Menekült

Page 1

Me ekült

PEGIDA Vlaanderen ‘Wij zijn het volk.’ ‘Allochtonen stelen onze jobs niet’ Helft van gevangenisbevolking is vreemdeling Turkse markt toeristische trekpleister Berlijn immigreren voor de liefde twee VERHALEN Ellis Berlijn ‘Berlijn is niet Duitsland’ € 4,95


Menekült

Edito We stappen op de bus of rijden met de fiets door de stad en we zien hem. Donker haar, donkere ogen en onze vooroordelen komen bovendrijven. “Een buitenlander” die hier komt profiteren. Menekült werd opgericht met als doel jongeren te sensibiliseren en motiveren om de situatie van allochtonen beter te begrijpen. We moeten leren verder kijken dan huidskleur of afkomst. De mensen die geïnterviewd werden door de redactie van Menekült vertellen hun verhaal. Vaak hebben ze al enorm veel meegemaakt en verschiet je ervan dat hij of zij hier nog zo gemakkelijk over kan praten. De redactie twijfelde eraan of ze wel zo gemakkelijk mensen zouden vinden die in het magazine pasten. Verrassend genoeg duurde deze zoektocht niet zo lang. De mensen die geïnterviewd werden, komen bijna allemaal uit de directe omgeving van de redactieleden. Iedereen heeft een verhaal te vertellen, er moet alleen naar geluisterd worden. - Kelly, Wannes & Anouk

2


In deze editie  Politiek België en haar vluchtelingen Helft gevangenisbevolking is vreemdeling Isis verovert het web ‘Wij zijn het volk’ Antwerpse joden emigreren niet ‘Ik ben overal de vreemdeling’

5 6 13 14 25 26

Liefde ‘Ze noemen me wel eens ‘Chinees’, dat doet me niets’ ‘Het was liefde op het eerste gezicht’

28 30

Arbeid Slovaakse wordt uitbaatster nieuw koffiehuis in Thomas More Turkse markt, dé toeristische trekpleister in hartje Berlijn Allochtonen stelen onze jobs niet Migratie vangt tekort aan vaklui op in Berlijn ‘Ik wist niet waar ik zou eindigen, al verraadde mijn familienaam het wel’

34 37 50 54 58

Jongeren ‘Vroeger vertelde ik dat papa te lang onder de zonnebank had gelegen’ 63 ‘Heel wat jongeren zien geen mogelijkheid om terug te keren’ 66 Op de vlucht door Europa 71 ‘Vooruitstrevend systeem voor minderjarige asielzoekers in België’ 72 Colofon 75 3


Menek端lt

4


Politiek

België en haar vluchtelingen Ons land is populair bij vluchtelingen en andere migranten, dat is al enkele jaren duidelijk. De vraag is waar deze migranten vandaan komen, of ze hier mogen blijven en wat ze hier komen doen. Deze infografiek geeft een beeld van de antwoorden op deze vragen. tekst en infografiek Anouk Haleyt

In het eerste deel van de infografiek valt op dat landen waar oorlog heerst, vaak het thuisland is van de vluchtelingen die in België terechtkomen. Eind 2014 was Afghanistan het meest voorkomende land van herkomst bij de vluchtelingen in ons land. Syrië staat hierbij op de tweede plaats, gevolgd door Irak en Rusland. De oorlogen in deze landen zijn een bepalende factor voor dit resultaat.

erkend werden. Slechts 4.805 vluchtelingen­statussen worden erkend, terwijl meer dan 17.000 asiel­aanvragen ingediend worden.

arbeidsreserve

Hoe doen immigranten het op de Belgische arbeidsmarkt? Niet goed, is het antwoord op deze vraag. Een vierde van de geregistreerde arbeidsreserve, mensen op arbeidsleeftijd die werkloos zijn, hebben een migratieachtergrond. Er wordt weleens gezegd dat allochtonen onze jobs komen stelen, de redactie van Menekült heeft dit cliché onderzocht. Het artikel kan je lezen onder de rubriek ‘Arbeid’.

Vluchtelingenstatussen

In het tweede deel van de infografiek wordt gekeken naar het aantal asielaanvragen die in 2014 werden ingediend en hoeveel vluchtelingenstatussen nu

5


Menekült

Helft gevangenisbevolking is vreemdeling Iets minder dan de helft van de gedetineerden binnen een Belgische gevangenis (44%) beschikt niet over de Belgische nationaliteit. Zo blijkt uit een nieuw raport over de strafinrichtingen van de Raad van Europa. Het rapport bevestigt dat België daarmee het Europees gemiddelde van 23% bijna verdubbelt. Tekst en fotografie Wannes Hobin

Overbevolking

graad 22%, wat beduidend lager is dan de 38% die de Raad berekende.

In februari dit jaar publiceerde de Raad van Europa (RvE) het jaarlijks rapport over de strafinrichtingen. Dat rapport stelt dat België met een overbevolking van 138 gedetineerden op 100 plaatsen tot de landen behoort waar ‘het probleem van overbevolking acuut is’. De Raad berekende ook hoeveel gedetineerden ­illegaal of met een tijdelijke verblijfsvergunning in het land verbleven. Ons land scoort met 44% bijna twee keer zo hoog als het Europees gemiddelde.

Dat verschil kan volgens Sempot te wijten zijn aan een rekenfout of aan een andere manier van tellen. ‘Het is ­mogelijk dat de RvE de personen die onder e­­lektronisch toezicht staan hebben meegerekend terwijl die niet in de gevangenis zitten’, oppert hij. Sempot bevestigt dat alternatieven zoals werkstraffen alsook de bouw van nieuwe gevangenissen en een nauwe samenwerking met de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) hebben bijgedragen tot het krimpen van de gevangenisbevolking.

Laurent Sempot, woordvoerder van het EPI (Direct­ oraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen) dat instaat voor de strafuitvoering, meent echter dat die cijfers achterhaald zijn. ‘Het rapport van de RvE bevat cijfers van september 2013’, zegt Sempot. ‘In de laatste twee jaar is er echter een duidelijke afname van de over­ bevolking in de Belgische gevangenissen.’ Recente cijfers van federale overheidsdienst StatBel bevestigen die daling ook. In 2014 bedroeg de overbevolkings-

Twee derde illegaal

Toch is het aantal vreemdelingen dat in een Belgische gevangenis zit nog niet gedaald. Op 16 maart waren dat er 5.421, wat neerkomt op 48% van de totale gevangenisbevolking. Staatssecretaris voor Asiel en ­Migratie Theo Francken (NV-A) gaf die gegevens vrij in een antwoord op de schriftelijke vraag van kamerlid

6


Politiek

Filip Dewinter (Vlaams Belang) naar actuele informatie over het aantal buitenlandse gedetineerden.

­ lternatieven zoals elektronisch toezicht die bovena dien vaak van kortere duur zijn dan de uitgesproken straf. De vraag dringt zich dan op wat een indruk dat geeft over onze strafuitvoering.’

Francken verklaart in het antwoord dat ‘de informatie nu pas beschikbaar is en voorlopig enkel voor de ge­ gevens op de dag van consultatie’. Dat zou komen door de nieuwe databank van het EPI en de recente toegang tot die databank van de Dienst Vreemdelingenzaken. De vraag van Dewinter had vooral betrekking op het aantal gedetineerden die illegaal in het land verblijven. Het antwoord daarop was dat 2.087 buitenlandse gedetineerden legaal in België verblijven of in een lopende procedure zitten en 3.280 gedetineerden illegaal zijn.

‘Elke verdachte die geen officiëel adres heeft, komt in aanmerking voor voorlopige hechtenis. Dat is het geval bij de meeste buitenlanders’

Vertekend beeld

Phillipe Van Linthout, onderzoeksrechter in ­Mechelen en co-voorzitter van de Vereniging der Onderzoeksrechters, plaatst enkele kanttekeningen bij die cijfers. ‘Het is belangrijk om een verschil te maken ­tussen het aantal veroordeelden en beklaagden‘, zegt hij. ­‘Beklaagden worden in voorlopige hechtenis geplaatst in afwachting van hun proces, terwijl veroordeelden een straf uitzitten. In België zit 33% van de ­gevangenis­­bevolking in voorlopige hechtenis. Dat is een pak meer dan in andere landen.’

Van Linthout verklaart zo dat de cijfers over het aantal vreemdelingen in de gevangenis een vertekend beeld geven. ‘Het aantal gedetineerden in voorlopige hechtenis stijgt procentueel naarmate veroordeelden die eigenlijk in de gevangenis zouden moeten zitten, een alternatieve straf krijgen,’ verduidelijkt hij. ‘Maar in principe is het een uitzonderingsmaatregel om iemand in voorlopige hechtenis te plaatsen.’ Hij legt uit dat iemand in afwachtinging van een proces enkel aangehouden kan worden voor drie redenen. Eén van die redenen is het onttrekkingsgevaar, wat wil zeggen dat het gevaar bestaat dat de persoon in kwestie zich zou kunnen onttrekken aan een sanctie door bijvoorbeeld te vluchten.

Dat komt volgens van Linthout omdat de ­gevangenissen overbevolkt zijn en daarom niet elke straf effectief wordt uitgevoerd. ‘Dagelijks worden er vonissen uitgesproken waarin mensen worden veroordeeld tot een gevangenisstraf, maar we stellen vast dat er on­ voldoende plaats is’, zegt hij. ‘Daarom bestaan er nu

7


Menekült

Philippe Van Linthout: ‘ De vraag dringt zich op wat een indruk dat geeft over onze strafuitvoering.’

8


Rubriek

week, die dan ook onmiddellijk uitgevoerd kan worden. Zo onstaat er een rotatie systeem in de gevangenis en komen er meer plaatsen vrij. ­Bovendien zou onze strafuitvoering effectiever zijn en de juiste boodschap overbrengen.’

Kortere straf

‘Elke verdachte die geen officiëel adres heeft, komt dus in aanmerking voor voorlopige hechtenis omdat de kans bestaat dat die persoon niet opdaagt bij het proces’, zegt Van Linthout. ‘Het is trouwens ­on­mogelijk om iemand te dagvaarden zonder adres. Dat is het geval bij de meeste buitenlanders en d ­ aarom maken die een groot deel uit van de gevangenis­bevolking.’

120 landen

Een verslag van het Belgische gevangeniswezen EPI geeft naast een uiteenzetting van de activiteiten en de budgettaire inspanningen van het afgelopen jaar ook een overzicht van gedetineerden per geslacht, ­nationaliteit en wettelijke toestand. Er zijn in totaal mensen van meer dan 120 landen gedetineerd in de Belgische gevangenissen. Dat zijn voor­ namelijk ­burgers uit Marokko (10,5%), Algerije (6,6%), ­Roemenië (3,4%), Nederland (2,2%) en Frankrijk (2,1%). Ongeveer de helft van de gedetineerden in de gevangenis zijn veroordeelden. Een derde van hen zijn ­beklaagden en 10 % geïnterneerden. Vooral in Brussel zijn veel buitenlanders gedetineerd. In de gevangenis van Sint-gillis is bijna twee derde vreemdeling, waarvan een kwart niet-ingeschreven.

Terwijl de Dienst Vreemdelingenzaken op zoek gaat naar manieren om buitenlanders hier te kunnen ver­oordelen en daarna te repatriëren naar het ge­boorteland, is dat volgens Van Linthout niet de ­op­lossing om de overbevolking van de gevangenissen een halt toe te roepen. ‘Er moeten vooral nieuwe gevangenissen ­gebouwd worden. Sinds de 19e eeuw zijn er amper gevangenissen bij gekomen terwijl de be­ volking zowat verdubbeld is’, zegt hij. ‘Ook ben ik voorstander om kortere straffen uit te vaardigen zoals dat in Nederland het geval is. Daar kan iemand ­veroordeeld worden tot een gevangenisstraf van bijvoorbeeld één

9


Menekült

Leven in de gevangenis: een getuigenis Eind vorig jaar kwam Suleiman S. (26) vrij uit de gevangenis van Sint-­ Gillis, waar hij negen maanden was opgesloten. Hij heeft de ­Libanese nationaliteit, maar verblijft al sinds 2013 in België. S. werd ver­ oordeeld voor het verhandelen van cocaïne in en rond Brussel. Zijn verhaal geeft een beeld over het leven in een Belgische gevangenis. ‘Het leven was gedaan voor mij. Want niet alleen je lichaam wordt opgesloten, maar ook je geest. Volledig afgesloten zijn van de buitenwereld maakt je wanhopig. Dan kunnen je gedachten vreemde kronkels maken’, zegt S. over zijn tijd in de gevangenis. Hij werd veroordeeld voor vier jaar, waarvan drie jaar probatie. Uiteindelijk zat hij negen maanden in de ge­ vangenis. Daar deelde hij een kleine cel met een man van Algerijnse afkomst. Naast twee bedden en een ­aluminium toilet, is er een tv in de cel waar de gedetineerden voor moeten betalen. S. mocht drie uur per dag naar buiten, meestal één uur in de voormiddag en twee uur in de namiddag.

Aanvankelijk was het moeilijk om zich aan de omgeving aan te passen. ‘Je moet steeds op je hoede zijn in de ge­vangenis. Er heerst echt een hiërarchie en je moet weten hoe je daarmee ­omgaat’, zegt hij.

Wiwi en hasjis Met zijn Algerijnse celgenoot klikte het niet. Die man zou pogingen hebben ondernomen om hem te misbruiken. Toen S. hem bij één van die pogingen akelig toe­ takelde, werd hij door de bewakers bedwongen en in een isoleercel opgesloten. Daarna kreeg hij een andere celgenoot met wie hij wel goed opschoot. Toch werd hij iets later voor een tweede keer in een isoleercel geplaatst voor wat ‘wiwi’ genoemd wordt. Dat wil zeggen dat je met een laken door het raam iets binnen­smokkelt in de ge­vangenis. ‘Ik probeerde via een vriend een gsm te bemachtigen omdat dat veel geld waard is in de ge­ vangenis’, zegt S. ‘Maar ik had na één poging wel door dat het risico

10

te groot is. Er is niets zo beklijvend als een isoleercel.’ Andere betaal- of ruilmiddelen zijn sigaretten en hasjis, een verdovend middel dat van cannabis gemaakt wordt. Die hasjis kunnen gedetineerden binnensmokkelen als ze bezoek hebben. Ze krijgen een bolletje in hun hand gedrukt door een vriend en slikken dat in. Eenmaal ze door de controle zijn, wordt het verhandeld en gerookt in de gevangenis. S. doodde de tijd in de cel vooral met sport en tekenen. ‘Op het ­einde stond mijn hele cel vol muurtekeningen’, lacht hij. ‘Meestal waren dat nietszeggende ­prenten, maar soms ook spreuken over vrijheid en herinneringen aan L­ ibanon.’ Hij had weinig contact met andere gedetineerden en wilde zich zoveel mogelijk op de achtergrond houden. ‘Met zware criminelen die voor moord of verkrachting vastzitten, wil je maar liefst niets te maken hebben’, zegt hij. ‘En met anderen is het vaak moeilijk om te communiceren omwille van de verschillende taal.’


Politiek 25.000 euro per dag Toen S. twee jaar geleden in België aankwam, vroeg hij meermaals asiel aan, maar werd steeds ge­ weigerd. Hij trok daarom in bij zijn neef Ahmed die wel een verblijfsvergunning en een officiëel adres had. In dat huis woonden twaalf mensen waarvan iedereen illegaal in België verbleef, met uitzondering van Ahmed zelf. Na een lange tijd geen inkomen te hebben gehad, stelden enkele huisgenoten voor om cocaïne te verkopen. ‘Doorgaans bleven er drie personen in het huis die ervoor zorgden dat het geld en de drugs goed verdeeld werd. De rest begaf zich rond de metro­ stations van Brussel om de cocaïne te verkopen’, zegt S. Soms verkochten ze een halve kilo per dag wat goed is voor ongeveer 25.000 euro. Zo konden ze in een klein jaar ongestoord veel geld verdienen. Later bleek echter dat de Brusselse recherche de drugsbende al een tijdje in de gaten hield.

Nooit meer In maart 2014 werd S. samen met een handlanger gearresteerd aan het metrostation Clemenceau in Anderlecht. Hij vertelt hoe drie politie-combi’s het plein afsloten en een tiental agenten rechtreeks op hen afstevenden. De politie vond vijf gram cocaïne, twee gsm’s en 1500 euro in cash geld op hem, wat hem verdacht genoeg maakte om op te sluiten in voorlopige hechtenis. Tijdens het onderzoek kon de politie aan de hand van zijn gsm kopers arresteren die S. identificiëerden als drugsdealer. Ook de ­andere dealers die in het huis van neef Ahmed actief waren, werden gearresteerd bij een inval van de politie twee dagen later.

De gevangenis van Mechelen is een voorhechtenisgevangenis waar 71,4% beklaagden en 28% veroordeelden zitten.

Na zijn verblijf in de gevangenis is S. vastberaden om nooit meer terug te moeten keren en heeft hij naar ­eigen zeggen geen drugs meer aangeraakt. Hij is nog altijd illegaal in België, maar onderneemt nieuwe pogingen om via een advocaat asiel aan te vragen. S. is in de leer bij een kapper en krijgt, naast kost en inwoon, een vergoeding van twintig euro per dag voor zijn hulp in de kapperszaak.

11


Menek端lt

12


Politiek

Isis verovert het web In Google trends staat ISIS bovenaan de toplijsten. Het is de tweede grootste zoekopdracht, na Ebola, op de lijst voor wereldnieuws. Sinds januari steeg het aantal zoekopdrachten die het woord ISIS bevatten op Google met 62%. Vorige zomer lag dat nog hoger. Tekst Wannes Hobin

Flames of War

Maldiven en Kosovo. Dat zijn landen waar relatief veel steun is voor IS of het kalifaat, zoals Yemaah Islamya in Indonesië.’

‘Tussen juli en oktober vorig jaar kreeg de terreurgroep online veel aandacht’, vertelt Martijn Lauwens, eind­ redacteur bij De Morgen en Midden-Oostenkenner. ‘Dat kwam na het uitroepen van het kalifaat eind juni.’

Op de vierde en vijfde plaats volgen respectievelijk Trinidad en Tobago en Brazilië.

‘Islamitische Staat bestookte het internet op dat moment met een reeks propagandafilmpjes. Zoals live-executies en de teaser van ‘Flames of War’, een documentarische film over de overwinningen van IS, die viraal ging.’ Vanaf oktober daalde de trend weer even tot eind december.

ISIS of ISIL?

De meest voorkomende gerelateerde zoekopdrachten zijn Isis Valverde (Braziliaanse actrice), ISIS video en Isis Taylor (porno-actrice). De snelstgaande trends zijn Iraq, ISIS Iraq en ISIS beheading.

Steun voor IS

In vergelijking met andere benamingen voor de terreur­ groep zoals ISIl of Daesh, levert ISIS opvallend meer zoekopdrachten op. Toch zorgt de persoonsnaam Isis ervoor dat Google veel onderwerpen vindt die niets met Islamitische Staat te maken hebben.

‘Maar naar aanleiding van de aanslagen in Parijs is de terreurgroep nu terug ‘populair’’, zegt Lauwens. ‘Opvallend is dat de zoekopdracht ISIS proportioneel niet het grootst is in Europa, maar wel in Indonesië, de

13


Menekült

‘Wij zijn het volk’

Op maandag twee maart betoogde PEGIDA Vlaanderen in Antwerpen. PEGIDA is oorspronkelijk een Duitse protestbeweging die verzet biedt ­tegen immigratie en de islamisering van Duitsland en Europa. In januari 2015 verenigden Vlaamse aanhangers zich op Facebook. Op sociale media roepen ze op om samen te betogen tegen IS en de islam. De betoging van twee maart was de eerste, maar er zullen er nog meer volgen. Tekst en fotografie Anouk Haleyt

14


窶ケolitiek

Om 19 uur 30, een halfuur voor de betoging van start ging, was het Conscienceplein in Antwerpen nog vrij leeg. Er liep al wat volk rond maar meestal was dit politie in burger.

15


Menekült

Alle mensen die op het plein waren, werden door de agenten gewaarschuwd. “Als we zien dat u mee betoogt wordt u opgepakt”.

16


Politiek

Om 20 uur stipt kwamen de betogers uit de zijstraten het plein op gewandeld. Terwijl ze de Vlaamse vlaggen in de lucht hielden, riepen ze “Wij zijn het volk”.

17


Menek端lt

De betogers luisteren samen naar de woordvoerder van PEGIDA Vlaanderen, Rudy Van Nespen.

18


Politiek

De betogers hebben duidelijk tijd gestoken in de betoging. Met deze cartoon willen ze aantonen dat we in een land leven waar de verschillende bevolkingsgroepen verschillende verlangens hebben.

Met slogans als ‘Wij zijn het volk’ en ‘Vrijheid eindigt waar islam begint’ maakt PEGIDA Vlaanderen duidelijk waar ze zicht tegen verzetten, immigratie en de islam.

19


Menek端lt

De stad Antwerpen had de betoging verboden door het hoge terreurdreigingsniveau. PEGIDA Vlaanderen negeerde dit verbod en betoogde toch.

20


窶ケolitiek

Aangezien de betoging officieel verboden was, waren de 250 betogers niet verrast wanneer de politie om kwart na acht langs de zijstraten het plein opliepen en hen omsingelden.

21


Menek端lt

De agenten droegen helms en waren gewapend met knuppels en schilden. Ze hielden de betogers in bedwang, niemand mocht het plein verlaten.

22


窶ケolitiek

227 betogers kunnen een GAS-boete krijgen en 12 betogers werden opgepakt en naar een cel gebracht.

23


Menek端lt

De vraag is niet of er nog een PEGIDA-betoging komt, wel wanneer die er zal komen.

24


Politiek

Antwerpse joden emigreren niet Toen vorige week een joodse veiligheidsagent werd gedood in de Deense hoofdstad Kopenhagen, deed Netanyahu, de Israëlische premier, een oproep aan alle joden om te vertrekken uit Europa. Iets wat niet meteen positief onthaald werd door verschillende Joodse gemeenschappen, zoals de Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen. Tekst Kelly Coudijzer

Immigratie Joden

De schietpartij in een synagoge in Kopenhagen ­zorgde voor heel wat reacties uit de hele wereld. Maar de uitspraak van de Israëlische premier Netanyahu was eentje om te onthouden. Netanyahu, lid van de con­ servatief-liberale partij Likoed, pleitte namelijk voor een massale immigratie van joden. Netanyahu deed een oproep aan alle joden.

Geen goede oplossing

Veel joodse gemeenschappen en zelfs Israël gaan niet akkoord met hun premier. Zo ook Daniël ­Rouges, voorzitter van de Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen. Hij betreurt de uitspraken van Netanyahu. ‘Het zou Israël goed uitkomen, maar een immigratie uit angst wordt niet gezien als een goede oplossing.’ Toch willen joden uit Frankrijk vertrekken omwille van de onveilige situatie. ‘ Zij wijken dan uit naar de Verenigde Staten of het ­Verenigd Koninkrijk.’

dat de burgers veilig zijn’, aldus de voorzitter. De Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen zorgt ervoor dat mensen, voornamelijk christenen, meer in contact komen met de joodse cultuur. Dit wordt bevorderd door het organiseren van voordrachten in combinatie met het open karakter van de contactgroep.

Conferentie

Op 17 en 18 maart vindt er in Westmalle een con­ ferentie plaats van de Antwerpse contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen. Deze conferentie zal gaan over de relatie tussen het jodendom en het christendom.

Veiligheid burgers

‘Net zoals de Franse en Deense regering en ook de Israëlische premier Netanyahu moeten wij ervoor zorgen

25


Menekült

‘Ik ben overal de vreemdeling’ Brahim Abdi (30) vluchtte toen hij tien jaar was voor de burgeroorlog in Somalië. Samen met zijn zus en haar vriend vluchtte hij naar België omdat de situatie in zijn thuisland te gevaarlijk was. “ Ik voel me nergens thuis. Wanneer ik in België ben, ben ik een buitenlander. Wanneer ik terug ben in Somalië, ben ik een Europeaan.’ Tekst Anouk Haleyt

Wanneer Brahim in 1995 uit zijn thuisland Somalië vluchtte, was de situatie daar erg gevaarlijk. “Ik ben gevlucht omdat ons leven bedreigd werd. De oorlog was echt waar wij waren, we zaten er middenin. Er zijn momenten geweest dat de kogels langs mij vlogen. Dat is voor iedereen indrukwekkend, zeker voor een ­jongentje van tien.’

Belg, aangezien ik beter Nederlands spreek dan mijn moedertaal. Ik woon hier ook al langer dan ik daar heb gewoond. Toen ik hier aankwam duurde het wel even voor ik geïntegreerd was. Ik sprak de taal nog niet en de levensstijl is hier helemaal anders’, vertelt Brahim.

Teruggestuurd

Met zijn ervaringen als vluchteling is hij de geschikte persoon om anderen te helpen en bij te staan in hun ­integratieproces, dat doet hij ook. ‘Ik werk halftijds in de bouw, de rest van mijn dagen breng ik door bij vluchtelingen die in België aankomen. Ik leer hen de taal, leer hen de cultuur kennen en help hen te in­tegreren. Zelf werd ik hier meteen erkend als vluchteling en had ik meteen een verblijfplaats. De tijden zijn veranderd, nu zie ik vaak mensen teruggestuurd worden. Mijn mama is al regelmatig naar België gekomen. Voor haar is dat meestal een cultuurshock. Ikzelf zou nooit meer terug in Somalië willen wonen, ik ben hier gewoon gelukkig.

Vermoord

‘Ik ben naar België gekomen met mijn zus en haar vriend’, vertelt Brahim. ’Mijn mama is in Somalië ge­bleven en mijn vader is vermoord in de oorlog. ­Opgroeien zonder ouders heeft er volgens mij voor gezorgd dat ik zelfstandig ben. Ik heb zelf een zoontje, het stelt me gerust dat hij opgroeit in een goede ­omgeving, zonder gevaar.’ ‘Ik heb geluk gehad dat ik in België ben terecht­ gekomen, het leven is hier veel beter. Ik voel me vooral

26


Politiek

Toch voel ik me nooit ergens echt thuis. In Somalië ben ik de man uit Europa en hier ben ik de buitenlander. Ik ben overal de vreemdeling.’

‘Ik heb geluk gehad dat ik in België ben terechtgekomen, het leven is hier veel beter’ schuifdeuren

Brahim vertelt een verhaal over een van de vlucht­ elingen die hier aankwam. ‘Zijn moeder had voor hem gebeden opdat hij goed zou arriveren en had gezegd dat ze hoopte dat alle deuren voor hem zouden opengaan. Toen ik hem opwachtte in de luchthaven, kwam hij via schuifdeuren de aankomstterminal binnen. De man wist niet waar hij het had en dacht dat dit de soort deuren waren waar zijn moeder het over had.’

Brahim werd in België meteen aanvaard als vluchteling en kreeg een huis toegewezen door de VN.

‘Ik heb in België veel slechte momenten gehad, maar ook mijn mooiste herinneringen heb ik aan dit land te danken. Dankzij mijn ervaringen sta ik sterk in mijn schoenen. Ik ben zelfstandig, onafhankelijk en kan ­alles goed relativeren’, aldus Brahim Abdi.

27


Menekült

‘Ze noemen me wel eens ‘Chinees’, dat doet me niets’ Mack Vichayong (21) is geboren in Thailand en woont en studeert in Mechelen. Nadat zijn mama de liefde vond bij een Belg, kwamen ze in 2001 naar België. Volgens Mack is het migratiesysteem gedurende de afgelopen jaren drastisch veranderd. ‘Toen ik naar België kwam was al het papierwerk snel in orde, nu kan dit maanden duren.’ Tekst en fotografie Anouk Haleyt

In Thailand woonde Mack bij zijn tante, de zus van zijn vader. ‘Mijn mama moest steeds in een andere stad werken. Daar leerde ze mijn stiefvader kennen, een Belg. Ze zijn in Thailand getrouwd en een tijdje later zijn we met z’n drieën vertrokken naar België. Mijn ­vader heb ik nooit gekend. Hij wilde geen contact met mij en is op jonge leeftijd gestorven. De enige persoon van mijn vaders familie dat ik ken, is mijn tante.’

allochtonen van Afrikaanse afkomst. De Aziatische cultuur wordt hier nu eenmaal beter ontvangen. Zelf maak ik geen onderscheid tussen allochtonen en ­autochtonen. Mijn Belgische vrienden beschouwen me meer als Belg dan als allochtoon. Mijn vrienden die ook allochtoon zijn beschouwen me niet als Belg, maar als buitenlander. De twee houden mekaar mooi in evenwicht.’

Moedertaal verleerd

Thaise sfeer

‘Ik kan me niet herinneren dat ik ooit gepest ben. Ik heb me nooit veel aangetrokken van anderen hun mening. Soms noemen ze me wel eens ‘Chinees’ maar dat doet me niets. Ik denk dat ik minder gepest wordt dan

Tegenwoordig volgt Mack tweedekansonderwijs. ‘Ik wil zo veel mogelijk werken en geld verdienen. Mijn grote droom was altijd al om steward te worden. Ik hoop nog steeds dat dit lukt in de toekomst, al moet mijn Frans dan wel worden bijgeschaafd.’ Mack werkt

Mack arriveerde in België toen hij zeven jaar was. ‘Ik ging naar het tweede leerjaar en sprak geen woord Nederlands. Daardoor heb ik dat jaar opnieuw moeten doen. Vanaf mijn tweede jaar in België ging het alleen maar beter, als je jong bent leer je nog gemakkelijk nieuwe dingen. Wat ik jammer vind, is dat ik mijn moeder­taal verleerd ben. Door Nederlands te leren, spreek ik geen Thais meer.’

Als ik in Thailand ben, voel ik me goed. Ik voel me daar zowel op vakantie als thuis. Hoewel ik al meer dan tien jaar in België woon, hangt er bij ons thuis toch een Thaise sfeer. Ik ben blij dat ik nog steeds in contact kom met de cultuur uit mijn thuisland. In december hoop ik mijn familie opnieuw te kunnen bezoeken, dat is er de laatste jaren niet meer van gekomen.’

28


Liefde

Verliefd op Londen ‘Ik wil zelf niet emigreren en dat ligt niet aan het feit dat ik zie hoe moeilijk het is om de papieren in orde te krijgen. Ik wil mijn toekomst gewoon verderzetten in België. Als ik ooit naar een ander land zou verhuizen zou het Groot-Brittannië zijn. Ik ben verliefd op ­Londen. Daarom zit ik zo vaak in de Irish Pub, daar komt de Engelse cultuur duidelijk naar boven.’ Mack vindt het debat over migratie heel belangrijk en zegt dat België veel toelaat. ’Hier zie je allochtonen in de politiek, dat is zeldzaam en dat kennen ze in andere landen niet. Op televisie zie je al eens dat een vluchteling wordt teruggestuurd naar zijn thuisland. De ­reacties hierop zijn vaak heel uiteenlopend. Sommigen vinden dat goed, anderen vinden het erg voor de persoon in kwestie. Ik begrijp dat de beslissing genomen moet worden, niet iedereen kan zomaar binnen­ wandelen en hier blijven. Zeker niet in deze tijden van oorlog, waarbij iedereen zijn land uit vlucht.’

Grootouders

Mack heeft het tegenwoordig moeilijk met het feit dat hij zijn grootouders in Thailand graag nog een keer zou zien, voor ze sterven. ‘Ik ga in december terug naar Thailand, hopelijk ben ik dan nog op tijd. Ik zou in de zomer kunnen gaan maar dan is het in Thailand regenseizoen. Als ik in de winter ga is het weer beter maar ik wil toch zeker een maand kunnen uitrekken voor mijn verblijf, dat lukt niet met school.’

‘Ik heb geen broers of zussen. De enige familie die ik heb, behalve mijn mama, woont in Thailand.

voor drie verschillende bedrijven: Catering Lamot, Catering Gybels en het Chinese restaurant Hong Kong Garden. ‘School en werk combineren lukt nu beter dan vorig jaar. Ik doe harder mijn beste en dat zie je aan mijn resultaten.’

‘Als ik iets zou kunnen veranderen in de toekomst is het dat ik meer deel wil uitmaken van mijn familie in Thailand. Ik wil terug Thais leren zodat mijn kinderen deze taal ook onder de knie krijgen. Dan kan ik ook hen in contact brengen met mijn Thaise familie.’

29


Menekült

‘Het was liefde op het eerste gezicht’ De Ierse Máire en de Kroatische Belg Michel leerden elkaar kennen in Spanje en wonen nu in België

30


Liefde Het is bijna weekend, de zon schijnt en de vogeltjes fluiten. De ideale setting voor een gesprek over liefde. Ik krijg een kop koffie en een stuk taart aangeboden, het toont meteen dat ik in een warm nest ben terechtgekomen. De Ierse Máire Mackay (50) en de Belg met Kroatische roots Michel Cauwenberghs (49) vertellen hun verhaal over liefde op het eerste gezicht. Tekst en fotografie Kelly Coudijzer

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? Het koppel lacht en begint te blozen. Het is lang geleden dat ik ­zoiets bij volwassenen heb gezien en dit maakt me nog nieuwsgieriger naar hun verhaal. ‘In Spanje, jaren geleden. Het was 1988 en ik was daar aan het werk’, vertelt Máire. Terwijl zij een centje bijverdiende in het buitenland, ging Michel met zijn ­familie zijn centen uitgeven op vakantie. ‘Op een avond hebben we elkaar leren kennen in een bar in Cantabrië’, zegt ze met een glimlach. Het was liefde op het eerste gezicht. Michel ging na een paar dagen terug naar België, maar stond twee weken later terug in Spanje. Speciaal voor zijn Ierse Máira. Dit is ondertussen meer dan 25 jaar geleden.

‘Respect en plezier is heel belangrijk in onze relatie’

Maar Máire was niet zo makkelijk te krijgen. ‘Ik bleef in Spanje tot september en ben dan terug naar Dublin, gegaan. Toen het winter werd, trok ik naar Frankrijk om er te werken in een skioord.’ Ze werkte daar tot de winter voorbij was en in de zomer trok ze terug naar Spanje. ‘Zo ging het voor een jaar of twee en ik ben dan af en toe langs geweest’, zegt Michel.

Wanneer is dan de beslissing genomen om elkaar vaker te zien? ‘Na twee jaar hebben het erop gewaagd en ben ik naar België getrokken’, zegt Máire. ‘Ik vertrok samen met mijn Ierse vriendin, die toen Frans studeerde. Zo waren we toch met twee.’ Máire kwam aan in 1990 en is met Michel gaan samenwonen in het appartement van zijn ouders in Strombeek-Bever.

In die periode was er nog geen sprake van Facebook of Skype. Hoe hielden jullie contact? ‘We zagen elkaar niet vaak’, zegt Máire. ‘We communiceerden via de telefoon en stuurden elkaar brieven.’ Het koppel zag elkaar amper vier keer per jaar.

Alle begin is natuurlijk moeilijk. ‘Ik wist dat het een risico was’, zegt Máire, maar toen ik net ging werken bij Berlitz was het niet gemakkelijk.’ Máire zag haar kans

31


Menekült bij Berlitz, een organisatie die taalcursussen aanbiedt. ‘ Je moest eerst twee weken stage lopen en dan mocht je beginnen. Ik heb getwijfeld of ik wel op mijn plaats was, maar het is me toch gelukt. Maar goed ook, want dat was mijn ultieme en enige kans qua werk­zekerheid.’

misschien naar Ierland trekken. Misschien als we met ­pensioen zijn’, lacht Michel. De familie van Máire nam haar vertrek goed op. In die periode was het in Ierland bijna een traditie geworden dat de kinderen uit huis vertrokken en werk zochten in het buitenland. ‘Toen ik gedaan had met studeren was bijna iedereen van mijn klas vertrokken’, zegt ze.

Hebben jullie nooit gedacht om naar Ierland te verhuizen? ‘Dat was nooit een optie en in die periode was er amper werk te vinden in Ierland’, vertelt Michel. ‘We hebben wel altijd gezegd dat we ooit

32 Ondakns haar afkomt voelt Máire zich nu thuis in België


Liefde

Wanneer ik naar hun handen kijk, zie ik geen ringen. Zijn jullie getrouwd?

‘Gelukkig is Ierland niet zo ver, maar vroeger was het wel veel duurder om te reizen’, vertelt Michel. Het koppel gaat ongeveer twee keer per jaar naar Dublin.

‘Ja, wij zijn getrouwd’, zegt Máire. ‘Maar ik ben mijn ring verloren en die van Michel ligt in de schuif.’ Michel lacht en zegt: ‘Ik doe enkel mijn ring aan als we naar Ierland gaan. Voor Máire’s mama, die heel katholiek is.’

‘Dat was voor mij toch een grote aanpassing’, zegt Máire. ‘ Het was voor mij moeilijk om een thuis te ­vinden. In het begin zag ik Ierland als mijn thuisland, maar na een paar jaar was dat gevoel minder. Terwijl ik toen België ook nog niet als mijn thuisland zag.’

‘Onze relatie is zo goed, omdat we elkaar door en door kennen. Maar ook omdat we elkaar voldoende ruimte geven en respecteren’, besluiten ze samen.

‘Ook voor onze kinderen is het belangrijk om contact te houden met hun Ierse familie’, zegt Máire. ‘We vinden het een verrijking dat ze een andere cultuur hebben leren kennen, waar ze ook van houden.’ Hun kinderen, Sive (21) en Cian (19), voelen zich wel op en top Belg. ‘Zij zullen niet meteen verhuizen naar Ierland.’

‘Het feit dat we allebei van Europese landen zijn, maakt het gemakkelijk’

Toch probeert het koppel de typische Ierse tradities naar België te brengen. ‘Vooral Irisch coffee’, lacht Máire. Maar ook het kerstfeest vinden ze aangenamer in Ierland. ‘De kinderen moeten altijd wachten om hun cadeautjes open te maken. Die gaan pas open in ­Ierland’, zegt Máire.

Hebben jullie familie die in België verblijft?

Het was dus een hele aanpassing om naar België te komen. Is België een toegankelijk land?

‘Mijn schoonmoeder, Michels mama, woont ook in ­België’, zegt Máire. ‘Zij is moeten vluchten tijdens de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog en heeft hier haar man leren kennen, Michels papa.

‘Vanuit Ierland was het gemakkelijk om naar België te komen’, zegt Maire. ‘Maar toen ik hier aankwam, moest ik wel elke paar maanden naar het politiekantoor ­komen. Dit was om mijn identiteitskaart te verlengen en om te controleren of ik wel degelijk aan het werk was. Ik moest bewijzen dat ik hier niet zomaar was.’

‘Tijdens die oorlog is er ook een neef van mij gevlucht’, zegt Michel. Ik vraag of de neef nog steeds in België verblijft. ‘Nee’, lacht Máire. ‘Die heeft een Ierse vriendin van mij leren kennen en is naar Ierland verhuisd. Vrienden vragen ons dikwijls of we nog vrienden of familie­leden hebben die vrijgezel zijn.’ (lacht)

‘Het feit dat we allebei van Europese landen zijn, maakt het gemakkelijk’, concludeert Michel.

Ierland of België? Waar ben je nu thuis, Máire? ‘In België.’ (lacht)

33


Menekült

‘De beste tijd van mijn studie heb ik in Mechelen doorgebracht op Eramsus’

Slovaakse wordt uitbaatster nieuw koffiehuis in Thomas More

Denisa kijkt uit naar de nieuwe samenwerking met studenten van Thomas More.

34


Arbeid

Denisa Benkovà is medezaakvoerder van koffiehuis Sister Bean in Mechelen. Twee jaar geleden verliet ze haar thuisland Slovakije en migreerde naar België. ‘In Slovakije is er bijna geen werkgelegenheid’, zegt ze. ‘Bovendien kan je daar met een gemiddeld inkomen nauwelijks de huishuur betalen.’ Tekst en fotografie Wannes Hobin

Van OOst naar west

sprak. ‘Ik heb me onmiddellijk ingeschreven voor een cursus Nederlands in het volwassenonderwijs bij Syntra. Hoewel ik echt een hekel heb aan studeren en gezworen had dat ik nooit meer een studie zou aanvatten, ­besefte ik dat het noodzakelijk was.’

Na het behalen van een master in pedagogie, besloot Denisa (26) om haar heil in West-Europa te zoeken wegens een gebrek aan kansen in Slovakije. ‘Vooral in de sociale sector is het moeilijk om een job te vinden. Leerkrachten en ambtenaren zijn ook vaak grimmig of onbehulpzaam omdat die zo onderbetaald worden’.

Ze begon te werken als poetsvrouw in en rond ­Mechelen en verdiende genoeg om een studio te kunnen huren. Vaak reed ze tien tot vijftien kilometer per dag met de fiets om van het ene huis tot bij het andere te geraken. Het was een vermoeiende job, maar ze bleef positief over de toekomst. ‘Grote villas in rijke achterbuurten van boven tot onder kuisen is niet mijn favoriete bezigheid’, zegt ze. ‘Maar ik heb niet veel nodig om gelukkig te zijn, denk ik. Bovendien hoorde ik van mijn klas­genoten in de les Nederlands hoe moeilijk ze het hadden om rond te komen. Ik was blij dat ik de vrijheid en mogelijkheid had om voor mezelf in te staan.’

