Diversitijd magazine januari 2020

Page 1

DIVERSITIJD N E DE R L A N D I N A L Z I J N K L E U R E N

Nederland niet LHBTI tolerant

Opgroeien als geadopteerde

De stad versus het platteland 1


“DE MENS IS EEN COMPLEXE REALITEIT DIE IN ZIJN OMGEVING EEN NOODZAKELIJKE DIVERSITEIT BESCHRIJFT” - YVES BONNEFOY

2


Voorwoord De meningsverschillen lijken steeds groter te worden tegenwoordig. Met name in het debat over de multiculturele samenleving discussiĂŤren we elkaar het hemd van het lijf en lijkt het vrijwel altijd de een tegen de ander. Maar komt dit niet doordat we simpelweg te weinig contact met elkaar hebben?

Iedereen kent wel Chinezen, Marokkanen en leden van de LHBTI community. Maar echt in gesprek gaan we bijna niet meer. Veel mensen komen niet meer verder dan hun eigen omgeving, hun eigen bubbel. Misschien omdat ze dat niet willen, misschien omdat ze niet weten hoe. En ook in de media is de samenleving nog niet altijd goed afgespiegeld. Met deze eenmalige uitgave van het tijdschrift Diversitijd willen we iedereen de kans bieden op een kijkje in het leven van allerlei soorten Nederlanders. We willen Nederland in al zijn kleuren laten zien. Want diversiteit is iets van nu en het is belangrijk om meer in contact te komen met elkaar. We willen het hokjesdenken doorbreken en alle verschillende culturen en minderheden een podium geven. Daarmee hopen we dat iedereen een stukje dichterbij elkaar komt, en dat je misschien toch een keer een gesprek begint met die Turkse buurman. Liefs,

3


INHOUD

Inhoud Van Marokko naar Nederland. 6 Stad V.S. dorp. 10 Fotoreportage platteland. 12 Opgroeien als Molukker. 16 Argetijnse verbondenheid in Nederland. 22 Geadopteerd uit China. 24 Tolerantie LHBTI+ in Nederland. 28 Column: “Hey, vieze lesbo�. 32 Illustratie Tim Pijpers. 34 Kerst is voor iedereen. 36

4


INHOUD

6

12

16 24

28 5


INTERVIEW FOTO: MARTIJN DRIESSEN

6


INTERVIEW

Van kleine boerderij in Marokko naar nieuwbouwhuis in Nederland DOOR: WESSEL MULDER

Opgroeien in Marokko op een klein boerderijtje op het platteland. Elke dag hard en lang fysiek werk verrichten in de snikhete zon. Amir had er niets mee, maar omdat zijn vader boer was, was dit tijdens zijn jeugd de dagelijkse kost. We hebben het hier over het Marokko van de jaren 70. Er waren geen moderne machines, alles werd dus gedaan met de hand. Amir had één groot gelukje, hij kon naar school. Dit was dé uitweg om in de toekomst geen boer te worden. Daarom deed hij dit, met plezier en met succes. Hij rondde de basisschool makkelijk af en behaalde vervolgens als goede leerling zijn vwo-diploma. Daarna ging Amir naar de universiteit.

“DIT WILDE IK OOK. IK WILDE DE WERELD ZIEN, HET LEVEN ONTDEKKEN EN ME VRIJ VOELEN” “De universiteit voelde voor mij als de eerste opening naar vrijheid. Ik kwam daar in aanraking met politieke partijen. Islamitische groeperingen en de linkse ‘ongelovigen’ tegen elkaar. Toen zag ik voor het eerst mensen demonstreren en echt voor hun eigen wil vechten. Omdat Marokko tot 1956 een kolonie van Frankrijk was, hanteerden ze daar ook het Franse schoolsysteem. Daarin is het heel gewoon dat je ‘strijdende’ partijen tegen elkaar hebt. Aan de ene kant de Islamitische groeperingen, waar alles heel strikt was. Ik kende tot op dat moment alleen die manier van leven. Maar in mijn studentenperiode leerde ik de andere kant kennen. Die mochten roken, bier drinken, hadden mooie muziek en leefden gewoon veel meer naar hun eigen wil. Toen ik die vrijheid ontdekte, had ik een doel. Ik zag bijvoorbeeld Bon Jovi in een videoclip en dacht ‘Wow, zo gaat het dus in Europa’. Dit wilde ik ook. Ik wilde de wereld zien, het leven ontdekken en me vrij voelen.” “Er is nog iets dat heel erg meespeelde en dat is iets waar Nederlanders vaak van schrikken als ik het vertel. In Marokko was de werkeloosheid destijds heel hoog. Zelfs als je een universitaire studie afrondde, had je geen garantie op werk. Er heerst heel veel vriendjespolitiek en daardoor had ik veel minder kans op een goede baan omdat mijn

familie niet uit de hogere klasse kwam.” Daarom besloot Amir om naar Europa te emigreren. “Emigreren, vluchten, nieuwe kansen voor mezelf creëren, ik weet niet hoe ik het zou noemen. Maar ik had besloten weg te gaan. Omdat ik in het communistische gedeelte van Europa vrij kon reizen trok ik via Turkije naar Bulgarije. Daar, in de hoofdstad Sofia, ging ik op zoek naar een slaapplek. Ik kwam door veel rondvragen terecht in een soort stadsherberg. Toen ik een aantal keren door de stad had gelopen en op de markt was, kwam ik elke keer dezelfde vrouw tegen. Haar gezicht bleef steeds hangen. Na een tijdje merkte ik dat zij mij ook herkende en toen zijn we in gesprek geraakt. We werden verliefd en gingen samenwonen in Sofia. Iulia en ik zijn nu nog steeds samen.” Er was alleen een groot probleem. Iulia kwam uit een Slavische minderheid. “Ze werd gediscrimineerd in haar land, mocht haar geloof niet belijden, haar taal niet spreken en vrouwen werden mishandeld. Ook was in haar familie, naar mijn idee in het hele land alcohol een groot probleem. Haar familie bestond uit veel alcoholisten en dit zorgde voor meer armoede en geweld. Ik vond dat mijn vrouw niet op deze manier kon leven en daarom besloten wij om in 1999 samen naar Nederland te vertrekken.”

“IK BEN ACHTERAF ZO BLIJ DAT WIJ IN PLAATS DAARVAN NAAR HET NOORDEN WERDEN GESTUURD” “Ik weet niet meer precies hoe die reis is verlopen, dat heb ik echt weggestopt omdat het zo verschrikkelijk was, met veel anderen achter in vrachtwagens en dergelijke. Wat ik me er nog van kan herinneren, wil ik liever niet terughalen. Na veel gedoe kwamen we in een stad ergens midden in Nederland terecht. Vanuit daar werd ons verteld waar we naartoe konden, veel mensen werden naar de randstad gestuurd. Ik ben achteraf zo blij dat wij in plaats daarvan naar het noorden werden verwezen. Wij konden namelijk naar het Friese stadje Bolsward. Hier moesten wij ons gaan aarden, maar ik vond dit zelf heel erg lastig omdat het nog verre van zeker was of we überhaupt in Nederland mochten blijven.”

