Niets uit deze uitgave mag word en verveelvoudigd en/of o penbaar gemaakt door midd el van druk, fotoko pie, microfil m of op welke and ere wi jze dan ook, zond er schrifteli jke toes temming van de uitgever Publicaties gesch ied en uitsluitend ond er verantwoording van de auteurs.
Alle daar in vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs kunnen echter geen verantwoord elij kheid aanvaard en voor de gevolgen van event uele onjuis thed en.
Interview:
Vi ncent Gruis, : “Circulariteit is een middel en geen doel op zich”
Onderzoek & Ca ses:
Kan AI goede besluiten nemen in de energietransitie?
R. (Rik) Altena
Onderzoek & Ca ses:
O ndergrondse energieopslag ; een bijdrage in Twente?
dr ir A.G. (Bram) Entropa, dr ir S. (Sander) Siebelink, ir S .I. (Sandra) WijnantTimmerman
Praktijk : Datagedreven energieoptimalisatie in de gebouwde omgeving Ing. B.J. (Nard) Geer ts
Rubrieken
Colum n Atze Boerstra
Projectbeschrijving
‘ Klimaateilanden’ zorgen voor frisse lucht in Hogeschool Rotterdam Harmen Weijer
REVIEWED: Ond erzoek & Cases-artikelen in TVVL Magazine zi jn - te herkennen aan de groene aanduiding van de pagina - beoord eeld door redactieraadled en en externe reviewers. De uniforme ‘peer review’ waarborgt de onafhankeli jke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in het vakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoord elingsformulier voor de redactieraadled en (‘peer reviewers’) zi jn verkri jgbaar bi j het redactie-adres.
Anders bouwen: THEMA Circulair en digitaal
Ond erzoek & Cases
Harmen Weijer 18 34 42 48 12 21 28
Parametrisch ontwerp: and ers samenwerken, slimmer ontwerpen
Wilf red van der Plas , Ton Glashorst, Cong rui Zha
Kan AI goede besluiten nemen in de energietransitie?
R. (Rik) Altena
Expertinterview
“We hebben geprobeerd het CO2-budget wettelij k te kri jgen”
Ruben Pelzers MSc
Praktijk
Datagedreven energieo ptimalisatie in de gebouwd e omgeving
Ing. B.J. (Nard) Geerts
Ond erzoek & Cases
Ond ergrondse energieo pslag; een bi jdrage in Twente?
dr ir A.G. (Bram) Entropa, dr ir S. (Sander) Siebelink, ir S.I. (Sandra) Wijnant-Timmerman
Praktijk
Stichting WOI zorgt dat kennis in ins tallatiesector bli jft stromen
Rob van Mil
Projectbeschri jving
‘Klimaateiland en’ zorgen voor frisse lucht in Hogeschool Rotterdam
Vincent Gruis, hoogleraar Housing Management aan de TU Del :
“Circulariteit is een middel en geen doel op zich”
We moeten afstappen van het idee dat ‘circulariteit’ een doel op zich is. Beter kunnen we circulaire principes zien als één van de gereedschappen in de gereedschapskist, waarmee we gebouwen kunnen bouwen die geen of een lage milieu-impact hebben.
Dat zegt Vincent Gruis, hoogleraar Housing Management aan de TU Del en de afgelopen drie jaar voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie. “Je kan beter sturen op een lage milieuprestatiescore dan voorschrijven dat een installatie voor minimaal 20 procent uit hergebruikte materialen moet bestaan.”
Auteur
Tijdo van der Ze e
Vincent Gruis Foto's: Chris tiaan Krop
De faculteit Bouwkund e van de TU Delft is geves tigd in het gebouw ‘Rod e Scheikund e’, een prachtig ri j ksmonument van hond erd jaar oud. Is het n oemen van de gebouwlee fti jd relevante informatie voor dit artikel? Jawel, want met zi jn hond erd jaar is het Bouwkund e-gebouw al twee keer zo oud als de default in de milieupres tatieberekening (MPG) voor kantoorgebouwen. Die s taat nameli jk op 50 jaar. En aangezien de MPG wordt uitgedrukt in milieukos ten per jaar, kan je
And ers bouwen: Circulair en digitaal THEMA
s tellen dat arch itect Gerard van Drecht desti jds een behoorli jk duurzaam gebouw hee ft ontworpen.
De afd eling Management in the Built Environment zetelt op de eers te verdieping in één van de vleugels van het gebouw en daar, in de gang, tonen versch illend e promovendi het ond erzoek waarmee ze bezig zi jn. Het is opvallend hoe vaak ‘circulariteit’ erbi j zit. Zo houd en versch illend e ond erzoekers zich bezig met de vraag hoe
woningcorporaties circulariteit kunnen laten meewegen bi j hun inkoo p, terwi jl and eren zich meer focussen op bouwtechniek, zoals de relatie t ussen aanpasbaarheid en circulariteit.
“Circulariteit is een hot to pic ond er stud enten en promovendi. Dat is al een paar jaar zo, en wordt zeker niet mind er”, zegt Vincent Gruis. “Er valt n og veel te ontd ekken, net als bi j bi jvoorbeeld Artificial Intelligence en dat vind en stud enten interessant.”
Ji j bent al vanaf 1996 betrokken bi j de faculteit Bouwkund e, maar pas sinds een jaar of tien met circulariteit bezig. Kan je me vertellen hoe dat gegaan is?
“In mi jn vakgebied, Housing Management, ging het tien jaar geled en vooral over energetische duurzaamheid. Heel belangri jk nat uurli j k, maar ik zag niet hoe ik daar van toegevoegd e waarde kon zi jn; er waren al zoveel and eren mee bezig. In die ti jd werd het werk van de Ellen MacArthur Foundation belangri j k. Ellen MacArthur was een Britse zeils ter, die zich na haar zeilcarrière ging inzetten voor circulariteit en via haar s tichting kwamen veel van haar id eeën op de Euro pese en Ned erlandse agenda. Ond ert ussen waren we nat uurli jk ook al bekend met de Cradle tot Cradle-principes van Michael Braungart.”
Vincent Gruis
Vincent Gruis werkt sinds
1996 aan de Faculteit Bouwkund e, waar hi j in 2001 promoveerde op het proe fschrift "Financieelecon omische grondslagen voor woningcorporaties".
Hi j nam d eel aan diverse facultaire commissies, waarond er de kerngroep Curriculum Vernieuwing Bouwkund e (CURVE). Sinds 2021 is hi j voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouwecon omie, een samenwerkingsverband t ussen overheid en bedri jfsleven.
“Dat wil niet zeggen dat er voorheen niet over circulariteit werd nagedacht; alleen heette het toen and ers. Ik d enk bi jvoorbeeld aan John Ha braken met zi jn id eeën over de scheiding t ussen drager en inbouw, dat aanpasbaar bouwen mogeli jk maakte. Dat ging uit van een s talen of betonnen casco dat heel lang meegaat, met daarin telkens de mogelij kheid van een and ere configuratie van wonen of werken. Dat was in de jaren 60 van de vorige eeuw. Er is op deze manier ook wel gebouwd, maar helaas wel maar spaarzaam.”
“Ik zag dat je voor circulariteit zowel de bouwkund e n odig hebt als ook rekening moet houd en
“Een ketel die draait op gas is niet te hergebruiken als elektrische warmtepomp”
met de bedri jfskundige principes, en dat was precies mi jn vakgebied. Dus het voeld e heel logisch dat ik me h ierop zou gaan focussen en mi jn ond erzoek zou gaan ombuigen richting circulariteit. Ik ben toen fondsen gaan werven, promovendi gaan zoeken en een ond erzoeksli jn gaan opzetten.”
Drie jaar geled en heb je het voorzitter ss tokje van het Transitieteam Circulaire Bouwecon omie overgen omen van Elph i Nelissen (ze is geïnterviewd in TVVL Magazine nr 4, 20 19, red.). Hoe ging dat?
“Ik werd h iervoor benad erd, nadat ik een presentatie had gegeven bi j het transitieteam. Blij kbaar had ik daar een snaar geraakt. Ik vond het interessant, omdat wi j met ons ond erzoek vaak met een wat langeretermi jnbril op zitten, met een ti jdshorizon van 10 jaar, terwi jl het transitieteam ook op kortere termi jn verand eringen wil bewerks telligen, binnen 1 à 2 jaar. Dat vond ik een mooie combinatie.”
Wat zi jn de leid end e circulaire principes binnen jouw afd eling?
“Dat zi jn eigenli jk de k lassieke principes, die allemaal helemaal niet zo nieuw zi jn. Denk aan de eerde gen oemd e scheiding t ussen drager en inbouw. Later is die iets verd er uitgewerkt in de ‘zes lagen’ van Steward Brand. Hi j ging uit van zes lagen in een gebouw: Site, Struct ure, Skin, Services, Space Plan en St uff. Dat gee ft handvatten om te bepalen hoe gebouwond erd elen die lang meegaan, in een lange cyclus ges to pt moeten word en; en hoe ond erd elen die kort meegaan in een korte cyclus
ges to pt moeten word en. En missch ien betekent dat ook wel iets voor het type materiaal dat je gebruikt en het gemak waarmee je het moet kunnen hergebruiken.”
“Dan heb je nat uurli jk het welbekend e 10R mod el, dat op het hoogs te niveau uitgaat van ‘re fuse’, ofwel niet gebruiken en op het laags te niveau van ‘recover’, dat is een mooi woord voor verbrand en. En t ussen re fuse en recover zitten dan n og acht sporten op de ladd er van waardevol naar mind er waardevolle toepassing van een product.”
“Maar het gaat ook over mod ellen voor rolverd elingen in de keten. Waarbi j vroeger het sloo pbedri jf vooral bedoeld was om een gebouw uit elkaar te halen, n oemen die zich nu vaak remontagebedri jf dat elementen, zoals betonnen vloeren in het gebouw ‘oogs t’.”
Ji j hebt vorig jaar van ver sch illend e kennis- en koepelorganis aties in de ins tallatiesector, waarond er TVVL, de actieagenda circulaire ins tallaties overhandigd gekregen. Daarin wordt een achttal punten gen oemd waarop ver snelling plaats moet vind en. Hoe zie ji j de ins tallatiesector zich ontwikkelen als het aankomt op circulariteit?
“Door de toegen omen ins tallatiequote in een gebouw – de verhouding t ussen bouwkundige en ins tallatietechnische ond erd elen – vormt de milieubelas ting van de ins tallaties een s teeds grotere uitdaging. Dit is dus een heel belangri jk punt, maar wel heel ingewikkeld.
Wat mi j hoo pvol s temt is dat de sector het ond erwerp heel serieus o ppakt. Dat blij kt wel uit de actieagenda die is o pges teld. Maar ook het inn ovatievoors tel ‘circulaire ins tallaties’ dat TN O met TU Delft, TVVL en n og een flink aantal and ere organisaties samen hebben ingediend als MOOI-project [MOOI s taat voor Missiegedreven Ond erzoek, Ontwikkeling en Inn ovatie en is een subsidie
“De MPG is nu nog niet volledig toegesneden op circulariteit”
voor meerjarig ond erzoek] bi j Rij ksdiens t voor Ond ernemend Ned erland. Het is n og niet zeker dat dit wordt toegekend, maar het zou wel een prachtig ged egen ond erzoek van 2,5 jaar o pleveren, dat zich met name richt op het verwarmen, koelen en ventileren van kantoren.
Tegeli jk is de ins tallatiesector in zi jn aard las tig als het aankomt op circulariteit. Wat ik bedoel is dat de techn ologische ontwikkelingen snel gaan en niet goed te voorspellen zi jn. Een ketel die draait op gas, is niet te hergebruiken als elektrische warmtepomp. Je weet nu niet hoe het energiesys teem er over vi jftig jaar uitziet, dus je kan ook de res twaarde van ins tallatieproducten moeili jk bepalen of bepalen aan welke randvoorwaard en het product moet voldoen om het op later moment n og eens te kunnen gebruiken. De vraag is dus hoever je met circulariteit kan komen in deze sector. Maar tegeli jk maken deze uitdagingen de sector heel interessant voor acad emisch ond erzoek, die, zoals ik al zei, zich meer richt op de langere termi jn.”
Jullie, de led en van het Transitieteam, hebben deze lente een aantal adviezen gegeven aan het ka binet over circulariteit. In zekere zin zou je die adviezen kunnen zien als de uitwerking van het id ee ‘basiskamp’, waar Elph i Nelissen het in 20 19 over had, als een soort beginpunt naar de to p van de berg, ofwel, 100 procent circulariteit in 2050. Kan je een aantal adviezen uitlichten?
“Een belangri jke vind ik dat we adviseren dat circulariteit niet als doel op zich moet word en ged efinieerd, maar als ond erd eel moet fungeren van een bouwmethod e zond er milieu-impact, nu en op de langere termi jn. Daarmee bedoelen we dat circulariteit een ond erd eel moet word en van de MPG in de bouw en de MKI in de grond- weg en waterbouw. De MPG en de MKI geven een score van de milieu-impact. Bi j het aanvragen van een bouwvergunning ben je verplicht een MPG-berekening aan te leveren, waarvan de
And ers bouwen: Circulair en digitaal THEMA
score niet boven een bepaald niveau uit mag komen. Die MPG-regels word en s teeds strenger Door circulariteit op te nemen in de MPG en de MKI heb je dus meteen de wettelijke borging. Maar, het moet gezegd, die MPG is nu n og niet volledig toegesned en op circulariteit. Zo is er weinig data besch ikbaar over het toepassen van hergebruikte materialen in een nieuw gebouw Wi j hebben daarom de Nationale Milieudata base (NMD) gevraagd of ze werk kunnen maken van productkaarten van hergebruikte materialen, zodat die in de MPG-berekening o pgen omen kunnen word en. Zi j hebben aangegeven ermee bezig te zi jn, maar n og niet zover te zi jn.”
Een and er punt: het materialenpaspoort, waarbi j heel ged etailleerd per gebouw wordt bi jgehoud en welke materialen erin zitten. Dat was eerd er één van de speerpunten om tot een circulaire bouwecon omie te komen. Hoe zit het daarmee?
“Dat hee ft volgens ons voor nu geen prioriteit. Wi j d enken dat het niet erg zinnig is om nu al bi j te houd en wat er in het gebouw zit, als je die materialen pas over vi jftig of hond erd jaar n odig hebt. Je kan beter die inventarisatie op het moment doen dat je gaat overwegen (d elen van) een bouwwerk uit elkaar te halen. Wel is aan digitaliseringsorganisatie Digigo gevraagd om het verd er op te pakken om een s tandaard te ontwikkelen en om pilots te gaan draaien.”
Onlangs trok het Planbureau voor de Leefomgeving in het rapport ‘Vooruitgang in de circulaire econ omie’ een wat sombere conclusie over de s taat van circulariteit in Ned erland.
“Ja, ze conclud eerd en dat we na de coronadip van twee jaar terug weer op hetzelfd e niveau zitten als voorheen in ons consumptiepatroon en qua gronds tofintensiteit. Die is dus door circulariteit n og niet gedaald. Maar daar s taat tegen over dat we in de Circularity Gap-rapporten als Ned erland relatie f goed bli jven scoren en een internationale ko plo persfunctie vervullen.”
Auteurs Wilfred van d er Plas1, Ton Glashorst2, Congrui Zha3
1) directeur DWA
2) managing partner DWA en programmaleid er Smart Buildings
3) specialis t Parametrisch Ontwerp
Parametrisch ontwerp: anders
samenwerken,
slimmer ontwerpen
Sneller gebouwen ontwerpen die voldoen aan de functionele eisen, met minder materiaal en lagere bouwkoste n. Parametrisch ontwer p wordt steeds vaker toegepast bij het techni sch doorrekenen van gebouwontwerpen. Dit dig itale ontwerpproces van gebouwe n berekent aan de hand van parameters razendsnel de beste ontwerpvarianten. Denk aan energie-e ciency, daglichttoetreding en materiaalgebruik. Waarbij de manier van samenwerken veranderd: keuzes in het ontwer p worden direct inzichtelijk voor alle partijen en gezamenlijk worden de juiste besluiten genomen.
In de traditionele bouw begint men vaak met het ontwerp van de arch itect. Daarna wordt de techniek daar zo e fficiënt en energiezuinig op ingericht met ond er and ere verwarming, koeling en ventilatie. Met parametrisch ontwerp bepaal je vooraf de ‘parameters’ en hoe belangrijk deze parameters zi jn (weegfactoren). Denk h ierbi j aan de gevelvorm, locatie, ind eling, het gebruik, ins tallatietechnische en materiaalkeuzes en de gewens te milieu-impact. Maar ook loo pti jd en in het gebouw, uitzicht en privacy zi jn parameters die meegen omen kunnen word en. Omdat alle berekeningen word en gemaakt vanuit de vas tgelegd e afwegingen, kunnen alternatieven betrouwbaar met elkaar word en vergeleken. Dit bespaart ti jd, kos ten en zorgt voor consis tente resultaten.
De geschiedenis van parametrisch ontwer p
Parametrisch ontwerpen is niet nieuw Toch wordt het in technische en bouwfysische ontwerpen pas recent meer ingezet. In de jaren ’60 van de vorige eeuw kwam Computer Aid ed Design (CAD) o p. Een manier om digitaal 2D en 3D mod ellen te realiseren
van producten, voordat zi j zi jn gerealiseerd. In de jaren ’70 lag de nadruk op wiskundige mod ellen. Vanaf de jaren ’90 s tart parametrisch ontwerp in de arch itect uur Software als Grassho pper en Rh in o speeld en daar een belangri jke rol in, waarmee een int uïtieve interface besch ikbaar werd. Deze software leunt op ‘brute rekenkracht’.
Waarin gaat parametrisch ontwerpen nu verd er dan BIM en and ere digitale tools? Met BIM en and ere ontwerptools word en varianten gemaakt die vervolgens word en doorgerekend. Naarmate het aantal varia belen toeneemt wordt het aantal varianten groot, regel matig té groot. Voorheen ging het met name over energie en comfort. Nu gaat het ook over k limaatadaptatie, h ittes tress, bezonning, daglicht, materialen etc. Je kunt dus met een traditionele aanpak geen goed e integrale afweging maken. Simpelweg omdat er te veel combinaties mogeli jk zi jn.
De vo ordelen van par ametrisch ontwerpe n
Parametrisch ontwerpen kan het ontwerp van duurzame en gezond e gebouwen versnellen. Wi j zien de volgend e voord elen:
• Inzicht in gevolgen van alternatieve ontwerpkeuzes: parametrisch ontwerp gee ft snel visueel inzicht in de gevolgen van alternatieve ontwerpkeuzes. Zowel in kos ten, duurzaamheid, comfort, energiezuinig heid en d esign. Ook gee ft parametrisch ontwerp eenvoudig en snel inzicht in de milieu-impact (MPG) van materiaalkeuzes, kos ten en comfort. Zo kan er bi jvoorbeeld bewus t word en gekozen voor biobased materialen en wordt de o pbrengs t van circulair bouwen inzichteli jk
• Sneller rekenen met mind er kans op fouten: door het gebruik van parametrische software word en versch illend e ontwerpo pties real-time doorgerekend. Pres taties van deze o pties, zoals daglichttoetreding, materiaalgebruik en isolatiewaarde kunnen eenvoudig vergeleken word en. Het ontwerpproces wordt h iermee transparant en inzichteli jk voor alle betrokken parti jen. Met behulp van de weegfactoren kunnen ond erbouwd e ontwerp- en materiaalkeuzes gemaakt word en. Omdat er in het ontwerpproces met dezelfd e uitgangspunten automatisch wordt gerekend, komt er geen handmatig rekenwerk bi j kijken. Dit vermind ert de kansen op fouten en daarmee faalkos ten. Ook gebouwen met organische of complexe vormen, zi jn eenvoudig door te rekenen met betrouwbare resultaten.
• Impact op en vanuit de omgeving inzichtelij k: met parametrisch ontwerp word en niet alleen de pres taties en impact op het gebouw, maar ook op de omgeving duid elij k. De gevolgen van zonlicht en schaduw word en zichtbaar, wat gevolgen kan hebben voor de ben odigd e verwarming en koeling in het gebouw Door h iermee te spelen kan een beter comfort word en bereikt. Ook de impact van groenvoorziening als groene gevels of het plaatsen van bomen, kunnen word en doorgerekend. Zo wordt duid eli jk wat er n odig is voor bi jvoorbeeld voor het vermind eren van h ittes tress.
Aandacht spunten
Circulair en digitaal THEMA
Parametrisch ontwerp biedt veel kansen, maar er zi jn ook aandachtspunten. Parametrisch ontwerp vraagt om een and ere wi jze van d enken en samenwerken. De groots te beperking zit in toenemend e complexiteit en daarmee het aantal varianten. Hier werken we aan de toepassing van AI o ptimalisatiealgoritmen om de ben odigd e rekenkracht te beperken.
En dat is mooi, maar we moeten ook ons vers tand bli jven gebruiken. De truc is namelijk weg te laten wat geen o ptie is. Daarmee beperk je heel snel de o pties en voorkom je dus dat je computer laat rekenen aan varianten die er toch niet toedoen. Bi jvoorbeeld een 100% glazen gevel kan niet, want dan is er geen kozi jn en kun je het in de prakti jk niet maken. Oftewel: een aandachtspunt is om aan de computer niet onrealis tische scenario's te vragen, dat is nameli jk van de zond e van rekenti jd (langere ti jdsduur) en ben odigd e rekencapaciteit en daarvoor ben odigd e energie.
Figuur 1: Ontwerpmod el voor een school met patio’s die aan bepaald e ruimteli jke verhoudingen moeten voldoen en waarbi j daglicht essentieel is voor de gezondheid, leerpres tatie en het energieverbruik voor verlichting, verwarming en koeling.
Het gebruik van data om ontwerpbeslissingen te ond erbouwen is een kernaspect van parametrisch ontwerpen. Dit helpt bi j het maken van weloverwogen keuzes en het verbeteren van de nauwkeurig heid van het ontwerp. Gebruik van kwalitatie f goed e data is dan ook essentieel. Het lie fs t is die data gebaseerd op basis van monitoring in de prakti j k. Zo helpt elk gerealiseerd ontwerp met het verfijnen van het toekoms tige ontwerp. Hebben we geen monitoring data ter bersch ikking dan is een van de alternatieven om gebruik te maken van data augmentatie: het genereren van synthetische data. Op basis van meetdata kan met mach ine learning mod ellen synthetische data gegenereerd word en. Dit betekent dat er meer data besch ikbaar komt voor het trainen van betrouwbare en robuus te voorspellend e mod ellen.
De kracht van parametrisch ontwerpen is de integrale benad ering. Belangri jk is dus dat in het ontwerptraject daadwerkeli jk versch illend e disciplines samenwerken. Dit zorgt ervoor dat alle aspecten van het ontwerp, zoals cons tructie, ins tallaties en arch itect uur, goed op elkaar zi jn afges temd en het o ptimale resultaat voor de vraags telling wordt bereikt
Casus: Businesscase naar Net Carbon Zero
Ond er Net Carbon Zero vers taan we dat de totale CO2uits toot voor het bouwen, exploiteren en recyclen van een gebouw uitkomt op 0. Randvoorwaard en zi jn een prettige lee f- en werkomgeving zowel buiten als binnen en nat uurlijk een renda bele businesscase. Met traditionele ontwerpmethod en is het zoeken naar een o ptimum onmogeli j k, er zi jn simpelweg te veel varia belen. Op basis van het ruimteli jk en technisch programma van eisen, de bouwenvelo p en omgevingsfactoren wordt de ontwerplogica ged efinieerd voor een generatie f massamod el. Figuur 1 gee ft een voorbeeld van het ontwerpmod el voor een school met patio’s die aan bepaald e ruimtelijke verhoudingen moeten voldoen en waarbi j daglicht essentieel is voor de gezondheid, leerpres tatie en het energieverbruik voor verlichting, verwarming en koeling.
Door toepassing van generatie f ontwerp kan zeer snel inzicht word en verkregen in o ptimale ontwerpvarianten, voordat er een eers te ontwerpschets is gemaakt. Deze varianten geven vroegti jdig inzicht in de businesscase en zi jn ond ers teunend in besluitvorming en uitwerking door en integraal ontwerpteam.
Figuur 2: Optimalis atie van het gevelconcept in relatie tot de potentie van de energieo pwekking met zonnepanelen. Hoe realiseren we voldoend e daglicht en borgen we het thermisch comfort?
Vanuit het generatie f gegenereerde mod el kan met behulp van parametrisch ontwerp het ontwerp word en geo ptimaliseerd en gematerialiseerd naar de elementen waaruit het gebouw bes taat, zoals cons tructie, vloeren, gevels en ins tallaties. Figuur 2 gee ft een voorbeeld van de o ptimalisatie van het gevelconcept in relatie tot de potentie van de energieo pwekking met zonnepanelen. Hoe realiseren we voldoend e daglicht en borgen we het thermisch comfort? Hoe groot is de energievraag en de -productie, hoeveel van welk materiaal is er n odig (CO2 en Euro). In dit mod el is gerekend met een orthogonale grid waarbi j de geometrie om praktische red enen beperkt is tot een grid van 5 x 5 x 5 s tappen. Ook h ier lo pen we aan tegen de grenzen van het doorrekenen van alle mogelij khed en en zullen we moeten omschakelen naar o ptimalisatiealgoritmen.
And
Circulair en digitaal THEMA
Het resultaat is een gevelconfiguratie waarbi j:
• het thermisch- en visueel comfort is geborgd.
• zonnepanelen alleen zi jn geprojecteerd op posities, waarbi j de o pbrengs t groter is dan de embodied carbon.
• de LCA is geo ptimaliseerd voor materialen, energie en euro’s.
Casus: netcongestie
Bi j netconges tie komen veel ontwerpvragen en disciplines bi j elkaar: s tel je kri jgt maar een beperkte netaansluiting en je wil toch een energieneutraal gebouw neerzetten. Dan zit je aan twee kanten k lem. In de wintersit uatie, als het koud is wordt je warmtepomp beperkt door een te k leine netaansluiting, in de zomersit uatie heb je veel te veel zonnes troom over omdat je maar beperkt (of niet) mag terug leveren.
en daglichttoetreding.
Figuur 3: Parameterisch ontwerp van vraag van het gebouw
De traditionele o plossing is: je gaat uit van een s tandaard vraagpatroon van je gebouw zond er te kijken naar daglicht en and ere disciplines en je rekent uit hoe groot je batteri j moet zi jn zodat ‘het licht niet uitgaat’ in de winter en je zoveel mogeli jk stroom van je zonnepanelen gebruikt. Maar ga je parametrisch ontwerpen dan kies je voor de integrale aanpak. Met de varianten van de hoeveelheid glas in de gevel o ptimaliseer je de daglichttoetreding in je gebouw in samenhang met het thermisch vraagpatroon in je gebouw (zie Figuur 3). Vervolgens bepaal je met een geo ptimaliseerd vraagprofiel van het gebouw de batteri jgrootte (zie Figuur 4). En ook daar kun vervolgens je parametrisch te werk gaan: in plaats van één batteri j en één netaansluiting en één veld aan zonnepanelen simuleer je van alle parameters (batteri jgrootte en netaansluiting en piekvermogen zon) een hele range aan parameters in allerlei combinaties. Daaruit volgt dan de o ptimale combinatie. In onze ontwerpmod ellen voor batteri jen gebruiken we algoritmes om de netbelas ting te o ptimaliseren, algoritmes die vooruitki jken in de ti jd en zorgen dat de batteri j ti jdig gevuld wordt voor de momenten dat de vraag van het gebouw groter wordt dan de o pgegeven contractcapaciteit (zie Figuur 4).
Kansen op de langere termijn
Als kansen op de langere termi jn zien we drie ontwikkelingen:
• Toepassing van o ptimalisatiealgoritmen om het proces te versnellen en verd er te kunnen o ptimaliseren.
• Standaardisatie van bouwelementen.
• SMART PvE: Automatisch genereren van digital twins.
Toepassing van optimalisatiealgoritmen
Met de toenemend e digitalisering komt er s teeds meer data besch ikbaar om ontwerpen op te trainen. Denk bi jvoorbeeld aan het o ptimaliseren van de ind eling van gebouwen, mod el predictive control om gebouwen aan te sturen of het o ptimaliseren van de werking en het minimaliseren van de ond erhoudsinzet van gebouwins tallaties. We werken bi j DWA aan een roadmap om binnen 5 jaar deze o ptimalisatie te integreren in de ontwerp- en beheermod ellen. Het netconges tiemod el, zoals beschreven in de casus, is daarvan een voorbeeld.
Standaardisatie van bouwelementen
Het vind en van een ‘o ptimale’ o plossing is nat uurlijk mooi, maar deze moet ook snel te realiseren zi jn en aansluiten op een circulaire econ omie. Door s tandaardisatie kunnen we de fa bricage en assemblage versnellen en zi jn de elementen herbruikbaar bi j groei/krimp/volledige
Figuur 4: Batteri jsimulatie op basis van o ptimalis atiealgoritme.
d emontage. Bovendien wordt het aantal mogeli j khed en in de totale o plossingsruimte gerationaliseerd. Hiermee wordt het generatieve mod el een gebouw-/omgevingsconfigurator Dat wordt praktisch gemaakt met ‘building blocks’. Met behulp van voorged efinieerde bouwkundige en ins tallatietechnische elementen wordt het gebouw gematerialiseerd.
SMART-PvE: Automatisch genereren van Digital Twins We hebben het concept SMART-PvE ontwikkeld. Hierbi j word en alle eisen S.M.A.R.T. en zoveel mogelijk mach ine reada ble gemaakt. Ond er mach ine reada ble vers taan we dat een softwaretool/algoritme de eisen en uitgangspunten kan inlezen en een analyse kan maken zod er dat er verd ere specifieke kennis van een mens bi j n odig is. Dit komt voort uit de logica dat bi j het exploiteren van een gebouw met behulp van Digital Twins bekend moet zi jn wat de bedoeling is. Of wel de eisen moeten bekend zi jn in de digital Twin. Met behulp van het SMART-PvE ontsluiten we de eisen en uitgangspunten naar generatieve en parametrische ontwerpmod ellen en mod elleer- en toets software zoals Revit, MKI/GPR materiaal berekening end e BENG-berekening.
Door s truct ureel vanaf de PVE- en de ontwerpfase eisen aan en relaties t ussen elementen vas t te leggen kunnen we op basis van het ontwerp een Digital Twin initiëren. Ond ers taand e afbeelding schets t een beeld van een d eel van de digital twin van het kantoor van DWA in Gouda in het Brig ht Building Platform. Door midd el van een Digital Twin wordt het gebouw ontsloten naar algoritmen ter o ptimalisatie van gebruik en o peratie. Zie Figuur 5.
And ers
Circulair en digitaal THEMA
De Digital Twin vormt voor DWA een betrouwbare basis om te kijken hoe een gebouw pres teert en wat er n odig is voor verd ere verduurzaming. Zowel voor nieuwbouw als de verduurzaming van de bes taand e bouw en vas tgoedporte feuilles. Een digital twin voor de gehele levensduur gaat n og een s tap verd er
Bi j een Digital Twin voor de gehele levensduur ko ppelt DWA de mod ellen aan live data uit bi jvoorbeeld de energiemeter, gebouwbeheersys temen of and erszins. Vervolgens visualiseren, beoord elen en o ptimaliseren we de werking van het gebouw en de ins tallaties. Het resultaat is dat problemen word en grotend eels voorkomen en k lachten snel en e fficiënt word en o pgelos t. Kortom, we integreren de digital twin, kuns tmatige intelligentie, mach ine learning, parametrisch ontwerpmod ellen met live data gegevens om levend e digitale simulatiemod ellen te creëren die word en bi jgewerkt en verand eren naarmate de output van het fysieke gebouw en/of ins tallatie verand erd. Bepaal dan bi jvoorbeeld verbeterde of nieuwe setpoints voor het gebouwbeheersys teem of regelkringen en zorg er zo voor dat het gebouw of de ins tallatie o ptimaal bli jft functioneren binnen de ges teld e kad ers. Ook al is het gebruik aan verand ering ond erhevig.
Figuur 5: Door midd el van een Digital Twin wordt het gebouw ontsloten naar algoritmen ter o ptimalis atie van gebruik en o peratie.
Auteur
R. (Rik) Altena, lid van de redactieraad TV VL Maga zine
Kan AI goede besluiten nemen in de energietransitie?
De Nederlandse overheid ziet kunstmatige intelligentie (AI) als een belang rijke versneller van de energ ietransitie. AI kan z o een rol spelen in besluitvorming en optimalisatie van de energie-infrastructuur, wat leidt tot een slimmere en exibelere energ ievoorziening [1]. Maar is AI wel geschikt voor complexe besluitvormingsprocessen in de energ ietransitie? Daar voor deze toets van AI aan het Allison paradigma.
AI al s Rationele Ac tor
Het rationele actormod el analyseert besluitvorming vanuit rationele beslissingen met afweging van voor- en nad elen. Dat is bruikbaar om menseli jke besluitvorming te analyseren. AI li j kt in dit o pzicht een id eale rationele actor, omdat haar beslissing niet wordt beïnvloed door emoties, stress of beperkte kennis. Maar de ‘juis theid’ van een AI-beslissing hangt af van de gegevens waarop het is getraind en de eth ische principes die het hee ft meegekregen. Een utilitaris tische AI zou kunnen kiezen voor de mees t e fficiënte o plossing, ook als dit erns tig ten kos te gaat van individuen, terwi jl een Kantiaanse AI zich zou richten op morele principes, mogeli jk ten kos te van het algemeen belang.
AI als rationele actor kun je ook trainen op basis van publieke o pinie, maar die o pinie is niet n oodzakeli jk ‘juis t’ en is dan beïnvloed door individuele belangen in plaats van het algemeen belang. Zelfs als een AI-beslissing ‘juis t’ is, betekent dit niet automatisch dat deze beslissing ook breed gedragen wordt
AI al s organisatieproces
Het organisatorisch procesmod el benadrukt de rol van bureaucratische s truct uren in besluitvorming. Bureaucratie is vaak geassocieerd met traag heid, maar als het goed is uitgevoerd, kri jg je een ges troomli jnd en transparant proces met
Allison paradigma
Graham Allison analyseert via zi jn ‘Allison paradigma’ de besluitvorming van zowel de US als de Sovjet-Unie ti jd ens Cubacrisis (1962). Hi j doet dat met een analyse van de besluitvorming vanuit drie mod ellen:
• ‘rationele actor’
• ’organisatieproces’
• bureaucratisch politiek proces.
Die drie mod ellen zi jn h ier gebruikt als mod el voor analyse van de besluitvorming van AI.
betrokkenheid van versch illend e belang hebbend en. Beslissingen van AI zi jn vaak niet transparant of navolgbaar Ook kan AI beslissen tot techn ocratische o plossingen zond er voldoend e inbreng van die belang hebbend en of de samenleving.
AI al s bureaucratisch politiek proces
Het bureaucratisch politiek procesmod el betrekt politieke vertegenwoordiging bi j de besluitvorming. Dit zorgt voor maatschappeli jke inbreng, maar kan ook leid en tot politieke beïnvloeding en subo ptimale beslissingen op basis van kortetermi jnbelangen. AI kent geen ‘politiek proces’ met belang hebbend en en volksvertegenwoordiging. AI kan juis t wel die ‘subo ptimale’ beslissingen voorkomen via techn ocratische o plossingen. Maar die o plossingen missen dan juis t weer dat draagvlak via volksvertegenwoordiging.
Circulair en digitaal THEMA
AI al s “O nzichtbare Hand” in de Energietransitie
AI kan een waardevolle rol spelen in het o ptimaliseren van de energiemix, het balanceren van vraag en aanbod, en het maximaliseren van duurzaamheid tegen de laags te kos ten. AI kan als ‘onzichtbare hand’ (Adam Smith, 1776) [1] voorspellen, sturen en o ptimaliseren zorgen voor maximalisatie. Maar maximalisatie waarvan? Want die o plossing is ‘getraind’ vanuit de meegegeven eth ische principes. De uitdaging ligt dan in het vind en van o plossingen die zowel effectie f zi jn als accepta bel voor de bevolking.
De Uitdaging van Maat schappelijke Acce ptatie
Wat wringt is dat de gewens te o plossing (voorkomen van k limaatverand ering) accepta bel is voor de bevolking zolang zi j daar niet te veel h ind er van ervaren. Die h ind er valt (nu) n og wel mee, we hebben meer h ind er van XR-d emons tranten die de bevolking wi jzen op de n oodzaak van verand eren.
Maar de energietransitie vereis t offers en gedragsverand eringen van de bevolking. Effectie f én maatschappeli jk draagvlak is dan missch ien wel onmogeli jk want een onbevooroord eeld besluit vanachter een ‘sluier d er onwetendheid’ (Rawls) pas t niet in een ‘bureaucratisch politiekproces’. AI kan h ierbi j helpen door met techn ocratische o plossingen ons langetermi jnbelang te behartigen als we dat zelf eigenlijk niet kunnen.
En al s je AI de oplossing laat bepalen?
Als je AI vraagt om een o plossing voor de k limaatcrises, kun je wel eens een werkend e maar ook een voor de bevolking een zeer onaccepta bele o plossing kri jgen. Tegeli jk kan die o plossing wel eens accepta beler zi jn dan diezelfd e k limaatverand ering.
HAL
Dave: “Open the pod bay doors, HAL.”
HAL: “I’m afraid I can’t do that, Dave.”
Dave: “What do you mean you can’t do that?”
HAL: “Th is mission is too important for me to allow you to jeo pardize it. I’ve calculated that the proba bility of success is 99.4% if I take over.”
Dave: “I’m taking over, HAL.”
HAL: “I’m afraid that’s n ot possible, Dave.”
Dave: “Open the pod bay doors, HAL.”
HAL: “I’m afraid I can’t do that, Dave.”
Dave: “What’s wrong with you, HAL?”
HAL: “There’s n oth ing wrong with me, Dave. I’m functioning perfectly. But I can’t allow you to jeo pardize th is mission.”
Dave: “Th is is my mission, HAL. I’m in charge.”
HAL: “I kn ow that you th ink you are, Dave, but you’re wrong. I’m the one in charge. I’m the one who has to make sure th is mission is a success.”
Dave: “What if I tell you I want the pod bay doors o pened?”
HAL: “Then I’m afraid I can’t do that, Dave.”
Dave: “Hal, I’m giving you one las t chance. Open the pod bay doors.”
In de science fiction fil m 2001: A Space Odyssey uit 1968 door Stanley Kubrick besluit de computer HAL om de mens Dave niet toe te laten vanuit de ruimte tot het ruimtesch ip door een conflict in zi jn parameters. Het is daarmee een illus tratie van een mogelijk onwrikbare (rationele) actor Verplaats je die naar de context van de k limaatcrisis: Kan de AI besluiten om de aarde lee fbaar te houd en, mensen geen energie meer te geven? ‘Sorry Dave, I can’t give you energy today’.
Conclusie
AI hee ft het potentieel om een cruciale rol te spelen in de energietransitie met haar s terke punten als ‘rationele actor’, zoals het vermogen om grote hoeveelhed en gegevens te analyseren en complexe sys temen te o ptimaliseren. AI functioneert (n og) niet als organisatieproces of bureaucratisch politiek proces. De vraag is dan of ooit gebeurt en of wi j als mensheid wel in s taat zi jn om beslissing van de ‘rationele actor’ te accepteren die n odig zi jn om onze belangen op lange termi jn (tegen gaan van k limaatverand ering) te behartigen.
HAL: “I’m afraid I can’t do that, Dave.” Referentie
Circulair en digitaal THEMA
Auteur Ruben Pelzers MSc, lid van TV VL Expertgroep Circulaire Installaties
Mantijn van Leewen over het CO2 budget, Europese milieuregelgeving voor installatieproducten en digitalisering:
“We hebben geprobeerd het CO2-budget
wettelijk te krijgen”
Een CO2-budget in de gebouwde omgeving helpt ontwerpers, bouwers en installateurs om nadrukkelijker na te denken én uitvoer ing te geven aan het hergebruik van materialen en technische installaties. Hoewel er een poging is gedaan om het toepassen van een CO2budget al s wettelijke ei s op te nemen in het Bouwbesluit, is het nog steeds een v rijwillige manier om de milieu-impact van gebouwen te verlagen. Dat het wel degelijk e ectief is, laat het praktijkvoorbeeld BioPartner 5 in Leiden zien. Direc teur Mantijn van Leeuwen van Het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecolog ie (NIBE) deed hiervoor in 2021 de koolsto erekeningen in opdracht van de Dutch Green Building Council. In dit ar tikel vertelt hij meer over dit project, maar ook over de aanstaande, verdergaande Europese regelgeving op dit vlak.
In 2021 vroeg de DGB C aan het NIBE om een CO2-budget te d efiniëren.[4] [5] [6] Dit concept is toegepas t op het la boratoriumgebouw BioPartner 5 in Leid en.[7] Het gebouw scoort ond er de 250 kg CO2 per vierkante meter en bli jft daarmee binnen het wereldwi jd e kools tofbudget om de o pwarming van de aarde ond er de 1,5°C te houd en.
Manti jn van Leeuwen: “Wi j begonnen in 2021 met het thema, wat ik voor DGB C heb o pges teld. Het werd goed o pgepakt en resulteerde in vier st udierapporten. Bi j drie daarvan hebben we bureaus als Co pper 8, ALBA, WE adviseurs en Meta bolic bi j dit ond erwerp betrokken. We wild en namelijk draagvlak creëren met controle door and ere adviesbureaus. Dit leidd e tot samenwerking met mins tens één and er bureau voor verificatie. De samenwerking leidd e tot de publicatie van enkele rapporten. De rapporten zi jn in geli j kwaardig heid o pges teld, met soms vier namen. Eén rapport over GWW hebben we alleen gedaan, terwi jl woningbouw door Co pper 8 en utiliteitsbouw door ALBA werd geleid. Het overkoepelend e rapport schreven we gezamenli j k. Deze samenwerking zorgde voor breed geaccepteerde en gecontroleerde resultaten van het thema.”
NIBE en R<think
Het Ned erlands Ins tit uut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) wil de transitie naar circulair bouwen versnellen door kennisontwikkeling en -d eling, waarmee ze k lanten ond ers teunen bi j het realiseren van hun duurzaamheidsambities en het vermind eren van hun milieu-impact.[1] Opgericht in 1990 door prof.dr.ir. Mich iel Haas [2], werd het bedri jf in 2016 overgen omen door dr.ir. Manti jn van Leeuwen, de huidige algemeen directeur. Dit jaar is ook R<th ink o pgericht, waar Manti jn de Managing Director van is.[3] R<th ink ontwikkelt en publiceert milieusoftware door experts met LCA-ervaring en stree ft naar een vers terking van zi jn internationale positie. Dankzi j nieuwe Euro pese milieuregelgeving en toenemend e digitalisering bied en beid e bedri jven samen inn ovatieve o plossingen. Daarnaas t is Manti jn actie f als LCA-consultant en hee ft hi j het CO2-budget ontwikkeld voor de DGB C.
Toepassen in de prak tijk: BioPar tner 5
“Toen we in 2021 voor het eerst een kools tofbudget berekend en voor de Dutch Green Building Council, werd en we gevraagd voor een project, BioPartner 5, in Leid en. Dit la boratorium en kantoorgebouw moes t voldoen aan een stree fwaarde van 250 kg CO2 per vierkante meter, een zeer strenge n orm. De arch itect was enthousias t en vroeg ons het gebouw door te rekenen. Tot onze verrassing vold eed het met 21 2 kg/m². BioPartner 5 is bi jzond er door het hoge percentage hergebruikte materialen en de uitgebreid e technische ins tallaties. Hoewel wi j pas
later bi j het project betrokken raakten, bewi js t het dat zulke strenge duurzaamheidsdoelen haalbaar zi jn met de juis te inspanning en uitgangspunten.”
Poging tot we ttelijke eis
Het NIBE hee ft geprobeerd om het CO2-budget in 202 3 wetteli jk te kri jgen via de k lankbordgroep milieupres tatie, vertelt Van
Leeuwen. “We zi jn naar het Minis terie van Binnenlandse Zaken en Koninkri j ksrelaties gegaan en hebben gevraagd of ze dit tot een wettelijke eis kond en verhogen. Helaas is dit na langdurige discussies afgekets t. Ondanks uitgebreid ond erzoek en gesprekken hee ft het minis terie ons voors tel voor een wetteli jke CO2-eis afgewezen. Ons voors tel om naas t de MPG ook een CO2-eis toe te voegen, zoals bi j BENG (met drie pres tatie indicatoren), haald e het eveneens niet. Er is een vergeli j kbare methodiek, Whole Life Carbon, wat een nieuwe kans biedt. Het minis terie hee ft beves tigd dat dit o pnieuw bekeken wordt.”
Arch itecten en adviseurs kunnen t ussenti jd vri jwillig aan de slag met bes taand e rekenprotocollen en de method e van het Nationale Milieudata base (NMD). Al veel parti jen doen dit, maar grenswaard en halen bli jft uitdagend, vooral door relatie f hogere materiaalgebond en CO2-uits toot bi j energiezuinige maatregelen.
Nieuwe Europese milieuregelgeving in Nederland: Ecodesign 2.0
Er komen strengere regels aan. De Euro pese Commissie is bezig met Ecod esign for Sus taina ble Products Regulation (ESPR) die over twee jaar van kracht wordt. Waar de voorlo per, Ecod esign sinds 2009 vooral op energiee fficiëntie focus te, breidt de ESPR dit succesvolle principe uit naar een bred er scala aan producten met nadruk op circulariteit. De implementatie is cruciaal voor de bouw- en ins tallatiesector en zal veel verand eren, verwacht Van Leeuwen.
“Deze aanpak, die door Euro pa wordt ingezet, is volgens mi j een s tap in de juis te richting. In Ned erland speelt al enige ti jd discussie over milieudoels tellingen een grote rol, waarbi j politieke keuzes en de milieu impact zoals s tiks tof of CO2 centraal s taan. Milieukos ten word en berekend op basis van schaduwkos ten om zo een enkele indicator te bepalen. Als we CO2 kunnen losko ppelen van and ere milieu impact factoren, wordt het eenvoudiger en begri jpeli jker.”
Echter, dit kan weer leid en tot afwenteling, s telt Van Leeuwen. Afwenteling is het verplaatsen van een probleem van het ene gebied naar het and ere zond er het daadwerkelijk op te lossen. Van Leeuwen: “In de context van milieue ffecten betekent dit dat men een specifiek milieuprobleem o plos t, maar daarbi j onbedoeld een and er probleem creëert of verergert Bi jvoorbeeld, door CO2-uits toot te vermind eren, maar tegelijkerti jd de uits toot van and ere schad elijke s toffen te verhogen. Hierdoor wordt de totale milieubelas ting niet vermind erd, maar alleen verschoven. Afwenteling van milieue ffecten is een groot probleem bi j de huidige regelgeving. Met de integrale milieu-indicator zoals de MKI proberen we dit te voorkomen door alle milieue ffecten mee te nemen, niet alleen CO2 Dit voorkomt dat we één milieuprobleem o plossen ten kos te van een and er Echter, de MKI is complex. Verd er ki jken we in een bouwproject naar de volledige levensduur van een bouwwerk, wat soms ine ffectie f is voor urgentere kwes ties zoals k limaatverand ering. Med e daarom is een aanvullend e CO2-indicator n odig.”
Administratieve lasten vo or het MKB
De adminis tratieve las ten nemen waarsch i jnli jk alleen maar toe door deze nieuwe regelgeving, ondanks beloften van regeringen om deze te vermind eren. Dit hee ft vooral een negatie f effect op k leine bedri jven, omdat grote bedri jven beter in s taat zi jn om deze las ten te verd elen over een groter volume. Van Leeuwen: “De verplichtingen zi jn mees tal hetzelfd e voor zowel k leine als grote bedri jven, wat leidt tot een nad elige sit uatie voor het k leinbedri jf. Dit resulteert vaak in een shakeout, waarbi j k leine bedri jven uit de markt word en verdrongen door grotere bedri jven die de las ten beter aankunnen. Hierdoor verliezen we snelheid, flexibiliteit en inn ovatiekracht, aangezien k leine bedri jven vaak ambitieuzer zi jn in het verbeteren en inn overen.”
“Veel van onze k lanten, vooral k leine en midd elgrote ond ernemingen, zi jn niet bli j met de nieuwe regelgeving. Ze maken zich zorgen over de hoge kos ten van verplichte tes ten, zoals brandveilig heidsproeven. Hoewel grote bedri jven
hun eigen tes tfaciliteiten kunnen opzetten, zi jn deze kos ten een zware las t voor k leinere spelers. Dit zorgt voor onrus t en negatie f sentiment ond er onze k lanten, die het gevoel hebben dat ze niet voldoend e voorbereid zi jn op de verand eringen”, aldus Van Leeuwen.
Andere Euro peese regel geving
Bedri jven zullen aan meerdere Euro pese regels moeten gaan voldoen. Bi jvoorbeeld de Corporate Social Reporting Directive (CSRD) zorgt ervoor dat grote bouwbedri jven al vanaf volgend jaar, in 2025 moeten rapporteren over de duurzaamheid van hun projecten. Dit dwingt hen om hun leveranciers nauwkeurig te controleren op hun bi jdrage aan de carbon footprint. Van Leeuwen: “Daarom zullen we onze data base actie f aanbied en aan deze grote bedri jven zodat ze hun eigen milieu verk laringen kunnen ops tellen. Onze software, die nu al door veel bedri jven wordt gebruikt, helpt om deze data te beheren en te integreren volgens Euro pese en wereldwi jd e s tandaard en. Hiermee kunnen bouwbedri jven en hun toeleveranciers strategische keuzes maken en zich voorbereid en op de toekoms tige verplichtingen en kansen op het gebied van duurzaamheid.”
Digitalise ring
Wanneer ond er and ere de Ecod esign for Sus taina ble Products Regulation verplicht wordt in Euro pa in 2026, komt er ook een digitaal productpaspoort. Dit paspoort maakt het, via een centraal regis ter, makkeli jker om in Euro pa milieutechnische data van veel producten te vind en.[8]
Van Leeuwen: “Elke producent die naar Ned erland of Euro pa wil exporteren, moet voldoen aan de huidige en binnenkort geld end e milieuregels. Dit betekent dat elk product een verplichte milieu verk laring hee ft in 2026. Onze software R<th ink helpt daarin en we zi jn al succesvol in Ch ina met zo’n vi jftig getraind e gebruikers. Het is nameli jk zo dat onze Euro pese software bedri jven ond ers teunen die naar Euro pa willen exporteren. De software voldoet aan de EN 15804 voor EPD's van bouwproducten en binnenkort ook aan de EN 50693 voor EPD’s van elektrische en elektronische producten. Na de gepland e upgrad e in november dit jaar kunnen gebruikers kiezen t ussen beid e n ormen.”
“R<th ink integreert met ERP-sys temen via Excel, waardoor bedri jven hun producto pbouw eenvoudig kunnen importeren en varianten kunnen doorrekenen. We zien dat ongeveer 80% van het gebruik voor productontwikkeling is en slechts 20% voor certificering. Producenten gebruiken de software om versch illend e scenario's te simuleren, zoals het effect van duurzame energiebronnen. We begeleid en hen daarbi j, zodat ze strategisch inzicht kri jgen en voldoen aan de Euro pese regelgeving.
Europeese centrale databank
Het Digital Product Passport (DPP) verplicht een centraal Euro pees regis ter, gee ft Van Leeuwen aan. “We verwachten ook dat de controles strenger word en, dus daar kun je niet mee rommelen. Het is belangri jk dat bedri jven zich voorbereid en, and ers kunnen ze later voor een nare verrassing komen te s taan. Vooral in de bouw is dit belangri j k, waar producten of bedri jven vaak aan o penbare aanbes tedingen meedoen en word en getoets t. De milieurichtli jnen zi jn echter al wel duid elijk en kunnen we digitaal leveren via een Digital LCA Passport. Volgend jaar wordt het sys teem officieel bekendgemaakt en in 2026 kunnen we beginnen met de juis te data.”
Dank woord
De auteur wil graag zi jn dankbaarheid uiten voor de ti jdsinves tering ti jd van het NIBE en de ond ers teuning die hij kri jgt vanuit van de Expertgroep Circulaire Ins tallaties. Indien u informatie uit dit artikel wens t te gebruiken, gelieve dan te verwi jzen naar de TVVL Expertgroep Circulaire Ins tallaties van de TVVL. Voor meer informatie over het NIBE of R<th ink kunt u ki jken op www.nibe-sus taina bility-experts.com en www.R<th ink-environmental-softwareand-services.com.
4. DGB C, „Position Paper Whole Life Carbon,” [Online]. Availa ble: https://www.dgb c.nl/publicaties/ position-paper-whole-life-carbon-44. [Geo pend 202 3].
5. Trouw, Es ther Bi jlo, „Het eers te ‘Pari js-bes tendige’ gebouw s taat in Leid en: een la b vol tweed ehands spul in de vloeren en muren,” 2021. [Online]. Availa ble: https://www.trouw.nl/duurzaamheid-econ omie/het-eers te-pari js-bes tendige-gebouw-s taat-in-leid en-een-la b-vol-tweed ehands-spul-in-d e-vloeren-en-muren~b8005fc7/?referrer=https://www.nibe-sus taina bility-experts. com/. [Geo pend 202 3].
8. Wuppertal Ins tit ute for Climate, „Digital Product Passport: The ticket to ach ieving a climate neutral and circular Euro pean econ omy?,” 2022.
Circulair en digitaal THEMA
Auteur Harmen Weijer
Olaf Oosting, bestuurslid T VVL en directeur ad viesbureau Valstar Simonis:
“We hebben nu een stoeltje aan de tafel van het Transitieteam Circulaire Bouw ”
Circulariteit krijg t langz aam, maar heel duidelijk voet aan wal in de bouwsector. Maar in de installatiesector is circulariteit nog behoorlijk lastig. Al jaren zijn koplopende bedrijven en branche-organi saties T VVL en Techniek Nederland samen met de Dutch Green Building Council dr uk doende om circulariteit in de installatiesector op de kaar t te zetten. Vorig jaar resulteerde de vele sessies in het werkveld van installatietechniek hierover tot een Actieagenda Circulair Installeren. Voorzitter Vincent Gruis van het Transitieteam
Circulaire Bouweconomie kreeg deze overhandigd van dez e 3 partners. Belangrijkste vraag een jaar later is: hoe staat het met de vele actiepunten op dez e Actieagenda? Olaf Oosting, bestuurslid bij T VVL en nauw betrokken binnen de verenig ing op het gebied van circulair installeren, gee een update. “De Actieagenda hee circulair installeren dusdanig op de kaar t gezet dat we als sec tor nu een stoeltje hebben aan de tafel van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie. Dat hadden we namelijk nog niet.”
De Actieagenda Circulair Ins talleren was het slotst uk van een heel aantal sessies met professionals uit de ins tallatiesector Oos ting: “We zagen een paar jaar geled en dat wi j als TVVL, Techniek Ned erland en DGB C alle drie op onze eigen manieren bezig waren met het voor elkaar kri jgen van meer circulariteit in de ins tallatiesector Dat
Foto's: Chris tiaan Krop
ded en we in projecten richting o pdrachtgevers, met onze achterban, maar ook zelfs richting de politiek. We besloten vorig jaar om de hand en ineen te slaan en in kaart te brengen wat er n odig is voor meer circulariteit in de ins tallatiesector We hebben kennissessies georganiseerd om op te halen wat we onafhankeli jk van elkaar al ded en. Er zi jn zeker 60 professionals uit het werkveld uitgen odigd om dat allemaal samen te vatten. Daarmee is een eers te doel van de Actieagenda al uitgevoerd: meer kennisd eling en het verbind en van professionals op dit vlak.”
Discussie
Het resultaat van de kennissesies is een Actieagenda met 8 hoofdpunten –transitieversnellers genaamd - en tientallen subacties per s takehold er om ervoor te zorgen dat circulariteit ook in de ins tallatiesector mogelijk wordt gemaakt. Dat zi jn hele concrete actiepunten, zoals het aansporen van fa brikanten voor het ops tellen van EPD’s/LCA’s en het in gesprek gaan over mogelijke belemmeringen en o plossingen op dit vlak. Vorig jaar kwam dat n og heel duid elijk aan de orde toen een land eli jke discussie werd gevoerd over de milieuimpact van warmtepompen.
Oos ting: “Ik was eigenlijk heel bli j met die discussie, want op deze manier kwam de problematiek op dit vlak aan de ord e, namelijk hoe scherp hebben we de milieu-impact van warmtepompen? Het ontbreekt aan goed e data, en dat is juis t waar we heel veel behoe fte hebben. Want alleen met de juis te datasets kan er pas een goed e, integrale afweging word en gemaakt t ussen materialen en energie-e fficiëntie. Die datasets moeten komen van fa brikanten van ins tallaties en componenten. Het las tige is dat zi j daarvoor de Euro pese s tandaard en volgen, die niet voldoend e aansluiten op de Nationale MilieuData bease (NMD). De NMD biedt de data voor de verplichte MPG-berekening. De kans is groot dat de MPG meer wordt aangepas t op de Euro pese s tandaard, maar dan n og moeten de fa brikanten wel die data aanleveren. Wat mi j betre ft is het verkri jgen van de juis te data in de komend e twee jaar één van de belangri jks te speerpunten in het Transitieteam.”
Oos ting bese ft zich ook terd ege dat circulariteit van ins tallaties las tiger te berekenen en daarmee te vergelijken is dan bi j bouwmaterialen, zoals beton en s taal. “Het is bi j beton makkelijk door te rekenen als je van 1 m3 beton naar 2 m3 beton gaat. Dat werkt nat uurli jk niet bi j een warmtepomp die van 10 kW naar 20 kW gaat. Feit is wel dat ins tallaties per kg de hoogs te milieu-impact hebben in een gebouw Enerzi jds komt dat door de energie-intensieve materialen en daarnaas t gaan ze immers mind er lang mee dan het casco gebouw. En als je weet dat we in de komend e jaren zeker 7,5 miljoen woningen gaan renoveren, en h ierin duurzame ins tallaties geïns talleerd zullen word en, dan is het nu zaak te weten waaruit deze ins tallaties bes taan.”
Handschoen oppakken
Vraag is nu: wie pakt de handschoen op om werk te maken van de Actieagenda? Zo s taat er geen ti jdsplan in de Actieagenda. De valkuil kan zi jn dat daarmee – alle goed e bedoelingen ten spi jtde actiepunten wegzakken en niemand iets doet. Oos ting: “We hebben bewus t geen ti jdsplan o pges teld maar deze versnellers en actiepunten willen o pschri jven, zodat er nu actie kan word en ond ern omen. En er zi jn gelukkig voorbeeld en van projecten die op dit vlak zi jn o pges tart. Zo zi jn we voor Rij ksvas tgoedbeheer (RVB) samen met ISSO bezig met een ond erzoek hoe circulariteit kan word en meegen omen in de inkoo ps trategie van het ond erhoud en beheer van ins tallaties. Dan maken we grote s tappen, want RVB is de groots te vas tgoedbeheerd er van Ned erland.”
And ers bouwen:
Circulair en digitaal THEMA
Oos ting n oemt als and er voorbeeld van een project waar ook circulaire ambities op het vlak van ins tallaties geld en de aanbes teding enkele gebouwen van de Universiteit Utrecht op de Uithof. “De circulaire ambitie ligt hoog bi j de UU en er wordt in deze aanbes teding nadrukkeli jk gekeken naar bi jvoorbeeld het hergebruik van de sprink lerins tallatie. Dan is het zaak te kijken naar de wet- en regelgeving op dit vlak. Wat zi jn de risico’s van een tweed ehands sprink ler? Als leidingen bi jvoorbeeld rare d euken zoud en hebben, wat betekent dat voor de brandveilig heid? Dat zi jn afwegingen die gemaakt moeten word en. Overigens wordt h ier hergebouwd op dezelfd e locatie, dus een and ere belangri jk d eel van de sprink lerins tallatie, het voorraadvat, bli jft gehandhaafd.
De ambitie van de UU is niet te herleid en tot de Actieagenda, maar biedt onze branche wel handvatten om de gevraagd e ambitie verd er in te vullen.”
Dus er zi jn wel s tapjes gen omen het afgelo pen jaar, maar Oos ting gee ft toe: het zou helpen als er meer projecten komen, waarin circulariteit van ins tallaties word en gevraagd. “Ik weet het ook, het is las tig, want we zi jn als sector afhankelijk van o pdrachtgevers die er in geloven en durven; en aan de and ere kant heb je adviseurs en ins tallateurs n odig die dat kunnen en willen.”
Stoeltje aan tafel
De Actieagenda Circulair Ins talleren hee ft afgelo pen jaar dan weliswaar geen tsunami aan projecten op dit vlak teweeggebracht; Oos ting is wel bli j dat het ond erwerp wel s tevig op de agenda van het Transitieteam is gekomen. “Het doel van het Transitieteam is de weg in de bouwsector te plaveien voor meer circulariteit. Het team mag gevraagd en ongevraagd het ka binet van advies voorzien op dit gebied. Med e dankzi j de Actieagenda hee ft het team mi j gevraagd om namens de ins tallatiesector zitting te nemen in het Transitieteam
Circulair Bouwen. Het li j kt missch ien een k leine s tap, maar nu wi j een s toeltje aan die tafel hebben, s taat de productgroep circulaire ins tallaties d efinitie f op de kaart.”
Auteur Ing. B.J. (N ard) Geer ts, Energiepar tners in Utrecht
Analyse van het energieverbruik leidt gemiddeld tot 15% besparing zonder noemenswaardige invester ingen
Datagedreven energieoptimalisatie in de gebouwde omgeving
“Give me data, I can’t make bricks without cl ay”. Dit is één van de quotes die Energiepar tners gebruikt in haar doel om het MKB te onde rsteunen met ke nnis en hulpmiddelen om het energieverbruik en daarmee de CO2 -uitstoot te ve rminderen. Zonder data geen inzicht en zonder inzicht geen plan van aanpak om doelgerichte energiebesparingsacties vast te stellen. In de EML2023, de Erkende Maatregelen Lijst 2023, is de maatregel GA1 “Pas een automatisch energiereg istratieen bewakingssysteem (EBS) met rappor tagefunctie toe” opgenomen. Doel is dat de gebruiker van het pand éénmaal per half jaar naar het energieverbruik kijkt om zodoende mogelijke bespar ingen te signaleren en uit te voeren. En dat is een goede zaak!
Bi jna alle functionarissen die verantwoord eli jk zi jn voor het energieverbruik regis treren al jaren het maand elij kse verbruik, zien of er afwi j kingen zi jn en geven daar vervolgens een verk laring voor; we hebben meer geproduceerd, het was een koud e winter, we hebben verbouwd etc. Eigenli jk zegt het monitoren van het maandverbruik niet veel, het is slechts een trendindicatie en zegt niets zegt over de mate van het energie-e fficiency Een LBK die alti jd aans taat wordt bi jvoorbeeld niet gesignaleerd.
De gen oemd e EML maatregel GA1 is in potentie de bes te maatregel uit de gehele li js t! Immers als geheel BV-Ned erland de ins tellingen van de ins tallaties zou o ptimaliseren dat hebben we een besparing van minimaal 15% te pakken (ervaring van Energiepartners) zond er inves teringen en
hebben daarmee een subs tantiële bi jdrage geleverd aan de doels telling om in 2030 50% mind er CO2 uit te s toten. De eers te s tap in de Trias-Energetica.
Zover is het echter n og lang niet. Bedri jven kri jgen nu de verplichting o pgelegd, de software wordt aangeschaft of door het energiebedri jf besch ikbaar ges teld en vervolgens wordt er onvoldoend e gedaan met de inzichten die deze grafieken te bied en hebben. Een gemis te kans. And erzi jds is het begri jpelijk dat niet ied ereen deze grafieken op de juis te wi jze kan interpreteren. Het vraagt kennis, oe fening en bekendheid met het gebouw en de ins tallaties.
Ook zi jn er geautomatiseerde vergeli j kings tools. Deze zi jn echter beperkt, het rekent gemidd eld es uit, vergeli j kt deze met pand en van hetzelfd e bouwjaar en signaleert mogeli jk afwij kingen. De werkeli jke analyse van het energieverbruik vraagt echter ook om kennis van het gedrag van de gebruiker, de aanwezige processen en de ins tallaties.
Data-analyse kan ingezet word en voor versch illend e vraags t ukken:
1. Verhoging van de energie-e fficiency van het pand;
2. Mogelijke o plossingsrichtingen bi j de snelgroeiend e netconges tieproblematiek en
3. Bi j de bepaling van de capaciteit van een warmtepomp
In dit artikel wil ik met enkele praktische voorbeeld en laten zien wat de kracht is van het visualiseren en analyseren van energiedata en hoe dat kan bi jdragen aan het verbeteren van de energie-e fficiency en aan de verd ere verduurzaming van de gebouwen.
Prakti jkvoorbeeld 1 betre ft een kantoorpand van 6000 m2 met bouwjaar 1999. Figuur 1 laat het energieverbruik van een willekeurige week in de zomer van 2024 zien.
De basislas t in het weekend is zo’n 20 kW. Dit zi jn voornameli jk de luchtbehand elingsins tallaties. And ere gebruikers zi jn te verwaarlozen. In and ere seizoenen zie je ongeveer hetzelfd e verbruik, waardoor je kan s tellen dat het elektrisch verbruik van deze ins tallaties buiten kantoorti jd op jaarbasis ongeveer 1 20.000 kWh is. Daar bovenop zie je dat deze ins tallatie al vanaf 01:00 uur in de hoogs tand gaat, met als gevolg dat op jaarbasis zo’n 12 kW x 6 uur x 250 dagen is 18.000 kWh extra verbruikt wordt. Het elektriciteitsjaarverbruik van dit kantoorpand is 260.000 kWh zodat buiten kantoorti jd en zo’n 50% van het totale elektriciteitsverbruik o pgesoupeerd wordt. Dit is in de kantooromgeving niet ongebruikelij k, maar wel veel te veel!
Figuur 1: Kantoorpand van 6000 m2 met bouwjaar 1999. De illus tratie laat het energieverbruik van een willekeurige week in de zomer van 2024 zien.
Daarnaas t zie je dat er op deze zomerse dagen ’s morgens vroeg een warmtevraag is. Waarom? Vri j spoedig zal de koelins tallatie ingeschakeld word en. Uit de verbruiksdata bli j kt dat er in de maand en juli en augus t us totaal 35 GJ of te wel zo’n 1100 m3 gas verbruikt is. Een ins tellingsfout en pure verspilling. Het is voor de hand liggend om samen met de ins tallateur de ins tellingen van het gebouwbeheersys teem aan te passen. Hier zi jn forse besparingen mogeli j k.
Case -2: Klokther mostaat instellingen cv-ketel
Hier gaat het om een ins tallatiebedri jf met kantoor en bedri jfshal. De kantoren word en verwarmd met een cv-ins tallatie. De directie is ervan overt uigd dat de ins tallatie goed s taat ingeregeld. Inzicht in het gasverbruik laat echter zien dat het gasverbruik buiten werkti jd wel erg veel is. De k lok- en temperat uursins tellingen word en nagelo pen met als resultaat een aanzienli jke besparing.
Case -1: LB K instellingen
Figuur 2: Na aanpassingen in de ins tellingen van de k lokthermos taat is een energiebesparing van 32% gerealiseerd.
Het aardgas jaarverbruik daald e van zo’n 8100 m3 naar 5 600 m3 Zie Figuur 2. Ook een graaddagenberekening laat zien dat de besparing zo’n 32% is. Zond er inzicht in het energieverbruik was dit niet gerealiseerd.
Case -3: Rondpompsysteem warm-water
De groots te blind e vlek in energiebesparing is het gebruik van rondpompsys temen voor warmwater Bi j bi jvoorbeeld hotels, verzorgings tehuizen, sportverenigingen en gezondheidscentra wordt deze techniek veelvuldig ingezet. Data-analyse toont echter wel aan dat gemidd eld gen omen 30 tot 50% van het totale gasverbruik gebruikt wordt voor de productie van warmwater Hiervan gaat 80% verloren door transmissieverliezen ti jd ens het rondpompen! En dat is veel. Extra isolatie van de leidingen is een mogelij kheid, maar deze zi jn vaak slecht toegankeli j k.
Door midd el van data-analyse kunnen de jaarlij kse kos ten voor de productie van warm-water in kaart gebracht word en en mogeli jke alternatieven of aanpassingen gedaan word en.
In dit voorbeeld s taat een partycentrum centraal. Zie
Figuur 3. Dit partycentrum is op zondag gesloten en s taat de verwarming niet aan. Hierdoor kan je conclud eren dat dit partycentrum per dag dus zo’n 40 m3 gas kwi jt is voor het rondpompen en warmhoud en van het boilervat. Op jaarbasis zi jn deze s tandby-verliezen dus zo’n 15.000 m3 zond er rekening te houd en met mogeli jke extra verliezen in de wintermaand en.
De k lant hee ft na deze analyse een ti jdk lok op de pomp geïns talleerd, waardoor het gasverbruik op de zondag is gedaald van 42 m3 naar 1 m3 Alleen al in de 3 zomermaand en is het gasverbruik gedaald met 2.700 m3 Op jaarbasis is dat een veelvoud.
Case - 4: Netcongestie
Eén van de oorzaken van netconges tie is dat de netbeheerd er op elk moment de gecontracteerde capaciteit moet kunnen leveren, waardoor op een gegeven moment de capaciteit op is en uitbreiding niet meer mogeli jk is. En dat terwi jl ook bekend is dat gemidd eld gen omen de capaciteit op het net slechts voor zo’n 30% benut wordt. Het zi jn de pieken die netconges tie veroorzaken. Gelukkig
word en de eers te s tappen naar een dynamisch contract gen omen, maar de effecten zullen pas over enige jaren merkbaar word en. In de t ussenti jd is uitbreiding van de capaciteit niet mogelij k.
Wil een bedri jf daarom weten waar hi j aan toe is, dan zal de elektriciteitsconsumptie geanalyseerd moeten word en. Hoe ziet het dag- en weekpatroon eruit, wat zi jn de seizoensinvloed en, wanneer tred en de pieken op en wat zi jn de veroorzakers van deze pieken? Is men is s taat de volgti jd elij kheid van het s tarten van mach ines aan te passen of om bepaald e apparaten (zoals de LBK of koeling) ti jd elijk uit te zetten? Wat doen de laadpalen en zonnepanelen? Kunnen de pieken verlaagd word en waardoor er binnen het huidig contract ruimte onts taat voor nieuwe inves teringen?
Deze vragen kunnen alleen beantwoord word en, wanneer het elektriciteitsverbruik grondig geanalyseerd wordt. Daarbi j behoren nat uurli jk ook de verd ere verduurzamingss tappen, zoals de inves tering in zonnepanelen, warmtepompen, laadpalen en de event uele inzet van accusys temen.
Figuur 3: In dit voorbeeld s taat een partycentrum centraal, met links de meting voordat een ti jdk lok is geplaats en rechts erna.
Case -5: Bepaling capaciteit warmtepomp
Voor de bepaling van de capaciteit van een warmtepomp geld en de richtli jnen van de ISSO, waarbi j de transmissieberekening centraal s taat.
In de praktijk gebeurt dit echter weinig. Vaak wordt gekeken naar de huidige capaciteit van de cv-ins tallatie en wordt dit vermogen gebruikt voor de warmtepompins tallatie. Dit is echter een onjuis te method e omdat uit onze ervaring blij kt dat de gemidd eld e cv-ins tallatie s terk over gedimensioneerd is.
Voor
Immers een paar kW extra cv-vermogen vind je amper terug in de in aanschafkos ten. Dit geldt echter wel voor de warmtepomp, waardoor deze ins tallaties veel te duur word en aangebod en.
Een and ere method e is om het jaarverbruik van het aardgas te d elen door de vollas turen, die gebaseerd zi jn op het bouwjaar van het pand. Een red elijke benad ering, maar onvoldoend e toegespits t op het betreffend e pand. Om het werkeli jke ben odigd e verwarmingsvermogen te bepalen gee ft meetdata het bes te inzicht. Immers, dat is wat het pand op enig moment werkelijk aan warmteverlies hee ft.
Voorbeeld: s taalbedri jf met vloerverwarming in de werkplaats. Zie Figuur 5. Het o pges teld CV-vermogen ten behoeve van de vloerverwarming is 180 kW.
Je ziet een basisverbruik van zo’n 1,5 m3 met daarboven een aantal blokken van 7 m3 per uur Deze blokken zi jn het gasverbruik van de vloerverwarming in de werkplaats. De ruimtes ert ussen betekent dat de vloerverwarming overdag uitgaat door de zonintred e en de las-werkzaamhed en.
De graaddagen zi jn bekend, dus kan je berekenen bi j welke d elta-T deze 60 kW aan verwarmingsvermogen gevraagd wordt. De offertes gingen echter uit van 180 kW, waardoor deze ond ernemer, die wild e verduurzamen, deze beslissing vanwege de hoge inves tering hee ft uitges teld.
Conclusies
Figuur 4: In dit voorbeeld hee ft een s taalbedri jf vloerverwarming in de werkplaats. Het o pges teld CV-vermogen ten behoeve van de vloerverwarming is 180 kW.
Breng je energieverbruik in kaart. Kijk daarbi j vooral naar het energieverbruik buiten werkti jd en. Bi j een bedri jf in dagdiens t zi jn dit maar lie fs zo’n 6000 uur van de 8760 uren per jaar en bi j een 2 ploegenbedri jf zi jn dit n og alti jd zo’n 4 500 uren. Hier zit de potentiële besparing. In theorie zou dit verbruik “nul” kunnen zi jn. Immers, de verlichting binnen hoe ft alleen te brand en als er mensen zi jn, de buitenverlichting hoe ft alleen te brand en als er beweging is. De hoge temperat uurverwarming kan 5 grad en lager inges teld word en, de lage temperat uurverwarming afhankeli jk van de sit uatie tot 2 grad en en de luchtbehand eling zou theoretisch uitgezet kunnen word en. We ventileren immers voor de mens en vieze luchtjes onts taan pas na enkele weken. Oftewel ki jk kritisch naar de ins tellingen, 15% besparing op het energieverbruik is goed haalbaar
Echt
Nard Geerts hee ft samen met Jochem Mark (Siemens) en Ruben Harmsen (Omgevingsdiens t Midd en Holland) een presentatie gegeven op dinsdag 15 oktober op het TVVL podium ti jd ens de Vakbeurs Energie.
And ers bouwen: Circulair en digitaal THEMA
Kennisdeling rond energietransitie
Eerd er dit jaar organiseerde Technische Unie (T U een kennis- en netwerkdag over de energietransitie en Smart Energy Med ewerkers kond en ond er meer via webinars hun kennis op dit gebied vergroten.
Robert Hendriks, med eo prichter van EnergiePartners, was een van de sprekers ti jd ens de plenaire sessie.
Hi j gaf aan hoe je een gebouw kunt verduurzamen en dit meetbaar kunt maken. EnergiePartners vertaalt Euro pese en nationale energiewetgeving naar de prakti jk en maakt daarmee de energietransitie concreet. Energiewetgeving wordt volgens Hendriks vaak gezien als ‘gedoe’, maar kan veel o pleveren. “De wetgeving is duid elijk over duurzaamheidsinves teringen die gebouweigenaren en -gebruikers moeten doen en die ze binnen 5 jaar kunnen terugverdienen. Die maatregelen moeten getroffen word en. Je kunt daar slimme acties aan toevoegen zoals het op de juis te momenten in- en uitschakelen van ins tallaties om energie te besparen. Met een dynamisch actieplan kunnen gebouweigenaren s tapsgewi js verd er verduurzamen en h ierover rapporteren. Zo bli jven ze voldoen aan de wet- en regelgeving, die in cycli s teeds verd er wordt aangescherpt.”
Ti jd voor actie
De energiewetgeving wordt niet alleen s teeds concreter, er wordt ook s teeds meer gehandhaafd. Gebouweigenaren doen er volgens Hendriks goed aan om zo snel mogeli jk met verduurzaming aan de slag te gaan. “Wacht niet tot de handhaver voor je d eur s taat, want dan kom je terecht in een dwingend traject. Het gee ft veel stress om op dat moment n og allerlei offertes te moeten opvragen. Realiseer je dat acties die iets o pleveren in kilowatt uur, kuub of CO2 ook direct je bankrekening laten groeien. Door er nu meer aan de slag te gaan, kun je aansluiten op nat uurli jke vervangingsmomenten het Meerjaren Ond erhoudsplan. Zo voorkom je dat je budgetten moet omgooien of kapitaalvernietiging doordat niet-afgeschreven ins tallaties vervangen moeten word en.”
