GRATIS HUIS-AAN-HUIS MAGAZINE
Valkenburg
4
JAARGANG 8
2017
LIFESTYLE+VRIJE TIJD+TOERISME+SPORT+CULINAIR+KUNST+CULTUUR+HISTORIE
NOV- DEC-J A N
Grootse Kerststad miniatuurwereld in het ondergrondse MergelRijk
65 jaar Falco Valkenburgse Tafeltennisvereniging
Tutu’s en spitzen in Houthem
Foute borden: aanpassen of weghalen?
Versteende archieven bouwgeschiedenis en herbouwmogelijkheden van het „Kasteel van Valkenburg“
Een eeuw Steenkolenmijn Valkenburg Gerenommeerde ondernemers Theo Rooding: Levensgenieter en horecaman in hart en nieren
Woordzoeker op pagina 35 Maak kans op een
Cadeaubon t.w.v.
50.-
Aangeboden door Ivographic Reclamemakers
Welkom in de betoverende
Kerststad
2 KI J K o p Valk e n b u r g
Grootse Kerststad miniatuurwereld in MergelR Ruim 3 jaar geleden opende MergelRijk zijn deuren voor het publiek om de vele verhalen te vertellen over mergel en grotten. Uiteraard kunnen deze verhalen, voornamelijk uitgebeeld in de vorm van mergelbeelden, het hele jaar door verteld worden. Maar in de kerstperiode moet er dan wel een heerlijke kerstsaus overheen, want de bezoekers van Kerststad Valkenburg komen toch in de eerste plaats voor de kerstbeleving.
Nederlandse kampioenen bouwen grootse Kerststad miniatuurwereld in MergelRijk
Kerstbeleving Om die kerstbeleving in MergelRijk te verhogen zijn Aschwin Gulikers en Peter Meurders op het idee gekomen dit jaar een Grootse Kerststad Miniatuurwereld toe te voegen aan hun grottenattractie. Dit sluit ook goed aan bij de verschillende miniaturen die al in MergelRijk te bewonderen zijn, zoals het kasteel en het station van Valkenburg, de Wilhelminatoren, het Limburgs landschap en de miniatuur van een steenkolenmijn.
KIJK op Val ken bu rg 3
Rijk van 17 november 2017 t/m 7 januari 2018 Kampioen Zoals het in het leven soms loopt (was het toeval of voorbestemming?) kruisten zich enige maanden geleden de wegen van Stuart Bolk en Peter Meurders. Zij kwamen in gesprek en daarbij kwam naar voren dat de in Geldrop woonachtige Stuart in 2015 Nederlands kampioen was geworden met kerstdorpjes bouwen. Stuart was in 2013 begonnen met het bouwen van een kerstdorpje in zijn woonkamer, zoals zoveel mensen dan doen. Hij kreeg de smaak te pakken en in 2015 besloot hij voor de gein mee te doen met het Nederlands kampioenschap. Tot zijn eigen grote verbazing werd hij eerste en mag hij zich sindsdien Nederlands kampioen noemen. De landelijke pers dook er bovenop en 2015 werd voor Stuart plotseling een gekkenhuis.
Samenwerken Bij dat zelfde kampioenschap was ook Hilde van Spelde aanwezig. Ook Hilde was succesvol en werd uiteindelijk derde op het kampioenschap. Vanaf het begin van de wedstrijd hadden beiden een klik en was er van concurrentie geen sprake. Samenwerken was het motto! Sindsdien trekken ze samen op, om bij vele tuincentra en op beurzen hun kunsten te vertonen. Ze hebben samen de facebookpagina Dutch Christmasvillages opgezet en zijn lid van het Lemax demonstratieteam.
Unieke beleving Stuart en Hilde werden meteen enthousiast toen Peter hen vroeg of zij de miniatuurwereld in MergelRijk wilden bouwen. Met een vooruitziende blik had Peter na de kerst van 2016 bij Praxis Tuincentrum de hele voorraad Lemax huisjes al opgekocht. Ze konden dus meteen aan de slag en het resultaat mag er zijn! De prachtige miniatuurwereld in de grot zorgt voor een unieke beleving, zoals je dat nergens anders kunt zien. <<
De leukste grot van Valkenburg! www.mergelrijk.nl
KIJK op Val ken bu rg 5
65 jaar tafeltennisvereniging
Falco
Door Jan Schurgers
V
lak na de oorlog worden er in Valkenburg door de Katholieke Jeugdbeweging diverse activiteiten ontplooid om de jeugd te vermaken en bezig te houden. Stuwende kracht is Everaert Sträter die bijeenkomsten organiseert in het Patronaatsgebouw bij de school in de Plenkertstraat. Daar staat een tafeltennistafel waarop regelmatig een balletje wordt geslagen.
De Valk In 1948 wordt er zelfs een club opgericht onder de naam “de Valk”. Leden zijn Ger Hendriks, Jo Loozen, Jef Frijns en Frans Stevens. Ze is geen lang leven beschoren. In 1951 wordt ze opgedoekt en heeft dan een schuld bij de tafeltennisbond opgebouwd van fl.70,-. Maar al snel ontstaan er plannen tot heroprichting. Initiatiefnemers zijn Nico Schreurs, Laurens Loozen, Joop van der Maarel, Hub Reijnaerts, Lei Bosch, Ger Roelofs, Math Loozen, Guus Vossen en Winand Vandeweijer. Grote stimulator is opnieuw Everaert Sträter, die gelooft in het enthousiasme en de bezieling van de jongens. De aanmelding bij de bond wordt echter geweigerd vanwege de openstaande schuld.
TTV Falco De jonge leden gaan op zoek naar een nieuwe naam. Die wordt gevonden in T.T.V. Falco en zo wordt de nieuwe club op 27 april 1952 ingeschreven. Startkapitaal, zegge en schrijve fl. 1,- geschonken door de heer Sträter. Veel geld is er dus niet. De leden kopen zelf hun batje en als er een balletje beschadigd raakt repareert Everaert Sträter dat met nagellak, zodat het soms alle kanten uit springt. Voorzitter wordt Laurens Loozen, dan 16 jaar oud, evenals Nico Schreurs die secretaris wordt. Hub Reijnaerts neem de functie van penningmeester op zich. Samen vormen ze het drietal
van het eerste team. Na vier weken spelen ze al de eerste echte wedstrijd tegen “Kwiek” uit Brunssum en winnen die met 6-4.
Loozen-Schreurs Eerste clubkampioen wordt dat jaar Laurens Loozen. Hij moet die eer, de negen jaar daarna, aan Nico Schreurs over laten. Een prestatie die daarna door niemand meer wordt geëvenaard. Diezelfde Nico Schreurs verovert in 1955 de 1e prijs op het internationale G.O.W.-toernooi. Een titel die Laurens Loozen twee jaar eerder ook al gewonnen had. In 1956 neemt Guus Vossen de voorzittershamer
over van Laurens, omdat die in militaire dienst moet. De teams verplaatsen zich met de fiets, zoals naar Wijnandsrade, Schimmert, Chevremont en Maastricht. Het eerste team wordt in 1959 ongeslagen kampioen in de 1e klasse en promoveert naar de landelijke overgangsklasse. Het team bestaat dan uit Nico Schreurs, Laurens Loozen en Fred Kluyt. Voor het eerst houdt Falco een receptie vanwege een behaald kampioenschap en er zullen er nog veel volgen. In december van dat jaar wordt het oersterke dubbel Schreurs-Loozen dubbelkampioen van Limburg in de allerhoogste klasse. >
• Eerste kampioensteam T.T.V. Falco 1956. Staand v.l.n.r. Jan Schrooders, Guus Vossen en Jef Knops. Knielend v.l.n.r. Nico Schreurs, Hub Reynaerts en Laurens Loozen.
6 KI J K o p Valk e n b u r g
• De Falco-familie in 1957. Zittend op de grond v.l.n.r.: Jacques Drissen, René Dorren, Wiel Crutzen, Paul Luijten en Conny Groenewoud. Zittend op de stoelen v.l.n.r.: Hub Reynaerts,
Math Loozen, Nico Schreurs, Guus Vossen, Jan Schrooders, en Laurens Loozen. Staand v.l.n.r.: Harry Essers, Nand Bartels, Jacques Wolfs, Math Meessen, Fred Linckens, Jan Bouwens, Frans Schreurs, Jef Wetzels en Hub Loozen. Achterste rij v.l.n.r.: Richard Huynen, Bert Smeets, Harry Crombag, Fons Groenewoud, Willy Hendriks, Winand van de Weijer, Henk Heller, kapelaan Gijskens, Ger Loozen en Groenewoud. Het team verplaatst zich dan per trein en dat trekt een zware wissel op de spelers, zowel wat financiën betreft als te investeren tijd. In 1961 wordt Laurens Loozen Limburgs kampioen na een zinderende finale van bijna een uur tegen J. Bastiaans van TCR. En het dubbel samen met Nico Schreurs, wordt in die periode maar liefst vier keer geselecteerd voor het Limburgse team. Een ander hoogtepunt is de organisatie van de interland NederlandEngeland op 2 april 1962, die door Engeland met 3-2 gewonnen wordt. In dat jaar komt er ook een damesafdeling en in 1969 wordt Marjo Bastings de eerste dameskampioen van Limburg in de 4e klasse. Dat is ook het jaar waarin Falco als eerste vereniging in Limburg, overgaat tot de aanschaf van een “trainingsrobot”.
Jaren zeventig
• Het kampioensteam uit 1958, v.l.n.r. Fred Kluyt, Nico Schreurs en Laurens Loozen.
Vanaf 1970 worden er regelmatig Falcoleden uitgenodigd voor de Nederlandse jeugdkampioenschappen. Geselecteerd worden: Marjo Bastings, Germaine Spauwen, Han van de Laar, Peter Loozen, Rudi Curvers en Grace Spangenberg. Vanaf die tijd worden de tafeltenniscompetities gespeeld in twee helften: een herfst- en lentecompetitie. In 1971 bestaat het 1e team volledig uit de familie Kengen nl. Lou, Jan en Karel en komt dan uit in de promotiehoofdklasse. En hoewel Falco het in die jaren financiëel moeilijk heeft
weet het met steun van de gemeenschap te overleven. Het aantal jeugdteams groeit en daarmee ook de prestaties. Maar liefst 5 teams worden kampioen en in 1974 neemt Falco met 11 teams deel aan de competities. In dat jaar worden Germaine Spauwen, Marij Buys en Maud Hoen kampioen in de hoogste Limburgse damesklasse en ook bij de heren zijn er drie Limburgse kampioenen te begroeten, te weten: Han van de Laar, Hank Pluymaekers en Peter Loozen. De oudgedienden doen langzaam een stapje terug en gaan het trainers- en begeleidingsteam versterken. Er komt een G-team tot stand, zo genoemd omdat de voornamen van de spelers alle drie met een G beginnen, te weten Guus Vossen, Guus Odekerken en Gied Philippi. Ze spelen om te winnen, maar bij hen staat het plezier van het samen zijn ook hoog in het vaandel. Bekend is het voorval in Nuth, waar voor de wedstrijd al een kaartje wordt gelegd met de tegenstanders. Dat verloopt zo gezellig dat ze besluiten de wedstrijd maar te laten voor wat hij is, op het wedstrijdformulier te noteren dat Falco gewonnen heeft en samen het kaartspel voort te zetten. De vereniging groeit zodanig dat men in 1976 een ledenstop moet afkondigen. Men telt dan maar liefst 17 teams en is daarmee de grootste Limburgse tafeltennisvereniging. Op de Limburgse kampioenschappen komen 8 titels bij Falco terecht. En de club blijft maar groeien, tot zelfs 20 teams. Steeds knellender wordt de druk om deze teams elke week te kunnen laten trainen en spelen. De accommodatie in de Plenkert is eigenlijk te klein en te gebrekkig.
Falcoburcht Het bestuur gaat op zoek naar een groter en geschikter clubhuis en vindt dat uiteindelijk in de oude openbare school in de Engelbertstraat, die al jaren leeg ligt. Er wordt een hypotheek opgenomen om het gebouw te kunnen kopen en restaureren. En dan gaan veel leden en sympathisanten aan de slag. Metselaars, schilders, loodgieters, dakdekkers en stukadoors toveren het gebouw in twee jaar tijd om tot een prachtig clublokaal. Van binnen blijft niets meer over van het verkrotte gebouw. Muren, vloeren en plafonds worden gesloopt. Met eigen middelen en mankracht wordt er zonder overheidssubsidie iets geweldigs tot stand gebracht. Er komt een nieuwe ingang en op de plaats van de oude smederij Odekerken een parkeerplaats. Het resultaat is iets om trots op te zijn, tot op de dag van vandaag. Op 29 augustus 1980 is het zover. De “Falcoburcht” opent haar deuren.
