IndustrieDE & Utilit y
Duurzaamheid & Energiegids
‘Vakbeurs beweegt mee met de actualiteit’
T EA M BIL FINGER WELCOMES STORK
Bilfinger biedt nu een unieke nog bredere multidisciplinaire aanpak voor haar klanten. Zo kunnen zij voor nieuwbouw, onderhoud, turnarounds en modificaties terecht bij één partij die vanaf consultancy en engineering tot inspectie en bereikbaarheid op hoogte alles organiseert. Hiernaast kan Bilfinger klanten volledig ontzorgen bij industriële uitdagingen op het terrein van digitalisering en de energietransitie.
www.bilfinger.com
Industry & Utility is onderdeel van Duurzaamheid & Energiegids, een print en online uitgave van Jetvertising b.v. onder redactie van Nederlandse Bouw Documentatie en De HandelsCourant.
Uitgever
Jetvertising b.v. Tiendweg 12
2671 SB Naaldwijk
Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 directie@jetvertising.nl
Inhoud
9
Energiebesparing maakt elektrificatie wél mogelijk 14 Post-hbo opleiding energietransitie integreert techniek met verandermanagement 18 Industrial Heat & Power: ‘vakbeurs beweegt mee met de actualiteit’
26 Het voordeel van goede weersvoorspellingen
29 “Met gebundelde krachten pakken we efficiëntie en duurzaamheid succesvol aan”
33 Energie-efficiënter produceren dankzij industriële automatisering
39 Optimalisatie van Energiemanagement met internationale norm ISO 50001
42 Innovatie in technische isolatie bespaart energie en voorkomt corrosie
Redactie Gebouwde omgeving Nederlandse Bouw Documentatie (NBD-Online) redactie@jetvertising.nl
Industrie De HandelsCourant (HC) redactie@jetvertising.nl
Persberichten info@jetvertising.nl
Vormgeving MSU Nikkelstraat 1C 8211 AJ Lelystad
Advertenties
Jetvertising b.v. Tiendweg 12
2671 SB Naaldwijk
Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 robbin@jetvertising.nl
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, gekopieerd of hergebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.
Vicoma verbindt en verbetert
Vicoma verbindt en verbetert
Vicoma verbindt en verbetert
Consultancy & Engineeringsbureau
Consultancy & Engineeringsbureau
Ons consultancy en ingenieursbureau werkt al 60 jaar voor veel verschillende klanten aan single- en multidisciplinaire projecten. Wat je van ons kunt
Vicoma heeft specialisten binnen deze disciplines:
Consultancy
Vicoma heeft specialisten binnen deze disciplines:
Architectuur & Bouwkunde
Consultancy
Civiele techniek
Ons consultancy en ingenieursbureau werkt al 60 jaar voor veel verschillende klanten aan single- en multidisciplinaire projecten. Wat je van ons kunt
Consultancy & Engineeringsbureau
Onze engineers zijn in staat om de meest uiteenlopende projecten van begin tot eind te begeleiden en daarnaast de engineering uit te voeren. communicatie.
Ons consultancy en ingenieursbureau werkt al 60 jaar voor veel verschillende klanten aan single- en multidisciplinaire projecten. Wat je van ons kunt
Onze engineers zijn in staat om de meest uiteenlopende projecten van begin tot eind te begeleiden en daarnaast de engineering uit te voeren. communicatie.
Als onafhankelijk familiebedrijf vinden we het ook vanzelfsprekend om alleen jouw belang te behartigen. We zijn daarom niet beursgenoteerd of gebonden aan vaste aannemers.
Onze engineers zijn in staat om de meest uiteenlopende projecten van begin tot eind te begeleiden en daarnaast de engineering uit te voeren. communicatie
Als onafhankelijk familiebedrijf vinden we het ook vanzelfsprekend om alleen jouw belang te behartigen. We zijn daarom niet beursgenoteerd of gebonden aan vaste aannemers.
www.vicoma.nl
Als onafhankelijk familiebedrijf vinden we het ook vanzelfsprekend om alleen jouw belang te behartigen. We zijn daarom niet beursgenoteerd of gebonden aan vaste aannemers.
www.vicoma.nl
Verspreid over 5 vestigingen, in Nederland en India, bedienen wij meer dan 150 klanten.
Verspreid over 5 vestigingen, in Nederland en India, bedienen wij meer dan 150 klanten.
www.vicoma.nl
Verspreid over 5 vestigingen, in Nederland en India, bedienen wij meer dan 150 klanten.
Vicoma heeft specialisten binnen deze disciplines:
Architectuur & Bouwkunde
Elektrotechniek & Instrumenatie
Consultancy
Civiele techniek
Process
Architectuur & Bouwkunde
Elektrotechniek & Instrumenatie
Projectmanagement
Civiele techniek
Process
Productielijnen & Machinebouw
Elektrotechniek & Instrumenatie
Projectmanagement
Piping
Process
Productielijnen & Machinebouw
Mechanical & Structural Steel
Projectmanagement
Piping
Procurement
Productielijnen & Machinebouw
Mechanical & Structural Steel
Piping
Procurement
Mechanical & Structural Steel
Bel ons: +31 (0) 10 416 00 11 Mail ons: info@vicoma.com
Procurement
Bel ons: +31 (0) 10 416 00 11 Mail ons: info@vicoma.com
ons: +31 (0) 10 416 00 11
‘Keuzes maken of miljarden verliezen’
‘Netcongestie vraagt om eenduidig energiebeleid’
De Nederlandse energiecrisis vraagt dringend om leiderschap en ingrijpende keuzes van de politiek, overheid en het bedrijfsleven. Onderzoek door Boston Consulting Group (BCG) en Ecorys toont aan dat de gevolgen van netcongestie de Nederlandse economie tot wel 40 miljard euro per jaar kunnen kosten, een verlies dat gelijkstaat aan 4 procent van het Bruto Binnenlands Product. Deze kosten komen door bedrijven die vanwege beperkte netcapaciteit niet kunnen aansluiten en zich genoodzaakt zien elders in Europa te vestigen.
Om deze verliezen te beperken, moet de overheid leiderschap tonen en meer doen. Het zwaarder benutten van het bestaande elektriciteitsnet en het stimuleren van flexibele energiecontracten voor grootverbruikers zijn noodzakelijke stappen. Op dit moment is het voor bedrijven echter niet aantrekkelijk om flexibele contracten af te sluiten door te lage financiële prikkels vanuit de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
ZONDER STEVIG INGRIJPEN
BLIJFT DE STATUS QUO IN STAND EN BLIJVEN DE KOSTEN STIJGEN
Om daadwerkelijk verandering teweeg te brengen, moet de overheid grootverbruikers verplichten om flexibele contracten af te sluiten, zodat er een gelijk speelveld ontstaat. Ook netbeheerders moeten meer ruimte krijgen
om het net zwaarder te belasten, al betekent dat soms afwijken van de huidige veiligheidsmarges in de weten regelgeving.
Zonder deze stappen blijven we met een overbelast net, beperkte energiezekerheid, en oplopende economische
schade kampen. Het is tijd dat politiek en samenleving samen durven te kiezen voor een flexibeler, toekomstbestendig energiesysteem.
Bron: ANP, expertquote Bram Straten Windkracht5. Foto: door Jetvertising
Duurzame vliegtuigbrandstof via Gent
EcoCeres, producent van hernieuwbare brandstof, leverde in augustus zijn eerste schip met 10 miljoen liter van een duurzame mengcomponent voor straalbrandstof (zuiver HEFA-SPK) aan de terminal van Evos Gent. Dit markeert het begin van een nieuwe relatie tussen Evos en EcoCeres. Evos Gent is de eerste Europese opslagpartner voor EcoCeres.
Evos heeft een lange geschiedenis in de opslag en verwerking van vliegtuigbrandstof. In 2023 schreef de terminal geschiedenis met de allereerste levering van duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) via het NATO Central European Pipeline System (CEPS) aan de luchthaven van Brussel. Evos loopt voorop in SAF-logistiek en heeft verdere stappen gezet om infrastructuur in Gent en Amsterdam opnieuw in te richten om te voldoen aan toekomstige vereisten voor het mengen van vliegtuigbrandstoffen. Gent is nu een van de grootste SAF-terminals in Europa en groeit nog steeds. EcoCeres speelt een belangrijke rol in de wereldwijde energietransitie en helpt utility intensieve industrieën, met name de luchtvaartsector, te decarboniseren door afval om te zetten in SAF.
Foto: Haven Gent, door Milliped CCA-SA 4.0
IJzerpoeder als hernieuwbare energiedrager
SPIE Nederland kondigt aan deel te nemen aan een innovatie die bedrijven in staat stelt ijzerpoeder te gebruiken als nieuwe hernieuwbare energiedrager in de industrie. Deze hernieuwbare brandstofbron heeft geen directe CO₂-uitstoot, een minimale NOx-uitstoot en kan veilig worden opgeslagen en getransporteerd. Daarom heeft ijzerpoeder het potentieel om een realistisch alternatief te zijn voor bedrijven die vanwege congestie niet op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten.
Multitechnisch dienstverlener SPIE is een samenwerking aangegaan met Metalot, een netwerkorganisatie waar innovatie, onderzoek, handel en onderwijs samenkomen en open innovatieclusters vormen. Hun doel is om een haalbaarheidsstudie op te stellen die de ontwikkeling en implementatie van deze innovatie bevordert. De samenwerking heeft de vorm van een door de overheid gesubsidieerde haalbaarheidsstudie (technisch, economisch en juridisch) voor een volledige end-to-end Metal Power pilot. In deze studie werken SPIE, Metalot en andere organisaties samen om op al deze gebieden invulling te geven. Metalot is verantwoordelijk voor het technisch ontwerp, de economische business case en het projectmanagement. SPIE Nederland is verantwoordelijk voor het valideren
van het technisch ontwerp, het leveren van input met betrekking tot kostprijzen, onderhoud en het valideren van de economische business case.
ALTERNATIEVE ENERGIEDRAGER
Netcongestie is ontstaan door een aanzienlijke toename van elektriciteitsverbruikers in Nederland. Om te voorkomen dat het elektriciteitsnet zijn capaciteit overschrijdt, krijgen niet alle bedrijven de gewenste aansluiting en is er een wachtlijst voor nieuwe aanvragen voor een elektriciteitsaansluiting. Hierdoor kunnen bedrijven geen nieuwe activiteiten starten, uitbreiden of verduurzamen. Tegelijkertijd zijn bedrijven op zoek naar meer duurzame brandstofbronnen om de CO₂-uitstoot van hun productieprocessen te verminderen.
HOE HET WERKT
Stijn van Aken, Metal Fuels Project Lead bij Metalot, legt uit hoe deze innovatie een nieuwe energiebron genereert: “De warmte die vrijkomt bij de verbranding van ijzerpoeder kan direct worden toegepast of omgezet in elektriciteit. Dit is vergelijkbaar met hoe andere brandstofbronnen werken. IJzerpoeder kan op grote schaal worden verbrand in een gecontroleerde omgeving, waarbij grote hoeveelheden energie vrijkomen.”
IJzerpoeder is niet alleen een uitstekende energiebron; het heeft ook veel voordelen als het gaat om veiligheid en circulariteit. Van Aken: “IJzerpoeder corrodeert relatief langzaam en wordt nauwelijks verspreid door de wind. In tegenstelling tot veel andere brandstofbronnen, zoals waterstof, is ijzerpoeder niet gevoelig voor explosies, waardoor het gemakkelijk en veilig te transporteren is. Bovendien is deze energiebron volledig circulair.”
Steef de Baat, Business Development en Innovation project lead bij SPIE, legt uit: “Het roestpoeder dat overblijft na verbranding wordt opgevangen en omgezet in schoon ijzer met behulp van hernieuwbare energiebronnen zoals wind-, zonne- en waterstof-gebaseerde energie. Het resulterende schone product wordt vervolgens opnieuw verbrand in de verbrandingskamer. De geproduceerde warmte wordt direct omgezet in elektriciteit. En zo is de cirkel rond.” Op dit moment richt de pilotstudie zich op een industriële energieverbruiker met een kleinschalig warmteproces van 200 kW, dat wordt aangedreven door ijzerbrandstof. Als dit succesvol is, wil SPIE de implementatie van de technologie opschalen naar een breder scala van energieopbrengsten en eindgebruikers. De eerste ijzerpoedertoepassingen zijn stadsverwarming, industriële processen en elektriciteitsopwekking.
Foto: door Bellergy RC op Pixabay.
Maasvlakte II en Terneuzen in beeld voor kerncentrales
Het ministerie van Klimaat en Groene Groei gaat bekijken of er naast Borssele/Vlissingen (Sloegebied) en Maasvlakte I mogelijk ook geschikte locaties in Terneuzen en Maasvlakte II zijn voor de komst van twee nieuwe kerncentrales.
EXTRA GEBIEDEN ONDERZOEKEN
Het ministerie is begin dit jaar de projectprocedure gestart om tot een locatie te komen voor de bouw van 2 nieuwe kerncentrales. Ruim 1.300 mensen en organisaties hebben hierop gereageerd. De reacties zijn vanaf vandaag openbaar en de worden momenteel door het ministerie op (milieu)technische aspecten getoetst, zoals de beschikbaarheid van koelwater en energie-infrastructuur. Als locaties aan de voorwaarden voldoen kunnen deze aan het onderzoeksplan worden toegevoegd. Daarnaast is het vestigingsbeleid (waarborgingsbeleid) voor grote kerncentrales geactualiseerd. Uit deze actualisatie komen twee aanvullende gebieden naar voren, de Tweede Maasvlakte en de gemeente Terneuzen, waar mogelijk geschikte locaties voor nieuwe kerncentrales
zijn. Het ministerie gaat in overleg met de betrokken gemeenten, provincies en havenbedrijven onderzoeken of er in deze gebieden specifieke locaties zijn die mogelijk geschikt zijn. Als dit het geval is worden deze specifieke locaties opgenomen in het onderzoeksplan.
RIJK-REGIOPAKKET
Het kabinet werkt parallel aan verschillende trajecten om de bouw van twee nieuwe kerncentrales voor te bereiden. Omdat Borssele eerder als voorkeurslocatie is aangewezen door het kabinet, is de vorming van een Rijk-Regiopakket met de gemeente Borsele en provincie Zeeland daar onderdeel van. In dit pakket worden de afspraken over de wensen en voorwaarden voor de bouw van twee kerncentrales vastgelegd. Het doel is om de impact van de
mogelijke bouw te beperken en in te spelen op de kansen voor de regio.
De Borselse en Zeeuwse voorwaarden zijn hier een belangrijke basis voor.
De Rijksoverheid, provincie en gemeente hebben vandaag met een intentieverklaring afspraken gemaakt over de totstandkoming hiervan. Voormalig minister Raymond Knops is door de overheden benoemd als gebiedsverbinder en zal als onafhankelijk adviseur helpen met de uitwerking van het pakket. Als er voor een andere locatie wordt gekozen voor de bouw van twee kerncentrales zal het kabinet met de betreffende regio in gesprek gaan welke voorwaarden relevant zijn..
Foto: door Danny Cornelissen, Havenbedrijf Rotterdam.
Energiebeheer op maat
Waarom EKB?
Efficiënte verdeling van energiestromen
Monitoring van Power Quality
Uitbreiding hoofdverdeler
Afstemmen energievraag en netcapaciteit
Integratie duurzame energiebronnen
Meer weten?
Tekst: Joop van Vlerken. Foto’s: Coca Cola / Primus. Actueel
Veel Nederlandse fabrikanten willen van het aardgas af, maar dat is geen eenvoudige klus. Vaak zijn productielocaties ontworpen met aardgas als bron. Bovendien draaien deze fabrieken 24 uur per dag, 7 dagen per week. En dan is er nog het probleem van volle elektriciteitsnetten, waardoor nieuwe aanvragen voor uitbreiding van de elektriciteitsaansluiting erg lastig zijn. Coca-Cola Europacific Partners in Dongen en Primus Wafer Paper in Oostzaan kregen het toch voor elkaar om delen van hun productie te elektrificeren.
Energiebesparing maakt elektrificatie wél mogelijk
“Gas is onze duurste collega.” Met deze woorden legt Wouter Smits, directeur van Primus Wafer Paper uit waarom hij het productieproces van eetbaar biologisch papier wil elektrificeren. De fabriek van Primus in Oostzaan produceert 24/7 ongeveer 80% van het wereldwijd geproduceerde eetpapier. Dit dunne papier gebruikt de voedingsmiddelenindustrie als ondergrond voor onder meer fruitrepen, noga en kokosmakronen. Het papier bestaat uit aardappelzetmeel, zonnebloemolie en water dat de operators
op stoomwalsen koken en drogen. De huidige gasgestookte ketel verbruikt jaarlijks 800 duizend m3 aardgas. Smits diende daarom al in 2023 een aanvraag in voor de subsidieregeling Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie (VEKI). “Aanvankelijk wilden we daarmee onze walsen allemaal ombouwen. Ze zouden dan elektrisch worden verwarmd zonder stoom met transmitters in de walsen. Dat deden we in de veronderstelling dat we genoeg elektriciteit zouden hebben. We hebben een grotere elektriciteitsaan-
sluiting aangevraagd en toegekend gekregen, maar toen hoorden we dat Tennet deze pas in 2031 aan kan sluiten.”
TERUG NAAR DE TEKENTAFEL Om het oorspronkelijke proces volledig te elektrificeren zou de aansluiting van 300 kW naar 1,5 MW gaan, legt hij uit. “Dat hebben we nodig om ons proces volledig te kunnen elektrificeren. Maar dat kan dus pas in 2031 worden gerealiseerd. Terwijl als je nu nieuwe investeringen doet in apparatuur, wil
je die natuurlijk wel meteen kunnen gebruiken. Anders verdient het zich niet terug.” Omdat er geen ruimte was op het elektriciteitsnet ging Smits terug naar de tekentafel. “We moesten de scope veranderen en in termijnen van het gas af gaan. Bovendien zetten we meer in op energiebesparing.” Energieverbruik reduceren
Om gas te besparen, wil Smits zijn productiemethoden aanpassen. “We testten de zogenaamde jetcooking-techniek bij een van de zeventien stoomwalsen. Deze voorbewerking op hogere temperatuur maakt het vloeibare beslag voor het eetpapier ‘gel-achtig’. Die gel kunnen we dan heel dun drogen op de walsen. Zo kunnen we de kooktijd overslaan, de output vergroten en ons energieverbruik flink reduceren. Dat is al een hele stap.” Nu blijkt dat het werkt, wil Smits dit in drie fases in de gehele fabriek implementeren.
NIEUWE TECHNIEKEN
Een andere optie om het energieverbruik verder te beperken, is de inzet van een soort warmtepomp, licht Smits toe. “We hebben contact met AtmosZero over het plaatsen van een elektrische warmtepomp die met warmte uit de buitenlucht twee keer zo efficiënt als een elektrische boiler tot 200 graden stoom produceert. Met een COP van 2 besparen we daarmee in theorie de helft van de energie. Daarmee zouden we een eind kunnen
komen en hoeven we mogelijk niet tot 2031 te wachten voor het elektrificeren van ons proces.” Dat is belangrijk, zegt hij, want de kosten voor gas rijzen de pan uit. “In 2022 hebben we een half miljoen euro meer uit moeten geven aan gas, dat is natuurlijk onwenselijk. Daarnaast vragen grotere bedrijven steeds vaker om de levenscyclusanalyse (LCA, red.) van onze producten. We willen daar graag in meegaan en vergroenen door nieuwe technieken te gebruiken.”
ONDER ALLERLEI SCENARIO’S DRAAIEN
Smits ziet ook voordelen aan het niet volledig elektrificeren van het productieproces. “Ik vergelijk het maar met een hybride auto. Stel dat er toch een hele lage gasprijs is, dan kunnen we de oude ketel laten draaien. Het nadeel is dat we stoom blijven gebruiken. Dat houdt eigenlijk altijd energieverlies in, omdat er hete stoom ontsnapt. Maar we kunnen dus wel onder allerlei scenario’s draaien. Bovendien heeft de gasketel nog een economische levensduur die we niet zouden benutten als we volledig om zouden gaan.“
COCA-COLA EUROPACIFIC PARTNERS
De Nederlandse Coca-Cola fabriek in Dongen wil alle processen elektrificeren, vertelt Eva Amsterdam, duurzaamheidsmanager van Co-
VPInstruments voor al uw oplossingen voor het meten en controleren van perslucht.
Monitoring
Eenvoudig en moeiteloos inzicht mogelijk maken, besparen en optimaliseren
VPFlowScope
Flowmeters
Voor droge en verzadigde lucht, 4-in-1 sensoren: bidirectionele flow, druk, temperatuur en totale flow
Stroom Dauwpunt
Eenvoudig inzicht in stroomverbruik. Vaste en mobiele oplossingen
Bescherm uw apparatuur en productieproces. Alles in één oplossing
Meer informatie: E-mail naar sales@vpinstruments com Tel: +31 (0) 15 213 1580 www vpinstruments com
ca-Cola Europacific Partners (CCEP). “We zaten nog voor 45% op aardgas. Door het hergebruik van restwarmte, het opzetten van een warmwaternetwerk met behulp van 4 kilometer leidingen, twee heetwatertorens en twee warmtepompen vervangen we gasverbruik door elektriciteit. De twee gasboilers die de processen voorheen verwarmden, moesten vervangen worden. Toen hebben we besloten om het meteen goed te doen en uit te zoeken wat er voor nodig was om de gaskraan dicht te draaien. Dat waren onder meer twee e-boilers.”
NIET VAN VANDAAG OP MORGEN
Dit soort transities gaat bij een fabriek die 24/7 draait niet van vandaag op morgen. Amsterdam: “De verwarming van de fabrieken is al helemaal aangesloten op het warmwatercircuit dat we voeden met restwarmte en aanvullen met met stoom. De e-boilers zijn we nu aan het inschakelen. Maar we merken nu pas wat de omschakeling betekent en wat de invloed van de e-boilers is op onze processen. We kijken goed hoe we dit kunnen optimaliseren.” De Coca-Cola fabriek zit dus nadrukkelijk in een overgangsfase, zegt Amsterdam. “De e-boilers staan in een nieuw gebouw, maar de oude gasboilers staan nog op hun oude plek. En we hebben nog een gasgestookte oven die we dit jaar vervangen door een elektrisch exemplaar.” Het gaat echter niet alleen om het simpelweg één op één vervangen van de warmtebronnen, zegt ze. “Wij
gaan dit allemaal doen in een fabriek die er al 66 jaar staat en is ontworpen op een gas-infrastructuur. We zijn bovendien afhankelijk van een continue productie. Als je een fabriek helemaal nieuw bouwt met elektriciteit als uitgangspunt is dat een stuk makkelijker. Vandaar dat we hier wel een paar jaar de tijd hebben genomen om het goed te regelen.”
GEEN ONBETROUWBARE
FACTOREN
Daarnaast vergt het inzetten van restwarmte aanpassingen van het productieproces, zegt ze. “Het inzetten van restwarmte vraagt dat je stromen goed op elkaar afstemt. Je energiebehoefte is verschillend op andere momenten in het jaar en je moet goed kijken waar welke energie nodig is op welk moment. De restwarmte is niet altijd zo constant. En in een grote fabriek met negen verpakkingslijnen wil je liever geen onbetrouwbare
factoren. Dus we keken hoe we deze stromen toch zo constant mogelijk kunnen krijgen. Daarom onderzoeken we of we nog restwarmte van andere bedrijven in de buurt kunnen gebruiken.”
NETCONGESTIE
Het doel van Coca Cola in Nederland is om in 2040 energieneutraal te zijn. Amsterdam: “Daarvoor is het nodig om 90% van onze uitstoot te reduceren ten opzichte van 2019. We zitten nu op -25% over de totale toeleveringsketen in vergelijking met 2019.” Netcongestie speelde bij deze specifieke veranderingen nog niet, zegt Amsterdam. “Alles wat we nu doen, past binnen onze bestaande ruimte. Het ligt anders naar de toekomst toe. We kunnen natuurlijk wel in de knel komen als we willen uitbreiden of bijvoorbeeld al onze trucks willen gaan elektrificeren, daar hebben we nog geen beschikbaarheid voor qua laden op het terrein.”
OP TIJD BEGINNEN
Hoe andere bedrijven ook deze stappen kunnen maken? Amsterdam: “Mijn advies zou zijn om op tijd te beginnen, want het is doorgaans niet iets wat je redt binnen een jaar. Onze fabriek staat hier al 66 jaar en dat willen we nu duurzaam voortzetten. Door de nieuwe plannen gaan we 4000 ton CO2-ton per jaar minder uitstoten. Dat komt onder meer door de 25 CV-ketels die we nu uit hebben kunnen zetten.”
VERSNELDE KLIMAATINVESTERINGEN INDUSTRIE (VEKI)
Als bedrijven in de industrie CO2-reducerende maatregelen nemen waarvan de werking is bewezen, dan kunnen ze daar subsidie voor aanvragen: de versnelde klimaatinvesteringen industrie (VEKI). Dat is mogelijk als bedrijven de investeringen voor eigen rekening en risico nemen en de tijd waarin deze kosten zich terugverdienen langer is dan 5 jaar. Het kan hier gaan om investeringen in energie-efficiëntie, circulaire economie en infrastructuurvoorzieningen. Of overige CO2-verlagende maatregelen die leiden tot minder uitstoot van CO2 of andere broeikasgassen binnen het productieproces van de onderneming. De subsidie loopt nog tot 31 januari 2025.
Zie hier voor meer info over de regeling: www.rvo.nl/subsidies-financiering/veki of scan de QR-Code
Tekst: Bas Roestenberg
Hoe geef je als bedrijf of organisatie invulling aan de energietransitie? Onder andere door duurzaamheid te integreren in het businessplan, en mensen mee te nemen in de implementatie daarvan. Om dit succesvol op te pakken, is integrale kennis nodig, zowel op technisch vlak als rond verandermanagement, stelt Lenneke Kok. Ze is coördinator van de nieuwe eenjarige post-hbo opleiding Integraal Manager Energietransitie aan Hogeschool Utrecht.
Post-hbo opleiding energietransitie integreert techniek met verandermanagement
Bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties krijgen steeds vaker te maken met vraagstukken rond onderwerpen zoals energiezekerheid, netcongestie, en periodieke schaarste of overschot aan energie. Voor veel professionals die binnen hun werkveld met de energietransitie bezig zijn, zijn het nieuwe onderwerpen. “We zagen dat binnen veel
bedrijven mensen worstelen met de vraag hoe ze precies invulling moeten geven aan de energietransitie”, stelt Lenneke Kok. “Dat was voor ons een aanleiding om na te denken over een nieuwe opleiding voor deze doelgroep. We zijn met partijen uit het veld in gesprek gegaan over onderwerpen die daarin aan bod moesten komen. Daar is een ont-
werpprogramma uit gekomen waar we docenten met praktijkervaring bij hebben gezocht.”
Een van die docenten is Patrick Kooij, in het dagelijks leven marketingstrateeg bij Kenter, dat zich richt op energieoplossingen voor het bieden van energiezekerheid. “Van oorsprong ben ik techneut”, stelt Kooij. “Maar ik heb ook bedrijfskunde en marketing gestudeerd. Vanuit die hybride achtergrond geef ik binnen de nieuwe opleiding onderwijs in zowel het technische deel van de energietransitie als het niet-technische, procesmatige deel.” Daarbij wijst Kooij erop dat de meeste cursisten die de opleiding volgen, opereren in de laag tussen ‘operationeel’ en ‘managementniveau’. “Dat betekent dat ze ontwikkelingen signaleren die relevant zijn voor de organisatie, maar tegelijkertijd in een positie zitten waarin ze zaken aan de onderkant van de organisatie moeten implementeren. Die specifieke rol is een reden waarom we een technisch deel hebben, met colleges over duurzame installaties. Die kennis heb je nodig om sparringpartner voor de operationele kant te zijn.”
MODULES
Het programma van de opleiding, die dit jaar voor het eerst werd gestart, duurt een jaar en kan worden afgesloten met een post-hbo-diploma. In dit jaar wordt les binnen vier inhoudelijke modules gegeven. De module
‘data-analytics’ speelt een belangrijke rol in de opleiding. “Technische data geven richting aan de energietransitiedoelen van een organisatie. Je moet duidelijk hebben wat je wilt weten en meten, zodat je het vertrekpunt in kaart hebt, maar ook kan bijhouden of de gestelde KPI’s worden behaald”, legt Kok uit. “Voor mensen die daar niet dagelijks mee bezig zijn, is het een nieuwe wereld waar we ze wegwijs in maken. Om ‘in control’ van je gebouw te zijn, moet je regie houden op de eigen data. Pas dan kun je goede afspraken maken met bijvoorbeeld een onderhoudspartij. Soms hoor ik verhalen dat data worden aangeleverd waar zelfs de eenheden bij ontbreken. Kun je daar überhaupt wat mee, en wat voor vragen moet je dan stellen om toch ‘in control’ te komen? Dat soort onderwerpen komt in deze module aan de orde.”
De andere drie modules in de opleiding zijn ‘Duurzame technieken en installaties’ (waarbij wordt ingezoomd op duurzame technologie in de gebouwde omgeving), ‘License-to-operate’ (waarin de cursist wegwijs wordt gemaakt in het woud van wet- en regelgeving, en gewerkt wordt aan duurzame businessmodellen) en ‘Leiderschap in de transitie’. Die laatste module draait volledig om het ‘niet-technische’ deel van de energietransitie waar Kooij eerder over sprak. “Hierbij komt onder meer verandermanagement aan de orde en leren we cursisten hoe ze vanuit het oogpunt van strategisch management naar het businessmodel van hun organisatie kunnen kijken”, legt hij uit. “Het ‘Leiderschap’ in de naam van deze module verwijst niet naar ‘leidinggeven aan mensen’; het gaat om ‘leidinggeven aan verandering’. Hoe krijg je mensen mee in het verhaal van de energietransitie? Dat is een cruciale vraag.”
De combinatie van technische onderwerpen en een module als ‘Leiderschap’ sluit aan bij het integrale karakter van de opleiding. “De mensen die je mee wil nemen in de transitie zijn binnen de organisatie vaak expert op een deelgebied”,
vertelt Kok. “Om er het gesprek over de transitie mee aan te kunnen gaan, heb je zowel inzichten uit de module ‘Leiderschap’ nodig als een zeker niveau van technische kennis over het betreffende deelgebied, bijvoorbeeld energiemanagement.” Binnen hetzelfde ‘integrale’ kader werken cursisten vanuit hun eigen praktijk aan een case die in de verschillende onderdelen van de opleiding wordt ‘geladen’. “Met elke toets dragen ze bij aan die case, en aan het eind van de opleiding moeten ze alles aaneenrijgen en er een integraal verhaal van maken.” Volgens Kok een flinke uitdaging: “Het liefst willen onze cursisten bij elke module flink de diepte ingaan. Aan het eind van het jaar is het dan de vraag hoe je al die kennis
ERVARING VAN EEN CURSIST
en inzichten verbindt tot één verhaal waarbij je nog iteraties moet doen.”
UITEENLOPENDE
ACHTERGRONDEN
Met de opleiding richt Hogeschool Utrecht zich op professionals die al een langere tijd binnen een bedrijf of organisatie aan de energietransitie werken en zich er verder in willen bekwamen. “Het gaat om mensen uit uiteenlopende werkvelden”, vertelt Kok. “Onder de cursisten die dit voorjaar met de opleiding zijn begonnen, zitten bijvoorbeeld een medewerker van een woningcorporatie, iemand die bij een gemeente werkt, een pionier bij een logistiek dienstverlener, maar ook iemand die onderzoek doet naar systeemintegratie. De gemene
Een van huidige cursisten is Arjan Bertelink, als commercieel manager werkzaam bij inspectiebureau SGS Search. “Ik was al langer op zoek naar een opleiding die een bredere kijk op de energietransitie zou geven én bij voorkeur niet langer dan een jaar zou duren”, aldus Bertelink. “We zijn halverwege het jaar en ik vind een opleiding die in een overzichtelijke periode zoveel biedt aan direct toepasbare kennis een echte aanrader.” In zijn werkveld zet Bertelink de opgedane kennis nu al in bij gesprekken met opdrachtgevers: “Ik merk dat ik andere vragen stel en vanuit een breder perspectief kijk naar vraagstukken en oplossingen in de gebouwde omgeving. Dan gaat het bijvoorbeeld over energie besparen, circulair bouwen en hoe je hernieuwbare energie kunt opwekken.”
A BIT O F COOPERATION
Hoe u met BITO uw efficiëntie kan verhogen.
Gazelle producent van fietsen, stroomlijnt de aanvoer van onderdelen in nieuwe montagehal met doorrolstellingen van BITO.
In de nieuwe montagehal van Gazelle vervullen doorrolstellingen van BITO een belangrijke functie.
In deze stellingen, opgesteld parallel aan de montagelijnen, liggen de onderdelen die de montagemedewerkers nodig hebben voor het bouwen van de fietsen.
Door de ergonomische, overzichtelijke wijze waarop de onderdelen worden aangeboden, kunnen de montagemedewerkers eenvoudig en gemakkelijk het juiste onderdeel op het juiste
moment grijpen en monteren. Alle onderdelen liggen binnen handbereik. Elke 30 seconden rolt een nieuwe fiets van één van de drie montagebanen.
De fietsen worden in een logische en efficiënte flow gebouwd, wat leidt tot kortere doorlooptijden. Het aantal benodigde onderdelen voor het samenstellen van een fiets varieert van 170 tot 230. Het is dan ook van groot belang dat er een continue beschikbaarheid van de juiste onderdelen is.
BITO levert niet alleen magazijninrichting en opslagsystemen, maar is ook uw professionele partner wanneer het gaat om planning, productie, montage en keuring van deze systemen of automatisch bediende installaties. BITO neemt de volledige projectcoördinatie op zich, van lay-out tot ingebruikname
1 gesprekspartner. Alle projecten groot of klein worden met dezelfde professionele service en knowhow behandeld. Uiteraard houdt dit niet altijd in dat u moet kiezen voor een volledig nieuw magazijn. Vaak leiden kleine, maar doordachte, aanpassingen ook tot een vergaande optimalisatie van uw bedrijfsproductiviteit.
Vrijblijvend advies nodig? +31 030 711 30 90 I www. bito.com
NEW: Robots voor het vullen van doorrolstellingen.
deler is dat het leergierige verbinders zijn die op post-hbo-niveau acteren.”
Dat de cursisten allemaal een andere achtergrond hebben, levert volgens Kok interessante discussies op. “Mensen kijken vanuit verschillend perspectief naar dezelfde vraagstukken. In de groep worden veel kennis en praktijkvoorbeelden met elkaar gedeeld.”
Als docent merkt Kooij dat laatste ook. “Als we bijvoorbeeld een onderwerp als elektrificatie behandelen, ontstaat al snel een onderling gesprek waarbij ervaringen worden uitgewisseld. Er is duidelijk nieuwsgierigheid naar hoe anderen, ieder binnen het werkveld, invulling geven aan de uitdagingen rond de energietransitie. Dat is heel mooi om te zien.” Die interactiviteit heeft soms ook een nadeel, zegt Kok. “Die boeiende discussies leveren nieuwe inzichten op, maar we hebben er ook van geleerd dat soms iets strakker aan het onderwerp moet worden vastgehouden. Deze cursisten willen een organisatie meekrijgen in een veranderproces en zijn dus erg communicatief. Dat
brengt het risico mee dat gemakkelijk wordt afgeweken van de lesstof. Leuk, maar niet altijd de bedoeling.”
ERVARINGEN
De eerst groep cursisten is volgens Kok heel tevreden over de opleiding, ondanks enkele kinderziektes. “Ik heb van verschillende cursisten gehoord dat de brede insteek van de opleiding ze aanspreekt. Dat je de kennis en vaardigheden krijgt aangereikt om een goede gesprekspartner te worden binnen de eigen organisatie én voor stakeholders van buiten.” Het onderwijsteam houdt voortdurend een vinger aan de pols en overlegt regelmatig over het mogelijk bijstellen van bepaalde inhoud. Daarnaast wordt een of twee keer per jaar gesproken met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, om te monitoren of de inhoud nog steeds aansluit bij wat er in de markt speelt. Kooij: “Die vakinhoud kan zowel op basis van feedback als in reactie op actuele ontwikkelingen worden bijgesteld. Een concreet voorbeeld is dat we in de opleiding meer aandacht zijn
gaan geven aan duurzame businessmodellen en verandermanagement. Dat is meteen ook het mooie van de integraliteit van dit programma: zulke onderwerpen verwacht je wellicht bij strategie-opleidingen, maar niet zo snel bij een opleiding over de energietransitie. Ik denk dat we daar aardig uniek in zijn.”
PRAKTISCHE INFO
Op 5 februari 2025 start het nieuwe opleidingsjaar. De circa 35 lessen vinden op woensdag plaats, van 13.00 tot 18.30 uur. Naast 6 college-uren bestaat de studiebelasting per week uit ongeveer 4 tot 8 uur zelfstudie. Meer informatie is te vinden op de website: www.hu.nl/ deeltijd-opleidingen/integraal-manager-energietransitie
Tekst: Bas Roestenberg Foto’s: 54events.
Van 15 tot en met 17 oktober zijn de Brabanthallen in Den Bosch het decor van vier vakbeurzen tegelijk. Naast Industrial Heat & Power, dat is gericht op proces- en energieoptimalisatie in de industrie, vinden tegelijkertijd PREFAB, Vakbeurs Energie, en Zero Emission | Ecomobiel plaats. Volgens de beursorganisatie is het een combinatie die veel heeft te bieden. “Er zijn duidelijke dwarsverbanden waar bezoekers en exposanten van de vier beurzen elkaar op kunnen vinden.”
Industrial Heat & Power: ‘vakbeurs beweegt mee met de actualiteit’
Sinds Industrial Heat & Power in 2018 voor het eerst werd georganiseerd, is de omvang van de vakbeurs stabiel gebleven. “Ook deze editie verwachten we rond de 1.700 à 1.800 bezoekers, en hebben we ongeveer 40 exposanten”, vertelt Wendy van de Geijn, een van de twee directeuren van beursorganisator 54Events. In deze niche zijn de aantallen bezoekers en exposanten door de jaren heen vergelijkbaar, maar zorgen actuele ontwikkelingen voor kleine verschuivingen in de sectoren waarin ze actief zijn. Ook
het inhoudelijke programma beweegt mee met de actualiteit. Fedde van der Woude, de andere directeur van 54Events, geeft een voorbeeld: “In een jaar waarin de gasprijs stijgt, zie je een toenemende interesse in elektrificatie van industriële warmte. In een jaar waarin de gasprijs juist daalt, is er onder andere meer belangstelling voor manieren om fossiel aangedreven stoominstallaties efficiënter te maken. In die zin volgt de interesse in onderwerpen wat er politiek en maatschappelijk speelt.”
GASTDOCENTEN GEVEN COLLEGE Voorbeelden van belangrijke actuele thema’s waar dit jaar veel aandacht op de beursvloer en in het inhoudelijke programma naar uitgaat, zijn de toepassing van waterstof, energiebesparende maatregelen, netcongestie, en de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive). Rond deze onderwerpen worden op verschillende manieren kennis en praktijkcases gedeeld, vertelt Van de Geijn. “Zo staat er dit jaar bijvoorbeeld een paneldiscussie over netcongestie en de flexibilisering van energiegebruik op het programma, er zijn speciale beurstours over verschillende thema’s, en er wordt een groot aantal presentaties over allerlei onderwerpen gegeven.”
Een bijzonder onderdeel op het programma zijn de colleges die een aantal gastdocenten op het hoofdpodium geven, voor studenten uit het mbo-, hbo- en academisch onderwijs. Daarbij wordt ook ruimte gegeven aan een aantal studententeams die hun eigen pilots en projecten kunnen presenteren, en bovendien geeft een aantal jonge professionals er een presentatie. Van de Geijn: “Op die manier willen we jongeren enthousiasmeren
voor een opleiding in de techniek, en benadrukken we hoe belangrijk het is dat er genoeg instroom in technische opleidingen blijft.”
WATERSTOF EN INDUSTRIE
Een ander relevant onderwerp in het inhoudelijke programma van Industrial Heat & Power is de toepassing van - en uitdagingen rond - waterstof. Onder de noemer ‘Dutch Hydrogen Days’ worden op de beurs allerlei activiteiten geclusterd waarin de ontwikkelingen rond deze energiedrager centraal staan. In een speciaal paviljoen tonen verschillende bedrijven, waaronder start-ups en studententeams, de nieuwste innovaties, er wordt een Waterstof Innovatie Award uitgereikt en er is een uitgebreid programma. Op donderdag 17 oktober is de focus daarbij volledig gericht op de toepassing van waterstof in de industrie. “Dat op Industrial Heat & Power veel aandacht uitgaat naar waterstof, is logisch als je ziet welke dimensies dit onderwerp heeft”, stelt Van der Woude. “Als over waterstof wordt geschreven in de media, gaat het vaak over de opwekking ervan, en over de vraag of het een mogelijk alternatief kan zijn voor gasketels in woningen. Voor de industrie is het echter een veel breder onderwerp, met enorme kansen en uitdagingen om te verduurzamen en delen van de industrie in Nederland te behouden. Daarbij komen grote vragen aan de orde: hoe transformeer je bijvoorbeeld de infrastructuur van een industrieterrein zodat het geschikt is voor de productie en toepassing van waterstof? Hoe belangrijk is waterstof als grondstof in de petrochemie? Hoe concurreert dit met het gebruik van waterstof voor proceswarmte met hoge temperaturen? We weten dat de
BEOORDELING
Bezoekers van Industrial Heat & Power blijken na afloop van elke editie tevreden over de opzet en inhoud. “Elk jaar evalueren we zowel de inhoud als de meer generieke aspecten van de beurs”, vertelt Van de Geijn. “Bij de vorige editie kreeg de beurs gemiddeld een 7,8 van exposanten en een 7,2 van bezoekers. Daar zijn we heel tevreden over, zeker omdat de meer kritische uitingen bij de evaluatie eigenlijk alleen over randzaken gingen, en niet over de kern van de beurs. Die staat wat ons betreft als een huis.”
beurs voor bezoekers en deelnemers een uitstekende plek is om hier kennis en ideeën over uit te wisselen, en inspiratie op te doen.”
DWARSVERBANDEN TUSSEN BEURZEN
Volgens Van de Geijn heeft Industrial Heat & Power net als de andere drie beurzen die in de Brabanthallen plaatsvinden een duidelijke eigen identiteit. “We richten ons op zakelijke bezoekers die met name tot een beursbezoek worden getriggerd door
specifieke onderwerpen waar ze nu mee bezig zijn. Voor Industrial Heat & Power kan dat bijvoorbeeld de elektrificatie van industriewarmte zijn, of de aanstaande renovatie van een stoomturbine. We letten er scherp op dat Heat & Power net als de drie andere beurzen genoeg diepgang biedt om professionals in de technische sector te verleiden tot een beursbezoek. Doorgaans zijn het mensen met een bijzonder volle werkagenda.”
Uit de scans van bezoekerspassen blijkt dat ongeveer de helft van de
mensen die zich voor toegang bij een van de vier beurzen heeft geregistreerd, ook een of meer van de andere beurzen bezoekt. Daar worden ze van harte toe uitgenodigd, stelt Van der Woude. “Er zijn namelijk mooie dwarsverbanden waar bezoekers en exposanten van de verschillende beurzen elkaar op kunnen vinden. Zo staan bij Vakbeurs Energie duurzame energievoorzieningen in de gebouwde omgeving centraal. Een van de opties daarvoor is een laagtemperatuurwarmtenet, gevoed met industriële
restwarmte. De toepassing daarvan is bij uitstek een onderwerp dat de activiteiten van deelnemers en bezoekers van Industrial Heat & Power raakt.” Een ander voorbeeld dat Van der Woude noemt, betreft het gebruik van industriële isolatie. “Bij installaties in bijvoorbeeld de petrochemie en voor waterstofproductie moeten leidingen en appendages vaak worden geïsoleerd, wat werk oplevert terwijl bedrijven in de zware industrie juist met personeelsgebrek kampen. Je zou ernaar kunnen kijken of het een tijden kostenbesparende oplossing is om leidingwerk meteen bij de productie ervan prefab te isoleren. Bedrijven die Industrial Heat & Power bezoeken of er exposeren kunnen op dat vlak zeker ideeën opdoen bij ondernemers die op de Prefab-beurs staan. Op die manier kunnen bezoekers en exposanten oplossingen vinden op plekken waar ze niet zo snel zouden komen als deze beurzen niet gelijktijdig zouden plaatsvinden.”
Zulke ‘dwarsverband-inzichten’ worden door de beursorganisator overigens ook gefaciliteerd. Zo wordt in samenwerking met het NPVI (Nationaal Programma Verduurza-
PRAKTISCH INFORMATIE
ming Industrie) een aantal beurstours georganiseerd op sectoroverstijgende thema’s. Van de Geijn: “Een van die thema’s is bijvoorbeeld energieopslag. Net als de woningbouw heeft de industrie te maken met netcongestie en onvoldoende ruimte op het stroomnet. Bezoekers van Industrial Heat & Power die daar oplossingen voor zoeken, kunnen meelopen in de tour en in andere beurshallen in contact komen met exposanten die innovaties rond opslag laten zien.”
Rest de vraag wat bezoekers na afloop van een beursbezoek mee naar huis zouden moeten nemen om van een succesvolle editie te kunnen spreken. Van der Woude: “Het allerliefst zie ik dat bezoekers op de beursvloer of in het inhoudelijke programma een concrete oplossing hebben gevonden voor een probleem waarmee ze in hun werkveld worstelen. Het is altijd mooi als bezoekers en exposanten elkaar daarvoor weten te vinden, zodat uit beursdeelname een vorm van samenwerking voortkomt. Als mensen inspiratie of advies opdoen waarmee ze verder kunnen met investeren in verduurzaming binnen hun bedrijf of sector, juich ik dat uiteraard ook toe.”
Industrial Heat & Power vindt van 15 t/m 17 oktober plaats in de Brabanthallen in Den Bosch. Gratis registratie voor bezoek is tot en met 14 oktober mogelijk via de website www.industrialheatandpower.nl. Een pas voor Industrial Heat & Power geeft ook toegang tot de drie andere beurzen. Scan de QR-Code
Programma INDUSTRIAL HEAT & POWER
ENERGIEBESPARING IN DE INDUSTRIE: AANPAK, OPTIES EN REALISATIE
Waar: Hal 2, Podium Industrie
Wanneer: dinsdag 15 oktober, 11:00 - 12:30 uur
Wat: Het lijkt een open deur: op de korte termijn zijn verbeteringen van en aanpassingen in bestaande industriële productieprocessen een belangrijke eerste stap in de transitie, op weg naar een emissieloos en duurzaam energiegebruik. • Welke mogelijkheden en eventueel nieuwe inzichten zijn er qua technologie? • Hoe pak ik een besparingsproject aan en kom ik tot de juiste keuzes? • Wat kan ik leren van bedrijven in mijn of andere bedrijfstakken die al stappen hebben gezet? (Dit programma is georganiseerd in samenwerking met NPVI)
GASTCOLLEGE VOOR HO STUDENTEN: STOOMPRODUCTIE
MET WARMTEPOMPEN EN MVR
WAAR: HAL 2, PODIUM INDUSTRIE
WANNEER: DINSDAG 15 OKTOBER 13:00 - 14:00 UUR
Wat: De meeste industriële bedrijven hebben stoom als energiedrager om te voorzien in hun warmtebehoefte. Stoom wordt momenteel nog in aardgas gevoede ketels of afgasketels van gasturbines opgewekt. Dit is op termijn niet meer houdbaar vanwege de hoge aardgaskosten, de CO2-heffing en de opdracht aan het bedrijfsleven om CO2-emissievrij te opereren. De grote vraag is: hoe kan de industrie van het aardgas af? Voor processen onder de 200 oC zijn er nu al technische mogelijkheden om vanuit restwarmte stoom te produceren met inzet van warmtepompen en Mechanische Damprecompressie. In het beurs-college krijg je een overzicht van de technische mogelijkheden en de randvoorwaarden van toepassing. Daarnaast wordt jouw kennis getoetst van de basiskennis die nodig is om eerste berekeningen te kunnen maken.
NPVI TECHNOLOGIE & INSPIRATIETOUR OP DE BEURSVLOER | OPSLAG ALS OPLOSSING VOOR NETCONGESTIE
WAAR: HAL 2, STAND NPVI 2.A043
WANNEER: DINSDAG 15 OKTOBER, 14:00 - 15:00 UUR
Wat: Het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie organiseert al een aantal jaren Inspiratietours CO2-besparing voor zijn industriële achterban. De Nederlandse industrie ging zeer voortvarend aan de slag met het terugdringen van zijn CO2-emissies. Helaas is de elektrische transitie inmiddels zo succesvol dat de netcapaciteit steeds vaker tekortschiet. Dat wil echter niet altijd zeggen dat bedrijven niks meer kunnen doen. Tijdens deze tour laten we diverse vormen van energieopslag de revue passeren. Inmiddels wordt het aanbod lithium-ion batterijen groter. Maar flow- en warmtebatterijen kunnen ook efficiënt en goedkoop energie opslaan. Of wat te denken van een batterij met (zout) water als opslagmedium?
OM NETCONGESTIE EN KOSTEN TE BETEUGELEN
WAAR: HAL 2, PODIUM INDUSTRIE
WANNEER: DINSDAG 15 OKTOBER, 15:00 - 16:30 UUR
Wat: Een belangrijk onderdeel van de energietransitie is duurzame opwek van elektriciteit (wind, zon). De energievoorziening is hier nog niet klaar voor: Nederland kleurt rood op de zogenaamde congestiekaart. • Wat doen de netbeheerders aan de veranderende dynamiek van het elektriciteitstransport tussen aanbod en vraag? • Wat kan de industrie achter de meter doen om onderbrekingen te voorkomen en stijgende kosten tegen te gaan? •
Hoe houden we een verduurzamende elektriciteitsvoorziening betrouwbaar en betaalbaar? Dit programma is georganiseerd in samenwerking met NPVI
SESSIES INDUSTRIAL HEAT & POWER | PRAKTIJKTHEATER INDUSTRIE (HAL 2) 15 OKTOBER
TIJD ONDERWERP PRAKTIJKTHEATER (HAL)
11:00-11:30 Alles over Waterstof | Sessie
Industrie (2) 11:45-12:15 Bilfinger | Sessie
Industrie (2) 12:30-14.45 BlueTerra Energy Experts BV | Netcongestie: wat kan er wél Industrie (2) 13:30-15:15 AMELA | Sessie Industrie (2)
ALGEMENE LEDEN VERGADERING VIB | BESLOTEN
WAAR: BOSCH 1, AVENUE BRABANTHALLEN
WANNEER: WOENSDAG 16 OKTOBER, 09:30 - 11:00 UUR WAT: BESLOTEN BIJEENKOMST
Foto: Luchtfoto, door SNB
FLEXIBILITEIT EN EFFICIENCY IN DE INDUSTRIE
ENERGIELABELS, CSRD EN ISOLATIE: UPDATES EN PRAKTIJKVOORBEELDEN
WAAR: HAL 2, PODIUM INDUSTRIE
WANNEER: WOENSDAG 16 OKTOBER. 11:00 - 12:30 UUR
Wat: Het aankomende energielabelsysteem gaat energiezuinigheid inzichtelijk maken. De verwachting is dat voor industriële isolatiesystemen ook een energielabelsysteem zoals we dat kennen van auto’s en elektrische apparaten gaat gelden. Dit energielabelsysteem gaat inzichtelijk maken welke installatie energiezuinig is (en dus minder CO uitstoot) en welke niet. Maar hoe doe je dat? En hoe vergelijk je een leiding met een tank? Welke installatie is ecologisch optimaal geïsoleerd en welke nog lang niet? De volgende onderwerpen worden besproken tijdens deze sessie: • Update ISSO64 Kwaliteitseisen isoleren voor de Utiliteitsbouw • Wat is de CSRD-richtlijn en hoe bereid de technische isolatie sector zich hierop voor • Praktijkvoorbeelden energiebesparing. Tonen hoe een plan van aanpak eruitziet van het isoleren van applicaties. Dit programma wordt georganiseerd in samenwerking met VIB
DAG VAN DE ENERGIEADVISEUR:
NETCONGESTIE EN CSRD: WAT SPEELT ER BINNEN DE INDUSTRIE?
WAAR: BOSCH 3, AVENUE BRABANTHALLEN
WANNEER: WOENSDAG 16 OKTOBER, 11:30 - 12:30 UUR
Wat: Tijdens deze sessie geven sprekers Emma Pik (BlueTerra) en Stijn Schlatmann (FedEC) hun expertise over twee actuele onderwerpen die de industrie voor grote uitdagingen stellen: Netcongestie en de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).
NPVI MASTERCLASS - TERUGKOMDAG |
CO2-REDUCTIE IN DE INDUSTRIE | BESLOTEN
WAAR: BOSCH 1, AVENUE BRABANTHALLEN
WANNEER: WOENSDAG 16 OKTOBER, 12:00 - 14:00 UUR
Wat: Tijdens deze terugkomdag voor oude en nieuwe deelnemers wordt gereflecteerd op de ervaringen in het verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering. De focus ligt op het verlagen van energetische- en procesemissies. Deelnemers onderzoeken daarbij wat de beste verduurzamingsopties zijn voor het bedrijf en schrijven een stappenplan om daadwerkelijk CO2-reductie te realiseren. De masterclass is onder begeleiding van KWA Bedrijfsadviseurs en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
GASTCOLLEGE VOOR MBO STUDENTEN
WAAR: HAL 2, PODIUM INDUSTRIE
WANNEER: WOENSDAG 16 OKTOBER, 13:00 - 14:00 UUR
Wat: Tijdens dit college voor laatstejaars/stage studenten zal er een focus liggen op de energietransitie in de industrie. De keynote zal worden gegeven door een gastdocent, en een oud-scholier maakt vervolgens de koppeling naar de arbeidsmarkt.
NPVI TECHNOLOGIE & INSPIRATIETOUR OP DE BEURSVLOER | INDUSTRIËLE ELEKTRIFICATIE
WAAR: HAL 2, STAND NPVI 2.A043
WANNEER: WOENSDAG 16 OKTOBER, 14:00 - 15:00 UUR
Wat: Het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie organiseert al een aantal jaren Inspiratietours CO2-besparing voor zijn industriële achterban. Veel industriële processen die nu nog aardgas gebruiken, kunnen ook elektrisch worden verwarmd. De meest eenvoudige stap is om de oude gasboiler te vervangen voor een elektrische variant. In sommige gevallen kan het echter verstandiger zijn om een elektrische warmtepomp in te zetten. Al was het maar omdat een warmtepomp laagwaardige (rest)warmte kan omzetten in bruikbare warmte. Inmiddels zijn er steeds meer warmtepompen beschikbaar die ook hogere temperaturen stoom kunnen leveren. Tijdens deze tour laten we de fabrikanten aan het woord die industriële warmtepompen of e-boilers leveren aan de industrie. Maar we kijken ook naar nieuwe droogtechnieken en andere vormen van elektrificatie.
CSRD:
ADMINISTRATIEVE
DRAAK (OF FINANCIËLE DRAAK) OF EFFICIËNTE
VERANDERTOOL
WAAR: HAL 2, PODIUM INDUSTRIE
WANNEER: WOENSDAG 16 OKTOBER, 15:00 - 16:30 UUR
Wat: Corporate Sustainability Reporting Directive, kortweg CSRD, is de verplichting die vanaf 2025 geldt voor de grotere bedrijven om te rapporteren over de ESG-elementen (Environmental, Social, Governance). Voor veel bedrijven lijkt dit een ver-vanmijn-bed-show, maar omdat de rapportage voor de hele keten van producten geldt (inclusief productie, gebruik en eindfase), raakt dit ook heel veel toeleveranciers in de industrie. Daarbij lijkt het element environment voor Nederlandse bedrijven het belangrijkste waarbij van bedrijven verwacht gaat worden dat zij moeten rapporteren over de CO2-voetafdruk van hun producten. Op termijn wordt een lage CO2-voetafdruk een licence to produce voor toeleveranciers. In deze lezingencyclus wordt ingegaan op de achtergrond en systematiek, het belang en de effecten van de CSRD en zal een mooi voorbeeld gepresenteerd worden. Dit programma is georganiseerd in samenwerking met NPVI en FedEC.
SESSIES INDUSTRIAL HEAT & POWER | PRAKTIJKTHEATER INDUSTRIE (HAL 2)
16 OKTOBER
TIJD ONDERWERP PRAKTIJKTHEATER (HAL)
11:00 -11:30 Alles Over Waterstof | Sessie Industrie (2)
11:45-12:15
12:30-13:00
13:15-13:45
Bilfinger | Sessie Industrie (2)
BlueTerra Energy Experts BV |
Warmtepompen tot 100°C voor de industrie Industrie (2)
BlueTerra Energy Experts BV | Drogen zonder aardgas Industrie (2)
14:00-14:30 VIB | HR Managers binnen de Thermische Isolatiebranche en steigerbouw Industrie (2)
14:45- 15:15 YOUNG VIB Talks: De toekomst van ondernemen door de ogen van jonge innovators Industrie (2)
15:30-16:00 VIB | Dyson Energy: Lithium Batterijen voor Industrie, ZMission Industrie (2)
INDUSTRIËLE WARMTE UIT ANDERE BRONNEN DAN ELEKTRIFICATIE OF FOSSIEL
WAAR: HAL 2, PODIUM INDUSTRIE
WANNEER: DONDERDAG 17 OKTOBER, 11:00 - 12:30 UUR
Wat: Bij verduurzaming van de industrie denken we vaak aan elektrificatie. Dat is logisch, elektrificatie is het werkpaard van de energietransitie. Maar gelukkig is het niet de enige manier hoe we de warmtebehoefte van de industrie -zomaar zo’n driekwart van de energievraag- kunnen verduurzamen. In deze sessie gaan we dieper in op een aantal alternatieve routes. Daarbij verkennen we de kansen, en ook de belemmeringen van die routes. Zodat u goed geïnformeerd een aantal opties op een rijtje hebt. Dit programma is georganiseerd in samenwerking met NPVI en FedEC
GASTCOLLEGE VOOR WO STUDENTEN |
EFFICIËNTE EN FLEXIBELE ELEKTRIFICATIE
VAN INDUSTRIËLE WARMTE
WAAR: HAL 2, PODIUM INDUSTRIE
WANNEER: DONDERDAG 17 OKTOBER, 13:00 - 14:00 UUR
Wat: Ongeveer 80% van de energie die in de industrie wordt verbruikt, wordt gebruikt voor de productie van warmte. Deze warmte wordt voornamelijk ingezet voor scheidingsprocessen en als reactiewarmte. Fossiele brandstoffen vormen momenteel de belangrijkste bron voor warmteproductie. In de toekomst zal hernieuwbare en fluctuerende elektriciteit de voornaamste energiebron voor de industrie worden. Om een succesvolle transitie te bewerkstelligen, zijn netwerkcapaciteit, het fluctuerende aanbod van elektriciteit, en de investeringskosten van groot belang. Efficiënte en flexibele elektrificatie van industriële warmtevoorziening is daarom van cruciaal belang. In dit college worden de basisprincipes van industriële warmteopwekking en -gebruik besproken, evenals de uitdagingen bij het koolstofvrij maken van deze warmtevoorziening. Daarnaast worden enkele interessante en succesvolle voorbeelden gepresenteerd, samen met toekomstige ontwikkelingen en uitdagingen op dit gebied. Een oud student maakt na dit gastcollege een koppeling naar en kansen in de industrie op de arbeidsmarkt.
NPVI TECHNOLOGIE & INSPIRATIETOUR OP DE BEURSVLOER | WATERSTOF ALS
GROND- EN BRANDSTOF
WAAR: HAL 2, STAND NPVI 2.A043
WANNEER: DONDERDAG 17 OKTOBER, 14:00 - 15:00 UUR
Wat: Het Nationaal Programma Verduurzaming Industrie organiseert al een aantal jaren Inspiratietours CO2-besparing voor zijn industriële achterban. De Nederlandse industrie gebruikt al heel veel waterstof voor diverse chemische processen en als grondstof voor kunstmest. Deze grijze waterstof vervangen voor een duurzame variant is al een uitdaging. Daar komt nog bij dat veel bedrijven die nu aardgas gebruiken voor hun warmtevraag willen overstappen op waterstof. Helaas blijft het aanbod achter bij de vraag.
Gelukkig zijn er wel al bedrijven die de benodigde apparatuur leveren, zowel aan de kant van productie als voor de inzet van waterstof als brandstof. Tijdens deze waterstoftour bezoeken we de koplopers die straks de waterstofeconomie in gang zetten.
WATERSTOF IN DE INDUSTRIE
WAAR: HAL 2, PODIUM INDUSTRIE
WANNEER: DONDERDAG 17 OKTOBER, 15:00 - 16:30 UUR
Wat: Waterstof wordt alom gezien als een belangrijk route in de verduurzaming van moleculen, voor opslag van energie en voor hoog temperatuurtoepassingen. Het potentieel lijkt groot en Gasunie is voortvarend bezig met een landelijke infrastructuur. Toch komt de ontwikkeling van groene waterstofproductie en daarmee ook een markt voor groene waterstof moeizaam van de grond. De vraag is daarom welke ontwikkelingen er nu wel van de grond komen, wat is ervoor nodig om een versnelling te krijgen, welke toepassingen zullen als eerste van de grond komen en in welke regio s zal als eerste groen waterstof geleverd gaan worden. Dit programma is georganiseerd in samenwerking met NPVI
SESSIES INDUSTRIAL HEAT & POWER | PRAKTIJKTHEATER INDUSTRIE (HAL 2) 17 OKTOBER
TIJD ONDERWERP PRAKTIJKTHEATER (HAL)
11:00-11:30 AllesOverWaterstof | Sessie Industrie (2) 11:45-12:15 Bilfinger | Sessie Industrie (2)
12:30-13:00 BlueTerra Energy Experts BV | Smart elektrificatie met HT-warmtepompen en MDR Industrie (2) 13:15-13:45 BlueTerra Energy Experts BV | Flexibele energieoplossingen voor de industrie Industrie (2) 14:45-15:15 RVO | Routekaart Circulaire Klimaatinstallaties Industrie (2)
Attentie: informatie en exposantenoverzicht zoals bekend op 19/9/2024. Onder voorbehoud van wijzigingen.
Bedrijfsnaam
Adven
AD M INI S T R A TI E S
P. Klein
P.J. Passchier
Loire 184 2491 AL Den Haag (Castellum - gebouw B - zesde verdieping) T. +31(0)70 4 300 100 E. info@vercauterenadministraties.nl
Tekst Evi Husson
De energietransitie leidt tot een groeiend aandeel aan hernieuwbare energie uit zon en wind. Tegelijkertijd wordt het weer vaak ervaren als een ongrijpbare factor in de bedrijfsvoering. Wie het weer goed kan voorspellen kan dit in zijn eigen voordeel gebruiken. Gerard van Noort, eigenaar van weer serviceprovider Aeolis Forecasting Services gaat hier dieper op in.
Het voordeel van goede weersvoorspellingen
Gerard van Noort richt zich al sinds 1992 op neurale netwerkapplicaties, toen begrippen als artificiële intelligentie of machine learning nog lang geen gemeengoed waren. “We waren onze tijd ver vooruit. Onze focus was destijds erg breed. Overal waar we data konden verzamelen, zagen we toepassingen, maar data waren nog niet veelvuldig voor handen.” Een partij die wél over data beschikte was het KNMI. “Daar zijn we in 1996 een samenwerking mee aangegaan. Binnen enkele maanden waren de eerste succesvolle toepassingen een feit. We konden voorspellingen doen van waterstanden en golfhoogte en overtroffen hiermee de numerieke voorspellingsmodellen.”
WEERDATA IN DIVERSE TOEPASSINGEN
Geleidelijk aan werden weerdata breder ingezet dan louter publieksinfo, bijvoorbeeld ter ondersteuning voor handel en industrie. “Zo stelden we voor Unilever het Unox rookworstbericht op. Wekelijks werd een bericht naar de retailwinkels gefaxt met daarin de verwachting van het aantal te verkopen rookworsten. De verkoop is namelijk gekoppeld aan de weersverwachting: hoe kouder het buiten is, hoe meer mensen kiezen voor een maaltijd met rookworst.”
VRAAGVOORSPELLINGSSYSTEEM
Na de eerste succesvolle commerciële initiatieven werd besloten dat deze
diensten niet pasten bij de opdracht van het KNMI. En zo ontstond Aeolis Forecasting Services BV. “In de beginperiode benaderden energieleveranciers ons met de vraag of we vraag en aanbod op de day-ahead markt beter op elkaar konden afstemmen op basis van nauwkeurige voorspellingen van het energieverbruik. Hiervoor ontwikkelden we Prognos, een vraagvoorspellingssyteem dat nu, 25 jaar later nog steeds actief is op de Nederlandse markt.”
INDUSTRIE
Primair richt Aeolis zich op energieleveranciers, maar ook energie-intensieve industriële bedrijven die handelen op de energiemarkt behoren tot de
vaste klantenkring. Het weer voorspellen kan bedrijven immers veel winst opleveren. Waait het hard en/ of is er veel zon, dan is het aanbod aan renewables groot waardoor de energieprijs laag is. Op deze momenten energie inkopen biedt veel voordeel. “Hiervoor zijn goede weersvoorspellingen nodig”, stelt Van Noort. “Alleen een goede weersverwachting is niet voldoende. Wil je als bedrijf echt je voordeel doen, dan moet je ook weten hoe vraag en aanbod op het weer reageren. Veel handelaars op de energiemarkt beschikken inmiddels over een eigen meteo-desk, maar om op het hoogste niveau mee te kunnen spelen in het vraag- en aanbodspel is het van belang alle ontwikkelingen op meteorologisch vlak en AI nauwgezet te volgen en nieuwe producten te blijven ontwikkelen. Alleen dan kun je in de top meedraaien. Het is zoals de champions league. Het hele jaar door trainen, analyseren en investeren om tijdens de strijd te kunnen pieken. Wij volgen voortdurend de beschikbare meteorologische middelen zoals weermodellen, satellietwaarnemingen en grondobservaties en analyseren hoe wij die het best kunnen combineren voor de meest nauwkeurige vraag- en aanbodmodellen. De laatste ontwikkeling betreft Ultra Hoge Resolutie weermodellen die wij samen met een strategische partner inzetten om de productieverwachtingen van met name windparken in bergachtige omgevingen significant te verbeteren.”
Ook de inzet van AI-technieken is essentieel. Ervaring speelt daarbij ook een belangrijke rol. “We zien de concurrentie steviger worden door een toename aan jonge bedrijven die
met artificiële intelligentie aan de slag gaan. Wij hebben echter jarenlange ervaring en kennen daardoor ook de beperkingen van AI maar al te goed. AI is in principe niet intelligent, het is een tool of middel dat je slim moet inzetten voor het gewenste resultaat. Als je het verkeerd inzet, krijg je niet de juiste resultaten. Er zijn genoeg voorbeelden van bedrijven die een faillissement hebben aangevraagd vanwege onnauwkeurige vraag- en aanbodvoorspellingen.”
BALANCEREN VAN VRAAG EN AANBOD
Het balanceren van vraag en aanbod wordt steeds belangrijker. “Dit zal de komende tijd nog verder toenemen, zeker naarmate de CO2-belasting zal stijgen. Op dit moment kunnen we het net nog goed balanceren door gebruik te maken van fossiele brandstoffen, maar als de kosten van zo’n fossiel systeem te hoog worden doordat de
CO2-belasting toeneemt, kom je weer in een heel andere situatie terecht. Het wordt belangrijker om goede voorspellingen te doen zodat men van tevoren al weet hoe de balans in het net kan worden bewaard, bijvoorbeeld door het afschakelen van renewable energy sources.”
NETCONGESTIE
AEOLIS GROEIT
Het belang van betrouwbare vraag- en aanbodvoorspellingen zal in de toekomst nog verder groeien. Ook weer serviceprovider Aeolis blijft doorontwikkelen. CEO Gerard van Noort: “Innovatie en onderzoek zijn essentieel om je te kunnen onderscheiden van concurrenten en het hoge prestatie-niveau te kunnen handhaven. Als dit niveau eenmaal is bereikt, is het tijd om de producten wereldwijd uit te rollen. Dit kan via digitale marketing en laagdrempelige klantoplossingen of in samenwerking met een wereldwijd actieve partner die dezelfde overtuiging deelt dat hoogwaardige forecasting nodig is voor de energietransitie. We maken steeds meer stappen naar internationalisering.”
Netcongestie maakt het er niet eenvoudiger op. “Wij zagen al geruime tijd aankomen dat netcongestie een probleem zou worden. Netbedrijven moeten hun netwerk uitbreiden om de extra vraag door elektrificatie (o.a. elektrische mobiliteit en warmtepompen) en het aanbod van decentrale opwek (dakpanelen) te faciliteren, maar dit duurt erg lang door langdurige vergunningstrajecten, hoge kosten en een groot tekort aan technici. Lokaal kun je dit oplossen door demand-respons systemen en energie-opslagsystemen, maar om opslag lonend te maken moeten de fossiele brandstoffen duurder worden door bijvoorbeeld extra CO2-heffingen. Dit is onvermijdelijk om de klimaatdoelstellingen te halen. Er ontstaan dan energie-eilanden of liever schiereilanden met een smalle verbinding naar het nationale grid. Ook binnen die eilanden worden vraag- en aanbodverwachtingen essentieel voor een economisch verantwoorde energie-huishouding, gekoppeld aan de nationale day ahead en intraday markten.”
Deze dynamische tijden vragen om flexibele oplossingen. Als internationale aardgasleverancier werken wij met prijs- en leveringsconcepten op maat en weten we alles van risicomanagement. Graag analyseren wij met u de risico’s waardoor onze oplossingen aansluiten op uw behoeften. Zoekt u een professionele partner? Op ons kunt u rekenen. Neem contact met ons op als u wilt weten wat onze energieoplossingen voor uw bedrijf kunnen betekenen: omv-gas.nl
Tekst: Evi Husson Foto’s: Bilfinger
In april werd de overname van Stork door Bilfinger succesvol afgerond. “Met gebundelde krachten kunnen we de investeringsdromen van onze klanten waarmaken en hen begeleiden om een zo optimaal mogelijke plant te opereren én te onderhouden. Dit met het doel de efficiency te verhogen en de footprint te verkleinen. Een geïntegreerde aanpak van engineering en asset management leidt tot succes”, stelt Peter Coort, director consultancy bij Bilfinger Engineering. Samen met collega Jan Schipper geeft hij een inkijkje in de strategische koers van Bilfinger en de aanpak van energie- en assetmanagement.
“Met gebundelde krachten pakken we efficiëntie en duurzaamheid succesvol aan”
“Dankzij de integratie van Stork zijn we nog beter in staat om ons doel te realiseren: ons positioneren als de nummer 1 in het verhogen van efficiëntie en duurzaamheid voor onze klanten”, begint Peter Coort, Director Consultancy bij Bilfinger Engineering. “Om de efficiency te verhogen en de footprint te verkleinen is een totale aanpak nodig, van engineering tot maintenance, waarbij onze consultancy services essentieel zijn en de verbinding verzorgen met de asset owner.
Dankzij onze jarenlange ervaring en expertise benaderen veel bedrijven Bilfinger met vragen over hun beoogde investeringen, gaande van het optimaliseren van bestaande fabrieken tot het ontwerp van nieuwe plants in Nederland of daarbuiten. Het ontwerp van een nieuwe installatie biedt uitdagingen, maar bij bestaande fabrieken is het vraagstuk vaak nog veel groter door de decarbonisatie en optimalisatie van de energiehuishouding. Of het nu intrinsiek is gedreven of opgelegd vanuit Europa of de lokale overheid, decarbonisatie is een groot thema waar veel bedrijven mee stoeien. Ze zijn niet altijd in staat of hebben niet de juiste data beschikbaar die nodig zijn om hun Net Zero reis goed te plannen en te ontsluiten vanuit hun assets. Daar is specifieke technische expertise en ervaring voor nodig, die wij vanuit Bilfinger Engi-
neering hebben opgebouwd. Wij begrijpen heel goed wat er in de Black Box van de procestechniek plaatsvindt, zodat wij kunnen beoordelen waar optimalisatieslagen kunnen worden behaald. Hoe we dit doen? We hebben hiervoor een Net Zero Approach uitgewerkt, waarbij wij verantwoordelijkheid nemen voor het totale portfolio van onze opdrachtgever. Eerst maken we een roadmap, daarna gaan we inventariseren wat de investeringsopties zijn om Net Zero te kunnen realiseren om vervolgens met het totale Bilfinger-netwerk te starten met design and build. Dit met de uiteindelijke doelstelling dat de kleinere footprint die we hebben uitgewerkt, ook daadwerkelijk leidt tot nul op de meter.”
TOTAALOPLOSSING
Collega Jan Schipper, Director Asset Management Technology (AMT) vult aan. “Als je het energiemanagement van een installatie wil verbeteren, zul je het productieproces onder de loep moeten nemen wat betekent dat de assets, bestaande uit diverse onderdelen zoals compressoren, pompen, tandwielkasten enzovoort een belangrijke rol zullen spelen. Je zult moeten nagaan wat het verbruik is, waar er sprake is van restafval of -warmte, welke emissies er zijn, maar ook hoe het onderhoud is ingepland. Kan het op een duurzamere manier
door bijvoorbeeld de intervallen aan te passen? Is het mogelijk de levensduur te verlengen? Zijn de werkpunten van compressoren op het juiste werkpunt afgesteld? Wij bekijken het vraagstuk van de decarbonisatie niet alleen vanuit het productieproces en de supply chain maar ook vanuit het onderhoud en de asset. Door de integratie van Stork bij Bilfinger kunnen we die werelden nu bij elkaar brengen zodat we een totaaloplossing kunnen bieden die voorheen niet mogelijk was. Dat is het mooie van ons bij elkaar te brengen.”
HET BESTE VAN TWEE WERELDEN
Bilfinger heeft engineering en maintenance al geruime tijd in haar portefeuille, maar voorheen waren het in België en Nederland twee redelijk op zichzelf staande werelden. Eenmaal engineering het stokje overdroeg aan de asset owner waren er nog een aantal open vraagstukken met betrekking tot de invulling van het onderhoudsmanagementsysteem. Schipper: “Tegenwoordig kunnen we klanten veel beter ondersteunen door al vanaf het ontwerp het asset management mee te nemen. AMT is de verbindende schakel. Als de installatie wordt ontworpen sluit je als asset manager al aan en bepaal je samen met de asset owner hoe operations, maintenance en asset management er de komende jaren uit moet komen de zien. Als een bedrijf remote controlled en unmanned maintenance wil inrichten, waarbij alles op afstand is gedigitaliseerd, met robotica, predictive maintenance modellen en een digital twin dan kunnen we hier vanaf de ontwerpfase rekening mee houden. Dit doen we door de juiste sensoren aan te brengen, IT en OT bij elkaar te brengen, een interface in te richten en datasets te verzamelen die passen bij de beoogde asset managementstrategie. Alle facetten liggen bij één partij wat leidt tot een soepele overgang of integratie.”
VERSCHUIVINGEN IN DE MARKT
Schipper geeft een voorbeeld. “We zijn bij een opdrachtgever bezig met de installatie van grote elektrolysers voor productie van groene waterstof die met windenergie zal worden geproduceerd. Dat betekent dat het onderhoud minder routinematig kan worden ingepland. Immers, is er weinig wind, dan is er een opportuniteit om onderhoud te plegen. Hiervoor zijn voorspelmodellen nodig die aangeven welke componenten bij het eerstvolgende onderhoudsmoment moeten worden vervangen. Daarnaast is het nodig om een onderhoudsorganisatie in te richten die flexibel kan reageren. Bilfinger kan de benodigde competenties verbinden.
Engineering ontwerpt de interface en de onderhoudsuitvoeringsorganisatie van voormalig Stork wordt klaargestoomd om de nieuwe manier van werken probleemloos te kunnen aanbieden aan asset owners.”
INDUSTRIELANDSCHAP VERANDERT
De industrie kiest geleidelijk voor een andere aanpak. Coort: “We constateren een verschuiving in de markt. Enerzijds verduurzaamt de bestaande industrie. Daarnaast zien we steeds vaker nieuwe concepten in de markt, vaak geïnitieerd door start-ups die hun innovatie hebben gepatenteerd en financiering hebben geregeld. Ze willen zoveel mogelijk product maken maar hebben niet de ambitie om het ontwerp, de constructie, operations of maintenance op zich te nemen. Ze zoeken partners die dit willen adopteren. Aangezien wij expertise hebben in zowel nieuwe ontwerpen als het optimaliseren van bestaande assets kunnen wij eenvoudig de connectie maken tussen de bestaande en nieuwe industrie. We kunnen een brug slaan die leidt tot een duurzame, toekomstbestendige industrie. Samenwerking en integratie is daarbij de sleutel die leidt tot succes.”
Global specialist in metal surface treatment
Expert op het gebied van chemisch technisch reinigen en metaal oppervlaktebehandeling. Neem contact op met onze specialisten voor een advies op maat.
The Vecom way - deskundig en veilig voor mens, metaal en milieu
www.vecom.nl
info@vecom.nl T. +31 10 59 30 299
ON-SITE
On-site diensten wereldwijd chemisch technisch reinigen op locatie klant en proces specifieke oplossingen voor complexe vervuilingen
Workshop diensten conditioneren en chemisch reinigen van roestvast staal en andere metalen meerdere locaties in Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk
Hoe wordt u, als inhoudelijk expert, een effectieve technische leidinggevende met impact?
Wellicht herkent u dat tijdens uw functioneringsgesprek de volgende ontwikkel punten werden benoemd:
• Hoe kan ik beter en motiverender delegeren?
• Hoe kan ik beter worden in timemanagement en prioriteiten stellen?
• Hoe kan ik ondanks de grote werkdruk ook aandacht besteden aan peoplemanagement?
Na de herfstvakantie begint op 4 locaties de cursus Leidinggeven voor technici:
• groep Tilburg start 29 oktober
• groep Amsterdam start 4 november
• groep Zwolle start 14 november
• groep Utrecht startdag 19 november
Wilt u meer lezen over de inhoud van de cursus of een brochure downloaden ga dan naar www.streng.nl
Bent u geïnteresseerd in informatie over de leergang voor senior managers? Bekijk dan de leergang Effectief Functioneren in een Management Team.
Tekst: Evi Husson Foto’s: EKB
Hoe kan industriële automatisering bijdragen aan een energie-efficiëntere productie? Dat vroegen we aan EKB, gespecialiseerd in totaaloplossingen op het gebied van industriële automatisering. “Automatisering is het antwoord op diverse grote uitdagingen waar de industrie momenteel mee te maken heeft”, stelt Jan Grit, vestigingsmanager bij EKB in Drachten.
Energie-efficiënter produceren dankzij industriële automatisering
“Momenteel heeft de industrie te maken met drie grote uitdagingen: de energietransitie, de druk om te digitaliseren en een groeiend tekort aan technici. De energietransitie leidt ertoe dat bedrijven stappen moeten nemen om hun voetafdruk te verkleinen. Automatisering kan een bijdrage leveren om energie-efficiënter te produceren”, begint Jan Grit, vestigingsmanager bij EKB in Drachten. Hij geeft een voorbeeld. “Dankzij slimme sensoren en data-analyse kun je je energieverbruik nauwkeurig in kaart brengen zodat je vervolgens verbeteringen kunt doorvoeren in je productieproces. Dit leidt vaak tot een gestroomlijnde productie, een lager energieverbruik, minder afgekeurd product en minder afval.”
TEKORT AAN TECHNICI
Automatisering is eveneens een antwoord op het groeiend tekort aan technici. “Repetitieve taken kunnen vaak eenvoudig worden uitgevoerd door robots of cobots. De technologie ontwikkelt zich razendsnel zodat steeds meer mogelijk is. Een mooi voorbeeld dat bij veel bedrijven reeds is ingeburgerd, is het palletiseren met behulp van een cobot. Door het inleren van een stapelprogramma kan een cobot verschillende producten palletiseren en daarbij meerdere stapelpatronen toepassen. Wij kunnen daarbij ook zorgen voor de integratie
in een lijnbesturing of bovenliggend systeem zodat het geheel nog verder kan worden geoptimaliseerd.”
DIGITALISERING
Digitalisering is een derde ontwikkeling die bedrijven toekomstbestendig maakt. “Digitalisering leidt tot steeds slimmere fabrieken. Dit biedt veel voordelen. Het juiste gebruik van data en het laten communiceren van meerdere systemen met elkaar in een IoT-omgeving leidt tot meer flexibiliteit. Bedrijven kunnen hun processen hierdoor optimaliseren, maar ook sneller inspelen op de specifieke wensen en noden van de klant.” Collega Henri Antoine, commercieel manager bij EKB vult aan met een voorbeeld. “Een diervoederleverancier heeft een internationaal klantenbestand. Dat betekent dat dezelfde diervoeding in verschillende aantallen en hoeveelheden in verschillende verpakkingen terecht moet komen. Op de ene verpakking is Spaans de hoofdtaal, op de andere voert Engels de boventoon, terwijl het aantal exemplaren per order en ook het gewicht per verpakking kan verschillen. Als system integrator buigen we ons over dit vraagstuk om te komen tot een oplossing waarbij de orders elkaar zonder oponthoud opvolgen terwijl de producten op de juiste manier in de juiste verpakking, dozen en op de juiste pallets terechtkomen.”
