“Groen in de stad is een puzzelstukje dat moet passen”
Duurzaamheid & Energiegids
Powered by NBD & HC
DE
Kruislaags verlijmd hout veelbelovend alternatief
Douchen en verwarmen met lokaal geproduceerde warmte uit de ‘cloud’
Alternatieven voor ventilatie, verwarming en koeling
DuurzaamheidDE & Energiegids
5 Vakbeurs Energie
11 Vakbeurs PREFAB
15 Alternatieven voor ventilatie, verwarming en koeling
20 Het klimaatplafond helpt verduurzamen
22 Oogsten van materialen vereist ook circulair opdrachtgeverschap
28 Kruislaags verlijmd hout veelbelovend alternatief
32 “Groen in de stad is een puzzelstukje dat moet passen”
35 500.000 extra aansluitingen op warmtenetten tegen 2030: utopie of realiteit?
39 Douchen en verwarmen met lokaal geproduceerde warmte uit de ‘cloud’
42 Monuglas verhoogt isolatiewaarde onzichtbaar
44 Snel een nieuwe badkamer van gerecyclede PET flessen
47 Binnenklimaattools helpen bij keuze voor installaties in kantoren
52 Isoleren met duurzame circulaire producten
Redactie Gebouwde omgeving Nederlandse Bouw Documentatie (NBD-Online) redactie@jetvertising.nl
Vormgeving MSU
Nikkelstraat 1C
8211 AJ Lelystad
Advertenties
Uitgever Jetvertising b.v.
Tiendweg 12
2671 SB Naaldwijk
Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 directie@jetvertising.nl
Industrie De HandelsCourant (HC) redactie@jetvertising.nl
Persberichten info@jetvertising.nl
Jetvertising b.v.
Tiendweg 12
2671 SB Naaldwijk
Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 rob@jetvertising.nl
Als je nog veel te doen hebt, vergeet je soms hoeveel je hebt bereikt
Het is tien jaar geleden dat het Energieakkoord getekend werd. Deze voorloper van het Klimaatakkoord markeert de start van serieus klimaat- en energiebeleid in Nederland. Er is sindsdien veel bereikt, en er is ook nog veel te doen. In tien jaar steeg het aandeel duurzame energie van 4,7 procent in 2013 naar 16,7 procent nu.
“Als je nog veel te doen hebt, vergeet je soms hoeveel je hebt bereikt. Met ambitie, daadkracht en samenwerking
Hernieuwbare elektriciteit:
2013: 5%
2023: 46%
Zonnepanelen:
2013: 2 miljoen
2023: 54 miljoen, alle Nederlandse zonnepanelen achter elkaar gelegd, zouden twee keer de aarde rond gaan.
van vele partijen heeft het Energieakkoord de energietransitie onomkeerbaar versneld. Hopelijk
Windturbines op zee:
2013: 96
2023: 671, inmiddels subsidievrij!
Goed geïsoleerde huizen:
2014: 123.000
2023: 1.500.000
Warmtepompen in woningen:
2012: 70.000
2023: 500.000
geeft dat de moed en het vertrouwen om nog sneller door te gaan en de vele uitdagingen steeds weer te overwinnen!” zegt Olof van der Gaag, voorzitter Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). Tien jaar klimaatbeleid levert bijna vier maal zoveel duurzame energie op, zie onderstaande overzichtje.
Elektrische auto’s op de weg:
2013: 1900
2023: 387.000
Aardwarmtebronnen:
2013: 8
2023: 36
Laadpunten:
2013: 6.000
2023: 136.000
Zware industrie bespaarde 2,5 megaton CO2 per jaar: evenveel als de jaarlijkse uitstoot van een kolencentrale. Er kwam 60.000 km aan nieuwe elektriciteitskabels sinds 2013.
Isolatiemateriaal?
Isobooster: de hoogste isolatiewaarde op de markt
UW PROFESSIONEEL PARTNER
Isobooster
Bel 030 6666 963
Binnen 10 jaar moet de Nederlandse CO2-reductie met 49% gedaald zijn ten opzichte van 1990. In 2050 moet ons land nagenoeg klimaatneutraal zijn. Harde doelstellingen die zorgen voor kostbare ingrepen. Tegelijk zijn het ingrepen die ook veel kansen met zich meebrengen.
Vakbeurs Energie
Vakbeurs Energie is al meer dan 15 jaar het zakelijke platform op het vlak van duurzaamheid en energie. In 3 dagen delen koplopers in besparing, opwekking en opslag hun kennis met duizenden beslissers. Gelijktijdig - onder de vlag van de Nationale Energie Week - met de vakbeurzen PREFAB, Zero Emission | Ecomobiel en Industrial Heat & Power. Op Vakbeurs Energie vindt u innovaties en ontwikkelingen op het gebied van:
• Inkoop en verkoop van energie
• Verbruiksbesparende maatregelen voor productieprocessen in de industrie
• Verbruiksbesparende maatregelen voor gebouwen
• Duurzame energie
• Energiemanagement
• Elektrische mobiliteit
• Wet- en regelgeving / subsidies
• Verenigingen, instituten, opleidingen en media
Vakbeurs Energie wordt georganiseerd door 54events en vindt plaats van dinsdag 10 oktober t/m donderdag 12 oktober 2023 in de Brabanthallen in Den Bosch. Kaarten zijn gratis bij tijdige voorregistratie (t/m maandag 9 oktober), daarna kost een toegangskaart € 50,- incl. BTW. Vakbeurs Energie is niet toegankelijk voor
particulieren zonder zakelijk belang. Vakbeurs Energie heeft een uitgebreid inhoudelijk programma. Check www.vakbeursenergie.nl/nl/ totaal-programma/
Socomec is met zijn 101-jarig bestaan een gevestigde waarde als fabrikant en specialist op het gebied van geïntegreerde stroomvoorziening. Sinds de oprichting blijft het bedrijf door ontwikkelen zodat het de markt innovatieve oplossingen kan bieden om de energieprestaties van elektrische installaties te garanderen. Nieuw in het assortiment is een meerpuntsmeetsysteem met MID. Op de vakbeurs Energie kan het Nederlandse publiek voor het eerst met deze innovatie kennismaken.
Nieuw MID- meerpuntsmeetsysteem van Socomec bepaalt opnieuw de standaard
Socomec is van diverse markten thuis. “Ons bedrijf – met 4.100 medewerkers verspreid over diverse vestigingen wereldwijd – is opgedeeld in vijf business units: Energy Efficiency, Power Control Safety, Energy Storage Systems, Power Conversion Products en een Serviceafdeling die de service
verzorgt voor de vier business units. Door het bedrijf op deze manier in te delen, kunnen we meer focus aanbrengen en specialistische kennis en expertise bieden per thema”, legt Edwin Aten, Sales Manager Power Switching & Monitoring bij Socomec uit.
ENERGIE OPSLAGSYSTEMEN
Tijdens de Vakbeurs Energie zal Socomec onder meer aanwezig zijn met Energie Opslag oplossingen. “Het aandeel zonne- en windenergie groeit, terwijl in veel regio’s netcongestie dreigt. Dit leidt tot een exponentiële vraag naar opslagsystemen. Wij
bieden hiervoor diverse oplossingen, voor zowel de gebouwde omgeving, smart grids, en alsook microstroomnetten. Op de beurs zullen wij ons modulaire systeem SUNSYS HES L tonen dat geschikt is voor buitenopstelling en inzetbaar is voor diverse toepassingen als onder andere peak shaving, zelfconsumptie, trading off-grid etc.. ”
HET EERSTE MEERPUNTSMEETSYSTEEM MET MID
Blikvanger wordt echter de primeur waarmee Socomec op een bijzondere manier zal uitpakken. “DIRIS Digiware is een beproefd systeem in ons assortiment dat wordt gebruikt voor stroommeting en -bewaking van elektrische AC- en DC-installaties. Belangrijke eigenschappen ervan zijn flexibiliteit en toegankelijkheid. Zo is het meetsysteem 100% aanpasbaar en schaalbaar. Met één meetsysteem is het mogelijk om de bewaking van de hoofdingang tot de aftakkingscircuits en DC-belasting te meten. Volledig nieuw is dat de DIRIS Digiware-uitvoering die beschikbaar is als MID-versie (Measuring Instruments Directive, red.). Het is hierdoor het eerste meerpuntsmeetsysteem op de markt dat geschikt is voor facturering en subfactureringstoepassingen.”
METROLOGISCHE VEILIGHEID WAARBORGEN
MID, de meetinstrumentenrichtlijn is een EU-richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 (2014/32/EU). Deze is van toepassing op meetinstrumenten zoals water-, gas-, elektrische energie- en thermische energiemeters, alsook op gewichten of hoeveelheden vloeistofmeters die in commerciële transacties worden gebruikt. Een specifieke bijlage van de richtlijn (MI-003) is gewijd aan meters voor actieve elektrische energie (kWh).
Edwin Aten geeft meer uitleg. “Alle meters die geïnstalleerd worden in toepassingen die facturering en subfacturering vereisen op basis van de werkelijk verbruikte energie, moeten voldoen aan de meetinstrumentenrichtlijn (MID) in Europa. De meetkwa-
liteit moet namelijk op elk moment kunnen worden gegarandeerd. Waar slagers een geijkte weegschaal moeten hebben om het exacte aantal grammen aan klanten te kunnen doorrekenen, moet ook het energieverbruik exact kunnen worden geregistreerd voor facturering en subfacturering. Denk bijvoorbeeld aan toepassingen in appartementencomplexen en colocaties van bedrijven, winkelcentra, luchthavens en datacentra waar subfacturering vaak noodzakelijk is. Ons meetsysteem is hiervoor uitermate geschikt.”
EN 50470-1 EN EN 50470-3
“EN 50470-1 en EN 50470-3 definiëren de vereisten op het vlak van mechanica, elektromagnetische compatibiliteit en nauwkeurigheid. Een product dat in overeenstemming met deze normen is ontworpen, voldoet aan de essentiële en specifieke eisen van de meetinstrumentenrichtlijn. De aangemelde instantie gebruikt deze normen en de richtlijn om de conformiteit van
de meters te controleren. De nauwkeurigheid van de actieve energie die door de meter wordt gemeten, wordt gedefinieerd als klasse A, B of C.”
CONSUMENTENBESCHERMING EN EERLIJKE METINGEN
De MID schept dus een wettelijk kader om consumentenbescherming en eerlijke handel te garanderen. “Het bepaalt dat meetinstrumenten moeten worden beoordeeld door een aangemelde instantie. Het ontwerp en de fabricage van een MID-gecertificeerd meetinstrument moeten voldoen aan hoge normen voor metrologie en beveiliging van meetgegevens - maar het belangrijkste doel van de MID is ervoor te zorgen dat alle betrokken partijen vertrouwen hebben in het meetresultaat.”
Socomec is tijdens de vakbeurs Energie te bezoeken in hal 6 op standnummer E 016
IN DE ENERGIETRANSITIE IS SCHONE LUCHT ESSENTIEEL
FLAIR SERIE NU COMPLEET: KLEIN, GROTER, GROOTS
STILLE, DUURZAME VENTILATIE IN ELK TYPE WONING
Ontdek onze oplossingen voor nieuwbouw- én renovatieprojecten
TVVL verbindt mens en techniek tijdens vakbeurs Energie 2023
TVVL deelt expertise op het gebied van installatietechniek, energie en duurzaamheid
EXPERTS OP HET PODIUM
TVVL heeft met Norbert Schotte een bijzondere gastspreker voor u klaarstaan. Hij zal u meenemen in boeiende onderwerpen zoals klimaatverandering en data. Maar dat is niet alles – energieflexibiliteit en netcongestie én energiemonitoring zullen ook in de spotlight staan tijdens de drie beursdagen.
DINSDAG 10 OKTOBER
Wilt u alles weten over het werkelijke energiegebruik van uw gebouw en hoe zich dit verhoudt tot het energielabel? Kom dan op dinsdag 10 oktober live uw EnergieKompas invullen onder begeleiding van een expert. Met uw energieverbruik en vierkante meter gebruiksoppervlak als input, maakt TVVL ter plekke een WEii berekening en kan men de positie van uw gebouw plotten in het EnergieKompas. Op
deze manier bepaalt u de beste verduurzamingsroute voor uw gebouw.
WOENSDAG 11 OKTOBER
Of brainstorm op de stand over de technische uitdagingen van de toekomst en zie direct uw input van het gesprek tot leven komen in een prachtig kunstwerk. Op woensdag 11 oktober nodigt de vereniging haar leden uit om samen de beursdag af te trappen onder het genot van een lekkere lunch en komt men aan het eind van de dag weer samen voor een gezellige borrel. Tussendoor gaat men graag met u in gesprek over dingen die u opvallen op de beursvloer, en uw ideeën voor de toekomst van de vereniging. Uw bijdrage aan het gesprek ziet u dan direct tot leven komen in het visuele wandverslag dat wordt bijgehouden door professionele tekenaars op de stand.
DONDERDAG 12 OKTOBER
Op donderdag kunt u met de TVVL kennispartners sparren over 4 prikkelende stellingen, gerelateerd aan de verschillende routes naar de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Professionele tekenaars verwerken de input uit deze gesprekken tot een letterlijke routekaart naar verduurzaming. Deze routekaart biedt waardevolle aanknopingspunten voor toekomstige activiteiten van de kennispartners en de vereniging. Meld u aan voor dit inspirerende evenement via de website van vakbeurs Energie. Een unieke gelegenheid om uw kennis te vergroten en uw netwerk te versterken!
SOCOMEC lanceert DIGIWARE met MID, de eerste in zijn soort. Het eerste meerpuntsmeetsysteem voor verrekening van het energieverbruik.
Energiemeters die worden gebruikt voor verrekening moeten voldoen aan de MID (Measuring Instruments Directive). Denk hierbij aan toepassingen als: bedrijfsverzamelgebouwen, interne verrekening binnen bedrijven, winkels in winkelcentra of luchthavens, datacenter co-locaties, VvE’s etc.
Ontdek het gemak en de meerwaarde van een Digiware MID- meetsysteem.
• Monitor uw energieverbruik en/of productie
• Beheer uw besparingsdoelstellingen
• Houdt inzicht in de kwaliteit van uw installatie
• Makkelijk te installeren in bestaande installaties door sensortechnologie
• Automatische verbruiksrapportages via Nview Uw
Bouwen aan persoonlijke en duurzame relaties
Wij zijn Selectum, de betrokken detacheerder van technisch personeel in Nederland. Dat betekent dat wij ook na een plaatsing altijd contact houden. Hoe vergaat het jou bij je nieuwe werkgever? En wat zijn de mogelijke volgende stappen in je carrière? Dat betekent ook wij geloven in het bouwen van persoonlijke en duurzame relaties. Zowel met reeds geplaatste technische specialisten, potentiële kandidaten als met onze opdrachtgevers. Want bij ons is iedereen vooral een mens en niemand een nummer.
