LANDSCAPE IS LEADING... STRATEGISCHE REGIONALE VISIE ‘MEETJESLAND 2040’ STRATEGISCH PROJECT E01
Docenten
Student Opleidingsonderdeel School Opleiding
2 van 94
Catherine MengĂŠ Maarten Gheysen Hans Leinfelder Kevin Claeys A51298 Ontwerpstudio 2 KU Leuven | Faculteit Architectuur | Campus Sint-Lucas Gent Master of science in de stedenbouw en de ruimtelijke planning
Datum
01.06.2015
Schooljaar
2014 - 2015
// INHOUDSTAFEL
01 Strategische regionale visie | ‘Meetjesland 2040’ 01 0 Ten geleide 01 1 Articulatie 01 2 Panorama
04 09 11 29
02 Strategisch project | ‘Ecowijk E01’ 02 0 Ten geleide 02 1 Context 02 2 Ingreep Lijst van afbeeldingen Literatuurlijst
47 51 53 69 88 91
3 van 94
Figuur 1. Luchtfoto Meetejs
4 van 94
01 Strategische regionale visie | Meetjesland 2040
5 van 94
“Ingrijpen in de ruimte is een werk van lange adem. En de gemaakte keuzes uit het verleden blijven de toekomst lang bepalen. Zonder langetermijn visie en zorg voor continuïteit lukt het niet.” - Groenboek Vlaanderen
Figuur 2. Kreken in het Meetjesland
Ten geleide Het Meetjesland, bestaande uit elf gemeenten, is een landelijke regio gelegen tussen Gent en Brugge, grenzend aan Nederland en dicht gelegen aan de Vlaamse kust. Het vormt 1/5 van de provincie Oost-Vlaanderen, waarbij het in totaal gaat om ca. 177.094 inwoners (cijfer 2008). Kenmerkend is dat het hier gaat om een relatief dun bevolkte regio, bestaande uit talrijke kleine gezellige woonkernen verspreid over het landschap. Hierbij vormt Eeklo het kleinstedelijk centrum en zijn Aalter, Evergem en Maldegem belangrijke poortsteden. Het Meetjesland staat gekend als voedingsregio, waarbij landbouw en de voedingsindustrie sterk zijn vertegenwoordigd. In totaal telt het 2300 landen tuinbouwbedrijven die goed zijn voor een bewerking van 80% van het grondoppervlak. Op vlak van de voedingsindustrie vormt het Meetjesland de thuisbasis van enkele toonaangevende bedrijven op Europees niveau (o.a. Campina, Imperial, Lotus en Lima), die goed zijn voor zo’n 2000 arbeidsplaatsen. De grootste troef van het Meetjesland schuilt zich in de grote variëteit aan landschappen. Gaande van het Noordelijke krekengebied tot het Zuidelijke Houtland (met belangrijke boscomplexen), waartussen verschillende agrarische landschappen, met de typische knotwilgen, gelegen zijn. Daarnaast kent het een rijk cultureel erfgoed, bestaande uit versterkte hoeven, kerken, kapellen, veldkruisen, kastelen, duiventorens en verschillende monumenten. In 13 musea wordt de culturele verscheidenheid binnen het Meetjesland uiteengezet. Het Meetjesland is een regio die sterk investeert in regionale samenwerking, zowel op vlak van economie, landschapszorg, toerisme, cultuur, welzijn en gezondheid. Ze trachten de krachten van de regio te bundelen om zodoende meer impact te geven naar buitenuit.1
‘Het Meetjesland welkom, bienvenu, welcome’.
1
Bovenstaande uiteenzetting omtrent het Meetjesland wordt gebruikt om de kwaliteiten die het bevat te onderstrepen. Uiteraard zijn er binnen deze regio veel meer complexe agenda’s en ruimtelijke knelpunten aanwezig dan wat hier geprojecteerd wordt. Eén van deze zaken is bijv. het ontbreken van een coherente ruimtelijke visie met beeldkwaliteitsplan. In wat volgt zal er vanuit een grondige analyse vier uitdagingen geformuleerd worden om de regio in de toekomst op een positieve manier verder te ontwikkelen. Hierin zal gezocht worden naar een herinterpretatie van de regio waarin lokale dynamieken worden gemobiliseerd, eindige hulpbronnen worden beschermd en reële behoeften worden ingevuld. Dit alles wordt afgestemd op de huidige en toekomstige noden, met een bewustzijn van het verleden, waarbij een vertaling gemaakt wordt naar strategische investeringen, beschermingsmaatregelen en principes van landregulatie. Voor u ligt de strategisch regionale visie ‘Meetjesland 2040’ .
9 van 94
01 1 Strategische regionale visie | Articulatie
ARTICULATIE | Atlaskaarten
Bebouwing Vlaanderen Meetjesland
18,52% 13,62%
Bosaandeel Vlaanderen Meetjesland
12 van 94
11,55% 6,07%
Landbouwareaal Vlaanderen Meetjesland
58,90%
72,36%
Spoorwegen Vlaanderen Meetjesland
0,33% 0,11%
13 van 94
ARTICULATIE | Atlaskaarten
Waterwegen Vlaanderen Meetjesland
0,67% 0,65%
Wegennet Vlaanderen Meetjesland
14 van 94
0,84% 0,50%
polders en kreken Meetjesland grote dekzandrug cuesta houtland
Straatdorpengebied
oude veldgebieden Landschapstypes Vlaanderen Meetjesland
0,67% 0,65%
CONCLUSIE ATLASKAARTEN Aan de hand van de atlaskaarten kunnen we uitmaken welke de grootste ruimtespelers in de regio zijn en welke ruimtespelers achter blijven ten opzichte van Vlaanderen. Ook worden er verschillende onderlingen relaties zichtbaar wanneer we het landgebruik gaan opsplitsen in lagen. Zo is het bosaandeel in het Meetjesland vrij laag ondanks een aantal beschermde bosgebieden en natuurzones. Het landbouwareaal is daarentegen vrij dominant aanwezig. Dit is niet onlogisch omdat de intensieve landbouw het bosareaal al eeuwenlang terugdringt. Door het analyseren van de groenkaart en de waterkaart wordt het duidelijk dat deze twee lagen een duidelijke relatie hebben. De groene netwerken komen grotendeels overeen met de blauwe netwerken. Ook de historische wegenstructuur wordt zichtbaar in de landschapstypekaart. De grote dekzandrug is de basis van de historische ontwikkelingen in het Meetjesland. bron kaarten: www. geopunt.be bron statistieken: http://economie.fgov.be/nl/
15 van 94
ARTICULATIE | Blauw-groene netwerken
groen raamwerk bossen water
bron: kaart herwerkt op basis van info op www.geopunt.be
Groene stapstenen binnen de regio Meetjesland zijn heel sterk vertegenwoordigd. De ecologische verbindingen daartussen zijn daarentegen veel minder aanwezig. Hierdoor wordt een aaneengesloten netwerk van verschillende groenruimtes uitgesloten. Er is echter wel potentie om dit aangesloten netwerk van groene ruimtes en groene corridors te bekomen. De blauwe vingers doorheen het landschap vormen naast de groene structuur ook een regulerende laag die in samenwerking met de groene structuur een duidelijk landschappelijk beeld kunnen gaan vormen. Op kaart is het nu al duidelijk dat de groene netwerken een overlap hebben met de blauwe netwerken. Deze sterke kwalitatieve identiteit die te herkennen is in het Meetjesland is een te versterkende eigenschap
16 van 94
ARTICULATIE | Voedselproductie
export
bron: kaart herwerkt op basis van info op www.geopunt.be
voedseldistributiebedrijven
Het landbouwareaal is zeer sterk vertegenwoordigd in het landgebruik van het Meetjesland. Het land is voor bijna twee derden landbouwgrond. Heel veel grond wordt gebruikt voor geĂŻndustrialiseerde veeteelt. Twee derden van de landbouwproductie wordt dan nog eens geĂŤxporteerd naar de buurlanden. De relatie tussen voedselproductie en zijn onmiddellijke context is verdwenen. Grote boerderijen produceren voedsel voor de wereldmarkt terwijl de onmiddellijke buren van het landbouwbedrijf rechtszaken aanspannen tegen de geur- en verkeershinder. Hier zien we vooral potentie om het landgebruik voor voedsel terug dichter bij de mens te gaan brengen en de directe relatie tussen voedselproductie en landgebruik te gaan herstellen. De landbouw en het cultuurlandschap is een sterk kenmerk van de regio het Meetjesland en vormt opnieuw een te versterken eigenschap.
17 van 94
ARTICULATIE | Mobiliteit
verbinding Gent verbinding Eeklo verbinding Deinze secundaire wegen grote rijbaan autosnelwegen
bron: kaart herwerkt op basis van info Google Earth en De Lijn, Streeknet Gent, 2012
Binnen de regio Meetjesland zijn de mobiliteitsinfrastructuren misschien wel een van de meest regulerende actoren waarrond het Meetjesland zich heeft ontwikkeld. Zo is de N9, lopende over een historische zandrug, een historische weg die Brugge over Gent en Aalst met Brussel verbind, één van de redenen waardoor een duidelijk herkenbare bundel van ontwikkeling te zien is in het Meetjesland. Eeklo lag op één dag wandelafstand van Gent en Brugge en is daardoor de sterkst herkenbare stedelijke figuur. Daarnaast heeft zich sinds de jaren 60 een tweede bundel ontwikkeld. In deze bundel, die het gevolg is van de aanleg van de E40 en de treinverbinding Gent - Brugge, is de verdeling van stedelijke interesse veel mindere evenredig verdeeld. Zo is Aalter zeer sterk gegroeid terwijl Nevele een veel minder sterke ontwikkeling heeft gekend. De historische logica van ontwikkeling is hier niet te vinden. Hier is eerder de logica van de marketing de reden voor ontwikkeling. De derde bundel toont de haven met de mobiliteit en ontwikkeling die daar mee gepaard gaat. Hier is opnieuw de logica van historische ontwikkeling niet te pas gekomen. De logica van de economie is de regulerende logica. In deze vorm van ontwikkeling zit potentie om de volledige regio op mobiliteitsvlak te gaan herstructureren. Zo erkennen we de drie bundels die volgens verschillende logica’s het Meetjesland structureren en gaan we die als regulerende structuur voor het Meetjesland gaan zien. De verschillende bundels zijn de potentieregio’s voor verder ontwikkeling in het Meetjesland.
18 van 94
ARTICULATIE | Openruimte beleid Samenhangend landbouw gebied met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte Minder samenhangend landbouw gebied met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte Behoud en versterking van een mozaĂŻeklandschap met ruimte voor grondgebonden landbouw, grasland- en bosontwikkeling
bron: kaart herwerkt op basis van info in gewenste ruimtelijke structuur - ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Veldgebied Brugge – Meetjesland, 2006
De open ruimte wordt voornamelijk gedomineerd door landbouwgebieden. Deze worden sporadisch afgewisseld door bosgebieden en groene netwerken. In het verdere beleid blijven de landbouwgebieden de open ruimte verder domineren. Bosgebieden worden sterk uitgebreid en de bosranden afgewerkt tot compacte randen. Hiertussen worden dan groene en ecologische verbindingen gerealiseerd. We erkennen de potentie in het behoud van de cultuurlandschappen als belangrijke drager voor het open ruimte beleid. Daarnaast dienen de bosgebieden een groter raakvlak met zijn omgeving krijgen in plaats van een zo compact mogelijke rand. In de randen van bosgebieden bevindt zich de hoogste graad aan biodiversiteit. De potentie van de verschillende groene netwerken dient ook verder uitgebuit te worden. Deze ecologische verbinden zullen enkel tot stand komen door het inzetten van cultuurgrond binnen de ecologische bundels.
Behoud en versterking van historische bos, parkstructuren, randstedelijke groengebieden Behoud en versterking vanuit gesproken natuurwaarden in valleien met herstel van het natuurlijk watersysteem Behoud en versterken van markante cuestaranden en dekzandrug Landschappelijke opwaardering van beekvalleien (en kanalen) en versterken van de verbindende ecologische functie Behoud van waardevolle open-ruimteverbindingen Ruimtelijk begrensde stedelijke gebieden
19 van 94
ARTICULATIE | Klimaat- en energiebeleid
windmolens bestaand / gepland koude-warmteopslag zonne-energie zonne-warmte biomassa bron: kaart herwerkt op basis van info op http://www.repowermap.org/ en http://www. windkracht13.be/
Binnen het Meetjesland worden vele windmolens langs grote infrastructuren geplaatst. Er zijn een aantal nieuwe windmolens voorzien langsheen die infrastructuren. Daarnaast wordt het landschappelijk beeld ook gekenmerkt door de hoge elektriciteitsmasten in het landschap. Binnen het specifieke historische landschappelijke karakter van het Meetjesland is het niet wenselijk dat vele windmolens het landschappelijk beeld van het Meetjesland gaan bepalen.
20 van 94
ARTICULATIE | Groei vs. krimp
bron: kaart herwerkt op basis van info op http://statbel.fgov.be
Over het algemeen is het Meetjesland een traag groeiende regio in vergelijking met Vlaanderen. Dit kan als positief worden ervaren. Het is opmerkelijk dat de sterkste groei (1999-2030) binnen het Meetjesland zich bundelt langs de grotere infrastructuren. Zo zijn enerzijds de gemeenten langs de E40, E34 en N9 de sterkste groeiers. Anderzijds groeit ook Evergem stevig als gevolg van de invloed van de haven. Hier worden de drie verschillende bundels die op vlak van Mobiliteit sterk naar voor kwamen, bestendigd. De overige gemeenten in de tussengebieden, die op een aanzienlijke afstand van deze infrastructuren gelegen zijn, stagneren eerder in bevolkingsgroei. Waarschoot kent een krimp, ook al ligt die langs een sterke bundel, maar dit heeft eerdere met een politieke logica te maken dan met een natuurlijke of structurerende logica. De potentie op vlak van groei en krimp ligt niet alleen bij de bevolkignsgroei. We erkennen de gestagneerde groei en proberen er het beste uit te halen. Zo kunnen de ruimtes in de stagnerende gemeentes eerder ingezet worden op het vlak van voedselproductie of op het vlak van open ruimte en groen structuren.
21 van 94
ARTICULATIE | Economische veerkracht
Maldegem
Eeklo
Aalter
Sint-Laureins
Nevele
22 van 94
bron: kaart herwerkt op basis van info op www.geopunt.be
Meetjesland kent een groot verschil in grondgebruik. Dit grondgebruik verschilt ook sterk van de verschillende gebieden die te herkennen zijn in het Meetjesland. Zo zijn een aantal duidelijke economische functies te herkennen langsheen de drie bundels maar heeft ook het tussenland zijn economische waarde. De noordelijke en zuidelijke landbouwgebieden zijn ruimte met hoge potentie. De kaart geeft een duidelijk beeld waar welke economische potentie zich bevindt. Die economische potentie geeft ook weer waar de druk op de ruimte het grootst is. In hoog dynamische gebieden waar de ruimte eerder schaars is, is de economische dynamiek een stuk hoger dan in ruimtes waar er ruimte in overvloed is. Deze druk op de ruimte wordt het duidelijkst in het landbouwareaal. De landbouwpercelen worden groter naarmate de druk op de ruimte afneemt. Economisch veerkrachtige ruimtes zijn ruimtes waar de economische dynamiek groot is. Opnieuw zien we de meeste potentie om de hoog economische verhalen te gaan bundelen langsheen de assen. De tussenruimtes dienen een ander economisch verhaal te vertellen dat verder gekoppeld wordt aan de open, onbebouwde, voedselproducerende ruimte.
ARTICULATIE | Recreatieve functies museum bezienswaardige kerk bezienswaardige molens bezienswaardige kastelen overige kastelen aanlegplaats boten winkelkern manège watersport
bron: kaart herwerkt op basis van info op www.geopunt.be
De kaart geeft een duidelijk beeld waar welke recreatieve polen en assen zich bevinden. Deze komen sterk overeen met de bestaande bosstructuren en de bestaande blauw - groene vingers. Het versterken van de bosstructuren en de tussenliggende groenstructuren zal de recreatieve functie en waarde van het Meetjesland sterk gaan verhogen. Hier erkennen we opnieuw potentie voor een multifunctioneel ruimtegebruik voor alle ruimtespelers. Zo zijn de landbouwgronden potentiële ruimtes voor recreatie maar ook de natuur-, stedelijke en industriële gebieden bieden potenties voor recreatie. Het volledige land dient een totaalbeleving voor de bezoeker van het land te zijn.
zweefvliegtuig informatiepunt natuurpunt B&B binnen-buitensporten overige attractiepunten camping hotel
23 van 94
ARTICULATIE | Dienstverlenende functies
kinderdagverblijf kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs ouderenzorg sportfaciliteiten zwembadfaciliteiten bibliotheek ziekenhuis bron: kaart herwerkt op basis van info op www.geopunt.be
De kaart van de dienstverlenende functies geeft een duidelijk beeld waar de verschillende functies het grootst zijn en welke dorpen het moeilijk hebben om verschillende mogelijke functies aan te bieden aan hun bewoners. Zo zijn de drie bundels opnieuw zeer duidelijk te herkennen. Wat een logisch verhaal is, want waar er menselijke ontwikkeling is, zijn er dienstverlenende functies. We zien dan ook de grootste potentie in het verder uitbreiden van de functies in de drie bundels en het eerder laten stagneren van de functies van de verschillende functies in de tussengebieden. Een minimum voorziening van verschillende functies in de tussengebieden blijft wel nodig om de dorpen in de tussengebieden te laten overleven.
24 van 94
CONCLUSIE ANALYSEKAARTEN De kaarten tonen apart van elkaar telkens eenzelfde focus; de (historische) economische en bevolkingsontwikkeling langsheen haven, N9 en E40. Het achterland wordt daarbij buiten deze economische - en bevolkingsontwikkelingen gelaten. Dat achterland biedt mogelijkheden om op een andere manier ontwikkelingen te voorzien. Natuur- en cultuurontwikkelingen kunnen in deze gebieden van de regio plaatsvinden. We erkennen een dualiteit in de regio qua ontwikkelingen en zien deze als de grote potentie voor de regio. De kaart van de blauw - groene netwerken toont aan dat het gebied doortrokken is van de groene en blauwe vingers. Ook al zijn ze niet aaneensluitend, ze vormen een grote potentie om het land te structureren. De voedselproductie overstijgt momenteel de schaal van zijn regio. Er is geen voeling meer tussen voedselproductie en de mensen die wonen in de regio. De industriële voedselproductie biedt weinig toekomstperspectief omdat enkel een groter vervreemding met ons voedsel zal optreden. De potentie van het mobiliteitsverhaal ligt zeker in de drie sterke bundels. Ze ligt echter niet bij het personenvervoer maar bij het collectieve vervoer. Een combinatie van de juiste locatie en de juiste manier van vervoer kan de regio in de positieve richting doen ontwikkelen.Het huidige beleid inzake open ruimte biedt heel veel potentie voor de cultuurgronden. De afwisselende bosgebieden bieden daarbij rustpunten in het open landschap. Toch dient er omzichtig te worden omgesprongen met de impact van de bosgebieden op de open ruimte. Ze bieden naast rustpunten ook poelen van biodiversiteit in het open landschap. Het klimaat - en energiebeleid is vrij ‘ad hoc’ toegepast op de regio. Een echte visie zit er niet achter; waar een open ruimte is, de specifieke landbouwer is positief en de omwonenden zijn tevreden heeft de windmolen een kans. Het ruimtelijk beleid voor de windmolens is er een van de Vlaamse stedenbouw. Het klimaat energie beleid kan met andere middelen de energiebehoefte van de regio opvangen. De bundels vormen hierbij opnieuw een structurerende logica.De sterkst groeiende dorpen worden gelokaliseerd in de bundels. De dorpen daartussen hebben eerder een stagnerende bevolkingstoename. Die stagnerende bevolkingstoename is een interessant gegeven voor deze gebieden. Indien de groei achterblijft gaat de leefbaarheid van zo’n dorp dan ook achteruit? Wat betekend een stagnerende regio voor een groeiregio en omgekeerd? De economische druk op de ruimte vertoont zich opnieuw in de bundels. Het erkennen van die druk biedt opnieuw ontwikkelingsmogelijkheden. De recreatieve functies vertonen zich het sterkst in het tussenland en zoeken relatie met de bestaande blauw-groene netwerken. De kaart van dienstverlenende functies toont ook een grote focus op de de drie bundels.
25 van 94
ARTICULATIE | Synthesekaart Op volgende synthesekaart valt duidelijk af te lezen wat de verschillende analytische kaarten al naar voor brachten: drie duidelijke bundels van ontwikkeling. Deze duidelijk te herkennen ruimtelijke structuur biedt een houvast voor de verdere ontwikkeling van het Meetjesland. De drie lobben bieden interessante perspectieven waarbinnen hoge concentraties van diverse fluxen aanwezig zijn. De densere stedelijke figuren kunnen worden ingezet om de bestaande herkenbare structuren te gaan versterken terwijl daarnaast de open ruimte kan gevrijwaard blijven van uitbreiding. De open ruimte van de regio naast de drie dense bundels is een open ruimte die vooral gedomineerd wordt door ge誰ndustrialiseerde landbouw. Daartussen manifesteren zich her en der verschillende restanten van kleine landschapselementen die verspreid liggen over verschillende landschapstypes. Het optimaal versterken van de kleine landschapselementen biedt grote potenties voor de herkenbaarheid en de identiteit van de regio. Daarnaast heeft deze open ruimte een zeer duidelijke economische waarde voor de regio. Het tussenlandschap biedt een duidelijke meerwaarde op het vlak van voedsel, energie, afval en recreatie. De ademruimte tussen de dense bundels kan ook op die manier het aandeel van de potenties verhogen van de volledige regio.
