Bioimagingtechnologie voor een betere diagnostiek CYTTRON II
Bioimagingtechnologie voor een betere diagnostiek CYTTRON II
diagnostiek
Amsterdam 2016
CY T TRON II
Inhoud Voorwoord
3
Google Earth tot in de cel: ‘Zo ziet het er bij jou ook uit’ Cyttron II in vogelvlucht
8
Maximaal inzoomen zonder risico
10
Microscoopglaasjes gaan digitaal
12
Een moleculaire kaart van het weefsel Cellen in 3D
17
18
‘De mens is de uitdaging, niet de techniek’ Cyttron II partners Colofon
4
21
24
25
Voor meer informatie klik op de links en de ikonen
Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met NEMO Kennislink, de populair-wetenschappelijke website voor het Nederlandse taalgebied. Voor meer actuele informatie en nieuws over onderwerpen in dit boek, raadpleeg: www.nemokennislink.nl/partners/cyttron2, of één van de volgende thema’s: www.nemokennislink.nl/thema/er-vroeg-bij-zijn www.nemokennislink.nl/thema/medicijnen-op-maat
CY T TRON II
Voorwoord Jan-Pieter Abrahams HOOGLERAAR AAN DE UNIVERSITEITEN VAN BASEL EN LEIDEN EN PROGRAMMADIRECTEUR CYTTRON II
Veel ziekten worden veroorzaakt doordat er iets
te maken met een onbeperkte zoomlens, waarmee
misgaat in onze cellen. Er is te veel of te weinig van
we op een patiënt zouden kunnen inzoomen totdat
een bepaald soort moleculen, moleculen herkennen
we organen tot in atomair detail kunnen waarne-
elkaar niet meer, of cellen reageren verkeerd op
men. Wat wel kan, is om verschillende technieken
signalen van de omgeving. Dat soort fouten op
te combineren, en zo toch een alomvattend beeld
microscopisch en zelfs atomaire schaal kunnen grote
te maken van wat er misgaat. MRI voor de organen,
gevolgen hebben, van verkoudheid tot een dodelijke
een lichtmicroscoop voor de cellen, een elektronen-
ziekte, van reuma tot kanker. Stel dat het mogelijk
microscoop voor de moleculen en röntgendiffractie
zou zijn om in atomair detail naar de cellen van een
voor de atomen. Een samenwerking van bedrijven
patiënt te kijken, dan zouden we misschien kunnen
en universiteiten werkt in het Cyttron II-consortium
zien wat er misgaat. En wanneer we dat begrijpen,
aan manieren om dergelijke beelden efficiënt te
kunnen we hopelijk ook daadwerkelijk ingrijpen.
verzamelen, te onderzoeken en samen te voegen
Helaas is het niet mogelijk om een supermicroscoop
tot een alomvattend begrip.
Herman Verheij LSH-FES SECTOR COÖRDINATOR
Voor u ligt een fraai boek over de baanbrekende
publiek-private samenwerkingsverband te komen:
resultaten die zijn geboekt binnen het LSH-FES-
tegen elke euro subsidie van de overheid werd ook
project Cyttron II. LSH staat voor ‘Life Sciences
een euro door de partners geïnvesteerd. Na zes jaar
& Health’, oftewel de toepassing van de levens-
hard werken zijn de resultaten direct inzetbaar voor
wetenschappen voor onze gezondheid, en FES
patiënten, of kunnen ze worden gebruikt voor onder-
voor ‘Fonds Economische Structuurversterking’,
zoek dat heel dicht bij patiënten staat. Hiermee heeft
de zogenoemde aardgasbaten.
het consortium aangetoond dat het de onderzoeks-
Cyttron II begon zijn activiteiten in 2010, na goed-
gelden optimaal heeft ingezet om bij te dragen aan
keuring door de Nederlandse overheid van een over-
het verbeteren van de nationale gezondheid, en voor
koepelend voorstel. Dit voorstel werd ingediend door
het aanjagen van de economische bedrijvigheid in
een consortium van vele partners – waaronder kleine
Nederland.
en middelgrote bedrijven, multinationals, universi-
Veel van deze resultaten vindt u terug in dit boek.
taire en medische onderzoeksgroepen, patiënten-
U zult versteld staan van de ontwikkelingen in
organisaties, en de ministeries van VWS, OCW en
dit boeiende vakgebied. Ik wens u dan ook veel
EZ. De FES-subsidie werd ingezet om tot een
leesplezier!
3
CY T TRON II
Introductie tekst: Joost van der Gevel beeld: Naturalis
Google Earth tot in de cel: ‘Zo ziet het er bij jou ook uit’ Op de bovenste verdieping van Naturalis hangt – in gezelschap van de wolf van Luttelgeest, stier Herman, een dodo en het skelet van de Plateosaurus – een metersgroot televisiescherm met rustig zwemmende vissen aan de muur: de Cel Zoomer. Wie wil weten waar het Cyttron II-consortium zich de afgelopen jaren mee bezig heeft gehouden, krijgt daarmee een introductie in vogelvlucht.
