Newsnow

Page 1

LE(E)F Annechien en haar huiselijke hondenopvang: ‘‘Het zijn waardevolle gezinsleden’’

Jong getrouwd is oud gedaan: Twee bijzondere verhalen van twee totaal verschillende echtparen

Dutch Basketball League: Het eeuwige lelijke eendje

NEWS

NOW

Zwolse zaligheden: Top 10 beste adresjes MAGAZINE voor een dagje Zwolle Mei 2016 | Groep F | NWSNOW magazine


Nienke van der Wal (18): “Leven is het meervoud van lef. Lef heb je nodig om te leven. Maar lef heb je ook nodig om te falen. “Falen is slechts het leven dat ons in een andere richting probeert te sturen,” heeft een wijs man ooit gezegd. En ik vind dat hij gelijk heeft.” -

Anouk Timmer (18): Als je je ogen goed genoeg opent, zie je genoeg redenen om te leven. Je familie, je vrienden, maar ook de gruwelijke dingen in de wereld. Je beseft dan even weer hoe kort het leven echt is. Elke dag telt. Heb het lef om alles uit je leven te halen.

Robin Telman (19): Lef en leef zijn twee woorden die ik aan mijn opleiding verbind. Met een beetje lef maak je de mooiste dingen mee en maak je de mooiste artikelen. Je leeft pas echt als je lef hebt. Lef leert je leven.

Annerieke Treep (19): Ga voor het leven, toon een beetje lef en doe wat je altijd al hebt willen doen, maar misschien niet durfde! Het leven is iets mooi en het kan zo nog zoveel mooier zijn als we een beetje lef tonen en gaan doen waar we altijd al van droomden. doe waar jij gelukkig van wordt en je zult zien dat je leven een stuk leuker wordt. Daarom een lijfspreuk in drie woorden, zoals Coldplay dat zo mooi omschrijft: Viva la vida!

Michelle (17): Le(e)f betekent voor mij alles doen wat je graag wil doen, je dromen waarmaken, vol gaan voor je passie. Leef je eigen leven en laat je niet tegenhouden door angst of door de mening van anderen. Ontdek de wereld en koester de dingen die jou gelukkig maken.

2 | LE(E)F

Nienke Voshart (21): ‘Leven is het meervoud van lef’. Een kleffe, cliché quote waar de titel van dit tijdschrift je wellicht aan doet denken. En tóch geloof ik dat het waar is. Lees bijvoorbeeld het verhaal van Franne, die net een dag in Nepal was en één van de zwaarste aardbevingen meemaakte. Een ervaring vol lef, op de grens van leven en dood. Studenten die getrouwd het studentenleven in gaan of vrouwenbesnijdenis, jouw verhaal of hun verhaal: overal zit een stukje lef in en overal maken wij samen dit leven compleet. Jelmer Wijnstra (23): Leef is passie voor mij. Passie is voor mij sport. Sport is voor mij journalistiek. En de journalistiek is voor mij waar dit alles terugkomt. Leef is ook avonturen beleven door te reizen. Leef is genieten met vrienden en familie. Leef is met name gezond blijven want anders is dit alles niet mogelijk.

TEAM


n Luuk Wesselo (19): Lef geeft ons inzicht in het onbekende. Toon lef en je betreedt een pad waar je nog nooit bent geweest. Het levert unieke verhalen op: aan ons de taak om die op te schrijven.

Han Vuuregge (20): Het woord leef houdt voor mij in dat je elke dag doet wat je leuk vindt. Je moet zelf van elke dag een feestje maken.

Raya Yaqoub (26): “Live your life like it’s your last day” zei Oprah Winfrey tijdens haar talkshow jaren geleden. Dat heeft mij zo geraakt dat het mijn leven heeft veranderd. De keuzes die ik uiteindelijk in het leven heb gemaakt, hebben heel veel lef nodig gehad. Leven zonder lef is net als eten zonder smaak. Esther Smeenge (18): Naar mijn beleving kun je zonder lef niet leven. Als je écht wilt leven moet je initiatief durven te tonen, ambitie hebben, nieuwsgierig zijn, en uitkomen voor de dingen waar je het allermeest van houdt. Als je dat allemaal niet doet, leef je dan eigenlijk wel écht?

LE(E)F

Melissa Wijnja (19): leven en lef is voor mij net als parashute springen. Als je op 1000 meter hoogte door de lucht vliegt, en je sprint niet, dan kom je nooit beneden.

Sanne ter Heide (29): Lef in je leven betekent voor mij ‘No guts, no glory’ Durf te kiezen! Joyce van der Touw (23): Le(e)f betekent voor mij durven jezelf te zijn. Durf te leven en heb het lef om te leven! Live, laugh, love everyday!

LE(E)F | 3


INHOUD 38

24

14

19

18

16

6

26

18

5. EDITOR’S LETTER 6. EEN KOPJE THEE OF KOPJES VAN DE KAT 8. ‘’SPANNENDSTE UREN VAN MIJN LEVEN’’ 9. CONCERTMOEDER IN DE DOP 10. GEEN ORANJE ZOMER, MAAR EEN ROZE LENTE 11. LEVEN HEEFT ALTIJD VOORANG 12. ‘’INEENS LEEF JE WEER VOOR ONS SA MEN’’ 14. JONGEREN ONTDEKKEN DE WERELD: ‘’REIZEN IS VERSLAVEND’’ 16. ‘’IK HEB NOOIT SPIJT GEHAD, IK BEN HIER HEEL GELUKKIG’’ 18. ‘’HET VOELT ALSOF MIJN PERSOONLIJK HEID UITBUNDIG NAAR VOREN KOMT IN MIJN KLEDINGSTIJL’’ 19. JONG GETROUWD IS OUD GEDAAN 22. ‘’JE KUNT JE LEVEN ALTIJD NAAR JE

EIGEN HAND ZETTEN’’

2 | LE(E)F

24. ZWOLSE ZALIGHEDEN 26. ‘’OOK AL DOE JE HET VOLGENS DE REGELS, JE MAAKT WEL IEMAND DOOD’’ 28. PINKSTEREO: 2 DAYS OF PINKSTERMADNESS 30. ‘’HIJ HEEFT ONS GEZIN KAPOT GEMAAKT’’ 31. WAT DOE JIJ MET JE VAKANTIEGELD? 32. DUTCH BASKETBALL LEAGUE: HET EEUWIGE LELIJKE EENDJE? 34. OOST, WEST, THUIS BEST 36. EEN VECHTERSHART DAT NIEUWE AMBITIES POMPT 38. ‘’EEN MENS IS ALTIJD ZOVEEL MOOIER AAN DE BUITENKANT ALS DE BINNENKANT OOK MOOI IS’’ 40. ‘’MUZIEK IS EMOTIE EN EMOTIE IS VOOR IEDER EEN’’ 42. ‘’MENSEN BLEVEN GILLEN, ANDEREN SCHREEUWDEN: RUSTIG BLIJVEN ZITTEN!’’ 44. EEN TWEEDE THUIS VOOR JE HOND 46. ALLEEN WACHTEN DUURT LANGER


Editor’s Letter L E (E) F, het nieuwe tijdschrift van NWSNOW. Alle artikelen zijn een voorbeeld van leven, van lef en van ontwikkelen. Van jong tot oud heeft iedereen een verhaal en elk verhaal is uniek. Al deze mensen zijn op een eigen manier gekleurd, net zoals ons tijdschrift. Met ons tijdschrift willen we deze kleuren zo mooi mogelijk laten stralen. Alle vormen van leven zijn prachtig omdat ze allemaal anders zijn. Iedereen heeft een eigen geschiedenis, ook al delen we samen één. Zo voegt iedereen zijn eigen kleur toe aan het kleurenpalet van het leven. Bij leven hoort lef. Lef is het gevoel van je hart die bijna uit je borstkas schiet van spanning. Lef is het gevoel van de grond onder je voeten als je buiten je grenzen stapt. Lef is durven. Lef is leven. Met dit tijdschrift brengen we lef en leven samen. Al onze schrijvers beleven lef anders. Al onze schrijvers beleven leven anders. Allemaal beschrijven ze leven en lef op een andere manier en dat is wat dit tijdschrift zo verscheiden maakt. Wij wensen u heel veel lees plezier, leven en lef.

XO Anouk Timmer

Nienke van der Wal

LE(E)F | 3


Een kopje thee of kopjes van de kat

Je hebt van die mensen bij wie de obsessie voor katten te ver gaat. Het bejaarde kattenvrouwtje met zeventien katten in een donker klein huisje, het kleine meisje dat haar jonge kitten overal mee naar toe sleept of de jongvolwassen vrouw die haar kat op de passagiersstoel laat zitten en haar echtgenoot op de achterbank. Maar het kan nog leuker. Adopteer zo’n acht katten uit het asiel, stop ze in een gezellig café aan de Oude Ebbingestraat in de studentenstad Groningen, voeg daar nog een goede menukaart aan toe en je hebt een nieuwe toeristen trekpleister. En dan bedoel ik niet voor de typische Duitse bierbuik, of de Chinees die alles moet hebben gezien. Gewoon voor de toerist in eigen stad. Zodra je de deur opendoet, word je als het ware omhelst door de warmte van mensen, thee en pluizige viervoetige druktemakers. Al is druktemakers misschien niet de beste omschrijving. De verschillen tussen de pluizige beestjes zijn namelijk groot: van het hoogtepunt van lui tot hyperactief. Van klein tot groot, van zwart tot rood, van dun en smal tot dik en op dieet. Een complete verzameling van schattigheid.

Het café is als een warme Scandinavische woonkamer. Er klinkt rustige muziek en de warme dampen van de thee en koffie vullen de ruimte. De opengekrabde stoelen en behaarde banken zitten vol met kletsende dames en kinderen. De moeilijkste taak is nu om zelf een plek uit te zoeken. Ga je achterin aan een tafeltje zitten om te studeren? Of vooraan op de veel te comfortabele bank om de veel te lieve katten te observeren in de hoop dat ze nog eens bij jou op schoot springen? Veel geknuffel zul je niet uit ze krijgen. De katten krijgen dagelijks genoeg aandacht en zijn een beetje klaar met al die verschillende plakhandjes door hun vacht. Laat ze maar zelf bepalen waar ze zin en hebben en anders komen ze wel naar jou toe voor de aandacht. Zij zijn de baas. Typisch katten dus.

6 | LE(E)F

Onder het genot van een (vers) drankje en een gebakje of een broodje kan het observeren beginnen. Heerlijk je verstand op nul zetten en genieten van de pluizige stoeipoezen die geen minuut hier vervelend maken. Springend over de catwalks die aan de muur gespijkerd zijn, vliegen ze van hun comfortabele hoekje ver boven de grond naar de drukte beneden tussen de geïnteresseerde mensen. “Waar zal ik nu eens heen gaan?” zie je sommige katten denken, duidelijk verbijsterd door de drukte. “Heb ik wel zin

in al die mensen? Zal ik dan maar saai in een hoekje gaan slapen?” Zo miauwt de kat nog even verder. Het kattenpaleis is natuurlijk een paradijs voor de kinderen. Met op de achtergrond kleurplaten en tekeningen


van katten aan de muur, halen zij direct alle rinkelende speeltjes tevoorschijn en zorgen er zo voor dat alle katten (ook die op dieet zijn) genoeg beweging krijgen. “Misschien een beetje te veel beweging…” zie je sommige katten denken. De tafeltjes zijn versierd met koperen geometrische kubussen, plantjes en fotolijstjes met quotes. “All quests must be approved by the cat”, staat er met witte letters op een zwarte achtergrond. Er zit wel een kern van waarheid in. Door de grote hoeveelheid aan katten wordt het café bijna helemaal gerund door de harige beestjes. Of ze alle gasten goedkeuren, dat laten ze niet zo gauw merken. Maar te zien aan de swingende staartjes zullen ze er niet veel problemen mee hebben. “Gaan jullie er vandoor?” zegt Hielkje Wester, de eigenaar van het café, vrolijk tegen haar gasten. Het is alsof ze vertrekken bij een verjaardagsfeestje. Eigenlijk is dat representatief voor de sfeer in het kattenparadijs. Door de woonkamerinrichting voelt het als op visite gaan bij het gekke kattenvrouwtje dat veel te veel om haar gasten geeft. Maar dan wel het leuke kattenvrouwtje. Zo’n kattenvrouwtje waar je vaak langs wil gaan. Waar je kopjes thee krijgt van het huis en kopjes van de kat. Nienke van der Wal

LE(E)F | 7


‘De spannendste uren van mijn leven’

Josien Scholing verwacht dat de examenuitslag de spannendste uren van haar leven gaan worden. Na zes jaar vwo hoopt ze het felbegeerde papiertje te bemachtigen. “Ik heb het na die zes jaar ook wel gezien. Ik ben toe aan een nieuwe uitdaging.”

W

aar ze op voorhand heel zeker van haar zaak was begint de spanning nu toch vat op haar te krijgen. “Dat de cijfers gemiddeld allemaal een 5,5 moeten zijn dan kan mij nog wel eens gaan opbreken. Ik heb bepaald geen goed gevoel over een aantal examens.” Ze heeft het dan met name over M&O en Economie. “Het zijn ook de vakken waar ik nooit goed in ben geweest. Ik denk dat het wel eens vieren kunnen zijn en mijn gevoel zit er nooit ver naast.”

Haar ouders helpen haar niet bij de examens. “Dat komt vooral omdat ik heel koppig en eigenwijs ben.” Toch zegt haar moeder vaak dat ze nog even moet gaan leren. “Dan denk ik echt: Mam, hou je kop’. Ik kan dat zelf allemaal wel inschatten. Ik vind het dan ook fijn dat ik zo af en toe bij mijn vriend in Groningen kan studeren. Al zegt mijn moeder dan ook dat ik niks doe terwijl wij ook samen bij mij thuis studeren. Ze wil alleen het slechte zien.”

“DAN DENK IK ECHT: MAM, HOU JE KOP’’

Waar Josien vroeger altijd alles tot in de puntjes had voorbereid merkt ze dat er in het laatste jaar toch wat laksheid in is geslopen. ,,Mijn huiswerk had ik bijna nooit op orde dit jaar. Ik heb gemerkt dat ik daardoor mindere cijfers haalde.” Ze geeft aan dat dit ook komt doordat ze meedeed aan het Model European Parliament (MEP). “Je bootst als ware het Europees Parlement na. Ik heb hier verschillende rondes gewonnen. Dit jaar heb ik het georganiseerd en daar zit heel veel tijd in. Ik merkte dat ik daardoor geen tijd meer had voor school. Dit heeft mij in die weken wel opgebroken. Ineens haalde ik onvoldoendes.” Toch vindt Josien het wel haar hoogtepunt van zes jaar middelbare school. “Toen ik de finale had gehaald zat ik een week lang in een gastgezin in Zwolle. Het was super leerzaam en de finale zelf was op vrijdag in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. Daar zie je normaal alleen Geert Wilders gekke dingen zeggen op tv. Het was een soort droom.”

8 | LE(E)F

“DAAR ZIE JE NORMAAL ALLEEN GEERT WILDERS GEKKE DINGEN ZEGGEN OP TV” De 18-jarige wil hier later ook wat mee gaan doen. “Ik wil graag een verschil maken voor de wereld. In het huidige politieke systeem is dat volgens mij niet mogelijk. Ik denk dat het misschien daarom beter is om activist of journalist te worden. Je kunt dan veel beter jou geluid laten horen.” Ook in haar opleiding voor volgend jaar heeft ze daar over nagedacht. Ze gaat namelijk University College volgen in Groningen. “Je stelt als ware je eigen vakkenpakket samen. Mijn basis is de opleiding sociale wetenschappen met de vakken psychologie en sociologie. Daarnaast kan ik een aantal vakken kiezen die ik er naast wil doen. Ik kies voor Europees recht, geschiedenis en politicologie. Deze keuze maak ik ook met in mijn hoofd de toekomst. Ik wil later weten wat ik bijvoorbeeld wel en niet kan zeggen in een debat. Hoe ver ik kan gaan.” Het is nu eerst tijd om haar examens af te maken. ,,Ik heb alleen nog Frans dan ben ik klaar. Of ik daarna een feestje ga vieren? Ja, ik denk het wel. Alle stress

van de laatste weken er even uit gooien.” Een echte examenreis met vriendinnen op een feestlocatie gaat Josien niet maken. ,,Ik ga zondag met mijn vader een aantal dagen naar Praag. Ik doe elk jaar met hem een stedentripje. Dit wordt het laatste jaar.”

“ALS HET VIJF UUR IS EN IK BEN NIET GEBELD BEN IK HEEL BLIJ.”

Examenstress heeft Josien niet echt gekend al heeft ze genoeg verhalen gehoord. ,,Mijn moeder had er vroeger heel erg last van. Ze heeft er nu soms nog wel eens dromen van. Ik heb het nu niet echt, maar als ik het niet haal ga ik het ook krijgen denk ik.” Voorlopig weet ze nog niks en blijft ze in spanning. ,,De dag van de uitslag wordt echt de spannendste van mijn leven. Als het vijf uur is en ik ben niet gebeld ben ik heel blij.” Maar wat nou als ze het niet haalt? “Dan ga ik volgend jaar niet weer naar de middelbare. Dan kies ik voor de vavo, maar op het Gomarus College zal je mij niet meer zien.”