KIJK op Val ken bu rg 7
• De bouw van de Falcoburcht in 1979/80. Voorbij zijn de zorgen. Geen ledenstop meer, geen tafels meer die steeds opgeruimd dienen te worden en een ruimte om gezellig na te kaarten. En het werpt zijn vruchten af. Het Ajeugdteam bestaande uit Ron van der Maarel, Peter Tillemans en Peter Loozen klimmen op tot de Nederlandse top. Ze moeten daardoor grote afstanden afleggen. Begeleider Joop van der Maarel legt in een competitie meer dan 4000 kilometer af door de jongens door het zuiden van het land met zijn auto te vervoeren. En het blijft kampioenen regenen. In 1981 worden zelfs zes teams kampioen. Falco 1 promoveert naar de hoofdklasse.
Jaren tachtig In 1982 promoveert het eerste team dan bestaande uit Ron van der Maarel, Han van de Laar en Lou Kengen naar de landelijke 3e divisie. En ze pakken meteen ook de Limburgse beker, net als het team bestaande uit Sandra Straaten, Mariëlle Loozen en Natascha de Bas. In januari 1983 neemt Joop van der Maarel de voorzittershamer over van Laurens Loozen die deze functie 31 jaar lang bekleed heeft. Een hoogtepunt is er in 1985. Europees
kampioen Bettine Vriesekoop kiest de Falcoburcht uit om zich voor te bereiden op het wereldkampioenschap in Duitsland. Heel wat tafeltennisliefhebbers verdringen zich om de tafel om haar aan het werk te zien.
Jaren negentig In die jaren breken verschillende jeugdspelers door bij de senioren. De eerste twee teams worden vooral bezet door spelers als Peter Tillemans, Robert Kengen, Harald Kengen, Stephan Geurts, Björn Curvers en Marcel Hendriks. Er is een op en neer gaand verblijf in de 3e divisie en 1e klas. Bij de jeugd is er terugval in niveau, maar door een samenwerkingsverband op te zetten met Ready uit Broekhem en TTV Sibbe wordt dat snel hersteld. In 1999 draagt Joop van de Maarel het voorzitterschap over aan Marcel Hendriks. Het bestuur ondergaat een verjonging en dat heeft geen gevolgen voor de instelling van de vereniging. Het blijft een club die graag wil presteren, maar niet ten koste van alles.
Nieuwe eeuw In 2002 viert Falco op grootse wijze haar
50-jarig jubileum. Ze huldigen diverse jubilarissen zoals de mannen van het eerste uur Nico Schreurs en Laurens Loozen, Lou Kengen, Karel Kengen en John Jammertzheim met hun 40-jarig lidmaatschap. Joop van der Maarel, Peter Tillemans, Robert Kengen en Marcel Hendriks zijn dan 25 jaar lid. Ook in de jaren daarna zijn er veel kampioenschappen en soms ook degradaties te melden. Te veel om op te noemen. Vooral de jeugdopleiding blijft heel actief, waardoor Falco altijd een gezonde vereniging is gebleven en een belangrijke plaats inneemt in de Valkenburgse gemeenschap. In 2012 wordt het 60-jarig bestaansfeest gevierd in de “Falcoburcht”. Er is een druk bezochte receptie, gevolgd door een feestavond. De volgend ochtend zal er een H. Mis zijn vanwege dat jubileum, maar de dag begint dramatisch. Die nacht krijgt “good old” Laurens Loozen een beroerte, die hem in het ziekenhuis doet belanden. En hoewel hij aan de verplegers maar steeds meldt dat hij naar de St. Nicolaas en Barbarakerk in Valkenburg moet, gaat dat natuurlijk niet gebeuren. Hij houdt er een lichte handicap aan over, maar tot op de dag van vandaag ligt zijn hart bij zijn club.
Trainingen Het dwingt hem om het jeugdleiderschap op te geven en de vereniging vindt een bekwame opvolger in Lou Kengen, die al sinds de jaren zeventig over een trainersdiploma beschikt en diverse cursussen heeft gevolgd. Bij hem is dat jeugdleiderschap nu al weer vijf jaar in goede handen. Hij stelt de schema’s op en stuurt twee assistenten aan. In het afgelopen seizoen is het eerste team, bestaande uit Wally Hendriks, Robert Kengen, Stephan Geurts, Marcel Hendriks en Mitch Rouwette kampioen geworden in de hoofdklasse, >>
• Opleiding en training zijn zeer belangrijk om de techniek onder de knie te krijgen.
• Promotie naar de 3e Divisie in 1997. V.l.n.r. Stephan Geurts, Marcel Hendriks, Harald Kengen en Robert Kengen.
UITSTEAKEND! STEAKS & SEAFOOD RIB-EYE TONIJN SPARE-RIBS ENTRECOTE ZALM grotestraat centrum 18 • valkenburg 043 601 23 00 • brazzavalkenburg.nl
Valkenburg met:
ereld w r u u t a i n i Grootse M rot! g t s r e k e d in
Nieuw: Grootse Lemax Miniatuurwereld!
KIJK op Val ken burg 9
• Jong geleerd is oud gedaan. maar is niet gepromoveerd naar de derde Divisie omdat men daar weinig plezier aan beleeft. Het betekent namelijk verder reizen en dus vraagt het meer tijd en onkosten. Op dit moment zijn er 7 jeugdteams en drie seniorenteams actief. De trainingen vinden plaats op maandag en vrijdag tussen 18:30 uur en 20:00 uur en op donderdag vanaf 20:00 uur. De wedstrijden zijn op zaterdag vanaf 12:00 uur.
Vriendenclub Gezelligheid en vriendschap blijven de boventoon voeren en eigenlijk is dat altijd zo geweest. Nog steeds hebben leden en oudleden het over de sfeer in de kantine voor en na trainingen en wedstrijden, over de spannende speurtochten, de playbackshows en de fancy-fairs. Legendarisch zijn ook de verhalen bij de viering van het 25-jarig jubileum als het orkest van Willy Schobben de feestvreugde muzikaal verhoogt en het geweldige feest bij het vijftigjarig bestaan. Onmisbaar is de rol van de dames van het activiteitencomité. Ze verzorgen alles rondom de keuken, orga-
niseren activiteiten bij de start en het einde van het seizoen, zorgen voor een superlunch bij de clubkampioenschappen, voor het St. Nicolaasfeest en voor iets extra’s bij jubilea. Falco heeft altijd veel oog gehad voor de jeugd in het besef dat dat de toekomst is van de vereniging. In 1977 ontstaat het idee om een basisschoolkampioenschap te organiseren en dat wordt een groot succes. Andere plaatsen nemen dat over en het mondt later zelfs uit in de strijd om het nationale basisschoolkampioenschap. Het bestuur neemt initiatieven om de jeugd enthousiast te krijgen voor tafeltennis, want men voelt de concurrentie van het voetbal. Zo worden er al enkele jaren in alle groepen van de basisschool “de Plenkert” twee dagen achter elkaar gymlessen gegeven en op Koningsdag presenteert men het tafeltennis, samen met een aantal andere sporten. Bij aanvang van het schooljaar laat men van alle basisscholen in de gemeente de groepen 3 en 4 in de Polfermolen op speelse wijze kennis maken met tafeltennis. Kortom, Falco is na 65 jaar nog steeds springlevend. <<
U bent van mij gewend dat ik over gezonde voeding voor het lichaam schrijf, maar met de dagen van bezinning voor de deur, wil ik het graag met u over mijn andere passie hebben: voeding voor de ziel. Als ik heel eerlijk ben is er maar een soort voeding dat perfect is voor onze ziel en dat is gelukkig zijn! Niets maakt zo gezond als geluk. Het is de kortste en fijnste weg naar een vitaal lichaam zonder klachten en het is iets dat we niet mogen onderschatten. U wist misschien al dat er triljoenen cellen in ons lichaam zitten, die allemaal unieke functies vervullen. Maar behalve dat, kunnen ze nog iets heel goed: luisteren naar onze gedachten. Ze luisteren naar alles wat wij over onszelf denken. Het is daarom extra belangrijk om fijne gedachten over onszelf te hebben en altijd hoopvol te zijn als het om genezing gaat. Ook is te zien dat positieve mensen langer en gezonder leven dan mensen met een negatieve kijk op de wereld. En heel belangrijk: volg je dromen! Herinnert u zich nog de kinderdromen die u vroeger had? Het enthousiaste gevoel en het vertrouwen dat dit gaf maakte dolgelukkig. Helaas vergeten we veel van deze mooie dromen als wij ouder worden. Maar om weer even dat gevoel terug te krijgen kunt u in gedachten misschien terug gaan naar die tijd vol dromen en het heerlijke gevoel.
COLOFON
Kijk op Valkenburg is het magazine voor alle inwoners van Valkenburg aan de Geul en onze bezoekers. Verkrijgbaar in alle VVV Zuid-Limburgwinkels en openbare gelegenheden zoals Albert Heijn, HEMA, Jan Linders, The readshop, De Bibliotheek en Lukoil Emmaberg.
Uitgave en vormgeving: Ivographic Reclamemakers Hekerweg 43 6301 RJ Valkenburg aan de Geul Telefoon: 045 - 405 23 29 info@ivographic.nl www.kijkopvalkenburg.nl
Ik word er zo door geraakt dat ik er een boekje voor
Redactie: Ivo Benders (coördinator) met medewerking van; Jan Schurgers, Jan Diederen, Daniëlle Schurgers, Henk Kwakkernaat, Claudia Bisschops, Octavie Sleijpen en Stefanie MaasQuaedvlieg.
Oplage:
jonge kinderen over heb geschreven. Het heet Droom Groots Kleintje en het is bedoeld als bijzonder (kraam) geschenk voor elk dierbaar kind dat u kent. Daarmee kunt u ze de mooiste boodschap geven die er is: geloven in jezelf en in je dromen. En het geluk volgt dan vanzelf! Het is verkrijgbaar via www.boekscout.nl (webwinkel) of bij Madelief in Valkenburg en kost 16,99 euro.
<<
10.000 exemplaren. Opgenomen in de grootste Mediadatabase van Nederland. www.handboeknederlandsepers.nl.
© Overname van artikelen, foto’s e.d. uitsluitend na schriftelijke toestemming van de uitgever.
Stefanie Maas-Quaedvlieg Voedingsdeskundige www.praktijkdegroeneweg.nl
10 KI J K o p Va l k e n b u r g
Kijk op de historie van Valkenburg, Versteende Archieven (18)
Bouwgeschiedenis en herbouwmogelijkheden van het “Kasteel van Valkenburg” Op weg naar het einde: De 16e en 17e eeuw
O
Door Henk Kwakkernaat (Archeovalk)
m lezers die niet alle afleveringen gelezen hebben van onze artikelenreeks over de bouwhistorie en de kansen voor herbouw van de Valkenburgse kasteelruïne tegemoet te komen, geven we hieronder eerst een beknopt overzicht van de bouwhistorie van het kasteel van Valkenburg. In voorgaande afleveringen gingen we uitvoeriger in op de zeer complexe bouwfases van het voormalige kasteel van Valkenburg. Het “Kasteel van Valkenburg” is gebouwd op een uitloper van de Heunsberg. Het is een van de weinige hoogteburchten die Nederland ooit rijk is geweest. Door zijn ligging had de Heer van het kasteel en zijn omgeving, zeggenschap over de lucratieve handelsroute Maastricht-Aken. Het kasteel heeft sinds zijn oorsprong (rond 1100) verschillende bouwfases gekend. De eerste aanleg bestond uit een hoge rechthoekige “Donjon” met bijbehorende muren of palissades en eenvoudige bijgebouwen. In de dertiende eeuw werd het kasteel geleidelijk uitgebouwd. Er kwamen extra ommuringen en een “Grote Saal”, in de volksmond een Ridderzaal. Een deel van het complex deed dienst als kapel. Allerlei vertrekken kregen een plaats al naar gelang hun functie: keukens, kemenades (verwarmde vertrekken)
slaapvertrekken, stallen en vooral grote ruimtes in het souterrain en op zolder die dienst deden als voorraadkamers. In 1328/29 belegerde hertog Jan van Brabant stad en kasteel. Uiteindelijk met succes: hij verwoestte stad en kasteel grotendeels. Tijdens de twee decennia daarna werd het kasteel herbouwd. Het kreeg de omvang en het aanzien dat nu nog met enige fantasie (en moeite!) herkenbaar is in de ruïne. In 1352 stierf het Huis Valkenburg in de mannelijke lijn uit. De ruziënde erfdochters gaven de hertog van Brabant de kans om het kasteel en het Land van Valkenburg (43 stadjes en dorpen!) definitief over te nemen. Nu waren er geen zelfstandige Heren van Valkenburg meer de baas. De leiding was nu in handen
• Hier de huidige toestand van de kapel met daarnaast de virtuele reconstructie van J. Homan. (foto Jac. Diederen)
van door Brabant, later Bourgondië aangestelde gouverneurs, de zogenaamde drossaarden. Tijdens de 80-jarige oorlog (1568-1648) werden vooral in het begin (1574) en aan het einde van de oorlog (1644) grote vernielingen op het kasteel aangericht. Dat gebeurde door de Staatse (Hollandse) troepen die om de haverklap stuivertje wisselde met de Spanjaarden. In 1672 –het rampjaar– verbleef Lodewijk XIV met een reusachtig leger in deze contreien. Hij belegerde Maastricht en gebruikte het kasteel van Valkenburg als voorpost in de strijd. Als reactie hebben de Staatsen in dat jaar, op bevel van koning-stadhouder Willem III, begin december het kasteel zodanig verwoest dat er nooit meer herbouw plaats vond.
KIJK op Val ken burg 11
In deze aflevering moeten we het gat zien te dichten tussen de bouwhistorisch, schaars gedocumenteerde, tweede helft van de 15e en de 17e eeuw. Dus tussen de Bourgondische tijd en de Spaanse tijd. De nasleep van die laatste periode waarin de Tachtigjarige oorlog woedde leidde in 1672 tot de laatste en definitieve verwoesting van de trotse burcht. De kasteelrekeningen van rond 1465 vermelden de voorbereidingen die van Pallandt trof i.v.m. de agressie van de Luikenaren. Ze geven ons een aantal interessante details over de veranderingen aan de burcht. Die waren vooral defensief van aard waren (zie aflevering 15 in Kijk op Valkenburg 4-2016). Het Limburgs Museum heeft jaren geleden maquettes en tekeningen laten maken van deze laat middeleeuwse periode. Daar zijn we ondanks een enkele “misser” nog steeds heel blij mee.We komen er later nog op terug: een kwestie van voortschrijdend inzicht! Bouwkundige gegevens uit de 16e en 17e eeuw van ons kasteel zijn schaarser. Zelfs prof. Renaud, zoals ik al zei de grote onderzoeker van dit complex, moet hier passen.
Karel met den Peerdemuyl in Valkenburg Na de Brabantse en Bourgondische drossaards van de 15e eeuw die respectievelijk, zoals de naam zegt door de Brabantse en later de Bourgondische hertogen werden aangesteld, volgde de Habsburgse periode voor de Nederlanden en dus ook voor Valkenburg. Karel V werd in 1515, op 15 jarige leeftijd de baas in deze contreien. Hij was toen onder meer, hertog van Brabant en Limburg en heer van Valkenburg. In 1519 verwierf hij de keizerstitel en werd
• Karel V als tiener en het wapen van keizer Karel V (1500-1557). zo de machtigste man van Europa. In zijn rijk ging de zon nooit onder omdat ook de Nieuwe Wereld die Columbus ondekt had in 1492, tot zijn erfenis hoorde. Op zijn portret zien wij de typische Habsburgse kin, oftewel het centenbakje, door de Vlamingen indertijd oneerbiedig “een Peerdemuyl” genoemd. Bij latere portretten wordt die geprononceerde kin gecamoufleerd door een baard. Hij was desondanks in de Lage Landen zeer populair totdat hij de Protestanten begon te vervolgen. Hij is zeer waarschijnlijk een of meerdere malen op het kasteel van Valkenburg geweest. Dat meen ik op te maken uit de vermelding van een gebrandschilderd raam met zijn wapen dat de ridderzaal aan de zuidzijde sierde. Zo een kostbaar relict werd meestal vlak vòòr of na het hoge bezoek geplaatst. Bij zijn aantrede als hertog van Limburg en heer van Valkenburg was er toevallig een vrouwelijk drossaard de baas op het kasteel. De enige voorzover we weten. Deze Anna van Culemborg was de weduwe van Jan van Pallandt. Ze komt in de documenten voor als Anna, Drossaetdinne van Valkenburg.
• Karel V als vijftiger. werd slechts afgestaan aan de suzerein (b.v. de keizer) wanneer hij het kasteel bezocht. Tegen de muur van de zaal hingen meestal de wapenschilden van de met de kasteelheer verbonden edelen, terwijl –al naar gelang de welstand van de Heer– een of meerdere wandtapijten de muren sierden. In de zomer werden de vloeren met welriekende kruiden bestrooid (o.a. onze-lieve-vrouwebedstro), in de winter kwam er stro op de vloer dat dikwijls vernieuwd werd.” (naar J.M. Van de Venne) Van grote luxe was dus geen sprake. Zie hier de karige inventarislijst van het kasteel van Valkenburg uit 1448 van J.M. Van de Venne.
Luxueus of karig? We moeten ons van de inrichting van het kasteel in die tijd niet teveel voorstellen. “Het leven in de burchten was zeer eenvoudig. Net als in Frankrijk bestond de vloer in de kastelen uit steen of eenvoudige plavuizen, zonder vloerkleden. Tegen de muren hing allerlei wapentuig, dat in gereedheid werd gehouden tegen mogelijke aanvallen. In de middenzaal stond een grote schragentafel met banken. Aan het hoofd van de tafel stond de armstoel van de kasteelheer, op een verhoging onder een troon van (soms) zijde. Deze plaats
•
Ter verduidelijking; brandroeden (haardijzers), een hael (haardketting) een houbanck (hakblok) twee donderbussen met twee kameren (kanonnen met laadstokken) twee stocken (gevangeniscellen). >>
KIJK op Val ken burg 13
Curieus is wel dat soms bij hoog bezoek of feesten, wandtapijten en kostbaar tafelgerei werd geleend van een rijkere heer! Alles om meer indruk te maken!
Bouwactiviteiten Wat betreft de contouren van het kasteel is waarschijnlijk na de grote herbouw van 1330/40 niet veel veranderd. We zijn al blij dat we af en toe een glimp van een document betreffende inventaris of interieur opvangen zoals de transcriptie hiervoor. Die maakte rijksarchivaris Van Venne van de originele kasteelrekeningen, berustend in Brussel. Natuurlijk zijn er kleine verbouwingen of herinrichtingen geweest. Dat duikt af en toe op in de refectieof herstelrekeningen. Die werkzaamheden en de bijbehorende kosten werden braaf opgestuurd naar de Rekenkamer in Brussel. We weten meestal niet waar een genoemd vertrek zich precies bevond. Een opsomming zou saai worden en letterlijk in de lucht blijven hangen. Daarom beperken we ons tot een enkele episode die wat uitvoeriger gedocumenteerd is. Dat is met name het geval als de dynastie van Van Pallandt het drossaard-ambt moet overgeven aan een nieuw geslacht: n.l. in 1543 aan de graaf van Oost-Friesland. Deze Jan van Friesland, eveneens gouverneur van het hertogdom Limburg, was bijna dertig jaar drossaard. Of het aan de lange “regeerperiode” lag òf aan het feit dat nieuwe bezems schoon vegen òf aan de ruimere middelen uit zijn dubbelambt voortvloeiend: er gebeurt opeens van alles op het kasteel. Herstellingen aan het gebouw, nieuwe kamers, herstel van oude kamers en allerhand verfraaingen:
We noemen: herstel van de glasvensters en een nieuwe deur en slot in de “jonggravinnecamer”. Een kamer voor de “jonkvrouwen“ (hofdames?). Een “edelluydenkamer”. Vertrekken voor de hofmeester en de dokter plus een “dienerstove”. De graaf had kennelijk een kleine hofhouding! Hij kon het zich kennelijk “leisten”. Verder lezen we over een “rijstalle”, een “wapenperdestalle”, een “stalle” voor de hofmeester “sijn perde”. Verder een korenvoorraadruimte boven de Cleyne Saal (die kunnen we eindelijk lokaliseren: dat was de oudste ridderzaal tegen de ringmuur evenwijdig aan de dwingel). We lezen over herstel of opnieuw in gebruik nemen van de honderd jaar oude rosmolen op de noordwest-hoek van het kasteel (onderbouw nog aanwezig). Tot slot een saillant detail: de gravin ging kennelijk over de koeien. In 1557 is er sprake van “der gravinne coyestal”. Hier schemert zowaar een Valkenburgs dialectwoord door! Die koeien zullen toch niet de bruidschat van de gravin geweest zijn? Al die stallen kunnen we overigens ook wel redelijk situeren: Die bevonden zich tegen de buitenste ringmuur aan de kant van Daelhemmerweg. Het vee beschermd door de kolossale ringmuur (verdwenen) en toch op voldoende afstand van de woonvertrekken i.v.m. de stank. De graaf stierf in 1572 des middags op 6 juni op het kasteel. Hij had nog net de ouverture van de Tachtigjarige Oorlog meegemaakt. De uitgaven aan reparaties in de rekeningen over 1569 en volgende jaren verraden de eerste gevechten rond de burcht in het kader van genoemde beruchte, lange oorlog. De epiloog van deze oorlog die in deze streken tot 1661 duurde, kondigde al snel het einde van de burcht aan in 1672. (zie inleiding). In een volgend artikel proberen we conclusies te trekken uit de verwoestingen van 1644 en
1672. Paradoxaal genoeg kun je vaak van verwoestingen veel leren omtrent de bouwkundige toestand van dat moment! Post Scriptum: Bij het schrijven van dit artikel overviel ons wel eens een gevoel van ontoereikendheid. We hadden ons bij het begin van deze serie tot doel gesteld om wat klaarheid te brengen in de ongelooflijke complexiteit van de bouwhistorie van het kasteel van Valkenburg om vervolgens aan te geven waar (gedeeltelijke) herbouw van het kasteel zou kunnen plaats vinden. We zijn daar maar zeer ten dele in geslaagd. Ik denk dat de lezer af en toe het spoor bijster raakte. Woorden schieten te kort om alles uit de doeken te doen en er is zoveel wat we niet weten! We stellen onze hoop in de toekomst op digitale hulpmiddelen die visuele reconstructies mogelijk maken. Dat zullen anderen moeten doen. We geven met de afbeeldingen van de kapel een voorproefje van wat er tegenwoordig allemaal kan. Tot slot: om in het reine te komen met onze beperktheid hebben we in het mooiste oktoberweekeinde sinds mensenheugenis, iets gedaan wat ik u ten zeerste kan aanraden. We brachten nog maar eens een bezoekje aan de kasteelruine! We zagen hoe het stadje omgeven was door groen dat langzaam verkleurde tot herfsttinten. De vergrijsde mergel van de ruïne vormde een sereen contrast met de overdadige natuur. Het magnifieke uitzicht was in grote trekken hetzelfde als wat de bewoners van het kasteel eeuwen geleden zagen. En we dachten aan de woorden van Goethe: ”Augenblick verweile doch, Du bist so schön!” Conclusie: bezoek het origineel! << •
Dwarsdoorsnede met vertrekken in het kasteel eind 15e eeuw. N.B. Het hoge element met oprijzend dak midden tussen ridderzaal en kapel was er toen zeer waarschijnlijk nog niet.
14 KI J K o p Va l k e n b u r g
Tutu’s en spitzen in Houthem D
Door Octavie Sleijpen. Foto’s: Chantalle Meewis, Joke de Backer.
e liefde bracht dansdocente en choreografe Joke de Backer in 1968 van Brabant naar Limburg. Onder de slogan “De school die amateurdans serieus neemt“ begint Joke een succesvolle balletschool die sinds 1998 definitief gevestigd is in het voormalig Groene Kruisgebouw in Houthem-Sint Gerlach.
Ballet De term ballet verwijst naar een stijl en techniek van dansen die in de 17 de eeuw in Frankrijk is ontstaan en heeft zich van daaruit verder verspreid over Europa. De elegantie van een balletvoorstelling, ballerina’s in tutu’s en op spitzen, spreekt veel jonge meisjes tot hun verbeelding. Ondanks het feit dat het een veeleisende dansvorm is. Het vergt jaren van training om de techniek op professioneel niveau te beheersen. In de 20ste eeuw maakte de Ballets Russes van het ballet een moderne kunstvorm, waarbij een vast bewegingspatroon werd losgelaten. In de jaren 70 en 80 ging men verschillende dansstijlen combineren en zo ontstond het hedendaags ballet.
In de Nederlandse dansgeschiedenis heeft zich een sterke voorkeur ontwikkeld voor de moderne dans. Balletdansers brengen tegenwoordig zowel klassieke als hedendaagse dans die zich kenmerkt door een combinatie van stijlen. Experimenten met verschillende vormen van dans en beweging gingen op termijn over in moderne dans, jazzballet, streetdance, aerobics, danstherapie, bodytraining etc. Joke’s voorkeur gaat uit naar het Klassieke Ballet vertelt zij gepassioneerd: “Klassiek ballet ligt aan de basis van elke academische danskunstvorm. Het vormt de basis voor alle bewegingen die exact vastliggen bij klassiek ballet”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat haar specialisatie het Klassieke Ballet is.
Joke had een uitgebreid lesprogramma: Klassiek Ballet, Kinderdans en Volwassenen ballet, een specifieke opleiding als vooropleiding tot de professionele balletgezelschappen en dansinstituten, Jazzballet, Conditietraining zoals Pilatus. Dit is een oefenmethode om spiergroepen te versterken en te beheersen zonder dat ze in omvang toenemen. Veel oud-leerlingen van Balletschool Joke de Backer zijn inmiddels verbonden aan het prestigieuze Nationaal Ballet en het wereldberoemde Scapino Ballet te Rotterdam. “Ons Nationaal Ballet behoort tot de top vier van de beste balletgezelschappen ter wereld”, vertelt Joke.
Dansproducties Joke heeft veel spectaculaire eigen dansproducties geprogrammeerd en geproduceerd op binnen en buitenlocaties. Zoals in het kader van het 125 jarig jubileum van VVV Zuid-Limburg in 2010. Haar dansproject “Dansend door Valkenburg” vormde een van de hoogtepunten tijdens het bezoek van de toenmalige koningin Beatrix aan Valkenburg aan de Geul. Ook voor het Vestingfeest Valkenburg in 2015 ontwierp Joke vier choreografieën. Haar cursisten dansten in het Halderpark en op het Casinoplein. In Parkstad Limburg Theater Heerlen heeft zij diverse avondvullende dansvoorstellingen gegeven. Zoals de productie Parels voor het 25-jarig bestaan van de balletschool.
KIJK op Val ken burg 15
Bij het choreograferen maakt Joke op intrigerende wijze gebruik van de persoonlijkheid en artistieke inbreng van haar leerlingen. Dit is ook een basisregel bij het lesgeven: er uithalen wat erin zit in het grootste respect voor de capaciteiten van de persoon van de leerling.
Pesten op school Ook maatschappelijk is Joke geëngageerd. Zo heeft zij een tweetal programma ‘s ontwikkeld tegen pesten op school. Dit project staat wereldwijd in de belangstelling en wordt in diverse plaatsen toegepast. Volgens Joke is de enige mogelijkheid om iets te doen tegen pesten een attitudeverandering. “Door dans kun je empathisch vermogen ontwikkelen waardoor je je beter in de gevoelswereld van iemand anders kunt inleven”, legt Joke uit.
Prijzen Inmiddels is zij een gelauwerde dansdocente en choreografe die vele prijzen in ontvangst heeft mogen nemen. Zoals in 2006 de Oeuvreprijs van het Landelijkcentrum voor Amatuurdans. In 2009 ontving zij de Cultuurprijs van de gemeente Valkenburg aan de Geul. In 2014 werd zij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Na 48 jaar intensief choreograferen en lesgeven sloot zij haar glansrijke carrière af.
Chantalle Meewis In Chantalle Meewis vond zij een gepassioneerde opvolgster voor haar balletschool. Chantalle is afgestudeerd als dansdocente aan de Rotterdamse Dansacademie. Zij heeft meer dan 25 jaar ervaring in het geven van dans-ballet en lichaamstrainingslessen. Zo had zij een eigen balletschool in Spaubeek met meer dan 300 leerlingen. Na de geboorte van haar dochter besloot
Chantalle om fulltime mamma te worden. Voor haar was dit een prachtige tijd maar het lesgeven en het werken met kinderen en volwassenen mistte zij enorm. Toen zij hoorde dat Joke de Backer, een icoon in het lesgeven, een opvolgster zocht voor haar balletschool hoefde Chantalle niet lang na te denken. “Dit was het helemaal voor mij”, vertelt de sympathieke Chantalle enthousiast. Zij nam contact op met Joke en de dames hadden meteen een click. Bij Joke staat de binding met mensen voorop en dat geldt eveneens voor Chantalle. Maar ook met de leerlingen van Joke bofte zij, want alle leerlingen waren eveneens enthousiast over haar methode van lesgeven: “Niet één leerling verliet de school toen ik deze overnam van Joke”, vertelt zij vol trots. Ook voor haar is Klassiek Ballet de ideale dansvorm als de basis voor elke dansvorm. Door de rijkdom van het klassieke Ballet en
haar passie hievoor kan Chantalle het beste uit mensen halen. Voor haar geldt eveneens dat je bij het lesgeven moet kijken naar de unieke persoonlijkheid van de leerling. Je ziet dat leerlingen hun talent voor dans ontwikkelen waardoor ook hun persoonlijkheid zich ontwikkelt. Als Chantalle ziet dat leerlingen zich ontwikkelen door te dansen is dat voor haar het grootste cadeau dat leerlingen haar kunnen geven.
Toekomst Wij gaan nog veel van Chantalle horen en zien want ook zij heeft een ambitieus programma voor de toekomst. Zowel Joke als Chantalle hebben hun dromen kunnen verwezenlijken doordat zij van hun hobby hun werk hebben gemaakt. Voor meer informatie over de balletschool van Chantalle kunt u terecht op haar website: chantallemeewis.nl <<
Bij besteding van minimaal e15,- krijgt u bij inlevering van deze advertentie een
Kwaliteit, advies en service is hier de beste investering!
glaasje prosecco
GRATIS!
Sinds 2001 serveren wij de
(h)eerlijkste Siciliaanse gerechten
met veel passie en liefde voor de typische, verse smaken en heerlijke wijnen uit mijn geboorteland! Wij zijn geopend vanaf 17:00 uur van dinsdag t/m zaterdag en natuurlijk alle feestdagen. Burgemeester Henssingel 9-11• www.dapio.nl • tel 043 - 601 25 65
Bij ons vindt u een uitgebreide collectie wandelschoenen van o.a. Lowa en Meindl
Sint Pieterstraat 6 • Valkenburg aan de Geul • Telefoon 043 - 601 35 67
KIJK op Val ken burg 17
Kunst boven de
I
Bieb
Door Jan Schurgers
n de maanden november, december en januari exposeert weer een drietal leden van de Kunstkring Henri Jonas in de bovenzaal van de Valkenburgse bibliotheek.
Peter Werres (1942) Reeds enkele jaren schildert Peter Werres met enthousiasme diverse landschappen en karakteristieke steden met hun aparte architectuur. Venetië en Parijs zijn z’n lievelingssteden, maar ook de kuststreek van Zuid-Europa is vanwege het licht en de zon een geliefd onderwerp voor zijn werken. De laatste tijd wordt hij echter ook steeds meer geobsedeerd door zijn eigen omgeving. Het Geuldal met zijn vele kastelen en prachtige landschappen, vormen steeds meer de inspiratie voor zijn werken. Zijn schilderijen zijn vaag realistisch met een hang naar het impressionisme. Gevels gaan soms schuil achter een waas van geheimzinnigheid, andere springen er dan weer uit in volle glorie, net als zijn personen en stoelen op terrassen, een paard in een wei, een dame in een gekleurde laan. Peter exposeerde op verschillende plaatsen in Zuid-Limburg zoals in Epen en het heiligdom St. Gerlach. Hij is lid van de kunstkring sinds 2012. <
• „Teuven“ van Jean Spronck.
Jean Spronck (1950) Het werk van Jean Spronck heeft vaak een decoratief karakter. Dat komt vooral naar voren in zijn afbeeldingen met dieren. Buiten in het landschap vindt hij echter zijn grootste inspiratiebron. Hier maakt hij snelle schetsen en sfeerbeelden die hij thuis uitwerkt. Vaak met pastelkrijt op papier, maar vaak ook in olieverf op doek. Compositie, vlakverdeling en kleur spelen daarbij een grote rol. Details zijn bij
hem niet altijd belangrijk. Het gaat om het geheel. Zijn kleuren komen vaak puur, helder en vrolijk over. Jean volgde als huisschilder in de jaren zeventig een vijfjarige avondopleiding aan de Stadsacademie in Maastricht. Hij heeft aan verschillende tentoonstellingen deelgenomen, meestal in het zuiden van het land. Hij is lid van de kunstkring sinds de heroprichting in 1989 en was meer dan twintig jaar penningmeester. <
Jozé Zurstraszen (1943) Sinds 1985 is Jozé Zurstraszen intensief bezig met schilderen en het creëren van beelden. Ze kreeg les van Appie Drielsma in het maken van keramiek en bronzen, waarbij later de technieken raku en pittfire kwamen. Ze laat zich inspireren door de onvoorspelbare natuur om haar heen. De Kosmos, in al zijn verscheidenheid. Daarin kan ze in haar schilderijen ver gaan, met forse streken in grote vlakken tot aan het abstracte toe. Ook muziek en bijzondere mensen inspireren haar. Daarom toont ze in deze expositie een aantal werken gewijd aan de muzikant en artiest Herman Brood. • ‚Broodje 1‘ van Jozé Zurstraszen. Een zevental schilderijen uit een serie die ze “Broodjes“ noemt. Jozé exposeerde sinds 1993 in Aken, Kanne en diverse plaatsen in Limburg. Ze is lid van de kunstkring sinds 1992. <
Bibliotheek Valkenburg Berkelplein 99, 6301 ZC Valkenburg heuvellandbibliotheken.nl/valkenburg
www.kunstkringhenrijonas.nl
043 – 601 53 82
Openingstijden Tentoonstelling • Werk van Peter Werres.
Ma: 14-18 uur. wo: 10-13 uur en 14-18 uur. do: 14-20 uur. vrij: 14-18 uur. za: 11-14 uur.
18 KI J K o p Va l k e n b u r g
AMUSANT STAPPEN EN Voor de dertiende keer wordt ten bate van Stichting Kerststad Valkenburg tijdens de kerstperiode deze gezellige wandeling met culinaire thema georganiseerd. Drie verschillende wandelroutes door het gezellige Geulstadje, waarbij de wandelaar per route bij vijf restaurateurs kan genieten van een amuse; het culinaire visitekaartje van het betreffende horecabedrijf. Geen straffe wandeling, maar een actief culinair programma voor mensen met een Bourgondische inslag. Alleen of met vrienden, familie of collega’s heerlijk een middagje wandelen en genieten van de gezelligheid. Maak kennis met restaurants waar u normaal niet zo gemakkelijk binnenwandelt. Zo bezoekt u onder anderen hotels als het vermaarde Hotel Tummers met haar restaurant Perron 21 en het gezelligste terras van Nederland 2015 bij de Leeuw aan de Brug. U komt binnen bij monumenten als de Stationnerie of bij de Brasserie van Kasteel Schaloen en wandelt langs de Geul, genietend van de gezelligheid van het knusse wandelaarscafé ‘t Koetshoes. Zo wordt u verrast met culinaire kunstjes van de chefs van restaurants als de Zoete Zoen, Da Pio en de Haselderhof.
