2 minute read

De heuphaakroetbij in het Preshoekbos

In het Preshoekbos werden reeds tal van solitaire/ wilde bijensoorten gevonden waaronder ook enkele zeldzame soorten: zoals de glanzende groefbij, de grote spitstandbloedbij en de ogentroostdikpoot.

Solitaire bijen zijn bijen waarvan het vrouwtje in haar eentje zorgt voor het broed. Het in kaart brengen van de bijenpopulatie per regio is belangrijk om de bijen te kunnen beschermen. Wanneer de bijen gedetermineerd zijn (op naam gebracht) kan men het beheer hierop afstemmen. Zo heeft elke bijensoort bepaalde waardplanten. Waardplanten zijn planten waar de bijensoort van afhankelijk is om stuifmeel te verzamelen. In dit artikel willen we de heuphaakroetbij onder de aandacht brengen. De wetenschappelijke benaming van deze solitaire bij is Panurgus dentipes.

Advertisement

In totaal komen drie soorten roetbijen voor in België: de grote roetbij (Panurgus banksianus), de kleine roetbij (Panurgus calcaratus) en de heuphaakroetbij (Panurgus dentipes). Het zijn volledig zwarte bijen. Ze bezoeken vooral verschillende soorten gele composieten waar ze, door hun zwarte kleur, eenvoudig kunnen waargenomen worden. Wanneer de composieten sluiten kruipen de mannetjes volledig in de bloem. Hierdoor zijn ze de hele nacht beschermt en in de ochtend hebben ze meteen ontbijt op bed.

Tot nu toe werden alleen de kleine roetbij en de heuphaakroetbij gezien in het Preshoekbos. Daarom zullen ook alleen deze twee soorten hier kort besproken worden. Het zijn beiden kleine zwarte bijen waarvan de vrouwtjes alleen microscopisch te determineren zijn. Gelukkig is het mits wat inspanning eenvoudiger om de mannetjes van beide soorten in het veld van elkaar te onderscheiden. Het verschil zit in de achterpoot. Bij de kleine roetbij bevindt zich aan de onderkant in het midden van de dij een stomp uitsteeksel. Bij de heuphaakroetbij is er een scherp uitsteeksel op de onderkant van de heup te vinden. Let er wel op dat het stompe uitsteeksel bij de kleine roetbij ook min of meer scherp kan zijn, afhankelijk vanuit welke positie gekeken wordt naar het uitsteeksel. Het is dus heel belangrijk vast te stellen op welke specifieke plaats het uitsteeksel zich bevindt op de poot.

Op 13 augustus 2016 werd het eerste mannetje heuphaakroetbij (Panurgus dentipes) gezien in het Preshoekbos. Dit was een zeer fijne verrassing: de eerste waarneming voor Vlaanderen! In 2017 werd opnieuw gezocht (2 augustus 2017 en 6 augustus 2017) naar deze soort. We vonden zonder enige moeite op ongeveer 1 uur tijd in totaal 11 mannelijke bijen. Helaas konden we geen nestplaatsen vinden. We ondernamen vele inspanningen om de locatie van de waardplanten te vrijwaren voor dreigende graafwerken. Waardplanten zijn, zoals hierboven beschreven, planten waar de bij van afhankelijk is om hun nageslacht groot te brengen. In 2018 werd deze vindplaats toch afgegraven, waardoor er maar 1 mannetje heuphaakroetbij meer te vinden was. Gelukkig werden op 5 augustus 2020 opnieuw 6 mannetjes gevonden. Deze mannetjes werden op een andere locatie in het Preshoekbos gevonden. Hieruit kunnen we concluderen dat er zich in het Preshoekbos en de ruimere omgeving een populatie van deze zeldzame bijensoort bevindt.

TIM DE BLANCK

← De locatie in het Preshoekbos waar de heuphaakroetbij voor het eerst werd gezien ©Yves Gevaert

←De heuphaakroetbij heeft een scherp uitsteeksel op de onderkant van de heup ©Yves Gevaert

←De kleine roetbij met aanduiding van het stomp uitsteeksel in het midden van de dij ©Yves Gevaert

This article is from: