Bosblad verschijnt tweemaal per jaar, het is een uitgave van de Bosgroep Vlaams-Brabant en wordt zowel digitaal als per post verstuurd naar leden en geïnteresseerden.
Bart Nevens, Geert Herbots, Jos Lambrechts, Gilbert Hollanders, Dirk Van Assche, Florent Frederix, Stefan Lenaerts, Dries Claes, Guy Dohogne, Dries Moons, Luc Suetens.
INHOUD
Voorwoord
Bosgroepnieuws - Dag van de Boseigenaar
BOSZOOM - Walter en Jo
8 10 tips voor een geslaagde aanplant deze winter 10 Bodemleven in het bos 12 Het everzwijn: natuurlijke helper en sleutelfiguur in onze ecosystemen
15 De winter in het bos: hoe bomen en dieren overleven
18 Opleidingen en excursies in 2025 19 Agenda 20 Contact
Leestip
Van het kiemen van een zaadje tot het vergaan van de omgevallen boom… dit boek beschrijft beeldend de levensloop van een Douglasspar in de ‘Pacific Northwest’, aan de hand van verschillende wereldgebeurtenissen doorheen zijn vijfhonderdjarig bestaan. Lees over de verschillende levensfases van deze boom, hoe deze impact hebben op zijn omgeving of omgekeerd.
Beste lezers
Dag leden van Bosgroep Vlaams-Brabant,
Met veel plezier presenteer ik je ons 4de Bosblad. Als voorzitter van Bosgroep Vlaams-Brabant nodig ik je uit om de artikels te lezen en je kennis over het bos te verruimen.
In deze editie leggen we de focus op het bos in de winter. We nemen je mee langs het bruisende bodemleven in het bos. Ken je bijvoorbeeld de springstaart en zijn invloed op de bodem al?
Het everzwijn is een sleutelsoort in het bos en heeft een grote invloed op bodem en de ecologie van het bos. We tonen je aan dat hij niet alleen voor overlast zorgt, maar ook een positief effect kan hebben op je bos.
Het is nu het ideale moment om bomen aan te planten. Lees er alles over in de rubriek “Handen uit de mouwen” en ga zelf aan de slag in jouw bos.
Ook deze keer spraken we met een enthousiaste boseigenaar met een eigen verhaal dat hij vertelt in de “BosZoom”.
Neem zeker ook eens een kijkje in de uitgebreide agenda en hou de nieuwsbrief in de gaten om je in te schrijven voor weer een hele reek aan interessante opleidingen in het kader van duurzaam bosbeheer.
Met hartelijke groeten
Bart Nevens Voorzitter Bosgroep Vlaams-Brabant
Dag van de Boseigenaar
In een stralende zon en met stevige wandelschoenen aan begaven zo’n 80 Bosgroepleden zich naar Landen voor de Dag van de Boseigenaar. Door een prachtig landschap passeerden ze enkele standen waar de collega’s met veel plezier uitleg gaven over de mysteries van het bos. De allerkleinsten leerden zelfs vuur maken met natuurlijke materialen. We kijken al uit naar de volgende editie.
Walter en Jo
Tussen de buien door werden we uitgenodigd door enthousiaste boseigenaren Walter en Jo. Bij een tas koffie hadden we een fijne babbel en vertelden ze ons hun bosverhaal.
Waar zijn we op dit moment?
Walter: “We zijn in het bosrijke Wolfsdonk, in de omgeving van de bekende Dopjesboom. De Dopjesboom is een Amerikaanse eik die sinds 2005 als monument beschermd is. Deze 26 meter hoge Amerikaanse eik (Quercus rubra) met een stamomtrek van meer dan 5 meter behoort tot de plaatselijke folklore. Enkele kilometers naar het oosten toe ligt het natuurgebied Averbode Bos en Heide.
Vroeger stond vlakbij onze woning een windmolen en was het landschap dus open. Deze staakmolen werd in 1846 gebouwd en in 1933 gesloopt. Met de opkomst van de mijnbouw is dit bos aangeplant. Het bos is een typisch grove dennenbos zoals je er veel hebt in het Hageland.”
Hoe ben je bij dit bos terechtgekomen?
Walter: “We waren vooral op zoek naar een plek weg van het stadsleven in Brussel, naar ergens waar de vogeltjes fluiten. Jo en ik groeiden op in Jette en Laken. Onze ouders hadden elk een winkel en een verblijf ‘op den buiten’. We waren daar bijna elk weekend en elke vakantie, en waren dus zeker niet enkel stadskinderen.
We hebben overal gezocht, tot in de Ardennen en zelfs Nederland. Onze zoon ging op vakantie naar de chalet van de ouders van Jo hier in de buurt in Herselt en zag ons huidige huis in Wolfsdonk te koop staan. In 2004 zijn we hier komen wonen, in de instapklare woning. Het stukje bos achter het huis konden we in 2006 al aankopen, en zo werden we de eigenaars van 21 are bos.
Naast het huis lag nog een stuk bos, waarvan de eigenaar overtuigd was dat het bouwgrond was of ging worden. De grond lag buiten de bouwzone in het RUP dus wij wisten al lang dat het bos moest blijven en deden meermaals een bod. Uiteindelijk verkochten de erfgenamen in 2019 het bos van 70 are dan toch aan ons.
In 2023 kregen we dan de kans het laatste stukje bos gelegen tussen ons bos en de straat aan te kopen. Hier was ooit de naam ‘villagrond’ op geplakt, waardoor de eigenaar hoge verwachtingen had. Maar het was geen bouwgrond en zou dat ook niet kunnen worden, dus belden de erfgenamen ons op. Deze laatste 14 are maakten ons bos compleet.
Op die manier waren we er zeker van dat we hier rustig zouden kunnen blijven wonen, met een bos als buur.”
Hoe heb je de Bosgroep leren kennen?
Jo: “Mijn ouders waren eigenaar van een chalet in het bos, maar mijn vader kon
het beheer zelf niet meer uitvoeren. Zo zijn we op zoek gegaan naar een oplossing om zelf beheerder te worden en maakten we kennis met Jan uit Bosgroep Zuiderkempen.”
Walter: “Van zodra wij verhuisd waren naar Vlaams-Brabant was het dan ook evident dat we contact zochten met de lokale Bosgroep.”
Welke uitdagingen zie je voor het bos? Waar wil je naartoe?
Walter: “Wij vechten al heel wat jaren tegen de Amerikaanse vogelkers, maar hebben besloten om het bos nu eerst wat dichter te laten groeien en dus even niet meer te werken. We hebben ge-
merkt dat de laatste dunning van de vorige eigenaar, in combinatie met stormschade en het intensieve beheer tegen de vogelkers het bos nogal ijl hebben gemaakt.
We zijn het beheerplan aan het uitvoeren en ringen de Amerikaanse vogelkers zodat de inlandse bomen meer licht en groeikansen krijgen. Het ringen heeft heel wat voordelen. We wonen bij ons bos waardoor we de situatie goed kunnen opvolgen. We kunnen gelijk wanneer ringen of opschot wegkappen. We ervaren dat 1 à 2 jaar na het ringen van een boom, het wortelstelsel afsterft. Na 2 jaar is de boom op stam gedroogd en ideaal brandhout.
We willen een meer biodivers bos en zijn heel blij dat de lichtgaten ook wel ge-
zorgd hebben voor meer jonge hulst, berk, hazelaar, zomereik, tamme kastanje, lijsterbes en andere soorten in het bos. Jammer genoeg profiteert ook de Amerikaanse vogelkers hiervan.
We hebben geen economisch doel voor ogen, maar gebruiken geringde Amerikaanse vogelkers of bomen geveld door de storm wel als brandhout. We laten een paar stevige dode bomen staan als habitat voor heel wat dieren.
Onze visie om te werken naar een gemengd, zoveel mogelijk inheems bos hebben we samen met de Bosgroep uitgewerkt in een nieuw natuurbeheerplan. We willen zoveel mogelijk de natuurlijke situatie terugkrijgen in het bos.”
Jo: “We hopen dat onze kleinkinderen op termijn ook zelf in het bos gaan spelen. Twee van hen zitten in de scouts en kunnen dan ook hier kampen maken.”
Merk je al verschil sinds je het bos beheerd hebt?