Ze vertelt hoe een conservatieve regering er nog steeds een socialistisch beleid voert dat volgens haar neigt naar communisme. ‘Het gemiddelde inkomen van een werknemer bedraagt vijfhonderd euro per maand, maar als je een huur moet betalen van vierhonderd euro volstaat dat niet. De staat is bovendien de ­grootste verhuurder van woningen en winkelpanden en zelfstandigen worden zodanig veel belast, dat het voor hen bijna onmogelijk is om winst te boeken’. Zonder goed weten wat ze precies wilde doen, was de keuze om werk te zoeken in België rap gemaakt. ‘De beste tijd van mijn studie heb ik in Mechelen doorgebracht toen ik hier op Eramsus was. Ik heb ook met verschillende mensen gesproken over de werk­gelegenheid in België en het Vlaamse onderwijs­systeem. Eenmaal ik mijn diploma behaald had, heb ik zonder twijfel een vlucht geboekt en sindsdien woon ik hier’, lacht ze.

Na drie maanden had ze echter genoeg van het ­poetsen en nadat ze had gehoord dat Sister Bean verlegen zat om personeel, besloot ze haar kans te wagen. ‘Ik was voordien al een vaste klant bij Sister Bean. Bijna elke dag sinds ik hier woonde, ging ik er een koffie drinken. Toen ik hoorde dat ze daar personeel zochten, heb ik gewoon aan de toenmalige eigenaar Sara Gooyens gevraagd of ze mij konden gebruiken.’ Ondanks haar gebrekkig Nederlands op dat moment werd ­Denisa aangenomen omwille van haar ervaring en kennis die ze had opgedaan in een tearoom in Slovakije. Ze glundert wanneer ze vertelt: ‘Toen is mijn leven hier echt be­ gonnen. Ik kwam in een super team terecht en maakte

Terug naar school

Toen Denisa in de zomer van 2013 in België aankwam, soliciteerde ze bij verschillende interimbureaus, maar werd vaak afgewezen omdat ze geen Nederlands

35


Menekült

veel vrienden. Ook mijn Nederlands ging er in een sneltempo op vooruit. Het was heerlijk om ­eindelijk wat contact te hebben met de mensen tijdens het werk.’

een goed overzicht van wat studenten het meest bestellen en kunnen we nu al polsen of we binnekort ook jobstudenten kunnen tewerkstellen.’

Take away

Zigeuners en Arabieren

Toen Denisa hoorde dat Gooyens op het punt stond om de zaak te verkopen, kwam dat aan als een schok. Ze wist niet wat te verwachten en was onzeker over haar positie. ‘Ik had schrik dat ik mijn job al snel kwijt zou zijn, maar gelukkig klikte het meteen met de nieuwe eigenaar Ricardo Gekhiere. Hij zag dat ik het werk goed onder de knie had en bood me zelfs aan om mee te bepalen waar de nieuwe zaak voor zou staan en hoe die er moest uitzien. Ik heb het geluk dat ik in een collectief van jonge en enthousiaste mensen ben terechtkwam.’

Na twee jaar in de Belgische cultuur te hebben geleefd, vallen Denisa veel verschillen op met de Slovaakse. ‘Volgens mij zijn de mensen hier individualistischer dan in Slovakije. Daar heerst ook echt nog een samen­ horigheidsgevoel. Wij zijn heel chauvinistisch en ­bijgevolg solidair met elkaar’, zegt ze. ‘Ik heb de indruk dat het in België meer ieder voor zich is.’ Volgens haar staat de Belgische samenleving wel meer open voor andere culturen dan de Slovaakse. ‘Hier zie je overal mensen van verschillende afkomst. In het begin moest ik me daaraan aanpassen. In Slovakije zijn de enige allochtonen zigeuners en zelfs die zie je niet zoveel. Dat zorgt er ook voor dat wij sceptisch zijn tegen­ over vreemdelingen.’

Sinds maart heeft het koffiehuis ook een afhaal­ container voor de ingang van Thomas More aan campus De Vest. Vanaf september zou er zelfs een tweede ­Sister Bean komen in één van de campusgebouwen. ‘Het pand op de Vismarkt wordt op dit moment verbouwd om functioneler te kunnen zijn in de toekomst. Daarom hebben we in overleg met de hogeschool beslist om tijdens deze tijdelijke sluiting een afhaaldienst aan te bieden aan de studenten.’

Vorige zomer was Denisa op bezoek in Slovakije en zag daar voor het eerst Arabische immigranten in de stad waar haar familie woont. Ze moesten lachen toen ze zag hoe de mensen reageerden. ‘Deze Arabieren komen zich hier vestigen omwille van onze warm­ waterbronnen. Ik had mijn vrienden er al veel over horen discussiëren, maar toen ik een gesluierde vrouw op straat zag, schoot ik in de lach omdat de mensen ­bleven staan, hun hoofd draaiden en zelfs ongegeneerd naar haar wezen. Op dat vlak hebben we nog veel te leren’, aldus Denisa.

‘Het is grappig om terug te zijn op de school waar ik gestudeerd heb. Telkens ik door de gangen wandel, duiken er mooie herinneringen op’, lacht Denisa. Over de plannen voor een tweede Sister Bean wil ze voor­lopig niet teveel kwijt. ‘Ik denk dat het zal aanslaan, maar dat zullen we nog zien. Dankzij onze container krijgen we

36


窶アrbeid

Turkse markt, dテゥ toeristische trekpleister in hartje Berlijn

De Turkse markt bevindt zich op een mooie locatie aan de spree

De Turkse markt Maibachufer bevindt zich net over de districtsgrens in Neukテカlln, een van de vele wijken in Berlijn met een rijke geschiedenis. De wijk staat gekend om zijn uitgaansleven en linkse bevolking. Maar ook om zijn diversiteit. Het is altijd al een wijk geweest waar verschillende bevolkingsgroepen samenwoonden. Ten tijde van de Berlijnse muur was het de dichtst bevolkte wijk. Een plaats voor buitenlanders, kunstenaars en jongeren. Tekst en fotografie Kelly Coudijzer

37


Menekült

De thuisplek voor Turken

cultuur en wonen vooral in Kreuzberg en Neukölln. Wanneer je in bepaalde straten rondloopt, waan je je in Turkije. De Turkse supermarkten en kebabzaken zijn hier dan ook talrijk aanwezig.

In de tweede helft van de 20e eeuw werden ­sommige stadsdelen van Berlijn overspoeld met alter­ natievelingen en Turken. Neukölln en Kreuzberg zijn twee van die stadsdelen. Rijke mensen waren niet ­geïnteresseerd in wijken zoals Neukölln en Kreuzberg, door het grote aantal migranten en de hoge criminaliteits­cijfers. Daarom werd de wijk overspoeld met jongeren, die goedkoop een woning vonden, en Turkse families. Kreuzberg wordt niet voor niets ook Little Istanbul genoemd.

MaIbachufer

Net als op de Turkse markt in Neukölln staan hier elke dinsdag en vrijdag marktkramers hun producten te verkopen aan voorbijgangers. De markt krijgt de naam van de straat, MaIbachufer.

Er wonen zo’n 300.000 Turken in de Duitse hoofdstad. De cijfers spreken voor zich, de grootste Turkse gemeenschap, buiten in Turkije zelf, vind je in Berlijn. Maar hoe komen deze families in Duitsland? Zet je schrap voor een stukje geschiedenis!

De Turkse markt is gekend onder de inwoners, maar ook onder de toeristen. Het ruime aanbod aan pro­ ducten heeft hier waarschijnlijk iets mee te maken. Op deze markt zijn vooral Turkse marktkramers aanwezig. Maar ook jonge Duitsers wagen hier hun kans om hun producten te verkopen. Zo ook de Duitse Mareike von Stauern. ‘Vorig jaar ben ik begonnen met mijn eigen kraampje. Ik ben zelf een grote fan van lederen handtassen en daarom besloot ik ze te verkopen. Ze zijn erg in trek bij jongeren.’

Hoe kwamen Turken in Berlijn terecht?

Rond 1700 kwamen de eerste Turken naar Berlijn. Het waren rijke handelaars die de hoofdstad de perfecte plaats vonden om hun producten te verkopen. Hun specerijen en kruiden waren perfect voor de markt van Duitsland. Vele jaren later, tijdens de Eerste ­Wereldoorlog, kwamen diplomaten in Berlijn wonen.

Op de Turkse markt vind je werkelijk alles. Fruit, groenten, vlees, vis, kleding, kortom het typische aanbod van een markt. Maar de Turkse markt zou de Turkse markt niet zijn als er geen Turkse gerechten verkocht werden.

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er, net als in ­België, vele gastarbeiders naar het land. In Duitsland waren dit vooral Turkse mannen die op zoek waren naar een beter leven voor hun families. Net zoals veel gastarbeiders waren ook de Turken van plan om ­enkelen maanden te werken in de fabrieken en dan terug te keren naar hun land van herkomst. Maar de Turkse ­mannen bleven in Duitsland. Hun vrouwen en kinderen volgden later.

Je kan hier terecht voor een broodje kebab of falafel, typisch Turkse broden, zoals Yufka en natuurlijk voor de zoete bekken, lokum of Turks fruit. De Turkse marktkramer Carlos verkoopt zijn fruit en groenten met passie. Hij noemt zichzelf de luidste en beste verkoper van Kreuzberg en de kopers geven hem geen ongelijk. Tientallen mensen staan aan te schuiven aan zijn kraampje. ‘Groenten en fruit zijn de ­ideale producten voor mij. Ze zijn levensnoodzakelijk en dus makkelijk te verkopen’, vindt Carlos.

Momenteel wonen de tweede en derde generaties in Berlijn. De Turkse families blijven eerder in hun eigen

38


窶アrbeid

De marktkramers maken zich klaar voor een drukke dag.

39


Menekült

Je vindt hier niet alleen de meest uiteenlopende producten, maar ook de meest uiteenlopende mensen. Turk of geen Turk, jong of oud, toerist of inwoner. ­Iedereen kan hier terecht. Dat is een van de voordelen aan de markt in Kreuzberg.

Breng een bezoekje aan Maybachufer!

Mareike staat nog wekelijks op een andere markt, maar die in Kreuzberg blijft haar favoriet. ‘De sfeer die hier is, kan je niet vergelijken met andere markten. Doordat er hier zo veel verschillende leeftijden en natio­ naliteiten rondlopen, blijft deze markt erg levendig.’

Als je in Berlijn verblijft, is een bezoek aan deze markt zeker een aanrader. Interesse? Zet je dan schrap voor een dag vol nieuwe ontdekkingen en vergeet zeker niet af te dingen!

Ook toeristen komen graag naar deze wekelijkse markt. Je hoort er verschillende talen door elkaar: Turks, Duits, Engels en Frans. Dat deze markt een toeristische trekpleister is, levert enkel voordelen aan de markt­ kramers. Carlos is altijd bereid deze mensen te helpen. ‘Aan mijn Engels moet nog gewerkt worden, maar aan mijn verkoopkunsten niet’, lacht hij.

Waar?

Ook Mareike vindt de toeristen een verrijking voor de markt. ‘Het is leuk om te weten dat mensen van over hele wereld rondlopen met een tas van mijn kraampje.’

Elke dinsdag en vrijdag van 10 uur tot 18 uur. Op feestdagen wordt de markt meestal verplaatst naar donderdag.

Metro: Neem U1 Warschauer Straße naar halte ­Kottbusser Tor. Tien minuten wandelen richting het Landwerhkanal. Adres: Maybachufer

Wanneer?

Weinigen vertrekken hier zonder zakken met etens­ waren of leuke hebbedingetjes. Net zoals de Turk Emir. ‘Ik kom elke week naar deze markt. Al is het maar om de sfeer om te snuiven of om mijn vrienden te be­groeten.’

40


窶アrbeid

Het volk stroomt toe om de sfeer op de markt op te snuiven.

41


Menek端lt Op de Turkse markt vind je een ruim aanbod aan stoffen.

42


窶アrbeid Mareike begon vorig jaar met haar eigen kraampje.

43


Menekült ‘Jongeren vinden de tassen erg leuk.’

44


窶アrbeid

Turkse vrouwen tonen hun beste kookkunsten.

45


Menek端lt

Zoals op elke markt kan je ook hier terecht voor vers fruit.

46


窶アrbeid Carlos verkoopt zijn producten met hart en ziel.

47


Menekült Emir: ‘Ik kom graag een bezoekje brengen aan mijn vrienden.’

48


窶アrbeid

49


Menekült

Allochtonen stelen onze jobs niet Immigranten komen naar België voor een beter leven, alleen of met hun gezin. Eén van de meest voorkomende clichés over vluchtelingen en immigranten is dat ze onze jobs innemen. ‘Ze komen hier ons werk afpakken’, hoor je wel eens. Niets is minder waar. Tekst Anouk Haleyt

In 2014 namen meer dan zeventienduizend vlucht­ elingen hun koffer om naar België te komen. In de ‘Top 10 landen van herkomst’ is Afghanistan koploper, gevolgd door onder andere Syrië, Irak, en Rusland. Vlucht­elingen die naar ons land komen door de dreigende toestand in hun land, komen niet naar hier om te werken.

herkomst’. In 2014 stond Syrië op de tweede plaats en nu, volgens de cijfers van het CGVS van februari 2015, staat Syrië op kop. De vluchtelingen die in ons land blijven, moeten ook aan de slag kunnen. Bij autochtonen hoor je vaak dat allochtonen hun jobs innemen. Willem Vansina, verantwoordelijke van arbeidsmarktinformatie bij VDAB, is het hier niet mee eens. ‘Het idee dat allochtonen jobs stelen is fout.’

‘De meeste nieuwkomers hebben diploma’s die in België niet erkend worden’

Volgmigratie

Volgens Willem komen niet alle migranten naar hier om te werken. ‘De impact van de immigratie is niet altijd gemakkelijk in kaart te brengen, maar in België is er meestal sprake van volgmigratie. De immigrant gaat dan bij een familielid wonen dat reeds in België ­geï­ntegreerd is. Deze migranten komen niet naar ­België om te werken.’

Op kop

Wanneer er in een land oorlog uitbreekt, vluchten de inwoners zo snel mogelijk zodat ze ergens kunnen gaan leven waar het beter en veiliger is. Sinds de burge­roorlog in Syrië begon, in 2012, komen steeds meer mensen van daar naar België. Voor de oorlog uitbrak stond Syrië nog niet in de ‘Top 10 landen van

Een groot verschil met Amerika en Australië is het soort migranten dat we aantrekken. ‘Europa trekt vooral laaggeschoolden aan die niet vlot inzetbaar zijn. Amerika en Australië trekken ingenieurs uit China aan.

50


Arbeid ­ elangrijkste stap om allochtonen aan het werk te b krijgen, is het oplossen van het taalprobleem. Het probleem met het Nederlands is dat het geen wereldtaal is. We proberen dan ook zo efficiënt mogelijk te werk te gaan door taalcursussen te combineren met een beroepsopleiding. Zo kunnen nieuwkomers sneller aan de slag’, zegt ­Willem. ‘Een ander probleem zijn de diploma’s. De meeste nieuwkomers hebben diploma’s die in België niet erkend worden. VDAB ondersteunt trajecten voor deze niet-erkende buitenlandse diploma’s zodat ze toch erkend kunnen worden en de nieuwkomer aan de slag kan.’ Ursula: ‘Daders moeten gestraft worden, gediscrimineerden vergoed’.

Discriminatie

‘We kunnen ons best doen om het te voorkomen, maar discriminatie op de arbeidsmarkt blijft een probleem. Zeker als het gaat over allochtonen. Het bemoeilijkt de zoektocht naar werk. Vele allochtonen worden a­f­ gerekend op het feit dat ze de taal niet goed spreken, dat ze laaggeschoold zijn en dat ze niet het juiste profiel hebben.’

Deze vacatures blijven in België en haar buurlanden open staan. Hierdoor is de werkloosheid zo hoog, ook bij allochtonen’, vertelt Willem. ‘Wanneer de nieuwkomers niet meteen werk vinden, komen ze in de algemene cijfers terecht. De meerderheid van de werkzoekenden in België zijn autochtonen. Gedurende de afgelopen maanden is de werkloosheid in België lichtjes gedaald. Als we naar de cijfers van mensen met niet-Europese nationaliteit kijken, kunnen we hierbij hetzelfde constateren’, vertelt hij. ‘Immi­ gratie heeft dus minder impact op de werkloosheid dan de meeste mensen zouden denken. Wanneer de werkloosheid stijgt, gebeurt dit zowel bij de ­autochtonen als bij de allochtonen.

getekend

Ursula Jaramillo is meerder keren gediscrimineerd. Ze is geboren in Santiago, Chili, en woont sinds 1993 in België. Zowel bij het zoeken naar werk als het zoeken naar een woning werd ze op haar afkomst afgerekend. ‘Ik was op zoek naar werk als bediende. Tijdens een sollicitatiegesprek kreeg ik het gevoel dat ik niet was wat ze verwachtten. De vragen die ze stelden klopten niet, zo vroegen ze naar mijn roots en ervaringen. Ze bleven minpunten zoeken, hoewel mijn Nederlands uitstekend was. Ik had dan ook al jaren in Nederland gewoond. De job werd mij geweigerd omdat ik geen ervaring had in België.’ Op het interim-bureau waar

Sneller aan de slag

VDAB onderneemt verschillende stappen om mensen aan werk te helpen. Zowel autochtonen als ­allochtonen hebben recht op dienstverleningen als beroeps­opleidingen en sollicitatietrainingen. ‘De

51


Menekült

‘De grens tussen leven en dood was heel klein’

‘Dit heeft mij enorm getekend. Nadien stopte ik met werk zoeken en ben ik bij mensen gaan poetsen’.

Ursula Jaramillo komt uit Chili en woont onder­ tussen al 22 jaar in België. Toen ze vijf jaar was, in 1973, werd er in Chili een staatsgreep gepleegd. Haar vader was gouverneur van een regio in ­Santiago en iedereen die lid was van de regering werd gezocht en gearresteerd. Haar gezin vluchtte naar de ­Nederlandse ambassade om politiek asiel aan te vragen. In januari 1974 arriveerden ze als po­ litieke vluchtelingen in Nederland.

Daders straffen

Ursula voelt zich vernederd door de discriminatie in ons land. Ze vindt het onrechtvaardig en staat er machte­ loos tegenover. ‘Het beleid hierrond moet veranderen. Ikzelf werk nu in de sociale sector. Ik werk voor­namelijk met mensen die een migratie-achtergrond hebben, mijn ervaringen zijn dus een meer­waarde voor de bedrijven en organisaties waar ik reeds voor werkte’.

Wanneer ze vijftien was, keerde ze terug naar C ­ hili. Hier was de dictatuur nog steeds aan de gang. ­Ursula is een strijdlustig persoon en stapte in het verzet via verschillende politieke bewegingen. ‘De acties die we voerden waren meestal gevaarlijk. De grens tussen leven en dood was heel klein. Ik leerde andere verzetsstrijders kennen, een daarvan is nog steeds mijn man’, vertelt Ursula. Haar man heeft de pech gehad om opgepakt te worden. Hij heeft twee jaar en twee maanden als politieke gevangene vast­ gezeten. Na zijn vrijlating werd hij voortdurend ge­ viseerd, wat ervoor gezorgd heeft dat ze hun thuis­ land moesten ontvluchten.

‘Ikzelf verloor de moed om verder te zoeken nadat mensen mij discrimineerden maar het gaf me ook de kracht om mijn eigen weg te gaan. Ik vond het erg voor mezelf om te moeten kuisen want ik wist dat ik meer te bieden had, dat heb ik ondertussen kunnen bewijzen’.

Regisseur van je eigen leven

Door haar eigen ervaringen vreest Ursula voor de toekomst van haar kinderen. ‘Discriminatie is iets waarvan ik hen niet kan beschermen. Discriminatie en racisme zit in mensen die niet slim zijn en die vind je overal. Wat ik wel doe is hen leren om dit tegen te gaan en het niet persoonlijk op te vatten. Van kleins af aan leer ik hen beide culturen, zowel de Chileense als de ­Belgische, te respecteren. Samenleven met verschillende culturen is net heel verrijkend. We moeten blij zijn dat we zoveel verschillende culturen mogen leren kennen.’

Op 7 april 1993 arriveerden ze in België, waarna ze onmiddellijk als politieke vluchtelingen erkend wer­ den. ‘In die periode was dat nog evident. Samenle­ ven met verschillende culturen is net heel ­verrijkend. We moeten blij zijn dat we zoveel verschillende cul­ turen mogen leren kennen’.

‘‘Je moet de regisseur zijn van je eigen leven’, dat is het belangrijkste dat ik mijn kinderen probeer mee te geven. Ze moeten zelf hun leven in handen nemen. Ze moeten trots zijn op wie ze zijn en mogen nooit hun roots vergeten.’

­ rsula ingeschreven was, keken ze raar op. ‘Op het U ­dossier van het bedrijf staat niet dat ze problemen hebben met Marokkanen of Turken’, vertelden ze haar.

52


Arbeid

Gescheurde kleren

Discriminatie kwam niet alleen vroeger veel voor, ook Hidajet Dubinovic (24) kwam ermee in aanraking. ­Hidajet is geboren in Bosnië en arriveerde in België toen hij bijna vier jaar oud was. Hij is in zijn thuisland gevlucht voor de oorlog. Als kind werd hij ge­ discrimineerd omdat hij geen Nederlands sprak. ‘Dit uitte zich regelmatig in pesterijen. Ik herinner me nog een incident waarbij ik thuis kwam met gescheurde kleren omdat mijn medeleerlingen me op de grond hadden gegooid en me vervolgens over de speelplaats hadden gesleurd’.

We moesten vluchten H. Dubinovic, in Mechelen ook wel be­ kend als rapper Bosnier, vluchtte in 1993 uit Bosnië voor de oorlog. ‘Ik was net geen vier toen ik hier aankwam. Een deel van mijn familie woonde hier al, zij hebben ons dan ook overtuigd om naar België te komen. Mijn vader is achter­ gebleven om mee te vechten in de oor­ log.’ Hidajet was nog te jong om te besef­ fen dat zijn vader zijn leven riskeerde. ‘Er kan altijd iets mis gaan maar mijn vader had altijd in zijn achterhoofd dat hij een vrouw een kinderen had. Hij is zelf ge­ vlucht van alles.’ ‘Ik heb twee landen waarmee ik me verbonden voel, Bosnië en België. Toch voel ik me niet overal thuis. Wanneer ik in Bosnië ben, ben ik een buitenlander en hetzelfde geldt wanneer ik in België ben. Ik ben hier thuis omdat ik hier al zo lang woon, maar ik word toch nog graag

Ook op werkvlak voelde Hidajet zich buitengesloten. ‘We waren met twee om in een bedrijf te gaan werken met een leercontract. Ik voelde me buitengesloten, omdat de andere jongen, een Belg, veel bijleerde. Zo leerde hij bijvoorbeeld hoe hij zaken moest repareren. Ik moest vooral het vuile werk opknappen. Of het echt aan mijn afkomst lag weet ik niet maar het voelde wel zo. Toen ik er een opmerking over maakte, hebben ze mij ontslagen met als reden dat ik niets bijleerde. Dit vond ik onlogisch, aangezien ik ook niets aangeleerd kreeg.

verbonden aan Bosnië’. Dubinovic heeft een tattoo op zijn arm van het symbool dat vroeger op de Bosnische vlag stond, dit weerspiegelt zijn trots. ‘Toen we hier aankwamen werden we meteen erkend als vluchtelingen en kregen we van de staat een huis aangeboden zodat we onmiddellijk een plaats hadden waar we naar­ toe konden. We kwamen niets tekort. Tegenwoordig zijn er veel problemen met migratie in ons land. Zo hoor je wel­ eens dat mensen worden terug­gestuurd naar hun land terwijl ze volledig ingeburgerd zijn en hier een job hebben. Anderen die rekenen op uitkeringen van de staat, mogen blijven. Dat klopt niet’, vertelt hij. Hij herinnert zich niet alles meer, maar weet wel dat de situatie in zijn land heel dreigend was toen hij er ver­

53

trok. ‘We moesten vluchten. Ik weet nog dat verschillende mensen langs een afgrond werden geplaats waar ze vervolgens ingeduwd en afgemaakt wer­ den. De oorlog heeft er misschien voor gezorgd dat ik dingen anders bekijk. Hoewel ik veel heb meegemaakt en heb gezien als kind, leef ik het leven dat ik wil.’ Dubinovic neemt zijn leven in eigen handen en laat vooral zijn muziek voor zich spreken. Wanneer je hem ziet, verwacht je zijn verleden niet. ‘Ik ben blij dat je niet ziet aan mij dat ik onvergetelijke dingen heb meegemaakt. Ik praat liever via mijn muziek. Ik pro­ beer altijd het goede te zien in het le­ ven, think positive. Ook dit uit zich in mijn muziek. Of mensen mij anders bekijken door mijn muziek, weet ik niet. Ik weet wel dat muziek mijn leven en ­manier van denken heeft veranderd.’


Menek端lt

Migratie vangt tekort aan vaklui op in Berlijn

Steeds meer buitenlandse jongeren vestigen zich in Berlijn. Meestal zijn dat migranten van Zuid- of Oost-Europa die de economische crisis ontvlucht zijn. Vooral hippe, centraal gelegen wijken zoals Kreuzberg, Fridriechshain of BerlinMitte zijn populaire buurten. De jongeren, die vaak een universitair diploma hebben, zouden het tekort aan vaklui in Duitsland kunnen opvangen. Tekst en fotografie Wanner Hobin

54


Arbeid ‘Jongeren uit landen die het hardst getroffen werden door de economische crisis, migreren gedurende de laatste twee jaar naar Duitsland’, zegt gids Katrin Grobe (28). Ze is afgestudeerd aan de Vrij Universiteit Berlijn in de opleiding historische en culturele studies. Grobe woont in de centraal gelegen wijk Kreuzberg en vertelt hoe zij Berlijn heeft zien veranderen. ‘Berlijn kent een lange geschiedenis van migratie, maar voor het eerst zie ik zoveel buitenlandse jongeren in de stad. Vooral Zuid- Europeanen zijn opvallend, omdat je die meteen herkent’, zegt Grobe.

vertenties op Spaanse of Portugese websites leveren vaak duizenden reacties op.

De keerzijde

Toch is het niet voor elke nieuwkomer gemakkelijk in Berlijn. Gastarbeiders hebben vaak maar een laag loon waarmee het moeilijk is om te overleven in de hoofdstad. ‘De economische crisis brengt ook veel

‘Vooral ingenieurs en informatici, maar ook verplegers vinden snel werk.’

Volgens Grobe komen deze jongeren naar Duitsland omdat er een gebrek is aan werk in eigen land. ­‘Duitsland heeft getoond dat het de crisis de baas is’, zegt Grobe. ‘Bovendien zijn er veel arbeidsplaatsen beschikbaar en doen bedrijven moeite om buiten­landse specialisten aan te werven. Het wordt een steeds aantrekkelijker land voor Zuid-en Oost-Europeanen.’

Oost-Europese arbeiders naar hier die voordien werk zochten in bijvoorbeeld Spanje of Griekenland. Die arbeidsmigranten worden ingezet als uitzendkrachten en worden vaak onderbetaald. Bovendien hebben ze een zwakke positie op de arbeidsmarkt door de grote concurrentie in Berlijn’, zegt Grobe.

Ingenieurs gezocht

Voor Duitsland komen deze migranten als geroepen om een tegengewicht te bieden aan de vergrijzende bevolking en om het tekort aan arbeidskrachten op te vangen. Een groot aantal van de gemigreerde jongeren zijn immers afgestudeerd aan het hoger onderwijs en daar maken Duitse bedrijven graag gebruik van. ­‘Migranten met een diploma op zak hebben hier relatief veel kansen’, zegt Grobe. ‘Vooral ingenieurs en informatici, maar ook verplegers vinden snel werk.’

Hoewel de stad nood heeft aan handarbeiders voor de vele reconstructiewerken, krijgen nieuwkomers maar zelden een kans. Volgens Grobe beschikt Berlijn na­melijk over ruim voldoende Duitstalige werknemers in die sector. Vaak zijn dat mensen van Turkse of ­Oost-Europeaanse afkomst die sinds vorige eeuw naar Duitsland migreerden.

Een aantal demografen zijn pessimistisch over de toekomst van Duitsland als welvarend land omwille van de dalende autochtone bevolking en de vergijzing van de samenleving. Maar de komst van deze mensen zou volgens Grobe het tekort aan vaklui kunnen opvangen. Sommige bedrijven bieden zelfs lessen Duits of een woning aan om de migranten te helpen integreren. ­A ndere helpen bij administratie of transport. Ook ad-

Klein Istanbul

De afgelopen decennia heeft Berlijn verschillende migrantengroepen opgevangen en sommige wijken hebben zich al behoorlijk aangepast aan de diverse culturen. Vooral Kreuzberg staat bekend als

55


Menekült een ­multiculturele en artistieke buurt waar veel be­ volkingsgroepen samenleven. Grobe verduidelijkt hoe dat tot stand is gekomen. Tijdens de vorige eeuw deed Duitsland, zoals vele West- Europese landen, beroep op gastarbeiders. Aan het eind van de jaren ‘60 waren dat vooral migranten van ex-Joegeslavië en Turkije. Velen van die gast­arbeiders bleven in Berlijn en woonden rond ­Kreuzberg omwille van de centrale ligging van de wijk. Door de aanwezigheid van de vele Turkse migranten kreeg Kreuzberg de naam Klein-Istanbul en werd zelfs bestempeld als tweede grootste Turkse stad in Europa, maar dat zou niet kloppen volgens Grobe. ‘Het lijkt er inderdaad soms op dat je in Turkije bent omwille van de vele Turkse bakkerijen, reisbureau’s en markten, maar de bevolking van Kreuzberg is toch heel divers en progressief. Veel families zijn ook echt geïntegreerd in de Berlijnse cultuur. Dat komt onder andere omdat scholen het iniatief nemen om kinderen te laten deel­nemen aan buitenschoolse activiteiten waarbij aandacht besteed wordt aan waarden zoals verdraagzaamheid en respect.’

Kreuzberg is hip

In de jaren ‘80 had de alternatieve krakers-scène in Kreuzberg al een enorme aantrekkingskracht op studenten en artiesten van onder andere Italië en ­Frankrijk. Nu lijkt de geschiedenis zich te herhalen. ‘In Kreuzberg is er altijd iets te doen’, zegt Grobe. ‘Vooral het bruisende nachtleven werkt aanstekelijk voor inwoners van Berlijn. Maar ook overdag vinden er overal kunstzinnige activiteiten plaats zoals expo’s en workshops. Dat zorgt ervoor dat veel buitenlanders zich hier goed voelen.’ Volgens Grobe stellen de mensen in Kreuzberg zich ook graag open voor andere culturen. De vele exotische restaurants en cafés met Engelse menukaarten zijn daar een bewijs van.

Katrin Grobe: ‘Voor het eerst zie ik zoveel buitenlandse jongeren in de stad.’

Grobe blikt nog vooruit op de toekomst van Berlijn als multiculturele metropool. ‘Het is een heel interessante periode voor Berlijn. De stad komt in een stroom­ verstelling terecht en staat voor grote uitdagingen, zowel op economisch, politiek als sociologisch vlak’, aldus Katrin Grobe.

56


窶アrbeid

57


Menekült

‘Ik wist niet waar ik zou eindigen, al verraadde mijn familienaam het wel ’ Amsterdamse woont al dertig jaar bij onze oosterburen

58


Arbeid

Ellis Berlijn (59) is actrice, gids en geeft les aan de Technischen Universität Berlin. Dertig jaar geleden emigreerde ze vanuit Amsterdam naar de Duitse hoofdstad. ‘Ik vertrok naar het buitenland om te ontdekken hoe het voelt om Nederlandse te zijn. Ik wou nooit in Duitsland wonen maar Berlijn is niet Duitsland, zoals Brussel niet België is.’ Tekst en fotografie Anouk Haleyt

Je ziet haar verschijnen en krijgt meteen een glimlach op je gezicht. De vriendelijkheid druipt van haar af, zoals we het wel gewoon zijn van onze buren. Ellis is geboren in Amsterdam in 1956 en woonde in een arbeidersgezin. Ze is de eerste van het gezin dat ging studeren, en ook de enige. Toen ze nog actrice was, ontmoette ze een Berlijner die graag met haar wilde samenwerken. Ellis waagde haar kans en verliet ­A msterdam in 1982. Zonder geld ging ze met haar duim omhoog langs de kant van de weg staan en liftte ze zich een weg tot in Berlijn. ‘Toen ik in Berlijn aankwam, zag ik in dat de samenwerking niet zo vlot verliep, we hebben deze dan ook stop gezet.’

je kan nooit alles weten. Voor ik gids werd, ben ik zes maanden taxichauffeur geweest, zo leer je een stad heel goed kennen.’ Een punt dat Ellis tijdens ons gesprek vaak aanhaalt is dat alles snel verandert. Dit ziet ze ook in Berlijn terug. ‘Ik weet nog dat ik om muntjes moest om de elektriciteit te laten werken.’

Levensgenieter

Elk jaar gaat Ellis een week naar Nederland, om haar familie te bezoeken. Toch voelt ze dat ze nog weinig contact heeft met haar thuisland. Je merkt dat ze een levensgenieter is wanneer ze vertelt dat haar reis er nog niet op zit. ‘Ik heb geen concrete plannen maar ik voel wel dat er nog iets anders mag komen. Ik zou graag in Oost- of Zuid-Europa wonen. In Zuid-Europa omdat de mentaliteit me wel ligt, ik denk dat ik me er thuis zou voelen. In Oost-Europa hanteert men nog steeds een authentieke en oorspronkelijke levensstijl, dat staat me wel aan. Al verandert alles tegenwoordig razendsnel.’

Opgesplitste stad

‘Gedurende een jaar ben ik door Europa gereisd om later een half jaar in Rome te blijven plakken. Italië is een geweldig land, dus ben ik er gebleven om het land te verkennen, niet om te werken’, vertelt ze. ‘In Italië kwam ik tot het besef dat ik ergens langer moest blijven dan enkele maanden, anders zou ik me nooit ergens thuis voelen. Ik wist dat er in Berlijn werk­ mogelijkheden waren, dus besloot ik in 1983 terug te keren naar de toen nog opgesplitste stad.’

‘Ik probeer wel een levensgenieter te zijn maar ik weet niet of ik er helemaal in slaag. Ik heb geen man en jammer genoeg geen kinderen, ik ben alleen nu. Ik ben ook niet voor de liefde naar Berlijn gekomen, of toch een beetje, voor de liefde voor het theater. Tegenwoordig acteer ik wel veel minder. Ik gids mensen door de stad en geef les aan de universiteit in pilates en ruggengraattheorie.’

Ellis is nu gids in de stad en deelt graag haar kennis over de stad met haar klanten. ‘Het is niet gemakkelijk om gids te zijn in zo’n grote stad, zeker niet in een die zo snel verandert als Berlijn. Je kan veel lezen maar

59


Menekült

Eén groot feest

‘Dat zou ik graag eens zien’

Voor Ellis was de val van de Berlijnse muur haar ­mooiste moment in Berlijn. ‘De eerste twee maanden waren één groot feest. Metro’s zaten vol met mensen die zich verplaatsten van Oost naar West. De mensen uit Oost-Berlijn kregen honderd mark begroetingsgeld. De avond voor ze het kregen gingen ze allemaal aan de banken wachten om het geld af te halen. Hiermee gingen ze naar de supermarkten en kochten deze zo goed als leeg. Toen de muur viel, merkte ik pas dat ik geen Duitse was. Ik had er helemaal geen problemen mee dat de mensen in het Oosten anders waren, ikzelf woonde in het Westen.’

Ellis is er nog niet helemaal uit wat ze in de toekomst wil doen. ‘Op dit moment heb ik geen plannen maar ik voel wel dat er nog iets anders moet gebeuren dan dit. Er zijn nog wel dingen waarvan ik zeg ‘dat zou ik graag eens zien’ maar ik zit er niet op te wachten. Je kan veel plannen hebben maar je leeft nu en elk moment kan spannend zijn.’ ‘Ik kan geen echt advies geven aan mensen die willen emigreren, aangezien ik zelf nooit een plan heb gehad. Ik kom uit een heel eenvoudig gezin en ben zonder geld vertrokken. Ik ben ook in een andere tijd opgegroeid en denk dat het toen makkelijker was om zo maar uit je land te vertrekken. Men zegt wel eens dat er nu meer mogelijkheden zijn maar overheden zijn strenger dan vroeger.’

‘Sinds de val van de muur is Berlijn een heel drukke stad met veel toerisme, daarvoor was het een rustig ‘dorp’.

‘Ik weet nog dat ik om muntjes moest om de elektriciteit te laten werken.’

Fanatiek

Haar mening over immigratie is doordacht, maar toch helder. In Berlijn zijn er regelmatig betogingen van asielzoekers, dat zet aan tot nadenken. ‘Ik zit in met mensen die moeten immigreren door de situatie in hun eigen land. Voor hen moet een plaats gevonden worden. Het probleem ligt volgens mij bij religie. Religie krijgt een te grote plaats in onze maatschappij en hieruit zijn al veel oorlogen ontstaan. Ikzelf ben heel tolerant, ik heb een mening maar niemand hoeft deze te delen. Mensen die fanatiek zijn daarentegen, kunnen lastiger zijn. En zo krijg je problemen. De eerste gastarbeiders werden met open armen ontvangen, nu worden ze uitgescholden. Mensen denken niet meer na over de vooroordelen die ze van thuis meekrijgen of op school worden aangeleerd. Ze zijn niet kritisch meer en in deze tijden van oorlog is dat een gevaarlijke mentaliteit.’

Oost-Berlijn heeft een enorme evolutie doorgemaakt, het is nu heel anders dan het toen was.’ Berlijn heeft een vrij onvriendelijk imago bij veel toeristen maar dit is volgens Ellis al verbeterd. ‘Ik kan de mensen ook wel begrijpen, als je in een gebied woont waar zo veel toeristen komen. Het zijn ook vaak de toeristen die tegen je haag of voorgevel plassen wanneer ze dronken zijn’, grapt ze. ‘Voor mij is Berlijn niet Duitsland, zoals ­Brussel niet België is en Amsterdam ook niet Nederland is. Deze hoofdsteden zijn bijna landen op zich. Het toerisme geeft ze een andere sfeer dan de rest van het land. Ik wou nooit in Duitsland wonen maar Berlijn beschouw ik eigenlijk niet als Duitsland.’

60


Arbeid

Ellis: ‘Ik ben vertrokken om mezelf te ontdekken’.

61


Menek端lt

62


Jongeren

‘Vroeger vertelde ik dat papa te lang onder de zonnebank had gelegen’ De vader van Anissa Souilem kwam voor de liefde naar België, of voor een beter leven. Hij verliet zijn familie in Algerije en kwam illegaal in ons land wonen. ‘Voor mijn zus en ik geboren waren, had hij de Westerse levensstijl aangenomen. Hij at varkensvlees en dronk bier. Toen ik werd geboren, veranderde hij en wou hij dat ik moslim werd.’ Tekst en fotografie Anouk Haleyt

Ze heet Anissa Souilem maar voor de vrienden is het Assi. Ze is eenentwintig jaar en woont in Mechelen. Ze is niet alleen leuk om een babbeltje mee te slaan, Assi heeft stijl. Steeds opnieuw lekker hoge hakken, een sixties rok en een kleurrijk truitje. Tijdens ons gesprek vertelt Assi over haar keuze tussen het geloof van haar vader en dat van haar moeder.

Toen Assi en haar zus geboren werden, wilde hun vader een strenge opvoeding voor hen. ‘Hoewel hij zichzelf niet altijd als moslim heeft gedragen, wilde hij toch dat ik moslim werd. Ik heb van mijn ouders steeds de mogelijkheid gekregen om deze keuze zelf te maken, al voel ik wel dat mijn vader teleurgesteld is dat ik atheïst ben. De keuze lag bij mij maar hij had me liever gezien met een hoofddoek.’

hoofddoek

tatoeages

‘Mijn mama heeft mijn vader ontmoet in Algerije toen ze nog veel reisde. Ze liepen elkaar tegen het lijf in een nachtclub en wisselden telefoonnummers uit. Zo is het allemaal begonnen’, vertelt Assi. Haar vader kwam helemaal alleen met de boot naar België en leefde een tijdje illegaal in ons land. Toen hij even later opgepakt werd, moest hij voor zes maanden naar de gevangenis. ‘Toen hij vrij kwam, zijn mijn ouders getrouwd. Ik geloof graag dat het enkel uit liefde was maar mijn vader heeft over zo veel dingen gelogen dat ik hier niet echt zeker van ben.’

‘Acht jaar geleden zijn mijn ouders uit elkaar gegaan. Nu zie ik mijn vader niet zo vaak meer maar wanneer ik bij hem ben pas ik me wel aan. Hij weet niet dat ik rook, drink en tatoeages heb. Eigenlijk weet mijn vader niet veel over mijn leven en ik niet over dat van hem’, vertelt Assi. ‘Onze band is niet zo sterk.’ Haar ouders zijn uit elkaar gegaan omwille van ruzies over opvoeding, geloof en geldproblemen. ‘Mijn papa heeft niet alleen mij proberen te bekeren, maar ook mijn mama. Dat is niet gelukt, als mijn mama in iets

63


Menekült moet geloven, kiest ze ervoor te geloven in zichzelf. Dit zorgde voor vele ruzies. Elke maand krijgen mijn zus en ik honderd euro zakgeld van onze vader. Dit geven we af aan onze moeder, om haar te steunen. Tegenwoordig zie ik mijn vader enkel wanneer hij ons zakgeld komt brengen.’

Vaderskindje

‘Ik mis wel een vaderfiguur. Ik mis iemand die mij probeert te beschermen en zegt ‘alleen een goede jongen voor mijn dochter’. Toch weet ik niet echt wat ik mis omdat de band met mijn vader nooit heel goed was. Voor mijn zus is dit anders, zij is een vaderskindje en verdedigt hem nog steeds. Vroeger kreeg zij ook alles wat ze maar wilde, ik niet’. Dat versterkte het gevoel dat haar vader teleurgesteld is.

‘Hij weet niet dat ik rook, drink en tatoeages heb’ Donker haar, donkere ogen en een licht gebruinde huid zorgen ervoor dat je ziet dat Assi niet zuiver Belgisch is. ‘Vroeger zag ik de blikken. Ik liep naast mijn mama, met haar blond haar en blauwe ogen, en ik zag dat men dacht dat ik geadopteerd was. Voor mijn vrienden was het vreemd dat mijn vader zo donker was en ik bijna blank. Om hen heel de uitleg te besparen zei ik dan dat mijn vader vaak onder de zonnebank ging. Een ­leugentje dat gek genoeg vaak geloofd werd.’

Tijdens haar Sabbatjaar neemt Assi de tijd om haar zang bij te schaven in het Conservatorium in Mechelen.

maart ­voelde ze zich wel aangevallen. ‘ Ik ben zelf niet ­racistisch, anderen in mijn omgeving wel. Ik ben een ruimdenkend persoon en toon geen haat tegenover mensen die ik niet ken. Op de betoging stond ik perplex van de haat die geuit werd tegenover de islam met de slogan ‘Vrijheid eindigt waar de islam begint’. Ik voelde me niet op mijn gemak en wou opkomen voor mijn mening.’

Vrijheid eindigt waar islam begint

‘Hoe ouder ik word, hoe minder ik het gevoel heb dat mensen me nastaren’, vertelt Assi. Bij haar bezoek aan de Pegida-betoging in Antwerpen op twee

64


Jongeren

Applaudisseren

Hoewel Assi beweert dat de band met haar vader niet goed is, kan je aan haar merken dat ze hier mee zit. Ze zou graag zijn goedkeuring hebben voor de dingen die ze doet. ‘Ik zou graag weten of hij trots op me is, of hij trots is dat hij mijn vader is. Ik wil weten waarom ik als kind niet mocht zingen, ik wil weten waarom hij niet komt kijken naar mijn optredens. Er zijn zo veel dingen die ik wil weten’, vertelt ze.

Ze is gedurende een jaar gestopt met school om te werken en nieuwe ervaringen op te doen. ‘Ik ben nu drie weken werkloos en op zoek naar een job. Ik wou een jaar werken en sparen, maar dat sparen lukt minder goed dan gehoopt. Nu ik niet veel te doen heb, heb ik tijd voor mijn muziek. Als ik volgend jaar mijn secundair diploma haal wil ik mijn muziek graag naar het volgende niveau tillen.’

Wanneer ik haar vraag hoe ze hier iets aan gaat ver­ anderen antwoordt ze het volgende. ‘Voor ik sterf moet ik me er toe dwingen het hem te vragen. Het is mijn vader, zulke dingen zou ik hem moeten kunnen vragen. Dat is wat iedereen zou doen, denk ik. ‘Papa, ben je trots op mij?’, ooit zal ik het hem vragen. Al ben ik wel bang voor zijn antwoord.’

‘Als kind zong ik al. Ik had een roze microfoon die kon applaudisseren. Best zielig, als ik eraan terugdenk. Van mijn vader mocht ik nooit in huis zingen of dansen. Ik mocht geen leuke hobby’s hebben. Waarom weet ik niet. Hoewel ik elke maand optreed op de vismarkt in Mechelen, heeft hij me nog steeds niet horen zingen. Of hij trots is op mij, is een groot vraagteken.’ Hoewel Assi’s vader als een vreemde voor haar is, vindt ze hem een goede man. ‘Hij is er voor mij. Niet altijd, maar het zijn de kleine dingen die hij doet waaraan ik merk dat hij van me houdt. Onlangs kwam ik hem tegen toen ik net werkloos was. Ik vertelde hem dat ik on­ gelukkig was en barstte in tranen uit. ‘Niet huilen’, zei hij. Hij nam me in zijn armen en drukte me tegen zich aan, dat was de allereerste keer. Hij is echt een goede man, ik kan hem alleen niet doorgronden.’

Te goed in België

Ze is al enkele keren in Algerije op bezoek geweest bij haar familie. Hoewel communiceren met mensen die jouw taal niet spreken moeilijk is, aanbidden ze haar daar. ‘Mijn papa mist zijn familie in Algerije maar hij heeft het te goed in België om terug te vertrekken. Ikzelf voel me goed bij mijn Algerijnse familie maar ik voel me er niet veilig. Als ik in een shortje rondloop ben ik een hoer. En dat terwijl het voor ons een normale zaak is.’

Assi: ‘mijn grote droom is om in de muziekwereld terecht te komen’.

65


Menekült

‘Heel wat jongeren zien geen mogelijkheid om terug te keren’ Elke maand komen er tientallen niet-begeleide minderjarige vreemdelingen ons land binnen. Dit is meestal een heel traumatische ervaring die, met of zonder de ‘hulp’ van een smokkelaar, niet altijd goed afloopt. Maar wat doen die jongeren eens ze in België zijn geraakt? Passen ze zich aan of keren ze terug naar hun land van herkomst? Tekst en fotografie Kelly Coudijzer

Veerle Peters en Stefanie Defoer werken beiden bij de Dienst Vreemdelingenzaken in Brussel. Ze ontvangen de niet-begeleide minderjarigen en proberen de beste oplossing voor hen te zoeken.

‘De jongere mag dus niet toekomen met zijn mama of zijn papa. Sommigen komen hier toe en hebben wel familie bij zich, maar zijn toch een niet-begeleide minder­jarige vreemdeling omdat hun ouders er niet bij zijn’, zegt Veerle. Maar als een minderjarige zonder

Stefanie: ‘De niet-begeleide minderjarige vreemd­ elingen keren heel uitzonderlijk terug. Eens de vlucht­ elingen uiteindelijk in België zijn geraakt, is het de trots die hen hier houdt.’

‘Hun reisweg is vaak traumatischer dan wat ze in hun land van herkomst hebben meegemaakt.’

niet-begeleide minderjarige vreemdeling?

Er ontstaan nog al wat vergissingen omtrent de definitie van een niet-begeleide minderjarige vreemd­ eling. Daarom volgen organisaties zoals de Dienst Vreemdelingenzaken een strikte definitie in artikel 5 van hun Programmawet Voogdij. Er zijn vier voor­ waarden waaraan men moet voldaan om als een NBMV te worden beschouwd. Zo moet hij of zij jonger zijn dan achttien, niet begeleid zijn door een persoon die het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefent, illegaal zijn en mag geen onderdaan zijn van een land van de Europese Economische Ruimte.

ouders toekomt, wilt dat niet perse zeggen dat die een NBMV is. ‘Als de jongeren in het bezit zijn van een geldig paspoort of visum is er geen probleem’, zegt ze. Wanneer men te maken heeft met een niet-begeleide minderjarige vreemdeling krijgt die persoon in kwestie een voogd aangewezen. Die wordt aangeduid door de Dienst Voogdij.

66


Jongeren

De Dienst Voogdij

De Dienst Voogdij gaat voogden aannemen en die toewijzen aan minderjarigen. ‘Als een minderjarige hier toekomt, vullen we de signalementsfiche in’, zegt Stefanie. In die fiche staat wie ze zijn, waar hun ouders zijn en wat het doel is van hun komst naar België. Nadat de fiche is ingevuld, wordt die doorgestuurd naar de Dienst Voogdij. ‘Hun taak is dat zij gaan identificeren’, zegt Stefanie. ‘Zij kunnen op basis van een aantal elementen zeggen of die nu wel of niet voldoet aan de definitie van een niet-begeleide minderjarige vreemd­eling.’ Vaak krijgen de minderjarigen een voogd toe­­gewezen. Die voogd is een wettelijk vertegen­woordiger van een minderjarige.

Signalementsfiche

Het gaat om een jongen afkomstig uit Afghanistan. Hij beweert dat hij zestien is, maar de Dienst Vreemdelingen­ zaken twijfelt daaraan. Hij ziet er namelijk heel vol­ wassen uit en heeft al een flinke baardgroei. De Dienst Vreemdelingen­zaken beslist om een leeftijdsonderzoek te doen. Ze roepen de twijfel in van minderjarigheid, omwille van fysieke verschijnselen en gedragingen. Er wordt aan de Dienst Voogdij gevraagd om over te gaan tot een me­ disch onderzoek. De jonge vluchteling wordt hiervan op de hoogte gebracht en krijgt een document. In dat document staat uitgelegd wat het medisch onderzoek juist inhoudt. De Afghaan toont geen verzet.

Veerle: ‘Als de Dienst Voogdij zegt dat een vluchteling minderjarig is, dan is dat ook zo. Wij kunnen daar niet tegen ingaan.’ De aangewezen voogd gaat waken over de verblijfswetgeving van de minderjarige. ‘Dit wil zeggen dat die NBMV nog steeds illegaal is op dat moment. De voogd moet proberen het verblijf van de vluchteling in orde te krijgen en dus een procedure op te starten.’

In de signalementsfiche staan gegevens over de jongen in kwestie. Persoonlijke gegevens, zoals zijn naam, leef­ tijd en afkomst. Maar er wordt ook gevraagd naar zijn be­ zittingen en documenten. Het belangrijkste aspect van de fiche zijn de familieleden. Er wordt gevraagd naar zijn ou­ ders. Ze blijken allebei overleden te zijn. Er wordt gevraagd naar zijn reisweg. Het blijkt een traumatische ervaring te zijn.

De voogd is niet verantwoordelijk voor de avondmaaltijden van de jongeren, zijn taken zijn eerder sec. ‘De voogd gaat zo snel mogelijk kijken waar de familie is en gaat daar contact mee opnemen’, zegt Veerle. Heel dikwijls gaan de jongeren geen nummer of contact­ gegevens hebben of willen geven. ‘Ze hebben een grote angst om teruggestuurd te worden.’ Daarom is het voor de voogd belangrijk om een vertrouwensband op te bouwen met de jongeren.

De Dienst Vreemdelingenzaken tracht de reisweg zo kort mogelijk te bespreken. Voor jongeren blijft het een zware herinnering. De Afghaan is maanden onderweg geweest en heeft een moeilijke oversteek beleefd. Maar nu kan hij enkel afwachten op de beslissing van de Dienst Voogdij. Indien hij minderjarig is, krijgt hij een voogd toegewezen. Indien hij meerderjarig is, moet hij terugkeren.

Twijfel meerderjarigheid

Maar er zijn ook heel veel jongeren die misbruik maken van de situatie. ‘Een heel deel, vooral diegenen die in de ochtend asiel komen aanvragen, beweren

67


Menekült dat ze minderjarig zijn’, zegt Veerle. ‘Terwijl ze eigenlijk meerderjarig zijn.’ De jongeren liegen, omdat ze bij minderjarigheid recht hebben op een voogd, een bepaalde opvang krijgen, worden beschouwd als een NBMV en niet gedwongen worden om gerepatrieerd te worden. ‘Ze hebben er baat bij zich voor te doen als minderjarige, omdat ze dan nooit gedwongen naar hun land van herkomst moeten terugkeren’, zegt Veerle.

Sociale druk Een groep Marokkanen komt hulp vragen aan de Dienst Vreemdelingenzaken. Ze zijn naar België gekomen om op zoek te gaan naar een beter leven en een betere toe­ komst. Maar er is één probleem: ze zijn bijna meerderjarig. De Dienst V ­ reemdelingenzaken vertelt wat hen te wach­ ten staat. Momenteel hebben ze nog geldige documenten, maar op de dag dat ze meerderjarig zijn, worden de docu­ menten ingetrokken. Dan krijgen ze een bevel om het land te verlaten en verblijven ze dus illegaal in België. Indien ze worden opgepakt door de politie kunnen ze gedwongen naar hun land worden teruggestuurd.

In die gevallen kan de Dienst Vreemdelingenzaken twijfel uiten over de leeftijd. ‘Dit vullen wij dan in op de signalementsfiche en dan is de Dienst Voogdij verplicht om een leeftijdsonderzoek te doen. ’Dit onderzoek heet een triple test. Er wordt een röntgenfoto gemaakt van het sleutelbeen, het gebit en de pols om de leeftijd te bepalen. De berekeningen worden gedaan met een ruime deviatie van twee jaar.’ Dus als een vluchteling volgens de leeftijdstest negentien is, dan gaat die beschouwd worden als een zeventienjarige, een minderjarige.’

De Dienst Vreemdelingenzaken stelt voor dat ze zelf ­initiatief nemen. Ze kunnen een terugkeerprogramma op­ vragen via het IOM, de Internationale Organisatie voor Migratie. Zij hebben zeer uitgebreide programma’s voor jongeren en geven die jongeren de mogelijkheid een mi­ crobusiness op te starten. Ze krijgen een goede be­geleiding en ontvangen een bedrag. Alles wordt nauwlettend opge­ volgd door het IOM.

Speciale procedure

Er bestaan verschillende procedures voor minder­ jarigen. De Dienst Vreemdelingenzaken is verantwoordelijk voor de speciale procedure. ‘Dit is een zoektocht naar een duurzame oplossing voor de vluchteling’, zegt Veerle. Vanaf het moment dat de voogd zegt dat de vluchteling beter in België verblijft of dat de voogd wil dat de Dienst Vreemdelingezaken een duurzame oplossing zoekt, kan hij een aanvraag indienen.

Vanaf het moment dat jongeren bijna meerderjarig zijn, stelt de Dienst Vreemdelingenzaken voor om zo een pro­ gramma te tekenen. Ze vinden dit een zeer goed initiatief. Maar de meeste jongeren stappen niet mee in het pro­ gramma. Ze geven dus de voorkeur om meerderjarig en illegaal in België te verblijven. Dit kan zijn omdat ze hier naar school gaan of omdat ze hier werken. Aangezien de jongeren dit kunnen, wekt dit de illusie dat er geen enkel probleem is.

