Distinct Stories magazine januari 2020

Page 1

DISTINCT STORIES VERBINDEND DOOR TE ONDERSCHEIDEN

MEER DAN VRIJWILLIGERSWERK VIER NIEUWE NEDERLANDERS RACISME IN HET AMATEURVOETBAL

“ALS IK IN DUITSLAND BEN, MIS IK NEDERLAND METEEN”

1


VOORWOORD Ons land kent veel culturen en soorten mensen. Al in de zeventiende eeuw was Nederland een zeer accepterend land als het om migratie ging. Migratie is van alle tijden en ook nu is Nederland een land waar veel mensen naar toe trekken.Wij willen met onze verhalen mensen van alle culturen en achtergronden verbinden om uiteindelijk vooroordelen uit de wereld te helpen.Wij brengen ongehoorde en verschillende verhalen. Zo streven wij naar verbinding, begrip en empathie.

Jordi Zandhuis Redactiechef

Stefan Cornelius Eindredactie

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 2

Erica Henry Opmaak

Kim Bos Eindredactie

Joshua Arends Opmaak

Kevin Krikhaar Social Media


INHOUD 6

Introductie interviews Meer dan vrijwilligerswerk 18

8 Ewaz onderweg naar iets mooiers Discriminatie op de velden 21 10

Nathalie over de grens voor liefde

12 14

Bingewaardige docu’s en films 24

Eline wilde liever blank zijn Verbintenis door geloof 26 Ardita bekijkt haar horrorfilm Beperkingen bij sollicitaties

21

10

29

18 13

8

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 3


NIEUWS

“Nederland kan nog verbeteren qua gendergelijkheid” ZWOLLE – In België is een wetsvoorstel van Christendemocratisch en Vlaams-kamerlid Els van Hoof aangenomen door de Kamercommissie Gelijke Kansen. De wet moet onder andere vaderschap en borstvoeding tegen discriminatie beschermen. Dit wetsvoorstel bevordert de gelijkheid tussen mannen en vrouwen op het gebied van ouderschap. Hoe is dit in Nederland geregeld? Door de nieuwe Belgische wet behoort vaderschap in de toekomst als beschermd criterium in de Genderdiscriminatiewet. “Zo is het voor iedereen duidelijk dat seksisme ten aanzien van mannen op basis van hun rol als vader net zo min in onze samenleving thuis hoort, als seksisme ten aanzien van vrouwen in hun rol als moeder”, vertelt Van Hoof in Metro.

Vaderschap in Nederland

In Nederland is van een dergelijke wet geen sprake. Wat er wel gaat veranderen in 2020 is het aantal dagen dat een vader met vaderschapsverlof kan. Sinds 2017 kunnen vaders van pasgeboren kinderen maximaal vijf dagen met verlof. Dit is vergeleken met andere landen in Europa opvallend laag: Nederland staat nagenoeg onderaan in de lijst van het maximum aantal dagen verlof voor vaders in Europese landen, samen met onder andere Italië. De reden dat dit aantal dagen verlof voor vaders zo laag ligt, is volgens Nathalie Joosse, Coördinator Front Office bij

het College voor de Rechten van de Mens, als volgt te verklaren: “Omdat het zwangerschaps- en bevallingsverlof een andere wettelijke grondslag heeft dan het vaderschapsverlof en omdat de reden van het verlof verschilt, want bij vrouwen speelt de invloed van de zwangerschap en bevalling op het lichaam mee en bij mannen niet, is er geen sprake van gelijke gevallen tussen mannen en vrouwen in deze situatie.” Vanaf 1 juli 2020 kunnen ouders tot vijf weken ouderschapsverlof opnemen, waarin ze gedurende deze periode 70% van hun loon krijgen uitbetaald.

Oplossing

Met deze verandering wordt er een betere basis gelegd voor het ouderschapsverlof en gelijkheid. Dit betekent echter niet dat alle problemen nu zijn opgelost, verklaart Joosse: “Er kan in Nederland nog veel worden verbeterd als het gaat om gendergelijkheid. Zo hebben vrouwen nog altijd een achterstand op de arbeidsmarkt in bijvoorbeeld topfuncties en ontvangen vrouwen nog regelmatig minder salaris dan mannen voor dezelfde functie ontvangen.” Joosse heeft ook een oplossing voor deze problemen: “Uit de monitor discriminatiezaken uit 2018 blijkt dat 23% van de klachten waar het College over heeft geoordeeld, over discriminatie op grond van geslacht gaan. Daarvan is een groot deel gerelateerd aan zwangerschap. Dit kan aangepakt worden door bewustzijn van deze problemen te vergroten bij managers en HR adviseurs binnen organisaties.”

FOTO: PEXELS

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 4


NIEUWS

D66: “Artikel 1 moet uitgebreid worden” De Tweede Kamer gaat discussiëren over een verandering aan de grondwet. Het “non-discriminatiebeginsel” in de Grondwet zou moeten worden uitgebreid volgens D66, GroenLinks en PvdA. Er zou aan moeten worden toegevoegd dat ook discriminatie vanwege “handicap of seksuele gerichtheid” niet is toegestaan volgens de partijen. Het voorstel ligt er al sinds 2010 en wordt vanaf nu een discussiepunt in de Kamer. In artikel 1 van de Grondwet staat nu dat “discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan”. D66, GroenLinks en PvdA vinden dat opname in de Grondwet

van de twee andere gronden een betere waarborg biedt dat discriminatie ook vanwege die redenen niet is toegestaan. Volgens hen is het ook een signaal hoe belangrijk dit beginsel is. De PVV en de SGP zien niets in de initiatiefwet. Volgens die partijen kunnen alle apart genoemde categorieën worden geschrapt, zodat alleen de zinsnede overblijft dat “discriminatie op welke grond dan ook niet is toegestaan”. Leeftijdsdiscriminatie is iets wat nog niet eerder in de context van Artikel 1 is besproken. Het kwam niet voor in het originele wetsvoorstel. 50Plus-leider Henk Krol is kwam met het idee om dat toe te voegen aan het beginsel. Andere partijen voelen daar wel wat voor, maar het is nog de vraag of het een meerderheid gaat halen.

FOTO: PEXELS

KORT NIEUWS WEER GEEN VASTE PRESENTATOR VOOR DE OSCARS

In februari vinden de Oscars plaats, voor het tweede jaar op rij zonder vaste presentator. Vorig jaar zou Kevin Hart de presentatie voor de awardshow doen, totdat hij onder vuur kwam te liggen voor oude tweets die als homofoob werden gezien. De Oscars wilden toen dat Hart zijn excuses aanbood indien hij de show nog wilde presenteren. De komiek weigerde, en zo geschiedde. Karey Burke, ABC-directeur, meldde bij een persconferentie dat ze het format van vorig jaar goed vonden werken, en daarom besloten er weer voor te gaan. Om te weten hoe het dit jaar zal lopen, kun je niet bij de Nederlandse tv terecht: daar zal het dit jaar namelijk voor het eerst niet worden uitgezonden.

STAATSSECRETATIS BROEKERS-KNOL WIL AANTAL ASIELAANVRAGEN INPERKEN

Broekers-Knol (van Justitie en Veiligheid) over asielverzoeken. Ze meldde dat het aantal verzoeken momenteel te veel is, en onderzoekt mogelijkheden om kansloze migranten sneller het land uit te krijgen, en ze geen kansen meer krijgen om telkens maar weer nieuwe verzoeken in te dienen.

RACISTISCHE UITSPRAKEN TEGEN VOETBALLER BALOTELLI EINDELIJK BEBOET

De Romeinse voetbalclub Lazio heeft van de Italiaanse voetbalbond Serie A een boete van 20.000 euro’s gekregen voor de racistische uitspraken die fans van de club tegen de speler van Brescia hebben geuit. Onder andere werden oerwoudgeluiden gemaakt door de supporters. Balotelli sprak middels een Instagrambericht de Lazio-fans toe op hun racistische gedrag. Ze zouden zich moeten schamen, is te lezen. Lazio zegt in een reactie dat ze zullen meewerken aan juridische actie om de schuldige supporters te pakken te krijgen.

In een interview met De Telegraaf sprak staatssecretaris Ankie JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 5


INTRODUCTIE IN NEDERLAND SINDS:

3 JAAR

5 JAAR

NAAM Nathalie

LEEFTIJD 29

LAND VAN AFKOMST Duitsland

REDEN VAN MIGRATIE De liefde

NAAM Ewaz

LEEFTIJD 20

LAND VAN AFKOMST Afghanistan

REDEN VAN MIGRATIE Oorlog

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 6


INTRODUCTIE

18 JAAR

20 JAAR

NAAM Ardita

LEEFTIJD 29

LAND VAN AFKOMST Kosovo

REDEN VAN MIGRATIE Oorlog

NAAM Eline

LEEFTIJD 18

LAND VAN AFKOMST China

REDEN VAN MIGRATIE Adoptie

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 7


INTERVIEW

De weg naar iets mooiers TEKST & FOTO: JOSHUA ARENDS

“Elke dag dat ik hier ben, dank ik God. Messen en pistolen waren niet zeldzaam waar ik vandaan kom. Als ik naar buiten ging was er een kans dat ik moest vechten, dat ik beroofd werd of bedreigd werd met een wapen. Het was niet veilig en ik dank mijn ouders dat ze mij de kans hebben gegeven om te vluchten. Mijn reis eindigde in Nederland toen ik zestien was. Mijn naam is Ewaz, ik ben twintig jaar en ik ben op weg naar iets mooiers.

Mijn ouders hebben geld opgespaard zodat ik kan vluchten. Het zal een lange tocht worden naar Turkije. Vanaf daar de boot naar Griekenland. Als het water is overwonnen, zet ik mijn voet op Europees grondgebied. Dat zal een nieuwe start inluiden voor mij. De eerste stap van een nieuw hoofdstuk, één met JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 8

vrijheid waar mijn moeder naar verlangt. Waar ik stappen kan zetten zoals mijn vader wilt. Alles zal beter worden vanaf dan. Het lijkt volgens plan te gaan. Bij de Turkse kust wacht een man die mij mee zal brengen naar Europa. Moe, hongerig, dorstig, maar hoopvol. Ik bel mijn ouders met


INTERVIEW de telefoon die zij mij hebben gegeven. Ze zijn blij om mijn stem te horen. Dat is de laatste keer dat we elkaar hebben gesproken. Zo ver gekomen dat ik het kan proeven. Europa, de plek waarover mijn vader altijd zei dat het beter is dan thuis. Veiliger dan thuis. Mooier dan thuis. Alle hoop is verdwenen omdat het water begint te stijgen. Centimeter voor centimeter van de boot komt onderwater. Zo ver gekomen, zo dichtbij gestrand. Dit is niet het moment om op te geven. Boot of geen boot, ik moet en zal Europa bereiken. Het is ik tegen het water. Mijn wilskracht tegen mijn lichaam. De wil om mijn voet op Europees grondgebied versus mijn lichaam dat geen kracht meer heeft. Als het op deze manier eindigt, zal niemand weten wie ik ben. Dan zou dit verhaal eindigen met een zestienjarige jongen die levenloos aanspoelt aan Griekenland. Zo eindigt het niet. Na de zwaarste uren van mijn leven stijgt de zeebodem. De kust komt steeds dichterbij. Het water steeds ondieper, totdat mijn voeten stevig staan op de bodem. Aangekomen, maar nog niet op het eindpunt. De reis door Europa moet nog beginnen. Nu is het tijd om te lopen totdat mijn benen niets meer voelen. Er zal iets mooiers zijn aan het eind van deze tocht. Hoe verder de tocht, hoe grootser de fantasieën over het eindpunt. Als er geen borden zouden staan langs de weg, zou het onmogelijk zijn om te weten waar ik ben. De enige richting die om te lopen, is rechtdoor. Dit gaat door tot eerste kerstdag 2015. Aangekomen in Nederland. Het was onverwachts hoe moeilijk het zou zijn om te communiceren met mensen. Ik spreek geen Nederlands, geen Engels en zij spreken geen Dari. De eerste maanden zei ik alleen: ‘Hallo, hoe gaat het met jou?’.

“HIER IS HET VEILIG. HIER IS HET BETER. HIER BEN IK THUIS”

Wat ik mis aan Afghanistan zijn de mensen om me heen. De stem van mijn ouders, mijn broers of mijn zussen. Het is al jaren geleden dat wij elkaar hebben gesproken. Dagelijks vraag ik me af waar ze zijn, of ze nog leven en of ze weleens aan mij denken. Ik zou niet weten wat ik zou moeten zeggen als zij met mij zouden zijn. Een lange knuffel en niet meer loslaten. Het leven is zwaar zonder hen. Het leven staat alleen niet stil. Niet voor mij, niet voor mijn familie of voor wie dan ook. Je moet jezelf dwingen om door te gaan. Anders was al dit werk voor niets. Een paar maanden geleden heb ik een gesprek gehad met de IND. Begin 2020 vertellen zij aan mij of ik mag blijven. Vaarwel zeggen tegen dit land lijkt me onmogelijk. Er zijn nog teveel dingen om te doen in dit land. Ooit op een dag zou ik willen werken, trouwen en een gezin starten in Nederland. Hier is het veilig. Hier is het beter. Hier ben ik thuis.” JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 9


INTERVIEW

“Als ik de Nederlandse straten en wegen zie word ik alweer blij” TEKST & FOTO: KIM BOS

Met een blik die pure enthousiasme spreekt zit de 29-jarige Nathalie tegenover mij aan de keukentafel. Ze heeft haar handen teder op haar pas zwangere buik neergelegd. Ze is in 2011 vanuit Hannover hier gaan wonen. Haar mond trekt in een glimlach wanneer ze vertelt waarom ze naar Nederland is gekomen: ‘Op mijn 19e was ik klaar met school. Ik zat op het gymnasium. Ik wist nog niet wat ik wilde studeren. In Duitsland werd altijd tegen mij gezegd: ‘je kunt alles doen, alles staat voor je open’. Dus ik ging met mijn twee beste vriendinnen work and travel doen. Eenmaal terug in Duitsland gingen mijn twee vriendinnen in Frankrijk studeren. Ik had het niet zo met Frankrijk, dus ik ben naar Groningen gegaan. Ik had een vriend die al in Groningen woonde. Ik heb me uiteindelijk bij Minerva ingeschreven om kunst te gaan studeren. Ik had geen plan B, het moest gewoon lukken, en dat is ook gebeurd.’ Nederland voelt voor Nathalie als thuis. Haar lippen krullen weer op als ze uitlegt waar dat door komt: ‘Ik voel me erg verbonden met Nederland. Vooral het plezier aan het leven hebben spreekt me erg aan. Als ik een terrasje pak dan zijn er altijd hele vriendelijke mensen op straat die tegen je praten. Hier is iedereen ook heel open naar de wereld toe en er leven in Nederland mensen uit de hele wereld. Je hebt daardoor het gevoel dat je meer meekrijgt van wat zich in de wereld afspeelt. In Duitsland is dat allemaal het echt tegenovergestelde, daar leven de mensen toch een beetje in een eigen bubbel. En al die tradities. Wat ik sowieso heel leuk vind is dat je hier iedereen feliciteert met een verjaardag. De leukste Nederlandse traditie vind ik Koningsdag. En al die beweging! Jullie bewegen echt veel. Fietsen, schaatsen, zwemmen. Dat vind ik super leuk.’

“VOORAL HET PLEZIER AAN HET LEVEN HEBBEN SPREEKT MIJ ERG AAN”

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 10


INTERVIEW “JE HEBT IN NEDERLAND HET GEVOEL DAT JE MEER MEEKRIJGT VAN WAT ZICH IN DE WERELD AFSPEELT” Over het antwoord op de vraag of ze ooit nog teruggaat naar Duitsland hoeft Nathalie niet lang na te denken. Met een rotsvaste uitdrukking op haar gezicht, gevolgd door een zachte blik vertelt ze: ‘Ik ben niet van plan ooit nog terug te gaan naar Duitsland. Ik heb mijn toekomstige man hier gevonden, met wie ik een kindje krijg. Ik heb hier een schoonfamilie, een huis, huisdieren. Mijn leven is helemaal hier. Als ik in Duitsland ben mis ik het ook meteen. Als ik terugrijd naar Nederland herken ik weer de straten en de wegen en word ik al blij. Ik voel me dan meteen weer thuis. Het is wel raar. Ik kom terug in mijn eigen land en dan voel ik ineens: ‘Ik pas hier echt niet meer tussen’ Ik heb namelijk altijd al het idee gehad dat ik beter bij Nederlandse mensen paste. Het is moeilijk te beschrijven waar dat door komt’

Met een grinnik begint Nathalie aan een opsomming tussen de Duitse en Nederlandse cultuur: ‘Er waren veel kleine dingen waar ik aan moest wennen. In Duitsland aten we bijvoorbeeld in de middag warm en s’ avonds brood. Of koffie in de avond drinken, dat deed ik in Duitsland nooit. Nu wel trouwens haha. Al die gefrituurde dingen begrijp ik niet. Ook hebben we in Duitsland geen trots van ons land. Je ziet nergens Duitse vlaggen hangen. En als het gebeurt wordt iedereen er ongemakkelijk van. Dat is voor mij misschien wel echt het grootste verschil tussen Nederland en Duitsland, dat je gewoon mag genieten van je land en er trots op mag zijn’ De thee in het glazen kopje dat al sinds het begin van ons gesprek voor Nathalie op tafel staat is inmiddels koud geworden. Ze vouwt haar handen er omheen en begint te vertellen over de vooroordelen die mensen over Duitsers hebben: ‘Sommige mensen hebben nog steeds een hekel aan Duitsers door ons verleden. Ik heb voor oude mensen schoongemaakt en daar merkte ik het ook. Ze kwamen dan met hun oorlogsverhalen en hoe zij zich de Duitsers herinneren. Soms krijg je de indruk dat ze jou niet graag in de buurt willen hebben. Maar ik neem het niemand kwalijk. Want aan de andere kant heb je hier ook mensen die er gepaste grapjes met jou over maken. Dat kan ik wel waarderen. Dat heb je namelijk in Duitsland helemaal niet. Er wordt nooit een grap over gemaakt of over gesproken, dat is een grote no-go’ JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 11


INTERVIEW

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 12


INTERVIEW

Geadopteerd uit China: “Ik ben gevonden in een steegje” TEKST & FOTO: STEFAN CORNELIUS

“Anderhalf was ik toen ik geadopteerd werd, best een oude baby dus. Ik heb geen contact met mijn biologische ouders, ik weet niet eens wie het zijn.” Dit zijn de woorden van Eline van Huizen, een achttienjarige Drentse die geadopteerd is uit China, met een bijzonder verhaal. “Als men hoort dat ik geadopteerd en in een steegje gevonden ben, verwachten ze een heel diep gesprek. Maar erover vertellen vind ik echt niet moeilijk.” “Ik ben als baby neergelegd in een steegje. Daar hebben ze me gevonden. Alleen in een donker steegje. Maar ik verwijt mijn biologische ouders niets. Ik ben een meisje, dat ook nog eens een hazenlip heeft. Zo’n operatie is best wel duur, dat loopt al gauw tegen de 3000 euro. Het steegje waar ik gevonden ben, is in een dorpje waar allemaal boeren wonen, daar verdienen ze niet zoveel. Het had echt gewoon met geld te maken. Ik ben ze daarom ook wel dankbaar. Als mijn biologische ouders mij nooit hadden afgestaan, dan was ik in dat kleine dorpje in China helemaal aan het wegkwijnen. Een operatie voor een hazenlip is heel duur. Het geld was er niet geweest, dus dan zou mijn hele lip open liggen. Ik denk dat ik op het land zou werken ofzo. Maar er was niet veel van geworden. Wat dat betreft ben ik wel blij dat ik geadopteerd ben.”

“HET LIEFST WAS IK GEWOON BLANK GEWEEST, DAN ZOU IK MINDER OPVALLEN” Pesterijen

“In Borger ging ik naar de bassischool. Iedereen kende mijn moeder ook wel, dus de meesten wisten wel dat haar kinderen geadopteerd zijn. Het is anders als je ouders ook echt Chinees zijn. Maar ik heb wel last van pesterijen gehad. In Emmen ging ik naar de middelbare school. Toen zei er iemand ‘ni hao’ of ‘ching chong’. Als je dat nu hoort denk je ‘ach, stel je niet zo aan’, maar ik had het nog nooit gehoord, dus was het heel heftig. Ik moest toen ook huilen. Eigenlijk is het wel een beetje pesten. Ik schaamde mij wel een beetje voor die grapjes. Mijn Chinese uiterlijk was niet iets om trots op te zijn. Toen ik acht was ben ik terug naar China geweest. Mijn ouders gaven mij allemaal Chinese boeken. Toen vond ik het heel vet om Chinees

te zijn. Maar daarna kwamen die opmerkingen op de middelbare school. Dan begin je je er echt voor te schamen. Ik dacht: ‘ik wil dit helemaal niet’. Al mijn vriendinnen waren blond. Ik voelde me wel een beetje een vreemde eend. Het liefst was ik gewoon blank geweest, dacht ik toen. Dan zou ik minder opvallen.”

“ALS IK DIE STAKING IN HONGKONG ZIE, GAAT ER NIET IETS IN MIJ BRANDEN” Roots

“Ik voel mij nu meer Nederlands dan dat ik mij dat vroeger voelde. Nu ben ik tachtig procent Nederlands. Die twintig procent Chinees wil ik wel graag uitbreiden. Het is wel jammer dat ik geen Chinees kan, dat zou ik graag willen leren. Mijn zus is helemaal niet zo. Ik vraag wel eens ‘zullen we met zijn allen terug gaan?’ Maar zij heeft daar geen behoefte aan. ‘Waarom zou ik?’, vraagt ze dan. Ik denk dat dit per persoon verschilt, want ik ben daar wel heel nieuwsgierig naar. Het zijn toch mijn roots. Vroeger wilde ik graag meedoen met Spoorloos, maar het bleek dat het helemaal niet kan als je uit China bent geadopteerd. Het is door hoe het daar geregeld is bijna niet mogelijk om je familie terug te vinden. Die behoefte om mijn ouders en familie te vinden heb ik daardoor eigenlijk nooit gehad. Die tachtig procent Nederlands dat ik mij voel, zit in heel veel dingen. Mijn ouders zijn echt typische Nederlanders, echt van die Drentse ouders. Mijn hele familie is ook Nederlands. Eigenlijk is alles Nederlands, behalve mijn achtergrond. Van buiten zie ik er anders uit, maar van binnen ben ik gewoon Nederlands. Ik volg China ook niet. Als ik die staking in Hongkong zie, gaat er niet iets branden. Ik voel me niet betrokken. Dat klinkt misschien erg, maar het is wel zo. Het is wel een apart land. Toen ik gevonden werd in dat steegje in China, werd ik, omdat ik een hazenlip heb, in een adoptiegezin in China geplaatst. Met hen heb ik nog wel contact gehad, via brieven. Maar de overheid daar is streng, die houden best veel tegen. We weten dus ook helemaal niet of ze die brieven ooit hebben gekregen. Maar ik hoop van wel.”

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 13


INTERVIEW

“IK VIND DAT JE ELKAAR MOET HELPEN, ZO PROBEER IK MIJN KINDEREN OOK OP TE VOEDEN.”

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 14


INTERVIEW

“Elke dag dat ik nog leef ga ik genieten”

TEKST & FOTO: ERICA HENRY

Die belofte deed Ardita Hoti (1980) aan zichzelf toen ze vluchtte voor de oorlog in 1998 in haar geboorteland Kosovo. Nog iedere keer als zij terugkeert naar Kosovo wordt ze herinnerd aan de oorlog die haar verleden wegvaagde en haar toekomst vormde. “Als de granaten vielen, dan trilde het hele huis. Dat gevoel van onveiligheid vergeet ik nooit meer. Ik kan het soms nog steeds niet geloven of bevatten. Het is als een horrorfilm, je wil kijken, maar je durft niet. In een paar steden om ons heen loopt de situatie al uit de hand. Maar wij wonen in een klein dorp, dus we hopen dat het bij ons niet gebeurt. Er zijn hier zo veel culturen en mensen met verschillende achtergronden en iedereen kan zo goed met elkaar. Maar ze kwamen aan de deur en je krijgt gewoon te horen ‘je moet vluchten of het gaat gebeuren’. We moeten vluchten uit ons eigen huis. Dan ga je rennen, want je ziet elke keer mensen die van straat worden gepikt. Ze worden geslagen.

“HET IS ALS EEN HORRORFILM, JE WIL KIJKEN, MAAR JE DURFT NIET” We moeten alles achterlaten. Alles waar mijn vader 35 jaar aan heeft gewerkt en gebouwd. We hebben helemaal niks meer, maar we moeten weg, anders gaan we dood. De route naar Montenegro loopt door bergen en het grootste gedeelte moeten we te voet doen. Er is soms een tractor met aanhanger, maar die gaat vaak de andere kant op. We hebben echt helemaal niks, wat we vinden dat eten we gewoon. We komen bij mensen aan die we helemaal niet kennen, we krijgen oude kleren en schoenen. Schoenen in maat 36. Ik heb veel grotere voeten, maar dat maakt niet uit, ik draag ze. Ik heb geen keuze. Via Montenegro naar Albanië. We staan op straat, we vragen aan iedereen of ze plek hebben. Zo komen we bij hele lieve mensen. Hier mogen we een paar maanden blijven. We mogen hier slapen, eten en drinken. We helpen mee in het huishouden, dat vind ik normaal, want deze mensen nemen ons in huis. Door de komst van de NAVO vertrekken we met de bus terug naar huis, maar er is geen huis meer. We horen hoe alles thuis is verbrand. Mijn oude huis waar ik in ben opgegroeid is er niet meer. Zelfs de buitenkant niet. Ik heb tegen mezelf gezegd: zodra het kan vertrek ik en elke dag dat ik nog leef ga ik genieten.

Sinds ik ben geboren is er oorlog en protest in mijn land. De situatie is nooit veilig. Ik kom uit Kosovo, maar mijn taal is Albanees. We mogen onze taal niet spreken, we moeten Servisch praten. Ik kom uit een arm gezin met vijf kinderen, ik ben de vierde in de rij met drie zussen en een broer. We hebben het niet breed. Mijn vader is directeur van een gevangenis, mijn moeder is huisvrouw. Het is zuinig aan doen en keihard werken. Zo moet ik het met mijn schooltas acht jaar zien te redden, want je krijgt er maar één. Maar hier schaam ik mij niet voor, want dit is de waarheid. Voor cadeaus met verjaardagen is geen geld, alleen met kerst. Mijn vader moet vaak met kerst werken. We krijgen dan een kerstman van chocola. Die willen we dan zo graag opeten, maar dat gaat niet, want van mijn moeder moeten we met de kinderen in de straat delen. De kinderen in de buurt krijgen namelijk niks. Oh en fietsen, ik ben gek op fietsen! Ik heb zelf geen fiets, maar als er bezoek is met een fiets dan leen ik die om een paar rondjes te kunnen rijden. We hebben het niet breed, maar we zijn wel gelukkig.

“KOSOVO IS HET MOOISTE LAND WAAR IK GEBOREN HAD KUNNEN WORDEN” Mijn man heb ik in Kosovo leren kennen een paar maanden na het einde van de oorlog, via mijn zus. Na twee jaar te hebben samengewoond zijn we verloofd. Hij heeft een hele tijd in Kroatië gewoond en vanuit daar is hij naar Nederland gekomen. Kosovo is het mooiste land waar ik geboren had kunnen worden, maar na het meemaken van de oorlog wil ik hier niet meer wonen. Ik ben met een visum in Nederland samen met mijn man, dus niet als vluchteling. Maar zo voel ik mij soms wel. De regels zijn niet erg streng, maar ik heb gewacht tot alles in orde was. Ik ben rechtstreeks in Oude Pekela komen wonen. Sinds de eerste dag dat ik hier ben voel ik me thuis, ik hoef niet meer te vluchten. We zijn hier zo warm verwelkomd. De buurvrouw maakt een pan soep voor ons en ik maak dan börek voor haar. Ik vind dat je elkaar moet helpen, zo probeer ik mijn kinderen ook op te voeden. Het is wel heel erg wennen hier, het weer valt hier echt niet mee. Elke keer die regen en mijn man zegt als ik wacht tot het stopt met regenen, dat ik dan nooit de kinderen naar school kan brengen. ‘Je moet gewoon door!’ zei hij. En hij heeft gelijk, ik moet meedoen. En nu haal ik de jaren in die ik heb gemist, met de fiets, en zo kom ik mijn belofte na.” JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 15


ACHTERGROND

“Wat ik doe is meer dan vrijwilligerswerk” TEKST: JOSHUA ARENDS / FOTO’S:VOORUIT PROJECT

Amsterdam, de hoofdstad van ons land. Het is een plek vol studenten, toeristen en mensen vol van leven. Jarenlang is deze stad blijven groeien en nu is ze rijk aan nieuwe culturen, normen en waarden. Dit klinkt heel mooi, maar het zorgt er alleen ook voor dat sommige mensen zich niet verbonden voelen met hun eigen buurt of de andere mensen die daar wonen. Daarom is stichting Studenten voor Samenleving het VoorUit Project begonnen in 2008 met als missie: de wijk verbinden. Op welke manier doen zij dat en in hoeverre werkt het?

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 16

Projectmanager Floor Wijnands over de visie van VoorUit: “Wij zijn actief in wijken waar verhoudingen niet vast staan. We hopen een rol te kunnen spelen om de ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen bevorderen. Daarom zetten we ons vooral in voor wijken die in ontwikkeling zijn.” Floor benadrukt ook dat het heel belangrijk is dat de buurtbewoners tijdens die ontwikkeling elkaar leren kennen. “Daarvoor worden de studenten van VoorUit ingezet. Zij hebben de functie om contacten te leggen met de bewoners. VoorUiters zijn eigenlijk een soort van brug tussen de mensen in de buurt die elkaar nog niet kennen.”


ACHTERGROND

Studenten

VoorUit bestaat voornamelijk uit vrijwilligers die studeren in Amsterdam. Studenten die werkzaam zijn als VoorUiters krijgen in ruil voor tien uur vrijwilligerswerk een plek in een studentenwoning met andere vrijwilligers. Samen met de organisatie en de studenten wordt er dan gezocht naar een passende kamergenoot. Het vrijwilligerswerk dat wordt verricht bestaat uit het organiseren van activiteiten, vergaderingen en contact met een gezin in de wijk. Bij het organiseren van activiteiten staat verbinding centraal.

Denk hierbij dan aan een seniorenbingoavond of een plek op woensdagmiddag waar kinderen kunnen spelen. Daarnaast is het ook de bedoeling dat de mensen in de buurt hun talenten kunnen gebruiken en ontwikkelen. Voorbeeld hierbij is een talentenjacht of optreden in het buurthuis. Kortom, de VoorUiters zetten zich in om projecten op te zetten om talenten te ontplooien en mensen in aanraking te laten komen met nieuwe ervaringen en nieuwe gezichten.

Contact

Volgens Floor vinden vrijwilligers het mooiste gedeelte aan alle projecten het contact met hun eigen contactgezin. Elke VoorUiter krijgt een eigen gezin toegewezen in de buurt waar zij twee uur per week mee spenderen. Deze contactgezinnen zijn vooral mensen met een migratieachtergrond en vaak met een taalachterstand. De VoorUiter is vaak bezig met de hele familie als hij of zij daar is. Voorbeelden daarvan zijn bijles voor de kinderen en het voorlezen van moeilijke brieven voor de ouders. Zo wordt dat beschreven aan de studenten voordat hun eerste dag als Vooruiter is begonnen.

“IK HEB GESPREKKEN GEHAD MET MENSEN MET EEN ANDERE ACHTERGROND” Het gaat volgens ex-Vooruiter Jason Fitro veel verder dan dat. “Je bent twee uur per week samen voor een lange periode. Je leert iets over hun cultuur en je probeert tegelijk wat mee te brengen van de Nederlandse cultuur. Om alleen te zeggen dat ik langskom om bijles te geven vind ik zelf wat oppervlakkig. Ik heb persoonlijk heel veel meegekregen van de Turkse cultuur en heb goede gesprekken gehad met mensen die compleet anders zijn opgevoed. Dat maakt een persoon veel rijker. Wat ik doe is eigenlijk meer dan vrijwilligerswerk, het heeft me veel meer bijgebracht dan ik me had voorgesteld voordat ik hieraan begon.” Jason vertelt dat hij nog steeds langs gaat bij zijn contactgezin eens in de maand. Hij geniet nog veel van de kookkunsten uit de keuken van moeder Salma en helpt nog graag bij het wiskundehuiswerk van haar zoon Ismael. Ook komen verschillende buurtkinderen op straat naar hem toe om hem te bedanken voor de voetbaltoernooien die hij heeft georganiseerd. Het heeft ervoor gezorgd dat hij uiteindelijk een huis heeft gekocht in de wijk waar hij woonde als student. Tot de dag van vandaag is hij nog steeds betrokken bij de buurt. JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 17


ACHTERGROND Universiteiten

Verbinding met buurtgenoten staat centraal. Het is echter niet de enige verbinding die wordt gelegd bij VoorUit Project. Het is namelijk een initiatief van stichting Studenten voor Samenleving. Via deze stichting wordt de link gelegd naar de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit en de Hogeschool van Amsterdam. De Hogeschool en de Universiteit van Amsterdam spelen een rol in de huisvesting en helpen met de combinatie tussen school en het werk.

“VOORUITERS ZIJN EIGENLIJK EEN SOORT VAN BRUG TUSSEN DE MENSEN IN DE BUURT DIE ELKAAR NOG NIET KENNEN” VU Amsterdam heeft een andere rol naast huisvesting. De Universiteit helpt ook bij de terugkoppeling van de projecten. Met de centrale vraag: hoe effectief is het werk van VoorUit? Vooruiters zijn voor deze opgave naar de sociologie faculteit gestapt voor advies en feedback rondom hun projecten en de omgang met hun contactgezin. Bij deze terugkoppelmomenten komen

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 18

verschillende projectmanagers zoals Floor en VoorUiters zoals Jason om hun verhaal te doen. Ze vragen om feedback bij academici die zich verdiepen in integratie en verbinding. Daniël Arends is bezig met zijn master in sociologie aan de Vrije Universiteit en was deel van de groep waar Floor en andere VoorUiters mee is gaan sparren. “Het is een interessant project waar de studenten net zo veel baat bij hebben als de contactgezinnen of de mensen die meedoen aan de activiteiten die worden georganiseerd. Aan de ene kant krijgen studenten de mogelijkheden om beter te worden in organiseren, plannen en samenwerken. Daarnaast krijgen ze er natuurlijk een kamer voor terug. Aan de andere kant hebben contactgezinnen de mogelijkheid gekregen om beter te integreren in de Nederlandse maatschappij.” Op de website van VoorUit Project staan talloze ervaringen van studenten die merken dat het verder gaat dan het vrijwilligerswerk dat ze hebben gedaan in hun studententijd. Het heeft hen veel bijgebracht voor de rest van hun loopbaan. Beide kanten leren wat van elkaar en het zorgt voor nieuw begrip voor elkaar. Iets wat steeds vaker moeilijk te vinden is in een stad zoals Amsterdam. In een tijd waar veel mensen op zichzelf zijn gericht en vooral denken aan hun directe naasten, kijken we vaak niet naar de mensen die letterlijk naast ons wonen.


ACHTERGROND

Racisme in het amateurvoetbal: in hoeverre speelt dit op de noordelijke velden? AUTEUR: KIM BOS / FOTO: PIXABAY & PETER DOUDA

‘Kankerneger, kankerzwarte, Zwarte Piet’. Deze woorden kreeg Excelsiorspeler Ahmed Mendes Moreira afgelopen november door supporters van FC Den Bosch naar zijn hoofd geslingerd. Na dit incident kreeg racisme in het amateurvoetbal weer de volle aandacht in de media. Verschillende professionele clubs begonnen campagnes en voerden acties. Maar hoe zit het met racisme op de amateurvelden in het noorden van ons land? De klapdeuren van de kleine kantine van VV Noordster uit het Groningse dorp Oude Pekela vliegen krakend en piepend open. De ruimte stroomt vol met ouders, trainers, bestuursleden, vrijwilligers en vrienden van de vereniging. Een aantal wedstrijden speelt zich vandaag af op de velden. Maar nu is het eerst rust. Deze mensen komen hier om de verschillende teams van de club aan te moedigen en drinken dan samen een potje bier of een oranje flesje AA. Vanachter de bar staat de grote en brede Geert luidkeels de frikandellen en gehaktballen aan te kondigen. De rood-witte vlag die bij de poorten van de ingang wappert straalt een bepaalde warmte uit. Toch blijkt het racisme ook hier wel eens de lijnen van de velden te passeren: ‘Ongetwijfeld heeft ook onze vereniging te maken met een vorm van racisme en uitsluiting’, vertelt Hans de Vroome, secretaris in het hoofdbestuur van VV Noordster. ‘Dit blijkt meestal uit kleine dingen zoals houding en gedrag. Word je bijvoorbeeld wel of niet vriendelijk te woord gestaan of geholpen’. Hij geeft een voorbeeld: ‘Er is een donkere jeugdleider bij Noordster die diverse keren heeft moeten aanhoren: ‘Hé, Zwarte Piet!’. Dit wordt misschien als grap bedoelt, maar je moet je afvragen of hij dit ook zo ziet’. De betreffende jeugdleider is Martin Lensa, die al vijf jaar voor de club werkt. Hij ziet het voorbeeld dat Hans gaf niet als een echt probleem. Terwijl hij zijn schouders ophaalt vertelt hij: ’Het deed mij niet zo veel omdat ik weet dat de persoon die dat zei niks te doen heeft. Dit is een van de weinige dingen die ik mee heb gemaakt wat betreft racisme in het voetbal. Ik heb voordat ik trainer werd zelf ook gevoetbald. Toen werd ik voor van alles en nog

wat uitmaakt en dat deed me wel wat. Als het nu gebeurt dan zeg ik er wat van, maar uiteindelijk lach ik er alleen maar om. Het siert onze clubs ook dat er een ‘getinte’ trainer is. Dat zorgt voor een bepaalde mate van saamhorigheid’. Saamhorigheid. Langs de lijnen van Noordster staan vaders, moeders, zussen van spelers, opa’s en oma’s, jong en oud, getint en blank. Het is zo op het oog het perfecte woord om de club mee te omschrijven. Maar volgens Hans de Vroome vindt er bewuste en onbewuste uitsluiting in en rondom de velden plaats: ‘Opmerkingen als: ‘ze zijn het niet gewend of ze hebben een andere achtergrond’, komen nog wel eens voorbij. Over jonge leden met ouders die zijn gevlucht uit het moederland wordt dit regelmatig geroepen. Zeker als mensen onmachtig zijn omdat ze hun gelijk niet krijgen of achterstaan in de wedstrijd’ De stadse SV Lycurgus uit Groningen heeft eveneens te maken met racisme op hun velden.: ‘Wij zijn een stadsploeg en hebben spelers van verschillende afkomst. Vooral als wij tegen dorpsploegen moeten komen er wel eens racistisch getinte opmerkingen vanaf de zijlijn. Dat zijn dan vaak één of twee onbenullen’, vertelt Robert Nieuwzaag, voorzitter Elftzalzaken. Bij de Harkemase Boys, Friesland, uit het racisme zich ook in een bepaalde mate. Sippe Heeringa, secretaris van deze vereniging, verklaart: ‘We hebben een paar jaar geleden te maken gehad met een speler die dicht bij het publiek te maken kreeg met één persoon die oerwoudgeluiden dacht te moeten maken’.

“VOORAL ALS WIJ TEGEN STADSPLOEGEN MOETEN KOMEN ER WEL EENS RACISTISCHE OPMERKINGEN VOORBIJ”

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 19


ACHTERGROND

Bij VV Heerenveen valt volgens Jacques Peters, bestuurslid van de club, het racisme behoorlijk mee. ‘Maar er zijn natuurlijk altijd jochies en ook wel dames niet zich niet kunnen gedragen. Wij geven hen een tweede kans, maar als ze die verspillen geven we aan dat ze misschien beter naar een andere club kunnen gaan. Waarden en normen staan bij ons namelijk erg hoog’. Voormalig trainer Nico van Gelden van de Friese club is zelf getint en heeft wel eens te maken met racistische uitlatingen: ’Ik krijg ook wel eens dingen naar mijn hoofd geslingerd maar ik heb me er nooit beledigd door gevoeld.

UITGEMAAKT VOOR POEPCHINEES”

Ook de scheidsrechters die op de velden fluiten moeten op een bepaalde manier omgaan met racistische uitlatingen. Jan Zijl is al veertien jaar scheidsrechter voor de KNVB. Hij vertelt over zijn ervaringen met racisme: ‘Gelukkig heb ik nog nooit racistische uitlatingen meegemaakt in een wedstrijd. Maar zodra ik het waarneem staat er maar één straf op: een rode kaart en een rapport naar de KNVB. Scheidsrechter Gerrit Oord van VV Heerenveen heeft één keer te maken gehad met racisme tijdens zijn wedstrijd: ‘Een speler van Heerenveen met een Marokkaanse afkomst kreeg het aan de stok met een grensrechter. De speler had hem uitgescholden voor ‘kanker’ nog wat, waarna de grensrechter hem uitschold voor ‘kutmarokkaan’. Toen stoof iedereen erop af en was ik genoodzaakt om de wedstrijd te staken’

Het is namelijk voornamelijk emotie van het voetbal en dat kan ik ook wel weer begrijpen. Als ze bijvoorbeeld zeggen ‘Pak die zwarte, dan bedoelen ze gewoon ‘pak die nummer zeven’. Daarnaast speelt groepsdruk ook een grote rol. En je kan het niet uitbannen. De mensen moeten zich er echter wel bewust van zijn dat ze anderen kwetsen. Mijn zoons hebben er ook last van. Zij worden bijvoorbeeld uitgemaakt voor poepchinees’. Van Gelden vindt dat racisme moet worden aangekaart, maar dat we het niet te groot moeten maken: ’Het is goed om mensen er bewust van te maken dat het echt niet door de beugel kan, zo gaan we tevens polariseren, maar het moet geen punt worden waar iedereen het straks over heeft’.

