oppervlaktetechnieken het vakblad voor de oppervlaktebehandelende industrieĂŤn
6
57e jaargang juni 2013 www.vom.nl
23-24 oktober Eurofinish Gent
Thema Beroepsopleidingen VOM Ledenvergadering: 6 juni viel de beslissing VOM-lezing op Materials 2013 VOM-cursus Basiskennis Oppervlaktebehandeling Bedrijven: Steur bv, Ahrend bv oppervlaktetechnieken juni 2013
1
Built for performance. Grote successen vereisen de juiste focus. Daarom richten wij ons bij Axalta Coating Systems – voorheen bekend als DuPont Performance Coatings – voor honderd procent op de wetenschap en technologie achter onze coatings. Na 145 jaar vol innovaties zijn wij nog altijd even geïnspireerd om het steeds beter te doen, met nog beter presterende producten. Gedreven door passie en ambitie, leggen we de lat voortdurend hoger om onze klanten een nog mooiere toekomst te bieden. Kijk voor meer informatie op axaltacoatingsystems.com
Axalta en Axalta Coating Systems zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Axalta Coating Systems, LLC en alle gelieerde ondernemingen. © 2013, Axalta Coating Systems, LLC en alle gelieerde ondernemingen. Alle rechten voorbehouden.
2
oppervlaktetechnieken juni 2013
Innovatieve metaalvoorbehandeling met Decorrodal ®
Decorr od ® Dunnela al ZT-serie ag tech nologie
Kenmerken: • Fosfaatvrij • Vanaf kamertemperatuur toepasbaar • Goede lakhechting • Minimale slibvorming • Nano keramisch Kluthe Benelux BV Postbus 312 • 2400 AH Alphen aan den Rijn NL T +31 (0)172 51 60 00 • F +31 (0)172 43 94 94 E info@kluthe.nl • I www.kluthe.nl
4
oppervlaktetechnieken juni 2013
inhoud juni 2013
14 D-Day Op 6 juni werd de Algemene Ledenvergadering van de VOM gehouden, waar de beslissing over het beleidsplan VOM 20XX op de agenda stond. Niet eerder was een ledenraadpleging zo beslissend.
8 VOM-nieuws Diverse berichtgeving van het secretariaat. 12 VOM-docenten aan het woord Jos Gulikers over de VOM-cursus Galvano.
18 Kiezen of verliezen De VOM verzorgde een lezing “Hoe kies ik de juiste oppervlaktebehandeling?” tijdens de vakbeurs Materials 2013.
20 Kennismaken met een hele wereld (1) Deze keer de les poedercoaten, uit de VOM-cursus Basiskennis Oppervlaktebehandelingen van metalen.
21 Column door Gerard Rutjes. 22 Kort nieuws Diverse berichtgeving uit de markt. 24 Actieve Girlsday bij Croda in Gouda Joke Heikens, Joke Heikens Tekst Om meer meisjes voor techniek te laten kiezen, kwamen dit jaar veertien meisjes uit de tweede klas van de vmbokaderopleiding van CSG Goudse Waarden een kijkje nemen bij stadgenoot Croda.
26 Steur trots op VOM-Borghardt Award
Chris Berenbak, Hoofdzakelijk Tijdens de dag van de Oppervlaktetechnologie zal weer de VOM Borghardt Award uitgereikt worden. De winnaar van 2012 wordt als smaakmaker in de schijnwerper gezet, al zit hij nog middenin een octrooiprocedure!.
28 “Werken aan duurzaamheid is voor mij echt een hobby geworden” Desiree Driesenaar, 3Green Bij Ahrend in St. Oedenrode is de ontwerpfilisofie Cradle to Cradle tot standaard verheven.
34 Onderwijs dat blijft hangen Henkels Technical Support Engineer Ron Nefs is docent bij lijmcursussen van het Mikrocentrum te Eindhoven en geeft op mbo- en hbo-niveau cursus aan vakmensen die de beslissingen nemen.
30 Dát zal ze leren! Twee leden van galvanovereniging NGO-SBG verzorgden een gastcollege op Hogeschool Windesheim te Zwolle.
36 RAAK: Hogescholen doen onderzoek naar effectiviteit van nanocoatings Tientallen grote en kleine bedrijven in de regio hebben er hun voordeel gedaan met het RAAK-project Easy2Clean.
40 Ontwerpen zonder oppervlak? Armand van Wijck, Aurora Science Communications In januari verzorgde docent Edward Uittenbroek aan de Hogeschool Utrecht een uitvoerig college over ontwerpaspecten en corrosieverschijnselen bij procesinfrastructuur.
42 Instroom door uitstroom Joke Heikens, Joke Heikens Tekst Het Polymer Science Park organiseerde voor het Deltion College te Zwolle twee inspiratiesessies.
44 Diffusietechniek voor RVS Armand van Wijck, Aurora Science Communications Het harden van roestvast staal kent vele voordelen, maar ook een flink nadeel: de corrosieweerstand kan afnemen.
46 Nieuwe oppervlaktebehandelingstechnieken! Adrie Winkelaar, CTC Consult Op 25 april werd in Eindhoven de eerste Coatings Innovatiedag georganiseerd door de VVVF (verf- en drukinktfabrikanten) en de NVVT (verftechnici), om samen met de wetenschap en onderzoeksinstituten over innovatie te praten.
49 Terugblik: Baarmoeders en kraamkamers in de BV Nederland De maandelijkse column van eindredacteur Edward Uittenbroek.
Bij de voorpagina Op het Sybrandy Event van 10 juni werd een radiografische robot gedemonstreerd waarmee bijvoorbeeld scheepswanden en grote olieterminals gestraald kunnen worden. Het voertuig blijft dankzij zijn magnetische wielen aan de wand hangen. In augustus wordt het Sybrandy Event nabeschouwd. oppervlaktetechnieken juni 2013
5
Dé vakbeurs voor de technische industriële branche
Hardenberg 3, 4 en 5 september 2013 13.00 - 21.00 uur Registreer u nu via www.evenementenhal.nl/tiv-hb met onderstaand registratienummer en ontvang twee gratis entreebewijzen voor TIV, METAVAK en VILO Hardenberg 2013.
6130001702
B E U R S A G E N D A T E C H N I S C H E V A K B E U R Z E N
VILO
3, 4 en 5 september 2013
PHASCOPE® PMP10 – Handmeter voor laagdiktemeting op printplaten en galvanische lagen
VILO HARDENBERG 3, 4 en 5 september 2013
METAVAK HARDENBERG
PHASCOPE® PMP10 voor niet-destructieve laagdiktemeting van elektrisch geleidende lagen op vele ondergronden, ook op kleine onderdelen en ruwe oppervlakken. • Draagbaar meetsysteem voor snelle en precieze laagdiktemeting met de fase-gevoelige wervelstroommethode volgens DIN EN ISO 21968
3, 4 en 5 september 2013
TIV HARDENBERG
• Koperdiktemeting op printplaten
5, 6 en 7 november 2013 METAVAK EN GEBRUIKTE MACHINEVAK GORINCHEM
• Diktemeting van metaallagen op ijzer, non-ferro metalen of niet geleidende ondergronden (Zn/Fe, Ni/Fe, Cu/Fe, Cu/Iso etc..) • Evaluatiemogelijkheden met de meegeleverde FISCHER DataCenter Software
19, 20 en 21 november 2013
TIV VENRAY
VILO HAL
• Extreem lage spreiding van de meetwaarden – ook bij ruwe oppervlakten
ast Noteer alv da n e g a w u in
• Uitstekende meetresultaten, ook bij kleine meetspots of onderdelen
19, 20 en 21 november 2013
VILO VENRAY
Helmut Fischer Meettechniek B.V. Tarasconweg 10, 5627 GB Eindhoven Tel: +31 (0)40 248 22 55 www.helmutfischer.nl info@helmutfischer.nl
Evenementen
HARDENBERG GORINCHEM VENRAY
6
www.evenementenhal.nl
Ons evenement. UW MOMENT.
Coating Thickness
Material Analysis
Microhardness
Material Testing
oppervlaktetechnieken juni 2013 Inserat_PHASCOPE_quarter_page_CS6.indd 1
06.06.2013 15:16:00
agenda september De verfindustrie in verleden, heden en toekomst Jubileumdag van de Nederlandse Vereniging van Verftechnici (NVVT) 17 september, plaats nog onbekend > www.nvvt-nederland.nl
Parts2Clean Vakbeurs voor de industriële onderdelenreiniging 22-24 oktober, Stuttgart (D) > www.parts2clean.de
ZVO Oberflächentage 18-20 september, Dresden (D) > www.ZVO.org
Eurofinish 2013 Vakbeurs van VOM België in samenwerking met Flanders Expo 23-24 oktober, Gent > www.Eurofinish.be
VOM Themabijeenkomst: NEN-normen 24 september, Nieuwegein (aanvang: 13.30 uur) > www.vom.nl
VOM Themabijeenkomst 29 oktober, Nieuwegein (aanvang: 13.30 uur) > www.vom.nl
oktober VOM Algemene Ledenvergadering 10 oktober, plaats nog onbekend (aanvang: 13.30 uur) > www.vom.nl
november IIR-congres: Opslagtanks 13-14 november, Rotterdam > www.iir.nl/industry Dag van de Oppervlaktetechnologie 14 november, plaats nog onbekend (aanvang: 9.00 uur) > www.vom.nl ECCA Autumn Congress 18-19 november, Brussel (B) > www.prepaintedmetal.eu Bedrijfsbezoek Georganiseerd door de Nederlandse Vereniging van Verftechnici (NVVT) 19 november, plaats nog onbekend > www.nvvt-nederland.nl
Kijk verder vooruit op www.oppervlaktetechnieken.com
Er zal weer van alles te beleven zijn op Eurofinish 2013 (archieffoto vakblad Oppervlaktetechnieken).
Eurofinish viert tiende verjaardag Medio oktober 2012 startte de officiële jubileumcampagne van Eurofinish 2013 , die op 23 en 24 oktober aanstaande in Flanders Expo te Gent haar tiende editie zal kennen. Voor deze editie zal initiatiefnemer VOM, de Belgische Vereniging voor Oppervlaktetechnieken van Materialen, samenwerken met vakbeursorganisator easyFairs.
Op Eurofinish wordt zichtbaar hoe iedere speler in de oppervlaktebehandeling meebouwt aan het omzetten van een wetenschappelijke vinding naar een concrete toepassing, in een steeds hoger tempo. Eurofinish biedt exposant en bezoeker een unieke kans om kennis en ervaring uit te wisselen met vooruitstrevende ondernemers.
Eurofinish 2013 legt duidelijke accenten voor de toekomst van coatingtechnieken. Marktdrijfveren zijn nieuwe materialen en het inbouwen van diverse functionaliteiten in deklagen, in een wereldmarkt waar technologie en economie hand in hand gaan. Innovatieve stappen zijn van cruciaal belang om aan deze verwachtingen te voldoen.
Gelijktijdig met Eurofinish vindt de complementaire vakbeurs ‘Subcontracting, From Design to Manufacturing’, plaats. www.eurofinish.be
oppervlaktetechnieken juni 2013
7
vom nieuws Cursusonderzoek VOM Uit het onderzoek dat onlangs naar de VOM-cursussen gedaan is, blijkt dat de trendlijn van het gemiddelde per jaar vanaf 2011 alleen maar stijgende is. De trendlijn begon in 2011 op een 7,5 en steeg naar een cijfer van net iets hoger dan een 8 in 2013. Dit zegt dat de leerlingen over het algemeen tevreden zijn over hoe de cursusperiode is verlopen en wat ze ervan hebben opgestoken. Ook aan de verwachtingen werd bij de meeste cursussen goed voldaan. Maar je leest bij verschillende cursussen ook dat er nog wat kleine dingen verbeterd kunnen worden. Er zijn veel tevreden leerlingen. Dat kwam onder andere doordat de docenten veel van hun vak afwisten en er veel over konden vertellen met enthousiasme. Dat
de leerlingen positief waren was terug te lezen in de opmerkingen. Dit is ook terug te vinden in de grafiek of de leerlingen een positieve ervaring hadden met hun docent, hieruit kwam dat 90% van de leerlingen het er zeer mee eens of mee eens was. Er zijn echter ook nog wat verbeterpunten. Eén daarvan is dat er af en toe wat ouderwets les is gegeven en dat er meer afwisseling in de lessen mocht komen tussen theorie en praktijk. Ook was een veelvoorkomende tip dat er meer interactie met de leerlingen moest komen door middel van vragen, probleemstelling en cases. Op basis van de evaluatieformulieren gaat het goed met de cursussen. Ook 87% van alle leerlingen zouden op basis van hun ervaring nog een cursus volgen bij de VOM en 95% zou de anderen aanraden om een cursus bij de VOM te volgen.
In deze grafiek wordt weergegeven hoe de ervaring met de docenten was. 90% van de leerlingen was het er zeer mee eens of mee eens dat hun docent voor een positieve ervaring zorgde. zeer mee eens mee eens neutraal oneens
VOM Branchebarometer mei Uit de laatste meting van de VOM BrancheBarometer Oppervlaktebehandeling (in samenwerking met MCB) blijkt dat de inkoopmanagers in de metaalbewerkende branche ‘Oppervlaktebehandeling’ in mei positiever dan in april zijn over de groei in de branche: indexscore 53,8 versus 52,1. De branche ontwikkelde zich in mei ook veel beter dan de totale Nederlandse industrie (48,2, wordt maandelijks door branchevereniging Nevi gemeten). Omdat een score hoger dan 50 ‘groei’ betekent, kan geconcludeerd worden dat er in de Oppervlaktebehandeling (in tegenstelling tot in de industrie algemeen) sprake is van groei. De BrancheBarometer Oppervlaktebehandeling van de VOM is (evenals de Nevi Inkoopmanagersindex) opgebouwd uit vijf componenten. Met betrekking tot de ontwikkeling in mei ten opzichte
Opmerking: de relatieve vlakheid van de Nevi-lijn is te verklaren door de grote verscheidenheid aan industrieën waaruit deze is opgebouwd. 8
oppervlaktetechnieken juni 2013
van april zijn over deze componenten de volgende conclusies te trekken: - De productie in de branche Oppervlaktebehandeling ontwikkelt zich positiever ten opzichte van vorige maand; - Over de orders denken de inkopers veel positiever; - De levertijd van de leveranciers is langer; - De voorraden eindproduct nemen af; - Over de werkgelegenheid denkt men vrijwel hetzelfde. De inkoopprijzen, geen onderdeel van de totale BrancheBarometer, nemen volgens de inkopers toe ten opzichte van vorige maand. Ten opzichte van de totale industrie (Nevi) zijn de volgende conclusies te trekken over de verschillende aspecten in de afgelopen maand: - Het productieniveau in mei is in de Oppervlaktebehandeling veel beter dan in de totale industrie; - Het orderniveau is veel beter; - De levertijden van de leveranciers zijn veel langer; - De voorraadniveaus in de Oppervlaktebehandeling zijn vrijwel hetzelfde; - Over de werkgelegenheid denken de inkopers veel positiever. De inkoopprijzen, geen onderdeel van de totale BrancheBarometer, zijn in de Oppervlaktebehandeling relatief flink hoger dan in de totale industrie. Nieuwe deelnemers aan de BrancheBarometer (mits oppervlaktebehandelaar) zijn van harte welkom: ze krijgen sneller en specifiekere resultaten. U kunt zich aanmelden via www.formdesk. nl/vom/abonnee. Bent u leverancier voor de oppervlaktebehandelende industrie of wilt u het persbericht maandelijks ontvangen, meld u dan gratis aan via www.formdesk.nl/vom/pers.
Van links naar rechts: C. Raijmakers, C. Huijbregts, A. van Beurden, F. van der Linden, P. Meijwaard, A. Coppens, P. Roosen, P. van Diepen, H. van Egmond
Nederland is weer een aantal poedercoaters rijker Begin dit jaar zijn negen cursisten begonnen met de VOM-opleiding Poedercoaten niveau 3. Naast een behoorlijk stuk theorie wordt in deze cursus ook veel aandacht besteed aan de praktijk. Al tijdens de theorielessen wordt steeds de link gelegd met de ervaring van zowel docent als cursist. Je leert bijvoorbeeld dat de ophanghaken goed contact moeten maken met het werkstuk in verband met de aarding. Vanuit de praktijk weten de meesten dat je inderdaad geen goede hechting van het poeder krijgt als dat niet het geval is. In de les leer je dan ook hoe het zit met potentiaalverschillen, spanningslijnen, poeder dat opgeladen wordt en elektronen die heen en weer vliegen. Juist daarom moeten de ophanghaken goed schoon zijn!
nieuw lid Sinds de laatste vermelding is het volgende nieuwe lid toegetreden tot de vereniging:
Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen van zaken waarin theorie en praktijk bij elkaar komen. De laatste twee lessen van de drie maanden durende cursus zijn geheel gewijd aan de praktijk. Dankzij Tilcoating konden de cursisten oefenen en het geleerde toepassen op proefplaten die ze moesten spuiten. Ook de bijbehorende testen om te kijken of glans, hardheid, weerstand tegen buiging en impact, uitharding en laagdikte in orde waren, moesten allemaal worden uitgevoerd. De opleiding werd afgesloten met een gecombineerd theorie- en praktijkexamen. Hoewel de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het theoriegedeelte niet al te moeilijk was, was het praktijkgedeelte toch een uitdaging. Je moet op zoveel dingen tegelijk letten dat het lastig is niet iets te vergeten. Gelukkig is iedereen geslaagd en is Nederland dus weer een aantal gediplomeerde poedercoaters rijker!
Moffelindustrie H. van Egmond bv Bellstraat 11 3133 KE Vlaardingen Tel.: 010-4346091 moffel@egmond-bv.nl www.moffelindustrie.nl Contactpersoon: de heer H.L. van Egmond Activiteiten: ontvetten, chromateren, fosfateren, spuiten natlak en poedercoaten.
We heten dit nieuwe lid van harte welkom!
oppervlaktetechnieken juni 2013
9
vom nieuws
De VOM kiest voor een nieuwe toekomst De Algemene Ledenvergadering van de VOM, gehouden op 6 juni, is met overgrote meerderheid akkoord gegaan met het voorstel van het VOM-bestuur om een nieuwe vereniging op te richten voor industrieel oppervlaktebehandelend Nederland. Hierin zullen ook de STANOD (Stichting Anodiseren), de NGO-SBG (Nederlandse Galvano OndernemingenStichting Bevordering Galvanotechniek), de VTO (Vereniging Toeleveranciers Oppervlaktebehandelende industrie) en de VISEM (Vereniging Industriële Spuiten Moffelbedrijven) participeren. Deze partijen gaven eerder al groen licht om verder te gaan als één gezamenlijke vereniging ter bevordering van de marktpositie en belangenbehartiging van onze industrie. Tijdens diezelfde Algemene Ledenvergadering is ook toestemming gegeven om een interim-bestuur te vormen waarin leden van de verschillende partijen zitting zullen hebben. Dit bestuur gaat de nieuwe ver-
eniging verder vorm geven en praktische zaken invullen. Zo moet er een nieuwe naam bedacht worden, nieuwe bestuursleden aangetrokken worden en een plan van aanpak gemaakt worden om 1 januari 2014 operationeel te kunnen zijn. Binnen de nieuwe vereniging wordt een aantal sectoren gedefinieerd waar gelijksoortige bedrijven bij elkaar zitten. Elke sector krijgt een eigen bestuur waarvan afgevaardigden in het overkoepelende hoofdbestuur plaats zullen nemen. Een bedrijf heeft stemrecht in zijn eigen sector, maar mag ook aansluiten bij activiteiten en werkgroepen van andere sectoren. Het is onvermijdelijk dat er een contributieverhoging en een eenmalige bijdrage van alle leden gevraagd wordt om de plannen uit te voeren en ook hier heeft de vergadering mee ingestemd. De nieuwe vereniging heeft een hoog ambitieniveau en wil de belangenbehartiging voor alle bedrijven goed aanpakken. Het grote
Penningmeester Steef Hardeman licht het een en ander toe aan de ledenvergadering (zie ook het artikel D-Day in deze rubriek). Midden: bestuurslid Hans Hooyberg, rechts: voorzitter Philippe Dupont.
