“Hij is bijdehand, maar wel op een beleefde manier” [p. 26] “Ik praat toch respectvol met je?” [p. 22]
JUNI 2016 JAARGANG 1 NUMMER 1
New York is klaar ■ met vuurwapens 11 28] [p.
Colofon Uitzwaaien
Hoofdredactie Chris Klaasse
We leerden het waarschijnlijk allemaal in het eerste jaar van ons leven: zwaaien. Sinds jaar en dag zwaait mijn moeder voor het kamerraam mijn vader uit als hij in z’n auto naar kantoor gaat. Als peuter zwaaide ik altijd driftig mee. Ik vraag nog steeds af of hij wel zag dat ik zwaaide, maar dat maakt niet uit. Het gaat om het gebaar. En dat gebaar kan nogal veelzeggend zijn. Ik zwaaide mijn vader uit in de hoop dat hij ‘s avonds weer aan het diner zat. Hoe anders is de intentie van velen op 6 december, als het evenement Uitzwaaidag Sylvana Simons plaatsvindt. Heeft dat nog met respect en diversiteit te maken? Het magazine waar u nu in leest in ieder geval wel.
Vormgeving
Het onderwerp dat in veel stukken naar voren komt is ‘burger en overheid’. Wordt er een kloof gevoeld tussen burgers en de politiek? Voelt de ene groep burgers een grotere kloof dan de andere groep? En hoe verloopt de communicatie tussen burgers en de overheid? Op dit soort vragen proberen we in dit magazine een antwoord te geven.
Een andere manier van zwaaien is de ‘Even wuiven misschien?’-manier. Beatrix sprak deze woorden tegen haar zoon op de dag dat hij koning werd. Had dat zwaaien misschien een verborgen symbolische waarde? Wij zwaaien nu naar jullie, binnenkort zwaaien jullie naar ons. Hoeveel bestaansrecht heeft het koningshuis nog? Wordt het geen tijd om Willy en zijn gevolg uit te zwaaien? De antwoorden op deze kritische vragen dient u vooral kritisch te lezen.
Begeleidend docent
Jan Eijbrink
Van de hoofdredacteur, Chris Klaasse
Sander Foekens Iris Verbunt
Redactie
Nynke Bruinsma
Sander Foekens
Max Dalvoorde Remco Jacobi
Chris Klaasse
Jasper van Loo Iris Verbunt
Riccardo de Wit
Erik van Schaik
Techniek
Jan Eijbrink Ton Jager
Deze productie is gemaakt door studenten van de opleiding Journalistiek van de Hogeschool Windesheim. Ondanks de constante zorg en aandacht die we besteden aan de samenstelling van dit product, kan de opleiding Journalistiek niet in staan voor de volledigheid, juistheid of voortdurende actualiteit van de gegevens en de inhoud hiervan. Mocht u feitelijke onjuistheden tegenkomen, dan stellen wij een reactie erg op prijs via info@windesheim.nl. De inhoud van deze productie kan zonder vooraankondiging wijzigen. Aan de inhoud hiervan kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. Op de inhoud van dit platform rust auteursrecht. Het is niet toegestaan de auteursrechtelijk beschermde werken of andere informatie openbaar te maken of te verveelvoudigen zonder toestemming van de opleiding Journalistiek.
INHOUD
Reportages 04 ‘Kanaleneiland... Wat erg!’ 12 Drugs dealen naast de kinderboederij
15 Met de handen werken? Mij niet gezien 22 ‘Ik praat toch respectvol met je?’
08
28 New York is klaar met vuurwapens 32 Een meter over de grens betekent vakantie
Profiel 08 Jesse Klaver 26 Danny Ghosen
Blogs
32
11 Laat die Rutte toch lekker 25 Lang leve de koning!
Extra’s 07 Wat als je minister-president van Nederland zou zijn? Deel 1
19 Wat als je minister-president van
26
Nederland zou zijn? Deel 2
31 Tweets
■
11
‘Kanaleneiland. Wat erg!’
“Mensen moeten de kans krijgen om mee te beslissen over plannen die op de wijk van toepassing zijn”
...
REPORTAGE TEKST EN BEELD NYNKE BRUINSMA
H
et is een druilerige dag in Utrecht. Enorme flatgebouwen zien er dor en levenloos uit als je de wijk Kanaleneiland binnenkomt. Alle vooroordelen lijken al snel gerechtvaardigd, maar dat verandert als je het Fight Dance en Cardio Centre binnen loopt. Op het eerste gezicht lijkt het een gewone sportschool, maar het is meer dan dat. Angelo Rosalia geeft hier taekwondolessen aan jongeren, maar begeleidt ze ook in het dagelijks leven. Zo heeft hij af en toe gesprekjes over bijvoorbeeld hun school en thuissituatie. Jongeren kunnen zelfs hun huiswerk doen in de sportschool als ze thuis de concentratie even niet kunnen vinden. Stichting Klarita-fit zit in hetzelfde gebouw en biedt sportactiviteiten voor vrouwen. Ook kun je op deze locatie dancelessen volgen. De sportschool werkt samen met de basisschool, het ROC en de welzijnsorganisaties. “Mensen kunnen hier makkelijk binnenlopen”, zegt Rosalia. “De meeste leden hebben een U-pas waarmee ze kunnen sporten. De kosten worden door de gemeente vergoed en de pas wordt ook verstrekt door de gemeente.” Hij vertelt dat veel mensen uit deze multiculturele wijk hier komen om te sporten en dat het voor iedereen ook mogelijk wordt gemaakt. Zo kunnen Islamitische vrouwen bijvoorbeeld in een aparte afgeschermde ruimte sporten. Rosalia is van mening dat de communicatie tussen overheid en de mensen in de wijk nog kan verbeteren. “Ik denk dat er meer voorlichting moet komen. Ook moeten mensen de kans krijgen om mee te beslissen over plannen die op de wijk van toepassing zijn.” >>
Angelo en zijn collega
05
06
Digitalisering Freelance journalist Mustapha Esadik is opgegroeid in de wijk en denkt dat digitalisering een probleem is bij de eerste generatie Islamitische mensen. “Men gaat er maar vanuit dat je goed bent met de computer. Er zijn veel analfabetische mensen in de eerste generatie. Je kunt dan niet verwachten dat ze een profiel kunnen maken op DigiD. De eerste generatie wordt vaak wel bereikt via hun kinderen. Als je echter geen zoon of dochter hebt die dat goed kan, dan wordt het lastig om bereikt te worden door de overheid.” Normen en waarden Ook bij het overbrengen van normen en waarden ligt het probleem volgens Esadik vooral bij de eerste generatie. “De tweede en derde generatie spreken vaak de Nederlandse taal en gaan naar een Nederlandse DOOR RICCARDO school. DE WIT Daar krijgen ze de normen en waarden dus ook mee. Het overbrengen van de normen en waarden is bij de eerste generatie voor een groot deel niet gelukt. Heel veel van deze mensen zijn ook al met pensioen, dus eigenlijk is dat een gepasseerd station.” Communiceren Kanaleneiland is dus een multiculturele wijk en volgens utrecht.buurtmonitor.nl hebben de meeste mensen in Kanaleneiland een Marokkaanse achtergrond, namelijk 37,6 % van de bevolking. Volgens buurtondernemer Gadiza Bouazani scheelt het dat zij zelf een Islamitische achtergrond heeft. “Ik merkte dat er mensen waren in mijn team die nog nooit eerder in Kanaleneiland hadden gewerkt. Hun omgeving zei dan: ‘Kanaleneiland… Wat erg!’ Het taalgebruik van de mensen is af en toe verschillend volgens Bouazani. “Soms hoor je: je móét me helpen, in plaats van: zou je me willen helpen? Sommige medewerkers denken dan: Ik moet? Ik moet helemaal niks. Het is echter niet zo zwaar bedoeld als mensen denken. Het is maar net wat voor woorden
iemand zelf gewend is om te gebruiken. Daarom is het voor ons ook heel belangrijk om aan te sluiten bij de doelgroep. Samen met de medewerkers bereiden we ons voor op eventuele conflicten. Wat doe je bijvoorbeeld als iemand je geen hand wil geven? Een buurtteam is er voor de buurt. In deze buurt is er een afspiegeling van verschillende culturen. Dit maakt dat wij ons daarin moeten gaan voegen. We kijken goed naar wat de bewoners nodig hebben. Daar kunnen wij van leren en zij kunnen vervolgens weer van ons leren.” Veel communicatie van overheid naar burger gaat via de computer. Het aanvragen van DigiD is daar een voorbeeld van. “Er kwamen vanaf het begin al veel mensen binnen die niet wisten hoe je dat moest doen. Je verwacht ook niet anders als je weet dat er in de wijk mensen laaggeletterd of analfabeet zijn. Veel mensen kunnen een DigiD-aanvraag met hun ogen dicht doen, maar een groot aantal mensen uit de wijk had er nog nooit van gehoord en wist niet wat ze er mee moesten. Heel veel voorzieningen moeten tegenwoordig digitaal worden aangevraagd en je kan niet, net als vijf jaar geleden, bij elk bedrijf binnen stappen. Hier hebben wij een digitaal
Gadiza Bouazani
spreekuur voor opgericht. We zijn nu ook met de gemeente bezig en verschillende andere partijen om er voor te zorgen dat bewoners ondersteund worden bij het digitaal vaardig worden. Zo werken we bijvoorbeeld samen met de bibliotheek. Dit is een hele belangrijke partner.” Vertalen Laaggeletterde mensen in Kanaleneiland hebben dus moeite met de communicatie van de overheid. In het vertaalbeleid van de Rijksoverheid staat dat de overheid haar informatie in principe ook niet vertaalt. Dit zou allochtone mensen aansporen om de Nederlandse taal te leren. “Bovendien blijken vertaalde overheidsboodschappen vaak maar een beperkt bereik te hebben. Er zijn effectievere manieren om allochtone doelgroepen te informeren, bijvoorbeeld door begrijpelijke taal te gebruiken of intermediairs in te schakelen”, aldus het vertaalbeleid. Het buurtteam in Kanaleneiland is hier iets minder streng in. “We hebben een team waar sommige mensen Arabisch, Berbers, Marokkaans, Turks of Engels spreken. We kijken dan wel gelijk of we iemand ook kunnen ondersteunen om de Nederlandse taal te leren.”, aldus Bouazani. •
RUBRIEK
Wat zou je doen als je premier van Nederland bent? Chris Klaasse: “Ik zou Nederland veranderen in een dictatuur of een monarchie waarbij de koning meer te zeggen heeft.” Merle Heppenhuis: “Het openbaar vervoer beter maken. Mensen gaan dan minder met de auto en dat is beter voor het milieu. Het is ook fijner voor studenten.” Max Dalvoorde: “Ik zou het belastingstelsel veranderen. Dat rijkere mensen meer moeten betalen.” Jasper van Loo: “Meer geld naar de arme ouderen in Nederland. Deze
Rozemarijn Zuurveld: “Er moet meer geld naar zorg gaan. De bezuinigen zouden moeten stoppen.
