Omtrent magazine januari 2020

Page 1

OMTRENT INTEGRATIE

1

WAAR VOEL JIJ JE THUIS? Een nieuwe toekomst. een nieuw leven Fotoreportage diversiteit van Rotterdam


2

Voorwoord Integratie, iedereen heeft er een andere definitie voor. De ĂŠĂŠn vind de taal belangrijk en voor de ander is het genoeg als je kan fietsen. Het is lastig om een definitie te vinden die de samenleving draagt. In dit tijdschrift worden uiteenlopende verhalen verteld over integratie. Van een app die de integratie stimuleert, tot achtergrondenverhalen over het verkrijgen van een paspoort. Je leest de verhalen van migranten die vluchten voor oorlog, maar ook van jongeren die opgroeien met ouders van uit verschillende culturen.

14

30

21

Het overkopelende thema van deze editie van omtrent is dus Integratie. Zoals altijd proberen we een zo veelzijdig mogelijk beeld te schetsen van ons onderwerp. Ook dit keer is dat weer gelukt. Veel leesplezier! Tom Bolhuis

8

36

18


Inhoud 4 Een nieuwe toekomst, een nieuw leven

28 Integratie: de cijfers

7 Tim dicht - Discriminatie

30 The American dream op z’n Nederlands

8 Eritrese jongeren integreren beter

32 Een vader op app afstand

11 Jesse schrijft - Ongemak

34 Lisa schrijft - Zoektocht naar

13 “Het was een kleine

geluk

35 Een lange, onzekere weg

14 De zoektocht naar jezelf

36 De Welcome App

16 Migratie over de wereld

38 Engeline dicht - Integratie

18 Nederlands leren, een vak apart

39 Nina schrijft - Integreren doe je

21Rotterdam: een stad van diversiteit 25 Tim dicht - 010 26 Een nieuw thuis na zes maanden

samen

40 Van Oost-Duitsland naar Nederland 42 Colofon

MEER OMTRENT MAGAZINE ? GA NAAR: JOURNALISTIEK.WINDESHEIM.NL/OMTRENT/MAGAZINE

3

cultuurshock”


4

“Ik maakte werkdagen van achttien uur per dag”

BIO Naam: Baker Baker Leeftijd: 30 Nationaliteit: Syrisch Woonplaats: Kampen


Een nieuwe toekomst, een nieuw leven TEKST EN FOTO’S ENGELINE KEIZER In bijna onverstaanbaar Nederlands begint Baker Baker zijn verhaal. “Ik vind het moeilijk om te praten over mijn vlucht vanuit Syrië. Er komen zoveel emoties vrij en die wil ik liever niet voelen.”

“Toen ik in Syrië woonde, was ik student in Aleppo. Ik had het laatste jaar van mijn opleiding ‘Arabische literatuur en letterkunde’ bijna afgerond. Mijn leven en toekomst waren in Syrië. Ik had er nog nooit aan gedacht om een ander land te bezoeken. Toen er oorlog uitbrak, moest ik verplicht meevechten. Dat wou ik niet, dus moest ik wel vluchten.”

mijn rechterborst tot mijn linkerbeen. Hierdoor loop ik ook slecht.” Hij stopt even met zijn verhaal om een zucht te laten: “In de fabrieken en bij de bedrijven in Istanboel maakte ik dagen van achttien uur. Hier moest ik veel en zwaar tillen op een hoog tempo. Ook moest ik veel lopen en staan. Het was erg zwaar.”

De oorlog was de moeilijkste tijd van zijn leven: “Ik heb veel familie en vrienden verloren. Door de problemen met politiek, economie en geloof, wist ik niet meer wie ik kon vertrouwen. Mijn vrienden zagen elkaar als vijand. Door de oorlog was alles dat ik had opgebouwd in Syrië in een klap weg. Ik had geen huis meer, geen vrienden en ik kon mijn studie niet meer volgen. Daardoor durfde ik niet meer te dromen.”

Nu hij in Nederland is aangekomen, is hij veilig. Maar die tocht naar Europa was voor hem allesbehalve makkelijk: “Ik gaf mijn gespaarde geld aan een smokkelaar en die zorgde dan dat ik de overtocht naar Griekenland kon maken. Ik zat in een klein plastic bootje naar één van de Griekse eilanden. Normaal passen er dertig tot veertig personen op de boot, maar er zaten meer dan zestig personen op die boot. Veel families met kleine kinderen. Het was koud en veel mensen konden, net als ik, niet zwemmen. Ik had wel een zwemvest.” Hij was de hele tocht alert en gespannen: “Als de Turkse kustwacht ons pakte, werden we teruggestuurd naar Turkije.”

Na zijn vlucht uit Syrië kwam hij terecht in Turkije. Hier begon de zwaarste tijd voor hem: “Ik had geen verblijfsvergunning, dus het was lastig om aan een huis te komen en om werk te vinden. Ik werkte illegaal en kon uiteindelijk met wat vrienden een klein flatje huren. Soms kwam de politie langs als we aan het werk waren, dan moesten we naar huis of naar buiten rennen. Pas als de politie weg was, konden we weer terug naar werk.” De tijd in Istanboel heeft een diep litteken op hem achtergelaten. Hij vertelt en gebaart ondertussen naar zijn lichaam: “Door het harde werk in Turkije heb ik Syndroom van Tytse gekregen. Dat betekent dat ik chronische pijn heb van

Toch nam hij de risico’s: “Ik dacht er niet aan dat het fout kon gaan, ik dacht alleen maar: ik moet in Griekenland komen.” Dat lukte hem ook: “Na vijvenveertig minuten kwamen we aan op het Griekse eiland Chios. Vanuit daar nam ik een boot naar het vaste land. Daar ontmoette ik een man die mij hielp om naar Nederland te komen.” Achteraf bleek het dat ze geluk hadden gehad: “De oceaan was rustig. Ook kregen we een goeie boot met een nieuwe motor.”

5

ALLES VERANDERT

IN NEDERLAND


STABILITEIT

6

Na twintig dagen kwam hij uiteindelijk via een vriend in Nederland. Terwijl hij hierover vertelt, lichten zijn ogen iets op: “Toen ik in Nederland kwam, was ik heel blij. Ik maakte foto’s en stuurde die naar mijn ouders. Die blijheid vierde ik elke dag. Het was een nieuw land. Ik voelde me veilig.” Het liefst gaat hij werken, maar door zijn chronische pijn is dat voor hem op dit moment onmogelijk. Ondanks de pijn wil hij toch dingen ondernemen:“Ik ben vrijwilliger bij Impact in Kampen. Bij Impact sorteer ik brieven en maak ik pakketjes. Hier heb ik veel contact met andere mensen. Het helpt me om de taal beter te leren, maar ik leer ook hoe de Nederlandse regelgeving op werkgebied werkt.”

“Misschien kan ik in de toekomst terug naar Syrië voor een vakantie” Door de veiligheid die Nederland hem biedt, durft hij zelfs weer te dromen: “Heel misschien kan ik in de toekomst terug naar Syrië om daar vakantie te vieren en mijn ouders te bezoeken. We kunnen elkaar wel zien via de telefoon, maar het is toch anders.”

THUISGEKOMEN

“Ik kan alleen denken in het hier en nu. Mijn leven is nu in Nederland, dus ik heb ervoor gekozen om mijn leven hierop te bouwen. Stel ik zou naar Nederland komen met de gedachte dat ik weer naar Syrië ga zodra het kan, dan zit ik zonder motivatie thuis met een uitkering te wachten tot ik terug kan. Ik probeer Syrië te vergeten, maar dat kan niet. Het land zal voor altijd deel van mij uitmaken.”


Discriminatie

- Tim Waterink

7

ik ben aan het stijgen jij daalt weer ik sta open jij sluit weer ik schud handen die jij niet accepteert ik verbind wanneer jij polariseert ik draai mijn torso voor wie jij de rug keert ik distantieer wanneer jij op de vraag willen we meer of minder je hand opsteekt


Eritrese jongeren integreren beter TEKST EN FOTO’S TOM BOLHUIS

8

Eritrese jongeren hebben het lastig in Nederland. Veel van de vluchtelingen maken de, meestal traumatische reis alleen. Ook is van de groep Eritrese vluchtelingen, die voornamelijk in 2014 naar Nederland kwamen, bijna de helft jonger dan 20 jaar. Eenmaal in Nederland worden ze geconfronteerd met een totaal andere cultuur, een nieuwe taal en hun trauma’s uit het verleden. Als Ghermay rond half acht de deur van Eritrees jongerencafé in Lelystad open doet, komen hem de Nederlandse en Tigrinyaanse woorden tegemoet. Wekelijks eet hij hier typisch Eritrees en komt hij langs om een beetje te ontspannen en om met andere Eritreeërs te praten over Nederland. Zelf woont hij nu vier jaar in Nederland en is net negentien geworden. Ghermay spreekt de Nederlandse taal redelijk en komt al langere tijd bij het café. Hij probeert zijn leven hier weer op te pakken en het jongerencafé ondersteunt hem daarbij: “Ze helpen bijvoorbeeld met het lezen van brieven en dingen die ik echt niet zelf kan.” Ghermay is één van de 17.000 Eritrese gevluchte jongeren die in Nederland beland is. De groep heeft het zwaar, zwaarder dan andere vluchtelingengroepen zoals Syriërs. De Eritrese cultuur is nog meer afwijkend dan de Syrische.

DE REDEN VAN DE VLUCHT

Binyam Andebrhan vluchtte zelf uit Eritrea en geeft nu voorlichting aan organisaties die met Eritrese jongeren in aanraking komen, bijvoorbeeld gemeen-

te. Ook is hij medeoprichter van stichting Nieuwlander. Daar begeleiden ze statushouders met het opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland. Hij ziet meerdere redenen voor Eritreeërs om te vluchten: “Er is in Eritrea oneindige dienstplicht, waardoor jongeren amper een toekomst perspectief hebben. Ze gaan na de middelbare school het leger in en komen daar tot hun zeventigste niet meer uit”, zegt Andebrhan. “Jongeren zeggen dat ze soms liever dood zijn dan dat ze in Eritrea leven. Ook vluchten ze vanwege het totalitaire regiem, absolute politieke onvrijheid en bewegingsonvrijheid.”

