Inkijkexemplaar Stex by Kleurrijker

Sterk naar Staatsexamen

Wat is Sterk naar Staatsexamen?

Sterk naar Staatsexamen biedt oefenmateriaal voor het Staatsexamen NT2

Programma I.

Sterk naar Staatsexamen bevat voor elke vaardigheid drie proefexamens.



Sterk naar Staatsexamen is qua opbouw en inhoud precies hetzelfde als het

echte Staatsexamen.



Sterk naar Staatsexamen biedt in papieren boekjes wat op het echte

Staatsexamen ook op papier gebeurt.



Sterk naar Staatsexamen biedt online wat op het echte Staatsexamen ook op

de computer gebeurt.



Sterk naar Staatsexamen bevat bovendien zeer handige beoordelingsmodellen

voor spreken en schrijven, waarmee je snel en eenvoudig de examens kunt

(laten) nakijken.

Met Sterk naar Staatsexamen kom je op de grote dag niet voor verrassingen te staan!

www.kleurrijker.nl www.taalsterk.nl

Proefexamens voor staatsexamen NT2 Programma I



Sterk naar Staatsexamen



Proefexamens voor het Staatsexamen NT2 Programma I

PL AA R

Dit is een tekst uit een folder over de opleiding voor werken in de kinderopvang. Bij deze tekst horen de vragen 12 t/m 17.

Mbo Pedagogisch Werker 3 Kinderopvang Sneller af te ronden dan in gewoon onderwijs De mbo-opleiding PW 3 - Kinderopvang leidt je op voor de kinderopvang. Daar kun je een energieke en verantwoordelijke functie vervullen. Je levert een bijdrage aan de opvoeding van kinderen. Je leert op het terrein van kinderopvang professioneel te begeleiden en te organiseren. Je werkdagen zijn erg afwisselend, want geen kind is hetzelfde.

Duur van de beroepspraktijkvorming Voor deze opleiding moet je 960 uur BPV doen bij een kinderopvang. In overleg met het leerbedrijf kun je dit in deeltijd of in voltijd doen.

Start van de BPV Je kunt zelf bepalen wanneer je met je BPV begint. Wij raden je wel aan om een aantal lesonderwerpen af te ronden voordat je aan de BPV begint. Dit betekent niet dat je deze onderwerpen met een examen moet hebben afgerond; het gaat erom dat je de leerstof bestudeerd hebt en de oefeningen hebt gemaakt.

Daarom kies je voor deze opleiding: • officieel mbo-diploma • praktijkgerichte opleiding • korter dan gewoon onderwijs • kwaliteitsgerichte opleiding

Inhoud BPV Lees bij het begin van je studie het BPV-boek zorgvuldig. Bespreek met je werkgever of met het leerbedrijf of de opdrachten uit het BPV-boek Al in drie jaar kun je het mbo-diploma hebben: allemaal bij het bedrijf kunnen worden gedaan. Is Pedagogisch Werker (PW 3), specialiteit dit niet zo, dan zul je die opdrachten alsnog ergens Kinderopvang. Dat is een halfjaar sneller dan als je de anders moeten uitvoeren. Misschien is het dan zelfs opleiding in het gewone mbo-onderwijs volgt! handiger om een ander leerbedrijf te kiezen.

Voor wie is de mbo-opleiding PW 3 - Kinderopvang bedoeld? Wil je graag met kinderen werken of ben je op zoek naar een leuke baan in de kinderopvang? Dan is de opleiding Pedagogisch Werker met de specialiteit Kinderopvang de juiste opleiding voor jou. Ook als je al in de kinderopvang werkzaam bent, is deze officiële mbo-opleiding aan te raden.

IN KI

Beroepspraktijkvorming Een erg belangrijk onderdeel van je opleiding is de beroepspraktijkvorming (BPV). Tijdens deze stage oefen je in de praktijk wat je geleerd hebt. Ook geeft de BPV je de mogelijkheid om bepaalde handelingen of taken te leren, die je alleen in de praktijk kunt leren. De BPV-periode geeft je een heel goed beeld van wat je dagelijks doet in je toekomstige beroep. Intensieve begeleiding Tijdens de BPV word je actief begeleid door een praktijkbegeleider en een BPV-begeleider. De praktijkbegeleider is een ervaren medewerker van het bedrijf. Meestal heeft hij of zij ook ervaring met het begeleiden van stagiairs. Vanuit de opleiding krijg je een BPV-begeleider toegewezen. Hij of zij geeft jou en je praktijkbegeleider tussendoor feedback en advies. Daarnaast is de BPV-begeleider betrokken bij de toetsing.

Voor de opleiding PW 3 - Kinderopvang raden we je aan de volgende onderwerpen af te ronden, voordat je start met je BPV: • Kinderopvang • Begeleiden PW • Verzorgen Kijk voor meer informatie over de stage, leuke tips en het vinden van een erkende stageplaats bij jou in de buurt op http://www.stagekinderopvang.nl/. Dit krijg je thuis Je ontvangt speciaal ontwikkeld lesmateriaal. Ook krijg je opbergmappen om je lesmateriaal netjes in op te bergen. De leerstof is compleet. Je hoeft geen extra boeken te kopen. Je hebt dus meteen alles in huis om van je studie een succes te maken. Vooropleiding Voor de mbo-opleiding PW 3 - Kinderopvang heb je minimaal een vbo-diploma nodig met ten minste drie vakken op C-niveau. Of je hebt een mavo-diploma of een vmbo-diploma nodig van de theoretische, de gemengde of de kaderberoepsgerichte leerweg. Ben je bij begin van je studie 21 jaar of ouder, dan

Sterk naar Staatsexamen - Programma I

IN KI

Vervolgopleiding Wil je hierna verder studeren? Denk dan eens aan mbo Sociaal Pedagogisch Werker 4 â&#x20AC;&#x201C; Activiteitenbegeleiding of mbo Sociaal Pedagogisch Werker 4 â&#x20AC;&#x201C; Woonbegeleiding. Schrijf je nu direct in voor mbo-opleiding PW 3 - Kinderopvang. Inschrijven is heel eenvoudig. Vul gewoon het inschrijfformulier in. Als je je nu inschrijft, kun je binnenkort al aan de slag. Doe het dus vandaag nog!

PL AA R

kun je zonder problemen worden toegelaten. Als je jonger bent moet je een geschikt diploma laten zien of een toelatingsexamen doen. Ook is het mogelijk om op grond van eerdere werkervaring te worden toegelaten.

Proefexamen Lezen 2

PL AA R

Dit is een tekst over paddenstoelen. Hij komt uit een boek over de natuur. Bij deze tekst horen de vragen 1 t/m 5.

Het seizoen van de paddenstoel

We voelen het elke dag: de herfst is begonnen. In dit jaargetijde verschijnen ook de paddenstoelen. De hoogste tijd voor meer achtergrondinformatie over de paddenstoel, uitleg over waar je ze kunt vinden en of je ze mag plukken!

Mooi én belangrijk Paddenstoelen groeien overal: in parken, bossen, langs weiden en zelfs in je tuin. Helaas kiezen heel wat mensen ervoor om van hun tuin een ‘voetbalveld’ te maken. Ze willen groen gras en ze gebruiken gif om onkruid en paddenstoelen weg te houden. Jammer, want paddenstoelen zijn niet alleen mooi om te zien, maar zijn ook onmisbaar voor het ecologische evenwicht in de natuur. Hun belangrijkste functie is het afbreken van resten van andere organismen (bijv. dode bomen). Maar paddenstoelen hebben nog meer bijzondere biologische eigenschappen. Wist je bijvoorbeeld dat een paddenstoel een mannetje of vrouwtje is, en dat ze zich alleen kunnen voortplanten met een paddenstoel van het andere geslacht?

De mens en de paddenstoel Van oudsher zijn de paddenstoelen al bekend. In het begin werden ze gebruikt als voedsel, later ook als geneesmiddel. Paddenstoelen, en dan met name de champignon, zijn inmiddels niet meer weg te denken uit de supermarkten, en worden speciaal gekweekt om als voedsel te dienen.

IN KI

Plukken? Paddenstoelen zijn soms zo mooi dat mensen ze graag plukken. Het is echter wettelijk verboden om paddenstoelen te plukken in openbare gelegenheden. In je eigen tuin ben je wel vrij om met de paddenstoelen te doen wat je wilt. Paddenstoelen zijn er niet alleen in de herfst, maar toch zijn ze er nu wel in veel grotere aantallen dan in andere seizoenen. Daarom is de herfst voor veel mensen de ideale tijd om paddenstoelen te zoeken. Veel basisscholen besteden ook aandacht aan het onderwerp, en gaan op excursie naar het bos. Giftig of niet Stel dat je een mooie wilde paddenstoel hebt gevonden, kun je die dan eten? Deskundigen raden dit sterk af. Alleen gidsen en mensen die onderzoek hebben gedaan naar paddenstoelen weten welke paddenstoelen eetbaar dan wel giftig zijn. ‘Gewoon eekhoorntjesbrood’ is bijvoorbeeld een paddenstoel die je kunt eten. Maar hoe zeker ben je er als gewone natuurliefhebber van dat je niet een paddenstoel geplukt hebt die er heel erg op lijkt? Er zijn immers veel verschillende soorten die qua uiterlijk weinig van elkaar verschillen. Dus heb je onbedwingbare behoefte aan paddenstoelen? Ga naar de groentewinkel of de supermarkt en maak daar je keuze!

