2 minute read

Voorwoord en dankwoord

Gerrit Jacobus Gerrits (Nieuwer-Amstel 1893-Amsterdam 1965) was een gedreven kunstenaar en voorvechter van een betere maatschappelijk positie voor beeldende kunstenaars. Een warme persoonlijkheid, die altijd klaar stond voor zijn vrienden. In de Nederlandse kunstwereld speelde hij vier decennia lang een prominente rol. Hij was medeoprichter en voorzitter van de kunstenaarsgroep Vrij Beelden, oprichter en voorzitter van de Kring van Nederlandse grafici en tekenaars en van Creatie, medeoprichter en bestuurslid van Liga Nieuw Beelden, werkend lid en bestuurslid van De Onafhankelijken en werkend lid van De Brug en De Grafische. Hij had zitting in diverse rijkscommissies, tentoonstellingscommissies en jury’s en was betrokken bij verschillende initiatieven om te komen tot een betere maatschappelijke positie van kunstenaars. Zijn oeuvre is bescheiden van omvang 1, maar van hoogwaardige kwaliteit en bestaat uit circa vijfhonderd werken: olieverfschilderingen, gouaches, aquarellen, tekeningen, grafiek, sculpturen en keramische borden. Telkens weer weet hij zich te vernieuwen. Na zijn figuratieve jaren richt hij zich vol overtuiging tot de abstracte, of absolute kunst. Maar altijd blijft hij zoekende en soms kan dit betekenen dat hij zich, zonder deze te imiteren, weer wendt tot de natuurlijke werkelijkheid als bron van inspiratie. Zelf zei hij daarover: ‘Ik experimenteer steeds en neem voor mijzelf de vrijheid te veranderen wanneer ik mij daartoe innerlijk geroepen voel.’ 2

Naar aanleiding van zijn overlijden omschreef het Algemeen Handelsblad zijn oeuvre als ‘een kunst die alleen bij enkele fijnproevers terecht kon komen.’ 3 Hoe fel zijn strijd ook was voor de maatschappelijke positie van kunstenaars en voor de erkenning van de absolute kunst, wanneer het over zijn eigen werk ging stelde hij zich altijd zeer bescheiden op. Zijn schilderijen exposeerde hij vooral op groepstentoonstellingen. Wellicht dat hierin de reden is gelegen dat zijn werk, ondanks de belangrijke rol die het speelde in de Nederlandse kunstwereld, met name na de Tweede Wereldoorlog, enigszins naar de achtergrond is verschoven. Maar zeker niet vergeten. Er zijn altijd collectioneurs van zijn werk geweest en zijn schilderijen worden regelmatig in museale presentaties getoond.

Zonder Henk Walst (1929-2021), neef van Ger Gerrits, was deze publicatie niet mogelijk geweest. Hij ordende het archief van de kunstenaar, deels in zijn bezit en deels bij het rkd-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis te Den Haag. Maar bovenal bracht hij het werk van Gerrits onder de aandacht. Vaak wordt een kunstenaar na zijn overlijden vergeten. Henk Walst zorgde dat er een overzichtstentoonstelling kwam in het Gemeentemuseum Arnhem in 1993. Hij was altijd bereid vragen te beantwoorden, of het nu in het kader van een aanstaande expositie of publicatie was, of van het documenteren van kunstwerken in bezit van publieke instellingen in Nederland. Ook verzorgde hij een website over leven en werk van Ger Gerrits, www.gergerrits.com. Helaas heeft hij het verschijnen van deze publicatie niet meer mogen meemaken.

1 De omvang van het oeuvre van Gerrits is niet exact bekend. Zie appendix ii voor zijn productie in de jaren 1947/48/49/50,51/53/54.

2 E.S. de Jongh - ‘Huidige beeldende kunst niet uitsluitend abstract. Moderne stromingen wekken onbegrip en argwaan bij publiek’ in: Het Parool 27/8/1955.

3 ‘Bij de dood van een te weinig bekende. Ger Gerrits, groot man, waarachtig kunstenaar’ in: Algemeen Handelsblad 12/7/1965.

Graag bedank ik de volgende personen en instellingen, die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van deze publicatie. Allereerst Stichting Jaap Harten Fonds, dat de publicatie ondersteunde met een genereuze financiële bijdrage. Ook het De Gijselaar-Hintzenfonds, Stichting Gifted Art en Creatie Art ondersteunden de publicatie financieel. Mijn grote dank gaat uit naar Nitha Kosten, echtgenote van Henk Walst, die mij steeds met raad en daad bijstond, naar Irene de Groot, die alle werken in particuliere collecties fotografeerde, Stedelijk Museum Amsterdam: Michiel Nijhoff, Maartje Janssen, Bart Brouns, Hetty Wessels; Rijksmuseum Amsterdam: Maria Smit; Museum Arnhem: Jelle Bouwhuis; Stadsarchief Amsterdam: Monique Peters; Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: Yuri van der Linden, Cor Mulders; Rijksmuseum Twenthe: Ruud ter Beeke; Tel Aviv Museum of Art: Sophia Berry Lifschitz en Yaffa Goldfinger; Mark Smit kunsthandel; Lyklema Fine Art; Sotheby’s: Marguerite van Poll; en Tonny en Ed Beek, Sonja Wijs, Etienne Boyer, Arnold Ligthart, Annemieke Jurgens, Erik Paol, Rob Delvigne, Marius Sterrenburg, Ron Smit (uitgever); Thecla Berghuis (tekstredactie), Ad van Helmond (vormgeving) en Lisa Branolte, mijn steun en toeverlaat.

Koos van Brakel

This article is from: