2 minute read
Paramotorvliegen
Paramotorvliegen in COVID-19-tijd
2020 is een bijzonder jaar geweest met toe- en afnemende COVID-19-restricties. Dit heeft tot gevolg gehad dat er minder gevlogen kon worden dan in voorgaande jaren. Als bestuur van afdeling Paramotorvliegen is er vol ingezet op samenwerking met de verschillende overheden (ILT, DGLM, etc.) om een aantal grote vraagstukken, die vaak al meerdere jaren spelen, op te lossen.
Voorbeelden hiervan zijn de evaluatie van de vrijstellingsregeling, waarvan de resultaten in 2021 verwacht worden, en gevolgen van de per 1 oktober 2020 ingevoerde Regeling Nationale Veiligheidsvoorschriften Luchtvaartuigen. Met deze regeling werden vergaande restricties voor buitenlands ingeschreven paramotors een feit. Veel paramotorvliegers hebben hun paramotors in Duitsland ingeschreven, omdat de Nederlandse wet het niet toeliet deze paramotors in Nederland van een BVI/SBVL te voorzien. Vanuit het afdelingsbestuur is bij herhaling gewezen op deze knelpunten en is er voorafgaande aan de invoering van deze regeling een zienswijze middels de internetconsultatie ingediend. Per 5 oktober 2020 werd er pas formeel voor het eerst gezamenlijk overleg gevoerd tussen de stakeholders. De verwachting is dat in de loop 2021 resultaat
geboekt zal worden. Een knelpunt voor de Nederlandse wetgeving was dat de Duitse regelgeving geen geluidsdocument meer vereist voor de lichtere paramotors. Nederland vereist in principe een geluidsdocument. Juist om dit knelpunt op te lossen heeft een commissie binnen het afdelingsbestuur besloten zelf een geluidsonderzoek te houden, waarbij volgens de Va009 grondmeting met gekalibreerde apparatuur metingen uitgevoerd zijn. Dit alles en meer is verwerkt in een lijvig rapport en kan als basis dienen voor een nieuwe Nederlandse regeling voor inschrijving van paramotors en paramotortrikes tot een leeggewicht van maximaal 120 kg in het Nederlandse register. Voor paramotortrikes met een leeggewicht van meer dan 120 kg blijft alles bij het oude. Voor het onderzoek zijn een aantal typen motoren gebruikt, die een goede afspiegeling zijn van het motorenbestand in Nederland. We hebben veel ondersteuning gehad van een gespecialiseerd bureau. Het door de commissie opgestelde rapport is gedeeld met de stakeholders. In de loop van 2021 zullen verdere resultaten van het overleg bekend worden. De kosten van het geluidsonderzoek zijn gedragen door de deelnemende vliegers. De kosten van het externe bureau zijn op het afdelingsbudget geboekt.
Het jaar 2020 was het eerste volledige jaar waarin we als afdeling geabonneerd waren op het blad Lift. Hierop zijn een groot aantal (zeer) positieve reacties binnengekomen, waardoor dit als succes mag worden bestempeld. Hoogtepunt hierin was een artikel waarbij een aantal paramotorpiloten met volledige medewerking van Luchthaven Schiphol midden in de coronadip een rondvlucht over EHAM en een flyby langs de toren konden uitvoeren. Dit heeft internationaal tot zeer positieve reacties geleid, waarbij het artikel overgenomen is in het internationale magazine Cross Country.
Veiligheid
Wij werken op het gebied van veiligheid nauw samen met de afdeling Paragliding, bijvoorbeeld met een gezamenlijke VMS. Een voorbeeld van mitigerende maatregelen zijn de aanpassingen die zijn gedaan in het gebruik en training van de reserveparachute. Verder zijn op Paramotorweb diverse trainingsvideo’s opgesteld ten aanzien van kennis van het luchtruim en regels ter bevordering van de vliegveiligheid. Via de KNVvL is een flinke korting te krijgen op een abonnement van EASY VFR.
Er heeft zich helaas een dodelijk ongeval voorgedaan dit jaar. Hier wordt nog onderzoek naar gedaan door de OVV. Daar waar mogelijk is, wordt hiervoor ondersteuning aangeboden vanuit het bestuur. Internationale incidenten en leermomenten vanuit de Europese database worden gedeeld met de vliegers via de nieuwsbrief.