Asfalt met 100% biocirculair bitumen
Slimme verlichtingskeuzes en lichthinder
Powered by NBD & HC
Asfalt met 100% biocirculair bitumen
Slimme verlichtingskeuzes en lichthinder
Powered by NBD & HC
Jaargang 2 | Editie 5 | december 2024 Rosmolenbuurt:
Kwaliteit en beproefd concept.
De Nilan Compact P2 is de meest ideale warmtepomp voor het verwarmen en koelen van goed geïsoleerde woningen en appartementen. Met deze compacte unit heeft u een duurzame, energiezuinige en complete alles-in-één oplossing.
Nilan wamtepompen worden sinds 1974 ontwikkeld en geproduceerd door één en dezelfde fabrikant met hoogwaardige en uitsluitend uit Europa afkomstige materialen. De synergie tussen de verschillende functies zorgen voor een optimaal binnenklimaat in combinatie met een zeer laag energieverbruik.
In Nederland zijn nog diverse Nilan ventilatie warmtepompen in bedrijf die al meer dan 30 jaar in gebruik zijn en nog steeds elke dag goed functioneren!
Huishoudelijk Passieve warmteterugwinning
warmteterugwinning
• Alles in één klimaatsysteem
• Geen buitenunit en ook geen grondboring nodig
• Eenvoudige installatie en bediening met Nilan Smartphone App
• Slechts 0,54m2 ruimte nodig voor het gehele klimaatsysteem
• Ventilatie van de woning
• Actieve en passieve warmteterugwinning
• Comfortverwarming met de ventilatie
• Tot 8 graden ruimte-temperatuurverlaging door actieve ventilatiekoeling met de ventilatie
• Productie van sanitair warm water
• Aansturing van de centrale elektrische bijverwarming
• Ondersteuning voor watergedragen vloerverwarming met de Compact P2 EKO 3-uitvoering.
• Optionele Nilan EM Box voor afzuigkap-integratie
• Back-upfunctie voor altijd warm water
• Zeer lage onderhoudskosten, niet hoger dan een gasketel
• Remote service mogelijkheden
• Bedrijfszekerheid en lange levensduur
warmwaterproductie Centrale ruimteverwarming
info@nilannetherlands.nl www.nilannetherlands.nl
Redactie
Gebouwde omgeving
23 Isolatie wordt meer en meer biobased én circulair
28 Hoge isolatiewaarde met minimaal materiaal gebruik bij renovatie en nieuwbouw
35 Asfalt met 100% biocirculair bitumen
36 Samenwerking Brink Climate Systems en ATAG biedt meer mogelijkheden voor verduurzamen luchtverwarming
40 Slimme verlichtingskeuzes en lichthinder op Future Lighting 2024
42 Gouden Piramide: Rosmolenbuurt één van tien bijzondere projecten 2024
Duurzaamheid & Energiegids is een print en online uitgave van Jetvertising b.v., onder redactie van Nederlandse Bouw Documentatie en De HandelsCourant.
Uitgever
Jetvertising b.v.
Tiendweg 12
2671 SB Naaldwijk
Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 directie@jetvertising.nl
Nederlandse Bouw Documentatie (NBD-Online) redactie@jetvertising.nl
Industrie
De HandelsCourant (HC) redactie@jetvertising.nl
Persberichten info@jetvertising.nl
Vormgeving MSU
Nikkelstraat 1C 8211 AJ Lelystad
Advertenties
Jetvertising b.v. Tiendweg 12 2671 SB Naaldwijk
Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 rob@jetvertising.nl
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, gekopieerd of hergebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.
Techniek Nederland heeft gemengde gevoelens over het besluit van de Tweede Kamer om de salderingsregeling voor zonnepanelen op 1 januari 2027 af te schaffen. De brancheorganisatie vindt het positief dat de politiek eindelijk de knoop heeft doorgehakt, maar vindt het niet goed dat er nog geen duidelijkheid is over de vergoeding die consumenten van hun energieleverancier krijgen voor teruggeleverde stroom.
Voorzitter Doekle Terpstra: ‘Voor installateurs blijft het moeilijk om klanten goed te adviseren over de kosten en opbrengsten van zonnepanelen. Dit gaat de markt onvoldoende in beweging brengen.’
AFBOUW
Volgens Techniek Nederland blijft zonne-energie een cruciale rol spelen in de verduurzaming van Nederland. Zonnepanelen zijn onmisbaar om de klimaatdoelen te halen. Daarom had de brancheorganisatie liever een geleidelijke afbouw van de salderingsregeling gezien. Zo’n aanpak zou zowel consumenten als de zonnestroombranche meer ruimte en meer duidelijkheid bieden om zich aan te passen aan de nieuwe situatie.
ZELFGEBRUIK NAAR 60%
Het einde van de salderingsregeling luidt een nieuwe fase in de energietransitie in. Eigenaren van zonnepanelen zullen een groter deel van de door hen opgewekte zonnestroom zelf gaan gebruiken. Momenteel ligt dat percentage gemiddeld op 30%. Door slimme technologieën in te zetten, zoals warmtepompen, zonnestroomboilers, thuisbatterijen en elektrische auto’s, kan dat percentage stijgen naar 60%. Terpstra: ‘Als we het zelfverbruik kunnen verdubbelen, helpt dat ook om de lokale netcongestie terug te dringen.’
ZONNEPANELEN AANTREKKELIJK HOUDEN
Techniek Nederland mist plannen van het kabinet om het eigen gebruik van zonnestroom actief te stimuleren.
Terpstra: ‘De overheid zou aanschaf en gebruik van zonnepanelen aantrekkelijk moeten houden. Daarmee dragen we ook bij aan het oplossen van de problemen rond netcongestie. Dat is de logische weg naar een duurzaam, toekomstbestendig energiesysteem.’ Volgens Terpstra heeft zonne-energie nog een enorme potentie in ons land. ‘Op twee derde van de Nederlandse daken liggen nog geen zonnepanelen en het overgrote deel van de bedrijfsdaken in ons land is nog onbenut.’
Bron en foto: ANP
Ondernemers en onderzoeksorganisaties die samen willen werken aan het verbeteren en ontwikkelen van duurzame batterijen, kunnen vanaf 16 december subsidie aanvragen.
Met de subsidie Circular Batteries (circulaire batterijen) kunnen zij innovaties ontwikkelen voor batterijen met een lange levensduur, de volgende generatie lithiumbatterijen, batterijsystemen voor zware voertuigen en het stabiel houden van ons stroomnet, en recycling van batterijen. De subsidie vermindert zo de afhankelijkheid van schaarse grondstoffen. En versterkt de Nederlandse positie in de internationale markt van batterijen.
NIEUWE GENERATIE
BATTERIJEN
De Subsidieregeling Circulaire batterijen (SCB) geeft een vergoeding voor
de kosten van een innovatieproject dat zich richt op het verbeteren van de huidige generatie batterijen, zoals de lithium-ionbatterijen. Maar ook voor de ontwikkeling van de volgende generatie batterijen, die verbeterde prestaties leveren of minder kritieke materialen gebruiken.
SAMENWERKINGSVERBAND
De subsidie is voor ondernemers en onderzoekorganisaties die samen willen werken aan innovaties voor duurzame en circulaire batterijen. Het samenwerkingsverband moet bestaan uit een onderzoeksorganisatie en minstens één onderneming.
Bron: RVO
De nieuwe Utrechtse stadswijk Merwede is de eerste wijk in Nederland en in Europa die wordt gebouwd op basis van een nieuw type stroomcontract. Via een collectief warmtesysteem worden de woningen straks verwarmd en door een groepscontract af te sluiten is er ook nog ruimte voor voorzieningen, zoals een school en een supermarkt.
Dit is een vorm van netbewuste nieuwbouw, wat zorgt voor minder impact op het elektriciteitsnet. In tijden van schaarse capaciteit op het elektriciteitsnet, kunnen op basis van netbewuste nieuwbouw meer woningen en wijkvoorzieningen worden aangesloten op het net. In dit proefproject worden 4.225 woningen aangesloten op het stroomnet. Voor het hele project geldt 5 megawatt als maximaal te gebruiken vermogen. Doordat er een groepscontract is afgesproken, met onder meer de aannemer en de projectontwikke-
laar, waar binnen verschillende innovaties zijn toegepast, blijft het verbruik van de wijk en de voorzieningen onder de afgesproken grens van 5 megawatt. Bewoners merken hier niks van en genieten het comfort zoals in elke woning het geval is. Bouwpartijen hebben op deze manier de ruimte om zelf allerlei oplossingen te bedenken, zo lang ze maar binnen de limiet van 5 megawatt blijven. In Merwede wordt bijvoorbeeld het laden van elektrische auto’s in de winter ‘s avonds uitgesteld. Dit nieuwe groepscontract is mogelijk door een
nauwe samenwerking tussen de gemeente Utrecht, Stedin, projectontwikkelaars en de exploitant van het warmtekoudesysteem waarmee de wijk straks verwarmd wordt.
NETBEWUSTE WONINGEN
Met de ambitie van het kabinet en marktpartijen om jaarlijks 100.000 nieuwbouwwoningen te realiseren, groeit de noodzaak voor netbewuste nieuwbouw. Met het bouwen van netbewuste woningen kunnen er meer woningen worden aangesloten met de beperkte ruimte op het net. Zo kunnen de woningbouw doelstellingen gehaald worden. Een mix van woningen, maar ook belangrijke voorzieningen in een wijk, zijn mogelijk als netbewuste nieuwbouw wordt ingezet. Merwede is een voorbeeld van netbewuste bouw, waarbij een wijk
De nieuwe Utrechtse stadswijk Merwede.
minder gebruik maakt van het elektriciteitsnet. In de provincie Utrecht worden de komende tijd 6.500 woningen gebouwd op een vergelijkbare manier. Wethouder Ruimtelijke Ordening Eelco Eerenberg is blij met deze nieuwe ontwikkeling: “Het volle stroomnet vraagt om een andere manier van denken en nieuwe slimme oplossingen. Het is mooi dat wij als gemeente Utrecht met deze oplossing vooroplopen en de aansluiting van deze nieuwe wijk zo kunnen realiseren. Het zorgt voor een wijk met voorzieningen in de buurt, zodat mensen boodschappen om de hoek kunnen blijven doen en hun kinderen naar een school dichtbij kunnen gaan. En dit kunnen we ook gebruiken voor toekomstige projecten. Zo kunnen we toch gaan bouwen aan al die woningen die zo hard nodig zijn in ons land.”
Regiodirecteur van Stedin Warmold ten Zijthoff: “Met de huidige bouwnormen worden woningen gebouwd die relatief zwaar belastend zijn voor het stroomnet. Overdag ontstaat piekbelasting door de teruglevering van stroom uit zonnepanelen en in de avond ontstaat piekbelasting doordat de warmtepomp grijze energie vraagt uit het net. Om echt te verduurzamen en het stroomnet niet onnodig zwaar te belasten moeten we naar een nieuwe standaard waarbij de energie die een woning opwekt ook zo veel mogelijk zelf benut wordt. Dat kan door apparaten slim te sturen en energie tijdelijk op te slaan in een batterij of WKO. Het project Merwedekanaal is daar een fantastisch voorbeeld van waardoor er met dezelfde capaciteit niet alleen woningen maar ook scholen en een supermarkt kunnen worden gerealiseerd.”
BOUWSTENEN VOOR
TOEKOMSTIGE PROJECTEN
Netbewuste nieuwbouw is al mogelijk op drie manieren: met nieuw ontwikkelde ontwerpprincipes, netbudgetten of via groepscontracten zoals in de wijk Merwede is toegepast. Om te bepalen of een woning netbewust is heeft de provincie Utrecht met Stedin en brancheorganisaties NEPROM en
Bouwend Nederland Netbudgetten voor nieuwbouw opgesteld. Het netbudget laat per type woning zien wat de maximale warmtevraag van een woning mag zijn tijdens het ontwerp, de bouw en installatie van de woning. Hier is gekeken naar een realistisch budget dat geen enorme kosten
met zich mee brengt. Daarnaast zijn voor gemeenten, aannemers en projectontwikkelaars zogenaamde ontwerpprincipes opgesteld. Vanuit deze principes wordt gekeken welk energiesysteem het beste toegepast kan worden in een nieuwbouwwijk. Bron en foto: ANP
Meer woonruimte door te
NRP en Natuur en Milieu zijn de penvoerder van het manifest ‘De meeste woningen staan er al’, waarin een pleidooi en concrete aanbevelingen worden gedaan voor het beter benutten van de bestaande voorraad gebouwen om de wooncrisis duurzamer op te lossen. Dat scheelt veel ruimte, materialen en vooral ook kostbare tijd.
