Platform voor mens en techniek
Jacquelien Scherpen, (Rijksuniversiteit Groningen):
nr. 02
april 2024
‘‘Pieken in het net kunnen we al lang opvangen met slimme regeltechniek”
THEMA
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek
TOOL VOOR KWANTIFICERING VAN ENERGIEFLEXIBILITEIT uit thermische massa van gebouwen
NIEUWE OPLOSSINGEN voor de toekoms t
BRABANTHALLEN
De Aftrap
De Digitale Einstein helpt je bij het duiden van de nieuwste digitale ontwikkelingen, zoals Ar tificiële Intelligentie en Machine Learning.
Re dactieraad:
Drs.ir P.M.D. (Marti jn) Krui jsse (voorzitter)
R. (Rik) Altena
B. (Bert) van Dorp
Ir R.W. (Rooske) Gaal
O. (Onn o) Leever
Ing. J. (John) Lens
Dr.ir M.G.L.C. (Marcel) Loomans
C.J. (Cas) Wegman
H.M. (Harmen) Wei jer (hoofdredacteur)
Re dactie:
F. (Femke) van Egmond
A. (Adinda) Graafland
Drs.ir P.M.D. (Marti jn) Krui jsse
Ing. J. (John) Lens
C.J. (Cas) Wegman
H.M. (Harmen) Wei jer (hoofdredacteur)
Me dewe rkers:
Atze Boerstra
Rob van Mil
Joo p van Vlerken
Tom van Wanrooy (The Cartoon Factory)
Ti jdo van d er Zee
As trid Zoumpoulis
Re dactie-adres:
TVVL
Korenmolenlaan 4, 3 447 GG Woerden
Tele foon redactie (0)88 - 401 06 00
Email redactie@tvvl.nl
Uitgave:
TVVL
Korenmolenlaan 4, 3 447 GG Woerden
Tele foon: (0)88 - 401 06 00
Email: info@tvvl.nl
Ab onnementen:
TVVL, afd. Abonnementen
Korenmolenlaan 4, 3 447 GG Woerden
Tele foon: (0)88 - 401 06 00
Email: info@tvvl.nl
Benelux € 1 25,- excl. btw
Buitenland € 155,- excl. btw
St ud enten € 99,- excl. btw
Het a bonnement wordt geacht gecontinueerd te zi jn, tenzi j 1 maand voor het eind e van de a bonnementsperiod e schrifteli jk wordt o pgezegd.
Advertentie-exploitatie: Jetvertising B.V.
Laan van zuid hoorn 37, 228 9 DC Ri jswi jk
Tele foon: (0)70 - 399 00 00
Email: advertenties@jetvertising.nl
Vormge ving en re alisatie: REAL Concepts B.V. , Velp
Foto cover:
Chris tiaan Krop
ISSN 1380-5428
© TVVL, 2024
Niets uit deze uitgave mag word en verveelvoudigd en/of o penbaar gemaakt door midd el van druk, fotoko pie, microfil m of op welke and ere wi jze dan ook, zond er schrifteli jke toes temming van de uitgever Publicaties gesch ied en uitsluitend ond er verantwoording van de auteurs.
Alle daar in vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs kunnen echter geen verantwoord elij kheid aanvaard en voor de gevolgen van event uele onjuis thed en.
Interview:
Jacquelien Scherpen: “Pieken in het net kunnen we al lang opvangen met slimme regeltechniek”
Onderzoek & Case s:
Tool voor kwantificering van energieflexibiliteit
uit thermische massa van gebouwen
U. (Umber to) Pelu so, P. (Pieter-Jan) Hoes, T. A.J. (D ennis) van Goch
Onderzoek & Case s:
Hoe Duitslan d netbeheerders in staat stelt flexibele apparate n in de woning te sturen bij netcongestie drs. ing. J.W. (Arjan) Wargers
Colofon
6 16 28
Onderzoek & Case s:
Legionellapreventie
“Less is More”
Ing. O. (Oscar) Nui jten
Projectbeschrijving
“O nze warmtecentrale kan dage nlang warmte hale n uit de buffer ”
Joop van Vler ken
De opkoms t van kuns tmatige intelligentie en mach ine learning in de bouw- en ins tallatiesector: kansen, uitdagingen en implementatieperspectieven
Drs. ing. A. (Arjan) Schrauwen
Tool voor kwantificering van energieflexibiliteit uit thermische massa van gebouwen
U. (Umberto) Peluso, P. (Pieter-Jan) Hoes, T.A.J (Dennis) van Goch
Foutd etectie en diagn ose met behulp van 4S3F-arch itect uur
Dr.ir. A.C. (Arie) Taal
Hoe Duitsland netbeheerders in s taat s telt flexibele apparaten in de woning te sturen bi j netconges tie
drs. ing. J.W. (Arjan) Wargers
Nieuwe o plossingen voor de toekoms t
Prof.ir. W. (Wim) Zeiler
Een duurzame energievoorziening voor ied ereen
Prof.dr. A. (Ad) van Wijk
Legionellapreventie “Less is More”
Ing. O. (Oscar) Nuijten
“We willen de sector wakker schudd en: transitie naar circulaire ins tallatiesector gaat te langzaam”
Pascale Veerling
Slimme gebouwtools, zi jn we er wel k laar voor? (of k laar mee)
Ed Rooijakkers
“Onze warmtecentrale kan dagenlang warmte halen uit de buffer”
Joop van Vlerken
Inhoudsopgave
Mens achter de techniek Colum n Atze Boerstra TVVL Events YOUNG TVVL TVVL Cursussen Nieuwe TVVL led en 66 67 68 71 72 73 86 62 48 16 22 28 32 11 48 40 54 58 62 TVVL Magazine is het officiële orgaan van TVVL Platform voor Mens en Techniek. De vereniging, o pgericht op 26 mei 1959, hee ft tot doel de bevord ering van wetenschap en techniek op gebied van ins tallaties in gebouwen en vergelij kbare objecten. Als lid kunnen toetred en personen, werkzaam (gewees t) in dit vakgebied, van wie mag word en verwacht, dat zi j op grond van kennis en kund e een bi jdrage kunnen leveren aan de doels telling van de vereniging. Het a bonnement op TVVL Magazine is voor led en en bedri jfsled en van TVVL gratis. De contributie voor led en bedraagt € 143,00 incl. BTW per jaar Informatie over de bi jdrage van bedri jfsled en wordt op aanvraag vers trekt REVIEWED: Ond erzoek & Cases-artikelen in TVVL Magazine zi jn - te herkennen aan de groene aanduiding van de pagina - beoord eeld door redactieraadled en en externe reviewers. De uniforme ‘peer review’ waarborgt de onafhankeli jke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in het vakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoord elingsformulier voor de redactieraadled en (‘peer reviewers’) zi jn verkri jgbaar bi j het redactie-adres. Digitalisering: THEMA Oplossingen met data en regeltechniek Ond erzoek & Cases Projectbeschri jving Praktijk Ond erzoek & Cases:
Rubrieken
Interview met Jacquelien Scherpen, rector magni cus van de Rijksuniversiteit Groningen
“Pieken in het net kunnen we al lang opvangen met slimme regeltechniek”
Slimme, zelfsturende microgrids kunnen een probaat middel zijn tegen netcongestie.
Als hoogleraar systeem- en regeltechniek aan de faculteit Science en Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen onderzocht Jacquelien Scherpen
jarenlang hoe dit soort gedistribueerde systemen het best werken. Sinds 2023 is ze rector magni cus aan dezelfde universiteit en in haar nieuwe rol wil ze alle academische disciplines die raken aan de energietransitie dichter bij elkaar brengen.
6 tvvl magazine / interview nr 02 / april / 2024 Interview
Jacquelien Scherpen
Foto's: Chris tiaan Krop
Auteur
Tijdo van der Ze e
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek THEMA
Zie een microgrid als een netwerk van diverse actoren, die ond erling informatie en energie uitwisselen. De ene keer kan die actor een pv-sys teem zi jn, de and ere keer batteri j, een elektrische auto of een microwkk. Hoe slimmer zo’n netwerk wordt, hoe beter het in s taat is de besch ikbare energie op een goed e manier te verd elen. Aan de Rij ksuniversiteit Groningen is een flinke groep wetenschappers al jaren aan het ond erzoeken wat de id eale configuratie is. Of beter: wat is de id eale regeltechniek om het ges teld e doel te bereiken?
Of het nu gaat om wasmach ines (in: Dis tributed MPC applied to power d emand sid e control, 2013), om micro-wkk’s (in: Dis tributed MPC Applied to a Network of Households With Micro-CHP and Heat Storage, 2014) of om elektrische thuisbatteri jen (in: Dis tributed Optimal Control of Smart Electricity Grids: Home Battery and Electric Veh icle Implementation, 2018): Scherpen en haar promovendi en collega’s ond erzochten het allemaal.
Een veelgebruikte method e aan de Rij ksuniversiteit Groningen is het zogeheten Mod el Predictive Control (MPC), ofwel voorspellend e regeltechniek waarbi j je o ptimaliseert op basis van mod ellering. Dit is ontwikkeld in samenhang met meer fysische regel method es, waar die o ptimalisatie mind er relevant is. Maar in plaats van het gangbare gebruik van dit mod el in de centrale aanst uring in bi jvoorbeeld de chemische procesindus trie, ontwikkeld e de vakgroep van Scherpen een manier waarbi j de communicatie niet centraal plaatsvindt,
“Waterstof kan een b elangrijke energiedrager kan zijn in het energienet”
maar gedis tribueerd, dus telkens t ussen twee of meer actoren. De input die de ene actor levert aan zi jn buurman, wordt indirect weer doorgegeven aan de volgend e buurman. Het sys teem werkt met realtime updates, waarbi j keer op keer wordt aangegeven of de respons ook daadwerkelijk het beoogd e effect sorteerd e. Op deze manier onts taat een sys teem, dat geen st uring of intelligentie van bovenaf n odig hee ft, terwi jl wel een centrale doels telling nages tree fd kan word en. Dat doel – bi jvoorbeeld zoveel mogelijk uitvlakking van het energiegebruik – kan je in het mod el invoeren, evenals de ti jdspanne waarbinnen je het gewens te effect verwacht.
Netbeheerders zeggen nu: die pieken in het net kunnen we niet aan, slimme zelfst uring werkt onvoldoend e, we gaan to p down de aansluiting kni jpen.
“Ik snap wel dat netbeheerders een probleem hebben, maar mi jns inziens is zo’n ingreep te dras tisch. Sterker nog, toen ik er laats t over hoord e, werd ik bi jna geïrriteerd. Ik d enk dat je bi jvoorbeeld pieken bi j elektrisch lad en prima kan beperken met slimme regeltechniek. Bi j laadpalen kan je heel eenvoudig aanko ppelen en aangeven op welk ti jds tip het laadproces k laar moet zi jn. Vervolgens wordt uitgerekend hoe en wanneer dit net-technisch het bes te kan. Ik vind dat dit n og veel te weinig wordt toegepas t. Dat geldt trouwens ook voor ‘veh icle to grid’, waarbi j de auto-accu in diens t s taat van het elektriciteitsnet. De method es zi jn er al, maar de uitrol gaat te traag.”
7 tvvl magazine / interview nr 02 / april / 2024
Als je het hebt over een microgrid bi j woningen, heb je het dan concreet over alle aansluitingen achter één trafohuisje?
“Ja, dat is eigenli jk wel het handigs te, fysisch gezien. Het las tige h ieraan is echter wel dat ied ereen zi jn eigen energiemaatschappi j kan kiezen. Dat maakt het ingewikkeld. Vanuit de microgrid-gedachte zou het beter zi jn dat we teruggingen naar de ti jd van voor de liberalisering van de energiemarkt, waarbi j energiemaatschappi jen en netbeheerders gesplits t werd en. Je kan er nu wél voor kiezen om ied ereen te laten participeren die dezelfd e energiemaatschappi j hee ft. Of meerdere energiemaatschappi jen die dan ond erling afspraken maken. Maar dat maakt het dan wel weer complex. We zitten kortom, met een markts truct uur die voor ‘ons’ soort microgrids niet o ptimaal is ingericht.”
Voorheen waren de varia belen en actoren in jouw mod ellen vooral technisch van aard, maar sinds een aantal jaar verwerk je ook gedrags- en psychologische elementen in je berekeningen.
“Dat is ind erdaad een heel belangri jk aspect. Het leuke is dat we mensen wél ond erwerpen aan dezelfd e regels die we n ormaal ook al hanteren in de regeltechniek. Opiniedynamica heet dit. Dan ga je bi jvoorbeeld ki jken naar wat een financiële incentive, zoals een subsidie op zonnepanelen, doet met het gedrag:
Jacquelien Scherpen
Jacquelien Scherpen (57) is sinds september 202 3 rector magnificus van de RUG. Hiervoor was ze hoogleraar Discrete Techn ologie en Productie Automatisering (DTPA) bi j de faculteit Science en Engineering. In 1994 promoveerde Scherpen aan de Universiteit Twente op het proe fschrift "Balancing for n onlinear sys tems".
Ze was verd er ond er meer universitair hoofddocent bi j de Regeltechniekgroep van Elektrotechniek en later bi j het Delft Center for Sys tems and Control bi j Werkt uigbouwkund e van de TU Delft.
word en mensen bi j aanschaf dan ook bewus ter van hun energieverbruik en passen ze hun gedrag aan? En hoe beïnvloed en mensen (actoren) elkaar en welk effect hee ft dit op het slimmer maken van de energiesys temen? Daarbi j maak je gebruik van de feedback loo p. Overigens werkt dit mod el bi j mensen alleen als je werkt met grote po pulaties en lange ti jdshorizonten. In dit mod el kan je aan kn o ppen draaien en dan ond erzoeken welk effect dat sorteert. Dan gaat het bi jvoorbeeld om de hoogte van de subsidie of om het soort van financiële s timulans, maar ook mensen die elkaar overt uigen van gedrag dat slim energiegebruik bevord ert. Vanuit onze theorie is de po pulatie een netwerk van mensen. De één is beter verbond en met het netwerk dan de and er: dus de actie van de één hee ft een and er effect dan een actie
8 tvvl magazine / interview nr 02 / april / 2024 Interview
van de and er. Stel dat een persoon zonnepanelen neemt. Hee ft dat dan een and er effect op een buurman die een mind er hoog inkomen hee ft dan op een buurman met hetzelfd e inkomen? Dat soort vragen ond erzoeken we.”
In deze microgrids gaat jullie voorkeur naar geli jkstroom en niet naar wissels troom. Waarom?
“In the War of the Currents in de 19e eeuw wonnen wissels troomvoorvechters Nikola Tesla en George Wes ting house het pleit van Thomas Edison, die elektriciteit op basis van geli jkstroom voors tond. Gevolg is dat ons elektriciteitsnet nu geheel is ingericht op wissels troom. Dat begint bi j de grote elektriciteitscentrales, die door midd el van het verbrand en van veelal fossiele brands toffen t urbines aandri jven, die wissels troom produceren. Het eindigt bi j de wissels troom, die uit de sto pcontacten in ons
“G elijkstroom is eenvoudiger en go ed koper”
huis komt. Daar zi jn de apparaten in ons huis, zoals de wasmach ine en de vaatwasser op aangepas t met als gevolg dat we veel wissel- / geli jkstroom omzettingen moeten doen.
Maar het feit dat deze keuze ooit is gemaakt, wil niet zeggen dat het ook de bes te keuze is. Bi j wissels troom moet de frequentie bewaakt word en én het spanningsniveau, terwi jl je bi j geli jkstroom vooral het spanningsniveau beheert en de stroomverd eling reguleert. Dat is eenvoudiger, er zi jn mind er verliezen, want er zi jn mind er omzettingen n odig en het is goedko per Daar komt bi j dat we s teeds meer apparaten hebben, zoals de lapto p en de tele foon, die werken op basis van geli jkstroom. Zonnepanelen leveren geli jkstroom, en geli jkstroom is n odig voor het o plad en van elektrische auto’s en batteri jen. And ersom leveren batteri jen ook
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek THEMA
gelijkstroom. Op schepen, in vliegt uigen, en treinen is al sprake van gelijkstroom netten. Er is zeker veel voor te zeggen om h ier s teviger op in te zetten.”
Jullie werken als Ri j ksuniver siteit Groningen bi j ond erzoek van ouds veel s amen met Gasunie, dat h ier sinds de ti jd van de vonds t van het Groninger gasveld in de jaren ’50 en ’60 zetelt. Hoe zal die s amenwerking zich ontwikkelen?
“We hebben uiteraard discussie over de fossiele energie-indus trie. Daar zi jn wi j als Rij ksuniversiteit Groningen geen voors tand er van. Maar als het gaat om hernieuwbare energie, dan proberen we nat uurli jk wel s tappen te zetten. En in de regio gaat het dan al snel over waters tof. Bi j Gasunie hebben ze vers tand van de pi jpleidingen en het transport. Dus ja, dat is logischerwi js een belangri jke partner. Ik d enk dat
9 tvvl magazine / interview nr 02 / april / 2024
waters tof een belangri jke energiedrager kan zi jn in het energienet, als ti jd eli jke o pslag bi j surplus aan duurzame elektriciteit. En in een brands tofcel kan het dan weer word en omgezet in elektriciteit. Of missch ien word en bi jgemengd in het gasnet. Wat is de o ptimale manier om die waters tof op gedis tribueerde wi jze te gebruiken? Een promovenda van mi j hee ft h ier een method e voor ontwikkeld.”
Je hebt eerd er aangegeven dat je een st udie werkt uigbouwkund e wild e opzetten aan de Ri j ksuniver siteit Groningen. En dat je een ‘T U van het n oord en’ nas tree fd e. Hoe zit het daarmee?
“De mas ters ‘werkt uigbouwkund e’ en ‘sys teem- en regeltechniek’ zi jn inmidd els ges tart. Net als een nieuwe bacheloro pleiding Biomedische Techniek, ges tart in 2020. Werkt uigbouwkund e is in 2019 van s tart gegaan en h ierin zitten nu ongeveer 40 st ud enten. Om deze mas ter echt te laten groeien hebben we ook een
bachelor werkt uigbouwkund e n odig, d enk ik. Maar h ier hebben we nu de capaciteit en de ruimte n og niet voor. Dat moeten we goed plannen. De mas ter sys teem- en regeltechniek is dit jaar van s tart gegaan, met een stud ent of 15, en we gaan ervan uit dat we op termi jn meer kri jgen. Vanuit de bachelors ‘indus trial engineering’, ‘applied phyics’ en ‘applied mathematics’ kan je prima doorstromen naar deze mas ters.
En de TU van het n oord en? Eigenli jk zi jn we dat al, maar het mooie is dat we een bred e universiteit zi jn met n og zoveel and ere st udierichtingen. En dat is onze kracht. Als het aankomt op de energietransitie, dan hebben we alle richtingen aan boord die h ieraan raken, zoals rechten, econ omie, psychologie en informatica. Mi jn voorgangers waren al bezig om deze richtingen meer samen te brengen. En dat beleid zal ik als nieuwe rector zeker doorzetten.”
Interview 10 tvvl magazine / interview nr 02 / april / 2024
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek
Auteur Drs. ing. A. (Arjan) Schrauwen
De opkomst van kunstmatige intelligentie en machine learning in de bouw- en installatiesector: kansen, uitdagingen en implementatieperspectieven
Wat is AI/ML?
In de huidige dynamische wereld volgen technologieën elkaar erg snel op, wat veel aanpassingsvermogen vraag t van organisaties en hun werknemers. Een van de meest opvallende ontwikkelingen die de wereld op dit moment transformeer t, is kunstmatige intelligentie (AI) en machine learning (ML). Dez e technolog ieën biede n niet alleen nieuwe mogelijkheden, maar stellen ook organisaties in staat om op een andere manier problemen aan te pakken en innovatieve oplossingen te v inden. Dit geldt ook voor de bouw- en installatiesector [1]. Bouw- en installatiebedrijven beschikken, vaak onbewust, over g rote hoeveelheden data. Dez e data omvat bijvoorbeeld planningen, materialisatie uit BIM modellen, meer- en minderwerklijsten. Vooral onderhoudsbedrijven hebben schat aan data in de vorm van storingen, klachten, gegevens uit gebouwbeheersystemen enz ovoor ts. Door dez e data slim te gebruiken kunnen voordelen behaald worden zoals in het kader van predictive maintenance, wat weer positieve e ecten hee voor capaciteitsplanningen en materiaalverspilling.
Door deze potentie ontstaan hoge ver wachtingen ten aanzien van AI en ML [2]. Maar wat is dit nu precies? En wat kun je ermee als organisatie? AI omvat een breed scala aan technieken die computers in staat stellen taken uit te voeren die nor maal gesproken menselijke intelligentie vereisen, ter wijl machine learning zich richt op het vermogen van computersystemen om te leren en zich zelf te verbeteren aan de hand van ervaringen. In dit ar tikel verkennen we de beg rippen AI en ML en w at we als bouw- en installatiesector hiermee kunnen.
AI is de mogeli j kheid van een mach ine om mensachtige vaardig hed en te vertonen - zoals red eneren, leren, plannen en creativiteit [3]. AI maakt het voor hardware mogeli jk om een waarneming te doen van hun omgeving en h ierop te anticiperen. Een computer ontvangt data via bi jvoorbeeld sensoren, verwerkt en analyseert deze en reageert h iero p. Omdat AI sys temen leren van hun uitgevoerde acties zi jn ze in s taat om hun gedrag aan te passen. Hierdoor kunnen deze sys temen voor een groot d eel auton oom werken. ML gaat meer over de technieken waarmee een AI kan leren. Er bes taan veel d efinities over ML, maar in het algemeen kan ML gezien word en als een verzameling van algoritmen die kunnen clus teren, classificeren of voorspellingen doen midd els regressie.
• Clus teren is h ierbi j het inventariseren van datapunten die bi j elkaar horen. Dit kun je bi jvoorbeeld terugvind en bi j zoeken naar marktsegmenten.
• Bi j classificeren zi jn deze clus ters al bekend, maar is het de kuns t om nieuwe datapunten toe te kennen aan een clus ter
• Regressie is waarsch i jnli jk het mees t bekend doordat een verband wordt gezocht t ussen datapunten.
Hierond er zi jn deze drie soorten method en visueel weergegeven. Hierbi j s tellen de groene s tippen en driehoeken datapunten voor, de s tippelli jn bi j classificatie de grens t ussen de twee groepen datapunten en de s tippelli jn bi j regressie de trend van de datapunten.
11 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
& Cases
THEMA Onderzoek
In afbeelding 2 zi jn voor begripsvorming per method e maar twee dimensies gebruikt, X en Y. Een ML algoritme is in s taat veel meer dimensies te gebruiken. Dit is dan ook de kracht van een ML algoritme. Een mens kan geen verband en zien t ussen datapunten als er meer dan 2 of 3 dimensies word en gebruikt.
Verd er kom je vaak ook de term d eep learning tegen. Deep learning is een ML techniek gebaseerd op het menseli jk brein. Kenmerkend aan het d eep learning is het werken met een neuraal netwerk [4]. (Figuur 2).
Inputvaria belen leid en tot bepaald e berekend e outputs, welke word en vergeleken met de daadwerkeli jke outputs uit de trainset. De versch illen t ussen de berekend e output en de daadwerkelijke output leid en tot het aanpassen van de ‘n od es’ in de verborgen laag. Dit aanpassen gebeurt door specifieke gewichten toe te kennen aan deze nod es. Het doel van het aanpassen van deze gewichten is om de berekend e output zo nauwkeurig mogelijk te laten overeenkomen met de daadwerkelijke output uit de trainset. Nadat het mod el is
INPUT variabelen
VERBORGEN LAGEN
getraind, word en de gewichten geëvalueerd met behulp van de tes tset. Op basis h iervan wordt de nauwkeurig heid van het mod el/algoritme bepaald.
Relatie AI, ML en d eep learning AI, ML en d eep learning zi jn subsets van elkaar zoals gevisualiseerd in het Venn diagram in Figuur 3.
Waarom heb je AI en ML nodig?
De groei van het aanbod van data in de wereld verloo pt exponentieel [5] (zie Figuur 4, groene li jn) waardoor sys temen s teeds complexer word en(zie Figuur 4, rode li jn).
Vanwege die toenemend e hoeveelheid data en de toenemend e complexiteit is het s teeds las tiger om de data op een ad equate manier te analyseren. Daarnaas t biedt het nemen van beslissingen op basis van daadwerkeli jke data voord elen ten o pzichte van aannames of berekeningen. Dit is bi jvoorbeeld het geval van het berekenen van
OUTPUT variabelen
12 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
& Cases
Onderzoek
Figuur 1: Clus teren, classificeren en regressie.
Figuur 2: Neuraal netwerk.
de warmtebehoe fte op basis van een warmteverliesberekening bi j soortgelijke gebouwen versus het meten van de warmtebehoe fte van deze gebouwen en deze informatie gebruiken bi j het selecteren van de verwarmingseenheid. Nu is het een niet een vervanger van de and er, maar de method en kunnen wel in elkaars verlengd e gebruikt word en. Door deze hoeveelheid data en complexiteit neemt het toepassen van ML en AI in po pulariteit toe. Daarnaas t verzamelen organisaties in de bouw- en ins tallatiesector al heel veel informatie. Dit is niet alleen data uit gebouwbeheersys temen, maar ook uit personeelsplanningen, meeren mind erwerk li js ten, s toringsmeldingen enzovoorts.
Uitdagingen AI/ML in de bouw- en installatiesector.
In de bouw- en ins tallatiesector wordt AI en ML nauweli j ks toegepas t [6]. Er zi jn wel kansen te ond erkennen, zoals het o ptimaliseren van werks tromen op een bouwplaats, het o ptimaliseren van materiaalgebruik in een project en het inschatten van risico’s omtrent bouwplanningen. Daaraan toe te
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek THEMA
voegen is predictive maintenance. Een voorbeeld h iervan is het voorspellen van het vervangingsmoment van luchtfilters in luchtbehand elingskas ten midd els ∆p metingen over het filter
Uitdagingen zitten vooral in het feit om data op een goed e manier te verzamelen, te s truct ureren en op te schonen. Hier gaat vaak ook de mees te ti jd in zitten bi j het analyseren van data met een ML algoritme. Daarnaas t spelen privacy issues s teeds meer een rol bi j het verzamelen van data. Het komt voor dat door het ko ppelen van verzameld e data dit onbedoeld herleid kan word en naar personen. Dit is bi jvoorbeeld door het meten van CO2 in ruimten ten behoeve van ventilaties t uring, waardoor personen onbedoeld gelokaliseerd word en in gebouwen. Verd er kunnen algoritmen gevoelig zi jn voor ‘gek leurd e’ data (bias), waardoor verkeerde conclusies getrokken kunnen word en. Dit is bi jvoorbeeld het geval bi j k lachtenregis traties over het k limaat in de zomer en wintersit uatie, waarbi j het aantal k lachten in de winter veel hoger ligt dan in de zomer Kun je dan s tellen dat de k limaatins tallatie voor verwarming beter functioneert dan de koelins tallatie in de zomer? Of komt dit doordat er in de zomerperiod e mind er mensen aanwezig zi jn in het gebouw waardoor het aantal k lachten automatisch afneemt?
Is mijn organisatie er al klaar voor?
Organisaties zich als eers te afvragen wat het doel is van het verzamelen van data. Vooral bi j gebouwbeheersys temen is dit het geval. Elk meetpunt wat gevraagd wordt kost geld in termen van aanschaf en beheer Om te bepalen wat n odig is, biedt het
13 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 3: Venn diagram AI, ML en d eep learning.
Figuur 4: Exponentiële groei data (groene li jn).[5]
CRISP-DM mod el [7] een handig hulpmidd el. Zie ook Figuur 6. CRISP DM s taat voor:
CRoss Indus try Standard Process for Data Mining.
Het is een ges tandaardiseerde methodologie die doorgaans wordt gebruikt voor het plannen en uitvoeren van data mining projecten. Het mod el bes taat uit zes fasen:
1. Business Und ers tanding (Begrip van de Business): In deze fase wordt het probleem ged efinieerd vanuit het perspectie f van de zakeli jke doels tellingen. Het gaat om het begri jpen van de eisen, doels tellingen en beperkingen van het project. Hierbi j is de focus op het bepalen van wat de organisatie wil bereiken met data.
2. Data Und ers tanding (Begrip van de Data): In deze fase wordt de data verzameld en ond erzocht om een beter begrip te kri jgen van de besch ikbare informatie. Het omvat het id entificeren van de relevante datasets, het begri jpen van hun kwaliteit, s truct uur en inhoud, en het id entificeren van event uele problemen of uitdagingen met de data.
3. Data Preparation (Data Voorbereiding): Hier word en de data voorbereid voor analyse. Dit omvat het selecteren van de relevante
data, het o pschonen van de data (bi jvoorbeeld het verwi jd eren van dubbele records of het invullen van ontbrekend e waard en), en het transformeren van de data naar een gesch ikt formaat voor analyse.
4. Mod eling (Mod ellering): In deze fase word en versch illend e mod ellen ontwikkeld en getes t om het probleem op te lossen. Dit omvat het selecteren van de juis te technieken, het bouwen van de mod ellen, en het evalueren van hun pres taties aan de hand van de vooraf bepaald e criteria.
5. Evaluation (Evaluatie): Na het bouwen van de mod ellen word en ze geëvalueerd om te bepalen hoe goed ze pres teren in het o plossen van het probleem. Dit omvat het tes ten van de mod ellen op onafhankeli jke datasets en het beoord elen van hun nauwkeurig heid en robuus theid.
6. Deployment (Implementatie): Ten slotte word en de bes te mod ellen geïmplementeerd in de o perationele omgeving van de organisatie. Dit omvat het integreren van de mod ellen in bes taand e sys temen, het trainen van med ewerkers om ze te gebruiken, en het monitoren van de pres taties van de mod ellen in de prakti jk
14 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Figuur 5: Ontwikkelingen en uitdagingen AI in de bouw- en ins tallatiesector [6].
Data voorbereiden
Modellering
Highlig hts
• Wat is AI en ML: AI simuleert menseli jke vaardig hed en zoals red eneren, leren en creativiteit, terwi jl ML sys temen in s taat s telt te leren van ervaringen (data), cruciaal voor taken als clus tering, classificatie en regressie.
• Voord elen: AI en ML bied en kansen in de bouw- en ins tallatiesector, zoals voor predictive maintenance, het vermind eren van materiaalverspilling.
• Uitdagingen en kansen: Ondanks het en orme potentieel is de ado ptie van AI/ML laag in de sector. Uitdagingen zi jn ond er meer gegevensverzameling, s truct urering en privacykwes ties, maar er bes taan ook kansen op het gebied van o ptimalisatie processen, risicobeoord eling en predictive maintenance.
• Experimenteren: Organisaties word en aangemoedigd om te experimenteren met bes taand e gegevens, waarmee de basis wordt gelegd voor de ado ptie van ML.
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek THEMA
Post-HBO opleiding Datage dreven Duurzaam Behe er en Ond erhoud
TVVL benadrukt het groeiend e belang van data en digitalisering in de wereld van beheer en ond erhoud. Daarvoor is kennis n odig hoe met deze data omgegaan moet word en met bi jvoorbeeld mach ine learning en kuns tmatige intelligentie. Om die red en ontwikkelt TVVL momenteel de pos t HBO o pleiding: ’Datagedreven Duurzaam Beheer en Ond erhoud’, die in september dit jaar zal gaan lo pen. Meer informatie over deze o pleiding wordt in de komend e maand en op de website van TVVL geplaats t. Nieuwsgierig? Neem dan contact op met TVVL via: info@tvvl.nl
Het mod el is een iteratie f proces, wat betekent dat het vaak n odig is om terug te keren naar eerdere fasen en aanpassingen aan te brengen naarmate het project vord ert. Dit zorgt ervoor dat het project flexibel bli jft en kan reageren op verand erend e behoe ften en inzichten
Experimenteerruimte
Hoe nu verd er? Interessant voor een organisatie is om na te gaan welke data het al verzamelt en h iermee te gaan experimenteren. Daarmee doe je als organisatie ervaring op met het verzamelen, s truct ureren en o pschonen van data. Daarnaas t kan de organisatie ook voorzichtige s tappen maken richting ML. Door te experimenteren met al besch ikbare data kunnen organisaties een basis leggen voor een event uele formele toepassing van het CRISP-DM mod el, waardoor ze goed voorbereid zi jn om de volgend e s tappen te zetten in het analyseren en benutten van hun data voor hun organisatie.
Referenties
1. https://www.cobouw.nl/3142 33/ai-gaat-cruciale-rol-spelen-bi j-verduurzaming-van-bouwsector
2. https://www.gartner.com/en/articles/what-s-new-in-artificial-intelligence-from-the-202 3-gartner-hype-cycle
3. https://www.euro parl.euro pa.eu/to pics/nl/article/20200827S TO85804/wat-is-artificiele-intelligentie-en-hoe-wordt-het-gebruikt#:~:text=AI%20is%20d e%20mogeli j kheid%20van,een%20specifiek%20doel%20te%20bereiken.
4. https://www.nat ure.com/articles/nat ure14 539
5. Spektrum d er Wissenschaf, Sond erauga be Das Digitale Manifes t, 2016
6. https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2 35271022101157 8
7. https://www.datascience-pm.com/crisp-dm-2/
15 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 6: CRISP-DM mod el.
Begrip van business
Begrip van de data
Evaluatie Implementatie DATA
Auteurs U. (U mber to) Peluso (T U/e), P. (Piete r-Jan) Hoes (T U/e), T. A.J. (D ennis) van Goch (Itility)
Tool voor kwantificering van energieflexibiliteit uit thermische massa van gebouwen
Het gebr uik van zon en w ind als hernieuwbare energiebronne n om elektr iciteit te produceren i s belang rijk om de klimaatdoelen te halen. Het gebr uik van dez e bronne n leidt echte r ook tot grote schommelinge n in de elektr iciteitsprodu ctie. Flexibiliteit in z owel het aanbod als de v raag naar elektr iciteit is dan ook cr uciaal om de elektr iciteitsnetwerken i n evenwicht te houden.
Energie exibiliteit kan worden gede nieerd al s het aanpassingsvermogen van een systeem aan lokale (weers-)omstandigheden, beho e en vanuit de elektr iciteitsmarkt e n behoe en van gebouw gebr uike rs (Jensen et al., 2017). Aangezien gebouwen g rote gebruike rs van energie zijn, i s het van belang om de mate van energ ie exibiliteit van gebouwen goed te beg rijpen en om het op het jui ste moment in te zetten
Binnen gebouwen wordt veel gekeken naar hoe de elektr iciteitsv raag kan worden verschoven door gebr uik te maken van z ogenaamde v raag stur ing (in Engel s: ‘Demand Respon se’, DR). Dit soort strategieën zijn gebaseerd op slimme regelingen van apparate n en energ iesystemen in het ge bouw (bijvoorbeeld laptops, li en, war mtepomp), eventueel in combinatie met energ ieopsl ag (elekt risch en/of the rmisch). DR-strategieën die worde n toegepast in gebouwen hebben uiteraard als belang rijke randv oorwaarde dat het comfortniveau van de gebouw gebr uike rs gehandhaafd blij . In dit ar tikel presenteren we de resutate n van het projec t ‘Energ y exibility serv ices f rom buildings by using adaptiv e comfor t strateg ies’ ge nancierd door TKI Urban Energ y en uitge voerd door de TU/e en BAM.
Flexibiliteit uit de thermische massa van een gebouw
In dit project is ond erzocht hoeveel energieflexibiliteit kan word en gehaald uit het toepassen van bepaald e regels trategieën voor de verwarming en koeling van een gebouw, waarbi j gebruik wordt gemaakt van de massa van het gebouw als een thermische energiebuffer Deze DR-s trategieën moeten uiteraard rekening houd en met thermisch comfort van de gebouwgebruikers; daarom word en deze strategieën in dit project aangeduid als comforts trategieën. And ere energieo pslagsys temen, zoals elektrische batteri jen, kunnen ook word en gebruikt voor energieflexibiliteitsdoeleind en; daarom dienen deze techn ologieën als een re ferentie in dit project
De hoeveelheid energieflexibiliteit die kan word en gebod en door het gebruik van de comforts trategieën is afhankelijk van versch illend e kenmerken van het gebouw, zoals de gebouworiëntatie, de grootte van de ramen ten o pzichte van de totale gevel, de isolatiewaarde van de gebouwsch il (Rc-waard e), de vloero ppervlakte, het gebouwvolume en de locatie (k limaat). De thermische massa van het gebouw is echter een van de belangri jks te parameters die de energieflexibiliteit van het gebouw beïnvloed en. De thermische massa van bes taand e gebouwen is in principe besch ikbaar zond er extra kos ten; dit in tegens telling tot bi jvoorbeeld elektrische batteri jen.
Mar ktkansen van energieflexibiliteit uit gebouwen
De gebouweigenaar kan de energieflexibiliteit van zi jn gebouw op twee manieren gebruiken: 1) impliciet, waarbi j de flexibiliteit wordt ingezet om te reageren op verand erend e context op de markt of de lokale sit uatie; 2) expliciet, waarbi j de flexibiliteit wordt aangebod en op een markt en indien n odig wordt gedispatched. Dit laats te kan door een t ussenpersoon (aggregator) word en geregeld. Deze t ussenpersoon kan de flexibiliteit van meerdere gebouwen bund elen om zo voldoend e flexibiliteitsvolume te genereren om het op een flexmarkt te verhand elen. Een voorbeeld van zo’n t ussenpersoon is het TROE F platform (www.troe f-energy.nl/), waarin TROE F de flexibiliteit van versch illend e gebouwen inzet binnen een lokale
16 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek
THEMA
energiegemeenschap om zo de pres taties van de hele energiegemeenschap te verbeteren (bi jvoorbeeld o perationele kos ten en CO2 emissies reduceren). Op dit moment wordt het gebruik van energieflexibiliteit n og niet s terk ges timuleerd in de gebouwd e omgeving, maar er word en bi jvoorbeeld wel al dynamische pri jscontracten aangebod en. Het gebruik van DR-s trategieën voor flexibiliteitsdoeleind en in gebouwen is echter zeker n og geen gangbare prakti jk in Ned erland (en wereldwi jd). Hierbi j moet word en o pgemerkt dat gebouwen relatie f traag reageren waardoor de besch ikbare flexibiliteit niet gesch ikt is voor alle flexibiliteitsmarkten (bi jvoorbeeld niet voor markten die een snelle response vragen). Aangezien de elektrificatie van energiesys temen n og s teeds in volle gang is, verwachten we dat (kantoor)gebouwen in de komend e jaren een belangri jkere rol zullen gaan spelen in het bied en van energieflexibiliteit.
De flexibiliteit die door kantoorgebouwen kan word en geleverd is ond erzocht in eerdere st udies (bi jvoorbeeld Goch, van 2014, Mishra et al. , 2017, Papachris tou. , 2019, Tantawi, 2020, De Brui jn, 2021, Papachris tou et al. , 2021). Uit ond er and ere deze st udies bli j kt dat een gemidd eld kantoorgebouw met energiela bel C naar verwachting dageli j ks flexibiliteit kan bied en met een waarde van ongeveer 0,7 tot 1 euro per vierkante meter, als ond ergrens. Dit project bouwt voort op die st udies en gaat een s tap verd er om de energieflexibiliteit door DR-s trategieën in de gebouwd e omgeving nauwkeuriger te
kwantificeren. Dit project is uitgevoerd door de projectpartners (T U/e en BAM) in samenwerking met het TROE F-consortium en Itility
De BE-Flex-tool
In dit project is de BE-FLEX-tool ontwikkeld door de projectpartners. De tool kan de besch ikbare energieflexibiliteit van een specifiek kantoorgebouw voorspellen, rekening houd end met de comforteisen van de kantoormed ewerkers en het lokale k limaat (zie Figuur 1 voor een impressie van de tool). De tool richt zich specifiek op het benutten van de energieflexibiliteit die kan word en gebod en door gebruik te maken van de comforts trategieën (Mishra et al. , 2017) en de thermische massa van het gebouw. De tool levert de volgend e mogeli j khed en:
• De tool vergelij kt de voorspeld e energieflexibiliteit van een specifiek gebouw met een vooraf ged efinieerd basisgebruik van het gebouw en met and ere besch ikbare energieflexibiliteitsbronnen in het gebouw, zoals elektrische batteri jen.
• De tool helpt bi j het id entificeren van gebouwontwerpverbeteringen die de besch ikbare energieflexibiliteit kunnen vergroten.
• De tool laat zien of de energieflexibiliteit die het specifieke gebouw biedt interessant is voor de energiemarkt
• De tool presenteert de pres taties van het gebouw met diverse pres tatie-indicatoren (PI’s) met betrekking tot duurzaamheid en financiële aspecten, evenals het thermisch comfort van de kantoormed ewerkers.
In het vervolg van het artikel zullen de belangrijks te ontwikkels tappen van de tool word en uitgelegd.
Ontwikkeling van de BE-flex-tool
Om de tool te ontwikkelen zi jn de volgend e s tappen doorlo pen. Allereerst is er een ond erzoek uitgevoerd in vier kantoorgebouwen om de comforts trategieën te tes ten. Hierbi j is gekeken naar zowel de
17 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 1: Impressie van een mock-up dashboard binnen de BE-flex tool.
acceptatie van de strategieën door de kantoorgebruikers, met name gericht op het belee fd e thermisch comfort, als naar de geleverde energieflexibiliteit. In dit ond erzoek zi jn daartoe metingen uitgevoerd met sensoren op de werkplekken (o.a. temperat uren). Daarnaas t is data verzameld uit de BMS-sys temen en zi jn vragenli js ten ingevuld door de kantoorgebruikers. Deze data is gebruikt voor de comfortst udie, maar ook om computermod ellen te valid eren. De tweed e s tap in het project is de ontwikkeling van computermod ellen waarmee de flexibiliteit kan word en berekend die kan word en behaald met de comforts trategieën. In de derd e s tap word en deze mod ellen vervolgens gebruikt in de BE-Flex tool om voorspellingen te doen voor een groot aantal kantoorvarianten.
Stap 1: Meetexperiment in kantoorgebouwen om adaptieve comforts trategieën te tes ten
Uit eerdere st udies is gebleken dat (k leine) variaties in de binnentemperat uren van een gebouw niet word en o pgemerkt door de gebouwgebruikers, of dat de gebruikers het binnenk limaat n og s teeds als comforta bel ervaren (Mishra et al. ,2016). Uiteraard moeten deze variaties wel binnen een bepaald e bandbreedte bli jven. Deze bandbreedte biedt een zekere flexibiliteit aan het gebouw met betrekking tot verwarming en koeling. Dit hee ft geleid tot de d efinitie van enkele adaptieve comforts trategieën in het NWO iCare Project (Mishra et al. , 2017). Het id ee is om deze strategieën te gebruiken om energieflexibiliteit te genereren zond er dat de gebouwgebruikers er discomfort van ond ervind en.
Het doel van de experimentele campagne was het tes ten van versch illend e adaptieve comforts trategieën. Hiervoor is een experiment o pgezet waarbi j gedurend e enkele dagen is afgeweken van de conventionele regels trategie van het gebouw, in plaats daarvan werd één van de comforts trategieën toegepas t. In Figuur 2 is een conventionele regels trategie van een gebouw weergeven
Figuur 2: De re ferentiestrategie in een gebouw en één van de getes te strategieën.
samen met één van de getes te comforts trategieën; in het experiment is ervoor gezorgd dat de temperat uren binnen de bandbreedte bli jven die door het iCare project is ged efinieerd. De kantoorgebruikers waren op de hoogte van het experiment; er was vantevoren echter niet gecommuniceerd op welke dagen de comforts trategieën zoud en word en toegepas t. Op alle dagen zi jn er echter wel vragenli js ten uitges t uurd en ingevuld om te achterhalen wat het belee fd e thermische comfort was. Op deze manier is duid elijk geword en wat de baseline was, oftewel het belee fd e thermische comfort ti jd ens een ‘n ormale’ regels trategie, in vergeli j king met het belee fd e comfort ti jd ens een van de comforts trategieën. Daarnaas t zi jn binnentemperat uren gemeten op de werkplekken en zi jn de gemeten binnentemperat uren uit het EMS o pgeslagen.
In dit project hebben we de ged efinieerde strategieën ond erzocht en getes t in vier versch illend e kantoorgebouwen:
• De eers te twee gebouwen zi jn eigendom van BAM en bevind en zich in Bunnik (zie Foto 1 en Figuur 3). Deze twee gebouwen (2511 m2 en 2255 m2) zi jn beid en gebouwd in de jaren 80. De gebouwen zi jn drie verdiepingen hoog. De experimenten voor deze twee gebouwen vond en plaats in februari-april 2022.
• Het derd e gebouw is een kantoorgebouw in Ams terdam, gebouwd in 2018. Het hee ft vier verdiepingen met een totale o ppervlakte van 9000 m2 De derd e verdieping werd gebruikt in het experiment. Het experiment in dit gebouw vond plaats in april 2022 (zie ook Hill man-Eady, 2022).
• Het vierde gebouw is een kantoorgebouw in Breda, gebouwd in de jaren 90. Het hee ft twee verdiepingen met een totale o ppervlakte van 1500 m2 Het experiment in dit gebouw vond plaats in april 2022 (zie ook Hill man-Eady, 2022).
18 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Na de meetperiod e is de data geanalyseerd en door midd el van een s tatis tische analyse is ond erzocht of er een significant versch il is te zien t ussen het belee fd e thermische comfort op de ‘n ormale’ dagen en de dagen met de and ere strategien. Uit deze analyse blij kt dat de kantoorgebruikers geen significant versch il hebben ervaren t ussen de versch illend e dagen. De resultaten laten dus zien dat het mogeli jk is om de comforts trategieën te gebruiken voor energieflexibiliteitsdoeleind en, en dus met behoud van het thermisch comfort van de kantoormed ewerkers.
Stap 2: Ontwikkeling van gebouwenergiemod ellen
De tweed e s tap omvatte het ontwikkelen van een rekenmod el (met behulp van EnergyPlus 9.6.0) waarmee de energieflexibiliteit van een specifiek Ned erlands kantoorgebouw kan word en ingeschat. Om vertrouwen te kri jgen in het mod el, is eerst een mod el o pgezet voor een van de kantoorgebouwen uit de experimentele campagne (zie Figuur 4). De meetdata is vervolgens vergeleken met de resultaten van het gebouwmod el (zie Figuur 5). Uit deze vergeli j king volgt een zogenaamd e Coe fficient of Variation of the Root Mean Square Error, CV(RMSE), voor uurli j kse waard en van het energiegebruik van 20% en voor de binnentemperat uren van 8%. Het ASHRAE Handbook s telt een eis van <30% voor uurli j kse waard en, wat betekent dat het mod el voldoend e nauwkeurig is. Het mod el kan vervolgens word en gebruikt om een voorspelling te maken van de energieflexibiliteit die gedurend e een heel jaar door het gebouw kan word en geleverd.
Om de energieflexibiliteit gedurend e het hele jaar te berekenen, is het gebouwsimulatiemod el (EnergyPlus) geko ppeld aan een o ptimalisatiealgoritme ontwikkeld in Matla b 2022b. Het o ptimalisatiealgoritme bepaalt voor elke dag van het jaar welke regels trategie het mees t gesch ikt is; het algortime kies t h ierbi j uit 56 versch illend e strategieën. Bi jvoorbeeld, een strategie waarbi j
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek
THEMA
vroeg in de ochtend wordt voorverwarmd om de ochtendpiek te voorkomen, of een strategie waarbi j juis t later in de ochtend extra wordt verwarmd om te profiteren van lagere energiepri jzen. De gekozen regels trategie op een bepaald e dag kan daarbi j invloed hebben op de keuze voor de volgend e dag, omdat de thermische massa van het gebouw relatie f traag reageert. Het algoritme houdt ook rekening met de uurli j kse elektriciteitspri jzen (Dayahead markt), CO2-emissies per kWh elektriciteit van het net, en de weersoms tandig hed en. Het algoritme kan vervolgens word en inges teld om bi jvoorbeeld de energiekos ten
19 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Foto 1: Eén van de kantoorgebouwen in Bunnik.
Figuur 3: Locaties van temperat uur sensoren op de werkplekken.
Figuur 5: Gemeten en gesimuleerd gasverbruik voor een van de regels trategieën.
Figuur 4: Weergave van het kantoorgebouw als input voor EnergyPlus
Onderzoek & Cases
zo laag mogelijk te houd en voor het gebouw (d.w.z. elektriciteit inko pen wanneer de pri jzen laag zi jn en zelfo pgewekte elektriciteit gebruiken wanneer de pri jzen hoog zi jn), of om de CO2-emissies zo laag mogelijk te houd en (d.w.z. de zelfconsumptie verhogen en elektriciteit inko pen bi j lage CO2-emissies per kWh op het net).
Stap 3: Uitvoeren van simulaties van veel voorkomen kantoorgebouwvarianten
In de laats te fase van de BE-FLEX-ontwikkeling wordt het mod el ingezet om een data base te vullen met de mees t voorkomend e variaties van kantoorgebouwen (gebaseerd op een data base uit het NWO iCare-project (Papachris tou, 2019)). Voor elke gebouwvariant (met variaties op de raamgrootte, Rc-waard es, U-waard es, gevelo ppervlak, vloero ppervlak, etc.) word en versch illend e pres tatieindicatoren berekend. Deze pres tatie-indicatoren omvatten aspecten met betrekking tot energieflexibiliteit, financiën, duurzaamheid en comfort, die vervolgens word en o pgeslagen in de data base.
Bovendien wordt voor elke gebouwvariant een re ferentieberekening uitgevoerd (met de conventionele regels trategie) en een vergeli j king met alternatieve o plossingen (zoals elektrische batteri jen en PV-panelen).
Vanwege het grote aantal gebouwvarianten (ca. 10000) in de data base is het niet e fficiënt om het ged etailleerde rekenmod el voor elke variant te gebruiken (ond er and ere vanwege de lange rekenti jd; op een lapto p met een gemidd eld e snelheid duurt de berekening voor één gebouwvariant ca. 1 uur). Daarom is besloten om een surrogaatmod el te trainen op basis van een s teekproe f uit de data base. De gebouwvarianten in deze s teekproe f zi jn doorgerekend met het ged etailleerde mod el, waarna de resultaten zi jn gebruikt om het surrogaatmod el te trainen. In het project zi jn versch illend e soorten surrogatemod el method en getes t en is 5-fold crossvalidation toegepas t.
De bes t pres terend e method en waren random fores ts en GBT; GBT is uiteind eli jke gekozen omdat deze sneller te berekenen waren. De surrogatemod ellen laten een minimale R2 zien van 0,92. Het surrogaatmod el kan vervolgens snel de hele data base doorrekenen (in enkele second en). Deze data base is vervolgens doorzoekbaar gemaakt door midd el van eenvoudige Python scripts.
Het eindresultaat
Het uiteind eli jke resultaat van dit project is de BE-FLEX-tool. Deze tool is in s taat om de energieflexibiliteit te beoord elen die kantoorgebouwen kunnen bied en door het gebruik van versch illend e regels trategieën. De kern van de tool is een data base met daarin het energieflexibiliteitspotentieel van een breed scala aan kantoorvarianten. Momenteel kan deze data base word en doorzocht via een eenvoudig Python-script. Echter, in dit project is ook een mock-up interface voor de tool gemaakt; deze interface kan dienen als het s tartpunt voor verd ere productontwikkeling van de tool.
Voorbeeld resultaten voor case study gebouw
Voor één van de gebouwen uit de meetcampagne word en h ier in het kort enkele resultaten besproken die uit de tool komen. De resultaten word en uitgebreid er besproken in het eindrapport van dit project (Peluso, 202 3). De huidige gasketel wordt in dit voorbeeld vervangen door een warmtepomp. De tool rekent vervolgens versch illend e cases door voor dit gebouw De volgend e cases word en ond erzocht:
1. De re ferentiecase: De gasketel wordt vervangen door een warmtepomp; twee conventionele regels trategieën word en toegepas t (1.1 en 1.2); in afbeelding 2 is een voorbeeld o pgen omen van één van deze strategieën; er wordt gerekend met vas te elektriciteitspri jzen;
2. Een vergeli j kingscase met een PV-sys teem en een batteri j: De re ferentiecase wordt uitgebreid met PV en een elektrische batteri j; er wordt gerekend met vas te elektriciteitspri jzen (2.1 en 2.2) en dynamische elektriciteitspri jzen (2.3 en 2.4);
3. Een energieflexibiliteitscase met comforts trategieën: De gasketel wordt vervangen door een warmtepomp; het o ptimalisatie algortime probeert de o perationele kos ten te reduceren door te zoeken naar de bes te comforts trategieën per dag en pas t op die manier de elektriciteitsvraag van het gebouw aan; er wordt gerekend met vas te (3.1) en dynamische (3.2) elektriciteitspri jzen;
4. Een vergeli j kingscase met een PV-sys teem en een batteri j + comforts trategieën: de elektriciteitsvraag zoals berekend voor case 3 wordt nu toegepas t op een variant met PV-sys teem en een elektrische batteri j; er wordt gerekend met vas te (4.1) en dynamische elektriciteitspri jzen (4.2).
20 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 6: Overzicht van de ver sch illend e cases.
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek
THEMA
Per case word en versch illend e pres tatie-indicatoren berekend. In dit artikel wordt de Internal Rate of Ret urn (IRR) van de inves tering vergeleken met het berekend e thermische comfortniveau (het percentage van de ti jd dat de comforteis niet gehaald wordt). Het id ee h ierbi j is dat het belee fd e comfortniveau minimaal het niveau van de re ferentiecase moet halen. De IRR wordt berekend voor de inves tering en het ond erhoud van de warmtepomp; voor cases 2 en 4 word en ook de kos ten voor het PV-sys teem en de elektrische batteri j meegen omen.
De resultaten in de afbeelding 8 laten zien dat de IRR laag is voor de re ferentiecases, dus het ins talleren van een warmtepomp zond er het aanpassen van de regels trategie (1.1 en 1.2), maar s terk verbetert door gebruik te maken van de energieflexibiliteit van het gebouw in combinatie met dynamische elektriciteits tarieven (3.2). Het comfortniveau
bevindt zich t ussen de twee re ferentiecases (1.1 en 1.2). Het o ptimalisatiealgoritme zorgt ervoor dat het gebouw zoveel mogeli jk gebruikmaakt van de elektriciteit van het net wanneer de pri jzen laag zi jn en de CO2-emissies per kWh laag zi jn.
Dank woord
Wi j willen TKI-Urban Energy bedanken voor de financiering van dit project (zie ook https:// projecten.to psectorenergie.nl/projecten/energyflexibility-services-from-buildings-by-usingadaptive-comfort-s trategies-35197). Bovendien willen we de led en van het TROE F-consortium (www.troe f-energy.nl) bedanken voor de prettige samenwerking.
Referenties
1. Jensen, S. Ø. , Marszal-Pomian owska, A. , Lollini, R. , Pasut, W. , Kn otzer, A. , Engel mann, P. , ... & Reynd ers, G. (2017). IEA EB C annex 67 energy flexible buildings. Energy and Buildings, 155, 25-3 4.
2. JGoch, van, T. A. J. (2014). Connecting office buildings to the smart grid: harves ting flexibility. EngD Thesis, Technische Universiteit Eindhoven.
3. JMishra A. K. , Loomans M. G. L. C. , B. P. Group, and U. B. Physics, “Project iCare Report on the work done in TU / e, 2015-17,” n o. September 2017.
4. JPapachris tou, C. (2019). Designing a d ecision support tool for high performance office buildings focusing on energy flexibility: supporting d ecisions on thermal comfort control strategies and building d esign parameters. EngD Thesis, Technische Universiteit Eindhoven.
5. Tantawi, M. Z. (2020). Assessing Energy Flexibility using a Building’s Thermal Mass as Heat Storage: a case st udy on d emand response in office buildings retrofitted with a heat pump. MSc Thesis, Technische Universiteit Eindhoven.
6. De Brui jn, R. (2021). Evaluating the potential value of energy flexibility d eployment in an energy community. MSc Thesis, Technische Universiteit Eindhoven.
7. Papachris tou, C. , Hoes, P. J. , Loomans, M. G. , van Goch, T. A. J. , & Hensen, J. L. (2021). Inves tigating the energy flexibility of Dutch office buildings on single building level and building clus ter level.
Journal of Building Engineering, 40, 102687.
8. Mishra, A. K. , Loomans, M. G. L. C. , & Hensen, J. L. (2016). Thermal comfort of heterogeneous and dynamic indoor conditions—An overview. Building and Environment, 109, 82-100.
9. Hill man-Eady, T.C. (2022). Assessment of energy flexibility in act ual buildings throug h the application of thermal comfort strategies and analysis of his torical data. MSc Thesis, Technische Universiteit Eindhoven.
10. Peluso, U. (202 3). BE-FLEX: a tool to evaluate energy flexibility in office buildings throug h adaptive comfort strategies. EngD Thesis, Technische Universiteit Eindhoven.
21 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 6: Voorbeeldresultaten van een gebouw. De Internal Rate of Ret urn wordt voor ver sch illend e cases berekend en vergeleken met het percentage discomfort uren.
Auteur Dr.ir. A.C. (A rie) Taal, De Haagse Hogeschool/Technisch e Universiteit Delf t
Foutdetectie en diagnose met behulp van 4S3F-architectuur
Ondanks veel onderzoek naar foutdetec tie en diagnose (FDD) methoden voor klimaatinstallaties, worde n dez e nog z elden toegepast. Dat hee verscheidene redenen. In dit artikel wordt een FDD-architec tuur, het z oge naamde 4S3F-framework, beschreven dat voor een g root gedeelte de tekortkomingen van bestaande FDD-methoden ondervang t. Methode n gebaseerd op de 4S3F-architec tuur worden verder uitge werkt in het Brains for Buildings (B4B) project [1], waaraan 39 partners deelnemen, waa ronder onderwijs- en onderzoeksin stellingen, installatiebedrijven, adv iesbureau s en produ ctontwikkelaars met ondersteuning uit het MOOI-subsidie programma van Rijksdien st voor Ondernemend Nederland (RVO).
Binnenk limaatins tallaties zi jn voor een groot d eel verantwoord elijk voor het totale wereldwi jd e energieverbruik, waarvan een aanzienli jk d eel wordt veroorzaakt door onjuis t ond erhoud en incorrecte best uringen en regelingen. In de gebouwd e omgeving is het binnenk limaat van het groots te belang. Een beter binnenk limaat resulteert in meer comfort, betere pres taties en mind er k lachten van gebruikers. Een goed e regeling van de k limaatins tallatie gaat dus niet alleen over het beheersen van het energieverbruik voor verwarming, koeling en elektriciteit, maar ook over het behoud van thermisch comfort en een gezond binnenk limaat.
Door combinaties van meerdere o pwekkers (bi jvoorbeeld zonnepanelen die word en gecombineerd met een WKO-sys teem, een warmtepomp en een ketel in één verwarmingssys teem van een gebouw) en intelligente regelingen en bes t uringen, bi jvoorbeeld vanuit het oogpunt van energieflexibiliteit, word en de ins tallaties s teeds complexer. Daarom zi jn sys temen die energie gerelateerde pres taties diagn os ticeren van het allergroots te belang.
Algemeen geldt dat fouten in een ins tallatie die kunnen leid en tot ongewens te pres taties, vas tges teld kunnen word en met behulp van een of meerdere symptomen. Zie Figuur 1. Een symptoom houdt in dat een gemeten waarde afwi j kt van de te verwachten waard e. Bi jvoorbeeld: een te hoog inges teld e aanvoertemperat uur in de aanvoerwatertemperat uurregelaar bi j een warmtepomp leidt tot een onverwacht lage CO P-waarde van de warmtepomp. In de ond erzoeksliterat uur (journal- en conferentiepapers) wordt dit aangeduid als de FDD-(foutd etectie en diagn ose) method e, waarbi j eerst de symptomen word en vas tges teld (d etectie) en daarmee de fouten (diagn ose).
Huidige FDD- methoden
Er bes taand e meerdere soorten FDD-method en, die op versch illend e manieren geclassificeerd kunnen word en. Hier d elen we die in op basis van de symptoom d etectiemethod e:
• Op expertkennis gebaseerde FDD-method en.
• Data gedreven FDD-method en.
De eers te groep maakt gebruik van kennisregels gebaseerd op ontwerpen productinformatie of nat uurkundige wetten, zoals te verwachten toes tandswaard en (bi jvoorbeeld temperat uren). Maar ook het gebruik van simulatiemod ellen of energie-, massa- en drukbalansen valt h ierond er. Voord eel is dat gebruik wordt gemaakt van fysische kennis. Echter het opzetten voor een specifieke k limaatins tallatie, in het bi jzond er bi j simulatiemod ellen, kan ti jdrovend zi jn.
Figuur 1: Een fout leidt tot een of meerdere symptomen.
22 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
De tweed e groep maakt gebruik van his torische meetdata, waarmee patronen voor een goed en (wellicht) incorrect werkend e ins tallatie in kaart word en gebracht. Method en die h ier ond er vallen, zi jn regressie-, ANN (Artificial Neural Networks)- en clus termethod en. Een dataset wordt dan verd eeld in correcte en incorrecte uitkoms ten voor de ins tallatie-werking. Maar ook de Blackbox-method e, waarbi j de te verwachten fysieke output (bi jv. energieverbruik) wordt gekalibreerd aan de hand van his torische gegevens. Nad eel van deze method en is dat er meetdata besch ikbaar moet zi jn voor een goed en wellicht ook een slecht functionerend e ins tallatie om een d etectiemod el op te zetten. Bovendien kunnen verand eringen in de ins tallatie leid en tot aanpassing van het d etectiemod el. Ook is kennis van data-analyse method en n odig. Deze kennis is mees tal (n og) niet aanwezig bi j de ins tallatie ontwerper die ook het FDD-sys teem zou moeten opzetten.
Verschillende methoden
Voor versch illend e sys teemond erd elen zien we versch illend e method en, in het bi jzond er voor symptoomd etectie. Een FDD voor de hele ins tallatie moet daardoor bes taan uit meerdere FDD-method en voor versch illend e ins tallatieond erd elen.
Mees tal zi jn ze niet aan elkaar te ko ppelen, terwi jl fouten sys teemoverschri jd end kunnen zi jn. Ook zien we method en voor een bepaald type component of ins tallatie, waardoor deze aangepas t moet word en bi j een specifieke toepassing hetgeen programmeerinspanning vraagt.
Een and er aspect is dat een aantal van de ben odigd e sensoren afwezig kan zi jn, waardoor de method e moet word en aangepas t. Het is o pmerkeli jk dat de mees te FDD-method en zeer specifiek zi jn ontwikkeld om het falen van HVAC-componenten aan te pakken en dat regelingen buiten beschouwing gelaten word en en er nauwelij ks rekening wordt gehoud en met effecten op energiepres taties.
FDD-method en kennen de volgend e 6 beperkingen:
Alleen enkelvoudige aanwezige fouten
De mees te FDD-method en zi jn getes t op de aanwezig heid van een enkelvoudige fout. Wanneer FDD wordt toegepas t op een bes taand e ins tallatie is de kans groot dat er meerdere fouten, in het bi jzond er sensorfouten, aanwezig zi jn.
Versch illend e sys teem niveaus
De mees te FDD-method en beperken zich tot componenten of ins tallatieond erd elen zoals sensoren, koel mach ines, luchtbehand elingskas ten en VAV-sys temen. Fouten en symptomen word en daardoor vaak door elkaar gehaald.
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek THEMA
Bi jvoorbeeld bi j een FDD-method e voor een koel mach ine werd als fout vas t ges teld dat de aanvoertemperat uur naar de verdamper te laag is. Echter de echte fout is aanwezig buiten de sys teemgrenzen van de koel mach ine, bi jvoorbeeld door een verkeerde regeling (d e fout) waardoor de gemeten aanvoertemperat uur te laag is (dit is dus een symptoom).
Beperkte automatisering
Alle FDD-method en zi jn n og niet volledig geautomatiseerd waardoor de ti jd- en kos teninspanning groot is bi j het opzetten voor een specifieke toepassing. De method en wi jken s terk af van ontwerpmethod en voor ins tallaties. Bovendien zi jn de mees te o perationele FDD-method en meer symptoomd etectie-method en waarbi j de diagn ose n og door een ins tallatie-expert moet word en uitgevoerd of n og aanvullend e (vaak handmatige) diagn osemethod en moeten word en toegepas t.
Het opzetten van FDD-mod ellen is arbeidsintensie f omdat s tandaardisatie van FDD-method en ontbreekt. De specifieke k limaatins tallatie is vaak uniek waardoor k limaattechniek-, programmeer-, data-analyse- of mod elleringsexpertise is vereis t. Programmeurs en data-analyse-experts hebben over het algemeen weinig expertise op het gebied van k limaattechniek en voor hen is het moeili jk om de fysieke betekenis van de gegevens die ze verwerken te begri jpen. Klimaattechnici en simulatiemod elleurs daarentegen hebben vaak geen kennis van data-analysemethod en.
Onbetrouwbaarheid van de uitkoms ten Bi jna alle FDD-method en geven een binaire uitkoms t: een fout is wel of niet aanwezig. Door onnauwkeurig hed en en aannames in de gehanteerde method en is de uitkoms t soms incorrect: een fout wordt onterecht vas tges teld als aanwezig of afwezig.
Geen aansluiting op beheerpraktijk
Vele FDD-method en bepalen de fouten binnen een (hand els)component. Echter, het is ongebruikeli jk dat de ins tallatiebeheerd er de exacte fout moet weten binnen een component. Mees tal vols taat het dat bekend is dat een component of regeling disfunctioneert. Bi jvoorbeeld, dat een warmtepomp niet volgens zi jn specificaties werkt en dit probleem o pgelos t moet word en door de leverancier
Geen aansluiting op de ontwerpprakti jk
De mees te FDD-method en missen de sys teemkundige benad ering bi j het ontwerp van k limaatins tallaties waardoor de opzet van FDD s terk versch ilt met het ontwerp.
23 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
4S3F methode
Al met al zi jn de mees te FDD-method en n og s teeds complex, moeten er tientallen versch illend e method en word en gebruikt op subsys teem- of componentniveau voor een specifiek (uniek) gebouw en is er geen integratie op sys teem niveau.
Uit de analyse van bes taand e FDD-method en bli j kt dat er een FDD-arch itect uur ontbreekt, die de eerd er beschreven problemen ond ervangt. Promotieond erzoek [2] s telt voor om een diagn osemethod e toe te passen, die:
• bruikbaar is voor alle soorten van ins tallatied elen. Daarbi j wel de mogelij kheid om versch illend e d etectiemethod en toe te passen. Kan zowel gebaseerd zi jn op kennis als op (h is torische) meetdata.
• meerdere gelij kti jdige fouten kan vas ts tellen.
• sys teemkundig van aard is, waarbi j op versch illend e sys teem niveaus (hele ins tallatie, ins tallatiemodules en componenten) fouten kunnen word en bepaald.
• met onzekerhed en in de d etectie en diagn ose kan omgaan, waardoor waarschi jnli j kheidsuitkoms ten voor fouten kunnen word en gemaakt in plaats van binaire uitkoms ten van bes taand e FDD’s.
• ti jd ens het ins tallatieontwerp kan word en o pgezet doordat FDD-arch itect uur moet li jken op de s truct uur aanwezig in ins tallatieontwerpen.
• de FDD-method e moet eenvoudig uit te breid en en aanpasbaar is.
Uitwerking alternatieve method e: 4S3F-(netwerk) method e Doordat fouten leid en tot een of meerdere symptomen, maar ook een symptoom veroorzaakt kan zi jn door meerdere fouten, is in [2] voorges teld om een FDD-method e op te zetten, bes taand e uit een netwerk met fouten en symptomen. Zie Figuur 2.
Door deze opzet zi jn ook de d etectie- en diagn ose fase gescheid en. In de d etectie fase word en de aan- en afwezig heid van
symptomen bepaald, waarna de resultaten word en ingevoerd in de diagn osemethod e. Het resultaat is een overzicht met de berekend e foutkansen. De fouten met de hoogs te foutkansen kunnen dan als eers te aangepakt word en. Dit komt overeen hoe een ins tallatie-expert diagn os ticeert wanneer er problemen zi jn. Fouten kunnen ond erverd eeld word en in fouten van componenten (bi jvoorbeeld een warmtepomp) en regelfouten (bi jvoorbeeld een te hoog inges teld e aanvoerwatertemperat uur).
Een symptoom wordt bepaald met behulp van metingen. Ond erscheid wordt er gemaakt t ussen o perational s tate (OS), energy performance (EP) en balance symptoms. OS-symptomen hebben betrekking op de s tat us van een component (bi jvoorbeeld aan of uit en s toring of bedri jf) of op een fysieke toes tandsgrootheid zoals een temperat uur en een volumes troom.
De EP-symptomen omvatten rend ementen en CO P-waard en maar ook geleverde vermogens. Balance-symptomen maken gebruik van behoudswetten: energie-, massa- en drukbalansen. Er kunnen ook symptomen toegepas t word en die niet-fysisch zi jn zoals ond erhoudsinformatie of k lachten van gebouwgebruikers. Deze word en aangeduid als additional symptoms.
Vooral bi j bes taand e ins tallaties is er een beperkt aantal sensoren aanwezig om voldoend e symptomen te kunnen bepalen. Door het gebruik van ontwerp- en fa brikantinformatie is wellicht een ontbrekend e fysische grootheid te bepalen. Bi jvoorbeeld uit het gemeten toerental en de toevoerdruk van een ventilator zou het mogelijk zi jn om de volumes troom te bepalen. In de bepaling is echter een onzekerheid aanwezig. Daarom dat ook het begrip mod elfout geïntroduceerd. Het netwerk bes taat daardoor uit 4 typen van symptomen en 3 typen van fouten: de 4S3F arch itect uur Zie Figuur 3.
Een van de netwerkmethod en is de Bayesiaanse netwerkmethod e. Door deze in te zetten voor diagn ose kri jgen we de Diagn os tic Bayesian Network (DBN)-method e, die de bi j de huidige FDDmethod en gen oemd e beperkingen grotend eels kan overwinnen.
