TaalSterk Schilders

Page 1


Ta

al

ler

en

lsterk aan het werk Taa

Inhoud: 1

Op zoek naar werk

2

Solliciteren

3

In gesprek over het arbeidscontract

4

In gesprek over arbeidsvoorwaarden

5

Het functioneringsgesprek

6

Ziek- en betermelden

7

Werkoverleg / teamvergaderingen

8

Overleggen met collega’s

9

In gesprek met collega’s

1

Klantcontacten

2

Rapporteren

3

Omgaan met arbo-voorschriften

4

Klachtenbehandeling

5

Werkinstructies begrijpen

Tel. (035) 543 24 91, fax (035) 543 24 90, info@kleurrijker.nl, www.kleurrijker.nl © KleurRijker, Soest. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd in enige vorm zonder nadrukkelijke toestemming van de organisatie KleurRijker.


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

KleurRijker

Deze module gaat over … Werkinstructies begrijpen.

Je kunt mondelinge en schriftelijke instructies begrijpen. Je kunt vragen stellen over een instructie. Je weet hoe je een mondelinge instructie geeft.

De film

Werk specifiek, module 5: Werkinstructies begrijpen.

Ga naar www.kleurrijker.nl en bekijk de film. Bespreek: • • • •

Kun je de film goed verstaan? Begrijp je waar het over gaat? Wat begrijp je nog niet? Wat wist je al? Wat wist je nog niet? Vind je de film leuk? Waarom wel/niet?

Werk specifiek

5-1


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Wat kun je?

Werkinstructies begrijpen 1. Ik kan een mondelinge instructie bij een machine of apparaat begrijpen. 2. Ik kan instructies lezen. 3. Ik kan vragen stellen over de werkinstructies.

Dat kan ik goed

Dat kan ik met hulp

Dat kan ik nog niet

Dat wil ik leren

Deze situaties ga je oefenen. Je kunt ook een bewijs verzamelen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of je begeleider.

Werk specifiek

5-2


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 1

Bespreek met elkaar. Welk woord hoort bij welk plaatje?

naar uitleg luisteren uitleg lezen de instructie

Werk specifiek

5-3


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 2

Bespreek met elkaar.

Krijg jij op je werk weleens instructies of uitleg van je collega’s? Zo ja, waar gaan die dan over? Begrijp je dan alles? Wat vind je nog moeilijk? Moet jij op je werk weleens instructies lezen? Zo ja, waar gaan die dan over? Begrijp je dan alles? Wat vind je nog moeilijk? Moet jij zelf weleens instructies geven? Zo ja, hoe gaat dat?

Werk specifiek

5-4


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Luisteren naar instructies

Mourad heeft een nieuwe baan als schilder. Bij werk op hoogte heeft hij een hoogwerker nodig. Om de hoogwerker te gebruiken, heeft hij een hoogwerkerscertificaat nodig. Hij volgt daarom een opleiding. Een instructeur geeft hem instructies. instructeur

Mourad instructeur

Mourad instructeur

Mourad instructeur Mourad instructeur Mourad

Hoi Mourad, ik ga je uitleggen hoe je de machine moet bedienen. Je kunt de hoogwerker op twee manieren besturen. Je kunt de hoogwerker met het bedieningspaneel in de werkkooi besturen. En je kunt de hoogwerker ook vanaf de grond besturen. Daarvoor gebruik je een ander bedieningspaneel. Oké. Ik leg je eerst uit hoe je de hoogwerker vanaf de grond kunt besturen. Start de motor door hem eerst voor te gloeien. Dit doe je door de sleutel van het contactslot op ‘voorgloeien’ te draaien. Daarna draai je de sleutel op ‘aan’. Om de motor uit te zetten, draai je de sleutel op ‘uit’. Oké, ik begrijp het. Om de stroomvoorziening voor de werkkooi aan te zetten, draai je de sleutelschakelaar naar rechts. Wacht dan tot de motor aangaat. Oké. Hoe schakel ik de motor uit? Je draait de sleutelschakelaar naar links, tot de motor stopt. En wat doe ik bij een gevaarlijke situatie? Dan druk je de noodstopknop in. De motor wordt uitgeschakeld en alle bewegingen stoppen. Oké, ik begrijp het.

Werk specifiek

5-5


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Als je een instructie krijgt, kun je deze zinnen horen: • • • •

Om de … te bedienen moet je … . Om te beginnen moet je … . Daarna moet je … . Ten slotte moet je … .

Voorbeeld: ‘Om te beginnen moet je de machine aanzetten.’ ‘Daarna moet je de sleutel op ‘aan’ draaien.’ ‘Ten slotte moet je de machine uitzetten.’ Als je een instructie niet begrijpt, zeg je: • • •

Kun je het nog een keer uitleggen? Ik begrijp het niet. Dus je bedoelt dat … ?

Voorbeeld: ‘Dus je bedoelt dat ik op de noodstopknop moet drukken?’ Hoe moet je een apparaat of machine bedienen? Kijk naar deze voorbeelden:

de knop indrukken

de sleutelschakelaar draaien

de schakelaar omzetten

de sleutel draaien

Werk specifiek

5-6


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 3

Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin.

de hoogwerker het hoogwerkerscertificaat de instructeur de instructie bedienen besturen het bedieningspaneel de werkkooi voorgloeien het contactslot uitzetten de stroomvoorziening aanzetten de sleutelschakelaar uitschakelen de situatie indrukken de noodstopknop de schakelaar omzetten

Lees de tekst ‘Luisteren naar instructies’ nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op.

Opdracht 4

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5-7


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 5

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 6

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 7

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 8

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5-8


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 9

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 10

Lees de woorden. Maak van de woorden een goede zin. Schrijf de zin op. Zin 1 moet – de machine – ik – bedienen? – Hoe ........................................................................................................................................ Zin 2 Wat – je – daarmee? – bedoel ........................................................................................................................................ Zin 3 de machine – moet – Eerst – je – aanzetten. ........................................................................................................................................ Zin 4 begrijp – Ik – niet. – het ........................................................................................................................................ Zin 5 je – uitleggen? – Kun – keer – nog – een – het ........................................................................................................................................

Werk specifiek

5-9


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 11

Werk samen. Cursist A: je hebt een nieuwe baan als schilder. Cursist B: je geeft cursist A uitleg over hoe de werkkooi van de hoogwerker werkt. Speel eerst gesprek 1. Ga daarna verder met gesprek 2 en 3. Wissel steeds van rol. Cursist B 1. Ik ga je instructie geven over hoe de werkkooi werkt. 2. Ik ga uitleg geven over hoe de werkkooi werkt. 3. Ik zal je iets vertellen over hoe de werkkooi werkt.

Cursist A 1. Dat is goed. 2. Prima. 3. OkĂŠ.

Cursist B 1. De werkkooi kan 180 graden draaien. Dat doe je met de knoppen met de pijlen erop. 2. De werkkooi kun je bedienen met de knoppen van het bedieningspaneel. 3. De werkkooi kan draaien met de knoppen met de pijlen.

Cursist A 1. Sorry, wat zei je? 2. Kun je het nog een keer uitleggen? 3. Met de knoppen met de pijlen dus.

Werk specifiek

5 - 10


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Cursist B 1. De werkkooi kan naar links en naar rechts. Hij kan 180 graden draaien. Hiervoor gebruik je de knoppen met de pijlen. 2. Met deze knop gaat de werkkooi naar links. Met de andere knop gaat de werkkooi naar rechts. 3. Ja, dat klopt.

Cursist A 1. Ik snap het. Dank je voor de instructie. 2. Ik begrijp het. Bedankt voor de uitleg. 3. OkĂŠ, dat is duidelijk. Dankjewel voor de uitleg.

Opdracht 12

Kun je nu zelf een mondelinge instructie bij een machine of een apparaat begrijpen, denk je? Dan kun je een opdracht doen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of begeleider.

Heb je een opdracht gedaan? Vul dan een bewijsformulier in en stop het in je portfolio. Vertel in de groep hoe het gegaan is.

Werk specifiek

5 - 11


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Instructies van een machine lezen

Jamal gaat vandaag met de hoogwerker werken. Eerst leest hij de instructies.

De hoogwerker bedienen De hoogwerker bedien je met het bedieningspaneel: Stap 1: Draai de contactsleutel op ’voorgloeien’ (nummer 1). Als de rode lamp brandt, is er een fout. Controleer wat de fout is (nummer 2). Stap 2: Kijk of het gele lampje brandt (nummer 3). Als het lampje uitgaat, is de machine opgewarmd. Draai de sleutel op ‘aan’ om de motor aan te zetten. Om de motor uit te zetten, draai je de sleutel op ‘uit’ (nummer 1).