“Jongeren zeggen soms dat ze liever dood zijn dan dat ze in Eritrea leven” De jongeren die vluchten, maken onderweg veel mee. Veel jongeren krijgen trauma’s. Het is een lange tocht, waar in veel gebeurt. Jettie Hijmissen, een medewerker van het Eritrees jongerencafé, hoort heftige dingen over de vlucht: “Eén van de jongeren vertelde dat hij een keer in een vrachtwagen door de woestijn reed en er een jongen opeens heel zwaar tegen zijn schouder leunde. Na even goed te hebben gekeken bleek die jongen dood te zijn. Ze hadden maar één minuut om hem te begraven.” Een heftige gebeurtenis die hem voor altijd zou bijblijven.


PROBLEMEN IN NEDERLAND

Eenmaal in Nederland aangekomen zijn de problemen nog lang niet over. Naast de trauma’s die de jongeren hebben, ervaren ze in de Nederlandse samenleving een behoorlijke cultuurshock. Alles is anders en de taal leren is soms best pittig. Dat merk je ook in het jongerencafé, hier wordt druk in verschillende talen door elkaar gesproken. “De taal voor mij was niet zo moeilijk. Maar voor andere jongeren wel”, zegt Ghermay tussen twee happen door. Eritrese jongeren ervaren nog meer nadelen: “Andere landen hebben bijvoorbeeld een woordenboek, maar wij niet. Je moet de taal gewoon uit je hoofd leren helemaal vanaf het begin.”

CULTUURKLOOF

Verder merken veel vluchtelingen dat er een grote cultuurverschillen zijn. Dat wordt vooral zichtbaar als jongeren gaan werken of stage lopen. “We hadden een keer iemand van wie de werkgever zei dat hij helemaal niet gemotiveerd was”, vertelt Milka Yemane. “De werkgever zei dat de jongen achter hem aan sjokte en alleen maar dingen deed als de baas dat vroeg. Toen we aan de jongeren vroegen of hij gemotiveerd was, zei hij: ‘Ja enorm, ik heb de hele dag achter de baas gelopen en de hele tijd meteen gedaan wat hij vroeg’.” De stichting van Milka is zoekt naar oplossingen voor dit probleem. Een voorbeeld hiervan is het geven van cursussen aan werkgevers om de kloof te dichten.

9

“Eritrese jongeren zijn ook een hele andere leerstijl gewend”, zegt ook Milka Yemane van Stichting Lemat. Dat is een organisatie die Eritrese vluchtelingen helpt in Nederland. “In Eritrea word je heel praktisch geschoold, terwijl Nederland heel theoretisch is ingesteld. Eritreeërs zijn meer beelddenkers”, aldus Milka Yemane.


Als jongeren hier eenmaal asiel hebben aangevraagd, kan de rest van de familie ook komen (gezinshereniging). Maar zo’n procedure kost tijd en zorgt voor veel stress bij Eritrese jongeren, beaamt ook Ghermay. Zijn familie is inmiddels in Nederland: “Ik ben blij dat mijn ouders nu hier zijn. Het was best lastig dat zij nog in Eritrea waren. Ik merkte dat als mijn ouders niet veilig zijn, dat me ook niet veilig voelde. En mijn gedachten waren de hele tijd daar. Er spookten allemaal vragen door mijn hoofd: leven ze nog? Zijn ze dood? Hebben ze eten of niet? En als je ze dan wilt bellen kost dat ook een hoop geld, voor twintig minuten betaal je tien euro. Dan heb je niet alles gezegd wat je wilt”.

10

STRESS

Jettie Hijmissen merkt dat de stress van jongeren vooral erger wordt nadat het eerste verzoek tot gezinshereniging is afgekeurd; “Ze durven het meestal niet te zeggen tegen hun ouders. Als zij vragen wanneer ze kunnen komen, zeggen de jongeren vaak dat het allemaal goed gaat, terwijl dat in feite niet zo is. Ondertussen proberen de jongeren samen met een advocaat al het bewijs samen te krijgen om hun ouders wel hierheen te krijgen.”

Milka ziet dat Eritrese jongeren in Nederland vooral meer tijd nodig hebben: “Als jongeren bijvoorbeeld een inburgeringsexamen moeten doen is dat in Nederland allemaal digitaal. Dat zijn ze helemaal niet gewend. Je moet ze dus eerst leren omgaan met computers voordat ze hun toets kunnen maken. Daar moet je ze de tijd voor geven.”

“Ik zie hier goed leven, maar verder geen toekomst, dat is eng” OVERHEID

Binyam Andebrhan ziet ook eetaak weggelegd voor de Nederlandse overheid: “Landelijke regie zou helpen in dit probleem. In de grote steden zijn problemen als eenzaamheid en drankverslaving vergelijkbaar. Nu zijn sommige gemeentes op hun eigen manier bezig de problemen op te lossen en andere gemeentes doen helemaal niets.”

MEER WETEN?

OVER ERITRESE JONGEREN, BIJVOORBEELD WAAROM MEISJES HET MOEILIJKER HEBBEN DAN JONGENS. GA NAAR: JOURNALISTIEK.WINDESHEIM.NL/OMTRENT/MAGAZINE

TOEKOMST

Ondanks de verbeterpunten ziet de toekomst er volgens Jettie Hijmissen, Milka Yemane en Binyam Andebrhan voor een groot deel van de groep positief uit. “Ik zie het laatste jaar dat de Eritrese jongeren in Nederland geland zijn. Dat maakt mij echt trots”, zegt Jettie. Milka: “Veel mensen zeggen dat het een lastige groep is, maar je moet gewoon omdenken. Blijven herhalen dat iets lastig is helpt niet. Wij proberen het stereotype weg te halen. Ik zie sommige groepen Eritreeërs die grote achterstand hadden en nu langzaam hun draai vinden. Maar er zijn ook enkele die het echt moeilijk hebben. Als je kijkt naar de nachtopvang in Utrecht bijvoorbeeld, dan zit daar een groep die dakloos geworden is”, aldus Andebrhan. Ondertussen is in het jongerencafé de tafel afgeruimd en loopt de avond op z’n eind. Ghermay vertelt nog even over hoe hij zijn toekomst ziet: “Ik zie hier geen toekomst, ik zie hier wel een goed leven, maar verder geen toekomst. Ik ben wel blij dat ik weg ben uit Eritrea, ik kan slecht met woorden omschrijven hoe het daar was. Ik weet niet wat ik wil worden, ik wacht het gewoon af.”


COLUMN

Ongemak Als ik rondkijk op onze redactie zie ik, zeven personen, zeven Nederlandse personen, zeven geboren Nederlanders, zeven ‘blanke’ personen. Als journalistiekstudenten moeten we berichten over de multiculturele samenleving, maar dat doen we wel met een oer-Hollandse blik. Ik voel soms het ongemak als ik bel met iemand van een Turkse afkomst. Hij heeft een lastige achternaam en als ik deze moet deze noteren, vraag ik wel drie keer hoe ik het moet spellen. Ik schaam mij dood.

Als ‘witte opleiding’ krijgen we weleens kritiek, jullie berichtgeving is niet reëel. Nu snap ik het, hoe makkelijk we eigenlijk praten over groepen, maar niet met groepen. Daarom vind ik het belangrijk om een interview over integratie te maken. Het brengt ons dichter bij elkaar. De redactie komt terug met een bijzonder verhaal en was geïnteresseerd in het verhaal van de ander. We doen ons best om onze Hollandse bril aan de kant te gooien en een onafhankelijk beeld te geven van de werkelijkheid. Alleen kunnen we niks beloven. Het enige wat ik kan zeggen? Ik heb een Hollandse bril met multiculturele glazen gekregen en ik zie net wat scherper. Het ongemak is in ieder geval weg. Jesse Nijmeijer

11

Ik hoor dan de irritatie aan de andere kant van de lijn. Het enige dat ik wil zeggen is dat ik mij schaam, maar ik vind het moeilijk om dit te zeggen. Die man maakt dit waarschijnlijk wel vaker mee. Toch blijft het aan mij knagen. Ik had, bijvoorbeeld een interview met iemand uit Kosovo. Ik stel emotionele vragen over hoe iemand moest vluchten terwijl ik kijk door mijn Nederlandse bril en probeer voor te stellen hoe zoiets is gegaan.


12

Cultuurverschillen Als zelfs de kleine verschillen groot kunnen zijn


“Het was een kleine cultuurshock” TEKST EN FOTO’S NINA VAN DE NOORDT

Lotte Kallio uit Chelsea, Canada, studeert sinds september in Leeuwarden. Hoewel ze een Nederlandse roots heeft (haar moeder komt hier vandaan en ze gaat al zomers lang op bezoek bij haar opa en oma in Gelderland), beleefde ze toch een kleine cultuurshock toen ze hier naartoe verhuisde. Ze vertelt wat haar allemaal precies opvalt aan de Nederlandse gewoontes.

PIEKFIJN

WARME NEDERLANDSE WINTER

“Het is nu natuurlijk winter in Nederland. Nou ja, winter… Het is bijna elke dag nog tien graden. Klasgenootjes zeggen soms wel hoe koud ze het wel niet hebben en dat ze graag voor de warme kachel zouden willen zitten. Vergeleken met Canada is de winter hier niets. Ik doe de verwarming in mijn kamer vaak niet eens aan, omdat ik het bij mij thuis in Canada altijd nog kouder was. Mijn familie stuurde al foto’s van de dikke lagen sneeuw die is gevallen. Ik vind de kou hier dan wel meevallen, toch denk ik dat ik in Canada schrik van hoe fris het daar is. Met de feestdagen ga ik namelijk weer even naar huis. Ben nu zo gewend aan de temperaturen hier, dat ik weer even moet switchen naar de kou daar. Ik ben toch stiekem bang dat ik het onderschat, dus mijn dikste truien liggen al in de koffer.”

KOFFIE EN THEE

“Ik vind dat Nederlanders echt heel veel koffie drinken. De kopjes zijn weliswaar kleiner dan thuis, maar ze slaan er zo veel meer achterover. Ook wordt overal waar je komt wel koffie of thee aangeboden. Toen ik naar de bank ging, om hier een Nederlandse rekening te openen, werd er ook aan me gevraagd of

13

“De Nederlandse mensen zijn echt met mode bezig. Iedereen ziet eruit of ze op elk moment op een sollicitatiegesprek kunnen gaan. Nederlanders volgen de modetrends ook allemaal. Toen ik hier voor het eerst door de stad liep viel mij gelijk op dat iedereen van die wollige ‘teddy-jassen’ droeg. In Canada is dat nog helemaal niet populair. Thuis dragen we ook vaak sweatpants naar school. Dat is ook praktisch vanwege de kou. In de winter zie ik daar vrijwel niemand met gaten in hun broek rondlopen. Al zitten er veel internationale studenten op mijn opleiding, dus niet iedereen in mijn klas ziet er altijd piekfijn uit. Dan kan ik gelukkig nog sweatpants naar school aan.” ik een kopje koffie of thee wou. Ik was eigenlijk een beetje verbaasd. In Canada vragen ze dat namelijk nooit. Ik heb maar nee gezegd, alleen was ik later wel bang dat ik onbeleefd zou zijn. Maar het is in Nederland blijkbaar heel normaal om dat aan te bieden en gelukkig ook normaal om het af te slaan. Dat vond ik best vreemd de eerste keer.”

MEER WETEN?

OVER LOTTE. GA NAAR: JOURNALISTIEK.WINDESHEIM.NL/OMTRENT/MAGAZINE

BIO Naam: Lotte Kallio Leeftijd: 20 Nationaliteit: Canadees Woonplaats: Leeuwarden


De zoektocht naar jezelf TEKST & FOTO’S TIM WATERINK

14

De zoektocht naar jezelf is lang en oneindig. Je opvoeding bepaalt voor een groot deel wie je bent en je omgeving heeft daar invloed op. Ouders, broers, zussen, de stad waar je opgroeit, de school waar je opzit, dit alles maakt jou tot de persoon wie je bent. Opgevoed worden door ouders met twee verschillende cultuurachtergronden kan de zoektocht naar jezelf bemoeilijken. Amir Absalem is tweeëntwintig jaar en groeide op in Rotterdam. Zijn vader is een orthodoxe moslim, een man van weinig woorden die hard werkt voor de kost. Amir’s moeder is een echte Rotterdamse die stevig in haar schoenen staat, de rol als huismoeder op zich neemt en liefdevol zorgt voor haar kinderen. Zijn ouders komen uit twee verschillende landen met twee verschillende culturen, iets wat merkbaar is voor Amir.

VADER

“Tot zijn 10e jaar heeft mijn vader in Algerije gewoond. Hij is dichtbij de grens tussen Marokko en Algerije opgegroeid. Dat betekent dat mijn opa Marokkaans is en mijn oma Algerijns.” Amir’s vader heeft een islamitische geloofsovertuiging en spreekt meerdere talen waaronder Arabisch, Marokkaans, Frans en Nederlands. Hij is de alfa-man van het gezin en zorgt voor het brood op tafel. “Mijn vader en ik hebben een zeker een goede vader-zoon-relatie. Hij is iemand waar ik tegenop kijk en veel karaktereigenschappen van hem zie ik terug in mezelf.”

Amir vertelt dat er in de Arabische cultuur niet veel gesproken wordt over gevoelens. “We hebben in dat opzicht een zakelijke relatie, als ik dat zo mag zeggen. Dingen die mij dwars zitten, bespreek ik niet met hem. Dat is gewoon niet gebruikelijk bij ons thuis.” Gevoelens, meisjes en mentale problemen zijn geen onderwerpen waar Amir het met zijn vader over heeft. Dit is gespreksstof voor hem en zijn moeder. “Liefdesverdriet was iets wat ik bijvoorbeeld niet met mijn vader besprak. Mijn vader uitte zijn gevoelens nooit en zo deden wij dat ook niet. Naarmate ik ouder word, merk ik dat het uiten van je gevoelens belangrijk is. Mensen om mij heen zien mij als een ingetogen jongen, daar zit ook wel een kern van waarheid in. Ik heb wel degelijk een mening en ik voel ook soms boosheid, maar ik kies er liever voor om dat voor mij te houden.” Amir werkt er hard aan om dit te veranderen, hij wil meer uitkomen voor wat hij voelt of denkt. “Hoe ik dat ga doen weet ik niet. Ik ben voorheen wel langsgegaan bij een psycholoog, maar dat voelt als zwakte.”

“Mijn vader en ik hebben een zakelijke relatie Naar een psycholoog gaan voelt voor Amir niet fijn. Hij ziet het als zwakte en wellicht als falen. “Waarom? Omdat ik eigenlijk niets te klagen heb.” Het is merkbaar dat Amir over dit onderwerp niet

BIO Naam: Amir Abselem Leeftijd: 22 Nationaliteit: Algerijns / Marokkaans Woonplaats: Groningen

makkelijk praat, hij schommelt tussen twee culturen in. Aan de ene kant wil hij werken aan de uiting van zijn gevoelens en open zijn naar zijn omgeving. Aan de andere kant komt de Arabische cultuur omhoog, waarin je niet moet zeuren en gewoon hard moet werken. Er zijn wat verschillen tussen de Arabische cultuur en de Nederlandse cultuur. Zo eten moslims geen varkensvlees en drinken zij geen alcohol, iets wat Amir’s moeder voorheen wel deed maar nu moet laten. Alcohol drinken wordt namelijk niet geaccepteerd binnen de islam. “Ikzelf eet ook geen varkensvlees en doe dat uit respect voor mijn vader en het geloof. Mijn moeder heeft zich hier ook op aangepast en daar heb ik


15

waardering voor. Soms vraag ik me wel eens af hoe mijn moeder dit allemaal heeft weten te accepteren. Ik denk dat dat de kracht van liefde is.”

MOEDER

Door de zorg die Amir’s moeder op zich nam, zijn haar sociale contacten verwaterd. “Ik merk dat ze door de jaren heen haar sociale netwerk is verloren. Ik vind het soms jammer voor haar, maar zelf heb ik niets te klagen. Ze was er altijd voor ons en dit heeft mijn band met haar versterkt.” Hij vindt het sneu, maar spreekt terughouden over deze situatie. “Ze is gelukkig met mijn vader en heeft er ook bepaalde dingen voor over. Daar heb ik vrede mee, alleen had ik haar soms die vriendinnen gegund.” Amir ver-

telt dat hij de rol van ‘vriendin’ op zich nam: “Ik ging vaak met mijn moeder opstap, naar de stad of naar de kapper. Zij heeft geen rijbewijs en ik was altijd vroeg klaar met trainen, dat bood de mogelijkheid om veel met haar op pad te gaan.” Als hij kijkt naar de toekomst, ziet hij dit bij zijn eigen relatie anders. “Ik lijk in veel opzichten op mijn vader, maar ik vind sociale contacten enorm belangrijk. Ik vind het jammer dat mijn moeder het contact met haar vriendinnen is verloren. Ik zal mijn vriendin later alleen maar aanmoedigen om vriendinnenrelaties in stand te houden.” “Deels ben ik moslim, maar aan de andere kant ook niet. Ik ben in die zin nog opzoek naar mezelf. Als mensen aan mij vragen of ik

moslim ben, zeg ik altijd ‘ja’.” Amir streeft de leefregels van de islam deels na, hij eet geen varkensvlees en vast tijdens ramadan. “Familie staat hoog in het vaandel bij ons thuis, dat is nog extremer dan bij Nederlandse gezinnen. Tijdens islamitische feestdagen was het altijd gezellig druk bij ons thuis, iedereen was welkom.” Ramadan, het niet eten van varkensvlees en de islamitische feestdagen zijn belangrijke onderdelen van Amir’s leven. Dit is de kant die hem deels moslim laten voelen. In de zin van het geloof is hij nog zoekende. “Ik vind het geloof iets moois, het verbindt mensen en je kunt er kracht uithalen. Zelf ben ik nog opzoek naar wat ik wil. Ik heb namelijk wel het idee dat er iets bestaat waarin je kunt geloven. De tijd gaat het mij leren.”


Verenigde Staten

16

Hier kunnen migranten greencard aanvragen. Het is een verblijfsvergunning zonder dat je staatsburger wordt. Je kan zo’n kaart verkrijgen door te investeren in een Amerikaans bedrijf of mee te doen aan de Diversity Lottery.

Niger Stichting Vluchteling heeft een onderwijsprogramma opgezet om vluchtelingen op te vangen. Ze doen dit omdat oorlagen en conflicten steeds langer aanhouden.

ArgentiniĂŤ Sinds een wetswijziging van 2017 is het makkelijker om buitenlanders die misdaden hebben gepleegd te deporteren en om personen met een strafblad niet binnen te laten.


Migratie over de wereld

Nederland In Brabant wonen veel kennismigranten. Door carnaval te vieren integreren ze in de regionale cultuur.

Japan Had tot 2018 een streng migratiebeleid waarbij alleen hoogopgeleiden werden toegelaten, maar door de vergrijzing en de krappe arbeidsmarkt worden ook laagopgeleide migranten geaccepteerd, echter voor maximaal vijf jaar.

17

AustraliĂŤ Dit beleid is erg streng. Er wordt geselecteerd op werkervaring en opleidingsniveau. Alleen mensen met een beroep waar vraag naar is worden toegelaten. Alle vluchtelingen worden naar een detentiecentrum gestuurd op het eiland Nauru.


TEKST EN FOTO’S RACHEL VIETH Een middelbare school vol met leerlingen, druk pratend met elkaar. Het lijkt heel gewoon. Toch heeft deze school iets speciaa Op middelbare school de Heemgaard in Apeldoorn hebben ze al een aantal jaren internationale schakelklassen. Daar wordt de Nederlandse taal geleerd aan nieuwkomers van twaalf tot zestien jaar.

