Toeristische rapportage Goeree-Overflakkee 2009/10

Page 1

Toeristische rapportage Goeree‐Overflakkee

2009 2010


Toeristische rapportage Goeree‐Overflakkee 2009/2010

Opdrachtgever: Opdracht:

Uitgevoerd door:

Uitgave:

VEERO Rapportage over het verblijf van Nederlanders op Goeree‐Overflakkee, vrijetijdsbesteding op Goeree‐Overflakkee en de werkgelegenheid in de toeristisch‐recreatieve sector. Hogeschool Zeeland Kenniscentrum (Kust)toerisme Telefoon: 0118 489 756 E‐mail: info@kenniscentrumtoerisme.nl Juni 2010

Bij het samenstellen van deze rapportage is de grootste zorgvuldigheid betracht, het Kenniscentrum (Kust)toerisme is echter niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade als gevolg van de aangeboden informatie.


Inhoudsopgave Inleiding ......................................................................................................................................................... 1 Samenvatting ................................................................................................................................................. 2 1

Trends en ontwikkelingen in toerisme .................................................................................................. 4 1.1

Economische ontwikkelingen................................................................................................... 4

1.2

Demografische ontwikkelingen ............................................................................................... 5

1.3

Ecologische ontwikkelingen ..................................................................................................... 5

1.4

Digitale ontwikkelingen ........................................................................................................... 6

1.5

Consumententrends volgens Trendwatching.com .................................................................. 7

2

Toeristisch aanbod .............................................................................................................................. 10

3

Ontwikkeling van de vakantiemarkt .................................................................................................... 12

4

3.1

Ontwikkeling internationaal toerisme ................................................................................... 12

3.2

Ontwikkeling Nederlandse vakantiemarkt ............................................................................ 13

3.3

Vakanties in eigen land.......................................................................................................... 14

3.4

Inkomend toerisme naar Nederland ...................................................................................... 16

Binnenlands toerisme per regio .......................................................................................................... 18

5 Kenmerken toeristische vakantiegangers ............................................................................................ 24 6

Vrijetijdsgedrag ................................................................................................................................... 28

7

Watersport in beeld ............................................................................................................................ 30

8

7.1

Bootvakanties van Nederlanders op een eigen kajuitjacht ................................................... 30

7.2

Bootvakanties van Nederlanders op een kajuitjacht niet in eigen bezit ............................... 32

Werkgelegenheid ................................................................................................................................ 34

Literatuurlijst ............................................................................................................................................... 36 Literatuurlijst ............................................................................................................................................... 37 Bijlage 1: Omschrijving sociale klasse .......................................................................................................... 38 Bijlage 2: Landelijke R&T standaard ............................................................................................................ 39


Inleiding Het Kenniscentrum (Kust)toerisme houdt zich bezig met het verzamelen en analyseren van cijfers en gegevens over de toeristisch‐recreatieve sector, om deze te vertalen in kennis die bruikbaar is voor de sector. De voorliggende rapportage is opgesteld in opdracht van VEERO, Vereniging voor Eigenaren en Exploitanten van Recreatie Ondernemingen van Goeree‐Overflakkee & Brouwersdam. VEERO wil Goeree‐Overflakkee graag vergelijken met de verschillende regio’s van Zeeland om een beeld te krijgen van ontwikkelingen in de toeristische en recreatieve sector op Goeree‐Overflakkee ten opzichte van de Zeeuwse ontwikkelingen. Deze rapportage is de tweede in een reeks, waardoor dit jaar Goeree‐Overflakkee niet alleen vergeleken kan worden met de Zeeuwse regio’s, maar de cijfers van Goeree‐Overflakkee ook vergeleken kunnen worden met de cijfers van vorig jaar. Om inzicht te bieden in de sector is ervoor gekozen zoveel mogelijk gebruik te maken van landelijke bronnen. Hierdoor is het mogelijk Zeeland en Goeree‐Overflakkee systematisch met elkaar te vergelijken. Deze rapportage is de eerste in een reeks en biedt informatie over het verblijf van Nederlanders op Goeree‐Overflakkee en Zeeland, vrijetijdsbesteding op Goeree‐ Overflakkee en in Zeeland en de werkgelegenheid in de toeristisch‐recreatieve sector. Daar waar mogelijk worden de gegevens op regionaal niveau gepresenteerd. Helaas zijn niet alle gegevens op regionaal niveau beschikbaar. In dit geval worden de ‘Zeeuwse’ cijfers gepresenteerd. In hoofdstuk 2, 3 en 4 zijn de analyses en gegevens alleen op Nederlands en Zeeuws niveau weergegeven. In hoofdstuk 5 en 6 zijn de analyses en gegevens gericht op Zeeland en Goeree‐Overflakkee opgenomen. Wij wensen u veel leesplezier en hopen dat deze rapportage een instrument zal zijn om te komen tot een goede invulling van uw toeristisch‐recreatieve beleid of strategie.

1


Samenvatting

Trends en ontwikkelingen Het jaar 2009 is een turbulent jaar geweest voor het internationale toerisme wereldwijd. Door de financiële crisis wordt de prijs/kwaliteitsverhouding van een bestemming nog belangrijker. Hoewel de huidige crisis weinig invloed heeft op de reislust van de consument, zal het vakantiegedrag wel veranderen: de gemiddelde verblijfsduur en de vakantiebestedingen nemen af en de consument gaat dichter bij huis op vakantie. Ook digitale trends en ontwikkelingen gaan een steeds belangrijker rol spelen.

Toeristisch aanbod Zeeland telt volgens de CBS‐registratie in totaal 131.294 toeristische slaapplaatsen. Zeeland neemt hiermee samen met Brabant een 2e positie in, na Gelderland en Noord‐Holland die samen de eerste positie innemen. De camping is het accommodatietype met de meeste slaapplaatsen in Zeeland. Maar liefst 72% van alle toeristische slaapplaatsen komen voor rekening van de Zeeuwse campings. Van alle standplaatsen op de Nederlandse campings vinden we 13% in Zeeland. Daarnaast beschikt Zeeland over relatief veel slaapplaatsen op bungalowparken, in totaal 12% van het totale Nederlandse aanbod.

Binnenlandse vakantiemarkt Er worden 274.000 vakanties doorgebracht op Goeree‐Overflakkee, waarvan 140.000 door vaste gasten. In vergelijking met de Zeeuwse regio’s, worden er op Goeree‐Overflakkee meer vakanties door vaste gasten doorgebracht.

Inkomend toerisme We zagen in 2008 een sterke daling in zowel het aantal gasten als de vakantieovernachtingen. In 2009 stijgt het weer iets, maar nog niet tot aan het piekniveau van 2007. Het aantal buitenlandse gasten in Zeeland steeg met 2% ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit heeft geleid tot een stijging van 9% van het aantal overnachtingen van buitenlandse gasten. Op Schouwen‐Duiveland worden de meeste vakanties van vaste gasten en toeristische vakanties doorgebracht. Er worden 274.000 vakanties doorgebracht (goed voor 1,8 miljoen overnachtingen) op Goeree‐Overflakkee, waarvan 140.000 door vaste gasten. In vergelijking met de Zeeuwse regio’s, worden er op Goeree‐Overflakkee meer vakanties door vaste gasten doorgebracht. Regio

Schouwen‐ Duiveland

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Zeeuws‐ Vlaanderen

Zeeland

Goeree‐ Overflakkee

Vakanties (incl. Vaste gasten)

450.000

419.000

233.000

238.000

1.340.000

274.000

Gem. duur

6,1

7,4

7,9

8,5

7,2

7,6

Bestedingen p.p.p.d (excl. vaste gasten)

€ 29

€ 28

€ 26

€ 25

€ 27

€29

Groepsgrootte

4,7

3,8

3,9

3,8

4,1

4,0

Waardering

7,7

8,1

8,0

8,1

8,1

7,7

2


Bestedingen Regionaal gezien wordt er in Walcheren het meest besteed tijdens de vakantie per persoon namelijk €191,00. Op Goeree‐Overflakkee daarentegen wordt er per persoon het minst uitgegeven tijdens de vakantie, slechts €121,00. Ook wordt er per vakantiedag slechts €16,00 besteed op Goeree‐Overflakkee. De besteding per persoon per dag is gelijk gebleven aan 2008, maar de besteding per persoon per vakantie is met 5 euro gedaalt. Goeree‐Overflakkee heeft de laagste dagbesteding van de regio’s. De lage dagbesteding en de lage totale uitgaven per vakantie per persoon op Goeree‐Overflakkee kan worden verklaard door het grote aandeel vaste gasten.

Vrijetijdsbesteding in de Delta In tegenstelling tot vroeger gebruikt men vrije tijd steeds meer als middel om het levensgeluk te vergroten. Maar liefst 98,5% van de Nederlandse bevolking onderneemt op jaarbasis minstens één vrijetijdsactiviteit en hebben in totaal in 2008‐2009 zo’n 3,57 miljard vrijetijdsactiviteiten ondernomen. Hiermee is zo’n 50 miljard euro gemoeid. Ten opzichte van de voorgaande onderzoeksperiode (2006‐ 2007) zijn er 12% minder vrijetijdsactiviteiten ondernomen. De oorzaak hiervan ligt voornamelijk bij de economische crisis; hierdoor onderneemt men minder vrijetijdsactiviteiten en is er een verschuiving waarneembaar van kapitaal intensieve naar minder kapitaal intensieve vrijetijdsactiviteiten.

Watersport in beeld Watersport is een belangrijke vorm van recreatie in Zeeland en Zuid‐Holland. Op dit moment zijn er ongeveer 11.000 ligplaatsen voor pleziervaartuigen in de provincie Zeeland. In 2009 hebben Nederlanders in totaal 670.000 vakanties op een kajuitjacht ondernomen in binnen‐ en buitenland. De totale bestedingen die worden gedaan tijdens bootvakanties op een eigen kajuitjacht in binnen‐ en buitenland (uitgaven voor vervoer naar de boot, boodschappen, uit eten, recreatie, brandstof, havengelden, brug‐ en sluisgelden, exclusief vaste kosten) bedragen 76 miljoen euro. Per persoon betekent dit een besteding van 132 euro per verblijf. In Zeeland zijn de bestedingen nog hoger: 174 euro per bootvakantie.

Werkgelegenheid In 2009 waren er 14.400 personen in Zeeland werkzaam in de toeristisch‐recreatieve sector. In 2009 bleef het aantal toeristisch‐recreatieve banen nagenoeg stabiel. Op de totale Zeeuwse werkgelegenheid van 171.400 personen scoort de sector een aandeel van 8,4%. De horeca in Zeeland blijft met 7.810 werkzame personen in 2009 de grootste werkgever in de toeristisch‐recreatieve sector. Op Goeree‐ Overflakkee is het aandeel van verblijfsaccommodaties hoger dan gemiddeld. Het aantal banen in de3 toeristisch‐recreatieve sector is op Goeree‐Overflakkee 1340, dit is 8% van de totale werkgelegenheid.

3


1

Trends en ontwikkelingen in toerisme

Het vakantiegedrag van de consument wordt beïnvloed door verschillende omgevingsfactoren. Toeristisch‐recreatieve ondernemingen zullen op lange termijn competitief en succesvol blijven door in te spelen op trends en ontwikkelingen, ook op trends die ogenschijnlijk geen direct verband hebben met de toeristische branche. In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van relevante trends en ontwikkelingen in toerisme. Allereerst komen de trendmatige ontwikkelingen op economisch, demografisch, ecologisch en technologisch gebied aan bod. Vervolgens wordt ingegaan op enkele relevante toeristische en consumententrends.