Het manifest ‘De meeste woningen staan er al’ is tijdens het NRP-congres namens alle ondertekenaars overhandigd aan Martijn van der Linden, coördinator woningbouwbeleid bij het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijk Ordening. Rik van der Ploeg (Natuur & Milieu) en Elisabeth Boersma (NRP) deden
dit op symbolische wijze door het overhandigen van de ‘eerste baksteen van het niet-bouwen’: een idee en installatie van cultureel architectuurbureau RE-ST waarmee gepleit wordt voor kalmte in een oververhitte bouwcultuur.
Foto: door Stockphotos.com
Een bedrijf dat technisch hoogstaande oplossingen uitwerkt, wil dit met een passend visueel visitekaartje aan de buitenwereld kenbaar maken. Dat geldt ook voor REAVES in Helmond (NL). Directeur Reinier Vogels kocht enkele jaren terug een gebouw om volledig te strippen en klaar te stomen voor de komende decennia. Ruimtes werden opengetrokken, alles werd strak afgewerkt en de Linarte-gevel met random profilering zette de kroon op het werk.
Om het bedrijfsgebouw in Helmond naar de huidige tijd te katapulteren, contacteerde REAVES stadsgenoot LXarchitecten. Het pand werd volledig gestript. Het interieur evolueerde van gesloten naar open, onder meer door de integratie van glaspartijen. De werkplaatsen werden gemoderniseerd, de staalconstructie gelakt en de betonvloer gecoat. En ook de gevel onderging een transformatie. “Toen het gebouw werd opgericht, waren betonnen breukstenen echt de trend in deze regio”, legt architect Bas Knapen uit. “Dat paste niet bij de uitstraling die de opdrachtgever voor ogen had. LXarchitecten verkende de mogelijkheden. De keuze viel uiteindelijk op aluminium in combinatie met stucwerk. Dat levert een mooi contrast op, is niet alledaags en zal de tand des tijds doorstaan.”
NAUWE SAMENWERKING TUSSEN ARCHITECT EN BOUWSPECIALIST STORAX Renson-partner Storax is zeer vertrouwd met het Linarte-systeem. Die jarenlange expertise deelden ze graag met de architect. LXarchitecten koos voor een random profilering en bepaalde een mooie mix. De vakmannen van Storax namen dit ontwerp netjes over en werkten tussen de kozijnen af met zetwerk. In vijf dagen waren alle profielen geplaatst, goed voor 78 vierkante meter. Zowel bij renovatie als nieuwbouw is het plaatsingsgemak een sterk argument, naast het verticale karakter waardoor de gevel gemakkelijk schoonregent en de mogelijkheid om technieken te integreren.
Foto: Renson.
De bouw van het nieuwe gemeentehuis van de gemeente Krimpenerwaard is gestart. Het wordt het meest circulaire gemeentehuis van Nederland. Burgemeester Hans Beenakker, verantwoordelijk wethouder Pascal van der Hek en gemeentesecretaris Jurian Hennip sloegen symbolisch de eerste paal. In het bijzijn van de bouwpartners Dura Vermeer, Gabriëls Elektro, de betrokken architecten en andere belanghebbenden werd stil gestaan bij dit bijzondere moment.
Wethouder Pascal van der Hek is verheugd: “Na jaren van voorbereiding kan de bouw van het nieuwe gemeentehuis nu echt van start.” Het is niet zomaar een nieuw gemeentehuis. Het gaat hier om een modern, circulair gemeentehuis dat voldoet aan de milieueisen van de toekomst. “Het zorgt ervoor dat we de dienstverlening nog verder kunnen verbeteren”, vervolgt Van der Hek. “We organiseren straks alles vanaf één centrale locatie. We kunnen efficienter werken en creëren een fijne werkplek voor alle ambtenaren en bestuur.”
Zo’n vooruitstrevend gebouw neer-
zetten, kan alleen door samen te werken met partners die zich ook echt willen inzetten om circulair te bouwen. Dit vraagt om een innovatieve mindset. Die creatieve partners heeft de gemeente Krimpenerwaard gevonden in Dura Vermeer Bouw Zuid, Ector Hoogstad Architecten, DOOR Architecten, Gabriëls Elektro en vele anderen die samenwerken aan dit project.
Gemeente Krimpenerwaard was toe aan een nieuw gemeentehuis. Een comfortabele ontmoetingsplek waar alle zaken met de gemeente snel en efficiënt te regelen zijn, omdat alle diensten onder één dak zijn gehuis-
vest. De nieuwbouw is straks niet alleen functioneel en efficiënt, maar ook een architectonisch, duurzaam hoogtepunt voor de gemeente Krimpenerwaard. Zo is er gekozen voor duurzame materialen zoals een houten draagconstructie, circulaire bakstenen, houten gevels, biobased materialen en veel groen. Het nieuwe gemeentehuis wordt eveneens volledig energieneutraal: CO²-neutraal en aardgasvrij. Om al deze redenen mag het straks het predicaat meest circulaire gemeentehuis van Nederland dragen.
Directievoorzitter Rutger Veldhoen van Dura Vermeer Bouw Zuid spreekt met trots: “Deze mijlpaal markeert het begin van een inspirerend, toekomstbestendig project. We zijn blij dat we dit prachtige pand nu echt mogen bouwen voor de medewerkers, de inwoners, organisaties en ondernemers van gemeente Krimpenerwaard.”
Eind 2025 moet het gemeentehuis klaar zijn. De officiële opening is gepland in het tweede kwartaal van 2026. Na de verhuizing krijgen de vier huidige gemeentekantoren een nieuwe bestemming.
Bron en foto’s: Dura Vermeer
De Onderzoeksraad voor Veiligheid start een onderzoek naar de veiligheidsrisico’s rond wateroverlast. In het onderzoek kijkt de Onderzoeksraad hoe Nederland zich voorbereidt en anticipeert op de toenemende risico’s door wateroverlast als gevolg van extreme neerslag. De impact van enkele recente voorvallen wordt bij het onderzoek betrokken.
Veel voorvallen wateroverlast Het afgelopen jaar van zomer 2023 tot zomer 2024 was het natste jaar ooit gemeten in Nederland. Door toenemende extreme neerslag als gevolg van klimaatverandering komt
wateroverlast steeds vaker voor. Erica Bakkum, raadslid: ‘De term ‘wateroverlast’ klinkt vooral als een situatie met ongemak. Toch kunnen situaties rond wateroverlast voor de samenleving en voor individuele bur-
gers fors ontregelend zijn. Ze kunnen voor aanzienlijke veiligheidsproblemen zorgen. Denk aan een afdeling spoedeisende hulp van een ziekenhuis die onderloopt of woningen die onbewoonbaar raken als gevolg van schimmel en vocht.’
De Onderzoeksraad streeft ernaar het onderzoek naar de veiligheidsrisico’s rond wateroverlast voor eind 2025 af te ronden.
Foto: Wateroverlast in Zuid-Limburg, CC0
Bijna drie kwart van de Nederlanders maakt zich zorgen over weersextremen en de problemen die dit met zich meebrengt zoals wateroverlast en droogte. Dit blijkt uit het onderzoek Waterpeil 2024. 57% van de Nederlanders ziet daarbij een grote rol voor de overheid en het bedrijfsleven, maar is zich ook bewust van de eigen verantwoordelijkheid.
Nederlanders hebben vertrouwen in het Nederlandse waterbeheer. Er is vertrouwen in het werk van de overheid en het waterschap om overstromingen te beperken. Maar tegelijkertijd maakt men zich ook zorgen over dreigingen zoals overstromingen en droogte. De overstromingen van
2021 in Limburg hebben ervoor gezorgd dat mensen zich extra bewust zijn van de gevaren. Maar liefst 47% van de Nederlanders denkt dat er de komende tien jaar vaker wateroverlast zal zijn door hevige regen. Hoewel slechts een kleine groep al maatregelen heeft genomen, zoals
het kopen van zandzakken of het vergroenen van de tuin, zijn veel mensen wel bereid om in de toekomst maatregelen te treffen. Hoewel het risico dat er een tekort aan drinkwater zal zijn door de respondenten als klein wordt ingeschat, zijn veel Nederlanders in het geval van een dreigend watertekort bereid om minder water te gebruiken als de overheid dat vraagt. Bijvoorbeeld door korter te douchen of minder vaak de tuin te sproeien.
Bron: Nationaal Deltaprogramma
In 2023 ontstonden er 8,8 duizend woningen uit transformaties van niet-woningen, zoals kantoren en winkels. Het aantal woningtransformaties is daarmee met 8 procent afgenomen ten opzichte van 2022. Met name het aantal transformaties uit kantoorpanden nam sterk af. Het aantal woningtransformaties uit winkelpanden nam daarentegen juist toe. Dat blijkt uit onderzoek van het CBS, in opdracht van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO).
Het aantal woningen dat in 2023 uit transformatie van bestaande panden is ontstaan, vormt 9 procent van de toevoegingen aan de woningvoorraad. Nieuwbouw blijft nog altijd de belangrijkste factor voor groei van de woningvoorraad, in 2023 waren dat 73,6 duizend woningen. Uit een eerste voorlopige schatting zijn in het eerste halfjaar van 2024 3,7 duizend woningen ontstaan uit transformaties.
MEER WONINGTRANSFORMATIES IN VOORMALIGE WINKELPANDEN
In 2023 werden 2,2 duizend woningen gerealiseerd in voormalige winkelpanden, dat is 37 procent meer dan in het voorgaande jaar. Het aantal opgeleverde woningen per winkelpand is ook gestegen: in 2022 werden er gemiddeld bijna 3 woningen per winkelpand opgeleverd,
in 2023 waren dat er meer dan 4. De meeste woningen ontstaan in voormalige kantoorpanden, namelijk 2,5 duizend (28 procent van het landelijk totaal aan woningtransformaties). Dit aantal is de afgelopen jaren afgenomen. In 2022 en 2021 werden respectievelijk 3,1 en 4,5 duizend woningen gerealiseerd in voormalige kantoorpanden. Het aandeel woningtransformaties uit industriepanden bleef ongeveer gelijk. Het aandeel woningtransformaties uit panden met een maatschappelijke functie, zoals onderwijs of gezondheidszorg, steeg licht; het absolute aantal daalde wel ten opzichte van vorig jaar.
In één derde van de transformaties werd (bijna) het gehele pand getransformeerd. In de overige gevallen betreft een transformatie een deeltransformatie: bij meer dan
de helft van de transformaties werd minder dan 50 procent van het pandoppervlak verbouwd tot woonruimte. Deze aandelen zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren.
GROOTSTE AANTAL WONINGTRANSFORMATIES IN NOORD-HOLLAND
In 2023 nam het aantal woningtransformaties in Noord-Holland toe van 1 605 naar 1 960. Daarmee is Noord-Holland koploper (22 procent van het landelijk totaal aan woningtransformaties), gevolgd door Zuid-Holland (17 procent)
en Gelderland (13 procent). Meer dan de helft van de woningtransformaties in Noord-Holland vond plaats in Amsterdam, namelijk 1 155 (13 procent van het landelijk totaal aan woningtransformaties). Van de vier grootste gemeenten is het aantal woningtransformaties in Rotterdam licht gestegen, van 290 naar 315. In zowel Utrecht als Den Haag daalde het aantal transformaties, met respectievelijk 33 procent en 29 procent. In de kaart staan alle gemeenten met woningen ontstaan vanuit transformatie, uitgedrukt als percentage van het totaal aantal toevoegingen aan de woningvoorraad in 2023. Bloemendaal heeft het hoogste aandeel woningtransformaties: 110 van de 124 toegevoegde woningen betrof een transformatie.
Bron en afbeeldingen: CBS
Om netcongestie te voorkomen zien netbeheerders het warmtenet als beter alternatief voor de individuele warmtepomp. Warmtepompen zijn echter niet de veroorzakers van netcongestie waarvoor ze door netbeheerders worden gehouden. Oorzaak is dat netbeheerders de netbelasting bepalen op basis van conservatieve en gedateerde uitgangspunten, stelt adviesbureau Merosch op basis van onderzoek.
Daardoor wordt de hoop gevestigd op warmtenetten in plaats van warmtepompen. Voor gebieden met hoge bouwdichtheid zijn warmtenetten veelal de juiste keuze maar voor wijken met een lage bouwdichtheid niet. Daar zullen individuele warmtepompen de meest voor de hand liggende oplossing blijven. Door de veronderstelde netcongestie wordt deze oplossing nu afgeremd. Dat is niet alleen onjuist maar zorgt ook dat de warmtransitie onnodig vertraging oploopt.
NETBEHEERDERS GEBRUIKEN
GEDATEERDE UITGANGSPUNTEN
Door de gedateerde uitgangspunten van netbeheerders is de dominante mantra in de warmtetransitie: Warmtenetten voorkomen netcon-
gestie, terwijl warmtepompen juist netcongestie vooroorzaken. ‘Uit ons onderzoek komt naar voren dat dit mantra gefundeerd is op verkeerde en aannames die niet overeenkomen met de waarnemingen in de praktijk,’ legt Ronald Schilt uit. Het gevolg: gemeenten zetten vol in op complexe warmtenettrajecten terwijl Nederland vastloopt door netcongestie. Sommige typen warmtenetten zorgen zelfs voor dezelfde belasting als die van individuele warmtepompen. Ook blijken netbeheerders bang voor de inschakeling van de noodvoorziening van een warmtepomp. Die noodvoorziening zou in uitzonderlijke situaties voor enorm hoge pieken op het elektriciteitsnet kunnen zorgen. Deze angst is onterecht: in sommige gevallen
verwerken warmtepompleveranciers geen noodvoorziening meer in warmtepompen.
BELEIDSMAKERS HEBBEN NAUWELIJKS FOCUS OP WARMTEPOMP
Netcongestie legt de grenzen van onze ongeremde groei naar elektriciteitsbehoefte pijnlijk bloot. ‘Het verschil tussen een netbewuste inpassing van een individuele warmtepomp of een inpassing waar daar niet aan gedacht wordt? Dat is het verschil tussen een wijk waar het licht blijft branden tijdens een donkere avond in december en een wijk waar het licht uit gaat. Dat beleidsmakers nauwelijks focus hebben op de individuele warmtepomp voor wijken met een lage bouwdichtheid is daarom een gemiste kans in de warmtetransitie,’ stelt Ronald Schilt, directeur van Merosch.
Beeld: door Merosch, individueel versus collectief.
Er is een nieuw type raam ontwikkeld en getest dat stroom opwekt en tegelijkertijd de warmte en lichtinval regelt. Dit is gedaan door onderzoekers van het ZIEZO-project, geleid door TNO.
Dit raam, het eerste in zijn soort, heeft speciale dubbelzijdige zonnecellen en ingebouwde jaloezieën die zonlicht weerkaatsen. Hierdoor gaat er meer licht naar de achterkant van de cellen, wat de energieopbrengst verhoogt en oververhitting voorkomt.
HOGERE ENERGIE-EFFICIËNTIE GEBOUWEN
Om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, moeten gebouwen in Nederland veel duurzamer worden. Strengere energieprestatiestandaarden voor gebouwen stimuleren de markt voor gebouw-geïntegreerde zonnetechnologieën (BIPV).
Zonne-energie expert bij TNO Roland Valckenborg: “Door effectief gebruik te maken van zonlicht en zonnewarmte kan dit raam een grote impact hebben op de energie-efficiëntie van gebouwen. Voor een gemiddeld kantoorgebouw kunnen deze ramen de CO₂-voetafdruk van dat gebouw met minstens 20% verminderen. Het is ook commercieel interessant omdat dit concept, voor zover wij weten, nog niet op de markt beschikbaar is.” Het nieuwe zonneraam, genaamd ZIEZO (Zonwering Inclusief Elektriciteitsopwekkend Zonneraam), bestaat uit dubbelzijdige kristallijne silicium zonnecellen en ingebouwde jaloezieën. Wanneer de jaloezieën naar beneden zijn, weerkaatsen ze zonlicht naar de achterkant van de zonnecellen, waardoor er meer energie wordt opgewekt.
Het systeem biedt drie standen. De jaloezieën zijn opgeslagen in de bovenbak (no boost). Met de jaloezieën naar beneden en horizontaal (partial boost). Met de jaloezieën naar beneden maar dan verticaal zodat
al het zonlicht geblokkeerd wordt (max boost). Gebruikers kunnen de jaloezieën automatisch aanpassen om meer energie op te wekken of de temperatuur en het licht in de kamer te regelen.
De onderzoeksgroep bestaat naast TNO verder uit TU/e, glasbedrijf Pilkington Nederland en W/E adviseurs. Het afgelopen jaar hebben ze 12 kleine versies van dit raam getest bij de outdoor research faciliteit SolarBEAT in Eindhoven en 6 volledige ramen geïnstalleerd in het Experience Center van Pilkington in Enschede.
Op zonnige dagen verhoogt het zonneraam de energieopbrengst met maximaal 25% met de meest reflecterende jaloezieën, vergeleken met een raam met slechts enkelzijdige zonnecellen zonder jaloezieën. Gemiddeld over het hele jaar is de
energietoename ongeveer 13%. De resultaten van het systeem zijn onlangs gepubliceerd in een artikel(opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website) voor het zonne-energie tijdschrift Solar RRL.
VERVOLGSTAPPEN
In de nabije toekomst zal de groep de impact van het zonweringssysteem op het zicht en de binnentemperatuur in het gebouw verder onderzoeken. De projectpartners overwegen ook een vervolgproject in een Europese context. Daarnaast ontwikkelen ze een nieuwe tool om gebouwontwerpen te verbeteren.
Hierbij worden zonne-energieopwekking, binnenklimaat en CO₂-besparingen geoptimaliseerd door de verwarmings- en koelingsbehoeften te verminderen. Dit is uitdagend vanwege veranderende zonposities en wisselende patronen in kantoorbezetting (doordeweekse dagen versus weekenden), samen met individuele voorkeuren voor licht en temperatuur achter het ZIEZO-raam.
Afbeelding: door TNO. Wanneer de jaloezieën naar beneden zijn, fungeren ze als een reflector en wordt (een deel van) het zonlicht omgeleid naar de achterkant van de dubbelzijdige cellen. Bij een verticale stand geeft dat een hogere energieopbrengst dan bij een horizontale stand.
Natuurinclusief, klimaatadaptief, biobased, circulair, sociaal: het nieuwbouwproject Hortus Ludi in Nijmegen is vanuit diverse oogpunten te bestempelen als een voorbeeld voor de toekomst.
Erkenning blijkt uit de nominatie voor de Nationale Houtbouwprijs 2024. Hortus Ludi: een vernieuwend woonconcept waarbij een circulair poortgebouw toegang biedt tot elf ruim opgezette stadsvilla’s en een gedeelde tuin.
NOODZAKELIJKE TRANSITIE
MET MEERWAARDE
Dat de transitie naar houtbouw noodzakelijk is, benadrukken ook de architecten van Hortus Ludi: Ferry in ’t Veld en Nina Aalbers van Studio
Architectuur MAKEN: “Het is door de hernieuwbaarheid van het materiaal en de opslag van CO2 eigenlijk de enige manier om als bouwsector aan de vanuit het Klimaatakkoord geëiste CO2-reductie te voldoen. We hebben hout nodig om te bouwen op een manier die beter is voor de aarde.”
Toch is hout veel meer dan alleen een technische oplossing voor een technisch probleem. “Door de keuze voor hout in de tenderfase, konden we optimaal ontwerpen
vanuit het materiaal. Duurzaamheid en schoonheid zijn daardoor met elkaar vervlochten in dit project.” Zo leidde bijvoorbeeld de uitdaging rondom de volledig houten constructie juist tot een aantrekkelijke en creatieve indeling van de stadsvilla’s. “Vanwege de grote overspanning en de wens om de vloeren zo dun mogelijk te maken, moesten we werken met een kolomstructuur in het midden van de woningen”, legt Nina uit. Het resultaat: “De zichtbare houten draagstructuur zorgt voor een gevoel van warmte en geborgenheid in de ruime stadsvilla’s én de creatie van allerlei leuke hoekjes.”
Energiearme huishoudens hebben vaak last van tocht, kou, vocht en schimmel in de woning, een hoge energierekening, financiële zorgen en mentale en fysieke gezondheidsproblemen. Nieuw onderzoek van TNO toont aan dat aardgasvrije renovaties met warmtepompen en zonnepanelen veel van deze aspecten meer verbeteren dan reguliere verduurzamingsrenovaties.
Eerder onderzoek van TNO liet al voordelen van renovaties zien, maar de meerwaarde van aardgasvrije renovaties was nog niet eerder onderzocht.
De huidige studie, die zich richtte op zes renovatieprojecten van woningcorporaties, wees uit dat aardgasvrije renovaties met warmtepompen en zonnepanelen leiden tot verschillende voordelen, namelijk: een lagere energierekening, een grotere verbetering van het wooncomfort en minder financiële zorgen dan bij reguliere verduurzamingsrenovaties. Hierbij werd dak- en spouwmuurisolatie aangebracht, raamwerk en kozijnen vervangen en mechanische ventilatie en cv-installatie en leidingwerk verbeterd.
Dit nieuwe onderzoek biedt een eerste inzicht in de meerwaarde van deze woningrenovaties voor huishoudens die te maken hebben met energiearmoede.
LAGERE ENERGIEREKENING:
GEMIDDELD 173 EURO PER MAAND
Bij beide typen renovaties (regulier en aardgasvrij) verbeterde de fysieke gezondheid van bewoners, waarschijnlijk door de verbeterde isolatie. Ook was de energierekening lager bij beide type renovaties. Bewoners van een aardgasvrij gemaakte woning hadden echter de grootste vermindering op hun energierekening: de gemiddelde besparing bedroeg 173 euro per maand.
Bewoners van een gerenoveerde woning hadden een gemiddelde besparing van 95 euro per maand. Dit is te danken aan het feit dat aardgasvrije woningen geen gas meer gebruiken, terwijl gasverbruik een flink deel van de energierekening uitmaakt. Arianne van der Wal, een van de betrokken TNO-onderzoekers: “Bewoners waarvan de woning gerenoveerd is hebben minder financiële zorgen dan bewoners die nog geen renovatie hebben gehad. Echter, aardgasvrije renovaties verminderen de financiële zorgen meer dan de reguliere renovaties.”
VERDER ONDERZOEK NODIG
“Verder onderzoek naar alternatieven voor het aardgasvrij maken van woningen, zoals bijvoorbeeld warm-
tenetten, is nodig om de uitkomsten van deze studie te vergelijken. Desondanks, denken we dat de bevindingen van dit onderzoek waardevolle inzichten bieden voor beleidsmakers en woningcorporaties voor het verbeteren van de leefomstandigheden van energiearme huishoudens en het realiseren van de aardgasvrijdoelstellingen van het Klimaatakkoord”, zegt Van der Wal.
LANDELIJK ONDERZOEKSPROGRAMMA ENERGIEARMOEDE Dit onderzoek maakt deel uit van het Landelijk Onderzoeksprogramma Energiearmoede dat TNO uitvoert in samenwerking met de ministeries van Klimaat en Groene Groei, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Noord-Brabant, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Foto: door Fons Heijnsbroek op Unsplash.