Jelmer Wijnstra


Concertmoeder in de dop Fan zijn. We hebben het allemaal wel eens gehad. Van je cd van K3 die je van Sinterklaas kreeg tot je allereerste concert. Dit gebeurde ook bij Iris van den Beek, maar dan net even anders. Zij groeide op met social media. Samen met duizenden anderen besloot zij op Twitter een ‘fan account’ te maken voor haar idolen. Dit veranderde haar hele leven. Ben je altijd al fan geweest van artiesten? ‘’Ik ben altijd al wel fan geweest van mensen. Ik kan me niet herinneren dat ik nooit een idool heb gehad. Misschien kwam dit ook wel omdat ik zelf altijd met muziek bezig ben geweest. Ik kom uit een muzikale familie en ik heb vooral heel veel geleerd van mijn vader. Omdat ik altijd met muziek bezig ben geweest, keek ik altijd op tegen mensen die hetzelfde deden als ik, maar dan groter.’’

Wanneer ben je begonnen met je fan account op Twitter? ‘’Ik wist nooit zoveel over het hebben van een fan account op Twitter. Toen ik erachter kwam, leek het me heel leuk en spannend. Ik was 13 toen ik mijn fan account aanmaakte. Je belandt ineens in een hele andere wereld van Twitter. Je kan tweeten over je idolen hoeveel je maar wilt en niemand veroordeeld je ervoor. Iedereen is hetzelfde.’’

Van welke artiesten ben je fan en waarom? ‘’Ik ben fan van heel veel verschillen artiesten. Ed Sheeran, 5 Seconds Of Summer, Selena Gomez, Ariana Grande, Alessia Cara, Shawn Mendes, Sia, Fifth Harmony en nog zoveel meer. Maar mijn grootste idolen zijn toch echt Justin Bieber en Bea Miller. Ik kan me heel erg identificeren met Bea haar muziek en dat doet heel veel met me. Ik ben met

Justin meegegroeid vanaf het begin. Ik ben fan van hem gebleven door alle moeilijke momenten en dat is heel speciaal voor mij. Ik heb meestal periodes dat ik een artiest heel leuk vind en dan weer wat minder. Met Justin en Bea is dat anders en dat zegt heel veel.’’

Wat hebben jouw idolen jou geleerd? ‘’Ik denk dat ik niet eens bewust meemaak. Ik weet wel dat ze me in zekere zin beïnvloeden, maar dat heb je zelf nooit door. De belangrijkste les die ik denk ik heb geleerd is dat ik altijd mijn dromen moet najagen en dat ik veel kan bereiken als ik mijn hoofd ertoe zet.’’

Wat is het leukste concert waar je heen bent geweest en waarom? ‘’Dat is 5 Seconds Of Summer denk ik. Niet omdat ik hun grootste fan ben, maar omdat ik me qua muziekstijl helemaal thuis voelde bij hun concert. Als ik echt naar de artiest zelf moet kijken is het sowieso Justin Bieber, omdat ik hem eindelijk live zag na jarenlang te hebben gewacht. Ik vind het wel heel lastig om een favoriet concert te kiezen, omdat je concerten niet met elkaar kan vergelijken. Overal is de sfeer anders en elk concert geeft je een ander gevoel. Ik denk dat Justin Biebers concert mijn favoriete concert was geweest als het niet mijn allereerste concert was geweest. Ik was zo nerveus en gespannen dat ik er niet eens meer veel van weet.’’

Welke artiesten wil je nog heel graag live zien? ‘’Shawn Mendes, Bea Miller, Sia, Ed Sheeran, Rihanna en alle artiesten die ik al een keer heb gezien. Het maakt voor mij nooit zoveel uit wie de artiest is. Als ik de muziek leuk vindt, ga ik heen. Dit is puur omdat ik zoveel van concerten houd. Het is de plek waar ik me het meest thuis voel en waar ik het liefst ben.’’

Word je vaak met je ‘fan leven’ geconfronteerd? ‘’Ja, soms wel. Mijn vriend vindt het bijvoorbeeld helemaal niks dat ik zo’n fangirl ben, maar hij moet er maar mee leren leven. Veel mensen om mij heen snappen het ook niet. Dit vind ik heel jammer, omdat ik niemand heb om het mee te delen. Als een van mijn favoriete artiesten mijn tweet liket of mij een tweet stuurt, dan wordt mijn enthousiasme niet begrepen. Ik voel me dan best alleen en dat is heel confronterend. Gelukkig heb ik mijn vrienden op Twitter waar ik het mee kan delen en bij wie ik me wel helemaal kan uitleven.’’ Ben je van plan om ooit te stoppen met je fan account? ‘’Ja, vast wel. Als ik ooit kinderen, een goede baan en een man heb is het een beetje raar als ik nog op dat account zit te tweeten over mijn idolen. Ik word sowieso wel een concertmoeder die haar kinderen al van jongs af aan meesleept naar concerten.’’ Heb je ooit spijt gehad van het maken van een fan account? ‘’Niet per se spijt. Ik heb wel een paar keer getwijfeld, omdat ik altijd onzeker ben dat mensen van buitenaf me gaan vinden en me met mijn account gaan confronteren. Dit wil ik niet, want ik wil mijn fan account gescheiden houden van school en mijn privéleven. Toch heb ik geen spijt. Ik heb zoveel geweldige vrienden gemaakt via Twitter, waarmee ik naar concerten ga en die mij echt begrijpen. Dat zou ik niet willen opgeven.’’

‘‘JE BELANDT INEENS IN EEN HELE ANDERE WERELD VAN TWITTER’’

Anouk Timmer

LE(E)F | 9


Geen oranje zomer, maar een roze lente Nu we geen EK hebben om naar uit te kijken, moeten we het maar anders aanpakken zullen ze in Gelderland gedacht hebben. En hoe kan dat nu beter dan met de start van de Giro d’Italia. Drie dagen feest, volledig in het roze. Vrijdagochtend 6 mei. In de trein van Zwolle naar Deventer is nog maar weinig te merken van de Giro-gangers. Twee rijen verder zit een meisje met een roze shirt, maar verder houdt het ook wel op. In de trein van Deventer naar Apeldoorn is het een iets ander verhaal. Die trein zit stampvol en driekwart van de reizigers stapt uit in Apeldoorn. Het eerste wat buiten station Apeldoorn opvalt, is de hoeveelheid roze aan de bomen. Fout lopen naar de start is praktisch onmogelijk. Alles is roze. Nadat men alle Italiaanse verkopers met hun roze shirts, hoeden, beertjes en weet ik niet wat nog meer gepasseerd is, is het eindelijk tijd om langs de kant van de weg te gaan staan. Het is pas kwart over twaalf, dus langs het parcours is het nog niet zo druk. De wielrenners zijn druk bezig met inrijden en al snel wordt het duidelijk dat er voor het Lotto-Jumbo team harder wordt geklapt dan de andere sporters. We blijven tenslotte wel Nederlanders. Italiaans feest of niet.

“IK DENK DAT NEDERLAND DIT OOK WEL GEWOON LEUK VINDT. WE ZIJN TENSLOTTE EEN FIETSLAND.”

10 | LE(E)F

Een groepje jongens is druk bezig om een setje vlaggen aan een stok vast te maken. Door de Grolsch-vlag en de vlag van Twente, is het niet heel moeilijk te raden waar deze jongens vandaan komen. En aan het gelach en de blikjes bier die ze wegwerken is ook wel te merken dat ze er wel zin in hebben. “Ik vind het gewoon leuk om mee te maken, “ vertelt Arnoud, een van de jongens. “Ik denk dat Nederland dit ook wel gewoon leuk vindt. We zijn tenslotte een fietsland.” Om kwart voor 2 is het dan eindelijk zo ver: het fietsspektakel begint. Iedere minuut start er een nieuwe wielrenner vanaf het podium in Velodrome Omnisport. De 9,3 kilometer die daarop volgen moeten de renners zo snel mogelijk afleggen. Als zevende vertrekt de eerste Nederlander; Tom Stamsnijder. Het gejuich voor de Nederlanders is nu nog duidelijker dan tijdens het inrijden. Het publiek gaat hoorbaar uit zijn dak. “Go Nederland.”

En zo verstrijkt de middag. De stralende zon maakt het Italiaanse plaatje nog mooier. Italianen lopen langs de route en kletsen honderd uit. Je zou bijna vergeten dat je in Apeldoorn bent. Totdat je let op de muziek. De ene na de andere Nederlandse carnavals hit galmt door de even verderop opgestelde speakers. Wat zullen die Italianen wel niet van

ons denken? Maar bij de tribune waar de speakers staan, lijkt niemand er last van te hebben. Het roze geklede publiek op de tribune danst gewoon fijn verder terwijl de wielrenners een voor een langsrijden. Hoe verder de middag vordert, hoe meer bekende namen er langs komen. Om exact 16.47 is dan eindelijk de Nederlandse favoriet aan de beurt. Al voordat hij start gaat het publiek uit zijn dak. “Dumoulin, Dumoulin, Tommie Dumoulin,” zingen de toeschouwers, terwijl er flink geklapt wordt. En dan is het moment daar. Met een enorme vaart komt hij de bocht om gereden. Het publiek gaat nu echt volledig los. Mensen klappen, stampen, springen en schreeuwen hem luidkeels toe. “Go Tommie!”

Dumoulin is de eerste van het rijtje favorieten dat als laatste van start gaat. Na hem komen onder andere Rafal Majka, Steven Kruiswijk en Fabian Cancellara nog langs. Natuurlijk worden ook zij aangemoedigd, maar ondertussen blijft iedereen social media in de gaten houden. “Dumoulin staat nu nog eerste. Het scheelt maar een paar duizendsten, “ vertelt een van de mannen langs de weg vlak bij de start. Even nadat de laatste renner voorbij is, begint het publiek opnieuw te juichen. Je hoef niet te raden waarom. Dumoulin pakt in zijn thuisland de eerste roze trui van deze Giro. Met een voorsprong van een honderdste seconde is hij de zevende Nederlander ooit een roze trui. Deze Italiaans georiënteerde dag krijgt toch nog wat Nederlands. Het roze plaatje dat Apeldoorn wilde schilderen is nu helemaal af.

Annerieke Treep


Vondelingenkamer of vuilcontainer WERELDPRIMEUR: ISALA EERSTE ZIEKENHUIS MET VONDELINGENKAMER “Ik ben met een reden ter wereld gebracht én afgestaan. Ik heb het recht om te leven gekregen van mijn moeder. Ik mag er zijn!” zegt Annemarie van der Laan-Sheldon geëmotioneerd wanneer ze over haar geschiedenis praat. “Ondanks dat ik niets van mijn verleden en afkomst weet, weegt dat allemaal niet op tegen het feit dat ik mijn leven leven mag. Ik hou daarom ook niet van de term ‘vondeling’, ik spreek liever over ‘liefdevol afstaan’.” Bij deze woorden krijgt ook Annemarie’s adoptiemoeder het te kwaad en dept haar ogen met een verfrommeld zakdoekje droog.

krijgen als ze dat wensen. “Wij vinden het een goede zaak om als eerste ziekenhuis ter wereld hulp te kunnen bieden aan moeders in nood. Het is triest om te zien dat kinderen regelmatig te vondeling worden gelegd met soms fatale gevolgen.”

De vondelingenkamer is een ruimte van ongeveer anderhalf bij drie meter, waar de moeder naar binnen kan gaan met haar baby. Bij binnenkomst zie je de wandtekening met vlinders die is gemaakt door kunstenares Anneke de Boer. Zij is ook als vrijwilligster verbonden aan de Beschermde Wieg in Groningen. Een stad waar laatst een kindje is gered omdat het daar naar de vondelingenkamer is gebracht. In de kamer staan verder een ledikantje, een tafeltje en een stoel. De moeder kan anoniem in gesprek gaan met een hulpverlener of ervoor kiezen de baby direct achter te laten. Ze kan de envelop die in het bedje ligt meenemen met daarin het eerder genoemde puzzelstukje. Bedoeld om de stap terug makkelijker te maken. Binnen zes maanden is de baby namelijk nog niet officieel afgestaan voor adoptie.

“ALS ISALA VINDEN WIJ HET ONZE VERANTWOORDELIJKHEID OM OOK IN DEZE NOODSITUATIES OPVANG TE BIEDEN,” Foto: Pedro Sluiter Harm de Haan, gynaecoloog en voorzitter van de medische staf van het Isala ziekenhuis, nam in samenwerking met Stichting Beschermde Wieg het initiatief voor de komst van de vondelingenkamer. Deze en de andere vier Nederlandse vondelingenkamers van de stichting onderscheiden zich van de zogeheten ‘babyluikjes’ in andere landen omdat moeders in deze kamers hulp kunnen

In de envelop zit naast de puzzelstukjes ook een brief met medische informatie in verschillende talen en wordt nogmaals (medische) hulp aangeboden. Er ligt een schriftje waarin persoonlijke gegevens opgeschreven kunnen worden. Wanneer de moeder vertrekt gaat de deur achter haar op slot. Binnen enkele minuten komt er dan een verpleegkundige van de kinderafdeling naar de kamer. Hij of zij kan alleen met een speciale pas naar binnen. Isala verzorgt hierna de baby en zoektcontact met de Raad voor de Kinderbescherming. Alhoewel het te vondeling leggen straf-

baar is in Nederland, wordt de vondelingenkamer vooralsnog door Justitie gedoogd. Harm de Haan: “Ik verwacht zelf geen problemen wat de strafbaarheid betreft. De wet zou hier wat mij betreft aangepast moeten worden: het recht om te leven heeft meer prioriteit dan het recht te weten wie de ouders zijn. Zo kan je voorkomen dat het kind bijvoorbeeld ergens buiten in het donker, in de bosjes of erger - wordt achtergelaten.” Barbara Muller van Stichting Beschermde Wieg is erg blij met de komst van deze eerste vondelingenkamer die verbonden is aan een ziekenhuis. “Ieder kind heeft recht op een veilige wieg en als dat niet zijn eigen wieg kan zijn, dan graag de Beschermde Wieg”, is de wens van Muller. Sinds maart 2015 pleit Beschermde Wieg voor het mogelijk maken van anoniem bevallen in Nederlandse ziekenhuizen. Tevens wil de stichting dat moeders die hun kind op een veilige plek achterlaten (zoals in een vondelingenkamer) niet langer strafbaar zijn. Na een televisieoptreden van Barbara Muller in november vorig jaar, waarin ze de plannen met Isala bekend maakte, zegt Muller benaderd te zijn door verschillende ziekenhuizen in Nederland. “Welke ziekenhuizen dat zijn mag ik nog niet zeggen. Maar dit jaar zal sowieso nog een locatie open gaan in een ziekenhuis in een grote stad in Nederland. En volgend jaar volgen er meer”.

Foto: Pedro Sluiter

Sanne ter Heide

LE(E)F | 11


“Ineens leef je weer

12 | LE(E)F


voor ons samen” Het is een rampscenario voor elk kind: één van je ouders wordt ongeneeslijk ziek. Dit overkwam de nu 19-jarige Marijn Exterkate uit Twekkelo. Haar leven veranderde drastisch toen ze vijf jaar geleden te horen kreeg dat haar vaders prostaatkanker was uitgezaaid naar zijn botten en dat hij dit niet zou overleven. “Het kon tien jaar duren, maar ook twee jaar totdat hij eraan zou overlijden.” Maar Marijns verhaal liep anders. Drie weken geleden kwam er nieuws dat het leven weer een toekomst gaf. Prostaatkanker uitgezaaid naar de botten. Dat kreeg Marcel Exterkate te horen. Zijn dochter Marijn was 14 jaar oud toen haar vader ziek werd. Het leven van een jong, vrolijk en spontaan meisje veranderde drastisch. “Het moment dat ik het nieuws hoorde zei ik eigenlijk niks, ik toonde totaal geen emotie. Het was een soort waas,” vertelt Marijn. Vanaf dit moment begon de emotionele achtbaan. “Elke drie maanden moest mijn vader terugkomen om de PSA-waarde te laten controleren.” De PSA-waarde is de hoeveelheid Prostaat Specifiek Antigeen (PSA) in het bloed. Bij gezonde mensen ligt deze waarde tussen de 2,5 en 3,5. “Toen wij net het nieuws te horen kregen was de PSA-waarde van mijn vader 20. Hier moest toen meteen wat aan gedaan worden. Mijn vader onderging daarom een hormoonkuur om deze waarde omlaag te helpen.” Marcel Exterkate stopte na vier jaar omdat hij wilde kijken of zijn lichaam ook zonder kon. “De daaropvolgende controle was daarom ook erg negatief en werd hem aangeraden om toch weer te beginnen met de hormoonkuur. Maar voordat hij dit deed wilde mijn vader eerst een second opinion.” Dit bleek een levensveranderende beslissing van Marcel te zijn. De prostaatkanker bleek namelijk helemaal niet uitgezaaid te zijn. De doctoren hebben vijf jaar geleden op de scan wel iets in

de botten gezien, maar dit was sarcoïdose. Dit is een ziekte waarbij spontaan ontstekingen ontstaan die vrijwel in het hele lichaam voor kunnen komen. Dit betekent dat Marcel wel prostaatkanker heeft maar dat die niet is uitgezaaid. Hij kan behandeld worden aan zijn prostaatkanker en nu heeft Marcel weer een heel leven voor zich. “Marcel heeft eigenlijk nooit gelooft dat hij ziek was. Daarom wilde hij ook een second opinion, hij voelde zich niet ziek”, vertelt Mies Exterkate, de moeder van Marijn en

“IK ZAG DIT SOORT DINGEN WELEENS OP TELEVISIE, DAN HOOPTE IK ALTIJD DAT ONS ZOIETS ZOU OVERKOMEN.” Robin Telman

Marcels echtgenote. “Hij bleef altijd heel energiek en ondernam van alles. Je zag niet dat hij ziek was.”