1.1

Economische ontwikkelingen

Economische crisis De Nederlandse economie is volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in het vierde kwartaal van 2009 met 2,2% gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. In het derde kwartaal bedroeg de overeenkomstige krimp nog 3,7%. Ten opzichte van het voorgaande kwartaal groeide de economie in het vierde kwartaal met 0,2%. Ondanks dit herstel ligt het bruto binnenlands product (bbp) nog niet op het niveau van voor de recessie. Ook de consumptie en de investeringen van huishoudens namen nog fors af. Al met al komt het jaar 2009 uit op een historische krimp van 4,0%. Deze krimp heeft inmiddels ook de arbeidsmarkt geraakt. In de periode december 2009 – februari 2010 bedroeg de werkloosheid gemiddeld 441 duizend personen. Hiermee kwam het werkloosheidspercentage uit op 5,7%. Ook het aantal openstaande vacatures is in het vierde kwartaal van 2009 licht gedaald. Volgens de World tourism barometer van de United Nations World Tourism Organisation (UNWTO) is het aantal toeristische aankomsten in 2009 met 4% afgenomen tot een aantal van 880 miljoen. In het laatste kwartaal van 2009 is er een klein herstel van 2% waarneembaar na een krimp van respectievelijk 10%, 7% en 2% in de perioden daarvoor. Ook de Minder inkomsten gegenereerd uit het toerisme kenden in 2009 een daling van bestedingen op 6%. Wereldwijd wordt het toerisme echter minder hard getroffen dan de bestemming overige industrieën die een daling kennen van 12%. Hoewel de huidige crisis weinig invloed heeft op de reislust van de consument, zal het vakantiegedrag wel veranderen. Naar verwachting van het UNWTO zullen de gemiddelde verblijfsduur en de vakantiebestedingen in sterkere mate afnemen dan het aantal vakanties. Daarnaast verwacht men dat de consument dichter bij huis op vakantie zal gaan. Vakanties in eigen Vakanties dichter land zullen hierdoor in populariteit toenemen. De economische bij huis onzekerheid zorgt ervoor dat de prijs een steeds belangrijker keuzemotief wordt. Bestemmingen met een goede prijs/kwaliteitsverhouding hebben een groot concurrentievoordeel. Daarnaast zal de consument steeds later boeken en speciale lastminute kortingen afwachten. Doordat de prijs een steeds belangrijker keuzemotief wordt kiezen reizigers ook voor alternatieve accommodaties waarbij men overnachtingen boekt bij mensen thuis, ook wel couchsurfing genoemd.

4


1.2

Demografische ontwikkelingen

Vergrijzing In 2009 begonnen de effecten van de economische crisis op de bevolkingsgroei in Nederland zichtbaar te worden. Ondanks dat de stijging van het aantal geboorten omsloeg in een daling was er een beperkte verdere toename van de bevolkingsgroei. In 2010 daalt de groei naar verwachting tot 60 duizend personen. Daarna wordt een geleidelijke verdere afname voorzien, tot iets meer dan 40 duizend personen in 2015. Senioren hebben Het aandeel 50plussers stijgt de komende jaren sterk, dit is een kans voor tijd en geld het toerisme in Nederland. Ouderen vormen een steeds omvangrijkere doelgroep. Senioren dragen flink bij (35%) aan de totale binnenlandse vakantiebestedingen. De driegeneratievakantie is in opkomst: grootouders, ouders en kinderen gaan met zijn allen op vakantie. In vergelijking met 2004 worden nu 20% meer driegeneratievakanties geboekt. Naast het toenemend belang van het samen zijn, spelen ouderen een andere rol in de samenleving dan een aantal decennia geleden. Mensen blijven langer actief en jong van geest. Opa en oma dienen niet meer alleen als oppas, maar doen actief mee tijdens de vakantie. Senioren zijn een interessante doelgroep: ze hebben tijd, geld en zijn bereid om dit aan reizen uit te geven. Hierdoor worden aspecten als comfort, gezondheid en veiligheid van belang.

Toename alleenstaanden Het aantal alleenstaanden in Nederland neemt ook de komende jaren sterk toe. Jongeren wonen tegenwoordig langer op zichzelf voordat ze gaan samenwonen. Daarnaast neemt het aantal echtscheidingen toe en blijven meer ouderen, ook na verweduwing, zelfstandig wonen. In 2015 zullen naar verwachting bijna 3 miljoen Aantal mensen alleen wonen. Van de ruim 2,5 miljoen singles die Nederland rijk alleenstaanden is, kiezen naar schatting ruim 25.000 van hen voor een vakantie met neemt toe andere singles. Het grootste deel van deze vakanties wordt ondernomen door singles tussen 30 en 40 jaar oud, maar ook onder 50plussers en alleenstaande ouders is een significante groei waarneembaar.

Nieuwe markten Nu de grenzen van een aantal bloeiende economieën zijn geopend ondernemen steeds meer inwoners een ontdekkingsreis in het buitenland. Mondjesmaat bezoeken deze toeristen ons land en met name de toeristen uit de BRIC‐landen (Brazilië, Rusland, India en China) zijn een nieuwe groep waar in de toekomst een groei van te verwachten is.

1.3

Ecologische ontwikkelingen

Duurzaamheid Waar er tot medio 2009 wereldwijd nog erg veel aandacht was voor het klimaat, lijkt de aandacht hiervoor nu voor weg te zakken. Anders gezegd; de aandacht voor het klimaat staat in de schaduw van de aandacht voor de economische crisis. Ondernemers wereldwijd hebben een afwachtende houding veroorzaakt door de economische crisis en lijken daardoor minder initiatieven te nemen op het gebied 5


van klimaatcompensatie en klimaatneutrale accommodaties. Toch heeft de aandacht rondom klimaatverandering tot een andere manier van denken geleid en zal bij economisch herstel weer belangrijker worden. Overheden ontwikkelen beleid om CO2 terug te dringen waardoor vliegen duurder wordt en dus zal de aantrekkelijkheid van bestemmingen veranderen. Op lange termijn zou dit kansen kunnen bieden voor de Nederlandse vakantiemarkt.

1.4

Digitale ontwikkelingen

Internet is zich sterk aan het ontwikkelen: als medium, als vorm van vrijetijdsbesteding en als sociaal middel. Het internetgebruik stijgt nog steeds, net als de penetratiegraad. Hierdoor wordt steeds meer informatie gezocht via internet. Diverse onderzoeken wijzen uit dat informatie op toeristisch gebied vaak de meest gezochte informatie op internet is. Aan de internetrevolutie zal voorlopig geen einde komen.

User Generated Content Populaire fenomenen in de digitale wereld zijn User Generated Content, sociale media en sinds kort ook applicaties voor smartphones: apps. User Generated Content is een inhoudelijke bijdrage van een gebruiker aan een online medium. Voorbeelden hiervan zijn foto’s, filmpjes, blogs en wiki’s. Bekende websites die gebruik maken van User Generated Content zijn YouTube, Hyves en Wikipedia. Voor de toeristisch‐recreatieve sector neemt User Internetgebruik Generated Content in belang toe. Er is een verschuiving waarneembaar stijgt nog steeds van traditionele gegevensbronnen als brochures en reisbureaus naar online klantbeoordelingen. Deze worden gezien als een digitale vorm van mond tot mond reclame, wat volgens vele marketeers de beste vorm van marketing is. Bij de aankoopbeslissing laat 62% van de consumenten zich beïnvloeden door online klantervaringen. Websites als Zoover.nl en de mondiale variant Tripadvisor.com worden daardoor steeds belangrijker.

Sociale netwerken Bij sociale online netwerken draait het vooral om het leggen van contacten en het delen van informatie. Twee bekende voorbeelden zijn Hyves en Facebook. Van de wereldwijde internetpopulatie is inmiddels al tweederde actief op een sociaal netwerk. De Nederlandse Hyves telt momenteel al bijna 10 miljoen leden. Het aankoop gedrag van het merendeel van de mensen wordt beïnvloed door sociale media. Cijfers over de verspreiding van sociale media zijn hoog: 3 op de 5 Europeanen zou regelmatig een sociale netwerksite bezoeken. De aanwezigheid van bedrijven op sociale mediasites zal in 2010 verdubbelen. Vooral Twitter, Facebook en Blogger Outreach activiteiten zullen daarbij extra aandacht krijgen.

6


Apps Digitale applicaties (apps) ontwikkelen zich in rap tempo en kunnen niet meer worden weggedacht uit de hedendaagse gemakken. Het gratis internet via wifi‐toegangspunten dat ook sterk in opkomst is, heeft een katalyserende werking op de ontwikkeling van digitale applicaties. Na het internet zullen mobiele applicaties op smartphones het toeristische landschap hervormen, het gaat nu al om een groeiend fenomeen zoals je kunt zien aan bijvoorbeeld Travelocity.com, die maandelijks 1,263 miljoen bezoekers telt op haar mobiele site. Bovendien raakt het telefoongebruik steeds meer ingeburgerd en worden telefoons steeds geavanceerder. Ook hier zien we dat senioren de ontwikkelingen volgen en dat zullen blijven doen, de helft van de reizigers met een smartphone was veertig jaar of ouder. Sterk verbeterde betaalsystemen en een groeiende informatietoelevering in combinatie met de mogelijkheid tot geolocalisatie maken het mogelijk op de bestemming zelf pas een overnachtingplaats te zoeken en boeken, iets waar de eerste applicatiefabrikanten alvast op inhaken. De reisbranche lijkt nog terughoudend in het inzetten van apps maar beetje bij beetje nemen ondernemers het initiatief om aan te haken op deze trend. Mobiele reismarketing zal de toeristische industrie blijvend veranderen. Internet wordt steeds belangrijker in de oriëntatiefase. 52% van de Populariteit potentiële reizigers bekijkt drie of meer websites alvorens te boeken. Via ‘dynamic sites als travel‐window wordt de jacht op Best Deal/Last Minute reizen packaging’ neemt voor geopend verklaard en meer en meer mensen stellen zelf hun reis op toe maat samen (dynamic packaging), dit is een vorm van cocreatie van verschillende aanbieders in de sector. Maar ondanks de groeiende handigheid in hun omgang met internet, blijkt meer dan de helft van de mensen problemen te ondervinden met het online reserveren van hun reis. Maar liefst een op de twee bezoekers van 100 onderzochte accommodatiesites gaf aan niet in staat te zijn om het gewenste product te boeken en/of betalen via het internet omwille van ongebruiksvriendelijke sites en toepassingen. Logiesverstrekkers maar ook alle andere aanbieders met een online mogelijkheid om te reserveren, te boeken en te betalen hebben dus heel wat op het spel staan. Investeren in gebruiksvriendelijkheid is dan ook een must.

1.5

Consumententrends volgens Trendwatching.com

De internationale website www.trendwatching.com publiceert continu over de nieuwste consumententrends. Begin 2010 publiceerden zij 10 cruciale consumententrends voor dit jaar, alhoewel trends natuurlijk nooit op 1 januari ingaan en op 31 december eindigen. In het Trendrapport mogen deze 10 trends niet ontbreken. De uitgebreide beschrijving en hun maandelijkse trend briefings zijn te bekijken via www.kenniscentrumtoerisme.nl. Vergeet de recessie! De sociale veranderingen zullen 2010 domineren. Het pure kapitalisme raakte al uit de mode voor de economie in crisis raakte. Bereid je dit jaar voor op ‘business as unusual’. Voor het eerst is er een wereldwijd begrip voor de urgentie van duurzaamheid. Hoe dit van invloed mag zijn op consumenten is nog steeds een discussie, maar dat er een verandering zal moeten komen is voor iedereen duidelijk.