10
oppervlaktetechnieken juni 2013
voordeel van één vereniging voor industrieel oppervlaktebehandelend Nederland is dat het voor de markt duidelijker is, we beter herkenbaar zijn als dé vereniging voor oppervlaktebehandeling en we een betere uitgangspositie hebben om bij overheden en andere organisaties aan de onderhandelingstafel te komen. Daarnaast kunnen we de activiteiten die nu binnen de verschillende verenigingen plaats vinden continueren, uitbreiden en (gelegenheids) werkgroepen vormen om sectoroverschrijdende zaken aan te pakken. Als u vragen heeft of belangstelling heeft actief aan het vernieuwingstraject mee te werken, kunt u dat aangeven via info@vom.nl. We zijn blij met alle input. Het bestuur dankt de leden voor het vertrouwen dat is uitgesproken voor de plannen en ziet de nieuwe toekomst van de VOM positief tegemoet.
vom nieuws VOM ledenvergadering 6 juni: Decision Day voor de toekomst van industrieel oppervlaktebehandelend Nederland
Zelden is een ledenvergadering van de VOM zo beslissend geweest als die van 6 juni. Alsof het erom te doen was een parallel te trekken met de landing op Normandië van 6 juni 1944, was de vergadering verschoven, zodat de ‘neven en nichten’ voldoende tijd zouden hebben hun eigen ledenvergaderingen te houden. Toen de lichten op legergroen stonden bij deze brancheverenigingen VISEM, STANOD, VTO, en NGO-SBG, kon de definitieve effectuering van het Beleidsplan VOM 20XX in stemming gebracht worden, dat al enkele ledenvergaderingen is besproken. De groene kaart werd massaal getrokken. Vesting Europa kan bestormd worden met een versterkte en beter gecoördineerde belangenbehartiging. Erelid en nestor van de oppervlaktetechniek Evert Nagel Soepenberg meldde nooit eerder zo’n strategische diepgang in een VOM-besluitvormingsproces te hebben meegemaakt, en werkte een analogie uit met de bestorming van de Atlantikwall die de toekomst van West-Europa zou bepalen. Hij gaf tijdens de discussieronde een uiteenzetting over de verschillen met het jubileumjaar 2006, toen de koers nog was “samenwerken, niet samengaan” (zie kadertekst). Inmiddels blijken de technologische complexiteit en het toenemende belang van ‘Europa’ veel zwaarder door te wegen dan destijds voorzien. Hij staat bekend als ‘Europeaan’ in zijn denkwijze, en pleitte voor verdere versterking met meer bruggenhoofden in de toekomst.
De landing inzetten
De nadruk op een sterke belangenbehartiging die Europees de samenwerking met andere landelijke organisaties kan aangaan en een niet te negeren stem heeft in Den Haag en Brussel, maken het beleidsplan VOM 20XX goed verdedigbaar. Tijdens de discussieronde werd zelfs al gevraagd of er dergelijke internationale samenwerkingen of zelfs fusies overwogen zijn. Voorzitter Philippe Dupont moest hier zelfs even bijremmen: “Laten we eerst dit goed laten landen. We moeten de 14
oppervlaktetechnieken juni 2013
landing zelfs nog inzetten, van het ION,” hanteerde de voorzitter nog maar even de werktitel Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland. De websites ION.nl, ION.com en ION.org zijn natuurlijk al weg, en door te googlen kom je met die drielettercombinatie al gauw op een elektrische fiets uit. En daar win je de oorlog niet mee (al is de vinding natuurlijk een schot in de roos voor kort woon-werkverkeer en een gezonde vrijetijdsbesteding voor senioren). Dus er wordt nog naarstig gezocht naar een definitieve naam. “Ik heb een hoog ‘I have a dream’-gehalte,” vervolgde Dupont, “en werk graag vanuit een visie. Er is al veel gedaan om dit klaar te krijgen.” Kortom: eerst een bruggenhoofd slaan met de vier partijen die dit jaar ingescheept zijn. Dupont gaf een indeling in vier sectoren, die ieder twee bestuursleden zouden leveren die onder een onafhankelijke voorzitter gaan functioneren. Dat betekent een voorzitter die uit geen van de ‘bloedgroepen’ afkomstig is. Daarmee kondigde Dupont dus ook zijn laatste halfjaar aan als voorzitter, want hij heeft zelf een achtergrond in het thermisch verzinken.
Vier thuishavens
De vier sectoren zijn als volgt ingedeeld: Organische Deklagen, Elektrochemisch
en Thermisch aangebrachte deklagen, Toeleveranciers, en een categorie-overige genaamd Varia. “De huidig sterkte is de technische georiënteerdheid van de neven en nichten,” vervolgde Dupont. “Het is van belang af en toe tegen collega’s aan te kunnen schuren; te vragen ‘hoe is het bij jou?’, zodat je weet dat je niet de enige bent in een bepaalde situatie. Iedereen mag kiezen: elk lid van de VOM wordt lid van het ION en kiest een sector als technische thuishaven, of je komt in Varia. Zie het als een marktsegment, een club die op dezelfde prikkels reageert en een bepaalde omvang heeft.”
Nieuwe VOM-medewerker: ICT en bedrijfskunde
Een belangrijk deel van het uitvoerende werk zal bestaan uit het verhogen van het opleidingsrendement. Dupont: “De essentie is dat goed opgeleide medewerkers zorgen dat het rendement verbetert.” In het kader van VOM 20XX is gezocht naar versterking van de commerciële antenne van de VOM. “Het is ook een product dat verkocht moet worden,” lichtte Dupont toe. “Jan Omvlee heeft het tweeënhalf jaar gedaan in deeltijd, maar we hebben hier een voltijds medewerker nodig.” Santino Scherpenborg mocht zich aan de aanwezige leden voorstellen. “Ik heb een >
vom nieuws
VOM-erelid en nestor van de Nederlandse oppervlaktetechnologie Evert Nagel Soepenberg in actie op de ledenvergadering te Roermond, oktober 2012. (archieffoto vakblad Oppervlaktetechnieken)
> bedrijfskundige achtergrond, niet speciaal in de oppervlaktebehandeling, dus ben me veel aan het inlezen. Gisteren heb ik een thermisch verzinkerij bezocht. Dat was erg leuk en erg warm,” had hij meteen de lachers op zijn hand, en niet alleen uit de hoek van de thermisch aangebrachte deklagen. Gesmolten zink is inderdaad aardig warm, maar Scherpenborg ziet nog wel meer manieren om de harten te smelten. “Op ICT-gebied ben ik veel bezig geweest, daar zie ik ook mogelijkheden mee.”
Voorlopige werktitel Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland
Voorzitter Dupont wilde het Beleidsplan VOM 20XX nog even goed over het voetlicht brengen. “Sinds de ledenvergadering in Roermond (oktober 2012 – red.) hebben we diverse verenigingen gesproken. Consolidatie kan iets in beweging zetten,
Doel is erkend en herkend worden als dé partner voor de bedrijfstak. VOM-voorzitter Philippe Dupont: “We hebben het voorlopig ‘ION’ genoemd: Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland. Dan moet je wel één zijn, samenzijn. Om recht van spreken te hebben moet je een duidelijk communicatie- en marketingplan hebben, naar de overheid en de eigen leden en eindgebruikers van oppervlaktetechnieken. We zijn belangrijk maar roepen het weinig.”
16
oppervlaktetechnieken juni 2013
Penningmeester Steef Hardeman lichtte het benodigde financiële draagvlak onder het beleidsplan VOM 20XX toe.
versnippering geeft een duidelijk gevoel van ons-kent-ons maar je kunt je doelstellingen niet zekerstellen,” schetste hij een verschil tussen de toekomst en het verleden. “Het is inmiddels bij de VISEM, Stanod, VTO en NGO-SBG besproken en goedgekeurd,” ging hij het rijtje af van spuit- en moffelbedrijven, anodiseerbedrijven, toeleveranciers voor de oppervlaktetechniek en galvanobedrijven. “Dus er is draagvlak bij de neven en nichten. Als werktitel houden we nog even ION aan. Google niet op ION.nl, dan komt u op een elektrische fiets, maar het is een werktitel. We zijn nog op zoek naar een andere naam.”
VOM 20XX: (h)erkend worden
De uitdagingen waar ION voor staat, en wat het gaat kosten, zijn marktontwikkelingen en overheidswetgeving. “Als branche van oppervlaktebehandeling worden we zeer frequent uitgedaagd. De kennis, het opleidingsniveau en de complexiteit stijgen met de dag. U kunt het gevoel hebben ‘Er komt wéér een richtlijn op me af’. Je moet veel meer en veel sneller proactief lobbywerk doen. Er gebeurt veel meer in Brussel. Je kunt alleen iets doen als je erkend en herkend wordt als belangenbehartiger. Een versnippering zal niet erkend worden, ze willen een gezicht hebben. Dat zullen we als hoeksteen moetenfunctioneren in de toekomst. Erkend zijn, op de radar zijn, zodat ze weten: dát is de gesprekspartner die we moeten hebben. Om die uitdaging aan te gaan hebben we een sterke vereniging nodig. We moeten de arrogantie hebben om te durven zeggen: wij zijn de club om mee te praten. We moeten het calimerocomplex afleggen, en
een professionele vereniging zijn die de hele branche dekt.Neem bijvoorbeeld de Wall langs de A2: die is rood gepoedercoat, en waar?” “In Engeland, omdat het in Nederland niet mocht,” werd spontaan uit de zaal geroepen. De gebruikte lichtechte fluorhoudende PVDF-poederlak is inderdaad van over de landsgrenzen betrokken (zie ook het artikel in Oppervlaktetechnieken van december 2011, www.Oppervlaktetechnieken.com). “En dat is deels betaald met belastinggeld,” zette Dupont zijn betoog kracht bij. “Dan zijn we niet goed met elkaar bezig.” Iemand opperde zacht dat er ook een heel stuk mooi natlak in verwerkt is, maar het punt was natuurlijk duidelijk: de overheid stelt strikte eisen en bestelt als je geen weerwerk levert vervolgens in een buurland waar de eisen niet gelden.
Groeistrategie door trendbreuk
Dupont sprak voorts van een “groeistrategie door trendbreuk. We nemen afscheid van het verleden, we vervellen een beetje. We gaan ook groeien,” werd het belang van het werk van Scherpenborg als manin-het-veld nog eens onderstreept. “Gisteren heb ik nog tegen Santino gezegd: ‘je hebt een prachtige job, want er zijn
VOM-voorzitter Philippe Dupont: “We zijn er voor de leden, zorgen dat de bedrijven een betere rentabiliteit krijgen, zorgen dat de wetgeving oppervlaktebehandelingsbedrijven niet de keel afknijpt.
VOM-voorzitter Philippe Dupont onderstreepte evenals op eerdere ledenvergaderingen het belang van gezamenlijk optreden in de belangenbehartiging. Links VOM-directeur Paul ter Haar, penningmeester Steef Hardeman en bestuurslid Hans Hooyberg.
De nieuwe man in het veld voor cursusadvies en ledenwerving: Santino Scherpenborg.
300 tot 400 leden en wel 3.000 tot 4.000 bedrijven met oppervlaktebehandelingen in Nederland. Je hoeft alleen je product te definiëren, je hebt een oneindige markt. Onze groeistrategie is een trendbreuk, we willen meer leden, want dan kun je meer realiseren. Je hebt meer slagkracht, bent zichtbaar professioneler, werkend als netwerkorganisatie en dan denk ik aan de Surface-vakbeurs en opleidingen. Je moet met één stem naar buiten treden, geen verwarrende stemmen. Stel, de ene afdeling zegt ‘we moeten links’ en de andere zegt ‘we moeten rechts’ en het bevoegde gezag zegt ‘we gaan door het midden’...” Spiegelde Dupont een onheilspellend scenario voor, dat uit de eerder genoemde versnippering zou voortkomen. “En het moet gedragen worden door de sectoren, die invloed hebben op het beleid. Het beleid moet van onderaf komen. En met een gezamenlijk budget worden uitgevoerd, dat ertoe doet.”
Bruggenhoofden slaan
Uitvoerige bijval kwam er van iemand die
Als doel 3 noemde VOM-voorzitter Dupont dat leden voor de gevolgen van regelgeving bij de centrale vakorganisatie terecht moeten kunnen. “Veel kennis komt vanuit leveranciers, maar je wilt ook onafhankelijk advies hebben. We hebben niet de pretentie dat de VOM alles zal weten. Een heel goede ingenieur weet waar iets staat, hij kan het terugvinden.”
het weten kan. Als voormalig voorzitter van het Nederlands Corrosie Centrum heeft VOM-erelid Evert Nagel Soepenberg (die ook lange tijd VOM-bestuurslid was) vijftien jaar met sectoren gewerkt. “Dat kan fantastisch lopen en fantastisch misgaan. Als de sectoren geen voeding kunnen geven, gaat het mis. Sectoren zijn als de pijlers van een brug. Of vier pijlers genoeg zijn, vraag ik me af, maar de oppervlakmodificaties en de opdamptechnieken zouden nog wel even bij de categorie Varia kunnen. Een tweede opmerking: de binding met de wetenschappelijke technologie moeten we niet verliezen. En we hebben een Bestuursraad gehad die adviezen kan uitbrengen, dat hebben we in een onbewaakt ogenblik Ledenraad genoemd, maar dat is heel wat anders,” onderstreepte hij het belang van een denktank die zonder de tijdsdruk van de dagelijkse gang van zaken kan reflecteren.
Kosten & Baten
Uiteraard kwam de bekostiging ook ter sprake. Dupont noemde als voorbeeld de thermisch verzinkerijen die per bedrijf een slordige vijfduizend euro in een oorlogskas gestoken hadden om Europabreed te kunnen ageren tegen een bepaalde technisch discutabele regelgeving. In het bekostigingsvoorstel, waarvan penningmeester Steef Hardeman de verdediging voor zijn rekening nam, werd 35% contributieverhoging plus een eenmalige startbijdrage van vijfhonderd euro per lid voorgelegd. Enkele leden uitten hun bezorgdheid over de mate waarin nieuwe leden geworven kunnen worden als de contributies in die mate verhoogd zouden worden. Ook was er kritiek van een lid
met meer dan honderd medewerkers, die al hoog in de staffel zit en thuis moet uitleggen dat er in Nederland aanzienlijk meer contributie betaald wordt dan in grotere omliggende landen. De Franse en Duitse zusterverenigingen kunnen de secretariële inspanningen echter over veel meer leden verdelen. Hoe dan ook: van de nieuwe brigadegeneraal in het veld, Santino Scherpenborg, wordt het nodige gevergd, evenals van de cursusafdeling. Maar dan weet hij meteen dat hij voor een goede zaak strijdt, evenals de bedrijven die er financieel aan bijdragen en daar hun ‘license to operate’ mee veilig helpen stellen. < Edward Uittenbroek eindredacteur Oppervlaktetechnieken
Meer informatie www.VOM.nl
Als doel 4 werd de functie van trendwatcher genoemd. VOM-voorzitter Dupont: “Je moet ook in de toekomst kunnen kijken, bijvoorbeeld via de vakbeurs Surface met de tentoonstelling Future Skins, waar alternatieve manieren getoond zijn om coatings toe te passen. En bijvoorbeeld met de Branchebarometer Oppervlaktebehandeling (maandelijks in de rubriek VOM-Nieuws – red.): wat verwacht je volgende maanden van de markt?”
oppervlaktetechnieken juni 2013
17
Santino Scherpenborg (VOM) laat de beursfotograaf een practicum vastleggen.
Lezing “Hoe kies ik de juiste oppervlaktebehandeling” tijdens de vakbeurs Materials 2013
Kiezen of verliezen
Een vakbeurs is bedoeld als etalage voor wat je te bieden hebt. Dit geldt niet alleen voor de bedrijven en instellingen die met een stand staan te prijken, maar ook voor hele vakgebieden. De VOM greep vakbeurs Materials 2013 aan om aan ontwerpers en inkopers in de materiaalverwerkende waardeketens uit te leggen welke mogelijkheden er zoal zijn en hoe teleurstelling voorkomen kan worden. De grootste gemiste kans is geen rekening houden met het materiaaloppervlak als onderdeel van het totaalontwerp. Gastheer Ruud Gommers van beursorganisator Mikrocentrum, bekend van de vele cursussen op materiaalkundig vlak (zie ook het artikel “Onderwijs dat blijft hangen”, elders in deze editie), vatte het al kort samen. “Het kan grote gevolgen hebben als je de verkeerde keuze doet.” De volgepakte lezingzaal – dik tachtig belangstellenden en dat voor de tweede lezing van de eerste beursdag! – werd vervolgens getrakteerd op een overzicht van tips en aandachtspunten. Om vervolgens niet met lege handen te staan, want VOM-branchemanager Pauline Meijwaard had meteen bij aanvang al gezegd: “Bel de VOM en kijk op www.VOM.nl om alles 18
oppervlaktetechnieken juni 2013
te weten. Wij kunnen u verder helpen.” Uiteraard gaat de Vereniging voor Oppervlaktetechnieken van Materialen niet zeggen welk systeem beter of slechter is, maar mogelijkheden aangeven onder doorverwijzing naar uitvoerende leden zijn stap 1 en 2 naar een mooi eindresultaat.
Verhip, er moet nog iets met de buitenkant!
Dat het niet alleen om ‘mooi’ gaat, kwam vervolgens nadrukkelijk naar voren. Oppervlaktetechnieken zijn vaak ook beschermingslagen die de levensduur en de functionele betrouwbaarheid van
systemen en constructies verbeteren. Hierbij kon onmogelijk alles wat er door de Nederlandse industrie aangeboden wordt, aan de orde komen. “We gaan heel kort langs een paar technieken. Daar kun je een cursus voor volgen die tien dagen duurt,” schetste ze de omvang van het vakgebied. “Wanneer kiest u voor een oppervlaktetechniek?” schoot ze uitdagend de bal op de helft van de tegenstander. “Tijdens de conceptfase, of alleen in algemene functionele eisen? Bij het ontwerp? Tijdens het tekenen? Als de detaillering bepaald wordt, of laat u het aan de werkvoorbereiding over die het moet uitwerken en er dán wat mee moet doen?” Zoals bij goed onderwijs ook het geval is, speelde de kennisoverdracht zich in het hoofd van de toehoorders af, niet zozeer bij de spreker. Er werd ongetwijfeld - al dan niet schuldbewust - meegedacht over deze scenario’s. “Of in productie,” wreef ze er nog een rampenscenario bij in. Het was de aanwezigen natuurlijk wel duidelijk dat het een kwestie was van: hoe later, hoe onhandiger. “Er moet ook nog een kleurtje
op, maar dan bent u al te laat, als u dan pas denkt: verhip, er moet nog iets met de buitenkant. Dan is er minder keuze, want het ontwerp ligt al vast. Tegen die tijd moet het snel-snel, en dat is jammer want dan heb je kansen laten liggen. Als je van tevoren weet wat je wilt, kun je kosten besparen. En je krijgt wat je wilt, want als je iets wil wat niet kan omdat de oppervlaktebehandeling niet meer gaat, is dat jammer.”
Afbreukrisico, vervangingskosten
Het afbreukrisico bij een onoordeelkundig gekozen of toegepaste oppervlaktetechniek is vaak heel erg groot. “Die staat niet in verhouding tot de toegevoegde waarde,” vervolgde Meijwaard. “Een verflaag laten aanbrengen kost maar weinig per vierkante meter, maar als je iets moet vervangen of weggooien omdat het hele apparaat in de soep loopt, zijn de kosten veel groter,” verwees ze naar het brede assortiment van technische deklagen in mechanische systemen, zoals slijtvaste lagen. De kosten van corrosie hield ze op 4% van het Bruto Nationaal Product; voor Nederland kom je dan op 24 miljard, waarvan naar schatting een kwart te voorkomen is. Over wat er onder die kosten allemaal gerekend moet worden, is discussie mogelijk, maar het gaat in ieder geval om een miljardenbedrag waar de corrosiebescherming als vakgebied voor staat. “Het kan best wat minder of meer zijn, maar het zijn wel kosten die je kan voorkomen door een goede oppervlaktebehandeling.”
