KIJKEN WAT MENSEN WEL KUNNEN Bij de Eetkamer
ZORG OP EEN EILAND Op Terschelling is iedereen rijk
BEGELEIDING EN RECREATIE Komen samen op De Roek
KIJK OP DE PRAKTIJK Hoofdredacteur Sander Dekker Eindredactie Charise Bakker Mandy Hendriks Opmaak Anne-Ruth Tuasela Marijn Helms Redactie Arjen Bloem DaniĂŤlle Tigchelaar Jestin Polman Vind ons online Op Instagram @0nbegrensd en op Facebook
Voor je ligt de eenmalige uitgave van Onbegrensd. Acht studenten die de koppen bij elkaar hebben gestoken om de gehandicaptenzorg in een vernieuwend licht te zetten en onderwerpen aan te pakken die nog niet of niet genoeg zijn aangepakt. We liepen mee bij zorginstellingen, leefden allemaal een dag met een handicap en spraken met studenten uit de zorg. Alles om voor jou reportages vanuit alle windstreken te maken, interviews te houden met spraakmakende personen, en de leukste socials te verzamelen. We zijn de medewerkers en begeleiders nog meer gaan waarderen en hebben bijzondere mensen ontmoet die we niet snel zullen vergeten. Met veel trots en plezier presenteren we dit magazine.
inhoud 14
20
18 8 4 6 9
Van regulier
naar speciaal onderwijs
Creatieve dagbesteding bij het Jans Pakhuys
Paralympics
een Nederlands succes
26
Iedere dag is anders
28
Lesbisch en beperkt
30 31 36 38
Naar het buitenland
bij Maatwurk
hoe is dat?
om beter te worden
De enige werknemer met een beperking
Schaken zonder zicht
opent je ogen
Rolstoelbasketbal op Windesheim
OM GEHANDICAPTEN? 10 LACHEN Moet kunnen!
14 ‘LAAT ME ALSJEBLIEFT NIET IN DE STEEK’
De partner van Cornelia lijdt aan Alzheimer
EETKAMER IN BEELD 16 DE Om je vingers bij af te likken! ROEK VERKLEINT DE KLOOF 20 DE Waar recreatie en zorg samenkomen & CHILL 25 NETFLIX Films en series op Netflix over mensen met een beperking OP TERSCHELLING 32 ZORG Twee verhalen over zorginstellingen op het eiland
DISCLAIMER Deze productie is gemaakt door studenten van de opleiding Journalistiek aan Hogeschool Windesheim. Ondanks de constante zorg en aandacht die we besteden aan de samenstelling van dit product, kan de opleiding journalistiek niet instaan voor de volledigheid, juistheid of voortdurende actualiteit van de gegevens en de inhoud hiervan. Mocht u feitelijke onjuistheden tegenkomen dan stellen wij een reactie erg op prijs via info@ windesheim.nl. De inhoud van deze productie kan zonder vooraankondiging wijzigen. Aan de inhoud hiervan kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Op de inhoud van dit platform rust auteursrecht. Het is niet toegestaan de auteursrechtelijk beschermde werken of andere informatie openbaar te maken of te verveelvoudigen zonder toestemming van de opleiding Journalistiek.
INTERVIEW
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 4
INTERVIEW
“EEN KIND ZIEN OPBLOEIEN IS HET MOOISTE WAT ER IS” Liefst zeven jaar werkt Gretha Lap (47) in het speciaal basisonderwijs. Na een carrière in het kleuteronderwijs van de basisschool, besloot ze een lang gekoesterde droom na te jagen: werken in het speciaal basisonderwijs. Op een zonnige winterdag, die als nazomerdag had kunnen worden bestempeld, komt Gretha aangelopen met een brede glimlach op haar gezicht. Haar blond gekrulde lokken zijn een markante verschijning in het grauwe gebouw van de Aquamarijn. Foto’s en tekst door Arjen Bloem
Wat heeft je er toe gezet van primair naar speciaal basisonderwijs te gaan?
Waardoor raak je geïnspireerd?
Welk verschil merkte je met name op?
Herken jij je erin dat er snel labels op een kind worden geplakt als hij/zij ergens moeite mee heeft?
“Ik had altijd al op de basisschool de drang naar het helpen van kinderen met een beperking. Op een gegeven moment heb ik de keus gemaakt een opleiding te volgen over in ontwikkeling bedreigde kleuters. Dat vond ik zo leuk, dat ik zeker wist dat ik in het speciaal basisonderwijs wilde werken.” “Binnen het speciaal basisonderwijs heb je veel meer mogelijkheden. Naast dat er meer expertise en kennis is over kinderen, zijn er ook veel kansen om door te groeien. Sinds een jaar ben ik werkzaam bij het expertisecentrum van de Aquamarijn als ambulant begeleider en onderwijsconsulente Jonge Kind. Ik ga op aanvraag langs op basisscholen in de buurt. Als ze vastlopen met het onderwijsaanbod voor jonge kinderen kan ik waar nodig ondersteunen. Daarnaast ben ik ook veel aan het werk voor het Behandel Expertise Centrum (BEC) voor de hele jonge kinderen. Daar geef ik advies voor verwijzing naar passend onderwijs.’’
Wat is de grootste uitdaging binnen je werk?
“Vooral de kinderen het juiste geven wat ze nodig hebben. Ze komen natuurlijk allemaal binnen met problemen. Naast taal- en rekenproblemen heeft deze school ook veel kinderen met autisme. Sinds twee jaar zijn we een ‘Geef me de 5’-school. Deze methodiek van Colette de Bruin is speciaal ontwikkeld voor kinderen met autisme, waardoor ieder kind onderwijs op maat kan krijgen. Niet alleen de autistische kinderen, maar alle kinderen hebben hier profijt van in het leren en dat zie je echt terug.”
“Geen jaar is hetzelfde; elk jaar komen er nieuwe kinderen bij met elk hun eigen verhaal. Op deze school wordt basisonderwijs geleverd met de ondersteuning die veel kinderen met problemen nodig hebben. Als een kind bijvoorbeeld last heeft van faalangst en vervolgens over die drempel heen wordt geholpen, geeft dat echt voldoening.”
“Ik heb het gevoel dat het iets minder wordt. Het is vaak wel zo dat wanneer een kind in aanmerking komt voor extra ondersteuning, het hier met een label eerder recht op heeft. Ik kijk per kind naar de ondersteuning- en onderwijsbehoeften, want elk kind is verschillend.”
Hoe kijk jij als docent naar een serie als Luizenmoeder?
“Naast het overdrijven van kenmerkende voorbeelden, is de achterliggende boodschap heel herkenbaar. Vorige week had ik rapportgesprekken en toen kwam er een moeder die direct refereerde naar een scene uit de serie. Dat vond ik erg grappig. Gelukkig loopt er geen Anton of Juf Ank rond op de Aquamarijn!”
Is er een verband tussen je werk en je idealen?
“Lastige vraag, Mijn missie is om de kinderen hun schoolperiode goed te laten doorlopen en dat ze vooral ook daarna ook goed in de maatschappij terecht komen. Mijn ideaal is dat ook: om ze goed in de maatschappij te krijgen, met twee benen op de grond. Een kind zien opbloeien is het mooiste wat er is.”
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 5
REPORTAGE
NIET BEPERKT, MAAR VERRIJKT “Zo zie je dat mensen met een verrijking best veel kunnen”, stelt Manuel (foto), een van de kunstenaars die in de dagbesteding van het Jans Pakhuys werkt. Om hem heen staan verschillende kunstwerken, alle totaal verschillend. Er is voor ieder wat wils, voor ieder de ruimte om te maken wat ze willen.
H
Foto’s en tekst door Marijn Helms
et Jans Pakhuys is een plek waar kunst en dagbesteding samenkomen. Er wordt hier niet simpelweg geknutseld, maar er worden hier daadwerkelijk dingen gecreëerd om emoties te uiten en je artistieke kant te laten zien. Er heerst een sfeer van concentratie en creativiteit en er is ruimte voor alle soorten kunst en voor de ontwikkeling van nieuwe kunstvormen, zoals digitale vormen.
dieping. Onder hen is nog een atelier, waar even hard wordt gewerkt aan verscheidene kunstwerken. Puntjes van de tong worden uitgestoken en een van de luidste geluiden is die van het geknars van een kwast op papier. Renee vindt de kalme sfeer prettig, “Dat we een rustige groep hebben, vind ik fijn.” Samen met Diana – zijn vriendin – zit hij af en toe zachtjes wat te praten, en helpt hij haar het schilderij afmaken.
Vliegtuigsimulatie De deelnemers van het Jans Pakhuys hebben Op de woensdag en donderdag kunnen uiteenlopende beperkingen, maar dit maakt jongeren met een licht verstandelijke hier niets uit. Er is een eenheid, al is er soms beperking terecht bij het MultiMediaStatiruzie. Een gemeenschappelijke blijdschap on waar digitaal wordt die wordt veroorzaakt gewerkt. Deze bestaat door de krijtjes, door de nu ongeveer anderhalf kwasten, verf en inkt. In “Iedereen heeft hier de woorden van Manuel hun eigen stijl. Ze zijn jaar en is uitgegroeid tot hebben mensen hier niet allemaal mooi en allemaal een plek waar het atelier en multimediaal werken een beperking, maar zo anders” samenkomen. Zo wordt een verrijking. Hier zijn er onder andere getekend met behulp van mensen niet beperkt, maar hebben ze kracht teken tablets, worden video’s van de recente doordat ze kunst creëren die mooi is, die carnavalsvieringen gemonteerd en wordt er doet bewegen en kleuren laat springen. De muziek gemixt. mensen zijn hier vrij. Eigen stijl “Iedereen heeft hier zijn eigen stijl. Ze zijn allemaal mooi en allemaal zo anders”, vertelt Monique, die momenteel werkt aan een abstract kunstwerk, waarvan een kartonnen doos de basis is. Manuel knikt instemmend terwijl hij werkt aan een gigantische kleurexplosie van een schilderij, waarin elementen van de Oudheid zijn verwerkt. Ze staan in het atelier op de bovenste ver-
Storyboard voor een vliegtuigsimulatie video
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 6
Iedereen is uiterst geconcentreerd, maar wanneer het vliegtuig in Rubens simulatiespel bijna neerstort, vormt er een cirkel rond zijn computer. “Mayday, mayday! The first engine is on fire”, zegt hij, terwijl hij probeert zijn vliegtuig in de lucht te houden. Naast hem staat een storyboard, waarin duidelijk staat wat er allemaal moet gebeuren in deze simulatie, zodat er later een video van kan worden gemaakt.
