TVVL Magazine editie 6 van 2024

Page 1


Platform voor mens en techniek

Interview Peter Wessels, projectleider De Ultieme Waterfabriek:

“Drinkwater

VEGETATIEDAKEN HEBBEN VEEL POTENTIE, waar wachten we n og op?

Wij distribueren verse lucht

Van complexe techniek naar heldere communicatie

Wij maken de verbinding

Wij zijn REAL Concepts

De verbinders

De Aftrap

De Klimaat Einstein helpt bij het slimmer benutten van daken van gebouwen.

Re dactieraad:

Drs.ir P.M.D. (Marti jn) Krui jsse (voorzitter)

R. (Rik) Altena

B. (Bert) van Dorp

Ir R.W. (Rooske) Gaal

O. (Onn o) Leever

Ing. J. (John) Lens

Dr.ir M.G.L.C. (Marcel) Loomans

C.J. (Cas) Wegman

H.M. (Harmen) Wei jer (hoofdredacteur)

Re dactie:

A. (Adinda) Graafland

Drs.ir P.M.D. (Marti jn) Krui jsse

Ing. J. (John) Lens

C.J. (Cas) Wegman

H.M. (Harmen) Wei jer (hoofdredacteur)

Me dewe rkers:

Atze Boerstra

Rob Hendriks

Rob van Mil

Tom van Wanrooy (The Cartoon Factory)

Ti jdo van d er Zee

Re dactie-adres:

TVVL

Korenmolenlaan 4, 3 447 GG Woerden

Tele foon redactie (0)88 - 401 06 00

Email redactie@tvvl.nl

Uitgave:

TVVL

Korenmolenlaan 4, 3 447 GG Woerden

Tele foon: (0)88 - 401 06 00

Email: info@tvvl.nl

Ab onnementen:

TVVL, afd. Abonnementen

Korenmolenlaan 4, 3 447 GG Woerden

Tele foon: (0)88 - 401 06 00

Email: info@tvvl.nl

Benelux € 1 25,- excl. btw

Buitenland € 155,- excl. btw

St ud enten € 99,- excl. btw

Het a bonnement wordt geacht gecontinueerd te zi jn, tenzi j 1 maand voor het eind e van de a bonnementsperiod e schrifteli jk wordt o pgezegd.

Advertentie-exploitatie:

Jetvertising B.V.

Tiendweg 1 2, 26 71 SB Naaldwi jk

Tele foon: (0)70 - 399 00 00

Email: advertenties@jetvertising.nl

Vormge ving en re alisatie: REAL Concepts B.V. Velp

Foto cover: Chris tiaan Krop

ISSN 1380-5428

© TVVL, 2024

Niets uit deze uitgave mag word en verveelvoudigd en/of o penbaar gemaakt door midd el van druk, fotoko pie, microfil m of op welke and ere wi jze dan ook, zond er schrifteli jke toes temming van de uitgever Publicaties gesch ied en uitsluitend ond er verantwoording van de auteurs.

Alle daar in vervatte informatie is zorgvuldig gecontroleerd. De auteurs kunnen echter geen verantwoord elij kheid aanvaard en voor de gevolgen van event uele onjuis thed en.

Interview:

Peter Wessel s: “Drink water uit

RW ZI -effluent is een klimaatzekere bron”

Onderzoek & Ca ses:

Vegetatiedaken hebben veel potentie, waar wachten we nog op?

L. M. (Louden) Kremer, MSc, J. G. W. F. (Joris) Voeten, MSc

Onderzoek & Ca ses:

Installaties met CO2 -warmtepompen

Hans van Wolferen

Praktijk : Waterslag oplossen: zo doe je dat

O nno Leever

Rubrieken

Colum n Atze Boerstra

Projectbeschrijving

Nieuwe hoofdkantoor dsm-firmenich eerste Paris Proof rijksmonument Joop van Vlerken

van bedri jfsled en wordt op aanvraag vers trekt

REVIEWED: Ond erzoek & Cases-artikelen in TVVL Magazine zi jn - te herkennen aan de groene aanduiding van de pagina - beoord eeld door redactieraadled en en externe reviewers. De uniforme ‘peer review’ waarborgt de onafhankeli jke en kwalitatieve positie van TVVL Magazine in het vakgebied. Een handleiding voor auteurs en beoord elingsformulier voor de redactieraadled en (‘peer reviewers’) zi jn verkri jgbaar bi j het redactie-adres.

Watertechn ologie: THEMA Duurzame o plossingen

Ond erzoek & Cases

Vegetatiedaken hebben veel potentie, waar wachten we n og op?

L. M. (Louden) Kremer, MSc, J. G. W. F. (Jor is) Voeten, MSc

24

30 36 42 12 20

Installaties met CO2-warmtepompe n Hans van Wolferen

Praktijk

Waterslag o plossen: zo doe je dat Onno Leever

Ond erzoek & Cases

Circulaire strategieën voor de verwerking van zonnepanelenafval

B.G. (Ben) Breekveldt MSc

Stappenplan naar een wko-net

Rik Altena

Projectbeschri jving

Nieuwe hoofdkantoor dsm-firmenich eerste Paris Proof rij ksmonument

Joop van Vlerken

Interview Peter Wessels, projectleider De Ultieme Waterfabriek:

“Drinkwater uit

RWZI-effluent is een klimaatzekere bron”

Bij elke douchebeurt stroom er vij ig liter water door het putje. En ieder keer dat je de wc doortrekt spoelt er zeven liter het huis uit. Rioolwaterzuiveringen krijgen elke dag gemiddeld van iedere Nederlander 130 liter rioolwater te ver werken. Wat nu als je daar van een deel gebruikt om er – na diverse zuiveringsstappen – weer drinkwater van te maken?

Dan tap je uit heel betrouwbare bron. En dat is nuttig, want door klimaatverandering is continue aanvoer van opper vlaktewater en grondwater minder vanzelfsprekend geworden. Peter Wessels is projectleider bij De Ultieme Waterfabriek in Emmen, een demonstratieproject dat moet uitwijzen of deze circulaire drinkwaterbenadering een wenselijke aanvulling kan zijn op de bestaande technieken. “Wij proberen technisch net even een wat grotere stap te maken dan waar we nu misschien aan toe zijn.”

Tijdo van der Ze e

Auteur
Peter Wessels
Foto's: Chris tiaan Krop

Bi j een fa briek duurt het vaak even voor je wi js wordt uit alle buizen en leidingen die op het eers te gezicht als een wirwar door elkaar heen lo pen. Pas als je rus tig de ti jd neemt en nauwkeurig alle elementen en hun ond erlinge samenhang tot je hebt gen omen, dan valt het allemaal ineens op zi jn plek. Niet and ers is het bi j de Puurwaterfa briek in Emmen, die sinds 2011 dageli j ks tot 8.000 kuub gezuiverd rioolwater transformeert tot ultrapuur water Dat ultrapure water gebruikt de NAM bi j de oliewinning in een

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen THEMA

na burig olieveld. De Ultieme Waterfa briek (een samenwerking van drinkwaterbedri jven, waterschappen, S TOWA en KWR) mag een d eel van dit ultrapuur water gebruiken en maakt er in een drietal additionele s tappen drinkwaterkwaliteit van.

Om dat te visualiseren is aan het eind van de hele zuiveringsins tallatie een uitn odigend waterkraantje gemonteerd, met de teks t ‘Ultieme Waterfa briek Drinkwater’. Maar drinken mag niet. Nog niet. “Daar hebben we vanuit

de toezichthoud er n og geen toes temming voor Die kri jg je pas na een grondige waterkwaliteitsanalyse. En we gaan voor journalis ten geen uitzond eringen maken. Alles gebeurt volgens de regels.”

De ‘gronds tof’ van de Puurwaterfa briek is het e ffluent van de naas tgelegen RWZI van waterschap Vechts tromen. In die RWZI hee ft het rioolwater al versch illend e zuiveringss tappen ond ergaan en als e ffluent is het schoon gen oeg om vanuit de na bezinktanks op het o ppervlaktewater geloosd te mogen word en.

De Puurwaterfa briek, die werd gebouwd in 2010, gebruikt een k lein d eel van dat e ffluent om verd er te kunnen zuiveren. Eers te s tap is ultrafiltratie, waarbi j het water in afwisselend e batches door cassettes met s terke membraamrietjes met poriën van 0,04 μm wordt gezogen. Dan komt het water in een tweetal tanks met actieve kool waar het biochemisch gereinigd wordt en vervolgens wordt het door een tweetal omgekeerd e-osmosefilters geperst voor verwi jd ering van alle o pgelos te s toffen in het water Na n og een laats te s tap van elektrod eïonisatie is het product gereed en is het ultrapuur water

De Ultieme Waterfa briek voegt h ier sinds eind vorig jaar in een k leine d emons tratie ins tallatie n og drie s tappen aan toe. Bi j s tap één wordt het water o pgehard met calciumcarbonaat door het langs marmeren korrels te leid en, s tap twee verwi jd ert het daarbi j gedoseerde overschot aan koolzuur en s tap drie d esinfecteert het water

Peter Wessels

Peter Wessels is projectleid er bi j de Ultieme Waterfa briek. Wessels werkt al d ertig jaar in het vakgebied dat zich bezig houdt met drinkwater, afvalwater en indus triewater Wessels is o pgeleid als civiel ingenieur en st ud eerde af aan de TU Delft. Ook doorliep hi j een bedri jfskundige o pleiding bi j Universiteit Nyenrod e.

Hi j is eigenaar en enig werknemer van WE Consult en hee ft vanuit deze consultancy voor tientallen o pdrachtgevers gewerkt. In de period e 2018 tot 2022 werkte hi j bi j drinkwaterbedri jf Oasen als manager techn ologie en assetmanagement

“Ook

bij langdurige droogte een gestage

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen THEMA

stro om droogweerafvoer”

n og een extra keer door midd el van U V-bes traling, hoewel het onwaarschi jnli jk is dat er in deze fase van het proces n og d esinfectie n odig is. Het project Ultieme Waterfa briek duurt tot 2027.

Kan je me vertellen wat de urgentie van dit d emons tratieproject is? Waarom onze toevlucht nemen tot dergelijke maatregelen?

“De komend e twintig jaar zal de bevolking bli jven groeien. Tot nu kond en we die bevolkingsgroei opvangen met s teeds zuiniger apparaten, zoals doorstroombegrenzers, k leinere volumes van de toiletspoeling en e fficiëntere wasmach ines. Maar die daling van het gebruik per persoon zal de komend e ti jd mind er snel gaan. De technieken zi jn zo’n beetje uitontwikkeld. Er zou n og een hoo p te besparen zi jn als we ons gedrag verand erd en. Als we allemaal 5 minuten douchen in plaats van de huidige 7 tot 8, zitten de komend e twintig jaar goed in de capaciteit. Maar missch ien is het geen haalbare kaart om ied ereen daartoe over te halen.

We ontkomen er dus niet aan de komend e ti jd ook meer drinkwater productiecapaciteit te gaan plannen. Dan komt de vraag: waar haal je die drinkwatercapaciteit vandaan?

Ga je meer van hetzelfd e doen? Dus: weer een nieuwe grondwaterwinning met een heel grondwaterwingebied er omheen? Of o ppervlaktewater, met een groot bekken dat ook kos tbare ruimte inneemt en een lang vergunningentraject hee ft? Of zeg je: we doen het op een and ere manier en voegen een nieuwe bron aan het portfolio van bronnen toe.”

Het zuiveringsproces h ier in de Puurwaterfa briek begint dus met e ffluent. Maar is dat e ffluent, de gronds tof, alti jd van dezelfd e kwaliteit?

“Nee. Zeker op een locatie als h ier in Emmen is er een grote variatie t ussen droog weer en nat weer, omdat het regenwater op hetzelfd e riools telsel zit. Het kan zi jn dat er na een droge

period e van alles bezonken is in het riool, wat dan door de plensbui wordt losgeweekt en er ineens een s toot vuil in de rwzi en ook in het e ffluent terechtkomt. Dan moet de Puurwaterfa briek even bi jschakelen. Maar dat is verd er niet zo’n probleem. Deze ins tallatie is zo robuus t. Je kan gewoon ond er alle oms tandig hed en doordraaien.

De Ultieme Waterfa briek is tegelijk de mees t k limaatonafhankeli jke bron. Stel dat je een miljoen mensen op je RWZI hebt zitten, dan heb je dus grofweg elke dag hond erd miljoen liter water tot je besch ikking. Dat komt elke dag binnen, ook bi j langdurige droogte. Dus, in droge period en waarin o ppervlaktewater en grondwater schaars is heb je in de riolen alti jd n og de ges tage stroom droogweerafvoer van gebruikt drinkwater besch ikbaar Dan kan het toch fijn zi jn om die bron in je pakket te hebben.”

Je bent met de Ultieme Waterfa briek een centraal sys teem aan het bouwen. Daardoor zi jn individuele o plossingen in woningen, ik d enk aan hemelwater sys temen of recirculatiesys temen binnenshuis, niet meer n odig.

“In zekere zin is dat nat uurli jk mogeli j k: wat je thuis niet gebruikt of thuis hergebruikt, hoeven de drinkwaterbedri jven niet te produceren. Je kan technisch zelfs zo ver gaan dat je zelfvoorzienend wordt voor drinkwater Al is dat bes t las tig voor alle bes taand e woningen. En heb je zoveel vertrouwen in je thuissys teem dat je ook zegt: maak mi j maar off grid en sluit mi jn drinkwateraansluiting maar af?

Dat zullen mensen waarsch i jnli jk niet snel doen.

Want het gebeurt tegenwoordig regel matig dat het twee maand en niet regent, je regenwatertank leeg

raakt en je op een and ere bron aangewezen bent. Dan moet je voor dit soort huishoud ens toch het hele drinkwatersys teem intact laten en heb je dus eigenli jk dubbele infras truct uur n odig. Ik vind dat je bi j dit soort vraagst ukken in ied er geval alti jd de o plossingen moet gaan zoeken die integraal gezien het bes t zi jn. Uit zo’n zoektocht zou overigens ook kunnen bli jken dat individuele en collectieve o plossingen elkaar aanvullen en dat ze in de mix goed werken.”

Je gebruikt e ffluent van de RWZI’s en maakt daar schoon drinkwater van. Dat betekent dus dat je een geconcentreerde reststroom overhoudt met verontreinigen, met PFAS wellicht ook. Zoud en die n og op de een of and er manier te verwi jd eren zi jn, zodat je een schonere reststroom overhoudt?

“Met heel veel techniek en heel veel energie valt die reststroom missch ien wel zover in te dikken dat je alle verontreinigingen kwi jtraakt, maar daar moet n og heel veel voor word en ontwikkeld en de vraag is of dat uiteind elijk integraal de mees t duurzame o plossing is. We hebben het over s toffen in het e ffluent die nu ook n og niet verwi jd erd kunnen word en. Ik d enk dat je beter kan beginnen bi j waar deze s toffen geproduceerd word en en in echt hoge concentraties aanwezig.”

Wat me intrigeert zi jn de twee tanks met actieve kool van het bedri jf Bodac. Daarin krioelt het van de bacteriën die afvals toffen afbreken. Wat gebeurt daar binnenin precies?

“Als je naar de versch illend e technieken kij kt in de Puurwaterfa briek, dan is de fysische verwi jd ering van s toffen zoals met membranen het mees t gri jpbaar, begri jpbaar en beschri jfbaar Maar bi j de biologische en chemische zuivering in de kools toftanks weten we niet precies wat er gebeurt.

Toch kunnen we daar prima gebruik van maken, zelfs als we het niet hond erd procent snappen.

Chemie is zelfs in zi jn mees t basale vorm complexer dan we d enken. Ik heb vroeger op

“De ultieme poging om met alle partners de stap vo or waarts te zetten”

school geleerd: je hebt s tofje A dat reageert met s tofje B tot s tofje C. Maar inmidd els weet ik: er bes taat geen zuiver s tofje A. Dus als ik A bes tel, dan kri jg ik daarbi j ook een aantal and ere s toffen in dat potje, missch ien wel hond erd en s tofjes, in hele lage concentraties. Dat geldt ook voor s tofje B en dus gaan er waarschi jnli jk heel veel reacties lo pen, waardoor je dus behalve s tofje C een heleboel and ere s toffen kri jgt. Al die reactiepad en hebben we nat uurli jk niet compleet in beeld.

Wereldwi jd zi jn er zo’n tweehond erdmiljoen CAS-geregis treerde s toffen (Chemical Abs tracts Service). Dat waren er tien jaar geled en n og 100 miljoen. Je d enkt toch niet dat we van al die s toffen precies weten hoe en met wat ze reageren? Daar komen we nu vaak pas jaren later achter Biologische en chemische filtering is heel waardevol, maar niet geheel afdoend e. Daarom hebben ook de combi met fysieke zuivering met membranen n odig.”

Ik kan me voors tellen dat een zuiverings techniek als deze in de Puurwaterfa briek duurd er drinkwater o plevert dan we gewend zi jn.

“Ja, de pri js van water dat op deze manier geproduceerd is, zal wat hoger zi jn. Maar s tel dat deze drinkwaterstroom 20 procent van je portfolio gaat zi jn, dan kan je die verhoging per kuub al d elen door 5. Dan kan je gedurend e de vi jf jaar dat het duurt om zo’n project te realiseren langzaam toewerken naar die pri jsverhoging. Nat uurlijk zi jn de kos ten een belangri jke factor, maar dat zal in dit geval geen game changer zi jn.”

Om hoeveel drinkwater gaat het eigenlij k, dat je op deze manier kan produceren?

“Ik d enk dat je lokaal h iermee zo’n 20 à 25 procent van je droogweerafvoer kan hergebruiken. We gaan de komend e twintig jaar in Ned erland naar schatting 200 miljoen kuub water meer gebruiken dan nu, zo’n 15% van het totaal. Dat ga je niet allemaal kunnen invullen met de Ultieme Waterfa briek, maar het zou mooi zi jn als de Ultieme Waterfa briek een serieuze bi jdrage kan leveren.”

Maatschappeli jke acceptatie van deze techniek is nat uurlijk een van de grote uitdagingen, toch?

“Dat is zeker zo. Technisch gezien is het allemaal niet zo inn ovatie f wat h ier gebeurt. Het zi jn bewezen technieken. De Ultieme

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen THEMA

Waterfa briek is dan ook vooral een ultieme poging om met alle partners in de keten gezamenli jk s tappen voorwaarts te zetten. Als wi j allemaal op één li jn zitten, dan kunnen we samen aan het publiek uitleggen wat we h ier aan het doen zi jn en hoe veilig dat is.

De Ultieme Waterfa briek is dus ook geen pilot of een ond erzoeksproject. We zi jn h ier bezig met sys teemontwikkeling en sys teemtransitie. We zullen samen gaan bepalen of dit de richting is die we op willen gaan en dan op zoek gaan naar draagvlak. Wat we niet moeten hebben, is dat parti jen te ver voor de muziek gaan uitlo pen en te veel aan elkaar trekken of duwen. Dit is iets wat we gezamenli jk moeten ond erzoeken, heel eerli jk en transparant, en waar we ook uiteind eli jk ook gemotiveerd nee tegen kunnen zeggen als dat het eerlijke antwoord moet zi jn.”

Vegetatiedaken hebben veel potentie, waar wachten we nog op?

Sinds de blauw-g roene revolutie en de verregaande integ ratie van blauw-g roene systemen op, tegen en in gebouwen, kan de installatietechniek niet langer los gezien worden va n een succesvol f unctioneel-groen geïntegreerd gebouw. Zeker wanneer beschikbare ruimte een bepalende fac tor is, is het essentieel om multifunctionaliteit te omarmen door op daken f uncties te integ reren z oals energ ieopwekking, regenwater opvang en hergebruik, grijswaterhergebruik, verkoeling en biodiversiteit.

Installatietechniek moet in deze klimaatadaptieve-, watersensitieve-, natuurinclusieve- en duurzaamheidsontwikkeling van de gebouwde omgeving geen remmende factor zijn, maar juist een facilitator, medeontwikkelaar en versneller, omdat al die nieuwe functies goed ontworpen, gebouwd en voorzien moeten worden van de juiste meet-en regeltechniek. TVVL hee daarom aan ons, Louden Kremer en Joris Voeten, beiden onder zoekers stedelijke klimaatadaptatie bij Wageningen Environmental Research (WENR), gevraagd om een bundel te maken van bestaande kennis op het raakvlak van de genoemde thema’s en de installatietechniek.

Beschikbaarheid van kennis is niet langer een beperkende factor

Binnen de ins tallatietechniek heerst een s tigma dat een gebrek aan besch ikbare kennis een drempel vormt bi j het realiseren van multifunctionele daken. Echter, er zi jn al veel ond erzoeken gedaan naar deze typen daken en er word en al geregeld vegetatiedaken aangelegd in complexe casussen. De crux zit in toegankeli j kheid van de kennis. Om de implementatiedrempel te verlagen is er daarom de vraag onts taan om kennis op het gebied van vegetatiedaken toegankeli jker te maken.

Dit vraagst uk hebben we o pgepakt door een ta bel te ontwikkelen waarin bes taand e kennis gebund eld wordt in de vorm van een ta bel met kengetallen. Hierin zi jn voor een selectie van mees t voorkomend e type

vegetatiedaken kengetallen o pgen omen die een breed scala aan relevante parameters beschri jven waarond er: beplantingsmogeli j khed en, gewichtsbelas ting, biodiversiteitswaard e, inves teringskos ten en waterbergend vermogen. Om de informatie extra toegankelijk te maken zi jn de versch illend e daktypen vervolgens verd er beschreven en voorzien van schematische dwarsdoorsned en. Hoewel veel van deze data niet direct voor het oprapen lag, illus treert de ta bel hoeveel informatie over vegetatiedaken er hed endaags al besch ikbaar is. Daarnaas t ond ers teunt de bekend e

informatie de n otie dat een gebrek aan kennis geen rem hoe ft te zi jn binnen de ontwikkeling naar nat uurinclusie f- en multifunctioneel ruimtegebruik op daken.

Mar kt vo or vegetatiedaken is volwassen

Om de huidige wet- en regelgeving op het gebied van vegetatiedaken uiteen te zetten is een inventarisatie uitgevoerd naar tien relevante nationale en internationale n ormen. Zo is er gekeken naar welke eisen of n ormen binnen de NEN, NPR, NTA, en de FLL gehanteerd word en met betrekking tot vegetatiedaken. Deze zi jn vervolgens gecategoriseerd in thema’s als waterretentie, energiepres tatie, de samendrukbaarheid van het subs traat en brandveilig heid om inzicht te kri jgen in de volledig heid van de bes taand e n ormen.