Toen de familie het telefoontje kreeg met het goede nieuws kon Mies het niet meteen geloven. “Je hebt vijf jaar gedacht dat hij niet meer te redden is. Dan krijg je ineens een telefoontje met het nieuws dat het nooit uitgezaaid is geweest. Dan kun je het in je hoofd niet direct laten omslaan. Je hersenen hebben echt even de tijd nodig om het te accepteren. Je hebt gevoel dat er alsnog iets achteraankomt.” Het gezin heeft nu weer een hele toekomst voor zich. “Er hangt en bom boven je hoofd en je wacht op het moment dat die ontploft. Ik had me er al op voorbereid dat ik er op een gegeven moment alleen voor zou komen te staan. Zo had ik al meerdere boeken gelezen over mensen die zijn of haar echtgenoot hebben verloren. Ook denk je na of je hier wel wil blijven wonen. Nu is hier ineens geen sprake meer van en leef je weer voor ons samen.” Het gezin heeft de afgelopen vijf jaar dus veel meegemaakt. Toch bleef Marcel altijd positief en dit hielp het gezin door de moeilijke tijd heen. Ook is Marijn het altijd goed blijven doen op school. “Dit komt misschien wel omdat papa altijd erg positief was en je niet aan hem zag dat hij ziek was. Als hij echt ziek in bed had gelegen of bijvoorbeeld kaal was geworden, dan was het misschien moeilijker geweest. Wanneer ik moest leren voor een tentamen kon ik altijd goed een knop omzetten en tegen mezelf zeggen dat ik me nu even op school moest focussen.” Marijn vertelt dat ze het misschien ook wel een beetje voor haar vader deed. Voor haar is het goede nieuws een droom die uitkomt. “Ik heb het er altijd wel erg moeilijk mee gehad en denk dat ik de emotioneelste van het gezin was. Ik zag dit soort dingen weleens op televisie, dan hoopte ik altijd dat ons ook zoiets zou overkomen.”

LE(E)F | 13


Reizen is verslavend Een prachtige avontuurlijke reis maken, voor heel veel mensen een droom die ergens in de verre toekomst ligt. Een droom die waarschijnlijk nooit gaat uitkomen. Bas (19), Angela (18) en Tanja (18) maakten hun dromen al op jonge leeftijd waar. Ze vlogen naar de andere kant van de wereld. De een om vrijwilligerswerk in Uganda te doen, de anderen om Texas en Bali te ontdekken. AVONTUUR

Angela: “Ik denk dat het voor de ontwikkeling van jongeren heel belangrijk is dat ze veel op reis gaan, dat ze veel van de wereld zien. Op die manier leren ze meer over zichzelf en over andere culturen. Voor mij was dit ook de reden dat ik naar Texas ging, ik wilde Amerika ontdekken, ik wilde weten hoe Texanen leven. Ik zat vijf weken lang in de echte Texaanse cultuur, vijf weken op pad met 40 andere internationale jongeren. Ik vond het best eng. Gelukkig vormden we al snel een hechte groep, het voelde heel vertrouwd en we raakten niet uitgepraat met elkaar. Iedereen komt ergens anders vandaan, iedereen heeft zo zijn eigen manier van leven, iedereen heeft zijn eigen verhaal.” Tanja: “Na mijn eindexamen besloot ik een tussenjaar te nemen, ik begon met werken bij de V&D maar die baan raakte ik na het faillissement kwijt. Ik had nog een halfjaar over. Mijn neef zou die maand trouwen op Bali en hij zei: ‘Van backpacken leer je zoveel meer dan van school.’ Dat trok me over de streep. Met alleen een backpack ging ik het avontuur aan, ik wilde kijken of ik het kon, alleen op reis. Die reisdrang heb ik altijd al wel gehad, maar dit was de eerste keer dat ik alleen vertrok.”

`IK WIL ALTIJD WIEDEREEN HELPEN, IK WIL DAT IEDEREEN HET GOED HEEFT.”

Bas: “Ik ben altijd al een sociaal mens geweest, ik wil altijd iedereen helpen, ik wil altijd dat iedereen het goed heeft. Toen ik 16 was las ik een verhaal van een meisje dat met Worldmapping naar Uganda geweest was. Ik was zo enthousiast. Ik stormde naar beneden om het aan mijn ouders te vertellen. Gelukkig vonden zij het heel gaaf. Na een informatiebijeenkomst was ik helemaal verkocht. Dit was al jaren een droom van mij geweest, ik zag de ultieme kans om die te laten uitkomen.”

14 | LE(E)F

CULTUUR

Tanja: “Mensen op Bali zijn ontzettend relaxt. Ze leven in alle rust. Stress, tempo

en structuur kennen ze niet. De bus van half 3 komt om 4 uur en niemand die zich daaraan stoort. Verhalen over aard-


stralingen en verbindingen met de aarde vond ik in Nederland altijd maar gelul. Ik dacht altijd: ‘Ga jij maar wierrookstokjes opsteken.’ Op Bali is dat anders, daar klopt het gewoon. Daar is het allemaal logisch.” Bas: “In Uganda zijn de mensen heel gastvrij en heel dankbaar. Toen wij een markt opkwamen werd er voor ons gezongen alsof we beroemdheden waren. ‘Mzungu, Mzungu.’ Blanken, blanken. Ik was zo blij dat ik iets kon betekenen voor deze mensen. Al is het maar zo weiig wat je eigenlijk kan doen. Alle kleine beetjes helpen.” Angela: “Texanen leven compleet in hun eigen cultuur van cowboys, rodeo’s en pistolen. Alle speelfilmclichés zijn in dat opzicht waar. Texanen voelen zich Texaan, absoluut geen Amerikaan. Ze lijken ook niet op de gestreste New Yorker. Ze zijn relaxt en heel gastvrij. In Neder-

land zijn wij toch een beetje koel. ‘Je kan best mee-eten, maar dan moet je het wel

“STRESS, TEMPO EN STRUCTUUR KENNEN ZE OP BALI NIET” een week van tevoren aangeven.’ Dat is daar niet. Als je met etenstijd op de stoep staat mag je uit de koelkast trekken wat je maar wil.”

TOEKOMST

Bas: “In de toekomst wil ik heel graag meer van dit soort reizen gaan maken. Het liefst wat langer, zodat ik meer voor de mensen kan betekenen en zodat ik

“IK WIL LATER PALMBOOMPJE, ZEE, DOLFIJNTJE”

meer van het land kan zien. Ik wil heel graag naar Cambodja, Thailand of de Filipijnen. Wanneer is alleen nog een groot vraagteken.” Angela: “Ik zie mezelf later niet met huisje, boompje, beestje in Nederland wonen. Eerder palmboompje, zee, dolfijntje. Ik wil niet vastgeketend zitten aan mijn eigen huis. Ik ben nu nog jong, ik wil me pas settelen als ik meer van de wereld gezien heb. Ik wil reizen zolang dat kan.” Tanja: “Volgend jaar begin ik aan een tweejarig studie toerisme, langer houd ik echt niet vol. Ik wil erop uit, ik wil de wereld ontdekken. Ik wil geen vast huis, vaste man en vaste kinderen. Dat maakt me onrustig. Als ik geen retourticket had gehad was ik op Bali gebleven. Nu ben ik net terug en kriebelt het alweer. Ik ben lichtelijk verslaafd geraakt aan reizen, ik kan niet wachten om weer te vertrekken.”

Michelle Wolfkamp

LE(E)F | 15


‘‘Indonesië blijft altijd

ER ZIJN STEEDS MINDER MENSEN DIE ER UIT EIGEN ERVARING OVER KUNNEN VERTELLEN: DE TIJD DAT INDONESIË NOG EEN KOLONIE VAN NEDERLAND WAS. DE NU 91 JARIGE ENTJUM VAN DER TOUW KAN HET NOG WEL. 57 JAAR GELEDEN KWAM ZE MET HAAR GEZIN NAAR NEDERLAND. ZIJ VERTELT OVER HAAR LEVEN EN DE MAN VOOR WIE ZE NAAR NEDERLAND KWAM.

Het is 1958 en aan de kade ligt de Oranje, het grote passagiersschip. Met ons gezin stappen wij aan boord. Een tocht van 25 dagen staat ons te wachten. Met elkaar maken wij de overstap van Indonesië naar Nederland. In ons tweedeklas hutje ben ik druk met de kinderen. Tijd om achteruit te kijken heb ik niet, pas wanneer we midden op zee zitten kijk ik naar buiten. Van Indonesië is niks meer te zien, ik zie alleen maar water om me heen. Afscheid heb ik niet kunnen nemen. Maar heb ik heimwee? Nee ik heb geen heimwee en ook geen spijt. Al meerdere keren flirtte Ernest met mij, maar ik was op dat moment nog getrouwd dus hield hem wat op afstand. Ik kon dit niet maken tegenover mijn man, ook al had ik hem al jaren niet gezien. Als wasvrouw werkte ik voor Ernest en nog wat andere planters in Garut. Op een gegeven moment werd hij administrateur en deed ik alleen het huishouden nog voor hem. Hij had nog wel een kokkin maar die ging altijd tegen zes uur naar huis, dus zorgde ik ook vaak voor het eten. Ik weet nog goed dat hij op een avond, toen ik voor hem gekookt had tegen mij zei ga jij maar zitten, waarop ik zei nee meneer, dat past niet. Hij zei mij toch te gaan zitten en gaf mij een kroepoek. Hij heeft mij toen gevraagd: wil je mijn meisje zijn? Dat zal ik echt nooit vergeten.

‘’IK ZEI NEE MENEER, IK BEN NOG GETROUWD’’.

16 | LE(E)F

Later werd Ernest overgeplaatst naar Pangledjar, daar werd hij weer administrateur, omdat de andere administrateur was overgeplaatst naar Sumatra. Ik ben toen met hem meegegaan en hier begon het flirten weer. Hij wou heel graag met mij trouwen, maar ik vond dat ik eerst toestemming moest vragen aan mijn vader. Mijn vader zei tegen mij ‘’dat is jou karma, dat is jou lot. Dit is voor jou bestemd’’. Ernest was natuurlijk erg blij met dit antwoord, maar ik was nog steeds getrouwd. Mijn broer heeft toen scheidingspapieren gekocht die ik kon ondertekenen, maar hier was Ernest het niet mee eens. Hij wilde dat het op een eerlijke, echte manier zou gaan.

Toen ik in verwachting was van onze derde zoon Chris, was het al aan de orde dat Ernest weg zou moeten uit Indonesië. Hij werkte voor een bedrijf dat van Nederland was, hij was daar planter en hij moest weg uit Indonesië. Samen met 35.000 anderen zou hij worden gerepatrieerd, als afsluiting van een proces dat al kort na de Tweede Wereldoorlog op gang was gekomen. Als ik met hem mee zou willen, zou ik toch getrouwd moeten zijn met hem. Op dat moment zijn we begonnen met het regelen van de papieren voor de scheiding van mijn vorige man. Vanaf toen ben ik elke dag naar de moskee gegaan om vergiffenis te vragen.

Omdat ik nog in verwachting was, kon ik niet gelijk trouwen met Ernest.

‘’TROUWEN ALS HET KIND NOG NIET GEBOREN WAS MOCHT NIET’’

Op 16 juli 1958 nam Ernest mij mee naar Bandung. Ik wist op dat moment niks van zijn plannen. Hij heeft mij ook niks gevraagd. Ik had gewoon mijn nette kleren aan zoals altijd en we zijn samen naar Bandung gegaan. Hij nam mij mee naar de burgerlijke stand. We hadden geen getuigen bij ons, maar zijn toen toch getrouwd. Nadat we elkaar het jawoord hadden gegeven zijn we weer terug gegaan naar Pangledjar. ’s Avonds toen Ernest op zijn kantoor zat zei hij tegen mij, nou ben jij mijn vrouw.

De dag brak aan, dat ik afscheid moest nemen van mijn ouders en familie. Zoals de gewoonte is in Indonesië heb ik vergiffenis gevraagd aan mijn ouders. Ik heb toen bij mijn vader wel gehuild, maar mijn vader pakte direct mijn hoofd en zegende mij. Hij droogde mijn tranen en ik stopte met huilen. De avond voor ons vertrek bleef ik bij mijn familie. Die nacht


in mijn gedachten’’ sliep ik in bed samen met de kinderen en mijn moeder. Op 4 oktober 1958 vertrok ik met mijn gezin van Jakarta naar Nederland. Ik heb nooit achterom gekeken, toen wij vertrokken heb ik eigenlijk ook helemaal geen tijd gehad om afscheid te nemen. Alle andere families stonden allemaal op het dek hun families uit te zwaaien, ik was in onze hut druk met mijn kinderen, heb niet meer naar buiten gekeken. Om twaalf uur kregen wij een warme maaltijd, stamppot boerenkool met worst. Later, toen ik naar buiten keek voeren we al midden op zee.

‘’IK HEB HELEMAAL GEEN TIJD GEHAD OM AFSCHEID TE NEMEN VAN HET LAND, MAAR IK HEB OOK GEEN TRAAN GELATEN, IK HAD GEEN HEIMWEE‘’

Op de boot ’’de Oranje’’ hebben we 23 dagen met ons gezin doorgebracht. We zaten in een tweede klas hutje. Ik was elke dag druk met mijn kinderen Eddy, Evert en Chris. Bij elke haven gingen sommige mensen wel even van boord, maar ik niet. Ik ging nooit ergens naar toe. Alleen ’s avonds ging ik douchen en daarna naar het diner. Toen de boot de Rode Zee passeerde werd ik heel erg zeeziek. Drie dagen, heb ik toen op bed doorgebracht terwijl de boot over zee doorvoer. Op 25 oktober 1958 kwam de haven van Amsterdam in zicht. Bij de haven stond mijn man zijn broer Addy ons op te wachten. Vanuit Amsterdam vertrokken we met vele anderen in de bus richting Zuidlaren, waar we terecht kwamen in pension Zonnehof bij de familie Bunskoek. Daar verbleven wij met ons gezin. We kregen geen geld en moesten alles zelf betalen. De andere families kregen zakgeld, maar dat kregen wij niet. Op een gegeven moment moesten we zoeken naar een eigen huis. Mijn man vond een huis in Borger. In dit huis woon ik nu, 57 jaar later nog steeds. Eerst woonden we hier met onze drie

kinderen Eddy, Evert en Chris. Later kwamen daar nog Kees en Carolien bij. De mensen waren in Borger erg vriendelijk en de kinderen konden het gelijk goed vinden met de andere kinderen. We raakten bevriend met de andere families hier in de buurt. Ik moest wel wennen aan Nederland, vooral de cultuur hier. Maar heimwee heb ik nooit gehad, ik was altijd druk met de kinderen. Begrijp me niet verkeerd. Ik ben hier in Nederland heel gelukkig, maar toch gaan mijn gedachten vaak terug. Wanneer ik dan mijn Indonesische muziek opzet, dwaal ik even weg van hier. Indonesië blijft altijd in mijn gedachten.

Joyce van der Touw

LE(E)F | 17


Mijn kleding bepaalt wie ik ben Binnen onze modewereld zijn de meesten natuurlijk wel bekend met de mainstream trends. Je weet wel, de alledaagse kleding die je bijvoorbeeld hij de H&M of Primark kunt krijgen. Maar als je het fashion-gedeelte van het internet even doorspit kom je al gauw terecht op de meest artistieke en opvallende, maar toch ietwat onbelichte kledingstijlen. Vaak schuilt er achter deze kledingstijlen een grote wereld vol creativiteit en ontmoet je er gepassioneerde mensen, zoals Eva Wolff. “Mijn kledingstijl is Sweet Lolita, een substijl van Lolita. Lolita is een kledingstijl afkomstig uit Japan, en is vooral geïnspireerd door Victoriaanse kinderkleding en de Rococo-periode. Dingen die je veel terugziet in de Sweet Lolita-stijl zijn pastelkleuren en schattige printjes, zoals bijvoorbeeld van snoepjes, koekjes en theepotjes. Ook zijn er veel strikjes. Begin 2012 zag ik een afbeelding van een Gothic Lolita op het internet. Ik heb zelf niks met Gothic, maar ik vond deze foto erg mooi. Ik ben dus verder gaan zoeken en uiteindelijk kwam ik op een Lolita-website terecht. Op dat moment besloot ik om Lolita een keertje uit te proberen om te kijken of het mijn ding was. Ik voelde mij er meteen prettig in, en sindsdien ben ik veel Sweet Lolita kleren gaan dragen. Om het af te wisselen draag ik soms ook wel eens wat klassiekere Lolitakleding, en ook Lolitakleding die wat meer casual is. In Nederland is er overigens een grote Lolita community aanwezig. Dit is

Lolita meet ga voel ik me gelijk een stuk mooier. Het voelt alsof mijn persoonlijkheid uitbundig naar voren komt in mijn

kledingstijl. Dat vindt ik het mooiste aan het dragen van Lolita, en ik weet zeker dat dit ook voor andere lolita’s geldt.”

eigenlijk best verbazingwekkend, gezien het feit dat de Lolitastijl wereldwijd eigenlijk niet populair is. Er worden hier in Nederland dan ook veel evenementen georganiseerd. Denk dan bijvoorbeeld aan teaparty’s, picknicks, en dagjes uit naar een bloementuin. Vaak worden deze meets maandelijks georganiseerd. Ik vind Lolita een mooie kledingstijl omdat het juist zo apart is. In het dagelijks leven zie ik er voor mijn gevoel soms wat te saai uit, maar als ik naar een

18 | LE(E)F

FOTO - NIELS VAN TOL

“IK VIND LOLITA EEN MOOIE KLEDINGSTIJL OMDAT HET JUIST ZO APART IS”

Esther Smeenge


TWEE BIJZONDERE VERHALEN VAN TWEE TOTAAL VERSCHILLENDE ECHTPAREN.

JONG GETROUWD IS OUD GEDAAN

LE(E)F | 19


“JE HEBT EERST JE STUDENTENTIJD EN DAARNA TROUW JE. DAT DOE JE TOCH NIET ANDERSOM?” Twee jaar geleden trouwden ze, toen ze 22 en 19 jaar oud waren. In hun kleine studentenkamer, die samen met de badkamer en keuken 28 vierkante meter telt, wonen Jason en Jiska nu ongeveer een jaar. Het echtpaar ploft op de bank, onder het genot van een kop groene thee. Ondanks dat ze kort geleden zijn getrouwd, zijn zowel Jason als Jiska voorlopig nog niet klaar met studeren. Op hun kleine, witte bank zijn ze als vanzelf dicht tegen elkaar aan gekropen. Waarom gaven zij elkaar het ja-woord op zo’n ontzettend jonge leeftijd? Jiska (21), een rustige, nadenkende brunette neemt als eerst het woord. “Toen we een relatie kregen, waren we al nonstop bij elkaar. Op een gegeven moment wilden we een nieuw avontuur aangaan. We dachten: waarom nog lang wachten tot we klaar zijn met de studie? We willen voor elkaar gaan.”

Jason knikt instemmend. Hij aait met zijn hand over het been van zijn vrouw, om vervolgens aan te vullen: “Je kunt trouwen je leven lang uitstellen. Er zijn genoeg andere dingen waar je je geld aan kunt besteden. Maar andere doelen waar je voor wilt sparen, zullen er altijd blijven. Dan kun je net zo goed meteen trouwen.” Omdat ze elkaar levenslange trouw wilden beloven, koos het stel voor trouwen in plaats van samenwonen. “Het huwelijk is een zekerheid. Dat is méér dan een samenlevingscontract.”

Een jaar na hun huwelijk werd het jonge echtpaar samen lid bij een studentenvereniging. Iets, wat in de historie van de vereniging nog niet eerder voorkwam. “We gingen samen in Zwolle wonen en wilden onze vriendenkring uitbreiden. Bij de studentenvereniging waar we lid werden, zijn ongeveer tweehonderd studenten aangesloten. Als je niemand kent, kun je zo veel aansluiting vinden. Nu kennen we ineens tweehonderd extra mensen.” Maar een studentenvereniging is er niet alleen voor de contacten. Jason grinnikt, als ik opper dat studentikoze feesten en getrouwd zijn niet samengaan. “Je kunt het net zo gezellig hebben met al die dingen als je getrouwd bent, als wanneer je niet getrouwd bent. We zijn nog steeds hetzelfde. De voetjes gaan nog steeds van de vloer.” Toch zit er wel verschil tussen hen en tussen de studenten die níet getrouwd zijn. Jason en Jiska zijn het roerend

20 | LE(E)F

Jason en Jiska zijn het roerend eens over dit verschil. “Als je getrouwd bent, leef je niet meer alleen voor jezelf. Je hebt verantwoordelijkheid richting elkaar. Als er een activiteit is binnen de vereniging, ga je er samen heen of hou je rekening met wat de ander doet. Als je niet getrouwd bent, ga je gewoon.” Van hun medestudenten kreeg het stel wisselende reacties. Veel mensen reageerden verbaasd: “Je hebt eerst je studententijd en daarná trouw je. Dat doe je toch niet andersom?” Jason geeft aan dat veel mensen aan het idee moesten wennen. Maar tegelijkertijd is het besef er bij de omgeving dat zowel hij als Jiska nog student zijn. Hun

“WE ZIJN NOG STEEDS HETZELFDE. DE VOETJES GAAN NOG STEEDS VAN DE VLOER.”

huwelijk betekende geen drastische verandering. Jiska: “Getrouwd zijn is alleen maar een label. Iedereen vult het op zijn eigen manier in.” Samen leven van studiefinanciering De bruiloft is betaald met het spaargeld van Jasons eerdere baantje. Op dit

“GETROUWD ZIJN IS ALLEEN MAAR EEN LABEL. IEDEREEN VULT HET OP ZIJN EIGEN MANIER IN.” moment leeft het stel van de studiefinanciering van Jason. “We redden het prima met dit geld, maar we moeten wel op de kleintjes letten. Als het echt nodig is, lenen we bij. Nu zitten we nog in onze studententijd, later zien we het wel.” Hoe de toekomst er uit ziet? Over twee jaar is Jason klaar met zijn opleiding. “Na mijn studie vind ik waarschijnlijk snel een baan. Tegelijk wil ik graag nog een master doen. Maar de vraag is of ik ga doen wat ik zelf echt wil, of dat ik moet gaan voor wat voor ons allebei beter is. Met een baan kunnen we verhuizen naar een betere woning.” En daarna? “Kinderen. Maar dat is een volgende fase. Voorlopig zijn we nog student.”

Nienke Voshart


“EERST MOEST NOG EEN PEPERMUNTJE ROLLEN” “Ik zat in de kerk, en toen zag ik opeens bij een vriendin van mijn zus een meisje zitten die ik nog niet kende. Ik had haar nog nooit eerder gezien, en ik dacht: oh, wat een mooi meisje.” Even is het stil als Frans van der Leij (72) vragend naar zijn vrouw Ria (70) kijkt. Dit jaar zijn ze 50 jaar getrouwd. “Ben ik toen gelijk naast je gaan zitten en je handje gepakt?” Ria schudt lachend haar hoofd: “Nee hoor, er moest eerst nog een pepermuntje rollen.” “Ik wou een beetje interessant doen, en vroeger had je zo’n mooi leesplankje waar je het psalmenboekje op legde. En als je dan het pepermuntje op een bepaalde manier neerlegt en je geeft er een tik tegen aan dan rolt ie zo weg. Toen pakte jij hem.” Frans en Ria lachen: “Ik vond hem heel flauw.”

Een vriendin wist Ria te overtuigen dat Frans heel goed bij haar paste. Vlak voordat Frans in dienst ging stuurde zij een briefje, en hij beantwoorde haar briefje met een lange liefdesbrief. “Hij dacht dat ik een rijke boerendochter was, en dat hij wel even met me kon rollebollen in het hooi. Hij wist niet dat mijn vader gewoon een simpele politieman was.” Ze kregen verkering en na anderhalf jaar verloofden ze zich. Een jaar later stapten ze in het huwelijksbootje. Frans was destijds 21 jaar, Ria nog jonger. “Ik was gestopt met werken, en we dachten, waarom zouden we niet trouwen. Vroeger was het nog zo dat je als vrouw moest stoppen met werken als je ging trouwen, dus in ons geval hoefde dat niet meer.” Op de knieën was Frans niet gegaan, maar hij had wel om haar hand gevraagd bij haar vader. Ze trouwden op 10 juni. “Het was heel warm, ik denk wel 28 graden. Het was eigenlijk ook veel te warm

voor een goede huwelijksnacht, maar dat terzijde.” Frans grinnikt terwijl Ria de volgende bladzijde van het fotoboek omslaat. “Mijn vader had een prachtige auto geregeld, maar het autobedrijf was ons vergeten. Er was een begrafenis tussengekomen, en daarbij hadden ze alle auto’s nodig. Mijn vader was woedend. Hij werkte bij de politie, dus uiteindelijk was onze trouwauto een politieauto.”

Ria slaat een ander boek open. “Kijk, dit zijn de gelukstelegrammen. Die kon je dezelfde dag versturen als de bruiloft, en dan bracht de postbode ze hoogstpersoonlijk op de bruiloft zelf.” Met de ene hand wijst ze naar een foto in het fotoboek, met de andere naar een van de gelukstelegrammen. “Kijk, dit is die gelukstelegram die we hier vasthebben.”

“ONZE TROUWAUTO WAS EEN POLITIEAUTO.”

Een half jaar na de bruiloft werd de wet die het getrouwde vrouwen verbood te werken afgeschaft, maar Ria is nooit meer echt gaan werken. “Ik bleef liever thuis bij de kinderen. Omdat alleen Frans werkte hadden we het niet heel ruim, maar ik heb er geen spijt van dat ik nooit meer ben begonnen met werken.”

WDe trouwerij is inmiddels vijftig jaar geleden. Ze hebben nu drie kinderen en acht kleinkinderen. Het geheim van een goed huwelijk? “Geven en nemen,” zegt Frans “soms moet je iets doen voor jezelf, en soms moet je iets opofferen voor de ander.” Ria is het daar mee eens, maar wil nog wel wat toevoegen: “Je moet niet alles willen zeggen wat je dwars zit. Soms is het beter om gewoon je mond even te houden. Dat scheelt een hoop geruzie.” “Haha, laatst lapten we de ramen, Ria deed de binnenkant, en daarna begon ik aan de buitenkant. Ik zag nog allemaal vlekken. Je moet dan niet gaan roepen dat ze het overnieuw moet doen. Ik ben gewoon even naar binnen gelopen en heb het nog even beter schoon gemaakt.”

“SOMS MOET JE IETS DOEN VOOR JEZELF, EN SOMS MOET JE IETS OPOFFEREN VOOR DE ANDER.”

Ze hebben nooit spijt gehad dat ze zo jong zijn getrouwd. “We kregen hierdoor ook vroeg kinderen en nog later kregen we ook kleinkinderen. We hebben zo kunnen genieten van ze, juist omdat we nog zo jong zijn.”

Melissa Wijnja

LE(E)F | 21


INTERGRATIE DOOR DE OGEN VAN EEN SYRISCHE VROUW DIE OPKLOM TOT BELEIDSADVISEUR IN POLITIEK DEN HAAG

“Je kunt je leven altijd naar je eigen hand zetten”

“Ik laat hier in mijn omgeving het beste zien van mijzelf. Ik laat zien dat niet-westerse allochtonen ook betrouwbaar kunnen zijn, slim en hardwerkend. Meer kan ik niet doen. Als iedereen dat nou denkt, dan komt het goed.” Politicologe Hala Naoum (31) is inmiddels twee jaar beleidsadviseur bij het Ministerie van Financiën. Hiervoor was ze onder andere secretaris van de VVD-partijcommissie Integratie. En over integratie heeft ze een uitgesproken mening.

J

e bent naar Nederland gevlucht. Wat kun je daar over vertellen? Wij kwamen in september 1999 aan in Nederland. Ik was natuurlijk veel jonger dan nu. Het was ‘s nachts en we gingen als eerste naar Libanon. Daar zijn we op een boot gestapt. Maar ik weet niet meer waar naartoe. Het zal waarschijnlijk Griekenland of Cyprus geweest zijn. We zijn in een vakantiecaravan gestapt en die heeft ons in vier of vijf dagen naar Nederland gereden. We hebben echt niet gelopen zoals de mensen nu. Ook niet op die bootjes. We zaten ook helemaal alleen in de boot die we hadden genomen.

En waarom? Sinds in Syrië, begin jaren 70, een socialistisch regime aan de macht is gekomen is eigenlijk veel bezit van mijn familie onteigend door de staat. Alleen de staat die bleef achter mijn vader aan zitten. Bij alles wat hij verdiende wilden ze ieder keer meeprofiteren. Toen mijn vader een keer in zijn leven zei: nou is het genoeg, is er een showproces tegen hem gestart wegens landverraad. Showproces betekent dat er helemaal geen rechtmatige grond is om iemand terecht te laten staan, maar de staat bedenkt iets. Toen heeft onze advocaat gezegd, ik zou dit niet afwachten. Hoe dan ook, de uitkomst was duidelijk: hij zou de gevangenis ingaan. Toen zijn we weggegaan. Toen kwamen jullie dus naar Nederland. Hoe verliep de integratie? Ik moet zeggen bijzonder spoedig. Dat is denk ik een kwestie van geluk en keihard werken. In ieder geval voor mij en mijn familieleden. Het was in Nederland rond het jaar 1999/2000 topdrukte met de vorige vluchtelingengolf. Wij kwamen in een zeilcentrum terecht. Een hotel

22 | LE(E)F

aan het water in Friesland. Omdat de Nederlandse staat geen plek meer had in opvangcentra en AZC’s. Daar hebben we drie maanden gezeten tot dat er een reguliere plek voor ons kwam in een AZC. Maar de eigenaars van dat hotel vonden het echt jammer wanneer wij een beetje uit het raam zaten te staren. Hun kleindochter was bezig haar VWO examens af te ronden. Dus die zei tegen mij: als jij met mij Frans spreekt, mijn Frans was heel goed omdat ik in Syrië op een Franse school heb gezeten, leer ik jou Nederlands. Ik vond het een hele mooie deal. Ik wist niet of ze mij begreep en wat zij tegen mij zei in het Nederlands begreep ik ook niet. Wonder boven wonder haalde ze een hele hoog cijfer. Wij verhuisden op een gegeven moment wel naar een AZC. Mijn Nederlands was inmiddels beter dan mijn klasgenoten en de rest van het AZC. Ik was toen zestien. Mijn docente vond dat ik op zoek moest gaan naar een Nederlands gezin om tijd lang alleen Nederlands te gaan praten.

“ZIJ HEBBEN MIJ ECHT GEGRILD”

Ik mocht destijds terugkomen bij die mensen die ons opgevangen hebben in Friesland. Zij hebben mij echt gegrild. Zij hadden iedere dag alle kranten thuis. De vader van het meisje, ik wist dat pas later, was een hele beroemde Nederlander. Hij was de presentator van het achtuurjournaal. Hij kon heel goed articuleren. Hij sprak helder Nederlands. En grammaticaal was hij uitstekend. Ik ben met mijn neus in de boter gevallen. Dat was precies wat ik zocht. Hij had iedere dag alle kranten thuis, dus wij gingen samen met alle kranten oefenen. Ik heb hard gewerkt. Er was geluk. Ik heb in vier jaar

mijn middelbare school afgerond, mavo, havo en atheneum. Dat is best wel snel. Daarna ging ik naar de universiteit. Als ik niet in Friesland was terechtgekomen, niet het Frans-Nederlandse deel had gedaan en niet geadopteerd was voor drie maanden, dan was het anders gelopen. Tegelijkertijd heb ik hard gewerkt aan mijzelf en ik was ambitieus. Voel je je een echte Nederlander? Ja! Ja, geen twijfel aan. Je voelt je ook hoe je wilt dat je voelt. Dat is altijd mijn theorie geweest. Ik ben in ieder geval niet van het slachtoffer denken. En als je daar niet van bent dan voel je je al heel snel thuis in Nederland.

Wat vind je van de integratie van vandaag de dag? Ik vind het dramatisch. Criminaliteit, uitkeringsafhankelijkheid, onderwijs, talenten en kansen op de arbeidsmarkt. Dat zijn vier dingen die heel belangrijk zijn voor integratie. Op alle vier scoren vooral niet-westerse allochtonen altijd dramatischer dan andere groepen in de samenleving.

Kijk naar de laatste discussie rondom Turkse Nederlanders. Hoe blij zij waren met de arrestatie van Ebru Umar, een Turkse journaliste met Nederlands paspoort. Ze komen op voor Erdogan alsof Nederland nooit iets voor ze heeft betekend. Een beetje ondankbaarheid en dat steekt mij. Als je dan ziet dat zij uit het zuidoosten van Turkije kwamen, waar het leven nu nog steeds bijzonder onderontwikkeld is, waar mensen soms thuis geen wc hebben. En als je dan kijkt waar ze nu zijn, is dat een wereld van verschil. Dat is één aspect. Een ander aspect is het stemmen bij Turkse verkiezingen op mensen zoals Erdogan, iemand die


Europa altijd uitscheldt. Die tegen hen zegt dat ze Turks moeten leren en niet de taal van het land waar ze wonen. Ik vraag me altijd af: zijn jullie Turken of zijn jullie Nederlanders? En als je dan één van de twee bent, maak dan een keus en als je een Turk bent, prima, maar ga dan terug naar Turkije. Ga nou niet van twee wallen eten. Hetzelfde geldt voor heel veel Marokkanen helaas. Je zag laatst de Marokkaanse koning die op bezoek was in Amsterdam. Hoe die ontvangen werd. Dat is echt om je te schamen. Ik hoop dat een keer in de Marokkaanse moskeeën meer wordt geboden voor koning Willem Alexander dan voor de Marokkaanse koning. Dan pas is de integratie geslaagd. Zijn er volgens jou verschillen tussen de integratie in jouw tijd en die van

nu? Toen ik hier zelf kwam in 1999-2000 waren er geen Turken en Marokkanen, en ik praat nu dus over de mensen die voor mij kwamen. Die groep is in de jaren 60-70 naar Nederland gekomen. Over het algemeen doen asielzoekers het beter qua integratie dan die arbeidsmigranten. Het is een heel bekend onderzoeksresultaat. Tegelijkertijd heb je binnen de groep vluchtelingen ook mensen die altijd hele grote uitkeringsafhankelijkheid hebben gehouden zoals Somaliërs. Ik ben nu vrijwilliger in een van de opvangcentra voor Syrische vluchtelingen in Amsterdam. Ik moet optimistisch zijn over hun integratie kansen, maar toch ben ik dat niet. Ze hebben allereerst een ongelofelijk trauma opgelopen in Syrië. Daarnaast zijn ze ook onrustig omdat ze hopen hun

familie over te kunnen laten komen. Tot die familie hier is, is al het geld dat je in de integratie steekt weggegooid geld. En zelfs als ze dan blijven, zullen ze altijd rancuneus zijn dat het westen niet heeft ingegrepen in Syrië. Er zullen ook altijd uitzonderingen zijn, maar ik denk dat hun integratie nog slechter zal gaan. Heeft volgens jou de overheid te weinig gedaan aan integratie? Nee, dat is ook weer dat slachtoffer denken. Er is een mooi gezegde in de Bijbel: “Zoekt en gij zult vinden”. De vraag is dan, zoeken ze wel? En zo ja, hoe? Als je serieus zoekt, je hebt je netwerken op orde en je bent betrouwbaar, dan kom je in Nederland heel ver. Ik denk dat Aboutaleb daar een mooi voorbeeld van is.