“Raak me aan”, nodigt het scherm uit. Als je dat
wikkelaar van de tentoonstelling. “In die maximale
doet, blijven er van al die vissen één zebravisje en
vergroting ben je ingezoomd op een foto van acht-
een embryo over. Met je handen kun je steeds dieper
honderd bij vierhonderd meter, bijna twee keer zo
inzoomen op een doorsnede van het embryo. Het
groot als het Malieveld.”
vult al snel het hele scherm. In zwart-wit zie je de organen, de hersenen, spieren, het oog. Je ziet zelfs
Dertigduizend foto’s
een bacterie zo groot als een knikker in de darm. Ver-
De foto is gemaakt in het Leids Universitair Medisch
geleken met de bacterie is de darmcel kolossaal. Als
Centrum (LUMC). Op de afdeling Elektronenmicro-
je nog verder inzoomt, kijk je tot diep in die cellen.
scopie is het zebravisje in een beweegbare houder
Je kunt de mitochondriën – de energieleveranciers –
onder de elektronenmicroscoop gelegd. In een ge-
zien, de celkern met het dna, en als kleine bolletjes
automatiseerd proces zijn er in vierenhalve dag van
de ribosomen die de eiwitten in elkaar sleutelen.
kop tot staart dertigduizend foto’s gemaakt, terwijl precisiemotortjes de houder met het visje miniem
Twee keer het Malieveld
in twee richtingen verschoven voor iedere volgende
In een verlicht, rond venstertje naast het scherm zijn
opname. Software met een binnen het LUMC ont-
embryo’s van zebravisjes te zien: zwarte puntjes met
wikkeld “stitching”-algoritme, plakte op basis van
een glazen staartje eraan, nog geen anderhalve milli-
die onderlinge verschuivingen de beelden nauw-
meter lang. “Om zo diep in de cellen te kunnen kij-
keurig aan elkaar tot de digitale megafoto. Het grote
ken moet je zo’n embryo vijfhonderdduizend keer
“touchscreen” en de zoomsoftware zijn ontwikkeld
vergroten”, vertelt Ilse van Zeeland, inhoudsont-
in Naturalis.
4
CY T TRON II
Zoom in op een volwassen zebravis.
De samenwerking was een project van het Cyttron II-
onder de microscoop legt. De cellen zien er bijna
consortium. Dit consortium wil inzicht krijgen in de
hetzelfde uit. En door het fysiek te maken met
manier waarop moleculaire veranderingen doorwer-
zoomen – een principe dat ze kennen – willen we
ken in het lichaam en op de gezondheid, om nieuwe
begrip kweken hoe klein het allemaal is.”
diagnostiek en behandelingen te kunnen ontwikkelen. Data van verschillende beeldvormende technie-
Lichtgevoelige staafjes
ken worden daarvoor samengebracht tot één data-
Je kan op iedere willekeurige plek in het visje inzoo-
base met een driedimensionaal totaaloverzicht van
men. Een paar blauwe stippen – hotspots – geven
moleculair niveau, via de cel, tot het orgaan en het
aan dat er iets te zien is met uitleg erbij. Van Zeeland
hele organisme. De Cel Zoomer is illustratief voor dit
zoomt in op de lichtgevoelige staafjes in het oog.
streven naar het “totaalplaatje”.
“… in jouw ogen zitten ook zulke cellen”, zegt de vertelstem uit het scherm. De Cel Zoomer is volgens
Mens, muis of vis
Van Zeeland ook heel geschikt voor onderwijs. “In
Maar waarom stelt Naturalis de Cel Zoomer tentoon?
medische en biologieleerboeken is doorgaans alles
“Dit is de zaal ‘Onderzoek in uitvoering’. We wilden
per orgaan geordend. Hier kun je anatomisch naar
het publiek laten kennismaken met de microwereld”,
bijvoorbeeld het hersengebied toe en dan inzoomen.
verklaart Van Zeeland. “Hoe dieper je inzoomt, hoe
Eigenlijk zou iedere universiteit zoiets moeten
meer alle organismen op elkaar lijken. ‘Zo ziet het er
hebben voor het biologieonderwijs.” In het LUMC
bij jou ook uit’, willen we bezoekers meegeven. Het
wordt een variant op de Cel Zoomer ontwikkeld die
maakt niet uit of je een mens, muis, vis of ander dier
gebruikt zou kunnen worden in de practica.
5
CY T TRON II
b
Van groot naar klein a
e
f
i
j
a Zwemmende zebravisjes.
b Zebravisembryo.
e Hersencellen.
f
Kraakbeencel, het zwarte bolletje is de celkern.
i
j
Dit lijkt ook een cel, maar hier is een onderdeel van een cel zichtbaar: de celkern met DNA.
Spiercellen.
6
CY T TRON II
Google Earth tot in de cel: ‘Zo ziet het er bij jou ook uit’
c d
g
h
k
l
c Zebravisembryo.
d Lichtgevoelige cellen in het oog.
g Darmcellen, met vingerachtige uitstulpingen.
h Een bacterie in de darm.
k De kleine bolletjes zijn ribosomen.
l
Mitochondriën.
7
CY T TRON II
Infographic tekst: René Rector beeld: Parkers
Cyttron II in vogelvlucht De oorzaak van ziektes ligt vaak op moleculair niveau. Kunnen inzoomen op verschillende structuren – moleculen, celorganellen, cellen, weefsels en organen – helpt enorm bij het stellen van een diagnose. Het probleem: zo’n megazoomer bestaat niet. Maar beter kijken... dat kan wel.
Kleiner kijken Röntgendiffractie werpt zicht op de atoomstructuur van moleculen. Daarvoor moet je ze laten kristalliseren. Maar voor nanokristallen (kleiner dan een duizendste millimeter) werkt deze techniek niet. Cyttron II laat zien dat elektronendiffractie de structuur van nanokristallen zichtbaar maakt.
Meer zien met minder “licht” Biologische moleculen maak je zichtbaar met een elektronenmicroscoop. Je “kijkt” met een bundel elektronen. Maar die elektronen beschadigen dat wat je wilt zien. Een nieuwe detector, waarmee je minder elektronen nodig hebt om een plaatje te maken, brengt uitkomst.
3D Weefselcoupes bekijk je normaliter in het platte vlak. Een nieuwe scantechniek maakt het mogelijk ook op weefselniveau een 3D scan te maken. 8
CY T TRON II
“Zoomen” Idealiter zou je van organen tot moleculen willen zoomen in het weefsel van een patiënt. Er is geen techniek die dat kan. Wat wel kan: software waardoor verschillende technieken met elkaar gecombineerd worden tot een coherente verzameling beelden.
Automatiseren Sommige taken van een patholoog zijn ouderwets handwerk. Een coupemachine die de coupes direct scant, kleurt en een begin met de analyse maakt, maakt het pathologenwerk een stuk efficiënter.
Beelden combineren Niet alles wat je zou willen zien, is in een foto te vangen. Door tegelijkertijd een analyse te maken met een massaspectrometer en de beelden te combineren, krijgt een onderzoeker veel meer informatie over wat hij ziet: waar cellen bezig zijn met delen bijvoorbeeld. 9
CY T TRON II
Case study tekst: Rineke Voogt
Maximaal inzoomen zonder risico Wie wil inzoomen op eiwitten, DNA of andere kleine structuren, gebruikt een elektronenmicroscoop. Daarmee kun je veel detail waarnemen. Maar er is een probleem: hoe meer detail, hoe meer elektronen je op je preparaat moet afvuren – en daarvan gaan structuren juist stuk. Structuurbiologen houden zich graag bezig met het
Met een elektronenmicroscoop kun je goed een
ontrafelen van de opbouw van eiwitten en andere
3D-beeld krijgen van een object, wat essentieel is
ingewikkelde vormen als ribosomen of virussen.
om de vouwing van een eiwit of de mantel van een
De functie van een stof heeft namelijk alles te maken
virus in kaart te brengen.
met zijn vorm. Eiwitten, de werkpaarden van een cel, zijn bijvoorbeeld kunstig gevouwen op een
Elektronenmicroscopen hebben het de afgelopen
manier die past bij hun functie. Om te begrijpen
decennia een stuk makkelijker gemaakt voor bio-
wat ze precies doen moet je goed weten hoe ze eruit-
logen om onze kleinste bouwstenen te onderzoeken.
zien. Dat geldt ook voor virussen of zelfs medicijnen.
De techniek gaat met sprongen vooruit: tien jaar geleden was het kleinste detail dat je ermee kon
Dik aluminiumfolie
bekijken nog tien keer zo groot als nu. Tot een paar
Met het blote oog zijn die stoffen niet te zien. Voor
tienden nanometer kun je met een elektronenmicro-
een lichtmicroscoop zijn ze ook te klein. Een manier
scoop zichtbaar maken; in één nanometer passen
om ze te kunnen bestuderen is met röntgenstraling,
ongeveer vijf atomen. Ter vergelijking: een bacterie
maar dan moet je eerst een kristalstructuur kunnen
meet zo’n tweeduizend nanometer en aluminium-
maken van het object dat je wilt bestuderen. Dat
folie is tienduizend nanometer dik.
lukt met lang niet elk materiaal. Een andere manier: de elektronenmicroscoop. Dat apparaat gebruikt
Dunne chips
elektronen om het voorwerp af te beelden. Een bun-
Er kleven echter twee nadelen aan het gebruik van
del versnelde elektronen wordt in een vacuüm buis
een elektronenmicroscoop voor biologische structu-
afgeschoten op het object. Elektronen die door het
ren. “Allereerst bewegen moleculen bij lichaams-
preparaat heen gaan worden sterk vergroot, zoals
of kamertemperatuur alle kanten op. Daarnaast
dia’s in een projector, en vervolgens geregistreerd en
worden objecten snel kapot geschoten door elektro-
vastgelegd in een beeld met behulp van een camera.
nen”, zegt Frank de Jong, directeur Partnerships van
10
CY T TRON II
Elektronenmicroscoop Titan met ingebouwde camera Falcon.
microscooptechnologiebedrijf FEI (Field Electron and Ion Company). Het eerste probleem kun je vrij eenvoudig oplossen met cryo-elektronenmicroscopie: maak het object koud, zodat het vastgevroren zit. Als je je sample snel genoeg afkoelt tot -196 graden Celsius, krijg je geen vervelende ijskristallen die de boel stukmaken. Het tweede probleem is lastiger: biologische structuren zijn erg fragiel. Je wilt dus met zo laag mogelijke doses elektronen
B E E L D : J U L I A N V O N D E R E C K E N / N AT U R E
toch nog voldoende informatie verzamelen. Binnen het onderzoeksconsortium Cyttron II ontwikkelden ze daarom bij FEI in samenwerking met de Universiteit Leiden een nieuwe camera als aanvulling op de cryo-elektronenmicroscoop “Titan”. De camera, Falcon gedoopt, zorgt ervoor dat het object beter in beeld komt zonder dat er meer elektronen gebruikt hoeven worden. “Eigenlijk werkt het niet zoveel anders dan een normale camera – maar dan met elektronen in plaats van licht”, zegt De Jong. Elektronen die door het preparaat heengaan komen op een chip in de camera terecht, die verdeeld is in pixels. Normaal zorgt dat voor veel ruis; elektronen, vol energie, zijn
Reconstructie van een actinefilament, een aaneenschakeling van eiwitten. Het cytoskelet van de cel wordt eruit opgebouwd. Het beeld is gebaseerd op gegevens verzameld door een Titan elektronen-microscoop met Falcon camera.