Werk specifiek

5 - 12


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Stap 3: Met de bovenste schakelaars kun je de kraanarm en de werkkooi besturen (nummer 4, 5, 6, 7 en 8). Je kunt de kraanarm en werkkooi laten dalen, maar ook laten stijgen. Als de motor uit is, kun je de reservepomp inschakelen om de werkkooi neer te laten (nummer 9). Bij gevaarlijke situaties druk je op de noodstopknop (nummer 10).

Opdracht 13

Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin.

de contactsleutel controleren opwarmen de bovenste de kraanarm dalen stijgen de reservepomp inschakelen neerlaten

Lees de tekst ‘Instructies van een machine lezen’ nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op.

Opdracht 14

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5 - 13


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 15

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 16

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 17

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5 - 14


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 18

Lees de tekst ‘Instructies van een machine lezen’ nog een keer. Begrijp je nu hoe je de hoogwerker moet bedienen? Heb je nog vragen? Schrijf je vragen hieronder op.

1. ................................................................................................................................... ........................................................................................................................................

2. ................................................................................................................................... ........................................................................................................................................

3. ................................................................................................................................... ........................................................................................................................................ Bespreek je vragen met een andere cursist. Weten jullie het antwoord op elkaars vragen? Schrijf de antwoorden op jouw vragen hieronder op.

1. ................................................................................................................................... ........................................................................................................................................

2. ................................................................................................................................... ........................................................................................................................................

3. ................................................................................................................................... ........................................................................................................................................

Werk specifiek

5 - 15


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Werkinstructies lezen

Instructies voor het veilig werken met de hoogwerker

Voordat je de hoogwerker start: 1. Kijk of de hoogwerker in orde is. 2. De hoogwerker mag alleen gebruikt worden door iemand ouder dan achttien jaar. 3. Als het harder waait dan windkracht 6, mag de hoogwerker niet gebruikt worden. Fout Gebruik van de hoogwerker:

Goed

1. Controleer of de ondergrond stevig en vlak genoeg is. 2. Houd voldoende afstand van obstakels die gevaarlijk kunnen zijn. 3. Let op de minimale afstand tot elektriciteitsleidingen. 4. Let op de maximale belasting. 5. Geen trillende en schokkende bewegingen maken op de werkkooi. 6. Het beklimmen van de werkkooi is verboden. Dit is gevaarlijk.

Werk specifiek

5 - 16


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 19

Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin.

veilig starten in orde de windkracht de ondergrond stevig vlak voldoende de afstand het obstakel gevaarlijk minimaal de elektriciteitsleiding maximaal de belasting trillen schokken de beweging beklimmen verboden

Lees de tekst ‘Werkinstructies lezen’ nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op.

Opdracht 20

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5 - 17


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 21

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 22

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 23

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 24

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5 - 18


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 25

Heb je op jouw werk ook weleens instructies gelezen? Neem deze mee. Beantwoord de vragen. 1. Waar gaan de instructies over? ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ 2. Vind je de instructies duidelijk? Waarom wel of waarom niet? ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ 3. Vind je de instructies nuttig? Waarom wel of waarom niet? ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................

Werk specifiek

5 - 19


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 26

Kun je nu zelf instructies lezen, denk je? Dan kun je een opdracht doen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of begeleider.

Heb je een opdracht gedaan? Vul dan een bewijsformulier in en stop het in je portfolio. Vertel in de groep hoe het gegaan is.

Werk specifiek

5 - 20


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Vragen stellen over instructies

Michael werkt bij een schildersbedrijf. Hij moet vandaag met de hoogwerker werken. Daarom leest hij de instructie. Maar Michael begrijpt niet alles. Hij gaat praten met Petra, zijn leidinggevende.