Samen met De Groot Vroomshoop, beide onderdeel van VolkerWessels, realiseert Goossen Te Pas in het centrum van Enschede op de Performance Factory, een duurzame wooncommunity die bestaat uit 185 appartementen en 17 woon-werkstudio’s.
Snel een duurzame wooncommunity
Door de appartementen grotendeels in de fabriek te bouwen, kunnen er circa 10 appartementen per dag worden gerealiseerd.
WERKEN IN HOOG TEMPO
De betrokken wooncorporaties zetten zich in om ruimte te maken voor jongeren in Enschede. Goossen Te Pas is verantwoordelijk voor de bouwcoördinatie en de realisatie van de basis: een traditionele onderbouw die bestaat uit metselwerk, kalkzandsteen, prefab vloerelementen en staalconstructie. Op deze traditioneel gebouwde basis worden massief houten woonmodules geplaatst. De massief houten, kant en klare appartementen komen compleet met onder andere een keuken en sanitair uit de fabriek van De Groot Vroomshoop in Enschede en worden vervolgens gemonteerd op de bouwplaats. Door een precieze en gedegen voorbereiding en de juiste partners is het tempo hoog, per dag worden er circa 10 woningen gerealiseerd.
DUURZAME, ENERGIEZUINIGE WONINGEN
Een groot deel van de appartementen zijn van massief, gecertificeerd hout. Hout heeft een positieve invloed op de gezondheid van bewoners en het heeft van nature een isolerende werking. Gecertificeerd hout is daarnaast een circulair bouwmateriaal, draagt bij aan het vastleggen van CO2 en het behoud van bossen wereldwijd. In het hart van het gebouw komt een groene binnentuin en ook aan de gevels is straks groen te vinden. De beplanting zorgt ook voor verkoeling in de zomer en het vangt het regenwater op. Het gebouw wordt natuurlijk voorzien van zonnepanelen en is aangesloten op het meest duurzame warmtenet van Nederland van Ennatuurlijk. Zo wonen de huurders straks in een duurzame en energiezuinige woning.
Prefab bouwen biedt grote kansen voor de bouw- en installatieketen
Gelijktijdig met vakbeurs Energie vinden in de Brabanthallen ook andere vakbeurzen plaatst waarbij vooruitstrevend bouwen en installeren leidend zijn. Zo kunnen bezoekers met interesse in oplossingen voor prefab bouwen terecht bij vakbeurs PREFAB.
Platform PREFAB is de organisator van vakbeurs PREFAB, initiatiefnemer van de opleiding Prefabricage, Modulair en Industrieel bouwen (PMI) en producent van prefab-gerelateerde webinars. Sander Braam van platform PREFAB: “De ontwikkelingen rondom prefabricage en modulaire - en industriële bouw veranderen de bouw volledig, maar zijn desondanks de afgelopen jaren onvoldoende zichtbaar geweest. Met Platform PREFAB dragen wij bij aan het vergroten van de kennis op dit vlak, waarbij we inzoomen op specifieke thema’s, innovaties en projecten in de spotlight zetten en de ontwikkelingen die bedrijven doormaken ondersteunen.”
Lees verder op de volgende pagina
JOUW UITDAGINGEN
Het managen van de energietransitie is een complex proces dat ons allen raakt. De overheid bepaalt beleidskaders, terwijl het bedrijfsleven deze implementeert, van energieopwekking tot gebouwverwarming. De weg naar een duurzame samenleving is uitdagend, met een steeds veranderende energiemarkt, prijsschommelingen, netwerkproblemen en dagelijkse vraagstukken over schaarste en overschotten. Deze uitdagingen vragen om een gespecialiseerde professional die doordachte en toekomstbestendige keuzes kan maken.
JOUW ROL
Of je nu al in de energiemarkt werkt of hierin geïnteresseerd bent, onze cursus Integraal Manager Energietransitie is de juiste keuze voor jou. In het samengesmolten vakgebied van bouw, installatietechniek en ICT is samenwerking essentieel. Jij integreert perspectieven en benadert problemen vanuit diverse invalshoeken. Deze disciplines moeten samenwerken voor een effectieve energiebalans, nu en in de toekomst.
Durf jij deze uitdaging aan te gaan en een sleutelrol te spelen in de energietransitie? Schrijf je vandaag nog in voor onze opleiding en til jouw rol als energieprofessional naar een hoger niveau!
Vorige week ontving bouwbedrijf Van Wijnen uit handen van Kiwa en BouwQ het allereerste KOMO-certificaat conform de beoordelingsrichtlijn BRL 2840 (deel 1). Van Wijnen ontving het BRL 2840-certificaat voor zijn innovatieve prefabwoningconcept. Bouwbedrijven met een BRL 2840-certificaat hoeven niet elk prefabbouwproject opnieuw te laten toetsen door een kwaliteitsborger en kunnen zo aanzienlijke tijd- en kostenbesparingen realiseren.
Kiwa reikt eerste certificaat uit voor prefabwoningconcept
Woningcorporaties en gemeenten kunnen vertrouwen op woningen die voldoen aan strenge kwaliteitseisen.
Volgens de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) moeten het bouwplan en het gerealiseerde bouwwerk van elk Gevolgklasse 1-bouwproject door een kwaliteitsborger worden geverifieerd. Volgens de Wkb hoeven gecertificeerde materialen, producten of bouwmethoden echter niet telkens opnieuw door een kwaliteitsborger gecontroleerd te worden. Kiwa en bouwinspectiebureau BouwQ hebben daarom de BRL 2840 voor prefabwoningconcepten ontwikkeld. Deze bestaat uit twee delen: BRL 2840 (deel 1) voor ontwerp en BRL 2840 (deel 2) voor assemblage.
ONTWERPEN IN EEN
CONFIGURATOR VOOR TALLOZE
VARIATIEMOGELIJKHEDEN
Kiwa en BouwQ hebben het KOMO-certificaat BRL 2840 (deel 1) aan Van Wijnen Components toegekend voor zijn grensverleggende prefabwoningconcept, waarbij het ontwerp van woningen wordt samengesteld in een configurator. Het certificaat dekt de complete bouwplantoetsing van alle mogelijke configuraties, waardoor miljoenen eindconfiguraties zijn goedgekeurd. Door de wijze van configuratie, engineering en productie van alle bouwelementen wordt altijd voldaan
aan de strikte kwaliteitseisen uit het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Dit geldt zowel voor de elementen die in Van Wijnens eigen woningfabriek in Heerenveen worden geproduceerd als voor de samenwerking met co-makers voor onderdelen. De systematische ontwerpwijze, oftewel
In de bouw- en renovatiesector wordt volop geïnnoveerd. Dat moet ook wel, gezien het grote tekort aan arbeidskrachten en de opgave die voortvloeit uit de gemaakte bouwen klimaatafspraken. Ook op het kostbare vlak van bouwfouten is nog een wereld te winnen. Industrialisatie, modulair bouwen, digitalisering en pre-fabricage zijn ontwikkelingen die daarbij heel goed kunnen helpen. Zij maken sneller, efficiënter en minder foutgevoelig bouwen en renoveren mogelijk.
Vakbeurs PREFAB onderscheidt drie segmenten, die zich laten terugvinden in zowel het kennisprogramma als op de beursvloer: Ontwerp & Engineering, Componenten & Modules en Logistiek & Assemblage. De beurs onderscheidt zich door de integratie van bouw en installatie. Naast specifieke producten en ontwerp- en logistieke tools toont het evenement volledig geïntegreerde toepassingen.
het platform, biedt talloze variatiemogelijkheden die allemaal binnen de vastgestelde toetsingskaders passen.
Steigerloos achteraf monteren én thermisch isoleren van balkons
Creëer meer flexibiliteit in het bouwproces met Schöck Isokorf® IQlick. Monteer balkons direct vanuit de kraan, zelfs ná het sluiten van de gevel. Daarnaast ben je met onze betrouwbare Isokorf® technologie altijd verzekerd van een hoogwaardige en koudebrugvrije aansluiting. Met Schöck bouw je sneller en efficiënter. Kijk voor meer informatie ook op: www.schoeck.com/nl
Door: Joop van VlerkenIn gebouwen zijn veel verschillende mogelijkheden voor verwarming, koeling en ventilatie. Traditioneel wordt vaak gekozen voor luchtbehandeling, inblazing en afzuiging via ventilatieroosters, maar dit levert nog wel eens comfortklachten op. Klimaatplafonds en verticale klimatisering zijn interessante alternatieven, die vaak energetisch ook nog eens een stuk efficiënter zijn. Een overzicht van wat er op dit gebied momenteel beschikbaar is.
Alternatieven voor ventilatie, verwarming en koeling
“Klimaatplafonds geven veel comfort in een ruimte, omdat verwarming en koeling gelijkmatig over de ruimte worden verdeeld met behulp van straling. Dat is beter dan op lucht gebaseerde koel- en verwarmingssystemen, omdat er veel minder tochtklachten optreden.” Met deze woorden legt Harro Scholten, R&D Engineer bij Inteco, de belangrijkste voordelen van klimaatplafonds uit. “Er lopen leidingen met daarin koud of warm water over het plafond. Je zou het kunnen zien als vloerverwarming in het plafond.” Klimaatplafonds zijn wel duurder dan andere systemen, zegt hij. “Je moet het vooral doen voor het comfort, want
een op lucht gebaseerd koel- en verwarmingssysteem is goedkoper.”
PLAFONDPANELEN
Klimaatplafonds worden vaak verkocht als stalen plafondpanelen. Scholten: “Daarin worden dan de klimaatelementen geplaatst. Dat zijn aluminium strekmatten met daarop koperen leidingen of aluminium profielen met daarin koperen of kunststof leidingen. Hierdoor wordt het hele plafond warm of koud. Zo kun je deels door straling en deels door convectie een ruimte koelen en verwarmen. Plafonds zijn bovendien vrij, er staat niks op en hebben daardoor een groot oppervlak om te verwar-
men of te koelen.” Klimaatplafonds passen goed bij lagetemperatuurverwarming, legt hij uit. “In de koelsituatie loopt er water van 15 graden door de plafonds, met een retour van 18 tot 19 graden. Bij verwarming is dat maximaal 40 graden. Deze temperaturen zijn makkelijk op te wekken door warmtepompen.”
GEEN TOCHTERVARING
Klimaatplafonds worden nauwelijks toegepast in woningbouw, maar vooral in de utiliteitsbouw, zegt Scholten. “Voor klimaatplafonds zijn verlaagde plafonds nodig. Dat zie je vooral in utiliteit, bijvoorbeeld in kantoren, ziekenhuizen en scho-
len.” Ventilatie blijft altijd nodig, zegt Scholten. “Bij een op lucht gebaseerd systeem wordt ventilatie met verwarming of koeling gecombineerd. Als je een klimaatplafond hebt, moeten er naast de klimaatelementen nog roosters voor de toevoer van verse lucht geplaatst worden. Maar de debieten zijn beperkter omdat je er alleen mee hoeft te ventileren. Dat voel je eigenlijk niet, waardoor er geen tochtervaring is.”
INNOVATIES
Innovaties in klimaatplafonds zijn er mondjesmaat, zegt Scholten. “Wat nieuw is, is dat we in plaats van watervoerende systemen werken met Phase Changing Materials (PCMs). Dat is een mengsel van zouten en water met een smelttraject van 21/25 graden, dat door de faseovergang veel warmte kan opnemen. In de nacht wordt vervolgens koude lucht, middels vrije koeling, de ruimte ingeblazen. Het grote voordeel van dit systeem is dat er geen energie nodig is voor energieopwekking, maar alleen voor de ventilator. Overdag is het dus een volledig energieloos systeem.” Het systeem is vooral bedoeld voor koeling, legt Scholten uit. “Het systeem bespaart ook op je stookkosten, door overtollige warmte op te slaan in het PCM en dit op een later tijdstip weer af te geven aan de ruimte. Additioneel is er dus nog een verwarmingssysteem nodig, maar dat kan bijvoorbeeld met vloerverwarming of door het verwarmen van de toegevoerde ventilatielucht.”
PASSIEF SYSTEEM
De innovatie met PCMs heeft dus flinke energetische voordelen, zegt Scholten. “Het kan bovendien overal gebruikt worden, omdat het een passief systeem is. Je kunt niet maximaal koelen, zoals met airco, maar je kunt er in normale situaties prima ruimtes mee klimatiseren. Bovendien is het wel makkelijker toe te passen in renovaties, waar het aanleggen van een watervoerend systeem soms niet mogelijk is. Je hoeft het
bovendien niet aan te sluiten op installaties. Dus als je weinig aan je installatie wilt of kunt veranderen en je wilt toch koelen, is het een ideaal systeem. Aangezien je geen nieuwe installaties hoeft aan te sluiten kan PCM ook een uitkomst zijn wanneer er een tekort is aan netcapaciteit.”
VERTICALE KLIMATISERING
Een andere innovatie is verticale klimatisering. Het systeem is gebaseerd op het principe van verticale verdringingsventilatie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Norbert Vroege, oprichter van het bedrijf Goflow midden in de coronatijd dit systeem bedacht. Frank van Buchem, algemeen directeur van Goflow, legt uit waarom dit is. “Bij verticale klimatisering worden de muren en de plafonds niet verwarmd of gekoeld, maar alleen de lucht. Doordat de toegevoerde lucht onmiddellijk weer wordt afgezogen is de blootstelling aan aerosolen lager.”
En hoewel dit zeker een positieve uitwerking heeft op het beperken van de overdracht van virussen in klaslokalen, viel na uitgebreid testen daarnaast ook het energiebesparende effect op, zegt Van Buchem.
“We hadden wel gedacht dat de energie-efficiëntie zou toenemen, maar het is sommige gevallen tot vijf keer efficiënter dan een normaal klimaatsysteem.”
WERKING
De werking van Goflow laat zich makkelijk uitleggen, volgens Van Buchem. “Van buiten wordt lucht aangezogen. Deze wordt gefilterd en geklimatiseerd in een luchtbehandelingskast. Dan wordt de lucht nog eens door filters onder de vloer geblazen en daarna gaat deze via de vloerconvectoren door airsocks en daarna door de gaatjes in de vloer verticaal de ruimte in. Vervolgens
Hier vindt u alles wat u nodig heeft voor uw project.
wordt de lucht via het plafond afgevoerd, waarna hij nog eens via een warmtewisselaar gaat en weer naar buiten geblazen wordt.”
De reden waarom deze manier van verwarmen en koelen zo veel efficiënter is, heeft te maken met de verticale route, legt Van Buchem uit. “Er wordt 1500 tot 2500 m3 per uur lucht ververst, die allemaal langs de convectoren met een heel groot oppervlak gaat. Daarom is er heel weinig weerstand. Omdat het systeem aangestuurd wordt door kunstmatige intelligentie die de buitenlucht temperatuur voorspelt, kan de ruimte heel snel op temperatuur gebracht worden.”
RENOVATIE BESTAANDE SCHOLEN
Goflow heeft zich vooralsnog gericht op de renovatie van bestaande scholen. Van Buchem: “We passen het systeem alleen in de lokalen toe. De overige ruimtes laten we nog op het oude systeem draaien. In de lokalen installeren we ons systeem en alle radiatoren worden weggehaald. Per lokaal wordt een luchtbehandelingskast geplaatst, bijvoorbeeld op het plat dak, in de kelder of in de ruimte zelf. De vloeren moeten wel met 20 centimeter worden opgehoogd. Die ruimte hebben we nodig.” Voor de toepassing van Goflow moet het hele lokaal dan ook in een keer aangepakt
worden, zegt Van Buchem. “Je kunt ook alleen een nieuw ventilatiesysteem plaatsen, dan ben je sneller klaar, maar dan profiteer je niet van de voordelen van ons systeem. Ons systeem is duurder, maar daarvoor krijg je wel een volledige renovatie van het klaslokaal en een perfect klimaatsysteem.”
ONVOLDOENDE VENTILATIE
De aanpak van scholen is volgens Van Buchem hard nodig. “Veel scholen zijn verouderd. Daar moet iets mee gebeuren. Vanwege de
stikstofproblematiek is sloop-nieuwbouw niet altijd een optie. Een van de belangrijkste eigenschappen van het Goflow-systeem is dat bij historische panden de buitengevels niet geïsoleerd hoeven te worden. Meer dan 80% van de scholen heeft onvoldoende ventilatie. Daardoor hebben naast leerlingen ook veel leerkrachten de tweede helft van de dag hoofdpijn. We zien ook dat het ziekteverzuim drastisch omlaag gaat als ons systeem wordt toegepast”, aldus Van Buchem.
Door: Ronald van Bochove Foto’s: Solid Air Climate Ceilings
Het energiezuinige klimaatplafond draagt bij aan verduurzaming van de gebouwde omgeving. Het klimaatplafond zorgt voor een comfortabel binnenmilieu, zonder tocht en geluid. Solid Air Climate Ceilings, onderdeel van het familiebedrijf Nijburg Industry Group, berekent en installeert de door hen ontwikkelde klimaatplafonds. Met een geringe inbouwhoogte en aantrekkelijk energieverbruik zorgt het bedrijf daarmee voor een comfortabele, duurzame oplossing in kantoren, scholen en zelfs in monumentale gebouwen zoals de rechtbank in Groningen.
Het klimaatplafond helpt verduurzamen
De voormalig rechtbank in Groningen, een 17e -eeuws pand aan de Boteringestraat, is grondig gerenoveerd. “De voorgevel is in oude staat, maar de kantoren in het gebouw moeten voldoen aan de moderne eisen die je van een kantoor verwacht”, zegt projectleider Johny Wilthof van Solid Air. “Hier is gekozen voor een klimaatplafond omdat het zorgt voor een comfortabel binnenklimaat zonder lawaai en om-
dat je maar een geringe inbouwhoogte nodig hebt om dit te realiseren.” In dit project, dat Solid Air uitvoerde in opdracht van Unica, is bijzondere aandacht besteedt aan het inpassen van de moderne techniek in een ‘schots en scheef’ gebouw. De klimaatplafonds dragen nu bij aan de comfort klasse A in het moderne kantoorpand achter de eeuwenoude gevel. De Nijburg Industry Group is een
Nederlands familiebedrijf met eigen productiefaciliteit, gespecialiseerd in het produceren, leveren en installeren van totaaloplossingen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat en luchttechniek. Dit doen zij voor partijen uit de gehele bouwkolom, van opdrachtgever en adviseur tot installateur of het gebouwmanagement, zowel nationaal als internationaal. De groep bestaat uit 7 bedrijven, waaron-
techniek en Nijburg Products. Vanuit deze bedrijven, brengt de groep tal van oplossingen op de markt die het binnenklimaat van een gebouw helpen regelen. Het bedrijf brengt al 25 jaar het klimaatplafond op de markt. Wilthof: “De laatste jaren groeit de vraag naar klimaatplafonds. De eisen aan het comfort in een school- of werkomgeving worden steeds hoger. Eén van de mogelijkheden om dat te bereiken is het klimaatplafond. Met een geringe inbouwhoogte van ongeveer 200 mm, ranke leidingen voor het watervoerend systeem en een geruisloze werking, is het heel geschikt voor renovatieprojecten.”
WERKING KLIMAATPLAFOND
der naast Solid Air Climate Solutions onder andere de Velu Klimaattechnische Groothandel, Nijburg Klimaattechniek en Nijburg Products. Vanuit deze bedrijven, brengt de groep tal van oplossingen op de markt die het binnenklimaat van een gebouw helpen regelen. Het bedrijf brengt al 25 jaar het klimaatplafond op de markt. Wilthof: “De laatste jaren groeit de vraag naar klimaatplafonds. De eisen aan het comfort in een school- of werkomgeving worden steeds hoger. Eén van de mogelijkheden om dat te bereiken is het klimaatplafond. Met een geringe inbouwhoogte van ongeveer 200 mm, ranke leidingen voor het watervoerend systeem en een geruisloze werking, is het heel geschikt voor renovatieprojecten.”
WERKING KLIMAATPLAFOND
Klimaatplafonds zorgen voor koeling en verwarming van ruimtes door middel van een watervoerend systeem dat is geïntegreerd in metalen plafondpanelen. De aan- en afvoer van lucht gebeurt via in het plafond geïntegreerde roosters. In het geïntegreerde systeem vindt verwarmen, koelen én luchtverversing op één plek plaats. Er hoeven geen andere elementen, zoals radiatoren of airconditioners te worden geplaatst. Wilthof: “Een klimaatplafond levert een behaaglijk binnenklimaat. Er zijn geen roosters waardoor lucht naar
Klimaatplafonds zorgen voor koeling en verwarming van ruimtes door middel van een watervoerend systeem dat is geïntegreerd in metalen plafondpanelen. De aan- en afvoer van lucht gebeurt via in het plafond geïntegreerde roosters. In het geïntegreerde systeem vindt verwarmen, koelen én luchtverversing op één plek plaats. Er hoeven geen andere elementen, zoals radiato-
maatplafond veroorzaakt geen tocht. De lucht die in ons systeem wordt ingeblazen komt via diverse verdeelroosters met een beperkte snelheid weer terug de ruimte in.” De fabrikant verwijst naar de ISSO publicatie 48 voor de exacte informatie over de energieprestatie ten opzichte van andere klimaatsystemen. “Een goed werkend ventilatiesysteem in combinatie met onze luchtkanalen levert het beste resultaat. Er is minder vermogen nodig om de temperatuur in een ruimte goed te regelen. Onze variabele volume regelaar houdt rekening met de bezetting in de ruimte en zorgt er geruisloos voor dat de temperatuur en het CO2 niveau onder veranderende omstandigheden aangenaam blijft in de ruimte.”
ren of airconditioners te worden geplaatst. Wilthof: “Een klimaatplafond levert een behaaglijk binnenklimaat. Er zijn geen roosters waardoor lucht naar binnen wordt geblazen. De warmteoverdracht vindt grotendeels plaats door middel van straling. Het klimaatplafond veroorzaakt geen tocht. De lucht die in ons systeem wordt ingeblazen komt via diverse verdeelroosters met een beperkte snelheid weer terug de ruimte in.” De fabrikant verwijst naar de ISSO publicatie 48 voor de exacte informatie over de energieprestatie ten opzichte van andere klimaatsystemen. “Een goed werkend ventilatiesysteem in combinatie met onze luchtkanalen levert het beste resultaat. Er is minder vermogen nodig om de temperatuur in een ruimte goed te regelen. Onze variabele volume regelaar houdt rekening met de bezetting in de ruimte en zorgt er geruisloos voor dat de temperatuur en het CO2 niveau onder veranderende omstandigheden aangenaam blijft in de ruimte.”
Solid Air Climate Ceilings werkt samen met een verlichting armaturen producent. Ze ontwikkelden een LED verlichtingsarmatuur waarmee ook de verlichting in de ruimte kan worden geïntegreerd in het plafondsysteem. Een energiezuinig product met een moderne uitstraling.
de laatsten die het gebouw verlaten als we het binnenklimaat hebben ingeregeld. Dat vereist samenwerking en zorgvuldigheid. En met onze ervaring vinden we naast standaard oplossingen ook innovatieve manieren om het gewenste doel te bereiken. Zo hebben we bij een renovatie van het Dalton onderwijsinstelling in Veendam de luchtbehandeling oplossing gevonden via de gevel.”
ZORGVULDIG EN INNOVATIEF
“We zitten al in een vroeg stadium om tafel om oplossingen te vinden voor de opdrachtgevers. En we zijn één van de laatsten die het gebouw verlaten als we het binnenklimaat hebben ingeregeld. Dat vereist samenwerking en zorgvuldigheid. En met onze ervaring vinden we naast standaard oplossingen ook innovatieve manieren om het gewenste doel te bereiken. Zo hebben we bij een renovatie van het Dalton
ZORGVULDIG EN INNOVATIEF
“We zitten al in een vroeg stadium om tafel om oplossingen te vinden voor de opdrachtgevers. En we zijn één van
Solid Air Climate Ceilings werkt samen met een verlichting armaturen producent. Ze ontwikkelden een LED verlichtingsarmatuur waarmee ook de verlichting in de ruimte kan worden geïntegreerd in het plafondsysteem. Een energiezuinig product met een moderne uitstraling. In de voormalig rechtbank in Groningen was niet één wand gelijk. Wilthof “We hebben alles handmatig opgemeten en uitgezet zodanig dat de schuinte van het gebouw het minst zou opvallen. We maken een legplan en daar geven alle partijen, zoals bijvoorbeeld de sprinkler installateur, hun inbreng aan. Zo creëren we een oplossing waarmee zelfs een gebouw van eeuwen geleden weer klaar is voor een comfortabele toekomst!”
In de voormalig rechtbank in Groningen was niet één wand gelijk. Wilthof “We hebben alles handmatig opgemeten en uitgezet zodanig dat de schuinte van het gebouw het minst zou opvallen. We maken een legplan en daar geven alle partijen, zoals bijvoorbeeld de sprinkler installateur, hun inbreng aan. Zo creëren we een oplossing waarmee zelfs een gebouw van eeuwen geleden weer klaar is voor een comfortabele toekomst!”
Circulair slopen en materialen oogsten in de gebouwde omgeving is een niet te stuiten trend. Hoewel het nog steeds leren en experimenteren is, zijn er meer en meer materiaalstromen die geoogst en opnieuw ingezet worden, waaronder nu ook installatiematerialen. Dat hergebruiken gebeurt ook op een steeds hoogwaardigere manier. “We komen nu in een fase terecht, waarin circulair opdrachtgeverschap wordt gevraagd van opdrachtgevers”, zo stellen Harry Hofman van GBN en Richard van Kippersluis van Lek Mining; twee experts die al jaren materialen op een circulaire wijze oogsten in sloopprojecten.
Oogsten van materialen vereist ook circulair opdrachtgeverschap
Harry Hofman en Richard van Kippersluis hebben de markt voor circulaire sloop als geen ander zien evolueren tot waar we nu zijn. Hofman: “Het mooie is dat er een netwerk is ontstaan van partijen die materialen oogsten, verzamelen, verhandelen en hergebruiken. Onze core-business
is slopen, maar om het circulair te kunnen doen moet er hiervoor wel een markt ontstaan. En dus vraag en aanbod. Wat wij zien is dat dit netwerk steeds meer groeit, zowel in aantal partijen als in aanbod van verschillende materiaalstromen.”
Dit netwerk bestond aanvankelijk uit
vooral handelaren en afnemers op relatief kleine schaal. Van Kippersluis: “Vooral in die eerste jaren zagen we dat marktplaatsen ook opkwamen. Dat is voor ons echter een tak van sport die te dicht tegen de consumentenhoek aan zit. Wij begeven ons echter niet op die markt. We werken
vanuit het opgebouwde, professionele netwerk waar we met vaste relaties werken. Binnen dat netwerk zien we dat het percentage handelaren afneemt en het percentage fabrikanten en eindverwerkers neemt juist toe. Dat is een goede ontwikkeling, want het nemen van verantwoordelijkheid door fabrikanten in het terugnemen van hun producten, die wij dus oogsten uit sloopgebouwen, past in het professionaliseren van deze markt.
MEER HOOGWAARDIG
HERGEBRUIK
Dat geldt ook voor de verschillende monostromen die geoogst, verzameld, verhandeld en hergebruikt worden.
Hofman: “Dat zie je bijvoorbeeld bij beton: beton uit gesloopte gebouwen werd in eerste instantie tot granulaat vergruisd en hergebruikt als fundatie van wegen. Dat is momenteel wel
business as usual voor de markt, maar het is wel een relatief laagwaardige toepassing dan vandaag de dag mogelijk is. In de afgelopen jaren is dat wel verbeterd. In eerste instantie beton recycling en weer toepassing in beton, zodat daar de kringloop sluit. Op dit moment wordt onderzoek gedaan of we nog een stap verder kunnen komen, door de betonnen elementen zonder te crushen direct hergebruiken in een nieuw gebouw, bijvoorbeeld de kanaalplaatvloeren. Het moet uiteraard passen en aan normen voldoen, maar dat is qua CO2-footprint wel waar we naar toe willen.” Ook andere materialen wordt geoogst om daarna opnieuw in gebouwen te hergebruiken, zoals staal en metaal. Van Kippersluis: “Daar zijn wel wat uitdagingen te overwinnen: mag het opnieuw gebruikt worden, zit er geen coating op die schadelijk voor de
gezondheid is bij bewerken (Chroom VI), en is het nog sterk genoeg? Je kunt metaal overdimensioneren, zodat het nieuwe geheel sterker is. Afgelopen juni is een nieuwe NTA voor staal opgesteld, waarbij het makkelijker moet worden om gebruikt constructiestaal te hergebruiken. Het is immers een mooi product, en ten opzichte van geheel nieuw staal kun je veel CO2winst behalen.”
Van Kippersluis doelt hierbij op de NTA 8713, die dit voorjaar is opgesteld op initiatief van Bouwen met Staal (de landelijke kennisorganisatie voor staal in de bouw) en het Rijksvastgoedbedrijf. In juni is deze officieel vastgesteld en toegevoegd aan het Bouwbesluit, en de Europese norm NEN-EN 1993. Een van de verschillen met voorheen is dat een trektest niet meer nodig is; dit omdat het hergebruikte constructiestaal zich in verschillen-
de projecten al heeft bewezen sterk genoeg te zijn.
INSTALLATIES
Een nog lastige materiaalstroom om te oogsten voor hergebruik zijn installaties, variërend van kanalen, sanitair en leidingen tot aan gehele cv-ketels. Van Kippersluis: “Het is lastig om installatietechnische materialen te hergebruiken, want het gaat vrijwel altijd om maatwerk. Maar we zien wel dat de installatietechnische sector wel druk bezig is met circulariteit, al is het qua kosten nog wel moeilijk te noemen. Met 1 installatietechnische groothandel en 1 fabrikan van installatiematerialen werken wij, en af en toe is er gelukkig een match.”
Ook Hofman heeft ervaring met projecten waarbij cv-ketels uit bijvoorbeeld corporatiewoningen worden gehaald en opgeslagen. “Dat is echter niet meer voor de nieuwbouw, want daarin worden cv-ketels juist niet meer gebruikt. Dat is immers allemaal gasloos. En bij bestaande bouw is het vanaf 2026 hybride wat de klok slaat. Bij één project in Soesterberg gebruikt de woningcorporaties vooral de jonge cv-ketels, die we voor hen hebben geoogst, ter vervanging van kapotte cv-ketels. Deze kunnen immers nog wel een jaar of 5 mee.”
CIRCULAIR
OPDRACHTGEVERSCHAP
De markt van geoogste producten uit gesloopte gebouwen groeit dus, en dat gaat snel. Maar gaat dat wel snel genoeg? “Niet als we de doelen voor 2030 en 2050 willen halen”, zegt Hofman. “Waar we naar toe moeten is circulair opdrachtgeverschap. Daarmee bedoel ik dat opdrachtgevers nadenken om circulaire materialen toe te passen in hun nieuwbouw. Er gebeurt op dat vlak best wel het nodige, maar dat zijn koploperprojecten. De uitdaging is dat dit op een breed vlak wordt uitgevoerd. Ik vind het heel tof dat wij veel uitvragen krijgen voor circulaire sloop, maar ik zou het nog toffer vinden als we met elkaar die cirkel met opdrachtgevers rond krijgen”, besluit Hofman.
MERWEDE KANAALZONE
In het centrum van Utrecht wordt een nieuwe wijk gerealiseerd met 6.500 woningen. Het gaat voornamelijk om nieuwbouwwoningen, maar op deze plek stonden nog wel enkele gebouwen die gesloopt moesten worden. “Wij zijn daar 5 jaar geleden bij betrokken geraakt”, vertelt Richard van Kippersluis, algemeen directeur van Lek Mining. Samen met GBN heeft Lek Mining de materialen geoogst uit de panden die circulair gesloopt zijn. “In die uitvraag was circulariteit niet meegenomen, maar dat zit wel in ons DNA. Dus wij hebben die circulaire ambitie onder andere ingebracht.”
Het pand van de voormalige drukkerij Roto Smeets hier is door GBN En Lek Mining circulair ontmanteld. “Maar het mooiste is als die materialen ook weer gebruikt kunnen worden in de nieuwe panden, die op deze plek wordt gebouwd”, vertelt Harry Hofman van GBN. “Dat was helaas niet mogelijk, omdat de te slopen gebouwen dusdanig groot waren dat er te veel de tijd zou zitten tussen slopen en opnieuw opbouwen. Opslaan van deze materialen was ook geen optie, omdat het niet in Utrecht kon en elders had gemoeten. En dan ga je de CO2-footprint vergroten door mobiliteitskilometers toe te voegen aan dit project. Niet wenselijk dus.”
Ook gebouw T op de Merwede Kanaalzone is door Lek Mining circulair gesloopt. Een deel van de geoogste materialen konden wel dichtbij hergebruikt worden. Het gaat 25 dikke houtbalken van 4 meter, 20 m2 gipsplaat, 20 m2 houten panelen, 40 wandcontactdozen, meterkastschakelaars, pvc-buizen, een paar honderd m² steenwol en een brandblusapparaat is hergebruikt in het project Overhoop in Utrecht Overvecht. Dit betreft een herbestemming van een voormalig winkelblok tot een woongemeenschap.
Er zijn bij Merwede Kanaalzone hoge ambities wat betref duurzaamheid. Daarbij stond energie op 1 en circulariteit op 2 want het was in 2017 nog minder een topic dan nu, zo weet ook Ronald Schilt, directeur van Merosch, het adviesbureau dat advies heeft gegeven op de algehele duurzaamheid van het gebied met de focus op energie, gezondheid en circulariteit. “Zeker in de eerste jaren – dat was al in 2017 – vroeg ‘energie’ wel de meeste aandacht. Niet zo gek ook, want het is een heel dichtbebouwd en -bevolkt gebied met veel hoogbouw. De ambitie was dat dit een energieneutraal gebied zou worden, maar dat bleek niet mogelijk. Er is niet voldoende dakoppervlak voor zon-pv én groendaken, waarbij ook nog eens dakoppervlak voor leefruimte gecreëerd moest worden. In de ondergrond is de capaciteit voor warmte-/koude-opslag in dit gebied beperkt, want we mogen niet te diep in de grond. Daarom is gekozen voor een groot, collectief wko-systeem, zodat we de wko-capaciteit zo goed mogelijk kunnen verdelen. Met 16 warmte- en 16 koudebronnen is dit de grootste warmte-koudeopslag van Nederland, waarschijnlijk zelfs van Europa.” Merosch is eerder dit jaar opnieuw ingeschakeld door opdrachtgever gemeente Utrecht, en netbeheerder Stedin. Schilt: “Dit is om te kijken naar hoe we netcongestieproblemen in dit gebied zouden kunnen voorkomen. De oplossing is een deels technische en deels contractuele. Technisch kan het door met energieopslag te gaan werken, zoals batterijen en thermische buffers. Contractueel is ook mogelijk maar wel innovatief, zeker voor Nederland. Stedin denkt aan capaciteitsbeperkende contracten voor grootverbruikers, en dat geldt dus voor de exploitant van de wko-installaties. Dat is namelijk een grootverbruiker, en die aansluitingen worden momenteel gewoonweg niet afgegeven in Utrecht. Maar het zou kunnen dat deze aansluiting toch wel wordt gerealiseerd, maar alleen met als voorwaarde dat het grootverbruikersaansluiting niet wordt gebruikt tussen bijvoorbeeld 16:00 uur en 20:00 uur. Maar dat zit nog in de onderzoekende fase. Al zit daar wel – ook nationaal gezien – juist de ruimte om het huidige net met zo min mogelijk aanpassingen nog te kunnen gebruiken.”
Agenda
Vakbeurs Energie
10 – 12 oktober
Vakbeurs Energie is het live B2B-platform voor duurzame energieopwekking en -besparing. Een platform boordevol innovaties, lezingen en live demonstraties en ontmoetingen met waardevolle contacten. Gelijktijdig vinden de vakbeurzen Zero Emission | Ecomobiel (over duurzame mobiliteit), Industrial Heat & Power (over de industriële energievoorziening) en PREFAB (over off-site bouwen en renoveren) plaats.
Locatie: Brabanthallen, Den Bosch.
Vakbeurs PREFAB
10 – 12 oktober
PREFAB richt zich tot professionals met interesse in off-site bouwen en renoveren. Leveranciers en koplopers in uitvoering binnen de B&U tonen er op de beursvloer hun – direct toepasbare – oplossingen, terwijl de experts in de theaters de bezoekers bijpraten over de laatste ontwikkelingen. In de bouw- en
renovatiesector wordt volop geïnnoveerd. Dat moet ook wel, gezien het grote tekort aan arbeidskrachten en de opgave die voortvloeit uit de gemaakte bouw- en klimaatafspraken. Ook op het kostbare vlak van bouwfouten is nog een wereld te winnen. Industrialisatie, modulair bouwen, digitalisering en pre-fabricage (samen: prefab) zijn ontwikkelingen die daarbij heel goed kunnen helpen. Zij maken sneller, efficiënter en minder foutgevoelig bouwen en renoveren mogelijk..
Locatie: Brabanthallen, Den Bosch.
VSK 2024
6 – 9 februari
VSK is de vakbeurs voor de totale installatiebranche. Exposanten delen hun kennis en tonen het nieuwste aanbod van oplossingen, toepassingen, technieken, innovaties en diensten.
Locatie: Jaarbeurs, Utrecht
CLT, Cross Laminated Timber of kruiselings verlijmd hout, is een veelbelovend alternatief voor de Nederlandse bouwconstructie. Sterke, gelamineerde houtelementen zijn gemakkelijk te verwerken en een duurzaam alternatief in plaats van-, of in combinatie met beton en staal. TNO business developer Ron Oorschot over de nabije- en verder liggende toekomst van CLT in Nederland.
Kruislaags verlijmd hout veelbelovend alternatief
Door houtlagen kruiselings op elkaar te verlijmen krijgt het samengestelde pakket een hogere sterkte dan dat de afzonderlijke delen zouden hebben. Grote fabrieken in het buitenland produceren in massa CLT panelen in elke gewenste maat. “Je kunt zelfs 20 meter lengte bestellen”, zegt Ron Oorschot. In het houwbouwteam van TNO wordt met meerdere partners de mogelijkheden van toepassing van CLT onderzocht. “CLT wordt gemaakt door planken aan elkaar te vingerlassen en vervolgens naast elkaar tot een plaat te lijmen. Met drie, vijf of zeven lagen kruiselings verlijmde en geperste platen ontstaat een vrijwel massief houten paneel dat toepassing vindt als constructief element.”
In het buitenland zijn indrukwekkende gebouwen gerealiseerd door uitsluitend gebruik te maken van CLT hout.
“In Nederland zien we nog niet veel hoogbouw waar uitsluitend CLT als constructief elementen zijn toegepast. De hoogbouw die gerealiseerd is en wordt, zijn hybride gebouwen, waarbij overwegend een betonnen kern wordt gebruikt. Constructieve toepassing in combinatie met geaccepteerde detailleringen lijkt nog niet goed vastgelegd in de Nederlandse normen. Daarom werken we hier bij TNO hard aan het onderzoeken en verkennen van de
technische mogelijkheden in het laboratorium en in praktijksituaties.”
DUURZAAM ALTERNATIEF
“De crux van materialisatie in hout, in CLT of HSB of andere biobased producten, is dat in hout CO2 is vastgelegd. Waar je voor de productie van beton veel energie moet gebruikten en daarmee veel CO2 uitstoot, is CO2 opgeslagen in het hout. En omdat we naar een reductie van CO2 -uitstoot moeten en het liefst naar het vastleggen ervan, is hout een aantrekkelijk alternatief.
De Houtbouw en de Biobased groep van TNO kijkt vooral naar de technische aspecten vanuit de toepassing. Eén van de speerpunten van onze afdeling is onderzoek naar de materiaaleigenschappen van hout en we doen onderzoek naar de optimalisatie van CLT in de Nederlandse bouw.
LANGZAAM VERGROTEN TOEPASSING
“Zowel bij voorschrijvers als architecten zie je een beweging naar het toepassen van CLT. We hebben contact met meerdere architecten die willen stoppen met de materialisatie in beton. Zij willen beton alleen toepassen daar waar nodig is en gebruiken waar mogelijk hout. We zien ook diverse
bouwers kiezen om steeds meer over te stappen op houtbouw.”
In de hoogbouw zijn al diverse hoogbouwprojecten met hybride toepassingen bekend; Een kern van beton met daaromheen CLT constructies of staalbouw met CLT. Er zijn diverse
gerenommeerde bedrijven die met CLT kunnen bouwen. “Maar van veel gebouwen die nu worden gebouwd is de eerste ontwerpschets tien jaar geleden gezet. in die tijd was het gebruikelijk om beton en staal toe te passen. Je kunt niet zomaar zeggen:
vervang beton door hout. Als op deze wijze beton door hout vervangen wordt gezegd dat houtbouw tien tot twintig procent duurder is.”
“Bij CLT hoort een andere ontwerp aanpak. Zo is het stramien van zeven meter in beton niet optimaal voor
CLT. Dan ligt het optimum bij andere afmeting. Dat beperkt de ontwerper niet, maar moet wel al vanaf het begin worden meegenomen.
CLT is dan een mooi materiaal het werkt schoon en je kunt gemakkelijk drie of vier bouwlagen hoog bouwen. Een ander voordeel is dat het met betrekkelijk weinig moeite te bewerken
is. Een raam sparing of leidingwerk moet je bij prefabriceren in beton vooraf nauwkeurig voorbereiden. In CLT frees je de sparingen er gemakkelijk uit.”
LIJM EN AFSTAND
De lijmen voor het maken van de platen zijn nog niet milieuvriendelijk. Ron zegt dat er nog geen biobased alternatief is voor lijmen die constructief worden toegepast. “Er wordt resinol gebruikt en dat is niet milieuvriendelijk. Ik wil het niet bagatelliseren maar de hoeveelheid betreft maar een paar millimeter op een dikte van meerdere centimeters. Dat betekent overigens niet dat we daar aan moeten blijven werken.”
Directeur Bas Boerboom van Boerboom Hout Groep onderzoekt de haalbaarheid van de eerste CLT fabriek in Nederland. ‘Als we CLT beschikbaar willen houden en de bouwproductie op peil willen krijgen, dan is een Nederlandse CLT-fabriek noodzakelijk’, zegt Boerboom, in de bouwvakbladen. Als alles meezit kan de fabriek vanaf 2024 elk jaar 70.000 kubieke meter CLT-hout leveren, goed voor zo’n tweeduizend woningen per jaar. Boerboom is nog bezig met de verdere financiering van de fabriek.
CLT VAN PALLETHOUT
Per jaar is dan zo’n 100.000 kubieke meter aan gezaagd hout te verwerken dat uit productiebossen zou kunnen komen. Boerboom Hout Groep is in gesprek met Staatsbosbeheer “CLT uit de buitenlandse fabrieken is gemaakt van hoogwaardig hout. Met hoge eisen aan het uitgangsmateriaal van C18, C24 of C28, (naarmate het getal hoger wordt, hoe hogere sterkte) krijg je een zeer hoogwaardig product. Het leek ons interessant om ook te onderzoeken of minder hoogwaardig hout zich ook leent voor toepasbare CLT platen.”
In oktober vorig jaar organiseerde Blue City, gevestigd in het voormalige zwemparadijs Tropicana in Rotterdam, een hackaton om de circulaire economie te bevorderen. De sessie ging nadrukkelijk om de vraag of
kruislaaghout, dat eigenlijk altijd van nieuw hout wordt gemaakt, ook van hergebruikt hout zou kunnen worden gemaakt.
Trots konden de partners van de CLT-hackaton in de week van de circulaire economie in februari en op andere events een bijzonder bouwwerk laten zien. ze zijn er in geslaagd is om binnen drie maanden een bouwwerk te realiseren in kruislaaghout gemaakt van hergebruikt hout. TNO werkte mee aan het project evenals afvalverwerker Renewi, vingerlasbedrijf Woodjoint, de Boerboom Hout Groep en architectenbureau Urban Climate Architects, dat veel met CLT ontwerpt. Uit 110 pallets is iets meer dan twee kuub hout geschikt gemaakt voor hergebruik. Ze zijn aan elkaar gevingerlast en door Boerboom kruiselings verlijmd tot CLT platen. Er werden platen geheel van pallethout gemaakt en ook platen met aan beide buitenkanten ‘virgin’ materiaal waaronder planken van lariks en douglas. De folly bestaat uit CLT platen die in driehoekige vorm zijn gefreesd en aan elkaar zijn bevestigd. Een aantal platen zijn in het bouwlab van TNO onderzocht op onder andere de sterkte. Ron: “De sterkte komt heel behoorlijk in de buurt van ‘gewoon’ kruislaaghout. We kijken nu met de partners of het circulaire CLT als wandelementen kan worden toegepast. Er komt een enorme hoeveelheid pallethout jaarlijks vrij en dat maakt deze toepassing interessant. Toepassing van de geschikte fractie daarvan als hoogwaardig bouwmateriaal lijkt ons beter dan alles verbranden in de elektriciteitscentrales. ”
De architecten van The Urban Woods hebben inmiddels veel ervaring opgedaan met de CLT platen uit gerecyclede pallet en kondigen aan een gebouw hiermee te bouwen in Amsterdam. Voor The Urban Woods is dit niet de eerste innovatie. In Delft verrijst het hoogste gebouw van Nederland zonder betonkern. Dit gebeurt door een balkenkolomconstructie met CLT-vloeren, waarbij de stabiliteitselementen naar de gevel worden verplaatst, zodat zelfs de liftkern van hout kan zijn.
Vergroening van de buitenruimte, - van straten, terreinen, daken en gevels draagt bij aan verduurzaming van de gebouwde omgeving. Maar groen wordt pas echt duurzaam als het verbonden is met de omgeving. “Een groen dak voegt meer toe aan biodiversiteit, klimaatadaptatie en gezondheid als het communiceert met de omgeving; als het een puzzelstukje is dat precies past om de verbinding te maken met de bestaande structuren,“ zegt Albert Jan Kerssen, vestigingsmanager idverde Advies, vestiging Woerden en dakenman van het jaar 2019.
“Groen in de stad is een puzzelstukje dat moet passen”
Kerssen: “Dat klinkt ingewikkeld en daar moet je ook wel het nodige voor onderzoeken, maar als je het vroeg genoeg meeneemt in de planontwikkeling is er een wereld te winnen. Kijk wat de mensen willen, kijk wat belangrijk is voor de flora en fauna en kijk wat er nodig is voor het klimaat. Vervolgens geeft de groen deskundige adviseur een oplossing, die antwoord geeft op al die vraagstukken. Dat is een samenspel dat nog onderbelicht is.”
Kerssen adviseert diverse ontwikkelaars en gemeenten maar is ook expert klimaat adaptatie bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en is actief in het Nationaal Dakenplan. “Het is essentieel dat alle partijen in de bouw en renovatie bij het aanpakken van stedelijke vernieuwing het belang inzien van het verbinden van groen initiatieven.”
“Een groendak voegt niet zoveel toe als het een eiland op zich is. Het heeft altijd wel een toegevoegde waarde voor het gebouw, maar wordt pas echt interessant als het onderdeel wordt van een systeembenadering, waarin het samenhangt met de omgeving. Een voorbeeld; een standaard eenvoudig sedumdak ziet er mooi uit en is makkelijk aan te leggen, maar voor dieren zijn sedumplantjes beperkt aantrekkelijk en voegt dit dus weinig toe. Door de vegetatie te verrijken met inheemse kruiden en planten, kan datzelfde dak ineens een belangrijke stapsteen worden in het netwerk van kleine leefgebieden, om bestaande leefgebieden in de omgeving te vergroten. De biodiversiteit op het dak wordt vervolgens verder versterkt door water vast te houden op het dak; hiervoor zijn allerlei slimme systemen op de markt. Op die manier gaat datzelfde dak ook een bijdrage leveren in het tegengaan van wateroverlast bij hevige regenbuien in de omgeving van
het gebouw. Het stapelen van functies en daarbij het hanteren van een systeembenadering over diverse schaalniveaus creëert pas echt waarde voor het dak, het gebouw én de omgeving.”
“En vergis je niet: de natuur is overal. Zelfs in de meest dichtbevolkte, versteende gebieden is natuur aanwezig die je kunt versterken en vergroten. Die natuur in de stad is ook hard nodig om de stad leefbaar te houden. Met groen op, aan en rondom het gebouw dat is aaneengesloten op natuurnetwerken maken we lokale natuur robuuster. Hier profiteren niet alleen vogels en insecten van, maar ook mensen. We hebben het nodig voor onze gezondheid, veiligheid en creativiteit.”
KOSTEN VALLEN MEE
“De afgelopen decennia was groen vaak een sluitpost. Bij nieuwbouw of
renovatie was de volgorde; eerst het pand en een restpotje is voor groen. Dat is aan het verbeteren, nu dat vanuit diverse overheden het belang van groen in de stad erkend wordt en daarbij passend beleid wordt opgesteld. En vastgoedeigenaren en ontwikkelaars zien ook zelf meer en meer het belang in en houden rekening ermee in het beschikbare budget. Nu zou je kunnen zeggen; ‘wees blij dat er al wat groen is. Het doorvoeren van groen in een bouw- of renovatieopgave is al een hele uitdaging, laat staan als je ook nog rekening moet houden met alle voorwaarden.’ Dan is het antwoord: door slim om te gaan met de planning in de bouw, kun je groen op een kostenefficiënte wijze in een wijk introduceren of uitbouwen. Kerssen; “Als ergens het riool moet worden aangepast of gerenoveerd, kan men zich beperken tot het open-
Roofs uitgeroepen Dak van het jaar 2019 ‘Het Platform’ in Utrecht ligt pal naast het treinstation Utrecht CS en Hoog Catherijne. Door ZND Dakbedekking werden voor de dak aankleding idverde NL (voorheen BTL) en Zoontjens als partner ingeschakeld. Idverde NL stond in voor de aanleg van alle groenvoorzieningen op de daken. Het gebouw werd geprezen om de verschoven blokken met horizontaal en verticaal groen die bijdragen aan biodiversiteit, waterbuffering en luchtkwaliteit. De beplanting van de daktuinen door Studio LandLab is geïnspireerd op de verschillende landschappen in de provincie Utrecht. Foto door Choinowski.
Groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving
Bodemdaling van gebouwd gebied en de gevolgen ervan blijven beheersbaar en betaalbaar
Tijdens hitte biedt de gebouwde omgeving een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving
Waardevolle habitat en basiskwaliteit natuur realiseren
Groene oplossingen gebaseerd op natuurlijke processen en structuren hebben de voorkeur boven technische oplossingen: groen, tenzij
Verbonden met thema’s:
Percentage groen op buurtniveau realiseren
Verbonden met thema’s:
vitale of kwetsbare functies.
Grondwaterstanden en zoetwaterbeschikbaarheid zijn sturend bij keuze functie, systeem en inrichting
Vergroten infiltratie en minimaliseren verharding
Verbonden met thema’s:
Hergebruik van water, zuinig gebruik van drinkwater en verbeteren waterkwaliteit is onderdeel van het ontwerp
•Benutten en besparen, •Vasthouden en infiltreren, •Bergen, •Afvoeren
breken van een straat, uitvoeren van de renovatie en het daarna alles in originele staat terugbrengen. Maar dit momentum kan je ook gebruiken om na te denken over het gelijktijdig creëren van een groenstructuur waar water in geborgen kan worden, zodat het rioolstelsel minder belast wordt bij neerslag. Door vroegtijdig vanuit een integrale benadering te werk te gaan, heb je vaker de kans om werk met werk te maken, functies te koppelen en uiteindelijk meer waarde toe te voegen aan onze leefruimte.
HOE KRIJG JE HET VERBONDEN?
Kerssen geeft aan dat elke woonwijk of bedrijventerrein zich leent voor het vaststellen van een groenambitie. “Bij nieuwbouw is het relatief eenvoudig om in het ontwerp groenplannen op te nemen die meer natuurinclusiviteit in een wijk brengen. De grootste uitdaging is echter de bestaande gebouwde omgeving. Daarom juich ik elk initiatief van buurtbewoners of ondernemerscollectief toe om hun
Draagkracht bodem is mede sturend bij keuze functie, systeem en inrichting
Gebiedsspecifieke keuze ontwerppeil, restzettingseis, maatregelenset en materiaal op basis van de meest kosten effectieve investering gegeven de levensduur.
Geen directe opwarming van verblijfsplekken in de private of openbare buitenruimte door gebouwen(installaties)
Schaduw op verblijfsplekken, loop- en fietsroutes en drinkwaterstroken
Afstand tot groene koele verblijfsplekken
Verbonden met thema’s:
Warmtewerende oppervlakten
Vitale en kwetsbare functies en groenvoorzieningen zijn bestand tegen hitte
De ladder van koeling door OSKA: •Koele omgeving •Warmte weren •Passief koelen •Actief koelen
omgeving te vergroenen. Gemeenten moeten dat soort initiatieven ondersteunen met slimme adviezen en een duidelijke strategie om het puzzelstukje af te stemmen op de behoefte. Welk puzzelstukje heb je nodig in deze omgeving, voor deze specifieke puzzel?
DE KENNIS IS ER; DE ADVISEUR SCHUIFT GRAAG AAN
In maart van dit jaar is de landelijke maatlat voor een groene, klimaatadaptieve gebouwde omgeving gepresenteerd door voormalig ministers De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), minister Harbers (IenW) en minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof). Het is een overzichtelijk document dat duidelijk maakt hoe klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen eruitziet. Plannenmakers hebben daarmee een instrument dat doelen en prestatie-eisen beschrijft en het geeft richtlijnen voor de thema’s wateroverlast, droogte, hitte, biodiversiteit, bodemdaling
De gebouwde omgeving is via gevolgbeperking voorbereid op overstromingen in buitendijks gebied, vanuit het regionale watersysteem en door dijkdoorbraken
Overstromingsrisico’s van overstromingskans, waterdiepte en evacuatietijd en bijbehorende impact afwegen met specifieke aandacht voor vitale en kwetsbare functies
Voorbeeld: Basisveiligheidsniveau Metropoolregio Amsterdam
Hevige neerslag leidt niet tot waterschade aan gebouwen, boven- en ondergrondse infrastructuur en voorzieningen. Kwetsbare en vitale functies en voorzieningen blijven beschikbaar.
Geen waterschade tot en met een bui die 1 x per 100 jaar voorkomt, vitale en kwetsbare functies blijven beschikbaar
Geen waterschade bij 0,2 meter waterdiepte op straat
Verbonden met thema’s:
Neerslag op privaat terrein verwerken op privaat terrein of daarvoor bestemde extra voorzieningen in het plangebied of binnen de watersysteemgrenzen
Ontwikkeling voorkomt afwenteling
In het gebied is natuurlijke en bovengrondse afwatering zoveel mogelijk aanwezig.
•Benutten en besparen, •Vasthouden en infiltreren, •Bergen, •Afvoeren
en gevolgbeperking overstromingen. Om het percentage groen op buurtniveau te behouden en te realiseren, adviseert de landelijke maatlat bijvoorbeeld een groennorm vast te stellen op buurt- of wijkniveau. Deze norm is gebaseerd op het lokale doel/ de doelen waaraan de groennorm een bijdrage moet leveren. Gelet moet worden op de criteria die er aan het groen gesteld worden om de lokale doel(en) te behalen. In het percentage groen telt groen in het hele gebied, zowel op publiek en privaat terrein (inclusief daken) en volwassen boomkronen mee. Deze richtlijn geldt ook voor hitte en voor droogte en heeft ook meerwaarde voor gezondheid. Kerssen: “Bureaus als het onze beschikken over deskundigen en tools die helpen zulke analyses te maken en we kunnen vervolgens de vertaalslag maken naar praktische uitvoerbare plannen. Bij idverde NL kun je daarnaast ook terecht voor de uitvoering en het onderhoud.”
Tegen 2030 moeten volgens het Energieakkoord bij bestaande woningen 500.000 nieuwe aansluitingen op warmtenetten worden gerealiseerd bovenop de 375.000 al gerealiseerde aansluitingen. Een behoorlijke uitdaging. Om een en ander te versnellen kon vanaf 1 juni de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) worden aangevraagd om de onrendabele top te vergoeden. Maar is dit voldoende?
500.000 extra aansluitingen op warmtenetten tegen 2030: utopie of realiteit?
“De uitrol van nieuwe warmtenetten ligt nog niet op koers”, begint Joris Wijnhoven van NVDE, de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. NVDE is een missiegedreven organisatie die
bedrijven en andere organisaties helpt om de energietransitie te versnellen.
“We doen dit altijd vanuit een systeembenadering en kijken daarbij niet naar het belang van één van onze leden,
maar naar het belang van het gehele systeem. Met betrekking tot het thema warmtetransitie hebben we alle spelers aan boord: zowel de netbeheerders als de warmteleveranciers.”
Bezoek TVVL op Vakbeurs Energie 2023!
Van 11 tot en met 13 oktober zijn wij te vinden op onze stand én op het podium van Vakbeurs Energie met inhoudelijke presentaties over belangrijke onderwerpen van nu. Zien we jou daar?
TVVL PODIUMPROGRAMMA
Dagelijks van 13.00 - 14.30 uur
DINSDAG 11 OKTOBER
Energieprestatie & - monitoring als vertrekpunt van de verduurzamingsreis
WOENSDAG 12 OKTOBER - NORBERT SCHOTTE
De bouw in transitie - klimaatverandering en data
DONDERDAG 13 OKTOBER
Toekomstbestendige energiesystemen: Welke rol ligt er voor de installatietechniek?
»BLIJF BAAS OVER UW ENERGIENOTA«
»BLIJF BAAS OVER UW ENERGIENOTA«
Wanneer uw nutsbedrijf levert tot de hoofdaansluiting van uw complex staat u sterk om als collectief in te kopen.
»BLIJF BAAS OVER UW ENERGIENOTA«
Wanneer uw nutsbedrijf levert tot de hoofdaansluiting van uw complex staat u sterk om als collectief in te kopen.
Meer dan energie meten: techem.nl
Wanneer uw nutsbedrijf levert tot de hoofdaansluiting van uw complex staat u sterk om als collectief in te kopen.
Meer dan energie meten: techem.nl
»BLIJF BAAS OVER UW ENERGIENOTA«
Wanneer uw nutsbedrijf levert tot de hoofdaansluiting van uw complex staat u sterk om als collectief in te kopen.
Meer dan energie meten: techem.nl
Meer dan energie meten: techem.nl
WET COLLECTIEVE WARMTE
Een van de grootste bottlenecks bij warmtenetprojecten is de nieuwe marktordening die onduidelijk blijft, stelt Wijnhoven. “De marktordening is geregeld in de Wet Collectieve Warmte (Warmtewet, red.) maar deze is nog niet officieel van kracht. De wetstekst is al ter consultatie langs de sector gegaan, maar de conceptwet is nog niet voorgelegd aan de Tweede Kamer. De minister moet voor advies nog langs de Raad van State. Duidelijk is inmiddels wel hoe de marktordening er volgens de minister uit moeten komen te zien. Waar in het verleden zowel publieke als private partijen een meerderheidsbelang mochten hebben, voorziet de nieuwe marktordening, zoals die nu is voorgesteld in de Wet Collectieve Warmte, dat publieke partijen een meerderheidsbelang zouden moeten hebben, zowel in de netten als in het warmtebedrijf.”
“Tegelijkertijd is momenteel nog niet voldoende helder hoe de afwikkeling van bestaande netten en netten die in een bepaalde fase van ontwikkeling zijn, er daardoor uit komt te zien.
Vooral de waardebepaling is daarbij nog onduidelijk. En wat zal er gebeuren met netten waarvoor straks geen koper blijkt te zijn? Ook daar is het vooralsnog koffiedik kijken. Zolang er op diverse punten onduidelijkheid blijft, zal er geen vaart komen in de uitrol van nieuwe warmtenetten. Kortom, de Warmtewet zal een grote impact hebben op zowel nieuwe als bestaande projecten en het zet in veel gevallen de markt even op z’n kop.”
RESTWAARDE INVESTERING
Wordt de Wet Collectieve Warmte effectief, dan zullen bij bestaande warmtenetten of lopende projecten private partijen op zoek moeten naar publieke kopers die bereid zijn om de netten over te nemen. “Dat betekent dat de private partijen genoegen zullen moeten nemen met een minderheidsbelang. Een andere optie is dat ze het geheel verkopen. Private partijen zijn zich nu aan het oriënteren wat voor hen de beste oplossing is, waarbij ook moet worden gekeken naar hoe de overheid zal omgaan met de restwaarde van de investering. Dat
bepaalt voor veel bedrijven hun mate van enthousiasme. Maar zolang nog niet alles is uitgekristalliseerd zullen partijen weinig ondernemen wat vanuit bedrijfseconomisch perspectief begrijpelijk is.”
VERTRAGENDE WERKING
Hetzelfde geldt voor plannen voor warmtenetten. “Een deel van de plannen zijn conform zoals het wetsvoorstel er ligt aangezien publieke partijen de warmtenetten zullen aanleggen en exploiteren. Voor deze groep speelt de marktordening in feite geen rol. Maar er zijn daarnaast nog veel projecten waar private partijen op dit moment de boventoon voeren. Deze liggen nu stil tot er meer duidelijkheid is. Je kunt vóór of tegen de marktordening zijn, maar welke mening je ook bent toebedeeld, de uitkomst is dat het een vertragende werking heeft op de uitrol.”
SUBSIDIE
Om een en ander te kunnen versnellen, stelde demissionair minister Jetten een subsidie beschikbaar voor warm-
tebedrijven om te blijven investeren in nieuwe warmtenetten. Het gaat om 150 miljoen euro die vanaf 1 juni kon worden aangevraagd om de onrendabele top te vergoeden. Het maximale subsidiebedrag per project bedroeg 20 miljoen euro. “Deze subsidie is zeker een goede zaak”, zegt Wijnhoven. “Dat blijkt onder meer uit het feit dat de subsidiepot inmiddels al leeg is. Het is een indicatie dat gelukkig niet alle projecten stilstaan. Er zijn namelijk nog heel wat projecten waar publieke partijen een meerderheidsbelang hebben. Tegelijkertijd is het toegewezen bedrag niet zo waanzinnig hoog als je het vergelijkt met de torenhoge ambities. In het klimaatakkoord is afgesproken om tegen 2030 nog eens 500.000 bestaande woningen op warmtenetten aan te sluiten bovenop de 375.000 al gerealiseerde. Subsidie is dus meer dan welkom.”
VRIJBLIJVENDHEID
Naast de marktordening speelt er nog meer. “In de warmtetransitie zijn gemeentes aangewezen als regisseur van wat er moet gebeuren op gemeentelijk niveau, maar veel gemeenten zijn nog niet klaar om die rol op zich te nemen. Hoe langer ze aarzelen en de beslissing uitstellen omdat ze het niet aandurven, of omdat het mogelijk niet populair is bij de kiezers, hoe lastiger het wordt om de warmtenetten te realiseren omdat mensen zelf ook keuzes maken. Als je in een wijk woont en jouw perspectief is een warmtenet dat binnen vijf tot tien jaar zal worden gerealiseerd, dan maak je een andere afweging dan als het warmtenet er niet komt. Er is nog teveel vrijblijvendheid. De rijksoverheid doet relatief weinig om gemeenten ertoe te dwingen om tot een standpunt te komen. Als de rijksoverheid er meer druk op zet, breng je een en ander weer in beweging.”
WIGW
Er zijn met betrekking tot warmtenetten op dit moment zowel juridische, politieke als financiële belemmeringen. “De NVDE beijvert zich om de WGIW, de Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie, niet controversieel te verklaren. Deze wet geeft gemeenten een instrument in handen om lokale regels op te stellen die de overgang van aardgas naar duurzame vormen van energie bespoedigen. Zo kunnen ze beslissen om bepaalde wijken op termijn af te sluiten van het aardgas. Dat kan een sterke stimulans zijn om een en ander te versnellen. Je biedt hen én investeerders een perspectief dat in een bepaalde wijk gas geen optie meer zal zijn, waardoor het aanleggen van een warmtenet een logische keuze is.”
TECHNICI
Tot slot is er nog de uitdaging met betrekking tot uitvoerbaarheid. “Het tekort aan technici is zeker een reële complicatie, maar die geldt voor meerdere sectoren. Voor het aanleggen van installaties en warmtenetten en netwerken zijn vakmensen nodig. Krijgt de markt een reëler perspectief, dan zal de organisatie van de werkzaamheden vermoed ik ook veel beter lopen. Mensen gaan wel harder lopen als ze merken dat de markt constant en grootschalig is. Belangrijk is dus ook dat het demissionaire kabinet het thema Energietransitie moet blijven behandelen. Als alles wat ingewikkeld is, wordt uitgesteld tot een volgend kabinet, lopen we teveel vertraging op.”
Marktanalyse
Er is dus nog een kans dat die 500.000 extra aansluitingen realiteit wordt?
“Energie Nederland heeft een marktanalyse gemaakt waaruit blijkt dat er 300.000 potentiële aansluitingen nu tijdelijk stilliggen door projecten die nu on hold staan. Dat is mindblowing veel. Dus als al die projecten zouden doorgaan zijn we een hele stap verder richting de doelstellingen. Maar zolang die onduidelijkheid over de marktordening blijft voortduren, wordt het een ingewikkeld verhaal.”
Douchen en verwarmen met de restwarmte van de servers van een cloud-bedrijf, dat is precies wat Leafcloud mogelijk maakt. Het bedrijf plaatst computerservers voor haar cloud-oplossingen in de technische ruimten van gebouwen die warmte nodig hebben. Deze servers produceren veel warmte die vervolgens toegepast wordt om warm tapwater te verwarmen en bronnen voor warmte-/koudeopslag te regenereren. Omdat de warmte lokaal geproduceerd en gebruikt wordt, gaat er minder warmte verloren. Zowel het cloud-bedrijf als het energiebedrijf hebben er voordelen van, dus kan er met gesloten beurzen gewerkt worden.
Douchen en verwarmen met lokaal geproduceerde warmte uit de ‘cloud’
“We leveren cloud-oplossingen, net zoals Google, Amazon en Microsoft dat doen. Maar wij doen dat op een duurzame manier, zonder energieverspilling.” Met deze woorden legt Niek de Jong, CEO van Leafcloud, uit dat zijn bedrijf op een duurzame en zorgvuldige manier omgaat met het
opslaan van data. “Bovendien is Leafcloud een Europees bedrijf. Je wilt niet dat al je data onder controle van het buitenland vallen.”
Klanten zien dat steeds beter in, vertelt hij. “Organisaties als Mobiel.nl en Milieudefensie hebben hun clouds al bij ons draaien. Voor ons geldt dat
hoe meer klanten we krijgen, des te duurzamer we cloudopslag kunnen aanbieden.”
STER-NETWERK
De restwarmte die de servers van Leafcloud produceren, wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen. Er zijn
ook andere datacenters die dit doen, maar ze doen dit nooit zo direct bij de plek waar de warmte nodig is, vertelt De Jong. “Wij plaatsen onze servers lokaal in die gebouwen die de warmte nodig hebben. Onze servers hebben veel koeling nodig en produceren veel warmte. Daarom zetten we onze servers in kelders van gebouwen,
waar de restwarmte direct gebruikt kan worden.”
De locaties van de servers zijn dus niet aan de klanten gebonden, legt hij uit. “Wij zetten een soort ster-netwerk op. Centraal hebben we een groot datacenter voor de opslag. Voor de rekencapaciteit gebruiken we de lokale servers in gebouwen. Dat heeft grote
voordelen, want als er een uitloper van een ster uitvalt, kan dat makkelijk opgevangen worden door een andere lokale server.”
SAMENWERKING
Eteck werkt sinds enige jaren samen met Leafcloud, vertelt Sonja de Koning, assetmanager bij Eteck. “Vier jaar geleden kwamen we met dit bedrijf in contact. Toen hebben we een testopstelling gemaakt in gebouwen. We konden de koude die zij nodig hebben om te koelen, leveren uit onze bron. De restwarmte van hun servers gebruiken wij weer voor het bereiden van warm tapwater of om de bron te regenereren.”
Die warmte kan het hele jaar door gebruikt worden, zegt De Koning. “Het systeem is heel geschikt voor het verwarmen van warm tapwater en dat is het hele jaar nodig. Als je het bovendien combineert met een flinke boilercapaciteit, kun je de warmte opslaan.”
Doordat de warmte lokaal wordt hergebruikt, gaat er minder warmte verloren, legt De Jong van Leafcloud uit. “Traditionele datacenters proberen warmte te verplaatsen naar plekken waar die warmte gebruikt kan worden. Wij produceren juist de benodigde warmte op de locatie en verplaatsen de data via glasvezelkabels.”
Het idee voor Leafcloud is ontstaan op de TU Delft, vertelt De Jong. “In eerste instantie lukte het niet om het businessmodel goed rond te krijgen, maar wij hebben doorgepakt en het idee verbeterd waardoor het nu goed loopt.” Dat heeft volgens De Jong veel te maken met de eenvoud van het model. “We werken bijvoorbeeld samen met Eteck. Zij krijgen gratis warmte van ons en wij kunnen gratis gebruik maken van hun technische ruimtes om onze servers te plaatsen. Zo kunnen we met gesloten beurzen werken.”
BEWONERS MERKEN NIKS
Eteck en Leafcloud werken samen in het woningbouwproject Hasselaerhof in Amsterdam. De Koning: “Dat is
een nieuwbouwproject voor sociale woningbouw, waar wij warmte leveren. Daar is eigenlijk de hele dag door warm tapwater nodig. We kunnen de restwarmte uit de servers direct gebruiken. Deze restwarmte wordt alleen voor deze woningen gebruikt en is dus niet op een warmtenet aangesloten.”
De bewoners merken niet dat ze douchen of verwarmen met water dat verwarmd wordt met restwarmte van cloudservers, zegt De Koning. “Zij merken daar helemaal niets van en dat hoeft ook niet want de bewoner wil alleen warm water. Voor vastgoedeigenaren, zoals in dit geval woningcorporatie Stadgenoot, is duurzaamheid wel heel belangrijk. Ook in verband met de energielabels die de woningen krijgen.”
Omdat de installatie in Hazelaerhof goed draait, gaan Eteck en Leafcloud uitbreiden. De Koning: “We gaan van 3kW naar 25 kW. Dat kunnen we makkelijk realiseren in de technische ruimtes van de complexen waar we warmte leveren. Zo kunnen we nog meer energie gaan uitwisselen en voor Leafcloud is het fijn dat ze extra ruimte kunnen gebruiken. Zo creëren we voor alle partijen een win-winsituatie.”
DUURZAME DATACENTERS
Het plaatsen van de dataservers in bestaande gebouwen heeft nog een positief effect, legt De Jong uit. “In ons concept zijn er geen nieuwe grote datacenters in de polder nodig en we verbruiken veel minder water dan onze concurrenten (namelijk geen water). Daarnaast verspillen we geen stroom, omdat we daar warmte mee maken voor de gebouwen waar we onze servers hebben staan. Dit is volgens mij de manier om duurzame datacenters te bouwen.”
In vergelijking met bedrijven als Google of Microsoft is Leafcloud natuurlijk nog een kleine speler. Maar steeds meer bedrijven die op een duurzame manier met hun data om willen gaan, zien de voordelen van een Europees databedrijf, zegt De Jong. “We voldoen aan alle Europese security-eisen
en hebben klanten als Milieudefensie en Mobiel.nl, binnenkort komt daar één van de grootste Nederlandse retailbedrijven bij. En we zijn klaar voor nog meer klanten.”
DUURZAAMHEIDSAMBITIES
Uitbreiding is volgens De Jong geen probleem. “Er staan nog genoeg vierkante meters in technische ruimten van gebouwen leeg. Onze uitdaging
zit niet in het vinden van ruimtes, maar in het vinden van bedrijven die onze cloud willen gebruiken. We hebben daarom een focus op bedrijven die een duurzaamheidsstrategie hebben. Die halen we binnen.”
Daarnaast investeert Leafcloud ook in de eigen duurzaamheidsambities.
“We hebben met hulp van RVO-subsidie geïnvesteerd in software die ons helpt om de workload te verspreiden en gebruik te maken van energie waar en wanneer die het goedkoopst aangeboden wordt.” Vooralsnog is Leafcloud het enige bedrijf dat cloudopslag op deze manier aanpakt. “In theorie kan elke partij het op deze manier doen. We hopen dan ook dat de grote partijen ons goede voorbeeld volgen, zodat cloudopslag in het algemeen veel duurzamer wordt. Er zit een enorme potentie in, bedrijven moeten daar gebruik van gaan maken. Het vergt wel een omschakeling van bedrijven, maar ik denk dat het goed uit te leggen is, waarom dit nodig is.”
DEI-SUBSIDIE
Leafcloud heeft voor dit project subsidie van RVO ontvangen in het kader van de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+). Bedrijven kunnen via deze regeling subsidie krijgen om een innovatieve techniek te testen in een pilotproject of te demonstreren in een demonstratieproject.
Kijk hier voor meer info: www.rvo.nl/dei.
Door: Ronald van Bochove Foto’s: DAPh (Dutch Architectural Photographers)
De jarenlange ervaring van Stolker Glas op het gebied van historisch glas zorgt ervoor dat vensters van monumenten met dezelfde uitstraling een aanzienlijk hogere isolatiewaarde krijgen. Glasadviseur Monumentale Beglazing bij Monuglas®, Bart Vroegh, zoekt met opdrachtgevers de balans tussen comfortabel gebruiken van monumenten en het behouden van de historische uitstraling.
Monuglas verhoogt isolatiewaarde onzichtbaar
De website van Monuglas® helpt eigenaren van monumenten in een paar stappen naar een oplossing voor het verhogen van de isolatiewaarde van het glas in monumentale gebouwen. “Het is een indicatie van de mogelijkheden die we bieden. Maar elk monument kent zijn eigen uitstraling en wensen voor de kwaliteit van het binnenmilieu”, zegt glasadviseur Bart Vroegh bij de productgroep Monuglas®, specialist op het gebied van isolatieglas voor monumenten.
