‘Yuppies raus!’ Wordt Berlijn te hip?
HIGHLIGHTS
Hoe zie jij jezelf in vijf jaar? Lisa: Dit is een lastige vraag. Ik heb verschillende opties. Of ik werk als journalist bij een bekend tijdschrift, zoals OOR. Ook werken bij 3voor12 lijkt me leuk. Ik kan ook nog een tweede studie gaan volgen. Misschien wordt het dan pedagogiek, want dat was mijn tweede keuze. •Lydia: Over vijf jaar heb ik mijn droombaan! Een combinatie van mijn passies: schrijven, styling en fotografie. • Mark: Over vijf jaar schrijf ik één keer per week een column voor de Volkskrant, vanuit een zonnig Zuid-Amerikaans land. Uiteraard woon ik dan op een ranch, samen met mijn vriendin. Vanuit de rust die ik daar heb, kan ik letterlijk en figuurlijk op afstand naar het snel veranderende Nederland kijken. • Merle: Ik volg FC Twente al van jongs af aan. En ik heb een seizoenspas, dus ik kan naar alle wedstrijden. Over vijf jaar zie ik mezelf dan ook werken als FC Twente-watcher bij de Tubantia. • Alwin: Over vijf jaar werk ik binnen de muziekjournalistiek. Dit omdat muziek mijn lust en mijn leven is. Ik schrijf graag en fotografie is mijn grote liefde. • Rozemarijn: Ik wil al sinds mijn kinderjaren bij Libelle werken. Over vijf jaar werk ik dan ook bij Libelle en heb ik hopelijk een eigen column. Ik woon in hartje Amsterdam in een mooi grachtenpand. • Anne: Ik word correspondent in New York. De nieuwe Erik Mouthaan. • Eric: Over vijf jaar zie ik mezelf werken voor mijn eigen onderneming. • Rosalie: Dan ben ik columniste bij de Volkskrant. Ik zou graag willen schrijven over bijzondere onderwerpen of gebeurtenissen. • Lotte Alyja: Over vijf jaar reis ik samen met mijn vriend de hele wereld over. Het schrijven van reisverhalen is mijn grote droom. Misschien werk ik dan wel als freelancer voor een bekend tijdschrift, zoals de LINDA of Elle. Maar ook mijn stage bij Veronica Magazine zal vele deuren openen.
2 | MAKE IT WORK
EDITORIAL
Hi lezer! Jij bent jong, ambitieus en ondernemend. ‘Make it work’ is jouw levensmotto, en speciaal voor jou bestaat nu dit magazine. Wij gaan verder dan alleen ondernemen op de werkvloer. Make it Work is voor iedereen die meer wil betekenen voor de samenleving. Voor iedereen die van de wereld een mooiere plek wil maken. En voor iedereen die meer van de wereld wil zien. In dit magazine reizen we naar dé stad waar het in Europa allemaal gebeurt: Berlijn. Hier laten we de verschillende kanten van work zien. Of het nou over de startup-scene gaat, of over vluchtelingen die iets van hun leven proberen te maken: wij zijn erbij. Vervolgens vliegen we naar New York City, waar verschillen op de arbeidsmarkt nog altijd enorm zijn. Make It Work duikt in de wereld van de taxichauffeurs in de Big Apple, en volgt Jeff Brown, een man die als pleegvader optreedt voor 25 verslaafde daklozen. Home sweet home. We eindigen in ons eigen land, waar niks mag, maar alles is toegestaan. Liefde op de werkvloer, IT’ers met autisme, en een verhaal over migranten op de arbeidsmarkt. We wensen jou ontzettend veel plezier met het lezen van dit tijdschrift. En vergeet niet: Make It Work!
MARK EN ANNE
3 | MAKE IT WORK
INHOUDSOPGAVE
Pagina 7 Journalist Lars Mensel over de startup scene van Berlijn.
Pagina 14 Hippe Berlijnse wijken worden steeds duurder. Wat merkt de Berlijner hiervan?
Pagina 21 Jeff Brown zorgt voor 25 HIVen aidspatiĂŤnten in New York.
Pagina 28 Ongelijkheid in het onderwijs: kunnen wij iets van de VS leren?
Pagina 35 Daan Beukers zette een bedrijf op om autisten een baan te gunnen. Foto: Danique Hoekstra
4 | MAKE IT WORK
2 Highlights 3 Editorial 6 Willkommen in Berlin 7 “De startup scene is een goede omgeving voor onontdekt talent” 9 Fotocollage: Berlijn 10
11 14
Humans of Görlitzer Park Vluchtelingen zijn niet meer uit Berlijn weg te denken ‘Yuppies, raus!’
16 Welcome to New York 17 Foodtrucks vs. Restaurants 20 Jeff Brown gooit het roer om 22 Blog: Verslaafd 24 TAXI! 28 Recht op hetzelfde onderwijs? Blijf dromen 30 American Dream in Harlem 32 Blog: Yes, we care 33 Fotocollage: New York 34 Welkom in Nederland 35 “Mensen denken soms dat we wasknijpers zitten te maken” 38 Liefde op de werkvloer 40 Blog: Zorgen over werk 41 Wie is er klaar voor Facebook at work? 44 Werk voor migranten in overvloed? 47 De redactie
5 | MAKE IT WORK
WILKOMMEN IN BERLIN
‘En alleen de vogels vliegen van Oost- naar West-Berlijn.’ Klein Orkest - Over de muur
6 | MAKE IT WORK
INTERVIEW
“De startup scene is een interessante omgeving voor onontdekt talent” Lars Mensel (30) is een Duitse journalist die schrijven combineert met het maken van foto’s. Hij werkte mee aan de tweede editie van de Berlin Startup Guide, een boek over de startup scene in Berlijn. Daarvoor interviewde hij verschillende startups en experts binnen de ondernemende wereld van Berlijn. Ik stelde hem een paar vragen om inzicht te krijgen in de Berlijnse startup scene. DOOR ALWIN SINNEMA
“B
erlijn is een interessante plek voor startups, omdat kantoorruimtes hier heel goedkoop zijn, vergeleken met andere steden in Duitsland. Dat komt, doordat er zo veel ruimte is. Daarnaast kwamen veel creatieve mensen hiernaartoe na de Muur viel. Je hebt in deze stad daardoor de interessante combinatie van ondernemersdrift, hoogopgeleide mensen, lage huurprijzen en de lonen liggen hier een stuk lager dan in de rest van het land. Dit komt, doordat het levensonderhoud hier lager is.” “Dat heeft vooral te maken met de Duitse geschiedenis, als je naar het verleden kijkt zie je dat Berlijn nooit veel industrie heeft gehad. Het vreemde van Duitsland is dat de hoofdstad weinig economisch actief is. De meeste productiebedrijven zijn ergens anders gevestigd. Denk aan München, Frankfurt of Hamburg. Meestal is alles geconcentreerd in de hoofdstad, maar niet in Duitsland. Na de val van de muur, ontstond er een groot gat dat opgevuld moest worden. Maar niemand durfde het aan om hier industrie te plaatsen. Daardoor begonnen ondernemers te experimenteren en ontstond er een ondernemende gemeenschap.” “Het is voor een ondernemer daarom verleidelijk om naar Berlijn te komen, een goedkope kantoorruimte
te huren en hoogopgeleide en creatieve mensen in te huren. Er zijn nu niet alleen veel kleine, beginnende bedrijven maar er is ook een hele community daaromheen, zoals investeerders, werkplekken en een goede infrastructuur. Het feit dat Berlijn toch wel redelijk chaotisch is, zorgt ervoor dat er meer ruimte is voor improvisatie. Het is makkelijker om hier iets op te starten, dan in andere steden. In andere landen is het vaak veel ingewikkelder voor een ondernemer om iets te beginnen, omdat er te veel regels zijn. Twintig jaar geleden was er veel anarchie in Berlijn, maar tegenwoordig is er meer structuur. Al zijn er nog steeds veel mogelijkheden voor het ontwikkelen van creativiteit.” In welk opzicht is Berlijn veranderd? “Berlijn is de afgelopen jaren veel meer een internationale stad geworden. Al denk ik niet dat mensen buiten Duitsland het land als multicultureel zien. Vooral ook omdat veel Duitsers niet goed Engels spreken. Maar in Berlijn is dit echt anders. Een bekende zei ooit: ‘In Berlijn heb je niet het gevoel dat je in Duitsland woont.’ Dit is waar, want deze stad is echt een buitenstaander en trekt veel buitenlands talent aan en dat maakt Berlijn een dynamische stad. De startup scene is een interessante omgeving om je talent te ontdekken, want daarbinnen zijn genoeg kansen.” »
7 | MAKE IT WORK
INTERVIEW “In Berlijn heerst een gevoel van ‘alles is mogelijk’ en dat motiveert ondernemers om hun ideeën te realiseren. Dat zegt niet dat er hier veel meer mogelijk is dan in andere steden, maar wel dat er sneller actie ondernomen wordt om het te proberen. Deze stad, met zijn enorme culturele diversiteit en tolerantie, laat je als ondernemer heel erg vrij.” “Dit komt voort uit de cultuur die hier leeft om vooral jezelf te zijn. Als je over straat loopt zie je mensen die zich durven te onderscheiden door het dragen van bijvoorbeeld opvallende jurken. Dit betekent dat
‘Berlijn is een stad waarin het gevoel van experimenteren overheerst’ je als ondernemer ook met gekke ideeën kunt komen. Ik denk dat het heel erg helpt binnen de startup scene hier. Berlijn is een stad waar een gevoel heerst om te experimenteren. De meest succesvolle startups hebben iets radicaals bedacht, dat anders is dan wat er al was. Zo is er het bedrijf Einhorn, die een saai product als condooms een betere uitstraling wil geven en het een nieuw gezicht wil geven, door middel van opvallende marketing en een hippe verpakking. Zo verandert het in een lifestyle product. Toen ik met ze in gesprek was voor de Startup Guide vertelden ze mij dat ze een product willen ontwikkelen dat mensen niet meer willen verstoppen, maar letterlijk op tafel leggen omdat je er volgens hen niet voor hoeft te schamen.” Wat zijn de beste plekken in Berlijn voor startups? “Dat hangt af van wat je als ondernemer wil. Berlijn biedt een verscheidenheid aan mogelijkheden voor verschillende type ondernemers. Er zijn ondernemers die geïnteresseerd zijn in de technologiesector en zij hebben al veel aan een werkplek als de Factory, die daar op gericht is. Er zijn ook veel ondernemers die zich richten op de sociale markt, voor hen zijn plekken geschikt als de Social-Impact Lab en Social Hub. Zij bieden niet alleen werkplekken aan, maar ook een community. Het gaat eigenlijk minder om de plek waar je heen gaat, maar meer om de community waarin je je begeeft. Er zijn bijvoorbeeld veel accelerators, bedrijven waar je jouw businessplan kunt pitchen. Als zij het een goed idee vinden dan geven ze je geld en ondersteunen je. Dit in ruil voor vijf tot tien procent van de (toekomstige) winst van het bedrijf.” Waarom heb je meegewerkt aan de Startup Guide Berlin? “Voordat ik begon bij Startup Guide Berlin was ik journalist bij de European, een klein opinieblad. Daar had ik met veel verschillende thema’s te maken, een daarvan was technologie en internet. Toen ik stopte bij de European zocht ik iets wat te maken had met schrijven en foto’s maken. Via de vriendin van mijn
8 | MAKE IT WORK
voormalige huisgenoot heb ik het team van Startup Guide Berlin leren kennen. Zij hebben gevraagd of ik mee wilde werken aan de tweede editie. Het leek mij interessant omdat het een combinatie is van berichten schrijven over technologie, de stad Berlijn en foto’s maken.”
‘Werkplekken brengen de eigenaren van startups en bedrijven bij elkaar’ “Ik was ook al vrij bekend met de startup scene in Berlijn, want de European was zelf ook een startup. Ik ben daar begonnen in 2011, toen ik klaar was met studeren. Toen bestond het magazine pas een half jaar en was het nog heel erg in ontwikkeling. Je nam bijvoorbeeld gewoon je eigen laptop mee. Het voordeel van werken bij een startup was dat ik voor iemand die net was afgestudeerd, veel invloed en verantwoordelijkheid had. Ik raakte ook in contact met andere startups in Berlijn, want als je in een beginnend bedrijf werkt, kijk je ook veel naar hoe anderen te werk gaan. Je komt elkaar bijvoorbeeld tegen op allerlei evenementen.”
‘De Duitse industrie is erg gericht op technologie en produceren’ Hoe kijken grote bedrijven als Soundcloud of Zalando naar Startups? “De meeste bedrijven binnen de technologiesector zijn klein begonnen. De Duitse industrie is erg gericht op technologie en produceren. In Duitsland fabriceert men namelijk vooral wasmachines en auto’s. Veel werkplekken brengen de eigenaren van startups met de grotere bedrijven bij elkaar. Hierbij kun je denken aan een plek als Betahouse, die ook evenementen organiseert met grotere bedrijven als Bosch om hen samen te brengen met startups die iets voor het bedrijf kunnen ontwikkelen. Belayer, een startup in Berlijn werkt nu samen met Bosch om de smart wasmachines te ontwikkelen, die een notificatie stuurt naar je smartphone wanneer je was klaar is. Veel grote Duitse bedrijven realiseren dat ze problemen hebben met het bijhouden van innovatie in vergelijking met het buitenland. Daarom hebben ze zorgvuldig contact met startups om de vooruitstrevende technologie een stap voor te zijn.” Wat voor startup zou je zelf willen beginnen? “Ik ben zelf erg geïnteresseerd in digitale platformen, waarmee je andere ondernemers van dienst kunt zijn. In principe hebben zij niks anders gedaan dan bestaande markten bij elkaar voegen in een handige, digitale omgeving.” ●
FOTOCOLLAGE
9 |enMAKE WORK Foto’s: Anne Snijders Alwin IT Sinnema
INTERVIEW
Humans of Görlitzer Park In het Görlitzer park in Berlijn komen heel veel verschillende soorten mensen. Toeristen, studenten, ouders met kinderen, ouderen, junkies, ga zo maar door. Er komt geen einde aan. Daarom geef ik je een beeld van wat voor mensen je tegenkomt in het park. DOOR ANNE SNIJDERS
Happy: ”Ik ben 25 jaar en ik kom uit Zuid-Afrika. Sinds 2010 woon ik in Berlijn. Het is een fantastische stad, maar aan werk komen is best lastig. Ik probeer rond te komen door muziek te spelen op het station, daarnaast treed ik wel eens op met mijn band. Op 4 mei is er in Berlijn een groot carnaval, dan speel ik weer met mijn band. Hopelijk krijgen we zo meer aandacht. Ik kom in het park om te chillen met vrienden en om af en toe wiet te roken.”