Proefexamen Lezen 3

Deze tekst gaat over spaarlampen en LED-lampen. Spaarlampen en LED-lampen zijn een bepaald type lampen. Bij deze tekst horen de vragen 36 t/m 40.

PL AA R

Het voordeel van spaarlampen en LED-lampen

Spaarlampen en LED-lampen zijn duurder dan een gloeilamp. Maar spaarlampen branden 3 tot 12 keer langer dan gloeilampen en LED-lampen 20 tot 50 keer langer. Gemiddeld besparen spaarlampen ongeveer 75% energie vergeleken met gewone gloeilampen. Bij LED-lampen verschilt de hoeveelheid energie die bespaard wordt per type lamp. De meest energiebesparende LED-lampen kunnen wel 85% energie besparen ten opzichte van gloeilampen. Als je alle gloeilampen in huis vervangt door spaarlampen of LED-lampen, dan bespaar je gemiddeld 310 kilowattuur per jaar. Je gebruikt dus veel minder energie, waardoor de energierekening 74 euro per jaar goedkoper is.

Wat is een spaarlamp? Spaarlampen werken net als TL-lampen met gas. In deze lampen ontstaat licht door het vrijkomen van energie door elektronen. De uv-straling die hierbij vrijkomt, wordt omgezet in zichtbaar licht met behulp van fluorescentiepoeder aan de binnenkant van de buis.

De spaarlamp schijnt het felst na drie minuten. Omdat het even duurt voordat de lamp goed brandt, is een spaarlamp minder geschikt op plaatsen waar hij steeds aan en uit moet. Als je spaarlampen vaak aan en uit doet, kost dat nauwelijks extra energie, maar slijt de spaarlamp wel sneller.

Spaarlampen kunnen 3.000 tot 12.000 uren branden. Op de verpakking staat aangegeven hoeveel uren de lamp kan branden. Je kunt tegenwoordig spaarlampen in bijna alle vormen en maten kopen. Je kunt dus veel gloeilampen door spaarlampen vervangen. Ook zijn er inmiddels spaarlampen te koop die je kunt dimmen.

IN KI

Stroomverbruik Kosten stroom over 6 jaar Kosten voor het kopen Totale kosten over 6 jaar

Gloeilamp 60 watt € 86,24 € 0,50 € 86,74

Spaarlamp 11 watt € 15,84 € 5,00 € 20,84

Voordeel voor spaarlamp per 6 jaar: € 65,90 Voordeel voor spaarlamp per jaar: € 10,98

Einde Proefexamen

Sterk naar Staatsexamen - Programma I

1 Winterbanden

PL AA R

U leest op het internet over winterbanden. Winterbanden zijn niet verplicht in Nederland. Op de website staat de vraag om reacties van lezers over dit onderwerp. Er zijn al wat reacties gegeven. U besluit een stukje op de website te zetten, waarin u uw mening geeft over dit onderwerp.

Opdracht

Schrijf een reactie voor op de website op de bladzijde hiernaast. • Vertel duidelijk of u voor of tegen winterbanden bent. • Geef ten minste twee argumenten waarom u dat vindt. • Noem ten minste één argument van de andere schrijvers waar u het niet mee eens bent. Gebruik argumenten uit de tekst of bedenk eigen argumenten.

HIER NIET

Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven

SCHRIJVEN

Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven

IN KI

Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven Hier niet schrijven

Sterk naar Staatsexamen - Programma I

Winterbanden in Nederland, wat vindt u?

PL AA R

Michel Bedrijven die bijvoorbeeld schoolkinderen of gehandicapten vervoeren, zouden zo veilig mogelijk moeten zijn. Hanane:

Met winterbanden heb je bij sneeuw minder kans op schade, de autoâ&#x20AC;&#x2122;s glijden minder snel van de weg af; ze hebben meer houvast. Sergej:

In Nederland regent het vaker, dan dat het sneeuwt. Bij een natte weg zijn zomerbanden veiliger.