26 van1:150 94 000 0
1
2km
27 van 94
01 2 Strategische regionale visie | Panorama
PANORAMA | Vier uitdagingen Vanuit de articulatiefase konden we vier uitdagingen destilleren die cruciaal zijn om het Meetjesland te waarborgen dat een kwalitatieve en ecologische ontwikkeling mogelijk is. Ten eerste is er de complicatie van de mobiliteit en het inefficiënt openbaar vervoerssysteem. Een gevolg van de sterk vernevelde bebouwingsstructuur, dat zorgt voor een zware belasting op zowel het functioneel gebruik, als op de ecologische consequenties ervan. Ten tweede brengt deze vernevelde bebouwingsstructuur en de huidige manier van ‘landelijk wonen’ (grotendeels in de vorm van verkavelingen) een enorme druk op het karaktervolle landschap, de ruimtelijke kwaliteit en de ecologische voetafdruk. Daarbij blijkt uit prognoses dat het Meetjesland enerzijds een matig sterke groei kent en anderzijds op relatief korte termijn sterk zal vergrijzen. Het zijn deze zaken die net door zijn uitgespreide bebouwing tot verschillende lastige knelpunten zullen leiden in de toekomst. De uitdaging bestaat er dan ook in om hier op een efficiënte en doelgericht manier te densifiëren of net bepaalde zaken gaan begrenzen.
Figuur 3. Druk op steenwegen
Figuur 4. Vergrijzing
Ten derde legt de landbouwsector en de voedingsindustrie de landschappelijke kwaliteiten sterk onder druk en is er geen evenwicht meer aanwezig tussen beiden. De uitdaging bestaat er hier in om dit evenwicht terug te herstellen, door positieve impulsen te geven aan de landbouwers, zonder dat hun economische activiteiten in het gedrang komen. Ten slotte zullen al deze uitdagingen gezamenlijk moeten bijdragen tot een herstel van het landschappelijk raamwerk, zodat er broodnodig terug ruimte wordt gegeven aan biodiversiteit en de noodzakelijke ecosystemen. Dit is uitermate belangrijk om zo terug een veerkrachtig landschappelijk systeem te verkrijgen waarbij wordt ingespeeld op de toekomstige klimaatsveranderingen. Daarnaast biedt het ook de uitgelezen kans om op deze manier het Meetjesland te herontdekken zodat toerisme en de lokale economie gestimuleerd worden. Dit zal ervoor zorgen dat het Meetjesland terug op kaart wordt gezet als één coherente streek, iets waar men tot nu toe ijverig naar streeft. Het is dan ook op voorgaande vier uitdagingen dat de regionale visie ‘Meetjesland 2040’ een antwoord tracht aan te reiken, vertrekkende uit de potenties van en de toekomstige mogelijkheden voor de regio.
Figuur 5. Landbouwvergroting
Figuur 6. Versnippering landschappelijk raamwerk
31 van 94
PANORAMA | Eerste uitdaging DUURZAAM MOBILITEITSSYSTEEM UITDAGINGEN
STRATEGIE
Figuur 7. Openbaar vervoer
Figuur 8. Trage weggebruikers
Waarbij hedendaags ontwikkelde steden (zoals in Duitsland, Nederland en etc.) eerst hun openbaarvervoerssysteem uitkienen, om deze als basis te gebruiken voor de verdere ruimtelijke ontwikkelingen, heeft het Meetjesland zich ontwikkeld op basis van het personenvervoer. Deze referenties laten ons zien dat hier een mobiliteitsefficiëntie bereikt wordt die momenteel in het Meetjesland zoek is. “STOP staat voor de rangorde van vervoersvormen, te beginnen met de Schoenen (voetgangers), Trappers (fietsers), Openbaar en collectief vervoer, om te eindigen bij de minst wenselijke mobiliteitsvorm, de Personenwagens. Vergelijk het met de ladder van Lansink als norm voor het afvalbeleid, waarbij verbranding als allerlaatste oplossing geldt. Het STOP -principe vereist een hele mentaliteitswijziging. Bij de aanleg van een weg in een dorpscentrum bijvoorbeeld, moet eerst ruimte worden voorzien voor voetgangers, fietsers, openbaar vervoer en pas in laatste instantie voor wagens. Ook fiscaal moest dit principe toegepast worden: wie te voet of met de fiets of met het openbaar vervoer naar het werk ging, moest daarvoor beloond worden.” - Carl Decaluwé in De Standaard, 31/8/2001. Het is deze strategie die op regionaal niveau herdacht wordt, waarbij slim ingespeeld wordt op de huidige fluxen.
32 van 94
IMPLEMENTATIE
0
2,5km
1:200 000
Op regionaal niveau moet het verkeerssysteem dringend een nieuwe adem krijgen, afgestemd op een efficiënt en duurzamer systeem. De steenwegen, lokale wegen en de op- en afrittencomplexen t.h.v. de snelwegen worden steeds hoe meer belast en zorgen voor een ochtendspits die hoe langer hoe meer lijkt over te gaan in een avondspits. Ook vanuit ecologisch standpunt is deze manier van verplaatsen niet meer vol te houden. De belasting op het milieu, alsook op de gezondheid van mens en dier, dreigt drastisch te verhogen. Een bovengrens wordt stilaan, maar zeker, bereikt. Hierbij wordt voorgesteld om op regionale schaal in te zetten op efficiënte en toegankelijke openbare vervoersystemen. Enerzijds wordt de frequentie van de huidige treinsporen verhoogt t.b.v. de interregionale verplaatsingen en wordt het spoor vanuit Eeklo doorgetrokken tot in Brugge. Vervolgens worden twee tangentiale lightraillijnen toegevoegd t.h.v. de bestaande steenweg N9 (van Gent tot Eeklo) en de R4 (van Gent tot Ertvelde). Deze zullen de intergemeentelijke verplaatsingen vanuit en richting Gent adequaat en efficiënter maken. Daarnaast worden twee radiale buslijnen, met een lagere frequentie, voorzien, zodat de tussengebieden alsook doelmatig met het openbaar vervoer toegankelijk zijn.
33 van 94
PANORAMA | Tweede uitdaging DENSIFIËREN VERSUS BEVRIEZEN UITDAGINGEN
Figuur 9. Dorps wonen
Figuur 10. Landelijk wonen
34 van 94
STRATEGIE
IMPLEMENTATIE
0
2,5km
1:200 000
Binnen het Meetjesland wordt ingezet op een regionaal netwerk van wonen, functies en bedrijvigheid door in te spelen op complementaire gemeenten zodat efficiëntere grensoverschrijdende samenwerkingen een optimalisatie van het economisch draagvlak creëren. ‘Fijnmazig, complex en interessant sociaal-economische interactie tussen stad (…) Meetjesland. Het is deze DNA dat dit horizontale land eigen, robuust en veerkrachtig maakt’ (Luuk Boelens). Dit regionaal netwerk gaan we aan de hand van de drie dense bundels die in het landschap te herkennen vallen, gaan ontwikkelen. Binnen die bundels zien we een gecontroleerde verdensing van de stedelijke figuren Deze verdensing gaat dan hand in hand met een bewaring van de open tussenruimte die als productief, educatief en recreatief tussenlandschap de tussenruimte vorm geeft. De dorpen in deze tussenruimte willen we aan de hand van passieve maatregelen (ander postbedeling, andere openbaar vervoersregeling, …) gaan bevriezen en de verschuiving van culturele en maatschappelijke functies gaan versterken. Hierbij wordt hun mogelijkheid om te groeien ingeperkt en zien we een versterkte kern ontstaan die als enclave in het landschap wordt ingebed. Zij vormen de raakpunten met de beschaving in de ademruimte van het tussenlandschap.
35 van 94
PANORAMA | Derde uitdaging VOEDSELMETABOLISME UITDAGINGEN
STRATEGIE
Figuur 11. Voedselproductie
Figuur 12. Voedselproductie en serreteelt
benodigde aantal ha. voedselproductie bij zelfvoorzienend Meetjesland + 1/4 inwoners Gent. Cijfers op basis van Danckaert S., Deuninck J. & Van Gijseghem D. (2013) Food footprint: welke oppervlakte is nodig om de Vlaming te voorzien van lokaal voedsel? Een theoretische denkoefening, Departement Landbouw en Visserij, Brussel.
Idee lokaal voedselsysteem
36 van 94
IMPLEMENTATIE
0
2,5km
1:200 000
Het Meetjesland is de achtertuin voor de metropolitane regio Gent. Hierbij neemt het als tuinkamer een nieuwe centrumfunctie op. Het is de voedselproducerende, recreatieve, energieopwekkende en afvalverwerkende regio van de stad Gent. Het Meetjesland heeft Gent nodig zoals Gent het Meetjesland nodig heeft om deels zelfvoorzienend te zijn. Deze relatie is niet direct af te leiden van verschillende ruimtelijke kenmerken maar de relatie heeft wel een duidelijke ruimtelijke impact binnen de gehele Regio.
37 van 94
PANORAMA | Vierde uitdaging LANDSCHAP ALS RUIMTELIJK RAAMWERK UITDAGINGEN
STRATEGIE Met drie voorbeelden willen we de strategie van het herstel van het landschappelijk raamwerk verder toelichten. Uiteraard zijn er meerder landschapstypen aanwezig binnen het Meetjesland, maar voor deze opdracht hebben we ons tot onderstaande drie zeer typerende landschappen gehouden.
Figuur 13. Meetjeslandschap verwerkt volgens info op www.ngi.be
Figuur 14. Veldgebied Herstel landschappelijk raamwerk (herwerkt volgens Vigano, P., Les territoires de l’urbanisme (MētisPresses, 2012), p. 4.
Figuur 15. Krekenlandschap verwerkt volgens info op www.ngi.be
38 van 94
IMPLEMENTATIE
0
2,5km
1:200 000
De socio-economische ontwikkeling van de regio Meetjesland is vooral tot stand gekomen via de historische hiërarchische structuur van mobiliteit, bebouwing en economie. De landschappelijke waarde van het land is daarbij sterk naar de achtergrond verschoven. Daar waar vroeger (middeleeuwen) de ontwikkeling van mens en maatschappij afgestemd waren op het natuurlandschap, blijft er van dat historisch landelijk karakter amper iets over. Binnen de huidige economische realiteit en de daaraan gekoppelde banaliteit willen we alsnog een regulerend raamwerk gaan installeren van groenruimtes en landschappelijke meerwaarde. We zoeken een raamwerk dat naast het huidige raamwerk kan bestaan en waarin we de landschappelijke identiteit van de regio willen gaan bestendigen en versterken. We zoeken hierbij naar het exemplarisch landschap. ‘Het exemplarisch landschap is het best mogelijke landschap dat een bestaande toestand in zich draagt’ (BS) Want door de zoektocht naar het exemplarisch landschap zoomen we diep in op het landschap en kunnen we het gedefinieerde landschap van het Meetjesland herkennen. We erkennen de bestaande kwaliteiten en gaan het landschap anders gaan zien. Niet meer als ondergedrukte laag van de ruimtelijke maatschappij maar als regulerende laag waarbij het landschap als kapstok of armatuur kan gaan reguleren. Naast de maatschappelijke infrastructuren erkennen we een gecultiveerd raamwerk dat minstens even belangrijk is.