Het innovatieve TwistFlush[e3] toiletspoelsysteem gebruikt een krachtige waterwerveling voor een hoge spoelprestatie met minder waterverbruik. Villeroy & Boch, introduceerde het systeem enkele jaren geleden in het hoge segment van de markt. Han van Hardeveld, managing director Nederland: “Nu is het revolutionaire TwistFlush[e3] toiletspoelsysteem voor het eerst op een aantrekkelijk prijsniveau beschikbaar in het instapsegment. De spoeltechniek wordt als eerste toegepast op de toiletten uit de vernieuwde en uitgebreide badkamercollectie Architectura.”
De TwistFlush-technologie, werkt met een bijzonder krachtige spoeling door een deel van het water in een wervelende stroom langs de binnenzijde van het toilet te sturen. De waterwerveling die hierbij ontstaat spoelt vuil weg en bereikt vrijwel het gehele binnen oppervlak van het toilet.
Deze manier van spoelen verbruikt weinig water. Er is keuze tussen twee verschillende spoelvolumes: een kleinere spoeling van 3 liter en een grotere spoeling van 4,5 liter. In de meeste gevallen is één keer spoelen voldoende om een volledige zuiverheid te bereiken, stelt de fabrikant. Directeur Han van Hardeveld: “Met deze innovatie leveren we onze bijdrage aan een milieubewuste levensstijl door hulpbronnen te sparen en het waterverbruik te verminderen.”
Villeroy en Boch rekent, op basis van informatie van het Duitse Bundesamt voor milieu, uit dat een vier persoons huishouden, vergeleken met een gebruikelijke spoeling van 6 liter, meer dan 19.000 liter water bespaart. “Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Bovendien overtreft zowel TwistFlush als TwistFlush[e3] de standaardeisen van de Europese norm EN997.” Deze Europese norm specificeert constructie- en prestatievereisten samen met testmethoden voor aan de muur gehangen urinoirs van glasachtig porselein of roestvrij staal. “De TwistFlush spoeltechnologie is daarmee een duurza-
me keuze zonder in te leveren op de spoelprestatie.”
TOEPASSING IN WONINGBOUW
Villeroy en Boch noemt deze ontwikkeling in haar uitingen de TwistFlush[e3].
De toevoeging e3 staat voor evolutionair, economisch en efficiënt. “Veel bouwbedrijven kiezen voor duurzame oplossingen. Met een toilet met een waterbesparende spoeltechnologie komen we hieraan tegemoet. Nu de technologie voor het eerst is geïntroduceerd op toiletten in de Architectura collectie, die vooral veel wordt toegepast in de woningbouw vanwege de aantrekkelijke prijs-kwaliteitverhouding, is het ook beschikbaar op een lager prijsniveau. Het toilet is dit jaar geïntroduceerd en sinds een paar
maanden verkrijgbaar. We zien we de belangstelling stijgen.”
RANDLOOS ONTWERP
De krachtige straal van wervelend water werkt in combinatie met een nieuw, intelligent ontworpen closet met gladde wanden. Dit zorgt ervoor dat TwistFlush[e3] de gehele binnenkant van het closet grondig spoelt en bacteriën en vuil moeilijk aanhechten. De toiletten met een TwistFlush[e3] toiletspoeling zijn optioneel verkrijgbaar met de oppervlakteafwerkingen CeramicPlus en AntiBac, waardoor vuil nog minder kans heeft. Door het randloze ontwerp en de grondige spoeling zijn de TwistFlush[e3] toiletten snel en eenvoudig te reinigen voor optimale efficiëntie én hygiëne.
Toiletten met TwistFlush[e³] kunnen twee keer zo snel worden gereinigd als Villeroy & Boch toiletten mét spoelrand. Daarmee zijn aanzienlijke schoonmaakkosten te besparen.
Van Hardeveld: “De vortex spoeltechnologie wordt beschouwd als het meest geavanceerde spoelsysteem op de markt. Villeroy & Boch is drie jaar geleden deze weg ingeslagen met TwistFlush voor optimale spoelprestaties en toilethygiëne in combinatie met een lager waterverbruik.”
Met TwistFlush[e3] is deze innovatieve vortex spoeltechnologie nu verder ontwikkeld om te voldoen aan de specifie-
ke behoeften van openbare en commerciële sanitaire voorzieningen en woningbouwprojecten. TwistFlush[e3] is voor het eerst toegepast op de toiletten uit de vernieuwde en uitgebreide badkamercollectie Architectura. De vernieuwde wand-wc’s zijn verkrijgbaar met ronde of vierkante vormgeving, in vier verschillende maten inclusief een compact, ruimtebesparend model.
“De collectie Architectura is ontwikkeld voor grote projecten waarbij hoge eisen aan flexibiliteit en kosteneffectiviteit worden gesteld. De Architectura toiletten met TwistFlush[e³] technologie leveren een doorslaggevende bijdrage aan een kostenefficiënt vastgoedbeheer”.
Het Architectura toilet met TwistFlush[e3] is eenvoudig te installeren dankzij een open of verborgen ViFix bevestiging die installatie mogelijk maakt met behulp van de montagegaten voor de toiletzitting. ViFix is de innovatieve bevestigingstechniek voor de aan de wand hangende toiletten in dit instapsegment. De montage kan heel eenvoudig en comfortabel door slechts één persoon worden uitgevoerd en de ViFix verbinding is volledig onzichtbaar.
“Aantrekkelijk geprijsd, geringe montagekosten, zuinig in gebruik en snelle reiniging. Zo zorgt ons bedrijf ervoor dat de consument beschikt over een stijlvol toilet binnen een aantrekkelijk budget”, voegt Van Hardenveld toe.
VILLEROY & BOCH
Villeroy & Boch is al meer dan 275 jaar een van ‘s werelds toonaangevende merken voor hoogwaardig keramiek. Dit familiebedrijf, met het hoofdkantoor in het Duitse Mettlach, staat voor innovatie, traditie en design. Naast wastafels, badmeubels, baden en toiletten voor badkamers, brengt de fabrikant ook producten voor de keuken en serviesgoed op de markt. Villeroy & Boch biedt klanten verspreid over 125 landen daarmee producten uit de sectoren Bathroom and Wellness en Dining & Lifestyle van een kwaliteit die een gerenommeerd internationaal lifestylemerk betaamt.
Het Noordelijke Havenhoofd in Scheveningen is her ontwikkeld. Als onderdeel van deze herontwikkeling is aan de Strandweg een parkeergarage gerealiseerd waarvan de entreewanden zijn uitgevoerd in schoon beton.
De wanden volgen het verloop van het duin en krommen zich naar buiten toe open. Opmerkelijk is de uitvoering van de wanden in de kleuren antraciet en grijs en het gebruik van een strakke cannelure. Voor het aanbrengen van deze cannelure-structuur op het benedendeel van het beton, werd gebruik gemaakt van NOEplaststructuurmatten met een voor dit project nieuw gemaakt model. Voor het storten van de gekromde entreewanden werd gebruik gemaakt van het NOEtop bekistingsysteem waarvan de voorzijde (zeezijde) werd voorzien van gekromde cassettes. Omdat tegen de achterzijde van de betonwand uiteindelijk weer duinzand komt te liggen, werd alleen de bovenste 20 cm van de achterzijde uitgevoerd als zichtbeton. De wanden lopen niet alleen gekromd maar worden naar de ingang toe ook steeds hoger, tot maximaal 4,50 meter. De oplopende vorm komt overeen met het verloop van het duin, zodat de ingang volledig opgaat in de duinpartij. Na het aanbrengen van de wapening en het sluiten van de bekisting kon het beton worden gestort. Hierbij werd gebruik gemaakt van een speciaal betonmengsel dat al bij het storten een hoge stijfheid bereikte.
Tekst: Harmen Weijer
De bouwsector is de laatste jaren steeds meer gericht op duurzaamheid en het verminderen van de ecologische voetafdruk. Een belangrijk aspect hierbij is het isolatiemateriaal dat in bestaande en nieuwbouw wordt toegepast. Traditioneel worden materialen zoals glaswol, steenwol maar ook PUR gebruikt, maar deze hebben een hoge milieubelasting. Een opkomend alternatief zijn isolatiematerialen die gemaakt zijn van biobased materialen. Deze bieden niet alleen goede isolerende eigenschappen, maar zijn ook beter voor het milieu omdat ze uit hernieuwbare bronnen worden gewonnen. En er is zelfs een circulaire variant. Wat is er op dit moment nog meer mogelijk? Een overzicht.
Allereerst de herkomst, want waarvan worden biobased isolatiematerialen eigenlijk gemaakt? Het is wellicht een inkopper, maar biobased kunststoffen worden gemaakt worden van natuurlijke en hernieuwbare grondstoffen. Dit tegenstelling tot traditionele kunststoffen, die op basis van aardolie worden gemaakt. Bij natuurlijke grondstoffen moet je denken aan mais, suikerriet of zetmeelhoudende planten, maar het kunnen ook afvalproducten uit de landbouw of voedselproductie.
Het productieproces van biobased kunststoffen begint met het winnen van biopolymeren uit hernieuwbare bronnen. Deze grondstoffen worden vervolgens door middel van fermentatie of andere chemische processen omgezet in polymeren, zoals polylactide (PLA) of polyhydroxyalkanoaat (PHA). Deze polymeren vormen de basis van biobased kunststoffen. Een aantal van de meest gebruikte isolatiematerialen in de gebouwde omgeving zijn polyuretaan (PUR), polyisocyanuraat (PIR) en polystyreen (EPS en XPS). Inmiddels zijn daarvan biobased varianten op de markt. Zo is er al sinds 2009 Biofoam, dat door IsoBouw is ontwikkeld en gepatenteerd. Dit isolatiemateriaal is vergelijkbaar met EPS: het ziet er qua structuur hetzelfde uit en heeft vrijwel dezelfde eigenschappen. Het is verwerkt in schuimen platen voor het isoleren van daken, maar ook in parels als spouwmuurvulling. Het bioschuim in deze toepassing is PLA, gewonnen uit suikerriet. Uit de LCA-berekening
Aanbrengen van deze biobased isolatiematten is vrij eenvoudig door het aan vloeren te nieten onder houten vloeren of te pluggen aan betonnen vloeren.
van BioFoam (2011) blijkt dat de GWP van dit product 8,1 is. Ter vergelijking: die van minerale wol is 41, PURschuim 22 en EPS-schuim 17.
De ontwikkeling van bioschuimen staat niet stil, en zo ook op het vlak van damp-open bouwen. BioFoam is namelijk van het soort damp-dicht,
terwijl in het kader gezond bouwen er steeds meer vraag is naar dampopen bioschuimen. Op dat vlak is in 2020-2022 onderzoek gedaan met ondersteuning van Topsector Energie
door Plantics uit Arnhem. Hierbij zijn open-cell isolatieschuimen ontwikkeld op basis van de Plantics bioharsen. “Deze bioharsen zijn gebaseerd op een uitvinding van de Universiteit van Amsterdam”, vertelt Erik Oesterholt, business development manager bij Plantics. “Onze biohars wordt gemaakt uit agro restmaterialen en bevatten dus de CO2 die door planten
heeft sinds kort een biobased variant op de isolatie-bubbelsmatten geproduceerd.
tijdens de groei is opgenomen uit de lucht. Deze hars vormt een veilig, niet giftig alternatief voor de petrochemische bindmiddelen die traditioneel in isolatie- en plaatmaterialen worden gebruikt.”
De biohars kan worden gebonden met bijvoorbeeld houtsnippers, maar ook met vezels als hennep en lisdodde. “Die laatste heeft een hele hoge isolatiewaarde, en dus hebben we dat gebruikt in combinatie met gerecycled papier bij de ontwikkeling van isolatiepanelen. Daarnaast hebben we verschillende bioschuimen ontwikkeld in het Topsector-project op basis van de biohars. Wat ons onderscheidt, is het feit dat we bij einde levensduur de biohars kunnen terugwinnen uit de producten die met onze biohars zijn gemaakt. Deze teruggewonnen biohars kan vervolgens worden hergebruikt, grotendeels met behoud van de bindende eigenschappen. Maar er kan ook opnieuw een bioschuim mee worden geproduceerd. Dat resulteert in circulaire materialen: de opgeslagen CO2 in de vezels en in de hars blijft bij recycling gebonden in het materiaal en krijgt een tweede leven in
een nieuw materiaal. Dit in tegenstelling tot conventionele, lineaire materialen die bij einde levensduur vaak worden verbrand. Hierbij komt de in het materiaal opgeslagen CO2 vrij in de atmosfeer.”
Zowel de rigide bioschuimen als de isolatieplaten van Plantics zijn in een proefopstelling uitgetest. Ook zijn door SHR, een van de partners in dit project, onder andere de isolatiewaarden van de verschillende materialen gemeten. “De λ-waarde van het bioschuim is te vergelijken met die van EPS en XPS, en ligt iets lager (dus betere isolatie) dan die van andere bio-isolatiematerialen. De lage λ-waarden van PIR en PUR worden niet gehaald, maar dat komt omdat aan PIR en PUR pentaan als blaasmiddel is toegevoegd. Dat heeft een hele hoge isolatiewaarde, maar is dan weer aardolie-gebaseerd.”
Zaak is wel dat Plantics de materialen met deze biohars terugvraagt van hun afnemers bij einde levensduur. “Wij willen de materialen graag terug zodat we ze kunnen her-activeren in
ons gepatenteerde recyclingsproces. We hebben dit concept onder andere met onze gevelpanelen toegepast in een demo gebouw: het Fieldlab in Emmen. De gevels van dit uit innovatieve biobased materialen bestaande gebouw zijn afgewerkt met Plantics
POPULAIRE BIOBASED ISOLATIEMATERIALEN
PLA (Polylactic Acid)
hennep biocomposiet panelen. Een aantal van deze panelen is na 3 jaar dienst te hebben gedaan verwijderd, waarna vervolgens de biohars is teruggewonnen. Met deze teruggewonnen hars hebben we nieuwe panelen kunnen geproduceerd.”
PLA is een van de meest gebruikte biobased kunststoffen en wordt geproduceerd uit hernieuwbare bronnen zoals maiszetmeel of suikerriet. PLAschuim wordt steeds vaker gebruikt als isolatiemateriaal vanwege zijn goede thermische isolatiewaarde en vochtbestendigheid. Het materiaal is bovendien biologisch afbreekbaar onder industriële omstandigheden, wat het een duurzamere optie maakt in vergelijking met fossiele schuimsoorten.
PEN (Polyethyleen-Furanoaat)
PEN is een kunststof die wordt geproduceerd uit biogebaseerde suikers en een vergelijkbare structuur heeft als PET (polyethyleentereftalaat), maar met betere barrière-eigenschappen. Het materiaal is zeer geschikt voor isolatietoepassingen in vochtige omgevingen, zoals kelderwanden of spouwmuren, omdat het bestand is tegen schimmelvorming. Bovendien is PEN recyclebaar en kan het bijdragen aan een circulaire economie.
Bio-PUR (Biopolyurethaanschuim)
Biopolyurethaan, ook wel bio-PUR genoemd, is een biobased variant van traditioneel polyurethaanschuim. Dit schuim wordt vaak gemaakt uit plantaardige oliën zoals soja- of castorolie. Bio-PUR heeft uitstekende thermische isolatie-eigenschappen en kan op maat worden gespoten, wat zorgt voor een naadloze isolatielaag en voorkomt dat er warmte ontsnapt. Het materiaal is niet volledig biologisch afbreekbaar, maar heeft wel een lagere ecologische voetafdruk door het gebruik van hernieuwbare grondstoffen.
Houtvezelplaat met Biobased Bindmiddelen
Houtvezelisolatieplaten worden steeds vaker gecombineerd met biobased bindmiddelen in plaats van synthetische harsen. Dit zorgt voor een geheel natuurlijk en biobased isolatiemateriaal dat ademend is, vochtregulerend werkt, en ideaal is voor houten constructies en houtskeletbouw. Houtvezelisolatie biedt een hoog warmte-opslagvermogen, wat helpt bij het reguleren van binnentemperaturen. De eigenschappen van biobased kunststoffen kunnen sterk variëren afhankelijk van het type grondstof en het productieproces. Sommige biokunststoffen zijn volledig biologisch afbreekbaar, terwijl andere ontworpen zijn om lang mee te gaan en niet af te breken. Voor de toepassing als isolatiemateriaal is het belangrijk dat de kunststof duurzaam, goed isolerend en bestand tegen uiteenlopende omstandigheden is.
Een andere manier van isoleren is het gebruik van reflecterende materialen. Isobooster heeft daar sinds kort een biobased variant op geproduceerd, vertelt Henk Woldring van Isobooster. “Ons systeem bestaat – kort gezegduit bubbeltjes en met als reflecterend materiaal aluminium, al is dat wel erg dun. Afgelopen jaren gebruikten we al steeds vaker gerecyclede kunststof hiervoor. En we hebben de afgelopen twee jaar samen met het Braziliaanse Braskem gewerkt aan een biobased variant hiervan. Je kunt namelijk niet alle soorten compounds bubbeltjes bioplastics maken. Dat is uiteindelijk gelukt, al moesten we wel wachten op het moment dat Braskem ruimte had in hun productieschema. Sinds ze dit jaar een nieuwe, tweede productielocatie hebben geopend, kan de productie worden opgeschaald. We verwachten begin 2025 te kunnen leveren.”
Ook Braskem maakt gebruik van biobased polymeren uit suikerriet. Dat doet het Braziliaanse bedrijf al sinds 2007, destijds voornamelijk voor ethanol en later ook als vervanger van petrochemische kunststoffen als PE en EVA. Dit laatste kunststof wordt gebruikt in schoen, sportartikelen, ondergoed en speelgoed. Met Isobooster stapt Braskem nu ook in de biobased isolatiematerialen.
De isolatiematten van Isobooster bevatten 85% biobased materialen. “Dat dit niet 100% is, komt omdat er altijd nog een beetje aluminium in zit. In het reflecterende effect hiervan geloven wij heel sterk, het zorgt namelijk voor het tegenhouden van warmte en koude van buiten, en houdt ook warmte in huis als dat nodig is. Verder heb je bij Isobooster geen last van schimmelvorming. En door de LDPE UV-bestendig te maken gaan de matten minimaal 70 jaar mee en kan daarna gerecycled worden. Aanbrengen is
MET ONZE NIEUWE GENERATIE
LUCHTVERWARMERS ZIT JE GOED!
vrij eenvoudig door het aan vloeren te nieten onder houten vloeren of te pluggen aan betonnen vloeren.”
Zoals elders in je artikel vermeld heb je ook bij Isobooster geen last van schimmelvorming. Misschien wil je nog wat over de levensduur opnemen van Isobooster. Door de LDPE UV bestendig te maken gaat Isobooster minimaal 70 jaar mee en kan daarna gerecycled worden.
Hoewel biobased kunststoffen nog relatief nieuw zijn in de bouwsector, zijn de resultaten tot nu toe veelbelovend. Met verdere innovaties en ontwikkeling kunnen deze materialen mogelijk een nieuwe standaard zetten in de bouw. De integratie van biobased isolatiematerialen is niet alleen een stap naar een groener bouwproces, maar biedt ook een gezondere en milieuvriendelijkere leefomgeving voor toekomstige generaties.
Gasgestookt, hybride ready of all-electric? Met een luchtverwarmer in combinatie met een warmtepomp ben je voorbereid op een duurzame toekomst!
Een belangrijk aspect bij verduurzaming van de gebouwde omgeving is het isolatiemateriaal dat bij renovatie en nieuwbouw wordt toegepast. Isolatiemateriaal dat gemaakt is van biobased bestanddelen is in opkomst. Volgens Tonzon directeur Ton Willemsen levert isoleren met lichte folieproducten met een minimum aan materiaal een maximaal rendement.
Vloeren verliezen hun warmte grotendeels door de uitstraling naar de koudere kruipruimtebodem en funderingsmuren. Tonzon ontwikkelde een vloerisolatie die deze warmtestraling tot vrijwel nul reduceert. Thermoskussens uit dunne reflecterende folie, kunnen in lage en hoge kruipruimtes aangebracht worden en isoleren door stilstaande luchtcompartimenten te maken. Ton Willemsen: “De vloer warmt hierdoor sneller op, de vloer wordt zelfs warmer dan de lucht erboven en de vloer houdt de warmte veel langer vast en koelt tijdens de nachtverlaging veel minder af.”
Tonzon is bijna bij elke vloer toepasbaar, zelfs vloeren die al geïsoleerd zijn kunnen nog warmer en zuiniger worden door ze extra te isoleren met de Thermoskussens.
UITSTEKENDE PRESTATIES VOOR ONS MILIEU
Ton Willemsen bracht op de vakbeurs Energie de prestaties van de Tonzon producten weer onder de aandacht van de bezoekers. “Vanaf 2030 moeten alle nieuwe woningen en gebouwen zero emissie zijn, en in 2050 streven we naar volledige klimaatneutraliteit. Dat kan alleen worden bereikt als we ook begane grondvloeren zeer goed isoleren, en bij voorkeur met zo min mogelijke koolstofuitstoot. Met Tonzon thermoskussens combineer je beide doelen. Waarmee je een Rc van 7 m2 K/W of meer kunt halen met een uitzonderlijk laag materiaalen energieverbruik.” Rapportages van W/E-adviseurs ondersteunen de stelling.
Ook bij extreem hoge isolatiewaarden, die met andere isolatiematerialen bijna onmogelijk te bereiken zijn, biedt Tonzon een oplossing met minimale CO2-uitstoot en een zeer lage MPG-score. Dit komt doordat men bijzonder weinig materiaal en energie nodig heeft voor de productie. Vergeleken met bijvoorbeeld vlaswol is het gewicht van Tonzon 98 procent lager, en het transportvolume is 99,9 procent minder. Dit betekent een aanzienlijke vermindering van vrachtwagenritten, wat niet alleen CO2 uitstoot
Het gewicht en volume van verschillende isolatiematerialen met een Rc-waarde van 5 m 2 K/W in een woning van 46 m².
beperkt, maar ook stikstof, fijnstof én verkeersoverlast op onze drukke wegen en binnensteden vermindert. Willemsen bezocht onlangs een congres waar gesproken werd over het CO2 budget (zie kader 1). “Ook hier blijkt weer: We moeten zo koolstof arm mogelijk bouwen, renoveren en isoleren. Want we hebben eigenlijk nog maar een paar jaar CO2 budget over om te besteden.
Een voorname toepassing van Tonzon isolatie folies en kussens is de renovatie woningbouw. “Houten vloeren krijgen een isolatie die een waarde van 5 tot 5,6 kan halen waar 3,5 gangbaar is, met minder materiaalgebruik.” Tonzon zorgt voor een aaneengesloten isolatielaag van stilstaande lucht en reflecterende folie. “Sinds 1980 isoleren we vloeren van woningen en gebouwen met Tonzon Thermoskussens. Door de jaren heen zijn de Thermoskussens steeds verder ontwikkeld, waardoor ze nu nog betere
CO 2-BUDGET VOOR BURGERS
prestaties leveren dan vroeger. Waar het eerste kussen al een aanzienlijke verbetering in isolatie bood, halen de huidige Vierkamerkussens inmiddels een Rc-waarde van 7 m²K/W.” Bij oudere houten vloeren werden Thermoskussens vaak tussen de balken opgehangen, waarbij de onderkant van de balken zichtbaar bleef. De balken vormen zo koudebruggen in de isolatielaag omdat ze warmte uitstralen naar de kruipruimte. Willemsen: “Door een tweede, extra laag Thermoskussens direct tegen de balken aan te brengen, voorkom je dit warmteverlies en bereik je een extreem hoge isolatiewaarde. Daarnaast biedt ook de Koppelfolie een aanzienlijke verbetering. Uit metingen blijkt dat wanneer de Thermoskussens met Koppelfolie onder de balken worden gekoppeld, de balken warmer worden en de koudebrugwerking van de balken sterk wordt beperkt. Dit zorgt voor een nog effectievere isolatie. Uiteraard raden we dit alleen aan bij droge balken.
