid met omkeerbare botsbescherming behouden. Dit betekent dat de snijkop bij een botsing met een vrijgesneden onderdeel opzij beweegt, waarna de bediener deze
eenvoudig weer in positie kan zetten. Om botsingen te voorkomen, maakt de Lean Edition gebruik van Trumpf’s Nanojoint-technologie, waarbij onderdelen met minimale bevestigingspunten worden vastgezet. Hierdoor zijn ze na het snijden gemakkelijk te verwijderen.
Met de TruLaser Serie 1000 Lean Edition krijgen bedrijven toegang tot de bewezen service van Trumpf. “Onze sterke aanwezigheid in Europa zorgt ervoor dat
onze klanten snel geholpen worden door een servicetechnicus die hun taal spreekt en over de juiste expertise beschikt,” zegt Schüle. De machine is bovendien eenvoudig te bedienen, wat bijdraagt aan het verminderen van fouten en de afhankelijkheid van gekwalificeerd personeel. Voor veelvoorkomende materialen en plaatdiktes zijn de juiste snijparameters al voorgeprogrammeerd. De operator hoeft slechts het juiste snijprogramma te selecteren voor de opdracht. Daarnaast biedt de machine de mogelijkheid om uitsluitend met perslucht te snijden, wat niet alleen de initiële investeringskosten verlaagt, maar ook de operationele kosten beperkt. De snijeenheid van de TruLaser Serie 1000 Lean Edition is uitgerust met een online bewakingsfunctie die de staat van het beschermglas controleert en de bediener tijdig waarschuwt bij vervuiling. Mocht er onverwacht een probleem optreden tijdens het snijden, dan helpt de 'Cutting Guide'-functie de bediener stap voor stap met de oorzaak en oplossing van het probleem.
Met deze innovatieve en kostenefficiënte machine biedt Trumpf een toegankelijke oplossing voor bedrijven die hun productiecapaciteit willen uitbreiden zonder te veel te investeren in dure apparatuur.
Sandvik Coromant introduceert nieuwe
hardmetaalsoort
Sandvik Coromant kondigt GC1230 aan, een nieuwe hardmetaalsoort voor instelbaar frezen. Het is geproduceerd met Zertivo coatingprocestechnologie voor hoge verspaande volumes onder stabiele omstandigheden. GC1230 is voorzien van een coatinginnovatie die uitzonderlijke prestaties biedt qua veiligheid, voorspelbaarheid en levensduur.
Wayne Mayson, Global Product Application Manager voor hardmetaalsoorten bij Sandvik Coromant: “Deze nieuwe PVD (Physical Vapour Deposition) soort voor het frezen in staal bestaat uit een meerlaagse nano TiAlN + TiSiN coating met verbeterde hechting een coatingtechnologie die verbeterd is in alle richtingen van prestatiecapaciteiten. Kort gezegd, het blijft langer sterker, ongeacht of het in natte of droge
freestoepassingen in staal is”. GC1230 zorgt voor een langere standtijd, het verbeteren van de productiviteit of het omarmen van een duurzamere benadering voor frezen. De nieuwe coating van GC1230 biedt een onverslaanbare snijkanttaaiheid, wat resulteert in een significant verlengde standtijd, hetgeen zich vertaalt in meer stuks per snijkant. Dankzij de hittebestendige capaciteiten, maximaliseert u de snijsnelheid,
Promas viert kwart eeuw als vertegenwoordiger van CNC-machines
Dit jaar viert Promas met trots zijn 25-jarig jubileum als toonaangevende vertegenwoordiger van CNC-machines in Nederland en België. Wat in 1999 begon als een bescheiden onderneming, opgericht door Richard Hermans, is uitgegroeid tot een gevestigde naam in de sector. Dankzij waardevolle partnerschappen, zoals met Hedelius, dat vanaf het begin vertrouwen toonde door Promas de vertegenwoordiging voor Nederland te geven, heeft het bedrijf een stevige basis gelegd voor langdurig succes.
Met compagnon Carlo van de Laar, die in 2003 toetrad en de serviceorganisatie verder vormgaf en momenteel met in totaal 25 medewerkers, is Promas in staat geweest om niet alleen meer dan duizend machines te plaatsen in Nederland en België, maar ook een ijzersterke reputatie op te bouwen. De kracht van
om hogere verspaningsvolumes te realiseren, de productiviteit te verhogen en de bewerkings- en cyclustijd te reduceren. De uitstekende prestaties bij droge bewerkingscondities maken het een duurzaam alternatief voor methoden die op koelmiddel zijn gebaseerd, en leveren zo een bijdrage aan milieuvriendelijker frezen. GC1230, geoptimaliseerd voor
licht voorbewerken tot nabewerkeni is ideaal voor een breed scala aan toepassingen, van algemeen tot meer uitdagende taken zoals hoekfrezen, complexe gereedschapspaden en diepe uitsparingen, onder zowel natte als droge omstandigheden. Hij is geschikt voor alle sectoren van de industrie en voor diverse componentkenmerken.
het bedrijf ligt in een breed machineprogramma, gekoppeld aan een solide serviceorganisatie. De samenwerking tussen sales, binnendienst en technische ondersteuning zorgt ervoor dat klanten telkens opnieuw voor Promas kiezen. Om dit bijzondere jubileum te vieren, organiseert Promas aanvang november een feestelijke bijeenkomst op zijn bedrijfslocatie in Maasbree. Onder het genot van een hapje en een drankje worden vaste relaties uitgenodigd om samen stil te staan bij deze mijlpaal en vooruit te blikken op een veelbelovende toekomst.
