GRATIS HUIS-AAN-HUIS MAGAZINE
Valkenburg JA ARGANG 6
2015
LIFESTYLE + VRIJE TIJD + TOERISME + SPORT + CULINAIR + KUNST + CULTUUR + HISTORIE
1
F EB - M R T - APR
Illustrator Mark Janssen
wat in je hoofd zit op een plat vlak zien te krijgen, dat is de kunst
Terugblik op Santa’s Village
column van Rosalie en Céline
Zeepkistenrace op de Cauberg
ook Max Verstappen raced mee
Van klooster tot verzorgingstehuis
van zusters Ursulinen tot Domaine Cauberg
“Onkels” Fritz en Joseph Cahn overleven in Zuid-Amerika een verhaal over Joodse Valkenburgers
Woordzoeker op pagina 31 Maak kans op een VVV Cadeaubon t.w.v.
e 50.-
aangeboden door:
Vasteloavend mit
Ken&Bob
COLOFON
2 K IJK o p Valken b urg
INHOUD
17. Kijk op Vandaag volgens JEES 18. Kijk op gerennomeerde ondernemers
Uitgave en vormgeving: Ivographic Reclamemakers Hekerweg 43, 6301 RJ Valkenburg aan de Geul Telefoon: 045 - 405 23 29 Advertenties: advertenties@kijkopvalkenburg.nl Redactie: redactie@kijkopvalkenburg.nl Ivo Benders (coördinator) met medewerking van; Jan Schurgers, Jan Diederen, Daniëlle Schurgers, Henk Kwakkernaat, Rosalie Waelen en Céline Daemen, Rob Dijksman en Claudia Bisschops. Omslagfoto: Ivo Benders Oplage: 10.000 exemplaren Website: www.kijkopvalkenburg.nl © Overname van artikelen, foto’s e.d. uitsluitend na schriftelijke toestemming van de uitgever.
3. Vasteloavend mit Ken en Bob
23. Zeepkistenrace op de Cauberg
5. Versteende Archieven (9)
24. Museum Land van Valkenburg
9. Kunst boven de Bieb
25. Een oogje op Valkenburg
10. Illustrator Mark Janssen
26. Van klooster tot verzorgingstehuis
en openbare gelegenheden, winkels, horecagelegenheden en
13. Een jonge Kijk op Valkenburg
31. Schrijvende Valkenburgers
Opgenomen in de grootste
14. “Onkels” Fritz en Joseph Cahn
31. Woordzoeker
www.handboeknederlandsepers.nl
Verkrijgbaar in alle Limburgwinkels van het VVV-zuid Limburg
3
5
9
10
Kijk op Valkenburg is o.a. ook gratis verkrijgbaar in Valkenburg bij:
14
hotels in de hele gemeente Valkenburg aan de Geul.
Mediadatabase van Nederland.
KijK ook op onze website www.kijkopvalkenburg.nl
18
23
24
26
KI J K o p Va l k e n bur g 3
Vasteloavend in Vallekeberg mit
Ken Bob en
Heugen T
Door Daniëlle Schurgers
wee trotse Bök; zangers van het Limburgse lied, tweelingbroers, maatjes maar vooral carnavalisten in hart en nieren… dat zijn Ken en Bob Heugen in een notendop! Afgelopen november wonnen ze het liedjeskonkoers van vastelaovesvereniging C.S. De Mirlitophile 1879 met het nummer ‘De luuj van Vallekeberg’. Genoeg reden voor een verdere kennismaking met dit gezellige zangersduo. ‘We zijn met carnaval geboren op 22 februari (2x 11), onze opa is vroeger prins geweest in Broekhem en zelf zijn we in 1998 jeugdprins en minister geweest! Vastelaovend zit gewoon in ons bloed!’, aldus Ken. Bob vervolgt: ‘Vastelaovend vieren wij dan ook in ons eigen dorp! Daar hoort uiteraard een leuk carnavalsnummer bij en Erik Reck en Charel Jeuken hebben voor ons ‘De luuj van Vallekeberg’ geschreven. We twijfelden geen moment en stuurden het nummer in naar het liedjeskonkoers. We hebben van zes andere deelnemers gewonnen en we mogen tijdens carnavalsevenementen zoals het Auw Wieverbal en de prinsenzitting ons nummer ten gehore brengen!’
In het dagelijks leven is Ken mede-eigenaar van café ’t Hoekje en Bob werkt als bouwkundig medewerker bij gemeente Valkenburg. Daarnaast zijn ze beiden actief betrokken bij de organisatie van het Auw Wieverbal. Ken is in 2005 begonnen met zingen. Hij bracht een cd uit met 5 liedjes. Op dat moment is Bob achter de schermen al bezig om de deelname aan het Valkebergse Sjlager Konkoer voor te bereiden. Samen met Bart Marx vormen Ken en Bob een act en winnen ze met het nummer ‘Fliek Floek Flakkie’. Ken en Bob gaan daarna als zangersduo verder en vele optredens volgen; van het Vrijthof in Maastricht tot op de markt in Venlo. In 2008 brengt Ken opnieuw een Limburgstalige solo cd uit: ‘Tied veur muziek’. Vervolgens schrijft Bob een aantal nummers zoals ‘Ich bin muzikant’ en ‘Moelemaeker’. ‘Naast onze eigen nummers vinden we het ook leuk om een eigen draai aan covers te geven, je kunt zo een bestaand nummer helemaal eigen maken. Dit deden we bijvoorbeeld met het nummer ‘Don Juan’ van geschreven door Guus Smeets (originele versie is van Paolo Nutini). Limburgstalige muziek spreekt ons aan, we willen een bijdrage leveren aan een stukje cultuur in Valkenburg en de traditie onder jongeren levendig houden! Daarnaast beleven we veel plezier aan optredens in
de regio, we zien het zingen als een hobby die we samen delen’, aldus Bob. Als tweelingbroers vormen ze een opvallende act, maar we zijn vooral benieuwd naar hun samenwerking als zangersduo. Bob: ‘We kennen elkaar natuurlijk door en door en zijn elkaars beste vriend. Maar we kunnen elkaar ook de waarheid zeggen als dat nodig is, het is dan snel weer goed. Dat is zeker een voordeel, een nadeel is soms dat je echt alles van elkaar weet. Verder is het heel prettig dat ons broertje Maik er ook bij is als chauffeur en geluidsman. Hij gaat mee naar alle optredens en steunt ons door dik en dun.’ Ken: ‘Tijdens het volgende carnavalsseizoen in 2015-2016 staan we 11 jaar op de bühne! We zitten nog in de brainstormfase maar feit is dat we dit jubileum niet zomaar aan ons voorbij willen laten gaan! Daarnaast werkt Bob momenteel ideeën uit omtrent een Limburgse theatervoorstelling waar hij verder nog niets over kan verklappen.’ Afwachten dus…maar feit is dat Ken en Bob de Vastelaovend in Valkenburg in ere houden! <<
Voor boekingen: www.kenenbobheugen.nl Facebook: Ken Bob Heugen
UITSTEAKEND!
STEAKS & SEAFOOD RIB-EYE TONIJN SPARE-RIBS ENTRECOTE ZALM
grotestraat centrum 18 • valkenburg • 043 60 123 00 • brazzavalkenburg.nl
KI J K o p Va l k e n b ur g 5
Kijk op de historie van Valkenburg, Versteende Archieven (9)
De nieuwe “oude” stadspoorten,
ze mogen er zijn! Door Henk Kwakkernaat (Archeovalk)
342
jaar geleden, rond het feest van de patroon van Valkenburg Sint Nicolaas, bliezen de Hollanders voor de tweede en laatste maal de restanten van Vestingstad Valkenburg op. Een wrange sinterklaassurprise. Maar wat een merkwaardig toeval: afgelopen december 2014, weer rond Sinterklaas werden twee van de grootste en ook duurste cadeautjes die Valkenburg ooit kreeg eindelijk uitgepakt. De Geulpoort en de Grendelpoort werden van stellingen en doeken ontdaan en daar stonden ze dan weer in volle glorie. Voor veel Valkenburgers (en niet-Valkenburgers!) was het een shock. Maar wel met een positieve lading. Twitter en Facebook stroomden vol met foto’s en positieve commentaren. Maar ook voor direct betrokkenen was het spannend: zouden de bouwerken waaraan door zovelen, zo lang aan gewerkt was voldoen aan de hooggespannen verwachtingen? We liepen met architect Ron Verduijn van het architectenbureau van Hoogevest door Valkenburg en bekeken de twee “nieuwkomers” kritisch van alle kanten. Aanvankelijk zonder enig commentaar uit te spreken. De eindconclusie na lang zwijgen was: “Ze mogen er zijn!” Voorwaar een understatement. De lange lijst van betrokkenen bij dit prachtige resultaat, deed ons besluiten nog een keer een aantal verantwoordelijken op te zoeken. Ditmaal legden we ons oor te luister
(Foto Henk Kwakkernaat) bij het midden- en hoger kader. We hebben uiteraard niet de pretentie volledig te zijn, maar we kunnen natuurlijk niet alle heiligen hun kaarsje geven, want dan was er een extra nummer van dit blad nodig!
Math van de BAM Als eerste voor een gesprek vroegen we “Math van de BAM”. Math van Wijhe kennen de “poortwatchers” als de onverstoorbare uitvoerder, met zijn witte helm alom tegenwoordig. Math is 61, heeft een zoon en komt uit de regio. Hij namelijk geboren en
getogen op de Keutenberg en als zodanig vertrouwd met kuitenbijters: als uitvoerder moet je namelijk het commentaar van zowel je arbeiders als je bazen over je heen laten gaan zonder met je ogen te knipperen. Gewoon “doorstoempen”. En niet in een kramp raken! Dan kom je uiteindelijk wel goed boven. Math is een gemoedelijk mens die met iedereen goed kan opschieten. Hij werkt al veertig jaar voor de BAM. Dat feestje ging niet onopgemerkt voorbij op de werkvloer! Er werd als verrassing een grote taart bezorgd aan de voet van de Geulpoort. >
poort waren uitstekend. Alles werd opgelost en in der minne geschikt. Het bedrijf heeft zelfs de Nieuwjaarsreceptie gehouden aan de voet van de Grendelpoort bij “Paultje”. “Geweldig!” glundert Math. • Math van Wijhe.
(Foto Jacq Diederen)
Een brede glimlach trekt over zijn gezicht als hij het vertelt. Hij wil wel, voordat we verder gaan, nog iets kwijt wat op zijn hart ligt. Wie denkt dat de BAM als mammoetbedrijf de poorten in Valkenburg er maar een beetje erbij deed heeft het goed mis. Het was ook voor de BAM een prestigeobject waar ze heel wat voor over hadden. Hij vertelt hoe vaak Jo Hoen, de van oorsprong Valkenburgse directeur Zuid van de BAM wel niet op het werk is geweest. En we moeten niet denken dat de BAM rijk is geworden van de Valkenburgse poorten: het is maar dat we het weten! Zo, dat is dan maar meteen recht gezet. “Die poorten hebben we samen gemaakt,” benadrukt Math. Het enthousiasme van burgemeester Eurlings werkte voor Math heel aanstekelijk en de samenwerking met de gemeente noemt hij “magnifiek.” Hij had te maken met twee onderaannemers voor de eigenlijke mergelbouw: Rouwet en Kleijnen, beide uit Sibbe afkomstige gerenommeerde bedrijven. Bedrijven die al decennia hun sporen met de unieke mergelbouw verdiend hebben. Maar ook firma’s met een eigen karakter! En een eigen aanpak, zowel organisatorisch als op de werkvloer. “Met Kleijnen heb ik fan-tastisch samengewerkt, maar ook Rouwet heeft een ploeg uitstekende vaklieden. Math roemt met name Johnnie Moonen van firma Rouwet die altijd het overzicht behield bij alle verrassingen die de bouw van de Geulpoort telkens weer opleverde. Maar ook de “frontmannen” de blokbrekers en metselaars, hebben zijn respect verworven. En Henk Fijnenberg, projectleider voor Van Hoogevest Architecten was een geweldige “sparring partner.” Wat het moeilijkste onderdeel was? Ja die verrekte trap in de Geulpoort. Maar die is er toch mooi ingekomen. En een prachtig stukje vakwerk. Verder de plaatsing van de torens op de Grendelpoort. “De basis was niet mooi rond, niet ovaal en ook niet zuiver eivormig. De moderne meting met het CAD systeem konden we er niet op los laten. We hebben gewerkt met mallen en draadeinden en het paste precies die nacht. Tjonge wat was ik toen opgelucht!” De kontakten met de omwonenden van zowel Grendelpoort als Geul-
Opvallend: de mensen die ik deze en de vorige keer geinterviewd heb, moeten over een ijzeren gestel beschikken. Math heeft in zijn veertig werkzame jaren nooit een dag verzuimd. En overwerken bij nacht en ontij: dat hoort er nu eenmaal bij. Math is nog even in Valkenburg. Het podium aan de stadszijde van de Geulpoort moet nog af gemaakt worden en nog wat kleinigheden. Dan is het mooiste project van zijn leven klaar. De fotograaf en ondergetekende nemen afscheid van Math in pand Zink, naast de molentak, het zenuwcentrum van de hele operatie. “Math, vanuit het kraaiennest van de Geulpoort kun je je wieg zien op de Keutenberg!” “Zou het?”, zegt hij sceptisch… Een echte uitvoerder: eerst zien en dan geloven!
