Duurzaamheid & Energiegids editie 3 van 2024

Page 1

Bijzonderevezelcement gevelpanelen

Jaargang 3 | Editie 3 | juni 2024

“Verslimmend”GBS helpt gebouwenenergiezuinigerte maken

DuurzaamheidDE & Energiegids

Powered by NBD & HC

Diepe bodemenergie in beeldvoor warmtetransitie binnensteden

Aanpak koudwatercirculatie

steeds belangrijker in opwarmendegebouwen

Vernieuwendegevelbekleding scoort hoog

1

Uw eigen energie, een fijn gevoel!

Prijs incl Liquid Cooling en Brandpreventie

Lease regeling mogelijk

Blauhoff MAXUS 385kWh Cabinet Only

Battery

Energie oplossingen voor hotels, land- en tuinbouw, industrie, overheid en MKB

Eenvoudige en snelle montage: 3-4 uur

Verplaatsbaar met een heftruck

Parallel schakelaar tot 20 units (7.7 megawatt)

Leverbaar met geïntegreerde EV Laders

Toepassingen & Functies

Peakshaving & Uitgebreide EMS (of API koppeling)

Virtuele verzwaring stroomaansluiting

Opslag dynamische stroom (buy and sell)

Noodstroomfunctie

€300 excl BTW per kWh

Megapack Container Kast 3,85 Megawatt Battery Only

Container 8000 cycles 70% DOD en 10 jaar garantie.

Minder kosten: Makkelijk te installeren en weinig onderhoud. 50% Krachtiger dan reguliere oplossingen door grotere cellen (veel kWh) en veel compacter (20ft );

Verbeterde Efficiency: Gebaseerd op een 1500V platform en heeft bij DC zijde een efficiency van 93%.

Standaard CH4 anti-corrosie level, container heeft een levensduur van minimaal 15 jaar;

Veilig & Slim: Multiple-balancing zorgt voor een veilige en lange levensduur van de batterij Geïntegreerde gas en water blusmiddelen zorgen voor de veiligheid onder extreme omstandigheden Alle keuringen aanwezig. Lease regeling is mogelijk. Erg slim door Icloud AI real-time monitoring;

jaargang 2024 2 €245 excl BTW per kWh
w w w . b l a u h o f f . n l H e e m s t r a w e g 1 2 3 F - 6 6 5 1 K H D r u t e n - N e d e r l a n d M a i l : i n f o @ b l a u h o f f . n l T e l : 0 0 3 1 ( 0 ) 8 5 0 7 1 1 8 7 5

Duurzaamheid & Energiegids is een print en online uitgave van Jetvertising b.v., onder redactie van Nederlandse Bouw Documentatie en De HandelsCourant.

Uitgever

Jetvertising b.v. Tiendweg 12

2671 SB Naaldwijk

Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 directie@jetvertising.nl

11 Onderzoek: meer criminaliteit op de bouwplaats en slimmere criminelen 13 Infrasector in de knel, maar groeikansen bieden perspectief 14 Nederlandse tarief voor stadsverwarming: meer dan elders 18 Vernieuwende gevelbekleding scoort hoog

Aanpak koudwatercirculatie steeds belangrijker in opwarmende gebouwen

Renovatie & Transformatie, Monument en Houtbouw 2024

renovatie Binnenhof

Diepe bodemenergie in beeld voor warmtetransitie in veel Nederlandse binnensteden

37 “Verslimmend” GBS helpt gebouwen energiezuiniger te maken

42

Bijzondere vezelcement gevelpanelen: een nieuwe reeks duurzame en klimaatbestendige bouwproducten in Europa

Redactie

Gebouwde omgeving

Nederlandse Bouw Documentatie (NBD-Online) redactie@jetvertising.nl

Industrie

De HandelsCourant (HC) redactie@jetvertising.nl

Persberichten info@jetvertising.nl

Vormgeving MSU

Nikkelstraat 1C 8211 AJ Lelystad

Advertenties

Jetvertising b.v. Tiendweg 12

2671 SB Naaldwijk Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 rob@jetvertising.nl

Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, gekopieerd of hergebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.

3
DEDuurzaamheid
Powered by NBD & HC
& Energiegids
11 14 24 29 37 13 18 28 32 42
4 Kort Nieuws 16 Project in beeld 30 Project in beeld 46 Agenda
28
29
32
Inhoud
24
Voortgang

Geld voor regio’s met aansluitingen windparken op zee

Om de klimaatdoelen van 2030 te halen worden de komende jaren windparken op de Noordzee gebouwd. De elektriciteit van deze toekomstige windparken moet worden aangesloten op het hoogspanningsnet op land.

Het kabinet heeft 210 miljoen euro beschikbaar gesteld om te investeren in de leefbaarheid in de regio’s waar de elektriciteit aan land komt. De regio’s waarin geïnvesteerd wordt zijn Noord-Nederland (Eemshaven), Zeeland (Borsele), Rotterdam (Maasvlakte), het Noordzeekanaalgebied en omgeving Moerdijk en Geertruidenberg. Als startsein van deze gebiedsinvesteringen heeft minister

Jetten (Klimaat en Energie) de eerste bestuursovereenkomst getekend in Zeeland.

GEBIEDSINVESTERINGEN

De regio’s werken samen met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan een ‘Regioplan gebiedsinvesteringen netten op zee’. In deze plannen staat welke projecten worden uitgevoerd om de leefbaarheid te ver-

Dura Vermeer met Actium in verduurzamingsprojecten

Na een voortraject, waarbij Actium startte met ruim 60 geïnteresseerde partijen, is de woningcorporatie de samenwerking aangegaan met Dura Vermeer én Buursema B.V. Samen gaan ze aan de slag met het uitvoeren van verduurzamingsprojecten voor 2.400 woningen tot 2029.

GEEN E-F-G-LABELS MEER

De selectie is gedaan op basis van kwaliteit, expertise en betrouwbaarheid. De samenwerking richt zich op verduurzamingsprojecten die een directe impact hebben op het energieverbruik en het wooncomfort van onze huizen. Actium wil dat de energiekosten voor hun huurders dalen en de CO2-uitstoot vermindert. In 2029 hebben de huizen dan ook geen E-F-G- labels meer. Hiermee willen ze een verschil maken. Voor

zowel de huidige huurders als voor de toekomstige generaties.

BEREIKEN VAN

DUURZAAMHEIDSDOELEN

Actium kijkt momenteel nog naar de toevoeging van nieuwe partners voor de projecten. De selectieprocedure hiervoor loopt nog. Samen met alle partners willen ze de duurzaamheidsdoelen van Actium bereiken en het wooncomfort van de huurders verbeteren.

sterken. De projecten moeten passen binnen één van de volgende thema’s: behoud & versterken natuur, verbeteren fysieke leefomgeving, versterken regionale economie en versnellen energietransitie. Bij de voorbereiding en uitvoering van de verschillende projecten worden inwoners actief betrokken. In 2022 heeft het kabinet in totaal 500 miljoen euro uit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld voor deze investeringen. De eerste 210 miljoen euro hiervan wordt nu besteed. Een nieuw kabinet zal dit najaar de verdeling van het resterende geld voor de tweede ronde uitwerken.

START IN ZEELAND

Voor investeringen in de leefomgeving in Zeeland stelt de Rijksoverheid 50 miljoen euro beschikbaar. De aanlanding van wind op zee heeft hier impact op Zuid-Beveland, Noord-Beveland en Walcheren, bijvoorbeeld door de bouw van nieuwe infrastructuur en hoogspanningsstations. Minister Jetten heeft hiervoor vandaag samen met de Provincie Zeeland en verschillende Zeeuwse gemeenten een handtekening onder een bestuursakkoord gezet dat het startsein vormt van deze investeringen. De investeringen worden bijvoorbeeld gebruikt voor versterking van de sportfaciliteiten in Borsele en investeringen in het Veerse Meer. De bestuursovereenkomsten met de andere regio’s worden uiterlijk op 30 juni 2024 getekend.

jaargang 2024 4
Bron: Rijksoverheid Foto: door Enrique op Pixabay Bron: Dura Vermeer

Doorontwikkeling N-type zonnepanelen drukt productiekosten

Groothandel in zonne-energieproducten 4blue presenteert met URECO een nieuwe lichting N-type Glas Glas zonnepanelen. Belangrijk kenmerk is dat deze panelen niet meer uitgerust zijn met vierkante zonnecellen, maar met grotere rechthoekige zonnecellen.

De panelen zijn weliswaar iets groter, maar een stuk lichter omdat de glasdikte van 2.00 millimeter naar 1.6 mm is aangepast. Zowel de productiekosten als de logistieke kosten worden hiermee gedrukt.

VERLAGING PRODUCTIEKOSTEN

Voor de installateur, en uiteindelijk ook de consument, zijn er veel voordelen aan de doorontwikkeling van deze nieuwe generatie panelen. Door de technologische ontwikkeling in het produceren van siliciumstaven is het nu mogelijk om meer van de randen van deze staven te gebruiken voor het maken van zonnecellen. Traditioneel werden vooral de centrale delen van de staven gebruikt, wat leidde tot meer afval. Met rechthoekige zonnecellen kan meer van het materiaal

effectief worden ingezet, wat zorgt voort kosten- optimalisatie aan de productie- en logistieke kant.

MARKTSTANDAARD

De N-type zonnepanelen van URECO worden gekenmerkt door innovatieve ‘rectangular cells’, ook wel rechthoekige cellen. Door het vergroten van deze zonnecellen gaat het formaat van 1722 x 1134 naar 1762 x 1134. En het vermogen van 425/430 Wp naar 440/445Wp.

TWEE VARIANTEN

De nieuwe zonnepanelen komen in twee varianten. De eerste is de URECO 440 Black. Dit zijn volledig zwarte glas-glas zonnepanelen, inclusief de ruimtes tussen de cellen. Deze panelen kunnen gebruikt worden voor

woninginstallaties of plat-dakinstallaties waar esthetiek een belangrijke rol speelt. De andere variant is de URECO 450 WP White, die een iets hoger vermogen biedt. Deze variant is geschikt voor MKB-installaties waar de focus ligt op maximale opbrengsten. De zonnepanelen zijn per direct te bestellen bij 4blue en leverbaar vanaf augustus.

Kleine innovatieprojecten gezocht

met grote impact op de energiesector

Sinds 4 juni is een subsidieregeling beschikbaar voor kleine innovatieprojecten die voor grote veranderingen kunnen zorgen in de energiesector. De subsidie is bedoeld voor kleine bedrijven, zoals start-ups, die ideeën hebben die opwek van hernieuwbare (duurzame) energie op zee en land slimmer, betaalbaar, schoner en veiliger te maken. De innovaties moeten uiterlijk in 2034 op de markt komen.

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) stellen € 5 miljoen subsidie beschikbaar voor deze innovatieprojecten in de regeling Energie & Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EEKO): Elektriciteit. Ze moedigen bedrijven uit het middenen kleinbedrijf (mkb) aan om ideeën te bedenken die prestaties verbeteren en nieuwe oplossingen bieden voor

duurzame elektriciteitsopwekking op zee, land en in gebouwen. De subsidie richt zich op kleine onderzoeks- en ontwikkelinsprojecten die grote consortia van samenwerkende partijen nog niet kunnen oppakken. Voor grootschalig onderzoek en ontwikkeling konden zij al subsidie aanvragen met de regeling Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI). Beide subsidies

vragen bedrijven aan bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Energie opwekken op land en op zee Bedrijven kunnen subsidie aanvragen voor 2 belangrijke innovatiethema’s. Hernieuwbare energie op zee: legt de nadruk op de verlaging van de kosten van windparken op zee. Daarnaast stimuleert het de circulariteit en de bouw van de windparken. Opwek hernieuwbare elektriciteit op land en gebouwde omgeving: richt zich op betere zonnepanelen en -systemen met aandacht voor veiligheid. Een belangrijk doel daarbij is de integratie in het elektriciteitsnetwerk en meer recyclingmogelijkheden.

5
Nieuws
Foto: 4blue
Koelers & Luchtbevochtigers e-mail: info@homevap.com | telefoon: 024-355 6059 www.homevap.com Upgrade de WTW-installatie met 24/7 nachtkoeling door de HomEvap Koeler! De HomEvap Koeler realiseert nachtkoeling 24/7, door overdag van de WTW een “KTW” (koudeterugwin) ventilatiesysteem te maken.