lastig af te stoppen en raken daardoor verstrooid. Dan kan het gebeuren dat ze niet één, maar meer-
achter elkaar te zetten krijg je een beter beeld.”
dere pixels markeren. In de Falcon is dat opgelost
Bovendien kun je hiermee “de hele soep bekijken”,
door de chip heel dun te maken. De Jong legt uit:
zegt Van Heel. “De moleculaire machientjes in je
“Elektronen gaan erdoorheen, en laten een signaal
preparaat hebben verschillende functionele toestan-
achter dat ze er geweest zijn. Zo verspreiden ze zich
den. Een enzym kan bijvoorbeeld aan een substraat
minder”. Door bovendien de camera te koelen, zorg
zijn verbonden om een reactie te versnellen, of al
je voor nog minder ruis.
zijn teruggekeerd in zijn oorspronkelijke toestand. Je wilt al die toestanden in 3D kunnen zien.”
Movie-modus Dat de camera een uitkomst is voor onderzoekers
Een directe toepassing van de techniek is ontwik-
kan Marin van Heel, hoogleraar Data-analyse voor
keling van medicijnen. Van Heel: “Denk maar aan
cryo-elektronenmicroscopie aan de Universiteit
een antibioticum. Je kunt heel precies zien hoe
Leiden, beamen. “Door de hoge gevoeligheid van
de stof iets bij een bacterie blokkeert. Zo kun je
de camera heb je vier keer minder elektronen nodig
gerichter medicijnen ontwikkelen.” Met behulp
om een goed beeld te krijgen. Een ander voordeel
van de Falcon kan ook een virus als HIV nog beter
is de ‘movie-modus’: je kunt tien plaatjes van je
in kaart worden gebracht, om beter te begrijpen
object maken in een seconde. Door die beelden
hoe het virus zich gedraagt.
11
CY T TRON II
Inter view tekst: Elles Lalieu
Het IntelliSite systeem van Philips bestaat uit een glaasjesscanner (links), een beeldbeheersysteem en software.
12
CY T TRON II
Microscoopglaasjes gaan digitaal De hele wereld gaat digitaal. Op steeds meer plekken wordt er gewerkt met razendsnelle computers en andere slimme apparatuur. Maar niet op de pathologieafdeling van een ziekenhuis. De patholoog typt zijn verslag op de computer, maar verder is zijn bureau gevuld met een microscoop en vele microscoopglaasjes met preparaten die bekeken moeten worden.
13
CY T TRON II
Pathologie speelt een cruciale rol in het bepalen van
Dat kan nu voor een redelijke prijs. Soms is het zelfs
het ziektebeeld, met name bij diagnose van kanker.
al goedkoper dan het opslaan van microscoopglaas-
Verdachte weefselmonsters worden met een micro-
jes in een archief, zoals dat nu gebeurt”, vertelt
scoop onderzocht om te bepalen of het tumorweefsel
Verhagen.
patholoog advies uit over de behandeling van de
“Bladeren” door weefsel
patiënt.
Imagingspecialist Jelte Vink van Philips was verantwoordelijk voor de ontwikkelingen aan het digitale
“De microscoop blijft natuurlijk een fantastisch
pathologiesysteem. “Het apparaat was er al. Wat
apparaat, maar er zitten nadelen aan de logistiek van
we de afgelopen vier jaar met name gedaan hebben,
preparaten op glas”, vertelt Dirk Verhagen, onder-
zijn updates van de software waardoor het mogelijk
zoeker en ontwikkelaar bij Philips. “Je kunt beelden
wordt om beelden naast elkaar te leggen of op
kwijt raken, bijvoorbeeld doordat glaasjes breken of
dezelfde plek in een preparaat naar verschillende
doordat je het preparaat doorstuurt naar een specia-
kleuringen te kijken”, legt hij uit. Verhagen kan
list voor een consult.” Om de opslag en het delen
dit direct demonstreren met beelden die eerder
van pathologische beelden makkelijker te maken,
op de computer zijn opgeslagen. Stel; de arts heeft
ontwikkelde Philips als onderdeel van het Cyttron
een stukje weefsel weggenomen bij een patiënt en
II-onderzoeksprogramma de IntelliSite digitale
wil graag weten of het een tumor is en hoe die tumor
pathologie-oplossing. Het systeem bestaat uit een
dan groeit. De patholoog maakt hele dunne plakjes
glaasjesscanner, een beeldbeheersysteem en soft-
van het weggenomen weefsel en prepareert die alle-
ware waarmee de patholoog de beelden kan delen
maal op een eigen glaasje. Door de glaasjes één voor
en beoordelen.
één te bekijken, valt iets te zeggen over de locatie van de tumor. Bijvoorbeeld of hij oppervlakkig zit
Behoorlijke datavolumes
of juist diep in het weefsel.
In het bezoekerscentrum in Best demonstreert Verhagen hoe het systeem werkt. Hij plaatst een
“Na het scannen van de glaasjes kun je beelden naast
microscoopglaasje in de scanner, doet de deur dicht
elkaar leggen en ook aan elkaar linken”, legt Verha-
en drukt op “start”. Ongeveer een minuut later is
gen uit. “Virtueel kun je de verschillende plakjes dus
de scan klaar. De eerste scanners deden een halfuur
weer op elkaar leggen en zo als het ware door het
over zo’n glaasje. Deze scanner kan driehonderd
weefsel heen ‘bladeren’. Dan kun je met veel grotere
glaasjes in vijf tot acht uur verwerken. “Dat maakt
precisie zeggen hoe een tumor bijvoorbeeld in de
dat scannen aantrekkelijk is geworden voor patho-
diepte groeit.”
logisch onderzoek”, vindt Verhagen.