Dave en Arno: “Ik woon hier nu drie jaar, Arno
komt oorspronkelijk uit Berlijn. Wij zijn studenten en we komen vaak in het park tijdens een tussenuur, alleen bij mooi weer. Maar verder in onze vrije tijd komen we hier niet graag, omdat er hier heel veel gedeald wordt en het niet altijd veilig is. Hier komen ook veel toeristen en aangezien wij voor een fietsverhuur bedrijf werken kunnen we hier het bedrijf goed promoten.”
Berend: “Ik ben nu 64 jaar. Mijn vrouw is over-
leden aan kanker. Door haar behandelingen moest ik een groot deel van mijn eigendommen verkopen. Ik ben oud en kan niet meer werken en ik heb geen kinderen. Dus nu kom ik in het park om flesjes te verzamelen, zodat ik ze in kan leveren voor statiegeld. Het brengt niet veel op, maar hierdoor kan ik wel mijn eten kopen. Dus heb je nog een flesje voor mij?”
Jim en Rachel: “Wij komen uit Londen en zijn
net aangekomen in Berlijn. Ons hotel is hier in de buurt. Aangezien het mooi weer is wilde we eerst even bijkomen van de reis in het park. We zijn hier gewoon op vakantie. Ik studeer geschiedenis en wil het verleden van Berlijn van dichtbij zien. Rachel, mijn vriendin, is met mij mee gegaan. Ze is zelf nooit in Berlijn is geweest.”
10 | MAKE IT WORK
Foto: Danique Hoekstra
REPORTAGE
Vluchtelingen zijn niet meer uit Berlijn weg te denken Een vrouw wordt met een touw naar boven getild. Ze is vies van de modder en het zand in de tunnel, maar dat kan haar niks schelen. Ze is bijna vrij. Vier man sterk hijsen ze haar naar boven. Ze kan het haast niet geloven. Ze is eindelijk in West-Berlijn! DOOR ANNE SNIJDERS
H
et is oktober 1966, studenten uit West-Berlijn zijn een halfjaar lang bezig geweest om een tunnel te graven onder de Bernauer Strasse. De tunnel is 140 meter lang en 1.20 meter hoog. Niemand wist toen dat dit één van bekendste ontsnappingstunnels werd tijdens de Koude Oorlog. “Toen de eerste vluchtelingen naar boven kwamen konden we het niet geloven. Het was ons gelukt! Iedereen huilde van blijdschap”, vertelt Peter Schulenberg tijdens een interview. Helaas werd de tunnel ontdenkt door de DDR en dichtgegooid. Uiteindelijk zijn er 57 mensen ontsnapt uit de tunnel. Vandaar zijn naam Tunnel 57. Bouw van de Muur In de nacht van 12 op 13 augustus werd de Berlijnse Muur gebouwd, onder leiding van de
Oost-Duitse leiders Walter Ulbricht en Nikita Chroesjtjov. Tijdens de verdeling van Duitsland wilden veel mensen de DDR ontvluchtten, tot Ulbrichts ongenoegen. Daarom liet hij de Muur bouwen. 28 jaar werden vrienden en familie van elkaar gescheiden. Toen de muur er eenmaal stond werd de haat voor de DDR alleen maar groter en mensen wilden ontsnappen aan het communisme. Zo ontstonden er 5000 verschillende vluchtroutes waarbij ongeveer 200 vluchtelingen zijn omgekomen tijdens hun ontsnappingspogingen. Tussen 1949 en 1950 wisten er totaal 4 miljoen mensen te vluchten naar West-Duitsland. Van liefdadigheid naar mensensmokkel “De mensen wist niet wat ze overkwam, toen de Muur werd gebouwd”, vertelt onderzoeker
Marion Detjen in haar onderzoek ‘Zeithistorische Perspektiven’. “Het overwinnen van de versperringen aan de grens werd een nationale sport”. De eerste mensen die initiatief toonden om de Oost-Duitsers te helpen waren de studenten. Maar vluchten werd steeds moeilijker. De DDR zorgde voor strengere en meer bewaking bij de grenzen. Uiteindelijk kre-
‘Het overwinnen van de versperringen aan de grens werd een nationale sport’ gen de mensen die vluchtelingen hielpen te ontsnappen een bijdrage van het stadsbestuur. Deze bijdrage kwam via een sluiproute bij de eigenaar terecht. Denk hier bij aan donaties voor kerken of andere liefdadigheidsinstellingen. Ook vluchtelingen verkochten hun verhaal aan kranten, om hun ontsnapping te kunnen betalen. De liefdadigheid om mensen te helpen werd langzamerhand mensensmokkel. »
De Berlijnse muur aan de Bernauer Strasse. Foto: Anne Snijders
REPORTAGE
Bernauerstrasse In de eerste paar jaren van de muur waren er veel zwakke plekken waardoor mensen konden ontsnappen. Aan de BernauerStrasse sprongen mensen uit ramen om zo in West-Berlijn te kunnen komen. Dit was mogelijk doordat de huizen in de Bernauerstrasse op de grens lagen tussen de DDR en de BDR. Degene die sprongen werden door een groep mensen onder hen opgevangen. Een paar weken later werden de ramen van deze huizen dichtgetimmerd. Eén van de bekendste vluchtpogingen is misschien wel van de twee broers Ingo en Holger. “Zij vlogen over de muur met twee mini-vliegtuigen” vertelt Alexandra Hildebrandt. Zij is de directrice van het Mauer-Museum. “Ze hadden elkaar ongeveer veertien jaar lang niet gezien. ”De broers namen de ontsnapping op met een camera op hun vliegtuigjes.” Ook een bekend persoon die wist te ontsnappen uit de DDR, was de Oost-Duitse grenssoldaat Hans Conrad Schumann. De muur was nog niet helemaal afgebouwd, en straten werden afgezet met hoog prikkeldraad. Schumann sprong erover heen, één van de meest bekende beelden uit die tijd. De Bernauerstrasse was moeilijk te bewaken. Daarom moesten mensen aan het Oost-Duitse deel, The Leap into Freedom. Foto: Peter Leibing
hun huizen verlaten. Het ontsnappen via deze straat werd zo onmogelijk gemaakt. De muur van nu Je ziet maar al te vaak dat de geschiedenis zich herhaalt. Zo zijn er verschillende muren gebouwd. Neem Griekenland, Bulgarije en Frankrijk. De meest recente muur is die van Hongarije. Op 15 september 2015 waren ze klaar met het bouwen van een vier
‘We komen moeilijk aan het werk’ meter hoge- en 180 kilometerlange muur. Al deze muren zijn gebouwd om de vluchtelingen, die via smokkelroutes in het land komen, tegen te houden. Er zijn vier smokkelroutes die de vluchtelingen veel gebruiken om in Europa te komen. De Oost-Mediterrane route Vluchtelingen komen met een boot naar Bulgarije, Cyprus of Griekenland. Dit is de meest afgelegde route van 2015. De Centraal-Mediterrane route Migranten komen van NoordAfrika over de Middellandse Zee naar Italie en Malta. Dit is ook één van de gevaarlijkste routes. Veel mensen komen om als ze deze overtocht maken.
De Balkanroute Dit is de landroute vanaf Griekenland of Bulgarije. De vluchtelingen die hier aankomen, gaan verder naar het noorden. Door grenscontroles wordt deze tocht erg moeilijk. De West-mediterrane route Migranten wagen de overtocht van Noord-Afrika naar Spanje. Vooral Algerijnen en Marokkanen nemen deze route. Vluchtelingen “Ik ben vijftien jaar geleden van Gambia gevlucht naar Europa,” vertelt Pascale. Hij is 36 jaar en heeft zijn familie in Gambia achtergelaten. Er heerste onvrede in het land en hij voelde zich niet meer veilig. “Ik heb tien jaar lang door Europa gezworven. Ik was eerst in Hongarije, toen in Oostenrijk en verbleef even in Parijs, maar nu woon ik vijf jaar in Berlijn.” Steeds meer vluchtelingen komen naar Berlijn.Er moet meer en meer ruimte worden gemaakt voor mensen zoals Pascale. In januari 2016 telde Duitsland 1,1 miljoen vluchtelingen. Het stadsbestuur besloot daarom een opvang te creëren voor 7000 vluchtelingen. Dit is de grootste vluchtelingenopvang in heel Europa. “We komen moeilijk aan het werk” , vertelt Pascale. “Daarom deal ik drugs, om toch rond te kunnen komen. Voor veel mensen is dit een probleem. We kunnen geen arbeidsvergunning krijgen omdat het niet de bedoeling is dat we hier blijven”. Je ziet hierdoor veel vluchtelingen in Berlijn op straat. Ze verzamelen lege flesjes zodat ze die kunnen inleveren voor statiegeld, of ze verkopen wiet. Dit allemaal om brood op de plank te krijgen. Om de vluchtelingen van de straat te houden zijn er verschillende projecten opgezet. Eén daarvan is de Flüchtlingbäckerei Bantabaa. Dit is een bakkerij en café waar vluchtelingen aan het werk kunnen. Ondertussen krijgen ze taallessen en wordt er werk voor hen gezocht, zodat ze niet op straat eindigen. ●
Monument van de muur aan de Bernauerstrasse. Foto: Anne Snijders
INTERVIEW
‘Yuppies raus!’ De stijging van de huren is typisch een probleem van ‘de gemiddelde grote stad’. In Berlijn hebben met name studenten en jonge creatieven last van het steeds duurder worden van hele stadsdelen, waardoor men continu aan het verhuizen blijft. Wat doet dit met de stad? DOOR MARK RIESTHUIS
“D
e prijzen staan op de albums, maar er valt over te praten.” De oude winkelier van de platenzaak grijnst bij deze uitnodiging tot onderhandelen, maar in zijn stem is vooral verslagenheid te horen. Welkom in Friedrichshain, misschien wel de meest betaalbare wijk van Berlijn. En dat is te zien aan het winkelaanbod: op iedere straathoek een Turkse avondwinkel, in iedere straat een paar hippe burgertenten vol schransende studenten, en ontelbaar veel kebabzaken. Nee, in deze wijk vind je geen merkwinkels, en zelfs supermarkten zijn hier dun gezaaid. Voor de kleine ondernemer in Friedrichshain ligt één gevaar echter steeds duidelijker op de loer: gentrificatie. “Gentrificatie in Berlijn gaat meestal volgens een vast patroon”, verklaart de in Friedrichshain geboren schrijver Falko Hennig. “Een arme wijk, bijvoorbeeld Prenzlauerberg in de jaren ’90, trekt veel studenten, creatieven, en migranten aan. Zo’n wijk wordt langzaam steeds populairder, waardoor ook de huren beginnen te stijgen. Het eindstation van gentrificatie is vervolgens dat de oorspronkelijke bewoners van de wijk de huur niet meer kunnen betalen, en wegtrekken naar een goedkoper stadsdeel”. Voor het stadsbestuur kan zo’n proces volgens Hennig behoorlijk goed uitpakken. “Jonge, hippe mensen kopen veel, en zorgen
14 | MAKE IT WORK
voor een fris stadsbeeld. Deze mensen worden ook wel de yuppen genoemd: young urban professionals. Eigenaren van panden knappen de boel op, zodat het stadsdeel meer bewoonbaar wordt”. Werkt gentrificatie dan eigenlijk niet heel voordelig voor een wijk? “Klopt”, antwoordt Hennig. “Totdat de huurprijzen voor bewoners en winkeliers te hoog worden. Op dat moment trekken de mensen die hebben bijgedragen aan de verbetering van de wijk weer weg, en nemen rijkere mensen hun plek in. Het proces begint vervolgens op een andere plek weer van voor af aan”.
‘Tientallen auto’s vernield, ‘uit onvrede met gentrifcatie’ Nog geen oplossing De mensen die steeds weer moeten verhuizen door de stijgende huurprijzen, uiten meer en meer hun bezwaren. Wie tijdens een wandeling door Friedrichshain let op de graffiti, ziet het thema gentrificatie steeds opnieuw terugkomen. ‘Gentrifizierung stoppen’ en ‘Yuppies raus’ (jonge starters wegwezen) zijn leuzen die her en der op viaducten, metro’s en zelfs op winkelruiten geverfd staan. Burgemeester Müller heeft al toegezegd iets aan de ‘veryupping’ te willen doen. Toch verhardt de toon van debat nog steeds. In februari van dit jaar vernielden vandalen nog en-
kele tientallen auto’s in de Duitse hoofdstad, ‘uit onvrede met de gentrificatie van de stad’.
‘Ach ja, de huur stijgt soms, maar de klanten blijven komen’ Harde cijfers ontbreken; de huurprijzen per stadsdeel zijn bekend, maar de redenen waarom de huren stijgen of dalen verschillen nogal per wijk. Daarnaast: het is moeilijk om mensen te verbieden massaal te verhuizen naar een populair gebied, net zoals je eigenaren van panden niet kan verbieden hun panden op te knappen om vervolgens de huur te verhogen. Gentrificatie in Berlijn zorgt voor een patstelling waarvan de toekomst onduidelijk is. Hoezo gentrificatie? “Ach ja, de huur stijgt soms, maar de klanten blijven komen”, zegt Ömer, eigenaar van een avondwinkel aan de Grünberger Strasse. “Mijn oom heeft een grillroom in Prenzlauerberg. Iedereen zegt dat het daar zo duur is geworden de laatste twintig jaar, maar in zijn zaak gaat alles nog steeds goed. Misschien dat het er daar iets beter uitziet dan hier in de wijk.” De van oorsprong Turkse winkelier ziet weinig grote veranderingen in het ondernemingsklimaat in zijn wijk. “Het is hier eerder te goedkoop om een zaak te hebben. Overal zie je mensen die net zoals ik mijn geld verdienen,
INTERVIEW
vaak ook kinderen van gastarbeiders. Ik heb meer last van concurrentie dan van gentrificatie”. Onbetaalbaar wonen Het proces van gentrificatie kan worden gezien als een typisch probleem van het kapitalisme: vraag en aanbod. Toch lag Friedrichshain drie decennia geleden nog in het hart van de communistische DDR, ver weg van het kapitalisme. De Karl Marx-Allee, misschien wel de meest OostDuitse straat van heel Berlijn, ligt aan de rand van Friedrichshain. Een grijze dame loopt langs de statige, symmetrische flats. “Ik woon daar, op vijfhoog. Vroeger betaalde ik in de DDR omgere-
Grafitti in Friedrichshain. Foto: Mark Riesthuis
kend zo’n 70 euro per maand voor mijn appartement. Nu betaal ik 720 euro.
‘De huur is tien keer zo hoog geworden’ Ik snap dat mijn inkomsten ook zijn gestegen, maar het blijft een extreme verhoging. Oké, de boel is intussen wel twee keer opgeknapt. Maar het blijft absurd wat er in pakweg dertig jaar is gebeurd. En ik kan je vertellen: in die tijd zag de Karl Marx-Allee er precies zo uit als nu”. Hoe stop je gentrificatie? Momenteel wordt er in Berlijn
geëxperimenteerd met regelgeving rond het verkopen en verhuren van huizen. Eén wet kan al een hoop problemem schelen: het verbod op het verkopen van huurhuizen. Op die manier wordt voorkomen dat huizen helemaal onbereikbaar worden voor armere mensen. Daarnaast mogen de huren maximaal 20 procent per drie jaar stijgen. Deze twee maatregelen kunnen samen gentrificatie afremmen, maar de huren zullen hoe dan ook blijven stijgen. De toekomst is nog onduidelijk, beaamt ook Falko Hennig. “Mijn Friedrichshain blijft voorlopig nog wel zoals ik het ken. En daarna werpt zich ergens wel een nieuw Friedrichshain op.” ●
WELCOME TO NEW YORK
‘New York, concrete jungle where dreams are made of.’ Alicia Keys - Empire State of Mind
16 | MAKE IT WORK
Foto: Danique Hoekstra
Foodtrucks vs. Restaurants
Food trucks vs. Restaurants
REPORTAGE Een indringende etensgeur op elke hoek van de straat, dát is New York. Overal staan kleine karretjes waar je hotdogs, pretzels, churro’s en nog veel meer kan kopen. Naast verschillende restaurants, deli’s en fastfood opties. Geen enkele nationale keuken mist. Het ene moment loop je langs Five Guys, een typisch Amerikaans fastfood-restaurant, en het andere moment sta je bij een food cart waar Turken kebab verkopen. Een smeltkroes van eetculturen. DOOR LISA PIERLO
‘‘M
ijn favoriete plek om te eten is Domino’s, of Pizza Hut. I love Pizza Hut.’’ Pizza. De grote liefde van Andrea, die uit de Bronx komt en tegenwoordig in hartje Manhattan in een hotel werkt, en Waarschijnlijk ook die van de meeste andere New Yorkers. Het is geen toeval dat je op elke hoek van de straat een ‘slice of New York-style pizza’ halen. De Italiaanse migranten hebben zeker hun stempel op de stad gedrukt. Niet voor niets dat ze een geheel eigen wijk hebben, hoewel die beetje bij beetje overgenomen wordt door China Town. Je zou kunnen zeggen dat pizza hét symbool is van New York. Naast The Statue of Liberty natuurlijk.
‘In New York koken we niet vaak zelf’ ‘‘Ik kan met gemak zeggen dat de meeste New Yorkers veel uit eten gaan. We koken hier niet vaak zelf.’’ Naast pizza eet hij ook graag op andere plekken: ‘‘New York heeft een heel diverse eet cultuur. Natuurlijk Italiaans, maar ook Jamaicaans en Aziatisch. Toeristen wijken jammer genoeg vaker uit naar de grote fast food restaurants, zoals McDonald’s. Wij doen dat ook, maar minder vaak.’’ Hij kan ook erg genieten van seafood: ‘‘Ik ga vaak naar Red Lobster en City Island. Dat is een klein gebied in
18 | MAKE IT WORK
de Bronx met alleen maar visrestaurants.’’
populair, er zijn er een paar van dezelfde keten.’’
Foodtrucks komen eigenlijk niet voor in het gesprek. Ze lijken niet zo populair in New York. Op straat zie je er eigenlijk ook geen één. Vooral niet in Manhattan. Het enige dat je als foodtrucks zou kunnen zien, zijn de verschillende ijskarren. ‘‘Ik ga af en toe naar een foodtruck. Degene die halal zijn, daar haal ik altijd wraps met kip. Ze zijn niet heel
Vreemd, want foodtrucks kosten veel minder om op te starten dan restaurants. John Kunkel, de baas van tien Mexicaanse restaurants in de Verenigde Staten, vertelt op de website INC.com hoe veel het ongeveer kost om een restaurant op te starten. Het komt in totaal uit op $450.000 tot $525.000. En dat is alleen in het begin.
Wat kost een restaurant? Huur: Beveiliging: $10.000 tot $12.000 Huur eerste maand: $10.000 tot $12.000 Benodigdheden (internet, telefoon) $2.500 Opknappen: Gebouw ombouwen tot restaurant: Tafels en meubilair: Servies, keuken en bar –apparatuur: Eerste lading eten en drinken:
$250.000 tot $350.000 $40.000 $80.000 $8.000
Diverse openings kosten: Verzekering: $6.000 Vergunningen: $5.000 tot $6.000 Accountant: Varieert Bestel en betaal technologie: $20.000 Marketing: Bewegwijzering: $15.000 Menus: $1.500 Flyers/advertenties/coupons: $5.000 tot $10.000 Buiness cards: $70 Reclame: Public relations: $6.000 Restaurant-opening event: $15.000
Mobile-cuisine.com, een website die gemaakt is voor informatie over foodtrucks, heeft een schatting gemaakt van de kosten van een foodtruck opstarten in drie verschillende prijsklasse.
‘Als je naar een foodtruck gaat, staat daar urenlang iemand. Dan vraag je je af, waar gaat zo iemand naar de wc?’ De goedkoopste komt uit op $40.600 en de duurste op $234.400. Een aardig groot verschil met het opstarten van een restaurant dus. Zo ongeveer 291 duizend dollar. Niet een bedrag dat je zo even aftikt.
Er worden allerlei programma’s gemaakt met foodtrucks in de hoofdrol, bijvoorbeeld bij 24Kitchen. In het programma Miljuschka’s foodtrucks komen de meesten voor in Austin, Texas en ook in LA zijn ze erg populair. Zelfs Nederland loopt blijkbaar voor op New York, vooral met de vele foodtruck festivals die opkomen. Hartstikke leuk voor jonge ondernemers en koks die liever niet in het restaurant van iemand anders koken of geen eigen restaurant willen opstarten. Zoals je aan de prijzen hierboven ziet is het in Amerika al niet goedkoop en het zal in Nederland niet heel anders zijn.
Hoe komt het dan dat de straten van New York niet zwart zien van de foodtrucks? Andrea denkt dat dat komt doordat mensen het niet helemaal vertrouwen: ‘‘Sommige mensen zien het misschien niet als gezond of schoon tegenover een restaurant waar je rustig kan gaan zitten en eten. Volgens mij is dat grotendeels de oorzaak er van. Ze krijgen allemaal wel een cijfer, voor hoe schoon het is enzovoorts, maar ik merk dat de meeste mensen toch twijfels hebben. Als je naar een foodtruck gaat zie je daar iemand staan, vaak alleen, uren lang. En dan vraag je je af, waar gaat zo iemand naar de wc? Dat speelt wel een rol.’’ ●
Wat kost een foodtruck? Start-up en inspectie kosten Terugkomende kosten Start-up per plaats
$ 37.950 2.300 350
$$ 86.050 4.450 1.000
$$$ 216.000 7.400 11.000
Een foodtruck in New York. Foto: Lotte Alyja Millekamp
Jeff Brown. Foto: Lote Alyja Millekamp Foto: Danique Hoekstra
PROFIEL
Mr. Brown gooit het roer om Jeff Brown biedt graag hulp. Eerlijk, open en gezellig. Deze woorden passen, volgens collega’s en bewoners, bij Jeff Brown. Een goedlachse en gemotiveerde man, die ietwat verward praat omdat hij zo veel wil vertellen. Iedereen mag hem alles vragen. Hoe gekker de vraag, hoe leuker het antwoord. Maar ook over de serieuze onderwerpen, zoals zijn werk, vertelt hij met passie. DOOR LOTTE ALYJA MILLEKAMP
J
eff is 53 jaar. Hij woont samen met zijn vrouw en drie kinderen in de wijk Harlem in New York. En zijn werk? Hij was twaalf jaar lang leraar. En zo kleedt hij zich nog steeds. Hoe kleedt een leraar zich dan? Een overhemd met een blokjespatroon, die uiteraard bij zijn broek in gestopt zit. Een donkere broek en bijpassende riem en comfortabele schoenen. En een strenge bril, die eigenlijk niet matcht met zijn grote lach en lieve karakter.
‘We moeten zorgen dat ze ons niet tegen elkaar uit gaan spelen’ Hij besloot het roer om te gooien dankzij een vriend. Jeff was toe aan een nieuwe uitdaging en wil graag voor anderen zorgen. Onderaan de ladder beginnen was zijn strategie. Sinds een aantal jaren is hij de drijvende kracht achter het huisvestingsproject van Harlem United. Hier zet hij zich dag in dag uit vol passie in voor de bewoners. In het huis waar Mr. Brown werkt, worden HIV- en aidspatiënten opgevangen. Op dit moment wonen er 25 mensen in het huis. Dat betekent dat
het huis vol is. De 22 mannen en drie vrouwen in het huis krijgen alle liefde van Jeff. Hij doet er met zijn team alles aan om deze mensen een zo goed mogelijk thuis te geven. Dat blijkt ook uit de woorden van de senior mental health specialist en Jeff’s rechterhand Bernita: “We moeten zorgen dat ze ons niet tegen elkaar uit gaan spelen. Jeff en ik moeten blijven communiceren. Zo kunnen we de bewoners zo goed mogelijk helpen.” De nieuweling in het huis vertelt ook zijn verhaal. Hij is lang, erg rustig en heeft de uitstraling van een basketbalspeler. Zij naam is Armeen. “Ik woon hier nu ongeveer een maand. Eerst woonde ik ergens anders, maar dankzij Mr. Brown woon ik nu hier. Hij zorgt goed voor ons”, vertelt hij. Joseph, de ‘veteraan’ van het stel, komt net onder de douche vandaan. In zijn hemd, korte broek en op slippers is hij naar beneden gerend. Hij vertelt zijn levensverhaal en – lessen. Ook hij is Jeff dankbaar. “Zonder Jeff woonde ik waarschijnlijk op straat. Ik was volledig de weg kwijt. Nu ben ik dankzij Mr. Brown op de goede weg.” Het ergste wat Jeff tijdens zijn werk meegemaakt heeft? Daar hoeft hij niet lang over na te den-
‘De ene dag praatte ik nog met een bewoner en de andere dag vond ik hem op zijn kamer, dood, met een naald in zijn arm’ ken. “De ene dag praatte ik nog met een bewoner en de andere dag vond ik hem op zijn kamer, dood, met een naald in zijn arm.” Het is niet ongebruikelijk dat de bewoners gebruiken en het is in zekere mate ook toegestaan. Zolang ze op hun kamer blijven en niemand anders er mee lastig vallen. Dit betekent ook dat je niet met z’n tweeën op één kamer mag zitten om te gebruiken. Het werk dat Mr. Brown doet, heeft hem gevormd tot wie hij nu is. Hij weet veel, maar toch leert hij iedere dag weer wat bij. Van geld tot medische zorg, Jeff moet overal een creatieve oplossing voor vinden. Geld is er namelijk nooit genoeg, maar de bewoners hebben wel medische zorg nodig. Lynn, de clinic expert in Harlem, heeft alleen maar lovende woorden voor Jeff: “Mr. Brown is een goed mens.” ●
21 | MAKE IT WORK
H
22 | MAKE IT WORK
BLOG
Verslaafd DOOR MERLE HEPPENHUIS
“O
p mijn zevende gaf mijn oom me al een joint. Hij dacht dat het grappig was.” Het zijn de woorden van een ex-verslaafde vrouw uit de New Yorkse wijk Harlem. In een kamertje in een oud gebouw, dat dient als een vestiging van Harlem United, vertelt ze haar verhaal.