Het CO2-budget is gebaseerd op het CO2-systeem dat in Europa al voor bedrijven bestaat. Het CO2-budget wordt steeds vaker een oplossing voor de klimaatopwarming genoemd. De verantwoordelijkheid om binnen het budget te blijven wordt op een lager niveau gelegd, namelijk bij de gezinnen. TNO onderzocht hoe zo’n CO2-budget in Nederland zou kunnen werken en of er een draagvlak voor bestaat. Onder een aantal voorwaarden is dit laatste het geval. Een CO2-budget, ook wel eens een emissiebudget of een koolstofbudget genoemd, is een bovengrens van de totale uitstoot van emissies die een persoon of een groep van personen gedurende een vaststaande periode krijgt toegewezen. De toewijzing van een CO2-budget gebeurt op nationaal en/of supranationaal niveau.
Voor het upgraden van bestaande Tonzon-vloeren en het verder verhogen van de isolatie bij nieuwe vloeren hebben we nu de dampdoorlatende Koppelfolie ontwikkeld. Deze folie, voorzien van dubbelzijdig tape aan de randen, kan eenvoudig worden vastgemaakt aan nieuwe en bestaande Thermoskussens.
De Koppelfolie is ook ideaal om verwarmingsbuizen en kanalen van de luchtverwarming te integreren in de isolatielaag. Dankzij de vele kleine perforaties kan waterdamp worden gereguleerd, zonder dat dit de thermische eigenschappen beïnvloedt.
“Uit de diagrammen van WE adviseurs blijkt dat de houten vloer met Tonzon isolatie beter presteert dan een betonvloer met traditionele EPS isolatie.
De totale CO2 uitstoot van de gehele woning gaat met 6,5 procent omlaag. Dus raad ik aan ook bij nieuwbouw de houten vloer niet weg te denken.”
Architecten die willen vasthouden aan de betonvloer helpt de koppelfolie ook; “Bij betonvloeren zorgt de Koppelfolie ervoor dat de bolling aan de onderkant verdwijnt, waardoor een egalere isolatielaag ontstaat die meer lucht opsluit en dus beter isoleert.” Voor betonvloeren kunnen we Thermoskussens maken met zeer hoge isolatiewaardes wanneer daar vraag naar is, zonder dat het transportvolume toeneemt. Met andere materialen zou het isolatiepakket heel dik wor-
den. Wij kunnen gewoon doorgaan.
BIOBASED
Ook naast de opkomst van biobased matreialen houdt Tonzon zich staande. Willemsen: “We zijn biobased avant la lettre. In een biobased product moet ten minste 70 procent biobased materiaal zitten. En de schaduwkosten mogen de 85 cent per vierkante meter niet overstijgen.” De schaduwkosten, ook wel de schaduwprijs, is de eenheid van de MPG- score uitgedrukt in €/ m2 BVO per jaar. Lage schaduwkosten (lage MPG score) betekent dat de woning relatief goed is voor het milieu. Een hoge schaduwprijs betekent dat een woning een relatief slechte invloed heeft op het milieu.
“Onze schaduwkosten met slechts 8 cent per vierkante meter en ons volume bestaat uit 99,9 procent biobased. Want het grootste bestanddeel van de isolatie is stilstaande lucht. Zelfs op gewichtbasis zitten we tussen de 75 en 83 procent. We gebruiken lucht die overal gratis aanwezig is en die niet bewerkt hoeft te worden. Dus voldoen we ruimschoots aan het begrip biobased!”
WONINGBOUWCORPORATIE
KIEST VOOR TONZON
Tonzon voert voor talloze woningcorporaties projecten uit. Het Gemeentelijk Woningbedrijf Opmeer voorzag woningen van Tonzon vloerisolatie. In het Financieel dagblad verhaalt de
corporatie dat uit een enquête onder de bewoners blijkt dat meer dan 80 procent zeer tevreden is. Minder koude vloer, minder tocht en minder schimmel worden als pluspunten genoemd. Het positieve effect vertaalde zich door naar particuliere huiseigenaren, waarvan velen inmiddels Tonzon vloerisolatie hebben laten aanbrengen of zelf hebben aangebracht. Willemsen: “Een en ander heeft ertoe geleid dat de gemeente Opmeer nu de gemeente is met het grootste aandeel
woningen met Tonzon Vloerisolatie.” De energiebesparing die de vloerisolatie opleverde volgens de berekening van het energielabel zou komen op 3 procent. “De werkelijke besparing blijkt bijna 4 keer zo hoog. Opvallend is ook dat de bewoners merkten dat de woning ‘s ochtends minder koud is dan voorheen. Dat betekent dat men de nachtverlaging ook een graadje lager had kunnen zetten en wat eerder in had kunnen laten gaan. De warmte blijft blijkbaar veel langer hangen. Wanneer je goed inspeelt op deze effecten dan komt de gemiddelde besparing uit op 15 tot 20 procent.” Tonzon stopt niet bij de vloeren. “We ontwikkelen ook producten voor de ramen in de gevel die voor veel energieverlies zorgen. Speciale rolgordijnen die in de zomer zorgen voor een perfecte zonwering en in de winter het warmteverlies door de ramen tot wel 70 procent beperken.” Reden genoeg om nader kennis te maken met de experts van Tonzon voor het verhogen van de energieprestatie van de woning en gebouwen bij renovatie of nieuwbouw.
De bouw van het multifunctionele logistieke bedrijfsgebouw Panattoni Park Steenwijk, gelegen op bedrijventerrein Eeserwold, gaat de afrondende fase in.
Het gebouw omvat een totaaloppervlakte van ca. 34.244 m², inclusief zo’n 33.212 m² warehouse en 1.032 m² kantoorruimte, is gasloos en wordt
gebouwd volgens de hoge duurzaamheidsstandaard van BREEAM-NL Very Good. De ruimtes kunnen flexibel worden ingedeeld, waardoor het
pand voor uiteenlopende doeleinden geschikt is; van warehouse en light industrial tot maakbedrijven.
DUURZAAM ONTWERP MET OOG VOOR DE OMGEVING
Bij de ontwikkeling van Panattoni Park Steenwijk staat duurzaamheid
centraal, met een nadruk op ecologisch verantwoorde en klimaatadaptieve landschapsinrichting. Het terrein rond het gebouw wordt omgevormd tot een groene omgeving die de biodiversiteit stimuleert en harmonieus aansluit op de natuurlijke omgeving van het Eesermeer. In samenwerking met ecologen en landschapsarchitecten van HOLLANDSGROEN
is een landschapsontwerp gerealiseerd dat lokale flora zoals bomen en struiken integreert, wat het terrein een natuurlijke uitstraling geeft en het pand optisch in de omgeving laat opgaan. De werkzaamheden voor de landschapsinrichting zijn in volle gang en worden naar verwachting eind maart 2025 afgerond.
Powered by NBD & HC
Verduurzaming van de gebouwde omgeving is een gezamenlijke opgave van (grote) opdrachtgevers, voorschrijvende bouw en uitvoerende bouw. Disciplines en functies integreren steeds meer met elkaar om doelen op het gebied van duurzaamheid en de energietransitie te verwezenlijken. Duurzaamheid & Energiegids wordt gelezen in de gehele bouwkolom.
Partnerprogramma
Als partner van Duurzaamheid & Energiegids blijft uw bedrijf top of mind in de doelgroep. Online creëren we meerwaarde via plaatsing van whitepapers, video’s, nieuws en persberichten. In het magazine besteden we aandacht aan de high lights van uw onderneming. Inclusief branded content en advertenties. Deelname wordt samen met u ingekleurd.
Meer weten? Neem dan contact op met Yorick Roodenburg van Jetvertising b.v. T +31 (0)70 – 399 00 00 E yorick@jetvertising.nl
• 4 x per jaar magazine in print
• 4 x per jaar magazine online
• 12 x per jaar online nieuwsbrief
• www.nbd-online.nl/duurzaamheid-energiegids
Foto’s: door KWS
VolkerWessels-onderneming KWS brengt in de provincie Utrecht een eerste proefvak aan met eigen ontwikkeld asfaltmengsel met 100% gemodificeerd biocirculair bitumen. Het mengsel bevat daarnaast ook 35% asfaltgranulaat. Dit levert een aanzienlijke besparing van de CO2-uitstoot én een lagere MKI-waarde op. Ook draagt het bij aan de duurzame ambities van KWS om in 2030 emissievrij te zijn.
Naast een besparing op de CO2-uitstoot heeft de toepassing van biocirculair bitumen nog meer voordelen. Zo is het naar verwachting herbruikbaar en is de bron onuitputtelijk. Dit is belangrijk omdat de kwaliteit én de beschikbaarheid van regulier bitumen steeds meer onder druk komt te staan door de schaarste van aardolieproducten. Daarnaast kan het mengsel bij 140 graden geproduceerd worden en is het daarmee direct geschikt voor de overstap naar Warm Mix Asfalt (WMA). KWS is samen met partner Latexfalt
volop bezig met de ontwikkeling van biocirculair bitumen. Dit bitumen wordt geproduceerd uit de reststroom van de verwerking van organisch (plant) materiaal tot papier. Het is daarmee zowel een biocirculair materiaal als een oplossing voor een potentieel afvalprobleem. Daarnaast werken we met dit product naar een CO2-neutrale of zelfs CO2-positieve productie doordat het biomateriaal tijdens de groei van de planten CO2 opneemt die via de toepassing in asfalt permanent is vastgelegd.
WASTE-BASED BITUMEN
Naast de toepassing van biocirculair bitumen kijkt het bedrijf ook naar andere toepassingen van duurzaam bitumen, zoals waste-based bitumen. Dit wordt geproduceerd door plastic afval (eventueel in combinatie met biomaterialen) om te zetten naar volwaardig bitumen in asfalt. Hiermee kan men plastic afval een nieuw leven geven door dit her te gebruiken bij het produceren van het eindproduct asfalt.
Tekst: Bas Roestenberg
Nederland telt honderdduizenden woningen die worden verwarmd en eventueel gekoeld door een gasgestookt luchtverwarmingssysteem. Het is een vervangingsmarkt die kansen biedt voor verduurzaming. Dankzij samenwerking met Atag biedt Brink in dat kader een compleet pakket aan mogelijkheden om over te stappen op gedeeltelijk of volledig gasvrije luchtverwarming. “Daar boden we in het verleden ook al opties voor”, vertelt Albert van Lohuizen, commercieel manager bij Brink, de bekendste leverancier van luchtverwarmingssystemen. “Maar de mogelijkheden zijn verder verbreed.”
Luchtverwarming kende in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw een enorme populariteit, vooral dankzij de opkomst van houtskeletbouw. “Dat heeft er vooral mee te maken dat luchtverwarming een ‘snel systeem’ is en de inhoud van een houtskeletbouwwoning - die minder accumulatief vermogen heeft - relatief snel opwarmt of koelt. Daardoor past luchtverwarming erg goed bij snel reagerende casco’s en wordt het binnenklimaat binnen korte tijd behaaglijk”, aldus Albert van Lohuizen. “En luchtverwarmers hebben nog een belangrijk voordeel, ook bij andere typen woningen: je kunt met één systeem zowel verwarmen als koelen en ventileren. Doordat je al een afzuigsysteem hebt, is het bovendien relatief eenvoudig om wtw aan de installatie toe te voegen; daarmee kan 80 tot 90 procent van de afgevoerde warmte worden teruggewonnen, en veel energie worden bespaard.”