7


INTERVIEW Iulia sloot zich in Bolsward aan bij de Rooms-Katholieke kerk en Amir liet zich omdopen. Iets waardoor hij het contact met zijn eigen familie verloor. Dit contact is jaren later pas hersteld toen Iulia beviel en de ouders van Amir opa en oma werden. “Toen maakte geloof niet meer uit, het ging om liefde en daarom heb ik het ze vergeven dat ze in eerste instantie het contact hebben verbroken. Het geloof heeft ons heel erg geholpen toen wij hier kwamen. Ik sloot me ook aan bij de Rooms-Katholieke voetbalclub v.v. R.E.S. en door deze gemeenschappen begonnen wij ons een beetje thuis te voelen.”

“MET MIJN KINDEREN HEB IK HET NOOIT OVER WAT WIJ HEBBEN MEEGEMAAKT” “Het bleef nog steeds lastig omdat we niet wisten of we voor altijd mochten blijven, dan kan je niet denken aan wat je in de toekomst wilt. Toen we dat na een aantal jaren wel hoorden waren we zo blij en konden we aan de toekomst gaan denken. Inmiddels heb ik in Nederland een hbo-opleiding afgerond en werk ik volledig. We wonen in een nieuwbouwhuis en vrijwel alles gaat ons voor de wind. Mijn vrouw en ik hebben twee dochters, de ene is nu 19 en de andere 12. Ze doen het allebei goed op school.“ FOTO: MARTIJN DRIESSEN

8

“Met mijn kinderen heb ik het nooit over wat wij hebben meegemaakt. Ze weten waar Iulia en ik vandaan komen, maar verder zijn we er nooit dieper op ingegaan. Dit ben ik ook niet van plan, het verhaal is heel heftig en ik vind niet dat zij het in hun rugzak mee moeten dragen voor de rest van hun leven. We zijn nu ‘normale’ Nederlanders en zo wil ik hen ook opvoeden.”

“JE MAG GELOVEN WAT JE WILT, UITEINDELIJK ZAL DE LIEFDE ALTIJD OVERWINNEN” “Mag ik nog één ding zeggen?”, vraagt Amir. Ik knik en hij begint aan zijn afsluitende woorden: “Je kunt alles willen en vinden van elkaar, maar er is een ding dat ik geleerd heb na al deze jaren. Geloof is voor sommige mensen heel belangrijk, dat is de reden dat mijn familie het contact verbrak toen ik trouwde met een vrouw van een ander geloof. Na een aantal jaren wilden ze wel weer contact, dat was toen zij erachter kwamen dat ik vader geworden was. Daardoor heb ik ervaren dat liefde sterker is dan geloof. Je mag geloven en vinden wat je wilt, uiteindelijk zal de liefde altijd overwinnen.”

Namen in dit artikel zijn geanonimiseerd. Echte namen zijn bekend bij de redactie.


INTERVIEW

<

9


DILEMMA

Stad Annick Götte komt uit Maastricht, echt stads dus. Maar waarom is het wonen in een stad nu zo leuk en wat is het verschil met het platteland? “Eén van de grootste verschillen is de afstand. In de stad ben je super snel waar je wil zijn. Overal zijn voorzieningen zoals supermarkten en ook scholen liggen om de hoek. Ik heb ook een tijdje in een boerendorp gewoond en daar had ik meer dan een uur moeten fietsen voor de middelbare school. In Maastricht was dit maar 5 minuten. En als het fietsend niet dichtbij is heb je nog ontzettend veel ov opties. Overal rijdt om de paar minuten wel een bus.“ “Het is lastig om het echt te generaliseren, want je hebt natuurlijk veel verschillende type mensen zowel in de stad als op het platteland. Toch denk ik dat mensen die in de stad wonen daar een voorkeur voor hebben omdat alles dichterbij is. Wat meer de luxepaardjes. Het zijn over het algemeen denk ik ook mensen met drukke banen die daarom dichtbij hun werk willen wonen. Platteland zijn denk ik vooral mensen die behoefte hebben aan de rust en ruimte. De architectuur vind ik mooier. Hoge en vaak oude gebouwen. Gezellige knusse straten met een veelal goede sfeer. Boerderijen en weilanden zijn ook mooi, maar het is veel van hetzelfde terwijl je je in de stad echt uren kan blijven vergapen aan je omgeving.” “Op het platteland opgroeien geeft je meer ruimte denk ik. Slootjespringen bijvoorbeeld is zoiets wat je alleen daar als kind zal doen. Je bent dan als kind wat meer bezig met natuur en dieren. Ook als je ouder bent ga je misschien wat sneller wandelen en een frisse neus halen, misschien zelfs in je tuin werken. En het zal er vast gemoedelijker zijn. Ik denk dat ik de ruimte ook wel zou kunnen waarderen.” “De drukte. Naast dat er veel mensen in een stad wonen, lopen er ook vaak veel toeristen die zomaar de weg oversteken. Je moet dus op de fiets altijd alert zijn dat je niemand omver rijdt. Je hebt weinig eigen ruimte of plekken om je terug te trekken. Je bent voortdurend onderdeel van een gonzende mensenmassa. Dus rustig even winkelen en kleding passen zal je niet vaak meemaken.”

10


Dorp

DILEMMA

Marèl Molenaar woont in Nijetrijne, op het platteland. Maar wat weet ze nu eigenlijk over het leven in de stad? En wat vindt ze mooier aan het platteland? “Het grootste verschil tussen platteland en stad zijn de faciliteiten. In de stad kun je vijf minuten lopen en je bent bij drie verschillende supermarkten, terwijl je op het platteland een kwartier in de auto moet zitten voor de dichtstbijzijnde winkel. In een dorp heb je vaak nog een buurtsuper, maar als je echt op het platteland woont dan woon je echt afgezonderd. En dat geldt ook voor uitgaan. Dorpsfeesten en tentfeesten zijn echt geweldig, maar niet te vergelijken met een club. Oftewel, je moet er wat voor over hebben om op het platteland te wonen.” “De mensen die er wonen zijn ook erg verschillend. In de stad zijn mensen heel erg op zichzelf, terwijl op het platteland iedereen elkaar kent en voor elkaar klaar staat. Op het platteland is het heel normaal dat je buren via de achterdeur naar binnen lopen om een kopje koffie bij je te drinken. Terwijl het in de stad heel goed zo kan zijn dat je je buren niet eens kent. Dus in de stad is iedereen heel privé, terwijl op het platteland iedereen elkaar kent. Ons kent ons.” “Maar mijn jeugd op het platteland was wel echt top. Buiten spelen was echt geweldig vroeger. Ik had enorm veel dieren waar ik mee kon spelen, ik kon overal heen en niemand die tegen mij zei dat ik niet voor zijn huis mocht voetballen en de hoeveelheid ruimte maakte het ook mogelijk om veel buiten te spelen. Tegenwoordig zou ik liever in de stad wonen, maar mijn jeugd op het platteland zou ik voor geen goud willen veranderen.” “Maar een stad is ook mooi. Alles is dichtbij, er zijn vaker feestjes en deze zijn vaak ook leuker. Het winkelen is er ook geweldig. In het dichtstbijzijnde dorp zijn ongeveer drie kledingwinkels, waarvan twee en een half voor vrouwen van ongeveer 50+. De mode-industrie is veel beter zichtbaar in de stad en daar worden mensen ook sneller geaccepteerd. Als je er hier anders uitziet of anders geaard bent, dan weet iedereen dat gelijk en wordt dat minder snel geaccepteerd. Terwijl in de stad mensen veel minder bezig zijn met anderen en veel meer met zichzelf dat het ze niet eens opvalt als mensen anders zijn. En als ze dat wel merken dan maakt het ze vaak niet uit, want iedereen is anders daar. Dat vind ik heel mooi.”

Op de volgende pagina’s ziet u een fotoreportage over het platteland gemaakt door Marèl Molenaar.

11


REPORTAGE

12


REPORTAGE

13


REPORTAGE

14


REPORTAGE

15


INTERVIEW

Tussen twee culturen

DOOR: ANNICK GÖTTE

Molukkers zijn inmiddels niet meer weg te denken uit Nederland. De groep die jaren geleden vanuit de Indonesische eilandengroep bij ons aankwam, integreerde in het begin niet erg goed. Maar hoe gaat het deze groep nu af? Esther Corputty is half Moluks en half Nederlands en is opgegroeid in de Molukse wijk in Maastricht. Ze vertelt over haar cultuur en hoe het is om als halfbloed Molukse op te groeien in Nederland. Mag ik Indonesiër zeggen of moet ik Molukse zeggen als ik praat over je afkomst? “Wij verbeteren eigenlijk altijd als iemand Indonesiër zegt; nee we komen uit de Molukken. Ik zie mezelf niet als een Indonesiër. Ik vind dat echt een ander volk. Ik vind het dus ook echt niet fijn als iemand zegt dat ik uit Indonesië kom.” Ben je veel bezig geweest met je andere afkomst? “Heel veel. In groep 4 hield ik al mijn eerste spreekbeurt over Molukkers en in groep 6 hield ik er een over de geschiedenis van de Molukse kolonisatie. Sindsdien ben ik eigenlijk alleen maar meer gaan zoeken op internet. Ook praat ik erover met mijn opa. Die vertelt me graag verhalen. Dat vind ik super interessant, want het zijn toch wel mijn roots.” Voelde je jezelf dan wel eens anders dan de rest? “Nee, ik heb me eigenlijk altijd hetzelfde gevoeld. Ik groeide enerzijds op in de Molukse wijk, tussen de Molukkers en anderzijds zat ik op een Nederlandse school. Daar heeft mijn moeder bewust voor gekozen zodat ik niet alleen maar in een gesloten kring zou opgroeien. Daardoor heb ik eigenlijk altijd Nederlandse vriendinnen gehad en ben ik altijd in een Nederlandse omgeving geweest. Alleen ik wist wel; ik ben Moluks en zij zijn Nederlands. Maar ik heb me daar altijd oké bij gevoeld.”

16

Voel je jezelf dan echt 100% Nederlands? “Geen Nederlander. Nee dat niet. Eerder 100% Moluks. Maar ik ben me er wel bewust van dat Nederland mijn thuis is. Naar de Molukken gaan vond ik erg leuk en het voelde ook als thuis daar. Maar teruggaan naar Nederland was weer op een andere manier thuiskomen. Het is soms best moeilijk voor mij, want ik ben natuurlijk een halfbloed. Ik zit altijd tussen twee culturen in.”

“IK BEN ME ER WEL BEWUST VAN DAT NEDERLAND MIJN THUIS IS” Heb jij wel eens het gevoel gehad dat je vergeleken met de Nederlandse kinderen een achterstand had op school? “Nee ik niet. Mijn opa wel. Hij had toen hij hier net woonde, op zijn veertiende veel moeite met de taal. Op zijn zeventiende was hij daardoor pas klaar met de basisschool en daarna heeft hij geen onderwijs meer gevolgd. Mijn moeder heeft ook nog wel het probleem dat haar Nederlands niet heel goed is. Ze spreekt het wel vloeiend, maar grammatica en de d’tjes en t’tjes enzo, dat is gewoon heel moeilijk voor haar. Die achterstand heb ik totaal niet gehad. Ik ben altijd heel goed geweest in Nederlands, dus qua achterstand heb ik niks meer meegekregen.” Heb je wel eens te maken gehad met racisme of discriminatie? “Nee ook totaal niet. Ik vind dat dat ook een beetje aan jezelf ligt. Aan hoe zwak je je opstelt tegenover racisme. Als ik de hele tijd ga roepen dat alles racistisch is en dat je dit en dat niet mag doen, dan ga je jezelf ook zo opstellen. Maar ik heb me echt nooit gediscrimineerd gevoeld in deze samenleving. Echt nooit. De broer van mijn opa heeft er trouwens wel last van gehad. Hij heeft een Nederlandse vrouw. Toen hij jong was in de jaren ‘50 en ‘60, was het nog niet zo normaal dat een Nederlander met een Molukker ging. Dus de Nederlandse familie van zijn vrouw accepteerde hem eerst niet. En dat kan ik me ergens ook wel voorstellen. Als je altijd enkel tussen Nederlanders hebt geleefd en gewoond en uit het niets komt er een zwarte jongen die met je dochter wil trouwen. Dan snap ik best dat je dat niet ziet zitten. Maar ik heb zelf ook al een tijdje een Nederlandse vriend en daar ben ik altijd met open armen ontvangen.”


INTERVIEW

17


INTERVIEW In hoeverre heb je thuis eigenlijk andere tradities of culturen meegekregen? “We zijn qua tradities best wel hetzelfde als Nederlanders. De Molukse cultuur is namelijk erg christelijk: kerst, pasen, Pinksteren, hemelvaart. Dat vieren wij ook allemaal. Wat wel anders is, zijn onze feesten. Als wij er één houden dan is die ook meteen echt heel groot en uitgebreid. Alle tantes uit het hele land komen en je gaat de hele week met de hele familie koken voor dat feest. Die grootsheid zie je overigens ook als iemand overlijdt. De hele gemeenschap komt dan naar de kerk om de hele week bij de overledene te zijn. Een overledene is zo niet alleen. Je zult dan ook nooit op een kaart zien dat de begrafenis in besloten kring is. Op de dag voor de begrafenis is er een troostdienst en dan komt echt iedereen. Deze is vaak nog drukker dan de begrafenis zelf. Na de begrafenis is er geen koffietafel, maar een rijsttafel. De nadruk ligt kortom meer op familie en gemeenschap dan in de Nederlandse cultuur. Laatst overleed bijvoorbeeld de broer van mijn opa, die met die Nederlandse vrouw. En dat was echt een Nederlandse crematie. Het was in besloten kring, en we mochten maar één dag afscheid nemen. Daarnaast cremeren wij nooit, dus dit was erg ongewoon voor ons.”

Een ander cultureel kenmerk van de Nederlandse Molukkers is dat ze streven naar de onafhankelijkheid van de Molukken. Hoe leeft het streven naar die eigen staat bij jou? “Ik zou wel heel graag willen dat de Molukken onafhankelijk worden, maar niet voor mezelf. Want ik woon in Nederland. Maar voor mijn voorouders, zodat hun pijn en lijden niet voor niets is geweest. Ze hebben het zwaar gehad in de strijd. Daarom hoop ik voor hun op gerechtigheid. En ik hoop het ook voor mijn opa, die wil het zo graag.” Hoe denk je dat jullie nu geïntegreerd zijn? “Ik ben er wel tevreden over eigenlijk. Iedereen spreekt de Nederlandse taal, iedereen gaat naar Nederlandse scholen, de omgang met Nederlanders gaat steeds beter. Maar je moet het niet gaan forceren door ineens een Nederlander in een van onze huizen te plaatsen. Dat gaat te snel, babysteps. De Molukse wijk Moluks houden vinden we erg belangrijk.”