Michael Petra Michael Petra Michael Petra

Michael

Petra Michael Petra Michael Petra

Dag Petra. Ik heb een paar vragen. Zeg het maar. Waar gaat het over? Het gaat over de instructie van de hoogwerker. Ik begrijp niet alles. Wat begrijp je niet? Er staat: ‘Kijk of de hoogwerker in orde is.’ Maar wat wordt daar precies mee bedoeld? Dat betekent dat je moet kijken of er niets kapot is. Daarvoor hebben we een lijst. Daar staat op waar je op moet letten. Die ligt op het kantoor. Oh, dat wist ik niet. Er staat ook: ‘Zorg dat de ondergrond stevig en vlak is.’ Dat betekent dus dat de helling niet te steil mag zijn? Dat klopt. Ik heb nog één vraag. In de instructie staat dat de werkkooi niet te veel belast mag worden. Maar hoe zwaar mag de werkkooi dan zijn? De maximale belasting is 230 kilo. Volgens mij begrijp ik nu alles. Dankjewel voor de uitleg. Ik ga nu naar Fahrid. Hij gaat mij leren hoe ik de hoogwerker moet besturen. Veel succes!

Werk specifiek

5 - 21


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Zo kun je vragen stellen over een instructie: • • • •

Ik heb een vraag over de instructie. Kun je mij iets uitleggen over … ? Hier staat … . Wat betekent dat? Wat wordt bedoeld met … ?

Voorbeeld: ‘Ik heb een vraag over de instructie. Ik begrijp niet wat hier staat.’ ‘Kun je mij iets uitleggen over de bediening van de hoogwerker? ‘ Zo kun je zeggen dat je iets begrepen hebt: • • •

Ik begrijp het. Dus dat betekent dat … ? Dus daarmee wordt bedoeld dat … ?

Voorbeeld: ‘Dus dat betekent dat ik eerst de hoogwerker moet bekijken?’ ‘Dus daarmee wordt bedoeld dat ik de werkkooi niet met meer dan 230 kilo mag belasten?’

Opdracht 27

Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin.

de leidinggevende kapot de lijst letten op het kantoor de helling steil belasten

Werk specifiek

5 - 22


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

de kilo de uitleg

Lees de tekst ‘Vragen stellen over instructies' nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op.

Opdracht 28

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer.

Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 29

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 30

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 31

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5 - 23


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 32

Lees de woorden. Maak van de woorden een goede zin. Schrijf de zin op. Zin 1 vraag – heb – een – Ik – de instructie. – over ........................................................................................................................................ Zin 2 je – Kun – uitleggen – de instructie? – iets – over – mij ........................................................................................................................................ Zin 3 betekent – Wat – dat? ........................................................................................................................................ Zin 4 bedoel – daarmee? – Wat – je ........................................................................................................................................ Zin 5 het! – begrijp – Ik ........................................................................................................................................

Werk specifiek

5 - 24


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 33

Werk samen. Cursist A: je begrijpt een schriftelijke instructie niet. Cursist B: je geeft uitleg aan cursist A. Speel eerst gesprek 1. Ga daarna verder met gesprek 2 en 3. Wissel steeds van rol. Cursist A 1. Ik begrijp de instructie niet. 2. Ik heb een vraag over de instructie. 3. Kun jij mij iets uitleggen over de instructie?

Cursist B 1. Wat begrijp je niet? 2. Wat is je vraag? 3. Natuurlijk. Wat wil je weten?

Cursist A 1. Hier staat: ‘Kijk of de hoogwerker in orde is.’ Wat betekent dat? 2. Wat betekent: ‘Kijk of de hoogwerker in orde is?’ 3. Wat wordt bedoeld met: ‘Kijk of de hoogwerker in orde is?’

Cursist B 1. Dat betekent dat je moet kijken of er niets stuk is. 2. Je moet kijken of er niets kapot is. 3. Daarmee wordt bedoeld dat je moet kijken of er niets stuk is.

Cursist A 1. Ik begrijp het. 2. Dus dat betekent dat ik moet kijken of alles werkt? 3. Dus daarmee wordt bedoeld dat ik moet kijken of alles het goed doet?

Werk specifiek

5 - 25


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Cursist B 1. Oké. 2. Dat klopt. 3. Inderdaad.

Opdracht 34

Lees de woorden. Maak van de woorden een goede zin. Schrijf de zin op. Zin 1 instructie – machine ........................................................................................................................................ Zin 2 begrijpen – instructie ........................................................................................................................................ Zin 3 bedienen – apparaat ........................................................................................................................................ Zin 4 woord – betekenen ........................................................................................................................................ Zin 5 bedanken – uitleg ........................................................................................................................................