De vraag naar luchtverwarmers is momenteel kleiner dan 30 jaar geleden, maar er zit volgens Lohuizen een stijgende lijn in, zowel in de nieuwbouw als de verduurzamingsmarkt. “Dat komt doordat woningen de laatste jaren steeds beter worden geïsoleerd. In een woning met een dichte schil komt een snel, luchtgedragen verwarmingssysteem optimaal tot zijn recht. Mensen kiezen ervoor om hun bestaande, soms 20 of 30 jaar oude, luchtverwarmer te vervangen door een efficiënter toestel van de nieuwe generatie.” En dat biedt perspectief voor verduurzaming, door oudere, volledig gasgestookte luchtwarmers te vervangen door hybride of all-electric systemen. “We krijgen daar veel vragen over”, stelt Van Lohuizen. “Bij zeker zes op de tien vervangingsvragen wordt door bewoners geïnformeerd naar mogelijkheden om over te stappen op een systeem dat minder of geen gas gebruikt.”
Die interesse in verduurzaming is niet nieuw, en Brink bood ook al lan-
ger mogelijkheden voor luchtverwarming met minder gasgebruik. “Alleen hadden we tot twee jaar geleden nog niet voor elke situatie een optimale oplossing”, aldus Van Lohuizen. “Dat veranderde toen we in 2023 onderdeel werden van de Ariston Group. Daarmee werden we een zusterbedrijf van Atag, dat behalve cv-ketels ook warmtepompen levert. Dit zijn productgroepen die een mooie aanvulling vormen op onze luchtverwarmers. Het leidde tot een samenwerking die extra mogelijkheden biedt, zodat we onze klanten nu een complete range aan verduurzamingsmogelijkheden bieden.”
Wat die mogelijkheden zijn, hangt af van het type luchtverwarmer dat wordt gebruikt: een direct of een indirect systeem. Bij een indirect gestookte luchtverwarmer, zoals de Brink Elan, levert een externe brondat kan een cv-ketel, stadswarmte of warmtepomp zijn - warm water aan het toestel, dat het vervolgens omzet naar warme lucht. Bij een direct gestookte luchtverwarmer zoals de Brink Allure zorgt het toestel zelf voor gasgestookte verwarming van de lucht. “De Allure kon al hybride worden gemaakt, door er een lucht/ lucht-warmtepomp bij te plaatsen”, vertelt Van Lohuizen. “En de nieuwe generatie ervan is direct voorbereid voor ombouw naar hybride, wat het qua installatietechniek eenvoudiger maakt. Dat kan het voor bewoners interessant maken om hun oude Allure te laten vervangen door een toestel uit de nieuwste generatie. Met een nieuwe Allure in een hybride configuratie kan tot 60 procent op het gasverbruik worden bespaard.” Dankzij de samenwerking met Atag kan het in bepaalde gevallen echter ook lonen om te kiezen voor een nieuw indirect systeem. Daarbij wordt een bestaande gasgestookte of indirect gestookte luchtverwarmer vervangen door een Elan, die wordt gevoed door een gasketel plus warmtepomp of alleen een warmtepomp. Hiervoor biedt Brink diverse
complete ‘Elan + Atag warmtepompsets’ aan, bestaande uit luchtverwarmers in verschillende capaciteiten, gecombineerd met all-electric of hybride warmtepompen in vermogens van 5 tot 12 kW, eventueel een koelblok, en bij hybride sets uiteraard een cv-ketel. Wat de beste optie voor een woning is, hangt volledig af van de situatie, legt Van Lohuizen uit: “De overstap van gasgestookt naar hybride kan al vrij snel worden gemaakt, daar zijn veel woningen direct geschikt voor. Voor de overstap naar volledig gasloos - dus in combinatie met een all-electric warmtepomp - moet eerst een belangrijke randvoorwaarde zijn ingevuld; de woning moet goed worden doorgerekend en wellicht worden nageïsoleerd als dit nog niet is gedaan.
TAPWATERBEREIDING
Dat Brink combinatiesets van de Elan met een al dan niet hybride Atag-warmtepomp aanbiedt, betekent overigens niet dat de Allure uit
beeld verdwijnt. In nieuwbouwwoningen mag dit direct gasgestookte toestel weliswaar niet meer worden toegepast vanwege het gas-aansluitverbod dat hiervoor geldt. “Maar voor met name grotere bestaande woningen met een hoge warmtevraag is de Allure in combinatie met een hybride warmtepomp vaak een goede oplossing”, stelt Van Lohuizen. “Welk systeem het beste past, is altijd een kwestie van maatwerk. Daarbij moet overigens ook rekening worden gehouden met de manier waarop tapwater wordt gemaakt.” Als naar dat laatste wordt gekeken, verschillen de mogelijkheden per type installatie. Bij direct gasgestookte luchtverwarming is voor tapwaterbereiding een aparte installatie nodig, zoals een gasgestookte of elektrische boiler, of een warmtepompboiler. Bij vervanging van een Elan door een nieuw exemplaar zou de tapwaterbereider kunnen blijven hangen, of eventueel ook kunnen worden vervangen door
een duurzamere optie, zoals een warmtepomp-oplossing. Bij indirect gestookte luchtverwarming - dus de Brink Elan - zorgt in veel van de huidige gevallen een externe cv-ketel voor tapwater. Bij vervanging van de luchtverwarmer kan die ketel – mits hij uiteraard zelf nog even mee kan - blijven hangen, ook als een warmtepomp wordt toegevoegd voor een overstap naar hybride. Door er vervolgens een boiler bij te plaatsen, kan ook de warmtepomp worden ingezet voor tapwaterbereiding. Tot slot is er nog de situatie waarbij in nieuwbouw of een goed nageïsoleerde bestaande woning wordt gekozen voor een Elan met een all-electric warmtepomp. In dat geval neemt de warmtepomp de productie van alle warmte, zowel voor ruimteverwarming als tapwaterbereiding, op zich. Daar is een boilervat met genoeg inhoud bij nodig.
De boodschap waarmee Van Lohuizen afsluit, is dat er tal van manieren zijn waarmee luchtverwarming nog
set met Elan 25, Atag warmtepomp van 12 kW, koelblok en cv-ketel
duurzamer wordt en fors op gasverbruik kan worden bespaard. Dat scheelt uiteraard geld op de energierekening, maar wat Van Lohuizen betreft is dat niet het belangrijkste. “Vaak wordt gevraagd wat het uiteindelijk in de portemonnee oplevert en wat de terugverdientijden zijn. Dat hangt van zoveel factoren af, dat je daar vooraf geen goed antwoord op kunt geven. Je kunt alles simpelweg zowel rond- als kapotrekenen. Ik denk dat zulke discussies de verduurzaming van de gebouwde omgeving vertragen. Kijk per situatie gewoon wat er mogelijk is; hybride is al heel mooi, en met all-electric ben je volledig klaar voor de gasloze toekomst. Dankzij onze samenwerking met Atag bieden we voor bijna elke situatie wel de mogelijkheid om die verduurzamingsstap te zetten, en we rekenen samen door wat de meest interessante oplossing in de betreffende situatie is.”
Tijdens vakbeurs Future Lighting 2024 heeft Ellen de Vries, ervaren lichtontwerper en voorzitter van de expertgroep Lichthinder, in een boeiende sessie gesproken over het belang van wetenschappelijke inzichten bij beslissingen over kunstlicht.
Na een dienstverband bij Philips is zij sinds 2004 als zelfstandig lichtontwerper actief. Haar groeiende nieuwsgierigheid naar de invloed van licht op mensen heeft haar aangezet om veel kennis te vergaren over de technische en duurzame aspecten van verlichting. Ellen wordt veelvuldig geraadpleegd voor het vinden van oplossingen voor complexe verlichtingsvraagstukken in de openbare ruimte.
Belangrijke drijfveer van Ellen is om beleidsmakers en lichtprofessionals vaker te laten kiezen voor duurzame en
mensgerichte verlichting. Tijdens haar sessie op Future Lighting benadrukt Ellen het belang om wetenschappelijk onderbouwde informatie over verlichting te delen met beslissers inzake toepassing van kunstlicht. “We zijn sterk geneigd om beslissingen te baseren op wat we denken dat waar is, omdat licht altijd om ons heen is en we ons daardoor vaak deskundig voelen,” legt ze uit. “Maar in werkelijkheid zijn onze intuïtieve keuzes vaak misleidend.” Als voorbeeld haalt zij de veelvoorkomende misvatting aan dat extra licht automatisch leidt tot meer veiligheid. “Iedereen begrijpt dat een enkele lichtmast midden in een bos het
bos niet automatisch veiliger maakt,” zegt Ellen. En dan toch gaat men er vaak zondermeer vanuit dat extra licht gewoon leidt tot meer veiligheid. Terwijl de focus zou moeten liggen op de vraag welk soort licht daadwerkelijk nodig is, wetenschappelijk gezien.
OPROEP TOT VERANDERING
Als voorzitter van de expertgroep Lichthinder, richt Ellen zich op de impact van lichtvervuiling en hoe we beter kunnen omgaan met kunstlicht. “Lichthinder is meer dan een technische kwestie. Het heeft ook te maken met welbevinden, veiligheid en de invloed op de natuur. Wat we zien is dat sommige civiele
techneuten gewoon oude bestekken kopiëren, zonder na te denken over de nieuwste inzichten.” Oude bestekken en richtlijnen kunnen achterhaald zijn. waardoor belangrijke factoren zoals lichtkleur of de noodzaak van verlichting over het hoofd worden gezien. “Soms is kunstlicht simpelweg niet nodig, of kan er gebruik worden gemaakt van aanwezigheidssensoren om onnodig energieverbruik te voorkomen.” Ellen haalt aan dat gebouwbeheerders en civiele technici slechts incidenteel met verlichtingsvraagstukken bezig zijn. Deze groep is niet goed op de hoogte van de technische details en richtlijnen. Voor hen is het van belang dat wetenschappelijke informatie over licht begrijpelijk wordt gemaakt. Daarbij moet licht een bijdrage leveren aan een gezondere, veiligere en duurzamere omgeving. “45% van de tijd is het donker,” illustreert Ellen. “We moeten beter nadenken over hoe we kunstlicht toepassen, vooral wanneer het gaat om de openbare ruimte en natuur.”
In een sterk urbaniserende wereld zijn goede richtlijnen over licht van belang. Richtlijnen zijn nodig om negatieve invloeden van licht op gezondheid van mens en dier te beperken. Als deskundigen op het gebied van lichthinder en donkerte brengen de leden van Lichthinder op vrijwillige basis kennis bij elkaar. Doel is het verminderen van lichthinder en het bevorderen van donkerte in Nederland. De leden dragen dit doel en kennis uit, men houdt de Richtlijn Lichthinder actueel, de leden kunnen rekenen, meten en adviseren aan concrete situaties van lichthinder en helpen nieuwe situaties van lichthinder voorkomen.
ISOLATIEMATERIAAL?
Isobooster is een universele isolatie, toepasbaar in alle bouwdelen, bij nieuwbouw, renovatie en restauratie.
ISDE Subsidie (22 toepassingen!)
Robuust en flexibel
Snel toepasbaar
Stofvrij
Circulair & duurzaam
Meer weten?
Bel 030 6666 963, mail naar info@isobooster.nl, of bezoek isobooster.nl voor informatie en technisch advies.
BCRG | Isobooster: 20210443GK | Isobooster ms voorzetwand: 20210631GK
In oktober werd de Gouden Piramide 2024 uitgereikt, de Rijksprijs voor inspirerend opdrachtgeverschap. De modulaire woningen voor de Rosmolenbuurt in Zaandam, naar ontwerp van Faro en in opdracht van woningcorporatie Parteon, werden hierbij aangemerkt als bijzonder project.
Parteon richt zich op betaalbaarheid, duurzaamheid en beschikbaarheid van wonen. In de komende jaren bouwen zij een groot aantal nieuwe, betaalbare en duurzame huurwoningen. In nauwe samenwerking met Homes Factory ontwierp Faro 95 conceptwoningen in twee modules: een begane grond en een bovenverdieping met een met mansardekap. Beide modules zijn geheel afgebouwd in de fabriek en per schip naar de Rosmolenbuurt gebracht. De jury heeft waardering voor de maatregelen om de CO2-uitstoot van het bouwen fors terug te brengen. Waarbij ook
de bouwoverlast voor de omliggende wijk laag is. Daarnaast ontving het project lof voor het écht anders aanpakken van de woningbouw.