“We hebben ruim 20 jaar ervaring op het gebied van monumentenglas. Maar we komen nog steeds dingen tegen die we niet eerder gezien hebben. Wat ons bijzonder maakt is dat we verder kijken dan wat we op de plank hebben liggen. De uitvraag, de situatie, kan elke keer weer iets verschillen. Het is niet altijd wat we al hebben geleverd. Elk monument is uniek. En wij kunnen onze productie gemakkelijk afstemmen op die specifieke vraag.”
CREATIEF HERBESTEMMEN IN BALANS
“We willen het erfgoed bewaren. Laat je een huis of boerderij leegstaan, dan vervalt het. We zorgen voor een herbestemming. Een nieuwe functie voor een oude school. Een oud industrieel complex van de NS in Den Bosch krijgt een horeca functie. Daarin zijn we in Nederland heel creatief. De nieuwe bewoners, de andere bedrijven hebben echter ook andere verwachtingen van het gebouw. Zeker op het gebied van comfort en isolatie. De vraag naar het verduurzamen van monumenten is toegenomen, niet in de laatste plaats vanwege de gestegen energieprijzen. Nu komt er steeds meer kennis op de markt over verduurzamen van gebouwen, maar dat wil niet zeggen dat alles kan. Een monument heeft een andere manier van bouwen, andere
eigenschappen. Technieken die bestemd zijn voor nieuwbouw of renovatie kun je niet klakkeloos toepassen.
Daarom is het belangrijk om te kijken welke isolatiewaarde er voor het glas nodig is en past bij het monument. Dikwijls is dat niet perse de hoogste isolatiewaarde. Dat ligt in lijn met onderzoek van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) naar na-isolatie van monumenten om te streven naar isoleren in balans. We zoeken met de eigenaar en of opdrachtgever welke oplossing het beste is.
We zijn naast producent ook kennispartner. We genieten gelukkig een grote naamsbekendheid. Daarom worden we veelal al in een vroeg stadium ingeschakeld en vanaf het begin betrokken bij grote en kleine projecten of bij zaken die te maken hebben met Welstand. Het plaatsen van het glas laten we over aan de specialisten. We beschikken over een groot netwerk waarmee we aannemers aan lokale partijen helpen die het glas plaatsen. Deze vakmensen zijn nog goed te vinden. Maar we investeren ook veel in aandacht aan de opleiding en de overdracht van kennis. Samen met bijvoorbeeld het RCE , NCE , het Gelders Restauratie Centrum en onder andere kozijnenfabrikanten proberen we ook toekomstige generaties warm te maken voor dit mooie vak.
ALTIJD EEN OPLOSSING
De techniek en kennis is er om de vraagstukken rond glas en kozijnen in een monument op te lossen. Er zijn een vijftal oplossingen
• Monuglas®
• Plakfolie
• Enkel gelaagd glas
• Voor- of achterzetraam
• Vacuüm glas
“Iedere oplossing kent eigen voors en tegens. Het breedst toepasbaar en de meest gebruikte maatregel is de Monuglas® variant. Het bestaande raam blijft gehandhaafd en de isolatie waarde verhoogt aanzienlijk.
Monuglas® is opgebouwd uit een buitenruit, een afstandhouder voor een vacuüm dat gevuld is met edelgas en een binnenruit voorzien van een isolerende coating. De dunste variant is 8 mm dik. “Van 4 naar 8 mm levert vaak al een aanzienlijke verbetering van de prestatie. De productie is flexibel. Afmetingen kunnen grofweg variëren van 2 m bij 1.50 m tot stukjes van 10 bij 10 cm.”
Er is een range van mogelijkheden die we bepalen op basis van onder andere uitstraling, inbraakveiligheid, zonwering en een isolatie waarde tussen de 1,2 en 3,7. Maar het belangrijkst is de uitstraling. We doen vooraf een grondige analyse van de periode waarin het glas is vervaardigd. Heeft het de welvingen van glas van voor de jaren veertig, of was het al floatglas uit de jaren zestig? Wij kunnen in ons proces de oude luister herstellen.
ONZICHTBAAR GLAS
We produceren nu voor een kasteel talloze ruitjes van 15 bij 20 die in het bestaande raam in de sponningen komen. Samen met de architect zorgen we ervoor dat de uitstraling van de gevel blijft behouden. Want glas is zo belangrijk voor de uitstraling van de gevel. En als je het goed doet blijft de kwaliteit van het monument behouden. Op de laatste renovatiebeurs hadden we een grote foto van een woning in Doesburg. Iemand van de gemeente kwam langs en verbaasde zich; ‘Ik wist niet dat jullie glas daar in zat!’ En dat is precies wat we willen: Als je geen verschil ziet, dan heb je het goed gedaan.”
De elk® groep zorgt voor duurzame innovaties in renovatiebouw. Het bedrijf levert concrete oplossingen voor onze grote vraagstukken in de gebouwde omgeving, door te innoveren tot in de kleinste details. René Olde Monnikhof, specialist Innovatie en Ketensamenwerking, vertelt over het succesvolle badkamer renovatie systeem waarbij sterke platen van gerecyclede PET flessen helpen bij het in nog geen twee dagen realiseren van een nieuwe natte ruimte in een renovatiewoning.
Snel een nieuwe badkamer van gerecyclede PET flessen
René Olde Monnikhof legt uit welke aanpak de elk® groep ontwikkelde om bestaande woningen op een duurzame, circulaire manier te renoveren. Een methode die betaalbaar is en de overlast voor bewoners beperkt: “De eerste dag slopen we alle kranen, leidingen en opbouwen uit de badkamer. We bikken de afvoer van de douche weg en maken de aansluiting gereed voor de nieuw te plaatsen afvoer. Nieuwe leidingen komen tegen de bestaande wand. De tegels op de vloer en aan de wand blijven gewoon zitten. Tenslotte plaatsen we op de eerste dag de vloerpanelen,
inclusief het douchepaneel onder afschot.”
“Hierop komen op de tweede dag de nieuwe wanden, opgebouwd uit platen op basis van gerecycled materiaal van PET flessen. De platen van de wanden zonder installatie zijn dunner dan de wanden met de leidingen. De opgeschuimde PET laag aan de achterzijde van de wandpanelen biedt ruimte voor het nieuwe leidingwerk. Nieuwe kranen, afvoer en sanitair worden geplaatst. Tenslotte sausen we het plafond en is de natte ruimte in de renovatie woning zonder kabaal en stof van de tradi-
tionele aanpak in een mum van tijd gerenoveerd.”
PET RECYCLING
De waterproof panelen voor badkamers komen van REPEAT® Materials. Een leverancier van circulaire materialen, met jarenlange ervaring in het realiseren van prefab-badkamers voor de hotel- en cruise-industrie. Ze bestaan voor 99 procent uit PET materiaal waarvan het overgrote deel uit gerecyclede PET flessen komt. In één badkamer zit het materiaal van ongeveer 6.900 petflessen. De Rigid platen in verschillende kleuren
hebben een verwachte levensduur van 75 jaar. “Maar we kunnen ons voorstellen dat de smaak van bewoners door de jaren heen zal veranderen. Dan kun je de platen bijvoorbeeld met een 3 mm dikke, gerecyclede PET plaat overlagen. Aan het eind van de levensduur kunnen de platen terug naar de fabrikant om er weer ‘nieuw’ plaatmateriaal van te maken.”
De platen zijn vlak afgewerkt. “Opdrachtgevers dachten dat de bewoners de traditionele tegels en voegen zouden missen, maar dat is niet het geval. De panelen zitten met een klikverbinding aan elkaar en daar waar we voegen moeten dichten gebruiken we een demontabele kitvoeg die je met fijne klittenband weer kunt lostrekken en die bij een toekomstige renovatie te scheiden is van de andere fracties.
“De kosten van dit innovatieve systeem zijn vergelijkbaar met een traditionele badkamerrenovatie. Belangrijk voordeel is dat de montage eenvoudiger is en er geen specialisten zoals tegelzetters en stukadoors meer nodig zijn. Ze hoeven ook niet op elkaar te wachten. Er is één team van twee man dat de werkzaamheden uitvoert. Er is minder overlast voor de bewoners.”
MEER DOEN VOOR DE TOEKOMST
Een nog belangrijker voordeel is dat hiermee een stap is gezet naar een duurzamer circulaire renovatiemethode. elk® neemt thema’s als circulariteit en duurzaamheid, klimaat adaptief en biodiversiteit mee in al haar conceptontwikkeling. Zo biedt hun TranforMEER concept, waarbinnen de PET badkamer past, een duurzame en sociale oplossing voor de transformatie van wijken voor woningbouwcorporaties. Daarnaast ontwikkelden we een concept waarmee we een keuken in één dag renoveren door gebruik te maken van een speciaal ontwikkelde formaldehyde-arme achterwand waartegen we een volledig houten keuken kunnen maken of gebruik maken van de gerecyclede keukens van Chainable. Beide keukens hebben geen verlijmde elementen.”
“Hiermee leg je een basis voor het losmaakbaar maken van onderdelen
en gebouwen. We moeten toe naar een economie die uit de bestaande voorraad oogst en hergebruikt. We onderzoeken de toepassing van biobased wastafels en sanitair. We benaderen leveranciers van circulaire kranen en gebruiken zo veel mogelijk producten met een cradle to cradle certificaat. Zo gebruiken we oude textiel na-isolatie en zijn we betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe bouwstoffen die onze boeren zouden kunnen produceren.”
“Het is op dit moment vaak nog niet de goedkoopste oplossing maar dat is alleen maar omdat veel aandacht uit gaat
MEER WOONRUIMTE MET TRANSFORMEER
naar de initiële kosten. Als je de kosten van de lange levensduur meeneemt en de waarde van hergebruik van materialen, de restwaarde bij demontage, dan krijg je het met gemak rond gerekend.” Onlangs is NVT Onderhoudsgroep toegetreden aan het team van elk® groep. Een bedrijf met vijf regionale vestingen, sterk in vastgoed onderhoud en betonrenovatie. “We zoeken kleine bedrijven die met hun vakmanschap en dienstverlening dicht op de mensen, dicht bij hun klanten staan. Want wij ontwikkelen met een visie vanuit de bewoner, die zijn het belangrijkst voor ons.”
Met dit concept creëert elk® groep op een efficiënte en vriendelijke manier tot wel 50 procent extra woonruimte in een bestaande wijk. Door een enkele (mutatie)woning in slechts 25 dagen te vervangen door 2 of 3 appartementen. Maar ook door lage flats op te toppen, (commerciële) plinten van hoogbouw complexen te transformeren in woningen en door onbenutte plekken in de wijk te verdichten met kleinschalige appartementen complexen. Alle woningen zijn opgebouwd uit geprefabriceerde 2D- en 3D-modules. Losmaakbaar en volledig uitgevoerd in houtbouw.
Volledige controle over energieverbruik?
• 3 fase 100A • Duidelijke LCD display • Verkrijgbaar in diverse modellen > D, Standaard model > Bi, Met separaat register import en export > DR, Met separaat register welke welke resetbaar is > DM, met RS485 Modbus
• 3 fase 100A of -/5A i.c.m. stroomtrafo’s
• Meet kWh Kvarh, KW, Kvar, KVA, P, F, PF, Hz, dmd, V, A, etc.
• Bidirectionele meting, import en export
• RS485 Modbus
Groene impact maken?
Distributeur van Eastron energie en kWh meters voor de Benelux
idverde NL werkt aan een toekomstbestendige leefomgeving! Samen met onze klanten maken we groene impact met betrekking tot klimaat, gezondheid, biodiversiteit en ruimtelijke kwaliteit. Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?
Neem contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek!
Bij het ontwerp van een klimaatinstallatie is een opdrachtgever vaak afhankelijk van de expertise van adviseurs en architecten. De complexe samenhang tussen de systeemeigenschappen van de installatie aan de ene kant en de eigenschappen van de gevel aan de andere kant is vaak moeilijk te doorgronden. Dan wordt het voor een opdrachtgever lastig om een goede conceptkeuze te maken en hiermee te sturen in het gebouwontwerp.
Binnenklimaattools helpen bij keuze voor installaties in kantoren
Samen met brancheorganisatie Binnenklimaat Nederland zijn experts van het kennisplatform TVVL aan de slag gegaan om een online hulpmiddel hiervoor te ontwikkelen: de Binnenklimaatcheck. Dat viel dusdanig in goede aarde, dat deze afgelopen jaar is uitgebreid met twee tools: de BENGcheck en de Energielabelcheck. Een van de TVVL-experts die aan de wieg van deze tools heeft gestaan, Roelant van der Putten, legt uit wat ze kunnen en voor wie ze bedoeld zijn. De Binnenklimaatcheck, die te vinden is op www.klimaatinstallatie-
check.nl, is sinds februari 2022 in de lucht, maar daar gingen enkele jaren van ontwikkeling aan vooraf, vertelt Roelant van der Putten. “Het ontwerpen van gebouwen, inclusief de installaties, gebeurt al jaren in bouwteams. Daarin zit een architect, constructeur, installateur en uiteraard de opdrachtgever. En voorheen ging zo’n traject vrij traditioneel met eerst een bouwkundig ontwerp, en als dat klaar was, mocht de installatieadviseur en de installateur aan de slag. Zeker met de komst van airconditioning zijn in veel gebouwen glazen
gevels gekomen, met veel warmte- en koellast. Met grote en energie-onzuinige installaties is dat wel op te lossen. Maar dat is nu heel anders en daarom is er veel meer vraag naar integraal ontwerp. Dat juichen we natuurlijk toe, maar voordat het definitieve ontwerp wordt berekend, wordt er toch al veel ontworpen met installatietechniek. Veel adviseurs kunnen dat ook heel goed, maar doen dat op basis van hun ervaring en hun ‘fingerspitzengefühl’. Zo weten zij welk type installatie bij welk type gebouw het beste past. Bij het definitieve ontwerp wordt dat
uiteraard volledig nagerekend, want de energie- en comfortprestatie moet wel goed zijn berekend.”
Om dit eerste proces inzichtelijker te maken voor de opdrachtgever is vanuit de installatieadviessector in 2017 al het initiatief genomen een relatief eenvoudige tool te ontwikkelen. “Op deze manier hoef je als bouwer in dit voortraject niet alleen te steunen op de kennis en kunde van installatieadviseurs, en kun je al een voorspellende berekening maken van welke soort installatie je nodig hebt. Het geeft dus inzicht in de relatie tussen klimaatinstallatie, gevelconfiguratie en gebruiksprestaties. Het geeft nog geen ontwerpdetails en kostenconsequenties weer; dat is in de volgende stappen te berekenen. Bovendien is deze tool heel mooi te gebruiken door
mensen die het installatieadviesvak willen leren.”
VOOR DE SECTOR VAN DE SECTOR
Aanvankelijk dachten de experts een tool te maken die alles zou kunnen. Van der Putten: “Dus één tool met energieprestatie, comfortprestatie en kostenberekening. Maar dat bleek te omvangrijk en bovendien zijn er al goede kostenberekende tools beschikbaar. Het zou vooral goed zijn een tool te hebben voor die eerste fase. En omdat het een tool is van de sector voor de sector die op vrijwillige basis is ontwikkeld – want zo werken we als TVVL-experts – duurde het langer voordat de tool er was.”
In de tool Binnenklimaatcheck, die overigens nu nog alleen voor kantoorgebouwen te gebruiken is, kan men
meerdere referentieruimten invoeren. De invoer bestaat uit de stappen ‘Ruimte’, ‘Oriëntatie’ en ‘Installatie’. In het scherm Ruimte wordt een standaard ruimteafmeting gekozen en wordt het gebruik (bezetting + interne warmtebelasting) ingevoerd. Vervolgens wordt door middel van een keuze voor het glaspercentage, glastype en eventuele zonwering de gevelopbouw bepaald. De tool gaat hierbij uit van een tussenverdieping met een goed geïsoleerde gevel. In het scherm Oriëntatie kan worden gekozen tussen een hoekvertrek of tussenvertrek met bijbehorende geveloriëntatie. Ook is het mogelijk om een inpandige ruimte in te voeren.
In het scherm Installatie wordt het ventilatiedebiet ingevoerd. Vervolgens wordt het installatieconcept voor de
ruimte gekozen. Van der Putten: “Dat kunnen verschillende types systemen zijn, zoals klimaatplafonds of fan-coilunits. Dan gaat de tool kijken of de warmte- en koellast hiermee gedekt kan worden. En of er voldoende ventilatielucht is.” De tool geeft hierbij ook een waarschuwing af, als de ventilatiecapaciteit te hoog is voor het gekozen installatieconcept. Na deze invoer worden de 3 resultaten aangegeven door de tool: luchtverversing, wintercomfort en zomercomfort. Het resultaat voor ‘luchtverversing’ wordt gebaseerd op de hoeveelheid verse lucht (ventilatiedebiet) per persoon. Voor het ‘Wintercomfort’ wordt het warmteverlies van de referentieruimte vergeleken met de beschikbare verwarmingscapaciteit van het klimaatconcept. Voor het
‘Zomercomfort’ wordt de koellast van de referentieruimte vergeleken met de beschikbare koelcapaciteit van het klimaatconcept. “Deze worden uitgedrukt in comfortklassen A, B of C, conform het PvE Gezonde Kantoren.”
EXTRA TOOLS
Sinds dit jaar zijn er twee extra tools toegevoegd: De BENGcheck en Energielabelcheck. “Die zijn respectievelijk bedoeld voor een nieuw en een bestaand kantoorgebouw. Ze zijn gebaseerd op de bepalingsmethode voor energieprestatie van gebouwen NTA 8800:2022. Door het relatief hoge detailniveau van de NTA 8800 is het berekenen van de energieprestatie van kantoorgebouw arbeidsintensief. Met BENG- en Energielabelcheck hebben we de bepalingsmethode gecom-
primeerd tot een snel, voorspellend rekenmodel.”
Het verschil tussen beide tools is dat in de Energielabelcheck meer keuzemogelijkheden zijn, omdat er in bestaande bouw meer bouwvariaties zijn. “Bij nieuwbouw heb je altijd te maken met hoogwaardige isolatiewaardes, omdat deze moeten voldoen aan het huidige Bouwbesluit; dat is bij bestaande bouw een stuk lastiger.” Om tot het resultaat te komen moet de toolgebruiker een aantal parameters invullen, zowel qua gebouw als gewenste installatie. Het gaat bij gebouwinvoer om: compactheid, luchtdichtheid, het raampercentage, de U-waarde van de ramen en de Rc-waarden van dichte geveldelen. Voor wat betreft de installaties zijn 8 parameters ingevoerd voor zowel
VOOR EEN TOCHTVRIJ BINNENKLIMAAT
Kenmerken Plafair luchtverdeelpanelen
Tochtvrije luchtverdeling
Volledig geïntegreerd in het systeemplafond (geen uitstekende delen onder plafond)
Geschikt voor inleg in standaard systeemplafond 600 x 600 mm en 1200 x 600 mm
Luchtverdeelpanelen zijn koppelbaar boven het systeemplafond
Gering gewicht
Eenvoudig te monteren
Toepasbaar bij geringe hoogte boven het systeemplafond
Eenvoudig te demonteren voor onderhoud
Schonere inblaaslucht
Lage drukken dus energiezuinig
Leverbaar in vele kleuren en afmetingen
De textiele onderzijde van het Plafair luchtverdeelpaneel is luchtdoorlatend over het gehele oppervlak. Hierdoor ontstaat een gelijkmatig uitblaaspatroon met een zeer lage luchtsnelheid.
Het Plafair luchtverdeelpaneel is in combinatie met systeemplafonds uitermate geschikt voor toepassing in kantoren, scholen, laboratoria en ziekenhuizen.
ventilatie als warmte en koeling. Voor ventilatie gaat het om: ventilatievoud, het type luchtbehandelingskast en wel/geen bevochtiging, CO2-regeling. Voor de invoer van de verwarming en koeling wordt het type warmte- en koudeopwekking, en de aanvoertemperatuur CV ingevoerd.
BENG-INDICATIE
De tool rekent uit welke BENG-indicatie er kan worden afgegeven voor het betreffende kantoor. Voor nieuwbouw worden de BENG indicatoren getoetst aan de wettelijke kaders voor kan-
toorfunctie met een compactheid van maximaal 1,8 te weten:
• BENG 1 ≤ 90 kWh/m2
• BENG 2 ≤ 40 kWh/m2
• BENG 3 ≥ 30%
BENG 2 wordt in de tool vertaald naar een energielabel. Voor bestaande kantoorgebouwen geldt een verplichting van minimaal energielabel C. Dit komt overeen met een BENG 2 van ≤ 225 kWh/m2.
Deze nieuwe tools zijn nog maar net opgeleverd, zodat Van der Putten nog niet kan aangeven hoe vaak deze zijn gebruikt. “We zien dat op het
platform klimaatinstallatiecheck.nl inmiddels meer dan 400 keer een tool is gebruikt. In het begin was dit een breed publiek dat waarschijnlijk vooral uit nieuwsgierigheid het platform bezocht. Dit jaar zien we dat steeds meer ontwerpers en gebouweigenaren aan de slag gaan met de tool, precies wat we bij de ontwikkeling voor ogen hadden.”
Knauf Insulation, producent van een geselecteerd gamma van isolatiematerialen voor uiteenlopende toepassingen, sloeg ruim tien jaar geleden de weg in naar een duurzamer wereld. Met de roadmap For a Better World werkt het bedrijf stap voor stap aan het halen van ambitieuze doel in 2050 volledig duurzaam circulaire producten te produceren. Senior productmanager Eugenio Vosman van Knauf Insulation geeft aan welke grote stappen al zijn gezet.
Isoleren met duurzame circulaire producten
“De ‘roadmap For a Better World’ leidt Knauf Insulation naar een bedrijf dat de mens voorop stelt, CO2-uitstoot naar nul terugbrengt en helpt de principes van de circulaire economie in te voeren”, zegt Senior productmanager Eugenio Vosman. De isolatie materialen van Knauf verminderen het energieverbruik in
talloze gebouwen. “Dat geeft ons product bestaansrecht. Binnen enkele weken tot maanden is de energie die we in het product stopten terugverdiend aan besparing. En met een levensduur van 50 tot 75 jaar betekent dat een enorme milieuwinst.” Ruim drie jaar geleden lanceerde het bedrijf de campagne ‘For A Better
World’ en er zijn sindsdien belangrijke stappen gezet. “We verminderen ons energieverbruik, gebruiken duurzamer energiebronnen, we recyclen onze producten en verbeteren constant de kwaliteit van onze producten en diensten.”
“We werken op meerdere fronten aan het product. Eerst natuurlijk de
kwaliteit van onze isolatieproducten en hun toepassing, daarnaast aan de vermindering van energieverbruik bij de fabricage ervan. Dunnere dikte met dezelfde kwaliteit, betere vezels, betere akoestiek.
Op het gebied van productie proberen we de CO2 footprint aanzienlijk te verlagen. Met meer dan 10.000 zonnepanelen op het dak van onze nieuwe fabriek in Visé bij Maastricht verminderen we ons energieverbruik met ongeveer 10 procent. Wat nu nog niet lukt met zonne-energie vullen we aan met investeringen in windmolens. Een overstap naar volledig elektrisch produceren zal binnen enkele jaren tot de mogelijkheden behoren.” De kinderziektes van de recyclingfabriek zijn er nu uit en Knauf Insulation is hard op weg om bestaande oude glaswol tot nieuwe grondstof te maken voor hoogwaardige nieuwe producten. Deze nieuwe fabriek is ingericht om isolatiemateriaal te recyclen. Het complex opende vorig jaar en de eerste pilots zijn uitgevoerd. Vosman: “Er zijn nog wat kinderziektes, maar we verwachten in 2025 jaar full operational te zijn en nieuwe grondstof voor de glaswolindustrie op basis van gerecycled materiaal op de markt aan te bieden. Dit jaar richten we ons op de logistiek van het inzamelen van de rest glaswol afvalstromen. De aanvoer van rest- en snijafval en wat vrijkomt bij prefab
bouwers en sloop, vereist een slim logistiek programma. We zien dat de afvalstromen steeds meer waard worden en dat is gunstig voor ons.”
ECOSE TECHNOLOGIE ZACHTE BASIS
Met het natuurlijk bindmiddel Ecose verbeteren de eigenschappen van isolatie aanzienlijk. Vosman: “Het biobased bindmiddel op basis van een natuurlijke lijm is een suiker achtig materiaal dat je toevoegt tijdens het proces. In een tweede stap bindt dit de vezels van de minerale wol. Isolatie wordt hiermee stof armer, het jeukt en prikt niet en het verwerkt makkelijker omdat de wol soepeler wordt.” Voor de productie van het bindmiddel ECOSE® Technology zegt Knauf 70 procent minder energie nodig te hebben in vergelijking met traditionele
bindmiddelen die gebaseerd zijn op formaldehyde. Het verlagen van de ecologische footprint is ook terug te vinden in de BREEAM-NL score die te halen is met het toepassen van dit isolatiemateriaal. Ook draagt het bij aan een gezonde binnenluchtkwaliteit zoals de hoge scores in Eurofins Gold, het Duitse AgBB en in Frankrijk VOC A+ keurmerken aantonen.
OVERAL ISOLATIE
Knauf Insulation richt zich zowel op de zakelijke markt als op de consument. De website van het bedrijf is een belangrijk communicatie middel. Hier is uitgebreide documentatie te vinden over de eigenschappen, de prestaties, de toepassing en de verwerking. “De producten van Knauf Insulation helpen het totale gebouw te isoleren. Voor diverse applicaties als daken, gevels, vloeren en voor speciale toepassingen hebben we geschikte materialen in ons assortiment. Zo hebben we producten die gecertificeerd zijn door FM Global en voldoen aan de hoogste brandwerendheidsklasse. Daarnaast bijvoorbeeld de stevige , waterafstotende SmartCavity 031 spouwplaten. Die met een hoge isolatiewaarde een kosteneffectieve oplossing zijn voor de isolatie van spouwmuren in nieuwbouw. En het breed toepasbare Rock4All, voor met name de aannemers die voor meerdere toepassingen één product aanschaffen.”
Market Lounge
BINNEN KLIMAAT
Alklima www.alklima.nl info@alklima.nl
+31(0)78 6150000
Brink Climate Systems www.brinkclimatesystems.nl info@brinkclimatesystems.nl
+31(0)522 46 99 44
GROENE LEEFOMGEVING
Idverde www.idverde.nl
+31(0)411 62 20 36
INFRAROODVERWARMING
Polarheat www.polarheat.nl info@polarheat.nl
+31(0)320 410560
KENNISPLATFORM
TVVL
www.tvvl.nl
info@tvvl.nl
+31(0) 88 401 06 00
KWH METERS
E&S Electrading
www.kwhmeter.nl
info-1@kwhmeter.nl
+31(0)645 737811
Panasonic Netherlands www.aircon.panasonic.eu airconditioning.nl@eu.panasonic.com
+31(0)73 6402536
Solid Air Climate Solutions www.solid-air.nl contact@solid-air.nl
Vaillant www.vaillant.nl info@vaillant.nl
+31(0)20 5659200
DAGLICHTSYSTEMEN
Techcomlight www.techcomlight.nl info@techcomlight.nl
+31(0)318 693820
ENERGIE OPLOSSINGEN Socomec SNL www.socomec.nl info.nl@socomec.com
+31(0)30 760 0900
Techem Energy Services www.techem.com/nl
+31(0)76 572 58 00
GEVEL-, PLAFOND- EN WANDSYSTEMEN
Derako International www.derako.com info@derako.com
+31(0)224 592340
ISOLATIE Isobouw Systems www.isobouw.nl info@isobouw.nl
+31(0)493 498111
LUCHTTECHNIEK
BLT Luchttechniek
www.bltluchttechniek.nl
info@bltluchttechniek.nl
+31(0)76 5427637
Isoschelp www.isoschelp.nl info@isoschelp.nl
+31(0)113 571249
MONUMENTENGLAS
Stolker Monuglas
www.monuglas.nl
monuglas@stolkerglas.nl
+31(0)30 285 54 00
Knauf Insulation www.knaufinsulation.nl customerservice.nl@knaufinsulation.com
+31(0)162 421245
PXA Nederland
www.isobooster.nl info@isobooster.nl
+31(0)30 6666 963
Schöck Nederland www.schoeck.com info@schoeck.com
+31(0)55 5268820
OPLEIDINGEN
Hogeschool Utrecht
www.hu.nl
info@hu.nl
+31(0) 88 481 81 81
TECHNISCH PERSONEEL
Selectum
www.selectum.nl
info@selectum.nl
+31(0)70 324 28 00
VERWARMING
Magnum Heating
www.magnumheating.nl
info@magnumheating.nl
+31(0)166 609300
Tonzon www.tonzon.nl info@tonzon.nl
+31(0)53 4332391
ISOLATIEGLAS
BENGglas
www.bengglas.nl info@bengproducts.nl
+31 (0)13 534 22 26
WEER SERVICE
Aeolis Forecasting Services
www.aeolis.nl info@aeolis.nl
+31(0)30 2515602
BOVENSTAANDE PREFERRED PARTNERS HELPEN U GRAAG VERDER. Voor informatie over samenwerking met Duurzaamheid & Energiegids kunt u contact opnemen met Rob Koppenol van Jetvertising b.v. T +31(0)70 399 00 00 of E rob@jetvertising.nl
ÉCHT VERDUURZAMEN
Duurzaamheid & innovatie bij Alklima
Duurzaam, slim en toekomstbestendig onderweg naar all-electric wonen. Met All-Electric Ready biedt Alklima dé flexibele hybride oplossing. Een concept dat meegroeit met de verduurzaming van een woning. Klaar is voor verandering. Adaptief bij verandering. Combineert met ieder merk ketel. En bij elke stap de winst van een volwaardige warmtepomp en sublieme regelingen meeneemt. Écht verduurzamen? Geregeld!
alklima.nl/aer