Naumetrics PMI BV | 13-14 Nov. Precisiebeurs stand 241 Brabanthallen Den Bosch
Column
Waarderen kan je leren
Enige tijd geleden, tijdens een training die ik verzorgde voor een managementteam, spraken we over het waarderen van je medewerkers. De medewerker, zo bleek, werd vooral beoordeeld, erkend en gewaardeerd op de prestaties die hij of zij levert. Op mijn vraag, of je ook iemand kunt waarderen die niet de juiste prestaties levert, bleef het wat mij betreft iets te lang stil in de ruimte.
Ik moest denken aan een onderzoek van Jack Wiley (Respect: Delivering Results by Giving Employees What They Really Want), uitgevoerd bij meer dan 200.000 medewerkers. Uit dit uitgebreide onderzoek kwamen zeven verlangens naar voren. Als men als organisatie of manager aan deze verlangens zou kunnen voldoen, dan zou de medewerkerbetrokkenheid stijgen, de klanttevredenheid toenemen en men betere financiële resultaten behalen. Op nummer één stond, het zal u niet verbazen, ‘waardering’. Om het rijtje even af te maken, op twee ‘boeiend werk’, op drie ‘werkzekerheid’, op vier ‘loon’, op vijf ‘opleidings- en doorgroeimogelijkheden’, op zes ‘werkomstandigheden’ en als laatste ‘waarheid en transparantie’.
Toen ik dit de managers voorlegde, kwam de volgende reactie uit een deel van de groep: ‘Je kan toch niet iemand waarderen die geen goed werk levert?’ Waarop mijn wedervraag was: ‘Is dat zo?’
Als je kijkt naar onderzoeken in Nederland, dan blijkt een kleine 40% van de medewerkers zich zelden tot nooit gewaardeerd te voelen. Dat is schrijnend. Dit betekent dat 40% van onze werknemers prutsers zijn die onvoldoende prestaties leveren. Toch!? Nu vond het managementteam dat ook wel wat overdreven en kwam de aap uit de mouw. Men vond het vooral moeilijk, of had weinig tijd (drogreden), om de juiste waardering uit te spreken. Waardering die niet alleen gaat over prestaties, maar ook over de mens achter de professional. Waar begin je dan, Chris?
Begin gewoon, was mijn antwoord. En als je niets kan verzinnen, dan zegt dat iets over jouw kennis van deze medewerker. Hij of zij wordt door zijn omgeving gewaardeerd, dus hij is meer dan alleen een productie-eenheid voor jouw organisatie. Maak eens kennis met hem of haar. Wie is het, wat vindt hij of zij leuk, wat drijft iemand? Mensen zijn uiteindelijk best wel leuk en als je openstaat voor een ‘hernieuwde’ kennismaking is er genoeg om te waarderen.
Chris Meijnen
Learning and Development Specialist bij Orbit Loopbaanadvies
Thema van TechniShow|Magazine 1 is: Verspanen en Additive Manufacturing
COLOFON
TechniShow Magazine is hét vakblad voor de metaalindustrie en (inter) nationale maakindustrie. Het behandelt productietechnologie in al zijn facetten en is een uitgave van branchevereniging FPT-VIMAG.
jaargang 20 | editie 5 | november 2024
TechniShow verschijnt zes maal per jaar. Toezending geschiedt op abonnementbasis en controlled circulation.
Technalia maakt verhalen over en voor de techniek. Door tekst, beeld en het gebruik van social media vertellen we die verhalen aan de wereld. Over het kloppende hart van een machine, over de structuren van een cel of toekomst van 5G. Maar de verhalen gaan vooral over de mensen. Want mensen maken techniek mogelijk.
Meer weten? www.technalia.nl
SOLIDE HANDWERK IS DE BASIS VOOR KWALITEIT.
Fritz Studer AG, opgericht in 1912, is een markt- en technologieleider in universeel-, buiten- en binnenrond- en onrondslijpen. Met circa 25.000 uitgeleverde machines staat STUDER al tientallen jaren voor precisie, kwaliteit en levensduur. studer.com
De Ridder THO | IBC weg 10 | 5683 PK Best | Nederland www.ridder.net | +31 499 392 050