BETAALBARE, KWALITATIEVE EN SCHAALBARE OPLOSSING VERLICHT DRUK OP LOKALE WONINGMARKT
NH Bouwstroom, een samenwerkingsverband van woningcorporaties, gemeenten en leveranciers, heeft de woningen geplaatst. De woningen zijn betaalbaar en van hoge kwaliteit, worden duurzaam geproduceerd en vormen een schaalbare oplossing
voor de Nederlandse woningnood. NH Bouwstroom ziet modulaire woningbouw als een belangrijk onderdeel voor een nationale aanpak van de woningnood. Het industrialiseren van de woningbouw biedt kansen om niet alleen snel, maar ook duurzaam en mooi te bouwen. De woningen gaan als 3D modules voor 95% gereed naar de bouwlocatie om daar geïnstalleerd te worden.
SAMENWERKING ZAANDAM LAAT ZIEN HOE HET ANDERS KAN
Gemeenten in Nederland, waaronder Zaandam in Noord-Holland, voelen
Foto: door Nilan, het effect van koeling op het werkelijke energieverbruik voor warm tapwaterbereiding in een 2-persoonshuishouden in een kleine woning.
druk om de lokale woningmarkt te verbeteren. Alleen al in de regio Noord-Holland moeten er 45 woningen per dag (sociaal en particulier), 7 dagen per week bijgebouwd worden om iedereen een woning te kunnen bieden. Parteon onderzocht geïndustrialiseerd bouwen als versnellingsmethode. Binnen 10 maanden na verlening van de omgevingsvergunning werden 95 woningen in de Rosmolenbuurt gerealiseerd, wat bovengemiddeld snel is in de bouwsector.
De Rosmolenbuurt bestaat nu uit nieuwe, moderne en goed geïsoleerde woningen. De bewoners genieten inmiddels van de voordelen die deze woningen bieden. Zo zijn de woningen voorzien van een warmtepomp-compacttoestel. Tot grote tevredenheid van de bewoners.
Chris Niemeijer van Nilan Netherlands legt uit wat een warmtepomp-compacttoestel is. “In de Rosmolenbuurt hebben we de Nilan Compact P2 toegepast. Dit is een duurzame, zeer efficiënte low-tech en alles-in-één oplossing voor energiezuinige woningen. Het apparaat combineert comfortventilatie, dus balansventilatie met warmteterugwinning, met verwarming, passieve en actieve koeling en warm tapwaterbereiding in één installatie op koelkastformaat. De verschillende componenten zijn hierin goed op elkaar afgestemd en werken feilloos met elkaar samen in één compact toestel en met één overzichtelijke bediening. Vandaar de naam warmtepomp-compacttoestel. De warmtebron bij dit soort apparaten is de luchtstroom naar buiten, dus ná de WTW.
De Nilan Compact P2 is een warmtepomp voor het verwarmen en koelen van goed geïsoleerde woningen en appartementen. De lucht-lucht-warmtepomp heeft een piekvermogen in de koude winterperiode van ongeveer 1 kW. Een minimale ventilatie is nodig van 70m3/h om te borgen dat de opwarmperiode van de boiler niet te lang wordt. Daarom kun je kleinere
appartementen het beste gezamenlijk aansluiten aan een Nilan-toestel. Bij een hogere pieklast kan de Nilan worden aangevuld met een verwarmingspaneel of een extra warmtepomp met een lus in de tuin voor aardwarmte of op buitenlucht. Met een ventilatiedebiet van 400m3/h kun je met de Nilan in een eengezinswoning goed uit de voeten. Voor energiezuinige woningen biedt de Nilan Compact-P2 een optimaal afgestemde en kostenefficiënte oplossing.” Het systeem benut alle verloren en nog bruikbare energie in de woning.
De balansventilatie is het hart van de Nilan. Zij voorziet de woning van frisse lucht en zorgt zo voor een comfortabel en gezond binnenklimaat. De binnenkomende luchtstroom wordt, afhankelijk van de buitentemperatuur, in de WTW voorverwarmd of voorgekoeld. Daarna wordt deze naar de gewenste temperatuur gebracht. De restwarmte in de uitgaande lucht wordt gebruikt door de warmtepomp. De Nilan kan de luchtstroom aanpassen aan de behoefte van de bewoners.
Met de EM-box, een regelklep met vet-
Foto: door Stockphotos.com.
filter, biedt de Nilan met een druk op de kook-knop een versnelde afzuiging van kooklucht. Daarbij blijft de warmte, die tijdens het koken vrijkomt, ‘s
winters beschikbaar in de woning. De ventilatielucht wordt dus gebruikt voor de verwarming. De lucht-lucht-warmtepomp warmt de
toevoerlucht, die al door de WTW een beetje op temperatuur is gebracht, verder op tot zo’n 45ºC. Deze manier van verwarmen is dus geschikt voor
goed geïsoleerde woningen. Als je het warmer wilt, dan is die warmte vrijwel meteen voelbaar. Als er meer piekvermogen nodig is dan 1kW, dan
kun je bijverwarmen met een stralingspaneel. De Nilan kan dit aansturen en blijft het grootste deel van de warmte leveren. Dit komt incidenteel
voor tijdens extreem koude dagen, dat zie je nauwelijks terug in de energiekosten. Bij woningen met een grotere warmtevraag kun je de Nilan eenvoudig uitbreiden met een -eveneens geïntegreerde- warmtepomp op aardwarmte. Het omslagpunt voor deze investering is bij een pieklast van 2,7-3 kW. De afgifte geschiedt dan via vloerverwarming. Tijdens warme dagen voorkom je met de Nilan dat het te warm wordt in huis. De warmtewisselaar van de balansventilatie koelt in dat geval de buitenlucht voor, voordat deze het huis binnenkomt. Via de bypass koel je ‘s nachts het huis uit. Het apparaat kan indien gewenst ook topkoeling leveren. Dan werkt de warmtepomp andersom en koelt de ventilatielucht, tot 8ºC onder de buitentemperatuur. Daarbij wordt veel vocht onttrokken aan de binnenlucht. Dat maakt het binnenklimaat zeer aangenaam. En de koeling levert bij de Nilan gratis warm tapwater.
Voor de warm tapwaterbereiding in de 180 liter-boiler maakt de Nilan gebruik van de restwarmte in de afvoerlucht. Echter in de zomer gebruikt de Nilan de afgevoerde warme en vochtige lucht van de actieve koeling om het tapwater te verwarmen. Hierin is Nilan, op de Nederlandse markt, uniek. Het levert in de zomer nagenoeg gratis warm tapwater op en voorkomt dan tevens “warmtevervuiling” van ons leefklimaat.
De geluidsemissie blijft, zonder extra maatregelen, onder de 30dB. De Nilan is zeer gebruiksvriendelijk en stelt af op de warmte- en koelvraag zonder dat je zelf hoeft te handelen. Op je smartphone of bedieningsscherm in de woning kun je de werking van de Nilan bekijken en instellen. Gebouwbeheerders kunnen de installatie met een module op afstand inlezen en desgewenst bijsturen. Binnen Europa zijn inmiddels meer dan twee miljoen Nilan-toestellen geïnstalleerd.
Ontdek de nieuwste trends, technologieën en productiemethoden in de bouwsector op BAU 2025, ‘s werelds toonaangevende vakbeurs voor architectuur, materialen en systemen. Als internationale ontmoetingsplaats voor de bouwsector brengt BAU iedereen samen die betrokken is bij de planning, bouw en het ontwerp van gebouwen. Zo ontstaat een uniek platform voor uitwisseling, inspiratie en netwerken. Bent u op zoek naar de nieuwste materialen, innovatieve systemen of wilt u individuele oplossingen bespreken met fabrikanten? Op BAU vindt u niet alleen inspiratie voor uw volgende projecten, maar krijgt u ook de kans om de toekomst van onze sector actief vorm te geven. 13 - 17 januari 2025
Locatie: Messe München
InfraTech is dé ontmoetingsplek voor de infrasector. In Rotterdam Ahoy komen alle betrokken partijen samen om kennis te delen, ideeën uit te wisselen en de nieuwste innovaties te ontdekken. De beursvloer van de 16e editie van InfraTech (14 - 17 januari 2025) is opgedeeld in drie thema’s die stuk voor stuk een eigen segment binnen de sector vertegenwoordigen: Water & Klimaat, Infra en Openbare Ruimte & Mobiliteit. Het inhoudelijk programma, ontwikkeld door partners en gastheren, vindt plaats op de verschillende pleinen op de beursvloer en omvat meer dan 200 sessies gedurende de beursdagen. De inhoudelijke thema’s van InfraTech 2025 zijn Human Capital, Klimaat & Verduurzaming, Vervanging & Renovatie, Mobiliteit & Logistiek, Digitalisering en Ondergrondse Infra. 14 - 17 januari 2025
Locatie: Rotterdam Ahoy
Bouwprofessionals komen samen om hun trots en passie voor de bouw te delen en een hele gave dag te beleven. Alleen of met je collega’s… je weet waar je in februari moet zijn. Honderden exposanten delen hun kennis en tonen de laatste producten en innovaties. In theaters word je bijgepraat over de nieuwste ontwikkelingen en technieken. In het nieuws café komen belangrijke stake holders aan het woord in diepgaande interviews.
3 - 7 februari 2025
Locatie: Jaarbeurs Utrecht
Bauma is meer dan alleen een toonaangevende mondiale vakbeurs voor bouwmachines, bouwmateriaalmachines, mijnbouwmachines, bouwvoertuigen en bouwmaterieel: het is de hartslag van de industrie . Samen met haar internationale exposanten en bezoekers fungeert Bauma elke drie jaar als innovatiemotor, succesmotor en marktplaats. Als ‘s werelds grootste vakbeurs vertegenwoordigt Bauma de gehele industrie in de breedte en diepte.
7 – 13 april
Locatie: Messe München
Duurzame isolatie: TONZON zet de standaard
TONZON, opgericht in 1980, volgt de MeMo-principes (Mens- en Milieuvriendelijk Ondernemen). Dit maakt onze producten tot de meest duurzame en milieuvriendelijke isolatiematerialen op de markt, zelfs ecologischer dan bio-based alternatieven.
Bezoek ons op standnummer: 7.B131
Bezoek ons op Bouwbeurs 2025
standnummer 11.E048
Toekomstbestendig isoleren met minimaal Rc=5,0 m²K/W
Het is verstandig om bij vloerisolatie te streven naar een hogere isolatiewaarde dan de minimale eis voor subsidie. Milieu Centraal raadt voor vloerverwarming een R-waarde van ten minste 5,0 m²K/W aan. Goede isolatie is essentieel, ook zonder vloerverwarming. Met een betere isolatiewaarde gaat er minder warmte verloren, voelt de vloer warmer aan en bespaar je meer energie. Investeren in vloerisolatie loont, kies voor een isolatiewaarde van minimaal Rc=5,0 m²K/W en wees klaar voor de toekomst.
Wil je meer informatie over vloerisolatie?
Scan de QR-code
Onderzoek van W/E Adviseurs en NIBE heeft de levenscyclusanalyses (LCA’s) van verschillende isolatiematerialen vergeleken en bevestigt de lage klimaatimpact van TONZON’s producten. Door de focus op koolstofarme, circulaire en klimaatefficiënte oplossingen, stelt TONZON de standaard voor duurzame isolatie in de bouwsector.
Voor meer informatie, bezoek: tonzon.nl/over-tonzon/duurzame-isolatie/
Vloeren nieuwbouwwoningen nog onvoldoende geïsoleerd
Afname warmtestroom richting kruipruimte met TONZON Thermoskussens
Maximale wervelkracht voor een aantrekkelijke prijs
Deze nieuwe, waterbesparende vortex spoeltechnologie is voor het eerst toegepast op de vernieuwde Architectura toiletten zonder spoelrand. Ontdek meer op pro.villeroy-boch.com/twistflush-e