24 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
& Cases
Onderzoek
Figuur 2: Voorbeeld van een netwerk van fouten en symptomen.
Figuur 3: De s truct uur van de 4S3F-method e.
Dit omdat het kan omgaan met geli j kti jdige diagn ose op meerdere niveaus, modulair is, eenvoudig uit te breid en is met symptomen en fouten, kan omgaan met weinig meetpunten, kan omgaan met versch illend e soorten symptomen en fouten, en zelfs kan omgaan met incorrect vas tges teld e symptomen. Voor elke symptoomkn oo p in de 4S3F DBN is er een kans ta bel (Conditional Proba bility Ta ble: CPT) voor de twee toes tand en Aanwezig en Afwezig. Samen met de kans ta bellen voor de foutkn oo pppunten (met zogenaamd e prior proba bilities) vormen deze ta bellen de (kans)ins tellingen van het netwerk. De grafische s truct uur van het netwerk gee ft aan hoe de kansen van een kn oo ppunt afhangen van de oud ers van dat kn oo ppunt (d e kno pen die wi jzen naar die kn oo p). Op basis van de aan- of afwezig heid van symptomen wordt de kans van de aanwezig heid van elke fout achterwaarts bepaald.
Voorbeeld
Aan de hand van een zeer eenvoudig voorbeeld wordt de method e toegelicht. Gegeven zi jn Fout A en Fout B, waarbi j de foutkans van A 10% is en van B 20%. Zie ta bellen 1 en 2.
In Ta bel 3 zi jn de zogenaamd e conditionele kansen gegeven voor een Symptoom A. Aangen omen wordt dat Symptoom A aanwezig is als Fout A of B aanwezig is.
Figuur 4 toont de DBN met de fouten A en B en symptoom A. Wanneer Symptoom A aanwezig is zien we als resultaat dat de (pos terieure) kans dat fout A aanwezig is, 35,7 % is en fout B 71,4%. Dus de kans dat Fout B aanwezig is, is twee keer zo groot. Dat is verk laarbaar omdat de prior foutkans van B twee keer zo groot is.
Bepalen van de DB N- knooppunten vo or fouten en symptomen
De mees te voorges teld e FDD-method en werd en ontworpen en geïmplementeerd zond er rekening te houd en met het ontwerp van ins tallaties. Het ontwerp van k limaatsys temen is gebaseerd op energie-, massa- en drukbalansen, en op de sys teemtheorie
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek
THEMA
dat sys temen kunnen word en ond erverd eeld in subsys temen en aspectsys temen. Het is gebruikelijk bi j het ontwerp om schema's toe te passen die van ruw naar d etail groeien.
In de ontwerpfase bepalen ins tallatie-ontwerpers de specificaties van de componenten, subsys temen en sys temen en hun bes t uring en regeling. Ze leggen dat vas t in principeschema’s, ook wel aangeduid als P&ID's (proces- en ins trumentatiediagrammen), waarin de belangrijks te ins tallatie- en regelcomponenten word en weergegeven met al hun ond erlinge verbindingen, evenals alle massa- (brands tof, water, lucht), elektrische energie en regelsignalen, waarmee thermische energies tromen gemakkelijk kunnen word en berekend.
Figuur 5 toont een dergelijk principeschema op basis van ISSO 31 voor meetpunten [3] en ISSO 44 voor hydraulische schakelingen voor warm water [4]. Een principeschema bevat componenten (weergegeven als symbolen) die met elkaar verbond en zi jn door leidingen, kanalen en ka bels, en bevat sensoren (afgebeeld als zend ers) en act uatoren (bi jv. elektromotoren of k leppen) die via regelaars zi jn geko ppeld. Verd er wordt vaak het n ominale vermogen van componenten weergegeven en de gecontroleerde en ontworpen temperat uren en d ebieten bi j ontwerpoms tandig hed en. Samenvattend: principeschema’s bevatten informatie over componenten, regelingen en te verwachte toes tandswaard en die belangri jk zi jn voor de bepaling van fouten en symptomen.
Ta bel 1 en 2.
Ta bel 3: CPT-ta bel voor Symptoom A.
25 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Toes tand Fout A Aanwezig Af wezig Toes tand Fout B Aanwezig Afwezig Aanwezig Afwezig Toes tand Symptoom A Aanwezig 111 0 Afwezig 000 1 ‘Fout A’ toes tand Inges teld e kans Aanwezig 0.10 Afwezig 0.90 ‘Fout b’ toes tand Inges teld e kans Aanwezig 0.20 Afwezig 0.80
Figuur 4: Voorbeeld van diagn ose resultaten.
Onderzoek
Uit de principeschema’s kunnen de foutkn oo ppunten word en vas tges teld: componentfouten (zoals pompen, k leppen, ketels, sensoren) en regelfouten (ins tellingen in controllers, zoals TC). Dergeli jke fouten kunnen leid en tot symptomen van energiepres taties (EP), zoals lage pres tatiecoëfficiënten (CO P's). Vanuit de principeschema’s kunnen de sensoren word en vas tges teld die n odig zi jn om de uitgewisseld e energiehoeveelhed en voor energiepres tatiemetingen te bepalen. Deze fouten leid en ook tot symptomen zoals ongewens te temperat uren (gemeten door de sensoren TT, PT in het gepresenteerde principeschema) of onverwachte toes tand en van act uatoren (pompen, k leppen). Deze symptomen kunnen word en aangeduid als symptomen van de o perationele toes tand (OS). Ten slotte, om de diagn ose te laten plaatsvind en met correcte metingen, is het de bedoeling om balanssymptomen van massa, energie en drukbalans te gebruiken om sensorfouten uit te sluiten.
De bovens taand e soorten symptomen en fouten zi jn generiek, nuttig en besch ikbaar voor elke k limaatins tallatie op meerdere niveaus en kunnen word en geëxtraheerd uit de principeschema’s.
O nderzoeksresultaten
De 4S3F-method e is getoets t in het promotieond erzoek [2] met behulp van his torische gebouwbeheersys teem (GBS)-data van het vraaggest uurd ventilatiesys teem en de thermische energiecentrale van het gebouw van De Haagse Hogeschool in Delft, bevattend e een warmte koud eo pslag (WKO)-sys teem, een warmtepomp en een ketel. De gehanteerde d etectiemod ellen waren kennis-gebaseerd, waarbi j ond er and ere balanssymptomen zi jn gebruikt. Voord eel was dat daarmee ook energieverspilling kon word en bepaald. Als diagn oseperiod e is een heel jaar gen omen. Uit d eelond erzoeken bleek dat de 4S3F-method e eenduidig de fouten vas ts teld e. Bovendien bleek dat de 4S3F-arch itect uur grotend eels de tekortkomingen o plos t,
die aanwezig zi jn bi j bes taand e FDD-method en, die kunnen worden gerealiseerd door een s trikte scheiding t ussen oorzaken (fouten) en gevolgen (symptomen), waardoor meerdere d etectiemethod en kunnen word en gebruikt. De diagn ose door DBN's ond ers teunt gelij kti jdige diagn ose op meerdere sys teem niveaus van meerdere fouten en kan zelfs omgaan met onjuis te d etectieresultaten als gevolg van meetonnauwkeurig hed en en onzekerhed en in de FDD-method e.
In te stellen foutkansen
De in te s tellen kansen in de kans ta bellen voor de fout- en symptoomkn oo ppunten had een probleem kunnen zi jn. Echter, doordat er gen oeg ond erscheid end e symptomen kond en word en o pges teld, kond en de fouten vas tges teld word en met arbitraire waard en in de fout- en symptoomta bellen. Bovendien is de exacte waarde van de pos terieure foutkans, bi jvoorbeeld 70 of 90%, mind er van belang omdat het resultaat van de diagn ose een rangli js t met foutkansen is waarbi j bi jvoorbeeld eerst de waard en boven 60% word en ond erzocht. In elk d eelond erzoek waren de inges teld e foutkansen gelij k. De eerste red en was dat and ere waard en moeili jk vas t te s tellen zi jn, omdat ze afhangen van het type van componenten en complexiteit van regelingen die zi jn toegepas t. De tweed e, belangrijkere red en is dat uitgevoerde gevoelig heidsanalyses van de inges teld e kansen aantoond en dat de a bsolute waard en ond ergesch ikt zi jn aan de relatieve. Wel zi jn er soms afwi jkend e conditionele kansen voor de symptomen toegepas t, in het bi jzond er voor k leppen, omdat een defecte k lep o pen of gesloten kan zi jn, wat wel of niet tot een symptoom leidt. De kansmod ellen hadd en binaire toes tand en: een fout of een symptoom is aanwezig of afwezig. Bi jvoorbeeld een k lep is defect of correct, waardoor er geen ond erscheid wordt gemaakt t ussen een o pen of gesloten defecte k lep. Voor een symptoom is er geen ond erscheid gemaakt t ussen k leine of grote afwi j kingen, waardoor daar ook de toes tand en binair waren.
26 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
& Cases
Figuur 5: Voorbeeld van een principeschema voor een verwarmingsins tallatie.
Ter toelichting zi jn in Figuur 6 twee foutkn oo ppunten (met dezelfd e kansverd eling) en drie symptoomkn oo ppunten (met dezelfd e CPT’s) gegeven. Twee symptomen zi jn aanwezig. We zien dat de kans op Fout B groter is dan op Fout A, omdat de twee aanwezige symptomen verwi jzen naar Fout B terwi jl er maar één verwi js t naar Fout B. De beheertechnicus zou dan eerst moeten kijken naar Fout B.
Het zou mogelijk kunnen zi jn dat Symptoom A toch aanwezig behoort te zi jn, maar niet ged etecteerd werd door onnauwkeurig hed en in de meet- en d etectiemethod e. Desondanks is in dit voorbeeld de pos terieure uitkoms t toch n og 50%! Zoals eerd er vermeld, wanneer er meer geko ppeld e aanwezige symptomen zi jn, zal de nauwkeurig heid hoger word en.
Samenvat ting , conclusie en verder onderzoek
De bes taand e FDD-method en voor k limaatins tallaties zi jn n og s teeds te complex en is er behoe fte aan een algemene FDD-arch itect uur en een modulaire FDD-aanpak voor k limaatins tallaties. Dit leidd e tot een re ferentiearch itect uur voor FDD, genaamd 4S3F, waarin resultaten van meerdere symptoomd etectiemethod en kunnen word en ingevoerd in een DBN met fout- en symptoomkn oo ppunten gebaseerd op principeschema’s. De 4S3F FDD kan een integraal en geautomatiseerd ond erd eel zi jn aanvullend op het gebouwbeheersys teem. Dit kan ti jd en geld besparen en ontwerpfouten in het energiebeheersys teem van gebouwen voorkomen. Bovendien kan de 4S3F method e ingezet word en voor commissioning om o pleveringsfouten eruit te halen.
Uiteind eli jk zi jn k limaat- en regeltechnici het bes t in s taat om energiepres tatiemetingen, alarmdrempels en ben odigd e sensoren te bepalen.
4S3F kan dus vanaf de ontwerpfase en o plevering word en gebruikt om op sys tematische wi jze fouten te voorkomen in het ontwerpproces en in het gebruikname proces. Na deze ins tallatie-specifieke fase kan 4S3F effectie f fouten en foutrichtingen d etecteren, die vervolgens door de
Highlig hts
• Maak ond erscheid t ussen d etectie van symptomen en diagn ose van fouten.
• Diagn ose met diagn os tische Bayesiaanse netwerken (DBNs).
• FDD voor k limaatins tallaties opzetten met behulp van de 4S3F-arch itect uur
• Ond erscheid drie typen van fouten en vier typen van symptomen.
• Een specifieke 4S3F FDD-method e opzetten gebaseerd op principeschema’s.
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek
THEMA
Figuur 6: Fout B hee ft een grotere foutkans dan Fout A.
technisch beheerd er vertaald word en naar n oodzakeli jke acties om het disfunctioneren op te lossen en daarmee onn odig energieverbruik en/of comfortk lachten op te lossen.
De 4S3F arch itect uur is getes t voor ins tallatied elen van het gebouw van De Haagse Hogeschool in Delft. Echter, toepassing op een luchtbehand elingskas t ontbreekt. Ond erzoekers van TU Delft en TU Eindhoven werken de 4S3F arch itect uur en bi jbehorend e method en daarvoor nad er uit in werkpakket 1 van het B4B-project. De ond erzoeken word en verricht op ins tallaties in de gebouwen van de TU Delft en Kro pman ins tallatietechniek. Daarnaas t toets t ins tallatiebedri jf Spie de ond erzoeksresultaten op hun projecten.
TU Eindhoven richt zich vooral op gebouwgebruikers en op d etectiemethod en gebaseerd op his torische data, terwi jl TU Delft de gehele k limaatins tallatie met luchtbehand eling ond erzoekt en de op expertkennis gebaseerde d etectiemethod en in sensorarme en -ri jke omgevingen. Verd er wordt gekeken naar de automatisering van de 4S3F method e en de opzet voor een 4S3F DBN bibliotheek. Beid e universiteiten bes ted en ook aandacht aan de inges teld e fout- en symptoomkansen en of het nuttig is om meer dan twee toes tand en te hanteren voor de fout- en symptoomkn oo ppunten in de DBN’s.
Bovendien wordt er ond erzoek verricht naar bruikbare diagn oseperiod en (d e diagn ose zal vermoed eli jk vooral in een s tationaire sit uatie het mees t o ptimaal werken). In dat ond erzoek word en alternatieven voor de d etectieperiod e beschouwd, bi jvoorbeeld één- of meermalig per diagn oseperiod e en de te hanteren bandbreedten waarbinnen symptomen als afwezig word en geacht.
Al met al belooft de 4S3F method e een flink s tap voorwaarts te zi jn voor het beheer van (ook) complexe ins tallaties.
Referenties
1. Brains for Building (B4B) project. https://brains4buildings.org.
2. Arie Taal. A new approach to automated energy performance and fault d etection and diagn osis of HVAC sys tems (2021). ISBN 97 8-90-386-5409-6. Bouws tenen 325. Eindhoven University of Techn ology
3. Meetpunten en meetmethod en voor k limaatins tallaties (2014), ISSO-publicatie 31, Stichting ISSO, Rotterdam, The Netherlands.
4. Ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarmen (1998), ISSO-publicatie 44, Stichting ISSO, Rotterdam, The Netherlands.
27 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Auteur drs. ing. J.W. (Arjan) Wargers, ElaadNL
Hoe Duitsland netbeheerders in staat stelt flexibele apparaten in de woning te sturen bij netcongestie
Sinds 1 januari 2024 is er nieuwe wetgeving in Duitsland van kracht. Deze maakt het voor netbeheerders mogelijk om het stroomgebruik van stuurbare elektrische apparaten, zoals laadpalen voor elektrische auto’s, te sturen. Zo kan het aantal van deze apparaten blijven groeien zonder dat het net uitvalt. Meerdere landen in Europa werken aan een dergelijk systeem van ‘netbescherming’. Hoe pakken de Duitsers dit technisch en juridisch aan en wat kan Nederland ervan leren?
In Duitsland is de wetgeving over de aanst uring van resid entiele apparaten door de regionale netbeheerd er per 1 januari 2024 verand erd. Het gaat dan ond er and ere om warmtepompen en laadpalen voor het o plad en van elektrische auto’s. Voorheen bes tond er wetgeving die de netbeheerd er de ruimte gaf om de aansluiting / ins tallatie van nieuwe apparaten op het net te weigeren. Deze bepaling is komen te vervallen en in plaats daarvan is het de netbeheerd er toeges taan het vermogen van ‘s t uurbare apparaten’ te sturen. Dit is vas tgelegd in artikel 14a van het Energie Wirtschafts Gesetz (EnWG) (Wet op de Energiesector). [1] Het doel van deze wet is om nieuwe apparaten te kunnen bli jven faciliteren en tegeli jkerti jd net uitval te voorkomen. Hier hoort wel een aantal voorwaard en bi j, waarond er het vers terken van het stroom netwerk binnen een bepaald e termi jn.
De term 'st uurbare apparaten' verwi js t naar alle elektrische apparaten met een aansluitvermogen van meer dan 4,2 kW. Dit zi jn warmtepompen, elektrische o pslagsys temen, laadinfras truct uur voor elektrische voert uigen en airconditioningsys temen.
De mogelij kheid om te sturen wordt gezien als een n oodzakeli jk ond erd eel van toekoms tig netbeheer, om te voorkomen dat er kritieke sit uaties in het stroom netwerk onts taan. De Duitse netbeheerd er wordt dus per 2024 toeges taan om (ond er voorwaard en) het vermogen van specifieke apparaten terug te regelen. Dit is een verplichte regeling.
Kernpunten Duit se propositie
In Duitsland ligt de initiële focus op het juridisch borgen van deze nieuwe mogelij kheid. De technische implementatie zal in 2024 verd er uitgewerkt word en. Er is dus een nieuwe wet aangen omen waarbi j de technische implementatie van de o plossing n og niet volledig uitgewerkt is.
De capaciteit van de aansluiting kan word en teruggebracht naar een basiscapaciteit. Deze basiscapaciteit is vas tges teld op 4,2 kW per st uurbaar apparaat, waarbi j de minimale vermogens niet onbeperkt bi j elkaar o pgeteld mogen word en. Er wordt h ierbi j een correctie factor toegepas t. Apparaten (laadpunten, warmtepompen, thuisbatteri jen en koelsys temen) die vanaf 2024 word en geïns talleerd, moeten in s taat zi jn om st uringssignalen te ontvangen en daarop ad equaat te reageren. St uring wordt ‘alleen’ toegepas t in gebied en waar knelpunten dreigen te onts taan (netconges tie). De Duitse netbeheerd er st uurt niet richting een bepaald apparaat, maar op ‘d e aansluiting’. Het is dan een de consument richting welk(e) apparaten de st uring doorgezet wordt
De k lant hee ft zelf een meldingsplicht bi j de ins tallatie van de betreffend e apparaten. Er geldt vervolgens een vas tges teld e consumentencompensatie onafhankelijk van hoe vaak gest uurd wordt of hoeveel kWh er mind er wordt geleverd. Deze vergoeding betre ft een vas t bedrag van 80 euro en een korting van 80 procent op het
28 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek
THEMA
nettarie f voor de eers te 3.750 kWh (in Duitsland is het netwerktarie f afhankeli jk van de hoeveelheid stroom die je afneemt).
Ti jd ens de ‘Juni-consultatie’ is de verplichte st uringsregeling aangevuld met een s timuleringssys teem in de vorm van varia bele Time-of-Use nettarieven. [2] De netbeheerd er moet dus aanvullend een varia bel nettarie f aanbied en aan de consument. Dit gee ft een prikkel om in piekuren mind er stroom te gebruiken en zo netconges tie te voorkomen. Dit komt naas t de compensatievergoeding voor de st uring.
Technische implementatie
De ‘route van de st uring’ loo pt via de Duitse slimme meter Er wordt een directe verbinding t ussen de netbeheerd er en de slimme meter gerealiseerd. De netbeheerd er communiceert vanuit zi jn ‘Grid Management Sys teem’ met het meter beheersys teem van de meterbeheerder. Deze sys temen zi jn
overigens niet hetzelfd e of al geko ppeld; dit kunnen ook versch illend e parti jen zi jn. Vervolgens wordt gecommuniceerd met het Home Energy Management Sys teem (HEMS) of direct met het flexibele apparaat (als er geen HEMS geïns talleerd is). Tussen het Duitse intelligente meetsys teem (meter en Smart Meter Gateway) wordt een 'controlbox' ("Steuerbox") geïns talleerd. Deze controlbox communiceert vervolgens met een HEMS of direct met een apparaat. Communicatie via een HEMS geniet de voorkeur van de Duitse netbeheerders, maar het is aan de consument zelf om deze al dan niet te ins talleren.
De Duitse netbeheerders focussen zich nu op het s tandaardiseren van de interfaces waar de netbeheerd er direct bi j betrokken is. Dus de netbeheerd er hee ft geen directe bemoeienis met de protocollen t ussen de event uele HEMS en achterliggend e apparaten. [3] Het belang van de s tandaardisatie van de interface t ussen HEMS en achterliggend e flexibele sys temen wordt erkend, maar is geen ond erd eel van het lo pend e traject. De versch illend e berichtensets die n odig zi jn, zi jn gespecificeerd.
29 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Foto 1: In Duitsland is de wetgeving over de aans t uring van resid entiele apparaten door de regionale netbeheerd er per 1 januari 2024 verand erd. Het gaat dan ond er and ere om warmtepompen en laadpalen voor het o plad en van elektrische auto’s.
De berichten t ussen de Duitse SmartMeterGateWay (SMGW) / Steuerbox (S TB) word en via de EEBUS s tandaard uitgewisseld. [4] De EEBUS organisatie hee ft een ruim aantal berichtensets ged efinieerd. Een beperkte set daarvan wordt gebruikt om in deze de beperking van capaciteit te communiceren (Limitation of Power Consumption).
Voor waarden en bijkomende verplichtingen
De netbeheerd er is verplicht om de belas ting op het (laagspannings) netwerk continu (en s teeds meer real-time) te monitoren en zo kritieke sit uaties te voorzien en te voorkomen. Op basis h iervan zal de regionale netbeheerd er de st uurmaatregelen voor de volgend e dag bepalen. Om deze sys tematiek mogeli jk te maken moeten er meeten regeltechnieken in het netwerk word en geïns talleerd om inzicht te kri jgen in de belas ting van het netwerk en om de st uursignalen te kunnen verzend en. De ontwikkeling van intelligente meetsys temen wordt h ierbi j dus erg belangrijk
De Duitse netbeheerders moeten informatie over de interventies vers trekken op een gemeenschappelijk internetplatform. Dit zal het voor het grote publiek gemakkelijker maken om te begri jpen wanneer er problemen met overbelas ting o ptred en. Ook zi jn er verplichtingen met betrekking tot het uitbreid en van de netcapaciteit. De netbeheerd er moet het netwerk binnen twee jaar na s tart van de interventies hebben uitgewerkt.
In de eers te fase zullen alle regionale netbeheerders overgaan op een vorm van s tatische st uring: st uring in de vorm van vas te ti jdsblokken.
Het is de bedoeling dat deze vorm van st uring uiterli jk in 2029 volledig wordt vervangen door dynamische st uring.
Wat kan Nederland hier van leren?
In Ned erland kunnen we ook wat leren van het Duitse beleid. Welke lessen kunnen we trekken?
• Begin op ti jd en wacht niet op de techniek!
De implementatie kost ti jd. Ze zi jn in Duitsland zo’n vi jf jaar geled en begonnen met dit traject. In Ned erland hebben we dezelfd e behoe fte als in Duitsland, dus moeten we nu dit traject ops tarten om grote problemen voor te zi jn. Ondanks dat de technische o plossing in Duitsland n og niet 100% is uitgewerkt, is de wetgeving wel ontwikkeld en geïmplementeerd. Deze route kunnen wi j in Ned erland ook volgen.
• Zorg voor regie-voering en kom tot een eenduidig, gedragen sys teemperspectie f. In Duitsland hee ft de Bund esNetzAgent ur (BNA) de duid eli jke o pdracht gekregen om de manier van st uring door de netbeheerd er uit te werken. In Duitsland is de ‘st uur-route’ en het st uurmechanisme held er (ondanks dat er n og zaken ingevuld moeten word en). In Ned erland liggen
30 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Figuur 1: De ‘route van de st uring’ loo pt via de Duitse slimme meter.
n og veel o pties o pen. Als deze route niet held er is, is het bi jvoorbeeld veel las tiger om de versch illend e interfaces te s tandaardiseren en daadwerkelijk een sys teem van ‘netbescherming’ in te voeren.
Er is in Duitsland bewus t gekozen om geen marktplaatsband ering te volgen en specifiek via de slimme meter arch itect uur te st uren. Deze keuzes geven held erheid.
• Kijk naar de hele (horizontale) keten.
Van digitalisering van de netten, het gebruik maken van meetdata tot al dan niet verplichte/vas te compensatie voor de consument, dat moet allemaal word en meegen omen in het beleid. Zowel in Duitsland als ook in het Verenigd Koninkrijk hee ft de regulator (in die land en verantwoord elijk voor de tots tandkoming van dit beleid) een bred e sco pe aangehoud en welke zaken allemaal geregeld moeten word en. Het gaat niet alleen specifiek over het st uursignaal, de minimale vermogensgrenzen en de ‘s t uur-route’. Ook voorwaard elijke zaken zoals bi jvoorbeeld eisen m.b.t. digitalisering van de netten (meten van de daadwerkeli jke netbelas ting en op basis daarvan st uren) en de maximale ti jd totdat verzwaring van de netten gerealiseerd moet word en (na toepassen van st uring) moeten ook meegen omen word en om een compleet en duid elijk beeld te schetsen. Ook is te overwegen om op eenduidige manier transparantie te geven over waar en wanneer st uring is of wordt toegepas t.
• Kijk naar alle aspecten (lagen) die n odig zi jn: juridisch, organisatorisch, communicatie en protocollen, de gesch iktheid van apparaten en event ueel t ussenliggend e sys temen. Naas t ICT-communicatieprotocollen moeten er ook besluiten word en gen omen over de arch itect uur via welke de st uursignalen word en verzond en. Op dit vlak is er veel (pilot)ervaring o pgedaan in Ned erland. De versch illend e o pties moeten gewogen word en en er moet een besluit word en gen omen. Het een-o p-een ko piëren van de Duitse technische o plossing is wellicht niet mogeli jk omdat de slimme meter infras truct uur in Duitsland meer functionaliteit bevat dan de Ned erlandse, maar deze o ptie moet wel verd er ond erzocht word en.
• Alleen st uren waar en wanneer dat n odig is. In Duitsland is gekozen voor de inzet van de st uurmaatregel alleen in gebied en en op ti jd en waar en wanneer dit n odig is. Er wordt dus niet ingegrepen wanneer de netsit uatie h ier niet om vraagt. Dat is een belangri jke keuze.
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek THEMA
• Zorg voor de combinatie van s tok en wortel: verplichte st uring en vas te compensatie. In dit geval een combinatie van time-of-use (ToU) tarieven en st uurmaatregelen. De consument kri jgt eerst zelf de keus of hij zelf op een tarie fprikkel wil reageren en zi jn gebruik (en daarmee zi jn vermogensvraag) wil aanpassen. Daarmee kri jgt hij de mogelij kheid om zelf, auton oom, te reageren op een incentive. Als dat vervolgens niet het gewens te effect hee ft en de belas tinggraad tot overbelas ting kan leid en mag de netbeheerd er de st uurmaatregel inzetten. Deze combinatie is ook te overwegen voor Ned erland. Er is geen zekerheid of een tarie fprikkel tot een vermind ering van de piekbelas ting leidt. De consument wordt h iermee echter wel ges timuleerd om een bi jdrage te leveren aan netbewus t gedrag, zond er direct ingri jpen. Vervolgens kan, als de netsit uatie daarop vraagt, het ‘technisch vangnet’ ingezet word en. De combinatie van deze twee mechanismes (tarie fprikkels en technisch vangnet) gee ft mi jns inziens een grote mate van auton omie voor de consument en een zekers telling dat het elektriciteitsnet overeind bli jft
• Zorg voor transparantie over waar en wanneer st uring is ingezet. Ook is aan de inzet van een st uurmaatregel de eis verbond en van netverzwaring binnen een bepaald e termi jn. Zo hee ft de consument zicht op wat er gebeurt en wanneer wordt ingegrepen en zicht op s truct urele verbeteringen op termi jn.
• Wees je bewus t van de kos ten. De combinatie van al deze aspecten en de slimme meter infras truct uur is kos tbaar Er moeten in Duitsland door de netbeheerd er veel zaken geregeld word en. Dit gaat veel geld kos ten, hetgeen uiteind eli jk onvermi jd elijk leidt tot hogere nettarieven. Maar het zorgt er wel voor dat het stroom net probleemloos bli jft functioneren, terwi jl het aantal o plad end e elektrische auto’s en draaiend e (hybrid e) warmtepompen s terk groeit
Referenties
1. https://itemsnet.d e/itemsblogging/einblicke-in-d en-neuen-entwurf-d es-14a-enwg/
2. In juni 202 3 hee ft de Bund esNetzAgent ur een (laats te) bred e consultatie gedaan waarbi j versch illend e s takehold ers zi jn uitgen odigd om hun feedback op de plannen te geven. Deze input is meegen omen in het d efinitieve besluit
3. Er is in dat domein wel een behoe fte aan s tandaardisering, maar daar zi jn de Duitse netbeheerders niet bi j betrokken.
4. home - EEBus - Empowering the digitalisation of Energy transition.
31 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Auteur Prof.ir. W. (W im) Zeiler
Nieuwe oplossingen voor de toekomst
We leven in een tijd met ongekende uitdagingen die gelijktijdig op ons a omen. De ge volgen van de klimaatcrisis worden voor iedereen voelbaar. Het besef groeit dat we niet ongestra g rote hoeveelheden energ ie kunnen gebruiken. Toch is de energ ievraag in de gebouwde omgeving in Nederland nog steeds ongeveer 40% van de totale energ ievraag. Het ontwerpen van Installaties i s slechts een beperkte activiteit, de kosten bedragen slechts 4 tot 8% van de aanneemsom. Maar een slecht ontwer p leidt tot een slecht functionerend gebouw. Dat moet beter!
Alleen het direct aan het beg in van een gebouwontwerpproces s amenbrengen van de ontwerpers voor architectuur, constructies, bouw fysica en installaties leidt niet tot verbetering (Savanovic 2009). Het ontwerpteam hee structuur nodig om betere ideeën en meer oplossingen te bedenken.
“Science based - Technolog y driven - Desig n oriented” dat is het credo van het ond erzoek aan de Technische Universiteit Eindhove n (TU/e). Zowel in onderzoek als bij ontwerpen is een methodi sche aanpak belang rijk. Het gebruik van de Integ raal Ontwerpmethode biedt dez e structuur. De Integraal Ontwerpmethode i s uitgebreid beschreven in het Basisboek Ontwerpen (Z eiler 2022), gebaseerd op het Methodisch Ontwerpen van mijn oude leermeester Harry van den Kroonenberg (van den Kroonenberg & Siers 1992, Siers 2004). Het is een persoonlijk voorbeeld van het delen en doorge ven van kennis en ervaringen (Fig uur 1).
Het gebruik van de Integraal Ontwerp method e binnen het ontwerpproces resulteert in transparantie over de gen omen ontwerps tappen en de ontwerpbeslissingen. Het zorgt voor een goed e informatie-uitwisseling t ussen versch illend e disciplines ti jd ens de concept uele fase van het ontwerp door een functionele s truct urerings techniek; Morfologische overzichten (MO). Morfologie biedt de s truct uur om een overzicht te maken van de overwogen functies en
hun bi jbehorend e o plossingen. De method e helpt de communicatie t ussen de led en van het ontwerpteam te s truct ureren en helpt ze zo om meer o plossingen te bed enken.
In de afgelo pen 20 jaar is deze method e ontwikkeld en getes t in worksho ps voor professionals van het Konink li jk Ins tit uut van Ned erlandse Arch itecten (BNA) en de Ned erlandse Vereniging van Raadgevend e Ingenieurs (NL Ingenieurs). Meer dan 500 professionals ded en aan deze worksho ps mee. Daarna is de verd er ontwikkeling samen met professionals en st ud enten gedaan (Zeiler 202 3). De method e wordt sinds 2004 gebruikt in het ond erwi jsprogramma van Ins tallatietechn olgie aan de Technische Universiteit Eindhoven.
De method e helpt om het ontwerpproces in s tappen te splitsen. Met behulp van morfologische kaarten en een morfologisch overzicht wordt het proces transparant in beeld gebracht. Deze toevoeging aan de conceptfase van het ontwerpproces hee ft een significant positie f effect van gemidd eld meer dan 50% op het aantal voorges teld e o plossingen. Maar ook op de hoeveelheid functies die in deze vroege, maar cruciale, fase van het ontwerpproces mee word en gen omen, wel 30% meer Dit geldt voor alle ond erzochte groepen ontwerpers!
(Zeiler 202 3)
32 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Figuur 1: Het doorgeven en d elen van kennis en ervaringen.
Dit gee ft aan dat je het resultaat van de concept uele ontwerpfase en orm kunt verbeteren door s truct uur aan het ontwerpproces toe te voegen. Het helpt de kennisd eling binnen het ontwerpteam en vormt een raamwerk voor beter begrip, het s timuleren van id eeën en nieuwe o plossingen.
Concept – Kennis (C-K) theorie
Creativiteit binnen een ontwerpteam kan door de toepassing van de C-K-theorie van Hatchuel en Weil (2002) verd er word en ges timuleerd. Het uitganspunt van het ontwerpproces is de bes taand e kennis (K) van een ontwerpteam over de o pgave van de o pdrachtgever Dan wordt er een transformatie gemaakt naar de (n og onbekend e) concepten (C) (Hatchuel en Weil 2007, Le Masson et al. 2011, Le Masson et al. 2017). C zi jn alle concepten waarvan men n og niet weet of die mogeli jk zi jn of niet. Het omvat feitelijk alles wat niet behoort tot de kennis van de ontwerpers. Het maakt het mogeli jk om het onbekend e, te gebruiken om tot nieuwe o plossingen te komen. Aangezien er veel meer onbekend is, dan dat er bekend is, is de potentie van deze aanpak en orm. Door de C-K-theorie toe te passen bi j de transformatie van de morfologische kaarten naar het morfologische overzicht, zi jn de s tappen van het C-K-ontwerpproces inzichteli jke te maken en wordt de abstracte theorie concreet (Zeiler 2022).
Vanuit de weergave van de kennis (K) van de individuele ontwerpteamled en in de morfologische kaarten zi jn er twee o pties:
1. K K
Als de d eelo plossingen bekend zi jn bi j alle teamled en (zie f1-f3 in figuur 2) dan word en ze o pgen omen in het morfologische overzicht
2. K C
Zi jn ze niet bekend dan word en ze getransformeerd, met behulp van de transformatie K C naar een d eelverzameling van onbekend e o plossingen C (bi jvoorbeeld f4 & f5 in figuur 4).
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek THEMA
Vanuit C zi jn er twee mogelij khed en:
1. C C
Door discussie en schetsen onts taan mogeli jk nieuwe alternatieve functies of o plossingen. Deze concepten kunnen n og s teeds concepten zi jn waarvan niet voldoend e bekend is. Zolang er niet voldoend e bekend is. vindt de transformatie in C plaats.
2. C K
Komen er na toetsing of uitwerking geaccepteerde o plossing uit, dan is er sprake van een transformatie C K.
Om de creativiteit van ontwerpteams te s timuleren bi j het ontwerpproces, kun je gebruikmaken van C-projectors van de Kn owledge Concepts Pro position-method e (KCP-method e)) (El mquis t en Segres tin 2009) die gebaseerd is op de C-K-theorie. De C-projectors zi jn actieve K C-projectoren die in eers te ins tantie ‘onmogeli jke’ o plossingsrichtingen kunnen zi jn. Bi jvoorbeeld een gewichtloze hoogbouw, een gebouw met oneindig hoge isolatiewaarde etc. De C-projectors s timuleren de ontwerpers tot nieuwe concepten die dan, na evaluatie, kunnen leid en tot nieuwe o plossingen.
Het gebruik van C-projectoren werd getes t in de Integraal Ontwerpworksho ps.In dit ond erzoek werkten stud enten samen met ervaren
33 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 2: Morfologische weergave van het transformatieproces binnen de vier transformaties van de C-K-theorie van Hatchuel en Weil (2007).
Onderzoek & Cases
professionals en kregen ze eerst een introductie in de C-K theorie en de C-projectoren. Hierna gingen ze er mee aan de slag (Zeiler 2022). Dit ond erzoek toond e het positieve effect van de toepassing van C-projectoren aan op het aantal gegenereerde functies (30% meer) en o plossingen (38% meer) in de concept uele fase van het gebouwontwerpproces.
Learning by doing
Het is belangrijk dat st ud enten al ti jd ens de st udie samenwerken met and ere disciplines als het gaat om het ontwerpen van gebouwen en ins tallaties. Dit bereidt ze voor op hun toekoms t. Dat was ook de motivatie om samen met het bedri jfsleven het multidisciplinaire project Integraal Ontwerpen te s tarten. Geko ppeld aan een ontwerpcompetitie met externe juryled en en gesponsord door Techniplan Adviseurs. Dit was een intensieve, maar uiterst leerzame ervaring voor de st ud enten.
Goed ventileren voor de toekomst
De uitbraak van het coronavirus hee ft ons weer bewus t gemaakt van hoe belangri jk het is om goed te ventileren (van Di jken et al. 2020). Goed ventileren is helaas op veel Ned erlandse scholen een uitdaging. De luchtkwaliteit in de lokalen is h ierdoor vaak onvoldoend e en het vergroot de kans op infecties, hoofdpi jn, vermoeidheidsk lachten en vermind erde leerpres taties. Diverse ond erzoeken toond en aan dat bi j ongeveer 80% van de ruim 8000 Ned erlandse scholen de CO2-concentratie te vaak boven de 1 200 ppm (parts per million) komt (van Di jken & Geld erblom 2016, Bluysen et al 2018). Een concentratie boven de 1 200 ppm is een bovengrens voor de concentratie van s toffen in de lucht en als zodanig een aanwi jzing voor voldoend e of onvoldoend e ventilatie.
Hoe gaan we om met onze allerkleinsten, onze toekomst?
In 2022 verbleven er 555.060 kind eren in de kind eropvang (Ned erlands Jeugdins tit uut 202 3). Deze kind eren brengen een groot d eel van hun ti jd door in kind erdagverbli jven (gemidd eld tot 10 uur per dag, 3 tot 4 dagen per week). Daarom is het creëren van een gezond binnenmilieu voor ba by’s belangri j k. Vaak is de ind eling van de slaapkamers van de kind erdagverbli jven erop gericht om zoveel mogeli jk ba bybedjes in te plaatsen (Figuur 3).
Er zi jn meer dan 100.000 ges tapeld e ba bybedjes, duoslapers. Dat betekent dat dagelij ks zo’n 1 20.000 ba by’s de helft van
hun ti jd doorbrengen met slapen in een van deze ba bybedjes. Deze bedjes zi jn aan 5 zi jd en dicht en alleen aan de voorkant zi jn er spi jlen om lucht binnen te laten. Dit is problematisch voor een gezond e ventilatie.
Bi j de geboorte begint een ba by voor het eerst zelfs tandig te ad emen en zi jn longen te gebruiken. Daardoor word en de longen onmidd elli jk een belangri jke schakel t ussen de buitenlucht en de groeiend e longblaasjes. De groei van die longblaasjes wordt beïnvloed door de binnenluchtkwaliteit (IAQ). Ba by’s zi jn gevoeliger voor bloots telling aan chemische s toffen dan kind eren en volwassenen (WHO 2005, Ferguson en Solo-Ga briele 2016, Ga briel et al. 2020). Dit komt doordat hun orgaansys temen (met name longen) zich n og volo p ontwikkelen, ze n og een onvolgroeid e afweer hebben en er sprake is van hogere inad emhoeveelhed en per eenheid lichaamsgewicht. Ba by’s ad emen tot 10 keer meer lucht per kilo lichaamsgewicht dan volwassenen, (Brent en Weitzman 2004, Burtscher en Schüepp 201 2, Oliveira et al 2019) (Figuur 5).
Uit het literat uurond erzoek door Zheng (Zheng et al 2022), met in totaal 1 22 IAQ-gerelateerde st udies uitgevoerd bi j kind erdagverbli jven van 2010 tot 2020, blij kt dat er bi j jonge kind eren een verhoogd risico is op virale, bacteriële of parasitaire infecties van de luchtwegen. Er bes taan versch illend e bronnen van verontreinigend e s toffen in de kind erdagverbli jven. De gemeten soorten waren chemische verontreinigingen (zoals VOC, SVOC, O3, CO2, CO, NO2, SO2, etc.) en biologische verontreinigingen (bacteriën, sch immels allergenen, pollen).
Vooral binnen het bedje kan een specifieke vervuilingsbron dominant word en. Zo zi jn de concentraties verontreinigingen door de ba bymatras veel groter dan die in de gemidd eld e slaapkamerlucht (Zheng et al. 2022). Matrass tof bli j kt een divers spectrum van biologische d eeltjes en d eeltjesgebond en chemische verontreinigingen te bevatten (Boor et al 2014, Boor et al 2015). Er kunnen meer organische verbindingen (VOC) word en uitges toten als gevolg van de o ppervlaktetemperat uur
34 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 3: Het ba bybed, de duoslaper, in mod erne Ned erlandse kind erdagverbli jven, volledig gesloten behalve de voorkant, ops telling 2 ri jen van 6 ba bybedjes.
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek THEMA
van de ba by en de luchtvochtig heid (lekkend e luiers). Daarom zi jn goed e ventilatieniveaus in de ba bybedjes van groot belang om de verontreinigend e s toffen te verwi jd eren en een gezond e slaapomgeving voor de ba by’s te creëren.
IAQ binnen slaapkamers van kinderdagverblijven
Het is gangbaar om ond erzoek te doen naar de kwaliteit van het binnenmilieu door het meten van de CO2-concentratie. Zi jn die concentraties te hoog dan is
Figuur 4: Resultaten CO2 concentraties in ver sch illend e type ba bybedjes (d e Waard 20 13).
de ventilatie, het afvoeren van verontreinigingen met lucht, niet goed gen oeg. Door Wang et al. (202 3) is op basis van de CO2-concentratiegegevens ond erzoek gedaan naar de binnenluchtkwaliteit in 17 Ned erlandse kind erdagverbli jven. Uit de analyse van de in totaal 94 slaapkamers, bli j kt dat in ongeveer 60% van de ond erzochte slaapkamers niet voldaan wordt aan de eis voor de ventilatie volgens het Bouwbesluit van 800 ppm.
Figuur 5: Belangri jks te hoofds tadia van longontwikkeling bi j mensen (Holgate 20 16, Sch ittny en Burri 2008) en volume ingead emd e lucht ti jd ens slaap (Boor et al 20 17).
35 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
De binnenluchtkwaliteit van de kind erdagverbli jven voldoet in die sit uaties zeker niet en moeten word en verbeterd. Dit ond erzoek zegt echter niets over de luchtkwaliteit in het ba bybedje zelf.
IAQ in kinderbedjes bij kinderdagverblijven
Lucht mengt zich slechts ged eeltelijk in een geventileerde ruimte. Daarom is de vraag of ventilatie op slaapkamerniveau voldoend e is om de lucht gezond te houd en in de semi-gesloten ges tapeld e ba bybedjes. Op basis van de informatie van eerdere metingen bi j de kind erdagverbli jven werd in de k limaatkamer van het la boratorium
van BPS (Building Physics and Services) een slaapkamer op ware grootte nagebouwd door de promovendus Hailin Zheng. In de bedjes lagen twaalf thermische ba bymod ellen met een slaapad emhaling en een totaal van 58 CO2sensoren (Figuur 6). Dit maakte een goed inzicht van de CO2-verd eling in de ba bybedjes mogelijk
Met behulp van de la barotoriumo ps telling, die een typische slaapkamer in een Ned erlands kind erdagverbli jf
na boots te, werd en de ventilatiepres taties geëvalueerd van de 3 versch illend e ventilatiesys temen bi j slaapcondities (Zheng et al 202 3): mengventilatie (MV), verdringingsventilatie (DV) en gepersonaliseerde ventilatie (PV), (Figuur 7). De resultaten toond en aan dat een d eel van de uitgead emd e CO2 in de mees te gevallen in het semi-gesloten bed blee f hangen en de ventilatie op bedniveau niet voldoend e is bi j mengventilatie op slaapkamerniveau. De CO2-concentratie van de door de ba by’s ingead emd e lucht in het bed was o pmerkeli jk hoger dan de gemeten waard en in de kamer
36 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Figuur 6: Ops telling en plaatsing sensoren in de slaapkamer en (A) in het ba bybedje (Zheng et al 202 3).
Figuur 7: Experimentele ops telling van slaapkamerventilatie bi j de 3 ver sch illend e ventilatiesys temen (Zheng et al 202 3).
De resultaten laten duid elijk betere pres taties zien bi j PV, met significante versch illen in de gemidd eld geïnhaleerde CO2concentraties per ba by: 801 ppm (PV) vergeleken met 1104 ppm bi j DV en 1713 ppm bi j MV, zie figuur 7.
Slaapposities en ventilatiehoeveelhed en hebben verd er een aanzienlijke negatieve invloed op de pres taties van MV- en DV-ventilatiesys temen, maar veel mind er bi j PV. Belangrijk verd er is dat PV een energiebesparing kan geven, doordat h ierbi j een
Digitalisering: Oplossingen met data en regeltechniek THEMA
vergeli j kbare luchtkwaliteit bereikt kan word en met een lagere ventilatiehoeveelheid. Bi j het ontwerpen van ventilatiesys temen in slaapkamers van kind erdagverbli jven is PV dus de mees t veelbelovend e o plossingsrichting.
Het resultaat van deze st udie is het wetenschappeli jk bewi js voor de n oodzaak van de formulering van nieuwe n ormen of richtli jnen voor het verbeteren van de binnenluchtkwaliteit bi j kind erdagverbli jven, specifiek in de ba bybedjes en niet alleen in het slaapvertrek.
Referenties
1. Bluyssen P. M. , Zhang D. , Kurvers S. , Overtoom M. , Ortiz-Sanchez M. , 2018, Self-reported health and comfort of school ch ildren in 54 classrooms of 21 Dutch school buildings. Building and Environment, 138, 106–1 2 3. https://doi.org/10.1016/j.build env.2018.04.032.
2. Boor B.E. , Järns tröm H. , Novoselac A. , Xu Y. , 2014, Infant exposure to emissions of volatile organic compounds from crib mattresses. Environmental Science and Techn ology 48, 3541-3549.
3. Boor B.E. , Spilak M.P. , Corsi R.L. , Novoselac A. , 2015, Characterizing particle resuspension from mattresses: chamber st udy. Indoor Air 25, 441-4 56
4. Boor B.E. , Spilak M.P. , Laverg J. , Novoselac A. , Xu Y. , 2017, Human exposure to indoor air pollutants in sleep microenvironments: A literat ure review. Building and Environment 1 25, 528-555.
5. Brent R.L. , Weitzman M. , 2004, The Vulnera bility, Sensitivity, and Resiliency of the Develo ping Embryo, Infant, Ch ild, and Adolescent to the Effects of Environmental Chemicals, Drugs, and Physical Agents as Compared to the Adult: Preface. Pediatrics 113, 933-93 4.
6. Burtscher H. , Schüepp K. , 201 2, The occurrence of ultrafine particles in the specific environment of ch ildren. Paediatric respiratory reviews 13, 8 9-94.
7. Di jken F. van, Geld erblom A.A. 2016, Performance of mechanical ventilation sys tems in primary schools in Rotterdam, Proceedings of Indoor Air 2016, Gent
8. Di jken F. van, Jacobs P. , Zeiler W. , 2020, Corona: Nieuwe aandacht voor ventilatie in scholen, TVVL magazine 5: 18-21.
9. El mquis t M. , Segres tin B. , 2009. Sus taina ble inn ovative d esign: lessons from the KCP method experimented with an automotive firm, International Journal of Automotive techn ology and management 9(2): 229-244.
10. Ferguso A. , Solo-Ga briele H. , 2016, Ch ildren’s Exposure to Environmental Contaminants: An Editorial Reflection of Articles in the I JERPH Special Issue Ch ildren’s Exposure to Environmental Contaminants, Multidisciplinary Digital Publish ing Ins tit ute.
11. Ga briel M.F. , Felgueiras F. , Fernand es M. , Ribeiro C. , Ramos E. , Mourao Z. , de Oliveira Fernand es E. , 2020, Assessment of indoor air conditions in households of Port uguese families with newborn ch ildren. Implementation of the HEALS IAQ check lis t. Environ Res 182, 108 966.
1 2. Hatchuel A. ,Weil B. , 2007, Design as Forcing: Deeping the foundations of C-K theory, Proceedings ICED’07, Paris.
13. Hatchuel A. , Weil B. , 2002, C-K theory: Notions and applications of a unified d esign theory, Proceedings of the Herbert Simon International Conference on Design Sciences, Lyon, 15-16 March 2002.
14. Holgate S. , Royal College of Physicians, 2016, Every breath we take: the lifelong impact of air pollution. Report of a working party, London: RCP.
15. Jensen K. , 202 3, https://www.goodreads.com/author/show/380901.Karen_Jensen.
16. Kroonenberg H.H. van d en, Siers F.J. , 1992, Methodisch ontwerpen, Educa boek, Culemborg.
17. Le Masson P. , Hatchuel A. , Weil, B. , 2011, The Interplay between Creativity Issues and Design Theories: A new Perspective for Design Management St udies, Creativity and Inn ovation Management 20: 217-2 37.
18. Le Masson P. , Weil B. , Hatchuel A. , 2017, Designing in an inn ovative Design Regime – Introduction to C-K Design theory, in Design Theory pp 1 25-185, Springer
19. Ned erland Jeugdins tit uut, 202 3, Ci jfers over Kind eropvang, https://www.nji.nl/ci jfers/kind eropvang.
20. Oliveira M. , Slezakova K. , Delerue-Matos C. , Pereira M.C. , Morais S. , 2019, Ch ildren environmental exposure to particulate matter and polycyclic aromatic hydrocarbons and biomonitoring in school environments: A review on indoor and outdoor exposure levels, major sources and health impacts. Environment International 1 24, 180-204.
21. Savan ović P. , 2009, Integral d esign method in the context of sus taina ble building d esign, PhD thesis, Technische Universiteit Eindhoven, Eindhoven, Netherlands.
22. Sch ittny J.C. , Burri P.H. , 2008, Develo pment and growth of the lung. In: Fishman A.P. , Elias J A , Fishman J.A. , Grippi M.A. , Kaiser L.R. , Senior R.M. (eds) Fishman’s pul monary diseases and disorders, vol 1. McGraw-Hill, New-York, pp 91–114.
2 3. Siers F.J. , 2004, Methodisch Ontwerpen, Wolters-Noordhoff, Groningen.
24. Wang Z. , Zheng H. , Walker S. , Loomans M. , Zeiler W. , 202 3) Survey of indoor air quality conditions in bedrooms of Dutch daycare centers, Proceedings 18th Healthy Buildings Euro pe Conference, 11th -14th June, Aachen, Germany.
25. De Waard M. M. , 2014, Influence of bedroom configurations on the CO2 concentration of the surrounding air near a sleeping infant, MSc-thesis TU Eindhoven, Netherlands
26. WHO, 2005, Effects of air pollution on ch ildren's health and develo pment: a review of the evid ence. World Health Organization, Regional Office for Euro pe, Co penhagen, Denmark (No. EUR/05/5046027).
27. Zeiler W. , 2022, Basisboek Ontwerpen, Noordhoff.
28. Zeiler W. , 202 3, Integral d esign – a necessity for sus taina ble building d esign, REHVA HVAC Journal, June 202 3: 24-32
29. Zheng H. , Walker S. , Zeiler W. , 2022, IAQ aspects of Daycare Centers: Lungs and the Exposure to Particular Matter, ASHRAE and AIVC, Proceedings IAQ 2020 conference, Athens, Greece.
30. Zheng H. , Wang Z. , Loomans M. , Walker S. , Zeiler W. , 202 3, Bedroom ventilation performance in daycare centers und er three typical ventilation strategies, Building and Environment Volume 243, 1 September 202 3, 11063 4.
37 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 8: Vergelij king ver sch illend e mogeli j khed en bi j Per soonli jke Ventilatie van het ba by bedje, bi j de getoond e waard en moet het achtergrondniveau van 430 ppm n og word en o pgeteld.
BUILDING AUTOMATION SOLUTIONS
duurzaamheid van gebouwen.
Als het gaat om de balans tussen comfort en energetisch
software propositie. Er is namelijk maar 1 licentie per site nodig. De gebruiksvriendelijkheid van de user interface, ontworpen door eindgebruikers en facility managers. En de investering die wij doen tezamen met onze partners met betrekking tot training. Trainingen zijn een combinatie van online en of op locatie.
Wanneer het gaat om het beheer van uw smart building, gaat het erom dat u over de tools beschikt om op alle gebieden optimalisaties te realiseren. Met onze oplossingen voor gebouwautomatisering beschikt u over de mogelijkheid om en te besturen
handbereik brengen van intuïtieve dashboards, rapporten, voorspellend preventief/correctief/curatief onderhoud tot het anticiperen op systeemproblemen, zodat technici deze snel kunnen oplossen.
gebruikers topprioriteiten in vrijwel elke gebouwde omgeving. Met onze oplossingen zorgen we voor gegarandeerde prestaties van de HVAC apparatuur inclusief een nauwkeurig beheer van de temperatuur, vochtigheid en CO2/VOC en daarmee dus ook de binnen luchtkwaliteit.
Een groenere planeet vraagt om innovatieve oplossingen. Carrier speelt een cruciale rol bij het helpen aanpakken van de klimaatverandering door oplossingen aan te duurzamere en intelligentere gebouwen die voldoen aan de behoeften van onze klanten en daarmee duurzaamheid stimuleren.
-
Verbeterde energie Verbeterd bewoner comfort Proactief onderboud
Verbeterd
Bezit Langere levensduur materialen Verminderd downtime apparatuur
ONTDEK HET ZELF
Zet een stap in de groene richting. We praten graag met u verder over de verduurzaming van uw gebouwen.
Auteur Prof.dr A. (Ad) van Wijk
Een duurzame energievoorziening voor iedereen
Een duurzame energ ievoorziening voor iedereen i s de missie van prof.dr. Ad van Wijk. Hij is 12 jaar lang hoogleraar Future Energ y Systems geweest aan de TU Del . Op 27 oktober vorig jaar nam hij afscheid van dez e functie met het uitspreken van zijn afscheidsrede. Dit ar tikel is een verkor te weergave van zijn afscheidsrede.
Het voelt vreemd om deze afscheidsred e te houd en, omdat mi jn leers toel gaat over Fut ure Energy Sys tems.
Hoe kun je ooit afscheid nemen van de Toekoms t? Daarom hoo p ik ook na deze afscheidsred e een bi jdrage te leveren aan de toekoms t en aan mi jn missie ‘Een duurzame energievoorziening voor ied ereen’.
Mi jn missie is de titel van mi jn toespraak van vandaag, maar het was ook de titel van mi jn inaugurele rede die ik bi jna 12 jaar geled en h ield. Wat is er verand erd in deze 12 jaar? Hoe kunnen we een duurzame energievoorziening voor ied ereen realiseren? En hebben we vooruitgang geboekt?
Ik begon mi jn inaugurele rede 12 jaar geled en met deze drie o pmerkingen:
• energie-e fficiëntie wereldwi jd is ongeveer 2%,
• de zon gee ft ons elk uur meer energie dan de wereld in een jaar verbruikt,
• hernieuwbare energie is overal, maar niet alti jd besch ikbaar en goedkoo p.
Foto 1: Hoe kook je een ei? Mees te mensen doen dat in water, waarbi j vooral het koken van het water hee ft de mees te energie gekos t. En dat wordt weer weggegooid. In een air fryer kun je een ei koken zond er water te gebruiken.
In 12 jaar is er veel verand erd. We hebben en orme techn ologische vooruitgang geboekt, wat zeer hoo pgevend is. Ik zal voor deze 3 observaties een voorbeeld geven van de verand eringen.
Energie ef ficiëntie 2%
Waarom is de energie e fficiëntie zo laag? In mi jn boek ‘Hoe kook ik een ei’ gaf ik voorbeeld en dat dit vooral komt door energiesys teem verliezen.
Laat ik het voorbeeld geven van het koken van een ei. Wat doe je dan? Je doet water in een pan, zet de pan op het fornuis, kookt het water, doet de eieren in het water en je kri jgt een zachtgekookt ei in 5 minuten of een hardgekookt ei in 10 minuten ti jd. En daarna gooi je het hete water weg in je goots teen. Maar vooral het koken van het water hee ft de mees te energie gekos t. Het is dus niet de e fficiëntie van het fornuis die de energie-e fficiëntie van het sys teem bepaalt, maar het is vooral de hoeveelheid water die je kookt. Met and ere woord en, naas t techn ologie energieverliezen heb je ook veel zogenaamd e sys teem energieverliezen.
12 jaar geled en verteld e ik dit verhaal en probeerde ik een aantal o plossingen te bed enken om van het water af te komen. Maar een ei koken in de magnetron bleek veel problemen te geven. Er is echter een nieuwe techn ologie op de markt gekomen, de air fryer En in een air fryer kun je een ei koken zond er water te gebruiken!
De afgelo pen 12 jaar is de e fficiëntie van energietechn ologie indrukwekkend verbeterd. Maar in veel gevallen zi jn de energiesys teem verliezen n og s teeds aanwezig of nemen ze zelfs toe.
40 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Zon- en windenergie genoeg en op goede locaties goedkoop
De tweed e vas ts telling is dat de zon ons elk uur meer energie gee ft dan de wereld in een jaar verbruikt. Zoals je waarschi jnli jk weet, is de energie van de zon de dri jvend e kracht achter bi jna alle hernieuwbare energie, zoals wind energie, waterkracht, biomassa en golfenergie. In de afgelo pen 12 jaar hee ft de techn ologie voor hernieuwbare energie, vooral zonne- en wind energie, zich en orm ontwikkeld, zowel in e fficientie als in kos ten.
In 2019 bedroeg het wereldwi jd e energieverbruik 168.000 TeraWatt uur (TWh) of 168.000 miljard kiloWattt uur (kWh). Dit is al het energieverbruik voor indus trie, transport, verwarming en koeling en elektriciteit. Als we mod erne zonne- en wind energietechn ologie ins talleren en berekenen hoeveel ruimte we n odig hebben om alle energie van de wereld te produceren, dan is dat niet veel. Als we 11% van het Aus tralische o ppervlak gebruiken voor de productie van zonne-energie, is dat gen oeg om al deze energie te produceren. Of als we grote dri jvend e windt urbines ins talleren, op een afs tand van 1,5-2 km van elkaar, hebben we ongeveer 1,5% van het o ppervlak van de Stille Oceaan n odig. Er is dus meer dan gen oeg hernieuwbare energie voor ied ereen.
En er is n og meer goed nieuws. In de afgelo pen 12 jaar zi jn de kos ten voor elektriciteitso pwekking uit zonne- en wind energie dras tisch gedaald. Tegenwoordig kunnen we op goed e locaties met zonnepanelen elektriciteit produceren voor 1-3 eurocent per kWh en met wind voor 2-4 eurocent per kWh. Dit is zelfs lager dan de elektriciteitsproductiekos ten uit fossiele brands toffen.
Hernieuwbare elektriciteit is dus niet duur meer, nee, op goed e locaties is het zelfs goedko per dan elektriciteit uit fossiele brands toffen!
Snel van fossiel naar duurzaam is mogelijk
Over het geheel gen omen hebben we in 12 jaar ti jd vooruitgang geboekt in de verbetering van de e fficiëntie van energietechn ologie, hoewel de energiesys teem verliezen n og s teeds een probleem zi jn. Zonne- en wind energie zi jn goedko pe bronnen van schone elektriciteit geword en. En
Foto 2: In 13 jaar ti jd verand erde de transportsector van paard en naar auto’s of met and ere woord en van bio-paardenkracht naar olie-paard enkracht.
er is meer dan gen oeg ruimte op aarde om alle hernieuwbare energie te produceren die we n odig hebben.
Dat is goed nieuws, maar we hebben n og geen duurzame energievoorziening voor ied ereen gerealiseerd. Missch ien d enk je dat we n ooit snel gen oeg kunnen verand eren. De gesch ied enis laat ons echter zien dat een snelle techn ologieen sys teemverand ering mogeli jk is, zoals deze beroemd e foto laat zien. In 13 jaar ti jd verand erde de transportsector van paard en naar auto’s of met and ere woord en van biopaard enkracht naar olie-paard enkracht
Wat brengt de toekomst ons?
Samen met mi jn st ud enten, promovendi, collega’s van de TU Delft en KWR waterond erzoek hebben we interessant energiesys teemond erzoek gedaan. We hebben geprobeerd de resultaten en inzichten van dit energiesys teemond erzoek samen te vatten in het boek ‘Groene energie voor ied ereen, hoe waters tof en elektriciteit onze toekoms t dragen’ Laat ik enkele inzichten presenteren.
Ik hoo p dat dit boek inspiratie gee ft aan de toekoms tige generatie die op ti jd een duurzame energievoorziening voor ied ereen moet realiseren. Want het is helaas waar dat de toekoms tige generatie zal moeten hers tellen wat mi jn generatie hee ft verpes t.
Overschot en tekort energie
Goedko pe productiegebied en voor zonne- en wind energie vind en we in de woes ti jnen en op de oceanen, deze gebied en liggen ver van gebied en met een grote vraag naar energie. Maar moeten we hernieuwbare energie van ver importeren, of kunnen we gen oeg hernieuwbare energie dichtbi j de
41 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
energievraag produceren? Om dit te ond erzoeken hebben we zogenaamd e energie heat-maps gemaakt
De heat-map zonne-energie laat voor elke vierkante kilometer zien of er een overschot of tekort aan zonneenergie is. Het overschot of tekort wordt berekend door het energieverbruik af te trekken van het potentieel aan zonne-energie.
Maar het zonne-energie potentieel is niet simpelweg het zonne-energie ins tralingspotentieel. Het zonneenergie potentieel wordt beperkt door versch illend e factoren en oms tandig hed en. In dichtbevolkte s ted en is er bi jvoorbeeld mind er ruimte om zonnepanelen te plaatsen en geen ruimte om windt urbines te plaatsen. En in tro pische bosgebied en, mees tal bi j de evenaar, zul je de bomen niet willen kappen om zonneparken te ins talleren.
We hebben een zonne-energie heat-map gemaakt voor het jaar 2100. Deze heat-map laat zien dat er niet alleen een tekort is aan zonne-energie in geïndus trialiseerde gebied en zoals Euro pa, Japan en Ch ina. Maar er is ook een tekort in gebied en met een hoge bevolkingsgroei en een sti jgend e levenss tandaard, zoals India. En er onts taat ook tekort in Afrikaanse land en rond de evenaar
Nat uurlijk zullen we in gebied en met een tekort ook hernieuwbare energie produceren. Maar wat we leren van de heat-map is dat we en orme hoeveelhed en hernieuwbare energie van de overschotgebied en naar de tekortgebied en moeten transporteren om aan de totale vraag naar energie te voldoen.
De uitdaging is nu, hoe leveren we hernieuwbare energie tegen de laags te sys teemkos ten van de gebied en met een overschot naar de gebied en met een tekort? Om hernieuwbare energie te kunnen gebruiken, moeten we hernieuwbare energie omzetten in een energiedrager
Maar welke energiedragers kunnen we gebruiken in een duurzaam energiesys teem? Nat uurli jk moeten het kools tofvri je energiedragers zi jn. Dit betekent dat wanneer je die energiedrager gebruikt, er geen broeikasgassen vri jkomen in de atmosfeer De belangrijks te kools tofvri je energiedragers zi jn waters tof, elektriciteit en warmte.
Waterstof en elek triciteit zonder CO2
Laten we eerst eens kijken naar de versch illend e techn ologieën om de kools tofvri je energiedragers waters tof en elektriciteit te produceren. In feite produceer je geen waters tof of elektriciteit, maar zet je een energiebron om in een nuttige energiedrager Waters tof en elektriciteit kunnen word en geproduceerd of omgezet uit bi jna elke energiebron. Je kunt waters tof en elektriciteit
42 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Figuur 1: De heat-map zonne-energie laat voor elke vierkante kilometer zien of er een over schot of tekort aan zonne-energie is. Het over schot of tekort wordt berekend door het energieverbruik af te trekken van het potentieel aan zonne-energie.
produceren uit fossiele brands toffen, hernieuwbare bronnen en kernenergie. Hierond er zie je versch illend e energieconversietechn ologieën om waters tof of elektriciteit te produceren, zond er CO2-uits toot. Een fotovoltaïsche cel zet bi jvoorbeeld zonlicht om in elektriciteit. Een fotolyse- of elektrochemische cel gebruikt zonlicht rechts treeks om een watermolecuul te splitsen in waters tof en zuurs tof. Met and ere woord en, het zet zonlicht direct om in waters tof. Uit aardgas of biogas kunnen we ook waters tof produceren zond er CO2-uits toot, via methaanpyrolyse. In dit proces verh itten we het methaanmolecuul tot temperat uren boven de 1.000 grad en Celsius, waardoor het splits t in waters tof en vas te kools tof. Vas te kools tof is een nuttig product, het kan bi jvoorbeeld word en gebruikt als bod emverbeteraar We kunnen een energiebron omzetten in een energiedrager Een energiedrager is dus geen energiebron. Maar we kunnen ook energiedragers in elkaar omzetten. Een brands tofcel zet waters tof om in elektriciteit. De omgekeerde techn ologie heet een elektrolyser die een watermolecuul splits t in waters tof en zuurs tof. We verwi jzen vaak naar deze elektrolysetechn ologie voor de productie van waters tof, vooral voor de productie van groene waters tof. Maar zoals je ziet kun je op veel meer manieren waters tof produceren zond er CO2 emissies.
Waterstof en Water
Voor de productie van waters tof via waterelektrolyse is nat uurli jk water n odig. Daarom s tellen veel mensen zich vragen als: hoeveel water verbruikt de productie van waters tof, is dat water besch ikbaar en concurreert het niet met de drink- of irrigatiewatervoorziening. Bi j de productie én het gebruik van groene waters tof
wordt echter geen water verbruikt! Het water dat we gebruiken om waters tof te produceren via waterelektrolyse komt terug wanneer we de waters tof gebruiken om elektriciteit en/of warmte te produceren. Om 1 kg waters tof te produceren, hebben we 9 liter heel schoon water n odig. Maar als we 1 kg waters tof gebruiken om elektriciteit en/of warmte te produceren, kri jgen we 9 liter heel schoon water terug.
Wanneer we waters tof gebruiken, produceren we dus heel schoon water Als we bi jvoorbeeld 100 km ri jd en in een brands tofcelauto, gebruiken we 1 kg waters tof en produceren we 9 liter heel schoon water Gen oeg drinkwater voor 3 dagen voor 1 persoon
Waters tof geproduceerd uit water is daarom een circulaire energiedrager die netto geen water gebruikt. In feite transporteer je met waters tof niet alleen energie, maar ook schoon water over de hele wereld.
Maar de vraag bli jft n og s teeds: hoe kri jgen we water in de woes ti jn om waters tof te produceren via waterelektrolyse? Het antwoord is, uit de oceanen. Maar dan ri js t de volgend e vraag; is dat niet duur?
43 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 2: Waters tof en elektriciteit kunnen word en geproduceerd of omgezet uit bi jna elke energiebron elke energiebron zond er CO2 emissies.
Figuur 3: Waters tof geproduceerd uit water is een circulaire energiedrager die netto geen water gebruikt.
We hebben een analyse gemaakt van de waterkos ten voor een multi-GW waters tofproductielocatie in de woes ti jn op 1.000 km afs tand van de kus t. In totaal bedragen de kos ten van ged emineraliseerd water 4 euro voor 1 m3 Met 1 m3 ged emineraliseerd water kunnen we zo’n 100 kg waters tof produceren. De waterkos ten voor 1 kg waters tof zi jn dus 4 eurocent per kg, wat slechts een paar procent is van de totale waters tofproductie kos ten.
Als we zeewater naar de woes ti jn transporteren om ged emineraliseerd water te maken voor de productie van waters tof, hebben we slechts een k leine pi jpleiding n odig. Een grotere pi jpleiding kan eenvoudig word en aangelegd tegen marginale kos ten voor het extra materiaal. En dan kunnen we ook drink- en irrigatiewater produceren. Dit maakt het mogelijk om in de woes ti jn te wonen, gewassen te verbouwen en n og veel meer
En het zoutere water dat overbli jft, hoe ft niet terug naar de oceaan te word en getransporteerd. De hoeveelhed en zouter water zi jn zo groot dat zogenaamd e ‘brine mining’ interessant wordt. In zeewater vind je een verscheid enheid aan waardevolle elementen, zoals lith ium en rubidium voor batteri jen, zouten en chemicaliën. Zeewater wordt een bron van allerlei materialen.
Energietranspor t
De volgend e vraag is, hoe kunnen we de goedko pe groene energie econ omisch vervoeren van de gebied en met een overschot naar de gebied en met een tekort? Dat kan je
doen via waters tof. Waters tof is een gas en kan op dezelfd e manier getransporteerd word en als aardgas. Waters tof kan getransporteerd word en door pi jpleidingen, s terker nog, waters tof kan zelfs getransporteerd word en door hergebruik van bes taand e aardgaspi jpleidingen.
De Euro pese gas transportbedri jven hebben een Euro pese waters tof backbone ontworpen. In 2030 zal de totale lengte ongeveer 32.000 km zi jn, waarvan 50% bes taat uit hergebruikte aardgaspi jpleidingen. De Euro pese waters tof backbone is in 2030 al in s taat om waters tof te importeren vanuit goedko pe productiegebied en naar de vraaggebied en. Waters tof kan word en geïmporteerd uit Spanje, de Sahara, de Noordzee, Noorwegen en and ere land en.
Waters tof kan ook per sch ip word en vervoerd. Maar waters tof als gas hee ft een lage energiedichtheid per volume. Om waters tof econ omisch per sch ip te kunnen vervoeren, moeten we dit waters tofgas omzetten in een vloeis tof. Dat kan door waters tof vloeibaar te maken, er ammoniak van te maken of het te bind en aan een vloeibare waters tofdrager
De transportkos ten versch illen ind erdaad t ussen de versch illend e types energiedragers. Transportkos ten hebben alles te maken met de energiedichtheid per volume en gewicht. Hoe lager de energiedichtheid, hoe hoger de transportkos ten.
In figuur 4 zien we links de transportkos ten per pi jpleiding of ka bel voor vloeis toffen, gas, elektriciteit en warm water De laags te transportkos ten zi jn voor vloeis toffen zoals olie, 5 tot 10 keer duurd er is gas transport. Elektriciteits transport is weer 5 tot 10 keer duurd er dan gas transport. En het duurst is het transport van warm water via pi jpleidingen.
44 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
A B
Figuur 4a en 4b: Figuur 4a laat zien wat de transportkos ten zi jn per pi jpleiding of ka bel voor vloeis toffen, gas, elektriciteit en warm water. Figuur 4b laat zien dat de transportkos ten bepalen dat warm water alleen lokaal, elektriciteit regionaal, gassen en vloeis toffen intercontinentaal en vloeis toffen en vas te s toffen per sch ip mondiaal getransporteerd wordt.
Iets duurd er is de o pslag van aardgas of water s tof in ond ergrondse zoutcavernes en o pslag van elektriciteit is het duur st
Aan de and ere kant is de transportcapaciteit het groots t bi j het transport van een vloeis tof en het k leins t bi j warmwatertransport. De capaciteit van een grote elektriciteitska bel is bi jvoorbeeld 2 GW, terwi jl een grote waters tofpi jpleiding 20 GW kan transporteren. Daarom zal een econ omisch energietransportsys teem dezelfd e kenmerken hebben in een fossiel en een hernieuwbaar energiesys teem. Wereldwi jd transport per sch ip zal bes taan uit vloeis toffen of vas te s toffen. Tot ongeveer 5.000 km is transport van vloeis toffen of gas via pi jpleidingen het goedkoo ps t. Elektriciteit kan econ omisch word en getransporteerd over afs tand en tot 1.000 km. En transport van warm water is alleen haalbaar voor lokaal transport
Energieopslag
Een and ere belangrijke vraag is hoe we hernieuwbare energie econ omisch kunnen o pslaan. Nu hebben we in ons fossiele energiesys teem alleen te maken met fluct uaties in de energievraag. We zien in Noord-Wes t Euro pa een grote seizoensfluct uatie in het gasverbruik, omdat we in de winter veel meer gas n odig hebben voor verwarming dan in de zomer Maar de
gasproductie is cons tant in de ti jd. In de zomer produceren we dus te veel gas dat we o pslaan voor gebruik in de winter
In een toekoms tig sys teem voor hernieuwbare energie hebben we echter ook te maken met fluct uaties in de productie van hernieuwbare energie. In de wintermaand en produceren onze zonnepanelen in Ned erland ongeveer 8 keer mind er elektriciteit dan in de zomermaand en. Als we dus zonnes troom willen leveren voor verwarming met elektrische warmtepompen, moeten we op seizoensschaal en orme hoeveelhed en zonne-energie o pslaan. Daarom hebben we in een toekoms tig sys teem voor hernieuwbare energie en orme hoeveelhed en energieo pslag n odig om fluct uaties in hernieuwbare energie productie én in de energievraag op te vangen, vooral op seizoensschaal.
Dee vraag is wat de energieo pslagkos ten zi jn voor de versch illend e techn ologieën. Voor een eerli jke vergeli j king, vergeli jken we de inves teringskos ten om 1 kWh energie op te slaan. Uit figuur 5 leren we dat we heel goedkoo p s teenkool in de o pen lucht of olie in tanks kunnen o pslaan. Opslag van warm water in ond ergrondse watervoerend e lagen is ook erg goedkoo p. Iets duurd er is de o pslag van aardgas of waters tof in ond ergrondse zoutcavernes.
De goedkoo ps te manier om elektriciteit op te slaan is door water op te pompen. Batteri jen kunnen elektriciteit in k leinere hoeveelhed en voor uren tot weken o pslaan. De duurs te manier om elektriciteit op te slaan is in supercond ensatoren.
45 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 5: We kunnen heel goedkoo p s teenkool in de o pen lucht of olie in tanks o pslaan. Opslag van warm water in ond ergrondse watervoerend e lagen is ook erg goedkoo p.
Zoals we uit dit figuur ook leren, kan waters tof goedko per word en o pgeslagen dan elektriciteit, de inves teringskos ten zi jn mins tens een factor 100 goedko per Bovendien kun je veel grotere volumes waters tof o pslaan en kun je waters tof over veel langere period en o pslaan dan elektriciteit
In een duurzaam energiesys teem moeten we dus omgaan met fluct uaties in zowel vraag als aanbod van energie. Daarom is energieo pslag n oodzakeli jk bi j de productie van duurzame energie en dichtbi j de vraag naar energie. Bovendien zi jn de kools tofvri je
energiedragers, elektriciteit en waters tof, ook niet zo gemakkelijk en goedkoo p op te slaan en te transporteren als s teenkool of olie. Het gevolg is dat de transport- en o pslagkos ten hoger zullen zi jn in een hernieuwbaar energiesys teem dan in een fossiel energiesys teem. Onze ruwe schatting is dat transport- en o pslagkos ten in een fossiel energiesys teem ongeveer 10% van de totale kos ten uitmaken. En in een hernieuwbaar energiesys teem d enken we dat de transport- en o pslagkos ten zelfs ongeveer 50% van de totale kos ten zi jn.
Op dit moment wordt in energiescenario’s onvoldoend e rekening
46 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Figuur 6: Een duurzaam energiesys teem voor ied ereen.
gehoud en met transport- en o pslagkos ten. Maar als we een overgang naar een volledig hernieuwbaar energiesys teem willen, moeten transport- en o pslagkos ten goed gemod elleerd en berekend word en. And ers zullen we grote fouten en verkeerde keuzes maken die zullen leid en tot hogere kos ten en vertragingen in de energietransitie.
Versnellen en Opschalen
Ik ben o ptimis tisch dat we een duurzame energievoorziening voor ied ereen kunnen realiseren. Maar we moeten wel versnellen en o pschalen Laat ik h iervoor vi jf aanbevelingen geven.
Grootschalige implementatie, geen pilots
We hebben grootschalige implementatie n odig van hernieuwbare elektriciteit- en waters tofproductie, energieinfras truct uur, o pslagfaciliteiten en nieuwe schone techn ologieen voor energie-eindgebruik. We hebben geen pilots meer n odig, dat is ti jdverspilling en laat alleen maar zien dat het te duur is. De techn ologie is nu besch ikbaar en door grootschalige implementatie zullen de kos ten snel dalen. Het wordt zo sneller goedko per en we s toten mind er broeikasgassen uit!
Goed is niet de vijand van beter
Er zi jn soms felle discussies over welke techn ologie of welk sys teem het bes te is om broeikasgassen te vermind eren. Mensen zeggen bi jvoorbeeld dat elektrische vrachtwagens met accu’s beter zi jn dan elektrische vrachtwagens met brands tofcellen op waters tof en veel beter dan vrachtwagens met verbrandingsmotoren op waters tof. Maar dat is niet de juis te weg. We moeten de uits toot van broeikasgassen zo snel mogelijk terugdringen. We hebben dus doelen n odig met ti jdschema’s voor de vermind ering van broeikasgasemissies, geen techn ologische uitsluitingen. En dan zi jn de totale sys teemkos ten en toepasbaarheid belangri jke factoren die zullen bepalen hoe snel en welke techn ologieën we in de prakti jk kunnen implementeren. Laat mensen en bedri jven zelf beslissen!
Alle opties zijn nodig
Nat uurli jk willen we een energiesys teem realiseren dat volledig is gebaseerd op hernieuwbare energie. Dat moeten we zo snel mogeli jk doen, maar dat kost ti jd. Wat we echter echt moeten doen, is de uits toot van broeikasgassen zo snel mogeli jk terugdringen. Daarom is het zinvol om deze uits toot via alle mogeli jke o pties te vermind eren. Het is bi jvoorbeeld zinvol om
aardgas bi j het gasveld om te zetten in waters tof en CO2 direct in dat gasveld op te slaan. Of n og beter, gebruik methaan pyrolyse en we produceren geen CO2 maar alleen vas te kools tof. En als je dit doet, kun je de aardgasinfras truct uur volledig omzetten in een waters tofinfras truct uur Dan vermi jd en we een aardgas lock-in!
Infrastructuur en opslag eerst
De focus ligt tegenwoordig veel op het vergroten van de productiecapaciteit voor hernieuwbare energie en het verand eren van techn ologieën voor energie-eindgebruik met behulp van kools tofvri je energiedragers. Energie-infras truct uur en -o pslag zi jn min of meer vergeten elementen in de energietransitie. Nu ervaren we de gevolgen van dit ‘vergeten’, er is ond er and ere veel conges tie op het elektriciteitsnet. Om dit op te lossen moeten we het elektriciteitsnet uitbreid en, maar tegelijkerti jd moeten we ook een waters tofnet realiseren. De volgend e uitdaging is o pslag. Vandaag de dag wordt het in evenwicht brengen van productie en vraag n og s teeds gedaan door fossiele brands toffen op te slaan en te gebruiken. Batteri jen zullen d eel uitmaken van de o pslago plossingen, maar er is vooral grootschalige o pslag van waters tof n odig. Het energiebeleid moet routekaarten voor transport en o pslag omvatten!
Ontwikkel woestijnen en oceanen eerlijk
Grootschalige en goedko pe productie van hernieuwbare energie uit woes ti jnen en oceanen kan alle hernieuwbare energie leveren die we n odig hebben. Ze kunnen belangri jke regio’s word en die hernieuwbare energie exporteren. Maar laten we het niet ontwikkelen zoals we in het verled en hebben gedaan, niet op een koloniale manier Als we het op een slimme manier ontwikkelen, kunnen we niet alleen hernieuwbare energie produceren, maar ook schoon drinkwater, voedsel en materialen. Door zo’n geïntegreerd duurzaam energie-, water-, voedsel- en materialensys teem te ontwikkelen voor eigen gebruik en export, creëren we banen, welvaart en betere lee foms tandig hed en in mind er ontwikkeld e regio’s zoals woes ti jnen en eiland en. Dat is een eerli jke ontwikkeling!
Referenties
1. ‘Groene energie voor ied ereen, hoe waters tof en elektriciteit onze toekoms t dragen’ Bes tellen via https://profadvanwi j k.com/product/green-energy-for-all/
2. Afscheidsred e terugki jken: https://collegerama.t ud elft.nl/Mediasite/Play/82460b8d397f40829a2 3ca be6c1391 271d
3. Lees de volledige afscheidsred e: https://profadvanwi j k.com/wp-content/uploads/202 3/11/Afscheidsred e-27-10-202 3-final-version.pdf
47 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Auteur Ing. O. (Oscar) Nui jten, Edu4Ins tall Lid van de k lankbordgroep Evaluatie legionellawetgeving (IenW).
Legionellapreventie “Less is More”
Het is inmiddels meer dan twee jaar geleden dat de evaluatie van de leg ionellawetgeving voor leiding waterinstallaties is uitgevoerd. Dit hee geresulteerd in een r apport van Berenschot en KWR-Water Research Institute, getiteld “Met recht naar een doeltre ender leg ionellapre ventie”. Dit is in november 2021 naar de Tweede Kamer gestuurd. Het rapport hee veel stof doen opwaaien onder de partijen die zich dagelijks bezig houden met het beheer van drinkwaterinstallaties, omdat veel aannames die de grondslag vormden voor de huidige regelgeving niet juist blijken te zijn.
Monitoren op alleen pneumophila
Gemidd eld wordt meer dan 90% van de legionellose-gevallen veroorzaakt door de legionella-soort pneumo ph ila. Ook bi j de legionellaramp op de Wes tfriese Flora in Bovenkarspel in 1999 was pneumo ph ila de oorzaak. Mind er dan 10% van de legionellose-gevallen wordt veroorzaakt door een n onpneumo ph ila soort. In de zeldzame gevallen dat dit laats te aan de orde is, betre ft het bi jna alti jd mensen met een erns tig vers toord immuunsys teem. Dit wordt door niemand bes tred en, ondanks dat er sprake is van een zekere ond errapportage. Al jarenlang ligt het gemidd eld aantal n ormoverschri jdingen van de halfjaarli j kse verplichte mons ternames op 15 á 20%. Ondanks de uitgebreid e regelgeving en alle uitgevoerde beheersmaatregelen is dit land elijke percentage niet dalend e. Bi j mons ternames wordt n on-pneumo ph ila (mees tal Anisa) verreweg het mees t aangetroffen [2]. Deze vermenigvuldigt zich vooral in koudwater dat met regel maat warmer is dan 25 °C. De groei wordt extra ges timuleerd door de aanwezig heid van materialen die biofil mvorming bevorderen. Deze sit uatie doet zich voor in de mees te leidingwaterins tallaties, ook in woningen. De 15 á 20% betekent dat er in Ned erland sowieso elke dag miljoenen mensen douchen met water waarin volgens de n orm te veel legionella zit, veelal n on-pneumo ph ila. Tegeli jkerti jd zi jn er heel weinig gevallen bekend van besmettingen ten gevolge h iervan in thuissitauaties. Legionella pneumo ph ila vermenigvuldigt zich vooral in water dat langdurig warmer is dan 30 °C en warmtapwater koud er dan 50 °C.
Als er alleen pneumo ph ila wordt gevond en zit de oorzaak mees tal in de warmtapwatervoorziening, waarin deze temperat uren voorkomen, maar soms ook in het koud e water, waar sprake is van langdurige o pwarming tot boven 30 °C.
KWR licht in het rapport uitgebreid toe dat monitoren op n onpneumo ph ila, zoals dat nu gebeurt, een onbetrouwbare parameter is om te bepalen of het beheer van de ins tallatie e fficiënt is tegen pneumo ph ila.
Hybride benadering
Het advies van Berenschot en KWR is om de wetgeving aan te passen en in prioritaire locaties, zoals campings, hotels, sportgebouwen, zwembad en en penitentiaire inrichtingen alleen te gaan monitoren op pneumo ph ila, met handhaving van de huidige strenge n orm (100 kve/l). De drinkwaterrichtli jn van de EU n oemt 1000 kve/l. (kve/l = kolonievormend e eenhed en/liter).
Alleen op locaties waar veel mensen met een erns tig vers toord immuunsys teem verbli jven, zoals in ziekenhuizen en bepaald e zorgins tellingen, zou men moeten bli jven monitoren op alle soorten legionella. Dat komt neer op een “hybrid e” benad ering.
Gevalideerde detectiemethode voor alleen pneumophila
Een voorwaarde voor deze ingri jpend e wetswi jziging is de besch ikbaarheid van een goed e ges tandaardiseerde en gevalid eerde d etectiemethod e voor alleen pneumo ph ila op de Ned erlandse markt. Het RIVM hee ft daartoe een literat uurst udie naar de d etectie van legionella in (drink)water uitgevoerd [3]. Zi j conclud eert daarin dat een vi jftal method es kansri jk zi jn voor het betrouwbaar meten van alleen pneumo ph ila, mits die zi jn gevalid eerd. Inmidd els is het RIVM ges tart met een vervolgond erzoek om te bepalen welke van deze vi jf method es praktisch kunnen word en toegepas t door de Ned erlandse la boratoria. Zaken die daarbi j een rol kunnen spelen zi jn:
• de nauwkeurig heid en specificiteit vergeleken met de huidige kweekplaatmethod e volgens NEN-EN-ISO 11731;
• het bepalen van de omrekeningsfactor van de uitkoms ten van de metingen naar kve/l;
• de vri je verkri jgbaarheid op de markt bi j meer parti jen;
• de kos ten.
48 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
& Cases
Onderzoek
T hermisch beheer geef t onvoldoende resultaat m.b.t. non-pneumophila
Met thermisch beheer wordt bedoeld, dat het koud e water ond er 25 °C en het warme water boven 60 °C moet bli jven en dat er regel matig moet word en gespoeld. Met het gegeven dat, de temperat uren in een gebouw in de zomer langdurig boven 25 °C komen en dat het effect van spoelen met water zond er chemicaliën vri jwel nih il is, moeten we conclud eren dat h ier weinig heil van te verwachten is.
Bi j n on-pneumo ph ila kan de biofil m, waarin de legionella groeit, op veel versch illend e plaatsen zitten. Opvallend vaak blij kt dat simpelweg in de douchemengkraan, mengleiding (doucheslang) en douchekop te zi jn.
De gebouweigenaar wil, na een gemeten n ormoverschri jding, nat uurli jk zo snel mogelijk van het probleem af en gee ft dan vaak o pdracht tot het chemisch en/of thermisch d esinfecteren van de gehele ins tallatie. Daarbi j realiseert deze zich vaak niet dat het effect daarvan slechts ti jd elijk is en wordt hij daarover ook niet alti jd geïnformeerd.
Legionella kan alleen groeien in biofil m. Dit is een dunne sponsachtige sli jmlaag vol met allerlei met elkaar samenwerkend e bacteriën (zie fig. 2).
Dit organisme kan zich zeer goed verd edigen tegen correctieve chemische en thermische d esinfectie en zal zich na enige ti jd hers tellen. Er kan dan een sit uatie onts taan, waarbi j er permanent sprake is van terugkerend e n ormoverschri jdingen. Men moet dan s teeds o pnieuw d esinfecteren, met risico’s op fouten en aantas ting van leidingmaterialen.
Deze sit uatie, waarbi j men zeer frequent correctie f moet o ptred en, is n ooit de bedoeling gewees t van de legionellawetgeving die begin 2000 is o pges teld.
De prak tijk blijkt weerbarstig
De huidige wettelijke regels in het Drinkwaterbesluit en de richtli jnen in ISSO-publicatie 55.1 zi jn vooral preventie f bedoeld. De bedoeling daarvan is, dat als men zich aan die regels houdt, er nauweli j ks legionellagroei kan o ptred en. In de prakti jk bli j kt dat, ook in sit uaties waarin men keurig regel matig spoelt, s teeds weer n ormoverschri jdingen kunnen o ptred en (mees tal n on-pneumo ph ila). Het komt er dus op neer dat het (volledig) tegengaan van legionella n on-pneumo ph ila op deze manier nauweli j ks mogeli jk is. Ook bi j fysisch beheer, zoals met de ultrafiltratie- en ultraviolet-techniek, kunnen n ormoverschri jdingen na verloo p van ti jd weer terugkomen. Een preventieve o plossing die dan n og overbli jft, is het toepassen van een elektrochemische of chemische techniek, waarbi j continu een minimale hoeveelheid chemicaliën wwordt toegevoegd aan het water Deze technieken hebben inmidd els een groot marktaand eel.
In sit uaties waarbi j de biofil m met legionella alleen in en na de douchemengkraan blij kt te zitten (zie fig. 4 en 5) kan men ook d enken aan: • het wekeli j ks thermisch d esinfecteren van de douchemengkraancombinaties;
49 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 1: Analyse op legionella volgens NEN-EN-ISO 11731 (Bron: RPS)
Figuur 2: Voors telling van een laagje biofim in een waterleiding met een dikte van ca. 0,1 mm.
• het jaarlij ks reinigen en chemisch d esinfecteren van de douchemengkranen;
• het toepassen van legionellaveilige douchemengkranen en het jaarlij ks vervangen van doucheslangen en doucheko ppen (zie fig. 6);
• combinaties van bovens taand e maatregelen.
De mees te van deze kos tbare en bewerkeli jke maatregelen zi jn overigens (n og) niet o pgen omen in de huidige wetgeving en richtli jnen.
Wat werk t wel go ed?
De temperat uur in warmwatervoorraadtoes tellen en circulatiesys temen boven 55 °C à 60 °C houd en, lij kt wel goed te werken. In de mees te sit uaties wordt h ieraan in Ned erland voldaan. Waarschi jnli jk is het daaraan te danken dat we in NL tot nu toe relatie f weinig n ormoverschri jdingen legionella pneumo ph ila in leidingwater zien, in tegens telling tot bi jvoorbeeld in Denemarken. Daar hee ft men één van het hoogs te aantal meldingen van legionellose in Euro pa, met gemidd eld 4,7 gevallen per 100.000 inwoners per jaar (2017 tot 2020) t.o.v. 2 á 3 gevallen in NL, waarvan er overigens weinig toe te wi jzen zi jn aan legionella in leidingwater
Een van de oorzaken van het grote aantal n ormoverschri jdingen pneumo ph ila in Denemarken zou kunnen zi jn dat daar lage warmwatertemperat uren word en toegepas t i.v.m. beperking van het energiegebruik. Zie het artikel “A Tale of Four Danish Cities” [4].
Waar leidt monitoren op alleen pneumophila toe?
Als eenmaal in de wetgeving is o pgen omen dat in de mees te categorieën van prioritaire locaties gemonitord wordt op alleen pneumo ph ila, zal dit leid en meer focus op de gevaarli jks te soort legionella en tot veel mind er n ormoverschri jdingen. Wel zal h ier en daar pneumo ph ila gemeten gaan word en waar we tot nu alleen n on-pneumo ph ila aantreffen, want met de huidige kweekmethod e kan de aanwezige pneumo ph ila word en gemaskeerd door n onpneumo ph ila.
Mind er n ormoverschri jdingen zullen leid en tot:
• Mind er sit uaties waarin na o plevering van een nieuwe ins tallatie n ormoverschri jdingen o ptred en;
• Mind er meldingen aan ILT;
• Mind er sit uaties waarin maatregelen moeten word en gen omen om gebruikers van douches te beschermen tegen legionella;
• Mind er werk om de ins tallatie legionellaveilig te maken na een n ormoverschri jding;
• Mind er n oodzaak voor het toepassen van speciale legionella beheers technieken.
Goed en slecht nieuws
Voor veel gebouweigenaren en ins tallatiebedri jven (nieuwbouw) is dit goed nieuws. Echter voor ond erhoudsbedri jven, d esinfectiebedri jven en leveranciers van legionella beheers technieken betekent het dat de omzet m.b.t. legionellapreventie kan gaan dalen.
La boratoria zullen evenveel reguliere mons ters moeten analyseren, maar wel mind er controle-mons ters omdat er mind er n ormoverschri jdingen zullen zi jn. Wellicht zullen ze een and ere analysemethod e moeten gaan toepassen, die wellicht goedko per en mind er bewerkelijk is.
50 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Cases
Onderzoek &
Figuur 3: Ko per-zilver-ionis atie als elektrochemische techniek (bron: Holland Water)
Figuur 4: Biofil m in holtes en ruwe o ppervlakken van een douchemengkraan
Figuur 5: Biofil m schrapen uit een doucheslang t.b.v. ond erzoek (bron: Eawag & ZMB Univer sity of Zurich)
Lobby’s in gang gezet
Als reactie daarop zi jn er lobby’s van diverse parti jen op gang gekomen die het monitoren op alleen pneumo ph ila bekritiseren. De expertgroep van de branchevereniging voor waterbehand elingsbedri jven Water-Alliance hee ft een document met de prikkelend e dubbelzinnige titel “Loslaten legionella n onpneumo ph ila is doodzond e” o pges teld. Dat is gemaild naar allerlei parti jen die betrokken zi jn bi j legionellapreventie. Na een terecht protes t van KWR hee ft men deze titel aangepas t. De branchevereniging voor geaccrediteerde la boratoria, kalibratieen inspectie-ins tellingen Fenela b, hee ft speciaal h iervoor op de valreep een Technische Commissie legionellapreventie o pgericht en een literat uurst udie laten uitvoeren, waarin het voornemen om het tes ten op n on-pneumo ph ila grotend eels te laten vervallen, wordt bekritiseerd. In oktober 202 3 hee ft Fenela b een rond etafel-bi jeenkoms t georganiseerd met ca. 20 legionellaexperts, voornameli jk in diens t van bedri jven die zich commercieel bezig houd en met legionellapreventie. Eigenaren van collectieve leidingwaterins tallaties waren niet aanwezig. In vervolg daarop hee ft de Fenela b Technische Commissie Legionellaregelgeving een brie f ges t uurd naar de Directeur-generaal van het minis terie van IenW, waarin zi j haar zorgen uit over de voorgen omen beleidswi jzigingen. Het is toch curieus dat la boratoria zich inhoud elijk zorgen maken over het voornemen van de overheid om te gaan focussen op pneumo ph ila conform een goed ond erbouwd advies van Berenschot en KWR. Ook is er bi j het minis terie van IenW een Woo-verzoek (Wet o pen overheid) ingediend door een parti j die zich zeer uitgebreid wil verdiepen in de voorgen omen wi jziging van de Legionella-regelgeving
en het proces dat daarbi j doorlo pen is. Dit veroorzaakt uiteraard een hoge werkbelas ting van de betrokken ambtenaren en vertraging van het proces om tot een effectievere wetgeving te komen. De lobby’s li jken op het eers te gezicht gebaseerd op ed ele motieven, maar het valt op dat het vooral vertegenwoordigers van commerciële parti jen zi jn die zich verzetten tegen de conclusies van het rapport en dan met name de conclusies die leid en tot vermind ering van hun omzet. Gaat het hun wel om legionellaveilig heid?
Er wordt door de lobbyis ten verwezen naar rapporten die aangeven dat mensen ook besmet kunnen word en door n on-pneumo ph ila [5]. Er wordt niet bi j verteld dat het aantal zware legionellose-gevallen relatie f vele malen lager is, dan voor pneumo ph ila. Ook wordt verwezen naar de Duitse legionellaregelgeving, die weliswaar geen ond erscheid maakt t ussen pneumo ph ila en n on-pneumo ph ila, maar men vergeet te n oemen dat de grenswaard en voor het ond ernemen van acties daar veel hoger liggen dan in NL [6]. De autoriteit op het gebied van legionella in Duitsland, Prof. Dr Martin Exner, conclud eert op basis van een recent uitgebreid Duits ond erzoeksproject [8] dat het tes ten op alle legionella-soorten moet word en vervangen door een s terkere focus op pneumo ph ila. Daarnaas t wordt door lobbyis ten niet gemeld dat Frankri j k, d elen van Canada en België inmidd els alleen monitoren op pneumo ph ila en dat men dat in Italië ook van plan is. In Frankrijk bli j kt het alleen monitoren op pneumo ph ila zeer effectie f te zi jn [7].
Men gaat ook voorbi j aan de uitgebreid ond erbouwd e conclusie van KWR dat het monitoren op n on-pneumo ph ila kan leid en tot het niet
vind en van de gevaarli jke pneumo ph ila en dat het RIVM aangee ft dat legionellose t.g.v. n on-pneumo ph ila zeld en wordt gecons tateerd.
Aan de and ere kant zitten ook leveranciers van tes tmethod es voor pneumo ph ila op het vinkentouw De leverancier van een kansri jke method e, presenteerde deze op diverse internationale congressen en houdt de komend e verand eringen in legionella-wetgeving in NL nauwlettend in het oog.
51 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
A B
Figuur 6a en 6b: Legionellaveilige mengkraan en wegwerpbare doucheset (bron: Dela bie)
Wat zal er gebeuren als de wetgeving niet of te traag wo rdt aangepast?
Als de overheid zwicht voor de druk van deze lobby’s, of het proces erdoor laat vertragen, zi jn de volgend e effecten te verwachten:
• De n ormoverschri jdingen n on-pneumo ph ila in thermisch en fysisch beheerde ins tallaties zullen bli jven terugkomen, omdat die afhankeli jk zi jn van veel factoren die we niet in hand hebben.
• Ins tallaties zullen regel matig correctie f ged esinfecteerd bli jven word en, wat tot overlas t en hoge kos ten zal leid en.
• In s teeds meer gebouwen zal een dure alternatieve fysische techniek word en geïns talleerd.
Bovens taand e zal ook plaatsvind en in niet-prioritaire gebouwen, waarop de zorgplicht van toepassing is, zoals sportgebouwen, scholen en defensiegebouwen.
Als de n ormoverschri jdingen na deze maatregelen bli jven terugkomen, hetgeen regel matig wordt gerapporteerd, biedt alleen een elektrochemische of chemische techniek n og soelaas. Er zullen dus s teeds meer ins tallaties komen, waarbi j na de watermeter ko per en zilver of zelfs een chloorverbinding wordt gedoseerd. Inmidd els is de chloordioxid etechniek met een s tevige o pmars bezig (zie het artikel in de eers te editie 2024 van TVVL-magazine). Het Ctgb hee ft deze techniek goedgekeurd voor toepassing in prioritaire en niet-prioritaire locaties. ILT gee ft automatisch goedkeuring nadat de techniek is aangemeld. Int ussen is bi j de veel gebouweigenaren bekend dat de focus waarsch i jnlijk gericht gaat word en op pneumo ph ila en onts taat er s teeds meer onbegrip over de kos tbare maatregelen die ze moeten nemen om de n ormoverschri jdingen n on-pneumo ph ila teniet te doen.
Wanneer wordt de wetgeving aangepast?
Per d efinitie is de wi jziging van legionella-wetgeving een ti jdrovend e zaak, omdat er veel parti jen bi j betrokken zi jn en er n og onduid eli j kheid is over een aantal zaken, zoals de toegelaten method en voor het tes ten op alleen pneumo ph ila. Het nad er d efiniëren van locaties die vallen ond er zorgins tellingen, waarin veel bewoners met een erns tig vers toord immuunsys teem verbli jven, blij kt ook las tig.
De verwachting is dat deze aanpassingen begin 2025 zullen word en doorgevoerd. Het voornemen is om daarbi j de vermind ering van het aantal extra mons ternames bi j toepassing van fysische en (elektro) chemische technieken in ta bel IIId van de Drinkwaterregeling mee te nemen bi j deze eers te aanpassing.
RIVM zal na aanpassing van de wetgeving nauwlettend in de gaten houd en hoe het aantal legionellose-gevallen t.g.v. leidingwaterins tallaties zich ontwikkelt
Bovengen oemd e aanpassingen betreffen lang niet alle aanbevelingen in het rapport van Berenschot-KWR.
Er zal ook nagedacht moeten word en over de aanpassing van de risicoanalyse, zoals:
• Het afschaffen van de 1 liter-regel;
• De beperkte invloed van wekeli j ks spoelen op legionellagroei;
• De invloed van de biofil mvormingspotentie van leidingmaterialen;
• Vas tleggen van oms tandig hed en waarin zich vooral pneumo ph ila kan ontwikkelen;
• Vereenvoudigen van de risicoanalyse voor prioritaire gebouwen die niet vallen ond er ziekenhuizen of zorg;
• De effectiviteit van thermisch d esinfecteren van tappunten. (KWR voert daarover op dit moment een ond erzoek uit.)
De uitvoering van risicoanalyse, zoals ged etailleerd beschreven in bi jlage 2 van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warmtapwater, zal dras tisch moeten word en aangepas t.
Daarop zullen ook ISSO 55.1 en BRL 6010 moeten word en gewi jzigd en vervolgens moeten de gebouweigenaren hun risicoanalyses en beheersplannen laten aanpassen.
Er is dan wellicht ook gelegenheid om de grenswaard en d efiniëren voor het ond ernemen van acties na n ormoverschri jdingen, vergeli j kbaar met Duitsland [6]. Daarbi j kan event ueel ook versch il word en gemaakt t ussen pneumo ph ila en n on-pneumo ph ila. Nu is de sit uatie in NL zo dat bi j een n ormoverschri jding > 1000 kve/l de aerosolvormend e tappunten niet meer mogen word en gebruikt of moeten word en beschermd met legionellafilters.
Kan de overheid dit wel aan?
Gezien het tempo waarin de aanpassingen nu gesch ied en, li j kt het onhaalbaar dat het minis terie van IenW deze aanpassingen van Bi jlage 2 van de Regeling legionellapreventie ti jdig voor elkaar gaat kri jgen. Men zou ervoor kunnen kiezen om Bi jlage 2 s terk in te korten tot de essentie en de nad ere uitwerking ond er bepaald e voorwaard en over te laten aan bi jvoorbeeld Kennisins tit uut ISSO in ISSOpublicatie 55.1. Wellicht kunnen dan de risico’s van and ere gevaarli jke drinkwater-bacteriën zoals pseudomonas en mycobacterium daarin word en meegen omen, zoals de Duitsers hebben gedaan in hun Arbeitsblätter-serie W551.
52 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024 Onderzoek & Cases
Figuur 7: Tes tmethod e voor alleen pneumo ph ila (bron: Id exx)
Woningen worden over het hoofd gezien
De legionella-wetgeving geldt alleen voor prioritaire locaties met een collectieve ins tallatie. Woningen vallen er dus buiten, terwi jl het s teeds meer voorkoms t dat mensen met een zeer kwetsbare gezondheid thuis moeten hers tellen van een o peratie of behand eling in het ziekenhuis. Deze mensen zi jn extra gevoelig voor het o plo pen van legionellose, terwi jl er geen eisen word en ges teld aan de leidingwaterins tallatie en de douche thuis. Hier zoud en de overheid en het RIVM een rol kunnen spelen met goed e voorlichting. De huidige voorlichting, waarbi j wordt aangegeven dat men, na een period e van afwezig heid, de douche eerst even moet laten lo pen is achterhaald. Men moet meer d enken aan het controleren van de warmwatertemperat uur, het regel matig reinigen of vervangen van de doucheset en/of het doen van een sneltes t, vergelij kbaar met de coronates t (zie fig. 9)
De urgentie is hoog
Alles overziend is legionellapreventie in leidingwater in een onzekere fase terecht gekomen. Begin van deze eeuw zi jn na de legionellaramp in Bovenkarspel in een korte ti jd wetteli jke regels en richtli jnen o pges teld. De strengs te in Euro pa. Als gevolg daarvan is er veel meer aandacht gekomen voor het ontwerpen, ond erhoud en en beheren van leidingwaterins tallaties. Beheersplannen zi jn tegenwoordig vaak een combinatie van maatregelen legionellapreventie en jaarli j kse controle van toes tellen en appendages waarond er beveiligingen tegen terugs troming. Er is sprake van een n og s teeds groeiend e en florerend e bedri jfs tak met zeer professionele wateradviesbedri jven, ond erhoudsbedri jven, mons tername-bedri jven en la boratoria. Desondanks nemen de n ormoverschri jdingen niet of nauweli j ks af. Inmidd els is er een en orme drang onts taan naar lagere warmwatertemperat uren i.v.m. het streven naar beperking van het energiegebruik. Daarmee wordt echter een groot risico op de gevaarlijke legionella pneumo ph ila geïntroduceerd. De urgentie om de regels in overeens temming te brengen met de laats te wetenschappeli jke inzichten, zoals ge formuleerd in de evaluatie van Berenschot-KWR is dus hoog. Eigenli jk zou er ad-hoc een groot samenwerkingsproject (“TASK FORCE”) moeten word en
georganiseerd, waarin betrokken parti jen (ook de commerciële) cons tructie f meewerken om nieuwe effectieve regels formuleren met meer focus op legionella pneumo ph ila.
Als we h ier te lang mee wachten, zou het kunnen zi jn dat binnen afzienbare ti jd een groot aantal ins tallaties regel matig chemisch moet word en ged esinfecteerd of onn odig wordt voorzien van een elektrochemische of chemische techniek, waarbi j continu chemicaliën word en toegevoerd aan ons drinkwater, met mogelijk weer and ere gevolgen voor onze gezondheid.
Highlig hts
1. Het is niet effectie f om te monitoren op alle soorten legionella. Het is beter om te focussen op legionella pneumo ph ila, behalve in sit uaties waar sprake is van veel mensen met een zeer kwetsbare gezondheid.
2. Om de groei van legionella pneumo ph ila in warmwatersys temen te voorkomen moet de temperat uur continu hoger dan 55 à 60 °C zi jn.
3. Het effect van periodiek thermisch d esinfecteren van tappunten wordt in twi jfel getrokken.
4. Correctie f spoelen met koud water of mengwater helpt niet en het effect van preventie f spoelen is twi jfelachtig [1].
5. Het risico op biofil m- en legionellagroei in leidingvolumes k leiner dan 1 liter is net zo groot als in grotere leidingvolumes en veroorzaakt n ormoverschri jdingen.
6. Bepaald e leidingmaterialen, hulps t ukken en appendages hebben een hoge biofil mvormingspotentie.
Referenties
1. The benefits of flush ing for mitigating legionella spp. in n on-chlorinated building plumbing sys tems, C.S. Meegoda, Norwegian Univesity of science and techn ology, Trondheim , a.o. maart 202 3;
2. Article “Legionella in tapwater ins tallations”, 2019, D. v.d. Kooi j (KWR), G. Wubbels en G. Veenendaal (Waterla boratorium Noord);
3. RIVM- Brie frapport 2022-0181. “Literat uurst udie naar de d etectie van Legionella in (drink)water” H. van d en Berg, R. Niese, G. Lynch, P. Brandsema, A. Bartels, R. Husman;
4. Article “A Tale of Four Danish Cities: Legionella pneumo ph ila Diversity in Domes tic Hot Water and Spatial Variations in Disease Incid ence” Søren A. Uldum, Lars G. Schjoldager, Sharmin Baig and Kelsie Cassell, feb. 2022;
5. RIVM- Brie frapport 2010-2 31005/2010 “Welke legionellasoorten zi jn niet ziekteverwekkend” Petra Brandsema en Marjoli jn Schalk;
6. DVGW-Arbeitsblatt W 551-1 “Hygiëne in d er Trinkwasserins tallation”, juni 2023;
7. Artikel: Evolution of Legionella Control in France 1998-2018, Hartemann Ph ilippe, Department of Public Health, University of Lorraine, France;
8. Source attribution of community-acquired cases of Legionnaires disease-results from the German LeTriWa st udy; Berlin, 2016–2019, U. Buchholz, H.J. Jahn, a.o.
53 tvvl magazine / ond erzoek & cases nr 02 / april / 2024
Figuur 8: ISSO-publicatie 55.1
Figuur 9: Een sneltes t voor legionella (bron: Hydrosense)
Auteur Pascale Veerling , Merosch
Eerste aanzet tot Programma van Eisen Circulaire Installaties
“We willen de sector wakker schudden: transitie naar circulaire installatiesector gaat te langzaam”
Klimaatverandering gaat te hard en de circulaire transitie in de bouw gaat te langz aam. Bar t Advokaat en Nordin Oudshoorn, adviseurs bij adviesbureau Merosch voor duurzame bouw, schreven daarom een Programma van Eisen Circulaire Installaties. “Er is al veel mogelijk op het gebied van circulaire installaties, maar er gebeur t nog weinig in de praktijk. Het tempo moet opgevoerd worden. Vanuit die loso e zijn wij begonnen met het Prog ramma van Eisen Circulaire Installaties,” leg t Advokaat uit.
Met welk doel hebben jullie het Programma van Eisen Circulaire Ins tallaties gelanceerd?
Oudshoorn: “Het voornaams te doel voor ons is om een minimale grenswaarde te s tellen op het gebied van circulariteit van ins tallaties. Het doel is ook om dat in de toekoms t s teeds een st ukje ambitieuzer te maken en verd er in te vullen. Uiteraard in samenwerking met de leveranciers, adviseurs, o pdrachtgevers en and ere parti jen. Want alleen samen kun je die transitie versnellen. Advokaat: “We willen ook inzichteli jk maken wat de ond ergrens is. Zo willen we de sector uitdagen en tot actie verleid en. Als er 1 ding uit het PvE naar voren komt, is het wel dat we een lange weg te gaan hebben. Het is mogelij k, maar er gebeurt te weinig. Wi j willen de branche wakker schudd en.”
Waarom bli jft de transitie naar circulair bi j ins tallaties achter?
Oudshoorn: “Vanuit o pdrachtgevers is er te weinig vraag om bepaald e niveaus van circulariteit te halen binnen ins tallaties. Aan de and ere kant wordt die o ptie door de leveranciers n og niet gebod en. Er wordt n og s teeds veel traditioneel aangebod en, er is geen prikkel vanuit weten regelgeving om dat and ers te gaan doen. Daarnaas t:
circulariteit wordt gezien als de duurdere o ptie, daarom word en circulaire ins tallaties vaak op voorhand al uitgesloten. Wi j hebben als Merosch mooie prakti jkvoorbeeld en waaruit bli j kt dat circulair lang niet alti jd duurd er is. Maar we moeten het als sector gaan omarmen”.
Advokaat: “Je ziet bi jvoorbeeld nu dat er regel matig circulaire toepassingen bi j bouwkundige ond erd elen word en toegepas t. Bi j ins tallaties bli jft dat achter. Dat komt ook door de technische complexiteit. Veel producten bes taan uit tal van and ere k leine ond erd elen, d enk aan een warmtepomp bi jvoorbeeld. We moeten met elkaar and ers gaan d enken en die producten s tap voor s tap verduurzamen. Want die technische complexiteit maakt het gewoon las tiger dan bi jvoorbeeld isolatiematerialen. Er wordt bi j projecten te vaak gekozen voor de route met de mins te weers tand. Maar dat kunnen we ons gewoon niet veroorloven.”
Wat zi jn de belangri jks te punten die naar voren komen uit het PvE?
Oudshoorn: “In het PvE houd en we rekening met een aantal factoren of KPI’s. Eerst is er ond erscheid gemaakt t ussen ins tallaties met de mees te impact, d enk dan bi jvoorbeeld aan PV panelen, ventilatie units en warmtepompen. En daarbi j zi jn we gaan kijken naar de KPI’s. Welke KPI’s kunnen we ops tellen op het gebied van circulariteit en ins tallaties? We hebben nu 7 KPI’s in het Programma van Eisen s taan: bes te keuze van ins tallaties op dit moment, de maximale milieukos ten indicator, materialisatie, minimale losmaakbaarheidsind ex, minimale percentage hergebruik of hernieuwbaar, toxiciteit en uitsluitingen. Bi j het ops tellen van de KPI’s is ook gekeken naar initiatieven en leidrad en zoals het Nieuwe Normaal, waar we als Merosch zi jnd e ook nauw bi j betrokken zi jn.”
Advokaat: “Die losmaakbaarheidsind ex is belangri jk om ervoor te zorgen dat je ins tallaties kan ond erhoud en en kan hergebruiken in de toekoms t. De milieubelas ting van een ins tallatie zien we als een van de belangri jks te KPI’s omdat dat direct de milieubelas ting van een ins tallatie omschri jft. Momenteel lo pen we daar nu tegen aan; veel ins tallaties hebben heel weinig tot geen circulaire toepassingen.
54 Praktijk tvvl magazine / prakti jk nr 02 / april / 2024
S-ins tallaties
Ins tallatie ond erd eel Bes te keuze dit moment Maximale MKI* Materialisatie Losmaakbaarheidsind ex** minimaal Min. % volume hergebruikt of hernieuwbaar
Waterleidingen Hergebruik 0,04 per m1
Gerecycled kuns ts tof of biobased PVC 0,6 20%
Was tafels, kranen en toiletten Hergebruik of tweed ehands 0,95
W-ins tallaties
Ins tallatie ond erd eel Bes te keuze dit moment Maximale MKI* Materialisatie Losmaakbaarheidsind ex** minimaal Min. % volume hergebruikt of hernieuwbaar
WTW-unit woning CAT 1 product uit NMD
Luchtbehand elingskas t Zoveel mogeli jk centraal (hoeveelheid kas ten beperken)
Luchtkanalen Hergebruik
Gerecycled aluminium 0,6 Min. 20%
Luchtroos ters Hergebruik of biobased 0,8
Warmtepomp tot 40 kW
Warmtepomp vanaf 40 kW
Bronsys teem (WKO, lussen, lucht, PVT, etc.) WKO of lucht
Zonnecollectoren
CV/GKW leidingen Kuns ts tof leidingen 0,6 Min. 10%
Vloerverwarming Droogbouwsys teem Convectoren
Klimaatplafonds CAT 1 product uit NMD
Inductie-units
E-ins tallaties
Ins
Ta bel 1: In het door Merosch o pgezette s tandaard Programma van Eisen Circulaire Ins tallaties zi jn voor de mees t impactvolle ins tallaties en ond erd elen milieu KPI’s o pges teld. Het is de bedoeling dat de markt s amen de n og lege plekken gaat invullen, zodat s teeds meer ins tallaties meer circulair word en.
Toxiciteit Overig (uitsluitingen)
Ins torten niet toeges taan
Toxiciteit Overig (uitsluitingen)
Ins torten niet toeges taan
Koud emidd el met een GWP van max. 4
Ins torten niet toeges taan
55 tvvl magazine / prakti jk nr 02 / april / 2024
Bes
keuze dit moment Maximale MKI* Materialisatie Losmaakbaarheidsind ex** minimaal Min. % volume hergebruikt
hernieuwbaar
PV-panelen CAT 1 product
NMD 30 per m2 Verlichtings-armat uren Hergebruik of hout 0,6
belgoten en ka belladd ers Hergebruikt of tweed ehands 0,8 Min. 10%
tallatie ond erd eel
te
of
Toxiciteit Overig (uitsluitingen)
uit
Ka
En maar weinig echt doordachte o plossingen. Het minimale percentage hergebruik of hernieuwbaar zegt ook wel iets over de hoeveelheid nieuwe materialen die toch n og n odig zi jn. Want nieuwe niet duurzame materialen vormen n og s teeds een groot ond erd eel van alle nieuwe ins tallaties. We sluiten de kringloo p n og veel te weinig, h ier ligt in de bouwbranche een grote uitdaging. We moeten de nat uurlijke en de technische kringloo p gaan sluiten.”
Hoe hebben jullie het Programma van Eisen inhoud elijk vorm gegeven?
Oudshoorn: “We hebben gebruik gemaakt van besch ikbare data die er op dit moment is op de markt en nat uurli jk onze eigen ervaring en kennis die we op hebben gedaan bi j projecten die we doen. Op basis daarvan hebben we voor een aantal ond erd elen een minimale grenswaarde kunnen s tellen, waarover we graag in discussie gaan met leveranciers en and ere parti jen. We willen er graag achter komen of wi j de juis te interpretatie hebben van de data.”
Advokaat: “Merosch hee ft als bureau veel kennis en kund e op het gebied van ins tallaties, we zi jn al 15 jaar actie f met de nadruk op het verduurzamen van de sector We hebben veel inzicht in de besch ikbaarheid van materialen. We ho pen eigenli jk dat het beeld dat we in het PvE schetsen niet compleet is, want dat zou betekenen dat er n og veel meer circulaire producten op de markt zi jn dan dat
wi j zien. We realiseren ons dat er van een product wel meerdere leveranciers moeten zi jn voordat je een minimale grenswaarde kan s tellen. We laten dan ook grenswaard en zien van producten waarvan we weten dat er minimaal drie of meer leveranciers zi jn. Dat doen we omdat we weten dat die producten dan breed toe te passen zi jn in projecten.”
Hoe zet Merosch het Programma van Eisen zelf in?
Oudshoorn: “Binnen elk project willen we het als minimale grenswaard en hanteren. Wi j nemen het zelf mee binnen ons eigen technische Programma van Eisen en bes tekken. Wi j nemen het mee als ond ergrens in onze adviezen naar de markt. In de uitvraag richting de ins tallateurs. Zo passen wi j het zelf toe. We proberen wel in alle projecten al een s tapje verd er te gaan. Onze ambitie is veel hoger dan wat we in het Programma van Eisen ben oemen. Het Programma van Eisen willen we echt als vangnet gebruiken: dit is wat we minimaal kunnen en willen doen. Dit is de minimale ond ergrens die ied ereen meteen kan doorvoeren.”
56 Praktijk tvvl magazine / prakti jk nr 02 / april / 2024
Foto 1: Circulariteit van de bouwkundige en ins tallatietechnische ond erd elen s tond ti jd ens de transformatie van het iconische kantoorgebouw Het Zandkas teel in Ams terdam centraal in het ontwerp en de uitvoering, waarbi j Merosch betrokken was.
Advokaat: “Daarnaas t willen we dit als s tandaard voor de markt introduceren. Niet dat het alleen een Merosch-ding bli jft, maar juis t als een breed gedragen Programma van Eisen voor Circulaire Ins tallaties. Waarbi j wi j als markt de ond ergrens met elkaar inzichtelijk hebben gemaakt. We begri jpen dat de markt nu n og niet zo ver is, maar op termi jn moeten deze minimale eisen een n o-brainer zi jn.”
Gaan jullie het Programma van Eisen Circulaire Ins tallaties n og verd er ontwikkelen?
Oudshoorn: “Wi j willen graag samen met de markt, leveranciers en o pdrachtgevers de ta bel verd er gaan vullen. We willen in discussie gaan over de grenswaard en die we nu hebben ges teld en de lege ta bellen n og te vullen.”
Advokaat: “Het zou geweldig zi jn als we met elkaar die grenswaard en n og kunnen verleggen naar een hoger niveau. Wi j vind en dat de transitie naar circulaire ins tallaties meer aandacht en energie verdient We moeten daar s tappen gaan zetten met elkaar Dat betekent dat we enerzi jds de blind e vlekken kunnen invullen en and erzi jds de grenswaard en verleggen.”
Wat zi jn nu n og de blind e vlekken van het Programma van Eisen Circulaire Ins tallaties?
Advokaat: “Met name dat wi j als adviesbureau maar ook als markt voor veel ins tallaties gewoon n og niet weten hoe circulair dat zou kunnen of moeten zi jn. Dat zoud en we graag met de markt en de leveranciers ond erzoeken: wat is het minimale niveau wat we met ins tallaties kunnen behalen? Wi j doen een voorzet, maar vragen daarin dus ook echt om hulp vanuit de markt.”
Oudshoorn: “Het zou mooi zi jn als de ins tallatiebranche niet alleen energetisch s teeds verd er o ptimaliseert maar ook op het gebied van materialen s teeds e fficiënter en duurzamer wordt. Veel leveranciers word en beoord eeld en gekozen op CO P’s en e fficiëntie, daar verko pen ze hun producten nat uurli jk ook mee. Het is voor veel materialen gewoon onbekend wat de milieubelas ting is. En de herbruikbaarheid bli jft achter, terwi jl de afvalberg en de milieubelas ting groeien. Met deze minimale eisen willen we de markt uitdagen om een bepaald niveau op het gebied van de circulaire KPI’s te halen. Want we hebben de ins tallatiebranche n odig om circulariteit van ins tallaties naar een hoger niveau te brengen.’
Het PvE Circulaire Ins tallaties is dus het begin van iets groter s?
Oudshoorn: “Ja, we s taan aan het begin van iets groots. We willen de ins tallatiesector in beweging zetten. We doen h iermee dan
ook een oproep aan de ins tallatiesector om mee te d enken en te ontwikkelen aan dit Programma van Eisen Circulaire Ins tallaties. Daarom organiseren wi j bi j Merosch dit voorjaar een bi jeenkoms t met leveranciers, die actie f bezig zi jn met circulariteit van A-merken, leveranciers die zichzelf kwalificeren als ko plo per Houd voor de exacte dat um en ti jd onze website merosch.nl in de gaten. Met elkaar willen een Programma van Eisen Circulaire Ins tallaties 2.0 versie maken. Om een breed gedragen minimaal niveau van circulariteit binnen te ins tallatiesector te d efiniëren en vervolgens de lat s teeds verd er te verleggen. Langer in de afwachts tand bli jven kunnen we ons k limaat technisch simpelweg niet veroorloven.”
57 tvvl magazine / prakti jk nr 02 / april / 2024
Foto 2 + 3 + 4: Uit het kantoorgebouw zi jn meerdere ins tallatieond erd elen verzameld en bewaard voor hergebruik.
Auteur Ed Ro oijakkers
Slimme gebouwtools, zijn we er wel klaar voor? (of klaar mee)
Smar t building voorzieningen en geautomatiseerde foutdiag noses bieden veel kansen om de functionaliteit en de kwaliteit van technische voorzieningen in gebouwen te verbeteren. Maar hoe gaan we er mee werken en belang rijker : wie gaat er wat mee doen? Hoe passen deze ontwikkelingen eigenlijk binnen de bestaande processen in techni sch beheer en onderhoud van utiliteitsgebouwen? Zijn we organisatorisch wel klaar om met dez e gereedschappen aan de slag te gaan? Naar mijn mening moet werken met deze datatools primair in de beheer- en onderhoudsprocessen worden geïntegreerd en moeten we op dit vlak niet aan de zijlijn (blijven) staan.
EBS en GACS
Een EBS (energieregis tratie- en bewakingssys teem) is al een verplichting voor grotere gebouwen en volgens
RVO: “Met een energieregis tratie- en bewakingssys teem (EBS) zorgt u ervoor dat uw k limaatins tallatie zo e fficiënt mogelijk werkt en de mins te energieverspilling hee ft. Het EBS bes taat uit slimme meters en activiteiten” en verd er vindt RVO dat: “Een goed inges teld e k limaatins tallatie zorgt voor een goed binnenk limaat met zo min mogelijk energiegebruik. Door uw ins tallatie goed in te s tellen kan het energiegebruik met 25-30% dalen.”.
A ndersom
Wel leuk om te lezen dat een belangri jke bevinding van ons TN O/Hal mos ond erzoek ‘kwaliteitsborging van ins tallaties’ weer eens wordt aanges tipt (uit 2005!). Helaas wordt dit and ersom geciteerd. Het is niet zo dat het goed ins tellen van een ins tallatie als bi jna vanzelfsprekend resulteert in het voorkomen van energieverspilling en het is al helemaal niet zo dat (het hebben van) een EBS dit bewerks telligt. Verd er dan signaleren van een verhoogd energiegebruik, mits er ged egen analyses met hoge d eskundig heid plaatsvind en, komt een EBS echt niet. Daarbi j ook de cons tatering dat
deze d eskundig heid dat ook zond er dat EBS wel eenvoudig zou achterhalen.
In 2026 komt daar een GACS bi j: ‘Gebouwautomatiseringen controlesys teem’. Een GACS hee ft dan een wasli js t aan wettelijke voorwaard en, waaraan dit sys teem allemaal moet voldoen. Bi j grotere verwarmings- en koelcapaciteit (>290 kW) is dit vanaf 2026 verplicht. Welke verwachting men daarvan hee ft heb ik zo snel niet kunnen vind en.
Ik ben helaas wel bang dat dit ook niet het o ptimum in gebouwpres taties gaat bied en. Ook h ier de cons tatering
Foto 1: In 2026 wordt een GACS ‘Gebouwautomatisering- en controlesys teem’ verplicht.
58 Praktijk tvvl magazine / prakti jk nr 02 / april / 2024
dat dit niet meer dan gereedschap is, waarmee men wel mee moet willen werken om het maximum eruit te halen. Daarbi j wordt bi j mi j de indruk gewekt dat men de verond ers telling hee ft dat een verkeerde werking van de ins tallaties de oorzaak is van energieverspilling in gebouwen. Door deze extra spullen verplicht aan te brengen zou er vanzelfsprekend aanzienli jke verbetering moeten zi jn. Naar mi jn ervaring is dat zeker niet zo. Deze aanpak van losse activiteiten en voorzieningen die feiteli jk naas t het primaire proces van de werkvloer s taan, maakt het naar mi jn mening alleen maar n og on overzichtelijker
Eenvoud
Met een veel eenvoudiger aanpak kan al veel (meer) energieverspilling gesignaleerd én verholpen word en, mits de wil om het beter te maken bi j alle betrokkenen aanwezig is. En belangrijker: mits we dit s truct ureel integreren binnen de reguliere beheer- en ond erhoudsprocessen op de werkvloer
Stel: je zou in plaats van al deze voorzieningen vols taan met de zin: ‘in ied er gebouw waar een gebouwbeheersys teem aanwezig is, dient een geact ualiseerde en juis te (functionele) regeltechnische omschri jving
(RTO) aanwezig te zi jn en de ins tallaties dienen aantoonbaar en inzichteli jk volgens deze RTO te functioneren’. Veel eenvoudiger en ook veel effectiever dan de wasli js t aan eisen van een GACS. Een geli j ksoortige formulering kan ook voor een EBS gemaakt word en.
Kern is dat je het gewens te resultaat held er en toetsbaar beschri jft in plaats van de midd elen en gereedschap centraal te s tellen en vervolgens vraagt om dit resultaat begri jpeli jk aantoonbaar te maken. Een presentatie kiezen waarmee voor eenied er held er is dat het s tapje voor s tapje s teeds een beetje beter gaat en kan. Een zichtbare en begri jpeli jke verbetering motiveert de mensen op de werkvloer
Motivatie
Je kunt dingen niet aanleren met straffe hand (handhaving), dat levert weers tand o p. Als metafoor: Een paard kun je alleen dressuur aanleren en trainen met zachte hand en ongewens t gedrag afleren met straf en consequente st uring. Aanleren met straf leidt tot s tils tand en frus tratie. Je komt n ooit verd er dan een kritische ond ergrens. Optimalisatie vraagt motivatie.
Laat het nu net de sit uatie zi jn dat onze door RVO geciteerde 25-30% energieverbetering gevond en kan word en door ins tallaties te o ptimaliseren en op maat af te s temmen op de processen die act ueel in het gebouw plaatsvind en.
Een EBS en ook GACS gaat dus alleen aanzienli jke verbetering brengen als we met goed e motivatie aan de slag gaan. Alle eisen en voorwaard en die wel verplicht word en ges teld maar niet bi jdragen aan bereiken van deze doels tellingen zullen door de mensen die ermee moeten werken op werkvloer als ballas t word en ervaren, helaas, raar maar waar. Grote kans dat dit als verplichte activiteit door derd en zal word en uitgevoerd naas t het primaire ond erhoudsproces, waarbi j het beoogd e resultaat naar de achtergrond verdwi jnt. Net als bi j de verplichte EPBD-inspecties en aircokeuringen in de huidige prakti jk niet zeld en al de sit uatie is.
59 tvvl magazine / prakti jk nr 02 / april / 2024
Techniek
Beheer
Perceptie
Specificaties
Technische specificaties, regeltechnisch gedrag
Uitgangspunten gebruik, flexibiliteit, functies
Binnenmilieupres tatiecriteria, bedieningsins tructies
Assetkwaliteit
FDD (Fault Detection and Diagnosis)
In 2010 hebben we diverse applicaties/recepten voor geautomatiseerde foutdiagn ose van ins tallaties (FDD) bi j en met TN O getes t en ontwikkeld. Deze zogenaamd e ‘rule based’ en mod el based FDD tools zi jn desti jds bi j versch illend e van onze o pdrachtgevers en gebouwen getes t. Kort samengevat bleken onze foutdiagn oses, hoewel veel technisch juis te informatie werd verkregen, niet tot veel verand ering te leid en in de gebouwpres tatie, omdat de gegevens nauweli j ks werd en benut. Op de werkvloer bleek deze informatie meer weers tand op te leveren dan bi j te dragen door inzichten die met deze tools verkregen zoud en word en. Door diverse oorzaken blee f de verwachte verbetering uit, ik n oem er enkele:
• Klachten gebaseerde vers tellingen bleven bes taan. Analyse en/ of s truct ureel o plossen van het werkelijke probleem vond niet plaats, de ‘(ver)s toringsmonteur’ blee f aanwezig.
• Technisch med ewerkers (service technici) die geen ti jd kri jgen, nemen en/of hebben om het ins tallatieconcept van het gebouw te doorgrond en; en veel wisselend e servicemensen die aan de techniek werken, zodat geen technische locatiekennis wordt o pgebouwd.
• Functionele ind elingen en gebruikswi jzen van het gebouw, die s terk afwi jken van de uitgangspunten van het ins tallatieontwerp.
• Gebouwgebruikers die niet weten wat ze van de technische functionaliteit en het binnenk limaat kunnen verwachten. Daarbi j bleek voor deze gebruikers een onduid eli jke bediening van de ins tallaties aanwezig.
Weerstand tegen foutdiagnose?
Hoe komt dat? Dat is de vraag waarmee ik blee f zitten. Waarom werken de servicemonteurs niet graag met deze informatie, terwi jl deze mensen over het algemeen zeer gemotiveerd zijn om de
Pres taties
Gerealiseerde pres taties en functioneren
Werkeli jke inrichting en gebruikswi jze
Ervaren binnenmilieu, gedrag en bediening
Operationele kwaliteit
k lachten en s toringen van de gebouwgebruikers op te lossen?
De vers tellingen die dan in het ‘s toringsproces’ door deze mensen word en gemaakt, zi jn mees tal gemaakt om vanuit hun beleving de pres taties juis t verd er te verbeteren. Men overziet niet dat dit verand eren van ins tellingen regel matig leidt tot vers toorde en ontregeld e ins tallaties. Kern is dat men niet weet wat wel goed is en weet hoe ins tallaties wel moeten werken, zodat losse foutmeldingen vanuit een FDD-sys teem niet begrepen word en. Dat frus teert omdat men het dan niet kan o plossen.
De FDD informatie wordt niet benut. FDD pas t ook niet in dit gangbare s toringsproces. Inmidd els bi jna 15 jaar later is dat eigenli jk n og s teeds de sit uatie, maar ik begri jp de achtergrond en daarvan wel beter. Locatiekennis, overzicht en (and ere) d eskundig heid bli jken onvoldoend e aanwezig. Goed e gegevens van een juis te werking en ontwerpuitgangspunten ontbreken en/of zi jn moeili jk terug te vind en, wat niet aansluit op de dynamiek van het s toringsproces.
Pijlers Duur zaam Beheer en Onderhoud
De h iervoor gen oemd e cons tateringen en observaties hebben desti jds overigens ook bi jgedragen tot de pi jlers van Duurzaam Beheer en Ond erhoud zoals in figuur 1 te zien is.
In figuur 1 is t ussen de regels af te lezen hoe grip en overzicht te verkri jgen is, waarbi j volgens de DB&O pi jlers Techniek, Beheer en Perceptie per rol een and ere verantwoord eli j kheid besloten ligt. Technisch diens tverleners zi jn ervoor verantwoord elijk dat de ins tallaties functioneren volgens de juis te specificaties en ins tellingen en bewaken de randvoorwaard en (pi jler Techniek). Facilitair en technische beheerders zi jn ervoor verantwoord eli jke dat ind elingen en gebruiksintensiteit/functionaliteit binnen de mogelij khed en van het gebouw bli jven. En de gebouwgebruikers hebben de verantwoording de ins tallaties goed te bedienen,
60 Praktijk tvvl magazine / prakti jk nr 02 / april / 2024
++ ++
Figuur 1: Assetkwaliteit vs o perationele kwaliteit volgens Duurzaam Beheer en Ond erhoud.
geen sa boterend gedrag vertonen en moeten ook weten wat ze kunnen verwachten.
Per rol zi jn er daarom and ere smart building en foutdiagn osesys temen n odig omdat de informatiebehoe fte en verantwoording versch illen. Naar mi jn ervaring wordt te eenvoudig over de dynamiek op de werkvloer nagedacht als er technische o plossingen word en geïntroduceerd. Enerzi jds zullen we and ers moeten samenwerken, maar and erzi jds moeten we wel nad enken over hoe dat dan wel o ptimaal zou kunnen.
Geef duidelijk aan wat goed is
De sleutel om de voord elen van smart building voorzieningen en geautomatiseerde foutdiagn ose ten volle te benutten is dat de mensen daar graag mee werken. Met name in het k lachten- en s toringsproces is het dan belangri jk dat men dan vas te grond ond er de voeten kri jgen. Nog meer fouten signaleren, zond er dat duid elijk is wat de impact is en niet duid elijk maken wat dan wel goed is maakt het verhelpen van k lachten n og on overzichtelijker
Foutdiagn osesys temen moeten dus geen fouten signaleren maar juis t aangeven wanneer een ins tallatie juis t functioneert. Daarbi j begri jpelijk overzicht bied en wat een juis te werking van de ins tallaties is, zodat dit pas t in de dynamiek van een s toringsproces. Zoals uit figuur 1 bli j kt kunnen er ook k lachten zi jn door verkeerd bedienen en/of niet passend e ind elingen en gebouwgebruik. Dat kun je niet ins tallatietechnisch o plossen, hooguit verk laren.
Automatisering van de regeltechniek is toch de juis t basis van een GBS? Het is dan toch raar dat een gebouwbeheersys teem handmatige vers tellingen n odig zou hebben voor een juis te werking van de ins tallaties?
Meten en monitoren van een juis te werking van de ins tallaties is daarom naar mi jn mening essentieel. Duiding van wat een juis te werking is en hoe daar procesmatig mee om te gaan. Duiding is daarom wat naar mi jn mening nog ontbreekt aan de EBS en GACS verplichtingen alsmed e smart building en FDD voorzieningen. Leuk gereedschap maar voor welke timmerman? Deze duiding toevoegen verhoogt het werkplezier is mi jn ervaring en als in Foto 2 te zien is.
Geef duiding en maak haalbare afspraken
Stree f daarom naar goed e performance monitoring van de juis te werking en neem deze juis te werking op in afspraken t ussen de pi jlers Beheer en Techniek. Duid eli jk vas ts tellen wat de belangri jks te meetpunten zi jn, aangeven wanneer en hoe het wel goed is en dit glasheld er inzichteli jk maken op een manier die bi j de werkvloer pas t. Dat motiveert binnen het s toringsproces is mi jn ervaring en voorkomt ongewens te vers tellingen. Je kunt het dan namelijk s teeds en s tapje beter doen en daar wordt ied ereen bli j van.
Anders samenwerken
Als gebouwgebruikers op vri jdagmiddag de helft van de radiatorkranen helemaal dicht draaien moet men op maandagochtend niet verbaasd zi jn dat het dan twee keer zo lang duurt voordat het weer behaagli jk is. Mees tal wordt dan door de gebruikers een te koud e maandagochtend als k lacht geuit. Als je dan vervolgens de k lokti jd en van de verwarming gaat verlengen of aanvoertemperat uren gaat verhogen resulteert dat in een hoger energiegebruik.
Toch blij kt dit juis t bedienen in de prakti jk heel las tig te communiceren en daar hebben de facilitair managers en technisch beheerders eigenli jk de verantwoording dit wel ged egen en volhard end te bli jven doen om deze ongewens te vers telling en onjuis te bediening te voorkomen, maar in plaats daarvan word en de technische servicemed ewerkers te vaak ond er druk gezet dit probleem ‘o p te lossen’.
Helaas blijken vele vergeli j kbare voorbeeld en te vind en, waardoor gebouwpres taties niet word en behaald. Dat zit in de wi jze van samenwerking, nemen van verantwoord eli j khed en, motivatie en ook inzicht. In deze samenwerkingscult uur van reactieve vers tellingen bli jken data- en diagn osetools en met de daaruit verkregen informatie zinvol acteren bi jna ondoenli j k. And ers samenwerken is daarom een voorwaarde om succesvol te kunnen zi jn met datagedreven Duurzaam Beheer en Ond erhoud.
61 tvvl magazine / prakti jk nr 02 / april / 2024
Foto 2: Performance monitoring in WTC Sch iphol s teeds een s tapje beter.
Auteur Joop van Vler ken
“Onze warmtecentrale kan dagenlang warmte halen uit de buffer ”
Warmtebu ers kunnen helpen om het elektriciteitsnet te ontlasten en m aken energ iesystemen duur zamer en exibeler. In Veenendaal-Oost bouw t Linthorst Techniek momenteel een energ iecentrale die een g rote warmtebu er gebruikt. De all-electric centrale gaat 930 woningen van warmte, koude en warm tapwater voorzien, z onder daarbij het elektr iciteitsnet extreem te belasten.
“We bouwen nu een energiecentrale in Veenendaal met een 180 m3 wko-ins tallatie. Daaraan zi jn twee Luxo water-waterwarmtepompen geko ppeld van 1 MW, die 70°C water maken met een CO P van 4. Daarnaas t omvat de ins tallatie n og een Boreas CO2 lucht-water-warmtepomp van 1 200 kW en een warmtebuffer van 1500 m3.” Gi js Linthorst, algemeen directeur van Linthorst Techniek, legt uit dat zi jn bedri jf verantwoord eli jk is voor het ontwerp en de realisatie van de energiecentrale, die 930 woningen gaat verwarmen in de nieuwbouwwi jk Groenpoort in Veenendaal-Oos t. De energiecentrale wordt eind dit jaar o pgeleverd, verwacht Linthorst.
Capaciteit sbeper kend contract
Gemeenteli jk warmtebedri jf Duurzame Energie Veenendaal-Oos t (D EVO) hee ft al een warmtenet met 2000 woningen in Veenendaal-Oos t. Daar komen nu dus n og eens 930 woningen bi j. Daarvoor was een nieuwe warmtecentrale n odig. Deze wordt volledig elektrisch, waardoor nieuwe uitdagingen op het gebied van netconges tie onts taan. D EVO hee ft daarom een capaciteitsbeperkend contract afgesproken
met Liand er, waardoor ze in de ochtend en ’s avonds slechts beperkt stroom kunnen afnemen.
Het nieuwe sys teem kon daarom niet zond er warmtebuffer, zodat duurzame elektriciteit o pgeslagen kan word en als het goedkoo p is, en gebruikt kan word en als het duur is. Daarbi j werd gekozen voor het HoCoSto-sys teem, een buffer die ingegraven is naas t de energiecentrale, zegt Linthorst. “We graven een 1500 m3 warmtebuffer in. Deze buffer in combinatie
62 tvvl magazine / projectbeschri jving nr 02 / april / 2024 Projectbeschrijving
“Als we niet snel netb ewuster gaan bouwen en handelen, wordt de economische schade echt enorm.”
met de warmtepompen voorziet straks 930 woningen van echt duurzame warmte. We werken all-electric, maar in onze o ptiek is stroom pas echt duurzaam als die geli j kti jdig duurzaam o pgewekt en gebruikt wordt.”
Deze manier van werken werd tot voor kort niet gewaard eerd in de regelgeving, legt Linthorst uit. “De NTA 8800 is pas recent aangepas t. Voorheen werd er helemaal niet gekeken naar het moment van afname van elektriciteit. Nu wordt dat wel gewaard eerd in de
NTA 8800. Dat is een s timulans voor het toepassen van buffering in ins tallaties.” De warmtecentrale neemt pas stroom af op momenten dat die 100% duurzaam is, zegt Linthorst. “Elke dag wordt de dayaheadmarkt gepubliceerd door Tennet. Als je stroom afneemt in de uren dat de spotpri jzen ond er het niveau van de day-aheadmarkt liggen, is deze bewezen uit 100% duurzame bronnen afkoms tig.”
63 tvvl magazine / projectbeschri jving nr 02 / april / 2024
1: In Veenendaal-Oos t bouwt Linthor st Techniek momenteel een energiecentrale die een grote warmtebuffer
Foto
gebruikt.
Netcongestie
En niet alleen duurzaamheid is een motivatie voor het plaatsen van een buffer, benadrukt hi j. “Ook netconges tie zou een belangri jke s timulans moeten zi jn voor het toepassen van warmtebuffering. Onze warmtecentrale kan dagenlang warmte halen uit de buffer als dat n odig is, zond er dat de warmtepomp aan moet. En je kunt h ierdoor een flexibele transportovereenkoms t afsluiten met de netbeheerder.”
Linthorst legt uit hoe dat werkt. “In deze nieuwbouwwi jk waren 1000 individuele warmtepompen vanwege netconges tie sowieso geen o ptie. Het gaat dan ook niet alleen om duurzaamheid en betaalbaarheid; het moet ook inpasbaar zi jn. We hebben nu met de netbeheerd er kunnen afspreken dat we ti jd ens de piekmomenten in de ochtend en de vroege avond heel weinig stroom afnemen, waardoor het net ontlas t wordt.”
Duur zaamheid en flexibiliteit
Linthorst vindt dit sys teem dan ook het bes te sys teem voor nieuwbouwwi jken. “Wi j zi jn al sinds 2010 bezig met de ontwikkeling van dit sys teem, omdat we er echt in geloven. Er wordt via een vierpi jpssys teem warmte, warm tapwater en koud e geleverd aan deze woningen, waar alleen een afleverset in zit. Normaal zou je voor een dergelijk comfortniveau voor elke woning individuele warmtepompen n odig hebben. Dan heb je als netbeheerd er niet de mogeli j kheid om op piekmomenten de ins tallatie te kni jpen, want dan moet je bi j alle woningen achter de voord eur kunnen st uren. Je bent dan veel mind er flexibel en je hebt geen buffercapaciteit.”
De warmtebuffer van HoCoSto zorgt dus voor duurzaamheid en flexibiliteit, legt Linthorst uit. “We gebruiken missch ien wel iets meer kilowatt uren dan and ere sys temen, maar we gebruiken wel alleen stroom op de bewezen duurzame momenten en buiten de conges tie-uren.”
Aanvoertemperatuur niet relevant
Het warmtenet in Groenpoort levert warmte op een temperat uur van 70°C. Voor een nieuwbouwwi jk lij kt dat ine fficiënt, maar volgens Linthorst is dat niet zo. “We maken met onze warmtepompen
Foto 2: De all-electric centrale gaat 930 woningen in de nieuwbouwwi jk
Groenpoort van warmte, koud e en warm tapwater voorzien, zond er daarbi j het elektriciteitsnet extreem te belas ten.
64 tvvl magazine / projectbeschri jving nr 02 / april / 2024
tbeschrijving
Projec
toch water van 70°C voor de warmtebuffer. Voor onze grote indus triële CO2-warmtepompen zi jn bovendien de aanvoertemperat uren niet relevant. De CO P is veel meer afhankeli jk van de retourtemperat uur. Een k leine infras truct uur en een lage d elta-T zi jn daarom veel relevanter dan een lage aanvoertemperat uur.”
Daar komt n og eens bi j dat door de keuze voor 70°C geen warmtepompboilers, boos ters of elektrische ketels n odig zi jn om het warm tapwater te maken. De energiecentrale kan daarnaas t ook koud e produceren, legt hij uit. “Daarom hebben we h ier een vierpi jpssys teem liggen. We kunnen dus onbeperkt koeling leveren aan de woningen. We kunnen geli j kti jdig koelen en verwarmen.”
Of f- grid
Het sys teem is bovendien betaalbaar, benadrukt Linthorst. “De risico’s voor sti jgend e elektriciteitspri jzen in de exploitatie door sti jgend e kos ten voor fossiele brands toffen word en beperkt door de buffer We kunnen het ons door de buffer permitteren om te wachten op lage elektriciteitspri jzen die veroorzaakt word en door een hoge duurzame energieproductie.”
And ere bronnen zi jn volgens Linthorst niet n odig. “We gebruiken de lucht-water-warmtepomp preferent in de t ussenseizoenen en de water-water-warmtepomp in de winter. Wel is het doel om uiteind eli jk zo veel mogeli jk offgrid te kunnen draaien. We willen bi jvoorbeeld zonnepanelen ins talleren zodat we in onze eigen energievoorziening kunnen voorzien. Zo kunnen we het patroon van zonne-energie volgen. Je produceert overdag zonnes troom die je door de inzet van de warmtepomp als warmte buffert en onttrekt deze warmte in de nacht uit de buffer.”
Voor waarde voor energietransitie
De energiecentrale en het warmtenet zi jn h ier speciaal voor nieuwbouw ontworpen, zegt Linthorst. “Maar buffering is ook door te trekken naar de bes taand e bouw. Volgens ons wordt warmtebuffering een van de belangri jks te voorwaard en in de duurzame energietransitie. De flexibiliteit die je aan de warmtekant kunt realiseren is nameli jk veel makkelijker,
goedko per en duurzamer dan flexibiliteit aan de elektriciteitskant. De warmtebuffer die we h ier hebben, hee ft een en orme capaciteit die je met een elektrische accu nauweli j ks kunt evenaren. Daar komt n og bovenop hoe niet-duurzaam accu’s zi jn. Terwi jl een thermische buffer niets meer hoe ft te zi jn dan een lichaam met water en isolatie eromheen. Voor accu’s word en tonnen lith ium en and ere zeldzame materialen gebruikt.”
Onbegri jpeli jk vindt hi j het dan ook dat inflexibiliteit n og volo p ges timuleerd wordt. “Door de s timuleringsregelingen voor warmtepompen en zonnepanelen wordt netconges tie een s teeds groter probleem. Wi j verwachten dan ook dat er binnen een jaar een stop afgekondigd gaat word en voor alle nieuwe aansluitingen in bepaald e gebied en, omdat het niet meer op het elektriciteitsnet pas t. Maar er is momenteel geen wetgeving om mensen te verbied en een laadpaal of warmtepomp te nemen. Als we niet snel netbewus ter gaan bouwen en hand elen, wordt de econ omische schad e echt en orm.”
65 tvvl magazine / projectbeschri jving nr 02 / april / 2024
Foto 3: Gi js Linthor s t, algemeen directeur van Linthor st Techniek
Remco van der Linden, directeur Techniek & Markt bij Techniek Nederland:
“Mens, techniek en proces lopen als rode draad in mijn werk en leven”
De naam van deze rubriekspagina Mens achter de techniek bes taat n og maar een k lein jaar, maar met Remco van d er Lind en treffen we een professional die techniek, mens en proces als rode draad in zi jn werk hee ft. Hi j is nu directeur Techniek & Markt bi j branchevereniging Techniek Ned erland, maar al van jongs af aan beheerst techniek zi jn leven.
“Als joch ie was ik al druk bezig met het maken van een d eurbelletje, lampjes en repareren van radio’s op mi jn slaapkamer Later had ik die be faamd e elektronica dozen van Ph ilips. Op de midd elbare school was ik ook bezig met programmeren op computers, wat in mi jn jeugd net op kwam. Dus het was niet verwond erlijk dat ik HTS Elektronica ging st ud eren.”
Ook werd ond ernemerschap hem letterli jk met de paplepel ingegoten. Van d er Lind en:
“Mi jn oud ers hadd en een d etailhand el, dus ik werkte als vanzelf mee in ons familiebedri jf. Ti jd ens de HTS heb ik een half jaar in Zuid-Afrika gewoond en gewerkt, en kwam daar tot de conclusie dat ik ook Bedri jfskund e wild e studeren.” Deze ervaringen en o pleidingen komen meer dan van pas bi j het werk dat Van d er Lind en al doet sinds 2002 bi j Techniek Ned erland – en haar voorlo per Uneto-VNI. “Een groot d eel van onze achterban is mkb’er, waarond er ook bedri jven zoals mi jn oud ers hadd en. Daarnaas t is het mooi te zien dat bi j alle bedri jven het ond ernemerschap en inn ovatie te zien is. Zowel de midd en- en grote bedri jven binnen Techniek Ned erland, als ook bi j de mkb’ers.”
Een van de ontwikkelingen waar deze ins tallatietechnische ond ernemers mee te maken kri jgen is verd ergaand e
digitalisering van en in het werk. Van d er Lind en: “De basis van digitalisering van je bedri jf begint bi j het automatiseren van
Mijn TVVL
Remco van d er Lind en is vanuit Techniek Ned erland lid van TVVL, en hij was ooit lid van de expertgroep ‘Elektrotechniek’. Daarnaas t werkt hij en collega’s vanuit Techniek Ned erland veel samen met TVVL. “Neem alleen al het CONNECT-traject, dat we samen TVVL hebben o pgepakt. Daarin ond erzoeken we waar kennis n odig is en hoe vertalen we de maatschappelijke en technische ontwikkelingen naar de sector. Bovendien zi jn veel led en van ons ook lid van TVVL. Dat is ook het mooie van TVVL, want naas t dat het een gewaard eerde o pleidingspartner zi jn, is het tevens een netwerk van professionals uit de hele keten: fa brikanten, adviseurs, ins tallateurs en technische diens tverleners. En vanuit dat netwerk d elen deze actoren hun kennis en professionaliteit, niet alleen in het werk maar ook voor formele zaken als richtli jnen en o pleidingen.”
Foto: Remco van d er Lind en (Directeur Techniek & Markt bi j Techniek Ned erland)
je bedri jfsprocessen. Dat is n og lang niet bi j ied er bedri jf in onze sector goed geregeld. Dan komt daar boveno p de vervolgvraag van de o pdrachtgever, die s teeds vaker informatie digitaal wil ontvangen of zelf d eelt. Ook in het kad er van wet- en regelgeving moet informatie digitaal word en vas tgelegd. Daar moet je als ond ernemer wel mee kunnen werken, en soms heb je het handige nee fje of een specialis t in je team. Hoe dan ook: het komt op je pad en je moet er mee aan slag. Wat er nu n og veel vaker en in de toekoms t al helemaal voorkomt is dat de ins tallatietechnische producten digitaler word en. Denk aan gebouwautomatiseringssys temen, of je wordt geacht niet alleen zonnepanelen en laadpalen te ins talleren, maar ook o plossingen voor netconges tie. Dat geldt nat uurlijk ook met s teeds slimmere apparaten in woningen, in combinatie met o plossingen voor energiemanagement. Die aanst uring daarvan komt op ons bordje te liggen.”
Jongere ins tallateurs kri jgen dat mee in de reguliere o pleidingen. De al in het werkveld actieve ins tallatiemed ewerkers zullen dat via o pleidingen en cursussen moeten bi jspi jkeren. “Daarin vervult TVVL een belangri jke rol in”, weet Van d er Lind en.
66 tvvl magazine / mens achter de techniek nr 02 / april / 2024 Mens achter de techniek
Colum n Atze Boer
Liegen met cijfers
In 1954 schree f journalis t Darrell Huff een boek dat act ueler is dan ooit. Titel: ‘How to lie with s tatis tics’. In het boek (Ned erlandse titel: ‘Liegen met ci jfers’) wordt perfect uitgelegd hoe je creatie f met kwantitatieve gegevens om kunt gaan.
Ti jd ens mi jn eers te baan, als binnenk limaat-specialis t bi j de arbodiens t van de Ri j ksoverheid, had ik het gen oegen om samen te werken met een aantal sociale wetenschappers. Psycholoog Joe Lei jten (ooit afges tud eerd bi j professor Piet Vroon) nam me daar op inhoud eli jk sleeptouw Joe was en is echt zo iemand die je consequent uitdaagt om vooral ook naar de wereld achter ci jfers en s tatis tieken te ki jken. Van Joe leerde ik ond er and ere dat s tatis tische correlaties en oorzaak-gevolg relaties niet per d efinitie hetzelfd e zi jn. Ter illus tratie een voorbeeld: wis t u dat er een s terk significant verband bes taat t ussen schoenmaat en inkomen? Raar verhaal nat uurli j k, klo pt niks van. Het gevond en verband t ussen schoenmaat en inkomen moet gecorrigeerd word en voor ond er and ere geslacht en lee fti jd, pas dan komt er enige logica om de hoek kijken. Volwassenen hebben immers grotere voeten dan kind eren en kind eren verdienen geen geld, daarnaas t: vrouwen hebben k leinere voeten dan mannen en vrouwen verdienen (helaas) gemidd eld gen omen mind er dan mannen.
Relevant ond erwerp voor ons vakgebied? Ik d enk het wel. Wi j techneuten s taren ons geregeld blind op berekeningsuitkoms ten en meetresultaten zond er sys tematisch ook goed te kijken naar het verhaal achter de getallen. En h ier en daar wil er dan wel
eens een ci jfermatig leugentje om bes twil langs komen. De voorbeeld en kennen we allemaal. En ja, het is nat uurlijk vooral de concurrent die het vaak doet (…).
In het boek van Huff gaat het ond er and ere om het tactisch inzetten van selectie bias. Je creëert dan, bewus t of onbewus t, een sys tematische fout in je method e die tot gevolg hee ft dat het beeld van de werkelij kheid vers toord wordt. Stel: je wilt regis teren of de verse luchttoevoer van verbli jfsruimten in een vergad ercentrum in orde is, dan zou je dat kunnen monitoren door op verdiepingsniveau CO2-sensoren in retourkanalen te hangen. Grote kans dat het er dag in dag uit perfect uit gaat zien, omdat de diverse ruimtes n ooit allemaal tegelijk maximaal vol zitten. Een meer waarheidsgetrouwe ins teek - waarmee wel een goed beeld van de bloots telling op ruimteniveau wordt verkregen - kri jg je door in individuele vergad erruimtes CO2sensoren op te hangen. Doe het niet of doe het goed, d enk ik in zo’n geval.
Een veel letterli jker voorbeeld van liegen met ci jfers heb ik in het verled en wel eens voorbi j zien komen in inregelrapporten. Kent u dat? Ta bellen waarin s taat dat toevoerroos ter 1 van ruimte 3.11 79 m3/h inblaas t, roos ter 2 van dezelfd e ruimte: ook 79 m3/h id em, roos ter 1 en 2 van ruimte 3.1 2 id em, en zo verd er Voor alle duid eli j kheid: het ging h ier
Atze Boer stra is directeur van adviesbureau bba binnenmilieu en hoogleraar gebouwins tallatie inn ovatie aan de TU Delft. Hi j laat ied ere editie zi jn licht sch i jnen over heikele en mind er heikele ond erwerpen in de ins tallatie-sector.
dan om gebouwen met handbediend e regelk leppen. Fysisch gezien is het uitermate onwaarsch i jnli jk dat je op een hele s tring bi j elk roos ter exact dezelfd e luchttoevoer meet… Ti jd ens reken- of simulatie-exercities komt er ook wel eens een gevalletje ‘bent reality’ langs. Kom je bi j een project niet uit met je milieu(MPG)berekening, dan is er event ueel n og de ‘levensduur kno p’. En valt de uitkoms t van de temperat uur overschri jding-berekening tegen, dan kun je alti jd n og besluiten om creatie f om te gaan met aannames ten aanzien van de bezettingsgraad, de gebruiks ti jd, de k ledingisolatie enzovoort. Pathologische leugenaars, dat zi jn we zeker niet. Maar h ier en daar wat creatie f met ci jfers dat zi jn we d enk ik wel. En moeten we missch ien wel zi jn op zi jn ti jd, zeker bi j de s tart van een project. Simpelweg om o pdrachtgevers en arch itecten mee te kri jgen. Hier en daar wat explicieter mitsen, maren en aannames ben oemen, daar waar we enigszins op het randje o pereren, zou missch ien wel goed zi jn. Want bed enk wat het aloud e spreekwoord zegt: al is de leugen n og zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel! In de bouw hebben de werkeli jke energie- en comfortpres taties immers alti jd het laats te woord.
67 tvvl magazine / colum n nr 02 / april / 2024
Lassie
oerstra Column
Marjet Rutten van Suppor tteam aanjagers in bouw en installatiesector :
“Als lid van de Gideonsbende krijg je energie van verandering ”
Ti jd ens de TVVL Techniekdag, eind 202 3, mocht keyn ote spreker en transitiespecialis t Jan Rotmans de aanwezigen aansporen om toch vooral in beweging te komen. Ook de ins tallatiewereld is hevig in transitie. Vri jwel alles verand ert; van energie tot gronds toffen, en van sociale verhoudingen tot cult uur. Niets bli jft hetzelfd e, zo zei Rotmans. Hi j riep de aanwezigen op om niet af te wachten, maar om juis t het voortouw te nemen. “Sluit je aan bi j de Gid eonsbend e, en zorg dat je energie kri jgt van verand eren in plaats dat je moet o pboksen tegen krachten die verand ering tegenhoud en.”
Op de middag zelf s taken versch illend e mensen hun hand o p, toen Rotmans vroeg wie er iets voor voeld e om aan deze Gid eonsbend e mee te doen. We zi jn inmidd els ruim drie maand en later als we met Marjet Rutten praten over wat die Gid eonsbend e precies doet en hoe mensen zich daarbi j kunnen aansluiten. Rutten is een van de tien led en in het Supportteam, mensen die al vanaf de s tart in 2021 d eel uitmaken van de groep vernieuwers, aanjagers, disrupters en soms ook ‘slo pers’ van het huidige sys teem in de bouw- en ins tallatiewereld. “Het begon met een interview dat Jan Rotmans gaf in Cobouw Daarin riep hij mensen op die verand ering willen, om dat in eigen hand te nemen. Door die oproep in Cobouw raakten hond erd en mensen enthousias t en zi j organiseerd en zich binnen de Gid eonsbend e. We zi jn een soort ‘Urgenda voor de bouw’ en komen op voor het k limaatbelang. Wi j zi jn niet gebond en aan een vereniging, brancheorganisatie of and ere parti j. Dus niemand mag en kan onze agenda bepalen of sturen. Wi j zi jn daarin volledig onafhankelij k.”
Verand ering realiseren
Dat een dergelijke ‘bend e’ n odig is om verand ering in de bouw- en ins tallatiesector te realiseren, is voor Rutten een uitgemaakte zaak.
“Het zi jn traditionele branches met bedri jven die vanuit hun aard erg diens tbaar zi jn. Het is voor mensen in deze bedri jven las tig om op een activis tische manier hun passie na te streven. Van de versch illend e disciplines – adviseurs, ins tallateurs en toeleveranciers – zi jn de adviseurs n og het mees t gewend om zich proactie f op te s tellen. Tegeli jk begri jp ik ook heel goed dat het las tig is. De risico’s in bouw- en ins tallatieprojecten zi jn groot, rebelsheid pas t daar niet alti jd. En toch hebben we actie n odig om de k limaatdoelen van het akkoord in Pari js te halen”, vertelt Rutten.
68 tvvl magazine / tvvl nr 02 / april / 2024 T VVL
De Gid eonsbend e wil leidinggeven aan de bouwén ins tallatiesector op een route naar verand ering waarmee we de k limaatdoels tellingen wel halen.
Ze werken daarvoor aan nieuwe en bes taand e id eeën, projecten en samenwerkingen op versch illend e thema’s. Deze thema’s n oemen ze heel toepasseli jk ‘tribes’. Er zi jn momenteel drie tribes: Energietransitie, Materialentransitie en Sociale transitie.
Drie grote thema’s
“Dit zi jn de drie grote thema’s van dit moment, met allemaal hun eigen speerpunten en urgenties.
Bi j Energietransitie ki jken we naar manieren waarop de gebouwd e omgeving versneld de CO2reductie doelen kan halen. De Materialentransitie draait om het toepassen van mind er CO2intensieve materialen. Het produceren van bouwmaterialen draagt inmidd els voor 11% bi j aan de totale CO2-emissie. Tot slot, met de Sociale transitie streven naar een cult uurverand ering. Technische inn ovaties slagen pas echt als er ook aandacht is voor sociale vernieuwing, bi jvoorbeeld door meer feminien leid erschap. Besturen vanuit macht en ego moet tot het verled en behoren. St uren op collectieve waarde is wat we n odig hebben.”
Om de ond erwerpen uit de tribes voor het voetlicht te kri jgen, zi jn veel vri jwilligers n odig. Als 25% van een bepaald segment verand ering nas tree ft, onts taat er een ‘tipping point’. “De d eelnemers doen dit allemaal naas t hun werk. Het is vri jwilligerswerk waarbi j we n og wel wat vers terking kunnen gebruiken. Uiteind eli jk gaan wi j met onze actiepunten, uitgewerkte plannen en s tandpunten naar de beslissers. Diverse d eelnemers binnen de Gid eonsbend e hebben direct contact met Kamerled en en soms zelfs met de minis ters. Ook hebben we korte li jnen met de beleidsmakers bi j de minis teries. Op bepaald e thema’s leveren wi j kant-enk lare argumentatie en zienswi jzen aan voor bi jvoorbeeld de aanscherping van regelgeving. Dit ded en we recent voor de Milieupres tatie Gebouwen (MPG), die op dit moment wordt aangepas t. Met de aans taand e vorming van het nieuwe ka binet zullen we ook voors tellen doen met punten die wi j graag in een regeerakkoord terugzien.”
Intrinsiek gemotiveerd
De Gid eonsbend e houdt zich met versch illend e thema’s bezig. Mensen die daaraan willen meedoen, kiezen over het algemeen een thema.
69 tvvl magazine / tvvl nr 02 / april / 2024
waarvoor ze gepassioneerd zi jn. Het werkt niet om mensen aan thema’s te ko ppelen waarvoor ze niet intrinsiek gemotiveerd zi jn, zegt Rutten. “Er zi jn op dit moment alleen al voor de energietransitie tien ond erwerpen waarop we actie f zi jn. Voor al die ond erwerpen kunnen we vers terking goed gebruiken. Het zi jn ook geen ond erwerpen die uitsluitend de bouwwereld aangaan. Wi j zoud en het jammer vind en als er een aparte Gid eonsbend e voor de ins tallatiesector zou onts taan. De ond erwerpen die wi j o ppakken, zi jn echt voor beid e sectoren zeer relevant.” Ond erwerpen rondom de energietransitie waar de Gid eonsbend e zich in 2024 bezig wil gaan houd en zi jn:
• MPG+EPG = Whole Life Cylce Carbon
• Hybrid e vs All Electric
• Samenwerking – gebruikers en eigenaren van utiliteitsbouw
• Dynamische energietarieven
• Netbelas ting – warmtepompen CO P 1 elementen
• Nieuwbouweisen & carbon-budget rekenen
• Circulaire ins tallaties
• Netconges tie
• Werkeli jke energiepres taties
• Low tech bouwen
Voorwaarde voor zo’n sub-tribe om te slagen is een team van mensen die er ti jd en energie in kunnen en willen s teken.
Positieve ins teek
“Ben je enthousias t voor een van deze ond erwerpen en wil je energie kri jgen door aan verand ering te werken, meld je dan aan voor
de app-groepen. Je kunt dan id eeën d elen in een werkgroep en meewerken aan voors tellen, s tandpunten, enzovoorts.” Kenmerkend voor d eelnemers aan de Gid eonsbend e is de positieve, cons tructieve ins teek. Dat s taat ook in de kernwaard en. “We willen wel duid eli jk maken of een sys teem of method e niet meer werkt en dat we daarvan af moeten. Het ‘slo pen’ van bes taand e werkwi jzen of sys temen zit wel tot op zekere hoogte in ons DNA. Maar wel door tegeli jk nieuwe manieren aan te dragen en aan te geven wat daarvoor in de plaats moet komen. Het moet duid elijk zi jn dat wi j van de positieve benad ering zi jn.”
Om dit positivisme te vieren, organiseert de Gid eonsbend e, naas t diverse borrels, jaarli j ks een ‘zakelijk fes tival’. “Hierbi j draait het om het ontmoeten en enthousiasmeren van mensen. Met coole muziek en een ongedwongen sfeer komen zoveel mogeli jk d eelnemers van de Gid eonsbend e samen om elkaar energie te geven en positivisme op elkaar over te dragen. Het samenbrengen van gelij kges temd en is echt een van de drie kernwaard en binnen onze bend e, naas t het eerdergen oemd e agend eren van verand ering bi j de politiek en het verzorgen van kennisuitwisseling. Je bent alti jd van harte welkom om te komen. Wi j doen niet aan led en.”
Sc an en doe mee!
Scan de cod e en scroll naar de ‘tribe’ waaraan ji j wilt werken. Klik op de titel van de tribe en meld je aan via Whatsapp!
70 tvvl magazine / tvvl nr 02 / april / 2024 T VVL
TV VL Evenementen
• Dond erdag 13 april: TVVL Golftoern ooi Midd en Ned erland
• Woensdag 19 april: TVVL Eind edaglezing Smart Energy Grids
• Dond erdag 20 april: TVVL Golftoern ooi Zuid Holland & Zeeland
• Dond erdag 20 april: Young TVVL Energieo pslag Event
• Woensdag 24 mei: TVVL Q&A sessie Circulaire Ins tallaties (online)
• Maandag 5 juni: Nationaal Congres Sanitaire Technieken
• Dond erdag 22 juni: Young TVVL Zomerfees t
• Dinsdag 19 september: Nationaal Congres Klimaattechniek
• Dinsdag 10 oktober – Dond erdag 12 oktober: Vakbeurs Energie 202 3
Events van derden
• Dinsdag 29 august us: 48th CIBW62 - Water Supply and Drainage for Buildings
Vooruitblik
TVVL Nationaal Congres Sanitaire Technieken 202 3 – 5 juni Het jaarlij kse Sanitair congres komt er ook weer aan en er is een interessant programma met dit jaar volo p aandacht voor hemelwaterafvoer en waterberging wegens de toename van langdurige en hevige s tortbuien. Reinier van d en Berg gee ft aan wat ons mogeli jk te wachten s taat en Floris Bogaard neemt de aanwezigen mee in o plossingen voor wateroverlas t en gee ft voorbeeld en waarmee het effect van langdurige droogte kan word en vermind erd. We zien je graag op 5 juni in De Flint in Amersfoort, waar ook een bedri jvenmarkt plaatsvindt
Terugblik
TVVL Eind edaglezing ‘Waters tof 'De sleutel voor de Energietransitie'– 18 januari 202 3 – regio Limburg
Op 18 januari kwamen ruim 40 d eelnemers samen bi j Bilfinger Tebodin in Limburg om te luis teren naar de presentatie van prof. Dr Ad van Wi j k. Dat er n oodzaak is om over te schakelen naar duurzame bronnen is niets nieuws. Maar waar en hoe gaan we de duurzame energie op een econ omisch verantwoorde manier produceren en dis tribueren? Ad van Wi jk toond e aan dat elektriciteit samen met waters tof de energiedragers voor de toekoms t zi jn waarmee we een duurzaam energiesys teem betrouwbaar én betaalbaar kunnen kri jgen.
In zi jn presentatie sprak hij over de mogeli j khed en van econ omisch verantwoorde o pwekking, transport en o pslag van duurzame energie, elektriciteit en waters tof. Ook ging hij in op de toepassing van waters tof in indus trie, mobiliteit, elektriciteitsbalancering en gebouwd e omgeving.
TVVL Q&A sessie Circulaire Ins tallaties (online) – 8 februari
De online sessie ging deze keer over “Praktische toepassingen MPG, goed voorbeeld doet goed volgen”. Aan de hand van een aantal verduurzamingprojecten in uitvoering of al afgerond lieten we zien hoe circulaire ins tallaties al praktisch toegepas t kunnen word en. Een leuk voorbeeld kwam van Roel Rei jgersberg, werkzaam bi j Compass, die verteld e over het hergebruiken van de lampen boven snelweg A16. Ki jk op www.tvvlconnect.nl om de sessie terug te kijken.
Regionet werk vooruitblik
Woensdag 19 april: TVVL Eind edaglezing Smart Energy Grids (Noord Holland)
TVVL regio Noord Holland n odigt je graag uit voor een eind edaglezing over Smart Energy Grids. Sinds een paar jaar is er op s teeds meer plekken ‘transportschaars te’ op de elektriciteitsnetten.
• We moeten van het gas af maar kan dat ook werkelij k?
• Wat betekent het als de gasges tookte ins tallatie wordt vervangen voor een warmtepomp?
• Kan de W-ins tallateur deze vraag o plossen als hi j een gebouw gasloos maakt en het gebouw met warmtepompen gaat verwarmen?
De vraag naar (zwaardere) elektriciteitsaansluitingen en netcapaciteit groeit sneller dan de netbeheerders kunnen verzwaren.
• Hoe komt dat?
• Hadd en we dat niet kunnen zien aankomen?
• Wat moet je daarmee als ond ernemer?
• En wat kan je er mee als ins tallatie-adviseur, ins tallateur, leverancier of ontwikkelaar?
Deze vragen én meer word en beantwoord in deze eind edaglezing.
Dond erdag 13 & 20 april: TVVL Golftoern ooi Midd en Ned erland & Zuid Holland Zeeland
Op 13 april organiseert Regio Midd en Ned erland hun eers te TVVL Golftoern ooi. Daarnaas t organiseert Regio Zuid Holland & Zeeland op 20 april voor het eerst in hun regio het TVVL Golftoern ooi. In totaal hebben 6 bedri jfsled en (IMI Hydronic Engineering, Numan & Kant, Altena Group, HC KP, Interland Techniek & Warmtebouw) zich als vriend aangemeld voor één van deze twee golftoern ooien en s tappen h iermee op informele wi jze in het netwerk van de TVVL regio’s. Ti jd ens deze informele en sportieve evenementen gaan de d eelnemers de s tri jd aan met technische vakgen oten bi j Golfclub Coms tri jen in Numansdorp en de Ed ese Golfclub Papendal. Na het golftoern ooi zullen de d eelnemers nagenieten met een hapje en een drankje.
71
Events
tvvl magazine / events nr 02 / april / 2024
YOUNG YTVVLOUNG TVVL
Zomerfees t
Op 22 juni is het weer ti jd voor ons jaarlij kse Young TVVL Zomerfees t!
We n odigen je van harte uit bi j De Moes t uin aan het randje van Utrecht. De groene omgeving met een grote kas, maakt een id eale locatie om de zomer in te luid en. Ook dit jaar zorgen we voor een uitdagend programma met toffe sprekers en bi jpassend e worksho ps over techniek én persoonlijk leid erschap. In het avondzonnetje BBQ'en en een verassingsprogramma in de avond. Meer informatie over het programma vind je op onze bi jeenkoms tenpagina. Er zi jn maximaal 1 20 plekken dus meld je snel aan om jezelf te verzekeren van een plekje.
Agenda 2024
Heb ji j jezelf al gespot op de foto’s op onze Ins tagram?
Volg ons!
20 april Energieo pslag reis
22 juni Zomerfees t!
September Excursie
November Led enlunch
December Kers tborrel
YOUNG T VVL
72 tvvl magazine / YOUNG TVVL nr 02 / april / 2024
65 jaar TVVL , 52 jaar cursussen
Het is dit jaar exact 65 jaar geled en dat TVVL werd ‘geboren’ en 52 jaar geled en dat TVVL haar eers te s tap zette in de wereld van cursussen en ond erwi js. De aanleiding was het overdragen van het Carrier Technical Develo pment Program van het bedri jf. Deze cursus, vertaald uit het Amerikaans, werd toen n og gegeven door Nedairco, een afsplitsing van ins tallatiebedri jf Van Swaay, en was vooral bedoeld om airco’s bi j de Ned erlandse ins tallateur bekend te maken. Maar al snel liep Carrier tegen het feit aan dat veel ins tallateurs en adviseurs het niet fijn vond en om bi j een leverancier een cursus te volgen. Met het ond erbrengen van de cursus bi j TVVL kreeg de kennisoverdracht een veel onafhankelijker karakter. En dat is in de jaren daarna alleen maar verd er uitgebouwd.
In 47 jaar ti jd groeid e het aanbod van één naar vi jftien cursussen. De afgelo pen zeven jaar kwam de cursusontwikkeling in een stroomversnelling en groeid e het aanbod tot de huidige ruim vi jftig cursussen en o pleidingen.
Inves teren in de sector
TVVL is een vereniging zond er wins toogmerk en draagt geen kos ten af aan aand eelhoud ers. Dat betekent dat alles wat ze verdient ten goed e komt aan de sector Daarbi j inves teren we niet alleen in cursusontwikkeling en ond erhoud. Er gaat ook geld naar ond erzoek dat onze expertgroepen en communities uitvoeren.
De rapporten die daaruit voortkomen, gebruiken we later als input voor nieuw cursusmateriaal. Als voorbeeld de h ierboven gen oemd e eers te o pleiding van TVVL; Luchtbehand elings techniek. Vier jaar geled en namen we de coronacrisis meteen mee in onze ond erzoeken. De resultaten van die ond erzoeken zie je nu terug in de cursus Luchtbehand elings techniek. Zo proberen we alti jd in te spelen op de act ualiteiten. Niet alleen in cursussen vind je onze inves teringen in de sector terug. We bes ted en ook ti jd en aandacht aan internationale congressen. Ti jd ens die evenementen d elen professionals hun kennis. Dit kunnen wi j later weer in de cursussen verwerken. Doordat we het aanbod continu uitbreid en en up to date houd en is de cirkel wel rond, maar bli jft ie alti jd in beweging.
Act ualiseren en ond erhoud en Het ‘saaie’, maar n oodzakelijke ond erhoud is vas t ond erd eel van ons werk. Denk daarbi j aan het ontwikkelen van nieuwe examenvragen, het verwerken van nieuwe wetten in het lesmateriaal en het toevoegen van aangepas te ISSO-publicaties. Wi j halen ook veel energie uit het ops tellen van nieuwe o pleidingen. Dit jaar breid en we bi jvoorbeeld de leerli jn Elektrotechniek uit. De wereld elektrificeert en vri jwel alles hee ft tegenwoordig een s tekker Het speelt ook een belangrijke rol bi j verduurzaming. Tot voor kort teld e ons aanbod enkel een pos t-hbo o pleiding en een basiso pleiding voor werkt uigbouwkundigen in die richting. Daar voegen we nu een tweed e pos t-hbo o pleiding en een pos t-mbo o pleiding aan toe die ingaat op nieuwe ontwikkelingen.
73 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024
Opleiding Ondergrondse Infratechniek
Een antwoord op uitdagingen van de energietransitie
De ond ergrondse infratechniek wordt s teeds complexer. Er is een tekort aan geschoold personeel en de wet- en regelgeving brengt ook uitdagingen met zich mee. We spraken met Jos Bi jman (TVVL) en Hennie Dobben (Baas B.V.) over de lancering van de nieuwe TVVL pos t-hbo o pleiding Ond ergrondse Infratechniek. Jos en Hennie gingen in op de uitdagingen waar professionals in de infratechniek mee geconfronteerd word en en spraken over de inhoud van de o pleiding zelf.
Met de energietransitie en verregaand e elektrificatie in de gebouwd e omgeving s taan aannemers in de infratechniek voor grote uitdagingen. Niet alleen is er zeer veel werk, maar door de complexiteit van ond ergrondse infras truct uurprojecten neemt ook de vraag naar kennis s teeds verd er toe. Een goed functionerend e infras truct uur voor elektriciteit, gas en water is een a bsolute voorwaarde om de overgang naar duurzame energiebronnen te realiseren. Waar we ons in onze sector voorheen vooral richtten op de uitvoering, zien we dat de engineeringsvraag s teeds belangri jker wordt. Om in te kunnen spelen op deze snelle ontwikkelingen is het aanbod van de juis te o pleidingen dan ook van groot belang.
Naas t het tekort aan geschoold personeel en s teeds mind er besch ikbare ruimte zorgen ook nieuwe wet- en regelgeving als milieu en s ted eli jke én technische ontwikkelingen ervoor dat ond ergrondse infras truct uurprojecten s teeds complexer word en. Zo leveren de bezwaartermi jnen in de onlangs in werking ges teld e Omgevingswet veel vertraging op in de aanleg van allerlei netten. Ook vereis t ied ere omgeving zi jn eigen aanpak en
techn ologie. Bewoners in s ted eli jk gebied ervaren bi jvoorbeeld overlas t door ti jd eli jke parkeerproblemen in verband met werkzaamhed en, terwi jl in land eli jk gebied weer hele and ere uitdagingen geld en. Naas t engineering is omgevingsmanagement dan ook s teeds vaker aan de ord e, d enk bi jvoorbeeld aan het houd en van bewonersbi jeenkoms ten.
Tot slot speelt de ond ergrondse infratechniek ook een belangrijke rol in de energietransitie. Een goed functionerend e infras truct uur voor elektriciteit, gas en water is een a bsolute voorwaarde om de overgang naar duurzame energiebronnen te realiseren.
De o pleiding Ond ergrondse Infratechniek
De nieuwe pos t-hbo o pleiding Ond ergrondse Infratechniek die TVVL samen met Baas B.V. hee ft ontwikkeld, bereidt professionals voor op de uitdagingen van de energietransitie en de toenemend e complexiteit van ond ergrondse infras truct uurprojecten. Professionals ontwikkelen een breed scala aan vaardig hed en, variërend van technische expertise tot omgevingsmanagement en kennis van wet- en regelgeving. Praktij kgericht leren en het uitwisselen van ervaringen bied en de juis te kennis en tools die n odig zi jn om effectie f bi j te dragen aan de energietransitie. De o pleiding s tart met een introductiemodule om (zi j-)ins tromers bekend te maken met het vakgebied. Daarna zoeken we per module meer de diepgang op voor resp. elektriciteits-, gas- en warmte/waternetten. Als d eelnemer leer je bi jv. om ka belberekeningen te maken, welke verbindingen je daarbi j moet maken én wat er n og meer komt kijken bi j het aanleggen van ond ergrondse ka bels en leidingen, zoals vergunningaanvragen en omgevingsmanagement
Voor meer informatie over deze o pleiding of om je direct aan te meld en kijk je bi j www.tvvl.nl/cursussen
T VVL Cursussen 74 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024
TVVL lanceert nieuwe opleiding Elektrotechnische Installatieconcepten Netcongestie
Wil ji j leren over de nieuws te techn ologieën, wet- en regelgeving en hoe je o plossingsgericht met netconges tie moet omgaan? In de nieuwe TVVL pos t-hbo o pleiding Elektrotechnische Ins tallatieconcepten en Netconges tie leer ji j daar alles over. Ontwikkel jouw vaardig hed en op het gebied van duurzaamheidso plossingen, energieo pslag- en netconges tie-o plossingen. Word een waardevol gesprekspartner voor ins tallateurs, adviseurs, energiebedri jven en o pdrachtgevers.
Waarom deze o pleiding?
De energietransitie vormt een en orme uitdaging. De vraag naar energie groeit en de disbalans t ussen vraag en aanbod wordt groter Daardoor is er dringend behoe fte aan o plossingen, zoals het anticiperen op conges tieproblemen in het elektriciteitsnet en het waarborgen van een betrouwbare en veilige stroomvoorziening.
Het vind en van betrouwbare, kos tene fficiënte en duurzame energievoorzieningen is cruciaal. De wereld wordt s teeds afhankeli jker van deze techn ologieën, waardoor de behoe fte aan kennis en expertise toeneemt
De o pleiding focus t op de complexiteit van laagspanning in bedri jfsins tallaties. Je leert omgaan met het energieflexibiliteitspotentieel van een gebouw, peak-shaving en energiemanagement. Ook ond erwerpen als duurzame energieo pwekking, e fficiënte energieo pslag en het voorkomen van conges tievraags t ukken en overbelas ting komen aan bod. Je wordt o pgeleid om een leid end e rol te spelen in de energietransitie, waarbi j je de uitdagingen begri jpt op diverse niveaus zoals woningbouw, wi jken, utiliteitsgebouwen en indus trie. Na afronding ben je een waardevolle gesprekspartner en adviseur voor ins tallateurs, adviseurs, energiebedri jven en o pdrachtgevers.
Na afronding van de o pleiding:
• ben je in s taat het energieflexibiliteitspotentieel van een gebouw en ins tallatie te bepalen;
• begri jp je hoe energieo pslag en DSM-o plossingen kunnen bi jdragen aan gebouwgebond en (BENG/WENG) duurzaamheidsdoels tellingen;
• ken je specifieke conges tie- en energiebehoe fte uitdagingen, analyseer je oorzaken en leer je ontwerpo plossingen bed enken, voor bedri jfsins tallaties in de utiliteit en indus trie, maar ook voor de woningbouw of op wi j kniveau;
• ken je technische principes in relatie tot de wisselwerking en integrale aanpak t ussen versch illend e soorten energieo pslagsys temen;
• ontwerp je duurzaamheidso plossingen en adviseer je gesch ikte energieo pslag- en netconges tie-o plossingen met in achtneming van specifieke wet- en regelgeving;
• beoord eel en selecteer je kos tene ffectieve o plossingen voor energieo pslag en netconges tie;
• kun je een zelfvoorzienend gebouw ontwerpen;
• ben je een waardevolle gesprekspartner bi j vraags t ukken over energieo pslag en netconges tie-o plossingen.
Schri jf je nu in!
Heb je interesse om de o pleiding ‘Elektrotechnische Ins tallatieconcepten Netconges tie’ te volgen? Deze o pleiding s tart voor het eerst op 19 september 2024. Aanmeld en of een (gratis) o ptie nemen kan via www.tvvl.nl/cursussen.
2024-2025 75 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024
Seizoen
NIEUW: post-mbo opleiding Technicus Duurzame Elektrotechnische Installaties
Wil ji j leren hoe je de nieuws te duurzame technieken en mees t recente ontwikkelingen in de energietransitie op een veilige en juis te manier verbindt? In de nieuwe TVVL o pleiding Technicus Duurzame Elektrotechnische Ins tallaties leer je daar alles over. Aan het eind van de o pleiding weet ji j de veilig heid van o plossingen te toetsen aan act uele richtli jnen. Ook kan ji j zelfs tandig engineerings- en ontwerpconcepten uitwerken binnen de energietransitie en duurzame energieo pwekking en –o pslag.
Waarom deze o pleiding?
De omvang van de energietransitie is en orm. De impact van deze ontwikkelingen op E-ins tallaties in gebouwen is aanzienli jk en deze trend zet de komend e jaren door Gebouwen word en s teeds complexer door geavanceerde techniek en intelligente software. Het vermind eren van CO2-uits toot, de overs tap naar duurzame energie en het gasvri j maken van gebouwen om netwerkconges tie tegen te gaan, vormen grote uitdagingen. Tegeli jkerti jd moeten de veilig heid en sta biliteit van het elektriciteitsnet alti jd gegarand eerd bli jven. Dit maakt dat er een grote behoe fte is onts taan aan meer gespecialiseerde kennis en vakmanschap op het gebied van duurzame (bedri jfs)ins tallaties.
Deze pos t-mbo o pleiding* leert je gebouwen te voorzien van duurzame elektrotechnische ins tallaties, waardoor ze toekoms tbes tendig en energiezuiniger word en. Denk aan elektrotechnische aansluitingen voor ond er and ere zonnes troomins tallaties, hybrid e-warmtepompen, warmtepompboilers en laadpunten voor elektrisch vervoer, evenals batteri j o pslagsys temen en samenhang met werkt uigbouwkundige ins tallaties. Met deze o pleiding kri jg je de n oodzakeli jke kennis en vaardig hed en voor de realisatie van engineeringsconcepten voor de energietransitie en duurzame energieo pwekking en -o pslag.
Na afloo p van de o pleiding kun je:
• de juis te duurzame ins tallatiecomponenten selecteren, rekening houd end met de beperking van teruglevering;
• de nieuws te duurzame technieken en mees t recente ontwikkelingen in de energietransitie op een veilige en juis te manier verbind en;
• de veilig heid van o plossingen op een juis te manier toepassen en keuzes toetsen aan act uele s tandaard en en richtli jnen zoals NEN 1010, PGS (veilig heid batteri jo pslag) en SCIOS (zonnes troom);
• een energieanalyse uitvoeren (power quality analyse) en energie-e fficiëntie o plossingen aandragen (aan bi jvoorbeeld eindgebruikers) die bi jdragen aan de vermind ering van netconges tie;
• de juis te keuze maken in batteri j o pslagsys temen en toepassen in je o plossingen;
• aan de slag met de realisatie van engineeringsen ontwerpconcepten binnen de energietransitie en duurzame energieo pwekking en -o pslag;
• door je kennis een zelfvoorzienend gebouw realiseren.
Schri jf je nu in!
Heb je interesse om de o pleiding ‘Technicus
Duurzame Elektrotechnische Ins tallaties’ te volgen?
Deze o pleiding s tart voor het eerst op 1 oktober 2024. Aanmeld en of een (gratis) o ptie nemen kan via www.tvvl.nl/cursussen.
76 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024
T VVL
Cursussen
Nieuwe Opleiding 'Datagedreven Duurzaam Beheer en Onderhoud' bereidt professionals voor op digitale revolutie
In een ti jdperk van voortdurend e digitalisering en techn ologische vooruitgang, wordt de rol van data en digitalisering s teeds prominenter, zelfs in (onze) traditionele sectoren zoals beheer en ond erhoud. Om professionals voor te bereid en op deze uitdagingen lanceert TVVL de o pleiding ‘Datagedreven Duurzaam Beheer en Ond erhoud'.
Belang van data en digitalisering
Jaap Di j kgraaf en Arjan Schrauwen, twee van de ontwikkelaars, benadrukken het groeiend e belang van data en digitalisering voor beheer en ond erhoud. Ze wi jzen op de overvloed aan besch ikbare data, waarmee we slimmere beslissingen kunnen nemen op het gebied van beheer en ond erhoud. Tegelijkerti jd neemt die hoeveelheid data exponentieel toe, waardoor het s teeds las tiger wordt om deze te beheersen. We zitten midd en in een digitale revolutie, waarbi j techn ologie voor een d eel ons d enken overneemt Professionals word en dan ook uitgedaagd om zich aan te passen aan deze nieuwe realiteit
Toekoms t van datagedreven beheer en ond erhoud
Met de voortdurend e ontwikkelingen in digitalisering en data-analyse, word en sys temen s teeds complexer, maar ook professioneler De vraag naar specialis ten die data om kunnen zetten naar bruikbare informatie neemt dan ook toe. Jaap en Arjan geven als voorbeeld het concept van een digital twin in gebouwen. In dit concept bli jft de data bi j het gebouw en hebben professionals op basis van behoe fte toegang hebben tot deze informatie. Deze ontwikkelingen leid en naar verwachting tot nieuwe contractmod ellen en betere, e fficiëntere diens tverlening.
Kansen voor technisch diens tverleners
De verschuiving naar datagedreven werken biedt aanzienlijke kansen voor technisch diens tverleners. Daarnaas t is het de verwachting dat nieuwe beroepen zich ontwikkelen om op een goed e manier met deze data om te gaan. Data wordt daarom beschouwd als het nieuwe goud, waarbi j d egenen die toegang hebben tot de juis te gegevens een duid elijk concurrentievoord eel hebben. Zowel Jaap als Arjan benadrukken daarbi j het belang van dataeigenaarschap en digitaal beheer van gegevens als essentiële aspecten van de nieuwe realiteit
Belofte voor de toekoms t
Door de jarenlange ervaring binnen TVVL in dataanalyse en cursussen op het gebied van beheer en ond erhoud is de ontwikkeling van de o pleiding 'Datagedreven Duurzaam Beheer en Ond erhoud' een logische vervolgs tap. De o pleiding richt zich niet alleen op technische aspecten, maar ook op juridische vraagst ukken, strategische aspecten en sys teemverand eringen. Voor professionals die zich voor willen bereid en op de uitdagingen en kansen van de toekoms t vormt de o pleiding 'Datagedreven Duurzaam Beheer en Ond erhoud' dan ook een s terke basis. Ben ji j geïnteresseerd? Ga dan naar onze website voor meer informatie of om je direct in te schri jven.
77 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024 Seizoen 2024-2025
Maak kennis met waterstof
De n oodzaak om over te schakelen naar duurzame energiebronnen is bekend. Maar waar en hoe gaan we de duurzame energie op een econ omisch verantwoorde manier produceren en dis tribueren? Waters tof is tegenwoordig regel matig in het nieuws als alternatieve energiedrager. Grote parti jen zoals energieproducenten, netbeheerders en fa brikanten s tellen zichzelf doelen voor de toepassing en het gebruik van waters tof. En ook k leinschalige projecten in wijken kri jgen s teeds meer vorm.
Waters tof is geen energiebron, maar kan een energiedrager zi jn: een s tof waarin energie is o pgeslagen, die bi j verbranding weer vri jkomt. Hierdoor kan het behalve als groene energiedrager, geproduceerd met duurzame energie afkoms tig van hernieuwbare bronnen, ook als o pslag van energie word en toegepas t. Bi jvoorbeeld wanneer de o pwekking van zonne-en wind energie niet aansluit bi j de vraag. In de indus trie is waters tof al een gangbare toepassing, maar in de gebouwd e omgeving s taat het gebruik en de toepassing van waters tof n og aan het begin van een en orme groei en schaalvergroting.
Bereid je voor op de toekoms t Steeds meer ins tallatietechnici, van adviseurs, ontwerpers, ins tallateurs en monteurs, gaan waters tof de komend e jaren tegenkomen in hun dageli j kse werkzaamhed en. Om med ewerkers in de ins tallatietechniek voor te bereid en hee ft TVVL de cursus Waters tof in de Gebouwd e Omgeving ontwikkeld. Je maakt kennis met ond erwerpen als chemische eigenschappen, rol in de energietransitie, sys teemintegratie, wet- en regelgeving en veilig heid.
De cursus ‘Waters tof in de gebouwd e omgeving’ hebben we inmidd els meerdere keren georganiseerd en wordt erg goed ontvangen. Cursis ten geven de cursus gemidd eld een 8. Zeker de inhoud van de cursus en de docenten scoren hoog. Wil ji j deze 2-daagse cursus ook volgen? Schri jf je in voor de eerstvolgend e dat um op 14 mei 2024.
www.tvvl.nl/cursussen
Sluitingsmiddag voor cursisten
Ied er cursusseizoen sluiten we fees teli jk af met de TVVL Sluitingsmiddag! Alle cursis ten van cursusseizoen 202 3-2024 n odigen we van harte uit om samen met ons een fees tje te komen vieren in Theater De Kom in Nieuwegein. Als bedankje voor het in ons ges teld e vertrouwen en als waard ering voor jullie harde st ud eren. Het is méér dan een diploma-uitreiking! Het is een fees tje, een interessant en gaaf programma, een reünie met je oud-med ecursis ten, een netwerkmoment en een gezellige middag voor jou en jouw gen odigd en. Dus ook als je geen diploma hebt gehaald ben je van harte welkom!
Ook dit jaar hebben we weer een mooi programma voor jullie samenges teld met interessante sprekers, de diploma-uitreiking, onze fotowand en nat uurli jk een gezellige afsluitend e borrel met DJ Niels. In de uitn odiging die alle cursis ten binnenkort ontvangen s taat meer informatie.
Reserveer woensdagmiddag 19 juni 2024 alvas t in je agenda want dit wil je niet missen!
T VVL Cursussen 78 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024
2 belangrijke elektrotechnische cursussen
TVVL breidt de leerli jn Elektrotechniek binnenkort uit met een mooie pos t-hbo en pos t-mbo o pleiding. Vanaf het najaar kun je deelnemen aan deze nieuwe o pleidingen. Maar we willen jullie ook wi jzen op 2 and ere fantas tische, onmisbare en waardevolle elektrotechnische cursussen die ied ere E-m/v eigenlijk gevolgd zou moeten hebben. En het goed e nieuws is; je kunt ze voor de zomer n og volgen.
Cursus PV panelen en zonnes troom
Zonnes troom wordt met name voor netgeko ppeld e toepassingen behand eld, waarbi j veel aandacht wordt gegeven aan aansluitvoorschriften. Deze cursus behand elt de ins tallatie met een omvang die n og op een laagspanningsnet aangesloten wordt. Ook het bouwkundige (buitendakse) d eel van het werk wordt op een professionele wi jze behand eld. 5 versch illend e montagewi jzen word en h ierbi j als leidraad gebruikt. Nat uurli jk word en ook de relevante voorschriften besproken.
Ond erwerpen die aan bod komen zi jn:
• Programma van Eisen
• Veel voorkomend e defecten aan zonnepanelen
• Ontwerpen van PV-ins tallaties
• Veel gemaakte fouten - n ormen NEN1010 / NPR5310
• Praktijk case
• MC4 connectoren monteren
Deze cursus is bedoeld voor engineers van zonne-s troom ins tallaties en zonnepanelen (ET) ins tallateurs.
Start 8 mei 2024 | 1 dag | Woerd en | € 530 | TVVL-(bedri jfs) led en kri jgen 15% korting
Cursus aarding in elektrotechniek
Elektriciteit is een integraal ond erd eel geword en van ons dagelij ks leven. Of het nu gaat om verlichting, pv-panelen, o plaadpunten, schakel- en verd eelinrichtingen, zwembad en of geavanceerde techn ologie, elektrische stroom is onmisbaar geword en. Maar met dit gemak komt ook verantwoord eli j kheid, en een van de belangrijks te aspecten van elektrische veilig heid is aarding. Aarding is een fundamenteel ond erd eel van elektrische veilig heid en betrouwbaarheid, en het begri jpen ervan is van onschatbare waarde voor professionals in de elektrotechniek. De TVVL cursus Aarding in de elektrotechniek biedt de perfecte gelegenheid om deze kennis op te doen en je expertise naar een hoger niveau te tillen. Je kri jgt meer te weten over elektriciteitsleer, veilig heid, foutbescherming en aarding in bi jzond ere ruimten en ins tallaties zoals badkamers, zwembad en, zonnes troomins tallaties, elektrisch vervoer, schakelen verd eelinrichtingen en meting en beproeving van (aardings)ins tallaties.
Start 30 mei 2024 | 3 ochtend en | Woerd en | € 630 | TVVL-(bedri jfs)led en kri jgen 15% korting
Seizoen 2024-2025 79 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024
Post-hbo en post-mbo opleidingen starten na de zomer
Een boos t geven aan je kennis en loo pbaan? Wil je dit jaar s tarten met een pos t-mbo of pos t-hbo o pleiding? Kom dan nu in actie! Bi j TVVL volg je bi j de SPHBO (Stichting Pos t Hoger Beroepsond erwi js Ned erland) en SPMBO (Stichting Pos t Midd elbaar Beroepsond erwi js Ned erland) geregis treerde o pleidingen. De door SPHBO en SPMBO getoets te o pleidingen kri jgen het predicaat regis tero pleiding. Als je als cursis t van één van deze o pleidingen een diploma ontvangt, wordt je o pgen omen in het Land eli jke Regis ter van Deelnemers dat CPION namens alle ins tellingen bi jhoudt.
De pos t-mbo en pos t-hbo erkenning is niet zomaar een “s tempeltje” dat je kri jgt. Als je een o pleiding als pos t-mbo of pos t-hbo erkend e o pleiding wilt laten regis treren dan wordt er getoets t of deze aan de voorwaard en daarvan voldoet. Zo zi jn er bi jvoorbeeld voorwaard en met betrekking tot het aantal contact uren en het niveau van de o pleiding. Ook wordt er gekeken of de o pleiding voldoend e aansluit bi j de beroepsgroep. Na toelating wordt de o pleiding in het regis ter o pgen omen. Er wordt daarom ook wel eens gesproken over een regis tero pleiding met een pos t-mbo of
pos t-hbo regis tratie. Dit is een beschermd predicaat dat alleen door SPMBO of SPHBO kan word en afgegeven. Erkend e o pleiding herken je aan het logo.
Als een o pleiding eenmaal geregis treerd is, vindt er jaarlij ks een herkeuring plaats om te ki jken of deze n og wel voldoet aan de voorwaard en. Een o pleid er moet daar dus een kwaliteitsborgingssys teem voor hebben. TVVL hee ft h ier de werkveldadviescommissie en Raad van Advies voor die elke geregis treerde o pleiding, maar ook al onze and ere o pleidingen en cursussen, ied er jaar controleren en evalueren. Ter vergelij king: bi j een n ormale hbo-o pleiding vindt de toetsing vi jfjaarli j ks plaats dus het proces rondom pos t-mbo en pos t-hbo o pleidingen is bes t streng.
Geslaagd en kri jgen een officieel diploma en word en o pgen omen in het land elijk regis ter van d eelnemers bi j CPION.
Ki jk op onze website www.tvvl.nl/cursussen voor meer informatie of om je direct in te schri jven.
*Dit zi jn nieuwe o pleidingen waarvoor de regis tratie in behand eling is.
T VVL Cursussen 80 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024
Dit zi jn de pos t-hbo geregis treerde TVVL o pleidingen en hun s tartmoment: Luchtbehand eling Speciale Ruimten 18 september Hogere Elektrotechniek Fase I 19 september Elektrotechnische ins tallatieconcepten netconges tie* 19 september Duurzaam ontwerpen en adviseren gebouwd e omgeving 25 september Hogere Meet- en Regeltechniek 25 september Datagedreven duurzaam beheer en ond erhoud* 25 september Luchtbehand elings techniek groep A 26 september Luchtbehand elings techniek groep B 27 september Luchtbehand elings techniek groep C 3 oktober Luchtbehand elings techniek groep D 4 oktober Sys teemarch itect Gebouwautomatisering en -beheer 16 oktober Ond ergrondse infratechniek 22 oktober Geluid in Technische Ins tallaties 6 november Dit zi jn de pos t-mbo geregis treerde TVVL o pleidingen en het s tartmoment: Technicus Klimaatins tallaties 18 oktober Technicus duurzame elektrotechnische ins tallaties* 1 oktober
Analyseer, monitor en o ptimaliseer ins tallaties met hydraulische schakelingen. Kri jg inzicht in de basisprincipes van hydraulische modulen.
Maak een ges truct ureerd hydraulisch ontwerp.
Hydraulische schakelingen voor verwarmen
en koelen
Heb ji j deze cursus al gevolgd? Sinds 20 18 hebben we deze po pulaire cursus in ons aanbod en telkens waren alle groepen goed gevuld. Hond erd en cursis ten hebben inmidd els al geleerd hoe je het gedrag van hydraulische schakelingen beoord eelt. Ben ji j de volgend e die deze waardevolle kennis gaat leren?
Waarom deze cursus?
Bi j het ontwerpen en o ptimaliseren van k limaatins tallaties draait alles om een goed hydraulisch ontwerp van de schakeling. Dit is belangri jk vanwege het gebruik van energiezuinige technieken zoals warmtepompen en bod emenergieo pslag. Deze cursus gee ft je inzicht in de basisprincipes van hydraulische modules en hoe je sys tematisch hydraulische schakelingen o pbouwt. Je leert ook hoe je het gedrag van een hydraulische schakeling bi j zowel vol- als d eellas t beoord eelt. Daardoor spoor je snel fouten op en breng je de ben odigd e verbeteringen aan.
Resultaat
Na afronding van deze cursus weet je alles over:
• eigenschappen van hydraulische modules;
• energiecentrales met WKO;
• energiecentrales met warmtekrachtko ppeling;
• procesengineering;
• selectie van modulen en inpassen van warmteo pwekkers en -gebruikers;
• het samens tellen van een hydraulische schakeling met de modulen;
• de toepassing en eigenschappen van toerengeregeld e pompen;
• de toepassing en dimensioneren van serie- en parallel geschakeld e buffervaten;
• het analyseren van het d eellas tgedrag van een hydraulische schakeling met behulp van een bedri jfskarakteris tiek en een overdrachtskarakteris tiek;
• het beoord elen en zelfs tandig uitwerken van eenvoudige en ingewikkeld e hydraulische schakelingen met warmtepompen en energieo pslag.
De eerstvolgend e s tartdat um is op 3 mei 2024. Sch ikt dat niet?
Geen n ood, ook in ons volgend e cursusseizoen zi jn weer meerdere s tartmomenten. Maar ben er op ti jd bi j, vol is vol.
Meer informatie, een st udiegids, een o ptie of meteen inschri jven?
Ga naar www.tvvl.nl/cursussen
Seizoen 2024-2025 81 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024
Cursusagenda
2024
(mei - oktober)
Beki jk www.tvvl.nl/cursussen voor alle besch ikbare en boekbare data.
Let o p: data kunnen wi jzigen. Als de h ierboven gen oemd e data niet meer besch ikbaar zi jn/groepen vol zi jn, versch i jnen and ere data op onze website.
Omdat TVVL - naas t de groots te o pleid er van technisch Ned erland - een vereniging is zond er wins toogmerk, richten we ons op wat verantwoord is. Wi j kiezen ervoor om les te bli jven geven aan k leine groepen.
Onze lessen gaan alti jd door; fysiek indien mogeli j k, of and ers online of hybrid e. Zo loo p ji j geen st udievertraging op!
T VVL Cursussen
September Leidingwaterins tallaties 11 september Zwembad en/waterbehand eling 12 september Luchtbehand eling Speciale Ruimten 18 september Stoomins tallaties 19 september Werkt uigkund e voor elektrotechnici 23 september Duurzaam Ontwerpen en Advies Gebouwd e Omgeving 23 september Warmtenetten in 2 dagen 24 september Hogere Meet- en Regeltechniek 25 september Technische en Medische Gassen 26 september Luchtbehand elings techniek groep A 26 september Hogere Elektrotechniek 26 september Luchtbehand elings techniek groep B 27 september Mei Aarding in de elektrotechniek 02 mei Hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelen 03 mei PV-panelen en zonnes troom 08 mei Waters tof in de gebouwd e omgeving 14 mei Water/water warmtepompsys temen voor woningen 24 mei Lucht/water warmtepompsys temen voor woningen 28 mei Legionellapreventie 30 mei Oktober Luchtbehand elings techniek groep C3 oktober BIM Coördinator Fundamentals 4 oktober Luchtbehand elings techniek groep D4 oktober Commissioning Specialis t 11 oktober Doel matig communiceren voor technici 15 oktober Binnenk limaattechniek voor adviseurs 15 oktober Sys teemarch itect Gebouwautomatisering en -beheer 16 oktober Technicus Klimaatins tallaties 18 oktober Gebouwriolering 24 oktober Juni Sluitingsmiddag en diploma-uitreiking 19 juni
84 tvvl magazine / tvvl cur sussen nr 02 / april / 2024
TVVL Nationaal Congres Sanitaire Technieken
10 juni 2024 | De Flint, Amersfoort
Krijg diepgaand inzicht in de drinkwateruitdagingen en hoe deze onze sector beïnvloeden
Ontdek kansen en innovaties op het gebied van sanitaire technieken
Ontmoet vakgenoten
Houd onze eventpagina in de gaten
In Memoriam Ing. Jan J. Wiemer
Ons bereikte het bericht van het overli jd en van ing. Jan J. Wiemer op 30 januari 2024.
Jan (16-8-1932) was betrokken bi j de o prichting van TVVL in 1959 en sindsdien lid van onze vereniging. Ti jd ens zi jn zeer actieve lidmaatschap hee ft Jan vele functies bek leed.
Jan begon in de Warmtes tichting en werd in 1974 penningmees ter en lid van het Dageli j ks Bes t uur (1974-1992). Vanuit die functie vertegenwoordigd e hi j TVVL in de B.J. Max s tichting, de Stichting bevord ering wetenschappeli jk ond erwi js en ond erzoek ins tallatietechniek
(WOI) en ISSO. Jan was ook lid van de voorbereidingscommissie jaarvergad ering TVVL. Hi j zette zich in om belangen van ons vakgebied ook vertegenwoordigd te zien binnen de Technische Universiteiten. Hi j was lid van de Ti jdschriftcommissie, lid van de commissie Handboek Ins tallatietechniek en zi jn bi jdrage aan de tots tandkoming van het TVVL handboek voor de ins tallatietechniek was groot.
Jan was een integere bes t uurder, die strak en met een grote mate van verantwoord elij kheid TVVL vooruit wild e st uwen en daarmee ook een belangrijke bi jdrage leverde aan de promotie van TVVL binnen ons vakgebied. Jan bereidd e zich nauwkeurig voor op bi jeenkoms ten en vergad eringen en zette waar n odig de puntjes op de “i”. Voor al zi jn verdiens ten en werk voor TVVL werd Jan in 1993 “Lid van Verdiens te TVVL”. Daarnaas t werd hij voor het totale oeu vre van zi jn werkzaamhed en geëerd met de TVVL ond erscheiding (beeldje).
Zi jn inbreng zullen wi j in het bi jzond er missen. Wi j wensen Marian en familie heel veel s terkte met het verwerken van dit verlies.
Ferry de Vries
85 tvvl magazine / tvvl nr 02 / april / 2024
Nieuwe TV VL leden
Met veel gen oegen s tellen wi j ond ers taand e personen als lid van de vereniging aan u voor
Nieuwe Persoonlijke leden
De heer M. Kalai
IMI Hydronic Engineering BV
De heer J.H. Smuld ers
De heer T.R. Sluiter
Kers ten Technische Bedri jven B.V.
De heer M.A. Douwes Johnson Controls
Nieuw bedri jfslid - KTD k limaatbeheersing
De heer Drs. F.G. de Vos KWA Bedri jfsadviseurs BV
De heer R.A.J. Schraven Stekerbaas
Onze visie ‘Voelbare resultaten’ komt niet uit de lucht vallen. KTD k limaatbeheersing hee ft als doel een beter werkk limaat, lagere energiekos ten en een langere levensduur van ins tallaties te bewerks telligen. Met als resultaat: voelbare resultaten.
De heer A.F. Engelage
Kieback & Peter Ned erland BV
De heer N.J. Pi jnenburg
Kui jpers Projecten B.V.
Als specialis ten word en wi j vanuit onze diversiteit aan praktijk kennis betrokken bi j uiteenlo pend e projecten in de utiliteit en de grootwoningbouw Dit doen wi j voor:
Eigenaren, beheerders en gebruikers van gebouwen: bi j kwaliteitsbewaking, ins tallatie beheer, k lachten ond erzoek, renovatie en ins tandhouding.
Leveranciers: veldtes ten van producten.
Adviseurs: bes teksvoorbereiding, uitvoeringscontrole, o pleveringen, metingen en k lachten ond erzoek. Ins tallateurs: het inregelen van luchtbehand elingssys temen, sys temen voor verwarming en koeling, probleem ond erzoek, renovatie en ins tandhouding van regel- en bes t uringsins tallaties.
Wij frissen elk event op
Het organiseren van een beurs, evenement, concert of theatervoorstelling is een spannend proces. Alles moet kloppen en een aangenaam binnenklimaat speelt daarbij en belangrijke rol. Onze geavanceerde luchtver-
Pure competence in ai r.
T VVL
Advertentie
Even voors tellenGerard Overbeek
Mi jn naam is Gerard Overbeek, en na vi jf vruchtbare jaren bi j Beeld en Geluid, ben ik enthousias t gevraagd om mi jn bi jdrage te leveren aan TVVL in mi jn eigen woonplaats, Woerd en. Een fijne bi jkoms tig heid is dat ik nu met plezier op de fiets naar mi jn werk kan. Mi jn huidige verantwoord elij khed en omvatten uiteenlo pend e taken. Voor FM N, KNX, FedEc, en st Koud e beheer ik de financiële adminis tratie.
In mi jn persoonli jke leven d eel ik mi jn dagen met mi jn Catalaanse vrouw en onze twee veelbelovend e voetballers, een meisje en een jongen. De weekend en brengen vaak vreugd evolle momenten, waarbi j ik geniet van de doelpunten die mi jn kind eren op het voetbalveld maken. Naas t mi jn betrokkenheid bi j het gezinsleven en werk, bli jf ik ook sportie f actie f door met passie voetbal en wielrennen op tv te volgen. Deze activiteiten geven me niet alleen ontspanning, maar houd en me ook op de hoogte van de laats te ontwikkelingen in de sportwereld.
Ik zal met toewi jding mi jn expertise in zetten bi j TVVL en ben enthousias t over de mogeli j kheid om bi j te dragen aan een mooie toekoms t voor alle verenigingen.
Even voors tellenLennert Hut
Ik ben Lennert Hut (42) en sinds Community Manager bi j TVVL KUBR.nl. Sinds jaar en dag woon Zoetermeer, samen met Annemarie en mi jn kind eren Manuel (10) en Journalis tiek werkte ik bi j Techniek Ned erland als redacteur voor de vakti jdschriften en daarna als online redacteur. Dat li jntje zette ik daarna door als Online Marketeer, als laats te in de IT. Het maken van aantrekkeli jke content, gecombineerd met de zoektocht naar de juis te doelgroep online zorgt voor veel werkplezier
KUBR.nl is de online community voor de Bouw, Ontwerpwereld en Ins tallatie en voor mi j de groots te aanjager van dat werkplezier Samen met de initiatie fnemers en collega's binnen TVVL loo p ik over van de id eeën. Dat geldt voor mi j, maar ook voor de 2600 and ere led en op KUBR. Mocht je het n og niet hebben gedaan: regis treer je, dan maken we daar kennis én praten we verd er over de toekoms t van de gebouwd e omgeving.
PS: Doorpraten kan ook op de racefiets.
Smar t Sensor viaSens
De
nieuwe standaard in ruimteautomatisering
De intelligente oplossing om het comfor t te maximaliseren en het energieverbruik te vermin deren
• Multisensor vo or het registreren van temp eratuur, luchtvo chtigheid, luchtk waliteit, lichtintensiteit, aanwezig heid en geluidsniveau
• Indicatie van de ruimteconditie s do or de LED- ring
• Draadloze communicatie tussen meerdere sensoren via Bluetooth-mesh
• Integratie in de ruimteautomatisering via Ethernet en versle utelde MQTT communicatie
• Eenvoudige inbouw- of opbouwmontage in plafonds
• Ef ficiënte inbe drijfstelling dank zij intuïtieve ap p
of wit Bluetooth mesh network Bluetooth connection IoT
Components Services
Advertentie
Verkrijgbaar in zwar t
Systems
Facility Management
PROBLEEMLOOS VERDUURZAMEN.
Duurzaamheid & Innovatie bij Alklima
De energietransitie. Natuurlijk is dat niet zo geregeld. Daar werken we met z’n allen hard aan. En ook de komende jaren zullen we moeten aanpakken. Voor nu en voor later. Speelt de inzet van warmtepomptechnologie een rol bij jouw verduurzamingsproject? Of wil je weten welke opties je hier hebt? Maak dan gebruik van onze specialistische kennis, engineering, begeleiding en natuurlijk de premium oplossingen van Mitsubishi Electric. Want wij willen niet alleen bijdragen aan de verduurzaming van Nederland. W ij willen het samen met jou ook heel goed regelen.
alklima.nl/duurzaamheid