mensen worden echt slecht behandeld
Iris Verbunt: “De studiefinanciering
in Nederland.”
weer herinvoeren. Ik vind het schanda-
Nynke Bruinsma: “Zorgen voor een beter milieu. Ik zou de bio-industrie terug willen dringen.” Riccardo de Wit: “Zorgen dat de poli-
lig dat dat weg is gegaan voor studenten.” Roy Prent: “Witte leggings verbieden, omdat dat niet meer van deze tijd is.”
tie iedereen gelijk behandelt. Mensen
Danique Hoekstra: “Ik zou me eerst
met status moeten niet bevoorrecht
eens even verdiepen in de politiek. Het
worden.”
is een beetje saai.”
■
11
07
PROFIEL 08
“Jesse bedrijft politiek op een heel inspirerende, strategische manier”
TEKST MAX DALVOORDE & CHRIS KLAASSE BEELD ANP
09
New kid on the block Op 12 mei 2015 werd Jesse Klaver de nieuwe fractievoorzitter van GroenLinks. Met zijn 29 jaar was hij de jongste fractievoorzitter ooit. Als zoon van een Marokkaanse vader en Indische moeder zag Jesse Klaver (1986) in Roosendaal het levenslicht. Zijn vader verliet het gezin toen Jesse nog jong was. Zijn opvoeding en achtergrond zorgden ervoor dat de verwachtingen voor zijn toekomst niet hoog waren. Het behalen van een vmbo-diploma zou mooi zijn, heel misschien zelfs nog mbo. Maar Klaver was ambitieuzer dan dat en studeerde Social Work in Den Bosch. “Het enige wat tussen jou en je dromen staat, is je angst om te falen. Laat die angst los en je kunt alles bereiken”, was de boodschap die Klaver meegaf bij zijn aantreden als fractievoorzitter. In die speech blies hij als leider van de links-progressieven direct hoog van de toren met statements als: ‘’Wij gaan Nederland veranderen!’’ en ‘’Iedere periode werd ons verandering beloofd, maar we kregen meer van hetzelfde.’’ Klaver wilde de status quo in Den Haag doorbreken, een eind maken aan de tijd waarin altijd maar dezelfde partijen regeren. Een jaar na zijn aantreden is het tijd om te kijken wat hij van die beloften heeft waargemaakt. Lyle Muns, voorzitter van DWARS (de politieke jongerenorganisatie van GroenLinks), vindt het uniek wat Klaver in een jaar teweeggebracht heeft. “Als je kijkt hoe GroenLinks het in de peilingen doet, dan is Muns dat uniek te noemen.”
Ook Liza Luesink, fractievoorzitter van GroenLinks in Zutphen, vindt dat Klaver het erg goed heeft gedaan. “Het mooie aan Jesse is dat hij authentiek is. Hij durft dingen te zeggen die andere politici niet durven zeggen, omdat je er als politicus niet Luesink geliefd door wordt. Een voorbeeld daarvan is wat hij in het debat over de vluchtelingencrisis heeft gezegd. Hij zei heel nuchter dat het onmogelijk is om de vluchtelingencrisis op te lossen, maar dat we wel zoveel mogelijk voor al die vluchtelingen moeten doen.” Luesink kent Klaver persoonlijk vrij goed. “Het is niet zo dat we elkaar elke week spreken, maar af en toe kom ik hem tegen. Bijvoorbeeld op een congres of een vergadering. Anderhalf jaar geleden is hij zelfs bij mij thuis geweest. Jesse wilde graag door het hele land huiskamersessies houden met lokale partijgenoten, om kennis met hen te maken en om te weten wat er in het land speelt. Zo is hij ook bij mij geweest. Ik had vooraf wat fractieleden en een paar geïnteresseerde vrienden bij mij thuis uitgenodigd. We waren ongeveer met z’n tienen en hebben samen met Jesse een heel goed gesprek gehad over uiteenlopende zaken. Toen viel me op hoe ontspannen en sociaal Jesse eigenlijk is. We zaten licht nerveus op hem te wachten, maar die spanning viel direct weg toen hij binnenkwam.” >>
■
11
10
Ook Muns heeft persoonlijke ervaringen met Klaver. ‘’Ik weet nog dat hij als voorzitter van DWARS naar België kwam, toen was ik al onder de indruk van zijn uitstraling. Jesse bedrijft politiek op een heel inspirerende, strategische manier. Hij luistert altijd aandachtig en kan complexe onderwerpen heel goed simplificeren, zodat iedereen begrijpt waar het over gaat.’’ Sinds zijn aantreden als fractievoorzitter laat Klaver zich volgens Muns zien als een goed voorbereide ‘debater’. ‘’Jesse is een spreker met een bepaald elan, hij draagt onderwerpen aan waar andere politici niet over praten. ”Luesink is het daar volledig mee eens. “Het is alleen jammer dat GroenLinks maar vier zetels in de Tweede Kamer heeft. Daardoor is het moeilijk om veel impact te hebben. Wat Jesse heel goed doet, is het maatschappelijke debat bevorderen, zodat de zaken die hij geregeld wil hebben alsnog gebeuren. Een voorbeeld daarvan is het debat over het feit dat Nederland een belastingparadijs is voor grote bedrijven. Ook al heeft GroenLinks maar 4 zetels, Jesse weet het toch voor elkaar te krijgen dat daar een maatschappelijk debat over is ontstaan. Hij zit de laatste tijd ook veel in talkshows, terwijl je Bram van Ojik daar nauwelijks zag.” “Niet dat Bram het slecht heeft gedaan hoor. GroenLinks was, na het plotselinge vertrek van Femke Halsema en het gedoe rond Jolande Sap, toe aan rust. Die rust heeft Bram van Ojik heel goed gecreëerd. In die periode kon Jesse groeien en nu hij fractievoorzitter is, geeft hij de partij weer een gezicht. Van Ojik heeft niet echt de uitstraling van een boegbeeld, Jesse heeft dat natuurlijk wel. In de fractie in Zutphen merken we dat zelfs. Na zijn aantreden kregen we ineens meer aanmeldingen van mensen die lid wilden worden en andere fracties hadden het ineens over ons. In de fractie spraken we van een Jesse-effect”, zegt Luesink lachend. Volgens Ireen Oostveen, politiek verslaggever bij de NOS, gaat GroenLinks dat zogenaamde Jesse-effect het
komende jaar uitbuiten. “Klaver straalt hoop en optimisme uit en hij zegt keer op keer dat de politiek wel degelijk te veranderen valt. Hij wil een tegengeluid geven tegen het politiek cynisme en daarmee zou de partij meer dan alleen jongere kiezers aan Oostveen zich kunnen binden”, zegt ze op de website van haar werkgever. Het Jesse-effect is ook al goed merkbaar in de peilingen. Op het moment van aantreden stond Klavers partij op slechts vijf zetels. Zouden er nu verkiezingen zijn, dan pakt de partij volgens Maurice de Hond zestien zetels en zou in het versplinterde politieke landschap een redelijke kans maken op een plek in de regering. In ieder geval ziet Klaver dat zelf wel zitten. Zo zei hij op zijn eerste partijcongres als partijleider: “Wij kunnen het motorblok zijn van een nieuw kabinet.” Ook Luesink ziet een GroenLinks-deelname aan de regering wel zitten, “maar zeker dán is het zaak dat hij authentiek blijft. Je zit dan helemaal in een keurslijf en moet rekening houden met de andere leden van de regering.” Of Klaver de status quo ook echt gaat doorbreken, is dus sterk afhankelijk van de verkiezingen op 15 maart 2017. Oostveen verwacht dat Klaver het tot die tijd nog wel lastig zal krijgen. “De andere partijen zullen in een stevige campagne niet nalaten om de positieve hoop-boodschap van Klaver neer te zetten als niet realistisch, als luchtfietserij, en tegen die kritiek moet de jongste lijsttrekker zich dan stevig verweren. Ook is het de vraag of het jonge imago the new kid on the block - over een jaar niet is uitgewerkt.” De tijd zal het leren. •
BLOG TEKST SANDER FOEKENS BEELD TWITTER: @WABOL
11
Laat die Rutte toch lekker Een glinsterende vlinderdas om z’n nek en bijpassende bretels. Dat is de outfit waarin Mark Rutte afgelopen zondagavond stond te dansen bij De Toppers in de Amsterdam ArenA. Zeer onschuldig, zo leek het. Toch ontplofte internet op de meest mogelijke manieren en de reacties waren op z’n zachts gezegd niet ‘mild’ te noemen. Maar waar maakt iedereen zich in godsnaam druk over? Het begon allemaal een kwartier voor de show. Ik stond op dat moment toevallig op het veld vlak voor de tribune waar onze ministerpresident stond te praten met z’n buren. Om het publiek te vermaken, werd er op de grote beeldschermen een kisscam gestart, een uit de Verenigde Staten overgewaaide trend. (Het in beeld brengen
van het publiek en wachten totdat ze elkaar een kus geven). Op den duur kwam het zongebruinde kale hoofd van Jack van Gelder in beeld. Hij wenkte de camera mee te sturen naar drie stoelen verderop en gaf een kus aan Mark Rutte. De hele zaal joelde en vond het leuk dat de premier van Nederland aanwezig was. Al snel kwam er de dag daarna een foto op het
web van zijn aanwezigheid met de daarbij horende reacties. ‘Oh, is de werkloosheid al opgelost?’, ‘Heeft hij Oekraïne al beboet voor het neerhalen van de MH17?’, ‘Is Ebru Umar al veilig?’, ‘Is hij nu eindelijk uit de kast?’. Enkele reacties van onwetende individuen. Daarnaast was er veel commentaar op de kleren van zijn collega Halbe Zijlstra. Hiermee kan direct worden
aangetoond hoe kortzichtig sommige mensen zijn. Ze zien slechts één foto en baseren daar hun mening volledig op. Iedereen spreekt over Mark en Halbe, maar niemand praat over Jeanine HennisPlasschaert aan de andere kant van Rutte terwijl zij er ook bij was. Maar op zij was toevallig minder goed te zien op de foto en niemand rept een woord over haar. Het concert van De Toppers was Eerste Pinksterdag, een zondag. Toch klagen veel mensen over het feit dat hij daar aanwezig was. Laat die Mark toch lekker. Hij geniet in zijn vrije tijd met enkele collega’s/vrienden van een concert. Waar maken mensen zich druk om? Waarschijnlijk allemaal werklozen die tijd genoeg hebben om daarover op te winden.■•
11
TEKST EN BEELD MAX DALVOORDE
12
Drugs dealen naast de kinderboerderij Op het eerste gezicht lijkt er niks aan de hand. Mensen gooien een frisbee naar elkaar en jongeren liggen in de zon op het gras een biertje te drinken, verderop laat een man zijn hond uit die blaft naar een moeder met een kinderwagen. Onschuldige gebeurtenissen waarvan je niet raar opkijkt als je een wandeling maakt op een zonnige vrijdagnamiddag in het park. Maar niets is wat het lijkt. Veertien hectare park, een kinderboerderij én honderd drugs dealende Afrikanen. Dat is het verhaal van het Görlitzer Park in Berlijn.
I
n het hart van het samengestelde district FriedrichshainKreuzberg ligt het Görlitzer Park. Het is een van de grootste natuurmonumenten en ontspanningsplaatsen van Berlijn. Met haar grote hoeveelheid en diversiteit aan bomen en planten, het kleine meertje, caféetje, kinderboerderij en speelplaats is het dé hotspot van het hippe district FriedrichshainKreuzberg. Wanneer je door voormalig OostBerlijn loopt, in één van de bekendere straten van het district, de Wienersstrasse, zie je ze al staan. Aan de overkant van de straat steken ze schril af tegen de grijze, statige gebouwen die stammen uit de tijd van voor de val van de Muur. Monumentale flats die het voormalig Oost-Berlijn kenmerken, met aan de andere kant het groene park en een verdwaalde geit. Het duurt niet lang voordat je aangesproken wordt. ‘’You want to buy?’’ En nee, ze verkopen geen laserpennen of zonnebrillen zoal je
gewend bent als je in toeristische gebieden gevraagd wordt prullaria te kopen. Hier gaat het om marihuana, meth en heroïne. Op een zonnige dag staan er honderd tot honderdtwintig mannen drugs te dealen in het park. De huidige situatie is ontstaan toen de vluchtelingencrisis op gang kwam rond 2013, niet alleen Syriërs, maar ook Eritreeërs, Somaliërs, Nigerianen en Congolezen trokken naar Europa. Over het algemeen zijn het jonge mannen, vrouwelijke
“Fifty euro’s for five grams weed” dealers zie je niet in het park. Goed gekleed, geen overlast veroorzakend. Mannen die in hun eigen land een opleiding genoten maar nu geen keuze hebben, legt Jean uit. ‘’Ik ben gevlucht uit Eritrea voor de dienstplicht, ik was daar
Bij de speelplaats in het Görlitzer Park is veel drugsafval te vinden.
elektricien. We kunnen hier geen baan krijgen.’’ Stuk voor stuk zijn ze op zoek naar een beter leven. Maar vaak vallen deze mannen in handen van louche mensenhandelaren met connecties over heel Europa. Wanneer de vluchtelingen in Berlijn aankomen, komen ze te werken voor een distributeur. Die neemt de paspoorten van de Afrikanen in, waardoor ze hun identiteit kwijtraken. Vervolgens worden ze de straat opgestuurd met de verdovende middelen. ‘’Fifty euro’s for five grams weed’’, vertelt een kleine Midden-Afrikaanse man van een jaar of dertig. Hij draagt een spijkerbroek en om zijn middel heeft hij een Adidasvest geknoopt. Op de hoek van de Wienersstrasse, even buiten het Görlitzer Park. De verkoop beperkt zich al lang niet meer alleen tot het park, ook in de directe omgeving rondom ‘Görli’, staan groepjes Afrikanen. De dealers staan nooit alleen, maar met z’n tweeën, of in groepjes van een man of vijf.
REPORTAGE 13 Bij de kinderboerderij en de speelplaats zijn ze niet te vinden, daar kunnen de kinderen nog onschuldig met de dieren knuffelen of tegen een bal aantrappen. Sandra Huisman woont net een maand in Berlijn en staat met haar zoontje van drie en dochtertje van een jaar een geitje gras te voeren. “Het is wel aanwezig in het park ja, een beetje een vreemd gezicht is het wel. Je weet waarom ze er zijn. Maar het stoort het me niet, als je niks van ze hoeft te hebben, heb je ook niks met ze te maken.’’ Het tweede dat opvalt is dat het park ondanks de aanwezigheid van de dealers toch goed gevuld is. Mensen laten zich niet afschrikken. Ze laten hun hond uit, spelen er met hun kinderen of gaan picknicken. De dealers zien bijna iedereen als potentiële klant, zelfs moeders met kinderwagens lijken niet te ontkomen aan de verkoopzucht. Ondanks dat, hangt er een onverwachte vrolijke sfeer in het park, er lijkt onderling respect te zijn tussen de Berlijners en de dealers. Het park ademt volop de culturele diversiteit die Kreuzberg altijd
gekenmerkt heeft; op het voetbalveldje zit een groepje zigeuners te barbecueën, verderop staat een groepje Turkse mannen te discussiëren. Samen met de Duitsers, Afrikanen en toeristen kleuren ze het park. Maar wat doet de Berliner Polizei er dan aan? Persvoorlichter Busch legt uit dat de politie niet zo heel
“Hiermee halen we een vracht aan drugstoeristen binnen” veel met de huidige situatie kan. ‘’We houden regelmatig ‘sweeps’ door het park, maar het is moeilijk de dealers lang vast te houden. Vaak gooien ze het bewijsmateriaal in de bosjes, bovendien kunnen we ze ook niet lang vasthouden omdat ze geen identiteit hebben.’’ De burgemeester van het district, Monika Herrmann, lijsttrekker van die Grünen, pleit voor coffeeshops
Kinderen kunnen nog zorgeloos rondlopen op de kinderboerderij.
