JURRE GELUK: “DE TOEKOMST, DIE KOMT LATER WEL”
NANNE BOKHORST: “IK BEN TRANSMASCULIEN NON-BINARY”
SABINE BROEKHUIZEN: “IK ZAG DE GEITJES EN WAS METEEN VERKOCHT”
Millennial zelfstandig naamwoord /mr’len.i.əl/ geboren in de jaren 80, 90, of de vroege jaren van 2000 Wij zijn individuen. We hebben dromen, doelen en verhalen. We hebben blauwe ogen, bruine ogen, grijze ogen en groene ogen. We zijn per ongeluk bij elkaar gekomen, in een klas geplaatst door onbekenden. Wij zijn de jeugd van tegenwoordig. Wij zijn de millennials. “Altijd aan het appen en het gamen. Met hun manbuns en hun Starbucks koffie, twentyfourseven Netflix&Chill. Luie donders. Bang om hun handen vuil te maken. Die Millennials maken een rotzooi van onze toekomst!” Niets daarvan. Wij zijn de mensen van de toekomst. Wij onderscheiden ons van anderen. We maken ons los van stereotypes en labels.
‘We zijn jong en we willen wat!’ En niet alleen wij, maar ook onze generatiegenoten. En dus gingen we op pad, op zoek naar hun dromen, doelen en verhalen. Hier staan ze. Namens de millennials van klas 1B, Lieke, Elise en Isabel
DISCLAIMER: Deze productie is gemaakt door studenten van de opleiding Journalistiek van Hogeschool Windesheim. Ondanks de zorg en aandacht die we besteden aan de samenstelling hiervan, kan de opleiding niet instaan voor de volledigheid, juistheid of voortdurende activiteit van de gegevens en de inhoud hiervan. Bij feitelijke onjuistheden mail ons via: journalistiek@windesheim.nl. Op de inhoud van dit platform rust auteursrecht. Zonder toestemming van de opleiding mogen de werken niet openbaar gemaakt of verveelvoudigd worden.
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 2
9
Betaald voetbal 31 David en Vincent 5
Orchideeën Hoeve 20
Women’s march 12
Pinkpop 34 Eric Wiebes 10
Jurre Geluk 16
Inhoudsopgave 4. Tabaksreclame weer helemaal hot-topic 6. Voorzitter van een grote vriendengroep 8. ‘Natural high’ op het podium 15. De vrouwendag die het doel mist 18. Veggie World 19. Een logo ontwerpen is beter dan kassawerk 22. Van dysforie naar euforie
24. Nanne over een ‘X’ in je paspoort 26. Leger des Heils 28. “Geen gemekker” 32. Ultieme VR-ervaring in Madame Tussauds 36. Pasar Malam 38.Debat Universiteit Twente 39. Van plan(t) naar aanpak
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 3
COLUMN
Tabaksreclame weer een hot-topic Toen Ferrari vorig jaar haar auto presenteerde, was de auto kaal. Niet het grote logo dat we gewend waren. Wel kwam er een persbericht van Philip Morris naar buiten dat sponsoring mogelijk was. Er was dus een gat in de zeer strenge regelgeving omtrent tabaksreclame gevonden. En dus werd er op de donderdag voor de race in Japan, Mission Winnow gepresenteerd. Mission Winnow is een ontmoedigingscampagne van Philip Morris tegen roken. Het klinkt tegenstrijdig; een tabaksfabrikant die een ontmoedigingscampagne tegen roken is begonnen. Hoe wil je dan je hoofd boven water houden?
In 2005 hadden veel teams in de Formule 1 een tabaksfabrikant als hoofdsponsor. Renault had Mild Seven, BAR Honda had Lucky Strike, McLaren had West en Ferrari had Marlboro. Langzaam maar zeker vertrokken deze sponsors uit de Formule 1. Aan het begin van 2007 had alleen Ferrari nog een tabaksfabrikant als hoofd- en titelsponsor. Het team heette toen voluit: Scuderia Ferrari Marlboro. DOOR: PATRICK WUITE Kon er in 2005 nog op 12 van de 19 circuits tabaksreclame op de auto gezet worden, was dat een jaar later nog maar op 6 van de 18 circuits. Dit kwam mede door striktere regelgeving in de Europese Unie. Vanaf september 2005 mocht er geen tabaksreclame meer op de auto’s gezet worden tijdens de grand prix’ in Europa. Ferrari kwam, mits er geen toestemming was om Marlboro op de auto te zetten, met een streepjescode op de auto. Deze streepjescode leek verdacht veel op het Marlboro-logo vond de Europese Commissie. Na heel veel kritiek in het begin van 2010, besloot Ferrari de streepjescode te verwijderen. Ferrari besloot ook om de naam Marlboro te verwijderen. Maar de sponsoring van Philip Morris, het moederbedrijf van Marlboro, bleef doorgaan. Sterker nog de banden werden versterkt. Maurizio Arrivabene, voormalig marketingman van Marlboro, werd in 2015 teambaas van Ferrari. Ferrari had een jaar eerder ook een nieuwe CEO gekregen: Sergio Marchionne. Hij had miljoenen euro’s aan aandelen gekocht van Philip Morris. Tussen 2011 en 2017 stond er een opvallend groot logo op de Ferrari. Een logo dat volgens veel mensen leek op het Marlboro-logo. Het logo verdween aan het einde van 2017. MAART 2019 | REDACTIE JN1B 4
Begin dit jaar werd bekend dat een team uit de MotoGP, Ducati, Mission Winnow als hoofd- en titelsponsor zou gaan krijgen. Ferrari volgde enige tijd later door bekend te maken dat Mission Winnow de titelsponsor van het team zou worden. De Australische overheid startte een onderzoek tegen Ferrari en Mission Winnow. De Australische overheid vond het logo van Mission Winnow teveel op het logo van Marlboro lijken. Afgelopen week kwam ineens naar boven dat Mission Winnow uit de teamnaam was gehaald. Ook werd door de nieuwe Ferrari CEO, Louis Camilleri (toevalligerwijs een oud Philip Morris bestuurder,) bekend gemaakt dat de logo’s van Mission Winnow niet op de auto in Australië zouden gaan verschijnen. Pas in de 2e race van het seizoen in Bahrein maakt Mission Winnow zijn opwachting. Het is een rare situatie. Philip Morris en Mission Winnow zeiden aan het begin van het jaar dat ze niet bang waren voor een onderzoek van de Australische overheid. Als je niks te verbergen hebt, waarom haal je de sponsoring er dan af? Ze hebben duidelijk iets te verbergen. Het is een slinkse wijze van Philip Morris om weer aandacht te krijgen, nadat ze jaren geen aandacht hadden gekregen. Het is slim en het is sluw van Philip Morris. De naam wordt weer overal genoemd. Philip Morris zit met smart te wachten op de afzetcijfers. McLaren heeft sinds dit jaar ook weer tabaksreclame op de auto staan, onder de naam ‘A Better Tomorrow’. Dit initiatief komt van de British American Tobacco, BAT. 2 teams hebben dus nu een tabaksfabrikant als (hoofd)sponsor. Wat gaat de Europese Commissie hiermee doen?
De streepjescode van Scuderia Ferrari.
REPORTAGE
David en Vincent “Ik kan hier alleen met tranen in mijn ogen naar kijken. Het is toch prachtig, mensen”, zegt Hans den Hartog Jager, schrijver en kunstcriticus. Zondagmiddag tijdens zijn lezing in het Vincent van Gogh-Museum. Hans praat vol enthousiasme over de invloed van de kunst van Vincent van Gogh op het werk van David Hockney. DOOR: YONI MOLDOVAN De regen komt met bakken uit de hemel en de meeste Nederlanders en toeristen hebben allemaal hetzelfde idee: Het is een perfecte dag voor een museumbezoek. Constant staat er een rij bij de ingang van het gebouw. Iedereen wacht netjes op zijn beurt. Bij binnenkomst valt meteen de nieuwe tentoonstelling van David Hockney op. Een enorme glazen wand met het werk van Hockney erop nodigt je uit om als eerst het nieuwe werk te bekijken.
VEEL BELANGSTELLING
Voor het auditorium staat een kwartier vantevoren al een rij. De zaal blijkt al vol te zitten, zo overweldigend is de belangstelling. De wachtenden lopen mopperend weg. “Belachelijk dat er maar een lezing is”, zegt een vrouw met kort grijs haar. De zaaldeuren gaan dicht, en Hans den Hartog Jager wordt aangekondigd. De kale kunstcriticus geeft zelf ook aan dat hij zo’n enorme opkomst niet had verwacht. Zijn ogen glunderen door de grote belangstelling en hij begint snel met zijn verhaal. Hans vertelt over de overeenkomsten tussen de kunstwerken van Vincent en David.
Perspectieven, kleurgebruik en compositie komen aan bod. Hij werkt langzaam naar zijn conclusie toe en zegt af en toe: “We komen er wel mensen.” Waarna het publiek hoofdschuddend begint te lachen, niemand vindt het namelijk erg om naar de inspirerende woorden van de schrijver te luisteren. Den Hartog Jager vermeldt bij een van Hockneys werken dat men niet voor het schilderij moet gaan staan maar er juist vanuit de linkerhoek langs moet lopen. Er ontstaat op deze manier een 3D-effect. Het publiek van de lezing onderscheidt zich op deze manier van de rest van de museumbezoekers. Ze lopen vlak voor de stilstaande mensen om het kunstwerk op de juiste manier te bezichtigen. De tentoonstelling bestaat uit de nieuwe werken van David Hockney met af en toe een schilderij van Vincent ertussen. “De werken van Hockney neigen het werk van Vincent te overschreeuwen. Probeer Hockney even te negeren en besteedt vooral ook aandacht aan van Gogh. Het is namelijk ook adembenemend werk.”
DIVERS PUBLIEK
Tussen de grijze koppen en de Franse toeristen lopen vele hipsters met flared jeans en scrunchies in het haar. Een divers publiek voor een diverse tentoonstelling. De menigte heeft één ding wel met elkaar gemeen: iedereen maakt stiekem foto’s van de schilderijen, om vervolgens op de vingers te worden getikt door een bewaker. Foto’s maken is verboden, en daarom gebruiken de mensen een muur met van Gogh-behang om toch een kiekje te schieten van hun tijd in het museum. In het hele museum praten mensen luid met elkaar, behalve in het gedeelte van Hockney. Iedereen is stil en beweegt langzaam langs de schilderijen. Het hele museum is indrukwekkend, maar de focus ligt zeker bij de tentoonstelling van David en Vincent.
Kunstwerken bij het Van Gogh Museum in Amsterdam.
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 5
REPORTAGE
MAART 2019 | REDACTIE JN1E 6
INTERVIEW
Voorzitter van een grote vriendengroep Maandagmiddag, in het kleine dorpje Bentelo. Kilian Ros komt aan tafel met een kop koffie en gaat er even goed voor zitten. Zijn passie, daar gaan we over praten, aan zijn glunderende ogen zie je dat hij er zin in heeft. “Wat wil je horen?” is gelijk de eerste vraag die hij zelf stelt. De voorzitter van de PJOHaJo heeft zin om te beginnen. DOOR: FEMKE LEUS De PJO-HaJo is een jongerenvereniging die elk jaar vol trots ‘De Paasparty’ neerzet: een groot feest op eerste paasdag volledig georganiseerd door jongeren. De jongeren die bij de vereniging zitten zijn tussen de 16 en 28 jaar oud en komen allemaal uit Bentelo. De vereniging telt meer dan 300 leden, een 9-koppig bestuur en verschillende commissies. Geen klein groepje dus, maar het is wel een hele onderneming. En dus neemt Kilian zijn vrijwillige functie daarom ook heel serieus. Een hoop ‘geregel’ noemt Kilian het, als hij vertelt hoe de aanloop naar de Paasparty er uitziet. Een ‘geregel’ is het wel. Het bestuur begint in oktober met de eerste vergaderingen en vanaf dat moment beginnen de Paaspartykriebels weer echt te komen. Kilian leidt als voorzitter de vergaderingen en zorgt dat deze goed lopen. Alles wordt tot in de puntjes uitgewerkt, zodat een week van tevoren het echte opbouwen kan beginnen. De leden zijn nu ook enthousiast. De week voor het grote feest kunnen alle leden zich inzetten, vanaf Goede Vrijdag kan iedereen helpen met opbouwen. Er worden maar liefst vier tenten opgebouwd. De meiden kunnen het terrein leuk aankleden en de jongens zijn met het zware werk bezig. Kilian heeft hier vooral een leidende functie, hij moet aan iedereen taken geven en het daarna vooral controleren.
Zaterdag is de drukbezochtste dag voor de leden. “Er komt dan ongeveer 150 man helpen met het terrein opbouwen, om dit dan met negen man aan te sturen is soms best lastig.” Als het terrein dan helemaal klaar is, krijgen de leden een welverdiend helpersfeest. De vereniging staat de avond van het feest achter de bar,. Verkeersregelaars staan bij de entree. Dit is iets wat de leden voornamelijk leuk vinden om te doen, Kilian spreekt ze daarom van tevoren toe met de woorden “Drink niet te veel, maar maak het wel gezellig, dat is wat ons uniek maakt.” De poorten gaan daarna ‘los’ en de Paasparty kan beginnen. Kilian en de rest van het bestuur lopen de hele avond rond om alles in goede orde te laten verlopen. “De biertap hou ik de hele avond in de gaten, want hoe meer bier er gedronken wordt, hoe beter het feestje. Dit vinden de leden vooral ook leuk om te horen als we na het feest bij elkaar zitten.” Om half vier s’ nachts kan Kilian eindelijk aan een biertje, alle bezoekers zijn dan veilig naar huis en het feest waar hij zo lang naar heeft toegewerkt is weer voorbij. De Paasparty is weer geslaagd, dat kunnen we wel stellen met getallen. Het feest is namelijk al 5 jaar achter elkaar uitverkocht met 6500 bezoekers.
Hoe hou je al dat ‘geregel’ dan vol? Dat is voor Kilian echt geen moeilijke vraag, het eerste woord dat hij zegt is dan ook gelijk ‘de gezelligheid’. In het dorp gaan bijna alle jongeren vanaf 16 jaar bij de vereniging. De leden bouwen een soort bijzondere verbondenheid met elkaar op, iedereen kan met elkaar opschieten en iedereen durft elkaar aan te spreken na zo’n weekend. “We zijn een soort grote vriendengroep met jong en oud en natuurlijk als alles weer goed verlopen is, ben je super trots.” Kilian is voor deze functie als voorzitter gevraagd toen hij 18 was. Hij was altijd aanwezig en vond de vereniging heel leuk. Hij is alleen niet iemand die graag op voorgrond staat. Het is voor hem dan ook echt wel een stap om de functie op zich te nemen. “Je moet jezelf soms voor de leeuwen gooien.” Als vrijwilliger steekt Kilian veel tijd in deze vereniging. Hij vindt het erg belangrijk dat alles goed verloopt. Vanaf januari is hij hier dan ook elke dag mee bezig. De grote verantwoordelijkheid is al gewoon geworden, alle leden hebben uiteindelijk naar hem te luisteren als eindverantwoordelijke. Hoe de leden het zo leuk blijven vinden? Daar heeft Kilian een goede theorie voor; “iedereen een deel verantwoordelijkheid geven. Dit kunnen ze oppakken en zo kunnen we samen de grootste dingen doen.”
“HET BLIJFT ALLEMAAL VRIJWILLIG EN SOMS VINDEN LEDEN DE ENE TAAK TOCH LEUKER DAN DE ANDERE.” MAART 2019 | REDACTIE JN1B 7
INTERVIEW
‘Natural high’ op het podium Renzo Rijn is de drummer van de Nederlandse band PEER. Sinds 2014 brengt het viertal een mix van indierock en britpop. Op 1 februari verscheen hun debuutalbum ‘Laughing About It Is Far More Exciting’. Op dit moment zijn ze hard bezig met hun tour die op 9 februari 2019 werd afgetrapt in Paradiso Amsterdam. DOOR: ISABEL RIBBINK Hoe ben je bij PEER terecht gekomen? Jesper, de gitarist, en ik speelden altijd al samen. Toen we in drie mavo zaten wilden we een schoolbandje beginnen, dat werd PEER. In die tijd hadden we nog een andere zanger en bassist, maar uiteindelijk zijn zij gestopt. In die plaats zijn Gijs en Brian gekomen. Repeteren jullie elke dag? We repeteren niet elke dag samen, maar wel individueel op ons instrument. Omdat ik op het conservatorium zit, moet ik ook wel iedere dag op mijn drumstel zitten. Elk weekend repeteren we van elf tot vijf uur. We repeteren niet als we bijvoorbeeld op een zaterdag een optreden hebben, dan wordt het een beetje veel. Hoe ziet zo’n repetitie eruit? Dat hangt heel erg af van wat we moeten doen. Voordat we het album gingen opnemen waren we voornamelijk bezig met schrijven, dus dan zit je bijvoorbeeld met z’n vieren met een akoestische gitaar op de bank. Voor de album tour waren we juist de hele tijd aan het repeteren, dan is er ook weinig tijd om te schrijven. Nu repeteren we ook minder omdat we midden in de tour zitten. We schrijven dan af en toe maar dat hangt ook van de vibe af. Wat is jullie werkwijze bij het schrijven van liedjes? Voor het album zijn we een paar dagen op een camping geweest. Op die camping hebben we onszelf afgezonderd van alle social media. We zijn toen gewoon liedjes gaan schrijven met akoestische gitaren.
Het liedje ‘I don’t wanna’ is bedacht tijdens een repetitie. Gijs of Jesper kwam met een melodie waar wij allemaal aan mee gingen spelen, omdat we elkaar heel goed aanvoelen ontstond het liedje in vijf minuten. Dat is eigenlijk het leukste: een nummer dat spontaan ontstaat. Het liedje ‘Bird’ gaat over twee mensen die graag bij elkaar willen zijn maar dat dat uiteindelijk niet werkt. Hebben jullie de tekst van dit nummer geïnspireerd op jullie eigen leven? Ja, dat is zeker waar. Het hele album gaat best wel over break-ups en dingen waar wij tegenaan lopen. Je zei net al dat je op het conservatorium zit, hoe combineer je dat met PEER? Wat ik leer breng ik in de praktijk bij PEER. Op zich is het dus wel te combineren. Het is HBO, dus ik kan vrij inplannen of ik naar mijn lessen ga of niet. Als ik doordeweeks een optreden heb ga ik die dag niet naar school. Je hebt best wel late werktijden. Ik zag dat je vorig weekend ook weer heel laat thuis was na een show. Wat motiveert je dan om iedere keer tot zo laat op te moeten treden? De energie en het plezier wat ik uit zo’n optreden haal. Het plezier om mensen te entertainen en gelukkig te maken, dat vind ik zo’n vet gevoel. Het is ook een fijn gevoel om op het podium te staan. Het maakt mij dan echt niet uit als ik pas om vijf uur ‘s ochtends thuis ben of drie nachten niet slaap, daar heb ik het voor over. Optreden voor een hele grote mensenmassa geeft echt een kick als drugs, ook al weet ik daar niets van af. Het is een soort natural high die je oppikt.
Het leven van een band staat meestal bekend om het hoge ‘seks, drugs en rock and roll’ gehalte, hoe zit dat bij PEER? Dat valt echt reuze mee. We houden wel van een drankje maar we drinken niet voor optredens. We gebruiken geen drugs, en seks... af en toe. Als je ons album wel eens luistert weet je denk ik wel dat dat niet echt aan de gang is.
Dus jullie hebben niet echt extreme fans? Er zijn wel sommige meisjes, die kun je wel zien als groupies. Ik denk wel dat het handig is om fans en relaties gescheiden te houden.
Het is nog moeilijk voor veel bands om het grote geld binnen te halen, hoe doen jullie dat? We treden veel op en daar verdienen we geld mee, met dat geld sparen we weer voor nieuwe albums. Het is gewoon investeren. Op den duur hoop je natuurlijk dat het inkomen stijgt en dat je er van kunt gaan leven. Voor ons is dat op dit moment nog niet het geval. Jullie hebben in 2017 op mogen treden in India en dit jaar staan jullie voor de derde keer bij Concert at Sea. Hoe bereiden jullie je voor op zo’n groot optreden? We maken altijd een goeie knal set om mensen echt een feestje te geven. Voor de rest oefenen we veel, maar het is niet zo dat we voor zo’n groot optreden meer dan normaal oefenen. We willen altijd dezelfde kwaliteit leveren. Eigenlijk verheugen we ons er vooral op. Heb je dan ook meer zenuwen voor zo’n groot optreden? Dat verschilt heel erg. Als ik bijvoorbeeld voor drie mensen in een huiskamer moet optreden ben ik zenuwachtiger dan als ik voor meerdere mensen moet optreden. Zo’n huiskamerconcert vind ik veel intiemer. Ik heb juist heel veel zin in zo’n groot optreden, maar van tevoren heb je natuurlijk wel extra veel zenuwen door de adrenaline. Bij veel bands komt het voor dat er na een paar jaar samen muziek maken, een breuk ontstaat. Hoe zie jij de toekomst voor je bij PEER? Ik hoop niet dat dat bij PEER voor gaat komen. Wij zeggen ook altijd ‘de meeste bands falen niet maar de meeste bands stoppen en falen daardoor’. Als je stopt maak je het sowieso niet. Ook al kunnen we er over vijf jaar nog niet van leven, willen we er wel nog steeds tijd en energie in stoppen. De aanhouder wint, zullen we maar zeggen.
FOTO’S DOOR HENK VAN DE HAAR
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 8
RUBRIEK
MAART 2019 | REDACTIE JN1E 9
REPORTAGE
Eric Wiebes over de klimaatmars en de opwarming van de aarde Minister Wiebes van Economische zaken en Klimaat geeft college over Klimaat en het Nederlandse klimaatakkoord. Het publiek stelt vragen over onderwerpen als Schiphol, de klimaatmars en CO2 uitstoot. Wiebes is vrij positief en pleit voor het ‘redelijke midden’, geen paniek maar wel beginnen. De demonstranten die inclusief spandoek in de zaal aanwezig zijn denken hier iets minder licht over. DOOR: WISKE BOOM De hal van het E gebouw in de Universiteit van Amsterdam zit vol. De regen tikt op het dak en er klinkt geroezemoes. Er zijn voornamelijk studenten. Nu is het wachten op Eric Wiebes (VVD), minister van Economische Zaken en Klimaat. Hij komt een college geven over het klimaat en het Nederlandse Klimaatakkoord. Het evenement wordt georganiseerd door Room for Discussion. De organisatie nodigt wekelijks professoren, economen, politici, CEO’s en journalisten uit om over recente onderwerpen te spreken. De muziek die gedraaid wordt stopt en Wiebes loopt het podium op. Hij begint met vertellen: ‘’Het regent en de zaal zit vol. Daar moeten we ook wel beetje aan wennen want de klimaatverandering MAART 2019 | REDACTIE JN1B 10
leidt tot veel meer regenval. Tot we het een beetje ingeperkt hebben tenminste.’ ’ Volgens Wiebes vindt 70% van de Nederlanders dat er iets aan het klimaat gedaan moet worden. Ook gelooft die 70% dat de mens de klimaatproblemen zelf heeft veroorzaakt, ook denken ze dat het allemaal wel op te lossen valt. ‘’Maar het publieke debat is ontzettend gepolariseerd: aan de ene kant de klimaatontkenners en aan de andere de mensen die het idee hebben dat de aarde ten onder gaat.’ ’ Wiebes houdt een pleidooi voor het redelijke midden. Dat redelijke midden is een terugkerende term in zijn verhaal. In grote lijnen heeft Wiebes vijf punten: 1. GEEN ONTKENNING VAN KLIMAATVERANDERING: HET IS DOOR DUIZENDEN WETENSCHAPPERS BEVESTIGD DAT HET BESTAAT. 2. VOOROP LOPEN: WE MOETEN NIET NET ZO LANG GAAN WACHTEN TOT ANDERE LANDEN OOK WAT GAAN DOEN. 3. KLEIN LAND, GROOT VERSCHIL: WE KUNNEN GEEN ACTIE UITSTELLEN OMDAT WE ZO KLEIN ZIJN EN TOCH GEEN VERSCHIL MAKEN, ALS ELK LAND DAT DOET GEBEURT EN NOG NIKS. 4. KOSTENEFFICIËNTIE: KOSTEN EN KOOPKRACHT DOEN ERTOE, MAAR WE KUNNEN OP EEN ECONOMISCH VERSTANDIGE MANIER VERANDEREN. 5. BEGINNEN: WE HEBBEN TOT 2050 OM DE DOELSTELLING VAN PARIJS TE HALEN, DUS WE MOETEN NU BEGINNEN, MAAR HET HOEFT OOK NIET ALLEMAAL PER DIRECT.
REPORTAGE Wiebes probeert ook gerust te stellen. Om groener te worden hoeft de Nederlander echt niet zijn hele leven om te gooien. Veel dingen veranderen, maar dat kan juist heel positief zijn. We leren verstandiger omgaan met recyclen, wat bedrijven veel geld op kan leveren. Daarnaast zullen er banen bijkomen, bijvoorbeeld als installateur van zonnepanelen. Het hele klimaatprobleem is ernstig, zegt Wiebes.