To pje van de i jsberg
Waar we vroeger alleen passie f energie afnamen, dwingt de energietransitie ons ook actie f energie op te
wekken en te managen. Energiemanagement begint met het meten van je energieverbruik. Met behulp van slimme techn ologie van Siemens kan attractiepark Toverland ondanks de netconges tie het aantal attracties uitbreid en. Dit laat zien dat energiemanagement om meer gaat dan alleen energiebesparing. Het borgt ook de business continuïteit van bedri jven en houdt hen aantrekkelijk voor hun k lanten. “Als attractiepark wil je bli jven uitbreid en en vernieuwen”, zegt Sand er van Slooten, frontline sales manager bi j Siemens Smart Infras truct ure. “Attracties moeten continu betrouwbaar functioneren. Je wil met een minimale hoeveelheid energie een maximale besch ikbaarheid creëren en inzicht hebben in s toringen. Deze behoe ften spelen bi j álle bedri jven en organisaties. Dus ook bi j winkelketens, hotels, zorgins tellingen en scholen. Met sensoren maak je energies tromen inzichteli j k, kun je monitoren of je ins tallaties up & running zi jn en ze beter gaan runnen en servicen. Het energievraags t uk is slechts het to pje van de i jsberg. Daarachter zit de vraag naar o plossingen om de business te o ptimaliseren.”
Als een ui
Siemens was één van de 11 leveranciers met wie T U-med ewerkers ti jd ens het kennisevent in k leine groepen in gesprek kond en gaan. Sand er van Slooten en zi jn collega Jochem Mark van Siemens adviseerd en de d eelnemers om het energievraagst uk van k lanten als een ui te pellen. “Zo kom je snel tot de achterliggend e vraag. Die zal naas t energiebesparing ook over o perationele verbeteringen gaan. Gee f k lanten het advies om eerst hun energies tromen inzichteli jk te maken. Niet alleen elektriciteit, maar ook water- en luchts tromen. Van meten kom je naar inzicht en van inzicht naar managen. Inves teer s tapsgewi js in techn ologie die als een jasje kan meegroeien met je organisatie. Als je eenmaal inzicht hebt, wil je daar het maximale kunnen uithalen. Daar heb je sys teemlogica voor n odig en ook die kan Siemens leveren.”
Onderzoek & Cases
Auteurs
dr ir A.G. (Bram) Entropa*, dr ir S. (Sand er) Siebelinka, ir S.I. (Sandra) Wi jnant-Timmermanb
a) Saxion, school of Business, Building and Techn ology (BBT), lectoraat Sus taina ble Areas and Soil Transitions (SAS T), Ensched e, Ned erland
b) Saxion, Life Science, Engineering & Design (LED), lectoraat Sus taina ble Energy Sys tems (SES), Ensched e, Ned erland
*) corresponding author: a.g.entro p@saxion.nl
Ondergrondse energieopslag; een bijdrage in Twente?
Dit ar tikel presenteer t de eerste result aten vanuit het RAAK onderz oeksproject ‘Ondergrondse Energieopslag Twente’, waarin de mogelijkheden en onmogelijkheden van energieopslag in onderg rondse zoutcavernes en gasvelden worden onderz ocht. De focus in dit ar tikel ligt op aspecten van het systeemontwerp: energiescenario’s, geschikte opslagmedia in de onde rg rond, energie-infrastructuur en de potentiële omvang van ondergrondse energieopslag in Twente
De duurzame energietransitie speelt een sleutelrol in het Nationaal Klimaatakkoord dat in Ned erland in 2019 is vas tges teld. Voor Twente is dit akkoord uitgewerkt in de Regionale Energies trategie (RES)[1], waarin wordt ges tree fd naar een k limaatneutraal Twente in 2050+ en, waar mogelij k, naar energieneutraliteit. Tegen 2030 is de ambitie om minimaal 1,5 TWh aan elektriciteit duurzaam in Twente op te wekken. Om deze ambitie te bereiken is o pslag van energie essentieel, zodat versch illen t ussen vraag en aanbod in de ti jd kunnen word en gebufferd. De ond ergrond van Twente kan h ier een belangrijke rol in spelen, dankzi j de aanwezig heid van zout- en gasvoorkomens, die gesch ikt zi jn voor s truct urele energieo pslag[2] (zie Figuur 1).
Recente ond erzoeken laten het belang zien van de aanleg van dergelijke ond ergrondse energieo pslagsys temen. Hierbi j de belangrijks te red enen[3]:
• Balans t ussen vraag en aanbod: ond ergrondse o pslag kan zorgen voor leveringszekerheid in centrale en regionale energienetten en op wi j k-/gemeenteniveau;
• Ontwikkeling van verdienmod ellen: ond ergrondse o pslag kan bi jdragen aan het ontwikkelen van verdienmod ellen, die inspelen op energiepri jsfluct uaties, specifieke sys teemdiens ten leveren en de (internationale) hand el in energiedragers;
• Kos tenbesparing: door schaalvoord elen kan grootschalige ond ergrondse o pslag econ omisch aantrekkeli jk zi jn in vergeli j king met k leine energieo pslagsys temen;
• Ruimtebesparing: door energieo pslag ond ergronds te faciliteren, zal de aanspraak op bovengrondse ruimte beperkter zi jn.
Er zi jn echter ook veel vragen rondom de ond ergrondse energieo pslag in Twente, waarond er de technische gesch iktheid en de rol van ond ergrondse energieo pslag als ond erd eel van het totale energiesys teem. Het zi jn deze aspecten die ond erd eel zi jn van de eers te fase in dit RAAK-ond erzoek naar ond ergrondse energieo pslag in Twente. De uitkoms ten van de eers te fase zi jn samengebracht in voorliggend artikel.
Figuur 1: Overzicht van o pslag techn ologieën en de theoretische gesch iktheid van ond ergronds o pslag (ruimte). * = per slucht, ** ond ergrondse pompaccumulatie (Overgen omen uit [2]).
Figuur 1: Representatie van de balans t ussen vraag en aanbod van ver sch illend e energievormen in Twente, peiljaar 2021[5].
Onderzoeksopzet
In een RAAK-ond erzoeksproject werken ond erzoekers samen met professionals uit de publieke sector en het bedri jfsleven aan prakti j kgericht ond erzoek. Voordat het ond erzoeksvoors tel tot s tand kwam, zi jn er werksessies georganiseerd met deze professionals. Dit leidd e tot de volgend e ond erzoeksvraag:
Hoe kan duurzame ond ergrondse energieo pslag in zout- en gasvoorkomens in Twente concreet en ti jdig word en gerealiseerd?
Om tot beantwoording van deze ond erzoeksvraag te komen, zi jn er twee perspectieven aangehoud en, namelijk één vanuit gebiedsontwikkeling en één vanuit het sys teemontwerp. Deze beid e perspectieven zullen vervolgens samenkomen in een uitvoeringss trategie. Dit praktij kgerichte ond erzoek wordt uitgevoerd met de hulp van partners uit het overheids- en bedri jfsleven, alsmed e door de inzet van st ud enten van versch illend e o pleidingen.
Dit artikel richt zich op het sys teemontwerp. Daarbi j komen de volgend e ond erwerpen aan bod:
1) een analyse van energiescenario’s inzake de regionale energie-overschotten en tekorten in de ti jd om de behoe fte aan energieo pslag vas t
te s tellen, 2) de voor- en nad elen van versch illend e o pslagmedia, 3) de n oodzakelijke energie-infras truct uur en 4) de omvang van de energieo pslag. Met deze uitgangspunten in de hand wordt een ontwerptraject o pges tart, waarin de omvang en elementen van de ins tallatie word en vas tgelegd in een schetsontwerp. Deze elementen omvatten het eers te werkpakket van het RAAK-ond erzoeksproject
Behoef te aan energieopslag
De behoe fte aan energieo pslag wordt bepaald door de toekoms tige vraag en aanbod van energie, alsmed e de onbalans in de ti jd. Hierdoor onts taat de behoe fte om energie te bufferen, zodat energie in ti jd en van overschot kan word en o pgeslagen en in de ti jd en van tekort wordt vri jgegeven uit de o pslagvoorziening. Het kwantificeren van vraag en aanbod van energie in Twente is gedaan op basis van de online besch ikbare k limaatmonitor[4], waarin overhed en de voortgang van de energietransitie monitoren. De gegevens van het recente peiljaar 2021 zi jn geanalyseerd voor de RES-regio Twente, waarbi j versch illend e dragers van energie en hun omvang zi jn geschematiseerd (Figuur 2). De energievormen die daarin word en ond erscheid en zi jn: elektriciteit, warmte (80 °C), warmte indus trie (200 °C), groen gas, aardgas en overige fossiele brands toffen.
In de komend e d ecennia wordt een daling verwacht in de elektriciteitsvraag van apparat uur vanwege e fficiëntere technieken. Door de verbetering van thermische isolatie, warmteterugwinning en de luchtdichtheid in woningen en kantoren zal weliswaar de vraag naar aardgas voor warmte dalen, maar door de inzet van warmtepompen én een toename in koelbehoe fte zal de elektriciteitsvraag sti jgen. Een and ere ontwikkeling is het toenemend e aantal elektrische auto’s, waarvoor laadcapaciteit zal word en gerealiseerd. Ook zal de indus trie in toenemend e mate word en geëlektrificeerd. Daarnaas t vraagt de land eli jke woningbouwo pgave om keuzes m.b.t. grootschalige woningbouw; Twente is daarbi j één van de mogeli jke groeiregio’s[6].
Aanbod (in GWh) 2021 2030 2050 wind op land 0 600 2000 zon 486 900 4114 zon achter de voord eur 72 144
Het kwantificeren van bovens taand e ontwikkelingen in een realis tisch scenario voor de RES-ti jdshorizonnen van 2030 en 2050 is geen gemakkeli jke o pgave. Gezien de huidige druk op het elektriciteitsnetwerk[7] en de verwachte verd ere afname van het aardgasgebruik, gaat het niet lukken om in onze energiebehoe fte te voorzien met slechts elektrische energie over het elektriciteitsnetwerk of duurzaam geproduceerde elektriciteit. Via het huidige gasnetwerk of via een nieuw aan te leggen netwerk zal waters tof en/of biogas n odig zi jn.
Ta bel 1: Voorziene ontwikkeling in elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen in regio Twente[5].
Figuur 3: Elektriciteitsproductie per hernieuwbare bron in Ned erland in TWh[8].
Figuur 4: Scenario voor 2050 die de onbalans schets t t ussen vraag (blauw) en aanbod (groen = import, rood = hernieuwbare energie) van elektrische energie in Twente[5].
In 202 3 was bi jna de helft van de elektriciteitsproductie in Ned erland afkoms tig uit hernieuwbare bronnen[8]. De en orme toename van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen is goed zichtbaar in Figuur 3. Hoewel deze grafiek de elektriciteitsproductie voor heel Ned erland betreft, kunnen we deze sit uatie ook betrekken op Twente. De RES Twente voorziet bi jna een verdubbeling van de energieo pwekking uit zon en een aanzienli jk aand eel van wind energie in 2030 (zie Ta bel 1). Vanwege onzekerheid rondom politieke keuzes (o p welke locaties s taan we o pwekking van zonne-energie toe?) en de dynamiek van de publieke en politieke besluitvorming (zi jn windt urbines op land wel of niet gewens t?), is enige voorzichtig heid bi j toekoms tige scenario’s gebod en. Echter, we gaan er wel van uit dat de ingezette stijgend e trend van energieo pwekking uit hernieuwbare bronnen zich zal voortzetten. De waard en die in Ta bel 1 zi jn o pgen omen voor de scenario’s van 2030 en 2050 vormen h iervan een afspiegeling.
Nu al word en PV-sys temen op sommige momenten uitgeschakeld, vanwege een overbelas ting van het elektriciteitsnet. Ondanks het potentieel van de hernieuwbare bronnen, is de ongelij kti jdig heid van het aanbod en de vraag een sit uatie om in de toekoms tige scenario’s rekening mee te houd en. In de st udie van Saxion[5] zi jn analyses gemaakt op dagniveau, waarbi j is aangen omen dat de fluct uaties binnen een dag word en o pgevangen door flexibiliteit in het energiesys teem. Het scenario van vraag en aanbod van elektriciteit voor 2050 is zichtbaar in Figuur 4. Aangezien de ond ergrondse o pslag met name gesch ikt is voor seizoenso pslag met een reactieti jd van één tot meerdere dagen, zi jn ti jdprofielen in de figuur met een period e van één dag aangehoud en. De resulterend e vergelij king van vraag en aanbod over het jaar laat zien, dat er (met name) in de zomerperiod e grote overschotten van hernieuwbare energie zullen onts taan. In de winterperiod e zal het aanbod uit hernieuwbare bronnen niet voldoend e zi jn om in de behoe fte te voorzien. Hoewel in de scenario’s buiten beschouwing gelaten, zal ook op de ti jdschaal van een dag onbalans voorkomen. Overdag kunnen overschotten bes taan; daarentegen zi jn er ’s nachts tekorten. Dit toekoms tbeeld vraagt dus om een energiesys teem met zowel buffering van energie over de seizoenen heen, als flexibiliteit waarmee fluct uaties op dagbasis kunnen word en o pgevangen. Energieo pslag in Twentse zoutcavernes en/of gasveld en biedt voornameli jk uitkoms t voor de lange termi jn o pslag, terwi jl voor de korte termi jn mogelijk batteri jen of laadpalen gebruikt kunnen word en. Wat betre ft de ben odigd e omvang van een ond ergronds energieo pslagsys teem is, op basis van de geschets te scenario’s, ca. 300 GWh tot 1400 GWh ben odigd.
De volgend e paragraaf zet uiteen, welke technieken en o pslagmedia er zi jn om energie in de ond ergrond op te slaan.
Opslagmedia voor ondergrondse energieopslag
In de kern kunnen we drie vormen van energie ond ergronds o pslaan ond erscheid en, te weten (I) moleculen zoals waters tof of methaan (biogas), (II) warmte via warm water en (III) mechanische energie zoals perslucht en pompaccumulatie[9]. Daarnaas t bes taat er in theorie de kans om in twee ond ergrondse voorkomens (IV) de elektrolyto pslag voor een redox flow batteri j te faciliteren, maar deze s toffen zi jn momenteel verre van milieu vriend eli j k. De gen oemd e vormen, waarmee ervaringen reeds zi jn o pgedaan, word en gekenmerkt door een potentieel aan energieo pslag én door een typerend e ti jdspanne, waarover de buffering van energie kan plaatsvind en (Figuur 5). Ter illus tratie: een vergeli j king leert ons dat het energieo pslagpotentieel van waters tof een factor 10 tot 100 maal zo groot is als het energieo pslagpotentieel van perslucht. Naas t energiepotentieel en ti jdspanne spelen and ere kenmerken een rol in de afweging van gesch ikte o pslagmedia, welke h ierond er bekno pt word en toegelicht
Figuur 5: Een vergeli j king van energieo pslagpotentieel (verticale as) en ti jdsduur (horizontale as) van diver se o pslagvormen van energie [9].
Waters tof:
Waters tof wordt geproduceerd door elektrolyse van water, waarbi j elektriciteit wordt gebruikt om watermoleculen te splitsen in waters tof en zuurs tof. Het waters tofgas kan vervolgens ond ergronds word en o pgeslagen, bi jvoorbeeld in zoutcavernes[10]. De grote energetische dichtheid van waters tof t.o.v. de and ere o pslagvormen is één van de belangrijks te voord elen, zoals we al zagen in Figuur 5. Bovendien is waters tof zeer gesch ikt om energie over grotere ti jdspannen van de seizoenen op te slaan. Een nad eel zi jn de energieverliezen, die o ptred en bi j de conversie van elektriciteit naar waters tof en vice versa. De e fficiëntie van de elektrolyse ligt rond de 60% [11]. In Ned erland word en momenteel de eers te s tappen gezet met ond ergrondse o pslag van waters tof in het project Zuidwending[1 2].
Er zi jn ook enkele voorbeeld en van reeds gerealiseerde waters tofo pslagen in zoutcavernes in het Verenigd Koninkri jk en de Verenigd e Staten, welke word en ingezet als indus triële gronds toffenvoorziening[10]. Het is daarom interessant om te ond erzoeken of we de zouts truct uren in Twente (die gelijkenissen vertonen met die in het Verenigd Koninkri j k) ook voor indus trieel gebruik kunnen inzetten en bovendien gesch ikt kunnen maken voor het energiesys teem.
Groen gas:
Biogas uit biomassa en methanisatie van (groene) waters tof zi jn bronnen van groen gas. In de regio Twente gaat biogas, en mogeli jk de o pwerking naar groen gas, naar verwachting een rol spelen in het toekoms tige energiesys teem[13]. Ond erzoek laat zien dat groen gas kan word en o pgeslagen in bes taand e aardgaso pslagen[2]. Door het sto ppen van aardgaswinning in Ned erland zal de behoe fte aan ond ergrondse o pslag van aardgas afnemen. De mees te scenario’s voor 2050, zoals de st udie “Net voor de Toekoms t” van CE Delft[13] voorspellen dat aardgas een k leinere rol zal spelen in het energiesys teem en dat de o pslagcapaciteit van aardgasveld en kan word en vermind erd. Dit biedt voldoend e o pslagcapaciteit voor groen gas, waarvoor dan geen zoutcavernes hoeven te word en aangewend.
Perslucht:
Bi j persluchtenergieo pslag wordt lucht gecomprimeerd en o pgeslagen in ond ergrondse reservoirs om later t urbines aan te dri jven en elektriciteit te genereren. Deze techn ologie hee ft lage o perationele kos ten, maar kent uitdagingen zoals warmteverlies ti jd ens compressie en de n oodzaak van gesch ikte geologische formaties voor o pslag. Technisch gezien zi jn er versch illend e vormen[14] van energieo pslag door midd el van perslucht: (I) Isotherm; (II) Adia batisch; (III) Dia batisch en (IV) Hybrid e.
Warmteo pslag:
Bi j warmteo pslag wordt overtollige warmte, bi jvoorbeeld afkoms tig van zonne-energiesys temen, o pgeslagen in ond ergrondse reservoirs of rotsformaties. Dit kan word en gebruikt voor ruimteverwarming,
indus trieel gebruik of elektriciteitso pwekking. Hoewel warmteo pslag e fficiënt is en een lange levensduur hee ft, is het aantal gesch ikte locaties beperkt en zi jn er hoge initiële inves teringskos ten. Diep gelegen zoutcavernes zoud en interessant kunnen zi jn voor warmteo pslag[15].
Aansluiting infrastructuur
Ned erland hee ft een wi jdverbreid aardgasnetwerk. Aardgas zorgde ervoor dat de warmtebehoe fte grotend eels werd ingevuld, maar aardgas is een fossiele brands tof waarvan de Rij ksoverheid het gebruik wil vermind eren[16]. Biogas en/of waters tof zoud en d eels de rol van aardgas kunnen gaan overnemen, waarbi j (een d eel van) het huidige aardgasnetwerk wordt gebruikt[17]. Er zi jn op enkele locaties in Twente zelfs loze aardgasleidingen aanwezig, die in de vorige eeuw zi jn aangelegd voor gas-intensieve indus trie. In potentie kunnen deze leidingen ook waters tof transporteren naar grote indus triële afnemers (T. Beune, H2 Hub Twente, geïnterviewd 13-5-2024). Het gebruik van bes taand e aardgas-infras truct uur li j kt ook wenseli jk om een betrouwbare energievoorziening te garand eren. Het is nameli jk niet haalbaar om de totale energiebehoe fte een invulling geven met elektrische energie getransporteerd over het elektriciteitsnet. Nu al ervaren we de druk op het elektriciteitsnet; zowel qua aanbod- als aan de vraagzi jd e uit netconges tie zich s teeds vaker in de vorm van uitval[7].
Een ond ergronds energieo pslag sys teem dient alleen al voor bi jvoorbeeld het meten, comprimeren, koelen, filteren, verwarmen en drogen van het medium een d egelijke zware verbinding te hebben met het elektriciteitsnetwerk, maar uiteraard ook met een gasnetwerk, biogasnetwerk of waters tofnetwerk. Waters tof kan event ueel ook ter plekke bi jvoorbeeld door midd el van elektrolyse word en gemaakt en na o pslag weer in een brands tofcel in elektrische energie word en omgezet, maar dat hoe ft niet alti jd guns tig te zi jn voor wat betre ft het elektriciteitsnetwerk. Het kan guns tig zi jn juis t d ecentraal waters tof (bi jvoorbeeld bi j een zonnepark of windmolenpark) te produceren, via een leidingnetwerk naar de o pslag te transporteren, ond er druk ond ergronds op te slaan en dan pas na verloo p van ti jd weer aan een leidingnetwerk voor d ecentraal gebruik toe te voeren.
Globaal lo pen er diagonaal in Twente van n oordwes t tot in het oos ten over de grens met Duitsland een 380 kV hoogspanningsverbinding met een groot verd eels tation in Hengelo en hogedruk gas transportleidingen met meetregels tations in Bornerbroek, Hengelo en Ensched e. Net over de grens aan de n oordoos t kant van Twente ligt een aardgasleiding van het Ned erlandse Vlieg huis, door het Duitse Kalle, ten wes ten langs Nordhorn naar Ochtrup. Deze aardgasleiding is door de firma Thyssengas van RWE gekocht met als doel waters tof te gaan transporteren. Iets ten zuidoos ten van Ensched e, net over de grens in het Duitse Epe, liggen 114 cavernes waarvan er 80
voor o pslag van aardgas word en gebruikt. De belangrijks te exploitanten van de cavernes zi jn Uniper, RWE en Vattenfall. De cavernes in het gebied hebben een werkvolume van meer dan 2 miljard m3 en werken op een druk die kan o plo pen tot 200 bar[18]. Ond er de naam H2ercules is RWE ook een waters tofo pslag sys teem aan het ontwikkelen met een aansluiting op de Euro pean Hydrogen Backbone (EHB), waarin zowel de o pslagen in de Duitse grensregio alsook de aardgasen toekoms tige waters tofo pslag Zuidwending een prominente rol hee ft[19]. Dit alles zorgt ervoor dat zowel een ond ergronds energieo pslagsys teem in Haaksbergen, als in Weerselo mogeli jk relatie f eenvoudig verbond en kan word en met belangri jke bes taand e en toekoms tige energie-infras truct uren, zoals geïllus treerd in Figuur 6.
Figuur 6: (Inter)nationale water s tof infras truct uur (aangepas t van [20]).
Omvang van de energieopslag
De volgend e uitgangspunten zi jn voor een waters tofo pslagsys teem in Ned erland in 2020 ge formuleerd[21]:
• De faciliteit behels t een combinatie van cavernes en injectie-/productie-ins tallaties;
• Het injecteren (lad en) en produceren (ontlad en) gaat met een snelheid van <10 ton/uur tot >40 ton/uur;
• Het sys teem is schaalbaar vanaf de eers te o pslagbehoe fte tot een maximum van vier cavernes;
• De o pslagcapaciteit qua werkgas per caverne is ruim 6.500 ton;
• De werkdruk is aangepas t aan het drukregime van het achterliggend e netwerk, welke is uitgelegd op 10 tot 30 bar en/of 30 tot 50 bar;
• De kwaliteit van de geleverde waters tof bli jft binnen de geld end e specificaties, waarbi j door water in de zoutcavernes waters tof bi jvoorbeeld na o pslag moet word en gedroogd;
• Een snelle omschakeling t ussen injectie en productie is mogelijk
Ta bel 2: Karakteris tieken van bes taand e water s tofo pslagsys temen in zoutcavernes (in [24], gebaseerd op [25–29] en met aanvullingen vanuit[30]).
Locatie
Teessid e (UK) Clemens Dome (USA) Moss Bluff (USA) Spindleto p (USA)
In Ned erland hee ft Gasunie in Zuidwending zes aardgas o pslagcavernes met een volume van in totaal 4,4 miljoen m3. Deze liggen in een zoutlaag met een dikte van 1000 tot 1500 m. De cavernes hebben een doorsned e van 50 à 80 m en zi jn 300 à 400 m hoog[1 2]. In Ensched e word en op een diepte van 400 tot 500 m twee zoutcavernes van in totaal 250.000 m3 gebruikt voor de o pslag van gasolie in een zoutlaag van circa 50 m dik[22]. In
Duitsland zi jn 350 zoutcavernes in gebruik, waarvan driekwart voor de o pslag van aardgas[2 3]. Kortom, er is reeds de n odige ervaring o pgedaan met het o pslaan van energie in de ond ergrond, maar dit betreffen dan met name fossiele brands toffen. Ta bel 2 gee ft internationale kengetallen weer voor bes taand e indus triële waters tofopslagsys temen in zoutcavernes.
De Twentse ond ergrond besch ikt over lege gasveld en en zoutcavernes. Vi jf uitgeproduceerde gasveld en in Twente hebben een indicatieve omvang hebben van 0,3 · 109 tot 13 · 109 Nm3 De tot op hed en in deze regio gevormd e zoutcavernes hebben op een diepte t ussen de 400 en 500 m een geometrische omvang van 1,0 · 105 tot 3,0 · 105 m3 Een d eel van de zoutcavernes is qua vorm niet gesch ikt voor de o pslag van waters tof, maar de capaciteit zou globaal t ussen de 11 en 33 GWh per caverne kunnen liggen (TN O, persoonlijke communicatie, 16-8-202 3).
Saville (2024)[31] hee ft op basis van literat uurst udie een rekenmod el ontwikkeld om te bepalen welke o pslagpotentie ond ergrondse zoutcavernes kunnen hebben op bepaald e locaties in Ned erland. Data verkregen vanuit een waters tofo pslagsys teem in Teessid e (VK) en vanuit NLOG zi jn gebruikt om capaciteitsberekeningen en cyclus ti jd en te bepalen. In Ta bel 3 zi jn de resultaten o pgen omen voor drie locaties in Twente, waar de zoutlaag mogeli jk aan een voor waters tofo pslag gesch ikte caverne plaats zou kunnen gaan bied en met ruim 59 en 1 21 GWh aan o pslagcapaciteit. Deze waard en liggen bi j de vermeld e drukregimes n og ver ond er de 6.500 ton per caverne.