rondom het park. Op deze manier wil de burgemeester de illegale verkoop tegengaan. Haar tegenstander van het CDU, Timur Husein ziet dat idee niet zitten. ‘’Hiermee halen we een vracht aan drugstoeristen binnen,’’ vertelt hij aan Der Spiegel. Husein ziet liever dat het park omheind wordt, er de hele dag politie patrouilleert en dat het park ’s avonds wordt afgesloten voor publiek. ‘’Dat lijkt mij beide niet zulke goede ideeën,’’ vertelt de eigenaresse van een klein winkeltje aan de Wienerstrasse, die parallel aan het park loopt. Ze runt samen met haar man al ruim dertig jaar een zaakje waarin ze dranken en zelfgemaakte etenswaren verkoopt. Tijdens het gesprek komt er een dealer binnen, op de drempel van de winkel staat zijn vriend in het Afrikaans naar binnen te schreeuwen. ‘’Out!’’ Snauwt de eigenaresse de jongens met schelle stem toe. Ze luisteren niet. ‘’Ik zie liever dat het probleem zichzelf oplost. Zolang ze zich maar gedragen heb ik er geen problemen mee.’’ •
BLOG 14
TEKST CHRIS KLAASSE BEELD ANP
Transgendertoilet en homozebrapad Amerikaanse overheid en North Carolina klagen elkaar aan om transgenderwet. Deze kop las ik onlangs op de website van Trouw. Voor mij nogmaals een bevestiging dat onze moderne maatschappij zo zijn labiele kantjes heeft. Ik kreeg bij het lezen van het artikel hetzelfde gevoel als op 25 april. Toen las ik dat in navolging van Utrecht, Leiden en Tilburg ook Zwolle een homo-zebrapad krijgt. Het zal wel met mijn protestantse achtergrond te maken hebben, maar bij mij rijst keer op keer de vraag: wat is er in vredesnaam met onze maatschappij aan de hand? Waarom klaagt de Amerikaanse overheid North Carolina aan? North Carolina heeft speciale toiletten voor transgenders. De Amerikaanse overheid vindt dit discriminatie, terwijl North Carolina het juist een daad van tolerantie vindt. Die overdreven tolerantie zien we ook terug in het regenboogzebrapad. De tolerantie van tegenwoordig betekent dat rust, reinheid en regelmaat plaats moeten maken voor vrijheid, gelijkheid, blijheid. Ondertussen bewijst de realiteit dat er voor minderheden juist steeds minder vrijheid, gelijkheid en blijheid is. Joden mogen bijvoorbeeld niet meer ritueel slachten, omdat de meerderheid dat zielig vindt voor de beesten. Hypocriet als de meerderheid is, heeft ze nauwelijks oog voor het leed dat in megastallen
geleden wordt. Terug naar het homo-zebrapad: waarom is dat nodig? Zijn homo’s niet precies dezelfde mensen als de rest van de bevolking? Is het benadrukken van het verschil in geaardheid niet júíst discriminatie? En wat betreft het transgendertoilet: waarom is dat nodig? Is er ineens een derde weg waarlangs we onze behoeften kunnen doen? Waarom is ‘gewoon doen’ niet meer goed genoeg? Waarom moet alles steeds gekker? De eerste die me op dit soort vragen een valide antwoord kan geven, moet ik nog ontmoeten. Dit soort onzinnige ideeën zijn overigens van eenzelfde niveau als de D66 en het songfestival. De politiek correcte naam voor deze groep is de ‘kop-in-het-zand-groep’. De echte problemen zijn te moeilijk en te serieus, waardoor ze zich richten op de grootst mogelijk onzin en de allerkleinste problematiek. D66 ziet als grootste probleem de Zondagswet (die enkel nog een symbolische waarde had) en het hele songfestival creëert met z’n scheurjurken en uitgelekte repetities zijn eigen makkelijk te behappen problemen. Wanneer halen mensen die iets aan grote problemen kunnen doen, de politici, hun kop eindelijk uit het zand? •
REPORTAGE TEKST EN BEELD RICCARDO DE WIT
15
Met de handen werken? Mij niet gezien! Woensdagochtend, tien voor half acht. Terwijl hoogopgeleid Nederland
de klok te kijken. Het is bijna half acht en ze staan op. Ze trekken de overalls aan en gaan de werkplaats in. De vloer op. De machi-
met moeite uit de veren komt, zitten de medewerkers van FIP Metaal in het Groningse Harkstede al
“Niet iedereen wil op de werkvloer zijn”
achter hun eerste kop koffie. Ze zijn allemaal boven de veertig. Behalve één jongen die er stage loopt. Het is geen hbo’er, maar een laagopgeleide, gemotiveerde jongen van 17. Hij is in de minderheid, want veel andere scholieren kiezen niet meer voor een praktisch beroep. Terwijl de medewerkers koffiedrinken, praten ze wat. Ze maken grappen over hoe kaal en oud ze worden. Er is verteld dat er een journalist zou komen: “Niet te moeilijke vragen stellen, hè?” Als de koffie op is, kijken ze elkaar aan, om vervolgens tegelijk naar
Geen nieuwe aanwas In een kantoortje achter in het pand zit Sjoert van Dijk, eigenaar van FIP Metaal. Hij draagt geen overhemd, maar een dikke trui. Hij is duidelijk geen echte kantoorpik. Eigenlijk was hij tot een paar jaar geleden ook productiemedewerker bij FIP. Tot het bedrijf te koop kwam te staan en hij het bedrijf overnam.
FIP Metaal-eigenaar Sjoert van Dijk vreest dat er geen opvolgers voor zijn medewerkers zijn.
Hij denkt dat de huidige generatie in zijn bedrijf niet opgevolgd wordt door de studenten van nu.
nes worden opgestart, de gehoorbeschermers gaan op.
Steeds minder jongeren zijn namelijk geïnteresseerd in het doen van een praktisch beroep, ziet Van Dijk: “Niet iedereen wil op de werkvloer zijn. Wie dat niet wil, leert door voor een kantoorbaan. Ik heb nu nog jongens die dit werk leuk >>
Het is een lawaaiige werkplaats, waar iedereen zelfstandig werkt. De ene last, de ander schuurt de onderdelen bij. Weer iemand anders is met een heel ander project bezig. Voor wie dacht dat mensen al door machines waren vervangen: mooi niet. Hier werkt men nog met de hand. Het is verbazingwekkend dat niemand klaagt dat het nog zo vroeg is. De medewerkers lijken echt van een andere generatie te zijn. Ze zijn onverstoorbaar: er moeten reuzenraden gemaakt worden, er moeten hekken gemaakt worden. Geen tijd te verliezen.
16
“Je moet als school iedereen achter de zitten vinden, maar ik ga geen hoogopgeleide vinden die dit werk wil doen. Iemand met een hoge opleiding gaat hier echt niet aan de lasbank staan.” Dat terwijl steeds meer jongeren uitvallen; ze gaan niet naar school en werken ook niet. Gemeenteraadslid Henk Koekkoek (RoodGewoon) denkt te weten waarom steeds meer jongeren
thuis zitten: “De jeugd van nu kan niets meer. Vanaf de jaren ’90 moest iedereen IT’er worden. Een spijker in de muur slaan kunnen jongeren al niet meer. Dat terwijl er gebrek is aan bijvoorbeeld metselaars en timmerlui. Ze worden er niet meer toe gestimuleerd.” Hij praat snel en verheft zijn stem. Hij is zichtbaar boos over wat er van de nieuwe generatie terecht komt.
Praktische beroepen promoten Jongeren vinden alleen geen werk, omdat ze het werk niet wíllen doen. FIP Metaal-directeur Van Dijk vindt dat scholen praktische beroepen meer zouden moeten promoten: “Je moet als school zeggen dat niet iedereen achter de tekentafel kan gaan zitten. Er zijn ook mensen nodig die de producten daadwerkelijk gaan maken.”
17
zeggen dat niet tekentafel kan n. ” - Sjoert van Dijk, eigenaar FIP Metaal
Volgens Van Dijk heeft het ook veel met de achtergrond van jongeren te maken: “Je moet jongeren vinden die zelf geïnteresseerd zijn in dit soort werk. Die vind je niet in grote steden, maar op het platteland. In de Randstad hebben ze geen flauw idee van wat wij hier allemaal doen.” Werkprojecten Onderzoeker Maarten Davelaar
van de organisatie Plus Confidence deed onderzoek naar de uitval onder jongeren. Hij moedigt aan tot werkprojecten, geleid door mensen met hart voor de zaak: “Een jongerenloket heeft nu vooral een bureaucratische functie. Dat is niet voldoende. Een jongerenloket werkt alleen goed als jongeren naar de juiste mensen en projecten worden doorgeleid.”
Gemeenteraadslid Koekkoek sluit zich daar bij aan: “Het draait om de juiste man om de juiste plaats. Denk aan werkprojecten met ervaren timmerlui, metselaars en bankwerkers. Die kunnen jongeren wegwijs maken in een vak.” Werken aantrekkelijk maken Wie uitvalt, moet uiteindelijk toch weer meedoen aan de samenleving. Het is dan ook niet gek dat >>
PROFIEL 18
‘Dansen heeft mijn leven gered.’
de overheid zich vooral focust op werken. Dat is nu nog niet aantrekkelijk genoeg, vinden niet alleen het gemeenteraadslid en de onderzoeker, maar ook de jongeren zelf. In onderzoeken komt vaak terug dat werken niet loont.
jongeren, ‘terwijl de betrokkenheid en eigen motivatie de belangrijkste succesfactor is voor elke interventie. Met echt ongemotiveerde jongeren valt niet te werken, dus je moet hard trekken om contact te leggen.’
Een oplossing DOOR RICCARDO daarvoor DEhad WIThet
verhogen van het minimumjeugdloon kunnen zijn. Die oplossing komt te laat, want het minimumjeugdloon vanaf 21 jaar verdwijnt. Koekkoek kan zich er enorm over opwinden: “Het jeugdloon had juist verder omhóóg gemoeten. Het moet aantrekkelijk zijn om aan het werk te gaan. Jongeren moeten weer een toekomstperspectief krijgen. Er had juist veel meer bij gemoeten.” Sjoert van Dijk zegt dat er ‘gewoon’ niets bij kan: “De lonen van de cao’s zijn niet hoog. Dat geldt voor alle ‘doe-beroepen’. Ik kan niet veel meer geven. Dan moeten de prijzen omhoog en dat is ook niet goed. We worden dan te duur en dan neemt niemand onze producten meer af.” Jongeren zullen zich dus flexibeler moeten opstellen en genoegen nemen met een lager loon. ‘Niet in gesprek, maar orde en regel’ De onderzoekers van Plus Confidence roepen gemeenten op om met jongeren in gesprek te gaan over hun ambities. De onderzoekers schrijven in een artikel op het internet dat er nog nauwelijks oog is voor de eigen ambities van
Gemeenteraadslid Henk Koekkoek denkt de oorzaak van de uitval onder jongeren te weten.
Gemeenteraadslid Koekkoek is het daar mee oneens: “Ze hebben niks te willen. Je moet hoe dan ook aan het werk, zodat je een toekomst opbouwt. Probeer wel met jongeren in contact te komen, zodat ze niet verder afglijden. Er valt nog genoeg mee te werken, maar dan heb je wel de juiste mensen op de juiste plaats nodig. Niet van die geitenwollensokken die het nu proberen.” Wie maakt mijn spullen? Blijft over 25 jaar de werkplaats leeg? Staat er dan niemand meer achter de lasbank? Misschien zijn de deuren van bedrijven als FIP Metaal dan wel gesloten en moeten we alles van het internet bestellen. Voor nu is het nog niet zo ver. Nu staan de mannen nog klaar. Fris en fruitig om er tegen aan te gaan. •
Productiemedewerker Jelte last de verschillende onderdelen aan elkaar. Foto: Danique Hoekstra
RUBRIEK
Wat zou je doen als je premier van Nederland bent? Lotte Alyja Millekamp: “Alle vrouwen aan de top moeten evenveel verdienen als de mannen.” Mark Riesthuis: “Het parlement vervangen door één iemand die heel veel testen heeft doorstaan: een democratisch gekozen dictator.” Remco Jacobi: “Voetbalclubs in het betaald voetbal die zich misdragen,
moeten niet geholpen worden door de gemeenten.” Sander Foekens: “Meer geld naar topLian Groten: “Op de koffie bij Maxima gaan. Ik zou met haar wel een keer een praatje willen maken.” Benjamin Hagen: “Ik zou de belasting op sigaretten afschaffen, omdat ik me daar nu scheel aan betaal.” Armon Veeneman: “Ik zou meer aandacht geven aan sport op scholen in Nederland.”
sport. Ik vind het heel mooi als Nederland het goed doet bij de Olympische Spelen of de Tour de France.” Vivian Ugbah: “Ik zou ervoor willen zorgen dat mensen meer begrip hebben voor elkaar en voor mensen die uit een oorlogsgebied komen.” Alwin Sinnema: “Meer vrouwen aan de top van de zakenwereld zodat ze eindelijk hun hoge hakken thuis kun-
Lisa Pierlo: “De freelancers en zzp’ers
nen laten, waardoor ze op gelijke voet
zouden meer rechten moeten krijgen.”
staan met mannen.”
■
11
19
TEKST EN BEELD NYNKE BRUINSMA
20
Ontvangst JSF met gejuich en protest
E
en rij lange auto’s rijdt stapvoets het terrein op. Een weiland staat vol met geparkeerde auto’s. Mensen met enorme camera’s klimmen het spottersheuveltje op om nog een goed plekje te bemachtigen. Alle ogen zijn gericht op de vliegbasis. Daar moet de F-35, ook wel de Joint Strike Fighter (JSF) genoemd, gaan landen. De weilanden om het spottersheuveltje heen staan ook vol met mensen. Allemaal wachtend op de JSF…. Twee spandoeken duiken op en trekken gelijk de aandacht. “Bommen op Syrië? Niet in mijn naam”, staat er. “Nou, wel in mijn naam!”, brult iemand. De jongeren lijken zeker van hun zaak en blijven rustig staan. Lisa de Leeuw vertelt over de actie ‘Niet in mijn naam’. “We willen dat de bombardementen in Syrië en Irak stoppen. We vonden het vandaag een goed moment om hier weer aandacht voor te vragen, nu de JSF op Nederlandse bodem komt. We zijn eigenlijk ook tegen de aanschaf van de JSF, maar die is natuurlijk al gekocht, dus daar kunnen we niets meer aan doen. We willen vooral dat de bombardementen stoppen. ‘Niet in mijn naam’ is een hele grote protestbeweging in Nederland, inmiddels hebben al meer dan zevenduizend mensen zich er bij aangesloten. We doen acties door het hele land, maar vandaag is meer een mediamoment. Soms krijgen we negatieve reacties. De mensen hier zijn bijvoorbeeld fan van de JSF. We gaan niet op de negatieve reacties in. Het is goed om te weten dat je tegenstanders hebt, want dan sta je ergens voor. Hopelijk wordt deze beweging groter en groter en hopelijk kunnen we de bombardementen stoppen.” De spandoeken bewegen zich verder over het weiland. Veel mensen focussen hun aandacht weer op de vliegbasis. De NOS, maar ook een aantal andere nieuwszenders doen verslag van deze veelbesproken avond. Het duurt en het duurt, maar na een uur vertraging klinkt er ineens een harde bel. Er komt wat aan. Alle luchtvaartliefhebbers staan klaar met een enorme telelens. Popelend staan ze te wachten om de twee nieuwe toestellen op de foto te krijgen. Na drie fotomomenten is het dan toch echt afgelopen. Tevreden kijkt iedereen naar zijn schermpje. “Hij staat erop!” Grote massa’s mensen lopen weer terug naar hun auto’s. Het historische moment is alweer afgelopen. Voor de één een dag voor plezier, voor de ander een dag voor protest. •
REPORTAGE 21
11
TEKST EN BEELD IRIS VERBUNT
22
‘Ik praat toch respectvol met je?’ Een handjevol blanken en slechts één donkere student. “Ben ik de enige donkere in de zaal?”, vraagt student Yannick Vedder vol verbazing. De Nieuwe Zaal in de bibliotheek van Almere heeft plek voor ruim honderd personen, maar op de middag van ‘Studium Generale: Culturele Diversiteit’ zitten er maar een tiental mensen in de zaal. Het thema van de middag is in de zaal niet te zien; het publiek bestaat voornamelijk uit blanke mensen van middelbare leeftijd.
H
et is akelig stil, voorafgaand aan de discussiemiddag over integratie en het verschil in kansen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Hasib Moukaddim, een bekende in Almere, vervult één van de sprekersrollen. “Op mijn derde kwam ik vanuit Marokko naar Nederland”, vertelt Hasib. Momenteel geeft hij les op Windesheim Flevoland, daarvoor studeerde hij Sociaal-culturele wetenschappen aan de universiteit. Hasib is al jaren actief in het integratiedebat, zo was hij twee jaar directeur van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders.