‘’WE WAREN OOK ALTIJD BANG VOOR ZURE REGEN EN DAAR HEBBEN WE NU OOK GEEN LAST MEER VAN.’’ Het publiek mag vragen stellen. De handen vliegen enthousiast de lucht in. Of de 40.000 mensen die de klimaatmars liepen ook bij het redelijke midden horen? Volgens Wiebes spreken bange mensen lang en hard en daardoor worden ook anderen aangestoken. Toch vond hij de actie goed: ‘’het zorgt ervoor dat we scherp blijven.’ ’ In de zaal staan ook demonstranten, een handjevol jongeren met spandoeken. Terwijl Wiebes vragen beantwoord beginnen ze te roepen. Een van hen spreekt en de anderen herhalen zijn woorden. ‘’In 2017 the Netherlands CO2 emissions were the same as in 1990!’’ De jongeren worden vriendelijk verzocht stil te zijn. Als ze een vraag hebben mogen ze beneden komen en krijgen ze de microfoon. De mensen in de zaal klappen, vermoedelijk vonden ze de onderbreking vervelend. Wiebes wil nog graag antwoord geven op de ‘’niet gestelde vraag.’ ’ Volgens hem klopt het dat de CO2 uitstoot niet gedaald is, maar die van andere broeikasgassen wel.
‘’WE ZITTEN NU NOG MAAR 13% ONDER DE UITSTOOT VAN 1990, DAT IS WEINIG. DAAROM MOETEN WE NU BEGINNEN.’’ Op de vraag waarom Schiphol uitbreidt wordt, zegt Wiebes dat het een economische kwestie is. Regels omtrent klimaat zijn lastig in de luchtvaart, want vliegen is een internationale aangelegenheid. Hij besluit: ‘’vliegen is een zorg en ik heb er nu nog geen antwoord op.’ ’ Een jong meisje vraagt de minister of hij niet bang is minder populair te worden als hij maatregelen moet nemen. Wiebes zegt dat veranderingen altijd griezelig zijn, maar het de taak van de politiek is om duidelijk te maken dat verandering nodig is. Een kwartier voor het einde van het vragenrondje moet Wiebes plotseling weg. Als hij het podium verlaten heeft, begint het publiek druk te praten. Een jonge student komt enthousiast aangerend. ‘’Wat een mooie discussie!’’ De demonstranten delen flyers uit. Ze organiseren een protest op de Dam. Dan stroomt de zaal leeg, de menigte gaat de regen weer in.
“ALS HIJ HET PODIUM VERLATEN HEEFT, BEGINT HET PUBLIEK DRUK TE PRATEN”
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 11
REPORTAGE
FOTOGRAFE: ALINA DANII BIJL
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 12
REPORTAGE
De Women’s March is echt voor iedereen “Tell me what a feminist looks like”, schreeuwt een jonge man met een lichtroze muts op. In zijn lippen blinken enkele piercings. “This is what a feminist looks like!” antwoordt de groep die voor hem staat. De Dam in Amsterdam is volgepakt met deelnemers van de Women’s March, een protestmars voor vrouwen- en mensenrechten. Dit protest is niet alleen bedoeld voor feministen, het is voor alle groepen in de samenleving: transgenders, homoseksuelen, sekswerkers, gehandicapten. DOOR: GWEN ROCHAT
FOTO LINKS: ALINA DANII BIJL FOTO’S BOVEN: GWEN ROCHAT
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 13
REPORTAGE Toch wel veel mannen Glitter dat op jukbeenderen is gesmeerd, glanst in het zonlicht dat soms door de wolken schijnt. Een paar meisjes kalken nog snel wat leuzen op kartonnen borden, er loopt een groep langs die protesteert tegen discriminatie van moslimvrouwen.
“IK BEN NOG NOOIT OP EEN WOMEN’S MARCH GEWEEST WAAR ZO VEEL MANNEN AANWEZIG WAREN” merkt een jonge vrouw op. Ze praat met een man van middelbare leeftijd die haar zojuist heeft aangesproken. Ze lijken elkaar niet te kennen, maar zijn meteen in een diepgaand gesprek over feminisme verwikkeld. De menigte is uitgelaten, de spanning en afwachting tot de mars echt begint is bijna voelbaar. Een paar mensen beginnen al te scanderen. “1 solution, revolution”, roept een man plotseling. Zijn stem valt bijna weg in het lawaai van de menigte, maar dan wordt zijn roep beantwoord door een handjevol mensen om hem heen. Hij roept de leus nog een keer en nu krijgt hij een luider antwoord.
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 14
Niet alleen voor vrouwenrechten De mars begint op de Dam en eindigt bij het Museumplein. De menigte beweegt zich langzaam voort, regelmatig staan ze even stil. Helemaal voorop lopen de leiders van de mars, begeleid door politieauto’s die de weg voor hen vrijmaken. Het openbaar vervoer en verkeer is volledig platgelegd voor deze gelegenheid. De protestanten, ze zijn met zo’n 15.000, trekken bekijks. Veel toeristen staren met open mond naar de voorbijlopende vrouwen en mannen die wild met hun borden zwaaien, praten en meedansen op de muziek. Seks work = work, staat er op een bord. Met een ander spandoek wil men aandacht vragen voor gelijke behandeling van transgenders. Iedereen protesteert voor iets anders, maar het komt samen in één gemeenschappelijk doel. Een vrouw met vlechtjes in haar haren en een regenboogvlag om haar nek gebonden rent uitgelaten langs de menigte, een man in een rolstoel blaast enthousiast op een fluitje om de demonstranten aan te moedigen. Uit het bagagerek van zijn rolstoel steekt een bord. Hij doet ook mee aan de mars. De lucht vibreert met de krachtige leuzen die om de oren van de mensen vliegen. De trommels van de band begeleiden de duizenden voetstappen die op het wegdek weerklinken. Jong, oud, man of vrouw: het maakt niet uit. De mars verwelkomt mensen om mee te doen – precies wat het uitgangspunt van de Women’s March is.
De vrouwendag die het doel mist Wie speciaal voor de Internationale Vrouwendag naar de bibliotheek is gekomen, is moeilijk om te ontdekken. Het is half twaalf, het regent pijpenstelen, fietsen staan gestald bij de bibliotheek in Hengelo. Het lijkt alsof de mensen de regen niet opmerken. De schuifdeuren openen, de warmte van binnen laat brillen beslaan. Druipend nat zijn sommige mensen, anderen vermijden hier de regen door even binnen te blijven. DOOR: ELISE POOL Achteraan staat een klein podiumpje waar een spreker al haar woordje doet. Een stuk of 20 vrouwen zijn naar de opening van de Hengelose Internationale Vrouwendag gekomen. Spectaculair is het niet. Er is geen officiële opening, geen applaus, het gerinkel van de mensen die met hun lepeltje in hun koffiekopje lopen is nog duidelijker te horen dan het niet te merken enthousiasme van het publiek. Mannen zijn nergens te bekennen, jammer, vrouwen zijn nu alleen aangewezen op elkaar om zichzelf te supporten. Verschillende sprekers wisselen elkaar af. Er wordt vermeld dat een aantal vrouwen uit de Hengelose politiek niet kunnen komen, zij hadden het te druk op het werk. Het contrast tussen de vrouwenemancipatie die getoond is door te werken, maar niet bereid zijn om op de vrouwendag te komen spreken, voelt dubbel op deze dag. Twee vrouwen uit de Hengelose gemeenteraad die onder dezelfde naam worden aangekondigd, zijn beide niet overtuigend. Vrouwen worden in de toespraak steeds naar beneden gehaald, en dat op dé dag dat we het moeten hebben over de kracht van vrouwen. Na een halfuur wordt er een einde aan de opening gebreid.
REPORTAGE
NA DE OPENING
De dag is pas net begonnen, er is nog meer te doen in Hengelo op de dag van de vrouw. Een workshop, een kunsttentoonstelling en een feest om het leven als vrouw te vieren. In de middag is er een lezing van een kunsthistorica. Zij vertelt over vrouwelijke kunstenaars in de 20e eeuw. Het zaaltje in de bibliotheek dat daarvoor beschikbaar is gesteld, zit al aardig vol. Er is meer dan twintig man, alhoewel het allemaal vrouwen zijn. Het voelt meer als een hoorcollege of een spreekbeurt dan een lezing. Het documentje dat het publiek krijgt bevat precies dezelfde informatie als wat er verteld wordt. Bij een kritische vraag uit het publiek weet de historica geen uitgebreid antwoord te geven. Het publiek weet over een aantal onderwerpen meer dan degene naar wie ze luisteren. Ze zijn allemaal geïnteresseerd in kunst, dat is te merken. Verschillende kunstenaressen worden besproken, minder bekende fotografen zoals Germaine Krull en Margaret Bourke-White worden ook besproken. Zij maken prachtige foto’s, maar ze zijn amper bekend. Steeds wordt er ook over de mannen gepraat met wie de vrouwen besloten hun leven te delen, want vrouwelijke empowerment kan blijkbaar niet zonder ook over mannen te praten. Er wordt naar de pauze toegeleefd, iedereen wil koffie, een teken dat na drie kwartier luisteren de vrouwen ook wel variatie willen. Na de koffie gaat de lezing weer door. Vrouwendag Hengelo wordt georganiseerd door de organisatie Vrouw Saam, die vrouwen wil bekrachtigen. In het programma gemaakt door Vrouw Saam staat aangegeven dat bij het feest een man bij de ingang zal staan om mannen vriendelijk te verzoeken om weg te gaan. Mannen worden niet eens toegestaan om bij een vrouwliefhebbende dag te zijn. Vrouwenemancipatie moet zowel van mannen als vrouwen komen, maar die mannen houden het maar stil vandaag.
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 15
INTERVIEW
“De toekomst, Na zijn musical-avontuur besloot Jurre Geluk zich aan te melden voor BNNVARA Academy. Twee keer werd hij afgewezen, maar wát zijn we blij dat hij het voor de derde keer heeft geprobeerd. Hij is helemaal op zijn plek in zijn roze caravan, oftewel de Seksmobiel, waar hij de leukste gasten ontvangt. Onlangs waren zijn presentatiekunsten te zien bij Je Zal Het Maar Hebben. Hij ging langs bij mensen met een ziekte, aandoening of beperking en gaf het Nederlandse publiek een kijkje in hun leven. DOOR: ALESSA VLIEGER Hoe is het voor jou dit hele televisieavontuur allemaal begonnen? “Ik heb auditie gedaan voor de BNNVARA Academy, dat is een opleidingstraject dat ze aanbieden vanuit de omroep BNNVARA. Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe ik daarbij kwam. Ik heb volgens mij ook ooit iemand opgezocht via internet en die gevraagd hoe hij daar is gekomen. Hij vertelde mij dat hij de Academy had gedaan en ik dacht: laat ik dat ook maar eens proberen. Ik heb toen dus auditie gedaan De eerste twee keren ben ik afgewezen. Toen ik het de derde keer nóg een keer ging proberen, ben ik gelukkig aangenomen.”
“HET WAS UBERHAÜPT GEEN EENS EEN KANS IN MIJN HOOFD” Je bent dus twee keer afgewezen voor BNNVARA Academy, waar haalde je het doorzettingsvermogen vandaan om tóch nog voor een derde keer de kans te wagen? “Ik had naast een musicalopleiding mijn hele leven musicals gedaan. Daarbij werden we eigenlijk een beetje opgevoed met het idee dat je later voor 30 musicals auditie gaat doen en dat ééntje daarvan het hem misschien eens een keer wordt. Dus het hele auditie doen was ik gewoon heel erg gewend. Daarom had ik zoiets van schijt, die audities voor BNNVARA blijf ik ook gewoon proberen. Maar ik had wel zoiets na de derde keer, als het hem nu niet wordt, dan is het tijd om naar huis te gaan, haha. Ik wilde het in ieder geval drie keer proberen om dan wel te laten zien dat ik inderdaad doorzettingsvermogen heb. “
FOTO: BNNVARA MAART 2019 | REDACTIE JN1B 16
INTERVIEW
die komt later wel” De televisiewereld is best wel onvoorspelbaar en onzeker. Zijn er ook twijfels geweest wat betreft je werk? Dacht je niet soms had ik maar een vaste baan met een zeker vooruitzicht? “Gek genoeg is juist wat ik nu doe veel zekerder dan wat ik ooit in musicalland deed. Bij musicals doe je een bepaalde productie ongeveer een jaar en dan moet je weer van onderaan beginnen. Je staat dan weer op zo’n enorme auditiedag met nog 60 mensen die er precies hetzelfde eruit zien als jij. Nu is het werk wat ik doe veel meer op mij gericht en ben ik minder snel vervangbaar. Dus nu heb ik veel meer zekerheid dan vroeger.” Hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit? “Dat hangt af van wat voor programma ik ga doen die dag. Ik ben nu vooral bezig met young DWDD en Spuiten & Slikken. De opnames voor Je Zal Het Maar Hebben zijn nu afgelopen. Als ik bijvoorbeeld een dag van Spuiten & Slikken heb dan ga ik altijd naar Hilversum toe, want daar zit het kantoor. Soms hebben we opnames van de Seksmobiel, die zijn meestal een beetje verspreid over de dag. Voor de rest heb ik gewoon redactietijd. Dan ben ik bijvoorbeeld aan het nadenken over nieuwe gasten voor de Seksmobiel of aan het nadenken over wat we nog meer kunnen doen bij Spuiten & Slikken.”
