NWSNOW Magazine maart 2016

Page 1

NEWSNOW MAGAZINE | GROEP C | 18 MAART 2016

NEWS

NOW MAGAZINE

REPORTAGE

KINDEREN IN DE RING

P38

INTERVIEW ‘Sam is Sam met zijn positieve en negatieve dingen’ P36 INTERVIEW ‘Af en toe zit je gewoon op bijstandsniveau’

P17


COLOFON

REDACTIECHEFS

Nina Klaassen

Stefan Klomp

Eva Heijne

OPMAAKREDACTIE

Julie Hendrickx

Denise Beuving

EINDREDACTIE

Marijn Helms

Romy de Groot

Noa Broeders

REDACTIE

Alexandra van Hoeck

Corné In ‘t Hout

Tim Geerestein

18 MAART 2016 | REDACTIE C P2

Anne Klein Gunnewiek

Petyula van Velzen

Diego Kemps

Jelle Hart


Voorwoord Iedereen voert een strijd. Jij ook. Klein of groot; innerlijk of uiterlijk; positief of negatief; gewelddadig of juist vredig. Of je het nu bewust voert of niet, elke dag voert je een strijd. Van de worsteling met de wekker tot die ene competitiewedstrijd die gewonnen moet worden. In ons ‘strijdschrift’ komt het allemaal aan bod. Misschien niet de dagelijkse strijden die je ongemerkt voert, wel de persoonlijke gevechten die een mens bezighouden. Variërend van zware kickbox gevechten tot opmerkelijke broccoli-uitdagingen en van gevechten met je eigen lichaam tot het opzetten van een imam-opleiding. Sommigen strijden voor zichzelf, terwijl juist anderen liever strijden voor hun medemens. Zo vecht de één tegen haar eigen kilo’s, terwijl iemand anders zich inzet voor de mensen in Ghana. Onze redactieleden hebben er speciaal voor gestreden voor de beste foto’s. Alleen de mooiste reportages en interviews zijn goed genoeg voor dit tijdschrift. Het is een strijd voor de kwaliteit geweest. En dat is gelukt, al zeggen we het zelf. Er is een prachtig persoonlijk verhaal geschreven, er is staat een schitterende fotoreportage in het blad en onze opmaakredactie heeft voor de mooist mogelijke opmaak gezorgd. Wij, als hoofdredactie, hopen je de vele kanten van strijd te laten zien, met een mix van zware en luchtige onderwerpen. We hopen zo dat er een mooi tweegevecht ontstaat tussen een traan en een lach. Namens de hoofdredactie, Eva Heijne Nina Klaassen Stefan Klomp

INHOUD

REPORTAGE

Gepest: “Elise? Nee joh, die kijkt altijd zo vrolijk.”

P40

P6

COLUMN

“Ik ben namelijk pas achttien dagen in een wereld zonder mijn moeder en heb er duizenden doorgebracht in een wereld met haar.”

P32

REPORTAGE

“Broccoli is voor mij echt een uitdaging”

P4

P30

P12 Strijd in de moestuintjes 4 “Juf, juf! Goedemorgen!” 6 “Plezier hebben is belangrijker dan winnen 9 Kleurrijke Nederlander 10 Vers is nou eenmaal duurder 12 Strijd tegen de kilo’s 13 “Als ik in de spiegel keek, dacht ik alleen maar: dik, dik, dik” 14 “Maar je vindt je werk toch leuk?” 17 “We hopen dat ze op een dag weer kan praten, dat missen we aan haar” 20 Polderimams opgeleid om radicalisering buiten de moskee tegen te gaan 22 “De Nederlandse taal gaat achteruit, doordat we te weinig lezen” 24 “Over 175 jaar bestaat de krant niet meer” 25 De overheid krijgt boer Herman echt niet klein 26 “Leef elke dag” 27 “Alleen de allerzwaksten krijgen nog te eten” 30 Ik moet nog even wennen 32 Homoseksualiteit in schooltoneel als wapen tegen taboes 34 “Het was geen shock, maar een opluchting” 36 Vechten voor discipline 38 “Ik denk niet dat ze weten wat ze bij mij kapot hebben gemaakt” 40 Strik Beat, het kloppende hart van de Zwolse muziekscene 42 Women Take Control 44 Cricket is zo veel meer dan een relaxte sport 46 18 MAART 2016 | REDACTIE C P3


REPORTAGE

Strijd in de moestuintjes Met haar kleine handen zit de zesjarige Nigella in de zwarte grond te ploeteren. Ze zit haar eigen moestuintje klaar te maken voor worteltjes en de nigella bloemetjes. Vader Irjan Vreeswijk zit met de schoffel de tuin om te spitten. Bij hem gaan er dit jaar uien, aardappelen, knoflook, enkele kruiden en aardbeien in. Vieze broeken en handen doen er niet toe, want dit is natuurlijk heerlijke quality time. JULIE HENDRICKX

De strijd om en met de moestuin gaat

weer van start: de vorstperiode is voorbij, de slakken komen weer tevoorschijn en voor vader en dochter betekent dit dat zij weer buiten aan de slag kunnen. Tussen de huizen bevinden zich de AAGroen tuinen in Zwolle. Meerdere buurtbewoners hebben hier hun plekje waar ze gedurende het jaar tuinieren. Bezems, schoffels en gieters liggen verspreid over de tuinen die gescheiden zijn door zelf aangelegde paden van houtsnippers. De auto’s die langs rijden vergeet je helemaal door de vredige atmosfeer van de tuintjes. Volgens Vreeswijk kom je hier ook gewoon even in een andere wereld terecht, waar iedereen vrolijk bezig is met zijn hobby. Hier en daar komt al wat groen naar boven. De weerkaatsing van de zon op de plantenkassen zorgt voor een zomerse gloed. Het is alsof je het voorjaar voelt.

BROCCOLI-UITDAGINGEN

Hier in de AA-Groen tuinen is alles biologisch, het water wordt ter plekke uit de grond gepompt en bestrijdingsmiddelen zijn niet toegestaan. ‘Je moet dus vooral de natuur zijn gang laten gaan’, vertelt Vreeswijk. Je hoort de wind door de bladeren gaan en kinderen spelen op het naast gelegen schoolplein. Maar een moestuin hebben is niet alleen genieten, 18 MAART 2016 | REDACTIE C P4

het betekent ook strijden. Strijden tegen de vijanden. De grootste vijand voor de moestuin is volgens Vreeswijk zonder enige aarzeling toch echt wel de slak: ‘De slak krijg je moeilijk weg en hij komt steeds weer terug. Ik heb het idee dat ze steeds gekkere dingen gaan eten.’ Naast de slak is ook de broccoli een uitdaging: ‘Dit heb ik een paar keer geprobeerd maar het gaat altijd mis of hij wordt op het laatste moment opgegeten door duiven. Dus daar ben ik maar mee gestopt. Die uitdaging ga ik niet meer aan.’ De moestuin vergt ieder jaar veel geduld en is een flinke klus, maar dat is het allemaal waard volgens vader en dochter. ‘Het is een prachtige manier om zo mijn dochter dingen over de natuur bij te brengen, het is hierdoor een soort educatief uitje voor ons tweeën. En daarom heb ik er steeds meer plezier in gekregen.’ Ook vinden beiden het harstikke leuk dat ze hun eigen groenten en fruit uit de tuin kunnen halen.

STRIJDVELD

Onkruid, ongedierte, droogte en kou. De moestuin is een strijdveld voor verschillende dingen, maar voor Vreeswijk is het toch net iets anders. ‘Voor mij gaat het er vooral om dat alles omhoog komt en dat het niet weggevreten wordt, dat is voor mij de strijd. Dus om ieder jaar weer de slak te lijf te gaan.’




“Juf, juf!

Goedemorgen!” VLUCHTELINGENKINDEREN ZIJN BLIJ DAT ZE IN NEDERLAND NAAR SCHOOL KUNNEN ROMY DE GROOT

Shanon (9) is samen met haar vader en broer Shaleem (10) gevlucht uit Pakistan. Zij wonen inmiddels al vier maanden in Nederland en verblijven nu in een opvangcentrum in Lelystad. Net als alle andere vluchtelingen willen zij hier een nieuw leven opbouwen. De eerste stap hiernaartoe is de Nederlandse taal leren. >>

18 MAART 2016 | REDACTIE C P7


REPORTAGE DE HELE DAG NEDERLANDS

Broer en zus gaan naar basisschool de Poolster, ook in Lelystad. Samen met andere vluchtelingen, veel ook uit dezelfde opvang, zijn ze verdeeld over zes taalklassen. Elke schooldag van halfnegen tot kwart voor twee zijn ze druk bezig met de Nederlandse taal. De hele dag wordt er Nederlands gesproken. Bij Shaleem in de klas begint de dag met lezen. In groepjes van vier lezen zij een klein boekje aan elkaar voor. De kinderen vinden het zo leuk, dat zij er een sport van maken. Wie het het snelst uit heeft, wint.

“IN HOLLAND STAAT EEN HUIS” Razendsnel pakken de kinderen de taal op. “Ze snappen alles wat je tegen ze zegt. Je kunt zelfs al kleine gesprekjes met ze voeren,” zegt juf Abida. Heel enthousiast roepen ze ‘Goedemorgen!’ tegen iedereen. Ze vinden het heerlijk dat ze met je kunnen communiceren.

IEDEREEN ZINGT

Met volle borst zingen Shanon en haar klasgenootjes ‘In Holland staat een huis’. Iedereen doet vrolijk mee. De kinderen kennen veel Nederlandse liedjes en deze willen ze het liefst de hele dag draaien. Het luisteren van de bekende Nederlandse liedjes sluit aan bij de interactieve manier van de taallessen. Veel vragen en een beeldende uitleg horen hierbij. Vooral door te zien, begrijpen de kinderen alles sneller. “Ook door dingen te doen, leren zij,” legt meester Remco uit. “Door bijvoorbeeld bij dingen als ‘op de stoep lopen’ met zijn allen op de stoep te gaan lopen, leren zij de betekenis. ” Alle kinderen doen actief mee met de les. Iedereen roept het antwoord als de juf iets vraagt. Handjes opsteken doen ze niet aan. De kinderen zijn er trots op dat ze alles weten en laten dit ook blijken. De juf heeft geen moment rust. Ze wordt iedere minuut geroepen. De kinderen willen alles weten en alles laten zien. Meester Remco vertelt dat de kinderen zeer leergierig zijn, maar wel een korte spanningsboog hebben. Shaleem heeft daar ook een handje van. Tijdens de les staat hij vaak op en loopt weg van zijn plek. “Plakband!” Herinneren zijn leraren hem dan. Daarmee bedoelen ze dat hij aan de stoel vastgeplakt moet blijven zitten. 18 MAART 2016 | REDACTIE C P8

De school heeft een beloningssysteem bedacht om het ongecontroleerde wandelen door het lokaal te handhaven. Als de kinderen de hele dag goed luisteren en Nederlands praten, krijgen zij een plaatje. Na het behalen van vier plaatjes, gaan zij met zijn allen tussen de middag tosti’s eten.

ANGST

Shanon en Shaleem gaan hier in Nederland met plezier naar school. In Pakistan was dit anders. Daar gingen zij met angst naar school. Zij vertellen dat er strenge juffen waren, die stoute kinderen met de liniaal sloegen. Gelukkig is Shanon nooit geslagen. “Ik niet, ik luisterde”, zegt Shanon zonder een spier te verrekken. Ook thuis en op straat was er angst. “Pakistan niet goed,” herhaalt Shaleem steeds. De Taliban heeft daar het hoogste gezag. “De Taliban kill”. Shaleem maakt een zagende beweging langs zijn keel. “Our mother kill.”

“WIJ ZIJN NIET MEER BANG”

Op de Poolster wordt oppervlakkig gesproken over de achtergrond van de kinderen. “Op een grote wereldkaart hebben wij de kinderen aan laten wijzen waar zij vandaan komen en gevraagd welke taal zij daar spreken,” vertelt meester Remco. Het grootste deel van de kinderen komt uit Syrië, waar zij Arabisch spreken. Een aantal kinderen heeft nog moeite met de Nederlandse normen en waarden, zij zijn natuurlijk anders gewend. Zo vinden sommige jongens het lastig om met meisjes om te gaan. Hierin moeten zij hun eigen draai nog vinden.

NIET SAMEN SPELEN

Shaleem en Shanon hebben vijf Nederlandse vriendjes. Die zitten niet bij hen op school. Ze kennen elkaar van de kerk. Op school zit er namelijk nog een ‘scheiding’ tussen de Nederlandse kinderen en de vluchtelingen. “Wij proberen de kinderen in contact met elkaar te laten komen in de pauzes,” zegt juf Abida. “Af en toe spelen ze tegelijk buiten, maar ik heb ze nog niet met elkaar zien spelen.”

De kinderen op school voelen zich erg op hun gemak in Nederland. Maar als je naar hun thuis vraagt, reageren ze: “Thuis? Oh, het kamp.” Zo bescheiden als Shanon was aan het begin van de schooldag, zo onlosmakelijk is ze nu. Ze praat en praat. ‘Thuis’ en op school skeelert ze het liefst. Haar favo-

“SKEELEREN VIND IK HET LEUKST OM TE DOEN,” ZEGT SHANON VOL TROTS. “DAT HEB IK HIER IN NEDERLAND GELEERD”

riete eten? Een broodje met smeerkaas! Daar is ze gek op. Maar voor avondeten is patat haar favoriet. “Nederlands eten is heel anders, maar wel heel lekker.”

Aan het eind van de dag zet de schoolbus de kinderen weer thuis af. Ook Shanon en Shaleem. Het is maar goed dat deze kinderen nog maar zo jong zijn. “Wij zijn niet meer bang. Wij willen hier ons hele leven blijven wonen.”


INTERVIEW

‘Plezier hebben is belangrijker dan winnen’ Volgende week zaterdag zijn de Nederlandse kampioenschappen springen. De zeventienjarige Danique Weernink is één van de ruiters die mag gaan strijden voor de eerste plaats, dit doet zij samen met haar paard Ulvana. JULIE HENDRICKX Hoe blij was je toen je te horen kreeg dat je mee mocht gaan doen? “Ik was heel blij! We hebben natuurlijk veel wedstrijden moeten rijden om hier te komen. Bij één van die wedstrijden had ik er een balk af, dus ik was bang dat ik niet meer door mocht. Maar gelukkig was dit wel zo, ik was heel erg opgelucht.”

Betekent dit nu ook dat je in je beste periode zit? “Het afgelopen jaar ging sowieso heel erg goed. We hebben ook veel gewonnen, dus ik heb een goede periode achter de rug. Bovendien gaat het in deze klasse heel erg goed en ook was het mijn doel om met Ulvana naar het NK te kunnen.” Hoe bereid je je voor op de wedstrijd, heb je een bepaalde training? “Met de training probeer ik wel hetzelfde

te doen als normaal, want wat goed gaat moet je niet veranderen zeggen we altijd. Sommige mensen rijden iedere dag, maar ik vind ook dat het paard gewoon rust moet hebben om te herstellen. Meestal rijd ik drie keer in de week. En soms ga ik na school nog longeren, dat is dat het paard aan een lange lijn rondjes loopt. Dus dan train ik ongeveer vijf keer per week. Ik ga meedoen aan het springen, maar dressuur train ik ook vaak. Want hiermee leer je het paard gehoorzaam te zijn. Maar voor de rest train ik hetzelfde als normaal. En ook belangrijk voor mij is gewoon blijven ademen. Dat vergeet ik nog wel eens, dan word ik spierwit en dan zegt mijn opa: ‘Je moet wel blijven ademen!’. Maar dat komt vooral door de spanning. Dus ik moet gewoon doen alsof het een normale wedstrijd is, maar dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan.”

Heb je nog een speciale strategie? “Niet echt een strategie, maar wel een rare tik. Een soort gelukstik. Als ik wedstrijd heb draag ik altijd roze sokken en gebruik ik een paarse zweep. Die roze sokken waren ooit een keer kapot tijdens de wedstrijd, toen had ik dus andere sokken aan. Alleen die wedstrijd is niet zo

goed gegaan. Sindsdien zorg ik altijd dat ik roze sokken aan heb. Verder draag ik altijd een haarelastiek met pareltjes en bij Ulvana maak ik altijd negen knotjes. Verder draag ik nog een horloge en twee armbandjes. Die hebben we vorig jaar gewonnen op een wedstrijd. Dus die doe ik niet meer af.” Heb je verwachtingen? “Ik probeer geen verwachtingen te hebben, want hoe hoger je verwachtingen zijn hoe meer het tegen kan vallen. Dus ik verwacht eigenlijk niks. Want dan kan het alleen nog maar beter gaan toch?” Heb je nog grote dromen samen met Ulvana? “Met Ulvana spring ik nu in klasse L, dat is 1 meter 10. Graag zou ik met haar nog in klasse Z komen, dat is 1 meter 30. Dat is denk ik wel het maximale wat zij kan. En verder zien we wel wat de toekomst brengt.”

Wat is voor jou belangrijker, winnen of plezier hebben? “Zeker het plezier. Als ik heb gewonnen, maar niet fijn heb gereden dan heb ik er nog niets aan. Ik heb liever dat ik gewoon lekker heb gereden, dat vind ik toch echt wel belangrijker.”

18 MAART 2016 | REDACTIE C P9


INTERVIEW

Kleurrijke Nederlander Het is maandag 7 maart 2016. Pernelly Biya zit bij de visagie van RTL Late Night. Voor hem wacht een landelijk Tv-debuut. Presentator Humberto Tan vraagt of hij er klaar voor is: ‘’zeker meneer.’’ Een dikke 50 uur geleden stond Pernelly nog op het voetbalveld. Daar gebeurde iets opmerkelijks. Een turbulente week volgde: ‘’Dit zag ik echt niet aankomen.’’ CORNE IN ‘T HOUT

VOORVAL

De wedstrijd tussen Harkemase Boys en VVOG nadert zijn einde. Het staat 2-0. Aanvaller Pernelly Biya mag een hoekschop nemen voor VVOG. Vanuit het supportersvak van de thuisploeg klinken oerwoudgeluiden. Het raakt Biya. Net als assistent-trainer Henk Drost. Die laatstgenoemde schreeuwt: ‘’Nu moet je ingrijpen scheidsrechter!’’ Drost krijgt een rode kaart en wordt naar de tribune gestuurd. VVOG is er klaar mee. Hoofdtrainer Ed Engelkes neemt de staf en zijn spelersgroep in bescherming. Ze stappen met z’n allen van het veld.

De wedstrijd wordt na een onderbreking uitgespeeld. Van spelen is eigenlijk geen sprake. De beide ploegen spelen de bal inspiratieloos rond. VVOG staat tijdens dat symbolisch uitspelen met een man 18 MAART 2016 | REDACTIE C P10

minder op het veld. Trainer Ed Engelkes heeft zijn aangeslagen Pernelly in de kleedkamer gelaten. Het is het begin van een krankzinnige week voor de geboren Congolees.

BIJZONDERE WEEK

Het ritje in de spelersbus richting huis verloopt rustig. Evenals de avond. Pernelly probeert racisme van eerder op die dag te vergeten. In zijn woonplaats Apeldoorn heeft hij een gezellig avond met zijn vrienden. Zondagochtend is het grote chaos: ‘’Mijn telefoon stond roodgloeiend.’’ Tal van gemiste oproepen en nieuwe WhatsApp-berichten verschijnen op het scherm van zijn iPhone. Het incident in Harkema heeft landelijke media gehaald. Zowel familie, vrienden als journalisten willen spreken met Pernelly: ‘’Toen begon alles.’’

Maandagochtend deed Biya aangifte tegen ‘de racist’. In de middag volgden interviews voor NOS. In de avond kon er gekozen worden voor PAUW of RTL Late Night. Uiteindelijk koos hij voor dat laatste: ‘’Fijn om het echte verhaal aan heel Nederland te kunnen vertellen.’’ Dik

‘’MIJN TELEFOON STOND ROODGLOEIEND” vijftig uur geleden nog op het veld, nu bij de visagie van RTL. Presentator Humberto Tan vraagt of Pernelly er klaar voor is: ‘’zeker meneer.’’ Zijn beste vrienden Furkan, Damir en Erren zitten in het publiek bij de talkshow. Ze steunen hun vriend.


RACISME

Het blijft een vraag waarom je bij sommige voetbalwedstrijden oerwoudgeluiden hoort. In Harkema leek het doel om Biya uit de wedstrijd te halen: ‘’Nou dat is gelukt.’’ De rappe aanvaller moet het misschien maar als een compliment zien. Een matig presterende voetballer valt niet op: ‘’Ik speelde voor mijn gevoel een goede wedstrijd ja.’’ Het bestrijden van racisme op de voetbalvelden lijkt lastig. Verdwijnen zal het nooit. Een club straffen is volgens Biya geen optie. Individuen moeten er op aangesproken worden: ‘’Als een voetbal-

ler rood pakt, dan hoeft ook niet het hele team van het veld te gaan.’’ Een oerwoudgeluid van een individu hoeft niet direct racistisch te zijn. In veel gevallen oogt het als een uiting van onmacht. Iemand die zichzelf niet onder controle heeft: ‘’Hij had bijvoorbeeld ook kunnen staan vloeken.’’

CONGO

Tot dusver werd Pernelly maar weinig geconfronteerd met zijn huidskleur. De eerste keer toen hij een jaar of 5 was: ‘’Dat is logisch. Op de basisschool zie je dat vriendjes blank zijn.’’ Enkele jaren

eerder is hij als baby met zijn ouders gevlucht. Zijn vader kwam in Congo op voor gelijkheid. In een land waar een dictatuur heerst is dat riskant: ‘’Je bent

“IK STA LIEVER IN DE PUBLICITEIT DOOR GOED SPEL OP HET VELD” je leven als activist niet zeker daar.’’ Via het AZC in Leusden kwam familie Biya in Apeldoorn terecht.

Het doel om een toekomst op te bouwen in Nederland is behaald. Ze zijn gelukkig. Inmiddels studeert Pernelly hbo maatschappelijk dienstverlening aan Windesheim Zwolle. Of hij zich Nederlander of juist Congolees voelt? ‘’Ik ben gewoon een kleurrijke Nederlander.’’ Op projectbasis werken in zijn geboorteland blijft een wens: ‘’Daar liggen simpelweg mijn roots.’’

GEVORMD

De oerwoudgeluiden, de aandacht in de media. Voor Pernelly was het een gekke week. Enerzijds een vernedering: ‘’Op die zaterdag voelde ik me rot ja.’’ De

aandacht van vrienden en familie gaf een boost. Evenals de media waar Biya zijn verhaal kon doen. Dit heeft hem mentaal gezien heel sterk gemaakt: ‘’Dat weet ik wel zeker.’’ Toch had de voetballer van VVOG het liever anders gezien: ‘’Ik sta liever in de publiciteit door goed spel op het veld’’. Wie exact oerwoudgeluiden maakte weet Pernelly niet. Dat weten ze binnen Harkemase Boys wel. De club heeft een stadionverbod uitgedeeld aan de schreeuwer. Contact met hem heeft Biya nog niet gehad: ‘’Daar sta ik wel voor open.’’ Het is aan justitie wat voor sancties er volgen tegen de schreeuwer:

‘’Ik studeer maatschappelijk dienstverlening. Geen rechten.’’

“IK SPEELDE VOOR MIJN GEVOEL EEN GOEDE WEDSTRIJD, JA”

Pernelly legt de focus nu weer op studie en voetbal. Zijn tint verschilt weinig met die van Humberto Tan: ‘’Dat is toch één van de meest geliefde tv-presentatoren van Nederland’’, besluit Biya met een lach. 18 MAART 2016 | REDACTIE C P11


REPORTAGE

“Vers is nou eenmaal duurder” Begin dit jaar is Windesheim in Zwolle begonnen met een gezondere kantine. De frikandel- en kaasbroodjes zijn ingeruild voor de saladebar en gezonde broodjes. Desondanks de invoer van een gezonde kantine is de frituur wel gebleven. Maar is een gezonde kantine interessant voor de studenten? DENISE BEUVING De kantine van het X-gebouw rond twaalf uur. Het is ontzettend druk, vooral bij de frituur staan veel mensen te wachten op nieuwe patat en snacks. Als er weer is bijgevuld begint het duwen en trekken om de eerste patat. Vervolgens staat iedereen zijn of haar gefrituurde snack al te eten in de rij. Aan elk tafeltje zie je wel iemand een patatje eten. De geur van de frituur is vrijwel op de hele beneden verdieping te ruiken.

HET VERS BELEGDE BROODJE

Ondanks dat het bij de patat zo super druk is, is dat volgens de kantinemedewerkers niet hetgeen dat het meest verkocht wordt. Volgens hen is het gezonde eten erg populair onder de studenten. “Als je beneden zit en om je heen kijkt zie je aan elk tafeltje wel iemand een gezond broodje eten. De vers belegde broodjes gaan ontzettend snel. We zijn de hele dag bezig met het maken van verse nieuwe broodjes.”, vertelt een medewerkster, terwijl zij zelf op dat moment een hap neemt van een broodje rookvlees uit de kantine.

PRIJS EN VARIATIE

Volgens studenten zit er veel variatie in de broodjes, wat het interessant houdt. Vandaag liggen er broodjes gezond en rookvlees. “Elke dag hebben ze wel weer een ander, waardoor je elke dag iets anders lekkers kan kiezen. Het liefst zou ik er elke dag één halen, want ze zijn ontzettend lekker. Helaas heb ik daar het geld niet voor.” Want één nadeel aan de broodjes is er wel. Ze zijn ontzettend duur volgens studenten. Voor één gezond broodje betaal je tussen de drie en vijf euro. Een patatje daarentegen is maar één euro en een snack één euro dertig, waardoor studenten sneller voor de frituur kiezen. “De broodjes zijn veel lekkerder dan de patat, maar omdat de broodjes in verhouding duurder zijn 18 MAART 2016 | REDACTIE C P12

dan de patat, koop ik eerder patat. Als ik dan voor de frituur sta krijg ik daar automatisch meer zin in.” Volgens de medewerkers van Eurest, het cateringbedrijf die over de kantine gaat, zijn de prijzen vastgelegd door Windesheim en hebben zij daar geen inspraak in. “Over het algemeen zijn verse dingen duurder. We moeten er voor zorgen dat vers eten elke dag opnieuw en op tijd geleverd wordt en dat is nou eenmaal duurder.

EEN GEZONDE KANTINE

Snacks daarentegen liggen in grote voorraden in de vriezer, dat kopen we groots in, daardoor is het goedkoper.”

Studenten van Windesheim vinden een gezonde kantine erg belangrijk. “Snacks zijn ongezond, door alleen maar gezond eten aan te bieden, stimuleer je mensen om gezond te eten”, aldus een student.

Maar niet alleen de studenten zijn blij met een gezonde kantine. “We willen laten zien dat gezond eten belangrijk is. Door meer gezond eten in de kantine te hebben proberen wij dat te stimuleren’’, laten de medewerkers van Eurest weten. “We kunnen aan de reacties van mensen zien dat zij super enthousiast zijn over het gezonde eten. Niet alleen zij, want wij, als medewerkers, vinden het eten ook super lekker.‘’


INTERVIEW

“JE MOET ER WEL ZELF GELUKKIG VAN WORDEN”

Strijd tegen de kilo’s De zomer komt er weer aan. Dit betekent voor veel mensen dat ook het afvallen weer begint. Sylvia Hoebink, een gewichtsconsulent uit Zwolle geeft aan wat er belangrijk is als je op een gezonde manier wilt afvallen. NINA KLAASSEN Wat is belangrijk als je wil gaan afvallen? “Mijn cliënten zijn voornamelijk mensen met overgewicht. Zij komen naar mij toe omdat ze willen afvallen. Ik maak dan een speciaal plan, waarbij gezond eten het belangrijkste is. Mensen denken dat dat betekent dat je helemaal niet meer mag snoepen, maar dat is helemaal niet zo. Je moet jezelf wel van tijd tot tijd belonen. Verder is het belangrijk dat je voldoende beweegt. Je hoeft niet meteen elke dag te gaan sporten, kies iets dat bij je levensstijl past. Het allerbelangrijkste bij afvallen is dat je een plan hebt dat bij je past. Je moet het op de lange termijn wel kunnen volhouden. Ga dus niet drie keer per week

sporten, als je dat op de lange termijn niet vol kan houden.”

Hoe belangrijk is je reden om af te vallen? “Je motivatie speelt een grote bij het traject. Zorg ervoor dat je het doet voor de juiste redenen. Ga bijvoorbeeld niet een heel afval traject omdat je alleen maar een lager getal op de weegschaal wil zien. Als mensen wat willen afvallen om zich bijvoorbeeld zelfverzekerder voelen, dan zijn ze ook gemotiveerder en dan houden ze het een stuk langer vol. Als je wil afvallen, doe dat dan uit eigen beweging. Je moet er wel zelf gelukkig van worden.”

Wat vindt u van de ‘fitgirls’ die je continu op sociale media tegenkomt? “Als zij op een gezonde en verantwoorde manier sporten en eten, dan hoeft dat geen probleem te zijn. Je kunt soms alleen wel vraagtekens zeggen bij of ze echt zo gezond eten. Zij richten zich dan voornamelijk op veel koolhydraatarm voedsel. Het gevaar is dan dat ze niet genoeg mineralen en vitamines en dat heeft het lichaam gewoon nodig. Deze meiden sporten veel en vaak ook elke dag. Het is belangrijk voor het lichaam om rustdagen te nemen. Anders is er het gevaar dat je je spieren overbelast. Maar als je dus goed en verantwoord eet, dan is het geen probleem.”

DRIE TIPS OM AF TE VALLEN:

• Drink voor elke maaltijd een groot glas water, zo zit je sneller vol. • Vervang je tussendoortje door een stuk fruit. • Eet kleinere porties en verdeel deze over de dag. 18 MAART 2016 | REDACTIE C P13


INTERVIEW

“Als ik in de spiegel ik alleen maar: dik, d “Soms had ik momenten waarop ik wel ging eten en daarna dacht: Oh waarom heb ik dit nu weer gedaan? Of van die momenten waarop ik wel moest eten, maar niet kon of wilde eten. Dan dacht ik wel eens: Godsamme doe toch niet zo kinderachtig! Het is maar gewoon een boterham.” ANNE KLEIN GUNNEWIEK

Een gewone middelbare scholier denk je, wanneer je haar door de lege gang van haar school ziet lopen. Er klinken timmergeluiden, de school wordt verbouwd. Ze vertelt openhartig over de eerstoornis die ze heeft gehad, maar wil wel graag dat haar echte naam buiten het verhaal blijft. “Noem me maar Sophie”. Tweeënhalf jaar lang leed Sophie aan een slopende eetstoornis die haar leven op z’n kop zette. Nu heeft ze het afvallen en het overgeven na het eten van een maaltijd gedag gezegd en kan ze zelfs weer genieten van eten.

DE STRIJD

Mijn eetstoornis is er eigenlijk geleidelijk ingeslopen. Ik voelde me in die tijd erg onzeker en kreeg nare opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd. Dan spookte er wel door mijn hoofd: Ben ik dan ook echt niet leuk? Het was niet echt anorexia wat ik had, want als je anorexia hebt moet je aan een bepaald BMI voldoen. Dan ben je echt heel erg mager en dat was ik niet. Boulimia was het ook niet. Ik ging niet overdreven veel eten en daarna overgeven om het eten kwijt te raken. Mijn eetstoornis zat een beetje tussen beiden in. 18 MAART 2016 | REDACTIE C P14


keek, dacht dik, dik” NIET OPVALLEN

Ik wilde zo dun mogelijk zijn en ik wilde niet opvallen. Als je dunner wordt dan ben je lichamelijk minder aanwezig. Iemand die 120 kilo weegt is veel meer lijfelijk aanwezig dan iemand van 40 kilo. Het was een beetje mijn doel om niet teveel op te vallen en daarvoor was afvallen voor mij de beste manier. Dun zijn was voor mij een ideaalbeeld.

’s Ochtens at ik meestal niets en als ik dat wel deed dan gaf ik daarna meestal over. ’s Middags at ik ook niets en ’s avonds als ik thuis kwam probeerde ik wel wat mee te eten, zodat mijn ouders niet door zouden hebben dat ik aan het afvallen was. Ik wist wel dat het niet goed was wat ik deed. In het begin ga je daar nog wel over nadenken: moet ik dit wel doen? Is dit wel goed voor me?

ISOLEREN EN LIEGEN

Als je niet blij bent met jezelf dan ga je allemaal manieren zoeken om jezelf leuker, beter, mooier en perfecter te maken. Door die eetstoornis isoleer je jezelf. Als je het geheim houdt dan ben je in je eentje aan het niet-eten of aan het overgeven. Je wordt afgezonderd van iedereen. Mensen zien wel dat het soms niet goed met je gaat, maar de meeste mensen vragen daar niet naar. Dus als jij geen boterham eet tijdens de lunch dan denken de meesten niet: Oh

“IK DOE DIT NOOIT MEER”

“IK ZAG EEN SOORT VARKEN TERWIJL IK DAT HELEMAAL NIET WAS”

je bent aan het afvallen. Zeker niet op een middelbare school, want iedereen is met zichzelf bezig en niemand praat daar over. Ik werd ook ongelukkig. Je voelt je slecht en je krijgt het koud. Ik kan me nog wel herinneren dat ik het heel vaak zo koud had en dan maakte het niet uit hoeveel lagen kleding ik aan had. Je liegt ook ontzettend veel, want mensen vragen wel aan je waarom je niets eet of waarom je je eten weggooit. ‘Ja, ik ben mijn eten vergeten’ of ‘mijn moeder heeft er kaas opgedaan en dat vindt ik echt vies’ waren vaak mijn leugens. Mensen geloven dat gewoon, want iedereen doet het. Iedereen gooit eten weg en zeker op een middelbare school is het eigenlijk heel normaal om soms te verdoezelen waarom je niet gaat eten. >>

Sophie in de gang op haar middelbare school

18 MAART 2016 | REDACTIE C P15


SPIEGEL Als ik nu in de spiegel kijk ben ik wel blij met mezelf. Dat is lang niet altijd zo, maar iedereen heeft wel eens van die momenten dat je in de spiegel kijkt en denkt: ‘Godsamme wat zit mijn haar toch lelijk’ of ‘wat zie ik er raar uit’. Ik ben nu gewoon blij dat ik weer in mijn kleren pas en dat ik niet tien maten kleiner hoef te kopen bij wijze van spreken. Als ik tijdens mijn eetstoornis in de spiegel keek dan zag ik overal dik. Dik, dik, dik, dik. Dat spookte dan ook door mijn hoofd. Je ziet iets wat er niet is. Ik zag een soort varken terwijl ik dat helemaal niet was. Dat is heel raar en veel mensen snappen dat ook niet, dat jij dat kan zien in de spiegel. OVERWINNING Het lijkt helemaal niet moeilijk om ermee te stoppen en weer te gaan eten,

18 MAART 2016 | REDACTIE C P16

maar voor iemand met een eetstoornis is dat wel moeilijk. Ik had ook wel momenten, in een tijd waarin het niet goed ging, dat ik toch een hapje eten nam en dacht: Hmm het is toch wel lekker. Dan voelde het wel als een soort overwinning in een nare periode. Als ik een rotdag had en ik moest eten dan kon ik daar totaal niet van genieten, maar als je op die rotdag jezelf ervan kan overtuigen dat het goed is om te eten dan voelt het als een overwinning. Ik weet dat ik dit nooit meer moet doen. Het is verschrikkelijk ongezond. Het enige positieve is dat ik nu weet wat goed voor me is en wanneer iets slecht is. Ook weet ik nu heel erg goed wat mijn grens nu is en wat mijn lichaam nodig heeft. Als je een eetstoornis hebt is het in de eerste instantie heel lastig om te bepalen hoeveel je moet eten. Zeker als je weer moet gaan opbouwen met eten. Je wil eigenlijk niet eten, maar

je lichaam vraagt wel om eten en dat gaat dan niet. Op een gegeven moment ben je gewoon helemaal kwijt hoeveel je ongeveer nodig hebt. Dat gevoel is gelukkig nu wel weer terug.

ONBEGRIP EN ZICHTBAARHEID

Veel mensen snappen wel dat je weinig of niets kan eten, maar waarom of hoe dat dan werkt snappen ze niet. Het is heel ingewikkeld. Je wil wel eten, maar je kan niet eten. Of je kan wel eten, maar het lukt gewoon niet. Dat is heel raar om uit te moeten leggen omdat veel mensen denken: ‘Ach het is maar een boterham’ of ‘het is maar een koekje, dat is toch niet zo moeilijk?’. Voor iemand met een eetstoornis weegt zoiets heel erg zwaar. En als je dan zoveel onbegrip over je heen krijgt en opmerkingen als: ‘Eet nou maar, het is makkelijk’, dan voel je je ook niet echt gesteund. Dat maakt het extra lastig.


INTERVIEW

“Maar je vindt je werk toch leuk?” Een interview met kunstenares Heleen Wilkens over je hoofd boven water houden als ZZP’er in de kunstsector

Beeldend kunstenaar Heleen Wilkens begon haar carrière als invaldocent tekenen en handvaardigheid op een middelbare school. Ze heeft veel verschillende leuke en minder leuke banen gehad en is inmiddels al bijna twintig jaar ZZP’er in de kunstsector. Het is niet makkelijk om je hoofd boven water te houden in deze branche, maar als je overtuigd bent van je eigen kunnen en je bereid bent er keihard voor te werken, is het volgens Wilkens de leukste baan die je kunt hebben. EVA HEIJNE

>>

18 MAART 2016 | REDACTIE C P17


‘Toen ik een studie moest kiezen twijfelde ik erg tussen de kunstacademie en de lerarenopleiding voor tekenen en handvaardigheid. Ik heb toen gekozen voor de lerarenopleiding, dit had de voorkeur van mijn ouders, omdat ze liever hadden dat ik voor een studie ging waarbij de kans op het krijgen van een baan wat hoger was. Ik stond zelf trouwens wel volledig achter deze keuze.

“IK VOND HET ABSOLUUT NIET ENG, EERDER EEN VERADEMING.”

Toen ik mijn opleiding had afgerond heb ik op verschillende scholen gewerkt, maar dat was allemaal toch niet echt mijn ding.’ 18 MAART 2016 | REDACTIE C P18

VOOR MEZELF BEGINNEN

‘Ik heb toen besloten om te stoppen met mijn baan en voor mezelf te beginnen. Ik vond het absoluut niet eng, eerder een verademing omdat ik eindelijk mijn eigen werk kon maken. Ik ben als eerste gewoon uitgeverijen gaan bellen met de vraag of ik langs zou kunnen komen om mijn werk te laten zien en zo ben ik met mijn portfolio door heel Nederland gereisd. Op deze manier heb ik verschillende illustratie opdrachten gekregen.’

KLANTEN

‘De meeste mensen vinden mij via mond-tot-mondreclame, maar ik sta bijvoorbeeld ook in het bestand van Cultuurclick Groningen. Verder heb ik een website en gebruik ik facebook voor mijn werk. Ik heb absoluut niet altijd

opdrachten. Bijvoorbeeld in 2014, toen stopte het gewoon. Ik maakte me niet zoveel zorgen in het begin omdat de wintermaanden gewoonlijks een rustige periode was. Pas toen er rond april nog steeds geen nieuwe opdrachten binnenkwamen begon het op te vallen dat het echt crisis was.’

“AF EN TOE ZIT JE GEWOON OP BIJSTANDSNIVEAU.”

‘Om echt mijn brood te verdienen met mijn werk, is best wel moeilijk. Af en toe zit je gewoon op bijstandsniveau en als ik echt van dit beroep zou willen leven, zou ik nóg harder moeten werken. Ik moet zeggen dat ik het heel lang heel erg heb gevonden dat ik niet zo veel ver-


diende, maar dat kwam vooral doordat je keihard werkt, maar heel weinig inkomsten krijgt. Mijn insteek was wel altijd dat ik zo wilde verdienen dat ik ervan zou kunnen leven. Doordat mijn man een vaste baan heeft is het niet nodig, maar het blijft me altijd een klein beetje dwars zitten. ‘

VOOR- EN NADELEN

‘Het nadeel aan het zijn van ZZP’er in deze sector is dat mensen altijd voor een dubbeltje op de eerste rang willen en je krijgt er vrijwel niks voor terug. Financieel is het gewoon niet makkelijk. Wat je ook veel te horen krijgt als zelfstandige in dit vak is “Jeetje wat duur nog, je vindt je werk toch leuk? Je hebt toch van je hobby je werk gemaakt?” Maar het feit dat ik leuk werk heb betekent niet dat ik er niet ook gewoon geld mee moet verdienen. Daarnaast is de vrijheid ook een valkuil.

Je bent namelijk snel geneigd om te veel tijd te besteden aan dingen. Ook moet je een allrounder zijn en dat is best wel pittig want je moet echt alles zelf doen. Het leukste van ZZP’er zijn in dit vak is dat je je eigen werk creëert en daardoor doe je eigenlijk altijd iets wat je leuk vindt. Zo blijf je enthousiast en dat drijft me heel erg. Ook ben je volledig vrij in de indeling van je tijd en dat maakt mij heel flexibel.’

“HET FEIT DAT IK LEUK WERK HEB BETEKENT NIET DAT IK ER NIET OOK GEWOON GELD MEE MOET VERDIENEN”

Als zelfstandige moet je je eigen werk creëren en dat is absoluut een voordeel, maar het vergt ook heel erg veel doorzettingsvermogen en energie. Helemaal in de kunst zal je altijd nog heel veel meer je best moeten doen dan wie dan ook om je hoofd boven water te houden. Zelf vind ik het niet moeilijk om er keihard voor te werken. Het is voor mij ook wel iets wat het beroep nou juist leuk maakt. Wat wel heel belangrijk is in dit vak is dat je het leuk moet maken voor jezelf en dat je mensen die ook in dit werk zitten om je heen moet verzamelen waarbij je soms kunt aanhaken of waardoor je af en toe meegetrokken kan worden.’ ‘Ik heb ooit wel spijt gehad van het feit dat ik niet gewoon een beroep heb gekozen waarbij je een vaste baan van negen tot vijf en altijd een inkomen hebt, maar momenteel ben ik juist ontzettend blij met wat ik doe.’

18 MAART 2016 | REDACTIE C P19


REPORTAGE

“We hopen dat ze op een dag weer kan praten, dat missen we het meest aan haar” Bij sommige naalden die de acupuncturist in haar lichaam steekt schrikt Dewi, bij sommigen ook niet. “Op sommige plekken voelt ze dingen niet goed en op andere plekken juist weer wel. Dat komt allemaal door de hersenbeschadiging die ze heeft.” Dan is er een hard geluid te horen uit het buisje in haar keel. “Ze hoest, waardoor het buisje vol zit. Haar canule moet vervangen worden!” DIEGO KEMPS Dewi zou in de bloei van haar leven moeten zijn net zoals elk ander zeventien jarig meisje. In plaats daarvan zit ze in een rolstoel, kan niet praten en kan amper bewegen. Allemaal door één beslissing die ze op haar veertiende maakte. Een vreselijk besluit dat haar leven voor altijd veranderde. 17 januari 2013 deed ze een zelfmoordpoging. Die avond kreeg moeder Diana van den Bout het ergste bericht wat een moeder kan krijgen. “Dewi woonde bij haar oma dus ik wist het niet gelijk. Ik werd gebeld door mijn moeder met het bericht dat Dewi zichzelf had opgehangen. Het enige wat ik kon denken was: Dewi is dood, die heeft het niet overleefd.” De reden? Gedacht wordt aan schizofrenie, maar dat is nog altijd onzeker. “Haar vader had ook schizofrenie, misschien dat ze het daar van geërfd heeft. Maar dat denken wij alleen, duidelijkheid is er nog niet echt. We zien ook geen andere reden eigenlijk. Het kan ook niet meer opgespoord worden, dus het is altijd nog een vraag voor ons. Sindsdien is niet alleen het leven van Dewi veranderd, maar ook dat van haar familie. Bijna één jaar lang verbleven Diana, haar vriend en de zusjes van Dewi in verschillende ziekenhuizen. 18 MAART 2016 | REDACTIE C P20

VAN GRONINGEN NAAR DUITSLAND

Eerst in Groningen, maar daar kwam het eerste obstakel al. “De artsen in Groningen, geloofden na twee weken dat ze in het ziekenhuis lag, niet meer in haar. Ze kwam maar niet van de beademing af en de artsen wilden de stekker er uithalen. Ze zeiden tegen mij dat er nooit meer verbetering zou komen en dat ze eigenlijk voor altijd in coma zal blijven. Dit geloofde ik niet. Ik zag aan haar dat ze reageerde op mij en op haar vrienden die destijds langskwamen. Dat zag ik vooral goed toen er

“ZE ZEIDEN DAT ZE VOOR ALTIJD IN COMA ZAL BLIJVEN. DIT GELOOFDE IK NIET.”

een goede vriend van haar langskwam, toen hij begon te praten begon Dewi te trillen, gingen haar ogen heen en weer en gingen haar ademhaling en hartslag omhoog. Dat was genoeg bewijs voor mij om te geloven dat Dewi wél alles meekreeg en dus niet helemaal afwezig was, zoals de artsen zeiden.”

Daarom besloot Diana om naar een ziekenhuis in Duitsland te gaan met Dewi, in de hoop dat ze hier beter behandeld werd en niet gelijk opgegeven zou worden. Dit bleek een goede beslis-

sing te zijn. “In Duitsland aangekomen werd ze direct beter behandeld dan in Groningen, dat zag ik gelijk al. De artsen in Duitsland waren eerlijk tegen mij, ze zal nooit helemaal weer de oude worden, maar ze gaven de hoop in Dewi niet op.” Met succes, want na twee maanden in Duitsland te hebben gelegen ging alles snel beter. “Na twee maanden mocht Dewi al van de beademing af, iets waar wij heel erg op hoopten in die tijd en dus ook ontzettend blij mee waren. De artsen zeiden zelfs dat ze binnen een maand alweer naar huis kon, weliswaar met veel medicijnen maar toch naar huis

EINDELIJK THUIS

Na één jaar in verschillende ziekenhuizen te hebben gelegen, mocht Dewi eindelijk naar haar eigen huis in Rijssen. “Dat was echt heel fijn, nu konden meer vrienden van haar langskomen en was ze in haar eigen vertrouwde omgeving. Wel moesten we hard aan de slag om therapie voor haar te zoeken.


Gelukkig had ik al veel contact gehad het afgelopen jaar met een therapiecentrum wat gespecialiseerd is in kinderen met hersenletsel. Zij wilden Dewi vijf dagen per week therapie geven zodat ze weer beter kon bewegen en soepeler wordt. Vandaag de dag heeft Dewi vier dagen per week therapie bij het therapiecentrum en is zelfs een van de weinige hersenletselpatiënten in Nederland die uitgekozen is om een speciaal apparaat te testen dat waarmee ze beter kan leren bewegen. “Als je Dewi vergelijkt met haar

“ALS ZE DOOD WILDE, HAD ZE NIET ZO HARD GEVOCHTEN OM BETER TE WORDEN.”

alles wat mogelijk verbetering kan geven , want als Dewi het niet geprobeerd heeft, is het misschien een gemiste kans.” “Mensen zeggen wel eens dat ze beter

“BETER WORDT ZE WAARSCHIJNLIJK NOOIT HELEMAAL.”

dood had kunnen gaan omdat ze een zelfmoordpoging heeft gedaan. Maar als ze dood had gewild, had ze niet zo hard gevochten om beter te worden. Ze doet zo erg haar best bij de therapie die ze krijgt, je ziet haar echt strijden.. “Wat wij het meeste missen aan Dewi

is toch wel haar stem en haar lach. Nu lacht ze ook wel eens, maar dat is zonder geluid omdat ze niet kan praten met de canule in haar keel. Nu zit ze stil in haar rolstoel, zonder geluid. Ze beweegt wel, maar een gesprek voeren met haar lukt niet en dat is soms best moeilijk voor ons. Onze grootste wens is dus ook dat haar canule er een keer uit mag en ze weer kan leren praten. We hopen nog steeds op een apparaat wat alles kan repareren. Maar dat zal waarschijnlijk nog wel even duren. Het gaat nu met babystapjes vooruit, en dat zal ook zo blijven gaan. Beter wordt ze waarschijnlijk nooit helemaal, maar wij hopen dat ze op een dag weer zal kunnen praten.”

beginperiode, is het een wereld van verschil. Ze kan nu haar arm optillen en met haar benen schoppen. Het lijken kleine dingen, maar voor ons en voor Dewi zijn het reuze verschillen. Er lijkt eindelijk verandering in haar situatie te komen.”

“Verder heeft ze ook één dag in de week acupunctuur en krijgt ze sinds kort ook cannabisolie. Dat klinkt slecht maar de psychoactieve stof is eruit. Het is bij beiden niet zeker of het helpt. Ik probeer 18 MAART 2016 | REDACTIE C P21


INTERVIEW

Polderimams opgeleid om radicalisering buiten de moskee tegen te gaan De opleiding tot imam moet opnieuw starten. Dat vindt minister Bussemaker van onderwijs. De opleiding werd drie jaar geleden stopgezet op de enige school die de opleiding aanbood, Hogeschool InHolland. DIEGO KEMPS Nu voeren Hogeschool Windesheim, InHolland en de VU op verzoek van Bussemaker serieuze gesprekken over een herstart. Imam Tahier Wagid Hosain was drie jaar geleden één van de ontwikkelaars en docenten van de opleiding aan de hogeschool InHolland en wil zijn ‘levenswerk’, zoals hij het zelf noemt, afmaken. Drie jaar geleden werd de opleiding stop gezet, waarom was dit? “De imamopleiding had drie uitgangspunten: Imam, islamitisch pedagogisch werker en islamitisch maatschappelijk werker. Aan de variant imam studeer-

18 MAART 2016 | REDACTIE C P22

den minder af dan aan de andere twee. Dit komt omdat in de eerste plaats de opleiding meer tijd nodig had om een kans te krijgen voor ontwikkeling, het was namelijk een nieuwe opleiding, en die tijd heeft het jammer genoeg niet gekregen.” “Op de tweede plaats was er geen baangarantie en een imam verdient weinig omdat de moskeeën simpelwegniet genoeg geld hebben om een imam genoeg te betalen. Hierdoor stopten veel studenten destijds al vroeg met hun studie.” Hoe komt het dat moskeeën zo weinig geld hebben om een imam te betalen?

“In Nederland zijn er weinig financieel gezonde moskeeën. Al de inkomsten van een moskee bestaan uit vrijwilligers en giften. Zelfs de financieel gezonde moskeeën hebben het al lastig om een imam naar waardigheid te belonen.”

Welke ervaring heeft u zelf met de studenten die destijds de opleiding deden? “Veel van de studenten die studeerden aan de imamopleiding deden het vooral voor hun eigen persoonlijke ontwikkeling. Om een goede moslim te worden en niet om imam te worden.


De opleiding was niet bedoeld voor de eigen spirituele ontwikkeling, maar juist de studenten klaar te maken voor het beroepenveld.”

Hoe kunt u studenten meer enthousiast maken voor een imamopleiding? “Hierbij ligt de oplossing misschien in het salaris van een imam te verhogen. Dan zou het misschien kunnen dat moskeeën kunnen samengaan zodat een imam toch een volledig salaris kan krijgen. Maar aan de andere kant kan de overheid hier ook een rol in spelen door de moskeeën en imams te financieren. Als het plan van minister Bussemaker doorgevoerd wordt en er inderdaad een nieuwe opleiding tot imam komt, staat u er dan open voor om mee te werken? “Ja, ik stel me daar absoluut voor open omdat ik bezig was met een klus die nog niet geklaard was. Ik zou graag verder willen bouwen aan iets heel moois, het was een soort levenswerk van mij en dat is abrupt gestopt. Dat heeft mij persoonlijk ook heel erg bezig gehouden en ik hoop echt oprecht dat ik mijn levenswerk af kan maken.”

“HET WAS EEN SOORT LEVENSWERK VAN MIJ EN DAT IS ABRUPT GESTOPT”

Wat is het verschil tussen de polderimams en de imams die uit het buitenland in Nederlandse moskeeën komen? “In Nederland leven we in een bepaalde context en de buitenlandse imams moesten deze context nog leren. Een gevolg daarvan is dat deze imams soms uitspraken deden waarvan ze niet wisten wat de impact daarvan was. Dat heeft met een andere context die dat land heeft te maken. Neem een land als Marokko, daar wordt veel stoere retoriek gebruikt om de mensen te motiveren tot religieuze activiteiten. Dat is hier niet toepasbaar, omdat hier een hele andere retoriek is. Heel veel imams die toen deze uitspraken deden, begrijpen nu de context goed, maar dat heeft wel tien jaar geduurd. De imams die hier in Nederland opgeleid worden staan midden in de context, ook in hun opleiding worden ze geconfronteerd met verschillende contexten en kritische beroepssituaties. De student wordt zo gekneed dat het een imam wordt die in de Nederlandse context

kan functioneren, wat de buitenlandse imams niet goed konden. Maar achteraf gezien hebben de imams die al dienst doen, het eigenlijk niet slecht gedaan. Er waren wel onhandige uitspraken, maar zij hebben er voor gezorgd dat er in de moskeeën geen radicalisering plaatsvond.”

Dus eigenlijk maakt het niet uit welke imam er in de moskee staat, een polderimam of een buitenlandse imam, beiden weten radicalisering te voorkomen? “In de meeste gevallen vindt radicalisering juist buiten de moskee plaats, dáar kunnen de nieuwe polderimams wél wat aan doen. De studenten aan de imam opleiding kunnen dan opgeleid worden om radicalisering van een persoon sneller op te merken. Hierbij krijgt professionaliteit dus een andere lading dan voorheen, er wordt iets anders verwacht van de huidige imams dan de vroegere buitenlandse imams.”

“IN DE MEESTE GEVALLEN VINDT RADICALISERING JUIST BUITEN DE MOSKEE PLAATS”

Hoe kan een imam radicalisering voorkomen of tegengaan?

“Dat kan door imams ook activiteiten te laten organiseren buiten de moskee en de aandacht van juist de vatbare jongeren vast te houden. Hoe dit dan moet en in zijn werk gaat, kan dan ook bij de imamopleiding geleerd worden aan de studenten.”

Kunt u een voorbeeld noemen van deze activiteiten buiten de moskee? “Er zou bijvoorbeeld een jongerenbeweging kunnen komen, waar deze imams actief kunnen zijn en zich juist kunnen gaan toespitsen op de jongeren die vatbaar zijn. Dan moeten de imams leren hoe ze zo iemand kunnen herkennen, de signalen hiervan herkennen en wat ze hier tegen kunnen doen. Maar dat moet dan wel uit het initiatief van de imam of meerdere imams zelf komen. En dat maakt het dus ook moeilijk om zoiets te organiseren, want de imams moeten het budget ervoor hebben en dit ook echt willen.”

Wordt er veel gesproken in moskeeën over radicalisering of is het nog een beetje een taboe? “De moslims worden geconfronteerd met radicalisering en hebben er veel vragen over, bijvoorbeeld wat als het met hun kinderen zou gebeuren? Hoe kunnen ze dat herkennen? Daarom staat dit onderwerp elke vrijdag centraal. Niet altijd met de noemer radicalisering natuurlijk, maar we berusten ons elke vrijdag op de actualiteit van de afgelopen weken.” 18 MAART 2016 | REDACTIE C P23


INTERVIEW

‘‘De Nederlandse taal gaat achteruit doordat we te weinig lezen’’ Woensdagavond 16 maart vond het jaarlijkse Dronter Dictee weer plaats in de Flevomeer Bibliotheek in Dronten. Het dictee werd onder andere verzorgd door Lidwien van Lieshout, docente Nederlandse aan het Almere College. De Nederlandse taal onder jongeren gaat achteruit. Wat merkt zij hiervan? Wat kan eraan worden gedaan? PETYULA VAN VELZEN Wat merkt u van de ontwikkelingen van de Nederlandse taal? “Taal is een levend iets. Er is altijd ontwikkeling, door nieuwe toepassingen in de industrie of het bedrijfsleven, door jongerengroepen e.d. worden woorden toegevoegd. Snelheid van spreken, uitspraak van woorden, dat is allemaal veranderd.”

‘‘MENSEN LETTEN NIET OP OF HUN TAAL VERZORGD IS. ER WORDT ‘GESCHREEUWD’. ’’

Merkt u dat jongeren achteruit gaan in de Nederlandse taal doordat er minder wordt gelezen? “Niet alleen door minder lezen, er is in het algemeen minder aandacht voor

verzorgd taalgebruik. Kinderen leren in basisonderwijs minder goed verzorgd schrijven bijvoorbeeld. Ook de ouders van nu houden zich minder bezig met taal- en schrijffouten. Lezen doen we te weinig, het gebruik van al die digitale middelen maakt ook nog eens dat we geen grotere lappen tekst meer voor ogen krijgen. Dat is niet goed.” 18 MAART 2016 | REDACTIE C P24

Merkt u achteruitgang door het gebruik van smartphones en social media? “Nee hoor, smartphones e.d. maken wel dat we afkortingen en zelfbedachte woordjes gebruiken, maar dat vind ik vormen van creatief taalgebruik. Zorgelijk vind ik eerder dat mensen maar al hun gedachten zomaar op het internet mogen uitstorten, daarbij letten ze niet op of hun taal verzorgd is, waardoor nuances verdwijnen (er wordt ‘geschreeuwd’). Ik merk ook dat mailen zo snel gaat, mensen nemen nauwelijks de tijd om hun eigen tekst na te lezen en zenden die dus met allerlei fouten erin weg. Heel jammer.” Kunnen u en andere docenten Nederlands hier iets aan doen? “Voor docenten in het voortgezet onderwijs is het al een beetje dweilen met de kraan open. Leerlingen komen binnen met een vreselijk handschrift (vaker

mochten ze typen dan schrijven), en een slechte kennis van spelling en grammatica. Dat is maar deels bij te spijkeren. Eigenlijk kunnen leerlingen daar alleen zélf wat aan doen. Pas als iemand zelf vindt dat zijn taalniveau hoger moet worden, zal hij daaraan aandacht besteden. Dat besef komt niet vaak al in het voortgezet onderwijs. Vaker op de vervolgopleiding denk ik. Maar natuurlijk hameren we

bij iedere toets en ieder werkstuk op de taal. Fouten leiden tot puntenaftrek. Op een school zal het pas goed werken als verzorgde taal meetelt bij alle vakken. Een steeds grotere zorg is de beperkte woordenschat van leerlingen, onder andere door minder lezen. Veel leerlingen kunnen hun gedachten over een moeilijke kwestie niet fatsoenlijk onder woorden brengen. Daar proberen we wat aan te doen.” Er waren bijna geen jongeren aanwezig op het Dronter Dictee dit jaar, worden er dictees georganiseerd speciaal voor jongeren? “Dictees voor jongeren en kinderen: weet ik niet. Misschien iets voor de basisschool. Jonge mensen zijn erg druk, dat heeft er ook mee te maken. “

Doen er ook jongeren mee aan het Dronter Dictee? “Dit jaar hadden wij geen leerlingenteam, dat kwam eigenlijk door ziekte. Normaal hebben we een of twee leerlingenteams. Maar het zijn havo- en vwo-leerlingen die nog wel mee willen doen. Vmbo’ers niet. En leerlingen doen het vaak voor ons, docenten, alhoewel ze het na afloop altijd leuk vonden. “

‘‘EEN STEEDS GROTERE ZORG IS DE BEPERKTE WOORDENSCHAT VAN LEERLINGEN, ONDER ANDERE DOOR MINDER LEZEN.’’

Merkt u dat het organiseren van zo’n dictee invloed heeft op de ontwikkeling van de Nederlandse taal onder jongeren? “Het Dictee zoals we gisteren deden heeft hierop geen invloed, het spreekt de jeugd niet zo aan om mee te doen. “


INTERVIEW

“Over 175 jaar bestaat de krant niet meer” Hoofdredacteur Ton Henzen van de Meppeler Courant ziet echter geen sombere toekomst

Hoofdredacteur Ton Henzen met de nieuwste en de oudste krant.

In 1841 opgericht door een apotheker: De Meppeler Courant. Dat betekent dit jaar het 175-jarig jubileum. Maar de landelijke trend is dat het niet goed gaat met kranten. De Meppeler is daar geen uitzondering op. Hoofdredacteur Ton Henzen: ‘We merken wel dat we minder oplages hebben, maar het gaat minder slecht dan de regionale dagbladen.’ STEFAN KLOMP De Meppeler Courant heeft de reputatie door veel mensen gelezen te worden. Ondanks dalende oplages, is dat niet anders. Ton Henzen: ‘Het bereik blijft wel gelijk. Een krant wordt soms door wel vier of vijf mensen gelezen, of buren doen samen met een krant.’ Ook al gaat het niet goed met de kranten, 2015 was ‘een bijzonder goed financieel jaar’ voor de krant.

De grootste reden is een enorme kostenbesparing. ‘Sinds 2007 heeft onze redactie negentig mensen minder. Vijftien daarvan zijn nog wel freelancers voor ons.’ Ook is er productie naar het buitenland verplaatst. ‘Onze advertentiepagina’s worden opgemaakt in India. Zij krijgen de ruwe materialen en maken er wat moois van. Het is een stuk goedkoper.’ De krant mag dan wel een goed jaar achter de rug hebben, de oplages blijven dalen. ‘De voornaamste reden dat mensen opzeggen zijn financiële overwegingen. Het is te duur voor ze, horen we vaak. Ze moeten keuzes maken en zeggen dan het abonnement op. Het is eigenlijk nooit dat we te horen krijgen dat de kwaliteit niet goed genoeg is. En wat natuurlijk ook meespeelt is het overlijden van onze 1841

Opgericht door apotheek Boom

1975

Ton Henzen begint

1999

oudste lezers. Jaarlijks verliezen we toch een twee à drie procent van de oplages.’

INTERNET

Vanaf eind januari 2013 maakt de Meppeler Courant gebruikt van een paywall op internet. Dat werpt zijn vruchten af. ‘We merken dat de abonnementen voor internet in een stijgende lijn zitten.’ Om nog meer met de tijd mee te gaan doet de Meppeler Courant sinds kort aan WhatsApp, waar lezers tips kunnen doorgeven. Waar de redactie door de jaren heen is gekrompen, krijgt de webredactie het juist drukker. ‘We hebben vijf man voor onze websites. Met zijn vijven beheren ze tien sites (Meppeler, Steenwijker, Hoogeveense Courant, etc.). Dat is best arbeidsintensief werk. Ik zie in de WhatsApp-groep wel eens berichten dat ze om tien uur de laptop dichtklappen, maar de volgende ochtend zitten ze om zeven uur al het internet rond te struinen.’

DIGITALE LEESBRIL

Op de vraag hoe de krant er over 175 jaar uitziet zegt Henzen stellig: ‘Over 175 jaar bestaat die niet meer, maar ik hoop natuurlijk van wel.’ Toch zal het merk Meppeler Courant in 2191 nog bestaan,

Ton Henzen wordt

bij Meppeler Courant hoofdredacteur

2010

Tabloid formaat

2011

denkt Henzen. ‘Misschien zetten we tegen die tijd wel een digitale leesbril op, waar de krant op wordt geprojecteerd.’ Hij hoopt in ieder geval dat de papieren krant niet uitsterft. ‘Je kan het heerlijk tot je nemen. Even weg van je mobiel, even een momentje rust voor jezelf. Misschien moeten de lezers in de toekomst de krant wel zelf printen. Want het is wel duur om een krant te maken. Je moet het papier kopen, je moet het printen, je moet de bezorgers betalen, enzovoort.’ Zoals het nu gaat houdt de krant het nog wel een tijd vol. ‘Volgens Piet Bakker (mediadeskundige, red.) zijn wij de enige regionale krant die nog drie dagen uitkomt: op maandag, woensdag en vrijdag.’ Ook de inhoud van de krant zal niet snel veranderen. ‘We zijn begonnen met het nieuws brengen van Meppel en de omgeving, maar in de loop van de jaren zijn we internationaal nieuws gaan brengen.’ Henzen geeft als voorbeeld de twee wereldoorlogen en 9/11. Echter, sinds 2010 is de krant weer teruggegaan naar de roots: veel oog voor Meppel en omstreken. ‘We liepen te veel achter met het nieuws, omdat we maar drie dagen uitkomen. We zijn weer gaan doen waar we echt goed in zijn.’ 2013

Redactie verhuist naar

Paywall op

huidige locatie

het internet

2014

Eerste online

krant

18 MAART 2016 | REDACTIE C P25


REPORTAGE

De overheid krijgt boer Herman niet klein Herman Meerdink kijkt vanuit zijn kantoor uit over de stal waarin 250 melkkoeien lopen. Deze Bredevoortse is boer in hart en nieren en eigenaar van zijn eigen melkveebedrijf. Om hem heen liggen stapels papierwerk. Bestaande uit registratiemateriaal en regels die hij opgelegd krijgt van de overheid. In het jaar 2016 is ‘boeren’ niet meer zo eenvoudig als het lijkt. ANNE KLEIN GUNNEWIEK Veel boeren zijn woedend. De Partij voor de Dieren wil dat de Tweede Kamer een motie aanneemt waardoor kalveren na de geboorte voor een bepaalde tijd bij de koe moeten blijven. Nu worden kalfjes binnen 24 uur gescheiden van hun moeder. Herman maakt zich zorgen. “Een kalf kan niet op dezelfde roosters lopen als een koe. In de stal zullen de kalveren verongelukken door de roosters en mestschuivers. Ook heb je de kalfjes niet meer onder controle en heb je geen zicht meer op de hoeveelheid voeding die ze binnen krijgen.”

EEN WIJZE VAN LEVEN

De boerderij van Herman is groot. Hij weet ontzettend veel over het reilen en zeilen van het boeren bestaan. Lopend over zijn grond kan hij niet stoppen met vertellen over hoe het voer wordt gemaakt en hoe alles in elkaar zit. “Boer zijn is een wijze van leven. Je kunt er wel een mooi verhaal over houden dat het heel idyllisch is, maar je moet er als kind mee zijn opgegroeid.” Vrijheid en werken met dieren vindt hij het allermooist. Herman draait het hele bedrijf niet enkel op eigen kracht. Samen met zijn twee broers houden zij het geheel overeind. Iedere broer zijn eigen deel. De koeien zijn van Herman, de varkens van zijn

18 MAART 2016 | REDACTIE C P26

broers. “Ik hoop natuurlijk dat ik het bedrijf door kan geven aan de volgende generatie. Ons bedrijf stamt al uit de 17e eeuw. Vooral daarom zou het erg jammer zijn als ik de laatste ben.”

REGELS, REGELS, REGELS

De laatste tijd zit Herman veel meer op zijn kantoor. Dat de overheid boeren steeds meer regels op legt, is terug te zien in zijn werkkamertje. Groeiende bergen papierwerk en stapels logboeken maken de werkbare ruimte op Hermans’ bureau kleiner en kleiner. Al deze regels doen veel boeren de das om. Identificatie- en registratieplicht. De meststoffen wet. Fosfaatrechten. Regels voor Gewasbeschermingsmiddelen. Regels voor diergeneesmiddelen. Milieuwetgeving. Regelgeving voor de kwaliteit van je product en ga zo maar door. Je zou de controle bijna verliezen.

STEEDS MOEILIJKER

“Het wordt steeds moeilijker maar denk maar niet dat ik ga stoppen met mijn bedrijf.” De boer uit 2016 is niet meer te vergelijken met een van boer dertig jaar geleden. Ook Hermans melkveebedrijf voelt de negatieve invloed van de opgelegde regels. Omdat hij gewasbestrijdingsmiddelen en diergeneesmiddelen nog maar weinig mag gebruiken kan hij

minder goed gewassen verbouwen en de dieren minder goed behandelen als ze ziek zijn. Eén regel is in ieder geval wel positief. De regeling van de melkkwaliteit. “Als je een hele goede kwaliteit melk levert, dan kun je ook een goede prijs krijgen. Wij leveren melk aan Friesland en Campina. 40% van de boeren in Nederland levert niet aan hen en zij hebben het moeilijk om aan dezelfde melkprijs te komen die Friesland realiseert voor ons.”

DE CONTROLE ONTNOMEN

Herman kijkt door een roze bril naar de toekomst. Niet omdat hij het zo rooskleurig vindt, maar omdat hij verwacht dat veel boeren zullen gaan stoppen. Als veel boeren het bijltje er bij neerleggen is dat voor een boer als Herman gunstig. Hij verwacht dat binnen tien jaar nog maar de helft van de boeren overblijft. “Maar wat heb ik er aan als ik straks als enige boer overblijf? Dan ben ik natuurlijk de best verdienende boer maar het lijkt mij maar eenzaam, de enige boer zijn.” De melkprijs zakt in, regels blijven maar binnen stromen en mijn kalfjes moeten misschien langer bij hun moeder blijven terwijl dit heel gevaarlijk is. Het wordt er allemaal niet beter op. “Een kalf is net een klein kindje, daar moet je veel aandacht aan geven maar meer en meer wordt mij de controle ontnomen.”


REPORTAGE

‘‘Leef elke dag’’ Het leven van een tiener kun je redelijk schetsen: in veel gevallen thuiswonend, naast studie vooral genietend van de vrijheid en in veel gevallen zonder al te veel zorgen. Voor een iemand verliep die middelbareschooltijd anders. Tessa Sloot herinnert zich als de dag van gister hoe de arts met slecht nieuws bij haar kwam: “Hij had kippenvel op zijn armen staan’’. CORNÉ IN ‘T HOUT Met een brede glimlach loopt Tessa binnen in café de Rede in Dronten. Ze moet zo naar de tandarts, maar maakt graag tijd voor een interview. Haar wangen zijn rood. Ze heeft een kwartiertje gefietst naar het centrum van Dronten. Het maakt haar niets uit. Zin in een verse muntthee? Lekker zegt ze. Het is een begin van het bijzondere verhaal van de Drontense twintiger.

EEN ONTDEKKING

Futloos, moe en benauwd. Zo voelt Tessa zich in de 4e klas op de havo. Een griepje lijkt de boosdoener. Misschien ook haar astma. Even goed uitzieken is het idee, maar dat duurt wat lang. Wekenlang ligt ze futloos in bed. School zit er op dat moment niet in. Net als even naar beneden komen voor wat eten. Het is tijd om een dokter te raadplegen. Na onderzoeken in de ziekenhuizen van Harderwijk en Amsterdam komt de arts met slecht nieuws: Tessa heeft een kwaadaardige tumor. Bij ieder slecht nieuwtje heeft de arts kippenvel op zijn armen staan: ‘’dat is iets wat me gelijk opviel.’’ Na het woord kanker

denkt ze aan maar een ding: ‘’Help! Word ik nu kaal?’’

BEWUSTWORDING

Al snel weet Tessa dat ze een zwaar proces tegemoet gaat. Ze is niet alleen. Binnen het gezin spreken ze een ding af. Niet zij. maar wij gaan kanker overleven: ‘’Zo voelt het echt.’’ Naast het gezin leven meer mensen mee. Nog geen dag na de opname in het AMC is er bezoek. Een van haar beste vriendinnen staat in haar kamer. Zomaar uit het niets. Het moment was niet ideaal, maar het gevoel was des te warmer: ‘’Ik stond er niet alleen voor.’’ Confronterend wordt het al snel. Veel, heel veel kale kinderen lopen op de afdeling. Op dat moment heeft Tessa nog haar, maar met de chemotherapie op de agenda zal dit snel veranderen: ‘’Kaal worden is verschrikkelijk.’’

BEHANDELING

Voor Tessa wacht een chemotherapie. Deze kuur krijgt ze drie keer. Het moet de kwade cellen in haar klieren doen slinken. Dat lukt aardig, maar er zijn wel zes extra kuren nodig.

Röntgenfoto’s tonen aan dat de kanker niet snel genoeg slinkt. Tessa ziet deze foto’s niet. Achteraf gezien misschien beter: ‘’Dat zou een mentale dreun zijn geweest.’’ De zes kuren die volgen slaan goed aan. Een groot gedeelte van de kwaadaardige cellen zijn weg. Het restje wat er nog zit gaat aangepakt worden met bestralingen.

DE DOOD

Wie kanker heeft wordt ook geconfronteerd met de dood. Niet iedereen heeft simpelweg het geluk om te genezen. Bang voor de dood is Tessa niet: ‘’Ik ga hoe dan ook overleven.’’ Pijn is er wel. Haar lichaam reageert op de behandelingen. Eten en drinken is geen optie. Alles wat ze eet komt er met dezelfde vaart weer uit: ‘’Toen voelde ik me heel machteloos.’’ Of ze toen liever dood wilde zijn? Niet echt: ‘’Ik was begonnen aan het gevecht.’’ Veel tijd brengt Tessa door op haar kamer. Hier liggen ook andere patiënten liggen. Emoties werden gedeeld. Er ontstond een band: ‘’Dat is wel logisch, want je bent simpelweg lotgenoten van elkaar.’’ Voor enkelen van hen ziet >> 18 MAART 2016 | REDACTIE C P27


het er slecht uit: “Dat doet wel iets met me.’’

GENEZING

Negen keer ondergaat Tessa een kuur van chemotherapie. Het heeft veel goeds gedaan, maar er zit nog een restje kanker. Er wordt besloten om te starten met bestralingen. Maart 2012 is de maand van de waarheid. Iedere werkdag rijdt Tessa met haar moeder van Dronten naar Almere. De bestraling duurt ‘maar’ 10 minuten: ‘’Dat noemde we gewoon onze werkweek’’, zegt Tessa met iets wat wegheeft van een glimlach. Na heel wat scans en andere controles volgt op 29 mei 2012 een verlossend bericht: je bent schoon! Deze datum is wonderbaarlijk precies een jaar geleden na de diagnose. Aan exact een jaar strijden komt een eind. Op dat moment is er opluchting, maar het grote revalidatieproces begint dan pas. Slapen staat in de weken die volgen centraal in het leven dan de dan 16-jarige Drontenaar. Veel maakt het haar niet uit: “Het feit dat je genezen bent geeft een enorme boost.’’

TERSCHELLING

De zomervakantie van 2012 is er een om nooit te vergeten. Vriendinnen organiseren een weekje Terschelling. Tessa is fit genoeg en gaat mee. Fietsen zit er niet in, maar een tandem biedt uitkomst. Ze geniet van het leven, dat wat het jaar ervoor amper kon: “Het was emotioneel,

18 MAART 2016 | REDACTIE C P28

omdat ik voelde dat het niet gewoon maar heel bijzonder is om te kunnen genieten van vakantie en vriendinnen.’’ Tijdens de chemotherapie was rauw vlees eten verboden. Je bent simpelweg vatbaarder voor bacteriën. Op Terschelling is het tijd voor een lekkere carpaccio: ‘’Dat voelde als een feestmaal.’’

CONFRONTATIE

Als een echte bikkel knokt Tessa zich terug op school. Ze heeft achterstanden opgelopen, maar gaat deze goedmaken. Uiteindelijk haalt ze in 2015 haar havo diploma. Zij het met enige vertraging, wat maakt het uit. Haar huidige studie hbo Sociaal Juridisch Dienstverlening is het vervolg. Geregeld komt Tessa met de trein langs station Amsterdam-Holendrecht. Iets wat haar raakt. Vanuit de trein ziet ze de bewuste kamer van het AMC. Hier lag ze in totaal 100 dagen. Vroeger keek ze door het raam richting uitstappende studenten: “Nu mag ik een student zijn die juist naar die bewuste kamer kijkt.’’ Onlangs werd er een tentamen afgenomen in het ziekenhuis. Voor Tessa een hele gekke ervaring. Spanning voor het tentamen maakte plaats voor emotie. Het tentamen maakte ze goed, maar een explosie van emotie volgde thuis: “Ik heb ’s avonds wel even een potje gejankt ja.’’

TOEKOMST

Vooruit kijken doet Tessa niet. Ze geniet van alle dagen, van alle uren. Geregeld

volgt een controle in het AMC. In mei 2016 is ze vier jaar kankervrij. Iets waar ze dankbaar voor is. Wel blijft ze geconfronteerd worden met kanker. Door haar ziekteverleden zijn verzekeringsmaatschappijen terughoudend om een (aanvullende) verzekering te verlenen: “Wijzigen van mijn huidige zorgverzekeraar is praktisch onmogelijk.’’ Ook het afsluiten van een hypotheek zal niet gemakkelijk gaan. Desondanks is Tessa dankbaar. Ze zet zich naast haar studie en sport in voor diverse acties. Onlangs haalde ze met haar vader geld op voor onderzoek naar (lymfklier) kanker. Een echte levenswens is er niet. Gezond blijven is het aller belangrijkste. Evenals genieten van iedere dag: ‘’Leef elke dag.’’ De chemotherapie heeft het gebit van Tessa helaas niet overgeslagen. De tandartsbezoeken blijven niet beperkt tot de tweejaarlijkse controle. Het is een van de sporen die de behandelingen van de kanker heeft achtergelaten. Net als iets minder uithoudingsvermogen. Even voor drieën kijkt Tessa verschrikt op haar horloge: “Zitten we hier al zo lang?’’ De tandarts wacht niet. We nemen afscheid en ik zie een jonge energieke meid op haar fiets stappen. Zij bibbert niet voor een tandartsbezoekje…


‘‘Ik heb ’s avonds wel een potje gejankt, ja.’’ 18 MAART 2016 | REDACTIE C P29


INTERVIEW

“Alleen de allerzwaksten Jasmijn Hobbel is vijftien jaar oud en zit op het CCNV in Harderwijk. Zij is als ambassadeur van Unesco naar Ghana geweest. Ze heeft daar het St. Mary’s ziekenhuis en het vluchtelingenkamp bezocht. Samen met de stichting support4ghanesekids heeft zij gekeken waar onze hulp het meeste nodig is. NOA BROEDERS

Waar ben je precies geweest? “Ik ben naar Ghana geweest, we verbleven op de compound van het St. Mary’s ziekenhuis in Drobo.”

Waarom verbleven jullie daar? “Het ziekenhuis werkt samen met het St. Jansdal ziekenhuis in Harderwijk. Dick Haan heeft de stichting support4ghanesekids opgericht en werkte in het ziekenhuis als cardioloog. Hij helpt nu in Drobo bij het maken van echo’s en ECG’s. De school waar ik op zit steunt dan weer zijn stichting, dus vandaar dat wij daar terecht zijn gekomen.” 18 MAART 2016 | REDACTIE C P30

Wat doet de stichting support4ghanesekids zoal? “De stichting steunt het ziekenhuis, maar het belangrijkste waar ze zich mee bezig houden is het vluchtelingenkamp. Ze helpen het kamp door bijvoorbeeld speelgelegenheden voor de kinderen te ontwikkelen. Ook hebben ze ervoor gezorgd dat tien jongeren uit het kamp naar de middelbare school kunnen gaan. Dit is gerealiseerd door het CCNV die de actie ‘cheapsleep’ georganiseerd heeft, hierbij sliepen leerlingen van de school in kartonnen dozen op het sportveld..”

Hoe ben jij gekozen om mee te gaan? “Ik zit al een aantal jaar in de Unesco groep, deze groep organiseert acties voor

goede doelen. Dit jaar waren de acties voor de stichting. De school vond het een mooi idee dat wij als ambassadeur naar Ghana toe zouden gaan, maar niet de hele Unesco groep kon mee.

“IK HEB VEEL DINGEN GEZIEN DIE JE NIET SNEL TE ZIEN KRIJGT, AL HELEMAAL NIET OP MIJN LEEFTIJD’’

Er moesten twee leerlingen gekozen worden die mee zouden gaan. Eerst moest je een sollicitatiebrief schrijven


krijgen nog te eten” waarin je jezelf voorstelt en aangeeft waarom je mee zou willen. Vervolgens moest je op een sollicitatiegesprek komen. Hierbij werd gekeken naar je motivatie, de beheersing van de Engelse taal en of je voldoet aan de eisen. Na een lang proces kreeg ik te horen dat ik was uitgekozen.”

Hoe heb je de reis ervaren? “Ik vond de reis indrukwekkend. Ik heb veel dingen gezien die je niet snel te zien krijgt, al helemaal niet op mijn leeftijd. Ik vond het bijzonder dat ik dat mocht meemaken. Er waren veel mooie momenten, maar er zijn ook momenten geweest dat ik het zwaar had. Je bent toch in je eentje op reis. Je komt in een hele andere cultuur terecht. Dat is best wennen, want je moet je aanpassen. Over het algemeen was het een hele mooie ervaring.”

Wat heeft het meeste indruk op je gemaakt? “Er is een gebeurtenis die veel indruk op me gemaakt heeft. We brachten een bezoek aan het vluchtelingenkamp en op gegeven moment hoorden we een bel.

“JE KUNT JE BIJNA NIET VOORSTELLEN DAT ER MENSEN ZIJN DIE OP ZO’N COMPLEET ANDERE MANIER LEVEN’’ Mensen kwamen van alle kanten aangelopen en gingen in de rij staan. Er werd

ons verteld dat er voedsellijsten zijn, daarop staat wie er voedsel zou krijgen. Alleen de zwaksten kregen nog voedsel. Dit komt doordat de voedseltoevoer van buitenaf gestopt is. Dit is bijna niet mogelijk, omdat het in Ghana heel erg lastig is om voedsel te verbouwen. De mensen die geen voedsel meer krijgen hebben dus ook echt geen eten meer. Dit vind ik een hele heftige situatie.”

Is er een groot verschil in de manier van leven daar? “Ja, je kunt je bijna niet voorstellen dat er mensen zijn die op een compleet andere manier leven. Toch zie je ook wel gelijkenissen, want we blijven allemaal mensen. Wel merk je dat ze hele andere waarden hebben. Ik denk dat ik een stukje van hun cultuur mee heb genomen naar Nederland.” 18 MAART 2016 | REDACTIE C P31


COLUMN

Ik moet nog even wennen Mijn moeder overleed om kwart voor twaalf ’s avonds op 28 februari. Bijna op een schrikkeldag – typisch, vonden we het, dat ze ons in de angst liet leven dat ze zou overlijden op een dag die maar een keer in de vier jaar voorkwam. Haar humor bestond namelijk over het algemeen uit flauwe grappen en dit leek de perfecte laatste grap. Niet dat we lachten. MARIJN HELMS

Kanker is namelijk geen grapje: het is een ziekte van vernieling. Een ziekte die zoveel kapot kan maken in zo’n korte tijd dat je het gevoel krijgt dat je niets kan doen behalve toekijken. Tenminste, dat is hoe ik mij die tien maanden voelde: machteloos. Alsof iemand mij in een wereld had geslingerd waar dingen gebeurden zonder dat ik de kans kreeg er bij stil te staan.

IK BEN NAMELIJK PAS ACHTTIEN DAGEN IN EEN WERELD ZONDER MIJN MOEDER EN HEB ER DUIZENDEN DOORGEBRACHT IN EEN WERELD MET HAAR.

18 MAART 2016 | REDACTIE C P32

En in deze wereld lijkt alles een beetjegek. Alsof ik vastzit in het verhaal van iemand anders. Vaak herinner ik mezelf aan het feit dat mijn moeder dood is – op een bijna strenge manier – omdat ik soms het gevoel heb dat ik het liever vergeet. In deze nieuwe wereld vind ik het lastig om in het nu te leven en kijk ik liever terug naar de dagen waarin mijn moeder nog gezond was. Ik ben namelijk pas achttien dagen in een wereld zonder mijn moeder en heb er duizenden doorgebracht in een wereld met haar. Je zou kunnen zeggen dat ik nog even moet wennen. En in die duizenden dagen hebben mijn moeder en ik heel wat meegemaakt. Met familie, vrienden en een hele boel vreemdelingen, maar ook veel met zijn tweetjes. Vaak zongen we met zijn tweeën (zij zuiver, ik vals) of keken we

films die ons lieten huilen of lachen. In Londen lazen we in groene parkjes en in Schotland in de kliffen aan de zee. In Nederlandse steden gingen we naar musea of filmhuizen en te veel tweedehandswinkeltjes.

VAAK ZONGEN WE MET ZIJN TWEEËN (ZIJ ZUIVER, IK VALS).

Onze avontuurtjes waren klein, maar perfect. Vredig. Het klopte tussen ons.

GELUK

In de eerste klas van de middelbare realiseerde ik me hoeveel geluk ik had met mijn moeder. Ik was toen bevriend met een meisje die een behoorlijk nare relatie met haar moeder had en het was vreemd om er naar te kijken. Natuurlijk


had ik gehoord en gelezen over kinderen met ouders die hen niet behandelden met de liefde en respect die ze verdienden, maar om het te zien was compleet anders. Ik vond het moeilijk te begrijpen en voelde me zo ongelooflijk bevoorrecht om mijn moeder als moeder te hebben.

AL MIJN VRIENDINNEN VOELDEN ZICH THUIS BIJ MIJN MOEDER.

Dit meisje voelde zich thuis bij mijn moeder. Al mijn vriendinnen voelden zich thuis bij mijn moeder. Zo raakte ik bevriend met een ander meisje in de vierde, die zich zo op haar gemak voelde bij mijn moeder, dat ze haar zelfs voor advies over jongens vroeg.

In haar laatste woorden aan haar, dankte zij mijn moeder voor het zijn van een tweede moeder. Mijn overbuurmeisje gebruikte dezelfde woorden in een brief

aan haar. Mijn broertje beschreef bij haar uitvaart onze moeder met maar één woord: MOEDER.

WARM EN LIEFDEVOL

En er is niets nodig om te kunnen verklaren waarom dit zo is. Het verrast mij niet, het verrast mijn vader niet en ook mijn broertje niet. Mijn moeder was warm en liefdevol, zelfs in de laatste dagen van haar leven. Toen ze half sliep en niet bewust was van haar omgeving, vroeg ze nog steeds hoe het ging. Ik was aan het huilen en gaf toe dat het niet zo goed ging. ‘Wat kan ik doen om je te helpen?,’ vroeg ze me, net zoals ze gewoonlijk gedaan zou hebben.

WAT KAN IK DOEN OM JE TE HELPEN?,’ VROEG ZE ME, ZOALS ZE GEWOONLIJK OOK GEDAAN ZOU HEBBEN

Mijn moeder was warm en liefdevol en veel te jong toen ze stierf. Het woord oneerlijk herhaalt zich in mijn hoofd omdat dat het enige woord is wat deze situatie goed kan beschrijven. De negenenveertig jaren die mijn moeder op deze aardbol heeft doorgebracht waren compleet en mooi, maar het waren er veel te weinig. Ze verdiende nog meer herinneringen. Het is niet eerlijk, want ze verdient nog een lang avontuurlijk leven vol met glazen rode wijn of speciaal bier, en het gelach van vriendinnen. Een leven vol met warme, lange zomerdagen en films om bij te huilen én lachen. Ze zou nog bang, boos en verdrietig moeten zijn, maar vooral ook, euforisch, blij en gelukkig.

Zoals ik al zei, vind ik het moeilijk om in het nu te leven. Nog lastiger vind ik het om naar de dichtbije toekomst te kijken hoe die er uit komt te zien, weet ik niet. Of ik het wil weten, weet ik ook niet. Het is eng, om eerlijk te zijn, maar ergens denk ik dat het wel goed komt. 18 MAART 2016 | REDACTIE C P33


“DIT IS OOK EEN UITING VAN LIEFDE” 18 MAART 2016 | REDACTIE C P34


REPORTAGE

Homoseksualiteit in schooltoneel als wapen tegen taboes Bij binnenkomst is het doodstil en het geluid van de piepende deur galmt door de kale gymzaal. In het midden van de ruimte zit iemand zachtjes te huilen. Een tiental leerlingen zit aan de kant geconcentreerd toe te kijken. “Goed zo dankjewel!” de harde opgewekte stem maakt een eind aan de stilte. Tussen de tieners op de gymbanken staat een man op. Klein, donker haar en lachende ogen. Het meisje dat net nog zat te huilen staat vrolijk op en gaat weer op de bank zitten. Voor de volgende acteeroefening is het de bedoeling dat er drie mensen de vloer op gaan. “Jullie zijn het gestoorde personeel.” EVA HEIJNE Het is vrijdagmiddag, de repetities van de Grote School Avond van middelbare school het Ubbo Emmius in Stadskanaal zijn in volle gang. De toneel- dansmuziek- en decorgroepen werken bijna een heel schooljaar iedere vrijdagmiddag aan een theaterstuk dat in juni wordt opgevoerd in het theater. Hier is plek voor 628 mensen en ieder jaar is de hele zaal uitverkocht. Het geheel wordt geleid door Fadi Hendriks, een volwassene met veel ervaring op professioneel niveau in de theaterwereld. Leerlingen die mee willen doen met de GSA, hoe de Grote School Avond ook wel wordt genoemd, moeten auditie doen. Iedere groep, het

“HET BEGON MET EEN BIZAR BOEK DAT IK NET HAD GELEZEN”

INSPIRATIE

Het stuk van dit jaar gaat over een psychiatrische inrichting waarbij het personeel juist de gestoorden zijn en niet de patiënten. Het verhaal kwam tot stand door ideeën van zowel Fadi als de acteurs. “Eigenlijk is het allemaal begonnen met een bizar ziek boek dat ik net had gelezen.”, aldus projectleider toneel Riewing Brakke. In dat boek gebeuren de meest vreemde dingen en daar haalden de acteurs veel inspiratie uit.

HOMOSEKSUALITEIT

In dit stuk is de hoofdpersoon een homoseksuele man die verliefd zal worden op een andere man uit de psychiatrische inrichting. Voor het eerst zal homoseksualiteit niet als een stereotype worden neergezet in het verhaal, maar zal het om “echte liefde” gaan als het aan Fadi ligt. Vorige jaren is dit onderwerp wel aan bod gekomen in de toneelstukken, maar iedere keer was het heel erg over de top. Om ook een keer een hele andere kan te laten zien van zowel de acteurs als van GSA is het algemeen, willen ze dit jaar juist geen stereotype maken van de homo. Dit is mede doordat er best wel een taboe ligt op het onderwerp seksuele geaardheid binnen de middelbare school in Stadskanaal.

BALANS OPZOEKEN

Ook verwachten mensen die ieder jaar de Grote School Avond bezoeken dat het weer lachen, gieren, brullen zal worden. De GSA’ers willen hiermee een beetje experimenteren door de balans op te

zoeken tussen het leuke en luchtige imago wat men van dit concept is gewend

“JE MAG ZIJN WIE JE BENT”

en het af en toe ergens bij stil staan, ergens op wijzen of misschien zelfs een statement maken. “Met toneel kun je heel goed verschillende kanten belichten van onderwerpen die eventueel gevoelig liggen. Wij gaan met de homoseksualiteit in het stuk laten zien dat dat ook een uiting is van liefde.”, verteld Fadi. “GSA leent zich natuurlijk fantastisch voor het maken van een statement.”, voegt Emma, ook projectleider toneel er nog aan toe. Ze willen tegenover de hilariteit van de grappen en de overdrevenheid van de typetjes iets heel echts neerzetten. Liefde.

STRIJD

In dit verhaal komt heel veel strijd voor. Er is strijd tussen het personeel en de patiënten van de inrichting. Er zijn mensen in het stuk die een innerlijke strijd met zichzelf voeren en dan is er de strijd tegen de taboes rondom homoseksualiteit en psychische ziektes en problemen. Wat wel duidelijk moet zijn is dat het absoluut geen zwaarmoedig toneelstuk zal gaan worden. Het wordt grappiger, leuker en gekker dan ooit, maar mensen nemen ook daadwerkelijk een boodschap mee naar huis. Je mag zijn wie je bent en het is niet altijd erg om niet bij de menigte te horen.

gaat hier dus om zang, dans, band, decor en toneel, heeft twee projectleiders, dit zijn leerlingen die een beetje de leiding kunnen nemen wanneer Fadi een andere groep helpt. Het toneelstuk schrijven de acteurs zelf. De choreografie van dans wordt ook door de dansers zelf bedacht. De muziekgroep speelt covers van bestaande nummers en de decorgroep bouwt alles zelf. 18 MAART 2016 | REDACTIE C P35


INTERVIEW

‘‘Het was geen shock, Een autistisch kind is niet altijd even makkelijk. Erna Wisse en Renze Dijkstra zijn de inmiddels gescheiden ouders van Sam Dijkstra. Ongeveer anderhalf jaar geleden is bij Sam de diagnose PDDNOS geconstateerd. Voor hen was dit geen shock, maar juist een opluchting. DENISE BEUVING

HET BEGIN

Ongeveer anderhalf jaar geleden kregen Renze en Erna te horen dat hun zoon autisme had. Al eerder hadden ze dit vermoeden, maar de diagnose werd nooit echt vastgesteld. “ We merkten dat Sam anders was dan andere kinderen. Een jaar voordat de diagnose gesteld werd besloten we met hem naar een kinderpsycholoog te gaan. Daar kregen

“SAM IS SAM MET ZIJN POSITIEVE EN NEGATIEVE DINGEN”

we te horen dat er wel degelijk iets niet klopte.” Als vervolg hierop zijn zij met Sam naar de GGZ gegaan. Hier heeft hij verschillende onderzoeken gehad die er op wezen dat hij depressief was en daarom verschillende autistische trekjes had. “Wij hadden op dat moment al het gevoel dat de diagnose depressie niet klopte, want als Sam echt depressief was dan hadden we al lang een verbetering gezien.” Samen met de GGZ zijn zij nog verder gaan zoeken naar problemen bij Sam. Hij kreeg een “hometrainer” iemand die hulp aan huis biedt, ook was er een therapeut die bij hem op school ging observeren. Ook zij merkten dat er meer aan de hand was dan alleen een depressie. “De therapeut en de hometrainer wisten samen zeker dat hij autistisch was, daarna werd de diagnose officieel 18 MAART 2016 | REDACTIE C P36

vastgesteld. Voor ons was dit een grote opluchting, omdat het eindelijk bevestigde dat er iets aan de hand was met Sam wat niet klopte. Die diagnose is niet leuk, maar het was een opluchting dat het eindelijk een naam had.”

THERAPIE

Sam heeft verschillende therapieën doorgelopen bij de GGZ. Eén daarvan is cognitieve therapie. “De bedoeling van deze therapie was om hem te leren wat hij in bepaalde standaard situaties moest


maar een opluchting” doen. Bijvoorbeeld als hij niet naar school wilde. Het was een soort training om hem uit de problemen te helpen wanneer hij vastloopt in zijn hoofd. Nu is hij weer bezig met een nieuwe therapie

“ DIE DIAGNOSE IS NIET LEUK. MAAR HET WAS EEN OPLUCHTING DAT HET EINDELIJK EEN NAAM HAD”

bij de GGZ. Nu praat hij vooral met zijn vertrouwenspersoon over de scheiding, want deze gebeurtenis is voor Sam erg lastig geweest. Iedere verandering is voor hem heel moeilijk.” Niet alleen Sam heeft therapie gehad. Ook Renze, Erna en Sam zijn broer Jos hebben verschillende gesprekken gehad over hoe ze om moeten gaan met de situatie van Sam.

REKENING HOUDEN

“Een kind met autisme is niet altijd even lastig. Je weet gewoon dat Sam alles lang van te voren moet weten en je alles voor hem heel gestructureerd moet plannen. Het vervelende is alleen dat het niet altijd zo werkt. Soms blijkt alles toch weer anders dan je denkt. Je kunt niet in zijn hoofd kijken. Dingen die voor ons heel normaal zijn, zijn voor hem niet normaal. Hij kan bijvoorbeeld nooit kiezen en als hij dan een keuze gemaakt heeft, heeft hij daar achteraf vaak veel spijt van. Ook plan je wel eens dingen en dan op het laatste moment wil Sam toch niet meer. Dit is voor ons als ouders soms heel erg lastig. Vaak kan hij niet zeggen wat er precies aan de hand is. Het lijkt dan alsof zijn hoofd compleet vastloopt. Ook als hij niet naar bed wil dan kunnen wij hem straf geven, maar dat doet hem dan helemaal niets. Ook belonen helpt niet.”

SCHOOL

Sam zit in groep acht van de basisschool, maar op dit moment is hij al vier weken niet naar school geweest. Dit is niet de

eerste keer. Vroeger had Sam ook al moeite met naar school gaan. “het was altijd al erg moeilijk om hem naar school te krijgen. Een tijdje terug bleef hij als hij naar school moest in zijn bed liggen. Hij zei dan helemaal niets meer. Soms hadden we dan wel eens een “challenge”. Dan kreeg hij een cadeautje als hij vijf dagen in de week achter elkaar naar school ging. De ene keer werkte dat, de andere keer niet. Soms had hij zijn jas en schoenen al aan en leek alles zo goed te gaan, maar dan kon zijn brein zomaar vastslaan en bleef hij op de bank zitten en zei opeens helemaal niets meer. Dat kon dan een uur duren en daarna kwam hij weer op gang. We hadden toen een afspraak gemaakt met school, dat hij kon gaan wanneer hij wilde.” Overigens heeft het niks te maken met

“ EEN KIND MET AUTISME IS NIET ALTIJD EVEN LASTIG”

pesterijen dat hij niet naar school wil. Op zijn oude school werd hij wel gepest. Hij is toen veranderd van school. Hier zit hij nu al drie jaar en wordt hij niet gepest, echter speelt hij ook nauwelijks met de andere kinderen. “Het doet erg veel pijn als je hem op het schoolplein ziet. Hij zit dan ergens aan de kant terwijl iedereen lekker aan het voetballen is ofzo.” Officieel zou Sam volgend jaar naar de middelbare school gaan, maar helaas kan dat niet, omdat hij dit jaar en de vorige jaren teveel school heeft gemist. Daarom gaat hij volgend jaar naar een speciale zorgboerderij waar hij met dieren bezig kan zijn en kan leren tegelijk. “De paarden daar schijnen een therapeutische functie te hebben op de kinderen, omdat de zij hun verhaal kwijt kunnen aan de paarden en ze daar rustig van worden. Sam komt daar volgend jaar terecht in een klas van minder dan tien kinderen. Dat is beter voor hem dan een klas van twintig. Hij gaat dan waarschijnlijk ook met meer plezier naar school.” Wanneer hij er dan klaar voor is kan hij

naar de reguliere middelbare school.

POSITIEF

“Er zitten zeker positieve kanten aan een kind met autisme. Het is wel echt je kind. Sam is Sam, met zijn positieve dingen en zijn negatieve dingen. Hij is altijd zo eerlijk. Het is een echte knuffelbeer. Hij houdt altijd heel erg rekening met anderen en dat is heel erg bijzonder, want dat is lang niet zo bij alle kinderen met autisme, sommige kinderen kunnen helemaal geen gevoelens voelen en tonen. Dus dat Sam dat wel heeft is heel erg bijzonder.“

Weetjes over autisme • Er zijn 3 verschillende vormen van autisme: de Autistische Stoornis, Stoornis van Asperger en PDD-NOS • Autisme heeft de hoogste erfelijkheid van alle psychiatrische aandoeningen. Verder is er erg weinig bekend over de precieze oorzaak

• Wereldwijd heeft 0,6 - 1% van de mensen een vorm van autisme Autisme komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen • Autisme kan in alle levensfasen de ontwikkeling belemmeren Iemand met autisme heeft vaak ook andere klachten zoals een verstandelijke beperking, epilepsie of depressie

18 MAART 2016 | REDACTIE C P37


REPORTAGE

Vechten voor

DISCIPLINE

De hele zaal staat vol met kinderen tussen de zeven en twaalf jaar. Ongeveer twintig kinderen, vooral jongens, maar ook een paar meisjes. Staan in de trainingszaal van Beast of the East in Apeldoorn. Allemaal hebben ze een stel bokshandschoenen en beenbeschermers aan. Zoals te verwachten met een zaal vol met kinderen is het een hels lawaai. Dan klapt de trainer in zijn handen. Bijna direct is het stil.

dagavond en de kickbokstraining voor de jeugd tot twaalf jaar is bezig. Sinds enkele jaren worden gevechtsporten weer populairder onder kinderen. Gevechtssporten, en dan zeker de niet-oosterse gevechtssporten, zoals kickboksen en boksen, staan nog steeds niet goed bekend bij veel mensen. Vaak wordt gezegd dat deze ‘westerse’ gevechtsporten machogedrag en agressiviteit veroorzaken. Hoe zit dit nou eigenlijk?

TIM GEERESTEIN

Over de invloed van vechtsporten op kinderen is veel onderzoek gedaan. Hoewel de invloed van gevechtsporten op jeugd te bepalen makkelijk lijkt te maken, is

Beast of the East is een kickboksvereniging in Apeldoorn. Het is woens-

18 MAART 2016 | REDACTIE C P38

ONDUIDELIJKE ONDERZOEKEN

dat het niet. Een onderzoek van Endresen en Olweus zegt dat deze sporten zeker een slechte invloed hebben. “Jongens die aan boksen, worstelen of gewichtheffen deden lieten een toename in hun antisociaal gedrag zien. Bij andere takken van vechtsport was dit effect minder duidelijk. De specifieke activiteiten, de ontwikkeling van fysieke kracht, de hardheid en machocultuur, die met deze sporten gepaard gaan, draagt er aan bij dat het asociale gedrag wordt aangeleerd dan wel versterkt.” Vele voorstanders van vechtsporten trekken hun twijfels bij dit onderzoek. Zij zeggen dat de grootste invloed die van de trainer is. Een slechte trainer zorgt voor


studenten die zich slecht gedragen en een goede trainer zorgt voor studenten die zich wel goed gedragen. De meeste onderzoekers lijken het hiermee eens te zijn. Vooral ‘kwetsbare jeugd’ proeft de voordelen van de vechtsport. Door veel beoefenaars zeggen dat het ze een gevoel van veiligheid geeft en dat het ze meer zelfvertrouwen geeft. Daarnaast zou het ook voor meer discipline zorgen. Deze avond is dat ook bij Beast of the East te zien. Als de trainer iets aan het uitleggen is wordt hij niet onderbroken. Hij legt met een zachte, maar ferme stem uit welke oefening er gedaan gaat worden. De kinderen stoeien en maken herrie tussen de oefeningen door. Op het moment dat de muziek weer aan gaat, het signaal dat er een oefening bezig is, gaan zij direct aan de slag. Hoewel het hier wel goed gaat, zijn er toch genoeg verhalen van agressie in de gevechtssport. Meestal wordt dit verklaard door slechte training. Sebastiaan Munter van het NIVM zegt dan ook: “Wij organiseren landelijke projecten waarin wij pleiten voor kwalitatief goed en verantwoord vechtsportonderwijs. De trainer is een rolmodel voor jongeren, maar

hij waarborgt ook de cultuur in de club en is verantwoordelijk voor de veiligheid van de jongeren. Hier proberen wij met advies en lessen bij te helpen.

wordt geconcludeerd dat vechtsportdeelname een positieve uitwerking heeft op het sociaal en maatschappelijk functioneren van jongeren.

Dat ook de overheid de goede kenmerken van de vechtsport ziet, blijkt wel uit het project ‘Tijd voor Vechtsport’. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaf hier de opdracht aan de Koninklijke Nederlandse Krachtsport en Fitnessfederatie om een programma te ontwikkelen dat de kenmerken van deze sporten ten goede gebruikt. Onder andere karate, boksen, Thai-boksen en Mixed Martial Arts (MMA) waren hier een groot onderdeel van, maar ook sporten die zich vooral op kracht richten, zoals touwtrekken, powerliften en bodybuilden, werden hier in betrokken. Het hoofddoel hiervan was hulp met de integratie en persoonlijke ontwikkeling van allochtone jeugd. Voor het project ‘Tijd voor vechtsport, werden er in 100 vechtsportclubs, verspreid over het hele land, 111 projecten uitgevoerd. Deze projecten hadden allen een participatie-, preventie- of zorgdoel. Ook zijn hierbij de programma’s onderzocht door het Mulier Instituut. In hun onderzoek ‘Beloften van vechtsport’

Ondertussen groeien de ledenaantallen van de verenigingen nog steeds. Tijdens het project ‘Tijd voor Vechtsport’ mochten de verenigingen al 13.500 nieuwe leden verwelkomen, en met de populariteit van Nederlandse gevechtsportsterren als Nicky Holzken en Rico Verhoeven worden dat er alleen maar meer. Zolang de verenigingen en de coaches zich in blijven zetten, kan het imago van de gevechtssport alleen maar beter worden en de sport nog verder groeien.

TIJD VOOR VECHTSPORT

De ouders aan de kant zijn het hier ook mee eens. Veel ouders zijn bij de training komen kijken en zijn allemaal positief over de vechtsport. Vooral discipline en het uiten van agressie wordt vaak door deze ouders genoemd als positief onderdeel. Door alleen maar in de gym te kijken is al te zien dat het project ten minste gedeeltelijk geslaagd is. Nederlandse jongens en meisjes boksen samen en tegen de allochtone jeugd, aan de kant praten de ouders met elkaar en moedigen hun kinderen aan.

18 MAART 2016 | REDACTIE C P39


REPORTAGE

“Ik denk niet dat ze weten wat ze Elise is jarenlang gepest. Het begint met buitensluiten, negeren en nare blikken in haar richting. Halverwege groep vijf besluit ze van school te veranderen. Maar ruim acht jaar later komt Elise nog steeds bij de psycholoog. Ze vertelt openhartig over haar verleden, maar wil wel graag dat haar echte naam buiten het verhaal blijft. NINA KLAASSEN “In de pauze speelde ik met mijn beste vriendin op het schoolplein. Een stukje verderop stond het groepje meiden dat mij altijd al pestte. Op een gegeven moment loopt mijn beste vriendin naar hen toe. ‘Ik wil niet meer bevriend met je zijn’, zei ze toen ze bij mij terugkwam. Ik werd heel erg boos, we kregen enorme ruzie. Het groepje meiden begon samen met mijn beste vriendin stokken naar mij te gooien. Een scherpe stok vloog tegen

18 MAART 2016 | REDACTIE C P40

mijn gezicht. Zelf had ik eerst niet door hoe erg het was, totdat klasgenootjes verschrikt uitriepen dat ik onder het bloed zat. Vanaf dat moment hadden de leraren pas door dat het serieus was. Dit was de laatste druppel. Samen met mijn ouders besloot ik dat ik van school ging veranderen.”

NOOIT INGEGREPEN

Het begon al in groep drie van de basisschool. Elise was zes jaar oud en vond het erg moeilijk om aansluiting te vinden bij de groep. “Ik werd weleens buitengesloten, maar het was nooit veel meer dan dat. In groep vier werd het erger. Pas halverwege groep vijf ben ik van school veranderd, toen was het echt het ergste.”

“ELISE? NEE JOH, DIE KIJKT ALTIJD ZO VROLIJK”

De leraren hebben nooit ingegrepen. Als Elise hierover praat wordt ze erg emotioneel. Haar hond springt bij haar op schoot en ze lacht door haar tranen heen. “Ik denk dat ze de problemen niet serieus genoeg namen. Toen er over de problemen werd gesproken zeiden ze alleen maar: “Elise? Nee joh, die kijkt altijd zo vrolijk.”

AFSTAND NEMEN

Op een steenworp afstand van het onderbouwgedeelte van de basisschool staat het huis waar Elise is opgegroeid. Daar recht tegenover staat het huis van haar voormalig beste vriendin. Inmiddels woont Elise een stuk verder van de school. Het is makkelijk om letterlijk afstand te nemen van de plek waar ze zo werd gepest. Moeilijker was het emotionele aspect. “Ik had ooit een dagboek waarin ik alles bijhield wat er was gebeurd. In een woedebui heb ik die toen kapot gemaakt. Ik heb daar nu nog


bij mij kapot hebben gemaakt”

steeds spijt van. Ik zou zo graag terug willen lezen wat ik toen voelde. Ik denk dat het mij heel erg zou helpen met het verwerken van de negatieve gedachtes die ik nog steeds vaak heb.”

Ook laat ze het bovenbouwgedeelte zien, waar ze slechts een halfjaar heeft doorgebracht. “Ik krijg weer kippenvel als ik hiervoor sta. Het doet me meteen weer denken aan hoe ze me buitensloten tijdens een spelletje verstoppertje.”

NEGATIEVE CIRKEL

Ongeveer een jaar geleden begon Elise depressieve gevoelens te krijgen. Tegenwoordig loopt ze bij een psycholoog die haar hier mee helpt. “Ik blijf vaak in een negatieve cirkel van gedachtes hangen. Mijn psycholoog helpt me daar mee omgaan. Ook geeft ze me oefeningen mee die helpen om mij zelfverzekerder te voelen.” Elise blijft erg onzeker over wat mensen van haar vinden, ze denkt dat het veel met haar verleden te maken

heeft. “Als iemand bijvoorbeeld in een chagrijnige bui is en mijn kant op kijkt, dan denk ik meteen dat het naar mij gericht is. Dat is vaak helemaal niet het geval, maar ik voel me dan wel aangesproken.”

“IK VIND HET ZO LAF WAT ZE HEEFT GEDAAN”

Elise studeert op het moment in Zwolle en heeft een aantal goede vrienden. “Mijn vrienden weten dat ik vroeger gepest ben. Ik ben daar wel vrij open over. Ik merk wel dat ik het soms lastig vind om ze dingen te vertellen. Het is niet dat ik ze niet vertrouw, maar er blijft toch een soort angst dat ze er achter mijn rug om over gaan praten.”

JARENLANG ONTWEKEN

Toen Elise naar de middelbare school ging, heeft ze expres gekozen voor een

andere school dan de school waar haar pesters naartoe gingen. Ze heeft ze op deze manier jarenlang ontweken. Tegenwoordig komt ze de meiden nog af en toe tegen. “Ze zeggen dan niks tegen me, maar kijken me met een nietszeggende blik aan. Mijn oude beste vriendin kom ik ook nog heel af en toe tegen. Ze kijkt dan onzeker voor zich uit en ze durft me niet eens aan te kijken. Ik vind het zo laf wat ze heeft gedaan. Maar als ik haar nu tegen kom dan weet ik dat ik er beter uit ben gekomen dan zij.”

HET SLIJT TOCH

Jaren later zijn de sporen van het pesten nog steeds duidelijk zichtbaar. Toch is Elise niet meer zo boos op de mensen die haar gepest hebben. “Ik heb ze jarenlang niet gezien, het slijt toch.” De pesters hebben nooit hun excuses aangeboden voor wat ze Elise hebben aangedaan. “Soms denk ik daar nog wel aan. Ik denk niet dat ze weten wat ze bij mij kapot hebben gemaakt.” 18 MAART 2016 | REDACTIE C P41


REPORTAGE

Strik Beats, het kloppende hart van de Zwolse muziekscene Aan de Westerlaan 51 ligt het hart van de Zwolse muziekscene. Als je bij Strik Beats naar binnen loopt dan ademt het muziek en bands. Overal hangen bandposters, links naast de ingang wordt de complete muur bezet door een promotieposter van “The Tiger Lovemachine”. De gedempte muziek van de repterende bands die uit de verschillende oefenruimtes komt meteen je oren binnen. Deze plek ademt nog de old school rock and roll vibe en misschien is het daarom ook wel zo’n succes. JELLE HART Strik Beats is een oefencentrum voor beginnende bands. Aan het hoofd van dit centrum staat ondernemer Rik Strik. Dat het een succes is gebleken blijkt uit het feit dat hij binnen een jaar zijn driejarenplan gerealiseerd had. Er repteren nu 31 bands vast bij Strik Beats en de ruimtes zijn standaard com-

pleet volgeboekt. In 2014 had Strik Beats zelfs zijn eigen podium op het Bevrijdingsfestival in Zwolle, waar alle bands van Strik Beats Agency hebben gespeeld Grote acts zoals Typhoon, Keizer en Bertolf hebben al gebruik gemaakt van Strik Beats. Een van de bands die bij Strik Beats hard aan de weg timmert is Money & The Man. Naast dat deze twee-koppige band gebruikt maakt van de oefenruimtes zitten ze ook bij Strik Beats Agency, het boekingskantoor van ondernemer Rik Strik. ‘De persoonlijke aanpak is wel de reden waarom we hier nooit meer weg zijn gegaan” Money & The Man repeteert nu al twee jaar bij Strik Beats en ze zijn steeds meer een naam voor zichzelf aan het maken, mede dankzij Strik Beats loopt de band erg hard. Zo heeft de band vorig jaar al meer dan 100 optredens gehad en krijgen ze steeds meer aandacht van de media. Naast dat ze bij Strik Beats repe-

teren zit Money & The Man ook bij Strik Beats Agency. “Rik kent via zijn band gewoon veel mensen en dat helpt ons bij het leggen van contacten. Daarnaast helpt Rik ons bij het nadenken over wie we zijn als band.’

DE MAN ACHTER HET SUCCES

De ondernemer die achter Strik Beats zit is Rik Strik. Rik is in de jaren ‘80 begonnen met het spelen in bandjes, en heeft daar ook veel me getourd en ook een aantal platen opgenomen. Jammer genoeg was dit niet genoeg om van rond te kunnen komen dus daarna is Rik gestopt met de muziek en begonnen als ondernemer. Jammer genoeg kon hij zijn ei hier uiteindelijk toch niet in kwijt. Toen hij vijf jaar geleden is gevraagd of hij weer in een band zou willen drummen heeft hij de smaak weer te pakken gekregen. Toen kwam het idee al snel om een oefenruimte-service op te zetten. Wij vroegen Rik naar het succes van Strik Beats en hoe dit tot stand is gekomen.


INTERVIEW

Strik Beats van Rik Strik Hoe ben je op het idee gekomen van Strik Beats? “Ik heb altijd al nagedacht over de vraag wat een ondernemer binnen de muziek zou kunnen doen qua eigen bedrijven en het eerste wat bands eigenlijk nodig hebben is een goede oefenruimte. Na een aantal interviews met Zwolse muzikanten werd het mij eigenlijk wel duidelijk dat er een groot gemis was aan goede oefenruimtes waar bands wekelijks konden repeteren. Op die manier ben ik eigenlijk op het idee gekomen om een oefenruimteverhuur te starten.” Hoe goed ging het met Strik Beats in het begin en hoe snel is het eigenlijk een succes geworden? “Het belangrijkste is eigenlijk om contacten te leggen met muzikanten. Nu ga ik zelf al veel naar live concerten en heb daar al veel contacten opgedaan. Maar wat eigenlijk vooral heeft meegeholpen is dat terwijl ik net bezig was met het opzetten van het bedrijfsplan, ik sponsor ben geworden van een voetbal team gevuld met muzikanten. Daardoor ben ik heel veel in contact gekomen met de beroepsmuzikanten van Zwolle. In dit voetbalteam zaten onder andere Typhoon en Bertolf. Dankzij het netwerk van de muzikanten in dit voetbalteam

had ik eigenlijk binnen no-time heel veel klanten, terwijl mijn bedrijf nog in de ontwerpfase zat. “

Hoe onderscheid strik beats zich eigenlijk van de andere oefenruimtes in Zwolle? “Omdat ik zelf een muzikant ben sta ik dicht bij de bands die hier repeteren. Ik vind het zelf ook allemaal heel leuk en ben daarom ook geïnteresseerd in wat de bands hier doen met hun muziek,. Mijn filosofie is eigenlijk dat Strik Beats een plek voor alleen muzikanten moet zijn. Mijn doel is om dit een plek te maken waar bands echt kunnen repeteren en het optimale uit hun tijd kunnen halen. Ik denk dat de bands die dat echt willen hier ook goed terecht kunnen. Voor de bands die alleen gezelligheid willen is Strik Beats misschien niet de juiste plek.” Waar ben je het meest trots op? “Mijn filosofie is eigenlijk “hoe meer er gebeurt, hoe meer ontstaat” en wat ik eigenlijk het gaafst vind is dat er in Zwolle weer een sfeer is ontstaan livemuziek. Bands kunnen echt bezig met eigen materiaal en daar vervolgens mee het podium op en dat vind ik eigenlijk het allerleukst.” 18 MAART 2016 | REDACTIE C P43


Women Take Control Zelfverdediging voor vrouwen wordt in de maatschappij steeds belangrijker

ALEXANDRA VAN HOECK

Het leven van Laura van den Brink (27) staat volledig in het teken van Krav Maga. Dit is een zelfverdedigingssport die draait om snelle, harde en effectieve reacties. Zelfverdediging werd voor Laura levensbelangrijk, nadat zij jaren in een relatie zat waar geweld normaal was. Nu, acht jaar later, is ze eigenaresse van de Krav Maga sportschool in Almere. Daar geeft zij les aan mannen, vrouwen en kinderen van alle leeftijden. Onlangs heeft ze de cursus ‘Women Take Control’ opgezet, speciaal gericht op zelfverdediging voor vrouwen.