Reageer

Schrijf een reactie

Naam:

IN KI

Reactie:

Versturen

Proefexamen Schrijven 1 - Onderdeel B

Op deze wond moet je een pleister plakken, zodat_____________________________

PL AA R

_____________________________________________________________________

2 Geachte mevrouw Najar,

Wij maken ons zorgen over de ontwikkeling van uw zoon. Ondanks de extra

aandacht die uw zoon van zijn leraar krijgt, __________________________________ ____________________________________________________________________ Wij willen graag een afspraak met u maken, om samen naar een andere oplossing te

zoeken. Met vriendelijke groet,

De directie

Natuurlijk is fietsen goedkoper dan autorijden, maar____________________________

IN KI

_____________________________________________________________________

Proefexamen Schrijven 2 - Onderdeel A

13 Tienminutengesprek

PL AA R

U heeft een dochter van twaalf jaar: Najoua. Zij zit op de Scholengemeenschap De Vijverberg.

U heeft een uitnodiging gekregen voor een tienminutengesprek. U bent samen met Najoua uitgenodigd om op school te komen praten over haar resultaten en haar gedrag. Najoua heeft een invulbrief meegekregen. U wilt graag naar het tienminutengesprek komen, maar u weet niet zeker of u genoeg Nederlands spreekt. U zou het fijn vinden als uw zoon Mimoun van 22 jaar bij het gesprek aanwezig kan zijn als tolk. Najoua vindt de lessen Engels moeilijk en wil daar graag met haar mentor over praten.

Opdracht

Maak de invulbrief op de bladzijde hiernaast af. • Kijk goed waar de gegevens van uzelf, Najoua of Mimoun ingevuld moeten worden. • Noem ook de tolk en het probleem van Najoua.

HIER NIET

IN KI

SCHRIJVEN

Sterk naar Staatsexamen - Programma I

De Vijverberg

PL AA R

Scholengemeenschap De Vijverberg Berkenplantsoen 85 8920 HD Leeuwarden 058 – 39 93 323

Betreft: uitnodiging tienminutengesprekken Beste ouders/verzorgers,

Op woensdagavond 15 juni om 19.20 uur bent u uitgenodigd voor een tienminutengesprek over uw dochter Najoua el Rachidi. Uw dochter is ook van harte uitgenodigd voor dit gesprek. Het gesprek zal plaatsvinden met de mentor Femke Molenaar. U wordt verwacht in lokaal 301. Graag het briefje uiterlijk vrijdag 3 juni ingevuld laten inleveren.

Met vriendelijke groet,

L. Kramer

L. Kramer Coördinator onderbouw

.................................................................................................. ..................................................................................................

Naam: Ouder/verzorger van:

IN KI

□□ Ja, ik kom naar het tienminutengesprek. □□ Nee, ik kom niet, want .................................................................................................. (De mentor zal in dat geval contact met u opnemen voor een nieuwe afspraak.) Is er een vak waar u speciaal over wilt praten? ................................................................. ............................................................................................................................................ Overige vragen of opmerkingen:........................................................................................ ............................................................................................................................................ ............................................................................................................................................ ............................................................................................................................................ Handtekening:

..................................................................................................

Proefexamen Schrijven 2 - Onderdeel A

2 Koffie

PL AA R

Op het kantoor waar u werkt, staat een koffiezetapparaat. Volgende week wordt het kantoor verbouwd. U wilt graag dat de bouwvakkers zelf koffie kunnen zetten. Daarom schrijft u een instructie voor hen over hoe het water moet worden aangevuld. Kijk naar de plaatjes.

• het schermpje

• Dit is het koffiezetapparaat.

• het waterreservoir

IN KI

• de klep • bovenop • openen

• bijvullen

Opdracht Schrijf op de bladzijde hiernaast een instructie over hoe het water aangevuld moet worden. Beschrijf alle vijf stappen. U kunt de woorden gebruiken die naast de plaatjes staan, maar dat hoeft niet. Het doel van de instructie is dat de bouwvakkers begrijpen hoe zij het water van het koffiezetapparaat kunnen bijvullen.

Sterk naar Staatsexamen - Programma I

PL AA R EM EX JK IN KI Proefexamen Schrijven 2 - Onderdeel B

PL AA R

1 Op de basisschool van uw dochter Kubra is vandaag een speciale dag. Ouders van kinderen vertellen over het werk dat ze doen. U werkt in een bejaardentehuis. U vertelt wat u daar doet. Kijk naar de plaatjes.