]
Iedereen kijkt mee bij de simulatie van een vliegtuigneerstorting
REPORTAGE
17 MAART 2017 | ONBEGRENSD 3
REPORTAGE nen worden afgebeeld is uniek. Niet altijd volledig realistisch, maar wel puur. Het geeft mensen de kans om eens naar de wereld te kijken vanuit een ander perspectief. Door de artistieke vrijheid van de kunstenaars hier, komen de invalshoeken van waaruit ze de wereld beschouwen tot leven. “Ik vind de creativiteit leuk”, vertelt Kristen, terwijl ze met rode inkt haar schilderij verft. “Laatst had ik iets heel geks getekend en dat vond ik zó leuk.” De afwezigheid van regels over wat mooi of goed is, geeft iedereen hier de ruimte om te doen wat goed voelt en om in te spelen op wat in hun hoofden leeft. Het geeft een grenzeloos gevoel. Leren en experimenteren Bij het atelier is ook veel ruimte om te leren en te experimenteren. Zo vertelt Jan, die bezig is met een schilderij geïnspireerd door Rembrandt. “Toen ik hier kwam kon ik helemaal niets.” Ondertussen heeft hij al tientallen schilderijen gemaakt, die hij allemaal vol trots laat zien. Zijn collectie bestaat uit tekeningen gebaseerd op tekenfilms, maar bevat ook klassieke schilderijen van schepen in de haven en portretten van personen.
Schilderij door Piet Schopping, een van de deelnemers
Iedereen kijkt gespannen toe hoe hij met een joystick het spel speelt, maar voordat hij het vliegtuig kan redden, crasht het programma. Vandaag zullen we er niet achter komen wat er met de passagiers in het vliegtuig gebeurt. Na enkele momenten zit iedereen weer op zijn plek en gaan ze verder met hun eigen projecten. Jubileum Het Pakhuys bestaat nu vijfentwintig jaar en is in die tijd uitgegroeid tot een broedplaats van (digitale) kunst en creativiteit. Het heeft een succesvolle winkel vol met kunst gemaakt door de deelnemers. Het is een plek geworden waar mensen samenkomen. De interactie tussen de kunstenaars en de begeleiders is warm, speels en vol met vrolijkheid. Ondanks dat er soms moeilijke momenten zijn, overheerst er een gevoel van voldoening en openheid.
Zo speelt Bas, één van de begeleiders, met de toeter van Diana’s rolstoel, en zegt Dennis bazig: “Het is geen speelgoed, hoor.” Hierom wordt hard gelachen en laat Bas, met gespeelde verslagenheid, de toeter met rust. Dennis kan alleen maar zelfvoldaan kijken. In al die jaren heeft het Jans Pakhuys zich ongelooflijk ontwikkelt. Wat eerst begon als een kleine kunstzinnige dagbesteding, is uitgegroeid tot een plek waar tientallen kunstenaars hun creatieve ei kwijt kunnen. Een belangrijk element is volgens begeleider Herman het feit dat mensen met een verstandelijke beperking vaak een heel andere blik op de wereld hebben. “Ik denk dat Picasso was geïnspireerd door de psychiatrie”, legt hij uit. Dat blijkt ook uit een groot deel van de kunstwerken. De manieren waarop perso-
Het MultiMediaStation geeft ook de ruimte om nieuwe dingen uit te proberen. Zo staat er een groot green screen dat wordt gebruikt voor video’s. Ook zijn er talloze programma’s beschikbaar waarmee de deelnemers hun gang kunnen gaan. “Vandaag ga ik een experiment doen”, zegt Sep, terwijl hij zijn teken tablet in zijn computer plugt. Ondanks dat hij liever mensen tekent die op eieren lijken (of eieren die op mensen lijken), gaat hij vandaag proberen om met verschillende lichtbronnen te werken, die op een gebouw vallen. “Ik voel me niet eenzaam, maar ik ga wel een eenzaam gebouw tekenen”, knipoogt hij. De ruimte om jezelf te zijn en te creëren wat je wilt is kenmerkend voor het Jans Pakhuys. De deelnemers zijn erg blij om hier te zijn en te werken, stelt Kristen ook: “Als ik voor een dagbesteding zou moeten kiezen waar ik altijd heen kon, zou ik voor het Jans Pakhuys kiezen.”
“ Toen ik hier kwam kon ik helemaal niets” APRIL 2018 | ONBEGRENSD 8
ACTUEEL
MEEST SUCCESVOLLE PARALYMPICS OOIT VOOR NEDERLAND
Onbegrensd kan natuurlijk niet achterblijven als het om de Paralympische Spelen gaat. Het waren de meest succesvolle Spelen ooit voor Nederland. Onze atleten haalden maar liefst zeven medailles, waarvan drie keer goud, drie keer zilver en eenmaal brons. Met Bibian Mentel als lichtend voorbeeld. Foto’s vanWikipedia en tekst door Jestin Polman
V
ier jaar geleden in Sochi haalde Nederland één medaille. Weliswaar een gouden plak, dankzij Bibian Mentel. De 45-jarige Utrechtse haalde er dit jaar maar liefst twee. Dat is op z’n zachts gezegd opmerkelijk, want Mentel had voor de Spelen niet kunnen trainen. Dit omdat zij begin januari werd geopereerd aan haar nekwervel. Haar nekwervel stond op instorten door de vele bestralingen. Er werd een titanium plaat bevestigd, want na een val was de kans op een dwarslaesie aanzienlijk. “Het nadeel eraan is dat je dan blijft ademen”, vertelden haar artsen in De Volkskrant. Een dwarslaesie zou betekenen dat haar carrière voorbij zou zijn. Wonder boven wonder kreeg ze op tijd het groene licht van haar artsen om naar de Spelen te gaan. Het verhaal van Bibian is er een waar je kippenvel van krijgt. Ze kreeg op haar 27ste voor het eerst kanker en daar bleef het niet bij. Haar onderbeen werd verwijderd, omdat de kans op uitzaaiingen te groot was.
Daarna kreeg ze maar liefst zeven keer te horen dat de ziekte was gevonden in haar lichaam. Operatie na operatie, bestraling na bestraling, maar Mentel gaf niet op. Ze kreeg in 2016 zelfs te horen dat ze niet meer te behandelen was, omdat de kanker toch was uitgezaaid. Toch bleef Mentel strijden, als de powervrouw met karakter die ze is. De kuur sloeg uiteindelijk aan, maar helemaal kankervrij is ze nog steeds niet. Toch flikte Bibian het om twee gouden medailles binnen te slepen. Voor Lisa Bunschoten waren de Spelen ook zeer succesvol. De 22-jarige snowboardster haalde twee keer een medaille; een zilveren en bronzen plak. Jeroen Kampschreur haalde net als Mentel een gouden medaille. Bij het zittend alpineskiën bleef hij de concurrentie met ruim een seconde voor. Chris Vos en Linda van Impelen haalden nog zilver bij het snowboarden. De Paralympiërs werden voor het eerst samen met de reguliere Olympiërs gehuldigd in Den Haag.
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 9
REPORTAGE
"IK GA VANDAAG WEL RIJDEN, JONGENS”
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 8
''NOU, DAN STAP IK UIT!’’
REPORTAGE
LACHEN OM GEHANDICAPTEN? MOET KUNNEN!
D
“Hallo allemaal, wat fijn dat je er bent.” Renaldo beweegt op en neer op het bekende liedje, waardoor zijn rollator wat oncontroleerbaar heen en weer schuift. Aan het bord, waarop bewoners kunnen zien wie er die dag aan het werk is, hangt een kleine rode voicerecorder met een grote knop. Renaldo drukt vaker dan zijn omgeving lief is op de knop, waardoor het aanstekelijke deuntje weer door de gang de woonkamer invliegt. Foto en tekst door Sander Dekker
e woonkamer is van Visio Ruinen, waar mensen met een meervoudige handicap onder begeleiding en zorg wonen. De een is zelfstandiger dan de ander en sommigen zijn weer iets mobieler dan hun huisgenoten. Duidelijk is wel dat er maar weinigen het Luizenmoederdeuntje kunnen waarderen, al helemaal niet in alle vroegte bij het ontbijt. Wat wel opvalt is dat een programma als De Luizenmoeder zelfs goed valt in een instelling als Visio. Het satirische programma veegt immers de vloer aan met allerlei groepen. Moeten zulke grappen ook over gehandicapten gemaakt kunnen worden? We draaien een week mee bij deze woongroep om erachter te komen wat humor kan doen en kijken waar de grenzen liggen van de lach als het gaat om gehandicapten. Een doordeweekse dag van inwoners bij Visio begint aan de ontbijttafel. Of dat nu centraal is, of op hun eigen kamer. Zoveel mogelijk zelf doen, is het devies. “We zijn geen hotel’’, stelt medewerker Heidi Oost. Nu is het voor de meesten moeilijk om zelf koffie of thee te zetten, dus dat wordt ze aangereikt en de tafel wordt gedekt. Brood smeren en het dagelijkse broodtrommeltje klaarmaken doet men zelf. Met handen als ogen gaat iedereen op zoek naar het favoriete broodbeleg. “Staat de boter wel op tafel? Ik kan ‘m niet vinden’’, slaakt Margriet uit frustratie. Het smeersel was even geleend door de zojuist vertrokken tafelgenoot en is niet binnen handbereik. Heidi schiet snel te hulp en zet de boter terug waar hij vandaan kwam. Aan de overkant van de tafel grapt een bewoner naar haar: “Je had gewoon even wat beter moeten kijken, Margriet.’’ De toon is gezet. We stappen in de taxi met Renaldo, die al helemaal in zijn nopjes is. “Ik vind het echt leuk dat je meegaat paardrijden”, straalt hij. Samen met andere liefhebbers van paarden bij Visio rijdt het opvallende gele busje naar de manege in Westerbork, met Ruud achter het stuur. Hij is bewegingsagoog bij Visio en ziet erop toe dat de bewoners voldoende inspanning krijgen en hun lichaam ondanks hun beperking toch goed in beweging blijft.