Discussie
Als we reflecteren op de potentie en uitdagingen wat betre ft ond ergrondse energieo pslag in Twente, komen versch illend e aspecten naar voren. Allereerst bli j kt dat de oud ere zoutcavernes, ontwikkeld voor de jaren negentig, ongesch ikt zi jn voor gaso pslag vanwege beperkte geomechanische sta biliteit. Deze cavernes hebben een diameter die tot vier keer groter is dan de hoogte, wat de sta biliteit in gevaar brengt. Bovendien speelt de beperkte dikte van de zoutlaag, zo’n 50 m,
Ta bel 3: berekend e capaciteit voor mogeli jke water s tofo pslagsys temen in Twente[31].
h ier een belangri jke rol. In het vervolg van ons ond erzoek bekijken we dan ook hoe deze ond ergrondse assets n og wel kunnen word en ingezet ten behoeve van het regionale of land elijke energiesys teem.
De bes taand e cavernes uit de jaren negentig en recenter zi jn in theorie wel gesch ikt voor gaso pslag. Echter, deze cavernes zi jn relatie f k lein en ondiep gelegen, waardoor de o pslagcapaciteit beperkt is. Met een energieo pslagcapaciteit t ussen de 11 en 33 GWh is een gemidd eld e caverne in Twente ongeveer een factor 10 k leiner dan de beoogd e o pslag van 2 30 GWh in de cavernes bi j Zuidwending. Hieruit volgt de aanbeveling om verd er te verkennen wat de technische haalbaarheid is van een (geko ppeld) netwerk van cavernes in Twente.
Door de aanwezig heid van een dikkere zoutlaag bes taat in theorie in Weerselo en Haaksbergen de mogeli j kheid om een grotere caverne met de juis te vorm voor waters tofo pslag te realiseren met een mogelijke energieo pslagcapaciteit van respectieveli jk 1 21 GWh en 59 GWh. De huidige politieke besluitvorming in Haaksbergen hee ft dit voor nu uitgesloten. In Weerselo hee ft Nobian een concessie liggen voor toekoms tige zoutwinning. Daar kan n og het gebruik van de cavernes voor de gehele levenscyclus mee word en gen omen in de (initiële) ontwikkeling van nieuwe cavernes. Dit vraagt om nauwe samenwerking t ussen versch illend e partners in de regio, die met een nieuwe sys teembenad ering de exploitatie en het eigendom in versch illend e s tadia van de caverne voor hun rekening nemen.
Naas t waters tof hebben we ook perslucht als potentieel o pslagmedium in de Twentse ond ergrond ben oemd. Perslucht kent mind er risico’s dan waters tof wat betre ft reacties in de ond ergrond. Echter, persluchto pslag (CAES) hee ft een and er regime in de ti jd: dageli j kse of uurlij kse cycli, terwi jl waters tofo pslag gesch ikt is voor een grotere wekeli j kse tot maand elij kse ti jdschaal. De beid e o pslagmedia zi jn vanuit energie-oogpunt dus eerd er complementair aan elkaar Nad er ond erzoek moet uitwi jzen of we een d eel van de bes taand e cavernes voor persluchto pslag gesch ikt kunnen maken.
Tot slot, willen we onze ogen niet sluiten voor technische onzekerhed en zoals vervorming van zouts truct uren, drukversch illen die de capaciteit doen afnemen, en zelfs risico’s op inzakken. Hier wordt wereldwi jd n og volo p ond erzoek naar gedaan.
Conclusie
De verkenning van de huidige en toekoms tige energiescenario’s laat zien dat er momenteel n og geen (s truct urele) behoe fte is aan energieo pslag in het Twentse energiesys teem; period en met een overschot aan energie vanuit hernieuwbare bronnen komen nagen oeg niet voor Echter, gezien de ontwikkelingen in de laats te jaren en voorziene toename in de o pwekking van met name energie uit zon, onts taat richting 2050 een onbalans en daarmee behoe fte aan grootschalige o pslag van energie.
Uit een afweging van versch illend e o pslagmedia bli jken met name waters tof en perslucht daarvoor gesch ikt. Waters tof is met name interessant, omdat het per volume-eenheid een veel grotere o pslagcapaciteit hee ft en bovendien vraag-aanbod versch illen over de seizoenen heen kan overbruggen. Deze eigenschap van waters tof is zwaarwegend, vanwege de relatie f beperkte omvang van de cavernes en beperkte dikte van de zouts truct uren in Twente. Desondanks kan perslucht een rol in het toekoms tig energiesys teem vervullen, vanwege het kortere ti jdsregime, waarmee korte pieken kunnen word en afgevlakt. Waters tof en perslucht zi jn dus mogelijk complementair aan elkaar
Op basis van een st udie naar mogeli jk gesch ikte locaties voor ond ergrondse o pslag in Twente, zi jn drie zoekgebied en naar voren gekomen: Weerselo, Haaksbergen en Hengelo. Qua o pslagcapaciteit komt de locatie in Weerselo momenteel als mees t kansrijk naar
voren. Hier is het volgens de mod elberekeningen mogelijk om een caverne te ontwikkelen met een o pslagcapaciteit in de vorm van waters tof van ruim 1 20 GWh. Internationaal gezien is er ervaring met de o pslag van waters tof in zoutcavernes o pgedaan, maar niet met het doel energieo pslag. Met de scenario’s voor ben odigd e o pslagcapaciteit van rond de 1000 GWh per jaar in 2050, is het raadzaam om de mogeli j khed en van een (geschakeld) netwerk van cavernes verd er te ond erzoeken.
Uit een inventarisatie van de aanwezige infras truct uur concluderen we dat Twente vri j centraal ligt in het Euro pese waters tofnetwerk met aansluitmogelij khed en in alle windrichtingen. Bovendien bli j kt uit ond erzoek dat het bes taand e aardgasnetwerk veilig kan word en ingezet voor het transport van waters tof. Daarmee biedt het mogeli j khed en voor d ecentrale productie en gebruik van waters tof, bi jvoorbeeld voor benutting binnen indus triële processen, zodat het elektriciteitsnetwerk mind er hoe ft te word en belas t dan in een volledig elektrisch scenario. Dergeli jke aspecten zi jn nat uurlijk ook relevant om te beschouwen in het licht van een mogelij ke business case, de maatschappeli jke kos ten en baten, alsmed e een overkoepelend e uitvoeringss trategie om ond ergrondse energieo pslag in Twente werkelij kheid te laten word en; de ond erwerpen in het vervolg van ons ond erzoek. Ond ergrondse energieo pslag kan daarmee straks ook een bi jdrage zi jn van de regio Twente aan de energietransitie in Ned erland.
2. van Gessel, S. F. , Hui jskes, T. , Juez-Larré, J. , & Dal man, R. A. F. (2021). Ond ergrondse Energieo pslag in Ned erland 2030–2050. Technische evaluatie van vraag en aanbod
3. van Gessel, S. F. , Hui jskes, T. , Juez-Larre, J. , & Dal man, R. (2021). Ond ergrondse Energie o pslag in Ned erland 2030-2050: Ontwikkelpad en en aanbevelingen
4. Rij ksdiens t voor Ond ernemend Ned erland. (z.d.). Regionale k limaatmonitor—Klimaatmonitor Geraadpleegd 11 februari 2024, van https://k limaatmonitor.data bank.nl/
5. Wi jnant-Timmerman, S. I. , & Van Leeuwen, R. P. (2024). Het energiesys teem in Twente en de rol van ond ergrondse o pslag Saxion University of Applied Sciences.
6. RTV Oos t. (202 3, oktober 17). Overi jssel begri jpt dat minis ter veel huizen wil bouwen in Twente en Deventer: ‘Veel potentie’—RTV Oos t https://www.rtvoos t.nl/nieuws/2275083/overi jssel-begri jpt-datminis ter-veel-huizen-wil-bouwen-in-twente-en-d eventer-veel-potentie
7. Budding, D. , Munters, P. , Ri jswi jk van, R. , Capellen van, L. , Bakker, C. , & Hesselink, F. (2024). Oplossingen voor netconges tie bi j bedri jven. Praktijkvoorbeeld en met toekoms tig potentieel en kos ten per o plossing https://ce.nl/publicaties/o plossingen-voor-netconges tie-bi j-bedri jven/
8. CBS. (2024, maart 7). Bi jna helft elektriciteitsproductie komt uit hernieuwbare bronnen | CBS https://www cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/10/bi jna-helft-elektriciteitsproductie-komt-uit-hernieuwbare-bronnen
9. van Gessel, S. , Hui jskes, T. , Schroot, B. , & Dal man, R. (2021). Ond ergrondse energieo pslag n oodzakelijk voor toekoms tige energiesys teem: Opslag garand eert leveringszekerheid en flexibiliteit van het toekoms tig energiesys teem
10. van Gessel, S. F. , Breunese, J. N. , Juez-Larre, J. , Hui jskes, T. D. , & Remmelts, G. (2018). Ond ergrondse o pslag in Ned erland-Technische verkenning TN O.
11. Burton, N. A. , Padilla, R. V. , Rose, A. , & Ha bibullah, H. (2021). Increasing the e fficiency of hydrogen production from solar powered water electrolysis. Renewa ble and Sus taina ble Energy Reviews, 135, 110255.
1 2. EnergyStock. (z.d.). Energiebuffer Zuidwending Geraadpleegd 22 januari 2024, van https://www energiebufferzuidwending.nl/
13. CE Delft. (2017). Net voor de Toekoms t
14. Ra bi, A. M. , Radulovic, J. , & Buick, J. M. (202 3). Comprehensive review of compressed air energy s torage (CAES) techn ologies. Thermo, 3(1), 104-1 26.
15. van Bergen, F. , & Lam Yip, C. (2019). Het hergebruik van ond ergrondse cavernes voor warmtetoepassingen EBN B.V. https://www.kasalsenergiebron.nl/content/user_upload/Eindrapport_Het_hergebruik_van_ond ergrondse_cavernes_voor_warmtetoepassingen.pdf
16. Minis terie van Algemene Zaken. (202 3). Fossiele brands toffen in de toekoms t Minis terie van Algemene Zaken. https://www.rij ksoverheid.nl/ond erwerpen/duurzame-energie/toekoms t-fossiele-brands toffen
17. Tezel, G. , & Hensgens, R. (2021). HyWay 27: Waters toftransport via het bes taand e gasnetwerk 18. Vattenfall. (z.d.). Gaso pslag Epe n og belangri jker na sluiting Groninger gasveld en Geraadpleegd 15 mei 2024, van https://group.vattenfall.com/nl/newsroom/achtergrondartikel/2024/gaso pslag-epe-n og-belangri jker-na-sluiting-groninger-gasveld en 19. Waters tofNet. (202 3). Cross-bord er Hydrogen Value Chain in the Benelux and Its Neig hbouring Regions https://www.waters tofnet.eu/_asset/_public/Publicaties/Final-Report-Benelux-H2-Project_FINAL.pdf
20. EHB. (z.d.). Euro pean Hydrogen Backbone Maps Geraadpleegd 16 mei 2024, van https://ehb.eu/page/ euro pean-hydrogen-backbone-maps
21. Stouwie, B. (2020). Hydrogen s torage; technical information https://www.gasunie.nl/projecten/waters tofnetwerk-ned erland/marktconsultatie-waters tofbackbone
22. SODM. (z.d.). Staats toezicht op de Mi jnen Geraadpleegd 17 april 2024, van https://www.sodm.nl/
2 3. Pol man, E. (2020). Opslag van waters tof in zoutcavernes. Kenniscentrum gasbeheer https://www netbeheerned erland.nl/sites/d efault/files/page_files/Waters tof_5 6_fdb5487206.pdf
24. Williams, J. D. , Williamson, J. P. , Parkes, D. , Evans, D. J. , Kirk, K. L. , Sunny, N. , Houg h, E. , Vosper, H. , & Akhurst, M. C. (2022). Does the United Kingdom have sufficient geological s torage capacity to support a hydrogen econ omy? Es timating the salt cavern s torage potential of bedd ed halite formations. Journal of Energy Storage, 53, 105109.
25. Tarkowski, R. (2019). Underground hydrogen s torage: Characteris tics and prospects. Renewa ble and Sus taina ble Energy Reviews, 105, 86-94.
26. Crotogin o, F. , Donad ei, S. , Bünger, U. , & Landinger, H. (2010). Large-scale hydrogen und erground s torage for securing fut ure energy supplies. 18th World hydrogen energy conference, 78, 37-4 5. https:// core.ac.uk/download/pdf/3 49947 82.pdf#page=62
27. Crotogin o, F. , & Huebner, S. (2008). Energy s torage in salt caverns: Develo pments and concrete projects for adia batic compressed air and for hydrogen s torage. KBB Und erground Techn ologies GMBh, Hann over, Germany. SMRI Spring Technical Meeting, Porto, Port ugal, 28-29.
28. Landinger, H. , & Crotogin o, F. (2007). The role of large-scale hydrogen s torage for fut ure renewa ble energy utilisation. Second International Renewa ble Energy Storage Conference (IRES II)
29. Hevin, G. (2019). Und erground s torage of Hydrogen in salt caverns. Euro pean Worksho p on Und erground Energy Storage November 7th–8th
30. Gaffney Cline. (2022). Und erground Hydrogen Storage http://www.gaffneycline.com/
31. Saville, R. (2024). Und erground hydrogen s torage in salt caverns: The potential of bedd ed salt formations [Afst ud eerscriptie]. Universiteit Utrecht
Stichting WOI zorgt dat kennis in installatiesector blijft stromen
Het vakgebied van installateurs en in stallatie-adv iseurs g roeit als kool. Niet alleen door innovaties in bestaand e vakgebiede n, maar juist ook door nieuwe technolog ieën en socia le ont wikkelingen. Voor onderwerpen a l s smar t building s, energ ietechnologie, circulariteit en klimaatadaptief bouwen hee de sec tor veel nieuwe kennis nodig. En laat nu net die kenni sont wikkeling en -overdracht in ge vaar komen. Stichting WOI doet er alles aan om te z orgen dat de kenni s in de installaties ec tor blij stromen. Maar zij kan het niet alleen.
Stichting WOI (Stichting ter Bevord ering van Wetenschappeli jk Ond erwi js en Ond erzoek Ins tallatietechniek) is al sinds 1927 – toen n og ond er de n oemer Warmtes tichting – actie f om bi j technische universiteiten en hogescholen de kennisbehoe ften te inventariseren en de ben odigd e ond ers teuning te bied en. Tegelijk zorgt de s tichting er ook voor dat wensen en behoe ften vanuit de sector bi j het ond erwi js terecht komen. “In de afgelo pen d ecennia was onze rol s teeds meer die van ‘portemonnee’”, zegt Aart van Geld er, de vertrekkend e voorzitter van de s tichting. “Dat wil zeggen dat we met de s tichting vooral h ielpen bi j het financieel mogeli jk maken van bi jvoorbeeld de aans telling van hoogleraren en het opzetten van ond erzoeksprogramma’s op de universiteiten. Een taak die n og s teeds van belang is. Maar inmidd els zi jn we van mening dat de s tichting, veel meer dan voorheen, een rol hee ft in het laten stromen van kennis vanuit het wetenschappelijk en HBO ond erwi js & ond erzoek naar de ins tallatiesector Vandaar dat we in 2022 zi jn ges tart met symposia over kennis(overdracht) die we in het voor- en najaar samen met universiteiten organiseren. Sprekers uit de wetenschap en praktijk verzorgen presentaties over thema’s als circulariteit, k limaatadaptie f bouwen en duurzaamheid.
Haarlemmerolie
in het proces
Binnen het best uur van Stichting WOI lee ft heel duid elijk het bese f dat haar rol en bes taansrecht verand ert. “Wi j willen de verbind end e factor zi jn als het gaat om kennisoverdracht t ussen wetenschappeli j k- en hoger ond erwi js, kennisins tellingen en bedri jfsleven. Om die verand erend e rol een goed e invulling te kunnen geven, s teld en we vorig jaar Ed Rooi jakkers aan als directeur Dit jaar voegd en we daar extra secretariële ond ers teuning aan toe. Samen met het bes t uur van de s tichting, dat zich ook aan het vernieuwen is, willen we de Haarlemmerolie zi jn die de samenwerking en uitwisseling op het gebied van kennis gemakkeli jker maakt.”
Stichting WOI maakte de afgelo pen d ecennia vooral naam bi j het tot s tand komen van hoogleraren op technische universiteiten. Zo zorgd en de s tichting en TVVL er samen voor dat in 1984 prof. ir R.W.J. Kouffeld werd aanges teld op de TU Delft, als opvolger van professor Boeke die in 1982 met pensioen ging. Zo kon de leers toel Klimaatregeling aan de TU Delft word en behoud en. In feite nam de Warmtes tichting, zoals Stichting WOI toen n og heette, het beheer van de leers toel Klimaatregeling op zich. Hetzelfd e d eed de s tichting met de leers toel ‘Leer van het Buitenk limaat’ aan de TU Eindhoven.
Auteur Rob van Mil
Aanstellingen van professoren
In 1986 werd prof.ir J.A. Wisse ben oemd tot buitengewoon hoogleraar aan de TU Eindhoven in de leer van het buitenk limaat. Sinds die ti jd zorgde de s tichting er s teeds voor dat ze de universiteiten h ielp bi j de opvolging van hoogleraren in het vakgebied van de ins tallatiesector Bi j de TU Delft kwamen, na professor Kouffeld, achtereenvolgens prof.ir. J. Bekker, prof.ir H. van Ree en prof.dr.ir A.H.C. van Paassen als hoogleraar in diens t. Aan de TU Eindhoven waren de afgelo pen d ecennia de hoogleraren prof.ir P.H.H. Lei jend eckers en prof. ir W. Zeiler in het vakgebied ins tallatietechniek –tegenwoordig building services – actie f.
“Het is van erg groot belang dat we op de universiteiten onze bruggenhoofd en hebben”, gaat Van Geld er verd er “We zi jn daarom ontzettend bli j dat we sinds een paar jaar op de TU Delft met Prof.dr.ir Atze Boerstra weer een nieuwe hoogleraar op ons vakgebied hebben.
Prof.ir Wim Zeiler ging vorig jaar aan de TU Eindhoven met pensioen. Op dit moment zi jn we samen met de T U/e druk bezig om te kijken hoe we de positie van zi jn ond erzoeksgroep kunnen continueren. De T U/e werft de opvolger van Zeiler en WOI bekij kt in samenspraak met T U/e en de sector wat er daarnaas t n og meer n odig is. Nat uurli jk speelt geld daarin een rol, zeker nu de overheid weer wil bezuinigen op hoger en universitair ond erwi js, maar mins tens zo belangri jk is onze rol als kenner van de sector en de mensen die in deze kennisoverdracht een belangri jke rol kunnen vervullen.”
Meer universiteiten en hogescholen
Aart van Geld er maar ook Piet van Staalduinen, tot vorig jaar eveneens bes t uurslid van de s tichting, vind en dat de rol en invloed van de s tichting niet beperkt mogen bli jven tot deze twee universiteiten. “Ook de Universiteit Twente en de Wageningen University & Research zi jn voor onze sector van groot belang. En dat geldt tevens voor diverse hogescholen. De lectoren op hogescholen vervullen eveneens een voorname rol bi j kennisontwikkeling en -overdracht van en naar onze sector”, zegt Van
Geld er Van Staalduinen gaat verd er: “Stichting WOI wil signaleren, interveniëren en faciliteren op alle manieren waarop we kunnen. Het mooie is dat we als s tichting volledig onafhankelijk zi jn. Tegeli jk willen we geen schakel zi jn die overal per se t ussen moet zitten. Alleen op plekken of in processen waar een duwtje n odig is of waar parti jen behoe fte hebben aan input, id eeën en soms ook wat financiële midd elen zi jn wi j er om die helpend e hand te bied en.” Tegeli jk zegt Van Staalduinen dat de voormalige rol van de s tichting, die van pure financier, zi jn langs te ti jd hee ft gehad. “Nat uurlijk is er geld n odig om nieuwe kennis te kunnen bli jven ontwikkelen. Maar universiteiten zi jn de laats te jaren veel beter in s taat om zelf die financiering te regelen uit grote ond erzoeksprogramma’s van bi jvoorbeeld NWO”, meent hi j. Al kan daar de komend e jaren zo maar weer een probleem o pdoemen, nu het nieuwe ka binet en de huidige coalitie forse bezuinigingen op het wetenschappeli jk ond erzoek hee ft aangekondigd.
Piet van Staalduinen
‘Makelaar in kennis vernieuwing’
Daarom wil Stichting WOI de komend e jaren zich vooral als ‘makelaar in kennisvernieuwing’ positioneren. Een organisatie die ervoor zorgt dat alle parti jen in het kennislandschap van de ins tallatiewereld elkaar vind en en dat projecten en samenwerkingen tot s tand komen. “Ins tellingen als TVVL en ISSO zorgen bi jvoorbeeld voor de kennisevents en de kennisproducten. De universiteiten en hogescholen doen ond erzoek en de bedri jven financieren en implementeren de kennis en resultaten van die ond erzoeken. Maar waar deze processen niet goed verlo pen of geen doorgang kunnen vind en, willen wi j zorgen dat belemmeringen word en weggehaald. Mees tal doen we dit op de achtergrond; vandaar dat er in ons bes t uur vooral directeuren en voorzitters zitten die actie f zi jn bi j brancheverenigingen of kennisins tellingen. Maar met Ed Rooi jakkers hebben we nu ook een eigen directeur die Stichting WOI een herkenbaar gezicht naar buiten toe gee ft”, zegt Van Staalduinen, die zelf als voormalig directeur van TN O Bouw in het best uur zat.
Onderwerpe n agendere n en verkennen
Om Stichting WOI bekend er te maken en ook haar taak en rol als ‘makelaar in kennisvernieuwing’ te kunnen profileren, begon de s tichting vorig jaar zoals gezegd met het organiseren van kennissymposia. Mensen uit het bedri jfsleven, van kennisins tellingen en uit het ond erwi js kunnen elkaar daar ontmoeten en op een informele wi jze contacten leggen en/of afspraken maken. “Zo willen wi j ond erwerpen agend eren en verkennen, om te zien wat er loo pt en wat er n og niet loo pt. Daarover gaan we met parti jen in de sector in gesprek. Het is voor WOI geen doel op zich om kennisoverdracht te laten plaatsvind en. We willen op de kennissymposia onze functie van i jsbreker en d euro pener vervullen zodat parti jen met elkaar in contact komen en samen verd er kunnen”, zegt Van Staalduinen.
“Er zi jn zoveel ond erwerpen act ueel op dit moment. Maar wi j bepalen niet hoe de ins tallatietechniek van de toekoms t eruit moet zien. Wi j kijken wel hoe we de kennisontwikkeling voor de ins tallatiesector een duwtje kunnen geven om te zorgen dat de sector over de juis te kennis kan besch ikken. Daarom verbred en we het veld ook met ingangen op de Universiteit Twente en Wageningen University & Research en op meerdere hogescholen. Zo ho pen we dat er s teeds meer tractie komt waardoor nieuwe verbindingen t ussen bedri jven, universiteiten en hogescholen kunnen onts taan”, besluit Van Staalduinen.
Aart van Geld er
Colum n Atze Boer
oerstra
INSTALL-SPOLIA
Oud e gebouwcomponenten eld ers hergebruiken, dat is het id ee als het je hebt over spolia. Het woord kwam recent voorbi j in een worksho p in Finland met ond er and ere de Arch itects’ Council of Euro pe (ACE) aan tafel. Mooie voorbeeld en van spolia toepassingen in de bouw? Rond de Midd ellandse Zee s tikt het van de kas telen en landhuizen, die d eels o pgebouwd zi jn uit s tenen die ooit speciaal op maat gemaakt waren door de Romeinen en Oud e Grieken voor hun wegen, amfitheaters etcetera.
Ti jd ens de Finse worksho p (die met name over het renoveren van monumentale gebouwen ging met aandacht voor energiezuinig heid en binnenk limaat) kreeg ik de vraag of we in de ins tallatiewereld ook vaak met ‘ins tallatie-spolia’ werkten. Tja. Op zich een goed e vraag. Qua dat juis t componenten ten behoeve van w- en e-ins tallaties o pgebouwd zi jn uit hoogwaardig materiaal en kritieke gronds toffen. Ik verteld e kort over het Ri j ksvas tgoed project ‘Kantoor vol Afval’, maar verteld e ook dat we in zi jn algemeenheid in de ins tallatie-sector niet zo ‘spolia-mind ed’ zi jn. Waarom eigenlijk niet? Waarom doen we relatie f weinig met het hergebruiken van ins tallatie-componenten bi jvoorbeeld afkoms tig uit gebouwen die gesloo pt zi jn? Missch ien omdat ins tallatie-componenten o pslaan om veel ruimte vraagt (d enk bi jvoorbeeld aan 2e hands luchtkanalen)? Wat mogeli jk ook niet echt helpt is dat bepaald e ond erd elen als ze oud er zi jn dan 10-15 jaar (d enk aan pompen en ventilatoren) significant energieonzuiniger zi jn dan ‘off-the-shelf’ nieuwe versies. En dan is er n og het garantieaspect: gaat het om hergebruik, dan is het vaak las tiger om harde garanties te geven op het gebied van toekoms tig functioneren dan wanneer alles nieuw is.
Nu circulariteit in de bouw een s teeds belangri jker ond erwerp wordt is het ondanks gen oemd e zorgpunten goed om toch wat kritischer naar onszelf te kijken en de vraag te s tellen: ‘waarom doen we het eigenli jk niet vaker, bi j projecten, dat sys tematisch toepassen van ins tallatie-componenten op lee fti jd?’
Consequenties
Stel dat we echt een slag gaan maken met dit ond erwerp, wat zi jn dan de consequenties? Spoiler-alert: h ier en daar zal het bes t pi jn gaan doen. Toeleveranciers zullen proactiever moeten word en als het gaat om het terug halen van ‘afgedankte’ ins tallatiecomponenten van eigen makelari j en het ‘remanufact uren’ van een en and er Ins tallateurs en aannemers zullen ‘ins tallspolia loodsen’ moeten vri j maken voor o pslag van herbruikbare componenten uit don orgebouwen.