DE SMAKELIJKSTE KERSTW
KIJK op Val kenbu rg 19
CULINAIR GENIETEN! De wandelingen zijn vier tot zes kilometer en de uitgebreide routebeschrijving biedt ook nog het een en ander aan wetenswaardigheden over plekken en monumenten langs de routes. Afgelopen jaar wandelden meer dan 14.000 “Bourgondiërs” de routes. U kunt kiezen voor een vlakke wandeling of voor een kortere heuvelachtige route. Vooral geen haast; u mag uw overgebleven amuse-coupons ook op een andere dag gebruiken, want de routes zijn immers vanaf 17 november tot en met 7 januari 2018 dagelijks(*) te wandelen van 12:00 tot 18:00 uur. Op 26 december tot 16:00 uur. (*Niet op 24, 25, 31 december en Nieuwjaarsdag). Bovendien kunt u met korting één van de ondergrondse Kerstmarkten bezoeken met de coupon uit de routekaart. De route kost € 11,95 per persoon en u koopt ze bij alle kantoren van VVV ZuidLimburg, bij de Readshop in het centrum van Valkenburg, Landal Kasteeldomein De Cauberg en bij alle deelnemende horecabedrijven en natuurlijk ook op www.route-damuse.nl; hier vindt u tevens alle overige info. Namens de organisatie wensen wij u alvast een smakelijke wandeling; tot ziens bij onze deelnemers!
WANDELING VAN LIMBURG!
20 KI J K o p Va l k e n b u r g
Een eeuw Modelsteenkolenmijn Valkenburg I
Door Jan Schurgers
n de tweede helft van de 19e eeuw wordt Valkenburg ontdekt als vakantieoord. De natuur, de geul en de rust daar omheen trekken steeds meer mensen naar het stadje, dat daar gretig op inspeelt. Er komen hotels en pensions en in 1885 wordt de eerste VVV van Nederland opgericht onder de naam “Het Geuldal”. Ze gaan tal van initiatieven ontplooien om nog meer toeristen naar het Geulstadje te halen en ze hier een aangenaam verblijf te bezorgen.
Ook de grotten gaan gebruikt worden, waar de blokbrekers door de eeuwen heen gangen hebben gegraven voor de mergelwinning. In de gemeentegrot worden rondleidingen gehouden en rond 1910 worden ook op andere plekken de mogelijkheden ontdekt die de grotten bieden. Zo komen er in de Plenkertstraat in 1915 de Katakomben, in 1916 het Openluchttheater en in 1917 opent de modelsteenkolenmijn aan de Daelhemerweg haar deuren. Nu dus honderd jaar geleden.
• 1916. De ingang van de modelsteenkolen mijn en het entreegebouw in aanbouw.
KIJK op Val ken burg 21
Emile Caselli Valkenburger Emile Caselli is een ondernemend man en ziet meteen mogelijkheden voor zijn plannen. Hij is geboren in 1873 en wordt in de loop van zijn lange leven een vooraanstaand Valkenburger, zowel in zaken als in de politiek. Op latere leeftijd wordt hij wethouder en enige tijd loco-burgemeester. Hij staat bekend als een doorzetter die vol verve zijn doelen nastreeft, wat hem niet altijd in dank wordt afgenomen. Maar dit plan heeft hij goed doordacht. In het begin van de 20e eeuw komt de steenkoolwinning in Zuid-Limburg op gang. Veel mensen raken geïnteresseerd in de manier waarop die steenkool naar boven • Hetzelfde gezelschap als bij de ingang, maar nu in de mijn. wordt gehaald. Hoe dat in zijn werk gaat en welke machines daarbij gebruikt worden. Pogingen om mensen dat ter plekke te laten zien zijn veel te gevaarlijk en dus onmogelijk.
Lumineus idee En zo komt Emile Caselli op het lumineuze idee om een modelsteenkolenmijn in te richten, zodat mensen zich toch een idee kunnen vormen van wat er zoal in de diepe gangen van de Limburgse bodem gebeurt. Hoe de mijnwerkers werken en zich bloot stellen aan gevaar. Daartoe koopt hij een bosgebied aan de Daelhemerweg, het zogenaamde Vogelbos, met daaronder gelegen de Daelhemergroeve. Die moet worden uitgebreid en schoon gemaakt, zodat er een rondgang •
Foto uit 1917 bij de opening van de modelsteenkolenmijn Daelhemergroeve. In het midden met mantel over de arm burgemeester van Valkenburg P. Hens. Naast hem, onder de N van steen Emile Caselli, helemaal links VVV-secretaris Jos. Crolla, De dame in het wit is Mevr. van Blankevoort en haar kinderen. Ze is de echtgenote van hoofdingenieur van de Staatsmijnen Cornelis Blankevoort. Rechts van haar VVV-president Theodoor Dorren.
ontstaat voor de bezoekers en er moet een ingang gebouwd worden. Hij neemt contact op met hoofdfunctionarissen van de Staatsmijnen, waaronder hoofdingenieur Cornelis Blankevoort (1868-1936) die met een Valkenburgse getrouwd is en wel interesse heeft in de plannen. Het gevolg is dat de werkzaamheden in 1916 kunnen beginnen en onder zijn leiding wordt de imitatiemijn ingericht. De werkzaamheden verlopen voortvarend, met als gevolg dat al op 21 juli 1917 de opening kan plaatsvinden. De Staatsmijnen hebben gezorgd voor materialen die overbodig zijn geraakt en die in de gangen kunnen worden opgesteld. Met houten stutten krijgen die gangen een realistische aanblik. Zo kunnen de facetten van de zware ondergrondse arbeid duidelijk zichtbaar worden gemaakt. Het publiek weet de nieuwe educatieve bezienswaardigheid meteen te vinden en te waarderen. De belangstelling is groot. Emile Caselli heeft het goed gezien.
Uitbreiding In de loop van de jaren wordt er uitgebreid. Er komen enkele gangen bij. Nieuwe machines worden toegevoegd, oude vervangen. Er wordt een personenlift gebouwd die de bezoekers naar een lager niveau brengt. Die wordt in de jaren zeventig echter gesloten vanwege aangescherpte veiligheidseisen en omdat het te lang duurt eer alle bezoekers omlaag zijn gebracht, aangezien er maar vier personen tegelijk in kunnen. Emile Caselli, woonachtig in de Fransche Molen in de Lindenlaan, overlijdt in 1961 op 88-jarige leeftijd. Het beheer van de modelsteenkolenmijn komt dan in handen van zijn beide dochters Emilie en Aloysia. Het is de periode waarin een begin wordt gemaakt met de modernisering van de mijn. >>
22 KI J K o p Va l k e n b u r g
• “In den Hof van Daelhem” (fotocollectie Jo van Aken)
• Mijnfietsen.
KIJK op Val ken burg 23
waarin mannen als Armand Diepen (18461895), R. Regout (1863-1913), Ruys de Beerenbrouck (1842-1926), Victor de Stuers (1843-1916) en Pierre Cuypers (1827-1921) zijn opgenomen. Later voegt zijn dochter Aloysia er een portret van haar vader Emile aan toe en zet er de tekst “de onvermoeibare idealist” onder.
• Emilie Caselli.
• Harry Caselli Wijsbek.
De samenwerking met DSM wordt grootschaliger. Er komen weer modernere apparaten bij doordat de Limburgse mijnen sluiten en veel machines en werktuigen beschikbaar worden gesteld. Mijnwerkers die daardoor hun job zijn kwijt geraakt gaan meewerken aan de rondleidingen, zodat de bezoekers de verhalen uit de eerste hand te horen krijgen. Die mannen hebben dat zelf meegemaakt, kunnen er geboeid over vertellen en hebben zo van hun werk hun hobby gemaakt. En daar genieten ze van, net zoals de bezoekers. In 1978 maakt de studio Van den Ende opnames in de grot voor de populaire filmserie “Dagboek van een herdershond”. Als dank daarvoor biedt hij de directie een schutgoot aan die in de mijn wordt opgesteld.
daarna nieuwsgierig de gangen betreden. Kinderen worden actiever erbij betrokken doordat ze apparaten mogen bedienen en in en op treinen en railfietsen mogen klimmen. De parkeerplaats wordt uitgebreid en er komen groepskortingen. Het gevolg is dat het bezoekersaantal groeit en zo rond de 100.000 per jaar komt te liggen. Harry Caselli Wijsbek zit nog vol plannen als hij in 1999 op 64-jarige leeftijd overlijdt. Zijn echtgenote neemt dan het beheer even over, totdat haar beide zoons Eric en Lucas in 2002 officieel de directie gaan vormen. Zij vervolmaken de plannen van hun vader. Voegen hier en daar nieuwe machines toe.
Harry Caselli Wijsbek
Na het overlijden van Emilie Caselli in 1984, neemt haar neef Harry Wijsbek de leiding over. Hij is de zoon van haar zus Aloysia (1905-1982) en haar zwager Henri Wijsbek (1880-1965). Omdat de naam Caselli dreigt uit te sterven laat Harry zijn naam veranderen in Caselli Wijsbek. Hij richt een besloten vennootschap op, die de activiteiten een professionelere aanpak geven. Zo gaat de steenkolenmijn Valkenburg het gehele jaar open en er komen meer rondleidingen. Een introductiefilm, ogenomen in de Staatsmijn Emma, van zo’n twintig minuten aan het begin van een rondleiding, wekt de eerste interesse, zodat de bezoekers Foto: Jo van Aken
Het restaurant aan de uitgang wordt uitgebreid, krijgt meer sfeer en wordt uitbesteed aan een exploitant. Men kan er nu in een unieke sfeer wat drinken en genieten van een smakelijk diner. Halverwege dat restaurant en de oude ingang komt een nieuwe ruime entree, met daar vlak bij een fossielenmuseum waarvoor Emile Caselli zijn hele leven objecten heeft verzameld. In een aangrenzend gangenstelsel wordt gestart met de aanleg van het “Mergelrijk”. Daarbij wordt aangesloten aan de wandengrote beeldhouwwerken die studenten van een kunstacademie in jaren vijftig maakten. En daar zijn fraaie bij. Hedendaagse beelden en zandsculpturen zijn er aan toegevoegd. Manshoge beelden van personen, maar ook van dieren en gebouwen uit Valkenburg staan er te pronken in een sinistere, schemerige omgeving. Kinderen kunnen zelf met mergel aan de slag. Er is een aparte entree voor deze indrukwekkende rondgang, maar combikaartjes met de Steenkolenmijn zijn ook mogelijk.
Portrettengalerij En er is nog een idee van Emile Caselli verwezenlijkt. In 1924 verzoekt hij de Brabantse kunstschilder Jan Kruysen (1874-1938) om een aantal vooraanstaande Limburgse mannen op de rotswand te tekenen. Zo ontstaat binnen drie weken in een zaal de portrettengalerij,
Deze portrettengalerij is niet toegankelijk voor het publiek en wordt nu alleen gebruik voor speciale gelegenheden als recepties en trouwpartijen. <<
De Mijnwerker De mijnwerker dreigt in Nederland langzaam uit te sterven. Over enkele tientallen jaren kan niemand meer zeggen: “Ik was mijnwerker in één van de Limburgse mijnen”. De laatste mannen van toen zijn nu in de zeventig of ouder. Een van hen is Martin van Dijk, 81 jaar oud en woonachtig in Kinrooi. 42 jaar lang was hij werkzaam bij de Staatsmijnen, later DSM, zowel als chemicus als technicus. Meer dan 26 jaar is hij nu gids in de modelsteenkolenmijn en dat met alle plezier. Hij kan rondleidingen verzorgen in het Duits, Spaans, Engels en Frans. Enkele dagen per week legt hij de afstand tussen zijn woonplaats bij Weert naar Valkenburg af om zijn grote hobby uit te oefenen. “Het is het doorgeven van een stukje van je leven. Ik wil de mensen het gevoel geven dat ze iets meekrijgen. Dat er iets geweest is wat er straks niet meer zal zijn. Je moet ze pakken en zeker ook de kinderen, die ik steevast vertel van het sprookje over de “Koelpötterkes”. Er zijn nu veertien gidsen werkzaam in de mijn, waarvan de helft oud-mijnwerkers. Die laatste categorie wordt helaas steeds kleiner, dus als er geïnteresseerden zijn die affiniteit hebben met deze hobby dan kunnen ze zich aanmelden. Ze zijn van harte welkom.
â&#x20AC;&#x153;Ongewoonâ&#x20AC;? goed voor de lekkere trek of uitgebreid Bourgondisch! De juiste stop tijdens een wandel-, fiets- of motortrip en dan genieten van ons 3-gangen keuze menu voor Dagelijks vanaf 10.30 uur. Voor lunch en diner!