Walter: “We hebben een wildcamera en zien een grote diversiteit aan dieren passeren. Heel wat vogels zoals de buizerd, bosuil, wespendief en zwarte specht komen langs. Ook konijnen, marters, muizen, ratten, een familie egels, eekhoorns, reeën en vossen vinden de weg naar ons bos. We merkten zelfs een wasbeer op. Schattig, althans op camera.”
Hoe verloopt de samenwerking met de
Bosgroep en wat verwacht je daar nog van?
Walter: “Het was heel spijtig dat de Bosgroep even weg is geweest. Voor de boseigenaars is het schitterend dat de Bosgroep nu terug is. De organisatie is ideaal voor kleine boseigenaars, zoals ik, voor informatie, opleidingen en activiteiten. Ik heb mijn broer ook aangeraden om lid te worden.
Het is fijn om andere boseigenaars te leren kennen en met hen te kunnen uitwisselen. Ook met de medewerkers wisselen we geregeld uit over de aanpak van de Amerikaanse vogelkers.”
Waarom bomen ringen?
Een boom wordt geringd door rondom rond de schors weg te halen. Dit zorgt ervoor dat de boom afsterft. Ringen wordt vooral toegepast om rechtopstaand dood hout te creëren, waar ondermeer spechten en uilen gebruik van maken, om invasieve of dominante soorten te bestrijden of om gewenste bomen langzaamaan vrij te stellen.
Op de foto’s kan je twee veelgebruikte methodes zien: ringen met het trekmes (links) en ringen met de bijl/hamer (rechts).
Wat wil je nog meegeven aan andere boseigenaars?
Walter: Wie nog vragen heeft of gewoon eens wilt babbelen over het bos in Wofsdonk of boseigenaar zijn mag ons altijd contacteren via walt.dek@gmail. com.
10 tips voor een geslaagde
Met de winter in zicht, start rond deze tijd ook het nieuwe plantseizoen. Honderden boseigenaars, aannemers of enthousiastelingen steken de komende drie maanden samen de handen uit de mouwen om duizenden boompjes te planten. Maar hoe plant je nu eigenlijk een boom of een struik goed aan? Waarop moet je zeker letten en wat moet je vooral niet doen? Dankzij onze tips plant je binnenkort bomen aan als een echte vakman of vakvrouw.
1. Kies de juiste boomsoorten
Elke bosbodem (of te bebossen bodem) is anders en elke boomsoort heeft andere condities nodig om goed te groeien. Zo zal de zwarte els goed gedijen op nattere bodems. Beuk groeit liever op een voedselarme tot matig voedselrijke bodem, niet te nat of te droog en graag wat beschut. Ruwe berk is dan weer een pionier die weinig eisen stelt aan de bodem en
ook op droge locaties kan floreren. Kies zeker voor zoveel mogelijk variatie binnen de standplaatsgeschikte soorten en vermijd homogene opstanden. Ecopedia.be/bomenwijzer is een goede eerste kennismakingstool voor wie zelf aan de slag wil. En uiteraard blijven wij je graag met raad en daad bijstaan.
2. Kies de juiste timing
Loofhout plant je best aan tussen eind november en eind februari, met voor-
keur voor december, zodat de boompjes tijd genoeg hebben om haarwortels te vormen voor de lente. Vermijd periodes van vorst en te natte omstandigheden.
3. Kies de juiste terreinvoorbereiding Wanneer grassen, ruigtekruiden of bramen te lang staan, zal je veel moeilijker de plantgaten kunnen boren of graven. Maai de plantplaatsen in dat geval zo kort mogelijk. Let er bij herbebossing op dat zoveel mogelijk kroonhout aan de kant is en laat ook de stobbes van de oude bomen zeker staan.
4. Zorg ervoor dat je plantgaten groot genoeg zijn
Plantgaten kan je maken met de spade of met de grondboor. Plantgaten van minstens 20 cm breed en 30 cm
aanplant deze winter
diep zijn voor het meeste bosplantsoen ideaal. De wortels mogen niet samengedrukt worden. Maak liever een te groot plantgat dan een te klein.
5. Kuil goed in
Zorg ervoor dat bij levering de plantjes goed en volledig zijn ingekuild. Het is hierbij belangrijk dat alle wortels voldoende zijn afgedekt met aarde om uitdroging te vermijden. Denk goed na over je inkuilplaats, je zal de afstand tot aan al je plantgaten immers vaak moeten belopen! Een goede inkuilplek staat uit de wind, in de schaduw, in een niet te zware en niet te natte bodem op een centrale of makkelijke plek.