Gevoelige tumorcellen Niet alleen de duur van het scannen is flink naar
Bij het prepareren van microscoopglaasjes krijgt
beneden gebracht, ook de opslag van de beelden die
ieder plakje weefsel zijn eigen kleuring. En met
eruit rollen is nu betaalbaar. “Afhankelijk van wat je
iedere kleuring kun je verschillende dingen aanto-
precies scant, komen er databestanden uit variërend
nen. Met de computer kun je nu heel precies twee
van 0,5 tot 4 of 5 gigabyte (GB). Dat zijn behoorlijke
verschillende kleuringen van hetzelfde gebied naast
datavolumes, die je allemaal ergens moet opslaan.
elkaar leggen. Verhagen laat het zien. Op het eerste
14
FOTO: PHILIPS INTELLISITE PATHOLOGIST SUITE
kwaadaardig is. Aan de hand daarvan brengt de
CY T TRON II
Microscoopglaasjes gaan digitaal
Screenshot van een Herceptinkleuring. Door dit plaatje naast een standaard celkleuring te leggen, kan een patholoog direct zien of de tumorcellen van een patiënt ontvankelijk zijn voor hormoonbehandeling.
glaasje zijn de celranden aangekleurd met roze en
Herceptin) kan consequenties hebben voor het
de celkernen met blauw-paars. “Met zo’n kleuring
functioneren van het hart. Dus dat wil je niet zomaar
kun je zien of je te maken hebt met kanker”, vertelt
geven aan een patiënt die het niet nodig heeft.”
hij. “Het weefsel ligt dan niet mooi geordend, maar toont een wildgroei van cellen. Gebieden die hele-
Centraal scannen
maal blauw-paars lijken te kleuren, markeren het
Het naast elkaar leggen en linken van beelden is
tumorweefsel.”
iets dat met losse microscoopglaasjes niet mogelijk is. Daarnaast heeft het digitale pathologiesysteem
Op het tweede glaasje is een bruine kleuring
nog een belangrijk pluspunt: het delen van beelden
gebruikt, die aangeeft of een patiënt ontvankelijk is
is heel makkelijk. “Er zijn wel microscopen waar je
voor hormoonbehandeling. Wat je aan dit voorbeeld
met twee tot tien personen tegelijkertijd naar het-
ziet, is dat de gebieden die op het eerste glaasje
zelfde preparaat kunt kijken, maar dan moet je nog
blauw-paars kleurden op het tweede glaasje bruin
steeds met z’n allen om tafel zitten”, zegt Verhagen.
kleuren. Dat betekent dat deze patiënt tumorcellen
Binnen het LSH-FES-onderzoeksproject tEPIS is
heeft die ontvankelijk zijn voor hormoonbehande-
gewerkt aan een oplossing om opgeslagen beelden
ling. Verhagen: “Dat is belangrijk om te weten, want
overal beschikbaar te maken. Het enige dat je nodig
dergelijke chemotherapie (bijvoorbeeld het medicijn
hebt, is een internetbrowser. Twijfel je over een
15
CY T TRON II
Microscoopglaasjes gaan digitaal
Philips heeft op dit moment al veel digitale pathologiesystemen verkocht. Ze staan onder andere in Nederland, België, Duitsland, Engeland, Oostenrijk, de Verenigde Staten en Singapore. Ze worden gebruikt voor diagnostiek en onderzoek. “Een mooi voorbeeld van diagnostiek is Hengelo”, zegt Verhagen. “Daar is een laboratorium waar ze alles scannen, dus daar hebben ze een aantal scanners staan.” Sowieso merkt hij de laatste jaren dat de interesse voor het scannen toeneemt. “Zelfs mensen die verknocht zijn aan hun microscoop zeggen nu: ‘Het is niet de vraag óf hij gaat verdwijnen, maar wanneer’.”
Beelden sorteren Met het digitale pathologie systeem kan nu al meer dan met een microscoop, maar het apparaat moet De snelheid van pathologiescanners is enorm toegenomen. De eerste scanners deden een halfuur over één microscoopglaasje. Nu worden driehonderd glaasjes binnen vijf tot acht uur verwerkt.
in de toekomst nog veel slimmer worden. Onderzoekers zijn hard bezig om honderdduizenden oude microscoopglaasjes uit archieven te digitaliseren. “We weten al wat er met die patiënten is gebeurd en daar kunnen computers van leren”, legt Verhagen uit. “Misschien is het wel zo dat het vetweefsel bij
preparaat, dan kun je direct een patholoog aan de
een bepaald type tumor anders groeit. De patholoog
andere kant van het land inschakelen. Dat is redelijk
heeft daar waarschijnlijk nooit zo naar gekeken
revolutionair.
omdat hij geen voorbeelden van hetzelfde tumortype uit het archief kan halen om ze naast elkaar te
Het delen van beelden maakt mogelijk dat prepare-
onderzoeken.”
ren van microscoopglaasjes wordt gecentraliseerd. Als alle beelden overal beschikbaar zijn, heeft
Ook kan de computer het werk van de patholoog
immers niet iedereen zijn eigen glaasjes meer nodig.
makkelijker maken. Bijvoorbeeld bij het zoeken naar
Volgens Verhagen is die centralisatie kosteneffectief;
uitzaaiingen. Verhagen: “De patholoog verwijdert
het kan tonnen of miljoenen schelen. “Het laborato-
een stukje van een lymfeklier en maakt daar tien
rium scant alles in en per casus kan een patholoog
tot vijftig glaasjes van. Die kun je allemaal bekijken,
worden toegewezen. Binnen de pathologie heb je
maar één ‘hit’ is in principe voldoende om aan te
15 tot 25 specialismen, maar die heb je als ziekenhuis
tonen dat er uitzaaiingen zijn. Wat de computer
nooit allemaal in huis. Als de beelden gelijk naar de
kan doen, is een voorselectie maken van de beelden
juiste specialist gestuurd worden, krijg je scherpere
zodat de patholoog de meest ‘verdachte’ beelden het
diagnoses. Bij de veterinaire pathologie zie je dit al
eerst te zien krijgt.”
gebeuren”, vertelt hij. 16
CY T TRON II
Case study tekst: Elles Lalieu beeld: Imabiotech
Een moleculaire kaart van het weefsel Met een massaspectrometer kun je moleculen identificeren. Met een lichtmicroscoop kun je structuren in een weefsel zichtbaar maken. Koppel die twee aan elkaar en je kunt een moleculaire kaart van het weefsel maken, waarop precies is te zien waar bepaalde moleculen zich bevinden en hoe ze beïnvloed worden door ziekten.
Binnen de scope van Cyttron II werkte McDonnell met zijn team vooral aan de automatisering van het scanproces. Het grote voordeel van de robot die ze ontwikkelden, is de snelheid. “Enkele jaren geleden moest je het materiaal van iedere patiënt handmatig in de massaspectrometer laden. Nu is de massaspectrometer uitgerust met een ‘hotel’ waar negentig monsters op hun beurt kunnen wachten. Op die manier maken we de techniek
Deze techniek heet imaging massaspectrometrie.
beschikbaar voor een groot aantal patiënten”,
Imaging massaspectrometrie komt van pas bij alle
vertelt McDonnell.
aandoeningen waarbij moleculaire veranderingen een rol spelen. Je kunt bijvoorbeeld kijken naar de
En dat is belangrijk, want moleculaire veranderin-
locatie van neurotransmitters in de hersenen van
gen kunnen behulpzaam zijn bij het stellen van een
muizen of naar de verdeling van bepaalde moleculen
diagnose of het vaststellen van een prognose voor
die als medicijn kunnen dienen. Er zijn ook meer
patiënten. Door individueel naar de samenstelling
diagnostische mogelijkheden, bijvoorbeeld bij
van moleculen in het weefsel te kijken, kan een
kanker. Een delende kankercel ziet er op het oog
behandeling beter op de patiënt worden afgesteld.
hetzelfde uit als een kankercel die bijna doodgaat,
Daardoor wordt deze gecombineerde scantechniek
maar de chemische inhoud van die twee cellen is
een stuk eenvoudiger praktisch toe te passen.
heel anders. “Ons systeem analyseert de chemische inhoud van
Doorsnede van het menslijk lichaam, gemaakt met behulp van imaging massaspectrometrie.
weefsel met een massaspectrometer en koppelt die analyse aan microscoopbeelden van hetzelfde weefsel”, legt Liam McDonnell van het Leids Universitair Medisch Centrum uit. “Daardoor ontstaat een goed inzicht in de exacte locatie van moleculen in het weefsel.”
17
CY T TRON II
Beeldreportage tekst: Elles Lalieu
Cellen in 3D Binnen de pathologie wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van scanners. Meestal zijn dat scanners die een 2D-beeld van het weefsel maken. Als je dunne plakjes bekijkt is 2D voldoende, maar bij dikkere plakjes weefsel is 3D-beeld noodzakelijk. Philips en de TU Delft werken nu aan een scanner die in één keer een 3D-plaatje van weefsel kan maken. Nog voor de start van het onderzoeksproject Cyttron II ontwikkelde Philips een bijzondere sensor. “Met die sensor werd het mogelijk om tegelijkertijd verschillende dieptes vast te leggen”, vertelt Bas Hulsken, digitale-pathologiespecialist bij Philips. “Bestaande scanners maken een aantal 2D-plaatjes en stellen op basis daarvan een 3D-reconstructie samen. Deze nieuwe scanner maakt het mogelijk om in één keer dat 3D-plaatje te maken. Daardoor is het apparaat veel sneller dan de scanners die er nu zijn en dat is uiteindelijk gunstig voor patiënten die op een diagnose zitten te wachten.” De 3D-scanner komt vooral van pas binnen de cytopathologie, diagnose op celniveau. Hulsken spreekt zelfs van een noodzakelijkheid. “Binnen de cytopathologie kijk je vaak naar vloeibare monsters, bijvoorbeeld hele cellen die zijn opgelost in een vloeistof. Zo’n monster kan tientallen micrometers dik zijn, terwijl de plakjes die binnen de histologie gebruikt worden vaak maar vijf of zes micrometer dik zijn. Zo’n dun plakje krijg je met een 2D-scanner nog wel redelijk in focus, hoewel de 3D-scanner dan waarschijnlijk ook een betere beeldkwaliteit geeft. Maar bij die dikke plakken krijg je met de 2D-scanner maar een beperkt aantal cellen scherp.” Op de foto: Promovendus Mojtaba Shaker (TU Delft) bij de experimentele set-up van de 3D-scanner.
18
CY T TRON II
19
CY T TRON II
Cellen in 3D
Naast dikke stukken weefsel kan de 3D-scanner ook een belangrijke rol spelen bij bijzondere metingen. Hulsken noemt fluorescentie als voorbeeld. Het is mogelijk om fluorescerende markers aan het genetisch materiaal (DNA of RNA) van cellen te hangen. Die markers worden bij het scannen herkend en op de afbeelding kan de patholoog het aantal markers tellen en zo dingen te weten komen over belangrijke veranderingen in het genetische materiaal van de cel. “Met een 2D-scanner kunnen die markers op elkaar liggen en zie je ze dus niet allemaal. Met een 3D-scanner heb je dat probleem niet omdat je van alle kanten kunt kijken”, vertelt Hulsken.
“De computer krijgt dingen zichtbaar die voor het menselijk oog onzichtbaar zijn.” Binnen Cyttron II werkt Hulsken samen met Sjoerd Stallinga, imagingspecialist aan de Technische Universiteit Delft. Ze besteedden veel tijd aan het geschikt maken van de scanner voor digitale pathologie. “Normaal scant een apparaat in drie kleuren (rood, groen en blauw), omdat dat voldoende is voor een kleurweergave ten behoeve van het menselijk oog”, legt Stallinga uit. “Iedere kleur die een mens kan zien, kun je namelijk opbouwen uit de kleuren rood, groen en blauw. Het apparaat kan nu tot vijf kleuren scannen. De computer krijgt daardoor dingen zichtbaar die voor het menselijk oog onzichtbaar zijn. De bedoeling is dat die toevoeging zorgt voor extra informatie die relevant is voor de diagnose van patiënten.” De 3D-scanner is uit de onderzoeksfase. Begin 2016 moet de eerste serie testmodellen van de band rollen. Hulsken en Stallinga willen de rest van dat jaar gebruiken om de kinderziektes uit het systeem te halen. Hopelijk kan het apparaat dan in 2017 echt richting pathologie-afdelingen en onderzoeklabs. Hulsken richt zich daarbij niet op specifieke aandoeningen. “We ontwerpen de scanner juist zo dat hij breed toepasbaar is”, zegt hij. “Want we willen uiteindelijk de hele pathologie digitaliseren.” 20
CY T TRON II
Procesverslag tekst: René Rector
‘De mens is de uitdaging, niet de techniek’ Als je in Google afbeeldingen “Jaguar” intikt, krijg je plaatjes van een zwarte panter, een gevlekte katachtige, een auto, een vliegtuig en een boot. Wie afbeeldingen gaat digitaliseren, loopt tegen dat probleem aan: hoe weet een computer wat er op zijn digitale bestanden te zien is? En meer nog: wat een gebruiker erop zoekt? Fons Verbeek van het Leiden Institute of Advanced Computer Science van de Universiteit Leiden zocht en vond een oplossing. Cyttron I 2006-2010
Het idee achter het project is dat een medisch onderzoeker meer verbanden kan leggen door beelden op verschillend inzoomniveau elkaar te koppelen. Sterker nog: dat een database door slimme algoritmes de onderzoeker wijst op verbanden die hij zelf nog niet gezien had. Maar dat idee is sneller geschetst dan ingevuld: een celorganel is totaal onzicht-
FOTO: COLIN BURNETT
FOTO: SAC SCOTT LEWIS/MOD
en biochemische informatie aan
baar op een röntgenfoto, je
andere. “Paars” hangt af van
pleet vast. Tuurlijk: als iemand
ziet hooguit contouren op een
welke kleuring is gebruikt.
met een doos vol glaasjes met
lichtmicroscoop, en pas bij
Sommige microscopen leveren
coupes van darmweefsel met
een fluorescentie- en confocale
alleen zwart-witbeelden. We
dezelfde kleuring aankomt, kan
microscoop wordt het wat.
proberen aanvankelijk om orde
een computer na het derde glaasje
Een elektronenmicroscoop is dan
te scheppen met technieken die
echt wel slimme suggesties doen.
vaak alweer zo sterk vergrotend,
lijken op technieken die worden
Het gaat mank als je met een
dat je naar een onderdeel van een
gebruikt bij gezichtsherkenning
nieuwe doos glaasjes met een net
organel zit te kijken. En dat is
op foto’s. Dat loopt alleen com-
iets andere kleuring binnenkomt.
niet het enige probleem. “Zwart”
Het moet dus anders. Weg met
betekent in het ene geval iets
de pixels! Taal moet het zijn.
compleet anders dan in het
21
CY T TRON II
Cyttron II 2011-2012
Niet de beelden zelf, maar de tags die aan de beelden zijn gehangen zijn dus leidend om de samenhang tussen die beelden te duiden. Stel, je wilt in een weefsel de ribosomen nader bestuderen, dan kun je langs de term “ribosomen” helemaal inzoomen tot je op molecuulniveau naar de eiwitsynthese zit te kijken. Of uitzoomen tot de celinhoud zo vaag is dat het niet meer in onderdelen te zien is. Uiteindelijk moet een computer
We bestuderen gene-ontology,
toch weten wat die vage opeen-
een bestaande ontologie voor
hoping paars linksboven in beeld
genetica. Al snel komen we
eigenlijk voorstelt, zodat hij een
erachter dat dat zeker bruikbaar
onderzoeker kan wijzen op de
is, maar we stuiten meteen op
2013
aanwezigheid van celwoekering.
een netelig probleem: je moet
We proberen een spelelement toe
We besluiten te gaan experimen-
elk beeld apart annoteren. Voor
te voegen. Letterlijk: we bouwen
teren met ontologische beschrij-
een paar beelden gaat dat nog
het arcadespel Frogger in in de
ving: een set beschrijvende ter-
wel, maar als je tweehonderd
gebruikersinterface, waarbij het
men waarbij niet alleen gedefini-
foto’s moet vertalen in een
hoppen naar de overkant (wat
eerd is wat die termen betekenen,
omvangrijke ontologie, wordt
altijd de bedoeling was van
maar ook beschreven staat hoe
dat vervelend. Welke onderzoeker
Frogger: spring met een kikker
die betekenissen relaties hebben.
