nautique

Page 1

ONS BIN

ZÛNIG

Nederlandse jachtbouwers staan bekend om hun tradities, maar ook om hun innovatiekracht. Vooral op het gebied van duurzame scheepsmaterialen en technologie is de maritieme sector vindingrijk. En dat komt goed uit, want de olie raakt op, en de roep om ecologisch verantwoorde producten wordt luider. Sustainability is het devies. Nautique deed een rondje duurzaam, en kwam vier heel verschillende initiatieven tegen. Tekst Arold Jansen Fotografie Maurits Giessen

2


Hoogwaardig scheepsdekcomposiet

BOOMVRIJ

Esthec is een milieuvriendelijk prefab-composiet dat jachtbouwers nieuwe perspectieven biedt. Onbreekbaar, splintervrij, duurzaam en zonder de bekende houtkraak. ‘De onderhoudskosten gaan omlaag, terwijl ontbossing wordt tegengegaan’, zegt Marcel van der Spek, commercieel directeur van Esthec.

Customized yachts zijn moeilijk te bouwen. Vanwege alle

bijzondere eisen, maar ook omdat zo’n jacht moet aanvoelen als een maatpak, in plaats van confectie. Esthec is een milieuvriendelijk dekcomposiet dat scheepsbouwers in staat stelt in kortere tijd het karakteristieke toplaagje op het dek te bouwen. Het dekplan van een schip gaat de computer in en wordt verwerkt tot malconstructies. Het vloeibare Esthec – de samenstelling is vertrouwelijk – wordt in mallen gegoten en uitgehard tot platen die op maat worden gefreesd. Deze worden vervolgens met vloeibare Esthec aan elkaar gelijmd en door specialisten op locatie gelegd. En dat met een vrij te kiezen textuur en vorm, vertelt Van der Spek. De reacties op de tien nieuwe kleuren Esthec zijn positief, zelfs van meer traditioneel ingestelde superjachteigenaren. Op de Miljonair Fair eind 2008 lag Esthec op het dek van een open motorboot. ‘Een verrijking,’ zo vat Van der Spek de reacties van booteigenaren op de beurs samen. De voordelen van Esthec ten opzichte van traditioneel

teakhout zijn aanzienlijk. Negatieve producteigenschappen? Volgens Van der Spek zijn die er niet. Zelfs als hij wordt geconfronteerd met kritiek van kenners dat het materiaal te warm zou worden, heeft hij direct een antwoord klaar. ‘De standaard Esthec-kleuren blijven 9 graden Celsius koeler dan een vergelijkbare kwaliteit teakhout. Bij donkerder dekkleuren wil het wel voorkomen dat Esthec enkele graden warmer wordt dan teakhout. Maar dat kun je toch nauwelijks echt “warmer” noemen.’ Van der Spek noemt zijn geprefabriceerd product “zo nieuw dat je het eigenlijk niet meer met teakhout mag vergelijken”. Het is een concept. ‘Esthec is makkelijk te onderhouden, anti-slip, verkleurt of vlekt niet en het beschadigt niet. Gooi er maar een glas wijn op. Je gaat er met een borstel overheen en klaar ben je. Niet eerst volop aan het werk, maar meteen lekker varen. Dat is toch iets wat veel booteigenaren zal aanspreken. Esthec 8

XXXX

is bovendien toepasbaar op alle typen motorboten en zeiljachten.’ Qua onderhoudskosten is de rekensom eenvoudig. ‘Bij superjachten kunnen de onderhoudskosten van teak flink oplopen. De besparing die je met Esthec realiseert, is afhankelijk van het type schip en de hoeveelheid en kwaliteit hout die je gebruikt. Als je Esthec vergelijkt met een teakdek van planken met 32 millimeter dikte op een superjacht, dan bespaar je dertig tot veertig procent op materiaal en installatie. Dankzij de duurzaamheid van Esthec kun je de jaren erna onderhoudskosten direct vergeten.’ Van der Spek ziet de komst van tien nieuwe kleurstellingen en de designvrijheid als doorslaggevend argument voor het bedienen van een nieuwe groep eigenaren. ‘Klassieke teakkleuren zijn prachtig, maar eigenlijk bestaan ze niet. Dat bewustzijn groeit. Een day cruiser hebben we onlangs uitgevoerd in grijs: snel, strak en modern. Wel in een traditioneel lijnenpatroon, maar met een andere kleur. Daarmee bereik je een heel andere uitstraling dan met de traditionele teakopbouw.’ ‘Maar je moet ook realistisch zijn: het gros van de bestaande superjachteigenaren is niet echt vooruitstrevend te noemen. Voor die groep eigenaren is de herbruikbaarheid van Esthec ook minder van belang. De roep om duurzaamheid en gewichtsbesparing groeit in het superjachtsegment snel, maar het is er nog niet een leidend verkoopargument.’ ‘Je hoort: “onverantwoord dat we dat en dat materiaal nog steeds gebruiken”. In de praktijk krijgt zo’n sluimerend onbehagen alleen geen opvolging. Wij proberen met Esthec – absoluut niet te vergelijken met een PVCproduct – wel een stap extra te zetten. Een teakboom moet tachtig jaar groeien voor deze geschikt is als dekmateriaal. Ongeveer 99 procent van de superjachtbouwers maakt in grote volumes gebruik van teak, soms zelfs in aanzienlijke diktes. En dat terwijl ongeveer dertig procent van al het teakhout tijdens de productie van dekdelen verloren gaat.’