50 26.
onze KIJK ook op a voor in Facebookpag
Speciale n! aanbiedinge
Neerhem 25, Valkenburg 043 - 601 29 65 www.riche-nextdoor.nl
KIJK op Val ken burg 25
Gevarieerde exposities M
Door Jan Schurgers
useum Land van Valkenburg toont in de komende maanden weer een aantal gevarieerde exposities met werken van diverse kunstenaars, belangrijke stukken uit een privé-collectie en zelfs met mode uit China. Een kort overzicht.
Museum Land van Valkenburg Grotestraat C 31 Dinsdag t.m. vrijdag 11.00 – 17.00 uur Zaterdag en zondag 13.00 – 17.00 uur
Entree € 6,- museumkaart en vriendenpas geldig. Info: www.museumlandvanvalkenurg.nl
Suus Elkink en Nic Heffels Nog tot 1 januari loopt in de bovenzaal de expositie “Kleur in Beeld” van Suus Elkink en Nic Heffels. Suus Elkink is een veelzijdig kunstenares. Ze maakt bronzen en keramische beelden, etsen, monotypes en schilderijen. Haar omgeving is haar inspiratie. Gevoelens, gedachten, confrontaties en belevingen worden omgezet in vorm. Al haar werken hebben een duidelijk handschrift. Nic Heffels maakt werken in acrylverf, grafiek, aquarellen van landschappen en keramiek. Zelf zegt hij over zijn werk: “Schilderen is voor mij een constante zoektocht. Waarneming en verwerking van de wereld om me heen is mijn uitgangspunt. Alles is mogelijk.” <
• Frans Erens bij zelfgeschilderd stilleven.
Frans Erens Tot en met 7 januari is er in de grote zaal werk te zien van de nu 91-jarige Frans Erens samen met stukken uit zijn omvangrijke kunstverzameling. Erens heeft in de afgelopen zestig jaar een grote collectie van werken van belangrijke Bergense, Haagse en Limburgse kunstenaars bij elkaar gebracht. Zijn voorkeur ligt echter bij de ZuidLimburgse kunstenaars wier erfgoed hij wil bewaren. Daarin herkent hij zijn eigen identiteit. Hij is vooral gefixeerd op Henri Jonas. “Jonas gaf mij het gevoel dat kunst mystiek werd. Ik kon alleen maar verbaasd zijn over wat ik zag. Dat gevoel liet me niet meer los. Uiteindelijk heb ik zoveel werken van Jonas aangekocht, dat ik de grootste Jonas-verzameling in Nederland bezit.” zegt hij daar zelf over.
Daarnaast kocht hij ook werken van onder andere Edmond Bellefroid, Willem Hofhuizen, Robert Franquinet, Charles Eyck en Robert Graafland. In deze expositie zal hij ook zelf aanwezig zijn als kunstenaar. Zijn opleiding kreeg hij aan de stadacademie van Maastricht ten tijde van directeur Jef Scheffers. Het liefst was hij daarna naar de Jan van Eyckacademie gegaan, maar zijn vader vond het beter dat hij ging meewerken in zijn limonadefabriek ERAL in Simpelveld om een zekerder bestaan te kunnen leiden. Toch bleef hij schilderen en toen de limonadefabriek verkocht werd ging hij ook verzamelen. Het resultaat van beide activiteiten zal in deze expositie duidelijk te zien zijn. Werken van vooraanstaande ZuidLimburgse kunstenaars uit de eerste helft van de vorige eeuw, en eigen creaties als stillevens, interieurs en portretten van onder andere zijn vrouw Käthy. >
WERKEN BIJ HOLLAND CASINO VALKENBURG?
Ben jij gefascineerd door Holland Casino, ben je op zoek naar een veelzijdige (bij)baan en wil jij onze gasten een onvergetelijke ervaring geven? Pak je kans! Holland Casino Valkenburg is op zoek naar kandidaten voor de volgende functie:
Croupier M/V minimaal 2 diensten per week Als croupier ben je diegene die achter de speeltafels o.a. de spellen, Poker, Amerikaans roulette en Black Jack begeleidt. Je bent verantwoordelijk voor een eerlijk spelverloop, maar je zorgt ook voor de verdeling van kaarten en het uitbetalen en innemen van jetons. Je creĂŤert een fantastische sfeer aan de speeltafel zodat gasten optimaal kunnen genieten van het spel.
In alle functies werk je op wisselende dagen, met name in de weekenden, avonden en op feestdagen. Spreekt deze functie jou aan? Stuur je sollicitatiebrief met cv naar sollicitatie@hollandcasino.nl Meer weten? Kijk op onze website voor de volledige vacature: corporate.hollandcasino.nl/nl/werken-bij/vacatures
KIJK op Val ken burg 27
Willy Gorissen Eveneens tot en met 7 januari presenteert het museum in de Charles Eyckzaal werk van Willy Gorissen onder de titel “Eigenzinnig, sprankelend, veelzijdig.” En dat is het werk van Willy Gorissen. Hij wordt op 12 oktober 1915 geboren in Heer. Al op jonge leeftijd blijkt zijn tekentalent en in 1934 schrijft hij zich in aan de Kunstnijverheidsschool in Maastricht. Daar krijgt hij les van onder andere beeldhouwer Charles Vos die zijn leerlingen meeneemt naar Amsterdam en Parijs. Uit zijn vroege werk blijkt duidelijk de invloed van impressionisten als Cézanne, Bonnard, Degas en Gaugain. Later raakt hij in de ban
van Jan Sluyters, Leo Gestel en de Belgische schilders Permeke en Opsomer. Door bemiddeling van de al eerder genoemde Jef Scheffers verwerft hij een studieplaats aan de Rijksacademie in Amsterdam. Het levert een belangrijke bijdrage aan zijn artistieke ontwikkeling op. Hij wil het waarneembare landschap niet op een direct herkenbare manier weergeven. Hij gebruikt het om er in zijn atelier een autonoom kunstwerk van te maken. Zo ontstaan er werken over de omgeving van de Maas en de Jeker, de Sint Pietersberg en de Observant. De eerste schilderijen zijn in olieverf, maar later zal hij alleen nog op karton en papier werken in verschillende technieken zoals houtskool, aquarel, gouache en pastel. Een studiereis naar Italië zorgt voor een exotisch coloriet met meer nuances tussen licht en donker. Willy Gorissen overlijdt in 2006 en laat een groot oeuvre achter. Een selectie daaruit is nu in het museum te zien. <
Monique Derwig De passies in het leven van Monique Derwig, reizen, andere culturen, alles wat handen kunnen maken, kinderen en fotografie worden gecombineerd in haar verzameling etnografische kinderkleding, die momenteel uit 600 stukken bestaat. Tijdens deze expositie, die op 12 november van start gaat, staat de fascinerende kinderkleding uit China centraal. Hele kostuums, babycarriers, jasjes, kragen, schoentjes en mutsen zijn er te bewonderen. Het grote vakmanschap van de vrouwen wordt geïllustreerd door foto’s en video’s. Met twee kindermutsjes van de Miao uit China begon in 2002 de collectie van Monique Derwig. Het is een fascinatie die nog steeds toeneemt. De traditionele kleding toont een verbinding met de cultuur waar het kind bij hoort. Op bepaalde momenten in het leven van het kind wordt er speciale kleding gemaakt en gedragen. Zo hoort er steeds weer een ander kledingstuk bij de geboorte, de viering van een verjaardag, de eerste schooldag, nieuwjaarsdag of de overgang naar de puberteit. Monique heeft een selectie uit haar verzameling gemaakt die tijdens deze tentoonstelling, die duurt tot 8 januari, te zien is. <<
Volksgezondheid Het ministerie van Volksgezondheid heeft een nieuwe bewegingsnorm uitgevaardigd: 150 minuten matig tot intensief bewegen per week. Die norm haal ik met gemak. Ik wandel graag. Dat doe ik bij voorkeur met man en hond en dan gewoon het liefst in onze mooie gemeente. De laatste tijd wandelen we georganiseerd of voorgekauwd. Het laatste gewapend met een printje of wandelgidsje, het eerste van routewijzer tot routewijzer. Ik kan het iedereen aanbevelen. Je komt op plekken waar je normaal niet snel komt en zo ontdek je pareltjes binnen een straal van 5 kilometer van je huis. Een paar weken geleden hebben we meegelopen met de Mergelwandeling. Die begint en eindigt steevast in het café in Sibbe. De weg ertussen is iedere keer een verrassing. Dit keer liepen we langs het idyllische kasteel Schaloen om vervolgens de klim in te zetten naar de kluis op de Sjaasberg. Het was niet de eerste keer dat ik het kluisje bezocht, maar het is en blijft een indrukwekkende plek. Zelfs onze puberhond was een nanoseconde stil en ingetogen. Speciaal voor de Mergelwandelaars vertelde een van de vrijwilligers een gloedvol verhaal over de bewoners van de kluis. De man had geluk. Een van de toehoorders bleek alwetend en corrigeerde hem telkens waar ze nodig achtte op minzame wijze. Dit tot grote irritatie van de overige aanwezigen. Met een onnavolgbare vergelijking tussen een van de bewoners en IS wist ze echter onze bloeddruk tot ongezonde hoogten te stuwen. Toen wij onze weg vervolgden, mijmerde ik verder over de kluizenaars. Sommige religieuze tradities schreeuwen om eerherstel, al was het maar als bijdrage aan de volksgezondheid. Claudia Bisschops claudia@soe-strategy.com
28 KI J K o p Va l k e n b u r g
DE R E E OMMEMERS N E R GE DERN ON
Theo Rooding:
Valkenburgse levensgenieter en horecaman in hart en nieren
T
heo Rooding is niet alleen eigenaar van Hotel Riche; we kennen hem ook als burgerraadslid, als voorzitter van de Koninklijke Horeca Nederland van de gemeente Valkenburg, als lid van motorclub De Bokkeriejersj en als paardenliefhebber. Een horeca-man die bruist van de energie! Theo vertelt aan ‘Kijk op Valkenburg’ hoe het allemaal begon... Door Danielle Schurgers Theo: ‘Ik ben geboren en getogen in hotel Riche aan de Neerhem. Als zoon van hotelhouders is het vak me met de spreekwoordelijke paplepel ingegeven. Als kind was ik een jaar of negen toen ik begon te helpen in de keuken. Zodra ik uit school kwam, hielp ik hier mijn moeder. Zij was toendertijd de kokkin van het hotel. Van schnitzels paneren tot pudding draaien, mijn moeder leerde me alles! Ik heb altijd in de keuken meegedraaid en leerde later via de ‘Escoffier-methode’; echt vanaf de basis koken. Zo lagen er letterlijk 2 kippen die ik moest strippen en zelf verder moest bereiden. Achteraf een goede leerschool! Toen ik op het voortgezet onderwijs zat, werd mijn moeder plotseling ziek, iemand moest haar taken overnemen. Op 16-jarige leeftijd stopte ik dan ook met school en werd ik fulltime kok in het hotel.’
Wat was typerend voor het horecavak toen? Theo: ‘Aangezien de voorraden beperkt waren, we hadden nog geen goede koelingen of diepvriezen, werd echt alles nog vers gemaakt. Zodra er gasten in het hotel kwamen die een warme maaltijd wilden, fietste ik als klein manneke naar slagerij Lebouille om twee karbonaadjes te halen. Zij stonden letterlijk dag en nacht stand-by voor ons, geweldig! Daarnaast was het horecaseizoen een stuk korter. Tegenwoordig zijn we het gehele jaar geopend, vroeger gingen we van september tot Pasen dicht. Samen met mijn vader renoveerde ik dan delen van het hotel, we deden alles zelf. Van het loodgieterwerk tot tegelzetten, we werkten de hele winter door! Nu vernieuwen we het hotel constant; de gasten gaan tegenwoordig uiteraard voor een stuk comfort.’