Hasib zit vlak voor het podium en kijkt over zijn schouder de zaal in. Hij werpt een blik op zijn horloge en lijkt zich te realiseren dat de middag begint en dat dit het publiek is waar hij het mee moet doen. Wanneer een fotografe een foto maakt van het nu nog lege podium, kijkt iedereen op. Het klikkende geluid van de camera trekt de aandacht. De deur van de zaal wordt gesloten en Annette Schautt van Avanti Almere stapt het podium op. Avanti, het Stedelijke Platform Diversiteit in Almere, is medeorganisator van de middag. Investeer in jezelf De lichten worden gedimd. Annette staat duidelijk zichtbaar in de spotlight in de verder donkere zaal. Op een scherm, geprojecteerd op de achtergrond van het podium, staat in grote, rode letters: ‘Investeer in jezelf’. “Voordat we gaan beginnen wil ik graag een filmpje laten zien.” Wederom valt het stil in de grote zaal en na enkele seconden verschijnt Froukje de Jonge, wethouder in Almere, op het scherm. Niet wetende hoeveel mensen er in de zaal zitten, begint Froukje in de videoboodschap: “Allereerst wil ik jullie allen bedanken voor het komen. Helaas kan ik er zelf niet bij zijn, maar ik wil graag benadrukken hoe belangrijk het thema van vanmiddag is in onze huidige samenleving.” De aanleiding van de bijeenkomst in Almere is de Internationale Dag van de Diversiteit. ‘Kansen krijgen, kansen pakken’, zo heet de campagne rondom de Dag van de Diversiteit. De gelijknamige documentaire van Ireen van Ditshuyzen schetst verhalen van maatschappelijk betrokken Nederlanders van niet-westerse achtergrond. “Van-
daag gaan we, hier in Almere, de Dag van de Diversiteit nog eens overdoen”, zo sluit de wethouder de videoboodschap af. ‘Moslimdiscussie’ Hasib is één van de hoofdpersonages in de documentaire en vertelt daarin hoe hij tegen de integratiediscussie aankijkt. “De integratiediscussie is langzamerhand veranderd in de ‘moslimdiscussie’. Ik ben op een gegeven moment maatschappelijk actief geworden omdat ik het zat werd om als moslim constant beticht te worden van van alles en nog wat.” Hasib is het dan ook niet eens met de titel van de documentaire. “Ik zou eerder zeggen: Kansen creëren, kansen pakken.” Kaaskoppen Schrijver Robert Vuijsje sluit zich aan bij Hasib over dit onderwerp. Na de opening van Annette is Robert op het podium geklommen. Onlangs bracht hij het boek ‘Kaaskoppen’ uit, waarin hij inwoners van Nederland over hun identiteit bevraagt. Inwoners, geboren in Nederland, maar met een niet-westerse achtergrond. Allemaal kaaskoppen, volgens Robert. “Nederland ziet er nu heel anders uit dan vijftig jaar geleden.” Hij staat alleen op het podium, aan een statafel met zijn boek in zijn hand. “Inmiddels zijn er miljoenen Nederlanders met een andere afkomst, maar ze zijn in Nederland geboren. Ik noem hun vanaf nu ook kaaskoppen.” Rolmodel Volgens Robert moeten we anders naar Nederland gaan kijken. “Ik heb voor mijn boek veel mensen gesproken met een andere afkomst en iedereen zegt elke dag bezig te zijn met het feit dat ze er anders >>
REPORTAGE 23
Hasib in de klas
Beeld: Moondocs
De nieuwe bibliotheek in Almere. Beeld: prretje.wordpress.com
24
uitzien en een andere naam hebben dan autochtone Nederlanders. De oorspronkelijke kaaskoppen hebben een blinde vlek hebben; zij zien het probleem niet.” Zodra Hasib aan het woord komt, is deze tweedeling gelijk te merken. Annett vraagt Hasib hoe hij het vindt om een rolmodel te zijn, vooral na zijn optreden in de documentaire. “Ik ben geen rolmodel,” reageert Haisb geïrriteerd. “Ik leef mijn leven omdat ik dat zo wil, niet om een voorbeeld te zijn.” Verdenkingen “Toen ik de documentaire zag, kreeg ik een heel dubbel gevoel”, gaat Hasib verder. “Aan de ene kant is het mooi dat een keer de succesverhalen van niet-westerse Nederlanders worden verteld, maar aan de andere kant vind ik het jammer dat dit blijkbaar nodig is. Waarom moet ik mijzelf bewijzen?” Hasib raakt zichtbaar geëmotioneerd en begint sneller te praten. “Er wordt mij zo vaak gevraagd om als moslim afstand te doen van IS en hun handelingen. In het begin
Hasib in de documentaire
vertikte ik dit, ik werd boos dat men- kunnen daar gaan zitten.” Ze wijst sen mij daar überhaupt van verden- naar twee stoelen op de hoek van ken! Dat is zo krenkend.” het podium. Toch zegt Hasib te begrijpen waar deze verdenkingen vandaan komen. “Mensen zijn zo bang. Daarom ben ik nu heel duidelijk als mensen mij vragen afstand te doen van IS. Ik doe dat voor hen, om hun angst weg te
“Waarom moet ik mijzelf bewijzen?”
nemen. Dan stap ik over mijn eigen schaduw heen.” Annett staat nog altijd met een microfoon in haar hand naast Hasib en blijft een moment stil na dit openhartige moment. Met een schorre stem verbreekt ze de stilte: “Nu is het tijd voor vragen uit het publiek. Robert en Hasib, jullie
Hasib en Robert
Domme vraag Nu richt Annett zich tot het publiek. “Steek je hand maar op als je een vraag wil stellen.” Voor het eerst is de stilte in de zaal verbroken. Er wordt geroezemoesd en een aantal handen gaan de lucht in. Met een microfoon in haar hand snelt Annette naar een man die zijn hand opsteekt. “Ik vraag me af of het mogelijk is om de Islam in Europa te integreren, wat we daarvoor moeten doen.” De man van middelbare leeftijd lijkt oprecht te zijn, maar de eerste inbreng uit het publiek schiet bij Hasib in het verkeerde keelgat. “Ik vind dit een hele domme vraag. Je insinueert dat de Islam nog niet is geïntegreerd. Ik zit hier toch met je te praten op een respectvolle manier?” Annett houdt de microfoon bij de man, in afwachting op een reactie. Maar de man houdt zich stil en opnieuw keert de stilte in de zaal terug. •
BLOG TEKST MAX DALVOORDE BEELD ANP
Lang leve de koning! Ons koninkrijk gaat inmiddels al weer twee eeuwen mee. De kosten voor het koningshuis reizen ieder jaar weer flink de pan uit. Het koninklijk paar en zijn gevolg kostten de belastingbetaler in 2015 een slordige veertig miljoen euro. Voor het verjaardagsfeestje van de koning dit jaar in Zwolle werd negen ton neergelegd. Toch staan er dan in Zwolle zo’n honderdduizend man naar de koningen en zijn gezin te gillen. En zo kan ik nog wel even doorgaan met de uitgaven. Vrij irritant, die hoge kosten. Die mensen hebben een bevoorrechte positie tegenover de rest van Nederland en daar hebben ze niks voor hoeven doen. Zo las ik dus vandaag dat Wim-Lex en Máxima nieuw servies nodig hadden. Het was namelijk al veertig jaar oud. Ik snap dat spullen op zijn tijd vervangen moeten worden, maar moet dat gelijk weer 1,4 miljoen euro kosten? Zo wordt er ook nog ‘gesjoemeld’ met de begroting. En wel door onze oude koningin, Beatrix, wiens jacht, De Groene Draeck, alleen al aan onderhoudskosten voor een rekening van 50.000 euro per jaar zorgt: een absurd bedrag natuurlijk. Blijkt achteraf ook nog eens
dat het tussen 2011 en 2015 223.000 euro aan extra gekost heeft, voor onderhoud. Naast de mensen die het met mij eens zijn en al jaren roepen dat het allemaal wel wat goedkoper kan, zijn ze toch nog zeer geliefd. En niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland zijn er fans. En dat is de reden dat ze toch nog een hoop voor Nederland opleveren. Staatsbezoekjes en tripjes om nieuwe handelsrelaties aan te gaan zijn vandaag de dag wat mij betreft de belangrijkste taken, dus laat ze daar eens wat meer in investeren, en wat minder in nieuw servies of de sloep van prinses Beatrix. Toegegeven, de laatste tijd laat de koning zich ook horen op een goede manier, bijvoorbeeld na de terroristische aanslagen van het afgelopen jaar. Dan blijken we in Nederland toch wel behoefte te hebben aan een soort overkoepelend staatshoofd dat boven de minister-president staat. Bovendien zetten WillemAlexander en Máxima zich van tijd tot tijd in voor goede doelen. Het blijft lastig om het koningshuis voorgoed te accepteren of te verwerpen. Het heeft, zoals beschreven, zijn voor- en nadelen. Maar laat het in het vervolg eens iets minder kosten. •
25
Toen Danny Ghosen (37) op vijftienjarige leeftijd van Libanon naar Nederland vluchtte, wilde hij maar één ding: journalist worden. Inmiddels is hij met zijn veelbesproken televisieprogramma’s vaak onderwerp van gesprek in Nederland. “Danny is 24/7 met zijn vak bezig.”
PROFIEL TEKST REMCO JACOBI BEELD ANP
27
“Ik zag meteen dat hij bijzonder was”
E
én ding viel journalist Haro Kraak op toen hij eerder dit jaar met Danny Ghosen om tafel ging voor een groot interview in de Volkskrant. “Hij was erg bezorgd over wat anderen van hem vinden”, herinnert Kraak zich van het gesprek in januari. “Hij was schuchter en keek veel om zich heen in het restaurant. Ik denk dat hij veel vijanden heeft.” Die vijanden heeft Ghosen niet voor niets. Met zijn werk bij programma’s als Pownews, PowLitie, Rot op naar je eigen land en Danny zoekt problemen balanceert de in Beiroet geboren verslaggever continu op het randje. “Hij heeft een sterk rechtvaardigheidsgevoel”, vindt Kraak, die als tv-recensent werkzaam is bij de Volkskrant. Hij omschrijft hem als ‘volhardend en eerlijk’. “Zijn pluspunt is dat hij keihard werkt en niet bang is. Wat ik ook mooi vind, is dat hij geen kant kiest. Hij is niet anti-vluchtelingen of pro-vluchtelingen, hij stelt gewoon de vraagjes. Dat is, gezien zijn achtergrond, wel bijzonder.” Hard werken is bijna een synoniem van Danny Ghosen, stelt journalistiekdocent John Driedonks van de Hogeschool Utrecht. “In het derde of vierde jaar kwam hij bij mij”, blikt Driedonks terug. “Hij was heel gretig en wilde graag. Ik weet nog goed dat hij een keer een filmpje had gemaakt van een vechtpartij op straat. Het was een vechtpartij tussen twee autochtonen en hij heeft dat vastgelegd met een camera in zijn sporttas. Ik zei: ‘Dit moeten we verkopen aan RTV Utrecht’ en dat is toen ook gelukt.” Ghosen was een ijverige student en een vreemde eend in de bijt op de Hogeschool. “Hij heeft heel veel lef en een afwijkende stijl. Bovendien heeft hij een gigantische passie voor journalistiek”, ziet Driedonks. “Danny heeft
een hart voor zijn vak en is 24/7 met zijn werk bezig. Dat is een enorme kwaliteit. Hij stond op school elke dag te trappelen om aan de slag te gaan. Ik heb altijd tegen hem gezegd: ‘wie niet sterk is, moet slim zijn’. Dat heeft hij aardig nageleefd.” Wat opvalt in de journalistieke loopbaan van Ghosen is dat hij altijd programma’s maakt waarin hij onrecht bestrijdt. Driedonks vindt dat logisch. “Danny is geen normaal figuur”, zegt de docent. “Zijn achtergrond als vluchteling heeft er voor gezorgd dat hij journalistiek werk doet met problemen en onrecht. Doorgaans willen vluchtelingen geen verslaggever worden voor de cultuurredactie, maar zware dingen aan de kaak stellen.”
“Hij is bijdehand, maar wel op een beleefde manier” Niet zelden lopen de confronterende straatinterviews van Ghosen op een stevige ruzie uit. Bij Powned had hij het bijvoorbeeld aan de stok met de Angolese ambassade, waarna de verslaggever een behoorlijke klap kreeg. De beelden van de ruzie gingen vervolgens viraal op internet. Jan Pieter Stafleu maakte dat incident van dichtbij mee. Hij werkt als eindredacteur met Ghosen en is altijd met de verslaggever op pad. “Hij kan de straatjournalistiek uitstekend uitvoeren”, vindt hij. “Danny groeit daar ook nog steeds in. Zijn kracht is dat hij niet bang is, niet bevreesd. Dingen die niet goed zitten vindt hij interessant en daar klapt hij dan bovenop. Danny is een bijter. Ook na dat incident is hij gewoon verder gegaan.”
Omdat Stafleu nu al vier jaar samenwerkt met Ghosen, heeft hij een aardig beeld gekregen van de voormalig vluchteling. Ook Stafleu ziet het harde werken als één van zijn belangrijkste kwaliteiten. “Danny is een harde werker, echt ontzettend ijverig. Eigenlijk is Danny een echte calvinist. Hij is ook erg ongeduldig. Dat is een kracht van hem, maar ook een zwakte. Dat zit hem bijvoorbeeld wel eens in de weg als we een bobo moeten interviewen die niet meteen reageert. Hij trekt het ook slecht als er iets mis is met de apparatuur. Dat is iets waar hij aan moet werken, dat weet hij zelf ook.” Stafleu kan zich zijn eerste periode met Ghosen nog goed voor de geest halen. “Ik zag meteen dat hij bijzonder was. Hij deed bij Powned al dingen die niemand anders deed. Hij was onrustig, bijterig en wilde altijd leren. Hij is zo zelfkritisch en ambitieus, nog altijd.” Volkskrant-journalist Kraak vindt de stijl van Ghosen vergelijkbaar met Pieter Storms en Willibrord Frequin, voormalig televisiepresentatoren die het woord angst ook niet kenden. “Toch is Danny een hele aardige, beleefde gast. Hij weet goed wat hij wil. Ik had voor het interview verwacht dat hij een scherp mannetje zou zijn en dat bleek ook wel, op een positieve manier. Hij is bijdehand, maar wel op een beleefde manier. Je zult hem niet grove, harde grappen horen maken. Hij is geen echte treiteraar zoals Jan Roos van Powned bijvoorbeeld. Aan beledigen doet hij niet.” Ghosen is wekelijks op NPO 3 te zien met het programma Danny zoekt problemen. Op korte termijn gaat hij terug naar zijn geboorteland Libanon om de plaats waar hij vandaan komt te portretteren. •
REPORTAGE TEKST EN BEELD JASPER VAN LOO
29
New Yorkers klaar met vuurwapens De discussie over de vele schietpartijen verscheurt de Verenigde Staten. Barack Obama wil al tijden strengere wapenwetten invoeren. De meningen zijn erg verdeeld. Hoe is de tendens in de stad New York over de strengere wapenwetgeving?
D
e straat biedt een troosteloze aanblik. Het ligt bezaaid met troep, veel prullenbakken zijn kapot en op veel plekken werken werklieden aan een gebouw of aan de straat. Hier zijn geen toeristen te bekennen. De New Yorkse wijk Harlem is volop in ontwikkeling. De wijk staat van oudsher bekend om de vele schietpartijen en criminaliteit. Het is niet verstandig om als blanke buitenlander sommige delen van de wijk te bezoeken. Op straat in Harlem lopen bijna alleen maar mensen met een donkere huidskleur.
vergunning hebben, hebben een wapen. Dat is echt verschrikkelijk.” Hij schat dat in Harlem dagelijks schietpartijen voorkomen. “Het ontwricht gemeenschappen en families.” Brown heeft nog nooit wapens gevonden bij zijn afdeling: “Ik ben niet naïef. Misschien hebben ze wel wapens, maar we hebben hier duidelijke regels en ik denk dat ze zich daar aan houden. Iedereen weet dat we hier een veiligheidsprotocol hebben.” In zijn rommelige kantoortje vertelt Brown dat hij de strengere wapen-
wetten van Obama steunt. “Het is een stap in de goede richting. Obama ziet goed in wat de problemen zijn en welke oplossing er dan moet komen. Hij snapt goed dat niet de wapens iemand doden, maar de mensen zelf. Bij een kind in huis hoort geen wapen te zijn. Vuurwapens zijn gemaakt voor de politie en het leger. Criminelen moeten geen wapens hebben. Er zouden betere regels moeten zijn om ze uit handen te houden van mensen die er verkeerde dingen mee willen doen.” Bijna elke dag vindt er wel een schietpartij plaats in Harlem. Neem 13 mei. Om 01.00 uur schoot een man in een zwarte trui een 41-jarige man in zijn linkerbeen tijdens een botsing in de lobby van een hotel. Het slachtoffer werd met spoed naar een ziekenhuis in de buurt gebracht. Het aantal incidenten door vuurwapens is een groot >>
Harlem United Jeff Brown leidt een opvanghuis voor daklozen en drugsverslaafden in hartje Harlem. Harlem United is ruim 25 jaar geleden opgericht door burgers, onder meer vanwege de schietincidenten in de wijk. In een gebouw in Harlem is de afdeling van Brown gevestigd. Het lijkt niet op een inrichting, het heeft meer iets weg van een groot woonhuis. De sfeer is ontspannen en de cliënten gaan uitbundig met elkaar om. Bij een ontmoeting geeft een patiënt Brown een dikke knuffel. Brown ziet veel problemen in Harlem. “Er zijn veel te veel schietpartijen. Te veel mensen die geen
In de straten van de New Yorkse wijk Harlem is veel rommel te vinden
30
probleem in de Verenigde Staten. In de VS is het aantal doden door vuurwapens 10 per 100.000 inwoners. In Nederland is het aantal doden door vuurwapens minder dan 0,5 per 100.000 inwoners. Strengste wapenwetten Ook in Brooklyn zijn regelmatig schietpartijen. Michael Persson, correspondent voor de Volkskrant in de Verenigde Staten, woont in de wijk en vertelt daar over de ontwikkelingen rond vuurwapens in New York. “De situatie in New York rond de wapenwetgeving is de afgelopen jaren erg veranderd”, aldus Persson. Hij zegt dat New York de strengste wapenwetten in Amerika heeft. Dit komt omdat in de jaren 90 erg veel geweld in de stad was.