Bron: ANP, Bram Straten energie-expert bij Windkracht5

‘Niet salderen, wel lokaal opwekken, opslaan en verbruiken’

De salderingsregeling voor zonnepanelen gaat op 1 januari overboord, staat in het onderhandelingsakkoord. Om Nederland toch te verduurzamen, zou een nieuw kabinet het plaatsen van thuisbatterijen moeten stimuleren. Omdat het stroomnet overvol is, moet energie zoveel mogelijk lokaal worden opgewekt, opgeslagen en verbruikt.

Dit kan bijvoorbeeld door slimme oplossingen zoals het inzetten van de elektrische auto die de rol van batterij vervult. Dat betekent wel dat de auto op zonnige dagen thuis moet staan. Natuurlijk lukt dat niet

De Utrechtse Klimaataanpak zet koers naar ‘netto nul’ uitstoot

De Utrechtse Klimaataanpak: Naar Netto Nul beschrijft hoe de provincie Utrecht de uitstoot van broeikasgassen kan verminderen. De doelstelling is een reductie van 55% broeikasgassen in 2030 en uiteindelijk geen uitstoot in 2050.

Dit is haalbaar door als provincie meer te gaan sturen op de uitstoot in de regio; inzichtelijk maken waar winst te halen valt en meer regie te nemen op beleidsthema’s om CO2 te reduceren. Hiermee is de provincie Utrecht de eerste die op deze wijze het klimaatbeleid vormgeeft.

AAN DE KLIMAATTAFELS

Het Rijk heeft afspraken om aan het klimaatakkoord te voldoen per klimaattafel gecategoriseerd, deze vormen de basis voor landelijk klimaatbeleid. De klimaattafels zijn: Elektriciteit, Gebouwde omgeving, Industrie, Mobiliteit en Landbouw & landgebruik. De provincie Utrecht heeft deze tafels over genomen voor het eigen klimaatbeleid en er een extra tafel aan toegevoegd: de provincie als voorbeeld.

DE UTRECHTSE KLIMAATAANPAK IS VERNIEUWEND

Niet eerder is het provinciale klimaatbeleid op deze manier vormgegeven. De Utrechtse Klimaataanpak is vernieuwend. Ten eerste omdat het per klimaattafel een overzicht geeft voor de hele provincie wat er gebeurt om de broeikasgasuitstoot te verminderen. Ten tweede omdat er per klimaattafel een concreet doel (een zogenaamde indicatieve restemissie) is geformuleerd voor de hele provincie. Daardoor wordt inzichtelijk wat de opgave voor het provinciale grondgebied is. Hierdoor kunnen de overheden (provincie, gemeenten en waterschappen) nog beter samenwerken om de doelstellingen te behalen.

altijd, maar het kan zeker een deel van de oplossing zijn.

In de kern komt het erop neer dat elektriciteit idealiter zo dicht mogelijk bij de bron van opwek ook verbruikt wordt. Dat betekent dat er juist subsidies moeten komen die dat gedrag stimuleren. De salderingsregeling is er zo een, maar heeft een verkeerde prikkel: op zonnige dagen is het gunstiger om energie terug te leveren dan zelf te gebruiken. Daar raakt het stroomnet van uit balans.

Zou de regeling blijven bestaan, dan betekent het uiteindelijk dat zonnepanelen die op zonovergoten dagen moeten worden uitgeschakeld, omdat het net overbelast is. Daar heeft de consument niets aan. De salderingsregeling had een goed doel, maar op termijn was de regeling gedoemd een wassen neus te worden. Afschaffing is dus onvermijdelijk. Dat er de afgelopen tijd veel gepingpongd wordt met het beleid leidt natuurlijk tot veel onzekerheid met betrekking tot terugverdientijden. Het goede nieuws is dat ook zonder de salderingsregeling zonnepanelen een goede investering blijven.

De salderingsregeling is onderaan de streep niet houdbaar. Aangezien we niet met z’n allen het weer in de gaten gaan houden om te zien wanneer we stroom kunnen gebruiken, moet de overheid lokale opslag stimuleren. Daar ligt de uitdaging.

7 Nieuws

Elektriciteitsnet Stedin in deel havengebied Vlissingen-Oost vol

Het regionale elektriciteitsnet in Vlissingen-Oost bereikt de maximale capaciteit in een deel van het havengebied, Havens 93509990, dicht bij het verdeelstation Vlissingen-Oost van Stedin. Netbeheerder Stedin kondigt daarom op 15 mei congestie aan voor dit gebied bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en start een onderzoek naar congestiemanagement.

Dit betekent dat het voor grote bedrijven niet meer mogelijk is om een nieuwe aanvraag te doen voor het afnemen van elektriciteit of een uitbreiding van de bestaande aansluiting. Aanvragen voor het terugleveren van elektriciteit zijn nog wel mogelijk.

Regiodirecteur Martin Martens: “In 2022 verdriedubbelde Stedin ruimschoots de capaciteit van dit station van 40 MW naar 150 MW, vanwege de groeiende vraag naar elektriciteit.

Steeds meer bedrijven willen zich vestigen in de haven en verduurzamen hun bedrijfsprocessen. Daardoor moet het stroomnet opnieuw worden uitgebreid. De vraag vanuit de markt gaat harder dan het tempo waarop Stedin het net kan uitbreiden. De nieuwe uitbreiding in het verdeelstation Vlissingen-Oost bestaat uit een extra transformator van 150 MW en een extra schakelinstallatie. Daarnaast onderzoekt Stedin samen met TenneT of een uitbreiding van de bestaande 150 kV aan netcapaciteit nodig is. Naar verwachting zijn de werkzaamheden van Stedin in 2029 gereed.”

CONGESTIEMANAGEMENTONDERZOEK

Sinds 19 juli 2023 is in dit gebied al congestie voor het afnemen van elektriciteit op het landelijke hoogspanningsnet van landelijke netbeheerder TenneT. Het onderzoek naar congestiemanagement door TenneT loopt nog en naar verwachting zijn de uitkomsten in juni gereed. Dankzij dit onderzoek hebben zowel TenneT als Stedin meer inzicht in de stroomvraag van bedrijven op de wachtlijst en daarmee in de toekomstige vraag naar transportcapaciteit in het havengebied van Vlissingen-Oost. Als uit het congestiemanagementonderzoek van TenneT zou blijken dat er ruimte is gevonden voor bepaalde delen van Zeeland, dan geldt dat niet voor klanten in Vlissingen-Oost Havens 9350-9990. Omdat er ook congestie is op het regionale net van Stedin.

MOGELIJKHEDEN FLEXIBEL

ENERGIEGEBRUIK

In het congestiemanagementonderzoek gaat Stedin na of het regionale net beter benut kan worden door het flexibel omgaan met energieverbruik door de bedrijven in dit deel van de haven. Eind 2024 verwacht Stedin de resultaten van dit onderzoek. Stedin roept bedrijven in dit gebied op om, tegen een vergoeding, flexibiliteit aan te bieden.

Ook groen gas vraagt langjarig beleid

Nederland heeft de ambitie om 2 miljard m³ (2bcm) groengas te produceren in 2030. Om meer zicht te krijgen op de ontwikkeling van groengas hebben CE Delft en New Energy Coalition een verkennende studie uitgevoerd.

In deze studie is onderzoek gedaan naar de mogelijke ontwikkeling van aantallen groengasinstallaties, locaties van installaties en groengasproductievolumes in Nederland richting 2030. De resultaten van deze studie zijn input voor de netwerkanalyses van de (gas)netbeheerders en bieden inzicht voor het ministerie, provincies en gemeentes voor de ontwikkeling van groengasbeleid. Het rapport van CE Delft helpt om de betrokkenen de keuzes te laten maken zodat nog scherper wordt en meer zekerheid komt waar de nieuwe invoeders komen. Ook voor groen gas geldt dat er energieplanologie moet komen! Alleen dan kunnen netbeheerders efficiënt een toekomstvast gasnet ontwikkelen.

2 BCM NOG STEEDS IN ZICHT

Het rapport toont aan dat de gerealiseerde groengasproductie in Nederland van 280 miljoen in 2023 kan stijgen naar een jaarlijkse groengasproductie van 1,3 tot 1,8 miljard m3 (bcm) in 2030, en het aantal

jaargang 2024 8
Bron en foto: Netbeheer Nederland Bron: ANP Foto: Donald Trung op Creative Commons

groengasinstallaties in Nederland zal stijgen van 83 in 2023 naar 394 tot 695 installaties in 2030. Het is belangrijk dat er lange termijn stimulerend beleid wordt gevoerd, ook na 2030, zodat financierszekerheid hebben om in de groengas keten te investeren. Daarbij is het voor netbeheerders belangrijk om tijdig te weten waar de groengasinstallaties worden gerealiseerd. Het faciliteren van de inpassing van het groene gas in het bestaande gasnet is namelijk een noodzakelijk middel om de groengasproductie in Nederland op te schalen.

De beleidsknoppen waarmee overheden de juiste sturing moeten verzorgen zijn het proces van vergunningverlening, bestemmingsplannen gericht op groengasinstallaties, regionale beleidsvisies gericht op groen gas en de prioritering voor de elektriciteitsaansluiting van groengasinstallaties. Daarnaast zou voor ondernemers de toetreding tot de groengasmarkt vereenvoudigd moeten worden, door het verzorgen van langere termijn investeringszekerheid voor ondernemers door het uitwerken van de bijmengverplichting voor de periode na 2030 en door de SDE-regeling in stand te houden.

“Groen gas is een integraal onderdeel van het nieuwe duurzame energiesysteem. De productie en inzet van groen gas helpt Nederland om onafhankelijker te worden van aardgasimport. Daarnaast draagt het bij aan de CO₂-reductie wat cruciaal is voor het bereiken van de Nederlandse klimaatdoelen” stelt Wouter Marsmans van Netbeheer Nederland.

GROEN GAS

Groen gas is een duurzame variant van aardgas en wordt geproduceerd uit groente-, fruit-, tuinafval, rioolslib, agrarische reststromen en mest. Het grote verschil met fossiel aardgas is dat groen gas volledig circulair en CO2-neutraal is. Een extra voordeel is dat het direct ingevoed kan worden in het bestaande gasnet en consumenten geen verschil merken tussen aardgas en groen gas.

Tien voorstellen om warmtenetten boost te geven

In de toekomst zal ongeveer een kwart tot dertig procent van de warmtevraag met duurzame collectieve warmtenetten worden ingevuld. Deze uitdagende stip aan de horizon kunnen we alléén bereiken, wanneer we constructief samenwerken aan dit gemeenschappelijke doel.

Dat is de kernboodschap van het Warmtemanifest, dat op het Warmtenetwerk Jaarcongres werd overhandigd aan Caroline Kollau, Directeur Energiemarkt en plaatsvervangend DG Klimaat en Energie bij het ministerie van EZK.

In het Warmtemanifest worden tien concrete voorstellen gedaan en een uitnodiging om deze samen met de warmtebedrijven, netbeheerders, de bouwsector en overige sectoren op te pakken.

AANLEIDING

De warmtetransitie raakt op stoom. Mede als gevolg van de onzekere gasprijzen is de verkoop van individuele warmtepompen stevig gegroeid. De uitrol van de collectieve optie (warmtenetten) blijft nog achter bij de ambities. Terwijl het streven is om het aantal aansluitingen in 2030 met 500.000 uit te breiden, blijft de realisatie momenteel beperkt tot 15.000 aansluitingen op grote netten per jaar.

POSITIEVE OPROEP

Gemeenten zijn de regisseur van de warmtetransitie en maken zich nu

klaar om deze rol in te vullen. Wat kunnen we doen om de juiste techniek op de juiste plek uit te rollen? Stichting Warmtenetwerk, Netbeheer Nederland en de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), ondersteund door Natuur en Milieu en Bouwend Nederland doen in het Warmtemanifest tien voorstellen om de ontwikkeling van warmtenetten vlot te trekken.