39 van 94
PANORAMA | Strategische regionale visie
Meetjesland 2040 De visie omhelst een ruimtelijk raamwerk dat vertrekt vanuit de intrinsieke landschappelijke en culturele identiteit van het Meetjesland, waarbij het deze wil versterken om zodoende een regionale schakel te vormen binnen Vlaanderen. Het gaat niet uit van een regisserende rol, maar eerder één die meebeweegt met de realiteit en daarbij sturend zal fungeren zodat een flexibiliteit ontstaat die adaptief is op zowel krimp als groei. In die zin schrijft de visie zich in bij de ‘fluviologie’. Het Meetjesland moet zijn centrale rol als cultuur- en natuurlandschap herdefiniëren binnen de metropolitane regio, waarbij het in directe relatie staat met Gent. Daar waar Gent de stedelijke functie op zich neemt, moet het Meetjesland net de uitlaatklep zijn voor ontspanning, dorps wonen, cultuur en productie. Het vormt als het ware de levensmotor van de stad. Inspelend op de aanwezige fluxen en deze intensifiëren om zodoende drie geconcentreerde bundels te verkrijgen die de verdere verneveling van het platteland een halt toe roepen. De idee om deze specifieke kernen te verstreken gaat gepaard met een “bevriezing” voor de overige kleinere gemeenten. Het is op deze manier dat er een efficiënter vervoersnetwerk kan gecreëerd worden, waarbij de overige ruimte volwaardig kan ingezet worden voor natuurlandschap, cultuurlandschap en zacht toerisme.
40 van1:150 94 000 0
1
2km
41 van 94
PANORAMA | Strategische projecten
5 snedes “Strategische proejcten hebben een voorbeeldfunctie. doorgaans gaat het om complexe projecten die schijnbaar conflicterende beleidsdoelen met elkaar verzoenen. door die ambitieuze insteek werken ze vaak als hefboom om de ruimtelijke ontwikkeling in een bepaald gebied van de grond te krijgen.” (Muyters, P., 2013 in ‘Planning in uitvoering, strategische projecten in het Vlaamse ruimtelijk beleid’). Het onderzoek naar de strategische plekken start vanuit het landschap. Het landschap is de basislaag voor de culturele en maatschappelijke activiteiten. Alles is landschap en landschap is het allereerste. Het is het witte doek voor alla menselijke activiteiten. ‘Landscapes are the first human texts, read before the invention of other signs and symbols.’ – Ann Whiston Spirn Binnen dit landschap worden vijf projecten op strategische plaatsen gepositioneerd en de ontstane processen te gaan stimuleren, ontstaat een patroon dat de gehele regio zal gaan versterken. Door de strategische projecten op ankerplaatsen in de regio te gaan positi- oneren, wordt het draagvlak van de regio dermate verschoven waarbij deze zich vooral gaat richten op de Gentse regio. Ze bieden de mogelijkheid om het Meetjesland beteke- nis te geven binnen de regio Gent. Hierbij worden verschillende herkenbare thema’s die identiteit geven aan de regio aangehaald om de projecten te onderbouwen.
42 van 94
1
5 2
3
4
0
1
2
4km
1:150 000
43 van 94
PANORAMA | Strategische projecten 1 Bioproductie in een natuurgericht landschap Dit exemplarisch project in Sint-Laureins tracht in kader van de nieuwe regionale visie landbouw en natuur als twee complementaire factoren te bekijken, factoren die elkaar versterken i.p.v. beconcurreren.
Figuur 16. Referentieproject: Hartenboer (Limburg en Vlaams Brabant)
Figuur 17. Referentieproject: Bo01 (Malmö, Zweden)
De ontwikkeling van een nieuw landschappelijk raamwerk gebeurt dankzij een samenwerkingsverband tussen boeren, consumenten en een nieuw regionaal label. Dit label geeft extra erkenning aan bioboeren en ondersteunt hen doorheen, maar ook na, het hele proces van de omschakeling. Deze ondersteuning bestaat o.a. uit seizoensarbeiders en een gegarandeerde afzet. In ruil daarvoor zullen de boeren meewerken aan het landschap van SintLaureins. Zo ontwikkelt er zich in Sint-Laureins een gezonder ecosysteem en een korte keten met bioproducten voor Meetjesland en voor Gent. 2 Ecowonen Essentieel binnen deze strategische regionale visie is de manier waarop in de toekomst met stadsuitbreidingen wordt omgegaan en hoe deze uitbreidingen een coherente meerwaarde kunnen vormen ten aanzien van de volledige stad. Om die reden werd Eeklo gekozen om, als kleine centrumstad centraal gelegen binnen het Meetjesland, als voorbeeldfunctie op te treden. Binnen Eeklo dienen ruimte-efficiënte strategieën bedacht te worden die enerzijds de relatie tussen de stad en het aangrenzende landschap versterken, waarbij een doordachte en accurate grens tussen beiden de identiteit van de desbetreffende plek dient te onderstrepen. Anderzijds moet elke uitbreiding zorgen voor een vitaal en levendig stadsdeel, dat als aantrekkingskracht dient om in te wonen, werken, recreëren en wat in harmonie staat met een vegetale en biodiverse ontwikkeling. 3
Figuur 18. Referentieproject: Arcadis (station Zeis)
44 van 94
Kernversterking door heropwaardering stationsomgeving Waarschoot in knop Waarschoot is een gemeente die krimpt en veroudert, terwijl Waarschoot aangewezen is in de regionale visie als dorp om te stimuleren. Die versterking vindt plaats langs het openbaar vervoersnetwerk. Vanuit dit netwerk wordt gekeken hoe Waarschoot kan worden gestimuleerd. De locatie van Waarschoot is interessant daarin. De lightrail en het spoor divergeren hier, aan de randen van Waarschoot. Hierdoor ontstaat een spanning tussen de haltes en de oude kern. Door in te zetten op de drie begrippen “verdensen van de woondichtheid”, “bundelen van verkeersstromen’’ en “beschermen van natuur’’ en het “S.T.O.P.principe” wordt die spanning een synergie. De bestaande agrarische lobben in het weefsel bieden kansen voor een ontluchting van het weefsel van Waarschoot.
4 De toegangspoort Dit strategisch project dat een baken is aan het begin van de lob, vormt de nieuwe toegangspoort tot het Meetjesland. Het is een knooppunt van verschillende stromen waardoor deze beeldbepalende plek de uitgelezen plaats is om de toegangspoort van het Meetjesland te worden. De plek wordt ten eerste ingericht als een ware transport hub die toegang verschaft naar het Meetjesland via verschillende transportmodi. Ten tweede zal deze plek hoofdzakelijk informatie geven in het informatiecentrum over de verwerking en verdeling van voedsel omdat dit een hub is binnen onze visie waar voedsel via de lightrail naar de stad Gent wordt gebracht. Daarnaast wordt er ook een lokale markt, een restaurant en enkele hoevewinkels op het domein voorzien. Ten slotte wordt deze plek ingericht tot attractieve plek met een groen park langs de kade die het industriële karakter van de plek versterkt. 5 Collectieve sociale dorpsstructuur voor het verbrede woondorp Lembeke Lembeke is gelegen in de stagnerende gebieden gedefinieerd door de regionale visie ‘Meetjesland 2040, landscape is leading’. Het woondorp omhelst naast de uiterst succesvolle woonfunctie een aantal regionale functies. Het dorp kent dus een uiterst duaal karakter van een lokale en regionale identiteit. Het project wil deze twee karakters in het woondorp een plaats bieden. Door in te zetten op kwaliteit van de woonomgeving en de openheid en aantallen van de ontmoetingsplaatsen kan het project dit verwezenlijken. Het project is vierdelig en omvat kwalitatieve ontmoetingsruimtes, voor regionaal en lokaal publiek, in het landschap, in de lokale kern van et dorp en in bestaande functies die worden verbreed (gemeenschapshuis en oud klooster).
Het project wil exemplarisch zijn voor de verschillende woondorpen in de regio. Door het uitspelen van de lokale identiteit kan het woondorp op regionale schaal concurreren met andere woondorpen.
Figuur 19. Referentieproject: Parkbos (Gent)
Figuur 20. Referentieproject: Tour & Taxipark, Bas Smets (Brussel)
45 van 94
Figuur 21. Landschappelijk raamwerk Het Leen Eeklo
46
02 Strategisch project | Ecowijk E01
47
“Ongeveer een vierde van Vlaanderen wordt ingenomen door bebouwde of verharde oppervlakte en door tuinen. Dit is meer dan in de omliggende regio’s. Prognoses wijzen bovendien uit dat, zonder bijsturing, deze oppervlakte tegen 2050 nog zou kunnen toenemen tot een derde of zelfs de helft. De open ruimte komt hierdoor verder onder druk te staan. Dit stelt Vlaanderen voor een bijzondere opdracht. Verstandig omgaan met deze ruimtedruk wordt de uitdaging voor het ruimtelijk beleid.” - Groenboek Vlaanderen
Figuur 22. Kerk Eeklo
50 van 94
Ten geleide In het kader van de visie ‘Meetjesland 2040’ werden verschillende strategische projecten aangeduid om de ruimtelijke ontwikkeling van het Meetjesland een positieve impuls te geven. ‘Ecowijk E01’ is één van deze projecten en vormt hierbinnen een cruciale factor waarbij het als exemplarisch strategisch project een herdefiniëring van een duurzame stedenbouwkundige stadsuitbreiding naar voor moet schuiven. De ambitie van dit project is hoog. Het zal dienen als voorbeeldproject om verdere ontwikkelingen binnen en buiten het Meetjesland te beïnvloeden, waarbij het “als hefboom voor de verbetering van ons leef- en woonmilieu”3 zal dienen.
‘Pilootprojecten Collectief Wonen’ Fase 2 - Vlaamse bouwmeester, 2014, p. 3.
3
Met onderstaand citaat wordt de ambitie, alsook de onderzoeksvraag binnen deze projectdefinitie aangekaart: “Wonen is binnen onze cultuur altijd iets collectiefs geweest, al is het om de simpele reden dat men door samen te wonen winsten boekt – sociaal, financieel, ecologisch én ruimtelijk. De individualisering van die wooncultuur gedurende de laatste 70 jaar kan beschouwd worden als een project dat heden zijn limieten overschreden heeft. Een fundamentele kwaliteitssprong, die wezenlijk rekening houdt met belangrijke maatschappelijke uitdagingen zoals grondschaarste, betaalbaarheid, milieubescherming, mobiliteit, vergrijzing en gezinsverdunning, kan bijgevolg niet uitblijven. Niets staat een vernieuwd inzicht in de weg dat individuele woonwensen intelligent koppelt aan collectieve maatschappelijke doelstellingen. Een eigen huis is in Vlaanderen nog steeds een belangrijke vorm van pensioensparen, maar de toekomstige leef- en woonpatronen vragen wel om een meer flexibele woonoplossing. De villa op de verkaveling is hier niet langer het antwoord, net zoals het modale kerngezin niet langer de norm is.”4
‘Pilootprojecten Wonen, Nieuwe vormen van collectiviteit’- Vlaamse bouwmeester, 2014, p. 5.
4
51 van 94
02 1 Strategisch project E01 | Context
CONTEXT | Situering E01 Het projectgebied zit ‘opgesloten’ tussen de N499, de Zandstraat, de Moeie en de Oude Weg, waarvan de Burggravenstroom en de Vaart van Eeklo een integraal deel van uitmaakt. Daarnaast werd ook het plangebied aangeduid om de uitwerking te kaderen binnen de slagzin ‘landscape is leading’.
PROJECTGEBIED
PLANGEBIED
Het projectgebied kent een oppervlakte van ca. 60ha. en wordt momenteel omzoomd door lintbebouwing en een waterloop. Momenteel bestaat het grondgebruik voornamelijk uit geïndustrialiseerde landbouw, waarbinnen een enclave aanwezig is van de terrein van tennisclub TC Eeklo.
5 4
1 2 6
PROJECTGEBIED 7 3
54 van 94
CONTEXT | Fotoreportage Figuur 23. Zicht richting kerk - zicht 1
Figuur 24. Zicht op achterkanten rijwoningen zicht 2 Figuur 25. Zicht op raamwerk richting het Leen - zicht 3
Figuur 26. Zicht richting industriegebied met blikvanger Lardy - zicht 4
Figuur 27. Zicht over gebied richting sportvomplex (noord richting zuid) - zicht 5
Figuur 28. Zicht op achterkanten woonwijk t.h.v. sportvomplex (zuid richting noord) - zicht 6
Figuur 29. Zicht vanop N499 richting projectgebied (west richting oost) - zicht 7
55 van 94
CONTEXT | analysekaarten LANDSCHAP Het uiterst vlakke landschap vertoont enig niveauverschil ter hoogte van de dekzandruggen, die gevormd werden tijdens de laatste ijstijd, daar waar Eeklo zich op heeft ontwikkeld als rustpunt/ overnachting tussen Brugge en Gent toen men te voet of te paard zich verplaatste.
polders en kreken
Meetjesland
Doordat de dekzandrug de afwatering blokkeert richting het noorden, bestaat de bodem uit vaak te droge of te natte gronden en bijgevolg waren deze vrij onvruchtbaar. Als gevolg van een moeizame natuurlijke afwatering in dit vlakke gebied, werden ontzettend veel grachten, greppels en geleden gegraven door de lokale landbewerkers. Deze waterlopen werden beplant met elzenrijen en knotbomen die het traditionele landschappelijke karakter gaf binnen dit gebied. bron: http://www.linkeveld.be/media/ docs/01_historie_Landschap.pdf
HISTORISCHE KAARTEN Ferrariskaart (1771 - 1778) Indien we enkele historische kaarten erbij halen zien we in eerste oogopslag dat de Meetjesvormige perceelsstructuren de overhand nemen. Deze percelen werden overal omrand met bomenrijen. Daarnaast zien we ook dat er destijds nog bosdelen aanwezig waren binnen het projectgebied en dat het bosaandeel van het Leen in omvang veel groter was.
Vandermaelenkaart (1846 - 1854)
Bron kaarten: ‘http://www.geopunt.be’
56 van 94
grote dekzandrug cuesta straatdorpengebied houtland
Projectgebied
oude veldgebieden
CONTEXT | analysekaarten MORFOLOGIE Het westen van het projectgebied wordt gedomineerd door industriegebied, terwijl aan de oostzijde verschillende 19e-20e en 21e eeuwse woonwijken aanwezig zijn, bestaande uit rijwoningen, vrijstaande woningen en enkele appartementsgebouwen. Ten noorden bevindt zich het AZ Alma ziekenhuis, met daaraan tangerend het bijhordende WZC Sint Elisabeth rusthuis (dat momenteel uitgebouwd wordt). Iets meer naar het oosten bevindt zich het scholencomplex College O.-L.-V.-ten-Doorn, waar ongeveer zo’n 3000 studenten ingeschreven staan. Overigens zijn er in het zuiden nog enkele vrijstaande woningen gesitueerd.
Bebouwing Bedrijventerreinen Bron kaart: ‘http://www.geopunt.be’
BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART Binnen het projectgebied zijn enkele zones geïdentificeerd die het statuut hebben van ‘Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle gebieden’ en ‘Biologisch waardevol’.
Biologisch minder waardevol Complex van biologisch minder waardevolle en waardevolle gebieden Complex van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen Complex van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch waardevol Complex van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen Biologisch zeer waardevol
Bron kaart: ‘http://www.geopunt.be’
57 van 94
CONTEXT | analysekaarten BODEM EN GRONDGEBRUIK Bodemkaart Overheersend bestaat het projectgebied uit een vochtige zandbodem (ZcP, ZdP, SdP) waarbij aan de noordzijde, t.h.v. de bebouwing, kunstmatige gronden aanwezig zijn. Daarnaast is er een zone van ‘nat lemig - zand’ aanwezig (vSeP), dat bij neerslag overstromingsgevoelig is.
Landbouwgebruik
Bron kaarten: ‘http://www.geopunt.be’
GROENKAART Infraroodkaart Het projectgebied bestaat voornamelijk uit landbouwgebied met een gemengd gebruik (zowel voor weiland als voor teelten), waarbinnen een enclave aanwezig is van het sportcomplex dat omzoomd wordt door een struiken en bomenvegetatie.
Groenkaart
Bron kaarten: ‘http://www.geopunt.be’
58 van 94
CONTEXT | analysekaarten RELIËF Digitaal hoogtemodel Het projectgebied is grosso moddo vlak gelegen, met plaatselijk microreliëf. De bestaande perceleringen worden gekenmerkt met grachten, waarbij aan de randen zich de Burggravenstroom en de Vaart van Eeklo bevindt. Ten zuiden, t.h.v. de eerder besproken ‘nat - lemige - zandbodem’, is de zone overstromingsgevoelig.
Overstromingsgevoelige gebieden
Bron kaarten: ‘http://www.geopunt.be’
MOBILITEIT
M oe i e
Qua geluid, op vlak van gemotoriseerd verkeer, ondervindt het projectgebied geen overlast.
Oude
w eg
Tie l
tse
ste
en we
g( N4 9
9)
Zandstraat
De projectzone E01 tangeert aan de Tieltsesteenweg (N499) dat een groter verkeersgebruik kent wegens zijn verbindende functie tussen Eeklo en Aalter. De Oude Weg kenmerkt zich eerder als een landelijke geasfalteerde wegel, terwijl de Moeie en de Zandstraat zich op buurtniveau laat gebruiken.
Bron kaart: ‘http://www.geopunt.be’
59 van 94
CONTEXT | Inventarisatie omgeving
Figuur 30. Rusthuis
Rusthuis
KMO-/ Industriezone Figuur 31. Woonwijk
Figuur 32. Sportjoy
Sportjoy
Jachthaven
Figuur 33. KMO-zone Lardy
Figuur 34. Jachthaven
60 van 94
Psychiatrisch ziekenhuis
AZ Alma ziekenhuis Kerk + gemeenthuis
Centrum
Sporthal
Heldenpark
Zwembad Station
College O.-L.-V.-ten-Doorn Woonwijk 19-20-21e eeuw
Het leen
61 van 94
CONTEXT | Inventarisatie omgeving
Figuur 35. Landschapsmonument EEE op site
Figuur 36. Communicatiepaneel Landschapsmonument EEE op site
62 van 94
Landschapsmonument Lange Moeie Site met vlasvelden. Site met restanten van boomgaard. Bruine Kriekpeer typisch voor het Meetjesland (ontstaan eind 18de eeuw in omgeving van Sleidinge-Lovendegem) Originele eigenheid streek visualiseren (vlas/fruitbomen). Fruitbomen onder hoek van 60째 aangeplant. Binnencirkel inzaaien met vlas. Groen karakter van de streek versterken. Winderige streek, altijd tegenwind. Het vlas en de kruinen van de bomen zullen zich naar de wind buigen, de stam blijft echter tegen de wind in staan. Tegen de stroming in zijn eigenheid bewaren. - Dirk Waelput 2011
Figuur 37. Landschapsmonument EEE uitleg
63 van 94
HEUTS, E., ROMBAUT, E., ‘Duurzame stedenbouw in woord en beeld’ (Brugge: Die Keure, 2010,). 5
64 van 94
“Volgens het Europees klimaatplan moet ons land tegen 2020 13% energie uit hernieuwbare bronnen halen. Momenteel bedraagt het Belgische aandeel hernieuwbare energie maar een goede 2%. Het is dus van groot belang om op woning- en buurtniveau actie te ondernemen en hernieuwbare energiebronnen aan te spreken.”5
CONTEXT | Begrip Ecowijk
Duurzame wijken, sustainable communities, ecowijken, ecovillages, ecopolis, ecoquartiers, ecologische wijken, ... zijn allemaal verschillende termen om wijkontwikkelingen te duiden die de focus hebben op het ontwikkelen van een wijk volgens ecologische principes. Bij nader inzien hebben deze termen allemaal tot gemeenschappelijk doel om te streven naar een translatie van het duurzaamheidsprincipe opgenomen in het Brundtland Report en de Triple Bottom Line van Elkington.6 Hierbij gaat het, binnen het verhaal van duurzaamheid, niet alleen om de belangen van het humane te volbrengen, maar ook rekening te houden met de ecologische en economische aspecten. Daarbij dient o.a. rekening gehouden te worden met de ruimtere context, impact op het milieu, sociale interactie, lokale economie en etc op een hollistische wijze. Zoals uiteengezet binnen The Egan Review (2004).7 “Sustainable communities meet the diverse needs of existing and future residents, their children and other users, contribute to a high quality of life and provide opportunity and choice. They achieve this in ways that make effective use of natural resources, enhance the environment, promote social cohesion and inclusion and strengthen economic prosperity.”8 Er werd binnen dit strategisch project voor de term ‘Ecowijk’ gekozen omdat het project de ambitie moet dragen om zeer verregaand om te gaan met alle facetten binnen dit duurzaamheidsverhaal. Daarbij dient een duurzame ontwikkeling niet enkel het ecologisch evenwicht behouden te worden, maar dienen daarnaast ook positieve effecten gegenereerd te worden op vlak van de sociale vooruitgang, de economische groei, alsook op vlak van projectmanagement en -proces.9 Deze laatste werd aan de lijst toegevoegd omwille van de complexiteit en het schaalniveau van de ontwikkeling. ...
The Egan Review. Skills for sustainable communities. Office of the Deputy Prime Minister. Crown copyright, 2004. 6
MOENTJENS, K., LUDTKE, S., ‘Ecowijken Definitie, inventarisatie en omschrijving van de randvoorwaarden’, Studie UGent AMRP, 2013. 7
8
The Egan Review. Idem.
Our common future (a.k.a. Brundtland-rapport), 1987. 9
65 van 94
CONTEXT | Referenties
Stockholm regionale visie
HEUTS, E., ROMBAUT, E., ‘Duurzame stedenbouw in woord en beeld’ (Brugge: Die Keure, 2010,).