“Je weet dat elk klein ruzietje kan uitmonden in een schietpartij” In New York mag je geen wapens bij je dragen. “In de stad New York zelf heb je geen wapenwinkels of schietbanen. In de staat New York heb je wel een paar wapenwinkels en schietbanen, maar dat zijn er heel weinig in vergelijking met de andere staten van de Verenigde Staten”, legt Persson uit. In 2013 werden de wapenwetten in de staat New York opnieuw drastisch verscherpt naar aanleiding van een
bloedige schietpartij op een school in Connecticut. Amerika-expert Frans Verhagen denkt dat het moeilijk is om wapens in de Verenigde Staten te verbieden, omdat Amerika van oorsprong een landbouwsamenleving en erg gewelddadig is: “Amerikanen zijn dol op wapens. Vroeger waren wapens op het land erg belangrijk. In een stad als New York is dat natuurlijk heel anders.” Verhagen is vaak te vinden in de VS. “Ik voel me dan erg onveilig met die mafketels. In een staat als Texas is helemaal erg. Inwoners mogen daar vanaf begin dit jaar openlijk wapens dragen. Je weet de hele tijd dat elk klein ruzietje kan uitmonden in een schietpartij.” Groot probleem In een ander gedeelte van New York is het beeld op straat heel anders dan in Harlem. De winkels zijn hier 24 uur per dag open, overal waar je kijkt zie je grote wolkenkrabbers en het wemelt van de toeristen met fotocamera’s. Veel Amerikaanse burgers in de wijk Manhattan zijn het er echter ook over eens: er moeten snel strengere wapenwetten komen. “Hier valt het mee, maar in de rest van Amerika is het echt een groot probleem”, zegt Alice Smith. Marcelo Gomez denkt dat het beter voor de economie is: “Vuurwa-
pens zorgen voor veel slachtoffers. Die moeten allemaal behandeld worden. Ook zorgt het voor veel werk voor de politie.” Een andere voorbijganger op Times Square ziet de problemen die vuurwapens veroorzaken in, maar vindt een algeheel verbod onzin. “Er zijn ook mensen die ze wel nodig hebben voor hun beroep, bijvoorbeeld jagers en mensen uit het leger”, aldus Gordon. Uit een enquête van de New York Times blijkt dat begin 2016 57% van de volwassen Amerikanen strengere wapenwetten wil bij de verkoop van wapens. Slechts 10% wil minder strenge wapenwetten. In 2013 was 47% van de bevolking nog voor strengere wapenwetten. Dit onderzoek laat zien dat steeds meer Amerikanen willen dat de overheid strengere wapenwetten gaat invoeren. De mening onder de bevolking in de wijken van New York is duidelijk. Veel mensen zijn klaar met de schietpartijen en steunen de strengere wapenwetten van Obama. Het is de vraag of de Amerikanen die op het platteland wonen hier ook zo over denken. Een New Yorkse wijk als Harlem is volop in ontwikkeling. Het gaat de goede kant op. Brown: “Door de strengere wapenwetten in heel Amerika kunnen de omstandigheden in de wijk nog beter worden.” •
Jeff Brown achter zijn bureau bij Harlem United Foto: Danique Hoekstra
RUBRIEK
Twittergreep
31
Politieke onderwerpen zorgen vaak voor heftige discussies. Op social media geven mensen tegenwoordig vaak hun mening over onderwerpen die worden besproken in de politiek. Een greep uit de twitterberichten over de politiek van de afgelopen periode.
11
“We twijfelen elk jaar weer of we wel naar Nederland gaan”
REPORTAGE TEKST EN BEELD SANDER FOEKENS
33
Een meter over de grens betekent vakantie Druppels glijden over het voorhoofd van Vladimir. Hij is de houten palen van de tent de grond aan het slaan, midden in de zon. Het is warm, maar daar trekt Vladimir zich niks van aan. Hij doet dit elke week en hij is het inmiddels wel gewend. Zo is binnen no time het hele circus opgebouwd. De paarden staan klaar om de volgende show te beginnen. Dat zouden de olifanten ook moeten doen, maar zij hebben altijd vakantie als ze in Nederland zijn. Waarom?
D
e oorsprong van Circus Renz Berlin stamt al uit de 19e eeuw. Er is in de tussentijd veel gebeurd en zijn er meerdere aftakkingen geweest van het circus. In Nederland is de bekendste aftakking het inmiddels failliete Circus Herman Renz. Maar ook Renz Berlin heeft in z’n bestaan de nodige hoogte en dieptepunten gekend. ‘We hebben ons er tot nu toe elke keer nog doorheen geslagen. Het circus gaat al vanaf 1842 door van vader op zoon en tot nu toe houden we dat elke keer nog vol. Het is hard werken, maar iedereen hier binnen het circus is zo opgegroeid’, aldus Bernhard Renz, directeur van Renz Berlin. Het is hard werken voor zowel de
mensen als voor de dieren. Elke weekend hebben ze minimaal vier shows in een ander dorp. De rest van de week verhuizen ze van dorp naar dorp en bouwen ze de hele tent elke keer weer opnieuw op. Tijdens de shows is het hard
“We zijn in elk geval wel blij dat de olifanten bij ons zijn” werken bijna alle dieren. Bijna. Alleen de olifanten hebben rust. Elk weekend weer. De olifanten mogen namelijk niet optreden zolang het circus in Nederland is. Bernhard Renz is hier dus ook zeer
Het circus heeft inmiddels een groot imperium opgebouwd
kritisch over. ‘Het is typisch de overheid in Nederland. Ze zijn er, ze kunnen alles maar mogen niks. We zijn nu in Klazienaveen. Als we twee kilometer verderop gaan optreden mag alles ineens wel. Er zit zoveel verschil tussen de regels in Nederland en Duitsland. Maar we zijn in elk geval wel blij dat de olifanten bij ons zijn.’ Hiermee doelt Renz op het feit dat de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit eerst een verbod op het meereizen van de dieren wilde leggen. ‘We hebben hiervoor nu een vergunning tot 17 januari 2017. Daarna is het nog niet bekend wat we met de olifanten mogen, maar we zijn druk bezig om ervoor te zorgen dat de vergunning verlengd wordt.’ >>
Beeld: Circus Renz
34
Ondertussen vult de tent in Klazienaveen zich langzaam met mensen die naar de eerste show gaan kijken. Op het moment dat de show start zit de tent bij lange na niet vol. Er zit momenteel ongeveer honderd mensen in de tent. ‘Dat is elke avond zo, de grotere steden iets meer, maar we zijn nooit meer helemaal vol, aldus directeur Renz. Daarom is het ook zo ernstig dat er steeds meer regels komen wat betreft de dieren. Als het zo door gaat, heeft geen elk circus in Nederland nog een lang bestaan.’ Het is duidelijk zichtbaar dat Bernhard Renz last heeft van de afnemende bezoekersaantallen. ‘Ik woon en werk hier al m’n hele leven. En dan mogen we straks niet verder bestaan door allerlei kleine regeltjes. We twijfelen er elk jaar weer aan om wel op te treden in Nederland of dat we in Duitsland blijven. Helemaal als straks de olifanten ook niet meer mee mogen naar Nederland.’ Als het aan Stichting Wilde Dieren Uit De Tent ligt, dan zal het niet alleen bij Nederland blijven. ‘Wij vinden dat wilde dieren niet thuis-
horen in een circus. De wet geldt nu binnen Nederland, maar wij streven naar een Europees beleid, aldus Leonie Vestering van Stichting Wilde Dieren Uit De Tent. ‘Wij vinden het nu ook enorm jammer dat de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit de circussen nog wel een meereisvergunning heeft gegeven. In het regeerakkoord van
“Soms heb ik het gevoel dat bepaalde stichtingen het hele circus het liefst zien verdwijnen” 2012 staat namelijk dat ook dat beboet zal worden.’ Het zal hier gaan om een boete dat kan oplopen tot 10.000 euro. Een bedrag dat voor de meeste circussen in het land direct tot een faillissement zal leiden. Socioloog Rick Geers merkt dat alle regels bij elkaar nog grotere verschuivingen met zich mee zul-
De olifanten staan nietsvermoedend van de zon te genieten
len brengen. ‘Door de regels die bij een circus worden opgelegd, zullen steeds meer circussen verdwijnen. Het leven in een circus is een subcultuur van zichzelf. Het is samen met de kermissen bijna de laatste zigeunercultuur van ons land. Het zou eeuwig zonde zijn dat die subculturen verdwijnen door regels over dierenleed.’ Circusdirecteur Bernhard Renz bevestigt dat. ‘Kijk naar Herman Renz. Dat circus is inmiddels failliet, maar dat was echt Nederlandse geschiedenis. In dat circus is vroeger Bassie en Adriaan begonnen. Iedereen binnen Nederland kent Bassie en Adriaan. Door alle regels die wij opgelegd krijgen, heb ik soms het gevoel dat bepaalde stichtingen het hele circus het liefst zien verdwijnen.’ Inmiddels is de laatste show afgelopen en mag Vladimir weer bezig gaan om de tent af te breken. De paarden, kamelen en honden worden weer naar hun hokken geleid en Circus Renz Berlin vertrekt morgen richting een nieuw dorp met een handvol publiek. Met z’n allen. Inclusief de olifanten, in elk geval tot 2017. •
Beeld: Circus Renz
Foto: Danique Hoekstra