Vertel de klas precies wat u allemaal doet.

2 Uw ogen zijn niet goed. U bent bij de opticien. U kunt kiezen tussen een bril of lenzen. Bekijk de informatie.

bril:

lenzen:

ĂŠĂŠn keer kopen geen pijnlijke ogen onhandig met sporten

elk half jaar kopen (lenzen + vloeistof) pijnlijke ogen handig met sporten

Wat kiest u? Geef twee redenen voor uw keuze.

Sterk naar Staatsexamen - Programma I

Wat vraagt u aan uw leerlingen?

Einde deel 1.

PL AA R

12 U geeft les op een basisschool. Als u een vraag stelt aan de klas, roepen alle leerlingen tegelijkertijd het antwoord door de klas. U heeft een beter idee. Kijk naar het plaatje.

Ga verder op pagina 11.

Proefexamen Spreken 3

brief collega

Opdr. 12 peuterwerk

Preconditie

Verstaanbaar, Nederlands, iets in relatie tot de context.

Inhoud

Duidelijke positieve uiting over de geschreven brief → 1. Anders → 0.

Woordkeus

Gevarieerd en goed → 1. Beperkt of verkeerd → 0.

Preconditie

Verstaanbaar, Nederlands, iets in relatie tot de context.

Inhoud Grammatica A

0 0

→ 1. Anders → 0. [Vrouw zegt: Wat deed u bijvoorbeeld op de peuterspeelzaal?]

0 0

Max. een enkele kleine fout → 1. Anders → 0.

Verstaanbaar, Nederlands, iets in relatie tot de context.

Preconditie Inhoud

↓

uiting volstrekt onduidelijk

voorkeur of keuze, geen argumentatie, duidelijk

voorkeur of keuze, min. 1 argument, veel onduidelijkheden

verkeerde taalhandeling

1 2

voorkeur of keuze, min. 1 argument, max. enkele onduidelijkheden voorkeur of keuze, min. 1 argument, duidelijk zie bladwijzer I

Tempo

Tempo voldoende → 1. Tempo te laag → 0.

Preconditie

Verstaanbaar, Nederlands, iets in relatie tot de context.

Inhoud

uiting volstrekt onduidelijk

verkeerde taalhandeling

dag verteld o.b.v. 1 plaatje, max. enkele onduidelijkheden

dag verteld o.b.v. 2 of 3 plaatjes, veel onduidelijkheden

dag verteld o.b.v. 2 of 3 plaatjes, enkele onduidelijkheden

dag verteld o.b.v. 2 plaatjes, duidelijk

1 1

1 2

dag verteld o.b.v. 3 plaatjes, duidelijk

Woordenschat

zie bladwijzer I

Preconditie

Verstaanbaar, Nederlands, iets in relatie tot de context.

IN KI

Grammatica B

zie bladwijzer I

Opdr. 3

Inhoud

ei koken

0 0 ↓

uiting volstrekt onduidelijk

verkeerde taalhandeling

instructie of beschrijving o.b.v. 1 plaatje, max. enkele onduidelijkheden

instructie of beschrijving o.b.v. 2 of 3 plaatjes, veel onduidelijkheden

instructie of beschrijving o.b.v. 2 of 3 plaatjes, enkele onduidelijkheden

instructie of beschrijving o.b.v. 2 plaatjes, duidelijk

1 1

2 2

1 2

instructie of beschrijving o.b.v. 3 plaatjes, duidelijk

Grammatica B

zie bladwijzer I

Woordenschat

zie bladwijzer I

Uitspraak

zie bladwijzer I

Beoordelingsbladen Spreken

3 3 3

nee ja

[Zoon zegt: Ik wil een ei koken. Maar hoe moet dat eigenlijk?]

3 3

nee ja ↓

zieke dochter

0 0

[Moeder zegt: Wat heb je vandaag gedaan?]

Opdr. 2

Grammatica B

1 1

nee ja

[Vriend zegt: Weet je al welke film je wilt zien? En waarom?]

1 1

nee ja ↓

Aspect

films

↓

Adequaat, duidelijk voorbeeld van gedane activiteit op peuterspeelzaal, kloppend met het plaatje

Deel 2 Opdr. 1

nee ja

PL AA R

Opdr. 11

0 0 0

1 1 1

2 2 2

3 3 3 3

Spreken Spreken Bladwijzer I ~ Algemeen

Grammatica A

M E X

verstaanbaar en Nederlands en íets te maken hebbend met context

0 1

meer dan een enkele kleine fout geen of een enkele kleine fout

0 1

erg veel fouten, daardoor zeer moeilijk te volgen veel kleine fouten bij 3 zinnen of meer → meerdere grote fouten bij 1 of 2 zinnen → 1 of meer grote fouten enkele kleine fouten (ongeacht aantal zinnen) bij 3 zinnen of meer → 1 grote fout hooguit 1 kleine fout (ongeacht aantal zinnen)

0 1

woordkeus verkeerd en/of beperkt woordkeus goed en/of gevarieerd

E JK

I K

= woorden zinsvorming Voor toelichting grote en kleine fouten, zie Bladwijzer II.

A L P

→ Let op: alle andere aspecten met 0 pt beoordelen

= woorden zinsvorming

Grammatica B

R A

nee niet passend in context en/of niet verstaanbaar en/of geen Nederlands

Preconditie

Woordkeus

N.B. Omschrijven geldt niet als goede woordkeus.

Woordenschat

0 1 2 3

nauwelijks woorden ter beschikking woordkeus en -variatie klein woordkeus en -variatie redelijk woordkeus en -variatie groot

Uitspraak

0 1 2 3

uitspraak slecht uitspraak net niet voldoende uitspraak redelijk uitspraak goed

= woordkeus + woordvariatie

Bladwijzer II ~ Is een grammaticale fout groot of klein? Kleine fouten:

lidwoordfouten en fouten die daaruit voortvloeien, bijv. een grote huis fouten in verkleinwoorden fouten in meervoud

Grote fouten:

fouten in werkwoordsvervoeging (verkeerde tijd, verkeerd volt.dw. etc.) fouten in woordvolgorde ontbrekend voorzetsel (N.B. Een verkeerd voorzetsel is fout in woordkeus.) ontbrekend het als persoonlijk voornaamwoord fouten in vergrotende/overtreffende trap overige fouten

R AA

L P EM

Bladwijzer III ~ Wat te doen… … bij een verkeerde taalhandeling?

Inhoud → max. 1 pt.

… bij verkeerde interpretatie van een of meer plaatjes? … als de kandidaat zichzelf herstelt en opnieuw begint met een formulering?

Zolang de juiste taalhandeling is gedaan → niet bestraffen maar beoordelen alsof juiste interpretatie. → alleen de laatste poging beoordelen (ongeacht totaal aantal pogingen).

… bij buitenlandse woorden?

→ die woorden beschouwen als niet-verstaanbaar en nietbegrijpelijk. Kleine stukjes voorlezen mag, maar als de kandidaat alleen maar voorleest: Inhoud → max. 1 pt. Grammatica → max. 1 pt. → niet fout rekenen.

(Bijv.: de kandidaat moet een instructie geven, maar vertelt wat hij heeft gedaan.)

X E K J I

K IN

… als de kandidaat voorleest?

… bij ontbrekende of juist overbodige telefoonconventies? … bij verkeerd gekozen register (u of jij)?

Inhoud → meewegen, maar een registerfout alleen mag nooit leiden tot 0 pt. Grammatica → registerfout meewegen. … bij overproductie? Als overproductie fouten bevat → fouten meewegen in de (Het eerste stuk is adequaat en compleet, maar er zit beoordeling. nog meer bij, wat in principe niet nodig was.) Als overproductie geen fouten bevat → overproductie niet meewegen. … bij tijdgebrek? → alleen beoordelen wat binnen tijd was. (Kandidaat spreekt nog, maar de piep gaat al.) Bij heel uitvoerig, gedetailleerd verhaal, en daardoor geen tijd meer voor alle aspecten → beoordelen alsof alle aspecten gedaan zijn. … bij tijd over? → bondigheid/snelheid niet bestraffen. Puur kijken of het (Kandidaat geeft een heel kort antwoord.) gevraagde adequaat en compleet is gezegd. … bij een niet voor de hand liggende reactie, die duidelijk niet door de toetsmaker bedoeld werd?

Zolang het adequaat in de context zou kunnen zijn → niet bestraffen.

… als een reactie niet past bij de kandidaat qua levensstijl, mening, gezinssituatie etc.?

→ niet bestraffen. Er telt alleen of de mening of het argument zinvol zou kunnen zijn in deze context.