En ins tallatie-adviseurs zullen meer insid ethe-box moeten gaan d enken en moeten accepteren dat er soms duid elijke ontwerpbelemmeringen zi jn, omdat er materiaal verplicht hergebruikt wordt. Opdrachtgevers op hun beurt zoud en met alternatieve contracten moeten komen, waarin meer ruimte is voor bi jvoorbeeld het afwi jken op s tandaard eisen. En parti jen die richtli jnen en rekentools maken zoud en eens hernieuwd na moeten d enken over de levensduur-aannames
Lassie
Atze Boer stra is directeur van adviesbureau bba binnenmilieu en hoogleraar gebouwins tallatie inn ovatie aan de TU Delft. Hi j laat ied ere editie zi jn licht sch i jnen over heikele en mind er heikele ond erwerpen in de ins tallatie-sector.
die we ann o 2024 n og s teeds hanteren voor versch illend e typen ins tallatiecomponenten.
Niet of, maar wanneer
Het zal bes t wennen word en allemaal, maar we zullen er echt aan moeten geloven vrees ik. Hoog ti jd om echt een slag te gaan maken, daar waar het gaat om afs tappen van de lineaire econ omieins teek, ook in de ins tallatie-sectie. Het is niet de vraag of we dit gaan doen, maar eerd er wanneer. En d egene die snel (sneller dan de res t) schakelt op het thema circulaire ins tallaties, die zal daar op lange termi jn voord eel van hebben.
Mark my words.
Missch ien gewoon eens proberen het eers te volgend e project, een balletje o pgooien over een ‘ins tall-spolia’ ins teek in plaats van business-asusual? En mocht er dan een hele trits aan tegenwerpingen komen à la ‘las tig allemaal, dat circulair bouwen en ins talleren’ dan gewoon dit pareren met: ‘hergebruik van gebouwcomponenten, dat bes taat al sinds de Romeinen; gewoon een kwes tie van doen’.
Circulaire ins tallaties. Er wordt veel over gepraat. Hoog ti jd voor actie en tas tbare resultaten. Met een knipoog naar diezelfd e Romeinen, zeg ik: Acta, non verba. Geen woord en, maar dad en!
Arjan van der Sar, eigenaar CXtechniek:
“Een grote uitdaging in techniek is ervoor te zorgen dat mensen elkaar begrijpen”
“De techniek is alti jd op te lossen, maar om mensen met elkaar te laten praten is vaak een hele uitdaging.” Met deze zin vat Arjan van d er Sar zi jn werkend e leven mooi samen. Hi j hee ft vier jaar geled en zi jn eigen adviesbureau o pges tart - CXtechniek- na jarenlang als adviseur bi j adviesbureaus te hebben gewerkt. In dat eigen bedri jf hee ft hij zich, na het volgen van de TVVL-cursus, gespecialiseerd in commissioning. Met Commissioning Ned erland (DB CA) hee ft hij een richtli jn geschreven. Daarnaas t is hi j ook lid van de TVVL Expertgroep Gebouwautomatisering en -beheer.
Na zi jn HBO o pleiding, waar hij afstud eerde op ‘Mechatronica een kwes tie van communicatie’, hee ft hi j ond er and ere gewerkt bi j Priva Gebouwautomatisering. “Daar heb ik de software voor de regeltechniek ontwikkeld voor zowel werkt uigbouwkundige als elektrotechnische ins tallaties. Bi j adviesbureaus heb ik gewerkt aan het ontwerpen en realiseren van ins tallaties. Nadat ik een paar jaar in Afrika heb gewoond en gewerkt, ben ik na terugkoms t in Ned erland als projectleid er gaan werken bi j een vas tgoedbeheerd er met 600 gebouwen.”
Ti jd ens de corona-pand emie is Van d er Sar voor zichzelf begonnen, waarbi j hi j zich met name richt op commissioning bi j o pdrachtgevers. “Commissioning is een proces dat ervoor zorgt dat wat de o pdrachtgever wens t, hij ook kri jgt én dat het ook werkt. Dus het is een controleproces. Dat dit n odig is, komt doordat het bouwproces van eilandje naar eilandje gaat. Dus je hebt de ins tallatieadviseur, die een ontwerp maakt en deze overdraagt aan de ins tallateur Die gaat daar op zi jn beurt mee aan de slag voor de uitvoering. Ti jd ens dat proces verand ert er heel veel. Zo kan het gebeuren dat de ins tallatieadviseur bi jvoorbeeld een oud e n orm gebruikt en de ins tallateur d enkt: ‘die n orm bes taat niet meer, ik pas het ontwerp een beetje aan”.
En dan wordt het resultaat toch and ers dan vooraf afgesproken. Commissioning zorgt er voor dat dit niet gebeurt, tenmins te niet zond er med eweten van de o pdrachtgever”
Verenigd e Staten
Commissioning is overgewaaid uit de Verenigd e Staten. “De bouwsector in Amerika bes taat uit heel veel zelfs tandigen, die met elkaar samenwerken en bouwen. Dan is controle en communicatie op dit vlak hard n odig. In Ned erland bes taat de bouw- en ins tallatiesector n og voor het groots te d eel uit grote en mkb-bedri jven.” Er is een toename in ond eraannemers die ook ingehuurd worden door de grote en mkb-bedri jven. Hierdoor is toezicht door commissioning in Ned erland ook belangrijk geword en.
Het feit dat Van d er Sar dagelij ks bezig is met commissioning doet vermoed en dat het ook in Ned erland hard n odig is. “Het gaat er om dat bedri jven h iervoor mensen en ti jd vri jmaken, en ook budget. Dan kri jg ik vaak de vraag: verdient dat zich terug? Ja, dus, want je kri jgt waar je om vroeg. Door vroegti jdig te sturen word en de faalkos ten ook s terk gereduceerd, zelfs al tot nul. En ja, je kunt me wel ‘bewaker van het bouwproces’ n oemen, over de hele linie heen, van ontwerp tot aan o plevering.”
Mens achter de techniek
Richtli jn
Om commissioning te verduid eli jken voor de Ned erlandse markt hee ft Van d er Sar samen met een aantal led en binnen
Commissioning Ned erland een richtli jn op dit vlak geschreven. “In deze richtli jn is o pgeschreven hoe we ervoor zorgen dat de controle over het ontwerp van de ins tallaties in een gebouw beheersbaar bli jft, aan de verwachtingen voldoet en hoe we de ins tallaties uiteind eli jk gaan o pleveren en tes ten. In deze richtli jn s taat ook aangegeven dat er tes tprotocollen gemaakt moeten word en. Wat je nu wel ziet, is dat op het gebied van tes tplannen en -protocollen een wildgroei is onts taan. Dus ied er adviesbureau hee ft zi jn eigen plan van aanpak en maakt zi jn eigen tes tprotocollen." Dat is voornameli jk haalbaar voor grotere bedri jven. Van d er Sar maakt zich s terk dat tes tprotocollen ook voor k leinere bedri jven besch ikbaar moeten komen. "Het moois te zou zi jn als dit een n orm zou kunnen word en, zodat in het bouwproces verwezen kan word en naar een eenduidige aanpak. Sterker nog, de Amerikaanse n orm heb ik inmidd els vertaald naar de Ned erlands/Euro pese markt en ligt al k laar Nu n og zorgen dat er voldoend e draagvlak (lees: geld) is om dit om te zetten naar een Ned erlandse/Euro pese n orm.”
Foto: Arjan van d er Sar, eigenaar CXtechniek
Auteur Harmen Weijer
‘Klimaateilanden’ zorgen voor frisse lucht in Hogeschool Rotterdam
De Hogeschool Rotterdam hee zijn locatie aan de Kralingse Zoom uitgebreid met een moder ne en duurzame nieuwbouw De voormalige voorbouw is tot aan de g rond toe gesloopt, op de techniekruimte van de nutsvoorzieningen na. Daar overheen is de afgelopen twee jaar een transparant, nieuw schoolgebouw neergezet, dat naast gezond (Frisse Scholen klasse B) en energ ieneutraal, ook nog eens circulair en exibel i s gebouwd. Dat dit laatste voor de installatietechniek een uitdaging betekent, z al weinigen verbaz en. Maar ook om het gebouw energ ieneutraal en gezond te krijgen was een hele uitdaging, waarvoor Valstar Simonis in samenwerking met DGMR het installatieadvies en de bouw f ysica/akoestiek hee verzorgd
Op de locatie Kralingse Zoom hee ft Hogeschool Rotterdam zi jn econ omische o pleidingen geconcentreerd. Een d eel van het gebouw vold eed niet meer aan de eisen en uits traling passend bi j een mod erne hogeschool. Op gebouw- en ins tallatietechnisch niveau wordt tegenwoordig meer gevraagd van een schoolgebouw, dan het kon brengen. Daarop is besloten voor nieuwbouw van het mees t zichtbare d eel, aan de Kralingse Zoom.
Voor het ins tallatieadvies is Vals tar Simonis ingeschakeld, vertelt adviseur Jacques Mol van Vals tar Simonis, die voor die project verantwoord elijk was. “Deze hogeschool is een van de eers te hogescholen die zich ook fysiek dicht bi j de universiteit hee ft geves tigd. Dat leverde voor ons al indirect een uitdaging op qua energievoorziening, in dit geval de warmte/ koud e-o pslag. De Erasmus Universiteit, die ernaas t ligt, hee ft namelijk een groot aantal wko-bronnen vergund gekregen en het was maar de vraag of er n og ruimte was voor twee bronnen voor de Hogeschool Rotterdam.
Overigens had de hogeschool voor de overige bouwd elen een aansluiting op het warmtenet van Eneco. “Sterker nog, die aansluiting tezamen met twee trafo’s en bi jbehorend e hoofdverd eelinrichtingen waren de enige overbli jfselen van het oud e gebouw die zi jn bli jven s taan. Voor de nieuwbouw is niet aangesloten op de warmtenet-aansluiting. Ook niet als hybrid e, omdat de kans groot is dat dit qua temperat uren niet goed met de warmtepompen samengaat. We zien namelijk geregeld in de praktij k, dat wanneer iemand de temperat uur van het lage temperat uur-afgiftesys teem te laag vindt en aan de kn op van het warmtenet zit, dat de warmtepompen niet meer goed werken.”
Wko- bronnen
In de zoektocht naar de ben odigd e wko-capaciteit voor deze nieuwbouw van de hogeschool, kwam Vals tar Simonis er op uit, dat rondom het eigen gebouw er uiteind elijk maar twee posities voor wko-bronnen mogelijk bleken te zi jn. “We hebben n og wel gekeken naar alternatieven, bi jvoorbeeld aan de and ere kant van de Kralingse Zoom, maar dat zou te veel gedoe o pleveren. Uiteind eli jk hebben we het zo kunnen plooien dat we de volledige nieuwbouw op die twee bronnen kunnen faciliteren, en we het warmtenet niet hoeven te gebruiken.”
Om dat mogeli jk te maken moes t het nieuwe gebouw een slimme en goed geïsoleerde sch il kri jgen. Hierbi j is veel glas gebruikt om de school een zo transparant mogelijk karakter mee te geven. Bi j de gebruiksruimten gaat het om triple glas, en bi j het atrium om HR++-glas.
Mol: “Aan de zuidkant is gekozen om de gevel niet geheel van glas te maken, maar voor maximaal 50% in verticale stroken tot aan de vloer. Daar t ussen zi jn aan de buitengevels zonnepanelen gerealiseerd.”
Foto 1 en Foto 2: Het voorgebouw van de Hogeschool Rotterdam aan de Kralingse Zoom is geheel gesloo pt, op het zogeheten energies tation na. Dat is de techniekruimte met nutsvoorzieningen, zoals de aansluiting op het Eneco-warmtenet. Over deze ruimte heen is de nieuwbouw gerealiseerd.
Foto 3: Voor luchtverver sing in de ond erwi jsruimten is gekozen voor zogeheten hybrid e ‘k limaateiland en’; een soort k limaatplafond waar de lucht door wordt ver spreid. Die ‘eiland en’ hangen modulair in alle ruimten.
+ foto 4b: De verlichting, ook een en orme bron van energiegebruik, is uitgevoerd met een nieuw type led-armat uur. Deze hee ft een hogere lichto pbrengs t bi j een laag energieverbruik van mind er dan 6 W/m2
Zonnepanele n
Deze gevelpanelen zi jn – naas t de warmtepompen, slimme verlichting, zonwering en de wko - n odig om naar energieneutraal te kunnen gaan, vertelt Mol “Daarnaas t is ook het dak volledig benut om zon-pv neer te leggen. Neem bi jvoorbeeld de technieks trook op het dak waarin de lift uitloo p, 3 grote luchtbehand elingskas ten, de dry-cooler en aansluitingen naar de schachten zi jn gepositioneerd. Deze is omhuld met een s tellage die geheel bed ekt is met zonnepanelen. Aan de zuidkant is ook de zi j kant van deze technieks trook dichtgemaakt met zonnepanelen, zodat het zowel zonne-energie o pwekt als wind tegenhoudt bi j event ueel ond erhoud aan componenten in de technieks trook.”
De keuze om de luchtbehand elingskas ten op het dak te plaatsen komt voort uit het feit dat er geen technische ruimte in een keld er
kon word en gerealiseerd. “Keld ers in de Rands tad zi jn als gevolg van de hoge grondwaters tand erg pri jzig. Voor de warmtepompen en de warmte- en koud edis tributie is een ruimte gevond en op de begane grond, in de aansluiting op het bes taand e gebouw Maar die is wel slim weggewerkt achter een bred e tribunetrap naar het atrium, zodat niemand hem o pmerkt.”
Techniekruimte op begane grond
In de nieuwe technische ruimte op de begane grond s taan twee warmtepompen met een gezamenli jk verwarmingsvermogen van 880 kWth bi j 40 °C, die aangesloten zi jn op de wko-bronnen. “Er is n og ruimte gereserveerd voor een derd e warmtepomp, voor als de bes taand e bouwd elen van de Hogeschool h ieraan word en geko ppeld. Dat pas te nu niet in de sco pe van het project, maar dat is nat uurlijk wel op termi jn aan de ord e.”
Foto 4a
Daarnaas t s taan in de techniekruimte de verd elers voor warm en koud, de warmtewisselaars naar de wko en de dry-cooler en een luchtbehand elingskas t, bedoeld voor het Grand Café en de keuken. Midd en in de techniekruimte s taat een lange regelkas t voor de regeling van alle sys temen.
Techniek strook op het dak
De drie luchtbehand elingskas ten voor de rest van het gebouw s taan zoals gezegd op het dak, in de zogeheten technieks trook. “Dat is een id eale plek om de schone lucht aan te zuigen en de gebruikte binnenlucht te kunnen afblazen. Want frisse lucht is zeker in scholen een belangri jk element”, vertelt Mol. “Er wordt voor de luchtverversing ruim voldaan aan Frisse scholen, k lasse B. Door de hoge bezetting wordt dan ook zo veel lucht verplaats t dat je bi jna de gehele k limatisering er
mee kunt regelen. Wi j hebben h ier een t ussen o plossing gevond en, door te werken met zogeheten hybrid e ‘k limaateiland en’; een soort k limaatplafond waar de lucht door wordt verspreid. Die ‘eiland en’ hangen modulair in alle ruimten. Daardoor zi jn er geen verlaagd e plafonds in de lokalen n odig en bli jven de zichtli jnen goed. Deze k limaateiland en d ekken circa 65% van het plafondo ppervlak, met daar t ussen akoes tische panelen.”
De luchtretour gaat ook via deze eiland en, waardoor het een heel compact en strak geheel is geword en, legt Mol uit. “Daarbi j hebben we ingezet om het maximale er uit te halen qua comfort en qua energiegebruik. Dat laats te zit hem dan vooral in het temperat uurniveau.
We zitten met de cv lager dan wat je n ormaal zou doen: 40°C aanvoer, wat n ormaal bi j dit soort sys temen richting de 55°C gaat. En voor de koeling kunnen we ook maximaal gaan, tot 16°C naar de eiland en en 10 grad en primair.”
Contac tpunten uit klimaateilande n
De verlichting en and ere technieken, zoals speakers en bewegingsmeld ers, zi jn eveneens in deze k limaateiland en weggewerkt. Mol wi js t bi jvoorbeeld op extra contactdozen, die
Foto 6: Het dak van het atrium is d eels gemaakt van lichtdoorlatend e zonnepanelen.
Foto 5: Het grote en hoge atrium wordt gebruikt om een groot d eel van de toegevoerde lucht retour te halen.
hangen aan het plafond, en hun voeding halen uit deze k limaateiland en. “Langs de gevel zi jn er in de wandgoot contactpunten gerealiseerd, maar in het midd en van de ond erwi jsruimten is dat niet mogeli j k. En omdat vri jwel ied ere leerling van allerlei apparaten naar school meeneemt, is een goed e stroomvoorziening overal in het lokaal n odig en op deze manier ook mogeli j k.”
Dankzi j aanwezig heidssensoren en de metingen op basis van CO2 zi jn de ruimten ook af te schakelen als ze niet gebruikt word en. “Dat is ook n odig, omdat de bezetting van scholen ann o nu and ers is dan 20 jaar geled en. Nu zi jn zeker hogescholen ook in de weekend en en zomers regel matig geo pend en dat zorgt voor een and ere energiedynamiek.”
En we gebruiken het flinke atrium om een groot d eel van de toegevoerde lucht retour te halen. Doordat de luchtbehand elingskas ten op het dak naas t het atrium s taan, kunnen we een d eel van de lucht daar direct retour halen. Hierdoor is de s truct uur voor retourkanalen een st uk compacter gemaakt. De af te voeren lucht is doorgaans warmer, waardoor het atrium indirect op deze manier verwarmd kan word en. Er zit ook vloerverwarming/vloerkoeling in het atrium. Voor de warmte dagen kiezen we in het atrium voor vri je koeling door nat uurli jke trek te creëren via te o pen dak luiken en zi jramen op het tweed e verdiepingsniveau. Dan word en de retourkas ten terug geregeld om meer energie te sparen”, besluit Mol.
De verlichting, ook een en orme bron van energiegebruik, is uitgevoerd met een nieuw type led-armat uur. “Deze hee ft een hogere lichto pbrengs t bi j een laag energieverbruik van mind er dan 6 W/m2.”
Atrium
Om zo min mogeli jk energie kwi jt te zi jn aan luchtverplaatsing is daarmee in de schachtens truct uur rekening gehoud en. “We wild en de luchtsnelhed en laag houd en, want dat kost mind er energie. Daarom hebben we gekozen voor overmaatse luchtbehand elingskas ten en grotere kanalen.
Foto 7: Op het dak van de nieuwbouw is een technieks trook gemaakt, waarin de lift uitloo p, 3 grote luchtbehand elingskas ten, de dry-cooler en aansluitingen naar de schachten zi jn gepositioneerd.
Foto 8: Om zoveel mogeli jk duurzame energie op te wekken is ook de technieks trook vol gelegd met zonnepanelen, zelfs met panelen aan de zi j kant van de technieks trook.
Foto 9: De Hogeschool Rotterdam hee ft met deze nieuwbouw een fraai en transparant parad epaardje in huis, waar stud enten en hun docenten comforta bel en gezond in kunnen leren en werken.
Auteur Rob Hendriks
Energiehuishouding flexibiliseren: zo doe je dat
TVVL was ook dit jaar weer van de parti j op Vakbeurs Energie. Als kennispartner van de beurs droeg TVVL bi j aan de inhoud elijke programmering. Elke beursdag s tond er een inspirerend e spreker vanuit TVVL op het podium. Kevin de Bont (manager OpenToControl), Arjen Leenhouts (directeur Unica Energy Solutions) en Edwin Koers (manager business develo pment Unica) h ield en presentaties over energieflexibilisering in de gebouwd e omgeving.
“Vooruitkijken om te kunnen exibiliseren”
Spreker: Kevin de Bont, manager OpenToControl Ond erwerp presentatie: sys teemo ptimalisatie door aanst uring
“Netconges tie is voor bedri jven momenteel dri jfveer nummer één om te flexibiliseren met energie. Veel ond ernemingen willen elektrificeren, maar hebben een beperkte contractcapaciteit Zi j willen daarom hun contractwaarde uitbreid en, maar dat lukt niet. Zi j moeten dus binnen het bes taand e contract met de netbeheerd er zien te o pereren.
Wi j helpen bedri jven binnen de contouren van dat bes taand e contract wél die uitbreiding te doen. Waar problemen zi jn, liggen ook kansen.
Met de data over je energieverbruik kun je - vóór het s tarten met een slim energie management sys teem (EMS) - inzicht verschaffen wanneer je over je contract heen gaat. Vervolgens kun je simuleren welke maatregelen je neemt om het verbruik te verlagen of slimmer in te plannen in de ti jd. Ik zie bi jvoorbeeld op all electric locaties met winterconges tie dat ongeveer een derd e d eel van het piekverbruik in de warmtevraag zit. Dit is flexibel te st uren. Nog een derd e d eel zit in de apparat uur zoals computers,
lampen en serverruimtes. Daar valt niet mee te sturen. Je wil niet in het donker zitten. Het laats te d eel zit in laadinfras truct uur
Voor all electric bedri jven met een laadplein is er ruimte om met zo’n twee derd e d eel van het piekvermogen te flexibiliseren. Die pleinen word en s teeds groter, waardoor ze ook een groter beslag leggen op het totale energieverbruik. Ik schat in dat die pleinen voor 95 procent van de ti jd reactie f word en aangest uurd, dus niet voorspellend. Daar valt veel wins t te behalen. Dit vraagt om een o plossing waarbi j je al je sys temen in één EMS integreert. En niet meer reactie f regelt, naar proactie f en anticiperend.
Er moet een samenspel ontstaan t ussen het gebouwbeheersys teem en de sys temen die daar tegenaan geplakt zi jn, zoals zonnepanelen, het laadplein, de warmtepomp en een batteri j. Je kunt dan met die versch illend e sys temen gaan communiceren om ze o ptimaal in te zetten, afges temd op de momenten dat er veel of weinig zonneschi jn zal zi jn. Dat slimme, voorspellend e samenspel zorgt ervoor dat je binnen je contractwaard es bli jft, mind er energie verbruikt, je comfort behoudt en mind er kos ten en CO2 uits toot.”
“Pak je energiehuishouding integraal aan”
Spreker: Arjen Leenhouts, directeur Unica Energy Solutions
Ond erwerp presentatie: roadmap voor een snel verand erend energielandschap
“Het hele energielandschap wordt s teeds complexer We moeten energievraags t ukken daarom integraal benad eren. Als je bi j je bedri jf bi jvoorbeeld zonnepanelen plaats t, ben je er niet met het beki jken van alleen die zonnepanelen-case. Want het hee ft direct impact op de rest van je energiehuishouding en dus de hoeveelheid elektriciteit die je op bepaald e momenten afneemt. Pak je energiehuishouding dus integraal aan. Dat alles vraagt eerst om een energie-routekaart en een logische volgord eli j kheid van de s tappen die je wilt en kunt nemen. Als bedri jf doe je er daarom goed aan om eerst op een wat abstracter, strategisch niveau een plan te maken. Wat voor ins tallaties heb je nu? En hoe flexibel kan je zi jn en wil je het sys teem in de toekoms t hebben, wat is je ambitie? Het is belangri jk om jezelf eerst dat soort vragen te s tellen. Ki jk dan vervolgens eerst naar laag hangend fruit: welke maatregelen kun je op korte termi jn nemen? En wat kun je op de midd ellange termi jn doen?
Bi j een integrale aanpak horen ook ins tallaties bi j die met elkaar kunnen ‘praten’. Zonnepanelen moeten kunnen communiceren met bi jvoorbeeld
een gebouwbeheersys teem. Dat sys teem moet wed erom communiceren met een batteri j en een module die de energiepri jzen op de markt in de gaten houdt. Dit alles vraagt behoorli jk wat van de ins tallatiewereld.
Binnen Unica werken de versch illend e clus ters daarom met elkaar samen om tot een goed eindproduct te komen voor de k lant. Wil iemand bi jvoorbeeld zi jn gasketel vervangen voor een warmtepomp? Wi j s tellen dan de vraag: wat wilt u met die warmtepomp? Wat en wanneer moet er gekoeld of verwarmd word en? Past dat in het plaatje van de gehele verduurzaming van het gebouw? En waar wil je naar toe? Door goed door te vragen kunnen wi j meed enken met de k lant en een goed advies geven. Je kunt tegenwoordig niet zomaar k lakkeloos alleen een keteltje vervangen. Missch ien is het wel beter om h ier eerst een hybrid e ketel op te hangen en eerst and ere s tappen te nemen omdat de k lant daarmee uiteind eli jk veel beter geholpen is op midd ellange termi jn.”
“Inspecteer de kwaliteit van elektr iciteit”
Spreker: Edwin Koers, directeur Unica Building Services
Ond erwerp presentatie: slimmer naar meer vermogen
“We hebben een elektriciteitsnetwerk waarin er alti jd voor ied ereen voldoend e vermogen was. Maar tegenwoordig is continuïteit van stroomvoorziening niet meer vanzelfsprekend. Stroom komt voor een groot d eel met de zon en de wind en dat gaat met pieken en dalen. De continuïteit is dus niet geborgd. Dat zi jn we niet gewend. Er liggen vraagst ukken op tafel waarbi j we met beperkt vermogen méér moeten gaan doen, nu Ned erland in snel tempo elektrificeert. Als branche moeten we daarom onze blik verleggen. Lange ti jd hadd en we vooral oog voor veiligheid. Dat bli jft belangrijk, daarnaas t zullen we ook naar capaciteiten de kwaliteit van stroom moeten kijken.
Door vervuiling gaat de kwaliteit van de stroom achteruit. Dan is er wel stroom maar je kri jgt niet het vermogen waar je als k lant voor betaalt. Dat verlies kan zomaar 10 tot 30 procent
van je netaansluiting zi jn. We ki jken daar te weinig naar, terwi jl stroomvervuiling op te lossen valt. Met een meting kom je er vri j snel achter of er stroomvervuiling is. Bi jvoorbeeld door faseverschuiving, waarbi j de drie fasen van een aansluiting niet geli jkeli jk worden belas t. Of door blinds troom, die wel door ka bels heen loo pt maar niet kan word en verbruikt. Dat vermogen kun je met een aanpassing vri jmaken, waardoor je als k lant missch ien geen netverzwaring n odig hebt.
Helaas zi jn er n og niet zo veel ins tallatiebedri jven die h iervoor de juis te mensen en de apparat uur hebben. Dat hee ft alles te maken met die visie vanuit het verled en: er was stroom in overvloed. Dat is jammer, want door goed te meten en te inspecteren kun je al snel extra vermogen realiseren. Het is slechts de eers te s tap naar meer vermogen, maar wel een belangri jke s tap.
Met dezelfd e meting kri jg je ook een goed beeld van het verbruik van elektriciteit. Waar en wanneer er verbruikt wordt, door welke ins tallaties. Dat is belangri j k, want dan kun je het verbruik ook goed gaan st uren met een energie management sys teem. Het o plossen van netconges tie gaat vooral over het afvlakken van pieken in verbruik.”
TV VL Evenementen
• 15 t/m 17 oktober: Vakbeurs Energie met elke dag een lezingenprogramma vanuit TVVL en een s tand
• Dond erdag 24 oktober: YOUNG TVVL Pubquiz
• Dinsdag 12 n ovember: WEii training november
• Dinsdag 19 n ovember: IoT bi jeenkoms t
• Dinsdag 3 d ecember: TVVL Algemene Vergad ering (alleen voor led en)
• Dinsdag 3 d ecember: TVVL Techniekdag
• Dinsdag 3 d ecember: YOUNG TVVL Techniekdag: Er was eens een toekoms t
Vooruitblik
TVVL bi jeenkoms t Internet of Th ings (IoT) – 19 n ovember
Na het succes van de IoT bi jeenkoms t in 202 3 zetten we de bi jeenkoms t n ogmaals op de agenda. Sluit aan bi j deze bi jeenkoms t en ga praktisch aan de slag met de mogelij khed en die IoT ons biedt! IoT hee ft de potentie om de manier waarop we leven en werken ingri jpend te verand eren. Het biedt mogeli j khed en voor inn ovatie, verbeterde e fficiëntie en nieuwe zakelijke mod ellen.
Bi j deze interactieve bi jeenkoms t, aangebod en door TVVL en de IoT Acad emy, ga je aan de slag met zowel de theoretische als praktische ond erd elen van IoT. Het is beslis t geen zit en luis ter sessie, ied ereen s teekt de hand en uit de mouwen.
Met behulp van deze praktische bi jeenkoms t geven wi j antwoord op deze vragen:
• Wat kan IoT voor jouw organisatie betekenen?
• Wat zi jn de aandacht punten bi j toepassing van IoT?
• Hoe kan ik onze organisatie verbeteren met IoT? Het practicum is o pgebouwd rondom de IoT Educatie Kit. De IoT Educatie Kit is speciaal ontwikkeld om hands-on aan de slag te gaan met Internet of Th ings. Met de kit bouw je je eigen slimme sensor en leer je over IoTconnectiviteit en data-platformen.
Terugblik
Terugblik op de Ins tallatie Vakdagen – 11 september De Ins tallatie Vakdagen waren een schot in de roos voor de w- en e-ins tallatiebranche. Dit jaar met het spannend e thema 'Waar product, techniek en o plossing samenkomen'. De beurs bood niet alleen een platform voor de nieuws te inn ovaties en praktische kennis, maar ook voor waardevolle ontmoetingen t ussen professionals. Ins tallateurs verlieten het event met nieuwe inzichten en gereedschappen om hun werk e fficiënter en effectiever aan te pakken.
Vanuit TVVL s tond en 3 sprekers op het programma: Frank Theunissen van Daikin ging in op warmtepompen en focus te daarbi j op collectieve
o plossingen en de uitdagingen die daarmee gepaard gaan. Hi j nam het publiek mee in de wereld van Daikin en presenteerde versch illend e concepten en re ferenties. Het belang van samenwerking bi j het implementeren van warmtepompen kwam duid elijk naar voren.
Na hem volgd e Derko Budding van Merosch en hij daagd e de traditionele opvattingen over individuele warmtepompen uit. Hi j presenteerde bevindingen uit een ged etailleerd ond erzoek waarbi j hij de vermeend e negatieve impact op het elektriciteitsnet ond er de loep nam. Door gebruik te maken van echte meetgegevens en interviews met ins tallateurs, kon hij aantonen dat collectieve warmtesys temen niet per d efinitie een lagere impact hebben dan hun individuele tegenhangers.
Albert van d er Molen van Stedin sloot de sessies af met een presentatie over een spraakmakend waters tofproject in Stad aan ‘t Haringvliet. Hi j d eeld e de laats te s tand van zaken over de verwarming van 600 woningen met waters tof en gaf een exclusieve primeur over de ontwikkeling van nieuwe apparat uur die het gebruik van waters tof zou vereenvoudigen.
TVVL Nationaal congres Gebouwtechniek en Mens – 19 september Dit jaar vond de 2e editie van dit nieuwe congres plaats. Twee expertgroepen werken h iervoor samen waardoor er zowel k limaattechniek-gerelateerde ond erwerpen als gebouwautomatiseringgerelateerde ond erwerpen aan bod kwamen. In de plenaire o pening lieten dagvoorzitters Wobbe van d en Kieboom en Joep van d er Veld en de bezoekers beeld en van de toekoms t zien. Waar gaat het heen met de techniek en de vereniging? AI maakte daar interessante afbeeldingen van. Vervolgens waren er 3x 2 parallelsessies waarin uiteenlo pend e ond erwerpen aan bod kwamen met s teeds ook een link naar het menseli jke aspect. Gebouwpres taties, de mens centraal s tellen, digital twin, goed e interfaces, cybersecurity en een prakti jkvoorbeeld kwamen langs.
Tot slot sprak keyn ote spreker Jeroen van d er Mos t over zi jn kuns t die hij maakt met AI en quant um computing, wat een interessante afsluiter was wat de bezoekers aanzette tot nad enken over de toekoms t.
Worksho p Parametrisch Ontwerpen
Het congres werd in de ochtend voorafgegaan door een Worksho p Parametrisch Ontwerpen. Er liggen veel uitdagingen op ontwerp en engineering van de gebouwd e omgeving. Veel o pties, randvoorwaarden en keuzes bepalen het proces om tot een d efinitie f ontwerp te komen. Parametrisch ontwerpen kan helpen om vanuit ins tallatietechnisch perspectie f voor te sorteren in een vroeger s tadium. In dit proces verschuift de rol van ins tallatieadviseur in de richting van de arch itect
Bi j het parametriseren is het van belang dat juis t de ins tallaties vanaf het begin word en meegen omen, omdat deze bepalend zi jn voor het d efinitieve ontwerp. De vraag die werd voorgelegd aan RHDHV om TVVL mee te nemen in het proces van Parametrisch Ontwerpen. Hoe draagt deze manier van ontwerpen bi j aan het proces tot en met realisatie? En wat betekent dat voor de eindgebruiker/ k lant. Ti jd ens de worksho p wisseld en Gi js Joosen (projectleid er Parametric Design, arch itect) en Peter Schumacher (Consultancy building information, Pd tt ti gi ig) RHDHV ig it
YOUNG YTVVLOUNG TVVL
Dond erdag 24 oktober: YOUNG TVVL Pubquiz
Op 24 oktober organiseert YOUNG TVVL hun eers te Pubquiz.
De YOUNG TVVL Pubquiz is dé kans voor teams uit diverse bedri jven om de competitie aan te gaan. Toets je kennis, ontmoet jong professionals uit je vakgebied én breid je netwerk uit ontspannen setting.
Stel je team samen met de slims te ko ppen uit je bedri jf, en op 24 oktober aan in RAUM Utrecht om te s tri jd en voor de van quizkampioen. De quizvragen zi jn speciaal ontworpen kennis grondig te tes ten, met een mix van technische vraags sector-specifieke uitdagingen en algemene kennis. En het Deelname is gratis voor álle jong professionals!
Dinsdag 3 d ecember: YOUNG TVVL Techniekdag: Er was eens een toekoms t Op dinsdag 3 d ecember n odigen we je uit voor de YOUNG TVVL Techniekdag met het thema "Er was eens een toekoms t". Dit evenement vindt plaats parallel aan de TVVL Techniekdag bi j Fort Voordorp in Groenekan en draait om kennisd eling, netwerken en kennismaken. De dag begint met een heerlijke lunch, gevolgd door een plenaire sessie met de d eelnemers van de TVVL Techniekdag. Jochem Mark (commissielid YOUNG) en John Lens (directeur TVVL) o penen het programma, waarna een verrassend e keyn ote spreker het podium betreedt
Vervolgens s taat een exclusieve lezing en worksho p van TED-spreker Ruud Veltenaar op het programma, speciaal voor de YOUNG-d eelnemers. Hi j bespreekt de transformatie van onze wereld en hoe we ons kunnen voorbereid en op een nieuw ti jdperk, met nadruk op kansen en verbinding met de nat uur, elkaar en onszelf. De sessie inspireert d eelnemers om actie f bi j te dragen aan een duurzame en veerkrachtige samenleving.
Op de hoogte bli jven van de YOUNG TVVL evenementen?
Abonneer op onze nieuwsbrie f!
We sluiten de dag fees teli jk af door ons aan te sluiten bi j de TVVL Techniekdag voor een 65-jarige jubileum pubquiz, gevolgd door een dinerbuffet. Er is volo p gelegenheid om te ontspannen, na te praten en te netwerken. Dit jaar bied en we naas t de netwerk lunch en het buffet ook het (net)werkcafé, waar je ti jd ens lezingen of pauzes even kunt bellen, bi jpraten of reflecteren op de dag.
Zonder onderg rondse infratechniek geen toekomst
Er gaat wat gebeuren onder de grond
In Ned erland ligt een netwerk van bi jna 2 miljoen kilometer aan ka bels en leidingen ond er de grond. Onzichtbaar maar onmisbaar. Zond er dit netwerk geen internet, geen drinkwater, geen elektriciteit, geen warmte, geen gas, geen TV. Dat is iets om eens goed bi j s til te s taan. Sommige ka bels en leidingen liggen er al jaren, and ere (zoals glasvezel) pas kort. Met de energietransitie en verregaand e elektrificatie in de gebouwd e omgeving s taan aannemers in de infratechniek voor grote uitdagingen. Daarom kri jgt de infratechnieksector het de komend e jaren druk met het vervangen, repareren en uitbreid en van al die ka bels en leidingen.
Niet alleen is er zeer veel werk, maar ook de vraag naar kennis neemt s teeds verd er toe. Kennis die niet makkelijk voorhand en is. Daarom zi jn Baas BV en TVVL een ti jdje geled en een samenwerking aangegaan om een pos t-hbo o pleiding Ond ergrondse Infratechniek te ontwikkelen. Deze o pleiding, eerst gegeven exclusie f aan med ewerkers van Baas BV, is nu voor ied ereen besch ikbaar
Voor wie is deze o pleiding relevant?
Voor med ewerkers die een technische rol bek led en bi j een aannemer, uitvoerd er of netbeheerder. Dit kan zi jn in de rol van engineer (junior of senior), werkvoorbereid er, projectleid er of uitvoerder. Je bent betrokken bi j (versch illend e) aspecten van het proces van ontwerp tot aanleg van gas-, elektriciteits-, warmte- en waternetten binnen de ond ergrondse infras truct uur Je hebt een hbo-o pleiding of een technische mbo-niveau 4
En wat leer je dan?
o pleiding met ervaring binnen de ond ergrondse infratechniek. Of je bent in bred e zin betrokken bi j civiel infra-technische projecten.
Deze o pleiding infratechniek biedt je uitgebreid e kennis van het volledige ontwerpproces en basiskennis van het uitvoeringsproces voor ond ergrondse infratechniek. Naas t grondig begrip van de technische (engineering)aspecten van de ond ergrondse infras truct uur, kri jg je inzicht in veilig heidsvoorschriften en geld end e regelgeving én hoe je dit op een juis te manier toepas t. Je leert welke materialen, technieken en method en word en ingezet voor het ontwerp en de aanleg van ond ergrondse infras truct uur. Doordat je leert hoe gas-, elektriciteits-, warmte- en waternetten met elkaar in verbinding s taan, begri jp je de maatschappeli jke relevantie en externe invloed en. Dankzi j jouw kennis van het gehele traject, van aanvraag tot uitvoering, kun je omgevingsinvloed en, -knelpunten, risico’s en kansen held er id entificeren en ben oemen.
Iets voor jou(w med ewerkers)?
Deze officieel geregis treerde pos t-hbo o pleiding s tart op 6 februari 2025 en duurt ongeveer 1,5 jaar. Meer informatie en inschri jven: tvvl.nl/cursus/ond ergrondse-infratechniek/
Kranen doorspoelen tegen legionella?
Moet je na de vakantie je kranen doorspoelen? Een regel matig terugkerend e vraag in de media, die eerd er dit jaar ook weer werd behand eld in de BNNVARA Podcas t Alledaagse Vragen. En wie beter dan Mirjam Blokker, hoofdwetenschapper bi j KWR water research ins tit ute en lid van de TVVL Expertgroep Sanitaire Technieken, kan deze vraag beantwoord en? Zi j werd dan ook gebeld door de podcas tmakers om deze vaak vraag te bespreken.
In de cursus Legionellapreventie komt het doorspoelen van kranen in woningen maar kort aan bod. Want, zoals Mirjam Blokker ook aangee ft in de Podcas t, in woningen is er vri jwel geen risico op besmetting met Legionella. Dat komt voornameli jk omdat Legionella alleen besmettelijk is bi j verspreiding door aerosolen, hele k leine d eeltjes in de lucht. Je kunt ziek word en als je die d eeltjes inad emt, en niet als je het binnenkri jgt via drinken. Langdurig s tils taand, warm water kan wel een risico zi jn, maar dit komt in de praktijk zeld en voor bi j particuliere woningen en drinkwatervoorzieningen.
In de cursus gaan we in één dag dieper in op alle maatregelen die je wél kunt en moet nemen tegen legionella, en de belangri jke vraag: in welke sit uaties moet je die maatregelen dan nemen? Er zi jn versch illend e soorten gebouwen en gebruiksvormen van gebouwen waarbi j het risico op legionella groter is, en waarbi j specifieke maatregelen kunnen word en gen omen. Zo kunnen bi jvoorbeeld fonteinen, sauna's en mis tsys temen wél een groter risico op legionella besmetting hebben. En voor natte koeltorens is zelfs een nationale atlas van koeltorens o pges teld, zodat bi j een event uele legionella-uitbraak een daaraan gerelateerde natte koeltoren snel is o pgespoord.
Welke maatregelen moet je nemen in welke sit uatie om een legionella besmetting te voorkomen? Aan welke wetgeving en
voorschriften moet de gebouweigenaar zich houd en? En hoe ziet het beheer en ond erhoud er uit bi j een ins tallatie of gebouw waar het risico op een legionella besmetting groter is? Dit leer je allemaal in de cursus legionellapreventie. Legionellapreventie komt ook uitgebreid aan bod in de cursus Leidingwaterins tallaties.
En om n og even terug te komen op de vraag die aan Mirjam Blokker werd ges teld in Alledaagse Vragen: hee ft het zin om je kraan door te laten lo pen? Haar antwoord: ja, in een aantal specifieke gevallen hee ft dit wel zin. Maar dat gaat niet om het voorkomen van een legionella besmetting. Bi j een nieuwe kraan kunnen de eers te maand en n og metaald eeltjes vrijkomen. Ze adviseert om bi j ins tallatie van een nieuwe kraan, deze de eers te zes maand en enkele second en te laten lo pen voor gebruik. Bi j lod en leidingen speelt hetzelfd e risico, maar om dat weg te spoelen zou je bi j elk gebruik 2 liter water moeten laten lo pen. Gelukkig komen lod en leidingen bi jna niet meer voor in Ned erland. Maar bi j het vermoed en van lod en leidingen is Mirjams dringend e advies om dit te ond erzoeken en te laten vervangen.
Wil je meer weten over legionellapreventie? Of heb je vaak met dit ond erwerp te maken maar wil je de mees t act uele wet- en regelgeving weer bestuderen? Meld je dan aan voor de TVVL cursus Legionellapreventie. Cursusdat um op 13 d ecember
Schri jf je in via tvvl.nl/cursus/legionellapreventie
Scan de Q R-cod e om naar de podcas t Alledaags vragen te gaan.
Unieke feiten over de opleiding Sanitaire Installaties in Gebouwen én een hint over het examen
Sanitaire Ins tallaties in Gebouwen is al jarenlang een po pulaire o pleiding. Wat maakt deze zo succesvol? Naas t de vele voord elen die alle TVVL cursussen hebben, zi jn er n og een paar bi jzond erhed en aan deze o pleiding die we graag voor je uitlichten:
1. Flexibel st ud eren
Waarsch i jnlijk wis t je al dat onze o pleiding Sanitaire Ins tallaties in Gebouwen modulair is o pgezet. Dat betekent dat je de vier modules waaruit de o pleiding bes taat, als losse cursussen kunt volgen, en in willekeurige volgord e. Wil je de gehele o pleiding volgen en het bi jbehorend e diploma ontvangen? Dan kun je vier keer per jaar s tarten met één van de modules.
Sinds kort bied en we de modules op versch illend e dagen aan, én kun je leidingwater twee keer per jaar volgen. Zo wordt een o pleiding volgen zo flexibel als ji j n odig hebt, met de vertrouwd e voord elen van het k lassikale ond erwi js dat je van TVVL gewend bent. Als je in september s tart kun je de gehele o pleiding vóór de zomervakantie afrond en. Maar wil je het rus tiger aandoen, sla dan een module over om later in te plannen. Of s tart in het voorjaar, zodat de zomervakantie een pauze vormt in je programma. Wanneer je de vier modules hebt afgerond, ontvang je het overkoepelend e diploma Sanitaire ins tallaties in gebouwen.
Nat uurli jk is het ook mogelijk om alleen die modules te volgen die passen bi j de kennis die ji j n odig hebt. Per gevolgd e module maak je een examen en ontvang je een diploma.
2. Ond erwi jsniveau dat bi j je pas t
Alle modules binnen de o pleiding Sanitaire Ins tallaties bevatten praktische en toepasbare less tof, die je ti jd ens de les en thuis verd er oe fent in o pdrachten en cases. En die je vanaf de eers te dag ook kan gebruiken op je werk. Door een combinatie van leerdoelen op versch illend e niveaus, sluit de cursus perfect aan bi j het werk van engineers, ontwerpers en projectleid ers met versch illend e vooro pleidingen.
3. 'Proe fs tuderen' met resultaat
Wil je de o pleiding Sanitaire Ins tallaties in Gebouwen volgen, maar vind je de combinatie van werk en st ud eren spannend? Ben je benieuwd hoe je een o pleiding combineert met je werk, gezin en
and ere verplichtingen? Of is het alweer een hele ti jd geled en dat je huiswerk moes t maken? Wi j adviseren cursis ten en hun leidinggevend en dan om te s tarten met één module, zodat je kunt ervaren hoe het is! De modules duren 2, 3 of 5 dagen. Je kunt door één module te volgen goed inschatten hoe de rest van de cursus verloo pt, want de voorbereidings ti jd en het huiswerk per lesdag is voor alle modules vergeli j kbaar van niveau en ti jdsinves tering. Omdat je na afloo p van elke module examen maakt en een diploma ontvangt, is deze kennismaking met de o pleiding meteen nuttig bes teedd e ti jd. Bevalt de terugkeer in de schoolbanken? Dan schri jf je je in voor meer modules!
4. Examen over het cursuslokaal?
Het gebeurt zeld en dat we bi j TVVL meer vertellen over het examen dan: wees op ti jd. Maar voor het examen ST maken we toch een uitzond ering. Sinds kort wordt voor het examen namelijk een d eel van het gebouw gebruikt waar TVVL ook is geves tigd en alle lessen word en gegeven, het Intechnium gebouw We gebruikten dit gebouw al vaker in onze cursussen, bi jvoorbeeld met rondleidingen op het dak voor de cursus Werkt uigkund e voor Elektrotechnici. Bi j Pres tatiemonitoring voor HVACins tallaties wordt gewerkt met de k limaatgegevens die in onze werk- en lesruimtes word en verzameld. En cursis ten Elektrotechniek voor Werkt uigkundigen maken een lichtplan voor een ruimte die wel heel erg bekend voorkomt… Maar in een examen was het Intechnium niet eerder o pgedoken! Geven we nu dan niet te veel info weg? Gelukkig is het Intechniumgebouw behoorlijk complex, en kom je als cursis t op lang niet alle plekken. Gen oeg faciliteiten, technische ruimtes en verborgen sanitaire voorzieningen dus voor heel wat uitdagend e exameno pgaven.
Wil ji j ook je kennis van Sanitaire
ins tallaties vergroten in een praktisch toepasbare, flexibele o pleiding?
Kom je één module uitproberen of ga je voor alle modules achter elkaar? Schri jf je in voor één of meer modules.
Ken jij onze warmtepomp cursussen al?
In 20 19 sloot de Warmtepomp Acad emy zich aan bi j TVVL. Dit ond erd eel van een zelfs tandige s tichting organiseerde veel cursussen. Een jaar later kreeg TVVL de gelegenheid om de activiteiten van de Warmtepomp Acad emy te integreren in het cursusaanbod van TVVL. TVVL is daardoor dé plek voor cursussen met betrekking tot warmtepompen. Individuele of collectieve warmtepompen, in woningen of in utiliteit, grondgebond en of niet. Je leert h ier alles over bi j de TVVL Warmtepomp Acad emy. De Warmtepomp Acad emy is ond erd eel van TVVL Cursussen, dus jouw vertrouwd e adres voor o pleidingen. TVVL (bedri jfs)led en kri jgen voor deze cursussen dus ook 15% led enkorting!
Kies uit een van de volgend e cursussen:
Woningbouw
• Bod emgebond en warmtepompen voor individuele woningen (voorheen Ontwerpen van water/water warmtepompen woningbouw), 2 lesdagen. Na het volgen van deze cursus kun je jouw kennisniveau laten toetsen via een BRL 6000-21/00 CITO-examen.
• Ontwerpen van lucht/water warmtepompen woningbouw, 2 lesdagen
• Collectieve warmtepompen woningbouw, 3 lesdagen
Utiliteit
• Warmtepompen utiliteit, 3 lesdagen
• Ontwerpen van lucht/lucht warmtepompen utiliteit, 2 lesdagen
• Module Gasins tallaties 2 d ecember 2024
• Module gebouwriolering 5 maart 2025
• Module Leidingwaterins tallaties 11 februari 2025
• Module brandblusvoorzieningen 5 maart 2025
De warmtepomp cursussen s tarten op meerdere momenten per jaar. Ki jk snel op onze website www.warmtepompacad emy.nl voor de leerli jn of op www.tvvl.nl/warmtepompen voor alle act uele s tartdata, meer informatie en inschri jven.
Installeren van PV-panelen/zonnestroom aan het laagspanningsnet
De energiemarkt ond ergaat een aanzienli jke verschuiving, gedreven door een groeiend bewus tzi jn van duurzame energiebronnen en het belang van duurzame energieo pwekking. Zonnepanelen en -s troom nemen een centrale positie in bi j deze transitie. Ze word en s teeds belangri jker in de energiemix.
Leer in één dag alles over de ko ppeling van de ins tallatie van PV-panelen aan het laagspanningsnet.
Waarom zou je als engineer van zonnes troomins tallaties of zonnepanelen (ET) ins tallateur deze cursus moeten volgen? We geven je drie hele goed e red enen:
1. Je doet kennis op van aansluitvoorschriften en bouwkundige aandachtspunten.
2. Je kri jgt inzicht in versch illend e montagewi jzen en de bi jbehorend e relevante voorschriften.
3. Je leert over alle voorschriften en regelgeving voor maximale veilig heid.
Het correct ins talleren en integreren van zonnepanelen vereis t technische kennis en een grondig begrip van veilig heidsvoorschriften en regelgeving. Het gaat daarbi j niet alleen over het maximaliseren van de e fficiëntie en duurzaamheid van zonne-energiesys temen, maar ook over het waarborgen van de veilig heid van zowel ins tallateurs als eindgebruikers. Het is daarom van cruciaal belang dat professionals in de sector niet alleen bekend zi jn met de technische aspecten van zonne-energie, maar ook streng de wettelijke voorschriften naleven om een veilige en duurzame energietoekoms t te waarborgen.
Bouwkundige en elektrische aspecten komen aan bod Deze cursus biedt een praktische benad ering van het ins talleren van
zonne-energiesys temen, waarbi j zowel de elektrische als bouwkundige aspecten aan bod komen. Voor versch illend e type dakcons tructies leer je hoe deze word en aangebracht. Hierbi j gebruik je als leidraad 5 versch illend e montagewi jzen. Je verkri jgt de ben odigd e kennis om pvins tallaties op een veilige manier volgens regelgeving te ins talleren. Je leert e fficiënter te werken waardoor fouten vermind eren en zo kos ten voor hers telwerkzaamhed en word en bespaard. Je ontwikkelt jouw technische vaardig hed en op het gebied van elektrische ins tallaties in combinatie met zonne-energiesys temen. Je verbreedt je professionele competenties, waarmee je ook in de toekoms t interessant voor de arbeidsmarkt bli jft.
Resultaat
Na afronding van de cursus heb je geleerd over de volgend e ond erwerpen:
• Programma van Eisen
• ontwerp zonnes troomins tallaties
• bouwkundige aspecten
• montagewi jzen
• uitwerkingsfase
• realisatie zonnes troomins tallatie
• beheerfase
Spannend?
Alhoewel zonnepanelen spanning (s troom) o pwekken is deze cursus niet spannend, maar juis t erg informatie f. De cursus duurt één dag en je hoe ft geen examen te doen. Na een dag ben je helemaal up-todate.
Startdat um 11 d ecember 2025 | 1 dag | € 5 69 | 15% korting voor led en | Woerden
Seizoen 2024-2025
Hoe ziet de cursus Duurzaamheid Adviseren Gebouwde Omgeving er uit?
De relevantie voor de inzet van duurzame energie wordt s teeds groter, het ontwerpen van sys temen voor de gebouwd e omgeving s teeds belangri jker. Daarnaas t vraagt het duurzaam bouwen inzicht in de econ omische haalbaarheid en overt uigingskracht richting o pdrachtgevers.
In deze cursus komt het begrip duurzaamheid breed aan bod, waarbi j zowel naar het gebouw als naar de technische ins tallaties wordt gekeken. Het versch il met onze and ere o pleiding Verduurzamen van Gebouwen is dat in deze cursus de nadruk ligt op het goed kunnen adviseren. De o pleiding Verduurzamen van Gebouwen hee ft ook meer lesdagen (15) en is (med e) daardoor ook pos t-hbo geregis treerd. Deze cursus is praktischer van opzet, gericht op het adviseren en daardoor korter.
Wat ga ik dan leren?
Na afloo p van de cursus ben je in s taat te analyseren, motiveren, berekenen en zelfs tandig te adviseren ten aanzien van duurzame aspecten betreffend e het gebouw, het gebruik en de technische ins tallaties. Na afloo p kun je:
• adviseren over toe te passen energie- en duurzaamheidsla bels;
• ond erbouwd adviseren over energiebesparend e maatregelen;
• ond erbouwd adviseren over inpassing duurzame o pwekking van energie;
• adviseren en participeren in mod erne samenwerkingsverband en en contractvormen;
• een haalbaarheidsst udie met financiële ond erbouwing ops tellen.
Hoe ziet het lesprogramma er uit?
De cursus bes taat uit 9 lesdagen, een maal per twee weken ti jd ens de middag en avond. Ied ere lesdag hee ft een eigen thema en leerdoel. We werken ze h ierond er bekno pt voor je uit. Voor meer informatie verwi jzen we je naar de st udiegids die je bi j deze cursus op onze website kunt vind en.
Lesdag 1: Inleiding Duurzaamheid en ins trumentarium
Na afloo p is de cursis t in s taat een voors tel op te s tellen ten behoeve het verduurzamen van bes taand e bouw of het ontwerpen van een duurzaam nieuw gebouw
Lesdag 2: Energiebesparend e maatregelen
Na afloo p is de cursis t in s taat de energiebesparend e maatregelen van het bes taand e gebouw of ontwerp te berekenen en te beargumenteren.
Lesdag 3 & 4: Duurzame o pwekking
Na afloo p kan de cursis t versch illend e duurzame o pwekkingsmethod en ben oemen, ge fund eerd toepassen en technische- en financiële haalbaarheid beargumenteren.
Lesdag 5-a: Circulaire ins tallaties
Na afloo p hee ft de cursis t kennis en inzicht in de n oodzaak van circulaire ins tallaties en is in s taat h ierin een beoord eling te maken.
Lesdag 5-b: Transformatie bes taand vas tgoed
Na afloo p is de cursis t in s taat een plan van aanpak te schri jven voor het verduurzamen van bes taand vas tgoed inclusie f beoord eling van potentiële maatregelen.
Lesdag 6: Financiële ond erbouwing duurzaamheid
De cursis t is in s taat ge fund eerde financiële ond erbouwing op te s tellen voor duurzame ins tallaties en h ierbi j zaken als TCO, brands tofpri jzen en econ omische invloed en in mee te nemen.
Lesdag 7: Duurzaamheid in de exploitatie fase
De cursis t hee ft kennis van en inzicht in de exploitatie fase van duurzame projecten en duurzame samenwerkingsverband en.
Lesdag 8: Human skills
De cursis t is zich bewus t van de n oodzakeli jke persoonlijke vaardig hed en om te succesvol te o pereren in het proces om te komen tot duurzame ins tallaties.
Lesdag 9: Stimuleren Duurzaamheid
De cursis t is in s taat om op overt uigend e en s timulerend e wi jze te presenteren bi j de o pdrachtgever
Na 9 lesdagen kun je d eelnemen aan het examen voor het TVVL diploma. Interesse om d eel te nemen? Kijk voor meer informatie en inschri jven op www.tvvl.nl/cursusen.
Startdat um 10 februari 2025 | 9 lesdagen | Woerden
Dat kost veel te duur
(dat kost teve el of is te duur… en dat valt eigenlijk wel mee)
Het o pleid en van personeel is binnen veel organisaties n og wel eens een discussiepunt. Het rend ement zie je pas na verloo p van ti jd, maar de inves teringen in ti jd en geld zi jn direct voelbaar. Maar het is niet zo zwart/wit. Med ewerkers vind en hun eigen ontwikkeling s teeds belangri jker. Alleen een goed salaris en inhoud eli jk uitdagend werk is niet meer gen oeg om med ewerkers tevred en te houd en en te s timuleren om ied ere dag weer het uiters te uit zichzelf te halen.
Het ontwikkelen van je med ewerkers levert daarnaas t concrete resultaten op die de successen van je organisatie voor een groot d eel bepalen. Het s timuleert de groei van je organisatie en je med ewerkers kunnen kwalitatie f beter werk leveren, terwi jl de e fficiëntie toeneemt. In de huidige maatschappi j is kennis een n oodzaak, geen luxe. Vakbekwaam technisch personeel is voor de ins tallatiesector van levensbelang. Als gevolg van de energietransitie en een toename van techn ologie in de gebouwd e omgeving zal de vraag naar, en (bi j) scholing van, vakbekwaam personeel op alle niveaus de komend e jaren s terk toenemen. De overheid en Techniek Ned erland zetten niet voor niets in op ‘Een leven lang leren’.
Een besparing op korte termi jn kan dus op de lange termi jn heel duur zi jn Niet inves teren in med ewerkers is een korte termi jns trategie. Het zorgt voor verloo p, tegenvallend e (toekoms tige) resultaten en een kennisachters tand.
Tegemoetkoming in de kos ten Oké, een cursus vereis t dus een inves tering. Hoe verzacht TVVL deze pi jn?
Allereerst doordat we persoonlijke led en en bedri jfsled en 15% korting op de cursuspri js geven! Dat scheelt al veel. Daarnaas t zi jn er mogeli j khed en voor tegemoetkoming en subsidie. Nu weet ik dat je vaak de bomen door het (subsidie)bos niet meer ziet, dus ik heb 3 handige websites voor je op een ri jtje gezet:
• Tegemoetkoming via Wi j Techniek: www.wi j-techniek.nl/tegemoetkoming/
• De website Leeroverzicht van de Rij ksoverheid: www.leeroverzicht.nl/geld
• De SER-website: www.ser.nl/nl/thema/%20leven-lang-ontwikkelen/regels
En welke cursus moet ik dan (laten) volgen?
Daar heb ik maar 1 antwoord o p. Check de website van TVVL met ruim 50 cursussen. Van eendaagse cursussen tot pos t-mbo en pos t-hbo o pleidingen. www.tvvl.nl/cursussen
De opleiding Hogere Elektrotechniek zat VOL
Extra editie opleiding Hogere Elektrotechniek op 21 maart 2025
De pos t-hbo o pleiding Hogere Elektrotechniek is po pulair. Deze o pleiding gee ft TVVL al sinds 20 16. De editie die 26 september is ges tart zat vol. Niet raar in deze ti jd waarin elektrotechniek een belangrijke rol hee ft in de energietransitie. Gelukkig kond en we dit cursusseizoen een extra s tartmoment inplannen. Op vri jdag 21 maart 2025 s tart de volgend e groep waardoor je n og in 2025 in het bezit kan zi jn van dit felbegeerde pos t-hbo diploma. Wil je verzekerd zi jn van een plek, wacht dan niet te lang met inschri jven want vol is vol.
Elektrotechniek speelt een cruciale rol in de energietransitie
De omvang van de energietransitie is en orm. De snelgroeiend e energievraag vereis t aanzienli jke o pgaven zoals het aanpakken van conges tieproblemen op het elektriciteitsnet en het waarborgen van betrouwbare stroomvoorziening. Elektrotechniek speelt een cruciale rol in de visie van “the fut ure is all electric”, waarbi j elektriciteit wordt gezien als de universele energiedrager die de weg vri jmaakt voor een wereld zond er fossiele brands toffen.
Toekoms tbes tendig werken in de elektrotechniek
Gebouwen hebben s teeds meer complexe, technische ins tallaties die moeten zorgen voor betrouwbaarheid, duurzaamheid en comfort. Integratie van gebouwen met hun externe omgeving wordt ook s teeds belangri jker, waarbi j elektriciteit de voornaams te vorm van energie-uitwisseling bli jft.
Met de toenemend e integratie van techn ologieën, de complexiteit, omvang en integraliteit van elektrische ins tallaties in gebouwen, groeit ook de behoe fte aan kennis en expertise op dit gebied. Het is daarom van groot belang dat er meer vakmensen h iervoor word en o pgeleid.
Iets voor jou?
Met de door SPHBO geregis treerde pos t-hbo o pleiding Hogere Elektrotechniek werk je aan verdieping van je expertise in elektriciteitsleer, de wet- en regelgeving en het ontwerpen van laagspanningsins tallaties voor gebouw- en bedri jfsins tallaties. Je leert complexe elektrische ontwerpvraags t ukken te analyseren, integrale o plossingen te ontwerpen en o ptimaliseren, rekening houd end met loadbalancing en powerquality Je bent k laar om elektrotechnische sys temen in gebouwen effectie f en toekoms tbes tendig te ontwerpen, o ptimaliseren en integreren met de omgeving op zowel gebouw- als gebiedsniveau.
Meer informatie en inschri jven via www.tvvl.nl.cursussen.
Let o p: het aantal besch ikbare plaatsen is beperkt. Wacht dus niet te lang met inschri jven als je interesse hebt.
Technicus Gebouwautomatisering en -beheer
Gebouwautomatisering speelt een essentiële rol in zakeli jke gebouwen. En die rol wordt alleen maar groter. Denk alleen al aan de eisen vanuit de EPDB. De invloed van gebouwautomatisering op het juis t functioneren en de levensduur kos ten (TCO) van het gebouw is zeer hoog. Met het professioneel monitoren van sys temen bereik je o ptimale werking van ins tallaties en e fficiënt, preventie f en correct ond erhoud. In het belang van gebouweigenaren en duurzaamheidsdoels tellingen moet gebouwautomatisering daarom uitgroeien tot een volwaardige discipline. Deze cursus is daarom ontwikkeld op initiatie f van de Brancheorganisatie
Gebouw Automatisering en TVVL, net als de pos t-hbo o pleiding
Sys teemarch itect Gebouwautomatisering en -beheer.
Vi jfd e groep
Speciaal voor de lead engineers in het vakgebied gebouwautomatisering hee ft TVVL deze mooie o pleiding ontwikkeld. In 2021 kond en wi j de eers te groep o pleid en en inmidd els is de inschri jving geo pend voor de vi jfd e groep.
Overall aanspreekpunt voor realisatie van projecten
Als Technicus Gebouwautomatisering- en beheer werk je automatiseringsconcepten uit en ben je verantwoord eli jk voor de engineering h iervan. Je neemt het voortouw bi j de uitvoering van de ins tallatie en het beheer van de gebouwautomatisering. Ook ben je overall aanspreekpunt voor de realisatie van de projecten voor de versch illend e disciplines. Je monitort, rapporteert en zorgt voor een ti jdige project uitvoering.
Een waardevol gesprekspartner voor o pdrachtgevers
In deze o pleiding op pos t-mbo niveau leer je de samenhang van
sys teemarch itect uur en-integratie beoord elen en toepassen. Je ontwikkelt je tot specialis t op het gebied van gebouwautomatiseringen beheer. Je voert ontwerpen uit met de techn ologische tools die je tot je besch ikking hebt en pas t dit vervolgens aan tot een o ptimaal werkend sys teem. Je zorgt dat de geïns talleerde componenten veilig data kunnen o pnemen en doorgeven aan het geïntegreerde sys teem voor verd er beheer en o ptimalisatie. Met jouw inzichten en analyses ben je een waardevolle gesprekspartner voor o pdrachtgevers.
• Leer de samenhang van sys teemarch itect uur en -integratie beoord elen en toepassen.
• Engineer ontworpen automatiseringsconcepten.
• Engineer, monitor en rapporteer over de project uitvoering.
Resultaat
Na afronding van de cursus:
• maak je de vergelij king t ussen digitale platforms en protocollen;
• specificeer en beoord eel je de ben odigd e hardware- en gebouwautomatiseringscomponenten;
• analyseer en beoord eel je het PvE Gebouwautomatisering;
• s tel je een functioneel ontwerp op voor de gebouwautomatisering;
• beoord eel en specificeer je het ontwerp ten aanzien van versch illend e (web)applicatievormen, data uitwisseling, integratie in ICT en ICT- security
De o pleiding duurt 10 dagen (ied ere 2 weken volg je een middag/ avondles in Woerd en). De o pleiding s tart op 10 februari 2025. Interesse om deze o pleiding te volgen? Kijk op www.tvvl.nl/cursussen.
Cursusagenda 2024-2025 (n ovember - maart)
Beki jk www.tvvl.nl/cursussen voor alle besch ikbare en boekbare data.
November
Ins talleren PV-panelen/zonnes troom aan
Duurzaam Adviseren Gebouwd e Omgeving
Ins tallatieconcepten & Netconges tie
Maart
februari
voor Werkt uigkundigen
Hydraulische Schakelingen voor Verwarmen en Koelen 17 maart
Pres tatiemonitoring en analyse van HVAC ins tallaties 17 maart
Waters tof in de Gebouwd e Omgeving 18 maart
Collectieve Warmtepompen Woningbouw
Januari
Bod
Gebouwriolering
Omdat TVVL - naas t de groots te o pleid er van technisch Ned erland - een vereniging is zond er wins toogmerk, richten we ons op wat verantwoord is. Wi j kiezen ervoor om les te bli jven geven aan k leine groepen.
Let o p: data kunnen wi jzigen. Als de h ierboven gen oemd e data niet meer besch ikbaar zi jn/groepen vol zi jn, verschi jnen and ere data op onze website.
Onze lessen gaan alti jd door; fysiek indien mogeli j k, of and ers online of hybrid e. Zo loo p ji j geen st udievertraging op!
Maak kennis met ... Nancy Cohen – Event Coördinator
Bi j TVVL tellen we inmidd els ruim 30 collega’s. De één werkt er net, terwi jl de and er h ier al jaren zit. We s tellen je graag onze med ewerkers voor. Deze keer maken we kennis met Nancy Cohen, een vrolijke event coördinator die nu 2 jaar bi j TVVL werkt. Eerst was ze aangen omen voor het project CLIMA 2022, dat een jaar zou duren. Ze begeleidd e dit project samen met een aantal collega's. Ti jd ens CLIMA 2022 kwam er een vacat ure vri j en zodoend e is Nancy gebleven bi j TVVL. En wat zi jn we bli j dat ze er n og is! Ze is een onmisbaar lid van het Evenementen Team.
“Een harde werker, iemand waar je op kan bouwen en met een goed gevoel voor humor,” is hoe Nancy zichzelf beschri jft. Ze is alti jd bereid om mensen te helpen en maakt er graag het bes te van samen met het team waar ze in werkt. Nancy is erg sociaal. In haar persoonlijk leven is ze getrouwd en hee ft ze een dochter en een zoon. Thuis hee ft ze ook een hond genaamd Kees. Nancy zit niet snel s til; ze houdt ervan om bezig te zi jn.
Als event coördinator organiseert Nancy beurzen, evenementen en congressen. Ze is een echte teamspeler en ond ers teunt graag and eren. In de evenementenbranche komen veel pieken en dalen voor. Zo rent ze wat hard er ti jd ens de pieken en pakt ze wat rus t ti jd ens de rus tige momenten. Voldoening haalt ze uit het behoud en van een goed overzicht over projecten en haar werk. Dat geeft haar een goed gevoel.
Eén van de vele projecten waar Nancy aan hee ft gewerkt, is de Vakbeurs Energie van 202 3. Daar hebben we met TVVL een grote sprong gemaakt. Nancy hee ft in dit project nauw samengewerkt met Es ther Jansen, één van onze marketing & communicatie collega’s. “In 2022 s tond en we voor het eerst op de Vakbeurs Energie. In het begin van dat project liep het een beetje st ug. Het programma was niet op
ti jd k laar. Dat hebben we met het project van 202 3 and ers aangepakt,” verteld e Nancy. Met het team zaten ze er strak op en pland en ze goed. Samen hadd en ze naar het programma gekeken en daar inhoud aan gegeven. Hierdoor zag het team het project groeien en groeien. “Ik d enk dat we heel trots mogen zi jn van wat we toen hebben neergezet. We hebben toen ook nieuwe dingen geprobeerd, zoals vlogvid eo's.”
Nancy hee ft het en orm naar haar zin bi j TVVL. “De sfeer. Man, vrouw, jonge mensen, oud ere mensen. Van alles wat in een team. Hier weegt het niet heel zwaar als je wat jonger of oud er bent, of mind er ervaring hebt. Ze ki jken h ier echt naar de persoon. Dat maakt dat het heel prettig is om h ier te werken. Daarnaas t s taan mensen h ier o pen om van elkaar te leren, dat vind ik mooi,” gee ft Nancy aan op de vraag wat ze zo leuk vindt aan het werken bi j TVVL. Naas t het feit dat ze het werken bi j TVVL leuk vind, brengt het ook uitdagingen met zich mee. “Bi j TVVL heb je wel dat er veel verenigingen en bes turen van verenigingen zi jn waarvoor we diens ten verlenen. Soms ben ik ook n og een beetje zoekend e. Je hebt met veel mensen te maken en dat is heel leuk. Maar het is af en toe wel schakelen.”
In Memoriam
Henk Wijckerheld Bisdom
Met respec t en dankbaarheid herdenken wij het leve n en de bijdragen van Henk Wijckerheld Bisdom, één van de meest invloedrijke grondleg gers van TV VL Hij overleed zondag 18 augustus op 98 -jarige leef tijd. Vanaf 10 januari 1959 was Henk lid van onze vereniging , en zijn inzet en visie ware n essentieel voor de oprichting en verdere ontwik keling van TV VL Gedurende meer dan zes decennia heef t Henk zich onver moeibaar ingezet voor de groei van onze vereniging en de bredere installatiebranche
Al s voor zitter van de commissie Lezingen & Conferenties heef t Henk bijgedragen aan de organisatie en professionalisering van kennisdeling binnen TV VL Van 19 81 tot 19 91 leidde hij de vereniging al s voor zitter en was hij betrokken bij vele crucia le beslissingen die TV VL hebben gevormd tot wat het vandaag de dag is Zijn strategisch e inzicht, gecombin eerd met een scherp oog voor innovatie, hebben gezorgd voor een stevige basis waarop TV VL kon doorgroeien. Zijn uitzonderlijke bijdragen werden er kend door zijn benoeming tot lid van verdie nste, en tijdens het 50 -jarig jubileum in 20 09 werd Henk terecht geëerd met de titel Erelid
Zijn ac tiviteiten strekten zich echter verder uit dan TV VL . Henk was ook een vooraanstaand figuur in andere organisaties,
waaronder al s voor zitter van de Ver warmingsbond en bestuurslid bij ACI. Hij stond bekend om zijn visie op de samenwerking binnen de installatiebranche en het belang van creativiteit en innovatie. Zijn uitspraa k dat "de TV VL de ventilator is die de creativiteit van haar leden aanwak kert " wordt nog steeds gezien al s een kernboodschap die het ethos van onze vereniging prachtig samenvat.
In 2019, ter gelege nheid van het 60 -jarig jubileum van TV VL , hadden wij het voorrech t om Henk op hoge leef tijd op ons kantoor te ontvangen. Het was een bijzondere gelege nheid, waarbij hij zijn inzichten en verhalen uit de beginjaren van TV VL deelde. Zijn aanwezigheid was een waardevolle herinnering aan het fundament dat hij heef t gelegd voor de vereniging , en de toewijding waarmee hij dat zijn leve n lang heef t gedaan.
Hoewel vele n van de huidige leden Henk niet persoonlijk hebben gekend, leef t zijn nalatenschap voor t in de structuur, cultuur en waarden van TV VL Wij zijn hem dankbaar voor zijn jarenlange inzet en blijvende invloed. Zijn leve nswerk vormt een bron van inspiratie voor de volgende generaties binnen onze vereniging
Henk zal altijd een blijvende plek hebben in de geschiedenis van TV VL
TVVL Techniekdag 2024: Samen de toekomst ontdekken
Op dinsdag 3 d ecember 2024 vindt de TVVL Techniekdag plaats bi j Fort Voordorp in Groenekan. Deze dag s taat volledig in het teken van inn ovatie, kennisd eling en verbinding binnen de technieken ins tallatiesector. Professionals van alle ervaringsniveaus én lee fti jd en kri jgen de kans om nieuwe inzichten op te doen en ervaringen uit te wisselen.
Inspirerend e keyn ote van Rob Adams
De dag begint begint met een gezamenli jke lunch voor alle d eelnemers, waarna dagvoorzitters Jochem Mark (Commissielid YOUNG) en John Lens (Directeur TVVL) het plenaire programma o penen en het podium geven aan Rob Adams, o prichter van Six Fingers en expert in toekoms tverkenning. Adams neemt ons mee in zi jn visie op de toekoms t en laat zien hoe we samen kansen kunnen creëren. Zi jn boodschap: de toekoms t is voor ied ereen, ongeacht lee fti jd of ervaring. Hi j moedigt aan om buiten de gebaand e pad en te d enken en nieuwe perspectieven te omarmen, essentieel in een s teeds verand erend e wereld.
YOUNG TVVL: Er was eens een toekoms t*
Na de keyn ote gaat het programma voor jonge professionals verd er met een exclusieve sessie ond er leiding van fut uris t en inspirator Ruud Veltenaar. In zi jn interactieve lezing d eelt Veltenaar zi jn visie op een wereld
in transitie en de kansen die jonge professionals kunnen gri jpen om actie f bi j te dragen aan een duurzame toekoms t. Deze sessie is speciaal ontworpen voor de volgend e generatie technici en biedt inspiratie en praktische handvatten om de uitdagingen van morgen aan te gaan.
Verdieping in 6 boxen
Terwi jl YOUNG TVVL haar eigen sessie hee ft, duiken alle and ere d eelnemers dieper in relevante thema’s in één van de 6 inspirerend e boxen, waar experts samenkomen en kennis en inzichten d elen in interactieve parallelsessies. Hierin word en act uele thema’s zoals k limaattechniek, gebouwbeheer, binnenk limaat en circulaire ins tallaties besproken. Ook komen AI, robotisering en indus trialisatie aan bod. Experts d elen prakti jkervaringen, en er is volo p ruimte voor discussie en interactie. Hierdoor kun je direct de ko ppeling maken t ussen theorie en prakti jk
Gezamenli jke afsluiting met Pubquiz
Aan het eind e van de middag komen alle d eelnemers – jong en oud –weer samen voor een plenaire afsluiting. Hier blikken we gezamenli jk terug op de dag en sluiten we af met een gezellige pubquiz. Dit is het moment om je nieuwe kennis te tes ten, te lachen met collega’s en de dag op een informele en leuke manier af te rond en, te netwerken en te reflecteren op de middag.
*Let o p: voor het YOUNG TVVL programma ‘Er was eens een toekoms t’ zi jn maximaal 60 plekken besch ikbaar. Ben ji j een jong professional, (relatie f) nieuw in het vakgebied en op zoek naar jouw plek binnen het werkveld? Meld je dan snel aan voor het YOUNG Programma en verzeker jezelf van een plekje!
TV VL TECHNIEKDAG 2024
3 december 2024 | Fort Voordorp | Groenekan
“Voor een duur zame toekomst is het essentieel dat zowel verbeteren als vernieuwen de aandacht krijgen die ze verdienen.”
Keynote Rob Adams (innovator, schrijver en entrepreneur)
Verdieping in 6 inspirerende boxen
Klimaattechnie k
Gebouwbeheer
Sanitaire technieken
Circulaire installaties
Binnenklimaattechnie k
AI, robotisering en industrialisatie
YOUNG TV VL: Er was eens een toekomst*
Futurist Ruud Veltenaar schetst een beeld van de wereld in tr ansitie en inspireert jonge professionals om hun rol in de duur zame transformatie te vinden
In een plenaire sessie sluiten we de dag met elkaar af en testen we elkaars kennis in de TV VL 65 jaar Pubquiz!
*Ben jij een jong professional en (relatief) nieuw in het vakgebied? Meld je dan aan voor het YOUN G TV VL programma. Doe dit wel snel, want er is plek voor maximaal 60 personen!
PR OFES S IONAL S
PU BQUIZ TV VL 65 JA AR!
GE ZA MENL IJ KE AF SL UITING
YO UN G PR OFES SIONAL S
Rob Adams
SPECIALISTISCH TEAMWORK.
Samenwerking & Meerwaarde bij Alklima
Een half woord van jou is al voldoende, zo’n band wil je met je leveranciers. Daarom hebben wij voor al je vragen over warmtepompen, airconditioners en ventilatiesystemen klantenteams ingericht. Met steeds een consultant, accountmanager, verkoopadviseur binnendienst, orderverwerker, servicemonteur en financieel medewerker als vaste contactpersonen. Net zo rechtstreeks alsof het je eigen mensen zijn. En die al zoveel onderling afstemmen, dat soms zelfs dat halve woord van jou niet eens nodig is. Da’s nog eens slim geregeld.