KIJK op Val ken burg 29
Hoe verliep uw verdere loopbaan? Theo: ‘Ik ben op jonge leeftijd vader geworden en wilde dan ook al snel mijn eigen zaak starten. Toen ik 17 jaar was, begon ik een friture aan de Neerhem. Binnen 3 jaar groeide dit uit tot een Petit restaurant waar we dus ook grotere maaltijden serveerden. Vervolgens zijn we overgestapt naar het Brand Bierhuis tegenover het station. Toen ik op 26- jarige leeftijd weduwnaar werd, heb ik de zaak verkocht. Graag wilde ik een dagzaak starten zodat ik s’avonds bij mijn kinderen, Patrick en Suzanne, kon zijn. Vervolgens heb ik vijf jaar lang een lunchroom uitgebaat, de voormalige zaak van familie Spronck. In 1987 heb ik hotel Riche van mijn vader overgenomen. Vervolgens heb ik in 1998 een boerderij gekocht in Houthem waar ik paarden ben gaan fokken. Een uit de hand gelopen hobby, want na een paar jaar had ik 20 paarden. Toendertijd kwamen mijn kinderen ook in het hotel werken, waardoor ik wat meer tijd voor mijn hobby kreeg. In 2005 heb ik garage Caubo tegenover hotel Riche gekocht. In eerste instantie omdat het parkeren van onze gasten een probleem was. Maar we vonden het pand zo leuk dat we het helemaal gestript en opnieuw ingericht hebben. Daarnaast werd de behoefte aan comfort steeds groter bij de gast, vandaar dat we er 8 comfort suites hebben gerealiseerd. Nu biedt deze plek, naast de suites, ruimte aan Brasserie Next Door, een kapsalon en maarliefst 80 parkeerplaatsen.’
Waarom koos u voor een tweede zaak? Theo: ‘Het was natuurlijk een buitenkans dat het pand tegenover hotel Riche te koop kwam. We zagen toen al dat dineren in een hotel voor niet-gasten te hoogdrempelig was. Een brasserie is toegankelijk voor iedereen. Zo hebben we ook het à la carte restaurant van hotel Riche verplaatst naar Riche Next Door. Al onze gasten dineren hier dus en Riche Next Door is dan ook echt een onderdeel van het hotel. In het hotel zelf wordt nog gekookt voor groepen en partijen en wordt het ontbijt geserveerd. Riche Next Door is echt mijn kindje geworden; een leuk zaakje dat vanaf 12 uur open is met een wisselende kaart; van saté tot kreeft. Onze chefs en ik hebben hier een enorme vrijheid qua koken en keuze van
• De hele familie werkte mee. het menu. Dit houdt je fit en fris. Daarnaast organiseren we ook steeds maandelijks een Jazz avond. Ik ben hiermee gestart in 1978 in het Brand Bierhuis en dat is nog steeds een succes.’
Waar dankt Hotel Riche zijn naam aan? Theo zegt lachend: ‘Dat is een mooi verhaal. In de jaren 40 toen mijn ouders net verkering hadden, zat mijn vader als marinier op het vliegdekschip Karel Doorman en werkte mijn moeder als kamermeisje in Valkenburg. Mijn ouders spraken dan stiekem af in de weekenden en ze vertelden thuis dat ze bij tante Ali in Arnhem waren. Dit was een vrijgevochten tante van mijn vader die mijn ouders graag van een alibi voorzag. Mijn ouders zagen elkaar dan bij hotel Riche in Arnhem en daar is de liefde geboren haha. Toen ze eenmaal getrouwd waren en hier het hotel begonnen, moest het hotel uiteraard hiernaar vernoemd worden!’
Wat is uw succesformule? Theo zegt resoluut: ‘Het horecavak is mijn passie, ik zie het niet als werken maar als een hobby. Het horecavak MOET ook een passie zijn, zonder dat lukt het niet. Thuis waren we met 6 kinderen; 2 jongens en 4 meisjes. Uiteindelijk zijn we alle zes in de horeca terecht gekomen of als eigen onder-
nemer gestart. Het zit in ons bloed! De omgang en tevredenheid van gasten daar doe je het toch voor! Ik geniet enorm van de sfeer en de drukte in de zaak. We hebben veel vaste gasten, we vinden het belangrijk om hen op een persoonlijke manier te benaderen en hen thuis te laten voelen. Zo noteren we bij de check-in altijd de geboortedatum van de gast en sturen we een verjaardagskaartje om hen te feliciteren. Het zijn de kleine, persoonlijke dingen die het doen. Gasten waarderen dit enorm!’
Hoe ziet u de toekomst van de Valkenburgs hotellerie met al die nieuwe hotels? Ik denk dat de je vooruitgang niet kunt tegenhouden. Er is vraag naar tophotels, de huidige gast is verwend en mondig. Als er een kraan druppelt of een wc-bril los zit dan lees je het meteen terug op internet. Dat is frustrerend maar tegelijkertijd een uitdaging om je zaakjes voor elkaar te hebben en te houden. Ik ben wel heel bezorgd voor de kleinere hotels en pensions, de nieuwe hotels zullen ongetwijfeld de prijzen onder druk zetten. Er zijn namelijk al veel te veel bedden in Valkenburg. Ik zie tarieven voorbij komen van 25 euro p.p. in een 4-sterren hotel. Daar kunnen die kleintjes niet tegenop. Wat dus eerder is gebeurd met de kleinere winkels en speciaalzaken gebeurt nu met deze kleine hotels. De grote vraag is echter; wat te doen met deze zaken? >>
KIJK op Val ken bur g 31
Halloween om te wenen
• Theo met enkele leden van Motorclub ‘De Bokkeriejers’ op toer door Amerika en Ierland.
Het is zeer belangrijk dat deze zaken een hotelbestemming houden. Als we hier niets aan doen dan voorspel ik straks veel leegstand. En wellicht nog erger; wat moeten de eigenaren gaan doen? Er zal toch brood op de plank moeten komen. Hier zal de gemeente en met name de provincie een oplossing voor moeten vinden. Persoonlijk ben ik van mening dat er alleen nieuwe hotels mogen komen op de plekken van de bestaande hotels.
Hoe ziet een typische dag er voor u uit? Theo: ‘Een typische dag bestaat voor mij niet, elke dag is anders. Ik werk 7 dagen in de week en heb geen vaste werktijden. Soms maak ik dagen van 14 uur, soms ben ik er maar een uurtje. Toch ben ik elke dag op de zaak, dat is mijn eigen routine. Ik kook twee dagen per week, werk twee dagen aan de receptie, draai twee ontbijtdiensten en voor de rest ben ik op mijn eigen kantoor te vinden. Gelukkig heb ik een vast team van zes medewerkers om me heen, aangevuld met 15 parttimers.’
Heeft u nog tijd voor ontspanning? Theo: ‘Absoluut! Van het leven genieten met mijn vrouw Bianca, paardrijden en motorrijden horen daar zeker bij! Ik ben al 25 jaar lid van Motorclub ‘De Bokkeriejers’. Een gezellige club mannen, allemaal zelfstandig ondernemers uit Valkenburg en omstreken. Jaarlijks maken we een leuke reis op onze Harleys. Zo ben ik net terug van een trip naar Ierland. We zijn al hele de wereld samen over gereisd; van Australië tot Mexico en van Zuid-Afrika tot de Verenigde Staten. Op de motor kom ik tot rust.’
Dus u denkt er nog niet aan om te stoppen? Theo: ‘Nee, voorlopig nog niet! Tenzij de juiste kandidaat zich voordoet natuurlijk. Maar ik heb vier kleinzonen, wellicht zit daar de toekomstige directeur wel tussen! In elk geval geniet ik tot die tijd nogvolop van het horecavak!’ <<
Er zijn van die gebruiken in onze samenleving die lijken op een traditie, een voortzetting van iets van vroeger, van heel lang geleden, maar die dat helemaal niet zijn. Meestal zijn het uit Amerika overgewaaide verschijnselen, zoals de steeds uitgebreider wordende verlichtingen en versieringen met kerstmis. Vroeger alleen binnenshuis. Tegenwoordig tot aan gevel, dak en tuin. Of het steeds intensiever wordende vuurwerk in de Oudejaarsnacht met een verspillende treurigheid aan geld. Een ander “feest” is Halloween. Tot zo’n dertig jaar geleden had hier nog niemand van gehoord. Daarna is het een steeds grotere plek gaan innemen bij sommige ouders en kinderen. Met angstaanjagende gezichten trekken ze door de straten in zwarte kleding, bloed om de mond, afgrijselijke kreten uitstotend en op deuren en ramen slaand. Leuk is dat niet. Verre van. En het heeft helemaal geen voedingsbodem in onze samenleving. Het is niet ontstaan uit eeuwenoude traditie en dus ook geen folklore. Dit past hier niet en roept irritatie op bij mensen die er onverwachts mee te maken krijgen. Hebben die kinderen daar plezier in of zijn het meer hun ouders. Zou het niet veel beter zijn om hun energie te steken in de organisatie rond Carnaval. Een eeuwenoud feest dat vaste voet heeft in onze bodem. De kinderen kunnen zich verkleden, plezier maken, meelopen in een optocht en zich amuseren. De Valkenburgse carnavalsverenigingen zouden blij zijn met wat extra handen in de organisatie. Zeker bij de jeugdcarnaval zijn nieuwe, frisse krachten heel welkom en die stuwen de Valkenburgse traditie dan weer voor een aantal jaren vooruit. Bloeiend en groeiend en passend in onze cultuur.
Vindt u dat nou ook niet?
32 KI J K o p Va l k e n b u r g
Foute borden: aanpassen of weghalen? I
Tekst en foto’s van Jan Diederen
n deze aflevering van het kwartaalmagazine ‘Kijk op Valkenburg’ wil ik een minder serieus onderwerp aankaarten: foute borden. Dat zijn borden met een verkeerde of gedeeltelijk verkeerde tekst en borden die overbodig zijn. Ik beperk mij tot enkele borden in de gemeente Valkenburg aan de Geul. Want anders zou er wel een boek mee gevuld kunnen worden. Als eerste een bord bij het restant van een perronoverkapping naast de Bronsdalgroeve in Geulhem. Daarop staat dat de plek op het einde van de Tweede Wereldoorlog bestemd zou zijn om vliegende bommen af te vuren die in de Bronsdalgroeve zouden worden gefabriceerd. De Duitse bezetter was op het einde van de Tweede Wereldoorlog wel van plan om in de groeve BMW-vliegtuigmotoren te repareren, maar het bleef bij voorbereidingen omdat de opmars van de Amerikanen sneller ging dan de Duitsers hadden verwacht. Als men weet dat raketten, zoals vliegende bommen, niet horizontaal worden gelanceerd maar verticaal, is duidelijk dat er onzin wordt verteld op het bord. Het verhaal stamt van Melanie Bemelmans, lang geleden de gastvrije waardin van café de Geulhemermolen. Zij vertelde het te hebben gehoord van Duitse officieren toen die in haar herberg
een glas bier kwamen drinken. De gedeeltelijk bewaarde betonnen spanten zijn de restanten van een vooroorlogse perronoverkapping. Er liep ooit een smalspoor vanaf de Bronsdalgroeve naar het station van Meerssen voor het vervoer van mergel, die werd gebruikt voor de productie van kunstmest door het SBB, het stikstof bindingsbedrijf, in Geleen, ooit een dochter van de Staatsmijnen. De man die dat wist is de Meerssense historisch onderzoeker Joop Geysen. Hij woonde aan de Veeweg van Meerssen richting de groeve en de spoorlijn liep langs zijn voordeur. Hij heeft mij ooit een foto van het smalspoor laten zien. <
Wonen in twee kernen? Als iemand vertelt dat hij in ‚Berg én Terblijt‘ woont zeg ik hem onomwonden: dat kan niet.