“Paardrijden is in die zin een iets minder inspannende activiteit, maar qua beleving is het hartstikke leuk voor de deelnemers”, glimlacht hij. Aan alles is gedacht bij de manege, ook zij die niet kunnen lopen worden via een aangepaste tillift op het paard getakeld. “Het is hier en daar ook voor sommigen een kleine angst overwinnen. Dat kan ook stimulerend werken’’, stelt Ruud. Hij zoekt ook bewust de grenzen even op bij Ank. Hij trekt de witte knol een korte draf in en Ank slaakt een korte gil. Of het nu uit spanning of uit opwinding is, blijft gissen. Na de paarden gedag te hebben gezegd begeven we ons weer naar de bus. Renaldo, zelfs na alle inspanning nog steeds energiek, stapt de bus in: “Ik ga vandaag wel rijden, jongens!” Niek, ook bewoner van Visio, bedenkt zich geen moment en schreeuwt van achter door de bus: “Nou, dan stap ik uit!” Ook de verslaggever kan zijn lach niet inhouden. “Humor is erg belangrijk in onze zorg. Ze worden helaas niet beter, dus we moeten ze vooral een leuke en nuttige dag bezorgen. Dat kan natuurlijk niet altijd, want soms wordt het de bewoners ook allemaal even teveel”, meent begeleider Karina Mol bij het avondeten. Sommigen hebben de hersencapaciteit van een minderjarig kind, maar krijgen wel te maken met een leefschema van een volwassen persoon: medicijnen nemen, dagbesteding, familiebezoekjes plannen of andere activiteiten ondernemen. “Daarin kan humor ook helend werken. Omdat er bewoners zijn die gespannen worden van het volle schema in een drukke situatie zoals het avondeten, maken we er even een kort grapje van en komen we erop terug als de rust is teruggekeerd. Maar uiteindelijk is lachen altijd gezond’’, straalt Karina. En grappen over de mensen met wie ze werkt? “Ach, dat moet kunnen, als het maar echt als grap bedoeld is. Kwetsen om het kwetsen is nooit goed.” DISCLAIMER: De namen van bewoners in dit verhaal zijn vanwege privacy vervangen door pseudoniemen.
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 11
REPORTAGE
WAT ER WORDT GEPOST
D
agelijks worden er miljoenen berichten verspreid op platforms als Facebook en Instagram. Het is een makkelijke en snelle manier om je bericht te delen met een groot publiek. Steeds meer hogescholen en bedrijven zetten social media in voor commerciële doeleinden, maar ook televisieprogramma’s en nieuwszenders gebruiken deze platforms om video’s of artikelen te presenteren. Voor jullie een selectie van de beste en leukste posts.
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 12
BLOGS
Begrensd voor een dag Redactieleden van Onbegrensd hebben allen een dag lang een beperking beleefd. Lee hier onze ervaringen met een dag lang gelimiteerd zijn. JESTIN: OP KRUKKEN “Ergens voelt het niet lekker. Niet alleen om een handicap te faken, maar ook mijn handen hebben het zwaar te verduren. Mijn volle gewicht komt op de handgrepen te liggen, waardoor mijn handpalmen zo rood zijn als een tomaat. De handgrepen zijn allesbehalve comfortabel. Achteraf had ik er iets zachts op moeten leggen om de druk te compenseren. Het voortbewegen gaat vrij eenvoudig, maar dat komt waarschijnlijk omdat ik ervaringsdeskundige ben op het gebied van lopen met krukken. In het verleden heb ik vaker bepaalde botten, spieren en pezen naar de filistijnen geholpen. In gebouw C van Windesheim lijkt men medelijden te hebben. Ik had toch vooral medelijden met mijn handpalmen, dus ik leverde ze maar gauw weer in. Het viel me op dat iedereen de deur voor je openhoudt en even vragen ‘wat heb je gedaan?’ Toch een prettige gedachte als ik écht met krukken moet lopen. Qua zorgzaamheid is Windesheim met vlag en wimpel geslaagd.”
MARIJN: SLECHTHOREND “Het lijkt alsof ik mijn hoofd heb ondergedompeld in het water. Alle geluiden om mij heen zijn niet weg, maar ze zijn vervaagd. Knalblauwe oorbeschermers knellen zich over mijn oren heen. In mijn oren zitten ook nog oordoppen die ik normaal gesproken gebruik voor luide concerten. Mijn gehoor heb ik verzwakt met dingen die je gewoon in de winkel kunt kopen en het luidste wat ik hoor is mijn eigen ademhaling. In. Uit. In. Uit. Tijdens mijn dag als slechthorende voel ik me voornamelijk buitengesloten. Ik weet niet waar mijn redactieleden over praten of lachen, weet niet waar sommige geluiden vandaan komen. In een wereld vol mensen die alles kunnen horen ben ik als tijdelijke slechthorende alleen. Wanneer ik weer boven water kom en mijn koptelefoon en oordoppen af doe. slaat koude lucht tegen mijn naakte oren aan, stroomt geluid, binnen en kan ik eindelijk weer begrijpen waar gesprekken over gaan.”
ANNE-RUTH: SLECHTZIEND “Vanaf het moment dat ik mijn fiets in de fietsenstalling wurmde verloor ik mijn zicht. Ik moest verder vertrouwen op mijn overige zintuigen. Gelukkig wist ik dat het tijdelijk was. Daardoor kon ik de opdracht nog manipuleren. Door mijn bril op te zetten, heb ik mij kunnen wanen door de ochtendspits. Wanneer ik met mijn handen naar de deurklink grijp, weet ik niet of ik moet duwen of trekken. Dit is een vraag die, met zicht, ook in mij zou opkomen. Binnen hoor ik bekende stemmen en ik probeer deze te koppelen aan de herinneringen. Welke gezichten horen bij welke stemmen? Het is een soort spelletje memory of kwartet. Hoewel ik de winnaar van het spel ben, voel ik me buitengesloten. Ik mis de uitdrukkingen die ieder met zich meedraagt en doet karakteriseren. Ik probeer het voor mij te zien, maar dat helpt niet.”
Meer lezen? Lees de volledige blogs op onze website en lees meer ervaringen op pagina 26
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 13
INTERVIEW
“LAAT ME ALSJEBLIEFT De partner van Cornelia lijdt aan dementie
Cornelia en Henk in hun jongere jaren
Vijf jaar geleden brak er voor Cornelia Boer een zorgelijke tijd aan. Haar geliefde Henk werd gegrepen door een sluipmoordenaar, genaamd Alzheimer. Langzamerhand ging hij achteruit en sinds februari dit jaar woont hij in zorginstelling de Stilen op Terschelling. Cornelia blijft thuis achter en probeert de draad weer op te pakken.
C
ornelia leerde Henk kennen toen ze 18 jaar was. Het klikte direct en ze kregen al snel verkering. “Hij had zo’n rustige uitstraling. Ik ben gevallen op dat smalle witte koppie en die grote bos haar. Hij was rustig, maar als hij boos was, dan was hij echt goed boos.” Op haar 21e trouwde Cornelia met de liefde van haar leven en kregen ze samen twee kinderen. Henk was dertig jaar lang in dienst bij Rederij Doeksen als walkapitein. Ook naast zijn werk was hij altijd bezig. Deze eigenschap keert zich nu tegen hem. “Hij is steeds aan het verhuizen. Er is zoveel onrust. Soms weet ik echt niet wat er nou in dat koppie omgaat.” Er zijn dan ook momenten waarop Cornelia haar
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 14
Foto en tekst door Charise Bakker man niet meer herkent. Alzheimer tast het kortetermijngeheugen aan. Het onthouden van een simpele boodschap gaat moeilijk en het verwerken van een verandering duurt langer dan voorheen. Wat mensen met Alzheimer juist lijken te onthouden zijn
“Ik ben wel eens huilend de deur uit gegaan, zo van: je bekijkt het maar” gebeurtenissen van vroeger. Dit is ook terug te zien bij Henk. Zijn nieuwe huisnummer blijft lastig, maar het aantal jaren dat hij op judo heeft gezeten weet hij nog exact.
Driftbuien Het begon allemaal toen Henk voorwerpen begon kwijt te raken. Voorwerpen die hij een moment daarvoor nog had gebruikt. “Eerst was hij een schroevendraaier kwijt. Toen de heggenschaar een beetje tussen de struik verdween, kon hij ook die niet meer vinden. Hij begon steeds meer dingen kwijt te raken maar ik had er geen erg in. Ik dacht nog, we vergeten allemaal wel eens wat.” Vanaf het moment dat Henk driftbuien kreeg wist Cornelia dat er iets mis was. “Hij begon fysiek geweld te gebruiken en hij heeft me ook geslagen. Het was de onmacht, hij werd boos omdat hij vergeetachtig werd. Toen Henk zo agressief werd, dacht ik dat hij een
INTERVIEW
NIET IN DE STEEK” psychose had. Zo is hij nooit geweest. Alzheimer is een vreselijke ziekte en ik wens het niemand toe.” Henk takelde steeds verder af en Cornelia moest veel taken op zich nemen. “Ik heb het er erg moeilijk mee gehad. Ik moest mezelf steeds in acht nemen. Ik ben wel eens huilend de deur uit gegaan, zo van ‘je bekijkt het maar’. Ik keerde telkens weer terug want dat kun je ook niet doen. Het was echt een moeilijke tijd. Drie jaar lang heb ik zelf voor hem moeten zorgen.” Afgelopen 9 februari was de maat vol en is er besloten dat Henk niet meer thuis kon wonen. “Het was kwart voor acht in de ochtend toen hij weer een driftbui kreeg. We sliepen al in aparte kamers en toen hoorde ik ineens allemaal gebonk. Ik zei dat hij rustig moest doen omdat de buren nog sliepen. Toen ik zei dat het net op een verhuizing leek, barstte hij. Het was zo heftig dus toen heb ik de dokter gebeld. Zij wilde in de middag komen, maar ik zei dat het nu heftig was en dat ze direct moest komen. Henk riep dat ik de dokter moest bellen, dat hij naar de Stilen moest en dat hij mij dit niet meer kon aandoen. Hij was zo verdrietig.” Binnen drie dagen konden ze terecht bij de Stilen. Er was een appartement vrij, dus alles werd in een versnelling gezet. Dit heeft volgens Cornelia voor- en nadelen gehad. “Drie dagen is echt
te snel geweest. We hadden geen meubels, niets. Het is ook een te korte tijd om het even tot je door te laten dringen. Ik ben wel blij dat het hier kleinschalig is, want wat is het treurig aan de vaste wal met al die wachtlijsten. Ik had ook met Henk thuis kunnen zitten en dan weet ik niet wat de gevolgen zouden zijn.” Loslaten Cornelia gaat dagelijks op bezoek bij haar man. Avonden worden gevuld door eenzaamheid. “Ik mis de gezelligheid, de gesprekken die we hadden. Het was niet altijd negatief. We konden nog om zoveel dingen lachen. We hielden ervan om samen rond het huis bezig te zijn, te fietsen en naar het strand te gaan. Nu zit ik alleen thuis en is het stil.
“Ik beschik, denk ik, over een oerkracht” Het rouwproces is nu echt begonnen. Ik denk dat Henk zich ook wel eens eenzaam voelt maar dat laat hij niet merken. Laatst vroeg hij aan me of ik hem in de steek ga laten. Ik probeer me groot te houden, maar als ik het gebouw uitloop wordt het meweleens te veel. Dan denk ik: verdorie, dan zit je daar weer alleen.”