Bij de meeste clubs komt racisme dus wel in een bepaalde mate voor, maar is het niet zo’n veel voorkomend probleem dat een harder beleid nodig wordt geacht. Toch wordt er wel bij alle clubs op een bepaalde manier mee omgegaan. ‘Onze vereniging draagt uit dat iedereen gelijk is en wij hebben respect voor elkaar hoog in het vaandel staan. Hiervoor zijn gedragsregels opgesteld waar door ons zo veel mogelijk op wordt gehandhaafd’ legt Hans de Vroome van VV Noordster uit. Het probleem wordt ook besproken met de spelers: ‘Dit doen we tijdens de wedstrijdbespreking. Er wordt op gehamerd om geen racistische uitlatingen te doen. Dit beïnvloedt het spel negatief en draagt bij aan onsportief gedrag’.

“MIJN ZOONS WORDEN

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 20


ACHTERGROND

Het ‘beleid’ van Harkemase Boys is duidelijk: ‘We tolereren geen racisme en spreken mensen hier zeker op aan. Zeer regelmatig zijn er gesprekken met de leiders van de teams. Incidenteel bespreken we met spelersraden of een compleet team als er zaken spelen’. Een echt beleid voert ook Lycurgus niet, maar ze pakken het probleem wel aan. Robert Nieuwzaag: ‘Het is binnen onze vereniging een ongeschreven regel dat iedereen elkaar in zijn of haar waarde laat. Als een speler op het veld dit schendt, eisen we dat diegene van het veld stapt en in principe ook niet terugkomt in de wedstrijd. Dit geldt voor zowel de tegenstander als voor onze eigen spelers’ Het incident tijdens de wedstrijd die Gerrit Oord floot is besproken binnen de jeugdcommissie van VV Heerenveen: ‘Naar aanleiding hiervan willen we de mogelijkheid gaan bieden om (racistische) incidenten te melden’, vertelt van Oord.

“HET IS BINNEN ONZE VERENIGING EEN ONGESCHREVEN REGEL DAT IEDEREEN ELKAAR IN ZIJN OF HAAR WAARDE LAAT” Dan de KNVB. In hoeverre houdt die zich bezig met het racisme op de amateurvelden? Een woordvoerder van de KNVB vertelt: ‘Wat betreft racisme in het amateurvoetbal zijn wij erg serieus. We hebben een preventief beleid voor racisme in en rondom de amateurvelden. Als dit probleem zich voordoet bij een club, dan doen we er bij de desbetreffende club gericht iets aan. Maar we bundelen niet per club of per regio cijfers van de mate waarin racisme daar voorkomt’. Het incident waar scheidsrechter Gerrit Oord mee te maken kreeg ligt inmiddels ook bij de KNVB: ‘Ik heb de reden van staken aan de KNVB gerapporteerd, maar ik heb geen reactie gehad’. Het is de taak van de KNVB om de wedstrijd te onderzoeken en daar vervolgens uitspraak over te doen. ‘Die uitspraak zal er misschien wel zijn, maar ik heb hem nog niet gezien’, besluit van Oord.

Disclaimer: de personen op de foto’s zijn niet betrokken bij de besproken incidenten. JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 21


RUBRIEK

KIJKTIPS VAN DE REDACTIE: DOCUMENTAIRES EN FILMS OVER DISCRIMINATIE FOTOS: NETFLIX & VPRO

When they see us

Ingrijpende, vierdelige filmdocumentaire over de beroemde zaak van de Central Park Five. Op 19 april 1989 is er een groep van ongeveer dertig veelal donkere jongeren aanwezig in Central Park, New York. Die avond wordt de blanke Trisha Meili verkracht en ernstig verwond. De politie is opzoek naar de daders, maar lopen al vrij snel vast. Kort daarna worden vijf Afro-Amerikaanse, minderjarige jongens gearresteerd, verhoord en gedwongen deze ernstige zaak te bekennen. De docu laat zien hoe oneerlijk en wreed het gerechtshof tegen minderheden kan zijn, waar vooral in Amerika in de jaren ’80 nog volop discriminatie en racisme aanwezig is.

2DOC

Ook zijn er genoeg documentaires van eigen bodem over racisme en discriminatie die het kijken waard zijn. 2DOC van NPO2 is hier een voorbeeld van, waar verschillende documentaires over allerlei onderwerpen te zien zijn. Ook bijvoorbeeld een verhaal als dat van footballspeler O.J. Simpson komt aan bod. Tevens zijn er documentaires over Nederlandse situaties met betrekking tot discriminatie en racisme. ‘Zwarte Limburgers’ en ‘Zwart als roet’ zijn hier voorbeelden van. De documentaires zijn allemaal online terug te vinden.

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 22

When they see us now

Een uitgebreid en emotioneel interview van Oprah Winfrey met Antron McCray, Kevin Richardson, Yusef Salaam, Raymond Santana en Korey Wise: de vijf (nu) volwassen mannen die bekend zijn als de Central Park Five. In dit interview maak je echt kennis met de hoofdpersonen, in de filmdocumentaire worden de hoofdpersonen gespeeld door acteurs. Er wordt gesproken over de zaak, het leven in de gevangenis en het leven nu en in de toekomst. Een must-see nadat je When they see us hebt gezien.

Mudbound

Een blik terug in de tijd naar het Amerika vlak na de Tweede wereldoorlog. Een film over twee militairen die terugkeren en gaan werken op een boerderij in Mississippi. Daar komen twee verschillende werelden elkaar tegen: Henry en Laura McAllan komen op de boerderij in aanraking met de familie Jackson: een arme, zwarte familie die ook op het land van de boerderij woont. De twee militairen, Jamie McAllan en Ronsel Jackson, raken bevriend ondanks het racisme dat nog veel heerst in Amerika in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw.


RUBRIEK

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 23


ACHTERGROND

Wereldreligiedag: komt (nog) niet op gang TEKTS & FOTO’S: KEVIN KRIKHAAR

Verbroedering en begrip voor elkaars religie, en zo een pad naar wereldvrede. Dat was het doel waarmee in 1950 de wereldreligiedag in het leven werd geroepen in de Verenigde Staten. Een nobel streven, maar in hoeverre wil dat een beetje lukken? Ook in Nederland is het de derde zondag van januari wereldreligiedag, maar als je online kijkt valt op dat deze dag hier nog niet erg leeft. Evenementen lijken nauwelijks te worden georganiseerd, en de enige Nederlandse sites die er aandacht aan besteden zijn kalendersites zoals beleven.org en fijnedagvan.nl. De dag is ook bij de religies nog niet zo bekend. Zo ook niet bij Windelien Veerman, van de Protestante Kerk Dedemsvaart: ‘’Wij hebben wel gehoord van de wereldreligiedag, maar eerlijk gezegd hebben we nog nooit meegedaan aan evenementen of iets op deze dag. Er wordt volgens mij ook niks in de buurt georganiseerd. Wel zijn we natuurlijk voor begrip voor elkanders religie, dus we zouden het zeker prima vinden als er wel wat meer aandacht voor komt.’’ Kunnen we dus concluderen dat die verbroedering van religies hier in Nederland nog niet bepaald wil lukken? Niet helemaal, want het ligt toch iets ingewikkelder, en daarvoor moeten we kijken naar de motivatie: eenheid. Bahá’í Engelse auteur en tevens afgestudeerde theoloog Jeffrey Moses schreef in 1989 al een heel boek over eenheid tussen religies genaamd Oneness. Hierin schreef hij dat geschriften van alle religies reeds verkondigden dat de mens één grote familie is: ‘Dit is simpelweg een feit en staat expliciet in elke religie. Sterker nog: bijna alle geschriften met religieuze gedachtengoeden worden gedeeld door bijna elke religie. Als je ze met elkaar vergelijkt, zie je dat de geloofsovertuigingen door nagenoeg elke religie worden gedeeld. Dat bevestigt dat onze verschillen oppervlakkig zijn, en onze overeenkomsten diepgaand.’ Dit wordt des te meer onderstreept door de religie die de wereldreligiedag in de jaren 50 in het leven heeft geroepen: de ‘Bahá’í-religie’. Vooral in Nederland is deze religie met slechts circa 1500 aanhangers redelijk onbekend. De bahá’í geloven dat alle profeten, van Jezus tot de Boeddha en alle profeten daartussenin, hebben bestaan. De laatste van deze profeten waren de Báb en Bahá’u’lláh, die zo’n 200 jaar geleden zouden hebben bestaan. De religie zelf is 177 jaar oud. Om te weten wat het belang is van een wereldreligiedag, hoef je niet verder te zoeken dan deze religie. ‘Eenheid’ ligt namelijk aan de grondslag van het Bahá’í-geloof.