‘Het gros van de huidige superjachteigenaren is niet echt vooruitstrevend’ 9


Ecologische Superschoener

WIND EN WATER

De Ecolution is een klassieke schoener die dankzij eco-innovaties de eigen autonomie op het water garandeert. Drie tot vijf dagen zeilen wekt voldoende energie op voor één maand comfortabel leven. Eind 2009 gaat ’ie te water. ‘Alle zeiltechniek heb ik teruggebracht in één geïntegreerd besturingssysteem,’ zegt geestelijk vader/eigenaar Wubbo Ockels.

Laddermolens, superbussen en de Nuna, de door zonnecellen aangedreven auto die het wereldrecord van de World Solar Challenge in handen heeft. Denk “duurzaam”, en je denkt “Wubbo Ockels”: astronaut, hoogleraar, maar bovenal ideeënman. Hij heeft iets met zon en wind; beter gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen. Geen wonder dat hij met de Ecolution, een 24-meter lange schoener naar ontwerp van scheepsarchitect Gerard Dijkstra, opnieuw een daad stelt: een “energie-autonoom” zeilschip bouwen, dat aaneenhangt van allerlei duurzame innovaties. Het past bij zijn can do-mentaliteit. Bovendien hoopt Ockels samen met zijn vrouw Joos trans-Atlantische tochten met de Ecolution te maken – een ontdekkingsreis die de opmaat moet vormen voor een groter waagstuk: ‘Uiteindelijk wil ik rond de Noordpool met dit schip.’ Op de werf van Marvis Jachtbouw in Groningen – waar Ockels zijn jeugd doorbracht en op een Kwadraat leerde zeilen – ligt de opbouw van de Ecolution klaar op de werfvloer. De romp van het schip is gelast. ‘Kaarsrecht; vakwerk zoals je het zelden ziet,’ zegt Ockels, terwijl hij ons rondleidt door de werfhal. Tientallen watertanks, accu’s en ander scheepsmateriaal staan te wachten om in de Ecolution te worden geplaatst. Het gaat nu snel. Binnenkort verdwijnen de dragers en wordt de bovenbouw op het schip geplaatst. ‘Vandaag zijn de propellers gekomen, relatief klein en met koolstof bladen,’ vertelt Ockels terwijl hij de flexibele werking van de kunststof propellerbladen toont. ‘Ze vervormen in water. Die unieke techniek heet “camber adaptive”. Dankzij de zachte materiaalsoort kun je de bladen gebruiken voor aandrijving, maar ook voor energieopwekking. Ze zijn bovendien een stuk onderhoudsvriendelijker.’ ‘De met propellers opgewekte stroom wordt opgeslagen in een enorme accubank van ongeveer 13 ton – meteen de ballast in de kiel. Eén dag zeilen wekt voldoende energie op om daarna vijf dagen stil te liggen. De maximale accuvoorraad aan energie is goed voor ongeveer vijf weken comfortabel leven aan boord. Lig je in de jachthaven, en wil je douchen? Geen gehaast, want de energie die daarvoor nodig is, is op zee al binnengehaald. Als de wind fors is, draaien we met de Ecolution in één dag voldoende energie voor het huishouden van twintig gezinnen.’ Ockels bouwt de Ecolution samen met Piet Wieringa en Albert Keizer van No Limit Ships, en Bert van Kalsbeek