‘Na die aanvraag gaan wij een interview doen en gaan we op basis van al zijn gegevens en ervaringen beslissen wat voor die jongere de beste oplossing is.’ Ofwel blijft de minderjarige in België ofwel gaat hij terug naar zijn land van herkomst of een land waar familie verblijft.

Ondanks slechte toekomstperspectieven verkiezen de meeste jongeren om illegaal in België te verblijven. Dit komt door sociale druk of druk vanuit hun eigen gemeen­ schap.

68


Jongeren

Waarom blijven ze hier?

Het komt erop neer dat op het einde van de procedure een eindbeslissing valt voor die minderjarige. Mag hij blijven of mag hij niet blijven? Als hij mag blijven dan krijgt hij verblijfsdocumenten. Hetzij tijdelijk, ­hetzij permanent. Maar als hij niet mag blijven, wordt hij in het bezit gezet van een bijlage 38. ‘Dat is een bevel tot terugbrengen’, zegt Veerle. ‘Al de vreemdelingen die op het grondgebied zijn, kunnen een BGV krijgen, een bevel om het grondgebied te verlaten, maar een minderjarige kunnen wij nooit een bevel geven.’

Veerle: ‘De reden waarom jongeren hier blijven, is omdat ze al gestart zijn met een project. Ze hebben vermoedelijk een mandaat van hun ouders om het hier waar te maken.’ Terugkeren zou voor die jongeren een gevoel van schaamte geven. ‘Er zijn er ook een aantal die geen mogelijkheid zien om terug te keren.’ Dat zijn jongeren die in België al iets gestart zijn. Zo zijn ze naar school gegaan of worden ze in het bezit gesteld van een aantal documenten. ‘Zeker jongeren leren hier heel snel en als ze dan na een aantal jaar bericht krijgen dat ze terug moeten, is die stap niet zo snel gezet.’ De routes die de vluchtelingen afleggen zijn meestal een traumatische en dure ervaring. ‘Het is een immense investering. Eens ze hier geraakt zijn, is het moeilijk om de beslissing te nemen om terug te komen.’

De beslissing ligt dus bij de voogd. ‘We geven de voogd het bevel om de jongeren terug te brengen naar hun land van herkomst.’ Het is aan de jongeren zelf om die beslissing in praktijk te brengen. Indien de jongere niet akkoord gaat met die beslissing, dan blijft die. ‘Maar dan is hij wel illegaal.’

‘Terugkeren geeft de jongeren een gevoel van ‘schaamte’

69


Menekült

Reisroutes

Goed Belgisch systeem

Stefanie: ‘De reisroute staat in de signalementsfiche. De laatste fiche is een meisje uit Afghanistan, wat heel uitzonderlijk is.’ Het meisje reisde voor een bedrag van 8000 dollar van Iran, naar Turkije, Griekenland, ­Italië, Frankrijk en belandde uiteindelijk in België. Haar vervoers­middelen waren de auto, de vrachtwagen, de trein en te voet. Ze was acht maanden onderweg. ‘Voor Afghanistan is dit bijna de courante route. De vluchtroutes hangen erg af van hun nationaliteit.’

In België is er een goed voogdijsysteem. ‘Minder­ jarigen zijn kwetsbaar en moeten dus beschermd worden’, zegt Stefanie. ‘Die bescherming krijgen ze via hun vertegenwoordiger, de voogd.’ Veerle: ‘Alle landen in Europa hebben hun eigen procedure. Heel dikwijls gaan die minderjarigen via asielprocedures een statuut verkrijgen.’ Hoewel het voogdij­systeem niet Europees is, zijn er wel een aantal minimumvoorwaarden waar men aan moet voldoen. ‘Zo mag je een minderjarige nooit terugsturen als we niet weten of er in hun land van herkomst een adequate opvang en verzorging is.’

‘Degenen die uit Marokko komen, verstoppen zich dikwijls onder een vrachtwagen’, zegt Veerle. ‘Die gaan via Spanje.’ Indien de vluchtelingen van ver komen, reizen ze dikwijls met het vliegtuig en valse documenten. ‘Eens ze zijn binnengeraakt de Schengenzone, kunnen ze makkelijker reizen.’

‘België heeft een heel vooruitstrevend systeem’, concludeert Stefanie.

De Dienst Vreemdelingenzaken probeert altijd zo correct mogelijk te vragen naar de reisroute. ‘Voor hen is dat een heel ingrijpende ervaring’, zegt Veerle. ‘Hun reisweg is vaak traumatischer dan wat ze in hun land van herkomst hebben meegemaakt.’

Geen andere uitweg Het gesprek met Stefanie en Veerle werd verstoord door paniek in het onthaal. Een vluchteling zag geen andere uitweg en heeft zichzelf in brand ge­ stoken. Dit gebeurde begin april ook al in het ge­ bouw. De man die zelfdoding pleegde begin april was ook een wanhopige vluchteling.

Wat bij meerderjarigheid?

Stefanie: ‘Eens ze achttien zijn vervalt het hele voogdijsysteem. Dan ben je achttien en zit je in een ­gunstige situatie en heb je verblijfsdocumenten. Ofwel ben je achttien, maar heb je niets en ben je illegaal.’ Een meerderjarige kan wel, na interceptie van de politie, opgesloten worden in een gesloten instelling en kan gedwongen worden om terug te keren. Ze hebben de optie. Of ze kiezen voor de illegaliteit, ze proberen alsnog hun verblijf te regulariseren of ze kiezen voor een terugkeer. Maar indien ze illegaliteit verkiezen en worden opgepakt, kunnen ze gedwongen worden om terug te keren.

Jammer genoeg trachtte de man hetzelfde met zichzelf te doen. De politie en de brandweer wa­ ren snel ter plaatste om de man te verzorgen. Een getuige zag de man kermen van de pijn. Het ver­ haal werd niet in de pers verspreid uit angst voor copycats. Wie met vragen zit over zelfdoding, kan telefonisch terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be

70


Jongeren

Tekst Wannes Hobin

Op de vlucht door Europa ‘Negen mensen konden overleven door naar een rots in de zee te zwemmen,’ vertelt Naser. ‘Daar werden we opgehaald door de kustwacht en naar het eiland ­Samos gebracht. De doden waren ook aan boord.’ Nadat hij ook in Griekenland in een asielcentrum opgesloten en weer vrijgelaten werd, vond Naser werk als visser en kreeg hij hulp van vrienden en kennissen om zelfstandig te overleven. Hij woonde een kleine vier jaar in Kreta en boekte uiteindelijk een vlucht naar Frankfurt in Duitsland, waar een vriend hem opwachtte en naar Brussel bracht.

M. Naser woonde met zijn familie in het hart van ­Jeruzalem en had daar naar eigen zeggen een mooie jeugd tot de oorlog in 2002 de relatieve rust verstoorde en Israëlische troepen de stad binnenvielen. ‘Ze reden de stadsmuren binnen met tanks en zware wapens,’ zegt Naser. ‘Veel mensen werden gearresteerd zonder aanleiding en huizen werden in beslag genomen.’ Wanneer vader Nasser weigerde zijn huis te verlaten, schoten Israëlische soldaten een familielid dood. Uit vrees om meer dierbaren te verliezen, smokkelde die zijn zoon toen het land uit.

‘Ik vroeg asiel aan in Brussel omdat ik van vrienden had gehoord dat dat relatief gemakkelijk is in België,’ zegt Naser. ‘Toen ik in het asielcentrum van Steenokkerzeel werd ondergebracht, merkte ik al snel een groot verschil met de asielcentra waar ik daarvoor gezeten had.’ Met de hulp van een bewaker van dat centrum kwam Naser in Mechelen terecht, waar hij werk vond als bezetter en ondertussen een gezin onderhoudt. Na vier jaar kreeg hij een verblijfsvergunning waarmee hij door Europa kan reizen.

Via een tak van de Palestijnse overheidsorganisatie ­Fatah werd Naser overgedragen aan Hezbollah, die hem een veilig onderkomen gaven in Libanon. ‘Ik heb vaak geprobeerd om op mijn eentje terug te komen, maar dat is enorm moeilijk omwille van de Israëlische grenswacht,’ zegt hij. Naser verbleef vier maanden in Libanon en ging te voet de Syrische grens over om Turkije te bereiken. Hij verstopte zich onder een mesthoop dat in een vrachtwagen naar Syrië vervoerd werd en kon zo de douane verschalken.

Het is een grote droom van Naser om ooit terug te keren naar zijn geboorteland om zijn familie en vrienden te zien, maar dat is momenteel onmogelijk door de voortdurende oorlog tussen Israël en Palestina. ‘De herinneringen aan mijn jeugd verdwijnen niet,’ zegt hij. ‘Maar ik heb mijn ouders al elf jaar niet meer gezien en daar zal helaas niet rap verandering in komen.’ Hij neemt deel aan verschillende vredes- en protestacties in België in de hoop dat hij ooit zijn vrouw en kind kan meenemen naar een land dat niet meer gebroken is door de oorlog.

In Turkije werd Naser aangehouden en in een asielcentrum geplaatst tot er duidelijkheid was over zijn identeit. ‘Vijf maanden lang heb ik daar in verschrikkelijke omstandigheden een kleine cel gedeeld met drie anderen. Toen ik uiteindelijk vrijgelaten werd, vertrok ik naar Istanbul om daar werk te zoeken,’ zegt Naser. Wanneer hij genoeg geld gespaard had, kon hij een smokkelaar betalen die hem per boot naar Griekenland bracht. Hij overleefde een schipsbreuk waarbij zeventien doden vielen.

71


Menekült

‘Vooruitstrevend systeem voor minderjarige asielzoekers in België’

Tekst en infografiek Kelly Coudijzer

72


Jongeren

Elke maand zijn er tientallen jongeren die hun thuisland achterlaten en naar België vluchten. Eenmaal hier krijgen ze de stempel NBMV gedrukt. Ze zijn jonger dan achttien, hebben geen geldige documenten en worden niet begeleid door hun ouders of voogd. Na een vaak traumatische reis komen ze in België terecht, waar ze gelukkig voldoende bescherming krijgen. ­ riekenland, Italië, Frankrijk en uiteindelijk België. G ‘Maar we hebben wel een verschuiving gemerkt van routes, omdat het veel moeilijker wordt om te reizen via Italië, Griekenland en ook Turkije.’

Waarom België?

Hier in België wordt gewerkt met een voogdijsysteem. Dit wordt mogelijk gemaakt door de Dienst ­Vreemdelingenzaken en de Dienst Voogdij. Als een jongere hier asiel komt aanvragen, krijgt hij een voogd toegewezen. De voogd is verantwoordelijk voor de bescherming van de niet-begeleide minderjarige ­vreemdeling. Zo zorgt hij ervoor dat de jongere naar school kan gaan en helpt mee naar het vinden van familieleden.

Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen reizen meestal alleen. ‘Maar ook dat is verbonden aan na­ tionaliteiten. Vluchtelingen uit Latijns-Amerika reizen altijd met hun familie.’ Vorig jaar was er een grote toestroom van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen uit Eritrea, dat geleid wordt door een dictatoriaal bewind. ‘Zij reizen via goed georganiseerde smokkelgroepen. Zo wijst de kleur nagel­lak van de vluchtelingen op hun eindbestemming.’

‘België heeft een heel vooruitstrevend systeem’, zegt Stefanie Defoer van de Dienst Vreemdelingenzaken. ‘Enkel in Nederland werken ze ook nog met een voogdij­systeem.’ De Dienst Vreemdelingenzaken zorgt ervoor dat de vluchtelingen beschermd worden, aangezien ze minderjarig en kwetsbaar zijn. ‘

Verschillende redenen om te vluchten

De stap om uiteindelijk te vertrekken uit hun thuisland is nooit gemakkelijk. Vaak is de situatie in die landen zo hopeloos dat de jongeren geen andere oplossing zien. ‘Irak Syrië, Afghanistan en Somalië bevinden zich in een toestand van oorlog of sektarisch en willekeurig geweld’, zegt Tine van Valckenborgh van het ­Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. ‘De burgerslachtoffers worden niet gespaard.’

In Europa hebben alle landen hun eigen procedure voor minderjarige asielzoekers. Naast België en Nederland zijn ook Zweden en het Verenigd Koninkrijk de ­gewenste eindbestemmingen van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. ‘In Zweden worden ze erkend en in het Verenigd Koninkrijk heb je geen documenten nodig om jezelf te identificeren.’

Reisroutes verbonden aan nationaliteiten

Maar ook Guinee bevindt zich in een politiek instabiele situatie. ‘Daar behoren vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken ook tot de dagelijkse praktijken.’

‘Naar gelang de nationaliteit van de vluchtelingen zie je dezelfde routes terugkomen’, zegt Defoer. Jongeren uit Afghanistan gaan meestal via Iran, Turkije,

73


Menek端lt

74


Colofon Redactie

Kelly Coudijzer – Anouk Haleyt – Wannes Hobin

Vormgeving

Kelly Coudijzer – Anouk Haleyt

Werkten mee

Laurent Sempot – Philippe Van Linthout – S. Suleiman – Brahim Abdi – Mack Vichayong – Máire Mackey & Michel Cauwenberghs – Denisa Benkovà – Carlos – Mareike von Stauern – Emir – Willem Vansina – Ursula Jaramillo – H. Dubinovic – Katrin Grobe – Ellis Berlijn – Anissa Souilem – Veerle Peters & Stefanie Defoer – M. Naser –

Foto’s

Kelly Coudijzer – Anouk Haleyt – Wannes Hobin

Coverbeeld

Foto’s: Anouk Haleyt – Kelly Coudijzer Vormgeving: Wouter Nuytkens

Eindredactie

Kelly Coudijzer – Anouk Haleyt

Dank aan

Annick De Pauw – Werner Goossens – Luuk Sengers – Erik Roosens – Renaat Bogaert

75



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.