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 24

Deze ketting van de Bahá’í is een trots bezit van Aline. De gravering bestaat uit de kaligrafie: ‘Yá Bahá’u’l-Abhá’, hetgeen Arabisch is voor ‘O Gij Glorie van de Al-Glorierijke!’ Hierbij wordt vewezen naar de ‘grootste naam’ van het Bahá’í-geloof: Baha, wat vertaald naar ‘ Glorie’ .

Religieuze oorsprong Aline en Jan Wolfs zijn beide Bahá’í en wonen in Zwolle. Ze zijn alle twee van oorsprong Christen. Aline: ‘’Ik heb altijd wel het gevoel gehad dat er een god bestond, en me daar ook wel altijd verbonden mee gevoeld, maar ik dacht ook wel: hoezo is Jezus de enige? Op een gegeven moment kreeg ik een stageplek, waar ook een bibliotheekje was. Daar stonden ook Bahá’í-boeken tussen. De eigenaar van het stagebedrijf bleek toen ook Bahá’í te zijn. Toen ben ik me erin gaan verdiepen. Dat is ook een van de basisprincipes van het Bahá’í-geloof: zelfstandig onderzoek doen naar de waarheid. Het feit dat je je niet richt op hetgeen mensen verdeelt, maar hetgeen eenheid brengt in de wereld, dat vond ik een heel sterk principe.’’ Bijeenkomsten In haar verlovingstijd met Jan is Aline Bahá’í geworden. Jan was toen nog Christen: ‘’Ik ben opgevoed met een meer kritische houding jegens andere religies, van daaruit was ik wel iets terughoudender.’’ Uiteindelijk besloot Jan zich er ook over in te lezen, en raakte hij er ook steeds geïnteresseerder in. Zodoende is hij ook Bahá’í geworden. Hetgeen trouwens met één mailtje te regelen valt. Aline: ‘’Je stuurt gewoon ‘Ik wil graag Bahá’í


ACHTERGROND

worden’. Je krijgt dan een hele mooie, warme welkomstbrief.’’ Jan: ‘’Vanaf dan neem je ook deel aan de feesten die per plaats georganiseerd worden; dat zijn tevens de bijeenkomsten waarbij je als Bahá’ís bij elkaar komt om het te hebben over dingen die je als groep aangaan.’’ Gezien er in Zwolle slechts drie Bahá’í-gezinnen zijn, worden de feesten vaak samen met Meppel gevierd. Het Bahá’í-geloof heeft geen kerken, dus de bijeenkomsten vinden gewoon in huiselijke kring plaats. Aline: ‘’We hebben wel een Huis van Aanbidding, maar die staat in Duitsland. Heel tof is dat elk huis negen openingen heeft, het idee is dan dat iedereen – ongeacht religie – welkom is om daar samen te zijn. In Delhi heb je bijvoorbeeld een Lotustempel, en daar komen dus echt mensen van allemaal verschillende religies bij elkaar om hun gebeden te doen. Echt supervet.’’

‘‘Voor ons is het elke dag wereldreligiedag’’ Meditatief moment Het idee van eenheid tussen religies creëren wordt dus door het Bahá’í-geloof zeker tot uitvoering gebracht, en daar doen Aline en Jan ook aan mee. Aline: ‘’We hebben over een paar weken weer een meditatief moment. Dan is er een bepaald thema, bijvoorbeeld liefde, en dan lezen we teksten van verschillende religies over dat onderwerp. Het gaat dan niet over het discussiëren met elkaar, maar dat je stilstaat bij wat het met je heeft gedaan. Dat deel je dan even en daarna gaat iedereen weer z’n eigen weg.’’ De mensen die op zo’n moment komen, zijn op religieus gebied erg verschillend. ‘’We hebben wel moslims bij ons gehad, Christenen, ook van verschillende kerken, mensen die zoekend zijn… ook wel mensen die zichzelf niets noemen, maar wel geloven in het bestaan van een God – Het zijn wel vaak mensen die toch wel ergens een gevoel hebben voor religie.

Religies verbinden Wordt er dan ook nog iets speciaals gedaan met wereldreligiedag? ‘’Nee,’’ reageert Aline lachend. ‘’Nee, voor ons is het elke dag wereldreligiedag. De oorsprong zit ‘m heel erg in Amerika. Ze zijn daar wel heel actief met interfaith dialogue, en dat Wereldreligiedag daar een platform voor is. Dat kan wel erg bijdragen aan meer begrip en dergelijke. In Zwolle had je ook zo’n platform dat heel actief was, maar het leidde niet echt tot iets. Mensen deelden toen dingen met elkaar, maar er zat geen concrete actie aan verbonden. Dus mensen dachten: o, dat is interessant. En daar bleef het dan ook bij. We willen juist dat het verder gaat dan een stukje begrip. We willen dat we samen dingen ondernemen en dingen met elkaar kunnen betekenen.’’ Die poging mensen te verbinden houdt niet op bij religies, volgens Aline. ‘’Kijk bijvoorbeeld naar wetenschap, dus Atheïsme. Eén van de principes binnen het Bahá’í-geloof is dat religie en wetenschap niet tegenstrijdig zijn, maar hand in hand kunnen gaan. Waarom zou een atheïst niet uit zijn op wereldvrede? Ik geloof dat ieder mens daar behoefte aan heeft. Dus: wereldreligiedag of niet, het gaat er gewoon om wat je doet.’’ Geslaagd? Eenheid tussen mensen creëren, is dat dan niet al redelijk geslaagd? Volgens Aline en Jan nog verre van. Jan: ‘’We waren laatst tv aan het kijken, en er was een jongetje op tv die zei: ‘Alle andere godsdiensten, dat zijn de afgoden.’ Dan denken wij: er is nog veel werk aan de winkel.’’ Aline: ‘’Wij denken dat het belangrijk is om de handen ineen te slaan, en iedereen die er zin in heeft sluit zich erbij aan, maar je hebt nog genoeg dingen in de wereld die leiden tot verdeeldheid. Als je een actieve vorm zou verzinnen kán wereldreligiedag helpen.’’ Ze ziet het echter in Zwolle niet gauw gebeuren. ‘’We zijn hier met drie gezinnen, dus je kunt maar een beperkt aantal dingen bereiken. Je probeert je natuurlijk veel in te zetten, maar om nou een hele dag te organiseren in Zwolle is natuurlijk weer even wat anders.’’

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 25


“Racisme is de enige rotzooi die de gastarbeiders niet mogen opruimen” - Youp van ‘t Hek

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 26


ACHTERGROND

Leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt: ‘’Je begint gewoon aan jezelf te twijfelen’’ TEKST & FOTO: JORDI ZANDHUIS

Het gaat erg goed met de arbeidsmarkt. Het werkloosheidspercentage is op z’n laagst sinds de crisis in 2012. Maar als je 55 jaar of ouder bent lijkt het toch lastiger te zijn om aan een baan te komen. Dit ondervindt ook Linda, 56 jaar oud. En dat is voor haar lang niet altijd makkelijk. Het is een druilerige vrijdagochtend. Linda zit aan de keukentafel, met op haar laptop een vacaturesite die open staat. Linda is niet haar echte naam. Ze doet haar verhaal namelijk het liefst anoniem, omdat ze de situatie waar ze nu in zit al lastig genoeg vindt: ‘’Je doet zo je best, maar als je elke keer weer afgewezen wordt of überhaupt geen reactie krijgt.. Dan begint het langzaam wel aan je te vreten. Je begint gewoon aan jezelf te twijfelen.’’