Hoewel het overgrote d eel van de ond erzochte n ormen slechts enkele van de relevante ond erwerpen aankaart, is er één integrale n orm die alle thema’s behand elt. Dit is de in

Watertechn ologie:

Duurzame o plossingen

THEMA

Getal of bandbreedte

Door Loud en Kremer

In de ta bel zi jn specifieke waard en o pgen omen om er een leesbaar en vergelij kbaar overzicht van te maken. In de prakti jk is er rond die kengetallen sprake van een bandbreedte waarbinnen het kengetal kan variëren. Dit komt door variaties in lageno pbouw, subs traattype, al-dan-niet ingezette techniek en versch illen in waterretentie-sys teem. De specifieke o pbouw van het (blauw-) groene vegetatiesys teem hee ft invloed op waard en zoals de o pbouwhoogte, de kos ten, de beplantingsmogeli j khed en en de gewichtsbelas ting.

Om dit toe te lichten is er een voorbeeldberekening uitgevoerd waarin er voor 1 type blauw-groen dak variaties toegepas t zi jn in type subs traat (licht/zwaar), de dikte van subs traat (min/max waarde invoegen) en de dikte van de waterretentie-/drainagelaag (min/max waarde invoegen). Uitkoms ten van deze berekening laten zien dat de gewichtsbelas ting h ierdoor kan variëren t ussen 1 28kg/ m2 en 294kg/m2 in waterverzadigd e toes tand. Het potentieel waterbergend e vermogen per kilo gewichtsbelas ting van het vegetatiedak (het zogenaamd e “water-s tored-to-weig ht-ratio, WSWR”) is in deze variaties ook doorgerekend en varieert t ussen 40 en 65%. Het is zeer aanbevelenswaardig om door een expert een d etailberekening te laten maken van de exact voorges teld e o pbouw op basis van de laats te gegevens van de leveranciers, om ervoor te zorgen dat de cons tructie van het dak toereikend is voor het gewens te vegetatiedak type. Op deze wi jze kan er binnen de bes taand e cons tructietechnische grenzen maximaal aandacht bes teed word en aan de specifieke wensen en doels tellingen van de o pbouw zoals waterretentie, biodiversiteit, energieo pwekking of koeling.

Foto 1: Loud en Kremer (links) en Joris Voeten (rechts) op een vegetatiedak in ontwikkeling WUR Campus. (foto: J. Voeten)

202 3 gepubliceerde Norm begroeid e daken van de VBB-FLL (ISSO).

Dit is een door de Vereniging Bouwwerk Begroeners vertaald e, geact ualiseerde en in Ned erlandse context geplaats te versie is van de Duitse FLL-n orm, die voorheen als s tandaard in Ned erland gold. Het is een bund el van (verwi jzingen naar) relevante nationale en internationale n ormen inclusie f hun rekenmethod es en biedt daarmee een duid eli jk overzicht van de vereis te informatie om op een gesch ikte wi jze vegetatiedaken aan te leggen.

Dit laat zien dat zowel de producten als de markt voor vegetatiedaken volwassen zi jn. Er wordt namelijk nagedacht over kwaliteits- en veilig heidseisen voor de daken inclusie f hun implementatie. Het is echter opvallend dat er (n og) weinig verwezen wordt naar de Norm Begroeid e Daken (VBB-FLL), maar het is aannemeli jk dat dit komt omdat de n orm pas recenteli jk verschenen is. Ons advies is om deze n orm extra ond er de aandacht te brengen en daarbi j deze uiteenzetting als ond erbouwing te gebruiken. Op deze wi jze kan de implementatiedrempel van multifunctionele daken verd er word en verlaagd.

Installatietechnisch ontwerp en uitvoering behoef t ex tra aandacht

Uit deze st udie blij kt dat er voldoend e bewezen sys temen, producten, kennis en technieken op de markt besch ikbaar zi jn om op een professionele manier versch illend e typen vegetatiedaken te ontwerpen en te realiseren. Kennis en ervaring is bi j de leveranciers en groend ekkers aanwezig en de n odige kengetallen voor ontwerp zi jn in de o pges teld e ta bel gebund eld en kunnen dienen als leidraad (d e gen oemd e variaties in gewichtsbelas ting bínnen ied er type in achting nemend). De n orm begroeid e daken van de VBB-FLL is een holis tische bund el waarin de belangrijks te s tandaard en en handreikingen zi jn beschreven.

We zien echter wel dat in de prakti jk een betere kennisd eling kan helpen om eerd er gemaakte fouten in de toekoms t voorkomen. Blauw-groene, nat uurinclusieve, of k limaatadaptieve ontwerpen zitten n og onvoldoend e in de business-as-usual van arch itecten, tekenaars, vergunningverleners en cons tructeurs, waardoor men het gevoel hee ft alles voor het eerst te doen én dat het wiel s teeds o pnieuw uitgevond en moet word en. Hierbi j bli jven de risico’s op terugkerend e beginnersfouten en tegenvallend e resultaten bes taan. In de ins tallatie techniek ziet men graag ges tandaardiseerde d etailtekeningen voor ond er and ere dakops tand en, drempelhoogtes, HWA en dakdoorvoeren om potentiële schad e en teleurs tellingen te voorkomen. Hierbi j kan ook geleerd word en van de fouten uit te gesch ied enis door naas t de d etailtekeningen ook zogeheten “how-n ot-to” tekeningen te maken. Voor zowel successen als falen geldt: sharing is caring. We zi jn daarom op zoek naar sponsoren om s tandaardsit uaties verd er toe te lichten in de vorm van d etailuitwerkingen.

Exac te isolerende werking en koeling uit verdamping van vegetatiedaken

Ti jd ens de d eepdive in n ormen is ond er and ere ingezoomd op de NTA8800, die de rekenmethod e van de energiepres tatie van gebouwen d efinieert. Om de isolatiewaarde van daken te bepalen zi jn er volgens NTA 8800 twee benad eringen beschreven: de basiso pname en de d etailo pname. De d etailo pname is verplicht voor nieuwbouw en is het uitgangspunt voor bes taand e bouw Hierbi j mag de Rc-waarde van de gehele lageno pbouw word en meegewogen, mits het gedurend e het hele jaar besch ikbaar is. Dit kan gegarand eerd word en voor blauw-groene daken.

Figuur 1: Illus tratie van de voord elen van blauw-groen-gele daken. (Illus tratie: permavoid.nl, TKI Project Urban PhotoSynthesis)

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen

THEMA

Echter, na contact te hebben met s tichting KEGO (Kenniscentrum Energiepres tatie Gebouwd e Omgeving), werd er ges teld dat groene daken momenteel niet meegewogen kunnen word en in de energiepres tatie omdat er onvoldoend e kengetallen besch ikbaar zi jn over isolatiewaarde en er geen ges tandaardiseerde method e is om de verkoeling door plantverdamping mee te wegen.

We hebben gevraagd aan energiepres tatieadviseur Leo Pelgröm, om theoretisch de isolatiewaarde van vegetatiedaken door te rekenen gebaseerd op de act uele rekenmethod e van de isolatiewaarde van daken. Daarnaas t wordt er momenteel ond erzoek gedaan met theoretische mod ellen aan groene daken door Jorrit Parmentier, PhD-kandidaat bi j de TU Delft.

Foto 2a en 2b: Boelelaan in Ams terdam ti jd ens en na de aanleg van het blauw-groene dak. (Foto: J. Voeten)

De uitkoms ten tonen zeer interessante bevindingen waaruit blij kt dat een vegetatiedak wel d egeli jk een significant positie f effect kan hebben op de energiepres tatie. Toch is er praktijkond erzoek n odig voor het ops tellen van een kwaliteitsverk laring zodat de isolatiewaarde van vegetatiedaken geïntegreerd kan word en in de n ormberekeningen (zoals de NTA 8800) en uiteind elijk in de energiepres tatie van gebouwen.

2B

e oretische benadering van de isol atiewaarde van vegetatiedaken

De isolatiewaard e van begroeid e daken kan momenteel n og niet volledig volgens een rekenmod el word en berekend. Bi j d eze st udie is uit een verkorte literat uurverkenning vas tges teld dat er een goed e benad ering mogeli j k is om een isolatiewaard e van begroeid e daken te kunnen bepalen. Voor d e aanwezige vegetatie wordt ond erscheid gemaakt in een warmtegeleidingscoëfficiënt (λ-waard e) voor d e winter- en zomersit uatie; te weten Vegetatie,winter=0.2W/mK en Vegetatie,winter=0.1W/mK . Het versch il wordt met name bepaald door het gemidd eld hogere vochtgehalte in d e winter dan in d e zomersit uatie.

Op basis van een gegarand eerd e/karakteris tieke laagdikte (d) van d e vegetatie kan d e isolatiewaard e berekend word en volgens d e formule: Rd

De λ-waard e voor d e subs traat- en drainagelaag kunnen conform d e NTA8800:2024 als een quasihomogene laag word en doorgerekend o.b.v. volumeverhouding van d e samens tellend e componenten met d e daaraan geko ppeld e λ-waard en. Met d e laagdikten en uiteind elij k verkregen λ-waard en kunnen d e Rd-waard en van d e subs traat- en drainagelaag word en berekend. Hierbi j wordt o pgemerkt dat d e aanwezige luchtlagen als ‘ingesloten en niet-geventileerd’ beschouwd kunnen word en.

Rekenresultaten:

Een s tandaard extensie f dak met 20 mm drainageplaat, 40 mm subs traat en een karakteris tieke laagdikte van 40 mm vegetatie

(40% van d e 100mm vegetatie kan ‘gegarand eerd’ word en) hee ft een Rc-waard e van circa 0,3 m²K/W. Verd er zi jn in d eze s t udie zi jn vier scenario’s blauw-groene daken met een drainagelaag van 85 mm met daaro p 40 of 80 mm (I respectievelij k II) subs traatlaag en 100 mm vegetatie doorgerekend. Er is ond erscheid gemaakt in waterniveaus in d e drainagelaag en er is een representatie f vochtgehalte in d e subs traatlaag aangehoud en. Bi j d e wintersit uatie is ond erscheid gemaakt in: geen of volledig met water gevuld e drainagelaag en een vochtgehalte in d e subs traatlaag van 10% (droog) of 57% (volledig verzadigd).

De resultaten zi jn te zien in ta bel 1.

Conclusies

Op basis van d eze st udie kunnen d e volgend e conclusies word en getrokken:

1. De isolatiewaard e van een s tandaard extensie f vegetatiedak wordt in d eze berekening o p een geringe 0,3 m2K/W geschat

2. Subs traatdikte (I versus II) en waterhoogte in drainagelaag hebben een geringe invloed o p d e Rc-waard e van het dak

3. De gegarand eerd e/karakteris tieke dikte van d e vegetatielaag is bepalend voor d e uiteind elijke Rc-waarde

4. Versch il Rc, winter versus Rc, zomer wordt bepaald door het vochtgehalte in d e vegetatielaag (nad er ond erzoek).

5. Tijd ens d e zomer is met name verkoeling door verdamping d e bepalend e factor

Blauwgroen dak I (subs traat 40mm)

Rc-Waarde Blauwgroen dak II (subs traat 80mm)

Ta bel 1: Resultaten van theoretische benad ering Rc-waarde van ver sch illend e opzetten vegetatiedaken (Leo Pelgröm, 2024).

Dakvariant A: Zomer B: Zomer C: Zomer D: Winter E: Winter F: Winter

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen

THEMA

Figuur 2: Lagen o pbouw van een blauw-groen dak met capillaire irrigatie. (Illus tratie: permavoid.nl)

modelleringvan

ermische mo dellering van groendaken

Door Jorrit Parmentier

Het PhD ond erzoek aan d e Technische Universiteit

Delft focus t o p d e isolatiewaard en van groene daken. Het doel is om een wiskundig mod el te ontwikkelen waarmee het thermische e ffect o p het gebouw goed voorspeld kan word en. Aan d e hand van dit mod el is het dan mogeli j k om d e isolatiewaard e van een bepaald type groendak te berekenen o p elke dag van het jaar

Daarnaas t kan d e energiebesparing berekend word en die een groendak o plevert.

De eers te inzichten uit het ond erzoek zi jn:

De isolatiewaard e van een groendak wordt in d e zomer vooral bepaald door verdamping en transpiratie. Hierbi j dient het subs traat dus zo vochtig mogeli j k gehoud en te word en. De verslechtering in isolatiewaard en door een vochtig subs traat valt weg tegen het positieve effect van d e verdampingskoeling.

In d e winter en `s nachts transpireren planten vri jwel niet en prevaleren d e isolatiewaard en uit het subs traat en d e lucht in d e vegetatielaag. Hierbi j is het van belang dat in d e winter het subs traat goed draineert, dus is een goed e afvoer belangri j k. Ook zi jn plantensoorten

positie f die een fijnmazige s truct uur hebben waar d e wind niet doorheen komt. Ond er and ere Sedumplanten kennen een d ergelijke dichte s truct uur

Voor zowel d e zomer als d e winter is het belangri j k om beplanting te kiezen met een hoge Leaf Area Ind ex (groot blado ppervlakte t.o.v. dako ppervlakte). Dit vergroot het verkoelend e vermogen, gee ft meer schaduw en houdt meer lucht vas t. Daarnaas t dient het dak zo snel mogeli jk helemaal vol gegroeid te zi jn.

Om het verkoelend e e ffect in d e zomer te vergroten is het advies om plantensoorten te kiezen die licht van k leur zi jn waardoor ze meer zonlicht terugkaatsen. Denk h ierbi j bi jvoorbeeld aan d e gri jze Ezelsoor [Stachys by zantina].

De experimenten in dit ond erzoek word en uitgevoerd om nieuwe kennis te vergaren. Aanvullend e prakti jkond erzoeken zi jn n odig om die kennis o p een ges tandaardiseerd e wi jze te toetsen. Daarmee kunnen d e isolatiewaard en van d e groene daken o pgen omen word en in d e NTA8800 en isoleren we onze huizen in d e toekoms t met groen.

Beplantingskeuze en waterbeschikbaarheid

Zowel Leo Pelgröm als Jorrit Parmentier conclud eren dat een groot d eel van het verkoelend e effect van planten afkoms tig is uit de verdamping van water (adia batisch verkoelend effect). Hoeveel planten verdampen is grofweg te ond erscheid en in drie categorieën. C3-planten, C4-planten en CAM-planten. De mees te planten vallen in de C3 categorie (grassen, kruid en, bomen). C3-planten zi jn niet specifiek aangepas t om vocht vas t te houd en ti jd ens droge period es, waar C4- en CAM-planten zich via evolutie wel hebben aangepas t.

Sedum soorten vallen binnen de categorie CAM (Crassulacean Acid

Meta bolism) en sturen de fotosynthese in een dag of nacht cyclus op basis van waterbesch ikbaarheid. De CAM-planten o penen bi j watertekorten alleen ‘s nachts hun huidmondjes om CO2 op te vangen en op te slaan tot het weer licht is. Op deze wi jze hoeven CAMplanten ti jd ens warme period es overdag hun huidmondjes niet te o penen om gassen uit te wisselen, daarmee voorkomen ze uitdroging en zi jn ze beter bes tand tegen period es van droogte. Dit maakt ze zeer gesch ikt voor vegetatiedaken. De jaarli j kse verdamping van CAM planten word en gemidd eld op 160 liter/m2/jaar geschat, ongeveer een kwart van de jaarli j kse verdamping van C3 planten (650 liter/m2/ jaar) [1 & 2].

Opvallend is, dat wanneer er sprake is van een blauw-groen dak met capillaire irrigatie en het sedum daarom alti jd water ter besch ikking hee ft, de CAM-plant zich gedraagt als een C3-plant waardoor er gemidd eld toch een jaarli j kse verdamping o ptreed van ongeveer 400 liter/m2/jaar [3]. Plantkeuze hee ft dus een significant effect op de hoeveelheid verdamping en daarmee verkoeling, maar waterbesch ikbaarheid speelt h ierin de belangrijks te rol. Het is daarom essentieel dat er voldoend e water besch ikbaar is voor verdamping om een hoog verkoelend rend ement uit het groene dak te halen.

Als verdamping bepalend is voor verkoeling, wil je maximale plantverdamping en ri js t de vraag of sedum de mees t gewens te beplanting is. Door te ontwerpen met grassen, kruid en of vas te planten kun je de plantverdamping laten toenemen maar onts taat de vraag waar dat water vandaan moet komen. Irrigeren met drinkwater is niet wenseli jk of toeges taan bi j droogte en we zien dus dat er in de s ted enbouw s teeds vaker gezocht wordt naar alternatieve bronnen van irrigatiewater Denk daarbi j aan het hergebruik van gezuiverd gri jswater, doucheafvalwater of seizoens-overs ti jgend e regenwaterbergingen. De verwachting is ook dat met het s teeds kos tbaard er word en van drinkwater, de watercyclus in de s tad de

komend e d ecennia zal verand eren naar een meer circulair sys teem waarin waar mogeli jk en veilig ook regenwater en gri jswater weer o pnieuw voor ond er and ere plantirrigatie ingezet kan word en.

Conclusie

De s tad van de toekoms t zal significant and ers zi jn dan de s ted en nu. Missch ien zi jn de blauw-groene-biodiverse daken wel het voorbeeld van hoe and ers. Daar waar een dak vroeger niets and ers ‘dan de bovenafsluiting van een gebouw’ was, is het nu een integraal ond erd eel van het functioneren van het gebouw en het verk leinen van de footprint van het gebouw op zi jn omgeving.

Foto 3: Meets tation in het zeer biodiver se blauw-groene dak van TKI Project SmartRoof 2.0 in Ams terdam. (foto J. Voeten)

Op het blauw-groene energiedak leren we dat als je met integrale o plossingen doels tellingen als k limaatadaptatie, nat uurinclusiviteit en de energietransitie nas tree ft, je niet meer ‘verzuild’ kunt ontwerpen, bouwen en ond erhoud en. De watersys temen faciliteren cyclisch waterbeheer op alle etages, de energiesys temen leveren en brengen energie van en naar het dak, k limaatbehand eling maakt ook ruimte voor groen, waardoor biodiversiteit een kans kri jgt, de s tad

Referenties

1. KNMI - Verdamping in Ned erland. (z.d.). van: https://www.knmi.nl/kennisendatacentrum/achtergrond/verdamping-in-ned erland

2. Yamori, W. , Hikosaka, K. & Way, D.A. Temperat ure response of photosynthesis in C3, C4, and CAM plants: temperat ure acclimation and temperat ure adaptation. Photosynth Res 119, 2014.

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen THEMA

mind er o pwarmt en zonnepanelen meer energie produceren. Alles raakt met alles verbond en, net als in de nat uur En die li jn moeten we doorzetten in s ted enbouw, maar óók in ins tallatietechniek. Want één ding is zeker: zond er vakkundige, gemotiveerd e, geïntegreerd e, slimme en vooruitd enkend e ins tallatietechnici gaan we de doels tellingen níet bereiken.

3. Cirkel, D. G. , Voortman, B. R. , Van Veen, T. , & Bartholomeus, R. Evaporation from (Blue-)Green Roofs: Assessing the Benefits of a Storage and Capillary Irrigation Sys tem Based on Measurements and Mod eling. Water, 2018. https://doi.org/10.3390/w10091 253

Geluidsoverlast door waterslag

Waterslag oplossen: zo doe je dat

Tijdens het klu ssen en verhuiz en valt het vaak niemand op. Maar wonen de kopers een maal in hun nieuwe huis, dan horen z e som s bij het sluiten van de kraan de kenmerkende ‘tik’ die hoort bij waterslag. Het aantal klachten en geschillen over w aterslag in warmwaterleidingen neemt zelfs toe. Hoe komt dat? Onno Lee ver van Lee ver installatie adviseurs gee uitleg en tips om waterslag te verhelpen én te voorkomen.

Wat is waterslag?

Voordat we dieper ingaan op de oorzaken en o plossingen, beantwoord en we de vraag: wat is waterslag? Waterslag onts taat als een kraan in een leidingsys teem snel wordt dichtgezet. De bewegend e watermassa komt plotseling tot s tils tand. Hierdoor onts taat drukverhoging, waardoor het water een terugslag kri jgt. Zodra het water s tils taat, is een k lap te horen die de n ormen soms fors overschri jdt, bi jvoorbeeld tot wel 70 dB(A). In de n ormen s taat dat maximaal 30 dB(A) in woningen is toeges taan, afhankeli jk van de sit uatie.

Oorz

aak

1: een langere leidin gwacht tijd

Dat er vaker wordt gek laagd over waterslag, komt in de eers te plaats door de toename van de leidingwachtti jd. Het Waterwerkblad van september 2007 schree f een wachtti jd van 20 second en in leidingen voor De maximale wachtti jd voor alle soorten tappunten werd ges teld op 35 second en. In de prakti jk is het gangbaar dat de warmtapwatertoes tellen wachtti jd hebben van 15 second en of mind er Om flexibiliteit in de keuze van (soorten) warmtapwatertoes tellen te houd en mocht de leidingwachtti jd maximaal 35 - 15 = 20 second en zi jn. Doordat er een lange period e veelal geen toes tellen met een n oemenswaardige wachtti jd toegepas t werd en, is 20 second en wachtti jd de s tandaard geword en. Tot 2018.

De leidingwachtti jd is sinds oktober 2018 verlengd naar 35 second en in leidingen, inclusie f toes telwachtti jd. In de prakti jk van alle dag hebben de warmtapwatertoes tellen nagen oeg geen wachtti jd. De totale wachtti jd waar ontwerpers mee werken is daardoor 35 second en geword en.

Het gevolg: langere warmwateruittapleidinge n

Het gevolg van de wachtti jdverlenging leidt tot langere lengtes warmwateruittapleidingen in combinatie met een k leine leidingdiameter Want hoe k leiner de binnendiameter, hoe korter de leidingwachtti jd. Zelfs met een maximum van 37 meter lengte bi j een PE-X buisdiameter van 12 mm. De langere aansluitleidingen in combinatie met k leinere diameters vergroten waterslag.

Oorz aak 2: meer gebruik van warmtepompen

Met het oog op verduurzaming kiezen particulieren en bedri jven s teeds vaker voor warmtepompen om het pand én het tapwater te verwarmen. Uit het oogpunt van energiebesparing is de wens afgen omen om warmwatercirculatieleidingen toe te passen. Hiervoor in de plaats word en vanaf de boiler meerdere warmaterleidingen gelegd met een k leine diameter

Soms wel voor elk tappunt een aparte warmwaterleiding. Om een zo kort mogeli jke wachtti jd te hebben. Voor het vers te tappunt wordt frequent een behoorli jke afs tand afgelegd. Deze lange aansluitleidingen maken de kans op waterslag groter Maar hetzelfd e geldt voor de k leine diameters. Dus de combinatie van lange leidinglengtes en een k leine diameter vergroten de kans op waterslag extra.

Hoe verhelp je waterslag?

1. Kies de juis te kranen

De mees t eenvoudige manier om waterslag op te lossen li j kt het kiezen van and ere kranen. Bi j voorkeur

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen THEMA

met een trage sluitings ti jd. Echter, de eigenaar van het pand wil vaak de met zorg uitgekozen kranen niet vervangen. Daarnaas t is het zo dat na het vervangen van de kranen de kans op waterslag bli jft. Want de magneetafsluiters in bi jvoorbeeld wasmach ines, vaatwassers en t uinbesproeiingsins tallaties zi jn vaak geïntegreerd in de apparat uur En juis t magneetafsluiters hebben een snelle sluitings ti jd.

Er zi jn ook o plossingen met als uitgangspunt dat de gemonteerde kranen bli jven zitten.

2. Flexible slangen

Sluit éénhand el (meng)kranen, kranen met keramische schijven, oms telkranen en closetreservoirs aan met flexibele slangen met KIWA Water Mark.

3. Opvangen van druks toten

Druks toten kunnen o pgevangen word en door waterslagd empers. Maar deze werken vaak niet in warmwaterleidingen. En dat is de red en waarom ze tot voor kort niet in warmwaterleidingen gemonteerd mochten word en. Waarom werken waterslagd empers niet in warmwaterleidingen? Dat hee ft te maken met het ontlas tventiel, dat in de koudwatertoevoerleiding naar de boiler zit gemonteerd. Standaard zi jn ontlas tventielen voor warmwatero pwekkers 8 bar Dus bi j ongeveer 8 bar gaat dit ventiel ontlas ten. Bi j het o pwarmen van het water zet het water uit en neemt de druk toe tot 8 bar Het ontlas tventiel loos t dan ook. Deze druk is dan eveneens toegen omen in de waterslagd emper Het membraan of de veer in de d emper is door de 8 bar druk volledig ond er spanning gezet. Hierdoor kan het membraan geen druk meer opvangen. En dus ook geen waterslag.

De o plossing is het warmwatersys teem op een lagere druk te houd en, waardoor een waterslagd emper wél werkt. Dat doe je zo:

• Monteer in de koudwatertoevoerleiding naar de boiler een volledig doorstromend expansievat voor drinkwaterins tallaties.

• Dit expansievat moet voldoen aan BRLK14021.

• De inhoud en de druk van het expansievat moeten op de juis te manier berekend zi jn. Hierdoor verlaagt de druk in warmwaterleidingen tot geli jk aan de druk in de koudwaterleidingen.

4. De snelheid in waterleidingen aanpassen

De diameters van leidingen die inges tort zi jn, kunnen niet word en aangepas t. In de technische ruimte zi jn leidingen aanwezig die je wel kunt aanpassen. Houd daarbi j rekening met deze factoren:

• Bepaal de snelheid in de nieuw te maken leidingen zo, dat de maximale snelheid 1 meter per second e is bi j de Qmax, die geldt bi j het betreffend e leidingd eel (houd er wel rekening mee dat de wachtti jd binnen de n orm bli jft).

• Beugel deze leidingen meer dan ges teld is in de Waterwerkblad en en monteer de draad eind en van de beugels in een zo hard mogelijk materiaal, zoals beton.

• Vervang de roodko peren leidingen in de technische ruimte door volkuns ts tof leidingen. En voorzie beugels van een rubber inlage.

5. Begrens de volumes troom

Plaats bi j alle aansluitleidingen, indien mogelijk een volumes troombegrenzer, afges temd op de Qmax die hoort bi j dat betreffend e leidingd eel.

6. Vermind er de druk na de watermeter (bi j geen gebruik van een drukverhoger) Waterslag leidt tot drukschommelingen en temperat uurfluct uaties. Meer h ierover las je al in het artikel Zo verk lein je de kans op druk- en temperat uurschommelingen in TVVL Magazine nr 4 van september 202 3. Het waterleidingbedri jf levert minimaal 200 kPa na de watermeter De werkeli jke druk na de watermeter is hoger als er weinig afname (in de hele straat) is. De druk na de watermeter kan begrensd word en op 200 kPa door een drukreduceerventiel. Hierdoor wordt de druk alti jd vermind erd tot 200 kPa. Daarbi j maakt het niet uit hoeveel water je zelf gebruikt of hoeveel water de hele straat gebruikt. 200 kPa is de juis te waard e, omdat waterins tallaties alti jd ontworpen word en op basis van 200 kPa na de watermeter

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen THEMA

7. Afs tellen drukverhoger

Gebruik een toerengeregeld e drukverhoger Stel de drukverhoger dusdanig in dat er s teeds zo min mogeli jk druk o pgevoerd wordt

8. Plaatselijk verlagen van de voordruk

Je kunt aan het begin van een sectie waarin waterslag plaatsvindt, de druk verlagen, bi jvoorbeeld door een drukreduceertoes tel. Uiteraard moet je wel de druk ins tellen die uit de waterleidingberekening komt

Bi j drukverhogers helpt het ook om een schakelvat te plaatsen of door het bes taand e schakelvat te vergroten. Let h ierbi j wel op om dat het legionellaveilig ontworpen wordt

Bes taand e drukverhogers, die n og van het type aan/uit zi jn, kunnen het bes te vervangen word en door een toerengeregeld exemplaar Mocht blijken dat ergens een drukverhoger zit die overbodig is, dan is verwi jd eren de bes te o ptie.

9. Maak kortere leidingen

Kortere aansluitleidingen zorgen voor mind er waterslag, dus een drinkwaterins tallatie doorlussen helpt, evenals het maken van korte aansluitleidingen. Voor warmwaterins tallaties helpt het om er een circulatiesys teem van te maken met korte aansluitleidingen naar de toes tellen.

10. Vul holle wand en op

Zorg er voor dat holle wand en waar leidingen in verwerkt zi jn, volledig gevuld word en. Doe dit met zwaar materiaal, bi jvoorbeeld beton. Hoe zwaard er het materiaal waarmee je wand vult, hoe beter het resultaat. PUR of glaswolisolatie gee ft weinig resultaat.

11. Tot slot

Als afsluiting n og enkele aanvullend e mogelij khed en voor leidingen en appendages:

• gebruik geen leidingen die los in mantelbuizen liggen

• leidingen goed beugelen; met rubber inlage, de juis te afs tand en t ussen de beugels in, voldoend e afs tand bi j passeren van leidingen of and ere obs takels

• verwi jd er overbodige keerk leppen

• vervangen een inlaatcombinatie door een losse stro pkraan met aftapper, keerk lep type EA met aftapper en een boilerventiel.

Installaties met CO2-warmtepompen

Nu we onze gebouwde omgeving steeds vaker met warmtepompsystemen en lage temperatuur verwarming uitrusten, vereist dit een nieuwe en vaak innovatieve aanpak voor warmtapwaterbereidi ng. Het gemak van de cv-ketel met zijn hoge temperaturen die ook voor warm tapwater zorg t, is er vaak niet meer. Vandaar dat de TVVL Expertgroep Sanitaire Technieken medio vorig jaar een innovatiebijeenkomst organiseerde met als titel ‘Collectieve hoog-temperatuur warmtepompsystemen voor warmtapwaterbereidin g’. Dit ar tikel gaat over een van de presentaties die gehouden werd: installaties met CO2-warmtepompen door Bart Tabbers en Alexander Brockhus, Coolmark.

Cool mark levert en verzorgt de engineering van warmtapwatersys temen gevoed door de Q-ton. Deze warmtepomp van Mitsubish i Heavy Indus tries maakt gebruik van het duurzame koud emidd el CO2 en is specifiek ontworpen voor het o pwarmen van tapwater tot 60 °C of zelfs 90 °C, ook bi j een buitentemperat uur van -25 °C. Ta bbers en Brockhus s tartten de presentatie met een inleiding waarin ze lieten zien dat het energiegebruik voor warmtapwater in kantoren in verhouding tot het totale energiegebruik hoger ligt dan in hotels (sheet 6). Verd er zien ook zi j de duid elijke trend dat de warmtevraag voor verwarming in nieuwbouw s teeds verd er afneemt en dat juis t de behoe fte aan koeling inmidd els bi jna groter is dan verwarming. En dat terwi jl de vraag naar warm tapwater geli jk bli jft of zelfs toeneemt. Bi jvoorbeeld door de groeiend e vraag naar s tortdouches van 15 liter per minuut.

Met warmtepompen zi jn er vele concepten die op een energiezuinige manier lage temperat uur verwarming kunnen verzorgen. Maar voor tapwater, zo zeid en de specialis ten van Cool mark, moeten we n og alti jd minimaal 60 °C water op het vers te tappunt kunnen leveren. Daarnaas t is er een nieuwe randvoorwaard e; toekoms tbes tendige o pwekkers moeten, als het warmtepompen zi jn, over nat uurli jke koud emidd elen (met een global warming potential (GWP) ≤5) besch ikken (sheet 7).

Warmtepompconcept voor tapwater

Om aan al deze randvoorwaard en te kunnen voldoen, presenteerd en Ta bbers en Brockhus een warmtepompconcept met de Q-ton voor een collectie f circulerend warmtapwatersys teem (sheet 8). De Q-ton is een toes tel, zo verteld en zi j, gesch ikt voor nieuwbouw en vervanging.

“Elke Q-ton kan 10.000 liter warm tapwater per dag produceren. Mocht je dat willen en als de maximale tapwatercapaciteit niet n odig is, dan kun je het toes tel ook n og gebruiken om een lage temperat uur afgiftesys teem te voed en”, verteld e Ta bbers. “Maar het toes tel is niet bedoeld, en dus ook niet kos tene ffectie f, om hem primair voor ruimteverwarming in te zetten.”

Een van de belangrijke voord elen van dit toes tel is dat hi j CO2 als koud emidd el gebruikt (sheet 9). Dat hee ft een GWP van 1 en is daarmee toekoms tbes tendig. Bovendien hee ft CO2 niet de nad elen van hoge giftig heid en ontvlambaarheid die and ere nat uurli jke koud emidd elen (respectievelijk ammoniak en pro paan) wel hebben. Een nad eel van een toes tel met CO2 is wel de hoge druk van 5,65 pascal bi j 20 °C. “Daarom moet dit toes tel niet in een gebouw s taan, maar buiten. Ook moet je als engineer er goed op letten dat de CO2, mocht het toes tel ooit lekraken, niet naar bened en – CO2 is zwaard er dan lucht – een gebouw kan binnens tromen”, zei Ta bbers.

De red en dat dit toes tel juis t voor collectieve tapwatersys temen zeer gesch ikt is, is omdat het met een aanzienlijk hoger rend ement functioneert dan conventionele warmtepompen in dergeli jke sys temen.

In sheet 10 wordt de koud ecyclus van een CO2 warmtepomp in het h-log(p) diagram getoond. De warmte wordt door de verdamper o pgen omen uit de buitenlucht bi j een cons tante temperat uur

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen THEMA

(blauwe pi jl). Vervolgens wordt de druk met de compressor o pgevoerd, waarbi j de temperat uur sti jgt (bolletjes). In de gaskoeler wordt de warmte afgegeven bi j een gelij kbli jvend e druk, waarbi j de temperat uur van de CO2 daalt zond er cond ensatie. Dit is een wezenli jk versch il met gangbare warmtepompen waarbi j de warmte wordt afgegeven in een cond ensor bi j geli j kbli jvend e temperat uur De cyclus wordt gesloten door expansie van het afgekoeld e gas, waarbi j tevens cond ensatie o ptreedt (verticale li jn omlaag). De CO P is de verhouding t ussen “warmte afgegeven aan het tapwater” en “elektrische energie”.

In sheet 11 wordt getoond hoe de CO P daalt bi j een sti jgend e retourtemperat uur Naarmate deze sti jgt treedt er mind er afkoeling op in de gaskoeler (traject 2 3) en schuift de (verticale) expansieli jn naar rechts o p. Hierdoor kan mind er warmte word en o pgen omen door de verdamper (het traject 4 1 wordt korter). Omdat het energiegebruik van de compressor geli jk bli jft (1 2) daalt de CO P.

Reto ur temperatuur lager dan 30 °C

Collega Brockhus ging in op de engineering die van groot belang is om dit hoge rend ement te bereiken (sheet 1 2). “Dit toes tel met een vermogen van 30 kW produceert niet alleen veel warm tapwater, ook bi j lage buitentemperat uren, maar het gaat ook niet kapot mocht er eens een hoge retourtemperat uur terugkomen. Voor een hoog rend ement moet de retourtemperat uur wel lager zi jn dan 30 °C (sheet

13). Is de retourtemperat uur van de warmtepomp 10 °C dan is de CO P bi j -10 °C buitentemperat uur n og alti jd 2,6. Ligt de buitentemperat uur boven nul dan beweegt de CO P zich t ussen de 4 en 5,5”, liet Brockhus zien (sheet 14).

Vervolgens toond e hij een configuratie waarbi j het toes tel geko ppeld is aan drie buffervaten (sheet 15). “Eerst bepaal je het aantal warmtepompen op basis van de hoogs te tapvraag op dagbasis. Het streven is om de warmtepompen geli j kmatig en continue in te zetten. Vervolgens bepaal je hoeveel buffervaten je n odig hebt, afhankeli jk van het tappatroon. Daarvoor wil ik weten hoeveel liter per dag n odig is, en hoe lang we er over mogen doen om deze voorraad weer op te warmen. Dit sys teem werkt in elk geval niet als bi j een cv-ketel, waar je een bepaald piekvermogen selecteert.”

Om een hoge retourtemperat uur voor de warmtepomp te voorkomen wordt een and ere aanpak gevolgd dan bi j ketels. Dit is toegelicht aan de hand van sheet 16 voor een ins tallatie met drie voorraadvaten.

1. Het setpoint van de warmtepomp en daarmee van de voorraadvaten is hoger dan voor het circulatiesys teem. Het setpoint van de Q-ton is 76 °C. Als bi j het lad en een tanksensor 65 °C bereikt dan is deze reached en gee ft de bediening aan dat er 20% extra energie in de tank is o pgeslagen. De temperat uursensoren 1-5 zi jn zo geplaats t dat ze ied er 20% van de maximale energieo pslag

Figuur 1: Rus t. Retour wordt gemengd met heet vatwater tot gewens te temperat uur bi j mengk lep 1.

vertegenwoordigen. De warmtepomp draait door tot sensoren 1, 2 en 3 boven 65 °C zi jn gekomen en gaat dan uit. Als alle sensoren ond er de 60 °C komen (unreached) wordt de warmtepomp weer ingeschakeld. Het kan zi jn dat er dan n og een res tant (hogere) energie in de ko p van de heets te tank zit. Vat 1 en 2 zi jn na het o plad en op deze temperat uur gebracht; vat 3 hee ft in de regel een lagere temperat uur

2. De aanvoer van het circulatiesys teem wordt op de gewens te temperat uur gemengd met heet water uit de bovenzi jd e van vat 1 en warm water uit de retour van het circulatiesys teem. Indien er niet getapt wordt, wordt het res terend e retourwater toegevoerd aan de ond erzi jd e van vat 2 (zie Figuur 1).

3. Ti jd ens een k leine tapping wordt koud water toegevoerd aan de ond erzi jd e van vat 3. Nu is meer water vereis t aan het mengpunt: heet water uit vat 1 en koud er water uit de retour van het circulatiesys teem (zie Figuur 2).

4. Ti jd ens een grote tapping wordt koud water toegevoerd aan de ond erzi jd e van vat 3. Nu is meer water vereis t aan het mengpunt: heet water uit vat 1, koud er water uit de retour van het circulatiesys teem en uit de bovenzi jd e van vat 3 (zie Figuur 3).

5. Bi j ied er tapping wordt vat 3 vanaf de ond erzi jd e gevuld met koud water en stroomt warmer water aan de bovenzi jd e van vat 3 naar vat 2. Als de temperat uur van alle sensoren tot ond er 60 °C is

3: Mengd ebiet heet water. Alle retour + water uit vat 3 wordt gemengd met heet vatwater tot gewens te temperat uur. Drinkwatertoevoer naar ond erzi jd e vat 3.

Figuur 2: Kleine tapping < Mengd ebiet heet water. Retour wordt gemengd met heet vatwater tot gewens te temperat uur. Rest van de retour gaat naar ond erzi jd e vat 2. Drinkwatertoevoer naar ond erzi jd e vat 3.
Figuur

Watertechn ologie: Duurzame o plossingen THEMA

4: Oplad en zond er tapping. Koud water uit vat 3 via warmtepomp naar vat 1->2->3.

gedaald word en de vaten weer o pgelad en met de warmtepomp (zie s tap 1). Ti jd ens het o plad en wordt koud water uit de ond erzi jd e van vat 3 door de warmtepomp o pgewarmd en naar de bovenzi jd e van vat 1 gevoerd. Door de stroming van vat 1 via vat 2 naar vat 3 word en de vaten o pgewarmd totdat de sensoren 1, 2 en 3 boven 65 °C zi jn gekomen. Hiermee is weer de begintoes tand bereikt (zie Figuur 4).

6. De temperat uur in vat 3 kan met deze bedri jfswi jze langdurig lager dan 60 °C zi jn. Daarom word en de vaten wekelij ks thermisch ged esinfecteerd. Hierbi j wordt het o plad en voortgezet tot ook vat 3 (sensor 4) en de intred e van de Q/Ton (sensor 5) geheel tot 71 °C is o pgewarmd (voorheen 65 °C).

7. Als vat 2 en 3 in hun geheel zi jn o pgewarmd is het water h iervan te heet om als “koud” mengwater te gebruiken aan mengpunt 1. Zolang er niet getapt wordt is dat geen probleem; dan vols taat het retourwater van het circulatiesys teem. Ti jd ens een tapping is meer mengwater n odig dan de retour van het circulatiesys teem levert. Dan wordt het hete water uit vat 2/3 gemengd met een (k leine hoeveelheid) koud aanvoerwater door mengk lep 2 tot een temperat uur van 60 °C (zie Figuur 5).

Met deze aanpak wordt voorkomen dat de voorraadvaten geleid elijk op een temperat uur van 60 °C komen ten gevolge van de afkoeling in het circulatiesys teem. De iets hogere vattemperat uur maakt het mogeli jk dit warme retourwater o pnieuw te benutten. Hierdoor wordt vooral koud water gebufferd in de voorraadvaten gedurend e de tappingen.

Figuur 3: Grote tapping na d esinfecteren. Alle retour + water uit vat 3 wordt voorgemengd met koud water (mengk lep 2) en daarna met heet vatwater tot gewens te temperat uur. Rest koud water naar vat 3.

Figuur

Door het iets hogere setpoint van de warmtepomp daalt de CO P licht. Dit wordt overtroffen door de hogere CO P dankzi j de lage retourtemperat uur uit de vaten ti jd ens het o plad en.

Een bi jzond er sit uatie onts taat als het warmteverlies in de circulatieleidingen relatie f groot is ten o pzichte van de tapvraag. Dan werkt de h ierboven geschets te aanpak onvoldoend e en onts taat alsn og een groot volume water van ca. 60 °C. In dat geval wordt in het circulatiesys teem een extra warmteo pwekker geplaats (ketel, elektrische heater) waarmee het water uit de retour van het circulatiesys teem wordt o pgewarmd (sheet 17). Als vuis tregel geldt dat als het verlies (in kW) lager is dan 6% van het o pges teld e WP vermogen geen aanvullend e voorzieningen vereis t zi jn.

“We hebben tot nu toe maximaal 6 Q-tons in serie aan elkaar geschakeld. Met die 180 kW is het mogelijk om 100.000 liter warm tapwater per dag te produceren. Bovendien is het toes tel s tiller dan het gemidd eld e VRF-sys teem. Het maximum wordt behaald met 16 mas ter Q-tons op 1 bediening; daarbi j mag ied er Mas ter Q-ton twee slaves mee nemen. Totaal komen we dan op 48 Q-tons.”

Belangrijk ste aandachtspunten

Tot slot zetten Bart Ta bbers en Alexand er Brockhus de belangri jks te aandachtpunten n og even op een ri j (sheet 18 - 21):

• De engineering vergt echt een and ere benad ering dan een tapwatersys teem met een cv-ketel.

• De retourtemperat uur naar de warmtepomp moet ≤ 30 °C voor een hoge CO P. Alleen ti jd ens thermische d esinfectie mag de retourtemperat uur hoger zi jn en draait de Q-Ton met een laag rend ement

• Het warmteverlies op de recirculatieleiding mag niet te groot zi jn. Mocht dat wel zo zi jn, dan moet je zorgen voor een aparte verwarmingsbron die dit verlies kan opvangen (k leine d elta T) bi jvoorbeeld gasges tookte of elektrische cv-ketel of een pro paan warmtepomp. Een maximaal verlies van 6% van het o pges teld Q-ton vermogen houd en wi j als leidraad aan. Maar is officieel geen vas te waard e. Wat we wel zien in de prakti jk is dat het rend ement van Q-ton verd er zakt als dit percentage hoger wordt dan 10%1 2%.

• In period es met weinig afname van tapwater moet de temperat uur in de ringleiding na het laats te tappunt n og s teeds 60°C zi jn. Hiervoor moet men de ringleiding via een toerengeregeld e pomp regelen.

Een hogere retourtemperat uur uit de ringleiding, bi jvoorbeeld 62 °C, vers toort de sensoren in de tank. Deze zi jn immers reached bi j > 65 °C en unreached bi j < 60 °C. Kri jgen we 62 °C uit de ring, dan zal sensor 3 later 2 en dan 1 die temperat uur van 62 °C kri jgen en niet unreached word en. Met temperat uurschommeling in de ringleiding tot gevolg.

Colum n Atze Boer

oerstra

WATERNOOD

Water. Op het eers te gezicht missch ien een saai en n ogal ‘droog’ ond erwerp, maar sch i jn bedriegt. En dan heb ik het niet eens over PFAS in ons zwemwater of ond ergelo pen straten rond ziekenhuizen. Als je de experts mag geloven dan s taat het water ons aan de lippen, daar waar het gaat om ‘issues’ met water. Volgens het Planbureau voor de Lee fomgeving wordt ons land s teeds warmer, natter en droger. Laten we eens wat verd er inzoomen op dat laats te ond erwerp.

‘Droogte in Ned erland!? Absoluut onmogelij k.’ Dat waren de woorden van voormalige collega’s van me uit Californië toen we ooit het ond erwerp water aansned en met een microbrewery biertje in de hand. ‘Ned erland s tikt toch van het o ppervlaktewater en daarbi j zorgen Ri jn en de Maas voor een continue toevoer van zoetwater bi j jullie; hoezo nad enken over watertekorten?!’

In de zonnige provincie Zeeland - waar ik ook deze zomer weer veel te vind en was - gaat het tegenwoordig bi jna net zo vaak over Watern ood als over Watersn ood (u weet wel, die uit 1953). Met name de droge zomers van 2018 en 2022 hebben er ingehakt. Droogte en verzilting van de grond s taat h ier sindsdien echt op de agenda. Ond er meer omdat de Zeeuwse landbouw (d enk aan fruitteelt, uienteelt) maar ook de Zeeuwse toerismesector slecht functioneert als zoetwater niet in ruime mate besch ikbaar is.

Hoog ti jd om serieus werk te maken van de Watertransitie, met bovengemidd eld e aandacht voor het ond erwerp droogte-resis tentie. En dat is dan iets waar niet alleen de drinkwaterbedri jven mee aan de slag moeten. Juis t voor professionals die

werken in de bouw- en ins tallatiesector ligt er een belangri jke taak weggelegd. En dan bedoel ik meer dan alleen dual-flush toiletten ins talleren en bewoners aanzetten tot tegelwippen.

Wis t u dat het vaak relatie f eenvoudiger is om een woning, kantoor of school waterneutraal te maken? Gewoon een kwes tie van een regenwatersys teem aanleggen inclusie f ond ergronds o pslagvat. Het o pgevangen regenwater kan vervolgens gebruikt worden voor het doorspoelen van toiletten, het bewateren van groen, etcetera. In België is de aanleg van zo’n regenwatersys teem in de woningbouw bi j nieuwbouw inmidd els verplicht. Doorspoelen van het toilet met Spa Blauw, dat doen ze daar mind er en mind er

Waarom zien we in Ned erland n og zo weinig regenwatersys temen? Wat niet helpt is het gegeven dat ons drinkwater zo goedkoo p is. We betalen iets meer dan 2 euro per kuub. Met een gemidd eld verbruik van 100 m3 water per jaar zit je dan met zo’n regenwatersys teem voor je het weet op een terugverdienti jd van 25 jaar of meer Een recente analyse van de Ra bobank laat overigens zien dat leidingwater de komend e jaren ‘waarsch i jnli jk veel duurd er gaat word en’. Dus met die terugverdienti jd komt het uiteind elijk waarschi jnlijk wel goed. En hoezo moet dat spaarzaam met water

Atze Boer stra is directeur van adviesbureau bba binnenmilieu en hoogleraar gebouwins tallatie inn ovatie aan de TU Delft. Hi j laat ied ere editie zi jn licht sch i jnen over heikele en mind er heikele ond erwerpen in de ins tallatie-sector.

omgaan alleen uit de woningbouw hoek komen? Ond er meer landbouw en indus trie zi jn n otoire grootverbruiker van zoetwater En laat het nu net zo zi jn dat dit soort parti jen in de regel over grote percelen besch ikken en grote gebouwen met veel dako ppervlak. Punt is wel dat bedri jven en landbouwond ernemers weinig incentives hebben om aan de slag te gaan met regenwatersys temen. Water is daar n og goedko per ond er meer omdat grote parti jen (zo goed als) geen belas ting op leidingwater dan wel o pgepompt grondwater betalen. Niet meer van deze ti jd, toch?

Met een beetje geluk gaat die waterpri js ind erdaad flink omhoog binnenkort. Al dan niet met een vri js telling voor bi jvoorbeeld de eerste 50 m3 voor huishoud ens; het bli jft nat uurli jk een eers te levensbehoe fte. Opdat de terugverdienti jd van regenwatersys temen snel ond er de 10 jaar duikt en we echt, ook bi j grootverbruikers, serieus werk kunnen maken van dit belangrijke ond erwerp.

Aan de slag, zou ik zeggen. Hoe eerder we onze schaapjes op het droge hebben als het gaat om het droogte-resis tent maken van ons vas tgoed en onze samenleving, d es te beter

Auteur B.G. (B en) Breekveldt MSc, adviseur Merosch

Circulaire strategieën voor de verwerking van zonnepanelenafval

We staan in Nederland momenteel midden in de energietransitie. Dez e transitie is nodig om ons CO2reductiedoel in 2050 te behalen, want de meeste CO2-uitstoot komt voor t uit energ iegebruik. De energ ietransitie houdt in dat we moeten overstappen van het gebruik van fossiele brandsto en zoals steenkool, aardgas en aardolie naar hernieuwbare energiebronne n z oals wind- en z onne-energ ie. Om dit te kunnen realiseren zijn g rondsto en nodig voor de productie van materialen in w indmolens en z onnepanelen. Zo is het aantal geïn stalleerde z onnepanelen in Nederland de afgelopen jaren enorm gestegen. Een goede ontwikkeling op het eerste oog. Maar, hoe gaan we straks om met de zonnepanelen als z e aan het einde van de levensduur zijn en van het dak af moeten? Z omaar afdanken mag en kan niet meer, want in 2050 willen we ook dat de Nederlandse economie volledig circulair is waarin afval eigenlijk niet meer bestaat.

De n oodzaak voor een circulaire

econ omie komt voort uit het feit dat de bronnen waaruit we gronds toffen delven niet onuitputtelijk zi jn. Dit betekent dat we de materialen waar een zonnepaneel uit bes taat moeten gaan hergebruiken om te voorkomen dat er in 2050 een gigantische zonnepanelenafvalberg onts taat. Wanneer we naar de d efinities van de circulaire econ omie van Geissdoerfer et al. (2017) en Ellen MacArthur Foundation (2021) ki jken, kunnen we s tellen dat een circulaire econ omie het volgend e inhoudt:

• Een circulaire econ omie is regeneratie f en hers tellend van aard voor mens en milieu.

• Materialen en gronds toffen bli jven in gebruik binnen de econ omie en word en geen afval.

• De kwaliteit van materialen d egrad eert niet of zo min mogeli jk ti jd ens het gebruik.

• Afvals tromen, emissies en energieverliezen word en geminimaliseerd en bes taan id ealiter helemaal niet

• Econ omische activiteit draagt bi j aan het bes tri jd en van k limaatverand ering, een schoner milieu en het hers tellen van de biodiversiteit

Een circulaire econ omie moet in de kern goed zi jn voor het k limaat. Dit betekent dus ook het behalen van het CO2-reductiedoel waar de energietransitie aan bi jdraagt. Zo kan je s tellen dat er een circulaire energietransitie moet plaatsvind en. Enerzi jds omdat voor de ben odigd e zonnepanelen in de energietransitie gronds toffen n odig zi jn, and erzi jds omdat een circulaire econ omie hernieuwbare (zonne-)energie n odig hee ft. Het goed e nieuws is dat er diverse circulaire strategieën bes taan om zonnepanelen die aan het eind e van hun levensduur raken te kunnen verwerken, waardoor afval wordt voorkomen. Daartegen over s taat dat deze strategieën zelf energie gebruiken. Zo onts taat een vers terkend e feedback loo p (figuur 1). Maar hoeveel energie dan precies?

De zonnepanelenafvalberg

De grootte van de zonnepanelenafvalberg hangt af van meerdere factoren. Denk bi jvoorbeeld aan hoelang een zonnepaneel op het dak bli jft liggen, welke type zonnepaneel wordt toegepas t of de materiaalintensiteit van een zonnepaneel. Met dat laats te wordt bedoeld hoeveel gewicht en/of volume aan materiaal er n odig is om een bepaald e

hoeveelheid zonnes troom op te wekken. Door techn ologische ontwikkelingen wordt de materiaalintensiteit s teeds lager (dus meer o pwek met mind er materiaal). Ook zorgt techn ologische ontwikkeling voor een hoger o pwekkingsrend ement. Doordat er s teeds meer zonnepanelen aan het eind e van de levensduur raken wordt de zonnepanelenafvalberg s teeds groter Door de afnemend e materiaalintensiteit en de vergroting van het o pwekkingsrend ement wordt die groei enigszins afgeremd.

Hoe groot is en wordt die zonnepanelenafvalberg dan precies? Om dit te bepalen is in eers te ins tantie gekeken naar Ned erlandse zonnepaneel marktdata. Daarna is met behulp van de door Netbeheer Ned erland (202 3) o pges teld e scenario’s de ontwikkeling van de zonnepanelenmarkt in de toekoms t voorspeld. Als ond erd eel van mi jn verrichte mas terscriptie heb ik een uitgebreid wiskundig mod el ontwikkeld om het toekoms tige aantal zonnepanelen in Ned erland in te schatten. Zo is er gekeken hoeveel

zonnepanelen er per jaar geïns talleerd gaan word en en hoeveel ied er jaar van de daken afkomen. Uit het rekenmod el blij kt dat t ussen 1992 en 2050 naar schatting meer dan 130 miljoen zonnepanelen van de daken word en gehaald. Het gaat h ierbi j om circa 2.750.000 ton aan materialen. Wanneer je al deze zonnepanelen in lengte achter elkaar legt kan je bi jna 6,5 keer de aarde rond.

En uit welke materialen bes taat deze afvalberg? Qua gewicht is glas met ongeveer driekwart van de totale berg de zwaars te afvals troom, gevolgd door aluminium, de omhullend e plas tic (EVA) laag, het plas tic achterblad en silicium (figuur 2).

Circulaire zonnepanelena fval verwerkingsstrategieën

Voordat we in de diverse circulaire zonnepaneels trategieën duiken, kijken we eerst bred er naar welke strategieën in een circulaire econ omie mogeli jk zi jn. Hierbi j geldt de “R-h ierarchy” van Potting et al. (2017) als uitgangspunt, zie figuur 3. Volgens deze h iërarch ie zi jn circulaire strategieën ond erverd eeld in 10 categorieën, beginnend bi j R0 en eindigend bi j R9. Hierin is categorie

Figuur 1: Probleemd efinitie energieconsumptie circulaire zonnepaneelverwerkingss trategieën.

R0 het mees t circulair en R9 het mins t. De mees t circulaire strategieën, R0 – R2, gaan over de ontwerpfase van een product. Vanaf categorie R3 tot en met R7 gaat het over hoe de levensduur van een product of de daarin verwerkte materialen verlengd kan word en. Aan het eind e van de levensduur van een product beland en we bi j strategieën R8 en R9. In het kad er van de zonnepanelenafvalberg is er gekeken naar strategieën vanaf R3 tot en met R9.

In Ned erland bes taan er bedri jven die ki jken hoe zonnepanelen hergebruikt (R3 & R7) kunnen word en.

Daarnaas t word en ook mogeli j khed en tot het repareren (R4), o pknapppen (R5) en herfa briceren (R6) van zonnepaneel(ond erd elen) ond erzocht. Ook zi jn er gespecialiseerde zonnepaneel-

recyclebedri jven (R8). Als mins t circulaire o ptie is er de mogelij kheid om zonnepaneelafval te verbrand en en daarmee energie op te wekken (R9). Bi j het verbrand en van zonnepanelenafval komen veel schad eli jke en vervuilend e s toffen vri j en gaan waardevolle gronds toffen verloren die op zullen raken. Het is vanuit milieu- en econ omisch oogpunt dus a bsoluut niet wenselijk om zomaar zonnepanelenafval te gaan verbrand en.

Momenteel wordt wetenschappeli jk ond erzoek gedaan naar hoe bars ten in de glazen afd ek laag van zonnepanelen gerepareerd (R4) kunnen word en met U V-lampen. Ook bes taat er een Japans bedri jf dat midd els “hot knife techn ology” de vas tgeli jmd e lagen van zonnepanelen door kan sni jd en waardoor

Circulaire strategie Energieverbruik [kWh/ton PV-panelen] R3 – Reuse

– Repair

R5 – Re furbish

– Remanufact ure

Ta bel 1: Overzicht energieverbruik voor het verwerken van een ton zonnepanelenafval.

Figuur 2: Zonnepaneelafval materiaals tromen.

je de afzond erli jke lagen kunt monteren (R6) in nieuwe zonnepanelen mits er niks kapot gaat. Dit kan bi jvoorbeeld in één van de twee Ned erlandse zonnepaneelproductieli jnen waarin zonnepanelen re furbished (R5) kunnen word en.

Al deze processen gebruiken zelf energie. Zo is er, door midd el van een procesenergie-analyse, geraamd hoeveel energie er n odig is om een ton zonnepanelenafval per strategie te verwerken. Deze analyse raamt de energieconsumptie van een proces aan de hand van de doorvoerti jd, het gebruik van apparat uur, en de vermogens en e fficiëntie van de o pges teld e apparat uur Zie de ta bel voor het overzicht van hoeveel energie er ongeveer n odig is voor het verwerken van een ton zonnepanelenafval.

Zo is er voor een ton zonnepanelenafval bi j R3 bi jvoorbeeld slechts 9 kWh n odig, maar voor een recyclemethod e loo pt de energieconsumptie op tot boven de 600 kWh

per ton zonnepaneelafval. Wanneer zonnepanelenafval verbrand wordt, wordt er 193 kWh aan energie teruggewonnen per ton zonnepanelenafval. Daarnaas t verbruikt het transporteren van zonnepanelen relatie f veel energie. Voor strategieën R3, R4 en R7 verbruikt het transport zelfs meer energie dan het proces om het zonnepanelen circulair te verwerken.

Hoeveel energie kosten de circulaire zonnepaneelstrategieën samen?

Het beantwoord en van deze vraag vergt twee s tappen. Ten eers te is er gekeken naar de factoren die bepalen hoe groot de zonnepanelenafvals tromen in 2050 zullen zi jn. Ten tweed e moeten de verwachte

Figuur 3: R-h ierarchy.

zonnepaneelafvals tromen in 2050 verd eeld word en over strategieën R3 t/m R9.

Hierboven is de grootte van de zonnepanelenafvalberg en impact van de techn ologische ontwikkelingen op de groei van de afvalberg behand eld. De snelheid waarmee de techn ologie zich ontwikkelt bepaalt voor een d eel de uiteind eli jke grootte van de zonnepanelenafvals tromen.

Daarnaas t maakt het ook uit hoelang een zonnepaneel wordt gebruikt. Vanwege econ omische overwegingen word en zonnepanelen veelal korter gebruikt dan technisch mogeli jk is. Hoe eerd er een zonnepaneel van het dak wordt afgehaald, hoe eerd er deze op de afvalberg terecht komt. Ook is het soort zonnepaneel van invloed op de zonnepaneelafvals tromen. Zo bes taan zonnepanelen van hetzelfd e type, geproduceerd door versch illend e fa brikanten, uit een net and ere verhouding aan gronds toffen en materialen.

Scenario analyse

Omdat we geen glazen bol hebben en precies weten hoe de techn ologische ontwikkelingen, econ omische levensduur en het soort zonnepaneel zullen zi jn in de toekoms t is gekeken naar versch illend e mogelijke ontwikkelingen van de zonnepanelenafvalberg. Hiervoor zi jn varia belen van invloed op de grootte van de afvalberg in versch illend e varianten geko ppeld in vi jf versch illend e ‘ado ption pathways’. Deze ‘pathways’ zi jn in feite diverse ontwikkel mogeli j khed en van de toekoms tige zonnepanelenmarkt en daarmee de zonnepanelenafvalberg.

Vervolgens is er bepaald hoeveel zonnepanelenafval er belandt bi j de circulaire strategieën (R3 – R9). Deze verd eling van afval hangt af van de mate van circulair gedrag/beleid in de Ned erlandse econ omie. De mate van circulair gedrag en beleid wordt inged eeld

in li jn met de gradaties van mees t tot mins t circulair volgens de R-h ierarchy. Zo zi jn er drie ‘circular s torylines’ o pges teld:

1. Hoge mate van circulariteit: in deze verhaalli jn word en de mees te afvals tromen verwerkt door de mees t circulaire strategieën. Geen afvals troom wordt verbrand (R9).

2. Focus op energie-e fficiëntie: bi j het alloceren van de afvals tromen naar specifieke circulaire strategieën wordt gekeken naar welke strategieën en activiteiten binnen de strategie het mees t energie-e fficiënt zi jn. Daarnaas t wordt een d eel van het afval verbrand zodat h iermee energie gegenereerd wordt

3. Lage mate van circulariteit: behalve een beperkte hoeveelheid hergebruik en reparaties wordt 90% van het zonnepanelenafval (exclusie f metalen) verbrand voor de o pwek van energie.

Aan de hand van het combineren van de vi jf ‘ado ption pathways’ met de drie ‘circular s torylines’ zi jn tien versch illend e scenario’s voor de totale energieconsumptie van circulaire zonnepaneels trategieën doorgerekend. Voor elk van deze scenario’s is de totale energieconsumptie ingeschat op basis van de geraamd e energieconsumptie per ton te verwerken zonnepanelenafval per circulaire strategie.

Resultaten scenario analyse

Het scenario dat de mees te energie consumeert in 2050 komt voort uit het ‘ado ption pathway’, met een levensduur van 27,5 jaar (langer dan bi j mind er circulaire s torylines) en s tandaard techn ologische ontwikkeling ond erd eel van de hoge mate van circulariteit ‘circular s toryline’. De daaropvolgend e scenario’s met de mees te energieconsumptie zi jn tevens ond erd eel van de verhaalli jn met een hoge mate van circulariteit. Binnen deze drie scenario’s varieert de energieconsumptie voor het verwerken van al het zonnepanelenafval door

de mix aan circulaire strategieën in 2050 t ussen de 224 MWh en 270 MWh. Voor de scenario’s ond erd eel van de verhaalli jn focus op energie-e fficiëntie geldt een subs tantieel lagere energieconsumptie van t ussen de 84 MWh en 90 MWh. In het scenario waar het gros van het afval wordt verbrand zien we dat er t ussen de 15 en 21 MWh aan energie gegenereerd wordt. Met and ere woord en: het circulair verwerken van zonnepaneelafval zond er verbranding kost minimaal 224 en maximaal 270 MWh waarbi j de kans wordt misgelo pen om ongeveer 20 MWh aan energie op te wekken, totaal dus minimaal 240 en maximaal 290 MWh. Dit komt neer op minimaal 0,04% en maximaal 0,05% van de totale Ned erlandse energieconsumptie in 2050.

Kannibaliserend ef fect

Het li j kt niet zoveel energie te zi jn, maximaal 0,05% van de totale Ned erlandse energieconsumptie. Ook als we kijken naar het percentage van de totale o pgewekte zonnes troom in 2050 li j kt het mee te vallen. Minimaal wordt 0,17% en maximaal 0,21% van de totaal o pgewekte zonnes troom gebruikt voor circulaire zonnepaneels trategieën. Wanneer dit wordt vertaald naar hoeveelheid zonnepanelen en materialen dat h iervoor n odig is wordt de impact duid elijker Maximaal zi jn er bi jna 620.000 zonnepanelen n odig die bi j elkaar 17.000 ton wegen om te voorzien in de energievraag van circulaire zonnepaneels trategieën in 2050. Met and ere woord en, deze hoeveelheid zonnepanelen zi jn alleen al n odig voor het verwerken van zonnepaneelafval met volledig hernieuwbare energie. Hiermee kannibaliseren zonnepanelen dus een

d eel van de zonne-energie en schaarse materialen om circulaire zonne-energie te kunnen o pwekken. Kortom, ondanks dat er relatie f gezien weinig energie n odig is voor circulaire zonnepanelens trategieën word en er een flink aantal zonnepanelen o pgeofferd om deze strategieën te voorzien van hernieuwbare zonne-energie.

Het is dan ook van groot belang om aandacht te bes ted en aan circulaire strategieën die voorkomen dat zonnepanelenafval onts taat (R0 – R2). Dit is de manier om de feedback loo p uit figuur 1 te doorbreken. Zo wordt reparatie en hergebruik van zonnepanelen gemakkelijker, wat beter is dan om zonnepanelen te recyclen. Dit hee ft als bijkomend voord eel dat het energieverbruik van de energieintensievere circulaire strategieën (R6 – R9) omlaag gaat, omdat daar mind er zonnepanelenafval belandt.

Over de auteur :

Ben Breekveldt hee ft dit afstud eerond erzoek uitgevoerd voor de Mas ter Environmental Sciences aan de Open Universiteit. Wil je h ier meer over weten? St uur dan een e-mail naar b.breekveldt@ merosch.nl of een berichtje via LinkedIn. In een ond erzoek ges tart in juli 2024 ond erzoekt Breekveldt met collega’s wat de milieulas t en CO2-uits toot van zonnepanelen zi jn over een gehele gebouwlevensduur De resultaten word en binnenkort gepubliceerd.

Referenties

1. Breekveldt, B.G. (2024). The Dutch circular energy transition’s energetic impact – exploring the fut ure aggregated energy consumption of end-of-life PV module circularity strategies by 2030 and 2050. Thesis MSc Environmental Sciences, Open Universiteit, Heerlen, NL.

2. Ellen MacArthur Foundation. (2021). Completing the Pict ure: How the Circular Econ omy Tack les Climate Change. https://www.ellenmacarthurfoundation. org/assets/downloads/Completing_The_Pict ure_How_The_Circular_Econ omy-_Tack les_Climate_Change_V3_26_September.pdf

3. Geissdoerfer, M. , Savaget, P. , Bocken, N. M. P. , & Hultink, E. J. (2017). The Circular Econ omy – A new sus taina bility paradigm? Journal of cleaner production, 143, 757-768. https://doi.org/https://doi.org/10.1016/j.jclepro.2016.1 2.048

4. Netbeheer Ned erland. (202 3). Het energiesys teem van de toekoms t: de II3050-scenario’s. https://www.rij ksoverheid.nl/documenten/rapporten/202 3/04/06/het-energiesys teem-van-d e-toekomst-d e-ii3050-scenarios

5. Potting, J. , Hekkert, M. , Worrell, E. , & Hanemaai jer, A. (2017). Circular econ omy: Measuring inn ovation in the product chain. https://www.pbl.nl/sites/d efault/ files/downloads/pbl-2016-circular-econ omy-measuring-inn ovation-in-product-chains-2544.pdf

Auteur Rik Altena, werk t bij DWA en is lid van de redactieraad TV VL Maga zine

Stappenplan naar een wko-net

Een wko-net verbindt een gebouw met wko met een ander gebouw. Heel simpel. Dat andere gebouw kan ook een wko hebben, maar dat hoe niet. Zo’n wko-net is een oplossing voor het herstellen van een bodemonbalans van een wko, delen v an warmte of koude, of delen van wko-capaciteit. Wko-netten zorgen daarmee voor een g rotere energ ieprestatie op gebouwbuur t- of gebiedsniveau, een kleiner besla g op de bodem en daardoor een kleinere claim op de energ iebronnen uit de regio.

Ied er gebouw een eigen wko is duur en dwingt gebouweigenaren om hun duurzaamheidsambities op gebouwniveau op te lossen. Dan mis je kansen voor uitwisseling van warmteoverschotten tegen koud eoverschotten en benut ied ere wko-eigenaar haar bron met een lage e fficiencygraad. Ook los t ied ere wkoeigenaar haar event uele bod emonbalans met een eigen regeneratievoorziening zoals bi jvoorbeeld een droge koeler

Zo’n bod emonbalans onts taat doordat warmte- en koud evraag in de prakti jk vaak afwi j kt van het ontwerp. Dan wordt de warmte- of koud evraag aangevuld met and ere energiebronnen (elektriciteit, aardgas of s tadswarmte) of wordt de bod embalans hers telt met een regeneratievoorziening. And ere energiebronnen gebruiken is over het algemeen duurd er en mind er duurzaam en regeneratievoorzieningen kos ten geld en ‘vernietigt’ de overtollige koud e of warmte energie.