Drie keuzecriteria
Drie typen criteria om oppervlaktebehandelingen te kiezen zijn: technische, esthetische en economische. “Bij de technische criteria gaat het natuurlijk om het doel, maar ook over bijvoorbeeld de onderhoudsvriendelijkheid. Voor corrosie is het bovendien heel belangrijk te weten wat de omstandigheden zullen zijn, bijvoorbeeld of het binnen of buiten opgesteld wordt. De Corrosieklassen C 1-5 uit de norm ISO 12944 bepalen welke oppervlaktetechnieken voldoende zijn. Is het voor de sier, is het industrieel, is het voor medische apparaten, offshore, dat heeft allemaal te maken met slijtage en andere vormen van aantasting van het oppervlak.” Ook het grondmateriaal is belangrijk. “De structuur van het materiaal bepaalt ook hoe het oppervlak eruit ziet: een hobbelig oppervlak is lastig glad en glanzend te krijgen. Vaak zijn vlekken met bepaalde technieken wel weg te krij-
gen, maar andere vlekken weer niet. De strepen op extrusieprofielen kun je met poedercoaten afdekken. Denk bij het ontwerp ook aan zaken als gaten en scherpe kanten, holle ruimtes, maattoleranties, materiaaldikte, of er lassen in zitten, en of er vochtophoping kan plaatsvinden. Denk
Spagaat van de oppervlaktetechniek
Uiteraard moest er ook even ingegaan worden op de economische criteria. Kosten variëren door verschillen in seriegroottes, of iets nog in de ontwikkelfase zit, of doordat het een heel speci-
“Als je van tevoren weet wat je wilt, kun je kosten besparen. En je krijgt wat je wilt, want als je iets wil wat niet kan omdat de oppervlaktebehandeling niet meer gaat, is dat jammer.” dus aan de bereikbaarheid voor de oppervlaktebehandeling, bijvoorbeeld in dompelprocessen zoals thermisch verzinken.” Er zijn twee manieren om het ontwerpvraagstuk te benaderen: je wilt per se een oppervlaktetechniek en gaat het ontwerp aanpassen, of andersom. “Vaak is het een wisselwerking,” concludeerde Meijwaard. “En het onderhoud wordt vaak vergeten: elk materiaal heeft onderhoud nodig, het ene meer dan het ander, maar de oppervlaktebehandeling bepaalt dat mede.” Ook dat gaat in twee richtingen: je moet een gevelwand af en toe reinigen om de lak mooi te houden, maar in het ontwerpproces wordt ook de onderhoudsvriendelijkheid van het totaalsysteem bepaald.
De praktijk is nog altijd het leukst… Pauline Meijwaard op de stand in de eye-catchergalerij die strategisch gepositioneerd was: in het verlengde van de ingang en direct naast de lezingenzaal.
fiek werkstuk betreft of een deklaag van een bijzondere kwaliteit. “Je kunt wel alles willen, maar als je er niet voor wilt betalen gaat dat niet lukken,” sprak Meijwaard resoluut. “De toegevoegde waarde is de spagaat van de oppervlaktetechniek: het is enerzijds ontzettend belangrijk voor uiterlijk en corrosiewering, maar de toegevoegde waarde in geld dat de opdrachtgever moet betalen is vele malen minder. Het kost in verhouding weinig om toe te passen, maar kost ontzettend veel als het fout gaat. Je kunt garanties vragen op de oppervlaktetechniek, en veel leveranciers kunnen daarin meegaan, maar vervolgschade zoals het uitbouwen en vervangen is dusdanig groot… en die kosten kun je niet bij de leverancier van de oppervlaktetechniek neerleggen! En wat is je afbreukrisico als het misgaat?” Ook de vraag ‘uitbesteden of zelf doen’ is een economische kwestie. “Heb ik zoveel dat ik kan standaardiseren en zelf apparatuur aanschaffen, of laat ik het over aan een vakman die me ook kan adviseren?” Enkele rake opmerkingen over de waarde die oppervlaktetechniek biedt over de gehele levensduur en een oproep meer vanuit Cost of Ownership te redeneren, gingen vooraf aan een overzicht van technieken en een uiteenzetting over de moderne hedendaagse productiewijzen die de achterhaalde beeldvorming van tientallen jaren geleden volledig logenstraft. <
Meer informatie De presentaties van Materials 2013 zijn te downloaden van de website www.Materials2013.nl www.VOM.nl oppervlaktetechnieken juni 2013
19
vom nieuws
Thema beroepsopleidingen
VOM-cursus Basiskennis Oppervlaktebehandeling van Metalen
Kennismaken met een hele wereld (1) Het vakgebied oppervlaktetechniek is te groot om in acht avonden te behandelen, maar een handvol VOM-docenten doet een dappere poging om een basis mee te geven. Zowel bewerkingen (zoals stralen) als behandelingen (zoals het aanbrengen van conversielagen) komen aan de orde, evenals modificaties (bijvoorbeeld diffunderen). Het is een kennismaking. Hieronder maken we kennis met de oppervlaktebehandeling poedercoaten. Voor de les over poedercoaten werd niets minder dan een driebener opgesteld: Louis Kortekaas heeft vele jaren gewerkt bij een leverancier in chemische voorbehandelingsmiddelen, vervolgens als buitendienstmedewerker bij een poedercoatingfabriek en is thans werkzaam bij poedercoatspecialist Kriek Poedercoatings. Hij redeneert dus zowel vanuit de basis, want een coating is niet beter dan zijn voorbehandeling, als vanuit de coating en het aanbrengen ervan. Bedrijfsvoering en marktpositionering komen er in zijn huidige werk ook bij om de hoek kijken (zie ook “Goed bezig” over het behalen van het Qualisteelcoat-kwaliteitslabel door VOMlid Kriek Poedercoatings, april 2012, www. Oppervlaktetechnieken.com). Dit viel uiteraard buiten het bestek van de lesavond, die immers gericht was op ontwerpers en aanbesteders/uitbesteders (zie kader). Na de eerste helft van de avond, die over natlak ging en waarop in deel 2 wordt teruggekomen, brak Kortekaas het ijs met de opmerking “en nú wat droge stof: de poedercoating!”
Kwaliteit en keuring
Vanzelfsprekend kon Kortekaas van alles over kwaliteit en keuringen in zijn les mengen. Vele poedercoaters hebben niet de meetinstrumenten in huis die 20
oppervlaktetechnieken juni 2013
Docent Louis Kortekaas wist de cursisten van de avondcursus Basiskennis Oppervlaktebehandelingen tot dik na tienen te boeien. “Ik kan er eindeloos over praten,” was vooraf al zijn waarschuwing.
Qualicoat- en Qualisteelcoat-bedrijven in hun lab hebben, maar soms is het toch wel handig meer dan alleen de laagdikte te controleren. Het heikele punt van de garanties kwam kort ter sprake: soms heeft een opdrachtgever al garantie aan de eindgebruiker toegezegd maar had hij niet in de gaten dat dat bij coatings niet zo simpel is. Waar wordt het object bijvoorbeeld opgesteld? Een partij plaatwerk kan deels aan de kust belanden, en daar had dan vooraf al rekening mee gehouden moeten worden vanwege de corrosieve zoutbelasting. Ontwerpaspecten bepalen bovendien mede de levensduur van de coating; denk maar aan perfoplaten met scherpe randen waar de lak te dun kan uitvallen.
Variëteit aan mogelijkheden
Diverse substraten kwamen aan de orde, waaronder MDF en glas. Opmerkelijk, want MDF ligt niet voor de hand aangezien poedercoaten een elektrostatisch proces is. En glas wordt voorverwarmd om het poeder aan te smelten, terwijl poederlak normaal gesproken gemoffeld wordt zonder voorverwarming van het te coaten materiaal. “Mijn klant heeft dan bijvoorbeeld al tien jaar garantie weggegeven en vraagt dan aan mij hoeveel kán. Aan de kust kun je onder strikte voorwaarden
garantie geven!” Ook zelfherstellende poedercoatings, zoals die bijvoorbeeld door TNO op het coatingcongres in Neurenberg en later op de VISEM Technodag gepresenteerd en in dit blad nabeschouwd zijn, zullen naar zijn verwachting nog niet direct gemeengoed zijn.
Veelzijdige coatingtechniek
De tijd dat poedercoating maar een beperkt kleurenspectrum had en nauwelijks in effecten als metallics verkrijgbaar was, ligt ver achter ons. Een bloemlezing van varianten gaf een beeld van de veelzijdigheid van het hedendaagse poedercoaten. De ontwikkelingen staan zeker niet stil, maar als je kijkt hoeveel bescherming en verfraaiing er gegeven wordt terwijl poederlak aanzienlijk minder kost in aanschaf dan natlak, dan wordt de sympathie voor de poedercoatindustrie vanzelf gewekt. De aanvangsinvestering en benodigde vakkennis maken wel dat je je beter tot de specialist kunt wenden – zoveel werd de cursusdeelnemers wel duidelijk. <
Meer informatie De volgende aflevering gaat over de les van Jan Roest over natlakken. secretariaat@VOM.nl www.VOM.nl
kort nieuws Foto: Rode Kruis
Multinal Group helpt MPS J. Henry Dunant van Rode Kruis Chemisch-technisch dienstverlener Multinal Group heeft een maatschappelijke bijdrage geleverd aan de MPS J. Henry Dunant, het vakantieschip waarmee het Nederlandse Rode Kruis vaartochten organiseert voor mensen die bijzondere zorg nodig hebben. De schepen zijn genoemd naar de oprichter van het Rode Kruis. De werkzaamheden op het schip – die door de industrieel-reinigingstak van Multinal Group (Excelsum) werden uitgevoerd – bestonden uit het preventief chemisch reinigen van het vacuüm-toiletsysteem, dat service biedt aan circa vijftig toiletten. Met het verwijderen van de klep van de vacuüm-opvangunit werd een tijdelijke verbindingsflens geïnstalleerd voor de chemische pomp. Aan de achterzijde van de toiletten werden specialistische slangen
aan de vacuümpijpen bevestigd, waarmee de circulatie werd gecreëerd om tot het gewenste resultaat te komen: een 100% schoon toiletsysteem. Problemen bij vacuüm-toiletsystemen op passagiersschepen hebben veelvuldig dezelfde oorzaak. Stortingen verstoppen de pijpleidingen voor meer dan 60%, met als resultaat dat er een kleinere diameter pijpleiding overblijft voor afvoer. Als de leiding verstopt is, kunnen de toiletten niet meer worden gebruikt, wat irritatie en ontevredenheid onder passagiers en bemanningsleden geeft en een groot effect heeft op de geboden services. In het geval van de MPS J. Henry Dunant is juist preventief gereinigd, zodat mensen die al bijzondere zorg nodig hebben blijvend kunnen rekenen op de geboden toiletservice aan boord.
Met het uitvoeren van de werkzaamheden heeft Multinal Group haar maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen en haar strategische koers op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) verder kracht bij gezet. Multinal Group is actief binnen het industrieel reinigen en metaaloppervlaktebehandelingen zoals beitsen en passiveren, elektrolytisch polijsten, verzinken, verchromen, vernikkelen, vergulden en poedercoaten en het metalliseren van ABS en ABSBlends kunststofproducten. Multinal Group opereert wereldwijd en heeft nationaal inmiddels vestigingen in Almere, Amsterdam, Coevorden, Duivendrecht, Hoogezand, Maassluis, Ridderkerk, Weesp (2) en Zoeterwoude. Meer informatie www.multinal.com
Open Huis TQC trekt ruim 300 bezoekers Na een jaar van verhuizen en verbouwen hield TQC 30 mei een feestelijk Open Huis. De producent en leverancier van verfmeet- en inspectieapparatuur heeft kantoren in Duitsland, Italië, Noorwegen, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Het nieuwe hoofdkantoor is gevestigd in Capelle aan den IJssel. Ruim 300 klanten, leveranciers, familie en vrienden bezochten op 30 mei het nieuwe TQC-hoofdkantoor in Capelle aan den
22
oppervlaktetechnieken juni 2013
IJssel. Ze kregen tijdens een rondleiding een kijkje in de kalibratie-laboratoria, de engineering-afdeling, productielijnen, het R&D-laboratorium, de logistiek, de fotostudio en het kantoorgedeelte. De rondleiding eindigde in de TQC lounge room, met live muziek, goed eten en voldoende te drinken. Een impressie van het Open Huis is te bekijken op www.tqc.eu.
Stand op de Bouwbeurs 2013. (Archieffoto vakblad Oppervlaktetechnieken)
Marc Verhage nieuwe directeur STABU Met ingang van 1 juli 2013 heeft STABU in Ede een nieuwe directeur in de persoon van ir. L.M. (Marc) Verhage. Hij neemt daarmee het stokje over van ir. M.L.A.M. (Maarten) van Hezik die op die datum met pensioen gaat. De geboren Zeeuw heeft, na een carrière bij de marine, onder meer gewerkt bij KPN, een groot IT-bedrijf in Finland
en een installatiebedrijf. Zijn loopbaan tekent een verscheidenheid aan bedrijven, toch is de rode draad bij al die functies het klantgericht denken. Met de komende lancering van STABU Online (BWBRD) op 27 juni zal hij – samen met het STABU-team – dit verder vorm gaan geven en het nieuwe product in de markt zetten. Met het Bouw Informatie Model (BIM) heeft men alle gereedschap in handen om het bouwpro-
ces te optimaliseren, of het nu gaat om informatie voor nieuwbouw of renovatie. Verhage: “Ik geloof sterk in het delen van informatie via BIM. Naast de basisfilosofie ‘samenwerken’ zijn de Standaarden die STABU levert voor BIM essentieel. Ik draag graag mijn steentje bij om dit in de bouwnijverheid uit te dragen.” Meer informatie: www.stabu.org
(advertentie)
Lak- en straaltechniek voor grote werkstukken Productprogramma:
• Voorbehandelingsinstallaties • Straalinstallaties • Natlak- en poedercoatinstallaties
• Zwaarlast transporttechniek • Werkliften Graag ontwikkelen wij ook uw individuele oplossing! Hendor BV Leemskuilen 15 5531 NK Bladel tel 0497 339 389 fax 0497 381 593
Vraag de specialisten!
i
PUMPS
www.slf.eu · info@slf.eu
a division of hendor bv
68-11/12-4c-NL
SLF Oberflächentechnik GmbH Grevener Landstr. 22-24 D-48268 Greven-Reckenfeld Tel.: +49(0)2575 97193-0 · Fax: -19 info@slf.eu · www.slf.eu
info@hendor.com www.hendor.com
Leemskuilen 15 5531 NK Bladel tel 0497 339 389 fax 0497 381 593
bofilpumps@bofil.nl www.bofil.nl
oppervlaktetechnieken juni 2013
23
Thema beroepsopleidingen Ontwikkelaar van onder meer grondstoffen voor verf wijst op het belang van goed voorsorteren bij de beroepskeuze
Actieve Girlsday bij Croda in Gouda Om meer meisjes voor techniek te laten kiezen, kwamen dit jaar veertien meisjes uit de tweede klas van de vmbo-kaderopleiding (CSG Goudse Waarden) een kijkje nemen bij Croda. Ze kregen in de ochtend diverse opdrachten en mochten het bedrijf van binnen, buiten en boven bekijken. De dag startte met een welkomstpraatje door Gerrit Kik, trainingscoördinator bij Croda, waarna alle bezoekers een stofjas, veiligheidsbril en veiligheidsschoenen aan moesten trekken. Er werd uitgelegd dat je binnen de witte paden wel zonder deze extra veiligheid mag lopen, maar dat de groepen daar niet voortdurend binnen zouden blijven. Niet alle meiden waren blij met deze minder flatteuze kleding. De groep scholieren werd in drieën gedeeld. In die groepen zou iedereen de drie onderdelen meemaken, maar elk in een andere volgorde. Elk groepje had een paar medewerkers bij zich die hen begeleidden, ook waren bij de voorbespreking de collega’s van Croda aanwezig die bij de verschillende onderdelen stonden. Het doel van deze ochtend was vooral om de leerlingen kennis te laten maken met het bedrijf en de andere kant van techniek te laten zien. Deze meiden uit de tweede klas staan nog voor het echte keuzemoment om te bepalen welke richting ze inslaan.
zien. Tot vermaak van een medewerker ging een van de deelneemsters meteen uit van centimeters. “Dit moet dus twee meter zijn en dat één meter.” Het meisje werd vriendelijk gecorrigeerd dat het hier om millimeters ging en kreeg de kans om het goede antwoord te geven op de vraag om hoeveel centimeter het dan zou gaan. Dat deed ze prima. Toen de lijn op de juiste lengte was afgetekend, kwam de afronding aan de beurt. Met machines, centimeters en een passer kwam de juiste lijn op de eerder afgemeten plek op het aluminium te staan. Met een zware snijder mochten de deelneemsters zelf vervolgens de delen afknippen om tot een ronde bovenkant te komen. Bij dat onderdeel kwam naar boven hoeveel beter meisjes dat doen en hoe netjes ze dat
Boekensteunen
In de werkplaats mochten de leerlingen zelf een boekensteun van aluminium maken. Ieder meisje kreeg twee aluminiumplaatjes met dezelfde breedte en lengte. Met een werktekening en uitleg van Hans Sanders, allround monteur werktuigbouw, en Daniël van Miert, monteur werktuigbouw, gingen ze aan de slag. Allereerst moest bepaald worden waar de vouw moest komen. Op de tekening was een stuk van 200 en een stuk van 100 te 24
oppervlaktetechnieken juni 2013
doen, waar jongens het vaak afraffelen. Die stukken moesten daarna geschuurd worden. Hierbij was het ene meisje heel precies en voorzichtig, terwijl het andere er flink op los schuurde. Het schuren moest op de werkbank, waarbij weer uitgelegd werd waarom je het aluminium zover mogelijk tussen de bankschroef moest steken. In een buigbank zetten de meiden het aluminiumplaatje vervolgens vast om er een hoek in te buigen. Met een winkelhaak moesten ze zelf nakijken of het plaatje goed lag en naderhand weer met de winkelhaak of het wel precies 90º gebogen was. Dit was niet altijd het geval, dan werd er nog wat bij- of teruggebogen. Ondertussen werd wat verteld over de eigenschappen van aluminium, bijvoorbeeld dat het rekbaar is, maar niet te veel. De begeleider maakte een vergelijking met een onderbroek die mee-rekt, maar als je hem te ver uitrekt dan blijft hij zo. Met aluminium is dat net zo. Om het aluminium mooi wit te maken, mochten de deelneemsters de boekensteunen daarna gritten. In een grote machine met een rond glas erin staken ze hun handen in speciale (grote) handschoenen om niet met het straalmiddel in aanraking te komen. De machine werd gesloten en ze konden vanaf de buitenkant de gritslang bedienen. Met de witte boekensteunen in de zak van hun stofjas gingen ze op pad naar de brandweer.
Vuurtje blussen
Uitleg in de controlekamer.
Op het terrein van Croda staan twee brandweerwagens. De vrijwillige brandweer van Croda krijgt een opleiding bij de ‘echte’ brandweer en oefent iedere week. De twee medewerkers Bas Brussaard (bevelvoerder brandweer) en Marieke Lanfermeijer (manschap vrijwillige brandweer)
Zowel gritstralen als spuiten van blusmiddel stonden op het programma. De meiden werden power girls.
die de demonstratie gaven, werken in het dagelijks leven bij Croda: Brussaard als huismeester en Lanfermeijer op het laboratorium. Bij een ongeval of wanneer er met gevaarlijke stoffen gewerkt wordt, moet de brandweer paraat staan. Die moet dit ook begeleiden. Net als de medewerkers van Croda jaarlijks doen, kregen ook de bezoeksters een korte cursus ‘blussen van een prullenbakbrand’. Bas en Marieke deden het eerst een keer voor, waarna iedereen ook een keer een brandje mocht blussen met een klein blusapparaat met poeder. In een ruime bak werd een brand gesticht, die de deelnemers ook moesten blussen. Dit werd steeds lastiger, volgens Lanfermeijer en Brussaard omdat de bak zelf ook verhit raakte door het steeds weer in brand gestoken worden. De blusapparaten bleken wel erg snel leeg te zijn, een flink brandje krijg je niet geblust met een 5-literbus. Na het blusapparaat was het blussen met water aan de beurt. Dit bleek bijna nog lastiger te zijn, hoewel het water niet opraakte. De zoute wateroplossing die vrijkwam bij het blussen met de apparaten, viel niet echt in de smaak.
Controlekamer
In de controlekamer werd de productie in de gaten gehouden. Op diverse beeldschermen zagen de operators (zoals ze daar genoemd worden) hoe het staat met de temperatuur in de buizen waar een halffabricaat voor smeermiddelen geproduceerd wordt. Vierentwintig uur per dag zijn er operators aanwezig om het productieproces in de gaten te houden. Daarnaast maken zij rondes langs alle produc-
tiepunten en doen ze regelmatig proeven, bijvoorbeeld om de zuurgraad te bepalen. Als er iets niet goed gaat in de productie, grijpen zij in of geven de opdracht aan anderen om wat te veranderen. Hoogtevrees was een belemmering om mee te kunnen op de ronde, maar de meeste meiden toonden zich stoer en deden mee. Enkele meters boven de grond kregen sommige bezoeksters het wat moeilijk, maar ze zetten door. Met de monsters die op de ronde waren meegenomen werden in het laboratorium bij de controlekamer proeven gedaan. Procesoperator Zjelka Coric Pandza vertelde over haar gevarieerde werk, haar afwisselende werktijden en het probleem om goed opgeleid personeel te krijgen. Zij weet dat vooral aan het gebrek aan een juiste opleiding in Gouda. De opleiding die nodig is, wordt niet in Gouda maar in Rotterdam gegeven, waardoor Croda meer anders opgeleide mensen binnenkrijgt die dan nog een heel opleidingstraject ingaan. Via een opleiding buiten Croda van twee jaar krijgen deze medewerkers toch de juiste kennis. Een van de deelneemsters vroeg hoeveel tijd dat allemaal kost. De medewerkster legde uit dat je naast je baan van 36 uur nog eens twintig uur moet studeren per week. Een goede motivatie is daarom belangrijk voor deze baan.
Lunch
De ochtend werd afgesloten met een gezamenlijke lunch. Gerrit Kik vertelde: “De gemiddelde leeftijd van de werknemers bij Croda is 48 jaar. We hebben veel behoefte aan jonge mensen die met een goede opleiding binnenkomen. Hopelijk hebben we de meiden vandaag laten zien
dat werken in de techniek meer is dan alleen lassen, slijpen of sleutelen, maar juist heel gevarieerd kan zijn. Je hoeft er niet vies van te worden, het hoeft niet zwaar te zijn. Je kunt ook met computers werken. Ik kan niet zeggen of zulke dagen helpen, dat weet ik niet. Ik merk wel dat we steeds meer groepen leerlingen binnenkrijgen die hier komen kijken en dat is goed. Dat geeft ze de kans om te zien hoe dit werk echt is. Scholen zijn in de laatste jaren actiever geworden in het bezoeken van bedrijven. Nu nog een passende opleiding hier in Gouda, dat zou helemaal mooi zijn. Een dag als deze kan een begin zijn.”< Tekst en foto’s: Joke Heikens, Joke Heikens Tekst
Meer informatie Eerder kwam Croda al in beeld in het artikel “Groene chemie uit Gouda”, over de Open dag van de Chemie, november 2008, p. 30-32. Croda’s deelname aan dit landelijke evenement kwam ook in juni 2011 aan bod (p. 34: “Dag van de Chemie trekt 34.000 bezoekers”). In maart 2009 werd een schakelmolecuul voor harde en toch flexibele coatings besproken: “We zijn hard maar flexibel”, maart 2009, p. 34-36). Het onderwerp Vrouw & Techniek kwam ook al aan de orde in juni 2008, p. 32-44, “Met rode oortjes op de Femme Metaal”. Alle artikelen zijn te vinden op www.Oppervlaktetechnieken. com/archief. www.Croda.com www.Girlsday.nl oppervlaktetechnieken juni 2013
25
Ahrend en C2C laktoepassingen
“ Werken aan duurzaamheid is voor mij echt een hobby geworden” Drie stoellijnen en een tafellijn van Ahrend mogen de Cradle to Cradle (C2C) certificering dragen. De weg hierheen was voor de afdeling finishing echter niet rimpelloos. “Het lakken is een cruciale stap in de certificering, dus afgelopen jaren was het testen, testen en nog eens testen,” vertelt Remco van Dijk, Head of Finishing in de fabriek in St. Oedenrode. “Inmiddels zijn de lakken zover ontdaan van schadelijke stoffen, dat we ons proces superscherp onder controle moeten houden om kwaliteit te blijven leveren. En we zijn best trots dat ons dat, dag in dag uit, lukt.”
Ahrend heeft als doel om in 2020 de kringlopen te sluiten en CO2-neutraal te produceren. Zoals in het kader te lezen is, hebben ze tussen 1990 en 2010 al grote stappen gezet. “Onze fabriek ligt midden in het dorp en dat is zowel een vloek als een zegen,” vertelt Van Dijk. “Iedereen let op je, maar het zet ook aan tot actie. We zijn nu een jaar of zes bezig om de laklijnen op C2C-niveau te krijgen. De eerste stap in het hele proces was het tot op elementenniveau analyseren van alle materialen in onze producten. Voor de lakken betekende dit tot op diep niveau uitcoderen van alle bindmiddelen, versnellers, enzovoort. Onze lakleverancier moest de lak inleveren bij het C2C-certificeringsbureau van Braungart, dat vervolgens oordeelde of er nog ‘foute’ stoffen inzaten. Zo ja, dan moest hij de receptuur aanpassen. Intussen moest de lak natuurlijk goed verwerkbaar blijven. Dus dat betekende voor ons testen, testen en nog eens testen. Want kwaliteit blijft natuurlijk voorop staan, er mag geen kratervorming optreden en de kantendekking en laagdikte moeten goed zijn.”
Oud meubilair weer als nieuw
C2C betekent echter meer dan alleen een lak die de gezondheid niet schaadt. C2C gaat ook over hergebruik van materialen, energieverbruik en water. “Sinds een jaar of vijf hebben we zelf een ontlakinstallatie,” legt Van Dijk uit. “Klanten leveren hun oude meubels in, waarna we ze weer 28
oppervlaktetechnieken juni 2013
als nieuw maken. Vroeger werd meubilair na twee keer lakken weggegooid. Dankzij het ontlakken hebben we nu veel minder schroot. En moeten we toch iets weggooien, dan is alles zo ontworpen dat we aluminium van staal kunnen afschroeven en zoveel mogelijk hergebruiken. Bij ons is afval letterlijk grondstof. De ontlakinstallatie zelf werkt op basis van alcohol en geactiveerde kaliumhydroxide. In het begin voerden we de verzadigde vloeistof af als afval, maar nu zijn we zover dat we de verzadigde vloeistof terugsturen naar de leverancier, die deze kan regenereren en een deel kan herverwerken. Het demiwater dat we gebruiken is nu op basis van strooizout in plaats van vervuilende chemicaliën. In de winter heeft het een dubbele functie en kunnen we de parkeerplaatsen begaanbaar houden.”
lijnen ook ’s nachts wordt gegenereerd, twee voorbehandelingsbaden constant op een temperatuur van zo’n 35-40 ºC. ’s Ochtends hoeft de ketel nog maar een beetje bij te stoken om de baden op de juiste temperatuur te krijgen. Onze reguliere ketel stookt in plaats van de hele dag nu nog maar een half uurtje. Daarnaast hebben we de drooglijnen aan de onderkant voorzien van geïsoleerde beplating die de warmte binnenhoudt. Op een bepaald moment kwamen we er dankzij metingen achter dat bepaalde producten in de waterdroger aan de onderkant maar een temperatuur bereikten van 93 ºC. Nadat we de kelder hadden afgebakend met geïsoleerde beplating, ging de temperatuur aan de onderkant omhoog naar 121 ºC. En
Half uurtje stoken
Energieverbruik is in een grote fabriek als die van Ahrend altijd een heikel punt. En voor de processen waar de afdeling finishing van Ahrend mee te maken heeft, zoals ijzerfosfatering, lakken en moffelen, is nu eenmaal veel energie nodig. “Toch hebben we hier mooie stappen in kunnen zetten,” vertelt Van Dijk. “Geheel in eigen beheer hebben we een systeem ontwikkeld dat de warmte die wordt gegenereerd in de lasrobots en tijdens het buigen, zetten en persen in een buffer terechtkomt. Via warmtewisselaars en warmtepompen houdt deze warmte, die in de onbemande
De demiwaterinstallatie.
Wat is Cradle to Cradle? Het C2C-concept is een vorm van duurzaam ontwerpen, gebaseerd op het boek van William McDonough en Michael Braungart uit 2002 ‘Cradleto-Cradle: Remaking the Way We Make Things’ en vertaald in het Nederlands in 2007 onder de titel: ‘Cradle to Cradle: Afval = Voedsel’. Cradle to Cradle betekent letterlijk vertaald van wieg tot wieg als tegenstelling tot veel huidige producten die van wieg via gebruik naar hun graf, de afvalberg, gaan. In C2C worden de kringlopen gesloten en alle materialen na gebruik gescheiden en op kwalitatief hoog niveau opnieuw gebruikt.
Remco van Dijk: “De lak moet natuurlijk goed verwerkbaar blijven”
Reducties bij Ahrend van 1990 tot 2010: 69% Vervuiling afvalwater 86% Waterverbruik 62% CO2-emissies 95% VOS-emissies 87% Gevaarlijk afval 94% Geuruitstoot
als bijkomend voordeel bleef de werkruimte veel koeler, aangenamer werken dus.”
Elke dag controleren
“Dankzij al onze inspanningen is ook het waterverbruik drastisch teruggelopen,” vervolgt Van Dijk. “De elektroforeselak was een enorme watervreter. Er was veel water nodig om de lakresten af te spoelen. Een jaar of drie geleden hebben we de lakinstallatie aangepast. Alle lak van de naspoel winnen we nu terug. Er zit een filter tussen dat alles op deeltjesniveau scheidt, zodat de lak én het water kunnen worden hergebruikt. Alleen in het uitzonderlijke geval dat we bacteriegroei hebben, moeten we vernieuwen, maar dat gebeurt nog maar zelden met ons nieuwe, meer gesloten systeem. Continu meten is hiervoor wel noodzakelijk. De baden controleren we elke dag op geleidbaarheid, oplosmiddelen en vervuilingen en de ovens worden elke week gemeten. Natuurlijk loopt niet altijd alles vlekkeloos. Bij het elektroforeselakken was de kwaliteit een keer slecht, terwijl de geleidbaarheid in orde leek. Leverancier erbij gehaald en met zijn testapparatuur bleek dat de geleidbaarheid in plaats van 1.100 op onze meters dik het dubbele was.
Hij zag als enige oplossing om alle lak, een bak van 16 kuub, te vervangen. Maar daar heb ik me niet bij neergelegd. We zijn een nachtje aan de lak gaan sleutelen en bij de volgende meting ’s ochtends was de lak prima op specificatie. Dat scheelde een flinke kostenpost.”
Certificering van producten vindt
Certificaat is een meerwaarde
5. Sociale eerlijkheid
Sociale eerlijkheid is een laatste aspect van C2C. Hoe heeft Ahrend dat ingevuld? Van Dijk: “In alle maatregelen bekijken we of het voor onze medewerkers nog wel werkbaar blijft. Een goede balans tussen duurzaamheid en werkbaarheid is heel belangrijk. Soms kun je door vragen te stellen op de werkvloer twee vliegen in één klap slaan. Onlangs hebben we voor de inhanglijn in huis een schoonmaaksysteem ontwikkeld om de kettingrail continu te kunnen reinigen. Na wat gesprekken op de vloer bleek het werken prettiger te worden als we de rail meteen 5 tot 10 cm naar boven zouden verplaatsen. Dat is dan een kleine moeite.“Critici van C2C veroordelen vaak het certificatencircus. Hoe belangrijk is het certificaat voor Ahrend en kan het ook zonder? Van Dijk: “In het afgelopen half jaar merken we vooral in overheidsaanbestedingen dat het certificaat een echte meerwaarde is. Onlangs hadden we een gemeentelijke aanbesteding waarin de certificering voor 30 procent meeweegt. Het certificaat is bovendien een erkenning voor de investeringen die je hebt gedaan om zover te komen.” Voor de toekomst ziet Van Dijk nog wel wat uitdagingen. “Natuurlijk hangt het af van mogelijke investeringen, maar we kunnen bijvoorbeeld aan nieuwe kleuren werken. Op dit moment zijn onze drie hardlopers, wit, zwart en zilvergrijs gecertificeerd, maar in totaal kennen we zo’n
plaats op de grond van vijf criteria: 1. Gezondheid van materialen 2. Hergebruik van materialen 3. Hernieuwbare energie en CO2-management 4. Watermanagement
Om een bepaald niveau te bereiken (basic, bronze, silver, gold, platinum) moeten alle vijf de criteria op dit niveau scoren; de laagste score telt voor het hele product. Op de website van het C2C Centre in Venlo (www. c2c-centre.com) is te lezen dat zes producten van Ahrend C2C zilver mogen voeren.
tachtig kleuren. Ook kunnen we kijken of we voldoende energie kunnen afvangen om het bad voor elektroforeselak op de warmtepompen aan te sluiten, dat zou weer een mooie stap zijn.”
Hobby
Wat raadt Van Dijk oppervlaktebehandelaars aan, die ook stappen willen zetten op het duurzaamheidspad? Zijn antwoord is kort en krachtig: “Gewoon beginnen!” Hij erkent dat het een lastig proces is, maar hij zegt erbij dat je vanzelf leert. “En het resultaat is de moeite waard. Je komt leuke technische uitdagingen tegen en daarmee laat je ook nog een kleinere voetafdruk op de wereld na. Het is voor mij echt een hobby geworden!” <
tekst: Desiree Driesenaar, 3Green oppervlaktetechnieken juni 2013
29
Thema beroepsopleidingen
Marc Scheer (Hogeschool Windesheim) kondigt de gastles van galvanobranche NGO-SBG aan. “Jullie krijgen later heel veel met oppervlaktetechniek te maken. Modern produceren heeft steeds meer met co-makership te maken, en bedrijven moeten dus op een goed technisch niveau kunnen communiceren en elkaar begrijpen.”
Galvanobranche geeft basiskennis mee aan production Engineers in opleiding
Dát zal ze leren! Een veelgehoorde klacht is dat werktuigbouwkundigen of engineers geen oppervlaktetechniek meekrijgen in hun opleiding, tot ze er op hun stageplaats achter komen dat dat nou net de reden is dat ze als stagiair ergens op gezet zijn. Dat deklagen eveneens met een reden ergens op gezet worden, was de samenstellers van de onderwijspakketten dan niet bekend. Werktuigbouwkundigen of engineers vinden dit zelf pas merkwaardig na de vraag of ze ooit iets ontworpen en geproduceerd hebben dat geen oppervlak heeft.
30
oppervlaktetechnieken juni 2013
Tijd voor wat constructief branchewerk dus. De galvanovereniging NGO-SBG, ofwel de Nederlandse Galvano Ondernemers / Stichting Bevordering Galvanotechniek, heeft hier een voorbeeldfunctie met de gastles op de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Ontwerp- en productieopleidingen zijn een stuk populairder dan metaalopleidingen en grijpen op een strategischer punt aan in de waardeketen, namelijk waar de keuzes gedaan worden die bepalend zijn voor de latere realiseerbaarheid en eindeigenschappen. Als daar de oppervlaktetechniek voet aan de grond krijgt, is de hele waardescheppende materiaalketen geholpen. De proefkonijnen voor deze eerste gastles bleken zelf al wortel geschoten te hebben in een vruchtbare voedingsbodem. Van de vijfentwintig jongens zijn er twee voor een studieopdracht bezig bij een oppervlaktebehandelaar, een thermisch spuiter in het noordoosten van het land. De instroom in de technische
richting is wisselend geweest, blijkt uit een gesprekje vooraf. Maar deze jongeren hebben inmiddels wel in de gaten dat ze in de roos hebben geschoten met alle media-aandacht en maatschappelijke herwaardering voor de technische richtingen. De tijd dat je bij wijze van spreken Gevoelskunde ging studeren en de overheid wel een ziekenfondspakket voor je inrichtte om je aan het werk te houden, is voorbij. Inmiddels zijn de waardescheppende sectoren de heelmeesters van de ziekenboeg die de Nederlandse “kenniseconomie” geworden is, en deze jongeren zullen er hun vakkennis straks prima in te gelde kunnen maken.
Allemaal met oppervlaktetechniek te maken De studenten Product Engineering worden direct of indirect de bestekschrijvers en selecteren de toe te passen technieken. Maar goed dat ze dus alvast wat meekrij-
Kees Hoogink (Hegin Metal Treatment bv): “Er wordt heel veel oppervlaktebehandeling toegepast in de elektronicasector. Procesbeheersing is dan enorm belangrijk.”
gen over wijdte- en diepteverhoudingen van doorvoeren, laagopbouw op scherpe randen, maar ook over de vele mogelijkheden die oppervlaktetechniek biedt ten behoeve van brandstofbesparing, levensduurverlenging, enzovoort. “Jullie krijgen allemaal heel veel met oppervlaktetechnieken te maken, dus we hebben John benaderd om praktijkvoorbeelden vanuit de galvano-industrie te behandelen die belangrijke aandachtspunten bevatten voor jullie als toekomstig engineer,” zo introduceerde Marc Scheer galvanospecialist John van der Zeeuw. Hij is werkzaam bij chemieleverancier Atotech Nederland bv en zou samen met directeur Kees Hoogink van galvanobedrijf Hegin Metal Finishing bv te Heerde de sessie voor zijn rekening nemen. Van der Zeeuw kondigde vervolgens Hoogink aan en stelde alvast een verslag in het nationale vakblad in het vooruitzicht, “om de opleiding te promoten.” “Dat is altijd goed,” flapte een student er prompt uit.
Vanuit de interesse werken
Eerst vroeg Van der Zeeuw wat de jongeren sowieso wilden weten, dan kon dat als eerste aan de orde komen en schoot het er niet bij in. “Hoe werkt dat met kunststof galvaniseren?”, werd er meteen in de groep gegooid. Dat stond sowieso op het programma, dus een ander dook erin met
“verchromen zijn ze bezig te verbieden, komen er alternatieven voor?” “Hoe passen jullie lasers toe?” trachtte een andere student spontaan de lesinhoud een beetje naar zijn hand te zetten. Kees Hoogink stelde direct vast dat deze groep duidelijk wat verder is in de basiskennis dan eerst gedacht. De reis naar de vakbeurs Surface werd door enkelen ook niet geschuwd. De
Goud in de vroege uurtjes
Hoogink opende zijn betoog met een aansprekende opdrachtgever, een bekende computerchipmachinemaker in Noord-Brabant. “Dat is een van onze grote klanten, er wordt heel veel oppervlaktebehandeling toegepast in die sector. Procesbeheersing is dan enorm belangrijk.” Leerdoelen voor de middag betroffen
“De toekomst ligt in de techniek, dat zal een belangrijk vak blijven in Nederland.” Kees hoogink, Hegin Metal Finishing bv een was op de hoogte van het lakken van kunststof bij stadgenoot Polymer Science Park, de ander wist van het kwalificeren van lasercladden dat onlangs door het Laser Applicatie Centrum Twente bekendgemaakt is (zie Oppervlaktetechnieken van december 2012, “Praktijkrichtlijn lasercladden gepresenteerd”; www.Oppervlaktetechnieken.com). Kortom: de interesse en leergierigheid zijn volop voorhanden. Van de 130 instromers zijn er nu vier klassen van dik twintig studenten over, en de vijfentwintig in deze groep gaan de buitenkans benutten die de NGOSBG hen voorgeschoteld heeft.
echter vooral de zaken waar ze als engineers rekening mee moeten houden. “Veel mensen komen met oppervlaktebehandeling in aanraking zonder het in de gaten te hebben. Het zit al in je wekker, dus bij het opstaan word je er al mee geconfronteerd.” Een wellicht wat ongelukkig gekozen voorbeeld, want de morgenstond heeft niet voor iedere student goud in de mond, om maar een gezegde uit de naoorlogse opbouwjaren aan te halen. “Of je nou een ouwe wekker of een nieuwe hebt. Of neem de stekker en het stopcontact: álles wat je in handen krijgt komt wel in aanraking met ons vak. Oppervlaktebehandeling is ook lakken en > oppervlaktetechnieken juni 2013
31
Thema beroepsopleidingen > poedercoaten en dergelijke, dat is zelfs een heel groot deel van de oppervlaktebehandeling, nog veel groter dan galvanotechniek,” trok Hoogink het even iets breder dan de metaaldeklagen uit de galvanotechniek.
Naar een hoger level
Niet alleen de eindproducten, ook het mogelijk maken van eindproducten vergt oppervlaktetechniek. Hoogink vervolgde: “Kleding is genaaid met machines met onderdelen die zeer duurzaam behandeld zijn om slijtvastheid te bereiken. Corrosiebescherming is de belangrijkste reden om een oppervlaktetechniek toe te passen,” haalde hij maar even de hele metaalverwerkende sector als bestaansreden aan. “En denk ook aan slijtvastheid: een zuiger in een auto gaat binnen de kortste keren rammelen. Ook pas je de technieken toe voor een visuele upgrading,” slingerde hij er per ongeluk een gaming-term doorheen, want door in hogere levels te komen kun je immers je speelfiguurtje upgraden.
sowieso ter sprake gekomen zijn. Maar nu kwam het al uit de groep: “Kun je ieder laagwaardiger metaal zo’n hoogwaardiger laag geven? Je had zo’n schema…” schoot een student hardop te binnen. Tegenwoordig kunnen ze bij de minste ingeving alles op internet nazoeken, dus het meegeven van enige basiskennis die op de juiste momenten weer te binnen schiet, is meer dan ooit een nuttige investering. John van der Zeeuw honoreerde vervolgens de leergierigheid door uiteen te zetten dat het in principe met ieder metaal zou kunnen, maar de basiszouten die in de metaaloplossing zitten zullen anders zijn. En niet ieder metaal lost op in chloride of sulfaten en dergelijke.
Keiharde tentamendiscipline
Hoogink kon er naadloos op aansluiten met zijn uiteenzetting over het elektrolytische proces. Glansmiddelen, bevochtigers, allerlei vaktermen kwamen langs die weer nieuwe vragen uitlokten, waardoor bijvoorbeeld toegelicht kon worden hoe je
“Vaak zit de oppervlaktetechniek heel ver weggestopt, maar oppervlaktebehandelingen zijn ook vaak heel voor de hand liggende dingen.” John van der Zeeuw, Atotech Nederland bv “Dat doe je voor de glans of juist voor een bepaalde matheid die je wilt bereiken.” De studenten zullen zelf met de oppervlaktetechnische kennis geüpgraded en op een hoger level het technisch-economische speelveld kunnen betreden. Ze werden door de boeiende voordracht zelf in ieder geval niet geplaagd door matheid, integendeel. Technische termen gingen er moeiteloos in. “Galvanotechnische lagen breng je ook aan ter verlaging van de overgangsweerstand, of voor de soldeerbaarheid.” Met deze groep kon hij moeiteloos levellen.
De juiste ingeving voorprogrammeren
Een uitleg over het verschil tussen thermisch dompelverzinken en elektrolytisch verzinken volgde – met een toelichting op de bekende naamsverwarring door het Engelse ‘galvanising’, dat voor de gesmolten-zinkbehandeling staat waar elektrolytisch verzinken met opgelost zink geschiedt. De galvanische reeks van edeler en onedeler metalen zou ongetwijfeld
32
oppervlaktetechnieken juni 2013
een mooie gladde laag krijgt of juist gewaarschuwd kunt worden voor vorming van brosse lagen. Na de pauze merkte docent Marc Scheer van Hogeschool Windesheim nog fijntjes op “dat de stof die tijdens dit gastcollege behandeld wordt tentamenstof is.” De vrijblijvendheid die gastcolleges doorgaans hebben, was er dus niet bij. Maar ze hadden geen tentamen nodig om aan het leren gezet te worden: Hoogink moest eerst nog maar eens verklaren hoe dat nou zit met driewaardig en zeswaardig chroom. Met stift en whiteboard werden de studenten direct naar de vroegere scheikundelessen teruggevoerd: “Stoffen hebben verschillende verschijningsvormen, dat heeft te maken met een aantal elektronen die in schillen om de kern rondgaan.” Hij gaf een uitvoerige, zowel theoretische als praktische toelichting waarop Van der Zeeuw ook nog eens af en toe inhaakte. Tot het wel weer genoeg was over dit onderwerp… “Nu is het wel duidelijk,” probeerde de vragensteller er een eind aan te knopen, hetgeen een ko-
misch slot was van deze passage. Hoogink verschoonde zich met de ruimhartige opmerking: “Het blijft complexe materie, ook voor ons, omdat we meer op de toepassing gericht zijn dan de chemie.” Met Van der Zeeuw vormde hij dus een ideaal duo voor deze setting.
Verwachtingen van latere werkgevers
Maar toen kwam het moment waarop de situatie werd omgedraaid en de galvanospecialisten onverwacht een vraag voor de groep uit de mouw schudden. “Wat verwachten wij van hbo’ers? Dat jullie meedenken in de vormgeving, procesverbeteringen helpen bedenken en in de bedrijfsvoering kunnen meewerken. Dus FMEA’s uitvoeren, dat had ik vijf of tien jaar geleden niet geweten, jullie wél,” lokte Hoogink een instemmende respons van herkenning uit. De Failure Mode and Effect Analysis en aanverwante benaderingswijzen behoren tot de gereedschapskist van de afgestudeerden, en dat komt goed van pas. “Wij hebben veel kleine seriefabricages van machineonderdelen, dat komt steeds meer op de procesbeheersing en procesborging aan. Wij moeten ons personeel dus goed opleiden, dan hebben we jongens als jullie en met jullie opleidingsniveau nodig. De toekomst ligt in de techniek, dat zal een belangrijk vak blijven in Nederland.” Van der Zeeuw kon het alleen maar beamen. “Bij ons als supplier geldt dat ook. Wij moeten met elkaar in conclaaf gaan over bijvoorbeeld gewichtsreductie, materiaalkeuzes zoals magnesium, verbeteren van stalen bouten, enzovoort. Vaak zit de oppervlaktetechniek heel ver weggestopt, maar oppervlaktebehandelingen zijn ook vaak heel voor de hand liggende dingen.” Marc Scheer sloot het college af door te benadrukken dat modern produceren steeds meer met co-makership te maken heeft, en bedrijven dus op een goed technisch niveau moeten kunnen communiceren en elkaar begrijpen. Hoogink bood nog even een excursie op zijn bedrijf aan, want dan zien ze het nog even in het echt ook. Er zaten geen (potentiële) klanten in de zaal, maar deze twee NGO-SBG/VOMleden hebben een diepte-investering gedaan in de toekomst van het vak! <
Meer informatie www.NGO-SBG.nl www.Windesheim.nl
oppervlaktetechnieken juni 2013
33
Thema beroepsopleidingen
Henkel Acadamy en Mikrocentrum verbinden theorie en praktijk
Onderwijs dat blijft hangen Henkels Technical Support Engineer Ron Nefs is docent bij lijmcursussen van het Mikrocentrum te Eindhoven. Hij geeft op mbo- en hbo-niveau cursus aan vakmensen die de beslissingen nemen: wanneer lijm toegepast wordt en met welk proces, op basis van zowel economische als technische afwegingen. “Dat is twee dagen theorie en een dag praktijk,” steekt hij van wal, “of zeven avonden en een dag praktijk.” Het is voor velen ook een kennismaking met lijmsoorten, en diverse voor- en nadelen per toepassing. “Toen ik 25 jaar geleden begon, kreeg je een potje lijm en moest je er maar je plan mee trekken. Nu gaat het om het integreren ervan in het productieproces.” Nefs spreekt van een “spagaat tussen twee werelden”: de lijmchemie en de applicatieapparatuur, zoals voor UV-uitharding. “De eerste keer vraag ik ze een case te presenteren. Dat mag een heel succesvolle zijn, maar het mag ook een negatieve ervaring met lijmen zijn. Dat bespreken we, en we bedenken hoe we het kunnen oplossen. Meestal is er wel
Technical Support Engineer Ron Nefs bereidt een trekproef voor. Hij is docent bij het Mikrocentrum en zit in de examencommissie van het Nederlands Instituut voor Lastechniek NIL.
een oplossing, maar je houdt altijd vraagstukken over, er zijn nou eenmaal beperkingen aan elke verbindingstechniek. Men ziet lijmen vaak nog als een lapmiddel: meestal word je geconfronteerd met een berg onderdelen die al klaarliggen en waarbij geen rekening met lijmen is gehouden.” Er zit naar verluidt net zo weinig lijmtechniek als oppervlaktetechniek in ontwerpersopleidingen, dus er is volop werk aan de winkel aan het cursusfront. Precies daarom heeft Henkel besloten om in een eigen Henkel Academy vanaf volgend jaar zelf ook lijmcursussen aan te bieden op 3 verschillende niveaus: Awareness, Basic en Expert. Het doel is om de deelnemers in België vertrouwd te maken met de wereld van lijmen. Door de nodige theorie en praktijk aan te reiken, kunnen ze zelf de mogelijkheden van lijmen in hun productieproces ontdekken.
De schijf van vijf
Er zijn vijf hoofdcategorieën lijmen: epoxy, acrylics polyurethannen, MS-polymeren (gemodificeerd-silaanpolymeren) en siliconen. Bij een goede lijmverbinding is de coating van de verlijmde delen de zwakkere schakel. “We moeten de klant soms overtuigen dat je eerst kan lijmen en dan poedercoaten en moffelen. Spleten zijn ook weg te werken met lijmen, maar de voorbehandeling is essentieel. De ketting breekt op de zwakste schakel. Trouwens, een boutverbinding kan een spleet 34
oppervlaktetechnieken juni 2013
hebben!” voegt Nefs volledigheidshalve toe. “Mechanische traditionele verbindingen als klikken, clinchen en bouten geven een risico op corrosie. Spleetcorrosie kun je met lijmen uitsluiten, maar een nadeel is dat je van tevoren het oppervlak goed moet voorbehandelen, zodat je beginnende corrosie verwijderd hebt.” Henkel heeft een handig hulpmiddel waarbij je met een kartonnen draaischijf metaalsoorten en de aanbevolen lijmverbinding kunt combineren. Ook zijn er normen, zoals de 6701 DIN voor railtoepassing. “Alle producenten worden geacht daaraan te voldoen en het schrijft voor dat bij lijmverbindingen de uitvoerende personeelsleden geschoold zijn met cursussen aan het Mikrocentrum of de TU Delft, en die gecertificeerd en geëxamineerd zijn bij het Nederlands Lasinstituut NIL. Dat lasinstituut legt dus ook al de verbinding naar nieuwe verbindingstechnieken,” geeft Nefs met een onbewuste woordspeling aan. Hij heeft zelf zitting in de NILcommissie en is examinator.
Reinheid voor en na
Verontreinigingen aan het oppervlak hebben uiteraard invloed op de voorbehandeling en oppervlakvoorbehandeling en daarmee op de kracht van de lijmverbinding. De link tussen de vele voorbehandelingstechnologieën en lijmtechnologie wordt desondanks niet altijd gelegd. “Het is dus belangrijk om met mensen aan
De Fokker Friendship is een beroemd voorbeeld van een zwaarbelaste verlijmde constructie met lange levensduur. (Foto: Jelle vd Wolf)
tafel te zitten die van beide werelden verstand hebben,” aldus marketing manager Peter de Jong. Nefs noemt als voorbeeld de uitharding van anaerobe lijmen: dan moet je geen reiniger hebben die tijdens het proces stoffen achterlaat zoals nitraten die tot nitrieten reageren. “Dan moet je geen anaerobe lijm kiezen. Als je beide technieken kent, leg je eerder de link. Bepaalde zuren hebben invloed op cyanoacrylaten, dan wordt de lijm ook nadelig beïnvloed.” Als koelvloeistof niet helemaal weggenomen wordt, heeft dat ook een nadelig effect op de uitharding van bepaalde lijmtypen, evenals conserveringsmiddel zoals siliconenolie. Zelfs corrosieremmers die als gasvormige transportbescherming in een gesloten verpakking meegaan, kunnen nadelige residuen achterlaten. “Dat is te controleren door een oppervlaktespanningsmeting. Een UV–fluorescentie zou ook kunnen, maar een druppeltestje is makkelijker,” verklaart Nefs.
Zink kan lijmuitharding vertragen Business Manager Paul De Weert doet ook regelmatig een duit in het zakje waar het mogelijkheden en moeilijkheden betreft. Het leuke aan presenteren vindt hij mensen enthousiasmeren voor lijmtechniek. “Soms krijg je ook een spin-off van mensen die inderdaad met zaken naar je toekomen, omdat ze op een idee gebracht zijn. Neem corrosie: er zijn verschillende manieren om iets te beschermen, maar dóé dat dan ook, daar is nog een stuk onwetendheid ondanks alle inspanningen en opleidingen. En misschien werken dis-
ciplines niet genoeg samen. Bij het verlijmen van metalen moet je ook kijken naar het ontvetten, chromateren, fosfateren en wát dan ook de processen zijn die erop volgen en welke invloed die hebben op de verbindingstechnieken.”
Invloed zinklaag op uithardingsproces
Als praktijkvoorbeeld noemt Nefs een parkeergarage waar hoeken uit een gelijmde constructie gebouwd waren, waar eerder door vermoeidheid lassen waren gaan scheuren. De speedgate van de parkeergarage is een voorbeeld waarbij lijmen een oplossing hebben geboden bij vermoeiing bij lasnaden. “Maar als je een zinklaag hebt, kan dat invloed hebben op het uithardingsproces. Een metalen oppervlak
waarop een anaerobe lijm gebruikt wordt voor een pengat met cilindrische verbinding, is uitstekend als er de juiste speling wordt aangehouden. Maar verzinken kan het uithardingsproces langzamer maken, want de zinklaag zorgt dat het product trager uithardt.” <
Meer informatie In december 2012, Thema Visie, is al een artikel verschenen over dit onderwerp: “Uit één stuk”, p. 43-45, www.Oppervlaktetechnieken.com/archief. Henkel Benelux Adhesive Technologies General Industry BeNeLux peter.dejong@henkel.com www.henkel.be
Cursus Lijmen Soorten en toepassingen, verwerking en beproeving Doel is overzicht en inzicht verschaffen in lijmsoorten, de kwalitatieve eigenschappen, de diverse toepassingsgebieden en de daarbij behorende verwerkingsprocessen. De cursus is bedoeld voor iedereen die, direct of indirect, betrokken is bij de ontwikkeling en toepassing van lijmverbindingen, en is op niveau mbo met meerjarige werkervaring of hbo. De duur is twee lesdagen plus een praktijkdag te Eindhoven of zeven avondbijeenkomsten van 2½ uur, een keer per week te Utrecht en een praktijkdag te Eindhoven. Na afloop ontvangt de cursist een bewijs van deelname. Meer informatie Barend Blom of Rianne Franken Tel.: 040 - 296 99 33 b.blom@mikrocentrum.nl r.franken@mikrocentrum.nl
oppervlaktetechnieken juni 2013
35
Thema beroepsopleidingen
RAAK:
bedrijven & onderwijs
Hogescholen doen onderzoek naar effectiviteit van nanocoatings
In 2009 stapten lectoraat en faculteit Life Sciences van Zuyd Hogeschool voor het eerst in een RAAKproject, bedoeld om de samenwerking tussen bedrijfsleven en hoger onderwijs aan te jagen. Met een budgetsubsidie van € 250.000 werd op initiatief van de Stichting Nanohouse en in samenwerking met het lectoraat Thin Films & Functional Materials van Fontys Hogescholen het project Easy2Clean opgestart om de mogelijkheden van nanotechnologie in de schoonmaakbranche te onderzoeken. De resultaten zijn boven verwachting. Samen met Nanohouse, CHILL en regionale universiteiten hebben Zuyd en Fontys inmiddels voor meer dan 2,5 miljoen euro aan vervolgtrajecten binnengehaald en er staan alweer nieuwe projecten op stapel. Tientallen grote en kleine bedrijven uit de regio hebben er hun voordeel mee gedaan.
De afgelopen jaren is de onderzoeksfunctie van hogescholen in Nederland sterk gegroeid. Het gaat hierbij vooral om onderzoek waarbij hogescholen een schakel vormen tussen universiteit en het bedrijfsleven door wetenschappelijke kennis in de praktijk toe te passen. Een voorbeeld van onderzoek waarbij nauw wordt samengewerkt met het bedrijfsleven is het RAAK-MKB Easy2Clean project, waarin de hogescholen (Zuyd en Fontys) met NanoHouse, TNO en een MKB-netwerk hebben samengewerkt aan een marktverkenning van duurzame coatings met een gemakkelijk te reinigen oppervlak. Het project had als doelstelling de implementatie en ontwikkeling van easy2clean-coatings in en door het MKB en heeft gewerkt als medium en katalysator voor uitwisseling van kennis, ervaring en apparatuur tussen ondernemingen en de genoemde kennisinstellingen.
Innovatief vermogen MKBondernemingen vergroten
RAAK-MKB is een subsidievorm van de Stichting Innovatie Alliantie (SIA) en richt zich op het bevorderen van kennisuitwisseling om het innovatief vermogen van MKB-ondernemingen te vergroten en hiermee de concurrentiepositie van de Nederlandse economie te versterken.
36
oppervlaktetechnieken juni 2013
Hogescholen ondersteunen de ondernemers hierbij door kenniscirculatie en kennisontwikkeling. Innovatievragen vanuit het MKB betrekken het onderwijs en onderzoek van de hogeschool bij de praktijk zodat het mes aan twee kanten snijdt. SIA is de organisatie die voor het Ministerie van OCW de ‘Regeling bevordering kennisfunctie hogescholen’ uitvoert, door een financiële bijdrage te leveren aan vraaggestuurde projecten vanuit het werkveld. Het RAAK-MKB-project Easy2Clean is in twee fasen uitgevoerd: De eerste fase bestond uit een inventarisatie van de marktvraag door verdiepende interviews met de
geïnteresseerde ondernemers en het creëren van een database van producten. Vervolgens is in een bedrijfsadvies dit aanbod gekoppeld aan de vraag. In de tweede fase zijn experimenten uitgevoerd, met name op gewenste product-substraatcombinaties.
Van interviews, via database naar product-markt-combinaties Via een vragenlijst zijn de beschikbare kennis en ervaring bij de bedrijven inzichtelijk gemaakt. In de inventarisatie is aandacht besteed aan de organisatie van het bedrijf, markten die worden bediend, technische en financiële vragen ten aan-
Tijmen prepareert het airbrush-pistool voor een praktijktest Easy to Clean, die ook aan bedrijven getoond zal worden. Op de achtergrond een taaie tegenstander: stroop! (archieffoto vakblad Oppervlaktetechnieken)
zien van easy-to-clean, patent-positie, en eerdere ervaringen met easy-to-clean. Op deze manier is van 18 zeer diverse MKBbedrijven een behoefte verkregen. De aard van de deelnemende MKB-bedrijven is zeer divers. Sommige bedrijven produceren coatings, terwijl andere bedrijven actief zijn in de after-market en op zoek zijn naar een coating die ervoor zorgt dat een specifiek oppervlak minder snel bevuild raakt of makkelijker te reinigen is. Op basis van de vragen is gestart met het creëren van een database, met een focus op substraateigenschappen, producteigenschappen van de coating en aanbrengtechnieken. De database, die
Tabel 1. Screenshot van een gedeelte van de database. De complete database wordt na e-mail contact ter beschikking gesteld door de onderzoekers.
ter beschikking is gesteld aan de deelnemende bedrijven, biedt een overzicht van 160 easy-to-clean-producten, die wereldwijd worden aangeboden. Een deel van de database is zichtbaar in Tabel 1. Op basis van deze database en de inzichten van de interviews, is voor elk deelnemend bedrijf een bedrijfsspecifiek advies opgesteld. Dit advies is besproken met de individuele bedrijven, waarmee de eerste fase van het tweejarig onderzoekstraject is afgesloten.
The proof is in the paste of the coating
In de tweede fase van het onderzoek is een aantal coatings geselecteerd op basis van de bedrijfsspecifieke adviezen en deze
coatings zijn getest op 5 verschillende substraten, te weten glas (glad en opgeruwd), RVS (glad en opgeruwd) en glas dat is gemodificeerd tot een hydrofoob oppervlak (geëtst glas). Deze substraten zijn gekozen om de hele keten van polaire tot apolaire substraten te bestuderen en zo de werking van een coating universeel te kunnen beschrijven. Een aantal coatings bleek niet direct leverbaar te zijn, maar uitsluitend op aanvraag ontwikkeld en geleverd te kunnen worden. Vanuit de gedachte dat een coating voor een gebruiker direct en eenvoudig beschikbaar dient te zijn, zijn deze coatings niet meegenomen in de analyse. Uiteindelijk is een 25-tal >
oppervlaktetechnieken juni 2013
37
Thema beroepsopleidingen
Figuur 2. Contacthoek van water op verschillende substraten voor een 4-tal verschillende coatingtypes. De contacthoek van de substraten wordt door het aanbrengen van de coating verhoogd tot een waarde van 100-120°. Verder is te zien dat de verschillen tussen verschillende typen easy2clean-coatings klein is.