is bereid dat te doen?
een rivier over via boomstammen)
Ontologische beschrijvingen
Ons project verschuift van een
eenvoudiger wordt als termen
bestaan al heel lang. Zo weten
technisch probleem naar een
waarop je moet “springen”
we bijvoorbeeld dat “bladeren”
menselijk probleem. Zoals
geannoteerd zijn. Hiermee leren
een vast onderdeel is van de ver-
gewoonlijk wordt dat de grootste
we de gebruiker dat annotatie
zameling “loofbomen”, categorie
uitdaging.
nuttig en lonend is, en moedigen
“onderdelen”. “Eik”, “iep” en
onderzoekers aan goed te annote-
“es” zijn onderdelen van die-
ren, door ze na afloop te belonen
zelfde verzameling, maar dan
met een spelletje.
in de categorie “soorten”. Ontologieën hebben clusters, verzamelingen en een hiërarchische structuur.
22
CY T TRON II
‘De mens is de uitdaging, niet de techniek’
“Wie gaat er nu tweehonderd foto’s een voor een annoteren?”
20??
Het klinkt allemaal mooi: een computer die verbanden legt die wetenschappers zelf over het hoofd zien. Maar de menselijke kant is een nog niet helemaal
2014
Een doorbraak. Niet zozeer in
De imagingtechniek en de
geslecht bastion. Wat we nog
de techniek, maar in het denken
onderzoeker – twee zaken die
niet overwonnen hebben, is
over adequate invoer. Stel,
je in een handomdraai helder
“vakjargon”. Als een structuur-
onderzoeker Janssen logt in op
hebt – beperken wat er in beeld
bioloog het over een “atlas”
de database. We weten dan dat
kan zijn. En daarmee ook de tijd
heeft, bedoelt hij iets anders dan
Janssen onderzoek doet naar
die je nodig hebt voor annotatie.
wanneer een topograaf of een
cellen in de hersenstam, omdat
Andersom werkt het ook: als
orthopeed daarover praat. We
Janssen dat heeft aangegeven
Janssen werkt aan stressrespons
zoeken nu nog naar een manier
in zijn onderzoekersprofiel.
in zijn hersencoupes, dan geeft
om te voorkomen dat onderzoe-
We weten ook dat Janssen een
de database aanbevelingen
kers volgens hun eigen jargon
set beelden wil annoteren die
over beelden die óók gaan over
gaan annoteren zonder dat het
afkomstig zijn van een licht-
stressrespons. We ontdekken
duidelijk wordt via welk jargon
microscoop. Omdat hij dat eerder
daardoor bijvoorbeeld dat de
dat is. Het succes van Cyttron II
heeft gedaan, of omdat hij dat aan
stressrespons bij een gist op
wordt in dit opzicht bepaald door
de database laat weten. Die twee
moleculair niveau nauwelijks
de eenduidigheid waarmee het
kenmerken – Janssen, lichtmi-
afwijkt van die van ons.
annoteren gebeurt. Dus ook al
croscoop – zijn twee enorm
rondt Cyttron II nu af, de klus is
beperkende factoren voor de set
nog niet helemaal geklaard.
aan ontologische elementen die Janssen überhaupt kàn annoteren. Hij ziet geen eiwitten, want die zie je niet met een lichtmicroscoop. Hij ziet ook geen spiercellen, want we weten dat Janssen hersenonderzoek doet.
23
Begrijpen hoe veranderingen op moleculair niveau van invloed zijn op de gezondheid van de mens is essentieel om nieuwe diagnostische hulpmiddelen en behandelingen te kunnen ontwikkelen. Dit begrip vergt een allesomvattend beeld – van moleculen via cellen en organen, tot organismen. Huidige bioimagingtechnieken zijn echter beperkt tot één niveau. In Cyttron II werken veertien academische en industriële partners samen om dit probleem te verhelpen. Cyttron II ontwikkelt diagnostische instrumenten en bewerkstelligt de integratie van de gegevens van elkaar aanvullende bioimagingtechnologieën om het hele plaatje, op alle niveaus, te begrijpen en te overzien.
Partners
Academisch Medisch Centrum Amsterdam www.amc.nl
Leids Universitair Medisch Centrum www.lumc.nl
Philips Electronics Nederland bv www.philips.nl
TU Delft www.tudelft.nl
Maastricht University www.maastrichtuniversity.nl
Science and Technology Facilities Council www.stfc.ac.uk
Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam www.erasmusmc.nl
Naturalis Biodiversity Center www.naturalis.nl
Universiteit Utrecht www.uu.nl
FEI Electron optics bv www.fei.com
Nikon Instruments Europe bv www.nikoninstruments.eu
Virtual Proteins bv (tot december 2013)
Universiteit Leiden www.leidenuniv.nl
Pepscan Therapeutics bv www.pepscan.com
Contact: www.cyttron.org
24
Colofon Redactie
Joost van der Gevel, Elles Lalieu, Rineke Voogt Hoofd/eindredactie
Sciencestories.nl, RenĂŠ Rector Vormgeving
Parkers, Rick Verhoog en Sara Kolster Infographics
Parkers, Marjolein Fennis en Sara Kolster Projectleiding
Giovanni Stijnen, NEMO Kennislink CoĂśrdinatie
Giovanni Stijnen en Sanne Deurloo, NEMO Kennislink Deze uitgave kwam tot stand dankzij het LSH-FES subsidieprogramma en in samenwerking met NEMO Kennislink en Christa Recourt (Cyttron II).