‘Op mijn zevende gaf mijn oom me al een joint. Hij dacht dat het grappig was...’ Wij, een groepje journalistiekstudenten uit Nederland, luisteren aandachtig naar wat ze allemaal te zeggen heeft. Kind Dat is wel heel erg raar. Een kind van zeven. Toen ik zo oud was als zij, speelde ik met poppen en bouwde ik hutten achter het huis, samen
met mijn zusjes. Ik kende het woord drugs nog niet eens. De mevrouw die haar verhaal vertelde, wel. Haar ouders waren verslaafd. Een goed voorbeeld heeft ze niet gekregen. In haar pubertijd raakte ze aan allerlei drugs verslaafd. Nu is ze midden veertig en tien jaar afgekickt. Dat ging niet zonder problemen, maar Harlem United hielp haar. Op dit moment werkt ze zelf voor de organisatie om andere verslaafden te wijzen op de risico’s van hun verslavingen. Verhalen Ik ben onder de indruk van haar verhaal, maar ook weer niet. Tijdens de vorige periode hoorde ik voor ons tijdschrift ‘Talk’ meerdere verhalen van (ex-)verslaafden aan. En eigenlijk waren hun verhalen allemaal in grote lijnen hetzelfde. Een moeilijke jeugd, ouders die zelf ook verslaafd zijn, wel willen afkicken, maar het niet kunnen... Deze mevrouw is het wel gelukt om uit die negatieve spiraal te
komen en is daarmee een goed voorbeeld voor haar kinderen. Dat vind ik knap. Nu geeft ze andere verslaafden schone naalden, zodat zij in ieder geval geen HIV of andere ziekten aan elkaar overdragen. Het is een kleine moeite, waarmee ze de verslaafden helpt. Veel verdient ze er niet mee, maar ze is van haar verslaving af en dat doen niet veel mensen haar na.
‘Afkicken ging niet zonder problemen, maar Harlem United hielp haar’ Onvoorstelbaar Hoe vaak ik zo’n verhaal van een verslaving nog ga horen, het blijft toch op de een of andere manier indrukwekkend. Natuurlijk was ik nu minder onder de indruk dan de eerste keer dat ik zo’n verhaal hoorde, maar toch blijft het raar en onvoorstelbaar. Gelukkig maar. •
Harlem. Foto: Lotte Alyja Millekamp
23 | MAKE IT WORK
TAXI! Waarom een ritje met de yellow cab zo gewoon is.
Foto: Danique Hoekstra
In New York is een taxi pakken de gewoonste zaak van de wereld. Maar hoe komt dat? En waarom staan de Amsterdamse taxi’s vaak werkloos aan de kant van de weg te wachten op een klant? En waarom is er in Nederland zoveel commentaar op Uberpop? 
REPORTAGE
Het is half drie op een zonnige woensdagmiddag. Zijn arm ligt nonchalant over haar schouder. Ze kijken om zich heen. Het is druk op Fifth Avenue. Plotseling gaat zijn hand razendsnel omhoog. Hij zwaait. Een knalgele taxi draait hun kant op en remt af. Het koppel stapt in. De jongen zegt wat tegen de chauffeur en daarna rijden ze weg.
Toch is het vreemd dat het nemen van een taxi in New York zo populair is, want je ben eigenlijk verplicht een fooi te geven.
Uber maakt in Nederland veel los, zowel positief als negatief
DOOR LOTTE ALYJA MILLEKAMP
D
e knalgele taxi’s in New York zijn een wereldwijd fenomeen. Je ziet ze overal in New York. En je hoeft maar je hand op te steken, of ze komen op je af. Toch werkt het niet overal zo. Rudy werkt voor een taxidispatch. Zit hij achter een bureau in een stoffig hokje te telefoneren met klanten? Nee. Rudy staat meestal druk zwaaiend en gebarend aan de kant van de weg om de taxichauffeurs naar hun plekje in de rij te navigeren. Hij zit niet stil, want het is een komen en gaan van de zogenaamde yellow cabs. Met veel liefde, en de nodige dosis humor, zorgt hij er voor dat mensen snel met de taxi op weg kunnen naar hun eindbestemming.
‘Je hoeft je hand niet op te steken om een taxi aan te houden, want ze staan hier al voor je in de rij’ Een voordeel voor de taxichauffeurs: ze wachten op hun beurt en weten zo zeker dat er niemand voordringt en er met hun klant vandoor gaat. “Je hoeft hier je hand niet op te steken, want de taxi’s staan hier al voor je in de rij. En wanneer het lampje aan is, mag je niet instappen. Dat bete-
26 | MAKE IT WORK
kent namelijk dat de taxi bezet is”, vertelt Rudy. Als werknemer bij de taxidispatch maak je lange dagen, want ze zijn geopend van vier uur in de ochtend tot elf uur in de avond. “Gelukkig werk je wel in shifts”, voegt Rudy toe. De taxidispatch op Eighth Avenue is niet de enige in New York. Om de zoveel blokken vind je er eentje. Dus heb je geen zin om je hand op te steken of zien ze je telkens niet staan? Ga dan eens langs bij een taxidispatch. “Ja, het werkt erg makkelijk”, eindigt Rudy.
Waarom? Dat is het zakcentje dat de chauffeur bijverdient. En omdat de lonen niet al te hoog zijn, kunnen zij dit goed gebruiken. Een taxichauffeur in New York verdient ongeveer 12 euro per uur, dat is net zo veel als in Nederland. Maar het leven in New York is duurder. Desalniettemin vraagt geen enkele chauffeur in Nederland om een fooi. Maar het krijgen ervan is natuurlijk nooit verkeerd.
Verschil met Nederland In Nederland is het niet bepaald de normaalste zaak van de wereld om een taxi te nemen. Wij gaan vaak met eigen vervoer of we nemen de bus of trein om snel op de plaats van bestemming aan te komen. Wel hebben wij in Nederland een speciale regeling voor ouderen die snel op de plek van bestemming willen komen en geen eigen vervoer hebben. Zij kunnen tegen een kleine vergoeding met hun taxipasje onbeperkt gebruik maken van een regiotaxi en voor een paar euro kunnen ze maximaal drie mensen meenemen. Tips “Don’t forget to tip”, dat wordt je in New York wel ingeprent. Het is de normaalste zaak van de wereld. En als je het vergeet, dan kun je gegarandeerd rekenen op een boze blik van de chauffeur. Foto: Danique Hoekstra
UBERhaupt geen goed idee? Internetonderneming Uber is ‘hot and happening’ op dit moment. Zij proberen het taxigebruik over de hele wereld populairder te maken. Dit geldt dus ook voor Nederland en New York. In Nederland maakt dit veel los, zowel positief als negatief.
Stel dat de auto betrokken raakt bij een ongeluk, dan is de klant niet of onvoldoende verzekerd Maar hoe werkt het? Op de site van Uber kun je je aanmelden en kiezen waar je vandaan komt en waar je heen wilt. Dan zoekt de site er passende reisopties bij. Meestal stap je dan in bij men-
sen die alleen reizen en de zelfde eindbestemming hebben. Zo reis je goedkoper in vergelijking met een gewone taxi in Nederland. Hier heeft niemand problemen mee. Maar waarom is er in Nederland zoveel commentaar op Uberpop? In de Volkskrant wordt gesteld dat de taxi-app van Uber gescreende taxichauffeurs aanzet om bewust de Nederlandse wet te overtreden. Het komt neer op het vervoeren van klanten zonder verzekering of taxivergunning. Hierdoor loopt de chauffeur ook nog eens een groot risico. Denk aan het krijgen van een fikse boete en inbeslagname van de auto. Stel dat de auto betrokken raakt bij een ongeluk, dan is de klant niet of onvoldoende verzekerd, stelt de inspectiedienst. Uber slaat dit commentaar in de wind, door te stellen dat zij een inter-
netonderneming is. Zij benoemen zichzelf tot bemiddelaar en niet als taxibedrijf en daardoor zouden zij niet onder de wet voor regulier taxiverkeer vallen.
‘Ik voel me er meer op mijn gemak en de sfeer is beter dan in een yellow cab’ In New York is het een stuk makkelijker geregeld. Aaron (21) studeert aan Widener University in Philadelphia. Hij reist met zijn vrienden regelmatig met Uber. “Ik vind het fijner reizen dan met een gewone taxi. Ik voel me er meer op mijn gemak en de sfeer is beter dan in een yellow cab.” Verder gaat het hem om het geld, want te veel betalen wil hij niet. ●
Taxi’s in New York. Foto: Lotte Alyja Millekamp
REPORTAGE
Recht op hetzelfde onderwijs? Blijf dromen! De Inspectie van het Onderwijs constateert in het jaarverslag ‘De Staat van het Onderwijs’ dat kinderen uit een lager sociaal milieu minder kan sen krijgen in het onderwijs dan hun rijkere leeftijdsgenoten. Ongelijkheid in het onderwijs, in Nederland? Ons koude kikkerlandje is toch welvarend? Ongelijkheid is toch meer voor andere landen, zoals Amerika? DOOR ROZEMARIJN ZUURVELD
I
n de Verenigde Staten zijn er inderdaad ook ongelijke kansen in het onderwijs. In de U.S.A. kennen ze twee soorten scholen: privéscholen en publieke scholen. Het grootste verschil daarin is geld. Dat wordt al snel duidelijk bij een gesprek met twee studenten van de publieke universiteit van Michigan. Brandon (22) en Steven (23) zitten op twee gammele stoeltjes in hartje New York. Niet in Central Park, maar in het minder bekende Bryant Park. De zon schijnt volop en de twee mannen genieten van hun vrije dag. Brandon en Steven leggen uit wat hét verschil tussen private schools en public schools. “Privéscholen zijn heel erg duur, maar je krijgt ook wel waar voor je geld. De leerlingen krijgen extra individuele aandacht van goede docenten en er zijn kleinere klassen. Dus als je het kan betalen, stuur je jouw kind naar een privéschool.” Volgens de twee studenten zijn publieke scholen in arme buurten heel beroerd. “Dat komt doordat publieke scholen worden gefinancierd door plaatselijke belastingen. Dus in buurten met lage inkomens krijgen scholen ook minder geld. Die scholen zijn dan ook arm en hebben slechte leraren. Het onderwijs in die armere buurten blijft dan ook slecht”, legt Brandon uit. Op de vraag of ook hier kinderen uit een lager sociaal milieu minder kansen hebben in het onderwijs antwoorden de jongens met een duidelijke ja. “Helemaal waar. De arme kinderen zitten ook in een vicieuze cirkel”, vertelt Steven.
28 | MAKE IT WORK
Nederland In Nederland neemt de ongelijkheid steeds verder toe. De Inspectie heeft een verontrustende conclusie. Als kinderen even slim zijn, bepaalt het soort gezin waarin ze opgroeien vaker de schoolkeuze. En daarin speelt de opleiding van de ouders de hoofdrol. Neem nou de twee beste vriendinnen Valerie en Nienke. Ze kennen elkaar al vanaf de kleuterkas. Ze zitten dit schooljaar allebei in groep acht.
De twee meisjes lijken op elkaar, zowel qua uiterlijk als qua leerprestaties. Ze kunnen even goed leren en hebben hetzelfde IQ. Toch is er één groot verschil. Valerie is een kind van hoogopgeleide ouders. Nienke komt uit een gezin met laagopgeleide ouders. Aan het einde van het schooljaar krijgt Valerie het advies vwo en Nienke het advies vmbo. Dit is niet het enige dat de Inspectie ziet. Steeds meer leerlingen
Een schoolbus in New York. Foto: www.flickr.com/kristeenb
Een zonnige dag in Bryant Park. Foto: Rozemarijn Zuurveld
van niet-Westerse afkomst gaan naar het vmbo en kinderen van laagopgeleide ouders gaan steeds vaker naar ‘zwakke’ scholen. Scholen waar minder gepresteerd wordt en waar leraren vaker ziek zijn.
‘We hopen dat het onderwijs in Amerika gaat veranderen’ Onderwijsjournalist De ongelijkheid is een groot maatschappelijk probleem constateert Anja Vink, die al meer dan twintig jaar onderwijsjournalist is. “Ongelijkheid in het onderwijs is er al vanaf de jaren zestig. De basis van die ongelijkheid is het sociaaleconomische aspect. Dus de opleidingen en het inkomen van de ouders. Als je alleen maar arme kinderen in de klas hebt zitten, gaan de prestaties van die kinderen achteruit.” Volgens Anja groeit arm en rijk steeds verder uit elkaar. “Ook in het onderwijs, leerlingen uit een hoger sociaal milieu komen geen leerlingen meer tegen uit een lager sociaal milieu. Alle niveaus zijn uit elkaar gehaald. Je hebt in een stad vaak aparte scholen voor vmbo-leerlingen, havoscholieren en vwo-jongeren.’’ Een oplossing voor het probleem heeft Anja wel. “Ik pleit ervoor
om het plaatselijk aan te pakken. Je kunt tenslotte Amsterdam niet vergelijken met Zwolle. Scholen moeten gaan kijken wat ze kunnen doen aan de ongelijkheid en bedenken waar de oplossingen zitten.”
eens 15.000 dollar aftikken! Omgerekend is het bijna 50.000 euro voor een half jaartje studeren! Ter vergelijking: in Nederland betaal je maar 2.000 euro per jaar voor een hbo-opleiding. “Die extremen heb je in de Verenigde Staten.”