“In Stockholm woont ongeveer 95% van de bevolking op minder dan 300 meter van een park of groenvoorziening. Er is een heel netwerk van groene zones die in verbinding staan met de groene gordel rond de stad. De groene zones worden actief ingeschakeld voor wa- terzuivering, recreatie en het verbeteren van de biodi- versiteit. Stockholm is in februari 2009 door de Europese Commissie uitgeroepen tot eerste groene hoofdstad van Europa.” 10
Figuur 38.
Figuur 39.
10
66 van 94
Stockholm Green Belt
Stockholm Green Belt vs. city
CONTEXT | Referenties Hierbij worden een aantal referentieprojecten weergegeven, die elk een focuselement aanraken, welke als voorbeeld dienen om de ambities voor de verdere invulling binnen dit project aan te kaarten.
Figuur 40. Vlaamse Bouwmeester, Pilootprojecten wonen - Ter Hoogte, Wilrijk - relatie semi-publiek vs publiek domein
Figuur 42.
Ecowijk Malmö - identiteit per bouwblok
Figuur 44. Vlaamse Bouwmeester, Pilootprojecten wonen - ‘Wonen in een collectief landschap’
Figuur 46.
Gemeente Houten fietsstad - fietstraat
Figuur 41. EVA Lanxmeer - publiek-private gradiënt (semi-publieke tussenruimte)
Figuur 43.
EVA Lanxmeer - wonen aan het water
Figuur 45.
Figuur 47. Dal van Beerse - waterrijk gebied met hoge biodiversiteit
Kopenhagen - stadspark
67 van 94
02 2 Strategisch project E01 | Ingreep
“While infrastructure still seems to form the main frame for modern cities, landscape has always played a secondary role as filling in the gaps between the blocks or the stuff that surrounds the city. Now, thinking of a Green Metropolis, the equilibrium must be shifted. Not ‘connectivity’ should be the ultimate goal, but a comprehensive quality of life that derives from multiple factors: employment, clean air, fresh food, possibility for a community and space for development.” - ZUS Architects
INGREEP | Visie schaal Eeklo
Meetjeslandschap
E05
E04
E03
E06
begrenzing voor verdere ontwikkeling
E07
E01 E02
afwerken randen + groeninbreiding stadsuitbreiding + groeninbreiding stadsinbreiding + groene stapsteen
Landschap vanuit ‘Het Leen’
Stedelijke ecowijken
randen
aanpakken
d.m.v.
“Tegen 2030 zullen er in Vlaanderen 330.000 nieuwe woningen nodig zijn. Het huidige woningaanbod is gestoeld op verouderde en oneconomische modellen. Het is hoog tijd voor een fundamentele kwaliteitssprong die rekening houdt met belangrijke maatschappelijke uitdagingen zoals grondschaarste, betaalbaarheid, milieubescherming, mobiliteit, vergrijzing en gezinsverdunning.” (‘Pilootprojecten Collectief Wonen’ Fase 2 - Vlaamse bouwmeester). Zo ook wordt er binnen het Meetjesland een bevolkingstoename verwacht van gemiddeld 14,30% tegen 2030. Concreet betekent dat er, volgens het huidig woonscenario, een 877,20ha extra woonoppervlakte nodig is om dit te kunnen opvangen (dit heeft quasi
72 van 94
1km
dezelfde omvang als Aalter!). Gezien de visie ‘Meetjesland 2040’ nieuwe uitbreidingen wil bundelen aan specifieke kernen, waar Eeklo een onderdeel van uitmaakt, zal hier naar een sluitend antwoord moeten gezocht worden om de demografische groei, gepaard gaande met ‘the ambition of the territory’, op een duurzame manier op te vangen. Binnen Eeklo zal er vanuit drie verschillende strategiën gewerkt worden om aan het benodigde woonaanbod te beantwoorden. Zo zullen bestaande gerafelde randen afgewerkt worden tot coherente gehelen, zullen er stadsinbreidingen voorzien worden die tevens van groene stapstenen worden voorzien en zullen er ten slotte stadsuitbreidingen gerealiseerd worden, gepaard gaande met groeninbreidingen.
INGREEP | Visie schaal Eeklo
E05 als ‘Museumlijn’
E04 als ‘Sportpool’
E03 als ‘Toerismepunt’
E06 als ‘Kasteelsite’ E07 als ‘Groene industrie’
Heldenpark
Markt
E01 als ‘Stadspark’
Station
E02 als ‘Stationsomgeving’
1km
Verwezenlijking van groene identiteitsvolle rand na ontwikkeling van Ecowijken, opgeladen met intrinsieke identiteiten en functies.
groene publieke ruimte binnen het stedelijk weefsel van Eeklo zal recuperen als één groot aaneengesloten publiek domein met een variatie aan functies.
Binnen Eeklo werden zeven potentiële zones gedefinieerd die als ecowijk kunnen ontwikkeld worden. Elke zone kent zijn eigen intrinsieke waarden en zal op die manier anders veruitwendigd worden dan de overigen. Het is van uitermate belang dat elke Ecowijk zijn eigen identiteit vanuit het aanwezige landschap en gebiedsspecifieke kenmerken haalt en zich op die manier onderscheidt van de rest.
Binnen deze opdracht werd gekozen om ecowijk E01 als exemplarisch strategisch project te ontwikkelen. De reden daarvoor is dat het gebied de grootste rijkdom aan aanwezige infrastructuren bevat. In die zin kent het plangebied van E01 enige complexiteit door de invloed die al deze factoren (industriezone, waterlopen, invloed van het Leen, woonwijk, ziekenhuis, rusthuis, sportinfrastructuur en etc.) uitoefenen op het projectgebied. Vervolgens rijkt dit gebied het diepst tot hartje Eeklo. Dit laatste is van groot belang, omdat hierdoor E01 als eerste ontwikkeling het dichtst bij de stadsbewoners staat, en dus het grootste draagvlak kan hebben, waardoor dit dus mede het succes van de volgende ecowijken zal meebepalen.
De zeven ecowijken zullen na de realisatie een nieuwe groene rand rondom Eeklo vormen. Een rand die opgeladen wordt met functies die eigen zijn aan de plek en op die manier een grotere betekenis kunnen hebben voor Eeklo. Het is deze rand die het lage aandeel aan
73 van 94
INGREEP | Visie E01
Figuur 48. stabiele stedenbouwkundige constructie “Om tot een stabiele stedenbouwkundige constructie te komen wordt het dominante effect van de ruimtelijke structuur als fundering gebruikt voor de constructie of de compositie van de densiteit, de bestemmingen, en tenslotte de verkeersorganisatie.“ (bron: HEUTS, E., ROMBAUT, E., ‘Duurzame stedenbouw in woord en beeld’ (Brugge: Die Keure, 2010,) p. 56.)
74 van 94
De grote uitdaging binnen dit project schuilt zich in het creëren van een leefomgeving waarbij gezocht wordt naar een synergie tussen betaalbare woningen, ontwikkeling van ruimtelijke concepten die winsten kunnen genereren in een gedeelde woonomgeving, combinaties van wonen met andere functies en strategieën die de vraag naar bijkomende woningen via verdichting kunnen opvangen. Dit alles wordt ontwikkeld binnen een robuust landschappelijk raamwerk dat eigen is aan de desbetreffende plek en dus ook het structurerend element vormt binnen het project. Essentieel binnen voorliggende visie is de overgang tussen stad en landschap. Een weldoordachte grens tussen beide condities versterkt de identiteit van de plek en zal als aantrekkingskracht dienen om in te wonen en werken. Deze grens biedt daarbij de opportuniteit om op een milieubewuste manier te wonen. Een ecologisch, levendig en duurzame leefomgeving Binnen het robuust landschappelijk raamwerk wordt een divers aanbod aan open ruimten op wijk- en buurtniveau gecreëerd die inspeelt op de behoeften van de Eeklonaar. Een publieke ruimte die vanuit het aangrenzende landschap naar binnen wordt getrokken en zo een aaneengesloten ruimte vormt doorheen het projectgebied. Deze publieke ruimte wordt opgeladen met verschillende voorzienigen zoals o.a. enkele natuurlijke speeltuinen, sportinfrastructuur, mogelijkheid tot kleinschalige bar-uitbating in combinatie met een versteende ruimte, en etc. Belangrijk bij deze publieke ruimte is dat ze de relatie aangaat met de omliggende gebieden. Ze sluit aan op bestaande infrastructuren, creëert nieuwe aansluitingen en vormt op die manier een fijnmazige infrastructuur die de trage weggebruiker een ideale ontsluiting geeft. Daarnaast is het belang van de overgang tussen publiek-privaat een essentieel onderdeel binnen dit verhaal. Er worden semi-publieke ruimten voorzien die de toekomstige bewoners de nodige geborgenheid geven, maar daarnaast ook de vrijheid geeft om aan te sluiten op het publiek domein. Gelijklopend hieraan wordt door dit raamwerk ingespeeld op de de ecologische verbindingen en kwaliteiten, waarbij ze deze zal versterken door in te spelen op de ecosystemen en hun processen. Het raamwerk zorgt ervoor dat deze twee condities (humane en vegetale) naast elkaar kunnen bestaan en elkaar op positieve wijze aanvullen.
Een aantrekkelijk en vitaal stadsdeel als ecowijk Het landschappelijk raamwerk zorgt, zoals in vorige paragraaf vermeld, voor een robuuste structuur, maar zal daarnaast ook de vrijheid bieden voor een flexibele invulling. Een invulling die in die zin veerkrachtiger kan omgaan met veranderingen doorheen de tijd, zonder dat de ruimtelijkheid dermate veranderd. Er wordt hierbinnen zowel plaats gemaakt voor een stedelijke én een landschappelijke invulling, waarbij deze eerste zich in het meest noordelijke zone zal manifesteren, dichtst bij het centrum van Eeklo. Vervolgens biedt het raamwerk de vrijheid voor een functionele verweving binnen de flexibele invulling ervan. Dat is ook essentieel binnen dit verhaal, gezien er wordt ingespeeld op een zo multifunctioneel mogelijk gebruik van de ruimte. Voor wat de nieuwe energieneutrale bebouwing betreft, zal deze ontstaan ter afwerkig van de rafelranden van het stedelijk weefsel. Hierdoor krijgt Eeklo een nieuwe voorkant, gericht naar de nieuwe stadspark. Binnen deze nieuwe bebouwing wordt een gevarieerd woningaanbod gevrijwaard, waar zowel koop- als huurwoningen terug te vinden zijn voor de private markt alsook voor de sociale markt. Een grote variatie aan woningstypologiën vormt hierbij een belangrijk onderdeel, om zodoende een diversiteit aan inwoners te verkrijgen. Daarnaast wordt er ruimte geboden voor creatieve ondernemingen binnen de bouwzones. Denk hierbij aan een fietsherstelpunt, een atelier van een kunstenaar, een biorestaurant en etc. Hierdoor zal het nieuwe stadsdeel vitaal én levendig zijn, dat open staat voor iedereen. De verkeersstructuur is vanzelfsprekend opgevat volgens het STOP-principe, waarbij het gemotoriseerd verkeer zich tot de randen beperkt via fietsstraten en waarbij voorrang gegeven wordt aan een fijnmazige infrastructuur voor het trage verkeer. Een flexibele ontwikkelingsstrategie Ten slotte zal dit raamwerk ook de flexibiliteit geven voor een gefaseerde ontwikkeling, die kan inspelen op toekomstige tendensen en noden. Binnen deze stedenbouwkundige visie werd ook gezorgd dat elke fase ontwikkeld kan worden als één coherent geheel.
75 van 94
INGREEP | Concepten E01 D.m.v. volgende drie concepttekeningen wordt schematisch weergegeven welke stedenbouwkundige ingrepen worden verwezenlijkt om het gebied te ontwikkelen. De basis hiervoor is het landschappelijk raamwerk dat zich ontplooid vanuit het Leen, en daarbij ook die kwaliteiten tot diep in het gebied doortrekt. Het gecreĂŤerde raamwerk speelt in op de bestaande perceleringen van het huidige gebied. Dit omdat daar alreeds enkele grachten, bomenrijen en andere kwaliteiten terug te vinden die enige betekenis hebben in de geest van de plek.
Landschap naar binnen trekken als robuust ruimtelijk raamwerk
76 van 94
Fietsstraten als ontsluitingslussen + fijnmazige fiets- en wandelpaden
Bouwloten vrij te ontwikkelen binnen bepaalde randvoorwaarden
77 van 94
INGREEP | Stedenbouwkundig masterplan
De semi-publieke ruimte zorgt voor een doordachte publiekprivate overgang en biedt de nodige geborgenheid voor de bewoners. Elke inwoner ‘bezit’ een aantal m2 van deze collectieve tuin en staat daarbij ook in voor het onderhoud.
Warmteoverschotten uit de industriezone inzetten om de ecowijk E01 van de nodige energie te voorzien.
Collectieve groene parking t.b.v. de toekomstige bewoners en bezoekers.
Bebouwing ontworpen vanuit de ‘trias ecologica’ strategie, waarbij energieneutrale woningen gecreëerd worden.
Schoolhoeve College O.L.-V.-ten-Doorn inzetten als lokaal voedselverdeelpunt (transport via waterwegen).
78 van 94
Gedeeltelijk openmaken van het AZ Alma complex zodat een doorwaardbare ontsluiting voor het trage verkeer ontstaat.
Ruimtelijke symbiose tussen senioren (rusthuis) en beweging (sportcomplex) als genius loci van de plek. Een stadspark voor iedereen!
3 min. fietsen via de fietsstraat Zuidmoerstraat om tot aan het station te geraken. De lightrail, trein en bus bieden een optimale OV ontsluiting.
Gedeeltelijk openstellen van het College O.-L.V.-ten-Doorn zodat een doorwaardbare ontsluiting voor het trage verkeer ontstaat. Uitbreiding van een wijkpark als stapsteen van een nieuw groen netwerk binnen Eeklo.
Sportcomplex ‘sportjoy’ als centraal hart binnen het nieuwe stadspark.
Waterrijke landschapszone waarbij recreatie, biodiversiteit en lokale waterhuishouding hand in hand gaan
Achterkant ‘het Leen’ krijgt drie nieuwe toegangen vanuit de ecowijk/stadspark en krijgt daarmee een optimale toegankelijkheid.
79 van 94
INGREEP | Ontwikkelingsstrategie BELANG VAN PARTICIPATIE! Essentieel binnen dit trajet is dat van meet af aan alle belanghebbenden mee worden opgenomen in het volledige denk- en ontwerpproces en dit door alle fasen heen. Bij aanvang wordt eerst de nodige informatie verspreid om na te gaan wat er leeft en welk gedachtengoed er aanwezig is over het projectgebied. Vervolgens worden de belanghebbenden mee opgenomen in het ontwerpproces. Door op regelmatige basis inpraakmomenten en ontwerpsessies te organiseren zal hierdoor uiteindelijk een plan ontstaan dat bottom-up gedragen wordt, zodat het een breed publiek achter zich heeft staan. Daarbij geeft dit tevens de kans aan de ontwerpers om meer gebiedspecifiek te kijken en zaken te achterhalen die normaliter over het hoofd worden gezien, net door de input van de lokale bewoners.
80 van 94
Voor de verwezenlijking van Ecowijk E01 wordt gewerkt vanuit een regiobedrijf voor gebiedsontwikkeling (RGO Meetjesland) die instaat voor stadsontwikkeling, plattelandsontwikkeling en etc. Deze RGO kan de gemeente financieel ondersteunen en instaan voor de aanvraag van de nodige Vlaamse en/of Europese subsidies, in ruil voor een aandeel in de winsten. Vervolgens wordt een studiebureau (team van stedenbouwkundigen, architecten, ecologen, sociologen,...) d.m.v. een offertevraag aangesteld om via vooronderzoek en ontwerpend onderzoek een visie en beeldkwaliteitsplan te vormen over het stadsontwerp en plangebied, zodat een robuust stedenbouwkundig raamwerk bekomen wordt. Van hieruit wordt de projectdefinitie opgesteld en het ambitiniveau bepaald. Het is door middel van deze voorstudie dat de noodzaak van een bestemmingswijziging zal uitblijken, waarvoor een RUP dient opgesteld te worden. Het robuuste landschappelijke raamwerk wordt vervolgens in eerste fase ontwikkeld door de samenwerking tussen het RGO en Eeklo. Hiervoor dienen door beide partijen de nodige gronden verworven te worden en dit d.m.v. onteigening, aankoop, grondruil, en allerhande noodzakelijke instrumenten. Na deze eerste fase wordt vervolgens een wedstrijd uitgeschreven (incl. een bestek) voor de verdere concretisering en realisatie van fase 2 van het projectgebied en plangebied. Een wedstrijd die volgens een PPS-constructie partners zoekt voor de uitvoering en financiering van het project. Daarbij wordt een uitgekiemde jury aangesteld die een winnaar aanduidt, indien aan alle normen van de beoogde kwaliteit wordt voldaan. Het is tevens ook deze jury die doorheen het verdere projectproces zal optreden als supervisor en deel uitmaken van de kwaliteitskamer. Het winnende team (bestaande uit projectontwikkelaars, architecten, landschapsarchitecten en etc.), die in de vorm van een vennootschap ‘consortium ecowijk E01 c.v.b.a.’ zal optreden, kan uiteindelijk een gedeelte (50%) van volledige fase realiseren. De overige 50% zal gerealiseerd worden via diverse collectieve particuliere bouwteams, zodat de identiteit en diversiteit binnen het nieuwe stadsdeel gewaarborgd blijft. Belangrijk is ook dat het consortium niet het volledige bouwrecht voor hun aandeel in één slag krijgt, maar dat men na het succesvol opleveren van een eerste 25% pas recht heeft op de realisatie van een volgende 25%, en dit zo verder tot hun volledige fase ontwikkeld is. Doorheen dit proces dient voortdurend de relatie met de RGO, de stad Eeklo en alle andere belanghebbenden zo nauw mogelijk te verlopen. Dit zal gebeuren a.d.h.v. studiereizen naar referentieprojecten en verschillende workshops waarin
enerzijds participatie met de omwonenden zal plaatsvinden en anderzijds de nodige overlegmomenten met de verscheidene belanghebbende agentschappen en instanties. Het is tevens ook op dit moment dat er bottom-up initiatieven worden aangestuurd om het projectgebied te doen opleven, zodat er een binding met de toekomstige gebruikers wordt aangewakkerd. Ditzelfde proces wordt gehanteerd om de overige fasen te ontwikkelen. De ontwikkeling gebeurt in verschillende fasen zoals aangeduidt op onderstaand schema. Binnen elke fase zijn zones (rood) aangeduidt waarin gebouwd mag worden. Elke zone is onderverdeeld in verschillende loten, waar men in groep of via een projectontwikkelaar hun gebouw kan uitwerken, conform de vervkavelingsvoorschriften. Elk lot kan binnen een vooropgestelde marge dieper of minder diep bebouw worden, zowel op vlak van de achteruitbouwzone als op vlak van de rooilijn. De effectieve bebouwing dient binnen elke zone aaneengesloten te zijn, waarbij elke kavel zijn maximale kroonlijst heeft. Tevens dienen de gebouwen te voldoen aan de energie-plus normen. Via deze de vrijheid, binnen bepaalde spelregels, ontstaat een bouwblok dat een scale aan verschillende identiteiten bevat, wat een meerwaarde zal bieden voor het ontwikkelde gebied. Publiek domein
Fase 2
Fase 3
Semi-publiek domein Bebouwbare zone
Fase 5
Fase 1: publiek domein / landschappelijk raamwerk
Fase 4
81 van 94
INGREEP | Mogelijks scenario bebouwing
Dit beeld kan een stedenbouwkundig resultaat zijn van de vooropgestelde ontwikkeling binnen het raamwerk. Het beeld dient gezien te worden als één van de talrijke mogelijke ontwikkelingsscenario’s op vlak van bebouwing en mag dus niet als eindbeeld beschouwd worden. Uiteraard zullen de markt en de toekomstige bewoners hier een groot aandeel in spelen, wat ook net de opzet is van dit strategisch project.
82 van 94
Uit de prognoses van de regionale visie wordt verwacht dat er binnen Eeklo tegen 2040 een bevolkingsgroei van 16% zal plaatsvinden. Dat betekend dat er zo’n 3272 nieuwe inwoners een huisvesting nodig zullen hebben. E01 biedt in dit scenario zo’n 434 gebouweenheden aan. Dit komt neer op het huisvesten van zo’n 1071 nieuwe inwoners (uitgaande van de gemiddelde grootte van particuliere huishoudens van 2,36 in 2008). Hierbinnen zal een grote diversiteit aan woon-typologieën gecreëerd worden. 15% dient hiervan te gaan naar sociale woningbouw (die van alle woningen nog het meest moet voldoen aan de strenge energienormen), de rest zal bottum-up ontwikkeld worden vanuit de bouwgroepen (die de kosten sterk zullen verlagen), particulieren en promotoren. Een gezonde mix van rijwoningen, appartementsbouw, bijzonder wonen, co-housing en etc. wordt hier vooropgesteld. Ten slotte gaat zo’n 5% naar private ondernemingen of gemeenschappelijke functies zoals o.m. kantoren, ateliers, biowinkel, sociale voorzieningen, horeca, biorestaurant, fietsherstelpunt en etc., welke zich situeren op de gelijkvloers zodat een levendig stadsdeel ontwikkeld wordt.
83 van 94
INGREEP | Sfeerbeeld stadspark
Volgend beeld geeft een weergave van de beoogde sfeer binnen het stadspark. Het is geen eindresultaat, maar het geeft richting naar wat verwacht kan worden binnen het raamwerk. Het stadspark biedt ruimte voor allerhande activiteiten en dient daarbij ook multifuntioneel opgezet te worden. Spel, sport en ontspanning zijn enkele van de mogelijke kernwoorden die de activiteiten op de plek dienen te duiden. Een plek waar ruimte is voor jong en oud.
84 van 94
85 van 94
VISIE | Conclusie Met voorgesteld masterplan wordt ingespeeld op de bestaande kwaliteiten van het projectgebied en worden deze versterkt vanuit beide invloedssferen, zowel vanuit het stedelijk weefsel als vanuit het vegetale deel. Op die manier wordt de identiteit van de plek wordt zo nauw mogelijk uitgespeeld zodat een gedegen ontwikkeling ontstaat. Hierbij wordt een landschappelijk en kleinstedelijk stedenbouwkundig raamwerk opgesteld voor dat zich sterk focust op een duurzame ontwikkeling op vlak van ecologie, beleving, economie en gebruik. Het masterplan speelt in op de potenties die zowel in de omgeving als op de site aanwezig zijn. Er werd sterk gefocust om de nodige ademruimte te creëren voor de stad en het nieuwe stadsdeel, en daarbinnen zoveel mogelijk kwaliteiten te creëren. Binnen dit verhaal werd dan ook getracht om op eenzelfde ruimte, meerdere doelpublieken te kunnen bedienen. Flexibiliteit en multifunctioneel gebruik vormen dan ook een belangrijk onderdeel hierin, dit zowel op niveau van het gebouw als op niveau van de publieke ruimte. Hierbij wordt een dens, doch uitermate leefbaar voorstel gemaakt waarbij de site functioneert op twee schaalniveau’s. Op deze manier wordt een surplus voor de stad gecreëerd waarbij zowel de lokale bewoner, als de Eeklose bezoeker er onderdeel van kan uitmaken. Door deze dense opzet en de schaal van het stadspark, is het noodzakelijk om een weldoordachte overgang te maken tussen publiek, semi-publiek en privaat.
86 van 94
Dit laatste vormt een uiterst belangrijk aspect binnen dit masterplan en zit vervat het verhaal van de drie gecreëerde relationele sferen en de overgangen/grenzen hiertussen (cfr. Lofland). Het stadspark biedt ruimte voor de publiek relationele sfeer waarbinnen de vluchtige en ambivalente interacties, alsook het conflict, zullen plaatsvinden. Daarnaast zullen de semi-publieke ruimten, ter hoogte van de bouwblokken, de parochiale sfeer op zich nemen, waar de bewoners een sterkere binding krijgen met de wijk, waar kinderen gecontroleerd kunnen spelen en waar tevens ook wederkerige ruil van diensten kan onstaat tussen buren. Dit in combinatie met het stimuleren van lokale kleine creatieve bedrijvigheid en de aandacht naar collectieve woonvormen. Ten slotte zullen de kleinere, maar noodzakelijke, private ruimten instaan voor de privaat relationele sfeer, om de bewoners van de nodige geborgenheid te voorzien, waar men zich kan terugtrekken uit de andere twee sferen. Het is dan ook de gradiënt tussen deze sociale territoria die in de uitwerking sterk gearticuleerd moet worden. De fijngevoeligheid om deze te activeren d.m.v. de grenzen en randen, die als drempelwereld zullen optreden, tussen de verschillende schaalniveau’s, zullen een cruciale rol spelen in het creëren van een levendige en vitale ecowijk. Met deze visie, geconcretiseerd binnen dit strategisch masterplan, wordt er gepleit voor een duurzame toekomst binnen Eeklo en daarbuiten. Een nieuwe toekomst waarin mens en natuur hand in hand samen gaan en hierin elkaar aanvullen.
87 van 94
LIJST VAN AFBEELDINGEN Voorblad:
Raamwerk E01 (eigen beeld)
Figuur 01:
Luchtfoto Meetjes - met nabewerking (https://www.google.be/maps)
Figuur 02:
Figuur 08:
Kreken in het Meetjesland (http://www.paramotorforum.be/viewtopic. php?t=3027) Druk op steenwegen (http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-turnhout/ decathlon-opent-chaos-verwacht-a2099873/) Vergrijzing (http://www.rtvdrenthe.nl/sites/default/files/ cootmobiel_3AC5CCE734B58FCAC12579C900561D18_7.jpg) Landbouwvergroting (http://www.worldfinance.com/wp-content/ uploads/2014/01/Combine-harvesters-at-work-in-Brazil.-.jpg) Versnippering landschappelijk raamwerk (http://www.rlm.be/images/ meetjes.jpg) Openbaar vervoer (trein Eeklo - http://upload.spoorpunt.nl/upload/ IMGP9916.jpg) Trage weggebruiker (eigen foto)
Figuur 09:
Dorps wonen (eigen foto)
Figuur 10:
Landelijk wonen (Lien Claeys)
Figuur 11:
Voedselproductie (Lien Claeys)
Figuur 12:
Voedselproductie en serreteelt (Lien Claeys)
Figuur 13:
Meetjeslandschap (Lien Claeys)
Figuur 14:
Veldgebied (Lien Claeys)
Figuur 15:
Krekenlandschap (Lien Claeys)
Figuur 16:
Hartenboer (http://www.biomijnnatuur.be/sites/default/files/ imagepicker/4/)
Figuur 03: Figuur 04: Figuur 05: Figuur 06: Figuur 07:
88 van 94
Figuur 17:
Figuur 20:
Bo01 Malmรถ (https://makinglewes.files.wordpress.com/2014/01/91m0. jpg?w=1200) Arcadis station Zeis (http://opeenshadikhet.eu/Beeld/2010/20100213_ Driebergen.jpg) Parkbos Gent (http://omgeving.be/blog/projecten/portalen-parkbos_ gent/) Tour & Taxipark, Bas Smets (http://www.bassmets.be/project/bbs185)
Figuur 21:
Landschappelijk raamwerk Het Leen Eeklo (eigen foto)
Figuur 22:
Kerk Eeklo (eigen foto)
Figuur 23:
Zicht richting kerk (eigen foto)
Figuur 24:
Zicht op achterkanten rijwoningen (eigen foto)
Figuur 25:
Zicht op raamwerk richting het Leen (eigen foto)
Figuur 26:
Zicht richting industriegebied met blikvanger Lardy (eigen foto)
Figuur 27:
Zicht over gebied richting sportcompelx (eigen foto)
Pagina 28:
Zicht op achterkanten woonwijk t.h.v. sportcomplex (eigen foto)
Figuur 29:
Zicht vanop de N499 richting projectgebied (eigen foto)
Figuur 30:
Rusthuis (eigen foto)
Figuur 31:
Woonwijk (eigen foto)
Figuur 32:
Sportjoy (eigen foto)
Figuur 33:
KMO-zone Lardy (eigen foto)
Figuur 18: Figuur 19:
89 van 94
Figuur 34:
Jachthaven (eigen foto)
Figuur 35:
Landschapsmonument EEE op site (eigen foto)
Figuur 36:
Communicatiepaneel Landschapsmonument op site (eigen foto)
Figuur 37:
Landschapsmonument EEE uitleg (eigen foto)
Figuur 38:
Figuur 43:
Stockholm Green Belt (http://www.cardiff.ac.uk/archi/programmes/ cost8/case/images/sweden2.jpg) Stockholm Green Belt vs. City (http://www.trf.sll.se/Global/rufs2010/ uppfoljning/tillgang_till_gron_kil_karta_l.jpg) Vlaamse bouwmeester, Pilootprojecten wonen - Ter hoogte, Wilrijk (http://www.vlaamsbouwmeester.be/nl/) Ecowijk Malmö (https://eau123go.files.wordpress.com/2011/10/ vastrahammen_002.jpg) Vlaamse bouwmeester, Pilootprojecten wonen - Wonen in een collectief landschap (http://www.vlaamsbouwmeester.be/nl/) Gemeente Houten fietsstad (eigen foto)
Figuur 44:
Eva Lanxmeer - publiek-private gradiënt (eigen foto)
Figuur 45:
Eva Lanxmeer - wonen aan het water (eigen foto)
Figuur 46:
Kopenhagen - stadspark (eigen foto)
Figuur 47:
Dal van Beerse - waterrijk gebied met hoge biodiversiteit (http://alleswat-ons-boeit.jouwweb.nl/wandelen/wandelingen-2011/) Stabiele stedenbouwkundige constructie (‘Duurzame stedenbouw in
Figuur 39: Figuur 40: Figuur 41: Figuur 42:
Figuur 48:
woord en beeld’ p. 56)
90 van 94
LITERATUURLIJST INTERNETBRONNEN De Lijn, streeknet Gent, 2012 (laatst geconsulteerd op 26/03/2015). het Meetjesland welkom, bienvenu, welcome’ http://www.meetjesland.be/Meetjesland/Digitale%20presentatie%20 Meetjesland%20-%20drietalig.pdf’ (laatst geconsulteerd op 23/05/2015). http://economie.fgov.be/nl/ (laatst geconsulteerd op 26/03/2015). http://statbel.fgov.be (laatst geconsulteerd op 23/05/2015). www.geopunt.be (laatst geconsulteerd op 20/05/2015). www.ngi.be (laatst geconsulteerd op 26/03/2015). www.repowermap.org/ (laatst geconsulteerd op 26/03/2015). www.windkracht13.be/ (laatst geconsulteerd op 26/03/2015). BOEKEN SEGERS, R. (edt), VAN DEN BROECK, P. (edt), KHAN, A Z. (edt), et al., ‘Handboek ruimtelijke kwaliteit : het Spindus-project’ praktische methoden voor de beoordeling, implementatie en evaluatie van ruimtelijke kwaliteit (Brussel: ASP, 2013). VIGANO, P., Les territoires de l’urbanisme (MētisPresses, 2012), p. 4. V.U. CABUS, P., ‘Groenboek - Vlaanderen in 2050: mensen- maat in een metropool?’ (2013). HEUTS, E., ROMBAUT, E., ‘Duurzame stedenbouw in woord en beeld’ (Brugge: Die Keure, 2010,).
91 van 94
ONLINE BOEKEN ‘Gewenste ruimtelijke structuur - ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Veldgebied Brugge – Meetjesland’, 2006 (http://www2.vlaanderen.be/ ruimtelijk/planningsprocessen/plpr_bg/agnas/docs/vbm/VBM_GRS_PU0606. pdf). MOENTJENS, K., LUDTKE, S., ‘Ecowijken Definitie, inventarisatie en omschrijving van de randvoorwaarden’, Studie UGent AMRP, 2013. Our common future (a.k.a. Brundtland-rapport) (http://www.un-documents.net/ our-common-future.pdf). ‘Pilootprojecten Collectief Wonen’ Fase 2 - Vlaamse bouwmeester, 2014 (http://www.vlaamsbouwmeester.be/nl/publicaties/pilootprojecten-collectiefwonen?subsite=collectief-wonen). ‘Pilootprojecten Wonen, Nieuwe vormen van collectiviteit’- Vlaamse bouwmeester, 2014 (http://www.vlaamsbouwmeester.be/nl/publicaties/ pilootprojecten-collectief-wonen-0?subsite=collectief-wonen). ‘The Egan Review. Skills for sustainable communities. Office of the Deputy Prime Minister. Crown copyright’, 2004 (http://ihbc.org.uk/recent_papers/docs/ Egan%20Review%20Skills%20for%20sustainable%20Communities.pdf).
92 van 94
93 van 94
KEVIN CLAEYS