van Marvis Jachtbouw. De Groningers voegen scheepsbouwkennis toe aan de vooruitstrevende vaarvisie van Ockels: een schip ontwikkelen dat een demonstratief en educatief voorbeeld wil zijn voor de interesse en acceptatie van een duurzame ontwikkeling op aarde. Om ervoor te zorgen dat alle innovaties en ideeën ook financieel haalbaar zijn, verstrekt hoofdsponsor Rabobank een lening. De Gemeente Groningen, leveranciers en andere bedrijven voorzien het project van sponsoring in natura, of participeren. De energiebesparende warmtepomp van het bedrijf Alpha-Innotec, die tot dusverre bij Duitse woningbouwers in zwang is, is een goed voorbeeld. ‘Zij leveren de eerste pomp tegen een gereduceerd tarief. Voor de schepen die we daarna verkopen, leveren zij de pompen tegen de gangbare prijs. Dat heeft een financieel voordeel, maar garandeert ook een leveranciersloyaliteit. Wij verplichten hen ook om reclame te maken. Het dwingt hen de kwaliteit van hun product te bewaken,’ vertelt Ockels, die de totale bouwkosten van het schip op ongeveer 3,5 miljoen euro raamt. ‘Toch een miljoen goedkoper dan een Oyster of een Swan.’ Het meest bijzondere aan de Ecolution vindt Ockels de

zeilvoering; een Aerorig met een “high roach fully batted”zeil, dat in de giek wordt opgerold. De camber adaptivepropellerbladen komen vlak erna. Net als de algehele filosofie achter het scheepsontwerp: een schip met een waterverplaatsing van 60 ton met z’n tweeën kunnen zeilen – met een joystick. ‘Vanaf het begin hebben we bovendien gezegd: het schip moet veilig zijn. Daarom is de architectuur van het energiemanagementsysteem en de navigatie zo ingericht dat je in een noodsituatie nooit direct hoeft te handelen. Als buitengaats aan bakboord een accu-unit uitvalt, schakel je die uit en neemt de accu-unit aan stuurboord de energievoorziening over. Alle elektrische lieren en apparaten blijven beschikbaar. Ik noem dat de “fail-ops / fail-safe”-situatie.’ ‘Het is eenzelfde aanpak als tijdens mijn vlucht in de spaceshuttle in 1985: een defect systeem wordt onmiddellijk overgenomen door een ander. Waarom? De meeste ongelukken gebeuren doordat je snel iets moet doen en hierdoor iets anders vergeet. Het besturingssysteem is daarom ook volledig geïntegreerd: drie computers aan boord checken elkaar voortdurend. Ik noem dat “sail-bywire” – een stap verder dan Lloyd’s voorschrijft.’ 4 XXXX

3


’s werelds eerste CO2-neutrale werf

KOEIENMEST

Je moet het maar bedenken: een scheepswerf herinrichten met in het hart een biomassavergistingsinstallatie. Jachtwerf Jongert in Wieringerwerf deed het. Sinds 2007 voorzien boeren in de regio niet alleen de werf, maar ook omliggende ondernemingen en een jachthaven van groene energie. ‘Duurzaamheid staat bij Jongert centraal,’ aldus managing director Jeroen Koot. Jachtwerf Jongert zocht in de jaren negentig naar mogelijkheden de bedrijfsfaciliteiten te moderniseren. De innovatiedrang leidde uiteindelijk tot het ruimtelijk plan Waterpark Wieringermeer: het ontwikkelen van een buitendijks gebied in het IJsselmeer, dat naast het Jongert-terrein ook een bedrijventerrein, een jachthaven en zelfs nieuwe natuur omvat. De vergistinginstallatie, sinds 2007 in gebruik, vormt het energiehart van het gebied. Een logische keuze: ten noorden van het Waterpark stonden al twee fecaliëntanks. ‘Het idee is toen ontstaan om die tanks aan de bovenkant af te sluiten, zo het gas op te vangen en daar energie mee op te wekken,’ legt Koot uit. In het Rotterdamse bedrijf Econcern, de huidige exploitant van het groene energiesysteem, vond de werf een geschikte projectpartner. ‘Zij hebben biomassavergisting met energieopwekking uit wind en zon vergeleken. Daaruit bleek dat biomassa, mede door de gunstige ligging van de werf in agrarisch gebied, de beste keuze was. “Brandstof ” wordt geleverd door het Centraal Afvalverwerkingsbedrijf West-Friesland (CAW), dat mest en groenafval bij boeren in de Wieringermeer ophaalt. De compost die aan het einde van het gistingsproces overblijft, wordt vervolgens weer geleverd aan de boeren: een win-win situatie.’ Ook op andere terreinen kiest Jachtwerf Jongert voor verantwoord ondernemerschap. ‘De thermische en akoestische isolatie van de werf is buitengewoon. Hierdoor kunnen we zuinig met warmte-energie omgaan en is het gebouw letterlijk fluisterstil: je hoort buiten niets van de metaalbewerkers die binnen aan het werk zijn. In- en uitgaande lucht wordt schoon gefilterd. De vloeren in de werf zijn absoluut vloeistofdicht. Bovendien zijn bewegingsmelders geplaatst die het licht uitschakelen als er zich niemand in een ruimte bevindt. Het hout, waar we de jachtinterieurs van maken, komt uit duurzaam beheerde bossen. We hebben de hele organi-satie dusdanig ingericht dat het materiaalverbruik en de afvalopbrengst minimaal zijn. Afval wordt gescheiden verzameld en waar mogelijk gerecycled.’