1. Kies voor de laagste maatschappelijke kosten

2. Zoek balans tussen betaalbaarheid en investeerbaarheid

3. Voer effectief subsidiebeleid

4. Zet snel in op energieplanologie

5. Verdeel de 500.000 nieuwe warmteaansluitingen

6. Maak gebruik van de kennis van de netbeheerders

7. Waardeer warmtenetten in het energielabel

8. Denk na over de verdeling van de kosten van het energiesysteem

9. Gebruik ieders kennis, ervaring en realisatiekracht

10. Onderzoek aanpak wind op zee bij warmtenetten

9 Nieuws

DGBC lanceert handreiking over scope 3-emissies voor bouwsector

Met deze handreiking heeft Dutch Green Building Council (DGBC) samen met de sector de handschoen opgepakt om een duidelijke aanpak te formuleren om de indirecte CO₂-uitstoot inzichtelijk te maken voor bouwbedrijven. De handreiking is bedoeld voor alle bouwers, van klein tot groot.

Sturen op CO₂ wordt steeds belangrijker, ook voor bouwbedrijven. Daarom heeft DGBC samen met tien koplopers uit de Nederlandse bouwsector een handreiking gemaakt om de indirecte CO₂-uitstoot, oftewel scope 3, inzichtelijk te maken voor bouwbedrijven.

Vanaf 1 januari 2024 zijn grote ondernemingen verplicht te rapporteren over hun duurzaamheidsactiviteiten, -risico’s en -prestaties vanwege de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Onderdeel daarvan is inzicht krijgen in de totale CO₂-impact van de gehele keten gezien vanuit een specifieke organisatie, ook wel scope 3 genoemd. De huidige richtlijnen en Europese regelgeving rondom duurzaamheidsverslaglegging laten op dit moment nog veel ruimte over voor eigen interpretatie. Een eenduidige uitleg specifiek voor de Nederlandse bouwsector ontbrak.

EEN GOEDE EERSTE STAP

Laetitia Nossek, programmamanager bij DGBC: “We staan nog aan het begin van het proces om CO₂-emissies op een goede manier inzichtelijk te maken, te rapporteren en te monitoren. Omdat elk bouwbedrijf dit nu nog op zijn eigen manier doet, hebben we met deze handreiking de handschoen opgepakt om hier een duidelijke aanpak voor te formuleren. Door met een grote groep bouwbedrijven en Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) deze landelijke vertaalslag te maken, zorgen wij ervoor dat er met dezelfde meetlat gemeten kan worden. Deze handreiking is een goede eerste stap.”

Daarnaast biedt deze handreiking ook een helpende hand aan kleinere bouwpartijen die op dit moment nog niet hoeven te rapporten. Ze vervolgt: “Door nu al aan de slag te gaan met het meten en vervolgens verminderen van jouw CO₂-uitstoot, kun je voorbereid zijn op toekomstige wettelijke verplichtingen. Want uiteindelijk moeten niet alleen de koplopers mee, maar de gehele markt.”

KWALITEIT VAN DE DATA

Karlijn Besse, projectmanager bij DGBC voegt hieraan toe: “Inzicht speelt niet alleen een cruciale rol bij het begrijpen en beheren van de totale CO₂-uitstoot van bouwbedrijven, maar nog belangrijker: hier valt vaak ook de grootste winst te behalen op het gebied van verduurzaming.” De volgende stap volgens Besse is het verhogen van de kwaliteit van de data

bij het rapporteren. “Denk vooral aan de beschikbaarheid, de accuraatheid en robuustheid van data op product- en materiaalniveau, maar ook op organisatieniveau.”

RAAMWERK VOOR DE SECTOR

De handreiking geeft een toelichting op de eisen waaraan men moet voldoen als bouwbedrijf. Met daarbij een overzicht van bestaande protocollen en richtlijnen, een interpretatie van rekenmethodes en een inventarisatie van geschikte databases.

Condair Luchtbevochtiging en luchtontvochtiging

Van kantoren tot scholen en industrie, Condair heeft voor elke toepassing een duurzame oplossing in huis.

Luchtontvochtiging Luchtbevochtiging

jaargang 2024 10
Foto: Frauke Riether op Pixabay Nieuws
www.condair.nl | Tel.: 020 7058200

BauWatch Crime Report: Diefstal kost bouwsector minstens 250 miljoen euro per jaar en bouwprofessionals veroordelen slechte beveiliging bouwplaatsen

Onderzoek: meer criminaliteit op de bouwplaats en slimmere criminelen

Meer dan de helft van de Nederlandse medewerkers in de bouw ziet een toename in criminaliteit op de bouwplaats. Het overgrote merendeel (59 procent) is zelf getuige geweest van diefstal en nog eens 46 procent heeft het meerdere keren binnen een paar maanden meegemaakt. Ronald Boerkamp, Managing Director van BauWatch: “Diefstal en vandalisme zijn enorme uitdagingen die de Nederlandse bouwsector in 2023 minstens 250 miljoen euro hebben gekost.” BauWatch, specialist op het gebied van beveiliging en veiligheid van onder meer bouwplaatsen, presenteert het 2024 Crime Report voor de Bouwsector. Voor het Crime Report heeft BauWatch gesproken met 3.500 professionals uit landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, België en Nederland. Ruim 150 Nederlandse professionals werkzaam in de bouw namen deel aan het onderzoek.

SLIMMER EN GEAVANCEERDER

In 2023 is er door een ruime meerderheid van de respondenten (55 procent) een toename van criminaliteit binnen de bouwsector waargenomen. Deze trend wordt verder onderstreept door het feit dat maar liefst 59 procent ook daadwerkelijk eens getuige is geweest van diefstal op een bouwlocatie. Bouwplaatsen in het westen van het land zijn hierbij het vaakst doelwit met 39 procent. Wat nog verontrustender is, is dat 83 procent van de respondenten ziet dat de criminaliteit steeds geavanceerder wordt, onder meer door het gebruik van sociale media of drones die verkennende vluchten maken boven bouwprojecten. Deze bevindingen benadrukken de dringende noodzaak

om al in de voorbereiding een strategie voor betere veiligheidsmaatregelen mee te nemen en samenwerking binnen de bouwsector op te zoeken om dit aan te pakken.

BELANGRIJKSTE DOELWITTEN: BOUW, INFRA EN ZONNEPARKEN Zonneparken zijn een belangrijk doelwit geworden, blijkt uit het onderzoek. Nederland telde in 2023 ruim 560 zonneparken van in totaal 3621 ha, dat zijn ruim 5100 voetbalvelden. Een enorme oppervlakte met groot potentieel voor criminelen. Koper (39 procent) en kabels (31 procent)

zijn in trek volgens Ronald Boerkamp. “Deze materialen zijn altijd al aantrekkelijk geweest voor criminelen,” vertelt hij. “Maar met name de waarde van koper neemt steeds meer toe door de rol die het speelt in de energietransitie. We hebben koper nodig in windturbines, zonnepanelen en elektrische auto’s. Veel zonneparken liggen bovendien langs goed bereikbare locaties, wat een ideale gelegenheid biedt om onbeveiligde parken binnen te dringen, zo blijkt uit gegevens van Het Kadaster. Maar niet alleen zonneparken zijn de dupe van criminelen. Bij bouw en

11
Actueel Door: ANP

infra projecten wordt veel met kabels gewerkt, in zijn totaliteit zijn kabels goed voor een derde van de diefstal gevallen. “Hier zien we bijvoorbeeld nog te vaak dat waardevolle kabelhaspels bovengronds aan elkaar worden geknoopt en onbewaakt worden achtergelaten. Dat is verontrustend,” voegt Boerkamp toe.

STIJGENDE KOSTEN DOOR

DIEFSTAL

Maar liefst 62 procent van de aannemers stelt dat de kosten als gevolg van diefstal zijn gestegen. De hoofdredenen hiervoor zijn dat materialen in 44 procent van de gevallen moeten

worden vervangen, wat in ruim 4 van de 10 gevallen ook nog eens leidt tot vertraging van de projecten. Volgens data van Cornerstone Projects, een zoekprovider voor nutsbedrijven, wordt de vertraging die hiermee gepaard gaat, geschat op 10 tot wel 50 procent van de totale bouwkosten. In 16 procent van de gevallen bedroegen de kosten bij een enkel incident waarbij materialen werden gestolen meer dan 10.000 euro. In 67 procent van de gevallen was dit 5.000 euro. Hieruit blijkt dat de schade van zelfs ‘kleine’ overtredingen kan oplopen tot een substantieel schadebedrag als er geen actie wordt ondernomen. Het

Over BauWatch. De eerste camerasystemen werden in 2008 op verschillende bouwplaatsen in Nederland ingezet. Het project was zo succesvol dat de bedrijfstak verder bleef ontwikkelen en dat leidde in 2010 tot de oprichting van BauWatch: de specialist op het gebied van tijdelijke beveiliging. De groei van BauWatch zet door. Sinds 2016 heeft BauWatch de hele keten aan beveiligingsoplossingen zoals software, hardware, controlekamer en live registratie kunnen integreren. BauWatch is marktleider in Noordwest-Europa, met vestigingen in Nederland, Duitsland, België en Engeland.

aantal faillissementen van bouwbedrijven in 2023 was het hoogst in de laatste tien jaar. Kosten als gevolg van criminaliteit kunnen dus op deze manier grote negatieve gevolgen hebben voor bedrijven.

SLECHTE BEVEILIGING HOUDT CRIMINALITEIT IN STAND

Dat de beveiliging op bouwplaatsen beter kan, wordt door medewerkers op bouwplaatsen bevestigd. Een derde is van mening dat het zelfs slecht is. Nog eens een derde van de bouwprofessionals geeft aan dat beveiliging een lage prioriteit heeft. Boerkamp begrijpt dit niet: “De gevolgen van diefstal hebben grote impact op bouwprojecten. Niet alleen financieel maar ook de vertraging die de projecten hiermee oplopen. Bovendien wil je diefstal niet in de hand werken. Door niet te investeren in beveiliging houd je criminaliteit in stand.”

Hoe maak jij het?

Wij maken het graag samen

Op zoek naar duurzame gevelbekleding?

Wij inspireren je graag met ons unieke assortiment. Daarbij willen wij onze uitgebreide kennis met je delen om tot een gewenste offerte op maat te komen.

Zo kan jij zeker zijn van een goede service gedurende het hele project, van advies, offerte, bestelling en uiteindelijk tot aan de uitvoering.

Tielsestraat 85 | 4043 JR Opheusden info@edenbv.nl |

jaargang 2024 12
+31 (0) 488
44 28 76

Bron: ANP. Foto: door Sander Weeteling op Unsplash.

Het is lange tijd vanzelfsprekend geweest om alle bebouwde locaties in Nederland bereikbaar te houden met voldoende elektriciteit en water. Maar zo vanzelfsprekend is dat inmiddels niet meer. Het bouwen van nog veel meer nieuwe woningen heeft gevolgen voor die bereikbaarheid.

Infrasector in de knel, maar groeikansen bieden perspectief

Ook zijn veel bruggen, viaducten en wegen aan (groot) onderhoud toe en is een zwaarder elektriciteitsnetwerk nodig voor de energietransitie. Klimaatverandering zorgt daarnaast voor een andere kijk op waterbeheersing. Zonder een vitale infrasector gaan we als Nederland deze opgaven niet realiseren.

IN DE KNEL

Van alle opdrachten die worden vergeven aan de infrasector is ongeveer 70 tot 80 procent afkomstig van een overheidsinstelling. Vooral Rijkswaterstaat is een grote opdrachtgever. Maar het aantal opdrachten dat Rijkswaterstaat verleent loopt terug. In 2023 met ongeveer 22 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dit betekent dat infrabedrijven scherper moeten concurreren om het nodige werk te bemachtigen. Dat gebeurt vaak op basis van prijs en dat kan de verdiencapaciteit en in-

novatiekracht van de sector aantasten. Ook zijn grotere infrabedrijven niet meer zo happig op de risico’s die complexe projecten met zich meebrengen. De grotere bedrijven dingen daardoor ook naar het werk waar middelgrote bedrijven op azen.

V ITALE SECTOR

Naast al het (grootschalige) onderhoud staan de komende jaren voor de infrasector in het teken van verduurzaming, het oplossen van de netcongestie, de inrichting van warmtenetten en de waterbeheersing. Om dat te kunnen realiseren is een vitale infrasector noodzakelijk. Dat vraagt van infrabedrijven maximale innovatie en efficiëntie. Voor de opdrachtgever geldt dat deze niet alleen moet blindstaren op de prijs, want dat belemmert infrabedrijven om aan hun benodigde buffers te werken. Gelukkig zijn er goede voorbeelden aan te wijzen,

zoals het gebruik van een 2-fasen contract, maar dat is nog niet voldoende.