“ER VALT NOG ZOVEEL TE ONTDEKKEN EN IK WIL NOG ZOVEEL ZIEN” Wat motiveert je om dit werk te blijven doen? “Dat ik telkens op zulke unieke plekken kom en zulke unieke mensen ontmoet. Ik haal daar heel veel energie uit. Dan denk ik: er valt nog zoveel te ontdekken en ik wil nog zoveel zien. En door dit werk wat ik nu doe kom ik ook op al die plekken. Dat vind ik wel echt zó bijzonder.” Wat is tot nu toe een lastig moment geweest in je carrière? “Ik vond het tijdens de Academy wel heel lastig. Je wordt op die opleiding gezet en dan zeggen ze: “je hebt een half jaar om jezelf te bewijzen, alles te laten zien en heel erg jezelf zijn”, terwijl je op dat moment zo op zoek bent naar jezelf. Je voelt je heel erg verantwoordelijk voor je eigen succes, want als je een half jaar niks gaat doen dan komt er ook helemaal niks. Dus ja, dat was een hele onzekere periode waarin je gewoon iedere dag 150% moest geven. Ik vond dat wel heel zwaar. Nu ben ik wel zekerder van mezelf en komen er ook wat dingetjes naar mij toe in plaats van dat je alleen maar aan het investeren bent.”
NAAM: JURRE GELUK LEEFTIJD: 26 JAAR NOOIT MEER SPUITEN EN SLIKKEN OF NOOIT MEER JE ZAL HET MAAR HEBBEN? “DIT IS EEN HÉLE LASTIGE. SPUITEN & SLIKKEN IS ECHT MIJN LEVENSPROGRAMMA, MAAR JE ZAL HET MAAR HEBBEN IS QUA INHOUD HEEL BIJZONDER. ALS IK OP DIT MOMENT ZOU MOETEN KIEZEN ZOU IK ZEGGEN JE ZAL HET MAAR HEBBEN. MAAR DAT IS ALLEEN OMDAT IK SPUITEN & SLIKKEN NU AL WAT LANGER DOE.” Om het ook nog een beetje positief te houden: wat is tot nu toe een moment geweest dat je heel erg is bijgebleven? “Ik denk sowieso het moment dat ik werd aangenomen voor de Academy. Dat heeft mijn leven veranderd. Ik had het ook echt nooit, maar dan ook nooit verwacht omdat de kans zo klein was. Er deden ongeveer 1700 mensen auditie en daarvan werden er maar twee aangenomen als presentator. Het was überhaupt geen eens een kans in mijn hoofd. Ook het moment dat ik te horen kreeg dat ik Je Zal Het Maar Hebben mocht presenteren. Dat vind ik echt zo’n eer.” Welke tips zou je willen meegeven aan mensen die twijfelen over wat ze later willen gaan doen? “Ik zou zeggen dat je het feit dat je ooit wil weten wat je moet gaan doen, los moet laten. Ik denk dat je je leven lang opzoek bent naar wat op dat moment leuk voor je is. En ik denk dat als je iets hebt gevonden dat op dat moment leuk is, dat dat fantastisch is en je dat moet doen tot hoe lang het leuk is. Maar het hoort er ook gewoon bij dat je levenslang aan het uitzoeken bent wat je op dat moment het leukst vindt. Dus ik denk dat je heel erg in het nu moet leven en je moet afvragen waar je nu zin in hebt. De toekomst en zo, dat komt allemaal wel. We zijn zo bezig met de toekomst. Al die vragen ‘wat wil je dan doen later?’. Dan denk ik: je bent er nog geen eens. Waarom moeten we dan zo heftig over de toekomst nadenken?” En tot slot nog een mooi cliché om mee af te sluiten: wat hoop je nog te bereiken? “Dat vind ik dus een hele lastige vraag, haha. Op werkgebied ben ik eigenlijk super gelukkig. Ik denk dat de dingen die ik ga bereiken met mijn werk, ook wel gaan lukken. Maar wat ik privé hoop te bereiken is dat ik heel veel kinderen krijg en een groot huis heb waar iedereen in kan spelen. Ik denk dat ik eerder aan zoiets denk, dan dat het echt werk gerelateerd is.”
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 17
REPORTAGE
Volle buiken en tranen in de ooghoeken bij Veggie World Utrecht is de aftrap voor Veggie World beurzen verspreid over heel Europa. Bijna 20 steden openen dit jaar hun deuren voor mensen die kennis willen maken met de veganistische levensstijl. Het lekkere eten is niet de enige publiekstrekker. Bezoekers kunnen hun hart ophalen aan de kraampjes vol met kleding, boeken, maaltijden voor huisdieren en kunnen zich zelfs inschrijven voor een speciale datingssite voor veganisten. Het voornaamste doel van Veggie World: zo veel mogelijk mensen interesseren in een plantaardig en diervriendelijk voedingspatroon. DOOR: LIEKE JANSEN In het doolhof van kraampjes schuifelen de mensen voetje voor voetje achter elkaar aan. De kraamhouders verwelkomen de massa met een grote glimlach. Veel mensen staan even stil en ademen diep in. De warme geur van vers gemaakte maaltijden is zelfs om 10 uur ’s ochtends uitnodigend. En, allemaal veganistisch natuurlijk. Tussen alle vegetariërs, veganisten en flexitariërs lopen ook gewoon veel mensen rond die wel van een lapje vlees en een eitje houden, maar ook zij sluiten al snel aan in de rij voor de foodstands.
DE CONFRONTATIE AANGAAN
Veggie World is niet alleen maar blije gezichten en volle buiken. Hier en daar vallen een paar tranen. De ‘food-awareness’ organisatie ProVeg is niet bang om de bezoekers te confronteren met het leven dat achter een lapje vlees schuilt. Met VR-brillen duiken de bezoekers in het leven van een plofkip: van aandoenlijke geboorte tot het tragische einde in het slachthuis. Iedereen die een VR-bril opzet krijgt een persoonlijke begeleider. Deze vrijwilligers zorgen ervoor dat ze niet per ongeluk van hun kruk af vallen, maar zijn ook een emotionele support en beantwoorden geduldig alle vragen.
ERVAREN MAAKT INDRUK
Zodra de brillen weer afgaan knipperen de mensen een beetje verdwaasd met hun ogen. Ze zijn zojuist ondersteboven gehangen aan hun poten en hebben hun mede-kippen, die ze al als kuikentje zagen, geslacht zien worden. Veel mensen zijn zwaar onder de indruk. “Er zit een verschil tussen weten en ervaren,” vertelt Mariëlle, medewerker bij ProVeg. “Vaak weten mensen wel wat er gebeurt, maar pas als ze het van zo dichtbij hebben gezien komt het echt binnen. Daar helpt VR wel heel goed bij.” Ze heeft net gesproken met Menno, die zelf een nuchtere vleeseter is. Hij was onder de indruk en had, net zoals veel anderen, de behoefte om even na te praten. En hij is niet de enige, de vijf medewerkers in groene shirtjes zijn constant druk in gesprek met geïnteresseerde of geïmponeerde bezoekers. Of ze nu allemaal veganistisch worden? Dat waarschijnlijk niet, vertelt Menno. ‘Maar ik ben me nu wel veel bewuster van wat ik eet.’ MAART 2019 | REDACTIE JN1B 18
RUBRIEK Je bent jong en je wilt wat
“Een logo ontwerpen is beter dan kassawerk” HOE BEN JE BIJ DIT WERK TERECHT GEKOMEN?
“Ik ben er eigenlijk een beetje ingerold omdat ik door deze opleiding steeds vaker vragen kreeg of ik een logo of flyer kon maken van mensen die ik ken. Toen ik op een gegeven moment dus aardig wat opdrachtjes buiten school kreeg besloot ik om me in te schrijven van de Kamer van Koophandel. “
‘‘MIJN GROOTSTE MOTIVATIE IS DAT IK HET ONTZETTEND LEUK VIND OM TE DOEN’’ De meeste studenten volgen een studie en denken na over hun toekomstige baan. Lois niet, zij gaat naar school en heeft daarnaast haar eigen bedrijf. “Niet dromen maar doen”, zegt ze. DOOR: SOPHIE MARING
WAT IS DE NAAM VAN JE ONDERNEMING?
“De naam van mijn onderneming is Lois Anne. Hier heb ik eigenlijk helemaal niet lang over nagedacht. Lois is mijn voornaam en Anne is mijn tweede naam, lekker makkelijk! Ik wist sowieso dat ik niet het woord “ design” of “grafisch ontwerper” in mijn naam wou. Ik vind dat persoonlijk niet zo mooi.”
WAT DOE JE BINNEN JE ONDERNEMING?
“Ik ben grafisch ontwerpster. Ik maak flyers, posters, nieuwsbrieven, logo’s en soms ook websites voor bedrijven die mij benaderen”.
HOE ZIET JE GEMIDDELDE (WERK) DAG ERUIT?
“Ik zit momenteel nog gewoon op school en ben bezig met het laatste jaar van de opleiding mediavormgeving. Een normale (werk)dag is voor mij dus eigenlijk eerst een paar lesjes school en de uurtjes daarna (of de avond) besteed ik meestal aan werk voor mijn eigen bedrijfje.”
WAT MOTIVEERT JE OM DIT WERK TE DOEN?
“Mijn grootste motivatie is denk ik gewoon dat ik het ontzettend leuk vind om te doen. Ik geniet er echt van om creatief bezig te zijn en daardoor voelt het niet als een verplichting of werk.“
HOE HEB JE DIT KUNNEN REALISEREN?
“Wat ontzettend heeft geholpen is dat ik in het begin veel opdrachten kreeg via mijn moeder. Mijn moeder is namelijk kapster en die heeft, doordat ze regelmatig over mij en mijn werk ging praten, wel een aantal klanten naar mij toegebracht.”
“IK VIND HET SUPERFIJN DAT IK ALLES IN EIGEN HAND HEB” HOE WIL JE GROEIEN IN JOUW ONDERNEMING?
Ik heb denk ik niet eens echt de behoefte om momenteel of binnen 4 jaar heel erg te groeien. Volgend jaar wil ik graag naar de kunstacademie dus mijn bedrijfje zie ik dan niet echt als een prioriteit. Het is voor mij nu wel heel fijn om wat geld bij te verdienen en connecties te maken. En het is naar mijn mening vééél beter dan een standaard bijbaantje.
‘IK DENK DAT IK OP ALLES WAT IK MAAK WEL TROTS BEN’’ WAAR HEB JE HET MEESTE PLEZIER AAN BINNEN JE ONDERNEMING?
Ik vind het superfijn dat ik alles in eigen handen heb en kan doen waar ik zin in heb. Als ik een opdracht minder leuk vind heb ik de mogelijkheid om het af te wijzen, en die vrijheid vind ik erg prettig. Zo doe ik eigenlijk voor mijn gevoel bijna alleen maar opdrachten waar ik plezier aan heb.
OP WELKE OPDRACHT BEN JE TOT NU TOE HET MEEST TROTS?
Oei, dat vind ik echt lastig. Ik denk dat ik op (bijna) alles wat ik maak wel trots ben. Eén van de eerste echte opdrachten die ik kreeg was het ontwikkelen van een huisstijl voor Fysio Cure, een fysiotherapiepraktijk. Ik vond dit zo ontzettend spannend om te doen en heb hier ook heel veel van geleerd. Ik denk dat ik daarom die opdracht kies!
“IK VIND HET SUPERFIJN DAT IK ALLES IN EIGEN HANDEN HEB EN KAN DOEN WAAR IK ZIN IN HEB“ Naam: Lois Barendse Leeftijd: 19 jaar Geslacht: vrouw Dilemma: nooit meer je creativiteit kunnen uiten op papier of nooit met je creativiteit kunnen uiten op je laptop? “Oohnee, moet ik deze beantwoorden? Haha. Maar ik zou denk ik toch kiezen voor nooit meer op papier super pijnlijk om dit te zeggen maar ik denk dat ik uiteindelijk toch meer creativiteit kwijt kan op de computer.”
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 19
Een fotogeniek uitje REPORTAGE
‘De Orchideeën Hoeve’ is een overdekte attractie gelegen in Luttelgeest. De ANWB heeft ‘De Orchideeën Hoeve’ uitgeroepen tot tot leukste uitje van Flevoland 2019’. Ook bestaat het park in september 100 jaar.
MAART 2019 | REDACTIE JN1E 20 FOTO’S: IRIS HARTEVELT
FOTOREPORTAGE
MAART 2019 | REDACTIE JN1E 21
INTERVIEW
Van dysforie naar euforie Sofie Seelen is een trotse biseksuele transgendervrouw uit Brabant. Achttien jaar lang worstelde zij met haar biologische geslacht, totdat ze erachter kwam dat ze transgender is. Sindsdien gaat ze als een sociale, zelfverzekerde vrouw door het leven. DOOR: MARIJE VAN DER LINDE
VIND JIJ HET PERSOONLIJK WEL ECHT NODIG, ZO’N WET SPECIAAL VOOR TRANSGENDERS EN INTERSEKSEN?
“Eigenlijk wel, omdat er onbewust toch veel discriminatie is op verschillende scholen, overheidsinstanties en zelfs gewoon op het werk. Helaas doen ze er niet veel aan, terwijl transgenders nu juist steeds meer naar voren durven te komen in de samenleving. De overheid en samenleving zijn daar nog niet zo op voorbereid, daarom zijn deze soort wetten wel echt nodig.”
VOEL JIJ JE ER EXTRA VEILIG DOOR?
“Het geeft me wel wat meer veiligheid en vooral ook wat meer begrip van de overheid, dat er wordt gekeken naar het gevoel van transgenders in Nederland. Helaas vallen wij vaak onder de grote groep die depressie en stressstoornissen heeft, en dan is er ook nog eens onwetendheid over onszelf. Daarom stel ik het wel echt op prijs dat de regering zich inzet voor onze problemen.”
VIND JIJ DAT ER NOG MEER WETTEN NODIG ZIJN VOOR TRANSGENDERS?
“Tot nu toe is de nieuwe wet, die het verbiedt om transgenders te discrimineren, al redelijk goed, maar ik ben er ook van overtuigd dat er straffen moeten komen voor mensen die die wet overtreden, ook al is het maar met een boete. Alleen een waarschuwing lost niets op.”
HOE VIND JE DAT NEDERLAND HET DOET ALS JE KIJKT NAAR HET HELE TRANSITIETRAJECT?
“Ik vind dat, vooral als je het vergelijkt met andere landen, Nederland het best wel goed doet. Wij hebben best wel goede experts, die echt zeker maken dat je er klaar voor bent en je zo goed mogelijk verder proberen te helpen. Het duurt wel wat langer, omdat er zoveel aanvragen zijn. Daarom kan een traject van één jaar oplopen tot vier jaar, maar het is wel met de beste bedoelingen. Het is ook heel erg fijn dat bijna alles wordt vergoed; hormonen, laseren en zelfs operaties.”
“ZE HADDEN WEL EEN VERMOEDEN DAT IK HOMO OF TRAVESTIET ZOU ZIJN” HOE REAGEERT JE OMGEVING OP HET FEIT DAT JE TRANSGENDER BENT?
“In het begin moesten ze er wel aan wennen. Ze hadden wel een vermoeden dat ik homo of travestiet zou zijn, omdat ik vanaf jongs MAART 2019 | REDACTIE JN1B 22
af aan altijd meisjeskleding aantrok. Ze accepteren me wel, maar noemen me wel nog vaak bij mijn oude naam. Dat is logisch, aangezien ze me achttien jaar lang zo gekend hebben. “
HEB JE AL ZOLANG JE JE KAN HERINNEREN DYSFORIE?
“Ja. Ik kan me sinds jongs af aan al herinneren dat er iets niet klopte aan mijn lichaam, maar ik kon er nooit mijn vinger op leggen wat het was. Ik vond het altijd leuk om met meisjes te spelen, Winx te kijken en Diddl te verzamelen. Op mijn zestiende kwam ik er via een poster en een filmpje achter dat ik trans was. Toen viel alles op zijn plek. Ik was wel bang voor de reactie van iedereen, want ik was op dat moment een erg gesloten persoon. Dat veranderde toen ik naar het MBO ging, waar ik mezelf durfde te zijn. De school wist het daarom ook eerder dan mijn ouders.”
HOELANG IS JE TRANSITIETRAJECT AL GAANDE?
“Ik ben vanaf mijn achttiende begonnen door op de wachtlijst te staan en ik kreeg op mijn negentiende gesprekken. Nu op mijn eenentwintigste ben ik bijna klaar om met hormonen te beginnen. Ik hoef alleen nog maar mijn sperma op te slaan, voor als ik later nog kinderen zou willen.”
HEB JE OOIT FYSIEKE OF VERBALE HAAT ONTVANGEN?
“Ja, helaas wel. Verbaal via social media, omdat het daar veel makkelijker is om iemand te beledigen. Ook heb ik vanwege mijn mannelijke stem haat gekregen. Dan ben je heel leuk opgetut en horen mensen zo’n stem erbij, dat geeft wel rare blikken. Gelukkig ben ik nooit echt in elkaar geslagen of zoiets, het bleef altijd alleen bij woorden.”
INTERVIEW
“Gewoon normaal net als hier” “BAM” zegt Dimah met handgebaren en grote ogen. Ze kijkt naar haar vijftien-jarige zoon Mohammed die haar aanvult: “We hoorden bommen vallen. Bommen die ons huis in Aleppo en de schoenenwinkel van onze vader hebben verwoest.” DOOR: SOPHIE MARING Dimah zit aan het hoofd van de tafel, die in de smalle keuken staat. Het gezin is bijna compleet, alleen Ahmad (man en vader) is vandaag weg om vrijwilligerswerk te doen. In de kleine woonkamer in Deventer staat een zwarte bank, een glazen bijzettafel met een rood kleedje, een wit kastje met een tv erop en er hangen tl-buizen aan het plafond. Buiten klettert de regen op de tegels en het gras in het achtertuintje. Dimah zit met haar vier kinderen aan tafel. De twee jongsten, Lana van drie en Majid van twaalf zijn stil. De tweeling van vijftien, Mohammed en Haya, doet het woord.
LEVEN IN SYRIË
Mohammed moet lachen om de vraag hoe het leven in Aleppo eruitzag voor de burgeroorlog. “Gewoon normaal, net als hier”, zegt hij. “Ik speelde buiten met mijn vriendjes, ik voetbalde, ging naar de bioscoop en ging naar school.” Hij haalt zijn schouders op. “Toen de oorlog uitbrak werd het leven heel anders. We konden niet meer naar buiten, ook niet naar school. Eerst bleven we in ons huis en werkte mijn vader nog in zijn schoenenwinkel, later moesten we onderduiken in het huis van mijn opa en oma.”
VLUCHTEN NAAR NEDERLAND
De vader van de tweeling, Ahmad, is drie en een half jaar geleden in zijn eentje naar Nederland gegaan. Vanuit Syrië naar Turkije, vanaf daar met een bootje naar Griekenland en vanuit Griekenland naar Nederland. Eenmaal in Nederland verhuisde hij binnen anderhalf jaar van het ene asielzoekerscentrum naar het andere. Vanuit daar deed hij zijn best om zijn gezin naar Nederland te krijgen. Inmiddels twee jaar geleden kwam het gezin weer bij elkaar op Schiphol. “Het was heel moeilijk toen papa vertrok naar Nederland.” Dimah knikt, ze verstaat alles wat er wordt gezegd, maar vindt het nog lastig om Nederlands te spreken. Er valt een stilte. Dimah neemt een slok van haar zoete thee, Mohammed pakt een stuk cake van de grote schaal die op de tafel staat.
De witte lamellen blokkeren het zicht naar buiten wanneer Haya haar hoofd draait. “Maar we waren heel blij toen we naar Nederland konden komen”, zegt Haya met een opgewekte stem, alsof de pijnlijke stilte van net er niet was. Arabische klanken vloeien uit de mond van Dimah, haar gezicht allesbehalve ernstig. Mohammed vertaalt de woorden van zijn moeder: “Ze zegt dat we allemaal met één tas kleren naar Nederland zijn gekomen. Het is wel lastig dat we niks meer hebben van ons leven in Syrië, ook geen foto’s. Maar we hebben elkaar nu en dat is het belangrijkste.” Dimah lacht weer en verandert het onderwerp in gebrekkig Nederlands. “Iedereen altijd op tijd in Nederland”. Haar kinderen lachen: “Ja, in Syrië was je niet zo bezig met de tijd als hier in Nederland”, vult Haya aan. “In Syrië hoefde je ook niet overal naartoe te fietsen”, grapt Mohammed er achteraan. Het gezin zit lachend aan tafel. Hun twinkelende ogen rusten zich op de kleine woonkamer. Ogen die oorlog hebben gezien en elkaar angstig hebben aangekeken. Ogen die nu hoopvol naar de toekomst kijken.
“TOEN DE OORLOG UITBRAK WERD HET LEVEN HEEL ANDERS” HET LEVEN IN NEDERLAND
“Volgend jaar gaan we naar de derde klas en gaan we allebei havo of vwo doen”, zegt Mohammed. “Ik wil naar de universiteit. Ik wil ingenieur of advocaat worden. Haya wil ook studeren”, zegt hij voor zijn zusje. “Ja”, zegt ze snel zelf. “Ik wil iets met biologie studeren.” Dimah luistert mee en zegt: “Heel veel vrouwen werken in Nederland.” Haya knikt maar laat wel weten dat je als vrouw gewoon mag werken in Syrië als je dat wil, maar dat het niet veel gebeurt. De tweeling vertelt over vrienden en vriendinnen die ze hebben gemaakt en de sportschool waar ze naartoe gaan. Haya praat over haar lievelingsprogramma: De Luizenmoeder. Mohammed houdt nog altijd van voetballen. Ze hebben het over de Nederlandse steden die ze hebben bezocht. “Ik wil later in Amsterdam wonen”, zegt Mohammed, “soms mis ik de drukte van Aleppo wel.” Het gezin dat inmiddels twee jaar in Nederland is, lijkt gelukkig. Ze hebben ieder een lach op hun gezicht. Een lach die soms even verdwijnt wanneer ze praten over Syrië, maar nooit voor lang. Ze zijn blij dat ze elkaar hebben, dat benadrukken ze iedere keer weer. MAART 2019 | REDACTIE JN1B 23
REPORTAGE
Nanne over ‘X’ in je paspoort Nanne Bokhorst (18), een eindexamenleerling uit Zutphen, vertelt over zijn identificatie als transmasculine non-binary persoon en het debat in de Tweede Kamer dat daar betrekking op heeft.
Dus ik heb het nooit als zwak ervaren, maar het heeft meer te maken met genderdysforie. Dit wordt bij mij heel erg opgeroepen als mensen mij zien als meisje. Ik voel me daar erg ongemakkelijk en heel vervelend bij. Daarom vind ik alles wat daar mee te maken heeft vervelend.”
DOOR: KIM HARTGRING
Maar in Amsterdam is alles veel meer geaccepteerd dan in Enschede en er zijn ook mannen die wel hun gevoelens uiten en niets om spieren geven. Denk je niet dat je je eigen invulling kan geven aan man zijn? “Ik denk hier zelf wel veel over na, omdat ik het ergens met je eens ben. Natuurlijk maakt het wel een verschil waar je wordt opgevoed en hoe je wordt opgevoed, maar ik denk dat onze samenleving nog niet zo ver is. De samenleving kan gender niet los zien van de stereotypes van transgender.”
TYPISCHE MAN
“Gender is een sociale constructie,. Dat betekent dat het wordt gemaakt en in stand wordt gehouden door de samenleving. Dus wij beslissen wat mannelijk en vrouwelijk is.” Er valt een korte stilte. “Het wordt bijvoorbeeld als mannelijk ervaren dat de man in het gezin de kostwinner is, natuurlijk is dat in onze samenleving nu wat minder, maar ook socialisatie in gedrag, en dat mannen geen gevoelens tonen, zijn allemaal dingen die wij associëren met man zijn. Zo heb je dat ook voor vrouw zijn”, zegt Nanne terwijl hij zijn hand door zijn haren haalt. “De reden dat ik mij geen vrouw voel is omdat ik mij fysiek niet prettig voel bij de vrouwelijke kenmerken, dus vrouwelijke vormen hebben zoals borsten.” Hij gaatverder. “Daarom was het voor mij super duidelijk:, dat is het sowieso niet voor mij. Toen ging ik kijken naar mannen in mijn omgeving. Ik kom uit Enschede, het oosten van het land. Ik wil niet generaliseren, maar daar zijn mensen toch wel snel close-minded en testosteronbommetjes, en allemaal dat soort dingen worden als typisch mannelijk gezien”, zegt hij met een semi-afkeurende blik. Rustig gaat hij verder: “En dan heb ik zoiets van, dat klopt ook niet. Ik denk dat het voor mij gewoon zo duidelijk is dat ik niet voldoe aan het beeld van de maatschappij dat zij hebben bij man zijn, dus dat is het ook niet voor mij.”
“IK BEN GEWOON NANNE”
“Ik identificeer me niet per se als man. Ik identificeer me als transmasculine en non-binary. En ik presenteer me liever mannelijk, waardoor mensen mij ook mannelijker zien, maar ik voel me niet per se een man. Ik voel me eigenlijk een beetje tussen beide in. Ik zeg altijd: ‘Ik ben gewoon Nanne.’ Ik vind het heel vervelend als mensen mij als vrouw zien of als meisje behandelen. Vandaar mijn mannelijke uiterlijk.” Wat is er precies vervelend aan? “De associatie met vrouw zijn.” Als vrouw zwakker gezien worden? “Nee dat niet eens zo zeer, want dat ervaar ik niet zo. Ik ben 16 jaar lang als meisje door het leven gegaan. Ik was altijd wel stoer en ik ben heel groot, of tenminste: voor een meisje ben ik best wel lang. Mensen zeiden vaak van: ‘Jij bent zo’n stoer meisje en groot en sterk.’
Genderdysforie betekent: Het geslacht dat je toegewezen krijgt als je geboren bent, komt niet overeen met hoe jij je voelt en jouw identiteit. Hierdoor ontstaat vaak een groot gevoel van onbehagen
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 24
In oktober 2018 werd voor het eerst in Nederland een ‘X’ in iemands paspoort gezet in plaats van een ‘M’ of een ‘V.’ Meerdere mensen hebben dit verlangen, maar dit kost veel papierwerk plus een bezoekje aan de rechter. De Tweede Kamer heeft recentelijk gedebatteerd over de versimpeling voor de mensen die een ‘X’ in hun paspoort willen laten zetten. Versimpeling in de zin van: zonder wijziging van het geboortecertificaat en een gang naar de rechter.
“ZOWEL DE ‘M’ ALS DE ‘V’ KLOPT NIET”
“Ik ben er heel erg voor. Als ik de keus zou hebben, had ik het gedaan. Alleen omdat het nu nog niet mogelijk is. Ik heb laatst mijn paspoort veranderd, omdat ik het ‘V’tje’ niet bij mij vind passen. Ik heb de keus gemaakt om er een ‘M’ neer te zetten, omdat het simpelweg nog niet mogelijk is om er een ‘X’ neer te zetten. Maar ik ben daar wel heel erg vóór. Als ik kijk naar mezelf, ik voel me echt absoluut geen vrouw en als je mij goed leert kennen, ben ik ook niet een typische man. Ik voel me ook geen man. Dus eigenlijk klopt zowel de ‘M’ als de ‘V’ niet. Er zijn best wel veel mensen bij wie dat zo is, dus ik vind het wel goed dat het makkelijker wordt gemaakt. Ik denk alleen dat veel mensen de misopvatting hebben dat iedereen dat dan maar zou mogen doen. Terwijl het nu ook nodig is om een diagnose te krijgen: genderdysforie, om je geslacht te mogen aanpassen. Dus ik vind wel dat er een soort maatstaf moet zijn van: ‘Goh, jij wel en jij niet.’ Niet dat iedereen er zomaar heen gaat en zegt: ‘maak er maar een X’je van’, terwijl er niets aan de hand is.” Er zijn natuurlijk heel veel voors en tegens. In het debat werd ook de identificatie besproken met geslacht als kenmerk. Denk jij dat het geslacht als het belangrijkste kenmerk dient als het om identificatie van personen gaat? “Er zijn meerdere kenmerken om iemand te kunnen identificeren. Stel dat ik aangehouden word en er zou een ‘V’ staan in mijn paspoort, dan Wkun je alsnog zien dat ik het ben. Mijn foto staat erbij en mijn lengte ook. Dus volgens mij is het niet nodig om het geslacht of gender van iemand te weten, om te weten of dat degene is die in het paspoort staat.”
REPORTAGE
“Ik ben gewoon Nanne” MAART 2019 | REDACTIE JN1E 25
INTERVIEW
“Ieder mens is anders en daar kijken we naar” Het 50|50 workcenter van het Leger des Heils is een plaats waar mensen de kans krijgen om te re-integreren. Marleen Jansen is re-integratiecoach bij dit project in Enschede. Samen met collega-coaches en werkbegeleiders helpt ze deze mensen weer terug te laten keren in het arbeidsproces. “Het is een groot succes.” DOOR: JARD ANKONÉ
HET WORKCENTER
In het workcenter van het Leger des Heils gaan mensen, ook wel deelnemers genoemd, aan de slag met het verbeteren van het arbeidsritme, arbeidsvaardigheden en sociale vaardigheden. De re-integratie coaches en werkbegeleiders helpen en coachen de deelnemers hiermee. “We zijn voortdurend op zoek naar wat de deelnemer nodig heeft om te kunnen terugkeren naar het arbeidsproces”, zegt Jansen. Zij en haar collega’s helpen de deelnemers met deze kwaliteiten door in het workcenter met hen aan projecten te werken. Deze projecten zijn op alle afdelingen anders. In Enschede heeft het Leger des Heils een groot ‘woodcenter’ waar deelnemers aan verschillende projecten werken. Dit doen ze voor bedrijven als Dille & Kamille en VT wonen. Deelnemers maken de producten die voor zulke bedrijven bedoeld zijn zelf met de werkbegeleiders. De mensen die in aanmerking komen om als deelnemer aan de slag te gaan in het workcenter zijn, vooral mensen met multiproblematiek. Zij hebben in het verleden te maken gehad met bijvoorbeeld een drank en drugs, psychische problemen, veel schulden en/of detentie. Het re-integratie proces is volgens Jansen “erg succesvol”.
26
De reden hiervan is volgens haar dat het Leger des Heils geen commercieel re-integratiebureau is. Het draait bij de organisatie vooral om de mens. Ze geven de deelnemers dan ook volgens Jansen, in tegenstelling tot commerciële re-integratiebureaus, meer tijd en langer de kans om tot een goeie ontwikkeling en bloei te komen.
OPEN DAG 50|50
Op 14 maart hield het 50|50 workcenter in Enschede een open dag. Deze dag is volgens Jansen bedoeld om “mensen in het algemeen te laten zien wat het Leger des Heils allemaal doet.” Zij willen door middel van een “stukje PR” laten zien hoe professioneel de organisatie is en daaraan een stukje bekendheid geven. Het is voor het center een kans om aan de buitenwereld te laten zien hoe ze te werk gaan. Het Leger des Heils heeft er baat bij dat bedrijven in de omgeving het workcenter leren kennen. “Het center is namelijk altijd op zoek naar mooie bedrijven waar ze hun deelnemers kunnen plaatsen en naar bedrijven die mogelijk interesse hebben in de producten”, meent Jansen. De open dag is ook bedoeld om relaties te onderhouden tussen het workcenter en de gemeente. De gemeente speelt namelijk een belangrijke rol in het integratieproces. Zij stuurt die langdurig in de bijstand zitten naar het workcenter door. Dit zijn vaak mensen die ook grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt, maar wel de potentie hebben om uit te stromen naar een betaalde baan. Naast de gemeente werkt het workcenter ook samen met de reclassering. Het center zorgt er ook voor dat mensen die vast hebben gezeten weer terug komen in de maatschappij.
INTERVIEW “HET CENTER IS NAMELIJK ALTIJD OP ZOEK NAAR MOOIE BEDRIJVEN WAAR ZE HUN DEELNEMERS KUNNEN PLAATSEN EN NAAR BEDRIJVEN DIE MOGELIJK INTERESSE HEBBEN IN DE PRODUCTEN”, MEENT JANSEN.
Hier zijn deelnemers aan het werk te zien.
27
REPORTAGE
Sabine runt haar eigen bedrijf: Noord-Veluwe Agroservice. Met dit bedrijf verricht ze allerlei verschillende werkzaamheden voor boeren.
MAART 2019 | REDACTIE JN1E 28
REPORTAGE
“Geen gemekker”
MAART 2019 | REDACTIE JN1E 29
REPORTAGE
Terwijl ik op redactie zit krijg ik al een berichtje van Sabine. “Trek iets ouds aan, want je gaat stinken”. Ik laat lachend het berichtje aan een medestudent zien. Dit wordt nog wat. DOOR: ANNELIE SPIJKERBOER Hoe kwam je op het idee om dit bedrijf op te richten? “Toen m’n ouders gescheiden zijn hebben we een poosje bij de geitenboer gewoond waar ik nu werk. Toen heb ik mijn baantje bij de Albert Heijn opgezegd. M’n zus, m’n moeder en m’n zwager zijn allemaal zzp’er dus mijn zus zei “We gaan naar de Kamer van Koophandel! En dan ga je ook maar lekker voor jezelf werken.”
“IK ZAG DE KLEINE GEITJES EN WAS METEEN VERKOCHT” Hoe lang ben je bezig geweest met het opstarten van je eigen onderneming en wat waren de voorbereidingen die je vooral moest treffen? Terwijl ik deze vraag stel rommelt Sabine met wat melkflesjes en haalt ze een doekje over het stoffige aanrecht. “Ik werkte toen zwart bij die boer, toen MAART 2019 | REDACTIE JN1B 30
dacht ik ja, dat kan ik eigenlijk niet te lang doen, dus toen was de keuze snel gemaakt. Ik werkte voor de huur van ons huis. Alle uren die ik werkte gingen daarheen. “ Hoe ben je bij dit werk terecht gekomen? “Ik wist eigenlijk helemaal niet wat ik wilde en toen kwamen we bij die boer terecht. En hij vroeg of ik het een keer leuk vond om te helpen met melken. Ik zag de kleine geitjes en was meteen verkocht.”
“IK MOET HALF 5 M’N BED UIT. JA, VROEG HE?” Hoe ziet je gemiddelde (werk)dag eruit? “Wil je het echt weten? Ik moet half 5 m’n bed uit. Ja, vroeg he? 5 uur probeer ik te beginnen met melken. Het duurt ongeveer 2 uur, want op het moment zijn er 1300 melkgeiten dus om 7 uur heb ik de melk er doorheen en dan ga ik nog even schoonmaken. Ik rijd dan naar huis of ga nog even langs mijn paarden. Dan ga ik of even dutten of dus paardrijden. ’s Middags begint de melkbeurt om 4 uur. Dan ben ik meestal rond 6 uur klaar en dan gaan we nog even een halfuurtje schoonmaken. Als ik kalveren moet voeren dan moet ik om 5 uur eruit. Dit doe ik dan ook meestal 2 uur, want de boer heeft 1600 kalveren. “ Hoe bepaal jij je uurtarief/salaris? “Aan de hand van de verantwoordelijkheid die ik krijg en de werkdruk die ik ervaar..”
Hoe regel je je financiële zaken? “Mijn zus is mede-eigenaar van Van Deutekom BV in Elburg. Zij doet mijn boekhouding. Ik moet het zelf inboeken en mijn zus doet aangiftes en dat soort dingen. “ Hoe vind jij de juiste balans tussen werk en privé? Sabine zucht en lacht een beetje. Ik merk dat ze deze vraag wel had zien aankomen. “Die is er eigenlijk niet. Je moet er bijzonder vroeg uit en in de weekenden moet ik zaterdagochtend en zondagavond werken. Als ik dan zaterdag uit wil ben ik zondagochtend echt heel erg moe. Dan ben ik zaterdagavond te moe om nog weg te gaan. Of ik moet zaterdagavond en zondagochtend werken. Het uitgaansleven staat dus op een laag pitje.” Sluit je eigen onderneming aan bij de opleiding die je doet? “Jazeker, ik doe dier-en-veehouderij op de AERES Hogeschool in Dronten. “ Wat motiveert je om dit werk te blijven doen? “Voornamelijk geld. En met dieren werken vind ik gewoon heel leuk om te doen. Uiteindelijk moet je met mijn opleiding toch iets met dieren gaan doen. Het is dus enorm belangrijk om goed de praktijk te beheersen. En als ik bij de Albert Heijn was blijven werken had ik minder door kunnen groeien in wat ik doe.”
RUBRIEK Je bent jong en je wilt wat
Betaald voetbal in zicht Hard werken heeft Samuel zeker geleerd in zijn eerste jaren bij Go Ahead. Waar het volgens hem in zijn Voorwaartstijd nog wel eens aan zijn mentaliteit ontbrak, is daar nu absoluut geen sprake meer van. Kick Maatman en Harry Decheiver zijn de trainers die hem op zijn plek hebben gezet. De juiste mentaliteit moet je hebben als je bijna elke dag traint. “Anders kom je er niet”, vertelt Samuel.
TERUG IN DE TIJD
Zijn roots liggen dus aan De Laene, thuisbasis van tweedeklasser Voorwaarts. Tot en met de B1 heeft Samuel zijn jeugdopleiding daar doorlopen. Als klein, speels jongetje kwam hij op zijn vijfde bij Voorwaarts. Tijdens zijn jaren bij de Twellose club werd hij al meerdere keren gescout door een betaald voetbalorganisatie. Toch kwam het nooit zover dat hij Voorwaarts al vroegtijdig zou verlaten. Samuels mondhoeken gaan omhoog als hij terugdenkt aan deze periode. Hij heeft er veel geleerd en hij heeft er vrienden aan overgehouden, geeft hij aan.
Aanvoerder van de A1, wekelijks spelen bij de beloften en al mogen ruiken aan het grote GA Eagles.Voor Samuel Wakana (18) gaat het nu echt beginnen. De jonge Twellonaar, die is opgeleid bij SV Voorwaarts, staat te popelen om zijn opwachting in de hoofdmacht te maken. “Toen ik in de rust tegen MVV een balletje aan het trappen was voor 8.500 man, voelde ik de spanning wel.” DOOR: LARS TEUNISSEN We gaan zitten op de bank bij Samuel thuis in Twello. Het is vroeg op de dinsdagmorgen. Samuel heeft de avond ervoor de winnende treffer gemaakt in de wedstrijd Jong NAC Breda – Jong Go Ahead Eagles. In de beloftencompetitie staan ze na zijn goal bovenaan. Ondanks dat blijft hij nuchter. Samuel is een rustige jongen die niet snel naast zijn schoenen loopt. Hij doet gewoon zijn ding. Een jongen van achttien jaar die op het punt staat om door te breken in het profvoetbal en ondanks de nodige publiciteit ‘gewoon zijn ding blijft doen’, is al een prestatie op zich.
“HET IS HARD WERKEN OM JE DOEL TE BEREIKEN” Samuel volgt nu nog een sportopleiding op het ROC Aventus. Als het goed is heeft hij die aan het eind van dit schooljaar afgerond. Daarnaast loopt hij stage in een jongerencentrum in Deventer. Hoewel de focus altijd al op het voetbal ligt, kan hij na de zomer al zijn tijd in het voetballen stoppen. Van kleins af aan is hij niet van pleintjes en veldjes af te slaan. Die tijd is nu voorbij, aangezien Samuel 5 à 6 keer in de week traint en een wedstrijd speelt. “Het is hard werken om je doel te bereiken. Soms wordt dat onderschat.”
“TOEN HIJ VERTELDE DAT IK BIJ DE SELECTIE ZAT, KON IK HET NIET GELOVEN” KANTOOR
Op woensdag voor de wedstrijd tegen MVV roept John Stegeman, hoofdtrainer van GA Eagles, Samuel op om op zijn kantoor te komen. “Ik dacht dat ik iets had gedaan en was zenuwachtig toen ik op zijn kantoordeur klopte, maar toen hij vertelde dat ik bij de selectie zat kon ik het niet geloven.” Samuel kijkt tevreden en begint te glimlachen bij het terughalen van dit moment. Elke woensdag sluit hij bij de eerste selectie aan voor twee trainingen. Door de jongens uit het eerste wordt hij goed opgevangen en geholpen om zich verder te ontwikkelen. Te ver in de toekomst kijken doet Samuel niet. Zijn doel op korte termijn is om nog veel te leren en zodoende op lange termijn vaste kracht te worden bij Go Ahead Eagles. De Eredivisie is volgens Samuel een realistisch doel.
“ALS IK MAG DROMEN HOOP IK OOIT IN DE PREMIER LEAGUE TERECHT TE KOMEN. BIJ VOORKEUR CHELSEA.” NAAM: SAMUEL WAKANA LEEFTIJD: 18 JAAR GESLACHT: MAN DILEMMA: NOOIT MEER VOETBALLEN EN EEN PAAR MILJOEN OF BLIJVEN VOETBALLEN EN EEN MODAAL SALARIS? MAART 2019 | REDACTIE JN1B 31
Ultieme VR-ervaring in Madame Tussauds
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 32
REPORTAGE Videogamen in geuren en kleuren: Madame Tussauds heeft sinds kort een eigen VR-ervaring. Niet alleen fans van gamen kunnen echter troost vinden in de wereld van Virtual Reality. Madame Tussauds heeft ook gedacht aan de racefans onder ons met een speciale VR-ervaring die je laat schitteren van geluk, of misschien ook wel van misselijkheid.
Ik krijg door deze ervaring heel veel respect voor de Formule 1coureurs. Zij doen dit elke week zonder de computerhulp die ik had. En ik weet dus dat wat ik heb gedaan niet eens in de buurt van de daadwerkelijke ervaring komt. Maar stiekem ben ik toch best wel een beetje trots op mezelf.
DOOR: JOEP RIJSMAN Als je aankomt bij het VR-apparaat, valt meteen op dat er geprojecteerd wordt hoe je het er daadwerkelijk van afbrengt in het spel dat open staat op de VR-bril. Voordat ik aan de beurt ben, kan ik rustig meekijken met iemand die bij elke twee bochten van de baan afvliegt. Er verschijnt een pijnlijke frons op zijn gezicht elke keer dat hij weer de fout in gaat. Dit patroon herhaalt zich voor twee ronden. Dan besluit de man te stoppen en zet hij de VR-bril af. ‘Stop je nu al?’ vraagt zijn vrouw aan hem. De afgang voor hem is compleet. Dan is het mijn beurt. Ik heb enige ervaring in mijn eigen thuis-simulator, maar dit is wel andere koek dan wat ik gewend ben. Eerst hijs ik me in een levensechte, nagemaakte Ferrari F1-auto. Als ik eenmaal zit, valt meteen op dat er nauwelijks ruimte is om ook maar iets van mijn lichaam te bewegen. Verder dan het zien van het stuur kom ik niet. Een medewerker helpt met het verzetten, zodat ik nog net bij het gas-en rempedaal kan met mijn voeten. ‘Dit is op eigen risico’, waarschuwt de medewerker me, voordat ze de bril op mijn hoofd neerzet. Dan word ik ondergedompeld in de wereld van rFactor., racend op het circuit van Zandvoort. Eerst moet ik kijken naar een knop waar in koeienletters ‘race start’ op staat. Dan sta ik in de pitstraat en druk ik voorzichtig het gaspedaal in. Als ik eenmaal de pitstraat uit ben, klinkt oorverdovend het geluid van de motor. Met 200 kilometer per uur raas ik op de eerste bocht af. Keihard het rempedaal indrukken. Zodra de bocht voorbij is, ga ik vol gas. De eerste keer dat ik rem vlieg ik er bijna af. Gelukkig geeft de computer wat hulp, want als ik daarna vol gas door wil razen, corrigeert mijn stuur zich automatisch. Na drie bochten begin ik een beetje te snappen hoe het werkt. En als ik aan de tweede ronde begin, neemt mijn zelfvertrouwen toe. Eens kijken hoe snel dit ding nou echt kan! In de eerste bocht vlieg ik gelijk van de baan af. Het grind kraakt en de auto maakt een niet-natuurlijk geluid. Vol op de rem en heel voorzichtig speel ik met mijn gas, tot ik de baan weer op kan. Daarna stamp ik weer door, maar dit keer toch wat voorzichtiger dan voorheen. Iedereen kan natuurlijk meekijken hoe ik het doe. Later geef ik het gas-en rempedaal dat te ver van me af staat de schuld, maar stiekem weet ik ook wel dat ik gewoon niet op tijd remde. Midden in de derde ronde moet ik de bril afdoen en is het tijd voor de volgende kandidaat. Ik heb de volle tien minuten doorgemaakt. Mijn familie zegt dat ik het beter deed dan de vorige kandidaat. Na afloop neem ik nog even een foto met een levenechte nagemaakte pop van Sebastian Vettel. Op de foto met Ferrari-coureur Sebastian Vettel.
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 33
Van rock tot trance: de 50e editie van pinkpop
34 FOTO: LINDE LAMERS
Langzaam tikt de tijd terug op de grote timer op het doek. De mensen die aanwezig zijn, van jonge meisjes tot metal-mannen, beginnen steeds zachter te praten en kijkenmet grote ogen naar het doek. Nog vijf seconden. De lichten dimmen en zorgen voor een paarse gloed. Vier, drie, twee, één… Er knalt een oorverdovend hoge piep door de zaal door, die alle aanwezigen laat opschrikken. Nul. DOOR: LINDE LAMERS
mensen die achter de schermen werken bij Nederlandse en Europese festivals.
BEKENDMAKING VAN DE LINE-UP
Van het applaus bij de bekendmaking van The 1975 tot het gejuich bij Golden Earring, iedereen in de zaal lijkt tevreden te zijn met de bands in de line-up. Een jaar met veel nieuwe muziek, maar ook oudere bands. De nieuwere artiesten Au/Ra en Kraantje Pappie zijn aanwezig op zondag, en ook The Cure en Lenny Kravitz, vooral bekend geworden in de jaren ’80 en ’90, lopen die dag op het podium rond. Diversiteit in muziekgenres is er ook zeker op Pinkpop dit jaar. Een keihard rockoptreden van Halestorm op zaterdag, terwijl Armin van Buuren met een Trance-optreden de zondag afsluit.
Voor iedereen zit er iets moois tussen.
JETT REBEL BIJ DE PERSOPENING De zanger heeft de smaak al snel te pakken. Jelte stuitert het podium over met een gitaar in zijn hand en beweegt ritmisch mee op de muziek. Wild slaat hij de snaren aan, terwijl hij de meest moeilijke noten makkelijk wegzingt. Vol enthousiasme speelt Jett Rebel twee nummers, waarna hij weer langzaam backstage verdwijnt.
OFFICIËLE OPENING
Nadat Eric Corton, de presentator, het publiek enthousiast heeft verteld over de vijftigste editie van Pinkpop, wordt er een luide video over Pinkpop 2018 gestart. De overvolle zaal begint weer iets luidruchtiger te worden. Mensen lopen heen en weer met plastic bekertjes bier en fris, en beginnen zachtjes te praten. Al snel komt Eric weer het podium op om de winnaar van ‘Nu of Nooit’ naar voren te roepen. De band, ‘Mt. Atlas’, heeft een provinciale popwedstrijd in Limburg gewonnen en mag de perspresentatie openen met een kort maar krachtig optreden.
“IK HEB DENK IK HET VETSTE PINKPOP-HOEDJE OOIT ONTWORPEN” PINKPOPHOEDJES
Ook het festivalhoedje van 2019 wordt gepresenteerd. ‘’Ik heb denk ik het vetste Pinkpop-hoedje ooit ontworpen’’, vertelt Bas Kosters zonder schaamte. Het nieuwe hoedje wordt het podium op gebracht. Het hoofddeksel valt meteen op door de suikerspin-roze kleur en de vredessymbolen. ‘’Mag ik je iets laten zien? We hebben namelijk een primeur. Dit is de bovenkant…’’, zegt Bas, terwijl hij het petje binnenstebuiten vouwt. Geluiden van verbazing klinken door de zaal. De hoed is nu zwart, en zit vol met patches. ‘’Je kunt kiezen voor een roze, of een zwarte kant!’’.
JAN SMEETS AWARD
Ook dit jaar wordt de Jan Smeets Award uitgereikt aan een muzikant, instelling of band die daar volgens dé baas van Pinkpop. Jan Smeets. recht op heeft. Dit jaar gaat de prijs van 20.000 euro naar FestiCup. Het geld gaat gestoken worden in het organiseren van een voetbaltoernooi voor 35
REPORTAGE
Swingende soulmuziek kan publiek Pasar Malam niet ontdooien
36
REPORTAGE
“We zijn nog even aan het warmlopen” zegt Hans Paliama-Leatemia, de zanger van de band SoulFuzion. SoulFuzion is de eerste band die speelt op Pasar Malam Istimewa XL in de IJsselhallen in Zwolle. Op het podium van de Indische markt staan groene en paarse theaterlampen gericht. De band speelt een pakkend deuntje, maar toch zijn de meeste stoelen leeg.
Hans en de zangeressen, Valerie Linger en Stephanie Jill, hebben er duidelijk plezier in en dansen mee op het ritme van de muziek. Het publiek beweegt statisch mee, een enkeling eet een loempia van een dichtbijgelegen eettentje. Op de eerste rij zit een man met een grijze baard, hij draagt een platte pet en beweegt met zijn voet mee op het ritme van de muziek. Hans Paliama-Leatemia vraagt of het publiek wil knippen met hun vingers. Het werkt, de man met de grijze baard knipt mee. “Deze man doet het heel goed op de maat”, zegt de zanger terwijl hij een blik werpt op de oude grijze man. Al snel
DOOR: IRIS HARTEVELT Buiten kan je de soulmuziek al horen, Pasar Malam Istimewa XL is begonnen. Bij binnenkomst komt de geur van wierook je direct tegemoet. De IJsselhallen in Zwolle zijn gevuld met kraampjes, achteraan is een groot podium. Het is rustig op de openingsdag. De meeste bezoekers zijn 65+. Wanneer je je door de ruimte begeeft proberen verschillende kraamhouders hun eten aan te smeren. Alle kraampjes zijn kleurrijk aangekleed en een geur van Indische gerechten vult de ruimte. Er is van alles te koop: van wierook tot nasi goreng. Wanneer zangeres Stephanie Jill aan het publiek vraagt: “Zijn jullie een beetje opgewarmd?” blijft het publiek muisstil. Er zitten zo’n 30 mensen. “Als je de woorden kent zing je mee”. Weer geen reactie. Dit lijkt de band niets te doen, Hans Paliama-Leatemia danst nu uitbundig en playbackt mee met het duet van de in panterprint geklede dames. Het podium is aangekleed met boeddha’s en enkele planten. Hoge, scherpe tonen vullen de ruimte wanneer Ferry Akerina zijn gitaarsolo speelt. Het nummer komt tot een einde en vanuit het publiek komt een slap applaus. De zanger van de band SoulFuzion kondigt het volgende nummer aan: “Nu komt een nummer van mijn tijd, James Brown, I feel good.” Kort daarna klinkt het vrolijke nummer van the Godfather of Soul door de boxen van de IJsselhallen.