“NA DE BEGRAFENIS IS ER GEEN KOFFIETAFEL, MAAR EEN RIJSTTAFEL” Als je zelf kinderen krijgt wil je hen dan iets van de cultuur meegeven? “Ja. Mijn moeder is Moluks en mijn vader was niet in beeld, dus ik ben wel erg Moluks opgevoed door haar. Zo wil ik het ook doen. Ik wil de Molukse normen en waarden en de identiteit meegeven. De opvoeding is wel strenger dan die van Nederlanders. Denk aan de beleefdheidsvormen, je zegt geen je of jij tegen een ouder iemand. Daarnaast heb je een groot plichtsbesef. Als een ouder iemand wat aan je vraagt doe je dat gewoon, dan gehoorzaam je. Klaar. Precies hoe het moet. Ouderen zijn heel belangrijk en staan heel erg hoog in onze maatschappij. De meeste Molukkers geloven zelfs in hun voorouders, een soort vooroudergeloof. Dat vind ik persoonlijk best wel tegenstrijdig. Want aan de ene kant heb je het door ons gevolgde christendom, waarin je in God gelooft. Zijn regel is dat je in geen andere goden gelooft, enkel in hem. Maar aan de andere kant bidden sommige Molukkers dus niet alleen naar God, maar ook naar hun voorouders. Ik doe dat niet, want daar ben ik het niet mee eens. Er is maar één God, je voorouders zijn niet heilig. Dus voor mij gewoon het protestantisme.

18

Wat is er precies gebeurd dan omtrent dat huis? “Het was het huis van de neef van mijn opa, die ik ook gewoon opa noem. Hij ging naar een verpleeghuis omdat het huis te groot werd en hij het niet meer aan kon. Toen kwam het huis leeg te staan en kon de verhuurder, Woonpunt, geen geschikte nieuwe huurder vinden, omdat het een gezin in het huis wilde. Toen was er door iemand in de wijk gezien dat er een bezichtiging plaats had gevonden door Nederlanders. Zij hebben meteen brieven verspreid door de hele wijk met die informatie, wat leidde tot woede. Uiteindelijk is er een steen door de ruit gegooid, is het huis beklad met witte verf en is er op het raam geschreven: Dit is een Molukse wijk, alleen voor Molukkers.”

“DE MOLUKSE WIJK MOLUKS HOUDEN VINDEN WIJ BELANGRIJK”


INTERVIEW Was je het met de actie eens? “Ik keur de actie niet goed, maar ik begrijp het wel. Ik begrijp het statement dat ze wilden maken en dat ze gefrustreerd waren. Ik vond het gevoel zelf ook niet zo prettig dat er niet-Molukkers in mijn opa’s huis zouden komen wonen. De overheid heeft deze huizen voor ons gemaakt en niet voor jullie. Jullie hebben nog een heel land waar jullie kunnen wonen. Daarnaast begrijp ik ook niet waarom je als niet-Molukker tussen de Molukkers zou willen wonen. Ik zou dat niet willen. Ik ga ook niet in een Chinese of Afrikaanse wijk wonen. Daar hoor je gewoon niet thuis. Het is het erfgoed van onze voorouders. Zij hebben al zoveel geleden door de Nederlandse regering. Het doet ons dan pijn dat dat dan ook al wordt weggegeven.”

“IK VOND HET GEVOEL ZELF OOK NIET ZO PRETTIG DAT ER NIET MOLUKKERS IN MIJN OPA’S HUIS ZOUDEN KOMEN WONEN” Waarom denk je dat het verlangen zo leeft om de molukse wijk moluks te houden? “Goede vraag. Ik denk dat het is omdat het erfgoed is van onze voorouders. Onze overgrootvader is hier gaan wonen en we vinden het belangrijk dat dat weer wordt doorgegeven. We hebben ook de regel dat als een ouder weggaat of overlijdt, de kinderen als eerste het recht hebben om dat huis te krijgen.”

Hoe is het om op te groeien in zo’n wijk? Ik vind het heel erg fijn. Mijn opa woont om de ene hoek en mijn tante om de andere. Mijn neef en mijn oom wonen twee huizen verder. Dus je hebt altijd wel familie en dat is fijn. Ik ga bijvoorbeeld elke dag bij mijn opa op bezoek. Ik ben gewoon heel bij dat ik mijn familie zo dichtbij me heb. Je woont in een close gemeenschap, bestaande uit je eigen mensen. Ook buren zien we als een grote familie. Toen ik vroeger buiten speelde met mijn neefjes waren wij niet eens gewend dat er Nederlanders in de wijk kwamen. Ik kan me nog goed herinneren dat mijn neefje zei: “Huh er staat een Nederlander in de wijk.” Tot slot. Zou je zeggen dat Molukkers inmiddels vernederlandst zijn? “Ja. Ik was laatst namelijk op de Molukken en dat is wel grappig. Je ziet echt het verschil tussen de Nederlandse Molukkers en de Molukse Molukkers. Zij leven daar gewoon nog heel anders. Alsof je in een soort oertijd leeft. Er is daar geen wc, geen douche, ze gaan nog jagen en ze lopen op blote voeten. Wij in Nederland zijn de luxe denk ik wat meer gewend. Wat wel vervelend is, is dat Nederlanders je zien als een Molukker en Molukkers daar zien je als een Nederlander. Het is best vervelend als je daar tussen zit. Maar ik denk dat we goed geïntegreerd zijn, wel met behoud van de eigen cultuur. En dat zal hopelijk nooit veranderen.”

“MIJN NEEFJE ZEI: HUH ER STAAT EEN NEDERLANDER IN DE WIJK”

19


REPORTAGE

20


REPORTAGE

21


INTERVIEW

Argentijnse Verbondenheid in een onverbonden land DOOR: TIM HOLLING

Argentinië is een land met zon, bergen en vooral veel mensen, maar hoe zit de cultuur van de Argentijnen in elkaar? En verschilt die cultuur veel met hoe wij in Nederland leven? Mary-Jo Ron is op haar negenentwintigste vanwege de liefde naar Nederland verhuisd. Chris is haar zoon en is half Argentijns, half Nederlands. Zij vertellen wat de grootste cultuurverschillen zijn en wat de Argentijnse cultuur uniek maakt. Het belang van familie Mary-Jo: “Eten en de familieband kenmerken echt de Argentijnse cultuur. Op zondag komt de hele familie samen om te lunchen. Grootouders, kinderen en kleinkinderen, echt de hele familie. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook bij een barbecue. In Argentinië ben je heel erg betrokken bij je familie. Ik heb geprobeerd die verbondenheid over te brengen op mijn kinderen. Het lukt alleen niet helemaal, ik heb een Argentijnse vriendin, die heeft volwassen kinderen en die heeft nog dagelijks contact met haar kinderen. Ik vraag dagelijks aan Chris hoe het bijvoorbeeld gaat op school, maar veel komt er niet uit.” Chris: “Ik merk dat ook ja. Bij mijn vader is het meer van even bijpraten dan echt lange persoonlijke gesprekken. Het is dan meer van jij hebt je eigen leven en je eigen dingen die je doet en wij hebben dat ook. Mijn ouders tonen beide wel interesse in bijvoorbeeld school, maar toch op een andere manier. Het is bij mijn vader minder op het onderlinge contact gericht en meer op gewoon bijpraten en dat je elkaar wel weer spreekt als je elkaar ziet.” Een open samenleving Chris: “Ik merk ook dat de omgangsvormen heel anders zijn. In Argentinië is het heel normaal om elkaar een kus op de wang te geven als je elkaar ziet. Zowel voor mannen als voor vrouwen. Hier in Nederland beperkt het zich tot een hand of een iets uitgebreidere begroeting.” Mary-Jo: “In Argentinië knuffel je elkaar echt. De begroetingen zijn daar wat persoonlijker, zeg maar.” Chris: “Je maakt ook echt tijd voor elkaar. De mensen om je heen zijn daar echt een prioriteit. Rijkdom heeft in Argentinië een andere betekenis. Daar gaat het vooral om je familie en vrienden. Je zorgt gewoon dat je tijd maakt voor je familie en vrienden, terwijl je in Nederland nauwelijks met iemand kan afspreken zonder te plannen.”

22

Hier in Nederland is rijkdom veel materialistischer en is bijvoorbeeld een papiertje van een opleiding of heel goed presteren op je werk veel belangrijker.”

“IN BUENOS AIRES LEEF JE EIGENLIJK NIET ECHT, JE WORDT GELEEFD” Mary-Jo: “De sociale contacten zijn ook wat ik het meeste mis aan Argentinië. In Nederland is een hoop goed geregeld, de voorzieningen zijn hier bijvoorbeeld veel beter. Het contact met mensen is echter wel slechter. Je moet hier afspraken plannen en dat vond ik aan het begin erg moeilijk. Ik dacht bij mezelf dit kan ik nooit. In Argentinië ben ik heel erg gewend dat de deur altijd open staat, maar dan ook letterlijk. Mijn deur staat altijd voor iedereen open en mensen zeiden dat hier ook tegen mij, toch vinden mensen het hier niet prettig als je zomaar onaangekondigd langskomt. Ook als ik terug ben in Argentinië en ik praat met mijn vriendinnen die ik bijvoorbeeld tien jaar niet heb gezien is het alsof we elkaar gister nog hebben gezien.” Chris: “Mensen zijn daar ook meer open denk ik. Je praat zoals ik eerder zei meer met elkaar, maar dat doe je ook gewoon met wildvreemden.”


INTERVIEW Mary-Jo: “Als je daar met iemand aan de praat raakt, vertel je diegene eigenlijk alles. Je lucht je hart bij diegene zeg maar, het werkt als een soort therapie. Het leven is in Buenos Aires waar ik vandaan kom gewoon veel drukker en sneller. In Buenos Aires leef je eigenlijk niet echt, je wordt geleefd. Er wonen in Buenos Aires ook iets van vijftien miljoen mensen, dus als je met iemand praat is dat misschien voor de laatste keer. Je vertelt elkaar dus meteen alles en je hebt gewoon een goed gesprek. In Nederland zal dat niet zomaar gebeuren.

“DAT IS UITEINDELIJK WAAR DE ARGENTIJNSE CULTUUR OM DRAAIT, VERBONDENHEID” De magie van mate Mary-Jo: “Een van de gebruiken die ik heb meegenomen is het drinken van mate. Iedereen drinkt dat eigenlijk in Argentinië. Het is een soort thee. Een traditionele mate bestaat vaak uit meerdere compartimenten waarin de mate zelf en het water zit. Je drinkt mate eigenlijk overal en met iedereen. Je drinkt dit bijvoorbeeld bij zo’n barbecue met de hele familie. Het is misschien een beetje eng voor Nederlanders vanwege ziektes ofzo, maar je deelt de bombilla met de rest. Iedereen drinkt uit hetzelfde rietje. Vaak nemen mensen mate buitenshuis mee in een thermos-

fles. Tijdens voetbalwedstrijden zie je soms ook Argentijnse voetbalfans met zo’n thermosfles, nou daar zit dus mate in. Dit is niet alleen een ding dat volwassenen drinken. Ook kinderen drinken dit, maar dan soms wel met melk in plaats van water.” Chris: “Ja het heeft soms een wat onaangename smaak voor kinderen en melk laat het wat lekkerder smaken.” Mary-Jo: “Dit drink je trouwens niet alleen met je familie en vrienden. Het kwam vaak genoeg voor dat mijn baas op werk naar mij en mijn collega’s toekwam en dat hij dan vroeg:“oh drinken jullie mate?” en dat hij dan gewoon met ons meedronk. Ik denk dat mate zo speciaal is omdat het verbindt. Dat is uiteindelijk waar de Argentijnse cultuur om draait, verbondenheid.”

23


INTERVIEW

Geadopteerd uit China: ‘‘Voor mij zijn zij wel gewoon mijn echte ouders’’ DOOR: DANIQUE PEKELSMA

Een erg groot deel van de adoptiekinderen in Nederland komt uit China. Zo ook Yi-Chun Wieldraaijer: zij was twee en een half jaar oud toen ze, samen met haar zus, geadopteerd werd. Intussen is ze 22 en woont ze in Drachten bij haar Nederlandse ouders. Ze is als erg jong meisje opgegroeid in en opgevoed met de Nederlandse cultuur; herinner je je dan nog iets van je tijd in China? “Vrij weinig. Ik heb vroeger regelmatig oude videobanden teruggekeken van mijn adoptie, dus daardoor weet ik hoe de adoptie is verlopen, maar echt bewust ben ik me er niet van. Het enige wat ik me wel echt herinner was toen ik in een hotelkamer op bed lag met mijn zus naast me. Dat zal misschien de dag van adoptie zijn geweest. Op de een of andere manier komt dat nog wel heel bewust naar boven. Ik vraag mij wel eens af waarom ik mij dat wel herinner.” Hebben jouw ouders je ook moeten vertellen dat je geadopteerd was of wist je dat eigenlijk altijd al? “Mijn ouders zijn altijd heel erg open geweest over de

24

adoptie. Ik ben ermee opgegroeid en daar ben ik mijn ouders dankbaar voor. Ik ben blij dat ze niet gewacht hebben tot een bepaalde leeftijd om te vertellen dat ik geadopteerd was. Het lijkt mij een vreemde ervaring om daar op latere leeftijd achter te moeten komen. Wat wel een grappig verhaal is, is dat ik vroeger dacht dat mijn vader wel mijn biologische vader was, puur omdat hij ook zwart haar had. Maar ja, ik ben er gewoon mee opgegroeid, dus ik wist het in principe altijd al wel.”

“MIJN OUDERS ZIJN ALTIJD HEEL ERG OPEN GEWEEST OVER DE ADOPTIE EN DAAR BEN IK ZE DANKBAAR VOOR” Had je dan ook naarmate je ouder werd het idee dat je ‘anders’ was omdat je geadopteerd bent? “Niet per se. Heel veel mensen zeggen altijd: ‘‘Oh, dat zijn dus niet je echte ouders.’’ Maar ja, mijn ouders heb-


INTERVIEW ben mij opgevoed en voor mij zijn zij mijn echte ouders. Ik ben ermee opgegroeid en dat voelde voor mij aan als ‘gewoon’. Maar naarmate je ouder wordt begin je wel vragen te stellen over en je af te vragen naar je afkomst. Je merkt toch wel een verschil, maar meer in de zin van dat je weet dat je ergens anders vandaan komt.” Heb je dan ook ooit de behoefte gehad om op zoek te gaan naar je biologische ouders? “Naarmate ik ouder werd kwam die behoefte wel sterker naar boven. Ik was altijd al wel geïnteresseerd in en nieuwsgierig naar mijn achtergrond. Het land en de cultuur waar ik vandaan kom. Ik denk dat ik dat in de toekomst ook echt wel wil gaan onderzoeken. Maar ik ben op dit moment ook gewoon erg druk bezig met mijn studie en daar moet je wel echt tijd in steken. Daarnaast gaat er ook gewoon veel geld in zitten, natuurlijk. En je moet daarvoor ook de juiste instanties hebben. Dus dat zie ik over een paar jaar wel. Maar de interesse is er wel.”