18

Kletsend en lachend komen vijf leerlingen het klaslokaal binnengelopen. Het zijn German, Yamama, Romina, Sabin en Amjad. Ze begroeten vrolijk de docent die ze een aantal jaren geleden vaak zagen bij de ISK. Iedereen heeft een andere achtergrond en een ander verhaal maar allemaal volgden ze onderwijs aan de ISK aan de Heemgaard.

COMBINATIE TWEE SCHOLEN

“De Heemgaard is een leuke school, maar ontzettend druk met al die leerlingen.” Begint Yamama te vertellen. De anderen knikken bevestigend. “Het is ook anders dan de school waar ik eerst op zat in mijn eigen land. Daar droegen we allemaal een uniform op school, terwijl dat hier helemaal niet hoeft.” “Het fijne aan deze school is dat de leerlingen van de ISK tegelijk pauze hebben met de leerlingen van de rest van de middelbare school. Ook is het mogelijk om, wanneer ze het goed doen, ‘stage te lopen’ op de Heemgaard. Zo doen ze mee met lessen van het reguliere onderwijs.” Vertelt Jan Gabe Boonstra. Hij is docent aan de ISK. “De leerlingen mogen twee jaar blijven op de ISK, daarna moeten ze doorstromen naar een andere opleiding. Daar begeleiden we ze ook bij. De leerlingen én ouders hebben namelijk vaak geen idee wat er allemaal mogelijk is.”


Nederlands leren, een vak apart De meningen van de jongeren zijn verdeeld als het gaat om de combinatie van de ISK en het reguliere onderwijs. Ze twijfelen over wat ze gaan zeggen. “De scholen zitten dan wel bij elkaar, maar er bestaat wel onderling een groot verschil tussen beide. Het is een soort van Nederlanders tegen de ISK-leerlingen. Binnen de ISK is de sfeer heel anders: heel fijn en gezellig. Maar als ISK-leerling word je heel raar aangekeken als je stage gaat lopen bij het reguliere onderwijs. Dat is soms wel eens lastig, dan voel je je alleen. Toch moet je dan bij jezelf blijven denken: ik doe dit voor mezelf.”

THUIS NEDERLANDS PRATEN

“Het is thuis ook wel eens fijn om je eigen taal te spreken” kunnen uitdrukken en een goede band kunnen met de kinderen kunnen opbouwen. Dat is eigenlijk veel belangrijker.” Soms is het echter wel goed om het Nederlands thuis met el-

In de praktijk lijkt het toch makkelijker gezegd dan gedaan voor de ouders en jongeren. “Ik probeer wel eens Nederlands te praten thuis. Op school moet je alleen al zo je best doen op de taal, dat het soms ook wel eens fijn is om thuis je eigen taal te

kunnen spreken. Onze ouders leren de taal echt via regels. Ze denken na over elke zin en willen alles opzoeken op Google translate. Wij doen het meer zonder nadenken.”

“De combinatie met het sociale aspect is de beste conditie waarin je een taal leert” NEDERLANDS LEREN BUITEN SCHOOL

Er komt vaak naar voren dat je de Nederlandse taal, naast school, ook goed leert door sociale contacten. Ook Paula Fikkert bevestigt dit. “Er zijn natuurlijk wel heel veel apps maar dat is iets wat we niet wilden stimuleren. Dat ze in hun eentje achter een computerscherm zitten. De combinatie met het sociale aspect, dat is de beste conditie waarin je een taal leert.”

19

Volgens Paula Fikkert, hoogleraar taalverwerving en fonologie van de Radboud Universiteit, is het belangrijk dat ouders zich thuis vooral comfortabel voelen in het bijzijn van hun kinderen. “Vaak wordt er door de politiek gestimuleerd om als ouders meteen Nederlands te spreken met hun kinderen. Eigenlijk is dit niet een goed advies. Ze moeten wel genoeg input in het Nederlands krijgen om mee te kunnen draaien in de samenleving, maar het is beter dat die ouders zich goed

kaar te oefenen vindt Jan Gabe Boonstra. “We proberen wel te stimuleren dat de kinderen af en toe met hun ouders Nederlands spreken thuis. Dat is niet alleen goed voor de leerlingen maar ook voor ouders die bezig zijn met de inburgeringscursus. Het leuke is dat je elkaar kunt helpen en van elkaar kunt leren. Als er een spreekavond is voor ouders dan zeg ik; “Ga afspreken dat je elke dag een uur Nederlands spreekt met je kinderen, bijvoorbeeld alleen tijdens het eten.” De ouders doen natuurlijk voor het Nederlands een heel ander programma dan dat de kinderen op school leren. Toch kunnen ze het daar samen over hebben, wat erg leuk is.”


Je hebt ook kinderen die van een privéschool komen, die spreken al vloeiend Engels én hun eigen taal vloeiend. Die snappen ook hoe een taal in elkaar zit. Vergeleken met een analfabetische leerling is dat een groot verschil.”

20

ANDER NIVEAU

“Het is altijd goed, en dat zeg ik ook altijd tegen ouders, om hun kind op te geven voor sport of muzieklessen. Ze moeten het natuurlijk wel leuk vinden, het moet niet geforceerd zijn. Heel veel jongens zitten op voetbal. Daar leer je de hele tijd één op één Nederlands. Daar hoor je het de hele tijd en moeten ze ook antwoord geven. Een baantje zoeken als ze wat ouder zijn, is ook altijd goed.” Dat baantje vinden German, Yamama, Romina, Sabin en Amjad ook erg belangrijk voor hun Nederlands. “We merken dat zoiets heel goed werkt voor het verbeteren van onze taal. Daarnaast proberen we via films, boeken en televisie de taal te leren, maar om eerlijk te zijn doen we dat niet zo veel thuis.”

EERSTE TAAL

“Het is ook bepalend hoeveel je in je eerste taal al weet. Dat is natuurlijk het grootste verschil tussen eerste- en tweedetaalver-

werving. Of er al een eerste taal is aangeleerd. Die eerste taal die je hebt aangeleerd maakt het enerzijds makkelijker om structuur te zien. Het maakt het makkelijker om woorden te leren. Maar het is soms ook lastiger omdat die eerste taal soms ook in de weg kan zitten. Die kan gunstig werken en die kan negatieve consequenties hebben”, vertelt Paula Fikkert. Jan Gabe Boonstra: “Voor sommigen is het nog wel goed om na die twee jaar het onderwijs op de ISK voort te kunnen zetten. Je hebt heel veel verschillende mensen. Je hebt leerlingen die in hun eigen land nooit naar school zijn geweest en ook het Nederlandse schrift niet beheersen. Die moeten nog helemaal leren schrijven. Die zijn dan ook veel langer bezig om dat onder de knie te krijgen dan iemand die uit een Europees geletterd land komt. Dat is wat het werk zo leuk maakt; je hebt ontzettend veel verschillen.

De ex-leerlingen van de ISK hebben in hun eigen land ook al onderwijs gevolgd. Toch moeten ze in Nederland op een ander niveau instromen. German vertelt: “Ik deed in Rusland Gymnasium. Toen ik hier in Nederland bij de ISK terecht kwam was het niveau eigenlijk te laag voor mij, ik was heel anders gewend. Ik wilde na de ISK doorstromen naar het vwo, dit was alleen niet mogelijk. Daardoor hebt ik eerst havo gedaan en zit ik nu in vwo 6. Dat vond ik best wel frustrerend.” Anderen knikken begrijpend en beginnen druk door elkaar te praten. Zij herkennen dit verhaal, ook van hun ouders. “Mijn moeder was al twintig jaar docente in ons land, maar hier in Nederland moet ze weer een opleiding volgen. In plaats van dat ze lesgeeft is ze nu zelf weer de leerling”, zegt Romina. Na het gesprek wordt er in het Nederlands afscheid genomen en verlaten German, Yamama, Romina, Sabin en Amjad een voor een het klaslokaal. Ze gaan terug naar huis, iets waar de talen voor iedereen anders zijn en zullen blijven.


Rotterdam Een stad vol met diversiteit 21

Fotoreportage door Tim Waterink


“Rotterdam is geen illusie, door de camera gewekt Rotterdam is niet te filmen,

22

Rotterdam is veels te éch” - Jules Deelder


“Ik wilde blond zijn met blauwe ogen, maar mama zei: Winne je bent zwart en de wereld die is hard Ik wil minimaal een 8 Nu schijn ik feller dan de zon, maar met de kleur van de nacht� 23

- Winne


24


v

010 een mix van vele culturen naast elkaar gelegen een Noord-Afrikaanse burgemeester een voetbalclub met ’n enorm leger

de stad is het doek de mens het penseel ik hou van vele kleuren van kleuren heb ik nooit te veel - Tim Waterink

25

veel rumoer in de straten mensen die met een accent praten iedereen die recht voor z’n raap is arbeiders vroeg op in de havens


Asina vertelt haar heftige verhaal op een bijna luchtige manier. Ze wordt niet emotioneel, ze is gehard door alles wat ze heeft meegemaakt. Toch is ze ook heel open over hoe zij haar jonge jaren heeft overleefd.

26

“In Oeganda moesten we alsnog de hele tijd rennen, rennen, rennen”

BIO Naam: Asina Kikandu Leeftijd: 20 Nationaliteit: Congalees Woonplaats: Epe

Een nieuw thuis na zes maanden TEKST & FOTO’S RACHEL VIETH Asina stroopt haar mouw op en laat een arm zien met brandwonden. Ze woont nu dan wel veilig in het Gelderse Epe, maar ze is getekend door haar verleden. “Een keer werd ik, toen ik zeven of acht jaar was, met mijn moeder meegenomen. Mijn broertje was naar een verjaardagsfeestje,

hij was daar niet bij. Er kwamen mensen die ons meenamen en tegen ons waren. Mijn moeder werd toen verkracht. En bij mij gooiden ze kokendheet water over de linkerkant van mijn lichaam. Daar komen de littekens vandaan die ik nog steeds heb. Dat was de reden dat mijn vader vond dat we weg moesten.”

“Ik ben geboren in Kongo, ongeveer twintig jaar geleden. We leefden met onze famile. Wie in een stam. Mijn vader vertelde mij dat er tribalisme was binnen de stam. Dat betekent dat mensen liever geen contact zoekt met mensen die bij een andere stam horen. Toen mijn opa overleed zou mijn vader hem opvolgen en koning worden van een gebied daar. Maar toen hij trouwde met mijn moeder, zorgde dit voor problemen. Zij was niet van dezelfde stam als mijn vader. Zijn familie vond dat niet leuk. Ze wilden niet dat mijn vader de kroon zou krijgen. Dat was de reden dat ons gezin in gevaar kwam en uiteindelijk ook moest vluchten. Meer heeft mijn vader hier eigenlijk niet over verteld, ik weet er niet veel van.”

VLUCHT NAAR OEGANDA “Mijn vader betaalde een vriend die kon ons helpen ontsnappen uit Kongo. Vanuit Kongo zijn we verder gevlucht naar Oeganda. In Oeganda kregen we speciale bescherming, dat betekende dat we de politie konden inschakelen wanneer dit nodig was. Het bleek hier echter ook niet veilig genoeg, het was nog te dichtbij Kongo en de mensen daar waren bang dat mijn vader terug zou keren om alsnog koning te worden. Daarom volgden ze ons en wilden ze ons vermoorden. In Oeganda moesten we dus alsnog de hele tijd


rennen, rennen, rennen. Steeds naar andere plekken en gebieden in het land. We pakten onze spullen en vertrokken weer naar een andere plek waar we hoopten dat het veiliger zou worden. Het laatste huis waar we in woonden was erg gevaarlijk, het stond in een krottenwijk. ’s Nachts waren we vaak wakker. Wanneer het regende zagen en voelden we hoe het water ons huis binnenkwam. Het werd steeds meer waardoor slapen onmogelijk werd. “Toen ik in Oeganda woonde probeerde ik me in te zetten als vrijwilligster. Met mensen die hiv-positief waren vormden we een dansgroep. We deden dan een dansvoorstelling samen. Met die voorstellingen probeerden we geld op te halen dat we gaven aan mensen die zorgden voor medicatie tegen hiv. Die medicatie was voor kinderen die geen ouders meer hadden en leefden in een weeshuis.

Asina heeft een andere procedure gehad dan de meeste asielzoekers die in Nederland komen. Ze kwam met haar vader, moeder en broertje niet in een asielzoekerscentrum terecht, maar mocht meteen in een huis wonen. Dit komt doordat de check die gedaan wordt in een AZC bij haar al in het land van herkomst is gedaan. “Na ongeveer 12 jaar in Oeganda gewoond te hebben kwamen er rond november 2018 mensen van COA naar Oeganda om met ons te spreken. We vertelden ons verhaal en ze wilden ons helpen met een eventuele vlucht naar Nederland.

“Nederland is echt mijn thuis” men kregen we via COA een huis in Epe. We kwamen niet terecht in een asielzoekerscentrum. In Oeganda hadden ze al een check gedaan. Daar gingen ze kijken of ons land ‘onveilig’ genoeg was om in Nederland te mogen wonen. Daarnaast krijgen we een bepaald bedrag waarmee we hier kunnen overleven. Nu ik werk, kom ik niet meer in aanmerking voor dat bedrag. Het salaris dat ik krijg geef ik aan mijn ouders voor ons gezin. Ik ga naar een school in Apeldoorn waar ik Nederlands leer. Je hebt verschillende niveaus. We zitten in een klas met allerlei verschillende en ook veel verschillende afkomsten. Daardoor hoor je veel verschillende verhalen.”

CONTACT “We hebben hier in Epe contact met een Nederlands gezin. Dit wordt geregeld door stichting Present. We hebben een keer in de twee weken een contactmoment met hen. We hebben bijvoorbeeld laatst met hen gegeten. Zo leren we hier de omgeving en de mensen beter kennen. Naast dat ik de Nederlandse taal leer in Apeldoorn, zing ik ook bij een multicultureel koor, daar leer ik ook andere mensen kennen en zingen we samen.” Het is hier fijn in Nederland: het is

een veel veiliger land en er heerst vrede. Ik had een verwachting, want ze vertellen je van tevoren veel over het land en die verwachting is uitgekomen. Maar toch laat je daar veel achter, ik mis mijn vriendinnen nog steeds. Familie hebben we niet meer. Gelukkig hebben nog wel contact met vrienden in Oeganda, maar het voelt natuurlijk wel heel anders omdat ze zo ver weg zijn.” Asina en haar familie hebben ook plannen voor hun toekomst hier in Nederland. Terwijl de vader van Asina in Kongo nog in aanmerking kwam voor de kroon heeft hij hier een hele andere toekomstvisie. “De Nederlandse taal wil ik goed kunnen spreken. Daar wil ik me het eerste jaar hier in Nederland vooral op richten. Daarna zou ik graag, als ik de taal beheers, Social Work willen studeren. Ik werk nu bij een restaurant waar ik de afwas doe, het liefst zou ik meer met mensen kunnen praten. Mijn vader zou graag zijn rijbewijs willen halen om uiteindelijk chauffeur te worden. Ik zie mijn toekomst hier in Nederland. Het is echt mijn thuis.”

27

“Het salaris dat ik krijg geef ik aan mijn ouders voor ons gezin”

In januari kwamen ze terug om allerlei dingen over Nederland te vertellen; hoe was de cultuur, wat zijn mensen gewend en wat bijvoorbeeld het weer is. We waren blij dat we konden vertrekken om in een veiliger land te kunnen leven. In juni zijn we vertrokken en kwamen we terecht in Epe.” “Toen we hier in Nederland kwa-


Koning Willem Alexander is een tweede generatie immigrant, want zijn vader Claus was Duits

Gemiddeld heeft per gemeente 15% van de inwoners een migratieachtergrond

Koningin Maxima valt officieel onder de gezinsmigratie

46,3% van de personen met

een migratieachtergrond is in Nederland geboren Bijna de helft van de migranten

in Nederland komt uit Europa

28

In de gemeente Vaals, Limburg heeft 51% van de bewoners een migratieachtergrond; de meeste migranten komen uit Duitsland

Cijfers In Nederland zijn er meer Duitse dan Poolse Op Urk en in Staphorst woont het migranten kleinste aantal mensen met een migratieachtergrond, namelijk 5%

Er zijn in totaal meer Duitse dan Poolse migranten in Nederland, maar in 2019 waren de meeste migranten Pools Den Haag heeft het grootste aantal inwoners met een migratieachtergrond, met een gemiddelde van 54,6% Aan het einde van 2019 had bijna 25% van de Nederlandse bevolking een migratieachtergrond

Aan het begin van 2019 had iets meer dan 23% van de bevolking een migratieachtergrond


Beginnen 29

Als je als vluchteling naar Nederland komt, begin je opnieuw


The American dream op z’n Nederlands

TEKST & FOTO’S JESSE NIJMEIJER

Besim Zenuni vluchtte op twintig jarige leeftijd naar Nederland vanuit Kosovo voor de oorlog in Joegoslavië. De dienstplicht drukte op zijn schouders dus moest hij weg, hij had geen tijd om fatsoenlijk gedag te zeggen: “We hadden maar één week de tijd. Ik vond het heel erg, ja echt heel erg.” Nu is Besim 48 jaar oud en is hij een eigen schildersbedrijf gestart. Hoe is het voor hem om te vluchten uit zijn vaderland en een nieuw leven op te bouwen in Nederland?

30

EEN VEILIG LAND

Besim stond voor een lastige keuze, namelijk: naar welk land kan en wil ik vluchten? “Toen ik op school zat las ik een aantal boekjes over Nederland. Ik had altijd een goed gevoel over Nederland en het staat natuurlijk bekend als een vrij én veilig land. Daarom wist ik één ding zeker: als ik ooit moet vluchten dan ga ik naar Nederland. Dat is gelukt! Ik ben via een lange busreis in Nederland aangekomen.” Besim arriveerde dan wel in Nederland, maar ging een moeilijke periode tegemoet. Samen met zijn vriendin werd hij door heel Nederland gestuurd: “We zaten nog maar twee weken in een Asielzoekerscentum, of we moesten alweer door naar een ander AZC, zo gingen we heen en weer. Ik was enorm onzeker. Uiteindelijk kregen we een verblijfsvergunning en een huis in Hoeksche Waard, een klein dorpje bij Rotterdam, maar dat was pas na twee jaar.” Het was een onzekere periode voor de schilder, een periode die hij nooit meer zou vergeten.

KLUSSEN VOOR DE KOST

Door het verkrijgen van een verblijfsvergunning was in één klap veel stress verdwenen. Besim kon bouwen aan een carrière en aan een nieuw leven in Nederland: “Je kon niks en ik wist niet of ik mocht blijven. Wanneer je dan toch mag blijven doet dat veel met je.” In Kosovo volgde Besim een opleiding tot loodgieter, die hij wegens zijn vlucht nooit heeft kunnen afmaken. In Nederland moest hij dus opnieuw kijken naar welk werk hij kon doen. “Na mijn verblijfsvergunning begon ik te werken in de landbouw. Ik mocht officieel nog niet werken, dit was het enige wat er over bleef. Na anderhalf jaar begon ik te werken voor een makelaar. De makelaar kocht huizen die ik vervolgens op mocht knappen. Ik deed allerlei klusjes, waaronder schilderen.

“Ik had angst dat mijn bedrijf niet goed zou lopen” “De broer van de makelaar had een eigen horecabedrijf waar ik ook terecht kon. Dat zorgde ervoor dat ik zestien uur per dag begon te werken. Overdag voor de makelaar en in de avond waste ik tot laat af in het restaurant van zijn broer. Het was heel druk, maar ik vond het heel erg leuk hoor! Zo kon ik juist de taal leren en ik heb ook heel erg veel GTST gekeken. Dat hielp ook”, zegt Besim lachend. “Dat heeft wel geholpen, maar voor dat ik echtgoed Nederlands kon was ik zeven jaar verder. Dat duurde vrij lang.”

Na een paar jaar klussen, schilderde Besim steeds meer en kreeg hij opdrachten bij veel mensen thuis. Langzamerhand kreeg hij het besef dat hij een eigen bedrijf kon beginnen: “Ik had genoeg klussen, maar ik was bang om te beginnen. Op een of andere manier had ik angst dat mijn bedrijf niet goed zou lopen en daarom zonder werk zou komen te zitten. Ik kon zeven jaar geleden al beginnen. Uiteindelijk was drie jaar geleden toch het moment om de knoop door te hakken. Ondanks veel concurrentie heb ik een goed netwerk met adressen opgebouwd, waar ik altijd terecht kan. Ik heb nu ook een eigen bus met mijn naam erop. Die kon ik vorig jaar kopen, daar ben ik heel erg blij mee.”

GELD OVERMAKEN

Inmiddels woont Besim al 28 jaar in Nederland. Dat is langer dan in Kosovo, ondanks dat heeft hij nog geregeld contact met zijn ouders daar. Zijn familie is ook trots op wat hij heeft heeft neergezet in Nederland: “Mijn ouders vinden het heel erg knap wat ik heb bereikt. Ze zullen nooit zeggen kom terug om te werken in Kosovo, ze weten dat een toekomst daar niet zo zeker is. Ik stuur ik ze regelmatig geld op, alleen met mijn hulp en die van mijn broers en zus kunnen ze goed leven. Ik bel vaak om te vragen of ze geld nodig hebben. Als dat zo is dan maak ik meteen wat geld over. Ze hebben altijd voor mij gezorgd in Kosovo dus ik wil zo graag iets terug doen. Als dit de manier is dan, doe ik dat natuurlijk graag. Daarnaast ga ik nog altijd terug naar mijn ouders in de vakanties. Als dat niet het geval is koop ik


samen met mijn broers en zus vliegtickets voor hen om hierheen te komen.”

HET VERKEERDE PAD

Je zou kunnen zeggen dat zijn leven in Nederland is geslaagd, maar als je het aan Besim vraagt blijft het lang stil: “… Pas als mijn kinderen een goede baan krijgen is mijn leven geslaagd.” Met veel emotie en moeite komt deze zin eruit, want hij maakt zich duidelijk zorgen over zijn twee oudere zoons. “Ik ben echt onzeker, ja die jeugd van tegenwoordig… Stel je voor dat ze op het verkeerde pad komen of ervoor kiezen. Je weet nooit hoe het gaat lopen. De twee oudsten zie ik weinig, ze wonen bij mijn ex-vriendin, dus die zie ik minder dan mijn jonge zoon. Ik hoop later gewoon heel veel liefde terug te krijgen van hun. Verder ben ik heel erg gelukkig en voel ik mij echt thuis, ik heb alles wat ik nodig heK.” 31

“Ik ben een KosovaarseNederlander” Op de vraag of hij nog wil groeien met zijn bedrijf zegt hij volmondig nee: “Ik blijf altijd alleen werken. Ik kan rondkomen en heb geen zin in gedoe door extra werknemers aan te nemen.” Daarnaast hoeft hij ook niet lang na te denken over wat hij nou eigenlijk voelt: “Ik voel mij een Kosovaarse-Nederlander, ik heb hier meer jaren doorgebracht dan daar, dus ik ben net iets meer Nederlander.”

BIO Naam: Besim Zenuni Leeftijd: 48 Nationaliteit: Kosovo Woonplaats: Winterswijk


Een vader op app-afstand TEKST & FOTO’S TOM BOLHUIS

32

“Eerst kwam hij nog wel om de paar maanden terug, maar dat werd steeds minder. En nu is het bijna anderhalf jaar geleden dat ik hem in het echt heb gezien.” Na tien jaar bij zijn gezin in Nederland gewoond te hebben, verblijft de vader van Ahmed Al-Ghafour sinds 2012 weer in Irak. Hij komt weinig naar Nederland en dus moet Ahmed op een andere manier contact houden met zijn vader, bijvoorbeeld via WhatsApp. Ahmed heeft eigenlijk een ‘digitale’ vader. Ahmed is tien als zijn vader vertrekt naar Irak. Het gezin woont dan al tientallen jaren in Nederland. Ooit vluchtte zijn ouders en zus voor de extreem soenitische regering die Ahmeds Sjiitische ouders bedreigde. “Mijn vader vluchtte eerst uit Irak om te kijken of de omstandigheden daar beter waren. Toen mijn moeder en mijn zusje (1) vluchtten, werden ze opgepakt omdat er in de auto anti-regering foto’s gevonden werd. Mijn moeder heeft toen twee jaar in de gevangenis gezeten”, vertelt Ahmed die op dat moment nog niet geboren was. Na de vrijlating besluit het gezin niet te blijven en gaat op de vlucht. Uiteindelijk belanden ze in Nederland, waar Ahmed geboren wordt. In eerste instantie willen ze tijdelijk blijven, maar de ouders van Ahmed besluiten dat het beter is voor hun kinderen om hier op te groeien. Ze hebben hier een betere toekomst. “Maar toen overleed mijn opa in Irak. In 2007

werd mijn vader opeens de leider van de familie, oftewel stamhoofd. In eerste instantie gaf hij de rechten aan zijn broer, maar in 2012 merkte hij dat zijn hulp toch nodig was. Mijn oom was in één klap stamhoofd geworden en kon daar wel wat hulp bij gebruiken. Dus mijn vader ging weer terug naar Irak, hij kon het niet maken om zijn familie in de steek te laten. Het is daar nog steeds niet helemaal veilig, maar wel beter dan toen.”

ZONDER VADER IN NEDERLAND

Sinds het vertrek van zijn vader ontbreekt er een vaderfiguur in zijn leven: “Je vader die je de standaard normen en waarden die iedereen kent aanleert. Ik weet bijvoorbeeld niet zo goed wat een

echte man is. In Nederland is dat, volgens mij, iemand die stil en krachtig is, groot en sterk, bijna Tarzanachtig. Terwijl in Irak het veel meer iemand is die verantwoordelijk is en wijsheid heeft. Ik heb nooit voor mezelf duidelijk gekregen wat ik nou moet zijn. Zeker nu ik ouder en verantwoordelijker word vind ik het lastig. Ik heb nu bijvoorbeeld moeite met relaties. Daarover wordt in beide culturen totaal anders gedacht. In Irak mag je geen fysiek contact hebben voordat je überhaupt getrouwd bent, maar niemand draagt die richtlijn thuis uit.”

‘VOOR 100% GEÏNTEGREERD’

“Zelf vind ik dat ik voor honderd procent ben geïntegreerd in de Nederlandse samenleving, mijn


ouders zijn dat, in mijn ogen, maar voor vijf procent. In het begin creëerden ze ook een mini-community met andere Irakese jongeren. Daar heb ik wel echt zelf uit moeten breken, ik heb de Nederlandse cultuur dan ook vooral geleerd van vrienden en van school. Ik sprak bijna nooit Nederlands thuis, nu nog steeds niet. Ik was vroeger ook een andere Ahmed, bij mijn ouders heel braaf en op school minder braaf. Nu is dat wel anders, ik ben thuis ook meer Nederlands geworden. Ik ben veel te direct, ik merk dat mijn familie dat niet echt accepteert en dat zorgt soms best wel voor problemen. Mijn ouders zien mij dan best wel als een ‘asshole’. Iemand die geen respect heeft voor de familie.”

FAMILIE IN IRAK

“Ik ben een beetje als een damsteen op een schaakbord” hoef op te volgen als stamhoofd. Gelukkig is mijn broer de oudste. Ik zou sowieso een slechte leider zijn. Zoals eerder gezegd ben ik te Nederlands. Waarschijnlijk willen ze mij ook niet als stamhoofd, ik ben te democratisch. Het zou een enorme cultuurclash worden”.

VADER

“Ik was heel erg blij om hem weer te zien toen ik in Irak was, ik mis mijn vader zelf best wel. Ik vind hem een erg toffe man. Van hem kan ik ook heel veel leren, over het geloof maar ook andere wijsheden. Ik vind het thuis soms best wel lastig dat hij er niet is. Het contact is niet altijd even makkelijk. Aan de ene kant omdat de verbindingen slecht zijn, maar aan de andere kant ook omdat er

bij de bespreking van veel dingen ook context nodig is en dat mis je als je elkaar elke dag niet ziet. De ene dag appen we veel en de andere dag minder. Mijn vader is echt meer een digitale vader dan een fysieke vader. Dat betekent ook dat ik negatieve kanten niet meekrijg. Als ik hem na een aantal maanden of jaar weer zie, zie je ook dat hij snel geprikkeld is en dat hij bepaalde onderwerpen niet snel bespreekt.”

DE TOEKOMST

In Nederland kruipt Ahmed ondertussen ook een beetje in de voetsporen van zijn vader, hij wordt docent. “Mijn vader, die ook docent was, heeft mij geïnspireerd, hij is goed in het overbrengen van vaardigheden en kan goed presenteren. Dat heb ik heel erg meegekregen in mijn jeugd. Mijn vader is nog steeds mijn grote voorbeeld, daar kijk ik naar op. Ik realiseerde me later pas dat ik dat ook wil zijn. Ik wil ergens diep van binnen net zo’n voorbeeldfiguur zijn als mijn vader, iemand waar leerlingen tegen op kunnen kijken en waar ze veel van kunnen leren. Die onbeperkte passie voor lesgeven en vooral ook de kinderlijke nieuwsgierigheid. Wanneer ik dat kan opwekken bij mensen, zoals mijn vader dat ook bij mij deed, Dan is mijn levensdoel bereikt.”

BIO

Naam: Ahmed Al-Ghafour Leeftijd: 18 Nationaliteit: Lelystad Woonplaats: Irakees

33

“Deze zomer was ik in Irak en ik merkte daar heel erg dat ik een Nederlander ben geworden in de ogen van mijn familie. In Irak ben ik een beetje als een damsteen op een schaakbord. Het voelt alsof ik er thuishoor, totdat ik met mensen ga praten en de taalbarrière en cultuurbarrière duidelijk worden. Men wil mij wel verwelkomen en is heel aardig, maar van vooral de ouderen merk ik een soort van lichte minachting. Ze kijken me aan alsof ik onbeschaamd en

onbeschoft ben. Zij vinden dat ik te Nederlands ben, te verwesterd. Toch kan ik zeggen dat ik erbij hoor. De jongeren betrekken mij er wel bij, want zij zijn geïnteresseerd in Nederland.” “Ik ben blij dat ik mijn vader niet


COLUMN

De zoektocht naar geluk

34

‘Vol is vol’ en ‘doe de grenzen dicht’, zomaar wat uitspraken die voorbijkomen op sociale media. Veel mensen hebben een duidelijke mening over het onderwerp: migratie. Een nogal omstreden thema dat mensen recht tegenover elkaar zet. De een ziet nog liever vandaag dan morgen de grenzen sluiten, terwijl de ander het liefst iedereen met open armen ontvangt. We hebben het met zijn allen vaak over gelukszoekers. Een gelukszoeker is volgens het woordenboek iemand die zonder vast plan de wereld intrekt om zijn geluk te beproeven. Het woord heeft een negatief randje. We zijn bang dat onze banen in worden gepikt en dat de gelukszoekers onze kansen afpakken. Maar stel jezelf de vraag: is die ene man, die moest vluchten voor de oorlog en alles moest achterlaten een gelukszoeker? Of is het ene meisje dat in haar jonge leven vreselijke dingen heeft gezien en gevlucht is met haar ouders een gelukszoeker? In ons leven zijn we allemaal op zoek naar dingen die ons gelukkig maken. Of dat nou een gloednieuwe auto is of een fijne tijd met familie en vrienden. Maar wat als ál ons geluk in één keer wegvalt, we helemaal niks meer hebben. Houdt onze zoektocht naar geluk dan op? Of blijven we doorzoeken naar een klein lichtpuntje? Een veilig thuis, een warm bed, een hand op onze schouder en een stem die ons vertelt: “Het komt goed, ik zal je helpen.” Laten we wat meer kijken naar de mensen om ons heen. Wat zijn hun verhalen, wat kunnen we van ze leren? Laten we minder bang zijn voor nieuwe dingen en meer naar elkaar luisteren. We kunnen van elkaar leren. Lisa Manche


Een lange, onzekere weg TEKST EN FOTO’S ENGELINE KEIZER “Ik was zeven jaar in afwachting van een verblijfsvergunning en toen moest ik ook nog bijna het land uit”, zegt Margarita Alexandrova. “Dat was gewoon vreselijk. Ik was zeventien en ik was die zomer net geslaagd voor mijn havo. Na de zomervakantie wilde ik rechten gaan studeren. Ineens kreeg ik te horen dat dat niet meer kon. Mijn toekomst stortte in, want ik had al een heel plan uitgestippeld in Nederland.” Margarita Alexandrova vluchtte op haar tiende samen met haar moeder uit Oezbekistan naar Nederland. Eenmaal in Nederland begint voor haar een onzekere periode. Cobie Alkema van Welzijn Lelystad herkent deze onzekerheid bij veel van de vluchtelingen die zij begeleidt: “Zodra de vluchtelingen aankomen in het AZC beginnen ze met een verblijfsvergunningsprocedure.”

Toen Margarita hoorde dat ze het land uit moest, was ze gefrustreerd en verdrietig: “Ik wilde gewoon studeren, dat was ook het enige dat ik kon. Ik mocht namelijk niet werken of reizen. Nu mocht ik ook niet meer studeren, terwijl ik dat wel heel tof vond. Daarnaast stortte mijn hele opgebouwde netwerk in. Ik wilde helemaal geen afscheid nemen van mijn vrienden.” Vrienden van Margarita lieten dit niet zomaar gebeuren zonder tegengas te geven: “Het eerste dat hen binnenschoot was een handtekeningenactie. Ze hebben toen binnen 24 uur meer dan 2000 handtekeningen opgehaald. Dat iedereen zo achter mij stond, was echt bizar.” Na een hoop tegenslagen en onzekerheid kreeg Margarita in 2017 toch een verblijfsvergunning. “Toen ik die verblijfsvergunning kreeg, heb ik intens veel stedentripjes gedaan, want ik dacht: ik ga het nu ook allemaal inhalen.” Ze is nu ook in afwachting van haar paspoort en dan is ze volwaardig Nederlander: “Ik kan bijna niet wachten, na al die rechtszaken, heb ik eindelijk mijn doel bereikt.”

BIO Naam: Margarita Alexandrova

35

Margarita had zelf niet zoveel te maken met de procedure, omdat zij toen nog kind was. “Mijn moeder legde interviews af aan de IND over mijn verhaal. De IND moet dan beslissen of een verblijfsvergunning wordt toegekend. Ons verzoek tot een verblijfsvergunning werd vaak door de IND afgewezen. We hebben ook veel rechtszaken gehad. Maar uiteindelijk is de IND het orgaan dat het laatste woord heeft.”

Leeftijd: 22 Nationaliteit: Oezbekistaans Woonplaats: Kampen

MEER WETEN?

OVER MARGARITA GA NAAR: JOURNALISTIEK.WINDESHEIM.NL/OMTRENT/MAGAZINE


De Welcome App TEKST & FOTO’S TIM WATERINK

De Welcome App is een platform waarbij nieuwkomers, oftewel vluchtelingen, in contact komen met locals, organisaties en bedrijven. Nieuwkomers en locals kunnen elkaar uitnodigen voor een lunch, er kan onderling gechat worden en er worden evenementen gepromoot, allemaal in het teken van integratie. In een notendop: een platform dat de integratie van nieuwkomers in Nederland verbeterd en hen de kans biedt zo snel mogelijk een

36

Naast station Amsterdam Lelylaan staat een oud schoolgebouw dat balanceert op het randje van schimmig en urban. Het is niet alleen een creatieve werkplek voor een aantal ondernemingen, maar de Broedplaats Lely fungeert ook als woning voor statushouders. Op de bovenste verdieping van het pand in Amsterdam kun je Julius Weise vinden, hij is de Founder en CEO van de Welcome App in Nederland.

DOWNLOADEN?

GA NAAR: JOURNALISTIEK.WINDESHEIM.NL/OMTRENT/MAGAZINE

leven op te bouwen in Nederland. Het kantoortje op de bovenste verdieping van het gebouw is gemoedelijk. Een simpel interieur dat bestaat uit een aantal bureaus en wat planten die uit het plafond hangen. Een werkvloer waar jonge mensen achter hun lapot bezig zijn. Julius is ondertussen druk bezig met zijn vaste ochtendroutine: “Ik zet ff een bakkie en dan gaan we in de nis zitten, daar is het rustig.”


VLUCHTELINGEN ALS VRIENDEN

Vanuit een oude woonkamer stoel, met een grote mok zwarte koffie, vertelt Julius dat hij antropologie heeft gestudeerd. Zijn uitwisselingsperiode in Italië heeft hem aan het denken gezet: “In Italië ontmoette ik veel West-Afrikaanse jongens waarmee ik het goed kon vinden. Langzamerhand werden dat mijn vrienden en vertelde zij over hun leven. Ik kwam erachter dat zij allemaal vluchteling waren”. Volgens Julius ging dit niet van de één op de andere dag. De West-Afrikaanse vluchtelingen waren wantrouwend en toen hij eenmaal hun vertrouwen had gewonnen, kwamen de heftige verhalen boven tafel. “De reis naar Italië ging voor hen niet zonder slag of stoot. Veel vluchtelingen moesten geld verstoppen in jassen of waren meerdere keren bedreigd door kind soldaten”.

Er zijn heel veel vluchtelingen vanuit Afrika in Italië en het integratiebeleid is niet te vergelijken met dat van Nederland. Julius vertelt dat vrienden van hem in tenten woonde en het vaak met één bord pasta per dag moesten doen. “Er gebeurt gewoon niks in Italië, het is voor hen gewoon uitzichtloos. Het is heel schrijnend om te zien, maar wat de grote inspiratie was is dat zij altijd positief waren. Lachen, grapjes maken en voetballen. Dat bracht mij in de war.” Julius vroeg zich af hoe dit kon: “Ik zit hier in Nederland, in een warm huis met alle mogelijkheden van dien. Ik heb struggles waar ik mij druk om kan maken, die niet te vergelijken zijn met de situatie daar. Het contrast verschil is zo ontzettend groot.”

“Hun toekomst is ronduit uitzichtloos, maar ze bleven altijd krachtig” ONLINE

“Vaak komen mannen als eerste naar Nederland. Je ziet dan dat ze vaak alleen hun paspoort en telefoon meenemen. Natuurlijk bereiken we niet iedereen, maar wel een grote groep.” Het idee is overgekomen vanuit Zweden, waar Julius ook mee samenwerkt. “We zijn nu bezig met een transitie. Eerst lag de focus op het een-op-een afspreken, dat blijft nog wel een optie, maar we willen meer richting een platform. Een platform voor alle initiatieven rondom integratie.” De transitie kan vergeleken worden met een overgang van Tinder, waarin mensen elkaar ontmoeten naar bol.com, een platform voor meerdere aanbieders. De Welcome App is over de achtduizend keer gedownload, waarvan de helft nieuwkomers zijn en de andere helft locals. “In februari lanceren wij de nieuwe app, waarin wij dus een platform vormen voor aanbieders, evenementen en bijvoorbeeld sportverenigingen. Wij verwachten dan nog meer te groeien en dus een grotere groep te bereiken.” De Welcome App draagt bij aan een betere integratie voor duizende nieuwkomers.

37

“ Ik kwam erachter dat zij allemaal vluchteling waren”

“Ook al heb je het zo slecht en ‘n totaal uitzichtloze toekomst voor je, je kan altijd positief blijven en krachtig zijn”, dat is waar Julius zijn inspiratie uit haalde en tot het idee van de Welcome App te kwam. Nadat Julius zijn collega gelukkig nieuwjaar heeft gewenst, vertelt hij waarom de keuze is gemaakt om online te werk te gaan.