In de infrasector zijn winstmarges traditioneel laag en zijn ook het afgelopen decennium laag gebleven. Dit komt doordat grote infrabouwers flinke verliezen hebben geleden op grote risicovolle projecten en het aantal opdrachtgevers beperkt is waardoor deze marktmacht hebben en er regelmatig sprake is van aannemers die onder de kostprijs werken. Ook was er de afgelopen jaren lichte productiekrimp in de sector door terugvallende orders. Toch bleef het aantal faillissementen laag. Mede door de energietransitie lijken er de komende jaren echter veel opdrachten naar de markt te komen voor onder andere kabelleggers. Daarbij kunnen nieuwe organisatievormen zoals de tweefasenaanpak risico’s verminderen.

13 Actueel
Bron: Maurice van Sante, Econoom Bouw binnen ING.

Bron en foto: TNO

De afgelopen jaren is er veel aandacht voor de prijs van energie. Deze discussie speelt ook zeker bij warmtenetten. TNO stelde in een onderzoek uit 2021 al vast dat de tarieven voor warmte in Nederland hoger zijn dan in andere landen. Uit nieuwe berekeningen van TNO blijkt dat dit verschil tijdens de afgelopen jaren groter is geworden. In Nederland zijn de prijzen twee tot drie keer hoger dan in andere landen.

Nederlandse tarief voor stadsverwarming: meer dan elders

OPBOUW WARMTETARIEVEN

Een warmtetarief bestaat uit twee delen: het gebruiksafhankelijk gedeelte (euro per GJ, GigaJoule) en het gebruiksonafhankelijk gedeelte (euro), ook wel het variabele en vaste gedeelte genoemd. In de Warmtewet is vastgesteld dat de ACM (Autoriteit

Consument & Markt) maximumtarieven bepaalt, zodat een gebruiker niet meer betaalt dan wanneer die met aardgas verwarmt. Dit staat bekend als het zogenaamde NMDA-principe (Niet Meer Dan Anders). Deze koppeling met de prijs van gas heeft ervoor gezorgd dat de maximumtarieven de

afgelopen jaren fors zijn gestegen. De tarieven van de warmtebedrijven mochten meestijgen zonder dat transparant is waarop deze tarieven zijn gebaseerd.

VERGELIJKING WARMTETARIEVEN

TNO hanteerde voor het vergelijken van de warmtetarieven een integraal tarief, waar zowel het vaste als variabele gedeelte in is opgenomen. Dit is berekend door de jaarrekening te delen door het jaarlijkse warmteverbruik en is uitgedrukt in euro per GJ. Voor de internationale vergelijking zijn de gemiddelde jaarrekening en het gemiddelde verbruik van consumenten uit de verschillende landen gebruikt.

WARMTE IS IN NEDERLAND DUURDER DAN IN ANDERE LANDEN

Het gemiddelde integrale tarief in Nederland was in 2023 hoger dan de tarieven in Finland, Denemarken, Zweden en Duitsland. De integrale tarieven bij de Nederlandse leverancier waren twee tot drie keer hoger dan in de andere landen. In Nederland waren de warmtetarieven gemiddeld €66 per GJ. De gemiddelde tarieven waren het laagst in Zweden met €23 per GJ en het hoogst – na Nederland – in Duitsland met €38 per GJ.

2023 BIJZONDER DOOR PRIJSPLAFOND

2023 is overigens een bijzonder jaar. De energieprijzen stegen hard vanwege de Oekraïnecrisis. Overheden in verschillende landen stelden daarom

jaargang 2024 14

een prijsplafond in. Daarmee garandeerden overheden consumenten een (maximum) tarief. Als een leverancier een hoger tarief vroeg, dichtte de overheid het verschil.

De “tarieven exclusief prijsplafond” zijn de tarieven, die de warmtebedrijven berekenden aan de gebruikers. In het figuur zijn voor Nederland de tarieven te zien inclusief en exclusief het prijsplafond. Exclusief prijsplafond zijn de integrale tarieven €96 per GJ, €30 per GJ meer dan inclusief prijsplafond. Voor Denemarken, Zweden en Finland was er geen prijsplafond voor collectieve warmte. In Duitsland was het prijsplafond €26 per GJ.

WEINIG FINANCIËLE PRIKKELS

VOOR LAGER TARIEF

Verder valt het verschil in spreiding in tarieven op. In Nederland is de spreiding tussen de warmtetarieven van de grootste aanbieders inclusief prijsplafond laag. Dit komt wellicht door

de maximale tarieven, die worden vastgesteld door ACM. Er zijn weinig financiële prikkels voor energieleveranciers om een lager tarief te vragen, ook al zou dat mogelijk zijn op grond van de kosten.

In Denemarken zijn de tarieven voor warmte op kosten gebaseerd. De kosten bij sommige warmtebedrijven zijn hoger dan bij andere, en dat komt terug in de tarieven. Voor Duitsland was er alleen data beschikbaar over het gemiddelde tarief, en niet over de spreiding.

Het verschil in tarieven is de afgelopen jaren toegenomen. Wat opvalt is dat de tarieven in Nederland sterker zijn gestegen van 2019 tot en met 2023 dan in de andere landen. Terwijl in Zweden de tarieven met 11% omhoog zijn gegaan van 2019 tot 2023, stegen de tarieven in Nederland met 62% van 2020 tot 2023. Na Nederland heeft Finland de grootste stijging met 28% van 2019 tot 2023.

Volledige controle over energieverbruik?

SDM72 series MID gekeurd

• 3 fase 100A

• Duidelijke LCD display

• Verkrijgbaar in diverse modellen

> D, Standaard model

> Bi, Met separaat register import en export

> DR, Met separaat register welke welke resetbaar is

> DM, met RS485 Modbus

• Allen MID gekeurd, dus toegestaan voor verrekening

VERSCHILLEN ZIJN LASTIG TE VERKLAREN

De tarieven hangen van verschillende factoren af. Hierdoor is het lastig om verschillen in tarieven te verklaren. In Nederland zijn er maximumtarieven die afhankelijk zijn van de gasprijs. Door de gestegen gasprijs zijn de maximumtarieven, en daarmee de tarieven die consumenten betalen, meegestegen. In andere landen is niet zo’n directe koppeling met de gasprijs. In Denemarken zijn de tarieven gebaseerd op de kosten van warmte. Een warmtenet dat draait op biomassa merkt daar dus niks van de gestegen gasprijzen. In Nederland hebben we geen zicht op de kosten van warmte. Hierdoor is het niet mogelijk om te zeggen wat de onderbouwing of achtergrond van de stijging in tarieven is.

• 3 fase 100A of -/5A i.c.m. stroomtrafo’s

• Meet kWh Kvarh, KW, Kvar, KVA, P, F, PF, Hz, dmd, V, A, etc.

• Bidirectionele meting, import en export

• RS485 Modbus

• MID gekeurd, mag voor verrekening gebruikt worden

Actueel
SDM630 Modbus MID
E&S
Distributeur van Eastron energie en kWh meters voor de Benelux
Electrading
Direct
Direct naar de WEBSHOP
uit voorraad leverbaar

Breng de voordelen van daglicht in uw huis of kantoor met de innovatieve Powerdaylight daglichtbuizen. Deze geavanceerde technologie biedt een energiezuinige en milieuvriendelijke oplossing om donkere ruimtes te verlichten met helder, natuurlijk licht. Voordelen van Powerdaylight daglichtbuizen:

• Energiezuinig: Bespaar op uw energierekening door gebruik te maken van daglicht.

• Gezondheid en welzijn: Verbeter uw humeur en productiviteit door de aanwezigheid van natuurlijk licht.

• Milieuvriendelijk: Verklein uw ecologische voetafdruk door minder elektriciteit te verbruiken.

• Eenvoudige installatie: Geschikt voor bijna elke ruimte, van woonkamer tot werkplek.

Onze daglichtbuizen zijn ontworpen om optimaal daglicht binnen te brengen, zelfs in de meest afgelegen kamers. Met een strak en modern design passen ze perfect in elk interieur en bieden ze een duurzame daglicht oplossing die zowel functioneel als esthetisch is.

Kies voor Powerdaylight en transformeer uw leef- en werkruimtes vandaag nog. Ervaar de natuurlijke helderheid en zie het verschil dat daglicht kan maken! Bezoek onze webshop www.shop. powerdaylight.nl of neem contact op voor meer informatie via E info@techcomlight.nl of T +31 (0) 318 693 820

17 Project in beeld
de
van daglicht met Powerdaylight daglichtbuizen!
Ontdek
kracht

Tekst: Ronald van Bochove Foto’s: Eden

Eden B.V. is een relatief jong bedrijf op de markt voor houten gevelbekleding. Met een eigenwijs, vernieuwend assortiment onderscheidt het bedrijf zich van de traditionele leveranciers. Het bedrijf combineert esthetiek met hoge kwaliteit, blinde montage mogelijkheden en brandklasse B gevelbekleding. En dat alles met een complete ontzorging voor architect, aannemer en opdrachtgever.

Vernieuwende gevelbekleding scoort hoog

“We zijn een vernieuwende partij op de markt, die inspeelt op de trends en de actualiteit in architectuur”, zegt directeur Jan van Gessel . ”We proberen wat reuring te brengen in de doorgaans traditionele markt. Onze brede range houtsoorten, kleurafwerkingen en de kwaliteit in montagesystemen biedt de opdrachtgever meer keus.”

De producten zijn puur esthetiek. Ze dienen als afwerking van de constructie. Doorgaans zonder verdere constructieve of isolerende functie. De geveldelen van hout of composiet worden gemonteerd met een clipsysteem aan de gevel en geven ontwerpers, architecten grote vrijheid in de uitstraling van het gebouw.

BIJZONDERE HOUTSOORTEN

“In ons assortiment gebruiken we ook de ‘lesser known timber’ hardhoutsoorten. Deze minder bekende houtsoorten werden voorheen niet hoogwaardig toegepast. In de FSC bossen groeien ook soorten die voorheen niet deze hoogwaardige toepassing kregen. Het zijn de wat minder bekende hardhoutsoorten uit tropisch bossen met een hoge duurzaamheid, die erg geschikt zijn voor geveltoepassing.

“We zijn zelf geen producerende partij en hebben daarmee een ruime keuze in ons productassortiment. Architecten en opdrachtgevers krijgen met onze producten een breder palet dan de standaard keuze via de bekende weg. Het kan vaak ook anders, mooier en specialer. Naast de meest voor de hand liggende keuze hebben we meestal nog wel vijf varianten die we kunnen presenteren en daar zit er altijd één tussen die veel beter bij het project past dan de aanvankelijke keuze. Dit alternatief hoeft bovendien niet duurder uit te vallen, het kan vaak zelfs geld besparen.” Eden voert nu al meer dan 15 houtsoorten in diverse plankbreedtes. “De architect kan er alle kanten mee op.”

Met de keuze voor deze houtsoorten hebben we een sturende werking op het duurzaam beheer van de bossen. Door te vragen om de specifieke

houtsoorten die wij in ons gevelproduct aan de markt willen aanbieden worden de soorten, die voorheen versnippert of door de lokale bevolking gebruikt om mee te stoken, nu ook beschikbaar voor een hoogwaardige toepassing.”

ONZICHTBAAR BEVESTIGEN

“Onze gevelbekleding is puur een esthetische afwerking. Tegen een gevel van kalkzandsteen, houtskeletbouw of tegenwoordig ook veel CLT hout, breng je een membraam aan waarop je regels bevestigd. Hierop worden de geveldelen gemonteerd, steeds vaker met een onzichtbaar montagesysteem. Belangrijk is te zorgen voor een goed geventileerde ruimte achter de gevel. We raden aan te werken volgens de Houtwijzer Gevelbekleding. Dan wordt de gevel op de juiste wijze gemonteerd met correct bevestigd stijl- en regelwerk en andere detailleringen.”

Door gebruik te maken van clipsystemen plaats je de houten geveldelen met een groef in een clip waardoor de schroefverbindingen niet meer nodig zijn. De onzichtbare montage gaat sneller, is gemakkelijker uit te voeren en geeft een strakker eindresultaat.