Gewoon weer aan de slag

Het zoeken naar een baan gaat lastig, ondanks dat haar CV goed gevuld is: van administratief werk bij een textielbedrijf tot horecawerk. ‘’Ik doe ook echt heel erg mijn best om weer aan de bak te komen. Ik solliciteer op bijna alles wat ook maar een beetje aansluit op mijn werkervaring, maar ook op dingen die ik nooit eerder gedaan heb, maar naar mijn idee wel zou kunnen doen. Al is het nu lopendebandwerk: ik wil gewoon aan de slag.’’ Maar hoe hard ze ook probeert: voor haar gevoel is de killing factor toch haar leeftijd: ‘’En dat snap ik dus niet zo goed. Als een bedrijf iemand van mijn leeftijd aanneemt, dan hebben ze drie jaar premiekorting op de werknemerslasten. Het scheelt ze dus gewoon geld.’’

“AL IS HET NU LOPENDEBANDWERK: IK WIL GEWOON WEER AAN DE SLAG”

De cijfers

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek daalt de werkloosheid het meest onder vrouwen van 55 tot 75 jaar: bij die groep is de werkloosheid momenteel ongeveer 3 procent. Dit is wel al stukken lager dan het was op het hoogtepunt van de laatste economische crisis: toen was de werkloosheid bij mensen tussen de 55 en 65 zelfs bijna 8,5 procent. Wat opvalt is dat in de leeftijdsgroep 55 tot 75 meer mannen werkloos zijn dan vrouwen.

In de praktijk

De cijfers van Werkplein Drentsche Aa (WPDA), de sociale dienst van de gemeenten Assen, Tynaarlo en Aa & Hunze, laten zien dat in 2018 de meeste uitkeringen naar mensen in de groep 55 tot 65 jaar gaan. Albert Heidekamp, werkconsulent Zakelijke Dienstverlenging bij het Werkplein, ziet vaker een verhaal als dat van Linda voorbij komen: ‘’Vooral het gevoel dat je beoordeeld wordt op je leeftijd hoor ik vaker langskomen. Wat ik echter ook zie is dat de arbeidsmarkt nog nooit zo goed is geweest als nu. De groep 56-plussers is een lastige groep om terug op de arbeidsmarkt te krijgen, maar vanuit mijn eigen ervaring en in mijn werkveld is die instroom wel aan het toenemen.’’

“VOOR JOU ZIJN ER VAAK NOG HONDERDEN ANDEREN” Onderaan beginnen

Het belangrijkste dat Heidekamp zijn klanten probeert mee te geven is dat ze hun opleiding en arbeidsverleden soms eerst even aan de kant moeten zetten: ‘’Als je een paar jaar uit het werkveld bent geweest is het lastig om weer terug te komen. Voor jou zijn er vaak nog honderden anderen. Soms ook nog beter opgeleid. Dan is het slim om strategisch toch ergens een baan te nemen, ook al ligt het ver onder je niveau. Als je eenmaal bij een bedrijf binnen bent kun je vanaf daar omhoog kijken. Ze zullen toch eerst intern kijken bij openstaande werkplekken. Zo kun je je eventueel opwerken of met een betere uitgangspositie uitkijken naar iets anders. Die mentaliteit aannemen valt mensen soms zwaar, maar is wel de beste optie.’’

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 27


ACHTERGROND Overheidsoptreden

Het lijkt dus de goede kant op te gaan met de kansen voor 55-plussers, maar toch trok seniorenorganisatie KBO-PCOB in oktober nog wel aan de bel: de overheid investeert nog te weinig in werkenden en werkzoekenden van boven de 55 jaar oud. ‘’Het KBO-PCOB is er niet gerust op dat de Rijksoverheid voldoende bereid is om het probleem van leeftijdsdiscriminatie te onderkennen en aan te pakken.’’ benadrukt directeur Manon Vanderkaa op de website van de organisatie.

“ZE WILLEN IEMAND ‘KNEDEN’, MAAR ZE KNEDEN VOOR EEN ANDER.” Speciaal voor 50-plussers

Tevens kwam in april afgelopen jaar uit een onderzoek van Uitzendbureau Unique onder 600 HR-managers (de afdeling die personeelszaken bij een bedrijf regelt) dat 40 procent weleens iemand niet heeft uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek door de leeftijd van de kandidaat. Dit mag dus bij wet helemaal niet, maar toch komt het blijkbaar voor. Dat merkte ook René Loman. Hij begon in 2018 een uitzendbureau, speciaal voor 50-plussers. Tegen Tubantia vertelde hij afgelopen april: ‘’Ze willen zó graag en zijn bereid financiële concessies te doen.’’ De keuze voor jongere mensen vindt hij ook niet per sé slim: ‘’Ze willen iemand ‘kneden’, maar ze kneden voor een ander. Als bedrijf X die door jou geknede jongere een paar euro per uur meer wil betalen, dan gaat ie lopen. Het is net alsof ze een oudere de baan niet gunnen.” besloot Loman.

‘’Ik denk dat het even duurt bij bedrijven tot het kwartje valt dat een 55-plusser ook een optie is om een vacature in te vullen.’’ vertelt Heidekamp. ‘’Vooral kleinere bedrijven zijn geïnteresseerd in oudere werknemers. Voor hen zijn de kortingen vaak erg aanlokkelijk, omdat het gewoon scheelt in de kosten. Grotere bedrijven, zoals bijvoorbeeld een IT-bedrijf met 100 werknemers, vinden die korting niet zo belangrijk bij het aannemen van een nieuwe werknemer.’’

Geen geboortedatum

René Loman adviseert in het interview bij Tubantia tot slot om bij het solliciteren vooral geen geboortedatum op te nemen in een brief of cv. Dat is namelijk niet verplicht: “Vaak als zo’n manager een datum ziet, lezen ze al niet verder.” Als je geen leeftijd of geboortedatum vermeldt kan een bedrijf natuurlijk eerder beslissen om toch een uitnodiging te versturen en zo de persoon achter de cv te ontmoeten en te ontdekken.

“VAAK ALS ZO’N MANAGER EEN DATUM ZIET, LEZEN ZE AL NIET VERDER.” Een lichtpuntje

Linda zoekt ondertussen online druk verder, al is er voor haar nu wel een klein lichtpuntje aan de horizon: ‘’Ik mag komende week op gesprek bij een bedrijf en wordt ook via het UWV (de instantie die verantwoordelijk is voor bijv. werkloosheidsuitkeringen) geholpen met re-integratie op de arbeidsmarkt. Hopelijk kan ik snel weer aan de bak.’’ De echte naam van Linda is bij de eindredactie bekend

Bron: CBS

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 28


ACHTERGROND

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 29


‘‘As we let our own light shine, we unconsciously give other people permission to do the same’’ - Nelson Mandela

JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 30


NAWOORD

Woord van de redactiechef Het waren lange weken. Bloed, zweet en tranen werden niet gespaard om dit blad tot stand te brengen. En daarvoor wil ik mijn redactie heel erg bedanken. Bergen werden verzet, en uiteindelijk staat er een magazine waar we ontzettend trots op kunnen zijn. Ook wil ik alle ‘Nieuwe Nederlanders’ heel erg bedanken, die ons met veel enthousiasme hun levensverhaal hebben verteld. Jullie levenspaden zijn een inspiratie! Jordi Zandhuis Redactiechef

Foto: Elske Muis JANUARI 2020 | DISTINCT STORIES 31


“Our lives begin to end the day we become silent about things that matter� - Martin Luther King Jr.

journalistiekwindesheim.nl/distinctstories

32

DISCLAIMER Deze productie is gemaakt door studenten van de opleiding Journalistiek van Hogeschool Windesheim. Ondanks de constante zorg en aandacht die we besteden aan de samenstelling van dit product, kan de opleiding Journalistiek niet instaan voor de volledigheid, juistheid of voortdurende activiteit van de gegevens en de inhoud hiervan. Mocht u feitelijke onjuistheden tegenkomen, dan stellen wij een reactie erg op prijs via journalistiek@windesheim.nl. De inhoud van deze productie kan zonder vooraankondiging wijzigen. Aan de inhoud hiervan kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Op de inhoud van dit platform rust auteursrecht. Het is niet toegestaan de auteursrechtelijk beschermde werken of andere informatie openbaar te maken of te verveelvoudigen zonder toestemming van de opleiding Journalistiek.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.