38

Integratie het is vallen en opstaan geven, nemen, kijken, gaan samen in het leven staan een nieuwe weg in slaan zien waar we zijn heengegaan met een gemeenschappelijk plan eraan gaan staan wanneer jij gaat, ga ik ik stop een ogenblik vang jouw blik spontaan naar boven opgericht samen kijkend naar wat is ontstaan jij en ik, voldaan, een prachtig samengaan - Engeline Keizer


COLUMN

Integreren doe je samen Om goed te kunnen meedraaien in de Nederlandse samenleving is er enige vorm van integratie nodig. Maar over de verantwoordelijkheid van integratie is nog steeds verdeeldheid. Autochtonen wijzen naar ‘de luie buitenlanders’, zij moeten het zelf regelen. Iedereen met een afwijkend kleurtje of een hoofddoekje is automatisch nog niet goed geïntegreerd.

Wij autochtone Nederlanders kiezen wanneer iemand bij ons hoort. Wanneer het ons uitkomt zijn ze Nederlands, anders blijven het ‘die buitenlanders’. Ruud Gullit, Marco Borsato en zelfs Geert Wilders zijn officieel tweede generatie immigranten. Ja, dé Geert Wilders, die de migratiestroom wilt blokkeren en allochtonen wil beperken, is gewoon zelf een allochtoon. Zijn moeder is namelijk nog in Nederlands-Indië geboren, maar zien wij hem als buitenlander? Nee, want hij is één van die buitenlanders die we er selectief hebben uitgepikt. Hij mag wel worden gezien als volwaardig Nederlander. Aan hem wordt niet gevraagd waar hij nou echt vandaan komt en of hij wel Nederlands spreekt. Integratie gaat niet alleen over het meedraaien in de maatschappij, maar ook over dat de maatschappij je accepteert om wie je bent. Surinamers en Turken hebben echt niet alleen in het Nederlands elftal een belangrijke waarde. Sta meer open voor elkaar. Iedereen is namelijk verantwoordelijk, want integreren doe je niet alleen. Nina van de Noort

39

Maar de tweede generatie immigranten is het daar niet mee eens. Ze vinden namelijk niet dat zij moeten integreren, ze zijn nota bene in Nederland geboren. Waarom zou een iemand zich nog moeten aanpassen aan het land waar hij vandaan komt? “Nee, maar waar kom je nou écht vandaan?” “Oh wat spreek je goed Nederlands!” Ik zou zelf ook helemaal gek worden als deze vragen telkens om mijn oren krijg. Al helemaal als ik me gewoon Nederlander voel.


Van Oost-Duitsland naar Nederland TEKST & FOTO’S LISA MANCHE

40

Mensen komen op verschillende manieren in Nederland terecht. De een moet vluchten voor oorlog en de ander maakt een bewuste keuze om in Nederland te gaan wonen. Evelyn Woldendorp is opgegroeid in de DDR. Na de val van het IJzeren Gordijn is zij met een uitwisselingsproject naar Nederland gekomen en heeft ze ervoor gekozen om te blijven. We zitten aan de keukentafel in het huis waar Evelyn met haar drie kinderen woont. Ze begint te vertellen over haar jeugd in de DDR. “In 1974 ben ik geboren in een klein dorpje in Oost-Duitsland, achter het IJzeren Gordijn. Eigenlijk heb ik daar een best wel een fijne kindertijd gehad. Je hoort vaak dat mensen zeggen dat we veel dingen niet hadden. Zelf kan ik mij dit niet zo herinneren, je weet natuurlijk niet wat je mist als je het niet hebt. We leden zeker geen honger. Natuurlijk konden we niet naar het Westen reizen en we konden ook niet elk jaar op vakantie, maar we hadden het verder best wel goed daar.”

UITWISSELING NAAR NEDERLAND

Twee jaar na de val van de muur kon Evelyn met een uitwisselingsproject een jaar naar het buitenland om daar naar school te gaan en te leven in een gastgezin. “Een vriendin van mij ging naar Argentinië, maar dat was voor mij te ver en te duur. Daarom heb ik het binnen Europa gehouden en mijn keuze viel op Nederland. In Nederland heb ik eerst een tijd in Laren gewoond, in het Gooi. Op zich heb ik het daar best wel leuk gehad, maar het was een heel groot verschil met thuis. Ik weet nog dat die gastvader schoenen kocht voor 300 gulden. Dit was heel raar voor mij, omdat ik niet gewend was om zoveel geld uit te geven. Dat kende ik gewoon niet. Op een gegeven moment liep het toch een beetje vast in Laren en ben

ik overgeplaatst naar een gastgezin in Amersfoort. Zij hadden al drie kinderen, waarvan twee meiden nog thuis woonden. Ik kreeg er dus eigenlijk twee “zusjes” bij. Zij namen mij mee naar vrienden en lieten mij veel zien. In dit gezin heb ik nog een half jaar gewoond.”

“Mijn gastvader kocht schoenen voor 300 gulden, dat was heel raar voor mij” “Ik weet nog dat mijn klasgenoten vaak in het Engels tegen mij begonnen te praten. Op een gegeven moment heb ik tegen ze gezegd dat ze maar gewoon Nederlands moesten praten, want zo kon ik de taal veel sneller leren. Een van mijn allereerste zinnen die ik leerde was “wilt u nog een kopje koffie?”, Ik heb deze zin minutenlang in gedachten genomen, maar het was voor mij erg moeilijk om de drempel over te gaan en de zin daadwerkelijk te zeggen. De taal was dus nog best wel lastig om te leren, maar tegenwoordig droom en denk ik gewoon in het Nederlands.”

TERUG NAAR NEDERLAND

“Tijdens mijn uitwisselingsjaar ben ik verliefd geworden. Ik vond het al een mooi land en dacht al wel dat ik ooit weer terug zou komen, bijvoorbeeld voor een studie. Eerst moest ik natuurlijk weer een jaar terug om examen te doen in Duitsland. Mijn vriend woonde in Nederland en daarom wou ik erg graag terugkomen. Hij kon dingen voor mij regelen, zoals een kamer en alle andere belangrijke dingen. In 1993 ben in voorgoed naar Nederland gekomen. Het was voor mij wel dubbel om uit Duitsland te vertrekken. Ik had een enorm sterke band met mijn opa en oma en de rest van mijn familie, die zou ik dan moeten missen. In die tijd hadden zij nog geen telefoon en ook geen auto, dus even snel contact opnemen kon niet.”


“Toen ik terug kwam zag ik dat er veel dingen waren veranderd in mijn dorp. Reclame op straat bijvoorbeeld, dat was ik totaal niet gewend. Een bedrijf waar veel mensen werkten was gesloten en bussen reden op een andere manier. Deze cultuurshock was bijna nog groter dan toen ik voor het eerst van Duitsland naar Nederland ging. Mijn dorp voelde al niet meer helemaal als mijn thuis en hierdoor werd de stap om voorgoed naar Nederland te vertrekken minder lastig.”

NATURALISATIE

BIO Leeftijd: 45 Nationaliteit: Duits (DDR) Woonplaats: Lelystad

“Mijn dorp voelde niet meer helemaal als mijn thuis” Evelyn voelt zich meer een Nederlandse dan een Duitse. “Ik woon inmiddels langer hier dan dat ik in Duitsland gewoond heb. Het is eigenlijk ook raar; ik ben opgegroeid in een land dat niet meer bestaat. Maar nu is mijn leven hier, in Nederland.”

41

Naam: Evelyn Woldendorp

“Toen ik eenmaal in Nederland kwam wonen kreeg ik een verblijfsvergunning die ik jaarlijks moest verlengen. Je moet dan aantonen dat je de Nederlandse staat niet tot last bent en dat je goed voor jezelf kan zorgen. In 1996 ben ik getrouwd, maar ik moest nog steeds elk jaar mijn verblijfsvergunning verlengen. Ik was daar op een gegeven moment wel klaar mee. Ik wilde niet meer terug naar Duitsland, mijn leven was nu hier in Nederland. Natuurlijk zijn er momenten dat ik graag bij mijn familie wil zijn, maar ik zou niet voorgoed terugwillen naar Duitsland. Daarom heb ik gekozen voor naturalisatie en raakte ik mijn Duitse nationaliteit kwijt. Dit komt doordat Duitsland geen dubbele nationaliteit accepteert. Ik heb er goed over na moeten denken, want ik heb een fijne jeugd gehad in Duitsland, maar mijn thuis is hier, in Nederland. Hier speelt mijn hele sociale leven zich af.” Evelyn heeft bewust gezocht naar contacten in Nederland. “Ik ben naar een muziekclubje gegaan en heb hier vrijwilligerswerk gezocht. Op deze manier leerde ik veel mensen kennen en heb ik een netwerk opgebouwd.”


42

Speciale medewerking:

Nuchter.

Beate Vieth Foto’s colofon

Nadenkend.

Marit Manche Illustratie van de wereld

Nuance. journalistiekwindesheim.nl/omtrent/magazine


Rachel Vieth Vormgeving

C O L O F O N

Lisa Manche Eindredactie

Tom Bolhuis Hoofdredacteur

43

Jesse Nijmeijer Vormgeving

Engeline Keizer Eindredactie

Tim Waterink Admin

O M T R E N T

Nina van de Noort Admin


O

44

MTRENT

DISCLAIMER Deze productie is gemaakt door studenten van de opleiding Journalistiek van Hogeschool Windesheim. Ondanks de constante zorg en aandacht die we besteden aan de samenstelling van dit product, kan de opleiding Journalistiek niet instaan voor de volledigheid, juistheid of voortdurende activiteit van de gegevens en de inhoud hiervan. Mocht u feitelijke onjuistheden tegenkomen, dan stellen wij een reactie erg op prijs via journalistiek@windesheim.nl. De inhoud van deze productie kan zonder vooraankondiging wijzigen. Aan de inhoud hiervan kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Op de inhoud van dit platform rust auteursrecht. Het is niet toegestaan de auteursrechtelijk beschermde werken of andere informatie openbaar te maken of te verveelvoudigen zonder toestemming van de opleiding Journalistiek.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.