Peter en Arnout: “Nònk en Naef” aan het mergelfront De firma Kleijnen is een echt familiebedrijf. De leiding berust bij Peter Kleijnen en Arnout Sluijsmans, oom en neef. Peter is 55 en werkt eerlijk gezegd niet vaak meer aan het mergelfront. Hij runt het bedrijf op enige afstand. Arnout, 31 jaar is al sinds zijn 13e jaar actief in het bedrijf. “Dat zou nu niet meer mogen!”, zeg ik verbaasd. “Nou ja vakantiewerk, ik moest de werkplaats en het plein ervoor aanvegen en als ik klaar was gooiden mijn ooms weer wat mergelpoeder in alle hoeken en kon ik opnieuw beginnen!” “Daar wordt je hard van!”, grapt zijn oom. “Anders had je het nooit tot mede-eigenaar geschopt.” Peter is de bedachtzame man, Arnout is de vlotte prater met een goed gevoel voor humor. Het bedrijf is in eerste aanleg door de vader van Peter opgestart maar pas na 1982 op het terrein van EMISS (Eerste Mergelindustrie Sibber Steen) door stevige investeringen uitgegroeid tot wat het nu is. Ja en natuurlijk zijn ze apetrots op hun werk, de Grendelpoort. Peter: “Valkenburg heeft lang zitten slapen, we maakten overal mooie mergelprojecten maar niet in Valkenburg. En moet je nu eens zien. We hebben er altijd al in geloofd.” Arnout: “Het was hartstikke moeilijk in het begin omdat we ons moesten aanpassen aan wat er nog overeind stond van de Grendelpoort. Die resten dwongen ons als het ware in een keurslijf. Je weet zelf wat een rare
• Arnout Sluijsmans en Peter Kleijnen. (Foto Jacq Diederen) grondvorm die torens hebben. Van alle blokken zijn er mallen gemaakt. We konden niet terplaatse de blokken pàs maken. Dat zou teveel overlast geven voor de omgeving. We hebben hooguit hier en daar 2 à 3 millimeter moeten bijschaven. Vooral de bepaling van de laagdikte die moest corresponderen met de bestaande lagen was een hels werk.“ “Een grote 3-D puzzel”, vult Peter aan, “Maar toen de eerste drie lagen gelegd waren wisten we dat het goed zou komen.” Op het eerste gezicht werkten maar weinig mensen op de feitelijke bouwplaats, maar dat kwam, zo leggen ze uit, omdat op de achtergrond in de werkplaats alles hapklaar gemaakt werd.
De groeten van (de) Hak Dan ontstaat zijdelings een gesprek tusssen fotograaf Jacq (de mergeldeskundige van onze archeoclub) en Arnout over het namaken van een hak, waarmee in de middeleeuwen het bovenstuk van de mergelstoel werd uitgehakt. We schreven er al eerder over: daaraan kun je zien of een ontginning in de grot middeleeuws is of niet. De sporen van een middeleeuwse ontginning zijn boogvormig. Ze slaan dus gezellig een zijstraat in en delibreren minutenlang over de gewenste vorm van hak en steel en de bloedige knokkels die de eerste experimenten opleverden tijdens het gebruik in de “berg”. De schrijver denkt even ontspannen achterover te kunnen leunen. “Schrijf je dat niet op?”, klinkt het quasi verontwaardigd. “Nou ja, misschien als voorbeeld van wat jullie voor een vakidioten zijn!” Maar ook een voorbeeld van de tomeloze betrokkenheid bij (Foto Henk Kwakkernaat)
hun ambacht moet ik toegeven. Dat is toch de rode draad die door al onze gesprekken loopt. Als een echte schoolmeester probeer ik het gezelschap weer bij de les te krijgen. “De hoofdaannemer de BAM”, probeer ik als knuppel in het hoenderhok te gooien. “Grote professionele firma met alle voordelen en nadelen daarvan. Maar prima mee samengewerkt”, zegt Peter rustig. “Zeker, heel formeel, met een hoop bureaucratie, maar dat is inherent aan zo’n bedrijf. Je krijgt zelfs ’s nachts e-mails van die jongens, maar ik slaap echt niet met mijn laptop onder mijn kussen!”
De nacht van het dak Over de plaatsing van de torens waren we eigenlijk niet zo benauwd. We hadden weer mallen gemaakt, er kon eigenlijk niet veel mis gaan. Spannend was het wel door het slechte weer. Petje af voor die jongens van de gemeente, met name projectleider Ben van Eysden die tot het laatst, tot vier uur ’s nachts is gebleven. “En de Chinees halverwege de avond, was ook prima”, grapt Arnout. “Indisch man, Indisch en niet Chinees, laat ze het niet horen daar bij Jakarta Going!” Uiteindelijk komt het gesprek op de omslag van de publieke opinie in Valkenburg. In het begin kreeg Peter, Joske (Peters broer) en Arnout veel commentaar: waarom dat allemaal moest en wie dat allemaal betaalde en dat mergel een inferieur materiaal was. Dat moet je natuurlijk niet tegen deze mergelspecialisten zeggen. Dan kunnen ze een lesje krijgen over het vakmanschap waarmee vroeger en nu mergel verwerkt werd tot ver buiten de regio, over de kunst van de juiste specie en over de juiste manier van voegen. “Kijk wat er nog staat van oude mergelbouw: het Spaans Leenhof, Den Halder, de kerken, de boerderijenen de grote hotels. En het kasteel zou er ook nog staan als de Hollanders het niet hadden opgeblazen!” Daarmee zijn we weer terug bij de aanhef van dit artikel en nemen we afscheid van twee gedreven mensen die een pracht bedrijf leiden en niet alleen vanachter het bureau.
Henk Fijnenberg: eigenlijk wil ik nog eens een kasteelruïne herbouwen De laatste “poortwerker” die ik u wil voorstellen is bij de meesten van U wat minder bekend. Projectleider Henk Fijnenberg die namens het architectenbureau Van Hoogevest Architecten gemiddeld 4 dagen per week coördineerde en toezicht hield bij beide poorten. Als geboren Amersfoorter had hij
• Henk Fijnenberg, projectleider voor Van Hoogevest Architecten. niets te klagen over historische relicten in zijn stad. Ze wekten de nieuwsgierigheid van Henk. Omdat vader, grootvader en overgrootvader aannemer waren, was zijn carrière bijna voorbestemd. Na de UTS en een aantal bouwkundige en tekenkundige vervolgstudies kwam hij al snel terecht bij van architectenbureau Van Hoogevest. Hij is nu een senior in het vak: veertig dienstjaren bij het zelfde bedrijf net als Math! Binnenkort gaat hij met pensioen, maar hij zal nog wat kleinere projecten en advieswerk doen. Zijn eerste restauratieproject was de Oude Kerk in Harderwijk, zijn huidige woonplaats. Zijn één na laatste restauratie was die van de Sint Joris kerk in zijn geboorteplaats Amersfoort. En nu dan de Valkenburgse poorten. Toen een jaar of twee geleden de eerste tekeningen van de poorten op de tekentafels van bureau Van Hoogevest belandden, zei hij spontaan tegen zijn baas: “Dat project wil ik uitvoeren!” Hiermee zou hij zijn carrière afsluiten! Er was echter een probleem: zijn echtgenote. Die had bij haar huwelijk met Henk bedongen: “Projectleider in de bouw, prima, maar je slaapt thuis!” Ze had in haar familie genoeg voorbeelden gezien van mannen uit de bouw die maanden van huis waren. “Maar Limburg is toch niet het buitenland?” Daarover valt te discussieren. Hij is met zijn vrouw naar Valkenburg gegaan, op verkenning. Ze werden het uiteindelijk eens. Aan het einde van zijn loopbaan wil hij wel nog even kwijt dat de werkdruk in de huidige tijd enorm gestegen is. Mede door de digitalisering en de schaalvergroting. Desondanks:”Restaureren en werken in monumenten vind ik een geweldig vak”. Henk had nog een droom: een kasteelruïne restaureren. De reconstructie van de poorten in Valkenburg kwam daar dicht bij. “Wàt een uniek project, en twee totaal verschillende objecten. Bij de een begin je uit het niets en bij de ander is het constant aanpassen aan wat er staat. Het begin van de Geulpoort was toch het moeilijkst, met name de funderingen,
(Foto Jacq Diederen)
die moesten het enorme gewicht van de toren dragen maar tegelijkertijd hoorden de oude funderingen gespaard te worden. Een compliment ook voor beide mergelfirma’s die beider jaarproductie leverden voor alleen al de mergel van de Geulpoort. Allemaal uit de “berg” gehaald, er ging een wereld voor me open.” Het valt me op dat men over en weer niet zuinig is met complimenten en waardering. Ik heb de indruk dat het gemeend is. Veteranen van dit kaliber hoeven geen zoete broodjes meer te bakken. Johnnie Moonen van firma Rouwet wordt weer geprezen om zijn overzicht en vakmanschap, Arnout Sluijsmans voor zijn technisch vernuft en de projectleiders van de gemeente voor hun inzet. And last but not least Fer Rouwet met zijn lange historie van vakmanschap, de ouwe rot die voor alles een oplossing wist. Hij geeft als voorbeeld de zeer grote blokken voor de rondboogfries van de Geulpoort en de manier waarop Fer die vorm gaf. Het moest goed zijn bij Fer al kostte het dubbel zo veel tijd. Dat dat wel eens problemen opleverden kon hem niks schelen: vakmanschap komt op plaats één! “De houten kapconstructies voor de poorten waren ook bijzonder. Met name die van de Grendelpoort, enfin dat heeft iedereen kunnen zien! Alles uitgedokterd en getekend, voorbereid en terplekke in elkaar gezet door de firma Assink. Ik heb in heel mijn leven nog nooit zoiets gezien!” Henk Fijnenberg moet opstappen, naar zijn project. Een haastige slok koffie en dan: “ Ik ga naar de uitvoerder van de BAM, Math van Wijhe, geweldige uitvoerder trouwens. Zeer betrokken man.” En weg is hij, naar de fotolocatie. << Ik heb een goed gevoel overgehouden aan deze reeks vraaggesprekken. Al die mannen die ondanks problemen, tegenslagen en onvermijdelijke wrijvingen een doel voor ogen hadden: die poorten moeten àf zijn, in de dubbele betekenis van het woord. Inderdaad, die poorten hebben ze samen gebouwd en ze mogen er zijn!”
Untitled-2 1
13-10-14 14:05
Kunst boven de
Fieny Pesch (1942)
Bieb
• Werk van Jozé Zurstraszen getiteld: “Family”.
n de maanden februari, maart en april exposeert weer een drietal leden van de kunstkring “Henri Jonas” in de bovenzaal van de Valkenburgse bibliotheek.
Jef Boosten is een pure autodidact en tekent al van jongs af aan. Hij is geboren en getogen in Zuid-Limburg en dat is duidelijk te zien aan zijn tekeningen en schilderijen. Zijn grootste inspiratiebron is het Zuid-Limburgse landschap. Hij vervaardigt nauwkeurig en realistisch werk en daarin ligt zijn grote kracht door de perfectie die hij daarin heeft bereikt. Diverse materialen worden daar voor gebruikt; Oost-Indische inkt, pastelkrijt, ecoline, acryl- en olieverf. Zijn pentekeningen zijn uitgevoerd in kleur en in zwart/wit. Door het wassen krijgen ze een “warme” uitstraling. Hij exposeerde op heel wat plaatsen in de omgeving zoals in Valkenburg, Beutenaken, Reijmerstok, Eijsden en Schimmert. In 2004 werd hij genomineerd voor de Alphons Wintersprijs. Jef is lid van de kunstkring sinds 2005. <
• Beeld van Fieny Pesch.