7


‘Urban cultuur’ is de cultuur. Extreme urbanisatie in 2010, 2011, 2012 en daarna zal zorgen voor meer sophisticated en meer veeleisende consumenten over de hele wereld. Minder dan 5% van de wereldpopulatie leefde een eeuw geleden in een stedelijke omgeving. In 2008 was het voor het eerst dat dit 50% van de populatie omvatte. In 2050 zal dit 70% zijn, dit zijn 6.4 miljard mensen. Wat je ook verkoopt of lanceert dit jaar, alles zal massaal bekeken en besproken worden, live en 24 uur per dag. Alleen al omdat het kan, wil men direct ‘reviews’ van alle soorten producten en diensten kunnen delen met mede‐consumenten. Denk hierbij aan vakantiebeoordelingssites, maar ook aan alle andere sociale media als Hyves, Twitter, Facebook etc. Luxe zal steeds veranderen. Dus wat is de definitie van luxe over een paar jaar? Luxe zal steeds minder te maken hebben met hoeveel men heeft, maar steeds meer met hoeveel men mist. Het is veel belangrijker om uniek te zijn en dit als luxe te definiëren in tegenstelling tot per definitie de grootste/de meeste luxe te vinden. Status krijgt een andere definitie. Alleen lifestyles stimuleren ‘real world’ ontmoetingen. Steeds meer mensen zullen belangrijke delen van hun leven online doorbrengen, maar hierdoor zal er ook een tegenbeweging ontstaan omdat men toch behoefte aan ‘lijfelijk’ (offline) contact houdt in plaats van zich te verliezen in online communities en de virtuele wereld. Om echt een betekenisvol en duurzaam doel te bereiken dit jaar zullen bestuurders en de regering sterk sturen op de mogelijkheden om het voor consumenten makkelijk te maken om voor ‘groen’ te kiezen. Bijvoorbeeld door de niet‐groene alternatieven te beperken. Consumenten zijn bereid voor duurzaam te gaan als ze dit maar niet merken in hun portemonnee en als dit maar niet afdoet aan de beleving. ‘Tracking’ en ‘alerting’ zijn de nieuwe zoekmanieren, in 2010 zullen er ontelbaar nieuwe services komen om consumenten te helpen hun weg te vinden op het web. Het zal tijd besparen en het onmogelijk maken informatie te missen of vergeten.

Vrijgevigheid (geven aan bijvoorbeeld goede doelen) was belangrijk in 2009 en zal in 2010 nog belangrijker worden. Dit zal leiden tot initiatieven en/of aanbiedingen die het makkelijk maken voor consumenten om donaties te doen (pragmatisme is de nieuwe religie). Tenslotte willen we goed doen voor de samenleving, maar het moet ons niet te veel moeite kosten.

8


Met 100 miljoenen consumenten die een online profiel aannemen is 2010 een goed jaar om deze consumenten te helpen om hier het meeste uit te halen. Het profiel kan ook gebruikt worden bij het verkrijgen van bijvoorbeeld diensten, waardoor er een steeds betere koppeling komt tussen digitale netwerken en netwerken in de ‘echte’ wereld. Van ‘intention based models’ tot ‘digital afterlife services. Laten we het onder ogen zien: dit jaar zal eigenzinniger zijn dan de jaren hiervoor. De consumenten kunnen meer aan. Innovaties, exotische smaken, scherpere discussies enz. De ‘volwassen’ consumenten laten zich niet meer behandelen als een uniforme, snel gechoqueerde, middle of the road consument. Deze trend hangt samen met ‘business as unusual, urbany en profile myning’. De vraag van dit jaar zal zijn: hoe ver kan je als merk gaan? Hoe ben je onderscheidend?

9


2 Toeristisch aanbod Het CBS registreert het aantal toeristische accommodaties in Nederland. Inbegrepen zijn hotels, pensions en jeugdaccommodaties (≥ 5 slaapplaatsen), kampeerterreinen met toeristische verhuur, huisjescomplexen met toeristische verhuur en groepsaccommodaties (allen ≥ 20 slaapplaatsen). Bedrijven die meerdere accommodatievormen bieden, worden meerdere malen geteld. Vaste standplaatsen op campings, tweede woningen, jachthavens en overige accommodatievormen worden niet in de CBS‐registratie meegenomen. Hoewel de CBS‐registratie niet volledig is, is het de enige gegevensbron, waarbij het accommodatieaanbod binnen Nederland kan worden vergeleken. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal slaapplaatsen in toeristische accommodaties per provincie. Zeeland telt volgens de CBS‐registratie in totaal 131.294 toeristische slaapplaatsen. Zeeland neemt hiermee samen met Brabant een 2e positie in, na Gelderland en Noord‐Holland die samen de eerste positie innemen. De volgende tabel toont het aanbod van slaapplaatsen in toeristische accommodaties in Zeeland en het Zeeuwse aandeel in het totale Nederlandse aanbod.

Aantal slaapplaatsen 2009 Gelderland Noord‐Holland Noord‐Brabant Zeeland Limburg Overijssel Drenthe Friesland Zuid‐Holland Utrecht Flevoland Groningen 0%

5%

Nederland = 100%

10%

15%

Aanbod slaapplaatsen in logiesaccommodaties 2009 Slaapplaatsen in Zeeland Aandeel in Nederland per accommodatietype Hotels 8.772 Campings 94.599

4% 13%

Bungalowparken

26.195

12%

1.728

3%

Groepsaccommodaties Totaal aanbod

131.294

11% Bron: CBS

10


De camping is het accommodatietype met de meeste slaapplaatsen in Zeeland. Maar liefst 72% van alle toeristische slaapplaatsen komen voor rekening van de Zeeuwse campings. Van alle standplaatsen op de Nederlandse campings vinden we 13% in Zeeland. Daarnaast beschikt Zeeland over relatief veel slaapplaatsen op bungalowparken, in totaal 12% van het totale Nederlandse aanbod. Hoewel de registratie van het accommodatieaanbod van het CBS de enige gegevensbron is waarbij het accommodatieaanbod per provincie is geregistreerd, is deze niet volledig. Zo worden bijvoorbeeld, vaste standplaatsen op campings, tweede woningen en jachthavens niet in de CBS registratie opgenomen. Om een volledig beeld te krijgen van het totale accommodatieaanbod in Zeeland is het Kenniscentrum (Kust)toerisme i.s.m. Promotie Zeeland Delta gestart met de ontwikkeling van een volledige aanbodsregistratie. De verwachting is dat deze halverwege 2010 van start zal gaan en dat de gegevens dus in de volgende trendrapportage 2011/2011 meegenomen kunnen worden voor een meer compleet overzicht van de logiesaccommodaties in Zeeland. In de toekomst zal een soortgelijke verfijning van de aanbodsregistratie ook voor Goeree‐Overflakkee gerealiseerd worden.

11


3 Ontwikkeling van de vakantiemarkt 3.1 Ontwikkeling internationaal toerisme Na een groei van 2% in 2008, laat het internationale wereldtoerisme in 2009 een daling zien van 4%. De daling lijkt zijn laagste punt te hebben bereikt in de eerste helft van 2009. Het tweede helft van het jaar is de algemene daling minder groot. De World Tourism Organization (UNWTO) geeft aan dat zij verwachten dat er wereldwijd 880 miljoen reizen zijn gemaakt in 2009. Gekeken naar de verschillende continenten is het internationaal toerisme naar binnen Europa over 2009 meer dan gemiddeld gedaald, de UNWTO verwacht hier een daling van 6%. Ook Azië heeft te lijden gehad onder de economische crisis, na jaren van groei wordt hier nu ook een daling verwacht Het NBTC verwacht dat er na een daling van 8% in 2008, in 2009 een lichtere daling van 2% volgt van het aantal buitenlandse gasten. Voor deze daling van het aantal bezoekers is een aantal redenen aan te voeren. De belangrijkste is de economische crisis die zich het tweede half jaar van 2008 voluit heeft gemanifesteerd en in 2009 heeft voortgeduurd. Veel Westerse economieën bevinden zich vanaf het vierde kwartaal 2008 in een economische recessie, het consumentenvertrouwen daalt en de koopkracht staat onder druk. Dit heeft het grootste effect gehad op het inkomend toerisme in de eerste maanden van 2009. Daarnaast hebben de dalende wisselkoersen (Dollar, Pond, Yen) ten opzichte van de Euro een negatief effect gehad op de aankomsten in Nederland. Invloed van de economische crisis op internationaal toerisme Er is een sterk verband tussen de economische ontwikkeling en het internationaal toerisme. In een groeiende welvaart wordt internationaal reizen beschikbaar voor grotere groepen consumenten. In meer ontwikkelde reismarkten uit de groei van de economie zich in een toename van het aantal reizen, vooral korte vakanties, per reiziger. De recessie zorgt ervoor dat deze positieve ontwikkeling een halt is toegeroepen. Veel Westerse landen zijn eind 2008 in een economische crisis beland. Eind 2008, begin 2009 is de grootste daling te zien in het internationaal toerisme. Vanaf midden 2009 is een voorzichtig herstel te zien: een afzwakking van de daling. De recessie heeft een aantal ontwikkelingen in gang gezet: ‐ Consumenten gaan minder vaak en korter op vakantie; ‐ Men besteedt minder tijdens de ondernomen vakanties; ‐ Men kiest bestemmingen dichterbij huis; ‐ Er wordt later geboekt.

12


3.2 Ontwikkeling Nederlandse vakantiemarkt In 2009 ging 81,3% van de Nederlandse bevolking minstens één keer op vakantie, in 2008 was dat nog 81,6%. De Nederlanders die in 2009 een vakantie ondernamen, gingen gemiddeld iets vaker op vakantie dan in 2008: gemiddeld 2,9 keer per vakantieganger. In totaal werden er in 2009 36,4 miljoen vakanties ondernomen; dit is ruim 1% meer dan in 2008. Participatie Aantal vakanties Aantal vakantieovernachtingen Totale bestedingen

Vakanties van Nederlanders in het binnenland in 2009 54% 17.959.000 93.768.000 € 2,8 miljard

Vakanties van Nederlanders in het buitenland in 2009 61% 18.408.000 182.627.000 € 12,3 miljard Bron: CVO

De vakanties van Nederlanders in het binnenland zijn toegenomen, daarentegen zijn de vakanties van Nederlanders in het buitenland afgenomen. In 2009 zijn in totaal zo’n 18,4 miljoen buitenlandse vakanties door Nederlanders ondernomen; een daling van 18.000 vakanties ten opzichte van 2008. Tot en met 2006 bleek Frankrijk de meest bezochte vakantiebestemming door Nederlanders. Maar vanaf 2007 heeft Duitsland de eerste plaats van Frankrijk overgenomen waarbij het aantal vakanties in 2009 tot ruim 3,5 miljoen vakanties steeg. Top‐10 Buitenlandse bestemmingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Duitsland Frankrijk België Spanje Oostenrijk Italië Turkije Griekenland Groot‐Brittannië Tsjechië

3.517.000 2.824.000 1.990.000 1.555.000 1.202.000 992.000 680.000 625.000 705.000 315.000

+17% ‐3% +1% ‐16% +9% ‐2% ‐13% ‐15% +19% ‐25% Bron: CVO

13


Groot‐Brittannië noteerde de grootste procentuele stijging ten opzichte van 2008. Tsjechië laat de grootste percentuele daling zien met ‐25%, hoewel Tsjechië vorig jaar nog de grootste stijging liet zien met ruim 20%. Al met al was dichterbij huis op vakantie dé trend in 2009. Dit blijkt uit de toename van vakanties in eigen land, maar ook uit de terugloop van het aantal vliegvakanties (‐6%) en de afname van de intercontinentale markt. Het aantal vakanties buiten Europa daalde van 2,7 miljoen in 2008 naar 2,5 miljoen in 2009. Vakanties per werelddeel Nederland Europa (excl. Nederland) Noord‐Amerika Caraibisch gebied Latijns‐Amerika Afrika Azië Oceanië Antarctica

17.959.000 15.913.000 452.000 237.000 156.000 481.000 1.119.000 51.000 0

+3% +1% ‐1% +38% ‐27% ‐16% ‐7% ‐34% ‐‐‐ Bron: CVO

3.3 Vakanties in eigen land In 2009 brachten Nederlanders 17,9 miljoen vakanties door in eigen land, 3% meer dan in 2008. Hierbij werden 93,7 miljoen overnachtingen gemaakt, 2% meer dan in 2008. Jaar 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Aantal vakanties 17.979.000 17.314.000 17.794.000 17.594.000 17.449.000 17.959.000

Aantal overnachtingen 101.350.000 95.651.000 98.317.000 95.817.000 91.820.000 93.768.000 Bron: CVO

14


De volgende tabel toont het aantal vakanties en overnachtingen per provincie. Gelderland is ‐ evenals in voorgaande jaren ‐ de populairste binnenlandse bestemming. Zeeland staat 7e qua aantal vakanties en overnachtingen. Het aantal vakanties in Zeeland daalde met 2%, terwijl het aantal vakantieovernachtingen met 7% toenam.