De norm Hoe gaat het verder in Amerika? Gaat het nog veranderen? Een ‘no’ volgt. “We hopen het. Het is niet normaal dat het zo veel geld kost om goed onderwijs te volgen. Dure scholen zijn niet erg, maar het is nu de norm. En dat is verkeerd. Er moeten meer opties komen voor ouders dan alleen een hele dure privéschool die ze niet kunnen betalen of een slechte publieke school. Ik denk niet dat het de komende jaren gaat veranderen”, treurt Brandon.
De Amerikaanse Minister van Onderwijs pleit al een tijdje voor het mengen van scholen. Niet naar ras, maar naar sociaal-economische factoren. Het bestuur stelt een school samen met dertig tot veertig procent arme leerlingen en zestig tot zeventig procent niet-arme leerlingen. Uit recent onderzoek blijkt dat de prestaties van arme leerlingen vooruit gaan. Deze manier van mengen groeit hard in Amerika. Anja stemt ook voor deze oplossing. “In Amerika helpt het echt, dus in Nederland kan het ook. Ook al wordt verwacht van niet. Men zegt dat het mengen van scholen is mislukt in Amerika, maar dat is helemaal niet waar. Zowel rijke kinderen als arme kinderen hebben er baat bij. Dus waarom proberen we dat ook niet in Nederland?”, besluit Anja. ●
De twee jongens zaten zelf op een publieke High School. Steven: “Mijn publieke school was goed. De leraren waren van een redelijk hoog niveau. Ook kon je bijlessen en extra programma’s volgen.” Brandon: “Er zijn ook veel goede publieke scholen in de USA. Niet het beste van het beste, maar wel goed.” Hoe betalen de twee jongens hun studie? “Mijn ouders hebben veel gespaard voor me en ik leen ook veel van ze. Ik betaal waarschijnlijk tot mijn dood de leningen terug”, lacht Steven. Ghetto’s Anja Vink reist regelmatig af naar Amerika. En daar is zoals gezegd ook sprake van ongelijkheid. “En veel ook”, benadrukt Anja. Vijftien procent van alle Amerikaanse kinderen gaan naar een privéschool. De rest gaan naar een publieke school. “Sommige publieke scholen in Amerika zijn echt verschrikkelijk. Dat soort scholen zit voornamelijk in de ghetto’s. Ik ben weleens in een ghetto geweest op een publieke school in Philadelphia. Daar ben ik me echt dood geschrokken! Scholen met detectiepoortjes, gewapende agenten en veel geweld.” Maar ook in Philadelphia is er een andere kant. Op de privéschool Widener University in Chester betaal je als student 40.000 dollar per semester. En als je wilt wonen op de universiteitscampus moet je nog
Reactie VO-Raad: De VO-Raad, die de belangen van het voortgezet onderwijs in Nederland behartigt, vindt de ongelijke kansen in strijd met de fundamentele uitgangspunten van het onderwijs. De VO-Raad eist een stevig debat. “Deze groeiende ongelijkheid van kansen is onacceptabel. Het onderwijs heeft de plicht om alle kinderen gelijke kansen te bieden”, aldus Paul Rosenmöller, voorzitter VO-Raad, in een persbericht.
Reactie Bussemaker: Minister Jet Bussemaker van Onderwijs noemt de groeiende ongelijkheid in het onderwijs een ernstige zaak, die om actie vraagt. “We moeten kijken wat nodig is. Soms is het een kwestie van geld, maar geld alleen is niet de oplossing. Het is ook een taak van ouders, scholen en de hele samenleving om gelijke kansen te bevorderen”, benadrukt Bussemaker in het tv-programma Buitenhof.
29 | MAKE IT WORK
REPORTAGE
American Dream
Het moderne gebouw van Harlem United tussen de oude gebouwen
In de New Yorkse wijk Harlem is werkloosheid een groot probleem. Bij Harlem United proberen ze mensen met problemen toch een kans te bieden op de arbeidsmarkt. DOOR MERLE HEPPENHUIS
H
et is een opvallend, modern gebouw, waar sinds een paar jaar het medisch centrum van Harlem United is gevestigd. Het gebouw staat midden tussen de oude gebouwen in een doorsnee straat van de New Yorkse wijk Harlem. De wijk grenst aan de zuidkant van de zakenwijk Manhattan en aan de noordoost kant van The Bronx. Deze wijk staat bekend om de criminaliteit. Ook in Harlem kan het soms gevaarlijk zijn, bevestigt Daphné Dupont-Nivet. De journaliste woonde tussen december 2014 en juli 2015 in Hamiliton Heights, een deel van Harlem. Ze studeerde
30 | MAKE IT WORK
daar International and World History aan de Columbia University. “Ik heb één keer iets naars meegemaakt. Op een zaterdagochtend werden er in het steegje naast mijn kamer vier schoten gelost. Ik belde gelijk 911 en de politie was snel ter plaatse. Er was niemand gewond en de agenten zeiden dat er illegale activiteiten plaats hadden gevonden in de kelder van het gebouw naast me. Ik vermoed iets met drugs, maar dat weet ik niet zeker.” Onveilig heeft ze zich nooit gevoeld. “Er zijn veel verschillende wijken binnen Harlem en elke wijk heeft zijn eigen problemen. East-Harlem is bijvoorbeeld veel gevaarlijker dan
West-Harlem. De wijk waarin ik woonde was eigenlijk heel veilig. Op straat heb ik me nooit onveilig gevoeld, maar er stonden altijd wel grote groepen jongens wiet te roken of te dealen. Ik heb er met veel plezier gewoond.” Gentrificatie De laatste tien tot vijftien jaar hebben er veel veranderingen plaatsgevonden in de wijk. “Er zijn veel witte mensen naar Harlem gekomen, vooral naar de wijk waarin ik woonde. Veel hiervan zijn studenten aan de Columbia University. De huur is in Harlem niet zo hoog als in Manhattan en er is een fijne en diverse sfeer. De wijk zit midden in een proces van verandering en er leven daarom Dominicaanse opaatjes en hipsterstudenten doorelkaar. In de tijd toen ik daar woonde, openden in mijn buurt wel vijf hippe eettentjes.” Toch heeft dit proces, dat ook wel gentrificatie wordt genoemd, nadelen. “De huurbazen kunnen vaak illegaal
bij Harlem United? de prijzen omhoog doen, omdat er rijke mensen naar de wijk komen. Zo worden de oorspronkelijke bewoners beetje bij beetje de wijk uitgejaagd”, legt Dupont-Nivet uit. De gentrificatie in de wijk is ook goed te zien aan het pand van Harlem United. Van binnen is alles spik en span. Het ontbreekt er echt aan niets. Er is zelfs een speciale ruimte ingericht voor tandverzorging, waarin de allernieuwste en duurste apparatuur staat. In dit gebouw worden mensen met medische problemen geholpen, die geen geld hebben om hun ziektekosten te betalen. Werkloosheid Een ander kenmerk van de wijk Harlem is werkloosheid. Het bestuur van de stad schrijft op zijn website dat het stadsdeel een significante economische basis heeft, maar dat de potentie ervan nog niet helemaal benut is. Volgens het bestuur is Harlem nu een “bedroom community” voor de rest van Manhattan, wat inhoudt dat er amper werk is in de wijk en dat het vooral voor het slapen wordt gebruikt. In april 2016 had de gehele stad New York een werkloosheidpercentage van 5,6 procent. In de wijk Harlem was dat 7,7 procent. Het inkomen per hoofd van de bevolking in Harlem is 27.643 dollar per jaar, terwijl dat voor de hele stad 32.104 dollar per persoon is. Ook in het inkomen per huishouden zit een groot verschil tussen Harlem en het gemiddelde van de hele stad. In Harlem is het modale gezinsinkomen 40.390 dollar, terwijl dat over heel New York City gezien 57.683 dollar is. “Het is erg moeilijk om een baan te vinden in Harlem”, vindt Rachel Cutler, marketing en development manager bij Harlem United. “In de VS is dat sowieso al erg lastig, maar in deze wijk wonen veel mensen met een crimineel verle-
den, dat maakt het extra lastig. Mensen die geen goede thuisbasis hebben, zijn vaak druk met andere dingen en komen daardoor bijvoorbeeld te laat bij een sollicitatiegesprek.” Een afname van de werkloosheid door de gentrificatie ziet Cutler niet. “Ik heb de cijfers zo niet paraat, maar mijn gevoel zegt dat het er niet veel beter op wordt. Door de gentrificatie zijn er wel veel kleine bedrijven bijgekomen, maar ik betwijfel of er daardoor ook echt meer banen zijn.” Ze haalt ook het punt van Harlem als een bedroom community aan. “Die mensen verhuizen hiernaartoe, maar nemen hun werk niet mee naar deze wijk. Ook kleine bedrijven hebben het af en toe wel lastig hier.” Programma’s Harlem United draagt ook bij aan het reduceren van de werkloosheid in New York. “We hebben op dit moment twee gefinancierde programma’s,” legt Cutler uit. De organisatie helpt mensen met het trainen van het sollicitatiegesprek, maar geeft ze bijvoorbeeld ook representatieve kleding voor zo’n gesprek. Harlem United biedt cliënten daarnaast de mogelijkheid om binnen de organisatie aan de slag te gaan. “Dat zijn kleine baantjes van zo’n tien uur per week. Ze verdienen er een klein bedrag mee en ze kunnen ervaring opdoen. Eén van die baantjes is die van receptionist”, licht Cutler toe. Naast het verdienen van geld leren cliënten ook veel van het baantje. “Het geeft hen structuur in hun leven en het zorgt voor ervaring voor hun cv. Ook leren ze hoe ze om moeten gaan met verantwoordelijkheden, zoals op tijd komen. Dat kan een stap zijn richting het vinden van een baan.” Cutler benadrukt nog maar eens dat de trainingen bij Harlem United niet het doel hebben mensen bepaalde vaardigheden aan te
leren. “Het is meer om mensen klaar te stomen voor een baan. De mensen die bij ons komen, hebben het natuurlijk niet makkelijk. Ze hebben vaak mentale problemen of waren dakloos. Ook LGBT-jeugd komt vaak bij ons terecht, die afkorting staat voor Lesbian, Gay, Bi en Transgender. Vaak worden zij door hun familie uit huis gezet en proberen daarna
‘Het is erg moeilijk om een baan te vinden in Harlem’ op zichzelf te staan. Ex-verslaafden behoren ook tot onze doelgroep. Er zijn dus allerlei mensen die gebruik maken van onze diensten.” Ondanks de inspanningen van Harlem United blijft discriminatie een probleem voor de cliënten van de organisatie. “Er is heel erg veel discriminatie in sollicitatieprocedures. Mensen die zich anders presenteren dan de norm, bijvoorbeeld omdat ze transgender of stereotype gay zijn, hebben het echt moeilijk om een baan te vinden. Ook mensen met een andere kleur ondervinden dat probleem.” ●
Rachel Cutler. Foto: Merle Heppenhuis
BLOG
Yes, we care! De zorg. Vast niet een onderwerp waar je veel over praat met je vrienden. Zelf doe ik het ook niet. Toch is het een onderwerp wat vaak in het nieuws voorkomt. Wedden dat jouw ouders ook vaak over de zorg praten? DOOR ROZEMARIJN ZUURVELD
V
eel Nederlanders klagen over de Nederlandse gezondheidszorg. Ook in mijn omgeving klagen veel familieleden. “De zorg is zo duur geworden” en “Al die ouderen die maar aan hun lot worden overgelaten.” Zomaar een paar uitspraken die bij verjaardagen standaard de revue passeren. Maar is het allemaal zo slecht geregeld in Nederland? Valt het in Nederland niet eigenlijk ontzettend mee?
bleem, omdat veel zorgverleners patiënten alleen mogen behandelen als ze verzekerd zijn.
Jazeker! In Amerika is het namelijk nog slechter gesteld met de gezondheidszorg. De gezondheidszorg mag dan wel van een hoge kwaliteit zijn met de meest moderne technieken. Maar de zorg is enorm duur en voor veel Amerikanen onbetaalbaar. De cijfers zijn dan ook schrikbarend: ruim twaalf procent van de Amerikanen is onverzekerd. Dat is een groot pro-
‘Mogen we je creditcard even hebben’
The nest Dat de zorg slecht geregeld is in de VS heb ik met eigen ogen gezien. In de wijk Harlem in New York kreeg ik samen met drie andere redactieleden een rondleiding in een speciaal ziekenhuis, The Nest genoemd. Het medisch centrum is opgericht door de organisatie Harlem United. In
het centrum worden de mensen die geen zorgverzekering kunnen betalen, geholpen met hun medische problemen zodat ze alsnog hulp krijgen. Dat dit soort centra
bestaan, legt nog eens uit hoe erg het allemaal is in Amerika. Er zijn nog meer schrijnende gevallen bekend in Amerika. Bijvoorbeeld een vrouw, midden vijftig, krijgt een ongeluk met haar auto. De vrouw, we noemen haar voor het gemak maar even Wendy, heeft letsel opgelopen en ze heeft een flinke hoofdwond. Er wordt meteen een ambulance gebeld. Die komt ook, maar het eerste wat de ambulancebroeders vragen als ze aankomen is: “Mogen we je creditcard even hebben?” Stel je voor dat dit hier in Nederland zou gebeuren… Reclame Ook wordt er in de Verenigde Staten dagelijks reclame gemaakt voor medicijnen. Zit je gezellig The Bold and The Beautiful te kijken, komt er in de reclame opeens een spotje voorbij met een man die depressief is. Hij neemt een pilletje en een paar dagen later is hij weer helemaal happy. In Nederland is dat niet voor te stellen. Het is hier niet eens toegestaan om reclame te maken voor geneesmiddelen. Barack Obama, The President of The United States, is al vanaf het begin van zijn presidentschap bezig om de gezondheidszorg te hervormen, onder de naam Obamacare. Eén van de punten is dat iedere Amerikaan verplicht wordt een verzekering af te sluiten.
32 | MAKE IT WORK Een ambulanceritje in New York kan behoordelijk duur zijn. Foto: Wikimedia
Wij Nederlanders mogen eigenlijk wel tevreden zijn over onze gezondheidszorg. Iedereen in ons kikkerlandje heeft de beschikking over goede zorg en niemand wordt aan zijn of haar lot overgelaten. Ik hoop voor de Amerikanen dat zorg in hun land beter wordt! ●
FOTOCOLLAGE
Foto’s: Lotte Alyja Millekamp en Lisa Pierlo
33 | MAKE IT WORK
WELKOM IN NEDERLAND
‘Dit is het land waar we niet alleen, maar samen vrij zijn’ Lange Frans - Het land van
34 | MAKE IT WORK
INTERVIEW
“Mensen denken soms dat we wasknijpers zitten te maken”
Daan Beukers beeldt innovatie uit van bestaande technieken met een 3D-geprint voorwerp. Foto: Authentict.
Terwijl ik tegenover Daan Beukers zit brengt een van zijn medewerkers op schreeuwende wijze een scheldkanonnade ten gehore. “Grappig dat je dit nu meemaakt”, zegt Beukers. Waarom dan wel? Omdat Daan Beukers directeur is van Authentict. Een ICT bedrijf met autistische medewerkers. Voor hem hoort dit er ondertussen gewoon een beetje bij. DOOR ERIC DE JONG Beukers is het voorbeeld van iemand die kansen ziet in de zwaktes van mensen. Zijn medewerkers hebben een gemiddelde leeftijd van 39, zijn vaak uitgevallen of ontslagen omdat ze niet goed mee
konden komen, omdat ze anders waren dan de rest. Voor Beukers maakt dat niet uit. Hij biedt mensen met autisme de kans op een baan én op een opleiding. En nu is er überhaupt geen ruimte »
35 | MAKE IT WORK
INTERVIEW meer om mensen aan te nemen en draait zijn bedrijf uitstekend. Probleem Het begint met een probleem. En een probleem vraagt om een oplossing. Beukers: “Ik kom zelf uit de ICT. Op een dag komt ik een oud-collega tegen. Deze collega heeft een zoon van 16 met autisme. Hij had zorgen over de carrièrekansen van zijn zoon.” De jongen volgde een speciaal leerprogramma in de ICT- richting en bleek heel succesvol. Maar op die manier leren vergt veel aandacht. “Tijdens het drinken van een biertje dacht ik, wat als je een bedrijf start waarbij je het omdraait? Zelf mensen opleiden en hun diensten aanbieden”, vervolgt Beukers. Authentict is een BV. Dat betekent dat er wel gewoon geld verdiend moet worden. Beukers: “Je moet continuïteit verschaffen. Fijn dat iemand een baan heeft, maar diegene moet de baan ook houden.” “Zelf mensen opleiden en hun diensten aanbieden”, vervolgt Beukers. Authentict is een BV. Dat betekent dat er wel gewoon geld moet worden verdiend. Beukers: “Je moet continuïteit verschaffen. Fijn dat iemand een baan heeft, maar diegene moet de baan ook houden.” 2 jaar voorbereiding Daan Beukers komt uit de wereld van ICT en commercie, maar niet uit de wereld van autisme. Het kostte hem dan ook alleen al twee jaar voorbereiding om überhaupt met zijn bedrijf te kunnen starten. “Ik heb acht mensen een opleiding aangeboden en daarna laten instromen voor werk binnen het bedrijf”, legt Beukers uit. Het bleek niet gemakkelijk deze mensen te vinden.
‘We bieden begeleiding aan de medewerkers, werken stressluw’ Dankzij de media krijgt zijn bedrijf veel aandacht, en nu zit hij helemaal vol. “Ik heb nu veertig man waarvan 30 mensen autisme hebben. Elke week krijg ik vijf tot tien sollicitaties. Ik word door hen benaderd en zij zijn op allerlei gebieden binnen de ICT actief.” Het gaat vaak om mensen die zijn ontslagen, wegvallen en bij Authentict weer excelleren. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers is 39. Autisme vraagt wel om een andere manier van werken. Veelal op afstand. Is dat lastig? Beukers ervaart geen problemen. “Ik heb geen last van de communicatie op afstand. Mensen op afstand inhuren is al lang heel gewoon. Ik kom wel op kantoor van klanten, net als de projectleiders.” Dat zijn mensen zonder autisme. “Je moet alleen goed afspreken wat iemand moet doen.”
36 | MAKE IT WORK
Werkzaamheden Beukers legt uit dat veel werkzaamheden op afstand kunnen worden uitgevoerd. “Je werkt eigenlijk achterstanden weg. Eigen mensen binnen het bedrijf van de klant kunnen dan flexibel zijn en hoeven geen achterstanden weg te werken. Software testen kan ook prima op afstand.” Hij beschrijft zijn bedrijf als ‘een gewoon bedrijf’ maar dat anders is aangestuurd’. “We bieden begeleiding aan de medewerkers, werken stressluw. Iemand anders heeft al nagedacht over de invulling.” Dat neemt veel druk weg voor de autistische werknemers. “We werken prikkelarm. We laten elkaar met rust, werken in een gesloten systeem. Geen mails, geen afleiding.” Christiaan Tsirakos is directeur van Reviced, een IT-bedrijf. Hij merkt dat het moeilijk is om aan de juiste mensen te komen. Ook hij is zoekende. “De vraag naar programmeurs is groot. Vooral goeie programmeurs, de programmeurs met kennis van de standaarden die belangrijk zijn, zijn schaars”, vertelt Tsirakos. Zijn kantoor staat vol met computers, allemaal met opvallend grote schermen. Om het kantoor binnen te komen moet je langs flinke beveiliging, allemaal voor het beschermen van hun ‘servers’. Denkt hij dat mensen met autisme iets kunnen betekenen voor dit probleem? “Binnen programmering zie ik geen enkel bezwaar. Zij denken vaak lineair, rechtlijnig, volgens bepaalde processen en systematiek.” Maar het werken met autistische mensen vraagt wel om een andere aanpak dan werken met reguliere arbeidskrachten. Hoe kijkt Tsirakos daar tegenaan? “Vaak werken deze mensen op afstand nadat je ze een opdracht hebt gegeven. Daar ben ik niet zo’n voorstander van. Ik denk dat je programmeurs met autisme dichtbij moet hebben omdat juist de communicatie al lastig is.” Perspectief Het concept van Beukers bedrijf lijkt dus te werken. Maar nu hij ‘vol’ zit, wat is zijn perspectief op de toekomst? “In het begin dacht ik: Ik heb een leuk bedrijf in Apeldoorn en dat is prima. Maar nu heb ik wel bedacht dat ik zal moeten groeien. Het plan is al ontwikkeld om nieuwe vestigingen te openen. Met twintig werknemers en vijf begeleiders.”
‘De vraag naar programmeurs is groot’ Hij ontmoet graag mensen die hij nog niet kent. “Waar de klant is maakt niet uit, waar de werknemer is wel. Niet iedereen kan grote afstanden afleggen om te komen werken.” Beukers wijst op de grote aantallen mensen met auFoto: Danique Hoekstra
INTERVIEW tisme. “Er zijn wel duizenden mensen met autisme die én ICT’er zijn of dat willen worden.” Wat is de groeipotentie van dit concept? “Dat is onzeker. Naar schatting zijn er 200.000 mensen met de diagnose. Er zijn veel mensen met een uitkering en in 2017 is er daarvoor een herkeuring. Mogelijk de helft zou kunnen werken.”
dat ze hier in dienst komen.” Ook de opleiding houdt rekening met autisme. “Je leert mensen echt kennen, creëert ritme voor hen. Ze hebben soms lang thuis gezeten. Ik heb de training aangepast. De eerste twee weken valt de helft al om. Daar is het programma op afgestemd.”
Autisme kán werken Roy doet samen met anderen zijn verhaal voor de camera op de website autismewerktwel.nl. Hij heeft het Syndroom van Asperger. Hij is al 12 jaar werkzaam bij de Politie in Den Haag, waar hij zich bezighoudt met alle werkzaamheden op het gebied van Vakliteratuur, Abonnementen en de in- en verkoop van Relatiegeschenken. “Je hebt met veel verschillende mensen contact en dat is juist voor mij als autist een mogelijkheid om die vaardigheden mooi op peil te houden”, vertelt Roy.
Géén sociale werkplaats Beukers benadrukt aan het eind van het gesprek nogmaals dat hij samen met zijn werknemers verantwoordelijk is voor een serieus bedrijf.
In een reportage van EenVandaag komt Jan-Willem aan het woord. Hij heeft autisme en kan dit gebruiken bij zijn werkzaamheden in de ICT-branche.
“Ik heb dit bedrijf willen opzetten om banen te gunnen. Mensen denken soms dat we wasknijpers zitten te maken. We zijn een BV, geen sociale werkplaats.”
‘Dan ben ik strikt en ga ik niet met hen in zee’
‘Ik heb dit bedrijf willen opzetten om banen te gunnen’
Hij gaat verder: “Ik merk wel dat er verwarring is over het imago. Door de gunfactor die we hebben.” Beukers krijgt ook te maken met de Participatiewet.
Hij spoort fouten op in apps en andere software. “Ik ben gek op puzzelen, dus kom maar op met die technische problemen.” Hij geeft aan dat zijn kwaliteiten wel op een specifieke manier moeten worden ingezet. “Op het moment dat er een conflict ontstaat met de klant dan moet ik dat niet afhandelen, want ik ben heel snel geneigd om te zeggen: ‘Sorry als u dat niet wilt, maar dan maar niet.’ Voor een bedrijf geen handige reactie.”
“Die wet verplicht elk bedrijf met 25 medewerkers of meer om een bepaald percentage medewerkers in dienst te hebben met een afstand tot de arbeidsmarkt. Veel bedrijven vinden dat best moeilijk.”
Leren Het opleiden van mensen is een belangrijk onder deel van het bedrijf van Beukers. “Elke dag leren we nog nieuwe dingen en kunnen er dingen beter. Ik heb als doel om banen te creëren. Ik leid groepen op in verschillende vakgebieden, dus mét het idee
“Ze zijn vaak enthousiast over ons, het telt mee voor het quotum als ze mensen bij ons inhuren. Er is veel behoefte aan ICT mensen dus voor hen is dat fijn. Maar grote partijen moeten zorgen voor veel medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bij hen gaat het vaak alleen om het quotum en niet om onze diensten. Dan ben ik strikt en ga ik niet met hen in zee.” De scheldkanonnade is voorbij en het wordt weer stil. “Ze leggen de lat vaak zó hoog. Er vliegen wel eens dingen door de kamer”, besluit Beukers. ●
Het coderen op een laptop. Foto: www.pexels.nl
37 | MAKE IT WORK
REPORTAGE
Liefde op de De gemiddelde Nederlander werkt 31 uur per week, dat is 1586 uur per jaar. Sommige mensen zijn vaker op hun werk dan thuis te vinden, en dus is het niet vreemd dat juist op de werkvloer veel relaties opbloeien. In 2015 deed vacaturesite Jobbird onderzoek naar liefde op de werkvloer. Hieruit bleek dat één op de drie werknemers met een collega flirt, sekst of zelfs een affaire heeft. Volgens experts ligt de oorzaak bij de huidige netwerkcultuur, minder officiële dienstverbanden en meer zelfstandigen. We kennen natuurlijk allemaal de verhalen uit Amerika, maar speciaal voor jullie ging ik op zoek naar smeuïge (liefdes)verhalen afkomstig van de werkplekken in Nederland! DOOR LYDIA SIDERIUS
“Ik had wel gehoord dat er een nieuweling op de administratie zat, maar ik had nog geen kennis met hem gemaakt en eigenlijk had ik ook geen reden om daar verandering in te brengen. Tot het moment waarop hij voor het eerst de salarissen uitbetaalde. Ik kreeg te weinig uitbetaald en liep lichtelijk geïrriteerd naar zijn kantoor. Onze eerste ontmoeting was dan ook niet onze fijnste. Toch was ik enigszins overdonderd van wie daar zat en de eerste date was al snel gepland. Inmiddels zijn we al twee jaar een stel en wonen we samen! Maar over mijn salaris die maand, zijn we nog altijd niet eens.”
“Die pingpongtafel op de derde verdieping hè? Het aantal vluggertjes dat daar op plaats gevonden heeft, is niet op twee handen te tellen.” Op een nieuwsredactie in Nederland
“Na weken van spanning was het bureau van onze baas de enige vrije plek. We deden het.” Op een zorgkantoor in Nederland
Ergens in een ijshal in Nederland
“Het was algemeen bekend dat er meerdere baby’s verwekt waren op het zoldertje waar ook de voorraad lag.” Bij een MC Donald’s vestiging in Nederland 38 | MAKE IT WORK
Foto: Danique Hoekstra
werkvloer “Ik ben stewardess en mijn man is piloot en een enkele keer komt het voor dat we op dezelfde vlucht werken. En dat zorgde laatst voor een wel heel hilarische situatie. Jullie weten vast wat er gezegd wordt over piloten, stewardessen en alle bijbehorende avontuurtjes aan boord van het vliegtuig en na de vlucht? Ik verklap alvast dat het allemaal waar is. En ook ik kreeg laatst vlak voor landing een aanbod.. De co-piloot kwam naar me toe en vroeg of ik na de vlucht met hem mee naar zijn hotelkamer wilde, waarop ik antwoorde dat ik gelukkig getrouwd ben en dus bedankte. Maar je man hoeft het niet te weten, was zijn antwoord daarop. Eigenlijk, zei ik, is mijn man de piloot van dit vliegtuig. Met het schaamrood op zijn kaken droop hij af!” Bij een Nederlandse vliegmaatschappij
“Waar werken heel veel mensen samen? En waar hebben ze heel veel bedden, stiekeme hoekjes en hokjes? Juist! In ziekenhuizen. En de medisch specialisten, die kunnen er wat van! Bij ons gebeurde het in de onderzoekskamer, de spreekkamer, maar ook op de slaapkamer voor nachtmedewerkers. Er wordt tussen collega’s heel wat afgesekst in ziekenhuizen.” In een (heel) aantal van de Nederlandse ziekenhuisen
“Ik werk als secretaresse en toen ik nog op school zat, beloofde ik mijzelf nooit zo’n secretaresse te worden. Na amper een maand aan de slag te zijn, deelde ik het bed met mijn werkgever. Oeps.” Op een advocatenkantoor in Nederland
“Na een lange werkdag kwam ik de winkel van mijn ouders binnen en daar stond ze: de nieuwe stagiaire. Ze was druk bezig achter de kassa en zich helemaal niet bewust van het feit dat ik net binnen was komen lopen. Bovendien had ze geen flauw benul van wie ik was. Toen ze opkeek, mij aankeek en haar stralende lach tervoorschijn toverde, was ik meteen verkocht. Het was liefde op het eerste gezicht. Nadat we weken om elkaar heen draaiden, samen klusjes deden en heel veel flirten, zoenden we voor het eerst in de opslagruimte. Nu, vijf jaar later, zijn we nog steeds bij elkaar en wonen we samen.” In een winkel in Nederland
39 | MAKE IT WORK
BLOG
Zorgen over werk Ik denk vaak na over later, hoe de tijd na mijn opleiding zal zijn. Vooral het zoeken naar werk houdt me bezig. Zal ik wel werk kunnen vinden? En is dat dan ook het werk dat ik de rest van mijn leven wil doen? Soms zijn het fijne gedachten, dan werk ik op een kleine krantenredactie, waar de stemming gezellig is. Andere keren zit ik tussen een massa journalisten, die allemaal beter willen zijn dan de rest. Of één van deze twee situaties waarheid wordt, weet ik nog niet. Ik moet nog zeker twee jaar. Waarbij ook een stage hoort. DOOR ROSALIE GRIFFIOEN Baantjes Ik ben niet de enige met gedachten over werk en banenkansen. Op mijn opleiding zijn er genoeg mensen die nu al op zoek zijn naar werk. Sommigen hebben een bijbaantje in de journalistiek. Anderen gewoon in de supermarkt. Om bij te verdienen, om het collegegeld te kunnen betalen... En daar zit vaak het probleem al. Voor kleine baantjes heb je vaak al ervaring nodig. Als afwasser kom je nog wel weg, maar wat dacht je van een serveerster? Bij een vacature staat vaak het woordje ‘ervaring’ bovenaan en het probleem is dat je daardoor nergens binnenkomt zonder. Waardoor je dus weer geen ervaring op kunt doen voor iets anders. Ik begrijp dat bedrijven en winkels liever professioneel personeel hebben, waar het op kan vertrouwen. Maar van iemand die alleen borden op tafel zet wordt wat mij betreft iets te veel gevraagd. Juist studenten zonder ervaring kunnen dit werk goed gebruiken. Ze werken ook vaak met meer enthousiasme dan personeel dat al jaren hetzelfde werk doet. Deze positieve kant wordt vaak vergeten, over het hoofd gezien. Dat vind ik zonde. Ik heb zelf ook nog nooit een baan gehad. Nou ja, werken om iets bij te verdienen dan. Wel eens een iets kleins als ondersteuning, maar dat was niet heel serieus met solliciteren en zo. Ik heb wel gereageerd op vacatures, voor bediening of verkoper. Reacties daarop kreeg ik niet vaak, of ze zochten toch liever iemand met ervaring. Soms kwam ik er ook achter dat een vacature al van een paar jaar geleden was. ‘Slordig dat je vergeet die van je site af te halen’, denk ik dan. Mijn zusje mocht een paar keer proefdraaien als afwashulp. Na drie keer werken zou ze een boekenbon krijgen, maar na de tweede keer werd haar al verteld dat ze moest stoppen. Ze zochten toch iemand die vaker tijd had in de weekenden, terwijl dat van tevoren geen voorwaarde was. Over zoiets kan ik best wel boos worden. Maar zo werkt het nou eenmaal.
40 | MAKE IT WORK
Speurtocht naar werk En dan ga je op weg naar een grote baan. Werk dat bij je opleiding past. Op sommige markten is genoeg vraag naar jong personeel. Maar voor velen is het toch veel zoekwerk. En hoe kom je als journalist vandaag de dag nog aan een baan? Er is een grote concurrentiestrijd gaande, je moet kunnen laten zien dat je bijzonder bent. En ook als kunstenaar kom je niet snel meer aan de bak. Eigenlijk is dat altijd al zo geweest, maar ik denk dat het de laatste tijd wel meer opvalt door die bezuinigingen op cultuur en intrekken van subsidies. Een goede vriendin zit ook al jaren zonder werk. Met veel plezier begon ze met haar opleiding voor kunstenaar. Ze maakte prachtige schilderijen, haar afstudeerwerk maakte op mij veel indruk. Ik wist zeker dat ze hiermee beroemd zou worden. Helaas wist ik toen nog niet zoveel over dit keiharde vak. Dat het lastig voor haar zou worden om aan werk te komen, nee zeker niet. Maar nu zit ze thuis, nou ja, met wat vrijwilligerswerk voor een kerk. Haar ouders hebben haar altijd gesteund in haar keuze voor het vak. Ook al wisten ze dat het lastig zou worden. Nu stoppen ze haar elke maand zoveel mogelijk geld toe om rond te komen. Zelf zijn ze ook al met pensioen, dus heel veel extra is er niet bij. Zo zijn er natuurlijk nog veel meer. Jonge en oudere werklozen. Elke dag hopend ergens iets te vinden om van te kunnen leven. Al die gedachten maken me wel onrustig. Ik weet dat ik nog even heb en dat mijn ouders het niet slecht hebben. Toch zou ik graag willen weten hoe ik straks mijn geld kan verdienen. Geen zorgen over werk hebben en gewoon kunnen genieten van deze laatste jaren studeren. De toekomst gewoon op me af laten komen. Zorgen hebben heeft geen zin. ●
INTERVIEW
Wie is er klaar voor Facebook at work? DOOR ALWIN SINNEMA
“Of Facebook at Work concurrentie kan bieden voor Linkedin? Ik denk dat ik dan eerst moet zien of ze zich kunnen bewijzen. Ik vind LinkedIn een goed platform voor zakelijk gebruik en ik zie op dit moment niet echt de voordelen van Facebook at Work, maar misschien komt het nog.” Volgens Patrick van Erven, Online Community manager van IN2Media is LinkedIn al een goed werkend, zakelijk platform en gaat het op een betere manier met je gegevens om. “Facebook staat qua naam niet heel hoog in het vaandel, dus ik denk dat zij zich goed moeten bewijzen.’’ »
41 | MAKE IT WORK
INTERVIEW
H
et wereldwijde internetbedrijf verkondigde een ruime tijd terug dat Facebook at Work in januari 2015 al zou worden gelanceerd. Een echte doorvoering op grote schaal lijkt nog altijd op zich te wachten. Nu is het prototype al bij verscheidene bedrijven uitvoerig getest. Het platform moet een vervanger worden van het professionele netwerk LinkedIn. “LinkedIn heeft nu tien stappen voorsprong op Facebook at Work, wanneer Facebook daar is dan ben je een paar jaar verder” stelt Grietje Bakker, communicatiespecialist op online gebied en werkzaam op de marketing afdeling van Smeding Groente & Fruit in Sint Annaparochie. “Of het mogelijkheden biedt? laten we zeggen dat ik heel benieuwd ben hoe het zich zal ontwikkelen.”
“Facebook at work is niet geloofwaardig” Bakker is vooral afwachtend en volgt daarom eerst graag hoe Facebook at Work zich zal ontwikkelen en dan vooral op het gebied van privacy. “Het spreekt elkaar nu een beetje tegen bij Facebook. Voor Facebook at Work willen ze per januari de privacyregels en veiligheid aanscherpen, maar aan de andere kant bij Facebook voor privégebruik versoepelen ze deze regels. Dat maakt Facebook at Work niet geloofwaardig.” Privacy Er liggen dan ook veel vraagtekens over het nieuwe platform rond de privacy. De vraag is vooral wat facebook met alle gegevens zal doen. “Ik weet niet of veel bedrijven erop zitten te wachten dat al hun bedrijfsgegevens op een netwerk staan, waar je zelf geen vat op hebt” zegt van Erven. “Ik denk dat de bedrijven liever een eigen systeem hebben, dat zij zelf in de hand hebben. Een eigen intranet. Want
42 | MAKE IT WORK
bij Facebook ligt er de angst dat externe partijen bij de gegevens kunnen.” Volgens Bakker hou je met intranet beter de gegevens binnen je eigen beschermde omgeving en Facebook is daarnaast al zo vaak in het nieuws geweest rond privacy kwesties. “Facebook houdt alles in de gaten wat je doet. Wat je op het social netwerk doet, daarvan is niks meer privé. Daar zet ik wel
“Ik heb meer vertrouwen in LinkedIn” grote vraagtekens bij.” Facebook zelf zegt dat het de privacy gaan aanpassen, geen advertenties laat zien en geen winst ermee wil maken, maar puur voor bedrijven inzetbaar wil zijn. Hoe kijk je er dan tegenaan voor een bedrijf als Smeding. “Dat vind ik lastig. Maar als je naar Facebook voor privégebruik kijkt dan doen ze dat niet. Facebook heeft whatsapp en Instagram overgenomen. Ze komen daardoor steeds meer te weten over ons. Juist als je zoiets zakelijks als Facebook at work wilt gaan inzetten dan zou ik meer vertrouwen hebben in LinkedIn.” Interne communicatie Maar hoe wordt er op dit moment eigenlijk gecommuniceerd binnen de bedrijven? Want naast LinkedIn zijn er natuurlijk nog er nog tal van andere mogelijkheden qua communicatie. Intern wordt er bij IN2Media en de andere bedrijven van Van Erven, Douwe Egberts en Andere Koffie, vooral via whatsapp gecommuniceerd. Social media mag je binnen Smeding alleen gebruiken als het zakelijk nut heeft. Het is dan ook niet toegestaan om er privé te zitten facebooken of twitteren. Het moet echt in het nut zijn van je functie. “In de richtlijnen hebben we namelijk zes basisprincipes opgesteld die voor alle medewerkers
gelden. Dat je online altijd respect moet tonen bijvoorbeeld, want je moet er rekening mee houden dat je je altijd in een sociale omgeving begeeft. Het is hier meestal ook te druk om überhaupt te kunnen facebooken. Ik heb het vaak al te druk om de facebookpagina van Smeding bij te houden.” Volgens Bakker is er bij Smeding vooral sprake van offline communicatie. Werknemers lopen voor de communicatie vaak naar elkaar toe of staan elkaar te telefonisch of via de mail te woord. “Momenteel maken we nog geen gebruik van LinkedIn of intranet om met elkaar te communiceren. En ik denk ook niet dat de organisatie daar klaar voor is. We hebben nog wel wat slagen te maken op online gebied. Zo ver zijn wij dan ook nog niet.” “Wij hebben wel een intranet omgeving, waarin de werkgever wekelijks belangrijke informatie verspreidt” vertelt Pierius Lyclama à Nijeholt, medewerker terugvordering verhaal en boete bij de intergemeenterlijke sociale dienst, Noordwest Fryslan. “Daarnaast hebben we de outlook voorziening met mail, waar we onderling mee communiceren. Vanuit de organisatie hebben we één keer per kwartaal een middag waar belangrijke zaken worden besproken.” Voordelen Facebook at Work Maar wat zijn dan de voordelen van Facebook at Work? Volgens van Erven is dat simpel, Facebook is overzichtelijker dan LinkedIn.
“Facebook is overzichtelijker” “Als je Facebook en LinkedIn vergelijkt dan is Facebook veel overzichtelijker en het is een handig platform om contacten te onderhouden die geen LinkedIn hebben. Die zou je dan ook op je zakelijke facebook kunnen hebben. Er zitten tenslotte nog altijd meer mensen op Facebook dan op LinkedIn.”
Volgens Lycklama à Nijeholt zou een groot voordeel van Facebook at Work kunnen zijn dat je als werknemer alles meer centraal kunt organiseren. “Misschien is het handig om alle werkprocessen meer via één omgeving te organiseren. Je werkt nu met internet, met mail en met andere opties en wanneer je alles samen hebt, zou dat wellicht beter zijn.”
Kansen Op de vraag of Facebook at Work kansen biedt zijn de meningen overeenstemmend. Het is nu vooral een kwestie om af te wachten wat Facebook van de zakelijke variant gaat maken. Zo kent Bakker Facebook at Work nog niet zo goed en ze zou daarom zelf eerst willen zien en ervaren hoe het
Daarnaast zou het op den duur wellicht intranet kunnen vervangen, volgens Lycklama à Nijeholt. “Omdat je facebook at work niet alleen inzet voor je interne communicatie, maar ook inzet voor je externe communicatie. Dus dat externen er toegang tot hebben en dat je met hen informatie uitwisselt. En dat is met intranet niet zo. Want dat is een intern programma, waar je geen link legt met de buitenwereld.”
“We moeten de vertaalslag naar online nog maken”
Een werkstiuatie op kantoor.Foto: Pixabay
werkt. “Ik twijfel of onze organisatie er klaar voor is, omdat we de vertaalslag naar online nog moeten maken. Ik ben heel benieuwd hoe het zich zal ontwikkelen, want
toen Google met Google+ kwam is het ook niet van de grond gekomen. Binnen Smeding willen we met een intranet aan de slag gaan en daar zie ik meer heil in dan Facebook at work.” Volgens Lycklama à Nijeholt is het zaak dat Facebook zich eerst moet bewijzen. Dan wil hij kijken wat het product zou kunnen leveren, en er zeker van zijn dat er optimaal gewerkt kan worden. Als dat niet zo is, moet je er volgens hem niet eens aan denken. “Ik denk niet dat een organisatie het plezierig vindt dat alles wat je op facebook zet voor iedereen toegankelijk is. Zeker niet als je te maken hebt met privé omstandigheden. Wel kan ik mij voorstellen dat je er zaken op grond van beleid of jaarcijfers er opzet, daar zou het wel een geschikt medium voor kunnen zijn.” ●
REPORTAGE
Werk voor migranten in overvloed? Migranten die willen werken in een nieuw land, komen vaak bedrogen uit. Niet alle Europeanen zitten te wachten op buitenlanders die hun werk inpikken. In deze tijd van vergrijzing zijn deze nieuwe arbeidskrachten juist een aanwinst. Hoe komt het dan dat voor veel buitenlanders het werk niet komt aanwaaien? DOOR ROSALIE GRIFFIOEN
M
et een zwabber en een bak met sop gaat de kleine Poolse schoonmaakster Ela Zinczuk door de keuken. Ze veegt haar hand over haar bezwete hoofd en kijkt met een gemeende glimlach omhoog. Onder het werk vertelt ze over haar komst naar Nederland. Ze kwam hier om als Au pair te werken. “Ik zag dit niet echt als werk, meer als een klein baantje”, geeft ze toe. Hierna is ze bij uitzendbureaus gaan zoeken naar ander werk. Terwijl ze kleren opvouwt, begint ze binnensmonds wat Poolse woorden te mompelen. Ze betrapt zich hier op en vervolgt:“Via een kennis ben ik toen wel snel aan werk gekomen.” Het kennen van mensen noemt ze dus wel een voordeel. Het heeft haar ook geholpen dat ze al aardig Nederlands sprak. “Taal speelt daarin echt een rol”, benadrukt ze. Inge van Ark is een vrolijke en openhartige Nederlandse. Ze werkt op een Nederlandse school in Amerika. Dit werk heeft ze niet meteen kunnen doen toen ze hier kwam. In januari 2004 verhuisde ze naar de USA. Haar man kreeg namelijk een baan aangeboden in New York. “Die baan was daar, dus dan kun je niet anders”, aldus Inge. In Nederland werkte hij al
44 | MAKE IT WORK
voor hetzelfde bedrijf. Inge was hier docent op de middelbare school. Ze heeft altijd een passie voor dit beroep gehad. In Amerika wilde ze dus ook graag weer les geven. Aan haar zelfverzekerde uitstraling lag het niet,“Maar op een docent Nederlands zaten ze niet echt te wachten”, bekent ze. In het begin mocht ze helemaal niet werken, omdat ze niet het goede visum had. “Je mag dan zelfs geen vrijwilligerswerk doen”, vertelt ze. Om in aanmerking te komen voor een baan heb je een speciale ‘Green card’ nodig. “Dan heb je een status als ‘resident’, en dan mag je gewoon werken.” Via het werk van haar man kon ze de speciale card aanvragen. “Dat is toch de handigste manier
‘Taal speelt daarin echt een rol’ om in het land te kunnen blijven en te werken”, aldus de lerares. Daarna vond ze snel een baan. Daarnaast werkt ze als vrijwilliger in ziekenhuizen. Ze bezoekt daar patiënten met haar twee honden. Ze laat een foto zien waarop zij samen met haar hulphonden po-
seert. Een andere voorwaarde om te mogen werken is een diploma. Maar met een afgeronde opleiding
‘Marokanen en Turken kregen prolemen toen de economie ging haperen’ in een ander land mag je niet altijd hetzelfde werk doen in het buitenland. “Diploma’s zijn niet zomaar overal geldig”, besluit ze. Niet-Westersen Migratie naar Nederland komt vooral voor onder vluchtelingen, gezinsherenigers, gezinsvormers en arbeidsmigranten. De kans op werk is voor buitenlanders vaak kleiner in Europa. Vooral niet-westerse migranten hebben moeite om aan een baan te komen. De opvattingen van Westerse allochtonen komen namelijk vaak overeen met de autochtone cultuur in het nieuwe land. De kansen in Nederland zijn ronduit slecht. Vorig jaar nog bleken in Nederland de meeste migranten van buiten de EU thuis te zitten zonder betaald werk. Volgens sociologe Monique Kre-
mer van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid komt de hoge werkloosheid onder niet-westerse allochtonen mede doordat zij vaker een flexibel contract hebben dan autochtonen. Voor de crisis zat de banengroei vooral in tijdelijk werk. Onder anderen Marokkanen en Turken kregen problemen toen de economie ging haperen. Er zijn nog meer redenen te noemen waarom allochtonen minder kans maken op een baan. Zo maken allochtonen vaker taalfouten in hun Curriculum Vitae en sollicitatiebrief. Dit is vaak een teken van slechte schrijfvaardigheid en een gebrek aan motivatie. Voor integratie van buitenlanders blijft taalachterstand een enorm knelpunt. Voor Ela had het dus een enorm voordeel dat ze de taal al een beetje kende. Daarnaast spelen lagere geschooldheid en discriminatie een rol. Opvallend is dat ook hoogopgeleide allochtone Nederlanders minder snel een baan vinden vergeleken met autochtonen met het hetzelfde opleidingsniveau. Arbeidskansen Ongeveer tachtig procent van de autochtone Nederlanders heeft betaald werk. Bij de allochtonen heeft de helft nog niet eens een baan. Bij autochtonen is dat maar 5,7 procent. Het verschil van bijna 28 procent is bijna het hoogst in heel Europa. In Zweden zijn de arbeidskansen voor allochtonen nog lager, maar daar zijn ook drie keer zoveel asielzoekers. Aan het begin van de crisis was de werkloosheid onder Marokkaanse Nederlanders verbeterd tot bijna zes procent, bij de autochtonen was dit de helft. Onder Antilliaanse Nederlanders is nu bijna twintig procent werkloos en bij de Turkse Nederlanders is dit net iets meer dan 15 procent. Surinamers zitten hier net onder. Ela weet niet zo goed hoe de cijfers bij Poolse Nederlanders liggen, maar dat er in deze groep veel zwart gewerkt wordt om toch iets te verdienen betwijfelt ze niet. Âť
Ela Zinzuck aan het werk Foto: Rosalie Griffioen
INTERVIEW Sinds het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw is de arbeidsmarktpositie van allochtonen wel verbeterd. Ten opzichte van autochtonen blijft deze groep toch op een achterstand, vooral vrouwen hebben het nog moeilijk. Ongeveer de helft van de allochtone potentiële beroepsbevolking heeft een baan, waarvan veleneen vaste baan die ruim boven het wettelijk minimumloon wordt betaald. Het lukt allochtonen dus wel om succesvol te zijn op de arbeidsmarkt als ze de kans krijgen. Kansen in Utrecht In Nederland gaan gemeentes helpen om statushouders sneller aan een stad te binden. In een nieuwe opvang gaan de Volksuniversiteit en de Universiteit van Utrecht cursussen geven in onder meer ondernemerschap. Niet alleen asielzoekers,
‘Vanaf de dag dat ze hier komen zouden ze de Nederlandse taal moeten leren’ maar ook wijkbewoners van de wijk Overvecht kunnen hier aan meedoen. De opvanglocatie met de nieuwe begeleiding moet deze zomer aan de Einsteindreef openen. Veel buurtbewoners zijn hier fel op tegen, met protestacties geven ze aan dat ze die vluchtelingen niet zien zitten. Uitspraken als: “Niet hier die kutbuitenlanders”, en “lekker terug naar hun eigen land”, maken wel duidelijk hoe de stemming in Overvecht is. Ondersteuning Gadiza Bouazani is raadslid van de PVDA in Utrecht, ze merkt dat er vooral veel statushouders in de bijstand zitten. Dit komt volgens haar omdat ze de Nederlandse taal vaak niet
46 | MAKE IT WORK
kennen. “Vanaf de dag dat ze hier aan komen zouden ze dit al moeten leren”, benadrukt
‘Deze mensen hebben ook kwaliteiten die ze moeten kunnen benutten’ ze. Ook het ondersteunen naar werk noemt ze als punt. Deze mensen hebben ook kwaliteiten die ze moeten kunnen benutten. Daarom vindt ze dit plan ook zo belangrijk. Hiermee worden deze asielzoekers geholpen in de richting van werk. De speciale wijkteams in Utrecht kunnen deze groep ook ondersteunen bij het zoeken naar werk en het solliciteren. “We kunnen bijvoorbeeld kijken of er ergens vrijwilligerswerk is”, legt Bouazani uit. Ze geeft wel aan dat ze geen uitzendbureau zijn. Het raadslid laat weten dat er wel vaak mensen langskomen. “Zij geven dan aan dat ze willen werken, maar dat ze niet weten hoe ze moeten solliciteren.” Dit zijn niet alleen de statushouders, maar ook andere wijkbewoners van Kanaleneiland. “We hebben naast de teams ook een helpdesk voor hulp hierbij”, voegt de wethouder toe. Zij denkt dat de arbeidskansen van statushouders niet veel kleiner zijn. “Mensen met een verstandelijke beperking hebben ook minder kans op werk”, concludeert ze. Discriminatie In Amerika zijn er minder problemen voor buitenlanders die werk zoeken dan in Europa, volgens Inge. “Als je met een partner overkomt die werk heeft is het wel makkelijker ”, vervolgt ze. Voor deze mensen is het probleem dus niet heel groot. “Wanneer mensen als vluchteling naar een land komen is het wel een heel andere situatie”,
bekent de lerares. Voor deze groep kan de kans op werk dus wel kleiner zijn. Ze schudt haar hoofd hard heen en weer. De Amerikaanse regeling heeft volgens haar echt niks te maken met discriminatie van buitenlanders, in bedrijven zelf kan dit natuurlijk wel spelen. ‘’Over het algemeen bestaat er zeker geen uitsluiting van bepaalde groepen migranten”, besluit ze. Ook Ela heeft geen problemen gehad met discriminatie. In de schoonmaakbranche denkt ze altijd wel werk te
‘Wanneer mensen als vluchteling naar een land komen is het wel een heel andere situatie’ kunnen krijgen. “Als werkgevers zien dat je wil werken, dan nemen ze je wel aan”, concludeert ze. Met een klap zet ze de strijkbout neer, waardoor ze het nog meer lijkt te benadrukken. Ze geeft wel toe dat ze bepaald werk niet heeft kunnen doen. Dat had meer te maken met ervaring dan uitsluiting. “Maar als werkgevers gewoon mensen zoeken, dan krijg je genoeg kans”, denkt Ela. Ze is klaar met schoonmaken en pakt haar verdiende 50 euro uit een kleine blauwe envelop. Ze krabt wat aan de paarsige kloofjes die duidelijk zichtbaar zijn op haar handen. Mede hierom wil ze in de zomer op zoek naar een andere baan. Ze heeft alleen weinig ervaring met ander werk, dus ze vindt het best spannend. Ze is toch wel bang voor een eerste afwijzing. “Tot nu toe hadden ze overal waar ik kwam, namelijk wel werk voor mij”, zegt ze onzeker, terwijl ze een peuk opsteekt. ●
DE REDACTIE Colofon Hoofdredactie Mark Riesthuis Anne Snijders
Mark Riesthuis
Anne Snijders
Website Lotte Alyja Millekamp Lydia Siderius Social Media Rozemarijn Zuurveld Vormgeving Lisa Pierlo Lotte Alyja Millekamp Lydia Siderius
Lotte Alyja Millekamp
Lydia Siderius
Eindredactie Rosalie Griffioen Merle Heppenhuis Eric de Jong Alwin Sinnema Begeleidend docent Jan Eijbrink Erik van Schaik Techniek Jan Eijbrink
Disclaimer
Rozemarijn Zuurveld
Rosalie Griffioen
Lisa Pierlo
Merle Heppenhuis
Deze productie is gemaakt door studenten van de opleiding Journalistiek van de Hogeschool Windesheim. Ondanks de constante zorg en aandacht die we besteden aan de samenstelling van dit product, kan de opleiding Journalistiek niet instaan voor de volledigheid, juistheid of voortdurende actualiteit van de gegevens en de inhoud hiervan. Mocht u feitelijke onjuistheden tegenkomen dan stellen wij een reactie erg op prijs via info@windesheim.nl. De inhoud van deze productie kan zonder vooraankondiging wijzigen. Aan de inhoud hiervan kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Op de inhoud van dit platform rust auteursrecht. Het is niet toegestaan de auteursrechtelijk beschermde werken of andere informatie openbaar te maken of te verveelvoudigen zonder toestemming van de opleiding Journalistiek.
Eric de Jong
Alwin Sinnema
47 | MAKE IT WORK
‘There is something in the New York air that makes sleep useless’ - Simone de Beauvoir ‘Berlin ist arm, aber sexy’ - Klaus Wowerei
‘Je moet in Nederland altijd precies weten hoe ver je te ver kunt gaan’ - Wim Kan