FOTO: GIATH TAHA

“JE VOELT JE HOE JE WILT DAT JE JE VOELT”

Raya Yaqoub

LE(E)F | 23


Zwolse zaligheden

“In de stad, aan de gracht overdag, in de nacht in musea en stegen vol bier. Zwolle, ook stad van cultuur en plezier. Wees jezelf en wees wijzer. Wees Zwolle mijn stad”, luidt het gedicht van Trijntje Gosker. Een stad vol historie van Thorbecke tot aan Herman Brood. De stad die het noorden en oosten verbindt met het westen en zuiden. Een top 10 van de beste adresjes voor een dagje Zwolle. HET VLIEGENDE PAARD Dit uitgaanscafé in het centrum van Zwolle is bekend bij iedere student. Op vertoon van een studentenkaart kom je binnen, mét een introducé. In het sfeervolle, oude pand is er alle ruimte om los te gaan op goede én foute nummers. Een biertje heb je al vanaf een schamele €2,00. INGEBURGERD Ingeburgerd is bij uitstek de beste burgertent van Zwolle. Je kunt het zo gek niet bedenken, of ze maken er burgers van bij deze knusse tent. De menukaart wordt gesierd door burgers als de ‘Truffeltrut’ en ‘a-sociaal’. Altijd leuk om te bestellen! Ingeburgerd zit in het centrum van Zwolle en is zeven dagen per week geopend.

‘T PANNENKOEKSCHIP Als je lekker wilt eten aan de rand van het centrum, is dit Pannenkoekschip een aanrader. Met een piratenthema, lekkere pannenkoeken en gezellige bediening is dit restaurant een plezier voor jong en oud. Voor een goede specialiteitenpannenkoek betaal je €13,50.

Nienke Voshart

Raya Yaqoub

24 | LE(E)F

SASSENPOORT Wat weinig mensen weten is dat het Sassenpoort een gevangenis was tot 1739. Het is één van de best bewaarde monumenten van Zwolle. De Sassenpoort werd gebouwd in 1406. Het was een binnenpoort voor de stad Zwolle. Het staat in de lijst van UNESCO van Top 100 Nederlandse monumenten.


WEEZENLANDENPARK Denk Bevrijdingsfestival, denk kinderboerderij en denk gratis fitnessapparatuur. Het Weezenlandenpark heeft het allemaal. Of je er nu komt voor een lekkere wandeling, een sportsessie of om de kinderen te vermaken in de speeltuin: het Weezenlandenpark is altijd open. PEPERBUS Het symbool van Zwolle. Van veraf is de toren goed te zien. De Peperbus. Het is een bijnaam voor de Onze-Lieve-Vrouwetoren die op een echte peperbus lijkt. Wil je Zwolle van bovenaf bekijken? Dat kan vanuit de Peperbustoren. Op 75 meter hoog heb je een prachtig uitzicht over de stad. MUSEUM DE FUNDATIE Sinds 2005 staat het gebouw bekend als Museum de Fundatie. Hiervoor was het gebouw onder andere bestemd voor Paleis van Justitie. Op de benedenverdieping zijn verschillende kunstwerken te bezichtigen van de Middeleeuwen tot de moderne kunst. Het museum heeft werken van onder andere Mondriaan en Bernini. Op de bovenverdieping worden van tijd tot tijd exposities gehouden. LOFT Op zoek naar goede koffie en wooninspiratie? Loop even binnen bij LOFT. Deze innemende winkel biedt een ruim assortiment aan getekende ansichtkaartjes, schilderingen en originele woondecoraties. Ook voor kleding en sieraden kun je hier terecht. De artikelen zijn ietwat prijzig, maar dan heb je ook wat.

DE SPIEGEL De audities van Holland’s Got Talent worden hier gehouden. In één van Nederlands mooiste theaters. Het is het enig theater in Nederland die een beweegbaar plafond heeft. Een leuke tip: Youp van ’t Hek is op 6 en 7 juni te zien in de Spiegel.

DE GROTE MARKT Het is de gezelligste plek van de stad. Op vrijdag en zaterdag is het ook de drukste plek in de stad vanwege de markt. Midden op het plein vind je “De Glazen Engel”. Het groene beeld is de aartsengel Michael. De engel die de stad Zwolle beschermt. Maak een rondje om het beeld en je ziet een prachtig plein vol met terrassen, winkels, restaurants en de Sint-Michaelskerk. LE(E)F | 25


“Ook al doe je het volgens de regels, je maakt wel iemand dood.”

26 | LE(E)F

Arjen van der Wal studeerde acht jaar geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en is nu fulltime waarnemend huisarts. Hij had altijd voor ogen om kinderarts te worden, maar dingen ontbraken. Hij werd huisarts. En een huisarts krijgt soms een onmogelijk verzoek.

“Eigenlijk is het gewoon iemand doden. Je bent wel strafbaar, want je hebt een moord gepleegd. Ook al doe je het volgens de regels, je maakt wel iemand dood. Maar mensen willen niet meer lijden. Mensen zijn als de dood voor de dood. En ze willen daarvoor zeker geen moeilijke lijdensweg volgen. Is het dan mijn taak om diegene te zijn die het einde van hun leven bepaald? Na het vwo werd ik eerst uitgeloot, maar bij de tweede poging lukte het wel. Ik wilde kinderarts worden, maar ik heb een andere keuze gemaakt. Ik vond het leuk om de dingen er om heen ook te kunnen begrijpen. Ik ben iemand die liever van heel veel dingen wat weet, dan van een ding heel veel. Het vak van een huisarts paste daarbij. En eigenlijk heb ik dit ook pas geleerd tijdens mijn opleiding. Tijdens de opleiding leerde ik mezelf echt kennen en kwam ik erachter wat bij mij past en wat ik wilde. Ik kreeg met elke kant van het vak te maken. En dat vond ik geweldig. Ik vind het heerlijk om mensen te helpen. Vooral ze te kunnen ondersteunen, dat maakt voor mij het vak. Ik maak geen mensen beter, dat kan ik niet. Maar ik help mensen om beter te worden.

‘’IK MAAK GEEN MENSEN BETER, DAT KAN IK NIET. MAAR IK HELP MENSEN OM BETER TE WORDEN.’’

Ik wilde dus niet het ziekenhuis in. Als arts ben je daar gespecialiseerd. Je bent maar een nummer tussen al die artsen in een groot ziekenhuis. Als huisarts ken je de achtergrond van de patiënten. Je kent de families. Je kent hun verleden. Vooral het contact met mensen, met die mensen is voor mij belangrijk. Dat heb


ik bijvoorbeeld gemist tijdens de studie informatica die ik deed voordat ik begon aan geneeskunde. Bij het vak wat ik nu doe, heb ik elke dag weer contact met mensen. En geen dag is daarbij gelijk. Ik heb tijdens mijn opleiding de Eed van Hippocrates afgelegd. Ik heb gezworen om mensen te helpen en géén kwaad te doen. Euthanasie is het verzoek een einde te maken aan iemands leven na uitzichtloos lijden. Euthanasie is heel cru gezegd iemand dood maken. Je maakt letterlijk een einde aan iemands leven. Maar gaat dat niet in tegen die eed? Ik heb gezworen mensen beter te maken, maar de dood is dan toch juist heel tegenstrijdig?

‘’IK HEB GEZWOREN MENSEN BETER TE MAKEN, MAAR DE DOOD IS DAN TOCH JUIST HEEL TEGENSTRIJDIG?’’

Bij mij komt naast de tegenstrijdigheid met de eed, ook het geloofsaspect erbij kijken. Ik ben een christelijke huisarts. Vanuit mijn geloofsovertuiging geloof

‘’TEGENWOORDIG IS ALLES MAAKBAAR. MENSEN WILLEN NIET MEER LIJDEN. ZE WILLEN GEEN CENTJE PIJN LIJDEN.’’ ik dat God de mensen gemaakt heeft en God daarin het leven ook neemt. Het is dan niet aan de dokter om het besluit over iemands leven te nemen. En ik heb van tevoren, al tijdens mijn opleiding, vastgesteld dat dit besluit niet onder een

van mijn taken zal vallen. Vroeger hoorde lijden erbij. Maar tegenwoordig is alles maakbaar. Mensen willen niet meer lijden. Ze willen geen centje pijn lijden. Mensen zijn bang voor de dood. Sommigen zijn misschien bang voor wat daarna komt. Bang voor het hiernamaals. Ze zeggen dan tegen me: “Ik wil slapen en dan overlijden. Dood gaan zonder lijden.”

Tijdens mijn opleiding heb ik mijn eerste euthanasieverzoek meegemaakt. Ik liep mee met een dokter, dus het was officieel niet mijn patiënt. Maar ik kende de patiënt inmiddels wel. En deze patiënt was er echt sprake van uitzichtloos lijden. En dat was voor mij toen best een heftig beeld. Ik heb toen veel met de dokter gesproken want hij maakte hier toch een einde aan iemands leven en daar ben je ook in gedachte veel mee bezig. Waar ik toen achter kwam, ook al doe je het wel en sta je er honderd procent achter, dat het dan nog zwaar is. Euthanasie is ook helemaal niet zo makkelijk als mensen denken. Het is niet zo dat ze morgenochtend met het verzoek komen en dan ‘s avonds met een spuitje hun laatste levensfase in gaan. Er komt zoveel meer bij kijken. Als dokter ben je continu bezig met bellen, de papieren regelen. De medicijnen alleen al zijn een hele klus. En als dokters praten wij natuurlijk ook heel veel met de patiënten. Weten patiënten wel wat het inhoudt? Weet hij of zij wat de second opinion is? En waarom willen ze zo graag en zo snel overlijden? Praten is zo belangrijk, dat is eigenlijk echt waar het allemaal om draait.

Maar toch, als je dan een patiënt krijgt van rond de 40 jaar die zal binnenkort overlijden aan een tumor, dan blijft dat confronterend. Dan komt ineens alles wel erg dichtbij. Want ja, het had zo mij kunnen overkomen. Ik merk aan mijn collega’s die wel euthanasie plegen, dat het echt een enorme impact op hen heeft. Ik heb nog nooit

een dokter meegemaakt die erna nog een spreekuur houdt. Echt nooit. En puur omdat het psychisch een enor-

‘’DAN KOMT INEENS ALLES WEL ERG DICHTBIJ.’’ me belasting geeft. Ook als dokter. Het laat een hele hoop sporen achter, want je gaat een heel intensief traject met mensen aan. Het mag vreemd klinken, maar met die collega’s hierover praten vind ik echt erg fijn. Vooral omdat we dan altijd goede gesprekken kunnen voeren met elkaar. Zij hebben het nodig om alles te verwerken, hun hart te luchten. En ik vind het fijn om er over te kunnen

‘’HET GEEFT PSYCHISCH EEN ENORME BELASTING. OOK ALS DOKTER’’

praten, hun overtuiging te horen en onze motivaties te delen met elkaar. Maar ook al doe je niet aan euthanasie, met de weg richting het overlijden kom je die laatste weken toch dagelijks bij de mensen thuis als huisarts. Dingen gaan snel. Vooral pijn ontwikkelt zich snel. Je moet er dan toch regelmatig heen gaan. Dat is een heel intensief traject, maar daarvoor ontvang ik vooral dankbaarheid. Je ziet dat mensen zo blij en dankbaar zijn voor de hulp en ondersteuning die je hen gegeven hebt. En weet je wat het is… je bouwt echt een relatie met de mensen op. Ook met de mensen die achterblijven. En die relatie blijft. Dat vind ik echt het mooiste aan het vak.

Nienke van der Wal

LE(E)F | 27


Pinkstereo:

2 days of pinkstermadness Goed ingepakt, met truien en vesten gaan wij op pad. Het is namelijk de koudste eerste Pinksterdag sinds 1937. Een koude, sterke wind, buien en temperaturen rond de 12 graden kenmerken het weekend. Oftewel, weer om thuis voor de openhaard te zitten en films te kijken. Maar er zijn mensen die hier heel anders over denken. Op het terrein van de Wijthmenerplas gaan ze het Pinksterweekend flink los op een gloednieuw festival: Pinkstereo. Terwijl we wachten op de pendelbus die ons van station Zwolle naar het festivalterrein brengt, begint het te regenen. Een koude bries laat ons vieren bibberen van de kou. Nee, mooi weer is het niet. Van tevoren waren we gewaarschuwd dat het een koud en nat weekend zou worden. Maar liefhebbers van de harde beats van raw hardstyle houd je niet tegen met een spatje regen of een winterse temperatuur. In de bus is de sfeer al goed. Mensen lachen, zingen en praten hard door elkaar. Een jongen van een jaar of 20 draagt een korte broek. De rillingen lopen ons over de rug. ‘’Die durft’’, zegt Jorrit. Hij kijkt met een bezorgd gezicht naar de blote, harige benen. De pendelbus komt tot stilstand. De eindhalte, maar vanaf hier is het zeker nog 15 minuten lopen tot aan het festivalterrein. Een lange sliert van joelende mensen loopt de slingerweg af. In de verte hoor je al de euforische klanken. Elke meter verder wordt de muziek beter hoorbaar.

Allerlei soorten mensen zijn vandaag op die muziek af gekomen. Jong, oud, blank, zwart, geel, groen. Ouders met jonge kinderen, die al dan niet vrijwillig zijn meegegaan. Oudere mannen van in de 30, huisvrouwen en natuurlijk de klassieke gabber, gekenmerkt door een aussie die twee maten te groot is. Ook de Air Max mag natuurlijk niet ontbreken. Het aantal 50-plussers is wel op een hand te

28 | LE(E)F

tellen. Gelukkig zijn er genoeg hulpverleners aanwezig die deze mensen bij een eventuele hartaanval door de harde bassen kunnen helpen. Dat raw hardstyle steeds populairder wordt, blijkt wel uit feit dat het zwart ziet van de mensen. Er is plek voor 15.000 bezoekers, maar of die er ook allemaal zijn? Verder van het podium, bij de eettentjes is nog genoeg ruimte. De locatie is perfect. Aan een kant van het terrein is een zandstrand met uitzicht over de plas. Met een beetje fantasie kun je je voorstellen hoe mooi het had kunnen zijn. Zonnebril op, poo tjebadend in het water met een biertje in je hand genieten van de muziek. ‘’Ik ben allang blij dat het niet regent’’, zegt Tim. En gelijkt heeft hij, want niks is vervelender dan de hele dag met een nat pak rond te lopen en te stinken naar natte hond. De tijd vliegt voorbij en de ene na de andere knallende act staat op het

“ IK BEN ALLANG BLIJ DAT HET NIET MEER REGENT!’ podium. Wanneer het begint te schemeren, wordt de muziek steeds harder en intenser en gaan steeds meer mensen uit hun dak. Springen, wild met de armen zwaaien, grote pupillen. Veel bierdrinkende mensen blèren mee met de stukjes tekst in de muziek. Wanneer de avond echt is gevallen zorgt Radical redemption met zijn half uur durende set voor een knallend feest.

De licht- en lasershow is met zijn felle stroboscooplampen in het donker letterlijk en figuurlijk oogverblindend.


‘Ik dacht even dat het niet goed me ging, ik zag alleen maar wazig’, zegt Tim terwijl hij naar de grond kijkt om even de lichteffecten te ontwijken. Op het strand ligt een meisje, op het oog levenloos. Een groepje mensen staat voorovergebogen in een kringetje om haar heen. Ze kijken bezorgd. Een toegesnelde hulpverlener gebaart dat iedereen afstand moet nemen. ‘’Stel je voor dat ik daar zou liggen, ik zou helemaal gek worden als iedereen er dan ook nog eens boven je hangt te mekkeren’’, schreeuwt een meisje dat voor me staat. In het publiek gaat ondertussen een klein jongetje van een jaar of 13 helemaal los. Hij hakt als een echte professioneel. Menig gabber zal er jaloers op zijn. Ook al is het festival toegankelijk voor alle leeftijden, de vraag is of zulke jonge kinderen, onder de 15 jaar, hier wat te zoeken hebben. Natuurlijk, je

mag de muziek mooi vinden. Maar het is de vraag of zijn ouders wel weten dat hun kind hier tussen de hossende, dronken en lijpe mensen staat. ‘’Hier heb ik al de hele avond op gewacht’’

Het laatste uurtje is alweer aangebroken. De MC stoomt het publiek vast klaar voor wat het toetje van de avond moet zijn. The Man with the mask, beter bekend als Angerfist. Voor mensen die niet thuis zijn in deze muziekstijl: Angerfist geldt volgens kenners als een van de beste hardcore Dj’s van dit moment. ‘’Hier heb ik al de hele avond op gewacht’’ zegt Ricardo. Speciaal voor deze dag heeft hij zijn aussie afgestoft. Het openingsnummer zorgt direct voor kippenvel. Met zijn harde snelle beats blaast Angerfist het dak ervan af. Figuurlijk natuurlijk, want het is een openluchtfestival. Een dak was eigenlijk geen overbodige luxe geweest met dit kille

weer. Vanaf een heuvel heb je een mooi zicht over de uitzinnig feestende mensen. Iedereen gaat los, zelfs de mensen achter de balie van de merchandise staan te hossen. Muziek verbroedert, zeggen ze weleens. Pinkstereo bewijst dat dit waar is. Hier aan de Wijthemerplas is het alsof je lid bent van een grote familie. En dat voor maar een vriendenprijsje van tien euro. Wie zin heeft gekregen in zo’n feestje: zet alvast de data 3 en 4 juni voor volgend jaar in je agenda. Dan keert Pinkstereo terug.

