antik
juni 2012 - NR. 1 - 3.50 euro
interview merdan taplak DDR museum Berlijn Retrofotografe Myra Wildbreien Authentieke vormgeving De sixties toekomst van popmuziek Webboetiek Me&Maria
2
inhoud Muziek Toekomst popmuziek 6 Merdan Taplak 14
Fotografie Myra maakt foto’s met een retrolook 16 Passie voor polaroids 20
Stijl Stijlvol kringwinkelen 22 Webboetiek Me&Maria 25 Wildbreien 28 Zoektocht naar authenciteit 32 Voorwerpen met een geschiedenis 38
Expo DDR museum in Berlijn 42 60’s in Bokrijk 48
3
ŠEmma Kelly
Deze illustraties zijn gemaakt door de Londense illustratrice Emma Kelly. Benieuwd naar meer van haar werk? www.iliketodrawthings.com
editoriaal Antik magazine gaat over de fascinatie voor het verleden. De wereld ligt aan onze voeten. We kunnen gaan en staan waar we willen, maar die overvloed aan keuzes zorgt ervoor dat we teruggrijpen naar wat we kennen. De jaren 2000 stonden in het teken van vooruitgang. Het nieuwe millennium gaf ons een soort van boost. Vandaag zetten we een stap terug. We gaan op zoek naar authenticiteit. En dat zie je op verschillende vlakken. Antik probeert die zoektocht in beeld te brengen. Dorien en Heleen.
5
muziek
de Westerse popmuziek zit 
6
Vernieuwing in de popmuziek
in een doodlopend straatje Ayco Duyster (Studio Brussel) en Sasha Van der Speeten (De Standaard en FM Brussel) over de invloed van het verleden en vernieuwing in hedendaagse de popmuziek. tekst: Heleen De Bisschop
ŠAlex Vanhee Michael Kiwanuka
7
muziek Het is niet gemakkelijk om de evolutie in de muziek van de laatste jaren te duiden omdat er zoveel verschillende genres zijn. In de popmuziek was er de opkomst van een mix van R&B en dance onder leiding van The Black Eyed Peas en David Guetta. Zij combineren een steriele variant van de dance van de ’90 met r&b en hiphop. Op alternatiever vlak was er de voorbije jaren een enorme populariteit van verschillende folkgenres. Denk maar aan groepen zoals Mumford & Sons of Bon Iver. Dichter bij huis is er bijvoorbeeld Gepetto and The Whales, jonge twintigers die zonder schaamte
met een banjo op het podium durven staan. In de elektronische muziek is de vernieuwing duidelijk waarneembaar. Dubstep verovert stilletjes aan heel de wereld. Het genre is ondertussen ook al de hitparades binnengeslopen in de meer poppie variant ervan. En recent is er een stevige opkomst van retrosoul. Dat gaat van Adele tot Michael Kiwanuka en Emile Sandé. Volgens Studio Brussel presentatrice Ayco Duyster heeft het succes van de zogenaamde retroartiesten te maken met een nood aan authenticiteit. ‘Het tijdperk van de plastic pop is over zijn hoogtepunt heen, ook zal daar
wel weer een nieuwe golf van komen. Alles komt terug. En niets is ooit nog helemaal weg. De lady gaga’s en rihanna’s van deze wereld doen het tenslotte ook goed.’
Rockmuziek
‘Artiesten worden kopieën van het verleden.’ Dat zegt de Britse muziekcriticus, Simon Reynolds, in zijn boek Retromania. Kijk bijvoorbeeld naar Adele, zij past qua muziek en stijl helemaal in het plaatje van de jaren 50. Maar klopt dat wel? Hebben muzikanten niet altijd inspiratie gehaald uit het verleden? Wat is er nu veranderd? En als muzikanten kopieën worden
©Emma Kelly
8
Vernieuwing in de popmuziek van het verleden, hoe zit het dan met de vernieuwing in de muziek? ‘Ik ben het eens met wat Reynolds zegt over bijvoorbeeld Adele, zij is een kopie van het verleden. Maar er is een groot gevaar voor veralgemening’, vertelt Sasha Van der Speeten, muziekjournalist van De Standaard en muzieksamensteller voor FM Brussel. ‘In de rockmuziek zit men inderdaad met zo’n probleem. Daar herhaalt men zich tot in den treuren toe. Men heeft er dringend nieuwe voedingstoffen nodig. Kijk naar rockbands zoals The Black Box Revelation en The Van Jets, ze gaan allebei terug naar de jaren 60 en 70. Het zijn goede bands maar op zich doen ze niets nieuw.’
Sasha Vander Speeten
‘Als je drum&bass ontleedt en analyseert, vind je elementen die teruggaan tot dub, reggae en de eerste elektronische experimenten. In welke mate is dat dan een echte revolutie?‘
Binnen de pop- en rock is er nog steeds een bepaalde structuur die het goed doet op de radio. ‘Een catchy melodie, een aanstekelijk refrein. Dat soort zaken bepalen nog steeds wat een nummer tot een hit maakt of niet’, gaat Ayco verder. ‘Op radio houden mensen ook van herkenbaarheid. Maar die herkenbaarheid moet gecounterd worden met net genoeg vernieuwing of verrassing om echt te boeien. Een kopie van een kopie werkt niet. Je moet altijd iets kunnen toevoegen aan de sound van vroeger om het ook nu nog interessant te maken.’ ‘Ik heb vernieuwing gehoord de voorbije tien jaar,’ zegt Sasha Van der Speeten. ‘Maar er zullen ongetwijfeld journalisten zijn die mij tegenspreken.’ Het is heel moeilijk om te duiden wat nu wel vernieuwing is en wat niet. In welke mate is de vernieuwing, zoals wij die kennen vandaag, anders dan die van de voorbije jaren?
M.I.A.
Het is de vraag in welke mate de vernieuwende genres in de jaren 80 en 90 ook revolutionair waren. Alles bouwt voort op wat er daarvoor is gemaakt. ‘Ik heb de voorbije 10 jaar klanken en
9
geluiden gehoord die een richting uitgaan die ik nog niet heb gehoord. Dat was vaak in de elektronische muziek. Ik vrees dat we op dit moment in de popmuziek een beetje in een doodlopend straatje zitten. Kijk in de elektronische muziek naar groepen zoals Burial of MIA. Zij proberen toch heel interessante combinaties te maken van heel veel verschillende genres van overal ter wereld,’ gaat Sasha verder.
postpunk
Voor Simon Reynolds is de muzikale vernieuwing van de voorbije tien jaar slechts een fractie van wat het in het verleden was. Het is voor hem heel moeilijk te vergelijken met de gigantische muzikale vooruitgang in de jaren 60 of in de jaren 80. ‘Hij is opgegroeid in de postpunk van eind jaren 70 en jaren 80, toen heel veel punkbands met heel veel muzikale vormen probeerden te experimenteren. Hij is opgegroeid met het idee dat muziek per definitie vooruitgaat en futuristisch is,’ vertelt Sasha. ‘In de ’90 ging Reynolds naar heel veel clubs en zat hij in de techno-, jungle- en drum&bass scene. Voor hem waren dat grote revoluties in de muziek. Maar ook dat is een heel persoonlijke stelling. Als je drum&bass ontleedt en analyseert, vind je elementen die teruggaan tot dub, reggae en de eerste elektronische experimenten. In welke mate is dat dan een echte revolutie? Nostalgie is langs de ene kant een drijvende kracht, maar langs de andere kant ook een obstakel om helder te kunnen denken. Want het is iets heel persoonlijk.’
China en japan
Volgens Simon Reynolds heeft het Westen op vlak van pop- en rockmuziek zijn rol uitgespeeld. Het Westen zou een pauze moeten inlassen en alles even overlaten aan Aziatische landen. De economische en socioculturele vooruitgang in die landen gaat zo gigantisch snel dat het ook
©Alex Vanhee The Black Box Revelation
voor een aantal evoluties en revoluties in de cultuur zou kunnen zorgen, en dus ook in de muziek. Dat kan worden overgewaaid naar het Westen en kan misschien de rock- en de popmuziek een nieuwe en onverwachte kant uitsturen. Uit het verleden is gebleken dat door maatschappelijke verandering er ook een cultuurwijziging kan plaatsvinden. Sasha legt uit: ‘Landen als China en Japan stonden een tweetal decennia achter op het Westen op vlak van popmuziek. Ze hadden een soort van kopieerdrift en maakten persiflages of parodieën van Westerse muziek. Maar nu kennen deze landen economische vooruitgang. Daardoor krijgen die mensen een soort van zelfzekerheid,
wat een groot nationaliteitsgevoel meebrengt. Ze zijn fier op hun eigenheid en dat zorgt ervoor dat ze ook op zoek gaan naar hun culturele identiteit.’
Hyper-stasis
Een andere oorzaak waardoor we in het Westen in een doodlopend straatje zijn geraakt, is dat de generatie van muzikanten van vandaag een plotse vooruitgang van technologie hebben meegemaakt. Ze zijn overspoeld met informatie en ze hebben niet de tijd gehad om die informatie te kunnen verwerken en interpreteren. Via het internet kan alle muziek legaal of illegaal gedownload worden. In het pre-internet tijdperk ging alles nog veel trager en was er
10
niet zo’n informatieoverload. Muzikanten hebben tijd nodig om te kijken wat ze met al deze invloeden gaan doen. Daardoor is die pauze voor het Westen misschien wel broodnodig. Reynolds noemt die noodzakelijke pauze de hyper-stasis. Omdat er zoveel verschillende invloeden en culturen beschikbaar zijn, gebruiken jonge muzikanten alles door elkaar, los van de context. Ze onderschikken en nevenschikken deze elementen en maken niet voor de hand liggende associaties. ‘Misschien ligt in de onder- en nevenschikkingen net de vooruitgang. Misschien vloeit daar ook wel die hyper-stasis uit voort,’ legt Sasha uit. ‘We trappelen even creatief ter plaatse en komen tot rust om er-
Vernieuwing in de popmuziek
Wie is Simon Reynolds? - Geboren in Londen op 19 juni 1963 - Gerenommeerd muziekcriticus, - Bekend voor artikels over elektronische dansmuziek en ‘postrock’ - Schreef artikels voor onder andere Melody Maker, The New YorkTimes, Village Voice, Spin, The Guardian, Rolling Stone, The Observer, Artforum, New Statesman - Schreef verschillende boeken over popmuziek: 1990 Blissed Out: The Raptures of Rock 1995 The Sex Revolts: Gender, Rebellion and Rock ‘N’ Roll . 1998 Energy Flash: a Journey Through Rave Music and Dance Culture 2005 Rip It Up and Start Again: Post Punk 1978-1984 2007 Bring The Noise: 20 Years of writing about Hip Rock and Hip-Hop 2009 Totally Wired: Post-Punk Interviews and Overviews 2011 Retromania: Pop Culture’s Addiction to Its Own Past
Ayco Duyster
‘Worden er nog genoeg goede nummers gemaakt? Dan zeg ik volmondig ja. Vinden die vaak inspiratie in het verleden? Ja, maar dat maakt ze niet minderwaardig. voor te zorgen dat er een opening kan worden gemaakt naar de toekomst.’
Synthesizers
‘Het is zeker niet de inspiratie die op is,’ verzekert Sasha. ‘Maar inspiratie is ook een vaag begrip. Het hangt van een hele hoop factoren af. De dingen waarmee je bent opgegroeid of die je tegenkomt in je leven.’ Ook de ontwikkeling van software kan een rol spelen. Aan het eind van de jaren 90, begin 2000 werd er software ontwikkeld aan een razendsnel tempo. Er
kwamen meer gesofistikeerde synthesizers en plug-ins op de markt waardoor de elektronische muziek boomde. Daar ligt een heel grote open vlakte want we weten niet wat de toekomst brengt op dat gebied. De nieuwe technologieën hebben vooral invloed op de democratisering van de muziek. Met relatief weinig middelen kan je nu zelf je muziek opnemen en verdelen. Daardoor is er een gigantisch aanbod. De grotere stroom aan muziek die je bovendien vaak gratis kan consumeren zorgt ervoor dat je misschien meer maar ook oppervlakkiger consumeert. ‘Ik ben er niet van overtuigd dat je door de veelheid aan muziek minder creatief wordt’, meent Ayco. ‘Hoe meer voorbeelden je hebt, hoe groter de kans dat je een mix van allerlei stijlen krijgt bij het maken van je eigen muziek. Het is wel zo dat je minder doordrongen bent van een plaat dan vroeger. Het fenomeen waarbij een album, groep of song tot in je vezels kruipt omdat je er zo veel naar geluisterd hebt, komt nu minder voor.’
11
Soulwax
‘De voornaamste vooruitgang in de Westerse wereld is er op het vlak van muziekconsumptie en de verdeling van muziek gekomen en niet de muziek zelf,’ stelt Sasha vast. ‘Soulwax heeft dat bijvoorbeeld heel goed door. Dat zijn een van de weinige muzikanten die nog wel vernieuwen, alleen doen ze het niet met de muziek zelf maar met de manier waarop ze de muziek aanbieden. Ik vermoed dat we ook in België daar nog even die richting uit zullen gaan en dat we daarmee nog zullen experimenteren.’ ‘Eerlijk gezegd vind ik de discussie of er al dan niet nog iets nieuws wordt gemaakt niet zo boeiend’, besluit Ayco. ‘Worden er nog genoeg goede nummers gemaakt? Dan zeg ik volmondig ja. Vinden die vaak inspiratie in het verleden? Ja, maar dat maakt ze niet minderwaardig. Ik ben bij het luisteren naar muziek zelf niet bezig met altijd op zoek gaan naar de vernieuwing of de toekomst. Ik ben wel heel erg geïnteresseerd in nieuwe talenten en nieuwe namen.’
muziek
De muzikale revolutie Het internet maakt het de artiesten van vandaag niet gemakkelijk. De manier waarop er naar muziek wordt geluisterd, is helemaal veranderd. Iedereen downloadt er op los, legaal maar vooral illegaal. Muzikanten gaan op zoek naar nieuwe, creatieve manieren om hun muziek te promoten en verkopen. Een overzicht van de belangrijkste en meest opmerkelijke oplossingen. tekst: Heleen De Bisschop
Sociale media
fans om het af te werken. Zo kreeg hij op zeer korte tijd duizenden gratis remixes.
Sociale spelen steeds meer een belangrijke rol als marketingtool voor artiesten. Het aantal Facebook-fans bepaalt hoe belangrijk een groep is. Nog belangrijker dan Facebook, is Youtube. Zo haalde Selah Sue, nog voor ze een plaat uitgebracht had, miljoenen hits op Youtube. Deus kondigde een concert aan op 14 december in een kleine Brusselse zaal. Ze deden dat enkel via sociale media en meer dan 80.000 man probeerde een ticket te bemachtigen.
Radio Soulwax
Het Belgische duo maakte een multimediamix die bestaat uit 24 mixen van een uur. Het bijhorende beeldmateriaal bestaat uit platenhoezen die letterlijk tot leven komen. De broers Dewaele hebben meer dan twee jaar aan Radio Soulwax gewerkt. De mixen zijn gemakkellijk gratis te streamen of te downloaden.
Donation-only
The ‘most exclusive video ever’
De Britse groep Radiohead bracht in 2007 het album In Rainbows uit. Het album kon je downloaden tegen een ‘betaal wat u wilt’-prijs. De meeste mensen betaalden niets. Het album verscheen later ook fysiek en daar werden bijna twee miljoen exemplaren van gekocht.
Absynthe Minded pakt uit met een videoclip die via een ‘audio watermark’ wordt gekoppeld aan een aantal Europese radiostations. Alleen als de single daar de ether in gaat, kan ‘Space’ bekeken worden. Tien Europese radiostations werken mee onder andere Studio Brussel, Pure FM BBC Radio 1 en 3FM. De video is niet te bekijken op gebruikelijke tv-kanalen, websites of Youtube.
If you can’t beat them, join them
De andere bekende Britse rockgroep, Kaiser Chiefs, lieten fans de nummers van hun album The Future Is Medieval zelf kiezen. Op hun website zette de groep twintig nummers waaruit de fans er zelf tien konden kiezen. Daarvoor betaalden ze £7,50 (€8,44). Dat geld konden ze terug verdienen door hun versie van The Future Is Medieval weer aan anderen door te verkopen.
SoundCloud
SoundCloud is een online sociaal platform waarop gebruikers geluidsfragmenten kunnen delen. Ook grote artiesten springen mee op de kar. 50 cent zette bijvoorbeeld een nummer dat half af is op SoundCloud en vroeg aan zijn
12
Popmuziek is minder kleurrijk Een vergelijking tussen de Vlaamse top 100 van 1996 en 2011
Taal
1996
2011
Nederlands Engels Italiaans Spaans Portugees Instrumentaal Frans
Nationaliteit artiest
1996
Finland Zuid-Afrika Congo Rusland Roemenië Puerto Rico Portugal Colombia Schotland Australië Frankrijk Zwitserland Nieuw-Zeeland Jamaica Zweden Denemarken Brazilië Canada Ierland Nederland Duitsland Spanje Engeland Italië VS België 0
Man vs. vrouw
2011
1996
20
23
57
31
40
2011
29 10
20
30
40
50
60
Heleen De Bisschop Bron: www.ultratop.be
muziek
‘Ik maak global bass, dansmuziek met een internationale sound’
Merdan Taplak
14
Interview Merdan Taplak
Merdan Taplak is een Antwerpse dj en producer met Turkse roots. Zijn debuutalbum In it for the honey is net uitgekomen en omvat invloeden vanuit de hele wereld. Taplaks muziek is een mash-up die niet gemakkelijk in een hokje te plaatsen is. Van balkan naar dubstep en hiphop, alles kan en alles mag.
Hoe belangrijk zijn je Turkse roots?
‘Ik heb heel veel muzikale omzwervingen gemaakt en met dit album ben ik tot een soort van eerste tussenstop gekomen waarbij ik een voorbarige conclusie heb kunnen trekken. Het zijn niet zozeer mijn roots die ik belangrijk vind, maar wel mijn dubbele nationaliteit. Ik vind het heel belangrijk om beide te benadrukken. Of ik nu van Turkije kom of van Pakistan, dat maakt in principe niet uit. Ik heb het gevoel dat mensen die een dubbele nationaliteit hebben op een iets andere manier naar de dingen kijken. Dat heb ik met dit album leren omarmen. Dus in dat opzicht is mijn achtergrond heel belangrijk.’
tekst en foto: Heleen De Bisschop
Toen je pas begon als dj, draaide je techno en house. Hoe ben je bij wereldmuziek terecht gekomen?
Is het ook belangrijk dat je luisteraars die achtergrond horen?
‘Op een bepaald moment was ik het beu om enkel een bepaald genre te draaien. Ik begon toen ook naar andere verschillende soorten muziek te luisteren. Ik ben toen al die soorten muziek door elkaar beginnen mengen. Zo heb ik geleerd om mijn blik te verruimen en verder op zoek te gaan naar nieuwe muziek. Dan hoor je opeens dingen die je vroeger niet hoorde. Ik ga daar dus zeker heel bewust naar op zoek. Het is een deel van mijn job om verschillende websites, blogs en charts uit te pluizen. Als muzikant moet je de vinger aan de pols houden. Ik geef toe dat ik niet meer zo mee ben als twee jaar geleden want het is heel intensief en vermoeiend werk.’
‘In de eerste plaats doe ik het for the honey, om plezier te maken. Maar als er iemand van de show genoten heeft, het album koopt en het thuis rustig een aantal keer beluistert en zo al die elementen ontdekt, is het nog toffer.’
Je noemt je muziek een mondiale mash-up. Wat betekent dat?
‘Ik heb lang gezocht naar hoe ik mijn muziek in vakjes zou steken. Het is echt verschrikkelijk om iets in vakjes te steken maar dat moet je echt wel doen. Ik zou het nu eigenlijk eerder global bass willen noemen. De bass staat voor de dansvloer, voor het bewegen. De global staat niet zo zeer voor wereldmuziek, want ik wil een beetje af van die term. Het staat eerder voor een internationale sound. Als ik mijn album laat horen aan mensen van Bolivië, weten zij niet van waar ik kom. Ook in België en in Turkije weten ze niet van waar ik kom. Dat vind ik wel tof, dat je het niet kan thuisbrengen. Dat is die global bass, die internationale sound die ik naar voor probeer te schuiven.’
Waar vind je de muziek dan?
‘Ik haal die uit mijn omgeving. Een van mijn muzikanten is bijvoorbeeld heel hard bezig met dub (instrumentale reggae, red.). Het is een genre dat toch al 40 jaar bestaat, maar waar ik zelf heel weinig van kende. Nu luister ik er wel veel naar en ik merk dat er in de muziek die ik maak heel veel dubinvloeden zitten. Ik heb vroeger nog les gegeven. Toen vond ik het heel tof om met mijn leerlingen over muziek te praten omdat zij alle nieuwe dingen kennen. Via hen leerde ik hele nieuwe artiesten kennen, en ook omgekeerd leerde ik die gasten ook nieuwe dingen kennen. Mijn omgeving speelt daar een hele grote rol in.’
Denk je dat dit soort van mash-ups typerend zijn voor onze tijd?
‘Toen ik tiener was, was het ondenkbaar dat je zowel naar rock als techno luisterde. Nu zie je dat het wel kan om verschillende genres en subculturen te combineren. Toen ik nog les gaf zaten er in mijn klas skaters die zowel naar dubstep als metal luisterden. Dat is echt wel heel typisch voor de huidige generatie. Zij krijgen zoveel invloeden via het internet. Ze moeten hun eigen muzikale keuze distilleren. Het genre op zich is niet meer belangrijk, maar wel de kwaliteit. Die gasten kunnen van goede dubstep genieten maar evengoed ook van goede punk. Het gaat echt om dat kwaliteitslabel en niet zo zeer om dat genre.’
Ga je ook bewust op zoek naar meer exotische muziek?
‘Niet speciaal. Ondertussen weet ik welke kanalen en bronnen ik moet gebruiken om bij de juiste muziek te komen. Maar dat komt eigenlijk vanzelf. Ik heb heel snel door welke muziek mij ligt en welke niet. Je traint jezelf er een beetje in. Daarnet hoorde ik een nummer op de radio dat ik nog niet kende en ik wist direct dat het iets voor mij was. Hoe dat het komt dat net dat nummer mij interesseerde, dat weet ik niet. Er is gewoon iets dat mijn aandacht trekt. Dat gevoel noem ik een groove.’
www.merdantaplak.com
15
fotografie
‘Ik ben geen fan van nadoen’ Ze werkte als styliste voor onder andere flair en haar blog wordt internationaal gevolgd. Nu is Myra Olislaegers zelfstandig fotografe in Leuven. In haar retro-ingerichte fotostudio maakt ze leuke kinderportretten of ze gaat op pad als veel gevraagde huwelijksfotografe. Een ding hebben al haar fotoreportages met elkaar gemeen: een vleugje vintage. tekst en foto: Dorien Brijssinck
16
Myra maakt foto’s met een retrolook
‘Voor twintigers en dertigers zijn de jaren 50 nieuw’
Myra Olislaegers
Je hebt een passie voor de jaren 50.
Wat inspireert je?
‘Die fascinatie voor de fifties is met mijn kledingstijl begonnen. Ik ben zelf wat voluptueuzer, en kledij uit de jaren 50 is nu eenmaal flatterender voor iemand met een voller figuur. Heupen en zo, je ziet dat allemaal niet dankzij die wijde rokken. Stilaan is dat mijn persoonlijke stijl geworden en beginnen uitvloeien naar alles wat ik doe. Vooral de kleuren, zoals de typische pasteltinten zijn heel tof. Bij mij thuis is bijna alles volledig jaren 50 ingericht. Ik ben wel geen fan van nadoen. Je moet altijd proberen om er een persoonlijke twist aan te geven.’
‘Ik splits dat op: ik maak trouwreportages en doe kinderfotografie in de studio. Als het gaat over trouwfotografie kan ik bijna ronduit zeggen Amerikaanse fotografie. Amerikaanse huwelijksfotografen zijn één van mijn voornaamste inspiratiebronnen voor de huwelijksreportages die ik maak. Zij zijn al veel langer met dat retrogebeuren bezig. In Amerika zijn ze natuurlijk met alles eerst. Nu is het de trend dat vrouwen terug zelf kleren maken voor hun kinderen. Ik heb pas nog op de Handmade in Belgium beurs gestaan en daar viel dat ook op. Op die beurs hangt de gezellige sfeer
17
fotografie
Tijdens fotoreportages gebruik je voorwerpen die je op rommelmarkten of in kringwinkels vindt. Welke spullen koop je dan?
van vrolijke huisvrouwen onder elkaar. Heel erg fifties. Dit inspireert me voor de kinderfotografie die ik in de studio doe. Ik gebruik bijvoorbeeld heel veel stofjes die de vrouwen gebruiken om de kleedjes van hun kinderen te maken. Als ik kinderen fotografeer zijn de kleuren, het plezier en de sfeer heel belangrijk.’
‘Ik ben heel gevoelig voor kleur, dus dat is iets waar ik het meeste op ga letten. Zeker als het voor in de studio is, kies ik voorwerpen met kleuren die in zijn of die kindjes veel dragen op dat moment. Dat is ook bij trouwfeesten zo: als de bruid bijvoorbeeld rode schoenen draagt, dan ga ik allemaal rode dingen meenemen. De laatste tijd was dat geel en dan heb ik een oude gele telefoon en een retro gele stoel gekocht. Nu, het feit dat het vintage of jaren 50 is, is voor mij een pluspunt, maar zeker geen vereiste. Als dat nu een andere gele stoel geweest was, had ik die wel meegebracht. Ik vind die objecten uit de fifties vaak gewoon mooier qua vormgeving en dan ga ik die gemakkelijker meenemen.’
Van waar komt die retro trend?
‘Wat ik al vaak gehoord heb is dat je altijd een evolutie hebt van frivool naar strak, en omgekeerd. Als je de voorbije 30 jaar nagaat is dat eigenlijk altijd zo gegaan, ook in de fotografie. Van een beetje meer frivole fotografie naar journalistieke fotografie, wat dan staat voor zwart-wit fotografie, vrij eenvoudig en strak, maar wel met speciale uitsnedes. Dat is heel lang een trend geweest en nu gaan we gewoon weer naar dat frivolere toe. Dat gaat op en neer.’
Mensen kunnen bij jou enkele foto’s uit hun reportage op een viewmaster laten zetten. Vanwaar dat idee?
Grijpen mensen terug naar dingen die ze kennen omdat het onzekere tijden zijn?
‘Dat is iets dat ik al langer van plan ben. Ik wilde de mensen iets meer aanbieden dan een simpel printje in een fotokader dat ze dan aan hun muur kunnen hangen. Ik dacht ik ga gewoon zoveel mogelijk dingen zoeken waar je foto’s kan opzetten die niet kitscherig maar wel speciaal zijn en bijvoorbeeld de kinderkamer kunnen opfleuren. Ik heb thuis een aantal viewmasters liggen, dus op een gegeven moment dacht ik waarom geen viewmaster? En dan zoek je handelaars die dat doen en zo ben ik bij iemand in de Verenigde Staten uitgekomen. Het is zeker niet goedkoop en het duurt heel lang voor de mensen die viewmaster uiteindelijk hebben, maar het resultaat is er wel naar. In de toekomst zou ik die foto’s graag in 3D zetten, zoals op de originele viewmasterschijfjes. Dat is nu nog niet het geval, gewoon die foto’s in een viewmaster kunnen zien is op zich al heel tof.’
‘Misschien wel, maar dan vraag ik me af: waarom de jaren 50? Diegenen die daar nu mee bezig zijn, zijn bijna allemaal vrouwen van mijn leeftijd: tussen de twintig en de dertig, en die hebben nooit in de jaren 50 geleefd. Gaan ze daar naar teruggrijpen als ze het nooit gekend hebben? Ik denk dat het eerder een fascinatie is voor het onbekende. Hetgeen dat je juist niet kent, maar waarvan je wel vindt dat dat toen allemaal mooi was. Ik vind het ook heel fascinerend.’
Mensen zoeken naar nieuwe dingen, maar vinden die dan in oude trends.
‘Ja, maar voor mensen die in de laatste dertig jaar geboren zijn is dat nieuw. Voor hen is dat iets dat nog niet eerder is gedaan. Mensen die met creatieve dingen bezig zijn kunnen zelf nieuwe ideeën bedenken en uitvinden. Maar mensen die gewoon op zoek zijn naar een leuk interieur gaan niet zelf een heel nieuw interieur bedenken. Zij gaan op zoek naar wat al eerder is gedaan en ze leuk vinden. Als je dan toevallig foto’s van de jaren 50 tegenkomt en je graag pastelkleurtjes ziet en van meer details houdt, dan gaat je oog daar wat sneller op blijven hangen. Om echt iets volledig nieuw uit te vinden moet je veel talent hebben.’
Hoe krijg je nu dat retro-effect dat jouw foto’s typeert?
‘Het grootste deel van dat vintage effect komt er pas achteraf via Photoshop bij. Ik hou wel rekening met de belichting en de kleuren die ik gebruik. Dat is belangrijk, want de nabewerking die ik toepas werkt niet met alle kleuren. Voor de viewmaster doe ik er zelfs nog een schep bovenop zodat het zeker goed opvalt.’
Via het internet wordt alles razendsnel verspreid.
‘Ja, tien jaar geleden had ik bijvoorbeeld nooit het bestaan geweten van die Amerikaanse huwelijksfotografen. Er zijn nu bijvoorbeeld ook pas foto’s van mij gepubliceerd in een Brits trouwmagazine, en dat is allemaal via blogs gegaan. In de fotografie zijn blogs een beetje de levensader. Als je geen blog of Facebook gedoe hebt, dan ben je verloren. En je moet daar niet veel voor doen.’
Ga zeker eens kijken op www.myrakel.be of www.myrafotografie.blogspot.com
18
ŠEmma Kelly
fotografie
Passie voor Polaroids Studente fotografie Elke Thielemans (21), schuimt Vlaamse rommelmarkten af op zoek naar oude fotocamera’s, polaroids in het bijzonder. Tekst: Dorien Brijssinck, Foto: Elke Thielemans
20
Elke verzamelt analoge camera’s
‘Vroeger maakte ik fake-polaroids’ De laatste jaren zijn polaroidcamera’s enorm populair geworden. Merk je dat ze nu duurder zijn?
Van waar je interesse voor fotografie?
‘Ik ben altijd al met fotografie bezig geweest. Vroeger maakte ik met mijn kleine compact camera veel foto’s tijdens optredens, als ik met vriendinnen op stap was of gewoon thuis of op school. Eerst heb ik een jaar Audio Visuele Vorming (AVV) aan de kunstschool gestudeerd, maar dat viel een beetje tegen. Ik kreeg daar ook film en geluid en dat was niet echt mijn ding. Dus ben ik uiteindelijk fotografie op de Kta2 in Hasselt gaan studeren en dat doe ik nu al zes jaar.’
‘Wel, voor mijn eerste vijf polaroids heb ik amper twee à drie euro betaald. Nu, vier jaar later vragen ze inderdaad meer geld voor een polaroidcamera. Zelf probeer ik ze op rommelmarkten en in kringwinkels voor ongeveer zes euro te kopen, maar op het internet betaal je soms meer dan 90 euro. Dat de film nu ook terug wordt gemaakt, heeft er misschien ook wel mee te maken.’