INTERVIEW Heeft Krav Maga je mentaal sterker gemaakt? “Zeker. Ik ben er echt een heel ander persoon door geworden. Maar dat had ik in die periode van mijn leven ook nodig, dus Krav Maga kwam op het juiste moment. Ik trainde superhard en pikte alles toevallig snel op, ook omdat ik een andere motivatie had dan anderen, die gewoon lekker wilden sporten. Op een gegeven moment trainde ik wel zes dagen in de week, twee uur per dag, omdat ik het zo leuk vond.”

“IK KEN HET GEVOEL VAN ANGST NIET MEER”

Je hebt in een hele korte tijd je eigen school opgezet. “Ik heb een half jaar na kennismaking met Krav Maga de instructeur opleiding gedaan. Dat is vrij snel, maar dat komt omdat ik veel trainde. Toen ben ik ook les gaan geven. En iets meer dan vijf jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen.”

Gebruiken jouw cursisten de zelfverdediging in hun dagelijks leven? “Ik hoor vooral dat vrouwen zich zekerder voelen op straat. Van de kinderen die ik lesgeef heb ik wel al gehoord dat ze het gebruikt hebben. Bijvoorbeeld een meisje dat met school een spelletje in het bos aan het doen was en een man haar probeerde mee te nemen. Ze had een zaklamp vast, waarmee ze hem in zijn gezicht sloeg. Toen zei ze ook: ‘Dat heb ik van jou geleerd.’ Als ik dat soort verhalen terug hoor dan denk ik: daar doe ik het ook eigenlijk voor. Zelf heb ik het de laatste tijd niet gebruikt. Maar ik ben er wel klaar voor als er iets gebeurt en dat is een hele rustgevende gedachte voor mij.”

Waarom geef jij de ‘Women Take Control’ cursus? “Ik merk dat vrouwen er behoefte aan hebben. Krav Maga kan bij sommige dames agressief overkomen en een middenweg hierin is een weerbaarheidstraining, hieruit is ‘Women Take Control’ gekomen. Ik heb van tevoren echt gekeken naar situaties die wij als vrouwen tegenkomen. Want ik kan de vrouwen leren zich te beschermen tegen messen en pistolen, maar het zal sneller voorkomen dat ze worden vastgepakt of meegenomen, wanneer ze bijvoorbeeld in een discotheek wordt lastiggevallen.”

Is het een voordeel dat jij als vrouw deze cursus geeft? “Ik denk dat dit soort cursussen eigenlijk alleen maar door vrouwen gegeven moeten worden. Juist omdat je soms met dames te maken hebt die heftige dingen hebben meegemaakt en waarbij mannelijk contact, zowel persoonlijk, communicatief en lichamelijk, best wel heftig kan zijn. Ik zoek bij hun grenzen op, zodat ze uit de comfortzone kunnen gaan. Daarom vind ik het heel belangrijk om te weten waarom ze de cursus volgen en wat ze willen leren. Dit bespreek ik altijd in de eerste les.”

Aan wie zou je vooral de cursus aanraden? “Dat vind ik heel moeilijk. Het kan iedereen overkomen zichzelf te moeten verdedigen. Ik heb ook altijd gezegd ‘mij gebeurt niets’ en ik heb drie jaar dingen over me heen laten komen die gewoon veel te ver gingen, zowel fysiek als mentaal. Ik vind dat iedereen iets als Krav Maga een keer moet hebben gedaan, al is het maar voor jezelf.”

“IEDEREEN KAN MET GEWELD TE MAKEN KRIJGEN” Hoe zie jij de toekomst van de ‘Women Take Control’ cursus? “Hoe meer vrouwen meedoen, hoe meer ik het idee krijg dat ik kan helpen. Daarom geef ik ook les. Je merkt dat de politiek er steeds meer achterstaat, juist omdat er dingen als Keulen of aanrandingen in AZC’s in het nieuws komen. Het maakt niet uit door wie je belaagd wordt, niemand heeft het recht om aan jou te zitten als je dat niet wilt.”

“NIEMAND HEEFT HET RECHT OM AAN JE TE ZITTEN”

Voel jij je veilig als je over straat loopt? “Ik ken eigenlijk sinds ik Krav Maga train het gevoel van angst niet meer. Ik weet beter hoe ik situaties kan inschatten en ik ben zelfverzekerder. Als er iets gebeurt, weet ik wat ik wel en niet kan. Ook omdat ik mijn lichaam heel goed ken en technieken beheers die goed voor een vrouw van mijn postuur werken. Daarom kan ik situaties beter inschatten en voel ik mij heel zelfverzekerd.” 18 MAART 2016 | REDACTIE C P45


REPORTAGE

Cricket is zo veel meer d GEEN VERSTAND VAN CRICKET? DE BASIS TERMEN VAN CRICKET: Batsman: De slagman. Er staan er altijd twee in het veld. Eén krijgt de bal aangegooid en die direct kan vier of zes runs scoren door de bal uit het veld te slaan. Indien dat niet gebeurt moeten de twee van kant wisselen. Voor elke keer dat ze wisselen krijgen ze een run. Als een batsman out is, wordt hij vervangen door een andere. Dit mag doorgaan tot de overs voorbij zijn, of als er tien batsman out zijn, dan is de tegenstander aan de beurt.

Bowlen: Het gooien van de bal naar het wicket, die wordt verdedigt door de batsman (tegenstander). Er zijn verschillende varianten van bowlen. Fast bowling en spin bowling zijn de meest voorkomende. Bij fast bowling is het doel de bal zo hard mogelijk te bowlen, dit gaat om snelheden tussen de 140 en 160 kilometer per uur. Bij spin bowling gaat de bal langzamer (70 - 90 km/u), maar wordt er met effect gespeeld.

Out: De batsman kan op verschillende manier worden dismissed. Meest voorkomende is via bowled (als het wicket valt), caught (vangbal) en leg before wicket (als de bal volgens de scheidsrechter het wicket had geraakt, maar is tegen gehouden door het lichaam, behalve de hand die de bat vasthoudt). Over: Een over bestaat uit zes ballen die worden gebowld door één bowler. Een normale wedstrijd bestaat uit vijftig overs per team. Zo’n wedstrijd duurt dan ook een hele dag. Pitch: Middelpunt van het cricketveld. Runs: Basismanier van punten scoren. Stumps: Drie houten palen, die samen het wicket vormen. Twenty20 (T20): Korte en spectaculaire versie van cricket. Er worden twintig overs gespeeld per team.

Wide: Als de bal niet recht richting het wicket wordt gegooid, waardoor de batsman de bal niet kan wegslaan. Bij andere foute ballen spreekt men van no-ball, bijvoorbeeld als de bal niet met gestrekte arm wordt gebowld. 18 MAART 2016 | REDACTIE C P46

Joost Ahsmann, het 12-jarige talent van Salland CC in actie.

Foto: Paul Koning

‘I don’t like cricket. Oh no, I love it.’ Graham Gouldman (10CC) zingt het, maar voor Nederland gaat dat nog niet op. Het is niet populair, ondanks dat Nederland de laatste jaren behoorlijke successen heeft gehaald. ‘We merken er helemaal niets van’, aldus Patrick Esders, voorzitter van Salland Cricket Club. STEFAN KLOMP Cricket wordt er nog niet gespeeld in Deventer. De wormpjes lopen nog over de kleigrond; het gras kent veel ongelijkheden en is daarnaast veel hoger dan 12 millimeter. Terwijl er een handvol jongetjes aan het voetballen zijn op het cricketveld lopen Patrick Esders en wedstrijdsecretaris Theo Sikkema met een handwals van 150 kilogram over de pitch. Het middelpunt van het cricketveld kent een klei-ondergrond en is afgezet met schapengaas. Het zijn de eerste voorbereidingen voor het nieuwe zomerseizoen.

NEDERLAND OP HET WK

In India is Nederland er afgelopen week niet in geslaagd zich te plaatsen voor de tweede ronde van het WK Twenty20. In de groepsfase is van de sterkste tegenstander Bangladesh maar nipt verloren. Nadat de wedstrijd tegen Oman wegens regen niet is gespeeld (als gevolg worden de punten ver-

Heel anders gaat het er in Zwolle aan toe. ‘Zo ver zijn we nog niet’, vertelt Julian van Dijk, één van de oprichters van Cricket Club Zwolle (opgericht 2010). Zij spelen op kunstgras, net als de meerderheid van de Nederlandse clubs. ‘Het is redelijk uniek dat wij op echt gras spelen’, zegt Theo Sikkema. ‘Wij zijn één van de zes clubs in Nederland die op gras spelen.’ En dat zorgt voor werk. Heel veel werk. Niet voor niets kent Salland de grootste groundstaff van Nederland: twaalf vrijwilligers die walsen, de lijnen uitzetten en het gras knippen. ‘Het is een clubje in een clubje. En dat is positief hé: We zijn echt trots op ze.’ deeld), was al duidelijk dat Nederland kansloos was. De laatste groepswedstrijd werd wel winnend afgesloten. Ierland werd met twaalf runs verslagen in een ingekorte wedstrijd wegens regen. Een ingekorte wedstrijd van een ingekorte variant cricket dus.


r dan een relaxte sport NAGELSCHAARTJE

Julian van Dijk kan er alleen maar jaloers naar kijken. ‘Daar in Deventer gaan ze nog met een nagelschaartje het gras knippen.’ Toch is er een hele simpele reden waarom in Zwolle kunstgras gebruikt wordt. Van Dijk fabriceert zelf het kunstgras. Dat niet alleen, hij is marktleider in Nederland en Engeland in cricket kunstgrasvelden. Zo levert hij de kunstgrasvelden - ‘ik dacht ik ga de sport een warm hart toe dragen en ik bied ze voor een schappelijke prijs aan’ - aan de KNCB (Koninklijke Nederlandse Cricket Bond).

MILJARDEN

En daar ligt het probleem. Heel veel geld gaat er niet om in de Nederlandse cricket. Het lukte de KNCB zelfs in 2009 niet om een shirtsponsor te krijgen op het nationale shirt - de prijs: 20.000 euro. Internationaal gezien ligt dat compleet anders. De internationale cricketfederatie (ICC) heeft onlangs de tv-rechten verkocht voor een bedrag van 2.4 miljard dollar. In India is het helemaal erg. De nationale competitie (IPL) is na de Amerikaanse basketbalcompetitie NBA de best betaalde competitie ter wereld.

“DAAR IN DEVENTER GAAN ZE NOG MET EEN NAGELSCHAARTJE HET GRAS KNIPPEN”

De verschillen in geld zijn natuurlijk te begrijpen, er zijn immers niet veel cricketers in Nederland: er zijn tussen de drie- en vierduizend actieve leden. Zwolle kent twintig leden, Deventer heeft er vijftig. Er is geen grote aanwas, maar de verenigingen gaan er ook niet op achteruit. Esders (Salland): ‘Er komen meer mensen bij dan er weggaan.’ Van Dijk (Zwolle): ‘Het is een beetje gestabiliseerd, maar dat komt door de faciliteiten.’ De cricketvereniging in Zwolle is nog steeds bezig met het opbouwen. Momenteel probeert men een oefenkooi te realiseren. ‘Daar kan je met zijn tweeën al oefenen. Dat maakt de sport ook zo laagdrempelig; het hoeft niet met een hele groep.’ Van Dijk rekent erop dat de realisatie van de oefenkooi ‘een forse ledengroei tot gevolg brengt’. Dat niet

alleen, hij hoopt ook dat het de sportieve prestaties ten goede komt.

DWERGSTAATJE

Dat de sportieve prestaties van het Nederlands elftal de laatste jaren flink zijn verbeterd is wel duidelijk. In 2009 werd gigant Engeland in eigen huis verslagen tijdens de WK Twenty20. ‘Het is alsof het Luxemburgs voetbalelftal van Nederland wint.’ Dat het geen incidenteel succesje was, blijkt uit de laatste resultaten. In 2014 drongen ze door tot de Super 10 (beste tien landen), waar naast Engeland ook Ierland werd verslagen, terwijl Zuid Afrika slechts met zes runs van Nederland won. Toch merken de verenigingen weinig tot niets van de Nederlandse successen. Patrick Esders verwoordt het zeer stellig: ‘We merken er helemaal niets van qua ledenaantal’.

INTROKAMPEN

Maar, er gloort hoop voor de cricketverenigingen, zeker voor de Zwolse cricketclub. Het veld waar normaal op gespeeld wordt, is de laatste jaren ook gebruikt voor introductiekampen van Zwolse studentverenigingen. ‘Eigenlijk zullen we daar wat meer mee moeten doen,’ zegt Julian van Dijk. ‘Als we daar onze bowling machine (apparaat waar vele ballen binnen een minuut uit komen, zodat de batsman kan trainen, red.) neerzetten trekt dat vast wel een hoop geïnteresseerden. We kunnen ze bij wijze van spreken 100 kilometer per uur laten slaan. Dat is wel echt kicken.’ Dus wie weet, dat over een paar jaar “Dreadlock Holiday” van 10CC toch ook voor Nederland geldt.

DE GRAP VAN ZWOLLE

Dat cricket in Nederland nog niet helemaal serieus genomen wordt blijkt wel uit de oprichting van de Cricket Club Zwolle. Dat is eigenlijk een uit de hand gelopen ‘semi-grap’ van Julian van Dijk en Brian Bosch. Van Dijk: ‘Het was maart en het rugbyseizoen was voorbij. We zaten te denken: wat moeten we nu. Toen kwamen we op cricket. We dachten: dat is uitgebreid lunchen en als het regent gaat het niet door. Het leek ons een hele relaxte sport. We organiseerden een

JEUGD & CRICKET

Theo Sikkema: ‘Veel jeugdleden zijn dubbelsporters, zij hockeyen en

voetballen ook. Omdat daar de competitie vaak op zaterdag is, heeft de

bond besloten de competitie voor de jeugd op zondagochtend te houden. Zo hoeven ze geen keuze te maken.’ Patrick Esders: ‘Voorheen was dit

nooit een probleem. Cricket is een echte zomersport, in de winter

trainen we vaak in de hal, maar er is geen competitie. Maar omdat

tegenwoordig de andere sporten ook langer doorgaan en cricket rond mei

begint met de competitie, botsten de competities met elkaar. De cricketwedstrijden zijn in de intermezzo

van de andere sporten: vier maanden van mei tot en met augustus.’

De jeugd van Salland CC kent enkele grote namen. Er zijn zelfs al jeugd-

spelers van veertien à vijftien jaar die competitie met de senioren spelen, maar er zijn ook jeugdspelers van

Salland die wellicht in de toekomst meespelen op het wk. ‘Wij hebben

nu Joost Ahsmann, die bij de Dutch

Lions (Nederlands jeugdelftal, red.)

speelt. Hij is een 12-jarige knaap die

retefanatiek is. Het is een klein mannetje, maar zeer getalenteerd.’

introductieavond en daar was zo’n grote opkomst dat we op het point of no return zaten. Dat is eigenlijk de oprichting in een nutshell.’ En nu heeft de vereniging twintig leden. Jeugdleden zijn er nog niet: dat kan de club momenteel nog niet faciliteren. Sterke buitenlanders zijn er al wel. ‘We hebben beginners tot zeer ervaren spelers uit Zuid Afrika, Australië en Nieuw Zeeland. Ik ben blij dat ik niet tegen die gasten hoef te batten. Ze bowlen bijzonder hard.’ 18 MAART 2016 | REDACTIE C P47


STRIJDSCHRIFT


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.