Om dat te verduidelijken moet je de plaatsnamen maar eens verwisselen: iedereen zal beamen dat het onmogelijk is om in ‚Terblijt én Berg‘ te wonen. In twee aparte kernen dus. Tot de herindeling ging dat wel nog op omdat ermee de gemeente Berg en Terblijt kon worden bedoeld. Maar die gemeente is begin 1982 opgeheven en bij de nieuwe gemeente Valkenburg aan de Geul gevoegd. Het plaatsnaambord ‚Berg en Terblijt‘, dat nog op de top van de Rasberg staat, mag dus verdwijnen. <
Op een bord van Natuurmonumenten, dat nabij de Drie Beeldjes staat, irriteert mij de ‚l‘ in het woord Schaelsbergerbos. Die ‚l‘ is er ooit met de haren bijgesleept door de oudpastoor Ad Welters. Hij vond dat de naam van de berg met de alom bekende kluis was afgeleid van ‚schedelberg‘, want dat was volgens hem ook het geval met de Schilberg in zijn geboorteplaats Echt waarop toevallig ook een kluis staat. Maar zo simpel mag je geen verbindingen leggen. In het boek ‚Kluizenaars in Limburg‘ (1950) schrijft Welters op pagina 24 dat Schilberg en Schaelsberg dezelfde afleiding hebben, namelijk van Schedelberg. „Op beide plaatsen vinden wij dan ook de Calvarieberg terug in de vorm van een veldkruis, waaruit zich later de kluis ontwikkelde,“ aldus Welters. Blijkbaar wil de pastoor o zo graag de Calvarieberg uit Jeruzalem, waarop Christus is gekruisigd en waarvan de vertaling ook ‚schedelberg‘ is, naar Limburg halen. In hetzelfde boek schrijft hij op pagina 101 dat de naam ‚Tsaeschberg‘ reeds voorkomt in een acte uit 1455, die zich in de inventaris van het klooster Sint Gerlach te Houthem bevindt. Bij elke naamkundige zou nu een belletje gaan rinkelen. Het is dus Schaesberg zonder ‚l‘. De betekenis kan ‚scheidingsberg‘ zijn, een ‚waterschei‘ of heuvelrug tussen twee dalen met elk een aparte waterafvoer. Hier het dal van Euverem aan de westkant en het dal van de Walemerweg aan de oostkant.
Overigens gaat mijn voorkeur uit naar Schaasberg met dubbele ‚aa‘ boven de ouderwets ‚ae‘ om de simpele reden dat de ‚ae‘ in ‚Sjaesberg‘ in het Valkenburgse dialect wordt uitgesproken als de ‚ai‘ in het Franse ‚migraine‘. Zeg het maar eens hardop: Sjaisberg! <
Onderweg van Valkenburg naar Houthem is na de rotonde bij de Beekstraat een bord te zien met de vermelding ‚Strabeek‘ en daaronder de toevoeging ‚Houthem - Sint Gerlach‘. Dat kan niet serieus zijn. Alsof de buurtschap Strabeek tot een gemeente ‚Houthem - Sint Gerlach‘ zou behoren. De samenvoeging ‚Houthem - Sint Gerlach‘ is alleen te horen in de trein als die het plaatselijke station nadert. Weghalen of aanpassen dus. <
Geen Spaans Leenhof In het verleden heb ik al vaker in woord en geschrift betoogd dat het monumentale gebouw, waarin al decennialang de VVV Het
Geuldal (nu Zuid-Limburg) is gevestigd, onmogelijk onderdak kan hebben geboden aan het Spaans Leenhof. Argumenten en bewijzen zijn er te over. In het kader van dit verhaal beperk ik mij tot een tweetal. Na de tachtigjarige oorlog en de onzekere nasleep daarvan werd het Spaans Leenhof, een soort rechtbank die namens de Spaanse koning diens leengoederen verpachtte, in ere hersteld. Omdat dit niet meer kon in de Staats (of Hollands) geworden stad Valkenburg werd het Spaanse leenhof in 1667 ondergebracht in een gebouw in het gehucht Sint Pieter, dat behoorde tot de heerlijkheid Schin op Geul die Spaans was gebleven. De eerder genoemde pastoor Welters gaat in de fout als hij de huidige Gosewijnstraat rekent tot Sint Pieter. Hij beweerde dat de Geul de grens tussen Staats Valkenburg en Spaans Schin op Geul zou zijn. Maar in een acte uit 1698 is het bewijs te vinden dat niet de Geul maar de huidige Reinaldstraat de grens vormde. In de acte staat beschreven hoe schout en schepenen van enerzijds Valkenburg en van anderzijds Schin op Geul een grenscontrole starten op de straat gaande van Sint Pieter naar Sint Gerlach. Het blijkt dat de eigenaren van de percelen aan de Valkenburgse kant al de verplichte reparatie van de straat tot op hun helft zijn nagekomen. Die van de Schin op Geulse kant krijgen de wacht aan gezegd om dat ook op hun helft te doen. Geen sprake van de Geul. Een minstens zo sterk argument kan worden verkregen uit eigendomsverhoudingen en bewoning van het pand in de Gosewijnstraat, zoals aan de hand van archiefstukken is uitgezocht door de historicus Lei Deckers. Dan blijkt dat op 17 juli 1702 Maria Catharina Limpens het huis erft dat dan bewoond wordt door Willem van de Roer, schepen van Valkenburg en griffier van het Staats leenhof. Het zal toch niet waar zijn: de griffier van het Staats leenhof woont in het Spaans leenhof! Op 16 april 1725 wordt het pand verkocht aan Maria Hester de Vignon, de weduwe van Willem van de Roer. Het blijft daarna in het bezit van deze voorname Protestante familie met in 1770 als laatste erfgenaam W.D. de Vignon, de Staatse luitenant-drossaard van Valkenburg. Intussen heeft bij voorbeeld ene Thomas Sleijpen op 11 maart 1737 ‘sijn voorcaemer aen de straet tot Sinte Peter bij Valckenborgh‘ • De Alkmaarse stadsarchivaris C.W. Bruin vis tekent in 1882 dit gebouw dat hij ‚Huis van den heer Quaedtvlieg‘ noemt.
•
De boerderij op Sint Pieter waarvan eigenaar Thomas Sleijpen de voorkamer aan de straat verhuurt als vergaderzaal voor de leden van het Spaans Leenhof. Het Middeleeuwse gebouw is in 1965 afgebroken na het vertrek van de zusters Franciscanessen van de heilige Jozef naar het voormalige Jezuïetenklooster.
verhuurd ten behoeve van het Spaans Leenhof. Dat valt niet met elkaar te rijmen. <
Strucht verdwenen? Met een plaatsnaambord ‚Strucht‘ is eigenlijk niets mis. Behalve dan dat het is verdwenen. Buurten als Schoonbron, Walem, IJzeren, Strabeek, Sint Gerlach, Vroenhof, Vilt, Geulhem en Terblijt hebben wel een eigen plaatsnaambord en Strucht niet. Dat is raar en historisch gezien een blunder. Al die genoemde gehuchten hadden niet wat Strucht wel bezat: een historie als zelfstandige heerlijkheid en naderhand gemeente. Op 23 mei 1988 is het verzuim hersteld als in aanwezigheid van onder andere de schutterij van Strucht (!) een bord Strucht wordt onthuld aan het begin van de buurt komend uit Oud-Valkenburg. Toenmalig wethouder Martin Eurlings onderstreepte in zijn toespraak historisch belang van het bord. Wanneer het daarna is weggehaald en waarom is onbekend.
•
Onthulling van het bord ‚Strucht‘ met rechts koning Hans Ackermans en koningin Carla van de schutterij; rechts de wethouders Martin Eurlings, Ed Sprokkel en René Simons. (Foto: Frits Widdershoven in het Limburgs Dagblad van 24 mei 1988).
Als ene Don Quichot, die vecht tegen windmolens, heb ik niet de illusie dat nu snel bordjes worden verhangen. Ik troost me met de gedachte dat wat niet is ooit nog eens komen kan. <<
INGEZONDEN GEDICHT Mie Valkeberg Sjoan ies ‘t sjtedsje wao iech bin gebaore Valkeberg, parel in ‘t Limburgse land Hie kôm iech truuk auch al ies ‘t nao jaore Ummer opnuus reik ich diech weer de hand Sjoan zin de heuvele die diech umzuime wao de rewien en d‘n toare op sjtaon Sjoan de drie beeldsjes um sjtil weg te druime Iech houp dat iech noats mié hie weg hoof te gaon Sjoan zin de waegskes die veer dêk bewandele ummer opnuuj langs de kabbelende Geul Sjoan ies ‘t Geulstrand wao veer kinne wandele Kint geer begriepe wie gruétsj iech miech veul Sjoan zin de grotte door luuj oetgebrauke altied de auge nao baove geriech Sjoan zin de weurdsjes zoa dêk oetgesjpraoke „Valkeberg“ sjtedsje iech houd väöl van diech F.A. Stevens
Kleine krasjes, grote crashes? Bij ons vervangend vervoer!
KIJK op Val ken burg 35
Schrijvende Valkenburgers kijk op
kijk op
Hoewel geen Valkenburgse is het vanwege haar werkzaamheden in ons stadje gerechtvaardigd om het nieuwste boek van Anya Niewierra in deze rubriek op te nemen. Het is haar tweede boek en het werd aangekondigd als een spannende thriller met de titel “Het Dossier”. Het is het verhaal van de 46-jarige Josta Bresse die slachtoffer wordt van orgaanroof. De Nederlandse recherche stuit tijdens een onderzoek op het duistere DDR-verleden van Josta. Daarom keert ze terug naar OostBerlijn, waar ze destijds als kunstvervalser deel uitmaakte van de zogenaamde “Königstein Gruppe”. Dit team werd vlak voor de val van de Muur door de Stasi afgevoerd naar de gevangenis Hohenschönhausen, vanwege een
geheim dossier. 25 jaar later blijkt dit dossier nog steeds bedreigend te zijn voor Josta. Ze wil het koste wat kost in handen krijgen, maar de macht van haar tegenstanders blijkt groot. Heel groot. Zo ontstaat er een beklemmende sfeer met een verrassende ontknoping. Bijzonder is het omslag van het boek. De letters van de titel zijn uit de kaft geponst, waardoor de lezer de kleurige fragmenten ziet van een onderliggend schilderij. Ook dat maakt nieuwsgierig.
Anya Niewierra. Het dossier. B for Books bv, 320 pagina’s € 19,95.
WOORDZOEKER
doe mee
Maak kans op een
Cadeaubon t.w.v.
50.-
Aangeboden door Ivographic Reclamemakers
Woordzoeker 28
Oplossing woordzoeker 27
Elk woord komt eenmaal voor in het diagram. De woorden kunnen zowel horizontaal, verticaal als diagonaal staan. Sommige woorden staan achterstevoren. Een paar letters en woorddelen kunnen dubbel gebruikt worden. Streep alle woorden door. De overgebleven letters vormen de oplossing. Stuur de oplossing/slagzin met uw adresgegevens, E-mailadres en telefoonnummer op een voldoende gefrankeerde briefkaart naar;
“NIEUW ONDERGRONDS RESTAURANT”. De prijs is aangeboden door: Restaurant Daelhemergroeve, Valkenburg. De winnaar is: Marjo Disch-Roukens uit Ulestraten. Proficiat met deze prijs!
KijK op Valkenburg Hekerweg 43 6301 RJ Valkenburg aan de Geul Eind januari 2018 krijgt de winnaar automatisch bericht via E-mail of per post en wordt het verder bekend gemaakt op onze website: kijkopvalkenburg.nl. Veel Succes! BERKELPLEIN BLOKBREKER BOSSEN DAELHEMERGROEVE GESCHIEDENIS GEULPOORT GRATIS GRENDELPOORTJE KASTEELHEREN KOFFIE KORENVELDEN KWARTAALBLAD LANDSCHAPPELIJK
LEKKER MAGAZINE MEENEMEN MERGELRIJK MOSASAURUS ONVERGETELIJK OORLOGSMONUMENT ORCHIDEEENTUIN RUÏNE SCHAAPSHERDER SPORT SPROOKJESBOS STATION
STEENKOLENMIJN STREEKPRODUCTEN TERRASJES THEE TOERISTEN UITZICHTTOREN VALKENBURGS VERGEZICHTEN VESTINGSTAD VLAAI VUURSTEENGROT WIELERPARCOURS WILHELMINATOREN
W I L H E L M I N A T O R E N S K G G T N E R E H L E E T S A K G W T J R R N O K J I R L E G R E M O B I R I S E A I R W T I A A L V J E R E E E L G N A T U G A O B M A G S E E R L E E R D T S I T N R E O G N A N N K E K P U E A N P S N E T R S E R E V E R P P B L K T E R I E E A I S R M E L P R A N P E E S M O N E T A S E E L P A O H E O L I R G U O E E S L T N D L R D C K O L E F B N N K D D R B E E E C U S L R N E K F K I O J E I U L N I O C D A T H E E K O O T M E I H U A N U T N V J Z E N M E K L S S S H C V D R E A G E U L P O O R T B E G B C R N S N L S U R U A S A S O M S V O O S O O E V E O R G R E M E H L E A D L S E E I K J I L E T E G R E V N O A G R A G N T N E R O T T H C I Z T I U T R O P S Ï A R E D R E H S P A A H C S Z I O N E U T M A G A Z I N E T H C I Z E G R E V R S