Waarom verzamel je oude polaroidcamera’s?
Fotografeer je ook met gewone analoge camera’s of lomo’s?
‘In het begin maakte ik zelf fake-polaroids op de computer door foto’s te bewerken. Daarna heb ik mijn eerste échte polaroidcamera gekregen. Door mijn interesse in fotografie ben ik (dubbele spatie) er toen meer informatie over gaan opzoeken en zo ben ik beginnen te verzamelen. Die polaroids zien er natuurlijk ook gewoon heel leuk uit.’
‘Ik fotografeer super graag met mijn Lomo fisheye. Ik heb ook een Diana gehad , maar de 6x6 films werden me te duur. Analoog werk ik ook nog , maar dat is vooral voor school.
Welke zijn je favoriete polaroids?
Waar vind je die camera’s?
Deze twee (zie foto) zijn extra speciaal omdat ze mijn eerste polaroidcamera’s waren.
‘Ik ga veel naar rommelmarkten en kringwinkels. Maar ook via tweedehands websites heb ik er al gekocht.’
Supercolor 635 Cl en Polaroid Landcamera: The button
Elke Thielemans
21
stijl
‘Klanten vergeten dat we een tweedehandswinkel zijn’ In 2009 opende de kringwinkel van Turnhout een nieuw filiaal. Als je hun logo aan de buitenkant niet gezien hebt, is het moeilijk te geloven dat je in een kringwinkel staat. La Ganga, wat Spaans voor koopje is, is een moderne, stijlvol ingerichte boetiek. Je vindt er kleding, handtassen, schoenen en juwelen. Allemaal tweedehands en aan een lage prijs. Tekst en Foto: Dorien Brijssinck
‘De winkel doet het erg goed’, zegt Fatima Ighrache (37), zij werkt er sinds de opening. ‘Soms vragen de klanten ons of we een kledingstuk niet in een andere maat hebben, ze hebben dan niet eens door dat we een tweedehandswinkel zijn.’ Als ik Fatima net na openingstijd ga interviewen, zijn er al heel wat mensen in de winkel.
Hoe komt het dat La Ganga zo populair is?
‘Je vindt hier kleding van duurdere merken aan een lage prijs. Als er een kostuum van Hugo Boss binnenkomt vragen we daar bijvoorbeeld rond de 50 euro voor. Hier hangt ook een andere sfeer dan in andere kringwinkels. Wij verkopen immers geen meubelen, maar zijn een echte kledingwinkel. Er zijn mensen die hier dagelijks even binnenspringen om te kijken of er iets leuk hangt. We hangen namelijk elke dag nieuwe kleding in de winkel. Wat vaak gebeurt, is dat mensen twijfelen om een stuk te kopen en als ze dan enkele uren later terugkomen om het toch te kopen is het al weg. Zo hebben we al veel klanten moeten teleurstellen. Alle kleding is hier immers uniek. Jonge mensen komen hier op zoek naar een leuke handtas of een uniek kledingstuk. En ook als ze zich moeten verkleden, vinden ze de weg naar hier.’
Van waar komt de kleding die jullie verkopen?
‘De grote Kringwinkel “WEB” verzamelt kleren en sorteert ze. De leukste kleding en ook de duurdere merken worden twee keer per week naar hier gebracht. Maar ook bij ons in de winkel brengen mensen kleding binnen. Soms hangen de prijskaartjes er zelfs nog aan.’
Fatima Ighrachi
22
Stijlvol kringwinkelen in Turnhout
Wat gebeurt er met kledingstukken die niet verkocht worden?
‘Soms hangen de prijskaartjes nog aan de kleding’
‘Wel, we werken met een kleurensysteem. In totaal gebruiken we vijf kleuren om aan te duiden wanneer kledingstukken in de winkel gehangen zijn. Deze week kleven we op de prijskaartjes een groen stickertje. Binnen vijf à zes weken halen we dan alle onverkochte groene kledingstukken uit de winkel en die gaan dan terug naar de grote kringwinkel. Volgende week is het een andere kleur en zo zorgen we ervoor dat er in onze winkel steeds plaats is voor nieuwe kleding. We hebben ook eens een periode gehad waarin we te weinig tweedehandskleding hadden om onze winkel te vullen. Maar dat gebeurt nu gelukkig niet meer.’
In 2002 is “De kringwinkel” ontstaan toen 60 zelfstandige kringloowinkels besloten om samen te werken. Vandaag zijn er 120 kringwinkels in Vlaanderen die samen één groot netwerk vormen.
Wat is het duurste stuk dat jullie al verkocht hebben?
‘We hebben eens een keer een Jean Paul Gaultier jasje in onze winkelrekken gehad. Dat is toen diezelfde dag nog verkocht voor 150 euro. Een Delvaux handtas hebben we ook al eens mogen verkopen, maar dat zijn echt uitzonderingen. Wat we wel veel verkopen zijn de iets duurdere merken zoals Talking French en Didi bijvoorbeeld.’
“Kiezen voor De Kringwinkel is mensen en producten nieuwe kansen bieden”
De inkomsten van de Vlaamse Kringwinkels zorgen ervoor dat mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt tewerkgesteld worden. Op die manier kunnen ze meer dan 4000 mensen een job en begeleiding bieden.
Worden kleren met een retrolook sneller verkocht?
‘Wij verkopen hier niet zoveel retrokleding, want die worden vooral tijdens de jaarlijkse retrobeurs in de grote kringwinkel verkocht. Toch krijgen we af en toe wel eens een specialer stuk binnen en dan gaat dat inderdaad wel heel snel over de toonbank.’
De kringwinkel zamelt herbruikbare spullen in en denkt zo aan het milieu. Voorwerpen die een tweedehands leven krijgen komen immers niet op de afvalberg terecht. Er worden meer spullen ingezameld en effectief hergebruikt in plaats van gerecycleerd. Er wordt met andere woorden meer aandacht besteed aan het inzamelen van kwalitatieve goederen.
Als ik haar vraag wat ze zo leuk vindt aan haar job reageert ze enthousiast: ‘Alles eigenlijk!’. Zelf heb ik een erg leuke handtas gezien, waar ik misschien nog voor terugkom. Al is de kans groot dat iemand mij voor zal zijn. Tweedehandswinkelen loopt niet altijd goed af voor twijfelaars. Snel beslissen is de boodschap!
www.dekringwinkel.be
23
120 Vlaamse kringwinkels zamelen 56828 ton afgedankte spullen in
3,8
miljoen klanten
= 11 300 vrachtwagens van 5 ton
bieden werk aan 4522 mensen
25 046 ton wordt hergebruikt
24
32
32 14
16
aantal kringwinkels per provincie
30 000 ton
naar recyclagebedrijven
80% van de werknemers heeft achterstand op de arbeidsmarkt Dorien Brijssinck
Bron: kringwinkelsector jaarverslag 2010
Webboetiek Me & Maria
‘Teruggaan naar vroeger gaat niet, je kan er wel een stukje van in huis halen’ Fotografe en make-upartieste Kaat Ramboer richtte in juni 2011 haar eigen webboetiek Me and Maria op. Daar verkoopt ze kleding met een grote dosis nostalgie en romantiek. tekst en foto: Heleen De Bisschop
25
stijl
Kaat Ramboer van Me & Maria
26
Webboetiek Me & Maria
‘Al van toen ik klein was, wou ik een winkel hebben. Ik speelde altijd winkeltje, nooit eens schooltje. Mijn grootmoeder had een eigen boetiek. Ik mocht daar altijd helpen met pakjes inpakken. Het zit in mijn bloed.’ ‘Ik heb fotografie en make-upartist gestudeerd. Toen ik was afgestudeerd, had ik niet veel zin om daar mijn voltijds beroep van te maken. In die periode was het heel moeilijk om kleding te vinden die echt mooi was. Ik kocht wel kleding via het internet. Maar daar moest ik vaak lang op wachten en extra betalen voor de douane. Toen ben ik op het idee gekomen om zelf een winkel te openen.’
Virtuele mond-aan-mond reclame
‘Een eigen zaak op starten is tegenwoordig niet evident. Ik zag het niet zitten om een groot risico te nemen door een lening aan te gaan om een pand te huren. Daarom heb ik er voor gekozen om de kleding via het internet te verkopen. Facebook is een grote hulp. Het is een soort virtuele mondaan-mond reclame. Je moet niet veel moeite doen om een groot publiek te bereiken. Het nadeel is wel dat je niet hetzelfde visuele effect hebt als in een winkel, je kan niets inrichten. Ik probeer dat wel te doen met de foto’s op de webshop. Op die manier kan ik met fotografie en make-up bezig blijven. Dat ik die dingen kan blijven combineren, is een zeer groot voordeel.’ ‘De collecties die ik verkoop, vind ik voornamelijk op Amerikaanse en Engelse sites. Het is voor mij niet
voordelig om spullen te kopen op modebeurzen. Heel veel winkels en boetieks gaan daar naar toe. Als klanten kunnen kiezen tussen internetshops of winkels waar ze alles kunnen passen, zullen ze voor het tweede kiezen. Daarom ga ik op zoek naar merken die niet op andere plaatsen te vinden zijn.’
Romantische kleedjes
‘Ik vertrek voornamelijk vanuit mijn eigen stijl. Het is wel nogal verleidelijk om alleen maar kleren te verkopen die ik zelf mooi vind. Maar het lukt nu al beter om in de eerste plaats te kijken wat er goed verkoopt. Ik hou van nostalgische, romantische kleedjes. Ik combineer graag zelf spullen van mijn grootmoeder of dingen die ik vind op marktjes met nieuwe stukken.’
je kan wel er een stukje van in huishalen. Nostalgie speelt een belangrijke rol. ‘Het is echt een contradictie dat ik mijn kleren, die geïnspireerd zijn op het verleden, verkoop via het internet. Maar die contradicties zijn typisch voor onze tijd. Jonge mensen grijpen terug naar nostalgische spullen maar ze kunnen niet zonder hun iPhone. Mensen willen wel meer zonder stress of trager leven maar toch kunnen we niet meer zonder.’ www.meandmaria.be
‘Vintage en retro is al een hele tijd terug populair in de mode. Er zijn een hele hoop ketens zoals Zara en H&M die allemaal hetzelfde verkopen. Als klant word je gewoon overstelpt. Als je naar een vintage winkel gaat, vind je stukken die niet iedereen heeft. Je zal er nooit hetzelfde uitzien als je vriendin. En dat is een hele belangrijke factor. Iedereen wil tegenwoordig uniek zijn en zijn identiteit tonen.’
iPhone
‘Met alle problemen tegenwoordig in onze maatschappij zoals de crisis, worden mensen nostalgisch naar vroegere tijden. Toen kregen de mensen veel minder input. Nu leven we met veel meer stress. We kunnen niet teruggaan naar een tijd waarin alles rustiger was zoals ’40, ’50 of ’60. Maar
27
Foto: collectie Me and Maria ©Kaat Rambour
stijl
Wollige graffiti Fotoreportage wildbreien
28
Fotoreportage wildbreien
Wildbreien, het is een nieuwe rage die in elke stad terug te vinden is. Palen, bomen en bankjes zijn niet meer veilig. Achter dit schattige geweld zitten geen zware criminelen maar vrouwen van alle leeftijden die hun stad of gemeente gewoon wat meer kleur willen geven. In het Limburgse HeusdenZolder is de rage ontploft en zorgt het zelfs voor een revolutie. Iedereen is er mee bezig, iedereen weet waar de nieuwste kunstwerken hangen en iedereen wil de daders vinden die de jasjes van de palen aan het gemeentehuis gehaald hebben. An Gijbels is een van de vrouwen die met wildbreien is gestart in de gemeente. Tekst: heleen De bisschop Foto: Dorien brijssinck en heleen de Bisschop
29
stijl
30
Fotoreportage wildbreien
31
stijl
De zoektocht naar authenticiteit belgië-belgique Pb –PP 1070 brussel bC 17761
mAArt-mei 2012 AfgiftekAntoor brussel X / erkenningsnummer P802091 / DriemAAnDelijks / V.u. frAnky DeVos (CjP Vzw), sAinCtelettesquAre 19, 1000 brussel
"nu lees ik eerst Het sCenArio Voor ik jA zeg"
mAtteo simoni tHe HiCkey unDerworlD
In september vorig jaar veranderde het CJP magazine van vormgeving. Ze schreven een wedstrijd uit waarvoor verschillende vormgevingsbureaus een lay-out konden inzenden. De Indianen kregen uiteindelijk de eer.’Het nieuwe magazine mocht niet te schreeuwerig zijn en moest overzichtelijk blijven’, zegt Pieter Lantsoght van de CJP redactie. ‘Daarom hebben we dan ook voor de Indianen gekozen, zij werken zelf vooral met een strakke vormgeving. Anderzijds wilden we dat het er ook niet te streng uitzag, maar toch een bepaalde serieux uitstraalde. Ik denk dat ons dat wel gelukt is.’
Foldertje
ClArA CleymAns
"DIT ALbuM IS NoG bETER GEwoRDEN"
"IK wAS EEN MoEDERSKINDjE"
bArtel VAn riet
weekenD AAn zee MARIEKE DILLES GAAT NAAR ZEE EN NEEMT MEE...
GEEfT RAAD bIj oNS GRATIS ZAAD
+ De grote filmfestiVAlquiz / tijDreizen met google street View / tHings we like / en Veel meer ...
32
Voor iedereen die onlangs nog een CJP magazine las, is de metamorfose zeker niet onopgemerkt voorbijgegaan. Wat voorheen een flashy, kleurrijk en glossy boekje was, is nu een elegant, stijlvol magazine geworden met onmiskenbare retro-elementen. ‘Het was zeker geen bewuste keuze om voor een retro vormgeving te gaan’, zegt Pieter. ‘Dat het magazine nu een retro-uitstraling heeft ligt volgens mij vooral aan onze papierkeuze. We hebben voor mat papier gekozen omdat we vinden dat de foto’s daar heel mooi op uitkomen: ze krijgen een oudere en authentiekere look en feel. Dat matte papier geeft ook een zekere kwaliteit aan ons magazine, want het ís nu ook een volwaardig magazine. De vorige versie was meer een folder, iets waar
Waarom een vintage lay-out populair is
Opvallend veel elementen uit het verleden duiken weer op, trends van vroeger herleven. We dwepen met het verleden op werkelijk alle vlakken. Wáárom is er vandaag de dag zoveel retro getinte vormgeving te zien? tekst en foto: Dorien Brijssinck
je even in bladert en dan weggooit. Dit nieuwe magazine zal je misschien langer bijhouden, en dat was ook de bedoeling. Het vorige was ook redelijk druk: afbeeldingen over heel de achtergrond en het magazine zelf was ook nogal klein. We hebben daarom voor een groter formaat en meer witruimte gekozen om het magazine luchtiger te maken.’ Het verbaasde Tinne Theunis van CJP niet dat ze deze richting zijn uitgegaan: ‘Zwart wit, maar toch met enkele kleuraccenten, dat is zowat de trend tegenwoordig. Ik voel mij ook goed bij die trend, en toch is het heel moeilijk om uit te leggen waarom. Het huidige CJP magazine staat mij volledig aan. Ik vind het een leuke stijl, maar dat is mijn persoonlijke mening natuurlijk.’ Pieter: ‘Ja, het is persoonlijk, maar we zijn er wel allemaal uitgekomen dat dit is wat we willen. Volgens Tinne heeft het CJP magazine nu een cleanere vormgeving, iets waar je echt eens even rust bij kan nemen. ‘En dan klopt die retrostijl ook wel, omdat dat heel simpel, heel sober en heel netjes was en dat geeft rust in deze drukke tijden.’ Hoewel CJP mijn stelling dat de vormgeving retro-elementen bevat vanzelfsprekend vond, hadden Steven Holsbeeks en Tim Knapen van het vormgevingsbureau de Indianen toch
Tinne Theunis
Pieter Lantsoght
enkele bezwaren. Steven: ‘Ik vind het eigenlijk gek dat je dat van CJP vindt.’
maakt, in tegenstelling tot het vorige magzine.’
Oude reclameposters
Steven: ‘We ontkennen zeker niet dat de lay-out retro-elementen bevat, want dat is ook wel de commentaar die we vaak op ons werk krijgen. Het was in ieder geval zeker niet de bedoeling om een oudere look aan dat blad te geven, al hebben we het wel bewust niet hypermodern gemaakt.’ Het CJP magazine geeft in ieder geval een oude, kwalitatieve en oerdegelijke indruk. ‘Oerdegelijk hoop ik inderdaad van wel’, zegt Steven. ‘Voor mij is het in vergelijking met het oude CJP magazine uitgepuurder. Het vorige was schreeuweriger.’ Tim: ‘de vorige versie was gewoon onleesbaar. Wij kenden CJP als het magazine waarbij je als je er naar keek je ogen meteen moest dichtklappen omdat je er hoofdpijn van kreeg. Nu kan je dat tenminste lezen op een aangename manier.’
Dus ik verzamelde mijn argumenten: de zwart-witte tekst, de subtiele kleuraccenten, de voorpagina met de pastelkleurige foto, de grote vette letters van het CJP logo en zeker ook de manier waarop de cover bovenaan gelay-out is met de zwarte lijnen. Dit alles geeft een vintage indruk. Ook binnenin het magazine wordt er variatie op de pagina gebracht door met de grootte en de dikte van de lettertypes te spelen. Dat was wat er vroeger ook gedaan werd op die oude reclameposters, bijvoorbeeld. ‘Ja, maar dat is ook gewoon heel goede vormgeving’, vertelt Tim. ‘Het is heel leesbaar en legt goed de nadruk op de inhoud. We gebruiken bijvoorbeeld ook superhedendaagse lettertypes en vooral: het is met aandacht voor het materiaal ge-
33
stijl
Als De APPel niet Ver VAn De boom VAlt in zonder dat het een bewuste keuze was. ik heb het echter nooit aangemoedigd, omdat ik ook de negatieve kanten van het vak ken. op dat vlak stonden wij met onze beide voeten op de grond.”
veel, zelfs op de muren van haar kamer, en schreef er dan spreuken bij. onlangs heb ik haar kamer herschilderd, maar de tekeningen heb ik laten staan.” heeft liesa haar muzikale talent ook van jou? Frans: “Liesa was pas vijf jaar toen ze viool begon te spelen, ze had een speciale miniviool. Als kind was ik ook veel met muziek bezig. ik ging op de poef in onze living staan, en dirigeerde met een twijgjesstok een heel symfonisch orkest dat er niet was, en maakte daarna zelfs een buiging voor de lege tafels en stoelen. (lacht) De muzikale kriebels heeft ze van mij, maar de keuze voor viool niet. ik speelde zowat alle andere instrumenten, maar aan strijkers heb ik me nooit gewaagd.”
heeft Clara het talent van thuis uit mee gekregen? Karin: “Mensen zeggen vaak dat als je ouders in het vak staan, het allemaal wel gemakkelijk is. Maar als het talent er niet is, stopt het daar ook. ik heb nooit gedacht dat clara zomaar een eendagsvlieg zou zijn. Ze zal wel niet altijd zo hot blijven. nu is ze jong en knap, maar over tien jaar zijn er weer nieuwe jonge meisjes. Maar clara heeft genoeg talent en interesses om dan wel op een andere boot te springen, daar maak ik mij niet echt zorgen over.”
© JuLiE LAnDRiEu
ClArA CleymAns & kArin jACobs AcTRIcES CLara CLeyMaNS EN MoEDER KarIN JaCoBS DEELDEN oNLANGS HuN pASSIE vooR DE pLANKEN IN DE MuSIcAL fIDDLER oN THE Roof. • TEKST: Lidewij nuitten hoe was het om op te groeien in theatergezin Cleymans-jacobs? Clara Cleymans: “ik was lang een moederskindje. in mijn puberteit heb ik mij daarvan afgezet. ik probeerde wat meer een fysieke afstand te behouden en het werd moeilijker voor mij om zo dicht bij elkaar te zijn of bijvoorbeeld
samen op reis te gaan. Dat vond ik wel erg van mezelf. Bij mijn vader had ik dat minder, omdat die minder thuis was en minder principes had dan mijn moeder.” Karin Jacobs: “clara en Jelle kwamen vaak mee naar theatervoorstellingen. Ze rolden er
herkennen jullie jezelf in de ander? Clara: “Als zestienjarige had ik een gastrol in een politiereeks en toen merkte ik dat mijn expressie en mijn manier van spreken echt gekopieerd waren van mijn moeder. Toen vond ik dat heel erg om op te merken, omdat je iemand anders wil zijn dan je moeder. Sindsdien ben ik er meer op beginnen letten en nu heb ik niet meer het gevoel dat we echt dezelfde speelstijl hebben.” Karin: “Mensen zeggen ons vaak dat we zo hard op elkaar lijken, maar ik zie dat niet echt. op foto’s waar ik zelf jong was merk ik het wel. We hebben natuurlijk dezelfde haarkleur, daarom heb ik nu een korter kapsel en een froufrou.” (lacht) Welke rollen zouden jullie elkaar graag nog zien spelen? Clara: “Mijn moeder krijgt heel vaak de rol van de lieve mama toegewezen. ik zou haar heel graag eens een gevaarlijke of slechte rol zien spelen, het liefst in het plat Antwerps.” (lacht) Karin: “Tegen de Sterren op was leuk om te zien, maar ik zie clara liever in dramatische rollen. Toen ze nog aan het Lemmensinstituut studeerde, zag ik een stuk van haar met een dramatische ommekeer, waarbij ik echt de krop in de keel kreeg. Dat zal me altijd bijblijven.”