BRANDKLASSE

Dit jaar zijn de regels voor brandveiligheid aangescherpt. Gevels moeten voldoen aan brandklasse B. En die kwaliteit moet je halen met het hele gevelpakket. Alle samengestelde onderdelen moeten voorkomen dat de brand zich snel uitbreidt. Houten gevelbekleding die op de traditionele wijze wordt gemonteerd, voldoet in de basis niet aan de nieuwe regelgeving. Dit vraagt om een nieuwe manier van denken en het ontwikkelen van passende oplossingen. Je kunt het hout behandelen met een brandvertrager. Die zijn er op basis van polymeren of zouten. Polymeer is vrij kostbaar en slecht voor het milieu, maar biedt wel jarenlange protectie. Zouten logen uit en daarmee ben je na een jaar of vijf de brandvertraging kwijt, tenzij een onderhouds-

19 Actueel

gevoelige coating wordt toegepast. Samen met een partner introduceren we nu een gevelsysteem waarin duurzaam, onbehandeld en onderhoudsarm FSC hout is toegepast dat aan deze eis voldoet. Tijdens de ontwikkeling is gekozen voor een variant waarbij voor elk onderdeel in de totale constructieopbouw het zwakste product werd gebruikt. Het gevelsysteem is hierbij net zo lang geoptimaliseerd en getest tot brandklasse B met het systeem kon worden gegarandeerd. Daarmee weten we dan dat elke toepassing met hoogwaardigere producten vanzelf ook voldoet.

BIOBASED EN DUURZAAM

Eden zoekt naar biobased oplossingen. Vervangende materialen van alternatieve grondstoffen die ecologisch verantwoord geteeld, geoogst, gebruikt en hergebruikt kunnen worden. “Maar voor de bevestigingsmaterialen is nog geen geschikt product gevonden dat RVS of aluminium kan vervangen”, zegt Van Gessel . “Deze materialen gaan jarenlang mee en zijn na de technische of economische levensduur van de gevel, eenvoudig weer te hergebruiken.”

“En ook dat is natuurlijk een duurzame eigenschap van onze gevelsystemen. We dragen bij aan de losmaakbaarheid van een gebouw. De gevelelementen zijn gemakkelijk op een andere plek weer te hergebruiken. Met het clipsysteem zijn de geveldelen gemakkelijk weer los te maken om het op een andere plek weer te hergebruiken.”

De producten gaan langer dan 30 jaar mee. Er is na deze levensduur nog steeds een markt voor de gevelsystemen. “Veel van onze producten zijn ook tweezijdig te gebruiken. Je zou ze na verloop van tijd kunnen omdraaien, waardoor ze er weer uit zien als nieuw”

KLEUR

Hoewel de charme van hout is dat het door de jaren heen verkleurd, constateert Van Gessel dat mensen het mooi vinden als het hout haar

jaargang 2024 20
Actueel

HOUTWIJZER GEVELBEKLEDING

De gratis te downloaden Houtwijzer Gevelbekleding is opgesteld door Centrum Hout met medewerking van de Koninklijke Vereniging Nederlandse Houtondernemingen (VVNH) en geeft in vijf stappen de voorwaarden voor een goede houten gevel.

Doordat de geveldelen zowel horizontaal, verticaal, diagonaal, open en gesloten kunnen worden toegepast, met daarbij een ruim aanbod aan houtsoorten en houtproducten, bieden houten gevelbekledingen een grote ontwerp- en beeldvrijheid. De gevels kunnen in het werk, als ook industrieel, worden gefabriceerd op een regelwerk en in combinatie met steenachtige of houten binnenspouwbladen.

Ook is massieve houten gevelbekleding uitermate geschikt voor kozijnborstweringen of houten bergingen. Wil men een lange levensduur en zo min mogelijk onderhoud, dan moeten ontwerp, materiaalkeuze en de uitvoering zorgvuldig gedaan worden. De Houtwijzer helpt daarbij.

Jan van Gessel, directeur van Eden B.V. noemt het een “mooi document voor de detaillering van de gevel.”

jaargang 2024 22

kleur behoudt. “Dat is goed mogelijk met onze producten. Het vergt wel terugkerend onderhoud in de vorm van een kleurbehandeling eens in de drie jaar. We gebruiken daarvoor een semi transparante beits in verschillende kleurtinten, die diep in het hout trekt en geen filmlaag vormt. Vaak wordt gekozen voor een kleur die bij de houtsoort past. Wil je toch iets anders, kun je een stukje terugschuren en een nieuwe laag aanbrengen.” “Als dit onderhoud niet gewenst is, kan de klant kiezen voor een kleur echte composiet. Een gevelmateriaal gemaakt van houtvezel en gerecyclede kunststof. Deze panelen behouden gemakkelijk 10 tot 15 jaar hun kleur. Het is leverbaar in een aantal standaardkleuren.

MAATWERK

“In hout leveren we vaak maatwerk. Bij composiet zijn er standaard profielen waar je uit moet kiezen.

Ook dat is een factor die je moet meenemen in de overweging bij het ontwerp van een gevel. Composiet delen kun je makkelijk afkorten, maar omdat de binnenkant anders is dan de buitenkant, is het moeilijker mooie aansluitingen te maken.”

De uitgebreide collectie is in de showroom van het bedrijf te zien. De experts van Eden begeleiden de keuze desgewenst van advies tot aan de levering van de materialen, “Hoewel de installatie niet onder onze directe dienstverlening valt, kunnen we gebouweigenaren in contact brengen met betrouwbare partners voor de uitvoering.”

Zeventig procent van de opdrachten vinden hun weg in nieuwbouw, dertig procent in renovatie of aanbouw. “Hoewel we veel werk doen voor aannemers in het particuliere segment, komen we ook steeds vaker gevels van openbare en semiopenbare gebouwen tegen. Naast het complete assortiment, geven daarbij ook het uitgebreide, specialistische advies en de ontzorging in het proces voor de betrokken partijen de doorslag om voor Eden B.V. te kiezen.”

23 Actueel
jaargang 2024 24
Door Harmen Weijer Foto’s: Kemper

Gezonde gebouwen vragen niet alleen om een gezond binnenklimaat, ook de sanitaire installaties moeten dusdanig ontworpen en onderhouden worden dat het gebouw in de gebruiksfase op een gezonde manier kan worden gebruikt. Eén van de items die continue aandacht vragen is de waarborging van de drinkwaterhygiëne, we willen voorkomen dat legionella voet aan wal krijgt. Bij circulerend warm water betekent dat, dat de temperatuur op elk moment hoger moet zijn dan 60°C. Maar hoe zit het met de koudwatercirculatie, want koudwater mag niet tot boven 25 °C stijgen? Zico de Munnik, accountmanager Gebouwentechniek bij Kemper Nederland legt uit hoe dat opgelost kan worden.

Aanpak koudwatercirculatie steeds belangrijker in opwarmende gebouwen

De meeste mensen weten inmiddels wel dat legionellabacteriën zich ophopen in water met een temperatuur tussen 20 en 50°C en in water dat stilstaat, bijvoorbeeld in leidingen die weinig gebruikt worden. Na de overbekende uitbraak van legionella in Floriade Bovenkarspel in 1999, zijn er regels voor legionellapreventie opgesteld. Later, in 2011, is de wet- en regelgeving voor drinkwater en legionella aangepast en vervangen door de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit en verschillende regelingen, waarbij voor legionellapreventie met name relevant zijn de Drinkwaterregeling en de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater. In de huidige gebouwen, die steeds meer/beter geïsoleerd zijn of worden gebouwd, ontstaat echter andere problemen. Want de kans is steeds groter dat koudwaterleidingen te warm worden. “We willen koudwater onder de 20°C houden, omdat legionella vanaf die temperatuur gaat groeien en bij 25°C gaat het zelfs in de versnelling”,

legt Zico de Munnik uit. “De uitdaging zit hem voornamelijk in stilstaand water. Als bepaalde leidingen niet worden doorgespoeld, dan blijft dat water te lang stil staan. In de huidige gebouwen warmt dat stilstaande water sneller op dan voorheen. Op een mooie zomerdag met een omgevingstemperatuur van 28°C kan een koudwaterleiding met een temperatuur van 20°C in 2,5 uur stijgen naar 25°C. Daarnaast is het ontwerp van veel kantoren, hotels en ziekenhuizen dusdanig gemaakt dat waterleidingen in een technische schacht worden ondergebracht met veel andere leidingen en apparatuur, zoals voor elektra, airco en cv. Deze produceren allemaal warmte. Als je dit op de verdiepingen ook nog eens vertakt onder een systeemplafond, dan komt er nog meer warmte richting die leidingen. Warmte in ruimtes verplaatst zich omhoog.”

VERANDEREND GEBRUIK VAN RUIMTES

De huidige regels stellen wel dat lei-

25 Actueel
jaargang 2024 26

dingen op 1 meter 20 van elkaar moeten liggen, maar volgens De Munnik is dat ook in de huidige gebouwen, die kampen met meer warmtelast, niet voldoende meer. “Warmte stopt niet, wordt hooguit iets minder. Het valt of staat echter bij een goed ontwerp van de installatie, waarbij de ontwerper goed moet weten waarvoor en door wie het gebouw gebruikt wordt. Neem een school of een ziekenhuis: het gebeurt heel vaak dat dit precies wordt ontworpen en uitgelegd zoals vooraf bedacht is, maar in de gebruiksfase worden er toch wijzigingen doorgevoerd qua functies. Denk aan een natuurkundelokaal in een school, dat alsnog als scheikundelokaal wordt gebruikt. Dat lijkt veel op elkaar, maar het is toch een wezenlijk andere functie met ook gevolgen voor koudwaterleidingen en de beveiligingen die erbij horen. In een ziekenhuis zie je dat ruimtes als zalen zijn ontworpen, maar als dagkamers worden gebruikt. Bij een dagopname ga je niet douchen, dus blijft het water in de leidingen langer stilstaan.”

Om dit soort situaties te voorkomen is het in de meeste gevallen noodzakelijk om te werken aan koudwatercirculatie met actief temperatuurbehoud.

“Dat betekent dat als de temperatuur te hoog dreigt te worden, de spoelsensoren PT 1000 aangeven dat er gespoeld moet worden. Dat zorgt ervoor dat de temperatuur weer op gewenst niveau is, maar je bent er wel water mee aan het weggooien. En hoeveel dat is, verschilt sterk per gebouw. Ik weet van een groot ziekenhuis dat ze twee keer per dag de spoelautomaat aanzetten. Dan gaat het al gauw om 1200 liter per keer per vleugel, en dat ziekenhuis kent meerdere vleugels.”

TEMPERATUUR

Het spoelen van het water is zeker in droge periodes niet meer duurzaam te noemen, hoe belangrijk het ook is om legionellavorming te voorkomen.

De Munnik: “We zijn als Kemper gaan nadenken over het koelen van deze leidingen. Maar wel zo, dat niet het gehele waterleidingsysteem wordt gekoeld, want dat is energetisch niet

verantwoord. Het kan namelijk heel strak per verdieping. Stel: bij een ziekenhuis met 5 verdiepingen geeft verdieping 4 continu problemen met de watertemperatuur, dan zijn de leidingen via een Coolflow koelmachine alleen op die verdieping terug te koelen. Blijft overigens nog steeds staan dat je conform onze wet- en regelgeving wekelijks een spoeling moet doen, maar dus niet dagelijks of een paar keer per week.”

Voor de realisatie van een koudwaterkoeling in conventionele installaties moet meestal een extra leidingsysteem worden aangelegd. “Door gebruik te maken van stromingsdelers is dat echter niet noodzakelijk, omdat het bestaande leidingsysteem voor de koudwatercirculatie geschikt is en hiervoor kan worden gebruikt.”

De Munnik is er even eerlijk als duidelijk over: in Nederland is het water dusdanig goed van kwaliteit en goedkoop dat veel gebouweigenaren liever gaan spoelen dan op dit moment investeren in dergelijke koudwatercirculatiesystemen. “In Duitsland hebben we dit systeem wat vaker toegepast, niet in de laatste plaats omdat water daar veel duurder is. Het gaat in sommige gebieden wel om een factor 4 duurder. In het Holiday Inn-hotel in Düsseldorf bijvoorbeeld hebben we dit systeem geplaatst, nadat ze een probleem hadden met de koudwatertemperatuur die veel te warm is. Net wat ik zojuist al vertelde over veel warmtelast in de schacht met leidingen, daar kampte dit hotel mee. Ze hebben getracht dit met ventilatie op te lossen, dat lukte maar voor een deel. De warmte ging wel uit de schacht, maar schoot door naar net onder het systeemplafond. En dus hadden ze daar problemen met de koudwatertemperatuur. Ze hebben ons ingeschakeld. In dit hotel hebben we twee keer de Kemper Coolflow geplaatst: eentje in de laagbouw en eentje in de hoogbouw. En vanaf dat moment is de koudwatertemperatuur onder controle.”