Han Vuuregge

LE(E)F | 29


“Hij heeft ons gezin kapot gemaakt” Jansen Steur werd in 2009 landelijk bekend als de arts die moedwillig verkeerde diagnoses stelde bij zijn patiënten, zoals Parkinson, ALS en Alzheimer. Jansen Steur schreef zware medicijnen aan zijn patiënten voor. Zelf kampte de neuroloog in die periode niet alleen met een verslaving aan kalmeringsmiddelen maar gebruikte hij ook te veel alcohol. Bovendien heeft de arts volgens justitie ADHD en een narcistische persoonlijkheidsstoornis. In 2014 werd hij veroordeeld tot een drie jaar lange gevangenisstraf. In 2015 werd Jansen Steur echter vrijgesproken omdat er sprake was van te weinig bewijzen tegen de arts. Zo kan niet bewezen worden dat de ex-neuroloog opzettelijk de verkeerde diagnoses heeft gesteld. Nu, 17 mei 2016, heeft de Hoge Raad bekendgemaakt dat de vrijspraak van Jansen Steur definitief is. Een grote klap voor de slachtoffers. en reageren raar, alsof je het allemaal verzonnen hebt.” Ook de relatie van Mila en Taieb leidt onder deze bizarre situatie. “Mijn leven nu is erg triest en verdrietig. Ik ben erg prikkelbaar net zoals mijn man. Dit ga je dan op elkaar afreageren en dat is niet goed voor je relatie.” Ook vertelt Mila dat ze zelf vergeetachtiger wordt. “Mijn man vertelt me vaak dat ik veel veranderd ben. Ik denk te veel na over alles en pieker erg veel. Jansen Steur heeft ons kapot gemaakt.”

“Het was zo’n aardige man”, vertelt Mila El Haddad, bij wiens man Alzheimer werd geconstateerd door neuroloog Jansen Steur. “Ik vertrouwde hem en had veel contact met hem. Ik stuurde hem zelfs kaartjes wanneer we op vakantie waren.” Het leven van Mila en haar man Taieb veranderde compleet na de diagnose Alzheimer, iets wat ze in 1998 te horen kregen. Zo werd Taieb ontslagen en moest hij twee keer in de week naar een dagopvang voor patiënten met Alzheimer. “Hier voelde mijn man zich niet op zijn gemak. De mensen die daar zaten waren vergeetachtig, Taieb had hier geen last van. De mensen in de dagopvang vonden het ook maar raar. Ook stuurde Jansen Steur ons een brief dat mijn man preventief zou worden opgenomen in een verzorgingshuis. Dit wilde ik en mijn dochter niet. Ik zei: laat maar, als het

zover komt zorgen wij voor hem.” Elk jaar ging het stel terug naar hun respectievelijke geboortelanden Marokko en Joegoslavië. Elk jaar namen ze opnieuw afscheid omdat het opeens wel heel snel kon gaan. “Je wil dat hij nog kan genieten van zijn leven en gaat daarom wensen vervullen. We kochten een nieuwe auto, en namen een nieuwe vloer. Je denkt: ja, laten we dit maar doen, nu kan hij er nog van genieten. Nu zitten we in de schulden en hebben we niks meer.” “Ik ben het zat”, vertelt Mila. “Al dat liegen en bedriegen, ik kan niet meer. Het is allemaal zo oneerlijk.” Door al de stress die de oplichterij met zich meebrengt wordt Mila in 2013 ook nog eens twee keer getroffen door een beroerte. “Gelukkig ben ik er nog goed uitgekomen en kan ik nog veel. Maar psychisch ben je kapot. Mensen behandelen je ook anders

Nu Jansen Steur officieel is vrijgesproken, is Mila er klaar mee. “Ik heb alle kranten en papieren die ik in de jaren heb bewaard gisteren weggegooid. Wat heb ik er nog aan? Ze herinneren me alleen maar aan een slechte tijd. Als ik hem zie wil ik hem wel grijpen. Als ik wat tegen hem kon zeggen was het dat ik had gehoopt dat hij heel wat jaren in de gevangenis zou hebben gezeten na wat hij ons heeft aangedaan.”

‘‘IK VERTROUWDE HEM EN HAD VEEL CONTACT MET HEM’’

30 | LE(E)F

Robin Telman


Wat doe jij met je vakantiegeld? Het is alweer halverwege mei en dat betekent dat het alweer bijna tijd is voor vakantie. Op de meeste rekeningen wordt deze maand wat extra geld gestort. Of terwijl: ‘vakantiegeld.’ Maar wat doen wij nou met ons vakantiegeld? Iedereen heeft hier een andere bestemming voor. Dit geldt ook voor Mike, Annet en Derk…

Naam: Mike Meere Leeftijd: 20 jaar Werk: Supermarktmedewerker Krijg jij vakantiegeld? Ja ik krijg vakantiegeld

Wat ga jij doen met je vakantiegeld? Met mijn vakantiegeld ga ik mijn vakantie betalen. Samen met mijn vriendin ga ik naar Spanje. Daar hebben we samen een appartement gehuurd voor deze zomer. We gaan al vrij in het begin van de vakantie, dus daarom komt het geld deze maand helemaal van pas. Waarom kies je ervoor om je vakantiegeld zo te besteden? De naam zegt het eigenlijk al en op dit moment kan ik het geld daar goed voor gebruiken. Als student heb ik niet heel veel geld en er zijn natuurlijk ook andere dingen die betaald moeten worden. Ik vergeet hierdoor nog wel eens te sparen, dus kan ik dit extra geld mooi gebruiken voor mijn vakantie.

Joyce van der Touw

Naam: Annet Markslag Leeftijd: 49 jaar Werk: Verkoopmedewerkster bij de bakker Krijg jij vakantiegeld? Ja ik krijg vakantiegeld in de maand mei

Wat ga jij doen met je vakantiegeld? Mijn vakantiegeld besteed ik samen met mijn man onder andere aan de vakantie. Het is een mooi extraatje. Vaak gaan we in de zomer kamperen. We huren dan vaak een tent in Frankrijk, maar in Nederland kun je ook echt heel mooi kamperen! Waarom kies je ervoor om je vakantiegeld zo te besteden? Het is een mooi extraatje voor de vakantie en als we niet op vakantie gaan besteden we het aan iets anders wat op dat moment noodzakelijk is. Zo besteden we ons vakantie geld altijd goed.

Naam: Derk Beijering Leeftijd: 78 jaar Werk: Krantenbezorger Krijg jij vakantiegeld? Ja ik krijg vakantiegeld

Wat ga jij doen met je vakantiegeld? Ik heb mijn vakantiegeld al besteed. Voor mijn vrouw heb ik vorige week een luxe koffiezetapparaat gekocht. We gingen samen boodschappen doen en ik ben toen met een smoes naar de andere winkel gegaan. Tegen mijn vrouw zei ik dat ik fotopapier moest kopen. De mensen in de winkel hielpen ze mij met inladen en zo kon ik thuis mijn vrouw verrassen met haar nieuwe koffiezetapparaat. Waarom kies je ervoor om je vakantiegeld zo te besteden? Ik wou mijn vrouw graag verrassen. Mijn vrouw was toe aan een nieuw koffiezetapparaat en toen heb ik het koffiezetapparaat van mijn vakantiegeld gekocht als cadeau voor haar. Natuurlijk moest het wel een goede zijn en heb ik ook een beetje aan mijzelf gedacht. Ik ben namelijk echt gek op koffie.

LE(E)F | 31


FOTO - LUKA DE KRUIJF

In de strijd om de Nederlandse basketbaltitel heeft Donar Groningen dinsdagavond een gevoelige tik uitgedeeld aan Landstede Zwolle. In een volgepakt Martiniplaza wonnen de Groningers de vierde wedstrijd in de best-ofseven series eenvoudig met 74-50 en brachten daarmee de stand op 3-1. Zes uur later begon aan de andere kant van de oceaan de vierde wedstrijd in de NBA Western Conference Finals, tussen de Golden State Warriors en de Oklahoma City Thunder. Een groter contrast tussen beide tweeluiken is in meerdere opzichten vrijwel onmogelijk.

Dutch Basketball League:

32 | LE(E)F


De Meest Waardevolle Speler van de DBL, de 28- jarige Worthy de Jong, sprak twee weken geleden in een interview met NRC zijn frustratie uit over het marginale bestaan van het Nederlandse basketbal. Het salaris van de international van ZZ Leiden ligt weliswaar boven het modale inkomen, maar De Jong ziet zichzelf genoodzaakt in de zomerstop een uitkering voor twee maanden aan te vragen.

“DE PROFS IN DE DBL SPELEN BOVENAL OM BROOD OP DE PLANK TE LEGGEN”

Vergelijk zijn situatie met de rijkdom van NBA-ster LeBron James en het verschil is meteen duidelijk. De forward van de Cleveland Cavaliers strijkt alleen bij zijn werkgever al 24 miljoen dollar per jaar op. Tel daar zijn sponsordeals met onder andere Nike en Coca Cola bij op en de conclusie is eenvoudig: de uitspraken van De Jong zijn zeker niet ongegrond. De Jong klaagt ook over de media-aandacht voor zijn sport. De vergelijking zegt opnieuw genoeg: Ziggo Sport besteedde dit seizoen één keer per week aandacht aan de DBL, terwijl er in Amerika 143 wedstrijden werden uitgezonden op de nationale televisie. Wel zendt Ziggo twee NBA-wedstrijden uit per week en geeft men deze competitie veel meer aandacht. Waarom leggen ze niet de nadruk op het basketbal van eigen bodem?

“WAAROM LEGGEN ZE NIET DE NADRUK OP HET BASKETBAL VAN EIGEN BODEM?” Het lijkt vooral te maken te hebben met het gebrek aan interesse bij de consument. De Nederlandse sportliefhebber neemt nog altijd genoegen met de overdosis voetbal die het voor de kiezen krijgt en laat het basketbal links liggen. Dit past bij de uitspraken van De Jong en de huidige staat van het Nederlandse profbasketbal. Spelers als De Jong bereiken in de DBL al snel hun plafond en verkassen naar landen als Duitsland of Spanje. Bondscoach Toon van Helfteren legde al eerder het directe verband met de zwakke financiële basis. Hij leidt het nationale team mede hierdoor niet als betaalde toptrainer, maar als vrijwilliger.

En nu die financiële basis smal is, hebben ook Amerikanen steeds minder trek om in Nederland te komen spelen. Zo besloot DBM Shooters Den Bosch dit jaar geen enkele Amerikaan in de selectie op te nemen. Ook Landstede doet het met bijna allemaal ‘eigen’ jongens. De Amerikanen die wél in Nederland spelen, moeten niet alleen wennen aan de financiële situatie in de DBL. Toen Lance Jeter in 2014 de overstap naar Donar maakte, gaf hij direct aan moeite te hebben met de manier van spelen. “In Amerika was ik gewend dat je speelde vanuit je ‘skills’, maar in Europa moest ik ineens leren om de verdediging te lezen. Ik ben daardoor wel een completere basketballer geworden.”

FOTO - BILL STREICHER

I

n de jaren tachtig en negentig groeide de Amerikaanse basketbalcompetitie (NBA) uit tot een goudmijn voor sponsoren en marketeers. Onder leiding van supersterren als Magic Johnson en Michael Jordan ontpopte de NBA zich tot een amusementsshow. Terwijl deze ontwikkeling nog altijd in volle gang is, lijkt de Nederlandse basketbalcompetitie het imago van het lelijke eendje maar moeilijk van zich af te kunnen schudden. De profs in de Dutch Basketball League (DBL) spelen bovenal om brood op te plank te krijgen.

Spelers als Jeter zijn van huis uit gewend om attractief te spelen en juist daarom moet de DBL deze jongens koesteren. Zij kunnen, ondanks de smalle financiële basis, de competitie naar een hoger plan tillen.

Iets wat de DBL ten slotte goed kan gebruiken is een Nederlandse doorbraak in de NBA. Derrik Smits - de zoon van ‘Dunking Dutchman’ Rik Smits - heeft wellicht kans op een glansrijke NBA-carrière. Kijk naar Steven Kruijswijk en Max Verstappen. Heel Nederland is in extase door hun prestaties, iets wat Dafne Schippers vorig jaar ook al teweegbracht. Het zijn sporten waar wij als land nooit in uit hebben geblonken en dat biedt hoop voor de DBL. Nederlands basketbalsucces kan voor hetzelfde ‘schokeffect’ zorgen als de gouden race van Verstappen en de ‘roze’ wolk van Kruijswijk. Tot die tijd is de DBL een lelijk eendje dat niet in de vijver met de grote zwanen mag zwemmen.

“NEDERLANDS BASKETBALSUCCES KAN VOOR HETZELFDE ‘SCHOKEFFECT’ ZORGEN ALS DE GOUDEN RACE VAN VERSTAPPEN EN DE ‘ROZE’ WOLK VAN KRUIJWIJK”

Jelmer Wijnstra

Luuk Wesselo

het eeuwige lelijke eendje

LE(E)F | 33


Gezinshuis: Een plekje voor iedereen Volledig stoppen met je werk, om een gezinshuis te starten, is een gedurfde stap. Toch doet Jolanda Wensink (40) het. Samen met haar man heeft ze het huis van de buren gekocht, om daar vier jongeren met een verstandelijke beperking op te vangen. Ze kunnen daar wonen met minimale begeleiding, om toch een stukje zelfstandigheid op te bouwen. Het plan kwam vorig jaar zomer, nadat ze te horen kreeg dat ze weer ontslagen zou worden. Door alle reorganisaties in de zorg zou haar baan als groepsleider en manager verdwijnen. Dit was al drie keer eerder gebeurd. Deze keer was Jolanda er klaar mee. “Ik heb de hele vakantie in Tsjechië zitten denken wat ik dan wel zou willen. Ik heb een vriendin van mij die ook een gezinshuis heeft, voor heel erg verstandelijk gehandicapten. Iedere keer dat ik daar kom denk ik ‘oh wat is dit gaaf!’ en zo kwam dit idee. Maar ik zat eerst te denken aan iets van dagbesteding, maar dat is ook zo duur en er is ook al wel veel in Kampen voor zwaar gehandicapten.”

Het idee bleef zo een beetje hangen, tot Jolanda’s buurvrouw op een dag langskwam. “ ‘Jolanda, we gaan verhuizen.’ En even later kwam mijn man thuis. ‘Jolanda, de buren gaan verhuizen en wij

34 | LE(E)F

gaan dat huis kopen, ‘“vertelt ze met een glimlach. “Ik reageerde nogal geschokt, want daar hebben we helemaal geen geld voor. Maar Richard zei dat ik me

“JOLANDA, DE BUREN GAAN VERHUIZEN EN WIJ GAAN DAT HUIS KOPEN.” geen zorgen moest maken en gewoon moest gaan praten met Sandra, die ook een gezinshuis heeft.” En dat deed ze. Sandra kende nog een accountant die Jolanda wel zou kunnen helpen. Samen met haar accountant ging ze op zoek naar investeerders. Vanaf dat moment ging alles heel snel.

“We vonden een ouder echtpaar dat wel geïnteresseerd was. Ik ben daar vijf januari geweest voor een kennismakingsgesprek en zes januari belden ze dat ze wel wilden investeren.” Daarna kwam ook de bank die wilde helpen en kon het project beginnen. “22 april kregen we de sleutel. Ja, dat was ook wel apart. Ik kwam even kijken vanwege de stukadoor ofzo, ik weet het niet eens meer en toen zei de buurvrouw: “Alsjeblieft, hier heb je alvast de sleutels.” Ik stond daar wel perplex, ik had ineens sleutels.” Vanaf 4 juni komt de eerste jongen al logeren. Het huis is dan nog niet af, maar dat is geen probleem. “Hij komt de eerste paar keren bij onze kant van het huis eten. Als dan de andere kant klaar is, gaan we daar met zijn allen dineren. We zorgen gewoon dat zijn kamer wel helemaal klaar is.” De jongeren die er komen te wonen heb-


ben maar vrij weinig hulp nodig. Alleen het diner wordt door Jolanda geregeld, de rest kunnen ze zelf. “Ze zijn eigenlijk bijna volledig zelfstandig. Maar gewoon niet zo dat ze volledig op zichzelf kunnen wonen. Die stap is echt nog te groot. Deze jongeren verdienen ook een plekje waar ze kunnen wonen. Dat geven wij ze nu.” Deze doelgroep jongeren met een lichte beperking en vormen van autisme was niet haar oorspronkelijke doel. “Ik wilde eerst wat Sandra ook heeft, met veel zwaardere gehandicapten en meer zorgen geven. Maar ik merkte gewoon dat dat niet haalbaar was en dat die zorg er in Kampen al wel zo in zit, dat nog een huis helemaal niet nodig is. Deze vorm slaat wel aan.” Zelf heeft Jolanda ook twee kinderen. Xander van 8 en Geert van 5. “De schok voor hen gaat ook wel meevallen. Eigenlijk zijn ze al wel gewend om met gehandicapte kinderen om te gaan.” Al een paar jaar komt er iedere woensdagmiddag een verstandelijk gehandicapt meisje langs om te knutselen. Ook hebben ze een tijdje een andere jongen op de zaterdagmorgen in huis gehad. “Geert gaf aan dat hij het allemaal wel prima vond, tenzij ze niet met zijn nerfpistool gingen spelen. Maar later kwam ik erachter dat hij het wel moeilijk vond, want waar moesten alle spullen nou komen? Toen heb ik samen met hem de plattegrond van het huis gemaakt en alles getekend. Daarna was hij wel veel rustiger. Nu

hebben ze er vrede mee. “

Jolanda wil de jongeren niet te veel regels meegeven. “Natuurlijk neem ik wel de regels die ze op de vorige opvang hebben over en ook de afspraken van thuis. Verder wil ik ze niet teveel opleggen. Daar ben ik helemaal niet van. Maar natuurlijk houd ik ook zelf wel wat regels aan, zoals het niet boven komen bij ons in huis en je mag alleen maar buiten roken, maar verder niet zo veel. Ons motto is eigenlijk: als ze het maar leuk hebben, als het maar gezellig is. Dan is alles goed.” olanda weet nog niet zo goed, of ze er echt zin in heeft. “Ja, natuurlijk vind

ik het echt leuk, maar het is ook heel spannend. Dit is een baan waar ik voor de rest van mijn leven aan vast zit. Het is zo definitief, ja totdat het niet meer gaat. Maar ook de jongeren blijven hier welkom totdat ze dat gewoon niet meer kunnen. Dat is gewoon heel spannend en heel leuk. Ik heb er ook wel zin in, maar ik merk het toch nog niet helemaal. Ik ben zo iemand, die pas echt een vakantiegevoel heeft, wanneer ze op vakantie is. Ik ben pas op vakantie als ik er eenmaal ben. Daarvoor heb ik er niet zoveel gevoel bij, met de hele voorpret. Dat is bij ons gezinshuis ook zo. We merken vanzelf wel hoe het gaat lopen, het komt zoals het komt.” Annerieke Treep

LE(E)F | 35


Een vechtershart dat ni TROTS EN POSITIVITEIT IN HET LEVEN VAN KICKBOKSER HESDY GERGES

“Ik hoef mezelf niet op de kaart te zetten, ik sta al op de kaart omdat ik nooit ben weggeweest. De zwaargewichtdivisie van GLORY, die is wel weggeweest. Omdat ik er weer ben is die ook terug, dus mag GLORY blij zijn dat ik ze weer kom versterken!” Welkom in de wereld van kickbokser Hesdy Gerges (32). Een wereld die er tot voor kort heel anders uitzag. Wereldkampioen Gerges kreeg van het Hof in Antwerpen vierenhalf jaar cel voor betrokkenheid bij de invoer van 128 kilo cocaïne in de haven van de stad, in mei 2010. Het Amsterdamse kickboksicoon heeft zes jaar lang volhard in zijn onschuld. Op 19 april 2016 wordt hij daarvoor beloond: er volgt vrijspraak door het Belgische Hof van Cassatie. “Ik was één dag met de verkeerde mensen. Maar was me van geen enkel kwaad bewust. Ik ben meegegaan naar Antwerpen om te ontspannen. Mijn complete focus richtte ik verder op mijn gevecht tegen Badr Hari, een week later.”