24
Steven: ‘Ja we hebben bewust niet toegegeven aan dat schreeuwerige om het magazine een jonge uitstraling te geven.’
Tafel van de Bomma
‘Ik denk dat van het moment dat je ergens gevoel voor materiaal in steekt, dat mensen dat direct gaan associëren met vintage’, zegt Tim. ‘Wat je bij je bomma ziet, is de tafel die er nog altijd staat sinds haar trouw. De tafel die ook uit echt hout gemaakt is. Dus alles wat je ziet van dingen in het verleden, zijn die dingen die over gebleven zijn. De kwalitatieve dingen, want de trash is er ondertussen toch gewoon uitgefilterd. Steven: ‘We hebben bijvoorbeeld een boek met van die oude sigarettenplaatjes, en die zijn in de eerste plaats gewoon heel goed vormgegeven. En daar gaat het eigenlijk om, goede vormgeving.’ Tim: ‘Inderdaad, daarom denk ik dat het CJP magazine
nu met vintage geassocieerd wordt: er is veel aandacht besteed aan hoe alles op dat blad papier terechtkomt. En dat is niet gewoon roepen om de aandacht van de koper in de krantenwinkel, zoals bij de Humo en de Dag Allemaal.’ Tim: ‘Sommige mensen kijken ook gewoon naast al die schreeuwerige boekjes, want dat is een soort van noise in je visuele wereld dat je gewoon passeert. Hetzelfde ook met muziek, je hebt heel veel van die pophitjes die gewoon door de radio in je oren worden geramd, en die hoor je bijna niet meer. Maar dan is er dat ene ingetogen nummertje dat je heel goed vindt, en daar ga je naar op zoek. Ik denk dat dat hetzelfde is met visuele dingen. Als je voor kwaliteit gaat, bereik je waarschijnlijk een iets ander publiek, maar dat is even schreeuwerig op zijn manier.’
34
© nATALiE WEYnAnTS
© XXXX
liesA & frAns VAn Der AA LIeSa VaN Der aa KoMT uIT EEN cREATIEf NEST. vADER FraNS IS ToNEELSpELER, ZIj STuDEERDE KLEINKuNST, AcTEERT bIj ToNEELHuIS EN STELT MoMENTEEL HAAR EERSTE SoLo-cD TRoopS vooR. • TEKST: fiLiP tieLens hoe hebben jullie elkaar ervaren, als dochter en als vader? Liesa Van der Aa: “omdat hij het altijd druk had, was papa niet zo vaak thuis. Maar mijn zus en ik gingen wel vaak mee naar voorstellingen waarin hij speelde, of naar de set van kulderzipken. ik ben heel blij dat ik als
kind al die schone en zotte mensen ben tegengekomen, ook al raak je later gauw gewend aan de magie die rond dat wereldje hangt.” Frans Van der Aa: “Liesa was nogal een fel, jongensachtig kind. Ze was een echte speelvogel, met veel fantasie en humor. Ze tekende
Wat zijn jullie grootste gelijkenissen en waarin verschillen jullie van elkaar? Liesa: “Papa is een heel ongeremde speler op scène. Hij is een acteur die eerst doet, en dan nadenkt. ik twijfel al terwijl ik nog bezig ben. in dezelfde job zijn we dus anders. ik geloof heel erg in het ambachtelijke van muziek, en daar moet je tijd en ruimte voor kunnen maken.” Frans: “Liesa is beter in het organiseren van de dingen waar ze mee bezig is. Ze weet al hoe haar tweede cd er moet uitzien terwijl ze de eerste plaat nog maar net aan het promoten is. Ze slaagt er ook heel goed in om mensen te enthousiasmeren, zoals de tien artiesten die ze vroeg om een clip te maken bij de songs van haar plaat. Beiden hebben we wel wat faalangst, denk ik, omdat we alleen het beste goed genoeg vinden.” hebben jullie al samengewerkt? Liesa: “in een voorstelling van zijn gezelschap heb ik een tijdje een andere actrice vervangen, toen heeft mijn papa mij geregisseerd. Dat viel heel goed mee. Binnenkort ga ik muziek maken bij een voorstelling van hem. De zin is er zeker om ooit samen iets nieuws te maken, als we er de tijd voor vinden.” reCensie & Wedstrijd oP CjP.Be
25
Steven: Dat is een hele goede vergelijking, want ook in de muziek is er een heel harde tendens naar die retro invloeden. Ik vraag mij af hoe bewust die keuze eigenlijk is. Heel veel van de Indie of Folk groepjes refereren keihard naar invloeden van vroeger. Terwijl ik mij heel goed kan voorstellen dat dat absoluut geen bewuste keuze is, maar gewoon de invloed is van het materiaal waar ze mee bezig zijn. Als je heel veel naar jaren 50-muziek luistert omdat je dat heel goed vindt, dan is dat ook je taal. Ik kan mij ook voorstellen dat er dat onbewust bij ons ook een beetje inzit.’ ‘Zou de huidige retrotrend dan niet gewoon vooruitgang betekenen?’, vraagt Tim zich af. ‘ Je niet meer bezig houden met iets zo opvallend en flashy mogelijk te maken, maar respect hebben voor waar de dingen vandaan komen?’ Ik geef hem volledig gelijk.
Waarom een vintage lay-out populair is
Steven Holsbeeks van de Indianen
Authenticiteit is tegenwoordig enorm belangrijk geworden. Misschien komt dat omdat we nu in een gedigitaliseerde wereld leven. Mensen gaan terug, nu meer dan ooit, op zoek naar échte dingen. Volgens Pieter van CJP kan dat digitale en authentieke perfect naast elkaar gaan. ‘Mensen gaan niet opeens stoppen met Facebook en terug brieven schrijven. Maar ik denk wel dat hoe meer dingen er online gaan zijn en hoe meer digitale spullen we hebben, hoe groter de hang naar dat authenthieke zal zijn.’
Iedereen Nokia
De retrotrend is al even bezig, maar in de jaren 90 bijvoorbeeld, was het allemaal toekomstgericht. Alles wat er heel nieuw en futuristisch uitzag, dát was hip en trendy. Rond de eeuwwisseling en de jaren daarna is de vintage-hype echt begonnen. Die trend wordt nu misschien extra aangewak-
kerd door angst voor de toekomst. Pieter: ‘Als het echt angst zou zijn, dan zou iedereen de digitale vernieuwingen afblokken. Maar ze gebruiken wel internet, smartphones, laptops en tablets. Dus jongeren zien er wel het comfort en het nuttige van in, maar aan de andere kant willen ze ook simpelheid. Dingen die gemakkelijk te bevatten zijn en dan ja, inderdaad dingen uit de tijd van de grootouders vooral. Simpel en authentiek.’ Tinne: ‘Inderdaad, teruggaan naar vroeger, toen het allemaal nog simpel was.’ Pieter: ‘Maar ik denk niet dat dat uit angst is. Het is gewoon allemaal wat te snel gegaan. In de jaren negentig zag je alles opkomen en het is sindsdien alleen maar sneller gegaan. Toen ik in het eerste middelbaar zat, had iedereen die oude Nokia gsm’s. Iedereen had dezelfde, als je dat met nu vergelijkt: er komt iedere dag wel
35
een nieuwe gsm uit. Het gaat gewoon te snel.’ Misschien zijn het nu ook inspiratieloze tijden. Mensen hebben het gevoel dat alles al eens gedaan is. En dat ze daarom uit alle informatie die beschikbaar is kleine dingen uitnemen en daar dan iets nieuws van maken. Pieter: ‘Het is via het internet heel gemakkelijk om aan inspiratie te geraken. Misschien dat dat wel meespeelt, maar ik zou dat niet inspiratieloze tijden noemen. Uiteindelijk telt nog altijd wat je er zelf van maakt. Als het echt gewoon inspiratieloze tijden zijn, dan zouden het allemaal kopieën zijn. Er wordt misschien wel inspiratie gehaald uit dingen van vroeger, maar er wordt nog altijd iets nieuws mee gedaan. Als we met CJP echt een retromagazine willen maken, dan zou die vormgeving er wel helemaal anders uitzien dan wat het nu is.’
stijl
‘We moeten opletten dat we niet in een nostalgische bui blijven zitten’ Trendwatcher Tom Palmaerts over nostalgie Tekst: Dorien Brijssinck
jeansmerken als levi’s die het terug heel goed doen gewoon omdat zij toch een beetje the original zijn. Zij waren vroeger immers het enige jeansmerk dat je kon kopen. Je ziet het ook in het kookgedrag van Jeroen Meus die constant verwijst naar zijn bomma. Mensen hebben gewoon voor een stuk nood aan nostalgie.
‘Nostalgie is niet nieuw. Elke generatie blikt op een zeker moment nostalgisch terug naar zijn verleden. Dat is altijd zo geweest. Vraag aan mensen wat voor muziek ze graag horen, dan zullen ze altijd refereren naar de periode waarin ze twintigers waren.
Sciencefiction bestaat niet meer
Nostalgie is interessant als fenomeen en consumenten zijn er momenteel hypergevoelig aan. Als maatschappij moeten we gaan opletten dat we niet in het nostalgische blijven zitten, maar echt wel radicaal vooruit gaan denken. Ik merk dat dat ook meer en meer begint op te komen in design en mode. Daar proberen ze al om niet nostalgisch zijn en echt eens hypertechnologisch vooruit te denken. Nadenken over de reden waarom mensen nostalgisch zijn. Ze moeten alles gewoon veel eenvoudiger maken. De mensen niet laten kiezen tussen honderd producten, maar misschien is het wel tijd om maar vijf producten aan te reiken, maar wel producten die van hoge kwaliteit en toekomstgericht zijn.
Het is wel zo dat nostalgie als trend de laatste jaren extremer geworden is. Het is verder gegaan dan enkel een beetje nostalgisch terugblikken naar vroeger. Een van de in mijn ogen voornaamste redenen is dat nostalgie een zekere rust, eenvoud en een gevoel van zekerheid met zich meebrengt. Dat hebben we nu wel nodig, want we zitten in een behoorlijk woelige periode op heel veel verschillende domeinen: sociaal, cultureel, economisch, politiek, en ecologisch. De maatschappij gaat ook bijzonder snel vooruit: de technologische vernieuwingen zijn hallucinant. Sciencefiction bestaat niet meer, we leven in sciencefiction. Dat zorgt ervoor dat mensen zoeken naar vormen van eenvoud, rust en een minimale vorm van controle. En dan kom je natuurlijk terecht bij zelf iets maken bijvoorbeeld.
We gaan nog een fase anti-nostalgie tegemoet, maar uiteindelijk zal de toekomst een combinatie van twee zijn. Want nostalgie heeft wel degelijk een reden en die redenen lijken me de eerste tien jaar niet weg te gaan. Met de fundamentele crisis van hoe gaan we de toekomst tegemoet, gaan we nog jaren bezig zijn. We gaan er misschien niet onder de term nostalgie mee bezig zijn, maar we gaan er in de toekomst nog veel mee bezig zijn.’
En dat is zo gevoelsmatig, dat is niet concreet. Een voorbeeld: in de fotografie is men de laatste jaren enorm geëvolueerd, tien jaar geleden konden alleen maar echt professionele mensen een spiegelreflex kopen en nu is die bijna gratis. En wat heb je met de technologie gekregen? Altijd maar zwaardere bestanden, altijd maar gedetailleerdere beelden en eigenlijk hoeft dat niet. We zijn meer op zoek naar die eenvoudige verschoning en dat is iets waar bijvoorbeeld instagram of filters ons mee helpen. Die foto moet niet perfect zijn, want als het perfect perfect is dan zien we oneffenheden, dan zien we puistjes en een zachte verschoning is wel voldoende. En dat zijn dingen die ons gewoon aanspreken en dat heb je op alle domeinen. Kijk naar de tuinen, het hoeft allemaal niet zo rechtlijnig te zijn, het mag allemaal wel terug wat natuurlijker. Kijk naar
36
ŠEmma Kelly
stijl
‘Alles moet uniek zijn’
Saskia Van Gestel (33), houdt van voorwerpen met een geschiedenis. Zo heeft ze er beetje bij beetje haar huis mee gedecoreerd. Tekst en foto: Dorien Brijssinck
Saskia Van Gestel
‘Oude meubels en andere decoratiestukken zijn eerst en vooral veel degelijker dan de dingen die vandaag gemaakt worden. Een ander niet onbelangrijk aspect: meestal zijn die meubels ook een stuk goedkoper. Soms moet je er wel even naar zoeken, maar dat hoort erbij en maakt het net leuk. Ook het feit dat die voorwerpen unieker zijn, spreekt me wel aan. Ik hou niet van dingen die in massaproductie gemaakt zijn.’ Niet alleen haar huis bevat unieke stukken, maar in haar tuin trekt een aantal oude Opel wagens de aandacht.
Bij ons thuis hebben ze altijd al Opels gehad. De eerste auto waarmee ik leerde rijden was ook een Opel Corsa. En zo is die hobby beetje bij beetje gegroeid. Ik heb op het moment acht wagens die ouder dan 25 jaar zijn zodat ik er geen taksen op moet betalen. Ik zorg er wel voor dat die auto’s nog niet veel kilometers op de teller hebben staan, dat ze niet verroest zijn en dat ze bijvoorbeeld maar één eigenaar hebben gehad. Ik probeer er ook voor te zorgen dat een auto niet meer dan 500 euro in aankoop kost. Mijn hobby moet natuurlijk betaalbaar blijven.
38
Het is ook fijn dat die oudere modellen nog simpel zijn. Je kan die zelf nog wat oplappen als er iets kapot is. Als ik er bijvoorbeeld een spiegel zou afrijden, dan kan ik altijd op zoek gaan naar een nieuwe en die dan zelf (proberen) te monteren. Bij nieuwe wagens is dat allemaal elektronisch. Al mijn auto’s zijn voor dagelijks gebruik. Ik hou van de afwisseling en ik vind het gewoon super om met een oude auto rond te rijden. Je weet dan gewoon dat er zo nog maar weinig op de baan zijn.’
Voorwerpen met een geschiedenis
‘Deze apothekerskast dateert uit begin 1900. Ik ben ze in Antwerpen gaan halen. De originele gekurkte flesjes bevatten nog steeds hun oorspronkelijke inhoud. De meeste bevatten medicijnen of eau de cologne maar er staat bijvoorbeeld ook “kiekepoeier” en zelfs glycerine in.’
‘Deze gietijzeren open haard uit de 19e eeuw komt uit een Antwerps herenhuis. Deze open haarden worden ook wel beeldenkachels genoemd, de beelden die je ziet zijn allemaal apart gegoten. De hele kachel kan je dus demonteren. Het ding is ook verschrikkelijk zwaar. Zelfs als de open haard volledig gedemonteerd is kan je de afzonderlijke stukken maar amper dragen.’
Opel naaimachine: ‘Dit is mijn nieuwste aanwinst. Ze is van 1909 en er zijn slechts één miljoen stuks van gemaakt. Adam Opel maakte vroeger naast auto’s ook ijskasten, fietsen en naaimachines. Toen in 1911 een dat deel van zijn fabriek afbrandde is hij gestopt met naaimachines te produceren. Nu zijn ze heel zeldzaam. Ik ben er vrij trots op.’
39
stijl
‘Deze wereldbol dateert uit 1880. Ik vind het een fantastisch voorwerp, de voet bestaat volledig uit gietijzer en de bol zelf is van gips gemaakt. Zo’n wereldbol is redelijk zeldzaam.’
‘De lavabo’s inclusief de emaillen houdertjes en de verlichting in mijn badkamer zijn originele Art-Deco stukken die ik heb mogen uitbreken in een oud herenhuis in OostVlaanderen voor een kleine prijs.’
40
ŠEmma Kelly
expo
‘We willen niet
42
Drr museum Berlijn
nostalgisch zijn’ In Berlijn, aan de oever van de Spree en aan de voet van de Berliner Dom, ligt het DDR museum. Het kleine museum is niet alleen een toeristische trekpleister, het wil in de eerste plaats de geschiedenis van het voormalige Oost-Duitsland bewaren. In 2008 was het museum al eens genomineerd voor de ‘European Museum of the Year Award’ en ook dit jaar maakt het kans om de prijs te winnen. Tekst en foto: Dorien Brijssinck en Heleen De Bisschop
‘Wat hier staat, is een deel van het leven van 60 miljoen Duitsers’, vertelt Melanie Alperstaedt (32), persvernatwoordelijke van het DDR Museum. ‘Zo is de Trabant, niet gewoon een auto uit de DDR. Het is een auto waar sommige inwoners 16 jaar op hebben moeten wachten.’ De voorwerpen die tentoongesteld worden, vertellen niet alleen het verhaal over het leven in de DDR, ze leggen ook de problemen bloot die gepaard gingen met de communistische dictatuur. Het museum wil de geschiedenis leren aan jongere generaties. ’Ze kennen de verhalen van hun ouders of grootouders wel, maar dat zijn persoonlijke verhalen. Het is belangrijk dat ze ook de wetenschappelijke feiten kennen.’ ‘Hier in Duitsland heerst er Ostalgie’, gaat Melanie verder. Ostalgie is nostalgie naar het oude Oost-Duitsland. Voor de Duitsers betekent het de DDR op de meest positieve manier herinneren. ‘Men vergeet daardoor de negatieve politieke kant van de dictatuur, zoals de wanpraktijken van de Stasi, de geheime politie. Tijdens de DDR-periode had men een goedkoop appartement en een job. Er was veel meer gelijkheid, er heerste een sterk paternalisme en gezondheidszorg was
43
gegarandeerd. Voor vele Duitsers was het moeilijk na de val van de muur hetzelfde leven te leiden. Daardoor leeft er bij velen, vooral bij ouderen, een grote nostalgie naar het verleden.’ Het museum is uniek omdat het als enige het dagdagelijkse leven van de DDR toont. Veel andere musea beperken zich tot de oorlog of het politieke aspect. De meer dan 160 000 artikelen worden opgedeeld en tentoongesteld in verschillende categorieën zoals onderwijs, werk, staatsveiligheid, wonen, media en cultuur. Verder is er nog een authentieke DDR-flat, een Trabant en een kleine cinema.
Wunschkind pille
‘Zelf ben ik het meest onder de indruk van de woonkamer in de DDR-flat’, vertelt Melanie. ‘Toen het museum werd gebouwd, kon ik helemaal alleen in de woonkamer zitten en er in alle stilte van genieten. Zelfs nu nog ga ik er soms voor het museum opent eens even zitten. In deze woonkamer kan je terug naar het verleden reizen en vergeten dat je in een museum zit. Je ziet het originele behangpapier, maar ook de authentieke meubels en voorwerpen, en dat is erg indrukwekkend.’
expo
Deutsche Demokratische Republik Na de Tweede Wereldoorlog werd Berlijn in vier zones verdeeld. WestBerlijn werd verdeeld onder de Verenigde Staten, Groot Brittannië en Frankrijk. Oost-Berlijn viel in de handen van de Sovjet-Unie. De Duitse Democratische Republiek (Oost-Duitsland) werd in 1949 gesticht als een zelfstandige communistische staat met als hoofdstad Oost-Berlijn. Nadat ze eerst heel Oost-Duitsland hadden omgeven met prikkeldraad, het IJzeren Gordijn, werd er daarna in 1961 ook een muur rond Oost-Berlijn opgetrokken. Volgens de DDR zelf om zijn inwoners te “beschermen” tegen het “gevaarlijke” Westen. De eigenlijke reden was toch net iets anders: voor 1961 vluchtten veel Oost-Duitsers naar het Westen door in West-Berlijn het vliegtuig te nemen. Het westelijke deel van Berlijn was toen nog de enige mogelijkheid om het DDR-regime te ontvluchten. Dat heeft de DDR met de Berlijnse muur willen verhinderen. Uiteindelijk stortte het regime in en viel de muur op 3 oktober 1990. ‘Wat ik ook heel erg interessant vind is de anticonceptiepil’, gaat Melanie verder. ‘Wij noemen het de “anti-baby” pil, maar in de DDR had het de naam “wunschkindpille”, vertaald “wenskindpil”. Dit betekent dat je kan bepalen wanneer je een baby zal krijgen in plaats van te bepalen of je wel een baby zal krijgen. Dit is heel interessant omdat het twee totaal verschillende dingen zijn. In de communistische dictatuur was het niet altijd even gemakkelijk voor de inwoners om simpelweg iets te kopen. Melanie: ‘We hebben een dagboek van een vrouw die leefde in het DDR-regime. Ze schreef bijna elke dag op wat ze probeerde te kopen, denk aan bananen of een bepaald soort thee. Dat lukte niet altijd omdat ze een product soms gewoonweg niet kon krijgen. Dankzij dit dagboek kunnen we onze bezoekers nu laten zien hoe moeilijk het was om iets te kopen in de DDR. Voor ons is het normaal om naar de supermarkt te gaan en te kopen wat je nodig hebt, maar in OostDuitsland moesten de mensen echt nadenken over hoe ze een bepaald product zouden kunnen kopen. Daarom vind ik dit dagboek zo geweldig,
omdat het wat wij denken dat normaal is in vraag stelt.’
Dagboek
Het museum wil zelf net niet nostalgisch zijn. ‘Het is belangrijk dat ze het verleden bewaren op een wetenschappelijke manier, de negatieve politieke kanten mogen niet vergeten worden’, zegt Melanie. ‘In het begin waren er veel vooroordelen over het museum. In kranten werd geschreven dat het museum te nostalgisch zou zijn. We hebben tegen de journalisten gezegd dat ze voor ze oordeelden eerst eens moesten komen kijken. Het eerste wat je ziet als je binnenkomt is de muur, we laten de politieke kant dus zeker wel aan bod komen.’ ‘We willen mensen ertoe brengen zichzelf vragen te stellen en na te denken over het thema, zegt Melanie. ‘Er zijn namelijk een aantal misverstanden over de DDR. We hopen dat bezoekers dan af en toe kunnen vaststellen dat wat ze eerder gehoord hebben niet helemaal waar is. We proberen de mensen aan het denken te zetten door hen op een interactieve manier letterlijk in contact te brengen met de geschiedenis van de DDR.’
44
Melanie was al van in het begin bij het project betrokken. ‘Ik studeerde sociologie in Berlijn toen ik over het idee van een DDR museum hoorde. Ik vond het interessant om een museum van nul mee helpen op te bouwen. Ik heb de geschiedenis van de Duitse Democratische Republiek niet bestudeerd, maar voor mij is het project sociologisch gezien heel interessant. Weten jonge kinderen bijvoorbeeld nog of ze in het voormalige oostelijke of westelijke deel van Berlijn zijn opgegroeid?’ ‘Ik groeide op in West-Berlijn vlak bij de muur’, vertelt Melanie. ‘Voor mij was de muur iets dat ik kon aanraken omdat de westelijke kant van de muur niet bewaakt werd. Als kind accepteerde ik de muur omdat mijn ouders mij simpelweg vertelden dat er achter de muur een andere staat lag. Dat het een dictatuur was, wist ik pas later, ik was ook nog maar negen toen de muur viel. Dat was voor mij erg verwarrend: waarom was iedereen immers zo gelukkig met de val van hun regime?’
Dopingpil
In het DDR museum bevinden zich een schat aan waardevolle voorwerpen en niet omdat ze zoveel geld waard zijn. Melanie: ‘De typische dopingpil uit de DDR tijd bijvoorbeeld, is voor ons enorm waardevol omdat ze zo moeilijk te vinden was. Wie laat er nu immers zo’n pil thuis rondslingeren? Dit was iets dat we zeker wilden laten zien in het museum: er was succes op het vlak van sport tijdens het DDR-regime, maar die atleten kregen wel systematisch “vitaminepilletjes”. Dankzij dit object kunnen we een belangrijk aspect van de DDR geschiedenis tonen. In kunstmusea bijvoorbeeld is iets pas waardevol als het beroemd en miljoenen waard is, maar hier in het museum zijn we trots op de kleine dingen.’
Drr museum Berlijn
Melanie Alperstaedt, in de woonkamer van de “DDR flat”.
‘Het eerste wat je ziet is de muur’
45
expo
Te veel voorwerpen Het DDR museum bezit nog veel meer objecten dan degene die in het museum tentoongesteld staan. De overige items worden bewaard in een opslagruimte net buiten het centrum van Berlijn. Melanie: ‘Bij de start van het museum kregen we enorm veel donaties. Mensen gaven ons dozen vol met spullen. Op een gegeven moment hadden we zoveel dat we niet meer konden bijhouden met archiveren. Het neemt immers enorm veel tijd in beslag om alle voorwerpen te categoriseren, want je moet de achtergrondinformatie van de objecten opzoeken en dat is niet altijd even makkelijk. Als iemand een voorwerp aan het museum doneert en ons vertelt dat het vroeger 200 marken kostte, dan moeten wij dat natuurlijk dubbelchecken.’ Op de website kan je in een databank alle tot nu toe gearchiveerde objecten vinden, weliswaar in het Duits. Je krijgt foto’s van de voorwerpen te zien met daar bij extra informatie zoals het productiejaar, hoeveel het object heeft gekost, en nog meer. Deze databank wordt nog wekelijks aangevuld met nieuwe items. Boven: Trabant Midden: interactieve telefoon Onder: woonkamer © DDR Museum, Berlin 2012
Meer info op www.ddr-museum.de
46
ŠEmma Kelly
expo
meer dan hippe 60’s retromeubeltjes Herbeleef de sixties! De Oude stad in Bokrijk is het decor geworden voor De Sixties, een tentoonstelling in het teken van de gouden jaren. Er werd in totaal zeven jaar aan het project gewerkt en op 31 maart ging de tentoonstelling open voor het publiek.
Stéphanie Mergeay
‘Vrouwenemancipatie en invloed van de media hebben hun wortels in de sixties’
Tekst En foto: Heleen De Bisschop
Het is een bijzonder zicht. Je wandelt langs de traditionele lemen huisjes naar de oude stad en de omgeving springt plots een eeuw verder. Het tankstation, de Delhaize, het kapsalon en het studentencafé. Alles is 100% sixties en 100% nostalgisch.
Babyboomers
Bokrijk is het museum dat het dagelijks leven van 1500 - 1920 toont. ‘Veel van onze bezoekers waren hun referentiepunt naar die periode kwijt’, vertelt Stéphanie Mergeay, de coördinator van De Sixties. ‘Bokrijk was lange tijd zeer herkenbaar voor grootouders die hier met hun kinderen en kleinkinderen kwamen. De grootouders van vandaag zijn de babyboomers en hun referentiepunt ligt in de jaren 1960. Zij leven nu nog en de voorwerpen zijn nog volop in omloop. We moesten er nu wel mee beginnen. Als we er nog enkele jaren mee wachten, zouden we de geschiedenis achterna moeten hollen’, gaat Stéphanie verder.
Aan de ingang van ‘De Sixties’
48
De Sixties
Expo 58
chelen, M.I.A.T. (Museum Industriële archeologie en textiel) en vele (foto) archieven.
Het verhaal van ‘De Sixties’ start in het jaar 1958, het jaar van de Wereldtentoonstelling in Brussel. Het is het symbolische begin van de golden sixties met bijvoorbeeld de introductie van de televisie. Bovendien is in 1958 het Openluchtmuseum geopend.’ Dat werd deels mogelijk gemaakt dankzij die wereldtentoonstelling. De opbrengsten ervan werden verdeeld over elke provincie. Limburg heeft haar middelen gebruikt om Bokrijk te openen’, zegt Stéphanie. In 2008 hebben we hier daarom ook 50 jaar Bokrijk en 50 jaar Expo 58 gevierd. Naar aanleiding van die gebeurtenis werd in de Oude Stad een Café Expo gemaakt in de stijl van de late ’50 en een cinemazaal geïnstalleerd met de originele stoeltjes van Cinema Rex van Antwerpen. ‘Uit die gebeurtenissen is dan het idee ontstaan om een permanente tentoonstelling te installeren,’ verklaart Stéphanie. ‘We hebben gekozen voor de jaren 1960.’
Identiteitskaart
‘We willen de bezoekers graag meer inzicht geven in het dagelijks leven van de jaren 1960. Het is de bedoeling om aan te tonen dat iedereen die periode anders heeft ervaren. Een student in Leuven in 1968 of een jongere op Jazz Bilzen zal ten volle het revolutionaire aspect van die tijd hebben gevoeld, maar een mijnwerkersvrouw met 5 kinderen of een boerin in een godvergeten dorp zal die periode heel anders ervaren hebben’, gaat Stéphanie verder. Aan de hand van de identiteitskaart van iemand uit die tijd die elke bezoekers meekrijgt, zal hij in elke ruimte geconfronteerd worden met hoe zijn/haar personage die tijd ervaren heeft. Het is zeker niet de bedoeling om in Bokrijk enkel hippe 60’s retromeubeltjes te tonen, maar wel laten zien hoe de doorsnee mens leefde en woonde in die tijd. ‘We hopen dat we de bezoeker het heden beter kunnen laten begrijpen door hen meer kennis te geven over het verleden. Vandaag zijn heel wat aspecten actueel die hun wortels in de jaren 1960 hebben: vrouwenemancipatie, invloed van de media en ecologie,’ besluit Stéphanie.
‘We hebben anderhalf jaar lang samen met Tijdsbeeld & Pièce Montée, het bureau dat instond voor de grafische en inhoudelijke inrichting, gezocht naar authentieke en originele objecten. Dat gaat van behangpapier en deurklinken tot elektrische toestellen en magazines. Alles wat er in de expo te zien is, is 100% sixties.’ Niet enkel tweedehandswinkels en rommelmarkten werden hiervoor afschuimd. Een aantal spullen komen van andere musea, zoals het Modemuseum Hasselt, het Speelgoedmuseum van Me-
Van 31 maart tot 30 september, van 10 tot 18 uur. Meer info op www bokrijk.be
49
Colofon Editie
1 juni 2012 Maandelijks magazine Prijs: 3,5 euro
Redactie
Dorien Brijssinck Heleen De Bisschop
Lay-out
Dorien Brijssinck Heleen De Bisschop
Online
antikmagazine.be facebook.be/antikmagazine twitter.be/antikmagazine
Fotografie
Dorien Brijssinck Heleen De Bisschop Alex Vanhee Kaat Ramboer Elke Thielemans
Illustraties Emma Kelly
Editoriaal
Heleen De Bisschop
Contact
dorienbrijssinck@hotmail.com heleen.debisschop@gmail.com Drukkerij Michiels Eindeke 1b 2221 Booischot
50
ŠEmma Kelly
antik
kitna