Werk specifiek

5 - 26


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 35

Werk samen. Cursist A: je geeft een collega instructie op het werk. De instructie gaat over hoe een apparaat werkt. Of over hoe je iets moet doen. Je mag zelf kiezen over wat voor apparaat of handeling het gaat. Cursist B: je bent de collega van cursist A. Oefen het gesprek. Wissel daarna van rol. Als het kan: vraag of een andere cursist naar jullie wil luisteren. Of neem het gesprek op. Bereid het gesprek eerst voor. 1. Hoe begin je het gesprek? 2. Welke woorden en zinnen heb je nodig? 3. Welke vragen ga je stellen? 4. Wat vraag je als je het niet begrijpt? 5. Hoe eindig je het gesprek?

Opdracht 36

Kun je nu zelf vragen stellen over de werkinstructies, denk je? Dan kun je een opdracht doen voor je portfolio. Bespreek dit met je docent of begeleider.

Heb je een opdracht gedaan? Vul dan een bewijsformulier in en stop het in je portfolio. Vertel in de groep hoe het gegaan is.

Werk specifiek

5 - 27


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Soorten afval

Bij het scheiden van afval moet je aan een aantal dingen denken. Ten eerste moet je chemisch en niet-chemisch afval scheiden. Daarnaast mag bepaald afval alleen in speciale containers.

Welk afval is chemisch en welk afval is niet-chemisch? chemisch

oplossing en verdunning verfresten verflappen kwasten rollers afbijtresten kokers kit lijm

niet-chemisch

huisvuil schoongemaakte blikken papier en karton glas bouwafval

De vierkante AVR containers (chemisch afval) In deze containers mag alleen verdunning, verfresten, verflappen, kwasten, rollers en afbijtresten. De zwarte vaten (chemisch afval) In de zwarte vaten mag alleen kokers, kit en lijm.

Werk specifiek

5 - 28


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Grote verrijdbare container (niet-chemisch afval) In de grote verrijdbare container mag alleen huisvuil, schoongemaakte blikken, papier en karton. Kleine verrijdbare container (niet-chemisch afval) In de kleine verrijdbare container mag alleen glas. Staande container (niet-chemisch afval) In de vaststaande container mag alleen bouwafval.

Opdracht 37

Bespreek met elkaar. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis op in de woordenlijst. Je vindt de woordenlijst achterin.

het afval scheiden het chemisch afval het niet-chemisch afval de oplossing de verdunning de verfresten de verflap de kwast de roller de afbijtresten de koker de kit de lijm het huisvuil het blik het karton het bouwafval de AVR container het vat verrijdbaar vaststaand

Lees de tekst 'Soorten afval' nog een keer. Welke belangrijke woorden ken je nog niet? Schrijf de woorden op in jouw woordenlijst achterin. Wat betekenen de woorden? Schrijf de betekenis ook op.

Werk specifiek

5 - 29


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 38

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer.

Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 39

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 40

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 41

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 42

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5 - 30


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 43

Lees de vragen. Denk even na over je antwoord. Bespreek je antwoorden met de docent en de groep. 1. Welke containers heb jij voor het chemisch afval? En welke voor het nietchemisch afval? 2. Welk afval doe je in welke container? 3. Wat doe jij met kokers, kit en lijm? 4. Vind je het makkelijk afval te scheiden? 5. Waarom is het belangrijk om afval te scheiden?

Opdracht 44

Waar hoort het bij? Kijk in de tekst 'Soorten afval'. Zet een kruisje. Verzin zelf ook nog voorbeelden. Bespreek daarna je antwoorden. Chemisch afval

Niet-chemisch afval X

1. huisvuil 2. glas 3. verfresten 4. afbijtresten 5. kit 6. papier 7. bouwafval 8. lijm

X

9. oplossing 10. karton 11. …………………………

Werk specifiek

5 - 31


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

12. ………………………… 13. ………………………… 14. ………………………… 15. ………………………….

Opdracht 45

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 46

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 47

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 48

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5 - 32


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Opdracht 49

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 50

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 51

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Opdracht 52

Ga naar www.kleurrijker.nl en maak deze opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5 - 33


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

De film

Werk specifiek, module 5: Werkinstructies begrijpen.

Bekijk de film nog een keer. Bespreek: • • • •

Begrijp je nu alles? Wat begrijp je nog niet? Vertel in je eigen woorden waar de film over gaat. Wat is anders in jouw land? Ben je het eens met de persoon? Wat is jouw mening? Waarom?

Examentrainer

Ben je klaar voor een oefenexamen? Doe de examentrainer. Ga naar www.kleurrijker.nl en kies de examentrainer. Kies Werk Specifiek, Techniek, module 5: Werkinstructies begrijpen. Maak de opdracht op de computer. Klaar met deze opdracht? Vink af:

Werk specifiek

5 - 34


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Woordenlijst

Schrijf de betekenis op. Hoe? Dat mag je zelf kiezen. Bijvoorbeeld in je eigen taal, of in het Nederlands. Met een voorbeeldzin, of met een tekening.

woord

betekenis

aanzetten

______________________________

de

afbijtresten

______________________________

de

afstand

______________________________

het

afval

______________________________

de

AVR container

______________________________

bedienen

______________________________

bedieningspaneel

______________________________

beklimmen

______________________________

belasten

______________________________

belasting

______________________________

besturen

______________________________

de

beweging

______________________________

het

blik

______________________________

het

bouwafval

______________________________

de

bovenste

______________________________

het

chemisch afval

______________________________

de

contactsleutel

______________________________

het

contactslot

______________________________

controleren

______________________________

dalen

______________________________

elektriciteitsleiding

______________________________

gevaarlijk

______________________________

de

helling

______________________________

de

hoogwerker

______________________________

het

hoogwerkerscertificaat

______________________________

het

de

de

Werk specifiek

5 - 35


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

huisvuil

______________________________

indrukken

______________________________

inschakelen

______________________________

de

instructeur

______________________________

de

instructie

______________________________

het

kantoor

______________________________

kapot

______________________________

het

karton

______________________________

de

kilo

______________________________

de

kit

______________________________

de

koker

______________________________

de

kraanarm

______________________________

de

kwast

______________________________

de

leidinggevende

______________________________

letten op

______________________________

de

lijm

______________________________

de

lijst

______________________________

maximaal

______________________________

minimaal

______________________________

neerlaten

______________________________

het

niet-chemisch afval

______________________________

de

noodstopknop

______________________________

het

obstakel

______________________________

omzetten

______________________________

de

ondergrond

______________________________

de

oplossing

______________________________

opwarmen

______________________________

in

orde

______________________________

de

reservepomp

______________________________

de

roller

______________________________

de

schakelaar

______________________________

scheiden

______________________________

schokken

______________________________

het

Werk specifiek

5 - 36


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

de

situatie

______________________________

de

sleutelschakelaar

______________________________

starten

______________________________

steil

______________________________

stevig

______________________________

stijgen

______________________________

stroomvoorziening

______________________________

trillen

______________________________

uitleg

______________________________

uitschakelen

______________________________

uitzetten

______________________________

vaststaand

______________________________

vat

______________________________

veilig

______________________________

verboden

______________________________

de

verdunning

______________________________

de

verflap

______________________________

de

verfresten

______________________________

verrijdbaar

______________________________

vlak

______________________________

voldoende

______________________________

voorgloeien

______________________________

de

werkkooi

______________________________

de

windkracht

______________________________

de

de

het

Werk specifiek

5 - 37


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Schrijf jouw nieuwe woorden op deze lijst. Schrijf ook de betekenis op. Vul minimaal drie woorden in.

woord

betekenis

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

___________________________

____________________________

Kies vijf woorden uit de woordenlijst. Spreek ze uit. Kies opnieuw vijf woorden uit de woordenlijst. Maak een zin waarin het woord voorkomt en spreek deze uit. Kies vijf moeilijke woorden uit de woordenlijst. Vraag aan een andere cursist wat de woorden betekenen.

Werk specifiek

5 - 38


Module 5 Werkinstructies begrijpen

KleurRijker

Wat kun je nu?

Werkinstructies begrijpen

Doelen

1. Ik kan een mondelinge instructie bij een machine of apparaat begrijpen.

1. Ik kan een instructie bij een handeling of machine begrijpen. 2. Ik kan vragen stellen over de instructie. 3. Ik kan antwoorden op de vragen begrijpen. 1. Ik kan een instructie begrijpen over een apparaat dat ik gebruik op mijn werk. 1. Ik kan vragen stellen aan mijn leidinggevende over schriftelijke instructies. 2. Ik kan de instructies in eigen woorden vertellen.

2. Ik kan instructies lezen. 3. Ik kan vragen stellen over de werkinstructies.

Dat kan ik goed

Dat moet ik nog oefenen

Dat heb ik gedaan voor mijn portfolio

Werk specifiek

5 - 39



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.