> coatings van 13 verschillende leveranciers getest. Bij het aanbrengen van de coatings zijn verschillende aanbrengtechnieken met elkaar vergeleken, te weten: sprayen, dipcoaten en wrijven. Bij het testen van de coating is in eerste instantie gekeken naar de contacthoek van water en de oppervlakte-energie van het substraat. Een van de manieren om een oppervlak makkelijker reinigbaar te maken is namelijk door het waterafstotend (hydrofoob) te maken. De hydrofobiciteit van een oppervlak kan worden gemeten door middel van de contacthoek. Indien de contacthoek van water groter is dan 90° is het oppervlak hydrofoob. Bij contacthoeken groter dan 150° wordt zelfs gesproken van een superhydrofoob oppervlak. Ook de duurzaamheid van de coating is een aspect dat is meegenomen in de analyse van een aantal coatings. Algemene conclusies die zijn getrokken uit de testen op standaard-substraten zijn: - De meeste coatings ( >95 %) laten een
Figuur 3. Contacthoek van water op een 4-tal coatings van 1 leverancier. In deze figuur is te zien dat voor glas alleen coating1 een duidelijk verhoogde contacthoek vertoont, wat aangeeft dat de coating goed hecht. De andere coatings laten op onbehandeld glas nauwelijks een verhoging van de contacthoek zien, wat aangeeft dat de coating niet goed op het oppervlak heeft gehecht. Bij de glasplaatjes die zijn behandeld hechten de coatings goed en vertonen de verschillende coatings nauwelijks verschil.
aanzienlijke verhoging van de hydrofobiciteit zien ten opzichte van ongecoate substraten. Deze coatings vertonen een vergelijkbare contacthoek op een glad oppervlak, namelijk tussen 90° en 110° (figuur 2); - Wrijven en dipcoaten resulteert in een homogene coating. Sprayen (met handapparatuur) leidt bij veel coatings tot een niet-homogene oppervlaktebedekking doordat er druppelvorming optreedt; - Bij het testen van meerdere coatings van één leverancier blijkt vooral de hechting van de coating bepalend te zijn voor de goede werking. Indien de coating goed hecht vertonen de verschillende varianten gelijke eigenschappen (figuur 3); - Het opruwen van het substraat vergroot in veel gevallen de hechting van de coating (figuur 3). Behalve de beschreven standaardsubstra-
ten is ook een 9-tal substraten getest die zijn aangeleverd door de betrokken MKBbedrijven. Ook hierbij is gekeken naar de aanbrengmethode, de oppervlakte-energie, de wasbaarheid van de coating en zijn vuiltesten uitgevoerd. Bij de vuiltest hebben de bedrijven aangegeven aan welk vuil hun specifieke substraat vooral wordt blootgesteld en daar waar beschikbaar is dit ook gebruikt tijdens de experimenten (figuur 4).
Onderzoeken ook om meer studenten aan te trekken
Onderzoeken zijn voor het hoger onderwijs van levensbelang. “Onze docenten en studenten kunnen elk niveau aan. Als onderwijsinstituut zijn wij beter geworden en kunnen we meer studenten aantrekken. Zo snijdt het mes aan alle kanten.” Aldus projectleider Tosca van Hooy en lector Paul Borm. Namens het Geleense bedrijf Kriya Materials sluit directeur Edwin Currie zich daar graag bij aan. “Als
Nanotechnologie en hogescholen; workshop anti-microbiele coatings op Chemelot op 27 juni Nanotechnologie is al geruime tijd de focus van het lectoraat Life Sciences aan de Hogeschool Zuyd en het lectoraat Thin Films & Functional Materials aan Fontys Hogescholen. Met het testen van coatings die vaak gebaseerd zijn op nanodeeltjes of nanofilms hebben beide lectoraten een nieuwe stap gezet in de disseminatie van de kennis over dit soort producten binnen het MKB. Disseminatie van nanotechnologie is de signatuur van de Stichting NanoHouse, en het idee voor het project was gebo-
38
oppervlaktetechnieken juni 2013
ren. Zuyd en Fontys profileren zich als kenniscentrum voor nanocoatings. “We organiseren tests en breiden ons veldwerk uit. De kennis die we vergaren is een-op-een beschikbaar voor het bedrijfsleven. Oók en vooral voor het kleinere MKB dat geen middelen heeft om te investeren in R&D. Op dit moment lopen door RAAK gesteunde onderzoeken naar anti-microbiële coatings (workshop op Chemelot op 27 juni), UV-absorberende coatings en antireflectie coatings
Kriya Materials zien wij veel voordelen in het samenwerken met de kennispartners in de regio. Niet alleen kunnen we in een dergelijke samenwerking onderzoekstechnieken en kennis delen, ook helpen we mee aan het verrijken van de kennis omtrent nanotechnologie bij de onderwijsinstellingen. De ontwikkelingen in de technologie gaan snel en het is voor alle partijen in de regio van belang dat het curriculum in het hoger onderwijs dit reflecteert.â&#x20AC;? < Tosca van Hooy-Corstjens, projectleider Easy2Clean, faculteit Bèta Sciences and Technology, Zuyd Hogeschool Jan Bernards, lector Thin Films & Functional Materials, Fontys Hogescholen Paul Borm, lector Life Sciences, Zuyd Hogeschool
Figuur 4. Visuele beoordeling vuiltest. Links is een ongecoat substraat en rechts is een gecoat substraat. Beide zijn gedrenkt in schenkstroop. Het is duidelijk te zien dat de stroop op het ongecoate substaat blijft hechten, terwijl op het gecoate substraat slechts enkele resten van de aangebrachte vervuiling achterblijven.
Meer informatie Tosca.vanhooy@zuyd.nl
Wendy spuit een proefmonster op, treffend genoeg in het kader van een RAAK-project. (archieffoto vakblad Oppervlaktetechnieken)
oppervlaktetechnieken juni 2013
39
Thema beroepsopleidingen Hogeschoolcollege brengt de materiaalverduurzaming in beeld bij onderhoudstechnici
Ontwerpen zonder oppervlak? In januari werd op de Hogeschool Utrecht een college gegeven over ontwerpaspecten en corrosieverschijnselen bij procesinfrastructuur. Vergezeld van – soms schokkend – filmmateriaal, tot de verbeelding sprekende anekdotes en interessante praktijkvoorbeelden wist docent Edward Uittenbroek van Coating Kennis Transfer uit Gouda vijf uur lang beeld, software en discussie te combineren met een enorme hoeveelheid informatie over het brede vakgebied van de coatingtechniek. Een technisch overzicht kon natuurlijk ook niet ontbreken op een college als dit. Uittenbroek behandelde enkele veelgebruikte coatings voor corrosiebescherming en industriële toepassingen. “Dit zijn allemaal technieken waarmee je met een goede procesbeheersing kunt werken en tegelijkertijd een robuuste bescherming aanbrengt.” Op hoogspanningsmasten wordt een zogeheten reversibele coating toegepast, waarbij een nieuwe laag de oude opweekt zodat ze samen een geheel vormen. “Ga maar eens een hoogspanningsmast stralen. Dat lijkt me nou niet echt handig, zeker niet als er nog stroom op staat,” aldus Uittenbroek, die zelf straler is geweest bij een poedercoatspuiterij. 40
oppervlaktetechnieken juni 2013
Andere technieken werden ook naar voren gebracht, zodat de onderhoudstechnici in de (petro)chemie een beeld kregen van de vele mogelijkheden, waaronder layup-technieken waarbij een soort wikkelband wordt aangebracht, en metalliseertechnieken. Ook voor het verwijderen van coatings werden enkele mogelijkheden genoemd. Met inductiehitte is het mogelijk om hardnekkige coatings op een snelle manier los te krijgen en af te schrapen. Bekender is natuurlijk het stralen met straalgrit, hetgeen meteen een ankerprofiel aanlegt voor de hechting.
Lintjes knippen
Een bijzondere spuittechniek voor het aanbrengen van een coating op staal passeerde ook de revue. “Een kunststoflint wordt automatisch geknipt tijdens het spuiten, waardoor er allerlei flintertjes worden meegeblazen. Terwijl één coater in looptempo de machine over een groot oppervlak geleidt, lopen twee collega’s mee met elk een klein rollertje om de lak goed uit te rollen. Op die manier zit het overal goed in het staal en zijn de flinters goed ingebed in de lak. En dan heb je dus de bodem van een opslagtank gecoat.” Uittenbroek besteedde nog even kort aandacht aan keramische coatings en duplex-coatings, vooral om verwarring te voorkomen vanwege de verschillende betekenissen die deze termen kunnen hebben. Keramische coatings worden als organische coatings gebruikt om bijvoor-
beeld werkstukken te beschermen tegen erosieve slijtage. Zoals rioolinspectiewagentjes die een hoop zand meenemen op hun weg door de rioolbuis. “Dit moeten we niet verwarren met keramische lagen uit het thermisch spuiten. Hierbij brengen we metaaloxides aan en dus zijn het geen organische coatings.” Thermisch spuiten bestaat volgens Uittenbroek uit twee hoofdcomponenten: aan de ene kant het schooperen van bijvoorbeeld hekwerken en staalconstructies, aan de andere kant de meer industriële toepassingen zoals slijtwilllige lagen of thermische barrièrecoatings in straalmotoren, en uitschuifcilinders van sluisdeuren, waar overigens ook sensoren in onder te brengen zijn.
Integraal denken, “corrosietijdbommen”
Naarmate het college vorderde, en er allerlei filmpjes langs waren gekomen en bij diverse gelegenheden demonstratief een materiaalselectiesoftware geraadpleegd werd, legde Uittenbroek meer en meer de nadruk op integraal denken. Ontwerpfouten kunnen mooi materiaal tot een corrosietijdbom maken. De deelnemers mochten helpen meedenken hoe het wél had gemoeten. Het gaat vaak om voor de hand liggende zaken, zoals het afvoeren van regenwater maar ook het indeuken van ommantelingen die aan de naden gaan inlekken, doordat een leiding als opstapje wordt gebruikt. Corrosie onder isolatie is het beruchte gevolg. “Dat is dan ook meteen een veelvoorko-
Edward Uittenbroek (Coating Kennis Transfer) onderbouwt zijn met filmpjes en discussies doorspekte college door demonstratief materiaalselectiesoftware te raadplegen.
mend probleem: er zit haast nergens oppervlaktetechniek in ontwerpopleidingen. Eerst zeggen ontwerpers dat er al genoeg in de opleiding zit, en opleidingen krijgen ook al uit alle hoeken en gaten van alles aangeboden. Maar als ik ontwerpers vraag ‘heb je wel eens iets ontworpen waarop geen oppervlak zit?’, snappen ze het punt.”
Uit het oog, uit het hart
Er kwam een foto langs van een beschermkooi op de bodem van de Noordzee, die om de aansluiting van een olieleiding heen zit. De staalconserveerder waar hij de foto nam heeft expliciet toestemming gegeven om het te tonen, om zo zijn steentje bij te dragen. “Er zit een mooie gele coating op, maar wat valt op?” vroeg Uittenbroek. “Zo te zien is er gelast,” merkte een van de deelnemers op. “Dat is jammer van de coating, want die schroeit daardoor weg.” De kooi is gemaakt van gewoon wapeningsstaal. Uittenbroek: “De coater moet veel dunne laagjes aanbrengen om achter ieder hoekje en randje te komen, omdat de ontwerper denkt: we doen lekker makkelijk en nemen een betonmatje. Slim bedacht, maar de coater krijgt het zo op zijn bord.” Het credo luidt dus: beter op elkaar afstemmen en voor het coaten de con-
structie afmaken. Niet na het coaten nog gaan lassen. Daarnaast: de kooi ligt op de bodem van de Noordzee, dus als er in een later stadium nog iets aan mankeert, is een onderhoudsoplossing ver te zoeken. Holtes onder een (slecht aangebrachte) deklaag kunnen vochtophopingen veroorzaken en veranderingen in druk en warmte. “Lassen blijft dus een aandachtspunt, maar helaas wordt het steeds moeilijker om aan goede lassers te komen.” Een tip die Uittenbroek nog meegaf was staalconservering: liever doorgetrokken lassen dan kettinglassen. In de herhaaldelijk geraadpleegde software Corrosion Explorer (overigens niet meer in de handel verkrijgbaar) is veel over verbindingstechnieken te vinden.
kalibratie van de meetinstrumenten te checken, en neemt wat werkstukken en de proefplaatjes mee naar het door hem aangewezen lab.
Kwaliteitslabels, Qualisteelcoat
Meer informatie Sinds de editie juni 2011 zijn diverse artikelen verschenen over hogeschoolcolleges over dit onderwerp, in de serie “Het geheim van de smid”. Deze zijn te vinden op www.oppervlaktetechnieken.com/archief.
Het laatste coatingonderwerp van de dag was, niet geheel onbelangrijk: kwaliteitsnormen. Vooral het wereldwijd gevraagde Qualicoat en het relatief nieuwe Qualisteelcoat-kwaliteitslabel voor het aanbrengen van een laklaag zijn volgens Uittenbroek een goede maatstaf voor kwalitatief goede spuiterijen. Hiervoor komt enkele keren per jaar een inspecteur over de werkvloer met een onaangekondigde audit. Deze hangt zijn eigen proefplaten in de productielijn, loopt het lab in om de logboeken na te lopen en de
“De inspecteur doet ook testen met apparatuur die je als eenvoudig bedrijf niet hebt. Is alles in orde, dan mag je het kwaliteitslabel voeren. De trend in de industrie is dat opdrachtgevers steeds meer inzetten op prestatiecontracten, en willen werken met garantie. Kwaliteitslabels worden steeds belangrijker.” < Tekst en foto: Armand van Wijck, Aurora Science Communications
Aanmelding voor de collegereeksen Onderhoudstechnologie, Introductie Metaalkunde, en Introductie Corrosie: Centrum voor Natuur & techniek Lenneke Kok cvntmaterials@hu.nl www.cvnt.nl oppervlaktetechnieken juni 2013
41
Thema beroepsopleidingen
Instroom door uitstroom
Jonge aanwas door moderne aanpak van coatingtechniek in het technisch onderwijs
Docenten mbo-techniek kregen twee sessies coatingtechniek, waardoor ze dat aan hun eigen lessen kunnen toevoegen. Het terrein van Polymer Science Park in Zwolle was de locatie voor deze ‘les’ van coatinggoeroe Edward Uittenbroek van kennisoverdrachtbureau Coating Kennis Transfer te Gouda. Door theorie af te wisselen met filmpjes en praktijk, kregen de docenten veel nieuwe informatie waarmee ze zelf hun lessen over techniek kunnen uitbreiden. Alles heeft een oppervlak, daarom is deze vorm van techniek ook zo belangrijk. Te veel jongeren kiezen voor een opleiding in theater, kunst en psychologie, waardoor onze kenniseconomie verdwijnt. Belangrijke opleidingen verdwijnen of worden samengevoegd, zoals veel techniekopleidingen. Dat terwijl er juist veel behoefte is aan goed opgeleide, technische mensen. Een samenhangend beleid vanuit kennisinstellingen zou tot voldoende aanmeldingen per jaar kunnen leiden. De behoefte aan deze mensen is er wel, maar doordat de richting er niet is, kiezen leerlingen daar niet voor. Omgekeerd is het zo dat de richting er niet is, omdat de leerlingen er niet voor kiezen. Dit kip-ei-verhaal kan worden doorbroken door juiste en betere informatie te geven in het eerste jaar van de technische opleiding en zo de leerlingen een keuze op basis van de feiten te laten maken.
Train de trainer
Uittenbroek gaf eerder een soortgelijk seminar over bedrijfsinterne workshops voor Chef Lakkerij voor de leden van Europäische Gesellschaft für Lackiertechnik (EGL). De docenten onder de leden van de EGL kunnen dit onderwijs in hun eigen lessen onderbrengen. De workshop is zo 42
oppervlaktetechnieken juni 2013
gemaakt dat het niet alleen docenten en anderen informeert over wat coatingtechniek is en wat het doet, maar ook dat de deelnemers een idee krijgen over hoe ze zelf een les kunnen vormgeven. De theorie wordt voortdurend afgewisseld met aansprekende filmpjes, vaak een verduidelijking van wat daarvoor gezegd is. De deelnemers van deze week vroegen zich af waar de getoonde filmpjes vandaan kwamen en waren verrast toen ze eenvoudig van de televisie bleken te komen. Er was ook nog een vraag over in hoeverre oppervlaktetechniek in ontwerpopleidingen de creativiteit afremt doordat de beperkingen van de processen dan naar voren komen. Integendeel: de praktijk zou juist zijn dat het kennen van de mogelijkheden leidt tot meer creativiteit in de ontwerpfase, lichtte Uittenbroek toe. Het kennen van beperkingen voorkomt ook teleurstelling achteraf.
Wat is coating?
Uit de groep kwam al snel de vraag wat coating eigenlijk is. Is het ‘gewoon’ verven of is het meer dan dat? Coating is eigenlijk het plastificeren van metaal. Coating heeft drie functies: verfraaiing, bescher-
ming en functionalisering. Coating wordt weinig meer onderwezen, dat is ook omdat veel mensen het belang ervan onderschatten. Terwijl er toch regelmatig voorvallen zijn die voorkomen hadden kunnen worden door goed onderhoud en goede coating. Coating kan ook zelfherstellend zijn. Nederland is koploper op dat gebied. De hechtsterkte meet je bijvoorbeeld met een buigtest, toonde Uittenbroek met een trechtervormige proefplaat. Naast bescherming kan coating ook voor energiebesparing zorgen. Door een aangroeiwerende coating aan de onderkant van een schip aan te brengen, vaart dat schip sneller. Er blijft minder aan de onderkant plakken. Ook kan door de coating bioinvasie van gebiedsveremde organismen verminderen. Een vliegtuig met dunne
De mbo-docenten werden aan het werk gezet met een heus “prak-ticum voor verfprakkers”, zoals de geuzennaam van verflaboranten luidt.
Docententrainer Edward Uittenbroek (Coating Kennis Transfer) demonstreert een temperatuuromslagkleur met een mok die hij eens overhield aan een congres in zijn eigen standplaats Gouda.
vliegtuiglak verbruikt minder energie dan een vliegtuig met dikke lak. Daarom is het ook belangrijk dat de laagdiktebeheersing goed onder controle moet zijn bij leerlingen. Enkelen mochten niet opgaan voor niveau 3 omdat zij die beheersing niet voldoende onder de knie hadden, meldde een docent.
Kleurverschillen
Als de coating dan toch goed is, doe het dan mooi, zodat je object niet lelijker wordt. In de industrie worden andere kleuren gebruikt dan bijvoorbeeld in de architectuur. Om dan toch met een goede coatingkleur te komen, valt niet altijd mee. Daarbij krijg je op staal een ander resultaat dan op hout. Kleurstalen in winkels zijn doorgaans op papier, waardoor het resultaat eigenlijk altijd anders is in de praktijk. Je smeert de coating namelijk meestal niet op papier. Ook golven en hoeken in het oppervlak kunnen voor kleurverschil zorgen, ook al is het optisch. Met een foto van twee rode auto’s naast elkaar waarvan eentje enorm verbleekt is, is de werking van UV-stralen op kleuren goed te zien; deze maken de coating kapot. Het beste is om met een kleurenmeter te werken, om er zeker van te zijn dat de kleur overal hetzelfde is. Zowel lichtbron, kijkhoek als waarnemer kunnen een verschil in kleurbeleving opleveren. En als twee delen van een constructie, bijvoorbeeld plaatwerk en de bevestigingsmaterialen, bij verschillende spuiterijen gecoat zijn… En beiden hebben binnen specificatie geleverd maar in een andere richting aan de rand van de toegestane kleurbandbreedte… wie moet dan het overcoaten betalen?
Bij schadeherstel is het bovendien een probleem dat oudere coatings al enigszins gedegradeerd en van kleur verschoten kunnen zijn.
Levensduurvoorspelling
Dat je met watergedragen lak prima tegen corrosie kunt beschermen, toonde een foto van het dak van een trein, waar koperslijpsel van een bovenleiding op valt. Dankzij een goede barrièrewerking van de deklaag lokt het koper geen corrosie uit. Hoe lang coatings meegaan, is bijna niet te voorspellen. Dat hangt van heel veel omstandigheden af. Een auto in een land met veel sneeuw heeft veel meer te verduren van zoutoplossingen op de weg, dan een auto in een warm land. Hoe lang een coating zijn functie behoudt is mede afhankelijk van het ontwerp, het gebruik en het onderhoud. Er zijn gevallen waarin coating alleen een tijdelijke functie moet hebben, ook dat kan.
Interactie
Tijdens de workshop was er op meerdere manieren interactie. Niet alleen kregen de deelnemers veel foto’s en filmpjes te zien, ook moesten zij zelf aan de slag. Aan het begin van de workshop waren werkmappen uitgedeeld met prints waarop de cursisten aantekeningen konden maken. In de map zat een vierkleurenpen. Die was bedoeld om diverse soorten aantekeningen eenvoudig te herkennen. Blauw is voor notities, groen is voor mogelijke beroepen voor leerlingen, zwart is voor methoden en bronnen die je kunt raadplegen en rood is voor actiepunten voor iedere deelnemer zelf. In het slotdeel van de
workshop kwam het echte werk: zelf verf maken. Met droog gemaakt eigeel (curieus genoeg zit daar het meeste eiwit in), druppels voorgekookt water en kleurstof, maakten de cursisten een pigmentpasta. Door het aan te lengen met water werd dit verf, hoe meer water, hoe dunner de verf. Op een paneel schreven de cursisten het ‘leereffect’ van deze dag. Tussendoor had Uittenbroek wat meerkeuzevragen gesteld met vaak opmerkelijke antwoorden. Toen de verf gemaakt was, gaf hij de antwoorden. Het aantal goed beantwoorde vragen kreeg een prominente plek. Verder kwamen op het paneel de totalen van het aantal beroepen die de cursist had gevonden (met de groene pen geschreven), het aantal bronnen en methoden dat de cursist ontdekt had tijdens de workshop (met zwart geschreven) en het aantal actiepunten dat hij voor zichzelf had opgeschreven (met rood). Zo had iedere cursist voor zichzelf duidelijk wat hij geleerd had deze dag en waar hij mee verder kon en wilde. De moduleschrijvers kregen het boekje Basiskennis Lak mee. Na deze praktische onderwijsworkshop volgt eind juni een tweede bijeenkomst waarbij de verfapplicatie het onderwerp zal zijn. Na een bespreking van de al gebruikte bronnen en het doorspreken van lesmethoden zal het practicum bestaan uit het maken van online lesmodules. < Tekst en foto’s: Joke Heikens, Joke Heikens Tekst Meer informatie www.PolymerSciencePark.nl www.CoatingKennisTransfer.com oppervlaktetechnieken juni 2013
43
Lezing op de Roestvaststaaldagen, sessie Oppervlaktetechniek
Diffusietechniek Het verbeteren van de sterkte en slijtbestendigheid. Het verhogen van vermoeiiingsweerstand en levensduur. Kosten-, gewichts- en materiaalbesparing. Het harden van roestvast staal kent vele voordelen, maar ook een flink nadeel: de corrosieweerstand kan afnemen. Sales en Business Development Engineer Jeroen Jansen presenteerde op de Roestvaststaaldagen te Gorinchem de oplossing van het Eindhovense Heat & Surface Treatment (H&ST), tijdens de sessie Oppervlaktetechniek van slotdag 18 april.
Een van de meest gebruikte types is austenitisch RVS, dat niet magnetisch is en een goede corrosieweerstand biedt: het bestaat voor meer dan zestien procent uit chroom en voor acht procent uit nikkel. “Austenitisch RVS is alleen te harden met behulp van een thermochemisch diffusieproces,” aldus Jansen. “Maar omdat dit klassieke nitrocarboneren vaak bij hoge temperaturen van boven de 500 °C plaatsvindt, vormt er zich veel chroomnitride en chroomcarbide.” Dit weerhoudt een groot deel van het chroom ervan om aan de oppervlakte een chroomoxidehuidje te vormen tegen corrosie.
Diffusietechniek voor RVS
“Bij H&ST hebben we een diffusietechniek ontwikkeld voor austenitisch RVS, gebaseerd op het nitrocarboneren in gas,” vervolgde Jansen. “Bij deze techniek, die we Stainihard® hebben genoemd, treedt geen verlies op van corrosiebestendigheid, omdat de diffusie plaatsvindt bij een lage temperatuur.” Er vindt bij een temperatuur een diffusie plaats van koolstof en stikstof. Er vormt zich een zogenaamd Sfase-austeniet waardoor er drukspanning ontstaat die uitgedrukt kan worden in een hardheidswaarde van meer dan 1.000 HV 0,05 . “Ik vergelijk het altijd met het aanspannen van je arm. De huid wordt dan ook hard,” legde Jansen uit. De zo ontstane laag is volgens Jansen “volledig naar binnen toe gediffundeerd. Er vindt dus geen laagopbouw plaats zoals bij coatings het geval is.” De laag bestaat uit een stikstoffase en een koolstoffase. De stikstof zorgt voor de zeer hoge hardheid 44
oppervlaktetechnieken juni 2013
aan het oppervlak, tot wel 1.400 HV 0,05, en de koolstof geeft de diepte aan die in de regel tussen de tien en dertig micron ligt. “Het is een proces dat in de gasfase verloopt, dus het volgt exact de contouren van een product,” lichtte Jansen toe. Een andere deelnemer voegde hier nog aan toe: “Het zal ook de weerstand tegen spanningscorrosie verhogen, omdat er met deze methode een hoge drukspanning ontstaat in de koolstof-stikstoflaag.” De techniek is inmiddels geaccepteerd door FDA (voedingsmiddelenindustrie) maar kent ook legio toepassingsmogelijkheden in onder meer de medische, automobielen olie- en gasindustrie. “Denk bijvoorbeeld aan assen, plungers, snijringen en diverse pomponderdelen,” aldus Jansen.
Een beeld van een RVS waarop de stainihard-methode is toegepast en indien mogelijk duidelijk zichtbaar.
Maatvastheid
Een kritische vraag kwam uit het publiek: “Hoe zit het met de maatvastheid na dit proces?” Volgens Jansen blijft het binnen enkele micrometers stabiel. “Voor hoogwaardige producten, zoals de conductorindustrie, mag het niet meer zijn dan twee tot drie micrometer. Dan zullen we
De sessie oppervlaktebehandelingen was met rond de honderd belangstellenden de best bezochte van de drie RVS-dagen. Hier Jeroen Jansen van Heat & Surface Treatment.
voor RVS achteraf nog wel elektrolytisch moeten polijsten.” Wanneer producten vooraf zwaar gedeformeerd zijn (bijvoorbeeld stans- of buigdelen), dient er rekening mee gehouden te worden dat de corrosiebestendigheid die daardoor al slechter is mogelijk nog iets verder afneemt. Om dit tegen te gaan moeten vooraf maatregelen worden genomen, zoals bijvoorbeeld het product oplosgloeien en daarmee dus de structuur resetten.
Verbinden van RVS
Naast het harden van RVS besprak Jansen ook het verbinden van RVS, vanwege de ruime ervaring een doorontwikkeling van vacuümsolderen binnen H&ST. “De voordelen van vacuümsolderen zijn dat je geen fluxtoevoegingen nodig hebt en indien het een hardbaar materiaal betreft het product na het solderen ook meteen gehard is,” aldus Jansen. “Ook is het mogelijk om hiermee metalen te verbinden met keramiek. Het zijn erg sterke producten, met een behoud van meer dan negentig procent van de sterkte ten opzichte van
Vacuümoven voor HD Brazing.
Voorbeeld van een gehard product voor een aspergeschilmachine.
een product dat uit één stuk is gemaakt. De verbindingen zijn aseptisch: vrij van kieren en spleten. Erg belangrijk voor bijvoorbeeld de voedingsmiddelenindustrie.” Om een commercieel tintje te geven aan de vacuümsoldeer-expertise, heeft H&ST het zogenaamde high density brazing (HD Brazing®) op de markt geïntroduceerd. Jansen legde uit: “Dit is vacuümsolderen, maar dan voorbereid in een clean room omgeving. Een must voor bepaalde toepassingen, omdat het vacuümsolderen erg nauw luistert.” Zeker waar het gaat om producten voor de conductor- en aerospace–industrie. Jansen: “In veel gevallen is vacuümsolderen een beter alternatief dan lassen. Het HD-Brazing® pretendeert niet een goedkoop proces te zijn, maar je kunt er veel mee winnen in kwaliteit en levensduur, waardoor de extra investering zich op lange termijn terugverdient.”
rosierisico’s tijdens het verbinden van ongelijksoortige materialen? Want een soldeersel heeft zelf weer een bepaalde samenstelling ten opzichte van het materiaal.” Volgens Jansen is dit typisch iets dat altijd vooraf onderzocht moet worden. “Met ongelijkmatige materialen is er altijd een dat chemisch bestendiger is dan het ander. Maar omdat we onder vacuüm werken, luistert het minder nauw om een chemische soldeer te nemen. Natuurlijk moeten we ons altijd realiseren welke elementen er in oplossing gaan, want bij de soldeer willen we dat voorkomen. Veel toepassingen vragen daarom echt om nadrukkelijk onderzoek, maar dan heb je wel een product dat jarenlang meegaat.” < Tekst: Armand van Wijck, Aurora Science Communications
Galvanische corrosie bij verbindingen
De bezoekers in de zaal lieten zich nog eenmaal kritisch horen: “Hoe zit het met het voorkomen van galvanische cor-
Meer informatie www.heattreatmentbenelux.com oppervlaktetechnieken juni 2013
45
Op de stands kon nadere informatie ingewonnen worden.
De hal waar de pitches werden gehouden.
Eerste NVVT/VVVF Coatings Innovatiedag in Eindhoven
Nieuwe oppervlaktebeha Op donderdag 25 april 2013 werd de eerste Coatings Innovatiedag georganiseerd door de VVVF (verfen drukinktfabrikanten) en de NVVT (verftechnici) in het Evoluon in Eindhoven. Beide verenigingen, die een lange bestaansgeschiedenis hebben en altijd gescheiden optrokken, ontmoetten elkaar om samen met de wetenschap en onderzoeksinstituten een dag lang over innovatie te praten. Sprekers en inspirerende “pitches”, waar stilgestaan kon worden om persoonlijke uitleg te krijgen over de allernieuwste technische mogelijkheden, vulden de dag.
Burgemeester Rob van Gijzel opende de dag met de woorden: “De wereld verkeert in een megatransitie: voedsel, gezondheid, energie en veiligheid zijn ontoereikend en de bestaande systemen dienen te worden aangepast”. De regio Eindhoven heeft een “brainport” op het gebied van toptechnologie en kennisindustrie in Nederland. Eindhoven is uitgeroepen tot de slimste regio in de wereld, waar overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken (Triplex Helix). Eindhoven had in 1998 nog 75.000 arbeidsplaatsen doordat grote bedrijven hun fabrieken verplaatsten naar Azië en Philips het hoofdkantoor verplaatste naar Amsterdam. Nu, vijftien jaar later, telt Eindhoven 150.000 arbeidsplaatsen en heeft het een geweldige kennisinfrastructuur opgebouwd waarmee innovatie opgepakt kan worden.
High Tech Campus
De traditionele manier van innovatie plegen werkt niet meer. Op de High Tech Campus werken meer dan honderd instituten samen aan nieuwe ontwikkelingen. In de pre-competitieve fase van een ontwikkeling wordt het steeds duurder en 46
oppervlaktetechnieken juni 2013
complexer om alles zelf te kunnen doen. Instrumenten, speciale ruimtes, maar ook ideeën om nieuwe oplossingen te zoeken worden bijeengebracht, waarbij bedrijven of instellingen capaciteit kunnen huren. Zelfs het grote Samsung heeft een plaats gehuurd om werkzaamheden te ontwikkelen naast Philips en andere grote bedrijven. Ook kleine bedrijfjes zijn aanwezig om een plaats te veroveren in de keten van toeleverancier zijn voor allerlei technologische ontwikkelingen. Voor de verfen drukinktindustrie biedt Eindhoven het Dutch Polymer Institute (DPI), TNO en de Technische Universiteit, die steeds meer nieuwe projecten oppakken.
Met verve ondernemen
Volgens het DPI Value Centre gaat het bij nieuwe ideeën vooral om de manier waarop een start gemaakt kan worden met het vermarkten ervan. Het centrum levert tien ingrediënten voor mensen of instellingen met goede ideeën om succesvol een bedrijf te starten. Het succes van Philips zat niet in de uitvinding van de gloeilamp, maar in het opstellen van het juiste team om het bedrijf te starten. Kennis combi-
NVVT-leden luisterden met interesse.
andelingstechnieken! neren met een sterke verkoper en een goede investeerder was hier de formule. Het succes van Rembrandt zat in het sneller en groter willen schilderen, waardoor een unieke grondlaag werd samengesteld uit een combinatie van zand en klei. Ook Picasso werd gedreven door de wil om sneller en duidelijker lijnen te schilderen, waardoor hij Ripolin-huisschilderverf ging gebruiken. Maak van de nood een innovatie en zorg dat een goed team het verder kan dragen. De huidige tijd staat voor geweldige uitdagingen waarvoor veel nieuwe ondernemers nodig zijn. Dat begint altijd bij een kennisinstelling waarmee nieuwe ondernemers tot nieuwe business kunnen komen. Op dit moment liggen projecten als selfhealing coatings en fibers te wachten op investeerders en verkopers. Ook biobased coatings krijgen veel aandacht in de kennisinstellingen en komen binnenkort in aanmerking voor nieuwe business. In deze pre-competitieve fase van productontwikkeling is een open communicatie noodzakelijk en kunnen bedrijven aanhaken om mee te doen. Brouwer sprak over een “gecalculeerde openheid”, waarbij deelnemen aan een
kenniscentrum betekent het sponsoren of inhuren van capaciteit om het project verder te ontwikkelen. Een plaats waar verbeelding werkelijkheid kan worden.
Pitches
De VVVF had alle kenniscentra in Nederland uitgenodigd om ideeën en nieuwe onderzoeksprojecten aan te melden voor de Coatings Innovatiedag. Uit de aanmeldingen zijn tien projecten geselecteerd om een presentatie te geven en voor de aanwezigen in een stand een persoonlijke toelichting te verzorgen. 1
Ontwikkeling van release-technologieën voor verlengde bescherming van coatings tegen micro–organismen, door Bart Erich van TNO. Antifoulings werken door een hoge afgifte van gif in de beginfase, maar later werken ze steeds minder. Door het gif efficiënter te gebruiken ontstaan meer mogelijkheden. Een ontwikkeling is gestart om het gif pas te laten vrijkomen als er een micro-organisme bij komt. Inmiddels hebben proeven aangetoond dat een betere bescherming ontstaat als
micro-organismen worden gelokt met een giftige “boterham” waar zij zich dood aan eten. Na één maand kweektest geeft het nog een perfecte bescherming, terwijl een standaardtest na twee dagen is begroeid. 2
Stabiele coatings waarvan het oppervlak naar believen te modificeren is, door Ton Loontjes van de Rijksuniversiteit Groningen. Een geblokt isocyanaat wordt aangebracht op een substraat waarvan het oppervlak te veranderen is in een oppervlak met hydrofobe of hydrofiele eigenschappen of zelfs met antifouling-eigenschappen. De ondergrond moet temperatuurbestendig zijn omdat het isocyanaat wordt bevestigd boven de 125ºC. Toepassingsmogelijkheden liggen voorlopig in het medicinale gebied om implantaten bepaalde eigenschappen te geven. 3
Solar Reflectieve Colorants, door Bas van Ravenswaaij van CPS Color bv. Nieuwe solar reflectieve pigmenten (BASF) reflecteren het IR-licht, waardoor ze minder warm worden dan de gebruikelijke pigmenten. Het verschil kan oplopen oppervlaktetechnieken juni 2013
47
8
Het inzetten van sol-gel-chemie voor duurzame hechting van verf op hout, door Niels Lutke Schipholt van SHR. Onthechten van verf op hout door IR/ UV-licht en vocht is op gevels een van de grootste problemen. Door zwelling en krimp onthecht de verf. Door sol-gel-chemie kan hout beter gestabiliseerd worden, waardoor de zwelling-krimp verdwijnt en verf beter blijft hechten. Door een reactie van functionele silanen (SiH4) in hout ontstaan netwerken die het hout beter beschermen. Sinds 2009 worden testen gedaan die veelbelovend zijn en kunnen ook dunne lagen een lange bescherming kunnen geven aan met sol-gel behandeld hout. 9
Een pitch wordt nader toegelicht.
tot 10-12ºC, waardoor donkere kleuren bijvoorbeeld aanzienlijk minder warm worden. Toepassingen worden gezocht in coatings voor autostoelen, maar ook in tuinmeubelen of vloercoatings. 4
Bio-aromaten-programma op de Green Chemistry Campus, door Joop Groen van TNO. Er wordt te veel geconsumeerd, waardoor we te veel grondstoffen gebruiken en te veel afval laten ontstaan. Met de afvalstof lignine (houtstof) kunnen veel waardevolle producten worden gemaakt. Lignine is de stof die voorkomt in de celwand van planten. De sterkte van hout is het resultaat van de interactie tussen cellulose en lignine, en lignine bestaat voor een groot deel uit aromatische verbindingen, die we weer goed kunnen gebruiken. 5
Voortgang in het begrijpen van het watertransport door coatings op hout, door Özlem Gezici van de Technische Universiteit Eindhoven. Water en waterdamp door coatings op hout kunnen worden gemeten met NMR (Nuclear Magnetic Resonance) waardoor verschillen kunnen worden vastgesteld tussen allerlei verschillende coatings. Ook verschillen tussen houtsoorten kunnen heel nauwkeurig worden onderzocht. Acrylaten laten een open structuur zien, in tegenstelling tot alkydharsen die hout kunnen afsluiten. Ook verschillen tussen alkydharsoplossingen en alkydemulsies kunnen zichtbaar worden gemaakt. 48
oppervlaktetechnieken juni 2013
6
Nieuwe pigment-dispergeertechnologie voor watergedragen lakken, door Dirk Mestach van Nuplex. De meeste polymeren (bindmiddelen) kunnen pigmenten goed bevochtigen, maar door de overgang naar watergedragen technologie zijn nieuwe dispergeermiddelen nodig. Blok-copolymeren kunnen worden gebruikt om stabiele pigmentdispersies te maken waardoor de waterbarrière kan worden doorbroken. Hierdoor kan tijdwinst in het dispergeren en een goede fijnheid worden gerealiseerd, maar ook betere eigenschappen van de uiteindelijke verf, zoals betere bestendigheid en betere dekking. Hierdoor kan het gebruikte titaandioxide efficiënter worden gemalen waardoor reductie mogelijk is. 7
Zelfherstellende coatings met herwinbare grondstoffen, door Mariëlle Wouters van TNO. De Diels-Alders-reactie in de chemie legt de basis voor het verduurzamen van olie om er verf van te kunnen maken. Deze reactie zet een olie om in standolie, waardoor de bestendigheid toeneemt. Ook in de groene chemie wordt deze reactie gebruikt om meer plantaardige stoffen te gebruiken en te voorkomen dat afval ontstaat. Bij zelfherstellende coatings worden microcapsules gebruikt om een polymeer in te bouwen dat bij een beschadiging vrijkomt om zichzelf te kunnen repareren.