Heb je ook het idee dat je een soort band hebt met China? “Ja, ik weet dat het mijn geboorteland is. Ze zeggen altijd dat als je teruggaat naar je land van afkomst, je een soort thuisgevoel krijgt. Ik ben nooit weer teruggeweest, maar ik denk eigenlijk wel dat dat een gevoel bij mij zou kunnen zijn als ik wel terug zou gaan. Zo’n vermoeden heb ik wel. Het voelt wel als mijn thuisland, dat wel. Dus ik wil ook sowieso wel een keer terug.”

“IK DENK DAT IK WEL EEN THUISGEVOEL ZOU KUNNEN KRIJGEN ALS IK TERUG ZOU GAAN”

Voelde je je direct thuis hier in Nederland, en bij je ouders in Nederland? “Eigenlijk wel, ja. Maar dat is echt gewoon zo omdat ik niet beter wist. Ik was twee en een half jaar oud toen ik geadopteerd werd, dus je groeit gewoon op in deze cultuur en in dit land.” Hoeveel invloed heeft het feit dat je geadopteerd bent gehad op je hele leven? “Vroeger als kind heeft het wel een hele grote invloed gehad. Ik werd toen vaak uitgescholden voor ‘Chinees’. Gepest omdat ik anders was. Dat heeft mij vroeger wel verdriet gedaan. Toen dacht ik altijd ‘waarom ben ik niet gewoon Nederlands?’ Maar dat doet je als kind natuurlijk wel wat. Dus in die zin voelde ik me wel eens een buitenstaander. Discriminatie was het eigenlijk gewoon, pesterijen. Maar tegenwoordig heeft het eigenlijk geen invloed meer op mijn leven. Ik word en voel me geaccepteerd, ik ben trots op wie ik ben en dat ik hier ben.”

“VROEGER DACHT IK ALTIJD: WAAROM BEN IK NIET GEWOON NEDERLANDS?” Heb je er dan nu ook nog moeite mee dat je je biologische ouders niet kent? “Valt wel mee eigenlijk. Het is meer de nieuwsgierigheid naar mijn biologische ouders en of ik ook nog broers of zussen heb. Je hoort ook wel eens mensen zeggen: ‘’Ja, dat heb ik van mijn ouders.’’ Dus dat is meer de nieuwsgierigheid van ‘wat zou ik van mijn ouders geërfd hebben?’ Ik zou graag willen weten wat ik met ze gemeen heb en wat ik qua karakter van mijn ouders heb geërfd. Echt de nieuwsgierigheid naar mijn afkomst, maar verder heb ik er nu absoluut geen moeite mee.”

Waarom heb je dat dan nog niet gedaan? “Om het geld eigenlijk. Ik ben 22 en het is een hartstikke dure reis. Ik wil daar dan ook gewoon heengaan op het moment dat het rustig is in mijn leven zodat ik daar ook echt de tijd voor kan nemen. Mocht het geld er voldoende zijn, zou ik er sowieso een keer heen willen gaan om het land en de cultuur mee te maken. En om te kijken waar ik vandaan kom en hoe het had kunnen zijn.” Denk je eigenlijk ook dat je je meer thuis zou voelen in China dan in Nederland? “Daar dacht ik vroeger wel eens aan. Maar nu denk ik dat eigenlijk niet meer. Ik heb het hier prima en ik denk niet dat ik daar terugkom en opeens wil emigreren naar China. Ik denk dat ik daar veel te verwesterd voor ben.”

25


REPORTAGE

Love

Kärlek Liebe

Amour

Bogoh

Dashuria

Leafde

Fitiavana Amore

Affectie

Lerato

Amor

Liefde

Cinta

Caritas Ljubav

Aloha

Jacayl armastus

Meilė

26

Szerelem

Gär

Láska

Imħabba

Ljubezen

Cariad

Grá

Uthando Kærlighet


REPORTAGE

Imagine there’s no countries It isn’t hard to do Nothing to kill or die for and no religion, too Imagine all the people Living life in peace John Lennon, 1971

27


ACHTERGROND

Nederland toch

DOOR: MARÈL MOLENAAR

“Ik ben blij dat wij hier gewoon hand in hand over straat kunnen lopen. Leeuwarden is redelijk tolerant als het om lesbiennes gaat, maar op sommige plaatsen is dat wel anders,” Zegt Myrthe Kroes als ze samen met haar vriendin Lara Kuitwaard over straat loopt. “mensen kijken je soms wel aan, maar dat gebeurt nu eenmaal als ze iets zien wat niet ‘normaal’ is in hun ogen. Maar als je iemand ziet waarvan jij vindt dat diegene er vreemd uitziet, dan kijk je toch ook.” zegt ze lachend. Niet overal is acceptatie “Tot mijn achttiende wist ik niet eens dat het een optie was, lesbisch zijn,” Zegt Myrthe een tijdje later en ze zucht. “Er werd nooit over gesproken, want het mocht niet volgens de bijbel. Ik ging er vroeger altijd gewoon vanuit dat ik dat ik verliefd moest worden op mannen, want dat was normaal. Maar toen ik buiten de Bible belt kwam, ontdekte ik wie ik echt was.” Zegt ze en ze kijkt naar haar vriendin, Lara Kuitwaard, die naast haar loopt. Ze knikt en houdt haar hand nog wat steviger vast. “In mijn geboorteplaats mag ik niet zijn wie ik echt ben. Ze zien het als een enorme schande als je op hetzelfde geslacht valt. Als het daar eenmaal naar buiten zou komen, dan zal dat rond gaan als een lopend vuurtje. Ik ben blij dat ik hier gewoon geaccepteerd wordt zoals ik ben, maar ik zou willen dat dat overal gebeurde.”

“MIJN MOEDER WEET DAT IK OP VROUWEN VAL, MAAR IK MAG ER NIET OVER PRATEN” Nederland wordt altijd beschreven als een heel tolerant land als het gaat om homoseksualiteit. Maar als je wat beter rondkijkt, dan zie je dat homohaat in Nederland nog steeds een groot probleem is. Je wordt uitgescholden, je familie accepteert niet wie je bent en in de ergste gevallen kan je in elkaar geslagen worden. Allemaal omdat je verliefd wordt op hetzelfde geslacht.

28


ACHTERGROND

niet zo tolerant

Cees van Baalen, manager van COC Friesland, meldt het volgende; “Homohaat is nog steeds een groot probleem in Nederland. Zowel direct als indirect wordt er nog steeds veel haat getoond. Als er reclameposters in bushokjes worden opgehangen met een homoseksueel stel erop afgebeeld, dan worden er aanzienlijk meer bushokjes kapot gemaakt. Dat is toch een vorm van indirecte homohaat waar niet veel mensen vanaf weten. Maar als er een extremere vorm van homohaat plaatsvindt, dan wordt dit ook meer verspreid. Als er bijvoorbeeld een homoseksueel in Groningen in elkaar wordt geslagen, dan was dat vroeger alleen bekend in je eigen buurt. Tegenwoordig weet iedereen het, van Friesland tot Limburg. Door deze verspreiding lijkt het alsof er steeds meer agressie tegen homo’s komt, maar zo worden mensen zich bewuster van het probleem. En hierdoor zal het zich in de toekomst hopelijk verminderen.”

“ALS IEDEREEN EEN BEETJE TOLERANTER ZOU ZIJN DAN ZOU HET ALLEMAAL VEEL MAKKELIJKER WORDEN VOOR ONS” “Mijn moeder weet dat ik op vrouwen val, maar ik mag er niet over praten. Als ik het er niet over heb, lijkt het alsof het niet bestaat. Alsof het iets heel slechts is dat ik op vrouwen val. Maar die gedachte hebben ze natuurlijk wel in de Bible belt. Alles wat in de bijbel staat is waar en wordt daar ook gevolgd. En als lesbienne pas je niet bepaald in dat ideaalbeeld. En dat je niet eens aan je eigen familie kunt vertellen wie je echt bent, doet best pijn.” Het zijn de simpele dingen “Ik zelf heb nooit veel last gehad van echte haat in mijn omgeving,” gaat Lara verder. “Mijn vrienden en familie vingen het heel goed op toen ik uit de kast kwam. Behalve af en toe een opmerking misschien is het altijd heel goed geaccepteerd in mijn omgeving. Maar het zijn de kleine dingetjes die beter zouden kunnen. Ik wil bijvoorbeeld overal gewoon hand in hand kunnen

29


ACHTERGROND lopen met mijn vriendin of haar gewoon een kus kunnen geven in het openbaar zonder hier veel over na te denken. Of dat ik op vakantie kan naar elk land zonder rekening te hoeven houden met hoe mensen in dat land over homo’s denken. Als iedereen een beetje toleranter zou zijn dan zou het allemaal veel makkelijker worden voor ons.” “Maar niet té tolerant.” voegt Myrthe er lacherig aan toe.

“IK VOEL ME GEVLEID, MAAR BLIJF ALSJEBLIEFT GEWOON VAN MIJ AF” “Nee, dat ook weer niet,” gaat Lara door. “Als lesbienne word je ook heel erg geseksualiseerd door mannen. Ik snap dat het geil is voor een hetero man om met twee vrouwen iets te doen, maar wij vallen op vrouwen voor een reden. En je kunt ons echt niet ‘hetero maken’, zo werkt dat nu eenmaal niet. Maar als je er een beetje goed uitziet als lesbienne ben je natuurlijk dubbel zo aantrekkelijk voor een man. Je bent lekker en je valt op vrouwen, dat is de jackpot voor hun. En het gebeurt vaker dan je denkt dat wij lastig worden gevallen, vooral tijdens het uitgaan. En ik voel me gevleid, echt waar, maar blijf alsjeblieft van me af.”

7% van de Nederlandse bevolking is LHBTI+. Homoseksuelen zijn anderhalf keer vaker slachtoffer van criminaliteit dan heteroseksuelen. Mannenkoppels hebben gemiddeld het hoogste primaire inkomen. Er bestaan maar liefst 1500 diersoorten waar sprake is van homoseksualiteit. 69% van de homo’s houdt niet van het Eurovisie Songfestival. De oudste nicht ter wereld is schildpad Jonathan. Hij is 186 jaar oud. Prinses Diana bezocht in de jaren ‘80 stiekem en gaybar met Freddie Mercury. Voor de gelegenheid was ze gekleed als man. 28% van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders is voor het homohuwelijk. Meer dan een kwart van de volwassenen weet niet zeker of zij de vriendschap in stand wil houden als blijkt dat hun beste vriend(in) transgender is en het lichaam wil aanpassen aan het gewenste geslacht. De coming-outleeftijd is de afgelopen jaren fink gedaald. 30 jaar geleden was de leeftijd voor uit de kast komen gemiddeld 37, maar tegenwoordig is het gemiddeld 17 jaar oud.

“Wij bemoeien ons ook niet met de relaties van een ander, waarom zouden anderen dat wel bij ons moeten doen. Laat iedereen lekker verliefd worden op wie die wil,” zegt Myrthe. “We vragen niet veel, gewoon acceptatie en begrip. Dat zal ons leven al veel makkelijker maken.”

30

Kinderen van homoseksuele koppels zijn gelukkiger en gezonder. Nederland is het eerste land ter wereld dat het homohuwelijk legaal maakte. Dit gebeurde in 2001.


ACHTERGROND

“Dat je niet aan je eigen familie kunt vertellen wie je echt bent doet best pijn”

31


COLUMN

“WE ZIJN ZEKER EEN TOLERANT LAND, MAAR DAT BETEKENT NIET DAT ER GEEN RUIMTE IS VOOR VERBETERING”

32


COLUMN

“Hey, vieze lesbo!” DOOR: DANIQUE PEKELSMA

Ik was 14 toen ik me realiseerde dat ik niet alleen op jongens viel. Het was een hele plotselinge verandering voor mij, maar ik wist het direct zeker: ik ben biseksueel. Ik herinner me nog die ‘wat nu’-gedachte. Moet ik het al aan mijn ouders vertellen? Mijn zus? Mijn vriendinnen? Hoe gaan ze reageren? Nu viel het voor mij heel erg mee. Ik vertelde het mijn ouders tijdens het avondeten, waarop ik van mijn moeder ‘‘wist ik allang’’ hoorde, en mijn vader liet merken dat het hem niet echt boeide. Tijdens een aflevering van ‘The Voice of Holland’ vertelde ik het mijn zus, die enthousiast reageerde. Mijn vriendinnen waren ook vooral blij dat ik het hen vertelde. Ik kreeg dus eigenlijk alleen maar positieve reacties van iedereen in mijn directe omgeving. Maar toch voelde ik me niet helemaal geaccepteerd. In de tijd dat ik mijn haar opgeschoren had werd ik op straat nageroepen met ‘pot’, ‘doos’ of zelfs ‘transgender’. ‘’Hey, vieze lesbo!’’ is iets wat ik tientallen keren heb moeten aanhoren. Dat had mij nu niet zo veel meer gedaan, maar als onzeker 14-jarig meisje dat net uit de kast is, is het allesbehalve leuk om te horen. Onbewust leerde ik mezelf aan wat voor groepen mensen ik moest ontwijken. Ik fietste zo snel mogelijk door als ik een groepje jongeren op straat zag staan, en als ze dan wat naar me riepen deed ik alsof ik het niet hoorde. Gelukkig bleef het voor mij bij ‘kleine’ dingen als nageroepen en raar aangekeken worden.

“ONBEWUST LEERDE IK MEZELF AAN WAT VOOR GROEPEN MENSEN IK MOEST ONTWIJKEN”

geen probleem om openbaar homoseksueel te zijn (SCP, 2018). Dat betekent dat handen vasthouden of zoenen op straat voor veel LHBTI’s geen optie is. En dat blijkt ook wel waar te zijn: er wordt, zelfs in Nederland, meerdere keren per maand iemand in elkaar geslagen of -geschopt omdat hij/zij homo is. Ook voor jongeren die nog niet uit de kast zijn is dat geen positief toekomstbeeld om naar uit te kijken. Zelfs ik voelde angst om uit de kast te komen, terwijl ik wist dat mijn omgeving het wel zou accepteren. Laat staan hoe het dan is voor mensen die juist denken dat hun omgeving negatief zal reageren. Het algemene beeld van de tolerantie tegenover LHBTI’s lijkt dan misschien goed, maar toch blijft het zo dat het voor de meeste mensen een hele tijd duurt voordat ze überhaupt uit de kast durven te komen. Maar als homoseksualiteit zo goed geaccepteerd wordt in Nederland, zou je toch ook niet bang hoeven zijn voor de reacties?

“ALS HOMOSEKSUALITEIT ZO GOED GEACCEPTEERD WORDT IN NEDERLAND, ZOU JE TOCH OOK NIET BANG HOEVEN ZIJN VOOR DE REACTIES?” En natuurlijk is het beeld van de homoacceptatie in Nederland een stuk positiever dan in veel andere landen, maar die positieve woorden moeten nog wel in daden worden omgezet. We maken ons namelijk allemaal wel eens schuldig aan twee keer kijken als vrouwen hand in hand lopen, of een man een rare blik toewerpen omdat hij make-up op heeft. Want het maakt niet uit hoe vaak we zeggen dat homoseksualiteit normaal is en geaccepteerd wordt: we moeten dat met zijn allen ook gaan laten zien.

Maar zo ‘makkelijk’ is uit de kast komen niet voor iedere LHBTI’er in Nederland. We zijn zeker een vooruitstrevend en tolerant land, maar dat bekent niet dat er geen ruimte is voor verbetering. Ik heb het idee dat we op een punt zijn gekomen waar we denken: ‘’Je mag toch gewoon homo zijn in Nederland? Dus dat zit toch wel goed zo?’’ We hangen een keer per jaar een regenboogvlag uit, en dan zijn we er wel. Maar zo makkelijk gaat het helaas niet. Het is nog steeds volgens maar 28% van de LHBTI’s

33


34


35


ACHTERGROND

Kerst is voor iedereen DOOR: SANNE VISSER

De decembermaand is weer achter de rug. De tijd waar we met z’n allen ieder jaar weer naar uitkijken. Naar de lichtjes en de gezelligheid. De tijd waar het draait om samen zijn. Je gaat naar je vader, je moeder, je opa of oma, je zoon, je dochter. Je eet, je drinkt, en bovenal: je geniet. Maar wat als je niemand hebt om naar toe te gaan deze dagen? Wat als je hier naartoe bent gevlucht uit je moederland en je hier helemaal niemand kent? Wat als je ouders, of jijzelf als ouder, helemaal geen geld hebben om de decembermaand überhaupt door te komen, laat staan met kerst. Wie zoet is krijgt lekkers, maar als Sinterklaas geen geld heeft om je schoen te vullen is dat erg lastig. Sommige kinderen kunnen niet eens naar muziekles of op voetbaltraining, laat staan een gourmetbuffet met kerst. Vijf december is dan geen feestdag en de schoentjes blijven leeg. Gergie van Nuenen werkt voor Stichting de Vrolijkheid. Dit is een onafhankelijke organisatie die activiteiten organiseert voor kinderen en jongeren. Gergie doet dit binnen het asielzoekerscentrum in Almelo. Zij vertelt dat er verschillende gezinnen zitten met het christelijke geloof. Zij gaan elke zondag naar de kerk en komen hierdoor in contact met anderen. Binnen de kerk is het idee van zorgen voor je medemens erg belangrijk. In veel kerken wordt dan ook geprobeerd

36

om gezinnen te ‘adopteren’ met de kerstdagen. Hiermee wordt bedoeld dat meer welvarende gezinnen de minderbedeelden ophalen en mee naar huis nemen zodat zij met z’n allen het kerstfeest kunnen vieren. Een mooi idee met een nog mooiere uitkomst.

“MET DE KERSTDAGEN MISSEN SOMMIGE MENSEN HUN OUDERLIJK HUIS” Riemmy Timmerman zit bij de Oase kerk in Leeuwarden. Zij doet iets anders voor de mensen die het slechter hebben. Door de kerk waar zij bij zit is er een aanloophuis opgericht. Deze is open in het weekend omdat het leger des heils dan gesloten is. Ook zijn ze in de winter op woensdagavond open. Op deze avond kunnen daklozen gratis een maaltijd komen eten. Ieder jaar met kerst wordt er een groot diner georganiseerd waar de daklozen kunnen aanschuiven. Het kinderkerstverhaal wordt voorgelezen en er worden liederen gezongen. “Met de kerstdagen missen sommige mensen toch hun ouderlijk huis, het is voor hen erg fijn dat ze een plek hebben waar ze met deze eenzame dagen toch samen kunnen komen”, aldus Riemmy.


ACHTERGROND Helaas sterven er na de decembermaand weer veel daklozen door de honger. Rond de kerst zijn er heel veel mensen, bedrijven, etc. die zich inzetten voor minderbedeelden. Na deze dagen denkt iedereen weer aan zichzelf, om het maar zo te zeggen. Zonde, dat zou anders moeten.

“HET IS BELANGRIJK OM ALTIJD EEN HAND UIT TE STEKEN VOOR EEN ANDER” Rieks Timmerman, de man van Riemmy, zit bij dezelfde kerk. Hij is schuldhulpmaatje, dus zorgt het hele jaar door

voor mensen die het niet zo goed hebben als hijzelf. Hij helpt mensen uit de schulden en helpt mensen hun leven weer op de rit te krijgen. Vanuit de kerk deelt hij ieder jaar kerstpakketten uit. Deze worden gegeven aan mensen binnen de kerk met een krap budget, zodat het hen ook een stukje makkelijker wordt gemaakt deze dagen. Ook helpt Rieks al een aantal jaar een stel die jaren geleden heeft moeten vluchten. Hij heeft hen geholpen bij alle procedures en helpt hen nog steeds wanneer dit nodig is. “Als wij naar een vreemd land hadden moeten vluchten hadden we ook gewild dat er iemand met verstand van zaken zou zijn die ons had willen helpen”, zegt Rieks. “Het is belangrijk om altijd een hand uit te steken voor een ander. Wij hebben geluk dat wij het zo goed getroffen hebben maar niet iedereen heeft dit geluk gehad.”

37


“ALS GOD MIJ ANDERS GEWILD HAD ZOU HIJ MIJ ANDERS GEMAAKT HEBBEN” - JOHAN WOLFGANG VON GOETHE

38


Colofon @Diversitijd journalistiekwindesheim.nl/ diversitijd

ANNICK GĂ–TTE

MARĂˆL MOLENAAR

TIM HOLLING

DANIQUE PEKELSMA

WESSEL MULDER

SANNE VISSER

DAVID BOORSMA

DISCLAIMER Deze productie is gemaakt door studenten van de opleiding Journalistiek van Hogeschool Windesheim. Ondanks de constante zorg en aandacht die we besteden aan de samenstelling van dit product, kan de opleiding Journalistiek niet instaan voor de volledigheid, juistheid of voortdurende activiteit van de gegevens en de inhoud hiervan. Mocht u feitelijke onjuistheden tegenkomen, dan stellen wij een reactie erg op prijs via journalistiek@windesheim.nl. De inhoud van deze productie kan zonder vooraankondiging wijzigen. Aan de inhoud hiervan kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Op de inhoud van dit platform rust auteursrecht. Het is niet toegestaan de auteursrechtelijk beschermde werken of andere informatie openbaar te maken of te verveelvoudigen zonder toestemming van de opleiding Journalistiek.

39


40


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.