4 MINEAR BARBARA

het ontwerpen en bouwen van duurzame jachten. Betere hydrodynamiek, lager gewicht, minder brandstofverbruik en toepassing van nieuwe technologieën: het begint op de tekentafel. ‘Wij waren één van de eersten die een jacht bouwden met uitsluitend LED-verlichting. Zuinig omgaan met energie aan boord zit overigens niet alleen in het slim ontwerpen van installaties en de keuze voor zuinige verbruikers, maar ook vooral een bewuste operatie van de boot, dus niet de airconditioning laten draaien in cabines die niet worden gebruikt,’ zo vertelt Koot, die ziet dat meer en meer bedrijven in de jachtbouw zich bewust worden van hun verantwoordelijkheid, en duurzaamheid gebruiken als onderscheidend vermogen. ‘Onze visie is dat “duurzaamheid” een steeds belangrijker component wordt in elke organisatie. Wij ontwikkelen concepten voor schepen die duurzamer zijn, en wij werken zelf duurzaam. Voor zover wij weten, is er geen enkele andere werf ter wereld die draait op eigen, groene energie, of die dat overweegt te gaan doen.’ 4 En dan waar het allemaal om gaat:

Biomassavergisting De biomassavergistingsinstallatie van Jachtwerf Jongert is onderdeel van een integraal ruimtelijk project dat steun kreeg van overheden en milieuorganisaties. De aanleg van het Waterpark is in 2000 gestart. Jongert trok in 2003 in haar nieuwe bedrijfsgebouw in Wieringerwerf. De biomassavergistingsinstallatie is in 2007 in gebruik genomen. Biologisch materiaal, zoals mest en plantaardig afval, gaan in composteertanks en worden met bacteriën vermengd. Bij de vertering komt gas vrij dat naar twee motoren wordt geleid, die op hun beurt twee dynamo’s aandrijven. Zowel de elektriciteit als de warmte die bij dit proces wordt opgewekt, wordt benut. Dit maakt de installatie uniek in z’n soort. De warmte wordt via een stadsverwarmingnetwerk gedistribueerd onder de verschillende gebruikers op het Waterpark, waaronder het WMC, een samenwerkingsverband van TU Delft en ECN, waar wieken van windmolens worden getest op duurzaamheid. Maar Jongert levert ook elektriciteit aan Nuon. Er loopt een gas- en elektriciteitsleiding van Nuon naar het centrale boiler-/elektriciteitshuis op het Waterpark voor het geval de installatie niet werkt.


‘De compost die overblijft, leveren we weer terug aan de boeren. Overtollige energie gaat naar Nuon’

5


‘Als je een slimme boot bouwt, wordt’ie vanzelf groen’

ESTHER OUD 6


Superjacht met slimme innovaties

HYBRIDE

Een superjacht dat aan de kade drommen toeschouwers trekt. In de mondaine jachthavens van Europa is het ’n gebruikelijk tafereel. Toch zal de 52-meter lange Hollander over een paar jaar bij het verwende publiek extra bewondering wekken. ‘Als je een slimme boot bouwt, wordt ’ie vanzelf groen,’ zeggen Paul Dielemans en Hugo van Wieringen. Holland Jachtbouw in Zaandam staat al bijna twintig jaar bekend om zijn karakteristieke zeilschepen: schoeners in de buitencategorie. Op de werf ligt er eentje van 62 meter in de stutten, de ranke Athos: binnen zeven maanden klaar voor de tewaterlating in de Isaäc Baarthaven. In de andere productiehal ligt het casco van een 43 meter lang motorjacht op de blokken. ‘Goed voor jaren werkgelegenheid,’ zegt managing director Paul Dielemans van Holland Jachtbouw, die met de Hollander een onderscheidend gentlemen’s yacht heeft ontwikkeld. ‘Er worden wereldwijd 600 superjachten per jaar gebouwd. Ze lijken sterk op elkaar. Met de Hollander doorbreken we dat patroon.’ Wat in 2006 begon als vriendschappelijk avondje brainstormen met Hein Velema (Fraser Yachts), groeide in 2008 uit tot een innovatief scheepsconcept, waarin tevens Hugo van Wieringen (Azure Naval Architects) en André Hoek (Hoek Design) participeren. Zeiltechnologie en motorbootkennis in de beste Hollandse traditie, maar dan anders: grote tenders benedendeks, de motorkamer verspreid onder de passagiersverblijven, sfeervol retro-design met een uitzonderlijk groot glasoppervlak, en goede vaareigenschappen dankzij een lichtgewicht aluminium romp en een zeer rechte boeg, die de waterlijn verlengt. De belangrijkste innovatie schuilt evenwel in de voortstuwing, zo vertelt scheepsarchitect Hugo van Wieringen. ‘We hebben gekozen voor een door Holland Jachtbouw ontwikkeld type dieselelektrische voortstuwing, waarbij het schroeftoerental lager is. De diameter van de schroef kan hierdoor groter zijn. Je rendement gaat dan met sprongen vooruit. Die schroefas wordt namelijk aangestuurd door kleinere elektromotoren. Doordat je dieselelektrisch bent, kun je de generatorset plaatsen waar dat uitkomt, zodat je geen last hebt van het lawaai. De motorkamer neemt niet langer een derde van het hoofddek in. Hierdoor houd je extra leefruimte over. Zo zit alles aan elkaar vast.’ ‘Als je een slimme boot bouwt, wordt ’ie vanzelf groen,’

zegt Dielemans, die benadrukt dat het bouwen van een duurzaam motorschip niet een doel op zich was. Des te opmerkelijker zijn de besparingen die in de Hollander worden gerealiseerd. Dankzij moderne hydrodynamica, maar ook door de voortstuwing en het energiegebruik vanuit een ander perspectief te benaderen. Van Wieringen: ‘Superjachten maken zo’n tien procent van

de tijd gebruik van het volledige vermogen. De rest van de tijd vaar je op half vermogen of lig je voor anker. Dielemans: ‘Wat heb je nodig? Dat was de vraag. Wij hebben gekozen voor twee 450 kW en twee 200 kW generatoren, die samen 1300 kW produceren als je eens vol gas wilt geven.’ Van Wieringen: ‘Vaar je halve kracht vooruit, dan draaien de twee generatorsets om en om: da’s gemiddeld 800 uur per jaar.’ Dielemans reageert: ‘Dankzij die aanpak draaien de motoren de helft van de tijd, maar wel vol gas. Dat vinden ze lekker.’ Van Wieringen: ‘Bij 98 procent van de bestaande luxe motorjachten wordt de volledige generatorset op de juiste belasting gehouden door extra stroomverbruik te genereren. Dat noemen wij “zeewater verwarmen”.’ Dielemans: ‘De luxe jachtbouw zit soms vast in dogma’s. Een dieselgenerator met een vast toerental, die energie opwekt in 50 Hz, is al jaren op de markt. Wat wij doen, is een dieselmotor met een variabel toerental gebruiken en dankzij geavanceerde meet- en regeltechniek 50Hz genereren. Niet nieuw, maar wel in deze vermogensklasse en met deze techniek.’ Dankzij de innovaties aan de voortstuwing belooft Holland Jachtbouw met de Hollander een lager brandstofverbruik en lagere onderhoudskosten. Het lijkt het resultaat van “downsizen” – een begrip uit de auto-industrie, waarbij het doel is lichtere en zuinigere auto’s te produceren, vaak met kleinere motoren die dezelfde of zelfs betere prestaties leveren. Overigens is in het ontwerp van de Hollander rekening gehouden met het beperken van energiegebruik. Dielemans: ‘In de Hollander bevindt zich een accubank die het teveel aan opgewekte energie opslaat. Die laadt automatisch op, en maakt het zo mogelijk om het schip een periode emissievrij te laten varen. Daarmee anticiperen we op strengere regelgeving voor motorjachten in beschermde vaargebieden. Dankzij de hybride energieopwekking kun je met de Hollander nu al acht uur varen op de elektromotor: aangedreven met door het schip zelf geproduceerde schone energie.’ Van Wieringen: ‘Dat is ook interessant voor kopers: ze kopen een duurzaam schip met een unieke technische achtergrond.’ Dielemans: ‘We bereiken met dit ontwerp grootverdieners die zich willen onderscheiden van de massa. Groene componenten in dit schip, het basisenergiesysteem, maken de Hollander aantrekkelijk voor dit soort klanten: ze kopen een duurzaam jacht waarmee ze aangeven zich verantwoordelijk te voelen voor hun leefomgeving.’ 4 7


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.