Jozé Zurstraszen is in 1970 begonnen met boetseren en sinds 1985 houdt ze zich ook intensief bezig met schilderen. Ze kreeg haar opleiding in het centrum voor beeldende Kunsten in Heerlen en Maastricht. Haar schilderwijze is te omschrijven als intuïtief schilderen, waarbij ze zich laat inspireren door een breed scala aan muziek. Zij laat figuren, vormen en landschappen op meestal grote doeken verschijnen in een rijk en warm kleurpalet. Het werk is heel expressief en behoeft vaak
I
Jef Boosten (1942)
Fieny Pesch is al vele jaren een keramiste die zich voortdurend ontwikkelt en nieuwe wegen zoekt. Afrikaanse figuren inspireren haar vanwege de kleurrijke kleding. Ze experimenteert met verschillende soorten klei, met engobe verven en dessins, wat verrassende resultaten oplevert. Haar figuren hebben vaak iets eigens en zijn daardoor meteen herkenbaar. Ze zijn soms slank en smal, maar ook wel stevig en gezet. De laatste jaren laat ze steeds weer nieuwe technieken zien, zoals keramiek objecten op paneel en figuren en beesten in glazuur. Ze exposeerde al op veel plekken in Valkenburg en omgeving en is lid van de kunstkring sinds 2002. <
Jozé Zurstraszen (1943)
KI J K o p Va l k e n bur g 9
geen ondertiteling. Het gebruikte materiaal bestaat uit olieverf, acrylverf en gemengde technieken. De laatste tijd is ze weer bezig met het vormgeven van keramiek in verschillende technieken, onder andere raku, pitfire en het werken met verschillende glazuren. Ook vindt ze het verrassend om uit diverse soorten speksteen beelden te scheppen. Dat geeft een nieuwe dimensie aan haar werken. Ze exposeerde op veel plaatsen in de omgeving vooral in Valkenburg, Maastricht en Lanaken-Veldtwezelt. Jozé is lid van de kunstkring sinds 1992. <
• Pentekening van Jef Boosten getiteld “Landschap in Oud-Valkenburg”.
Bibliotheek Valkenburg Berkelplein 99, 6301 ZC Valkenburg heuvellandbibliotheken.nl/valkenburg
www.kunstkringhenrijonas.nl
043 - 601 59 27 Openingstijden Tentoonstelling Ma: 14-18 uur. wo: 10-13 uur en 14-18 uur. do en vrij: 14-20 uur. za: 11-14 uur.
10 KIJK o p Valke n burg
Opleiding
Mark Janssen;
Wat in je hoofd zit op een plat vlak zien te krijgen, dat is de kunst! E
Door Jan Schurgers
ind vorig jaar verscheen het prentenboek “Kodo: De weg van de Boog”. De tekst is van schrijver Bert Kouwenberg en de tekeningen zijn van de hand van de Valkenburgse illustrator Mark Janssen. Het is het voorlopige hoogtepunt in zijn oeuvre ontstaan in de periode van achttien jaar, waarin hij nu als professioneel tekenaar bezig is. Zelf zegt hij dat zijn geluksgevoel nooit eerder zo groot was bij het maken van de tekeningen als deze keer. Ze kwamen in een roes tot stand en de resultaten zijn verbluffend. Terecht een prestatie om trots op te zijn.
Mark Janssen werd in 1974 in Eijsden geboren en al vroeg bleek zijn tekentalent. Dat was toen nog het natekenen van stripfiguren als Ninja’s, Spider Man en de Hulk. En van sprookjesachtige figuren in kleur en zwart/ wit die hij zelf bedacht. Zo ontwikkelde hij zijn eigen figuren en de wereld daar omheen. Op de lagere school vroegen klasgenootjes om tekeningen voor hen te maken. Na zijn twaalfde werd dat tekenen minder. Andere dingen gingen voor zoals de studie aan de HAVO in Maastricht. Op zijn zestiende kwam hij voor een moeilijke keuze te staan. De vraag was of hij met tekenen later in zijn levensbehoeften zou kunnen voorzien. Hij kreeg de kans om toelatingsexamen te doen aan de Academie voor Beeldende Kunst in Maastricht, maar werd afgewezen. Hij bezocht twee jaar het atheneum en kwam toen voor dezelfde keuze te staan. Bovendien was daar nog de interesse in het schrijven van fantasieverhalen en verhalen met een historische achtergrond, die ook al uit zijn jeugd stamde. De keuze was nu òf de Academie òf de School voor de journalistiek in Utrecht. Hij deed opnieuw toelatingsexamen aan de Academie, werd deze keer wel aangenomen en dus was de keuze snel gemaakt. In de vier jaar dat hij de Academie bezocht leerde hij veel waar hij later veel profijt van heeft gehad. Het zaadje werd toen definitief geplant. Hij kwam in aanraking met technieken die hij later goed kon gebruiken, zoals fotografie, grafische vormgeving, aquarel- en acrylschilderen en anatomie. Maar ook het binnen kaders werken met duidelijke opdrachten en tijdslimieten sprak hem erg aan. In die zin leerde hij veel van zijn docente Wiilemien Min, eveneens kinderboekenillustrator. Zij gaf hem de creatieve vrijheid die hij nodig had. Een bezoek aan een atelier van illustratoren in Amsterdam in zijn laatste studiejaar, maakte veel indruk op hem en deed hem beseffen dat hij de juiste keuze had gemaakt. Dit was wat hij wilde en vol enthousiasme ging hij na zijn afstuderen aan de slag.
Opdrachten Dat enthousiasme is er nog steeds. Op zijn 22e vestigde hij zich met zijn vriendin Suzanne Diederen uit Valkenburg , eveneens illustrator, in Eijsden en begon aan de verwezenlijking van zijn wens om uit te groeien tot een van de beste illustrators van Nederland. Hij presenteerde zich waar hij maar kon, bestookte kranten, tijdschriften en uitgeverijen met zijn tekeningen en dat resulteerde al snel in de eerste opdrachten. Zo tekende
KI J K o p Va l k e n b ur g 11
Japanse prentkunst Het is het verhaal van het jongetje Kodo, dat enkele eeuwen geleden speelt in het Japan van de Samoerai, de ridders. Kodo woont met zijn vader in een afgelegen veerhuis, waar een mysterieuze dreiging hangt, die met het verleden van zijn vader te maken heeft. Zijn moeder is overleden. Hij heeft haar nauwelijks gekend, maar zou graag meer over haar willen weten. Mark heeft zich verdiept in de Japanse prentkunst en werd vooral geraakt door het werk van de negentiende eeuwse schilder Hokusai. Het resulteerde in negentien prachtige prenten. Mark is trots op dit project, waarmee hij zich wil scharen onder de toonaangevende illustratoren in Nederland. Hij voelt de waardering groeien van collega’s en uitgeverijen, maar beseft ook dat hij met dit boek een voorlopig meesterwerk heeft gemaakt. Dat er nog groei in zit en dat hij nu op de ingeslagen weg door moet gaan. Maar ook dat hij hard moet blijven werken. hij jarenlang prenten bij nieuwsberichten in Dagblad de Limburger. Dat ging toen nog op papier en het resultaat bracht hij diezelfde avond nog op de fiets naar Maastricht. In dat opzicht is er wel veel veranderd in de laatste tien jaar. Een grote stap vooruit was de samenwerking die ontstond met de educatieve uitgeverij Zwijsen. Voor heel wat van hun boeken met grote oplagen vroeg men Mark voor de tekeningen. En blijkbaar vielen die op. Intussen was hij met Suzanne naar Valkenburg verhuisd en ook daar vielen de opdrachten al snel op de deurmat in de Kerkstraat. Hij ging werken voor het Financieel Dagblad, het Volkskrant-magazine, het AD-magazine en voor uitgeverijen als Ploegsma, van Holkema en Warendorf, Kluitman, Pennestreken en het Belgische Averbode en Clavis. Hij maakte tekeningen bij teksten van onder andere Paul van Loon, Lida Dijkstra en Gerard van Gemert, maar hij ging ook zelf teksten schrijven, aansluitend aan zijn vroegere behoefte. Zo ontstonden boekjes als totaalproduct voor beginnende lezers. En ook dat bleek een succes. Zoals “Hiep, hiep daar is Piep! “, “de boot van sint en piet”, “Bas is de baas”, “Blijf van big af!” en “Vuur van Tuur”, dat onlangs zijn 9e druk beleefde. Vanaf het eerste kinderboek “Mijn vriend de sjeik” van Ulf Stark dat in 1997 verscheen bij Lemniscaat werkte Mark mee aan 240 kinder- en prentenboeken. Zijn boekenkast staat er vol van. En heel wat boeken vonden hun weg naar het buitenland en werden vertaald in tien talen.
Kodo
Toekomst
En nu is er dan sinds kort dat prachtige boek “Kodo; De weg van de Boog”. Het is een bijzonder boek geworden in groot formaat. Kouwenberg schreef het verhaal, maar legde dat regelmatig stil. Het vervolg liet hij over aan de fantasie van de illustrator, die het verhaal met tekeningen voortzette in volkomen vrijheid. Daarna was het weer de beurt aan Kouwenberg en dan weer aan Mark en dat herhaalde zich zo meerdere keren. Zo ontstond er in het boek een samenvloeiing van tekst en beeld die door de schrijver het nieuwe lezen wordt genoemd. Het is in ieder geval een boek, waarin de lezer wordt uitgedaagd goed te lezen en te kijken, maar vooral om door zijn eigen fantasie de juiste verbindingen te leggen. En dat prikkelt en stimuleert tot verder lezen en kijken. Het resultaat is overweldigend en Mark heeft nooit eerder de intense beleving gevoeld bij het maken van tekeningen als deze keer. Al langer had hij de wens om zich eens een half jaar volledig te wijden aan het maken van iets groots, los van opdrachten en wensen van anderen. Dat lukte tot nu toe niet, want hij had de zorg voor zijn gezin. Nu kreeg hij van de schrijver en de uitgeverij een uitgelezen kans zijn droom waar te maken. En hij ging ervoor. Volledig. Als hij bezig was vloog de tijd voorbij. In een flow kwamen de ideeën en ontstonden de tekeningen. Het was alsof hij een luikje opentrok.
“Ik maak nog steeds een ontwikkeling door. De techniek gaat met grote stappen vooruit en daar ga ik in mee, wil ik in mee en moet ik in mee. Wat ik in mijn hoofd heb, kan ik steeds beter op papier krijgen en daar is de computer heel belangrijk in geworden, onmisbaar zelfs.” Wat er verder nog allemaal uit het brein van Mark Janssen tevoorschijn zal komen blijft een verrassing, maar dat zal de toekomst ons leren. Iets om hem te blijven volgen dus. <<
Elfstedentocht gemist? Bij ons vervangend vervoer!
8 K IJK o p Valken b urg
Italiaanse Specialiteiten
Heerlijke mosselen, King crab, kreeft, oesters, steaks, pasta’s en nog veel meer. Kom eens proeven en laat u verrassen met datgene wat wij u te bieden hebben. U bent van harte welkom!
Grendelplein 15 • Telefoon 043 - 609 00 43 w w w. h o t e l m o n t a g n a . n l
Enige echte Pannenkoeken huis in Valkenburg!
(Tegenover de Kabelbaan)
Wij hebben meer dan 80 soorten en daar- naast altijd een pannenkoek van de maand en seizoensgebonden pannenkoeken. De pannenkoeken worden gebakken in onze open keuken zodat u een kijkje kunt nemen, terwijl u wacht. Voor kinderen ligt er een kleurplaat klaar en uiteraard altijd een verrassing. Tevens ruime zaal, geschikt voor feesten, bijeenkomsten, koffietafels enz. Voor onze gasten hebben wij een ruime parkeerplaats. Voor actuele openingstijden kijk op onze website!
Onze pannenkoeken worden gebakken met het meel van Maalderij Bökkers uit Terwolde, winnaar beste pannenkoekenmeel Award 2014, welke nog maalt op molenstenen met de kracht van de windmolen.
AFHAALPANNEN KOEKEN MOGELIJK!
Neerhem 61 • 6301 CE Valkenburg • 06 53 33 46 83 of 06 14 61 63 33 info@pannenkoekenhuisvalkenburg.nl • www.pannenkoekenhuisvalkenburg.nl
EEN JONGE KIJK OP VALKENBURG
erstmis ligt al ruim een maand achter ons als K u dit leest en Carnaval staat alweer voor de deur. Een
kwartaalblad kan natuurlijk niet hyperaktueel zijn. Desondanks een terugblik van onze jonge columnisten, die een paar kritische noten kraken! Door Rosalie Waelen en Céline Daemen (studenten Filosofie en Theaterregie).
Terugblik op Santa’s Village Een maand geleden (lees: december) werd Valkenburg overspoeld. De straten, cafés en grotten stroomden vol met toeristen die hunkerden naar een dagje ‘warme gezelligheid’. Valkenburg adverteerde dé kerststad van Nederland te zijn: Kerst in Mergelrijk, Santa’s Village! Het idyllisch plaatje dat Valkenburg in rustiger tijden biedt, komt in de decembermaand in een ander dag- respectievelijk kunstlicht te staan. Valkenburg wordt naar hartenlust versierd met kerstverlichting, lichtgevende Kerstmannen, slingers en bomen, om het grauwe grijze decemberweer te verdringen. Alles en iedereen moet plaats maken voor de kerstmarkt. Ons door de meute heen vechtend, begeven we ons naar een van de cafés. De warmtelampen in de Grote Straat staan roodgloeiend. We nuttigen een warme choco,
om in de kerststemming te komen. Al is daar weinig voor nodig tussen al die versiering, kerstmuziek en zelfs een zingende Kerstman op een, uiteraard nep, rendier. Van onder ons dekentje bekijken we wat zich afspeelt in de kleine stad. We bekijken de toeristen die druk in de weer zijn om elk moment vast te leggen met hun smartphone en daarnaast de bediening die druk aan het werk is op de terrassen rondom ons. Die hele overdaad aan protserige versieringen lijkt de charme en historie van het stadje een beetje te verdringen. Zelfs de net “uitgepakte” Geulpoort valt een beetje in het niet door al die marktkramen rondom. Valkenburg staat natuurlijk bekend om haar kerstmarkten. Mensen uit heel het land en zelfs het buitenland trekken jaarlijks onze kant op om de kerstmarkten te bewonderen. Een kerstmarkt in grotten is uniek! En voor de horecabazen in Valkenburg is het vooral een unieke inkomstenbron. Klagen mogen we dan ook niet, het levert het stadje ongetwijfeld heel wat op en voor ons, de jeugd, biedt het werkgelegenheid.
Desalniettemin zijn wij niet al te grote fans van de kerstmarkt. Het assortiment van de diverse kraampjes heeft ons weinig tot niets te bieden. De toeristen lopen ons enigszins in de weg. En liever zouden we niet al vanaf november worden doodgegooid met kerstversiering en eindeloos herhaalde liedjes. Maar als inwoner van Valkenburg zal je nu eenmaal op de koop moeten toenemen dat je tijdens de wintermaanden niet om de Kerst heen kan, hoe graag je dat ook zou willen. <<
COLUMN
KI J K o p Va l k e n b u r g 13
14 KIJK o p Valke n b urg
In het boek over de gedeporteerde en omgekomen Joodse Valkenburgers staat dat de familie Cahn de meest Joodse is van alle Valkenburgers. Dat is eigenlijk maar voor de helft waar. Genealogisch gezien is alleen de mannelijke lijn Valkenburgs: vader Louis Cahn wordt geboren in 1875, diens vader Lodewijk in 1833, en diens grootvader Jacob in 1795, allen in Valkenburg. Van moederszijde stammen de Cahn‘s echter uit het Duitse Lechenich. Het is boeiend om te vernemen hoe daar de Jodenvervolging deels triest maar deels ook gelukkig verloopt.
‘Onkels’ Fritz en Joseph Cahn overleven in Zuid-Amerika Door Jan Diederen
oor tijdige emigratie uit nazi-Duitsland hebben D twee ooms van de kinderen Louis, Annette, Albert, Bertha en George Cahn uit Valkenburg deportatie naar een vernietigingskamp kunnen ontlopen. ‚Onkel‘ Fritz en ‚Onkel‘ Joseph Cahn maken dat zij wegkomen uit Nazi-Duitsland en emigreren naar Zuid-Amerika. Ook een neef, Alfred Alexander, overleeft. Hij vindt een veiliger oord in Noord-Amerika. Alle drie stammen uit het plaatsje Lechenich, behorend tot de gemeente Erfstadt, ongeveer twintig kilometer van Keulen gelegen. De verwantschap tussen de Valkenburgse en Lechenichse families Cahn loop via Elise Cahn, de vrouw van Daniel Cahn en moeder van de vijf genoemde kinderen. Minder geluk heeft Selma Cahn, de enige zus van Elise. Op de valreep wordt een poging om met haar man Julius Alexander • Julius Alexander als Duits soldaat in de eerste wereldoorlog.
en dochter Ruth ook te emigreren verijdeld. Selma en Julius komen op 18 juli 1942 in Auschwitz terecht waar zij korte tijd later worden vermoord. Het lot van de dan zeventienjarige dochter Ruth is onbekend. Men neemt aan dat zij in Theresiënstadt of in Minsk is omgekomen. De afstamming van de familie Cahn in Lechenich, en deels ook van de Valkenburgse
familie Cahn, is na te gaan tot het midden van de negentiende eeuw. Dan wordt op 29 mei 1850 Abraham Cahn geboren in Bornheim als zoon van Isaak Cahn en Sibilla Wolf. Hij trouwt in 1884 met Bertha Bär, geboren op 14 mei 1859 in Lechenich en dochter van de slager Isaak Bär en Jetta Livino. Abraham neemt na zijn huwelijk de slagerij van zijn schoonvader in Lechenich over. De zaken gaan goed en in 1902 bouwt hij in de Melchiorstraat een nieuw en groter slachthuis. Hij heeft vijf mensen in dienst, per maand worden er twee runderen geslacht en het vlees wordt met een paard in de hele omgeving uitgebracht tot in Keulen toe. Het echtpaar krijgt vijf kinderen. Isaak op 13 december 1885, Elise op 24 april 1887, Friedrich of Fritz op 17 november 1888, Selma op 9 november 1896 en Joseph op 27 maart 1901.
• Abraham Cahn en Bertha Bär, slagersechtpaar in Lechenich.
• Fritz Cahn als Duits soldaat in Rusland in de eerste wereldoorlog.
IJzeren Kruis Vader Abraham sterft op 24 september 1918 en zijn vrouw Bertha op 2 december 1925. Om uiteenlopende redenen wordt de slagerij niet overgenomen door een van de zonen. Oudste zoon Isaak sneuvelt als Duitse soldaat op 15 maart 1915 bij Verdun. Fritz moet ook in het leger. Hij wordt in Rusland gevangen genomen maar weet te ontsnappen. Terug in Duitsland verdient hij de kost als textielkoopman in Leipzig en Dresden. Tijdens de kristalnacht van 10 november 1938 wordt hij als Jood opgesloten in het kamp Buchenwald. • Onkel Joseph en Onkel Fritz in betere tijden op een zomerse dag in Lechenich.
Maar alle joodse gevangenen, die in de oorlog het zogeheten „Eiserne Kreuz“ vanwege „Tapferkeit im Kampf für das Vaterland“ hebben ontvangen, worden na enkele dagen weer vrijgelaten. Ook Fritz, die meteen besluit om Duitsland te verlaten. Vanuit Maastricht begeleidt Hub Vrancken, de man van zijn nichtje Annette Cahn, hem naar Rotterdam. Met een brei- en een naaimachine als bagage emigreert hij naar Santiago in Chili waar hij, hoe kan het anders, een brei- en naaimachinefabriek begint. ‚Onkel‘ Fritz leert de Duitse immigrante Else Groeber kennen en trouwt met haar. Oudste dochter Elise trouwt met de Valkenburgse slager Daniel Cahn. Hoe het haar en haar gezin vergaan is uitvoerig beschreven in het in augustus vorig jaar verschenen boek over 42 vermoorde Joodse Valkenburgers.
• Selma Alexander-Cahn met een verpleegster die de pasgeboren dochter Ruth op de arm houdt. De derde zoon Joseph ontvlucht Duitsland al in 1933, als Hitler aan de macht komt, naar het Peruaanse Lima. Hij leert er zijn latere vrouw Frieda Keller, geboren in Haaren bij Aken, kennen en met haar bouwt hij een groot slagersbedrijf op. Hun dochter Inge komt op uitnodiging van de stad Aken aan geëmigreerde Joodse burgers met haar uit Breslau afkomstige man Lutz Berger in 1992 of 1993 naar Europa. Zij bezoekt ook Valkenburg en Maastricht, waar er een bewogen kennismaking met haar nicht Annette Vrancken-Cahn plaatsvindt.
Slagerij Alexander Zo komt het dat de slagerij in Lechenich wordt overgenomen door Julius Alexander die in 1920 trouwt met dochter Selma. Deze Julius komt uit Eiserfeld aan de Sieg, waar hij op 28 september 1883 wordt geboren. Het paar krijgt een zoon Alfred op 12 april 1921 en een dochter Ruth op 1 juli 1925. Het gaat ook Julius en Selma voor de wind. Terwijl andere slagers hun vlees in de woonkamer verkopen hebben zij al een kleine winkel met etalage. Vol trots laten zij hun klanten weten dat hun vleeswaren in een frigidaire worden gekoeld. Maandelijks worden nu vier of vijf runderen geslacht en het vlees wordt niet meer met het paard rondgebracht maar met een bestelauto van het merk Brennabor. Maar vanaf 1933 wordt het Julius Alexander steeds moeilijker gemaakt door toenemende beperkingen van de Nazi‘s voor Joodse ondernemers. >
PIZZA • PASTA • TAPAS Kom genieten en proef de sfeer van ’Het Huis’!
Restaurant La Casa • Grotestraat-centrum 25-27 • Valkenburg • 043 - 60 12 180 • info@la-casa.nl • www.la-casa.nl
Wat zoekt u in een schoen?
Wie worden onze nieuwe collega’s? Heb jij verkooptalent en ben je representatief, spreek je “onze taal” en heb je passie voor de juiste commerciële flair om klanten te adviseren en te overtuigen? Dan bieden wij jou een leuke werkomgeving en prettige collega’s als
Perfecte hielaansluiting voor één prima pasvorm! Verwisselbaar voetbed voor optimale voetondersteuning! Diverse wijdtematen voor elke voet! Extra teenruimte voor langdurig loopplezier!
Ons advies:
Gabor - Hassia - Alexandria - Ganter - Waldlaüfer - Wolky - Durea
advertentie acquisiteur
Goed verkooptalent voelt zich bij ons snel thuis. Je werkt zelfstandig op provisie basis en kunt jouw werktijd zelf invullen. Mail jouw CV met je motivatie aan;
valkenburg méér dan alleen televisie.
t.a.v. Henk Jakobsen (directeur/hoofdredacteur)
henk.jakobsen@tvvalkenburg.tv Sint Pieterstraat 6 • Valkenburg aan de Geul • Telefoon 043 - 601 35 67
Stationsstraat 21 6301 EZ Valkenburg aan de Geul
KI J K o p Va l k e n b u rg 17
kijk op < vandaag volgens
• De SS Washington in New York. In de loop van 1937 besluit hij om naar Amerika te emigreren; zijn zoon Alfred stuurt hij alvast vooruit. Op 8 juli 1938 lukt het deze om Duitsland te ontvluchten: met de trein van Keulen naar Hamburg en vandaar met het schip ‚SS Washington‘ naar New-York. Omdat hij daar vanwege de crisis en de vele immigranten moeilijk aan werk kan komen reist hij verder naar Detroit. Daar kan hij aan de slag bij slager Samuel Bär, een familielid van zijn oma.
Alfred die niet bidt, Amerikaans soldaat wordt en het huis erft De familie Alexander in Lechenich houdt zich niet al te streng aan Joodse wetten. Af en toe wordt er zelfs varkensvlees gegeten en vader Julius nodigt de buren vaker uit om ‘s avonds het kaartspel skat te spelen. Zoon Alfred gaat naar de katholieke Volksschool. Als de lessen beginnen met een gebed eist de meester dat ook Alfred gaat staan. „Aufstehen kannst du wenigstens, mitbeten brauchst du nicht,“ krijgt hij te horen. Als Amerika na de Japanse overval op Pearl Harbour op 7 december 1941 bij de oorlog betrokken raakt neemt Alfred in Detroit dienst in het Amerikaanse leger. Met het bravour van een 21-jarige wil hij de Nazi‘s gaan bestrijden en zijn ouders en zusje redden! Het loopt anders want hij komt bij de luchtmacht terecht op het eiland Guam in de grote oceaan. Moeder Selma Alexander-Cahn moet als eigenaresse de slagerij in 1939 verkopen maar onduidelijk is aan wie. In 1945 wordt de koop of confiscatie, wat het ook is, bij rechtsherstel ongedaan gemaakt. Aan Alfred wordt als wettige erfgenaam 5000 DM schadeloosstelling betaald door een nieuwe koper uit Pommeren.
In 1947 begint hij een eigen groothandel in vlees. De „Alexander Provision Boneless Beef“ levert met trucks rundvlees aan hotel-restaurants en slagerijen tussen Detroit en Chicago. Op 22 februari 2010 sterft Alfred Alexander op 89-jarige leeftijd in West-Bloomfield bij Detroit. Hij is getrouwd met Barbara Ellman, ook een immigrante uit Duitsland.
Jodenhuis Voor zijn ouders en zusje Ruth gaat het van kwaad naar erger. Op 6 september 1938 krijgen alle Joodse slagers een verbod om nog het slachthuis in Keulen te betreden en dat betekent het einde van de slagerij. De winkel wordt trouwens in de kristalnacht vernield en daarbij wordt Julius in het kamp Dachau opgesloten. Net als zijn zwager Fritz wordt ook hij als drager van het IJzeren Kruis begin december 1938 vrijgelaten. En dan besluit hij te emigreren. Maar een uitreispas worden hem, zijn vrouw en dochter geweigerd. De winkel moet worden verkocht en het gezin wordt ingekwartierd in een zogeheten Jodenhuis, waar het in erbarmelijke omstandigheden verblijft tot de deportatie in de zomer van 1942. Annette Cahn en Hub Vrancken nemen na de oorlog contact op met de verwanten aan de overkant van de oceaan. Een gevolg is dat ‚Onkel‘ Fritz en tante Else Cahn in 1964 naar Europa komen met ook een bezoek in Maastricht. Het contact met neef Alfred Alexander dateert pas van begin 70-er jaren. Tijdens een Europareis dringt zijn vrouw Barbara erop aan om, onderweg van Amsterdam naar Lechenich, te rijden via Valkenburg. Alfred is er voor de oorlog bevriend geweest met Edgar Huiman, een Joodse grossier in slagersbenodigdheden. Vanuit Valkenburg belt Edgar naar Maastricht. Met de onvergetelijk woorden „Annèt, iech höb hie femilie van diech oet Amerika!“ wordt vervolgens de familieband op ontroerende wijze hersteld. De wederzijdse kinderen houden het contact in stand tot op de dag van vandaag. <<
jees> Vindt u dat nou ook niet? Dat de service van de banken steeds meer te wensen overlaat. En dan heb ik het niet over de rustplekken langs een wandelpad, maar over de financiële instellingen die ons geld beheren. Het wordt steeds moelijker om ze tot een transactie over te halen. Je moet al tweeverdiener zijn om tot een lening te komen. Jonge alleenstaanden die een bedrijf willen beginnen of een woning willen kopen, krijgen vaak nul op hun rekest. Het wordt zelfs al moeilijker om aan je eigen geld te komen. De pinautomaat in Sibbe is weggehaald. Die in Schin op Geul staat op de nominatie hetzelfde lot te ondergaan. Willen de bewoners daar cash geld, dan zullen ze naar Valkenburg moeten, ook de ouderen. Service is een woord geworden dat veel banken niet meer kennen. Wil je de RABO-bank in Valkenburg bezoeken dan kan dat alleen tussen 14.00 en 18.00 uur. De ABN/AMRO-Bank is zelfs helemaal dichtgegaan en dat vrij plotseling en onverwachts. Willen klanten contact en advies, dan zullen ze naar Maastricht moeten. Er zijn banken die ook verzekeringsmaatschappijen vertegenwoordigen. Ze brengen daar jaarlijks een bedrag van zo’n 15% van het premiebedrag voor in rekening, waarvoor ze niets hoeven te doen. Alleen als je ze nodig hebt en bovendien kun je ook rechtstreeks bij de maatschappij terecht. En van dat extra bedrag berekenen ze dan ook nog eens 23% assurantiebelasting. Onlangs zijn de Nederlandse banken allemaal door een stresstest gekomen. Dat is te begrijpen dank zij deze maatregelen, maar nu de klanten nog. En daar gaat het toch eigenlijk om. <<
Vindt u dat nou ook niet?
18 KIJK o p Valke n burg
DE R E E M M GERENEORNEMERS OND
: i c a T é s o J n e r i c e B
grondleggers een familie-impe Van hard werken is nog nooit iemand slecht
‘T
Door Claudia Bisschops
oen de Valkenhof te koop stond, wist ik dat ik dit restaurant wilde hebben, want ik zag meteen de potentie’, zegt Becir Taci. Inmiddels zijn we dertig jaar verder en runnen de drie dochters twee hotel-restaurants in Valkenburg met naast de Valkenhof, La Casa en brasserie De Trechter in Sittard. Wat is het geheim van het succes van de familie Taci?
Hoe komt u als Kosovaar in Nederland terecht? Becir: ‘Ik ben inderdaad een Kosovaar. Ik woonde met mijn familie in voormalig Joegoslavië en daar hoorde de provincie Kosovo ook bij. Ik kom als oudste zoon uit een gezin met drie broers en drie zussen. Wij leefden er in vrede. In de tweede helft van de jaren ‘70 waren er gastarbeiders nodig in Limburg. Na mijn dienstplicht, werd ik opgeleid tot politieagent, maar kreeg samen met een paar vrienden de kans om naar Nederland te komen om een jaar te gaan werken. In 1966 ben ik naar Nederland gekomen. Daarna was het de bedoeling dat we weer zouden terugkeren. Na mijn komst kreeg ik na diverse medische keuringen de opleiding om in de mijn te kunnen werken. Ik heb uiteindelijk anderhalf jaar in de mijn gewerkt. Na de sluiting van de mijnen ging ik bij de toenmalige DAF-fabriek in Born werken.’
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
• Becir helpt uit in ‘t Jachthoes (1970).
• José in Promenade (1969).
Becir: ‘Wij gingen wel eens op stap om iets te drinken. Tijdens de kermis in Eygelshoven kwam ik José tegen. Ik heb toen met haar gedanst, dat was het begin van een leuke kennismakingsperiode. José werkte toen in Rüdesheim (Duitsland) in de horeca.’ José: ‘Na mijn werk in Duitsland, ben ik gaan werken in Valkenburg. Ik heb een aantal jaren voor Huub Jansen bij Hotel Oda en bij de Promenade in de grote straat gewerkt. Toen ik een keer ziek was, in een drukke periode, is Becir voor mij gaan invallen. Dat was van beide kanten goed bevallen, toen is Becir gevraagd door Hub Marx om ook bij het Jachthoes te komen uithelpen.
van rium er geworden Becir: ‘Het was niet echt mijn bedoeling om in de horeca terecht te komen maar het is zo gelopen. En ik vond het heel leuk om te doen. Vrij snel waren wij dus een hardwerkend horeca stel. Ik kreeg door mijn werken en mijn opstelling naar de gasten al snel een goede naam en was blijkbaar een graag geziene werknemer. Zo heb ik van 1969 tot 1979 in het Jachthoes gewerkt de eerste jaren voor Hub Marx en de laatste jaren bij Flip Jager.’
Hoe zijn jullie gestart als ondernemers? Becir: ‘Wij hadden onze drie dochters al en woonden in Waubach (Landgraaf). Toen de muziekzaak en hotel Valkenhof - een echt restaurant was dit toen nog niet - te koop stond, kwamen de kriebels om de kans te pakken en voor ons zelf te beginnen. Wij verkochten ons huis en besloten het risico te nemen. In 1979 verhuisden wij van Waubach naar Valkenburg. Een zeer spannende periode voor ons. In 1980 op 2 februari, één week voor de carnaval, openden wij de deuren van onze zaak.
Naast goede Balkan-specialiteiten was er ook plaats voor live muziek in De Valkenhof. Niet alleen eten, maar ook uitgaan en dansen was het concept dat wij wilden neerzetten.
• Trouwfoto uit 1967.
Veel mensen die wij als klant hadden bij de andere gelegenheden waar wij die afgelopen tien jaar hadden gewerkt, waren al snel gast in onze zaak. >
20 KIJK o p Valke n burg
hart en haar man Jos volgde naar zijn geboortestad Sittard. Zij zijn daar een eigen brasserie De Trechter begonnen midden op de mooie markt van Sittard. Nu ook een zeer succesvolle zaak, waarvan oudste zoon Regja ook al volledig mee werkt. Zo gaat de cyclus verder. Gelukkig wilde onze middelste dochter Shtrojera samen met haar man Marcel La Casa gaan runnen. Regelmatig verblijf in Spanje en de lekkere tapas die zij daar aten, waren de motivatie dit ook uit te breiden met Spaanse specialiteiten. Dit was ook een goede zet, want La Casa staat bekend om de heerlijke Tapas en pasta’s.
• Rechts de Valkenhof in de jaren 1960-1970.
De Valkenhof is gestart als Balkanrestaurant, hoe is dat gekomen? Becir: ‘Omdat wij het restaurant meteen goed wilden aanpakken zijn we begonnen met een specialiteiten restaurant. Veel Nederlanders gingen in die tijd graag naar de kust in Kroatië, Istrië en Slovenië. Dus waarom niet de Balkan-cultuur naar Valkenburg brengen? Van mijn oom in Kosovo die journalist was, kregen José en ik een boek van toenmalig Balkan-kenner Ab den Doolard, die ons verder hielp om onze plannen uit te werken. Omdat wij ook graag iets wilden bieden voor het uitgaansleven hebben wij nagedacht hoe wij dit in onze zaak konden verwerken. Naast goede Balkan-specialiteiten die de Joegoslavische koks, die wij in dienst hadden, klaarmaakten, was er ook plaats voor live muziek in de avond uren. Niet alleen eten, maar ook uitgaan en dansen was het concept dat wij wilden neerzetten. Een prima combinatie, maar wel extra hard werken tot in de late uurtjes.’
Wanneer is De Valkenhof een steakhouse geworden? José: ‘Vroeger, tot 1989, was het van Pasen tot eind september erg druk, maar buiten het seizoen was veel gesloten. Vanaf 1989 zijn wij ook dagelijks open gegaan. In 1992 zijn wij gestopt met livemuziek. In die jaren kwam uiteten in opkomst, dus kwamen er steeds meer restaurantbezoekers en werd het ook drukker in het naseizoen. Er was dus eigenlijk geen plaats meer om live muziek en dansen voort te zetten. Niet iedere gast kon muziek tijdens het eten waarderen. Wij zijn toen verder
Foto: Beeldarchief Valkenburg
gegaan met alleen het restaurant. Het was geen gemakkelijke keuze omdat muziek tot ons leven behoorde, maar het bleek achteraf wel een goede keuze.’ Becir: ‘Begin jaren ’90 was toch al een moeilijke periode, omdat de oorlog op de Balkan ervoor zorgde dat het moeilijker werd om aan specifieke ingrediënten te komen. Wij zijn toen langzaam van een Balkan-specialiteitenrestaurant omgevormd naar Steakhouse Valkenhof. Dat heeft zich geloond.’
Uiteindelijk kozen jullie voor een tweede zaak. Waarom? Becir: ‘Het was inmiddels rondom het millennium. Onze kinderen voelden zich thuis in het bedrijf en zonder dat zij door ons gedwongen werden, werkten zij graag in ons restaurant. De kinderen hadden het zo naar hun zin dat zij alle drie eigenlijk wel hun toekomst zagen in De Valkenhof. Het was voor José en mij wel duidelijk dat alle drie de dochters in één restaurant niet zou gaan werken. In 1999 hebben wij de kans gekregen om Italiaans hotelrestaurant Casa te kopen, nu La Casa, aan de Grotestraat. Met veel passie hebben wij dit restaurant naar een goed niveau getild. De goede naam van De Valkenhof zorgde ervoor dat ook La Casa, dat inmiddels was verworden tot een Spaans-Italiaans restaurant, vrij snel genoeg klandizie kreeg.’
Inmiddels hebben jullie dochters alle drie hun eigen zaak. Hoe is dat zo gelopen? Becir: ‘Het was voor ons al snel duidelijk dat onze oudste dochter Natascha haar
En de Valkenhof, waar het allemaal begon? Becir: ‘Wij waren erg blij dat onze jongste dochter Kujtessa nog in de zaak bleef om ons te helpen. Ondanks dat zij geen horeca-opleiding had, zij heeft een sportopleiding genoten aan het CIOS, wilde zij het restaurant graag overnemen. Vanaf 2007 zijn zij en haar man Mike formeel de eigenaars van De Valkenhof. Na de overname hebben zij nog enkele buurpanden bijgekocht. Naast het feit dat de restauratie de zaak goed heeft gedaan, is ook de aanblik van een aantal mergelpanden in de Berkelstraat een aanwinst voor de binnenstad van Valkenburg.’
Jullie zijn al geruime tijd ‘met pensioen’. Was dat in het begin lastig? Becir: ‘Vanaf 1 januari 2007 zijn wij formeel uit de zaak gestapt, maar waren wij nog regelmatig in de Valkenhof aanwezig. José: ‘Zelfs nu doen wij nog af en toe hand- en spandiensten, voornamelijk rond de gezellige Kerstmarkt periode. Van een zwart gat was bij ons niet echt sprake, omdat wij vanaf 2007 langzaam hebben afgebouwd.’ Becir: ‘Je wil graag helpen zodat je kinderen de zaken goed onder controle krijgen. Zij doen het gelukkig nu alle drie erg goed op eigen kracht.’ José: ‘Ik schilder graag, maak graag mooie schilderijen. Daarnaast wandelen wij samen graag en spenderen wij ook graag veel tijd aan onze vijf kleinkinderen die variëren in de leeftijd van vijf tot twintig.’ Becir: ‘Ik houd mij graag bezig met andere hobby’s en zit met een aantal bevriende ondernemers in een kookclub. Daarnaast ben ik al 25 jaar lid van de Bokkeriejers,
een gezellige Valkenburgse motorclub, waar we ook mooie reizen mee maken. Samen met José maak ik ook graag vakantiereizen. Het samen ontdekken van nieuwe plekken doen wij het liefst.’
Onze grootste succesformule is dat we werken zien als hobby. Daarnaast is het belangrijk dat gasten zich bij jou thuis voelen.
Wat is in al die jaren jullie succesformule geweest? José: ‘Onze grootste succesformule is misschien wel dat wij werken zien als hobby. Wij hebben altijd graag gewerkt. Daarnaast hebben wij kunnen meeliften op het succes van Valkenburg als toeristenstad die zich de laatste jaren zeer positief heeft ontwikkeld. De renovatie van de historische binnenstad met de twee nieuwe poorten als meest recente aanwinst, zal er voor zorgen dat het de komende jaren alleen maar beter zal gaan met het toerisme. De laatste jaren zien wij ook een groei van bewoners uit de regio die Valkenburg komen bezoeken, dat is jaren anders geweest. Door de formule ‘Valkenburg Kerststad’ is er ook
een groei waarneembaar. De terrassen zijn verwarmd en zien er allemaal erg gezellig uit en er zijn ook in de winterperiode veel evenementen. Dat trekt zeer veel toeristen en regiobewoners naar de stad. Daar profiteren wij als horeca natuurlijk ook van.’ Becir: ‘Ik vind de eerlijkheid naar de gasten het belangrijkste. Daarnaast hebben wij ook gezorgd dat onze gasten zich bij ons thuis voelen. Wij zijn altijd correct geweest naar onze gasten en hebben ons ook steeds voor onze gasten geïnteresseerd, altijd tijd maken voor een praatje.
Wat is het grootste verschil tussen ondernemerschap toen en nu? Becir en José: ‘Wij vinden het een positieve ontwikkeling dat er in het ‘nieuwe ondernemen’ ook plaats is voor collegiale hulp aan andere ondernemers, elkaar iets gunnen. Vroeger was dat er niet bij, zeker niet in de 70’er jaren toen wij onze onderneming startten. Nu gaan ondernemers bij elkaar iets eten of gezellig drinken. Je hebt elkaar toch nodig om succesvol te kunnen zijn. Nu is het gemeenschappelijker en is het motto ‘samen sta je sterk’. Dat hebben wij onze kinderen ook mee willen geven.’
• Pas verkering 1967.
Samen sta je sterk! Gelukkig begrijpen ondernemers anno nu dat veel beter dan in de jaren ’70
Hebben jullie, terugkijkend op bijna 30 jaar ondernemerschap, nog ergens spijt van? Becir: ‘Eigenlijk hebben wij nergens spijt van. Als ik het moest overdoen zou ik het weer op dezelfde wijze aanpakken. Wij hebben altijd graag gewerkt, maar hebben nooit echte tegenslagen gekend. Door het werken, hebben wij wel vaker sommige zaken gemist, zoals bijvoorbeeld feesten of verjaardagen, omdat je altijd op zulke dagen werkte. Maar ondanks dat is ons gezin nooit iets tekort gekomen en konden wij altijd met elkaar op vakantie. Tot 1989 was de zaak immers in de wintermaanden dicht. Er was dus in de jaren dat de kinderen opgroeiden veel tijd voor het gezinsleven.’
Welke tips hebben jullie de kinderen meegegeven toen zij als ondernemer startten? Becir: ‘Wij hebben gezegd dat zij hun kinderen niet moeten dwingen om mee te draaien in het bedrijf. Als zij hart en passie hebben voor de horeca dan rollen zij er vanzelf wel in. Je moet hen ruimte geven voor hun eigen ontwikkeling. Als zij willen, dan komen ze vanzelf wel helpen. Kijk maar naar onze oudste kleinzoon, die nu met veel plezier bij zijn ouders werkt. Weer een generatie verder! Het gelukkig samen blijven als ouderpaar heeft er zeker ook voor gezorgd dat wij goede omstandigheden hebben geschapen waarin de kinderen zich konden ontwikkelen. Wij hopen dat dit onze dochters en hun echtgenoten ook lukt, zodat hun bedrijven ook in de toekomst zullen blijven bestaan.’ << • Met dochter Natascha naar de kermis in Brunssum in 1970.
Kom jij ons team versterken? Wij zoeken leuke ambitieuze horeca medewerkers voor de ochtend, de middag of de avond! Wil jij werken in een van de mooiste en leukste horecabedrijven van Limburg? Mail ons dan en wij gaan samen met jou kijken wat jij wil en hoe wij dit samen kunnen invullen. Ook als je geen ervaring hebt ben je welkom!
Wij geloven in mensen die willen leren. Mail je gegevens en je mobiel nummer met een korte CV en wij maken een afspraak met jou.
info@hotelvue.nl
I
I
I
I
Wolfsdriesweg 7 6325 PM Valkenburg aan de Geul T. 043 604 06 52 www.hotelvue.nl fb.com/vuedesmontagnes
KI J K o p Va l k e n b ur g 23
Max Verstappen in zeepkist de Cauberg af O
p 16 mei 2015 is de Cauberg in Valkenburg aan de Geul het decor voor de Nederlandse editie van de Red Bull Zeepkistenrace. ’s Werelds jongste F1coureur Max Verstappen maakt daar eenmalig de overstap naar een zelfgebouwd voertuig zónder motor. ‘Voor mij is dit een thuiswedstrijd. Ik hoop veel fans te mogen begroeten op een fantastisch evenement. Ik verheug mij er enorm op’, aldus de Limburger. Red Bull organiseerde over de hele wereld al meer dan negentig zeepkistenraces. De eerste was vijftien jaar geleden in België. Daarna volgden races in tal van landen, van Zuid-Afrika tot Australië, van Turijn tot St. Louis en van Jamaica tot Finland. Na ruim tien jaar afwezigheid keert de Red Bull Zeepkistenrace eindelijk weer terug in Nederland. De befaamde Cauberg is de plek waar dit spektakel zich gaat voltrekken. Het dalingspercentage van twaalf procent zorgt ervoor dat alle remmen los kunnen! Het parcours, waar de ruim zestig zeepkisten in volle vaart van afdalen, is meer dan driehonderdvijftig meter lang en bevat een chicane en meerdere jumps. De deelnemers aan de Red Bull Zeepkistenrace zetten natuurlijk alles op alles om met hun kist de snelste tijd te klokken. Snelheid is echter niets zonder een flinke portie persoonlijkheid. Een jury gaat daarom de teams ook beoordelen op hun creatie en showmanschap. Met een duidelijke bouwtekening kunnen zij de jury ervan overtuigen dat juist zij een startplek verdienen op 16 mei. Van donderdag 15 januari tot en met vrijdag 30 maart 2015 kunnen denkers, doeners en durvers zich inschrijven via de website www.redbullzeepkistenrace.nl. <<
24 KIJK o p Val k e n b urg
Museum Land van Valkenburg Grotestraat C 31 Dinsdag t.m. vrijdag 11.00 – 17.00 uur Zaterdag en zondag 13.00 – 17.00 uur Entree € 6,- museumkaart geldig. Carnaval en 1e paasdag gesloten. 2e paasdag en Hemelvaartsdag open. Info: www.museumlandvanvalkenurg.nl
Door Jan Schurgers
Leendert van Dijk
In Museum Land van Valkenburg vindt van 1 februari tot 1 maart een overzichtstentoonstelling plaats met werk van Leendert van Dijk, ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag. Hij werd geboren op 11 oktober 1939 in Sittard en kreeg zijn opleiding aan de Stadsacademie in Maastricht, afdeling vrij schilderen. Vervolgens studeerde hij aan de Academie in Rotterdam en aan de Rijksacademie in Amsterdam. Hij woont en werkt al bijna dertig jaar in kasteel Genhoes in OudValkenburg, een omgeving die een prachtig decor vormt voor zijn schilderijen, want hij kiest zijn onderwerpen naar de natuur. Er moet een voorbeeld zijn, waar hij zo dicht mogelijk naar toe kruipt. Als hij daar eenmaal is aangekomen breekt de voor hem belangrijke fase van het interpreteren aan. Dan gaat het licht een belangrijke rol spelen en dan vooral de lichtinval en wat die doet met zijn objecten. En als gevolg daarvan ook met zijn kleuren. Hij legt de schoonheid vast van landschappen, bloemstukken, interieurs en stillevens die door de tijd lijken te zijn getekend. Ze ademen een sfeer van nostalgie. Altijd zijn er vlekjes, verkleuringen of rimpelingen te zien. Daarmee drukt hij zijn grote eerbied uit voor alles wat het verleden in zich draagt. Leendert van Dijk is niet een realist of een fijnschilder te noemen, die alleen maar natekent en naschildert.
Hij gaat veel verder dan de buitenkant. Hij drukt het wezen van de afgebeelde objecten uit. Het gaat bij hem om stilte, schoonheid, bezonkenheid, rijpheid, verdieping en eerbied voor alles waar een verleden in huist. En dat gesteld tegenover de oppervlakkigheid en het lawaai van onze drukke samenleving.
Arjen van Prooijen
In de bovenzaal loopt van 8 februari tot 15 maart de expositie met werk van Arjen van Prooijen (1960). Hij studeerde aan de Academie voor beeldende Kunsten in Maastricht en aan de docentenopleiding in Delft. Hij is eerstegraads docent tekenen, schilderen en kunstgeschiedenis in Maastricht en Tongeren, maar daarnaast ook werkzaam als beeldend kunstenaar. In zijn werk is hij op zoek naar verbeeldingen van het toeval en de grilligheid van het bestaan. De vlakken, vormen en kleuren die hij in zijn werk aanbrengt, lijken willekeurig, maar blijken bij nadere beschouwing gerelateerd te zijn aan
Atelier op tafel
Op zaterdag 7 en zondag 8 maart presenteert het museum tussen 11.00 en 17.00 uur het museumshoppingweekend “Atelier op Tafel”. Professionele kunstenaars bieden dan hun werk te koop aan en maken contact met het publiek. Allerlei kunstvormen en materialen komen aan bod, zoals: beelden, grafiek, keramiek, schilderkunst, hoeden, sieraden en werken in plexiglas.
de schaduw in de onderschildering. Zijn bloemen en planten zijn moderne varianten van het oude bloemstilleven uit de 17e eeuw. Ze zijn net als het menselijk leven grillig, complex en kwetsbaar en lijken alle kanten op te kunnen groeien. Met schaduw suggereert hij een verrassende tweedimensionaliteit. Daardoor lijken ze ter decoratie te zijn uitgeknipt en te zijn losgemaakt van de achtergrond.
Ongeveer 20 kunstenaars zullen er aan deelnemen waaronder Frits van Roon, Marian van de Bolt, Lut van Hall, Lucie Berben, Iris Slock, Ton Vranken, Ben Leenen, Liselotte Donselaar en Matti Heymans. Het zal net als voorgaande jaren weer een kleurrijk en levendig evenement worden vol verrassingen. En dat in een gezellige ambiance met goedkope hapjes en drankjes. De entree bedraagt op deze dagen € 3,-
KI J K o p Va l k e n b u r g 25
Karin en Charles Eyck
In de Charles Eyck zaal gaat op 7 maart de tentoonstelling “Karin en Charles Eyck in Ravensbosch” van start. De expositie is tot stand gekomen met medewerking van kleinzoon Charles Eyck die werken en voorwerpen uit het huis van zijn grootouders gelegen aan de rand van het Ravensbos nabij Schimmert ter beschikking stelde. Ook attributen uit hun ateliers zullen er een plaats in krijgen. Charles Eyck (1897-1983) won in 1922 de Prix de Rome en die stelde hem in staat om naar Italië te gaan en daar te gaan werken. Daar leerde hij de Zweedse schilderes Karin Meyer (1901-1996) kennen en in december 1924 traden ze in het huwelijk. Na op verschillende plaatsen in Nederland en Frankrijk gewoond te hebben vestigde het gezin zich in 1938 in het witte huis in
het Ravensbos. Hij groeide uit tot een van de grootste Limburgse kunstenaars uit de vorige eeuw. Terecht dat het museum zo’n tien jaar geleden een aparte zaal inrichtte die de naam Charles Eyck zaal kreeg en waar regelmatig werk van zijn hand te zien is. Deze keer samen met zijn echtgenote Karin. Altijd heeft ze in de schaduw van haar man gestaan, wat haar echter niet weerhield om te blijven schilderen op haar eigen typische manier en in alle rust en zonder veel ophef. In gedempte kleuren zette ze haar verbeeldingswereld op het doek en voegde daar iets poëtisch aan toe. Haar portretten laten verwonderde gezichten zien van mensen die verbaasd de wereld in kijken. De expositie van het kunstenaarsechtpaar Eyck zal duren tot 12 april en gelijktijdig hiermee is er in de Kloosterbibliotheek in Wittem een grote overzichtstentoonstelling met werken van de grote meester zelf. <<
DSM collectie
In de grote zaal begint op 15 maart de expositie “Uit de aanwinsten van de DSMcollectie”. De staatsmijnen en later DSM heeft in de loop van vele decennia een omvangrijke en belangrijke kunstcollectie opgebouwd, waaronder zich ook veel Limburgse kunst bevindt. Een selectie daaruit die gemaakt zal worden door gastconservator Catharien Romijn komt naar het Valkenburgse museum en zal te zien zijn tot 21 juni.
een O
!
GJE
op Valkenburg
Carnaval nieuwe stijl?
Het feest der feesten is weer in aantocht. Heel Limburg is drie dagen volkomen stuurloos. Weerloos overgeleverd aan Bacchus en zijn bier- en vertiergoden. Carnaval, zo’n beetje het enige christelijke feest dat met verve in stand wordt gehouden door gelovigen én ongelovigen. Waar ‘zij’ boven de rivieren niets van snappen en waar ‘wij’ beneden de rivieren maar geen genoeg van krijgen. Maar is carnaval nog wel te handhaven in zijn huidige vorm? Wordt carnaval het volgende slachtoffer van de discriminatie-fundies? Is de tijd niet rijp voor een prinses carvanal? Valkenburg is in de verre omstreken beroemd om zijn Auw Wieverbal. Van heinde en verre komen vrouwen, verkleed als oud wijf naar het bal om bij voorkeur hun eigen vent een avond lang om te tuin te leiden. Lol bij de omstanders als om twaalf uur blijkt dat hij de hele avond met de verkeerde heeft staan sjansen. Misschien met een moeizame autorit naar huis als gevolg… Pijnlijker is het besef dat met het klimmen der jaren er steeds minder geschminkt hoeft te worden, de maskers achterwege kunnen blijven en de dames steeds meer au naturelle naar het Auw Wieverbal kunnen. Is dit het bittere lot van de vrouwelijke carnavalsvierder? Mannen lijkt het beter te vergaan. De ultieme droom van velen is stiekem toch een keer prins worden, gevolgd door een glansrijke carrière in de raad van elf. Hét mannenbolwerk bij uitstek, het voor vrouwen onneembare fort in de vorm van het dorpscafé waar de plannen voor de komende carnaval in het diepste geheim worden uitgewerkt. Ieder jaar heersen de prins en zijn raadgevers drie dagen over dorp en stad en bezien zij het volk in de straten vanaf hun praalwagen. Hier is geen plek voor vrouwen. Een traditie die steevast kracht wordt bijgezet met het argument dat een vrouw ‘blaastechnisch’ niet is opgewassen tegen de bittere omstandigheden op de aanhanger. Zelf woon ik in Sibbe en voor mijn wederhelft lijkt de droom binnen handbereik: in een klein dorpje met een ongekende gemeenschapszin een keer in zijn leven prins worden… Maar heren, pas op! Ook voor u is moeder natuur genadeloos. Met het klimmen der jaren, pak weg boven de veertig, neemt de kunst van het overleven op een praalwagen zonder tussentijds toiletbezoek exponentieel af. Alaaf! Claudia Bisschops claudia@bisschopswijn.eu
26 KIJK o p Valke n b urg
Van klooster tot
Door Jan Schurgers
O p de plek waar nu het Domaine Cauberg staat stond
ruim 170 jaar geleden een herenhuis. Van verdere bebouwing in de omgeving was nog geen sprake en het hele gebied behoorde tot de gemeente Berg en Terblijt. Het huis was in 1843 gebouwd en ging 9 jaar later over in handen van H. Rutten, die het uitbreidde tot een woonboerderij met stallen. Zusters Ursulinen Door het verbod op katholieke kloostercongregaties in Duitsland trokken veel ordes naar het veilige Nederland om zich daar te vestigen. Zo ook de zusters Ursulinen die op 29 augustus 1875 hun intrek namen aan de Cauberg. Twee jaar later bouwden ze rechts een vleugel bij en in 1879 een kapel aan de linkerkant. De zusters legden zich vooral toe op het geven van onderwijs aan jonge meisjes en het ondersteunen van armen en behoeftigen. Het waren vooral Duitse meisjes die er het onderwijs volgden en ze waren maar weinig in Valkenburg te zien. Soms maakten ze een wandeling
en dan trokken ze in een lange rij door het dorp, in uniforme kleding. En zo af en toe waren er in het klooster tentoonstellingen op het gebied van koken en fijne handwerken.
Uitbreiding Het verblijf van de zusters in Valkenburg ging langer duren dan ze gedacht hadden. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was niet bevorderlijk voor hun terugkeer naar Duitsland. Nog meer Duitse meisjes weken uit naar het klooster aan de Cauberg en in 1917 ging men zelfs denken aan een uitbreiding. De zusters vragen de
Valkenburgse bouwkundige Alphons Prevoo om een ontwerp te maken. Hij tekent kelders, stallen, een keuken en een timmermanswerkplaats op de begane grond en op de eerste etage twee slaapkamers en een opslagruimte voor hooi en hout. Twee maanden later krijgt hij opnieuw â&#x20AC;˘ Ontwerp van Alphons Prevoo voor uitbreiding van het klooster, 1917. Niet gerealiseerd.
KI J K o p Va l k e n b ur g 27
verzorgingstehuis een opdracht van de zusters, nu voor het ontwerpen van een aanbouw voor het meisjespensionaat. Vooral die tweede uitbreiding is groots van opzet. Ze bevat kelders, klaslokalen, een studeervertrek, een keuken, toiletten en meerdere slaapkamers en zolders. Beide projecten gaan uiteindelijk niet door en ze zouden het klooster destijds een heel andere aanblik hebben gegeven. De plannen van de zusters veranderen, want na de oorlog krijgen ze de mogelijkheid om zich weer in Duitsland te vestigen.
Paters H. Harten Het klooster werd in 1920 verkocht aan de paters H. Harten voor het bedrag van 170.000 gulden. Ze richtten er een opleidingshuis in voor hun jonge leden na het intredingsjaar, het zogenaamde noviciaat. Er werd veel aandacht besteed aan de religieuze vorming, waarbij de liturgie een grote rol speelde. Ook sociale vaardigheden en kunst kregen de volle aandacht. Bovendien werden de fraters regelmatig ingezet als hulpje van de broeders en novicen die meer materiële taken hadden. De eerste overste was Sigmund van den Berg (1920-1926). Hij werd opgevolgd door
• Communiteitsfoto 1921. Aloysius Ceelen (1926-1932), Basilius Bisschop (1932-1938), Maria Jozef Bisschop (1938-1939) en Innocens Commandeur (1939-1946). In 1929 vertrokken de fraters novicen naar het klooster in Ginneken en bleven de broedernovicen in Valkenburg. Drie jaar later vertrokken de filosofiestudenten met hun leraren naar het nieuwe huis in Rosmalen. Het gevolg was dat er in 1932, 55 bewoners in het klooster waren. Dat aantal liep in de jaren daarna snel op. In 1938 waren er 79 huisgenoten, bestaande uit 24 paters, 38 fraters, 11 broeders, 3 novicen en 3 postulanten.
Pater Aemilius Voor zover bekend heeft slechts één Valkenburger zijn opleiding in het klooster aan de Cauberg ondergaan. Dat was Louis Kengen, geboren op 2 december 1909. Na het behalen van zijn onderwijs-akte trad hij in 1929 in en werd in 1935 tot priester gewijd onder de naam pater Aemilius. Hij werkte aan diverse scholen en behaalde in 1946 het diploma MO-A Engels. Ook daarna bleef hij studeren onder andere aan de universiteit in Nijmegen en in 1979 promoveerde hij in de Nederlandse Letteren. Hij was enkele jaren parochiepriester in Californië en daarna rector in kloosters in Engeland en Schotland. Op latere leeftijd keerde hij terug naar Nederland waar hij op 12 oktober 1998 in Bavel overleed. (met dank aan Jan Diederen) > • Pater Aemilius (Louis Kengen) op latere leeftijd.
28 KIJK o p Valke n b urg
Dagindeling Er werd veel tijd uitgetrokken voor lessen, studie en gebed. De dag begon in alle vroegte met morgengebed en meditatie, gevolgd door een H. Mis. Op gewone dagen volstond men met het kleine officie van de heilige Harten, dat twee keer per dag ongeveer een kwartier in beslag nam. Op zon- en feestdagen kwamen daarvoor in de plaats de hoogmis en de vespers, waarbij gezongen werd in het Gregoriaans. Voor het eten was er een gezamenlijk gebed. De dag werd afgesloten met een kort avondgebed. Naast het gebed was er ook ruimte voor vermaak in de vorm van feesten met toneel en muziek. Twee keer in de week was er een vrije middag, waarop gewandeld of gelezen kon worden.
Tweede Wereldoorlog Op de vroege ochtend van 10 mei 1940 werden de bewoners verrast door Duitse kolonnes die de Cauberg op denderden in de richting van Maastricht. Geschrokken stonden ze na de H. Mis aan de ramen te kijken naar wat er gaande was. Maar al snel werden ze door overste Commandeur aan het werk gezet. Het leven nam daarna al vlug zijn normale gang. Veel veranderde er niet. Pas in 1942 ontstond er een tekort aan voedsel, kleding, schoeisel en tabak. Dat werd nog meer voelbaar toen in september fraters, docenten en broeders vanuit Rosmalen overkwamen. Het huis zat toen overvol en daarom werd kort daarop het broedernoviciaat overgebracht naar Ginneken. In die oorlogsjaren was er tevens een toeloop van studenten. Maar liefst 50 neomisten en 15 broeders werden gewijd en geprofest. Begin 1944 startten de Duitsers de Organisation Todt en werden fabrieken ingericht in de mergelgrotten. Daar waren veel manschappen voor nodig en dus werd op 28 augustus het klooster geconfisqueerd en ontruimd zodat er 150 mensen hun intrek in konden nemen. De studenten en fraters begonnen een noodonderkomen in te richten in Simpelveld, Houthem en Elsloo, maar een week later kwam al het bericht dat de Duitsers het gebouw niet meer nodig hadden. De geallieerde troepen trokken zo snel in noordelijke richting dat de bezetter zich genoodzaakt zag de plannen te veranderen. Op 14 september werd de Cauberg bevrijd, maar het duurde nog drie dagen voordat de rest van Valkenburg vrij was van bezetters.
In het dorp had zich een harde strijd afgespeeld, maar het huis aan de Cauberg kreeg slechts enkele treffers. Pater Ferdinand (Jan van Westerhoven) kreeg van dichtbij met de gevolgen van de oorlog te maken, toen hij de Cauberg afdaalde en bij het monument een groep mensen zag staan met in hun midden stadsgenoot Funs Savelberg. Hij werd ervan beschuldigd een verrader te zijn en men dreigde hem zonder vorm van proces te executeren. Pater Ferdinand protesteerde daar tevergeefs tegen en kreeg alleen toestemming om een kwartier met Savelberg te praten en hem geestelijke bijstand te verlenen, waarna hij werd doodgeschoten.
Bloeiperiode Op 30 oktober 1944 konden de lessen weer beginnen echter alleen voor de fraters die waren gebleven. De andere verbleven nog in bezet gebied. En ook de Amerikaanse soldaten namen hun intrek in het klooster. Het waren rommelige maanden. Pas op 14 juni 1945 keerde de laatste frater terug en toen telde het huis 20 paters, 73 fraters, 14 broeders en 14 studenten van het missiehuis. Het gevolg daarvan was dat het schooljaar 1945-1946 op een normale manier kon beginnen. Het huis functioneerde weer, maar was wel verouderd. Onder overste Lucas Brinkhoff (1946-1949) werd besloten om de broeders en fraters zelf aan het werk te zetten
en een grote onderhoudsbeurt te laten uitvoeren. Dat plan kreeg pas gestalte toen overste Modest Broeken, zoon van een aannemer de leiding kreeg en het grote werk aanpakte tussen 1949 en 1955.De volgende oversten waren opnieuw Lucas Brinkhoff (1955-1958), Jan van Westerho-
â&#x20AC;˘ Priesterwijding in de St. Josephkerk in Broekhem (1958).
KI J K o p Va l k e n b ur g 29
(Foto Ivo Benders) ven, oftewel pater Ferdinand (1958-1964) en Piet Verschragen (1964-1969). De jaren tussen 1946 en 1966 waren uitstekende jaren voor het Valkenburgse opleidingshuis. In die periode waren er niet minder dan 164 priesterwijdingen. De laatste grote groep was de groep die in 1964 de priesterwijding ontving.
Nieuwe situatie Het aantal studenten liep daarna fors terug en men begon plannen te maken voor de toekomst. In 1966 werd in Heerlen de Hogeschool voor Theologie en Pastoraat opgericht en langzaamaan ging er een nieuwe wind waaien. Er kwamen nieuwe docenten die opgeleid waren in Rome of elders. Zij brachten nieuwe ideeën mee. De gevolgen van het Tweede Vaticaans Concilie deden zich gelden. Traditionele patronen gingen over boord. En er ontstond een totaal andere situatie aan het scholastiek aan de Cauberg. Er waren nog maar enkele studenten en verder werd het huis bewoond door enkele broeders en door de paters die in Heerlen werkzaam waren. De overste werd ingezet in de parochiële werkzaamheden, tot volle tevredenheid van de bevolking. Jarenlang zijn Gait Groot Zevert in Broekhem en Rogier van Rossum en Harrie Spee in Valkenburg een grote steun geweest voor de pastoors in beide parochies.
Teloorgang
Zorgcentrum
In 1970 werd het 50-jarig bestaan van de communiteit gevierd met een lichte ondertoon van weemoed. Het zou niet lang meer duren, dacht men. Het huis stond te koop. Er waren meerdere gegadigden, maar niets werd concreet. Drie jaar later werd besloten de kapelvleugel en de oude vervallen rechtervleugel af te breken om een bruikbaar huis over te houden. Een kleine gemeenschap bleef er wonen die zich vooral bezig hield met onderzoek en studie ten dienste van de opleiding in Heerlen en vanaf 1993 voor de universiteit van Nijmegen. Bovendien stond het huis ook open voor leken, die in het communiteitsleven een stimulans zagen om opgeleid te worden tot pastoraal of missionair werker, tot catecheet of tot ziekenhuispastor. Het was duidelijk dat de Caubergcommuniteit veel “pastoraler” was geworden. Als gevolg daarvan werden in de laatste 25 jaar toch nog elf studenten tot priester gewijd. Er werd gezorgd voor mensen die in de knel waren geraakt. Enkele jaren lang werden vluchtelingen opgenomen als deel van de communiteit.
In 2000 komt het definitieve einde. De weinige overgebleven paters gaan weg. Het huis wordt eigendom van het Maastrichtse vastgoedbedrijf Vesteda. Zij ontwikkelen plannen voor de verbouw tot verzorgingstehuis. Het duurt even, maar in 2005 is het oude gebouw fraai gerestaureerd en links ernaast is een aanbouw gerealiseerd met veel glas. Het krijgt de naam Zorgcentrum Domaine Cauberg en telt tien luxe hotelstudio’s en 31 appartementen. En hoewel er toen bezwaren werden geuit tegen de bouw is het nu al bijna niet meer weg te denken. Ouderen die zelfstandig willen wonen, maar op termijn zorg nodig hebben, kunnen er terecht. Patiënten die een korte of langere periode van herstel nodig hebben eer ze weer naar huis kunnen, vinden hier een prima onderdak en kunnen genieten van een persoonlijke verzorging en prachtig uitzicht over Valkenburg en de Ruïne. Kortom Domaine Cauberg heeft bewezen te voldoen aan een behoefte van veel mensen in deze moderne tijd en dat nu al bijna tien jaar lang. <<
Dat experiment bleek tot mislukken gedoemd, waarna men zich ging beperken tot gastvrijheid voor de werkgroep vluchtelingen.
Bronnen: Van Harte. Gedenkboek bij 75 jaar Caubergcommuniteit, bezien vanuit leven en werken van de huidige bewoners, Valkenburg aan de Geul, 1995. Redactie; Rogier van Rossum Jan Schurgers. “Bouwkundige Alphons Prevoo leeft voort in steen”. Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal. Jaarboek 2012, p. 100.
Wij zijn het hele jaar door geopend!
Heerlijk vertoeven in het voorjaar op het volledig vernieuwde terras waar je op de driesprong van het historisch centrum je ogen de kost kunt geven. De op de vlees-liefhebber-georiënteerde keuken zal u het water in de mond doen lopen. Uit onze vernieuwde diner- en lunchkaart met keuze uit 20 verschillende steaks is het moeilijk kiezen. Als u van meer variatie houdt dan zijn onze vier verschillende Tapas-schotels een echte aanrader. Uiteraard komt de visliefhebber ook ruim aan bod. Tevens zijn onze kleine gasten en onze vegetarische vrienden ruimschoots voorzien. Het interieur doet meer aan als een mooie woonwinkel, en de vraag of de spulletjes te koop zijn moeten we helaas altijd met nee verkopen. Onze inrichting is naast klant vriendelijkheid een van onze passies.
Komt u lekker bij ons genieten van de mooie ambiance en onze bourgondische keuken. Wij zullen er alles aan doen om het verblijf zo plezierig mogelijk te maken.
Bij ons zult u zich nog écht gast voelen!
meatatvalkenhof ^
Kujtessa Taci, Mike Munichman & Team Berkelstraat 34 • 6301 CC Valkenburg aan de Geul Telefoon 043 - 601 24 77 • www.meatatvalkenhof.nl
GRATIS! Halve liter wijn va n h e t huis!
Komt u genieten van een diner? Dan krijgt u per twee personen een halve liter wijn naar keuze.
Wij heten u van harte welkom!
Knip deze bon uit en neem hem mee!
Schrijvende
KI J K o p Va l k e n b ur g 31
Valkenburgers kijk op
kijk op
Bij de uitreiking van de Elly Blom-poëzieprijs 2014 verscheen een bundel met daarin opgenomen de ingezonden gedichten, inclusief de drie prijswinnaars en de drie genomineerden. De prijs werd voor de tweede keer uitgereikt en is een hommage aan de Valkenburgse cultuurstimulator en dichteres Elly Vorstermans-Blom, die in 2011 overleed. Ze publiceerde een klein maar fijn oeuvre samengevat in twee bundels; “Verleden tijd” uit 2008 en “Zilvertinten” dat vlak voor haar dood verscheen. De nu uitgekomen bundel bevat 69 gedichten, waaronder uiteraard dat van de 1e prijswinnaar Els van Stalborch, getiteld “Pianist”. Vier Valkenburgers vinden hun gedicht terug in de bundel, waaronder “Op straat”
gang te brengen en zijn fantasie te prikkelen. En dat gebeurt regelmatig. Er zou meer te citeren zijn, maar we moeten ons hier beperken en kiezen voor een fragment uit de eervolle vermelding van J. de Vries. Ik leg haar in bed stop haar in mijn hand streelt haar grijze haren en geef haar een kus mamma bedankt dat je mij thuis bracht terwijl ik dit zeg zie ik een stille lach om haar mond en komen mijn tranen
van J. de Vries, dat een eervolle vermelding kreeg. Tot de twintig genomineerden behoort Fiet Moors-Den Dekker met haar gedicht “Dit is de straf” en bij de overige inzendingen werden de gedichten van Harmen Cnossen met “Aphrodite” en Lou Heynens met “Door geen omzien weergevonden” opgenomen. Iets zeggen over de kwaliteit van de ingezonden gedichten is een hachelijke zaak. Een indeling in sterk vormgebonden verzen en gedichten met een volledig vrije vorm, is meer voor de hand liggend. Maar het gaat er natuurlijk om of de dichter erin slaagt zijn gedachten en gevoelens op een aansprekende manier over te brengen en de lezer weet te boeien. Hem weet te verrassen met woordcombinaties en zijn gedachten op
Elly Blom Poëziewedstrijd 2014. Verkrijgbaar bij o.a. de Museumwinkel van Museum Land van Valkenburg, 90 pagina’s. €15,95.
doe mee
Maak kans op
WOORDZOEKERS
een VVV Cadeaubon
t.w.v.
e 50.-
Woordzoeker 17
Oplossing woordzoeker 16
Elk woord komt eenmaal voor in het diagram. De woorden kunnen zowel horizontaal, verticaal als diagonaal staan. Sommige woorden staan achterstevoren. Een paar letters kunnen dubbel gebruikt worden. Streep alle woorden door. De overgebleven letters vormen de oplossing. Stuur de oplossing/slagzin met uw adresgegevens, E-mailadres en telefoonnummer op een voldoende gefrankeerde briefkaart naar;
“HET WARE GENIETEN”. De prijs is aangeboden door: BRASSERIE RICHE NEXTDOOR, Neerhem 25 Valkenburg.
KijK op Valkenburg Hekerweg 43 6301 RJ Valkenburg aan de Geul Eind april 2015 krijgt de winnaar automatisch bericht via E-mail of per post en wordt het verder bekend gemaakt op onze website kijkopvalkenburg.nl. Veel Succes!
BIERWANDELING
MUSEA
BODEMSCHATTEN
PLATTEGRONDEN
CADEAUBONNEN
PROVINCIEGIDS
CONFITUREN
STREEKMANDEN
DOEBOEK
STREEKPRODUCTEN
FIETSROUTES
STRIPSPEURTOCHT
FIETSVAKANTIE
TENTOONSTELLING
GRENSSTREEK
TOPEVENEMENTEN
KUNST
WANDELKAARTEN
LANDSCHAPPEN
aangeboden door:
De winnaar is: M. Nijst uit Bochholtz. Proficiat met deze smakelijke prijs!
N T N E E G A G L H L V T P T
P E E F S N E R A E E E H L O
R N T D E I S E N T N I C A P
O T T C T L U N D N E T O T E
V I O O A H A D U O E D M C S S S C E D T R N A T R T E V E
N N C E R N O T H N A K U G N
C S S A S A N R A A A A E R E
I T M U T W F E P M K V P O M
E E E B E R I E P K L S S N E
G L D O I E T K E E E T P D N
I L O N F I U O N E D E I E T
D I B N V B R O R R N I R N E
S N K E O B E O D T A F T T N
L G I N T S N U K S W E S N S
e t h c e e d f e o r P n e e s n a a p S ! r e e f s e s n a a i Ital
en ten als e h c e r e g Met t, lamsbou e ig t h c a pr t, tapas, f e e r k e vers e pastaâ&#x20AC;&#x2122;s d n e l il h c ts vers e desser l e n io it d en tra ij u mee nemen w avond om voor een ergeten! v e t it o no
Grotestraat Centrum â&#x20AC;˘ 043 - 601 26 20 â&#x20AC;˘ latinos-valkenburg.nl