Provincie

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Gelderland Limburg Noord‐Brabant Noord‐Holland Drenthe Overijssel Zuid‐Holland Zeeland Friesland Flevoland Utrecht Groningen

Aantal vakanties 3.018.000 2.301.000 2.136.000 2.015.000 1.697.000 1.479.000 1.352.000 1.339.000 1.318.000 457.000 439.000 408.000

Provincie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Gelderland Limburg Noord‐Brabant Drenthe Noord‐Holland Zeeland Overijssel Friesland Zuid‐Holland Utrecht Groningen Flevoland

Aantal overnachtingen 16.229.000 10.978.000 10.413.000 9.875.000 9.577.000 8.369.000 8.273.000 7.368.000 6.760.000 2.000.000 1.989.000 1.937.000 Bron: CVO

Toerisme in Nederland 2010 De economische crisis leidde in 2009 vooralsnog niet tot minder vakanties. Wel hebben Nederlanders bezuinigd op hun vakanties: vakantiegangers bleven dichterbij, gingen korter en besteedden minder. Voor 2010 dient volgens NBTC‐NIPO Research rekening te worden gehouden met een lichte krimp van het aantal vakanties. De recessie is wellicht voorbij, maar de gevolgen niet. Door de oplopende werkloosheid (veel baanonzekerheid) en een licht dalende koopkracht zal het aantal vakanties naar verwachting licht dalen. Evenals vorig jaar zal dit vooral de buitenlandse vakanties raken; voor eigen land wordt een stabilisatie/lichte groei van het aantal vakanties geraamd. Bron: NBTC

15


3.4 Inkomend toerisme naar Nederland Na een aantal jaren van groei, zien we een terugloop in het inkomend toerisme in Nederland. Het aantal buitenlandse gasten is in 2008 gedaald. In 2009 daalt dit aantal nog verder met 2% ten opzichte van het voorgaande jaar. Het aantal overnachtingen liep terug met 1% tot ruim 25 miljoen overnachtingen. Bij de buitenlandse gasten is overigens geen onderscheid gemaakt tussen gasten met een zakelijk of toeristisch motief. Het NBTC (Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen ) verwacht dat het inkomend toerisme de komende jaren blijft groeien. Mede door de iets zwakkere economische omstandigheden van de komende jaren gebeurt dit eerst nog met beperkte groeicijfers, maar vanaf 2012 mag door de aantrekkende wereldeconomie een hoger groeiniveau verwacht worden. In het kielzog van deze ontwikkeling zal het aantal buitenlandse verblijfsgasten dat ons land bezoek jaarlijks met 2,0% stijgen tot zo’n 14,3 miljoen in 2020. Recreatie en toerisme wordt in Nederland een steeds grotere economische activiteit. Jaar Aantal gasten Aantal overnachtingen 2004 9.646.200 25.374.600 2005 10.011.800 25.210.000 2006 10.738.600 26.886.000 2007 2008 2009

11.008.000 10.104.300 9.920.700

27.952.200 25.267.500 25.013.700

Bron: CBS

Onderstaande tabel toont het aantal buitenlandse gasten en hun overnachtingen per provincie. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Provincie Noord‐Holland Zuid‐Holland Limburg Noord‐Brabant Zeeland Friesland Gelderland Utrecht Overijssel Drenthe Groningen Flevoland

Aantal buitenlandse gasten 5.153.300 1.410.100 666.900 632.400 627.800 311.100 306.600 300.100 188.100 128.000 98.400 98.000

Aantal overnachtingen 10.816.700 3.519.600 1.926.300 1.485.400 2.986.900 1.235.800 817.700 559.200 469.900 481.900 324.800 389.400

Bron: CBS

16


Herkomstlanden Belangrijkste herkomstlanden voor Nederland zijn zoals gewoonlijk Duitsland en Groot‐Brittannië. Kijkend naar de periode 2005‐2009 blijkt België de belangrijkste groeimarkt te zijn, ondanks dat de groei stagneert. Intercontinentaal gezien komen de meeste gasten uit Noord‐ & Latijns‐Amerika.

2005

2006

2007

2008

2009

Duitsland

2.570.000

2.812.000

2.833.000

2.669.000

2.744.000

Groot‐Brittannië

1.853.000

1.913.000

1.903.000

1.639.000

1.409.000

België

917.000

991.000

1.101.000

1.109.000

1.172.000

Frankrijk

527.000

608.000

613.000

575.000

574.000

Spanje

322.000

392.000

436.000

368.000

351.000

Italië

374.000

398.000

398.000

370.000

368.000

Overig Europa

1.377.000

1.486.000

1.622.000

1.855.000

1.528.000

Noord‐ & Latijns‐Amerika

1.222.000

1.325.000

1.274.000

1.068.000

1.018.000

Azië

644.000

602.000

617.000

557.000

564.000

Overig Wereld

206.000

213.000

213.000

196.000

193.000 Bron: CBS

17


4 Binnenlands toerisme per regio

Aantal vakanties x 1.000

In dit hoofdstuk wordt het binnenlands toerisme naar de regio’s van Zeeland en Goeree‐Overflakkee besproken. In onderstaand diagram wordt de verdeling van het totaal aantal vakanties (toeristisch én vast samen) van Nederlanders over de Zeeuwse regio’s en Goeree‐Overflakkee getoond. Zeeland staat op de 7e plaats qua aantal vakanties en overnachtingen. Het aantal vakanties in Zeeland daalde met 2%, terwijl het aantal vakantieovernachtingen met 7% toenam. In onderstaand diagram worden het aantal vakanties in de regio’s opgesplitst in vakanties van vaste gasten en toeristische vakanties voor het jaar 2009. Vaste gasten zijn mensen met een eigen accommodatie op een vaste locatie, zoals een stacaravan, een seizoensplaats op een camping, een tweede woning of een boot op een vaste ligplaats. 600 500 400 300 321 355 134 200 159 207 100 140 129 79 64 26 0 Schouwen‐Duiveland Walcheren Bevelanden & Tholen Zeeuws‐Vlaanderen Goeree‐Overflakkee Toeristische vakanties Vakanties vaste gasten Bron: CVO Op Schouwen‐Duiveland worden de meeste vakanties van vaste gasten en toeristische vakanties doorgebracht. Er worden 274.000 vakanties doorgebracht op Goeree‐Overflakkee, waarvan 140.000 door vaste gasten. In vergelijking met de Zeeuwse regio’s, worden er op Goeree‐Overflakkee meer vakanties door vaste gasten doorgebracht. Vorig jaar was dit aantal nog het grootst op Schouwen‐ Duiveland. In 2008 bleef het aantal vakanties doorgebracht op Goeree‐Overflakkee achter bij het aantal vakanties in de Zeeuwse regio’s, dit jaar behoort Goeree‐Overflakkee tot de middenmoot.

18


In onderstaand diagram wordt de verdeling van het aantal overnachtingen van vaste en toeristische gasten per regio weergegeven.

Aantal overnachtingen x 1 mln.

2 1,8 2,3 1,6 1,6 0,6 1,4 1 1,2 1,2 0,81 1,2 0,6 0,4 0,72 0,69 0,2 0,39 0,39 0 Schouwen‐Duiveland Walcheren Bevelanden & Tholen Zeeuws‐Vlaanderen Goeree‐Overflakkee Bron: CVO Vaste gasten Toeristische gasten Het grootste aantal overnachtingen van zowel toeristische als vaste gasten van Zeeland vindt plaats op Walcheren. Op Goeree‐Overflakkee vinden er 1,8 miljoen overnachtingen plaats waarvan het grootste deel overnachtingen van vaste gasten betreft.

Vakantieduur Onderstaand diagram toont de gemiddelde vakantieduur voor alle vakanties, dus vakanties van vaste gasten en toeristische vakanties samen. Regionaal gezien heeft Zeeuws‐Vlaanderen de hoogste gemiddelde vakantieduur. Vorig jaar lag de gemiddelde vakantieduur op Goeree‐Overflakkee nog gelijk aan het gemiddelde van Zeeuws‐Vlaanderen. Dit jaar is de gemiddelde vakantieduur op Goeree‐ Overflakkee afgenomen, hoewel we in de meeste Zeeuwse regio’s juist een verlenging waarnemen. Gemiddelde vakantieduur in dagen 2009

10 8 6 4 2 0

6,6

6,1

Schouwen‐ Duiveland

6,5

7,4

6,4

7,9

8,1

8,5

8,1

7,6

6,7

7,2 2008 2009

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Zeeuws‐ Vlaanderen

Goeree‐ Overflakkee

Zeeland gem. Bron: CVO

De gemiddelde vakantieduur op landelijk niveau is 6,2 dit is iets lager dan in 2008 en ook dit jaar een hele dag lager dan het Zeeuwse gemiddelde. De verdeling tussen korte en langere vakanties per regio wordt hieronder weergegeven. Op Goeree‐Overflakkee werden meer vakanties doorgebracht van 16 dagen of langer dan gemiddeld in Zeeland. In 2009 zien we dat dit niet meer het geval is. Goeree‐Overflakkee heeft iets meer korte vakanties en iets minder lange vakanties dan het Zeeuswse gemiddelde. Op Schouwen‐Duiveland worden de meeste korte vakanties doorgebracht.

19


Verdeling naar vakantieduur per regio 49%

Schouwen‐Duiveland

51%

37%

Walcheren

63%

Bevelanden & Tholen

35%

65%

Zeeuws‐Vlaanderen

36%

64%

41%

Zeeland gem.

43%

Goeree‐Overflakkee 0%

59%

10%

20%

57% 30%

40%

2‐4 dagen (=korte vakantie)

50%

60%

70%

80%

90%

5+ ( lange vakantie)

100% Bron: CVO

Accommodatiekeuze Onderstaand diagram toont het accommodatiegebruik op basis van het totaal aantal vakantieovernachtingen in 2009.

Ontwikkeling aantal overnachtingen per accommodatievorm in Zeeland 1,400,000 Bron: CVO

1,200,000

1,000,000

Goeree‐Overflakkee 800,000

Walcheren

Schouwen‐Duiveland Zeeuws‐Vlaanderen

600,000

Bevelanden & Tholen 400,000

200,000

0 Hotel

Bungalow

Kamperen

Overig

Vaste gasten

Bron: CVO

20


Een verblijf in een vakantiewoning is de meest populaire accommodatievorm in Zeeland. Ongeveer de helft van alle overnachtingen vindt plaats in een vakantiewoning. Ook op Goeree‐Overflakkee overnachten de meeste gasten in een vakantiewoning. Hier komt bijna driekwart van alle overnachtingen voor rekening van de vakantiewoningen. Walcheren is een echte kampeerregio en kent het grootste aandeel toeristische kamperen. Opvallend is dat er weinig hotelovernachtingen zijn op Goeree‐Overflakkee en dat het aantal hotelovernachtingen in Zeeland gestegen is.

Activiteiten tijdens de vakantie Hieronder is de top‐5 van ondernomen activiteiten per regio opgenomen. Het valt op dat de volgorde in de top 5 per regio anders is, maar dat de activiteiten die in de top‐5 voorkomen nauwelijks van elkaar verschillen. Belangrijk is om te weten dat het activiteiten zijn die men heeft ondernomen toen ze in de genoemde regio op vakantie waren. Dit kan betekenen dat ze de ondernomen activiteiten voor een deel in een andere regio hebben ondernomen.

Schouwen‐ Duiveland

Walcheren

Zeeuws Vlaanderen

Goeree‐ Overflakkee

Tochtje met de auto

Uit eten gaan

Wandelen

Zwemmen

Bezoek strand Tochtje met de auto

3 Tochtje met de Wandelingen auto maken

uit eten gaan

Wandelingen maken

uit eten gaan

uit eten gaan

4 Wandelingen maken

Tochtjes met de auto

Zwemmen

Tochtje met de auto

Wandelingen maken

Wandelingen maken

5 Zwemmen

Zwemmen

Bezoek strand

Funshopping

Zwemmen

Zwemmen

1 uit eten gaan

Bezoek strand

2 Bezoek strand

Uit eten gaan

Bevelanden & Tholen

Zeeland. Gem.

Tochtje met de Bezoek strand auto

Opvallend is dat alleen Goeree‐Overflakkee de activiteit funshopping in de top‐5 van meest ondernomen activiteiten heeft staan. In Zeeland is dit een activiteit die beduidend minder ondernomen wordt. De activiteiten bezoek aan het strand, wandelen, uit eten gaan en zwemmen worden op Goeree‐ Overflakkee minder vaak ondernomen door toeristen dan in de regio’s van Zeeland. Vooral het deelnamepercentage voor zwemmen en wandelen, ligt lager. Het deelnamepercentage voor het bezoeken van bezienswaardige gebouwen, bezoeken van een natuurgebied en pretpark ligt ook lager dan in de regio’s van Zeeland. Fietsen en funshoppen neemt wel een belangrijk aandeel in van de ondernomen activiteiten tijdens de vakantie op Goeree‐Overflakkee.

21


Gemiddelde bestedingen per persoon per regio (incl. vaste gasten) Regionaal gezien wordt er in Walcheren het meest besteed tijdens de vakantie per persoon namelijk €191,00. Op Goeree‐Overflakkee daarentegen wordt er per persoon het minst uitgegeven tijdens de vakantie, slechts €121,00. Ook wordt er per vakantiedag slechts €16,00 besteed op Goeree‐Overflakkee. De besteding per persoon per dag is gelijk gebleven aan 2008, maar de besteding per persoon per vakantie is met 5 euro gedaalt. Goeree‐Overflakkee heeft de laagste dagbesteding van de regio’s. De lage dagbesteding en de lage totale uitgaven per vakantie per persoon op Goeree‐Overflakkee kan worden verklaard door het grote aandeel vaste gasten. Gem. bestedingen per vakantie incl. vaste gasten € 250 € 225 € 200 € 175 € 150 € 125 € 100 € 75 € 50 € 25 € 0

€ 191 € 167 € 146 € 133

€ 194 € 174

€ 166 € 151

€ 159

€ 135

€ 126€ 121

2008 2009

Schouwen‐ Duiveland

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Zeeuws‐ Vlaanderen

Goeree‐ Overflakkee

Zeeland gem. Bron: CVO

Gem. bestedingen per vakantiedag incl. vaste gasten € 30

€ 25

€ 24

€ 25 € 26

€ 24

€ 21 € 22

€ 20

€ 22 € 23

€ 20

€ 20

€ 16 € 16

2008

€ 15

2009

€ 10 € 5 € 0 Schouwen‐ Duiveland

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Zeeuws‐ Vlaanderen

Goeree‐ Overflakkee

Zeeland gem. Bron: CVO

22


Gemiddelde bestedingen per persoon per regio (toeristische gasten) De toeristische gast besteedt meer dan een vaste gast. Op Walcheren wordt er het meest besteed per toeristische gast per vakantie (€209). Goeree‐Overflakkee heeft een lage dagbesteding, ook wordt er per vakantie hier het minst besteed per persoon. Met name in Zeeuws‐Vlaanderen is de besteding per vakantie en per dag teruggelopen ten opzichte van 2008.

Gem. bestedingen per toeristische vakantie € 250 € 225 € 200 € 175

€ 180€ 179

€ 209 € 186

€ 220 € 184€ 190

€ 184

€ 180 € 166

€ 163€ 160

€ 150

2008

€ 125

2009

€ 100 € 75 € 50 € 25 € 0 Schouwen‐ Duiveland

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Zeeuws‐ Vlaanderen

Goeree‐ Overflakkee

Zeeland gem.

Gem. bestedingen per toeristische vakantiedag € 30

€ 28 € 29

€ 28 € 28 € 24

€ 25

€ 26

€ 28

€ 29 € 25

€ 25

€ 27 € 27

€ 20

2008

€ 15

2009

€ 10 € 5 € 0 Schouwen‐ Duiveland

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Zeeuws‐ Vlaanderen

Goeree‐ Overflakkee

Zeeland gem.

Bron: CVO

Bron: CVO

23


5. Kenmerken toeristische vakantiegangers

Herkomstgebieden toeristische gast In de tabel worden de top 5 herkomstprovincies voor de regio’s van Zeeland en voor Goeree‐Overflakkee weergegeven. Brabant was over het algemeen de belangrijkste herkomstprovincie voor de regio’s in Zeeland, alleen op de Bevelanden & Tholen kwamen de meeste vakantiegangers uit Zuid‐Holland. In 2009 zien we dat dit anders wordt. Met name Zuid‐Holland en Gelderland worden steeds belangrijker herkomstprovincies. Voor de regio Goeree‐Overflakkee komen de meeste vakantiegangers uit Zuid‐ Holland.

Zeeland gem.

1. 2. 3. 4. 5.

Brabant (23%) Zuid‐Holland (20%) Gelderland (16%) Noord‐Holland (9%) Limburg (8%)

Schouwen‐Duiveland Brabant (23%) Zuid‐Holland (23%) Gelderland (10%) Utrecht (9%) Noord‐Holland (9%)

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Brabant (27%) Zuid‐Holland (17%) Gelderland (13%) Utrecht (11%) Limburg (8%)

Zuid‐Holland (24%) Gelderland (22%) Brabant (15%) Noord‐Holland (14%) Limburg (6%)

Zeeuws‐Vlaanderen

Goeree‐Overflakkee Zuid‐Holland (27%) Brabant (22%) Utrecht (16%) Noord‐Holland (9%) Drente (8%)

Gelderland (26%) Brabant (21%) Zuid‐Holland (12%) Limburg (9%) Overijssel (8%)

Leeftijd toeristische gast Hieronder wordt aangegeven onder welke verschillende leeftijdscategorieën de regio’s populair zijn. De groep die op Goeree‐Overflakkee het grootst is, zijn de kinderen van 6 tot 14 jaar. Ook bij jongvolwassenen tussen de 30 en 39 jaar is Goeree‐Overflakkee een populaire bestemming. Goeree‐ Overflakkee wordt minder bezocht door toeristen ouder dan 65 dan de Zeeuwse regio’s. Let wel: van de vaste gasten (waar Goeree‐Overflakkee er veel van heeft) is 56% ouder dan 50. Verder is opvallend dat de Bevelanden & Tholen erg in trek is bij 50+ers.

Leeftijd toeristische gast per regio 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 0‐5 jaar

6‐14 jaar

15‐18 jaar

Schouwen‐Duiveland Zeeuws‐Vlaanderen

19‐24 jaar

25‐29 jaar

30‐39 jaar

Walcheren Goeree‐Overflakkee

40‐49 jaar

50‐64 jaar

65+

Bevelanden & Tholen Zeeland gem. Bron: CVO

24


Gezinssamenstelling toeristische gast In onderstaand diagram wordt de gezinssamenstelling van Nederlandse toeristen in de diverse regio’s van Zeeland en Goeree‐Overflakkee weergegeven. Opvallend voor Goeree‐Overflakkee is dat er veel gezinnen met kinderen van jonger dan 13 jaar hun vakantie doorbrengen op Goeree‐Overflakkee. Ook brengen veel gezinnen met kinderen jonger dan 6 jaar hun vakantie door op Goeree‐Overflakkee. Zeeuws‐Vlaanderen is erg in trek bij tweepersoonshuishoudens tussen de 35 en 55 jaar en bij personen ouder dan 55 jaar. De regio Bevelanden & Tholen is in trek bij eenpersoonshuishoudens jonger dan 65 jaar.

Sociale klasse toeristische gast Hieronder worden vakantiegangers in Zeeland en op Goeree‐Overflakkee ingedeeld naar hun sociale klasse, gebaseerd op de beroepsgroep en de opleiding van de hoofdkostwinner. De toelichting op deze indeling staat in bijlage 1.

Goeree‐Overflakkee Zeeuws‐Vlaanderen Bevelanden & Tholen

Schouwen‐Duiveland Zeeland gem. 0%

10%

20%

30%

30%

20%

31%

18%

27%

24%

33%

16%

30%

16%

30%

23%

Walcheren

36%

23%

29%

13%

31%

16%

30%

23%

34%

21%

29%

16%

40% A

50% Bb

60% Bo

70%

80%

90%

100%

CD Bron: CVO

Goeree‐Overflakkee ontvangt samen met de Bevelanden & Tholen de grootste groep gasten uit de sociale klasse CD. Het aantal gasten uit de sociale klasse A is vrij klein op Goeree‐Overflakkee. Verder valt op dat vergeleken met 2008 er weinig veranderd is in de samenstelling van de sociale klassen.

Bron: CVO

25


Reisgezelschap toeristische gast Hieronder wordt weergegeven met hoeveel personen men in Zeeland, op Goeree‐Overflakkee en in de Zeeuwse regio’s op vakantie gaat. Het is opvallend dat de meeste vakanties die worden doorgebracht op Goeree‐Overflakkee worden doorgebracht met drie tot vier personen. Verder is het aandeel groepsvakanties op Goeree‐Overflakkee toegenomen vergeleken met 2008. Ook valt het hoge aandeel groepsvakanties op Schouwen‐Duiveland op. In Zeeuws‐Vlaanderen en de Bevelanden & Tholen brengen relatief veel stellen hun vakantie door. Groepsgrootte reisgezelschap 19% 8% 32% 8% 25% Zeeland gem. Goeree‐Overflakkee 6% 20% 21% 33% 20% Schouwen‐Duiveland 29% 18% 29% 7% 18% Walcheren 15% 16% 33% 9% 27% Bevelanden & Tholen 11% 20% 13% 27% 29% Zeeuws‐Vlaanderen 4% 10% 16% 39% 30% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Bron: CVO 1 persoon 2 personen 3‐4 personen 5‐6 personen 7 + personen Dit leidt tot een gemiddelde groepsgrootte, die hieronder wordt getoond.