WET- EN REGELGEVING

Dat dit soort systemen in Nederland

nog geen gemeengoed is, komt niet alleen door de lage waterprijs. De kans is al is kans groot dat daarin de komende jaren snel verandering komt. Ook de wet- en regelgeving zorgt er voor dat veel installateurs doen wat ze al deden. “Als je als installatiebedrijf een opdracht voor een groot ziekenhuis kunt binnenhalen, en je regelt het legionellabeheer conform de huidige wet- en regelgeving, dan kun je af met veel spoelen. Dat brengt naast waterkosten ook personeelskosten met zich mee, want er zijn ziekenhuizen en grote zorgcentra, waar teams de hele dag rondlopen om te kijken waar er gespoeld moet worden. Dat kan veel slimmer.”

Hoewel de wet- en regelgeving wel verandert, zal dat volgens De Munnik niet vergaand genoeg zijn. “Veel installateurs en adviseurs zeggen vaak dat er in bepaalde gebouwen geen problemen zijn met legionellavorming. Wij komen regelmatig in dat soort gebouwen en horen en zien wel degelijk problemen. En hoe je het wendt of keert: water gaat duurder worden, zeker in de toekomst en we moeten dus minder gaan verbruiken. Dan is het niet meer verantwoord ondernemen als je het hiervoor water gaat weggooien. En vooral in de zorgen hotel-sector zien wij dat er actie moet worden ondernomen”, besluit De Munnik.

27 Actueel

Bron en foto’s: 54events

Behoud en verduurzaming van bestaand vastgoed en de toekomst van biobased bouwen: daar draaide het om, vorige maand in de Brabanthallen in Den Bosch. 54events uit Breukelen organiseerde er, voor de tweede keer in deze combinatie, de vakbeurzen Renovatie & Transformatie, Monument en Houtbouw.

Renovatie & Transformatie, Monument en Houtbouw 2024

Vakbeurzen in Den Bosch onderstrepen positief marktsentiment rondom onderhoud, renovatie en biobased bouwen

Dat zijn zelfstandige events, maar zij vinden aanpalend en gelijktijdig plaats en vormen daardoor – en door hun thematische verwevenheid – één geheel. 235 exposanten en partners waren betrokken, bijna 20% meer dan in 2023. Op 6 podia, in 2 hallen, deelden gedurende 3 dagen 145 sprekers hun kennis tijdens in totaal 66 kennissessies.

HOUTBOUW

De 2de editie van Houtbouw, de vakbeurs in het teken van innovaties in hout, biobased en hybride bouw, liet een bijna-verdubbeling in aantal standhouders zien en het platform bracht 1.732 professionals bijeen. De positieve ontwikkelingen bleven bij de exposanten niet onopgemerkt: zij waardeerden de beurs bovengemiddeld.

In de spotlights van het kennisprogramma op Houtbouw stonden dit jaar onderwerpen centraal als losmaakbaar detailleren, woningbouw in kruislaaghout en de bouwfysische uitdagingen van houtbouw. Bioba-

sed building specialist aan de TU

Delft Pablo van der Lugt opende met een keynote over de toekomst van bouwen met biobased materialen, inclusief aansluitende talkshow.

Pablo van der Lugt: “De transitie naar houtbouw voltrekt zich in ongekend tempo. Logisch, want het is duurzaam, hoogwaardig, veilig, stil en snel. Dat er nu voldoende draagvlak is voor een vakbeurs volledig gefocust op houtbouw, zegt genoeg. Tijdens mijn keynote was de zaal tjokvol, met niet alleen believers, maar ook partijen uit de traditionele bouw die de boot niet willen missen. En terecht, want houtbouw en biobased bouwen hebben de toekomst.”

RENOVATIE & TRANSFORMATIE EN MONUMENT

De succesvolle edities van zowel

Renovatie & Transformatie als Monument onderstreepten dat onderhoud, renovatie en restauratie perspectief bieden in een soms lastige bouwmarkt: zij brachten samen 7.114 stakeholders naar Den Bosch.

Bron: RVB Foto: Archeologie Gemeente Den Haag

Voor de renovatie van het Binnenhof moet rekening gehouden worden met een bedrag van circa 2 miljard euro. De staat van het 800 jaar oude complex is veel slechter dan waar bij de start van het renovatieproces van uit is gegaan. Ook is er veel meer asbest aangetroffen in de gebouwen en zijn de loonkosten en prijzen van bouwmateriaal aanzienlijk gestegen ten opzichte van 2015 toen het kabinet besloot tot de renovatie.

Voortgang renovatie Binnenhof

De renovatie van dit belangrijke stuk geschiedenis is een complexe opgave. Het Binnenhof bevat zo’n 4000 vertrekken, ruimten, kamers, zalen, gangen, zolders en kelders. Vrijwel allemaal met een monumentale status en allemaal verschillend. Het Binnenhof heeft een totaal vloeroppervlak van bijna 90.000 m2

OVERBLIJFSELEN SPUIPOORT NU

ALS 3D-MODEL TE BEKIJKEN

Bij het archeologisch onderzoek op de Hofplaats bij het Tweede Kamercomplex hebben archeologen van de gemeente Den Haag begin dit jaar bijzondere overblijfselen van de Spuipoort opgegraven. Het 3D-model

van de gevonden fundering is nu te bekijken.

De eerste vermelding van de Spuipoort dateert uit 1352. De poort maakte onderdeel uit van een systeem van dubbele grachten, omringd door poorten. De poort bevond zich aan de zuidzijde van het Grafelijk Hof. Dit indrukwekkende poortgebouw bestond uit een rechthoekige structuur met twee torens die gedeeltelijk in de gracht stonden. De Spuipoort werd meerdere keren gerenoveerd vanwege bouwvalligheid voordat de poort in 1861 werd gesloopt.

NIEUWE BEVINDINGEN

In de jaren 1986-1987 werd de Spuip-

oort al eens onderzocht vanwege de geplande uitbreiding van het Binnenhofcomplex met een nieuwe plenaire vergaderzaal voor de Tweede Kamer. Bij het recente archeologisch onderzoek zijn de nieuwste methoden en technieken toegepast om de bouw van de poort opnieuw te evalueren. Er is onder andere een 3D-model van de funderingen gemaakt, en bouwhistoricus Hein Hundertmark heeft de resten van de funderingen onderzocht en geanalyseerd. Door met deze techniek de resten gedetailleerd in kaart te brengen levert de 3D-scan een waardevolle bijdrage aan het behoud van het culturele erfgoed van het Binnenhof.

29 Actueel

Walraven duurzame oplossingen voor diverse waterleidingen

Water speelt een cruciale rol in veel bouwprojecten en hierbij spelen bieden de oplossingen van Walraven innovatieve en duurzame mogelijkheden voor diverse water gerelateerde uitdagingen. Een goed voorbeeld hiervan is een project waarbij Walraven recent werd ingeschakeld om de infrastructuur van een historisch pand te vernieuwen.

Walraven leverde robuuste leidingsupportsystemen en op maat gemaakte montagerails zoals de Walraven RapidStrut® Montagerail, essentieel voor de watervoorziening, pompen en filtratie. Deze systemen zijn niet alleen duurzaam, maar ook efficiënt in installatie en onderhoud. De modulaire oplossingen van Walraven ondersteunden de waterbassins, inclusief de filtratie-

jaargang 2024 30 Foto’s: Walraven

en quarantainetanks, en boden de stabiliteit die nodig is voor een langdurige werking.

Bij het maken van de oplossingen wordt de beste optie geboden op het gebied van duurzaamheid en milieubewustzijn. Dankzij de Walraven BIS UltraProtect® 1000 oppervlaktebehandeling zijn de Walraven oplossingen uiterst corrosiebestendig, waardoor ze perfect zijn voor omgevingen met vochtige omgevingen.

Walraven’s uitgebreide engineering services omvatten meer dan alleen productlevering. Ze bieden ook ondersteuning bij het creëren van beugelplannen, berekeningen voor diverse krachten en advies op locatie. Dankzij de prefabricatie van productsystemen kunnen deze eenvoudig op de bouwplaats worden gemonteerd, wat tijd en kosten bespaart.

Als u een vergelijkbare uitdaging heeft, biedt Walraven de expertise en oplossingen die u nodig heeft. Voor meer informatie over hoe Walraven in uw project kan ondersteunen, bezoekt u www.walraven.com/nl/ projectondersteuning

31 Project in beeld

Door Harmen Weijer

Warmte uit diepere gesloten bronsystemen staat nog in kinderschoenen. Meestal gaat het bij bodemenergiesystemen tot circa 200 meter. Maar deze zomer wordt bij een woonhuis in Dronten getest met het boren van een bron van maar liefst 380 meter diepte. Bodemlussen die tussen de 300 en 500 meter diepte worden aangebracht brengen een hogere aanvoertemperatuur op. Deze opkomende trend -diepere bodemenergie- komt steeds vaker in beeld, omdat vanwege netcongestie problemen lucht/water en hybride warmtepompen minder gewenst zijn. Door meer warmte uit de grond te halen is minder stroom voor de warmtepompen nodig. Gerrit Draaijer, manager Innovaties bij Duratherm, legt uit hoe dat precies zit.

Diepe bodemenergie in beeld voor warmtetransitie in veel Nederlandse binnensteden

“Hoe hoger de temperatuur onder de voeten, des te minder stroom de warmtepomp nodig heeft.”

In Dronten is dit voorjaar getest met een boring bij een woonhuis in Dronten naar een diepte van 380 meter. Dat is duidelijk meer dan tot nu toe wordt gedaan en kan interessant zijn om gebouwen en woningen die moeilijker geïsoleerd kunnen worden toch te voorzien van warmte met hogere temperaturen. In dat kader past ook de betrokkenheid van Duratherm bij de warmtetransitie in hun eigen Elburg. De binnenstad van Elburg heeft namelijk veel monumentale gebouwen. De mogelijkheden om deze

jaargang 2024 32

gebouwen aardgasloos te maken zijn beperkt. De authentieke gebouwen zijn vaak moeilijk te isoleren zonder het historische karakter aan te tasten. De kans is groot dat veel gebouweigenaren zullen overstappen op het plaatsen van lucht/water dan wel hybride warmtepompen. “En dat heeft gevolgen voor het elektriciteitsnet, want deze warmtepompen vragen nu eenmaal meer stroom”, legt Gerrit Draaijer uit. Hij is manager Innovaties bij Duratherm, ontwikkelaar en leverancier van bodemenergiesystemen, gevestigd in eveneens Elburg. “Een paar jaar geleden hebben onderzoekers van de TU Delft een Roadmap gemaakt voor de energietransitie van Elburg. Eén van de voorstellen die zij deden voor de binnenstad van Elburg, is dat het hier het meest logisch is om een warmtenet aan te leggen op basis van een hoge-temperatuur warmtenetwerk. Deze strategie is de afgelopen jaren blijven liggen. We kijken nu in Dronten hoe boringen tot 380 meter uitpakken, en we extrapoleren naar

de Vestingstad Elburg en eventueel andere monumentale (binnen)steden.”

VERGELIJKBAAR

De voorbeelden in Dronten en Elburg is vergelijkbaar voor de situatie in veel steden in Nederland, voornamelijk in de Randstad waar veel mensen wonen en de mogelijkheden om hun huizen van het gas af te krijgen beperkt zijn tot veelal lucht/water en hybride warmtepompen en. Dat kan netcongestie opleveren, legt Draaijer uit. “In een aantal provincies, zoals Gelderland, Flevoland en Utrecht, zijn de pieken in het stroomnet dusdanig dat er nu al netcongestie optreedt. Dat gaat voor veel meer plekken gelden, zeker als de stroomvraag gaat toenemen vanwege het gebruik van late temperatuur warmtepompen. Door echter diepere warmtebronnen aan te boren, is er minder stroom nodig voor de warmtepomp. Hoe hoger de temperatuur onder de voeten, des te minder stroom je nodig hebt voor je warmtepomp. Daarom gaan we

nu ook dieper boren naar warmte, tot zelfs dieper dan 300 meter. Dieper dan 500 meter mag echter niet, want dan valt het systeem qua wet- en regelgeving onder de Mijnbouwwet. Dat is te ingewikkeld en kost te veel geld.” De temperatuur van het water op deze diepte in de aarde ligt rond de 15 tot 18 graden Celsius. “Dat is dus 15 graden hoger dan met de l/w warmtepompen wordt gerekend. Met behulp van een warmtepomp kan dit naar 50 graden Celsius worden gebracht, waardoor het geschikt voor hogere temperaturen afgiftesystemen zoals convectoren. Met een l/w warmtepomp kan dat ook, maar dat zou te veel stroom kosten. En dat opent de deuren voor historische woningen en gebouwen, waarin niet veel geïsoleerd kan worden. Ook kun je het oude leidingnetwerk in deze huizen behouden, alleen de radiatoren moet je vervangen door convectoren om het rendement hoog genoeg te houden.

Bijkomend voordeel: er kan ook gekoeld worden, relatief goedkoop met een ontzettend hoge COP. Hiervoor zijn uiteraard wel convectoren nodig die ook kunnen koelen.”

INBRENGEN VAN LUSSEN

Draaijer wijst er op dat niet alleen monumentale woningen hiervan kunnen profiteren, maar ook bestaande woningen waar isoleren beperkt mogelijk is, zoals portiekwoningen uit de jaren 60. “Dat ligt wel aan het type portiekwoning, maar we merken dat we staan aan het begin van een trend van diepere boringen. Daar zijn nog wel wat uitdagingen die op ons afkomen. Die diepere boringen zelf zijn niet echt het probleem, want we weten wel hoe we dat goed moeten doen. “Op grotere diepten neemt de druk toe. Hierdoor hebben wij technologische innovaties bedacht om de kwaliteit van het bodemenergiesysteem te waarborgen. We hebben een beroep gedaan op de kennis van onze leveranciers en boormeesters om tot een integraal ontwerp te komen. Als het project in Dronten is uitgevoerd, gaan we de uitkomsten hiervan gebruiken om het proces te optimaliseren en

33 Actueel

verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld in Elburg.”

In deze projecten worden de warmtepompen van Ecoforest gebruikt, vertelt Draaijer. “Het bedrijf Epuclon – bij ons om de hoek uit Nunspeet –heeft eerder dit jaar de VSK Awards 2024 Energietransitie gewonnen met een totaalsysteem met deze warmtepompen. Dat ] totaalsysteem bestaat uit een warmtepomp, zonnepanelen, energieopslag en een beheersysteem.

Dit managementsysteem maakt gebruik van weersvoorspellingen en dynamische tarieven om de energiestroom te optimaliseren. Het systeem verwarmt de boiler extra bij veel zonne-energie en dat past heel goed bij gebruik van diepe bronnen om nog meer rendement uit de warmtepomp te halen. Want uiteindelijk zullen we in de warmtepomptechnologie niet veel grote stappen meer kunnen behalen, maar het is vooral de verbeteringen in

de software wat het rendement van warmtepompen zal verbeteren.”

De boringen die Duratherm uitvoert, gebeuren op duurzame wijze, want het Elburgse bedrijf maakt sinds 2 jaar gebruik van een elektrische boorwagen in plaats van een dieselwagen. Dat wordt in veel steden een steeds belangrijker item, vanwege het verlagen van de stikstofuitstoot. Draaijer: “We maakten tot 2022 gebruik van diesel aangedreven boorwa-

jaargang 2024 34

gens. Maar met hulp van een externe partner en subsidie hebben we onze eerste elektrische boorwagen ontwikkeld en ingezet. Het mooie is ook dat we de batterijen voor die elektrische boorwagen bij ons bedrijf kunnen opladen met behulp van zonne-energie, want op ons dak liggen 150 zonnepanelen.”

Terugkijkend op het gebruik van deze boorwagen de afgelopen twee jaar viel het elektrisch verbruik Draaijer

erg mee. “Een boring van 250 meter diep met een conventionele boorwagen kost ons € 130,- aan dieselolie. Een elektrische boorwagen kost aan stroom ongeveer € 40,- en kan met zonne-energie in theorie zelfs helemaal gratis. Overigens boren we met een elektrische boorwagens nu nog niet dieper dan 250 meter in de grond. Maar dat is wel in ontwikkeling. Hoe dieper je namelijk boort, des te groter het risico in het boorproces in

verband met de druk in de aarde. Ook vraagt het gebruik van batterijen qua logistiek een ander proces, want die batterijen wegen behoorlijk zwaar, zo’n twee ton. We hebben er wel meer, dus ze zijn uit te wisselen Maar als je boort op een moeilijke dan wel diepe plek, moet je wel iedere dag de batterij wisselen. Dat vraagt een logistieke aanpassing op werken met dieselboorwagens”, aldus Draaijer.

35 Actueel

Hier vindt u alles wat u nodig heeft voor uw project.

jaargang 2024 36 WWW.NBD-ONLINE.NL

Tekst: Harmen Weijer Foto: ACS

Bij het onderhoud en beheer van installaties in utiliteit wordt steeds vaker gebruikgemaakt van de nieuwste technologie, oftewel: kunstmatige intelligentie. Dankzij AI is het ook mogelijk de energievraag in gebouwen veel beter te meten én te voorspellen. Eén van de bedrijven die hiermee actief is, is ACS Buildings. Doordat het Climatics GBS dat ACS heeft ontwikkeld zelflerend is en gebruikmaakt van weersvoorspellingen, kan het installaties tussen de 30 en 40 procent energiezuiniger maken. En dat is in tijden van hogere energieprijzen geen overbodige luxe. Wisse Hooghiem, ontwikkelaar bij ACS, en Rutger de Lang, manager Sales & Marketing van ACS, leggen uit hoe dit in de praktijk werkt.

“Verslimmend” GBS helpt gebouwen energiezuiniger te maken

37 Actueel

Met het stijgen van de kosten voor energie en onderhoud van installaties is het raadzaam dat gebouwbeheerders de installaties in hun gebouwen goed monitoren. De meeste gangbare gebouwbeheerssystemen komen daarmee een heel eind, zeker met smart toevoegingen als verslimmers. Maar een verslimmend GBS is veel praktischer, stelt Rutger de Lang. “Zeker bij organisaties die meerdere panden bezitten, is behoefte aan uniformiteit. Dat horen we ook van installateurs die in installaties onderhouden en beheren, en te maken krijgen met allerlei soorten en vormen van gebouwbeheerssystemen. Daarom hebben wij een eigen Climatics GBS ontworpen, dat zowel direct als overkoepelend kan worden gebruikt. Bij de overkoepelende variant neemt Climatics de functie over van het tot op dat moment gebruikte GBS, waardoor de voorkant altijd hetzelfde is, Climatics.”

Die behoefte aan uniformiteit is ook ingegeven door de krapte op de technische arbeidsmarkt. De Lang:

KWADRANTGROEP

De ouderenzorgorganisatie KwadrantGroep wil dit jaar de Green Deal 3.0 te ondertekenen, een initiatief dat zich richt op duurzaamheid en milieuverantwoorde keuzes in de zorg. Dit voornemen heeft deze zorggroep met 24 locaties in Friesland ertoe aangezet om flinke stappen te zetten op het gebied van duurzaamheid. Daarbij kwam Anton de Jong, die het pilotproject bij Talma Hoeve leidde, in gesprek met ACS over hun Climatics-systeem. Vooral het feit dat dit systeem gebruikmaakt van kunstmatige intelligentie om voorspellingen te doen op basis van patronen in de panden en gedetailleerde weersvoorspellingen, zoals ook windsnelheid en zonnestraling, sprak De Jong aan. “Deze voorspellende sturing heeft bewezen buitengewoon effectief te zijn. Bij ons pilotproject, de Talma Hoeve, hebben we in de eerste vier maanden van het jaar meer dan 9.000 kuub gas bespaard. We rollen Climatics nu uit over ons gehele portfolio.”

jaargang 2024 38
39 Actueel

“Het is voor de installatiebedrijven steeds moeilijker om hun gekwalificeerde personeel vast te houden, waardoor er te weinig capaciteit is. Het gevolg is vaak dat deze technici van brandje naar brandje rennen in plaats van de tijd te kunnen nemen om de installatie goed te kunnen optimaliseren. Als je de basis goed

hebt staan, kun je met AI en machine learning technologie dit gat wel goed opvullen.”

VEEL BESPARING NOG MOGELIJK

In veel gebouwen kan nog steeds veel energie worden bespaard, stelt De Lang. “Wij zien dat veel installa-

ties worden geëngineerd en uitgelegd volgens een bepaald ontwerp, maar in de uitvoering toch net iets anders worden geïnstalleerd. En dat is dan op een later moment lastig te corrigeren. Dat zorgt al gauw voor 10% energieverspilling. Veel besparing is te behalen – 15% - doordat in de gebruikersfase bijvoorbeeld de

jaargang 2024 40
Afbeelding: ACS

situatie is qua temperatuur, aantal mensen en gebruik, kun je beter sturen op energiegebruik.”

Ook kan er veel energie bespaard worden door voorspellen te gaan sturen. “Wij schatten in dat met reactieve in plaats van proactieve controle gemiddeld zo’n 10% energieverspilling plaatsvindt. Veel systemen reageren op gebruik en de weerstoestand van een dag ervoor, maar door te voorspellen op inkomend weer, kun je veel directer sturen. Ons systeem bijvoorbeeld heeft een gemiddelde voorspellingsfout van 0,11°C.”

TERUGVERDIENTIJD

Niet alleen energiebesparing is een belangrijke trigger om tot een slimmer systeem over te gaan. “Voor bedrijven en organisaties met veel panden - wij werken veel voor zorg-organisaties en scholen – is het lastig om grip op de energiekosten te hebben. Maar als je als gebruiker meer dan 25.000 m3 gas en/of 50.000 kWh stroom, moet je voldoen aan de energiebesparingsplicht. Dan moet je energiebesparingsmaatregelen nemen die binnen 5 terugverdiend kunnen worden. Ons systeem is sneller terugverdiend: 1,6 jaar, zo weten we uit ervaring. We hebben namelijk inmiddels meer dan 400 aansluitingen in Nederland.”

auto’s een stuk lastiger vanwege allerlei risico’s onderweg; in een gebouw gebeurt op dat vlak veel en veel minder. Dan kun je heel goed voorspellen hoe een installatie moet worden gebruikt. En is het niet nodig om AI met wantrouwen tegemoet te zien”, besluit Hooghiem.