“DEZE MAN DOET HET HEEL GOED OP DE MAAT” stopt de man met de platte pet met knippen en gaat hij weer verder met het tikken van zijn voet. De rest van het publiek knipt ook niet meer. Een ijverige opa in het publiek filmt het optreden met mobiele telefoon, ook zijn er verschillende fotografen aanwezig. Een vrouw met een extravagante paarse glitterjurk betreedt het podium. “Ik weet dat jullie nog twee nummers op jullie setlist hebben staan, maar ik moet jullie nu echt stoppen.” De band ziet er enigszins teleurgesteld uit. Vanuit het publiek komt weinig reactie. Mensen eten langzaam Indische gerechten weg. “Op het kleine Senang podium begint zo Robin Yerah, dus verplaats je vooral daar naartoe.” Enkele mensen staan op van de grijze klapstoelen en lopen naar kraampjes toe. De vrouw in de glitterjurk gaat verder: “Het podium is misschien klein maar dit zegt niets over de artiesten die er staan.” De mensen van SoulFuzion verlaten het podium. Het optreden is tot zijn einde gekomen. MAART 2019 | REDACTIE JN1B 37
REPORTAGE
Gespannen debat bij Universiteit Twente Een stuk of 150 studenten zit vol rumoer te wachten op de start van het debat. Het is iets na zevenen als de debatkandidaten de zaal binnen komen druppelen. Even later is de opening van de avond. Tim Hofman legt op zijn alom bekende sarcastische en nonchalante toon in een halfuur de hoogtepunten van zijn carrière voor hen uit én hij motiveert ze natuurlijk om te stemmen. Er wordt gelachen, de sfeer is ontspannen. Ondertussen wordt er door iedereen een semi-stiekeme foto gemaakt, het is immers wel dé Tim die hier opeens voor ze staat. DOOR: MAUD TER BRAAK Na het praatje van Hofman komen de Commissaris van de Koning en de Watergraaf aan bod. Het is duidelijk dat ze geïntimideerd zijn door het succes van Tim zonet, en proberen in dezelfde laconieke sfeer een praatje over de waterschappen te houden. Met weinig succes, als je de inkakkende studenten moet geloven. Een korte koffiepauze blijkt nodig. Ondertussen worden de kandidaten naar voren gehaald. Het CDA heeft gekozen voor een panterjasje, de Christenunie voor gekleurde sokken. De D66-kandidate loopt met een trui met het opschrift ‘klimaatdrammer’, naar voorbeeld van Rob Jetten tijdens de onderhandelingen voor het klimaatakkoord. De debatleider oogt zenuwachtig. Misschien is het zijn eerste keer. De eerste vraag: ‘Waarom ben je in Overijssel gebleven?’. De VVD-debater begint over het vestigingsklimaat, de technologische ontwikkelingen en de natuurlijke ruimte van Overijssel.
Dit blijkt een populair punt, alle partijen noemen de natuur als één van de factoren om te blijven. Opvallend is dat zes van de acht kandidaten niet uit Overijssel komen, maar er naartoe zijn verhuisd vanuit de Randstad. Het lijkt alsof de ruimte het enige is wat mensen trekt. De partijen willen dat het regionale OV en de beperkte woningen worden verbeterd. Nachttreinen, een heffing voor beleggers, allerlei oplossingen passeren de revue. Tot nog toe zijn er geen vragen vanuit de zaal, een weinig kritisch publiek. Het officiële debat gaat van start. De eerste stelling wordt gedebatteerd door de Christenunie, GroenLinks, VVD en PvdA. Stelling luidt: ‘De provincie doet te weinig voor studenten’. Christenunie opent, ze zijn het hier fel mee eens. Als eerder genoemd moet de infrastructuur beter. Problemen op de woningmarkt moeten niet worden opgelost door te blijven bouwen, maar door een maatregel voor beleggers in te voeren. VVD schudt wild nee bij het horen van dit punt. Volgens hen wordt er al genoeg gedaan, beleggers belasten is niet de oplossing. De kandidaat van GroenLinks pakt het heel anders aan. Hij begint over het uitgaan en gooit provinciale verandering vooral op het landelijke bestuur. Een bewering die tot veel aparte blikken leidt in de zaal én bij de medekandidaten. De PvdA benadrukt de verbetering van kansen op de woningmarkt, hun grootste speerpunt deze verkiezingen. Het debat duurt langer dan verwacht, snel wordt er doorgegaan naar de tweede stelling. ‘De provincie heeft te weinig gedaan om de gestelde klimaatdoelen te halen’. Iedereen mag kort reageren. Er komen weinig nieuwe punten uit, het partijprogramma wordt simpelweg opgedreund. Er volgt een sneer van de Partij voor de Dieren naar D66. Na de bewering dat D66 de groenste partij is in Overijssel, wordt er door de dierenliefhebbende partij piekfijn de cijfers uitgelegd. Sinds D66 in het coalitie-bestuur zit is het gebruik van duurzame energie 0,1% gezakt, in plaats van meerdere procenten gestegen zoals beweerd. Er volgt applaus en gelach vanuit de zaal. D66 reageert gepikeerd, en zegt dat het makkelijk schreeuwen is vanaf de zijlijn. Er volgt een korte stilte, die licht ongemakkelijk aanvoelt. De gespreksleider gaat snel door. Zijn er vragen uit de zaal? Een bebaarde jongen springt op en lijkt enthousiast te zijn over zijn vraag. Wat vinden de partijen van kernenergie als duurzame vorm? Alle partijen zijn tegen, uit geld- of veiligheidsoverwegingen. De VVD durft niks uit te sluiten en zegt niet bang te zijn voor innovaties in de toekomst. Deze opmerking stuit op weerstand bij andere partijen, het wordt opgevat als een verkapte beschuldiging. Omwille van de tijd en het redden van de sfeer, wordt er snel doorgegaan naar de afsluitende ronde. Want waarom zouden deze studenten op welke partij moeten stemmen? Er komen weinig nieuwe standpunten naar voren. De VVD vindt dat ontwikkelingsruimte het belangrijkste is, de PvdA vindt zekerheid van een baan, woning en toekomst belangrijk. De Christenunie en CDA zijn christelijk-sociaal, voor rentmeesterschap en duurzaamheid. De PvdD en GroenLinks willen duurzaamheid en vinden dat het overstijgende belang voorgaat op het individuele belang. SP en D66 willen concrete ideeën, inspraak van de burgers en rechtvaardigheid. De studenten kakken in en kijken uit naar het beloofde bier. Er wordt afgesloten en nagepraat. Een geslaagde avond, hoewel soms ongemakkelijk en vol irritaties.
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 38
RUBRIEK Je bent jong en je wilt wat
Van plan(t) naar aanpak
DOOR: HIDDE TON Wat is de naam van je bedrijf? “Mijn bedrijf heet Student Tuinieren. Best voor de hand liggend, maar hierdoor weten mensen wel gelijk dat het om een studentenbedrijf gaat.” Hoe ben je erop gekomen om een eigen bedrijf te starten? “Ik werkte eerst bij een carwash, maar dat was uiteindelijk niet helemaal mijn ding. Ik vond het in het begin leuk om te doen, alleen miste ik de variatie die het werk gaf. Toen ben ik na gaan denken over wat mij nou echt leuk leek. Het leek mij altijd al leuk om iets voor mijzelf te gaan beginnen, dus dit was het moment waarop ik dat moest gaan doen.” Hoe ben je hier terecht gekomen? “Ik ben flyers gaan maken waarin ik mijzelf voorstelde als een student die graag iets wilde bijverdienen als tuinman. Daar heb ik er veel van uitgeprint om vervolgens met mijn scooter door Apeldoorn te rijden. Ik heb zoveel mogelijk flyers bij mensen in de buurt door de brievenbus gedaan, in de hoop dat ik gebeld zou gaan worden.”
“TOEN BEN IK GAAN NADENKEN WAT MIJ NOU ECHT LEUK LEEK. HET LEEK MIJ ALTIJD AL LEUK OM IETS VOOR MIJZELF TE GAAN BEGINNEN, DUS DIT WAS HET MOMENT WAAROP IK DAT MOEST GAAN DOEN.”
Ging dat tuinieren meteen zoals je wilde? “Nou, het duurde niet heel lang voordat ik werd gebeld, volgens mij maar een paar dagen. Het was een meneer die wel wat hulp in de tuin kon gebruiken. Toen heb ik gezegd dat het tuinieren ook enigszins nieuw voor mij was, maar dat ik het basiswerk wel kon doen. Grasmaaien bijvoorbeeld. Ik ben bij deze meneer langsgegaan, zodat hij een beetje een beeld kreeg van wie ik was. De dag daarna stond ik bij hem in de tuin.” Hoe is het balletje toen uiteindelijk gaan rollen? “Uiteindelijk heb ik meerdere belletjes gekregen, waarna ik bij meerdere adressen aan de gang kon. Zodoende had ik vast werk in het weekend en plande ik tussen mijn schooluren af en toe ook wat werk in. Als je dan op een gegeven moment goed werk aflevert en mensen zijn tevreden, dan komt er ook mond-tot-mondreclame. Hierdoor heb ik momenteel genoeg werk en heb ik zelfs iemand in dienst genomen. Ik stuur hem af en toe zelf op pad, maar geregeld gaan we ook samen naar een adres. Er is namelijk zoveel aanvraag dat het niet meer te doen is in mijn eentje.” Hoe ziet je gemiddelde dag eruit? “Een gemiddelde werkdag ziet er meestal best druk uit. Ik probeer zoveel mogelijk in te plannen, zodat ik bij zoveel mogelijk mensen in de tuin kan werken. Vaak weet ik van tevoren wel wat voor werk er bij welk adres verricht moet worden, dus daar houd ik dan altijd rekening mee. Dan vertrek ik vaak heel vroeg om zoveel mogelijk werk af te leveren. Doordeweeks kom ik er niet heel vaak aan toe, maar probeer ik af en toe tussen mijn schooluren wat kleine klusjes te doen zoals grasmaaien.”
Zijn er negatieve kanten aan dit werk? “Aan het werk zelf zitten geen negatieve kanten, vind ik. Het is heel variërend en elke tuin is anders. Je bent in contact met mensen en werkt lekker buiten. Het enige negatieve wat ik kan verzinnen is dat het werk wel seizoensgebonden is. Waar ik in de zomer lekker veel kan werken, ligt het werk in de winter gewoon stil.”
“DE VOLGENDE DAG STOND IK BIJ HEM IN DE TUIN.” Is dit je droombaan? “Wat ik wel altijd gewild heb, is dat ik iets voor mijzelf ging beginnen. Dit was niet per se in de tuinierenbranche, maar het is uiteindelijk wel zo gelopen. Ik ben nog steeds heel blij dat het zo is uitgepakt en ik heb er nog erg veel plezier in!”
Naam: Thom Nijman Leeftijd: 22 jaar Geslacht: Man Dilemma: Nooit meer met tuinhandschoenen werken of voortaan al je werk met één arm doen? Thom: dan ga ik zeker weten voor het zonder handschoenen werken. Ik vind het niet erg om mijn handen vies te maken en als ik mijn werk met één arm zou moeten uitvoeren wordt het een lastig verhaal.
MAART 2019 | REDACTIE JN1B 39
Wij zijn de
van 1B
Lieke Jansen Hoofdredacteur
Elise Pool Hoodredacteur
Isabel Ribbink Hoofdredacteur
Jard AnkonĂŠ Social media
Kim Hartgring Social media
Annelie Spijkerboer Social media
Linde Lamers Social media
Wiske Boom Opmaak
Iris Hartevelt Opmaak
Sophie Maring Opmaak
Alessa Vlieger Opmaak
Joep Rijsman Opmaak
Patrick Wuite Opmaak
Yoni Moldovan Eindredactie
Hidde Ton Eindredactie
Gwen Rochat Eindredactie
Lars Teunissen Eindredactie
Marije van der Linde Eindredactie
Maud ter Braak Eindredactie
Femke Leus Eindredactie
MET DANK AAN: RIK BRONKHORST EN ANNE VAN DER SCHOOT