Henk wil graag weer eens naar huis maar volgens Cornelia is het nog te snel. Hij zit er pas een maand en heeft nog veel te verwerken. “Toen hij ons huis verliet om naar de Stilen te gaan zei hij nog dat dit zijn laatste voetstappen thuis waren. Hij vroeg aan me of hij hier ooit nog zou terugkomen. Nu vraagt hij vaak wanneer hij weer een kopje koffie kan komen drinken. Ik wil het graag, maar het kan gewoon niet.” Voor Cornelia keert de gemoedsrust langzaam maar zeker terug. Nu Henk in de Stilen woont, heeft ze meer tijd voor klusjes die steeds zijn blijven liggen. “Omdat ik zie dat Henk zich overal voor openstelt, geeft mij dat een gerust gevoel. Ik heb laatst de bovenverdieping weer gestofzuigd. Als ik ergens niet aan toe kom dan laat ik het liggen voor de volgende dag. Omdat ik zoveel aan mijn hoofd heb, word ik zelf ook vergeetachtig. Soms denk ik ook dat ik Henks stem hoor en dat hij naar huis gelopen is. Hij heeft achttien jaar pensioen gehad en ik ben blij dat die jaren ons nog gegeven zijn. “Henk vraagt weleens hoe ik het allemaal volhoud. Ik beschik, denk ik, over een oerkracht. Want als je moet, dan kun je. Je moet je rust vinden. Iedereen doet alsof ze de boot moeten halen, terwijl de lucht blauw van dagen ziet. Mijn man zei altijd: geniet nu je nog jong bent.”
Cornelia zit nu alleen aan haar keukentafel
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 15
REPORTAGE
“Er wordt te wat mensen
Michelle ten Tije (24) is coĂśrdinerend werkbegeleider bij de Eetkamer Apeldoorn. Na haar studie aan hogeschool Windesheim, kwam ze bij de lunchroom terecht. Als begeleider probeert Michelle naast de deelnemers te staan, maar ook de leiding te nemen als het nodig is en te zeggen waar het op staat.
17 MAART 2017 | ONBEGRENSD 2
INTERVIEW
weinig gekeken naar wel kunnen” De Eetkamer is een kleinschalige lunchroom in Apeldoorn, die dagbesteding biedt aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De doelgroep is heel divers. Er zijn mensen met autisme, epilepsie, syndroom van Down en niet-aangeboren hersenletsel. Foto en tekst door Mandy Hendriks
Wat vind je leuk aan deze groep? “Onder andere dat je samenwerkt en samen persoonlijke en werkdoelen behaalt. Als ik zie hoe trots ze zijn als ze die behaald hebben, ben ik ook trots. Samen werken we echt ergens naartoe. Het werk is heel divers. Je hebt contact met de deelnemers, met ouders, met andere begeleiders en verschillende instanties, waaronder de gemeente. We komen met alle aspecten in aanraking.” Collega Tineke en jij hebben allebei een aantal deelnemers die jullie persoonlijk begeleiden. Wat typeert jou als begeleider? “Ik probeer heel erg naast de deelnemers te staan, maar ook als het moet de leiding te nemen en te zeggen waar het op staat. Als team doen we ons best om gewoon collega’s te zijn.
“ Ik vind het leuk om naar te kijken, maar totaal niet realistisch” Daarom dragen we ook werkkleding en doen we gewoon mee. We zijn een team en we zijn niet beter dan de deelnemers, maar als het nodig is zijn wij wel de begeleiders.” Hoe zou je de Eetkamer beschrijven vanuit de deelnemers? “Als een eenheid. Iedereen is gelijk en mag
zijn zoals hij of zij is. We kijken naar mogelijkheden en niet naar beperkingen.” Even een hele andere vraag: wat vind je van die programma’s zoals Kitchen Impossible en Syndroom van Johnny de Mol? “Ik vind het leuk om naar te kijken, maar ze zijn totaal niet realistisch. Ik denk dat het maar een kleine groep is die zo kan functioneren. In die programma’s komen veel mensen met Down voor, maar ik heb er een hoop gezien die een lager niveau hebben en waarmee de omgang echt wel pittig is. Het is niet altijd rozengeur en maneschijn. Ondanks dat ik het ook heerlijk vind om naar zulke programma’s te kijken, kan ik mij weleens ergeren aan hoe onrealistisch het is. Ze laten niet zien wat er allemaal bij komt kijken. Ik denk ook wel dat je bij ouders en familieleden daardoor meer onbegrip kweekt. Hulpverleners krijgen ook weleens de opmerking ‘je werkt toch met leuke downies?’ terwijl dat eigenlijk helemaal niet zo makkelijk is als ze denken.” Denk je dat een initiatief als de Eetkamer bijdraagt aan de acceptatie van mensen met een beperking binnen de Nederlandse samenleving? “Dat vind ik een lastige vraag. Met de Brownies en Downies die uit de grond schieten, wordt het maatschappelijk wel bekender. Ik denk ook dat het meespeelt dat bedrijven subsidies krijgen voor het aannemen van
mensen met een arbeidsbeperking. Als ze dat niet doen, krijgen ze een boete, dus in hoeverre zijn ze dan maatschappelijk betrokken? Is het niet gewoon eigenbelang?” Kan je een voorbeeld geven van wat je vervelend vindt als je kijkt naar de Gehandicaptenzorg?
“ Heel veel mensen komen niet in aanmerking voor die hulp, terwijl ze niet zonder kunnen” “Er wordt te weinig gekeken naar wat mensen wel kunnen. Ik denk dat er heel veel mensen met een beperking tussen wal en schip vallen. Er zijn tegenwoordig heel veel eisen waar men aan moet voldoen om een stempel te krijgen. Pas dan kan je hulp krijgen. Heel veel mensen komen niet in aanmerking voor die hulp, terwijl ze niet zonder kunnen.” Wat opvalt is dat het hele team van de Eetkamer zich honderd procent inzet voor de deelnemers. “Ja, ik vind vakantie heerlijk, maar ik mis mijn werk dan wel. Als ik een paar dagen vrij ben geweest, kom ik op mijn laatste vrije dag langs voor alle ins and outs.”
Vervolg op pagina 18
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 17
VERVOLG EETKAMER
De specialiteit van de Eetkamer is de high tea. Alles wordt zelfgemaakt: van slagroomsoesjes tot brownies en appeltaart.
Jordy (29) staat het liefst in de keuken. Met zijn grafische achtergrond vindt de deelnemer het erg leuk om Êtagères op te maken. Door zijn autisme is hij erg perfectionistisch.
Nigel (grote foto) heeft niet-aangeboren hersenletsel en werkt sinds vier jaar bij de Eetkamer. Hij werkt voornamelijk in de keuken, terwijl deelnemer Joey (boven) voornamelijk in de bediening staat.
Het team bestaat uit vier man: bedrijfsleider Aart Pluim (links) en werkbegeleiders Michelle, Tineke en Tjako (grote foto).
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 18
REPORTAGE
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 19
DE ROEK VERKLEIN
NT DE KLOOF
Terwijl de dauw nog over het Veluwse landschap hangt, komt er al beweging in vakantiepark en zorgbedrijf De Roek. De dieren op de kinderboerderij hebben de slaap al uren geleden uit hun ogen gewreven. En ondertussen ook de deelnemers van de dagbesteding. Een busje komt aanrijden en doorbreekt voorzichtig de serene stilte. “Ik wilde me bijna verslapen, zo vroeg is het”, buldert een van de begeleiders. “Ik heb geslapen in de bus”, antwoord een deelnemer. Een antwoord waar iedereen jaloers op is. Iedereen slurpt nog aan de warme beker koffie of thee. Ondertussen verwelkomt Hanneke, de eigenaresse van De Roek, de deelnemers en gaat iedereen bij langs of ze de toebehorende taak hebben onthouden. Foto’s en tekst door Anne-Ruth Tuasela
REPORTAGE
J
een goedlopend bedrijf. De werkzaamheden van de deelnemers zijn inmiddels van groot belang geworden voor het goed functioneren van het recreatiebedrijf. Nu is Edith een van de professionele werkbegeleiders.
De combinatie zorg en recreatie is pas later ontstaan. Werkbegeleider Edith had al een achtergrond in de zorg met haar opleiding en werkervaring. “Na een hbo-opleiding kom je al gauw terecht in de zakelijke kant. Ik wilde graag met mensen werken, dus benaderde ik Jos en Hanneke.” De rest is geschiedenis. Binnen tien jaar is De Roek uitgegroeid tot
Voordat de pauze begint zet een van de deelnemers alles zorgvuldig klaar. Koffie, thee en een tosti-ijzer. Een ander gaat de ruimte nog even door met een stofzuiger die uit elk moment uit elkaar kan vallen. Hij opent de stofzuiger om het geraamte van de stofzuiger te bekijken. Zit er misschien iets vast? Een van de begeleiders komt binnen en vertelt dat dit niet de bedoeling is, want de stekker zat nog in het stopcontact. Alles wordt weer opgeruimd en alle harde werkers komen binnen om hun lege maag te vullen. Hier en daar wordt wat geplaagd, wat voor leuke uitspraken en gesprekken zorgt. “Helaas pipitas!”, lacht er een. “Bedoel je pindakaas?”, volgt het. “Mis poes appelmoes!”, reageert weer een ander. “Oh lekker! Hebben we appelmoes?”, vraagt weer iemand tot besluit.
os van der Panne en Hanneke van den Berg zijn de trotse eigenaren van het bedrijf De Roek in Otterlo. De combinatie van recreatie en zorg is wat hun bedrijf typeert. De firma biedt mensen met een verstandelijke beperking zes dagen per week de mogelijkheid om te kunnen werken, dit gebeurt op het kleinschalige bungalowpark. Hier staan achttien vakantiebungalows met ieder een andere vogelnaam die van toepassing is op de rijke natuuromgeving. Naast de dagbesteding en de vakantiebungalows is er ook een kinderboerderij, een speeltuin en een biologisch campingwinkeltje.
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 22
De Roek biedt een uitdagende, maar veilige omgeving. Het hele jaar door zijn er gasten, waardoor er een actieve maatschappelijke integratie ontstaat. Sinds de participatiewet van 2015 is het ook van belang dat mensen met een beperking deelnemen in de samenleving. De werkzaamheden voor de deelnemers is een prachtig voorbeeld hiervan. De Roek verkleind de kloof tussen hen en de maatschappij. Mede door de honden uitlaatservice voor buurtbewoners, het ophalen van groenteafval bij de Spar voor de kinderboerderij en de samenwerking met de gemeente Ede bij het groenbeheer. Het bedrijf staat met zijn unieke combinatie van zorg en recreatie midden in de samenleving. Er wordt altijd van de mogelijkheden uitgegaan, niet van beperkingen. Maar er wordt ook geprobeerd om vaardigheden te versterken. Waar het om gaat is dat ieder naar zijn of haar vermogen werkt. Op De Roek werkt men onbegrensd.