LANDSTEDE

Landstede is een MBO-onderwijsinstelling met 24 locaties in de omgeving van Zwolle. Duurzaamheid staat bij Landstede inmiddels hoog op de agenda, met een investeringsplan van € 4,5 miljoen om 20-30% minder CO2 uit te stoten. Bij één van de gebouwen – aan de Ossenkamp 8 in Zwolle-Noord – is het Climatics-systeem voor het eerst uitgerold, vertelt Albert Bril, manager huisvesting van Landstede.

aanvoertemperatuur hoger is gezet, omdat gebruikers klaagden over een te koude ruimte. Een onderhoudsmonteur moet dat eigenlijk weer herstellen – brandje rennen noemde ik dat al eerder – en vaak gebeurt dat niet. En zo lopen de energiekosten op. Door via sensoren in de gebruikersruimte te kijken hoe de

Dat AI voor zowel installateurs als gebruikers nog als spannend wordt ervaren, begrijpt Wisse Hooghiem, ontwikkelaar bij ACS, als geen ander. “Maar het is wel nodig, omdat het voor een mens lastig, zelfs ondoenlijk is om alle kleine aanpassingen in een installatie na te gaan. Want uiteindelijk zit de complexiteit niet in het systeem, maar juist in de vele verschillende toepassingen in een gebouw. Alles opnieuw gaan optimaliseren en tunen is voor AI niet moeilijk, dankzij het gebruik van een neuraal netwerk. Daardoor verzamelen we heel veel data, die we nuttig kunnen inzetten om installaties beter en energiezuiniger te gebruiken. AI is in bijvoorbeeld zelfrijdende

“Het gebouw aan de Ossenkamp 8 is een schoolgebouw dat voorheen voornamelijk verwarmd werd met cv-ketels. Dit veroorzaakte altijd een grote warmtelast op de verdiepingen. In de zomer van 2022 hebben we een nieuw, multifunctioneel systeem geinstalleerd voor ventilatie en koeling, inclusief split units. We wilden deze split units ook gebruiken voor de verwarming van de verdiepingen om zo gas te besparen. Echter, het bleek moeizaam om deze nieuwe systemen te laten samenwerken met de oude apparatuur. Omdat Climatics kan koppelen met alle systemen, kon het functioneren als een overkoepelend systeem, waardoor afzonderlijke aansturing van units niet meer nodig was. Inmiddels draait Climatics in het hele gebouw en is de sturing aanzienlijk verbeterd. De eerste besparingen kwamen uit op 40% op gas, veel meer dan we hadden gehoopt. Natuurlijk hebben we wel meer elektra verbruikt, maar hierdoor komt de besparing alsnog rond de 30% netto uit. “

Bril gaat verder: “Climatics moderniseert de bestaande installatie, draagt bij aan een langere levensduur en biedt waardevolle inzichten voor toekomstige investeringen. Er zijn vast veel collega’s in mijn werkveld die tegen dezelfde problemen aanlopen. Installaties zijn verouderd en maar gedeeltelijk vervangen. Dit is een manier om alles weer up-to-date te krijgen, de huidige installatie te behouden, met een relatief lage investering en toch weten dat je zo zuinig mogelijk met energie omgaat. Het geeft echt grip, inzicht en controle.”

41 Actueel

Tekst: Ronald van Bochove Foto’s: James Hardie

Met twee nieuwe texturen is het pallet van James Hardie vezelcementplaten in Nederland verbreed. Technical Manager Wouter van der Velde, Marketing Manager René Verkuijlen en Technical Engineer Facade Roel van Essen zorgen ervoor dat de van oorsprong Amerikaans/ Australische producten, met uitstekende prestaties op het gebied van sterkte en brandwerendheid, op de Nederlandse markt ondersteund worden met een hoge mate van klantenservice en uitgebreide documentatie. De verwachting is dat het productassortiment in de komende jaren nog flink zal uitbreiden.

Bijzondere vezelcement gevelpanelen:

een nieuwe reeks duurzame en klimaatbestendige bouwproducten in Europa

jaargang 2024 42

Hardie® Architectural Panel komt in diverse kleuren en nu ook in twee texturen op de markt. Een licht golvend patroon ‘Smooth Sand’ en een geborstelde betonlook ‘Brushed Concrete’ dragen bij aan een aansprekende esthetiek van de gevel. De gevelpanelen van James Hardie uit Amerika vinden hun weg met veel succes naar de Europese markt. In Nederland brengt James Hardie

vezelcement Hardie® Architectural Panels en Hardie® Planks op de markt (zie kader). De gevelproducten hebben een lange levensduur en zijn gemakkelijk te onderhouden.

Vorig jaar werd Hardie® Architectural Panel, een van de meest innovatieve producten voor gevelbekleding, bekroond met de BLT Construction Product Award in de categorieën “Construction Product Design -

Flooring & Concrete materials and structures” en “Outdoor systems and products.”

De vezelcement grondstof van James Hardie bestaat uit portlandcement, zand, cellulose, water en geselecteerde additieven. “Onze panelproducten zijn vooral bestemd voor die projecten waar een slimme en kosteneffectieve oplossing is gewenst. Voor elk na-isolatie-,

43 Actueel

nieuwbouw- of renovatieproject, zegt Verkuijlen “Met name renovaties in de woningbouw, scholen en utiliteitsbouw. Gevelbekleding van James Hardie wordt via de bouwmaterialengroothandel op de Nederlandse markt gedistribueerd.”

De platen, met een afmeting van 3050 mm x 1220 mm en een dikte van 8 mm, wegen slechts 11,2 kg / m2. Van Essen: “Minder dan andere vezelcementplaten, omdat gevelkleding van James Hardie een lagere densiteit bezit. Dat maakt dat onze panelen ook gemakkelijk zijn te verlijmen, te schroeven zonder voor te boren of met nagels kunnen worden bevestigd.”

Dat montagegemak vertaalt zich in lage ‘on the wall costs’. “Verwerkers monteren het snel en dat is een belangrijk voordeel in de bouw. De gevelpanelen komen tegen een houten of metalen profiel voor het binnenblad van de gevel met een goed geventileerde spouw”, voegt Wouter van der Velde toe. “Het assortiment voorziet verder in onder meer aansluitprofielen, hoekprofielen, nagels, popnagels en schroeven op kleur.”

“We testen met de lijmproducten van diverse fabrikanten. Onlangs voegden we het lijmsysteem van Innotec™ toe. Zo creëren we een netwerk van betrouwbare partners waar de monteurs hun producten kunnen kopen.” Met een garantie van 15 jaar, kleurvastheid en brandwerende eigenschappen gaan producten van James Hardie lang mee in enkele van de meest uitdagende klimaten. Zowel de Hardie® Plank als de Hardie® Panel producten vallen in de brandklasse A2. Van der Velde: “We testen het product ook in combinatie met alle denkbare achterconstructies en isolatiematerialen, zodat we ook de brandklasse in de End-use situatie weten en de gebruiker beschikt over goed onderbouwde documentatie.”

Van Essen: “Onze milieuclassificering is aanzienlijk beter dan die van de high density vezelcement producten van andere marktpartijen. De voorbereidingen voor een productiefaciliteit van vezelcementplaten in Europa zijn

jaargang 2024 44

in een vergevorderd stadium. Daarmee zal onze score binnenkort alleen nog maar verder verbeteren. Een leuk weetje is dat de plaat tijdens de gebruiksduur CO2 opslaat. Het carbonisatieproces van cement gaat nog jaren door.” Verkuijlen: “Via onze roadmap voor koolstofarme cementtechnologie streven we ernaar de huidige impact van cement in onze producten met minstens 50% terug te dringen.”

VOLLEDIGE PAKKET

James Hardie is producent van fermacell® gipsvezelplaten, fermacell® vloerelementen en Hardie® vezelcement gevelbekleding. “Met deze kennis en producten in huis kunnen we een volledig gevelpakket samenstellen. Binnen James Hardie leveren we meer dan alleen het gevelpaneel”, zegt Verkuijlen. Van der Velde: “Dat is ook een belangrijke reden waarom mensen kiezen voor deze gevelpro-

ducten. De combinatie met Fermacell® gipsvezelplaten met hoge duurzame eigenschappen, levert een gevel met een uitstekende prestatie en jarenlange duurzame kwaliteit.”

TOEKOMST

Van der Velde: “Onze vezelcement gevelproducten lenen zich ook goed voor de prefab bouw. Met name door het lichte gewicht en de gemakkelijke verwerking. We verwachten dat deze markt zal groeien in de nabije toekomst. Van Essen: “Voor grotere projecten leveren we op aanvraag de gevelpanelen al op maat gezaagd en afgelakt, desgewenst ook voorgeboord. Dat is ook aantrekkelijk voor de prefabricage industrie.”

Verkuijlen: “Onze Europese organisatie en verkoopkantoor in Nederland maken onderdeel uit van het wereldwijd opererende James Hardie Industries plc. Dit zijn nog maar twee nieuwe producten in ons assorti-

ment. De Amerikaanse markt heeft een grote range van gevelproducten waarvan er nu nog maar een beperkt aantal op de Europese markt zijn. We verwachten er dit jaar weer een paar aan toe te voegen.” Van Essen: “Dat betreft onder meer panelen met een metallic coating, zoals goud, brons en koper.”

HARDIE®VL PLANK

Vezelcementproducten van James Hardie zijn ontwikkeld om lang mee te gaan. “Met Hardie® VL Plank gevelbekleding leveren we een product met messing en groef en een blinde verbinding, waarmee we een montagetijdbesparend alternatief bieden op de bestaande clipsystemen”, zegt Technical Manager Wouter van der Velde. De plank met houtnerftextuur vindt haar toepassing als gevelbekleding voor zowel nieuwbouw- als renovatieprojecten of als een accent in een muurvlak. Deze plank is er in 8 kleuren en is verder in haar eigenschappen gelijk aan die van de panels en de standaard planken.

45 Actueel

Agenda

Installatie Vakdagen

Installatie Vakdagen is al 25 jaar de plek waar product, techniek en oplossing samenkomen in het noordoosten van het land. Dit jaar vindt dus de 25e editie plaats in Evenementenhal Hardenberg. Dit is voor professionals binnen de installatiebranche hét moment om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen.

10 -12 september

Locatie: Evenementenhal Hardenberg

Openbare Ruimte

Openbare Ruimte is de grootste vakbeurs over ontwerp, inrichting, onderhoud en beheer van openbare ruimte in Nederland. De beursvloer biedt een allesomvattend aanbod en hanteert negen sectoren. Het evenement is bij uitstek een beurs voor overheidsbezoekers. Iedere gemeente moet immers op de hoogte blijven van ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden voor hun leefomgeving.

25 – 26 september

Locatie: Jaarbeurs Utrecht

BIS

Op BIS, de grootste (ver)bouwbeurs van Vlaanderen, vind je kwalitatieve handelspartners, inspiratie en professioneel advies over keukens, badkamers, interieurafwerking, isolatie, hernieuwbare energie en zoveel meer. De ideale plaats om (ver)bouwplannen te laten slagen.

5 – 13 oktober

Locatie: Flanders Expo Gent (België)

Vakbeurs Energie

Ongekende uitdagingen voor Nederland in transitie. Nederland staat voor uitdagingen en is volop in transitie. Iedereen wil oplossingen! Technologische ontwikkelingen maken het voorheen onmogelijke mogelijk. Vernieuwers plukken daar de vruchten van met innovatieve concepten.

Binnen 10 jaar moet de Nederlandse CO2-reductie met 49% gedaald zijn ten opzichte van 1990. In 2050

moet ons land nagenoeg klimaatneutraal zijn. Harde doelstellingen en kostbare ingrepen. Die echter vooral ook veel kansen met zich meebrengen.

Vakbeurs Energie is al 18 jaar het zakelijke platform op het vlak van duurzaamheid en energie. In 3 dagen delen de koplopers in besparing, opwekking en opslag hun kennis met duizenden beslissers.

De beurs is een schakel in de energietransitie, bindend element en werkt ter bevordering van kennisdeling en business. Gelijktijdig - onder de vlag van de Nationale Energie Week - met de vakbeurzen PREFAB, Zero Emission | Ecomobiel en Industrial Heat & Power.

15 – 17 oktober

Locatie: Brabanthallen

Den Bosch

PREFAB

PREFAB richt zich tot professionals met interesse in off-site bouwen en renoveren. Leveranciers en koplopers in uitvoering binnen de B&U tonen er op de beursvloer hun – direct toepasbare – oplossingen, terwijl de experts in de theaters de bezoekers bijpraten over de laatste ontwikkelingen.

In de bouw- en renovatiesector wordt volop geïnnoveerd. Dat moet ook wel, gezien het grote tekort aan arbeidskrachten en de opgave die voortvloeit uit de gemaakte bouw- en klimaatafspraken. Ook op het kostbare vlak van bouwfouten is nog een wereld te winnen.

Industrialisatie, modulair bouwen, digitalisering en pre-fabricage (samen: prefab) zijn ontwikkelingen die daarbij heel goed kunnen helpen. Zij maken sneller, efficiënter en minder foutgevoelig bouwen en renoveren mogelijk.

15 – 17 oktober

Locatie: Brabanthallen

Den Bosch

jaargang 2024 46

Kies voor onze warmtepompen zonder buitenunit

Onze warmtepompen zonder buitenunit voor zowel bestaande bouw als nieuwbouw. Gasloos en hybride.

Onze binnenwarmtepompen hebben een geïntegreerd ventilatiesysteem. Daardoor is een traditionele MV-box of WTW-unit overbodig. Zo sla je twee vliegen in één klap: je combineert ventileren en verwarmen in één opstelling. En dat bespaart weer ruimte!

Weten of een binnenwarmtepomp in de woning past?

Download dan ons conceptenboek!

Innovation lives here

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.