6. Aanplanten
Tijd voor het echte werk! Volg onze tips voor het aanplanten zelf hierna.
7. Wildbescherming
Veel reeën, hazen of konijnen in de
Dit heb je nodig:
Maak het plantgat net diep en groot genoeg zodat alle wortels erin passen.
Zorg ervoor dat ze niet gedraaid liggen of aan de buitenzijde omhoog wijzen. Snoei de wortels nooit bij.
Maak de aarde op de bodem van het gat los.
Zo dringen de wortels gemakkelijk in de grond en staat de boom stabiel.
Zet de boom in het midden van het plantgat op een heuveltje van goed losgewerkte aarde. De bovenste wortels moeten maar net onder de grond liggen.
Vul het gat voor de helft terug op terwijl je de boom goed recht houdt.
buurt? Dan is wildbescherming een echte must. Plantkokers of dubbelmazige netjes beschermen goed tegen veeg- en vraatschade en zijn relatief goedkoop. Plaats het plantje met de wortel eerst in de koker en trek het voorzichtig door de hele koker. Plaats nu het houten latje tussen plant en koker en plant beiden recht aan. Netjes kan je best boven- en onderaan vastnieten aan het latje.
8. Tijd voor een pauze
Neem op tijd een pauze. Niks lekkerder dan een kop warme soep of koffie tijdens een koude winterdag, toch?
Plant dus liever traag en degelijk aan, je plantsoen loopt heus niet weg. Zorg er wel voor dat je geen plantjes op de grond laat liggen of onbedekt in een plantgat laat staan. De wortels drogen, zeker op een droge en winderige dag, zeer snel uit. Kuil ze desnoods weer even in.
9. Controleer je aanplant
Een goed aangeplante boom staat mooi rechtop. De aarde of modder op de wortels is niet te hard aangestampt, bedekt alle wortels en heeft geen ‘kommetje’ waar regen kan blijven instaan.
10. Denk aan nazorg
Je aanplant staat er! Mooi, maar er is nog wat werk aan de winkel. Controleer tussen april en eind september regelmatig of je jonge aanplant niet overwoekerd wordt door dichte grassen, ruigtekruiden, bramen of andere struik- of boomsoorten. Vrijstelling van je plantjes kan in de eerste drie, vier jaar elk jaar (of enkele keren per jaar) nodig zijn. Vele jonge aanplanten halen het jammer genoeg niet, omdat ze niet de nazorg krijgen die ze nodig hebben.
Schud de boom lichtjes op en neer.
Zo verspreidt de aarde zich goed tussen de wortels.
Vul het gat verder met de overgebleven aarde.
Druk de aarde voorzichtig aan met je voeten. Wijs met je tip naar de boom zodat je de wortels niet beschadigt.
Snoei beschadigde takken om ziektes en rotting te voorkomen.
Bodemleven in het bos
PISSEBED
Pissebedden zijn heel nuttig, omdat ze zich
bezighouden met het opruimen van dode planten.
HUMUS
VLIEGEND HERT
Humus is noodzakelijk voor een gezond bos. Het is de opslagplaats voor voedingsstoffen, houdt water vast en verbetert de bodem. De dikte hangt af van hoe arm/rijk en hoe zuur de bodem is en hoe goed het strooisel afbreekbaar is.
Leeft vooral op dood hout en creëert mogelijkheden voor kleinere kevers en bepaalde schimmels. Ze zijn dus erg belangrijk voor de biodiversiteit.
WOELMUIS
Ondergrondse gravers verluchten de bodem en verspreiden ook sporen van nuttige bodemschimmels.
DOOD HOUT
Dood hout is nodig voor talrijke planten, dieren, paddenstoelen en bacteriën die het als woonplaats of voedselbron gebruiken
REGENWORMEN
Regenwormen brengen structuur, zuurstof en water in de bodem.
SPRINGSTAARTEN
Springstaarten en andere ongewervelden breken organisch materiaal af en helpen zo bij het maken van humus.
PADDENSTOELEN
Met hun schimmeldraden ruimen ze de bodem op. Sommige werken samen met bomen en helpen hen met de opname van voedingsstoffen en water. Ze krijgen daar suikers voor in de plaats.