REPORTAGE
“HELAAS PIPITAS!” “BEDOEL JE PINDAKAAS?”
“MIS POES APPELMOES!” “OH LEKKER HEBBEN WE APPELMOES?”
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 23
BLOGS
Begrensd voor een dag Redactieleden van Onbegrensd hebben allen een dag lang een beperking beleefd. Lees hier onze ervaringen met een dag lang gelimiteerd zijn.
“Als je op school bent, probeer je dan vijf minuten te focussen op je omgeving en je eigen zintuigen. Wat voel je? Wat zie je? Wat hoor je? Wat proef je? Wat ruik je? Ik hoor drie redacties door elkaar praten, discussiëren over de inhoud van de tijdschriften. Ik voel mijn vingers over het toetsenbord van mijn laptop gaan. Ik proef restjes van de banaan die ik net at. Ik ruik de muffe geur van het lokaal en ik voel dat mijn handen warm en zweterig zijn. Ik zie studenten staan, lopen, op hun laptop werken en door hun telefoon praten. Ik zie vermoeide gezichten, blije en gefrustreerde gezichten. En nu noem ik er maar een paar zaken. Mensen met autisme en AD(H)D hebben sterk ontwikkelde zintuigen. Wat ‘normale’ mensen alleen zien, ruiken, proeven, horen en voelen als ze erop letten, horen, proeven, ruiken, zien en voelen met autisme of AD(H)D de hele dag door.”
CHARISE: EEN ARM
“Ik kan mijn eigen eten niet open krijgen, geen papiertje uit mijn schrift scheuren en ook mijn eigen haar niet meer vastmaken. Vandaag ben ik afhankelijk van anderen, want vandaag leef ik zonder linkerarm. Het plassen uitstellen was geen slim idee. Met het wc-papier gerold tot aan mijn benen, klemde ik het vast om het vervolgens los te kunnen scheuren. Wat achterbleef was de halve wc-rol hangend en verkreukeld op de grond. Gelukkig had ik deze dag veel mensen om mij heen die mij konden helpen. Ik kan me voorstellen dat er genoeg situaties voorkomen waar je er alleen voor staat. Het is onmogelijk om in een dag echt te weten hoe het is om te leven met maar één arm. Voor nu ben ik blij dat ik dit stukje met twee vingers kan typen, in plaats van met één.”
“Vandaag ervaar ik hoe het is om in een rolstoel te zitten en hoe toegankelijk de gebouwen en faciliteiten van Windesheim eigenlijk zijn. Na het plaatsnemen in mijn stoel op wielen, wordt mij al snel duidelijk dat in een rolstoel zitten iets is wat mensen al gauw sneu of zielig vinden. Studenten kijken om, beginnen te wijzen of beginnen een gesprek over wat ze net voorbij zagen komen. Ik probeer door het gesmoes heen te prikken, door te kijken wat er wel mogelijk is. Mijn eerste bestemming is de kantine van het hoofdgebouw. De opzet is overzichtelijk, licht en ruim. Ook al is het druk, ik kan prima met mijn rolstoel tussen de tafels door en een tafel vinden waar mijn rolstoel onder past. Toch is het restaurant vrijwel volledig ingericht op mensen die kunnen lopen.”
SANDER: KOKERVIRUS
ARJEN: ROLSTOEL
“Mensen met deze handicap hebben een vernauwing in hun gezichtsveld, wat ze permanente tunnelvisie oplevert. Iemand met normaal zicht krijgt al niet alles mee, maar in het geval van het kokervirus is concentratie het belangrijkst. Ik besloot te kijken hoe het met mijn concentratie gesteld was door mijzelf twee kokers aan te meten. Mijn nekwervels kregen spontaan een drukker bestaan, want met je ogen draaien heeft geen zin meer, omdat je overal naar toe moet draaien. Je beseft opeens dat je voor lief nam dat je ogen heel je leven goed werkten. Teksten lezen was deze dag erg pittig, want door het smalle zichtveld raak je het overzicht al gauw kwijt. Je concentratie wordt wel beter, want je hebt immers minder afleidingen. Al met al moet je erg dankbaar zijn als je ogen goed functioneren, want het zijn je vensters op de werkelijkheid.”
Meer lezen? Lees de volledige blogs op onze website of lees meer ervaringen op pagina 13
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 24
MANDY: ADD
IN JOUW VAKGEBIED NIEUW OP NETFLIX!
DOCUMENTAIRES >
FILMS >
SERIES >
REPORTAGE
GEEN DAG IS
De werkplaats van Maatwurk
“Iedere dag is anders’’, klinkt uit de mond van Marianne, begeleidster bij Maatwurk in Gorredijk. Een cliché, dat zeker, maar hier werken is allesbehalve een kantoorbaantje. De vier woorden worden vaak gebruikt bij bedrijven om zichzelf te promoten. Een dag op kantoor is over het algemeen hetzelfde, maar iedereen heeft behoefte aan afwisseling. Zo zit de mens immers in elkaar. Laten we de zorg niet vergelijken met andere sectoren. De zorg, in dit geval gehandicaptenbegeleiding, staat ver weg van de dienstverlenende sector. In de zorg is namelijk iedere dag anders. Tekst en foto door Jestin Polman
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 26
REPORTAGE
HETZELFDE E
en sterke houtgeur dringt door de neusgaten als je door de deur van Maatwurk stapt. Het is dan ook niet meer dan logisch dat er met hout gewerkt wordt. De bosjes bij de oprit worden met de grond gelijk gemaakt. “Naast houtbewerking hebben we ook cliënten die zich door heel
“Lekker bezig zijn, zodat ik niet thuis hoef te zitten” Gorredijk bezighouden met het onderhoud van groen’’, vertelt begeleidster Marianne. “Vandaag kijken we alleen bij houtbewerking. Ik heb namelijk ook geen zin om buiten in de motregen bomen en bosjes te gaan snoeien’’, vertelt de begeleidster met een lichte grimas. Eerst maar naar de kantine, waar iedereen bijeenkomt voordat de werkdag begint. Voor de meeste cliënten en begeleiders is er nog wel tijd voor een bakje koffie. Sommige cliënten vinden de aanwezigheid van externe personen wat onwennig, maar anderen lijken het juist leuk te vinden. “Over het algemeen zijn ze wel sociaal, hoor’’, vertelt Jannie, een andere begeleidster. “Je moet ze alleen wat beter leren kennen.’’ Vandaag staan ze er met z’n tweeën voor om zes cliënten in het gareel te houden. De werkplaats lijkt op het eerste oog niet heel groot, maar er zit een flinke loods achter. Allemaal opgeslagen hout, bewerkt en onbewerkt. Waar gaat al dat hout heen? “Hier wordt het alleen bewerkt, maar verderop maken ze er meubels van’’, vertelt Marianne. “Bedrijven, maar ook particulieren kopen het van ons op.’’ Het geluid van jankende zagen
die door het hout heen snijden is in eerste instantie erg onprettig, maar het went snel. Henk, een 21-jarige cliënt, werkt hier al drie jaar. “Ik vind het mooi om met hout te werken’’, vertelt Henk met een luide, drukke stem. “Lekker bezig zijn, zodat ik niet thuis hoef te zitten.’’ Vreemd genoeg heeft hij het liever niet over houtbewerken, maar juist over z’n hobby’s. “Elke dag kijk ik veel films en speel ik spelletjes op m’n computer.’’ Volgens de begeleiders is dat nog wel eens een probleem. “Hij komt vaak te laat uit bed omdat hij tot diep in de nacht videospelletjes speelt’’, vertelt Jannie. Inmiddels zijn ze het wel gewend van Henk, die ondanks wat fratsen op de werkvloer veel krediet heeft opgebouwd. “Hij werkt hard en is vooral erg enthousiast.’’ Niet iedereen in de werkplaats houdt zich bezig met het bewerken van hout. Een stukje verderop in het pand wordt het bewerkte hout gevormd tot huisraad. De loods staat vol met inboedel, van tafels tot stoelen.