Gemiddelde grootte reisgezelschap per regio

6 5 4

4,7 3,8

3,9

3,8

4

4,1

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Zeeuws‐ Vlaanderen

Goeree‐ Overflakkee

Zeeland gem.

3 2 1 0 Schouwen‐ Duiveland

Bron: CVO

De grootste gemiddelde groepsgrootte vinden we op Schouwen‐Duiveland, de kleinste in Zeeuws‐ Vlaanderen en op Walcheren. De gemiddelde groepsgrootte op Goeree‐Overflakkee ligt net iets onder het Zeeuws gemiddelde.

26


Beoordeling kwaliteit dienstverlening, accommodatie en algemeen. De toeristen zijn gevraagd een oordeel te geven over de kwaliteit van de dienstverlening en service, bijvoorbeeld bij de receptie, in winkels en in horecagelegenheden. Voor de beoordeling wordt er een cijfer gegeven tussen 1 en 10, waarbij 1 zeer slecht betekent en 10 zeer goed. Dit wordt hieronder getoond; Goeree‐Overflakkee scoort 0,4 punt lager dan het Zeeuwse gemiddelde. Minder dan 10% van de toeristen geeft minder dan een ‘6’ aan de dienstverlening op Goeree‐Overflakkee. 25% van de toeristen geeft een ‘9’ of hoger aan de dienstverlening op Goeree‐Overflakkee. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

7,4 7,4 7,7

7,7 7,5 8

7,9 7,7 8,1

7,7 7,5 8

7,9 7,7 8,1

7,8 7,6 8,1

7,8 7,8 8,1

Goeree‐ Overflakkee

Schouwen‐ Duiveland

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Zeeuws‐ Vlaanderen

Zeeland

Nederland

Algemeen oordeel vakantie

Dienstverlening

Accommodatie

Bron: CVO

De vakantiegangers zijn tevens gevraagd een oordeel te geven over de kwaliteit van de accommodatie waarin men overnacht heeft. De accommodaties op Goeree‐Overflakkee scoren iets minder hoog dan in de Zeeuwse regio’s. Toch geeft slechts 10% van de toeristen de accommodatie een cijfer van minder dan een ‘7’. De toerist in Zeeland beoordeelt de vakantie met een cijfer van gemiddeld 8,1. Op Goeree‐ Overflakkee wordt er beoordeeld met een gemiddelde van 7,7. Iets minder hoog dan het Zeeuws gemiddelde. Walcheren scoort het best met een 8,1. 31% van de toeristen beoordeelt de vakantie op Goeree‐Overflakkee met een ‘9’ of hoger.

27


6 Vrijetijdsgedrag Het ondernemen van vrijetijdsactiviteiten behoort inmiddels tot de eerste levensbehoeften. Vrije tijd draagt bij aan het levensgeluk en wordt steeds belangrijker. Hierdoor is men steeds veeleisender ten aanzien van de invulling van de vrije tijd en is bereid daarvoor verder te reizen én vooral ook meer te betalen. De mogelijkheden om de vrije tijd in te vullen zijn in de afgelopen jaren dan ook enorm toegenomen en de economische betekenis is meegegroeid. De uitgaven van Nederlanders aan vrije tijd bedragen jaarlijks tientallen miljarden euro’s en zijn daardoor een belangrijke bron voor werkgelegenheid.

Tijdbesteding Uit een onderzoek naar tijdbesteding blijkt dat men gemiddeld 9,2 uur per dag aan vrije tijd spendeert. Hierin is ook de vrije tijd van mensen zonder werk en de vrije tijd van mensen met een deeltijdbaan opgenomen. Iets meer dan de helft van deze vrije tijd gaat op aan mediagebruik binnenshuis, hierbij is het aandeel van internetgebruik sterk toegenomen de laatste jaren. De overige vrije tijd spendeert men voornamelijk aan recreatieve activiteiten die buiten de eigen woning worden ondernomen. Het ContinueVrijeTijdsOnderzoek (CVTO) noemt de activiteiten waarbij men minstens een uur van huis is, vrijetijdsactiviteiten.

Vrijetijdsactiviteiten In het onderzoeksjaar 2008‐2009 ondernam 98,5% van de Nederlandse bevolking tenminste één vrijetijdsactiviteit. Ongeveer 90% van de Nederlandse bevolking ging wel eens uit, winkelde voor het plezier en recreëerde in de buitenlucht. De meest ondernomen activiteiten bevinden zich in het cluster ‘buitenrecreatie’ met als absolute favoriet een wandeling voor plezier.

Bron: CVTO

28


De totale vrijetijdsmarkt is ten opzichte van 2006‐2007 met bijna 12% gekrompen. De drie voornaamste oorzaken zijn: 

 

De economische crisis; een deel van de bevolking heeft bespaard op niet noodzakelijk uitgaven. Ook een verschuiving van kapitaalintensieve naar minder kapitaalintensieve activiteiten is hier een gevolg van. Toegenomen tijdsbesteding aan nieuwe media; hierdoor had men minder vrije tijd over voor uithuizige activiteiten. Vakantiejaar 2008 een recordjaar; men ging meer op vakantie en de vrijetijdsactiviteiten ondernomen op een vakantie maken geen deel uit van dit onderzoek.

In de ene provincies worden bepaalde activiteiten meer ondernomen dan in de andere provincie. In Zuid‐Holland wordt relatief meer gewinkeld voor het plezier dan elders, in Noord‐Holland worden relatief meer culturele activiteiten ondernomen en in Noord‐Brabant zijn wellnessactiviteiten populair. Daarnaast worden in Utrecht meer evenementen bezocht, wordt er in Friesland meer aan waterrecreatie gedaan. Tot slot worden er in de provincie Zeeland relatief veel activiteiten in het cluster buitenrecreatie ondernomen. In totaal is door Nederlanders in het afgelopen jaar ruim 50 miljard euro uitgegeven aan vrijetijdsactiviteiten. In vergelijking tot twee jaar geleden is de totale economische waarde van de uithuizige vrijetijdsmarkt met 8,9 miljard euro teruggelopen. Dit komt neer op een daling van 15%. Gemiddeld gaf men per persoon zo’n 14 euro uit per vrijetijdsactiviteit.

Uitstapjes van Nederlanders De hiervoor beschreven vrijetijdsactiviteiten omvatten ook activiteiten die voor de toeristische branche minder relevant zijn, denk bijvoorbeeld aan het wekelijkse sporten. De vrijetijdsactiviteiten die wel toeristisch relevant zijn worden daarom uitstapjes genoemd. In totaal werden in 2008‐2009 ruim 1,42 miljard uitstapjes ondernomen. Het grootste deel van de uitstapjes wordt ondernomen binnen het cluster ‘buitenrecreatie’, namelijk 33%. De meeste uitstapjes worden ondernomen in de provincies Zuid‐ Holland, Noord‐Holland en Noord‐Brabant. Tezamen zijn zij goed voor bijna 49% van de uitstapjes. Dit is verbonden met het inwonersaantal; 33% van de uitstapjes worden binnen de eigen gemeente ondernomen. In totaal is er door alle Nederlanders in de onderzoeksperiode een bedrag van bijna 31 miljard euro uitgegeven ten behoeve van uitstapjes. Dit komt neer op gemiddeld 21 euro per persoon per uitstapje. In het voorjaar van 2010 is de themarapportage Vrijetijdsbesteding in de Delta uitgekomen. Deze is te downloaden op www.kenniscentrumtoerisme.nl.

29


7 Watersport in beeld Nederland is een waterrijk land en biedt daarmee veel mogelijkheden voor het beoefenen van watersport. Jaarlijks wordt door vele miljoenen Nederlanders in en op het water gerecreëerd. Daarbij gaat het om allerlei vormen van watersport, variërend van kanoën tot toervaren. In de reguliere onderzoeken naar vakantiegedrag en vrijetijdsgedrag van Nederlanders is de watersport niet altijd goed vertegenwoordigd. Met name vakanties op de boot zijn hierdoor onderbelicht. Om een inzicht te krijgen in de markt van bootvakanties heeft NBTC‐NIPO Research onderzoek gedaan naar het vaargedrag van kajuitbootbezitters en onder Nederlanders die een kajuitjacht gehuurd/geleend hebben of hebben meegevaren op een kajuitjacht van anderen. Kenniscentrum (Kust)toerisme en Provincie Zeeland hebben geparticipeerd in dit onderzoek en presenteren hier de resultaten voor Zeeland. Watersport is immers een belangrijke vorm van recreatie in Zeeland. Op dit moment zijn er ongeveer 11.000 ligplaatsen voor pleziervaartuigen in de provincie, maar er zijn nog volop plannen voor groei. Helaas zijn de cijfers van watersport op Goeree‐Overflakkee niet te filteren uit de algemenere watersportcijfers. Daarom is ervoor gekozen in dit hoofdstuk te focussen op de watersportcijfers van Zeeland. Goeree‐Overflakkee en Zeeland maken deel uit van hetzelfde ‘vaargebied’ de Delta en zullen daarom goed met elkaar te vergelijken zijn.

7.1 Bootvakanties van Nederlanders op een eigen kajuitjacht Een bootvakantie is “een verblijf op een kajuitjacht voor ontspanning of plezier met ten minste één overnachting in binnen‐ en/of buitenland. Ook een verblijf met overnachting op een kajuitjacht zonder daarbij de haven uit te varen wordt tot een bootvakantie gerekend.” Uit het CVO blijkt dat Nederlanders in 2009 in totaal 670.000 vakanties op een kajuitjacht hebben ondernomen in binnen‐ en buitenland. Hiervan zijn 576.000 bootvakanties op een eigen kajuitjacht ondernomen, wat neerkomt op 86% van het totaal. Het onderzoek spitst zich toe op kajuitjachten van Nederlanders in Nederlandse jachthavens en wateren. Van de vakanties op het eigen kajuitjacht vindt 95% (ten minste voor een deel) plaats in Nederland: 570.000 vakanties. Tijdens een binnenlandse vakantie wordt Friesland het meest aangedaan; tijdens 35% van de bootvakanties is door Friese wateren gevaren. Noord‐ (31%) en Zuid‐Holland (27%) worden ook relatief veel aangedaan tijdens een binnenlandse bootvakantie. Tijdens 13% van de vakanties wordt Zeeland aangedaan.

Bron: CVO bootvakanties

30


Friesland is ook de provincie waar Nederlanders met een eigen kajuitjacht de meeste overnachtingen door‐ brengen; in 27% van de vakanties zijn de meeste overnachtingen in Friesland doorgebracht, wat neerkomt op 155.000 vakanties. Noord‐Holland (19%), Zuid‐Holland (15%) en Zeeland (10%) volgen op enige afstand. De Friese Meren zijn het meest populaire vaargebied in Nederland. In een kwart van de bootvakanties is dit gebied aangedaan. Ook het IJsselmeer, Deltagebied, Hollands‐Utrechts plas‐ sengebied, Randmeren en Markermeer worden veel bezocht tijdens de vakantie. Bron: CVO bootvakanties De meeste bootvakanties (83%) die worden ondernomen vallen onder de categorie korte vakanties (2‐7 dagen). Uit het CVO blijkt dat van de vaste standplaatsvakanties die Nederlanders ondernemen gemiddeld 74% korte vakanties betreffen, iets minder dus dan voor bootvakanties. De korte bootvakanties bestaan meestal uit 1 of 2 overnachtingen. Lange vakanties betreffen meest vakanties van een of twee weken. 5% van alle bootvakanties beslaat meer dan 28 dagen. Bootvakanties waarbij de meeste overnachtingen in Zeeland gemaakt zijn duren gemiddeld 9,7 dagen, voor Friesland is dit 9,4 dagen. In Noord‐Holland (6,4 dagen), Noord‐Brabant (5,9 dagen) en Zuid‐Holland (5,2 dagen) duren bootvakanties gemiddeld minder lang. Met het kajuitjacht worden vaak grote afstanden afgelegd tijdens een vakantie. Zeker voor vakanties waarbij men aangeeft de meeste overnachtingen in Zeeland en Friesland te hebben ondernomen gaat dit op. Respectievelijk 13% en 12% geeft aan meer dan 300 km. tijdens de vakantie te hebben gevaren. In totaal wordt tijdens 81% van de bootvakanties op het kajuitjacht buiten de eigen haven overnacht. Tijdens 35% van de vakanties overnacht men (ook) op het kajuitjacht in de eigen haven.

Bestedingen tijdens bootvakanties op een eigen kajuitjacht De totale bestedingen die worden gedaan tijdens bootvakanties op een eigen kajuitjacht in binnen‐ en buitenland (uitgaven voor vervoer naar de boot, boodschappen, uit eten, recreatie, brandstof, havengelden, brug‐ en sluisgelden, exclusief vaste kosten) bedragen 76 miljoen euro. Omgerekend naar bestedingen per persoon betekent dit een besteding van 132 euro per verblijf. In Zeeland zijn de bestedingen nog hoger: 174 euro per bootvakantie. Dit betreft alleen uitgaven op een eigen kajuitjacht, bestedingen op gehuurde jachten (die aanzienlijk hoger liggen) zijn hierin niet meegenomen. In vergelijking met binnenlandse kampeervakanties op een vaste standplaats en vakanties in een tweede woning liggen de bestedingen per persoon per vakantie en per dag tijdens een bootvakantie hoger. Boodschappen maken het grootste aandeel uit van de bestedingen (44%). Verder wordt 15% uitgegeven tijdens horecabezoeken, 13% aan scheepsbenodigdheden en 11% aan overnachtingen.

31


Bestedingen per bootvakantie (op eigen kajuitjacht) Boodschappen van huis Bezoek restaurant/café Boodschappen tijdens reis Scheepsbenodigdheden (incl. brandstof) Overnachtingen (incl. havengelden) Vervoer naar de boot Funshoppen Brug‐ en sluisgelden Overig € 0

€ 5

€ 10

€ 15

Landelijk gemiddelde

€ 20

€ 25

€ 30

€ 35

€ 40

€ 45

Zeeland Bron: CVO bootvakanties

7.2 Bootvakanties van Nederlanders op een kajuitjacht niet in eigen bezit Zoals vermeld in de onderzoeksverantwoording is ervoor gekozen het aantal toeristische bootvakanties op een kajuitjacht dat niet in eigen bezit is uit het ContinuVakantieOnderzoek (CVO) als basis te hanteren. Hieruit blijkt dat er in 2009 94.000 bootvakanties op een geleend /gehuurd kajuitjacht zijn ondernomen of waarin men meegevaren is met anderen op een kajuitjacht. Deze vakanties gelden als basis voor deze paragraaf. De meeste vakanties op kajuitjachten die niet in eigen bezit zijn worden ondernomen op jachten van anderen waar men met meevaart (71%). 19% van de bootvakanties niet op een eigen kajuitjacht vindt plaats op een gehuurd kajuitjacht, 10% op een geleende boot. In Zeeland betreft 11% van deze bootvakanties een gehuurd jacht, 5% een geleende boot en tijdens 84% van de vakanties vaart men mee op een kajuitjacht van anderen. 85% van de bootvakanties blijft in Nederland, 10% doet naast Nederland ook een buitenlandse bestemming aan tijdens dezelfde bootvakantie en slechts 4% van de vakanties vond alleen in het buitenland plaats. Friesland wordt het meest aangedaan tijdens een bootvakantie (44%). Tijdens bijna een kwart van de bootvakanties wordt Noord‐Holland aangedaan. Zuid‐Holland, Zeeland en Flevoland volgen op enige afstand. In Zeeland brengen Nederlanders in totaal 10.000 bootvakanties op een kajuitjacht niet in eigen bezit door.

32


De totale bestedingen die worden gedaan tijdens bootvakanties op een gehuurd/geleend kajuitjacht of een vakantie waarbij men meegevaren is op een kajuitjacht in binnen‐ en buitenland (uitgaven voor vervoer naar de boot, huur, boodschappen, uit eten, recreatie, brandstof, havengelden, brug‐ en sluisgelden, exclusief vaste kosten) bedragen 20,5 miljoen euro. Omgerekend naar bestedingen per persoon betekent dit een besteding van 216 euro per verblijf en 41 euro per dag (incl. vakanties naar het buitenland). Bij bootvakanties in het binnenland zijn de gemiddelde bestedingen per vakantie 163 euro, in Zeeland is dit 155 euro. Boodschappen maken het grootste aandeel uit van de bestedingen (27%). Verder wordt 22% uitgegeven tijdens horecabezoeken, 13% aan huurkosten en 9% aan scheepsbenodigdheden / brandstof.

Bestedingen per bootvakantie (op eigen kajuitjacht) Boodschappen van huis Bezoek restaurant/café Boodschappen tijdens reis Scheepsbenodigdheden (incl. brandstof) Overnachtingen (incl. havengelden) Vervoer naar de boot Funshoppen Brug‐ en sluisgelden Overig € 0

€ 5 € 10 € 15 € 20 € 25 € 30 € 35 € 40 € 45

Landelijk gemiddelde

Zeeland Bron: CVO bootvakanties

In totaal zijn er in 2009 zo’n 18.000 vakanties met een gehuurd kajuitjacht in Nederland ondernomen. Bijna de helft hiervan is ondernomen met een zeilboot (45%). Een iets minder groot aandeel is met een motorboot ondernomen (40%) en 15% met een combinatie van de twee typen boten. Tijdens 77% van deze vakanties werd het jacht direct bij de verhuurder geboekt. Een aanzienlijk kleiner deel wordt bij een intermediair geboekt (8%), via een particulier (11%) of op een andere manier (3%). Het boeken van een gehuurd jacht gebeurt voornamelijk via internet (47%) of telefonisch (29%). Internet is ook het meest gebruikte medium ter oriëntatie van de vakantie; voor 56% van de vakanties is het internet als informatiebron gebruikt. Ook vrienden / familie / kennissen spelen een belangrijke rol; voor 54% van de vakanties zijn zij geraadpleegd. Watersportmagazines (13%) worden in mindere mate gebruikt.

33


8. Werkgelegenheid Toerisme en recreatie is vertakt in allerlei bedrijfstakken en sectoren, het is dan ook moeilijk te bepalen hoeveel werkgelegenheid hierdoor gegenereerd wordt. Om toch een indruk van de toeristisch‐ recreatieve werkgelegenheid te kunnen geven, wordt een selectie gemaakt van SBI‐codes, de codes waarmee CBS bedrijven op basis van hun activiteiten indeelt in bedrijfstakken. In deze afbakening komen alleen die bedrijven voor, die direct gerelateerd zijn aan toerisme en recreatie. Toeleveranciers worden buiten beschouwing gelaten, evenals bedrijven die niet toeristisch van aard zijn, maar die wel bestedingen van toeristen ontvangen (bijvoorbeeld de reguliere detailhandel als een bakker of supermarkt). De afbakening is ingedeeld in de volgende zeven groepen, het volledige overzicht staat in bijlage 2: 1) detail & groothandel 2) logiesverstrekking 3) horeca 4) vervoer 5) cultuur, recreatie en amusement 6) sport 7) overig N.B. In het voorjaar van 2009 zijn er landelijk afspraken gemaakt over de afbakening, waardoor deze iets is bijgesteld. Hierdoor is sprake van een kleine trendbreuk in de cijfers. Op Zeeuws niveau is het verschil tussen de oude en nieuwe afbakening zo’n 210 banen, 1,5% van het geheel. Met behulp van het LISA Vestigingenregister is nagegaan hoe groot de werkgelegenheid in de sector is. De peildatum voor het LISA‐bestand is in Zeeland steeds 1 mei, wat betekent dat seizoenswerkgelegenheid, zoals die vooral in de toeristisch‐recreatieve sector aan de orde is, nauwelijks is inbegrepen.

Toeristisch‐recreatieve werkgelegenheid – totaal In 2009 waren er 14.430 personen in Zeeland werkzaam in de toeristisch‐recreatieve sector. Op de totale Zeeuwse werkgelegenheid van 171.400 personen scoort de sector een aandeel van 8,4%. Op Goeree‐ Overflakkee waren 1.340 personen werkzaam in de toeristisch‐recreatieve sector. Op de totale werkgelegenheid op Goeree‐Overflakkee scoort de sector een aandeel van 8,3%.

34


Toeristisch‐recreatieve werkgelegenheid ‐ naar regio

Aantal banen

De werkgelegenheid in de toeristisch‐recreatieve sector verschilt per regio. Goeree‐Overflakkee kent samen met Schouwen‐Duiveland het minst aantal banen in het toeristisch‐recreatieve werkveld. Het aandeel van toerisme & recreatie in de totale werkgelegenheid is het grootst op Schouwen‐ Duiveland. In de andere regio’s heeft de toeristisch‐recreatieve sector een kleiner aandeel in de werkgelegenheid. Het kleinst is het aandeel op de Bevelanden & Tholen. Goeree‐Overflakkee zit in de middenmoot. Toeristische werkgelegenheid per regio 2009 6,000 4,500 4940 3580 3480 3,000 2260 1,500 1340 0 Schouwen‐Duiveland

100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

Walcheren

Bevelanden & Tholen Zeeuws‐Vlaanderen

Goeree‐Overflakkee

Bron: LISA

87%

90%

94%

93%

92%

13%

10%

6%

7%

8%

Walcheren

Bevelanden & Tholen

Zeeuws‐Vlaanderen

Goeree‐Overflakkee

Schouwen‐Duiveland

% toeristisch‐recreatieve werkgelegenheid

totale werkgelegenheid

Bron: LISA

35


Toeristisch‐recreatieve werkgelegenheid naar sector

Zeeland

Goeree‐Overflakkee

Horeca (excl. logies)

7.810

431

Verblijfsaccommodaties

3.520

608

Vervoer

650

82

Cultuur, recreatie & amusement

690

59

Detail‐ & groothandel in recreatiegoederen e.d.

460

56

Sport

290

45

Overig

970

59 Bron: LISA

De horeca in Zeeland blijft met 7.810 werkzame personen in 2009 de grootste werkgever in de toeristisch‐recreatieve sector. De verblijfsaccommodaties vormen de tweede belangrijke werkgever. Op Goeree‐Overflakkee zijn de verblijfsaccommodaties de grootste werkgever, gevolgd door de horeca. De meeste sectoren zijn qua werkgelegenheid nagenoeg gelijk gebleven aan 2008 of zijn licht afgenomen. Opvallend is dat zowel in Zeeland als op Goeree‐Overflakkee de werkgelegenheid is toegenomen in de sectoren sport en cultuur, recreatie & amusement. De verdeling van de werkgelegenheid verschilt per regio. Goeree‐Overflakkee heeft het grootste aandeel van verblijfaccommodaties. Op Walcheren en in Zeeuws‐Vlaanderen is het aantal banen in de horeca relatief groot.

Regionale werkgelegenheid per branche in 2009 Goeree‐Overflakkee

47%

Schouwen‐Duiveland

31%

32%

Walcheren

25%

Bevelanden & Tholen

26%

Zeeuws‐Vlaanderen

46%

10%

22%

58%

17%

45%

19%

0%

22%

29%

64%

20%

30%

40%

50%

Verblijfaccommodaties

17%

60%

Horeca

70%

80%

90%

Overige branches

100%

Bron: LISA

36


Literatuurlijst Bij het samenstellen van deze rapportage is o.a. gebruik gemaakt van de volgende bronnen:  ContinuVakantieOnderzoek ‐ Holiday Tracker NBTC ‐ NIPO Research, 2010 

ContinuVakantieOnderzoek ‐ maatwerkrapportage provincies NBTC ‐ NIPO Research, 2010

ContinuVakantieOnderzoek ‐ Bootvakanties van Nederlanders Onderzoek naar het vaargedrag van Nederlanders met een kajuitjacht NBTC‐ NIPO Research, 2010

Eigen inventarisatie bezoekersaantallen dagattracties, evenementen en musea Kenniscentrum (Kust)toerisme, Hogeschool Zeeland, 2010

LISA Vestigingenregister LISA Projectorganisatie (= I&O Research), 2010

Statistiek Logiesaccommodaties (via Statline) Centraal Bureau voor de Statistiek, 2010

Toerisme in perspectief 2010. Ontwikkelingen inkomend en binnenlands toerisme nader bekeken NBTC, 2009

Trends & ontwikkelingen toerisme NBTC, 9 november 2009

Trendrapport Toerisme, Recreatie en Vrije tijd 2008/2009 NRIT, 2009

World Tourism Barometer UN WTO, 2010

Trendwatching.com

Een toelichting op onderzoeksmethoden, definities en gebruiksmogelijkheden van de bovengenoemde bronnen is opgenomen in het “Handboek toeristisch‐recreatieve gegevensbronnen”, opgesteld door de partners van het Kenniscentrum Toerisme & Recreatie in 2003.

37


Bijlage 1: Omschrijving sociale klasse

Zoals al eerder is beschreven komt de indeling naar sociale klasse tot stand op basis van twee criteria: Beroepsgroep hoofdkostwinner; Opleiding hoofdkostwinner. Er worden vijf klassen onderscheiden, hieronder wordt weergegeven welk percentage van de Nederlandse bevolking tot de betreffende klasse behoort: A (hoog) 16% B‐boven (tamelijk hoog) 35% (middenklasse) 19% B‐onder C (tamelijk laag) D (laag) 31%

Het onderstaande schema geeft een globale omschrijving van de afzonderlijke klassen: Opleiding Beroep Bedrijfshoofd 10+ Bedrijfshoofd 9‐ Vrije beroepen Boeren en tuinders Hogere employees Lagere employees Geschoolde arbeiders Ongeschoolde arbeiders Geen opgave Huisvrouw en student

HW

HB

HA

MB

MA

LB

LA

Onbekend

A A A A A A A A Bo Bo

A A A A Bb Bo Bo Bo Bo Bo

A A A A Bb Bo C C C C

A A A A Bb Bo C C C C

A Bb Bb Bb Bb Bo C C C C

A Bo Bo Bo Bo C C C D D

A Bo Bo Bo Bo C C D D D

A Bo Bo Bo Bo C C D D D

Toelichting van gebruikte afkortingen voor opleiding HW: Wetenschappelijk onderwijs (doctoraal) HB: Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs (kandidaats) HA: Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs MB: Middelbaar beroeps onderwijs MA: Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs LB: Lager beroeps onderwijs LA: Lager onderwijs

38


Bijlage 2: Landelijke R&T standaard De landelijke R&T standaard is ontwikkeld in opdracht van de werkgroep recreatie & toerisme van het Interprovinciaal Overleg. Doel hiervan is eenduidige afspraken te maken over het meten en bepalen van de bestedingen en de werkgelegenheid oftewel de economische betekenis van de vrijetijdssector. De meerwaarde van de standaard ligt vooral in de mogelijkheid om de resultaten van een provincie of regio met andere provincies en met de landelijke resultaten te vergelijken ‐ zonder dat men appels met peren vergelijkt. De standaard ‐ kenmerken De standaard is modulair van opbouw. Deze modulaire opbouw heeft diverse voordelen. Ten eerste kan zo per module (bijv. uitgaven tijdens uitstapjes of uitgaven tijdens vakanties van buitenlanders) gezocht worden naar de meest geschikte landelijke bron of kan geconstateerd worden dat er voor een bepaalde module geen (geschikte) landelijke bron bestaat of dat er aanvullende berekeningen nodig zijn. Daarnaast kunnen provincies & regios door de modulaire opbouw ook besluiten slechts gedeeltelijk ‐ voor een aantal modules ‐ bij de standaard aan te haken. De standaard is dynamisch van aard. Op dit moment wordt er gekozen voor een bepaalde ‐ meest geschikte ‐ bron voor de invulling van een bepaalde module. Het verdwijnen van bronnen of het verschijnen van nieuwe onderzoeken kan echter leiden tot de keuze voor een nieuwe bron of de signalering van een nieuwe lacune. Jaarlijks zal de standaard daarom tegen het licht gehouden worden. De standaard ‐ bestedingen in de vrije tijd Onderstaand schema geeft weer in welke onderdelen (modules) de bestedingen in de vrijetijdssector onder te verdelen zijn en welke bronnen er per module beschikbaar zijn. De modules waarvoor bronnen beschikbaar zijn, zijn groen gearceerd, modules waar op dit moment (nog) geen bronnen voor beschikbaar zijn, zijn groen/wit gearceerd.

39


De standaard – werkgelegenheid in de vrijetijdssector Binnen de standaard voor de vrijetijdssector is gekozen voor LISA (Landelijk Informatiesysteem van Arbeidsplaatsen en Vestigingen) als bron voor de werkgelegenheidscijfers. LISA (Landelijk Informatie Systeem Arbeidsorganisaties) is een landelijk dekkend systeem dat gevoed wordt uit 18 regionale vestigingsregisters. In elke provincie is een vestigingenregister beschikbaar. LISA is een databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland waar betaald werk wordt verricht. Per vestiging zijn gegevens beschikbaar over het aantal werkzame personen (in banen), naar hoofdactiviteit, geslacht en urengrens. Het LISA werkt met de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) codes van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS). Dit is een hiërarchische indeling van economische activiteiten. Binnen LISA is een afbakening gemaakt van SBI codes die binnen deze standaard geheel of gedeeltelijk tot de vrijetijdssector horen. Hiervoor is nagegaan welke branches samenhangen met de vrijetijdssector. In de afbakening zijn een aantal branches niet integraal toegerekend aan de toeristisch‐recreatieve sector, maar ten dele. Hierbij zijn gewichten toegekend al naar gelang de betekenis van de branche. De branches worden weergegeven in zeven activiteitengroepen. Per activiteit is aangegeven in welke mate de werkgelegenheid wordt meegeteld voor de toeristisch‐recreatieve sector (zie kolom ‘weging’). Voorbeeld: de werkgelegenheid in de branche ‘vervoer per spoor’ kan niet volledig aan de toeristisch‐ recreatieve sector worden toegerekend, maar een deel ervan komt zeker voort uit toerisme en recreatie. SBI‐code

Omschrijving

Weging

Detail‐ en groothandel 4519.4

Handel in en reparatie van caravans

100%

4649.2

Groothandel in watersportartikelen

100%

4649.3 4730

Groothandel in kampeerartikelen (geen caravans) Benzineservicestations

100% 10%

4764.2 4764.3

Winkels in watersportartikelen Winkels in sportartikelen (geen watersport)

100% 100%

4764.4

Winkels in kampeerartikelen (geen caravans)

100%

4772.2 4778.1

Winkels in lederwaren en reisartikelen Winkels in fotografische artikelen

30% 30%

Logiesverstrekking 5510.1 5510.2

Hotel‐restaurants Hotels (geen hotel‐restaurants), pensions en conferentieoorden

100% 100%

5520.1

Verhuur van vakantiehuisjes en appartementen

100%

5520.2 5530

Jeugdherbergen en vakantiekampen Kampeerterreinen

100% 100%

5590

Overige logiesverstrekking

100%

Horeca 5610.1

Restaurants

100%

5610.2 5610.3

Cafetaria's, lunchrooms, snackbars, eetkramen e.d. IJssalons

100% 100%

5630

Cafés

100%

40


Vervoer en reisindustrie 4910

Personenvervoer per spoor (geen tram of metro)

10%

4932

Vervoer per taxi

10%

4939.1 5010

Ongeregeld personenvervoer over de weg Zee‐ en kustvaart (passagiersvaart en veerdiensten)

10% 50%

5030

Binnenvaart (passagiersvaart en veerdiensten)

10%

5110

Personenvervoer door de lucht

10%

5222

Dienstverlening voor vervoer over water

5223 7911

Dienstverlening voor de luchtvaart Reisbemiddeling

10% 100%

7912

Reisorganisatie

100%

7990

Informatieverstrekking op het gebied van toerisme

100%

10%

Cultuur, recreatie en amusement 5914

Bioscopen

100%

9001.1

Beoefening van podiumkunst

100%

9001.3

Circus en variété

100%

9004.1 9004.2

Theaters en schouwburgen Evenementenhallen

100% 100%

9102.1

Musea

100%

9102.2 9104.1

Kunstgalerieën en expositieruimten Dieren‐ en plantentuinen, kinderboerderijen

100% 100%

9104.2

Natuurbehoud

100%

9321.1 9321.2

Pret‐ en themaparken Kermisattracties

100% 100%

8551.1 8551.9

Zeil‐ en surfscholen Overig sport‐ en recreatieonderwijs

100% 30%

9311 9312

Exploitatie van sportaccommodaties (zwembaden + overig) Buitensport

9313

Fitnesscentra

9314 9315.1

Binnensport Zwem‐ en onderwatersport

30% 30%

9315.2

Roei‐, kano‐, zeil‐ en surfsport e.d.

30%

9319.1 9319.2

Beroepssportlieden Hengelsport

30% 100%

9319.3

Verzorgen van vistochten

100%

9319.4 9319.5

Supportersverenigingen (sport) Organiseren van sportevenementen

30% 30%

9319.6

30%

9319.9

Overkoepelende organen en samenwerkende adviesorganen op het terrein van sport Overige sportactiviteiten

9329.1

Jachthavens

Sport

30% 30% 100%

30% 100%

41


Overig

3012

Bouw van sport‐ en recreatievaartuigen

7711.1

Verhuur van personenauto's en lichte bedrijfsauto's (geen lease)

7712 7721

Verhuur en lease van bestel en vrachtauto's, autobussen en campers Verhuur en lease van sport‐ en recreatieartikelen

7734

Verhuur en lease van schepen

8230

Organiseren van congressen en beurzen

9200.1

Loterijen en kansspelen

100%

9200.9 9329.9

Exploitatie van amusements‐ en speelautomaten Overige recreatie

100% 100%

9604

Sauna's, solaria, baden e.d.

100%

100% 10% 30% 100% 30% 100%

42


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.