Groenere antifouling coating met vanadium enzymen, door Rokus Renirie en Fleur van Broekhuizen van IVAM Universiteit van Amsterdam. De huidige techniek is sterk milieubelastend door het gebruik van biociden. Zeewieren bevatten van nature vanadium haloperoxidases om hun oppervlak schoon te houden. Het vanadaat (VO4) is niet vervuilend en komt veel in water voor om als werkzame stof gewonnen te worden. De stof is stabiel van -20ºC tot 80ºC en is resistent tegen oplosmiddelen. IVAM is op zoek naar partners om dit idee verder te ontwikkelen tot een coating waarop geen aangroei plaatsvindt. 10 Printed Electronics: the role of the coatings industry, door Corné Rentrop van TNO. De coatingindustrie heeft een belangrijke rol om met de nieuwe technologie van organische elektronica en de toepassing van 3D-printtechnieken en zelfherstellende materialen oplossingen te bieden aan de problemen van toenemende vervuiling en energietekort. Door coatings kunnen geleidende structuren worden gerealiseerd, waarbij functies kunnen worden toegevoegd met sensoren, ingebouwde chips en pigmenten die gevoelig zijn voor temperatuur, vocht of licht. De coatingindustrie heeft ook kennis van substraten, materialen en vloeistoffen, maar kan meer toevoegen dan alleen kleur en bescherming. < Tekst en foto’s: Adrie Winkelaar, CTC Consult Meer informatie www.NVVT-Nederland.nl www.VVVF.nl
kleur & glans
moffelovens
naverbrandingsinstallaties
www.emotech.nl / tel: 053-4301500 www.emotech.nl / tel: 053-4301500 Gullimex B.V. tel. 074-2657788
kleurenwaaiers Hellema Kleur kaarten Harderwijk The Netherlands
l uw Voor a aties resent p r u e rs l k waaie & n e kaart or Ral ook vo WWW.HELLEMAKLEURKAARTEN.NL
Kunststoflakken
natlak Energy Partners Systems B.V. tel. 026-4720350, fax 026-4721507
Glasbeek Finish B.V. tel. +31 (0)182 612988 fax +31 (0)182 611193
Rippert Benelux B.V. Oslo 10 2993 LD Barendrecht Nederland tel: +31 (0)180 645 281 fax: +31 (0)180 645 28
onderhoud aan straalinstallaties en werpstralers Schaepman’s Lakfabrieken BV tel. 0384211345 / fax 03842210801 info@schaepman.nl www.schaepman.nl
natlakken (afdekmaterialen)
EPSI Europe BV tel.010-4150155, fax 010-4154099 ask-it@epsi-europe.com www.epsi-europe.com
HangOn B.V. tel. 077-3999630, fax 077-3988419 info@hangon.co, www.hangon.com
laagdiktemeters
WSB Finishing Equipment BV Utrecht: 030-2414155 Wolvertem: 02-2694675 www.wsb-wagner.eu
marine coatings / Scheepvaartlakken
Industrihängare K AB tel: +46 371 51 16 85, fax: +46 371 149 96 www.industrihangare.com
natlakspuitapparatuur Elcometer NL tel: 030-210 7005, fax: 030-210 6666 www.elcometer.com info@elcometer.com
Gullimex B.V. tel. 074-2657788
Helmut Fischer Meett. BV Tarasconweg 10, Eindhoven tel. 040-2482255, fax 040-2428885 www.helmutfischer.nl netherlands@helmutfischer.nl
Voor coatings met meer waarde en minder kosten ELA Coatings BV tel. +31 (0)10 24 373 99 88 m. +31 (0)6 150 500 54 e.lagerweij@elacoatings.com www.elacoatings.com
metaal oppervlaktebehandeling
CZL Tilburg BV tel. 013-5703370, fax 013-5704906 info@czltilburg.nl / www.czltilburg.nl
Leering Hengelo B.V. tel. 074-2558282, fax 074-2422373 info@leering.nl, www.leering.nl
Renztech tel. 0172 - 47 5954 j.renzenbrink@planet.nl www.renztech.nl
lijmspuitapparatuur
Voor coatings met meer waarde en minder kosten ELA Coatings BV tel. +31 (0)10 24 373 99 88 m. +31 (0)6 150 500 54 e.lagerweij@elacoatings.com www.elacoatings.com
Energy Partners Systems B.V. tel. 026-4720350, fax 026-4721507
Nordson Benelux B.V. Bergerstraat 10, 6226 BD Maastricht tel. 043 - 3526000 poeder.info@nl.nordson.com www.nordson.nl
Paint It The Application Company tel: 0318-643 260, fax: 0318-643 042 www.paintit.nl / info@paintit.nl
Rösler Benelux B.V. tel. 0412-646600, fax 0412-646046 rosler-nl@rosler.com www.rosler.nl
Sybrandy B.V. Amersfoort tel.033-4545666, fax 033-4655561 www.sybrandy.nl
ontbramen
Rösler Benelux B.V. Tel. 0412-646600, fax. 0412-646046 rosler-nl@rosler.com www.rosler.nl
ontlakken (in loon)
C&T Technics tel. 0413-331083, fax 0413-331195 info@ct-technics.nl, www.ct-technics.nl
Rasco Verfspuitapparatuur tel. 010-4370166, fax 010-4151491 www.rasco-clemco.nl Thermo-Clean N.V.België tel. 0032-13539060
Verlab-Oxford Instruments tel. 0162-320633, fax.0162-322907 info@verlab.nl, www.verlab.nl
lakstraten
www.belmeko.be tel. +32 5083 1183
52
oppervlaktetechnieken juni 2013
Multinal Group Oppervlaktebehandelingen en industriële reiniging tel: 0294-466 687 fax: 0294-418 410 info@multinal.com, www.multinal.com
WSB Finishing Equipment BV Utrecht: 030-2414155 Wolvertem: 02-2694675 www.wsb-wagner.eu
ontvettingsinstallaties
Kermad Machinebouw bv info@kermad.nl, www.kermad.nl M?BJ;9 M;HAJ$ EEA LEEH K
Surface Treatment Ned. Maasbracht, tel. 0475-463835 www.surfacetreatment.nl info@surfacetreatment.nl
Wiltec BV tel. 0413-244444, fax 0413-244499 www.wiltec.nl, sales@wiltec.nl
Metalas Cleaning Systems BV tel. 010-4356036, fax 010-2340415 info@metalas.com, www.metalas.com
ontvettingsmiddelen Enthone B.V. tel. (+31)73-6280111 fax (+31)73- 6219283 www.enthone.nl
Ophangrekken voor Galvano en Laktechniek Schröder Plating Service tel. 0546-681170, fax 0546-681003
ovens
Industrihängare K AB tel: +46 371 51 16 85, fax: +46 371 149 96 www.industrihangare.com
Glasbeek Finish B.V. tel. +31 (0)182 612988 fax +31 (0)182 611193
poederlakken/poedercoatings MacDermid Benelux B.V. tel. 076-5021940, fax 076-5034876 www.macdermid.com/industrial www.belmeko.be tel. +32 5083 1183
Rösler Benelux B.V. Tel. 0412-646600, fax. 0412-646046 rosler-nl@rosler.com www.rosler.nl
www.emotech.nl / tel: 053-4301500
LBtec Indufinish BV tel. 0591-630003 www.lbtecindufinish.com AkzoNobel Powder Coatings Benelux tel: +32 (0)225 522 60 fax: +32 (0)225 522 68 www.akzonobel.com/powder MSP Systems BV tel. 053-4303937, www.mspsystems.nl
Energy Partners Systems B.V. tel. 026-4720350, fax 026-4721507 Surtec Benelux BV tel: (077) 308 15 90 fax: (077) 476 20 33 heh@surtecbenelux.com www.surtec.com
ophanghaken voor lakstraten/poedercoaten
Horsterweg 221, 5928 ND Venlo tel:077-3968149, fax:077-3969737 www.citakubv.eu / info@citakubv.eu
Ook wij spreken, schrijven én lezen Nederlands! tel. 0049 5472-95500-28 export@emptmeyer.de www.emptmeyer.de
Glasbeek Finish B.V. tel. +31 (0)182 612988 fax +31 (0)182 611193
Rippert Benelux B.V. Oslo 10 2993 LD Barendrecht Nederland tel: +31 (0)180 645 281 fax: +31 (0)180 645 282
SLF Oberflächentechnik GmbH info@slf.eu, www.slf.eu
poedercoating (afdekmaterialen) EPSI Europe BV tel.010-4150155, fax 010-4154099 ask-it@epsi-europe.com www.epsi-europe.com
HangOn B.V. tel. 077-3999630, fax 077-3988419 info@hangon.co, www.hangon.co
Industrihängare K AB tel: +46 371 51 16 85, fax: +46 371 149 96 www.industrihangare.com
MEPACO B.V. tel. 071-5892863
EUROLACKE Tiel Du Pont Poedercoatings tel. 0344-620662, fax 0344-617079 info@eurolacke.nl / www.eurolacke.nl
Wagner Systemen Nederland tel.030-2410688, fax.030-2410765 info@wagnersystemen.nl
poederspuitinstallaties Teodur BV tel. +32 13539095, fax +32 13539080 powdercoating@bel.dupont.com www.coatingsolutions.dupont.com
www.emotech.nl / tel: 053-4301500
LBtec Indufinish BV tel. 0591-630003 www.lbtecindufinish.com TIGER Coatings Belgium bvba tel: +32(0)89700016 fax: +32(0)89567858 www.tiger-coatings.com
poederspuitapparatuur
pompen (magnetisch aangedreven) Corode tel. 0411-685500
protective coatings MSP Systems BV tel. 053-4303937, www.mspsystems.nl
Horsterweg 221, 5928 ND Venlo tel:077-3968149, fax:077-3969737 www.citakubv.eu / info@citakubv.eu
Ook wij spreken, schrijven én lezen Nederlands! tel. 0049 5472-95500-28 export@emptmeyer.de www.emptmeyer.de
EPSI Europe BV tel.010-4150155, fax 010-4154099 ask-it@epsi-europe.com www.epsi-europe.com
HangOn B.V. tel. 077-3999630, fax 077-3988419 info@hangon.co, www.hangon.co
Nordson Benelux B.V. Bergerstraat 10, 6226 BD Maastricht tel. 043 - 3526000 poeder.info@nl.nordson.com www.nordson.nl
Wagner Systemen Nederland tel.030-2410688, fax.030-2410765 info@wagnersystemen.nl
Voor coatings met meer waarde en minder kosten ELA Coatings BV tel. +31 (0)10 24 373 99 88 m. +31 (0)6 150 500 54 e.lagerweij@elacoatings.com www.elacoatings.com
Delfzijl 0596-614135 Rhenen 0318-472020 www.petsonpaints.com info@petsonpaints.com
poederspuitcabines
www.belmeko.be tel. +32 50.83.11.83
oppervlaktetechnieken juni 2013
53
spuitcabines
PPG Protective & Marine Coatings Merken: Sigma Coatings en Amercoat Kopraweg 35, 1047 HA Amsterdam tel. 020-4075092, fax 020-4075059 infopcbenelux@ppg.com www.ppgpmc.com
SLF Oberflächentechnik GmbH info@slf.eu, www.slf.eu www.belmeko.be tel. +32 50.83.11.83
www.emotech.nl / tel: 053-4301500
Schaepman’s Lakfabrieken BV tel. 0384211345 / fax 03842210801 info@schaepman.nl www.schaepman.nl
pvd coatings
Dekracoat tel. 040 262 80 70 info@dekracoat.nl / www.dekracoat.nl
Energy Partners Systems B.V. tel. 026-4720350, fax 026-4721507
Glasbeek Finish B.V. tel. +31 (0)182 612988 fax +31 (0)182 611193
Holtrop & Jansma B.V. Dokkum tel. 0519 32 91 00 www.holtrop-jansma.com
Straaltechniek Int. B.V. www.straaltechniek.net
Sybrandy B.V. Amersfoort tel.033-4545666, fax 033-4655561 www.sybrandy.nl
tel: +32 9218 7180, fax: +32 9233 0831 metals.benelux@cellmark.com www.wheelabratorgroup.com
straalkasten Sybrandy B.V. Amersfoort tel. 033-4545666, fax 033- 4655561 www.sybrandy.nl
straalinstallaties
www.agtos.com Distributie Nederland: De Ploeg Techniek BV tel. +31 (0)492 539 812 www.deploegtechniek.nl
Hevami Oppervlaktetechniek tel. 0413-376602 www.straalmachines.nl
Holland Mineraal B.V. tel. 0570-621161, fax 0570-634336 www.hollandmineraal.nl
reinigingsinstallaties
Energy Partners Systems B.V. tel. 026-4720350, fax 026-4721507
Rippert Benelux B.V. Oslo 10 2993 LD Barendrecht Nederland tel: +31 (0)180 645 281 fax: +31 (0)180 645 282
Kermad Machinebouw bv info@kermad.nl, www.kermad.nl
Metalas Cleaning Systems BV tel. 010-4356036, fax 010-2340415 info@metalas.com, www.metalas.com
Clemco Straalapparatuur tel. 010-4370592, fax 010-4151491 www.rasco-clemco.nl
Hevami Oppervlaktetechniek tel. 0413-376602 www.straalinstallaties.nl
Sybrandy B.V. Amersfoort tel. 033-4545666, fax 033-4655561 www.sybrandy.nl
straalmiddelen SLF Oberflächentechnik GmbH info@slf.eu, www.slf.eu
Holland Mineraal B.V. tel. 0570-621161 fax 0570-634336 www.hollandmineraal.nl tel +32 9218 7180, fax +32 9233 0831 Metals.benelux@cellmark.com www.ervinamasteel.eu
M?BJ;9 M;HAJ$ EEA LEEH K
Rösler Benelux B.V. Tel. 0412-646600, fax. 0412-646046 rosler-nl@rosler.com www.rosler.nl
SLF Oberflächentechnik GmbH info@slf.eu, www.slf.eu
Wiltec BV tel. 0413-244444, fax 0413-244499 www.wiltec.nl, sales@wiltec.nl
straalcabines
Vacuümstraalapparatuur tel. 078-6418050, fax 078-6418059 info@ltc-international.nl www.ltc-international.nl
Eurogrit B.V., Papendrecht tel. 078-6546770, fax 078-6449494 info@eurogrit.com, www.eurogrit.com
shotpeenen Holland Mineraal B.V. tel. 0570-621161 / fax 0570-634336 www.hollandmineraal.nl Rösler Benelux B.V. tel. 0412-646600, fax 0412-646046 rosler-nl@rosler.com www.rosler.nl Rösler Benelux B.V. tel. 0412-646600, fax. 0412-646046 rosler-nl@rosler.com www.rosler.nl
Micropeen Benelux B.V. Ridderkerk, tel. 0180-463300
Rösler Benelux B.V. tel. 0412-646600, fax 0412-646046 rosler-nl@rosler.com www.rosler.nl
Straaltechniek Int. B.V. www.straaltechniek.net Straaltechniek Int. B.V. www.straaltechniek.net
54
oppervlaktetechnieken juni 2013
Holland Mineraal B.V. tel. 0570-621161, fax 0570-634336 www.hollandmineraal.nl
Magistor B.V. tel. 0548- 519401, fax 0548-517619 www.magistor.nl / info@magistor.nl
transportsystemen
Rösler Benelux B.V. tel. 0412-646600, fax. 0412-646046 rosler-nl@rosler.com www.rosler.nl
Straaltechniek Int. B.V. www.straaltechniek.net
www.emotech.nl / tel: 053-4301500
Smeets Straal- en Conserveringswerken Stein BV tel. 046-4288181, www.smeetssteingroep.nl
WSB Finishing Equipment BV Utrecht: 030-2414155 Wolvertem: 02-2694675 www.wsb-wagner.eu
M?BJ;9 M;HAJ$ EEA LEEH K
HangOn B.V. tel. 077-3999630, fax 077-3988419 info@hangon.co, www.hangon.co
Wiltec BV tel. 0413-244444, fax 0413-244499 www.wiltec.nl, sales@wiltec.nl
UV en EBC Lak
tanks (kunststof) C.K.B. Boxtel tel. 0411-682939
Drent Techniek B.V. tel. 076-5017270, www.drenttechniek.nl
Paint It The Application Company tel: 0318-643 260, fax: 0318-643 042 www.paintit.nl / info@paintit.nl
Rasco Verfspuitapparatuur tel. 010-4370166, fax 010-4151491 www.rasco-clemco.nl
twee-componenten apparatuur
stralen (afdekmaterialen)
EPSI Europe BV tel.010-4150155, fax 010-4154099 ask-it@epsi-europe.com www.epsi-europe.com
CAP Industrial B.V. tel- 010-4374737, fax-010-2623190 info@cap-industrial.nl www.cap-industrial.nl
Railtechniek van Herwijnen b.v. tel. 0344-616363, fax. 0344-611072 info@railtechniek.nl www.railtechniek.nl
turnkey stralen en conserveren
Sybrandy B.V. Amersfoort tel. 033-4545666, fax 033- 4655561 www.sybrandy.nl Straalmiddel Nederland Wheelabrator-Allevard Holland tel. 0341 563831, fax 0341 494114
verfspuitapparatuur
Technospray Spuitapparatuur tel: 0168-382111, fax: 0168 380780 info@technospray.nl www.technospray.nl
WSB Finishing Equipment BV Utrecht: 030-2414155 Wolvertem: 02-2694675 www.wsb-wagner.eu
M?BJ;9 M;HAJ$ EEA LEEH K
Wiltec BV tel. 0413-244444, fax 0413-244499 www.wiltec.nl, sales@wiltec.nl
voorbehandelingsinstallaties
www.belmeko.be tel. +32 50.83.11.83
www.emotech.nl / tel: 053-4301500
Energy Partners Systems B.V. tel. 026-4720350, fax 026-4721507
Glasbeek Finish B.V. tel. +31 (0)182 612988 fax +31 (0)182 611193
LBtec Indufinish BV tel. 0591-630003 www.lbtecindufinish.com
Rippert Benelux B.V. Oslo 10 2993 LD Barendrecht Nederland tel: +31 (0)180 645 281 fax: +31 (0)180 645 282
verwarmings- en koelelementen (titaan en rvs) Voor coatings met meer waarde en minder kosten ELA Coatings BV tel. +31 (0)10 24 373 99 88 m. +31 (0)6 150 500 54 e.lagerweij@elacoatings.com www.elacoatings.com
MEPACO BV tel. 071-5892863
verwarmingselementen
SLF Oberflächentechnik GmbH info@slf.eu, www.slf.eu
waterbehandeling
Corode tel. 0411-685500
verduurzamen van metaal LBtec Indufinish BV tel. 0591-630003 www.lbtecindufinish.com
temperatuurregistratie & analyse
Gullimex B.V. tel. 074-2657788
titaan (bevestigings-) materialen
MEPACO B.V. tel. 071-5892863
verwarmingselementen (teflon) Corode tel. 0411-685500
www.nedcoat.nl, info@nedcoat.nl Nedcoat beschermt en decoreert metaal door middel van anodiseren, duplex, natlakken, poedercoaten, thermisch verzinken, Anografic®, Geomet®, en Opti-Coat®
verhuizingen van coatinginstallaties
Renztech tel. 0172 - 47 5954 j.renzenbrink@planet.nl www.renztech.nl
BWT Nederland B.V. tel. +31 (0)88 750 90 00 fax +31 (0)88 750 90 90 www.bwtnederland.nl
verwerking afvalstromen
Ondeo Industrial Solutions BV tel. 077-3231231, fax 077-3231230 verkoop@ondeo-is.com www.ondeo-is.com
EnviroChemie bv tel. +31 (0)23 542 69 13 fax. +31 (0)23 542 69 14 sales@enviro-chemie.nl www.enviro-chemie.nl Eurowater BV tel. 088-0005000 www.eurowater.nl
oppervlaktetechnieken juni 2013
55
werpstralers Lubron Waterbehandeling BV tel. 0162-426931, www.lubron.eu Hevami Oppervlaktetechniek tel. 0413-376602 www.straalmachines.nl MAGNETO Special Anodes BV tel. 010-26207 88, fax 010-2620201 www.magneto.nl Rösler Benelux B.V. tel. 0412-646600, fax. 0412-646046 rosler-nl@rosler.com www.rosler.nl
Sybrandy B.V. Amersfoort tel.033-4545666, fax 033-4655561 www.sybrandy.nl
tel: +32 9218 7180, fax: +32 9233 0831 metals.benelux@cellmark.com www.wheelabratorgroup.com
Ondeo Industrial Solutions BV tel. 077-3231231, fax 077-3231230 verkoop@ondeo-is.com www.ondeo-is.com Straaltechniek Int. B.V. www.straaltechniek.net
VErEnIgIng Voor oppErVlakTETEchnIEkEn Van maTErIalEn Uw bedrijf in het brancheregister? Voor een standaardvermelding van 3 regels in één rubriek betaalt u per jaar slechts € 330,-. Bijplaatsing van een logo in full color per jaar € 305,- ongeacht het aantal rubrieken. Voor informatie over het brancheregister of andere vormen van adverteren kunt u contact opnemen met:
56
oppervlaktetechnieken juni 2013
Vincent IJff van Jetvertising Telefoon (070) 399 00 00 E-mail: vincent@jetvertising.nl Website: www.jetvertising.nl
jetvertising