FOTO - SVETLANA BALASHOVA

Het is de laatste partij die Hesdy wint voor alle chaos echt losbarst. Met deze winst creëert de nieuwe wereldkampioen een wereldwijde sensatie omdat tot op dat moment werd gedacht dat ‘koning’ Badr het klusje wel even makkelijk zou klaren. Hesdy ‘Fighterheart’ Gerges had zich gemeld aan het boksfirmament, maar kon zijn naam en faam op dat moment niet kapitaliseren. Ondertussen naderde in december 2015 GLORY 26, het eerste vechtgala in de Amsterdamse RAI, terug na vijf jaar verbanning. Het stadsbestuur beschouwde de gala’s als netwerkbijeenkomsten van criminelen. Gerges stond op de affiches, maar de gemeente liet de organisatoren weten dat het ‘gevolgen voor de toekomst’ kon hebben als hij zou vechten. GLORY besloot Hesdy af te zeggen. Hij begrijpt de overweging van kickbokspromotor GLORY, maar niet die van de gemeente Amsterdam. “Het is een soort afpersingsverhaal geweest van de gemeente. Ik was zo blij dat ik eindelijk weer op een groot evenement in mijn eigen stad zou vechten en was vol in training. En toen gebeurde er ineens dit. De burgemeester zou moeten stimuleren dat ik mijn werk kan doen zolang mijn veroordeling niet onherroepelijk is.”

36 | LE(E)F


ieuwe ambities pompt Na de weigering kiest Gerges met zijn team, onder leiding van legendarische trainer Thom Harinck, eerst voor een ander plan: er wordt voor 24 april een wedstrijd aangenomen in het Duitse Meppen tegen Fransman Tony Grégory. Hesdy wint die partij met een technische knock-out en wordt gekroond tot ‘King of the Ring’ van promotor It’s Hardcore Time Again. De Amsterdammer weet dan al een aantal dagen dat zijn Belgische vonnis is vernietigd.

Gerges keerde niet alleen terug naar zijn geliefde Mokum met een wereldtitel, maar ook met een

nieuwe kijk op zijn (sportieve) leven. “De rechtszaak in Antwerpen betekende voor mij een heftige tijd, het heeft een beter mens van me gemaakt, al besefte ik me dat niet zo toen ik nog in die achtbaan zat. Ik heb geleerd met tegenslagen om te gaan en daarbij mijn droom niet op te geven.” Ook heeft de sportman geleerd om te vergeven: “Als je leert om mensen te vergeven in je leven, kost dat je veel minder energie dan dat je altijd maar boos blijft.”

Wanneer hij dit vertelt laat de kickbokser fijntjes weten dat hij nog geen persoonlijk bericht van burgemeester Eberhard van der Laan of de gemeente ontvangen. Behalve dan dat hij na enige twijfel van het stadsbestuur, mag aantreden tijdens GLORY 31 op 25 juni. Wederom in de RAI. “Het voelt erg goed weer in mijn Amsterdam te kunnen vechten. Het maakt me blij om hier mijn kunsten weer te kunnen vertonen. Ik voel me super. Gemotiveerd!” De trainingen van Hesdy gaan prima en hij zit op schema. Zijn strijdplan om van tegenstander Ismael Londt te winnen is helder, “Ismael is natuurlijk een hele goede vechter. Dus zal ik zorgen dat ik op alles voorbereid ben.” Hij denkt even na en vervolgt dan: “In eerste instantie wil ik een toppartij neerzetten, ik zal alles geven wat ik in me heb. Londt krijgt het in ieder geval niet cadeau.” Gerges ziet samen met Thom Harinck nog een mooie toekomst voor zich. “Ik wil gewoon weer kampioen worden! Niet alleen voor de sport, maar ook vooral voor de mensen. Ze motiveren om te sporten. Mensen inspireren met mijn achtergrond en mijn verhaal.” Fans hoeven volgens de kickbokser geen hoop te koesteren op een toekomstige tweede partij tussen hem en Badr Hari. “Ik denk dat Badr juist blij mag zijn als een kickbokspro-

“MIJN ZELFBEELD IS NIET VERANDERD. DE WAARHEID IS BOVEN WATER GEKOMEN. DAT IS ER VOOR MIJ VERANDERD…”

motor hem een kans biedt. Hij is nergens meer in de ranking, ligt uit de kickbokswereld. Misschien is het leuk voor hem om in een blad als Story te komen. Het is nog zijn enige PR. Sportief gezien is het niet meer interessant.”

Badr Hari is dus niet de uitdaging, Rico Verhoeven wel. “Kijk, ik ben een sportman in hart en nieren dus wil ik graag vechten tegen iemand die mij een uitdaging geeft. Op dit moment is de wereldtitel van GLORY natuurlijk in handen van Rico Verhoeven, dus als ik wat meer wedstrijdritme heb opgedaan, lijkt me dat een goed idee en mooi gevecht!” Sanne ter Heide

LE(E)F | 37


Pesten maakt mooier Annelot Vijfhuize (19) is jarenlang gepest en nu deelt ze haar verhaal. De voordeur zwaait open en een vrolijk, zelfverzekerd meisje verschijnt in de deuropening. ‘’Ik heb me niet zo netjes aangekleed’’, zegt de pantoffels-met-panterprint-dragende Annelot Vijfhuize. Als iemand je zou vertellen dat ze een paar jaar geleden haar huis niet uit durfde te komen door de pestkoppen in haar klas, zou je het haast niet geloven. 38 | LE(E)F

FOTO - JOEL GROEN


Ze ploft neer op de knalroze stoel in haar kamer. Achter haar staat een grote kast vol boeken. Ze vertelt dat ze heel nerveus is om haar verhaal te delen. De vrolijke lach op haar gezicht maakt plaats voor een serieuze blik. Het blijft even stil, dan begint ze te vertellen. ‘’Het pesten begon in groep 3. Ik denk dat ik het toen nog niet echt doorhad, maar ik wist wel dat ik er minder bij hoorde dan de rest. Het besef kwam pas in groep 6. Ik merkte dat ik steviger was dan de andere meisjes in mijn klas. Toen ik naar de middelbare school ging, werd het erger. Nadat ik in de tweede klas doodsbedreigingen kreeg, durfde ik niet meer naar school. Ik deed havo, maar ik besloot af te stromen naar vmbo. Hierdoor kon ik naar de ‘grote’ school waar ik minder op zou vallen. Dat hoopte ik in ieder geval. Dit gebeurde. Het boeide niemand wie ik was of hoe ik eruit zag. Ik kon eindelijk ademhalen.’’

“IK MERKTE DAT IK STEVIGER WAS DAN DE ANDERE MEISJES IN MIJN KLAS” De serieuze blik is nu wat meer ontspannen. Ze vertelt over de boeken in haar kast, de camera op haar bureau en haar liefde voor Harry Potter. De drie dingen die haar gedachten van het pesten afhielden. ‘’In de tijd dat ik niet meer naar school durfde, zat ik vooral thuis video’s te maken en Harry Potter te kijken. Toen ik mijn video’s op YouTube plaatste, begon ik online vrienden te maken. Ik werd niet meer veroordeeld op mijn uiterlijk, maar op mijn persoonlijkheid. Zelfs toen we gingen skypen werd ik volledig geaccepteerd. Tot op de dag van vandaag sturen we elkaar nog steeds verjaardags-

rugklachten. De fysiotherapeut vertelde me dat ik minstens 30 kilo moest afvallen. Dit zette een knop om in mijn hoofd.’’

kaarten. Harry Potter keek ik elke dag en als ik de films niet keek, dan las ik de boeken. Het was als een rots voor mij.’’

Ook Annelots familie was een grote steun. ‘’Ik besprak alles met mijn ouders. Dat is denk ik ook waarom ik zo open ben. Ze zijn nooit naar mijn mentor geweest, omdat het toch niet zou helpen. Ze hebben me altijd verteld dat ik mooi ben en dat ik er ook mag zijn. Ook met mijn broer had ik een hele goede band en daar ben ik heel dankbaar voor. Ik kan heel slecht tegen kritiek. Iedereen zegt altijd dat dat komt door je thuissituatie, maar bij mij kwam dat juist door alles wat er gebeurde zodra ik mijn huis uitstapte.’’

Annelot vertelt over haar eerste vriendje. ‘’Hij vond me mooi en dat deed heel veel met me. Het idee dat iemand me mooi vond gaf me een heel fijn gevoel. We deelden een liefde voor eten. Hij kwam geen grammetje aan, maar ik wel. Ik ben tijdens die relatie 15 kilo aangekomen en ik werd steeds ongelukkiger en onzekerder. Zowel met mezelf als in de relatie. Vlak nadat het uit ging, kreeg ik last van

Na het bezoek aan de fysiotherapeut is Annelot in het laatste half jaar 23 kilo afgevallen. Ze laat foto’s zien van hoe ze er eerst uitzag. Ze vindt het niet moeilijk om ernaar te kijken. ‘’Ik heb mezelf hoe dan ook geaccepteerd. Ik heb nog steeds dagen dat ik me heel onzeker voel, maar hebben we dat niet allemaal? Iedereen heeft nog een kind in zich. Dat achtjarig kind dat niet op het podium mag bij Kus, omdat ze al ‘te groot’ is of dat twaalfjarig kind dat ‘vet varken’ wordt genoemd blijft altijd in me. Dat gaat niet zomaar weg.’’ Harry Potter ligt nu ver achter haar. ‘’Toen mijn eerste relatie uitging en ik begon met afvallen, was het alsof ik een hoofdstuk afsloot. Ik ben naar de Harry Potter marathon geweest in de bioscoop en ik heb zo hard gehuild. Op dat moment wist ik dat ik het achter me moest laten en dat heb ik gedaan. Ik begon

“IK BEGON MET EEN NIEUW HOOFDSTUK” met een nieuw hoofdstuk; een Annelot die een stuk steviger in haar schoenen staat.’’

Na alle vragen slaakt Annelot een diepe zucht. Ze zegt uit het niets ‘’een mens is altijd zoveel mooier aan de buitenkant als de binnenkant ook mooi is’’. Ze komt omhoog uit haar stoel en daar staat ze weer, met haar pantoffels en een grote lach op haar gezicht. Hetzelfde vrolijke, zelfverzekerde meisje dat de deur open deed, doet nu de deur weer dicht.

“HARRY POTTER KEEK IK ELKE DAG EN ALS IK DE FILMS NIET KEEK, DAN LAS IK DE BOEKEN. HET WAS ALS EEN ROTS VOOR MIJ” Anouk Timmer

LE(E)F | 39


FOTO: ANP

Irakese Elvis zorgt voor verbroedering

“Je waant je in een andere wereld wanneer je naar hem luistert. Zijn liedjes kennen geen stroming of nationaliteit. Zijn woorden zijn zo diepgaand dat iedereen geraakt wordt”, zegt Shaheen Apkar (31) enthousiast. Chic gekleed in een witte blouse met blauwe strepen en een donkergrijze smoking met pantalon loopt hij in een van Amsterdams verlaten straten. Het enige wat je hoort, zijn het getik van de regen op zijn paraplu en zijn voetstappen op de natte stenen. Het is middernacht en Shaheen is duidelijk nog vol van het bijzondere concert in Carré dat hij net heeft bijgewoond. “Katheeeem!” roept een vrouw met felrode lippen. De minuten gaan niet snel genoeg voorbij. Het zal net acht uur ’s avonds zijn wanneer er beweging op het podium komt. Het enthousiaste publiek laat de grond trillen. Ze fluiten, applaudisseren en trappelen met hun voeten. De artiesten lopen op het podium naar hun eigen instrument toe. Meteen beginnen ze met muziek maken en het publiek schreeuwt hard en verwacht dat Kathem el Saher op elk moment tevoorschijn zal komen. Na een half uur alleen naar muziek te hebben geluisterd

40 | LE(E)F

verschijnt er iemand met een microfoon op het podium. Het is voor eventjes stil, want dit is niet degene die het publiek had verwacht. “Dames en heren, excuses voor het ongemak, maar Kathem begint om negen uur.” De teleurstelling is terug te zien op Shaheens gezicht. “Nou dan kunnen we nog even wat gaan drinken.”

“Katheeeeeeem!”, roept de vrouw met rode lippenstift een uur later voor de derde keer. Haar stem is ondertussen helemaal schor. Rond negen uur ’s avonds is er weer beweging op het podium. Net

als kinderen die blij en enthousiast zijn wanneer ze een snoepje gaan krijgen is het publiek enthousiast voor het

“HIJ IS DE ENIGE DIE DE HELE ARABISCHE WERELD BIJ ELKAAR PROBEERT TE BRENGEN”

komende optreden. De band loopt weer richting de instrumenten. Kort nadat ze


beginnen met het bespelen van instrumenten schreeuwt het publiek het uit wanneer Kathem el Saher gekleed in een smoking, dan eindelijk het podium van Carré oploopt. Van vreugde gaan de toeschouwers staan en de Iraakse vlaggen en spandoeken met liefdesbetuigingen gaan meteen de lucht in. Dit is het tweede concert dat Kathem el Saher in Nederland geeft. Zijn fans noemen hem “Caesar van de Arabische wereld” en “Iraakse ambassadeur van de wereld”. In die Arabische wereld is hij een legende en een van de weinigen die in klassiek Arabisch zingt. “Hij is de enige die de hele Arabische wereld bij elkaar probeert te brengen”, zegt de Palestijnse Isabelle Ramadan (54). Zij is samen met een hele groep fans speciaal voor zijn concert overgevlogen vanuit Israël. “Hij brengt ons naar een wereld vol liefde en fatsoen. Met zijn woorden en muziek raakt hij je hart, je ziel en alles in je.” Met zijn concerten bereikt El Saher zijn doel en dat is alle Arabieren bij elkaar brengen. Palestijnen, Libanezen, Irakezen van alle stromingen en geloven komen bij elkaar om geraakt te worden door zijn muziek. Muziek die harten doet smelten.