Het everzwijn: natuurlijke helper en sleutelfiguur in onze ecosystemen
Door everzwijnen gewoelde bodem
Everzwijnen hebben een gemengde reputatie. Enerzijds worden ze vaak gezien als overlast vanwege hun neiging om gewassen te vernielen en tuinen om te woelen. Maar aan de andere kant spelen ze een cruciale rol in onze ecosystemen en dragen ze zo bij aan de biodiversiteit en de gezondheid van onze natuur. Hoewel we zeker snappen dat niet elke bosbeheerder het everzwijn als een welgekomen gast ziet, willen we toch even stilstaan bij de positieve impact die de viervoeter kan hebben op je bos.
Bodemwoeling: een natuurlijk tuintje
Everzwijnen worden beschouwd als sleutelsoort. Dit betekent dat hun aanwezigheid en gedrag een zeer grote invloed hebben op hun omgeving. Een van de meest opvallende manieren waarop everzwijnen bijdragen aan de natuur is door hun gewoonte om in de grond te wroeten. Dit gedrag, bekend als bodemwoeling, heeft tal van ecologische voordelen.
Wanneer everzwijnen wroeten, breken ze de bovenste lagen van de bodem open. Dit zorgt voor een betere beluchting en een open zaaibed. Hierdoor ontstaan nieuwe kiemplaatsen voor planten, struiken en bomen. Deze open plekken zijn ook gunstig voor vogels, kleine zoogdieren en insecten, die profiteren van de wormen, zaden of larven die door het gewroet naar boven worden gehaald. De verstoring van de bodem stimuleert ook de activiteit van mi-
cro-organismen en insecten, wat zorgt voor een betere strooiselvertering en nutriëntencyclus.
Een opvallende relatie is die tussen everzwijnen en vlinders. Door de bodem open te breken, zorgen everzwijnen voor ideale omstandigheden voor de groei van bepaalde (pionier)planten die belangrijk zijn voor vlinders; zogenaamde waardplanten. Hierdoor kunnen de plantendiversiteit en de aantallen vlinders toenemen in gebieden waar everzwijn aanwezig is.
Tenslotte zorgt het woelen van de zwijnen ook voor het doorbreken van dominante vegetaties zoals adelaarsvaren en braam. Deze vegetaties kunnen soms zo dominant zijn dat ze gehele bosoppervlaktes innemen, waarbij ze kiemkansen voor andere planten ontnemen. Zo ontstaat er een monotone ondergroei waar slechts enkele soorten gebruik van kunnen maken. Hun woelen doorbreekt de wortelstokken en uitlopers van adelaars-
varen en zo ontstaan er kansen voor andere soorten. Everzwijnen brengen zo een verloren balans terug in evenwicht. Als de populatie everzwijnen te groot is, woelen ze echter zo veel dat de vegetatie niet altijd genoeg kansen krijgt om te herstellen of waardevolle vegetatie verloren gaat. Ook jonge (aan)planten moeten er soms aan geloven. Het is een kwestie van evenwicht.
Vervoer van zaden
Zaden van planten, die soms uit zichzelf moeizaam verbreiden, worden door everzwijnen meegenomen in hun (modderige) vacht, aan hun hoeven of aan hun snuit, waardoor hun verspreiding over het bos toeneemt. Daarnaast eten ze verschillende soorten vruchten en zaden. De zaden uit bijvoorbeeld braamen vlierbessen passeren onverteerd door hun spijsverteringsstelsel en worden elders afgezet via hun uitwerpselen, vaak in de door hen omgewoelde plekken. Dit bevordert de groei van nieuwe planten over een groter gebied.
Heerlijke modderbaden
Everzwijnen nemen graag een modderbad. Dit doen ze om zichzelf af te koelen en zich te beschermen tegen parasieten. Zo maken ze ondiepe kuilen in de grond die water vasthouden. Deze modderpoelen zijn ook voor andere diersoorten nuttig. Zo maken amfibieën er gebruik van om zich te verstoppen of eitjes af te zetten. Deze amfibieën zijn dan weer voedsel voor de zwijnen zelf.
In de poelen leven bovendien hele kleine ongewervelde dieren. Ook zij reizen net als zaden via de modder in de vacht van de everzwijnen mee naar nieuwe plaatsen.