“Het is wat, zo’n dag. Het kan zwaar zijn, je moet er mentaal geschikt voor zijn” “Het is niet zo dat er geen kwaliteit geleverd wordt”, vertelt Marianne. “Ze krijgen voorbeelden hoe het gemaakt moet worden en dat lukt aardig. Het mislukte hout wordt verkocht als haardhout.’’ Ondertussen wordt er druk aan een tafel gewerkt door Jacco. Hij boort de schroeven door een poot, waardoor er al iets van een tafel ontstaat. Hij werkt er nog maar een halfjaar. “Het gaat me wel goed af ’’, vertelt hij. Hij stopt z’n boor even weg om zonder herrie te kunnen praten. “Ik was
erg blij dat ik hier terecht kon’’, vertelt hij openhartig. “Bij mijn vorige baan werd ik weggestuurd, maar hier voel ik me op m’n gemak. Al kunnen die twee vrouwen hier nogal streng zijn’’, lacht hij. De begeleidsters zijn inderdaad wat hard, maar dat is zeker nodig. Het zijn niet de makkelijkste mensen die werken op de dagbesteding. Sommigen kunnen agressief reageren als hen iets wordt opgedragen. “Het loopt soms wel eens uit de hand’’, laat Jannie weten. “Dan wordt er met hout of gereedschap gegooid. Het zijn mensen met een verstandelijke beperking, dus iedereen heeft een handleiding. Onze directe aanpak zorgt ervoor dat ze niet alleen doen waar ze zin in hebben. Het werk moet natuurlijk wel gebeuren.” Af en toe moet de baas erbij komen om botsingen op te lossen. De baas, Jetze de Vries, is een graag geziene gast op de werkvloer. Hij ligt erg goed bij de cliënten. “Jetze is vaak op kantoor, maar als hij op de werkvloer komt, dan slijmen alle cliënten bij hem’’, vertelt Marianne. “Dan zetten ze allemaal even een tandje bij om te laten zien hoe hard ze kunnen werken.’’ Toevallig is de baas vandaag afwezig, waardoor de beide dames hun handen vol hebben aan de cliënten. “Het is wat, zo’n dag’’, zucht Marianne. “Het kan zwaar zijn, je moet er mentaal geschikt voor zijn. Het vergt veel discipline, maar het geeft wel voldoening. Je helpt mensen die niet in het normale bedrijfsleven aan de slag kunnen, maar hier wel gewoon hun ding kunnen doen.’’ Op de werkvloer worden de cliënten goed ondersteund. De meesten kunnen redelijk zelfstandig werken, maar begeleiding is een must. Zonder begeleiders kan dit bedrijf niet bestaan. Het is een bijzonder bedrijf, maar net als in elke firma wordt er gelachen en af en toe ruzie gemaakt. Elke dag is hier ècht anders. Disclaimer: wegens privacy redenen wordt er alleen gebruik gemaakt van voornamen
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 27
INTERVIEW
“IK VOEL WEL LIEFDE, JUIST TE VEEL” Monique (45) is lesbisch en heeft een lichte verstandelijke beperking. De weg naar de ontdekking van haar seksualiteit was lang, moeilijk en leidde tot veel verwarring. Nu ze ongeveer tien jaar weet dat ze op vrouwen valt, is er eindelijk sprake van wat opluchting. Tekst en foto door Marijn Helms Hoe kwam je erachter dat je op vrouwen valt? “Ik ging er automatisch vanuit dat ik hetero was, want andere meisjes vielen ook op jongens. Ik merkte van kinds af aan dat ik nooit gevoelens kreeg, terwijl andere meisjes wel allemaal gevoelens hadden. Ik vond het toen zo raar dat ik dat niet had. Ik dacht dat er iets mis met me was, want ik wist niet dat homoseksualiteit bestond.” Waarom denk je dat je er toen uiteindelijk op je 35 ste bent achter gekomen? “Ik kwam toen in contact met iemand die ik heel erg lief vond, dat was een ambulante begeleider. Wendy begeleidde mij en ik vond haar altijd al heel lief en ik kende haar ook al heel lang. En toen begon ik opeens van die vlinders in mijn buik te krijgen, van die rare gevoelens. Ik dacht: ‘Wat is dit nou? Ik ben toch gewoon hetero? Want andere meisjes vallen toch ook op jongens? Dus dan is dat bij mij toch ook zo? Waarom word ik dan verliefd op een vrouw?’ Ik snapte toen nog niet wat er aan de hand was.” Hoe kwam je er toen uiteindelijk achter dat je lesbisch was en dat daar een woord voor was? “Ik kende dat woord nog niet, want ik heb nooit voorlichting gehad en ik wist ook niet dat homoseksualiteit bestond. Ik dacht echt dat er psychisch iets mis met me was, dat het aan mijn autisme lag of dat ik mannen eng vond. Ik dacht eerst dat ik niet met mannen durfde, maar daar lag het niet aan. Ik heb ook een paar keer een vriend ge-
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 28
had en ook geprobeerd om eerst vriendschap op te bouwen en om daarna een relatie op te bouwen. Dat brak af, want dat ging niet, ook niet met andere mannen.” Was het uiteindelijk een opluchting toen je erachter kwam dat je lesbisch was? “Aan de ene kant wel, maar aan de andere kant vond ik het wel heel spannend, omdat ik bang was om niet geaccepteerd te worden door vrienden en familie. Ik maakte me heel erg ongerust, dat ik misschien gepest zou worden. Ik dacht ook: ‘Ik ben toch verstandelijk gehandicapt en ik heb toch geen gevoelens en ik kan toch geen relatie hebben? Ik mag niet trouwen, ik mag geen kinderen krijgen, dus ik wist niet hoe ik nou een relatie op kon bouwen omdat ik een verstandelijke handicap heb.’ “Bij bepaalde mensen met een heel laag niveau is het emotionele gedeelte minder goed of niet ontwikkeld. Het komt bij mijn categorie wel veel voor dat dat zo is, maar het hoeft niet zo te zijn. Ik voel wel liefde. Juist te veel.” Is er dan een vooroordeel dat mensen met autisme niet verliefd kunnen worden? “Ja, begeleiders hebben dat ook gedacht. Ze dachten iets van, ‘Ja, Monique heeft dat niet, en daar heeft ze geen behoefte aan.’ Mijn seksualiteit werd ook heel erg afgeketst. Toen ik erachter kwam dat ik op vrouwen viel wilde ik ook graag naar een bijeenkomst waar ik ook andere homoseksu-
ele vrouwen en mannen kon ontmoeten. Dat mocht in het begin niet, daar was heel veel gedoe over. Om een lastig verhaal een beetje kort te maken: het werd tegengehouden.” Heb je nu wel contact met andere mensen die homo of lesbisch zijn? “Niet zoveel als ik zou willen. Ik heb wel contact met een lesbische vrouw in een rolstoel, maar daar heb ik geen relatie mee. Ik zie haar wel als we om de zoveel tijd een bijeenkomst hebben met vrienden. Het is fijn om met mensen de praten die het begrijpen. Als mensen het niet snappen is het gewoon niet uit te leggen, wat voor gevoel dat is.” Is het anders om lesbisch te zijn als je een beperking hebt dan wanneer je dat niet hebt? “Ja, vrouwen zonder beperking kunnen veel makkelijker contact maken of ergens zelfstandig naar toe gaan. Ik kan dat eigenlijk ook wel, maar zij kunnen dat net iets beter. Ik vind het ook wel moeilijk omdat ik zo moeilijk iemand kan vinden. Vaak als ik dan iemand ontmoet, dan klikt het ook niet altijd. “Met mijn handicap is het ook dat ik niet op uiterlijk let. Ik kijk alleen naar de binnenkant en of een vrouw lief is. Uiterlijk zegt mij niets; het maakt niet uit wat voor kleren iemand draagt. Daar ben ik niet mee bezig en dat vind ik ook niet belangrijk. Het gaat om de persoon en hun innerlijk, dat ze een lief karakter hebben en dat ik weet wat we aan elkaar hebben.” Hoe ben je uiteindelijk uit de kast gekomen? “Ik heb toen tegen die begeleider waar ik verliefd op was verteld: ‘Ik heb gevoelens voor jou, ik hou heel veel van jou.’ Maar dat mocht eigenlijk niet, omdat ze begeleiding was. Ik heb het op een gegeven moment ook tegen mijn ouders en vrienden verteld. Niet meteen, maar uiteindelijk wel. Dat ging bij sommige vrienden wel goed, maar ik ben ook vrienden kwijtgeraakt. Daar was ik heel erg bang voor, om vrienden kwijt te raken, dus ik vond het eigenlijk wel eng.” Voel je je nu wel geaccepteerd? “Ja, door de meeste mensen wel, maar ik blijf het wel moeilijk vinden en ik ben nog steeds wel bang dat sommige mensen niet meer met me willen omgaan. Dat zijn dan ook geen echte vrienden, want echte vrienden nemen mij zoals ik ben. Van binnen en van buiten.”
INTERVIEW
Een portret van Monique, gemaakt door een andere kunstenaar
17 MAART 2017 | ONBEGRENSD 3
INTERVIEW
Voor altijd ziek of eindelijk gezond? Naar het buitenland om beter te worden
Een tekenbeet op 14-jarige leeftijd zorgde ervoor dat Christa Brummel zich nu niet kan gedragen als een volwassene van 31 jaar. Iedere dag ligt ze op de bank, met nèt genoeg energie om zichzelf te redden. In Nederland is ze uitbehandeld. De enige hoop die ze nog heeft is een stamcelbehandeling in Frankfurt. Maar daar heeft ze 35.000 euro voor nodig. Foto en tekst door Mandy Hendriks
“V
an antibiotica tot alternatieve kuren, we hebben daadwerkelijk alles geprobeerd”, vertelt moeder Talitha. De laatste hoop is gevestigd op een stamcelbehandeling in Duitsland. “We weten al heel lang dat die behandeling er is”, licht Christa toe. “Er zijn meerdere Nederlandse patiënten die daar met goede resultaten vandaan zijn gekomen.” Bij zo’n behandeling worden enkele stamcellen buiten het lichaam gereinigd en teruggeplaatst, zodat ze de slechte cellen kunnen aanvallen.
We zijn één Europa, maar niet zodra het om de gezondheidszorg gaat.” Stamcelbehandelingen zijn er wel in Nederland, maar alleen voor patiënten met kanker of hart- en vaatziekte. In ons land wordt de ziekte van Lyme als een hele ingewikkelde gezien en zeker om te diagnosticeren. Dit snapt Christa, maar de verkeerde diagnoses hebben haar
Deze behandeling kost 35.000 euro en wordt niet door de Nederlandse zorgverzekeraars vergoed. Moeder: “Ik heb het idee dat Nederland zelf het wiel probeert uit te vinden.
ook niet geholpen. “Ik kreeg een conversiestoornis opgelegd. Een psychische aandoening, terwijl er geen sprake was van enorme stress. De dokters bleven volhouden.”
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 30
“Ik heb er oprecht geen woorden voor. Het is ontzettend bijzonder!”
Christa heeft heel lang getwijfeld of ze een crowdfunding actie zou opzetten. “Het is heel eng en je weet niet of het gaat werken”, legt ze uit. Toch is het haar gelukt om binnen tien weken het bedrag bij elkaar te krijgen. “Ik kan niet uiten hoe ongelooflijk dankbaar we zijn voor alle donaties en hulp. Dankzij jullie is dit mogelijk. Nu kan ik beter worden en mijn leven weer oppakken. Ik heb er oprecht geen woorden voor. Het is ontzettend bijzonder!” Het is niet honderd procent zeker dat de behandeling aanslaat, maar het is het proberen waard. Onlangs kwam Christa terug van de behandeling. De aankomende maanden zal moeten blijken of de behandeling aanslaat.
INTERVIEW
ONBEGRENSD IN DE GROTE KANTINE VAN WINDESHEIM Terwijl een paar krokketen in de frituur verdwijnt loopt Seline naar een student die een portie patat bestelt. ‘‘Tweemaal alstublieft’’, zegt een student. ‘‘Komt voor elkaar’’, zegt Seline met lach. Ondanks dat Seline het syndroom van Down heeft, werkt ze al ruim acht jaar onbegrensd in de grote kantine van Hogeschool Windesheim. Seline is de vrolijke noot achter de balie. Foto’s en tekst door Arjen Bloem
Welk dier zou je kiezen om jezelf te omschrijven? Seline kijkt op en lacht: “Een leeuw, want leeuwen grommen en zijn stoer. Daarnaast ook een paard! Ik hou erg van paardrijden, dit deed ik altijd in Steenwijk, maar helaas is die manage nu gestopt.” Hoe ben je bij Windesheim terecht gekomen? “Ik was al een tijd opzoek naar een baan, en kon niet echt iets vinden. Uiteindelijk ben ik bij Windesheim beland. Na een gesprek met leidinggevende Ingbert en na goedkeuring van mijn ouders kon ik beginnen in de grote kantine van Windesheim. Hier werk ik nu acht jaar en inmiddels onder een vast contract.” Wat vind je het leukst aan je werk? “Koken vind ik erg leuk om te doen, en waar kan dat beter dan in een grote keuken. Snacks frituren en het opscheppen van patat vind ik het leukst om te doen. Ook al is patat klaarmaken niet echt koken, het is toch een van bezig zijn in de keuken.” Snoep je wel eens? “De geur van patat is heel verleidelijk maar ik snoep niet.” Heb je een favoriete snack? “Ik hou vooral van gezond eten. Ik ga dan toch voor een broodje gezond of een wrap!” Wat zijn je hobby’s? “Ik vind dansen heel erg leuk. Ik doe het achter de balie en dans ook in de sportschool. Zumba vind ik erg leuk om te doen. Naast dat het heel gezellig is, voelt het ook alsof ik geen beperking heb.”
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 31
REPORTAGE
Op Terschelling is iedereen rijk Ruim zesentachtig vierkante meter aan zelfredzaamheid, gastvrijheid en behulpzaamheid. Terschelling is een van de parels van de Waddenzee. Met beperkte middelen op het gebied van zorg proberen de bewoners zich zo goed mogelijk zelfstandig te redden. Er is geen ziekenhuis, waardoor de zorg die kan worden verleend beperkt is. Wel is er zorgcentrum de Stilen. Een plek waar de bewoner centraal staat en er niet naar grenzen gekeken wordt.
D
Foto’s door Arjen Bloem en Charise Bakker, tekst door Charise Bakker
e make-up zit goed, het haar in de krul en ook de heren hebben de nette trui uit de kast gehaald. Langzaam wordt het Havenplein, de centrale ruimte in de Stilen, gevuld door de opgedofte ouderen. Ze komen bijeen voor het dagelijkse bakje koffie of thee. De mannen zijn hier goed vertegenwoordigd, ze hebben een heuse ‘mannentafel’. Ze babbelen over schepen, over vroeger en soms over een boek dat ze met elkaar lezen. En de koffiedames worden ontvangen met een knipoog. Het meeste lawaai komt van de tafel met Tineke en Gerda. Beide dames roddelen over wie het onbekende meisje kan zijn dat deze ochtend de koffie en thee schenkt. Niet veel later wordt er “dit is er een van Bakker” geroepen naar een andere tafel en wordt de verslaggever het hemd van het lijf gevraagd. Dit typeert Terschelling, want ons kent ons. “We komen elkaar hier ook allemaal weer tegen”, zegt Cornelia. “De een ken ik nog van school, de ander heeft nog met mijn man gewerkt. We hebben niet veel tot onze beschikking, maar we hebben elkaar.” Eilanden zijn werelden in het klein: afgebakend, intiem en herkenbaar. Mensen staan voor elkaar klaar en dat is ook te zien bij de Stilen. Een groep van 120 vrijwilligers zet zich in om samen met de medewerkers een geslaagde dag voor de bewoners te realiseren, met bijvoorbeeld leuke activiteiten. Eén van die activiteiten is de buurtkamer. Er wordt hier samen gekookt, gegeten, gedankt en afgewassen. Sakia Pals is welzijnsmedewerkster en erg nauw betrokken bij alle activiteiten. Haar enthousiasme heeft een aanstekelijk effect op de bewoners. Ze vindt het belangrijk dat de ouderen iets doen wat ze leuk vinden. Na de koffie verzamelt ze de mensen die meegaan naar de buurtkamer. “Deze ouderen hebben allemaal een vorm van dementie. Je moet dus goed opletten waar ze mee bezig zijn tijdens het koken.” Martha is een van deze ouderen. Gekleed in een fleurig blauwe blouse wacht ze tot de rest er ook klaar voor is. “Wij gaan vast, Henk is altijd te laat”, stelt ze sarcastisch. “Verder hebben we het hier goed hoor, ze willen alles voor ons doen”, vult ze aan. APRIL 2018 | ONBEGRENSD 32
wassen. Het is een mooi gezicht. Vijf eigenwijze ouderen die, gekleed in bloemenschorten, samen een maaltijd klaarmaken. Dat er even op de gehaktballen wordt gehoest moet je dan ook maar voor lief nemen. In de buurtkamer is het de bedoeling dat de ouderen zoveel mogelijk zelf doen. “We willen de mensen zo zelfstandig mogelijk laten zijn”, vertelt Saskia. “Het is meer begeleiden, dan helpen. Bij het fornuis ben ik er wel altijd bij. We beslissen ook altijd gezamenlijk wat we de volgende keer gaan eten. Daar zijn eigenlijk alle bewoners van de Stilen erg vrij in. Als je het op tijd aangeeft mag je vaak wat anders eten. De keuken kookt elke dag met verse ingrediënten. Dat is aan de wal wel anders.” Wat vrijheid betreft loopt de Stilen voor op andere zorginstellingen. De bewoners hebben weinig verplichtingen en er is veel mogelijk. Als je niks wil eten dan is dat prima, en ook als je geen zin hebt in een activiteit wordt daar niet moeilijk over gedaan.”
Prutsmiddag op de Stilen
Vandaag staat er rodekool met zelfgemaakte appelmoes op het menu. Om de ouderen scherp te houden vraagt Saskia eerst naar de dag, de maand en het jaar waarin we leven. Emmy en Nellie krijgen de appels voor hun neus. “Dit zijn veel te veel appels, Saskia. We zijn maar met zeven mensen. Ik schil ze, maar ik weet zeker dat het teveel is”, zegt Emmy. De andere boodschappen worden altijd gebracht door Daan en zijn begeleidster. Daan heeft een ernstige geestelijke beperking en dit maakt de communicatie bijna onmogelijk. Bij binnenkomst worden er verschillende liedjes voor hem gezongen. Tijdens zijn lievelingsliedje ‘lang zal ze leven’, verschijnt er een onbetaalbare glimlach op zijn gezicht. Als Daan weer is vertrokken worden de andere taken verdeeld. Martha is vandaag, zoals ze zelf zegt, ‘de gehaktchef ’. Je hoeft haar niet te vertellen hoe ze de gehaktballen moet draaien, dat weet ze zelf het beste. Wel moet ze er even aan herinnerd worden dat ze eerst haar handen moet
Het is tijd voor de afwas. Enkele vrolijke gezichten maken plaats voor zure blikken. Jaap is van mening dat er gedacht moet worden in oplossingen. Hij wijst naar de borden en maakt dan een gebaar naar het raam. Na het opruimen geeft Saskia nogmaals aan dat ze die middag weer kunnen handwerken en biljarten op het Havenplein. “Prutsmiddag”, valt Martha haar in de rede. Martha maakt 3D kaartjes en dat is nogal een geknip en geplak. “Die locatie zorgt nog wel eens voor verwarring. Omdat je via een webcam kunt kijken op de haven, heet het hier het Havenplein. Dat was ons idee, maar er zijn wel eens bewoners die dan denken dat ze echt naar de haven moeten lopen”, vevolgt Saskia. Zodra het mooier weer wordt, staan er ook weer andere activiteiten op de planning. De bewoners gaan mee naar de eendenkooi, ze gaan pasgeboren lammetjes bezoeken en er gaat weer gewandeld worden. Verschillende activiteiten worden in samenwerking gedaan met onder andere Staatsbosbeheer. Wat voor de een mogelijk is, kan voor de ander mogelijk worden gemaakt. Want op Terschelling, is iedereen rijk.
“DE KEUKEN KOOKT ELKE DAG MET VERSE INGREDIENTEN. DAT IS AAN DE WAL WEL ANDERS.” “VERDER HEBBEN WE HET HIER GOED HOOR, ZE WILLEN ALLES VOOR ONS DOEN”
REPORTAGE
OP EEN ONBEZORGD EILAND staat wadzorg voor je klaar
‘‘Brandaris, hier de Friesland. Wij zitten in de Slenk.’’ ‘‘Friesland, begrepen’’, zegt de vuurtorenwachter door de marifoon, die de communicatie tussen de Brandaris en het scheepvaartverkeer onderhoudt. De stem vult de kamer van het warme huisje dat staat aan de rand van het bos, alsof er iemand in de keuken staat, die de eenzaamheid doet verdwijnen. Aan de muren hangen prenten en schilderijen van schepen die aan vervlogen tijden doen denken. Foto’s & tekst door Arjen Bloem
Eefje Smit, oprichter WadZorg
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 34
REPORTAGE Soms voor problemen, soms voor gezelschap en een bordspel te spelen. René komt elke maandag en dinsdag langs: “Ik vind het heel prettig om in ‘t Wadhuus te zijn, onder de mensen, een praatje en gezelligheid”. “Dat is ook onze missie”, stelt Eefje Smit (32), oprichtster van Wad!Zorg. “Iedereen die denkt: Waar zal ik vanmorgen eens een kopje koffie drinken, want ik heb geen zin om dat weer in mijn eentje te doen. Of iemand die zich afvraagt waar hij vanmiddag eens naartoe zal gaan nu het regent, kan in ’t Wadhuus terecht”, vertelt ze stralend.
Z
Margriet en een van haar clienten
orgverlener Margriet Smit (27) loopt het warme huisje binnen. “Hoe is het met u? Heeft u goed geslapen?”, vraagt ze aan de bewoonster. Margriet is een van de zorgverleners van Wad!Zorg, de kleinste zorggroep op Terschelling. Nadat ze de opleiding Verzorgende IG heeft afgerond in Sneek is ze begonnen met werken bij Zorgcentrum de Stilen en sinds vier maanden is ze overgestapt naar de thuiszorg van Wad!Zorg. Regelmatig begint haar dienst met het verlenen van zorg aan huis. De bewoonster kijkt op en knikt. “Ik ben blij dat ik weer thuis ben”, zegt ze, terwijl ze naar de Olympische Spelen kijkt. “Kort geleden heeft ze een operatie aan haar heup gehad”, zegt Margriet. “Op West (West-Terschelling) ga ik bij vier (vaste) adressen langs, deze mensen help ik bij het opstarten van hun dag”, zegt ze al schrijvend in het logboek van de cliënt. “Voor de één maak ik het ontbijt klaar, de ander is gebaat bij het zwachtelen van een been en gewoon een praatje. Iedereen wordt anders oud, of je er blij mee bent of niet. Je moet je er doorheen trekken en er het beste van maken. Als zorgverlener ondersteun ik hierin waar nodig.” Na het maken van een ontbijt en het aantrekken van een steunkous, trekt ze haar jas aan, groet de bewoonster en vervolgd haar weg naar het volgende adres. “Per cliënt geven we de aandacht die nodig is, bij de een duurt dit wat langer dan bij de ander. Wat bij ons voorop staat is het bieden van de aandacht en zorg die het leven van de cliënt zo prettig mogelijk maakt.” Aan de rand van Seinpaalduin staat het volgende zorgadres, vol met strandvondsten: smeltkroezen, gereedschappen en flessen van vrachtschepen uit de 18e en 19e eeuw. “Sommige nog met wijn gevul”, zegt hij, terwijl hij trots loert naar zijn verzameling. Het uitzicht is geweldig. Aan de linkerkant de beroemde vuurtoren Brandaris en aan de rechterkant van het huis ongerept duinlandschap.