Stappenplan voor een gebiedsoplossing

Doe een scan in het ‘gebied’ naar gebouwen met een tegenges teld e bod embalans of gebouwen die de onbalansenergie kunnen gebruiken en zo bi j een warmteoverschot koud e terug leveren en bi j een koud eoverschot warmte terug leveren. Die o plossing kun je vind en in het verbind en van twee gebouwen (zie voorbeeld B20/B30) maar kan ook groter met meerdere pand en. Als derd e alternatie f kan een combinatie van gebouwen met hetzelfd e soort overschot (allemaal warmte of allemaal koud e) een collectieve regeneratievoorziening verkennen.

1. Start vanuit een kans of probleem

Een gesch ikte aanleiding voor een gebiedsverkenning is een bod emonbalans, ond erbenutting van een bes taand e wko of behoe fte aan wko in een gebied dat ‘vol’ zit met wko’s. Ook kan een bred e duurzaamheidsambitie of renovatieplannen in een gebied een aanleiding zi jn voor een gebiedsaanpak. Los problemen bi j voorkeur eerst op met s tap 1 van de Trias Territoria (zie kad er) door o ptimalisatie, inregelen en vraagreductie.

2. Check de bod em (bi j de gemeente) en TV W

Gebied en waar het ‘druk’ is in de bod em met leidingtracés zi jn waarsch i jnlijk mind er gesch ikt voor wko-netten in die bod em. Stem af met de gemeente of gebruik van de bod em wenseli jk is. In drukke ond ergrond gebruikt de gemeente de besch ikbare ruimte voor de wi j ktransitie. In veel gevallen is dat niet een lokaal wko-net. Check ook de transitie visie warmte.

Bi j drukke ond ergrond kun je ‘bovendaks’ (zie Foto 1) verbind en of kan dat soms langs de achterzi jd e van gebouwen. Via de achterzi jd e vermind ert de potentie doordat het tracé de straat niet over kan s teken.

Figuur 1: De wko van een gebouw hee ft een onbalans. Dat is niet toeges taan. Onbalans her s tellen met periodiek uitschakelen van wko kan, gevolg is een groter s tadswarmte- elektriciteit of aardgasgebruik. Individueel o plossen kan met een regeneratievoorziening. Dat vraagt een inves tering en je ‘vernietigt’ de energie van de onbalans nutteloos in de buitenlucht. Een gebiedsbenad ering volgens de Trias Territoria voegt de d enks tap ‘gebied’ toe en maakt d elen van warmte en koud e mogeli jk met gebouwen met een tegenges teld e wko-balans of een gebouw dat die energie nuttig kan gebruiken.

3. Zoek naar gesch ikte combinaties

Start met een quickscan naar gebouwen die elkaar in warmte of koud evraag kunnen aanvullen. Ki jk eerst naar wko’s die elkaar op korte afs tand kunnen aanvullen met elkaars te kort (warmte of koud e). Zoek ook naar gebouwen die de het overschot van een gebouw met wko kunnen gebruiken. Een koud eoverschot aan koud e van een wko kan een naas tgelegen gebouw mogelijk gebruiken om te koelen.

Foto 1: Bovendaks wko-net van Bezuid enhoutseweg 30 (links) naar Bezuid enhoutseweg 20 (rechts).

4. Doe een eers te vergelij king van energieprofielen

Verzamel de besch ikbare energiegegevens van de gebouwen in de sco pe. Maak voor gebouwen waar n og geen contact is gelegd een inschatting. Vul dat aan met het warmte en koud egebruik uit jaarrapportages van wko’s in de buurt. Die rapportages kun je opvragen bi j de Omgevingsdiens t.

5. Kies een (compacte) sco pe

Kies een gesch ikte sco pe voor een eers te verkenning. Maak die niet onn odig groot. Het is gemakkeli jker om met een paar gebouweigenaren een plan te maken en dat later uit te breid en. Dat maakt overleg eenvoudig en het proces beheersbaar Houd wel perspectie f op mogeli jke uitbreiding.

6. Ben oem de belangen van s takehold ers

Ond erzoek, bespreek en leg de belangen vas t van de s takehold ers. Soms is de gebiedsmaatregel van een wko-net voor versch illend e s takehold ers wenseli j k, maar vanuit versch illend e belangen.

Ben oem dat ook. Laat die belangen elkaar vers terken.

7. Betrek s takehold ers, maak een plan, schep commitment

Stakehold ers hebben vaak de ambitie voor een duurzaam gebouw, ze zi jn mees tal niet opzoek naar een manier om met een positieve businesscase geld te verdienen. Voed die visie op duurzaamheid door samen de mogeli j khed en voor eigendom, aanbes teding, samenwerking, beheer en ond erhoud en st uring van het wko-net te verkennen. Dat schept commitment. Wacht dan n og even met de businesscase en de (rend ements)eisen daaraan.

8. Stel een d elta-businesscase op Houd de businesscase eenvoudig en overzichteli jk met een d elta-businesscase. Hierin bereken je de meerkos ten van het wko-net en de daaraan verbond en maatregelen en zet je die af tegen de voord elen en besparingen. Voord eel van de d elta-businesscase dat je voorgen omen maatregelen (die soms nuttig zi jn voor de exploitatie van het wko-net) niet meerekent in de businesscase. Tegeli jk houd je als re ferentiesit uatie de nieuwe sit uatie (met voorgen omen maatregel) aan. Meer uitleg vind je in [1].

9. Stel (samen) een projectplan op

Stel een projectplan op met de versch illend e rollen en taken van het wko-net. Formuleer de ‘voorwaard en tot toetreding’ tot het wko-net, d emarcatie van eigendom, d emarcatie van invloed, rollen en organisatievorm van het wko-net. Ben oem de verantwoord elijken en rollen bi j de aanbes teding. Haal zo veel mogeli jk risico’s uit de aanbes teding waar de s takehold ers zelf invloed op kunnen uitoe fenen. Daardoor bli jven inschri jvingen laag en is het project aantrekkeli jk om op in te schri jven.

10. Maak een afwegingskad er en neem een go / n o-go beslissing

Maak een afwegingskad er [verwi jzing] met de afwegingen op versch illend e thema’s voor een totaalafweging. Daarin kan meerwaarde van leren en ontwikkelen afgewogen zi jn tegen de businesscase. Dat afwegingskad er is afhankeli jk van de s takehold ers. Bi j ERDH zi jn dat de thema’s bi jdrage aan verduurzaming, financiële effecten t.o.v. re ferentie, betrouwbaarheid en lerend effect

Wko-net Koningskade, provinciehuis en BNG

Vanuit de gebiedsbenad ering in s tap 2 van de Trias Territoria kun je ook warmte, koud e en vermogen (d ebiet) van een wko d elen met naas tgelegen gebouwen zond er wko. Dat verkend en de provincie en de Bank Ned erlandse Gemeenten (BNG) aan de Koningskad e in Den Haag t ussen het provinciehuis (PZH) en de BNG met uiteind eli jk een n o-go beslissing. Kenmerkend aan dit project is dat de projectpartners zelf aan tafel zitten om de samenwerking te verkennen. Samen werkten zi j aanbod, eigenaar, d emarcatie van eigendom en d emarcatie van invloed uit.

Demarcatie van eigendom

Een wko-net zorgt voor nieuwe fysieke verbindingen t ussen het wko-net en bes taand e gebouwins tallaties met versch illend e eigenaren. Vaak wil een gebouweigenaar ook eigenaar bli jven van zi jn ins tallatie. Dan is er een duid elijke scheidsli jn van eigendom (eigendomsd emarcatie, zie Figuur 4). Dat versch illend e ins tallatiecomponenten aan elkaar verbond en zi jn, is geen red en voor één eigenaar, tenslotte wordt bi j s tadswarmte of drinkwater ook niet o peens de ‘binnenins tallatie’ van die exploitant.

2: Verkenning van een wko-net t ussen provinciehuis Zuid-Holland (PZH) en de BNG bank (BNG) aan de Koningskad e met de mogeli j kheid om uit te breid en naar Koningskad e 4 (K4) en mogeli jk verd er naar de Unie van Water schappen (U V W).

Figuur

Trias Territoria

Het programma ERDH werkt vanuit Trias Territoria filosofie met drie s tappen.

Stap 1: vermind er de energievraag op gebouwniveau.

Bi jvoorbeeld door isolatie, warmteterugwinning en toepassen van energiezuinige verlichting.

Stap 2: gebruik en d eel lokale energiebronnen in het gebied door warmte en koud e uit te wisselen t ussen de wko’s van gebouwen,

Demarcatie van invloed

Voor een goed e werking van een wko-net is de d emarcatie van invloed belangri jker (zie Figuur 5). Want een wko-net functioneert o ptimaal als de vraag van de versch illend e gebouwins tallaties en het aanbod op het wko-net op elkaar zi jn afges temd. Een exploitant of ged elegeerde o perator zorgt dan voor de juis te afs temming t ussen broncapaciteit en vermogensvraag van de gebouwen.

Die invloed van een exploitant/o perator bes taat dan uit het kunnen regelen en aans turen van de componenten (in de gebouwen)

koud e of warmte te d elen met gebouwen in de buurt of via TED (Thermische Energie uit Drinkwater) of TEO (Thermische Energie uit Oppervlaktewater)

Stap 3: koop energie vanuit de regio zo duurzaam mogeli jk in. Bi jvoorbeeld hoog- en midd entemperat uurwarmte uit duurzame bronnen, duurzame koud e, groene elektriciteit of mogelijk groene waters tof.

die verbond en zi jn aan het net. Want alleen bi j goed e afs temming en samenwerking gebruiken de aangesloten gebouwen de besch ikbare uit te wisselen energie. Dat zorgt dan voor maximale verduurzaming en een o ptimale businesscase.

Bi j onduid eli j kheid over wie ‘wat mag doen’ en ‘wat mag sturen’, ‘wie waar over mag beslissen’ en ‘wie waarvoor verantwoord eli jk is’ onts taan al gauw problemen. Lange afs temmings trajecten en dus uits tel van de varia bele inkoms ten drukken

Figuur 3: Demarcatie van eigendom met gebouweigenaren (b, c en d) die eigenaar bli jven van hun ins tallatie en een exploitant/o perator die eigenaar is van het wko-net (a).

op de exploitatie en hebben een negatie f effect op de businesscase. Bi j onduid elij khed en zal de exploitant die risico’s inpri jzen en betalen de afnemers daarvoor In veel gevallen zi jn die risico’s te mitigeren (juis t) door die afnemers.

In veel gevallen wil ied ere gebouweigenaar die aansluit dat de exploitant verantwoord elijk is voor het halen van duurzaamheid KPI’s en financiële rend ementseisen.

Als de exploitant wel aanbod hee ft van de ene gebouweigenaar, maar een and ere afnemer niet meewerkt aan afname, is er geen uitwisseling en geen businesscase. Een exploitant zal dan een afnameplicht vragen aan de gebouweigenaren wat de ko ppeling onaantrekkeli jker maakt voor hen.

Rollen bij een wko- net

De afnemer is een eigenaar/gebruiker van een gebouwen die tegen een BAK, vas trecht of warmtetarie f gebruik maken van het wko-net. Die afnemer biedt daar haar warmte, koud e en of wko-capaciteit aan voor uitwisseling. Afhankelijk naar belang betalen de afnemers voor de energie of diens t van de exploitant

De exploitant (en vaak eigenaar) van het wko-net laat afnemers gebruik maken van het wko-net tegen een BAK (Basis Aansluit Kos ten), vas trecht en/of warmtetarie f. De exploitant formuleert de ‘voorwaard en tot toetreding’ voor de afnemers zoals invloed op gebouwins tallatie en uitkoeling. Tegeli jk neemt hij de verplichting op zich om volgens

contractafspraken en businesscase warmte en koud e via het wko-net uit te wisselen. De eigenaar kan het wko-net in beheer van de o perator geven.

De o perator beheert en bes t uurt en ond erhoudt het wko-net en schakelt de gebouwins tallaties (d emarcatie van invloed) van de afnemers. Zo wisselt het wko-net warmte en koud e uit en zorgt de o perator voor maximale benutting van dat wko-net. Via een fee ontvangt de o perator een vergoeding voor haar inspanning. Die o perator kan alleen de ond erd elen van het wko-net sturen waar hij invloed op hee ft.

Een watervergunning?

Voor een eigenaar van een bod emenergiesys teem dat grondwater onttrekt is een wkovergunning verplicht. De provincie verleent de watervergunning (vaak ged elegeerd bi j de Omgevingsdiens t) voor de onttrekking op basis van de Waterwet. Die vergunning is dan verleend voor het gebouw dat van die wko gebruik maakt. Als meerdere gebouwen aansluiten op een bes taand e wko (grondwater of ins tallatiewater) via een wko-net is daar vergunningswi jziging n odig waarbi j de and ere gebouwen aan de vergunning zi jn toegevoegd. Meerdere wko’s die ond erling verbond en word en (grondwater of ins tallatiewater) word en samengevoegd tot één vergunning. Het eigendom kan wel gesplits t bli jven.

Figuur 4: Demarcatie van invloed op broncapaciteit van de wko’s en vermogensvraag van de gebouwen.
B30 deelt koude met B20 en wordt daar zelf beter van

B30 (Bezuid enhoutseweg 30, Planbureau voor de Lee fomgeving) hee ft al enkele jaren een dreigend e wko-onbalans. De warmtevraag is daar namelijk groter dan de koud evraag. Om de bod embalans (verplicht vanuit handhaving door de Omgevingsdiens t) te behoud en, werd h ier tot voorkort extra s tadswarmte gebruikt om het gebouw te verwarmen als de maximaal besch ikbare warmte uit de wko was onttrokken.

Die s tadswarmte is mind er duurzaam en ook duurd er dan wko-warmte. Daarom zocht het Ri j ksvas tgoedbedri jf naar een o plossing.

Geen warmtebedrijf

Voor een succesvol wko-net is er veel uitwisseling van warmte en koud e t ussen gebouwen (en wko’s). Daarmee is de eigenaar/ exploitant een ‘facilitator’ in plaats van een warmtebedri jf. Daarmee ‘verkoo pt’ de exploitant dus geen warmte of koud e. Zo hoe ft de eigenaar ook niet aan de wetteli jke voorwaard en te voldoen van een warmtebedri jf.

Uitbreiding

De eigenaar/exploitant neemt het initiatie f voor het aanbied en van toegang tot zi jn wko-net aan gebouwen in de buurt. Zi j biedt ond er

Vanuit de tweed e s tap in de Trias Territoria is h ier de onbalans hers teld met een ko ppeling naar Bezuid enhoutseweg 20 (B20), het Kennisins tit uut voor Mobiliteitsbeleid (figuur 4). In de zomer levert B30 koud e aan B20 en kri jgt daar, na het koelen in B20, warmte voor terug. Die warmte slaat B30 op in de wko zodat daar voldoend e warmte is voor een volledige winter in warmtepompbedri jf. Extra s tadswarmte is voor B30 nu niet meer n odig en dat is duurzamer en goedko per B20 neemt alleen koud e af als B30 dat ‘over’ hee ft. Als er geen aanbod van koud e is vanuit B30, gebruikt B20 haar eigen koel mach ine. www.dwa.nl

zi jn ‘voorwaard en tot toetreding’ een ko ppeling aan op het wko-net. Dat kan tegen een vas te pri js of tegen de door de gebouweigenaar ‘vermed en kos ten’. Die vermed en kos ten zi jn bi jvoorbeeld de besparing die de gebouweigenaar doet door het vermed en gebruik van aardgas of s tadswarmte versus de kos ten van elektriciteit (voor meer warmtepompinzet) en de aansluitkos ten (BAK) van het wko-net

Referenties 1. https://www.energieri jkd enhaag.nl/binaries/energieri jkd enhaag/documenten/ publicaties/2024/04/08/handreiking-ontwikkelen-businesscase-voor-wko-netten/ Handreiking_businesscase_WKO-netten_TG_PDFA.pdf

Nieuwe hoofdkantoor dsm-firmenich eerste

Paris Proof rijksmonument

Een rijksmonument Paris Proof maken, is niet eenvoudig. Maar in Maastricht is het gelukt met de meer dan honderd jaar oude Ambachtsschool aan de Sint Maartenslaan. Dit rijksmonument is gerenoveerd en gecombineerd met een nieuw gebouw. Samen vormen ze nu het nieuwe, duurzame hoofdkantoor van dsm- r menich. Naast dat het gebouw Paris Proof is, voldoet het ook aan de certi cering van BREEAM Outstanding en WELL Platinum.

“dsm-firmenich wild e graag naar Maas tricht en vond daar de oud e Ambachtsschool, een ri j ksmonument. De naas tgelegen voormalige bioscoo p ‘Euroscoo p’ werd gesloo pt en op de parkeergarage van die bioscoo p is de nieuwbouw gerealiseerd.” Aan het woord is Ronald Wenting , senior adviseur bi j A BT. Hi j legt uit dat het nieuwe kantoor bes taat uit de geren oveerde Ambachtsschool en nieuwbouw “De twee gebouwd elen zi jn met elkaar verbond en door een atrium. Dat is het bruisend e hart van het gebouw met ond er meer een res taurant, de entree en receptie. dsmfirmenich ziet het als een kantoor plus, hun clubhuis.”

Het hybrid e werken wordt op de nieuwe locatie omarmd, vertelt ins tallatie-adviseur Hans Janssen van Huygen. “Het is een combinatie van thuis en op kantoor werken. Hier komen en werken mensen samen, het is een plek om contact te maken en te overleggen in een gezond e en prettige omgeving. Voor de ongeveer 600 med ewerkers hebben we in de nieuwbouw ruim 300 werkplekken gecreëerd. Maar er zi jn meer dan duizend s toelen in het gebouw, voor bi jvoorbeeld vergad eringen. De voormalige Ambachtsschool is volledig ingericht voor vergad eren.”

Ambachtelijk gemaak t

De voord elen van een oud pand zi jn volgens Wenting evid ent. “Het schoolgebouw hee ft mooie hoge verdiepingen. De ruimtes zi jn echt fantas tisch en we hebben oud e gewelven en tegelvloeren omhoog kunnen halen en zoveel mogeli jk in het zicht gebracht. Je kunt echt zien dat het allemaal heel ambachtelijk gemaakt is.” Het gebouw is meer dan hond erd jaar oud, benadrukt hi j. “Het is een gebouw uit 191 2 en het is prachtig om te zien dat je dit soort gebouwen weer een heel nieuw leven kunt geven. De ind eling van het gebouw is erg praktisch, met grote lokalen. Daar hebben we mooie nieuwe ruimtes van kunnen maken. Omdat het pand een mooie gevel hee ft en een goed e s truct uur, gaat het heel lang mee. De nieuwbouw is in een l-vorm om de oud e school heen gebouwd en is net iets groter dan het oud e ged eelte.”

Foto 1 en 2: De meer dan hond erd jaar oud e

Ambachtsschool aan de Sint Maartenslaan in Maas tricht is geren oveerd en van een nieuwe aanbouw voorzien. Het Zwitser s-Ned erlandse dsm-firmenich hee ft h ier haar Ned erlandse hoofdkantoor geves tigd.

Foto’s: Norbert van Onna

Het nieuwe gebouw is in zi jn geheel, dus inclusie f het oud e ged eelte, Paris Proof, vertelt Janssen. “Het gebouw wekt haar eigen energie o p, behalve het gebruikersd eel. Met name voor het oud e ged eelte waren daarvoor n ogal wat ingrepen n odig. We hebben serieus geïsoleerd tot een RC van 6. Daarvoor hebben we voorzetwand en en -ramen gebruikt in het hele gebouw Ook hebben we wandverwarming toegepas t. Dat werkt eigenli jk hetzelfd e als vloerverwarming, maar dan met iets dunnere leidingen. Het was in dit gebouw de bes te manier om te koelen en verwarmen.”

Paris Proof

De warmte- en koud eproductie gebeurt met vier luchtwaterwarmtepompen die op het dak van de nieuwbouw geplaats t zi jn, zegt Janssen. “Die keuze lag h ier voor de hand. We hebben h ier in het zuid en van Limburg te maken met een bod em van kalkzands teen, mergel. Hierdoor zou een bron snel vervuild kunnen raken. Dat vond de o pdrachtgever een te groot risico. Bovendien vols taan de luchtwaterwarmtepompen voor het bereiken van de Paris Proof-ambities.” Naas t Paris Proof voldoet het nieuwe gebouw ook aan de eisen voor BREEAM Outs tanding en WELL Platinum. Janssen: “Die laats te kij kt vooral naar het binnenk limaat. En hoe de bewoners het gebouw beleven.”

In de nieuwbouw zi jn hybrid e k limaatplafonds toegepas t voor de afgifte van koud e en warmte, licht Janssen toe. “We maken met deze plafonds echt gebruik van de massa van het gebouw om een heel comforta bel binnenk limaat te creëren.” Het gebouw is bovendien o ptimaal beveiligd, zegt Janssen. “Voor een multinational is het extra belangri jk dat het gebouw goed beveiligd is. Daarom hebben we h ier een WK3-gevel toegepas t. Dat is een van de hoogs te inbraakk lassen die er is. En toch hebben we dat toe kunnen passen in een transparant gebouw.”

Combinatie van oud en nieuw

De uitdagingen voor dit project zaten voor Wenting vooral in de combinatie van oud en nieuw “Het behoud en van de monumentale ruimtes en het

Foto 3: In het dak van het atrium zi jn transparante zonnepanelen geplaats t.
Foto 4: De nieuwbouw is in een l-vorm om de oud e school heen gebouwd en is net iets groter dan het oud e ged eelte. Zo wordt oud en nieuw met elkaar verbond en.

beperken van het gewicht in het gebouw waren voor ons de belangri jks te uitdagingen. Daarom hebben we de ingrepen vooral lokaal gehoud en, zodat we niet te veel gewicht hoe fd en toe te voegen aan de cons tructie. Daarom hebben we bi jvoorbeeld ook niet gekozen voor vloerverwarming omdat je dan dikke, zware vloeren moet s torten. Dat wild en we niet omdat we dan de fund ering ond er het gebouw zoud en moeten vers terken.”

Dezelfd e uitdaging gold eigenli jk ook voor het nieuwe gebouw, zegt Wenting. “Ook daar wild en we niet te veel gewicht toevoegen, omdat we bouwd en op de parkeergarage van de oud e bioscoo p. Ook daar wild en we de fund ering niet vers terken, omdat dat gepaard gaat met behoorli jke kos ten. Dat maakte de puzzel voor dit project wel ingewikkeld.” De fund ering van de

Euroscoo p bood wel meer mogeli j khed en, legt Wenting uit. “Dat was een gebouw uit 1994 met goed e s truct uren en we hadd en bes t veel informatie. We kond en dus nieuwe berekeningen maken om zo meer draagvermogen uit de fund ering te kunnen halen.”

Foto 5: Het gebouw s tamt uit 191 2 en authentieke elementen zoals vloeren en trappen zi jn in s tand gehoud en.
Foto 6: Op het dak van de nieuwbouw zi jn naas t de vier luchtwaterwarmtepompen ook de luchtbehand elingskas ten voor de ventilatie geplaats t.

Veel zonnepanelen

Janssen n oemt ook de korte bouwti jd als uitdaging. “In mind er dan vier jaar is dit gerealiseerd. En zeker met alle certificaten die we behaald hebben, is dat een bi jzond ere pres tatie.” Om in aanmerking te komen voor die certificering, waren veel zonnepanelen n odig, legt Janssen uit. “We hebben 620 zonnepanelen geplaats t, op het dak én op de gevel. Zo wordt het gebouwgebond en energiegebruik volledig gecompenseerd.” Op het gebied van circulariteit is alles gedaan om zoveel mogelijk te hergebruiken. Toch liggen h ier n og verbeterpunten, d enkt Wenting. “We hadd en de s taalcons tructie van de oud e bioscoo p graag hergebruikt, maar door de strakke planning is dat niet gelukt. Er was weinig ruimte om te experimenteren. Maar dat is wel iets wat ik in een volgend project mee wil nemen. Want hoe verd er we in de ti jd komen, hoe meer we moeten hergebruiken.”

dsm- rmenich

Foto 7: In de nieuwbouw zi jn hybrid e k limaatplafonds toegepas t voor de afgifte van koud e en warmte.

dsm-firmenich is een Zwitsers-Ned erlands bedri jf, beursgen oteerd op Euronext Ams terdam, met activiteiten in bi jna 60 land en en meer dan €1 2 miljard omzet. Met een divers, wereldwi jd team van bi jna 30,000 werknemers brengt dsm-firmenich vooruitgang tot leven, elke dag, overal en voor miljard en mensen.

dsm-firmenich werkt vanuit meerdere locaties in Ned erland, met een team van bi jna 1700 collega’s. De activiteiten variëren van het duale hoofdkantoor in Maas tricht, het wereldwi jd e hoofdkantoor van de business unit Tas te, Text ure and Health in Delft tot productie faciliteiten in Leeuward en, waar het bedri jf s tartcult uren produceert voor bekend e kazen wereldwi jd. In Delft en Wageningen ond erzoeken, inn overen en creëren ze voedingsmidd elen en dranken die gezond er en lekkerd er zi jn en beter voor mens en milieu. In Geleen ontwikkelt dsm-firmenich biomedische o plossingen die het leven van mensen verbeteren, elke dag, in elke levensfase. In Stroe maakt dsm-firmenich premixen voor diervoeding die een groeiend e bevolking ond ers teunen door duurzamere landbouw. En in Venlo is het groots te dis tributiecentrum van dsm-firmenich. Van h ieruit verzend en ze producten naar k lanten over de hele wereld.

our-company.dsm-firmenich.com/nl-nl/our-company/locations/netherlands. html

Bert van Dorp, technisch directeur Orange Climate:

“Wat nieuw lijkt , is vaak iets dat we eerder zijn vergeten”

Van joch ie werkend op de boerd eri j van zi jn oud ers tot technisch directeur bi j Orange Climate. Het is geen all-American verhaal, maar de carrière van Bert van Dorp in een n otendo p. In de t ussenti jd hee ft Van Dorp van allerlei functies gehad, maar s teeds kwam het terug op dat ene aspect waar hi j ’s ochtends met plezier voor uit zi jn bed springt: “Met een groep samen aan de slag gaan met een maatschappeli jk probleem; dat gee ft zo ongelofelijk veel energie. Dat is echt gaaf.”

Bert van Dorp begon zi jn carrière op jonge lee fti jd, namelijk al op zi jn elfd e, op de boerd eri j waar hi j geboren is. “Het grappige van geboren word en en werken op de boerd eri j: werk is alti jd dichtbi j.” Later besloot hij zich verd er te ontwikkelen en begon hi j aan een st udie werkt uigbouwkund e in Delft, gevolgd door een mas ter in duurzame energietechn ologie. Toch werkte hij aanvankelijk in de olie- en gassector “Ik werkte bi j SBM Offshore, een Ned erlands bedri jf dat olieboorplatformen maakt,” vertelt Van Dorp. “Dat was zeker o pmerkelij k, gezien mi jn achtergrond in duurzame energie.” Na een aantal jaar zetten hi j zi jn carrière voort in de richting van duurzaamheid. “Dat d eed ik bi j adviesbureau Witteveen+Bos, omdat ik zelf beter wild e begri jpen in welke context onze k lant o pereerd e. Op dat moment was duurzaamheid wel een thema binnen het bedri jf, maar de vraag vanuit de k lant was er n og niet echt. Ik wild e aan de voorkant van die ontwikkelingen s taan.”

Bi j Witteveen+Bos leerde Van Dorp belangrijke lessen die zi jn ki jk op inn ovatie en samenwerking beïnvloedd en. “Je kunt ontzettend veel plezier halen uit het samenwerken aan maatschappeli jke problemen, zoals het ontwerpen van een brug of t unnel,” zegt hij enthousias t. “Samen werken aan dit soort projecten gee ft en orm veel energie.”

Na zi jn ti jd bi j Witteveen+Bos is Van Dorp de slag gegaan als technisch directeur bi j Orange

Climate, waar hij zich kan richten op inn ovatieve o plossingen voor binnenk limaatbeheer “Het mooie is dat veel inn ovaties eigenlijk al eeuwen oud zi jn; we zi jn gewoon vergeten dat ze ooit bes tond en. Gis teren n og had ik een overleg over hoe we in een kerkgebouw de

Mijn TVVL

Voor TVVL is Van Dorp al jaren actie f. “Ik ben docent luchtbehand elings techniek, en dan vooral voor hoofds t uk 7: de luchtbehand eling componenten. Dat doe ik met veel lie fd e en plezier. Daarnaas t is Orange Climate ook een van de kennispartners van TVVL. En ik ben lid van de redactieraad van TVVL Magazine. Verd er ben ik actie f in Binnenk limaat Ned erland, als best uurslid ond erzoek en ontwikkeling. Ik zit ook namens Binnenk limaat Ned erland in de NEN-commissie voor de ventilatie en infiltratie in gebouwen. Dat doet ik om inn ovatie niet alleen waar te maken en in de markt te zetten, maar ook ins tit utioneel in te bedd en in de regelgeving en n ormering. Daarmee maak je ook de sector beter.”

koud eval zoud en kunnen tegengaan. Bli jkt dat ze dat vroeger al ded en door slim ontworpen lambrisering te plaatsen. ‘Everyth ing new is forgotten old’, zo leerde ik van Biense Di jkstra: door terug te gri jpen op deze oud e o plossingen kun je vaak prachtige nieuwe dingen creëren.”

Van Dorp is ook kritisch over de gang van zaken in de bouwsector “We praten veel over bouwkos ten, maar als je over betaalbaarheid begint, dan bli jft het vaak s til. Veel parti jen zi jn niet bezig met betaalbaarheid, terwi jl dat juis t essentieel is om inn ovatie mogeli jk te maken.” Hi j vindt dat er vaak te lineair gedacht wordt: “We hebben een vraag, en daar geven we een s tandaardantwoord op zond er na te d enken over alternatieve, mogeli jk e fficiëntere of beter betaalbare benad eringen.”

Het h ind ert Van Dorp niet om gedreven door te gaan impact te maken binnen de sector “Problemen motiveren me en orm; ik spring er ’s ochtends mi jn bed voor uit,” zegt hij Toch voelt hij zich soms een roepend e in de woes ti jn: “Soms li j kt het alsof ik de enige ben die de o pdrachtgever probeert te sparen voor overbodige kos ten en problemen.” Zi jn o plossing is held er: “Mensen geloven niet alleen wat je zegt, maar vooral wat je doet. Daarom ben ik bezig met projecten, waarmee ik kan laten zien dat betaalbaarheid en inn ovatie samen kunnen gaan.”

tvvl

Foto: Bert van Dorp, Gemaakt door Buro van d er Veld e

KUBRCast met Arjen Walinga van Bouwend Nederland:

AI in de Bouw: Revolutie of Evolutie?

De integ ratie van kunstmatige intelligentie (AI) in de bouw- en installatiesector is de afgelopen jaren in een stroomversnelling gekomen. Waar AI enkele jaren geleden nog een futur istisch beg rip leek, is het tegenwoordig een technolog ie die steeds meer wordt omarmd door de technieksector. Arjen Walinga, beleidsadviseur ketensamenwerking bij Bouwend Nederland, bespreekt met Lenner t Hut van KUBR in een recente a evering van KUBRCast uitgebreid hoe AI de bouwsector beïnvloedt en welke kansen en uitdagingen daarbij horen.

AI in de bouw is geen nieuw fen omeen. Walinga vertelt dat de eers te toepassingen van AI al in 2017 o pkwamen. "Je zag AI al een hele ti jd in de bouw," zegt hi j. "In 2017 was ik op een congres, en daar werd al generatieve AI gebruikt om een st uk land in te d elen." Hoewel AI desti jds n og een nichetoepassing was, kreeg het recenteli jk bred e bekendheid dankzi j de opkoms t van Large Language Mod els (LLM's), die veel van de mogeli j khed en van AI toegankeli jker maakten voor een bred er publiek.

Walinga vergelij kt de huidige AI-revolutie met de opkoms t van het internet: "Het voelt een beetje alsof we in de ti jd van de opkoms t van het internet zaten. Toen waren er ook mensen die precies wis ten waar het heen ging. Maar als je uiteind elijk ki j kt waar het internet heen is gegaan, dan is het veel diverser geword en dan men ooit had verwacht."

BI M

Een van de mees t besproken ond erwerpen in de gebouwd e omgeving is het Bouwwerk Informatiemod el (BIM). Dit sys teem wordt al jaren gebruikt om bouwprojecten e fficiënter te plannen en uit te voeren. Walinga legt uit dat AI niet bedoeld is om BIM te vervangen, maar juis t om het te vers terken. "AI is een manier om bepaald e s tappen die mensen doen in het vullen van het mod el of het uittrekken van dat mod el, informatie eruit halen, slimmer te doen," aldus

Walinga. Zo kan AI helpen om werkvoorbereidingen te versnellen en fouten te minimaliseren, waardoor processen soepeler verlo pen.

Hoewel AI in sommige o pzichten vergelij kbaar li j kt met BIM, biedt het volgens Walinga ook revolutionaire mogelij khed en. "AI zorgt ervoor dat ons werk simpeler wordt, eenvoudiger, en dat we meer ti jd overhoud en voor de dingen die we echt graag willen doen."

Prak tisch gebruik

AI hee ft dus het potentieel om tal van taken in de bouw te vereenvoudigen. Een van de voornaams te voord elen van AI is het vermogen om repeterend e en ti jdrovend e taken te automatiseren. Walinga: “Dit is vooral waardevol in de werkvoorbereiding en calculatie. Bi j nieuwbouw hee ft AI vooral een grote opkoms t in de ontwerpsoftware."

Daarnaas t ziet Walinga veel potentie in de automatisering van productiewerkzaamhed en, hoewel dit gebied n og in ontwikkeling is. "Aan de productiekant zien we eigenlijk n og heel weinig AI-toepassingen, behalve in enkele specifieke niches zoals robotisering," zegt hi j. Toch gelooft hi j dat AI op d en duur ook de productieprocessen in de bouw verd er zal verbeteren.

Arbeidstekor t

Een van de groots te uitdagingen in de bouwsector is het tekort aan arbeidskrachten. De bouw wordt s teeds complexer, en er zi jn simpelweg te weinig mensen om aan de groeiend e vraag te voldoen. AI kan een mogelijke o plossing zi jn voor dit probleem. "Door AI in te zetten voor repetitieve taken, kunnen menselijke med ewerkers zich richten op taken die creativiteit en probleemo plossend vermogen vereisen," legt Walinga uit.

AI voor meer veiligheid

Veilig heid is een and er cruciaal thema in de bouw Volgens Walinga kan AI helpen om bouwplaatsen veiliger te maken door het gebruik van sensoren en camera's die onveilige sit uaties herkennen. Hi j n oemt een voorbeeld uit Ch ina, waar AI werd ingezet om gaten in de grond te d etecteren en automatisch waarschuwingen te genereren. Hoewel deze techn ologie indrukwekkend e mogeli j khed en biedt, zi jn er ook eth ische vragen. "Wat vind en die med ewerkers ervan?"

vraagt Walinga zich af. "In Ch ina was dat niet zo’n thema, maar h ier in Ned erland moeten we ons afvragen of we zo'n mate van toezicht willen."

Toekomst van AI in de bouw

De toekoms t van AI in de bouw li j kt veelbelovend, maar er zi jn n og veel onbekend e elementen. Walinga benadrukt dat niemand precies weet waar de techn ologie heen zal gaan. "Degene die nu zegt 'ik weet precies waar AI heen gaat', die persoon ben ik geneigd niet te geloven," zegt hi j. “AI zal ongetwi jfeld een grote rol spelen in de toekoms t van de bouw, maar hoe groot die rol zal zi jn en welke vormen dat aanneemt, bli jft een o pen vraag.”

Walinga adviseert bedri jven om niet af te wachten, maar proactie f de mogeli j khed en van AI te verkennen. "Als je k leine bouwer bent, verwacht ik niet dat je eigens tandig AI-modules gaat maken," zegt hi j. "Wat je wel kan doen, is in gesprek gaan met je softwareleverancier en vragen welke s tappen zi j nemen om AI in hun sys temen te integreren."

Met zorg implementeren

AI biedt en orme kansen voor de bouwsector, zowel op het gebied van e fficiëntie als veilig heid. Het kan helpen om arbeidsproblemen op te lossen, faalkos ten te vermind eren en bouwprocessen te versnellen. Toch is het belangri jk dat bedri jven deze techn ologie met zorg implementeren en rekening houd en met de eth ische en sociale gevolgen. Zoals Walinga treffend conclud eert: "Gee f mensen perspectie f. Als je niet weet waar je heen gaat, lees ond erzoeken en praat met collega’s. Samen kom je verd er."

TV VL Evenementen

• 15 januari 2025: TVVL Toekoms t & Trends Event

• 15 januari 2025: TVVL Nieuwjaarsreceptie (alleen voor led en)

• 24 januari 2025: KUBR event

• 29 januari 2025: TVVL Mas terclass GACS voor gebouweigenaren

• 12 februari 2025: TVVL Mas terclass GACS voor ins tallateurs

• 19 februari 2025: TVVL Q&A sessie circulaire ins tallaties

Vooruitblik

TVVL Toekoms t & Trends Event – 15 januari

TVVL n odigt je uit voor de 5e editie van het TVVL Toekoms t & Trends Event op woensdag 15 januari. Op deze dag organiseren we in het Intechniumgebouw in Woerd en een programma met het oog op de toekoms t. Laat je ti jd ens deze middag inspireren door een drietal sprekers. Een mix van uiteenlo pend e presentaties die bi jdraagt aan een dynamisch, leerzaam en indrukwekkend Toekoms t en Trends event 2025.

Wat s taat je te wachten:

Je wordt uitgedaagd om na te d enken over de impact van techn ologische inn ovaties zoals AI en robotisering op de gebouwd e omgeving en de organisatie van werk. De presentaties bied en essentiële inzichten en adviezen voor de toekoms t.

Het programma s tart om 13.30 uur en eindigt om 16.30 uur. Vanaf 13.00 uur vindt de ontvangs t plaats met dagvoorzitter Jaap Dij kgraaf.

Terugblik

TVVL Excursie naar St ulz fa briek Madrid, regio Zuid Holland & Zeeland

Regio Zuid Holland & Zeeland hee ft op 11, 12 en 13 september op uitn odiging van St ulz de fa briek in Madrid bezocht. Het programma

bes tond uit een goed e mix van cult uur, technische kennis vergaren en gezellig heid met de d eelnemers. De excursie begon met een bezoek aan het Berna beu Stadion, de trots van Madrid en thuisbasis van Real Madrid, waar de rondleiding eindigd e in de sou venirsho p van de club.

De volgend e ochtend vertrokken we vroeg naar de productie faciliteit van St ulz in het plaatsje Esquivas, na bi j Madrid. Deze fa briek is ingericht voor het produceren van luchtbehand elingskas ten voor datacenters. Aan de voorzi jd e van de fa briek is een tes tcentrale gebouwd. In deze tes tcentrale kunnen de LBK’s getes t word en tot een maximum luchtd ebiet van 200.000m³/h. Dit maakt het tes tcenter het groots te tes tcenter van Euro pa, missch ien wel van de wereld.

De rondleiding s tartte met een lezing over de techniek in de cursusruimte om vervolgens een rondleiding door het tes tcenter te bewand elen vanaf het compartiment o pwekking en techniekruimte tot en met het tes tpaneel. De fa briek is sinds 2018 fors uitgebreid en hee ft nu plannen voor een vierde productieli jn, med e vanwege de sti jgend e vraag naar luchtbehand elingskas ten in de corona-period e.

De middag werd bes teed aan vri je ti jd in Madrid, waar de d eelnemers door het oud e centrum kond en wand elen en kond en genieten van een terrasje. De dag eindigd e met een gezellige afsluiting op een dakterras. De excursie werd als zeer interessant en plezierig ervaren door de d eelnemers, met speciale dank aan de gas theren Pierre Muld er, Eric Veltman en Ton Fens.

YOUNG YTVVLOUNG TVVL

Terugblik:

YOUNG TVVL Excursie: De Ned erlandsche Bank (DNB)

In samenwerking met ons bedri jfslid SPIE organiseerde

YOUNG TVVL een unieke rondleiding door het recent geren oveerde hoofdkantoor van De Ned erlandsche Bank (DNB) in Ams terdam. Na vier jaar van intensieve verbouwingen wordt het gebouw eind november o pgeleverd. Voor het eerst kond en we een exclusie f ki j kje nemen achter de schermen van dit imposante, duurzaam gecertificeerde pand.

Na een inloo p met koffie, thee en een zoete lekkerni j kregen de d eelnemers een presentatie over de renovatie van De Ned erlandsche Bank. Vervolgens kregen we een rondleiding door het geren oveerde gebouw Ti jd ens de rondleiding kregen we ond er and ere uitleg over de baanbrekend e duurzame ins tallaties, zoals het inn ovatieve sys teem voor het hergebruik van regen- en gri jswater, en de uitgebreid e WKOins tallatie met warmtepomp. Daarnaas t maakten de ruim 1300 zonnepanelen en de aandacht voor groen rondom het gebouw grote indruk.

Circulariteit speelt een centrale rol in de renovatie, waarbi j materialen zoals houten balken en zelfs zieke bomen uit de omgeving een nieuwe bes temming kri jgen. Hoogtepunten van de dag waren ongetwi jfeld het bezoek aan de voormalige k luis en het hoogs te uitki j kpunt van centraal Ams terdam.

Na afloo p gen oten de d eelnemers van een gezellige borrel bi j Café de Ysbreeker, een perfecte afsluiting van een inspirerend e middag vol duurzaamheid en inn ovatie.

Op de hoogte bli jven van de YOUNG TVVL evenementen?

Abonneer op onze nieuwsbrie f!

Agenda 2025

31 januari YOUNG Nieuwjaarsevent

Heb ji j jezelf al gespot op de foto’s op onze Ins tagram?

Volg ons!

Gevarieerde deelname van TVVL aan Vakbeurs Energie

Van 15 tot en met 17 oktober was TVVL o pnieuw actie f betrokken bi j

Vakbeurs Energie als kennispartner. De Bra banthallen in Den Bosch vormd en het epicentrum van discussies en inn ovaties rondom de energietransitie ti jd ens de Nationale Energie Week, waar Vakbeurs

Energie ond erd eel van was. Met ruim 22.000 bezoekers was het een drukbezocht evenement, waar professionals uit de technische ins tallatiewereld samenkwamen om te netwerken, kennis te d elen en o plossingen te verkennen die bi jdragen aan een duurzamer energiesys teem.

TVVL op de beursvloer

TVVL was prominent aanwezig op de beursvloer met een s tand, strategisch geplaats t tegen over het hoofdpodium, waar we de aandacht trokken van zowel oud e bekend en als nieuwe gezichten. Bezoekers kregen de kans om letterlijk de hand en uit de mouwen te s teken met de E-practicumkoffers die ond erd eel zi jn van de TVVL elektro-cursussen. Deze interactieve opzet bood hen een ki j kje in de ‘meterkas t van de toekoms t’, een praktij kgericht aspect dat veel belangs telling trok. Door zelf aan de slag te gaan, kregen de bezoekers een id ee van de uitdagingen en o plossingen waar ins tallatieprofessionals mee te maken hebben in de snel verand erend e wereld van energiebeheer

Daarnaas t kond en geïnteresseerde gegadigd en d eelnemen aan de TVVL beurs tour. Ti jd ens deze rondleidingen maakten d eelnemers

kennis met versch illend e bedri jfsled en van TVVL op de beursvloer

Deze tours bod en waardevolle inzichten in de inn ovatieve producten en diens ten die door onze led en word en aangebod en om de energietransitie te versnellen.

Kennisprogramma op het hoofdpodium

Eén van de hoogtepunten van onze d eelname was het inhoud eli jke kennisprogramma dat dagelij ks plaatsvond op het hoofdpodium.

Met presentaties over ond erwerpen als energieo ptimalisatie, energieflexibiliteit en netconges tie, leverde TVVL een belangrijke bi jdrage aan de discussies over de toekoms t van energiebeheer in Ned erland. Een greep uit de sessies:

Kevin de Bont ging in op het belang van een geïntegreerde aanpak voor energiebeheer. “Er moet een samenspel onts taan t ussen het gebouwbeheersys teem en de sys temen zoals zonnepanelen, het laadplein, de warmtepomp en batteri jen,” aldus De Bont. Door deze sys temen o ptimaal op elkaar af te s temmen, afhankeli jk van bi jvoorbeeld zonnesch i jn, kan er veel e fficiënter met energie worden omgegaan.

Nard Geerts benadrukte dat het traditionele achteraf maand eli j kse monitoren van energieverbruik te beperkt is. “Het gee ft slechts een trendindicatie en zegt niets over de energie-e fficiëntie,” s teld e Geerts. Hi j ging in op de impact van het toepassen van een automatisch energieregis tratie en -bewakingssys teem (EBS) met rapportage functie, die een aanzienlijke energiebesparing kan o pleveren. “Als heel Ned erland de ins tellingen van ins tallaties zou o ptimaliseren, kunnen we al 15% besparen, een grote s tap richting het behalen van de k limaatdoelen voor 2030.”

Auke Hoeks tra ond erstreept de n oodzaak van een snellere ado ptie van slimme techn ologieën in het energienetwerk om beter in te spelen op de groeiend e vraag en de complexiteit van de energietransitie.

“Als ka bels duur bli jven en intelligentie gratis wordt, dan kan het gewoon niet and ers dan dat we die ka bels intelligent gaan monitoren en aans turen. Echt allemaal en per ond erd eel van een second e,” zei Hoeks tra. Hi j maakte duid eli jk dat we op dit gebied veel verd er zoud en moeten zi jn, maar dat netbeheerders dit proces vertragen door een houding van ontkenning.

Een succesvolle editie

Vakbeurs Energie 2024 bood ons een uits tekend platform om onze kennis en expertise te d elen met een breed publiek. Ook volgend jaar zi jn we weer aanwezig op de Vakbeurs Energie 2025.

Volgeboekt , maar nieuwe kans: cursus

Prestatiemonitoring en -analyse van HVAC-installaties

De cursus Pres tatiemonitoring en -analyse van HVAC-ins tallaties is po pulair. De editie die op 4 n ovember van s tart ging, is helemaal volgeboekt met leergierige cursis ten. Vanwege de grote belangs telling hee ft TVVL besloten een extra editie te plannen die op 17 maart 2025 van s tart gaat. Voor ied ereen die deze kans hee ft gemis t, biedt dit een nieuwe mogeli j kheid om d eel te nemen aan deze prakti j kgerichte cursus.

Waarom deze cursus?

Veel HVAC-ins tallaties pres teren n og niet o ptimaal op het gebied van energiegebruik en comfort. Gelij kti jdig zorgen slimme sensoren en geavanceerde meet- en regeltechnieken in gebouwen voor een overvloed aan data. Maar hoe haal je waardevolle inzichten uit die data? En hoe pas je deze inzichten toe om de pres taties van sys temen te verbeteren?

De cursus 'Pres tatiemonitoring en -analyse van HVACins tallaties' helpt je deze vragen te beantwoord en. Je leert data uit HVAC-sys temen te analyseren, KPI's te formuleren en pres tatiebewakend e algoritmes te ontwikkelen. Bovendien kri jg je de kans om te werken met tools zoals Excel, Power BI, SQL en Python, zodat je direct aan de slag kunt met datages t uurde analyses in de prakti jk

Wat leer je?

Na afronding van deze 5-daagse cursus;

• kun je KPI’s (Key Performance Indicators) bepalen voor pres tatiemonitoring;

• s tel je eisen op voor het vas tleggen van de KPI’s;

• werk je jouw concept analyses uit tot een algoritme;

• presenteer je het gedrag en de pres taties van een HVACins tallatie in rapportages en een integraal dashboard.

Na afronding van de cursus kun je zelfs tandig pres tatiemonitoring uitvoeren en aanbevelingen doen voor o ptimalisatie. Je ontwikkelt de vaardig hed en om meetdata om te zetten in concrete verbeteringen voor zowel energiee fficiëntie als comfort

Schri jf je nu in!

Wil je zeker zi jn van een plek voor de extra editie op 17 maart 2025? Schri jf je dan snel in via de TVVL-website www.tvvl.nl/cursussen. Mis deze kans niet om de pres taties van HVAC-ins tallaties in de prakti jk naar een hoger niveau te tillen!

5 lesdagen | maandagmiddag/-avond | s tartdat um 17 maart 2025 | Woerden

Verschuiving in voorkeuren: dagopleidingen Luchtbehandelingstechniek steeds populairder

2 extra groepen Luchtbehand elings techniek

De wereld is alti jd in beweging, en dat zien we dit jaar ook duid elijk terug in de verd eling van onze groepen voor de o pleiding Luchtbehand elings techniek. Waar de afgelo pen jaren de middag/ avondgroepen alti jd favoriet waren, zien we nu een opvallend e verschuiving in de voorkeur naar onze daggroepen. Dit zien we duid elijk aan onze groepen die s tarten in september en oktober. Waar voorheen vooral de middag/avondgroepen snel vol liepen, bli jken nu juis t de daggroepen aanzienlijk po pulaird er te zi jn.

Flexibel leren, afges temd op jouw sit uatie

Het mooie van de o pleiding Luchtbehand elings techniek bi j TVVL is de flexibiliteit die we bied en in de les ti jd en. Of je nu een voorkeur hebt voor lessen overdag of liever kies t voor middag/avond, we bied en voor ied ereen een passend e o plossing. Dankzi j onze ruime keuze in s tartdata en les ti jd en, is de o pleiding goed te combineren met je werk- en privésit uatie. We begri jpen dat elke d eelnemer and ere behoe ften hee ft, en daarom zorgen we ervoor dat je alti jd een groep kunt vind en die aansluit bi j jouw persoonli jke planning.

Extra daggroep in 2025

Om in te spelen op de toenemend e vraag naar dago pleidingen, hebben we besloten een extra daggroep in te plannen. Dit n oemen wi j

groep F. Deze zal op vri jdag 4 april 2025 van s tart gaan. De o pleiding

Luchtbehand elings techniek duurt 15 lesdagen, waarbi j je om de week les hebt. Dit betekent dat d eelnemers die in april beginnen, in 2025 n og hun diploma kunnen behalen. Dit extra s tartmoment biedt je de kans om je te specialiseren in een snelgroeiend vakgebied, met veel carrièrekansen voor de toekoms t. De o pleiding richt zich op de nieuws te ontwikkelingen en technieken in het vakgebied, zoals energie-e fficiëntie en comfortverbetering, en helpt je om je vaardig hed en en kennis naar een hoger niveau te tillen.

Ook een middag/avondgroep

Naas t deze nieuwe daggroep, s tart maandag 31 maart de groep Luchtbehand elings techniek E, een middag/avondgroep. Dit s tartmoment in maart hebben we pas enkele jaren geled en ingevoerd. Voorheen s tartten we alleen in september en oktober, maar door de toenemend e vraag en de behoe fte aan een flexibelere ins troom, hebben we ook een voorjaarsgroep in het leven geroepen. Dit sluit perfect aan op de beoord elingsgesprekken die vaak rond de jaarwisseling plaatsvind en, waardoor je snel na evaluatiegesprekken met je werkgever aan een o pleiding kunt beginnen.

Wil je meer weten over de o pleiding of je inschri jven? Ga dan naar: tvvl.nl/cursus/luchtbehand elings techniek

Seizoen 2024-2025

Uitdagingen in de elektrotechniek: Duurzame transformatie van gebouwen

De wereld transformeert op het gebied van energie, waarbi j duurzaamheid en CO2-reductie centraal s taan. Deze verand eringen hebben geleid tot een evolutie in elektrotechnische ins tallaties binnen gebouwen. Van zonnes troomins tallaties tot hybrid e-warmtepompen, en van laadpunten voor elektrisch vervoer tot thuisbatteri jen. Gebouwen word en s teeds complexer en voorzien van intelligente techn ologie. Deze ontwikkeling brengt ook uitdagingen met zich mee, met name de n oodzaak van gespecialiseerde technici die in s taat zi jn deze duurzame elektrische ins tallaties te ontwerpen en implementeren.

Een kools tofarme toekoms t en het gasloos maken van gebouwen k linkt fantas tisch. Het streven h iernaar vereis t echter techn ologische inn ovaties en een goed geschoold e arbeidsmarkt. Hier is alleen één probleem: er is een tekort aan technische geschoold e med ewerkers. De huidige ontwikkelingen vragen om specialis tisch vakmanschap. Dit ontbreekt nu vaak in de arbeidsmarkt. Het implementeren van duurzame elektrotechnische ins tallaties vereis t een diep begrip van zowel traditionele als opkomend e techn ologieën. Het gebrek aan gekwalificeerd personeel kan de vooruitgang belemmeren, iets wat we niet willen.

Naas t het personeels tekort s taan professionals voor de uitdaging van netconges tie, met name bi j de integratie van een groeiend aantal elektrische voert uigen en laadpunten. Het elektriciteitsnet moet worden aangepas t om de toenemend e vraag aan te kunnen. Ook zorgt de overs tap naar gasloze gebouwen ervoor dat we de traditionele energieinfras truct uur o pnieuw moeten bekijken, wat het ingewikkeld er maakt

De uitdaging van te weinig goed geschoold e med ewerkers kan word en aangepakt door gespecialiseerde o pleidingen te bied en in de

Elektrotechniek. Ondanks het bes taand e aanbod van (pos t) mboo pleidingen op het gebied van elektrotechniek in Ned erland, zien wi j n og grote uitdagingen. Omdat de ontwikkelingen snel en ingri jpend zi jn, is er behoe fte aan scholing in nieuwe duurzame ontwikkelingen. Naas t de o pleidingen die al bes taan, waarbi j technici de basisprincipes goed aangeleerd kri jgen, is er ook behoe fte aan scholing in de duurzame ontwikkelingen.

Nieuwe pos t-mbo elektrotechniek o pleiding gericht op verduurzaming Speciaal h iervoor hee ft TVVL een nieuwe pos t-MBO o pleiding "Technicus Duurzame Elektrotechnische Ins tallaties." Ontwikkeld.

In deze o pleiding ontwikkel je naas t basiskennis, vooral ook expertise op het gebied van de nieuws te duurzame technieken en mees t recente ontwikkelingen voor elektrotechnische ins tallaties. Deze o pleiding leert je gebouwen te voorzien van duurzame elektrotechnische ins tallaties, waardoor ze toekoms tbes tendig en energiezuiniger word en. Denk aan elektrotechnische aansluitingen voor ond er and ere zonnes troomins tallaties, hybrid e-warmtepompen, warmtepompboilers en laadpunten voor elektrisch vervoer, evenals batteri j o pslagsys temen en samenhang met werkt uigbouwkundige ins tallaties. Met deze elektrotechniek o pleiding kri jg je de n oodzakelijke kennis en vaardig hed en voor de realisatie van engineeringsconcepten voor de energietransitie en duurzame energieo pwekking en -o pslag.

Interesse?

Deze 15-daagse o pleiding s tart op 11 maart 2025. Lessen volg je om de week ti jd ens de middag/avond. Wi j zorgen voor een lekkere maalti jd! Inschri jven kan via www.tvvl.nl/cursussen.

Ontdek de kracht van Hydraulische Schakelingen: Twee ervaringen uit de praktijk

Hydraulische schakelingen in gebouwins tallaties spelen een s teeds belangri jkere rol in de verduurzaming van onze omgeving, med e door het gebruik van energiezuinige technieken, zoals warmtepompen en energieo pslag in de bod em. Of je nu s tartend bent in de wereld van HVAC of al jarenlang werkt met luchtbehand elingsins tallaties, de TVVL cursus Hydraulische Schakelingen voor Verwarmen en Koelen biedt een solid e basis om je kennis te verdiepen. Jaarlij ks volgen meer dan 100 cursis ten deze cursus, incompany of bi j TVVL. In de leerli jn Klimaattechniek presenteren we de cursus Hydraulische Schakelingen als één van de vervolg- of verdiepingscursussen van Luchtbehand elings techniek. Maar er zi jn nat uurlijk ook veel raakvlakken met de leerli jn Gebouwbeheer- en automatisering. En Hydraulische Schakelingen s taat zeker ook o pen voor cursis ten die met een and ere vooro pleiding willen ins tromen.

We spraken met twee professionals die de cursus Hydraulische Schakelingen volgd en: Steven Bax, engineer ontwerp en techniek bi j Kro pman, en Dirk Mutters, adviseur meet- en regeltechniek bi j Royal HaskoningDHV. Hun ervaringen geven een goed beeld van de veelzi jdig heid van de cursus en de meerwaarde die het biedt voor uiteenlo pend e doelgroepen.

Even voors tellen: Steven en Dirk

Steven Bax is een s tartend e engineer HVAC bi j Kro pman en kwam voor het eerst in aanraking met een cursus van TVVL toen hi j besloot zich verd er te willen specialiseren. "Deze cursus wordt bi j ons op het werk s terk aangerad en voor s tartend e engineers zoals ik," vertelt Steven. Zi jn vooro pleiding in HBO Technische Nat uurkund e bleek een goed e basis om de technische inhoud van de cursus te volgen en te begri jpen. Aan de and ere kant hebben we Dirk Mutters, die al een bred e achtergrond hee ft op het gebied van meet- en regeltechniek bi j Royal HaskoningDHV. Dirk volgd e eerd er de pos t-HBO o pleiding Luchtbehand elings techniek bi j TVVL, voordat hi j zich aan Hydraulische Schakelingen waagd e. “Bi j Luchtbehand elings techniek hebben we kort s tilges taan bi j hydraulische schakelingen, maar ik wild e dieper ingaan op de materie van de hydraulische schakelingen uit ISSO 44 en 47,” legt Dirk uit

Waarom kozen jullie voor deze cursus?

Steven hoe fd e niet lang na te d enken over zi jn keuze: “Als s tartend engineer van HVAC is deze cursus een perfecte aanvulling op mi jn functie. Het helpt me de ontwerpen en ins tallaties beter te begri jpen, wat essentieel is in mi jn werk.”

Steven legt uit dat hij h ierdoor sneller kan meed enken over o plossingen bi j technische vraagst ukken. Voor Dirk bood de cursus Hydraulische Schakelingen precies wat hi j zocht: “Ik wild e vooral meer inzicht kri jgen in de achterliggend e principes van de schakelingen, zoals die uit ISSO 44 en 47. Dit s telt me in s taat om bes taand e ins tallaties beter te beoord elen en mi jn ontwerpen te verbeteren.” Dirk waard eerde vooral de o pbouw van de cursus, waarbi j eerst de basisprincipes van hydraulische schakelingen word en uitgelegd, om vervolgens te ki jken naar praktische toepassingen in bi jvoorbeeld WKK- en WKO-ins tallaties.

Voorkennis en verwachtingen

Hoewel beid e cursis ten een technische achtergrond hebben, kwamen ze met versch illend e verwachtingen naar de cursus. Steven, met zi jn achtergrond in Technische Nat uurkund e, vond de cursus goed aansluiten op zi jn vooro pleiding. “De technische basis was voor mi j bekend, en dat maakte het makkeli jker om de cursus te volgen en de concepten snel te begri jpen,” vertelt hi j.

Dirk, met zi jn ervaring in Luchtbehand elings techniek, had al enige voorkennis van hydraulische schakelingen. “Ti jd ens Luchtbehand elings techniek werd dit ond erwerp slechts kort behand eld, dus ik had verwacht dat we nu echt de diepte in zoud en gaan. En dat gebeurde ook. De cursus ging veel verd er dan alleen de basisprincipes – we leerd en ook waarom en wanneer je bepaald e modules toepas t.”

Versch il in moeilij kheidsgraad

Omdat Dirk al de cursus Luchtbehand elings techniek had gevolgd, was hi j in s taat om de twee cursussen te vergelijken qua niveau. “Het niveau van de lessen was geli j k, maar de st udielas t bi j Luchtbehand elings techniek was aanzienli jk hoger. Bi j Hydraulische Schakelingen was er mind er huiswerk en voorbereiding n odig voor het examen.” Steven, die pas later de cursus Luchtbehand elings techniek wil gaan volgen, gaf aan dat hi j deze volgorde weloverwogen had gekozen:

“Hydraulische schakelingen helpt mi j nu al in mi jn huidige werk. Maar mi jn ambitie is om HVAC-specialis t te word en, en daarvoor sluit Luchtbehand elings techniek naadloos aan.” Inmidd els is Steven ook begonnen aan de o pleiding Luchtbehand elings techniek.

Toepassing in de prakti jk

Beid en zi jn het erover eens: de kennis uit de cursus Hydraulische Schakelingen is direct toepasbaar in hun werk. Steven gaf een concreet voorbeeld: “De cursus hee ft me geholpen om beter te begri jpen hoe een gekoeld watersys teem werkt, vooral als het gaat om de niet-energiezuinige gebruikersmoduul 4. Waar vroeger een bypass werd gebruikt bi j circulatiepompen, kan dit met de huidige techn ologie and ers aangepakt word en. Deze inzichten helpen me nu om schema’s beter te begri jpen en sneller verbeteringen te id entificeren.” Dirk gebruikt de o pgedane kennis vooral bi j het ontwerpen en beoord elen van hydraulische schakelingen in gebouwins tallaties. “Ik reken zelf niet dageli j ks aan de modulen, maar maak wel de ontwerpkeuzes. Door de cursus kan ik nu beter afwegen welke module het bes te pas t bi j een specifieke ins tallatie.”

Conclusie: Een verdiepend e cursus voor ied ereen

Wat duid elijk naar voren komt uit de ervaringen van Steven en Dirk, is dat de cursus Hydraulische Schakelingen toegankeli jk is voor professionals met versch illend e achtergrond en. Of je nu een s tartend e engineer bent met een technische vooro pleiding zoals Steven, of al jarenlang ervaring hebt met gebouwins tallaties zoals Dirk, de cursus biedt waardevolle kennis die je direct kunt toepassen. Door de combinatie van theoretische verdieping en praktische toepassingen is deze cursus een logische keuze voor ied ereen die zich verd er wil specialiseren in het ontwerp en ond erhoud van hydraulische sys temen.

Wil je je vaardig hed en op het gebied van hydraulische schakelingen naar een hoger niveau tillen? Dan is deze cursus missch ien wel de volgend e s tap in jouw carrière.

Dirk Mutter s
Steven Bax

Jouw sleutel tot de toekomst van de gebouwde omgeving

De roep om duurzaamheid is s terker dan ooit. Of het nu gaat om wet- en regelgeving die s teeds strenger wordt, bedri jven die hun verantwoord elij kheid nemen, of consumenten die bewus tere keuzes maken—d e transitie naar een duurzamere samenleving kan niet langer word en genegeerd. Maar hoe zorg je ervoor dat je als technisch professional niet alleen meegaat in deze beweging, maar ook voorop loo pt? Dat is precies waar de TVVL Cursus 'Duurzaamheid Adviseren in de Gebouwd e Omgeving' om de hoek komt kijken. Het is een relatie f korte maar intensieve cursus van 9 lesdagen die jou leert om een goed advies te geven op het gebied van duurzaamheid in de gebouwd e omgeving

Waarom duurzaam advies nu cruciaal Is In 2024 zien we s teeds meer kantoren, woningen en publieke gebouwen die een ‘groene’ make-over kri jgen. Gebouwen word en energiepositie f, er wordt volo p ingezet op circulair bouwen, en vas tgoedontwikkelaars zoeken naar inn ovatieve manieren om hun CO₂voetafdruk te verlagen. Voor adviseurs in de bouw- en ins tallatietechniek biedt dit een unieke kans. De vraag naar professionals die duurzaamheid kunnen vertalen naar praktische, schaalbare o plossingen groeit explosie f.

Dit is het moment om je te ond erscheid en. Niet door alleen maar te roepen over duurzaamheid, maar door te laten zien dat je de kennis en vaardig hed en hebt om écht impact te maken. Deze cursus biedt precies dat. Je leert hoe je complexe vraags t ukken over energie-e fficiëntie, circulaire econ omie en duurzame materialen kunt omzetten in haalbare adviezen voor o pdrachtgevers.

Een praktische cursus voor de inn ovator van morgen Wat maakt deze cursus and ers? Het is geen theoretische o pleiding waar je met vage begrippen als ‘duurzaam’ of ‘groen’ aan de slag gaat. De cursus is praktisch, act ueel en direct toepasbaar in jouw dagelij kse werk. In vier interactieve modules word je ond ergedompeld in de wereld van duurzame bouwpraktijken, energiebeheer en regelgeving.

Door gebruik te maken van prakti j kcases uit de sector, kun je de o pgedane kennis direct toetsen aan reële

sit uaties. De focus ligt op het adviseren van de gebouwd e omgeving; van woningen tot grote kantorencomplexen, elk project wordt op een unieke manier benad erd. Deelnemers kri jgen tools aangereikt die helpen bi j het maken van een analyse en het ops tellen van een ged egen adviesrapport dat rekening houdt met de nieuws te n ormen en technische inn ovaties.

Voor wie is deze cursus?

Ben ji j een professional in de ins tallatie- of bouwtechniek, facility management of vas tgoedontwikkeling? Dan is dit dé cursus voor jou. Of je nu werkt als adviseur, technisch specialis t of projectmanager, de vraag naar jouw duurzame inzichten groeit met

de dag. Deze cursus gee ft je de handvatten om met zelfvertrouwen o pdrachtgevers te begeleid en in hun duurzaamheidsambities.

Je leert niet alleen welke technieken het bes te passen binnen een duurzaam ontwerp, maar ook hoe je deze vertaalt naar kos tenbesparend e en energie-e fficiënte o plossingen. Bovendien kri jg je een diepgaand inzicht in de nieuws te wet- en regelgeving rondom duurzaamheid, wat je positioneert als een expert op dit gebied.

Trend: duurzaamheid als businessmod el

Wat s teeds duid eli jker wordt, is dat duurzaamheid niet alleen een eth ische keuze is, maar ook een econ omisch slimme strategie. Vas tgoed dat voldoet aan hoge duurzaamheidsn ormen blij kt aantrekkelijker voor inves teerders, huurders en gebruikers. Daarnaas t leid en

energie-e fficiënte gebouwen tot lagere kos ten op lange termi jn. Duurzaam advies levert dus niet alleen voord elen op voor het milieu, maar ook voor de bedri jfsresultaten van jouw k lanten.

Ben ji j er k laar voor?

De gebouwd e omgeving s taat aan de vooravond van een grote transitie. Als adviseur in deze sector speel ji j een cruciale rol in deze ontwikkeling. TVVL biedt jou de kans om niet alleen kennis op te doen, maar ook om je netwerk uit te breid en en van elkaar te leren.

Zorg dat ji j als professional k laar bent voor de toekoms t. Schri jf je in voor de TVVL Cursus 'Duurzaamheid Adviseren in de Gebouwd e Omgeving' en word dé expert waar de markt om vraagt. Zo maak je niet alleen impact op de wereld van morgen, maar ook op jouw carrière vandaag.

Waarom nu inschri jven?

• Praktische tools en kennis: direct toepasbaar in je huidige werk.

• Act uele thema’s: bli jf voorop lo pen met de nieuws te trends en inn ovaties in de bouwsector

• Netwerken: werk samen met and ere professionals en breid je netwerk uit

• Certificering: sluit de cursus af met een officieel diploma van TVVL, hét kennisplatform voor gebouwd e omgeving.

Schri jf je nu in en zet de eers te s tap naar een duurzame toekoms t! De eerstvolgend e s tartdat um is 10 februari 2025. Kijk op www.tvvl.nl/cursussen.

Startdat um 10 februari 2025 | 9 lesdagen | middag/avond | Woerden

Extra editie cursus Gebouwriolering

De cursus Gebouwriolering is een onmisbaar ond erd eel binnen de o pleiding

Sanitaire Ins tallaties in Gebouwen en trekt jaarlij ks veel professionals aan die hun kennis willen uitbreid en op dit vakgebied. De vraag naar specialis ten op dit gebied bli jft groeien, met name door de verand erend e eisen op het gebied van duurzaamheid en e fficiëntie binnen de bouwsector.

Over de cursus Gebouwriolering

In deze cursus leer je alles wat je moet weten over het ontwerpen, dimensioneren en specificeren van gebouwriolering. Ti jd ens drie intensieve lesdagen komen de volgend e ond erwerpen uitgebreid aan bod:

• Bouwbesluit, n ormen en richtli jnen: je leert hoe je de relevante wet- en regelgeving correct toepas t.

• Vuilwaterafvoer (V WA): het dimensioneren en specificeren van de vuilwaterafvoer binnen gebouwen.

• Hemelwaterafvoer (HWA): het correct dimensioneren en specificeren van sys temen voor het afvoeren van regenwater

• Buitenriolering: de cursus biedt ook inzicht in het ontwerp en de specificaties van buitenriolering.

Deze cursus biedt precies die verdieping die n odig is om projecten te ontwerpen volgens de nieuws te n ormen en eisen. De cursus wordt

afgesloten met een examen waarmee je je kennis toets t en direct je nieuwe vaardig hed en in de praktijk kunt brengen.

Extra editie gepland

Door de grote belangs telling voor deze cursus en het belang van up-to-date kennis over gebouwriolering, hebben we besloten een extra editie die op 5 maart 2025 s tart in te plannen. De cursus bes taat uit drie lesdagen en een afsluitend examen. Dit biedt professionals de kans om snel en effectie f hun kennis te vergroten en op een hoog niveau bi j te bli jven in een vakgebied dat voortdurend in ontwikkeling is.

Schri jf je op ti jd in Wil je verzekerd zi jn van een plek in de extra editie van de cursus Gebouwriolering? Wacht dan niet te lang met inschri jven, want het aantal plaatsen is beperkt. Deze editie is speciaal ingepland om in te spelen op de toenemend e vraag, en biedt je de mogeli j kheid om in korte ti jd je kennis uit te breid en en je carrière een boos t te geven.

Meer informatie en inschri jving voor de cursus vind je op: www.tvvl.nl/cursus/sanitaire-ins tallaties-in-gebouwen

Cursus | 3 lesdagen | s tartdat um 5 maart 2025 | middag/ avond cursus | Woerden

Extra editie post-hbo Hogere Elektrotechniek:

start op 21 maart 2025

De toenemend e vraag naar goed o pgeleid e elektrotechnische specialis ten is duid elijk merkbaar. In een ti jd waarin elektrotechniek een sleutelrol speelt binnen de energietransitie, is de roep om hoger o pgeleid e professionals groter dan ooit. Dit blij kt ond er and ere uit de po pulariteit van de pos t-hbo o pleiding Hogere Elektrotechniek van TVVL. De editie die in september van s tart ging, zit volledig vol. Om aan deze groeiend e vraag te kunnen voldoen, hebben we dit cursusseizoen een extra s tartmoment ingepland.

Op vri jdag 21 maart 2025 gaat er een nieuwe groep van s tart met de o pleiding Hogere Elektrotechniek. Dit biedt geïnteresseerd en die de boot gemis t hebben n og een kans om in te stromen. Hiermee kun je in 2025 de o pleiding n og afrond en. Het volgen van deze o pleiding is niet alleen een waardevolle s tap in je professionele ontwikkeling, maar het o pent ook de d eur naar cruciale posities binnen de energietransitie, waar specialis ten van dit niveau onmisbaar zi jn. De pos t-hbo o pleiding Hogere Elektrotechniek biedt een ged egen verdieping van je technische kennis en sluit aan op de nieuws te inn ovaties en ontwikkelingen in het vakgebied.

Elektriciteit als spil in de energietransitie

De energietransitie vraagt om inn ovatieve o plossingen waarbi j elektriciteit een centrale rol speelt. Het wordt s teeds belangrijker om sys temen slimmer, duurzamer en e fficiënter te maken. Als professional in de elektrotechniek ben je direct betrokken bi j deze ontwikkeling en is het essentieel om je kennis up-to-date te houd en. De pos t-hbo o pleiding Hogere Elektrotechniek biedt je de kans om je h ierin verd er te specialiseren en een leid end e rol te spelen in projecten en inn ovaties die de toekoms t vormgeven.

Waar wacht je o p? Schri jf je nu in!

Wil je n og in 2025 in het bezit zi jn van dit felbegeerde diploma?

Zorg dan dat je op ti jd inschri jft voor de extra editie van de o pleiding die in maart 2025 s tart. Gezien de grote belangs telling voor deze o pleiding én het feit dat er maar een beperkt aantal plaatsen besch ikbaar is, geldt: vol is vol.

Voor meer informatie over de o pleiding Hogere Elektrotechniek en om je in te schri jven, ga naar: www.tvvl.nl/cursus/hogere-elektrotechniek.

Het is weer zover…

Ja… het is weer zover. De fees tdagen komen er aan. Ti jd voor ontspanning, gezellig heid en reflectie. Dit is de ti jd dat veel mensen gaan nad enken over hun goed e voornemens voor 2025. Ongeveer driekwart van de mensen maakt ze, maar na amper 2 weken vliegt een groot d eel ervan vaak alweer de prullenmand in. Goed e voornemens zi jn doels tellingen die je vooral voor jezelf s telt. Van meer sporten tot gezond er eten. Volgens ond erzoek houdt helaas maar 8% zi jn of haar goed e voornemens effectie f en langdurig vol. Ben ji j vas tberad en om dit jaar bi j die 8% te horen? Mooi! Dan hebben we een goed e tip voor je.

Dit is de period e waarin de mees te med ewerkers hun jaarlij kse beoord elingsgesprek hebben. Veelal is een PO P (een persoonlijk ontwikkelplan) ond erd eel h iervan, of tenmins te word en de o pleidingswensen van beid e kanten besproken. Waarin wil je werkgever dat ji j jezelf gaat ontwikkelen?

Heb je zelf wensen om een bepaald e o pleiding te volgen? Wil je je technische kennis vergroten of ga je juis t voor persoonlijke groei? Gee f dit dan aan bi j je werkgever ti jd ens je beoord elings- of planningsgesprek. Dan is het ook handig om te weten dat TVVL een mooi en breed pakket aan cursussen en o pleidingen biedt. Van korte eendaagse cursussen tot volwaardige en erkend e pos t-mbo en pos t-hbo o pleidingen die je binnen een jaar af kunt rond en.

Door het volgen van een cursus bi j TVVL inves teer je niet alleen in jezelf, maar inves teer je indirect ook in de ins tallatiebranche. Niet alleen omdat jouw nieuw o pgedane kennis meer dan welkom is in deze ti jd van energietransitie en verduurzaming, maar ook omdat TVVL een vereniging is. Een vereniging hee ft geen wins toogmerk, dus alle o pbrengs ten uit cursussen inves teren wi j weer in kennisontwikkeling en kennisd eling. En daar profiteer ji j ook weer van!

Ben ji j k laar voor een nieuw avont uur? Ga je in 2025 inves teren in je kennis en toekoms t? Kun je niet wachten om te beginnen met een mooie cursus of o pleiding? Ki jk in onze cursusagenda eld ers in dit magazine naar de cursussen die binnenkort s tarten. Op onze website www.tvvl.nl/ cursussen s taan ál onze cursussen en o pleidingen. Wie weet is jouw nieuwe cursus wel het begin van een heel mooi nieuw avont uur…

Warmtenetten blijven punt van discussie Maar ook onmisbaar in de energietransitie

Begin juli s tond en de media er vol mee; energiebedri jven waren bang voor grote financiële schad e doordat zi j een streep hebben gezet door nieuwe projecten voor s tadswarmte. Opgelo pen bouwkos ten en een dalend e energievraag maken het moeili jker om s tadswarmte renda bel te maken. De overheid zou subsidies moeten vers trekken. In wi jken en gebied en waar de maatschappelijke waarde van collectieve warmteo plossingen veel groter is dan de kos ten, zou de overheid niet moeten twi jfelen en de aanleg van warmtenetten ind erdaad kunnen subsidiëren.

Rol in de energietransitie

Toch is er een grote rol voor warmtenetten in de energiemix bi j de energietransitie. Alle gebouwen en woningen gasloos kri jgen met alleen warmtepompen is niet mogeli j k. Denk alleen al aan (slecht geïsoleerd e) monumentale pand en. Energiebesparing, hernieuwbare warmte en res twarmte kunnen aanzienlijk bi jdragen aan de doels tellingen van het Energieakkoord. Een belangrijk d eel van de ben odigd e warmte kan word en geleverd via warmtenetten. En de ervaring leert; een warmtenet is een prima en comforta bele o plossing voor de warmtevraag in een woning.

Warmtepomp een alternatie f?

Maar even terug naar het alternatie f; de warmtepomp. Is dit een alternatie f? Jazeker! We geloven daar zeker in, get uige ons grote en po pulaire aanbod van warmtepompcursussen. Maar ook een beetje ‘nee’. Niet alleen is een warmtenet e fficiënter als het echt om res twarmte gaat (mind er warmte ongebruikt lozen), maar door de grotere energievraag bi j het massaal toepassen van warmtepompen kan het wel eens n og grotere netconges tieproblemen veroorzaken. Problemen die we nu al bi jna niet meer ond er controle hebben. Het zal dus een kwes tie

zi jn van én én. Warmtenetten en warmtepompen kunnen, moeten en zullen naas t elkaar bes taan.

Waar haal je kennis over warmtenetten?

Om een goed e afweging te maken over warmtenetten kunnen med ewerkers van ingenieursbureaus, energiebedri jven, gemeenten, provincies en and ere overheidsins tanties, warmtenetwerken, projectontwikkelaars en woningbouwcoöperaties bes t n og wat kennis gebruiken. Kennis van een onafhankelijke parti j. Daarom breng ik graag de cursus ‘Warmtenetten in 2 dagen’ ond er de aandacht.

De cursus Warmtenetten in 2 dagen behand elt de mees t recente ontwikkelingen, wetgeving en beleid, technische aspecten, ins tallatie en ond erhoud. Daarnaas t komen ond erwerpen zoals duurzaamheid, energiebeperkend e maatregelen, duurzame o pwekking, uitvoeringsvormen warmtenetwerkprojecten en financiële ond erbouwing aan de orde Je leert adviseren, motiveren en (basis)berekeningen te maken. Je wordt uitgerus t met voldoend e kennis om zelfs tandig kritische vragen te s tellen ten aanzien van de aanleg en aanpassing van warmtenetten. Na afronding van de cursus s tel je zelfs tandig kritische vragen over de aanleg en aanpassing van warmtenetten, maak je basisberekeningen, gee f je advies over toe te passen warmtenetten en la bels, adviseer je ond erbouwd over energiebesparend e maatregelen en duurzame warmtenetten, participeer en adviseer je in samenwerkingsverband en en contractvormen en kun je een haalbaarheidsst udie inclusie f financiële ond erbouwing maken. En dat in 2 dagen. Wel zo e fficiënt.

De eerstvolgend e editie s tart op 11 maart 2025. Meer informatie lees je op www.tvvl.nl/cursus/warmtenetten-in-2-dagen/

Seizoen 2024-2025

De oplossingen voor het groeiende probleem van netcongestie in de energiemarkt

In de snel ontwikkeld e wereld van energieconsumptie s taat de markt voor een immense uitdaging: de groeiend e vraag naar energie. Je kunt niet om de berichten op het nieuws of in de krant heen. Tegen 2035 wordt verwacht dat de wereldwi jd e energievraag verdubbeld zal zi jn ten o pzichte van de huidige energiebehoe fte. Dit zal de druk op de energievoorzieningssys temen wereldwi jd aanzienli jk verhogen. Een cruciaal probleem dat onts taat uit deze behoe fte is netconges tie.

Netconges tie, ofwel de overbelas ting van het elektriciteitsnet, wordt een s teeds meer voorkomend fen omeen. Het gevolg van deze overbelas ting is niet slechts een onbetrouwbare stroomvoorziening; het kan zelfs leid en tot complete stroomuitval. Met de huidige afhankelij kheid van elektriciteit voor alles, van basisbehoe ften tot geavanceerde techn ologieën, wordt de dreiging van netconges tie een probleem dat niet langer genegeerd kan word en.

Het risico van stroomuitval is niet alleen een ongemak voor consumenten, maar kan ook gevolgen hebben voor bedri jven, indus trieën en essentiële diens ten. Een ons ta biele stroomtoevoer kan de productiviteit vermind eren, de kos ten verhogen en de veilig heid in gevaar brengen. Dit probleem is niet langer beperkt tot specifieke regio's; het is een wereldwi jd e zorg die dringend aandacht vereis t.

Wat TVVL biedt

Om iets te doen komt TVVL met een nieuwe o pleiding. Namelijk de o pleiding Elektrotechnische Ins tallatieconcepten & Netconges tie. Deze pos t-hbo o pleiding is ontworpen om professionals op te leid en die een rol kunnen spelen in de energietransitie, met specifieke focus op laagspanningssys temen in gebouwen.

Een van de belangrijks te aspecten van deze o pleiding is het begrip van energieo pslagsys temen en hun cruciale rol bi j het beheren en voorkomen van netconges tie. Deze sys temen hebben de capaciteit om overtollige energie op te slaan ti jd ens period en van lage vraag en deze vri j te geven ti jd ens piekmomenten, wat het netwerk in balans

houdt en de betrouwbaarheid van de stroomvoorziening vergroot.

Beter en effectiever zou zi jn om dit binnen een volledig gecontroleerde ins tallatieomgeving aan te pakken en daarbi j te kijken naar een combinatie van versch illend e mogeli j khed en.

Deze o pleiding is niet alleen een kans om te leren. Het is een kans om een versch il te maken in een wereld vol energie-uitdagingen.

Leerdoelen ‘Elektrotechnische Ins tallatieconcepten & Netconges tie

Na afronding van deze nieuwe o pleiding;

• ben en je in s taat de energiebalans van een gebouw en ins tallatie te bepalen;

• begri jp je hoe energieo pslag kan bi jdragen aan het aanpakken van conges tie gerelateerde vraags t ukken;

• ken je specifieke conges tie- en energiebehoe fte uitdagingen, analyseer je oorzaken en leer je ontwerpo plossingen bed enken, voor bedri jfsins tallaties in de utiliteit en indus trie, maar ook voor de woningbouw of op wi j kniveau;

• ken je technische principes in relatie tot de wisselwerking en integrale aanpak t ussen versch illend e soorten energieo pslagsys temen;

• ontwerp je duurzaamheidso plossingen en adviseer je gesch ikte energieo pslag- en netconges tie-o plossingen met in achtneming van specifieke wet- en regelgeving;

• beoord eel en selecteer je kos tene ffectieve o plossingen voor energieo pslag en netconges tie;

• kun je een (d eels) zelfvoorzienend gebouw ontwerpen;

• ben je een waardevolle gesprekspartner bi j vraags t ukken over energieo pslag en netconges tie-o plossingen.

De o pleiding s tart op 20 februari 2025

Enthousias t geword en? Deze 16-daagse o pleiding s tart op 20 februari 2025. Lesdagen zi jn om de week op dond erdag ti jd ens de middag/ avond. Inschri jven kan via www.tvvl.nl/cursussen.

16 lesdagen| pos t-hbo | s tartdat um 20 februari 2025 | lesdag: dond erdag middag/avond | Woerden

Cursusagenda 2025-2025 (januari - april)

Beki jk www.tvvl.nl/cursussen voor alle besch ikbare en boekbare data.

Januari

Hydraulische Schakelingen voor Verwarmen en Koelen

Bod emgebond en warmtepompen voor individuele woningen

Maart

Februari

januari

januari

Brandblusvoorzieningen 5 maart

Gebouwriolering 5 maart

Sys teemarch itect gebouwautomatisering en -beheer 5 maart

Elektrotechniek voor Werkt uigkundigen 11 maart

Technicus duurzame elektrotechnische ins tallaties 11 maart

Warmtenetten in 2 dagen 11 maart

Warmtepompen utiliteit 14 maart

Hydraulische Schakelingen voor Verwarmen en Koelen 17 maart

Pres tatiemonitoring en analyse van HVAC ins tallaties 17 maart

Waters tof in de Gebouwd e Omgeving 18 maart

Collectieve Warmtepompen Woningbouw 18 maart

Warmtepomp Utiliteit 21 maart

Hogere Elektrotechniek *extra groep gepland* 21 maart

Commissioning Manager 28 maart

Luchtbehand elings techniek groep E (middag/avond) 31 maart

April

Elektrotechnische veilig heidsaarde voor woningbouw en utiliteit

Hydraulische schakelingen voor verwarmen en koelen

Let o p: data kunnen wi jzigen. Als de h ierboven gen oemd e data niet meer besch ikbaar zi jn/groepen vol zi jn, versch i jnen and ere data op onze website.

Even voors tellen - Luuk Kui jlen ISSO nieuw lid

Welke ontwikkelingen in jouw vakgebied zi jn er op dit moment gaand e, en waar kri jgen we en in de toekoms t mee te maken?

In de wereld van sanitaire technieken zi jn we continue bezig met bewus tzi jn en kennis van en over ins tallaties die veilig, betrouwbaar, d eugd eli jk en duurzaam moeten zi jn. Legionellapreventie, opvang van hemelwater maar zeker ook de vermind ering van het gebruik van schoon drinkwater zi jn speerpunten. Ied ereen in de ins tallatiewereld begri jpt dat de toename van bevolking, de plicht om onze huidige problemen niet door te schuiven naar opvolgend e generaties en k limaatverand ering betekent dat we and ere ins tallaties en aanpassingen van bes taand e ins tallaties n odig zullen hebben. Binnen en buiten het perceel zullen technici nauwer met elkaar samen moet werken.

Wat is voor jou de red en om d eel te nemen aan deze expertgroep?

ISSO is een kennisins tit uut. Wi j verzamelen, beheren en publiceren kennis over uiteenlo pend e ond erwerpen binnen versch illend e bouwgerelateerde vakgebied en. De expertgroep bes taat uit d eskundigen die s terk zi jn in het ontwerpen, de aanleg en het beheer van sanitaire ins tallaties. De wetenschap, de ins tallateurs en de fa brikanten

Even voors tellen - Jan Grift

In de ti jd dat ik bi j Deerns werkte maakte ik kennis met de TVVL. Ik heb in 2004 de cursus "commissioning duurzame ins tallaties" gevolgd en in 2006 de cursus "luchtbehand elings techniek". Met name die laats te was met 400 uur st udielas t bes t pittig. Met mi jn vooro pleiding en praktijkervaring als energieadviseur kon ik echter goed overweg met de less tof. Ik herinner mi j n og dat ik met een boodschappenwagentje vol cursusmateriaal naar het examen ging. Wi j hadd en echter helemaal geen ti jd om materiaal te raadplegen, want het examen was te omvangri j k. We kregen zelfs extra ti jd omdat niemand het af had. Het viel mi j op dat de docenten allemaal zeer gedreven waren. Ik had wel veel commentaar op het lesmateriaal van de cursus

komen in de expertgroep samen. Als ISSOmed ewerker wil ik hun kennis, ervaringen en visie zond er ruis tot me nemen o pdat onze bes taand e ISSO-publicaties op niveau bli jven of verbeterd word en.

Wat breng je zelf mee?

Allereerst mi jn interesse en enthousiasme voor het vak. Als ins tallateur heb ik zinken goten geplaats t op 12 meter boven peil en verd elers geplaats t voor LTV-sys temen ond er het maaiveld, service verleend aan cv-ketels en rioolvers to ppingen o pgelos t. Ik heb geassis teerd bi j de plaatsing van warmtepompen en heb badkamers geïns talleerd. Maar ook ben ik negen jaar werkzaam gewees t als docent ins tallatietechniek mbo niveau 2, 3 en 4. En juis t vanuit die rol heb ik ervaren hoe belangrijk het is om kennis voorhandig te hebben die compleet, act ueel en juis t is.

Wat wil je bereiken samen met de expertgroep?

Als de expertgroep en de mensen in haar periferie ervoor kunnen zorgen dat we in de na bi je toekoms t mind er of geen legionella gaan tegenkomen in drinkwaterins tallaties dan zou dat fantas tisch zi jn. Ook de afname van drinkwaterconsumptie door slimmer en bewus ter om te gaan met dit kos tbare goed is een doel. Daarnaas t is een meer sta bieler grondwaterpeil zeer wenseli jk

en werd (missch ien daarom wel) in 2007 gevraagd zelf docent te word en. Sinds die ti jd heb ik met veel plezier het ond erd eel warmteo pwekking verzorgd over CV, warmtekracht, warmtepompen en zon. De laats te jaren is de nadruk meer op warmtepompen en zonnewarmte komen te liggen. Na veertig jaar als energieadviseur in de indus trie en de grote utiliteit te hebben gewerkt, ben ik op pensioenlee fti jd niet achter de geraniums gaan zitten. Met advieswerk ben ik ges to pt. Ik bli jf echter actie f met het overbrengen van kennis binnen de Hogeschool Rotterdam (parttime kerndocent), Hogeschool Utrecht (examinator), PHBOK en niet te vergeten TVVL. Daarnaas t ben ik sinds kort bes t uurslid van PHOE (Pos t Hoger Ond erwi js Energiekund e). Het unieke van TVVL is de goed e band die onts taat t ussen docenten door de bi jscholingsactiviteiten en het jaarlij kse uitje. TVVL is

Nieuwe TV VL leden

Graag s tellen wi j ond ers taand e personen als lid van de vereniging aan je voor

Nieuwe Persoonlijke leden

De heer ing. V. Kwint VKW Vas tgoedmanagement BV

De heer E. Vinke

NS Sations B.V.

De heer A.J. Pauw Pavo Projects

De heer A. de Jong M&R Solutions

Nieuwe Bedrijfsleden

AYYA - Automation

Burgemees ter Kei jzerweg 16 3352 AR PAPENDRECHT www.ayya.nl

DWT Technisch Beheer

Amundsenweg 13 4462 GP GOES www.dwtgroep.nl

Montagebedri jf de ooievaar

Hanzeweg 35-03 3771 NG BARNEVELD www.d eooievaarmontage.nl

MenRtech bv Energieweg 19 B 3281 NH NUMANSDORP https://menrtech.nl

in mi jn ogen een super professionele organisatie met hoge ambities. Daar wil ik mi j behalve met het docentschap ook via een persoonli jk lidmaatschap aan verbind en. Om op die manier een bescheid en bi jdrage te leveren en contact te houd en met het werkveld.

DOORTIMMERD ANTWOORD.

Samenwerking & Meerwaarde bij Alklima

Je hebt projecten en je hebt projecten. Als adviseur ken je de bouwkolom. Weet je waar je kunt aankloppen met complexere vragen. Bij Alklima bijvoorbeeld als het gaat om klimaattechnische vragen. Samenwerking, het delen van kennis en het bieden van de ultieme warmtepomp-oplossing voor jouw opdrachtgever. Even afspreken? Je regelt het met één telefoontje naar Frank.

alklima.nl/samenwerking

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.