Rewilding en natuurlijke processen
Organisaties als Rewilding Europe benadrukken het belang van sleutelsoorten zoals het everzwijn. Deze soorten zijn cruciaal in het herstellen van natuurlijke processen en het bevorderen van biodiversiteit; beide bouwstenen voor een weerbare en dynamische natuur.
Everzwijn en de mens
Soms is het moeilijk als mens om de terugkeer van wilde dieren te plaatsen. Dit
zorgt dan ook wel eens voor conflict, waar menselijke belangen en leefgebieden van soorten overlappen. Via dialoog tussen verschillende betrokken actoren kan gezocht worden naar samenlevingsen beheeroplossingen die de positieve impact van het everzwijn in ere houden én de schade aan landbouw, verkeer, tuinen en kwetsbare ecosystemen minimaliseren. Dergelijke oplossingen vragen overleg en een genuanceerde, gezamelijke aanpak.
Zo kunnen natuuruitbreiding en -verbindingen ervoor zorgen dat de zwijnen minder in aanraking komen met menselijke activiteit. Soms kan vegetatie beschermd worden met zwijnendraad. Met aangepaste maatregelen wordt samenleven met wilde zwijnen makkelijker en kunnen we profiteren van de voordelen die het wilde zwijn ook brengt.
Een onmisbare schakel
Hoewel everzwijnen soms als een plaag worden gezien, is hun rol in het ecosysteem onmiskenbaar positief. Hun bodemwoeling verbetert de bodemgezondheid, ze helpen bij de verspreiding van zaden en dragen bij aan (aquatische) ecosystemen. Door hun aanwezigheid neemt de biodiversiteit toe en wordt een evenwichtiger ecosysteem bevorderd. Ondanks de problemen die het everzwijn soms meebrengt, is het belangrijk zijn rol als waardevolle natuurlijke helper niet te vergeten.
De winter in het bos: hoe bomen en dieren overleven
De winter brengt koude en korte dagen en de bossoorten moeten zich aanpassen om te overleven. Hoe doen bomen en dieren dit? Wat zijn hun trucjes om de winter te trotseren? Van slimme overlevingsstrategieën tot fascinerende biologische aanpassingen: de winterse periode van uitdagingen tonen wonderlijke aanpassingen, waarbij elke soort zijn eigen unieke methoden heeft ontwikkeld om de barre omstandigheden te overleven.
Loofbomen: slimme strategieën
Tijdens de lente en zomer zijn de bladeren groen dankzij bladgroenkorrels waarin fotosynthese plaatsvindt. In de herfst worden deze bladgroenkorrels afgebroken en de nutriënten teruggeleid naar de boom, waar ze worden opgeslagen in de stam en wortels. Doordat de bloedgroenkorrels verdwijnen, kleuren bladeren in de herfst prachtig geel, oranje en bruin voordat ze afvallen. Deze bladval vermindert waterverlies en beschermt de boom tegen koude en sneeuw. Door deze slimme strategie kunnen de bomen ook overleven in barre winteromstandigheden.
Kijk eens goed naar de kale takken in de winter; de knoppen zitten al klaar! Deze winterknoppen vormen zich in de late zomer en vroege herfst, bedekt met knopschubben die bescherming bieden tegen uitdroging en kou. Sommige bomen, zoals tamme kastanjes en wilgen, hebben knoppen met fijne haren voor extra isolatie. In de lente zwellen de knoppen op en ontluiken tot nieuwe bladeren en takken.
Naaldbomen: echte winterkampioenen
Naaldbomen zoals sparren en dennen houden hun naalden vast in de winter. Deze naalden hebben een dikke, wasachtige laag die water vasthoudt en kou weerstaat. Hars in de naalden en schors helpt hier ook bij. Naalden zijn smal, wat waterverlies vermindert, en hun vorm zorgt ervoor dat sneeuw gemakkelijk van de takken valt. Doordat ze hun naalden behouden, kunnen ze ook in de winter aan fotosynthese doen, zij het op een lager pitje. Deze winterhardheid maakt hen tot de kampioenen van het winterbos, tot ver in het hoge noorden.
Bosflora: veilig verborgen
Heel wat kruidachtige planten vinden in het bos hun plek. De meest gekende zijn wellicht de voorjaarsflora zoals de wilde hyacint, daslook, bosanemoon en speenkruid. Deze groep van planten verdwijnen na hun voorjaarsbloei, maar weg zijn ze natuurlijk niet. Ze trekken, nadat ze hun zaad hebben geworpen, nutriënten terug van hun bladeren naar een wortelknol. Deze knol zit veilig onder de grond en, tijdens de winter, ook onder een dik pak herfstbladeren. Hier zijn ze goed beschermd tegen de koude. Door de voedingsstoffen die in de knol opgeslagen zitten, kunnen ze in het vroege voorjaar snel uitlopen, nog voordat de bomen bladeren krijgen. Zo kunnen ze maximaal profiteren van het
zonlicht dat ongehinderd de bosbodem bereikt. Na hun snelle groei volgt een weelderige bloei, en dan verdwijnen ze weer, klaar voor een volgende winter.
De magie van schimmels
Schimmels spelen een cruciale rol in het bos, ook in de winter. Ze breken organisch materiaal af en maken voedingsstoffen vrij die essentieel zijn voor de bomen en planten. Sommige schimmels vormen mycorrhiza-verbindingen met boomwortels, wat de bomen helpt om water en voedingsstoffen beter op te nemen, zelfs in de barre wintermaanden. Deze symbiotische relaties zijn essentieel voor een gezond bos.
Winterslaap en winterrust
Sommige dieren, zoals egels, vleermuizen, padden en hazelmuizen, houden een winterslaap. Hun lichaamstemperatuur daalt flink en hun ademhaling en hartslag vertragen, wat hun energieverbruik minimaliseert. Sommige dieren slapen de hele winter door, andere worden af en toe wakker. Dit helpt hen te overleven zonder veel energie te verbruiken.
Andere dieren, zoals eekhoorns en dassen, houden een winterrust. Hun hartslag en ademhaling dalen, maar minder drastisch dan bij een winterslaap. Ze blijven regelmatig actief om voedsel te verzamelen. Deze strategie stelt hen in staat om energie te besparen terwijl ze
nog steeds kunnen reageren op veranderingen in hun omgeving.
Warme winterjassen
Veel dieren krijgen een dikke vacht of veren om warm te blijven. Reeën, everzwijnen en konijnen ontwikkelen een dikkere wintervacht. Vogels die niet wegtrekken zoals de koolmees of het roodborstje krijgen een extra laag donzige veren onder hun contourveren om warm te blijven. Winterkoningen komen daarnaast ook samen in zogenaamde ‘speelnesten’ zodat ze kunnen profiteren van elkaars lichaamstemperatuur. Deze aanpassingen zijn essentieel om te overleven in de koude wintermaanden.
Slimme voedselvoorzieningen
In de winter is er weinig voedsel te vinden in het bos. Eekhoorns, muizen en andere knaagdieren verzamelen en verbergen voedselvoorraden in de herfst om in de winter van te leven. Sommige dieren passen hun dieet aan;. De grote bonte specht bijvoorbeeld, schakelt over van insecten naar zaden en noten die in de winter makkelijker te vinden zijn. Deze flexibiliteit helpt dieren om te overleven als voedsel schaars is.
Niet alleen egels en vleermuizen hebben ingenieuze manieren om de winter te overleven. Neem bijvoorbeeld de reeën. Hun dikke wintervacht beschermt ze tegen de kou en ze zoeken vaak beschutte plekken op in het bos om te rusten. Ree-
en zijn ook in staat om hun voedselinname aan te passen; in de winter eten ze meer houtachtige planten en schors omdat er minder gras en kruiden beschikbaar zijn. Dit toont de veelzijdigheid en het aanpassingsvermogen van dieren in het bos.
Insecten in winterslaap
Veel insecten hebben ook fascinerende winterstrategieën. Sommige, zoals de lieveheersbeestjes, zoeken beschutte plekken op, ook in huis, en gaan in een soort winterslaap. Andere insecten, zoals bepaalde vlindersoorten, overwinteren als eitjes, larven of poppen, klaar om in de lente weer tot leven te komen. Sommige vlinders trekken zelfs naar het zuiden. Deze strategieën helpen insecten om te overleven tot het voorjaar.
Conclusie: een wonder van aanpassing
De winter in het bos is een tijd van uitdagingen en ingenieuze aanpassingen. Bomen verliezen hun bladeren, terwijl dieren winterslaap houden, een dikke vacht krijgen of voedselvoorraden aanleggen. Elk organisme heeft zijn eigen manier om de winter door te komen en zich voor te bereiden op de lente. Deze aanpassingen maken het bos tot een wonder van overleving, elk jaar opnieuw. De winter in het bos leert ons veel over de veerkracht van de natuur en de bijzondere manieren waarop leven zich weet aan te passen aan extreme omstandigheden.
Opleidingen en excursies in 2025
Ook in 2025 bieden we een aantal boeiende opleidingen aan op maat van boseigenaars. We zorgen voor praktische opleidingen om zelf als eigenaar aan de slag te gaan in het bos én organiseren excursies rond biodiversiteit en de sociale functie van bossen.
Vergroot jij graag je kennis over en kunde in het bos, in een gemoedelijke sfeer en samen met andere boseigenaars uit de provincie? Dan ben je zeker welkom op onze opleidingen!
Een greep uit de reacties van deelnemers op de vorige opleidingen
“De excursie voldeed meer dan 100% aan mijn verwachting. De deskundigheid van de aanwezigen/sprekers was buitengewoon. De bezochte percelen die binnen korte afstand waren gelegen, gaven mij een duidelijk beeld wat er mij als potentiële planter allemaal te doen staat evenals wat ik er kan van verwachten.”
Zoekertjes
“Heel praktisch en verrijkend voor ons als eigenaar van een pas aangeplant bos”
“Was een leerrijke, spannende, zonnige namiddag voor mij. Voor herhaling vatbaar, interessant.”
“Het was een goede mix van theorie en praktijk met een enthousiaste lesgever.”
Neem een kijkje op onze website www.bosgroepvlaamsbrabant.be onder de rubriek “Shop en Zoek”. Hier vind je bospercelen die een nieuwe eigenaar zoeken.
Brandhoutweb
Op zoek naar brandhout of brandhout te koop? www.brandhoutweb.be is de marktplaats van de Bosgroepen.
Zet alvast volgende datums in je agenda
10 januari Deadline aanmelden houtverkoop 2025
14 & 16 februari
BOOMweekend: plantacties met jeugd
28 februari Einde plantseizoen
3 & 4 maart
5 & 6 maart
Opleiding werken met de kettingzaag voor beginners (ECS 1, Brabantse Kouters)
Opleiding vellen van bomen met de kettingzaag (ECS 2, Brabantse Kouters)
15 maart Algemene vergadering
1 april Start schoontijd
12 april Excursie bos en biodiversiteit: bos als habitat (Dijleland)
Bezoek in het bos (sociale bosfunctie) (Regio Zuid-Hageland)
Klimaatbestendig bosbeheer (Regio Dijleland)
Bos en biodiversiteit: bodemleven (Regio Zuid-Hageland) Kennis van inheemse bomen en struiken (Regio Dijleland)
Vormsnoei en opsnoei in het bos (Regio Brabantse Kouters) Productie brandhout (Regio Noord- of Zuid-Hageland)
Waarom de Bosgroep?
Boseigenaar of -beheerder zijn, daar komt heel wat bij kijken. De Bosgroep ondersteunt haar leden bij het duurzaam beheer van het bos. Wie zich aansluit krijgt advies op maat, informatie, hulp bij administratie en ondersteuning voor het organiseren van boswerken. Daarnaast organiseert de Bosgroep ook opleidingen en excursies.
Naast het behouden, gezond houden en verbeteren van onze bestaande Vlaams-Brabantse bossen zet de Bosgroep ook sterk in op bosuitbreiding. Bossen zijn onmisbaar voor het mi-
lieu en de strijd tegen de klimaatverandering. Ze zijn een essentieel onderdeel van de natuur en herbergen heel wat fauna en flora. Daarbij leveren bossen ook de hernieuwbare grondstof hout en hebben ze een positieve invloed op onze gezondheid. De ecologische, economische en sociale functies kunnen in bos verenigd worden tot een multifunctioneel geheel.
Elke boseigenaar kan gratis lid worden en heeft recht op onze dienstverlening. Lid zijn houdt geen verdere verplichtingen in.