Terwijl Margriet de deur open doet van zijn huis komt de hond des huizes nieuwsgierig en kwispelend aangehuppeld en springt begroetend tegen haar op. “Ik ben ook blij jou te zien”, zegt Margriet terwijl ze het huis binnenloopt. Na de dag door te nemen en de benodigde zorg te verlenen, trekt ze haar jas aan en stapt ze weer in haar auto en rijdt ze naar Zorgcentrum de Stilen. Op de 3e verdieping van het complex geeft ze oogdruppels aan een cliënt en bespreekt ze de dagplanning. “Vanmiddag naar de gymnastiek he?”, zegt Margriet. “Ja hoor, ik zal het niet vergeten”, zegt de bewoonster. In het oude gedeelte van West-Terschelling, woont de laatste cliënt van deze ronde. Naast de voordeur zit een tegeltje van een schip ingemetseld, waardoor de link met de zeevaart direct wordt gelegd. “Mooi he”, zegt ze, terwijl haar man bezig is met het schillen van uien. “Vanavond eten we hachee”, zegt haar man met een grote grijns op zijn gezicht. “Elke ochtend zwachtel ik haar been in tegen vocht en ’s avonds wordt het weer verwijderd”, zegt Margriet. Ondanks alle tegenslagen die de cliënt te voorduren heeft gehad, blijft ze positief: “Ik ben erg blij met de persoonlijke aandacht die ik van de thuiszorg krijg. Er is altijd tijd voor een praatje en ik kan het goed vinden met de zorgverleners”, zegt ze. Margriet kijkt instemmend toe en vult aan: “Door de kleinschaligheid op een eiland leer je op Terschelling als thuiszorgmedewerker mensen goed kennen. Ten opzichte van de stad raak je niet snel in de anonimiteit.” Nadat haar thuiszorgronde erop zit loopt Margriet naar ‘t Wadhuus. Midden in het dorp West-Terschelling, onder het wakend oog van de karakteristieke Brandaris, zit de buurthuiskamer gevestigd in het voormalige pand van de Zeevaartschool. Er is een warme ruimte gecreëerd waar eilanders samen kunnen komen.
Naast een praatje en een kopje koffie is er ook de mogelijkheid om met zwaardere problemen aan te kloppen. Eefje: “Op sommige dagen van de week wordt er ook dagbesteding aangeboden. Dit is bedoeld voor mensen met zwaardere problematiek bijvoorbeeld psychische problemen. Omdat dit erg persoonlijk is zijn deze ochtenden vaak in overleg.”
“Iedereen wordt anders oud, of je er blij mee bent of niet. Je moet je er doorheen trekken en er het beste van maken” Het idee een eigen bedrijf te starten kwam toen Eefje nog aan het werk was in een zorgcentrum voor ouderen. “Het idee was te gaan verbouwen naar kleinschalig wonen voor ouderen. Aanvankelijk klonk dit heel leuk, in de praktijk bleek de werkdruk erg hoog. Naar mijn idee kregen de ouderen de niet de zorg die ze nodig hadden, wat erg naar voelde. Ik kon niet de zorg verlenen waar de ouderen behoefte aan hadden.” Op een gegeven moment was voor haar de maat vol en is ze voor zichzelf begonnen. “Ik wist niet welke uitdaging me te wachten stond en het was nota bene midden in de financiële crisis. Ik ben blij dat die tijd nu achter de rug is en ik mij volledig met de zorg van cliënten kan bezighouden”, stelt ze trots.
‘‘Ik kon niet de zorg verlenen waar de ouderen behoefte aan hadden” “Onze missie is iedereen de zorg te bieden die hij of zij nodig heeft, binnen de grenzen die er zijn. We hebben een klein team en dus minder zorgvragers, waardoor we echt de tijd voor de cliënt kunnen nemen. In april wordt er een zorghotel geopend, waar mensen van de wal die niet op vakantie kunnen, zo toch er tussenuit kunnen. Ik heb geen tijd om stil te zitten, ik kijk uit naar heel wat mooie jaren die de toekomst gaat brengen!” APRIL 2018 | ONBEGRENSD 35
REPORTAGE
“IK KAN WEL SCHAKERITUS HEBBEN” “Loper Ceasar 4. Eva 6, Eva 7”. Voor wie de codetaal niet begrijpt is het in Nunspeet een lastige middag. Op de tweede dag van het Open Nederlands Kampioenschap Schaak gaat het allemaal net even anders. Een groot deel van de deelnemers beoefent de sport met een visuele beperking. Waar je in een normale schaakarena veel rust zou verwachten, is het in Nunspeet rumoer wat de klok slaat.
V
Tekst en foto door Sander Dekker
an de spelers wordt verwacht dat ze hun zetten bijhouden, maar op papier kan dat voor de deelnemers hier wat moeilijk zijn. Sommigen nemen met een bandrecorder hun zetten op via spraak, anderen gebruiken een speciale computer. Dat is waar de codetaal vandaan komt. Het schaakbord telt 64 vakken en bij elk vak hoort een cijfer en een letter. Van A1 linksonder tot H8 in de rechterbovenhoek. Eva 6 is dus E6. Elk obstakel uitgedacht Maar wacht even? Onthouden de spelers dan elke zet op het bord, want veel spelers die het bord niet kunnen zien, moeten toch weten waar hun stukken staan? Al helemaal die van de tegenstander. “We spelen op twee borden”, vertelt Bastiaan Gramser. Hij is voorzitter van de Nederlandse Schaakvereniging van Visueel Gehandicapten en is met maar vijf procent zicht geboren. “De stukken bevatten kleine uitsteeksels onderaan en we kunnen ze in het bord vastmaken. Op die manier kunnen we
“ Als het op schaken aankomt, kan er nog wel eens iemand fanatiek worden” de stukken voelen, zonder ze om te stoten”, stelt hij met vernuft. Het verschil tussen wit en zwart? Bovenop de zwarte stukken zitten ook kleine puntjes, waardoor elk mogelijk obstakel is uitgedacht. Fanatisme in oase van rust “Nou ja, bijna allemaal”, beweert hulpscheidsrechter Rene Buisman. “Omdat hier op twee borden gespeeld wordt, moeten de zetten wel juist aan de tegenstander worden verteld. Die moet de zet spiegelen op zijn eigen bord. Dat gaat nogal eens mis”, knip-
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 36
oogt hij. “Het zijn allemaal zeer vriendelijke spelers hier. Maar als het op schaken aankomt kan er nog wel eens iemand fanatiek worden.” Terwijl hij ons te woord staat komt er een korte “ssst!’’ uit de zaal, te veel gezegd. Het geroezemoes gaat voorbij aan de geleidehonden, die onder een paar tafels liggen. Ze hebben een middag vrijaf, want een partij kan op zijn langst vier uur duren. Rustig indutten kan dus geen kwaad. Het hotel is er de ideale plek voor, rustiek gelegen aan de rand van een bos. Schakeritus Eerder dit jaar werd Mees van Heij Nederlands kampioen in zijn leeftijdsgroep. Het contrast is moeilijk groter voor te stellen. Het kleine mannetje van negen jaar speelt tegen de 80-jarige Bernard Sojka uit Frankrijk. Bernard werkte voor zijn pensioen op het Franse Ministerie van Financiën en is geen kleintje in de schaaksport. Hij raakte blind aan één oog na een valpartij in Parijs. Mees sleept er een remise uit, onder toeziend oog van zijn vader. Hij zat bij de tafel om de zetten van de jongeling duidelijk te vertalen richting de Fransman. “Mijn Engels is nog niet zo goed”, verklaart Mees. Maar Bernard zag zijn echte talent al wel: “He plays very well!” De partij van Bastiaan is verrassend snel afgelopen. Na drie kwartier balt zijn opponent de vuist. “Ik kan wel schakeritus hebben”, refereert Bastiaan aan de dartsaandoening. ,,Ik sloeg met verkeerde stukken en deed domme dingen. Het is, net als bij mijn aandoening, gewoon accepteren en doorgaan”, klinkt de analyse. “Maar je weet dat je soms tegen goede tegenstanders speelt. We zijn een open toernooi, dus hele goede spelers zijn ook welkom. In die zin kennen wij geen grenzen.”
REPORTAGE
17 MAART 2017 | ONBEGRENSD 37
REPORTAGE
ROLSTOELBASKETBAL ALS BINDMIDDEL Vorige maand organiseerden een platform van Windesheim dat zich inzet voor studeren met een functiebeperking (SCHIB) en studentenvereniging Gumbo Millennium een rolstoelbaskettoernooi. Gumbo ging er met de winst vandoor en werd zich zo bewuster van sporten in een rolstoel. Foto en tekst door Mandy Hendriks
Ongeveer twee miljoen zelfstandig wonende mensen in Nederland hebben een matige of ernstige lichamelijke beperking. Dit meldt het Sociaal- Cultureel Planbureau in het rapport Mensen met Beperkingen (2012). Ruim 250.000 mensen zijn aan een rolstoel gebonden. Een deel hiervan is ook student. Platform SCHIB (Studenten Contact Hulp en Informatie bij Beperking) zet zich sinds 2005 binnen Windesheim in voor studeren met een functiebeperking. “Wij hebben deze activiteit georganiseerd, omdat we iets leuks wilde doen met studentenvereniging Gumbo”, legt voorzitter Jan-Bate Bles uit. “Zij hebben dit jaar onze Toegankelijkheidsaward gewonnen en staan heel erg open voor studenten met een beperking.” Samen met
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 38
Kirsten (22), student PMT, werd het rolstoelbasketballen gerealiseerd. “Het was leuk om te doen”, vertelt de studente. “Het is een leuke sport en een leuke groep. Je leert elkaar op een andere manier kennen.” Het doel van de activiteit is om meer bewustwording te creëren over studeren met een beperking. “Gebonden zijn aan een rolstoel houdt niet in dat je de hele dag achter de geraniums zit”, legt de 23-jarige voorzitter uit. “Er zijn veel sporten die gedaan kunnen worden met een rolstoel en het gaat daar ook best heftig aan toe.” Kirsten denkt dat SCHIB zijn doel heeft bereikt. “Ervaren is de beste manier om je bewust te worden. Een activiteit als deze draagt daarom zeker bij aan de bewustwording.”
REPORTAGE
APRIL 2018 | ONBEGRENSD 39