In 2011 verscheen het liedje “Bokra”, wat letterlijk morgen betekent. Samen met Quincy Jones heeft Kathem el Saher hiermee een eenheidslied gemaakt voor de Arabische wereld. Maar liefst vierentwintig zangers met achttien verschillende Arabische nationaliteiten hebben eraan meegewerkt. Hoofddoel van het liedje is hoop geven aan alle Arabische kinderen. Hoop dat de zon weer gaat schijnen voor iedereen. En dit is nog maar een van zijn vele eenheidsliedjes. Shaheen staat op en gebaart met zijn hand richting een van zijn vrienden die ook aanwezig is in de zaal. “Ik houd het niet meer vol, ik moet opstaan.” Achter zijn stoel is een lege ruimte. Shaheen en zijn vriend gebruiken die ruimte om te dansen. Niemand die daar last van heeft, want er zitten geen mensen achter hen. Luidkeels zingt Shaheen en zijn vriend mee. Iedereen is vrolijk. Mensen hebben vandaag het mooiste kledingstuk uit de kast aangetrokken. Van lange tot korte jurken en van smokings tot bloesjes met spijkerbroeken. Mensen die hun haren hebben bedekt met een hoofddoek of mensen die juist veel tijd hebben gespendeerd om hun haar op te steken. “Laat ik eerlijk zijn. Het publiek dat ik nu zie, is het publiek van de Arabische wereld. Een respectabel publiek. Wij zijn een bericht van liefde en vrede dat we naar de hele wereld sturen. Helaas waren de omstandigheden wreder dan

wreed. Wreder dan…” Kathem el Saher moet even slikken. Na een luid applaus

en gejuich gaat hij weer verder. “Moge God jullie bijstaan en moge Hij jullie, waar jullie ook wonen, een thuisgevoel geven.” Hij zegt het met zichtbaar veel pijn in zijn hart tegen zijn publiek. De muziek begint en meteen gaan de oren suizen van het fluiten en het harde applaus. Zo hard dat de handen er rood van worden. Een liefdeslied over een mysterieuze vrouw. “Hoe oud is ze? Wat is haar naam? Wat is haar geheim? Hoe ziet ze eruit? Blond of brunette? Bereid je voor en wees sterk, want vrouwen zijn zeer jaloers. Mijn hart hoort je zelfs wanneer je stil bent. Bagdad! Bagdad!” Tranen rollen over wangen en mensen gaan staan voor de performance, het gevoel en Kathem el Saher’s krachtige stem. Het geklap duurt

“Dat is de kracht die hij overbrengt naar de luisteraar. In zijn oude liedjes probeerde hij het te koppelen aan de menselijkheid en niet aan politiek. De liedjes over Bagdad of over Irak hebben bijvoorbeeld allemaal te maken met flirten, liefde en gevoelens”, zegt Shaheen na afloop, buiten aan de Amstel. “Sinds mijn geboorte lijden Irakezen in Irak en hij richt zich in zijn liedjes op de overlevingskracht. Hij geeft ze de kracht om verder te gaan met het leven. Met zijn woorden geeft hij hoop aan al die mensen. Elke keer als hij hier is dan willen alle Arabieren naar hem toe. En als hij weer komt dan wil ik er ook weer heen.” Raya Yaqoub

“MOGE GOD JULLIE BIJSTAAN EN MOGE HIJ JULLIE, WAAR JULLIE OOK WONEN, EEN THUISGEVOEL GEVEN”

LE(E)F | 41


“Mensen bleven keihard gillen, anderen schreeuwden: Rustig blijven zitten!” Op donderdag 23 april 2015 vertrok Franne Boer (22) voor een project van twee maanden naar Nepal. Samen met een klasgenoot zou ze daar vrouwen Engelse les gaan geven, in het kader van haar minor Global Health. “Ik was er nog geen eens één dag toen de aardbeving kwam. Vrijdagavond kwam ik aan. Het eerste wat me op viel is dat er in Nepal weinig rekening wordt gehouden met de regels. De auto’s daar zouden de APK-keuring in Nederland nooit halen. Het is ontzettend druk en alle voertuigen rijden keihard. Nadat we bij de vrijwilligersorganisatie aankwamen, zijn we meteen gaan slapen. We waren enthousiast voor de twee maanden die voor ons lagen.” Het begin van de beving “Met een paar vrijwilligers gingen we de dag er na naar ‘The Garden of Dreams’. Dit is een soort tuin met fonteinen, waar je lekker kunt zitten. Met zijn vieren lagen we in het gras. Omdat ik niet zo lang stil kan zitten, besloot ik in mijn ééntje een stukje te lopen. Ik ging een gebouwtje binnen achterin de tuin. Daar was een tentoonstelling over ‘de wederopbouw van het park’. Heel cru, achteraf. “Ik was er nog geen eens één dag toen de aardbeving kwam” Terwijl ik nog maar net in het gebouw stond, begon de grond een beetje te kraken en te wiebelen. Omdat alles in Nepal best wel oud en vervallen is, dacht ik dat er iemand aan kwam die wat zwaarder is. Ik kon ook niet het hele gebouw zien, dus dat leek op dat moment het meest logisch. Toen de grond steeds wat meer ging schudden en er een harde wind kwam, realiseerde ik me dat het waarschijnlijk geen persoon was. Het ging

42 | LE(E)F

steeds harder. Ik hoorde mensen buiten gillen. Ik stond als aan de grond genageld. ‘Wat moet ik doen? Wat is er aan de hand?’ Het waren vragen die door mijn hoofd raasden, terwijl ik stil stond. Aan het begin van het gebouwtje stond een glas water, dat helemaal verschoof door de beving. Toen dit glas op de grond uit elkaar spatte, kwam ik uit mijn shock. ‘Ik moet nú gaan rennen’, dacht ik. ‘Rennen, rennen, rennen. Ik weet niet wat er aan de hand is, maar ik moet hier weg!” Eenmaal buiten “Toen ik buiten kwam bewoog de grond nog steeds. Het was dus duidelijk niet het gebouw. Ik zag mensen geknield op

de grond zitten, en ik besloot er bij te gaan zitten. Op rampfoto’s zie je mensen altijd zo zitten, dus dat leek het enige logische om nu te doen. Ik zag mijn projectgenootje verderop paniekerig om zich heen kijken op zoek naar mij. Toen ze mij zag zitten, leek ze opgelucht. Ik leefde nog. Ik weet niet hoe lang we daar gezeten hebben. Mensen bleven keihard gillen, anderen schreeuwden: ‘Rustig blijven zitten!’ Op een gegeven moment zag ik van een gebouw heel dicht bij ons het bovenstuk naar beneden vallen. Je weet op zo’n moment niet wat je allemaal overkomt.


“Wat ik op rampfoto’s zag, leek nu het enige logische om te doen” Opeens was de beving over. Iedereen keek vertwijfeld om zich heen: ‘Moeten we gaan staan, gaan we weer gewoon verder?’ Ik wilde net gaan staan, toen de volgende beving begon. Iedereen begon weer te gillen. Toen ik daarna opnieuw probeerde naar mijn projectgenootje te lopen, begon de grond wéér te schudden. Het werd steeds duidelijker dat dit een grote aardbeving was.”

Ravage “Toen het eenmaal rustiger werd, zagen we alle ravage pas echt. Alle telefoonnetwerken lagen er uit, dus we konden niemand bereiken. We besloten maar terug te lopen naar de organisatie, om te laten weten dat we nog leefden. In het park zelf was een hele muur naar beneden gekomen. Onderweg zagen we standbeelden en huizen die volledig door midden gespleten waren. Stroomkabels waren naar beneden gevallen. We zagen een taxi die helemaal bedolven was onder zo’n kabel. Op een kruispunt lagen allemaal mensen op het midden van de weg, om maar zo min mogelijk door gebouwen geraakt te worden. Waar het verkeer de dag er voor nog zo extreem druk was, zag ik nu alleen één auto in de verte. Terwijl we naar het vrijwilligershuis liepen, moesten we om de paar minuten weer geknield op de grond gaan zitten door terugkerende bevingen. Of ik bang was? Niet zo. Verbazing over de kwetsbaarheid van mensen overheerste. Alles wat wij hebben gebouwd, stelt op zo’n moment niets meer voor. Je hebt niets in de hand.

Toen ik ’s avonds ging slapen, wist ik dat het gebouw ieder moment in elkaar kon storten. Bij alle bevingen, die de hele nacht om de twee uur terug kwamen, moest ik mijn spullen pakken en naar buiten rennen. Tegelijkertijd was ik wel samen met de groep vrijwilligers. Het gaf rust om niet helemaal alleen te zijn.” Waarom overleefde ik het wél? “Wat de meeste indruk heeft gemaakt? Een man die voor zijn huis stond, tenminste, voor wat zijn huis hoorde te zijn. Zijn hele woning was weg, in elkaar gestort. Zijn leven was compleet verwoest. Daar heb ik ook een foto van in mijn

“HET IS CRU DAT MENSEN GEWOON DOORGAAN MET HUN LEVEN” boekje. Het laat de situatie zo goed zien. Zoveel mensen hadden niets meer en kwamen in noodkampen. Het was bizar om zoveel gebrokenheid bij elkaar te zien. Daarnaast vroeg ik mij af waarom ik het zelf wel overleefde, en zoveel andere mensen niet. Gelukkig was alles in Nederland zo goed geregeld, dat ze precies wisten waar wij zaten. Er werd gebeld naar het SOS-nummer van de overheid. We kregen de keuze: een vervroegde terugvlucht, geregeld vanuit Nederland, of in Nepal blijven.

Ik vertelde aan een andere vrijwilliger dat ik wilde blijven, om te helpen met opbouwen. Het meisje reageerde verbaasd. ‘Wat knap. Het eten gaat opraken, het drinken raakt op en ziektes verspreiden zich snel.’ Toen drong het pas tot me door. Dit had ik in theorie geleerd tijdens het college over de gevolgen van een ramp, en nu was het ineens werkelijkheid. Ik realiseerde me dat het te gevaarlijk was om te blijven. Samen met mijn projectgenootje besloot ik te vertrekken. We zouden eigenlijk twee maanden blijven, en het is heel vreemd om dan na vier dagen alweer terug te gaan. Ik heb me zo lang voorbereid. Op het moment dat we vertrokken, kwamen allerlei goederen en hulptroepen het land in. Het voelde gek om dan zelf weg te gaan. Tegelijkertijd beloofde ik mezelf op dat moment om terug te gaan naar Nepal zo gauw het weer kon.” Terug naar Nederland en terug naar Nepal

“Toen ik eenmaal in het vliegtuig zat, drong het tot me door: mensen zijn zo aan het haasten en aan het stressen, maar het is zo bijzonder dat je überhaupt leeft. Mensen beseffen niet wat je hebt meegemaakt en wat er gebeurt tijdens zo’n ramp. In het vliegtuig zaten we tussen toeristen, die helemaal niets van de ramp hadden meegekregen. Maar het is zo iets ingrijpends. Het is best wel cru dat mensen gewoon doorgaan met hun leven, terwijl er tegelijkertijd zo veel gebrokenheid is. Dat heeft mij geïnspireerd om mijn hele verhaal op te schrijven in een boekje en alle foto’s op te plakken. Zo kunnen mensen de hele gebeurtenis zien en door mijn ogen meemaken wat er gebeurt tijdens zo’n aardbeving. Tegelijkertijd kon ik het op die manier goed van me af schrijven. Over zes weken ga ik terug naar Nepal. Deze zomer heb ik voor het eerst weer de tijd en de kans. Ik wil mijn belofte aan het land waarmaken.”

Nienke Voshart

LE(E)F | 43


Een tweede thuis voor je hond Met kwispelende staartjes en fonkelende ogen huppelen ze vrolijk over het erf. Terwijl er een aantal met elkaar stoeien loopt de ander triomfantelijk met een waterspeeltje in zijn bek. Er hangt een huiselijke sfeer van warmte en vriendschap in de lucht, en dit is precies waar het bij de hondenopvang ‘De Roedel Thuis’ in Wezuperbrug om draait. Annechien Steenwijk, eigenaar van deze opvang zonder kennels, is niet alleen zeer gepassioneerd over haar werk, maar ook over de bijzondere honden die hier verblijven. Terwijl de spelende honden, na een drukke en gezellige speelsessie op het grote erf, met knabbelstokjes liggen uit te rusten in hun manden, vertelt Annechien waar het idee van een opvang zonder kennel vandaan kwam. “Een vriendin van mij had voorheen al een huiselijke opvang zonder kennel. Toen zij echter naar haar tweede huis in Portugal vertrok, besloot ik haar werk over te nemen. Sindsdien ben ik er heel rustig ingegroeid en besloot ik later zelf een opvang zonder kennels op te richten, ‘De Roedel Thuis.’ De opvang bestaat inmiddels al bijna 2 jaar. Daarbuiten had ik ook al veel ervaring met honden. Zo had ik bijvoorbeeld een uitlaatservice”, vertelt Annechien.

WAARDEVOLLE GEZINSLEDEN

Iets wat meteen al opvalt aan de opvang van Annechien is de huiselijke sfeer, iets

44 | LE(E)F

wat je bij hondenopvangen met kennels niet vaak ziet. De hondjes bij Annechien verblijven in een knusse woonkamer. “Honden zijn persoonlijkheden”, aldus Annechien. “Het zijn waardevolle gezinsleden die intelligent zijn, ook op sociaal en emotioneel gebied. Die kun je niet zomaar opsluiten in hokken. Dat zorgt alleen maar voor onrust.” Annechien doet dan ook haar best om haar opvang voor de honden te laten aanvoelen als een tweede gezin. “Het moet een warm en knus tweede thuis voor ze zijn”, vertelt Annechien, terwijl ze haar eigen hond Silver een aai over haar bol geeft. “De honden die hier verblijven mogen in hun eigen mand van thuis slapen, op hun eigen dekentjes liggen, en ook het voer eten waar ze aan gewend zijn.” Daarnaast biedt Annechien ook veel zorg aan de logeerhondjes die dat nodig hebben, bijvoorbeeld vanwege hun ouderdom.

“HET ZIJN WAARDEVOLLE GEZINSLEDEN DIE INTELLIGENT ZIJN, OOK OP SOCIAAL EN EMOTIONEEL GEBIED. DIE KUN JE NIET ZOMAAR OPSLUITEN” SOCIALE INTERACTIE

Annechien onderneemt ook veel leuke en uitdagende activiteiten met de trouwe viervoeters. Allemaal om ze thuis te laten


voelen. “We maken met z’n allen onder meer wandelingen op het erf en doen speur- en zoekspelletjes. Ook vinden de honden het erg leuk om lekker met elkaar te spelen en daarna samen uit te rusten in hun mandjes. Er is dus écht sprake van een sociale band tussen alle honden die verblijven. Ze genieten van elkaars gezelschap.” Om deze reden moeten baasjes die hun hond graag bij ‘De Roedel Thuis’ willen laten verblijven ook een speciale intake doen, om te kijken of hun viervoeter ook tussen de rest van de groep past. Na deze intake volgt er meestal een proefdag waarop de hond een dagje kan verblijven in de opvang, en eraan kan wennen. “Het is vooral belangrijk dat de hond een sociaal karakter heeft, maar meestal krijg ik hier wel het juiste soort hond.”

Annechien opent op haar laptop de website die ze heeft gemaakt voor ‘De Roedel Thuis.’ Op de webpagina zijn foto’s te zien waarop de honden niet alleen lekker buiten met elkaar ravotten, maar ook in de woonkamer gezamenlijk even tot rust komen. “Hondenbaasjes die op basis

van de indruk die ze van mijn website krijgen voor mijn opvang kiezen hebben vaak al de juiste keuze gemaakt. Dat is de kracht van een goede site, denk ik” zegt Annechien. Een hondenopvang runnen zonder een liefde voor honden gaat natuurlijk niet. Bij Annechien is die liefde ruim aanwezig. “Ik heb nu al zo’n dertig jaar een passie voor honden. De liefde voor honden zat er al van jongs af aan, maar heeft zich in de loop van mijn leven steeds meer verdiept.” De bruine hond Laika komt ondertussen eventjes dichterbij en gaat lekker languit op haar buik liggen. “Honden zijn zo ontzettend wijs. Het zijn echte levenskameraden waarmee je samen kunt werken”, zegt Annechien met een glimlach. “Ik denk dat wij mensen veel van honden kunnen leren. Zij leven namelijk in het heden. Mensen kunnen soms klagen over allerlei dingen, maar honden plukken de dag en kunnen genieten van de kleine, simpele dingen van het leven” vertelt ze gepassioneerd. “Het zijn zulke schatten.”

“IK DENK WAT WIJ MENSEN VEEL VAN HONDEN KUNNEN LEREN” Esther Smeenge

LE(E)F | 45


COLUMN

Alleen wachten duurt langer

Ik kom aan bij de bushalte en zeg de bejaarde man vriendelijk goedendag. Het is een zonnige vrijdagmiddag en zelfs de lange trein- en busreis gaat het niet van mijn goede humeur winnen. Ja, geniet er nog maar even van!”. De man strijkt door zijn dunne grijze haren en wijst met zijn wandelstok naar de blauwe lucht. Het is een zonnige vrijdagmiddag en zelfs de lange trein- en busreis gaat het niet van mijn goede humeur winnen.

Het Turkse meisje naast me weet al meteen hoe laat het is en doet snel haar oordopjes in. “Los jij het maar op”, zie ik haar terecht denken. Als zijn volgende zin begint met het woord ‘vroeger’, kan ik een lichte glimlach niet onderdrukken. “Vroeger, als wij moesten hockeyen, wist de molenaar altijd precies wat voor weer het werd”, zo vervolgt hij zijn bloedstollende monoloog. In de minuten die volgen vertelt de man op aandoenlijke wijze hoe vaak de meteorologen in De Bilt er wel niet naast zitten en dat ‘ie maar niets van alle voorspellingen gelooft. Ja, de halte op de Troelstralaan in Zwolle Zuid lijkt meer op een sociale werkplaats dan op een busstop. Al enkele maanden eerder begeleidde ik een mentaal beperkte man vanaf diezelfde halte naar de videotheek onder mijn studentenhuis. Hij vertelde me dat hij in een inrichting zat, maar dat hij speciaal voor deze videotheek naar Zwolle Zuid was gereisd. Ik vroeg hem naar zijn favoriete genre. “P-p-p-p….”. Even leek het gesprek een ongemakkelijke weg in te slaan, maar het tweede deel van het woord was beduidend minder zorgwekkend. “Politiefilms vind ik mooi!”, glunderde hij. Eenmaal aangekomen bij mijn huis bleek de videotheek gesloten te zijn. De man was me desondanks eeuwig dankbaar en vertrok na vijftien bedankjes en een handdruk van twintig seconden maar weer richting de halte. De bushalte is al sinds mensenheugenis een dagdroomplek. Maar

46 | LE(E)F

waarom eigenlijk? Wachten op de bus of de wandeling naar huis duurt in je eentje veel langer dan met z’n tweeën, ook al gaat het over goedkope politieachtervolgingen en de leugens van Gerrit Hiemstra. De bushalte is al sinds mensenheugenis een dagdroomplek. Maar waarom eigenlijk? Misschien begin ik de volgende keer bij de bushalte het gesprek wel. Ik hoop alleen niet dat ik een één of ander snotjong tegen het lijf loop die vervolgens een column over me schrijft.


GET SOCIAL volg ons via:

@NWSNOW_

NWSNow

NWS_NOW



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.