INTEGRALE AANPAK
Alles is met elkaar verbonden. “Vaak komen bedrijven bij ons terecht met een initiële vraag. Door hierop een antwoord te zoeken en tegelijkertijd het grote geheel te bekijken kun je vaak meerdere aspecten verbeteren”, stelt Jan Grit “Stel dat een bedrijf wil automatiseren om het
tekort aan technici op te vangen. De aanschaf van een machine lijkt in eerste instantie de juiste oplossing, maar dit kan ook betekenen dat het energieverbruik hoger wordt dan wat beschikbaar is. Dan komen deze thema’s samen en zul je voor beide uitdagingen een oplossing moeten bedenken. Als systeemintegrator
bekijken we altijd de bestaande infrastructuur bij een klant als basis. We kunnen vervolgens een inschatting maken wat bepaalde aanpassingen voor de klant kunnen betekenen en of die eventueel inpasbaar zijn. Dat doen we op een zo efficiënt mogelijke manier.”
BEPERKINGEN
“We kunnen voor de meeste vraagstukken oplossingen bedenken, ontwerpen en produceren, maar dit lukt niet altijd”. Jan Grit: “Als ondernemer word je vaak beperkt door omstandigheden waar je geen invloed op hebt. Ook wij kunnen bepaalde omstandigheden niet ombuigen. We
schatten de voorwaarden in die nodig zijn om een project succesvol te laten lopen, maar soms kan er niet aan die voorwaarden worden voldaan. Toch zullen we altijd zo ver mogelijk met de klant meedenken, maar ook een eerlijk antwoord bieden.” Henri Antoine: “Een transportbedrijf had het idee opgevat om zijn vrachtwagenvloot te elektrificeren en hiervoor een laadplein in te richten maar door netcongestie was een aansluiting voor dit laadplein niet mogelijk. Hij zocht een oplossing door zonnepanelen en batterijopslag te combineren zodat de vrachtwagens ’s nachts met de overdag opgewekte en opgeslagen zonne-energie weer konden worden opgeladen. In theorie is dit een mooie oplossing, en technisch is dit eveneens mogelijk, maar de praktijk bleek toch enigszins weerbarstiger door diverse vergunningentrajecten die het transportbedrijf zelf moet oppakken. Dat zijn factoren waar EKB helaas geen invloed op.”
TIPS
EKB heeft een methodiek ontwikkeld voor bedrijven die willen automatiseren én tegelijkertijd hun energieverbruik willen verbeteren. Jan Grit: “Wij kijken eerst naar het huidige energieverbruik, en gaan dan na welke on-
derdelen het meest verbruiken, waar piekbelastingen optreden enzoverder. Wij maken daarbij zo optimaal mogelijk gebruik van beschikbare data.” Maar aan deze data alleen heb je weinig. Er is ook kennis nodig, waarschuwt Jan Grit. “Je kunt veel investeren in slimme sensoren, maar als je niet weet hoe je de data moet omzetten in waardevolle informatie, dan ben je nog geen stap verder. Dus de data begrijpen is ook heel belangrijk. Wij zullen klanten goed voorlichten welke data voor hen noodzakelijk zijn en hoe ze dit kunnen vertalen naar aanpassingen die leiden tot energiebesparing en procesoptimalisatie.”
KABELFABRIEK
Henri Antoine geeft een aantal voorbeelden van succesvolle gerealiseerde projecten. “Vorig jaar hebben we een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de energiedistributie en besturingssystemen van een nieuwe kabelfabriek van TKF in Lochem. Denk aan energieverdelers, machinebesturingen, safety systemen, systemen voor visualisatie en bediening en systemen voor data opslag/archivering. In samenwerking met TKF is het overall concept voor de besturingslagen uitgewerkt. We
hebben er daarbij een zo efficiënt mogelijk energie distributiesysteem opgebouwd. Er is hierdoor ook weinig piekbelasting en weinig energieverlies in het systeem.”
KWALITEITSINSPECTIES
Ook bij kwaliteitsinspectie kan veel energie worden bespaard. Henri Antoine: “Bij kwaliteitsinspecties is het de crux om robotica en vision-systemen op de juiste manier te combineren. Wij passen hiervoor onder meer Artificial Intelligence-technieken toe die ons ondersteunen om snel en gericht data-analyses te kunnen doen. Door kwaliteitsinspecties met AI in te richten kun je sneller afwijkingen opsporen en bijsturen zodat je minder
afkeur hebt wat eveneens bijdraagt aan duurzaamheid.”
Dit zijn slechts een paar voorbeelden. Jan Grit: “Dankzij technologische ontwikkelingen is steeds meer mogelijk en kun je dankzij automatisering steeds succesvoller processen optimaliseren en verduurzamen. Wij volgen nieuwe technologieën en trends continu op. Sinds 15 juli 2024 is EKB overgenomen door Eiffage Énergie Systèmes, onder de Nederlandse dochteronderneming Eiffage Energiesystemen. Deze strategische overname zal ons in staat stellen om nog beter in te spelen op de groeiende vraag naar industriële automatiseringsoplossingen, gedreven door de energietransitie en digitalisering.”
OVER EKB
EKB biedt uitgebreide consultancy op het gebied van energiebeheer en helpt organisaties bij het vinden van snelle en effectieve oplossingen voor energievraagstukken. EKB begint met een grondige analyse van de huidige situatie en bepaalt samen met de opdrachtgever de gewenste uitkomst. Met hun expertise in het samenstellen van software op maat zorgen ze voor een efficiënte verdeling en monitoring van energie. EKB levert totaaloplossingen die zorgen voor een betrouwbare en duurzame energievoorziening: van consultancy tot de levering van hardware en de installatie en configuratie van de software. De specialisten kunnen opdrachtgevers ondersteunen met:
• Een efficiënte verdeling van de energiestromen
• Monitoring en regeling van power quality
• Het maken van een uitbreiding op de hoofdverdeler binnen het energiedistributiesysteem
• Het op elkaar afstemmen van de energievraag en de beschikbare netcapaciteit bij een toename van uw elektriciteitsverbruik
• De integratie van duurzame energiebronnen binnen de organisatie
Meer info: www.ekb.nl/diensten/energiemanagement
5 februari 2025
Door Harmen Weijer. Foto’s: DNV.
Energie-intensieve bedrijven hebben de afgelopen jaren gemerkt hoe de wereldwijde geopolitieke verhoudingen tot enorme prijsopdrijvingen kunnen leiden. Tezamen met de klimaatdoelen is het zuinig omgaan met energie meer dan ooit een hot item in zowel de industrie als de gebouwde omgeving. Eén van de belangrijke hulpmiddelen om het energieverbruik te verminderen is goed energiemanagement. Want: meten is weten. In de EU Energy Efficiency Directive (EED) is daarom aan de EU-lidstaten de verplichting opgelegd om bij de energie-intensieve bedrijven het gebruik van energiemanagementsystemen te stimuleren. De internationale norm ISO 50001 kan daarbij helpen. Matthijs Dierick van DNV legt uit waarom die norm zo belangrijk is.
Optimalisatie van Energiemanagement met internationale norm ISO 50001
Eerst even een belangrijke noot vooraf: DNV is een certificeringsinstelling en biedt geen implementatiediensten of consultancy voor managementsystemen aan. Dierick benadrukt dat om de onafhankelijkheid van DNV te duiden. “Het zou best raar zijn als ik een organisatie help bij het implementeren van een energiemanagementsysteem volgens ISO 50001 en mijn collega mijn werk gaat controleren en certificeren. Stel dat mijn werk niet goed is, wat zegt dat dan over DNV?” Met zijn 23 jaar ervaring heeft Dierick wel de nodige bedrijven geauditeerd
tegen verschillende ISO-normen, en daarnaast leidt hij nu auditoren op. Zij zijn onder andere druk doende met het auditen op ISO 50001, want de laatste jaren is deze energiemanagementnorm steeds meer op de agenda van organisaties gekomen. Dierick: “Dat komt omdat de energieprijzen sinds de oorlog in Oekraïne sterk zijn gestegen. De huidige ISO 50001 is een internationale norm geworden als opvolger van de Europese norm EN 16001. En het regelt dat bedrijven goed nadenken én opschrijven wat hun energieverbruik in hun organi-
satie is, en waar ze precies energie verbruiken en kunnen besparen. De eerste bedrijven waren vooral intrinsiek gemotiveerd vanwege hun hoge energieverbruik. Dat waren voornamelijk de energie-intensieve bedrijven. Als je ook nu kijkt hoeveel organisaties in Nederland ISO 50001 hebben geïmplementeerd, dan zijn dat met ruim 50 gecertificeerde organisaties helemaal niet veel bedrijven. Maar deze bedrijven verbruiken, met meer dan 1000 vestigingen bij elkaar, wel veel energie. Nu zie je dat ook minder energie-intensieve bedrijven een
energiemanagementsysteem invoeren, omdat energie een significante kostenpost is geworden.”
KLIMAATBELEID
Een andere belangrijke drijfveer is het Europese klimaatbeleid, stelt Dierick. “Energie-intensieve bedrijven die al jaren onder de ETS-emissiehandel vallen, houden hun CO2-uitstoot goed bij. En ook MJA-bedrijven (meerjarenafspraken energie-efficiëntie) hadden een rapportageverplichting. De MJA bestaat niet meer, de rapportageverplichting nog wel. ISO 50001 kan daar heel makkelijk bij helpen. Veel bedrijven hebben al een ISO-norm geïmplementeerd; de bekendste is ISO 9001 voor kwaliteit. Omdat ISO-normen een zogeheten ‘harmo-
nized structure’ hebben, is het daarna eenvoudiger om in dit geval een energiemanagementsysteem in te voeren. De specifieke elementen die toegevoegd moeten worden, staan in het document aangegeven. Het is een kwestie van deze elementen in het bedrijf eerst goed te meten, dan op te halen en vervolgens toe te voegen.”
Nu weten energie-intensieve bedrijven heel goed wat ze verbruiken, omdat energie veruit de hoogste kostenpost is. Maar steeds vaker kijken ook bedrijven met veel kantoren naar hun energieverbruik. “En heel belangrijk wat de norm ook aangeeft: wat doe je eraan om te besparen op dat energieverbruik? Als ik kijk naar mijzelf, is de keuze om enkel ledlampen in mijn thuiskantoor aan te brengen veel minder effectief dan de keuze die ik maakte om op een elektrische auto over te stappen. Ik rijd 70.000 km per jaar, en nu dus niet meer op diesel maar op duurzame stroom, dankzij de zonnepanelen op mijn dak.”
Waar de implementatie van dit energiemanagementsysteem voor zorgt is dat bedrijven zich inzicht verschaffen in hun energieverbruik. En dat is lang niet altijd goed geregeld, weet Dierick uit eigen ervaring. “Ik was onlangs bij een productiebedrijf, met een heel machinepark. Maar meer dan alleen de elektriciteitsmeter die jij en ik thuis ook hebben, had het bedrijf niet. Dan kun je wel weten wat je verbruikt aan energie in totaal, maar je weet nog
niet waar je kunt besparen. Het lijkt een no-brainer, maar je moest eens weten hoeveel bedrijven dat niet op orde hebben.”
NIET GOED OF ÉCHT NIET GOED VOOR ELKAAR
Ook bij audits voor ISO 50001bij bedrijven komt Dierick wel geregeld iets tegen dat organisaties toch nog niet goed genoeg hebben gedaan. “Wij maken daarbij onderscheid tussen major en minor non conformity, oftewel grote of minder grote afwijkingen. Die eerste categorie is duidelijk: je hebt je zaken nog niet op orde, dan krijg je geen certificaat. Bij een minor afwijking komt het bijvoorbeeld voor, dat een productiebedrijf het energieverbruik van de productie-eenheden goed in kaart heeft gebracht, maar het kantoor niet heeft meegenomen. Dan krijgen ze het certificaat op voorwaarde dat binnen 13 weken na de audit een plan van aanpak wordt ingeleverd. En wat betreft de invoering daarvan: we komen ieder jaar terug voor de audit. En als het dan nog niet op orde is, moet het binnen 3 maanden hoe dan ook volledig ingevoerd zijn, anders zijn ze hun certificaat kwijt.”
En dat kan vervelend zijn, want steeds meer opdrachtgevers willen dat hun toeleveranciers een energiemanagementsysteem hebben ingevoerd. “Sinds vorig jaar is de energie-audit verplichting in de EU ingevoerd,
STAPPENPLAN
DNV heeft in een whitepaper een 10 stappenplan voor de invoering van ISO 50001 opgesteld. Dit zijn kortweg de 10 stappen, die geen achtereenvolgende stappen zijn, maar eerder overlappende activiteitenblokken in een planningsschema.
Stap 1. Bestudeer de ISO 50001
Stap 2. Stel een plan op
Stap 3. Stel een Energiebeleid op Stap 4. Definieer energie voor uw organisatie
Stap 5. Voer een gap analyse uit
Stap 6. Ontwikkel de vereiste systeemelementen
Stap 7. Leid interne energie-auditors op Stap 8. Voer het energiemanagementsysteem in
Stap 9. Start het certificatietraject
Stap 10. Laat een proefaudit uitvoeren
Download gratis de whitepaper voor meer uitleg over deze stappen en de ISO 50001norm: https://www.dnv.nl/certificering/formin-10-stappen-naar-iso50001. En wilt u zeker weten of uw organisatie klaar is voor certificering volgens ISO 50001? Doe dan de online self-assessment en ontvang een rapportage in uw inbox!
https://www.dnv.nl/certificering/general/online-self-assessment-suite/
waarbij grote bedrijven – minimaal 250 fte en een jaaromzet groter dan € 50 miljoen – verplicht iedere 4 jaar een energie-audit moeten uitvoeren. Heb je echter een energiemanagementsysteem ingevoerd, zoals ISO 50001, dan ben je van die verplichting vrijgesteld.”
Thermische isolatie van leidingwerk en installaties is cruciaal om warmteverlies of juist -toename in processen te voorkomen. De investering in innovatieve isolatieproducten betaalt zich daarbij op verschillende manieren terug, stelt Wouter Verschuur, senior salesmanager bij Aspen Aerogels. “Het voorkomt energieverlies en CO2-uitstoot, productiestilstand door corrosiegerelateerde incidenten, en draagt bij aan processtabiliteit.
Innovatie in technische isolatie bespaart energie en voorkomt
corrosie
In de sectoren waarin Aspen actief is, zijn zulke argumenten bekend. Verschuur: “Bij veel industriële complexen werken ‘subject matter experts’ die zich in specifieke onderwerpen zoals isolatie verdiepen. Bij gesprekken met deze mensen blijkt dat ze veel kennis in huis hebben. Ze zijn echter niet altijd volledig op de hoogte van alle innovaties in de isolatiemarkt. Vaak wordt bij technische isolatie snel aan traditionele materialen gedacht.”
Tot voor kort waren aerogeldekens relatief onbekende nieuwkomers in deze markt, maar de laatste jaren maken ze
een opmars door. Aspen’s Pyrogel- en Cryogel-productlijnen kunnen worden ingezet voor isolatie van vrijwel alle leidingwerk en installaties bij processen vanaf -200 °C (Cryogel) tot +650 °C (Pyrogel). Het belangrijkste voordeel dat Verschuur noemt, is dat aerogel een veel hogere isolatiewaarde heeft dan traditionele materialen en die isolatiewaarde langjarig vasthoudt. Bij gesprekken met klanten merkt Verschuur dat dit een steeds belangrijker onderwerp wordt, mede door de Energiebesparingsplicht. “Onder die plicht moeten veel bedrijven alle mogelijke energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van maximaal vijf jaar doorvoeren, en er elke vier jaar over rapporteren. De toepassing van aerogel-isolatie kan daarbij een belangrijke rol spelen.”
ECONOMISCHE ISOLATIEDIKTE
Een ‘warm proces’ wordt gedefinieerd als een proces dat constant op of boven de omgevingstemperatuur zit. Zolang de maximale gebruikstemperatuur van een materiaal niet wordt overschreden, kan hierbij bijna elke standaard industriële isolatie worden gebruikt om aan de typische ontwerpdoelen van de industrie te voldoen. De meest voorkomende ontwerpdoelstelling is gebaseerd op een economische isolatiedikte, vaak warmtebehoud-ont-
werp genoemd. In essentie is dit een levenscyclusanalyse waarbij de bedrijfskosten (de jaarlijkse waarde van het warmteverlies) worden afgewogen tegen initiële installatiekosten. Een nieuwe overweging bij deze berekening is de CO2-uitstoot die gepaard gaat met energieverlies in processen. Het is zeer waarschijnlijk dat dit aspect in toekomstige economische analyses moeten worden meegenomen. Bedrijven en andere belanghebbenden beginnen de kosten van CO2-uitstoot en de marginale verandering in ‘carbon footprint’ al mee te nemen in hun isolatie-keuzeanalyse. De volgende meest voorkomende overweging bij een ontwerp is dat de oppervlaktetemperatuur van de beplating over de isolatie niet zo heet is dat een operator die er per ongeluk mee in contact komt gemakkelijk brandwonden oploopt. Tot slot zijn er ontwerpdoelen die in het algemeen zijn gericht op procesvereisten, bijvoorbeeld de enthalpie van stoomafgifte. De impliciete aanname bij standaardontwerpen is dat de inputs voor de berekeningen constant blijven in de tijd. Niets is echter minder waar. Deze ontwerpen houden geen rekening met hoe een bepaald isolatieproduct in de loop der tijd in de echte wereld presteert, en of de prestaties hetzelfde zijn als na tien jaar gebruik.
CORROSIE ONDER ISOLATIE
De grootste boosdoener van prestatieverlies is corrosie onder isolatie (CUI). Wanneer operators denken aan de gevolgen van vochtige isolatie, denken ze hier meteen aan. CUI wordt gezien als een groot probleem dat catastrofale gevolgen kan hebben. Hoewel de industrie al een lange weg heeft afgelegd in het begrijpen en proberen te beperken van CUI, zijn veel van de inspanningen nog steeds gericht op het beschermen van het metalen
oppervlak van pijpleidingen of apparaten middels coatings. Deze inspanningen zijn noodzakelijk, maar missen de hoofdoorzaak van het probleem: natte isolatie. Het komt allemaal neer op hoe een isolatiemateriaal zich gedraagt wanneer het wordt blootgesteld aan water.
Amerikaans onderzoek toonde ooit aan dat ook nieuwere isolatiematerialen die als ‘waterafstotend’ in de markt worden gezet op den duur genoeg water kunnen opnemen om CUI te
veroorzaken. In hetzelfde onderzoek bleek dat Pyrogel de industriestandaard voor lage waterabsorptie. “Pyrogel stoot vloeibaar water af, maar is wel ademend”, aldus Verschuur. “Daardoor kan eventueel vocht onder de isolatie als waterdamp door het materiaal heen ontsnappen.”
Degradatie van isolatieprestaties
Naast CUI heeft een binnendringend water een secundair effect op een isolatiesysteem: vermindering van de thermische prestaties. Vocht in isolatiesystemen ‘steelt’ thermische energie uit procesvloeistoffen en gebruikt het om water cyclisch te koken. De afgelopen 15 jaar heeft Aspen Aerogels samen met eigenaren van procesinstallaties talloze audits uitgevoerd op stoomleidingsystemen, om de staat van de isolatie vast te stellen. Hogedrukstoomleidingen bieden een goede gelegenheid om de prestaties van de isolatie te beoordelen, omdat warmteverlies een voorspelbare daling
van de temperatuur van de stoom in het systeem veroorzaakt. Met behulp van een bekende leidinglengte, temperatuurgegevens van begin tot eind en ‘flow rates’ kan eenvoudig worden vastgesteld of het isolatiesysteem in kwestie volgens ontwerp presteert. Bijna elk onderzocht systeem presteerde ver ondermaats in vergelijking met het basisontwerp. Dit gemeten prestatieverschil deed zich voor bij alle soorten procesinstallaties, van upstream tot petrochemisch. De eerdergenoemde basisaanname bij het ontwerp dat de isolatieprestaties statisch zijn, blijkt onjuist. Het binnendringen van water bij traditionele isolatiesystemen is daar de oorzaak van. Het feit dat de prestaties van Pyrogel en Cryogel na verloop van tijd nauwelijks degraderen, heeft volgens Verschuur een bijkomend voordeel:
“In tegenstelling tot veel traditionele isolatiematerialen zijn aerogeldekens herbruikbaar. Na verwijdering, bijvoorbeeld voor inspectie, kunnen ze opnieuw worden aangebracht. De meeste traditionele isolatiematerialen moeten regelmatig worden vervangen door nieuw materiaal, wat niet erg duurzaam is en de TCO van dergelijke systemen opdrijft. Bovendien kunnen Pyrogel en Cryogel vaak worden geïnstalleerd terwijl een proces in bedrijf blijft. Dit kan aanzienlijke besparingen opleveren.”
DRIE FUNCTIES IN ÉÉN
De initiële investering in Cryogel voor koude processen is vaak concurrerend en soms lager ten opzichte van andere systemen. Bij ‘enkelvoudige’ thermische isolatie van warme processen kan Pyrogel inderdaad een hogere initiële investering vergen dan traditionele isolatie. Verschuur: “Dan ga je wel voorbij aan de eerdergenoemde TCO, dus de kosten over de jaren heen, die bij Pyrogel en Cryogel systemen vrijwel altijd lager liggen.” Bij ‘meervoudige’ isolatie, waarbij thermische isolatie wordt gecombineerd met akoestische isolatie of passieve brandbeveiliging, is de initiële investering in aerogeldekens meestal zelfs lager dan die in een traditionele oplossing, legt Verschuur
uit. “Pyrogel XTF en Cryogel Z bieden zowel thermische en akoestische isolatie als passieve brandbeveiliging in één product. Als je van zo’n deken het benodigde aantal lagen monteert en vervolgens RVS-beplating aanbrengt, ben je klaar. Bij een traditioneel materiaal moet je vaak verschillende lagen van verschillende soorten isolatiematerialen aanbrengen, of een additionele brandwerende coating die eerst nog moet uitharden. Dat proces kan bovendien meestal alleen worden uitgevoerd als de fabriek stilligt, wat bij het aanbrengen van Pyrogel of Cryogel ook voor meervoudige isolatie vaak niet nodig is.” Hetzelfde gaat op voor een combinatie met akoestische isolatie. Vooral in koude akoestische toepassingen moet bij gebruik van traditionele isolatieproducten het isolatiepakket vaak opgebouwd worden
OVER ASPEN AEROGELS
met een combinatie van verschillende materialen. “Een dure aangelegenheid, en je isolatiepakket kan wel vier keer dikker worden dan bij toepassing van Cryogel Z.”
CONCLUSIE
De traditionele opvatting is dat alle thermische isolatiesystemen gelijkwaardig zijn. Als ze op de eerste dag aan de ontwerpeisen voldoen, is er ook geen onderscheid. De introductie van thermische isolatie op basis van aerogels heeft echter aangetoond dat die veronderstelling niet klopt en kostbaar is voor asset owners. De isolatiematerialen van Aspen Aerogels geven ontwerpingenieurs de middelen om faciliteiten veiliger en efficiënter te maken, en tegelijkertijd de carbon footprint te verminderen en de totale kosten te verlagen.
Aspen Aerogels, Inc. is de grootste leverancier van technische isolatiedekens op basis van aerogel, een materiaal met amorfe silica als functioneel hoofdbestanddeel. Voor industriële toepassingen heeft Aspen twee productlijnen: Pyrogel en Cryogel. Pyrogel is geschikt voor thermische isolatie bij warme processen tot +650 °C (bijvoorbeeld in de petrochemie), terwijl Cryogel wordt toegepast bij cryogene processen tot -200 °C (zoals liquificatie van LNG). Aspen Aerogels heeft wereldwijd ruim 500 medewerkers en is wereldwijd marktleider in isolatiematerialen op basis van aerogel.
BOVENSTAANDE PREFERRED PARTNERS HELPEN U GRAAG VERDER.
Voor informatie over samenwerking met Industrie & Utility kunt u contact opnemen met Robbin Hofman van Jetvertising b.v.
T +31(0)70 399 00 00 E robbin@jetvertising.nl
Agenda
Industrial Heat & Power
15 – 17 oktober 2024
Industrial Heat & Power is hét platform voor de industriële energievoorziening en dé beurs voor professionals die de connecties, tools en kennis zoeken om direct mee aan de slag te gaan. Deze jaargang is het centrale thema ‘samenwerken in transitie’. De beurs vindt gelijktijdig met en op dezelfde locatie plaats als Vakbeurs Energie en de vakbeurzen Zero Emission | Ecomobiel en PREFAB.
Brabanthallen, Den Bosch
Vakbeurs Recycling
12 – 14 november 2024
Op Vakbeurs Recycling in Evenementenhal Gorinchem komt de afvalsector weer samen. En dat is maar goed ook. De wereld van afvalen grondstoffenbeheerders is namelijk volop in beweging. De doelstellingen vanuit de overheid voor bedrijven met grote afvalstromen worden ambitieuzer en de mogelijkheden voor betere en meer duurzame recycling nemen toe. Exposanten en kennispartners van Vakbeurs Recycling bieden oplossingen en advies voor allerlei uitdagingen op het gebied van recyclingtechniek en afvalmanagement. Evenementenhal Gorinchem
Future of Biogas Europe 2024 Summit
27 - 28 november 2024
Het beleid en de doelstellingen die zijn geïmplementeerd om in 2050 een netto-nuluitstoot te bereiken, hebben ervoor gezorgd dat de vraag naar biogas en alternatieve brandstoffen op een ongekend hoog niveau is gebleven. De vraag die aan de industrie wordt gesteld om binnen het tijdsbestek te groeien en zich te ontwikkelen, benadrukt de uitdagingen waarmee we te maken zullen krijgen.
De conferentiesessies zullen betrekking hebben op het beleid en de regelgeving die momenteel van kracht zijn, de bewegingen in de transportsector, inclusief de maritieme sector, geografische overwegingen, toekomstige kansen binnen biogas, de weg naar onafhankelijkheid van Russisch gas en nog veel meer. Het tweedaagse evenement brengt senior executives en experts uit de volledige waardeketen samen en biedt een forum voor alle partijen die actief zijn op het gebied van anaërobe vergisting van organisch materiaal en de productie van hernieuwbare energie in de vorm van biogas.
Barcelona (Spanje)
IndustrieDE & Utilit y
In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen met 95% afgenomen zijn. ook de waterfootprint moet omlaag. Onze industrie zoekt naar oplossingen. Daarbij zijn drastische aanpassingen in de utilities noodzakelijk. Tegelijk biedt het kansen.
Partnerprogramma
Als partner van Industrie & Utility blijft uw bedrijf top of mind in de doelgroep. Online creëren we meerwaarde via plaatsing van whitepapers, video’s, nieuws en persberichten. In het magazine besteden we aandacht aan de high lights van uw onderneming. Inclusief branded content en advertenties. Deelname wordt samen met u ingekleurd.
Meer weten? Neem dan contact op met Robbin Hofman van Jetvertising b.v. T +31 (0)70 – 399 00 00 E robbin@jetvertising.nl
• 4 x per jaar magazine in print
• 4 x per jaar magazine online
• 12 x per jaar online nieuwsbrief
• www.industrie-utility.nl
DNV, UW PARTNER IN CERTIFICERING
Ontdek wat de voordelen zijn van een gecertificeerd energiemanagementsysteem voor uw organisatie op dnv.nl.
dnv.nl